Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
8 PARTIELE CESSlE<br />
bende worden van de vorderingen en onderling overeenkomen, bij<strong>voor</strong>beeld in een<br />
c. v.-overeenkomst, dat 80% van de gelnde bedragen naar het Spy en de resterende<br />
20% naar de Originator gaat.<br />
Een beding tussen schuldenaar en schuldeiser inhoudende dat de vordering<br />
slechts in haar geheel kan worden overgedragen, kan partieJe cessie verhinderen<br />
(zie § 7.6).<br />
8.2 Het bepaaldheidsvereiste<br />
8.2.1 Algemeen<br />
Evenals de cessie van een vordering in haar geheel dient de cessie van een<br />
gedeelte van een vordering te voldoen aan het bepaaldheidsvereiste van art.<br />
3:84 lid 2 BW. Dit geldt zowel in geval van een splitsing als in geval van de<br />
overdracht van een onverdeeld aandeel in de vordering. In tweeerlei opzicht<br />
moet het <strong>voor</strong>werp van de partieJe cessie voldoende bepaald zijn. Ten eerste<br />
moet duidelijk zijn welke vordering partieel wordt gecedeerd. Ten rw-eede<br />
moet duidelijk zijn wat de omvang is van het gedeelte van de vordering dat<br />
wordt overgedragen. Ook <strong>voor</strong> een partiele cessie geldt dat bepaalbaarheid<br />
achteraf voldoende kan zijn. 2 Voldoende is dat de akte van cessie zodanige<br />
gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand van die gegevens kan<br />
worden bepaald welke vordering partieel is gecedeerd en wat de omvang is<br />
van het gedeelte van de vordering dat is gecedeerd. De omvang van het<br />
gedeelte van de vordering dat wordt overgedragen, kan worden uitgedrukt<br />
in een geldbedrag, een percentage of een bepaalde formule op grand waarvan<br />
de omvang kan worden berekend. Ook een omgekeerde benadering is<br />
mogelijk, namelijk dat in de cessieakte gegevens worden opgenomen aan de<br />
hand waal'van kan worden vastgesteld welk gedeelte van de vordering de<br />
cedent heeft behouden.<br />
Indien de partiele cessie een vordering betreft waarvan de omvang ten tijde van de cessie<br />
nog niet vaststaat (denk bij<strong>voor</strong>beeld aan een schadevergoedingsvordering of vorderingen<br />
uit derivaten zoals swaps, opties e.d.), dan kan naderhand, op het moment dat<br />
de omvang van de vordering vast komt te staan, blijken dat de partiele cessie heeft<br />
geleid tot een overdracht van de gehele vordering of, indien uit de cessieakte voigt dat<br />
de cedent een bepaald gedeelte van de vordering blijft behouden, dat de cessionaris in<br />
het geheel geen gedeelte van de vordering heeft verkregen.<br />
2 Zie HR 19 december 1997, NJ 1998,690, m.nt. WMK (Zuidgeest/Furness).<br />
120<br />
8.2.2 ZuidgeestlFHrness J : een derde vorm van partiele cessle?<br />
8 PARTIELE CESSlE<br />
Zoals hiel'<strong>voor</strong> reeds bleek, kan het <strong>voor</strong>werp van een partiele cessie ook een<br />
portefeuille van vol'deringen zijn. De vraag rijst of de cessie van een gedeelte<br />
van de vorderingenportefeuille, waarbij in de cessieakte slechts wordt<br />
aangegeven tot welk totaalbedrag de vorderingenportefeuille wordt gecedeerd<br />
en niet <strong>voor</strong> welk gedeelte elke individuele vordering wordt overgedragen,<br />
voldoet aan het bepaaldheidsvereiste. Uit het arrest Zuidgeest/Furness<br />
lijkt te kunnen worden geconcludeerd dat een dergelijke cessie<br />
<strong>recht</strong>sgeldig is, in ieder geval <strong>voor</strong> zover het gaat om verschillende vorderingen<br />
op dezelfde debiteur. Voldoende is dat aan de hand van de akte kan<br />
worden vastgesteld welke vorderingen deel uitmaken van de portefeuille die<br />
het object is van de partieJe cessie en wat de omvang is van het gedeelte van<br />
(het totaal aan vorderingen in) de portefeuille dat wordt gecedeerd. Niet is<br />
vereist dat aan de hand van de akte ook kan worden bepaald tot welle bedrag<br />
elke individuele vordering is gecedeerd en of elke vordering die deel uitmaakt<br />
van de portefeuille partieel is gecedeerd. De Hoge Raad lijkt in het<br />
arrest Zuidgeest/Furness een derde vorm van partieJe cessie te hebben<br />
erkend, namelijk de cessie van twee of meer vordel'ingen tot een bepaald<br />
totaalbedrag, waarbij de cessional'is elke vol'del'ing vool' het geheel kan<br />
innen totdat het totaalbedrag is bel'eikt.<br />
In Zuidgeest/Furness stonden de volgende feiten centraal. Tussen CEZ en Furness<br />
bestond'van 1975 tot 1981 een samenwerkingsovereenkomst op grond waarvan CEZ<br />
pretenteerde nog verschillende vorderingen op Furness te hebben (deze vorderingen<br />
worden in het arrest aangeduid als 'deeivorderingen').In totaal zouden de vorderingen<br />
een bedrag van f 726.237, 64 vertegenwoordigen. In 1983 heeft CEZ de vorderingen<br />
tot een bedrag van f 600.000 overgedragen aan ICA. In 1990 heeft ICA de aan haar<br />
gecedeerde vorderingen doorgecedeerd aan Zuidgeest. Zuidgeest spreekt Furness aan<br />
tot betaling, maar Furness weigert te betalen. Furness stelt dat beide cessies ongeldig<br />
zijn, omdat niet zou zijn voldaan aan het bepaaldheidsvereiste. In de cessieakte russen<br />
CEZ en ICA was immers niet aangegeven welke vorderingen van CEZ op Furness<br />
zouden worden overgedragen en tot welk bedrag. De Hoge Raad oordeelde als voigt:<br />
'Met zijn hier<strong>voor</strong> weergegeven overwegingen heeft het Hof tot uitdrukking gebracht<br />
(a) dat niet is vereist dat de over te dragen vordering in de akte van cessie zelf nauwkeurig<br />
is omschreven en dat het voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat,<br />
eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden bepaald om welke vordering het<br />
gaat, (b) dat in het onderhavige geval aan laatstbedoeld vereiste is voldaan, nu het gaat<br />
om het totaal van een aantal deelvorderingen die aile hun grond vinden in de inmiddels<br />
beeindigde overeenkomst van Furness en CEZ, en ook aile strekken tot de door CEZ<br />
3 I-IR 19 december 1997, NJ 1998, 690, m.nt. WMK (Zuidgeest/Furness).<br />
121