12.07.2015 Views

ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - NVOS-Orthobanda

ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - NVOS-Orthobanda

ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - NVOS-Orthobanda

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

EDITIE september 2010<strong>ORTHOPEDISCHE</strong><strong>TECHNIEK</strong>ondernemend vakmanschapPAGINA 7ProtocolbeenprothesenHoe kwam dit dit tot stand?-PAGINA 14Het stroomlijnen van deArbeidsvoorwaarden-PAGINA 30Hulpvraagstaat centraalRol protocol bij opleidingen-PAGINA 17 t/m 24OnderwijsspecialMet onder andere:DHTA, klaarvoor de start!


INHOUD<strong>TECHNIEK</strong>9 Orthesiologie bij CVADeel 2: Problemen met de footclearanceONDERZOEK32 Het DIAFOS onderzoekEen kijkje achter de schermenZORG & KWALITEIT07 Protocol voor het versterkenvan beenprothesen13 MYOPRO26 Meer-kanaals sEMG methodeISPO CONGRES EN BEURS30 De hulpvraag staat centraalGesprek tussen René Offers en Piet VreeswijkINNOVATIE11 Innovatiedagenvoorzien in behoefteNIEUWS34 NieuwsberichtenOntwikkelingen en actualiteitenBEURSNIEUWS26 ISPO & FIPEen verslag22DHTA KLAAR VOOR DE START!711OPLEIDINGEN18 Nog even op een rijtje ...Over opleidingen22 Dutch HealthTec AcademyKlaar voor de start!24 EVCErkenning Verworven CompetentiesWORKSHOPS6 AfwikkelbalkenMiniworkshop36 Kunststofneusmet "distrac reinforcement panel"MiniworkshopPROTOCOL VOORBEENPROTHESEN28EX-LEPRA PATIENTENIN SURINAMEINNOVATIEDAGENINTERVIEW14 Stroomlijnen van de arbeidsvoorwaardenInterview met Che Hsin Falkenström21 OFOM, 35 jaar midden in het vakInterview met Jan BredieMAATSCHAPPELIJKVERANTWOORD ONDERNEMER28 Surinaamse ex-leprapatiëntenInterview met Debby Wittekamp en Guillaume KempesEN VERDER5 VoorwoordDoor Paul Valk25 ColumnDoor Rob Jansen2 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 3


Penders Voetzorg is met haar 11 vestigingen en 120 medewerkers een vooraanstaandeonderneming op het gebied van voetzorg in Nederland. Centraal staat een klantgerichte enmultidisciplinaire aanpak bij het oplossen van voetproblemen. Spreekuren worden gehouden inonze vestigingen en in ziekenhuizen, revalidatiecentra en verzorgingstehuizen. Tevens kunnenklanten terecht voor advies op het gebied van geselecteerd gemaksschoeisel.Voor diverse vestigingen zijn wij op zoek naar een:Orthopedisch schoentechnicus/AdviseurFunctie:Kijk voor een uitgebreide functieomschrijving omtrent deze vacature op onze website:www.pendersvoetzorg.nlInlichtingen:Nadere informatie over deze functie isverkrijgbaar bij Henk Engelen, technischdirecteur, bereikbaar via e-mail:h.engelen@pendersvoetzorg.nlSollicitatie:Bij interesse kun je je sollicitatie richtenaan r.cortenbach@pendersvoetzorg.nlOf per post aan:Penders Voetzorgt.a.v. Rianne CortenbachPostbus 31166093 ZJ HeythuysenHeythuysen • Roermond • Weert • Tegelen • Venlo • Delft • Gouda • Rotterdam • Den Haag • Tiel • DoetinchemKNAPPE KOPPENEN DE ZORG DIE ZE VEROORZAKENNederlanders hebben recht op zorg. Dat staatin de wet. Knappe koppen bij het College voorZorgverzekeringen (CVZ) hebben bedacht datje die zorg ‘functiegericht’ moet beschrijven.Mensen met problemen aan het bewegingssysteemhebben recht op ‘uitwendigelichaamsgebonden hulpmiddelen ter correctievan gestoorde functies van het bewegingssysteem’.Het gaat om hulpmiddelen ‘waaropde patiënt redelijkerwijze is aangewezen’ endie voldoen aan ‘de huidige stand van wetenschapen praktijk’. Patiënten hebben daarrecht op, dus de zorgverzekeraar betaalt envoor eigen bijdragen is (in beginsel) geenplaats.Maar wat nu, wanneer mijn orthopedischeschoen wat duurder uitvalt, omdat ik schoenenwil die bij mijn trouwpak passen? Of wat,wanneer mijn vrouw redelijkerwijze is aangewezenop orthopedische schoenen, maarhet liefst op laarzen loopt?De theorie is simpel. De orthopedisch schoentechnicusanalyseert de stoornis en debeperkingen die daarvan het gevolg zijn (nietkunnen lopen bijvoorbeeld) en kiest hiervoorde meest doelmatige oplossing. Simpel endoeltreffend. Je brengt de vraag in beeld, jezoekt er de juiste oplossing bij en de zorgverzekeraarbetaalt. Om nu te voorkomen dattien orthopedisch technici voor dezelfde consumenttien verschillende oplossingen bedenkenen om te voorkomen dat niemand achterafnog kan uitleggen waarom geen goedkopereoplossing gekozen is, moet er een protocolkomen: een setje regels die het keuzeprocesbegeleiden. Knap bedacht door die koppen!Mijn vrouw en ik hebben al ervaring opgedaanmet functiegerichte beschrijvingen en eeneigen boerenverstandprotocol. Dat viel nogniet mee.‘Echtgenoten zijn verplicht elkaar het nodigete verschaffen’. Deze functiegerichte beschrijvingkomt uit het Burgerlijk Wetboek. Bij onskomt dat erop neer dat ik betaal. Nu lijdt mijnvrouw aan een mobiliteitsstoornis. In een uurkomt ze te voet niet veel verder dan vijf kilometeren op de fiets hooguit vijfentwintig. Zelflijd ik aan dezelfde stoornis, maar dan erger.Voor mijn echtgenote brengt deze stoorniseen ernstige beperking met zich mee. Zewoont in Utrecht (ik ook trouwens) en zewerkt in Leiden (ik niet). Voor de dagelijkseterugweg heeft ze maar een uur beschikbaar(anders staat het eten te laat op tafel). WijFOTO Eric GrashoffVOORWOORDdoor Paul Valk, voorzitter<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>nooit Leiden in een uur. Dat wordt een treinabonnement,concludeerde ik. Het leek me degoedkoopste adequate oplossing en ik hoefhaar tenslotte niet meer te verschaffen dan‘het nodige’. Nou dat bleek een misverstand.Tussen Utrecht en Leiden staan treinen vakerstil dan dat ze rijden. In de zomer zetten derails uit, in de herfst veroorzaken bladerenvierkante wielen, ‘s winters vriezen de wisselsvast en als het lente wordt springen alle seinenspontaan op groen. Een scooter dan, opperdeik. Dat kon ook niet. Bij een scooter hoort eenhelm. Die brengt het haar in de war. Dat kostdan minimaal 15 minuten restauratiewerk. Zoblijft Leiden dus op meer dan een uur afstand.Het moest een auto worden, maar welke. EenToyota Aygo leek me wel wat. Zo een ding kost9.000 Euro en haalt vast wel 70 km in een uur.Misschien wel 80 met wind mee. Nou, danhad ik de zwaarte van de beperkingen tochécht niet goed in kaart gebracht. In dat uurworden ook nog boodschappen gedaan. DieAygo kan de boodschappen niet verstouwen.Bovendien kost boodschappen doen veel tijd.Wil je dat in een uur redden, dan moet je 150km per uur kunnen rijden. Dat wordt dan eenFerrari met aanhangwagen en een persoonlijkbudget voor de bekeuringen, stelde ik vast.Ik kon kiezen tussen een krantenwijk of eenderde hypotheek, besefte ik.Zoals meestal kwam mijn lief zelf met de oplossing.Als je me nou gewoon een fatsoenlijkbedrag voor een auto geeft, dan betaal ik zelfde rest wel bij. Aldus geschiedde. Het is eenCorsa geworden, maar vraag me niet waarom.“Het leek me de goedkoopsteadequate oplossing ...”gingen dus op zoek naar een behandeling ofhulpmiddel ter correctie van de stoornis, ofdesnoods naar een hulpmiddel om de beperkingte compenseren. De sporthal was geenoptie. Met veel trainen haalt ze de marathonmisschien ooit nog eens in vier uur, maarEn de vraag, of ik bij een functiegerichteaanspraak wel een eigen bijdrage mochtaccepteren, die heb ik maar verdrongen.Paul Valk4 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 5


TEKST Rob VerwaardMINIWORKSHOP:AFWIKKELBALKENIn de dagelijkse praktijk van de orthopedisch (schoen-)technicus, is deafwikkeling van een schoen een belangrijk gegeven. In deze miniworkshopworden de biomechanische principes van de afwikkeling nogeens uit de doeken gedaan.Heeft u reacties naar aanleiding vandeze mini-workshop? Reageer danvia vakblad@nvos-orthobanda.nlTEKST Che Hsin Falkenström (algemeendirecteur OIM Orthopedie) en Marieke Paping(revalidatiearts Rijndam Revalidatiecentrum)Nauwe samenwerking tussen instrumentmakers,revalidatieartsen en zorgverzekeraars resulteert inPROTOCOLVOOR HET VERSTREKKENEen afwikkelingscorrectie wordt ingezet om eenbeperkte of opgeheven voetafwikkeling tevervangen, of om pijn tijdens het afwikkelen tevoorkomen.Dit kan de afwikkeling van de hele voet betreffen,maar ook de voor- en achtervoet afzonderlijk.Een afwikkelingscorrectie wordt aangebrachtdoor middel van een afwikkelrol. Door derol vindt de afwikkeling plaats zonder dat deschoenzool gebogen hoeft te worden, iets watbij een normale afwikkeling wel noodzakelijk is.Om te demonstreren wat de biomechanischeprincipes van een afwikkelingscorrectie zijn,wordt het volgende denkbeeldige model gebruikt.De voet wordt haaks vastgezet onder hetbeen in een hoek van 90 graden. Onder de voetwordt een wig geplaatst met de punt naarbeneden gericht. De loodlijn van de wig wordtuitgelijnd in het verlengde van de onderbeen-as,door het bovenste spronggewricht. (zie fig. 1)Over de punt van de wig wordt een volledigeafwikkeling verkregen. Het draaimoment(moment = kracht x arm) bevindt zich aan depunt van de wig. Een volledige afwikkeling kanhiermee worden verkregen, zonder een draaiingin het bovenste spronggewricht te veroorzaken.Door deze wig aan te passen in dit denkbeeldigemodel, veranderen de mechanische waardenvan de formule moment = kracht x arm. Door dewig bijvoorbeeld hoger te maken, wordt de arm(beenlengte + wighoogte) groter. Het momentzal dus groter worden bij gelijk blijvende krachtof er zal minder kracht nodig zijn om hetzelfdemoment te krijgen. Maar ook de positie van dewig heeft veel invloed op dit model. Door de wignaar achteren te plaatsen zal de zwaartelijn vanhet lichaam vóór het punt van de wig komen teliggen. (zie fig 2) Hierdoor ontstaat een draaimomentdat het onderbeen in voorwaartse richtingzou willen draaien. De knie wordt in eenflexiebeweging gebracht en het zou voelen alsofje van een heuvel afloopt. Andersom gezien, alsde wig richting de tenen wordt verschoven,geldt dat het draaimoment in richting wordtomgedraaid. Het onderbeen wordt naar achterengedrukt, de knie reageert met een extensieen de proefpersoon krijgt het gevoel een heuvelop te moeten lopen.Een afwikkelrol is in dit denkbeeldige model eengroot aantal wiggen die in verschillende positiesonder de schoen zijn geplaatst. Door dezebiomechanische principes van afwikkeling teonderkennen en toe te passen bij de constructievan een afwikkelrol onder een schoen, kan meneen gewenst draaimoment verloop, bij het afwikkelencreëren. Een lage afwikkelrol zal debewegingen in de voetgewrichten vergroten tenopzichte van een hoge afwikkelrol. Een afwikkelroldie meer richting de hiel begint (vervroegdeafwikkeling) ontziet de gewrichten in de voet,maar vergroot de instabiliteit in de knie. Een afwikkelroldie meer naar voren begint, geeft meerstabiliteit in de knie, maar het afwikkelen zelffi guur 1 fi guur 2kost meer kracht (berg op!) en meer bewegingin de voetgewrichten.Om zelf eens te ervaren wat het effect is van eenbepaalde afwikkelrol, kan men zelf een laag kurkonder een paar oude schoenen lijmen en eensgaan experimenteren met bepaalde wigvormen.Het zal u verbazen wat een paar centimetersverschil al met uw looppatroon doet. In ditkader zijn schoenen met een extreme afwikkelingnu ook gewoon te koop op internet, ineen sportzaak of schoenspeciaalzaak. Merkenals MBT en Skechers verkopen schoenen dieHet zal u verbazen wat eeneen paar centimeters verschilmet uw looppatroon doetuw spieren volgens bovenstaand biomechanischprincipe aan het werk zetten door juisteen instabiliteit te creëren die uw lichaam maggaan compenseren. Dit als een soort work-outom gewicht te verliezen, spieren te verstevigenen bloedsomloop te bevorderen. Een nieuwetrend in de schoentechniek? De toekomst zalhet leren... •BEEN-VAN PROTHESENDe afgelopen drie jaren is er door vertegenwoordigers van de orthopedischebranche; <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, zorgverzekeraars en de Nederlandse Verenigingvan Revalidatieartsen (VRA), hard gewerkt aan het ontwikkelen van een protocolvoor beenprothese verstrekkingen. Dit heeft geresulteerd in een conceptprotocoldat in 2011 door de betrokken partijen zal worden omarmd. Waaromen hoe is men tot een dergelijk protocol gekomen?AanleidingDeregulering is ingevoerd in 2001, met het doelom tot betere kwaliteit en doelmatigheid tekomen, om zo de financierbaarheid van de zorgin de toekomst te kunnen blijven waarborgen.Hierin is de regierol inzake het verstrekken vanhulpmiddelen, verschoven van de overheid naarde markt en met name naar de zorgverzekeraarsin het bijzonder. Om deze regierol goed te kunnenuitvoeren is transparantie en eenduidigbeleid van hulpmiddelenverstrekking noodzakelijk.Men wil beter onderbouwd zien waarom ervoor een bepaalde functionaliteit is gekozen, omzo doelmatigheid te stimuleren. Hierdoor hebbenzorgverzekeraars behoefte om het verstrekkenvan orthopedische hulpmiddelen zoveelmogelijk in richtlijnen of protocollen vast teleggen.Om bij te kunnen dragen aan de gewenstedoelmatigheid, is het voor de branche (zowelvoorschrijvers als instrumentmakers) van belangom eenduidig beleid op het gebied van hulpmiddelenverstrekking te ontwikkelen. Hiervoor isinzicht nodig in de relatie tussen medische nose en beoogd functioneren van de cliënt, en dediaggekozenoplossing van het hulpmiddel. Omdatveel kennis op dit gebied veelal impliciet aanwezigis, is het van belang om informatie eenduidigvast te leggen en zo data te verzamelendie kunnen dienen als basis voor beleidsvormingin de toekomst. Ook worden de verantwoor -de lijkheden van voorschrijvers en instrumentmakersomschreven.Last but not least, het centraal stellen van dehulpvraag van de cliënt wordt steeds belangrijker.De cliënt wordt steeds mondiger en is steedsbeter geïnformeerd (o.a. door internet). Cliëntengaan steeds meer zelf bijdragen (eigen risico, noclaim) en hebben ook de behoefte aan meertransparantie, “wanneer mag ik op wat rekenen”,etc.Deze ontwikkelingen maken dat de behoeftenaar richtlijnen en protocollen alleen maar groteris geworden bij alle betrokken partijen.Stuurgroep PPPIn 2007 hebben zorgverzekeraar De Friesland enOIM Orthopedie het initiatief genomen om tekomen tot een landelijk gedragen protocol voorhet verstrekken van beenprothesen. Dat eendergelijk protocol niet lokaal maar landelijk zoumoeten worden aangepakt, was vanaf het beginaf aan duidelijk. Vandaar dat destijds een stuurgroepis opgericht met vertegenwoordigers van<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> (zowel de grote als kleinerebedrijven), de VRA en de zorgverzekeraars. Daarnaastwas er ondersteuning van Theo Bougie vanBRT advies, op gebied van terminologie, wetenregelgeving. De stuurgroep heeft gedurendehet project nauwe contacten onderhouden metvertegenwoordigers van de patiëntenverenigingen,CG-Raad in het bijzonder, om hen er zo veelmogelijk bij te betrekken. De stuurgroep heeftde naam Protocollering en PrijssystematiekPro thesen gekregen, vandaar de naam PPP.Het PPP protocolAls basis voor de stroomlijning van het verstrekkingprocesvan beenprothesen, is de procesbeschrijvinghulpmiddelenzorg van het CVZ alsrichtlijn genomen (zie schema op pagina 8). Ditmodel sluit aan op de huidige wet en regelgeving(o.a. Wmo en Zorgverzekeringswet). Daarin isbepaald dat de verzekerde prestaties betreffendehulpmiddelen – de aanspraken – getoetstmoeten worden aan de functiegerichte omschrijving.Centraal in dit proces staat, het inventariserenvan de hulpvraag van de patiënt, de haalbaarheiddaarvan en het formuleren van de uiteindelijkezorgvraag (het beoogd menselijk functioneren),beschreven in functionele termen. Hieruit volgthet beoogd gebruik van de prothese (beschrijvingvan wat de prothese functioneel moet doen),waarna een koppeling gemaakt wordt metverschillende componenten van de prothese.Deze componenten dienen functiegerichtomgeschreven te zijn, hetgeen ook in het kadervan wet- en regelgeving gevraagd wordt. Opbasis van deze functionele omschrijvingen steltde instrumentmaker de uiteindelijke prothesesamen.Aangenomen wordt dat het verwachtemobiliteitsniveau met een prothese bij 80%van de patiënten een bepalende rol speelt bijde keuze van protheseonderdelen, waarbij hetniveau wordt ingeschat door het bepalen vanhet K-level. Bij de overige 20% zijn anderefactoren uit de ICF meer bepalend. >>6 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 7


Hoe is de ontwikkeling van hetprotocol aangepakt?"Dat was een heel moeilijke", zegt Che HsinFalkenström. "Je moet je voorstellen dat er in demarkt weinig aan richtlijnen was vastgelegd. Eris heel veel onderzoek, kennis en deskundigheid,maar die worden veelal vanuit een individuelevisie toegepast. Wil je dan komen totricht lijnen en protocollen, dan moet de markttot op zekere hoogte wel op één lijn willen komen.Det meeste tijd is besteed aan het betrekkenvan professionals in de markt, het toetsenvan concepten bij de achterban, het creëren vandraagvlak bij de achterban en het toetsen vanterminologie aan de wetgeving en geldendestandaarden (ICF, ICD, ISO, etc.). Het vakinhoudelijkegedeelte is uitgewerkt in werkgroepenvan instrumentmakers en voorschrijvers. Dithad met name betrekking op het koppelen vanhet beoogd functioneren van de cliënt (uitgedruktin de mobiliteitsclassificatie K-level) aanfunctioneel omschreven prothesecomponenten.Met andere woorden, we hebben zoveelHoe nu verder?"De verwachting is dat het protocol bij vele zorgzorgverzekeraars zalworden opgenomen in leverancierscontracten. Met andere woorden: demarkt zal het gaan toepassen. Daar zit altijd een leertraject aan vast. Eenprotocol is geen statische zaak. Het komende jaar zullen de betrokkenberoepsgroepen uitgebreide ervaring gaan opdoen en zij zullen destuurgroep naar verwachting gaan voeden met suggesties en opmerkingen.Vanuit de stuurgroep zullen dan mogelijk aanpassingen wordendoorgevoerd. Deze aanpassingen zullen via een nieuwsbrief PPP wordengecommuniceerd via <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> en de VRA", aldus Che HsinFalkenström. Marieke Paping: "Het werk is nu niet klaar, misschien beginthet pas. Allereerst willen we het protocol wel degelijk met de microprocessorgestuurde knie uitbreiden. Daarnaast houden we ons met devraag bezig hoe we het protocol in de markt kunnen gaan verankeren.Immers, naast dit protocol is het afgelopen jaar ook het NPI Voetschoenprotocolafgerond. Dergelijke protocollen moeten een formele plek krijgenin de markt. Hoe kunnen we het protocol een formele status geven?Wie gaat het dan beheren? Welke competenties moeten aanwezig zijnom het protocol adequaat te kunnen gaan beheren? Hoe gaan we ommet feedback vanuit de markt? Het protocol ligt er nu, nu moeten we ervoor zorgen dat het geen eendagsvlieg is!”. •mogelijk de inhoud laten bepalen door demensen die er dagelijks mee werken. Het is dusniet zo dat de stuurgroep zelf vanuit een ivorentoren dingen heeft bedacht." Marieke Papingonderschrijft dit. “De kracht van de aanpak in destuurgroep was juist dat deze naast de inhoudzeer sterk gericht was op betrokkenheid van deverschillende beroepsgroepen en het creërenvan draagvlak bij de achterban. Zorgverzekeraarshadden meer dan eens de conclusiege trokken dat het protocol al voldoende wasontwikkeld en dus kon worden geïmplementeerd.Niet dus! We hebben daar keer op keervoet bij stuk gehouden om zo voldoende tijd tecreëren voor het ontwikkelen van draagvlak. Deaanloop van het project was soms traag en taai,maar het resultaat is wel dat intussen de helemarkt weet wat het protocol PPP is en dat deartsen, instrumentmakers, zorgverzekeraarsmaar ook CVZ en ZN het protocol gaan omarmen.Toen het protocol in concept wasuitontwikkeld, hebben we het protocol getoetstbij drie revalidatiecentra (Rijndam, UMCG,Maartenskliniek). Deze proef bestond uit 65behandelingen en ruim 80% van de behandelingenkwamen overeen met het protocol. Ditkwam goed overeen met onze stelling dat 80%van de protheseverstrekkingen binnen het protocolmoet vallen. Er zijn altijd uitzonderingenwaarbij andere factoren belangrijker zijn dan hetverwachte mobiliteitsniveau; die ruimte moet erzijn! Op dit moment hebben we microprocessorgestuurde beenprothesen en interim-voorzieningennog buiten beschouwing gelaten,maar de bedoeling is dat die later ook wordenopgenomen.”Het werk is nu niet klaar,misschien begint het pasGedetailleerde informatie over het concept-protocol kunt u vinden op de website vande VRA http://sites.google.com/site/vrawap/ (voor revalidatieartsen) en van debranchevereniging <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> www.nvos-orthobanda.nl (voor leden van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>).Het protocol is tot stand gekomen door de volgende partijen in de stuurgroep:Achmea, Agis zorgverzekeringen, BRT-Advies, De Friesland zorgverzekeraars,LIVIT Orthopedie, OIM Orthopedie, POM, Univé verzekeringen, VRA (NederlandseVereniging van Revalidatieartsen), WAP (Werkgroep Amputatie en Prothesiologie),Westland Orthopedie.De tekst van dit artikel is gebaseerd opmateriaal van de cursus bewegingsanalysebij CVA patiënten van J. H. Buurkeen M. J. Nederhand, Het Roessingh,Enschede (www.smalll.nl).TEKST M. J. Nederhand, J. H. BuurkeOrthesiologie bij CVA; enkele biomechanische principes.DEEL 2: PROBLEMENMET DE FOOTCLEARANCEDit artikel is een vervolg op deel 1, waarbij algemene biomechanische principesvan het lopen zijn uitgelegd, en uitgaande van een dergelijk denkmodel heteffect van een EVO op de stabiliteit van het lopen is toegelicht. In dit tweededeel wordt nader uitleg gegeven over de bio-mechanische effecten van eenEVO op de ‘footclearance’. Daarnaast wordt ingegaan op de rol van schoeiselop de uiteindelijke effectiviteit van een orthese.Problemen met footclearanceHet niet goed loskomen van de voet in dezwaaifase (footclearance), is te verklarendoor een relatief te lang been en kan op verschillendegewrichtsniveau’s, geïsoleerd ofin combinatie voorkomen. In de zwaaifasevan het normale gaan, dragen heup- en knieflexieen enkeldorsaalflexie van het ipsilateralebeen bij aan de footclearance. In het contralateralebeen wordt tijdens het passerenvan het zwaaibeen voldoende ruimtegecreëerd door extensie van de heup enknie in midstance. Het opstellen van dedifferentiaal diagnostiek van footclearanceproblemen bij een unilaterale uitval is onderte delen in de genoemde gewrichtsniveaus:1) In het geval van een beperkte enkel dorsaalflexiein de zwaaifase zijn de oorzakenbijvoorbeeld een voethefferszwakte, onwil lekeurigeactiviteit van de m. triceps, of eenplantairflexie contractuur. Begrepen dient teworden dat de normale enkelstand op hetmoment van passeren van het standbeen(80% van de schrede) soms nog in een lichtplantairflexie, hooguit neutraal staat. Daaromgeeft een lichte solitaire beperking indorsaalflexie vaak niet zo’n probleem.2) Veel vaker voorkomend en enigszinsonderbelicht is een beperkte knieflexie (stiffknee gait genoemd) in de zwaaifase alsoorzaak voor footclearance problemen engeeft aanleiding tot compensatoire circumductieof contralaterale ‘vaulting’ (= op detenen staan om het standbeen relatief teverlengen). Een "stiff knee gait" heeft zijnoorzaken in het laatste deel van standfasewaarbij gewichtstransfer op het contralateralebeen, en overgang van standfase naarzwaaifase plaatsvindt. Het aangrijpingspuntFiguur 6: Normale mechanisme van knieflexie in de zwaaifasevan de grondreactiekracht verplaatst tijdensde standfase geleidelijk naar de voorvoet,waarna er een complex mechanisme startwaarin er een belangrijke rol is weggelegdvoor de biarticulaire m. gastrocnemius. Hetmoment dat de GRF voorbij de metatarsaallijnverplaatst komt er een extra bewegingsasin de voet beschikbaar. Met dezeextra bewegingsas en transfer van het grootstedeel van het lichaamsgewicht naarhet andere been, wordt de kracht van dem. gastrocnemius aangewend voor een plantairflexiebeweging in de enkel (push off).Door gelijktijdige inzet van de heupflexoren(pull off) komt de GRF achter de knie-as,waardoor de (biarticulaire) m. gastrocnemiusbehalve als plantairflexor tevens als knieflexorfunctioneert. De op deze manier gegenereerdepush off in de enkel en de pulloffin de heup geven een knipmesachtigeversnelling van de knieflexie. De rol van de(eveneens biarticulaire) m. rectus femoris isom met een korte cocontractie overmatigeknieflexie te voorkomen (zie figuur 6). Hetbijzondere van dit mechanisme van knieflexieis dat de hamstrings als knieflexornauwelijks een rol van betekenis spelen.Belangrijk om te beseffen is dat bij eennormaal looppatroon, de gegenereerdepro pulsie als stuwende kracht achter deknie flexie voor 70-80% wordt geleverd doorde m. gastrocnemius (Winter 1980), dereste rende kracht wordt geleverd door deipsila terale heupflexoren en heupextensorenvan het contralaterale standbeen.Op basis van deze kennis is de differentiaaldiagnostiek voor een stiff knee bij CVA goedte begrijpen aan de hand van parese,spasticiteit en contractuurvorming:1) De parese kan betreffen de m. gastrocnemius(met als gevolg afname van de pushoff component van de propulsie) of dem. iliopsoas (met als gevolg van de afname"pull off").2) De spasticiteit kan zich uiten in over activiteiten/of te langdurige activiteit van de m.rectus femoris waardoor knieflexie wordttegengehouden (Nene 2002).3) Bij spasticiteit of contractuur van de m.gastrocnemius is progressie van de GRF totvoorbij het metatarsophalangeaal gewrichtniet mogelijk en kan de GRF niet achter deknie komen om een knieflecterend momentte leveren.4) Bij contracte klauwtenen is er onvoldoendemogelijkheid tot dorsaalflexie in demetatarsophalangeale gewrichten. >>8 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 9


Consequentie voor het voorschrijvenvan een EVODe eerder genoemde oorzaken van dediverse loopafwijkingen komen vaak niet zogeïsoleerd voor als boven beschreven en datmaakt het complex om de mechanischeoplossing van een orthese voor het enepro bleem niet de mechanische oorzaak telaten worden voor een ander probleem. Alsvaak voorkomend voorbeeld kan een EVOter ondersteuning van de voetheffers inzwaaifase dienen. Als in dit geval een EVOmet een vaste enkelhoek wordt gekozenheeft dit een aantal nadelige gevolgen voornaburige gewrichten in de verschillendesubfasen van het lopen:1) beperkte enkeldorsaalflexie beperkt deprogressie van de tibia over de talus tijdenssingle stance.2) een groter knieflexie moment tijdensgewichtsname (loading response), wat inhet geval van zwakte van knie-extensorennadelig is (zie figuur 4).3) een beperking van enkel plantairflexietijdens de propulsie fase, waardoor eennieuwe oorzaak voor een stiff knee endaarmee weer clearance problemen wordengeïntroduceerd.Tevens dient nagedacht te worden over delengte van de voetplaat. Een voetplaat totvoorbij de tenen laat geen dorsaalflexie toein de metatersaallijn en daarmee geen plantairflexiein de enkel, wat weer van invloed isop de propulsie.Figuur 4: Effect van een rigide EVO met enkelfi xatie opknieflexie tijdens gewichtsnameEen belangrijke overweging welke nog nietaan bod is gekomen, is het effect van schoeiselop de uiteindelijke effectiviteit van eenorthese. Het is de combinatie van schoen enorthese waarmee een bedoelde werking kanworden "gefine-tuned" en/of een niet bedoeldebijwerking kan worden verminderd.Als er bijvoorbeeld in het geval van een equinovarusstand van de voet in zwaai en/ofstand fase, wordt overwogen dat een EVOmet enkelfixatie (en dus een vaste enkelhoek)noodzakelijk is, ook al gaat dit tenkoste van het knieflecterend moment tijdensde loading response, dan is dit laatste effectte beïnvloeden met een schoen met eenhakafronding. Het effect hiervan is, dat deGRF bij voetlanding dichter naar het enkelenkniegewricht wordt gepositioneerd, waardoorer minder activatie van de knieextensorennodig is om een voldoende internextensiemoment te genereren. Een vergelijkbaarvoorbeeld is een voorvoetafwikkeling ineen schoen bij een EVO met een voetplaattot voorbij de tenen. De afwikkeling kancompenseren voor het onvermogen af tewikkelen over de metatarsophalangeaal lijn,en kan de knieflexie daarmee vergemakkelijken.De plaats van de afwikkelronding ofbalk(uitgedrukt in percentage voetlengte) isbepalend voor het moment dat de knieflexiewordt toegelaten. (Owen, 2002). Dit procesvan “tuning” van de orthese-schoencombinatieis nauwelijks met het blote oog uit tevoeren en vereist de visualisatie van degrond reactiekracht in het videobeeld.Consequenties voor de praktijkHet beschreven biomechanische denkkaderbiedt voldoende handvatten om tot eenadequaat orthese voorschrift te komen. Devolgende vragen zijn daarbij van belang:1) Hoe en op welke locatie moet de orthesekracht leveren ter stabilisatie van eengewricht of controle van een gewrichts -beweging?2) In welk vlak van beweging (frontaal,sagitaal, transversaal) dient een orthese zijnkracht uit te oefenen?3) Dient de orthese om een gewricht geheelte immobiliseren of dient er een bepaalddeel van een beweging te worden toegelaten(bijv met scharnier) of zelfs te wordenversterkt (bijv met een veer)?4) Wat is het effect van een orthese op proximale(knie en heup) en distale gewrichten(metatarsophalangeaal)?5) Wat is het effect van een orthese opbepaalde subfasen van een schrede?6) Wegen de biomechanische voordelen vaneen orthese op tegen de biomechanischenadelen en hoe worden voor- en nadelentegen elkaar afgewogen?7) En hieruit volgend, kunnen de nadelenworden gecompenseerd door bijvoorbeeldhet schoeisel aan te passen?REFERENTIES:Nene AV, Byrne C, Hermens H. Is rectusfemoris really part of the quadriceps? Assessmentof rectus function during gait inable bodied adults Gait and Posture. 20:2004: 1-13Owen E Shank angle to floor measures oftuned ankle foot orthosis footwear combinationsfor children with cerebral pasly,spina bifi da and other conditions. Gait andPosture 16, supp 1, S132-133.Perry J. Gait analysis: Normal and pathologicalfunction. Thorofare NJ: SLACK Inc.,1992Pomeroy VM, Tallis RC. Physical therapyto improve movement performance andfunctional ability poststroke. Part 1, Existingevidence. Reviews of Clinical Gerontology2000; 10: 261-290.Tyson SF, Kent RM. Orthotic devices afterstroke and other non-progressive brainlesions. Cochrane Database of SystematicReviews 2009, Issue 1. Art. No.: CD003694.DOI: 10.1002/14651858.CD003694.pub2.Winter DA. Overall principle of lower limbsupport during stance phase of gait. J.Biomech 1980; 13: 923-927.Winter DA. Energy generation and absorptionat the ankle and knee during fast,natural and slow cadences. Clin Orthop RelRes. 1983; 175:147-154.Winter, DA. Biomechanics and motorcontrol of human gait: Normal, elderly andpathological. University of Waterloo Press,Waterloo. 1991Tot slotGeïnstrumenteerde gangbeeldanalyse gaatuit van een biomechanische benadering vannormale en pathologische looppatronen enbiedt een analytisch denkkader voor eenlogische en doordachte indicering van eenbeenorthese. Uitgaande van deze benaderingis er een antwoord te formuleren op devraag: door wie dient wat te worden gebruikten hoe. Een goed doordachte en mechanischeffectieve orthese kan een loopbewegingbeïnvloeden, maar betekent niet meteen datde gebruiker tot verbetering komt op voorhem belangrijke functionele taken. Daaromis het van belang om een ortheseverstrekkingte zien in het kader van een voorafgesteld en door een patiënt geformuleerdfunctioneel doel, vertaald naar een beoogdeverbetering ten aanzien van voorwaardenvoor het lopen, en gemeten in functioneleuitkomstmaten. Een belangrijk hulpmiddelbij een optimale orthese-uitlijning kanmogelijk worden gemaakt met visualisatievan de grondreactiekracht in beeldopnamesvan het lopen. •TEKST Jeffrey ZoetINNOVATIEDAGENvoorzien in behoefteOp 2 en 3 juni heeft Livit in Zeewolde de tweede editie van de Innovatiedagengeorganiseerd. Meer dan 250 medewerkers van dit bedrijf uit heelNederland, en vertegenwoordigers van bijna 40 exposanten kwamenbijeen om kennis te maken, ervaringen uit te wisselen, workshops tevolgen en product- en procesverbeteringen te bespreken.Initiatiefnemer van de Innovatiedagen isBart van Liebergen. Van Liebergen, algemeendirecteur van Livit, zegt het belangrijkte vinden dat de orthopedisch adviseurs,inkopers en het midden management opde hoogte zijn en blijven van de laatstetechnologische ontwikkelingen in de markt.Daarnaast zijn tijdens de tweedaagsebijeenkomst een groot aantal workshopsgegeven die gericht zijn op verbetering vande bedrijfsvoering.Investeren in mensenHet opleiden van personeel is van grootbelang binnen onze branche maar ook inandere sectoren van de economie. Kennis enkunde over de orthopedische hulpmiddelenmoeten immers constant op peil wordengehouden en het liefst nog worden verbeterd.Materialen en producten veranderen,er komen nieuwe producten bij, ende bedrijfsprocessen moeten wordenaangepast aan eisen van de klanten enandere belanghebbenden (o.a. zorgverzekeraars).Behoud van personeel en het aantrekkenvan nieuw personeel is tevens eenfactor die door het opleiden en dus ontwikkelenvan de medewerkers gestimuleerdwordt. Stilstand is immers achteruitgang.Een bedrijf dat het personeel constantopleidt, investeert in de toekomst van ditbedrijf en het personeel. Kundig personeelbetekent over het algemeen tevredenklan ten en de komst van nieuwe klanten.Een evenementals de Innovatiedagen isuniek in de branche voor deorthopedische hulpmiddelenen verdient een vervolgOrthopedisch technische bedrijven kunnenhet personeel naar de Mbo-opleiding vande SVGB en de Hbo opleiding van Fontyssturen. Daarnaast is er een aantal bij- ennascholingscursussen te volgen. Livitmaakt hier, net zoals de andere leden van<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, gebruik van, maarvoegt met de Innovatiedagen een extradimensie toe aan het opleiden van het personeel.De orthopedisch adviseurs, in -ko pers en het midden management wordentijdens de twee dagen gelijktijdig bij- ennageschoold. Teambuilding staat hierbijook op de agenda, omdat het gezamenlijkwordt opgepakt.Samen naar beterHet thema van de Innovatiedagen was'Livit op reis'. Bart van Liebergen vindt dathet bedrijf en medewerkers in een sterkveranderende omgeving zitten. Bedrijf enmedewerkers zijn continu in beweging omop deze maatschappelijke en technischeveranderingen te anticiperen. De inzet isom voortdurende verbeteringen door tevoeren en vanuit samen naar beter, metelkaar samen onderweg, de concurrentiepositie van het bedrijf te verstevigen.Bart van Liebergen, algemeen directeur van LivitBeursWat opviel tijdens de Innovatiedagen wasde grote beurs met bijna veertig exposantenuit Nederland en andere landen vanEuropa. Het aantal exposanten is verdubbeldten opzichte van de eerste editievan de Innovatiedagen. Leveranciers vanorthe sen en prothesen, (semi) orthopedischeschoenen, therapeutisch elastische kousen,cad-cam systemen, materialen en werkschoenenwaren allen aanwezig. Bestaandeen nieuwe producten en natuurlijk innovatieswaren te bezichtigen en medewerkerskonden met een reactieformulier aangevenwelke producten in het voorkeursassortimentmoeten worden opgenomen. Ookkon terugkoppeling worden gegeven opbestaande producten, met het doel eenbeter product te verkrijgen. Exposantengaven aan het bijzonder te vinden om indeze setting het “werk front” te kunneninformeren.WorkshopsDe basis van de Innovatiedagen werdgevormd door de workshops die werdengegeven. Standhouders hadden de mogelijkheidom zowel product- en procesinnovatiestoe te lichten. Ook werden er kousenaccreditatie cursussen gegeven en eencursus kousen aanmeten. Op dag twee diein het teken stond van “de neuzen dezelfdekant op krijgen” werden de laatste ontwikkelingen,producten en innovaties besprokenen trainingen gegeven over klantgerichtheid,positief veranderen en com merciëletrainingen. Ook zijn de protocollen, beenprothesenprotocol en het voet-schoenprotocoldie ontwikkeld zijn door <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, toegelicht.Beide dagen zijn afgesloten met een gezelligenetwerkborrel.Een evenement zoals de Innovatiedagen isuniek in de branche voor de orthopedischehulpmiddelen, en verdient een vervolg. •10 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 201011


uw beenmodespecialist!Wij leveren 100% katoenen naadlozesokken met een soepel boord, wollensokken zonder elastiek in het boord,bedsokken, sokken in modal-katoentegen huidproblemen en nog veel meer.MYOPROMeer-kanaals sEMG methode voormyoelektrische aansturing van eenonderarm protheseTEKST Daphne van Baal, Roessingh Research & Developmenta healthy focus on feetMedical Leather heeft een gezonde kijk op voeten. Datvinden we belangrijk. Daarom leveren we al jaren de bestematerialen aan de orthopedisch schoen- en instrumentmaker.Over kwaliteit valt tenslotte niet te twisten. Die kwaliteitvindt u terug in onze producten én in onze service.Voor bedrijven en instellingen hebben we een aantrekkelijk prijsniveau!!sokkenmarkt.nlDe oplossing voor uw voetproblemen!telefoonAl uw benodigdheden onder één dakLederInstrumentariaZoolmaterialenVerbandmiddelenSiliconenPraktijkinrichtingWerkplaatsinrichtingVerbruiksmaterialenWe doen wat we beloven, dat vinden we vanzelfsprekend.Daarbij is een snelle levering gegarandeerd. Door ons voorraadbeheerheeft u alles direct in huis.Medio 2009 is een nieuw Pieken-in-de-Delta project gestart, genaamdMyoPro, onder de verantwoording van Hans Rietman en Laura Kallenberg.In dit project werken het Roessingh Research & Development, de Universi teitTwente en meerdere bedrijven samen om een nieuw prothesesysteem teontwikkelen en ontwerpen.De huidige myoelektrische prothesesworden namelijk vaak niet gebruikt na aanschaf.Dit komt hoofdzakelijk door degelimiteerde en onnatuurlijke functionelemogelijkheden, het ontbreken vansensorische feedback en het verlies vanfunctionele en selectieve spieraanspanning(aangezien trainen van het stompspierweefselpas mogelijk is als de prothese isaangemeten). De ontwikkeling van eenmyoelektrisch prothesesysteem die denatuurlijke aansturing benadert in gedifferentieerdheiden functionaliteit metdaaraan gekoppeld een feedbackmechanismedat geïntegreerd wordt met defysiologische motorsturing van het lichaam,zou een grote innovatie betekenen. Decombinatie met een virtuele omgeving,Figuur 1. Blokschema van de te ontwerpen myoelektrische onderarmprothesewaarin de patiënt direct na de operatie kanbeginnen met selectieve spiertraining vande amputatiestomp, is een geheel nieuwconcept dat de basis vormt voor functioneleprothesesystemen die daadwerkelijkeen vervanging bieden voor de verlorengegane arm-handfunctie.In fi guur 1 is het blokschema van de teontwerpen myoelektrische onderarmprothesete zien. De gebruiker drukt zijnintentie uit in specifi eke spieraanspanningspatronen(hand- en polsbewegingen). Dezeworden gemeten in de sensing modulewaar gedetecteerd wordt welke bewegingde gebruiker wil uitvoeren. De geselecteerdebeweging wordt doorgegeven aan decontrole module, die dit signaal omzet naarde juiste motorcommando’s. De gebruikerontvangt feedback over de status van deprothesehand door middel van sensorischeterugkoppeling.Als promovendus bij het RoessinghResearch & Development is Daphne vanBaal verantwoordelijk voor het sensinggedeelte. Het hoofddoel binnen dezemodule is om de mate van aansturing tevergroten door meer-kanaals oppervlakteelektromyografi e te gebruiken om verschillendecontractiepatronen van elkaar teonderscheiden. Tot nu toe is een pilotstudieuitgevoerd waarin tien gezonde proef-personen en één patiënt met een onderarmreductie defect zijn gemeten. Met behulpvan meerdere kleine elektrodes zijn de myoelektrischesignalen van acht verschillendepols- en onderarmbewegingen gemeten.Op de gemeten signalen is een data analyseper proefpersoon uitgevoerd en met behulpvan deze analyse zijn persoonspecifi ekepatroonherkenners (classifi ers) gebouwd.Na het trainen en testen van de classifi ers,wordt de nauw keurigheid van het classificatie systeem be rekend. Dit wordt uitgedruktin het percentage goed geclassifi -ceerde contractie patronen. Voor de gezondeproefpersonen kwam hier een gemiddeldpercentage van 99.3% goed geclassifi ceerduit en voor de patiënt werd een percentagevan 96.3% gehaald.De studie toont aan, dat met deze methodeacht patronen onderscheiden kunnen wordentegenover slechts twee bij de huidigeDe studie toont aan, dat met dezemethode acht patronen onderscheidenkunnen worden tegenover slechts twee bijde huidige commerciële prothesescommerciële protheses. Dit zijn veelbelovenderesultaten voor de ontwikkelingvan een nieuwe generatie myoelektrischeprotheses. Verdere validatie van deresultaten is zeker nodig door studies metmeer onderarm-amputatie patiënten uit tevoeren. Bovendien zullen spieraanspanningspatronendie meer de werkelijkheidnabootsen (zoals verschillende grepen) aande studie worden toegevoegd. Ten slotte,zal in de toekomst worden onderzocht ofhet mogelijk is om simultane aansturingvan verschillende bewegingen en krachtaansturingin het systeem te integreren. •12 Postbus 95, 5140 AB Waalwijk Zanddonkweg 6, 5144 NX Waalwijk Nederland<strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 13T +31 (0)416 37 69 87 F +31 (0)416 37 56 02 info@medical-leather.nl www.medical-leather.com


TEKST Claudia BeersHet stroomlijnen van deARBEIDSVOORWAARDENinterview met Che Hsin FalkenströmDe bedrijven binnen onze branchehebben uiteenlopende ontstaansgeschiedenissen.Bedrijven zijn voortgekomenuit zorgcentra (voorheenook wel ‘de centrum gebondenorthopedische bedrijven’ genaamd),andere bedrijven zijn ontstaan vanuitparticulier ondernemerschap en weerandere bedrijven zijn duidelijkverbonden met hun bedrijfstak CAO(bijvoorbeeld de schoenmakerijen).Deze diverse ontstaansgeschiedenisheeft ertoe geleid dat er meerdereCAO’s en de daaraan gekoppeldepensioen voorzieningen actief zijn, o.a.- CAO Zorg en Welzijn;- CAO Schoentechniek;- CAO Metaal.In het recente verleden was ook onze zorgrelatief 'verzuild' ingericht. Orthopedischeschoentechniek en orthopedische instrumentmakerijenopereerden relatief zelfstandigvan elkaar. In de laatste jaren zien weechter de verzuiling binnen onze brancheafnemen en steeds meer beroepsgroepengaan onder één dak werken. Dit vraagt omeen andere kijk op arbeidsvoorwaardenbinnen onze branche.Che Hsin Falkenström, bestuurslid en voorzittervan de commissie Arbeidsvoorwaarden,licht dit toe.Waarom werken aan de harmo nisatievan arbeidsvoorwaarden?Er zijn meerdere ontwikkelingen aan tewijzen waarom een zekere harmonisatievan arbeidsvoorwaarden binnen de branchegewenst is;Krapte op de arbeidsmarkten het imago van onze brancheOndanks de kredietcrisis is er nog steedsschaarste op de arbeidsmarkt. De ver -grij zing en daarmee de hulpvraag op demiddellange termijn neemt toe, terwijl dein stroom van leerlingen nog niet op hetgewenste niveau zit. Wij moeten dus potentiëlewerknemers niet alleen weten tetrekken op basis van inhoudelijke interesse,maar ook op een branchebreed gedragenAltijd zal de vraagvoorop staan:"is de overstap gunstigvoor de werknemer?"arbeidsvoorwaardenpakket en pensioenvoorzieningdat kan concurreren metandere CAO’s. Daarnaast kan een eenduidigarbeidsvoorwaardenpakket bijdragen aaneen consistent en professioneel imago vanonze branche.Gelijke monniken, gelijke kappenZoals reeds opgemerkt, ontstaan steedsmeer samenwerkingsverbanden binnen onzebranche. Dit wordt met name gestimuleerddoor de verandering van focus van “productgerichtnaar hulpvraag- gericht”. Verschillendeberoepsgroepen werken nu steedsmeer samen en steeds vaker onder één dakop dezelfde werkvloer. Door het actief zijnvan meerdere arbeidsvoorwaardenpakkettenkan daardoor onrust ontstaan op de werkvloer,maar ook binnen de branche en verschillendeorganisaties. Dergelijke onrust isongewenst. Het is voor onze branche vanbelang dat vergelijkbare beroepsgroepen opeen vergelijkbare wijze worden beloond;gelijke monniken, gelijke kappen.Voorkomen dat een ongewenstebedrijfsvereniging een lid gaat claimenBedrijfsverenigingen en de daaraan gekoppeldeCAO zijn volgens de wet bevoegd eenonderneming te verplichten om zich bij henaan te sluiten, indien de betreffendeonderneming activiteiten uitvoert die onderde desbetreffende vereniging valt. Bijschoen makerijen speelt dit niet omdat ditduidelijk is en zij dienen dan ook bij CAOSchoentechniek aangesloten te zijn. Echtervoor de orthopedische instrumentmake rijenligt dit veel minder duidelijk. Zij kunnenaangesloten zijn bij CAO Zorg en Wel zijnof CAO Metaal. Beiden kunnen nuondernemingen claimen op basis van deactiviteiten die de ondernemingen uitvoe ren.Het moge duidelijk zijn dat dit voor de betreffendeondernemingen en werk nemerseen onplezierige en onzekere situatie is,met alle fi nanciële gevolgen van dien.Immers de verschillende CAO’s enPensioenfondsen berekenen verschillendepensioenpremies. Wanneer we één brancheCAO zouden kunnen formuleren, kunnenwe dergelijke situaties in de toekomstvoorkomen. We stemmen ontwikkelingenook af met de overheid en leggen ook daarons bezwaar neer dat we momenteelworden geclaimd.CAOCAOZorg enWelzijnSchoentechniekKosten PensioenfondsOrthopedische Schoentechniek heeft eeneigen pensioenfonds. De kosten om zo’nrelatief klein fonds te behouden zijn echterenorm, als gevolg van toenemende eisenvanuit politiek en fi nancieel toezicht. Debeheerskosten zijn even hoog als van eenfonds dat vele malen groter is. De premiesbij de grotere fondsen kunnen mogelijkmeer ten voordele komen van de werknemers.De dekkingsgraad van veel pensioenfondsenis momenteel onvoldoendeals gevolg van de kredietcrisis. Ook voorhet fonds schoentechniek is deze dreigingaanwezig. Een stijging van de premie kannoodzakelijk zijn voor het fonds zonder datde werknemer hier een voordeel bij heeft.Een punt van aandacht is hierbij wel dat eenmogelijke harmonisatie voor sommigeleden wel hogere pensioenlasten met zichmee zullen brengen.Meer invloed op CAO ontwikkelingCAO Schoentechniek is de CAO waarbij wijactief aan tafel zitten als branche. Marktomstandighedenhebben we mee latenwegen in de CAO onderhandelingen. Bij deandere CAO’s zitten we niet aan tafel enzijn de uitkomsten voor ons een voldongenfeit. Deze CAO’s sluiten echter ook steedsminder goed aan bij onze brancheontwikkelingen.Plan van aanpakAllereerst zal in overleg met de bondenovereenstemming worden gezocht over deGestroomlijndeCAOCAOMetaaljuiste weg en werkwijze naar de gewensteharmonisatie. Immers, elke bond die nubetrokken is bij de actieve CAO’s moetinstemmen met een harmonisatie. Samenzal gekeken worden naar de knelpunten,moeten de doelstellingen worden vastgelegden de koers worden bepaald. Debranchevoorzitter en de voorzitter van decommissie Arbeidsvoorwaarden zullenhiervoor aan tafel zitten met de vertegenwoordigersvan de bonden. Het streven isom in 2010 op een lijn te komen metelkaar en medio 2011 te komen tot hetopstellen van een concept CAO. Naastovereenstemming over de inhoud, dientook over de toekomst gelijkluidend teworden gedacht. Cruciaal daarin is dan ookonder welke bond de nieuwe CAO zalkomen te vallen.Voor onze leden zal er echter nog niet directiets wijzigen op korte termijn, de huidigeCAO structuur en indeling zal nog gehandhaafdworden voor 2010 en ook voor 2011.En ook wanneer de harmonisatie gestaltegaat krijgen, hebben we nog te maken meteen overgangsregeling. Het zal geengedwongen overgang worden. Altijd zal devraag voorop staan: "is de overstap gunstigvoor de werknemer?".Tot slot, waar is de commissieArbeidsvoorwaarden nog meermee bezig?In de lijn van het komen tot de CAOharmonisatie is het wenselijk om tot één"salarishuis" te komen. De basis is gereeden zal verder worden uitgewerkt en wordenaangevuld met een richtlijn. Naast dezetoekomstige verbeteringen hebben we ookte maken met de huidige situatie waarin wevoor Schoentechniek de CAO 2010 moetenafsluiten, overleg met het Pensioenfondsonderhouden, de realisatie van de Arbocatalogusvoor schoentechnici komt er(eindelijk) aan en zal moeten wordengeïmplementeerd.Kortom de commissie Arbeidsvoorwaardenzal zich actief blijven inzetten. Vragen ofopmerkingen met betrekking tot deze commissiekunnen altijd worden voorgelegd viainfo@nvos-orthobanda.nl. •14 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 201015


Vanuit meerdere vestigingenin Nederland biedtHanssen Footcare al 80 jaartotale voetzorg. Met onze90 medewerkersONDERWIJSSpecialDurf jij in de voetsporente treden van 80 jaar ervaring?Voor onze vestigingen in Arnhem, Ede en Leiden zoeken wij een:Paskamermedewerker /Orthopedisch schoentechnicus m/vontwikkelen en vervaardigenwij (voet)-hulpmiddelen omde bewegingsvrijheid vanonze cliënten te verbeteren.Onze dienstverleningbestaat uit een totaalpakketaan oplossingen, vanhulpvraag en advies totlevering en nazorg.PAGINA 18Nog even op een rijtjeOver opleidingenPAGINA 21OFOM35 jaar midden in het vak,interview met Jan BrediePAGINA 22Dutch HeathTecAcademyPAGINA 24EVCErkenning Verworven CompetentiesWat ga je doen?Jij geeft onze cliënten hun bewegingsvrijheid terug.Je biedt de beste oplossing op schoentechnisch gebieden begeleidt de cliënt van hulpvraag tot nazorg. Hiervoorwerk je nauw samen met medisch specialisten.Je ontvangt cliënten in onze vestiging en bezoekt zeop onze multidisciplinaire spreekuurlocaties.Bij Hanssen Footcare ben je in de gelegenheid om jekennis verder te ontwikkelen op het gebied van deorthopedische en schoentechnische behandelmogelijkheden.Hanssen Footcare combineert de expertise vaneen landelijke organisatie met het aanbieden van persoonlijkevoetzorg op lokaal niveau.Herken jij jezelf in dit profiel? Dan maken wij graag kennis!Stuur je reactie naar: Hanssen Footcare,t.a.v. Ruben Mulders (manager P&O), Postbus 32008,6370 JA Landgraaf, rmulders.hanssen@footcare.nl.Voor meer informatie over Hanssen Footcare, deze enandere vacatures ga je naar: www.footcare.nlAlkmaar - Almere - Amersfoort - Apeldoorn - Arnhem - Baarn - Bocholtz - BrunssumBunschoten - Den Haag - Dieren - Ede - Gouda - Gulpen - Haarlem - Harderwijk - HeerlenHeiloo - Hoensbroek - Landgraaf - Leiden - Maastricht - Rhenen - Sittard - Geleen - Velp16 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 17


Beroepsuitoefening en opleidingen op het terrein van de verstrekking van orthopedische (schoen) technische voorzieningen van 2007 naar2017 door Fred Holtkamp (Fontys Hogescholen) en Wolter de Vries (SVGB kennis- en opleidingscentrum), samengevat door Claudia BeersOVER OPLEIDINGEN,NOG EVEN OPEEN RIJTJE ...Historische schetsVan oorsprong hebben de beroepen OrthopedischSchoentechnicus (verder OST) enOrthopedisch Technicus (verder OT), zichsterk vanuit een ambachtelijke traditieontwikkeld. Het maken van voorzieningenstond lang centraal. In de loop der jaren komtbinnen de opleiding tot OST, naast deambachtelijke kennis en vaardigheden, ookmeer de patiëntgerichte opleiding naar voren.Vanaf de jaren zeventig zijn er initiatieven omde beroepsuitoefening op niveau te positioneren,zowel inhoudelijk als naar niveau.Tegen het eind van de jaren negentig zijn ereen groot aantal opleidingen op Mbo-niveau,variërend van niveau 2 t/m 4. In 2001 komtdaar de opleiding Orthopedische Technologieop Hbo-niveau bij.Mbo-opleidingenTot het eind van de jaren negentig was erin het Mbo sprake van een gestapeldekwalificatie-structuur. Dit wil zeggen datvan gekwalificeerde medewerkers op hogereniveaus verwacht werd dat zij alle kennis envaardigheden op de daaronder liggendeniveaus ook beheersten. De basis van dekwalificatiestructuur was daardoor ambachtelijk-technisch.Vanaf 2002 ondergaat de kwalificatiestructuurin het middelbaar beroepsonderwijs eenomslag in de richting van competentiegerichtopleiden. Kerntaken uit de beroepspraktijken de competenties die nodig zijn voor hetadequaat verrichten van die kerntaken,vormen de kernelementen waar omheen deopleidingen worden vormgegeven. Voor deopleidingen gericht op de beroepen in dewerkplaats, blijft de ambachtelijk-technischeinsteek centraal staan. Voor de opleidingengericht op beroepen in de behandelkamer,komen inzicht in de medische problematiekvan de patiënt en in de mogelijkheden om metorthopedische (schoen)technische voorzieningenhier oplossingen voor te ontwerpen,centraal te staan. Ook adviesvaardighedengericht op het gebruik van deze voorzieningenkrijgen hier steeds meer aandacht.In 2007 heeft deze ontwikkeling inhet Mbo geresulteerd in opleidingenvoor de volgende diploma’s:Gericht op de OST- bedrijvenMBO-NIVEAU 2:- onderwerkmaker- schachtenmaker- schoentechnischvoorzieningenmakerMBO-NIVEAU 3:- leestenmakerMBO-NIVEAU 4:- orthopedisch schoentechnicus- adviseur gezondheidstechnischeberoepen metuitstroom OSTGericht op de OT-bedrijvenMBO-NIVEAU 3:- orthopedisch technischmedewerkerMBO-NIVEAU 4:- orthopedisch technicus- adviseur gezondheidstechnischeberoepen metuitstroom OTMeer informatie over het streefbeeldvan de opleidingsstructuur is terug te vindenin het artikel over het EVC-traject, (ErkenningVerworven Competenties). Dit is vooral binnenhet Mbo relevant in verband met 2015.Vanaf 2015 is het namelijk een Mbo-er dievoor 2015 niveau 4 heeft gehaald (of eeneerder afgeronde eindopleiding bijvoorbeeldvia de SOM of Bemetel) dan wel een Hbo-er,die zelfstandig en volwaardig in de paskamermag werken.Dutch HealthTec AcademyDe Dutch HealthTec Academy (kortwegDHTA) start 1 september 2010 te Utrecht.Binnen deze nieuwe school voor gezondheidstechniekwerken 4 branches (optiek,audiciens, tandtechniek en orthopedische(schoen)techniek) samen met zes onderwijsinstellingenom de vakopleidingen onderte brengen in één structuur en op één plaats.Lees meer hierover elders in dit Vakblad.Hbo-opleidingToenemende complexiteit van orthopedische(schoen)technische voorzieningen, hogerekwaliteits- eisen, nieuwe technologischemogelijkheden, een zich ontwikkelendewet- en regelgeving en de noodzaak om meete groeien met de toenemende medischwetenschappelijkemogelijkheden, warenvoor de brancheorganisaties aanleiding omte streven naar een opleiding op Hboniveau.In 2001 komt er een reguliere opleiding,Orthopedische Technologie, bij FontysHogescholen in Eindhoven. Deze opleidingis ontwikkeld en vorm gegeven in samenwerkingmet de Katholieke HogeschoolKempen in Geel, België (KHK). Er wordt eenvoltijd opleiding aangeboden sinds 2001 eneen duale variant (dus toegankelijk voorstudenten die al een baan hebben in deorthopedische branche, toelating via een intakeassessment) bestaat sinds najaar 2005.De opleiding kent 2 afstudeerspecialisaties teweten: Orthopedische Technologie enOrthopedische Schoentechnologie.Fred Holtkamp (Fontys ParamedischeHogeschool) heeft in onze vorige editie vanDaarmee worden de voorwaarden geschapenvoor een betere doorstroming van innovatievekennis en werkmethodieken naar eenberoeps uitoefening in de bedrijvenDe Dutch HealthTecAcademy (kortweg DHTA)start 1 september 2010te Utrecht.het Vakblad een terugblik gegeven op deeerste 10 jaar van de Hbo opleiding.Het tot stand komen van een hogereberoepsopleiding sluit aan bij een ontwikkelingdie zich in andere Europese landenreeds eerder voordeed en geeft een versterkingin de verbinding tussen onderwijs enwetenschappelijk onderzoek. Daarmeeworden de voorwaarden geschapen voor eenbetere doorstroming van innovatieve kennisen werkmethodieken naar een beroepsuitoefeningin de bedrijven.EVC trajectenEVC staat voor Erkenning van VerworvenCompetenties. EVC is een middel om hetvakmanschap van iemand in kaart te bren- >>18<strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 19


TEKST Emiel Kistemaker, DHTADUTCH HEALTHTECACADEMYDe Dutch HealthTec Academy , de nieuwe school voor gezondheidstechniek,is op 1 september jl. in Utrecht van start gegaan. De Dutch HealthTec Academyis een project waarin vier branches (optiek, audiciens, tandtechniek enorthopedische (schoen)techniek) samen met zes onderwijsinstellingensamenwerken om de vakopleidingen onder te brengen in één structuur en opéén plaats.Opticien, audicien, tandtechnicus, orthopedisch(schoen)technicus, schoenherstelleren technisch oogheelkundig assistent; indeze branches is een schreeuwend tekortaan vakmensen. Om daar gehoor aan tegeven, hebben onderwijs en bedrijfsleven,waaronder <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, de handenineen geslagen. Dit resulteert in de DutchHealthTec Academy waarin onder anderede SVGB kennis- en opleidingencentrum enAmarantis Onderwijsgroep hun gezondheidstechnischeopleidingen onderbrengen.Deze unieke samenwerking moet eenoplossing bieden voor de 500 openstaandevacatures in de gezondheidstechniek.Korte lijnen tussenonderwijs en bedrijfslevenWim Huiskes, lid van de bestuurscommissie,is bijzonder enthousiast over de startvan de Dutch HealthTec Academy. ,,In degezondheidstechniek worden bijzondereproducten gemaakt door het koppelen vanfunctionaliteit én schoonheid. De ontwikkelingengaan zo snel dat korte lijnen methet onderwijs heel belangrijk zijn. Hetonderwijs kan zo snel op ontwikkelingeninspringen en leerlingen worden heel dichtbij de beroepspraktijk gebracht. De DutchHealthTec Academy is echt uniek op ditgebied, het ministerie kijkt er met aandachtnaar.’’ Karin Verkerk, bestuurslid vanAmarantis Onderwijsgroep sluit zich hierbijaan. "Naast de bijzondere samenwerkingtussen onderwijs en bedrijfsleven vind ik debundeling van specialistische, kleineopleidingen onder een dak een absoluutpluspunt voor ons allen."SVGBkenniscentrumverhuist meeJan Vissers, directeur van SVGB kennis- enopleidingencentrum, is zeer tevreden metde locatie van het toekomstige schoolgebouw."We waren op zoek naar een panddat goed bereikbaar is voor leerlingen enmedewerkers. De opleidingen die aan deDutch HealthTec Academy gegeven worden,zijn immers uniek in Nederland; de leerlingenkomen overal vandaan. Utrecht is watdat betreft een uitermate geschikte plaats.Verder moest het pand voldoende ruimtebieden en dat is hier absoluut het geval."Het kenniscentrum van de SVGB verhuistmee met het opleidingencentrum. "We zieneen duidelijke meerwaarde in de fysiekenabijheid van deze twee units. Die synergieis van groot belang voor de kwaliteit vanonze dienstverlening."Middelpunt van mobiliteit en bewegenDe gemeente Utrecht, die veel geld heeftgeïnvesteerd in het pand van de DutchHealthTec Academy, verwacht dat de vestigingvan deze opleidingen in dit gebied veelpositieve effecten op de omgeving zalhebben. Een daarvan is een indirect effectop de werkgelegenheid in de omgeving.Daarnaast kunnen de gezondheidstechnischebedrijven in Overvecht heel goed alsleerbedrijven fungeren. Zo wordt de DutchHealthTec Academy een prachtig middelpuntvan mobiliteit en beweging.De opleidingen aan deDutch HealthTec AcademyIn september 2010 opent de Dutch HealthTec Academy haar deuren in Utrecht-Noord.Een MBO-opleidingencentrum voor degezondheidstechniek met opleidingen voorde volgende beroepsgroepen:- Optiek;- Audicien;- Tandtechniek;- Orthopedisch techniek;- Orthopedische schoentechniek;- Schoenhersteller.Nieuw is het oriëntatiejaar Health Tec, eenvoltijds opleidingsjaar waarin jonge leerlingenkennismaken met de verschillendegezondheidstechnische beroepen en begeleidworden in het maken van een gerichte beroepskeuze.De opleiding wordt verzorgd door vakdocentenop school, maar ook de praktijkheeft een belangrijke rol in de vorm vansnuffelstages en beroeps praktijk vorming.De Dutch HealthTec Academy is gevestigd in Utrecht, op de Sint-Laurensdreef 20-22.Oriëntatie en differentiatie faseHet schooljaar is verdeeld in 3 fasen. In deeerste fase, kunnen de leerlingen zichoriënteren (oriëntatie fase) op de 5 verschillendegezondheidstechnische beroepen.Onder andere door het doen van zogenaamdesnuffelstages waarin ze door deschool geselecteerde bedrijven bezoeken.Na 12 weken volgt een keuze voor een vande drie hoofdrichtingen; optiek en audicien,orthopedische(schoen)techniek of tandtechniek (differentiatie fase).VerdiepingsfaseLeerlingen die voor de orthopedische-(schoen)techniek kiezen bezoeken in dezeperiode orthopedisch (schoen) technischebedrijven en gaan op excursie. Tijdens dezestages moeten kleine eenvoudige opdrachtenworden uitgevoerd. Op schoolwordt hen onder andere geleerd hoe jepasschoenen maakt, hoe je supplementenopbouwt en hoe je steunzolen en inlaysschuurt. Maar ook voor anatomie en studieloopbaanbegeleiding is er aandacht. Nadeze periode van 12 weken kiezen de leerlingenvoor de defi nitieve beroepsrichting(verdiepingsfase). En gaan ze 3 van de 5dagen stage volgen bij een bedrijf dat insamenspraak met leerling, school enstageverlenende bedrijven wordt gekozen.Tijdens deze stage werkt de leerling gestructureerdaan beroeps praktijk vormingsopdrachten die na overleg tussen stagebedrijfen leerling worden ingepland. Kiestde leerling voor de orthopedische schoentechniekdan wordt er op school gewerktaan het maken van proefschoenen, voeringen,supplement modelleren etc. Kiest deleerling voor de orthopedische techniekdan wordt er gewerkt aan onder anderepols-hand ortheses en onderbeenprothesekokers en theoretische vakken zoals materialenkennisen anatomie.Aan het einde van het jaar volgt een diagnostischetoets en kan de leerling verder inhet 2e jaar van de beroepsbegeleidendeleerweg (de reguliere opleiding).Het grote voordeel is natuurlijk dat er leerlingenvoor de bedrijven vrijkomen die aleen zekere kennis en vaardigheid hebbenen die direct inzetbaar zijn.Tot nu toe hebben zich 16 leerlingen aangemeld,variërend in leeftijd van 16 tot 20 jaarmet een Vmbo-T, Havo of een Mbo achtergrond.•Nadere informatieWij gaan ons best doen om zo veel mogelijkleerlingen van deze groep voor de orthopedische(schoen)techniek te interesseren.Voor nadere informatie over de opleidingenkunt u contact opnemen met:Emiel Kistemaker ekistemaker@dhta.nl ofLambert Klaus lklaus@dhta.nlBIEDT U ONZE LEERLINGENEEN KIJKJE IN DE KEUKEN?De Dutch HealthTec Academy in Utrechtzoekt bedrijven die vanaf september 2010leerlingen van het Oriëntatiejaar Health-Tec willen laten kennismaken met deberoepspraktijk in de gezondheidstechnischebranches.Het oriëntatiejaar is een nieuwe vol tijdsopleidingwaarin jonge leerlingen wordenbegeleid bij het maken van een gerichtekeuze voor een van de bbl-opleidingen inde gezondheidstechniek*. Naast onderwijsin basiskennis en –vaardighedenvolgen de leerlingen korte stages in deverschillende branches. Het hele proceswordt intensief begeleid vanuit de DutchHealthTec Academy.Bedrijven die zich aanmelden krijgenbezoek van een opleidingsadviseur vande SVGB die alle verdere informatieverzorgt.*Het oriëntatiejaar van de Dutch HealthTecAcademy richt zich op de opleidingen voorde optiek, audicienbranche, tandtechniek enorthopedische (schoen)techniek.Aanmelding en informatie:Dutch HealthTec AcademyBezoekadres St. Laurensdreef 20-22Postadres Postbus 151023501 BC UtrechtE-mailadres info@dhta.nlWebsite www.dhta.nl22 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 23


TEKST Claudia BeersBEHANDELAARS,PASKAMERMEDEWERKERSEN DE EVC PROCEDURES(Erkenning Verworven Competenties)Opleidingen:VAKMANSCHAP ISMEER DAN MEESTERSCHAPCOLUMNdoor Rob JansenDe traditionele weg om orthopedisch (schoen)technicus te worden, liepdoor het bedrijf en de werkplaats heen. Men ging in het vak aan de slag enin 8 jaar leren en werken, de “oude” Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL),ontwikkel je de kennis en praktische ervaring met patiënten.Binnen de orthopedie zijn echter steeds meer mensen werkzaam die eenverschillende achtergrond hebben wat betreft opleiding en ervaring.Daarom zijn <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, Fontys Paramedische Hogeschool enSVGB kennis- en opleidingencentrum bezig met het opzetten van eennieuwe beroeps-/opleidingskolom voor de orthopedische (schoen)technologie.Toekomstige behandelaar vanaf 2015De belangrijkste verandering is dat in detoekomst, vanaf 2015, het contact met depatiënt in de behandelkamer alleen nogmag worden uitgevoerd door orthopedischetechnologen (met een Hbo diploma)en orthopedische (schoen)technici die vóór2015 hun Mbo diploma (niveau 4) gehaaldhebben. Het gaat hier dan om het zelfstandigmogen werken in de paskamer.<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, SVGB, Fontys ParamedischeHogeschool en HBA bieden de mogelijkheidom aan de EVC-procedure ‘orthopedische(schoen)techniek’ deel te nemen. EVC staatvoor Erkenning van Verworven Competenties.In een EVC-procedure wordt bekeken welkevoor de orthopedische (schoen)techniekrelevante kennis en ervaring reeds bekend is bijde kandidaat en welke eventueel nog verderontwikkeld kunnen worden. Als men over allekennis en ervaring beschikt die voor het Mbodiploma orthopedische (schoen)techniekvereist is, dan kan men het diploma orthopedische(schoen)techniek via de SVGBontvangen van het Koning Willem I College.Over de vergelijkbare EVC procedure binnenhet Hbo onderwijs geeft de website vanFontys Hogescholen meerinformatie: www.fontys.nl/evc of mail naarevc@fontys.nlMboWanneer men al een Mbo diploma opniveau 4 (of gelijkgesteld diploma)heeft,hoeft men niets te doen. Maar heeft mennog geen Mbo diploma op niveau 4 en ismen toch al werkzaam in de paskamer ofheeft men ambities daartoe? Dan geeft deEVC-procedure de kans om alsnog eendiploma orthopedische (schoen)techniekniveau 4 te halen voor 2015. Zie meerinformatie op www.svgb.nl.Hbo / zij-instromersMaar ook binnen de Hbo opleiding bestaatde mogelijkheid om door te groeien en deeerder verworven competenties te latentoetsen. Naar aanleiding van een EVC-procedurebij Fontys Hogescholen wordt dan debenodigde opleiding in overleg en op maatsamengesteld. Dit is bijzonder interessantvoor zij-instromers met een Hbo achtergronden belangstelling voor de orthopedischetechnologie. Meer is terug te vindenop www.fontys.nl/evcAlgemene informatie over EVC is tevinden op www.kenniscentrumevc.nl.Hier vindt u ook informatie over defiscale voordelen van EVC.ToelatingseisenOm aan de EVC-procedure deel te nemendient men aan de volgende voorwaarden tevoldoen:1 Werkervaring op het gebied vanorthopedische (schoen)techniek.2 Bereid en in staat zijn om de volledigeEVC-procedure te doorlopen.Informatie over de procedureen kostenMeer informatie over de EVC-procedureorthopedische (schoen)techniek binnenhet Mbo onderwijs kunt u vinden op dewebsite van de SVGB: www.svgb.nl. Mochtu vragen hebben over de EVC-proceduredan kunt u contact opnemen met de SVGBvia evc@svgb.nl en 030 – 603 67 56. Mochtu een eerste indicatie krijgen of de EVCprocedureop u van toepassing is, vult udan de zelftest in op de website van deSVGB. Deze zelftest is gratis. Door de zelftestin te vullen weet u binnen 5 werkdagenof het zinvol is om een EVC-procedure testarten. •Al sinds 1977 ben ik werkzaam binnen debranche ‘orthopedische schoentechniek’. In1995 voor een eerste periode van negen jaarals penningmeester binnen het bestuur vande <strong>NVOS</strong> en nu als bestuurslid actief vooropleiding en kwaliteit.Opleiden is samenwerken(Inter)nationale ontwikkelingen staan niet stilen daar moeten we continue alert op blijven.Om strategie en beleid binnen het onderwijsop ontwikkelingen af te blijven stemmen,moet je constant jaren vooruit kunnen kijken.Nauwe samenwerking met o.a. de betrokkenonderwijsinstellingen is dan ook onmisbaar.Fred Holtkamp schetste in het vorige nummervan het vakblad al een mooi beeld van onzeHbo opleidingen, in deze uitgave staat ookeen artikel over de Dutch HealthTec Academy,waarbij de bestaande Mbo opleiding vanafseptember, vanuit een schitterende nieuwelocatie, verder gaat met meer gezondheidstechnischeberoepsopleidingen onderéén dak. Hierdoor is het mogelijk gewordenook een breed oriëntatiejaar in te voeren.Leerlingen kunnen het eerste jaar voltijd volgen,waardoor de opleiding niet alleen g eschiktis voor onze werkplaatsmedewerkers, maarook voor de schoolverlater die zijn/haar keuzenog niet heeft kunnen maken. De studentblijft op deze manier hopelijk behouden vooreen medisch /technisch beroep. Een studentdie zijn of haar richting heeft bepaald kan metenige ervaring zo van school geplukt worden!Werk dus mee aan de stage plaatsen voordeze beginnende studenten voor het oriëntatiejaar!!Ook staat 2015 voor de deur. Om als zelfstandigen volwaardig paskamermedewerker tekunnen blijven werken, is het vereist om vanaf2015 over een Hbo diploma te beschikkenofwel vóór 2015 Mbo niveau 4 te hebbengehaald.Een EVC traject biedt een mogelijkheid voorde huidige Mbo-er met niveau 3 of een nietafgeronde niveau 4, om zijn of haar diplomaalsnog te halen. Meer hierover elders in ditvakblad. Maar ook binnen het Hbo bestaat ereen dergelijk EVC traject. Binnen het Hbo zijner mogelijkheden gecreëerd voor bijvoorbeeldzij-instromers, denk aan een fysiotherapeut/bewegingswetenschapper, die zich verder wilspecialiseren binnen ons vakgebied. Dezemogelijkheid is essentieel om de krapte op dearbeidsmarkt terug te kunnen blijven dringen.Vakmanschap is meesterschapen nog een beetje meerVoor het vervaardigen van een product en hetaanmeten van een hulpmiddel, ontwikkelenwe ons meer naar de rol van zorgverlener. Datvraagt om andere aanvullende kwalificaties.Goede communicatieve vaardigheden en hetkunnen maken van een medisch technischevertaalslag worden belangrijker. Beideopleidingen hebben hun tekortkomingen. Bijde Mbo opleiding is de medische kant watonderbelicht en bij de reguliere Hbo opleidingis na de opleiding meer verdieping naar depraktijk gewenst.Een student die zijn of haar richting heeftbepaald kan met enige ervaring zo vanschool geplukt worden!Ontwikkeling nieuwe beroepskolomMet beide opleidingen zijn we bezig om onzeberoepskolom nieuw vorm te geven, om zoook de toekomst van de opleiding, van onsvak, veilig te stellen. Immers, beiden zullenbinnen het bedrijf moeten samenwerken enelkaar kunnen begrijpen. Dat vraagt om afstemming.Het ligt namelijk voor de hand datde opleidingen elkaar op onderdelen raken ofmisschien wel overlappen. De nieuwe beroepskolomzal duidelijkheid geven over de wijzewaarop we dit kunnen vormgeven met behulpvan nieuwe kwalificatiedossiers.En zo komen inspanningen, die reeds jarenlopen, binnenkort bij elkaar. Want opleiden isvooral samenwerken! Voor het behoud van deopleidingen, zowel op Mbo als op Hbo niveau,zijn leerling-/studentaantallen essentieel.Daarnaast ligt er een grote kans om metbehulp van verschillende cursussen en verkorteleertrajecten ook instroom te genererenvanuit andere opleidingen en/of beroepsgroepen.Voor de branche is dit van vitaalbelang, waarbij het mede belangrijk is bij deregie betrokken te blijven.Met het IVO2009 wereldcongres hebben wijons ook goed geprofileerd. Wetenschappelijkonderzoek zal voor ons belangrijker wordenen daar liggen voor ons ook mogelijkheden.Innofoot is een voorbeeld geweest van eeninternationaal project waaraan is meegewerkten welke onlangs is afgerond. Onze opleidingopenstellen voor buitenlandse studenten?Een kans of blijft het bij een gedachte?Laten we hopen dat wij het ambacht en dekwaliteit voor de toekomst weten te behoudenen de schaarste op de arbeidsmarkt kunnenbestrijden. We zullen moeten zorgen dat devolgende generatie ook goed verzorgd wordtvan een medisch/technische voorziening. •24 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 25


TEKST Carine van Schie, senioronderzoeker AMC, AmsterdamISPO WERELD-CONGRES ENBEURSOp het congres waren veel presentatiesover orthesiologie, wat aangeeft dat er voldoendeonderzoek wordt verricht. De meestopvallende activiteiten betroffen de ontwikkelingenvan het stance-control kniegewrichten de effecten van materiaaleigenschappenvan orthesen op het lopen.In de sessie over de stance-control kniegewrichtenwerd onder andere een overzichtgegeven van onderzoeksresultatenvanuit de Mayo Clinic in de VS. Nieuwestance-control orthese gebruikers blijkenDit groteevenement trok ruim21.000 bezoekers voorde internationale beurs...Van 10 tot 15 mei 2010 was Leipzig en de Leipziger Messe het toneelvan het 13e wereldcongres en de tweejaarlijkse internationale beursover orthopedie en reha-techniek. Hieronder vallen de prothesen,orthesen, orthopedische schoentechnologie, compressietherapie enrevalidatietechnologie. Dit grote evenement trok ruim 21 duizendbezoekers voor de internationale beurs, met meer dan 530 standhouders.Het congres telde 2600 bezoekers, inclusief 630 sprekersuit 55 landen die de laatste ontwikkelingen en onderzoeksresultatenop bovengenoemde specialisatiegebieden presenteerde. In dit verslagwordt het congresonderdeel over orthesiologie met betrekkingtot de onderste extremiteit belicht.sneller verbeteringen in de kniehoekte laten zien (d.w.z. meernormalisatie) dan ervaren orthesegebruikers.Nieuwe en ervarenorthesegebruikers lieten beidenechter verbeteringen zien in deloopsnelheid en staplengte bij hetgebruik van een stance-controlorthese. Verder liet dit onderzoekzien dat nieuwe stance-control orthesegebruikers meer het kniemoment proberente beïnvloeden door middel van het strekkenvan het been, terwijl ervaren orthesegebruikers meer durfde te vertrouwen ophet kniegewricht om zo kniestabiliteit teverkrijgen. Dit is van belang in de praktijkvoor het instrueren en trainen van nieuweorthese gebruikers. Hierna volgden presentatiesover een klinische classifi catie vanfuncties en eigenschappen van de stancecontrolorthesen en voorbeelden van klinischetoepassingen. Echter, het was jammerdat deze presentaties niet goed onderbouwdwaren. Als laatste volgde een overzichtvan de ervaringen met stance-controlkniegewrichten in de polikliniek (vanhet AMC), met voorbeelden vanpatiënten bij wie het voorschrijvenvan de orthese wel ofniet succesvol was. Hetblijkt dat het goed inkaart brengen (registreren)van de patiëntenzorgen het periodiekterugkijken naar orthesebehandelingen binnenje patiëntenpopulatie veel inzichtenkan opleveren, bijvoorbeeld met betrekkingtot de vereisten voor een succesvolle(stance-control) orthesereceptuur.In een sessie over de ontwikkelingen oporthesegebied voor de onderste extremiteitkwamen verschillende aspecten aan bod.Een overzicht werd gegeven over de huidigestand van zaken met betrekking tot dekwaliteit van het onderzoek op orthesegebied.In een andere presentatie werd uitgelegdhoe onderzoek van de mechanischemateriaaleigenschappen van orthesen,gemeten met behulp van speciaal ontwikkeldemeetapparatuur, gebruikt kan wordenvoor het bepalen van de optimale eigenschappenvoor een optimale loopeffi ciëntie.De optimale eigenschappen van orthesenverschillen van patiënt tot patiënt en dusloopt er verder onderzoek naar de relatietussen mechanische eigenschappen enloopeffi ciëntie in patiënten. De volgendespreker liet op amusante wijze een futuristischbeeld zien van mogelijke ontwikkelingenin stance-control en elektronisch gestuurdeorthesen. Als laatste volgde eenpresentatie over het gebruik van het ICFmodel* voor uitkomstmaten bij ortheseonderzoek (effectiviteit studies). Het blijktdat tot op heden nog te weinig hoogkwalitatief onderzoek wordt gedaan metbetrekking tot de effectiviteit van orthesenwaardoor het ontwikkelen van richtlijnen enevidence based practice moeilijk is. Het isvan belang om meer uniformiteit te krijgenin onderzoek naar effectiviteit en om hierinte kijken naar de verschillende aspecten vanfunctioneren, zoals functies, activiteiten enparticipatie volgens het ICF model, zodatvergelijking van onderzoeksresultatenmogelijk wordt.Dat goed onderzoek naar effectiviteit vanorthesen belangrijk is bleek uit een van depresentaties over evidence based practice.Een instructional course werd gewijd aanhet gebruik van het ICF model binnen deorthesiologie en prothesiologie, zoals hetgebruik van ICF codes in de kliniek, hetontwikkelen van een ICF ‘coreset’ vooramputatie patiënten, of uitkomstmaten gebaseerdop ICF. In een andere instructionalcourse werd de terminologie van ICF enISO 9999 met betrekking tot beoogdgebruik en functionaliteit van protheses enorthesen uitgelegd. Dit geeft aan dat eranno 2010 veel aandacht is voor verbeteringvan de kwaliteit van het onderzoek enhet structureren van zorg en onderzoekrond orthesiologie met gebruik van het ICFmodel.* ICF: International Classifi cation ofFunctioning, Disability and Health •20 e FIP 2010 WERELDCONGRESPODOLOGIE in RAI AmsterdamNa het IVO wereldcongres in Den Haag streek er in mei van dit jaarweer een groot congres op het gebied van voet- en enkelproblemenneer in Nederland. De 20e editie van het wereldcongres van deFédération Internationale des Podologues (FIP). Deze inter -natio nale organisatie heeft een ledenbestand van meer dan 28podotherapeutische verenigingen uit 6 wereldcontinenten. Dezeeditie werd georganiseerd onder auspiciën van de NederlandseVereniging voor Podotherapeuten (NVvP).Het wereldcongres bestond uit eenbeurs en een congresprogrammavan 3 dagen, verdeeld oververschillende zalen met als onderwerpen;biomechanica, gangbeeldanalyse, chirurgie, dermatologieen chronische aandoeningen. Demeer dan 800 aanwezigen uit binnen-en buitenland deelden kennis,onderzoek en ervaringen metelkaar over voet- en enkelproblematiek.Bijzonder te noemen in het programma ishet nationale Katalysator onderzoek, datheeft plaats gevonden in de aanloop naardit wereldcongres. Circa 60 podotherapeutenhebben, met fi nanciële steun van deNVvP, onderzoeken gedaan naar voet problematiek,patiënttevredenheid, klinimetrieen voetdrukmetingen. Dit alles om eenduurzame basis te leggen voor toekomstigwetenschappelijk onderzoek, op het gebiedvan de behandeling van voet- en enkelproblematiek.•26 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 27


Orthopedische schoenen voorSURINAAMSE EX-LEPRA PATIËNTENWittekamp & Broos werkt samenmet de Leprastichting enstichting BethesdaZes jaar geleden bracht orthopedisch schoenmaker Debby Wittekamp- directeur van de firma Wittekamp & Broos in Rotterdam - samen metoud collega Arnold Zwiers voor het eerst een bezoek aan ex-leprapatiënten in Suriname. Namens de firma Wittekamp & Broos, insamenwerking met de Leprastichting, krijgen de mensen die vaakmet ernstige handicaps kampen, voor het eerst in hun leven op maatgemaakte schoenen. Inmiddels hebben Debby en haar vriendGuillaume Kempes - orthopedisch schoenmaker bij de firma Van Mookin Roosendaal - aan ruim 60 ex-lepra patiënten schoenen verstrekt."De Nederlandse Leprastichting heeft onsgevraagd om voor ex-lepra patiënten inSuriname orthopedische schoenen te maken",begint Debby. Bij veel leprapatiëntentreedt er een zenuwbeschadiging op. Daardoorontstaan gevoelloosheid en uitval vanspieren. Dit kan uiteindelijk leiden tot vreselijkewonden en verminkingen waar leprazo bekend om is. Guillaume: "Door het ontbrekenvan delen van de voeten en zelfsdelen van het been is het niet mogelijk omnormale schoenen te dragen. Hierdoorlopen ex-lepra patiënten alleen op sokkenof op zelfverbouwde schoenen. Maar doorde gevoelloosheid lopen ze dan vaak weerwonden op. Door de op maat gemaakteschoenen worden ze hier tegen beschermd."Voor Debby en Guillaume was het snelduidelijk; zij wilden bij alle ex-lepra patiëntenin Suriname schoenen aanmeten. "Wezijn nu in totaal zes keer op en neer gereisdnaar Suriname om schoenen aan te meten,te passen, af te leveren en om nazorg teverlenen", zegt Debby.Tijdens de eerste bezoeken waren demeeste ex-lepra patiënten nog wantrouwend."Er was hun eerder van alles beloofd, waaronderorthopedische schoenen. Ze wildenhet eerst zien en dan pas geloven. Maartoen we bleven terugkomen, ver dweenhet wantrouwen. Sommigen begonnen tehuilen nadat zij hun nieuwe schoenen aantrokken.Een mijnheer zei niets, maar toenhij met zijn nieuwe schoenen naar buitenliep, maakte hij een dansje. Een andervertelde er zeker van te zijn dat ik in dehemel zou komen." Die blijheid en dankbaarheidzijn redenen waarom Debby enGuillaume zich belangeloos inzetten voordit goede doel. "Ik ben bevoorrecht dat ik inde gelegenheid ben en de mogelijkhedenheb om orthopedische schoenen voor dezegroep mensen te maken", meent Debby."De ex-lepra patiënten hebben een heelmoeizaam leven achter de rug. Omdatlepra zo besmettelijk is, zijn ze meestalverstoten uit hun eigen omgeving.”De kosten van de schoenen worden betaalddoor de Nederlandse Leprastichting,Stichting Bethesda en Wittekamp & Broos.Debby: "Ook zijn wij erg blij met schenkingenvan schoenen, zoals laatst toenGuillaume thuis kwam met een partij schoenengeschonken door Van Mook Schoentechniekuit Roosendaal." Guillaume vultaan: “We moeten de mensen op het hartdrukken de schoenen wel te gebruiken; zezijn er vaak zo trots op dat ze ze nieuwwillen houden voor bezoek aan de kerk ofeen feestje." Debby en Guillaume voelenzich zo betrokken bij alle mensen in Surinamemet voetproblemen dat ze beslotenhebben een stichting op te richten:STICHTING SCHOENEN VOOR SURINAME."Met de stichting willen we geld inzamelenen mensen helpen die niet in staat zijn deschoenen zelf te bekostigen. Orthope dischehulpmiddelen zitten in Suriname nietstandaard in het zorgverzekeringspakket.De stichting betaalt het gedeelte dat demensen zelf niet kunnen missen, een soort"Een mijnheer zei niets,maar toen hij met zijn nieuweschoenen naar buiten liep,maakte hij een dansje""Hij was de enige maatschoenmakervan het land. Mensen met voetproblemenkunnen nu nergens inSuriname terecht"eigen bijdrage zoals we die in Nederlandkennen. Tevens willen we ook rollators, rolstoelen,incontinentiemateriaal en verbandmiddelenschenken", legt Guillaume uit.Bovendien wil het stel Surinamers helpenmet oplossingen voor zowel grote als kleinevoetproblemen. Debby: "Vorig jaar is mijnSurinaamse schoonvader mijnheer Kempesoverleden in Paramaribo. Hij was de enigemaatschoenmaker van het land. Mensenmet voetproblemen kunnen nu nergens inSuriname terecht. Ook niet voor lichteorthopedie zoals een steunzool of een hak/zoolverhoging." Debby vervolgt: "In februari,toen we weer orthopedische schoenenhebben afgeleverd, heb ik samen met mijncollega Marie Baar ook de mogelijkhedenonderzocht om een bedrijfje op te richten.We streven ernaar om medio 2011 eenbedrijf te starten zoals aan de Palmentuinin Rotterdam maar dan in het klein. Metalles erop en eraan; van voetverzorging totaan de zwaarste orthopedie."Tijdens die rondgang kwam Debby ook incontact met orthopedische chirurgen uit deSurinaamse ziekenhuizen. "Behalve exleprapatiënten zijn er zoveel mensen metvoetproblemen door diabetes mellitus,reuma, status na trauma’s en aangeborenafwijkingen die geen goed schoeisel hebben.We zijn overeengekomen dat ik degezamenlijke spreekuren bijwoon wanneerik een bezoek breng aan Suriname. Op diemanier kunnen we ook aan anderen mensenschoenen leveren. Op dit moment draai ikeen gezamenlijk spreekuur met orthopedischechirurg Professor van Horn in hetSint Vincentius ziekenhuis. Het spreekuurwordt uitgebreid met nog drie spreekurenin twee andere ziekenhuizen." Naast hethelpen van de Surinaamse bevolking metvoetproblemen, wil het stel ook een steentjebijdragen aan de werkgelegenheid in hetland. Binnenkort wordt er een Surinaamsejongen bij de fi rma Wittekamp & Broos inNederland opgeleid tot maatschoenmaker."Het blijft dus een Surinaamse aangelegenheid",aldus Guillaume. Om de plannenvan Debby en Guillaume te ondersteunen iser een stichting opgericht. De bestuursledenvan de Stichting Schoenen voor Surinamezijn inmiddels bekend: Arnold Zwiers(voorzitter), Jac Wittekamp (Secretaris) enPauline de Kievit (penningmeester). Hetbestuur onderzoekt momenteel of hetmogelijk is de hulp uit te breiden in hetCARICOM gebied (Caribisch gebied) zodater nog meer mensen met voetproblemengeholpen kunnen worden. •Debby en Guillaume kunnen alle hulpgebruiken die nodig is om de hierbovengeschreven plannen te realiseren in en voorSuriname. Wilt u een donatie doen? Dat kanop rekeningnummer 13 84 50 064(Rabobank) ter attentie van: StichtingSchoenen voor Suriname. Wilt u ook ietsbetekenen voor ons? Stuur dan een mailtjenaar: debbywittekamp@hotmail.comDe ex-Hansen patiënten waar Debby enGuillaume schoenen leverden, zijnaangesloten bij de Esther Stichting, instellingvoor gehandicapte ex-lepra patiënten.Deze stichting beheert een aantal centrain Suriname waar ex-lepra patiënten, vaakmet ernstige handicaps, gehuisvest zijn.Ook zorgt de stichting voor de kinderenvan haar cliënten. De Esther Stichtingheeft ongeveer 300 mensen in haarbestand. Sommigen wonen in de centra.Anderen brengen er soms een bezoek ofworden thuis geholpen. •LEPRALepra is een besmettelijke ziekte diewordt veroorzaakt door de leprabacilMycobacterium leprae, ook wel bacilvan Hansen genoemd. De leprabacilheeft een voorkeur voor de oppervlakkiggelegen delen van het lichaam zoalsde huid en de slijmvliezen van de neus,de mond en de keel. Een besmetting uitzich, door gekleurde knobbels of vlekkenop die plaatsen waar veel bacillenzijn.Als de ziekte onbehandeld blijft, wordendaarna zenuwen aangetast waardoor dehuid ongevoelig wordt. Hierdoor rakenleprapatiënten makkelijk verminkt omdatverwondingen vanwege de ongevoeligheidniet meer opgemerkt wordenen gaan zweren. Uiteindelijk zijn dekenmerkende verminkingen daarvanhet gevolg. Omdat de patiënt zijnoogleden niet meer kan sluiten is ookblindheid mogelijk. Sinds de jaren ‘80is er een goed medicijn tegen lepra.Veel leprapatiënten zijn blijvend verminkten verstoten uit hun gemeen schap.Daarom is ook goede sociale nazorgnodig, zodat de leprapatiënt na zijngenezing weer kan integreren in demaatschappij die hem eerder verstotenheeft. •28 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 29


Niet het hulpmiddel maarDE HULPVRAAGSTAAT CENTRAALGesprek tussen Rene Offers, voorzitter van de Stichting Erkenningsregelingvoor leveranciers van Medische Hulpmiddelen (SEMH) en Piet Vreeswijk,voorzitter van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland(CG-Raad).Offers: ‘Kwaliteit van leven gaat omhoog ophet moment dat de kwaliteit van een hulpmiddelstevig geborgd is, daar steek ik mijnhand voor in het vuur. Met borgen bedoel ikniet meer uitsluitend het juiste hulpmiddel,deskundige begeleiding is minstens net zobelangrijk.’ Vreeswijk vult aan ‘Waarbij deaandacht steeds verder verschuift van hetgeleverde product naar allround zorg en alleswat daarbij komt kijken.’BeslissingsbevoegdOffers: ‘Het meest geavanceerde hulpmiddelkan in de praktijk zijn doel totaal voorbij schieten.Daarom hamert de SEMH erop dat decliënt zijn hulpvraag in overleg met de hulpverlenerglashelder formuleert voordat er überhauptover een hulpmiddel nagedacht wordt.Door de verwachting bij de aanschaf bij te stellennaar een realistisch niveau voorkom je dateen hulpmiddel in de kast eindigt. De centralevraag luidt: los ik het probleem van mijn cliëntop? Leveren omdat de arts het voorschrijftvoldoet niet meer in deze tijd. Niet het hulpmiddelmaar de hulpvraag staat centraal. Daarmaakt de SEMH zich hard voor.’De heren zien in de grote beslissingsbevoegdheidvan de cliënt ook een aantal gevaren. Demondige cliënt kan heel wat kennis opdoenvia internet en andere media. Hij vergeet alsnel dat zijn deskundigheid niet altijd grootPiet Vreeswijk is vanaf 1996 werkzaam op het terrein van de hulpmiddelenzorg. Een onderzoek dat hij uitvoerde naarde beleving van hulpmiddelen door eindgebruikers, is voor hem een voortdurende bron van inspiratie geweest enkleurt zijn betrokkenheid. Hulpmiddelen zijn essentieel in het leven van betrokkene en dat eist inzet als orthopedischschoenmaker, als zorgdeskundige, als belangenbehartiger in welke rol we dan ook vervullen. Kwaliteit is wat u enhem bindt.genoeg is om te beoordelen of een hulpmiddelvoor hem het juiste is. Vreeswijk illustreertdit met het voorbeeld van een advertentievoor incontinentiemateriaal in een publiek s-tijdschrift. ‘Daar worden net de verkeerdepunten in uitgelicht, uitstraling voor gebruikersgemak.’zucht hij. ‘Via internet bieden veelon(des)kundige bedrijven hulpmiddelen aan.Vaak tegen een lagere prijs dan in een speciaalzaak.Cliënten beseffen onvoldoende dateen dergelijk onvoldoende deskundig bedrijfgeen begeleiding biedt bij het in gebruik nemenvan het product. Goedkoop wordt duurkoopals een leverancier niet gecertificeerd is.De koerier levert het product aan de deur afwaarna de cliënt het verder zelf uit magzoe ken. Een slecht begin van het traject.Dat moeten we met elkaar voorkomen.’SamenwerkingDe SEMH en de CG-Raad werken al 15 jaaraan hun gezamenlijk doel: leveranciers vanmedische hulpmiddelen zo goed mogelijk instaat stellen hun cliënten te helpen bij hetvinden van het hulpmiddel dat hun specifiekeprobleem oplost. ‘Als de goede vraag nietEen hulpmiddel is vanonschatbare waarde in hetleven van de gebruikerwordt gesteld zal de goede oplossing er nooitkomen,’ zegt Vreeswijk. Per 1 april hebbenleveranciers 10 maanden de tijd gehad omde cliënt te garanderen dat hij geen verkooppraatjete horen krijgt. Hij moet na kunnengaan of het klopt.De SEMH heeft voor iedere groep hulpmiddelengebruikerseen werkgroep opgezet waarzorgverzekeraars, ervaringsdeskundigen (ledenvan de CG-Raad) en artsen met elkaar om tafelzitten. Zij spitsen de regeling toe op de wensenen eisen van hun gebruikersgroep. Offers legtuit dat de discussies hoog op kunnen lopen."De belangen kunnen tegenstrijdig entegengesteld zijn. De leverancier wordt opkosten gejaagd door eisen waar de patiëntenverenigingde hoogste prioriteit aangeeft."René Offers is voorzitter van het bestuur van de SEMH.Hij was 15 jaar fysiotherapeut en zette zich vervolgensin voor de koepelorganisatie van de ziekenfondsen enwas directeur Zorg van Azivo-zorgverzekering.Vreeswijk: "De rolstoelgebruiker stelt de vraag"hoe gemakkelijk kan ik uw winkel inkomen?".De leverancier is volgens de regeling verplichtom de bel bij de ingang op rolstoelhoogte teplaatsen en de winkel drempelloos te maken.Een hulpmiddel is van onschatbare waarde inhet leven van de gebruiker. Het bepaalt of jewel of niet buitenshuis komt. Of je boodschappendoet, kennissen bezoekt, naar hetcafé gaat. Vreeswijk: ‘De orthopedische instrumentmakerijis de eerste beroepsgroepdie de cliënt tegenkomt en zijn looppro bleemwil verhelpen. Een bijzonder vak waar terechthoge kwaliteitseisen aan leveranciers gesteldworden. Als je been geamputeerd moetworden na een ongeluk ben je niet alleen jebeen kwijt maar ook ‘een deel van jezelf’. Dattrauma komt ook bij je binnen in de praktijk.Daar moet je mee leren omgaan. Aan deprothese zit een geschiedenis vast. Offers:‘Werk is niet alleen kennis. Het gaat ook omhou ding. Als je weet wat er gaande is werkthet hulpmiddel ook beter.Luisteren naar de cliënt geeft de beste garantieop een passende koker voor de beenprothese.Met jouw product merkt de cliënt zomin mogelijk van zijn beperking. Zijn levennadert de honderd procent van het levenvoor/zonder prothese. Vreeswijk vult aan"Een simpel ding als een pruik is voor degebruiker zijn visitekaartje. Het is niet zomaareen kaal hoofd dat in je kappers stoel zit.De leverancier doet er goed aan stil te staanbij de andere problemen die bestraling enchemokuren met zich meebrengen. Ditklantbewustzijn wordt mee genomen in deerkenningsregeling. Het erkenningsverhaal isboeiend," vervolgt Vreeswijk. "En belangrijk.De cliënt moet goed geholpen worden. Daarzijn we het steeds meer over eens. De verzekeringzegt ‘investeren is oplossen’ en komt decliënt tegemoet in de kosten van een beterproduct. We staan er samen voor, dit ma kenwe met z’n allen."‘Vijftien jaar geleden, in de beginfase van deSEMH, leefden we in een andere wereld,’vertelt Offers. ‘Kwantiteit was belangrijker dankwaliteit en kostenbesparing belangrijker dandeskundigheid. De SEMH-regeling was eeneenheidsworst. Dit had ik voor ogen toen wijDe belangenkunnen tegenstrijdig entegengesteld zijnmet de SEMH begonnen. Een neutrale instantieom de cliënt, de arts en de zorgverzekeringop één lijn te krijgen. In het begin wasenthousiasme genoeg om dingen voor elkaarte krijgen. Toen het globaal geregeld was,verloor de regeling levendigheid en dreigdehet een papieren tijger te worden. Nu zijn weop een punt gekomen dat nieuwe mensen hetstokje overnemen. Het vuur zit er weer in. Ditwil ik,’ aldus Offers.Ook Vreeswijk is content dat de SEMH zotoegankelijk is voor de leden van de CG-Raad.‘De CG-Raad kan zijn boodschap kwijt. Hijbenadrukt dat de SEMH niet alleen meepraatop technisch gebied maar ook politiek. DeSEMH heeft een duidelijke stem over zakendie de minister uit het basispakket wil gooien.‘Je moet keer op keer aan de kamer aantonenwaarom het belangrijk is,’ legt Offers uit. ‘Ookhier geldt investeer in mensen’. Het leven vaneen zeventiger die valt, stort als een kaartenhuisineen. Het gebruik van een rollator kanhet verschil maken tussen thuis blijven wonenen noodgedwongen verhuizing naar een verzorgingsflat.’Te hulp schietenDe hulpmiddelenwereld maakt gebruik vande ontwikkelingen in de technologie. Wat deindustrie maakt wordt door de leveranciersgeïntegreerd. En wordt met bij- en nascholingkennis up to date gehouden. De leverancieranno 2010 moet de cliënt centraal stellenterwijl hij in eerste instantie technicus en ondernemeris. Dat kan strubbelingen opleveren.De SEMH ondersteunt hem eventueel bijklachten en geschillen. Leveranciers en cliëntproberen er eerst samen uit te komen. Deleverancier wordt volgens de regeling geachtde klacht serieus te nemen. En na te gaan opwelke manier hij zijn bedrijfsvoering kanverbeteren. Pas in laatste instantie mengt deSEMH zich erin.De SEMH houdt toetsingen onder erkendeleveranciers. Dit jaar legt de stichting de nadrukop nazorg. De leverancier moet kunnenaantonen dat hij de cliënt bevraagd heeft overde ervaring met het gebruik van het hulpmiddel.Er wordt getoetst of de cliënt tevreden isover het hulpverleningsproces. Maar ook ofhij gekregen heeft wat hem beloofd was. Envervolgens kijkt de SEMH ook naar de matevan integratie. Helpt het hulpmiddel de cliëntin zijn dagelijks leven.ToekomstZijn er nog wensen voor toekomst? ‘Altijd,’lacht Offers, ‘we zijn bezig een methodiek teontwikkelen om de output van het proces temeten zonder extra belasting van leverancieren cliënt. Daarnaast kijken we naar sectorendie een plek verdienen binnen de erkenningsregeling,zoals hoortoestellen.’ •30 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 31


Mark Arts, Sicco Bus, Mirjam de Haart, Roelof Waaijman, Renske Keukenkamp en Frans Nollet, namens de DIAFOS studiegroepEen kijkje achter de schermen bijHET DIAFOS ONDERZOEKHet DIAFOS onderzoek naar orthopedisch schoeisel en voetdrukmetingenbij patiënten met diabetes mellitus, is in 2008 gestart. Mark, Roelof enRenske, bewegingswetenschappers van de afdeling Revalidatie in het AMCin Amsterdam, voeren de metingen voor dit onderzoek uit in de tien centradie deelnemen. Deze metingen worden in het ziekenhuis gedaan of bij dedeelnemende schoenbedrijven, afhankelijk van de lokale mogelijkheden.Gedurende de looptijd van het onderzoek wordt verslag gedaan in ditvakblad. Dit keer geven we een kijkje achter de schermen bij een metingin Eindhoven, ‘DIAFOS in de praktijk’.Veel complicatiesMevrouw Maas is 73 jaar en doet sinds april2010 mee aan het onderzoek. Zij is aangemelddoor dokter Verlouw, revalidatiearts inhet Maxima Medisch Centrum in Veldhoven.Mevrouw Maas heeft diabetes type 2 enernstige neuropathie, waardoor zij geen gevoelheeft in haar voeten. Ze is al jaren bekendmet terugkerende voet wonden (drukulcera),waardoor eerder een amputatie van de kleineteen noodzakelijk was. Ze heeft klauwtenenen hallux valgus beiderzijds, ‘limited jointmobility’ en een Charcot voet links. Complexevoeten dus (zie afbeelding 1A). De wondonder de mediale bal van haar rechtervoetwas net voor haar start in het onderzoekgenezen waarna zij halfhoge OSA ging dragen(zie afbeelding 1B).De meetsessieMevrouw Maas komt voor haar derdemeetsessie naar de firma Buchrnhornen inEindhoven. Allereerst controleert Mark haarvoeten op (nieuwe) beschadigingen van dehuid. Bovenop de tenen zijn kleine beschadigingenzichtbaar. "De schoenen zitten lekkermaar ze zijn nou niet bepaald elegant",antwoordt mevrouw Maas op de vraaghoe haar schoenen zitten. Dan stopt Markspeciale drukmeetzooltjes in de schoenenen plaatst een band met een zender omhaar taille. Op een looppad van 10 meterloopt ze een aantal keer heen en weerwaarbij de drukgegevens worden verzameld.Daarna analyseert Mark de zojuist verzameldegegevens en vraagt schoentechnicusHarold van Wessel erbij.Aanpassingen aan de schoenMark bestudeert met Harold de resultatenvan de meting. De druk blijkt hoog te zijn opeen aantal locaties: de bal van beide voetenen de grote teen rechts (afbeelding 2A).Harold overweegt de mogelijkheden om dedrukken te verlagen. Hij denkt nog even naover een minimale ingreep, maar besluitrigoureus te werk te gaan. Op beide supplementenwordt een lichte voorvoetsteunABAfbeelding 1: De voet van mevrouw Maas met klauwtenenen een geamputeerde 5e teen (A) en de orthopedischeschoen die zijn kreeg aangemeten (B)wennen aan de 'nieuwe schoenen', maar alsnel voelen ze prima aan. Uit de nieuwemeetresultaten blijkt dat onder nagenoegalle locaties waar de druk hoog was, dezedruk behoorlijk verlaagd is (afbeelding 2B).Op basis van minder succesvolle pogingenin eerdere meetsessies om de druk onder demediale bal van de rechtervoet nog verder teverlagen, besluiten Mark en Harold het voorvandaag hierbij te laten. Met mevrouw Maaswordt een nieuwe afspraak gemaakt, wantover 3 maanden wordt de meetsessie herhaald.In totaal heeft de sessie iets langerdan een uur geduurd. Harold biedt mevrouwMaas aan het schoeisel nog wat 'op teleuken' met wat versiersels, waar zij enthousiastmee instemt.Uit de nieuwe meetresultaten blijktdat onder nagenoeg alle locatieswaar de druk hoog was, deze drukbehoorlijk verlaagd isHet DIAFOS onderzoek is eendoor het AMC in Amsterdamgecoördineerd multicenter onderzoek,dat tot doel heeft te bepalenof op basis van frequente drukmetingenen aanpassingen aande schoen, voetulcera voorkomenkunnen worden bij patiënten metdiabetes mellitus.Hiertoe worden diabetes patiënten meteen genezen voetwond, aselect ingedeeldin een groep die aanpassingenkrijgt in de schoen op geleide van voetdrukmetingenen een groep die dezeaanpassingen niet krijgt. Elke drie maandenworden drukmetingen uitgevoerd.Patiënten worden in totaal 18 maandengevolgd. De belangrijkste uitkomstmaatis het percentage opnieuw ontstanewonden aan de onderzijde van de voet.Een uitgebreide beschrijving van hetonderzoek is te lezen in uitgave no. 3 van2008. Een beschrijving van de drukoptimalisatiemethode is terug te lezenin uitgave no. 4 van 2007.De passende oplossing voor uw voetenOosterbaan orthopedische schoentechniek in Alkmaar is eenmodern bedrijf met een team van 9 mensen. Door de groei vanonze organisatie zijn wij op zoek naar een:Schoentechnicus (fulltime)geplaatst, de plek waar de centrale bal vande voet links zit wordt gepolsterd met PPTen afgedekt met een nieuwe laag Plastazote.De buitenzolen van beide schoenen wordenverdikt met rubber en voorzien van een vervroegdeafwikkeling. De ruimte voorin deschoenen worden vanwege de 'plekjes'bovenop de tenen nog wat opgerekt.De druk verlaagd!Na 30 minuten zijn de schoenen klaar enwordt opnieuw een drukmeting gedaan.Mevrouw Maas geeft aan even te moetenEen van de velenDeze meting is een voorbeeld van de velemeetsessies die momenteel in alle deelnemendecentra plaatsvinden. In totaalzullen ongeveer 1500 meetsessies uitgevoerdworden. De schoentechnicus speelthierin een centrale rol omdat 'op de plaats'schoenaanpassingen gemaakt worden dieals doel hebben de druk onder de voet in deschoen te verlagen. Inmiddels zijn meer dan150 patiënten in het onderzoek gestart. Deme tingen lopen door tot en met maart2012. •De DIAFOS studiegroep bestaat uitrevalidatieartsen, schoentechnici enbetrokken podotherapeuten van tiendeelnemende ziekenhuizen en negenorthopedische schoenbedrijven inNeder land. Deelnemende bedrijven zijnLivit Orthopedie, OIM Orthopedie,Buchrnhornen, Roessingh RevalidatieTechniek, Beter Lopen, HanssenFootcare, Centre Orthopedique DuMont, Penders Voetzorg en George inder Maur Orthopedische Schoentechniek.Het DIAFOS onderzoek wordtmede mogelijk gemaakt door het OFOM.De werkzaamheden bestaan uit o.a.:• vervaardigen en aanpassen van leesten;• vervaardigen van steunzolen;• diverse orthopedische werkzaamheden.Wij zoeken:• een zelfstandige en enthousiaste collega;• ervaren vakman in schoentechniek;Wij bieden een afwisselende baan met ruime doorgroeimogelijkhedenen o.a. de mogelijkheid tot het volgen van de opleidingorthopedische schoentechniek. Meer informatie en de mogelijkheidom te solliciteren tref je op onze website.Kitmanstraat 1, 1812 PL Alkmaar T 072 511 44 65www.oosterbaanorthopedie.nlABAfbeelding 2: Diagrammen van de drukverdeling zoalsdie gemeten is tijdens het lopen in de schoen. De kleurenrood en roze geven de hogere drukken weer. Links (A) isde situatie vóór en rechts (B) de situatie na aanpassingvan de schoen.32 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 33


ONDERWIJSTEAMSGAAN SAMENOpleiding Orthopedische Technologieen Podotherapie bij FontysDe onderwijsteams van de Fontys opleidingen‘Orthopedische Technologie’ en ‘Podotherapie’hebben per ingang van dit schooljaar hardgewerkt aan een samenwerkingsverband.Vanaf het moment dat de opleiding ‘OrthopedischeTechnologie’ deel uit ging maken vande Paramedische Hogeschool van Fontys werder al op bescheiden schaal gebruik gemaaktvan elkaars docenten en expertise. In het voorjaaris aan deze samenwerking verder gestaltegegeven door de twee onderwijsteams samente laten werken in een team. Het voordeel isdat de verschillende expertise gebieden makkelijkerte combineren zijn. Gezamenlijk onderwijsen ontwikkelingen maken dan deel uit vanbeide opleidingen. Ondanks dat er nu éénteam is ontstaan, blijven beide opleidingen,ieder voor hun eigen doelgroep, zowel voorwat betreft studenteninstroom als uitstroomnaar de verschillende beroepenvelden metieder hun eigen identiteit bestaan en herkenbaar.Het resultaat van de samenwerking is het ontstaanvan een team van 25 medewerkers. Zijverzorgen voor ongeveer 450 studenten, ophet gebied van de Podotherapie in voltijd endeeltijd en Orthopedische (Schoen) Technologiein voltijd en duaal, onderwijs .Vanaf komend schooljaar zullen de studentenPodotherapie en Orthopedische Technologie,bij een aantal modulen gezamenlijk onderwijsvolgen. Daarnaast zal van bestaande samenwerkingsverbanden,zoals met de technischeopleidingen van Fontys en de KHKempen,gebruik gemaakt blijven worden voor watbetreft het OT(S) gedeelte.F. HoltkampAssociate lectorTeamleider Bachelor Orthopedische Technologie/ Podotherapie, Fontys ParamedischeHogeschoolTer overname aangebodenVOOR HETGOEDE DOELToen ik in 2001 deel 1 van de <strong>NVOS</strong> boekenseriehad ingekeken, kon ik de verleidingniet weerstaan om op de hele serie in tetekenen. Zes delen Orthopedische Schoentechniek,prachtig uitgevoerd en naar mijnindruk zeer volledig. In die tijd had ik nogenkele contacten waarbij het over de voeten de schoen ging. Handig om deze serienaslagwerken bij de hand te hebben.Nu staan die zes delen in mijn kast tepronken, maar gebruiken doe ik ze nietmeer. Is er belangstelling voor mijn boeken?Zou iemand de serie van mij willenovernemen en hier het goede doel mee willensteunen? (Prijs in overleg te bepalen.)Mijn bedoeling is om met de opbrengstnog één keer orthopedisch materiaal tekopen voor het Ziekenhuis IME, inKimpese (Congo), waar ik de laatste jarenvoor mijn pensioen heb gewerkt. Genoemdziekenhuis ligt vlak bij de hoofdweg vanKinshasa naar Matadi.Naast deze set van 6 delen OrthopedischeSchoentechniek bied ik tevens te koop aan:- G. Hohmann, Fuss und Bein,5e editie, 1951;- C.R.H. Rabl, Orthopadie des Fuszes,5e ed. 1975;- W. Mackrodt en G. Wellmitz, Derorthopädische Schuh. 1e ed. 1995;- ISPO, Die Versorgung von Fussdeformitäten.Verslag ISPO workshopStockholm, 1977, tekst in Duits enEngels;- V.T. Inman, H.J. Ralston en F. Todd,Human walking. 1981;- Proceedings of the First InternationalSymposium on the Diabetic Foot,Noordwijkerhout, Mei 1991;- The Foot jaargang 2, 1992; 4 tot en met9, '94 - '99, 4 nummers per jaargang.Van 1993 ontbreekt nr. 3, van 2000 en2001 nr. 4 en van 2002 nr. 1.Wie belangstelling heeft voor één of meervan de genoemde boeken, nodig ik vanharte uit contact met mij op te nemen.Dr. G.J. OnvleeVan Daatselaarhof 44, 3833 HV Leusden033-4953072 gerard.onvlee@wxs.nl6 juli 2010, nieuwegeinLEERLINGEN DIE EEN MBO-DIPLOMA HEBBEN GEHAALD:LEESTENMAKERRick M.H. AdrioloRene van den BergTom van den BroekMarco J.A.F. GeurtsBerend J. HomanHein KeurhorstJorik LampeJan Peter H. MeerendonkArmen OrganisianCornelis J. TwigtMarie A.C. De WittePhilip A. YatesADVISEUR GEZONDHEIDSTECH-NISCHE VOORZIENINGEN (OS)L.W.M. van GilsM. MulderF. RoseboomORTHOPEDISCH SCHOEN-TECHNISCH MEDEWERKER (STVM)L. BesselsenY. CilM. HasnaouiA.N. HoornstraH.J.E.M. LeijendeckersE.E.W. LigtvoetP.A. LimbeekJ.P.H. MeerendonkP.PeetersM. RameauD.F.A. van RossumORTHOPEDISCHSCHOENTECHNICUSJ.B. van BerkelC.N. de WildeMiljoenen Nederlanders kampenmet voetklachten, terwijl het grosvan de problemen voorkomen kanworden met de juiste verzorging,adviezen en of aangepast schoeisel.Om het belang van een goede voetverzorgingonder de aandachtbrengen, organiseerde ProVoet inmei 2010 voor de derde keer deWeek van de Pedicure.3e ISPO JaarcongresREVALIDATIE BIJ AMPUTATIEEN PROTHESIOLOGIE VANDE BOVENSTE EXTREMITEITOp 1 oktober 2010 organiseert hetISPO in de Jaarbeurs in Utrecht hetJaarcongres.Het thema van 2010 is ‘Revalidatiebij amputatie en prothesiologie vande bovenste extremiteit’. De deelnemerwordt meegenomen langsde verschillende stadia van de behandelingen de hierbij behorendediverse multidisciplinaire invalshoeken.Er is ook aandacht voor delaatste stand van zaken betreffendeonderzoek en nieuwste ontwikkelingen.STA OPGOEDE VOETMET UWVOETEN!Dit keer was het thema ‘de preventie vanvoetproblemen’. Het doel van de Week vande Pedicure is iedereen bewust te makenvan de positieve werking die een goedevoetverzorging op de gezondheid heeft.Vaak zijn een paar eenvoudige tips al voldoendeom voetproblemen buiten de deurte houden. Denk bijvoorbeeld aan hetdragen van goed passend, ademend(aangepast) schoeisel en het op de juistemanier afknippen van de teennagels. Daarnaastis het belangrijk om de voetenregelmatig te inspecteren op veranderingen,zodat beginnende klachten in de kiemworden gesmoord.De keynote speakers zijn plastisch chirurgOskar Aszmann uit Oostenrijk en ergotherapeutKathy Stubblefi eld uit de VerenigdeStaten. Aszmann zal in zijn lezingen destate of the art uiteenzetten over elektrodeimplantaten in zenuwen voor de aansturingvan de protheses. Stubblefi eld houdt zichbezig met de bionische- high-technologyprothesetoepassingenen ze zal vertellenover haar ervaring, behandelmethodes entraining met de doelgerichte spier reinnervatiemethode.De revalidatie-aspecten komen aan bod entwee ergotherapeuten gaan vertellen overfunctie en functionaliteit, de training en deprothesevoorlichting gecombineerd metpraktische voorbeelden van het gebruik vande prothese binnen ADL, hobby en werk.Het congres bevat niet alleen lezingen,maar ook een praktische insteek door “onstage” demonstraties. U wordt op de hoogtegebracht van de meest recente ontwikkelingenop het gebied van arm/hand prothesesen lopend wetenschappelijk onderzoek.Ga voor verdereinformatie overhet programma enaanmelden naarwww.ispo.nlWORD LIDVAN <strong>NVOS</strong>-ORTHOBANDA!<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> behartigt de collectievebelangen van ondernemers diezich toeleggen op het revalideren vanmensen met een beperking van hetsteun- en bewegingsapparaat, veelal metbehulp van orthopedische hulpmiddelen.Het doel is om bij te dragen aan decontinuïteit van de bedrijfs voe ring vande leden van de vereniging.Informatie over het lidmaatschap ende ledenfolder van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>kunt u aanvragen viainfo@nvos-orthobanda.nlDe onderstaande bedrijven zijn onlangslid geworden van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>:- Ortho-vision Kenneth Hanzen B.V.;- Voetenwerk;- R. Koppers orthopedischschoenmaker.34<strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september - april 2010 35


TEKST René van der KolkMINIWORKSHOP:KUNSTSTOFNEUSMET "DISTRAC REINFORCEMENT PANEL"Waarom deze workshop?Ik ben al een tijdje bezig met de ontwikkelingvan een kunststofneus voor werkschoeisel,anders dan de kunststofneusvolgens HG techniek, mede omdat dezebest wel een tijdrovende methode is. Nadiverse materialen te hebben uitgeprobeerdben ik uiteindelijk uitgekomen bij de"Distrac Reinforcement Panel". Samen metde heer Bert Lintsen, vertegenwoordiger bijde fi rma Distrac hebben wij de neuzen latentesten in Enschede bij TUV Rheinland /TNO Quality waarbij wij hadden gehooptdat de neuzen de valproef van 200 joulezouden halen, wat de eis is voor de veiligheidsschoenmet stalenneus. Helaas doorstondde neus dit geweld niet, maar na hetbijstellen van de valproef naar 100 joule,wat de eis is voor de beschermschoen, kwamende neuzen wel door de test en haddenwij een gelijkwaardig product als de eerdergenoemde kunststofneus volgens de HGtechniek, echter nu met een thermo plastischvervormbaar materiaal wat het voordeelheeft dat het schoon en snel te verwerkenis. Omdat het werken met "Distrac ReinforcementPanel" zeker een verbetering iswil ik mijn ervaring delen door middel vandeze miniworkshop.Wat is "Distrac Reinforcement Panel""Distrac Reinforcement Panel" is eengeavanceerde composiet met hoge prestaties,speciaal ontwikkeld om thermoplastischeplaatmaterialen te versterken enzo sterkte en stijfheid aan de onderdelen tegeven. De lichtgewicht, dunne en sterkepanelen zijn het resultaat van een uniek gepatenteerd"Fiber Impregnation Technology"ontwikkeld voor aerospace applicaties.Het materiaal is een composiet bestaandeuit koolstof en glasvezels in een taaiethermoplastische matrix. De multiaxialevezelrangschikking zorgt voor de hogesterkte en stijfheid, hoge torsie en impactweerstand. De platen zijn ook uitermategeschikt als materiaal voor het vervaardigenvan een zoolverstijving.Hoe te verwerken?Het maken van de kunststof neuzen lijkteen beetje op de manier als de verwerkingvan TFC welke al eerder is voorbijgekomenin een miniworkshop, echter met wateenvoudigere hulpmiddelen. Er is gebruikgemaakt van goedkope braadzakken inplaats van dure siliconen zakken en is deneus in een standaard oven onder vacuümgevormd waar met een beetje huisvlijt eenleiding tussen de deur is gemaakt in plaatsvan een speciaal daartoe uitgeruste oven.Omdat de kunststofneus 45 tot 50 minutenbij een temperatuur van 225ºC verwerktwordt zal er van de leest een gipsmodelmoeten worden gemaakt, vergeet daarbijdan niet om de extra ruimte voor de binnenzoolen voering te creëren. Het is aan tebevelen om de gips goed te laten drogenomdat het door waterdampvorming langduurt voordat vochtige gips een temperatuurbereikt van 225ºC. Uit de "Distrac ReinforcementPanel" wordt nu het materiaaluitgezaagd voor de kunststofneus en wordthet volgens de instructies van de leverancierin de oven verwarmd, in dit geval 8minuten bij een temperatuur van 200ºC.Na 8 minuten is het materiaal volledig plastischgeworden en wordt het met de handom de gipsmal gevormd, let hierbij wel opdat de lagen onderling niet gaan schuivendit zorgt voor een negatief resultaat. Zorger voor dat om de mal eerst een braadzakwordt gedaan anders zal de "Distrac ReinforcementPanel” aan de gips hechten en isde mal niet meer bruikbaar. Na afkoelingwordt de kunststofneus in het juiste modelgeschuurd en weer teruggeplaatst op hetgipsmodel, waar nog steeds de braadzak om-Stap 1 Er wordt een gipsmal van de leestgemaaktStap 2 Het materiaal wordt met de handover de gipsmal gevormdStap 3 De kunststofneus wordt op maatgemaaktStap 4 De kunststofneus wordt teruggeplaatsten vacuüm gezogenheen zit. Er wordt nu eenbuis geplaatst voor de vacuüm,op de buis wordt een stukje kneedbarekit bevestigd ter afdichting van de buitenstebraadzak. De buitenste braad zak wordtnu om de koolstofneus geplaatst en wordtafgedicht op de kit met het bijgeleverde sluitstripje.De vacuüm wordt ingeschakeld en hetgeheel gaat in de oven met een temperatuurvan 225ºC gedurende 45 tot 50 minuten. Dehogere temperatuur en langere tijd als doorde leverancier is opgegeven is nodig doordatde gips, zeker als deze nog iets vochtigis veel warmte opneemt. Na de verstrekentijd wordt de neus uit de oven gehaald omnog steeds onder vacuüm af te koelen. Naafkoeling is de kunststofneus klaar, eventueleoneffenheden met een waterproefschuurpapiertjeweg halen. Om tot eenwerkschoen te komen die geheel voldoetaan de eisen volgens EN20346:2004 waarbijdeze kunststof neus wordt gebruiktzal men nog aan veel meer eisen moetenvoldoen en is het raadzaam om u aan temelden voor de cursus orthopedisch veiligheidsschoeiselwaar al deze items aanbod zullen komen.In welke vorm verkrijgbaar?"Distrac Reinforcement Panel" is teverkrijgen in diverse diktes van eenflexibele 1,7 mm tot een ultrarigide4,4mm, deze laatste wordt gebruiktvoor de kunststof neuzen. •De leverancier van dit product is defi rma Distrac en is te bestellen viaDISTRAC WELLCARE PRODUCTSBLEYVELD 14B-3320 HOEGAARDENBELGIËT: +32 16 768282F: +32 16 767525E: info@distrac.comsales@distrac.comVertegenwoordiger voor Nederland:De heer Bert Lintsen,tel. 06-53929397Stap 5 Het geheel gaat in de ovenStap 6 Na afkoeling is het product gereedHeeft u vragen over deze techniekof heeft u suggesties voor eenminiworkshop neem dan contact opvia info@beroepsschoeisel.nl36 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 37


COLOFONVAKBLAD VAN <strong>NVOS</strong>-ORTHOBANDAPostbus 120, 3760 AC Soest, telefoon: 035-588 04 95.CONCEPT EN REALISATIE GaGa-Republic, Ridderkerk.EINDREDACTIE Rob Verwaard (<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>), GaGa-Republic.REDACTIERAAD Dr. S. Bus, bewegingswetenschapper, Ing. J.A.P.F. Lavrijsen, projectleider TNO,Ing. J. Olsman, orthopedisch technoloog.CONTACTADRES REDACTIE GaGa-Republic (debbie@gaga-republic.nl).OPLAGE 1.500 exemplaren.DRUKKERIJ Karstens, druk met communicatie BV.ISSN 2210-7894Het vakblad Orthopedische techniek wordt o.a. verspreid onder de leden van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>.ABONNEMENTEN kunnen via e-mail info@nvos-orthobanda.nl worden aangevraagd bij het secretariaat van<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest.ABONNEMENTSPRIJS € 35 per jaar, exclusief 6% BTW. Losse nummers of extra bewijsnummers zijnbeschikbaar op verzoek.ADVERTENTIEVERKOOP <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest.TEL +31(0)35-5880495, FAX +31(0)35-6025170, MAIL vakblad@nvos-orthobanda.nl.AANLEVERING ADVERTENTIES voor editie december: uiterlijk 29 oktober 2010,voor editie april 2011: uiterlijk 28 februari 2011.Opzegging van het abonnement dient schriftelijk en minimaal drie maanden voor aanvang van het nieuwekalenderjaar te geschieden.Tijd voor een anderewending in je carriereLIVIT Orthopedie BV is marktleider in Nederland op het gebied van orthopedische hulpmiddelen, zoalsprothesen, orthesen, voetzorg en compressietherapie. We hebben 40 vestigingen en nagenoeg een landelijkedekking. Onze Orthopedisch Adviseurs werken samen met voorschrijver en patiënt aan een optimaleorthopedische voorziening. Bij LIVIT Orthopedie BV zijn ruim 550 medewerkers werkzaam.Editie december 2010VOORUITBLIKZORGVERZEKERAARSDit vakblad verschijnt drie keer per jaar. Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelendient men toestemming te vragen aan de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.Dit vakblad is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De vereniging en de uitgever zijn nietaansprakelijk voor fouten en/of omissies.Vanwege groei is LIVIT voor diverse regio’s op zoek naar nieuwe collega’s voor de functie van:ORTHOPEDISCH ADVISEURS PRO- &ORTHESEN EN ORTHOPEDISCHADVISEURS SCHOEN<strong>TECHNIEK</strong>M/V (FULLTIME/PARTTIME)Functie - In de functie van Orthopedisch Adviseur (ook wel Orthopedisch Instrumentmaker of Orthopedisch Schoenmakergenoemd) bent u verantwoordelijk voor het zelfstandig aanmeten, passen en afl everen van Orthopedische Hulpmiddelen opverschillende locaties. U werkt nauw samen met voorschrijvers in de regio en onderhoudt contacten met de diverse ziekenhuizen,verpleeg- en verzorgingsinstellingen. Daarnaast verzorgt u een verslaglegging van uw opdrachten aan de afdeling inkoopen administratie.<strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> behartigt de belangenvan zorgondernemers in medische hulpmiddelendie de kwaliteit van levenvoor de gebruikers verhogen. Wij tredenop als gesprekspartner van overheid,zorg verzekeraars, patiëntenverenigingen enandere belanghebbenden zoals artsen enfysiotherapeuten.De Commissie Markt & Regels van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong>, verzorgt de belangenbehartigingop het vlak van de regelgeving enzorgverzekeraars en heeft structureeloverleg met alle zorgverzekeraars en metandere relevante organisaties zoals ZorgverzekeraarsNederland. In het volgendenummer wordt door Bart van Liebergen,bestuurslid van <strong>NVOS</strong>-<strong>Orthobanda</strong> entevens voorzitter van de Commisie Markt& Regels, nader ingegaan op het overlegen de samenwerking met zorgverzekeraars.De ontwikkeling van de zorgprotocollen, deDBC's, kwaliteit in de zorg en de positiein de zorgketen zijn een aantal van deonderwerpen die de revue passeren.Wij vragen - U heeft de opleiding Bewegingstechnologie, Orthopedische Technologie, Fysiotherapie en/ of SVGB niveau 4met succes afgerond en bij voorkeur aantoonbare ervaring in de branche. U bent in staat om zelfstandig en in teamverband tewerken. U beschikt over uitstekende communicatieve en organisatorische vaardigheden. U bent representatief, enthousiasten fl exibel ingesteld. U beschikt over voldoende inlevingsvermogen en bent resultaatgericht. Tevens bent u in het bezit vaneen rijbewijs B.Wij bieden - Een afwisselende baan in een fl exibele, innovatieve en snelgroeiende organisatie waar voldoende ruimte isvoor zelfont plooiing en waarbinnen opleidingsmogelijkheden zijn.Reageren - Uw open sollicitatie kunt u, voorzien van motivatie en CV, richten aan LIVIT Orthopedie BV, ter attentievan afdeling P&O, Postbus 962, 2003 RZ Haarlem. Of mailen naar sollicitatie@livit.nl. Wij nemen dan zo spoedig mogelijkcontact met u op.Kijk voor meer informatie op www.livit.nl of bel 023-5530486.WIJ BEGRIJPEN WAT U BEWEEGT38 <strong>ORTHOPEDISCHE</strong> <strong>TECHNIEK</strong> - september 2010 39

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!