29.11.2012 Views

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4 TOEK01iSTIGE VORDERINGEN IN DE zm VAN ART. ) 5 FW<br />

waar een bezwaarlijke situatie oplevert <strong>voor</strong> de financier; maar dat hier betere verhaalsmogelijkheden<br />

<strong>voor</strong> de overige crediteuren tegenover staan. Men dient evenwel<br />

niet uit het oog te verliezen dat de relatie van een financier met een debiteur vaak een<br />

veel mee!" intensieve, langdurige of risicovolle is dan die van de debiteur met zijn overige<br />

crediteuren. Een overeenkomst van geldlening wordt dikwijls <strong>voor</strong> langere tijd<br />

aangegaan en verschaft de debiteur de financiele middelen om bedrijfsmiddelen aan te<br />

schaffen, personeel in dienst te nemen en crediteuren te betalen. Leveranciers gaan in<br />

de !"egel korte-termijn-transacties aan met hun afnemers, met kortlopende vorderingen,<br />

die bovendien door middel van een eigendoms<strong>voor</strong>behoud gesecureerd kunnen<br />

worden. Loonvorderingen van werknemers zijn meestal kortlopend en zijn bovendien<br />

veelal versterkt met een <strong>voor</strong><strong>recht</strong> (art. 3:288e B\X')."<br />

Wanneer er <strong>recht</strong>spolitieke redenen van faillissements<strong>recht</strong> (paritas creditorum,<br />

goed beheer van tot de boedel behorende zaken, <strong>voor</strong>tzetting van de<br />

onderneming) zijn om de opbrengst van vorderings<strong>recht</strong>en uit na de faillietverklaring<br />

doorlopende huurovereenkomsten naar de failliete boedel te<br />

doen vloeien, dan is het zuiverder en duidelijker dit te doen berusten op een<br />

bepaling in de faillissementswet, in plaats van op het leerstuk van de toekomstige<br />

vorderingen. De prijs die onder het huidige systeem betaald wordt<br />

<strong>voor</strong> dit resultaat is te hoog: ten aanzien van tal van vordel'ingen waarbij van<br />

de doorlopende 'uitholling' van de boedel geen spl'ake is (bijvool'beeld vel'zekeringsvorderingen,<br />

regresvorderingen, opties), bestaat niettemin onzekerheid<br />

over het al dan niet toekomstige karakter van de vorderingen. Men<br />

kan beter een bepaling in de faillissementswet opnemen waaruit ondubbelzinnig<br />

voIgt dat huuropbrengsten van tot de boedel behorende goederen<br />

eveneens tot de boedel behoren, ondanks de cessie of de verpanding van de<br />

huurvorderingen. Een alternatief is dat men, zoals in de nieuwe Duitse<br />

Insolvenzordnung is geschied, de curator in het faillissement van de verhuurder<br />

de wettelijke bevoegdheid geeft de huurovereenkomst op te zeggen,<br />

waarbij <strong>voor</strong> bepaalde vormen van financiering op basis van huurvorderingen<br />

een uitzondering geformuleerd zou kunnen worden.<br />

De nieuwe Duitse Insolvenzordnung (1999) bevat een regeling die afbreuk doet aan de<br />

<strong>recht</strong>en van degene aan wie huurvorderingen gecedeerd zijn. De tegenstelbaarheid aan<br />

de faillissementsboede! van beschikkingshandelingen ten aanzien van vorderingen uit<br />

hoofde van huur- en pachtovereenkomsten betreffende onroerende zaken worden<br />

door § 110 Abs. 1 InsO in grote mate beperkt. Slechts vorderingen die de maand volgend<br />

op het faillissement betreffen, worden nog verkregen door de cessionaris. Voor<br />

45 Vergelijk I-I. Klarer, Die Globalzession von Debitorenforderungen als wirksames und notwendiges<br />

Sicherungsmittel und ihre Behandlung im Konkurs, Schweizerische Juristenzeitung<br />

94 (1998), p. 355.<br />

66<br />

4 TOEKOMSTIGE VORDERINGEN IN DE ZIN VAN ART. ) 5 FW<br />

verrekening met dergelijke vorderingen geldt een soortgelijke beperking (§ 110 Abs. 3<br />

InsO). Bovendien he eft de curator ingevolge § 103 Abs. 1 InsO de mogelijkheid humovereenkomsten<br />

op te zeggen krachtens welke de failliet als verhuurder van roerende<br />

zaken optreedt. Aldus heeft de curator, in tegenstelling tot in het Nederlands <strong>recht</strong>art.<br />

39 Fw ziet aileen op huurovereenkomsten waarbij de failliet hum·der is - de mogelijk<br />

het ontstaan van huurvorderingen te beletten door de huurovereenkomst te beeindigen.<br />

Deze regeling vonnt een belemmering <strong>voor</strong> de financiering op basis van leasing,<br />

omdat een faillissementsbestendige cessie ten tite! van zekerheid niet meer mogelijk<br />

zou zijn. Dit is nooit de bedoeling van de wetgever geweest, maar is echter bij de<br />

beraadslagingen kennelijk over het hoofd gezien. De wetgeve!" heeft om deze reden<br />

nog <strong>voor</strong> de inwerkingtreding van de nieuwe Insolvenzordnung een novelle tot stand<br />

gebracht, die geleid heeft tot het huidige § 108 Abs. 2 InsO, waardoor nu een faillissementsbestendige<br />

financiering van lease-contractcn mogelijk is. De cessie tot zekerheid<br />

van lease-vorderingen kan overigens aileen faillisscmentsbestendig geschieden indien<br />

aan twee <strong>voor</strong>waarden is voldaan: het lease-object zelf moet ook tot zekerhcid zijn<br />

overgedragen aan de financier en bovendien meet deze de aanschaf of fabricage van het<br />

lease-object gefinancierd hebben. Slechts indien aan dcze <strong>voor</strong>waarden voldaan is, kan<br />

de curator de lease niet opzeggen en is het <strong>voor</strong>tbestaan van de lease en daarmede van<br />

de gecedeerde vorderingen verzekerd."<br />

4.8 Vorderingen uit andere bron dan overeenkomst<br />

Ten aanzien van vorderingen die niet uit overeenkomst maar <strong>recht</strong>streeks uit<br />

de wet <strong>voor</strong>tvloeien kunnen wij kort zijn: dergelijke vorderingen ontstaan<br />

pas als het betreffende <strong>recht</strong>sfeit zich heeft <strong>voor</strong>gedaan. De vordering tot<br />

schadevergoeding of ongedaanmaking ontstaat pas als de on<strong>recht</strong>matige<br />

daad is gepleegd, de onge<strong>recht</strong>vaardigde verrijking zich heeft <strong>voor</strong>gedaan of<br />

de prestatie onvel'schuldigd is verl'icht. In geval van on<strong>recht</strong>matige daad zou<br />

men de nuance kunnen aanbl'engen dat het handelen in strijd met een <strong>recht</strong>splicht<br />

het <strong>recht</strong>ens l'elevante moment vool' het ontstaan van de vol'del'ing is:<br />

dit handelen doet de <strong>recht</strong>svel'houding ontstaan tussen laedens en gelaedeel'de,<br />

waaruit de vordering tot schadevergoeding <strong>voor</strong>vloeit." Hiel'bij zou<br />

het vool' het bestaan van de vordel'ing niet uitmaken of de schade zich reeds<br />

46 Zie H. Mohrbutter (red.), Handbuch der Insolvenzverwaltung, 7e dL Keulen (etc), p. 108-<br />

126; H. Haarmeyer, W. Wutzke, K. Forster, Handbuch zur Insolvenzordnung InsO/EGInsO,<br />

2e dL Miinchen 1998, p. 410-411; D. Eckmann, A. Flessner e.a., Heidelberger Kommentar<br />

zur Insolvenzordnung, p. 366-369.<br />

47 Vgl. Van Boom, die vanaf dit moment de vordering als een toekomstige vordering met<br />

grondslag beschouwt. De vordering ontstaat pas, aldus Van Boom, indien voldaan is aan aile<br />

vereisten (inclusief het ontstaan van schade) <strong>voor</strong> aansprakelijkheid. WPNR 6108 (1993), p.<br />

702. Vgl. tevens CJM. Klaassen, AJ Akkermans, Het moment van ontstaan van schade,<br />

Preadviezen uitgebracht VOor de <strong>Vereniging</strong> <strong>voor</strong> Burgerlijk Recht, 1997.<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!