12.07.2015 Views

Richtlijn Diabetische retinopathie - Nederlands Oogheelkundig ...

Richtlijn Diabetische retinopathie - Nederlands Oogheelkundig ...

Richtlijn Diabetische retinopathie - Nederlands Oogheelkundig ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

D i a b e t i s c h e r e t i n o p a t h i e6.6 Bij neovascularisaties van de kamerhoek of van de iris dient altijd en op kortetermijn uitgebreide panretinale lasercoagulatie te worden verricht.6.7 Bij patiënten met proliferatieve diabetische <strong>retinopathie</strong> en een ernstigeglasvochtbloeding of ernstige fibrovasculaire proliferatie is een vroege vitrectomiegeïndiceerd, met name bij diabetes mellitus type 1. Bij dergelijkepatiënten dient, indien uitvoerbaar, ook op korte termijn panretinale lasercoagulatiete worden uitgevoerd.Cataractextractie7.1 Diabetes mellitus zonder <strong>retinopathie</strong> of met niet-proliferatieve diabetische<strong>retinopathie</strong> vormt geen contra-indicatie voor cataractextractie.7.2 <strong>Diabetische</strong> <strong>retinopathie</strong> pre-operatief zoveel mogelijk behandelen met lasercoagulatie.Indien lasercoagulatie niet goed uitvoerbaar is, kan cryocoagulatievan de perifere retina worden overwogen.7.3 Bij preoperatieve <strong>retinopathie</strong> in combinatie met een slechte metabole instellingen/of een slechte nierfunctie dient postoperatief frequent te wordengecontroleerd of lasercoagulatie alsnog geïndiceerd is.7.4 Wijs diabetespatiënten, met en zonder <strong>retinopathie</strong>, op een toegenomenrisico op macula-oedeem of progressie daarvan vanaf drie maanden postoperatief,en controleer hen tot een half jaar postoperatief.Verwijzing van slechtzienden en blinden met diabetische <strong>retinopathie</strong> voorvisuele revalidatie8.1 Verwijs naar een gespecialiseerde optometrist of een regionaal revalidatiecentrumvoor blinden en slechtzienden bij enerzijds een hulpvraag en anderzijdseen visus van 0,3 of minder, een leesvisus van 0,25 of minder, of eengezichtsvelddiameter van 30° of minder.8.2 Indien bij een duidelijke hulpvraag onvoldoende mogelijkheden bestaan inde reguliere oogheelkundige praktijk, kan verwijzing ook gerechtvaardigdzijn bij een visus tussen de 0,3 en 0,5, bij onvoldoende leesvermogen met eenleesadditie van +4, bij een gezichtsveldbeperking anders dan concentrischvan 30° of minder, en bij ernstige hinder van licht.16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!