11.07.2015 Views

Gebruikshandleiding voor universeel Hella- koplampafstelapparaat ...

Gebruikshandleiding voor universeel Hella- koplampafstelapparaat ...

Gebruikshandleiding voor universeel Hella- koplampafstelapparaat ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gebruikshandleiding</strong><strong>voor</strong> <strong>universeel</strong> <strong>Hella</strong><strong>koplampafstelapparaat</strong>digitale serie IV1Idee‘n <strong>voor</strong> de autovan de toekomst


<strong>Gebruikshandleiding</strong> <strong>voor</strong> 8PA 007 732-081/-091/ -101Universeel <strong>Hella</strong>-<strong>koplampafstelapparaat</strong> serie IVInhoudsopgave1.0 Montage 4-5Pagina2.0 Omschrijving van de onderdelen 6-73.0 Testvlak 8-113.1 Vlak standvlak conform ISO 10 604 83.2 Vlak, horizontaal standvlak <strong>voor</strong> <strong>koplampafstelapparaat</strong> 4 DXL 93.3 Standvlak <strong>voor</strong> vast <strong>koplampafstelapparaat</strong> 10-114.0 Opstellen en uitrichten 124.1 Voorbereiden van het voertuig 124.2 Opstellen 135.0 Koplampen controleren en afstellen 14-176.0 Gebruik van lichtsterktemeter en positioneerhulp 186.1 Foto-elektrische lichtsterktemeter 186.2 Fouten / oorzaken 196.3 Positioneerhulp 207.0 Aanwijzingen 217.1 Koplamphoogte meer dan 140 cm boven het standvlak 217.2 Afsteltabel <strong>voor</strong> koplampen van motorfietsen en tractoren en productiemachines uit de land- en bosbouw 227.3 Controle van het afstelapparaat 238.0 Reserveonderdelen 24-253


41.0 Montage1. Zuil 1 met drukschijf2 en klemstuk 3 in bus4 plaatsen.De kleurmarkeringen op dezuil en voet moeten bovenelkaar staan.1110Spanstift 5 (is met plakbandaan de voet van het apparaatbevestigd) zo ver in dezuilboring slaan, dat beideuitstekende uiteinden evenlang zijn.982. De optiekkast 6 net zoalsin de afbeelding, metingedrukte bedieningshendel7 er op zetten en tot opwerkhoogte laten zakken.3. Vizierhouder 8 op de zuilplaatsen en met spanwiel 9vastklemmen.4. Handwiel 10 goed op dezeskantige stang boven aande zuil drukken en zekerenmet borgring 11 .


761Opening <strong>voor</strong> het bijstellenvan de zuilgeleiding metinbussleutel SW 6.35248PA 007 732-0815


62.0 Omschrijving van de onderdelenTyp 8PA 007 732-081ModelgoedkeuringTP 8-S 35Koplampafstelapparaat metrubberen wielen, breedbandvizier,digitale lichtsterktemeter,laserpositioneerhulp enhorizontale verstelling.10Typ 8PA 007 732-091ModelgoedkeuringTP 8-S 35Koplampafstelapparaat metrubberen wielen, breedbandvizier,digitale lichtsterktemeteren laserpositioneerhulp.2Typ 8PA 007 732-101ModelgoedkeuringTP 8-S 35Koplampafstelapparaat metrubberen wielen,breedbandvizier en digitalelichtsterktemeter.31


1234567891011121314ZuilVizierhouderBreedbandvizier metklemschroefDraaiknop metschaalverdelingSchakelaar <strong>voor</strong> fotoelektrischelichtsterktemeterDiagnosespiegel met stelknopFresnel-lensBedieningshendel <strong>voor</strong> hetomhoog en omlaag bewegenvan de optiekkastVoet van het apparaat metrubberen wielen <strong>voor</strong> gebruikop geschikte standvlakkenHandwiel om de zuil vast tezettenVerstelhendel <strong>voor</strong> horizontaleuitrichting (alleen bij8PA 007 732-081)Schroefdraadpen met contramoer<strong>voor</strong> tijdelijke vergrendelingvan de horizontale uitrichting(alleen bij 8PA 007 732-081)Schroefdraadpen <strong>voor</strong>langdurige vergrendeling vande horizontale uitrichting(alleen bij 8PA 007 732-081)Waterpas <strong>voor</strong> horizontaleuitrichting (alleen bij 8PA 007732-081)85413121114679Let op!Lenzen met krassen moeten wordenvervangen (zie Reserveonderdelen). Deafbeelding op het controlescherm kannegatief worden beïnvloed. „De lensmag alleen worden schoongemaaktmet een zachte doek en speciaalschoonmaakmiddel <strong>voor</strong> glas.“7


83.0 Testvlak3.1 Vlak standvlak(conform ISO 10 604 )<strong>voor</strong> mobielekoplampafstelapparaten8PA 007 732-091/-101/- 081 in nulstand1 mBodemoneffenheid< = 0,5 mm/mPersonenauto’s min. 4 m /bedrijfswagens min. 8,5 mBodemoneffenheid en hellingconform ISO 10604 mogelijk< = 1 mm/mLet op:De aard en toestand van hetstandvlak zijn bepalend <strong>voor</strong>het goed afstellen van dekoplampen.foutfout


3.2 Vlak, horizontaalstandvlak <strong>voor</strong><strong>koplampafstelapparaat</strong>4 DXL8PA 007.732-081Om er<strong>voor</strong> te zorgen dat met het<strong>koplampafstelapparaat</strong> SEG007.732-081 koplampennauwkeurig kunnen wordenafgesteld, worden aan hetstandvlak de volgende eisengesteld:Door de handhendel te verstellenmoet de luchtbel in de waterpas inde optiekkast van het<strong>koplampafstelapparaat</strong> in demiddelste stand worden gebracht(indien nodig aan beidekoplampzijden). Daar<strong>voor</strong> moetende beideasvergrendelingsschroeven zijnlosgedraaid. Na het instellen moetde korte vergrendelingsschroef metzeskantsleutel SW5 wordenvastgezet.Voor metingen op het vlakkestandvlak – volgens DIN ISO 10604– moet de handhendel wordengecontroleerd, om na te gaan of denulstand is vergrendeld.Nulstand:Asvergrendelingsschroevenlosdraaien. Handhendel in demiddelste positie brengen, zodatdirect van boven deschroefdraadpen <strong>voor</strong> deasvergrendeling zichtbaar is doorde boring in de handhendel.Gebruik een zeskantsleutel SW5om de schroefdraadpennen aan tetrekken en de M10-moeren vast teschroeven.9*Personenauto’s min. 4m / bedrijfswagens min. 8,5 mBodemeffenheid conformISO 10604Helling ten opzichte vanhorizontale lijn


103.3 Standvlak <strong>voor</strong> vastkoplampafstel-apparaatDe <strong>Hella</strong>-koplampafstelapparatenzijn ook geschikt<strong>voor</strong> een vaste installatie.De rails worden op deondergrond gemonteerd.Bij gebruik op rails moet <strong>voor</strong>ieder <strong>Hella</strong><strong>koplampafstelapparaat</strong>eenrailset worden besteld (<strong>Hella</strong>bestelnr.9XS 861 736-001). Bijde montage worden de railszelf gebruikt als boorsjabloon.Aan het voertuigstandvlakworden dezelfde eisen gesteldals beschreven onder 3.1.Om de koplampen nauwkeurigte kunnen controleren enafstellen, moet bij het leggenvan de rails het volgende inacht worden genomen:Het voertuigstandvlak enlooprailsvlak van het<strong>koplampafstelapparaat</strong>moeten in beide richtingenparallel aan elkaar liggen.Het hoogteverschil van dewielloopvlakken mag nietgroter zijn dan 0,5 mm(afbeelding 1).De rails moeten over hungehele lengte wordenondersteund, zodat ze nietkunnen verbuigen.De rails worden paarsgewijsgelegd, in een hoek van 90¡ten opzichte van de lengteasvan het voertuig.Bij tegen elkaar aan liggenderails moeten zijwaartseverschuivingen worden<strong>voor</strong>komen (afbeelding 2).


Afbeelding 1585Hoogteverschilmax. 0,5 mmAfstandsstroken585 mmRailverbinding zonderzijwaartse verschuivingGewalst profielAfbeelding 211


124.0 Opstellen en uitrichten van het afstelapparaat <strong>voor</strong>het voertuig4.1 Voorbereiden vanhet voertuig -conformwegenverkeerswet –De banden moeten de <strong>voor</strong>geschrevenbandenspanning hebben!Het voertuig moet als volgt wordenbelast:a) Personenauto met één persoonof 75 kg op de bestuurdersplaats,ter- wijl het voertuig verder onbelast is.b) Vrachtwagens en anderemeersporige voertuigen wordenniet belast. (Leeggewichtconform wegen- verkeerswet.)c) Enkelsporige voertuigen zoalseenassige tractoren ofproductiemachines (met zitkarof aanhanger): met één persoonof 75 kg op de bestuurdersplaats.Bij voertuigen met hydraulischevering of luchtvering moet demotor met een gemiddeldtoerental draaien, tot de hoogtevan het voertuig niet meerverandert.Wanneer de koplampen automatischworden gecorrigeerd of ersprake is van een traploze of 2-traps afstelinrichting, dan moetende aanwijzingen van de fabrikantin acht worden genomen.De nationale <strong>voor</strong>schriften moetenin ieder geval worden opgevolgd.Afbeelding 3vast los


4.2 OpstellenHet afstelapparaat wordt <strong>voor</strong> dete controleren koplamp gereden.Optiekkast op het midden van dekoplamp vastzetten. Afwijkingen inde hoogte en naar de zijkant max.3 cm. Raadpleeg deel 6.3 <strong>voor</strong>apparaten met eenpositioneerhulp. De afstand vanafde <strong>voor</strong>zijde van de optiekkast totaan de koplamp mag 30 tot 70 cmzijn (afbeelding 3).Hoogteverstelling van hetbreedbandvizierDe punten op het voertuig waarophet vizier is gericht, moetenduidelijk onder de vizierhoogteliggen.Na het losdraaien van hethandwiel (linksom) kan deAfbeelding 4vizierhouder op de zuil in hoogteworden versteld. Wanneer inuitzonderlijke situaties bijbedrijfswagens en bussen meteen sterk gewelfde <strong>voor</strong>zijde hetuitrichten moeilijkheden oplevert,dient u met een meetlood of andergeschikt <strong>voor</strong>werp het midden vande koplampen op de ondergrondte markeren om het viziervervolgens op deze punten uit terichten.Uitrichten van de optiekkastten opzichte van het voertuig(met breedbandvizier)Apparaten op wielen moeten <strong>voor</strong>iedere te controleren koplampafzonderlijk worden uitgericht.Apparaten op rails hoeven pervoertuig slechts eenmaal te wordenuitgericht. Zuilvergrendelinglosmaken. De optiekkast met hetbreedbandvizier zodanig uitrichten,dat de vizierlijn (sleuf) twee opgelijke hoogte, symmetrisch aan devoertuiglengteas liggende punten(afbeelding 3) aanraakt.Zuilvergrendeling vastdraaien,zonder de uitrichting te veranderen.Om het afstellen van het vizier tevergemakkelijken kan hetbreedbandvizier na het losdraaienvan de klemschroef eenvoudignaar rechts of links wordenverschoven.13


145.0 Koplampen controleren resp. instellenconform wegenverkeerswetBij voertuigen met automatischeniveauregeling (tercorrectie van de doorbelastingen veroorzaaktecarrosserie- of koplamphelling)moeten de aanwijzingen vande fabrikant in acht wordengenomen.Voor het instellen vankoplampen bij voertuigen meteen handmatigekoplampniveauregeling, moetde niveauregeling in de<strong>voor</strong>geschreven neutrale stand<strong>voor</strong> de basisinstelling wordengeplaatst.Bij koplampen met eenniveauregeling <strong>voor</strong> slechts 2standen, waarbij de neutralestand niet speciaal isaangegeven, gaat u als volgtte werk:Bij voertuigen waarbij delichtbundel bij toenemendebelasting omhoog komt, moetde instelling wordenuitgevoerd terwijl deniveauregeling in de eindstandstaat (lichtbundel in dehoogste stand).Bij voertuigen waarbij delichtbundel bij toenemendebelasting omlaag komt, moetde instelling wordenuitgevoerd terwijl deniveauregeling in de eindstandstaat (lichtbundel in de laagstestand).Afbeelding 5e= afmeting in cm, waarmee de licht-donkergrens op eenafstand van 10 m moet zijn afgeheld.H= hoogte van het midden van de koplamp boven hetstandvlak in cm.h= hoogte van de scheidingslijn van het testvlak boven hetstandvlak in cm.


Andere afsteltabel oppagina 22!Draaiknop metschaalverdelingVoor de verschillendevoertuigtypen zijn verschillendehellingen van de lichtdonkergrensin %<strong>voor</strong>geschreven (zie afsteltabel:helling van de licht-donkergrensin % x 10 komt overeen met deafmeting e).15


16Koplampen controleren resp. instellenconform wegenverkeersweta) Koplampen met symmetrischdimlichtMiddelpuntmarkeringb) Koplampen met asymmetrischdimlichtc) Mistlampend) Bijzondere koplampen<strong>voor</strong> groot licht(bij<strong>voor</strong>beeld extra verstralers)tKoplampafstelapparaatuitrichten volgens punt 4.0.Koplampafstelapparaatuitrichten volgens punt 4.0.Draaiknop met schaalverdelinginstellen volgens afsteltabel(let op punt 4).Draaiknop met schaalverdelingop 1,2% instellen.Dimlicht Bi-XenonKoplampafstelapparaatuitrichten volgens punt 4.0.Draaiknop met schaalverdelinginstellen volgens afsteltabel.Koplampafstelapparaatuitrichten volgens punt 4.0.Draaiknop met schaalverdelinginstellen volgens afsteltabel(let op punt 4).


Dimlicht inschakelen:De licht-donkergrens moetover de volledigeschermbreedte zo horizontaalmogelijk langs descheidingslijn lopen. Corrigeerde koplampinstelling zo nodigdoor middel van destelschroeven.Groot licht inschakelen:Het midden van de lichtbundelvan het groot licht moet op demiddelpuntmarkering liggen,eventueel kunt u dit doormiddel van de stelschroevencorrigeren.Wanneer het groot licht endimlicht beide kunnen wordenafgesteld, dient u aansluitendnogmaals het dimlicht tecontroleren.Dimlicht inschakelen:Bij koplampen met asymmetrischdimlicht moet de licht-donkergrensde scheidingslijn van het testvlakaanraken. Het knikpunt tussen hetlinks en het rechts omhooggaandedeel van de licht-donkergrens moetop de loodlijn door demiddelpuntmarkering (bovenstekruis) liggen. Het lichte middelpuntvan de lichtbundel ligt daarbijrechts van de loodlijn die door demiddelpuntmarkering loopt.Om het knikpunt eenvoudiger vastte stellen kunt u delinkerkoplamphelft (in de rijrichtinggezien) een paar keer afwisselendafdekken en weer vrijgeven.Vervolgens moet het dimlicht nogeen keer worden gecontroleerd.Groot licht:Nadat de licht-donkergrens vanhet dimlicht volgens de<strong>voor</strong>schriften is ingesteld, moethet midden van de lichtbundelvan het groot licht op demiddelpuntmarkering (bovenstekruis) liggen.Mistlicht inschakelen:De licht-donkergrens moet overde volledige schermbreedte zohorizontaal mogelijk langs descheidingslijn lopen. Corrigeer delampinstelling zo nodig doormiddel van de stelmogelijkheid.Groot licht inschakelen:Het midden van de lichtbundelvan het groot licht moet op demiddelpuntmarkering liggen,eventueel kunt u dit door middelvan de stelmogelijkheidcorrigeren.Bij afzonderlijke grootlichtmodules(bij<strong>voor</strong>beeld incombinatie met bixenonkoplampen)moet hetgroot licht conform deaanwijzingen van devoertuigfabrikant wordenafgesteld, omdat er in dit gevalverschillende mogelijkhedenkunnen zijn.AanwijzingenMet het <strong>Hella</strong><strong>koplampafstelapparaat</strong>kunnenalle koplampsystemen wordengecontroleerd, ook DE-, FF- enXENON-koplampen.De op het controleschermaangegeven rechthoek komtovereen met de grootte van hetcontrolevlak, dat volgens derichtlijnen <strong>voor</strong> de afstelling vanautokoplampen moet wordenaangehouden.Koplampen moeten na de afstellingop het voertuig zodanig zijnbevestigd, dat deze nietonopzettelijk kunnen wordenversteld.Na een reparatie van devoertuigvering moet altijd dekoplampafstelling wordengecontroleerd.Dit wordt tevens aanbevolennadat <strong>voor</strong> een koplamp eengloeilamp is vervangen.koplampeen gloeilamp is vervangen.17


186.0 Gebruik van lichtsterktemeter en positioneerhulp6.1 Foto-elektrischelichtsterktemeterMet de foto-elektrischelichtsterktemeter kan na hetafstellen van de koplampenworden gecontroleerd, of demaximaal toegestaneluxwaarde van het dimlichtniet wordt overschreden en ofde minimaleverlichtingssterkte van hetgroot licht wordt bereikt resp.de maximaleverlichtingssterkte niet wordenoverschreden.b) Groot licht:Toets van de lichtsterktemeterindrukken en waarde aflezen.Richtwaarden:48 – 240 lux <strong>voor</strong>halogeenkoplampen ofreguliere koplampen.70 – 180 lux <strong>voor</strong>xenonkoplampen.De lichtwaarden <strong>voor</strong>gecombineerde koplampen metmeerdere geïntegreerdelichtmodules moeten op basisvan de verschillendeinstelmogelijkheden volgens deaanwijzingen van devoertuigfabrikant wordenbeoordeeld.Voor het controleren van delichtwaarden moeten dekoplampen visueel wordengecontroleerd.Wanneer deze waarden nietworden bereikt, zijn demogelijke storingsoorzakenals volgt:Draaiknop met schaalverdelinginstellen volgens afsteltabel.Luxmeter:a) Dimlicht:Toets van de lichtsterktemeterindrukken en waarde aflezen.Richtwaarden:Koplampen < =1,2 lux


6.2 Storingen en oorzakenStoring Ursache OorzaakAccuspanning daalt aanzienlijk.Accu leeg, dynamo defect.Aanmerkelijk verschil tussen de accuspanning en de spanningop de gloeilamp.Slechte kabelverbindingen, slechte of qua doorsnede tekleine kabels, slechte massaverbindingen, defecteschakelaarcontacten, geoxideerde of verroeste overgangenvan de zekeringen.Reflectoren zijn beslagen of gecorrodeerd.Ondefinieerbare licht-donkergrens.Koplamp kan niet worden afgesteld.Zwak roodachtig licht bij xenonkoplampen.Kort opflikkeren bij het starten bij xenonkoplampen.Er komt water in de koplamp binnen door lekkages dieworden veroorzaakt door spanningen in het lampglas, eenonvoldoende ventilatie, mechanische beschadigingen enveroudering.Gloeilampvoet kapot, gloeilamp zit niet goed in de fitting(bevestiging is los gaan zitten).Koplampafstelinrichting is defect, reflector is los geraakt vande stelschroeven (door schokken).Defect <strong>voor</strong>schakelapparaat of defecte gasontladingslamp.Te zwakke voedingsspanning van het <strong>voor</strong>schakelapparaat,bij<strong>voor</strong>beeld te kleine kabeldoorsnede van de stroomkabel.19


20Gebruik van lichtsterktemeter en positioneerhulp6.3 PositioneerhulpInschakelen van de laserStroom<strong>voor</strong>ziening laser:gebruikelijke 9 V blokaccu(wordt niet meegeleverd).Draaiknop metschaalverdeling tot deaanslag naar links draaien enin deze positie vasthouden.Laser wordt gedurende ca.15 seconden ingeschakeld.Optiekkast zo uitrichten, dathet op het lampglas zichtbarerode laserpunt op het middenvan de koplamp valt of bijhelder lampglas direct op degloeilamp wordt gericht.Bij een aantal typen lampglasis het laserpunt niet duidelijkzichtbaar. In dit geval kan hetlaserpunt zichtbaar wordengemaakt door bij<strong>voor</strong>beelduw hand <strong>voor</strong> het lampglas tehouden.De hoogte van het laserpuntkan ook worden vastgestelddoor de optiekkast naast dekoplamp te draaien.Bij systemen met meerderekoplampen, moet hetlaserpunt op het te controlerensysteem worden uitgericht.


7.0 Aanwijzingen7.1 Aanwijzing <strong>voor</strong>voertuigen waarbij debovenste spiegelrandvan de koplamp meerdan 140 cm boven hetstandvlak ligtPlaats het voertuig op eenvlakke ondergrond, die niethorizontaal hoeft te zijn, opeen afstand van 10 meter <strong>voor</strong>een loodrechte, lichte wand.Markeer de volgende lijnen opde testwand:Lijn A:Voertuiglengteas doortrekkentot aan de testwand enmarkeren door middel van eenverticale lijn.Lijnen B en C:Afstand X tussen dekoplampen (van middelpunttot middelpunt) op hetvoertuig meten en de afstandsymmetrisch aan lijn Aaanbrengen.Lijn D:Op de afstand „e“ onder delijn H aanbrengen.Bij koplampen„e“=Hcm,3bij mistlampen„e“=H+ 7 cm.3Lijn H:De hoogte van het midden vande koplamp tot het standvlakmeten en parallel aan hetstandvlak op de testwandaanbrengen.Afstellen van de koplampenDe rechterkoplamp afdekkenen de linkerkoplamp zodanigafstellen, dat het horizontaledeel van de licht-donkergrensde lijn D aanraakt. Daarna dekoplamp zijwaarts uitrichten.De knik tussen het horizontaleen het omhooggaande deelvan de licht-donkergrens moetop de lijn B liggen.Vervolgens de rechterkoplampop dezelfde manier afstellen.De knik van de lichtdonkergrensligt hierbij op delijn C.21


22Aanwijzingen7.2 Afsteltabel <strong>voor</strong>koplampen vanmotorfietsen entractoren enproductiemachinesuit de land- enbosbouw


7.3 Controle van hetafstelapparaatAfstelapparaten van <strong>Hella</strong>worden goed afgesteldgeleverd. Bij gebruik in degarage kan het <strong>voor</strong>komendat ondeskundig gebruik(bij<strong>voor</strong>beeld het latenomvallen van het apparaat)een verkeerde afstelling vanhet apparaat tot gevolg heeft.Om deze reden raden wij aan(afhankelijk van de mate vangebruik) het apparaat metregelmatige intervallen te latencontroleren met het <strong>Hella</strong>afstelapparaat8PD 860 757-001, bij<strong>voor</strong>beeld via degroothandel.23


248.0 Reserveonderdelen1Handwiel <strong>voor</strong> vizierhouder9SG 855 498-001152Handwiel om de zuil vastte zetten9SG 855 454-011243Schakelaar9ST 861 074-00145Vizier8PV 861 112-001Vizier met houder8PV 861 078-00114366Kijkglas9EV 861 038-0017Luxmeter8PL 863 005-001138Fresnel-lens9EL 857 597-0019Beschermglas9EV 857 067-01110Set vervangende wielenbestaande uit 3 wielen9XS 862 004-001


11Klemstuk <strong>voor</strong> zuil9XD 857 744 -001712Zuil met vergrendeling8XT 861 234-001121314Optiekkast met laser9XS 861 152-001Optiekkast zonder laser9XS 861 239-001Schakelaar <strong>voor</strong> luxmeter9ST 863 241-00181191025


26Notities


Wanneer u vragen hebt:bel dan met de klantenservice van<strong>Hella</strong> BVCelsiusbaan 23439 NC NieuwegeinTel: 030-6095611Fax: 030-6051677E-mail: nl.info@hella.comInternet: www.hella.nl27


28Asymmetrisch dimlichtSymmetrisch dimlichtmistlampenGroot licht© <strong>Hella</strong> KG Hueck & Co., D-59552 Lippstadt 460 816-20 9Z2 999 518 442 12.05 Printed in GermanyIdee‘n <strong>voor</strong> de autovan de toekomst

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!