12.07.2015 Views

Rondje Europa - VNO-NCW

Rondje Europa - VNO-NCW

Rondje Europa - VNO-NCW

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Rondje</strong> <strong>Europa</strong>controle en de risico’s op fouten’). Ook een aantal facetten vanhet voorstel van de Commissie van 28 mei om het eu FinancieelReglement aan te passen zijn gericht op vereenvoudigingvan het kp.De Europese Commissie presenteert in deze mededelingenhaar plannen om de procedures voor deelneming aan doorde eu gesubsidieerde onderzoeksprojecten te vergemakkelijken.Het algemene doel is om de deelneming transparant enaantrekkelijk te maken voor de beste onderzoekers en innoverendebedrijven in <strong>Europa</strong> en daarbuiten. Daarnaast heeftde Commissie een groep van onafhankelijke deskundigenaangesteld om alle aspecten van het lopende kp7 te evaluerenin het kader van de mid-term review, die naar verwachting ookenige lijnen voor kp8 zal uitzetten.oordeel vno-ncw en mkb-nederlandTen behoeve van de discussies over kp8, willen vno-ncwen mkb-Nederland de volgende punten onder de aandachtbrengen.Een eu-begroting met meer budget voor R&D en innovatie iswenselijk. Van het huidige eu-budget gaat 44% van de circa120 miljard euro per jaar naar de landbouwuitgaven, terwijlhet totaal van de verschillende activiteiten gericht op R&D eninnovatie slechts ca. 15% betreft. Een verschuiving in budgettennaar meer R&D/innovatie en minder landbouw is wenselijkom de totale gelden van het kp omhoog te brengen.Tegengaan van de daling van de deelname door het bedrijfslevenombuigen. Met name ten gevolge van de complexiteit ende bureaucratie in het kp is er sinds 1997 een voortdurendedaling geweest van de deelname door het bedrijfsleven, vanbijna 40% in 1997 naar 25% nu. De rest gaat grotendeels naarpublieke onderzoeksinstituten en universiteiten, die het kaderprogrammasteeds meer zijn gaan gebruiken als derdegeldstroom. Er moet weer gestreefd worden naar een optimalebalans, waarbij het Kaderprogramma weer primair in hetteken staat van het bevorderen van het concurrentievermogenvan <strong>Europa</strong>, zoals ook de onafhankelijke evaluatiecommissiein de herziening van kp 6 concludeerde.Programma’s voor het mkb meer vraaggericht en mkb-specifiekmaken. Hierbij zou het ook helpen om kleine projectenbinnen de thema’s uit te voeren. Voorts valt te overwegen omde categorie associate partner uit eerdere kaderprogramma’sweer in te voeren en de mogelijkheden voor het mkb te vergrotenom in de latere fases van lopende projecten aan te haken.vno-ncw en mkb-Nederland vinden dat in het volgend Kaderprogrammameer nadruk moet liggen op toepassing eninnovatie, waardoor de participatie van het bedrijfsleven omhoogkan. Ook vinden beide organisaties dat moet wordeningespeeld op de rol van bedrijven als een belangrijke oplosservan maatschappelijke vraagstukken. Markten zijn eenbelangrijke stimulans voor R&D- en innovatie-investeringenvanuit bedrijven. Het idee om Europese maatschappelijke uitdagingente formuleren als lead markets geeft een gerichte stimuleringvan R&D-investeringen door bedrijven. Een anderbelangrijk aspect is om de maatschappelijke vraagstukkenin te bedden in reguliere technologieprogramma’s. De R&Droadmaps van verscheidene jti’s laten zien dat een koppelingmet economische activiteit een breed scala van mogelijkhedenbiedt. vno-ncw en mkb-Nederland vinden ook dat er meeraandacht moet komen voor de toegankelijkheid van risicokapitaalals aanvulling op het huidige innovatie- en onderzoeksbeleidbinnen <strong>Europa</strong>. De organisaties als eib en eif kunnendaarin een rol vervullen. Tenslotte vinden beide verenigingendat een betere balans moet worden gebracht tussen mkbgeldendie gealloceerd zijn voor thematische mkb-deelname(nu 5 mld euro) en mkb-specifieke programma’s (nu 1,4 mldeuro). Een verdeling van 50%-50% zou tot positief gevolg hebbendat de slaagkans van de mkb-specifieke programma’s van12% tot 30% zou stijgen.vno-ncw en mkb-Nederland vinden de mededelingen vande Commissie over de vereenvoudiging een stap in de goederichting. Wel maken beide organisaties zich zorgen over deaanbevelingen om te komen tot meer output gebaseerde financiering(dat trekt minder risicovolle projecten aan) ende lump sum financiering (wat bedrijven met kapitaalintensiefonderzoek kan benadelen). Uiteindelijk is het omeen echte doorbraak te bereiken in de bureaucratie van dekaderprogramma’s noodzakelijk om over te gaan op een meerop vertrouwen en risicobeheersing gebaseerde aanpak. Decombinatie van persoonlijke aansprakelijkheid van een Europeseambtenaar met het zerotrust- en zerotolerancebeleid werktremmend voor het slagen van de Europese onderzoeksparagraaf.De Nederlandse High Trust benadering kan daarbij alsvoorbeeld dienen, waarin ook het aantal controles wordt verminderdom de administratieve lasten te verlagen. De Mededelingover tolerable risk zet stappen in de goede richting. vnoncwen mkb-Nederland dringen aan op snelle implementatie.Wel zouden ook de bepalingen in het eu Financieel Reglementover persoonlijke aansprakelijkheid voor Europeseambtenaren verzacht moeten worden, maar dit is helaas geenonderdeel van het recente voorstel van de Commissie. Voortsmoeten de toekenningtermijnen (time to contract) aanzienlijkverkort worden. De nationale programmacomités hebbeneen belangrijke rol in de beleidsvoorbereidende evaluatietrajecten,en dienen ook de individuele projectbeoordelingenglobaal te monitoren, zonder het werk van de EuropeseCommissie over te doen. Een schriftelijke procedure kan onnodigevertragingen hierbij beperken.Daarnaast is het van belang dat het kaderprogramma vooronderzoek en ontwikkeling goed aansluit op de era doelstellingenen er een goede afstemming is met initiatieven dieop dit vlak vanuit andere dg’s geleverd worden, zoals o.a. heteit, cip, het Lead Markets initiatief en programma’s gericht opduurzaamheid en energie, waar ook nog veel onderzoek voornodig is. Nu lijkt er toch nog vaak sprake te zijn van losse,soms concurrerende, initiatieven uit diverse dg’s.Inlichtingen:Thomas Grosfeld (070 349 04 15; grosfeld@vno-ncw.nl)Rik Mooijweer (015 219 14 30; r.mooijweer@mkb.nl)3.3 Europese onderzoeksruimteIn 2000 besloot de eu tot het creëren van de European ResearchArea (era) om een impuls te geven aan het Europees onder-20

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!