Rondje Europa - VNO-NCW

Rondje Europa - VNO-NCW Rondje Europa - VNO-NCW

12.07.2015 Views

zoeksbeleid, met name door het intensiveren van de samenwerkingtussen de onderzoeksactiviteiten van de lidstaten.In 2007 presenteerde de Commissie een groenboek over deEuropese onderzoeksruimte om input te krijgen van belanghebbenden.In 2008 heeft de Commissie op basis van dezeconsultatie acties gepresenteerd op een vijftal terreinen. Ookzijn de lidstaten in de Raad een nieuwe werkwijze overeengekomen,ook wel genoemd het ‘Ljubljana proces’. Hiermeehopen de lidstaten de bestaande fragmentatie tussen onderzoeksprogramma’stegen te gaan. Tijdens de concurrentieraadvan december 2009 is de noodzaak tot een betere interactietussen onderwijs, onderzoek en innovatie in de KnowledgeTriangle nogmaals onderschreven.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland zijn het er mee eens dat Europaeen sterker, effectiever publiek onderzoeksysteem nodigheeft in het kader van de economische, sociale en milieuuitdagingenwaar de eu voor staat. Behalve betere samenwerkingtussen de lidstaten moet er echter ook een betere connectieontstaan tussen het onderzoek in de publieke sector,de private sector en innovatie. Het onderzoekbeleid moetworden gedreven door het doel van innovatie: een bijdrageleveren aan de concurrentiekracht van Europa. Dat vereist actievebetrokkenheid van het bedrijfsleven. Daarnaast zou defocus niet alleen moeten liggen op onderzoek zelf, maar ookop de vertaling van dit onderzoek naar innovatie en toepassingen.Ook bij de keuze van onderzoekrichtingen zou vooreen belangrijk deel richtinggevend moeten zijn de bijdragedie dat onderzoek kan geven aan economie en maatschappij.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)Rik Mooijweer (015 219 14 30; r.mooijweer@mkb.nl)3.4 European Institute of Innovation andTechnologyIn 2008 hebben Raad en Parlement hun definitieve goedkeuringgegeven aan de oprichting van een Europees Instituutvoor Innovatie en Technologie (eit). Het gaat hierbij om eenhecht netwerk van kennisinstellingen en bedrijven. Er zijnin eerste instantie drie zogenaamde ‘kennis- en innovatiegemeenschappen’(kics) in oprichting die elk een thema behandelennamelijk sustainable energy; mitigation and adaptation ofclimate change en future information and communication society.Op basis van een open tender in 2009 is voor elk thema eenkennis- en innovatiegemeenschap bestaande uit kennisinstellingenen bedrijven geselecteerd, die vervolgens zelf invullingkan geven aan het thema. Inmiddels zijn er drie kennis-en innovatiegemeenschappen goedgekeurd, namelijk ophet terrein van klimaat, energie en ict, waar ook Nederlandruim van profiteert. Begin juni zijn de kic’s ook officieel vanstart gegaan.De financiering van deze eerste fase van het eit loopt tot 2013.Uit diverse onderdelen van het eu-budget is 309 miljoen eurobij elkaar gesprokkeld om het eit de eerste drie kennis- eninnovatiegemeenschappen op te laten zetten. Voor de financieringvan de eigenlijke onderzoek-, onderwijs- en innovatieactiviteitenvan de kennis- en innovatiegemeenschappenworden daarnaast substantiële bijdragen verwacht van bedrijven,kennisinstellingen en nationale en regionale overheden.Ook zal gebruik worden gemaakt van projecten in het 7 eKaderprogramma en andere Europese programma’s.Het eit heeft zijn hoofdkantoor in Boedapest. De governingboard bestaat uit zwaargewichten met een industriële en wetenschappelijkeachtergrond, onder wie twee Nederlanders.De governing board moet de concrete vormgeving van heteit uitwerken en is verantwoordelijk voor de selectie van dekennis- en innovatiegemeenschappen. Ook is de governingboard verantwoordelijk voor het opstellen van een meerjarigestrategische innovatieagenda, die vervolgens op voorstel vande Europese Commissie door Raad en Parlement zal moetenworden aanvaard. De consultatie voor deze agenda start in deherfst van dit jaar.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland onderschrijven de aanpak omuit te gaan van kennis- en innovatiegemeenschappen en deaanpak gericht op de driehoek onderwijs, onderzoek en innovatiemet bijzondere aandacht voor ondernemerschap.De toekomst van het eit op langere termijn zal in belangrijkemate afhangen van de wijze van implementatie van de eerstekennis- en innovatiegemeenschappen. De eerste stappen zijnveelbelovend, maar de ‘proof of the pudding is in the eating’. Bijhet opstellen van de meerjarige strategische innovatieagendazou het gewenst zijn een verband te leggen met de uitwerkingvan de Europese Onderzoeksruimte en de koppelingmet het achtste kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling(2014-2020).Het eit zal zeker een plaats moeten krijgen in de nieuwe onderzoek-en innovatiestrategie van de eu die eind septemberuitkomt.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)Rik Mooijweer (015 219 14 30; r.mooijweer@mkb.nl)3.5 BiotechnologieEén van de belangrijke gebieden voor innovatie is modernebiotechnologie. Het gaat daarbij zowel om ‘groene’ (landbouwen voeding), ‘rode’ (medische) als ‘witte’ (industriële) biotechnologie.De ontwikkeling van biotechnologie in Europa looptinternationaal echter achter en verliest nog steeds terrein tenopzichte van de Verenigde Staten en in toenemende mateook van Azië. Met betrekking tot de groene biotechnologieis de achtergrond hiervan een gebrek aan maatschappelijkeacceptatie, voortkomend uit de verwarring die milieuorganisatiesde afgelopen jaren hebben gezaaid. Dit heeft voorveel biotechnologische producten geleid tot onzekerheidrond wetgeving en marktontwikkelingen in Europa, o.a. bijde toelating, etikettering en traceerbaarheid van genetischgemodificeerde organismen (ggo’s). Voor alle gebieden geldtdat een teveel aan onnodig restrictieve regelgeving nieuweactiviteiten smoort. Daarnaast is de maatschappelijke weerstandtegen biotechnologie buiten de eu kleiner. De kansenvoor biotechnologie in Europa zijn door deze factoren mindergroot dan elders, waardoor de groei achterblijft en biotechno-21

Rondje Europalogische bedrijfsactiviteiten en onderzoekers vertrekken. Ditis slecht voor de economische bedrijvigheid en voor de innovatiein Europa.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandOm de neergaande trend te keren en het vertrouwen in biotechnologiein de eu te herstellen, dringen vno-ncw en mkb-Nederland aan op een eenduidig beleid vanuit het beginsel‘kansen verantwoord benutten’. Positief is dat de EuropeseCommissie het de facto moratorium voor producten op basisvan ggo’s in 2005 heeft opgeheven en dat de eerste toelatingvan gm-producten op de Europese markt gerealiseerd is. Ditis echter bij lange na niet voldoende.Concreet verwachten beide organisaties van de eu:– een versnelling van de Europese toelatingsprocedure, zodatde toelatingstatus van gg-gewassen in de eu en anderelanden niet onnodig verschilt. Dit is mogelijk met waarborgingvan het huidige hoge niveau van veiligheid voor mens,dier en milieu;– het introduceren van een werkbare en realistischedrempel waarde voor de import van de volgende categorieëngg-gewassen:• gg-gewassen met een positieve beoordeling van de efsa(de Europese Voedselveiligheidautoriteit);• gg-gewassen, toegelaten in een derde land (mits detoelating gebaseerd is op een met de eu vergelijkbarerisicoanalyse).Deze oplossingen passen binnen de internationaleafspraken waar de eu zich in september 2007 inhet kader van de Codex Alimentarius aan heeft gecommitteerd;– wetenschappelijk onderbouwd risicomanagement, dus ophoudenmet ‘perceptiemanagement’ en misbruik van hetvoorzorgbeginsel;– innovatiebevorderende toelatingsprocedure voor geavanceerdetherapieën in de medische zorg en overige toepassingsgebiedenvan de biotechnologie;– een op innovatie gericht beleid voor medische toepassingendat ook ruimte biedt aan onderzoek op het terrein vanmenselijke stamcellen, therapeutisch kloneren en gentherapie;– een voortvarende implementatie van de eu-Routekaart voorBiotechnologie, waarmee tot nu toe vrijwel geen voortgangis geboekt;– een coherent, gecoördineerd en alomvattend algemeenbeleidskader ter ondersteuning van het Lead Market Initiativein alle zes prioritaire gebieden, met name in de ontwikkelingvan een markt voor bio-based producten en ondersteuningvan de in deze lmi’s ontwikkelde aanbevelingen,waarmee actualisering en implementatie van wet- en regelgevingvan deze – voor Europa belangrijke – markten gerealiseerdwordt;– Europese criteria voor de duurzaamheid van biobrandstoffenmoeten worden gebaseerd op technologieneutrale,transparante en wetenschappelijke criteria;– met spoed een voorstel voor praktische en economischhaalbare drempelwaarden voor de onvoorziene aanwezigheidvan ggo’s in zaden.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)3.6 NanotechnologieNanotechnologie is een sterk opkomende technologie. Zowelmultinationals als het mkb zijn bezig met onderzoek of hebbenreeds producten waarin nanodeeltjes zijn verwerkt. Derisico’s van nanotechnologie zijn echter nog niet helemaalbekend. De Nederlandse regering gaat uit van het voorzorgsbeginselen hanteert het principe van risk governance. Datbetekent dat bedrijven in eerste instantie zelf verantwoordelijkzijn om te laten zien dat ze goed met deze eventuelerisico’s omgaan.De Europese Commissie wil dat het bedrijfsleven via hetvoorzorgsbeginsel risico’s van nanotechnologieën binnen deperken houdt. Dit heeft er o.a. toe geleid dat de Commissieeen gedragscode voor R&D in nanotechnologieën heeft ontwikkeld.Daarnaast is afgesproken dat een aparte werkgroepvan de Commissie beziet op welke manier nanodeeltjes eenplaats in de reach-regelgeving kan krijgen. In 2010 komt deCommissie met een nieuw actieplan voor nanotechnologieën,waarbij ook nader wordt ingegaan over de noodzaaktot extra regulering.Ook het Europees Parlement heeft zich uitgesproken over derisicobeoordeling van nanotechnologieën. Zij wil dat de Commissiezich nog eens buigt over de vraag of de huidige regelgevingwel voldoende is. Intussen is in de novel food verordeningopgenomen dat opname van nanomaterialen in voedselpas na toestemming van de Commissie op de markt gebrachtmag worden. Voor cosmeticaproducten geldt een meldplicht.Momenteel wordt gediscussieerd over een goede definitievan nanomaterialen. Dit is nodig om wetgeving goed te latenwerken.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland stellen zich proactief op in dediscussie over risico’s van nanotechnologie. Het bedrijfslevenheeft de taak om te laten zien dat zij verantwoord met nanotechnologieomgaat. Zij maakt afspraken met de Nederlandseoverheid over de risicoaanpak. vno-ncw en mkb-Nederlandleggen het accent op een Europese aanpak van risico’s vannanotechnologieën. Volgens beide organisaties is geen extraEuropese regelgeving nodig, maar zijn bestaande kaders zoalsreach en productregelgeving afdoende om de risicoaspectente beheersen. Daarnaast willen zij bedrijven stimuleren omdoor middel van het voorzorgsbeginsel goed om te gaan metnanotechnologie.Inlichtingen:Willem-Henk Streekstra (070 349 03 59; streekstra@vno-ncw.nl)3.7 Intellectueel EigendomHet beschermen van intellectueel eigendom (auteursrecht,octrooien, merken en modellen) is belangrijk voor de kenniseconomieen voor het verbeteren van de concurrentiekrachtvan Europa. Het octrooisysteem in Europa kan verder wordenverbeterd om bedrijven effectiever juridische zekerheidte bieden en innovatie te bevorderen. Al sinds 1962 staat ditop de agenda in Europa. De eu Concurrentiekrachtraad heeft22

zoeksbeleid, met name door het intensiveren van de samenwerkingtussen de onderzoeksactiviteiten van de lidstaten.In 2007 presenteerde de Commissie een groenboek over deEuropese onderzoeksruimte om input te krijgen van belanghebbenden.In 2008 heeft de Commissie op basis van dezeconsultatie acties gepresenteerd op een vijftal terreinen. Ookzijn de lidstaten in de Raad een nieuwe werkwijze overeengekomen,ook wel genoemd het ‘Ljubljana proces’. Hiermeehopen de lidstaten de bestaande fragmentatie tussen onderzoeksprogramma’stegen te gaan. Tijdens de concurrentieraadvan december 2009 is de noodzaak tot een betere interactietussen onderwijs, onderzoek en innovatie in de KnowledgeTriangle nogmaals onderschreven.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland zijn het er mee eens dat <strong>Europa</strong>een sterker, effectiever publiek onderzoeksysteem nodigheeft in het kader van de economische, sociale en milieuuitdagingenwaar de eu voor staat. Behalve betere samenwerkingtussen de lidstaten moet er echter ook een betere connectieontstaan tussen het onderzoek in de publieke sector,de private sector en innovatie. Het onderzoekbeleid moetworden gedreven door het doel van innovatie: een bijdrageleveren aan de concurrentiekracht van <strong>Europa</strong>. Dat vereist actievebetrokkenheid van het bedrijfsleven. Daarnaast zou defocus niet alleen moeten liggen op onderzoek zelf, maar ookop de vertaling van dit onderzoek naar innovatie en toepassingen.Ook bij de keuze van onderzoekrichtingen zou vooreen belangrijk deel richtinggevend moeten zijn de bijdragedie dat onderzoek kan geven aan economie en maatschappij.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)Rik Mooijweer (015 219 14 30; r.mooijweer@mkb.nl)3.4 European Institute of Innovation andTechnologyIn 2008 hebben Raad en Parlement hun definitieve goedkeuringgegeven aan de oprichting van een Europees Instituutvoor Innovatie en Technologie (eit). Het gaat hierbij om eenhecht netwerk van kennisinstellingen en bedrijven. Er zijnin eerste instantie drie zogenaamde ‘kennis- en innovatiegemeenschappen’(kics) in oprichting die elk een thema behandelennamelijk sustainable energy; mitigation and adaptation ofclimate change en future information and communication society.Op basis van een open tender in 2009 is voor elk thema eenkennis- en innovatiegemeenschap bestaande uit kennisinstellingenen bedrijven geselecteerd, die vervolgens zelf invullingkan geven aan het thema. Inmiddels zijn er drie kennis-en innovatiegemeenschappen goedgekeurd, namelijk ophet terrein van klimaat, energie en ict, waar ook Nederlandruim van profiteert. Begin juni zijn de kic’s ook officieel vanstart gegaan.De financiering van deze eerste fase van het eit loopt tot 2013.Uit diverse onderdelen van het eu-budget is 309 miljoen eurobij elkaar gesprokkeld om het eit de eerste drie kennis- eninnovatiegemeenschappen op te laten zetten. Voor de financieringvan de eigenlijke onderzoek-, onderwijs- en innovatieactiviteitenvan de kennis- en innovatiegemeenschappenworden daarnaast substantiële bijdragen verwacht van bedrijven,kennisinstellingen en nationale en regionale overheden.Ook zal gebruik worden gemaakt van projecten in het 7 eKaderprogramma en andere Europese programma’s.Het eit heeft zijn hoofdkantoor in Boedapest. De governingboard bestaat uit zwaargewichten met een industriële en wetenschappelijkeachtergrond, onder wie twee Nederlanders.De governing board moet de concrete vormgeving van heteit uitwerken en is verantwoordelijk voor de selectie van dekennis- en innovatiegemeenschappen. Ook is de governingboard verantwoordelijk voor het opstellen van een meerjarigestrategische innovatieagenda, die vervolgens op voorstel vande Europese Commissie door Raad en Parlement zal moetenworden aanvaard. De consultatie voor deze agenda start in deherfst van dit jaar.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandvno-ncw en mkb-Nederland onderschrijven de aanpak omuit te gaan van kennis- en innovatiegemeenschappen en deaanpak gericht op de driehoek onderwijs, onderzoek en innovatiemet bijzondere aandacht voor ondernemerschap.De toekomst van het eit op langere termijn zal in belangrijkemate afhangen van de wijze van implementatie van de eerstekennis- en innovatiegemeenschappen. De eerste stappen zijnveelbelovend, maar de ‘proof of the pudding is in the eating’. Bijhet opstellen van de meerjarige strategische innovatieagendazou het gewenst zijn een verband te leggen met de uitwerkingvan de Europese Onderzoeksruimte en de koppelingmet het achtste kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling(2014-2020).Het eit zal zeker een plaats moeten krijgen in de nieuwe onderzoek-en innovatiestrategie van de eu die eind septemberuitkomt.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)Rik Mooijweer (015 219 14 30; r.mooijweer@mkb.nl)3.5 BiotechnologieEén van de belangrijke gebieden voor innovatie is modernebiotechnologie. Het gaat daarbij zowel om ‘groene’ (landbouwen voeding), ‘rode’ (medische) als ‘witte’ (industriële) biotechnologie.De ontwikkeling van biotechnologie in <strong>Europa</strong> looptinternationaal echter achter en verliest nog steeds terrein tenopzichte van de Verenigde Staten en in toenemende mateook van Azië. Met betrekking tot de groene biotechnologieis de achtergrond hiervan een gebrek aan maatschappelijkeacceptatie, voortkomend uit de verwarring die milieuorganisatiesde afgelopen jaren hebben gezaaid. Dit heeft voorveel biotechnologische producten geleid tot onzekerheidrond wetgeving en marktontwikkelingen in <strong>Europa</strong>, o.a. bijde toelating, etikettering en traceerbaarheid van genetischgemodificeerde organismen (ggo’s). Voor alle gebieden geldtdat een teveel aan onnodig restrictieve regelgeving nieuweactiviteiten smoort. Daarnaast is de maatschappelijke weerstandtegen biotechnologie buiten de eu kleiner. De kansenvoor biotechnologie in <strong>Europa</strong> zijn door deze factoren mindergroot dan elders, waardoor de groei achterblijft en biotechno-21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!