11.07.2015 Views

Visie Stedelijk Centrum 2022 - Gemeente Venlo

Visie Stedelijk Centrum 2022 - Gemeente Venlo

Visie Stedelijk Centrum 2022 - Gemeente Venlo

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Visie</strong><strong>Stedelijk</strong><strong>Centrum</strong><strong>2022</strong><strong>Gemeente</strong> <strong>Venlo</strong>


VoorwoordHet stedelijk centrum is het kloppend hart van <strong>Venlo</strong> énde regio. Een dynamisch gebied, dat altijd in beweging is.Deze bewegingen willen we bundelen en richten. Met alsdoel te kunnen blijven sturen op een sterk stedelijk centrumen het ‘<strong>Centrum</strong> van de Euregio’ te worden.Een heldere koers is nodig om ons door de komende jarente leiden. Dit kunnen én willen we niet alleen. Samenmet onze partners hebben we gewerkt aan deze koers. Eeneerste stap naar een intensieve samenwerking. Noodzakelijkom onze gezamenlijke doelen te realiseren. De <strong>Visie</strong><strong>Stedelijk</strong> <strong>Centrum</strong> biedt deze koers en is de opmaat naareen krachtige samenwerking in nieuwe tijden.drs. Twan BeurskensWethouder Ruimtelijke Ontwikkeling3


Strategische <strong>Visie</strong> 2030leeswijzervertrekpuntstad vanactievemenseninnovatieve&excellentestadcentrumvan deEuregioveelzijdigestad in hetgroendienstverleningH21. versterken grootstedelijke functies in hun samenhang2. verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit3. Branding: profileren van <strong>Venlo</strong> als centrum van de Euregio4. <strong>Venlo</strong>: een gastvrije regiotrends &ontwikkelingen<strong>Venlo</strong>en deprojectenknelpuntenanalysegebiedsprofielencentrumH3bijlage A<strong>Visie</strong> <strong>Stedelijk</strong><strong>Centrum</strong>strategieafwegingskaderruimtelijke keuzesper themaH4H5basisinspanningenambitiesrealiserenkansenbenuttenvoorkomenvervolgprocessen• regievoeren:• initiëren• stimuleren• faciliteren• beleidsvorminguitvoeringsagendaprojecten• versnellen• vertragen• veranderen• stoppen• startenpubliekrechtelijketakeninstrumenten•bestemmingsplan• vergunningverlening• subsidieverlening6


2.3 Hoofddoelstelling stedelijk centrumHet raadsprogramma ‘<strong>Centrum</strong> van de Euregio’ heeft tot doel om <strong>Venlo</strong> te versterken als aantrekkelijke stad, onder andere door het realiseren vanonderscheidende voorzieningen in de gemeente met een focus op het centrum. Voor de <strong>Visie</strong> <strong>Stedelijk</strong> <strong>Centrum</strong> betekent dit, dat grootstedelijkeen onderscheidende voorzieningen zoveel mogelijk in het stedelijk centrum gerealiseerd dienen te worden.Grootstedelijke voorzieningen kenmerken zich door een verzorgingsgebied, dat tenminste het stadsdeelniveau overstijgt in tegenstelling totvoorzieningen op buurt, wijk-, stadsdeel en dorpsniveau. Het is niet de bedoeling dat het centrum gaat concurreren met de voorzieningen opeen lager schaalniveau of met de bestaande (Eu)regionale functies buiten het centrum, zoals Kloosterdorp Steyl en Bad Arcen. Onderscheidendevoorzieningen zijn voorzieningen, waarvoor mensen uit de (Eu)regio en verder specifiek naar <strong>Venlo</strong> komen. Bijvoorbeeld een bioscoop, MFC ofhoogstedelijk woonmilieu.Om de ambitie voor het stedelijk centrum van <strong>Venlo</strong> waar te kunnen maken, moet <strong>Venlo</strong> in haar ruimtelijk beleid de komende jaren gericht blijvenwerken aan de twee meest relevante programmalijnen:• het versterken van grootstedelijke functies in hun samenhang,• en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het centrum.De <strong>Visie</strong> <strong>Stedelijk</strong> <strong>Centrum</strong> moet gezien worden als de integrale ruimtelijke uitwerking van deze twee programmalijnen. ‘Het versterken vangrootstedelijke functies in hun samenhang’ en ‘het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het centrum’ worden in dit kader gezien als dehoofddoelstellingen voor de ontwikkeling van het stedelijk centrum en vormen de basis voor de verdere uitwerking van de visie.11


3<strong>Venlo</strong> 2012De hoofddoelstellingen ‘het versterken van grootstedelijke functies in hun samenhang’ en ‘het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit’ moetenvertaald worden naar een strategie en ruimtelijke keuzes voor de komende 10 jaar. Met als doel sturing te kunnen geven aan projecten en initiatievenvanuit een breed perspectief, met het oog op de lange termijn.Krachtige doelstellingen, maar wat betekent dat nu concreet voor de projecten of nieuwe initiatieven in de komende periode? En op welke wijzehebben algemene trends en ontwikkelingen gevolgen voor onze gezamenlijke ambities? Hoe verhouden deze ambities en trends zich ten opzichtevan de ruimte in de projecten en gebiedsontwikkelingen in het stedelijk centrum, en ver daarbuiten? En wat zien wij en onze partners anno 2012in het stedelijk centrum op ons afkomen?In een korte analyse worden deze vragen nader verkend, om te dienen als bouwstenen voor de strategie die de ambities voor 2030 op koers moethouden.3.1 Trends en ontwikkelingenIn een visie met een planhorizon van 10 jaar is het van belang om te focussen op de macrotrends en -ontwikkelingen. En de hoofdrichtingen teonderkennen op het gebied van economie, maatschappelijke verhoudingen en stedelijke ontwikkeling.Crisis en economische terugval• De crisis is ook aan <strong>Venlo</strong> niet voorbij gegaan.• Terughoudendheid bij bedrijven, banken en burgers leidt tot brede vraaguitval.• Versterkte concurrentie tussen projecten om programma.• Aantrekken programma leidt tot verlies van programma in andere projecten of tot leegstand.Een nieuwe wereld• Traditionele werkwijzen en rolverdeling in gebiedsontwikkeling bieden weinig perspectief.• Subsidiesstromen drogen op.• Zoektocht naar nieuwe verdienmodellen en kostendragers, betere risicoverdeling en –beheersing en lagere kosten.• Nieuwe partners in de verdere ontwikkeling van het stedelijk centrum.Een aantrekkelijke stad zijn en blijven• De concurrentie tussen steden neemt verder toe in het komende decennium.• De aantrekkelijkheid van de Nederlandse steden wordt grotendeels bepaald door woonattracties 1 .• Voor een aantrekkelijk stedelijk centrum, en daarmee een aantrekkelijke stad, zijn de volgende woonattracties van belang:o Bruisend avondleven, breed aanbod van podiumkunsten, culinaire diversiteit en kwaliteit én genoeg drinkgelegenheden.o Grote evenementen in cultuur en sport (binnen en buiten), zoals profvoetbal, marathon, musea en festivals.ooAccent op diversiteit in winkels, veel kleinschalige en specialistische winkels, met regelmatig koopzondagen (flexibiliteit).Historisch karakter met monumenten; de aantrekkingskracht van historische steden en de kleinschalige structuur, die vaak ookgoed beloopbaar is.1 Woonattracties zijn voorzieningen en kenmerken van een stad die bepalen of mensen er graag willen wonen. Woonattracties maken een stad, om andere redenen dan beschikbaarheidof nabijheid van werk, aantrekkelijk om in te wonen en te verblijven. Alleen inzetten op werkgelegenheid biedt geen garantie voor (nieuwe) bewoners. (Gerard Marlet, De aantrekkelijkestad, Utrecht 2009.)13


Villa FloraA67InnovatorenSunriseCampusNoorderpoortOcéVia <strong>Venlo</strong>03/12 singel?≈VieCuriFontys + UMHulsterwegA74A73binnenstadkazerneKwartierMAASMaaswaard14


ooooGroen in de omgeving, zoals parken en de oevers van het water.Veilige omgeving met goed onderwijs en ruim voldoende kinderopvang.Vooroorlogs woonmilieu.Divers aanbod van woningen: grote woonoppervlakte, flexibiliteit (combinatie met werken of zorg), tuin.3.2 <strong>Venlo</strong> en de projectenDe tweede bouwsteen is de status quo van <strong>Venlo</strong>: waar vinden we op dit moment de grootstedelijke functies in <strong>Venlo</strong> en welke ontwikkelingsruimtebiedt het stedelijk centrum hiervoor?Grootstedelijke functies buiten het stedelijk centrumHet stedelijk centrum heeft in de huidige vorm een minder divers karakter qua functies, dan te verwachten op basis van de omvang van stad,gemeente en ommeland. Historisch is dit deels te verklaren door het ontbreken van een duidelijke hiërarchie tussen <strong>Venlo</strong>, Blerick en Tegelen.Ook regioplaatsen als Horst, Reuver, Panningen en Maasbree hebben met het centrum van <strong>Venlo</strong> geconcurreerd om grootstedelijke voorzieningen.Daarnaast is in het verleden dikwijls de keuze gemaakt om grootstedelijk voorzieningen - met name op het gebied van dienstverlening, zorg enonderwijs - aan de rand van de stad te ontwikkelen, nabij auto-infrastructuur. Denk hierbij aan de kantorenlocatie Noorderpoort, de kantoren aande Drie Decembersingel en de hogeschool en het ziekenhuis in het Middengebied tussen <strong>Venlo</strong> en Tegelen. Maar ook meer recente voorbeeldenzoals, kantoorontwikkeling aan de Zuiderbrug en het Greenpark met de Innovatoren en de Villa Flora. Dit zijn allen functies die (deels) ook inpasbaarwaren in het stedelijk centrum en daarmee het stedelijk centrum zouden hebben versterkt.Ontwikkelingen in de binnenstadDe fysieke omvang van het stedelijk centrum is de afgelopen 1.000 jaar nauwelijks gewijzigd. In de tweede helft van de 20e eeuw is de ruimtebehoeftevan grootstedelijke functies wel flink gegroeid en daarmee de druk op de binnenstad. Het project Maasboulevard biedt de gewensteextra winkel- en parkeerruimte, hoogstedelijk wonen en de uitbreiding van de Maaspoort. Het project kan echter niet in de gehele ruimtevraagvoorzien. Ook Q4 wordt herontwikkeld, met (beperkt) ruimte voor nieuwe grootstedelijke functies. Hier komt bijvoorbeeld het nieuwe poppodium,maar het accent ligt op stedelijk wonen en kleinschalige vormen van werken.Maaswaard en het KazerneKwartier: nieuwe ruimte voor de stadDe historische structuur van de binnenstad biedt maar beperkt ruimte om grote, nieuwe functies op te nemen. In de jaren negentig is dan ook deplanvorming opgestart om aan een aantal van deze grootstedelijke functies ruimte te bieden ten zuiden van de binnenstad, in de Maaswaard. Deverouderde industriële bedrijvigheid heeft plaatsgemaakt voor een combinatie van wonen, werken, zorg en openbaar bestuur. Onderdeel van degebiedsontwikkeling is een optimalisatie van de verkeersstructuur en het creëren van extra ruimte voor de rivier. In 2012 is het woonzorgcomplexCrescendo opgeleverd en is gestart met de bouw van het nieuwe stadskantoor, inclusief een ondergrondse, openbare parkeergarage. Hetmonumentale fabriekscomplex van Nedinsco wordt anno 2012 gerestaureerd en getransformeerd tot een cluster van mediabedrijven, woningenen openbaar bestuur. Voor de periode na 2012 is nog ruimte gereserveerd voor reguliere woningbouw en kantoren in dit gebied.In het midden van de jaren 2000 heeft het Ministerie van Defensie besloten de Frederik Hendrik Kazerne af te stoten. Hierdoor ontstond een uniekekans om het stedelijk centrum uit te breiden naar de overzijde van de Maas. Dit complex van ruim 22 ha. groot, met een aantal monumentalegebouwen, kan ruimte bieden aan grootstedelijke functies met een (eu)regionale uitstraling. Functies die ruimtelijk nauwelijks inpasbaar zijn in debinnenstad en Maaswaard en daarmee dreigen aan <strong>Venlo</strong> voorbij te gaan of in de rand van de stad te landen. Denk hierbij aan het MFC met hetgeïntegreerde stadion voor de voetbalclub VVV-<strong>Venlo</strong>. In het ontwikkelplan wordt dan ook ingezet op een thematisch concept van grootschalige‘Leisure & pleasure’ als aanvulling op het stedelijk centrum. De eerste fase van de gebiedsontwikkeling - de Lijn - is intensief bebouwd, met eenhoogstedelijke uitstraling en grote dichtheid. De tweede fase - het Park - zal minder intensief bebouwd worden en is gesitueerd in een parkachtigesetting. In beide fasen van het plan is geen ruimte voor wonen.15


3.3 <strong>Stedelijk</strong> centrum in thema’sHet stedelijk centrum is een complexe wirwar van functies door en over elkaar heen, die elkaar in hoofdzaak moeten versterken. Om orde in de‘chaos’ te scheppen is een analyse van het stedelijk centrum van nut. Waar zitten de verschillende functies, zijn er clusters en versterken dieelkaar of juist niet en bovenal waar worden knelpunten geconstateerd? Dit vormt de derde bouwsteen voor de strategie en ruimtelijke keuzes.De analyse heeft plaatsgevonden langs zeven thema’s: winkelen, vermaak, wonen, onderwijs, diensten, bereikbaarheid en beleving. In de gesprekkenmet partners en burgers zijn deze thema’s leidraad geweest voor het gesprek, zie hiervoor de separate Participatienotitie. Het specifiekbenoemen van kwaliteiten en bedreigingen voor het stedelijk centrum heeft de analyses aangescherpt. De belangrijkste aandachtspunten zijn perthema in een kaartbeeld verwerkt en opgenomen in bijlage A.3.4 <strong>Stedelijk</strong> centrum in gebiedsprofielenHet stedelijk centrum is natuurlijk niet overal hetzelfde, integendeel. De huidige ruimtelijke beleving en uitstraling van de Vleesstraat, Bolwaterstraaten Van Cleefstraat zijn bijvoorbeeld heel verschillend. Voordat een strategie en ruimtelijke keuzes worden geformuleerd, is een naderegebiedstypering nodig, in het bijzonder voor de binnenstad. Dit onderscheid kan namelijk worden gebruikt voor een verdere nuancering in destrategie en ruimtelijke keuzes.Voor de binnenstad is een onderscheid gemaakt tussen de profielen ‘druk’, ‘luw’ en ‘rust’, op basis van functies, gebruikers en beleving. Voor denieuwe gebieden van het stedelijk centrum - Maaswaard en KazerneKwartier - is ook een gebiedsprofiel opgesteld. Ondanks dat de gebieden nogin uitvoering zijn of zelfs in planvorming, is op hoofdlijnen het (beoogde) gebiedsprofiel te schetsen.De vijf gebiedsprofielen vormen de onderlegger voor de ruimtelijke keuzes in deze visie (hoofdstuk 5). Op volgende twee pagina’s zijn de vijf teonderscheiden profielen getypeerd en in kaartbeeld overzichtelijk weergegeven.17


gebiedsprofiel stedelijk centrumBinnenstaddrukluwrustMaaswaardKazerne Kwartier18


Binnenstaddruk• maximale menging voorzieningen + wonen• mix bezoekers lokaal +(boven)regionaal• accent detailhandel, vermaak + werken(vooral publiekgericht)• grootstedelijke beleving + uitstraling• maaiveld: voorzieningen, nauwelijks wonen• voetgangers domineren, grotendeels autovrijluw• sterke menging voorzieningen + wonen• veel bezoekers (meer regionaal + lokaal)• accent vermaak, wonen + werken• stedelijke beleving + lokale uitstraling• maaiveld: voorzieningen + wonen• gemengd verkeersbeeld, deels autovrijrust• beperkte menging voorzieningen• vooral lokale bezoekers + bewoners• accent op wonen + combinaties met diensten• stedelijk woonmilieu + hoge uitstraling• maaiveld: wonen + tuinen• auto + fiets dominerenMaaswaarddynamiek• sterke menging voorzieningen + wonen• veel bezoekers, gericht op voorzieningen• accent op (zorg)wonen + werken + bestuur• grootstedelijke beleving + uitstraling• maaiveld: voorzieningen, verkeer, verblijven; in ontworpen stenen en groene ruimtes• auto domineert, fietser/voetganger eigen plekKazerneKwartierReferentie Emmasingel Eindhoven.wisselend• menging grootstedelijk/regionale functies• mix bezoekers lokaal +(boven)regionaal• accent op ‘leisure & pleasure’• grootstedelijke beleving + uitstraling door aaneenschakeling grote pleinen en parken• sterk wisselende intensiteit, dimensies openbare ruimte voor hoge intensiteit• fietser/voetganger domineert in het gebied, deels autovrij, auto domineert aan de randReferentie Arenaboulevard A’dam.19


Nabijheid vergroot...aantrekkingskracht• een grote diversiteit aan voorzieningen - winkels,restaurants, theater, bioscoop e.d. - met veel keuzemogelijkhedenverleidt meer bezoekers om naar <strong>Venlo</strong> tekomen++ + ++draagvlakvoorzieningen• meer bewoners en bezoekers als mogelijke klant(draagvlak) voor nieuwe, maar ook voor bestaandevoorzieningen• positievere vastgoedwaarde-verwachtingkwaliteitpublieke ruimterobuustheidlevendigheid• investeringen in de publieke ruimte (‘tegels en gevels’)wordt over minder fysieke ruimte verspreid en kunnenoptimaal worden ingezet• het beheer van de publieke ruimte kan effectieverworden uitgevoerd• de kwaliteit van het stedelijk centrum is niet afhankelijkvan toekomstige groei - het vullen van ‘gaten’ inhet verspreide centrum• de diversiteit in de omgeving van bestaande gebouwenbiedt meer mogelijkheden voor hergebruik offunctieverandering.• de nieuwe voorzieningen profiteren van bestaandelevendigheid in het stedelijk centrum• de nieuwe voorzieningen vormen ook een nieuweimpuls voor de levendigheidbeloopbaarheidontmoeten• de afstanden tussen voorzieningen zijn kort enaantrekkelijk om te lopen, ook voor minder mobielepersonen• de fiets is een goed alternatief voor de auto om naarhet gebied te komen, alles is immers op loopafstand• voorkomen inefficiënt investeringen parkeren• meer verschillende bewoners en bezoekers leidt alsvanzelf tot meer contact tussen mensen en tussenbezoekers en ondernemers.. en wordt het geheel meer dan de som der delen!20


4Strategie4.1 Schaarste aan programmaOp de langere termijn bestaat nog voldoende potentie om de grootstedelijke functies in het stedelijk centrum verder te versterken. Naast eenaantal geplande nieuwe grootstedelijke functies, is er op de korte en middellange termijn naar verwachting weinig programma beschikbaar. Zekerin verhouding tot de ruimte in de projecten in en om de binnenstad. Naast programma voor de projecten, zal er ook nieuw programma gevondenmoeten worden voor leegstaande en -komende gebouwen in de binnenstad. De vraag is dus niet beperkt tot de projecten, ook in de ‘bestaande’stad zijn opgaven, die om nieuw programma vragen. De crisis en de veranderende verhoudingen in het proces van gebiedsontwikkeling leidt toteen rem op het aantrekken van nieuw programma. Op welk moment een herstel is te verwachten en hoe dat er uit ziet is een grote onbekende,die omzichtig tegemoet getreden zal moeten worden.De uitbreiding van het stedelijk centrum met Maaswaard en KazerneKwartier is ingegeven door een schaarste aan ruimte voor grootstedelijkefuncties in de binnenstad, maar is door het tijdsgewricht omgebogen naar een ‘schaarste aan programma’ voor de projecten. Dit is een flinkeuitdaging, die vraagt om scherpe keuzes en een heldere strategie om de ambities op de lange termijn op koers te houden.4.2 Nabijheid in een compact centrumDe schaarste aan programma in combinatie met de vele projecten in ontwikkeling, zorgen ervoor dat <strong>Venlo</strong> duidelijke keuzes moet maken. Eenongewenste ontwikkeling is een verspreid centrum waar de voorzieningen ‘zo ver’ uit elkaar liggen, dat ze elkaar niet langer versterken. Een tegrote afstand tussen voorzieningen leidt tot een gebrek aan samenhang en continuïteit in de kwaliteit en beleving van het stedelijke centrum alséén geheel. Een scenario dat op de loer ligt bij een schaarste aan programma.“The point of cities is the multiplicity of choice” is een eenvoudige, maar veelzeggende quote van één van de grootste denkers over de modernestedelijke samenleving van de 20e eeuw, de Canadese Jane Jacobs. Om die ‘multiplicity of choice’ een echte meerwaarde voor je stad, en in ditgeval het stedelijk centrum, te laten zijn is ‘nabijheid’ van voorzieningen van essentieel belang. Nabijheid versterkt de onderlinge samenhangtussen bestaande en nieuwe voorzieningen. Een compact en beloopbaar centrum vergroot de keuzemogelijkheden van bezoekers om van meerderevoorzieningen gebruik te maken. Daarom geeft <strong>Venlo</strong> prioriteit aan de voordelen van nabijheid - zie nevenstaand schema - in een compactcentrum boven het bieden van oneindig veel uitbreidingsruimte, ook op de langere termijn.De hoofdlijn voor de visie op het stedelijk centrum is een compact centrum om combinatiebezoek te bevorderen en de verblijfsduurvan bezoekers te verlengen.verspreidcentrum21compactcentrum


compacthoudenkazerneKwartierFAse 2 (Park)3MAASbinnenstad1FAse 1 (Lijn)22Maaswaardextra focus op de binnenstad22


4.3 Focus en extra focusMaar hoe organiseer je nu die nabijheid in een stedelijk centrum, waar veel ruimte resteert in de projecten en het programma steeds schaarserwordt? De strategie moet duidelijk richting geven en prioriteiten stellen aan toekomstige ruimtelijke keuzes om de ambities voor het stedelijkcentrum op koers te houden.Focus en extra focusDe strategie bestaat uit een tweetal hoofdkeuzes - ‘focus’ en ‘extra focus’ - die in elkaars verlengde liggen en duidelijke prioriteiten leggen. Dehoofdkeuzes vormen tevens de basis voor de verdere uitwerking in ruimtelijke keuzes per thema in het volgende hoofdstuk.FocusDe focus betekent dat: grootstedelijke functies voortaan in het stedelijk centrum worden gerealiseerd, tenzij het ruimtelijk 2 ofbedrijfseconomisch niet inpasbaar is.Een goed geladen stedelijk centrum met kwaliteitsvoorzieningen en een hoge belevingswaarde zal op termijn ook leiden tot positieve uitstralingseffectennaar de wijken en dorpen in de gemeente en de regio - zie onderstaand schema. Bovendien is een aantrekkelijk stedelijk centrum eenzeer belangrijk criterium bij de keuze om je in een stad of regio te vestigen.nuøøøø€ø-ø+ø-ø+++ø++2030+++Extra focusDe extra focus richt zich op de (historische) binnenstad - globaal tussen Maas, de Noord Binnen- en Buitensingel, het Julianapark en het (verhoogde)spoor. Dit gebied vormt de sterke basis. De ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde zijn hier al op een hoog niveau en de meesteonderscheidende en grootstedelijke voorzieningen zijn hier geconcentreerd. De historische setting van het stratenpatroon en de gevels voegenhier een onderscheidende kwaliteit aan toe. De strategie heeft dan ook tot doel om de binnenstad ‘geladen’ te houden.De extra focus betekent dat: alle nieuwe initiatieven naar de binnenstad gaan, tenzij het ruimtelijk 2 of bedrijfseconomisch nietinpasbaar is.De andere delen van het stedelijk centrum - Maaswaard en het KazerneKwartier (Fase 1 - de Lijn) - komen vervolgens in beeld om nieuwe grootstedelijkeinitiatieven te ontwikkelen. Het KazerneKwartier (Fase 2 - het Park) heeft de laagste prioriteit, tenzij het initiatief direct aansluit opde thematiek van het ontwikkelplan en de beoogde parkachtige setting van Fase 2. Het spooremplacement aan <strong>Venlo</strong>se zijde is geen onderdeelvan het stedelijk centrum, maar blijft wel een strategische reservering voor de lange termijn. De strategie ‘extra focus’ is in nevenstaande kaartweergegeven.2 Ruimtelijke inpasbaarheid is een verzamelbegrip voor inpasbaarheid op het gebied van functionaliteit, verkeer, milieubelasting en ruimtelijke kwaliteit (gebruikswaarde, toekomstwaardeen belevingswaarde).23


231géénonderdeel focusbinnenstad,tenzijleegstandbestaandegebouwen224


Bijzondere positie rustig woonmilieuIn hoofdstuk 3.4 zijn de onderlinge verschillen tussen gebieden in de binnenstad getypeerd. Deze indeling van het stedelijk centrum naargebiedsprofielen leidt tot een verdere aanscherping van de strategie voor ‘extra focus’ op de binnenstad. Het deel ‘rust’ kenmerkt zich als eenbehoudenswaardig en aantrekkelijk stedelijk woonmilieu, met een beperkt aantal voorzieningen en geringe bezoekersstromen.In het gebied is weinig ontwikkelruimte en het toevoegen van extra voorzieningen - ‘het laden van het gebied’ - zal snel leiden tot een onbalans.Het gebied is daarom uitgezonderd van de extra focus op de binnenstad, tenzij de huidige voorzieningen uit de bestaande gebouwenwegtrekken. Bij leegstand heeft een spoedig hergebruik prioriteit, uiteraard passend in het gebiedsprofiel ‘rust’.In het nevenstaande kaartbeeld is de strategie vertaald van een denkmodel naar de praktijksituatie.4.4 Afwegingskader voor projecten en initiatievenDe strategie is helder en eenduidig, maar vertelt nog niet het complete verhaal. Om ook prioriteiten te stellen en keuzes te kunnen maken in entussen bestaande projecten spelen ook gemaakte afspraken met derden een rol. Maar ook de werkelijke vraag naar voorzieningen - de marktbehoefte- is in dit tijdsgewricht doorslaggevend. De bestaande projecten en nieuwe initiatieven moeten immers ook gevuld worden met programma.Om aan de voorkant duidelijkheid te bieden over de wijze van bestuurlijke besluitvorming hanteert het gemeentebestuur een afwegingskader.Het afwegingskader neemt de toegevoegde waarde aan het stedelijk centrum als geheel als vertrekpunt, niet het individuele project. Het afwegingskadervoorkomt een toename van schaarste aan programma, maar biedt wel ruimte voor kansrijke initiatieven als die de kwaliteit van hetstedelijk centrum versterken. Een nevendoel van het werken met dit afwegingskader is duidelijkheid te bieden over de wijze waarop het gemeentebestuuromgaat met ruimtelijke initiatieven.De gemeente <strong>Venlo</strong> hanteert het volgende afwegingskader bij de besluitvorming over bestaande projecten en nieuwe initiatieven voorgrootstedelijke functies:• STAP 1 gemaakte afspraken (alleen voor bestaande projecten)Bindende afspraken met initiatiefnemer(s) worden vanzelfsprekend nagekomen. Met initiatiefnemer(s) die ruimte bieden om voor eigen risicohet programma en/of locatie te herijken, ondanks bindende afspraken, worden onderstaande stappen doorlopen.• STAP 2 toets aan behoefte samenlevingNieuwe initiatieven of wijzigingen in bestaande projecten worden getoetst aan de actuele behoefte van de samenleving. De geprognosticeerdebehoefte is uitgewerkt in specifiek toegespitste kaders, zoals de dynamische woningbouwprogrammering (DWP), detailhandelsnota en brancheringsvisie,kantorennota (nog in ontwikkeling), horecanota, cultuurnota en accommodatiebeleid. Dit vormt de eerste toets naar de behoeftevan de samenleving. Voor leisure én middelbaar en hoger onderwijs is geen kwantitatieve behoefte in beleidskaders opgenomen, dit vraagt ommaatwerk. Onderwijs wordt alleen maar vraaggericht ontwikkeld en leisure dient per casus te worden beschouwd in relatie tot het gehele aanbod.Indien kaders of programmeringsinstrumentarium ontbreken of niet langer toereikend worden geacht, zal een marktanalyse moeten worden uitgevoerd.Hiervoor worden dan aan de voorkant randvoorwaarden meegegeven.Indien de behoefte van de samenleving aannemelijk is, wordt een voorkeurslocatie bepaald in de volgende stap van het afwegingskader. Kan debehoefte niet aannemelijk worden gemaakt, dan wordt verder geen medewerking aan het initiatief verleend door de gemeente.25


• STAP 3 voorkeurslocatie initiatief bepalenDe hoofdlijnen van de strategie ‘focus’ en ‘extra focus’ komen nu in beeld om de voorkeurslocatie te bepalen. Het initiatief moet ruimtelijk inpasbaarzijn; gekeken wordt naar de milieukundige aspecten en de stedenbouwkundige, verkeerskundige en cultuurhistorische inpasbaarheid. Deprogrammatische inpasbaarheid wordt afgewogen op basis van de ruimtelijke keuzes in hoofdstuk 5. Maar ook wordt in de afweging betrokken ofde voorziening bedrijfseconomisch haalbaar is in het voorkeursgebied. Hierbij wordt de volgende prioriteitenlijst aangehouden:1. Is het initiatief inpasbaar in de (historische) binnenstad?2. Nee, is het initiatief inpasbaar in Maaswaard of KazerneKwartier Lijn?3. Nee, is het initiatief inpasbaar in KazerneKwartier Park?4. Nee, dan pas elders in de gemeente. Hiervoor zijn de actuele ruimtelijke structuurvisie en sectorale (ruimtelijke) beleidsnota’s leidend.Voor de gemeente <strong>Venlo</strong> is een strategie op basis van de behoefte van de samenleving in combinatie met een duidelijke geografische focus leidend,zonder afbreuk te doen aan harde afspraken met partners. De strategie vormt de grondslag voor de ruimtelijke keuzes op de verschillendethema’s in het volgende hoofdstuk.27


5Ruimtelijke5.1 Regie voerenkeuzesOm inhoudelijk goed sturing te geven maakt de <strong>Visie</strong> <strong>Stedelijk</strong> <strong>Centrum</strong> bij de navolgende ruimtelijke keuzes onderscheid in vier typen keuzes:Basisinspanning, Ambitie, Kans, Voorkomen. Het onderscheidende element in deze systematiek is de rol van de gemeente versus de rol van departners. De gemeente zal zich in een aantal gevallen een andere rol dan voorheen aanmeten. In plaats van bedenken en uitvoeren, gaat degemeente zich meer inzetten om partijen in beweging te krijgen: verbinden en coördineren. Met name bij ‘kansen benutten‘ wordt een explicietberoep gedaan op het initiatief van partners en burgers.Basisinspanning:• Ruimtelijke keuzes over ontwikkelingen die moeten kunnen plaatsvinden, omdat ze van wezenlijk belang zijn voor de basiskwaliteitenvan de gemeente en in het bijzonder het stedelijk centrum.• Het betreffen hoofdzakelijk keuzes die betrekking hebben op de taakverantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente beschouwt zichzelfals primair verantwoordelijk en heeft in het proces een leidende rol. Waar nodig zal de gemeente grotendeels zorgdragen voor de procedure ende financiën. De rol van de partners is ondergeschikt.Ambities realiseren:• Ruimtelijke keuzes over ontwikkelingen die de gemeente aanvullend op de basisinspanning zou willen realiseren om daarmeebepaalde doelen te bereiken, zoals neergelegd in de Strategische <strong>Visie</strong> 2030.• De gemeente stimuleert, brengt spelers bij elkaar en lokt initiatieven uit, in plaats van zelf aan het stuur te zitten. Dit op basis van duidelijkekeuzes over de richting van het stedelijk centrum en de maatschappelijke belangen. De gemeente brengt lang niet altijd geld in, maar vooralkennis, diensten en data. Het ondernemerschap bij de partners is doorslaggevend hoe plannen en projecten eruit komen te zien.Kansen benutten:• Ruimtelijke keuzes over ontwikkelingen die zich voor kunnen doen, waarop de gemeente wil kunnen anticiperen omdat deze ookbijdragen aan de doelen uit de Strategische <strong>Visie</strong> 2030.• Bij deze ontwikkelingen is er behoefte aan een faciliterende en communicerende gemeente. De rol van de gemeente is vooral gericht op haarrol in de procedure, vanuit de vooraf gestelde (wettelijke) kaders en randvoorwaarden. De partners hebben de leidende rol in het proces en hetorganiseren van de financiën.Voorkomen:• Ruimtelijke ontwikkelingen die voorkomen moeten worden, omdat ze niet gewenst zijn.• Het betreffen ontwikkelingen die door de gemeente <strong>Venlo</strong>, maar ook door de partners, als ongewenst worden beschouwd. Van de gemeentewordt een repressieve rol verwacht in proces en procedure.In de navolgende paragrafen zijn per beleidsthema - winkelen, vermaak, wonen, diensten, onderwijs, bereikbaarheid en beleving - de ruimtelijkekeuzes weergegeven. De ruimtelijke keuzes worden ingeleid met een doelstelling en zijn ingedeeld naar de verschillende vormen van sturing. Dezeindeling is de basis voor de uitwerking in de uitvoeringsagenda.29


WinkelenA-stratenB-stratenkernwinkelgebiedC-stratengeen uitbreiding winkelruimtehoofdfunctie ondersteunendedetailhandelgeen winkelpanden samenvoegenDuitse hoek30


5.2 WinkelenDoelstellingDe detailhandel in Nederland staat stevig onder druk, structurele leegstand in veel winkelgebieden dreigt. Het winkelen zal veel meer onderdeelmoeten zijn van het totaalbeeld van de binnenstad, waarin de beleving centraal staat. Ook het winkelen in het centrum van <strong>Venlo</strong> zal veranderen.Voor de toekomst is het bieden van een vitaal en aantrekkelijk winkelaanbod essentieel voor de aantrekkingskracht van het stedelijk centrum alsgeheel. We willen de breedte van het aanbod op peil houden, en er moet een kwaliteitsslag worden gemaakt.basisambitieskansenvoorkomenWe zien het als een basisinspanning om…• regie te voeren op een vitale detailhandelsstructuur in de binnenstad. We streven naar een aantrekkelijk en geconcentreerd winkelaanbod gerichtop ‘funshoppen’, waarbij de leegstand niet structureel boven frictieniveau uitkomt:o Géén uitbreiding van het huidige kernwinkelgebied (A+B-straten).ooIn de overige straten met winkels (C-straten) geen nieuwe detailhandelsbestemmingen toestaan.Op het KazerneKwartier en Q4 geen detailhandel toestaan die concurreert met de binnenstad. Op het KazerneKwartier mag nietmeer detailhandel worden toegestaan dan ondersteunende detailhandel van beperkte omvang op het vlak van sport & spel, beauty &wellness en onderwijs & kennis (bron: DPO 2011, BRO).We nemen initiatief tot…• het in stand houden en waar mogelijk versterken van een charmant ‘B-circuit’:o Op locaties met een detailhandelsbestemming buiten de A-straten ook andere stedelijke functies toestaan.o In het gebied tussen Maasstraat en Vleesstraat terughoudend om gaan met het samenvoegen van winkelpanden om ruimte voor kleinewinkels te behouden.• het aantrekken van een winkelaanbod gericht op producten die laten zien waar de regio Noord-Limburg goed in is. We voeren actieve acquisitieop het binnenhalen van streekproducten op het gebied van ‘vers en voedsel’ en/of ‘Cradle 2 Cradle’. Dit nieuwe winkelaanbod wordt bij voorkeurgeclusterd in één of meerdere zijstraten van de A-straten.• het aantrekkelijk en levendig houden van de B-straten. Op het moment dat detailhandelsfuncties in (delen van) de B-straten structureelverdwijnen, stimuleren we de komst van andere centrumfuncties in deze panden.We willen kunnen anticiperen op…• initiatieven die bijdragen aan een gedifferentieerd winkelaanbod. Op dit moment is met name in het hogere segment te weinig aanbod voor debezoeker uit de regio.• initiatieven voor winkelconcepten die passen bij het karakter in de ‘Duitse hoek’, om het bijzondere en attractieve karakter van dit gebied tebehouden en waar mogelijk te versterken. 1• initiatieven voor nieuwe publiekstrekkers, door deze op de hoeken en uiteinden van de ‘A-straten’ te situeren.• initiatieven voor nieuwe winkelconcepten, waarbij de grens tussen winkelen en andere functies minder duidelijk is; zoals ‘pick & collect’.• initiatieven voor tijdelijke winkelconcepten, door deze te verwijzen naar leegstaande winkelpanden en ruimte te bieden op braakliggende locaties,bij voorkeur in de A- en B-straten.• initiatieven die bijdagen aan het in stand houden en waar mogelijk versterken van een charmant ‘B-circuit’:o Ruimte bieden aan de kleinere speciaalzaken en boetiekjes om zich in het B-circuit te vestigen.o Ruimte bieden voor het versterken van de detailhandelsfunctie op de Parade (gedeelte tussen Klaasstraat en Gasthuisstraat).o Ruimte bieden voor winkelconcepten gericht op ambachten.We willen voorkomen dat…• structurele winkelleegstand ontstaat in de binnenstad.• in de plint in de A-straten (grote) gaten ontstaan door het verdwijnen van detailhandel, waardoor de circuitvorming voor winkelen verstoordwordt.1 Zie ook de ruimtelijke keuzes bij het thema vermaak.31


VermaakBijzonder& AndersLittleGermanyaccenten netwerk (ambitie)accenten netwerk (kansen)verbindingen netwerkKazerneKwartierOudeHavenMarktPad vanVertierParadeHnieuwe verbinding netwerkevenementenlocatieskansen voor hotelMuseumKwartierJong & SnelH32


5.3 VermaakDoelstellingVermaak wordt steeds belangrijker en is een onderscheidend element in het voortbestaan van binnensteden. Bij vermaak gaat het onder andereom horeca, uitgaansvoorzieningen, culturele voorzieningen en evenementen. Het vergroten van de vermaaksmogelijkheden in de binnenstadis essentieel voor de levendigheid, met name na sluitingstijd van winkels. De binnenstad kent al een aantal plekken met een sterk accentop vermaak, zoals de Markt, Parade en Keulsepoort. De binnenstad heeft nog stappen te zetten om deze plekken en andere plekken meer metelkaar te verbinden, zodat er een samenhangend en herkenbaar netwerk ontstaat. Tegelijkertijd zal de binnenstad de vermaaksvoorzieningenmoeten gaan delen met het KazerneKwartier. Deze ontwikkelingen moeten op elkaar afgestemd worden om elkaar te versterken. Een directeverbinding en het voorkomen van ongewenste concurrentie zijn daarbij essentieel om de uitkomst meer te laten zijn dan de som der delen.basisambitiesWe zien het als een basisinspanning om…• de regie te voeren om de ruimtelijke structuur van vermaaksfuncties te versterken: nieuwe initiatieven zoveel mogelijk verleiden om zichop de juiste plek in deze netwerkstructuur te ontwikkelen. Bepalend voor de plek in het stedelijk centrum – binnenstad, Maaswaard of KazerneKwartier – zijn de fysieke omvang en het profiel van de vermaaksvoorziening. De kwantitatieve begrenzing voor ‘klein’ en ‘groots’ isbij iedere vermaaksvoorziening anders. Bij nieuwe initiatieven betekent dit maatwerk, de volgende spelregels worden hierbij gehanteerd:o Het vertrekpunt voor alle initiatieven is positioneren in de binnenstad, mits ruimtelijk en bedrijfseconomisch inpasbaar.o Het KazerneKwartier richt zich op vermaaksvoorzieningen die aansluiten op het profiel ‘Leisure & Pleasure’ en passen bij het (Eu)regionale karakter van het gebied.o Op het KazerneKwartier alleen kleinschalige vermaaksvoorzieningen in de ondersteunende vorm bij een grootschalige ontwikkeling.Specifiek zijn horeca en hotel(s) op het KazerneKwartier als onderdeel van voorzieningen binnen het beoogde concept ‘Leisure &Pleasure’ toegestaan. Dus bijvoorbeeld geen zelfstandig restaurant, wel als onderdeel van een casino.o Vermaaksvoorzieningen in Maaswaard alleen ondersteunend aan wonen, werken en zorg, met uitzondering van de hotelfunctie.• de huidige structuur van evenementenlocaties - Julianapark, Nolensplein/-park, (Oude) Markt, Oude Haven en het KazerneKwartier – tebehouden als integraal onderdeel van het netwerk van vermaaksfuncties. Deze structuur biedt ook de mogelijkheid om de hinder voor deomgeving als gevolg van evenementen evenwichtig te spreiden. Een uitbreiding van het netwerk voor kleinschalige evenementen is nogvoorzien in de recreatieve zone op de Lage Loswal (Q4).We nemen initiatief tot…• het versterken van de binnenstad met een netwerk van vermaaksgebieden. Het zwaartepunt van dit netwerk ligt in de oostwest-route doorde binnenstad, tussen treinstation en Maas, waarin een aantal accenten zijn te herkennen. Om voor alle doelgroepen op diverse tijdstippenop de dag en in de week een aantrekkelijk en afwisselend vermaaksklimaat te bieden, krijgen onderstaande accenten extra aandacht;o Parade: bestaand accent van nachthoreca, verbreden door te sturen op meer avondhoreca. De nieuwe bioscoop met filmhuis aan dePicardie biedt de avondhoreca een breder publiek en mogelijkheden voor dagopening. De ‘zwakkere’ verbindingen naar de Markt enMuseumkwartier vragen extra aandacht bij nieuwe initiatieven.o Museumkwartier: inzetten op de realisatie van een sterker Museumkwartier. Dit biedt bewoners en bezoekers een breder museumaanbod van hoog niveau. Ondersteunende drank- en eetgelegenheden die aansluiten bij de doelgroep, versterken het concept.o Jong en Snel: in de zuidrand van de binnenstad – tussen Roermondsepoort en Koninginneplein wonen en werken steeds meerstudenten, creatieve ondernemers en starters. Hier wordt ruimte geboden aan vermaaksvoorzieningen die ondersteunend zijn aan degeleidelijke transformatie van dit gebied voor deze doelgroepen.oKazerneKwartier: in het gebied van de voormalige Frederik Hendrik Kazerne wordt op het gebied van vermaak ingezet op het versterkenvan de vrijetijdseconomie in brede zin. <strong>Venlo</strong> heeft hier een opgave om haar rol als complete centrumstad voor inwoners, de regio entoeristen te vervullen. In de eerste fase gaat het om een aantal grootschalige voorzieningen, zoals een MFC inclusief voetbalstadion,casino en spa/wellness-centrum. Het ondergrondse Spaanse fort biedt mogelijkheden om het cultuurhistorische aspect te versterken.• het versterken van logische, korte en comfortabele verbindingen tussen de accenten in het netwerk. Om het vermaaksaanbod op het KazerneKwartierte verbinden met het netwerk van de binnenstad is een directe verbinding nodig voor ten minste wandelaars, maar ook fietsers.33


kansenvoorkomenWe willen kunnen anticiperen op…• partijen die bereid zijn de ontbrekende schakels in het vermaak te ontwikkelen. Simpel gezegd het aanbod van vermaak, dat een bezoekerof bewoner van een regionale centrumstad mag verwachten. Hiertoe behoren:o Bioscoop, met een programmering voor een breed publiek 1 .ooBreder aanbod hotel(s), nu vooral kleinschalig en/of goedkoop.Breder aanbod drank- en eetgelegenheden, meer aandacht voor doelgroepen jongeren en studenten, 25-45 jarigen en meer keuzein het hogere segment.• de doorontwikkeling van (nieuwe) accentgebieden. In het stedelijk centrum begint het vermaak een (steeds) belangrijke(re) rol te spelen.Het ene gebied is al ‘gearriveerd’, anderen nog in ontwikkeling of voorzichtig onderweg:Oude Haven: het ‘nieuwe’ vermaak aan de Maas,met name recreatie – zoals een passantenhaven, dagstrand e.d. – en eet- en drinkgelegenheden gericht op waterbeleving en de avondzon.ooooOude Markt, Markt en Jodenstraat: bourgondisch en <strong>Venlo</strong>os variété met een ruime keus aan drink- en eetgelegenheden in combinatiemet winkelen in de dagsituatie, en cultuur en muziek in de avonduren.Little Germany: in het gebied rond de Gelderse Poort is het vermaak gericht op de Duitse kooptoerist en heeft een directe relatie methet winkelaanbod. Hier ruimte bieden aan voorzieningen die de aantrekkingskracht van het gebied versterken en de sfeer positiefcultiveert.Pad van Vertier: in het gebied van het voormalige klooster Mariaweide – de achterzijde Parade en Klaasstraat – ontwikkelt zich het‘geheim van <strong>Venlo</strong>’. In de historische structuur van stegen en intieme pleinen. Het ‘Pad van Vertier’ biedt café’s, eetgelegenheden envermaak voor de fijnproever, die bereid is van de gebaande paden te wijken. Ingespeeld kan worden op het gebrekkige aanbod voorde groepen 25-45 jarigen en groeiende groep hoger opgeleiden.Bijzonder en Anders: in Q4 verrijst een stedelijke woonbuurt met ruimte voor werken en stedelijke voorzieningen, waaronder eenstadsstrand en een recreatieve zone. Het nieuwe gebied heeft het in zich om vermaaksfuncties op te nemen die bijzonder enanders zijn, passend bij het onderscheidende woonwerkmilieu. Denk hierbij aan een proeftuin van (nieuwe en) kleinschalige horecaconcepten,waarbij ingespeeld wordt op trends in eten en drinken. Bijvoorbeeld met lokale, gezonde, veilige en/of eerlijke producten.Ook het nieuwe poppodium kan een belangrijke spin-off hebben.• een hotel > 50 kamers in Maaswaard, hiervoor geldt een uitzondering op de hoofdlijn van het ruimtelijk beleid om eerst te onderzoekenof het inpasbaar is in de binnenstad. De ervaringen opgedaan in de ontwikkeling van de Maasboulevard leert dat voor <strong>Venlo</strong> een vestiginghier niet haalbaar is. Bereikbaarheid en parkeerruimte zijn belangrijke vestigingsvoorwaarden voor een hotelformule van >50 kamers. Eengoede en directe verbinding met het netwerk van vermaak in de binnenstad en het KazerneKwartier is echter wel essentieel.• stedelijke vormen van verblijfsrecreatie, zoals een stadscamping of camperparkeerplaats aan de Maas, door hier in beginsel ruimte voor tebieden rekening houdend met de eisen vanuit de hoogwaterbeveiliging.We willen voorkomen dat…• ondersteunende vermaaksfuncties op het KazerneKwartier, zoals restaurants en bars, zelfstandige functies worden, als gevolg van het nietrealiseren van een verbinding tussen binnenstad en het Kazerne Kwartier. Dit zal namelijk leiden tot concurrerende gebieden aan weerszijdenvan de Maas.• passende en vernieuwende vermaaksconcepten worden belemmerd door verouderde ruimtelijke kaders en plannen.• de woonkwaliteit in het rustige woonmilieu, Rosariumbuurt en omgeving, aangetast wordt door vermaaksfuncties in de directe omgeving.1 Met de ontwikkeling aan de Picardie lijkt hieraan invulling te worden gegeven.35


Wonen#2druk milieu#1luw milieurustig milieu#1A-stratenprioriteit woonprojectgeen woningbouwaccent studentenwonendivers woonwerkmilieuwonen boven winkelskansen watergericht wonen#236


5.4 WonenDoelstellingBehouden en versterken van de binnenstad en Maaswaard als een aantrekkelijk centrumstedelijk woonmilieu. Meer mensen moeten in de binnenstadwillen wonen, met name de doelgroep studenten. Dit draagt bij aan de levendigheid en het draagvlak voor voorzieningen in het centrum. Bovendienbiedt het stedelijk centrum een bijzondere woonomgeving, onderscheidend in de regio.basisambitieskansenWe zien het als een basisinspanning om…• de regie te voeren om met de markt de juiste woning, op de juiste plaats op het juiste moment aan te bieden, hierbij geldt:o Druk: wonen ondergeschikt aan stedelijke voorzieningen. In de A-straten alleen woningen op de verdieping, met name voor doelgroepen;starters, studenten en de ‘echte’ stedelingen.o Luw: wonen gelijk aan andere stedelijke voorzieningen. Op de verdieping, maar ook grondgebonden woningen voor bredere doelgroep.o Rustig: wonen primair - met name grondgebonden woningtypen - andere stedelijke functies zijn ondergeschikt. In dit gebied terughoudendomgaan met initiatieven voor functieverandering van woningen naar dienstverlening of onderwijs. Meerdere aaneengesloten pandenleiden tot ongewenste clustering.o Geen woningen in het Kazerne Kwartier.• de planvoorraad voor de woningbouw in balans te brengen en houden, op basis van het instrument Dynamische Woningbouwprogrammering:o Richtlijn is een bandbreedte van 45-55 nieuwbouwwoningen per jaar 1 .o Sturen op temporiseren en achtereenvolgens realiseren van appartementen. De tijdslijn wordt hiermee dynamisch en kan ook na 2020liggen.o Geen grote woningbouwlocaties meer toevoegen en Q4 en Maaswaard faseren op basis van opnamecapaciteit. Hierbij geldt de volgendeprioriteit:1. Q4 fase 1 en 2 hebben de hoogste prioriteit.2. Nieuwe appartementen temporiseren. De Maasboulevard en Q4 fase 2 moeten door de markt opgenomen kunnen worden.3. In onderlinge afstemming worden Maaswaard en Q4 fase 3 en 4 nader geprogrammeerd, waarbij marktkansen en toegevoegdewaarde aan de gebiedsontwikkeling leidend zijn.We nemen initiatief tot…• het sturen op een versterking van de diversiteit aan centrumstedelijke woonmilieus. Denk hierbij aan atelierwoningen, woonwerk- en woonzorgcombinaties,waarbij kleinschaligheid en particulier initiatief voorop staan. En ingespeeld wordt op de behoefte van gezinnen met kinderen.• het vergroten van de voorraad studentenwoningen samen met vastgoedeigenaren, corporaties en ontwikkelaars, gekoppeld aan de behoefte alsgevolg van de groei van het hoger onderwijs. Ruimtelijke focus ligt op de zuidrand van de binnenstad en het kernwinkelgebied. Een woonkwaliteitdie in veel steden niet aan studenten kan worden geboden.• het verder uitwerken van een gevarieerd woonwerkmilieu in Q4, door hiervoor programmatische ruimte te creëren in de nieuwbouw en hetverkopen van gemeentelijk vastgoed. Initiatiefnemers wordt ruimte geboden voor functiemenging op pandniveau – combinaties met ambacht,kleinschalige productie, atelier, kantoor aan huis e.d. – en het samenvoegen of splitsen van individuele panden.We willen kunnen anticiperen op…• kleinschalige herontwikkeling en hergebruik van bestaand vastgoed of het vullen van braakliggende kavels voor woningbouw in de binnenstad enMaaswaard, mits in afstemming met de Dynamische Woningbouwprogrammering. De opgangen naar bovenliggende woningen dienen bij dezeinitiatieven zoveel mogelijk in de winkelstraten te worden gesitueerd voor levendigheid na sluitingstijd.o Niet-benutte capaciteit:De verborgen capaciteit boven winkels en dienstverleners in het kernwinkelgebied beter benutten met de toenemende vraag van studentenen starters. ‘Wonen boven winkels’ is van iedereen, samenwerking door alle betrokkenen is noodzakelijk. Bovenal zijn nu de pandeigenarenaan zet.1 O.b.v. bestuurlijk ambitie: 300 wo./jaar in de gemeente <strong>Venlo</strong>. De gemiddelde woningbehoefte aan centrumstedelijke woonmilieus is landelijk circa 15%.37


o Transformatie leegstaande capaciteit:Kantoren en soortgelijk vastgoed in de binnenstad transformeren naar woningbouw – met name boven maaiveld - wordt positief benaderd.De opgang voor woningen ligt, tenzij fysiek echt niet mogelijk, in de winkelstraat.o Herontwikkeling bestaand vastgoed:In het geval van volledige herontwikkeling van bestaand vastgoed in het kernwinkelgebied (sloop-nieuwbouw) stimuleren om op deverdieping ook een woonprogramma te realiseren.o Braakliggende kavels:In principe medewerking verlenen aan het vullen van braakliggende kavels ten behoeve van kleinschalige woonprojecten.• vrijwillige programmawijziging van appartementen naar grondgebonden woningen, door hier in beginsel altijd medewerking verlenen.• initiatieven voor watergericht wonen, welke positief worden benaderd mits deze de ontwikkeling van vermaaks-, recreatie en/of natuurvoorzieningenaan de Maas niet frustreren.• de ontwikkeling van andere stedelijke voorzieningen als programma voor geplande bebouwing in Q4 fase 3 en Maaswaard, in plaats van (eendeel van) de geplande woningbouw.voorkomenWe willen voorkomen dat…• we bouwen voor de leegstand in het stedelijk centrum of elders in <strong>Venlo</strong>.• verder verval van panden optreedt door leegstand van verdiepingen in het kernwinkelgebied.• woonprojecten in het stedelijk centrum niet doorgaan of worden vertraagd, omdat ze afhankelijk worden gesteld van andere (woon)projectenbuiten het stedelijk centrum.• we nieuwe publieke- en/of privaatrechtelijke contracten aangaan, zonder onderbouwde marktvraag en/of realisatieafspraken gebonden aan tijd.• er woningbouw komt op het Kazerne Kwartier, zoals studentenwoningen.39


Dienstendruk milieuluw milieurustig milieuA-stratenwonen (primaire functie) +diensten ( 500 m²)vullen leegstaande ruimtesboven winkelsdivers woonwerkmilieubroedplaats starters &creatieve ondernemers40


5.5 DienstenDoelstellingDe dienstensector - commerciële en maatschappelijke dienstverlening - is relatief klein in het stedelijk centrum van <strong>Venlo</strong>. Door ruimte te biedenvoor zowel publieksgerichte als niet-publieksgerichte dienstverlening in het stedelijk centrum, willen we inspelen op de toenemende aantrekkelijkheidvan stations- en binnenstadslocaties voor (bepaalde) dienstverleners. De aanwezigheid van dienstverlening geeft een extra aanleiding om hetcentrum te bezoeken. Bovendien creëert het levendigheid en draagvlak voor voorzieningen. <strong>Venlo</strong> moet zowel in de historische binnenstad als rondde stationslocaties een aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden.basisambitieskansenvoorkomenWe zien het als een basisinspanning om…• de regie te voeren om de dienstensector in het stedelijk centrum vitaal te houden en te versterken:o In de binnenstad vestigt zich dienstverlening, mits ruimtelijk en bedrijfseconomisch inpasbaar. Dienstverlening landt bij voorkeur inhet drukke of luwe milieu:• In de A-straten in het drukke milieu is op maaiveld alleen publiekgerichte dienstverlening toegestaan.• In de overige straten in het drukke milieu én in het luwe milieu zijn alle vormen van dienstverlening toegestaan.• In het rustige milieu moet de woonfunctie dominant blijven. Daarom gaan we terughoudend om met transformatie van woningennaar dienstverlening. Publieke- en grootschalige dienstverlening (>500 m2 bvo) wordt in het rustige milieu niet toegestaan.o In Maaswaard vestigt zich grootschalige dienstverlening (richtlijn: >500 m2 bvo, waaronder ook bedrijfsverzamelgebouwen >500 m2).o Op het KazerneKwartier vestigt zich alleen grootschalige dienstverlening langs het spoor, nadat eerst de binnenstad en vervolgensMaaswaard zijn onderzocht op haalbaarheid.We nemen initiatief tot…• het vullen van leegstaande ruimtes, zoals kantoren en bovenverdiepingen. Dit krijgt prioriteit ten opzichte van nieuwbouw.• het realiseren van een kleinschalig woonwerkmilieu in Q4. Dit doen we door in de huidige en toekomstige planvorming te sturen op hetrealiseren van woonwerkconcepten.• de ontwikkeling van Maaswaard tot een bestuurlijk centrum en cluster van mediabedrijven, (grootschalige) zakelijke en maatschappelijkedienstverlening.We willen kunnen anticiperen op…• initiatieven in het stedelijk centrum voor diensten in de (private) zorgsector, bijvoorbeeld in combinatie met overnachtingen (zorghotel).• initiatieven voor startende- en creatieve ondernemingen (broedplaatsen) en ambachtelijke bedrijvigheid aan de Koninginnesingel-Prinsessesingel(zuidrand binnenstad) en Q4. Hieraan verlenen we in beginsel medewerking.We willen voorkomen dat…• een structurele leegstand van kantoorruimte in de binnenstad ontstaat als gevolg van nieuwe ontwikkelingen van kantoorruimtes, met negatievegevolgen voor de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit.• de beoogde kantoorontwikkelingen in Maaswaard (vastgesteld bestemmingsplan) en KazerneKwartier in de Lijn (vastgesteld bestemmingsplan)belemmerd worden in de voortgang door nieuwe kantoorontwikkelingen elders in de gemeente. De meerwaarde van diensterlening in het stedelijkcentrum is het combinatiebezoek aan andere voorzieningen gedurende en direct na werktijd.• in de A-straten de circuitvorming voor winkelen wordt verstoord door teveel transformatie van detailhandel naar niet-publieksgerichte diensten.41


Onderwijsvoorkeursgebied nieuwvestigingof verplaatsing hoger onderwijsalleen hoger onderwijs passendbinnen ‘Leisure & pleasure’ profielwel primair, particulier en internationaalonderwijs mogelijkgrens druk / luw(ter verduidelijking)MBO/HBO/UO op loopafstandvan treinstations42


5.6 OnderwijsOnderwijsontwikkelingen willen we zoveel mogelijk een plek geven in het stedelijk centrum. Een aantrekkelijk aanbod van hoger onderwijs in hetstedelijk centrum is een voorwaarde voor het binden van jonge en hoogopgeleide mensen aan de stad en regio. <strong>Venlo</strong> kan zo uitgroeien tot eenaantrekkelijke studentenstad, waar jongeren en studenten elkaar in het centrum ontmoeten en gebruik maken van de aanwezige voorzieningen.De actuele onderwijsinitiatieven bieden een unieke kans om wezenlijke functies aan het stedelijk centrum toe te voegen.basisambitieskansenvoorkomenWe zien het als een basisinspanning om….• ruimte te bieden voor primair onderwijs in (de directe omgeving van) de binnenstad als onderdeel van een aantrekkelijk woonmilieu voorgezinnen.• minimaal kunsteducatie en een bibliotheekfunctie in het stedelijk centrum te hebben.• de verschillende initiatieven voor hoger onderwijs op elkaar af te stemmen en de regie te voeren op de ruimtelijke positionering in het stedelijkcentrum:o De opleidingen vestigen zich bij voorkeur in de binnenstad. Op het KazerneKwartier kunnen alleen hoger onderwijs-opleidingen komendie passen bij het gebiedsprofiel ‘Leisure & Pleasure’ en een functionele relatie hebben met de hoofdfuncties in dat gebied.o Indien er sprake is van meerdere opleidingen willen we deze zodanig situeren dat er gezamenlijke voorzieningen (‘shared facilities’)gerealiseerd kunnen worden.o Bij de locatiekeuze houden we rekening met de toekomstige groei van de opleiding(en) en met de eventuele toekomstige vestiging vanandere kennisinstellingen en opleidingen in het stedelijk centrum.o Als er in de aanloop naar permanente onderwijsvoorzieningen tijdelijke onderwijsvoorzieningen benodigd zijn, streven we naarhuisvesting in bestaand vastgoed in de binnenstad. Bij voorkeur biedt deze locatie de mogelijkheid voor doorontwikkeling naar eenpermanente onderwijsvoorziening.We nemen initiatief tot…• overleg met onderwijspartners om de bibliotheekfunctie te verbreden met faciliteiten voor kennisuitwisseling en als ontmoetingspunt voorleerlingen en studenten voor het regionaal (MBO) en hoger onderwijs. Hierbij hoort ook gratis Wi-Fi.• het verkennen van de haalbaarheid van gratis Wi-Fi in het stedelijk centrum.We willen kunnen anticiperen op…• initiatieven voor regionaal onderwijs (MBO). De voorkeurslocatie is gelegen in de directe nabijheid van de treinstations <strong>Venlo</strong> of Blerick.• toekomstige initiatieven voor hoger onderwijs in aansluiting op de speerpunten van de regionale economie of in aansluiting op bestaandeopleidingen.• initiatieven in de nabijheid van hoger onderwijsvoorzieningen voor ondersteunende en gerelateerde voorzieningen, zoals ontmoetings- enbroedplaatsen, studie- en werkruimtes e.d.• initiatieven voor particulier en internationaal onderwijs (expats internationale bedrijven) in de binnenstad.We willen voorkomen dat…• nieuwe voorzieningen voor hoger en regionaal onderwijs buiten het stedelijk centrum gerealiseerd worden.• er een hoger-onderwijscampus ontstaat naar Amerikaans model met studentenhuisvesting, onderwijsruimte en aanvullendevermaaksvoorzieningen op één locatie, waardoor een introvert bolwerk ontstaat zonder relatie met de rest van de stad.• in het stedelijk centrum de mogelijkheid ontbreekt voor leerlingen en studenten om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen.43


Bereikbaarheid?PPPP?wandel en/of fietsbrug(indicatieve locatie)bestaande parkeergaragebestaande parkeerplaats(onderdeel plan Q4)Pnieuwe parkeergarage (2014)EPEmogelijke overlooplocatiestopdrukke dagen(bewaakte) fietsenstallingPPPEmogelijke locaties laadpuntelektrische fietsenhoofd-fietsroutewijziging hoofd-fietsroute(2012)Greenport Bikeway(tracé indicatief KazerneKwartier)veerpont voor lopers en fietsers(attractie)44


5.7 BereikbaarheidDoelstellingWe willen een vlot bereikbare en verkeersveilige binnenstad. Ook op de topdrukke dagen wil <strong>Venlo</strong> haar bezoekers op een soepele manierkunnen ontvangen. Hierbij blijft autobereikbaarheid voor <strong>Venlo</strong> erg belangrijk. We hebben de afgelopen periode veel geïnvesteerd in wegen enparkeervoorzieningen. Onze doelstelling is om de komende tijd de voorzieningen beter te benutten. Creatieve en betaalbare oplossingen zijnnoodzakelijk om op de piekmomenten de autobereikbaarheid te verbeteren.basisambitieskansenvoorkomenWe zien het als een basisinspanning om…• op reguliere en drukke dagen (door de week en zaterdag) te zorgen voor voldoende parkeermogelijkheden in en direct rond het centrum.• alle delen van het stedelijk centrum direct en aantrekkelijk met elkaar te verbinden. Om het KazerneKwartier goed te verbinden met de binnenstaden uitwisseling van parkeermogelijkheden, is een langzaam verkeersverbinding nodig die direct in het loopcircuit van de binnenstad aanlandt.• voldoende stallingsmogelijkheden voor fietsen en scooters te realiseren op meerdere plaatsen in de binnenstad. In ieder geval langs de hoofdroutesdoor de binnenstad (Maaskade–Oude Haven, en Nieuwstraat-Kerkstraat), waaronder de nieuwe stalling bij C&A en het poppodium.• logische en aantrekkelijke routes en bewegwijzering te realiseren, ook in de avond. Hierbij beschouwen we de treinstations, parkeergarages enfietsenstallingen als belangrijke (bron)punten.• tijdens bouwprojecten te zorgen voor duidelijke bewegwijzering voor automobilisten, fietsers en voetgangers.We nemen initiatief tot…• het opvangen van de parkeerpiek op de topdrukke dagen (de ‘Duitse dagen’). Dit willen we doen door tijdelijke parkeervoorzieningen nabijde binnenstad met een goede verbinding naar de binnenstad, te realiseren. Onder andere het spooremplacement en het KazerneKwartier zijngeschikt (te maken) voor een pilot op korte termijn. Hierbij is georganiseerd vervoer door derden naar de binnenstad een optie. Ook kleinere(tijdelijk) beschikbare locaties buiten het stedelijk centrum kunnen worden ingericht als tijdelijke parkeervoorziening.• het onderzoeken van de mogelijkheden om de parkeerpiek af te vlakken, door bezoekers te verleiden om de stad op een minder druk momentte bezoeken.• overleg met onze partners om, in aanvulling op het gerealiseerde parkeerverwijssysteem in het centrum, te komen tot een aantrekkelijk enlogisch verwijssysteem vanaf de snelweg naar het stedelijk centrum.• avond- en zondagopenstelling van één of meerdere parkeergarages in de binnenstad, zodat bezoekers uitgenodigd worden langer te blijven,tenminste tot 23.00 uur.• het onderzoeken van de mogelijkheden om de verbinding tussen Greenpark (‘kennistransfer’) en binnenstad (‘hoger onderwijs’) per fiets enopenbaar vervoer verder te verbeteren (als de hoger onderwijsontwikkelingen in het stedelijk centrum van de grond komen).• het verbeteren van de fietsbereikbaarheid van de binnenstad vanuit de omliggende kernen en (verblijfs)recreatiegebieden in de regio.• het realiseren van oplaadpunten voor elektrische fietsen en scooters. Hiermee willen we de binnenstad aantrekkelijker maken voor met name deregiobewoner en de toerist op de verblijfs-/recreatieparken.We willen kunnen anticiperen op…• initiatieven om een pontje over de Maas tussen KazerneKwartier en binnenstad te exploiteren, als aanvulling op de te realiseren loop- enfietsbrug, en als attractie op zichzelf.• initiatieven voor een nieuwe parkeergarage aan de noordrand van het stedelijk centrum, onder voorwaarde dat er sprake zal zijn van eeneenduidig parkeerregime voor de binnenstad, passend in het verkeerssysteem Goltziusstraat-Puteanusstraat en geen (co-)financiering vanuit degemeente.• initiatieven uit de markt voor stadsdistributie in de binnenstad.We willen voorkomen dat…• fietsenstallingen in de binnenstad niet tijdig worden gerealiseerd als gevolg van vertraging in het project waar de betreffende fietsenstallingonderdeel van is. Anno 2012 geldt dit voor het Vleesplein en Q4 fase 2.• we meer gebouwde voorzieningen voor autoparkeren realiseren, terwijl de huidige capaciteit niet optimaal wordt benut.• de autobereikbaarheid van het stedelijk centrum in het gedrang komt, door het vollopen van de as Burgemeester van Rijnsingel-Koninginnesingel.45


BelevingNolenspleinMaaskadestadsparkennieuw park (KazerneKwartier)Cultuurhistorische structuur(middeleeuwen)cultuurhistorische structuur(19e eeuw)cultuurhistorische structuur(30-er jaren)Cultuurhistorische structuur(Brugplan)Vleespleinbelangrijke poorten van debinnenstadnatuurlijke oeversverbeterpunten toegankelijkheidnatuurprioriteit verbeterenkwaliteit & belevinghalteplaats bussenkooptoeristenverbinden delen vanhet centrumaanlegplaatsen voorwatergebonden vermaakverbeteren aanlegplaatsriviercruisers46


5.8 BelevingDoelstellingHet stedelijk centrum moet nog winnen aan uitstraling en levendigheid, passend bij een middelgrote centrumstad. <strong>Venlo</strong> kan zich hierbij onderscheidendoor de kenmerkende kwaliteiten van het centrum beter te benutten. <strong>Venlo</strong> richt zich daarbij op de kwaliteit van de openbare ruimte, de Maasen de cultuurhistorie.De grootste kracht van de binnenstad is het compacte middeleeuwse stratenpatroon met haar vele historische panden. Deze kwaliteit willen we versterkendoor haar voor bezoekers meer zichtbaar te maken. Daarnaast willen we de belevingswaarde en de economische potentie van de Maas veelbeter benutten. Tot slot willen we dat in het centrum ervaren kan worden waar de regio <strong>Venlo</strong> goed in is: ‘vers en voedsel’ en de duurzaamheidsprincipesvan ‘Cradle-to-Cradle’.basisambitiesWe zien het als een basisinspanning om…• de beleving van routes, plekken, pleinen, poorten en de Maas door bezoekers en bewoners, in en door het stedelijk centrum, het vertrekpunt telaten zijn voor (her)inrichting van gebieden. Herkenbaarheid, leesbaarheid en uitnodigend zijn de basisingrediënten voor het ontwerp.• de regie te voeren op een verdere uitbouw van de esthetische kwaliteit van de openbare ruimte, zonder het functionele en duurzame aspectuit het oog te verliezen. Diversiteit in de verschijningsvorm van de openbare ruimte beschouwen we alleen als een meerwaarde als het de herkenbaarheidvan het geheel versterkt. De beleidsdocumenten op het gebied van openbare ruimte, reclame en welstand bevatten de concreteinspiratie- en toetsingskaders.• de esthetische kwaliteit en gebruiksmogelijkheden van de stadsparken – Julianapark, Rosarium, Nolenspark en Maaspark (vml. Kop van Weerd)– te behouden en uitvoering te geven aan de ontwikkeling van een nieuw stadspark in het KazerneKwartier. Parken, groen en beeldbepalendebomen leveren een belangrijke bijdrage aan de beleving en uitstraling van het centrum en zijn als zodanig een volwaardig belang.• de cultuurhistorische waarden die kenmerkend zijn voor <strong>Venlo</strong> te activeren en borgen, zowel boven- als ondergronds. Denk hierbij aan de historischestratenpatronen, monumenten, zichtlijnen, kleinschalige verkavelingsstructuur en waardevolle ensembles.We nemen initiatief tot…• het versterken van de routes tussen binnenstad, Maaswaard, KazerneKwartier én vanaf de ‘bronpunten’ in en om het centrum, zoals station enparkeergarages. De routes moeten herkenbaar, attractief en zo kort mogelijk zijn om een echte relatie aan te kunnen gaan.• het verbeteren van de toegang vanuit de binnenstad tot de weidse natuur op de oevers van de Maas door:o In te zetten op een directe toegang tot de Raaijweide vanaf de nieuwe wandel-/fietsroute tussen binnenstad en het KazerneKwartier.o In te zetten op het verzachten van de barrièrewerking van de Maaskade voor het betreden van de oevers in noordelijke richting. Bijde herontwikkeling van Q4 wordt hierop ingespeeld met de ontwikkeling van een recreatieve zone. Uiteraard zonder te tornen aan dehoogwaterbeveiliging.• het maximaal inzetten op ‘behoud van cultuurhistorie door ontwikkeling’ bij nieuwe initiatieven (ookwel ‘economisch laden’). Hiertoe willen wede rijke historie van <strong>Venlo</strong> als vestingstad, (Middeleeuwse) handelsstad en de monumenten zichtbaar en beleefbaar maken, door:o Bijvoorbeeld de oude poorten en ondergrondse vestingswerken zichtbaar te maken of te ‘markeren’ in de openbare ruimte.o Maar ook de pakhuizen aan de gatsen en stegen, de ondergrondse kelders en gevels te behouden en beleefbaar te maken.o Het stimuleren van (semi-)publieke functies in monumentale gebouwen, ter versterking van de beleving en vergroting van deoattractiewaarde.Het op nemen van verwijzingen naar de voormalige functie van een gebied in de openbare ruimte, bijvoorbeeld een verwijzing naar deoude havenfunctie in het Maaspark op de Kop van Weerd.• het verbeteren van een aantal gebieden in het stedelijk centrum samen met de vastgoedeigenaren en ontwikkelaars. Gebieden die in de huidigestaat afbreuk doen aan de kwaliteit van het centrum als geheel. Hierbij hebben deelgebieden, vaak ook poorten tot de binnenstad, prioriteit:Vleesplein:oooInzetten op transformatie van fietsverkeersader en ‘functieloze’ verblijfsruimte naar een aantrekkelijke poort. De nieuwe fietskelder zalde poortfunctie versterken, mits de uitgang voor voetgangers aan het Vleesplein is.Essentieel is het behoud van een sterke publiekstrekker in de detailhandel – zie thema ‘winkelen’.Ter versterking van het gebied is een breder profiel van functies noodzakelijk, aansluitend op het perspectief op de gehele zuidrand47


van de binnenstad, zie thema’s ‘vermaak’ en ‘diensten’.o Inzetten op een verbetering van de verblijfskwaliteit door een passende inrichting, die aansluit op de poortfunctie en het verbredeprofiel van het gebied.Maaskade:o De Maaskade herinrichten als boulevard en verblijfsgebied. Hierbij inzetten op beleving van de Maas en het toegankelijk makenvan de oevers van de Maas vanaf de kade. De Lage Loswal herinrichten als recreatieve zone met een stadsstrand en een plek voorkleinschalige evenementen. De hoogwaterbeveiliging heeft bij de inrichting echter de hoogste prioriteit en is onderdeel van deontwerpopgave.o Het verbeteren van de aanlegvoorzieningen voor riviercruisers met een directe entree naar de hoger gelegen Maaskade.o Het betreedbaar maken van de oever in noordelijke richting en het positioneren van een publiekstrekker op de aanlegsteiger nabij hetWilhelminapark is essentieel om de loop op de kade te versterken.o Aan watergerichte vermaaksfuncties wordt ruimte geboden door in te spelen op kwaliteit van de ligging aan de Maas – zie thema‘vermaak’.o De parkeerstalling voor bussen met Duitse kooptoeristen omvormen naar een halteplaats zonder stalling, in combinatie metaantrekkelijke wachtruimtes. De huidige parkeerplaats ontneemt het zicht op de Maas en verzwakt de uitstraling van de toekomstigeboulevard.Nolensplein:o Verbeteren van de ruimtelijke samenhang tussen het park en het plein.o Bij de herontwikkeling van de noordzijde van plein – Q4 fase 3 – functies toevoegen, die de levendigheid buiten winkel- en markttijdenvergroten en de intimiteit van het plein versterken.• het stimuleren van de beleving van de thema’s ‘vers en voedsel’ en ‘cradle-to-cradle’ bij het winkelen, in de horeca en de (semi)-openbare ruimtesen gebouwen. Onderdeel hiervan is het aantrekken van een ‘Vers & Voedsel’-winkelaanbod – zie ook thema ‘winkelen’ – maar ook kansenbieden voor lokale voedselproductie.kansenvoorkomenWe willen kunnen anticiperen op…• initiatieven die (tijdelijk) groen op braakliggende of in onbruik geraakte terreinen willen realiseren en initiatieven voor het openbaar toegankelijkmaken van stadstuinen.• initiatieven voor ‘privaat’ stedelijk groen, bijvoorbeeld gevel- en daktuinen. Niet alleen ter versterking van de uitstraling, maar vooral voor hetverduurzamen van de stedelijke omgeving – zoals het zuiveren water en lucht, dempen van geluid e.d.• initiatieven voor het realiseren van ‘attracties’ in de openbare ruimte, in het bijzonder waar het de potentie van de regionale economie laat zien.Naar het voorbeeld van de glazen panelen van de Stadsbrug.• initiatieven om de potentie van de Maas economisch beter te benutten, door in beginsel ruimte te bieden aan ‘vaste’ aanlegplaatsen voor vermaak,zoals een restaurantboot, of hotelboot. De huidige aanlegsteiger aan de noordzijde van het centrum kan hiervoor worden ingezet.• een versterking van het Julianapark en het Maaspark door in principe medewerking te verlenen aan kleinschalige kioskvoorzieningen. De parkenkunnen zich dan ook doorontwikkelen tot échte stadsparken.• de ontwikkeling van een jachthaven in of direct tegen het stedelijk centrum, mits ruimtelijk en nautisch inpasbaar en de bestaande jachthavenplaats moet maken voor economische activiteiten. Zowel de beleving ‘bootjes kijken’ als de bijdrage van een jachthaven aan het draagvlak voorvoorzieningen in de stad zijn hierbij van belang.We willen voorkomen dat…• ruimtelijke ontwikkelingen het kleinschalige, compacte en cultuurhistorische karakter van de binnenstad verstoren.• te weinig aandacht wordt besteed aan meer recente, waardevolle architectuur en ensembles, zoals wederopbouwarchitectuur.• de economische en esthetische potentie van het stedelijk centrum aan de Maas niet worden benut. Maar weinig steden in Nederland liggen opdeze fraaie wijze aan het water.• de openbare ruimte achteruitgaat als gevolg van leegstand van winkel- en horecapanden.• het areaal park en beeldbepalende bomen in de binnenstad afneemt, de toename van de woonfunctie zal de behoefte aan openbaar groen doentoenemen.• toeristische routes verstoord worden door te weinig aandacht voor bewegwijzering tijdens langdurige bouwprojecten.49


ABijlageHoofdlijnen analyse per themaIn onderstaande kaarten zijn per thema de belangrijkste aandachtspuntenvoor het stedelijk centrum weergegeven. Hoe groter het symbool,des te meer partners en burgers het aandachtspunt signaleren.De zeven thema’s zijn: winkelen, vermaak, wonen, onderwijs, diensten,bereikbaarheid en beleving. Waarin de thema’s bereikbaarheid en belevingten diensten staan van de overige thema’s. Tot vermaak worden allevormen van horeca, culturele instellingen en meer commercieel vermaakgerekend, zoals een bioscoop of een casino. Tot slot wordt onder dienstenzowel maatschappelijk als commerciële dienstverlening verstaan, maarook kleinschalige werkvormen met een zeer beperkte milieuhinder en tecombineren met het wonen.De bijgevoegde beelden zijn sfeerbeelden bij het thema en verbeeldenniet de nevenstaande aandachtspunten.Winkelenmatige kwaliteit & verliesdetailhandelsfunctieconcurrerendwinkelprogrammabinnenstadafname behoeftewinkelruimtein de nabijetoekomstwinkelkarakteronder druk doornachthorecabehoudpubliekstrekkermatige kwaliteit& verliesdetailhandelsfunctie


Vermaakvermaak richtzich nauwelijksop de Maasaanvullenop de binnenstad,niet concurrerenconcentratienachthorecaParadeverbindingen tussendeelgebieden nietoptimaalbeperktediversiteit horeca&ontbrekenessentiëlevermaaksvoorzieningenWonente veel appartementenwoonprogramma Q4behoud rustig& bijzonderwoonmilieuRosariumveel leegstandboven winkels inkernwinkelgebiedleegstand,verouderinG &onzekerperspectiefte veel appartementenwoonprogrammaMaaswaard


Dienstentoenemende drukdiensten opwoonmilieuveel ruimtevoor dienstenin plannenweinig dienstverleningop de verdieping inkernwinkelgebiedleegstandverouderdekantorenveel ruimtevoor dienstenin plannenOnderwijsmatch tussenleegstaande panden en(tijdelijke) behoefteonderwijsruimten ?hoger onderwijs hier tenkoste van een locatie in debinnenstadblijvende behoefteontmoetingsruimte voorkennis delen & uitwisselenloopafstand beperkentussen station en onderwijs


Bereikbaarheidonaantrekkelijkelooproutesvanuit parkeerplekparkeerdruk opdrukke dagenaan de noordrandversusoverige capaciteitonvoldoende benutNiet (tijdig) realiserenvan wandel- en/offietsbrug tussenbinnenstad enKazerne Kwartierverder uitstelnieuwefietsenstallingenonaantrekkelijkelooproutesvanuitparkeerplekparkeerdruk optopdrukke dagenversusbouwen parkeergaragevoor ‘leegstand’verder uitstelnieuwefietsenstallingenbeperktemilieukundigeverkeerscapaciteitBelevingeconomische enesthetische potentieMaas onbenutlatenzeer matigekwaliteitMaaskade,fase 3 Q4nog ver wegmatige kwaliteitNolenspleinom Kazerne Kwartier tebeleven als onderdeelvan stedelijke centrumis een directe verbindingnodigbetreedbaarheidnatuur op deoeversverstoring, kleinschalige &historische contextparkruimteopofferen voorparkerenzeer matigekwaliteitVleespleinweinig aandachtwederopbouwarchitectuur


ColofonUitgave<strong>Gemeente</strong> <strong>Venlo</strong>Postbus 34345902 RK <strong>Venlo</strong>14 077www.venlo.nlTeksten en kaarten<strong>Gemeente</strong> <strong>Venlo</strong>Afdeling Ruimtelijke OntwikkelingMaarten LenisJeroen van de VenFotografieJeroen van de Ven<strong>Venlo</strong>, april 2012Vastgesteld door de Raad op 23 mei 2012.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!