maar bij land-van-oorsprongetikettering zal de pure assemblagemeestal bepalend zijn voor de oorsprong. Zo betekent deaanduiding ‘Made in eu lidstaat X’ voor schoenen in de praktijkniet meer dan dat het bovendeel en het onderdeel van deschoen, die beide vanuit de hele wereld kunnen komen, in debetreffende eu-lidstaat aan elkaar bevestigd zijn. Die bevestigingkan dan ook nog zijn verricht door Chinese werknemersin een sweatshop ter plekke. Land-van-oorsprongetiketteringbiedt dus schijninformatie aan de consument.Het is dan ook niet zomaar dat de Nederlandse Consumentenbonden de European Consumer Consultative Group tegen‘land-van-oorsprongetikettering’ zijn. Voor nutteloze schijninformatiemoet de consument een hogere prijs betalen. Ditbeperkt weer zijn keuzevrijheid tussen geïmporteerde productenen eu-producten (volgens de definitie daarvan langsde oorsprongsregels).Op gespannen voet met de wto en moeilijk handhaafbaarHet is hoogst twijfelachtig of een land-van-oorsprongetikettering,die alleen voor bepaalde producten uit derde landengeldt, verenigbaar is met de regels van de Wereldhandelsorganisatie(wto). Immers, regels die wel voor bepaalde buitenlandseproducten maar niet voor eu producten gelden,zijn discriminerend en in strijd met het gebod van nationalebehandeling van de wto, het kerngebod van deze organisatie.Tot slot bestaan er serieuze twijfels of het door de Commissievoorgestelde systeem voor land-van-oorsprongetiketteringhandhaafbaar is en of het controleerbaar is.Volstrekt verkeerd internationaal signaalNaar de mening van vno-ncw en mkb Nederland zou de eudoor een regeling voor land-van-oorsprongetikettering vastte stellen met een evident protectionistische beweegreden engeen aantoonbaar ander doel een volstrekt verkeerd internationaalsignaal geven, en zichzelf in internationale handelsbesprekingenin een nadelige positie plaatsen.Inlichtingen:Winand Quaedvlieg (070 349 04 40; quaedvlieg@vno-ncw.nl)14.8 OntwikkelingssamenwerkingDe Commissie zal in de loop van het jaar een aantal initiatievenontwikkelen, waarvan er drie ook met aandacht vanhet bedrijfsleven gevolgd zullen worden. Ten eerste, zal eeneu-actieplan voorstellen als voorbereiding op de top over demillenniumdoelstellingen voor ontwikkeling in 2015. Er zijnspecifieke werkzaamheden van start gegaan ter verzekeringvan de doeltreffendheid van hulp, het afleggen van verantwoordingen rekenschap en consistente synergieën tussenhet ontwikkelingsbeleid en andere beleidsgebieden alsmigratie, veiligheid, klimaatactie en energie, voedselzekerheid,toegang tot gezondheidszorg en onderwijs. Ten tweedewil de Commissie een debat over het gebruik van begrotingssteunals beleidsinstrument gaan voeren. Ten derdeheeft de Europese Commissie in haar werkprogramma 2010aan gegeven met een initiatief te willen komen, waarin eenondernemingsstrategie voor de ontwikkelingslanden voorhet versterken van groei en concurrentievermogen in partnerschapmet het bedrijfsleven wordt ontwikkeld. Dit terbevordering van de groei en werkgelegenheid in de ontwikkelingslanden.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandIn navolging van de conclusies van het rapport van de WetenschappelijkeRaad voor Regeringsbeleid over het Nederlandseontwikkelingssamenwerkingsbeleid pleiten vno-ncw enmkb-Nederland voor een duidelijke keuze voor economischeontwikkeling als kern van het Europese ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.De economische groei van een ontwikkelingslandkomt vooral tot stand door ontwikkeling van eengoed ondernemersklimaat, de verdere uitbouw van goedeinfrastructuur en het bevorderen van de (intra)regionale handel.Het zijn juist deze aandachtsgebieden waarop China haarbeleid richt en de eu en haar lidstaten het initiatief in eigenhand moeten houden om een goede partner voor de opkomendeeconomieën in bijvoorbeeld Afrika te kunnen blijven.vno-ncw en mkb-Nederland zijn van mening dat de EuropeseCommissie ten aanzien van het beleidsinstrument begrotingssteun,zeer voorzichtig te werk moet gaan. Uit onderzoekin Nederland blijkt dat dit instrument nauwelijks werkten de eu ook niet inzichtelijk kan maken in welke landenbegrotingssteun daadwerkelijk de gewenste effecten heeftbereikt 5 . vno-ncw en mkb-Nederland spreken de wens uit datde Commissie het besluit durft te nemen om begrotingssteunstop te zetten als blijkt dat het doel niet wordt bereikt. Effectiviteitmoet hier voor bestedingsdruk gaan.vno-ncw en mkb-Nederland steunen het voornemen van deCommissie om in samenwerking met het bedrijfsleven eenstrategie te ontwikkelen ter bevordering van de groei enwerkgelegenheid in ontwikkelingslanden. De private sectoris te lang buiten beeld gebleven in de beleidsontwikkelingvan een economische visie op ontwikkelingssamenwerking.Inlichtingen:Sam Stevens (070 349 04 38; stevens@vno-ncw.nl)14.9 Maatschappelijk Verantwoord OndernemenMaatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) betekentdat een bedrijf rekening houdt met markt, milieu, mens enmaatschappij, zowel met het oog op de eigen continuïteit alsom marktkansen te benutten.In een Commissie mededeling uit 2006 wordt betoogd datCorporate Social Responsibility (csr) primair een aangelegenheidvan de bedrijven zelf is en zich daarom niet leent vooroverheidsregulering of ingrijpen anders dan via bewustmaking,uitwisseling van goede voorbeelden, bevorderen vande dialoog en onderwijs. Maatschappelijk verantwoord ondernemenkan tegelijk een belangrijke bijdrage leveren aande vitaliteit en concurrentiekracht van bedrijven. vno-ncwen mkb-Nederland ondersteunen deze visie van de EuropeseCommissie.5 Zie ook: www.minbuza.nl/nl/Organisatie/Evaluatie/Afgeronde_onderzoeken/2008/02/iob_Het_Nederlandse_Afrikabeleid_1998_2006_Evaluatie_van_de_bilaterale_samenwerking77
<strong>Rondje</strong> <strong>Europa</strong>Van belang is dat de good practices en successen van csr de nodigeaandacht krijgen en bedrijven van elkaar leren. Voor diebeide doelstellingen is in 2006 de Europese csr-Alliantie opgericht,een Europees netwerk van bedrijven die willen meewerkenaan de kennisuitwisseling over en ter bevorderingvan mvo.De Europese Commissie organiseerde o.a. in overleg metbusinesseurope in 2009 een Europese Multi-stakeholder ReviewMeeting over csr (mvo), die elke twee jaar plaatsvindt. Daarinis aan de orde welke voortgang bedrijven maken op het terreinvan mvo. In aansluiting daarop heeft de Europese Commissieenkele initiatieven genomen, o.a.:– een nader onderzoek naar de extraterritoriale werking vanEuropese wet- en regelgeving;– de organisatie van vijf workshops in het najaar 2009 enbegin 2010, waar ondernemingen en de verschillendestakeholdersgroepen (investeerders, ngo’s, vakbonden,overheden) hun visies hebben gegeven op transparantieen maatschappelijke verslaglegging door bedrijven (de gebruikteterm is esg-informatie, d.w.z. informatie over deaspecten ecologie, sociaal en governance). Deze workshopshadden een open karakter. De achterliggende gedachte isdat verbeteringen mogelijk zijn in de rapportage.in juni 2008 is vastgesteld. In vervolg hierop is tenslotte in december2008 een ser-Verklaring inzake Internationaal mvouitgebracht, die bedrijven oproept om te rapporteren overinternationaal mvo respectievelijk ketenbeheer 9 . Een eerstevoortgangsrapportage van dit ser-initiatief Waarde winnen,ook in de keten verscheen in september 2009. Achtereenvolgendekabinetten sinds 2000 hebben de mvo-visie die in deser is ontwikkeld in hun beleid overgenomen.businesseurope en vno-ncw hebben kritisch gekeken naar hetonderzoeksvoorstel van de Commissie over de extraterritorialewerking van Europese wet- en regelgeving. Met namedient goed te worden bezien wat over dit uiterst complexevraagstuk reeds aan kennis voorhanden is, bijvoorbeeld inhet kader van de rapporten van John Ruggie, die uitvoerigonderzoek deed naar extraterritoriale werking van mensenrechten,en in het kader van de studies van de icc (InternationalChamber of Commerce).Inlichtingen:Huib Klamer (070 349 04 68; klamer@vno-ncw.nl)In <strong>Europa</strong> is ook grote interesse voor de rapporten die professorJohn Ruggie (verbonden aan Harvard University, speciaalgedelegeerde vanuit de Verenigde Naties) uitbracht overmensenrechten en bedrijfsleven. Daarin werkt Ruggie eendrieledig framework van verantwoordelijkheden uit: protect,respect and remedies. De overheden hebben de plicht om mensenrechtente beschermen (duty to protect). Het bedrijfslevenheeft de verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren(responsibility to respect); dit houdt allereerst in datondernemingen geen schade (no harm) toebrengen aan detoepassing van mensenrechten. Verder moeten bedrijven eenbeleid van due diligence voeren; dat houdt in: bewust zijn vande impact van de eigen activiteiten op mensenrechten, aandachtvoor het integreren van mensenrechten in bedrijfsprocessen,monitoring en zorgen voor klachtenmechanismes.vno-ncw en mkb-Nederland zien de positieve waarde van ditframework. Tien grote Nederlandse bedrijven werken meeaan een project binnen Global Compact Nederland om te onderzoekenhoe dit framework concreet handen en voeten kankrijgen. Eind juni is daarvan een eindrapport beschikbaar gekomenmet concrete handreikingen voor bedrijven 6 .oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland benadrukken dat mvo een kwestievan maatwerk en vrijwilligheid is. vno-ncw en mkb-Nederlandzijn daarom geen voorstander van Nederlandse of Europeseregels voor maatschappelijke verslaglegging, duurzaaminkopen en ketenbeheer.Dit standpunt is in lijn met het advies De winst van waardenvan de Sociaal-Economische Raad van december 2000 7 en nogeens bevestigd in het ser-advies Duurzame globalisering 8 dat6 Zie ook: www.gcnetherlands.nl/report_business_human_rights.htm7 Engelstalige editie: Corporate Social Responsibility: a Dutch approach.8 Ook hiervan is een Engelstalige versie verschenen onder de titel: Onsustainable globalisation: a world to be won.9 De Engelse vertaling hiervan is begin 2009 verschenen.78