Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2 LEVERING: HET MEDEDELINGSVEREISTE<br />
Dit geldt niet alleen in de verhouding cedent-cessionaris, maar ook jegens<br />
derden, in het bijzonder de schuldeisers van de cedent. Mededeling of<br />
erkenning is enkel nodig om te bewerkstelligen dat de debiteur nog slechts<br />
aan de cessionaris bevrijdend kan betalen."<br />
In een situatie is de mededeling of erkenning goederen<strong>recht</strong>e!ijk relevant. In geval van<br />
dubbele cessie heeft de eerste (te goeder trouw) medegedeelde of erkende cessie <strong>voor</strong>rang<br />
(art. 1690 lid 3 Belgisch BW). Dirix heeft verdedigd dat art. 1690 lid 3 Belgisch BW<br />
analogisch toegepast dient te worden in geval van beslag of faillissement. Dirix stelt dat<br />
'het vereiste van de kennisgeving (of de erkenning) van de overdracht ook bepalend is<br />
<strong>voor</strong> het beslechten van het conflict tussen de cessionaris en aile andere derden die op<br />
de schuldvordering concurrente aanspraken kunnen doen gelden en met name bij<br />
beslag en faillissement.' Dit zou betekenen dat een aan de mededeling <strong>voor</strong>afgaand<br />
beslag of faillissement aan de cessionaris tegengeworpen zou kunnen worden. Dirix<br />
verkondigt overigens - hij geeft dit zelf ook aan - een minderheidsstandpunt. De meerderheidsvisie<br />
is dat uit art. 1690 lid 1 Belgisch BW afgeleid moet worden dat de overdracht<br />
van een vordering tegenstelbaar is aan een latere beslaglegger of aan de failliete<br />
boede! van de cedent, ongeacht of mededeling van de cessie heeft plaatsgevonden."<br />
In art. 10 van het UNCITRAL-ontwerp is bepaald dat overdracht van de vordering<br />
plaatsvindt door en op het moment van het totstandkomen van de<br />
overeenkomst van cessie. De functie van de mededeling is beperkt tot die<br />
van betaalopdracht aan de gecedeerde debiteur (art. 18 en 19).<br />
Hieraan dient evenwel te worden toegevoegd dat ingevolge art. 40 de verdragssluitende<br />
staten kunnen kiezen welke 'priority rules' de betreffende staat wenst over te<br />
nemen. De Annex bij het ontwerp-verdrag bevat hier<strong>voor</strong> alternatieve regelingen. De<br />
eerste regeling is gebaseerd op een registratie-systeem, dat erop neerkomt dat de eerst<br />
geregistreerde cessie <strong>voor</strong>gaat (art. 1 en 2 van de Annex). Dit betekent onder meer dat<br />
de cessionaris beschermd wordt tegen een later beslag of faillissement, indien de registratie<br />
van de cessie ante rieur is aan het beslag of de faillietverldaring (art. 2 van de<br />
Annex). De tweede regeling waar<strong>voor</strong> een verdragssluitende staat kan kiezen is dat de<br />
rangorde bepaald wordt door de datum waarop de overeenkomst van cessie tot stand<br />
is gekomen (art. 6 en 7). Hier geldt dat indien door middel van de overeenkomst van<br />
cessie de vorderingen zijn overgedragen, een later gelegd beslag ten laste van de cedent<br />
of de faillietverklaring van de cedent de overdracht niet kan frustreren. In beide regelingen<br />
is mededeling aan de debitor cessus niet bepalend <strong>voor</strong> de tegenstelbaarheid van<br />
de cessie aan derden. In de definitie van 'factoring contract' in art. 1 lid 2 van het Pac-<br />
38 Dit is de heersende mening: zie Overdracht en inpandgeving van schuldvorderingen (Dirix),<br />
nr. 21.<br />
39 Zie Overdracht en inpandgeving van schuldvorderingen (Dirix), nr. 21-26 en de daar<br />
genoemde literatuur. Zie tevens Dirix, WPNR 6228 (1996), p. 458.<br />
30<br />
2 LEVERING: HET MEDEDELINGSVERET$TE<br />
toring-verdrag is de mededeling als bestanddeel opgenomen. Dit is gezien het feit dat<br />
in de meeste gevallen de factor de vorderingen zal innen begrijpelijk.<br />
Vastgesteld kan worden dat art. 3:94 lid 1 BW ingaat tegen ontwikkelingen<br />
in de <strong>recht</strong>sstelsels van naburige landen, waarin men gepoogd heeft de commerciele<br />
overdracht van vorderingen op naam te vergemakkelijken. Opmerkelijk<br />
is dat in de Franse <strong>recht</strong>sfamilie het mededelingsvereiste teruggedrongen<br />
wordt, teneinde tegemoet te komen aan de eisen van het moderne<br />
handels- en kredietverkeer. Het verst is hier Belgie gegaan, door de algemene<br />
regeling van cessie (art. 1689 e.v. Belgisch BW) fundamenteel te herzien<br />
ten faveure van het consensuele stelsel. In Frankrijk he eft men gekozen <strong>voor</strong><br />
een regeling met een beperkter toepassingsgebied. Ook in andere <strong>recht</strong>sstelsels,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld in Italie, treft men regelingen aan die <strong>voor</strong> commerciele<br />
transacties relevante mitigaties van het mededelingsvereiste bevatten.'o In<br />
een aantal <strong>recht</strong>sstelsels, waaronder die van de Anglo-Amerikaanse en de<br />
Duitse <strong>recht</strong>sfamilies, is mededeling iiberhaupt geen vereiste <strong>voor</strong> overdracht.<br />
Het is merkwaardig dat in Nederland de ontwikkeling omgekeerd verlopen<br />
is. In Nederland hebben wij het consensuele stelsel van het Burgerlijk Wetboek<br />
van 1838 juist verlaten en in het nieuwe Burgerlijk Wetboek mededeling<br />
tot een vereiste <strong>voor</strong> overdracht gemaakt." Waar Katz in zijn Europaisches<br />
Vertrags<strong>recht</strong> opmerkt dat in die <strong>recht</strong>sstelsels waarin naar gemeen<br />
<strong>recht</strong> de mededeling constitutief is, de wetgever wettelijke uitzonderingen<br />
heeft gecreeerd <strong>voor</strong> bepaalde commerciele leveringen van vorderingen, had<br />
hij <strong>voor</strong> Nederland een uitzondering dienen te maken." Het nieuwe Burgerlijk<br />
Wetboek had dan ook, indien de wetgever het Nederlands <strong>recht</strong> op<br />
dit onderwerp had laten aansluiten bij Europese ontwild{elingen, het stelsel<br />
van het Burgerlijk Wetboek van 1838 intact moeten laten en slechts de door<br />
art. 668 lid 2 BW (oud) gestelde vormvereisten (betekening, erkenning bij<br />
authentieke akte) moeten afschaffen.<br />
40 Art. 5 van de Wet 52 van 21 februari 1991, inzake factoring, heeft met betrekking tot handelsvorderingen<br />
die aan een financiele ins telling worden overgedragen, het mededelingsvereiste<br />
afgeschaft. Zie de bijdrage van d'Ambrosio, in: Baums/Wymeersch, Asset--backed<br />
Securitization in Europe, p. 138.<br />
41 Vgl. Zwalve, Hoofdstukken, p. 297-299.<br />
42 H. Kiitz, Europaisches Vertrags<strong>recht</strong> I, Tubingen 1996, p. 423.<br />
31