29.11.2012 Views

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4 TOEKOMSTIGE VORDERINGEN IN DE ZIN VAN ART, 35 FW<br />

4.6 Nadere omschrijving van '<strong>recht</strong>streeks verkregen uit een reeds<br />

bestaande <strong>recht</strong>sverhouding'; toekomstige vorderingen buiten<br />

insolventie; <strong>burgerlijk</strong>e vruchten<br />

4.6.1 Rechtstreeks verkregen uit een reeds bestaande <strong>recht</strong>sverhouding<br />

Het is voldoende dat de vordering '<strong>recht</strong>streeks zal worden verkregen uit'<br />

een reeds bestaande <strong>recht</strong>sverhouding. Het is niet noodzakelijk dat de<br />

betreffende overeenkomst werkelijk de bron is van de met de vordering corresponderende<br />

verbintenis. Men dient de 'reeds bestaande <strong>recht</strong>sverhouding'<br />

niet te vereenzelvigen met de bron van de betreffende verbintenis. 33<br />

In zijn conclusie bij het arrest Staal Bankiersl Ambags q.q. betoogde AG Mok dat de<br />

vordering tot betaling van de waarde van het maatschapsaandeel niet haar uitsluitende<br />

grondslag had in de maatschapsovereenkomst. De vordering yond vol gens de Advocaat-Generaal<br />

mede haar grondslag in 'een nieuwe <strong>recht</strong>sverhouding, nl. de <strong>voor</strong>tzetting<br />

van de maatschap tussen de overige vennoten'. De Hoge Raad lijkt het oordeel van<br />

het Hof dat de vordering wei haar grondslag in de (oorspronkelijke) maatschapsovereenkomst<br />

had, te onderschrijven. Wij zouden de vordering zeker <strong>voor</strong> toep'assing van<br />

art. 35 lid 2 Fw als bestaand willen aanmerken: zelfs al zou zij mede haar grondslag vinden<br />

in een nieuwe <strong>recht</strong>sverhouding<br />

Vit het arrest Solleveld II blijkt dat de kredietgever de vorderingen op de kredietnemer<br />

reeds kan cederen of verpanden, <strong>voor</strong>dat de individuele overeenkomsten van verbruikleen<br />

tot stand zijn gekomen. In het arrest Solleveld II werd in het kader van de<br />

vraag naar de mogelijkheid van verpanding van vorderingen uit hoofde van een overeenkomst<br />

van verbruikleen, de onmiddellijke grondslag in een reeds bestaande <strong>recht</strong>sverhouding<br />

me de gevonden in een overeenkomst waarin de uitlener zich jegens een<br />

derde verplicht had tot het verstrekken van de geldlening aan de inlener.<br />

In geval van een door een bank aan een kredietnemer beschikbaar gestelde kredietfaciliteit<br />

wordt er een raamovereenkomst gesloten die de verplichting <strong>voor</strong> de bank meebrengt<br />

(meestal tot een bepaald maximum) individuele overeenkomsten van verbruikleen<br />

aan te gaan indien de kredietnemer dit wenst. Aile vorderingen die zullen ontstaan<br />

in het kader van een dergelijke raamovereenkomst, dienen bij toepassing van art, 35 lid<br />

2 Fw als reeds bestaande vorderingen aangemerkt te worden. De gevolgen hiervan<br />

<strong>voor</strong> de boedel behoeven niet ernstig te zijn. De failliet verliest immers vanwege art. 23<br />

Fw de beschikking en het beheer over zijn vermogen en zal na zijn faillietverklaring<br />

geen nieuwe geldleningen kunnen verstrekken. Wanneer de curator het bedrijf van de<br />

bank wil <strong>voor</strong>tzetten en kredietnemers toestaat geld op te nemen onder bestaande kredietfaciliteiten<br />

is het gevolg hiervan wei dat de hieruit <strong>voor</strong>tvloeiende vorderingen aan<br />

33 Vergelijk W.H.M. Reehuis, <strong>Cessie</strong> van toekomstige vorderingen naar huidig en komend<br />

<strong>recht</strong>, Groninger Opmerkingen en Mededelingen VI (1989), p. 74: 'Daarnaast lijkt de<br />

'grondslag' van de vordering een ruimer begrip te zijn dan de 'bron' daarvan.'<br />

60<br />

4 TOEKOMSTIGE VORDERINGEN TN DE ZIN VAN ART, 35 FW<br />

de cessionaris van de vorderingen gaan toebehoren. \'\Iil de curator dit resultaat ver··<br />

mijden, dan zal hij de bestaande faciliteiten dienen te beeindigen en nieuwe kredietfaciliteiten<br />

dienen aan te gaan.<br />

Vorderingen van een rekeninghouder op de bank tot uitkering van toekomstige rekening-courant<br />

saldi zijn toekomstige vorderingen. De vordering tot betaling van het saldo<br />

vindt niet haar <strong>recht</strong>streekse oorzaak in de rekening-courant-verhouding, maar is<br />

de resultante van de verrekening van vorderingen die partijen over en weer op elkaar<br />

hebben." De individuele, in rekening-courant geboekte, vorderingen die de rekeninghouder<br />

op de bank heeft, dienen hun grondslag te hebben in een ten tijde van de cessie<br />

bestaande <strong>recht</strong>sverhouding, teneinde aangemerkt te kunnen worden als reeds<br />

bestaande vorderingen. Vorderingen tot betaling van rekening-courant saldi die het<br />

gevolg zijn van crediteringen die plaatsvinden nadat de rekeninghouder failliet is ver­<br />

Idaard, vallen vanwege art. 35 lid 2 Fw in de failliete boedel. Een eerdere cessie door de<br />

rekeninghouder van de vorderingen tot uitkering van het saldo kan dit niet verhinderen.<br />

4.6.2 Toekomstige vorderingen buiten insolventie<br />

De door ons <strong>voor</strong>gestelde benadering heeft betrekking op art. 35 lid 2 Fw,<br />

dat zowel in geval van faillissement als in geval van surseance van betaling<br />

geldt. Vorderingen die naar gemeen <strong>recht</strong> toekomstige vorderingen zijn,<br />

kunnen in het kader van toepassing van art. 35 lid 2 als bestaande vorderingen<br />

aangemerkt worden.<br />

Vit onte benadering vloeit bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong>t dat vorderingen waarvan het ontstaan<br />

afhankelijk is van een wilsverklaring van de debiteur in de context van art. 35 lid 2 Fw<br />

ook als bestaande vorderingen kunnen worden aangemerkt, zelfs al wordt de<br />

betreffende wilsverklaring (zoals in het arrest Staal Bankiersl Ambags q.q.) na de faillietverklaring<br />

van de cedent gedaan.<br />

Dit betekent niet dat vorderingen die ten tijde van faillietverklaring naar<br />

gemeen <strong>recht</strong> nog toekomstig zijn, op de faillissementsdatum ineens verkregen<br />

worden. Het gevolg is dat deze vorderingen indien zij (vol gens gemeen<br />

<strong>recht</strong>) ten tijde van het faillissement in het vermogen van de failliet ontstaan,<br />

op grond van de <strong>voor</strong> faillietverklaring verrichte beschikkingshandeling van<br />

<strong>recht</strong>swege - net zoals bij subrogatie in toekomstige vorderingen - overgaan<br />

in het vermogen van de cessionaris.<br />

Wat geldt indien er geen sprake is van insolventie van de cedent? In derge-<br />

34 Zie HR 10 januari 1975, NJ 1976,249, m.nt. BW (GiroIStandaardfilms).<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!