12.07.2015 Views

Ontzorgen en normaliseren - Maatschappelijke opdracht

Ontzorgen en normaliseren - Maatschappelijke opdracht

Ontzorgen en normaliseren - Maatschappelijke opdracht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong><strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>Naar e<strong>en</strong> sterkeeerstelijns jeugd-<strong>en</strong> gezinszorgraad voormaatschappelijkeontwikkeling


<strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijnsjeugd- <strong>en</strong> gezinszorgD<strong>en</strong> Haag, april 2012raad voormaatschappelijkeo n t w i k k e l i n g


De Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling is de adviesraad van deregering <strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>t op het terrein van participatie van burgers <strong>en</strong>stabiliteit van de sam<strong>en</strong>leving. De rmo werkt aan nieuwe concept<strong>en</strong> voorde aanpak van sociale vraag stukk<strong>en</strong>.De Raad bestaat uit onafhankelijke kroonled<strong>en</strong>: de heer mr. S. Harchaoui(voorzitter), de heer drs. B.J. Dr<strong>en</strong>th, de heer prof. dr. P.H.A. Friss<strong>en</strong>,mevrouw drs. J.G. Manshand<strong>en</strong> MPA, de heer prof. dr. L.C.P.M. Meijs,mevrouw prof. dr. M.R.J.R.S. van San, <strong>en</strong> de heer prof. dr. M. de Winter.De heer dr. R. Janss<strong>en</strong>s is algeme<strong>en</strong> secretaris van de Raad.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> OntwikkelingParnassusplein 5Postbus 161392500 bc D<strong>en</strong> HaagTel. 070 340 52 94Fax 070 340 70 44www.adviesorgaan-rmo.nlrmo@adviesorgaan-rmo.nlAdvies 51isbn 978 90 77758 33 5nur 740Zet-<strong>en</strong> Binn<strong>en</strong>werk: Textcetera, D<strong>en</strong> HaagBasisontwerp: Christoph Noordzij, Collage, Wierum© Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling, D<strong>en</strong> Haag, 2012Niets in deze uitgave mag word<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar gemaakt of verveelvoudigd,opgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> dataverwerk<strong>en</strong>d systeem of uitgezond<strong>en</strong> in <strong>en</strong>ige vormdoor middel van druk, fotokopie, microfilm of op welk wijze dan ook zondertoestemming van de rmo.


Voorwoord‘Alle gelukkige gezinn<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkigop zijn eig<strong>en</strong> wijze.’ Zo op<strong>en</strong>t Tolstoj zijn roman over het lev<strong>en</strong> van AnnaKar<strong>en</strong>ina.Net als hét ongelukkige gezin bestaat ook hét kwetsbare gezin niet.Opvoedvrag<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> voor alle gezinn<strong>en</strong> deel uit van het dagelijks lev<strong>en</strong>.Veel gezinn<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> die vrag<strong>en</strong> op eig<strong>en</strong> wijze, met hulp van familie,vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, andere ouders of bur<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong>. Of zij vind<strong>en</strong> zelf de weg naarde hulpverl<strong>en</strong>ing. E<strong>en</strong> deel van de gezinn<strong>en</strong> heeft echter e<strong>en</strong> vorm vanondersteuning nodig, omdat hun vrag<strong>en</strong> complexer zijn, zij zelf niet voldo<strong>en</strong>dedraagkrachtig zijn of hun sociale netwerk beperkt is.Over deze gezinn<strong>en</strong> gaat het advies <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>. In ditadvies schetst de Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (rmo)zijn visie op de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong>sterke sociaalpedagogische omgeving <strong>en</strong> met hulp van zowel betrokk<strong>en</strong>professionals als e<strong>en</strong> eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.De huidige ondersteuning aan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vanuit het jeugdzorgsysteemis dikwijls niet toereik<strong>en</strong>d. Te vaak ontvang<strong>en</strong> kwetsbaregezinn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> of te laat ondersteuning of is het zorgaanbod te zwaar inverhouding tot hun ondersteuningsbehoeft<strong>en</strong>. Opvoedvrag<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> hierdooruit tot zorgproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de sociale omgeving om doorgespecialiseerde jeugdhulpverl<strong>en</strong>ers ter hand g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De principes van ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> aan de basis vande eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg te ligg<strong>en</strong>. Vanuit deze uitgangspunt<strong>en</strong>kan gewerkt word<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger jeugdzorgsysteem, waarinde veerkracht van gezinn<strong>en</strong> de basis is <strong>en</strong> ondersteund wordt door vakbekwame<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> professionals.Bij de totstandkoming van dit advies is dankbaar gebruik gemaakt vande expertise <strong>en</strong> visies van extern<strong>en</strong> (zie bijlage 2). De achtergrondstudieKwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland die als bijlage 3 aan dit advies is toegevoegd,droeg ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s bij aan de gedachtevorming van de rmo. Wij zijn Angelavan d<strong>en</strong> Broek, Ell<strong>en</strong> Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sander Bot van het Sociaal <strong>en</strong> CultureelPlanbureau erk<strong>en</strong>telijk voor hun onderzoek <strong>en</strong> voor de over dit onderzoekgevoerde discussies.Voorwoord 5


In het bijzonder bedank<strong>en</strong> we de professionals van verschill<strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong>waar we op werkbezoek mocht<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, voor de inbr<strong>en</strong>g van hunk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het del<strong>en</strong> van hun praktijkervaring.De commissie van de rmo die het advies heeft voorbereid, bestond uit:Prof. dr. M. de Winter (Raad)Drs. J.G. Manshand<strong>en</strong> mpa (Raad)Prof. dr. M.R.J.R.S. van San (Raad)Dr. T.A.M. Graas (extern adviseur)Dr. D. de Ruiter (secretariaat)De verantwoordelijkheid voor het advies berust bij de Raad.Sadik HarchaouiVoorzitterRi<strong>en</strong>k Janss<strong>en</strong>sAlgeme<strong>en</strong> secretaris6 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


InhoudSam<strong>en</strong>vatting 91 Inleiding 121.1 Adviesvraag over de begeleiding van zwakke gezinn<strong>en</strong> 121.2 <strong>Maatschappelijke</strong> <strong>en</strong> politieke ontwikkeling<strong>en</strong> 131.3 Leeswijzer 162 Uitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 172.1 Inleiding 172.2 Wie is kwetsbaar? 172.3 Kwetsbaarheid binn<strong>en</strong> de kaders van het normale 192.4 Kwetsbaarheid vanuit de gezins-, sociale <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingscontext 212.5 Conclusie 233 Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 243.1 Inleiding 243.2 Beleidsontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugdzorg 243.3 Versnipperde licht ambulante zorg 293.4 Conclusie 314 Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 334.1 Inleiding 334.2 De kracht van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgeving 344.3 Betrokk<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals 354.4 De functie van e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 374.5 Conclusie 435 Aanbeveling<strong>en</strong> 455.1 Inleiding 455.2 Adviesvraag <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong> 455.3 Aanbeveling<strong>en</strong> 465.4 De organisatorische inbedding van eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 48Inhoud 7


Literatuur 52Bijlage 1 Adviesaanvraag 56Bijlage 2 Geraadpleegde deskundig<strong>en</strong> 58Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 60Angela van d<strong>en</strong> Broek, Ell<strong>en</strong> Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sander BotOverzicht van uitgebrachte publicaties 1278 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Sam<strong>en</strong>vattingBij sommige gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> is de balans tuss<strong>en</strong> draaglast <strong>en</strong> draagkrachtkwetsbaar. De Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (rmo)is gevraagd te adviser<strong>en</strong> over de begeleiding van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>: zijnkwetsbare gezinn<strong>en</strong> gebaat bij e<strong>en</strong> vorm van langdurige <strong>en</strong> lichtfrequ<strong>en</strong>te basishulp<strong>en</strong> hoe zou die (lokaal) het best georganiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> deel vande kwetsbare gezinn<strong>en</strong> heeft behoefte aan ondersteuning die gericht is ophet ontzorg<strong>en</strong> van dagelijkse opvoedproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het (weer) zelfstandigkunn<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> van het gewone dagelijks lev<strong>en</strong>. Dat hoeft nadrukkelijkge<strong>en</strong> zware zorg te zijn, maar ondersteuning dicht bij huis vanuit demogelijkhed<strong>en</strong> in het gezin <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vertrouwde sociale omgeving. Tochkomt deze vorm van zorg of ondersteuning niet goed van de grond.Op de vraag naar de organisatie van de zorg voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> heeft de rmo (2011) in zijn briefadvies Bevrijd<strong>en</strong>d kader voor dejeugdzorg de contour<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ander d<strong>en</strong>kkader voor de stelselherzi<strong>en</strong>ingjeugdzorg geschetst. Veel van het huidige jeugd- <strong>en</strong> gezinsbeleid, zo stelt dermo in het briefadvies, is gebaseerd op de angst voor incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Hierdoorverword<strong>en</strong> te veel gewone problem<strong>en</strong> tot grootschalige zorgproblem<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt de kracht van de sociaalpedagogische omgeving onvoldo<strong>en</strong>degebruikt. Dat creëert bij ouders afhankelijkheid van professionals <strong>en</strong> e<strong>en</strong>jeugdhulpverl<strong>en</strong>ing die teg<strong>en</strong> haar gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aanloopt. De rmo houdt ing<strong>en</strong>oemd briefadvies e<strong>en</strong> pleidooi voor de versterking van de pedagogischecontext van gezinn<strong>en</strong> waarin professionals meer ruimte krijg<strong>en</strong> om pedagogischte kunn<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>Ouders zoek<strong>en</strong> bij opvoedvraagstukk<strong>en</strong> zowel informele als formeleondersteuning. Bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> gaat dat meestal minder vanzelfsprek<strong>en</strong>d.Dat heeft diverse oorzak<strong>en</strong>, zoals e<strong>en</strong> zwakkere socialeinbedding, angst voor stigmatisering of onbek<strong>en</strong>dheid met het hulpverl<strong>en</strong>ingscircuit.Opvoedproblem<strong>en</strong> ontstaan dan ook in het sam<strong>en</strong>spel tuss<strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong>, hun sociale omgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing. E<strong>en</strong> moeilijke gezinssituatie(ziekte, armoede, lage verstandelijke vermog<strong>en</strong>s), e<strong>en</strong> gebrekkig ofonverschillig sociaal netwerk, te zware of niet adequate hulpverl<strong>en</strong>ing ofe<strong>en</strong> combinatie van deze drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kan ertoe leid<strong>en</strong> dat de begeleidingvan het opgroei<strong>en</strong> van kinder<strong>en</strong> in het gezin hapert.Sam<strong>en</strong>vatting 9


De rmo constateert dat zware hulpverl<strong>en</strong>ing is opgerukt in het alledaagselev<strong>en</strong>, terwijl de eerstelijns hulpverl<strong>en</strong>ing versnipperd <strong>en</strong> verzwaktraakte. Algem<strong>en</strong>e beleidsontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugdzorg hebb<strong>en</strong> geleid totvergaande specialisatie van de jeugdhulpverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> het zo vroeg mogelijksignaler<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>. Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconfronteerdmet e<strong>en</strong> systeem dat h<strong>en</strong> apart plaatst van gezinn<strong>en</strong> zonder noem<strong>en</strong>swaardigeopvoedproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> de gewone pedagogische context.De principes van ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> van opvoedproblem<strong>en</strong>ligg<strong>en</strong> aan de basis voor beantwoording van de adviesvraag naar de begeleidingvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Kwetsbaarheid kan weliswaar lastig zijn,maar hoort bij het dagelijks lev<strong>en</strong>. Onnodig problematiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> etiketter<strong>en</strong>di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan (normaliser<strong>en</strong>). Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>naast e<strong>en</strong> veilige <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de opvoedomgeving ook e<strong>en</strong> vorm vanzorg nodig die de eig<strong>en</strong> kracht weet te versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociale omgevingkan activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> (ontzorg<strong>en</strong>). In aanvulling op het briefadviesBevrijd<strong>en</strong>d kader voor de jeugdzorg beveelt de Raad aan om voor de ondersteuningvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> meer ruimte te bied<strong>en</strong> aan betrokk<strong>en</strong>professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> om e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg vorm te gev<strong>en</strong>.Eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg werkt vanuit de principes van ontzorg<strong>en</strong><strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt gedrag<strong>en</strong> door professionals die betrokk<strong>en</strong>zijn, vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> nabijheid g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> ‘neus’ hebb<strong>en</strong> voor wat er speeltbinn<strong>en</strong> het gezin <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de vakbekwaam zijn om er naar te handel<strong>en</strong>.De rmo noemt deze professionals eerstelijns gezinscoaches.Het tak<strong>en</strong>pakket van de eerstelijns gezinscoach is vierledig.1. vertrouw<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gesprek aangaan;2. activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> kracht van e<strong>en</strong> gezin <strong>en</strong> de socialeomgeving;3. oploss<strong>en</strong> van (opvoed)vraagstukk<strong>en</strong> in het gezin, zo nodig met hulp vanberoepskracht<strong>en</strong> die praktische ondersteuning bied<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> gespecialiseerdehulpverl<strong>en</strong>er die advies geeft aan de gezinscoach;4. indi<strong>en</strong> nodig doorverwijz<strong>en</strong> naar zwaardere, meer gespecialiseerdehulpverl<strong>en</strong>ing.Met zijn pleidooi voor e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg wil dermo niet e<strong>en</strong> extra zorgverl<strong>en</strong>er, zorgcoördinator of zorglaag introducer<strong>en</strong>,maar voortbouw<strong>en</strong> op de versterking van de sociale inbedding van kwets-10 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


are gezinn<strong>en</strong>. In zijn antwoord op de adviesvraag naar de begeleiding vankwetsbare gezinn<strong>en</strong> geeft de rmo drie aanbeveling<strong>en</strong> die onlosmakelijkmet elkaar verbond<strong>en</strong> zijn. T<strong>en</strong> eerste moet blijv<strong>en</strong>d geïnvesteerd word<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> sterke sociaalpedagogische omgeving. Vervolg<strong>en</strong>s di<strong>en</strong><strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong><strong>en</strong> professionals die als vanzelf betrokk<strong>en</strong> zijn bij gezinn<strong>en</strong> meer <strong>en</strong> beter b<strong>en</strong>ut teword<strong>en</strong>. En t<strong>en</strong> derde moet e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach word<strong>en</strong> geïntroduceerd.De eerste twee aanbeveling<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de basis voor de ondersteuning vankwetsbare gezinn<strong>en</strong> vanuit de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg. De eerstelijnsgezinscoach helpt de gezinn<strong>en</strong> het dagelijks lev<strong>en</strong> weer op te pakk<strong>en</strong>door uit te gaan van de eig<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestaande zelfredzaamheid <strong>en</strong> veerkracht.Met deze uitgangspunt<strong>en</strong> voor beleid me<strong>en</strong>t de Raad dat er werkgemaakt kan word<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudiger zorgsysteem, waarin kwetsbaregezinn<strong>en</strong> ondersteuning ontvang<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> vanuit hun eig<strong>en</strong> zorgvraag<strong>en</strong> die de reeds aanwezige hulpbronn<strong>en</strong> in de sociale omgeving b<strong>en</strong>ut.Dit strev<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t organisatorisch te word<strong>en</strong> ingebed. Minder nadruk opstur<strong>en</strong>, controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorverwijz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> meer op ontmoet<strong>en</strong>, vertrouw<strong>en</strong>opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. Dat kan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gerealiseerd, vanuit het C<strong>en</strong>trum voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin, de socialewijkteams, de huisarts<strong>en</strong>post<strong>en</strong> of de school <strong>en</strong> opvang. De transitie van dejeugdzorg naar de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> biedt hier bestuurlijke ruimte <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>voor.Sam<strong>en</strong>vatting 11


1Inleiding1.1 Adviesvraag over de begeleiding van zwakke gezinn<strong>en</strong>Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport vraagt aan de Raadvoor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (rmo) om advies over de begeleidingvan zwakke gezinn<strong>en</strong>. De adviesvraag (zie bijlage 1) stelt dat in sommigegezinn<strong>en</strong> draaglast <strong>en</strong> draagkracht uit balans zijn <strong>en</strong> dat deze gezinn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> begeleiding nodig hebb<strong>en</strong> om zich staande te houd<strong>en</strong>. Dit hoeft niet altijdzware zorg te zijn, maar wel zorg op maat <strong>en</strong> op tijd. Op dit mom<strong>en</strong>t wordtdeze vorm van zorg nauwelijks gebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong> vaak te zware<strong>en</strong> te incid<strong>en</strong>tele zorg. De veronderstelling in de adviesvraag is dat gezinn<strong>en</strong>met lichte problem<strong>en</strong> baat zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij langdurige, laagfrequ<strong>en</strong>tebasishulp (waakvlambegeleiding). Het zou e<strong>en</strong> vorm van zorg moet<strong>en</strong> zijn diegoed aansluit bij de vermog<strong>en</strong>s van het gezin zelf <strong>en</strong> waarbij de kracht van desociale omgeving wordt b<strong>en</strong>ut. E<strong>en</strong> dergelijke waakvlambegeleiding zou leid<strong>en</strong>tot het indamm<strong>en</strong> van het bov<strong>en</strong>matige beroep op zware hulpverl<strong>en</strong>ing.Waakvlambegeleiding kan prev<strong>en</strong>tief word<strong>en</strong> ingezet, maar ook als sluitstukvan e<strong>en</strong> periode waarin e<strong>en</strong> gezin int<strong>en</strong>sieve hulpverl<strong>en</strong>ing heeft gehad.De Raad heeft de adviesvraag als volgt sam<strong>en</strong>gevat:In hoeverre kan langdurige, laagfrequ<strong>en</strong>te basishulp bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> debalans tuss<strong>en</strong> draaglast <strong>en</strong> draagkracht versterk<strong>en</strong>? Hoe zou e<strong>en</strong> dergelijke basishulperuit kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>?Als onderdeel van de beantwoording van de adviesvraag heeft de rmo in april2011 het briefadvies Bevrijd<strong>en</strong>d kader voor de jeugdzorg uitgebracht. Daarin geeftde Raad zijn visie op de op hand<strong>en</strong> zijnde stelselherzi<strong>en</strong>ing voor de jeugdzorg.De Raad ziet deze stelselherzi<strong>en</strong>ing als e<strong>en</strong> kans om de zorg voor jeugd <strong>en</strong>gezin op e<strong>en</strong> andere leest te schoei<strong>en</strong>. Voorwaarde is wel dat de stelselwijzigingmeer is dan alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bestuurlijke operatie. Er di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kkader12 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


te kom<strong>en</strong> dat gebaseerd is op de versterking van de sociaalpedagogischeomgeving <strong>en</strong> waarin de kracht van het eig<strong>en</strong> netwerk rondom gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong>de professionele ruimte het uitgangspunt vorm<strong>en</strong>. De ondersteuning vangezinn<strong>en</strong> is gericht op het ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> van opvoedvrag<strong>en</strong>.Aan de stelselherzi<strong>en</strong>ing moet e<strong>en</strong> visie t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> die gericht isop vermindering van de groei van jeugdzorg <strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de inzet vande pedagogische civil society.Deze visie speelt e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale rol in de beantwoording van de vraag naarnut <strong>en</strong> noodzaak van lichte <strong>en</strong> langdurige basishulp voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Kwetsbaarheid hoort bij het lev<strong>en</strong> (‘ontzorg<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> onnodige problematisering<strong>en</strong> etikettering moet word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan (‘normaliser<strong>en</strong>’).1.2 <strong>Maatschappelijke</strong> <strong>en</strong> politieke ontwikkeling<strong>en</strong>Gezinn<strong>en</strong> met lichte problem<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> in het verled<strong>en</strong> ondersteuning vanduidelijk aanwijsbare beroepskracht<strong>en</strong>: wijkverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinsverzorgsters.In de loop der tijd zijn zij uit het straatbeeld verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dehulpverl<strong>en</strong>ing van deze gespecialiseerde wijkverpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinsverzorgsterswerd elders belegd, soms opgedeeld <strong>en</strong> soms veranderd vaninhoud, <strong>en</strong> soms verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> er elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van hun functie. Gefinancierddoor de ministeries van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninklijksrelaties (bzk)<strong>en</strong> van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport (vws) voert Zonmw sinds 2009het programma ‘Zichtbare Schakel. De wijkverpleegkundige voor e<strong>en</strong>gezonde buurt’ uit. De wijkverpleegkundige is daarmee geherintroduceerd.1 De adviesvraag aan de rmo doet ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan deze vroegerewijkverpleegkundige <strong>en</strong> (gespecialiseerde) gezinsverzorgster, maar laattegelijkertijd ruimte voor e<strong>en</strong> andere invulling. E<strong>en</strong> aantal maatschappelijke<strong>en</strong> politieke ontwikkeling<strong>en</strong> zijn relevant om te begrijp<strong>en</strong> waarom devraag naar e<strong>en</strong> vorm van basishulp zo actueel is.Het belang van de sociale inbedding van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> van het ontzorg<strong>en</strong><strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> van dagelijkse opvoedvraagstukk<strong>en</strong> wordt algeme<strong>en</strong>erk<strong>en</strong>d. Dat blijkt onder meer uit diverse lokale visiedocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overde op hand<strong>en</strong> zijnde dec<strong>en</strong>tralisatie van de jeugdzorg (zie bv. Van Yper<strong>en</strong><strong>en</strong> Van Woud<strong>en</strong>berg 2011 <strong>en</strong> het visiedocum<strong>en</strong>t 2011 van de G32). Ook deminister <strong>en</strong> staatssecretaris van vws bevestig<strong>en</strong> het g<strong>en</strong>oemde belang inhun briev<strong>en</strong> over zorg in de buurt <strong>en</strong> de stelselherzi<strong>en</strong>ing van de jeugdzorgInleiding 13


(respectievelijk tk 2011/2012b <strong>en</strong> tk 2011/2012c). Gezinn<strong>en</strong> zijn gebaat bijsteun uit hun omgeving.Deze steun is niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d. In 2001 constateerde de rmo e<strong>en</strong>zogehet<strong>en</strong> gat in de pedagogische infrastructuur. Ouders, zo luidde deanalyse destijds, ervar<strong>en</strong> minder steun van elkaar <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> tegelijkertijd datde vertrouwde pedagogische basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uit hun directe leefomgevingverdwijn<strong>en</strong> (rmo 2001).Hoewel ook in beleidsnota’s van bijvoorbeeld het programmaministerievoor Jeugd <strong>en</strong> Gezin het belang van e<strong>en</strong> sterke sociaalpedagogische omgevingwerd onderstreept (Programmaministerie Jeugd <strong>en</strong> Gezin 2008), ginghet in de uitvoering van de jeugdzorg toch de andere kant op, namelijkdie van het ingrijp<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> (rmo/rvz 2009). Mede gedrev<strong>en</strong> doorincid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> het strev<strong>en</strong> die te voorkom<strong>en</strong> is er vooral aangestuurd opprofessionalisering <strong>en</strong> specialisering van de jeugdhulpverl<strong>en</strong>ing. Er is nietof nauwelijks moeite gedaan voor het stimuler<strong>en</strong> van ouders om elkaaronderling te steun<strong>en</strong> <strong>en</strong> het versterk<strong>en</strong> van pedagogische basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>zoals speeltuin(ver<strong>en</strong>iging)<strong>en</strong>, buurtwerk, onderwijs of opvang. Er ise<strong>en</strong> politiek ontstaan waarin jeugdbeleid in het tek<strong>en</strong> is kom<strong>en</strong> te staan vanveiligheidsbeleid <strong>en</strong> waarin gezinsbeleid als (op christelijke tradities gebaseerde)bemoeizorg wordt beschouwd.Deze beweging is te verklar<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving waarin afwijk<strong>en</strong>dgedrag <strong>en</strong> risico’s steeds minder geaccepteerd zijn <strong>en</strong> waarin de roepom verantwoording groter is geword<strong>en</strong> (het zogehet<strong>en</strong> Savannah-effect).De sam<strong>en</strong>leving verwacht dat de overheid bij problem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gezin nietaan de zijlijn blijft staan, maar daadkrachtig ingrijpt (Hermanns 2009).Tegelijkertijd is in de sam<strong>en</strong>leving ook e<strong>en</strong> sterke afkeer ontstaan van<strong>en</strong>ige vorm van paternalisme of bemoeizorg. De overheid moet vooral opafstand blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich niet bemoei<strong>en</strong> met opvoeding.Deze twee ontwikkeling<strong>en</strong> plaatst<strong>en</strong> de overheid in e<strong>en</strong> fuik van óf opafstand blijv<strong>en</strong> óf ingrijp<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong>. In die positie zocht de overheidhaar toevlucht tot algehele scre<strong>en</strong>ing om meer zicht te krijg<strong>en</strong> op risico’s,met als gevolg dat elk kind of gezin e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel risicogeval is. E<strong>en</strong> alternatiefwas geweest om zich te richt<strong>en</strong> op de sociale <strong>en</strong> pedagogische inbeddingvan gezinn<strong>en</strong>, waarmee juist de in pot<strong>en</strong>tie aanwezige eig<strong>en</strong> kracht <strong>en</strong>zelfredzaamheid van gezinn<strong>en</strong> wordt aangesprok<strong>en</strong> (rmo/rvz 2009).Via scre<strong>en</strong>ingsmethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> kwam de overheid figuurlijkachter de voordeur. Met de wijkaanpak ging de overheid verder <strong>en</strong> kwam14 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


zij letterlijk achter de voordeur. Dergelijke method<strong>en</strong> zijn erop gericht omzorgvrag<strong>en</strong> van ouders aan de oppervlakte te krijg<strong>en</strong>, om te kijk<strong>en</strong> of hetbij gezinn<strong>en</strong> allemaal wel goed gaat, <strong>en</strong> zo niet, om h<strong>en</strong> door te leid<strong>en</strong> naarde zorg. Instelling<strong>en</strong> reageerd<strong>en</strong> hierop door steeds meer verfijnde method<strong>en</strong>te ontwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun medewerkers steeds verder te specialiser<strong>en</strong>.Deze ope<strong>en</strong>stapeling van verfijnde method<strong>en</strong> van risicosignalering, actiefopspor<strong>en</strong> van pot<strong>en</strong>tiële hulpvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanstur<strong>en</strong> op doorverwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> devergaande specialisatie van professionals g<strong>en</strong>ereerd<strong>en</strong> op hun beurt meervraag naar zwaardere zorg <strong>en</strong> begeleiding. Op deze manier ontstond e<strong>en</strong>situatie van superspecialisatie: opvoedvrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds sneller beantwoorddoor e<strong>en</strong> breed scala aan gespecialiseerde hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> steedsminder door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die dicht rondom het gezin staan.‘Als dat dan op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t spaak loopt – dat succesvolle project “kind”,dan zijn er maar weinig andere weg<strong>en</strong> dan er e<strong>en</strong> stoornis van te mak<strong>en</strong>, of in iedergeval e<strong>en</strong> hulpvraag voor de deskundig<strong>en</strong>. [...] We zoek<strong>en</strong> de professionals op omonze misère op te loss<strong>en</strong>.’(De Winter 2011a)E<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect van het gebruik van vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de daarbij behor<strong>en</strong>derapportage van bevinding<strong>en</strong> was dat het gesprek tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> professionals,zoals leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> medewerkers van consultatiebureaus, werdgeformaliseerd <strong>en</strong> gestandaardiseerd. Zo concludeert de Onderwijsraad(2010) dat de juridische relatie tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> school te veel nadruk krijgtt<strong>en</strong> koste van de dialoog tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> het functioner<strong>en</strong> vanouders als geme<strong>en</strong>schap. Dat probleem lijkt niet voorbehoud<strong>en</strong> aan hetonderwijs: illustratief voor het verdwijn<strong>en</strong> van de persoonlijke binding ishet gezondheidsonderzoek van jonge kinder<strong>en</strong> dat de ggd Amsterdam nietlanger in aanwezigheid van de ouders laat plaatsvind<strong>en</strong>:E<strong>en</strong> ouder van e<strong>en</strong> meisje van 5 jaar krijgt e<strong>en</strong> uitnodiging van de ggd voor hetperiodieke onderzoek. Dat onderzoek zal plaatsvind<strong>en</strong> op school, zonder aanwezigheidvan de ouder. Mocht de ouder daarteg<strong>en</strong> bezwaar hebb<strong>en</strong>, dan kan e<strong>en</strong> aparteafspraak word<strong>en</strong> gemaakt. Voorafgaand aan het onderzoek moet de ouder e<strong>en</strong>uitgebreide vrag<strong>en</strong>lijst inlever<strong>en</strong> over het kind, hoe het zich voelt, of het goed slaapt,of het liegt of bedriegt <strong>en</strong>zovoort. Maar er zijn ook vrag<strong>en</strong> over de ouders zelf: isde relatie goed? De antwoord<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong>velop bij de leerkracht teInleiding 15


word<strong>en</strong> ingeleverd. De uitslag van het onderzoek komt <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> later via e<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong>velop via de leerkracht weer bij de ouder terecht. Pas bij het schoolarts<strong>en</strong>onderzoekvan 10-jarig<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> de ouders erbij zijn. Ouderbetrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> communicatieover de gezondheid van kinder<strong>en</strong> in de leeftijd tuss<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 10 jaar gaat inde jeugdgezondheidszorg k<strong>en</strong>nelijk via geslot<strong>en</strong> <strong>en</strong>velopp<strong>en</strong>.Deze analyse leidt tot de conclusie dat het destijds geconstateerde gat in depedagogische infrastructuur groter is geword<strong>en</strong>. Droeg het beleid in dejar<strong>en</strong> tachtig onbedoeld bij aan het verminder<strong>en</strong> van de steun die ouderselkaar onderling gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de steun uit basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, het beleidvan met<strong>en</strong>, monitor<strong>en</strong> <strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> leidde tot superspecialisatie <strong>en</strong> onbedoeldtot e<strong>en</strong> verzwakking <strong>en</strong> verschuiving van lichtere vorm<strong>en</strong> van begeleidingnaar de zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing (Van Bussel 2011). Uit onderzoek isbek<strong>en</strong>d dat bij e<strong>en</strong> afkalv<strong>en</strong>d sociaal netwerk de draagkracht van gezinn<strong>en</strong>sneller wordt overschred<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoedingsmoeilijkhed<strong>en</strong> eerder ontstaan(Hermanns et al. 2005; Baartman 1997; Coulton et al. 2007 in rmo/rvz2009; Bucx 2011). De adviesvraag <strong>en</strong> de beantwoording ervan kunn<strong>en</strong> nietlos word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> van deze observatie.1.3 LeeswijzerHet advies is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 kom<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong>van dit advies over kwetsbaarheid <strong>en</strong> kwetsbare gezinn<strong>en</strong> aan de orde.Hoofdstuk 3 bevat e<strong>en</strong> analyse van de huidige jeugdzorg <strong>en</strong> van de vraagwaarom kwetsbare gezinn<strong>en</strong> op dit mom<strong>en</strong>t vanuit de jeugdhulpverl<strong>en</strong>ingniet goed word<strong>en</strong> begeleid. In hoofdstuk 4 schetst de Raad zijn visie op deondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Het vijfde <strong>en</strong> laatste hoofdstukbevat aanbeveling<strong>en</strong>.Noot1 In de kamerbrief van 19 december 2011 (tk 2011/2012a) lat<strong>en</strong> de minister<strong>en</strong> staatssecretaris van vws wet<strong>en</strong> dat zij met het aflop<strong>en</strong> van hetprogramma eind 2012 zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> borging van de inzet van wijkverpleegkundig<strong>en</strong>.Ondanks knelpunt<strong>en</strong> is er cons<strong>en</strong>sus over de meerwaardevan e<strong>en</strong> brede g<strong>en</strong>eralistisch functie in de wijk.16 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


2Uitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuningvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>2.1 InleidingDit advies gaat over e<strong>en</strong> selecte groep gezinn<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> in de adviesvraagaangeduid als kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Het zijn gezinn<strong>en</strong> die in de knelzitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> zonder e<strong>en</strong> vorm van professionele zorg of ondersteuning nietgoed kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. De definitie van hun kwetsbaarheid is vaninvloed op de ondersteuning die deze gezinn<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. Daarom schetstde Raad in dit hoofdstuk zijn visie op kwetsbaarheid <strong>en</strong> formuleert zijnbasisprincipes voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.2.2 Wie is kwetsbaar?In <strong>opdracht</strong> van de rmo onderzocht<strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Broek, Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bot vanhet Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (scp) welke gezinn<strong>en</strong> kwetsbaar zijn(zie bijlage 3). De onderzoekers definiër<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezin als kwetsbaar wanneerer vier of meer risicofactor<strong>en</strong> (zoals werkloosheid, alle<strong>en</strong>staand ouderschap,lage opleiding <strong>en</strong> armoede) aanwezig zijn. Van daadwerkelijk optred<strong>en</strong>van problem<strong>en</strong> hoeft ge<strong>en</strong> sprake te zijn. Op basis van deze definitiebestaat bij ongeveer 15% van het totaal aantal gezinn<strong>en</strong> met thuiswon<strong>en</strong>dekinder<strong>en</strong> in 2010 (in absolute aantall<strong>en</strong>: ongeveer 380.000 gezinn<strong>en</strong>) e<strong>en</strong>verhoogde kans op het ontstaan van opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>bij kinder<strong>en</strong>.De vraag naar de begeleiding van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is echter nietvan toepassing op 15% van alle gezinn<strong>en</strong>. Al loopt 15% van de gezinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>verhoogd risico op het ontwikkel<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>, niet in alle gevall<strong>en</strong>ontstaan deze problem<strong>en</strong> daadwerkelijk. Er is ge<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong>Uitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 17


de aanwezigheid van vier of meer risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin <strong>en</strong> hetoptred<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong> (Van d<strong>en</strong> Broek et al. 2012). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> impliceerthet ontstaan van kwetsbaarheid niet altijd dat er professionele zorg nodigis. E<strong>en</strong> deel van de gezinn<strong>en</strong> komt er op eig<strong>en</strong> kracht <strong>en</strong> met hulp van familie,vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> zelf uit. En in de gezinn<strong>en</strong> waar wel hulpverl<strong>en</strong>ingnodig is, zijn gezinn<strong>en</strong> dikwijls goed in staat om te verwoord<strong>en</strong> welkeondersteuning ze nodig hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> om zelf bij te drag<strong>en</strong> aan het oploss<strong>en</strong>van problem<strong>en</strong>.De groep kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is heel divers, zo wordt onderstreept inde achtergrondstudie van het SCP. Risico’s do<strong>en</strong> zich in allerlei vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong>gedaant<strong>en</strong> voor. Uitgaande van hun definitie van vier of meer risicofactor<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> de onderzoekers uit op ongeveer 90 verschill<strong>en</strong>de combinatiesvan vier of meer risicofactor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ruim e<strong>en</strong> derde van de gezinn<strong>en</strong> heefte<strong>en</strong> unieke combinatie hiervan.De Raad verbindt hieraan de conclusie dat niet met e<strong>en</strong> precieze <strong>en</strong> e<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>dedefinitie is vast te stell<strong>en</strong> om wie het gaat als we het hebb<strong>en</strong> overkwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Kwetsbaarheid bestaat, maar hét kwetsbare gezin niet.Uitgaande van de realiteit (het daadwerkelijk optred<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>) <strong>en</strong>niet de voorspelling (e<strong>en</strong> verhoogde kans op het optred<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>)ligt het uiteindelijke perc<strong>en</strong>tage gezinn<strong>en</strong> waarover dit advies gaat lagerdan de meestal g<strong>en</strong>oemde 15%.Binn<strong>en</strong> de groep gezinn<strong>en</strong> die kwetsbaar wordt, is de diversiteit groot.Niet alle<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong>, maar ook in de matewaarin professionele ondersteuning nodig is. Er hor<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> toe waarbije<strong>en</strong> deel van de behoefte aan ondersteuning kan word<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>door de vermog<strong>en</strong>s van het gezin zelf te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> het sociaal netwerkrondom gezinn<strong>en</strong> te activer<strong>en</strong>. Ook vall<strong>en</strong> er gezinn<strong>en</strong> onder die e<strong>en</strong> veelvoudaan problem<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> die het niet redd<strong>en</strong> zonder uitgebreide<strong>en</strong> gespecialiseerde ondersteuning. Het gaat dan om gezinn<strong>en</strong> die ook welword<strong>en</strong> aangeduid met de term multiprobleemgezinn<strong>en</strong>.Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zijn niet e<strong>en</strong> duidelijk af te bak<strong>en</strong><strong>en</strong> categorie voorzorgverl<strong>en</strong>ing. Veelvuldige poging<strong>en</strong> dit wel te do<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> situatiewaarin kwetsbare gezinn<strong>en</strong> steeds meer uit hun sociale omgeving werd<strong>en</strong>gehaald <strong>en</strong> in het zorgcircuit geplaatst. De Raad vindt dit e<strong>en</strong> problematischeontwikkeling, omdat steeds minder gezinn<strong>en</strong> als normaal word<strong>en</strong>beschouwd (zie ook Van Yper<strong>en</strong> <strong>en</strong> Stam 2010; tk 2009/2010). E<strong>en</strong> alternatieveb<strong>en</strong>adering van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> ligt in de interactie tuss<strong>en</strong> gezin,18 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing. Hierover gaan de twee volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong>.2.3 Kwetsbaarheid binn<strong>en</strong> de kaders van het normaleHet huidige jeugdzorgsysteem b<strong>en</strong>adert kwetsbaarheid bij kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ingezinn<strong>en</strong> vanuit wat in de g<strong>en</strong>eeskunde het ziektemodel wordt g<strong>en</strong>oemd.Hierin ligt de focus op het opspor<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> het g<strong>en</strong>ez<strong>en</strong> ervan(De Winter <strong>en</strong> Van Beek 2009). Teg<strong>en</strong>over het ziektemodel staat gezondheidsbevordering,waarbij de nadruk ligt op het aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> zo gezond mogelijke leefstijl.Analoog aan de b<strong>en</strong>adering vanuit het ziektemodel gaat het in de psychologie<strong>en</strong> pedagogie om het ‘at risk’-model (De Winter 2011b). Het zo vroegmogelijk achterhal<strong>en</strong> van risico’s <strong>en</strong> het voorkom<strong>en</strong> van ev<strong>en</strong>tuele problem<strong>en</strong>staat c<strong>en</strong>traal. Om te achterhal<strong>en</strong> wie e<strong>en</strong> verhoogde kans loopt opproblem<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> alle gezinn<strong>en</strong> gescre<strong>en</strong>d. Gaandeweg is er e<strong>en</strong> zeer verfijndsignaleringsnetwerk gevormd dat steeds meer risico’s opspoort (watgelet op de grote diversiteit aan risicofactor<strong>en</strong> onder kwetsbare gezinn<strong>en</strong>ook nodig is om pot<strong>en</strong>tiële problem<strong>en</strong> op te spor<strong>en</strong>). Het signaler<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanwijz<strong>en</strong>van problem<strong>en</strong> is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lucratief doordat er e<strong>en</strong> bonus is kom<strong>en</strong>te staan op het vind<strong>en</strong> van stoorniss<strong>en</strong>. Aanvull<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> pasvrij als gezinn<strong>en</strong> of kinder<strong>en</strong> zijn gediagnosticeerd: zo krijgt e<strong>en</strong> schoolbijvoorbeeld pas extra geld als adhd is aangetoond. Door deze ontwikkeling<strong>en</strong>word<strong>en</strong> adhd-k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (beweeglijk, ondernem<strong>en</strong>d, impulsief, snelvan aandachtsfocus wissel<strong>en</strong>d) vertaald in psychopathologie of ontwikkelingsstoorniss<strong>en</strong>,om de kinder<strong>en</strong> die deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>ste behandel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> instituut voor gespecialiseerde zorg (Hermanns2009, Van Herp<strong>en</strong> 2012). Het risicomodel leidde op deze manier tot e<strong>en</strong>situatie waarin de bandbreedte van het normale gezin versmalde <strong>en</strong> waarinopvoedvrag<strong>en</strong>, zoals de vraag hoe je als ouders <strong>en</strong> leerkracht adequaat kuntreager<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> impulsief kind, tot zorgproblem<strong>en</strong> uitgroeid<strong>en</strong>.Kwetsbaarheid wordt als het ware buit<strong>en</strong> het normale sam<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>geplaatst. Als e<strong>en</strong> gezin in e<strong>en</strong> kwetsbare situatie terechtkomt, volgt er alsnel doorverwijzing naar gespecialiseerde hulpverl<strong>en</strong>ing. De vraag hoede sam<strong>en</strong>leving zelf om kan gaan met gezinn<strong>en</strong> die teg<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> aanlop<strong>en</strong>,blijft vaak achterwege. E<strong>en</strong> dergelijk systeem haalt kwetsbare gezin-Uitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 19


n<strong>en</strong> uit de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> plaatst h<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> bureaucratisch systeem inhet zorgcircuit.‘We wet<strong>en</strong> dat heel veel opvoedings- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> ontstaan uit e<strong>en</strong>context van armoede, achterstand <strong>en</strong> marginalisering. De sociale kwaliteit van debuurt, de kracht van de straatcultuur, sociale veiligheid, het zijn allemaal zak<strong>en</strong> diee<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> bij de ontwikkeling van jeugdproblematiek. Datzelfdegeldt voor de sociaal-pedagogische kwaliteit van de school: beschikt het team overvoldo<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>skracht, compet<strong>en</strong>tie, betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> tal<strong>en</strong>t om met kwetsbare<strong>en</strong> straat-wijze kinder<strong>en</strong> om te gaan? Als het daaraan mankeert wordt het heelverleidelijk om de problem<strong>en</strong> in het kind te zoek<strong>en</strong>. Als daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> die sociaalpedagogischekwaliteit dik in orde is, dan is signalering met behulp van vrag<strong>en</strong>lijst<strong>en</strong>misschi<strong>en</strong> helemaal niet nodig’(De Winter 2010)Zoals dit citaat onderstreept, hoeft kwetsbaarheid niet zo snel uit te mond<strong>en</strong>in hulpverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> geprofessionaliseerde zorg. Armoede, e<strong>en</strong> lichtverstandelijke handicap of e<strong>en</strong> lage opleiding mag dan dikwijls (mede) t<strong>en</strong>grondslag ligg<strong>en</strong> aan kwetsbaarheid, of het daadwerkelijk leidt tot problem<strong>en</strong>hangt ook af van bijvoorbeeld de inrichting van e<strong>en</strong> arbeidsplaats,de ontmoetingsplaats<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wijk of de manier waarop e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t zichopstelt in e<strong>en</strong> gesprek met ouders. Kwetsbaarheid <strong>en</strong> de vraag naar hulp <strong>en</strong>ondersteuning hang<strong>en</strong> sterk sam<strong>en</strong> met de sociale omgeving waarin hetgezin functioneert (Drost 2010).Positief gezinsbeleid richt de aandacht op deze sociale inbedding vangezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> alternatief voor het at risk-model. Positief gezinsbeleidvertrekt vanuit het standpunt dat kwetsbaarheid hoort bij het gewonelev<strong>en</strong>. Elk gezin kan kwetsbaar word<strong>en</strong>, al lop<strong>en</strong> sommige gezinn<strong>en</strong> meerkans. Daarom di<strong>en</strong>t de sam<strong>en</strong>leving kwetsbaarheid zo veel mogelijk zelf tedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>. Het professionele zorgcircuit komt pas in beeld alsde kracht<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>leving niet toereik<strong>en</strong>d zijn. Het werkt aanvull<strong>en</strong>d.De Raad zegt daarmee niet dat gezinn<strong>en</strong> in kwetsbare situaties hetmaar zelf moet<strong>en</strong> uitzoek<strong>en</strong>; het strev<strong>en</strong> is om voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong>jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg te organiser<strong>en</strong> die helpt de pedagogische <strong>en</strong> zorgnetwerk<strong>en</strong>rond de gezinn<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>.20 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


2.4 Kwetsbaarheid vanuit de gezins-, sociale <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingscontextBehoefte aan ondersteuning <strong>en</strong> hulp vloeit niet automatisch voort uit risico’sof problem<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin of bij individuele led<strong>en</strong> van het gezin.Of er behoefte is aan ondersteuning hangt sam<strong>en</strong> met de sociale contextwaarin het gezin leeft. Familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, bur<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere ouders mak<strong>en</strong>deel uit van die omgeving, net als leerkracht<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong> of andereprofessionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>. De behoefte aan ondersteuning wordtvoorts beïnvloed door de manier waarop de formele hulpverl<strong>en</strong>ing aangezinn<strong>en</strong> is georganiseerd <strong>en</strong> hoe zij functioneert. Schematisch kan dit alsvolgt word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>:Figuur 1Invloed<strong>en</strong> op kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezink<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het gezinkwetsbaarheidsociale omgevingformele hulpverl<strong>en</strong>ingT<strong>en</strong> eerste het gezinsperspectief. E<strong>en</strong> gezin kan in e<strong>en</strong> kwetsbare situatiebeland<strong>en</strong> door problem<strong>en</strong> van tijdelijke of langdurige aard. D<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong>ouder die ernstig ziek wordt, het verlies van e<strong>en</strong> baan of armoede in hetgezin. Deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontwikkeling<strong>en</strong> staan c<strong>en</strong>traal in het systeemvan signalering dat hierbov<strong>en</strong> is beschrev<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> tweede de sociale omgeving van e<strong>en</strong> gezin. Of e<strong>en</strong> kind of gezinkwetsbaar is, wordt mede bepaald door het sociale netwerk. Bij e<strong>en</strong> calamiteitis het fijn als de buurvrouw ev<strong>en</strong> oppast. En als het gedrag van e<strong>en</strong> kindUitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 21


moeilijk is, kan het voor ouders nuttig zijn om op het schoolplein te hor<strong>en</strong>hoe andere ouders hiermee omgaan. Kunn<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met opvoedvrag<strong>en</strong>of gezinn<strong>en</strong> die ondersteuning nodig hebb<strong>en</strong> terecht bij hun familie, bur<strong>en</strong>of andere ouders? Kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> beroep do<strong>en</strong> op de leerkracht, de huisartsof de leidster van het kinderdagverblijf (beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionalsdie vanzelfsprek<strong>en</strong>d deel uitmak<strong>en</strong> van de leefwereld van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kinder<strong>en</strong>, maar die ge<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers zijn)? De sociale omgeving vormte<strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de factor teg<strong>en</strong> kwetsbaarheid, maar kan bij slecht functioner<strong>en</strong>ook e<strong>en</strong> risicofactor zijn of zelfs e<strong>en</strong> negatieve invloed hebb<strong>en</strong>.Deze sociale <strong>en</strong> pedagogische inbedding van gezinn<strong>en</strong> stond c<strong>en</strong>traal inhet advies van de rmo <strong>en</strong> de Raad voor de Volksgezondheid <strong>en</strong> Zorg (rvz)(2009): Invester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> derde het hulpverl<strong>en</strong>ingsperspectief. Soms is professionele ondersteuningvan gezinn<strong>en</strong> nodig. Die ondersteuning kan help<strong>en</strong> om problem<strong>en</strong>op te loss<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gezin weer zelfstandig te lat<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>. Maarhulpverl<strong>en</strong>ing verhelpt niet altijd problem<strong>en</strong>, ze kan die ook vererger<strong>en</strong>.Bijvoorbeeld wanneer de gebod<strong>en</strong> hulp niet goed aansluit op de hulpvraagvan het gezin of wanneer het gezin wordt overspoeld door te veel gespecialiseerdeprofessionals.Wanneer kwetsbaarheid binn<strong>en</strong> de kaders van het normale wordtgeplaatst, levert deze driehoek belangrijke uitgangspunt<strong>en</strong> op voor ondersteuningvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste zijn er de eig<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>svan het gezin. Ondersteuning is complem<strong>en</strong>tair aan de kracht van gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> krijgt in sam<strong>en</strong>spraak met de gezinn<strong>en</strong> vorm. T<strong>en</strong> tweede is ondersteuningniet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zaak van ouders <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing, het sociale netwerkrondom gezinn<strong>en</strong> is ook van groot belang. Door het sociale netwerkte activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> kan het gezin gemakkelijker zonderhulpverl<strong>en</strong>ing functioner<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derde werkt de formele hulpverl<strong>en</strong>ing inrelatie tot het gezin <strong>en</strong> zijn sociale omgeving. De formele hulpverl<strong>en</strong>ingb<strong>en</strong>ut de aanwezige vermog<strong>en</strong>s <strong>en</strong> legt vraagstukk<strong>en</strong> zo veel mogelijk terugin de relatie tuss<strong>en</strong> het gezin <strong>en</strong> zijn sociale omgeving.22 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


2.5 ConclusieVan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige omschrijving te gev<strong>en</strong>. Deoorzak<strong>en</strong> van kwetsbaarheid <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> kwetsbare gezinn<strong>en</strong>spel<strong>en</strong> zijn daarvoor te divers. En ook de noodzaak van hulpverl<strong>en</strong>ingverschilt per gezin. Hét kwetsbare gezin bestaat niet, kwetsbaarheid wel.Die ontstaat in e<strong>en</strong> subtiele <strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s wissel<strong>en</strong>de interactie tuss<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>,sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing.De rmo plaatst kwetsbaarheid binn<strong>en</strong> de kaders van het normale.Kwetsbaarheid hoort bij het lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgelostin <strong>en</strong> vanuit de sam<strong>en</strong>leving. Ondersteuning van gezinn<strong>en</strong> begint daarombij e<strong>en</strong> vorm van zorg die de eig<strong>en</strong> kracht van e<strong>en</strong> gezin <strong>en</strong> die van de socialeomgeving activeert, b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> zo nodig versterkt. Alvor<strong>en</strong>s deze visieverder uit te werk<strong>en</strong>, bespreekt het volg<strong>en</strong>d hoofdstuk de red<strong>en</strong> waaromkwetsbare gezinn<strong>en</strong> in het huidige systeem niet de juiste ondersteuningkrijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe de bestaande eerstelijnszorg eruit ziet.Uitgangspunt<strong>en</strong> voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 23


3Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg3.1 InleidingKwetsbaarheid ontstaat in e<strong>en</strong> wisselwerking tuss<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>, hun socialeomgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing. Beleidsontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg zijn van invloed op deze wisselwerking. Er war<strong>en</strong> steeds meerjeugdinstelling<strong>en</strong>, jeugdhulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor (vroeg)signalering nodig om opvoedproblem<strong>en</strong> op te spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, terwijlde rol voor het gezin <strong>en</strong> de sociale omgeving verminderde. Daarnaastfragm<strong>en</strong>teerde de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg die werkt in <strong>en</strong> vanuit degezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgeving.3.2 Beleidsontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugdzorgAlgem<strong>en</strong>e beleidsontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg hebb<strong>en</strong> deondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> sterk beïnvloed. Uit verschill<strong>en</strong>de,rec<strong>en</strong>telijk versch<strong>en</strong><strong>en</strong> rapport<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluaties blijkt dat er e<strong>en</strong> verschralingheeft plaatsgevond<strong>en</strong> van de opvoedcontext in publieke instelling<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> gebrek is aan positief jeugd- <strong>en</strong> gezinsbeleid. 1 Voor kwetsbaregezinn<strong>en</strong> heeft dit de volg<strong>en</strong>de consequ<strong>en</strong>ties:De relatie tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> professionals of beroepskracht<strong>en</strong> staat onder drukVoor alle gezinn<strong>en</strong> zijn professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>, zoals pedagogischmedewerkers van kinderdagverblijv<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong>, medewerkersvan consultatiebureaus <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong>, belangrijke gesprekspartners overopvoeding (Van d<strong>en</strong> Broek et al. 2012; Stam <strong>en</strong> Doodkorte 2011). Voor dehulpverl<strong>en</strong>ing is het belangrijk dat deze professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>goede relaties onderhoud<strong>en</strong> met ouders, omdat kinder<strong>en</strong> dikwijls via h<strong>en</strong>bij de hulpverl<strong>en</strong>ing terechtkom<strong>en</strong>.24 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


De relatie tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>staat echter onder druk. Dat heeft verschill<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste is hetvoor ouders e<strong>en</strong> grote stap om hulp te vrag<strong>en</strong>. Enerzijds is dat het gevolgvan het woud aan instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het grote aanbod, waardoor de weg<strong>en</strong>naar de juiste hulpverl<strong>en</strong>ing vaak niet goed bek<strong>en</strong>d zijn. Anderzijds is ookde gegroeide maatschappelijke intolerantie teg<strong>en</strong>over gezinn<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong>e<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>de factor. T<strong>en</strong> tweede zijn professionals minderop de hoogte van het wel <strong>en</strong> wee van gezinn<strong>en</strong> doordat zij, onder druk vanbezuiniging<strong>en</strong>, steeds minder vaak betrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn bij gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong>dus ook minder gemakkelijk e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>sband opbouw<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derdeleid<strong>en</strong> de steeds vaker voorkom<strong>en</strong>de scre<strong>en</strong>ingslijst<strong>en</strong> <strong>en</strong> het type vrag<strong>en</strong>dat daarin wordt gesteld tot e<strong>en</strong> meer afstandelijke relatie tuss<strong>en</strong> professionals<strong>en</strong> ouders. Zo blijkt uit e<strong>en</strong> onderzoek naar ervaring<strong>en</strong> van oudersdoor Ouders Online (2011) dat ouders het consultatiebureau <strong>en</strong> de schoolartsminder vertrouw<strong>en</strong>. Zij typer<strong>en</strong> de Jeugdgezondheidszorg (jgz) als e<strong>en</strong>opsporingsapparaat <strong>en</strong> daarmee als bemoeizuchtig.Zorglag<strong>en</strong> stapel<strong>en</strong> zich opHulpverl<strong>en</strong>ers kom<strong>en</strong> meestal in actie na e<strong>en</strong> melding of indicatie van e<strong>en</strong>acute situatie. Dikwijls zijn in e<strong>en</strong> acute situatie de problem<strong>en</strong> al dusdaniggegroeid dat er sprake is van e<strong>en</strong> veelheid <strong>en</strong> diversiteit aan problem<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d gegev<strong>en</strong> is dat, zo staat in het Amsterdams rapport Cirkel vanOnmacht, bij e<strong>en</strong> cumulatie van problem<strong>en</strong> er ook e<strong>en</strong> veelvoud aan specialist<strong>en</strong>aan de slag gaat. Hierdoor word<strong>en</strong> vaak de problem<strong>en</strong> eerder versterktdan opgelost (Van d<strong>en</strong> Berg et al. 2008). In reactie op dit probleem van verkokeringkiest m<strong>en</strong> in de praktijk te vaak voor e<strong>en</strong> extra zorglaag of ket<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>werking:e<strong>en</strong> extra zorgcoördinator of e<strong>en</strong> gezinsmanager die dehulpvraag uitsluit<strong>en</strong>d doorzet naar de gespecialiseerde hulpverl<strong>en</strong>ing. De<strong>en</strong>ergie gaat daardoor eerder zitt<strong>en</strong> in de problem<strong>en</strong> van de organisatie danin die van het gezin (rmo 2008). Voor het gezin lost het vanwege de veelheidaan hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> de segm<strong>en</strong>tatie van het hulpaanbod uiteindelijkweinig op.Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 25


Afsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nageleefd, maar vaardighed<strong>en</strong> van jeugdhulpverl<strong>en</strong>ers word<strong>en</strong>niet goed b<strong>en</strong>utAl geruime tijd is er onvrede over de handelingsruimte van professionalsin het brede spectrum van zorg, onderwijs <strong>en</strong> welzijn. In 2001 constateerdeHutschemaekers (2001) e<strong>en</strong> impasse onder hulpverl<strong>en</strong>ers binn<strong>en</strong> de ggz:‘Hulpverl<strong>en</strong>ers voel<strong>en</strong> zich sterk gehinderd in hun beroepsuitoef<strong>en</strong>ing door deinstelling<strong>en</strong> waarin zij werk<strong>en</strong>. Door de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de bureaucratisering, verambtelijking<strong>en</strong> schaalvergroting kom<strong>en</strong> zij niet meer toe aan hun oorspronkelijke tak<strong>en</strong>:het beter mak<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong>. Daarnaast wordt de onvrede gevoed door wedijvertuss<strong>en</strong> beroepsgroep<strong>en</strong> onderling <strong>en</strong> de voortdur<strong>en</strong>de roep van wet<strong>en</strong>schappers datde zorg beter kan <strong>en</strong> moet.(...) Onvrede onder de hulpverl<strong>en</strong>ers versterkt de onvrede onder de cliënt<strong>en</strong>. Zo ontstaate<strong>en</strong> paradox: professionalisering zou moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot effectievere hulpverl<strong>en</strong>ers<strong>en</strong> kundige cliënt<strong>en</strong>. Feitelijk is sprake van het teg<strong>en</strong>deel: de negatieve bijeffect<strong>en</strong>van professionalisering leid<strong>en</strong> tot minder krachtige hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> groei<strong>en</strong>deafhankelijkheid van cliënt<strong>en</strong>.’(Hutschemaekers 2001)Dit probleem van weinig handelingsruimte bestaat nog steeds, zo wordt inde signalem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het C<strong>en</strong>trum voor ethiek <strong>en</strong> gezondheid (ceg) overde dilemma’s van verpleegkundig<strong>en</strong>, verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdzorgwerkersbeschrev<strong>en</strong> (Struijs <strong>en</strong> Doort<strong>en</strong> 2008 <strong>en</strong> Struijs <strong>en</strong> Van de Vathorst 2009).Ook in de huidige licht ambulante zorg is het bureaucratische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> interm<strong>en</strong> van richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong>, ondanks steeds meer teg<strong>en</strong>gesteldegeluid<strong>en</strong>, nog steeds dominant. Oplossing<strong>en</strong> zijn vaak gericht op het betermonitor<strong>en</strong> van dossiers, gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong>, het vastlegg<strong>en</strong> van ket<strong>en</strong>afsprak<strong>en</strong><strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong> <strong>en</strong> het werk<strong>en</strong> met evid<strong>en</strong>cebased method<strong>en</strong>.Professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> soms meer getraind om als schakelvan e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> dan om zelf op basis van inzicht<strong>en</strong> door te pakk<strong>en</strong>.Dat geldt ook voor opleiding<strong>en</strong> van jeugdzorgwerkers. Die zijn steeds meerde kant opgegaan van het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in traject<strong>en</strong> <strong>en</strong> het stapel<strong>en</strong> van interv<strong>en</strong>ties.Eig<strong>en</strong>lijk is er te veel vertrouw<strong>en</strong> in de ket<strong>en</strong>, met als gevolg dat deprofessional of de beroepskracht ervan uitgaat dat de volg<strong>en</strong>de schakel hetwel verder zal oploss<strong>en</strong>. De ket<strong>en</strong>b<strong>en</strong>adering zorgt er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voor dathulpverl<strong>en</strong>ers sterk gericht zijn op de eig<strong>en</strong> protocoll<strong>en</strong>, process<strong>en</strong> <strong>en</strong> deelproblem<strong>en</strong>(Van d<strong>en</strong> Berg et al. 2008).26 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Ondanks de dominantie van de ket<strong>en</strong>b<strong>en</strong>adering <strong>en</strong> het werk<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>sgestandaardiseerde protocoll<strong>en</strong> zijn er ook allerlei positieve ontwikkeling<strong>en</strong>waarbij grotere handelingsruimte bestaat. Maar daaruit blijkt datalle<strong>en</strong> het gev<strong>en</strong> van handelingsruimte aan jeugdhulpverl<strong>en</strong>ers niet voldo<strong>en</strong>deis. De hulpverl<strong>en</strong>ers zelf moet<strong>en</strong> ook vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> houdingontwikkel<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> in staat stelt de handelingsruimte te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. Hetblijkt onder meer lastig om organisatiebelang<strong>en</strong> niet doorslaggev<strong>en</strong>d telat<strong>en</strong> zijn, het idee los te lat<strong>en</strong> dat binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde tijd e<strong>en</strong> doel wordtbehaald; ook op zaterdag bije<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> als dat e<strong>en</strong> familie beter uitkomt,zelf antwoord<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> op dilemma’s of in te zi<strong>en</strong> dat zelfs de meestzorgmijd<strong>en</strong>de gezinn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over oploss<strong>en</strong>d vermog<strong>en</strong> (Hermanns2009; Admiraal <strong>en</strong> Cordus 2011). Maar dat meer handelingsruimte uiteindelijkwel het meest tegemoetkomt aan de verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong>van professional <strong>en</strong> cliënt blijkt uit (de erk<strong>en</strong>ning van) het succes vanBuurtzorg Nederland als beste werkgever van Nederland voor organisatiesmet meer dan 1000 medewerkers in 2011 (Nieuws 2012).Wel de retoriek, maar het gezin is nog niet g<strong>en</strong>oeg in beeldHoewel bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde (<strong>en</strong> andere) problem<strong>en</strong> in de jeugdzorg word<strong>en</strong>onderk<strong>en</strong>d, kom<strong>en</strong> inhoudelijke verandering<strong>en</strong> moeizaam tot stand. Diezorg heeft de rmo vaker geuit, maar klinkt nu ook door in evaluatieonderzoek<strong>en</strong>.Is er wel echt sprake van e<strong>en</strong> paradigmashift naar positief jeugd<strong>en</strong>gezinsbeleid, zo vraagt ook de internationale visitatiecommissie van hetNederlands Jeugdinstituut zich af:‘gaat het écht om de fundam<strong>en</strong>tele verandering van risicobeheers<strong>en</strong>d beleid naare<strong>en</strong> positief, algeme<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d beleid? Of is het slechts e<strong>en</strong> herpositioneringom nóg vroeger in te grijp<strong>en</strong>?’(Van Bussel 2011)In het jeugdbeleid is er weliswaar steeds meer aandacht voor de eig<strong>en</strong>kracht van gezinn<strong>en</strong> (vergelijk de vele visiedocum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>n.a.v. de stelselherzi<strong>en</strong>ing van de jeugdzorg), maar de beleidsreflex vancontrole door de overheid is nog altijd sterk. De rapport<strong>en</strong> over kindermishandeling<strong>en</strong> kinderopvang (Onderzoeksraad voor veiligheid 2011 resp.Commissie-Gunning 2011) sprek<strong>en</strong> vooral over maatregel<strong>en</strong> van controle,handhaving <strong>en</strong> protocollisering in de hoop daarmee ook het vertrouw<strong>en</strong>Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 27


van de ouders terug te winn<strong>en</strong>. Ze gaan daarmee voorbij aan het feit dat hetjuist regel<strong>en</strong> van procedures niet hetzelfde is als het winn<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><strong>en</strong> dat ouders zelf ook kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan – in dit geval – veiligheid(rmo 2011). Maar ook stevige initiatiev<strong>en</strong> gericht op de versterking vanouders <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verstrikt rak<strong>en</strong> in de fuik van evid<strong>en</strong>cebasedwill<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectiviteitsdruk van method<strong>en</strong>. Het is de fuik van te veelmethodisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over het normaliser<strong>en</strong> van gewone zorg- <strong>en</strong> opvoedproblem<strong>en</strong>.In de praktijk blijkt e<strong>en</strong> paradigmawisseling ook lastig te organiser<strong>en</strong>.Aan de <strong>en</strong>e kant omdat bestaande praktijk<strong>en</strong> er weinig ruimte voor bied<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de andere kant omdat innovatieve praktijk<strong>en</strong> het bestaande systeemin word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. Sinds maart 2011 hebb<strong>en</strong> ouders het recht gekreg<strong>en</strong>om zelf met familie <strong>en</strong> het sociale netwerk e<strong>en</strong> hulpplan te mak<strong>en</strong>. De stapnaar dit recht is e<strong>en</strong> begin van ouderbetrokk<strong>en</strong>heid, maar vergt nog veelaanpassing vanuit de instelling<strong>en</strong>, zoals het volg<strong>en</strong>de voorbeeld illustreert:‘Familieled<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> plann<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> die niet in het aanbod zitt<strong>en</strong>. Er was bijvoorbeelde<strong>en</strong> jongetje van wie de moeder niet meer thuis kon won<strong>en</strong>. Hij zou in het oudehuis blijv<strong>en</strong> won<strong>en</strong>, zijn opa zou daar doordeweeks verblijv<strong>en</strong>, in het week<strong>en</strong>d zouhij wissel<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dje <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tante loger<strong>en</strong>. Opa wilde netwerkpleegouderword<strong>en</strong>. Dat was ge<strong>en</strong> pleegzorg, vond Pleegzorg, want dan moest het jongetje bijopa gaan won<strong>en</strong>. Dus ge<strong>en</strong> financiering <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> begeleiding. Pas na e<strong>en</strong> halfjaarvergader<strong>en</strong> bedacht Pleegzorg zich, maar to<strong>en</strong> was de eig<strong>en</strong> regie al in de kiem gesmoord.Als hulpverl<strong>en</strong>ers echt aan de slag gaan met hóé ze het plan van de familiegaan ondersteun<strong>en</strong> in plaats van eindeloos vergader<strong>en</strong> of hun oplossing wel in hetaanbod past, zal de jeugdzorg haar organisatie daarop moet<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong>.’(Van Rooij<strong>en</strong> 2011)Medewerkers van de Famili<strong>en</strong>etwerkberad<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Eig<strong>en</strong> Kracht C<strong>en</strong>tralewaarschuw<strong>en</strong> dat het recht van ouders om zelf e<strong>en</strong> hulpplan te mak<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>nut heeft als ook de manier van werk<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>er fundam<strong>en</strong>teelverandert. Pas als de cliënt <strong>en</strong> zijn of haar omgeving zelf het hulpplan kunn<strong>en</strong>vaststell<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> of <strong>en</strong> welke professionele hulp daarvoor nodig is,is er sprake van echte zegg<strong>en</strong>schap over de hulpvraag (Van Rooij<strong>en</strong> 2011).Terwijl de ondersteuning aan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> door algem<strong>en</strong>ebeleidsontwikkeling<strong>en</strong> steeds meer e<strong>en</strong> taak van gespecialiseerde zorgverl<strong>en</strong>ingwerd, maar daar niet goed kon word<strong>en</strong> opgepakt, versnipperde de28 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


estaande licht ambulante zorg. Over wat voor gevolg<strong>en</strong> dat voor kwetsbaregezinn<strong>en</strong> heeft gaat de volg<strong>en</strong>de paragraaf.3.3 Versnipperde licht ambulante zorgIn het verled<strong>en</strong> ondersteund<strong>en</strong> kruisver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met gezinszorgof basishulp. Het was e<strong>en</strong> vorm van maatschappelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. Dewijkverpleegkundige kwam in alle gezinn<strong>en</strong>. Constateerde zij problem<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> gezin, dan riep zij de hulp in van e<strong>en</strong> (gespecialiseerde) gezinsverzorgster.Deze bood lichte ondersteuning aan gezinn<strong>en</strong> in de dagelijkse lev<strong>en</strong>sverrichting<strong>en</strong>.Waar sprake was van psychiatrische of psychosociale problematiekof zwaardere opvoedproblem<strong>en</strong> kwam e<strong>en</strong> gespecialiseerde gezinsverzorgsterin het gezin. Zij nam naast tak<strong>en</strong> in het huishoud<strong>en</strong> ook dagelijkseopvoedproblem<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> ter hand. War<strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gezinte groot voor de wijkverpleegkundige <strong>en</strong> gespecialiseerde gezinsverzorgstersam<strong>en</strong>, dan volgde doorverwijzing naar zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing.Zowel de wijkverpleegkundige als de gespecialiseerde gezinsverzorgsterhadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sociale taak: door het bied<strong>en</strong> van concrete hulp bij het huishoud<strong>en</strong>(zoals schoonmak<strong>en</strong> van de woning, wass<strong>en</strong> van kleding, bereid<strong>en</strong> vanvoedsel <strong>en</strong>z.) bouwd<strong>en</strong> zij het vertrouw<strong>en</strong> op van gezinn<strong>en</strong>, achterhaald<strong>en</strong>de oorzaak van de problem<strong>en</strong> waarmee gezinn<strong>en</strong> kampt<strong>en</strong> <strong>en</strong> lost<strong>en</strong> waarmogelijk problem<strong>en</strong> zelf op. Door het netwerk dat deze hulpverl<strong>en</strong>ers omzich he<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> – met onder andere huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer gespecialiseerdezorg – kond<strong>en</strong> ze, als dat aan de orde was, de hulp van andere professionalsinroep<strong>en</strong>. Zo nodig hield<strong>en</strong> ze ook langdurig de vinger aan de pols in gezinn<strong>en</strong>(Los 1997). In de praktijk werkte de gezinsverzorging nauw sam<strong>en</strong> metde wijkverpleging <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze twee voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bestond ook e<strong>en</strong>ruime mate van overlapping (Deelstra 2008).Onder invloed van verschill<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong> (onder meer het ontstaanvan geïntegreerde zorginstelling<strong>en</strong>, het schrapp<strong>en</strong> van de grondslag psychosociaalin de awbz <strong>en</strong> de invoering van de Wmo) verdwe<strong>en</strong> de wijkverpleegkundige<strong>en</strong> versnipperd<strong>en</strong> <strong>en</strong> veranderd<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> van de gezinsverzorging.De gezinsverzorgster <strong>en</strong> wijkverpleegkundige werkt<strong>en</strong> voorhe<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> buffer tuss<strong>en</strong> de civil society <strong>en</strong> de zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing. Doordatze de sociale omgeving mobiliseerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong>voudige opvoedvraagstukk<strong>en</strong>oplost<strong>en</strong>, was zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing niet in alle kwetsbare gezinn<strong>en</strong>Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 29


nodig. Met e<strong>en</strong> lichte vorm van ambulante zorg werd e<strong>en</strong> deel van de problem<strong>en</strong>opgelost. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> ontrafeld<strong>en</strong> deze hulpverl<strong>en</strong>ers de hulpvraagvan gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> schakeld<strong>en</strong> ze zo nodig zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing in (triage).De functie van het normaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> die van het ontrafel<strong>en</strong>van het probleem <strong>en</strong> het inschakel<strong>en</strong> van de juiste zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ingzijn verzwakt, soms zelfs verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. De gezinsverzorgster van nu – ookwel aangeduid met de term thuisbegeleider – oef<strong>en</strong>t de werkzaamhed<strong>en</strong>uit te midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> compleet netwerk voor risicosignalering <strong>en</strong> geïndiceerdezorg. Zij is eerder e<strong>en</strong> aanvulling op dat systeem (ze geeft lichteondersteuning aan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>) dan dat haar werkzaamhed<strong>en</strong> totdoel hebb<strong>en</strong> om te ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervoor te zorg<strong>en</strong> dat zwaardere hulp minderhoeft te word<strong>en</strong> ingeschakeld. Daar waar de thuisbegeleiding achterde indicatiestelling is geplaatst (de vormgeving verschilt per geme<strong>en</strong>te),oef<strong>en</strong>t ze bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de taak van het ontrafel<strong>en</strong> van de problem<strong>en</strong> niet meeruit (Deelstra 2008). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn de werkzaamhed<strong>en</strong> opgeschov<strong>en</strong> naarde zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing. In principe bestaat thuisbegeleiding uit tweecompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>: gezinn<strong>en</strong> met lichte problem<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> door middelvan huisbezoek (prev<strong>en</strong>tie) <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> crisissituatie terechtkom<strong>en</strong>ondersteun<strong>en</strong> (crisisinterv<strong>en</strong>tie). In de praktijk wordt crisisinterv<strong>en</strong>tiehet meest aangebod<strong>en</strong> (Houkes et al. 2011).Naast de inhoudelijke verandering is de organisatorische inbedding vande eerstelijnszorg versnipperd geraakt. Er zijn veel partij<strong>en</strong> – thuiszorginstelling<strong>en</strong>,welzijnsinstelling<strong>en</strong>, bureaus jeugdzorg <strong>en</strong> ggd’s – die wel e<strong>en</strong>vorm van eerstelijnszorg bied<strong>en</strong>, maar het aanbod is gefragm<strong>en</strong>teerd.‘Van Yper<strong>en</strong> (nji <strong>en</strong> uu) schetst het probleem als volgt: “Aanvankelijk was het ideeom van de bjz’s e<strong>en</strong> eerstelijnsvoorzi<strong>en</strong>ing te mak<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> soort huisarts<strong>en</strong>post, di<strong>en</strong>iet alle<strong>en</strong> zou verwijz<strong>en</strong>, maar ook licht ambulante zorg zou bied<strong>en</strong>. In het wetgevingstrajectrondom de bjz’s is die functie gesneuveld. Vervolg<strong>en</strong>s was het ideedat de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dit zoud<strong>en</strong> opvang<strong>en</strong> in het kader van de wmo. Maar dat is nietvoldo<strong>en</strong>de gebeurd. En dus belandde die hulp in niemandsland.” ’(Kooyman 2009: 16)E<strong>en</strong> illustratie van de versnippering is wellicht de veelheid aan nam<strong>en</strong> <strong>en</strong>invulling<strong>en</strong> voor het aanbod van lichte <strong>en</strong> langdurige ondersteuning vangezinn<strong>en</strong>: in de adviesvraag wordt gesprok<strong>en</strong> over ‘waakvlambegeleiding’<strong>en</strong> over ‘stut <strong>en</strong> steun’, de Gezondheidsraad spreekt over ‘lev<strong>en</strong>sloopbege-30 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


leiding’, de ggz over ‘knipkaartzorg’, mee Nederland in het kader van deverstandelijk gehandicapt<strong>en</strong>zorg over ‘trajectbegeleiding’ <strong>en</strong> ‘vinger aan depols’, de jeugdhulpverl<strong>en</strong>ingspraktijk bezigt ook het begrip ‘thuisbegeleiding’<strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schap de term ‘Chronic Care’.De werkwijze van de verschill<strong>en</strong>de organisaties is divers. Sommige werk<strong>en</strong>met onafhankelijke indicatie, andere niet. Ondersteuning bij het huishoud<strong>en</strong>kan deel uitmak<strong>en</strong> van het programma, maar dit kan ook alle<strong>en</strong>bestaan uit k<strong>en</strong>nisoverdracht. E<strong>en</strong> deel van de ondersteuning is gerichtop alle gezinn<strong>en</strong> in de knel; andere ondersteuning richt zich op specifiekedoelgroep<strong>en</strong>, zoals gezinn<strong>en</strong> waarin sprake is van e<strong>en</strong> licht verstandelijkehandicap. Door deze verscheid<strong>en</strong>heid van aanbieders <strong>en</strong> zorgaanbod zijn deweg<strong>en</strong> naar lichte ondersteuning voor gezinn<strong>en</strong> allerminst overzichtelijk.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> lijkt eerder het aanbod van de aanbieders c<strong>en</strong>traal te staan dande vrag<strong>en</strong> van de gezinn<strong>en</strong>. Het alle<strong>en</strong> maar terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de wijkverpleegsterof gezinsverzorgster zonder na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de organisatie isdaarom niet voldo<strong>en</strong>de – de kans is dan groot dat de wijkverpleegkundigeof gezinsverzorgster uiteindelijk de zoveelste hulpverl<strong>en</strong>er wordt die deelneemtaan het zorgoverleg (Weggemans <strong>en</strong> Meiberg 2009).3.4 ConclusieIn dit hoofdstuk zijn de knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg in het algeme<strong>en</strong><strong>en</strong> die in de eerstelijnszorg in het bijzonder besprok<strong>en</strong>. Uitgaandevan e<strong>en</strong> wisselwerking tuss<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>, hun sociale omgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ingblijkt dat ontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugdzorg hebb<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong>onderb<strong>en</strong>utting van de compet<strong>en</strong>ties van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kracht van hunsociale omgeving. Bureaucratische werkwijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> voed<strong>en</strong>overweg<strong>en</strong>d de relatie tuss<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>, professionals <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>.Poging<strong>en</strong> om dat tij te ker<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> vast op de dominantie van controle,efficiëntie <strong>en</strong> signalering <strong>en</strong> op het onvermog<strong>en</strong> om structur<strong>en</strong> te vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong><strong>en</strong> zorglag<strong>en</strong> af te schaff<strong>en</strong>. De hulpverl<strong>en</strong>ing is aldoor zwaarder<strong>en</strong> meer gespecialiseerd geword<strong>en</strong>. Als gevolg van deze ontwikkeling<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> kwetsbare gezinn<strong>en</strong> eerder in de hulpverl<strong>en</strong>ing terecht <strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>ze dikwijls e<strong>en</strong> (te) zwaar hulpaanbod. Deze constatering ligt ook t<strong>en</strong>grondslag aan de adviesvraag die het ministerie stelde.Knelpunt<strong>en</strong> in de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 31


Tegelijkertijd is eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg verzwakt <strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerd.Eig<strong>en</strong>lijk is deze zorg nag<strong>en</strong>oeg verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze functioneert nauwelijksmeer als laag die tot doel heeft te ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> is zelf ook steeds zwaarderehulpverl<strong>en</strong>ing gaan bied<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is deze zorg over e<strong>en</strong> grootaantal organisaties verspreid, met elk hun eig<strong>en</strong> specialisatie <strong>en</strong> methode.De wisselwerking tuss<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>, hun sociale omgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ingis uit balans. Zware hulpverl<strong>en</strong>ing is het middelpunt geword<strong>en</strong> indeze driehoek, terwijl de eerstelijns hulpverl<strong>en</strong>ing verzwakte. Het adviesvan de Raad is om e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg in het lev<strong>en</strong>te roep<strong>en</strong> die gericht is op het activer<strong>en</strong> van de basis (de eig<strong>en</strong> kracht vangezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgeving) <strong>en</strong> op ontzorg<strong>en</strong>, via ondersteuning.Noot1 In 2010 heeft zowel de parlem<strong>en</strong>taire werkgroep Toekomstverk<strong>en</strong>ningJeugdzorg als het programmaministerie e<strong>en</strong> rapport uitgebracht over detoekomst van de jeugdzorg. Advies- <strong>en</strong> managem<strong>en</strong>tbureau bmc heeft in2009 het Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg. Eindrapport uitgebracht<strong>en</strong> ook de commissie Zorg om jeugd (Commissie-Paas) heeft in 2009 inde rapport<strong>en</strong> Van klein naar groot (2009a) <strong>en</strong> later paas Praktisch (2009b)e<strong>en</strong> toekomstperspectief op de jeugdzorg beschrev<strong>en</strong>. Daarnaast is errec<strong>en</strong>telijk e<strong>en</strong> aantal rapport<strong>en</strong> vanuit het lokale jeugdbeleid (Van d<strong>en</strong>Berg et al. 2008 <strong>en</strong> Van Yper<strong>en</strong> <strong>en</strong> Stam 2010), de Inspectie Jeugdzorg metHet kind van de rek<strong>en</strong>ing (Integraal Toezicht Jeugdzak<strong>en</strong> 2011) <strong>en</strong> het beleidsonderzoekmet het Gezinsrapport 2011 (Bucx (red.) 2011) <strong>en</strong> Jeugdzorgin groeifase (Pommer et al. 2011) <strong>en</strong> Werk in uitvoering vanuit het nji (VanYper<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van Woud<strong>en</strong>berg 2011) versch<strong>en</strong><strong>en</strong> die aandacht bested<strong>en</strong>aan knelpunt<strong>en</strong> in de uitvoering van de hulpverl<strong>en</strong>ing aan gezinn<strong>en</strong> inkwetsbare situaties.32 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


4Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg4.1 InleidingKwetsbare gezinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het huidige jeugdzorgsysteem te vaak <strong>en</strong> tesnel doorverwez<strong>en</strong> naar zwaardere tweedelijnszorg. Dat maakt niet alle<strong>en</strong>de zorg duur <strong>en</strong> niet pass<strong>en</strong>d, maar leidt er ook toe dat de begeleiding vankwetsbare gezinn<strong>en</strong> te vaak buit<strong>en</strong> het gezin <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de sociale omgevingvan het gezin plaatsvindt. Om kwetsbare gezinn<strong>en</strong> goed te kunn<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>zal de jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg de kom<strong>en</strong>de tijd moet<strong>en</strong> ombuig<strong>en</strong>naar eerstelijnszorg. Die eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg di<strong>en</strong>t vorm tekrijg<strong>en</strong> op basis van de in hoofdstuk 2 beschrev<strong>en</strong> driehoek: k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>in het gezin, de inbedding in de sociale omgeving <strong>en</strong> waar nodig formelehulpverl<strong>en</strong>ing. Daarvoor biedt het huidige jeugdzorgsysteem nog te weinigruimte.In dit hoofdstuk schetst de rmo zijn visie op eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.Die zorg vangt aan bij de compet<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>s van gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> die van hun sociale omgeving. Eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg werktaanvull<strong>en</strong>d <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>d op de aanwezige eig<strong>en</strong> kracht in het gezin <strong>en</strong>in de sociale omgeving. Maar daarin staan gezinn<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veilige <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de opvoedomgeving nodig waarin ookbetrokk<strong>en</strong> professionals, zoals leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong>, advies <strong>en</strong> ondersteuningkunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. De eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg speelt voorkwetsbare gezinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale <strong>en</strong> cruciale rol om het gezinslev<strong>en</strong> weerop de rails te krijg<strong>en</strong>.Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 33


4.2 De kracht van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgevingTraditiegetrouw is de overheid in het jeugd- <strong>en</strong> gezinsbeleid steeds terughoud<strong>en</strong>dgeweest vanuit het principe dat ouders de eerstverantwoordelijk<strong>en</strong>zijn <strong>en</strong> de overheid pas in uiterste gevall<strong>en</strong> mag ingrijp<strong>en</strong> (Schnabel2008). Deze terughoud<strong>en</strong>dheid is – onder andere vanwege e<strong>en</strong> aantalgezinsdrama’s – omgeslag<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> jeugd- <strong>en</strong> gezinsbeleid dat zich steedsmeer is gaan richt<strong>en</strong> op risicotaxaties <strong>en</strong> vroeginterv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> op scre<strong>en</strong><strong>en</strong><strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> (het zogehet<strong>en</strong> Savanah-effect). De overheid ishiermee in e<strong>en</strong> fuik gezwomm<strong>en</strong> van <strong>en</strong>erzijds afstand will<strong>en</strong> bewar<strong>en</strong><strong>en</strong> anderzijds sneller ingrijp<strong>en</strong> (rmo/rvz 2009). Die fuik leidde tot hetveralgem<strong>en</strong>iser<strong>en</strong> van doelgroep<strong>en</strong>beleid. Prev<strong>en</strong>tieve jeugdzorg met risicotaxaties,monitoring <strong>en</strong> professionele interv<strong>en</strong>ties groeide uit tot beleidvoor alle kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>. Hiermee schoot de overheid door in haarinterv<strong>en</strong>iër<strong>en</strong>de rol <strong>en</strong> zette (onbedoeld) ouders steeds meer buit<strong>en</strong>spel.De overheid kan uit deze fuik ontsnapp<strong>en</strong> door de sociale inbeddingvan gezinn<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> sociale omgevingnodig waarin ze goed kunn<strong>en</strong> participer<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> gunstigopgroeiklimaat voor kinder<strong>en</strong> heerst. Het advies Invester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>gaat over dit thema. De Rad<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pleidooi om de sociale omgeving(school, opvang, buurt, familie <strong>en</strong> vrijetijdsbesteding) meer te betrekk<strong>en</strong>bij de ondersteuning van gezinn<strong>en</strong>. De overheid speelt hierbij e<strong>en</strong> voorwaard<strong>en</strong>schepp<strong>en</strong>derol. Dat veronderstelt dat er voldo<strong>en</strong>de basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>zijn die de eig<strong>en</strong> kracht van gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dieontmoeting (met andere gezinn<strong>en</strong>) stimuler<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t beleidsruimtegev<strong>en</strong> aan beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals die werk<strong>en</strong> in dagelijkse <strong>en</strong>basale opvoedingssituaties (school, opvang, <strong>en</strong> consultatiebureaus) om deeig<strong>en</strong> kracht van gezinn<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>.Het pleidooi voor versterking van de kracht van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun omgevingheeft ondertuss<strong>en</strong> zijn weg gevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zet in de praktijk aan tot deeerste verandering<strong>en</strong>. Het onderzoeksproject Allemaal opvoeders (Gemmeke2011) heeft in e<strong>en</strong> aantal geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de rol van de C<strong>en</strong>tra voor Jeugd <strong>en</strong>Gezin (cjg) in het versterk<strong>en</strong> van de pedagogische civil society onderzocht.Daarin staan e<strong>en</strong> aantal praktijkvoorbeeld<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> over (in)formelesteun, sociale netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> interg<strong>en</strong>erationele contact<strong>en</strong> in de wijk diehet cjg door <strong>en</strong> voor gezinn<strong>en</strong> heeft geïnitieerd. De rmo br<strong>en</strong>gt in ditadvies het belang van e<strong>en</strong> sterke sociaalpedagogische omgeving nogmaals34 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


onder de aandacht, omdat het ook voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> belangrijk is.Ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> begint in de sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> nietin de hulpverl<strong>en</strong>ing. Voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is erwel e<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t uit de visie van de rmo dat verderop extra wordt belicht:beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals die op e<strong>en</strong> toegankelijke <strong>en</strong> welhaastvanzelfsprek<strong>en</strong>de manier met gezinn<strong>en</strong> in contact staan. Ze vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong>belangrijke schakel tuss<strong>en</strong> lokale sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.4.3 Betrokk<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionalsProblem<strong>en</strong> met de opvoeding van kinder<strong>en</strong> zijn onderdeel van de dagelijksebeslommering<strong>en</strong> <strong>en</strong> geld<strong>en</strong> voor alle gezinn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> stevige sociale inbeddingwaardoor ouders met hun opvoedvrag<strong>en</strong> gemakkelijk bij informel<strong>en</strong>etwerk<strong>en</strong> te rade kunn<strong>en</strong> gaan, kan e<strong>en</strong> deel van de vrag<strong>en</strong> wegnem<strong>en</strong>.Ook leerkracht<strong>en</strong>, verpleegkundig<strong>en</strong> bij consultatiebureaus, huisarts<strong>en</strong>,pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>hierin e<strong>en</strong> rol. Vanuit hun professie <strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e ervaring met kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong> zijn zij e<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vertrouwd aanspreekpunt voor(e<strong>en</strong>voudige) opvoedvrag<strong>en</strong>.Voor gezinn<strong>en</strong> in kwetsbare situaties zijn deze beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong>professionals extra van belang. Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> meer moeiteom informele ondersteuning vanuit hun sociale netwerk aan te bor<strong>en</strong>.Ook wet<strong>en</strong> ze minder goed hun weg te vind<strong>en</strong> naar hulpverl<strong>en</strong>ing. Nietkwetsbaregezinn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> die weg ook niet altijd vanzelf, maar het gaatze wel gemakkelijker af (Van d<strong>en</strong> Broek et al. 2012). In het vind<strong>en</strong> van informeleondersteuning <strong>en</strong> formele hulpverl<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong><strong>en</strong> professionals e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Zij staan immers op e<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>demanier met de gezinn<strong>en</strong> in contact. Wanneer de professionele relatie goedis, vorm<strong>en</strong> zij voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> laagdrempelig aanspreekpunt.Door deze vertrouw<strong>en</strong>sband kunn<strong>en</strong> de beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> profes sionalse<strong>en</strong>voudige vrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong>, houd<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> vorm van toezicht <strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> gezin, als daaraan behoefte is, in contact br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>gezinscoach in de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.De keuze van deze beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals voor betrokk<strong>en</strong>heidbij gezinn<strong>en</strong> impliceert e<strong>en</strong> taakopvatting die niet ophoudt bij deprimaire verantwoordelijkheid. Het is heel waardevol als zij zichzelf ookNaar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 35


als opvoedingspartner beschouw<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leerkracht die bijvoorbeeld contactheeft met de ouders van e<strong>en</strong> kind, heeft meer s<strong>en</strong>sitiviteit voor de ontwikkelingvan e<strong>en</strong> kind in het eig<strong>en</strong> schoollokaal (Pels 2011). En e<strong>en</strong> verpleegkundigevan e<strong>en</strong> consultatiebureau die af <strong>en</strong> toe op huisbezoek gaat, kanmeer gericht opvoedadvies gev<strong>en</strong>.Beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals onderhoud<strong>en</strong> vanuit hun werk gebiedbetrokk<strong>en</strong> relaties met gezinn<strong>en</strong>. Dat werkgebied is immers ook e<strong>en</strong> vertrouwdeplek voor ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>. Idealiter is de relatie met e<strong>en</strong> gezinwel betrokk<strong>en</strong>, maar indirect, zijdelings. Ze staan in relatie tot het gezinvanuit het principe ‘k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> gek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>’. E<strong>en</strong> dergelijke relatie, diewordt opgebouwd in e<strong>en</strong> situatie waarin het gezin zich goed weet te redd<strong>en</strong>,is cruciaal als zich problem<strong>en</strong> aandi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het gezin kwetsbaar wordt.Deze relatie kan namelijk op dat mom<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut om het gezin incontact te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.In de huidige situatie is de oriëntatie van beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionalsop gezinn<strong>en</strong> wel sterker geword<strong>en</strong>, maar nog altijd problematisch.Ouders <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong> elkaar bijvoorbeeld nog te weinig alspartners in opvoeding <strong>en</strong> onderwijs. De conclusie van de Onderwijsraad(2010) dat ouderbetrokk<strong>en</strong>heid stevig aan het papier is toevertrouwd, maardat de dialoog in de praktijk nauwelijks van de grond komt, is hiervoorillustratief. Sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> ouders <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> is steeds meere<strong>en</strong> transactie geword<strong>en</strong>. Het is hoofdzakelijk e<strong>en</strong> door conv<strong>en</strong>ant<strong>en</strong> <strong>en</strong>informatieverstrekking gestuurde relatie die tuss<strong>en</strong> school <strong>en</strong> ouders totstand komt. Illustratief voor deze verzakelijkte relatie vorm<strong>en</strong> de afwijz<strong>en</strong>dereacties in de media op de Beleidsbrief ouderbetrokk<strong>en</strong>heid van ministervan Bijsterveldt waarin zij e<strong>en</strong> persoonlijk appel doet op ouders ‘om zich inte zett<strong>en</strong> voor het leerproces van hun kinder<strong>en</strong>, voor de school <strong>en</strong> voor hetrespect voor de school <strong>en</strong> het werk dat daar gedaan wordt’ (tk 2011/2012d).Ouders ervar<strong>en</strong> deze oproep als e<strong>en</strong> verwijt dat ze het niet goed do<strong>en</strong>(vk 10-12-2011) <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> dat ouders niet mog<strong>en</strong> torn<strong>en</strong> aan de professionaliteitvan de leerkracht (nrc 30-11-2011). Het lijkt erop dat ouders <strong>en</strong>schol<strong>en</strong> elkaars teg<strong>en</strong>stander zijn geword<strong>en</strong>, terwijl er juist geïnvesteerdmoet word<strong>en</strong> in onderling vertrouw<strong>en</strong> (vk 10-12-2011). Daarin ligt de noodzaakvan ouderbetrokk<strong>en</strong>heid.Dat neemt niet weg dat er steeds meer initiatiev<strong>en</strong> ontstaan waarinouders <strong>en</strong> leerkracht<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> als partners in de opvoeding.Minister Bijsterveldt noemt in haar brief de Stichting Leraar Leerling36 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Ouders (sllo) als goed voorbeeld. En ook de verschill<strong>en</strong>de opvoeddebatt<strong>en</strong>,ouderkamers <strong>en</strong> initiatiev<strong>en</strong> voor huisbezoek getuig<strong>en</strong> van meer ouderbetrokk<strong>en</strong>heid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bredere invulling van de opvoedondersteun<strong>en</strong>de taakin sommige schol<strong>en</strong>. Maar er is meer nodig om bij schol<strong>en</strong> de noodzaak vanwederzijdse sam<strong>en</strong>werking te lat<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>. Het belang van ouderbetrokk<strong>en</strong>heidin het leerproces van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ondersteuning doorde leerkracht als opvoedingspartner kan niet vrijblijv<strong>en</strong>d georganiseerdword<strong>en</strong> op schol<strong>en</strong>, maar is lastig in beleidsregels op te legg<strong>en</strong>. Het moet deeluitmak<strong>en</strong> van het gewoon pedagogisch <strong>en</strong> professioneel handel<strong>en</strong> van leerkracht<strong>en</strong> schoolbestuur.Ook in cjg’s is e<strong>en</strong> goede sam<strong>en</strong>werkingsrelatie tuss<strong>en</strong> professionals <strong>en</strong>ouders niet vanzelfsprek<strong>en</strong>d. In zijn briefadvies over de herzi<strong>en</strong>ing van hetjeugdzorgsysteem schreef de rmo over de vermog<strong>en</strong>s van (uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de)professionals om goede relaties op te bouw<strong>en</strong> met gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> adequaat omte gaan met gewone opvoedproblem<strong>en</strong>: ‘Mom<strong>en</strong>teel wordt deze handelingvrijwel volledig weggespecialiseerd’ (rmo 2011). Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>deontwikkeling word<strong>en</strong> doorgestuurd naar gespecialiseerde zorgverl<strong>en</strong>ers<strong>en</strong> daarmee onttrokk<strong>en</strong> aan de aandacht van de professionals die dicht bijgezinn<strong>en</strong> staan. Van Montfoort (2008: 10) omschrijft deze problematischeontwikkeling met de woord<strong>en</strong>: ‘De s<strong>en</strong>sitiviteit van de beroepskracht <strong>en</strong> degerichtheid op de ontwikkeling van kind <strong>en</strong> jongere kunn<strong>en</strong> niet vervang<strong>en</strong>word<strong>en</strong> door standaardoplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> evid<strong>en</strong>ce based taxatieinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.’Beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals die werk<strong>en</strong> vanuit hun pedagogischek<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring <strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn bij gezinn<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> opvoedvrag<strong>en</strong>of opvoedproblem<strong>en</strong> eerder herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat zij op datmom<strong>en</strong>t zelf e<strong>en</strong> duidelijk aanspreekpunt voor gezinn<strong>en</strong> zijn, maar ookin sam<strong>en</strong>spraak met het gezin extra zorg kunn<strong>en</strong> inroep<strong>en</strong>. De rmo pleitervoor dat naast het versterk<strong>en</strong> van de sociaalpedagogische omgeving vangezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> het ruimte gev<strong>en</strong> aan meer betrokk<strong>en</strong>heid van beroepskracht<strong>en</strong><strong>en</strong> professionals e<strong>en</strong> eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg tot stand komt diekwetsbare gezinn<strong>en</strong> adequate ondersteuning biedt.4.4 De functie van e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorgDe eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg waarvoor de rmo pleit, wordt gedrag<strong>en</strong>door hulpverl<strong>en</strong>ers die betrokk<strong>en</strong> zijn, vertrouw<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van het gezinNaar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 37


<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘neus hebb<strong>en</strong> voor wat er speelt binn<strong>en</strong> het gezin’ <strong>en</strong> daarnaarkunn<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>. De rmo noemt deze hulpverl<strong>en</strong>ers ‘eerstelijns gezinscoaches’‌1 ,omdat daaruit naar zijn m<strong>en</strong>ing het beste naar vor<strong>en</strong> komt dat ersprake is van nabijheid, vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> daadkracht, maar hecht niet aandeze specifieke b<strong>en</strong>aming. De eerstelijns gezinscoaches spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trale<strong>en</strong> cruciale rol in kwetsbare gezinn<strong>en</strong> die zonder hulpverl<strong>en</strong>ing de regieover het eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> niet hervind<strong>en</strong>.Op dit mom<strong>en</strong>t bestaat e<strong>en</strong> dergelijke eerstelijnszorg niet: eerstelijnszorgis versnipperd <strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerd, waardoor kwetsbare gezinn<strong>en</strong>moeite hebb<strong>en</strong> de juiste zorg te vind<strong>en</strong>, wat weer tot extra opvoedproblem<strong>en</strong>kan leid<strong>en</strong> (Admiraal <strong>en</strong> Cordus 2011). E<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg di<strong>en</strong>t ertoe te leid<strong>en</strong> dat het zorgsysteem vere<strong>en</strong>voudigd wordt<strong>en</strong> het aantal coördinatiepunt<strong>en</strong> afneemt. Dit wordt bewerkstelligd dooreerstelijns gezinscoaches veel tak<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> die nu verdeeld zijnover instanties <strong>en</strong> functionariss<strong>en</strong>. Het versnipperde aanbod di<strong>en</strong>t met deintroductie van e<strong>en</strong> sterke eerstelijns zorg ter discussie gesteld <strong>en</strong> zo nodigstopgezet te word<strong>en</strong>.Verschill<strong>en</strong>de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgaanbieders tracht<strong>en</strong> versnippering vande jeugdzorg teg<strong>en</strong> te gaan <strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich op licht ambulante interv<strong>en</strong>tieswaarin gezinn<strong>en</strong> direct <strong>en</strong> praktisch ondersteund word<strong>en</strong> in het op ordekrijg<strong>en</strong> van het dagelijks lev<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn WraparoundCare, ‘10’ voor Toekomst, Thuisbegeleiding, K-vri<strong>en</strong>delijk of Buurtzorg Jong.In elk van deze voorbeeld<strong>en</strong> ligt de eig<strong>en</strong> kracht van gezinn<strong>en</strong> aan de basis<strong>en</strong> wordt de sociale omgeving beter b<strong>en</strong>ut. E<strong>en</strong> eerstelijns jeugdhulpverl<strong>en</strong>erondersteunt de gezinn<strong>en</strong>, maar laat h<strong>en</strong> zelf aan zet.Eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg werkt vanuit de principes van ontzorg<strong>en</strong><strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vormt de spil in het gezin. Problem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zoveel mogelijk in de directe leefomgeving <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met het gezin opgelost.De eerstelijns gezinscoach gaat uit van de kracht<strong>en</strong> van het gezin <strong>en</strong> zijnsociale omgeving <strong>en</strong> versterkt die. Daarvoor is het belangrijk dat de eerstelijnsgezinscoach e<strong>en</strong> goed netwerk heeft van betrokk<strong>en</strong> professionalsin de zogehet<strong>en</strong> nuldelijn, zoals de leerkracht <strong>en</strong> de huisarts. Door dichtbij gezinn<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, kan de eerstelijns gezinscoach e<strong>en</strong> band met degezinn<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> netwerk met andere professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>onderhoud<strong>en</strong>. Het is belangrijk dat ook de domein<strong>en</strong> van gezin <strong>en</strong>school gekoppeld zijn.38 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


De eerstelijns gezinscoach is in zijn of haar rol in kwetsbare gezinn<strong>en</strong> tevergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> huisarts. De metafoor ‘pedagogische huisarts’ wordt ookwel gebruikt om aan te gev<strong>en</strong> welke rol de eerstelijns gezinscoach in het gezininneemt (zoals in het artikel De ‘pedagogische huisarts’ komt eraan van Verhulst2011). E<strong>en</strong> huisarts vervult voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met gezondheidsklacht<strong>en</strong> vier tak<strong>en</strong>:signalering, behandeling, toeleiding <strong>en</strong> triage. De huisarts is breed inzetbaarvoor de gezondheid van de patiënt <strong>en</strong> straalt niet alle<strong>en</strong> daadkracht <strong>en</strong> professionaliteituit, maar ook betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> di<strong>en</strong>stbaarheid. Doordat de huisartsgebiedsgericht werkt, is hij of zij bek<strong>en</strong>d met <strong>en</strong> voor de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in dewijk won<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. De huisarts beschikt immers over e<strong>en</strong> breed netwerkdat zich vertakt naar de specialistische zorg, de praktische hulpverl<strong>en</strong>ing, hetonderwijs <strong>en</strong> de beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals in welzijns- <strong>en</strong> veiligheidsinstelling<strong>en</strong>.Daarmee is de huisarts echter ge<strong>en</strong> coördinator of e<strong>en</strong> doorgeefluiknaar specialistische zorg. Hij of zij verle<strong>en</strong>t zelf ook zorg <strong>en</strong> gaat op huisbezoek(‘eropaf-houding’). Dat is belangrijk voor de vertrouw<strong>en</strong>srelatie die dehuisarts moet opbouw<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met gezondheidsklacht<strong>en</strong>. Omdat e<strong>en</strong>huisarts e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eralistische zorgverl<strong>en</strong>er is, krijg<strong>en</strong> patiënt<strong>en</strong> minder snelhet etiket van probleem- of risicogeval opgeplakt. Dit is belangrijk voor debereidheid <strong>en</strong> motivatie van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om mee te werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> gezondheidsplanof interv<strong>en</strong>tie. Huisarts <strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach lijk<strong>en</strong> in deze onderdel<strong>en</strong>veel op elkaar.Er zijn echter ook verschill<strong>en</strong>. Waar het bij de huisarts gaat om gezondheidsklacht<strong>en</strong>,gaat het bij de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg om opvoed- <strong>en</strong>ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> (gezondheidsklacht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierdeel van uitmak<strong>en</strong>). De huisarts is er voor iedere<strong>en</strong>, de eerstelijns gezinscoachricht zich op kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Voorts is het belangrijk dat de eerstelijnsgezinscoach niet functioneert als e<strong>en</strong> doorgeefluik naar meer gespecialiseerdehulpverl<strong>en</strong>ing. Dat zou immers betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er weer e<strong>en</strong> extra zorglaagbij komt. E<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach gaat daarom nog meer dan de huisartszelf met het gezin aan de slag. Hij of zij betrekt het gezin <strong>en</strong> spreekt het social<strong>en</strong>etwerk aan, verle<strong>en</strong>t zelf zorg, begeleidt, adviseert, br<strong>en</strong>gt structuur aan<strong>en</strong> coördineert ev<strong>en</strong>tuele andere hulpverl<strong>en</strong>ing. Wanneer zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ingnodig is, vervult de eerstelijns gezinscoach e<strong>en</strong> brugfunctie: hij ofzij roept ondersteuning in vanuit de tweedelijn <strong>en</strong> verwijst door als dat nietmogelijk is. In beide gevall<strong>en</strong> is er ge<strong>en</strong> apart traject voor indicatiestelling,maar indiceert de eerstelijns gezinscoach ‘on the job’.Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 39


De eerstelijns gezinscoach heeft naar de m<strong>en</strong>ing van de rmo e<strong>en</strong> bredetaakopvatting met e<strong>en</strong> ruim mandaat. In de huidige jeugdhulpverl<strong>en</strong>inghebb<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers deze ruimte <strong>en</strong> bevoegdhed<strong>en</strong> niet of nauwelijks.Tak<strong>en</strong>pakket van de eerstelijns gezinscoachHet tak<strong>en</strong>pakket van de eerstelijns gezinscoach is breed, g<strong>en</strong>eralistisch<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moeilijk. Hoewel het om algem<strong>en</strong>e doelstelling<strong>en</strong> gaat – hetweer op orde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van het dagelijks lev<strong>en</strong> in het gezin <strong>en</strong> het ontzorg<strong>en</strong>van opvoedingsproblem<strong>en</strong> – is de uitvoering in de praktijk weerbarstig.De praktijk achter de voornem<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hulpplann<strong>en</strong> laat zich moeilijk inprotocoll<strong>en</strong> giet<strong>en</strong>, maar moet ook niet verzand<strong>en</strong> in goede bedoeling<strong>en</strong>.Dat geldt voor het activer<strong>en</strong> van het sociale netwerk (gezinn<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> vaakgeïsoleerd), het gezin zelf de regie lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> (de gezinsondersteunerheeft de neiging om vanuit het eig<strong>en</strong> perspectief e<strong>en</strong> plan te trekk<strong>en</strong>) <strong>en</strong>het gezin blijv<strong>en</strong> motiver<strong>en</strong> (vgl. Werkwijze Wraparound Care: Admiraal<strong>en</strong> Cordus 2011: 11). Om de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg te do<strong>en</strong> slag<strong>en</strong>,zijn ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeer bekwame eerstelijns gezinscoaches nodig. Naastgoede kwalificaties zijn hun persoonlijke compet<strong>en</strong>ties van groot belang.Eerstelijns gezinscoaches moet<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong>, ook bijzorgmijd<strong>en</strong>de gezinn<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> bijhet zelf weer op orde krijg<strong>en</strong> van het dagelijks lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> het sociale netwerkkunn<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong>, maar moet<strong>en</strong> ook in staat zijn hardnekkige problem<strong>en</strong>aan te pakk<strong>en</strong> of ev<strong>en</strong>tueel door te verwijz<strong>en</strong> naar specialistische hulpverl<strong>en</strong>ing(zie ook Verhulst 2011).Het tak<strong>en</strong>pakket in van de eerstelijns gezinscoach is vierledig:1. vertrouw<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gesprek aangaan;2. activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> kracht van e<strong>en</strong> gezin <strong>en</strong> de socialeomgeving;3. oploss<strong>en</strong> van (opvoed)vraagstukk<strong>en</strong> in het gezin, zo nodig met hulp vanberoepskracht<strong>en</strong> die praktische ondersteuning bied<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of e<strong>en</strong> gespecialiseerdehulpverl<strong>en</strong>er die advies geeft aan de gezinscoach;4. indi<strong>en</strong> nodig doorverwijz<strong>en</strong> naar zwaardere, meer gespecialiseerdehulpverl<strong>en</strong>ing.40 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Vertrouw<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gesprek aangaanBij gezinn<strong>en</strong> die niet zelf om hulp vrag<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoacheshet vertrouw<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gesprek aangaan over de situatiein het gezin. En prev<strong>en</strong>tie in de vorm van risicosignalering (zoals we in devorige hoofdstukk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>) biedt ge<strong>en</strong> ruimte voor vertrouw<strong>en</strong><strong>en</strong> vakmanschap. Niet alle gezinn<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> op<strong>en</strong>staan voor e<strong>en</strong> vorm vaneerstelijns gezinszorg. Ze kunn<strong>en</strong> het zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> inbreuk op de privacy,als e<strong>en</strong> vorm van fal<strong>en</strong>, als e<strong>en</strong> onjuiste inschatting van de situatie of alshet opgedrukt krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> negatief stempel (Van d<strong>en</strong> Berg et al. 2008).Dan kan de eerstelijns gezinscoach bijvoorbeeld beginn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> paarkeer koffiedrink<strong>en</strong>, zo nodig het gezin begeleid<strong>en</strong> naar schuldsanering ofarbeidsbureau <strong>en</strong> langzaamaan het gesprek over de gezinssituatie op gangbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Door contact te mak<strong>en</strong>, interesse te ton<strong>en</strong> <strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>wat er in het gezin speelt, legt e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach de basis voor heteerstelijns zorgaanbod. Daarbij werkt de eerstelijns gezinscoach vanuithet principe van vrijwilligheid. Alle<strong>en</strong> op die manier kan hij of zij naast inplaats van bov<strong>en</strong> het gezin kom<strong>en</strong> te staan. Maar omdat jeugdzorg ook altijdte mak<strong>en</strong> heeft met rechtshandhaving <strong>en</strong> rechtsbescherming, is die vrijwilligheidbegr<strong>en</strong>sd (Van Montfoort 2010). Terwijl de aangebod<strong>en</strong> zorg in principevrijwillig is, moet ook de veiligheid van het kind word<strong>en</strong> gewaarborgd.Dit spanningsveld is inher<strong>en</strong>t aan eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg <strong>en</strong> e<strong>en</strong>lastige opgave voor eerstelijns gezinscoaches (vgl. Hortulanus 2011). Telk<strong>en</strong>sopnieuw zull<strong>en</strong> zij de situatie in gezinn<strong>en</strong>, hun bereidheid tot de acceptatievan zorg <strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van het inzett<strong>en</strong> van meer drang <strong>en</strong> dwang moet<strong>en</strong>inschatt<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong> vrijwilligheid <strong>en</strong> dwang zitt<strong>en</strong> veel mogelijk nieuwegradaties. Vanuit het principe dat elke ouder het beste voor zijn of haar kindwil kan de help<strong>en</strong>de hand gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, mits er sprake is van wederzijdsebetrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>. Dan is voor de begeleiding <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iet de methodiek leid<strong>en</strong>d, maar het vertrouw<strong>en</strong>.Activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> van de eig<strong>en</strong> kracht van e<strong>en</strong> gezin <strong>en</strong> de sociale omgevingNadat het vertrouw<strong>en</strong> is opgebouwd, zal e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach altijdsam<strong>en</strong> met het gezin bepal<strong>en</strong> welke hulpverl<strong>en</strong>ing nodig is. Het is dezelfdebasis als die waarop de Eig<strong>en</strong> Kracht C<strong>en</strong>trale (ekc) werkt <strong>en</strong> waarmee deaanwezige kracht <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezin <strong>en</strong> het sociale netwerkeromhe<strong>en</strong> word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut. Dit voorkomt dat er bij opvoedproblem<strong>en</strong>e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de relatie ontstaat (‘u vraagt, wij draai<strong>en</strong>’) <strong>en</strong> gezin-Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 41


n<strong>en</strong> te snel afhankelijk van professionals word<strong>en</strong> in het oploss<strong>en</strong> van dezeopvoedproblem<strong>en</strong>. De kerndoelstelling is dat het gezin het lev<strong>en</strong> weer oporde krijgt, zelfstandig functioneert <strong>en</strong> de verantwoordelijkheid voor deopvoeding van de kinder<strong>en</strong> weer aankan. Daarom blijft de vraag naar deeig<strong>en</strong> kracht van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgeving gedur<strong>en</strong>de het helebegeleidingstraject van belang. E<strong>en</strong> gezin dat in eerste instantie weinig kanbijdrag<strong>en</strong> aan het oploss<strong>en</strong> of beheersbaar mak<strong>en</strong> van het probleem, kanop e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t weer meer zelf ter hand nem<strong>en</strong>. Dat geldt ook voorgezinn<strong>en</strong> die geïsoleerd lev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> destructieve sociale omgeving hebb<strong>en</strong>.In e<strong>en</strong> dergelijke situatie zal e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach meer werk<strong>en</strong> aande activering van de sociale omgeving <strong>en</strong> aan inzet op e<strong>en</strong> positieve manier.E<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de sociale omgeving leidt er uiteindelijk toedat het gezin minder afhankelijk wordt van de professional (Admiraal <strong>en</strong>Cordus 2011) <strong>en</strong> komt de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> t<strong>en</strong> goede (rmo/rvz2009; Bucx 2011). De taak van activering van de sociale omgeving is ess<strong>en</strong>tieelvoor e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach.Oploss<strong>en</strong> van (opvoed)vraagstukk<strong>en</strong> in het gezinE<strong>en</strong> tweede belangrijke taak van de eerstelijns gezinscoach is het gezindirect te ondersteun<strong>en</strong> wanneer het op eig<strong>en</strong> kracht niet goed kan functioner<strong>en</strong>.Hij of zij helpt bijvoorbeeld bij het hervind<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> dagritme, geeftopvoedingsadviez<strong>en</strong> of zorgt dat vader <strong>en</strong> moeder met elkaar blijv<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>wanneer zij in scheiding ligg<strong>en</strong>. Met deze directe ondersteuningbouwt de eerstelijnsgezinscoach ook e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>sband met het gezinop. De directe ondersteuning kan complex <strong>en</strong> adviser<strong>en</strong>d zijn, maar ook heelpraktisch (zoals de was do<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong> contact legg<strong>en</strong> met schuldsanering,school of woningcorporatie). Meer complexe <strong>en</strong> coach<strong>en</strong>de zorg verle<strong>en</strong>tde eerstelijns gezinscoach zelf. Voor de praktische ondersteuning heeft deeerste lijns gezinscoach direct toegang tot e<strong>en</strong> meer praktisch gekwalificeerdegezinsondersteuner. Is praktische hulp nodig, dan werk<strong>en</strong> de eerstelijnsgezinscoach <strong>en</strong> de gezinsondersteuner sam<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gezin. E<strong>en</strong> dergelijkewerkwijze wordt al gebruikt bij bijvoorbeeld Bureau Frontlijn (vooral bijschuld<strong>en</strong>problematiek bij gezinn<strong>en</strong>) <strong>en</strong> bij Reset+ (waar gezinscoach <strong>en</strong>thuisbegeleiding gezam<strong>en</strong>lijk zowel begeleiding als verzorging bied<strong>en</strong>).42 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Doorverwijz<strong>en</strong> naar zwaardere, meer gespecialiseerde hulpverl<strong>en</strong>ingDe eerstelijns gezinscoach kan ook problem<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> die hij of zijniet zelf kan oploss<strong>en</strong> of onder controle krijg<strong>en</strong>, omdat meer specialistischek<strong>en</strong>nis vereist is. In overleg met het gezin kan hij of zij in dat gevalbesluit<strong>en</strong> zorg in te roep<strong>en</strong> vanuit de zwaardere <strong>en</strong> gespecialiseerde tweedelijnshulpverl<strong>en</strong>ing. Ook hier zet de eerstelijns gezinscoach zijn of haardeskundigheid <strong>en</strong> brugfunctie in. Adequate inschakeling van tweedelijnszorgvereist k<strong>en</strong>nis van opvoedingsproblem<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>nis van het gespecialiseerdezorgcircuit <strong>en</strong> oordeelsvermog<strong>en</strong> over zorgvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgrisico’sbinn<strong>en</strong> het gezin.Wanneer e<strong>en</strong> gezin gespecialiseerde hulpverl<strong>en</strong>ing ontvangt, onderhoud<strong>en</strong>eerstelijns gezinscoaches hun persoonlijke binding met het gezin.Deze vinger aan de pols is belangrijk, omdat het gezin in de regel ooknazorg nodig heeft. Terwijl e<strong>en</strong> dergelijke nazorg in het huidige systeemvaak ontbreekt, is het nadrukkelijk onderdeel van e<strong>en</strong> daadwerkelijksterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg. De eerstelijns gezinscoach vervultnaast de spreekwoordelijke functie van vinger-aan-de-pols ook die van derots-in-de-branding binn<strong>en</strong> het gezin waaraan kinderrechter Anita Leeserrefereert (De Fauwe 2008).In de adviesvraag wordt gesprok<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> laagfrequ<strong>en</strong>te <strong>en</strong> langdurigevorm van nazorg, metaforisch uitgedrukt als waakvlambegeleiding. Naarde m<strong>en</strong>ing van de Raad hangt de duur <strong>en</strong> int<strong>en</strong>siteit van de nazorg af vande situatie in het gezin <strong>en</strong> zijn omgeving <strong>en</strong> moet de invulling ervan onderregie van het gezin <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>spraak met de eerstelijns gezinscoach word<strong>en</strong>vastgelegd.4.5 ConclusieEerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg rust op e<strong>en</strong> stevig sociaalpedagogischeomgeving in de sam<strong>en</strong>leving. Deze sociale inbedding houdt in dat gezinn<strong>en</strong>er niet alle<strong>en</strong> voor staan, maar ondersteuning kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vanfamilie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of bur<strong>en</strong> of dat ze bij andere ouders terechtkunn<strong>en</strong> metopvoedvrag<strong>en</strong>. Daarin speelt de overheid e<strong>en</strong> voorwaard<strong>en</strong>schepp<strong>en</strong>derol. Onderdeel van de sociaalpedagogische omgeving vorm<strong>en</strong> ook professionals<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> die vanuit hun specifieke taakstelling werk<strong>en</strong>met gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, zoals huisarts<strong>en</strong>, leerkracht<strong>en</strong>, wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg 43


<strong>en</strong> leidsters van kinderdagverblijv<strong>en</strong>. Zij moet<strong>en</strong> meer mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong>ruimte krijg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> bredere taakopvatting om anders betrokk<strong>en</strong> te zijnbij gezinn<strong>en</strong>: ze k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn voor h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vertrouwd aanspreekpunt.Als er bij gezinn<strong>en</strong> in de dagelijkse opvoeding problem<strong>en</strong> ontstaan waardoorde draaglast te groot wordt, komt de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg inbeeld die gericht is op het ontzorg<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong> met de opvoeding of inde thuissituatie. De rmo pleit voor e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach: één g<strong>en</strong>eralistischehulpverl<strong>en</strong>er die zelf actief is in het gezin, die ook e<strong>en</strong> brugfunctieheeft naar het sociale netwerk van het gezin <strong>en</strong> naar de daarin aanwezigebetrokk<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tuele gespecialiseerde(tweedelijns) hulpverl<strong>en</strong>ing. Dat stelt hoge eis<strong>en</strong> aan de compet<strong>en</strong>tiesvan deze eerstelijns gezinscoach <strong>en</strong> vraagt ook actieve medewerkingvan de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zelf.De in dit hoofdstuk gepres<strong>en</strong>teerde visie bestaat uit op elkaar voortbouw<strong>en</strong>deelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die niet afzonderlijk van elkaar te introducer<strong>en</strong> zijn.De rmo stelt in dit advies dus ge<strong>en</strong> extra zorgverl<strong>en</strong>er, zorgcoördinator ofzorg laag voor, maar vult zijn visie op de sociale inbedding van gezinn<strong>en</strong>aan met activer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> praktische eerstelijnszorg voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong>op hun weg naar zelfredzaamheid. Dat kan mits er e<strong>en</strong> geschikt netwerkaan basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor gezinn<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving op orde is <strong>en</strong>mits professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> als partners in de opvoeding betrokk<strong>en</strong>zijn bij gezinn<strong>en</strong>.Noot1 De term gezinscoach is niet nieuw. De bestaande gezinscoaches werk<strong>en</strong>in multiprobleemgezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> overzicht aan in de hulp die degezinn<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. Ze word<strong>en</strong> door andere hulpverl<strong>en</strong>ers ingeschakeld.De rmo geeft e<strong>en</strong> heel andere invulling aan de functie. Om ditverschil te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> gebruikt de rmo de sam<strong>en</strong>gevoegde term eerstelijnsgezinscoach met de nadruk op eerstelijns.44 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


5Aanbeveling<strong>en</strong>5.1 InleidingIn hoeverre kan langdurige, laagfrequ<strong>en</strong>te basishulp bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> debalans tuss<strong>en</strong> draaglast <strong>en</strong> draagkracht versterk<strong>en</strong>? Hoe zou e<strong>en</strong> dergelijke basishulperuit kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Dat is de c<strong>en</strong>trale vraagstelling van dit advies. Dermo heeft in zijn antwoord op de adviesvraag eerst e<strong>en</strong> visie geformuleerdover kwetsbaarheid <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s verk<strong>en</strong>d welke knelpunt<strong>en</strong> in de huidigejeugdzorg aan te wijz<strong>en</strong> zijn waardoor de begeleiding van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>onvoldo<strong>en</strong>de tot stand is gekom<strong>en</strong>. De rmo houdt in dit advies e<strong>en</strong>pleidooi voor het versterk<strong>en</strong> van de sociale inbedding van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetwerk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg. In dit hoofdstukkomt de Raad tot aanbeveling<strong>en</strong> <strong>en</strong> formuleert hij uitgangspunt<strong>en</strong> voor deorganisatorische inbedding van de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg.5.2 Adviesvraag <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong>De huidige hulpverl<strong>en</strong>ing aan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> loopt teg<strong>en</strong> haar gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>aan. De diagnose van het probleem is divers, maar komt er grot<strong>en</strong>deelsop neer dat te veel kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met lichte opvoed- of psychiatrischeproblem<strong>en</strong> te snel in specialistische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> terechtkom<strong>en</strong>.Daaraan is zowel e<strong>en</strong> verschraling van de sociaalpedagogische omgevingals e<strong>en</strong> versnippering <strong>en</strong> verzwaring van licht ambulante zorg voor gezinn<strong>en</strong>voorafgegaan. Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk als vanzelf doorverwez<strong>en</strong>naar zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing. T<strong>en</strong> eerste omdat ze weinig steunmeer krijg<strong>en</strong> uit hun informele netwerk<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> tweede omdat leerkracht<strong>en</strong>,huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> steeds minderbetrokk<strong>en</strong> zijn bij het gezin, <strong>en</strong> als laatste omdat eerstelijns ondersteuninggefragm<strong>en</strong>teerd is geraakt <strong>en</strong> zich steeds meer is gaan richt<strong>en</strong> op gezinn<strong>en</strong>met zwaardere problematiek.Aanbeveling<strong>en</strong> 45


Daarvoor in de plaats is e<strong>en</strong> systeem gekom<strong>en</strong> dat gericht is op risicobeheersing<strong>en</strong> superspecialisatie. Hoe eerder jeugdzorg bij e<strong>en</strong> probleemis – zo luidt de red<strong>en</strong>ering – hoe gerichter <strong>en</strong> beter jeugdzorg kan ingrijp<strong>en</strong>.Het effect is echter dat vanuit e<strong>en</strong> gemedicaliseerde bril naar álle kinder<strong>en</strong>als pot<strong>en</strong>tiële risicogevall<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong>, dat ouders weinig betrokk<strong>en</strong>word<strong>en</strong> bij het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>snel doorverwijz<strong>en</strong> naar gespecialiseerde hulp <strong>en</strong> zelf weinigruimte hebb<strong>en</strong> voor breed pedagogisch handel<strong>en</strong>. De jeugdzorg is hierdooronbetaalbaar <strong>en</strong> onbeheersbaar geword<strong>en</strong>. In het briefadvies Bevrijd<strong>en</strong>dkader voor de jeugdzorg heeft de rmo (2011) e<strong>en</strong> visie geformuleerd op e<strong>en</strong>manier waarop deze ontwikkeling<strong>en</strong> in de jeugdzorg gekeerd kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>.De adviesvraag van het ministerie naar meer langdurige <strong>en</strong> lichtfrequ<strong>en</strong>tebasishulp moet grot<strong>en</strong>deels teg<strong>en</strong> de achtergrond van deze toestroomvan incid<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> zware interv<strong>en</strong>ties word<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>. De rmopleit niet, zoals in de adviesvraag geformuleerd, voor e<strong>en</strong> meer waakvlamgeoriënteerdeinvulling van zorg voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> als nieuwe specialistischevoorzi<strong>en</strong>ing. Kwetsbaarheid wordt daarmee te veel buit<strong>en</strong> dekaders van het normale geplaatst <strong>en</strong> te veel als voorportaal van zwaardereproblematiek beschouwd. In plaats daarvan pleit de Raad voor e<strong>en</strong> sterkeeerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg die zowel de vraag naar zwaardere vorm<strong>en</strong>van jeugdzorg vermindert als de inzet van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgevingbij het oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> beheersbaar mak<strong>en</strong> van kwetsbaarheid vergroot.5.3 Aanbeveling<strong>en</strong>Hoe moet de in de adviesvraag voorgestelde basishulp eruitzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> welkeaanbeveling<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> daaruit? De rmo noemt er drie die onlosmakelijkmet elkaar verbond<strong>en</strong> zijn.Aanbeveling 1: Investeer in e<strong>en</strong> sterke sociaalpedagogische omgevingBij deze eerste aanbeveling grijpt de Raad terug op zijn eerdere adviesInvester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>: zorg voor goede sociaalpedagogische basisvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>in de sam<strong>en</strong>leving. Gezinn<strong>en</strong> die sociaal zijn ingebed zijnminder kwetsbaar. Familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, bur<strong>en</strong> of andere ouders kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudigeopvoedvrag<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichte problem<strong>en</strong> ontzorg<strong>en</strong>. Dit46 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


geldt voor alle gezinn<strong>en</strong>, dus ook voor gezinn<strong>en</strong> die meer kans lop<strong>en</strong> op hetontwikkel<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>.Aanbeveling 2: B<strong>en</strong>ut de professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> die als vanzelf betrokk<strong>en</strong>zijn bij gezinn<strong>en</strong>Professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> die als vanzelfsprek<strong>en</strong>d met kinder<strong>en</strong><strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, zijn van belang. Wanneer zij gezinn<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong>e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>sband met h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong>voudige opvoedvrag<strong>en</strong>beantwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> laagdrempelig <strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>daanspreekpunt voor gezinn<strong>en</strong>. Voor gezinn<strong>en</strong> in kwetsbare situaties is ditbelangrijk, omdat ze dikwijls de weg naar de hulpverl<strong>en</strong>ing moeilijkerwet<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> omdat e<strong>en</strong> gebrekkige sociale inbedding vaak onderdeelis van hun problem<strong>en</strong>. Als professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong>k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> andersom, kan sam<strong>en</strong> met de ouders de hulpverl<strong>en</strong>ing eerder opgang word<strong>en</strong> gebracht.Aanbeveling 3: Introduceer e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoachLaat e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach het gezin ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> eerstelijnsgezinscoach kan alle<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> wanneer deze e<strong>en</strong> onderdeel is vande lokale sam<strong>en</strong>leving <strong>en</strong> e<strong>en</strong> netwerk heeft opgebouwd met professionals<strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>. De eerste twee aanbeveling<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> als het warede basis voor de ondersteuning van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> sterkeeerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg. De eerstelijns zorg die e<strong>en</strong> gezinscoachverle<strong>en</strong>t is veelomvatt<strong>en</strong>d. Hij of zij sluit aan bij <strong>en</strong> versterkt de kracht vangezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun sociale omgeving, lost zelf problem<strong>en</strong> op, ontzorgt dooradvies <strong>en</strong> begeleiding te bied<strong>en</strong>, roept zo nodig praktische ondersteuningin <strong>en</strong> kan het gezin zo nodig doorverwijz<strong>en</strong> naar meer gespecialiseerdezorg. De primaire focus ligt op de zelfredzaamheid <strong>en</strong> verantwoordelijkheidvan het gezin <strong>en</strong> op het werk<strong>en</strong> met <strong>en</strong> vanuit het gezin.De rmo is van m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorgdie zich richt op het gezin <strong>en</strong> niet op de gespecialiseerde zorg, het overmatigcomplexe <strong>en</strong> gespecialiseerde zorgsysteem kan vere<strong>en</strong>voudig<strong>en</strong>. Doore<strong>en</strong> brede taakopvatting gecombineerd met handelingsruimte <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong>maakt e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach gefragm<strong>en</strong>teerde <strong>en</strong>gespecialiseerde vorm<strong>en</strong> van lichte begeleiding overbodig <strong>en</strong> kan het aantalcoördinatiepunt<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>. De primaire focus van eerstelijns gezinscoachesligt op het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>, versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong> van alle mogelijk-Aanbeveling<strong>en</strong> 47


hed<strong>en</strong> voor ondersteuning vanuit de nulde <strong>en</strong> eerste lijn. Zwaardere vorm<strong>en</strong>van hulpverl<strong>en</strong>ing kom<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in beeld wanneer de mogelijkhed<strong>en</strong>van gezinn<strong>en</strong>, hun omgeving, beroepskracht<strong>en</strong>, professionals <strong>en</strong> eerstelijnsgezins coaches wordt overschred<strong>en</strong>. En dan nog blijv<strong>en</strong> de eerstelijnsgezins coaches van belang: zij houd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vinger aan de pols in het gezin <strong>en</strong>zijn cruciaal voor de nazorg. Zij stell<strong>en</strong> andere professionals, zoals de leerkracht,de wijkag<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de huisarts, op de hoogte van de ontwikkeling<strong>en</strong> inhet gezin.5.4 De organisatorische inbedding van eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorgMet de voorgestelde stelselherzi<strong>en</strong>ing van de jeugdzorg komt de financiering<strong>en</strong> organisatie van jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van degeme<strong>en</strong>te. Dat biedt kans<strong>en</strong> om de jeugdzorg vanuit e<strong>en</strong> ander d<strong>en</strong>kkader– namelijk ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> – in te richt<strong>en</strong>. Eerstelijns jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg begint bij het gezin in zijn sociale om ge ving. De kracht<strong>en</strong> hiervanb<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> is het startpunt van hulpverl<strong>en</strong>ing.Het principe van gezinn<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf gek<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t voor deeerstelijns gezinscoach organisatorisch te word<strong>en</strong> ingebed. Er moet mindernadruk ligg<strong>en</strong> op stur<strong>en</strong>, controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorverwijz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> meer op ontmoet<strong>en</strong>,medem<strong>en</strong>selijkheid ton<strong>en</strong>, vertrouw<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong>voer<strong>en</strong>. De rmo geeft drie uitgangspunt<strong>en</strong> voor de realisatie hiervan.Uitgangspunt 1: Investeer in e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorgGezinn<strong>en</strong> in kwetsbare situaties hebb<strong>en</strong> baat bij e<strong>en</strong> toegankelijk zorgsysteem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk aanspreekpunt. Wanneer ze te veel weg<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>bewandel<strong>en</strong> om hulp in te roep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hulp over allerlei instanties <strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>ers is verdeeld, is de kans groot dat hun problem<strong>en</strong> zijn verergerdeer ze daadwerkelijk zorg krijg<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het voor gezinn<strong>en</strong>frustrer<strong>en</strong>d als het hulpaanbod zich uitsluit<strong>en</strong>d richt op individuele led<strong>en</strong>van het gezin of als hulp vanuit school niet gekoppeld is aan andere vorm<strong>en</strong>van hulp aan het gezin. Voor gezinn<strong>en</strong> gaat het immers vaak om één<strong>en</strong> hetzelfde probleem. De eerstelijns gezinscoach kan hierin veranderingbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, maar moet dan niet e<strong>en</strong> extra zorglaag word<strong>en</strong>. Bij de introductievan e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach di<strong>en</strong><strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> goed te kijk<strong>en</strong> naar deafstemming met bijvoorbeeld Zorg- <strong>en</strong> Adviesteams op schol<strong>en</strong> of sociale48 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


wijkteams. In hoeverre kan de eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg het werkvan deze teams versterk<strong>en</strong> of misschi<strong>en</strong> zelfs vervang<strong>en</strong>? Deze afwegingverkleint het risico dat de verschill<strong>en</strong>de aanbieders, professionals of zorglag<strong>en</strong>zich vooral bezig houd<strong>en</strong> met onderlinge afstemming. Met goedebedoeling<strong>en</strong> wordt integraliteit nagestreefd, maar dit kan juist leid<strong>en</strong> tote<strong>en</strong> nieuwe ‘koker’ die niet met de inhoud bezig is, maar vooral met sturings-<strong>en</strong> organisatievraagstukk<strong>en</strong> (rmo 2008). Daarnaast is het belangrijkdat retoriek <strong>en</strong> uitvoering met elkaar overe<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t datwanneer er gekoz<strong>en</strong> wordt voor eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg, er mindergeïnvesteerd hoeft te word<strong>en</strong> in methodes van signalering, monitoring <strong>en</strong>scre<strong>en</strong>ing.De investering moet gericht zijn op sterke <strong>en</strong> handelingsgerichte eerstelijnsgezinscoaches, waardoor uiteindelijk minder kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> inde zwaardere <strong>en</strong> duurdere hulpverl<strong>en</strong>ing terechtkom<strong>en</strong>. Ook is investeringnodig in de tijd <strong>en</strong> aandacht die e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach aan e<strong>en</strong> gezinkan bested<strong>en</strong>. Veel gezinn<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> het lastig vind<strong>en</strong> om te accepter<strong>en</strong>dat ze kwetsbaar zijn <strong>en</strong> dat ondersteuning nodig is. Het opbouw<strong>en</strong> vanvertrouw<strong>en</strong> van gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gaandeweg aangaan van e<strong>en</strong> gesprek kanalle<strong>en</strong> door er tijd <strong>en</strong> aandacht aan te bested<strong>en</strong>.Uitgangspunt 2: Stuur op vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> nabijheidDe basis voor het opbouw<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong> ligt bij leerkracht<strong>en</strong>, wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,huisarts<strong>en</strong>, leidsters van de kinderopvang <strong>en</strong>zovoort. De Raadbeveelt aan om de betrokk<strong>en</strong>heid van deze professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong>bij gezinn<strong>en</strong> weer vorm te gev<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> focus op vertrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong>nabijheid in plaats van procedureel juist geregelde relaties. Het is w<strong>en</strong>selijkdat deze professionals <strong>en</strong> beroepskracht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> brede taakopvatting hanter<strong>en</strong>waarin waardesturing <strong>en</strong> maatschappelijk resultaat c<strong>en</strong>traal staan.Voor e<strong>en</strong> dergelijk brede taakinvulling is het vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat er ookvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, tijd <strong>en</strong> ruimte word<strong>en</strong> gecreëerd, zodat zij op e<strong>en</strong> meervanzelfsprek<strong>en</strong>de manier gezinn<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het gezin h<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t.Bijvoorbeeld door kinderdagverblijv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stimulans te gev<strong>en</strong> voor hetopbouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> netwerk met andere beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionalsof door het in ere herstell<strong>en</strong> van het huisbezoek van de leerkracht of de verpleegkundigevan het consultatiebureau. Maar ook nieuwe ontmoetingsplekk<strong>en</strong><strong>en</strong> - vorm<strong>en</strong> zijn mogelijk. D<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong> koffiekamer of e<strong>en</strong> oudercaféin e<strong>en</strong> cjg of op e<strong>en</strong> school. Het gaat erom situaties te creër<strong>en</strong> waarbijAanbeveling<strong>en</strong> 49


ouders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>de manier inhet blikveld van deze beroepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.Ook di<strong>en</strong><strong>en</strong> de financiële prikkels in de juiste richting te werk<strong>en</strong>. Nuword<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> beloond met geld als e<strong>en</strong> kind wordt gediagnosticeerd metbijvoorbeeld e<strong>en</strong> leerstoornis. Maar de beloning zou moet<strong>en</strong> gaan naar deberoepskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> professionals <strong>en</strong> maatschappelijke instelling<strong>en</strong> die aanuite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> goede opvang, goed onderwijs of e<strong>en</strong>veilige leefomgeving bied<strong>en</strong>. Tegelijkertijd moet er ruimte zijn <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>om zwaardere hulpverl<strong>en</strong>ing in te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij die gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> diehet echt nodig hebb<strong>en</strong>.Uitgangspunt 3: Maak structureel het ontzorg<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> mogelijkDe eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg zorgt ervoor dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong>weer grip krijg<strong>en</strong> op het dagelijks lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat opvoedproblem<strong>en</strong> niet verword<strong>en</strong>tot grote zorgvraagstukk<strong>en</strong>. De Raad beveelt aan om te werk<strong>en</strong> meteerstelijns gezinscoaches die zich richt<strong>en</strong> op het winn<strong>en</strong> van vertrouw<strong>en</strong><strong>en</strong> op het ontzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> van dagelijkse opvoedproblem<strong>en</strong>.Eerstelijns gezinscoaches werk<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>tair aan de vermog<strong>en</strong>s vangezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong> daarom zo veel mogelijk outreach<strong>en</strong>d vanuit de eig<strong>en</strong>kracht van gezinn<strong>en</strong>, hun sociale netwerk <strong>en</strong> de reeds aanwezige beroepskracht<strong>en</strong><strong>en</strong> professionals zoals de leerkracht <strong>en</strong> de huisarts. Daartoe verle<strong>en</strong>tde eerstelijns gezinscoach zelf hulp, zo nodig aangevuld met praktischehulp of meer gespecialiseerde ondersteuning.De tak<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> eerstelijns gezinscoach verricht zijn breed <strong>en</strong> veeleis<strong>en</strong>d.Het is daarom belangrijk dat het e<strong>en</strong> goed opgeleide <strong>en</strong> zeer bekwamezorgprofessional is. E<strong>en</strong> dergelijke functie zal interessant zijn voorgoede professionals die nog te vaak achter bureaus <strong>en</strong> in het managem<strong>en</strong>tverdwijn<strong>en</strong>. Om h<strong>en</strong> te behoud<strong>en</strong> voor de praktijk di<strong>en</strong>t de functie vaneerstelijns gezinscoach naar verhouding te word<strong>en</strong> beloond.De functie van eerstelijns gezinscoaches kan vanuit het cjg word<strong>en</strong>georganiseerd. Deze mogelijkheid wordt ook g<strong>en</strong>oemd in de beleidsbriefover de stelselwijziging jeugd Ge<strong>en</strong> kind buit<strong>en</strong> spel (tk 2011/2012c). Maar decjg’s zijn niet altijd e<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d aanspreekpunt voor gezinn<strong>en</strong>.Idealiter zijn dat bijvoorbeeld familieled<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of andere ouders ofe<strong>en</strong> leerkracht, huisarts of medewerker van het consultatiebureau (Stam<strong>en</strong> Doodkorte 2011). cjg’s verzorg<strong>en</strong> daarom eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg,maar de eerstelijns gezinscoach krijgt niet per se fysiek e<strong>en</strong> plaats50 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


in e<strong>en</strong> cjg. Er kan juist ook word<strong>en</strong> gedacht aan e<strong>en</strong> plaats op schol<strong>en</strong>, inwijkgerichte teams of bij huisarts<strong>en</strong>. De eerstelijns gezinscoach werkt bijvoorkeur ook ambulant. Door deze combinatie van e<strong>en</strong> laagdrempeligelocatie <strong>en</strong> ambulant werk<strong>en</strong> functioneert de eerstelijns gezinscoach in e<strong>en</strong>netwerk van organisaties <strong>en</strong> raakt de coach ingebed in lokale structur<strong>en</strong>.In de precieze vormgeving van eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg zull<strong>en</strong>lokale verschill<strong>en</strong> bestaan. De aanstaande stelselherzi<strong>en</strong>ing van de jeugdzorggeeft geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ruimte voor variatie in de uitvoering <strong>en</strong> innovatievepraktijk<strong>en</strong>, onder andere door gebruik te mak<strong>en</strong> van sociale media.Als geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met wat op lokaal niveau werkt <strong>en</strong> gaanler<strong>en</strong> van opgedane praktijkk<strong>en</strong>nis, is het werk<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong>van toezicht houd<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk. Mogelijke informatiebronn<strong>en</strong> zijnonderlinge consultaties van eerstelijns gezinscoaches, tevred<strong>en</strong>heidonderzoek<strong>en</strong>onder kwetsbare gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> evaluaties van sam<strong>en</strong>werkingspartnersvan eerstelijns gezinscoaches zoals leerkracht<strong>en</strong>, huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong>wijkag<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Dit alles moet uiteindelijk leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> betere begeleidingvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Aanbeveling<strong>en</strong> 51


LiteratuurAdmiraal, L. <strong>en</strong> J. Cordus (2011). Wraparound Care in Utrecht. Less<strong>en</strong> naaraanleiding van twee pilots. Utrecht: Hogeschool Utrecht.bmc (2009). Evaluatieonderzoek Wet op de jeugdzorg. Eindrapport. Amersfoort:bmc.Baartman, H.E.M. (1997). Risicogezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> predictie <strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tie vankindermishandeling. In: Tijdschrift voor orthopedagogiek, jg. 36,p.245-257.Berg, D. van d<strong>en</strong>, S. van der Goot <strong>en</strong> M. Jans<strong>en</strong> (2008). Cirkel van onmacht.Mechanism<strong>en</strong> in hulpverl<strong>en</strong>ing. Amsterdam: dmo-spa.Broek, A. van d<strong>en</strong>, E. Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> S. Bot (2012). Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> inNederland. D<strong>en</strong> Haag: scp (Bijlage 3 van deze publicatie).Bucx, F. (red.)(2011). Gezinrsapport 2011. D<strong>en</strong> Haag: scp.Bussel, M. van (2011). Flip Coussée, Vlaams pedagoog <strong>en</strong> jeugdzorgdeskundige,‘ Je kunt ge<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> ontwerp<strong>en</strong>’. In: Jeugd <strong>en</strong> Co, jg. 5, nr. 6,p. 24-25.Commissie Gunning (2011). Rapport onafhankelijke Commissie OnderzoekZed<strong>en</strong>zaak Amsterdam.Commissie Zorg om jeugd (2009a). Van klein naar groot. D<strong>en</strong> Haag: vng.Commissie Zorg om jeugd (2009b). Paas Praktisch. D<strong>en</strong> Haag: vng.Deelstra, W.F. (2008). Huishoudelijke verzorging <strong>en</strong> de wmo. Hout<strong>en</strong>: BohnStafleu Van Loghum.Drost, J. (2010). <strong>Maatschappelijke</strong> participatie door (jonge) m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lichtverstandelijke beperking (lectorale rede). Leeuward<strong>en</strong>: nhl Hogeschool.Fauwe, L. de (2008). E<strong>en</strong> moeilijke jeugd. De zoektocht van Anita Leeser,kinderrechter. Amsterdam: Bert Bakker.G32 (2011). Transitie van de Jeugdzorg . Strategisch visiedocum<strong>en</strong>t G32. 8 februari2011. D<strong>en</strong> Haag: vng.Gemmeke, M. (2011). De rol van de C<strong>en</strong>tra voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin bij versterking vande pedagogische civil society. Handreiking voor geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Utrecht: nji.Hermanns, J., F. Öry <strong>en</strong> G. Schrijvers (2005). Help<strong>en</strong> bij opgroei<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoed<strong>en</strong>:eerder, sneller <strong>en</strong> beter. E<strong>en</strong> advies over vroegtijdige signalering <strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tiesbij opvoed- <strong>en</strong> opgroeiproblem<strong>en</strong>. Utrecht: Integrated Care.Hermanns, J. (2009). Het opvoed<strong>en</strong> verleerd (oratie). Amsterdam: UvA.52 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Herp<strong>en</strong>, M. van (2012). De diagnose houdt kinder<strong>en</strong> op achterstand.Psychiatrisch model houdt onderwijs in wurggreep. Geraadpleegd januari2012 via www.marcelvanherp<strong>en</strong>.nlHortulanus, R. (2011). Ambival<strong>en</strong>ties in het sociale domein. Opdrachtverl<strong>en</strong>ing,professionele verantwoording <strong>en</strong> impactanalyse: de noodzaak van meervoudigheid.Amsterdam: swp.Houkes, A., L. Kok <strong>en</strong> D. Willebrands (2011). Kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> bat<strong>en</strong> thuisbegeleidingvoor gezinn<strong>en</strong>. Amsterdam: seo.Hutschemaekers, G. (2001). Onder professionals. Hulpverl<strong>en</strong>ers <strong>en</strong> cliënt<strong>en</strong> in degeestelijke gezondheidszorg (oratie). Nijmeg<strong>en</strong>, Katholieke Universiteit.Integraal Toezicht Jeugdzak<strong>en</strong> (2011). Het kind van de rek<strong>en</strong>ing. Hulp aankinder<strong>en</strong> die lev<strong>en</strong> in armoede. Utrecht: itj.Kooijman, H. (2009). Dweil<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kraan sluit<strong>en</strong>. Jeugdzorg-light <strong>en</strong>zorgtafels contra de wachtlijst<strong>en</strong>. In: Jeugd <strong>en</strong> Co, jg. 3, nr. 7, p.14-20.Los, T (1997). Bureaucratisering, managem<strong>en</strong>tisme <strong>en</strong> de ondergang van hetberoep gezinsverzorgster. In: Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, jg. 23,nr. 4, p. 709-732.Montfoort, A. van (2008). Professionaliteit <strong>en</strong> nuchterheid in jeugdzorg <strong>en</strong>jeugdbeleid. (lectorale rede). Leid<strong>en</strong>: Hogeschool Leid<strong>en</strong>.Montfoort, A. van (2010). De praktijk als leidraad. In: L. van Vliet <strong>en</strong> L.Klinkers (red.), Uit de koker van. Praktijk<strong>en</strong> van verkokering <strong>en</strong> ontkokering,(p. 71-74). D<strong>en</strong> Haag: rmo/vom.nrc Handelsblad (2011). “Ouders moet<strong>en</strong> meer do<strong>en</strong> voor school”. In: nrcHandelsblad 30 november 2011.nrc Handelsblad (2011). “Wat deze minister wil is idioot!”. In: nrc Handelsblad30 november 2011.Nieuws (2012). Geraadpleegd januari 2012 via www.buurtzorgnederland.com.Onderwijsraad (2010). Ouders als partners. Versterking van relaties met <strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> ouders op school. D<strong>en</strong> Haag: Onderwijsraad.Onderzoeksraad voor Veiligheid (2011). Over de fysieke veiligheid van het jongekind. Themastudie: voorvall<strong>en</strong> van kindermishandeling met fatale of bijnafatale afloop. D<strong>en</strong> Haag: Onderzoeksraad voor Veiligheid.Ouders Online (2011). Code Oranje (wees alert). Het kwetsbare vertrouw<strong>en</strong>van ouders in de jeugdgezondheidszorg. Geraadpleegd mei 2011 viahttp://www.ouders.nl/pdf/onderzoeksrapport code oranje.pdfLiteratuur 53


Pels, T. (2011). De pedagogische functie van het onderwijs. Utrecht: Verweij-Jonker instituut.Pommer, E. , H. van Kemp<strong>en</strong> <strong>en</strong> K. Sadiraj (2011). Jeugdzorg in groeifase.D<strong>en</strong> Haag: scp.Programmaministerie Jeugd <strong>en</strong> Gezin (2008). De kracht van het gezin. Notagezinsbeleid 2008. D<strong>en</strong> Haag.Programmaministerie Jeugd <strong>en</strong> Gezin (2009). Notitie Multiprobleemgezinn<strong>en</strong>.D<strong>en</strong> Haag.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (2001). Aansprek<strong>en</strong>d opvoed<strong>en</strong>.Balancer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> steun <strong>en</strong> toezicht. D<strong>en</strong> Haag: Sdu.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling / Raad voor de Volksgezondheid<strong>en</strong> Zorg (2008). Versterking voor gezinn<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: rmo/rvz.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (2008). De ontkokering voorbij.Slim organiser<strong>en</strong> voor meer regelruimte. D<strong>en</strong> Haag: rmo.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling / Raad voor de Volksgezondheid<strong>en</strong> Zorg (2009). Invester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: rmo/rvz.Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (2011). Bevrijd<strong>en</strong>d kader voor dejeugdzorg. D<strong>en</strong> Haag: rmo.Rooij<strong>en</strong>, M. Van (2011). Baas in eig<strong>en</strong> probleem. In: Jeugd <strong>en</strong> Co, jg. 5, nr. 4,p. 16-19.Schnabel, P. (2008). Thema: ”Die jeugd van teg<strong>en</strong>woordig…”. In: Jeugdbeleid,jg. 2, nr. 1, p. 3-12.Stam, P.M. <strong>en</strong> P.P.J. Doodkorte (2011). Van d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> naar do<strong>en</strong>. Opvoed<strong>en</strong>versterk<strong>en</strong> in de praktijk. Amersfoort: bmc Advies <strong>en</strong> Managem<strong>en</strong>t.Struijs, A.J. <strong>en</strong> I. Doort<strong>en</strong> (2008). Dilemma’s op de drempel. Signaler<strong>en</strong> <strong>en</strong>ingrijp<strong>en</strong> van professionals in opvoedingssituaties. D<strong>en</strong> Haag: ceg.Struijs, A.J. <strong>en</strong> S. van de Vathorst (2009). Dilemma’s van verpleegkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong>verzorg<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: ceg.“10” Voor Toekomst, int<strong>en</strong>sief ambulante gezinsondersteuning. Leger desHeils. Geraadpleegd op https://gelderland.legerdesheils.nl/10-voortoekomst-0tk (2009/2010). Jeugdzorg dichterbij. Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010,32296, nr. 7.tk (2011/2012a). Thuiszorg. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 23235,nr. 94.tk (2011/2012b). Beleidsdoelstelling<strong>en</strong> op het gebied van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32620, nr. 27.54 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


tk (2011/2012c). Jeugdzorg. Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 31837,nr. 142.tk (2011/2012d). Vaststelling van de begrotingsstat<strong>en</strong> van het ministerie vanOnderwijs, Cultuur <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap (viii) voor het jaar 2012. Tweede Kamer,vergaderjaar 2011-2012, 33000 viii, nr 121.Verhulst, S. (2011). De ‘pedagogische huisarts’ komt eraan. In: Jeugd <strong>en</strong> Co,jg. 5, nr. 7/8, p. 8-11.Volkskrant (2011). “Ouders <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>”; interview Michade Winter, hoogleraar opvoedingsvraagstukk<strong>en</strong>. In: De Volkskrant 10december 2011.Weggemans, H. <strong>en</strong> L. Meiberg (2009). Dring<strong>en</strong>(d) achter de voordeur. HetEnschedese model van wijkcoaches met mandaat. Sociaal Bestek, nr. 3,p. 2-6.Winter, M. de <strong>en</strong> K. van Beek (2009). Elk kind lijkt wel pot<strong>en</strong>tieelrisicogeval. In: De Volkskrant 18 september 2009.Winter, M. de (2010). De psychiatrisering van het Amsterdamse kind.In: Psy, nr. 3, p. 34-35.Winter, M. de (2011a). Elk kind e<strong>en</strong> etiket. Reportage Brandpunt 19 juni 2011.Winter, M. de (2011b). Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Vanachter devoordeur naar democratie <strong>en</strong> verbinding. Amsterdam: swp.Yper<strong>en</strong>, T.A. van <strong>en</strong> P. Stam (2010). Opvoed<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: vng.Yper<strong>en</strong>, T.A. van <strong>en</strong> A. van Woud<strong>en</strong>berg (2011). Werk in uitvoering. Bouw<strong>en</strong>aan het nieuwe jeugdstelsel. Utrecht: nji.Literatuur 55


Bijlage 1AdviesaanvraagBegeleiding van zwakke gezinn<strong>en</strong>Bij sommige kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> is de balans tuss<strong>en</strong> draaglast <strong>en</strong> draagkrachterg kwetsbaar. Zij hebb<strong>en</strong> langdurige zorg <strong>en</strong> begeleiding nodighebb<strong>en</strong> om zich staande te kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Dit hoeft niet altijd zware zorgte zijn, maar zorg op maat <strong>en</strong> op tijd. Toch komt deze zorgvorm niet goedvan de grond.Gezinn<strong>en</strong> met lichte problem<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vaak te zware zorg omdat lichtehulp ontbreekt. Sommige jeugdig<strong>en</strong>/gezinn<strong>en</strong> zijn gebaat bij langdurige,laagfrequ<strong>en</strong>te basishulp (‘waakvlambegeleiding’). Deze wordt echter inveel gevall<strong>en</strong> niet gebod<strong>en</strong>, waardoor dergelijke gezinn<strong>en</strong> te vaak onnodigin zware zorg terecht kom<strong>en</strong>. Het gaat om gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of jeugdig<strong>en</strong> diezonder die hulp niet in staat zijn zelfredzaam te zijn <strong>en</strong>/ of te blijv<strong>en</strong>. DeGezondheidsraad spreekt in dit verband over e<strong>en</strong> ‘lev<strong>en</strong>sloopbegeleider’.Deze functie zou in de og<strong>en</strong> van Jeugd <strong>en</strong> Gezin zo veel mogelijk moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> ingevuld vanuit het sociale netwerk van het kind/het gezin, <strong>en</strong> uitmoet<strong>en</strong> gaan van de eig<strong>en</strong> kracht. Hiervoor zou het sociale kapitaal van hetgezin ingezet moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, om de continuïteit van begeleidingte waarborg<strong>en</strong>.Waakvlambegeleiding heeft als doel het realiser<strong>en</strong> van langdurige, laagfrequ<strong>en</strong>tebasishulp aan jeugdig<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of gezinn<strong>en</strong> om de (gezins)situatiestabiel te houd<strong>en</strong> <strong>en</strong>/ of nieuwe escalatie van problem<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.Het gaat om gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of jeugdig<strong>en</strong> die zonder die hulp niet in staat zijnzelfredzaam te zijn <strong>en</strong>/ of te blijv<strong>en</strong>. De Gezondheidsraad spreekt in ditverband over e<strong>en</strong> ‘lev<strong>en</strong>sloopbegeleider’. Deze functie zou in onze og<strong>en</strong> zoveel mogelijk moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingevuld vanuit het sociale netwerk van hetkind/het gezin, <strong>en</strong> uit moet<strong>en</strong> gaan van de eig<strong>en</strong> kracht. De begeleiding kane<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tieve insteek hebb<strong>en</strong>, maar ook als sluitstuk van zorg <strong>en</strong> ondersteuningword<strong>en</strong> ingezet.56 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


<strong>Maatschappelijke</strong> relevantieHet kan gaan om gezinn<strong>en</strong> die zonder steun niet in staat zijn om e<strong>en</strong>bestaansminimum op te bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> die moeite hebb<strong>en</strong> met het organiser<strong>en</strong>van het dagelijks lev<strong>en</strong>. Waakvlambegeleiding kan echter ook nodigzijn voor e<strong>en</strong> jongere met bijvoorbeeld e<strong>en</strong> autismespectrumstoornis. Dezem<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> het risico sociaal geïsoleerd te rak<strong>en</strong> wanneer zij in fysiek <strong>en</strong>sociaal opzicht niet (meer) zelfredzaam zijn <strong>en</strong> hierbij niet word<strong>en</strong> bereiktdoor di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong><strong>en</strong>de instelling<strong>en</strong> (zorgmissers) of de zorg mijd<strong>en</strong> (zorgmijders).Tegelijk kunn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nog meer geïsoleerd rak<strong>en</strong> doordat zijdoor ander<strong>en</strong> word<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong>. Zij kom<strong>en</strong> terecht in e<strong>en</strong> spiraal vanmijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Uit onderzoek 1 <strong>en</strong> signal<strong>en</strong> uit de praktijk blijkt dat e<strong>en</strong> geïntegreerde,effectieve hulpverl<strong>en</strong>ing aan gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> jeugdig<strong>en</strong> met multiproblematiekniet e<strong>en</strong>voudig te organiser<strong>en</strong> is. Veel hulpverl<strong>en</strong>ing is te veel incid<strong>en</strong>tgerichtterwijl het voor deze groep nodig is dat het structureel van de grondkomt. Het gaat daarnaast vaak om vrag<strong>en</strong> wie voor welke zorg verantwoordelijkis <strong>en</strong> ook om het vervolg<strong>en</strong>s zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> structureel <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>dhulpaanbod.BeleidsrelevantieGeme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaan e<strong>en</strong> steeds belangrijkere rol spel<strong>en</strong> in het jeugdbeleid. Ditstaat beschrev<strong>en</strong> in zowel de kabinetsvisie van Jeugd <strong>en</strong> Gezin als het rapportvan de Parlem<strong>en</strong>taire Werkgroep. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de verantwoordelijkheidal op grond van de wmo. Het advies zou e<strong>en</strong> handvat kunn<strong>en</strong>bied<strong>en</strong> voor geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> om hun rol goed te kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>.Noot1 Gezinn<strong>en</strong> met meerdere problem<strong>en</strong> tegelijk kunn<strong>en</strong> vaak met lichte vorm<strong>en</strong>van hulp sneller <strong>en</strong> beter word<strong>en</strong> geholp<strong>en</strong>. Maar deze hulp bestaateig<strong>en</strong>lijk niet. Gezinn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> vaak te zware hulp aangebod<strong>en</strong> terwijlze met lichtere- <strong>en</strong> goedkopere vorm<strong>en</strong> van hulpverl<strong>en</strong>ing beter geholp<strong>en</strong>zijn. (Verwey-Jonker, juni 2010).Bijlage 1 Adviesaanvraag 57


Bijlage 2Geraadpleegde deskundig<strong>en</strong>Akkerman, YpeBarg, B<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>Beek, Krijn vanBeukers, LeanneBot, SanderBroek, Angela van d<strong>en</strong>Broek, Marieke van d<strong>en</strong>Christiaanse, HansDaam<strong>en</strong>, SuzanDerks, EllieDriedonks, MarloesEert<strong>en</strong>, ManouErdemsoy, SalihaJager, Jacqueline deKamp, Nora van deKar, SibelKeuz<strong>en</strong>kamp, SaskiaKleijn<strong>en</strong> , Ell<strong>en</strong>Klein, Annemiek deKoster-Dreese, YolanKragting, GustaKramer, H<strong>en</strong>kMinisterie van Onderwijs, Cultuur<strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> HaagK-Vri<strong>en</strong>delijk, Omm<strong>en</strong>Ministerie van Justitie, D<strong>en</strong> Haagmee Amstel <strong>en</strong> Zaan, AmsterdamSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,D<strong>en</strong> HaagSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,D<strong>en</strong> HaagStadsdeel Amsterdam Westcedin Educatieve Di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing,Dracht<strong>en</strong>Bureau Frontlijn, RotterdamZandberg<strong>en</strong> Jeugd <strong>en</strong> Opvoedhulp,HilversumMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagBuurtzorg Advies, AlmeloBureau Frontlijn, RotterdamMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagK-Vri<strong>en</strong>delijk, Omm<strong>en</strong>Bureau Frontlijn, RotterdamSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,D<strong>en</strong> HaagSociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,D<strong>en</strong> HaagBuurtzorg Jong, AlmeloCrossOver, NieuwegeinActiz, Utrechtmee Nederland, Utrecht58 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Kuit<strong>en</strong>brouwer, Marti<strong>en</strong>Me<strong>en</strong>horst-Bruggeman, FloorStiphout, ChristieMoor, Jannet deMulders, MoniquePull<strong>en</strong>s, DimphRamos, CarlaRombout, Bar<strong>en</strong>dSoekhram, AnjuSterk, WimTanis, JobVe<strong>en</strong>, Dolf vanVroom, MirandaWaling, Laur<strong>en</strong>sWaling-Huijs<strong>en</strong>, MarianneWeez<strong>en</strong>aar, SaskiaYper<strong>en</strong>, Tom vanStadsdeel Amsterdam WestMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagK-Vri<strong>en</strong>delijk, Omm<strong>en</strong>Universiteit Utrecht, usbo adviesmee Amstel <strong>en</strong> Zaan, AmsterdamBureau Frontlijn, RotterdamBureau Frontlijn, RotterdamBureau Frontlijn, RotterdamGeme<strong>en</strong>te Dordrecht, sector maatschappelijkeontwikkelingMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagMinisterie van Onderwijs, Cultuur<strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> HaagMinisterie van Volksgezondheid,Welzijn <strong>en</strong> Sport, D<strong>en</strong> HaagAlares, D<strong>en</strong> HaagMet Waard<strong>en</strong> Hel<strong>en</strong>, De ZilkZandberg<strong>en</strong> Jeugd <strong>en</strong> Opvoedhulp,HilversumNederlands Jeugdinstituut <strong>en</strong>Universiteit UtrechtBijlage 2 Geraadpleegde deskundig<strong>en</strong> 59


Bijlage 3Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in NederlandAngela van d<strong>en</strong> Broek, Ell<strong>en</strong> Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sander Bot(Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau) in <strong>opdracht</strong> vande Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> OntwikkelingApril 201260 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Inhoud1 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in beeld 621.1 Aanleiding 621.2 Definiëring van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> 631.3 Gezin, sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing 651.4 Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeswijzer 672 Risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin 702.1 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong>: cumulatie van risicofactor<strong>en</strong> 702.2 Preval<strong>en</strong>tie van risicofactor<strong>en</strong> 712.3 Overzicht van de risicofactor<strong>en</strong> 782.4 Cumulatie van factor<strong>en</strong> 803 Sociale omgeving 843.1 Het belang van e<strong>en</strong> sociaal netwerk 843.2 Buurt 884 Formele hulpverl<strong>en</strong>ing 914.1 Ouders die zich zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> 914.2 Ouders die hulp zoek<strong>en</strong> 924.3 Behoeft<strong>en</strong> op het gebied van hulpverl<strong>en</strong>ing 964.4 Knelpunt<strong>en</strong> in de hulpverl<strong>en</strong>ing 1025 Conclusie <strong>en</strong> discussie 1065.1 De driehoek van gezin, sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing 1065.2 E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning 109Refer<strong>en</strong>ties 113Bijlage A 118Bijlage B 119Bijlage C 123Bijlage D 126Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 61


1Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in beeld1.1 AanleidingIn 2010 telde Nederland ruim 2,5 miljo<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met thuiswon<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>;dat is bijna 35% van het totale aantal huishoud<strong>en</strong>s (cbs StatLine, januari2011). Met de meeste gezinn<strong>en</strong> gaat het goed. Ouders zijn veelal tevred<strong>en</strong>over de opvoeding van hun kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> merk<strong>en</strong> dat zij goed in staat zijn omvoor hun kinder<strong>en</strong> te zorg<strong>en</strong>. Ook de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> verlooptover het algeme<strong>en</strong> goed. De meerderheid is gezond, gaat naar (e<strong>en</strong> reguliere)school, <strong>en</strong> heeft ge<strong>en</strong> psychosociale problem<strong>en</strong> (Van d<strong>en</strong> Broek et al. 2010).Tegelijkertijd klink<strong>en</strong> er regelmatig uit zowel wet<strong>en</strong>schappelijke als uit politiekehoek bezorgde geluid<strong>en</strong> over de ontwikkeling van jeugdig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> overhet functioner<strong>en</strong> van de gezinn<strong>en</strong> waar deze kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> deel vanuitmak<strong>en</strong> (Hermanns 2009; Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong>Sport [vws] 2006; Programmaministerie voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin 2008). Dezebezorgdheid komt deels voort uit e<strong>en</strong> aantal rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong>. Zo waser de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het aantal gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> kinderbeschermingsmaatregel(Hermanns 2009), alsook van het aantal melding<strong>en</strong>van kindermishandeling <strong>en</strong> het aantal geaccepteerde aanmelding<strong>en</strong> bijBureau Jeugdzorg (mogroep 2009) (zie ook bijlage A). Daarnaast deed zichin het afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium e<strong>en</strong> aantal tragische incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor, waarinouders faald<strong>en</strong> <strong>en</strong> het hulpverl<strong>en</strong>ers niet lukte tijdig in te grijp<strong>en</strong> (Bucx 2011).Sommige gezinn<strong>en</strong> zijn bijzonder kwetsbaar voor het ontwikkel<strong>en</strong> vanproblem<strong>en</strong>. Het voormalige programmaministerie voor Jeugd <strong>en</strong> Gezinconcludeerde dat bij deze zog<strong>en</strong>aamde ‘kwetsbare gezinn<strong>en</strong>’ de balans tuss<strong>en</strong>draaglast <strong>en</strong> draagkracht verstoord is; zij lijk<strong>en</strong> te weinig draagkracht tehebb<strong>en</strong> om met de dagelijkse gang van zak<strong>en</strong> om te gaan <strong>en</strong> elk bijkom<strong>en</strong>dprobleem is voor h<strong>en</strong> te zwaar. De Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling(RMO) is door dit voormalige programma ministerie (nu vervang<strong>en</strong> door de62 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Directie Jeugd van het ministerie van vws) gevraagd om advies te gev<strong>en</strong>hoe de begeleiding van deze gezinn<strong>en</strong> vorm zou kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Hetministerie heeft namelijk de indruk dat e<strong>en</strong> deel van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong>terechtkomt in de incid<strong>en</strong>tele, zware, <strong>en</strong> daarmee ook in de relatiefdure hulpverl<strong>en</strong>ing, terwijl ze mogelijk meer baat hebb<strong>en</strong> bij langdurige,laagfrequ<strong>en</strong>te begeleiding. Tegelijkertijd leeft het idee dat er kwetsbaregezinn<strong>en</strong> zijn die moeilijk of niet bereikt word<strong>en</strong>. Het gaat er al met al omdat de hulpverl<strong>en</strong>ing onvoldo<strong>en</strong>de zou aansluit<strong>en</strong> bij de behoeft<strong>en</strong> vankwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Om tot e<strong>en</strong> advies te kom<strong>en</strong> is het voor de rmo van belang om e<strong>en</strong> goedbeeld te hebb<strong>en</strong> van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland. Het scp is danook gevraagd om t<strong>en</strong> behoeve van dit advies e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de studie uitte voer<strong>en</strong>; om welke gezinn<strong>en</strong> gaat het als we het hebb<strong>en</strong> over kwetsbaregezinn<strong>en</strong>? Wat is de omvang van deze groep? Wat wet<strong>en</strong> we over hunsociale omgeving? In hoeverre mak<strong>en</strong> zij gebruik van formele hulpverl<strong>en</strong>ing,<strong>en</strong> hoe kijk<strong>en</strong> zij aan teg<strong>en</strong> deze ondersteuning?1.2 Definiëring van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>Er bestaat ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige definitie van ‘kwetsbare’ gezinn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> veelgebruiktemethode om te beschrijv<strong>en</strong> welke gezinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoogde kanslop<strong>en</strong> in de problem<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, is het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de balans tuss<strong>en</strong>draaglast <strong>en</strong> draagkracht; bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong>verstoorde balans. Draaglast betreft de opvoedingstak<strong>en</strong> die ouders moet<strong>en</strong>vervull<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aanwezige risicofactor<strong>en</strong> – d.w.z. k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ouders/gezinn<strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omgeving die e<strong>en</strong> ongunstige uitwerking hebb<strong>en</strong>op de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>. Draagkracht heeft betrekking op opvoedingsvaardighed<strong>en</strong>van ouders <strong>en</strong> op de aanwezigheid van protectievefactor<strong>en</strong> – deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van ouders/gezinn<strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> de omgevingverklein<strong>en</strong> de kans op nadelige effect<strong>en</strong> van de aanwezige risico’s (Bakker etal. 1998a; Hermanns et al. 2005; Prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koch 2001).Er is weinig specifiek onderzoek gedaan naar kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Eerder onderzoek naar gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verstoorde balans richtte zichvooral op het zog<strong>en</strong>aamde ‘multiprobleemgezin’; “e<strong>en</strong> gezin dat kampt mete<strong>en</strong> chronisch complex aan socio-economische <strong>en</strong> psychosociale factor<strong>en</strong> waarvande betrokk<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers vind<strong>en</strong> dat het weerbarstig is voor hulp” (GhesquièreBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 63


1993). E<strong>en</strong> dergelijk gezin ondervindt problem<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de gebied<strong>en</strong>(bv. gezondheid, financiën <strong>en</strong> opvoeding), <strong>en</strong> heeft vaak al geruime tijd temak<strong>en</strong> gehad met allerlei soort<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers (Van der Laan 2007). Somsgaat het overig<strong>en</strong>s om gezinn<strong>en</strong> die zorg mijd<strong>en</strong>. De problem<strong>en</strong> zijn doorgaanslangdurig van aard <strong>en</strong> complex vanwege onderlinge verwev<strong>en</strong>heid.Cijfers op basis van zorgregistraties <strong>en</strong>/of telling<strong>en</strong> door hulpverl<strong>en</strong>erswijz<strong>en</strong> op gemiddeld 1% - 3,8% van de gezinn<strong>en</strong> als ‘multiprobleemgezin’(Van Burik 2006; Van der Laan 2007). Deze perc<strong>en</strong>tages zijn aanzi<strong>en</strong>lijkhoger wanneer <strong>en</strong>kel gekek<strong>en</strong> wordt naar gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zorgelijkeopvoedsituatie: 15% van de gezinn<strong>en</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met opvoedproblem<strong>en</strong>,waarvan er bij 5% sprake is van zware problematiek (Zeijl et al. 2005).Wat opvalt aan de beschrijving van de term multiprobleemgezin is dathet gezin op verschill<strong>en</strong>de terrein<strong>en</strong> (chronische) problem<strong>en</strong> ondervindtdie op elkaar kunn<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat het gezin te mak<strong>en</strong> moet hebb<strong>en</strong>met (problem<strong>en</strong> met de) hulpverl<strong>en</strong>ing. Het verschil tuss<strong>en</strong> multiprobleemgezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is in onze visie het vóórkom<strong>en</strong> vanmeervoudige problematiek versus e<strong>en</strong> verhoogde kans lop<strong>en</strong> op problematiek;kwetsbare gezinn<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> dus niet per se teg<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> aan te lop<strong>en</strong>.In de multiprobleemgezinn<strong>en</strong> is dat (per definitie) wel het geval; zij zijn duse<strong>en</strong> deelpopulatie van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.De g<strong>en</strong>oemde verhoogde kans op problem<strong>en</strong> bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong>heeft te mak<strong>en</strong> met de aanwezigheid van risicofactor<strong>en</strong> in <strong>en</strong> om het gezin(bv. Hermanns et al. 2005). Hoewel deze gezinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico lop<strong>en</strong>op allerlei soort<strong>en</strong> problem<strong>en</strong>, focuss<strong>en</strong> wij in de huidige studie op risico’svoor opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>. Bij het ontstaan vandergelijke problem<strong>en</strong> speelt het totaal aan risico- <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol (Bakker et al. 1998b). Het werk<strong>en</strong>de mechanisme van de bescherm<strong>en</strong>defactor<strong>en</strong> is echter ingewikkeld; zij zoud<strong>en</strong> bijvoorbeeld alle<strong>en</strong> inaanwezigheid van bepaalde risicofactor<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> (Hermanns et al. 2005).Omdat deze protectieve factor<strong>en</strong> dan ook niet e<strong>en</strong>voudigweg opgeteld kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we ons in deze studie bij het bepal<strong>en</strong> van het aantalkwetsbare gezinn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gericht op risicofactor<strong>en</strong>. Uit onderzoek blijktdat naargelang er meer risicofactor<strong>en</strong> aanwezig zijn de ontwikkeling vankinder<strong>en</strong> meer onder druk komt te staan (Prins<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koch 2001). In dehuidige studie beschouw<strong>en</strong> we gezinn<strong>en</strong> dan ook als ‘kwetsbaar’ indi<strong>en</strong> zij– vanwege e<strong>en</strong> cumulatie van risicofactor<strong>en</strong> – e<strong>en</strong> verhoogde kans hebb<strong>en</strong> ophet ontstaan van opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>.64 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


1.3 Gezin, sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingOm e<strong>en</strong> beter beeld van de groep ‘kwetsbare gezinn<strong>en</strong>’ te kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>,heeft de rmo beslot<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drietal aspect<strong>en</strong> in acht te nem<strong>en</strong>. Deze aspect<strong>en</strong>zijn weergegev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> heuristisch model (figuur 1):1) We sprek<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> als er sprake is van e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapelingvan risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin. Het gaat hierbij om factor<strong>en</strong> als armoede,e<strong>en</strong>ouderschap, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> langdurige aando<strong>en</strong>ing bij e<strong>en</strong> kind of ouder.2) De kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin kan verhoogd word<strong>en</strong> door gebrekkigesociale netwerk<strong>en</strong> of ondersteuning, of door e<strong>en</strong> problematische sociale omgeving.E<strong>en</strong> adequate sociale omgeving kan de kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezinjuist verlag<strong>en</strong>.3) T<strong>en</strong> derde kan de formele hulpverl<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>; de (ev<strong>en</strong>tuele)hulpverl<strong>en</strong>ing sluit wellicht niet altijd aan bij de behoeft<strong>en</strong> van ‘kwetsbaregezinn<strong>en</strong>’, doordat er beperkte of ontoereik<strong>en</strong>de beroepsmatige begeleidingis, of doordat er juist sprake is van e<strong>en</strong> overdaad aan begeleiding.Figuur 1Drie aspect<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de kwetsbaarheid van gezinn<strong>en</strong>1. (ope<strong>en</strong>stapeling van) risicofactor<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het gezinkwetsbaregezinn<strong>en</strong>2. gebrekkige sociale omgeving3. niet-pass<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing1. Risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezinKwetsbare gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met diverse risicofactor<strong>en</strong> vooropvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>. In de literatuur word<strong>en</strong>Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 65


vele factor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, zoals e<strong>en</strong> laag opleidingsniveau van ouders, psychischeproblematiek bij ouders, armoede in het gezin, e<strong>en</strong> laag geboortegewichtvan het kind, <strong>en</strong> het won<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> achterstandswijk (Bakker et al.1998a; Hermanns et al. 2005; Stev<strong>en</strong>s et al. 2009). Psychosociale problem<strong>en</strong>bij kinder<strong>en</strong> zijn met name gerelateerd aan de hoeveelheid risicofactor<strong>en</strong>,<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> minder sam<strong>en</strong> met de zwaarte van één factor (Bakker et al.1998b). Aan de hand van (e<strong>en</strong> cumulatie van) e<strong>en</strong> aantal veelg<strong>en</strong>oemderisicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin wordt in hoofdstuk 2 e<strong>en</strong> beeld geschetstvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland.Hierbij merk<strong>en</strong> we op dat niet alle jeugdig<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> met één of <strong>en</strong>kele risicofactor<strong>en</strong> in het gezin daadwerkelijk problem<strong>en</strong>ondervind<strong>en</strong> (Bakker 1998a); armoede verhoogt bijvoorbeeld dekans op gedragsproblem<strong>en</strong>, maar in de meeste arme gezinn<strong>en</strong> verloopt deontwikkeling van de kinder<strong>en</strong> wel goed (Zeijl et al. 2005). Risicofactor<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> dus niet gelijk word<strong>en</strong> gesteld aan problem<strong>en</strong>; ze gev<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong>verhoogde kans hierop.2. Sociale omgevingGezinn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bredere sociale <strong>en</strong> informele context, zoalsde buurt waarin ze won<strong>en</strong> <strong>en</strong> de sociale netwerk<strong>en</strong> waarvan ze deel uitmak<strong>en</strong>(Bronf<strong>en</strong>br<strong>en</strong>ner 1979; Lev<strong>en</strong>thal <strong>en</strong> Brooks-Gun 2000; rmo/rvz2009). Wanneer kinder<strong>en</strong> opgroei<strong>en</strong> in situaties waarin het ouders nietlukt e<strong>en</strong> optimale opvoedomgeving te creër<strong>en</strong>, vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>dsociaal netwerk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> buurtomgeving mogelijk e<strong>en</strong> buffer(De Roos et al. 2011). Ouders kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld bij familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ofbur<strong>en</strong> terecht voor advies over de opvoeding, <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> buurt won<strong>en</strong> waarsprake is van e<strong>en</strong> hoge mate van sociale cohesie. De sociale omgeving kandan de kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin verlag<strong>en</strong>. Aan de andere kant kandeze omgeving ook e<strong>en</strong> extra stressfactor vorm<strong>en</strong> – wanneer er bijvoorbeeldsprake is van veel negatieve prikkels (De Roos et al. 2011) – <strong>en</strong> hoefte<strong>en</strong> sociaal netwerk niet altijd ondersteun<strong>en</strong>d te zijn; het gebrek aan e<strong>en</strong>ondersteun<strong>en</strong>de sociale omgeving kan de kwetsbaarheid van het gezin danjuist verhog<strong>en</strong> (Bakker et al. 1998a).3. Hulpverl<strong>en</strong>ingDe ev<strong>en</strong>tuele steun vanuit de sociale omgeving is niet altijd voldo<strong>en</strong>de ommogelijke problem<strong>en</strong> bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> te voorkóm<strong>en</strong> of te vermin-66 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


der<strong>en</strong>. Hierdoor kunn<strong>en</strong> zij aangewez<strong>en</strong> zijn op formele hulpverl<strong>en</strong>ing.In Nederland zijn er diverse vorm<strong>en</strong> van hulp beschikbaar om ouders <strong>en</strong>gezinn<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong>. De ondersteuning kan gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> doorperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> instanties als huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> medewerkers van het consultatiebureau,maar ook door pedagog<strong>en</strong>/psycholog<strong>en</strong> <strong>en</strong> medewerkers in degeestelijke gezondheidszorg. Formele hulpverl<strong>en</strong>ing helpt (kwetsbare)gezinn<strong>en</strong> in beginsel bij het voorkóm<strong>en</strong> <strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> van opvoed- <strong>en</strong>opgroeiproblem<strong>en</strong> (Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Broek 2010). In dat geval draagthet bij aan het verklein<strong>en</strong> van de kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin. Formelehulp kan daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> ook de kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin vergrot<strong>en</strong> wanneerhet niet pass<strong>en</strong>d is; zo kan de hulp niet aansluit<strong>en</strong> bij hun behoeft<strong>en</strong>,kunn<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> overdaad aan (gespecialiseerde) ondersteuningbijvoorbeeld in e<strong>en</strong> afhankelijke positie gemanoeuvreerd word<strong>en</strong>, of kanhet zijn dat gezinn<strong>en</strong> met zware problem<strong>en</strong> juist niet of moeilijk bereiktword<strong>en</strong> door de hulpverl<strong>en</strong>ing.1.4 Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeswijzerIn navolging van de rmo gaan wij ervan uit dat de drie besprok<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong>gezam<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de mate van kwetsbaarheid van gezinn<strong>en</strong>; w<strong>en</strong>em<strong>en</strong> de aanwezigheid van risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin als uitgangspunt,<strong>en</strong> de sociale omgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing kunn<strong>en</strong> deze kwetsbaarheidvergrot<strong>en</strong> dan wel verklein<strong>en</strong>. De drie aspect<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we in kaartaan de hand van diverse bronn<strong>en</strong>. Zo mak<strong>en</strong> we gebruik van literatuurstudie,<strong>en</strong> van statistiek<strong>en</strong> afkomstig van cbs StatLine (2011). Ook gebruik<strong>en</strong>we kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s die afkomstig zijn van het Aanvull<strong>en</strong>d voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>gebruikonderzoek (avo) uit 2007 <strong>en</strong> van Opvoed<strong>en</strong> in Nederland(oin) uit 2010, beide van het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau. 1 Daarnaasthebb<strong>en</strong> we interviews gehoud<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal ouders uit kwetsbaregezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers: zev<strong>en</strong> opvoeders zijn bevraagd – zes moeders<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vader – ev<strong>en</strong>als vijf bij deze opvoeders betrokk<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ersvan verschill<strong>en</strong>de organisaties (o.a. Entrea, Kompaan <strong>en</strong> De Bocht, <strong>en</strong> OnsTweede Thuis). 2 In alle gezinn<strong>en</strong> was er vanwege uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>reeds sprake van opvoed- of ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij de kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong>was er bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing ingeschakeld. Het gaat hierbij dus om e<strong>en</strong>specifieke selectie (deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>) van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 67


Het is immers moeilijk om – de minder duidelijk zichtbare groep – kwetsbaregezinn<strong>en</strong> zónder problem<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. Om zicht te krijg<strong>en</strong> op hoeouders teg<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing aankijk<strong>en</strong> is het bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> handig ouders teinterview<strong>en</strong> die ervaring hebb<strong>en</strong> met formele hulp, waardoor je dus bijgezinn<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> uitkomt. In bijlage B staat e<strong>en</strong> korte beschrijvingvan elk geïnterviewde gezin. Om de anonimiteit van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tewaarborg<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> in dit rapport nam<strong>en</strong> van ouders, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ersniet weergegev<strong>en</strong>. De gepres<strong>en</strong>teerde citat<strong>en</strong> van de geïnterviewderespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn soms <strong>en</strong>igszins aangepast om de leesbaarheid ervante vergrot<strong>en</strong>. De interviewgegev<strong>en</strong>s gebruik<strong>en</strong> we om meer te kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>over de sociale om geving, <strong>en</strong> met name om meer zicht te krijg<strong>en</strong> op hoeer teg<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing aangekek<strong>en</strong> wordt.We beginn<strong>en</strong> in hoofdstuk 2 met e<strong>en</strong> overzicht van het vóórkom<strong>en</strong> vandiverse risicofactor<strong>en</strong> die ervoor kunn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat gezinn<strong>en</strong> zich in e<strong>en</strong>kwetsbare situatie bevind<strong>en</strong>. Hoeveel gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld temak<strong>en</strong> met armoede? Of met e<strong>en</strong> langdurig ziek gezinslid? Hoeveel gezinn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> cumulatie van risico’s? Vervolg<strong>en</strong>s nem<strong>en</strong>we de sociale omgeving onder de loep (hoofdstuk 3). Hebb<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>bijvoorbeeld veel contact met familie <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>? En hoe is het gesteldmet de sociale cohesie in de buurt? Daarna komt in hoofdstuk 4 de formelesteun aan bod. In hoeverre mak<strong>en</strong> ouders zich zorg<strong>en</strong> over de opvoeding <strong>en</strong>ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>? En als zij hiervoor hulp of advies zoek<strong>en</strong>, waarzoek<strong>en</strong> zij dat dan? We bested<strong>en</strong> ook uitgebreid aandacht aan de m<strong>en</strong>ingvan gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers over de ondersteuning aan kwetsbaregezinn<strong>en</strong>. Hoe kunn<strong>en</strong> zij het beste ondersteund word<strong>en</strong>? Het onderzoekwordt afgeslot<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> conclusie <strong>en</strong> discussie (hoofdstuk 5).Not<strong>en</strong>1 De analyses hebb<strong>en</strong> betrekking op ouders met thuiswon<strong>en</strong>de minderjarigekinder<strong>en</strong>. De gegev<strong>en</strong>s zijn gewog<strong>en</strong> om de resultat<strong>en</strong> van desteekproev<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> naar de populatie. Voor meerinformatie over het AVO’07 <strong>en</strong> OIN’10 verwijz<strong>en</strong> we naar de website vanhet Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau: www.scp.nl.2 De gezinn<strong>en</strong> zijn geworv<strong>en</strong> via hulpverl<strong>en</strong>ingsinstelling<strong>en</strong> (Jeugd-GGZ, Jeugdzorg, (jeugd-)LVG-zorg) die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met kwetsbare68 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


gezinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waar de onderzoekers veelal reeds zelf contact<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>.Het gaat hierbij om instanties die (in de meeste gevall<strong>en</strong>) geïndiceerdegezinsondersteuning bied<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal hulpverl<strong>en</strong>ers van deze instantiesis uitgelegd wat wij verstaan onder kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong>vervolg<strong>en</strong>s is h<strong>en</strong> gevraagd <strong>en</strong>kele van deze gezinn<strong>en</strong> te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> metde vraag mee te werk<strong>en</strong> aan het onderzoek. Gezinn<strong>en</strong> die minder bereidwilligwar<strong>en</strong>, of – volg<strong>en</strong>s de hulpverl<strong>en</strong>er – minder in staat war<strong>en</strong> hunsituatie <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> te besprek<strong>en</strong>, zijn hierdoor niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>in het onderzoek. Tijd<strong>en</strong>s het interview is ouders gevraagd naar hungezinssituatie, sociale omgeving, <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> op hetgebied van hulpverl<strong>en</strong>ing. Als dank voor hun deelname hebb<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong>na afloop van het interview e<strong>en</strong> cadeaubon ontvang<strong>en</strong>.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 69


2Risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin2.1 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong>: cumulatie van risicofactor<strong>en</strong>Hoeveel gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong>?Het gaat hierbij puur om de aanwezigheid van risicofactor<strong>en</strong>,ongeacht of deze bij de betreff<strong>en</strong>de gezinn<strong>en</strong> daadwerkelijk tot problem<strong>en</strong>voor de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Afgeleid van diverse bronn<strong>en</strong>(bv. Bakker et al. 1998a/b; Hermanns et al. 2005; Stev<strong>en</strong>s et al. 2009), volgthier e<strong>en</strong> overzicht van risicofactor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> negatieve invloed kunn<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> op de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong>:a Sociaal economische status (ses)– laag opleidingsniveau van de ouder(s)– armoede– werkloosheid onder de ouder(s)– ongunstige buurt (op basis van ses van de bewoners) 1b Gezinssam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> opvoed<strong>en</strong>– alle<strong>en</strong>staand ouderschap– ti<strong>en</strong>ermoederschap– behor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> etnische minderheid (niet-westers)– ongunstig opvoedingsgedrag– huiselijk geweldc Gezondheid <strong>en</strong> verslaving van de ouders– langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicap– emotionele problem<strong>en</strong>– verslavingsproblematiek (alcohol-, drugs-, of gokverslaving)d Gezondheid <strong>en</strong> temperam<strong>en</strong>t van de kinder<strong>en</strong>– langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicap– zwakbegaafdheid– laag geboortegewicht– moeilijk temperam<strong>en</strong>t70 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezin te mak<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> ongunstig k<strong>en</strong>merk (bijvoorbeeldalle<strong>en</strong>staand ouderschap of e<strong>en</strong> laag opleidingsniveau), merk<strong>en</strong> we dit aanals e<strong>en</strong> risicofactor. Dit wil niet zegg<strong>en</strong> dat het gezin e<strong>en</strong> probleem heeft,maar alle<strong>en</strong> dat er één of meerdere factor<strong>en</strong> aanwezig zijn die de kans opopvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong>.De kans op problem<strong>en</strong> is bij de aanwezigheid van één risicofactor overig<strong>en</strong>sniet veel groter dan bij het geheel ontbrek<strong>en</strong> van risicofactor<strong>en</strong>(Asscher <strong>en</strong> Pauluss<strong>en</strong>-Hoog<strong>en</strong>boom 2005; Hermanns et al. 2005). Het isdan ook van belang om te kijk<strong>en</strong> naar gezinn<strong>en</strong> waarin sprake is van e<strong>en</strong>ope<strong>en</strong>stapeling van risicofactor<strong>en</strong>; zij lop<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verhoogdekans op opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> (Bakker et al. 1998b). Volg<strong>en</strong>seerder onderzoek (bv. Hermanns et al. 2005; Meij <strong>en</strong> Bo<strong>en</strong>dermaker 2008)is het hierbij nauwelijks van belang om welke (combinaties van) risicofactor<strong>en</strong>het gaat: al is de <strong>en</strong>e factor wellicht iets belangrijker dan de andere, hetaantal bepaalt de kans dat er problem<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.Uit de meeste studies die e<strong>en</strong> verband aanton<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het aantalrisico factor<strong>en</strong> <strong>en</strong> het vóórkom<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>, blijkt dat de kans op deaanwezigheid van e<strong>en</strong> probleem substantieel is (meer dan 30%) wanneerer sprake is van e<strong>en</strong> cumulatie van t<strong>en</strong> minste vier risicofactor<strong>en</strong> bij of in dedirecte omgeving van het kind. Deze relatie tuss<strong>en</strong> het aantal risicofactor<strong>en</strong><strong>en</strong> ongunstige ontwikkelingsuitkomst<strong>en</strong> is voor kinder<strong>en</strong> (0-19 jaar)onder andere aangetoond voor psychische problem<strong>en</strong>, gedragsproblem<strong>en</strong>,intellig<strong>en</strong>tieontwikkeling <strong>en</strong> delinqu<strong>en</strong>tie (Hermanns et al. 2005). Op basishiervan beschouw<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gezin als ‘kwetsbaar’ als het te mak<strong>en</strong> heeftmet vier of meer risicofactor<strong>en</strong>.2.2 Preval<strong>en</strong>tie van risicofactor<strong>en</strong>De preval<strong>en</strong>tie van de g<strong>en</strong>oemde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> baser<strong>en</strong> we op landelijkecijfers die afkomstig zijn van verschill<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>. Afhankelijk van debeschikbaarheid van gegev<strong>en</strong>s, gaat het om cijfers op bevolkingsniveau,gezinsniveau dan wel op individueel (kind)niveau.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 71


a. Sociaal economische statusE<strong>en</strong> deel van de kinder<strong>en</strong> in Nederland groeit op in e<strong>en</strong> gezin met e<strong>en</strong> lagesociaaleconomische status. Dit betreft gezinn<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>met factor<strong>en</strong> als laagopgeleide ouders, e<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkloosheid( Bakker et al. 1998b). Dergelijke factor<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong>ongunstig sam<strong>en</strong> met de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>; ze gev<strong>en</strong> bijvoorbeelde<strong>en</strong> verhoogde kans op opvoedproblem<strong>en</strong>, emotionele problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerproblem<strong>en</strong>(Mason et al. 1999; oecd 2009; rmo <strong>en</strong> rvz 2009: Smeets et al.2009; Zeijl et al. 2005). Ook is in onderzoek e<strong>en</strong> verband naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> armoede <strong>en</strong> sociale uitsluiting onder kinder<strong>en</strong> (Jehoel-Gijsbers2009; Roest et al. 2010).Laag opleidingsniveau van oudersIn 2009 was er in ongeveer 13% van de gezinn<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> laag opleidingsniveau;de hoogst behaalde opleiding onder beide ouders was basisonderwijs,vmbo of mbo-1. Verder had in 43% van de gezinn<strong>en</strong> t<strong>en</strong> minstee<strong>en</strong> van de ouders e<strong>en</strong> gemiddeld opleidingsniveau (havo, vwo of mbo-2tot mbo-4), <strong>en</strong> in 44% van de gezinn<strong>en</strong> had t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> van de ouderse<strong>en</strong> hoge opleiding afgerond (hbo of wo). Deze cijfers zijn gebaseerd op deEnquête Beroepsbevolking van het cbs (ebb’09). 2ArmoedeE<strong>en</strong> gezin met twee ouders (of verzorgers) heeft e<strong>en</strong> gemiddeld besteedbaarinkom<strong>en</strong> van ongeveer 47.000 euro. Voor e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>oudergezin is dit aanzi<strong>en</strong>lijklager: circa 27.600 euro - ev<strong>en</strong>tuele inkomst<strong>en</strong> uit alim<strong>en</strong>tatie zijnniet meegerek<strong>en</strong>d (cijfers over 2008, cbs StatLine, januari 2011). Het aandeelgezinn<strong>en</strong> dat in Nederland in armoede leeft is moeilijk aan te gev<strong>en</strong>.Doorgaans definieert m<strong>en</strong> armoede als ‘over onvoldo<strong>en</strong>de geld beschikk<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> bepaald consumpti<strong>en</strong>iveau’ (cbs 2010). Hierbij kunn<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>dearmoedegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> gehanteerd word<strong>en</strong>. In navolging van Roest et al.(2010) beschouw<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> gezin als ‘arm’ als het leeft van e<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>onder 120% van het sociale minimum. In dat geval wijz<strong>en</strong> landelijke cijfersuit dat ongeveer 10% van de gezinn<strong>en</strong> in Nederland ‘arm’ is (cbs StatLine,januari 2011). Dit betreft zowel gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bijstandsuitkering, alsgezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> relatief laag inkom<strong>en</strong> uit werk dan wel uit e<strong>en</strong> werkloosheids-of arbeidsongeschiktheidsuitkering (Roest et al. 2010).72 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


WerkloosheidE<strong>en</strong> persoon is werkloos wanneer hij of zij ge<strong>en</strong> betaalde baan heeft, maarhier wel naar op zoek is. Het landelijke werkloosheidsperc<strong>en</strong>tage, zoalsgemet<strong>en</strong> in 2009, bedraagt 4,8%. Van de ouders met thuiswon<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>is circa 3,4% werkloos; werkloosheid komt vaker voor bij alle<strong>en</strong>staandeouders dan bij ouders uit tweeoudergezinn<strong>en</strong>, respectievelijk 7,4% <strong>en</strong>3% (cijfers over 2009; cbs StatLine, januari 2011). Bij ruim e<strong>en</strong> kwart vanalle werkloz<strong>en</strong> was er sprake van langdurige werkloosheid (langer dan 12maand<strong>en</strong>) (Bierings et al. 2011).Ongunstige buurtCirca 17% van de kinder<strong>en</strong> in Nederland groeit op in e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde‘achterstandswijk’, oftewel e<strong>en</strong> buurt met e<strong>en</strong> gemiddeld laag opleidingsniveau,laag inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge mate van werkloosheid (cijfers over 2008,Steketee et al. 2010). Deze buurt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bijvoorbeeld vaak gek<strong>en</strong>merktdoor slechte huisvesting, wat negatief gerelateerd is aan de gezondheid vankinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun schoolprestaties (Geme<strong>en</strong>te Utrecht 2007; Sykes 2009).Het sociale aspect van de buurt (sociale contact<strong>en</strong> e.d.) zal aan bod kom<strong>en</strong>bij het besprek<strong>en</strong> van de sociale omgeving in hoofdstuk 3.b. Gezinssam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> opvoedingDe diversiteit van de gezinn<strong>en</strong> in Nederland neemt toe. Steeds mindergezinn<strong>en</strong> bestaan uit twee autochtoon Nederlandse ouders die sam<strong>en</strong> tweeof drie kinder<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>; e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> nietwesterseachtergrond kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld steeds vaker voor (Van Egt<strong>en</strong>et al. 2008). Afgezi<strong>en</strong> van situaties waarin er sprake is van co-ouderschap,heeft e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande ouder ge<strong>en</strong> partner met wie de zorg voor de kinder<strong>en</strong><strong>en</strong> werk gedeeld kan word<strong>en</strong>. Dit br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> grotere taakbelastingmet zich mee <strong>en</strong> kan opvoedproblem<strong>en</strong> als gevolg hebb<strong>en</strong> (Bucx 2009).Daarnaast kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele conflict<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> ouders die voorafgaanaan, of sam<strong>en</strong>gaan met e<strong>en</strong> echtscheiding zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> lager welbevind<strong>en</strong><strong>en</strong> meer depressieve gevoel<strong>en</strong>s bij kinder<strong>en</strong> (Spruijt 2007). Wanneere<strong>en</strong> (gescheid<strong>en</strong>) alle<strong>en</strong>staande ouder gaat sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> nieuwepartner is er sprake van e<strong>en</strong> stiefgezin. Bij deze gezinsvorm is het risicoop bijvoorbeeld emotionele problem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> groter (De Roos et al.2011). E<strong>en</strong> andere risicofactor is ti<strong>en</strong>ermoederschap; jonge moeders kunn<strong>en</strong>Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 73


vaak hun opleiding niet afmak<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veelal weinig geld te bested<strong>en</strong> <strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> geïsoleerd rak<strong>en</strong> van familie <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (Van Lee et al. 2009). Hetbehor<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> etnische minderheid wordt ook beschouwd als e<strong>en</strong> factordie e<strong>en</strong> verhoogde kans geeft op e<strong>en</strong> problematische ontwikkeling (Bakkeret al. 1998a; Stev<strong>en</strong>s et al. 2009); deze jeugdig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld vakerte mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> taalachterstand (Gijsberts <strong>en</strong> Herweijer 2009) <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>worstel<strong>en</strong> met het opgroei<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee cultur<strong>en</strong> (Pels et al. 2009; DeVries 2006). Naast de gezinssam<strong>en</strong>stelling speelt ook de manier waaropouders opvoed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol bij de ontwikkeling van hun kinder<strong>en</strong>(De Roos et al. 2011), hetzelfde geldt voor het vóórkom<strong>en</strong> van huiselijkgeweld binn<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> (Lemmers 2002).Alle<strong>en</strong>staand ouderschapIn 2010 telde Nederland zoals eerder vermeld ruim 2,5 miljo<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>smet kinder<strong>en</strong>. Het aandeel e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> betrof 19% van degezinn<strong>en</strong>, oftewel ruim 486.000 gezinn<strong>en</strong>. Van deze e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>had 60% één kind, 30% had twee kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> 10% drie of meer kinder<strong>en</strong>(cbs StatLine, januari 2011). Alle<strong>en</strong>staand ouderschap kan e<strong>en</strong> bewustekeuze zijn, maar bijvoorbeeld ook het gevolg zijn van e<strong>en</strong> echtscheiding.Landelijke cijfers wijz<strong>en</strong> op 30.779 echtscheiding<strong>en</strong> in 2009. In 54% vandeze gevall<strong>en</strong> (16.490) war<strong>en</strong> er kinder<strong>en</strong> bij betrokk<strong>en</strong>.Ti<strong>en</strong>ermoederschapIn 2009 heeft 0,5% van het totale aantal meisjes tuss<strong>en</strong> de 15 <strong>en</strong> 20 jaar e<strong>en</strong>kind gekreg<strong>en</strong>; dit komt neer op ruim 2600 meisjes. Voor 92% van de meisjeswas dit hun eerste kind, voor 8% hun tweede, derde of zelfs vierde kind(cbs StatLine, februari 2011). In 2009 war<strong>en</strong> er in totaal bijna 3200 ti<strong>en</strong>ermoedersin Nederland (Nederlands Jeugdinstituut 2011).Etnische minderheidE<strong>en</strong> migrant is iemand van wie t<strong>en</strong> minste één ouder in het buit<strong>en</strong>landgebor<strong>en</strong> is. We sprek<strong>en</strong> van niet-westerse migrant<strong>en</strong> als het land vanherkomst geleg<strong>en</strong> is in Afrika, Latijns- Amerika of Azië (m.u.v. Japan<strong>en</strong> Indonesië) of als het Turkije betreft. Ruim 14% van de gezinn<strong>en</strong> inNederland is van niet-westerse herkomst (Bucx 2011).74 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Ongunstig opvoedingsgedragOngunstige opvoedpraktijk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risico vorm<strong>en</strong> voor ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>bij kinder<strong>en</strong>. In het onderzoek oin (’10) gev<strong>en</strong> slechts<strong>en</strong>kele ouders aan dat ze ge<strong>en</strong> warm <strong>en</strong> responsief opvoedgedrag hanter<strong>en</strong>(4%); ze lat<strong>en</strong> hun kind(er<strong>en</strong>) niet vaak merk<strong>en</strong> dat ze van hem/haar houd<strong>en</strong><strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan niet goed te wet<strong>en</strong> wat hun kind wil of voelt. Ook rapporter<strong>en</strong><strong>en</strong>kele ouders (6%) over het algeme<strong>en</strong> niet goed in staat te zijn voore<strong>en</strong> ordelijke omgeving <strong>en</strong> regelmaat te zorg<strong>en</strong>. De meeste ouders zijn hiernaar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dus wel toe in staat, <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> veel g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong>heid te lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> grote mate van responsiviteit. Over de consist<strong>en</strong>tie in hetgedrag naar het kind toe is 31% van de ouders niet positief; ze zett<strong>en</strong> nietaltijd door met het discipliner<strong>en</strong> van het kind. Gevraagd naar de regulatievan het gedrag van kinder<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de ouders aan autoritairecontrolestrategieën te gebruik<strong>en</strong>, zoals belon<strong>en</strong>, straff<strong>en</strong> <strong>en</strong> neger<strong>en</strong>. Zo zegt15% van de ouders hun kind e<strong>en</strong> draai om de or<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> tik te gev<strong>en</strong> als hij/zij iets doet wat niet mag, <strong>en</strong> 40% van de ouders zegt pas weer met hem/haar te prat<strong>en</strong> als hij/zij zich beter gedraagt. Echter, de meeste ouders zegg<strong>en</strong>vooral gebruik te mak<strong>en</strong> van autoritatieve controlestrategieën, als uitlegg<strong>en</strong><strong>en</strong> het bevorder<strong>en</strong> van autonomie. Zo zegt 96% van de ouders hun kind altijdduidelijk te mak<strong>en</strong> waarom zij het kind straff<strong>en</strong>, <strong>en</strong> geeft 92% van de oudersaan hun kind aan te moedig<strong>en</strong> om onafhankelijk van h<strong>en</strong> te zijn (Bucx <strong>en</strong> DeRoos 2011).Al met al rapporter<strong>en</strong> de meeste gezinn<strong>en</strong> responsiviteit, affectie <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>tiein de opvoeding, wat sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> gunstige kindontwikkeling:kinder<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> meer prosociaal gedrag zi<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere gezondheid<strong>en</strong> minder psychosociale problem<strong>en</strong>. Hoewel Nederlandse gezinn<strong>en</strong>dus overweg<strong>en</strong>d aangev<strong>en</strong> gunstig op te voed<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> ookopvoedgedraging<strong>en</strong> voor die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>, ted<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan veelvuldig straff<strong>en</strong> <strong>en</strong> neger<strong>en</strong> (De Roos et al. 2011).Huiselijk geweldIn 2006 deed meer dan de helft van de huiselijk geweld delict<strong>en</strong> zich voor ine<strong>en</strong> gezin met kinder<strong>en</strong> (bijna 58%), <strong>en</strong> in bijna e<strong>en</strong> kwart van deze incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zijn kinder<strong>en</strong> (tot 18 jaar) daadwerkelijk getuige geweest van het geweld.Dit leidt tot de schatting dat ongeveer 15.000 kinder<strong>en</strong> getuige zijn geweestvan huiselijk geweld, wat overe<strong>en</strong> komt met ongeveer 0,5% van alle minderjarig<strong>en</strong>in Nederland (Ferwerda 2007). De cijfers zijn e<strong>en</strong> onderschatting vanBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 75


het aantal situaties van huiselijk geweld, het gaat immers alle<strong>en</strong> om gevall<strong>en</strong>waarover aangifte of melding is gedaan.c. Gezondheid <strong>en</strong> verslaving van oudersJeugdig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> langdurig lichamelijk ofpsychisch zieke, gehandicapte of verslaafde ouder. Deze jeugdig<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>vaak tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> die niet bij hun leeftijd <strong>en</strong> ontwikkelingsfasepass<strong>en</strong> (Van Schoonhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sybesma 2010). Zij mak<strong>en</strong> zichveelal zorg<strong>en</strong> over het zieke gezinslid, <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeld vaak mindertijd voor sociale aangeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (Van d<strong>en</strong> Einde-Bus et al. 2010; De Veer <strong>en</strong>Francke 2008). Als gevolg van overbelasting door de zorgsituatie kunn<strong>en</strong> erzowel op korte als op lange termijn problem<strong>en</strong> ontstaan van fysieke, psychosociale<strong>en</strong> emotionele aard (Van Schoonhov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Sybesma 2010).Langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicapIn eerder onderzoek wordt geschat dat ongeveer 443.000 kinder<strong>en</strong> onder de18 jaar e<strong>en</strong> chronisch zieke of lichamelijk beperkte ouder hebb<strong>en</strong> (De Veer<strong>en</strong> Francke 2008). Dit komt neer op ongeveer 12% van alle kinder<strong>en</strong> onderde 18 jaar.Emotionele problem<strong>en</strong>Uit e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête van het Trimbos Instituut blijkt dat 14% van de ouders inde 12 maand<strong>en</strong> voor bevraging te mak<strong>en</strong> heeft gehad met e<strong>en</strong> angststoornis(bijna 10%) dan wel e<strong>en</strong> stemmingsstoornis (ruim 4%). Beide stoorniss<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> vaker voor onder moeders dan onder vaders (De Graaf et al. 2010).VerslavingsproblematiekOnderzoek van het Trimbos Instituut wijst erop dat 2,6% van de ouders inde 12 maand<strong>en</strong> voor bevraging te mak<strong>en</strong> heeft gehad met e<strong>en</strong> middel<strong>en</strong>stoornis.E<strong>en</strong> alcoholverslaving komt het meest voor, <strong>en</strong> vaders kamp<strong>en</strong>vaker met e<strong>en</strong> verslaving dan moeders (De Graaf et al. 2010).d. Gezondheid <strong>en</strong> temperam<strong>en</strong>t van de kinder<strong>en</strong>Hoewel de meeste kinder<strong>en</strong> in Nederland positief zijn over de eig<strong>en</strong>gezondheid, ervaart e<strong>en</strong> deel van de jeugd problem<strong>en</strong> op dit gebied (Bucx76 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


2009). Deze kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> met uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong>.Zo hebb<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicape<strong>en</strong> grotere kans op verminderde schoolprestaties <strong>en</strong> sociale uitsluiting(Mokkink et al. 2007; Roest et al. 2010), hebb<strong>en</strong> zwakbegaafde kinder<strong>en</strong>e<strong>en</strong> grotere kans op het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> negatief zelfbeeld (ggd Zeeland2011), <strong>en</strong> vormt bijvoorbeeld e<strong>en</strong> laag geboortegewicht e<strong>en</strong> risico voorsociaal-emotionele problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerproblem<strong>en</strong> (Van Baar et al. 2000;Verheij <strong>en</strong> Van Doorn 2008). Voor het welzijn <strong>en</strong> de ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>zijn dus niet alle<strong>en</strong> de fysieke klacht<strong>en</strong> zelf van belang, maar vooralook de invloed die de aando<strong>en</strong>ing heeft op hun dagelijkse activiteit<strong>en</strong>, hunemotionele <strong>en</strong> sociale ontwikkeling, hun participatie in de sam<strong>en</strong>leving<strong>en</strong> hun functioner<strong>en</strong> op school (Wijga et al. 2010). Naast de gezondheid vankinder<strong>en</strong> speelt ook hun temperam<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> rol bij hun ontwikkeling (Schaffer2009).Lichamelijke aando<strong>en</strong>ing of beperkingIn e<strong>en</strong> onderzoek van Zeijl et al. (2005) geeft 12% van de bevraagde oudersaan dat hun 0-12-jarige kind kampt met e<strong>en</strong> langdurige ziekte, lichamelijkeaando<strong>en</strong>ing of beperking. Bijna 2,5% van de jeugdig<strong>en</strong> (6-24 jaar) heeft inhet dagelijks functioner<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> matige of ernstige lichamelijkebeperking (Kooiker <strong>en</strong> Van Camp<strong>en</strong> 2006).Zwakbegaafdheid/verstandelijke beperkingOngeveer 14% van alle kinder<strong>en</strong> in Nederland behaalt op e<strong>en</strong> iq-test e<strong>en</strong>score tuss<strong>en</strong> 71 <strong>en</strong> 84 (gemiddelde is 100). Deze kinder<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in diagnostischeterm<strong>en</strong> ‘zwakbegaafd’ g<strong>en</strong>oemd. Ongeveer 1 tot 3% van allekinder<strong>en</strong> behaalt e<strong>en</strong> iq-score van 70 of lager; bij h<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong>verstandelijke beperking (Resing <strong>en</strong> Blok 2002). Kooiker <strong>en</strong> Van Camp<strong>en</strong>(2006) gev<strong>en</strong> aan dat circa 1% van de jeugdig<strong>en</strong> (0-19 jaar) e<strong>en</strong> verstandelijkebeperking heeft.Laag geboortegewichtE<strong>en</strong> laag geboortegewicht betreft e<strong>en</strong> gewicht van minder dan 2500 gram.Het gemiddelde geboortegewicht in de periode 2007-2009 was 3452 gram.In totaal was er in 5,5% van de gevall<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> (erg) laag geboortegewicht– kinder<strong>en</strong> die kort voor of na de geboorte zijn overled<strong>en</strong>, zijn nietmeegerek<strong>en</strong>d (cbs StatLine, januari 2011).Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 77


Temperam<strong>en</strong>tKinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> qua temperam<strong>en</strong>t aangeduid word<strong>en</strong> als moeilijke, makkelijkeof langzaam-op-gang-kom<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>. Over het algeme<strong>en</strong> is 10%van de kinder<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> als kind met e<strong>en</strong> moeilijk temperam<strong>en</strong>t.Deze kinder<strong>en</strong> huil<strong>en</strong> bijvoorbeeld veel, slap<strong>en</strong> onregelmatig, reager<strong>en</strong>afwer<strong>en</strong>d op nieuwe indrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties, <strong>en</strong> reager<strong>en</strong> frustraties af doormiddel van driftbui<strong>en</strong> (Schaffer 2009). Deze kinder<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoogdekans op het ontwikkel<strong>en</strong> van probleemgedrag, onder andere door gebrekkigezelfcontrole (Van der Ploeg 1997; Schaffer 2009; Verhulst 2006).2.3 Overzicht van de risicofactor<strong>en</strong>Tabel 1 bevat e<strong>en</strong> overzicht van de besprok<strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong> met de bijbehor<strong>en</strong>depreval<strong>en</strong>ties, gebaseerd op landelijke cijfers die afkomstigzijn uit verschill<strong>en</strong>de bronn<strong>en</strong>. Om de cumulatie van de risicofactor<strong>en</strong> tebekijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee het aantal kwetsbare gezinn<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>, zijnwe op zoek gegaan naar één databestand waarin zoveel mogelijk van dezerisicofactor<strong>en</strong> zijn gemet<strong>en</strong>. De beste beschikbare bron is het Aanvull<strong>en</strong>dVoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>gebruik Onderzoek (avo) uit 2007. Ter vergelijking zijn depreval<strong>en</strong>ties van de risicofactor<strong>en</strong> zoals ze voorkom<strong>en</strong> in het avo (’07) daaromev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in onderstaande tabel weergegev<strong>en</strong>. Bijlage C bevat e<strong>en</strong> toelichtingop de wijze waarop de risicofactor<strong>en</strong> in het avo (’07) zijn gemet<strong>en</strong>.Ondanks het weg<strong>en</strong> van de avo (’07)-gegev<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> niet alle perc<strong>en</strong>tagesovere<strong>en</strong> met de landelijke cijfers. Dit kan verschill<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.Gebruikte definities kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld van elkaar verschill<strong>en</strong>; de perc<strong>en</strong>tagesslaan op het aandeel gezinn<strong>en</strong>, dan wel op het aandeel ouders ofkinder<strong>en</strong>; <strong>en</strong> voor deze laatste groep word<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> soms verschill<strong>en</strong>deleeftijd<strong>en</strong> gehanteerd. Daarnaast is in tabel 1 te zi<strong>en</strong> dat op basis van het avo(’07) niet voor alle factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage gepres<strong>en</strong>teerd kan word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>volledig databestand is echter niet voor hand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het avo (’07) biedt demeeste mogelijkhed<strong>en</strong> tot het cumuler<strong>en</strong> van de risicofactor<strong>en</strong>. De huidigestudie beschouw<strong>en</strong> we dan ook als e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning naar (het aantal) kwetsbaregezinn<strong>en</strong> in Nederland. In de volg<strong>en</strong>de paragraaf word<strong>en</strong> – op basisvan beschikbaarheid in het avo (’07)– risicofactor<strong>en</strong> gecumuleerd, <strong>en</strong> daarmeewordt tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering gekom<strong>en</strong> van het aantal kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.78 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Tabel 1Overzicht van het vóórkom<strong>en</strong> van risicofactor<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong>; landelijke cijfers <strong>en</strong>cijfers op basis van het avo (’07; gewog<strong>en</strong>, in afgeronde perc<strong>en</strong> tages, n=1377).landelijkecijfersavoMogelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong>(’07) a voor verschill<strong>en</strong>sociaal economische status (ses)laag opleidingsniveau ouders 13 21armoede 10 19 avo vraagt naar ervar<strong>en</strong> van financiëlemoeilijkhed<strong>en</strong>werkloosheid 5 b 5ongunstige buurt (qua ses) 17 c 16gezinssam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> opvoedingalle<strong>en</strong>staand ouderschap 19 24ti<strong>en</strong>ermoederschap (% meisjes 15-20 jaar) 0,5 –etnische minderheid (niet-westers) 14 8 avo bevat alle<strong>en</strong> Nederlandssprek<strong>en</strong>demigrant<strong>en</strong>ongunstig opvoedingsgedrag –– –huiselijk geweld 0,5 c –gezondheid <strong>en</strong> verslaving van de ouderslangdurige aando<strong>en</strong>ing of handicap 12 c 28 avo hanteert e<strong>en</strong> ruimere definitieemotionele problem<strong>en</strong> 14 d 45 avo hanteert e<strong>en</strong> ruimere definitieverslavingsproblematiek (in het gezin) 3 d 3gezondheid <strong>en</strong> temperam<strong>en</strong>t van de kinder<strong>en</strong>langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicap 12 15 avo hanteert e<strong>en</strong> ruimere definitiezwakbegaafdheid/verstandelijke beperking 16 c –laag geboortegewicht 6 c –moeilijk temperam<strong>en</strong>t 10 c –Noot-- Ge<strong>en</strong> landelijk perc<strong>en</strong>tage over bek<strong>en</strong>d; - op basis van het avo (’07) ge<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage over bek<strong>en</strong>d.Deze risicofactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dus niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> van cumulaties; a Cijfers vanhet avo (’07) zijn gebaseerd op het aandeel gezinn<strong>en</strong>; b dit cijfer betreft het aandeel van de Nederlandseberoepsbevolking; c dit cijfer betreft het aandeel kinder<strong>en</strong>; d dit cijfer betreft het aandeel ouders.Bron: scp (avo ’07)Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 79


2.4 Cumulatie van factor<strong>en</strong>In veel gezinn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>staande factor<strong>en</strong> niet op zichzelf staand voor,maar is er sprake van e<strong>en</strong> cumulatie van factor<strong>en</strong>. Uit eerder onderzoek blijktbijvoorbeeld dat e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> relatief vaak te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met armoede,<strong>en</strong> financiële problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op hun beurt weer in verband gebrachtword<strong>en</strong> met psychische problem<strong>en</strong> bij ouders (cbs 2010; Van Ge<strong>en</strong><strong>en</strong> 2007).Ook uit onze data (avo’07) kom<strong>en</strong> duidelijke verband<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong>. Zowoont 41% van de gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> niet-westerse achtergrond in e<strong>en</strong> ongunstigebuurt, <strong>en</strong> is er in 44% van de niet-westerse gezinn<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> laagopleidingsniveau van de ouder(s). Van de gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> laag opleidingsniveauervaart 45% problem<strong>en</strong> op financieel gebied, wat ook geldt voor 45%van de e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>. Daarnaast woont 33% van de gezinn<strong>en</strong> die financiëleproblem<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ongunstige buurt. Verder blijkt dat 58% vande gezinn<strong>en</strong> met financiële problem<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s te mak<strong>en</strong> heeft met emotioneleproblem<strong>en</strong> bij (e<strong>en</strong> van) de ouders. Het perc<strong>en</strong>tage ouders dat emotionele problem<strong>en</strong>ervaart is ongeveer ev<strong>en</strong> hoog als er sprake is van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>oudergezin(51%), e<strong>en</strong> laag opleidingsniveau (55%) of als e<strong>en</strong> van de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> langdurigeaando<strong>en</strong>ing of handicap heeft (55%). Als er sprake is van werkloosheidbinn<strong>en</strong> het gezin heeft zelfs 75% van de ouders emotionele problem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>totaaloverzicht van de cumulaties van risicofactor<strong>en</strong> is te vind<strong>en</strong> in bijlage D.Aantal kwetsbare gezinn<strong>en</strong>Zoals eerder vermeld beschouw<strong>en</strong> we gezinn<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met vierof meer risicofactor<strong>en</strong> als kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Tabel 2 geeft de verdeling weervan het aantal risicofactor<strong>en</strong> over gezinn<strong>en</strong>, gebaseerd op de in tabel 1 gepres<strong>en</strong>teerdegegev<strong>en</strong>s uit het avo (’07). Zo is te zi<strong>en</strong> dat er in slechts e<strong>en</strong> vijfdevan de gezinn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele risicofactor voorkomt. De helft van de gezinn<strong>en</strong>heeft te mak<strong>en</strong> met één of twee risicofactor<strong>en</strong>, wat niet verwonderlijkis gezi<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> al het grote aantal e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> in Nederland. In 15%van de gezinn<strong>en</strong> is er sprake van vier of meer risicofactor<strong>en</strong>; de ‘kwetsbaregezinn<strong>en</strong>’. Vier proc<strong>en</strong>t van de gezinn<strong>en</strong> heeft zelfs te mak<strong>en</strong> met zes of meerrisicofactor<strong>en</strong>. Vertaald naar de gehele populatie in Nederland betek<strong>en</strong>t ditdat er (op basis van cijfers over 2010) ongeveer 380.000 gezinn<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zijndie e<strong>en</strong> substantiële kans lop<strong>en</strong> op (<strong>en</strong> waarbij soms ook sprake is van) problem<strong>en</strong>;bij circa 100.000 van h<strong>en</strong> (4%) is dit risico nog groter (cbs StatLine,januari 2011).80 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Tabel 2Verdeling van het aantal risicofactor<strong>en</strong> (max. 10) (2007, gewog<strong>en</strong>,in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, N = 1377)aantal risicofactor<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage gezinn<strong>en</strong> cumulatief perc<strong>en</strong>tage0 21 211 27 482 23 713 14 854 8 935 3 966 of meer 4 100Bron: scp (avo ’07)Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat het bij onze schatting van het aantal kwetsbaregezinn<strong>en</strong> (15%) gaat om e<strong>en</strong> ondergr<strong>en</strong>s. Zo was het vanwege het ontbrek<strong>en</strong>van bepaalde variabel<strong>en</strong> in het gebruikte databestand, zoals opvoedgedragvan de ouders <strong>en</strong> geboortegewicht, niet mogelijk om alle risicofactor<strong>en</strong> meete nem<strong>en</strong> in de cumulatie. De invloed van bijvoorbeeld de opvoeding opde ontwikkeling van kinder<strong>en</strong> kan echter deels teruggevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> inandere factor<strong>en</strong> die wel in de analyses zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>met opvoedgedrag, zoals alle<strong>en</strong>staand ouderschap, opleidingsniveau van deouders <strong>en</strong> gezinsinkom<strong>en</strong> (Bucx <strong>en</strong> De Roos 2011).Combinaties van risicofactor<strong>en</strong>Zijn er bepaalde typ<strong>en</strong> kwetsbare gezinn<strong>en</strong> die onderscheid<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?Hiervoor gaan we na of bepaalde combinaties van factor<strong>en</strong> vaak voorkom<strong>en</strong>bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (de gezinn<strong>en</strong> met vier of meer risicofactor<strong>en</strong>);we vind<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig patroon. In totaal kom<strong>en</strong> er circa neg<strong>en</strong>tigverschill<strong>en</strong>de combinaties voor, <strong>en</strong> ruim e<strong>en</strong> derde van de gezinn<strong>en</strong> heefte<strong>en</strong> unieke combinatie van vier of meer risicofactor<strong>en</strong>. Er is wel één combinatievan risicofactor<strong>en</strong> die relatief vaak voorkomt: in 8% van de kwetsbaregezinn<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong> laag opleidingsniveau van de ouder, nietwesterseachtergrond, e<strong>en</strong>oudergezin, armoede, achterstandsbuurt <strong>en</strong> emotioneleproblem<strong>en</strong> bij de ouder.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 81


Relatie met psychosociale problem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>In het avo (’07) is met e<strong>en</strong> gevalideerd instrum<strong>en</strong>t (Str<strong>en</strong>gth and DifficultiesQuestionnaire, sdq) nagegaan hoe vaak e<strong>en</strong> viertal probleemgedraging<strong>en</strong>bij kinder<strong>en</strong> voorkomt, te wet<strong>en</strong> hyperactiviteit, emotioneleproblem<strong>en</strong>, gedragsproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. In lijnmet eerder onderzoek blijkt uit onze analyses (figuur 2) dat naarmate e<strong>en</strong>gezin te mak<strong>en</strong> heeft met meerdere risicofactor<strong>en</strong> er ook significant vakerpsychosociale problematiek bij kinder<strong>en</strong> gerapporteerd wordt (r=.37).Van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> rapporteert 30% van de ouders e<strong>en</strong> probleem,teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> significant lager perc<strong>en</strong>tage (9%) van de gezinn<strong>en</strong> metminder dan vier risicofactor<strong>en</strong>. De figuur laat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat er niet perdefinitie sprake hoeft te zijn van opgroeiproblem<strong>en</strong> in gezinn<strong>en</strong> waar ziche<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>stapeling van risicofactor<strong>en</strong> voordoet.Figuur 2Aandeel jeugdig<strong>en</strong> met psychosociale problem<strong>en</strong> naar aantal risicofactor<strong>en</strong>,2007 (in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, gewog<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>s, N=1360) a4540353025201510500 1 2 3 4 5 6 of meera Gebaseerd op sdq-scores op vier gebied<strong>en</strong>; hyperactiviteit, emotionele problem<strong>en</strong>,gedragsproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Er is gewerkt met afkappunt<strong>en</strong>die e<strong>en</strong> tweedeling aangev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarbov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kind meer problem<strong>en</strong> vertoont danzijn of haar leeftijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> (zie ook Stev<strong>en</strong>s et al. 2009).Bron: scp (avo ’07)82 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Eerder onderzoek naar gezinn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verhoogde kans op ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>bij kinder<strong>en</strong> focust vooral op vier zog<strong>en</strong>aamde ‘kwetsbaregroep<strong>en</strong> of situaties’; e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong>, gezinn<strong>en</strong> met laagopgeleideouders, gezinn<strong>en</strong> in armoede <strong>en</strong> niet-westerse gezinn<strong>en</strong> (bv. Bucx <strong>en</strong> DeRoos 2011; Zeijl et al. 2005). E<strong>en</strong> analyse wijst echter uit dat de ti<strong>en</strong> factor<strong>en</strong>die in het avo (’07) zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (zie tabel 1) e<strong>en</strong> significant beterevoorspeller vorm<strong>en</strong> van psychosociale problematiek bij kinder<strong>en</strong> (pseudoR 2 = .13) dan <strong>en</strong>kel de vier ‘klassieke’ risicofactor<strong>en</strong> (pseudo R 2 = .05). Dezestudie toont dus aan dat het zinvol is om ook andere risicofactor<strong>en</strong> in achtte nem<strong>en</strong> bij het in kaart br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Not<strong>en</strong>1 In dit onderzoek wordt het al dan niet won<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> achterstandsbuurtgerek<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong> risicofactor ‘binn<strong>en</strong>’ het gezin. Het gaat hierbijnamelijk om e<strong>en</strong> meer objectieve meting van de buurt (op basis vansociaaleconomische status), <strong>en</strong> niet om de ervar<strong>en</strong> sociale omgeving.Dit sociale aspect van de omgeving komt in hoofdstuk 3 aan bod.2 De Enquête Beroepsbevolking van het CBS (EBB’09) is e<strong>en</strong> onderzoek naarde relatie tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> arbeidsmarkt onder bijna 73.000 person<strong>en</strong> inNederland. Het EBB’09 bevat onder andere informatie over het opleidingsniveau<strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>sk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. De waarneming<strong>en</strong> zijn opgehoogdnaar het totaal voor de Nederlandse bevolking door middel van weging(www.cbs.nl).Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 83


3Sociale omgeving3.1 Het belang van e<strong>en</strong> sociaal netwerkVoor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> uitgebreid sociaal netwerk (zoals vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,familie <strong>en</strong> buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>) bescherming bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> opvoedproblem<strong>en</strong>(Hermanns et al. 2005). Dit netwerk kan ouders ondersteun<strong>en</strong> bij deopvoeding van hun kinder<strong>en</strong> (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011). Literatuur wijst erev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s op dat e<strong>en</strong> gebrek aan e<strong>en</strong> dergelijk netwerk, of e<strong>en</strong> gebrek aansteun gebod<strong>en</strong> door het netwerk, de kwetsbaarheid van het gezin juist kanvergrot<strong>en</strong> (Bakker et al. 1998a). Ook uit onze interviews met zowel oudersals hulpverl<strong>en</strong>ers komt het belang van het sociale netwerk naar vor<strong>en</strong>;ouders kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld hun hart lucht<strong>en</strong>, het gevoel krijg<strong>en</strong> er nietalle<strong>en</strong> voor te staan, herk<strong>en</strong>ning vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> afleiding krijg<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s zijnm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de sociale omgeving volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> altijdte bereik<strong>en</strong> (zelfs midd<strong>en</strong> in de nacht), <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij bijvoorbeeld de zorgvoor de kinder<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> overnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ouders ontlast<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>erzegt het volg<strong>en</strong>de over het belang van het sociale netwerk: “Heel belangrijk,ja dat vind ik echt heel erg belangrijk omdat nou ja, gezinn<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> daar somsherk<strong>en</strong>ning in, bij vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> of k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>, steun, kunn<strong>en</strong> hun verhaal kwijt watvaak heel erg belangrijk is. En daarnaast ook gewoon afleiding, ik d<strong>en</strong>k dat dat heelerg belangrijk is. En m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder netwerk, ja die miss<strong>en</strong> die afleiding <strong>en</strong> ook defocus op andere ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leukere ding<strong>en</strong> in het lev<strong>en</strong> om het zo maar te zegg<strong>en</strong>.”In dit hoofdstuk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we in kaart van wie gezinn<strong>en</strong> steun krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> inwelke mate. Vervolg<strong>en</strong>s kijk<strong>en</strong> we naar de mate van contact met de socialeomgeving, <strong>en</strong> hoe dit sam<strong>en</strong>hangt met de kwetsbaarheid binn<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong>.Ook bested<strong>en</strong> we aandacht aan de buurt als ‘pedagogische hulpbron’.84 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Sociale steun: prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> advies over de opvoedingIn oin (’10) is specifiek gevraagd naar de ondersteuning die ouders krijg<strong>en</strong>van de sociale omgeving bij de opvoeding van hun kinder<strong>en</strong>, in de vormvan advies <strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong>. Ouders w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zich het vaakst tot hun (schoon)ouders om over de opvoeding te prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> advies in te winn<strong>en</strong>. Ook vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong><strong>en</strong> k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong> zijn vaak gesprekspartner. Bij andere familieled<strong>en</strong>, zoalsbroers <strong>en</strong> zuss<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bij bur<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> de opvoeders in (veel) mindere matesteun. Analyses wijz<strong>en</strong> uit dat 20% van de ouders zeld<strong>en</strong> of nooit steun ontvangtvanuit hun sociale netwerk. Kijk<strong>en</strong> we naar hoe ouders die wél steunkrijg<strong>en</strong> dit ervar<strong>en</strong>, dan blijkt dat de meerderheid van de ouders (gemiddeld63%) tevred<strong>en</strong> is met de ondersteuning die zij krijg<strong>en</strong> van familie <strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Over de mate van steun door de bur<strong>en</strong> zijn ouders wat mindertevred<strong>en</strong> (46%), maar hier is ook in mindere mate behoefte aan (Doort<strong>en</strong><strong>en</strong> Bucx 2011). We kunn<strong>en</strong> – volg<strong>en</strong>s onze definitie – ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong>do<strong>en</strong> over verschill<strong>en</strong> in de mate van sociale steun tuss<strong>en</strong> kwetsbare <strong>en</strong>niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>; deze gegev<strong>en</strong>s ontbrek<strong>en</strong>. Wel blijk<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>oudergezinn<strong>en</strong> – behor<strong>en</strong>d tot de vier eerderg<strong>en</strong>oemde klassieke kwetsbare situaties – relatief vaak aan te gev<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>desteun te ontvang<strong>en</strong> (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011).De geïnterviewde kwetsbare gezinn<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> vaak hun verhaal kwijt tekunn<strong>en</strong> bij familieled<strong>en</strong> <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Tegelijkertijd blijkt er echter ookregelmatig sprake te zijn van onbegrip, wat de ervar<strong>en</strong> steun niet t<strong>en</strong> goedekomt. Dit lijkt veelal te mak<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gebrek aan inzicht <strong>en</strong> lijktbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> sterker te geld<strong>en</strong> als het gaat om kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> stoornis. Zozegt e<strong>en</strong> ouder van e<strong>en</strong> kind met e<strong>en</strong> gedragsstoornis: “ Er werd gauw naarons gewez<strong>en</strong>. Kijk als jij e<strong>en</strong> kind in huis hebt <strong>en</strong> het is heel druk, dan was het vano die wordt nooit gestraft. Als het mijn kind zou zijn, nou wacht maar e<strong>en</strong>s, ik zouhem wel e<strong>en</strong>s aanpakk<strong>en</strong>. Dus in het begin heb je heel veel onbegrip. En dan kun jeje ei bij familieled<strong>en</strong> kwijt, maar m<strong>en</strong> begrijpt het niet wat jij bedoelt. […] Ja wanneerer iets gebeurt dan word je al gelijk in e<strong>en</strong> hokje geplaatst, ook door je eig<strong>en</strong>familie. Omdat ze zi<strong>en</strong> niet wat er hier gebeurt. Ze zijn niet dagelijks hier aanwezig.[…] Maar dan is er ook niemand die uiteindelijk gaat bell<strong>en</strong>, van hoe gaat het danmet jullie? Wel als dan iemand in de familie e<strong>en</strong> ziekte krijgt dan is daar heel veelbelangstelling voor. En dan d<strong>en</strong>k ik ja bepaalde ziektes daar wordt iemand vanbeter, maar mijn kind niet. En uiteindelijk zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> het ook zat om er over teprat<strong>en</strong> <strong>en</strong> praat je er niet meer over.”Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 85


Mate van sociaal contactMet behulp van het avo (’07) kunn<strong>en</strong> we wel onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kwetsbare <strong>en</strong> niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Het avo bevat echter ge<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>sover de ondersteuning die ouders krijg<strong>en</strong> van hun sociale netwerk, maar eris gevraagd naar de mate van contact met familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong>. Dezedata wijz<strong>en</strong> uit dat 65% van de gezinn<strong>en</strong> redelijk veel tot veel contact heeftmet hun familie, variër<strong>en</strong>d van één keer per twee wek<strong>en</strong>, tot wekelijks ofvaker. Met vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> is hier nog vaker sprake van, respectievelijk83% <strong>en</strong> 72%.E<strong>en</strong> analyse wijst uit dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (gezinn<strong>en</strong> met vier ofmeer risicofactor<strong>en</strong>) gemiddeld significant minder contact hebb<strong>en</strong> met hetsociale netwerk (bestaande uit familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong>) dan de nietkwetsbaregezinn<strong>en</strong>. In tabel 3 is hierbij nog onderscheid gemaakt naar deg<strong>en</strong>oemde drie bronn<strong>en</strong> van steun. Het opvall<strong>en</strong>dste verschil zit in de matevan contact met familie; ruim de helft van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> heeftge<strong>en</strong> tot weinig contact met (schoon)familie, teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> derde van d<strong>en</strong>iet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Tabel 3Mate van contact met familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> (2007, gewog<strong>en</strong>,in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) 1% kwetsbare gezinn<strong>en</strong>(n=150)% niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>(n= 1210)ge<strong>en</strong>/weinig contact familie 56 31redelijk veel/veel contact familie 44 69ge<strong>en</strong>/weinig contact vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 19 16redelijk veel/veel contact vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> 81 84ge<strong>en</strong>/weinig contact bur<strong>en</strong> 37 26redelijk veel/veel contact bur<strong>en</strong>6374voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong>?8186Bron scp (avo’07)86 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


In lijn met tabel 3, wijz<strong>en</strong> nadere analyses uit dat het aantal risicofactor<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezin significant sam<strong>en</strong>hangt met de mate van contact in desociale omgeving; naarmate het aantal risicofactor<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt, neemt demate van sociaal contact af (r=-.23). Dit is weergegev<strong>en</strong> in figuur 3, waarbijtev<strong>en</strong>s onderscheid is gemaakt tuss<strong>en</strong> contact<strong>en</strong> met familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>bur<strong>en</strong>.Figuur 3De relatie tuss<strong>en</strong> de mate van informeel contact <strong>en</strong> het aantal risicofactor<strong>en</strong>(schaalscores, gewog<strong>en</strong>, avo(’07), N = 1377) a4,0 totaal informeelcontact3,5vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>bur<strong>en</strong>3,0familie2,52,01,51,00 1 2 3 4 5 6 of meera De getall<strong>en</strong> op de y-as gev<strong>en</strong> de mate van contact weer op e<strong>en</strong> schaal van 1(ge<strong>en</strong> contact) tot 4 (vaak contact).Bron: scp (avo ’07)(On)voldo<strong>en</strong>de contact<strong>en</strong>Vind<strong>en</strong> ouders dat ze voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>? Op deze vraagantwoordt 85% van de gezinn<strong>en</strong> positief (avo’07); zij zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> hunfamilie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> zo vaak als ze zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong>. Daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> heeft15% van de gezinn<strong>en</strong> behoefte aan meer contact met vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, familie <strong>en</strong>bur<strong>en</strong>. Vertaald naar de gehele populatie in Nederland zou dit betek<strong>en</strong><strong>en</strong>dat ruim 380.000 gezinn<strong>en</strong> niet over zoveel sociale contact<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>als ze zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> (cijfers over 2010; cbs StatLine, januari 2011).Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 87


Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, zegt 19% over onvoldo<strong>en</strong>desociale contact<strong>en</strong> te beschikk<strong>en</strong>. Voor h<strong>en</strong> geldt dus dat de kwetsbaarheidmogelijk vergroot wordt, vanwege e<strong>en</strong> gebrekkige sociale omgeving.Van de ruim 380.000 kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland geldt dit dusvoor ruim 72.000 gezinn<strong>en</strong>.Relatie met probleemgedrag van kinder<strong>en</strong>Wat betek<strong>en</strong>t het al dan niet beschikk<strong>en</strong> over voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong>voor de opvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>? Uit het avo (’07) blijktdat gezinn<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> over hetalgeme<strong>en</strong> significant minder probleemgedrag bij hun kinder<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong>(11%) dan gezinn<strong>en</strong> die onvoldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong>(20%). Bij de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> met <strong>en</strong> zonder voldo<strong>en</strong>de contact<strong>en</strong> isdit verschil kleiner; zij rapporter<strong>en</strong> in beide gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoge mate vanprobleemgedrag (respectievelijk 31% <strong>en</strong> 35%). Mogelijk is er bij kwetsbaregezinn<strong>en</strong> wel sprake van e<strong>en</strong> duidelijk verschil in probleemgedrag bijkinder<strong>en</strong> als het zou gaan om de mate waarin zij steun ontvang<strong>en</strong> vanuit deomgeving. Literatuur wijst immers in die richting (bv. Bakker et al. 1998a;Hermanns et al. 2005), maar vanwege het ontbrek<strong>en</strong> van gegev<strong>en</strong>s in hetgebruikte databestand, is het alle<strong>en</strong> mogelijk om te kijk<strong>en</strong> naar de int<strong>en</strong>siteitvan contact<strong>en</strong>.De kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s wijz<strong>en</strong> dus op e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> het aldan niet hebb<strong>en</strong> van voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> <strong>en</strong> probleemgedragbij kinder<strong>en</strong>. Het kan zijn dat de sociale omgeving als buffer di<strong>en</strong>t vooropvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>, maar mogelijk belemmert het ev<strong>en</strong>tueelaanwezige probleemgedrag van kinder<strong>en</strong> juist het contact met hetsociale netwerk. Zo zegt één van de geïnterviewde ouders over e<strong>en</strong> kind datonder meer heftig experim<strong>en</strong>teergedrag vertoont: “Met mijn kind is van allesgebeurd, de ambulance heeft hier voor gestaan, mijn bur<strong>en</strong> die hebb<strong>en</strong> dat gezi<strong>en</strong>,maar mijn kind is in hun og<strong>en</strong> gewoon e<strong>en</strong> rotkind. En ik heb ook ge<strong>en</strong> zin om hetoveral neer te legg<strong>en</strong>...”.3.2 BuurtOok de buurt waarin gezinn<strong>en</strong> won<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> belangrijke hulpbron zijnop het gebied van opvoeding. Niet alle<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vanuit de buurt adviez<strong>en</strong>88 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


<strong>en</strong> praktische steun gebod<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar tev<strong>en</strong>s kan de buurt e<strong>en</strong>‘medeopvoeder’ zijn. Zo kunn<strong>en</strong> andere volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> in de buurt e<strong>en</strong> voorbeeldfunctievoor kinder<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> die ongew<strong>en</strong>st gedragverton<strong>en</strong> corriger<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat zij veiligin de buurt kunn<strong>en</strong> verblijv<strong>en</strong>, ook wanneer hun ouders ev<strong>en</strong> niet op h<strong>en</strong>(kunn<strong>en</strong>) lett<strong>en</strong> (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011).In oin (’10) is ouders e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> voorgelegd over hun buurt.De meeste ouders vind<strong>en</strong> dat zij in e<strong>en</strong> kind- <strong>en</strong> gezinsvri<strong>en</strong>delijke wijkwon<strong>en</strong>; circa 14% van de ouders vindt dat echter niet. Ook is niet iedere<strong>en</strong>te sprek<strong>en</strong> over de sociale cohesie in de buurt. Zo geeft bijna e<strong>en</strong> derde vande opvoeders aan dat ouders in de buurt niet met elkaar prat<strong>en</strong> over dekinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar niet help<strong>en</strong> als er problem<strong>en</strong> zijn met kinder<strong>en</strong>. Ookwordt niet door alle ouders sociale controle in de buurt ervar<strong>en</strong>: 43% vande ouders geeft aan dat buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> niet erop aansprek<strong>en</strong> als zerondhang<strong>en</strong>, <strong>en</strong> 30% geeft aan dat kinder<strong>en</strong> er niet op word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>als ze ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong>. Wel gev<strong>en</strong> de meeste ouders(85%) aan dat de buurt bek<strong>en</strong>d is met de kinder<strong>en</strong> die op straat spel<strong>en</strong>(Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011).Op basis van oin (’10) kunn<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> direct onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>kwetsbare <strong>en</strong> niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Wel blijkt dat de sociale achterstandvan de buurt (zie § 2.2a) van belang is voor de mate waarin ouders e<strong>en</strong>buurt als ‘medeopvoeder’ ervar<strong>en</strong>. Analyses van oin (’10) wijz<strong>en</strong> namelijkuit dat de ervar<strong>en</strong> sociale cohesie lager is in achterstandsbuurt<strong>en</strong>, net alsde ervar<strong>en</strong> sociale controle. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt de buurt als minder kindvri<strong>en</strong>delijkbeoordeeld (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011). In buurt<strong>en</strong> die gek<strong>en</strong>merktword<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> lagere mate van sociale controle <strong>en</strong> cohesie rapporter<strong>en</strong>ouders meer probleemgedrag bij hun kinder<strong>en</strong> (De Roos et al. 2011). Dehelft van de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> blijkt in e<strong>en</strong> achterstandsbuurt te won<strong>en</strong>,teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>de van de niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (avo’07). Kwetsbaregezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dus relatief vaak te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ongunstige buurt, <strong>en</strong>won<strong>en</strong> dan ook minder vaak in e<strong>en</strong> omgeving die als hulpbron bij de opvoedingkan funger<strong>en</strong>.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 89


Noot1 De mate van contact met familie, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> met elkaarsam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong>, dit geldt het sterkst voor het contact met vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>bur<strong>en</strong> (r=.26); gezinn<strong>en</strong> die meer contact met hun vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong>gev<strong>en</strong> ook aan dat zij meer contact met de bur<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Dit komtwellicht deels doordat ouders e<strong>en</strong> deel van hun bur<strong>en</strong> (waar zij contactmee hebb<strong>en</strong>) mogelijk ook als vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>; de person<strong>en</strong> overwie zij rapporter<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> dan dus deels dezelfde person<strong>en</strong>. Deze relatieis overig<strong>en</strong>s sterker voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> dan voor niet-kwetsbaregezinn<strong>en</strong> (r=.38 versus r=.23).90 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


4Formele hulpverl<strong>en</strong>ingHet laatste aspect van de driehoek (figuur 1) betreft de beroepsmatigehulpverl<strong>en</strong>ing. In beginsel ondersteunt deze hulpverl<strong>en</strong>ing gezinn<strong>en</strong> diete mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> met opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hier zelfniet uitkom<strong>en</strong>. Hulpverl<strong>en</strong>ing die echter beperkt of ontoereik<strong>en</strong>d is, of juistoverdadig, kan de kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin ook vergrot<strong>en</strong>. Formeleinstanties kunn<strong>en</strong> hulp aanbied<strong>en</strong> aan ouders, hulp kan verplicht word<strong>en</strong>gesteld, maar ouders kunn<strong>en</strong> ook zelf op zoek gaan naar hulp als zij zichbijvoorbeeld zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> over de opvoeding of ontwikkeling van hunkinder<strong>en</strong>, zoals ook naar vor<strong>en</strong> komt uit het volg<strong>en</strong>de interviewfragm<strong>en</strong>t:“En uiteindelijk dat je dan je als moeder gaat afvrag<strong>en</strong> van doe ik het eig<strong>en</strong>lijk welzo goed? Zijn er nog andere ding<strong>en</strong> wat ik zou kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>? Je b<strong>en</strong>t al zoveel weg<strong>en</strong>ingeslag<strong>en</strong> dat je gewoon gaat twijfel<strong>en</strong> aan je eig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> laat ik maar zegg<strong>en</strong>.En dat was eig<strong>en</strong>lijk waarom wij de hulpverl<strong>en</strong>ing ingeschakeld hebb<strong>en</strong>” (ouder).In dit hoofdstuk gaan we na hoeveel ouders zich zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> over deopvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> hoeveel ouders hierbij hulp/advies zoek<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> dat op basis van de gegev<strong>en</strong>s uit het avo (’07),t<strong>en</strong>zij anders vermeld. Vervolg<strong>en</strong>s besprek<strong>en</strong> we aan de hand van de interviewsmet kwetsbare gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun hulpverl<strong>en</strong>ers de ervaring<strong>en</strong> met<strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> op het gebied van formele ondersteuning.4.1 Ouders die zich zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>Van de gezinn<strong>en</strong> heeft 40% aangegev<strong>en</strong> zich in de 12 maand<strong>en</strong> voor bevragingzorg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gemaakt over de opvoeding, het gedrag of de ontwikkelingvan hun kinder<strong>en</strong>. Er bestaat e<strong>en</strong> significant verschil tuss<strong>en</strong> kwetsbare<strong>en</strong> niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>; respectievelijk 48% <strong>en</strong> 39% van de oudersBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 91


heeft aangegev<strong>en</strong> zich zorg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> gemaakt. Hierbij moet in acht word<strong>en</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> niet per definitie problem<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>,<strong>en</strong> zich dus ook niet per se zorg<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> over de opvoeding <strong>en</strong>ontwikkeling van hun kinder<strong>en</strong>.Ongeveer 13% van de ouders rapporteert psychosociale problem<strong>en</strong> bijhun kinder<strong>en</strong>. Echter, 17% van deze ouders geeft aan zich ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong> gemaakt over de opvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling van de kinder<strong>en</strong>; deproblem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door deze ouders niet onderk<strong>en</strong>d of geproblematiseerd.Mogelijk zegg<strong>en</strong> ze zich ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> omdat ze het zelf kunn<strong>en</strong>oploss<strong>en</strong>, of omdat er al hulp is ingeschakeld. Echter, als ouders zich ge<strong>en</strong>zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, of de problem<strong>en</strong> niet zi<strong>en</strong>, is het minder waarschijnlijk datzij (zelf) e<strong>en</strong> oplossing voor de problem<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> zij wellichtook minder snel gebruik van hulp bij de opvoeding van de kinder<strong>en</strong>.Zoals eerder g<strong>en</strong>oemd rapporter<strong>en</strong> kwetsbare ouders vaker psychosocialeproblem<strong>en</strong> bij hun kinder<strong>en</strong> dan niet-kwetsbare ouders, <strong>en</strong> in het geval vandeze problem<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> ouders uit kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zich ook iets vakerge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> (21%) dan ouders uit niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (16%).4.2 Ouders die hulp zoek<strong>en</strong>Bijna e<strong>en</strong> kwart van alle gezinn<strong>en</strong> heeft hulp <strong>en</strong>/of advies gezocht bij deopvoeding; bij de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> gaat het om 34%, bij de niet-kwetsbaregezinn<strong>en</strong> gaat om significant minder gezinn<strong>en</strong> (23%). De overige ouders(in totaal 76%) hebb<strong>en</strong> dus géén hulp gezocht bij de opvoeding. De belangrijkstered<strong>en</strong><strong>en</strong> die g<strong>en</strong>oemd zijn om ge<strong>en</strong> hulp te zoek<strong>en</strong> zijn dat het nietnodig was omdat het probleem niet groot was (46%), omdat er zelf al e<strong>en</strong>oplossing voor gevond<strong>en</strong> was (40%), <strong>en</strong> omdat ouders liever niet hadd<strong>en</strong> datander<strong>en</strong> zich ermee bemoeid<strong>en</strong> (21%).Indi<strong>en</strong> ouders wel op zoek zijn gegaan naar hulp, tot wie w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> zij zichdan in eerste instantie? Eerder onderzoek wijst erop dat van de formeleinstanties de kinderopvang, de peuterspeelzaal <strong>en</strong> de school de belangrijkstegesprekspartners zijn voor ouders; ongeveer de helft van de oudersspreekt t<strong>en</strong> minste e<strong>en</strong> keer per jaar met medewerkers van deze organisatiesover de opvoeding (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx 2011). Dit zi<strong>en</strong> we ook terug inhet avo (’07) als we het zoek<strong>en</strong> naar hulp uitsplits<strong>en</strong> naar lichte zorg (bv.kinderopvang; school; huisarts, opvoedwinkel) <strong>en</strong> zwaardere zorg (bv.92 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Jeugdzorg; Geestelijke Gezondheidszorg, ggz). Van dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hulp hebb<strong>en</strong>gezocht, heeft 71% in eerste instantie gebruikgemaakt van lichte zorg<strong>en</strong> 49% van zwaardere zorg. Het gebruik van lichte zorg is hoger voor d<strong>en</strong>iet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong> dan voor de kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (resp. 73% <strong>en</strong>67%). Deze laatste groep maakt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> meer gebruik van de zwaarderezorg (59% teg<strong>en</strong>over 46% van de niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>). Bij de meestegezinn<strong>en</strong> die hulp hebb<strong>en</strong> gezocht heeft dit geleid tot vervolghulp (63%); ditgeldt voor respectievelijk 58% <strong>en</strong> 78% van de ‘(niet-) kwetsbare’ gezinn<strong>en</strong>.Bij niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong> is deze vervolghulp voornamelijk verle<strong>en</strong>ddoor de huisarts, medisch specialist<strong>en</strong> <strong>en</strong> psycholog<strong>en</strong>/ pedagog<strong>en</strong>; bijkwetsbare gezinn<strong>en</strong> is deze hulpverl<strong>en</strong>ing vooral verle<strong>en</strong>d op basis van e<strong>en</strong>indicatie van Bureau Jeugdzorg.School als signaleringIn overe<strong>en</strong>stemming met de kwantitatieve data zegg<strong>en</strong> ook de meeste geïnterviewdeouders relatief vaak met school contact te hebb<strong>en</strong> over hun kinder<strong>en</strong>.Zij gev<strong>en</strong> aan dit fijn te vind<strong>en</strong>; “Het is goed dat de school op de hoogte isvan de situatie”. Ook alle hulpverl<strong>en</strong>ers hebb<strong>en</strong> contact met de schol<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er zegt hierover: “Ja nou ik d<strong>en</strong>k dat het heel belangrijk is dat schol<strong>en</strong>goed betrokk<strong>en</strong> zijn. […] Ik d<strong>en</strong>k dat dat heel belangrijk is dat de driehoek vanschool, ouders <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing dat daar goede contact<strong>en</strong> zijn, omdat dat de leefwereldook is van e<strong>en</strong> kind. Dat de hulpverl<strong>en</strong>ing daar ook bij betrokk<strong>en</strong> moet zijnin dit soort kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zeg maar, <strong>en</strong> dat er ook altijd contact is <strong>en</strong> dat datin sam<strong>en</strong>werking is met de ouders.” Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> – zowel ouders als hulpverl<strong>en</strong>ers– b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> veelal niet de mogelijk opvoedingsondersteun<strong>en</strong>defunctie, maar vooral de signaler<strong>en</strong>de rol van schol<strong>en</strong>; “Ik neem ook altijddirect contact op in de observatieperiode met schol<strong>en</strong>. En eig<strong>en</strong>lijk alle<strong>en</strong> maar ev<strong>en</strong>om te vrag<strong>en</strong> hoe gaat het, zijn er nog bijzonderhed<strong>en</strong> die we moet<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>? En jaschool is ook de plek om gewoon het kind in de gat<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. […] Dus ja schoolheeft e<strong>en</strong> hele duidelijke signaler<strong>en</strong>de functie d<strong>en</strong>k ik ook wel” (hulpverl<strong>en</strong>er). Ookals de hulpverl<strong>en</strong>ing afgerond is blijft de functie van de school van belang.Zo zegt e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er: “[…] De school van de kinder<strong>en</strong> wordt op de hoogtegebracht dat de hulpverl<strong>en</strong>ing vanuit hier gaat stopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het toch van belangis om deze kinder<strong>en</strong> goed in de gat<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>”.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 93


Relatie met probleemgedrag bij kinder<strong>en</strong>De meeste gezinn<strong>en</strong> die psychosociale problem<strong>en</strong> bij hun kinder<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong>,gev<strong>en</strong> aan hulp of advies te hebb<strong>en</strong> gezocht (63%). Echter, dit betek<strong>en</strong>tdat in 37% van de gezinn<strong>en</strong> waarin sprake is van psychosociale problem<strong>en</strong>bij de kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> hulp is gezocht. Dit perc<strong>en</strong>tage verschilt nauwelijkstuss<strong>en</strong> kwetsbare <strong>en</strong> niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Aan de andere kant maakt19% van de ouders gebruik van formele ondersteuning terwijl zij ge<strong>en</strong> problematiekbij hun kinder<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong>. Mogelijk zitt<strong>en</strong> zij met bepaaldeopvoedvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> ze daar met iemand over prat<strong>en</strong> of advies voorkrijg<strong>en</strong>.Relatie met sociale omgevingIn hoofdstuk 3 is naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong> dat gezinn<strong>en</strong> ook steun kunn<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> vanuit hun sociale omgeving, zoals van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, familie of bur<strong>en</strong>.Do<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> die sociale steun ontvang<strong>en</strong> juist sneller, of minder snele<strong>en</strong> beroep op formele ondersteuning? Van de gezinn<strong>en</strong> die psychosocialeproblem<strong>en</strong> bij hun kinder<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> de ouders die voldo<strong>en</strong>desociale contact<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> iets vaker hulp of advies (64%) danouders die onvoldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (59%). Deze laatste groepwas te klein om hierbij onderscheid te mak<strong>en</strong> naar de (niet-) kwetsbaregezinn<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> in geval vanpsychosociale problem<strong>en</strong> dus wat meer formele hulp; dit is in overe<strong>en</strong>stemmingmet de bevinding<strong>en</strong> van Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bucx (2011). Mogelijk staan zemeer op<strong>en</strong> voor gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> advies over de opvoeding van de kinder<strong>en</strong>,of kom<strong>en</strong> ze vanwege hun sociale contact<strong>en</strong> eerder terecht bij, of in contactmet formele ondersteuners.De interviews met ouders <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers wijz<strong>en</strong> daarnaast op e<strong>en</strong>andere relatie; het sociale netwerk lijkt juist vanwege de hulpverl<strong>en</strong>ingmeer in beeld te kom<strong>en</strong>. Hulpverl<strong>en</strong>ers zi<strong>en</strong> het namelijk veelal als huntaak om de sociale omgeving van het gezin erbij te betrekk<strong>en</strong> (bijvoorbeelddoor middel van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde Eig<strong>en</strong> Kracht Confer<strong>en</strong>tie) of om op zijnminst het netwerk in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Door dit netwerk in te schakel<strong>en</strong>kan de kracht van het gezin versterkt word<strong>en</strong>; gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wellichtwat meer problem<strong>en</strong> zelf oploss<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>er kan zich meer op deachtergrond houd<strong>en</strong>. “Ik ga weer weg uit het gezin over e<strong>en</strong> poos <strong>en</strong> dan vind ikhet belangrijk dat ze dan zelf de zak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, zoveel als zij kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhun ritme <strong>en</strong> hun omgeving” (hulpverl<strong>en</strong>er).94 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er is het betrekk<strong>en</strong> van het netwerk echter nogniet altijd ev<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d: “En ik d<strong>en</strong>k dat de hulpverl<strong>en</strong>ing daar veel meerop zou moet<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral bij de kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, van wat kan e<strong>en</strong> buurvrouwdo<strong>en</strong> of wat kan e<strong>en</strong> vader of moeder nog do<strong>en</strong>, of e<strong>en</strong> opa <strong>en</strong> oma. En daarzijn wij toch als hulpverl<strong>en</strong>ing wat minder op gericht. […] Ik d<strong>en</strong>k dat dat iets is watde laatste jar<strong>en</strong> opkomt. […] Dit is misschi<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> omslag wat binn<strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing.Dat moet meer eig<strong>en</strong> word<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k ik. Ik d<strong>en</strong>k dat het gewoon heel belangrijkis, <strong>en</strong> vooral binn<strong>en</strong> die kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, om dat netwerk te vergrot<strong>en</strong>. Dat moetgewoon automatisch er in zitt<strong>en</strong>. Maar ja dat kost ook weer heel veel tijd. En dat kostook weer heel veel geld”.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> staat niet elk gezin ervoor op<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong> op huneig<strong>en</strong> netwerk; “M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn toch al gauw bang om het gevoel te hebb<strong>en</strong> het nietgoed te do<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> is toch erg individueel gericht op het mom<strong>en</strong>t, met de opvoeding”(hulpverl<strong>en</strong>er). Toch is op<strong>en</strong>heid erg belangrijk; “Als je de opvatting hebt vandit is van ons <strong>en</strong> daar hebb<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> niks mee te mak<strong>en</strong>, dan belemmer je jezelfin het aanvaard<strong>en</strong> van hulp van buit<strong>en</strong>af” (hulpverl<strong>en</strong>er). Daarnaast kan hetvoorkom<strong>en</strong> dat het sociale netwerk ook met bepaalde problem<strong>en</strong> kampt, <strong>en</strong>daardoor ontoereik<strong>en</strong>d is in de ondersteuning van het gezin. In die gevall<strong>en</strong>werkt e<strong>en</strong> ‘eig<strong>en</strong> kracht’-aanpak niet. Zo vertelt e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er over dezeaanpak bij e<strong>en</strong> gezin; “Nou dat is al stuk gelop<strong>en</strong>, omdat het netwerk het niet meervolhield. Ja, hoe moet ik het zegg<strong>en</strong>, het netwerk hangt eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> beetje sam<strong>en</strong>.. debiologische vader heeft ook e<strong>en</strong> verstandelijke beperking, of is moeilijk ler<strong>en</strong>d, maarja eig<strong>en</strong>lijk de hele omgeving, het hele systeem is allemaal.. ja moeilijk ler<strong>en</strong>d of heefte<strong>en</strong> verstandelijke beperking.”Hoewel ouders <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers het belang van steun van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong>familie etc. b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>, duid<strong>en</strong> de interviews er tegelijkertijd op dat hetsociale netwerk de formele hulpverl<strong>en</strong>ing niet geheel kan vervang<strong>en</strong> bijkwetsbare gezinn<strong>en</strong>. Respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat er toch ook vaak ervaring<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis nodig is om e<strong>en</strong> gezin op de juiste manier te ondersteun<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er verwoordt het als volgt: “Dus ik d<strong>en</strong>k dat dat netwerk, dat vind ikecht heel erg belangrijk. Maar naast het netwerk hebb<strong>en</strong> deze gezinn<strong>en</strong> meer nodig.[…] Dat is toch de behoefte aan e<strong>en</strong> professionele blik nog, zeker bij de kinder<strong>en</strong> metpsychiatrische problem<strong>en</strong>. Toch de bevestiging die ze niet altijd vanuit hun eig<strong>en</strong>vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>kring krijg<strong>en</strong>, want die zegg<strong>en</strong> o er is toch niks aan de hand met jouw kind.En dan hebb<strong>en</strong> ze toch die bevestiging ev<strong>en</strong> nodig van de hulpverl<strong>en</strong>er. En daarnaastook als hulpverl<strong>en</strong>er kun je ev<strong>en</strong> blanco helemaal naar het gezin kijk<strong>en</strong>.” En e<strong>en</strong>ouder zegt hierover: “Je hebt juist soms iemand anders nodig, die dus niet echtBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 95


direct betrokk<strong>en</strong> is in jouw gezin, echt e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>staander, die dus echt in het gezinkan kijk<strong>en</strong>, dus ge<strong>en</strong> vooroordel<strong>en</strong> heeft of wat dan ook. En dat heb je met bek<strong>en</strong>d<strong>en</strong><strong>en</strong> familie vaak wel.”4.3 Behoeft<strong>en</strong> op het gebied van hulpverl<strong>en</strong>ingOm aan te sluit<strong>en</strong> bij de vraag van de Directie Jeugd van het ministerievan vws betreff<strong>en</strong>de pass<strong>en</strong>de begeleiding voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong>we de ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> op het gebiedvan hulpverl<strong>en</strong>ing onderzocht aan de hand van e<strong>en</strong> aantal interviews metgezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers. Uit deze interviews zijn diverse zwakke <strong>en</strong>sterke punt<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>ing naar vor<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>.Langdurige hulpMom<strong>en</strong>teel is de hulp aan kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zo ingericht dat deze meestalophoudt na e<strong>en</strong> vooraf vastgestelde periode, of eindigt wanneer voorafgeformuleerde doel<strong>en</strong> bereikt zijn. Van nazorg is vaak ge<strong>en</strong> sprake. In depraktijk blijkt echter dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> bij wie de ondersteuningafgerond is na e<strong>en</strong> tijdje weer aan de bel trekk<strong>en</strong> bij de hulpverl<strong>en</strong>ing, zoblijkt uit de gesprekk<strong>en</strong>. Dit kan al na e<strong>en</strong> aantal wek<strong>en</strong> zijn of pas na e<strong>en</strong>aantal jar<strong>en</strong>, maar de behoefte aan hulp blijft in ieder geval vaak bestaan.Als kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> andere leeftijdsfase terechtkom<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> ouders bijvoorbeeldweer teg<strong>en</strong> andere ding<strong>en</strong> aan waar zij ondersteuning bij nodigkunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. De behoefte aan langdurige begeleiding lijkt vooral grootte zijn als het om kwetsbare gezinn<strong>en</strong> gaat met chronische problem<strong>en</strong>,zoals e<strong>en</strong> verstandelijk beperkte ouder, of e<strong>en</strong> kind met e<strong>en</strong> stoornis alsautisme of adhd: “Ik d<strong>en</strong>k dat we zeker in de toekomst, gezi<strong>en</strong> ook mijn zoon zijnklassiek autisme <strong>en</strong> laag iq , dat je echt wel weer mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaat krijg<strong>en</strong> dat je weerde hulpverl<strong>en</strong>ing in zou moet<strong>en</strong>. Nou wat ik dus wel heel jammer vind, die hulpverl<strong>en</strong>ingdie stopt gewoon echt na e<strong>en</strong> half jaar. En eig<strong>en</strong>lijk zou die weg op<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>blijv<strong>en</strong>” (ouder).Zowel hulpverl<strong>en</strong>ers als gezinn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het dan ook w<strong>en</strong>selijk als deondersteuning van meer langdurige aard zou zijn. Meerdere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> voor om bij gezinn<strong>en</strong> die met problem<strong>en</strong> kamp<strong>en</strong> te beginn<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief traject, waarbij de hulpverl<strong>en</strong>er vooral in het begin frequ<strong>en</strong>tlangskomt om de situatie in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gezin weer op de rit96 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


probeert te krijg<strong>en</strong>. De frequ<strong>en</strong>tie van de hulp zou na e<strong>en</strong> tijdje afgebouwdkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als het traject is ‘afgerond’ kan overgegaan word<strong>en</strong> op“e<strong>en</strong> soort van perman<strong>en</strong>te zorg, waar ouders gewoon terechtkunn<strong>en</strong>, iemand diee<strong>en</strong> beetje e<strong>en</strong> vinger aan de pols houdt” (hulpverl<strong>en</strong>er). Het kan hierbij gaan ome<strong>en</strong> vaste hulpverl<strong>en</strong>er die het gezin structureel volgt <strong>en</strong> op wie gezinn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> beroep kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> als zij daar behoefte aan hebb<strong>en</strong>. Deze hulpverl<strong>en</strong>erzou volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal hulpverl<strong>en</strong>ers ook zelf standaard één keer inde twee, drie of vier wek<strong>en</strong> contact met het gezin kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>voordeel van zo’n ‘vinger aan de pols ondersteuning’ is dat gezinn<strong>en</strong> danniet telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> nieuw hulpverl<strong>en</strong>ingstraject in hoev<strong>en</strong> te gaan, inclusiefintake, wachtlijst<strong>en</strong>, indicatiestelling etc. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zou wellicht voorkom<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de situatie (weer) uit de hand loopt, <strong>en</strong> hoev<strong>en</strong>kwetsbare gezinn<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> niet steeds gebruik te mak<strong>en</strong> van zware <strong>en</strong>dure vorm<strong>en</strong> van hulpverl<strong>en</strong>ing. Het kan volg<strong>en</strong>s hulpverl<strong>en</strong>ers dan ookkost<strong>en</strong>bespar<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> als er op de achtergrond voor langere tijd e<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er voor de gezinn<strong>en</strong> klaarstaat.E<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing die door verschill<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ers wordt geplaatstis dat het voortzett<strong>en</strong> van de zorg niet haalbaar is voor de hulpverl<strong>en</strong>erszelf, omdat “de caseload dan te groot wordt” (hulpverl<strong>en</strong>er). Dit zou volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er bijvoorbeeld wel werk voor e<strong>en</strong> maatschappelijk werker kunn<strong>en</strong>zijn, “[…] die gewoon op de achtergrond aanwezig blijft <strong>en</strong> als aanspreekpuntkan blijv<strong>en</strong> funger<strong>en</strong> voor dit gezin”. Aangegev<strong>en</strong> wordt dat één persoon meerderegezinn<strong>en</strong> onder de hoede kan hebb<strong>en</strong>, vooral wanneer de verslagleggingwordt beperkt zou deze persoon veel gezinn<strong>en</strong> aankunn<strong>en</strong>. Hoewel degeïnterviewde respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de langdurige hulpverl<strong>en</strong>ing w<strong>en</strong>selijk vind<strong>en</strong>,wijst e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er erop dat gezinn<strong>en</strong> het mogelijk ook als betuttelingkunn<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>.Flexibele hulp aan huisGezi<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarop kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (ine<strong>en</strong>s)te mak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> is het volg<strong>en</strong>s zowel de gezinn<strong>en</strong>als hulpverl<strong>en</strong>ers van belang dat hulpverl<strong>en</strong>ers flexibel met hun werktijd<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> omgaan. Voor gezinn<strong>en</strong> is het bijvoorbeeld prettig als de hulpverl<strong>en</strong>eraltijd telefonisch of per mail bereikbaar is wanneer zij erg<strong>en</strong>s zelf nietuitkom<strong>en</strong>. Daarnaast kan e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er die tev<strong>en</strong>s buit<strong>en</strong> kantoorur<strong>en</strong>beschikbaar is ook met overdag werk<strong>en</strong>de ouders contact hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>vaker aanwezig zijn als er zich in gezinn<strong>en</strong> probleemsituaties voor-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 97


do<strong>en</strong>. Gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zelf niet altijd duidelijk mak<strong>en</strong> waar zij teg<strong>en</strong>aanlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> juist op de moeilijke mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er nodigdie met h<strong>en</strong> meekijkt, zo blijkt ook uit de volg<strong>en</strong>de fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van respectievelijke<strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er: “Maar gewoon van wees er e<strong>en</strong>s bij of zo opmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maak het e<strong>en</strong>s mee, dan weet je waar het over gaat <strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> vanwat ik vertel, maar dat je het echt ziet <strong>en</strong> hoort. […] Zoals ’s morg<strong>en</strong>s vroeg wanneerik de meeste problem<strong>en</strong> heb <strong>en</strong> ’s avonds na het et<strong>en</strong>… Dat ze er bij zijn, dat ze hetzi<strong>en</strong> hoe moeilijk het is om ze dan uit elkaar te krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>” (ouder).“Als ik meekijk dan vergroot ik de kans dat ik de juiste interv<strong>en</strong>tie toepas, als ik datniet doe dan vergroot ik de kans om de plank mis te slaan. En dan neem ik het gezinook niet serieus. Dus als er om half zev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem is ’s ocht<strong>en</strong>ds, dan zorg ikdat ik toch zeker twee of drie keer dat ga bekijk<strong>en</strong>. En als dat ’s avonds het geval isdan ga ik dat ’s avonds do<strong>en</strong>. Ja dat is voor mij wel heel belangrijk om dat te kunn<strong>en</strong>do<strong>en</strong>” (hulpverl<strong>en</strong>er).Als de hulpverl<strong>en</strong>er de situatie met eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> ziet kan hij of zij het gezindus ook gerichter ondersteun<strong>en</strong>. Hiermee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d gev<strong>en</strong> de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>dan ook e<strong>en</strong>sgezind aan dat de beste plek om ondersteuning te bied<strong>en</strong>bij de gezinn<strong>en</strong> thuis is. Gezinn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> het overig<strong>en</strong>s ook fijner <strong>en</strong>gemakkelijker om in hun eig<strong>en</strong> vertrouwde omgeving hulp te krijg<strong>en</strong>.Vaste hulpverl<strong>en</strong>er(s)Het blijkt voor te kom<strong>en</strong> dat gezinn<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s met verschill<strong>en</strong>dehulpverl<strong>en</strong>ers van één instantie te mak<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Zo zijn er in één gezinover e<strong>en</strong> periode van twee <strong>en</strong> e<strong>en</strong> half jaar zes gezinsvoogd<strong>en</strong> geweest:“Dat vind ik helemaal waardeloos”, aldus de betreff<strong>en</strong>de ouder. Ouders ervar<strong>en</strong>het juist als prettig om door dezelfde hulpverl<strong>en</strong>ers geholp<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.Zo geeft e<strong>en</strong> van de ouders aan; “je vertrouwt hem <strong>en</strong> je weet wat je kan met hem,<strong>en</strong> je weet wat je er voor terugkrijgt”. E<strong>en</strong> goede klik tuss<strong>en</strong> ouder <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>eris van belang voor de hulpverl<strong>en</strong>ing, “anders heeft het gewoon ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kelezin” (hulpverl<strong>en</strong>er). Het gevaar hierbij is echter dat de ouder de hulpverl<strong>en</strong>erals vri<strong>en</strong>d(in) gaat zi<strong>en</strong>, waarmee de noodzakelijke distantie verlor<strong>en</strong> gaat.Zo vertelt e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er over e<strong>en</strong> moeder: “Ja, dat ze dat bijna niet meer konscheid<strong>en</strong>, dat ik bijna e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>din was die gezellig op de koffie komt. [….] Ja, nee,daar b<strong>en</strong> ik wel heel duidelijk in. Ik blijf ook altijd heel.. als zij te afhankelijk van mewordt, hoe dan ook.. dan blijf ik altijd.. ik b<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er, ik b<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>din, ik98 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


kan morg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> be<strong>en</strong> brek<strong>en</strong> of ik kan morg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere baan aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> danb<strong>en</strong> ik ook weg.”Veel betrokk<strong>en</strong> organisaties: zorgcoördinatieZowel ouders als hulpverl<strong>en</strong>ers gev<strong>en</strong> aan dat e<strong>en</strong> brede insteek van hulpverl<strong>en</strong>ingveelal nodig is. De focus moet niet alle<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op de opvoeding,maar kwetsbare gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vaak ook met andere probleemgebied<strong>en</strong>te mak<strong>en</strong> zoals werk, relaties, financiën, papierwerk <strong>en</strong> dagplanning.Vanwege de complexe situaties waar kwetsbare gezinn<strong>en</strong> veelal meete mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, zijn er meestal verschill<strong>en</strong>de instanties bij het gezinbetrokk<strong>en</strong> (geweest). E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er zegt hierover dat het belangrijk is“dat iedere<strong>en</strong> zich ook betrokk<strong>en</strong> voelt bij het gezin <strong>en</strong> dat eig<strong>en</strong>lijk alle neuz<strong>en</strong>dezelfde kant op staan. […] En ik d<strong>en</strong>k dat daar de gezinn<strong>en</strong> het meest.. <strong>en</strong> vooral diekwetsbare gezinn<strong>en</strong> het meest mee geholp<strong>en</strong> zijn.”Echter wordt er niet altijd ev<strong>en</strong> goed sam<strong>en</strong>gewerkt door betrokk<strong>en</strong>organisaties; er is vaak e<strong>en</strong> gebrek aan overleg: “Soms is het nog zo dat er teveel op eilandjes gewerkt wordt, die is met dat stukje bezig <strong>en</strong> die weer met dat. […]Maar zo gauw als de hulpverl<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> andere instantie er ook in zit, dan ishet echt wel zaak om zelf in de gat<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong> dat je afstemt op elkaar, wie doetwat […]. Het komt wel langzaam op gang. Maar weinig, vind ik wel” (hulpverl<strong>en</strong>er).Instanties zijn overig<strong>en</strong>s vaak wel bereidwillig om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, maarhet is praktisch gezi<strong>en</strong> niet altijd mogelijk om met alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> rondde tafel te gaan zitt<strong>en</strong>. Kijk<strong>en</strong> we naar Jeugdzorg <strong>en</strong> de ggz dan wijst e<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er op ‘de schott<strong>en</strong>’ die belemmer<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. De informatie diede <strong>en</strong>e instantie heeft over e<strong>en</strong> gezin wordt of mag niet altijd doorgecommuniceerdword<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere hulpverl<strong>en</strong>er, waardoor ze niet sam<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> hoe de situatie het beste aangepakt kan word<strong>en</strong>.Dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> vaak bij verschill<strong>en</strong>de instantiesterechtkom<strong>en</strong> resulteert er ook in dat zij het hele voortraject telk<strong>en</strong>sopnieuw moet<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus ook bij iedere hulpverl<strong>en</strong>er steeds weerhun verhaal moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de ouders zegt het volg<strong>en</strong>de hierover:“Hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> heb ik al niet moet<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verhaal moet<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitmoet<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan had je net vertrouw<strong>en</strong> in iemand, in die begeleiding <strong>en</strong> danvalt dat toch weer weg. Kijk <strong>en</strong> dat vind ik dan jammer, ik weet ook niet of dat te verander<strong>en</strong>is, dat iemand dus e<strong>en</strong> langere tijd daarin mee gaat, vooral als ze zi<strong>en</strong> vangoh het zijn toch kinder<strong>en</strong> die wat langer iets nodig hebb<strong>en</strong>. Want het is niet alle<strong>en</strong>de hulpverl<strong>en</strong>ing hè, het is ook het rugzakje wat je op school hebt, e<strong>en</strong> orthopeda-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 99


goog die daar dan weer mee loopt <strong>en</strong> de verhal<strong>en</strong> die je op school weer kwijt moet.En op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dan stapt iemand over van baan <strong>en</strong> dan krijg je weeriemand anders. Ook bij organisaties waar e<strong>en</strong> gezin al bek<strong>en</strong>d is, komt ditvoor: “En dat is met int<strong>en</strong>sieve hulpverl<strong>en</strong>ing, dat is met pgb (Persoonsgebond<strong>en</strong>Budget) aanvrag<strong>en</strong>, weer alle formulier<strong>en</strong> invull<strong>en</strong>, weer het hele verhaal do<strong>en</strong>. […]Ja het kost gewoon e<strong>en</strong> hoop <strong>en</strong>ergie, dat je echt wel ev<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kt van ga ik het weerdo<strong>en</strong> ja of nee. […] En dan d<strong>en</strong>k ik van jong<strong>en</strong>s, jullie hebb<strong>en</strong> alle papier<strong>en</strong>, julliehebb<strong>en</strong> alle gegev<strong>en</strong>s, waarom trekk<strong>en</strong> jullie niet ev<strong>en</strong> zelf de ladekast<strong>en</strong> op<strong>en</strong>”(ouder).Idealiter zoud<strong>en</strong> alle organisaties die bij e<strong>en</strong> gezin betrokk<strong>en</strong> zijn metelkaar moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ondersteuning op elkaar afstemm<strong>en</strong>,zo gev<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers aan. Het wordt door veel respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> dan ook handiggeacht als er per gezin één vaste hulpverl<strong>en</strong>er/instantie is die het overzichtbewaakt over de hulp die het gezin krijgt <strong>en</strong> – zoals eerder aangegev<strong>en</strong>– waar het gezin voor langere tijd op terug kan vall<strong>en</strong>. Deze hulpverl<strong>en</strong>er,e<strong>en</strong> soort zorgcoördinator, zou er voor kunn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat de gezinn<strong>en</strong> dehulp krijg<strong>en</strong> die nodig is. Hij of zij kan andere vorm<strong>en</strong> van hulp inschakel<strong>en</strong>als dat nodig is, maar ook hulp de deur uitzett<strong>en</strong> die overbodig is.Aansluit<strong>en</strong> bij gezinn<strong>en</strong>Elk kwetsbaar gezin is anders <strong>en</strong> heeft andere moeilijkhed<strong>en</strong>, behoeft<strong>en</strong>,gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> belangrijk punt dat door alle gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers wordtondersteund is dat de hulpverl<strong>en</strong>ing goed moet aansluit<strong>en</strong> bij het gezin,zoals e<strong>en</strong> ouder zegt: “Er is niet één standaard aanpak voor ieder kind. De hulpverl<strong>en</strong>ersgev<strong>en</strong> dan ook aan per gezin te bekijk<strong>en</strong> wat er nodig is: “Ik hebniet vooropgezette plann<strong>en</strong> van zo moet het of zo moet het, ik sluit aan bij dat water gebeurt of wat er is”; “Dus ook dat je af <strong>en</strong> toe je eig<strong>en</strong> waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> aande kant moet zett<strong>en</strong>. […] Het is niet mijn maatstaf, maar het is goed g<strong>en</strong>oeg. […] Enniet mete<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> oordeel klaar staan of zegg<strong>en</strong> dat het anders moet, nee, aansluit<strong>en</strong>bij…” Dit speelt wellicht nog sterker als de culturele achtergrond vande hulpverl<strong>en</strong>er anders is dan die van het gezin. “Ja allerlei ding<strong>en</strong> die in mijncultuur <strong>en</strong> in mijn beeld wat ik heb van opvoeding, hoe het is, dat sluit vaak nietaan. En toch zoveel mogelijk aansluit<strong>en</strong> bij wat hun behoeftes zijn” (hulpverl<strong>en</strong>er).Hoewel alle hulpverl<strong>en</strong>ers aangev<strong>en</strong> het belangrijk vind<strong>en</strong> mee te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>in de norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> van de gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de gezinn<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>deervaring<strong>en</strong> hiermee , zoals onder andere blijkt uit de volg<strong>en</strong>de reacties van100 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


ouders: Gewoon echt aanpass<strong>en</strong> in het gezin ook, gewoon wat wij gew<strong>en</strong>d zijn. Enook daar oplossing<strong>en</strong> voor zoek<strong>en</strong>. Ik bedoel als ik puur ev<strong>en</strong> kijk naar de zondag,wij zijn christelijk <strong>en</strong> de zondag, dat is e<strong>en</strong> dag waarbij wij ge<strong>en</strong> televisie of ietskijk<strong>en</strong>. En ja, de televisie zett<strong>en</strong> we doordeweeks inderdaad nog wel e<strong>en</strong>s in, om derust te creër<strong>en</strong> voor de kinder<strong>en</strong>. Maar goed op de zondag will<strong>en</strong> we dat gewoonniet. Wij hebb<strong>en</strong> zoiets van dan ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere dag dan alle andere dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> ja,dat ze dan ook gewoon echt meekijkt <strong>en</strong> meed<strong>en</strong>kt <strong>en</strong> dat vond ik dan ook wel echtheel leuk. Op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t kwam ze bijvoorbeeld ook aan met e<strong>en</strong> christelijkedvd dat ging echt over de Bijbel, e<strong>en</strong> Bijbelverhaal van is dat dan misschi<strong>en</strong> iets?Van het is gewoon heel moeilijk om voor h<strong>en</strong> rust te creër<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan d<strong>en</strong>k ik ja zed<strong>en</strong>kt ook gewoon mee in onze waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat wij belangrijk vind<strong>en</strong>,dus dat vond ik eig<strong>en</strong>lijk ook wel heel goed.“Omdat ze bazig was, niet goed luisterde wat je nou bedoelde, maar gewoonmeer haar eig<strong>en</strong> zin door wilde drijv<strong>en</strong>. Kijk ze wet<strong>en</strong>.. ze hor<strong>en</strong> het beter te wet<strong>en</strong>natuurlijk <strong>en</strong> ze zi<strong>en</strong> de situatie, maar daar kreeg je echt niet goed contact meevan hoe of wat. Nee, het moest zo <strong>en</strong> het was zo <strong>en</strong> daar moest je je dan maar aanhoud<strong>en</strong>. Die zag alles zwart/wit. Die ging uit van […] hoe zij het in haar hoofd heeftzitt<strong>en</strong> hoe jij je kind op moet voed<strong>en</strong>, ja dat werkt niet, want ieder gezin is anders”(ouder zegt dit over eerdere hulpverl<strong>en</strong>ing).Sam<strong>en</strong>werking met oudersZoals ook uit het laatste citaat is af te leid<strong>en</strong> werkt het niet als de hulpverl<strong>en</strong>ingniet aansluit bij de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> situatie van het gezin. Het gezin moethet immers uiteindelijk zelf do<strong>en</strong>. De hulpverl<strong>en</strong>er kan ouders bijvoorbeeldwel handvatt<strong>en</strong> aanreik<strong>en</strong>, maar “het heeft ge<strong>en</strong> zin jouw oplossing op te dring<strong>en</strong>,dat is niet hun oplossing” (hulpverl<strong>en</strong>er). Het is volg<strong>en</strong>s hulpverl<strong>en</strong>ers danook van belang om de hulpverl<strong>en</strong>ing in sam<strong>en</strong>spraak met de ouders vormte gev<strong>en</strong>: “En ik kan ook niet jouw kind beter mak<strong>en</strong>, wij kunn<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>naar wat er dan onder zit <strong>en</strong> hoe ik jou kan help<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> om het betervoor jou <strong>en</strong> je kind te krijg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het hele gezin”. Zonder sam<strong>en</strong>werking houdthet met de hulpverl<strong>en</strong>ing al snel op. E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er zegt hierover: “Jewerkt sam<strong>en</strong> met de gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat vind ik eig<strong>en</strong>lijk het allerbelangrijkste. En ja,dat is ook e<strong>en</strong> houding die belangrijk is om uit te stral<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k ik. En ja, dan werk<strong>en</strong>de gezinn<strong>en</strong> ook gewoon graag mee. Ja. En je b<strong>en</strong>t er ook gewoon voor de gezinn<strong>en</strong><strong>en</strong> dat is ook wat ik steeds weer terugkoppel, ik b<strong>en</strong> er voor jullie, wat ik net al zei,maar zij zijn wel deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die het zelf moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. […] Dus ik kan veel tips <strong>en</strong> advie-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 101


z<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> meed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar het werkt het beste als ouders het zelf bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong>niet als ik het aandraag.”Focus op ouders dan wel kinder<strong>en</strong>E<strong>en</strong> ander punt dat veelal aan bod kwam tijd<strong>en</strong>s de interviews is dat defocus van de hulpverl<strong>en</strong>ing met name volg<strong>en</strong>s de gezinn<strong>en</strong> niet altijd goedligt. Zo gev<strong>en</strong> meerdere ouders aan dat er teveel gefocust wordt op hetgedrag van de ouders, <strong>en</strong> dat er weinig hulp naar het kind uitgaat. “Dus dangaan ze eerst kijk<strong>en</strong> van ja het ligt aan de ouders want die hebb<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong>s ruzie<strong>en</strong> dit <strong>en</strong> dat. En het ligt aan de ouders, niks mis met het kind. Dus dat gaat ook aljar<strong>en</strong> zo door. Dan kom<strong>en</strong> ze er toch achter er is wel wat met het kind. Maar tochgaan ze weer de ouders erbij hal<strong>en</strong>. Nou nu is ze ondertuss<strong>en</strong> al 14, jar<strong>en</strong> verder, <strong>en</strong>nog niks opgeschot<strong>en</strong>”, aldus e<strong>en</strong> ouder. Ouders gev<strong>en</strong> aan het belangrijk tevind<strong>en</strong> dat ook de kinder<strong>en</strong> hun verhaal kwijt kunn<strong>en</strong> aan de hulpverl<strong>en</strong>ers.Ook de hulpverl<strong>en</strong>ers vind<strong>en</strong> het belangrijk dat er aparte aandacht isvoor de kinder<strong>en</strong>; “En het is ook belangrijk dat je ouders af <strong>en</strong> toe kunt sprek<strong>en</strong>zonder de kinder<strong>en</strong> erbij, het is af <strong>en</strong> toe belangrijk om de kinder<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>, zonderouders erbij”. Echter, de hulpverl<strong>en</strong>ers b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> juist wel de rol van deouders. Dit kan voor veel gezinn<strong>en</strong> confronter<strong>en</strong>d zijn; de oplossing<strong>en</strong> voorde problem<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> (deels) in het aanpass<strong>en</strong> van de opvoedpraktijk<strong>en</strong> vande ouders. “Dus het vraagt niet alle<strong>en</strong> verandering van het gedrag van je kinder<strong>en</strong>,maar jij moet die verandering op gang br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, dus het vergt ook verandering vanje eig<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> dat is erg moeilijk” (hulpverl<strong>en</strong>er). Hoewel de hulpverl<strong>en</strong>ersouders e<strong>en</strong> belangrijke rol toebedel<strong>en</strong>, gaat in praktijk ook wel e<strong>en</strong>s onvoldo<strong>en</strong>deaandacht naar h<strong>en</strong> uit. Zo zegt e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er:” […] de kinder<strong>en</strong> zijnwel in e<strong>en</strong> gezinshuis geplaatst, maar er is nooit hulpverl<strong>en</strong>ing naar vader of moedergeweest. […] En dat vind ik wel kwalijk dat daar ge<strong>en</strong> aandacht voor is geweest,voor dat stuk. De kinder<strong>en</strong> war<strong>en</strong> uit huis, dat was het dan, maar naar ouders toegebeurde er niks. Dus wat was de beweging, om te zorg<strong>en</strong> dat de kinder<strong>en</strong> weer bijhun ouders kwam<strong>en</strong>, die kan ik niet zi<strong>en</strong> zegmaar.” Dit heeft wellicht (deels)te mak<strong>en</strong> met de individuele indicaties die vaak word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> (zie ook‘knelpunt<strong>en</strong> in de hulpverl<strong>en</strong>ing’).102 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


4.4 Knelpunt<strong>en</strong> in de hulpverl<strong>en</strong>ingDrempels voor oudersVoor ouders bestaan er diverse drempels om hulp te zoek<strong>en</strong>. Zo is het erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>dat er sprake is van e<strong>en</strong> probleem <strong>en</strong> het zoek<strong>en</strong> van hulp hierbij e<strong>en</strong>grote stap voor veel ouders: “Voor mij was het in het begin ook e<strong>en</strong> taboe, allesvan Jeugdzorg, want ja daar zitt<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> die spor<strong>en</strong> niet, toch? Nou vind je hetleuk om.. het idee van ik krijg e<strong>en</strong> kind <strong>en</strong> het spoort niet.. Dus ouders prober<strong>en</strong> datverborg<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>, ja dat hoeft niemand te wet<strong>en</strong> dat hij dat heeft. […] En ouderszijn ook heel bang om het verwijt te krijg<strong>en</strong> dat je het als ouders gewoon niet goeddoet, dat je e<strong>en</strong> slechte ouder b<strong>en</strong>t” (ouder). E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er stelt dan ook hetvolg<strong>en</strong>de voor: “Voor dit soort gezinn<strong>en</strong>, probleemgezinn<strong>en</strong>, als die gesignaleerdword<strong>en</strong>, dat die al actief gevolgd kunn<strong>en</strong> gaan word<strong>en</strong>, als er signal<strong>en</strong> zijn. Ik d<strong>en</strong>kdat heel veel hulpverl<strong>en</strong>ing later voorkom<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dan.”Daarnaast zijn de weg<strong>en</strong> naar de juiste hulpverl<strong>en</strong>ing vaak niet makkelijkof niet goed bek<strong>en</strong>d bij de gezinn<strong>en</strong>. Zo zegt e<strong>en</strong> ouder; “Dan sla je allerleiweg<strong>en</strong> in, <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t krijg je ook dat verwijt van ja maar daar hebje je gemeld, daar heb je.. Ja maar wat wil je nou? Ik wil hulp. En dan maakt het mijge<strong>en</strong> bal uit wie er als eerste komt, al is het Jantje, Pietje of Klaasje, maar ik wil hulp.Dus naar de <strong>en</strong>e instantie, naar e<strong>en</strong> andere instantie, naar noem maar op, jong<strong>en</strong>sik wil hulp. […] Dat er gewoon veel meer duidelijkheid is van ja welke weg<strong>en</strong> kun jedan bewandel<strong>en</strong>, waar kun je nou met problem<strong>en</strong> he<strong>en</strong>?” Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>zoud<strong>en</strong> huisarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> C<strong>en</strong>tra voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin (cjg) hier e<strong>en</strong>belangrijke rol in kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Echter wordt er, zoals ook eerder gezegd,wel op gewez<strong>en</strong> dat het het beste werkt om gezinn<strong>en</strong> thuis op te zoek<strong>en</strong>: “Endat is d<strong>en</strong>k ik belangrijk. Dat raad ik ook de ggz-medewerkers aan om vooral meernaar gezinn<strong>en</strong> toe te gaan <strong>en</strong> vanuit hun ivor<strong>en</strong> tor<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet meer op hetstandpunt blijv<strong>en</strong> van klant<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> maar bij ons”, aldus e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er.E<strong>en</strong> andere drempel is dat eerdere negatieve ervaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>voor e<strong>en</strong> wantrouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de hulpverl<strong>en</strong>ing. Zo word<strong>en</strong> in deinterviews voorbeeld<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> van hulpverl<strong>en</strong>ers die hun afsprak<strong>en</strong> nietnakom<strong>en</strong>, het vertrouw<strong>en</strong> schad<strong>en</strong> van gezinn<strong>en</strong>, hulpverl<strong>en</strong>ers die in gevalvan gescheid<strong>en</strong> ouders partij trekk<strong>en</strong> voor moeder, <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers die tesnel e<strong>en</strong> oordeel vell<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de ouders geeft bijvoorbeeld aan; “Ze moet<strong>en</strong>gewoon eerst die persoon ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dus eerst twee, drie gesprekk<strong>en</strong> gewoon omte kijk<strong>en</strong> hoe die persoon in elkaar zit, voordat ze gaan oordel<strong>en</strong>.” Ook negatieveverhal<strong>en</strong> die de media verspreid<strong>en</strong> over de Jeugdzorg zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdra-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 103


g<strong>en</strong> aan het wantrouw<strong>en</strong> van gezinn<strong>en</strong>.Daarnaast noem<strong>en</strong> zowel ouders als hulpverl<strong>en</strong>ers wachtlijst<strong>en</strong> als knelpunt.Hulp bij acute problem<strong>en</strong> is hierdoor vaak niet mogelijk, terwijl e<strong>en</strong>interv<strong>en</strong>tie of ondersteuning in die gevall<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk direct zou moet<strong>en</strong> tebeginn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gezin geeft aan dat het ook voor kan kom<strong>en</strong> dat je (eerst) doore<strong>en</strong> andere organisatie geholp<strong>en</strong> wordt met e<strong>en</strong> minder lange wachtlijst,maar dit hoeft helemaal niet de juiste hulp te zijn. Langdurige ondersteuningwordt in dit geval als ‘oplossing’ g<strong>en</strong>oemd; “Je komt altijd wel weer op e<strong>en</strong>wachtlijst terecht. Dus je kan er beter in blijv<strong>en</strong> totdat je echt inderdaad zeker weetvan nu gaat alles goed lop<strong>en</strong>, dan kan je dan altijd nog zegg<strong>en</strong> ik ga er uit” (ouder).E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er wijst op e<strong>en</strong> meer tijdelijke oplossing, waarbij er in deperiode dat e<strong>en</strong> gezin op de wachtlijst staat al wel e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er ingeschakeldwordt, nog voordat de diagnostiek dus duidelijk is. In teg<strong>en</strong>stellingtot de andere respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft één hulpverl<strong>en</strong>er de ervaring dat er bijurg<strong>en</strong>te problem<strong>en</strong> wel direct contact is met het gezin. Deze hulpverl<strong>en</strong>erziet de wachtlijst<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> juist als poortfunctie om bepaalde gezinn<strong>en</strong>uit te filter<strong>en</strong>; “Er zijn ook gezinn<strong>en</strong> die zich heel snel aanmeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> heel snel inde zorg terecht will<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. En ik d<strong>en</strong>k dat het ook goed is om te zi<strong>en</strong> dat het nietzomaar iets is maar dat het ook veel <strong>en</strong>ergie vergt. En dat het niet zomaar hulp is dieje zomaar krijgt aangebod<strong>en</strong>, dat er echt iets aan de hand moet zijn.”Belemmering<strong>en</strong> voor hulpverl<strong>en</strong>ersAan de hulpverl<strong>en</strong>ers is gevraagd waar zij teg<strong>en</strong>aan (zoud<strong>en</strong>) lop<strong>en</strong> metbetrekking tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> van (de ideale vorm van) hulp. T<strong>en</strong> eerste word<strong>en</strong>er soms problem<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het aantal ur<strong>en</strong> dat hulpverl<strong>en</strong>ers aangezinn<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>. Ze zijn bijvoorbeeld (te) veel bezigmet verslaglegging, ur<strong>en</strong>registratie <strong>en</strong> dergelijke. E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er zegthierover: “Je moet op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t keuzes mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ja goed, de keuze, alsik die moet mak<strong>en</strong> dan zeg ik van ik zit liever in het gezin dan al die rapport<strong>en</strong> nog teschrijv<strong>en</strong>. [….] En vooral als er crisis is, ja dan moet je er gewoon heel veel ur<strong>en</strong> instek<strong>en</strong>,omdat je vaak toch de vertrouw<strong>en</strong>spersoon ook b<strong>en</strong>t binn<strong>en</strong> dit gezin.” Dezeur<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> later moeilijk gecomp<strong>en</strong>seerd word<strong>en</strong>. Wat ook e<strong>en</strong> rol speeltis dat e<strong>en</strong> indicatie vaak op individueel niveau gegev<strong>en</strong> wordt; er is e<strong>en</strong> indicatievoor e<strong>en</strong> kind (of ouder in bijvoorbeeld het geval van e<strong>en</strong> verstandelijkehandicap), maar gezi<strong>en</strong> de problematiek zou eig<strong>en</strong>lijk het gehele gezin inde behandeling meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Er is nu vaak officieel gezi<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> tijd om in te gaan op de gezinsrelaties <strong>en</strong> de ontwikkeling van de104 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


andere kinder<strong>en</strong> in het gezin. Bij kwetsbare gezinn<strong>en</strong> zou volg<strong>en</strong>s verschill<strong>en</strong>dehulpverl<strong>en</strong>ers e<strong>en</strong> gezinsindicatie dan ook handiger zijn: “Van je komtbinn<strong>en</strong> op naam van het kind, omdat zij e<strong>en</strong> verstandelijke beperking heeft, maardan blijkt het grootste probleem eig<strong>en</strong>lijk bij de ouders te ligg<strong>en</strong> of bij het systeem.En ja dan moet je heel creatief zijn met je ur<strong>en</strong>. […] En dat is wat ik ook bedoel, je zoudus als gezinsondersteuner gewoon de ur<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> voor de ondersteuningop het gezin.”Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er is het soms ook lastig om je strikt aan bepaaldeprotocoll<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. Zo is geheimhouding voor hulpverl<strong>en</strong>ers niet altijdev<strong>en</strong> gemakkelijk; je moet het respecter<strong>en</strong>, maar soms kan het niet andersin het belang van het kind. En sommige hulpverl<strong>en</strong>ers gev<strong>en</strong> bijvoorbeeldwel informatie door aan e<strong>en</strong> andere instantie over e<strong>en</strong> cliënt, terwijl anderehulpverl<strong>en</strong>ers dat in verband met privacy niet do<strong>en</strong>. Dit laatste werkt lastig,omdat er dan niet sam<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> naar het gezingekek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>.Verder sprek<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ers hun zorg<strong>en</strong> uit over (aangekondigde)bezuiniging<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er dreig<strong>en</strong> vooral kwetsbare gezinn<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> wal <strong>en</strong> schip te vall<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wordt het voor gezinn<strong>en</strong> steedsmoeilijker om ondersteuning te krijg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>er spreekt bijvoorbeeldover aangescherpte indicati<strong>en</strong>orm<strong>en</strong>. “Dus ja, maar goed, dat is beleid,bezuinig<strong>en</strong> op ur<strong>en</strong> of op ondersteuning, ja dat werkt uiteindelijk niet”, aldus e<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>er.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 105


5Conclusie <strong>en</strong> discussieIn deze studie hebb<strong>en</strong> we aan de hand van zowel kwantitatieve <strong>en</strong> kwalitatievedata e<strong>en</strong> beeld geschetst van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland. Wehebb<strong>en</strong> hierbij gebruikgemaakt van e<strong>en</strong> heuristisch model dat is aangegev<strong>en</strong>door de rmo. In dit raamwerk wordt kwetsbaarheid van gezinn<strong>en</strong>gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> interactie van drie aspect<strong>en</strong>: de aanwezige risicofactor<strong>en</strong> inhet gezin, de sociale omgeving <strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ing die (mogelijk) bij hetgezin betrokk<strong>en</strong> is. Wij hebb<strong>en</strong> in deze studie de drie aspect<strong>en</strong> in kaartgebracht.5.1 De driehoek van gezin, sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingSommige gezinn<strong>en</strong> zijn bijzonder kwetsbaar voor het ontwikkel<strong>en</strong> vanproblem<strong>en</strong> bij de opvoeding <strong>en</strong> ontwikkeling van kinder<strong>en</strong>. Deze kwetsbaarheidoperationaliseerd<strong>en</strong> we als e<strong>en</strong> aanwezigheid van risicofactor<strong>en</strong>binn<strong>en</strong> het gezin (zoals laag opleidingsniveau, e<strong>en</strong>oudergezin of langdurigeaando<strong>en</strong>ing). We beschouw<strong>en</strong> de sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingals factor<strong>en</strong> die de kans op problem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verklein<strong>en</strong> ofvergrot<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s onze definitie van kwetsbaarheid (d.w.z. vier of meerrisicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin) kan ongeveer 15% van de gezinn<strong>en</strong> als‘kwetsbaar’ word<strong>en</strong> aangeduid. Om vervolg<strong>en</strong>s te bekijk<strong>en</strong> of onze definitievan kwetsbaarheid voldo<strong>en</strong>de valide is, hebb<strong>en</strong> we gekek<strong>en</strong> of de kinder<strong>en</strong>uit gezinn<strong>en</strong> die aan deze definitie voldo<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> grotere kans hebb<strong>en</strong> ophet ontstaan van opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>. Dit bleek het gevalte zijn; kinder<strong>en</strong> uit kwetsbare gezinn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter risico op het ontwikkel<strong>en</strong>van psychosociale problem<strong>en</strong> dan kinder<strong>en</strong> uit gezinn<strong>en</strong> waarinminder risicofactor<strong>en</strong> aanwezig zijn.Hét kwetsbare gezin bestaat overig<strong>en</strong>s niet; in totaal kom<strong>en</strong> er in onsdatabestand (avo’07) ongeveer neg<strong>en</strong>tig verschill<strong>en</strong>de combinaties van vier106 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


of meer risicofactor<strong>en</strong> voor, <strong>en</strong> ruim e<strong>en</strong> derde van de gezinn<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong>unieke combinatie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> toont deze studie aan dat het zinvol is omook andere risicofactor<strong>en</strong> in acht te nem<strong>en</strong>, naast de vier klassieke risicofactor<strong>en</strong>(e<strong>en</strong>oudergezin, laag opleidingsniveau, armoede <strong>en</strong> niet-westerseherkomst) die vaak in onderzoek gebruikt word<strong>en</strong> om kwetsbare groep<strong>en</strong>aan te duid<strong>en</strong>.De nadruk lag in deze studie dus op de aanwezigheid van risicofactor<strong>en</strong>,maar ook zog<strong>en</strong>oemde protectieve factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het aldan niet ontstaan van opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>. Omdat er veeldiscussie is over wat e<strong>en</strong> protectieve factor exact is <strong>en</strong> over de manier waaropzij werk<strong>en</strong> (volg<strong>en</strong>s veel onderzoekers alle<strong>en</strong> in aanwezigheid van e<strong>en</strong>bepaalde risicofactor) (bv. Hermanns et al. 2005) kunn<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> inonderzoek dus niet e<strong>en</strong>voudigweg opgeteld word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> effect te bepal<strong>en</strong>.Daarom hebb<strong>en</strong> we deze bescherm<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> niet meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bijhet bepal<strong>en</strong> van het aantal kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland. Dat deze factor<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol hebb<strong>en</strong> gespeeld in de door ons gevond<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>risicofactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> problematiek is natuurlijk niet uit te sluit<strong>en</strong>.Hoewel protectieve factor<strong>en</strong> bij het bepal<strong>en</strong> van het aantal kwetsbaregezinn<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> beschouwing zijn geblev<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we hier later welexpliciet aandacht aan besteed, namelijk bij het besprek<strong>en</strong> van de brederegezinscontext/sociale omgeving. Voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> uitgebreidsociaal netwerk (zoals vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, familie of buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>) immersbescherming bied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> opvoedproblem<strong>en</strong> door ouders te ondersteun<strong>en</strong>bij (vrag<strong>en</strong> over) de opvoeding. Ook ander onderzoek wijst op sociale steunals e<strong>en</strong> sterke protectieve factor (bv. Asscher <strong>en</strong> Pauluss<strong>en</strong>-Hoogeboom2005). E<strong>en</strong> gebrek aan ondersteuning vanuit de sociale omgeving kande kwetsbaarheid van e<strong>en</strong> gezin juist vergrot<strong>en</strong> (Bakker et al. 1998a;Hermanns et al. 2005). De gegev<strong>en</strong>s uit het avo lijk<strong>en</strong> deze theorie teonder steun<strong>en</strong>; gezinn<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>rapporter<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> significant minder probleemgedrag bijhun kinder<strong>en</strong> dan gezinn<strong>en</strong> die onvoldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong>.Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> gemiddeld minder contact te hebb<strong>en</strong> metvri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong>, <strong>en</strong> met name met (schoon)familie dan de niet-kwetsbaregezinn<strong>en</strong>. Of de steun vanuit sociale contact<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> helpt voorkom<strong>en</strong>,of dat de aanwezigheid van problem<strong>en</strong> zorgt voor e<strong>en</strong> lagere mate vansociale contact<strong>en</strong> <strong>en</strong> steun, is uit de gegev<strong>en</strong>s niet op te mak<strong>en</strong>. KwetsbareBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 107


gezinn<strong>en</strong> won<strong>en</strong> daarnaast vaker in achterstandswijk<strong>en</strong>, die vaak als minderkindvri<strong>en</strong>delijk beoordeeld word<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar de ervar<strong>en</strong> sociale cohesie<strong>en</strong> controle lager zijn. Verder gev<strong>en</strong> de geïnterviewde gezinn<strong>en</strong> aan vaakbang te zijn voor onbegrip vanuit de sociale omgeving of dit werkelijk teervar<strong>en</strong> voor de situatie of beperking<strong>en</strong> van het gezin. E<strong>en</strong> stressvolle ofgebrekkige sociale omgeving die weinig ondersteuning biedt aan ouderskan juist e<strong>en</strong> risicofactor zijn voor opvoed- of ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bijkinder<strong>en</strong>.We moet<strong>en</strong> dan ook niet zomaar voorbijgaan aan het belang van e<strong>en</strong>goede sociale omgeving. Ook de beroepsmatige hupverl<strong>en</strong>ing blijkt hieral op in te zett<strong>en</strong>. Ze br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> het netwerk van de gezinn<strong>en</strong> in kaart <strong>en</strong>betrekk<strong>en</strong> de sociale omgeving ook veelal bij de ondersteuning. Zo word<strong>en</strong>bijvoorbeeld zog<strong>en</strong>aamde eig<strong>en</strong> kracht confer<strong>en</strong>ties georganiseerd; hierbijword<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> uit de sociale omgeving plann<strong>en</strong> gemaakt voorde toekomst van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hulp nodig hebb<strong>en</strong>.Het derde aspect van de driehoek betreft de formele ondersteuning.In Neder land zijn er diverse vorm<strong>en</strong> van formele hulp beschikbaar voorgezinn<strong>en</strong> die advies of hulp nodig hebb<strong>en</strong> bij de opvoeding. Deze hulp heeftals doel het voorkóm<strong>en</strong>, verminder<strong>en</strong> of oploss<strong>en</strong> van opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>.Echter, hulpverl<strong>en</strong>ing die beperkt of ontoereik<strong>en</strong>d is, ofoverdadige hulpverl<strong>en</strong>ing, kan de kwetsbaarheid van gezinn<strong>en</strong> juist vergrot<strong>en</strong>.Uit onze analyses blijkt dat er door kwetsbare gezinn<strong>en</strong> meer hulp ofadvies wordt gezocht. Deze gezinn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> vaker gebruik van zwaarderezorg dan niet-kwetsbare gezinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> deze ouders rapporter<strong>en</strong> ook vakerpsychosociale problematiek bij hun kinder<strong>en</strong>.Gesprekk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal kwetsbare gezinn<strong>en</strong> (met problem<strong>en</strong>) <strong>en</strong>hun hulpverl<strong>en</strong>ers hebb<strong>en</strong> veel inzicht<strong>en</strong> opgeleverd over de behoeft<strong>en</strong> vankwetsbare gezinn<strong>en</strong> op het gebied van hulpverl<strong>en</strong>ing. Er kom<strong>en</strong> diverseknelpunt<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong>, zoals lange wachtlijst<strong>en</strong>, veel betrokk<strong>en</strong> organisatieswaar gezinn<strong>en</strong> steeds hun verhaal moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het gebrek aane<strong>en</strong> indicatiestelling <strong>en</strong> behandeling op gezinsniveau. Kwetsbare gezinn<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> vooral behoefte te hebb<strong>en</strong> aan langdurige hulpverl<strong>en</strong>ing; e<strong>en</strong> professionaldie e<strong>en</strong> ‘vinger aan de pols houdt’ als de int<strong>en</strong>sieve hulpverl<strong>en</strong>ingstopt. Dit is nu echter niet haalbaar voor de hulpverl<strong>en</strong>ers; daar hebb<strong>en</strong> zede tijd <strong>en</strong> de middel<strong>en</strong> niet voor. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet wel word<strong>en</strong> opgepast dathet ge<strong>en</strong> betutteling <strong>en</strong> afhankelijkheidspositie wordt; uiteindelijk moet<strong>en</strong>ouders het zelf do<strong>en</strong>.108 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Mogelijk erg bepal<strong>en</strong>d in de mate waarin kwetsbare gezinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>profiter<strong>en</strong> van hun sociale omgeving of professionele hulpverl<strong>en</strong>ing is demate waarin zij op<strong>en</strong> staan voor ondersteuning. E<strong>en</strong> eerste vereiste hierinis dat de ouders zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> inzi<strong>en</strong> dat er sprake is van problem<strong>en</strong>. In datkader is het interessant om uit de resultat<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> dat in gezinn<strong>en</strong> waarinkinder<strong>en</strong> psychosociale problem<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>, de ouders zich niet altijdzorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het gedrag, de opvoeding of de ontwikkeling vande kinder<strong>en</strong>. Dit geldt sterker voor kwetsbare gezinn<strong>en</strong> dan voor de anderegezinn<strong>en</strong>. Wanneer ouders zich ge<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> zij wellicht ookminder snel naar hulp uit de omgeving of naar formele hulpverl<strong>en</strong>ing. Zoheeft ruim e<strong>en</strong> derde van de gezinn<strong>en</strong> waarin sprake is van psychosocialeproblematiek bij de kinder<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> formele hulp of advies gezocht.Er is tev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> naar de relatie tuss<strong>en</strong> het ontvang<strong>en</strong> van hulp<strong>en</strong> steun uit de sociale omgeving, <strong>en</strong> het ontvang<strong>en</strong> van formele hulp.Gezinn<strong>en</strong> die niet voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong>ook minder gebruik te mak<strong>en</strong> van formele hulpverl<strong>en</strong>ing dan gezinn<strong>en</strong> diewel aangev<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de sociale contact<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Mogelijk staan dezelaatste gezinn<strong>en</strong> meer op<strong>en</strong> voor gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> advies over de opvoeding,of kom<strong>en</strong> zij door hun sociale netwerk gemakkelijker in contact met formeleondersteuners. Het lijkt dus niet zo te zijn dat gezinn<strong>en</strong> die voldo<strong>en</strong>desociale contact<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> hulp meer nodig hebb<strong>en</strong> van formele ondersteuners.De relatie kan natuurlijk ook andersom werk<strong>en</strong>; de formele hulpverl<strong>en</strong>ingkan inzett<strong>en</strong> op de ondersteuning <strong>en</strong> vergroting van het social<strong>en</strong>etwerk van gezinn<strong>en</strong>. Hierbij werd echter wel b<strong>en</strong>adrukt dat e<strong>en</strong> sociaalnetwerk alle<strong>en</strong> vaak niet g<strong>en</strong>oeg zal zijn; kwetsbare gezinn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>behoefte aan iemand met k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring, <strong>en</strong> iemand die als onafhankelijkbuit<strong>en</strong>staander naar de situatie in het gezin kan kijk<strong>en</strong>.5.2 E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ningDe huidige studie is e<strong>en</strong> van de weinige in Nederland waarin gezinsaspect<strong>en</strong>op verschill<strong>en</strong>de niveaus gezam<strong>en</strong>lijk op e<strong>en</strong> kwantitatieve <strong>en</strong> kwalitatievemanier word<strong>en</strong> onderzocht. Het bestuder<strong>en</strong> van deze verschill<strong>en</strong>deaspect<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> één studie br<strong>en</strong>gt kans<strong>en</strong>, maar ook zwaktes met zichmee. E<strong>en</strong> kans is dat verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> in hun totaliteit <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hangbekek<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit is van grote waarde, omdat experts het eroverBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 109


e<strong>en</strong>s zijn dat opvoed- <strong>en</strong> ontwikkelingsproblem<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong>uitkomst zijn van e<strong>en</strong> interactie van factor<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus. Hetbestuder<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beperkt aantal factor<strong>en</strong>, zoals in veel andere studiesgedaan wordt, k<strong>en</strong>t als risico dat andere relevante factor<strong>en</strong> g<strong>en</strong>egeerd word<strong>en</strong>of onderbelicht blijv<strong>en</strong>. Door de breedte is deze studie dus e<strong>en</strong> waardevolleaanvulling op bestaande literatuur. Echter, aan de brede aanpak waarvoorgekoz<strong>en</strong> is, zijn ook zwaktes verbond<strong>en</strong>. Zo zijn de aspect<strong>en</strong> die webeschrijv<strong>en</strong> ieder voor zich vaak al complex in de wijze waarop ze sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>met problem<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het gevaar van simplificering bestaat wanneerdeze aspect<strong>en</strong> in de volle breedte word<strong>en</strong> bestudeerd.Er valt nog e<strong>en</strong> aantal kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong> bij dit onderzoek. Zozijn er beperking<strong>en</strong> te noem<strong>en</strong> met betrekking tot de onderzoekspopulatiein het avo. Zo was de groep kwetsbare gezinn<strong>en</strong> relatief klein, <strong>en</strong> in e<strong>en</strong><strong>en</strong>kel geval te klein om deze groep apart te kunn<strong>en</strong> analyser<strong>en</strong>. Daarnaastwas de kwantitatieve steekproef niet geheel repres<strong>en</strong>tatief; er hebb<strong>en</strong> bijvoorbeeldalle<strong>en</strong> (migrant<strong>en</strong>)ouders geparticipeerd die de Nederlandsetaal beheers<strong>en</strong>. Ook zijn er aanwijzing<strong>en</strong> dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> sowiesominder bereid zijn mee te werk<strong>en</strong> aan survey-onderzoek. Aan de anderekant komt het gevond<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland welovere<strong>en</strong> met eerder onderzoek (o.a. Zeijl et al. 2005).Ook k<strong>en</strong>t het kwantitatieve databestand (avo’07) <strong>en</strong>kele beperking<strong>en</strong>wanneer het gaat om het beschrijv<strong>en</strong> van behoeft<strong>en</strong> van kwetsbare gezinn<strong>en</strong>.Met het volledig beschrijv<strong>en</strong> van de problematiek is de oplossingnamelijk nog niet voor hand<strong>en</strong>. Allereerst omdat kwetsbaarheid zo’n breedbegrip is dat kwetsbare gezinn<strong>en</strong> heel verschill<strong>en</strong>d zijn (al hebb<strong>en</strong> wegepoogd e<strong>en</strong> indruk te gev<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waaraan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>over het algeme<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>). Daarnaast omdat het lastig is om uitsprak<strong>en</strong>te do<strong>en</strong> over causaliteit; het oorzakelijke verband tuss<strong>en</strong> risico’s <strong>en</strong> uitkomst<strong>en</strong>is niet altijd vanzelfsprek<strong>en</strong>d. Zo kan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> gebrekkigesociale omgeving leid<strong>en</strong> tot opvoedproblem<strong>en</strong> bij ouders, maar kunn<strong>en</strong>problem<strong>en</strong> bij de kinder<strong>en</strong> ook zorg<strong>en</strong> voor minder sociale contact<strong>en</strong> in deomgeving. Om met het beschrijv<strong>en</strong> van problematiek <strong>en</strong> gerelateerde factor<strong>en</strong>oorzaak <strong>en</strong> gevolg te kunn<strong>en</strong> achterhal<strong>en</strong> zijn longitudinale studiesnoodzakelijk. Dergelijke studies zijn echter erg complex <strong>en</strong> het is moeilijkom daarbij zo breed in te stek<strong>en</strong> in de voorspellers van problematiek als wein deze studie gedaan hebb<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> meer kwalitatieve manier zou ditwellicht beter mogelijk zijn, hoewel hier ook hak<strong>en</strong> <strong>en</strong> og<strong>en</strong> aanzitt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>110 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


(niet wet<strong>en</strong>schappelijke) poging hiertoe is gedaan door kinderrechter AnitaLeeser <strong>en</strong> auteur Loes de Faauwe (2008), waarbij met person<strong>en</strong> is gesprok<strong>en</strong>die in hun jeugd te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gehad met e<strong>en</strong> uitspraak van dezerechter. Door middel van e<strong>en</strong> reconstructie van hun belev<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> wordtbekek<strong>en</strong> welke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> (o.a. in gezin, sociale omgeving <strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ing)bepal<strong>en</strong>d zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn geweest in hun lev<strong>en</strong>sloop.Ook in het huidige onderzoek hebb<strong>en</strong> we gebruikgemaakt van kwalitatiefmateriaal. De interviewgegev<strong>en</strong>s vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanvulling op de kwantitatieveresultat<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> punt dat wel naar vor<strong>en</strong> kwam is dat gezinn<strong>en</strong> nietaltijd zelf in staat zijn om aan te gev<strong>en</strong> wat zij nodig hebb<strong>en</strong>. Wat oudersgraag will<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>ing hoeft niet hetge<strong>en</strong> te zijn dat nodig isom opvoed- <strong>en</strong> opgroeiproblem<strong>en</strong> met hun kinder<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>. Wehebb<strong>en</strong> het probleem van gebrekkig inzicht in oplossing<strong>en</strong> in het kader vandit onderzoek ondervang<strong>en</strong> door naast het verhaal van de ouders het verhaalvan de hulpverl<strong>en</strong>er te zett<strong>en</strong>. De twee beschrijving<strong>en</strong> van één situatiehebb<strong>en</strong> ons in staat gesteld de gezinssituatie in e<strong>en</strong> perspectief te plaats<strong>en</strong>.Ook hier gaat het echter om e<strong>en</strong> selecte groep respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong>; de steekproefomvangis klein <strong>en</strong> de meer zorgmijd<strong>en</strong>de of zeer ontevred<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong>war<strong>en</strong> niet altijd bereid mee te werk<strong>en</strong> aan het onderzoek. Bij het trekk<strong>en</strong>van conclusies op basis van de interviews moet<strong>en</strong> dus ook <strong>en</strong>ige slag<strong>en</strong> omde arm gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Het is ook nog belangrijk om aan te gev<strong>en</strong> dat we met het kwalitatievedeel vooral inzicht wild<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> in de ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> vankwetsbare gezinn<strong>en</strong> op het gebied van formele ondersteuning. Zijn dekaders waarbinn<strong>en</strong> de hulpverl<strong>en</strong>ers nu werk<strong>en</strong> effectief voor de hulpvan kwetsbare gezinn<strong>en</strong>? Door ook hulpverl<strong>en</strong>ers in de interviews mee t<strong>en</strong>em<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we ook iets van de inhoud van de hulpverl<strong>en</strong>ing mee kunn<strong>en</strong>nem<strong>en</strong> in onze rapportage. We hadd<strong>en</strong> echter niet de ambitie om deinhoud van de huidige hulpverl<strong>en</strong>ing te evaluer<strong>en</strong>.Ondanks g<strong>en</strong>oemde beperking<strong>en</strong> geeft deze studie e<strong>en</strong> beeld van desituatie van kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland. We hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bredeblik naar deze gezinn<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>; niet alle<strong>en</strong> is gelet op het voorkom<strong>en</strong>van diverse risicofactor<strong>en</strong> in het gezin, maar ook hebb<strong>en</strong> we ondersteuningvanuit de sociale omgeving in acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de ervaring<strong>en</strong><strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van gezinn<strong>en</strong> op het gebied van formele hulpverl<strong>en</strong>ing.Daarnaast gav<strong>en</strong> de omvangrijke kwantitatieve data ons de mogelijkheidde cumulatie van e<strong>en</strong> groot aantal risicofactor<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het gezin te ana-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 111


lyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daarvan tot e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering te kom<strong>en</strong> van het aantalkwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland. E<strong>en</strong> ander sterk punt van deze studie ishet gebruik van kwalitatieve gegev<strong>en</strong>s, die de kwantitatieve data hebb<strong>en</strong>aangevuld. De ervaring<strong>en</strong> met de sociale omgeving <strong>en</strong> formele hulpverl<strong>en</strong>ingkwam<strong>en</strong> hierin aan bod, waardoor ook inzicht is verkreg<strong>en</strong> in devisie van kwetsbare ouders op deze aspect<strong>en</strong>. Doordat we tev<strong>en</strong>s de hulpverl<strong>en</strong>ersnaar deze aspect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> gevraagd, hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> breder beeldgekreg<strong>en</strong> van het ondersteun<strong>en</strong> van (deze) kwetsbare gezinn<strong>en</strong>. De sterke<strong>en</strong> zwakke punt<strong>en</strong> van de hulpverl<strong>en</strong>ing, die zijn gebaseerd op de gesprekk<strong>en</strong>met zowel kwetsbare gezinn<strong>en</strong> als de hulpverl<strong>en</strong>ers van deze gezinn<strong>en</strong>,bied<strong>en</strong> aanknopingspunt<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> advies over hoe deze gezinn<strong>en</strong> beterondersteund kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.112 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Refer<strong>en</strong>tiesAsscher, J. <strong>en</strong> M. Pauluss<strong>en</strong>- Hoog<strong>en</strong>boom (2005). De invloed vanprotectieve <strong>en</strong> risicofactor<strong>en</strong> op de ontwikkeling <strong>en</strong> opvoeding vanjonge kinder<strong>en</strong>. In: Kind <strong>en</strong> Adolesc<strong>en</strong>t, jg. 26, nr. 1, p. 45-55.Baar, A.L. van, A.L. d<strong>en</strong> Oud<strong>en</strong> <strong>en</strong> L.A.A. Kollée (2000). Ontwikkeling vankinder<strong>en</strong> met perinatale risicofactor<strong>en</strong>: theoretische achtergrond,literatuurgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> implem<strong>en</strong>tatie in de praktijk. In: Tijdschrift voor deKinderg<strong>en</strong>eeskunde, jg. 68, nr. 6, p. 210-216.Bakker, I., K. Bakker, A. van Dijke <strong>en</strong> L. Terpstra (1998a). O&O in perspectief.Utrecht: Nederlands Instituut voor Zorg <strong>en</strong> Welzijn.Bakker, I., K. Bakker, A. van Dijke <strong>en</strong> L. Terpstra (1998b). O + O = O 2 . Naare<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d beleid <strong>en</strong> aanbod van opvoedingsondersteuning <strong>en</strong>ontwikkelingsstimulering voor kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ouders in risicosituaties. Utrecht:Nederlands Instituut voor Zorg <strong>en</strong> Welzijn.Bierings, H., L. Kuijv<strong>en</strong>hov<strong>en</strong>, J. van der Laan <strong>en</strong> R. de Vries (2011).Langdurige werkloosheid, 2002–2009. In: Bevolkingstr<strong>en</strong>ds. Statistischkwartaalblad over de demografie van Nederland – 1 e kwartaal 2011 (p. 77-82).D<strong>en</strong> Haag/Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.Broek, A. van d<strong>en</strong>, E. Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> S. Keuz<strong>en</strong>kamp (2010). Naar Hollandsgebruik? Verschill<strong>en</strong> in gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs <strong>en</strong>gezondheid tuss<strong>en</strong> autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> migrant<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong>Cultureel Planbureau.Bronf<strong>en</strong>br<strong>en</strong>ner, U. (1979). The ecology of human developm<strong>en</strong>t: Experim<strong>en</strong>ts bynature and design. Cambridge: Harvard University Press.Bucx, F. (2009). De leefsituatie van kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> nietwesterseachtergrond. In: M. Gijsberts <strong>en</strong> J. Dagevos (red.), Jaarrapportintegratie 2009 (p. 291- 316). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Bucx, F. (2011). Gezinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezinsbeleid in Nederland: e<strong>en</strong> introductie.In: F. Bucx (red.), Gezinsrapport (p. 18-34). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> CultureelPlanbureau.Bucx, F. <strong>en</strong> S. de Roos (2011). Opvoed<strong>en</strong> in Nederland. In: F. Bucx (red.),Gezinsrapport (p. 152-179). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Burik, A.E. van, <strong>en</strong> R.T. van Vian<strong>en</strong> (2006). Multiprobleemgezinn<strong>en</strong> in deAgglomeratie Amsterdam. Woerd<strong>en</strong>: Adviesbureau van Montfoort.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 113


cbs (2010). Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3 e kwartaal 2010. D<strong>en</strong> Haag/Heerl<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>traal Bureau voor de Statistiek.Doort<strong>en</strong>, I. <strong>en</strong> F. Bucx (2011). Steun voor ouders bij de opvoeding: rol vansociale netwerk<strong>en</strong>, formele instanties <strong>en</strong> de buurt. In: F. Bucx (red.),Gezinsrapport (p. 180-196). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Egt<strong>en</strong>, C. van, E. Zeijl, S. de Hoog, C. Nankoe <strong>en</strong> E. Petronia (2008). Gezinn<strong>en</strong>van de toekomst. Opvoeding <strong>en</strong> opvoedingsondersteuning. D<strong>en</strong> Haag:E-quality.Einde-Bus, A.E.M. van d<strong>en</strong>, J.E.J. Goldschmeding, L.M. Tiel<strong>en</strong>, F.G. de Waart<strong>en</strong> P.M. van de Looij-Jans<strong>en</strong> (2010). Jonger<strong>en</strong> die opgroei<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>langdurig ziek, gehandicapt of verslaafd familielid: red<strong>en</strong> tot zorg.In: Tijdschrift voor Gezondheidswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, jg. 88, nr. 2, p. 79-88.Fauwe, L. de (2008). E<strong>en</strong> moeilijke jeugd. De zoektocht van Anita Leeser,kinderrechter. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.Ferwerda, H. (2007). Met de deur in huis. Omvang, aard achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpakvan huiselijk geweld in 2006 op basis van landelijke politiecijfers. Arnhem/Dordrecht: Advies- <strong>en</strong> onderzoeksgroep Beke.Ge<strong>en</strong><strong>en</strong>, G. van (2007). Interg<strong>en</strong>erationele overdracht van gehechtheid bijBelgische moeders <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> die in extreme armoede lev<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> meervoudigegevalsstudie (proefschrift). Leuv<strong>en</strong>: Katholieke Universiteit Leuv<strong>en</strong>.Geme<strong>en</strong>te Utrecht (2007). Doe Mee in Overvecht. Wijkactieplan Overvecht.Utrecht: Geme<strong>en</strong>te Utrecht.Ghesquière, P. (1993). Multi-problem gezinn<strong>en</strong>. Problematischehulpverl<strong>en</strong>ingssituaties in perspectief. Leuv<strong>en</strong>/Apeldoorn: GarantUitgevers.ggd Zeeland (2011). Gedragsproblem<strong>en</strong>. Geraadpleegd 1 maart 2011 viawww.ggdzeeland.nl.Gijsberts, M. <strong>en</strong> L. Herweijer (2009). Onderwijs <strong>en</strong> opleidingsniveau.In: M. Gijsberts <strong>en</strong> J. Dagevos (red.), Jaarrapport Integratie 2009 (p. 94-138).D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Graaf, R. de, M. t<strong>en</strong> Have, S. <strong>en</strong> van Dorsselaer (2010). De psychischegezondheid van de Nederlandse bevolking. Utrecht: Trimbos Instituut.Hermanns, J., F. Öry <strong>en</strong> G. Schrijvers (2005). Help<strong>en</strong> bij opgroei<strong>en</strong> <strong>en</strong> opvoed<strong>en</strong>:eerder, sneller <strong>en</strong> beter. Utrecht: Inv<strong>en</strong>tgroep.Hermanns, J. (2009). Het opvoed<strong>en</strong> verleerd (oratie). Amsterdam: Universiteitvan Amsterdam.114 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Jehoel-Gijsbers, G. (2009). Kunn<strong>en</strong> alle kinder<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>? Onderzoek naar demaatschappelijke participatie van arme kinder<strong>en</strong>. Nulmeting. D<strong>en</strong> Haag:Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Kleijn<strong>en</strong>, E. <strong>en</strong> A. van d<strong>en</strong> Broek (2010). Formele opvoedingsondersteuning.In: A. van d<strong>en</strong> Broek, E.Kleijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> S. Keuz<strong>en</strong>kamp (red.), NaarHollands gebruik? Verschill<strong>en</strong> in gebruik van hulp bij opvoeding, onderwijs<strong>en</strong> gezondheid tuss<strong>en</strong> autochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> migrant<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong>Cultureel Planbureau.Knol, F (1998). Van hoog naar laag, van laag naar hoog. D<strong>en</strong> Haag, ElsevierBedrijfsinformatie, scp-Cahier 152.Kooiker S. <strong>en</strong> C. van Camp<strong>en</strong> (2006). Kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> jonger<strong>en</strong> metbeperking<strong>en</strong>. In: S. E. Kooiker (red.), Jeugd met beperking<strong>en</strong>. Rapportagegehandicapt<strong>en</strong> 2006 (p. 18-26). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> CultureelPlanbureau.Laan, Y. van der (2007). Aanpak multiprobleem gezinn<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onderzoek t<strong>en</strong>behoeve van het Informatie- <strong>en</strong> K<strong>en</strong>nispunt ikp Sociale Veiligheid Fryslân.Groning<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>trum voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling.Lee, L. van, I. van der Vlugt, C. Wijs<strong>en</strong> <strong>en</strong> F. Cadée (2009).Ti<strong>en</strong>erzwangerschapp<strong>en</strong>, abortus <strong>en</strong> ti<strong>en</strong>ermoeders in Nederland. Factsheet2009. Utrecht: Rutgers Nisso Groep.Lemmers, L. (2002). E<strong>en</strong> veilige wereld begint thuis! Woerd<strong>en</strong>/Utrecht:Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering <strong>en</strong> Ziekteprev<strong>en</strong>tie/Raad voor de Kinderbescherming.Lev<strong>en</strong>thal, T. <strong>en</strong> J. Brooks-Gun (2000). The neighborhoods they live in: Theeffects of neighborhood resid<strong>en</strong>ce on child and adolesc<strong>en</strong>t outcomes.In: Psychological Bulletin, jg. 126, nr. 2, p. 309-337.Mason, C.A., D.A. Chapman <strong>en</strong> K.G. Scott (1999). The Id<strong>en</strong>tification ofEarly Risk Factors for Severe Emotional Disturbances and EmotionalHandicaps: An Epidemiological Approach. In: American Journal ofCommunity Psychology, jg. 27, nr. 3, p. 357-381.Meij, H. <strong>en</strong> L. Bo<strong>en</strong>dermaker (2008). Oorzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>problematische ontwikkeling. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> Sport (2006). Nota gezinsbeleid:staalkaart van gerealiseerde ambities <strong>en</strong> doorkijkje naar toekomst. D<strong>en</strong> Haag:Ministerie van vws.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 115


mogroep (2009). Adviez<strong>en</strong> <strong>en</strong> Melding<strong>en</strong> over Kindermishandeling in 2008.Registratiegegev<strong>en</strong>s van de Advies- <strong>en</strong> Meldpunt<strong>en</strong> Kindermishandeling.Utrecht: <strong>Maatschappelijke</strong> Ondernemers groep.mogroep Jeugdzorg (2010). Brancherapportage Jeugdzorg 2009. Utrecht:<strong>Maatschappelijke</strong> Ondernemersgroep Jeugdzorg.Mokkink, L.B., J.H. van der Lee, M.A. Groot<strong>en</strong>huis et al. (2007). Omvang <strong>en</strong>gevolg<strong>en</strong> van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong>. Amsterdam: EmmaKinderziek<strong>en</strong>huis amc.Nederlands Jeugdinstituut (2011). Dossier jonge ouders: cijfers. Geraadpleegd28 februari 2011 via www.nji.nl.oecd (2009). Doing better for childr<strong>en</strong>. Parijs: Organisation for EconomicCo-operation and Developm<strong>en</strong>t.Pels, T., M. Distelbrink <strong>en</strong> L. Postma (2009). Opvoed<strong>en</strong> in de migratiecontext.Review van onderzoek naar de opvoeding in gezinn<strong>en</strong> van nieuweNederlanders. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.Ploeg, J.D. van der (1997). Gedragsproblem<strong>en</strong>: Ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico’s.Rotterdam: Lemniscaat.Prins<strong>en</strong>, B. <strong>en</strong> W. Koch (2001). Vrag<strong>en</strong> staat vrij. Naar e<strong>en</strong> vraaggerichteopvoedingsondersteuning in de jeugdgezondheidszorg. Utrecht: NederlandsInstituut voor Zorg <strong>en</strong> Welzijn.Programmaministerie voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin (2008). De kracht van het gezin.Nota gezinsbeleid 2008. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie voor Jeugd <strong>en</strong> Gezin.Resing, W. <strong>en</strong> J. Blok (2002). De classificatie van intellig<strong>en</strong>tiescores. Voorstelvoor e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig systeem. In: De Psycholoog, jg. 37, p. 244-249.rmo <strong>en</strong> rvz (2009). Invester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Raad voor<strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling <strong>en</strong> Raad voor de Volksgezondheid <strong>en</strong>Zorg.Roest, A., A.M. Lokhorst <strong>en</strong> C. Vrooman (2010). Sociale uitsluiting bij kinder<strong>en</strong>:omvang <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Roos, S. de, F. Bucx <strong>en</strong> M. Geijer (2011). Gezondheid <strong>en</strong> probleemgedrag vankinder<strong>en</strong>: de rol van ouders <strong>en</strong> de bredere opvoedomgeving. In: F. Bucx(red.), Gezinsrapport (p. 197-222). D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Schaffer, D.R. (2009). Social and Personality Developm<strong>en</strong>t. Wadsworth:C<strong>en</strong>gage learning.Schoonhov<strong>en</strong>, J. van, <strong>en</strong> J. Sybesma (red.)(2010). Ondersteuning aan JongeMantelzorgers. Gelderland: Impuls.116 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Smeets, E., G. Driess<strong>en</strong>, S. Elfering <strong>en</strong> M. Hovius (2009). Allochtone leerling<strong>en</strong><strong>en</strong> speciale onderwijsvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Nijmeg<strong>en</strong>: its.Spruijt, E. (2007). Scheidingskinder<strong>en</strong>. Amsterdam: Uitgeverij swp.Steketee, M., J. Mak <strong>en</strong> B. Tierolf (2010). Kinder<strong>en</strong> in Tel Databoek 2010.Kinderrecht<strong>en</strong> als basis voor lokaal Jeugdbeleid. Utrecht: Verwey-JonkerInstituut.Stev<strong>en</strong>s, J., E. Pommer, H. van Kemp<strong>en</strong>, E. Zeijl, I. Woittiez, K. Sadiraj,R. Gilsing <strong>en</strong> S. Keuz<strong>en</strong>kamp (2009). De jeugd e<strong>en</strong> zorg. Ramings- <strong>en</strong>verdeelmodel jeugdzorg 2007. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau.Sykes, B. (2009) De buurtcontext <strong>en</strong> middelbare schoolprestaties inNederland,. In: S. Mustard <strong>en</strong> W.Ost<strong>en</strong>dorf (red.), Problem<strong>en</strong> in wijk<strong>en</strong> of probleemwijk<strong>en</strong>? (p. 35-48). Ass<strong>en</strong>:Koninklijke Van Gorcum.Veer, A.J.E. de, <strong>en</strong> A.L. Francke (2008). Opgroei<strong>en</strong> met zorg. Quick scan naar deaard <strong>en</strong> omvang van zorg, belasting <strong>en</strong> ondersteuningsmogelijkhed<strong>en</strong> voorjonge mantelzorgers. Utrecht: nivel.Verheij, F. <strong>en</strong> E.C. van Doorn (2008). Ontwikkeling <strong>en</strong> ler<strong>en</strong>: Psychiatrie opschool. Ass<strong>en</strong>: Koninklijke Van Gorcum.Verhulst, F.C. (2006). Leerboek kinder- <strong>en</strong> jeugdpsychiatrie. Ass<strong>en</strong>: KoninklijkeVan Gorcum.Vries, S. de (2006). Lev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee cultur<strong>en</strong>. Geraadpleegd 28 februari 2011via www.pedagogiek.net.Wijga, A.H., S. Scholt<strong>en</strong>s, A.A.M. van Oeffel<strong>en</strong> <strong>en</strong> M. Beckers (2010). Klacht<strong>en</strong><strong>en</strong> kwal<strong>en</strong> bij kinder<strong>en</strong> in Nederland: omvang <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerd.Bilthov<strong>en</strong>: Rijksinstituut voor Volksgezondheid <strong>en</strong> Milieu.Zeijl, E., M. Crone, K. Wiefferink, S. Keuz<strong>en</strong>kamp <strong>en</strong> M. Reijneveld(2005). Kinder<strong>en</strong> in Nederland. D<strong>en</strong> Haag/Leid<strong>en</strong>: Sociaal <strong>en</strong> CultureelPlanbureau/tno Kwaliteit van Lev<strong>en</strong>.Geraadpleegde websites:cbs StatLineBijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 117


Bijlage AFiguur A.1Aantal maatregeling<strong>en</strong> jeugdbescherming/jeugdreclassering, contact<strong>en</strong>met amk, geaccepteerde aanmelding<strong>en</strong> bij bjz, <strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong> minderjarigeverdacht<strong>en</strong>, naar jaar70.000 geaccepteerdeaanmelding<strong>en</strong> voor60.000jeugdhulpverl<strong>en</strong>ingbij BJZ50.000adviez<strong>en</strong>, consult<strong>en</strong><strong>en</strong> onderzoek<strong>en</strong> AMK40.000maatregel jeugdbescherming30.000maatregel jeugdreclassering20.00010.00002005 2006 2007 2008 2009Bron: mogroep Jeugdzorg (2010).118 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Bijlage BSituatie van geïnterviewde kwetsbare gezinn<strong>en</strong>De geïnterviewde gezinn<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de problem<strong>en</strong>, maar inalle gevall<strong>en</strong> was er sprake van e<strong>en</strong> verhoogde kans op opvoed- of ontwikkelingsproblem<strong>en</strong>bij de kinder<strong>en</strong>. De meeste ouders war<strong>en</strong> bijvoorbeeldgescheid<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> aantal ouders was op het mom<strong>en</strong>t van het interview alle<strong>en</strong>staand,<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal woonde intuss<strong>en</strong> (al dan niet getrouwd) sam<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> nieuwe partner. De scheiding had soms te mak<strong>en</strong> met de problematiekvan de kinder<strong>en</strong>. Verder was er in veel gezinn<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> laagopleidingsniveau van de ouders, in sommige gevall<strong>en</strong> betrof het speciaalonderwijs. Mogelijk sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d met het opleidingsniveau, gav<strong>en</strong> veelouders aan net voldo<strong>en</strong>de of redelijk goed rond te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Omg<strong>en</strong>oeg inkom<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong> was de hoofdopvoeder meestal wel g<strong>en</strong>oodzaaktom (ook) te werk<strong>en</strong>. De veelal niet zo gunstige situatie op het gebiedvan opleiding <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> kon eraan bijdrag<strong>en</strong> dat de meerderheid van degezinn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> licht ongunstige buurt woont qua sociaaleconomischestatus, zo blijkt uit hun postcode. 1 Ook andere risicofactor<strong>en</strong> zijn aan wezigin de gezinn<strong>en</strong>, zoals het deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> etnische minderheid,ti<strong>en</strong>ermoederschap <strong>en</strong> e<strong>en</strong> opvoeder met verslavingsproblematiek.Gezin 1Gezinsschets: E<strong>en</strong> verstandelijk beperkte moeder met e<strong>en</strong> normaal begaafdkind (e<strong>en</strong>oudergezin). Moeder was nog ti<strong>en</strong>er to<strong>en</strong> haar kind werd gebor<strong>en</strong>,<strong>en</strong> hierdoor heeft ze het speciaal onderwijs niet afgemaakt. Moeder heeftnu werk, <strong>en</strong> geeft zelf aan voldo<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>. Omdat het voorhaar lastig is om goed met geld om te gaan, krijgt zij e<strong>en</strong> wekelijks budgetvan haar bewindvoerder. Moeder heeft psychosociale problem<strong>en</strong> gehad, <strong>en</strong>is e<strong>en</strong> tijdje dakloos geweest.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Haar kind heeft e<strong>en</strong> tijdje bij e<strong>en</strong> familielid gewoond,maar to<strong>en</strong> hier sprake bleek van huiselijk geweld heeft moeder haarkind daar weggehaald. De hulpverl<strong>en</strong>ing is ingeschakeld om te kijk<strong>en</strong>of het mogelijk was de kind weer bij moeder te plaats<strong>en</strong>. Vanuit de hulp-Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 119


verl<strong>en</strong>ingsinstantie zijn er twee ondersteuners; ze mak<strong>en</strong> onder anderee<strong>en</strong> weekplanning, help<strong>en</strong> met papierwerk <strong>en</strong> controler<strong>en</strong> het huishoud<strong>en</strong>.Op dit mom<strong>en</strong>t loopt er aanvraag voor e<strong>en</strong> Onder Toezicht Stelling (ots), <strong>en</strong>wordt er gekek<strong>en</strong> naar de opvoedingsvaardighed<strong>en</strong> van moeder.Gezin 2Gezinsschets: Zowel moeder als het jongste kind hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verstandelijkebeperking. Moeder is e<strong>en</strong> tijd geled<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong>, maar zal binn<strong>en</strong>korthertrouw<strong>en</strong> met haar vri<strong>en</strong>d. Moeder werkt <strong>en</strong> kan van het eig<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>moeilijk rondkom<strong>en</strong>, maar met het inkom<strong>en</strong> van partner erbij lukt hetredelijk. Moeder heeft zelf e<strong>en</strong> lastig verled<strong>en</strong> gehad. Haar kind vertoontvan kleins af aan al problematisch gedrag; ze vraagt op e<strong>en</strong> negatievemanier aandacht.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Via het Advies- <strong>en</strong> Meldpunt Kindermishandeling (amk)is het gezin bij Bureau Jeugdzorg (bjz) terechtgekom<strong>en</strong>. Vanwege spanning<strong>en</strong>met ex-man (<strong>en</strong> zijn familie) is er ouderbemiddeling ingeschakeld <strong>en</strong>ook is er int<strong>en</strong>sieve opvoedingsondersteuning geweest. Het jongste kindkrijgt speltherapie <strong>en</strong> moeder krijgt sinds kort ook psychosociale hulp voorhaarzelf.Gezin 3Gezinsschets: Alle<strong>en</strong>staande moeder met twee kinder<strong>en</strong>. Ex-man is wel duidelijkin beeld. Het oudste kind heeft psychiatrische problem<strong>en</strong>, de jongsteheeft obesitas <strong>en</strong> adhd. Het gezin komt maar net rond (bijstandsniveau).Moeder is erg vermoeid door de problem<strong>en</strong> in het gezin.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Moeder heeft in eerste instantie al hulp gezocht to<strong>en</strong>haar oudste kind ongeveer vier jaar oud was, maar ze werd to<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong>zegg<strong>en</strong> niet serieus g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> door de hulpverl<strong>en</strong>ing nu vooralhandvatt<strong>en</strong> aangereikt hoe ze de kinder<strong>en</strong> kan begr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Ook wordt gekek<strong>en</strong>naar de onderlinge verhouding<strong>en</strong> (ook met vader) <strong>en</strong> hoe het systeemin elkaar zit. Ze hebb<strong>en</strong> eerder hulp van deze instantie gehad, maar het kliktedestijds niet met de hulpverl<strong>en</strong>er. Het gezin werd overgedrag<strong>en</strong> aan bjz,<strong>en</strong> er kwam e<strong>en</strong> ots. Er is to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gezinsvoogd gekom<strong>en</strong>. Net is bek<strong>en</strong>dgeword<strong>en</strong> dat de gezinvoogd wil dat het oudste kind voor (gedwong<strong>en</strong>)behandeling uit huis geplaatst gaat word<strong>en</strong>.120 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Gezin 4Gezinsschets: Vader woont sam<strong>en</strong> met zijn vri<strong>en</strong>din <strong>en</strong> zijn twee kinder<strong>en</strong>.Hij werkt veel nachtdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij doet hard zijn best om rond te kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. De problem<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong>lijk begonn<strong>en</strong> to<strong>en</strong> vader in de gevang<strong>en</strong>iszat <strong>en</strong> moeder de controle kwijtraakte, waardoor er e<strong>en</strong> bedreig<strong>en</strong>desituatie voor de kinder<strong>en</strong> ontstond. De kinder<strong>en</strong> zijn to<strong>en</strong> bij haar uit huisgeplaatst. Er spel<strong>en</strong> nog steeds rechtszak<strong>en</strong> met betrekking tot de kinder<strong>en</strong>.Met de ontwikkeling <strong>en</strong> gezondheid van de kinder<strong>en</strong> gaat het nu redelijkgoed.Hulpverl<strong>en</strong>ing: De kinder<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> tijd in e<strong>en</strong> pleeggezin <strong>en</strong> pleeghuisgeweest. Er is flink getouwtrek (geweest) tuss<strong>en</strong> moeder, <strong>en</strong> vader <strong>en</strong> bjz. Eris e<strong>en</strong> gezinsvoogd betrokk<strong>en</strong> bij het gezin <strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> zijn uiteindelijkbij vader geplaatst. Vanuit de huidige betrokk<strong>en</strong> hulpverl<strong>en</strong>ingsinstantiewordt gezinsbegeleiding gebod<strong>en</strong>. Vader wordt ondersteund bij het vorm<strong>en</strong>van het gezin, <strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> apart de aandacht.Gezin 5Gezinsschets: Alle<strong>en</strong>staande moeder van allochtone herkomst woont sam<strong>en</strong>met haar drie kinder<strong>en</strong> van drie verschill<strong>en</strong>de mann<strong>en</strong>. Ze heeft haarmbo niet afgemaakt vanwege de kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat is ook de red<strong>en</strong> dat ze nuniet werkt. Met de kinder<strong>en</strong> gaat het allemaal goed, <strong>en</strong> dat geldt ook voorde opvoeding. Moeder vindt het soms lastig dat ze alle<strong>en</strong> is, maar ze iseraan gew<strong>en</strong>d. Moeder heeft in het verled<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> gehad met huiselijkgeweld.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Moeder heeft in het verled<strong>en</strong> veel te mak<strong>en</strong> gehad methuiselijk geweld, <strong>en</strong> ze is met haar kinder<strong>en</strong> terechtgekom<strong>en</strong> in diverseblijf-van-mijn-lijfhuiz<strong>en</strong>. Via de Stichting voor Huiselijk Geweld kreegze het Aware-systeem (om met e<strong>en</strong> druk op de knop de politie in te schakel<strong>en</strong>).Tev<strong>en</strong>s is ots opgelegd omdat ze veel was verhuisd <strong>en</strong> het voor dehulpverl<strong>en</strong>ers niet helemaal duidelijk was of ze inzicht in haar kinder<strong>en</strong>heeft. Uiteindelijk heeft ze toegestemd met zes maand<strong>en</strong> ots om te lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> dat ze het opvoed<strong>en</strong> aankan; <strong>en</strong> de ots is onlangs beëindigd. De hulpverl<strong>en</strong>ingsinstantieheeft haar de afgelop<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> vooral geholp<strong>en</strong> metpapierwerk, vrouw<strong>en</strong>hulpverl<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> het op pot<strong>en</strong> zett<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> nieuwe stad.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 121


Gezin 6Gezinsschets: Tweeoudergezin waarvan beide ouders werk<strong>en</strong>. Het oudstekind is van moeder uit e<strong>en</strong> eerder huwelijk. Hij heeft adhd, is erg impulsief<strong>en</strong> hij doet vaak ding<strong>en</strong> die niet door de beugel kunn<strong>en</strong>, ook op het gebiedvan bijvoorbeeld alcoholgebruik. Het jongste kind kampt met bepaaldegezondheidsproblem<strong>en</strong>. Door de problem<strong>en</strong> met de zoon werd<strong>en</strong> de oudersonzeker over de opvoeding; ze hebb<strong>en</strong> zelf aan de bel getrokk<strong>en</strong>.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Het oudste kind is van kleins af aan al e<strong>en</strong> drukke jong<strong>en</strong>;<strong>en</strong> daar is ook al e<strong>en</strong> heel hulpverl<strong>en</strong>ingstraject mee doorlop<strong>en</strong> (medischkleuterdagverblijf, zmok-school, rugzakje e.d.). Bij moeder zelf war<strong>en</strong> ersteeds twijfels of hij het wel ging redd<strong>en</strong>; daarom heeft zij hulpverl<strong>en</strong>ingingeschakeld. Er is to<strong>en</strong> hulp geïndiceerd om moeder meer zelfvertrouw<strong>en</strong>te gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> wat er echt aan de hand was.Gezin 7Gezinsschets: Tweeoudergezin met twee kinder<strong>en</strong>. Vader werkt fulltime <strong>en</strong>moeder parttime. Het oudste kind is gediagnosticeerd met autisme <strong>en</strong> e<strong>en</strong>laag iq. Ook het jongste kind heeft problem<strong>en</strong> gehad; psychosociale <strong>en</strong> emotioneleproblem<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> sterk op elkaar;ze spann<strong>en</strong> dansam<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> moeder. Deze problem<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de opvoeding lastig.Hulpverl<strong>en</strong>ing: Het jongste kind heeft in therapie gezet<strong>en</strong> voor prikkelverwerking.Ook is er contact geweest met e<strong>en</strong> kinderpsychiater, maar daaris niets bijzonders uitgekom<strong>en</strong>. Bij de hulpverl<strong>en</strong>ingsinstantie vond moederhet moeilijk aan te gev<strong>en</strong> waar ze precies teg<strong>en</strong>aan liep; veel conflict<strong>en</strong>vooral. Het gezin krijgt thuis gezinsondersteuning.Noot1 Hiervoor is de score voor sociale status/achterstand van e<strong>en</strong> buurt gebruikt(Knol 1998). Deze score is berek<strong>en</strong>d op postcod<strong>en</strong>iveau op basisvan buurtgegev<strong>en</strong>s met betrekking tot inkom<strong>en</strong>, werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>en</strong>opleidingsniveau.122 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Bijlage CUitwerking van de preval<strong>en</strong>tie van risicofactor<strong>en</strong> in het avo (’07) (gewog<strong>en</strong>gegev<strong>en</strong>s, N=1377 gezinn<strong>en</strong>)a. Sociaal economische status van de oudersLaag opleidingsniveau Uit analyses blijkt dat in 21% van de gezinn<strong>en</strong> beide oudersvan ouderslaagopgeleid zijn (hoogst<strong>en</strong>s basisschool, vmbo of mbo-1). Hetaandeel gezinn<strong>en</strong> waarin de hoogst g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> opleiding doorde ouders van gemiddeld niveau is (havo, vwo, mbo), bedraagt41%. In 38% van de gezinn<strong>en</strong> is t<strong>en</strong> minste één ouder hoogopgeleid(hbo of wo). 1ArmoedeOuders is gevraagd naar hun financiële situatie; per gezin isaan e<strong>en</strong> ouder gevraagd of hij of zij op financieel gebied problem<strong>en</strong>ervaart. Van alle ouders geeft 20% aan (zeer) moeilijkrond te kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van het totale huishoudinkom<strong>en</strong>. Ookis ruim 27% van h<strong>en</strong> het (helemaal) e<strong>en</strong>s met de stelling dat dekost<strong>en</strong> voor de kinder<strong>en</strong> moeilijk op te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zijn. Nog e<strong>en</strong>s44% van de ouders vindt dat de vaste last<strong>en</strong> erg hoog zijn voorhet huishoudinkom<strong>en</strong>. Wanneer we kijk<strong>en</strong> naar de gemiddeldescore op de drie stelling<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> we dat 19% van de oudersmeer dan één standaardafwijking onder het gemiddeldescoort; oftewel zij ervar<strong>en</strong> financiële moeilijkhed<strong>en</strong>.WerkloosheidHet blijkt dat in ruim de helft van de gezinn<strong>en</strong> (54%) beideouders betaald werk verricht<strong>en</strong>. In bijna 40% van de gezinn<strong>en</strong>br<strong>en</strong>gt één ouder geld in het laatje <strong>en</strong> in 7% van de gezinn<strong>en</strong>heeft ge<strong>en</strong> van de ouders e<strong>en</strong> betaalde baan. De niet-werk<strong>en</strong>deouders zijn werkloos, huisvrouw/man, stud<strong>en</strong>t, arbeidsongeschiktof gep<strong>en</strong>sioneerd. Kijk<strong>en</strong> we specifiek naar werkloosheid,dan blijkt dat 5% van alle gezinn<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft metminimaal één werkloze ouder.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 123


Ongunstige buurtqua sesGekek<strong>en</strong> is of de buurt waarin gezinn<strong>en</strong> woonachtig zijn, gek<strong>en</strong>merktwordt door sociale achterstand. Dit is het geval wanneerhet gemiddelde opleidingsniveau <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong> laag zijn <strong>en</strong>er relatief veel werkloosheid voorkomt (zie noot 6) (Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong>Bucx 2011). Uit onze analyses blijkt dat 16% van de gezinn<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> ongunstige buurt woont, 71% in e<strong>en</strong> gemiddelde buurt, <strong>en</strong>13% leeft in e<strong>en</strong> gunstige buurt.b. Gezinssam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> opvoedingAlle<strong>en</strong>staand ouderschap Analyses wijz<strong>en</strong> erop dat er in 24% van de gezinn<strong>en</strong> sprake isvan e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>oudergezin.Ti<strong>en</strong>ermoederschap Ge<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.Etnische minderheid Analyses gev<strong>en</strong> aan dat in 8% van de gezinn<strong>en</strong> t<strong>en</strong> minste éénvan de ouders van niet-westerse herkomst is. De overgrotemeerderheid van deze gezinn<strong>en</strong> betreft de eerste g<strong>en</strong>eratie(ouders).Ongunstig opvoedingsgedragGe<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.Huiselijk geweldGe<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.c. Gezondheid <strong>en</strong> verslaving van de oudersLangdurige aando<strong>en</strong>ing In 28% van de gezinn<strong>en</strong> heeft t<strong>en</strong> minste één van de ouders teof handicapmak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> langdurige aando<strong>en</strong>ing of handicap. Hierbijkan het gaan om uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> – zoals astma,diabetes <strong>en</strong> hartaando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> – <strong>en</strong> ouders kunn<strong>en</strong> hierdoordan ook in verschill<strong>en</strong>de mate belemmerd word<strong>en</strong>. In 80% vande gezinn<strong>en</strong> waarin t<strong>en</strong> minste één van de ouders e<strong>en</strong> langdurigeaando<strong>en</strong>ing of handicap rapporteert, wordt de ouderbelemmerd in het uitvoer<strong>en</strong> van dagelijkse bezighed<strong>en</strong>.Emotionele problem<strong>en</strong> Analyses wijz<strong>en</strong> uit dat emotionele problem<strong>en</strong> naar eig<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>vaak voorkom<strong>en</strong> onder ouders; in 45% van de gezinn<strong>en</strong>heeft t<strong>en</strong> minste één ouder de afgelop<strong>en</strong> 12 maand<strong>en</strong> e<strong>en</strong> periodevan minst<strong>en</strong>s twee wek<strong>en</strong> gehad waarin hij of zij angstig ofbezorgd was, dan wel somber of depressief.Verslavingsproblematiek In 2,6% van de gezinn<strong>en</strong> is er in de afgelop<strong>en</strong> drie jaar sprakegeweest van e<strong>en</strong> verslavingsprobleem (zoals alcohol-, gok-, <strong>en</strong>drugsverslaving).124 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


d. Gezondheid <strong>en</strong> temperam<strong>en</strong>t van de kinder<strong>en</strong>Lichamelijke aando<strong>en</strong>ing Volg<strong>en</strong>s de gegev<strong>en</strong>s heeft 15% van de gezinn<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> metof beperkingt<strong>en</strong> minste één kind dat kampt met e<strong>en</strong> langdurige aando<strong>en</strong>ingof beperking. Van de desbetreff<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> voelt driekwartzich hierdoor belemmerd in het dagelijks lev<strong>en</strong>.Zwakbegaafdheid/verstandelijkebeperkingGe<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.Laag geboortegewicht Ge<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.Moeilijk temperam<strong>en</strong>t Ge<strong>en</strong> cijfers beschikbaar op basis van het avo.Noot1 Uitsprak<strong>en</strong> over ‘beide ouders’ geld<strong>en</strong> ook voor alle<strong>en</strong>staande ouders.Wanneer gesteld wordt dat beide ouders laagopgeleid zijn, geldt dit ookvoor e<strong>en</strong> gezin met e<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>staande laag opgeleide ouder.Bijlage 3 Kwetsbare gezinn<strong>en</strong> in Nederland 125


Bijlage DTabel D.1De cumulaties van diverse risicofactor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>hang met probleemgedrag bij kinder<strong>en</strong> op basis van het avo (’07)(gewog<strong>en</strong>, in afgeronde proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, N = 1377 gezinn<strong>en</strong>)lageE<strong>en</strong> gezin heeft... opleidingMet...laaginkom<strong>en</strong>(subjectief)werkloosheidin gezinongunstigebuurte<strong>en</strong>oudergezinnietwesterseherkomstlangdurigeaando<strong>en</strong>ingouderemotioneleproblem<strong>en</strong>ouder verslavinglangdurigeaando<strong>en</strong>ingkindlage opleiding 45 9 32 45 33 29 55 2 13 20laag inkom<strong>en</strong> (subjectief) 49 14 33 56 44 30 58 2 19 25probleemgedragbij kindwerkloosheid in gezin 38 55 25 44 29 40 75 3 20 18ongunstige buurt 43 41 8 42 41 25 54 1 17 15e<strong>en</strong>oudergezin 40 45 9 28 26 21 51 2 15 20niet-westerse herkomst 44 53 9 41 39 20 56 0 10 19langdurige aando<strong>en</strong>ing ouder 23 22 7 15 19 12 58 3 21 20emotionele problem<strong>en</strong> ouder 26 25 9 19 28 20 36 2 18 20verslaving 20 27 10 9 31 0 48 43 11 18langdurige aando<strong>en</strong>ing kind 18 25 7 18 24 11 38 55 1 23Noot: Leeswijzer; e<strong>en</strong> gezin met laag opgeleide ouders heeft in 33% van de gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet-westerse herkomst, <strong>en</strong> van de gezinn<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> ongunstige buurtwon<strong>en</strong> heeft 41% te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> laag inkom<strong>en</strong>.Bron: scp (avo’07) scp-bewerking126 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Overzicht van uitgebrachte publicatiesAdviez<strong>en</strong>Vierde raadsperiode 2009-201251 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>. Naar e<strong>en</strong> sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong>gezinszorg. (2012)50 Teg<strong>en</strong>kracht organiser<strong>en</strong>. Less<strong>en</strong> uit de kredietcrisis. (2011)49 De nieuwe regels van het spel. Internet <strong>en</strong> publiek debat.(2011)48 Migratiepolitiek voor e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving.(2011)47 Nieuwe ronde, nieuwe kans<strong>en</strong>. Sociale stijging <strong>en</strong> daling in perspectief.(2011)46 Polariser<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> onze gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. (2009)45 De wijk nem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> subtiel sam<strong>en</strong>spel van burgers, maatschappelijkeorganisaties <strong>en</strong> overheid. (2009)Briefadviez<strong>en</strong>:Bevrijd<strong>en</strong>d kader voor de jeugdzorg. (2011)Terug naar de basis. Over legitimiteit van maatschappelijkedi<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. (2010)De toekomst van de bestuurlijke inrichting. (2010)Sociaal bezuinig<strong>en</strong>. (2010)Briefadvies wmo. (2009)In sam<strong>en</strong>werking met de rvz. Invester<strong>en</strong> rondom kinder<strong>en</strong>. (2009)Derde raadsperiode 2005-200844 De ontkokering voorbij. Slim organiser<strong>en</strong> voor meer regelruimte. (2008)43 Tuss<strong>en</strong> flaner<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoffer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> constructieve aanpak van hetf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> hangjonger<strong>en</strong>. (2008)42 Vorm<strong>en</strong> van democratie. E<strong>en</strong> advies over democratische gezindheid.(2007)41 Straf <strong>en</strong> zorg: e<strong>en</strong> paar apart. Pass<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties bij delictplegers metpsychische <strong>en</strong> psychiatrische problem<strong>en</strong>. (2007)Overzicht van uitgebrachte publicaties 127


40 Inhoud stuurt de beweging. Drie sc<strong>en</strong>ario’s voor het lokale debat over dewmo. (2006)39 Ontsnapp<strong>en</strong> aan medialogica. Tbs in de maatschappelijke beeldvorming.(2006)38 Verschil mak<strong>en</strong>. Eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid na de verzorgingsstaat.(2005)37 Niet langer met de rugg<strong>en</strong> naar elkaar. E<strong>en</strong> advies over verbind<strong>en</strong>. (2005)36 Lokalisering van maatschappelijke ondersteuning. Voorwaard<strong>en</strong> voore<strong>en</strong> succesvolle wmo (2005)In sam<strong>en</strong>werking met de rvz. Versterking voor gezinn<strong>en</strong>. (2008)Tweede Raadsperiode 2001-200435 E<strong>en</strong>heid, verscheid<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> binding. Over conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> integratievan minderhed<strong>en</strong> in Nederland. (2005)34 Ouder<strong>en</strong> tell<strong>en</strong> mee. Advies aan de Themacommissie Ouder<strong>en</strong>beleidvan de Tweede Kamer. (2004)33 Mog<strong>en</strong> ouder<strong>en</strong> ook meedo<strong>en</strong>. (2004)32 Toegang tot recht. (2004)31 Sociale veiligheid organiser<strong>en</strong>. Naar herk<strong>en</strong>baarheid in de publiekeruimte. (2004)30 Verschil in de verzorgingsstaat. Over schaarste in de publieke sector.(2004)29 Humane g<strong>en</strong>etica <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. Bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ander debat.(2004)28 Europa als sociale ruimte. Op<strong>en</strong> coördinatie van sociaal beleid in deEuropese Unie. (2004)27 Hart voor Europa. De rol van de Nederlandse overheid. (2003)26 Medialogica. Over het kracht<strong>en</strong>veld tuss<strong>en</strong> burgers, media <strong>en</strong> politiek.(2003)25 De handicap van de sam<strong>en</strong>leving. Over mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong>van community care. (2002)24 Bevrijd<strong>en</strong>de kaders. Stur<strong>en</strong> op verantwoordelijkheid. (2002)23 Ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> maar dad<strong>en</strong>. Bijdrage aan het norm<strong>en</strong>- <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>debat.(2002)22 Werk<strong>en</strong> aan balans. E<strong>en</strong> remedie teg<strong>en</strong> burn-out. (2002)21 Educatief c<strong>en</strong>trum voor ouder <strong>en</strong> kind. Advies over voor- <strong>en</strong>128 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


vroegschoolse opvang. (2002)20 Lev<strong>en</strong>sloop als perspectief. Kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de Verk<strong>en</strong>ning Lev<strong>en</strong>sloop.Beleidsopties voor ler<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>, zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> won<strong>en</strong>.(2002)19 Van uitzondering naar regel. Maatwerk in het grotested<strong>en</strong>beleid.(2001)18 Aansprek<strong>en</strong>d opvoed<strong>en</strong>. Balancer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> steun <strong>en</strong> toezicht. (2001)17 Instituties in lijn met het moderne individu. De Sociale Ag<strong>en</strong>da 2002-2006.(2001)16 Kwetsbaar in kwadraat. Krachtige steun aan kwetsbare m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. (2001)In sam<strong>en</strong>werking met acvz. Inburgering. Educatieve <strong>opdracht</strong> voor nieuwkomer,overheid <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving. (2003)In sam<strong>en</strong>werking met rob. Etniciteit, binding <strong>en</strong> burgerschap. (2001)In sam<strong>en</strong>werking met de Onderwijsraad. Sam<strong>en</strong> naar de taalschool. (2001)Eerste raadsperiode 1997-200015 Ver weg <strong>en</strong> dichtbij. Over hoe ict de sam<strong>en</strong>leving kan verbeter<strong>en</strong>. (2000)14 Van discriminatie naar diversiteit. Kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bij de Meerjar<strong>en</strong>notaEmancipatiebeleid ‘Van vrouw<strong>en</strong>strijd naar vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid’. (2000)13 Won<strong>en</strong> in de 21e eeuw. (2000)12 Alert op vrijwilligers. (2000)11 Ongek<strong>en</strong>de aanknopingspunt<strong>en</strong>. Strategieën voor de aanpassing van desociale infrastructuur. (2000)10 Aansprek<strong>en</strong>d burgerschap. De relatie tuss<strong>en</strong> de organisatie van hetpublieke domein <strong>en</strong> de verantwoordelijkheid van burgers. (2000)9 Nationale id<strong>en</strong>titeit in Nederland.Internationalisering <strong>en</strong> nationaleid<strong>en</strong>titeit. (1999)8 Arbeid <strong>en</strong> zorg. Reactie op de kabinetsnota ‘Op weg naar e<strong>en</strong> nieuwev<strong>en</strong>wicht tuss<strong>en</strong> arbeid <strong>en</strong> zorg’. (1999)7 Integratie in perspectief. Advies over integratie van bijzondere groep<strong>en</strong> <strong>en</strong>van person<strong>en</strong> uit etnische groepering<strong>en</strong> in het bijzonder. (1998)6 Verantwoordelijkheid <strong>en</strong> perspectief. Geweld in relatie tot waard<strong>en</strong> <strong>en</strong>norm<strong>en</strong>. (1998)5 Uitsluit<strong>en</strong>d vrijwillig!? Maatschappelijk actief in het vrijwilligerswerk.(1997)4 Kwaliteit in de buurt. (1997)Overzicht van uitgebrachte publicaties 129


3 Werkeloos toezi<strong>en</strong>. Activering van langdurig werkloz<strong>en</strong>. (1997)2 Stedelijke vernieuwing. (1997)1 Vere<strong>en</strong>zaming in de sam<strong>en</strong>leving. (1997)In sam<strong>en</strong>werking met de rvz. Gezond zonder zorg. (2000)In sam<strong>en</strong>werking met de rvz. Verslavingszorg herijkt. (1999)In sam<strong>en</strong>werking met de rvz. Zorgarbeid in de toekomst. (1999)In sam<strong>en</strong>werking met de Onderwijsraad. Voorschools <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>schools.(1998)Onderzoek<strong>en</strong>Burgerkracht. De toekomst van het sociaal werk in Nederland. N. de Boer <strong>en</strong>J. van der Lans. (2011)De weg omhoog. E<strong>en</strong> analyse van het vertoog over sociale mobiliteit inregeringsbeleid. M. van der Ste<strong>en</strong>, R. Peeters <strong>en</strong> M. P<strong>en</strong>. (2010)Naar e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving? Rec<strong>en</strong>te ontwikkeling<strong>en</strong> in sociale stijging <strong>en</strong>daling in Nederland. J. Tolsma <strong>en</strong> M.H.J.Wolbers. (2010)Je voelt het gewoon. e<strong>en</strong> onderzoek naar schoolkeuze <strong>en</strong> segregatie inAmsterdam-Noord. D. Zeld<strong>en</strong>rijk. (2010)Indicatiestelling: omstred<strong>en</strong> toegang tot zorg. J. van der Meer (2010)Uit de koker van. Praktijk<strong>en</strong> van verkokering <strong>en</strong> ontkokering. rmo/vom(red.)(2010)Stem gev<strong>en</strong> aan verankering. rmo (2009)Beperkt maar niet begr<strong>en</strong>sd. rmo (red.). (2009) Webpublicatie.Bericht van de werkvloer. J. van der Meer. (2009) Webpublicatie.Polarisatie. Bedreig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> verrijk<strong>en</strong>d. rmo (red.). (2009)Verk<strong>en</strong>ning participatie: Arbeid, vrijwillige inzet <strong>en</strong> mantelzorg inperspectief. rmo (red.). (2008)Lev<strong>en</strong>svraagstukk<strong>en</strong>. De sociale context van ongew<strong>en</strong>ste zwangerschapp<strong>en</strong><strong>en</strong> van ondraaglijk <strong>en</strong> uitzichtloos lijd<strong>en</strong>. (2008)30 Plann<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> beter Nederland. De sociale ag<strong>en</strong>da. K. van Beek <strong>en</strong>Y.Zonderop (red.). (2006)Opbr<strong>en</strong>gst<strong>en</strong> van sociale investering<strong>en</strong>. I. Doort<strong>en</strong> <strong>en</strong> R. Rouw (red.). (2006)Eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheid: bevrijding of beheersing? R. Ossewaarde.(2006)130 <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong>


Democratie voorbij de instituties. Vooronderzoek van de Raad voor<strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling. (2006)Horizontale verantwoording bij ZBO’s <strong>en</strong> ag<strong>en</strong>tschapp<strong>en</strong>. T. Schillemans.(2005)Tuss<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> begr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Over de aanpak van delictplegers metpsychi(atri)sche problem<strong>en</strong>. D. Graas <strong>en</strong> R.Janss<strong>en</strong>s. (2005)Gezin anno nu. M. Distelbrink, N. Lucass<strong>en</strong> <strong>en</strong> E. Hooghiemstra. (2005)Tuss<strong>en</strong> vangnet <strong>en</strong> trampoline. Over de inzet van publieke middel<strong>en</strong> voorparticipatie <strong>en</strong> zekerheid. H.Adriaans<strong>en</strong>s, K. van Beek <strong>en</strong> R. Janss<strong>en</strong>s.(2005)Prev<strong>en</strong>tiebeleid. E<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de achtergrondstudie. R. Tor<strong>en</strong>vlied <strong>en</strong>A.Akkerman. (2005)Over insluiting <strong>en</strong> vermijding. Twee essays over segregatie <strong>en</strong> integratie.J. Uitermark <strong>en</strong> J.W. Duyv<strong>en</strong>dak; P. Scheffer. (2004)“Nee, ik voel me nooit onveilig”. Determinant<strong>en</strong> van socialeveiligheidsgevoel<strong>en</strong>s. H. Elffers <strong>en</strong> W. de Jong. (2004)Ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong> maatschappelijke inzet. K. Breedveld, M. de Klerk <strong>en</strong> J. de Hart.(2004)Financiële prikkels voor werknemers bij uittreding. I. Groot <strong>en</strong> A. Heyma.(2004)Sociale veiligheid vergrot<strong>en</strong> door geleg<strong>en</strong>heidsbeperking: wat werkt <strong>en</strong> watniet? K. Wittebrood <strong>en</strong> M. van Beem. (2004)Inburgering. Educatieve <strong>opdracht</strong> voor nieuwkomer, overheid <strong>en</strong>sam<strong>en</strong>leving. (2003)Publicaties van de Raad voor <strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling zijn te download<strong>en</strong>via www.adviesorgaan-rmo.nlOverzicht van uitgebrachte publicaties 131


Elk gezin heeft te mak<strong>en</strong> met vrag<strong>en</strong> over de opvoeding.Meestal weet m<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> oplossing te vind<strong>en</strong>, al dan nietmet hulp vanuit de sociale of professionele omgeving.Sommige gezinn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> er echter niet uit <strong>en</strong> dan ismeer ondersteuning gew<strong>en</strong>st.De huidige hulpverl<strong>en</strong>ing loopt teg<strong>en</strong> haar gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan.Opvoedproblem<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> uit tot zorgproblem<strong>en</strong>, bijvoorbeelddoordat het hulpaanbod te zwaar of niet pass<strong>en</strong>dis. In <strong>Ontzorg<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> normaliser<strong>en</strong> breekt de Raad voor<strong>Maatschappelijke</strong> Ontwikkeling (rmo) e<strong>en</strong> lans voor e<strong>en</strong>sterke eerstelijns jeugd- <strong>en</strong> gezinszorg. Doel hiervan isproblem<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> gezinn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> vroeg stadium aan tepakk<strong>en</strong>, op basis van eig<strong>en</strong> inzet <strong>en</strong> met steun vanuit desociale omgeving.De rmo is de adviesraad van de regering <strong>en</strong> het parlem<strong>en</strong>top het terrein van participatie van burgers <strong>en</strong> stabiliteitvan de sam<strong>en</strong>leving. De rmo werkt aan nieuwe concept<strong>en</strong>voor de aanpak van sociale vraagstukk<strong>en</strong>.isbn 9789077758335nur 740www.adviesorgaan-rmo.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!