Factsheet Niet Sporters - Mulier Instituut

Motieven van niet-sporters, naar leeftijd (in procenten)60505-20 jaar 21-35 jaar 36-50 jaar 51-65 jaar 66-80 jaarSportersMonitor 2008Colofon Juni 2009Mulier InstituutRemko van denDool en AgnesElling.In opdracht vanNOC*NSFNiet-(club)sporters403020100geen tijdvanwegewerk/gezinlaat gezondheidniet toeWie zijn de niet-sporters?voldoendebewegingIn totaal voldoet 32 procent van deNederlandse bevolking van 5 tot 80jaar niet aan de sportdeelname normvan minimaal twaalf maal per jaarsportief actief (RSO).• Het aandeel niet-sporters stijgtmet toenemende leeftijd van 15procent onder 5-10 jarigen tot 40procent onder 66 tot 80 jarigen.• Zowel bij de jeugd als bijvolwassenen zijn specifiekegroepen oververtegenwoordigdonder de niet-sporters: nietwesterse allochtonen, (kinderenvan) laag opgeleiden, mensen metovergewicht/ obesitas.• Bij de jeugd zijn allochtonemeisjes het minst vaak lid van eenvereniging (49% versus gemiddeld67%). Onder volwassenen zijnhomoseksuelen het minst vaakclublid (14% versus 28%gemiddeld).geen gewoonteanderebezighedenleukerte duurBewegen niet sporters minder?Niet-sporters bewegen niet per definitieminder dan sporters. Pas vanaf eensportfrequentie van meer dan 120 maalper jaar voldoen sporters vaker(tweederde) aan de beweegnorm danniet-sporters en minder actievesporters (de helft).Redenen niet-sporterste oud• De meest onderschreven reden(26%) is geen tijd vanwege werken/of gezin, zie figuur). Bijnaevenveel personen ervarengezondheidsbelemmeringen ofvinden dat ze voldoende bewegen.• Voor 21 tot 50 jarigen is gebrek aantijd de meest belemmerende factor.• De groep van 51-65 jaar noemtvooral gezondheid en de oudsteleeftijdsgroep (66-80 jaar) vindtzichzelf vaak te oud om te sporten.• Jonge niet-sporters vinden vooralandere activiteiten leuker.

Denkt in de komende jaren (meer) te sporten, naar sportverband1008082totaal 5-80 jaar 5-14 jaar 66-80 jaar60594026 2536200Nee51Weet niet,misschien1528Alleen,ongeorganiseerd9 881Als lidfitnesscentrum edAls lidsportverenigingHet W.J.H. Mulier Instituutverricht fundamenteel entoegepast sociaalwetenschappelijksportonderzoek. Deze kerntaakvalt uiteen in het volgen,begrijpen en verspreiden vankennis over sport. In haarmeerjarenprogramma bundelthet Mulier Instituut kennis vansportonderzoekers van deUniversiteiten van Amsterdam,Tilburg, Utrecht en Groningen.Neem voor meer informatiecontact op met: R.vandenDool@mulierinstituut.nlVoor SportersMonitor 2008 ziewww.mulierinstituut.nlHet veldwerk is uitgevoerddoor GfK Panelservices teDongen.W.J.H. Mulier InstituutPostbus 1885201 AD ‘s-HertogenboschT 073 612 64 01F 073 612 64 13info@mulierinstituut.nlwww.mulierinstituut.nlinfo@mulierinstituut.nlwww.mulierinstituut.nlSportintentieZes op de tien niet-sportersverwachten niet dat zij het komendejaar (meer) gaan sporten, zie figuur.• De oudste leeftijdsgroep (66-80jaar) toont een zeer geringeintentie tot (meer) sportdeelname(18%).• Driekwart van de ouders vankinderen van 5 tot15 jaarverwacht wel dat hun kind hetkomende jaar gaat sporten,vooral bij een vereniging (36%).• Niet-sporters met sportintentiehebben vooral interesse inongeorganiseerd sporten, 36 tot50 jarigen (21%) het meest.• De 21 tot 35 jarigen sluiten zichhet liefst aan bij een fitnesscentrum(18%).• Van de ongeorganiseerdesporters wil een kwart zich welaansluiten bij een vereniging.• Personen die het afgelopen jaarhelemaal niet actief warenhebben een lagere sportintentie(64%) dan zij die nog wel één tottwaalf maal per jaar een sportactiviteitbeoefenden (44%).• Negatieve ervaringen tijdens degymlessen in het voortgezetonderwijs hebben een negatieveinvloed op de sportintentie.SportwaardenNiet-sporters oordelen negatieverover de maatschappelijke waardenvan de (verenigings)sport danfrequent actieve sporters.• 40 procent vindt actieve sportbeoefeningnodig voor een goedegezondheid, tegenover 59procent gemiddeld.• Niet-sporters vinden sportclubsvaker te veel gericht op prestatieen wedstrijdsport en te weinig opmensen met een beperktesportieve aanleg.