Rondje Europa - VNO-NCW

Rondje Europa - VNO-NCW Rondje Europa - VNO-NCW

12.07.2015 Views

6. Mededinging6.1 Horizontale en verticalesamenwerkingsovereenkomstenDe Europese Commissie heeft op 20 april een verordeningvastgesteld waarin een groepsvrijstelling is opgenomen voorovereenkomsten tussen producenten en distributeurs voorde verkoop van producten en diensten (verticale samenwerkingsovereenkomsten).In de verordening en de bijhorenderichtsnoeren wordt rekening gehouden met de ontwikkelingenvan de afgelopen tien jaar waarin internet steeds meerwerd gebruikt als instrument voor online-verkopen en grensoverschrijdendehandel. Het basisprincipe blijft dat ondernemingenzelf kunnen beslissen hoe hun producten gedistribueerdworden, op voorwaarde dat in hun overeenkomstengeen prijsstellingbepalingen of andere restricties zijn opgenomenen dat zowel de producent als de distributeur geenmarktaandeel van meer dan 30% heeft. Het staat de erkendedistributeurs vrij om producten via internet te verkopen zonderbeperkingen qua hoeveelheden, de plaats waar de klantenzich bevinden of prijs.De Europese Commissie heeft 6 mei een raadpleging geopendover de herziening van de regels die van toepassingzijn op horizontale samenwerkingsovereenkomsten. De horizontalerichtsnoeren bieden een analytisch kader voor debeoordeling van de meest gangbare vormen van horizontalesamenwerkingsovereenkomsten, zoals onderzoek- en ontwikkelingovereenkomsten,productieovereenkomsten, inkoopovereenkomsten,commercialiseringsovereenkomstenen standaardiseringsovereenkomsten. De groepsvrijstellingsverordeningenvoorzien in een vrijstelling voor onderzoeks-en ontwikkelings-, alsook specialisatie- en gemeenschappelijkeproductieovereenkomsten van het algemeneverbod dat in de eu geldt voor concurrentiebeperkende ondernemingspraktijken,voor zover zij voldoen aan alle in deverordeningen uiteengezette voorwaarden.De belangrijkste wijzigingen in de richtsnoeren betreffen hethoofdstuk over de beoordeling van informatie-uitwisselingtussen ondernemingen, richtsnoeren inzake standaardbedingenin het hoofdstuk over standaardisering en een verduidelijkingvan de toepassing van de mededingingsregels opovereenkomsten tussen gemeenschappelijke ondernemingenen hun moedermaatschappijen.In de twee verordeningen betreffen de belangrijkste wijzigingen:een omschrijving van de relevante intellectuele-eigendomsrechtenen herziening van de hardcore beperkingen(in de O&O-groepsvrijstellingsverordening) en invoeringvan een tweede marktaandeeldrempel voor specialisatie- engezamenlijke productieovereenkomsten ten aanzien van productenvoor eigen gebruik (in de specialisatie-groepsvrijstellingsverordening).oordeel vno-ncw en mkb-nederlandmkb-Nederland en vno-ncw vinden het belangrijk dat denieuwe verordening verticale overeenkomsten niet meerrechtsonzekerheid voor franchises oplevert. Op een aantalterreinen valt dat nog in de praktijk te bezien, zoals de marktaandeeldrempel.Of er sprake is van een effect op de markt,hangt namelijk onder meer af van de geografische schaal enwelke productmarkt het betreft.vno-ncw en mkb-Nederland zien in de herziening van de verordeningvoor horizontale samenwerkingsovereenkomsteneen mogelijkheid meer rechtszekerheid en houvast te biedenaan ondernemingen. Ten aanzien van standaardisatie valt welop te merken dat niet alle standaardisatie problemen ingrijpendoor een mededingingsautoriteit vereisen. Op bepaaldeterreinen is nog meer houvast nodig voor de ondernemingen,zoals de beoordeling wanneer standaardisatie eerlijk, redelijken non-discriminatoir is. Beide organisaties zijn blij dater meer duidelijkheid wordt geboden omtrent de mededingingsrechtelijkegrenzen aan informatie-uitwisseling. Dezeduidelijkheid zou nog vergroot kunnen worden, als de Commissiebereid is meer voorbeelden toe te voegen.6.2 StaatssteunbeleidHet staatssteunbeleid heeft door de financiële crisis een extradimensie gekregen. Aan de ene kant hebben lidstaten interventiesgepleegd in de financiële sector die om een aangepaststaatssteunbeleid vroegen. De Europese Commissie heefthiertoe richtsnoeren gepubliceerd hoe deze situaties beoordeeldmoeten worden die in principe tot 31 december 2010gelden. Aan de andere kant werden bedrijven geconfronteerdmet kredietproblemen. In december 2008 heeft de Commissiedaarom een tijdelijke kaderregeling aangenomen die de35

Rondje Europalidstaten extra mogelijkheden bood om de gevolgen van dekredietschaarste voor de reële economie tegen te gaan. Indecember 2009 heeft de Commissie het tijdelijk raamwerkaangepast. Ook voor Nederland zijn belangrijke stimuleringsmaatregelengoedgekeurd door de Commissie, zoals deNederlandse exportkredietverzekering. De Tijdelijke AanvullendeStaatsfaciliteit voor Kredietverzekering is bedoeld voorondernemingen die door de financiële crisis onvoldoendeterecht konden bij particuliere verzekeraars en daardoor vande Nederlandse overheid een verzekeringsdekking krijgen.Uit de laatste State Aid Scoreboard bleek dat het gebruik van hettijdelijk steunkader is afgenomen. Er wordt momenteel eendiscussie gevoerd in Brussel over het tempo waarin de steunmaatregelenmoeten worden afgebouwd.De Europese Commissie heeft daarnaast een consultatie geopendover de toepassing van haar pakket ‘diensten van algemeeneconomisch belang (daeb)’ van 2005. Dit pakket dientals richtsnoer om na te gaan wanneer de financiering doorde staat van daeb’s verenigbaar is met de eu-staatssteunregels(n.a.v. Altmark-arrest). Kern van dit pakket was dat hetconcurrentiebeleid niet op alle diensten van algemeen belangvan toepassing is, alleen wanneer deze economisch vanaard zijn. De lidstaten hebben grote vrijheid om te beslissenwelke diensten als diensten van algemeen belang wordenbeschouwd. Compensatie voor diensten van algemeen economischbelang wordt gezien als staatssteun, tenzij er aan deAltmark voorwaarden is voldaan. In het pakket van 2005 is ditverder uitgewerkt.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandmkb-Nederland en vno-ncw hebben al eerder aangegeven datde huidige situatie een tijdelijke versoepeling van de steunregelsdoor de Europese Commissie rechtvaardigt. Wanneermogelijk, dient het steunkader wel te worden afgebouwd.Met betrekking tot de diensten van algemeen economisch belang,vinden beide organisaties dat er vrijheid moet zijn voorde lidstaten om te definiëren welke diensten hieronder vallen.Het is belangrijk dat er geen oneerlijke concurrentie vande overheid ontstaat wanneer deze zich op de commerciëlemarkt begeeft met publiek geld en daardoor een oneerlijkevoorsprong heeft (kruis subsidiëring). Ook wordt niet allesaanbesteed, waardoor private bedrijven opdrachten mislopen.6.3 MededingingsproceduresDe Europese Commissie heeft een aantal documenten gepubliceerd,die een nadere toelichting op de procedures inkartelzaken moeten geven. Het betreft de volgende drie documenten:– Best practices voor kartelprocedures.– Best practices voor het verschaffen van economisch bewijsmateriaal.– Aanwijzingen over de rol van de raadadviseurs-auditeurs inkartelprocedures.Het doel van deze nadere toelichting is meer transparantie enbetere voorspelbaarheid. Deze documenten moeten ondernemingentegen wie een onderzoek loopt, een beter inzichtgeven in hoe het onderzoek zal verlopen, wat zij van de Commissiemogen verwachten en wat de Commissie van hen verwacht.Ook past de Commissie de bestaande procedures aan,om ze transparanter te maken en het onderzoek doelmatigerte laten verlopen. Zo wordt in kartelzaken de formele procedurevroeger ingeleid en er wordt sneller toegang geboden totde tekst van de klacht, zodat partijen hun standpunt al tijdensde onderzoeksfase kenbaar kunnen maken.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland vinden het positief dat de EuropeseCommissie dit pakket heeft gepresenteerd om zodoendede procedures te verbeteren en meer in lijn te komen metde principes van procedural fairness. De beide organisaties enbusinesseurope zijn van mening dat de Europese Commissiehier nog wel verdere stappen in zou kunnen zetten, bijvoorbeelddoor een strikter onderscheid tussen onderzoek en besluitvorming,door het invoeren van meer procedurele rechtenbij hogere boetes en meer voorspelbaarheid bij de boetes.6.4 Schadevergoedingsacties schendingcommunautaire mededingingsregelsIn april 2008 is het witboek betreffende schadevergoedingsactieswegens schending van de communautaire gedragsregelsgepubliceerd. Het witboek doet een aantal aanbevelingendie moeten garanderen dat burgers of ondernemingen dieschade lijden als gevolg van inbreuken op het mededingingsrechtcollectief herstel kunnen eisen van de partij die de schadeheeft veroorzaakt. Dit witboek heeft tot op heden nog niettot een wetgevend initiatief geleid.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandDe organisaties vno-ncw en mkb-Nederland vinden het zowelvoor burgers als voor ondernemingen van belang dat zij rechthebben op compensatie als er teveel is betaald voor een product,resp. als zij financiële schade hebben geleden doordathun concurrent misbruik maakte van een machtspositie. Hetis daarbij noodzakelijk een balans te vinden tussen het vindenvan manieren van compensatie en het voorkomen vaneen claimcultuur.Dat betekent niet dat wij voorstander zijn van een Europeesclass action systeem, ook als gezegd wordt dat het niet zal lijkenop een Amerikaans class action systeem, zit dat risico erwel vaak in. mkb-Nederland en vno-ncw vinden dat er eerstheel goed gekeken moet worden naar wat er nu mist in deEuropese rechtssystemen en daarom eventueel een Europeesbeleid vereist. Dat zou wat ons betreft dan eerder de kant opgaanvan alternatieve rechtsbemiddeling. Deze mogelijkheidis ook genoemd in het Monti-rapport betreffende de internemarkt (zie §4.1) en in ser-verband bij collectieve schadeafhandelingin het consumentendomein (§5.2).36

6. Mededinging6.1 Horizontale en verticalesamenwerkingsovereenkomstenDe Europese Commissie heeft op 20 april een verordeningvastgesteld waarin een groepsvrijstelling is opgenomen voorovereenkomsten tussen producenten en distributeurs voorde verkoop van producten en diensten (verticale samenwerkingsovereenkomsten).In de verordening en de bijhorenderichtsnoeren wordt rekening gehouden met de ontwikkelingenvan de afgelopen tien jaar waarin internet steeds meerwerd gebruikt als instrument voor online-verkopen en grensoverschrijdendehandel. Het basisprincipe blijft dat ondernemingenzelf kunnen beslissen hoe hun producten gedistribueerdworden, op voorwaarde dat in hun overeenkomstengeen prijsstellingbepalingen of andere restricties zijn opgenomenen dat zowel de producent als de distributeur geenmarktaandeel van meer dan 30% heeft. Het staat de erkendedistributeurs vrij om producten via internet te verkopen zonderbeperkingen qua hoeveelheden, de plaats waar de klantenzich bevinden of prijs.De Europese Commissie heeft 6 mei een raadpleging geopendover de herziening van de regels die van toepassingzijn op horizontale samenwerkingsovereenkomsten. De horizontalerichtsnoeren bieden een analytisch kader voor debeoordeling van de meest gangbare vormen van horizontalesamenwerkingsovereenkomsten, zoals onderzoek- en ontwikkelingovereenkomsten,productieovereenkomsten, inkoopovereenkomsten,commercialiseringsovereenkomstenen standaardiseringsovereenkomsten. De groepsvrijstellingsverordeningenvoorzien in een vrijstelling voor onderzoeks-en ontwikkelings-, alsook specialisatie- en gemeenschappelijkeproductieovereenkomsten van het algemeneverbod dat in de eu geldt voor concurrentiebeperkende ondernemingspraktijken,voor zover zij voldoen aan alle in deverordeningen uiteengezette voorwaarden.De belangrijkste wijzigingen in de richtsnoeren betreffen hethoofdstuk over de beoordeling van informatie-uitwisselingtussen ondernemingen, richtsnoeren inzake standaardbedingenin het hoofdstuk over standaardisering en een verduidelijkingvan de toepassing van de mededingingsregels opovereenkomsten tussen gemeenschappelijke ondernemingenen hun moedermaatschappijen.In de twee verordeningen betreffen de belangrijkste wijzigingen:een omschrijving van de relevante intellectuele-eigendomsrechtenen herziening van de hardcore beperkingen(in de O&O-groepsvrijstellingsverordening) en invoeringvan een tweede marktaandeeldrempel voor specialisatie- engezamenlijke productieovereenkomsten ten aanzien van productenvoor eigen gebruik (in de specialisatie-groepsvrijstellingsverordening).oordeel vno-ncw en mkb-nederlandmkb-Nederland en vno-ncw vinden het belangrijk dat denieuwe verordening verticale overeenkomsten niet meerrechtsonzekerheid voor franchises oplevert. Op een aantalterreinen valt dat nog in de praktijk te bezien, zoals de marktaandeeldrempel.Of er sprake is van een effect op de markt,hangt namelijk onder meer af van de geografische schaal enwelke productmarkt het betreft.vno-ncw en mkb-Nederland zien in de herziening van de verordeningvoor horizontale samenwerkingsovereenkomsteneen mogelijkheid meer rechtszekerheid en houvast te biedenaan ondernemingen. Ten aanzien van standaardisatie valt welop te merken dat niet alle standaardisatie problemen ingrijpendoor een mededingingsautoriteit vereisen. Op bepaaldeterreinen is nog meer houvast nodig voor de ondernemingen,zoals de beoordeling wanneer standaardisatie eerlijk, redelijken non-discriminatoir is. Beide organisaties zijn blij dater meer duidelijkheid wordt geboden omtrent de mededingingsrechtelijkegrenzen aan informatie-uitwisseling. Dezeduidelijkheid zou nog vergroot kunnen worden, als de Commissiebereid is meer voorbeelden toe te voegen.6.2 StaatssteunbeleidHet staatssteunbeleid heeft door de financiële crisis een extradimensie gekregen. Aan de ene kant hebben lidstaten interventiesgepleegd in de financiële sector die om een aangepaststaatssteunbeleid vroegen. De Europese Commissie heefthiertoe richtsnoeren gepubliceerd hoe deze situaties beoordeeldmoeten worden die in principe tot 31 december 2010gelden. Aan de andere kant werden bedrijven geconfronteerdmet kredietproblemen. In december 2008 heeft de Commissiedaarom een tijdelijke kaderregeling aangenomen die de35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!