Adekus Bulletin - Anton de Kom Universiteit van Suriname

C O L O F O N
AdeKUS Info Bulletin is een
kwartaaluitgave van de Anton de
Kom universiteit van Suriname en
wordt uitgegeven door de afdeling
Public Relations.
REDACTIEADRES
Anton de Kom Universiteit
van Suriname (AdeKUS)
Leysweg 86, Postbus 9212
Paramaribo, Suriname
Telefoon: +597 465558
Fax: +597 494697
info@uvs.edu
http://adekus.uvs.edu
SAMENSTELLING
EN EINDREDACTIE
Public Relations department
REDACTIE
Public Relations department
SpECIALE DANk
vooR DE bIjDRAGE
Prof.dr. J.H. Mol
Mr.dr. M. Veira
Drs. T. Wolf
R. Nurmohamed, PhD
GRAfISChE voRMGEvING
Guilliano Pawiroredjo
DRUk
Drukkerij Leo Victor
INhoUDSopGAvE
Regionale samenwerkingen: AdekUS op weg naar meer kennis en
mogelijkheden voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (WTI)
Levensonderhoud van behoeftige meerderjarigen.
Wie zijn de onderhoudsplichtigen?
E-journal is forum voor wetenschappelijk kader
het Suriname Water Resources Information System (SWRIS)
vissoorten
hogeschool van paramaribo creëert nieuwe perspectieven
De risico’s van peer review
NIEUWS UIT DE Ub
AANRADERS IN DE Ub-CoLLECTIE
pERSoNALIA
Leo Club Campus +
pERSoNEELSvARIA
ADEKUS
INFOBULLITIN
3
6
7
8
10
12
13
14
15
16
17
18
2

3
Regionale samenwerkingen: AdekUS op weg naar meer kennis en
mogelijkheden voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (WTI)
De afgelopen 5 jaren heeft de Anton
de Kom Universiteit van Suriname
(AdeKUS) meer bekendheid gehad
en is de betrokkenheid regionaal vergroot.
Dit duidt op de betrouwbaarheid en
kwaliteit van “ontwikkelingstrekkers” op
AdeKUS. De studierichting Infrastructuur
van de Faculteit der Technologische
Wetenschappen helpt AdeKUS daarbij.
Een korte schets: in 2006 werd Suriname
cq. AdeKUS toegelaten als lid van
de International Association of
hydrological Sciences (IAhS).
IAHS promoot studies op het gebied
van de hydrologie inclusief water
resources, coördineert onderzoek op
internationaal niveau, en ondersteunt
publicaties en conferenties. In 2008 is
het lidmaatschap met CARISCIENCE
voortgezet door AdeKUS. CARISCIENCE
is een netwerk van R&D en postgraduate
programmas in de basis wetenschappen
in het Caribische gebied, ondersteund
door UNESCO. In Augustus 2008
heeft AdeKUS zich aangesloten
bij de drinkwatertechnologie
samenwerking tussen de Technische
Universiteit Delft (TUD) en de Universiteit
Nederlandse Antillen (UNA), en de
waterleidingsbedrijven in het Caribische
gebied t.w. de Caribbean Water
Technology Research Institute (CWTRI
I.O.), de Vereniging van Waterbedrijven in
Nederland (VEWIN) en de N.V. Surinaamse
Waterleiding Maatschappij (SWM).
Deze samenwerking geeft invulling aan
onderwijs en onderzoek op het gebied van
de drinkwatertechnologie (waterproductie,
waterdistributie en waterkwaliteit). In
September 2006 is AdeKUS toegelaten als
lid van de Global Water partnership
(GWp) (Zweden) en valt thans onder
GWP-Caribbean (GWP-C) (Trinidad &
Tabago). Het doel van GWP-C is om landen
te ondersteunen in duurzaam beheer van
hun watervoorraden met accent “Integrated
Water Resources Management” IWRM).
Ook van de UNEp-GEMS (Canada),
zijn wij aangewezen als co-vervanger
van de Waterloopkundige Dienst van het
Ministerie van Openbare Werken. GEMS
is het UN programma voor water kwaliteit
van water resources. In April 2009, bracht
een delegatie van AdeKUS wetenschappers
een orientatie bezoek aan Frans Guyana
in het kader van het “Cayenne Skills
Bezoek van AdeKUS docenten aan Frans Guyana, April 2009 (Kourou Space center)
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst met water instituten en bedrijven, Aug 2008.
Van Links naar rechts: Dhr. W. Brooks (GEBE, St. Maarten), B. Statia (AQUALECTRA, Curaçao)
Ir. S. Sjauw Koen Fa (Directeur SWM), Dr. A. Li Fo Sjoe (Wrnd voorzitter bestuur AdeKUS)
Jaarlijkse CARISCIENCE conferentie in Suriname, Guesthouse, Oct 2009.
Van links naar rechts: Professor Edward Farrell (CARICOM science award 2009), ir. H. Martinus (Dekaan FTeW),
Dr. A. Li Fo Sjoe (Wrnd voorzitter bestuur AdeKUS), excellentie de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling
Drs. Wolf, E., excellentie Tillman Thomas (Primier Greneda & Premier verantwoordelijk voor Wetenschap en
Technology in CARICOM), Prof. Ishenkumba Kahwa, en Prof. Emeritus H. Ramkissoon
ADEKUS
INFOBULLITIN

Vertegenwoordiging Caribische gebied (GWP-C) in Zweden tijdens de jaarlijkse GWP meeting, Aug. 2008
Water training voor Caribische waterleidingsbedrijven en universiteiten georganiseerd door de SWM nv i.s.m.
AdeKUS, Conferentiezaal Geb 6, Juni-Juli 2009.
and Capacities Network project”. Het doel was mogelijkheden voor samenwerking
op wetenschappelijk niveau na te gaan. En zo zijn er nog meer van dit soort initiatieven
genomen door anderen op AdeKUS. Maar wat is de impact van dit soort typen relaties voor
ons?
Een van de belangrijkste bijdragen is kennis opbouw en uitwisseling van AdeKUS
wetenschappers op het gebied van Wetenschap en Technologie en in zekere mate, Innovatie
(WTI). Dit wordt opgedaan bij de bezoeken aan de instanties maar ook bij gelegenheden
zoals conferenties/workshops en trainingen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het bezoek
van AdeKUS wetenschappers aan de onderzoeksinstituten in Cayenne in April 2009,
ADEKUS
INFOBULLITIN
de wetenschappelijke presentaties van
AdeKUS wetenschappers tijdens de 10de
CARISCIENCE “Science Conference &
Strengthening Research and Post Graduate
Links in the Caribbean” in October 2009
in Suriname, de participatie en bijdragen
tijdens de workshop over “Strengthening
the Research Culture in the Caribbean
& TWAS-ROLAC Caribbean Young
Scientist & Technologist Conference, in
January 2010 in Jamaica, de participatie
en presentatie tijdens de conferentie over
“CARISCIENCE – Its Impact and Future”
in September 2008 in Trinidad, de bijdrage
op ministerieel niveau tijdens de European
Union-Latin American and Caribbean
(EU-LAC) senior official meeting over
Wetenschap en Technologie in Februari
2010 in Argentinië, de presentaties tijdens
de najaarsconferentie WNAAS “Kennis en
ervaring maken samen wijs” in Oktober
2008 op Curaçao. En ga zo maar door.
Directe betrokkenheid in dit soort
internationale organisaties vergroot in
zekere mate de organisatie kwaliteiten
van AdeKUS wetenschappers, schept
mogelijkheden sneller te netwerken,
makkelijker fondsen binnen te halen,
biedt mogelijkheden internationale
gelegenheden in Suriname te organiseren,
en stimuleert de promotie van wetenschap
en technologie op AdeKUS rond studenten
en wetenschappers. Zo is de studierichting
Infrastructuur, voor een periode van 2 jaren,
lid van de Steering Comité van de GWP-C
en worden beslissingen genomen over
GWP plannen, activiteiten en budgetten ter
grootte van Euro 200,000 per jaar voor het
Caribische gebied inclusief Suriname dus.
In 2008 zijn GWP onderzoeksfondsen voor
studierichting Infrastructuur via het INTEC
ter beschikking gesteld. In 2009 is de 10de
Annual General Meeting van CARISCIENCE
in Suriname georganiseerd en in April/
Mei 2010 zal de 5de Annual General
Meeting van GWP-C, de 4de Steering
Comité meeting van GWP-C en mogelijk
de CAP-NET meeting in Suriname worden
georganiseerd. De participatie in het EU
gefinancieerd (USD 202,000) project
“Capacity building for integrated water
management in Africa and the Caribbean”
is een typisch voorbeeld van integratie
van AdeKUS in internationale projecten
door GWP-C, maar ook het verstrekken
4

5
van literatuur door GWP-C op het gebied
van IWMR voor de master studenten van
het programma “Sustainable Management
of Natural Resources”. Het verstrekken
van promotie materiaal van IAHS, GWP
en CARISCIENCE en de CARICOM voor
gelegenheden georganiseerd in Suriname,
is de laatste tijden vaker zichtbaar.
Lidmaatschap bij zulke organisaties
biedt ook mogelijkheden voor onze
wetenschappers zich te profileren. Zo
worden diverse oproepen voor bijdragen
op AdeKUS gedaan z.a. de jaarlijkse
CARICOM science award (CARICOM), de
Stockholm Junior Water Prize (Zweden),
bijdragen en bezoek aan internationale
conferenties (met financiering),
consultancy jobs bijvoorbeeld voor
GWP-C activiteiten, en uitnodigingen voor
trainingen (met financiering). Zo waren in
2009, AdekUS, de N.V.B. en de SWM n.v.
op voordracht van GWP-C-Suriname, in
de gelegenheid volledig gefinancieerde
trainingen te volgen op het gebied van
IWRM in het Caribisch gebied. Ons goed
regionaal netwerk van wetenschappers
en experts in het Caribische gebied, heeft
ertoe geleid dat hoogstaande trainingen
de afgelopen periode door deskundigen
van het Caribisch gebied zijn verzorgd in
Suriname z.a. de hydrometrie training in
Augustus 2009 en de IWMR training in
Maart 2010. Een sterk netwerk betekent ook
gezamelijke participatie in internationale
projecten, publicaties, wat uiteindelijk
ook de wetenschappelijke onderwijs en
onderzoekskwaliteit van AdeKUS verbetert.
De waardevolle regionale ervaringen die
wij tot nu toe hebben opgedaan, geven
aan dat Wetenschap, Technologie en
Innovatie onvoldoende tot uitdrukking
wordt gebracht in het wetenschappelijk
onderwijs en de onderzoeksagenda van
AdeKUS. Hervormingen zijn dus een
noodzaak willen wij WTI gebruiken voor
economische ontwikkeling van AdeKUS
en Suriname. Daarvoor moet er eerst een
WTI beleid worden geformuleerd voor
Suriname. AdeKUS zou het Ministerie
van Arbeid, Technologische Ontwikkeling
en Milieu (ATM) en het Ministerie van
Onderwijs en Volksontwikkeling (MINOV)
hierbij kunnen bijstaan. Assistentie op het
gebied van WTI is ook mogelijk vanuit o.a.
de UNESCO, IDB en EU. De ACP Science
and Technology Programme 2008-2013
voor de Caribische landen (http://acp-st.
eu), waar ATM de focal point is en het
opkomend EU-LAC joint initiatief over
Onderzoek en Innovatie, welke in Mei 2010
in Spanje, hopelijk ook door Suriname zal
worden getekend, kunnen als goede start
worden gebruikt.
Wetenschappelijke presentatie door G. Wesenhagen tijdens de CARISCIENCE “
Science in Suriname Conference & Strengthening Research and Post Graduate Links in the Caribbean
Conference”, Guesthouse AdeKUS, Oct 2009
ADEKUS
INFOBULLITIN
Ondertussen zal Wetenschap, Technologie
en Innovatie langzaam een grotere plaats
moeten krijgen op AdeKUS. Internationale
mogelijkheden zoals het VLIR progamma,
de EU-External programmas en de
UNESCO zullen in de toekomst een veel
belangrijkere rol moeten gaan spelen
binnen AdeKUS.
Voor meer informatie over bovengenoemde samenwerkingen kunt U contact maken met
de studierichting Infrastructuur | Dhr. R. Nurmohamed Ph.D. | r.nurmohamed@uvs.edu |
465558 ext 351
International Association of Hydrological Sciences (IAHS): www.cig.ensmp.fr/~iahs/
CARISCIENCE: http://www.sta.uwi.edu/fsa/dmcs/cariscience/
Global Water Partnership Caribbean (GWP-C): http://www.gwp-caribbean.org/
CAP-NET: http://www.cap-net.org/
VLIR progamma: http://www.vlir.be/
EU-External programmas: http://ec.europa.eu/europeaid/where/acp/index_en.htm en
http://ec.europa.eu/contracts_grants/grants_en.htm
UNESCO: http://www.unesco.org/new/en/unesco/

Levensonderhoud van behoeftige meerderjarigen.
Wie zijn de onderhoudsplichtigen?
Op 29 maart j.l. is de e-journal
onze universiteit gelanceerd.
op deze website (www.
adekusjournal.sr) is er onder
andere een artikel van mr.dr. M.
A. veira, lector verbonden aan
de faculteit der Maatschappij
Wetenschappen. het artikel is
getiteld: “Levensonderhoud van
behoeftige meerderjarigen. Wie zijn
de onderhoudsplichtigen?”
Aanleiding voor het doen van dit onderzoek
zijn onder andere de meest recente
statistieken van het Ministerie van Sociale
Zaken en Volkshuisvesting waaruit blijkt
dat er relatief veel aanvragen
voor sociale ondersteuning zijn.
Op grond hiervan mag ervan
uit gegaan worden dat er een
aantal volwassen behoeftigen in
Suriname is, die niet adequaat
voor zichzelf kan zorgen en
voor wie nog niet adequaat
gezorgd wordt. In het artikel
wordt ingaan op de vraag wie in
Suriname verplicht zijn om voor
de behoeftige meerderjarigen te
zorgen. Zijdelings wordt er een
vergelijking met de Nederlandse
regelgeving en heersende leer
op dit stuk gemaakt, waarbij de
specifieke Surinaamse situatie
scherper naar voren komt. Ook
is besproken op welke wijze het
onderhoud van de behoeftige
volwassenen in Suriname beter
geregeld zou kunnen worden.
Het artikel begint met de bekende Bijbelse
spreuk uit 1 Korinthiërs 13:11 die zegt:
“Toen ik een kind was, dacht ik als een
kind, sprak ik als een kind, voelde ik als
een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik
een man ben geworden, heb ik afgelegd
wat kinderlijk was.” Dit is gedaan om aan
te geven dat in de fase van kind zijn het
vanzelfsprekend is dat onze ouders voor
ons levensonderhoud zorgen. Tegen de tijd
dat wij volwassen zijn, worden wij echter
geacht permanent zelf in staat te zijn om
in onze eigen behoeften te voorzien. Als
wij ouder, ziek worden of om een andere
reden fysiek en/of mentaal achteruit
gaan, zijn wij soms niet meer in staat om
hieraan te voldoen. Tegelijkertijd is het niet
vanzelfsprekend meer dat anderen voor ons
zorgen en de vraag dan rijst hoe tegemoet
gekomen moet worden aan de voorziening
in de behoefte tot levensonderhoud van
deze groep.
Voordat besproken wordt wie in geval van
behoeftigheid verplicht zijn om de zorg op
zich te nemen wordt ingegaan op de vraag:
wanneer is er sprake van behoeftigheid?
Het blijkt dat de beantwoording van deze
vraag in Nederland anders is dan in
Suriname. Ook wordt aangegeven dat als
gesteld wordt dat iemand verplicht is een
behoeftige volwassene te onderhouden,
hierbij rekening gehouden wordt met zijn
“Levensonderhoud
van behoeftige
meerderjarigen. Wie
zijn de onderhouds-
plichtigen?”
draagkracht en met de verhouding tussen
degene die geeft en degene die hulp nodig
heeft. Dit betekent dat als iemand behoeftig
is en voor zijn onderhoud SRD 300,- per
maand nodig heeft, niet zondermeer dit
hele bedrag gehaald wordt bij iemand die
wettelijk verplicht is voor hem te zorgen.
Er zijn twee groepen personen die verplicht
zijn onderhoud te verschaffen aan een
volwassene die behoeftig is. De eerste
groep is wettelijk verplicht (de echtgenoten,
ex-echtgenoten, (schoon)ouders,
verwekkers en meerderjarige kinderen van
de onderhoudsgerechtigde) en de tweede
groep (broers en zusters en de partner met
wie ongehuwd samengewoond wordt) is
moreel verplicht onderhoud te verschaffen
aan een behoeftige volwassene. De rechter
ADEKUS
INFOBULLITIN
kan bij de groep die wettelijk verplicht is,
bepalen dat het geld dat nodig is voor het
onderhoud van de behoeftige afgetrokken
wordt van het inkomen en gegeven wordt
aan de behoeftige. Wanneer degene die
wettelijk tot het onderhoud verplicht is,
bewijst dat hij het geld hiertoe niet kan
opbrengen, kan de rechter zelf bevelen dat
hij degene die onderhoud nodig heeft in
huis neemt.
Het afdwingen van hetgeen uit de morele
verplichting van de tweede groep personen
voortvloeit, kan door de behoeftige niet via
de rechter afgedwongen worden.
Ondanks het feit dat op het Ministerie van
Sociale Zaken en Volkhuisvesting
vaker een beroep wordt gedaan
om hulp te verschaffen aan
behoeftigen, blijkt dat zij niet
tot de eersten gerekend kan
worden die dit behoort te doen.
De Staat hoeft in principe pas
levensonderhoud te verschaffen
als geen van de wettelijke
verplichte personen dat niet
kunnen of de moreel verplichte
personen dat niet willen doen.
De reden waarom de behoeftigen
toch eerst bij de Staat aankloppen
is volgens de schrijver het
feit dat de waardigheid van
de meerderjarige volwassene
zeer wordt aangetast, als hij
rechtstreeks financiële middelen
aan de onderhoudsplichtigen
moet vragen om aan hun
levensbehoeften te kunnen voldoen. Een
oplossing hiervoor is een model waarbij
de behoeftige van de Staat de middelen
nodig voor levensonderhoud verkrijgt
die deze op haar beurt weer verhaalt
op degene die wettelijk verplicht zijn te
zorgen voor de behoeftige volwassene.
Een andere mogelijkheid om de betaling
van de bijstand te dekken is door het
heffen van een extra belasting op het loon
van de werkende klasse. Daarvoor zou
door middel van sociaal-maatschappelijk
onderzoek eerst nagegaan moeten worden
of het merendeel van de bevolking deze
oplossing bevredigend vindt. In dat geval
zou er wetswijziging plaats moeten vinden.
6

7
E-journal is forum voor wetenschappelijk kader
Met een klik op het toetsenbord
werd de website van
de Academic Journal of
Suriname, www.adekusjournal.sr, op
maandag 29 maart in de University
Guesthouse gepresenteerd. De
handeling werd verricht door Allan
Li fo Sjoe, waarnemend voorzitter
van het universiteitsbestuur en
Telesur directeur Dirk Currie. beiden
registreerden zich als eersten voor
de e-journal.
“Een historisch moment en een belangrijke
mijlpaal voor AdeKUS en Suriname”,
noemde Jack Menke de introductie van het
eerste digitaal wetenschappelijk tijdschrift.
Menke heeft samen met Renata de Bies
en Dennis Mans zitting in de Editorial
Boad van de e-journal. “Wetenschappelijk
onderzoek is onlosmakelijk verbonden aan
wetenschappelijk publiceren. Surinaamse
academici vinden nu via de digitale
snelweg een snelle outlet.”
Sprong vooruit
De AdeKUS stimuleert al geruime tijd
wetenschappelijk onderzoek. De oprichting
van het Insitute for Graduate Studies
and Research (IGSR), het Research
Development Fund, de benoeming van
zeven hoogleraren die zijn gekoppeld
aan leerstoelen en de samenwerking met
de Vlaamse universiteiten zijn volgens
Li Fo Sjoe, waarnemend voorzitter
universiteitsbestuur, voorbeelden hiervan.
“De resultaten van onderzoek moeten niet
hier blijven, maar worden gecommuniceerd
met de gemeenschap en de beleidsmakers.
We hebben het vroeger geprobeerd met
wetenschappelijke bladen en tijdschriften.
Maar het was moeilijk die te continueren.
Met internet maken we een flinke sprong
vooruit.”
Submissionproces
De Editorial Board van de e-journal krijgt
ondersteuning van de Advisory Board,
bestaande uit meer dan 25 wetenschappers
uit verschillende disciplines in binnen- en
buitenland. Alle binnengekomen artikelen
worden vóór publicatie eerst gescreend
op structuur en inhoudelijke meerwaarde.
Ook gebruikers kunnen kritische feedback
geven, via interactief gebruik van de
website.
Risico’s
Het feit dat er grote fragmentatie in
wetenschappelijk onderzoek is op de
universiteit en weinig samenwerking
tussen het klein aantal wetenschappers,
kan volgens Menke wetenschappelijk
onderzoek stagneren.
“De risico’s voor geringe output
en onvoldoende artikelen voor het
tijdschrift kunnen worden overwonnen
door te putten uit theses van excellente
studenten, de taken van de Editorial
board te verbreden en trainingen te geven
in academisch schrijven. Een optie is
ook om te werken met themanummers
waaraan meerdere wetenschappers
worden betrokken. Er is langen dan een
ADEKUS
INFOBULLITIN
jaar gedacht en gecommuniceerd. Met de
e-journal hopen we een grotere, sterkere
academische wereld te vormen die gericht
is op Suriname, het Caribische gebied en
Latijns-Amerika.”
prijskaartje
De e-journal is ontwikkeld door het
IGSR en de kosten voor de website
zijn gefinancierd door Telesur. “Met de
e-journal wordt aangegeven wat de waarde
is van Surinaamse wetenschappers”, zei
Currie tijdens de launch. Net als in zijn
bedrijf pleit hij bij het digitaal tijdschrift
voor twee belangrijke steunpilaren:
kwaliteit en kostenbeheersing. Hoewel de
registratie voor de Academic Journal of
Suriname kosteloos is, vindt Currie dat in
de toekomst de mogelijkheid moet worden
bekeken om hieraan een prijskaartje te
hangen.
Gebruik website
Enver Lieuw van Your Solutions gaf de
aanwezigen daarna als ontwerper van de
website inzicht in het gebruik. Hij lichtte
toe dat bezoekers zich kunnen registreren
als gebruikers van algemene informatie,
gebruikers van volledige artikelen/
publicaties en auteurs die artikelen
aanleveren voor plaatsing in de e-journal.
Om de website zo interactief mogelijk te
houden is ook ruimte gelaten voor reacties
van bezoekers.

het Suriname Water Resources Information System (SWRIS)
Na Grenada, zal Suriname het
tweede land zijn in het Caraibisch
gebied cq. de CARICOM, die wel
het meest uitgebreide informatie systeem
over water in Suriname digitaal zal
aanbieden in de vorm van een web site
namelijk het SWRIS portaal. Voor de
uitvoering van het project “Development
of a Suriname Water Resources
Information System” werd in Juli 2009
het financieringscontract ondertekend
door de Anton de Kom Universiteit van
Suriname en de grootste donor, World
Wildlife Fund (WWF-Guianas). Het
hoofddoel van het SWRIS project is:
“Through research, promote and establish
a proper and adequate scientific frame with
water resources information in Suriname
in order to promote the conservation of
aquatic resources in Suriname”.
De overige partners en donors van
dit project zijn: de studierichting
Infrastructuur, de Meteorologische Dienst
Suriname (MDS), de Waterloopkundige
Dienst Suriname (WLA), de Surinaamse
Waterleiding Maatschappij (SWM), de
Maritieme Authoriteit Suriname (MAS).
De ondersteunende partners zijn:
AdeKUS-VLIR-Project 4, de International
Association of Hydrological Sciences
(IAHS) en Global Water Partnership
Caribbean (GWP-C). Voor de uitvoering
van diverse projectwerkzaamheden
zijn ook diverse onderzoeksinstanties,
internationale consultants en leveranciers
aangetrokken zoals NARENA/CELOS, de
Nationale Zoologische Collectie, KRIEGER
productions, de Caribbean Institute
Suriname, de Caribbean Environmental
Health Institute (CEHI-CARICOM), EGIS
BCEOM International, NORTEK NV en
Eikelkamp NV.
De uitvoering van dit project geschiedt
door studierichting Infrastructuur. De
project coordinator is Dhr. R. Nurmohamed
Ph.D. en de review en beleidsontwikkeling
wordt uitgevoerd door de leerstoel houder
“Klimaatverandering en Water”, Prof. S.
Naipal. Het project heeft een looptijd van
2 jaren en de kosten zijn begroot op USD
131,275. Het grootste deel van het werk
zal na 16 maanden (September 2010)
worden opgeleverd. Na deze 2 jaren is
er een onderhoudsperiode van 3 jaren,
waarbij de partners, de project dragers
worden en meer partners aangezocht zullen
worden. Op langer termijn wordt op deze
manier duurzaam beheer en onderhoud
ADEKUS
INFOBULLITIN
gegarandeerd. AdeKUS zal gedurende deze
5 jaren garant staan als project coordinator.
De specieke doelen van het SWRIS project
zijn:
• “To promote and foster human
resource development (knowledge
and techniques) on integrated water
resources management (IWRM) in
Suriname focused on sustainable use
of water resources”
• “To strengthen water related agencies”
• “To increase the awareness of fresh
water resources systems in Suriname”
• “To support the formulation of water
management policies”
• “To developed protocols for data
collection, processing, analysis and
mapping, and”
Launch van het SWRIS project in Aug 2009 in het bij zijn van de Dekaan van de FTeW, WWF-Suriname, de
Nederlandse Ambassade-Suriname, en de partners.
8

9
Hydrometry training voor partners (AdeKUS, SWM, MAS, MDS, WLA, Ministerie van NH, studenten FTeW) in Nov 2009
• “To share water resources information
in Suriname through a digital water
portal”.
Om bovenstaande doelen te bereiken
worden de volgende activiteiten concreet
uitgevoerd: de ontwikkeling van IWRM
vakken op BSc en MSc niveau, een
wetenschappelijke en informatieve film over
water resources systemen in Suriname,
de ontwikkeling en implementatie van een
water portaal (website) voor Suriname,
uitvoering van enkele hydrologische en
waterkwaliteitsmetingen in de rivieren,
organisatie van dialoog/trainingen/
workshops op basis van de noden van
partners en gemeenschappen, zowel voor
kennisontwikkeling als voor gebruik van
instrumentarium. Voor de uitvoering van
deze activiteiten worden investeringen
gepleegd in water gerelateerde literatuur,
software, basis documenten en studies
in Suriname, de meest relevante kaarten
en rapporten worden gedigitaliseerd,
meetstations op het gebied van water
worden in kaart gebracht met GPS
en satelliet technieken, er worden
veldbezoeken afgelegd met foto en video
opnamen, eenvoudige meetinstrumenten
en ICT instrumenten worden aangeschaft
voor partners en project uitvoerders, een
deel wordt in het veld geïnstalleerd, en
onderwijs, ICT en vak trainingsmateriaal op
het gebied van water wordt ontwikkeld. Al
de ontwikkelde “soft” materialen zullen op
de SWRIS portaal beschikbaar komen. De
onderzoeks en publicatie activiteiten vinden
voornamelijk plaats in het stroomgebied
van de Suriname rivier, vanaf Paramaribo
tot de Gran- en Pikien Rio in het zuiden.
De SWRIS portal zal uiteindelijk
nationaal en internationaal worden
gepubliceerd. Studenten, onderzoekers,
ingenieursbureaus, overheidinstanties,
consultants etc., zullen binnenkort op een
ADEKUS
INFOBULLITIN
eenvoudigere manier hoofdzakelijke water
gerelateerde informatie over Suriname
kunnen lezen, downloaden, data aanvragen
en afhankelijk van het beleid voor diverse
gebruikers die kunnen verkrijgen van
verschillende water instanties in Suriname.
Met de uitvoering van dit project wordt
op langer termijn ook beoogd om o.a.
de verdere onderlinge samenwerking
te vergroten, de internationalisering
en wetenschappelijke en financiële
mogelijkheden van partners te verruimen,
wetenschappelijke publicaties op het
gebied van water te vergroten i.s.m. de
partners.
Voor meer informatie over dit project
kunt U contact maken met de project
coordinator: Dhr. R. Nurmohamed Ph.D. |
r.nurmohamed@uvs.edu | 465558 ext 351

vissoorten ???
Foto 1: Juveniele Pseudancistrus kwinti
(44 mm standaard lengte) met patroon van
donker-witte strepen.
Twee opmerkelijke, ‘nieuwe’
meervallen (katvis) uit
Suriname genoemd naar
respectievelijk de kwinti marrons
en prof. Mol: de rol van de Anton de
kom universiteit in onderzoek naar
Surinaamse vissen.
In 2004 werd door Conservation
International een zogenaamde Rapid
Assessment Program expeditie naar de
boven Coppename rivier in het Centraal
Suriname Natuur Reservaat georganiseerd.
Deze RAP expeditie had tot doel de
leemte in de kennis van de aquatische
ecosystemen van het CSNR te vullen; het
CSNR werd immers in November 2000
door de UNESCO erkend als een World
Heritage site.
De Anton
de Kom
universiteit, in
het bijzonder
de Nationale
Zoologische
Collectie
Suriname, had
een belangrijke
rol bij de
organisatie van
deze logistiek
ingewikkelde
expeditie. Een
helicopter werd
ingezet om
een team van Surinaamse en buitenlandse
wetenschappers vanuit Foengoe eiland
in het bovenstroomse gebied te brengen.
Kwinti bootsmannen van Witagron en
Kaimanston verzorgden het vervoer op de
rivier. Vissen werden gevangen door Dr
Phil Willink, Dr Barry Chernoff, Dr Mike
Cooperman en Prof. Jan Mol en soms door
de Kwinti bootsmannen. Na gedurende
een volle maand de ongestoorde
ecosystemen van de boven Coppename
te hebben bemonsterd (en daarbij geen
mens te hebben ontmoet!) keerden de
wetenschappers met hun vangsten en
data terug naar Paramaribo. Tijdens het
identificeren van de vissen van de boven
Coppename in het Field Museum te
Chicago werd door Prof. Mol een kleine
meerval ontdekt met wit-donkere strepen
die hij nog niet eerder had gezien (Foto1).
Vier jaar later lukte het Dr Phil Willink het
verband
te leggen tussen het gestreepte
meervalletje (een juvenile exemplaar) en
twee volwassen exemplaren van de nieuwe
soort in de Coppename viscollectie.
Aan de volwassen exemplaren met volle
‘baard’ (Foto 2) werd duidelijk dat de
nieuwe soort verwant moet zijn aan
andere meervallen uit de ‘barbatus/baard’
groep, zoals Pseudancistrus barbatus
van de Marowijne (met rode ‘baard’), P.
depressus van de Suriname rivier en P.
corantijniensis van de Corantijn rivier.
Pseudancistrus kwinti is een vrij kleine,
gepantserde meerval met ventrale mond in
de familie van de Loricariidae (de familie
van ‘warawara’ en ‘liba-kwi’). Deze mooie
Twee exemplaren van Pimelabditus moli (14 cm standard lengte), gevangen naast een kleine soela in de
Tapanahoni rivier nabij het dorp Paloemeu.
meerval is tot op heden alleen bekend
van de boven Coppename rivier (dat wil
zeggen dat de sort endemisch is voor
deze rivier).De nieuwe soort werd onlangs
beschreven door Willink, Mol, en Chernoff
in het tijdschrift Zootaxa 2332 (2010)
als Pseudancistrus kwinti. De sort werd
dus genoemd naar de Kwinti marrons
die in het gebied leven en vissen en een
belangrijke rol hebben gespeeld in het
slagen van de RAP expeditie. De Kwinti
marrons kunnen ook een belangrijke
rol spelen bij het beheer van het CSNR
(en het beschermen van P. kwinti), in het
bijzonder het controleren van de toegang
tot het reservaat over de rivier vanuit
benedenstroomse richting.
In het tijdschrift van de Academy of Natural
Sciences of Philadelphia, Notulae Naturae
ADEKUS
INFOBULLITIN
Foto’s Pseudancistrus kwinti, de Coppename meerval.
(December
2009), beschrijven John Lundberg
en Beatrice Parisi een nieuwe meerval van
de boven Corantijn rivier: Pimelabditus
moli. De meerval is naar Prof. Jan Mol
genoemd ‘for his contributions to the
knowledge of Suriname’s fishes’ (Parisi
& Lundberg, 2009). Deze middelgrote
meerval (14 cm standaard lengte), die
direct van andere Surinaamse meervallen
te onderscheiden is aan zijn relatief
grote ogen (foto 3), bleek niet makkelijk
te verzamelen en is tot op de dag van
vandaag slechts bekend van 5 exemplaren,
waarvan 2 in Parijs, 2 in Geneve en 1 in
Philadelphia zijn opgeslagen. De eerste
twee exemplaren werden
verzameld door franse
ichthyologen in dienst
van het museum van
Parijs, tijdens festiviteiten
van Wayana indianen in
de grote droge tijd. Bij
een dergelijk feest gaat
een heel dorp de nekoe
liaan verzamelen om
vervolgens hiermee een
soela complex te ‘ponsen’
(dat wil zeggen de rivier
vergiftigen met rotenon
uit de nekoeliaan om de
vissen te vangen). De twee
eerste exemplaren werden
bij afzonderelijke gelegenheden (in twee
verschillende jaren) verzameld: dat wil
zeggen dat bij het ponsen van een grote
soela, waarbij door de Wayana duizenden
vissen voor consumptie werden verzameld,
steeds slechts één P. moli meerval door
de ichthyologen kon worden verzameld.
De fransen wisten niet goed raad met deze
meerval soort en beschreven de vis in de
‘Atlas des poisson d’eau douce de Guyane
(tome 2, fascicule II)’ als een nieuwe
‘Cheirocerus’ soort (Le Bail et al. 2000).
De Amerikaanse specialist in de familie
Pimelodidae, Dr John Lundberg, dacht
echter niet dat deze vreemde meerval een
Cheirocerus soort betrof. Dr Lundberg
maakte vervolgens contact met Prof. Mol
om een expeditie naar de boven Corantijn
rivier te organiseren met het doel meer
exemplaren te verzamelen voor nadere
studie. Hoewel Prof. Mol waarschuwde
10

11
dat de betreffende
meerval mogelijk niet
gemakkelijk te vangen zou kunnen zijn
(gezien de wijze waarop de eerste twee
exemplaren werden verzameld) is de
expeditie naar de boven Corantijn in April
2007 toch van start gegaan. Behalve
Lundberg en Mol, hebben aan deze
expeditie deelgenomen Dr Phil Willink
(Chicago Field Museum), Dr Mark Sabaj
(Philadelphia Museum), Kenneth Wan
Tong You, Anil Gangadin (Zoologische
Collectie), alsmede een 4-tal inheemsen
van het dorp Anapayke. Hoewel tijdens
een volle week vissen met soms niet
ongevaarlijke methoden (s’nachts tot over
het middel in snelstromende soela’s) veel
interessante vissoorten werden verzameld,
waaronder tenminste twee nieuwe
soorten (een zoetwater ansjovis en een
Cyphocharax sriba), lukte het helaas niet
om exemplaren van de vreemde meerval
bemachtigen. Een jaar later in October
2008 had Prof. Mol meer geluk in de
Tapanahoni rivier bij het dorp Paloemeu,
dit keer in gezelschap van de ichthyologen
Dr Juan Montoya en Dr Raphael Covain
van het Natuur Historisch Museum
in Geneve (Zwitserland) en wederom
Kenneth Wan Tong You. Er werden dit
keer maar liefst 3 exemplaren verzameld,
waarvan twee in een kieuwnet naast een
kleine soela, niet ver benedenstrooms
van het dorp Paloemeu. De vissen
werden gefotografeerd (zie foto 3) en
er werden weefsel monsters genomen
voor DNA analyse. Vervolgens werden
de vissen geconserveerd in formaline
voor langdurige opslag in musea. Prof.
Mol stuurde de foto’s van de gevangen
meervallen naar Dr Lundberg die de vissen
identificeerde als zijnde exemplaren van
de vreemde nieuwe meerval soort. Nadat
Dr Lundberg de vissen had toegestuurd
gekregen vanuit Geneve kon de nieuwe
soort worden beschreven. Uit CT-scan
foto’s van de schedel en in het bijzonder
de kaken en tanden (foto 4) bleek dat de
nieuwe soort niet in een bestaand geslacht
van de familie Pimelodidae kon worden
geplaatst. Het was dus nodig een nieuw
geslacht te maken:
Pimelabditus. Dit geeft aan dat de
nieuwe soort toch wel een bijzondere vis
is. Ook wijzen de eerste resultaten van
de DNA analyse door Dr Raphael Covain
(Geneve) op een nieuw geslacht binnen de
familie Pimelodidae. Vervolg onderzoek
naar de relaties van het nieuwe geslacht
Pimelabditus met bestaande geslachten
binnen de familie Pimelodidae is in uitvoer
en zal binnenkort worden gepubliceerd
door Dr Lundberg.
Dr Lundberg (2009) schrijft dat, in het
licht van de lange geschiedenis van
ichthyologisch onderzoek aan de visfauna
van het Guyana schild (bijvoorbeeld Mees
1974 m.b.t. de familie Pimelodidae in
Suriname), het misschien verrassend is dat
er heden ten dage nog een zo opvallende
soort/geslacht als Pimelabditus moli
kan worden ontdekt. Aan de andere kant
(schrijft Lundberg) is het habitat waar
de vis lijkt voor te komen (tussen rotsen
in soela’s van grote rivieren) niet erg
toegankelijk en moeilijk te verzamelen.
Toch weten we nog te weining van deze
soort af om zijn habitat goed te kunnen
beschrijven (de twee exemplaren die nabij
Paloemeu werden gevangen leken niet echt
tussen de rotsen te leven). In de toekomst
zal meer onderzoek moeten worden verricht
naar de ecologie en het habitat van deze
uitzonderlijke meerval; mogelijk zal dan
blijken dat deze soort niet zo zeldzaam en/
of moeilijk te vangen is als nu het geval
lijkt te zijn.
Een conclusie van de ontdekking van de
uitzonderlijke meerval P. moli alsmede
twee nieuwe soorten (zoetwater ansjovis en
Cyphocharax sriba) van de boven Corantijn
zou kunnen zijn dat we de visfauna van
deze grote rivier nog lang niet goed kennen
en dit ondanks veel recent onderzoek
van deze grensrivier door ichthyologen
van het museum van Parijs (zie de ‘Atlas
des poisons d’eau douce de Guyane’,
1996-2000). De recente ontdekking in
2005/2006 van enkele nieuwe meervallen
in een klein kreekje hoog in het Nassau
gebergte (Conservation International 2007)
lijkt deze conclusie te onderschrijven.
De Amerikaanse zangeres Joni Mitchell
waarschuwde al dat ‘you don’t know what
you got till it’s gone’ en het is duidelijk
ADEKUS
INFOBULLITIN
Foto 2: Volwassen mannelijke Pseudancistrus kwinti
(95 mm standaard lengte) met ‘baard’ en vervaging
van het streep patroon.
Foto 4: CT-scan opnames van de schedel en mond
van Pimelabditus moli met vergroting van een tandje
(‘pmx teeth’) en benige richels rond de oogkas (‘r’).
dat we erg voorzichtig moeten zijn in hoe
we omgaan met onze rivieren en kreken.
Als we niet oppassen sterven vissoorten
(sommige waarvan we het bestaan zelfs
niet weten) uit door ons toedoen. Ik denk
hierbij in het bijzonder aan fragiele en
ruimtelijk-beperkte ecosystemen zoals de
kleine Paramacca bergkreek in het Nassau
gebergte.
Pdf files van de publicaties met de
beschrijving van de nieuwe soorten
Pseudancistrus kwinti en Pimelabditus
moli kunnen worden aangevraagd bij Prof.
Mol (e-mail: fisheco@celos.sr.org).

hogeschool van paramaribo creëert nieuwe perspectieven
Met de introductie van
de hogeschool van
paramaribo (hvpar)
wilt de AdekUS de grote gap in
hoger onderwijsmogelijkheden in
Suriname verkleinen. De deeltijd
hbo-opleiding biedt geslaagden
van middelbare scholen, die geen
onderwijs op tertiair niveau kunnen
volgen, nieuwe perspectieven.
“De Hogeschool van Paramaribo is een
non-profit HBO-instituut dat zich vooral
sterk zal maken in het aanbieden van
marktgerichte hoogwaardige en betaalbare
opleidingen aan studenten uit alle sociale
lagen van de bevolking. Intensieve
studentenbegeleiding, competentieleren
en afstemming van theorie en praktijk
zullen centraal staan”, verzekerde Allan
Li Fo Sjoe, waarnemend voorzitter van
het universiteitsbestuur, bij de introductie
van de HvPar op 26 maart in het Marriot
Courtyard. Li Fo Sjoe deelde ook mee
dat de universiteit een samenwerking
is aangegaan met de Hogeschool van
Amsteram (HvA) en dat de eerste drie
vierjarige deeltijd bacheloropleidingen
voor Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde/
Management Economie Recht en
Communicatie Management in april
starten. Het Instituut voor Development
Planning en Management (IDPM) waarin
de universiteit, het bedrijfsleven en het
ministerie van Onderwijs samenwerken,
wordt belast met de dagelijkse coördinatie.
Concurrerende beroepsbevolking
“Er moet meer worden geïnvesteerd in
onderwijs. Het budget hiervoor moet
wederom worden opgevoerd naar wat
het vroeger was. Het streven moet erop
gericht zijn om de samenleving te vormen
naar een internationaal concurrerende
beroepsbevolking. De Hogeschool moet
voorzien in een behoefte aan specialisten
die wetenschappelijke informatie kunnen
omzetten in de praktijk”, zei Ruben
Soetosenojo, directeur van het ministerie
van Onderwijs en Volksontwikkeling.
Ineke van der Linden van de Hogeschool
van Amsterdam ging in haar rede
uitgebreid in op de totstandkoming van
de samenwerking met Suriname en de
HvA die meer dan tachtig geaccrediteerde
opleidingen op bachelorsniveau aanbiedt.
De intentie tot samenwerking met de
universiteit van Suriname werd in 2009
aangegeven. In de opstartfase zullen
Nederlandse docenten ook colleges
verzorgen op de HvPar. De bedoeling is
dat op termijn Surinamers het volledig
overnemen. “Bij de samenwerking
moet sprake zijn van een win-win
situatie. Nederlandse stagiaires moeten
bijvoorbeeld voor zes maanden op stage
kunnen komen in Suriname terwijl het
omgekeerd ook mogelijk zou moeten zijn
voor Surinaamse studenten.”
Knowledge centrum
“Wij van het Surinaams Bedrijfsleven
zien jullie als producent van een product.
Het product moet creatief zijn en zijn
weg kunnen vinden in dit e-tijdperk.
Vroeger moesten we als bedrijfsleven
zelf trainingen en opleidingen verzorgen.
De launch van de Hogeschool van
Paramaribo is het eerste initiatief voor
een groter ding, namelijk het knowledge
(kennis) centrum van Suriname”, zei Erwin
Emanuels van het Verenigd Surinaams
ADEKUS
INFOBULLITIN
Bedrijfsleven. Hij gaf te kenen volledig
achter het initiatief van de AdeKUS te staan
en de HvPar te zullen ondersteunnen.
Glenn Rijssel, fiscaal econoom bij de
HvA ging als laatste spreker in op het
curriculum van de drie eerste opleidingen.
De launch van de HvPAr werd afgesloten
met een informeel samenzijn op het terras
van Marriot Courtyard.
12

13
De risico’s van peer review
Drs. Ton Wolf, IMWO
Op 23 februari 2010 publiceerde
frank furedi bij Spiked
online een analyse van de
gevaren die de kwaliteitsgarantie
van wetenschappelijke publicaties
bedreigen. Zoals bekend, berust
die garantie op peer review,
een procedure waarbij een
aangeboden artikel door een groep
onafhankelijke en onpartijdige
deskundigen wordt beoordeeld op
geschiktheid voor publicatie. In het
ideale geval is dit proces geheel
anoniem: de reviewers weten niet
wie de auteurs van het artikel zijn
en ook niet wie de andere reviewers
zijn.
Furedi’s eerste aanleiding was de
erkenning door het toonaangevende
medisch tijdschrift The Lancet dat het had
geblunderd door het publiceren van een
onderzoek dat ten onrechte verband legde
tussen een bepaald vaccin en autisme.
Een tweede aanwijzing kwam van een
groep stamcelonderzoekers die wees op
stelselmatig misbruik van peer review door
een kleine kliek wetenschappers die hun
positie zouden aanwenden om publicaties
van hun concurrenten te vertragen. Een
derde rel ontstond door het uitlekken van
e-mails van klimaatonderzoekers van de
Universiteit van East Anglia.
Drie soorten gevaar
Furedi onderscheidt drie soorten gevaar
die peer review als kwaliteitsgarantie loopt.
Ze hebben er alle drie mee te maken dat
onderzoekers, redacties en reviewers niet
alleen wetenschappelijke belangen dienen,
maar ook persoonlijke en zakelijke.
De eerste soort gevaar is het niet opmerken
van fouten, zoals bij het geval van The
Lancet. De blunder is dan wel rechtgezet
door het terugtrekken van het ondermaatse
artikel, maar toch moet de vraag gesteld
worden of het tijdschrift zelf, in de haast
om een opzienbarend resultaat als eerste
te publiceren, de eigen kritische standaard
heeft losgelaten en het commerciële belang
van een scoop heeft laten prevaleren boven
het wetenschappelijke.
De tweede soort gevaar komt
van wetenschappelijk nepotisme
en vakbroederlijke afgunst.
Academisch aanzien en aantrekkelijke
wetenschappelijke loopbanen hangen af
van het openbaar maken van je werk in
belangrijke tijdschriften. Als je een artikel
moet reviewen, waarin een concurrerende
onderzoeker in je eigen specialisme jou
vóór is met belangrijke bevindingen, heb
je er groot belang bij dat diens publicatie
wordt opgehouden of zelfs afgewezen. De
tijdschriftredactie zelf is misschien niet
deskundig genoeg om dat door te hebben.
De derde soort gevaar ligt in het oprukken
van zogenaamde advocacy science:
het gebruik van wetenschappelijk werk
voor politieke, maatschappelijke of
commerciële doeleinden. Berucht zijn de
sponsoring door de tabaksindustrie en de
farmacologische concerns van onderzoek
dat hun welgevallig is. Tegenwoordig staat
juist het onderzoek naar global warming
en andere klimaat-verschijnselen sterk in
de belangstelling. Voor- en tegenstanders
van theorieën hierover zoeken in de
tijdschriften een podium, en opmerkelijk
genoeg zijn ze ook welkome gasten in
kranteninterviews en tv-talkshows voor het
grote lekenpubliek. De wetenschappelijke
discussie krijgt zo een morele dimensie en
het onderzoeksterrein wordt een hot item,
een issue. Wanneer er een grote mate van
wetenschappelijke consensus bestaat,
is een bijdrage van iemand die er heel
anders over denkt al gauw aantrekkelijk
als afwisseling en als bewijs van de
evenwichtige, “neutrale” aanpak van het
tijdschrift. De zogenaamde climate sceptics
zijn hiervan een voorbeeld.
ADEKUS
INFOBULLITIN
Peer review kan door dit alles
ontaarden in een autorisatieprocedure
die veel verder s trekt dan de kwaliteit
van de aangeboden artikelen, afgemeten
aan wetenschappelijke relevantie en
methodologische robuustheid. Het grote
prestige dat deze kwaliteitsgarantie heeft
verworven maakt het immers aanlokkelijk
om politieke en andere belangen te laten
meebepalen wat er wordt gepubliceerd.
Wie door die zeef komt, wordt gehoord
en lijkt gelijk te hebben; wie in de zeef
blijft hangen, heeft eigenlijk geen recht
van spreken. Dat is een vervalsing van de
uitgangspunten en de bedoelingen van
peer review, waarmee op den duur aan de
wetenschapsbeoefening grote schade wordt
toegebracht.
Elke onderzoeker moet zich van de eigen
belangenverstrengeling bewust zijn; elke
reviewer moet zo fatsoenlijk zijn om zich
te onttrekken aan het beoordelen van het
werk van concurrerende onder¬zoekers;
elke tijdschriftredactie moet een open
oog hebben voor ieders feilbaarheid.
Alleen wijzelf kunnen de groei van kennis
bevorderen en bewaken door ons van
andere drijfveren bewust te zijn en ze
uitdrukkelijk uit te sluiten op de momenten
dat alleen een onafhankelijk en onpartijdig
wetenschappelijk oordeel mag tellen.
(Furedi’s artikel staat op www.spikedonline.com/index.php/site/article/8227/)

ADEKUS
INFOBULLITIN
NIEUWS
UIT DE Ub
De bibliotheek Universiteit van Suriname (Ub) is verplicht
het onderwijs en onderzoek binnen de Universiteit van
Suriname te ondersteunen. Daarom doet zij er alles aan,
om steeds die broodnodige wetenschappelijk informatie
aan te schaffen en aan te bieden.
In het licht van 65 jaar verenigde Naties ( 1945 – 2010 ):
de rol van de Universiteitsbibliotheek ( 1975 – 2010 )
als United Nations Depository Library
Een stukje geschiedenis………………
De Verenigde Naties viert dit jaar haar 65- jarig bestaan. Zij trad in werking op 24 oktober 1945, na de ratificatie van
het VN – Handvest door de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad (China, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de
Verenigde Staten van Amerika en de Sovjet –Unie) en door een meerderheid van de 46 andere oprichters.
Het VN-Handvest werd op 26 juni 1945 ondertekend door haar lidstaten.
De VN is een intergouvernementele organisatie die samenwerkt op het gebied van het international recht, mondiale
veiligheid, behoud van mensenrechten, ontwikkeling van de wereldeconomie en het onderzoek naar maatschappelijke
en culturele ontwikkeling.
De rol van de Universiteitsbibliotheek
De Universiteitsbibliotheek (UB) heeft vanaf 1975 de status van United Nations Depository Library d.w.z. dat zij
publicaties van de zes hoofdorganen ontvangt : De Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en
Sociale Raad ( ECOSOC), de Trustraad, het Internationaal Gerechtshof , het Secretariaat, UNCTAD, UNICEF en UNDP.
Verder ontvangt zij ook nog publicaties van UNESCO, United Nations University, OAS en FAO.
De VN-Bibliotheek was toen samen met het Instituut voor Internationaal Recht en Internationale Betrekkingen
gevestigd aan de Mr. Lim A Po straat # 28 in het gebouw van notaris Gangaram Panday.
In 1979 verhuisde zij naar het Onafhankelijkheidshotel. In 1995 vond de integratie van de VN-collectie plaats in de
collectie van de Centrale Bibliotheek aan de Leysweg.
Thans beschikt de UB ook over elektronische documenten van de Verenigde Naties.
Deze zijn toegankelijk via www.un.org.
Enkele bekende databanken :
- www.untreaty.un.org ( United Treaties Collection )
- www.unicef.org ( United Nations Chidren’s Fund)
- www.unifem.undp.org ( United Nations Development Fund for Women)
Voor meer informatie omtrent elektronische databanken van de Verenigde Naties zie onze website http://ub-uvs.kit-ipp.
org
14

15
AANRADERS IN DE Ub-CoLLECTIE
SK 0072-10
vEERkRAChT IN fLoRA: EEN oNDERZoEk NAAR pRo-SoCIAAL GEDRAG vAN
kWETSbARE kINDEREN UIT EEN SURINAAMSE voLkSWIjk
Waalring, ReinaN. - Paramaribo,SR : Auteur, 2009. – 183 p.
‘Veerkracht in Flora: een onderzoek naar het pro-sociaal gedrag van kwetsbare kinderen uit
een Surinaamse volkswijk’
Dit boek handelt over het pro-sociaal gedrag van kwetsbare kinderen van Half Flora.
De veerkracht bij deze kinderen in een sociaal-economische achtergestelde volkswijk.
Hoe veerkrachtig zijn de kinderen uit deze buurt dat ze anti-sociaal gedrag vertonen?
Anderzijds, wat zijn de beschermende factoren die bij andere kinderen juist pro-sociaal
gedrag ontwikkelen? Natuurlijk speelt het milieu waarin ze opgroeien een heel belangrijke
rol.
SBR 12039
ALS EEN vIS IN hET WATER? AQUATISChE ECoLoGIE IN SURINAME
Mol, Jan H.. - Paramaribo,SR : Auteur, 2009. – 33 p.
‘Als een vis in het water? Aquatische ecologie in Suriname’
Dit document beschrijft de aquatische ecosystemen in Suriname. De mens bestaat voor het
grootste deel (65 %) uit water, net als de meeste gewervelde dieren. Water is dus uitermate
heel erg belangrijk voor zowel mens als dier. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
aquatische ecosystemen in de tropen en de gematigde streken. Verder wordt de ecologie
van de verschillende soorten vissen ook belicht.
SK 00868-09
DE kWALITEITSEISEN vAN hET pRoDUCT INfoRMATIE: ToETSING vAN DE
kWALITEITSpRofIELEN AAN hET INfoRMATIEvERZoRGINGSSYSTEEM vAN DE
INvESTERINGSpRoCEDURE vAN STAATSoLIE MAATSChAppIj SURINAME N.v.
Ghisiawan, Nawien. - Paramaribo,SR : Auteur, 2009. – 57 p.
‘De kwaliteitseisen van het product informatie: Toetsing van de kwaliteitsprofielen aan het
informatieverzorgingssysteem van de investeringsprocedure van Staatsolie Maatschappij Suriname
N.V.’ Na een onderzoek bij Staatsolie is getracht een oordeel te vellen over de kwaliteit van
informatie geproduceerd door elk willekeurig informatieverzorgingssysteem. Hierbij is gebruik
gemaakt van de ontwikkelde meetindicatoren ten behoeve van de kwaliteit van informatie. Specifiek
wordt ingegaan op de kwaliteit van de informatie van het informatieverzorgingssysteem van de
divisie CP met betrekking tot investeringen. Voldoet het informatieverzorgingssysteem van de
investeringsprocedure aan de theoretisch gestelde kwaliteitseisen, met name de kwaliteitsprofielen?
SK 00235-10
LEApfRoG To ThE fUTURE: ENERGY SCENARIoS AND STRATEGIES foR SURINAME
To 2050: DEvELopING STRATEGIES To 2050 foR ENERGY SECUTITY IN SURINAME.
USING ThE SCENARIo pLANNING METhoDoLoGY
Lachman, Daniël A. Thesis Research Report Institute for Graduate Studies: Masters Program
Development and Policy. - Paramaribo,SR : Auteur, 2010. – 154 p.
Leapfrog to the future: Energy scenarios & strategies for Suriname to 2050: Developing Strategies
to 2050 for Energy Security in Suriname. Using the scenario Planning Methodology’
Het nemen van besluiten in het belang van de energiesector is vaak extra moeilijk. Het
onzekerheidsaspect is ook van belang waar een spinnenweb van factoren de energie
beschikbaarheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid beïnvloeden. Een onderzoek is gedaan om
strategieën te vormen voor de energiezekerheid in Suriname, tot 2050; lang genoeg om de effecten
van verandering volledig tot hun recht te doen laten komen. Hierbij is de scenario planning
methodologie gehanteerd om deze strategieën van energiezekerheid te formuleren.
ADEKUS
INFOBULLITIN

pERSoNALIA
In deze editie willen wij u eens nader kennis laten maken met
enkele medewerkers van de Universiteitsbibliotheek (Ub).
Een ontmoeting met de oud VN- bibliotheekassistent / hoofd bibliotheekassistent:
Soewarti Soediredjo (gehuwd Tanoesemito, moeder van 4 kinderen)
“Na ongeveer een jaar administratieve werkzaamheden te hebben verricht bij de Stichting
Machinale Landbouw (Wageningen) besloot ik in 1976 de bibliotheekopleiding te volgen bij het
CCS. Zo belandde ik ook als bibliotheekmedewerker bij het CCS.” Na een sollicitatie werd zij in
1976 te werk gesteld bij de VN (Verenigde Naties) Bibliotheek en eindigde als bibliotheekassistent
(1976 -1995). In 1995 stapte zij uit de bibliotheekwereld om persoonlijke redenen. In 2002 keerde zij
terug in de UB op de afdeling Informatieverwerving & -verwerking (I&I). “Ik was verrast om terug te mogen
zijn in de bibliotheekwereld, want in de loop van de jaren is er veel veranderd in dit werk.”Haar werkzaamheden op
deze afdeling ervaart zij nog steeds als prettig en leerrijk. De werkrelatie met haar collega’s, ook buiten haar afdeling,
is goed. Ook ziet zij de bibliotheek als een belangrijke sleutel in het informatie-voorzieningsproces. “Volgend jaar ga
ik met pensioen, maar ik kan terugblikken op een fijne tijd in de Centrale Bibliotheek.”
In gesprek met jubilaris Shirley karioredjo (gehuwd Mingoen, moeder van 2
kinderen) Van dokterassistente tot bibliotheekmedewerker
Op 3 april 2000 trad ze in dienst als medewerker voor de middag – en avonddienst van de
Centrale Bibliotheek. Na 5 jaren deze functie bekleedt te hebben, werd zij in 2005 overgeplaatst
naar de Afdeling Informatiegebruik, waar zij tot heden nog haar werkzaamheden verricht. Op deze
afdeling is zij verantwoordelijk voor de ledenadministratie en andere baliewerkzaamheden zoals
het uitlenen van documenten, informatie verstrekken aan de gebruikers en assistentie bij OPC (Online
Publieks Catalogus) gebruik.
In de afgelopen tien jaar heeft zij veel geleerd van het bibliotheekwerk. “Ik heb een beter begrip van het werk, vroeger
dacht ik dat het werk alleen uit boeken afstempelen bestond”. Ook heeft zij kunnen concluderen dat de bibliotheek een
belangrijke rol vervult in het informatievoorzieningsproces naar de gebruiker toe.
“ De collectie is dan wel niet helemaal up-to-date, maar we proberen de gebruiker altijd het beste aan te bieden”
“De bibliotheek is een prettige plek om mijn werk uit te voeren, en om mijn werkzaamheden beter te verrichten volg ik
thans een opleiding Bibliotheek –Assistent. De studie vergt veel tijd van mij, maar dankzij de ondersteuning van mijn
gezin, kan ik binnenkort deze opleiding met succes afronden”.
Wie is onze helen Rustenberg ? (gehuwd bakboord en moeder van 2
kinderen) Van corveeër tot cashier
Na een sollicitatie oproep trad Helen Bakboord op 5 maart 1990 als corveeër in dienst van
de Centrale Bibliotheek. Dit deed zij niet voor lang, want na ongeveer 2 maanden mocht zij na
een interne verschuiving in de bibliotheek functie van een kassier overnemen. Tot heden vervult
ze deze functie. “Het is een grote verantwoordelijkheid om met het financiën om te gaan, maar
ik heb voldoening in mijn werk”, zegt ze. Haar 20-jarige loopbaan in de bibliotheek kent hoogte- en
dieptepunten. Zo denkt ze nog vaak terug aan collega’s die het eeuwige met het tijdige hebben verwisseld,
van wie ze veel heeft kunnen leren. “Ook de pensionering van enkele collega’s zoals mw. Norma Brathwaite, mw. Joke
Gaddum, mw. Miene Scholsberg waren moeilijke momenten om te verwerken”, voegt ze er nadenkend aan toe.
Overgaand op de hoogtepunten in haar loopbaan noemt ze zonder lang nadenken het “automatiseren van haar
administratieve werkzaamheden, want de manuele handelingen vergden veel tijd.”
Na 20 jaar op de Universiteit, ziet zij de bibliotheek nog steeds als een belangrijke afdeling voor de studenten, waar zij
terecht kunnen voor studeren en informatie zoeken.
Om haar taken efficiënter uit te voeren en voor een betere financiële waardering volgt zij thans de Cursus
Praktijkdiploma Boekhouden bij het IMKB.
ADEKUS
INFOBULLITIN
16

17
Leo Club Campus +
Wat is ‘Leo club Campus +’?
Leo club campus + is een service club
welke als doel heeft dienstverlenende
activiteiten onder de jeugd binnen de
gemeenschap te bevorderen. Deze
moeten bijdragen tot het ontwikkelen van
individuele kwaliteiten van leiderschap,
ervaring en bekwaamheid. De club is
opgericht op 13 december 2007, door Radj
Jadnanansing, docent aan de universiteit
en lid van Lions Club Kwatta. Nadat hij
een groep studenten gevraagd had te
helpen bij een activiteit van Lions Club
Kwatta, bLeek het enthousiasme onder
de studenten zo groot, dat hij besloot er
een permanente groep van te maken, Leo
Club Campus + dus. Het plus teken in de
naam, geeft aan dat de club ook voor niet
universiteitstudenten toegankelijk is.
Wat doet de club?
De club doet 2 soorten van activiteiten.
De eerste is fundraising. Dit gebeurt veelal
door verkoopdagen op verschillende
locaties en bij grote activiteiten van de
moederclub, Lions Club Kwatta. De tweede
activiteit is de fundspending.
De gelden van de fundraising worden hier
in de vorm van projecten uitbesteed. Enkele
van deze projecten zijn schoolpakketen
project, waterproject voor Haïti. Het
visusproject, waarbij het zicht van
basisscholieren wordt gecontroleerd is
daar ook een voorbeeld van. Maar ook
projecten zoals een educatieve speurtocht
met muloscholieren worden uitgevoerd.
Lid worden van de club?
Lidmaatschap van een Leo club heeft
los van het opdoen van ervaring en
bekwaamheid door de verschillende
projecten die worden uitgevoerd, het
ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten
vanwege de verschillende bestuurfunctie
binnen de club. Ook worden er trainingen
en congressen georganiseerd waarbij
diverse skills worden aangeleerd.
Verder is er interactie met de 5 overige
Leo Clubs van Suriname, middels het
uitwisselen van ideeën en het uitvoeren
ADEKUS
INFOBULLITIN
van gezamenlijke projecten. Het
voordeel hiervan is dat je contact hebt
met een grotere groep leeftijdsgenoten
en permanente vriendschappen kunt
sluiten. Naast de leeftijd van 18 tot 30
jaar, beschikt de ideale Leo over o.a. de
volgende kwaliteiten:eerlijk en betrouwbaar,
energievol, liefde voor sociaalwerk, tijd
hebben ( in combinatie met studie of
werk), beetje geld ( contributie), bereid
zijn verantwoordelijkheden te accepteren.
De vergaderdagen zijn elke tweede en
vierde dinsdag van de maand telkens om
18.00 uur op het universiteitcomplex,
studcieruimte gebouw 7. Geïnteresseerden
zijn van harte welkom.
Voor meer informatie over de club of de
volgende vergadering, mail dan naar:
amalia-roman@hotmail.com
Meer weten over Lion en Leoisme? Kijk
dan op http://lionsclubs.org/EN/index.php

pERSoNEELSvARIA
jUbILARISSEN
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Periode: Aug.2009 t/m Dec.2009
d.i.t.
adek/ovh./celos
(mnd./dg./jr.) Naam
functie
1/8/1994
08/16/74
1/8/1994
1/8/1979
09/23/1979
4/10/1999
1/10/1999
10/25/99
1/10/1999
1/11/1994
8/11/1999
12/15/1989
Bakboord Claudia
Kong A San Margo
Rokadji Robertino
Vreeswijk Priscilla
Tan T.B./drs.
Gemin-Cirino Theresia/drs.
Jubithana-Fernand Andrea/MSc.
Jubithana Vincent
Moeljoredjo S./Eng.de Pesca
Sariman Sarijem
Starke Sheryl
Adhin Malti R./Prof.Dr.
Periode: Jan. 2010 t/m Maart 2010
d.i.t.
adek/ovh./celos
(mnd./dg./jr.) Naam
2/1/1990
2/1/1990
7/1/1980
2/1/1990
2/1/1995
2/1/1990
2/1/1990
2/1/1990
2/1/1990
2/1/1990
01/14/1980
3/1/2000
5/2/1985
02/18/1975
1/2/2000
02/15/1995
02/13/1995
5/3/1990
03/19/1990
1/3/1985
Adadi Martha
Creton Hellen
Djodikromo Willem
Ganesh Joties
Gangoe Kishoorkoemar
Hardjopawiro-Bahri Susanna
Kasanwidjojo E.
Lok Hin-Ramgolam F.
Mathoera-Jagessar I.
Parto Richard
Sastroredjo Frits
Tielak Wilma
Debidien-Mertoikromo Jetty
Kluivert Johan
Singh-Tjon A Loi Audrey/ir.
Sitaram-Autar D.
Kaarsbaan-Livingstone N.
Bakboord-Rustenberg Helen
Kartodiwirjo Robby
Nannie Erda
adm.medew.
Chef de Bureau
bewaker
adm.medew.
Algemeen docent
Coordinator
Algemeen docent
Chef systeembeheerder
adj.wetensch.medew.
onderh.medew.
ass.vector entomologie
Hoofd Docent
functie
Pantry medew.
Chef
Onderhoudsmedewerker
Chef
Tech.medewerker
Pantry medew.
Electrotech.monteur
Onderhoudsmedewerker
Onderhoudsmedewerker
Werkhalass.
Chauffeur
Ass.hfd. Automatisering
& comp.beheer
Hulp Laborante
Bode
Alg. Docent
Adm.medewerker
Pantry medew.
Bibliotheek assistent
Bewaker
Onderhoudsmedewerker
ovERLEDEN
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Naam
Mahabier Henk/mr.
Djajengdihardjo Cornelis
Sheombar-Nagessar S.
functie
Hoofddocent
Bibl.assistent
gepensioneerde medew.
Afdeling
F.MIJ.W.
Centr.Bib.
ADEKUS
INFOBULLITIN
Afdeling
STUZA
Bureau F.Me.W.
Bewaking
Bestuur
F.Te.W.
I.K.I.M.
F.MIJ.W.
U.C.C.
F.Te.W.
H.H.D.
N.Z.C.S.
F.Me.W.
Afdeling
Pantry service
Pantry service
T.O.
H.H.D.
T.D.
Pantry service
T.D.
H.H.D.
H.H.D.
Bureau F.Te.W.
Transport
Centr.Bib.
Bureau F.Te.W.
Bureau F.Te.W.
F.Te.W.
F.Z.
Pantry service
Centr.Bib.
Bewaking
H.H.D.
d.i.t.
5/1/1992
11/1/2002
# dienstjr.
15
35
15
30
30
10
10
10
10
15
10
20
# dienstjr.
20 jr.
20 jr.
30 jr.
20 jr.
15 jr.
20 jr.
20 jr.
20 jr.
20 jr.
20 jr.
30 jr.
10 jr.
25 jr.
35 jr.
10 jr.
15 jr.
15 jr.
20 jr.
20 jr.
25 jr.
opmerking
ovh. & dan adek 1.okt.01
opmerking
dg./mnd./jaar
datum overlijden
10/28/2009
12/23/2009
3/6/2010
celos & dan adek 1.mei 05
18

19
pERSoNEELSvARIA
INDIENSTTREDINGEN
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
VOLTIJDSE WETENSCHAPPERS/ONDERZOEKERS
Naam
functie
Rellum Joan/drs.
Dundas Benjamin H./drs.
Vries de Sabine/drs.
Algoe Rishmidevi Kirtie/B.Sc.
Hieralal Mahenderpersad/drs.
Amadsalipan-Eiloof Daniella H.N./drs.
Groot-Apapoe Ine Rosita/drs.
VOLTIJDSE STAF
Naam
Ramlochan Tewarie Sunita/drs.
Wolf Antonius J.G./drs.
Stralen van-Ruijten Laurine/drs.
VOLTIJDSE TAPPERS
Naam
Saridjo Esmyralda S.
Lobato de Mesquita Lucille
Rokadji Anthea D.
Bouwe-Satram Sandhyadebie
Sewrattan Rachel Sharleen
Loor Roger David
Dorwart Orlando
Karioredjo-Kasiman Rachel
Soemodikromo Graciella S.
Bottse Stefanie
VOLTIJDSE TAPPERS
Naam
Olmberg-Soesman Diana
Lachman Rachel
Algemeen Docent
Wet.onderzoeker
Wet.onderzoeker
Adj.onderzoeker
Adj.wetensch.medew.
Algemeen docent
Algemeen docent
functie
Financial Manager
Interim-Directeur
Projectcoordinator
functie
Secretarieel medew.
Secretarieel medew.
Adm.medewerker
Secretarieel medew.
Bibliotheek medew.
Administrateur
Bibl.medewerker
Hoofd
Chemisch analist
Corvëeer
functie
deeltijdse Bibl.ass./MAD
deeltijds documentatie ass.
DEELTIJDSE WETENSCHAPPERS/ONDERZOEKERS
Naam
functie
Nandoe Shakunteladevi S.
Kalloe Vishnu
Pinas Lucien Maikel
deeltijds leraar
Buitengewoon Docent
Adj.wetensch.medew.
pENSIoNERINGEN
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Naam
Woei A Tjoen-Tjong A Hung A./drs.
functie
Algemeen Docent
Afdeling
F.MIJ.W.
I..M.W.O.
I.M.W.O.
I.G.S.R.
F.MIJ.W./P.A.
F.MIJ.W./P.A.
F.MIJ.W./P.A.
Afdeling
ADEKUS
INFOBULLITIN
Bureau UvS
I.M.W.O.
F.MIJ.W. (UTSN-project)
Afdeling
IEB/P.R.
P.Z.
VLIR
F.Te.W.
Centr.Bib.
I.G.S.R.
Centr.Bib.
RUA
F.Te.W.
Centr.Bib.
Afdeling
Centr.Bib.
D.U.
Afdeling
Schakeljr.
F.Te.W.
F.Te.W.
Afdeling
F.MIJ.W.
d.i.t.
11/1/2005
d.i.t.
8/1/2009
10/5/2009
1/18/2010
1/18/2010
2/1/2010
3/1/2010
3/1/2010
d.i.t.
11/9/2009
12/1/2009
1/1/2010
d.i.t.
8/10/2009
9/1/2009
10/6/2009
11/2/2009
11/2/2009
2/1/2010
2/15/2010
3/1/2010
3/15/2010
3/15/2010
d.i.t.
11/1/2009
1/15/2010
d.i.t.
11/1/2009
11/1/2009
2/1/2010
datum met pensioen
9/30/2009

pERSoNEELSvARIA
UITDIENSTTREDINGEN
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Naam
VOLTIJDS
Cairo Winston
Jhari Reshmi
Koemar Ramona
Haas Wendy
Samuels Cicilia
Gillet Conrad
DEELTIJDS
Faerber-Jong Daniella
Bendt H./M.Sc.
Polanen S./Mr.
functie
Adm.medewerker
Chemisch analist
Project-medew.
Repro-assistent
Repro-assistent
Curator invertebraten
deeltijds Adm.medew.
Buitengewoon docent
Buitengewoon docent
overplaatsingen anno 2009
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Naam
Kromowirjo Janine
Zammet Andrew
Setroredjo-Kromoredjo L.
Wongsokerto-Sarmin S.
Ramkhewan A.
Pocorni Haidy
Gemert Valery
Goelmohamed Malkha
Nojodimedjo-Sanwirjatmo O.
oude functie
Secr.adm.medew.
Bibliotheek medew.
Corvëeer
Corvëeer
onderhoudsmedew.
adm.medewerker
Secr.medewerker
Wet.onderzoeker
corvëeer
van
P.Z.
Centr.Bib.
Centr.Bib.
Centr.Bib.
H.H.D
F.Z.
I.G.S.R./P.R.
I.M.W.O.
Centr.Bib.
omzetting dienstverband
Bron: Afdeling Personeelszaken Adek Uitdraaidatum: 24-maart-2010
Naam
Bansse Marianne/BSc.
oude functie
Studentendecaan
van
deeltijds
Afdeling
I.C.
F.Te.W.
D.U.
Centr.Bib.
Centr.Bib.
N.Z.C.S.
F.Te.W.
F.MIJ.W.
F.MIJ.W.
naar
ADEKUS
INFOBULLITIN
Bureau F.MIJ.W./VLIR
Bureau F.MIJ.W.
Centr.Bib.
Centr.Bib.
Centr.Bib.
I.C.
Bureau F.Me.W.
F.Te.W.
Centr.Bib.
naar
voltijds
d.i.t.
2/18/1997
4/4/2005
1/1/2009
11/11/1991
4/1/1996
3/2/2009
1/1/2002
per
10/5/2009
11/2/2009
12/1/2009
12/1/2009
1/1/2010
1/5/2010
1/11/2010
2/1/2010
3/1/2010
per
10/1/2009
d.u.t.
10/10/2009
10/31/2009
12/31/2009
11/4/2009
11/4/2009
2/28/2010
10/1/2009
10/1/2009
11/1/2009
nieuwe functie
Secr.adm.medew.
adm.medew.
Reproductie-ass.
Receptioniste
corvëeer
adm.medewerker
adm.medewerker
Alg.docent
Reproductie-ass.
nieuwe functie
Studentendecaan
20