12.07.2015 Views

Inhoud - Gemeente Houten

Inhoud - Gemeente Houten

Inhoud - Gemeente Houten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6 Wijkontmoetingsdag 306.1 Bekendheid van de wijkontmoetingsdag 306.2 Deelname aan de wijkontmoetingsdag 316.3 Redenen waarom bewoners de wijkontmoetingsdag niet hebbenbezocht en mogelijk toekomstig bezoek 326.4 Bezoekredenen 336.5 Beoordeling van de wijkontmoetingsdag 346.6 Belang van de wijkontmoetingsdag 347 Meldpunt Openbare Ruimte 367.1 Bekendheid van het Meldpunt Openbare Ruimte 367.2 Gebeld met het Meldpunt Openbare Ruimte 377.3 Redenen waarom bewoners het wijkspreekuur niet hebbengebruikt en mogelijk toekomstig gebruik 387.4 Beoordeling van het Meldpunt Openbare Ruimte 407.5 Belang van het Meldpunt Openbare Ruimte 408 Communicatie 428.1 Leesdichtheid gemeentepagina 428.2 Gebruikte informatiebronnen 439 Alle instrumenten op een rij 459.1 Bekendheid 459.2 Gebruik 459.3 Beoordeling 489.4 Belang 489.5 Conclusie 49Bijlagen1 Responsoverzicht 522 Vragenlijst 53DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 2


InleidingDe gemeente <strong>Houten</strong> heeft een aantal ‘’instrumenten’’ ontwikkeld voor het wijkbeheer inhet kader van wijkgericht werken. De bewoners kunnen hier terecht met vragen enklachten over hun wijk en discussiëren met beleidsmakers. Doel van deze instrumenten ispreventief te kunnen inspelen op zaken die de wijk aangaan, praktische problemen snel tekunnen oplossen en de betrokkenheid van de bewoners bij de buurt te vergroten. Hetgaat daarbij om:• wijkspreekuren• collegespreekuren in de wijk(clusters)• het collegebezoek• wijkschouwen• Keet in de Wijk• wijkonderhoudsdagen / wijkontmoetingsdagen• meldpunt openbare ruimteHet aantal bezoekers van de verschillende instrumenten wisselt sterk. Mede door hetbeperkte en wisselende aantal bezoekers bestaat bij de gemeente behoefte aan eenevaluatie van de verschillende instrumenten.Methodiek en steekproefAan de hand van een telefonische enquête onder de bewoners is de bekendheid, het(potentieel) gebruik en het belang van de verschillende instrumenten onder de bewonersgepeild. Aangezien de verwachting is dat het aantal bezoekers van verschillendeinstrumenten heel laag is, is een extra steekproef toegevoegd van bewoners die gebruikhebben gemaakt van de verschillende instrumenten. Op die manier kan ook eenbetrouwbaar inzicht worden verkregen in het oordeel van de gebruikers. Uit eensteekproef van ruim 1.050 telefoonnummer zijn in totaal 666 enquêtes afgenomen, watneerkomt op een respons van 62%. In bijlage 1 is een responsoverzicht opgenomen. Intotaal zijn 514 enquêtes afgenomen onder bewoners waarvan bij voorbaat niet bekend isof zij gebruik hebben gemaakt van een of meer verschillende instrumenten. Daarnaastzijn 152 enquêtes afgenomen specifiek onder bewoners die wel gebruik hebben gemaaktvan een of meerdere instrumenten.LeeswijzerDe resultaten van het onderzoek zijn in het voorliggende rapport verwoord. In elkhoofdstuk wordt een instrument behandeld. Achtereenvolgens wordt aandacht besteedaan de bekendheid van het instrument, het gebruik dat bewoners er tot nu toe van hebbengemaakt en het mogelijke gebruik in de toekomst, de waardering voor het instrument enhet belang dat bewoners eraan hechten. Bij alle aspecten wordt uitgegaan van deantwoorden van de 514 bewoners die a-select in de respons zitten. Bij de paraaf waarinaandacht wordt besteed aan de waardering (in alle hoofdstukken paragraaf 4 metuitzondering van hoofdstuk 6 waar het paragraaf 5 is), worden eveneens de antwoordenbetrokken van de 152 ‘gebruikers’ van een of meerdere instrumenten. Bij de beschrijvingwordt een onderscheid gemaakt tussen de vijf wijken Noord-West, Noord-Oost, Zuid-West, Zuid-Oost en de kleine kernen en het buitengebied. In hoofdstuk 8 wordt ingegaanop de communicatie. De verschillende instrumenten worden in het laatste hoofdstuk opDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 3


een rij gezet. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met de belangrijkste conclusies die uit hetonderzoek naar voren komen.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 4


1 Het wijkspreekuurIn <strong>Houten</strong> zijn vijf wijkposten waar inwoners terecht kunnen met vragen enklachten over de openbare ruimte. De wijkopzichter houdt hier twee keer perweek spreekuur. In dit hoofdstuk staat het gebruik dat bewoners van dezespreekuren maken centraal, evenals de waardering voor dit instrument door debewoners die er gebruik van hebben gemaakt. Daarnaast wordt ingegaan op deredenen waarom bewoners hiervan geen gebruik maken en het mogelijkegebruik in de toekomst. Als laatste wordt aandacht besteed aan het belang datde bewoners hechten aan het wijkspreekuur, zowel bewoners die er gebruik vanhebben gemaakt als bewoners die dit (nog) niet hebben gedaan.1.1 Bekendheid van het wijkspreekuurFiguur 1.1Bekendheid van het wijkspreekuur in de wijkpost, in procenten(N=514)niet bekend metwijkspreekuur30%bekend metwijkspreekuur70%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ruim twee derde van de bewoners is bekend met het wijkspreekuur, bijna een opde drie bewoners weet niet van het bestaan van het wijkspreekuur af dat in dewijkpost wordt gehouden door de wijkopzichter om meldingen of klachten over deopenbare ruimte door te geven.De bekendheid van het wijkspreekuur verschilt enigszins per wijk. Bewoners inNoord-Oost en Zuid-Oost zijn het beste hiervan op de hoogte (beide 77%bekend). Ook bewoners van de kleine kernen en het buitengebied weten vaakdat er een wijkspreekuur is (73%). Van de bewoners van Zuid-West is 67%hiervan op de hoogte. Het minst bekend met het wijkspreekuur zijn bewoners vanNoord-West. In dit deel van <strong>Houten</strong> weet 57% van het bestaan van hetwijkspreekuur, 43% weet dit echter niet.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 5


Figuur 1.2Bekendheid met het wijkspreekuur naar wijk, in procenten (N=514)<strong>Houten</strong> Noord-Oost7723Nouten Noord-West5743<strong>Houten</strong> Zuid-Oost7723<strong>Houten</strong> Zuid-West6733kleine kernen enbuitengebied73270% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Naar leeftijd zijn de verschillen beperkt. Alleen bewoners tot 40 jaar zijn ietsminder bekend met het wijkspreekuur in de wijkpost (63% bekend). Naargeslacht verschilt het beeld niet.1.2 Bezoek aan het wijkspreekuurFiguur 1.3Bezoek aan het wijkspreekuur in de wijkpost, in procenten (N=361)ooit bezocht13%nooit bezocht87%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Van de bewoners die weten van het bestaan van het wijkspreekuur, heeft 13%het wijkspreekuur in de wijkpost wel eens bezocht om meldingen en klachtendoor te geven aan de wijkopzichter. Van alle bewoners is dit 9%. De overgrotemeerderheid (87%) heeft dit nog nooit gedaan.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 6


Figuur 1.2Bezoek aan het wijkspreekuur naar wijk, in procenten (N=361)<strong>Houten</strong> Noord-Oost1585Nouten Noord-West496<strong>Houten</strong> Zuid-Oost1783<strong>Houten</strong> Zuid-West1387kleine kernen enbuitengebied14860% 20% 40% 60% 80% 100%bezochtniet bezochtBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het aandeel bewoners dat het wijkspreekuur heeft bezocht, varieert van 4% vande bewoners in Noord-West die het wijkspreekuur kennen tot 17% van debewoners in <strong>Houten</strong> Zuid-Oost. De verschillen tussen <strong>Houten</strong> Zuid-Oost (15%),Noord-Oost (15%), de kleine kernen en het buitengebied (14%) en Zuid-West(13%) zijn niet heel groot. In Noord-West is niet alleen de bekendheid lager, maarook het gebruik van het wijkspreekuur onder bewoners die wel van het bestaanhiervan afweten (4%).Naar leeftijd en geslacht zijn de verschillen minimaal.1.3 Redenen waarom bewoners het wijkspreekuur niet hebben bezocht enmogelijk toekomstig bezoekBewoners die het spreekuur wel kennen maar dit nog niet hebben bezocht,hebben dit vooral (nog) niet gedaan omdat hiertoe geen reden was (82%). Deandere redenen spelen allemaal duidelijk een veel kleinere rol zoals ik doe het opeen andere manier (6%), het heeft geen zin, de gemeente doet er niets aan(3%), ik weet niet waar de wijkpost is (2%) en ik weet de tijden van het spreekuurniet (1%). Daarnaast hebben 19 bewoners (6%) zelf nog een andere reden naarvoren gebracht zoals geen tijd hiervoor, spreekuren vallen op niet geschiktetijden (vaak in verband met werk) en iemand anders heeft dit gedaan.Bewoners in de kleine kernen (88%) en in Noord-West (87%) hebben vaker dangemiddeld aangegeven hiervoor geen aanleiding te zien. Ook 75-plussersbrengen dit aspect vaker naar voren (87%) dan bewoners tot 40 jaar (75%). Naargeslacht zijn de verschillen minimaal.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 7


Figuur 1.5Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van het spreekuur in dewijkpost van de bewoners die het wijkspreekuur kennen, inprocenten (N=361)al gebruik van gemaakt13gaat er gebruik vanmaken in de toekomst50gaat er misschien gebruikvan maken in de toekomstgaat er geen gebruik vanmaken in de toekomst17200 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006In totaal is de verwachting dat circa een op de zes bewoners uiteindelijk geengebruik gaat maken van het spreekuur in de wijkpost (17%) tegenover tweederde van de bewoners die al gebruik hiervan hebben gemaakt of dit hoogstwaarschijnlijk zullen doen.1.4 Beoordeling van het wijkspreekuurNaast 47 bewoners die gebruik hebben gemaakt van het spreekuur zijn nog 58bewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij het spreekuurhadden bezocht.Volgens ruim de helft van de bezoekers (56%) is de klacht of de melding goedopgelost. Het overgrote deel vindt tevens dat het snel is opgelost (47%), een veelkleiner deel is van mening dat deze goed, maar niet snel is opgelost (9%).Volgens ruim een kwart van de bewoners is de klacht of melding nooit opgelost(27%). Een klein deel van de bewoners heeft aangegeven dat de klacht ofmelding slechts gedeeltelijk is opgelost (9%). Bij een deel van de klanten is hetgeheel nog niet afgehandeld (8%).De bewoners van Zuid-Oost zijn het meest te spreken over de afhandeling (79%goed), bewoners van Zuid-West het minst (41% niet opgelost). Het aantal klantenper wijk is echter niet groot, respectievelijk 19 voor Zuid-Oost en 17 voor Zuid-West.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 9


Figuur 1.6Tevredenheid over de afhandeling van de klacht of de melding, inprocenten (N=105)de klacht of melding is goed en snel opgelost47de klacht is nooit opgelost27de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelostde klacht is maar gedeeltelijk opgelosthet loopt nog / nog geen antw oord987anders, namelijk20 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20061.5 Belang van het wijkspreekuurFiguur 1.7Belang dat bewoners hechten aan het spreekuur in de wijkpost, inprocenten (N=492)(helemaal) nietbelangrijk15%maakt niet uit15%(heel) belangrijk70%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Aan alle bewoners is de vraag voorgelegd hoe belangrijk zij het spreekuur in dewijk vinden. Hieruit komt naar voren dat de bewoners over het algemeen heelveel waarde hieraan hechten. Zo geeft ruim twee derde van de bewoners (70%)aan dit zeer belangrijk te vinden. Een op de zes bewoners maakt het niet uit(15%) en een vergelijkbaar aandeel vindt het (helemaal) niet belangrijk (15%).Bewoners in Zuid-West (79%) hechten het meest aan het spreekuur in dewijkpost. Bewoners van de kleine kernen en het buitengebied vinden hetspreekuur in de wijk juist minder belangrijk (25% (heel) onbelangrijk).Mannen vinden het over het algemeen iets vaker minder belangrijk (19%) danvrouwen (13%). Naar leeftijd verschilt het beeld niet.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 10


3 Het collegespreekuurIn de wijkposten worden ook regelmatig collegespreekuren gehouden. Dezevinden zowel overdag als ’s avonds plaats. Tijdens deze spreekuren kunneninwoners met de burgemeester en wethouders allerlei zaken bespreken. In dithoofdstuk wordt nader ingegaan op de bekendheid en het gebruik dat bewonersvan deze collegespreekuren maken, evenals op de waardering voor ditinstrument door de bewoners die er gebruik van hebben gemaakt. Daarnaastwordt aandacht besteed aan de redenen waarom bewoners hiervan geen gebruikmaken en het mogelijke gebruik in de toekomst. Als laatste komt het belang datde bewoners hechten aan het collegespreekuur, zowel bewoners die er gebruikvan hebben gemaakt als bewoners die dit (nog) niet hebben gedaan.2.1 Bekendheid van het collegespreekuurFiguur 2.1Bekendheid van het collegespreekuur in de wijkpost, in procenten(N=512)niet bekend metcollegespreekuur64%bekend metcollegespreekuur36%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het collegespreekuur is duidelijk minder bekend bij de bewoners dan hetspreekuur van de wijkopzichter. Dit zal ook samenhangen met het meerincidentele karakter van het collegespreekuur. Zo is bijna twee derde van debewoners hiervan niet op de hoogte. Iets meer dan een derde van de bewonerskent het collegespreekuur wel.De bekendheid van het collegespreekuur verschilt nogal per wijk. Het meestbekend hiermee zijn bewoners van de kleine kernen en het buitengebied waarnet iets meer dan de helft van de bewoners hiervan op de hoogte is (52%). Ookde bewoners in Zuid-West zijn iets meer dan gemiddeld bekend met hetcollegespreekuur (38%). Tussen de overige wijken verschilt het beeld nauwelijks.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 11


Figuur 2.2Bekendheid met het collegespreekuur naar wijk, in procenten(N=512)<strong>Houten</strong> Noord-Oost2872Nouten Noord-West2872<strong>Houten</strong> Zuid-Oost3169<strong>Houten</strong> Zuid-West3862kleine kernen enbuitengebied52480% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 200675-plussers zijn het meest bekend met het collegespreekuur (48%), bewoners tot40 jaar het minst (29%).2.2 Bezoek aan het collegespreekuurFiguur 2.3Bezoek aan het collegespreekuur, in procenten (N=182)ooit bezocht7%nooit bezocht93%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het collegespreekuur is door 7% van de bewoners die weten van het bestaanvan het collegespreekuur, wel eens bezocht. Van alle bewoners is dit slechts 2%.Van het collegespreekuur wordt dus veel minder gebruik gemaakt dan van hetspreekuur van de wijkopzichter.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 12


Figuur 2.4Bezoek aan het collegespreekuur naar wijk, in procenten (N=182)<strong>Houten</strong> Noord-Oost100Nouten Noord-West496<strong>Houten</strong> Zuid-Oost694<strong>Houten</strong> Zuid-West595kleine kernen enbuitengebied13870% 20% 40% 60% 80% 100%bezochtniet bezochtBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Naast de grootste bekendheid van het collegespreekuur, hebben bewoners vande kleine kernen en het buitengebied dit ook het vaakst bezocht (13%). Van debewoners van Noord-Oost heeft geen enkele ondervraagde bewoner hetcollegespreekuur ooit bezocht.2.3 Redenen waarom bewoners het collegespreekuur niet hebben bezocht enmogelijk toekomstig bezoekFiguur 2.5Redenen waarom bewoners nog nooit een collegespreekuur in dewijkpost hebben bezocht, in procenten (N=170)geen interesse in / geen behoefte aan84geen tijd voor8ik doe dit op een andere manier / ga naar hetgemeentehuis / een ander loket bij de gemeente5weet de tijden van het spreekuur niet1anders, namelijk50 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Bewoners die het collegespreekuur niet hebben bezocht maar dit wel kennen,hebben hier vooral geen behoefte aan of interesse in (84%). Andere redenen alsgeen tijd (8%) en het feit dat bewoners dit op een andere manier regelen (5%)zijn beduidend minder een aanleiding om het collegespreekuur niet te bezoeken.Onbekendheid met de plek en de tijden spelen vrijwel helemaal geen rol.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 13


Bewoners die zelf nog een reden hebben genoemd, wijzen vooral op de fysiekeonmogelijkheid om er te komen en op anderen die dit voor hen regelen.Bewoners in Noord-Oost geven vaker dan gemiddeld aan geen interesse ofbehoefte hieraan te hebben (93%). Bewoners tot 40 jaar hebben hier meer dangemiddeld geen tijd voor (14%).Figuur 2.6Potentieel gebruik van het collegespreekuur in de wijkpost, inprocenten (N=170)geen gebruik27%gebruik van maken23%ligt eraan / weet nogniet / misschien50%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De helft van de bewoners die nog nooit naar een collegespreekuur zijn geweestmaar wel afweten van het bestaan, weet nog niet of zij een volgende keer welzouden overwegen om hiernaar toe te gaan. De overige bewoners zijn verdeeld:net iets meer dan een kwart zegt hier niet naartoe te gaan en nog geen kwart zoudit wel doen.Bewoners van Zuid-West en Zuid-Oost overwegen het meest om een volgendekeer naar het collegespreekuur te gaan (beide 30%). Bewoners van de kleinekernen en het buitengebied die nu niet gaan, overwegen dit het minst (15%).Mannen (33%) overwegen iets vaker niet te gaan dan vrouwen (24%). Debehoefte om het collegespreekuur te bezoeken is onder 75-plussers iets lagerdan gemiddeld (31% niet, 7% wel).Figuur 2.7Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van het collegespreekuur inde wijkpost, in procenten (N=182)al gebruik van gemaakt7gaat er gebruik vanmaken in de toekomst21gaat er misschien gebruikvan maken in de toekomst47gaat er geen gebruik vanmaken in de toekomst250 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 14


In totaal is de verwachting dat een kwart van de bewoners zeker geen gebruikgaat maken van het collegespreekuur in de wijkpost (25%) tegenover ruim eenkwart die dit al heeft gedaan of hoogst waarschijnlijk zal gaan doen.2.4 Beoordeling van het collegespreekuurNaast 12 bewoners die het collegespreekuur hebben bezocht zijn er nog 19bewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij dit haddengedaan.Figuur 2.8Tevredenheid over de afhandeling van de vraag, klacht of demelding, in procenten (N=31)de klacht of melding is goed en snel opgelost49de klacht is nooit opgelost29de klacht is maar gedeeltelijk opgelost19de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelost30 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Volgens net iets meer dan de helft van de bezoekers (52%) is de vraag, klacht ofmelding bij het collegespreekuur goed opgelost. Het overgrote deel vindt tevensdat het snel is opgelost (49%), slechts enkelen zijn van mening dat dit goed,maar niet snel is opgelost (3%). Volgens ruim een kwart van de bewoners is devraag, klacht of melding nooit opgelost (29%), terwijl 19% aangeeft dat dit slechtsgedeeltelijk is opgelost.Het aantal vragen, klachten of meldingen dat per wijk is behandeld tijdens hetcollegespreekuur is zo klein, dat hierover naar wijk geen uitspraken kunnenworden gedaan.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 15


2.5 Belang van het collegespreekuurFiguur 2.7Belang dat bewoners hechten aan het collegespreekuur in dewijkpost, in procenten (N=490)(helemaal) nietbelangrijk15%maakt niet uit13%(heel) belangrijk72%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ondanks het feit dat maar een beperkt deel van de bewoners hetcollegespreekuur heeft bezocht, hechten veel bewoners toch veel waarde aanhet collegespreekuur. Bijna drie kwart van de bewoners (72%) vindt dit heelbelangrijk. Net iets meer dan een op de tien bewoners maakt het niet uit (13%)en een iets groter aandeel vindt het (helemaal) niet belangrijk (15%).De verschillen tussen de wijken zijn vrij klein. Bewoners van 75 jaar en ouderhechten in verhouding iets minder waarde aan het collegespreekuur (20%(helemaal) niet belangrijk) dan de andere leeftijdsgroepen.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 16


3 Het collegebezoekIn <strong>Houten</strong> Noord-West en in de kleine kernen en het buitengebied is hetcollegebestuur respectievelijk in 2005 en in 2003-2004 een dag op bezoekgeweest om met de inwoners van gedachten te wisselen over wat er leeft in dewijk. Aangezien het collegebezoek voor de kleine kernen en het buitengebied telang geleden is, zijn deze vragen alleen gesteld aan bewoners van Noord-West.In eerste instantie wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de bekendheidvan het collegebezoek en aan de deelname van de bewoners hieraan.Vervolgens wordt ingegaan op de redenen dat bewoners niet hebbendeelgenomen en de bereidheid om dit in de toekomst wel te doen. Detevredenheid over het collegebezoek en het belang dat bewoners hieraanhechten komen aan het einde van het hoofdstuk aan de orde.3.1 Bekendheid van het collegebezoekFiguur 3.1Bekendheid van het collegebezoek, in procenten (N=97)bekend metcollegebezoek16%niet bekend metcollegebezoek84%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een op de zes bewoners van de wijk Noord-West weet dat het college hun wijkheeft bezocht om met de inwoners van gedachten te wisselen over zaken die inde wijk of de kernen leven.Mannen (20%) zijn iets beter op de hoogte van het collegebezoek dan vrouwen(14%). 55-Plussers (8%) zijn minder bekend met het collegebezoek danbewoners tot 55 jaar (24%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 17


3.2 Deelname aan het collegebezoekFiguur 3.2Deelname aan het collegebezoek, in procenten (N=15)ooit bezocht7%nooit bezocht93%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het collegebezoek is door slechts één respondent bezocht ofwel 7% van devijftien ondervraagde bewoners die het collegebezoek kennen.3.3 Redenen waarom bewoners het collegebezoek niet hebben bezocht enmogelijk toekomstig bezoekFiguur 3.3Redenen waarom bewoners het collegebezoek niet hebbenbezocht, in procenten (N=14)geen interesse in / geenbehoefte aan64geen tijd voor29anders, namelijk70 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De belangrijkste reden waarom bewoners, die wel van het bestaan van hetcollegebezoek wisten, niet hebben deelgenomen is gebrek aan interesse ofbelangstelling hiervoor. Voor vijf van de veertien respondenten (64%) was dit debelangrijkste reden. De overige respondenten hadden geen tijd hiervoor (vierrespondenten). De laatste respondent gaf aan dat een familielid is gegaan.Het aantal ondervraagde bewoners is te klein om een onderscheid naar leeftijd ofgeslacht te maken.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 18


Figuur 3.4Potentieel gebruik van het collegebezoek, in procenten (N=14)geen gebruik21% gebruik van maken29%ligt eraan / weet nogniet / misschien50%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De helft van de bewoners die het collegebezoek niet hebben bezocht maar ditwel kennen, weet nog niet of zij een volgende keer wel zouden overwegen omhiernaar toe te gaan. De overige bewoners zijn verdeeld hierover: ruim een kwartzegt hier een volgende keer wel naartoe te gaan (29%) en een vijfde van derespondenten zou dit niet gaan doen (21%). Het gaat hierbij echter maar omveertien respondenten.Het aantal respondenten is te klein om te zien of er verschillen zijn naar geslachtof leeftijd.Figuur 3.5Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van het collegebezoek, inprocenten (N=15)al gebruik van gemaakt7gaat er gebruik vanmaken in de toekomst27gaat er misschien gebruikvan maken in de toekomst46gaat er geen gebruik vanmaken in de toekomst200 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006In totaal is de verwachting dat een vijfde van de bewoners zeker geen gebruikgaat maken van het collegebezoek (20%) tegenover een derde van derespondenten die dit al heeft gedaan of dit hoogst waarschijnlijk zal gaan doen.Het aantal respondenten is echter beperkt.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 19


3.4 Beoordeling van het collegebezoekNaast één respondent die naar het collegebezoek in de wijk is geweest, zijn nogzes respondenten ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij dithadden gedaan.Figuur 3.6Tevredenheid over het collegebezoek, in procenten (N=7)uitstekend / goed86matig140 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Zes van de zeven respondenten zijn heel erg te spreken over het collegebezoekaan de wijk Noord-West. Slechts één respondent heeft bedenkingen omdat zijvan mening is dat het niet echt iets heeft opgeleverd.3.5 Belang van het collegebezoekFiguur 3.7Belang dat bewoners hechten aan het collegebezoek, in procenten(N=95)maakt niet uit12%(helemaal) nietbelangrijk12%(heel) belangrijk76%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ondanks het beperkte gebruik hechten bewoners van Noord-West over hetalgemeen toch veel waarde aan een collegebezoek. Circa drie kwart van debewoners (76%) vindt dit heel belangrijk. Iets meer dan een op de tien bewonersmaakt het niet uit (12%) en een vergelijkbaar aandeel vindt het (helemaal) nietbelangrijk (12%).Mannen (84% (heel) belangrijk) hechten hier iets meer belang aan dan vrouwen(73% (heel) belangrijk). Naar leeftijd zijn de verschillen minimaal.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 20


4 De wijkschouwIn <strong>Houten</strong> worden regelmatig wijkschouwen gehouden. Tijdens dezewijkschouwen maken bewoners en medewerkers van de gemeente een rondedoor de wijk om problemen in de wijk te bespreken en waar mogelijk op telossen. De afgelopen jaren zijn in Noord-West in De Oorden, De Borchen en DeLobben/De Hofjes wijkschouwen gehouden. In Noord-Oost hebben dezeplaatsgevonden in De Weiden / De Hagen, Het Centrum, De Bermen en DeAkkers. In Zuid-Oost heeft in De Landen een wijkschouw plaatsgevonden. InZuid-West is in Het Hout een wijkschouw geweest. Van de kleine kernen hebbenin ’t Goy en Schalkwijk wijkschouwen plaatsgevonden.De wijkschouwen vormen het onderwerp van dit vierde hoofdstuk.Achtereenvolgens wordt ingegaan op de bekendheid van de wijkschouwen, dedeelname, de redenen waarom men niet heeft deelgenomen en de kans dat mendit een volgende keer wel zal doen. Het oordeel over de wijkschouwen doorbewoners die hieraan hebben deelgenomen, komt vervolgens aan bod evenalshet belang dat alle bewoners hieraan hechten.4.1 Bekendheid van de wijkschouwFiguur 4.1Bekendheid van de wijkschouw, in procenten (N=193)niet bekend metwijkschouw64%bekend metwijkschouw36%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ruim een derde van de bewoners die in een buurt wonen waar een wijkschouwheeft plaatsgevonden, is bekend met de wijkschouw (36%). De overige bewonersweten dit niet (64%).De wijkschouwen kennen de grootste bekendheid in Zuid-West en Zuid-Oost(beiden 53%) waar meer dan de helft van de bewoners hiervan op de hoogte is.In de kleine kernen (29%) en in Noord-West (32%) is de bekendheid van dewijkschouwen minder groot.Bewoners tot 40 jaar weten minder vaak af van het bestaan van wijkschouwen(18% bekend mee). Mannen weten iets vaker dat er wijkschouwen zijn geweest(42% tegenover 33% van de vrouwen), maar het verschil is niet groot.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 21


Figuur 4.2Bekendheid met de wijkschouw naar wijk, in procenten (N=193)<strong>Houten</strong> Noord-Oost3961Nouten Noord-West3268<strong>Houten</strong> Zuid-Oost5347<strong>Houten</strong> Zuid-West5347kleine kernen enbuitengebied29710% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20064.2 Deelname aan de wijkschouwFiguur 4.4Deelname aan de wijkschouw, in procenten (N=70)deelgenomen10%nooit deelgenomen90%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een op de tien bewoners die weet dat er wijkschouwen worden georganiseerd,heeft daadwerkelijk zelf ooit deelgenomen aan een wijkschouw. Van allebewoners is dit 4%. De overgrote meerderheid heeft hieraan nooit deelgenomen(90%).Bewoners van Zuid-West hebben het vaakst deelgenomen aan een wijkschouw(20%). Van de ondervraagde bewoners in Noord-West heeft nog nooit iemandeen wijkschouw bezocht en ook bewoners van Schalkwijk en ’t Goy hebben eenwijkschouw minder dan gemiddeld bezocht (4%).Vrouwen (12%) hebben iets vaker aan een wijkschouw deelgenomen danmannen (7%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 22


Figuur 4.5Deelname aan de wijkschouw naar wijk, in procenten (N=70)<strong>Houten</strong> Noord-Oost1486Nouten Noord-West100<strong>Houten</strong> Zuid-Oost1387<strong>Houten</strong> Zuid-West2080kleine kernen enbuitengebied4960% 20% 40% 60% 80% 100%deelgenomenniet deelgenomenBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20064.3 Redenen waarom bewoners de wijkschouw niet hebben bezocht enmogelijk toekomstig bezoekFiguur 4.6Redenen waarom bewoners niet hebben deelgenomen aan dewijkschouw (meerdere antwoorden mogelijk), in procenten (N=63)geen interesse in / geen behoefte aan81geen tijd voor18anders, namelijk50 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De belangrijkste reden waarom bewoners die de wijkschouw als instrument welkennen, maar deze nog nooit hebben bezocht, is gebrek aan interesse ofbehoefte. Voor 81% van de bewoners is dit een belangrijke reden. Bijna een opde vijf bewoners heeft hiervoor geen tijd.Naar wijk is het aantal klanten te klein om betrouwbare uitspraken te kunnendoen over mogelijke verschillen. Naar leeftijd zijn de verschillen minimaal.Mannen hebben over het algemeen iets vaker geen belangstelling hiervoor(93%) dan vrouwen (72%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 23


Figuur 4.7Potentieel gebruik van de wijkschouw, in procenten (N=63)geen gebruik33%gebruik van maken29%ligt eraan / weet nogniet / misschien38%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ruim een kwart van de bewoners (29%) die de wijkschouw wel kennen, zou eenvolgende keer zeker aan een wijkschouw deelnemen, ruim een derde (38%) weethet nog niet maar wil hier wel over nadenken. Een derde van de bewoners blijftaangeven geen behoefte hieraan te hebben.Het aantal bewoners per wijk is te klein om mogelijke verschillen naar wijk aan tegeven. Naar leeftijd en geslacht zijn de verschillen minimaal.Figuur 4.8Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van de wijkschouw, inprocenten (N=70)al gebruik van gemaakt10gaat er gebruik van maken in de toekomst26gaat er misschien gebruik van maken in de toekomst34gaat er geen gebruik van maken in de toekomst300 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006In totaal is de verwachting ruim een derde van de bewoners (36%) belangstellingheeft om deel te nemen aan een wijkschouw tegenover 30% van de bewonersdie zeker niet zal deelnemen. De overige bewoners (34%) weten het nog niet,maar willen dit eventueel wel overwegen.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 24


4.4 Beoordeling van de wijkschouwNaast zeven bewoners die hebben deelgenomen aan een wijkschouw zijn er zesbewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij dit haddengedaan.Over de wijkschouw laten alle deelnemers zich zeer positief uit. Men vindt dewijkschouw allemaal goed of uitstekend verlopen.4.5 Belang van de wijkschouwFiguur 2.7Belang dat bewoners hechten aan een wijkschouw, in procenten(N=189)maakt niet uit13%(helemaal) nietbelangrijk5%(heel) belangrijk82%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een wijkschouw wordt over het algemeen als een waardevol instrument ervarengezien het feit dat 82% van alle bewoners hieraan een (heel) groot belang hecht.Slechts 5% van de bewoners vindt dit (helemaal) niet belangrijk. De overigebewoners maakt het niet uit.Bewoners van Zuid-West hechten de meeste waarde aan een wijkschouw (94%),de bewoners van de kleine kernen en het buitengebied de minste waarde, maarook van hen vindt 79% het (heel) belangrijk.75-plussers vinden een wijkschouw iets minder vaak (heel) belangrijk (73%).Tussen mannen en vrouwen verschilt het beeld niet.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 25


5 Keet in de wijkIn <strong>Houten</strong> staat regelmatig een Keet in de wijk. Het doel van deze Keet in de wijkis dat bewoners deze bouwkeet van de gemeente kunnen bezoeken omproblemen in de wijk te bespreken en eventuele klachten door te geven. Deeerste Keet in de wijk heeft gestaan in De Hoven in Noord-West in oktober 2005.In 2006 heeft de Keet gestaan in De Slagen, De Polder/Het Water, De Muren/DeStenen, De Erven, De Bouw/Het Hout, ’t Goy en in Gilden/Molens. In dithoofdstuk wordt nader ingegaan op het bezoek aan de Keet in de wijk evenals opde waardering voor dit instrument door de bewoners die er gebruik van hebbengemaakt. Ook wordt aan de orde gesteld waarom bewoners hier niet naartoe zijngegaan en het mogelijke bezoek hieraan in de toekomst als de Keet nog eenkeer in de wijk zou komen. Tenslotte wordt ingegaan op het belang dat allebewoners hechten aan de Keet in de Wijk.5.1 Bekendheid van de Keet in de wijkFiguur 5.1Bekendheid van de Keet in de wijk, in procenten (N=158)bekend met de Keetin de wijk33%niet bekend met deKeet in de wijk67%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een derde van de bewoners van wijken waar wel eens een Keet in de wijk heeftgestaan, is bekend met het fenomeen Keet in de wijk. Twee derde van dezebewoners weet niet van het bestaan hiervan af.Bewoners van ’t Goy zijn het meest bekend met de Keet die in hun wijk heeftgestaan. Van de vijftien bewoners die in deze wijk zijn ondervraagd hierover, zijnnegen hiervan op de hoogte (60%). De bekendheid is het laagst in Noord-Oostwaar 19% weet dat de Keet in hun wijk is geweest. Het aantal ondervraagdebewoners in deze wijk is echter ook heel laag (21).Naar leeftijd en geslacht verschilt het beeld niet tot nauwelijks.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 26


Figuur 5.2Bekendheid met de Keet in de wijk naar wijk, in procenten (N=158)<strong>Houten</strong> Noord-Oost1981Nouten Noord-West4060<strong>Houten</strong> Zuid-West3070kleine kernen enbuitengebied60400% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20065.2 Bezoek aan Keet in de wijkFiguur 5.3Bezoek aan de Keet in de wijk, in procenten (N=53)ooit bezocht7%nooit bezocht93%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Van de bewoners die weten dat de Keet bij hun in de wijk heeft gestaan, heeft7% deze ook bezocht. Van alle bewoners is dit 3%. De overgrote meerderheid(92%) heeft dit echter niet gedaan.Het aantal bewoners dat de Keet kent per wijk heeft bezocht, is te klein ommogelijke verschillen tussen de wijken aan te geven.Naar leeftijd zijn de verschillen in bezoek aan de Keet niet groot en naar geslachtverschilt het beeld helemaal niet.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 27


5.3 Redenen waarom bewoners de Keet in de wijk niet hebben bezocht enmogelijk toekomstig bezoekFiguur 5.4Redenen waarom bewoners de Keet in de wijk niet hebben bezocht,in procenten (N=48)geen interesse in / geen behoefte aan77geen tijd voor15w ist niet w anneer de Keet in de w ijk stond4anders, namelijk80 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Drie kwart van de bewoners die de Keet niet hebben bezocht maar deze welkennen, heeft hiervan afgezien omdat de interesse ontbreekt of omdat menhieraan geen behoefte heeft. Tijdgebrek is een reden voor 15% van de bewonersom de Keet niet te bezoeken. Slechts een klein deel van de bewoners wist nietwanneer de Keet in de wijk stond waardoor men ook niet in de gelegenheid wasom deze te bezoeken (4%).Bewoners tot 40 jaar geven vaker aan dat tijdgebrek een reden is om de Keetniet te bezoeken (28%). Gebrek aan interesse speelt bij deze leeftijdsgroep inverhouding juist een kleinere rol (61%) dan bij bewoners van 40 jaar of ouder(87%).Figuur 5.5Potentieel gebruik van de Keet in de wijk, in procenten (N=49)geen gebruik24%gebruik van maken35%ligt eraan / weet nogniet / misschien41%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een derde van de bewoners die de Keet nog niet hebben bezocht maar hetinstrument wel kennen, zou een volgende keer wel gebruik hiervan maken. Vierop de tien bewoners weten het nog niet, maar willen dit eventueel weloverwegen. Een kwart van de bewoners geeft aan de Keet ook een volgendekeer niet te bezoeken (24%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 28


Naar wijk is het aantal bewoners te klein om betrouwbare uitspraken te kunnendoen. Bewoners tot 40 jaar tonen iets meer belangstelling (50% wil er gebruikvan maken).De belangstelling onder vrouwen (30% gebruik) is iets minder groot dan ondermannen (50%).Figuur 5.6Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van de Keet in de wijk, inprocenten (N=53)al gebruik van gemaakt7gaat er gebruik van maken in de toekomst32gaat er misschien gebruik van maken in de toekomst38gaat er geen gebruik van maken in de toekomst230 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006In totaal is de verwachting dat bijna een kwart van de bewoners geen bezoek zalbrengen aan de Keet in de wijk (23%) tegenover 39% van de bewoners die ditheeft gedaan of hoogst waarschijnlijk wel gaat doen. De overige 38% weet hetnog niet.5.4 Beoordeling van de Keet aan de wijkNaast vier bewoners die de Keet in de wijk hebben bezocht zijn er nog 50bewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij de Keet haddenbezocht.Figuur 5.7Tevredenheid over de afhandeling van de vraag, klacht of demelding bij de Keet in de wijk, in procenten (N=52)de klacht is nooit opgelost44de klacht of melding is goed en snel opgelost29de klacht is maar gedeeltelijk opgelost19de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelost2anders, namelijk60 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 29


Over de afhandeling van de vragen, klachten of meldingen die bij Keet in de wijkzijn neergelegd, zijn de bewoners minder tevreden. Volgens 44% van debewoners is de klacht, vraag of melding nooit opgelost en nog eens 19% geeftaan dat dit slechts gedeeltelijk is gebeurd. Bijna een derde van de bewoners istevreden over de afhandeling. Volgens 29% is de klacht niet alleen goedopgelost maar ook snel. Slechts enkele bewoners vinden dat dit wel goed maarniet snel is gebeurd (2%).De bewoners die nog een andere reden hebben aangegeven, wijzen vrijwelallemaal op het feit dat de procedure nog niet is afgerond.Bewoners van Noord-West zijn iets vaker tevreden over de afhandeling van devraag, melding of klacht (37% goed en snel). Bewoners van Zuid-West zijn dezemening minder toegedaan (14% goed en snel).5.5 Belang van de Keet in de wijkFiguur 5.8Belang dat bewoners hechten aan Keet in de wijk, in procenten(N=151)nee, (helemaal) nietbelangrijk20%maakt niet uit15%ja (heel) belangrijk65%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ondanks het beperkte gebruik dat bewoners hebben gemaakt van de Keet in dewijk, vindt twee derde van de bewoners het (heel) belangrijk dat deze er is. Eenop de vijf bewoners vindt dit niet belangrijk. De overige bewoners (15%) maakthet niet uit.Vrouwen hechten over het algemeen iets meer waarde aan een Keet in de wijk(71% (heel) belangrijk). Naar wijk en naar leeftijd zijn de verschillen klein.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 30


6 Wijkontmoetingsdag<strong>Houten</strong> heeft voor verschillende wijken wijkontmoetingsdagen georganiseerd. In2005 heeft dit plaatsgevonden in Noord-West en in 2006 in Noord-Oost enZuid-Oost. De wijkontmoetingsdagen staan centraal in dit hoofdstuk. Er wordtnader ingegaan op de bekendheid en het bezoek dat bewoners hieraan hebbengebracht evenals aan de redenen dat bewoners dit niet hebben gedaan en dekans dat zij dit een volgende keer wel zouden doen. Tenslotte wordt aandachtbesteed aan de waardering van de bewoners die hebben deelgenomen voordeze dag en het belang dat zowel deelnemers als niet-deelnemers hieraanhechten.6.1 Bekendheid van de wijkontmoetingsdagFiguur 6.1Bekendheid van de wijkontmoetingsdagen, in procenten (N=305)niet bekend metwijkontmoetingsdagen67%bekend metwijkontmoetingsdagen33%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Van de bewoners is een derde bekend met de wijkontmoetingsdagen (33%).Twee derde van de bewoners weet echter niets af van het bestaan vanwijkontmoetingsdagen.Figuur 6.2Bekendheid met de wijkontmoetingsdagen naar wijk, in procenten(N=305)<strong>Houten</strong> Noord-Oost4555Nouten Noord-West1090<strong>Houten</strong> Zuid-Oost42580% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 31


Tussen Noord-Oost en Zuid-Oost verschilt de bekendheid nauwelijks. Opvallendis echter dat bewoners van Noord-West beduidend minder op de hoogte zijn vande wijkontmoetingsdagen. Slechts een op de tien bewoners kent deze dagentegenover ruim vier op de tien bewoners in de overige wijken.Bewoners tot 40 jaar zijn hiervan het best op de hoogte (44%). 75-Plussers zijnhet minst bekend met het bestaan van deze wijkontmoetingsdagen (19%). Naargeslacht verschilt de bekendheid niet.6.2 Deelname aan de wijkontmoetingsdagFiguur 6.3Deelname aan de wijkontmoetingsdagen, in procenten (N=100)ooit bezocht12%nooit bezocht88%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Iets meer dan een op de tien bewoners die de wijkontmoetingsdagen kennen,heeft deze ook bezocht (12%). Van alle bewoners is dit 4%. De overigebewoners hebben dit niet gedaan (88%).Figuur 6.4Deelname aan de wijkontmoetingsdagen naar wijk, in procenten(N=100)<strong>Houten</strong> Noord-Oost1189Nouten Noord-West1090<strong>Houten</strong> Zuid-Oost14860% 20% 40% 60% 80% 100%bezochtniet bezochtBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Tussen de verschillende wijken zijn de verschillen in bezoek aan dewijkontmoetingsdagen heel klein.Bewoners tot 40 jaar hebben beduidend vaker deelgenomen aan dewijkontmoetingsdagen (22%). Het aandeel vrouwen (13%) dat dewijkontmoetingsdagen heeft bezocht, is iets groter dan het aandeel mannen(9%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 32


6.3 Redenen waarom bewoners de wijkontmoetingsdagen niet hebben bezochten mogelijk toekomstig bezoekFiguur 6.5Redenen waarom bewoners de wijkontmoetingsdagen niet hebbenbezocht, in procenten (N=88)geen tijd voor52geen interesse in / geen behoefte aan42w ist niet w aar de w ijkontmoetingsdag /onderhoudsdag w erd gehouden1anders namelijk80 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De helft van de bewoners die de wijkontmoetingsdagen wel kennen, heeft dezedag niet bezocht omdat men hier geen tijd voor had. Ook het ontbreken vaninteresse in dit soort dagen speelt een belangrijke rol (42%). Onbekendheid metde plaats en het tijdstip van deze dagen is duidelijk geen aanleiding. Bewonersdie nog een andere reden hebben genoemd, wijzen vooral op fysiekebeperkingen of het verhinderd zijn op die dag.Bewoners tot 40 jaar geven vaker aan geen tijd hiervoor te hebben (64%). Bijvrouwen speelt dit punt ook duidelijker (57% geen tijd) dan bij mannen (43%).Bij bewoners tot 40 jaar speelt de belangstelling juist een kleinere rol (28%). Bijvrouwen speelt dit eveneens een minder grote rol (35%) dan bij mannen,waarvan ruim de helft (57%) heeft aangegeven vanwege gebrek aanbelangstelling deze dagen niet te bezoeken.Figuur 6.6Potentieel gebruik van de wijkontmoetingsdagen, in procenten(N=88)geen gebruik20%ligt eraan / weet nogniet / misschien34%gebruik van maken46%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Van de bewoners die tot op heden de wijkontmoetingsdagen niet hebbenbezocht maar wel afweten van het bestaan hiervan, geeft bijna de helft aan ditDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 33


een volgende keer wel te doen en een derde weet het nog niet. Een vijfde van debewoners geeft aan de wijkontmoetingsdagen zeker niet te gaan bezoeken.Het animo om de wijkontmoetingsdagen te bezoeken blijft in Noord-Westduidelijk achter bij de overige wijken. Het aandeel bewoners dat aangeeft hiereen volgende keer naar toe te gaan is 11%. Wel geeft een groot deel aan dit nogniet te weten (67%). Het aantal respondenten dat hierover een uitspraak heeftgedaan is echter niet groot (negen).75-Plussers, die nu ook al minder gebruik maken van de wijkontmoetingsdagen,geven vaker aan dit naar verwachting ook niet te gaan doen (50% zeker niet, vierrespondenten). Naar geslacht verschilt het beeld niet.Figuur 6.7Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van de wijkontmoetingsdagen,in procenten (N=100)al gebruik van gemaakt12gaat er gebruik vanmaken in de toekomst40gaat er misschien gebruikvan maken in de toekomst30gaat er geen gebruik vanmaken in de toekomst180 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006In totaal is de verwachting dat toekomstige wijkontmoetingsdagen door ruim dehelft van de bewoners bezocht gaat worden (52%) tegenover 18% van debewoners die uiteindelijk geen gebruik hiervan gaat maken.6.4 BezoekredenenNaast twaalf bewoners die de wijkontmoetingsdagen hebben bezocht, zijn er nogacht bewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij dewijkontmoetingsdagen ooit hebben bezocht.Net iets meer dan de helft van de bezoekers is naar deze dag gegaan om met degemeente te kunnen praten of vragen te kunnen stellen. De gezelligheid is vooreen derde van de bewoners de belangrijkste reden om hiernaar toe te gaan.Daarnaast speelt het ontmoeten van buurtbewoners voor een vijfde van debewoners een rol en voor 15% is het feit dat er voor kinderen van alles te doen iseen belangrijke aanleiding om hiernaar toe te gaan.Bewoners tot 40 jaar komen vaker dan gemiddeld vanwege de gezelligheid(56%) evenals vrouwen (43%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 34


Figuur 6.8Redenen waarom bewoners de wijkontmoetingsdagen hebbenbezocht, in procenten (N=20)om met de gemeente te kunnen praten / vragen tekunnen stellen55voor de gezelligheid35om buurtbewoners te ontmoeten20omdat er van alles voor de kinderen werdgeorganiseerd15anders namelijk50 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20066.5 Beoordeling van de wijkontmoetingsdagFiguur 6.9Tevredenheid over de wijkontmoetingsdagen, in procenten (N=20)uitstekend / goed90matig5slecht50 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Vrijwel alle bewoners die de wijkontmoetingsdagen hebben bezocht, zijn zeerhierover te spreken (90%). Eén bezoeker vond het matig en één bezoeker gafaan dat men de wijkontmoetingsdag slecht vond omdat deze dag niet hetgewenste resultaat had geboekt.Naar wijk, geslacht en leeftijd zijn de verschillen niet heel groot.6.6 Belang van de wijkontmoetingsdagBijna twee derde van alle bewoners hecht veel belang aan dewijkontmoetingsdagen. Voor een op de vijf bewoners zijn deze dagen duidelijkniet nodig (19%). Een vrijwel even grote groep staat onverschillig hiertegenover(18%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 35


Figuur 6.10 Belang dat bewoners hechten aan de wijkontmoetingsdagen, inprocenten (N=295)nee, (helemaal) nietbelangrijk19%maakt niet uit18%ja (heel) belangrijk63%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Bewoners van Noord-West hechten hieraan iets minder waarde dan de bewonersvan de andere wijken, hoewel toch nog iets meer dan de helft het (heel)belangrijk vindt (53%). Zij staan er vooral vaker onverschillig tegenover (27%).Naar leeftijd en geslacht zijn de verschillen niet groot.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 36


7 Meldpunt Openbare RuimteVoor meldingen en klachten over onder andere speelvoorzieningen, groen enverkeer, kunnen bewoners van <strong>Houten</strong> bellen met het Meldpunt OpenbareRuimte. Dit nummer is 24 uur per dag bereikbaar. De bekendheid, het gebruik ende waardering van het Meldpunt Openbare Ruimte vormen het onderwerp van dithoofdstuk. Daarnaast wordt nog ingegaan op de redenen waarom bewoners ditnummer nog nooit hebben gebeld inclusief de verwachting over mogelijktoekomstig gebruik. Tot slot worden het oordeel van de bewoners die ooit eenmelding hebben gedaan bij het meldpunt aan de orde gesteld en het belang datbewoners hechten aan dit meldpunt.7.1 Bekendheid van het Meldpunt Openbare RuimteFiguur 7.1Bekendheid van het Meldpunt Openbare Ruimte, in procenten(N=511)niet bekend metmeldpunt openbareruimte35%bekend metmeldpunt openbareruimte65%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Van de bewoners is bijna tweederde bekend met het Meldpunt OpenbareRuimte. Ruim een derde van de bewoners is niet op de hoogte van dittelefoonnummer dat men kan bellen voor meldingen of klachten op velerleigebied. In 2004 was slechts een derde van de bewoners bekend hiermee(Monitor Veiligheid 2004).De verschillen tussen de wijken zijn minimaal. In Noord-Oost is deze het grootst(67%) en in Zuid-West het laagst (62%).Met name 75-plussers zijn minder bekend met het Meldpunt Openbare Ruimte.Net iets meer dan de helft van de 75-plussers (53%) weet niet van het bestaanaf. Mannen (70%) zijn over het algemeen iets beter op de hoogte hiervan danvrouwen (63%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 37


Figuur 7.2Bekendheid met het Meldpunt Openbare Ruimte naar wijk, inprocenten (N=511)<strong>Houten</strong> Noord-Oost6733Nouten Noord-West6535<strong>Houten</strong> Zuid-Oost6634<strong>Houten</strong> Zuid-West6238kleine kernen enbuitengebied66340% 20% 40% 60% 80% 100%bekendniet bekendBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20067.2 Gebeld met het Meldpunt Openbare RuimteFiguur 7.3Gebeld met het Meldpunt Openbare Ruimte, in procenten (N=332)nog nooit gebeld67%ooit gebeld33%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Een derde van de bewoners van <strong>Houten</strong> die het meldpunt kennen, heeft ooit eenklacht of melding hieraan doorgegeven. Van alle bewoners is dit 21%. Twee vande drie bewoners die het nummer kennen, hebben van dit nummer nog nooitgebruik gemaakt.Bewoners van Noord-Oost (40%) en Noord-West (39%) die bekend zijn met hetmeldpunt, hebben over het algemeen iets vaker een klacht of meldingdoorgegeven aan het meldpunt. Bewoners van Zuid-West hebben het minstgebruik gemaakt van dit telefoonnummer (25%).Naast de bekendheid, is ook het gebruik onder 75-plussers die het meldpunt welkennen, veel lager (3%). Naar geslacht verschilt het beeld vrijwel niet.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 38


Figuur 7.4Gebeld met het Meldpunt Openbare Ruimte naar wijk, in procenten(N=332)<strong>Houten</strong> Noord-Oost4060<strong>Houten</strong> Noord-West3961<strong>Houten</strong> Zuid-Oost3070<strong>Houten</strong> Zuid-West2575kleine kernen enbuitengebied31690% 20% 40% 60% 80% 100%gebeldniet gebeldBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20067.3 Redenen waarom bewoners geen gebruik hebben gemaakt van hetMeldpunt Openbare Ruimte en mogelijk toekomstig gebruikFiguur 7.5Redenen waarom bewoners nog nooit naar het Meldpunt OpenbareRuimte hebben gebeld, in procenten (N=222)(nog) geen reden voor gehad / geen klachten / geenmeldingen91ik doe dit op een andere maner / ga naar hetgemeentehuis / een ander loket bij de gemeente5heeft geen zin, gemeente doet er niks aan.1anders, namelijk30 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Er is eigenlijk maar één belangrijke reden waarom bewoners het MeldpuntOpenbare Ruimte niet hebben gebeld, namelijk omdat hiertoe nog geenaanleiding is geweest. Enkele bewoners hebben nog aangegeven dat men dit opeen andere manier regelt door bijvoorbeeld naar het gemeentehuis te gaan of ditbij een ander loket te regelen.Bewoners in Noord-Oost lijken iets vaker een aanleiding te hebben om te bellen(81% (nog) geen reden voor gehad). Het verschil is echter niet heel groot.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 39


Figuur 7.6Potentieel gebruik van het Meldpunt Openbare Ruimte, in procenten(N=222)geen gebruik7%ligt eraan / weet nogniet / misschien8%gebruik van maken85%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De overgrote meerderheid (85%) zal in de toekomst bij een klacht of meldingzeker gebruik maken van het Meldpunt Openbare Ruimte wanneer hiertoe eenaanleiding is. De overige bewoners zijn verdeeld hierover: 8% gaat dit misschiendoen en 7% zal hiervan geen gebruik maken.Bewoners van Noord-West hebben vaker dan de bewoners van andere wijkenaangeven hiervan geen gebruik te gaan maken (13%). Het aandeel bewoners indeze wijk dat er zeker gebruik van zal maken ligt lager (77%). De verschillen zijnechter niet heel groot.Naar leeftijd en geslacht zijn de verschillen minimaal.Figuur 7.7Gebruik en mogelijk toekomstig gebruik van het Meldpunt OpenbareRuimte, in procenten (N=332)al gebruik van gemaakt33gaat er gebruik van maken in de toekomst57gaat er misschien gebruik van maken in de toekomst6gaat er geen gebruik van maken in de toekomst40 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het Meldpunt Openbare Ruimte voorziet zeker in een behoefte. Een derde vande bewoners heeft er al gebruik van gemaakt en ruim de helft van de bewonersgeeft aan indien hiertoe een aanleiding is, zeker gebruik te maken van hetmeldpunt. Slechts 4% van de bewoners verwacht geen gebruik te maken van hetMeldpunt Openbare Ruimte.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 40


7.4 Beoordeling van het Meldpunt Openbare RuimteNaast 110 bewoners die het Meldpunt Openbare Ruimte hebben gebruikt, zijn ernog 61 bewoners ondervraagd waarvan bij voorbaat bekend was dat zij dithadden gedaan.Figuur 7.8Tevredenheid over de afhandeling van de melding of klacht bij hetMeldpunt Openbare Ruimte, in procenten (N=171)de klacht of melding is goed en snel opgelost58de klacht is nooit opgelost18de klacht is maar gedeeltelijk opgelost11de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelost7het loopt nog / nog geen antw oord5anders, namelijk10 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Volgens bijna twee derde van de bewoners is de klacht of melding die men heeftdoorgegeven aan het Meldpunt Openbare Ruimte goed opgelost. De overgrotemeerderheid is ook van mening dat dit snel is gebeurd (58%). Van de bewonersgeeft 7% aan dat dit wel goed maar niet snel is gebeurd. Ruim een kwart van debewoners is minder tevreden hierover. Bijna een vijfde van de bewoners geeftaan dat de klacht nooit is opgelost en volgens 11% van de bewoners is ditslechts gedeeltelijk opgelost. Van de bewoners heeft 5% nog geen antwoordgekregen.Bewoners van Zuid-West zijn iets minder tevreden over de afhandeling van demelding of klacht. Zo geeft 43% aan dat dit goed is opgelost en 39% dat dit nooitis opgelost. De verschillen tussen de andere wijken zijn minimaal. Naar leeftijd ofgeslacht verschilt het oordeel niet.7.5 Belang van het Meldpunt Openbare RuimteDe bewoners hechten duidelijk veel waarde aan het bestaan van het MeldpuntOpenbare Ruimte. Zo geeft 91% van alle bewoners aan het meldpunt (heel)belangrijk te vinden. De overige bewoners zijn verdeeld in hun mening hierover:4% maakt het niet uit en 5% vindt het (helemaal) niet belangrijk.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 41


Figuur 7.9Belang dat bewoners hechten aan het Meldpunt Openbare Ruimte,in procenten (N=504)maakt niet uit4%(helemaal) nietbelangrijk5%(heel) belangrijk91%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Bewoners van Zuid-West en Zuid-Oost hechten iets meer waarde aan hetmeldpunt (96% (heel) belangrijk). Daarnaast lijkt het vrouwen (93%) iets meeraan te spreken dan mannen (87%). De verschillen zijn echter niet groot. Naarleeftijd zijn de verschillen nog kleiner.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 42


8 CommunicatieEen van de manieren om bewoners bekend te maken met de verschillendeinstrumenten van de gemeente is informatie hierover op te nemen op degemeentepagina van het <strong>Houten</strong>s Nieuws. Dit huis-aan-huis-blad wordt wekelijksverspreid onder alle bewoners van de gemeente <strong>Houten</strong>. In dit hoofdstuk wordtnader ingegaan op de intensiteit waarmee bewoners het gemeentenieuws lezenop de gemeentepagina in het <strong>Houten</strong>s Nieuws en op de wijze waarop bewonersin het algemeen aan informatie komen over (activiteiten) van de gemeente<strong>Houten</strong>.8.1 Leesdichtheid van de gemeentepaginaFiguur 8.1Leesdichtheid van de gemeentepagina in het <strong>Houten</strong>s Nieuws, inprocenten (N=510)(bijna) nooit10%soms21%meestal wel69%Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De gemeentepagina wordt over het algemeen goed gelezen door de bewoners.Ruim twee derde van de bewoners leest het gemeentenieuws op degemeentepagina meestal in het <strong>Houten</strong>s Nieuws, een op de tien bewoners leestdit (bijna) nooit. De overige 21% leest het gemeentenieuws af en toe.Tussen de wijken zijn de verschillen in leesdichtheid van de gemeentepaginaminimaal.De mate waarin het gemeentenieuws wordt gelezen, verschilt niet tussenmannen en vrouwen en ook naar leeftijdscategorie van de bewoners zijn deverschillen minimaal.Bewoners waarvan bij voorbaat bekend is dat zij hebben deelgenomen aan eenvan de bijeenkomsten die door de gemeente zijn georganiseerd, lezen hetgemeente nieuws iets vaker. Zo leest bijna drie kwart dit meestal wel (74%) enslechts 3% nooit.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 43


Bewoners die het gemeentenieuws meestal lezen, zijn duidelijk vaker op dehoogte van de verschillende bijeenkomsten die door de gemeente zijngeorganiseerd om met bewoners van gedachten te wisselen.Figuur 8.2Bekendheid van de verschillende instrumenten onder bewoners diehet gemeentenieuws meestal lezen en bewoners die dit nooit doen,in procenten (N varieert van 97 tot 510)spreekuur in de wijkpostcollegespreekuur in dewijkcollegebezoek aan dewijkwijkschouw6182033384378Keet in de wijkwijkontmoetingsdagenMeldpunt OpenbareRuimte1312153736400 20 40 60 80 100leest gemeentenieuws nietleest gemeentenieuws meestalBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20068.2 Gebruikte informatiebronnenFiguur 8.3Bronnen die bewoners gebruiken om aan informatie over(activiteiten) in <strong>Houten</strong> te komen, in procenten (N=510)<strong>Houten</strong>s nieuws76via via9uit de krant6website van de gemeente5anders, namelijk40 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Het <strong>Houten</strong>s Nieuws is veruit het belangrijkste medium voor bewoners om aaninformatie te komen over activiteiten die in <strong>Houten</strong> spelen. Drie kwart van debewoners maakt hiervoor gebruik van het <strong>Houten</strong>s Nieuws. De overige bronnenDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 44


worden duidelijk minder aangesproken. Zo komt 9% van de bewoners het via viate weten, leest 6% het uit de krant en zoekt 5% informatie hierover op dewebsite. Bij anders namelijk wordt vaker verwezen naar de gemeentegids en<strong>Houten</strong>s Nieuws.Bewoners die de gemeentepagina altijd lezen maken meer dan gemiddeldgebruik van het <strong>Houten</strong>s Nieuws om aan informatie over activiteiten in <strong>Houten</strong> tekomen (85%). Bewoners die de gemeentepagina (bijna) nooit lezen, makenhiervan ook veel minder gebruik voor het achterhalen van informatie over(activiteiten) in <strong>Houten</strong> (16%). Zij vergaren de meeste informatie hierover via via(41%).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 45


9 Alle instrumenten op een rijIn dit hoofdstuk worden de bekendheid, het gebruik, de waardering en het belangdat bewoners hechten aan de verschillende instrumenten op een rij gezet. Ookwordt ingegaan op de redenen waarom bewoners geen gebruik maken van deverschillende instrumenten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de belangrijksteconclusies.9.1 BekendheidFiguur 9.1Bekendheid van de verschillende instrumenten, in procentenspreekuur in de wijkpost70Meldpunt Openbare Ruimte65collegespreekuur in de wijkwijkschouw*Keet in de wijk*wijkontmoetingsdagen*36363333collegebezoek aan de wijk*160 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006* het gaat hierbij alleen om de bekendheid onder bewoners van wijken waar een dergelijkinstrument al eens is toegepast en niet om de bewoners van alle wijkenEr zijn twee instrumenten die duidelijk een grotere bekendheid genieten onder debewoners. Het spreekuur in de wijkpost is het meest bekend bij de bewoners(70%) gevolgd door het Meldpunt Openbare Ruimte dat bij twee derde van debewoners bekend is. Beide instrumenten hebben ook een structureel karakterwaardoor verwacht mag worden dat de bekendheid ook groter is. De overigeinstrumenten kent (ruim) een derde van de bewoners. Het collegebezoek aan dewijk is duidelijk het minst bekend bij de bewoners. Een op de zes bewoners vanNoord-West waar in 2005 een collegebezoek heeft plaatsgevonden, weet hiervanaf.9.2 GebruikHet Meldpunt Openbare Ruimte, waar een derde van de bewoners ooit naartoeheeft gebeld om een klacht of melding door te geven, is het meest gebruikteinstrument. Blijkbaar is het bellen van een telefoonnummer om een melding ofklacht door te geven heel laagdrempelig. Van de overige instrumenten isbeduidend minder gebruik gemaakt. Een op de negen tot tien bewoners heeftgebruik gemaakt van het spreekuur in de wijk, de wijkontmoetingsdagen en deDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 46


wijkschouw. Van het collegespreekuur in de wijk, het collegebezoek aan de wijken Keet in de wijk heeft 7% van de bewoners gebruik gemaakt. Het gebruik isgerelateerd aan het aantal bewoners dat bekend is met het instrument.Figuur 9.2Gebruik en potentieel gebruik van de verschillende instrumentendoor bewoners die het instrument kennen, in procentenMeldpunt OpenbareRuimte3357spreekuur in de wijkpost1350wijkontmoetingsdagen1240wijkschouw1026collegespreekuur in dewijkcollegebezoek aan dewijk772127Keet in de wijk7320 20 40 60 80 100gebruikpotentieel gebruikBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Ondanks het relatief lage gebruik van een groot aantal instrumenten, geeft eengroot aandeel bewoners aan hiervan een volgende keer wel gebruik te gaanmaken wanneer hiertoe een aanleiding is of wanneer een vergelijkbarebijeenkomst nog een keer wordt georganiseerd.Het (potentiële) gebruik van het Meldpunt Openbare Ruimte scoort duidelijk hethoogst. Negen op de tien bewoners geeft aan hiervan gebruik te gaan maken alsdit nodig is. Ook het spreekuur in de wijk kent een grote belangstelling. Deverwachting is dat uiteindelijk 63% van de bewoners hiervan gebruik zal gaanmaken. De wijkontmoetingsdagen zullen naar schatting door circa de helft van debewoners worden bezocht als deze nog eens worden georganiseerd. Vervolgensbestaat de meeste belangstelling voor Keet in de wijk (39%), een wijkschouw(36%), een collegebezoek aan de wijk (34%) en een collegespreekuur in de wijk(28%).Het gebruik en het potentiële gebruik is gebaseerd op de bezoekers die deverschillende instrumenten kennen. Wanneer het gebruik wordt bepaald aan dehand van het totale aantal inwoners dan heeft een op de vijf bewoners ooitgebruik gemaakt van het Meldpunt Openbare Ruimte. Het spreekuur is door eenop de tien bewoners wel eens bezocht. Van de overige instrumenten hebben debewoners duidelijk minder gebruik gemaakt.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 47


Figuur 9.3Gebruik van de verschillende instrumenten door alle bewoners, inprocentenMeldpunt Openbare Ruimte21spreekuur in de wijkpost9wijkschouw*wijkontmoetingsdagen*Keet in de wijk*collegespreekuur in de wijkcollegebezoek aan de wijk*443210 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006* het gaat hierbij alleen om het gebruik onder bewoners van wijken waar een dergelijk instrument aleens is toegepast en niet om de bewoners van alle wijkenFiguur 9.4Aandeel bewoners dat heeft aangegeven geen gebruik hiervan tehebben gemaakt omdat men hier geen belangstelling voor ofbehoefte aan heeft, in procenten (meerdere antwoorden mogelijk)Meldpunt OpenbareRuimte919collegespreekuur in dewijk848110spreekuur in de wijkpost822 313wijkschouw81185Keet in de wijk771548collegebezoek aan dewijk64297wijkontmoetingsdagen4252180 20 40 60 80 100geen behoefte aan / belangstelling voor geen tijd wist tijd en/of plaats niet overigBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006De belangrijkste reden dat de bewoners de verschillende bijeenkomsten dieworden georganiseerd niet bezoeken, is gebrek aan interesse of belangstelling ofhet ontbreken van de noodzaak hiertoe. Dit geldt vooral voor het MeldpuntOpenbare Ruimte, het collegespreekuur in de wijk, het spreekuur in de wijkpost,de wijkschouw en de Keet in de wijk. Bij de wijkontmoetingsdagen speelt vooraltijdgebrek een grote rol. Dit aspect is ook een belangrijke reden om hetDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 48


collegebezoek aan de wijk niet te bezoeken. Het niet op de hoogte zijn van de tijden de plek waar bepaalde bijeenkomsten worden georganiseerd, is duidelijkgeen aanleiding om deze niet te bezoeken.9.3 OordeelFiguur 9.5Tevredenheid over de verschillende instrumenten door debezoekers / gebruikers, in procentenwijkschouw100wijkontmoetingsdagencollegebezoek aan de wijk8690Meldpunt Openbare Ruimte65spreekuur in de wijkpostcollegespreekuur in de wijk5256Keet in de wijk310 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Bij de vragen naar het oordeel van de bezoekers of de gebruikers is bij dewijkschouw, bij de wijkontmoetingsdagen en bij het collegebezoek aan de wijk,gevraagd hoe tevreden de bewoners hierover zijn. Bij de overige instrumenten isde vraag gesteld in hoeverre de vragen, klachten of meldingen zijn opgelost.Het meest te spreken zijn de deelnemers aan de wijkschouw, waar alledeelnemers zich positief over uitlaten. Ook de wijkontmoetingsdagen en hetcollegebezoek aan de wijk zijn erg positief ontvangen, gezien het grote aandeeltevreden deelnemers hieraan. De helft tot twee derde van de bewoners die eenvraag, klacht op melding hebben ingediend bij het meldpunt, het spreekuur in dewijk of het collegespreekuur is van mening dat dit goed is opgelost. De bezoekersaan de Keet in de wijk zijn hierover het minst tevreden. Slechts een op de driebezoekers vindt dat hun vraag, melding of klacht goed is opgelost.9.4 BelangOndanks het relatief lage aandeel bezoekers of deelnemers hecht minimaal circatwee derde van de bewoners belang aan de verschillende instrumenten van degemeente die worden ingezet om met bewoners van gedachten te wisselen overzaken die in de wijk spelen. Aan het Meldpunt Openbare Ruimte hechtenbewoners het meeste belang. Negen op de tien bewoners vindt dit (heel)belangrijk. Ook de wijkschouw (82%), het collegebezoek aan de wijk (76%), hetcollegespreekuur (72%) en het spreekuur in de wijk worden door minimaal 70%van de bewoners als (heel) belangrijk ervaren. Het minste belang hechtenDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 49


ewoners aan de wijkontmoetingsdagen en aan de Keet in de wijk, maar ookdeze instrumenten worden door bijna twee derde van de bewoners (heel)belangrijk gevonden.Figuur 9.5Belang dat bewoners hechten aan de verschillende instrumenten, inprocentenMeldpunt OpenbareRuimte91wijkschouw82collegebezoek aan dewijk76collegespreekuur in dewijkspreekuur in dewijkpost7072Keet in de wijk65wijkontmoetingsdagen630 20 40 60 80 100Bron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 20069.5 ConclusieMet dit onderzoek is onder meer de bekendheid, het (potentieel) gebruik en dewaardering van diverse wijkinstrumenten in kaart gebracht.Figuur 9.6 geeft per instrument weer wat het gebruik en het potentieel gebruikvan deze instrumenten zijn en wat het belang is dat bewoners hechten aan dezeinstrumenten.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 50


Figuur 9.6Belang, gebruik en potentieel gebruik dat bewoners hechten aan deverschillende instrumenten, in procentenMeldpunt OpenbareRuimte215791wijkschouw42682collegebezoek aan dewijk12776collegespreekuur in dewijk22172spreekuur in dewijkpost95070Keet in de wijk33265wijkontmoetingsdagen440630 20 40 60 80 100potentieel gebruik gebruik belangBron: DIMENSUS beleidsonderzoek, 2006Op basis van het onderzoek kunnen we de volgende conclusies trekken:• Het Meldpunt Openbare Ruimte en het spreekuur in de wijkpost worden hetmeest gebruikt door de bewoners.De bekendheid van beide instrumenten onder bewoners is hoog. Debelangrijkste reden voor het niet-gebruik van beide instrumenten is dathiervoor geen aanleiding was. Zowel het Meldpunt als de spreekuren lijken ineen behoefte te voorzien.Aandachtspunten zijn wel: de relatief lage bekendheid van de wijkspreekurenin Noord-West én het feit dat een derde van de gebruikers van beideinstrumenten aangeeft dat de klacht nooit of slechts deels is opgelost.• Het collegespreekuur in de wijken en het collegebezoek aan de wijk wordenhet minst gebruikt door de bewoners. Ook het toekomstig gebruik zal zeerbeperkt zijn.Als redenen voor niet-gebruik worden bij deze instrumenten gegeven: geenbehoefte aan, geen tijd voor of “ik ga zelf naar het gemeentehuis”.De gemeente kan bezien of gezien deze uitkomsten voortzetting van beideinstrumenten wenselijk is. Een en ander dient uiteraard afgewogen teworden tegen de gemeentelijke inspanningen om een collegebezoek dan welspreekuur te organiseren. Met andere woorden: wegen de inspanningen optegen de baten?• Ook deelname aan de wijkschouwen en te verwachten deelname is laag,alhoewel de bekendheid in Zuid-Oost en Zuid-West relatief hoog is. Nietbezoekkomt voornamelijk doordat men geen behoefte had aan dewijkschouw of hiervoor geen tijd had.DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 51


Ook voor dit instrument kan bezien worden of voortzetting wenselijk is(afweging kosten / baten).• De Keet in de wijk en de wijkontmoetingsdagen zijn relatief nieuweinstrumenten.Met name van de wijkontmoetingsdagen is het gebruik en potentieel gebruikin de toekomst redelijk. Belangrijkste reden om de wijkontmoetingsdag niette bezoeken is tijdgebrek. Voortzetting van dit instrument lijkt in een behoeftete voorzien.Dit is nog onduidelijk voor de Keet in de wijk, waarvan het gebruik enpotentieel gebruik lager liggen. Aandachtspunt bij de Keet in de wijk is dattwee derde van de bezoekers aangeeft dat hun klacht nooit of slechts deelsis opgelost.• Opvallend is (ondanks de over het algemeen lage bezoekersaantallen) hetgrote belang dat de bewoners hechten aan de verschillende instrumenten énhet grote percentage dat zegt in de toekomst wel van deze instrumentengebruik te zullen maken. De vraag is echter of bewoners dit uiteindelijk ookdaadwerkelijk gaan doen. De belangrijkste reden waarom bewoners die eenof meerdere instrumenten wel kennen tot nu geen gebruik heeft gemaakt isgebrek aan interesse of het ontbreken van de noodzaak. Om de bekendheidvan de diverse instrumenten te vergroten, is blijvende voorlichting vanbelang, onder andere via de gemeentepagina (die over het algemeen goedwordt gelezen).DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 52


BIJLAGE 1ResponsoverzichtCommunicatie <strong>Houten</strong>n n %Bruto Steekproef 1121Geen geschikte respondent 54 4,8Afgesloten nummer 21Anders, namelijk 9Dubbel in bestand 6Faxnummer 2Nummer is een bedrijf 6Overleden 1Te oud 2Persoon woont er niet 6Vakantie 1Netto steekproef 1067Afgenomen 660 61,9Niet bereikt 340 31,9Weigering 67 6,3DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 53


BIJLAGE 2VragenlijstU kunt als inwoner van <strong>Houten</strong> op verschillende manieren met uw vragen ofklachten over uw wijk terecht bij de gemeente <strong>Houten</strong>. Bijvoorbeeld bij wijkpostenen wijkonderhoudsdagen. Hierover gaan de onderstaande vragen.Er zijn in <strong>Houten</strong> 5 wijkposten waar inwoners terecht kunnen met hun meldingen of klachtenover de openbare ruimte. De wijkopzichter houdt hier 2 keer per week spreekuur.1. Weet u dat u voor meldingen of klachten bij het spreekuur in de wijkpost terecht kan?janee > door naar 62. Heeft u wel eens een spreekuur in de wijkpost van uw wijk bezocht?ja: > door naar 5nee3. Waarom heeft u nog nooit een spreekuur in de wijkpost bezocht?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)(nog) geen reden voor gehad / geen klachten / geen meldingenweet de tijden van het spreekuur nietweet niet waar de wijkpost isheeft geen zin, gemeente doet er niks aan.ik doe dit op een andere manier / ga naar het gemeentehuis / een ander loket bij de gemeenteanders, namelijk ……………………………………………………………………………..4. Als u in de toekomst een klacht of melding over de openbare ruimte heeft, zou uhiervoor dan naar het spreekuur in de wijkpost gaan?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 65. Vindt u dat uw vraag, klacht of melding bij de wijkpost naar tevredenheid is opgelost?Ja, de klacht of melding is goed en snel opgelostJa, de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelostNee, de klacht is nooit opgelostNee, de klacht is maar gedeeltelijk opgelosthet loopt nog / nog geen antwoordanders, namelijk ……………………………………………………………………………..DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 54


6. Vindt u het belangrijk dat er elke week een spreekuur in de wijkpost is waar bewonersmet klachten of meldingen terecht kunnen?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningIn de wijkposten worden ook regelmatig collegespreekuren gehouden (overdag en’s avonds), waar inwoners met de burgemeester en wethouders allerlei zakenkunnen bespreken.7. Weet u dat er in <strong>Houten</strong> collegespreekuren in de wijk plaatsvinden ?janee > door naar 128. Heeft u wel eens zo’n collegespreekuur in de wijk (dus niet in het gemeentehuis)bezocht?ja: > door naar 11nee9. Waarom heeft u nog nooit een collegespreekuur in de wijk bezocht?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)geen interesse in / geen behoefte aanweet de tijden van het spreekuur nietweet niet waar het spreekuur werd gehoudengeen tijd voorik doe dit op een andere maner / ga naar het gemeentehuis / een ander loket bij de gemeenteanders, namelijk ……………………………………………………………………………..10. Zou u een volgende keer overwegen om wel naar het collegespreekuur te gaan?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 1211. Vindt u dat uw vraag, klacht of melding bij het collegespreekuur naar tevredenheid isopgelost?Ja, de klacht of melding is goed en snel opgelostJa, de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelostNee, de klacht is nooit opgelostNee, de klacht is maar gedeeltelijk opgelostAnders, namelijk ………………………………………………………………………DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 55


12. Vindt u het belangrijk dat er af en toe een collegespreekuur in de wijkpost wordtgehouden waar bewoners met vertegenwoordigers uit het gemeentebestuur kanpraten?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningOnderstaande vragen over collegebezoek alleen vragen aan inwoners van:- wijk Noord-West 22 september 2005In <strong>Houten</strong> Noord-West is het college in 2005 een dag op bezoek geweest in dewijken, om met de inwoners van gedachten te wisselen over wat er leeft in de wijk.13. Weet u dat het college toen een bezoek aan uw wijk / kern heeft gebracht?janee > door naar 1814. Heeft u dit collegebezoek aan de wijk bezocht?ja: > door naar 17nee15. Waarom bent u niet naar het collegebezoek in uw wijk geweest?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)geen interesse in / geen behoefte aanwist de tijden van het bezoek nietwist niet waar het bezoek werd gehoudengeen tijd vooranders, namelijk ……………………………………………………………………………..16. Zou u een volgende keer overwegen om wel naar het collegebezoek te gaan?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 1817. Wat is uw mening over dit collegebezoek?uitstekend / goedmatig, omdat ………………………………………………….(zeer) slecht, omdat………………………………………………….18. Vindt u het belangrijk dat het college af en toe een bezoek brengt aan de wijk?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 56


Onderstaande vragen over wijkschouwen alleen vragen aan inwoners van:- Noord-West: De Borchen (juli 2005)- Noord-Oost: Het Centrum (oktober 2006 én september 2005) + De Bermen (juni 2005)+ De Akkers (sept. 2005)- Zuid-Oost: De Landen (sept. 2005)- Zuid-West: Het Hout (juni 2005)- Kleine kernen & buitengebied: t Goy (sept. 2005) + Schalkwijk (okt. 2005)Regelmatig zijn er wijkschouwen in <strong>Houten</strong>. Hierbij maken bewoners enmedewerkers van de gemeente een ronde door de wijk, om problemen in de wijk tebespreken en waar mogelijk op te lossen. In uw wijk is er in …… een wijkschouwgeweest.19. Weet u dat er in uw wijk een wijkschouw heeft plaatsgevonden?janee > door naar 2420. Heeft u wel eens meegedaan aan zo’n wijkschouw?ja: > door naar 23nee21. Waarom heeft u hier toen niet aan meegedaan?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)geen interesse in / geen behoefte aanwist de tijden van de wijkschouw nietwist niet waar de wijkschouw werd gehoudengeen tijd vooranders, namelijk ……………………………………………………………………………..22. Zou u een volgende keer overwegen om wel aan de wijkschouw deel te nemen?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 2423. Wat vond u van de wijkschouw ?uitstekend / goedmatig, omdat ………………………………………………….(zeer) slecht, omdat………………………………………………….24. Vindt u het belangrijk dat er in de wijken van <strong>Houten</strong> af en toe een wijkschouwplaatsvindt?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningDIMENSUS beleidsonderzoek 2006 57


Onderstaande vragen over Keet in de wijk alleen vragen aan inwoners van:- Noord West: De Slagen( mei 2006), De Erven (sept. 2006), De Hoven (okt. 2005). DePoorten (nov. 2006), De Oorden (okt. 2006)- Noord Oost: De Gilden/Molens (mei 2006), De Hagen/Weiden (sept. 06)- Zuid West: De Muren/De Stenen (aug. 2006), De Bouw /Het Hout (okt. 2006), DePolder/Het Water (juni 2006)- Zuid Oost: Mossen/Grassen (april 2006), De Meren (sept. 2006)- Kleine kernen: ’t Goy (okt. 2006, Tull en ’t Waal (maart 2006)Regelmatig staat er een Keet in de wijk in <strong>Houten</strong>. Hierbij kunt u een middag eenbouwkeet van de gemeente bezoeken, om problemen in de wijk te bespreken eneventuele klachten door te geven. In uw wijk is er …… een Keet in de wijk geweest.25. Weet u dat er een Keet in uw wijk heeft gestaan?janee > door naar 3026. Heeft u de Keet in uw wijk toen bezocht?ja: > door naar 29nee27. Waarom heeft u de Keet in de wijk niet bezocht?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)geen interesse in / geen behoefte aanwist niet wanneer de Keet in de wijk stondwist niet waar de Keet in de wijk stondgeen tijd vooranders, namelijk ……………………………………………………………………………..28. Zou u een volgende keer overwegen om wel naar de Keet in de wijk te gaan?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 3029. Vindt u dat uw vraag, klacht of melding bij de Keet in de wijk naar tevredenheid isopgelost?Ja, de klacht of melding is goed en snel opgelostJa, de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelostNee, de klacht is nooit opgelostNee, de klacht is maar gedeeltelijk opgelostNiet van toepassing; ik ging niet voor een klacht of meldingAnders, namelijk ……DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 58


30. Vindt u het belangrijk dat er in de wijken van <strong>Houten</strong> af en toe een Keet in dewijk wordt gehouden?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningOnderstaande vragen over wijkontmoetingsdagen alleen vragen aan inwoners van:- wijk Noord-West 2x in 2005, onderhoudsdag (24 sept. 05), onderhoudsdag (1 okt. 05)- wijk Zuid-Oost 17 juni 2006- wijk Noord-Oost 14 oktober 2006In uw wijk heeft de gemeente in Zuid-Oost (juni 2006) / Noord-Oost (oktober 2006) /nog invullen voor 2005 (aangeven per wijk, alleen de optie noemen die voorgeïnterviewde van belang is) een wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdaggeorganiseerd.31. Weet u dat er in uw wijk een wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag heeftplaatsgevonden?janee > door naar 3732. Heeft u de wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag bezocht?ja: > door naar 35nee33. Waarom heeft u de wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag niet bezocht?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)geen interesse in / geen behoefte aanwist niet wanneer de Keet in de wijk stondwist niet waar de Keet in de wijk stondgeen tijd vooranders, namelijk ……………………………………………………………………………..34. Zou u een volgende keer overwegen om wel naar de wijkontmoetingsdag /wijkonderhoudsdag te gaan?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 37DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 59


35 Waarom bent u naar de wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag gegaan?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)om met de gemeente te kunnen praten / vragen te kunnen stellenom buurtbewoners te ontmoetenomdat er van alles voor de kinderen werd georganiseerdvoor de gezelligheidanders, namelijk ……………36 Wat vond u van de wijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag?uitstekend / goedmatig, omdat ………………………………………………….(zeer) slecht, omdat………………………………………………….37. Vindt u het belangrijk dat er in de wijken van <strong>Houten</strong> af en toe eenwijkontmoetingsdag / wijkonderhoudsdag wordt gehouden?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningDe bewoners van <strong>Houten</strong> kunnen voor meldingen en klachten over onder anderespeel-voorzieningen, groen en verkeer, bellen en e-mailen met het MeldpuntOpenbare Ruimte(24 uur per dag: 0800-39 90 000 of openbareruimte@houten.nl ofwww.houten.nl/meldpunt)38. Wist u dat het Meldpunt Openbare Ruimte bestaat ?janee > door naar 4339. Heeft u wel eens gebeld met het Meldpunt Openbare Ruimte voor een klacht of melding?ja: > door naar 42nee40. Waarom heeft u nog nooit gebeld met het Meldpunt Openbare Ruimte?(antwoorden niet oplezen, meer antwoorden mogelijk)(nog) geen reden voor gehad / geen klachten / geen meldingenheeft geen zin, gemeente doet er niks aan.ik doe dit op een andere maner / ga naar het gemeentehuis / een ander loket bij de gemeenteanders, namelijk ……………………………………………………………………………..41. Als u in de toekomst een klacht of melding heeft, zou u hiervoor dan het MeldpuntOpenbare Ruimte bellen?jadat ligt er aan / weet nog niet / misschienneeNu door naar vraag 43DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 60


42. Vindt u dat uw vraag, klacht of melding naar tevredenheid is opgelost?Ja, de klacht of melding is goed en snel opgelostJa, de klacht of melding is goed, maar niet snel opgelostNee, de klacht is nooit opgelostNee, de klacht is maar gedeeltelijk opgelosthet loopt nog / nog geen antwoordAnders, namelijk ……………………………………………………………………………..43. Vindt u het belangrijk dat er een dergelijk Meldpunt is waar bewoners 24 uur per dag metklachten of meldingen terecht kunnen?ja (heel) belangrijkmaakt niet uitnee, (helemaal) niet belangrijkgeen meningTot slot:44. Heeft u nog behoefte om op een ANDERE manier met de gemeente in contact te komen,voor zover het gaat om de leefbaarheid in uw wijk ?neeja, namelijk ………………………………………………………………………………………………..45 Leest u het gemeentenieuws / de gemeentepagina in het <strong>Houten</strong>s Nieuwsja, meestal welja, somsnee, (bijna) nooit46. Hoe komt u in het algemeen aan informatie over (activiteiten van) de gemeente <strong>Houten</strong>?de website van de gemeente<strong>Houten</strong>s Nieuwsvia viauit de krantAnders, namelijk …………………………………………………………47. Tot slot nog een heel andere vraag. Als inwoners een klacht hebben ingediend bij degemeente en niet tevreden zijn over de wijze waarop hun klacht door de gemeente isbehandeld, dan kunnen zij hun klacht in tweede instantie indienen bij de gemeentelijkeombudsman, mevrouw mr. M.E.T. Schellekens. Bent u hiervan op de hoogte?janee48. Noteer geslacht:manvrouw49. Mag ik u vragen wat uw leeftijd is?………DIMENSUS beleidsonderzoek 2006 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!