29.11.2012 Views

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

Cessie - Vereniging voor burgerlijk recht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

7 ONOVERDRAAGBAARHEID VAN VORDERINGEN<br />

ook de vatbaarheid <strong>voor</strong> pand<strong>recht</strong>. Uit het feit dat de overdraagbaarheid<br />

van een vordering door partijen is uitgesloten, vloeit naar onze mening niet<br />

zonder meer <strong>voor</strong>t dat partijen ook beoogd hebben de vatbaarheid <strong>voor</strong> verpanding<br />

uit te sluiten. Partijen dienen dit uitdrukkelijk bepaald te hebben of<br />

door uitleg dient te worden vastgesteld dat zij dit hebben beoogd.<br />

7.6 Geclausuleerde bedingen van niet-overdraagbaarheid<br />

Art. 3:83 lid 2 BW ziet gezien de tekst van de bepaling aileen op de mogelijkheid<br />

een vordering ongeclausuleerd onoverdraagbaar te maken. De vraag<br />

rijst of ook een geclausuleerd beding van niet-overdraagbaarheid mogelijk<br />

is. Naar onze mening staat daaraan niets in de weg. Wanneer al gehele<br />

onoverdraagbaarheid overeengekomen kan worden, is het a fortiori mogelijk<br />

de overdraagbaarheid van een vordering van <strong>voor</strong>waarden afhankelijk te<br />

stellen." Het is derhalve mogelijk de overdraagbaarheid van een vordering<br />

afhankelijk te stellen van de toestemming van de schuldenaar of van een derde.<br />

De bepaling in een levensverzekeringspolis die de overdraagbaarheid van<br />

de <strong>recht</strong>en uit de polis slechts mogelijk maakt met toestemming van de verzekeringsmaatschappij,<br />

is dan ook volkomen <strong>recht</strong>sgeldig. Het beding van<br />

niet-overdraagbaarheid kan verder worden onderworpen aan een opschortende<br />

of ontbindende tijdsbepaling of <strong>voor</strong>waarde, zodat de vordering<br />

slechts tijdelijk of <strong>voor</strong>waardelijk (on)overdraagbaar is. Ook kan worden<br />

bedongen dat het vorderings<strong>recht</strong> slechts kan worden overgedragen aan<br />

bepaalde met naam genocmde personen of dat de beoogde <strong>recht</strong>sopvolgers<br />

voldoen aan zekere kwalitatieve vereisten (zoals nationaliteit, kredietwaardigheid,<br />

de kwalificatie als 'professionele marktpartij' etc.).<br />

In geval van beleggingsfondsen komt het <strong>voor</strong> dat de overdraagbaarheid van partieipaties<br />

wordt beperkt, zodat het beleggingsfonds niet onderworpen is aan de heffing van<br />

vennootsehapsbelasting. De partieipaties mogen dan gelet op het bepaalde in art. 2,<br />

tweede lid Wet op de vennootsehapsbelasting 1969 niet vrijelijk worden vervreemd<br />

behondens aan het fonds Zelve of aan bloed- en aanverwanten in reehte linie; aan anderen<br />

dan deze mogen de partieipaties sleehts worden vervreemd met toestemming van<br />

aIle partieipanten. Indien de partieipaties in het beleggingsfonds kunnen worden aangemerln<br />

als vorderingsreehten op naam, komen de beperkingen van de overdraagbaarheid<br />

neer op geclausuleerde bedingen van niet-overdraagbaarheid. Of deze bedingen<br />

54 Vgl. ook HR 30 oktober 1959, NJ 1960, 158 (BakkeriOlveh), waaruir blijkt dat de Hoge<br />

Raad goederenreehtelijke werking toekent aan het beding in een levensverzekeringsovereenkomst<br />

inhoudende dat <strong>voor</strong> een overdraeht van de reehten nit de verzekering is vereist<br />

dat door cedent en eessionaris tezamen mededeling wordt gedaan van de overdraeht aan de<br />

directie van de verzekeringsmaatsehappij.<br />

110<br />

7 ONOVERDRAAGBAARHEID VAN VORDERINGEN<br />

van niet-overdraagbaarheid goederenreehtelijke werking hebben, zal afhangen van de<br />

uitleg van de fonds<strong>voor</strong>waarden. Ook kan worden gedacht aan financieringsmaatschappijen<br />

die, teneinde niet als een kredietinstelling in de zin van art. 1 lid 1 sub a Wtk<br />

1992 te worden aangemerkt, geldleningen aantrekken van professionele geldgevers<br />

waarbij wordt bedongen dat de geldgever zijn vordering niet kan overdragen aan een<br />

niet-professionele markrpartij." Zelfs is niet uitgesloten dat de overdraagbaarheid<br />

afhankelijk wordt gesteld van de vervulling van bepaalde vorm<strong>voor</strong>schriften, zoals de<br />

aantekening van de cessie op een polis of een andersoortige registratie van de cessie<br />

(bijv. een door een beleggingsfonds gehouden register van beleggers). De facto kan<br />

hierdoor een resultaat worden bereikt als ware er sprake van een verzwaring van de<br />

leverings<strong>voor</strong>sehriften. In juridiseh opzicht is daarvan echter geen sprake. De levering<br />

is voltooid zodra aan de vereisten van art. 3:94 BW is voldaan. De levering sorteert<br />

evenwel pas effect indien de <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> overdraagbaarheid zijn vervuld. Indien<br />

eerst na de levering aan de vereisten <strong>voor</strong> overdraagbaarheid (toesremming, aanteke··<br />

ning of regisrrarie) wordt voldaan, vindt er een bekrachtiging van de cessie plaats op<br />

grond van art. 3:58 BW<br />

Kan worden bedongen dat de vordering gedeeltelijk onoverdraagbaar is of<br />

dat zij slechts overdraagbaar is, indien zij in haar geheel wordt overgedragen?<br />

Naar onze mening zijn beide bevindingen mogelijlc. In het eerste geval<br />

kan de vordering aileen partieel worden gecedeerd, in het tweede geval is<br />

partiele cessie juist uitgesloten. Een beding dat partieIe cessie uitsluit, kan<br />

inhouden dat aileen splitsing van de vordering niet mogelijk is, maar dat wel<br />

door middel van cessie een gemeenschap van het vorderings<strong>recht</strong> kan worden<br />

gecreeerd, doordat de cedent een aandeel in de vordering overdraagt aan<br />

een derde. .<br />

Ook naar Duits <strong>recht</strong> is het mogelijk dat beperkte onoverdraagbaarheid wordt overeengekomen,<br />

in die zin dar de vordering slechts onder bepaalde <strong>voor</strong>waarden overdraagbaar<br />

is. Tevens kan uitsluitend een partiele cessie uitgesloten zijn: de vordering<br />

kan aIleen in haar geheel overgedragen worden."<br />

Een beding dat de vordering gedeeltelijk onoverdraagbaar maakt, heeft<br />

onzes inziens aileen goederen<strong>recht</strong>elijke werking indien de omvang van het<br />

onoverdraagbare gedeelte op grond van het beding bepaalbaar is. In geval<br />

van geldvorderingen is daar<strong>voor</strong> niet vereist dat er een specifiele bedrag<br />

wordt genoemd, maar wel dat het beding verwijst naar objectieve gegevens<br />

aan de hand waarvan de omvang van het onoverdraagbare gedeelte van de<br />

vordering lean worden bepaald. Uit het bepaaldheidsvereiste vloeit <strong>voor</strong>t dat<br />

op het moment waarop de overdracht van het overdraagbare gedeelte van de<br />

55 Zie C.M. Grundmann-van de Krol, Koersen door het effecren<strong>recht</strong>, 2e druk, Deventer 1999,<br />

p.253.<br />

56 Staudinger (Kaduk), Rz 63.<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!