12.07.2015 Views

A4 brochure

A4 brochure

A4 brochure

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

InformatiebulletinSpoorwegpersoneeloverzicht van de gewijzigde wetgeving voor spoorwegpersoneel


InhoudsopgaveVerantwoording 3Ontstaansgeschiedenis Europese regelgeving voor personeel 4Documenten Europese en nationale regelgeving 6Toepassingsbereik 7Invoeringsplanning 8Machinistenvergunning, bevoegdheidsbewijs en bedrijfspas 9Internationale overeenkomsten 10Leeftijdscriterium 11Opleiding 12Examinering 13Geldigheidsduur en her-instructie 14Medische en Psychologische keuringseisen 15Aanvragen machinistenvergunning 16Registers 17Toekomstige veranderingen 18Personeel met niet-veiligheidsfuncties 19Bijlage 20Dit informatiebulletin geeft informatie over de gewijzigde wetgeving voor spoorwegpersoneel. Deze wetgeving zal in oktober 2011in werking treden. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.2 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


VerantwoordingDit informatiebulletin is bedoeld om antwoord te geven opde vele vragen die leven binnen de spoorwegsector als gevolgvan de wijzigingen die gaan optreden. De aanleiding vanaangepaste regelgeving is tweeërlei: enerzijds is dat deomzetting van Europese regels in nationale wet- en regelgevingen anderzijds is dat het gevolg van de evaluatie van despoorwegwet 2005.Naast dit informatiebulletin bestaan er ook nog de Memorievan Toelichting bij de diverse regelgevingen; deze toelichtingenkunnen ook informatie leveren om vragen tebeantwoorden.Indien er discrepanties bestaan tussen deze tekst van hetinformatiebulletin en de tekst van de wet- en regelgeving isdeze laatste maatgevend. Vandaar dat er in de voetnoot eendisclaimer is opgenomen dat aan dit informatiebulletin geenrechten kunnen worden ontleend.3 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


OntstaansgeschiedenisEuropese regelgevingvoor personeelIn 2004 is de discussie gevoerd in de Europese Raad vanTransportministers over een ontwerp voor een richtlijn voormachinisten. Dit voorstel is door de Europese Commissie opgesteldals gevolg van de discussie in het Europees Parlement bijde besluitvorming over de veiligheidsrichtlijn (04/49/EG). HetEuropees Parlement wenste ook veiligheidseisen voor het personeelin de veiligheidsrichtlijn. Toen is het besluit genomen om deze ineen aparte richtlijn onder te brengen. Doel van deze Europeserichtlijn Certificering Machinisten (Richtlijn 2007/59/EG) is deharmonisatie van eisen die door de Lidstaten aan machinistenworden gesteld en om het hoge veiligheidsniveau te handhaven. Derichtlijn regelt niet alleen de eisen aan machinisten, maar ook aande opleiding, examinering, afgifte van documenten en registratiesvoor deze functie.In Nederland heeft de omzetting van deze Europese richtlijn innationale wetgeving plaatsgevonden in hoofdstuk 3, paragraaf 5,van de Spoorwegwet, Besluit spoorwegpersoneel 2011 en de(ministeriële) Regeling spoorwegpersoneel 2011. Omdat dezenationale regelgeving ook de eisen aan andere veiligheidsfunctiesregelt zijn tegelijkertijd ook daarvoor wijzigingen doorgevoerd.Deze wijzigingen komen voort uit de evaluatie van de spoorwegwetgevingdie in 2008/2009 is uitgevoerd, maar vloeit ook voort uit deTSI’s (Technische Specificaties Interoperabiliteit).4 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


Documenten Europeseen nationale regelgevingEuropese documentenOp het gebied van de Europese regelgeving voor spoorwegpersoneelzijn er nu vier documenten beschikbaar, in de naaste toekomstworden dat er zes. Het zijn de volgende documenten:Richtlijn 2007/59/EG van 23 oktober 2007 (publicatie in OJ2007-L315/51 van 03.12.2007), inzake de certificering van machinistendie locomotieven en treinen besturen op het spoorwegsysteemvan de Gemeenschap.Beschikking van de Commissie 2010/17/EG van 29 oktober 2009(publicatie in OJ 2010-L8/17 van 13.01.2010), inzake de vaststellingvan de basisparameters voor registers van machinistenvergunningenen aanvullende bevoegdheidsbewijzen als bedoeld in Richtlijn2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad.Verordening 36/2010/EG van 3 december 2009 (publicatie in OJ2010-L13/1 van 19.01.2010), inzake communautaire modellen voorvergunningen van machinisten, aanvullende bevoegdheidsbewijzen,gewaarmerkte afschriften van aanvullende bevoegdheidsbewijzen enaanvraagformulieren voor vergunningen van machinisten, in het kadervan Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad.In aanbouw is nog een Commissie Beslissing en Aanbeveling(DV05 en DV06- niet publiek beschikbaar) op het gebied vanopleiding en examinering, deze beide documenten worden in2012 verwacht. Hierin zijn de onderwerpen van de opleidingopgenomen alsmede de kwaliteitseisen voor het opleidingsinstituut.Dit Besluit/Aanbeveling bevat tevens de eisen voor examinatoren.Er is sprake van een Besluit en een Aanbeveling omdat ermeer wordt vastgelegd dan de Richtlijn vraagt. De eisen uit hetBesluit zijn verplicht, de eisen uit de Aanbeveling kunnen ook opandere wijze worden ingevuld.Besluit van de Commissie 2011/314/EU van 12 mei 2011 (publicatiein OJ 2011-L144/1 van31.05.2011) betreffende de technische specificatiesinzake interoperabiliteit van het subsysteem „Exploitatie enverkeersleiding” van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem.Deze TSI vervangt per 01.01.2012 de bestaande TSI-OPE2006/920/EG van 11.08.2006. De TSI-OPE is vooral van belang voorde andere veiligheidsfuncties dan die van machinist.Nationale documentenWijziging van de Spoorwegwet van 16 december 2010 (publicatiein Staatsblad 2011, 218 van 13 mei 2011). De Spoorwegwet isaangepast als gevolg van de omzetting in nationale wetgeving vande richtlijn voor de certificering van machinisten, maar ook voor derichtlijnen interoperabiliteit 2008/57/EG, wijziging van de veiligheidsrichtlijn2008/110/EG en liberaliseringsrichtlijn 2007/58/EG.Hoofdstuk 3, paragraaf 5, van de Spoorwegwet regelt in de artikelen49-54 de eisen voor personeel met een veiligheidsfunctie.Besluit spoorwegpersoneel 2011 van 3 mei 2011 (publicatie inStaatsblad 2011, 240 van 24 mei 2011). Dit Besluit bevat veel van devoorwaarden die op basis van de Europese richtlijn op nationaalniveau geregeld moeten worden, binnen de contouren die deSpoorwegwet (art. 49-54) vastlegt.(ministeriële) Regeling spoorwegpersoneel 2011 (nog tepubliceren). Deze Regeling omvat de keuringseisen voor demedische en psychologische keuringen alsmede de erkenningvan EG-beroeps-kwalificaties. Deze Regeling zal in september2011 worden vastgesteld.Koninklijke Besluiten. Om deze nationale wet- en regelgeving(Wet en Besluit) in werking te stellen is er nog een KoninklijkBesluit nodig. Voorzien is een inwerkingtreding per oktober 2011.Dit is net voor de datum die in het Europees stappenplan vanart. 37 van de Richtlijn is vastgelegd. Hier treedt een verschil metde Europese regelgeving op. In het Europese stappenplan zoudende huidige machinisten nog van documenten volgens de bestaandewet- en regelgeving voorzien mogen worden tot in 2018. Gelet op dewens vanuit de sector voor een snelle overgang, is er in Nederlandvoor gekozen om zodra de geldigheid van bestaande documentenis verlopen, deze te vervangen door documenten van de nieuwesystematiek. Zeker voor machinisten houdt dit een belangrijkewijziging in.Bij het Koninklijk Besluit voor het Besluit spoorwegpersoneel 2011zal artikel 20 (opleidingsinstituten) nog niet in werking treden. Dereden daarvoor is dat in Nederland op dit moment geen erkenningsregelingvoor opleidingsinstituten bestaat en dat daarvoor in 2012Europese regelgeving van kracht zal worden. Na publicatie van die5 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


Europese Regelgeving zal ook dit artikel voor de erkenning vanopleidingsinstituten en examinatoren, eveneens via een KoninklijkBesluit in werking treden, verwijzend naar de eisen in datCommissie Besluit en Aanbeveling.Mandaatsbesluit Examen Stichting. De ingevolge de Spoorwegwetaan de Minister opgedragen uitvoering van de examens voor deveiligheidsfuncties, zal de Minister niet zelf uitvoeren, maar onderhaar verantwoordelijkheid uit laten voeren. Daarvoor is het planom de huidige Stichting Examens Rail Vervoer (SERV) dit mandaatte verlenen.6 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


ToepassingsbereikDe nationale wet- en regelgeving voor spoorwegpersoneel (Wet,Besluit en Ministeriële Regeling) is alleen van toepassing ophoofdspoorwegen. Voor de lokale en bijzondere spoorwegen isaparte regelgeving in aanbouw, die geen verband zal leggen metdeze regelgeving onder de Spoorwegwet.Een tweede uitsluiting van deze regelgeving geldt voor personeeldat materieel slechts verplaatst over kleine afstanden, bijvoorbeeldstoringsmonteurs. Een machinistenvergunning is voor dit personeelniet nodig.In het verleden was het hebben van wel/geen beveiliging van hetbaanvak een criterium of een machinist de beschikking moesthebben van diploma’s. Dit criterium bestaat in de nieuwe regelgevingniet meer.Een nieuw criterium is van toepassing als het hoofdspoor buitendienst is gesteld. Op het moment dat het spoor buiten dienst isgesteld, geldt dat een persoon geen machinist is volgens hetBSP2011 als tevens is voldaan aan de criteria dat de persoon een alsgereedschap dienend spoorvoertuig bedient én dat dit geschiedttijdens werkzaamheden aan, in of nabij het spoor. Dit ondanks hetfeit dat er bij deze werkzaamheden gebruik wordt gemaakt vanspoorwegmaterieel.In het Besluit Spoorwegpersoneel zoals dat geldig was, werd ookvoorzien in afgeleide veiligheidsfuncties. Deze toepassing isgewijzigd zodat aparte documenten voor iedere functie zijn vereist.Door de modulaire opbouw van de examens behoeft voor eentweede functie slechts examen te worden gedaan in de nogontbrekende modules.De wet- en regelgeving heeft betrekking op de volgende personenmet een veiligheidsfunctie (art. 2 Besluit):a. machinist met volledige bevoegdheid;b. machinist met beperkte bevoegdheid;c. rangeerder;d. wagencontroleur;e. treindienstleider met volledige bevoegdheid;f. treindienstleider met minimale bevoegdheid.7 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


InvoeringsplanningIn artikel 37 van de Richtlijn Certificering Machinisten is eentijdschema van geleidelijke invoering vermeld. Dit tijdschema gaatvan start als de parameters voor de registers zijn vastgesteld. Dit isgebeurd door middel van het voornoemde document 2010/17/EGvan 29.10.2009. Het tijdschema gaat in twee jaar na het vaststellenvan de parameters van de registers. Daarmee gaat volgens deEuropese richtlijn het volgende tijdschema per november 2009van start.Nov 2011Nov 2011Nov 2013Nov 2018Nov 2018Invoering van registersAfgifte van vergunningen en bevoegdheidsbewijzenvoor grensoverschrijdende dienstenAfgifte van nieuwe vergunningen enbevoegdheidsbewijzenAlle machinisten moeten zijn voorzien van de nieuwedocumentenOvergangsbepaling bestaande documenten geldig tot7 jaar na het aanleggen van de registersIn de nationale regelgeving (wijziging Spoorwegwet, art. V, enBesluit, art. 21) is een overgangsregeling vastgesteld die regelt inwelke gevallen reeds verstrekte documenten kunnen wordenomgezet in documenten overeenkomstig de nieuwe wet- enregelgeving en in welke gevallen bij verstrijken van de geldigheidsduurvervangen behoeven te worden door documenten overeenkomstigde nieuwe wet- en regelgeving. Omdat de bedrijfspassenvoor machinisten volgens de oude regelgeving een geldigheidsduurhadden van 5 jaar, zullen in Nederland op basis van dezeovergangsregeling alle Nederlandse machinisten binnen 5 jaarvoorzien zijn van documenten overeenkomstig de nieuwe wet- enregelgeving. Daarmee is in Nederland een snellere overgangbewerkstelligd dan de Europese richtlijn voorschrijft.8 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


Machinistenvergunning,bevoegdheidsbewijs enbedrijfspasMachinisten zullen een vergunning nodig hebben én eenbevoegdheidsbewijs voor materieel en infrastructuur. Deze zullenworden verstrekt als aan de volgende voorwaarden is voldaan:• Een machinistenvergunning wordt verstrekt door de Minister(lees de IVW) als aan 3 criteria is voldaan: leeftijdscriterium,algemene kennis en vaardigheden en medisch/psychologischgoedgekeurd. Een vergunning wordt eigendom van de machinistzelf.• Een bevoegdheidsbewijs voor infrastructuur en materieel wordtverstrekt door het eigen bedrijf als voldaan is aan de eisen voorspecifieke vakkennis van de spoorvoertuigen en infrastructuurwaarop wordt gereden, taalbeheersing (infrastructuur bevoegdheidsbewijs)en bedrijfsgebonden kennis en bekwaamheid.Bedrijfsgebonden kennis en bekwaamheid wordt door het bedrijfzelf onderwezen en beoordeeld zonder overheidsbemoeienis.Een bevoegdheidsbewijs blijft eigendom van het bedrijf.Aan het overige personeel met een veiligheidsfunctie (met uitzonderingvan treindienstleider volledig/minimaal bevoegd)wordt een bedrijfspas verstrekt door het bedrijf als er bewijzenzijn vana. minimale leeftijdb. algemene kennis, bekwaamheid en ervaringc. medische en psychologische geschiktheidd. specifieke, taakgebonden en bedrijfsgebonden kennis enbekwaamheide. taalbeheersing.De modellen voor de machinistenvergunning en het bevoegdheidsbewijszijn Europees voorgeschreven in Verordening 2010/36/EG.Omdat sprake is van een Europese verordening zijn deze modellenook voor bedrijven in Nederland rechtstreeks van toepassing en isgeen nationale regeling vastgesteld.Om zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de bestaande indeling vanminimaal, beperkt en volledig bevoegde machinisten is gebruikgemaakt van de mogelijkheden die Verordening 36/2010 biedt. DezeVerordening onderscheidt twee categorieën met bijbehorendetypen spoorvoertuigen. Binnen categorie A de typen rangeerlocomotieven,werktreinen, onderhoudsspoorwagens en alle anderelocomotieven die gebruikt worden voor het rangeren en binnencategorie B de typen vervoer van reizigers en vervoer van goederen.In Nederland is daarbij de volgende koppeling gelegd:• Machinist met volledige bevoegdheid: vergunning + bevoegdheidsbewijsvoor álle typen spoorvoertuigen binnen de categorie A én B.• Machinist met beperkte bevoegdheid: vergunning + bevoegdheidsbewijsvoor één of meerdere typen spoorvoertuigen binnencategorie A.De momenteel nog bekende veiligheidsfunctie van machinist metminimale bevoegdheid wordt in de nieuwe wet- en regelgevingaangemerkt als veiligheidsfunctie met beperkte bevoegdheid, metdien verstande dat het bevoegdheidsbewijs slechts geldig is voorcategorie A, type rangeerlocomotieven of andere locomotieven diegebruikt worden voor het rangeren.Machinisten met beperkte bevoegdheid zijn slechts bevoegd tot hetbesturen en begeleiden van spoorvoertuigen met een maximumsnelheid van 40 km/u.Rijdt een machinist voor meerdere bedrijven, dan zal ieder bedrijfmoeten zorgen voor de afgifte van een bevoegdheidsbewijs. Dereden voor deze dubbele uitgifte is dat de bedrijfsgebonden kennisdeel uitmaakt van het bevoegdheidsbewijs. Het is aan het bedrijfwelke aanvullende toetsen zij willen doen voor een machinist die aleen bevoegdheidsbewijs voor dat materieel en die infrastructuurheeft. Het bedrijf is echter wel verantwoordelijk voor de correcteafgifte van het bevoegdheidsbewijs.9 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


InternationaleovereenkomstenOp dit moment bestaan er twee overeenkomsten met Duitsland,ingegeven door een afspraak tussen twee ministers in 1996, waarbijhet internationale treinverkeer tussen Nederland en Duitsland werdbevorderd. Deze overeenkomsten behelzen enerzijds het kortegrensverkeer tussen de landsgrens en het grensstation en anderzijdseen overeenkomst voor het lange afstandsverkeer. In beide gevallenworden de diploma’s van de desbetreffende machinisten erkend inDuitsland voor Nederlandse machinisten en in Nederland voorDuitse machinisten. Voorwaarde is natuurlijk wel dat zij hun kennisvan het baanvak op peil houden en in staat zijn om met detreindienstleiders te communiceren. De machinistenrichtlijn biedtonder art. 37.3 de mogelijkheid om deze wederzijdse erkenning tecontinueren tot uiterlijk 2018. Samen met de overgangsregeling inhet Besluit Spoorwegpersoneel 2011 betekent dit dat Nederlandsemachinisten met geldige documenten volgens het oude systeemvan deze internationale overeenkomst gebruik mogen blijvenmaken totdat de geldigheidsduur van hun documenten verstrijkt.Daarna moeten deze machinisten voorzien zijn van een vergunningen een bevoegdheidsbewijs voor materieel en infrastructuur.Voor de bevoegdheidsbewijzen is er bij grensovergang een bijzonderattentiepunt. Heeft de spoorwegonderneming een veiligheidscertificaatdeel B en rijdt bij de grens dezelfde trein met dezelfde machinistverder, dan volstaat voor de machinist een vergunning en éénbevoegdheidsbewijs voor materieel en infrastructuur. Gaat echteraan de grens de verantwoordelijkheid van de trein over op eenandere spoorwegonderneming, dan moet de machinist van beideondernemingen een bevoegdheidsbewijs hebben.10 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


LeeftijdscriteriumDe Europese richtlijn schrijft een minimum leeftijd voor van 20 jaarvoor het verkrijgen van een machinistenvergunning. Nationaal mageen Lidstaat 18 jaar hanteren. Op verzoek van de spoorwegsectorwordt van deze voorwaarde gebruik gemaakt, dat betekent dat voorhet nationale verkeer binnen Nederland de minimum leeftijd voorhet verkrijgen van een vergunning 18 jaar is. Voor het internationaleverkeer is de minimum leeftijd 20 jaar.Als de minimum leeftijd voor het verkrijgen van een vergunning 18jaar is, heeft dit tot gevolg dat een aspirant machinist van 17 jaartijdens stages (onder verantwoordelijkheid van zijn mentor/leraar)een trein kan besturen.Er bestaan ook leeftijdseisen voor herkeuring; zie daarvoor deparagraaf geldigheidsduur.11 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


OpleidingDit is een ingewikkeld verhaal omdat voor opleiding er een aantalactiviteiten gelijktijdig plaatsvinden die wel in samenhang moetenworden uitgevoerd. Het gaat om de diverse soorten opleidingsinstitutendie er bestaan, de te stellen eisen, de inhoud van de opleiding endiverse initiatieven binnen en buiten de spoorsector.Opleidingsinstituten zullen in de toekomst een erkenning van deMinister (via de IVW) nodig hebben. Opleidingsinstituten kunnen òfinterne opleidingen zijn binnen spoorwegondernemingen òf privatescholen òf een ROC. Voor interne bedrijfsopleidingen zal de erkenningverlopen via het veiligheidsmanagementsysteem van het bedrijf, datdaarin aantoont dat het zal voldoen aan de eisen die van kracht gaanworden. NB: verzorgt een intern opleidingsinstituut tevens opleidingenvoor andere bedrijven, dan is een eigen erkenning nodig.Particuliere scholen en ROC’s vragen rechtstreeks een erkenning aanbij de IVW. De eisen die aan deze erkenningen van opleidingsinstitutenworden gesteld via de toekomstige regelgeving hebben betrekkingop de inhoud en de organisatie van de opleiding en de kwaliteitsborgingvan procedures, documentatie en docenten. De IVW zal tegen dietijd (begin 2012) bekend maken hoe aanvragen voor een erkenning alsopleidingsinstituut ingediend kunnen worden. Voor de inhoud van deopleiding machinisten is door de sector een kwalificatiedossiergemaakt dat de goedkeuring heeft gekregen van de ministers vanVenW (nu IenM) en OCW. Dit kwalificatiedossier is voor de vergunninggetoetst tegen de eisen uit de machinistenrichtlijn bijlage IV. Dezeregelgeving betreft de initiële opleidingen voor machinisten. Voor deandere veiligheidsfuncties is het werkingsprincipe gelijk, al zalhiervoor eerst nog het kwalificatiedossier moeten worden opgestelden zijn er voor de inhoud van de opleiding geen Europese eisen.Opleidingsinstituten die opleiden voor grensbaanvakken zullen ookeen erkenning nodig hebben van de bevoegde autoriteit van hetbuurland. Met de buurlanden zijn in het Europese afstemmingsoverlegdaarover afspraken worden gemaakt.Voor vervolgopleidingen zal veelal gewerkt worden met een internebedrijfsopleiding. Dit zal via het VMS van dat bedrijf geborgd moetenworden.Een apart punt vormt de taalopleidingen. Bijlage VI, par 8 van derichtlijn (waar in BSP 2011 naar wordt verwezen) bevat de taaleisen –niveau 3 voor machinisten. Voor de overige veiligheidsfuncties is ditvastgelegd in de TSI-OPE (par 4.2.1.5 en aanhangsel E). De komenderegelgeving voor eisen aan opleidingsinstituten en examinatorenbevat ook kwaliteitseisen voor de erkenning van deze taalinstituten.12 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


ExamineringExaminering is een verantwoordelijkheid van de overheid.Machinisten moeten een vergunning hebben, die pas wordtverleend als o.a. aan de algemene en vakinhoudelijke eisen wordtvoldaan. Hetzelfde geldt voor de overige veiligheidsfuncties waarpas door het bedrijf een bedrijfspas mag worden uitgereikt als aanvia het examen is aangetoond dat aan de eisen is voldaan. Dit geldtook voor de functies waarvoor fysiek geen bedrijfspas wordtuitgereikt (treindienstleider volledig bevoegd). De Minister geefteen (positieve) beoordeling indien de betrokken persoon in hetkader van de examinering voldoet aan het voorgeschrevenexamenprogramma. Een beoordeling is in principe voor onbepaaldetijd geldig. Voor de beoordeling van de kennis schrijft het Besluitspoorwegpersoneel 2011 een door de Minister vastgesteld examenprogrammavoor (art. 6) en op basis van de toekomstige regelgevingzullen examinatoren erkend moeten worden. Dit zal ook vantoepassing zijn op de periodieke (her-)instructie.In praktische zin is voorzien dat de SERV gaat zorgen voor hetopstellen van het examenprogramma dat vervolgens door deMinister (via de IVW) formeel wordt vastgesteld. Tevens zal de SERVde examinatoren aanwijzen en registreren. Het plan is om via eenmandaat van de Minister aan de SERV vast te leggen. Met ditmandaat zal de komende Europese regelgeving (2012) voorexaminering bindend worden.De SERV zal daarbij ook het verplichte register voor examinatorenonder verantwoordelijkheid van de Minister gaan beheren.Voor grensbaanvakken zal de examinator zowel een Nederlandse alseen buitenlandse aanwijzing nodig hebben. Met Duitsland zijndaarover afspraken gemaakt en zal de examinator moeten voldoenaan de Duitse eisen zoals deze zijn vastgelegd in § 15 Anerkennungvon Personen und Stellen für die Prüfung – Prüfingsorganisationvan de Triebfahrzeugführerscheinverordnung – TfV van 29.04.2011.Voor de grensovergang met België geldt een soortgelijke afspraak,wederzijdse erkenning van het opleidingsinstituut en van examinatorendoor de IVW vanuit Nederland en vanuit België vanuit DVIS. Inhet Koninklijk Besluit in België zal worden opgenomen dat hetopleidingsinstituut verantwoordelijk is voor het aanwijzen enregistreren van Belgische examinatoren. Het Belgische KoninklijkBesluit is nog niet gepubliceerd.13 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


Medische en PsychologischekeuringseisenVoor het verkrijgen van een vergunning moet een machinistbeschikken over een medische en psychologische verklaring.Vanuit Europa zijn er in bijlage II bij de richtlijn een beperkt aantalmedische en psychologische eisen gesteld, met de mogelijkheidom nationaal aanvullende eisen te stellen. De medische eisen zijnbeperkt tot “horen” en “zien”, en de psychologische eisen gaan nietverder dan geschikt voor de functie. Voor machinisten zijn dezeeisen vastgelegd in bijlage II bij de richtlijn en voor de overigeveiligheidsfuncties in paragraaf 4.6 en 4.7 van de TSI-OPE.In aanvulling op de richtlijn zijn in de Nederlandse regelgevingeisen gesteld, welke zijn verwoord in bijlage 1 t/m 4 van de Regelingspoorwegpersoneel 2011. Dit betekent wel dat bijvoorbeeld eenmachinist met een buitenlandse vergunning mogelijk minderstreng is gekeurd op medische en psychologische eisen dan eenNederlandse collega.Bijlage 1 bevat de medische eisen voor de veiligheidsfuncties vanrangeerder, machinist met volledige bevoegdheid enmachinist met beperkte bevoegdheid;Bijlage 2 bevat de medische eisen voor de veiligheidsfunctie vantreindienstleider met volledige bevoegdheid;Bijlage 3 bevat de medische eisen van de veiligheidsfunctie vantreindienstleider met minimale bevoegdheid;Bijlage 4 bevat de psychologische geschiktheidseisen voor alleveiligheidsfunctiesNB: Voor de veiligheidsfunctie van wagencontroleur worden geenmedische en psychologische eisen gesteld, zoals geregeld in art. 9van het Besluit spoorwegpersoneel 2011.De keuringen en afgifte van verklaringen van medische en psychologischegeschiktheid geschiedt door de IVW erkende keuringsinstituten.De bestaande instituten die door de IVW nu al zijn erkendbehouden op basis van de overgangsregeling in BSP2011 art. 22 hunerkenning. Wel zijn de medische eisen op basis van bijlage 1 vanRSP2011 aangepast. Dit zal mogelijk leiden tot aanpassingen in hunkeuringsreglementen. Zodra de RSP2011 is vastgesteld zullen demedische keuringsinstituten hiervan op de hoogte worden gesteld.De psychologische eisen voor alle veiligheidsfuncties zijn nog nietup to date volgens de laatste medische inzichten, omdat daaroverbinnen de spoorwegbranche nog geen overeenstemming bestaat.Indien die overeenstemming er in de toekomst is, kan bijlage 4 vande Regeling spoorwegpersoneel 2011 daarvoor alsnog wordenaangepast. De Minister heeft daarin een eigen verantwoordelijkheiden zij zal bezien hoe die verantwoordelijk wordt ingevuld.De keuringsinstituten moeten een keuringsreglement opstellen datde goedkeuring van de Minister behoeft (BSP2011 art. 10.1a). In ditkeuringsreglement moet het keuringsinstituut een regelingopnemen hoe wordt omgegaan met bezwaren tegen dekeuringsuitslag.Op de website van de IVW is een overzicht te vinden van de erkendemedische en psychologische keuringsinstituten. De MinisteriëleRegeling schrijft in een aantal gevallen voor dat er arts-deskundigengeraadpleegd moeten worden. Deze artsen worden door de Ministeraangewezen. Deze aangewezen arts-deskundigen betreffen deartsen van PMA (Polikliniek Mens en Arbeid) van het Coronellinstituut bij het AMC in Amsterdam.In Nederland onderscheiden we twee machinistenfuncties,beperkt bevoegd en volledig bevoegd. Omdat verklaringen vanmedische en psychologische geschiktheid gekoppeld zijn aan deverlening van een machinistenvergunning en er Europees maaréén vergunning bestaat, wordt in het register van vergunningenaangetekend dat de betreffende machinist is gekeurd overeenkomstigde medische en psychologische eisen van een machinistmet een volledige bevoegdheid dan wel met een beperktebevoegdheid. Voor met name de beperkt bevoegde machinistzijn er lagere psychologische eisen.15 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


AanvragenmachinistenvergunningDe meeste documenten (bevoegdheidsbewijzen en bedrijfspassen)worden door het bedrijf uitgereikt en zij zullen daarvoor zelfprocedures ontwikkelen. De machinistenvergunning wordtuitgereikt door de Minister van IenM via de IVW. De IVW zaldaarvoor op basis van de vereisten in Verordening 2010/36/EU eenprotocol opstellen en dat via haar website bekend maken.Een vergunning kan worden aangevraagd bij de Minister (lees deIVW) als bewijsmateriaal voor de drie bovengenoemde eisenaanwezig is. Leeftijd blijkend uit een geldige identiteitskaart ofpaspoort; verklaringen van een keuringsinstituut betreffendemedische en psychologische geschiktheid en een door de SERV,namens de minister, afgegeven beoordelingen van algemene kennisen vaardigheden. Aan het verlenen van een vergunning zijn kostenverbonden, te betalen gelijktijdig bij het indienen van de aanvraagvoor de vergunning. Deze kosten zullen volgens eerste schattingenongeveer €100,- bedragen.16 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


Personeel metniet-veiligheidsfunctiesDe afgelopen jaren is het aantal veiligheidsfunctie beperkt.Reden voor deze beperking zijn een terugtredende overheid eneen vermindering van specialistische regelgeving ten gunste vanalgemene regelgeving. Vooral voor de veiligheidsfuncties dieverband houden met baan onderhoud zijn uit de spoorwegwetgevingverdwenen. Dit betekent niet dat deze niet meer zijn gereguleerd.Enerzijds kan de branche daarover zelf onderling afsprakenmaken en een branche gericht systeem van kwalificatiedossiers encertificering opzetten, anderzijds bestaat er via het Ministerie vanSZW regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden.Met dit nieuwe stelsel van regelgeving zijn ook de bestaandefuncties van gereedschapsmachinist en minimaal bevoegdemachinist verdwenen. De gereedschapsmachinist kwam voornamelijkvoor bij bouwwerkzaamheden. Regelgeving voor dergelijkemachinisten valt dan ook onder het bovenstaande. Door debeperking van het toepassingsbereik van de spoorwegregelgeving isdeze functie hier verdwenen. Voor de minimaal bevoegde machinistis eigenlijk geen plaats in de Europese regelgeving en zal opgewaardeerdmoeten worden tot beperkt bevoegde machinist. Minimaalbevoegde machinisten die niet op het hoofdspoorwegnet opererenvallen buiten het toepassingsbereik van deze spoorwegregelgeving.19 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


documentcriteriate toetsen eisenprocedureBSP art 5.1nationaal 18 jaarBSP art 12blijkend uit aanvraagprocedureSPW art 49.2a + 51a.1aleeftijdBSP art 12.5internationaal 20 jaarBSP art 12blijkend uit aanvraagprocedureSPW art 50.3 + 51a.1MachinistenvergunningSPW art 49.2b + 51a.1bmedische en psychologischegeschiktheidBSP art 9.1vast te stellen door MinisterRL bijlage II +MR bijlage 1+2In Register vermelden tegenwelke eisen is getoetst. Meldingop bevoegdheidsbewijsSPW art 49.2c + 51a.1calgemene kennis envaardighedenBSP art 6.1aexamenprogramma,RL bijlage IVBSP art 6+7Minister steltexamenprogramma vast.Minister examineertSPW art 49.2e + 51a.4ataalbeheersingBSP art 6.1cNederlanse taalRL bijlage VI.8getoetst impliciet via examenSPW art 50.3 + 51a.4Bevoegdheidsbewijs MachinistSPW art 49.2d + 51a.4bspecifieke vakkennisspoorvoertuigen/infrastructuurBSP art 6.1bspecifieke vakkennisinfrastructuurRL bijlage VBSP art 6.1bspecifieke vakkennisinfrastructuurRL bijlage VIBSP art 6.1Minister steltexamenprogramma vast.BSP art 7.1 Minister toetstBSP art 6.1Minister steltexamenprogramma vast.BSP art 7.1 Minister toetstSPW art 51a.4cbedrijfsgebonden kennisen vaardighedenBSP art 8.1kennis bedrijfsorganisatieen VMSBSP 8.5bedrijf toetstSPW art 49.1aLeeftijdBSP art 5.1minimaal 18 jaargetoetst bij aanvraagbedrijfspasSPW art 49.1b + 50.1amedische en psychologischegeschiktheidBSP art 9vast te stellen door MinisterTSI-OPE par 4.7 +MR bijlage 1+2eisen verschillen per functie,aantekening op bedrijfspasSPW art 51.1Bedrijfspas overigeveiligheidsfunctiesSPW art 49.1calgemene kennis,bekwaamheid en ervaringBSP art 6.2examenprogramma vast tetellen door MinisterBSP art 7toetsing door MinisterSPW art 51.1specifieke, taakgebonden enbedrijfsgebonden kennis enbekwaamheidBSP art 8.2 rangeerderart 8.3 wagencontroleur,art 8.4 treindienstenleiderBSP art 8.5toetsing door bedrijf(vakinhoudelijkleidinggevende)SPW art 49.1dtaalbeheersingBSP art 5.2TSI-OPE, par 4.2.1.5 +aanhangsel Egetoetst impliciet via examen20 | Ministerie van Infrastructuur en Milieu


ColofonDit informatiebulletin geeft informatie over de gewijzigdewetgeving voor spoorwegpersoneel. Deze wetgeving zal inoktober 2011 in werking treden. Aan deze publicatie kunnengeen rechten worden ontleend.Dit is een uitgave van hetMinisterie van Infrastructuur en MilieuDG Mobiliteit, directie spoorvervoerPostbus 20901 | 2500 ex Den Haagwww.rijksoverheid.nl/ienmSeptember 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!