12. Arbeidsmarkt, arbeidsrechten sociale dialoog12.1 Belangrijkste ontwikkelingenHet overleg in Brussel op sociaal terrein heeft in de afgelopentijd vooral in het teken gestaan van de crisis en de oplopendewerkloosheid. Verwacht mag worden dat de Commissie in dekomende tijd weer met voorstellen voor de langere termijnzal komen. Ter voorbereiding van wetgeving ter zake zal deCommissie doorgaan met de consultatie van de Europese socialepartners over herziening van de arbeidstijdenrichtlijn.Ook kunnen we voorstellen verwachten gericht op verbeteringvan de implementatie van de Detacheringsrichtlijn en ophet gebied van arbeidsomstandigheden. In een binnenkort tepubliceren Groenboek Pensioenen zal een openbare consultatieplaatsvinden over mogelijk acties die de Commissie kannemen op dit terrein, o.a. met het oog op financieel houdbaresystemen en de vergrijzing. Ook zal de Commissie een mededelingpubliceren over maatschappelijk verantwoord ondernemen.Het Belgische voorzitterschap heeft aangegeven inhet komende half jaar aan deze dossiers ook aandacht te willenbesteden, naast het overleg over herziening van de richtlijnter bescherming van zwangere werkneemsters. België wilook zijn bijdrage leveren aan de discussie over herziening vande arbeidstijdenrichtlijn via de organisatie van een seminar.Daarnaast worden discussies geïnitieerd over de gevolgenvoor de arbeidsmarkt van vergroening van de economie envan vergrijzing voor met name de zorgsector.De Europese sociale partners zullen ieder een antwoord moetengeven op het tweede consultatiedocument van de Commissieover herziening van de arbeidstijdenrichtlijn en besluitenof zij hierover eventueel willen gaan onderhandelen.Daarnaast zullen zij hun gezamenlijke projecten uitvoerennaar de invoering in de lidstaten van het flexicurity-beleid ennaar de sociale en werkgelegenheidsconsequenties van klimaatverandering.12.2 Europese sociale dialoogIn de Europese sociale dialoog is in maart 2010 de overeenkomstinclusive labour markets afgesloten. De overeenkomstmoet nu door de nationale sociale partners in de lidstatenworden geïmplementeerd. Het doel van de overeenkomst isom te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen aan het werkkomen en blijven. Daarvoor moeten nog bestaande belemmeringenworden geïnventariseerd en – zo mogelijk – wordenopgelost.Ook hebben de sociale partners een gezamenlijke Verklaringuitgebracht over de voorstellen van de Commissie voor een<strong>Europa</strong> 2020 strategie. Hierin wordt – onder meer – het belangvan duurzame economische groei en de noodzaak tot innovatieen productiviteitsverhoging onderstreept.In maart 2010 is het overleg afgerond met de Europese vakbewegingover de gevolgen van een viertal uitspraken vanEuropese Hof van Justitie die raken aan de verhouding tussenbescherming van werknemers enerzijds en vrijheid vandiensten en vrijheid van vestiging anderzijds. Het betreft dezaken Viking, Laval, Rüffert en Commissie vs. Luxemburg.Hierin bevestigt het Hof dat bescherming van werknemersdie in overeenstemming is met de Detacheringsrichtlijn teallen tijde gerechtvaardigd is. Collectieve actie om rechtenaf te dwingen wordt door het Hof erkend als een grondrecht.Tegelijkertijd wordt gesteld dat de uitoefening van dit rechtbeperkingen kent. Het opleggen van verplichtingen aan buitenlandsedienstverleners die verdergaan dan waartoe deDetacheringsrichtlijn verplicht, is een beperking van het vrijverkeer van diensten, aldus het Hof. Een dergelijke beperkingis alleen toegestaan als het algemeen belang, zoals het voorkomenvan sociale dumping, in het geding is. In de onderhavigezaken was daarvan geen sprake. Omdat deze uitspraken totveel discussie hebben geleid, heeft de Europese Commissie desociale partners gevraagd om gezamenlijk een analyse te makenvan deze zaken. Het Report on joint work on the ecj rulingsin the Viking, Laval, Rüffert and Luxembourg cases bevat naastverdeelde standpunten ook een aantal gedeelde observaties,zoals: het belang van de interne markt voor onze welvaart, hetbelang van mobiliteit van werknemers, het gevaar van protectionismeen xenofobie en erkenning van de fundamentelesociale rechten.In januari 2010 is een gezamenlijk project afgerond over dewijze waarop in de verschillende lidstaten herstructureringvan bedrijven plaatsvindt. Per lidstaat zijn hiervoor studiesverricht en heeft een seminar plaats gevonden. Het eindrapportvan dit project is tijdens een slotconferentie besproken.In 2010 is een start gemaakt met een tweetal gezamenlijke61
<strong>Rondje</strong> <strong>Europa</strong>projecten, namelijk naar de invoering in de lidstaten van hetflexicurity-beleid en naar de sociale en werkgelegenheidsconsequentiesvan klimaatverandering.12.3 Werkgelegenheidsbeleid en ‘flexicurity’Op voorstel van de Europese Commissie werd in maart 2010de <strong>Europa</strong> 2020-strategie vastgesteld als opvolger van de zogenoemdeLissabonstrategie. Naast nadruk op duurzameeconomische groei wordt hierin ook nadruk gelegd op hogearbeidsparticipatie en sociale cohesie. Op laatstgenoemdeterreinen zijn voor de eu de volgende kwantitatieve doelengesteld: verhoging arbeidsparticipatie naar 75% en verminderingarmoede met 20 miljoen mensen. Lidstaten worden gevraagddeze doelen te vertalen in passende nationale streefcijfers.Vervolgens heeft de Commissie voorstellen gedaan voorrichtsnoeren voor het economische en werkgelegenheidsbeleidvan de lidstaten. Dit beleid is immers is een coördinatiebeleid,waarbij de primaire verantwoordelijkheid bij de lidstatenblijft. Uiteraard zijn de lidstaten wel gehouden om dedoor hen zelf in de Raad afgesproken richtsnoeren serieus tenemen bij de uitvoering van hun nationale beleid. Van de tienvoorgestelde richtsnoeren, zijn er vier ‘sociale’ richtsnoeren:verhoging arbeidsparticipatie mede op basis van flexicurityuitgangspunten,ontwikkeling human resources o.a. via levenslangleren, verbetering onderwijs- en schoolsystementer vergroting aantal afgestudeerden tertiair onderwijs en hetbestrijden van armoede, primair via de weg van de arbeidsdeelname.De Raad heeft ingestemd met de (licht gewijzigde)voorstellen van de Commissie en met de streefcijfers die voorafzonderlijke lidstaten gaan gelden.Nu moeten de lidstaten een hervormingsprogramma makenwaarin gedetailleerd wordt aangegeven welke maatregelenzij nemen om de nationale doelen (streefcijfers) te bereiken.Vervolgens moeten de lidstaten jaarlijks rapporteren aan deCommissie over de voortgang bij de uitvoering van het hervormingsprogramma.De Raad is voornemens onder het Belgischevoorzitterschap een beslissing over de richtsnoerenvoor werkgelegenheid goed te keuren.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandBeide organisaties zijn op hoofdlijnen positief over de doorde Commissie en de Raad ingenomen standpunten. De richtsnoerenen streefcijfers zijn teruggebracht tot de essentie. Bovendienbiedt het nieuwe beleid ruimte voor maatwerk doornationale streefcijfers vast te stellen. Naar verwachting zal ditleiden tot een betere naleving van de afspraken en doorvoeringvan de noodzakelijke hervormingen in de lidstaten. Dezedifferentiatie in streefcijfers tussen lidstaten is in overeenstemmingmet het advies dat de Sociaal-Economische Raad(ser) in juni 2009 heeft uitgebracht over <strong>Europa</strong> 2020.12.4 Vrij verkeer van werknemersDe Europese regelgeving staat het toe dat lidstaten overgangsmaatregelennemen ten aanzien van het vrij verkeer vanwerknemers voor de per 1 mei 2004 toegetreden Midden- enOost-Europese lidstaten (met uitzondering van Malta en Cyprus)en voor Roemenië en Bulgarije die per 1 januari 2007zijn toegetreden.De Europese afspraken zijn als volgt:– gedurende de eerste twee jaar na toetreding wordt de toeganggeregeld door de lidstaten zelf. Zij kunnen derhalvenog een werkvergunning eisen;– gedurende de volgende drie jaar kunnen lidstaten de nationale,belemmerende, wetgeving handhaven, maar dienendit dan wel aan de Europese Commissie te melden; in beginselwordt hiermee de overgangstermijn beëindigd;– alleen als er zich in een lidstaat een ernstige verstoring vande arbeidsmarkt voordoet, kan deze lidstaat de Commissieverzoeken om opnieuw voor een periode van maximaaltwee jaar de nationale maatregelen te laten gelden.Tot 1 mei 2007 heeft Nederland gebruik gemaakt van de mogelijkheidom overgangsmaatregelen te treffen voor werknemersuit Polen, Slowakije, Hongarije, Tsjechië, Slovenië,Estland, Letland en Litouwen. Daarna is het vrij verkeer vanwerknemers voor deze acht nieuwe lidstaten volledig ingevoerden is dus geen tewerkstellingsvergunning meer nodig.Voor werknemers uit Roemenië en Bulgarije geldt in Nederlandnog geen vrij verkeer. In november 2008 heeft het kabinetbesloten om, vanwege de onduidelijke ontwikkeling vande werkgelegenheid in Nederland, voorlopig nog af te zienvan het openen van de grenzen voor Roemenen en Bulgaren.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandWij zijn voorstander van een volledig vrij verkeer van personenom zowel principiële als arbeidsmarkttechnische eneconomische redenen. Zowel de Stichting van de Arbeid alsde ser hebben zich uitgesproken voor het opheffen van debestaande belemmeringen voor onderdanen uit Roemenië enBulgarije.12.5 Detachering van werknemersDetachering van werknemers, via tijdelijke tewerkstellingin een andere lidstaat voor het verrichten van diensten, isgeregeld in de Europese Detacheringsrichtlijn (in Nederlandgeïmplementeerd in de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdendearbeid waga). Zowel de discussie over detotstandkoming van de dienstenrichtlijn als de toetredingvan nieuwe lidstaten, heeft geleid tot toenemende discussieover de reikwijdte van bepalingen in de Detacheringsrichtlijnin relatie tot het vrij verkeer van diensten. Deze discussiewerd verder aangewakkerd door het Europees Verbondvan Vakverenigingen (evv) naar aanleiding van een aantaluitspraken van het Europese Hof van Justitie (ehvJ) die opdeze relatie betrekking hadden. Voor de Europese Commissiewas deze discussie aanleiding om haar standpunt ten aanzienvan de Detacheringsrichtlijn te verduidelijken. De Commissiedringt aan op: een juiste implementatie van de richtlijn inde lidstaten, voldoende controle op de naleving en een goedesamenwerking tussen de autoriteiten in verband met noodzakelijkinformatie-uitwisseling. In 2009 heeft de Commissieeen Comité van experts ingesteld die naar technische zakenm.b.t. de implementatie van de richtlijn zal kijken en alle problemendie daarbij ontstaan, zal bespreken. Voorts heeft deCommissie in haar werkprogramma aangekondigd om eind2010 of begin 2011 met een wetgevend voorstel te komen omde implementatie en naleving van de Detacheringsrichtlijnte verbeteren, o.a. via betere samenwerking tussen overhe-62