Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ... Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
1. Inleiding1.1 Voorgeschiedenis strategisch beleidNadat het academisch ziekenhuis (AZU-WKZ) en de faculteit geneeskunde(MFU) samen zijn gegaan in het UMC Utrecht heeft de Raad van Bestuur, innauw overleg met de belanghebbende inspraakorganen, gewerkt aan hetuitzetten van de strategische koers.Dit heeft geleid tot de in 1999 uitgebrachte nota “Vernieuwing als opdracht– de strategisch koers van het UMC Utrecht 2000-2005”. Hierin zijn demissie en de strategie voor de periode tot 2005 vastgelegd.In 2000 is de nota “Durven Kiezen” uitgebracht. Hierin stond beschrevenhoe de middelen verdeeld zouden worden om de missie te bereiken. Tegelijkertijdis de organisatiestructuur van het UMC Utrecht onder de loepgenomen. Dit heeft in 2001 geleid tot de nota “B&O” waarin de decentralebesturingsfilosofie werd geïntroduceerd. Nu was duidelijk wat er gedaanmoest worden en wie dat ging doen. De vele organisatorische veranderingenen de nieuwe, decentrale werkwijze hadden echter tot gevolg dat er behoefteontstond aan gemeenschappelijke waarden die de identiteit van het UMCUtrecht als geheel verwoordden. In 2002 zijn de drie kernwaarden geïntroduceerd:grenzen verleggen, zorgen voor mensen, kennis delen. Met deze kernwaardenals basis is in datzelfde jaar begonnen aan het cultuurprogrammamet als doel de gemeenschappelijke waarden in de gehele organisatie om tezetten in daarbij passend gedrag.Dit advies is een onderdeel van de laatste fase van het bovenbeschrevenproces. Het beoogt op een van de onderdelen van de missie, het bieden vanhoogwaardige patiëntgerichte en steeds vanuit de patiënt gedachte zorg, degemeenschappelijke waarden te verwoorden en aan te geven hoe dezekunnen worden omgezet in gedrag.1.2 Voorgeschiedenis kwaliteitsbeleidIn het AZU en het WKZ, later het UMC Utrecht, zijn de afgelopen jarenverschillende gedachten geweest over hoe een optimale kwaliteit van zorgkan worden bereikt. Een van de factoren die hierbij een rol speelde was devraag of het kwaliteitsbeleid centraal of juist decentraal moest wordenaangestuurd.Halverwege de jaren negentig is er besloten om een centrale aanpak teproberen. Er werd een ruim budget vrijgemaakt en daarmee werd een TotalQuality Management Systeem opgezet. Dit hield onder meer in dat hetkwaliteitsbeleid gestuurd werd via een centraal gemanaged corporatie modelwaarbij één centrale kwaliteitsfunctionaris nauw samenwerkte met veledecentrale kwaliteitsmedewerkers. Eind jaren negentig stopte het UMCPatiëntveiligheid, de rol van de bestuurder 347
Utrecht met deze werkwijze. Dit was het gevolg van verschillen in opvattingenover de werkzaamheid van deze aanpak en werd versneld door dedrastische bezuinigingen die in die tijd noodzakelijk waren. Het kwaliteitsbeleidwerd weer een decentrale aangelegenheid en door de vele veranderingendie toen in het UMC Utrecht speelden is het kwaliteitsbeleid als centraalthema enigszins op de achtergrond geraakt.Maar de inzet binnen het UMC Utrecht om hoogwaardige kwaliteit van zorgte leveren is onverminderd blijven bestaan. Daarnaast neemt de maatschappelijkeaandacht voor (meetbare) kwaliteit in de gezondheidszorg toe enverhoogt de Inspectie voor de Gezondheidszorg de druk om hieraan mee tewerken. De Inspectie wil dat de zorginstellingen meetbare parameters voorkwaliteit ontwikkelen zodat zij beter kan controleren of de in 1996 ingevoerdeKwaliteitswet zorginstellingen door hen wordt nageleefd.1.3 Waarom patiëntveiligheid?Er was geen helder beeld van wat de rol van “centraal” moest zijn op hetgebied van kwaliteitsbeleid en –management. Het UMC Utrecht heeft zichdaarom gewend tot het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO.Eind 2002 heeft het CBO interviews gehouden bij alle divisies om de verschillendemeningen en wensen met betrekking tot het kwaliteitsbeleid inkaart te brengen. In oktober 2002 heeft het CBO naar aanleiding hiervan hetrapport “evaluatie en toekomstperspectief kwaliteitsbeleid 2002 UMCU”uitgebracht. Hierin werd o.a. geconcludeerd dat de meeste divisies enerzijdseen benadering gebaseerd op decentrale verantwoordelijkheid voorstonden,maar dat zij anderzijds behoefte hadden aan een gemeenschappelijk kaderen “leiderschap” ten aanzien van kwaliteit. Tevens werd de wens uitgesprokenom een structurele advies- en/of samenwerkingsrelatie aan te gaan meteen deskundige op dit gebied. Patiëntveiligheid werd in het rapport genoemdals mogelijk centraal en verbindend thema. Dit kwam overeen met signalenuit het huis, waarin gesuggereerd werd dat patiëntveiligheid een goedeparameter zou kunnen zijn voor de kwaliteit van onze patiëntenzorg.Tijdens de najaarsconferentie 2002 bleek er een breed draagvlak te zijn voorhet onderwerp patiëntveiligheid en een duidelijke behoefte te bestaan om dittot een leidend strategisch thema te maken. Uit de discussies kwam hetgevoel naar voren dat er belangrijke verbeteringen in de patiëntenzorgkunnen worden bereikt door patiëntveiligheid als onderwerp van actie temaken. De groeiende maatschappelijke belangstelling voor veiligheid in dezorg versterkte dit intrinsieke gevoel en benadrukte dat de tijd rijp was omspecifieke aandacht te besteden aan patiëntveiligheid. Eind november 2002heeft de Raad van Bestuur als antwoord hierop het besluit genomen tot het348Appendix A
- Page 297 and 298: Tabel 1: Voorbeelden van de wijze w
- Page 299 and 300: Tabel 3: Theoretische noties met be
- Page 301 and 302: MIP SIRE SAFERVrijwilligheid vandee
- Page 303 and 304: MIP SIRE SAFERDe verplichting totde
- Page 305 and 306: MIP SIRE SAFERRuimte voorverschille
- Page 307 and 308: Tabel 4: Empirische bevindingen die
- Page 309 and 310: van het proces wel inhoudelijk te v
- Page 311 and 312: Zo konden de professionals zich erv
- Page 313 and 314: Inbreng van professionals leidde to
- Page 315 and 316: werd bedreigd. Het moest voor manag
- Page 317 and 318: - De deelnemers hadden een exit-opt
- Page 319 and 320: nemen of dat er een beslissing werd
- Page 321 and 322: sten af te ronden, omdat dit van he
- Page 323 and 324: meerdere strategieën genoemd die w
- Page 325 and 326: etrekking tot patiëntveiligheid, v
- Page 327 and 328: van de medewerkers die een SIRE had
- Page 329 and 330: - Initiatiefnemer is bij voorbaat v
- Page 331 and 332: 3 SamenvattingDit onderzoek richt z
- Page 333 and 334: alleen in de juiste onderlinge verh
- Page 335 and 336: 4 BeschouwingInleidingIn de vorige
- Page 337 and 338: ken die aan onveiligheid bijdroegen
- Page 339 and 340: Nuancering van de rol van processtu
- Page 341 and 342: de uitkomsten van dit onderzoek gen
- Page 343 and 344: • In dit onderzoek is gebleken da
- Page 346 and 347: Appendix AReferentiesSamenvattingSu
- Page 350 and 351: instellen van een Kerncommissie Pat
- Page 352 and 353: 2.4 UitwerkingEr moet één centraa
- Page 354 and 355: - Patiënten Service/ klachtenburea
- Page 356 and 357: Haar taken zijn:1 Het gevraagd en o
- Page 358 and 359: maatschappij kunnen behouden zonder
- Page 360 and 361: 6 Samenstelling Kerncommissie Pati
- Page 362 and 363: - Billings CE. The NASA Aviation Sa
- Page 364 and 365: - Evans RG, Cardiff K, Sheps S. Hig
- Page 366 and 367: - Linkin DR, Sausman C, Santos L, L
- Page 368 and 369: - Stolper E, van Bokhoven M, Houben
- Page 370 and 371: - Zwart DLM, van Rensen ELJ, Verhei
- Page 372 and 373: 3 Prescriptief- Hoe kunnen de uitko
- Page 374 and 375: en dus veilige, zorg te organiseren
- Page 376 and 377: Elke casus bestond uit een aantal o
- Page 378 and 379: ling op de bestaande theorie over p
- Page 380 and 381: - Inbreng;(alle betrokkenen moeten
- Page 382 and 383: 3 Prescriptive- How can the results
- Page 384 and 385: Side-effects of professionalismThe
- Page 386 and 387: - Root Cause Analysis (RCA), a meth
- Page 388 and 389: ing networks, writing reports) so t
- Page 390 and 391: Dankwoord- Allereerst wil ik mij pr
- Page 392 and 393: - De levenshouding die ertoe geleid
- Page 394 and 395: PublicatielijstPublicaties - boeken
- Page 396: Patiëntveiligheid, de rol van de b
1. Inleiding1.1 Voorgeschie<strong>de</strong>nis strategisch beleidNadat het aca<strong>de</strong>misch ziekenhuis (AZU-WKZ) en <strong>de</strong> faculteit geneeskun<strong>de</strong>(MFU) samen zijn gegaan in het UMC Utrecht heeft <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Bestuur, innauw overleg met <strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong> inspraakorganen, gewerkt aan hetuitzetten <strong>van</strong> <strong>de</strong> strategische koers.Dit heeft geleid tot <strong>de</strong> in 1999 uitgebrachte nota “Vernieuwing als opdracht– <strong>de</strong> strategisch koers <strong>van</strong> het UMC Utrecht 2000-2005”. Hierin zijn <strong>de</strong>missie en <strong>de</strong> strategie voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot 2005 vastgelegd.In 2000 is <strong>de</strong> nota “Durven Kiezen” uitgebracht. Hierin stond beschrevenhoe <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len ver<strong>de</strong>eld zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> missie te bereiken. Tegelijkertijdis <strong>de</strong> organisatiestructuur <strong>van</strong> het UMC Utrecht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loepgenomen. Dit heeft in 2001 geleid tot <strong>de</strong> nota “B&O” waarin <strong>de</strong> <strong>de</strong>centralebesturingsfilosofie werd geïntroduceerd. Nu was dui<strong>de</strong>lijk wat er gedaanmoest wor<strong>de</strong>n en wie dat ging doen. De vele organisatorische veran<strong>de</strong>ringenen <strong>de</strong> nieuwe, <strong>de</strong>centrale werkwijze had<strong>de</strong>n echter tot gevolg dat er behoefteontstond aan gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit <strong>van</strong> het UMCUtrecht als geheel verwoord<strong>de</strong>n. In 2002 zijn <strong>de</strong> drie kernwaar<strong>de</strong>n geïntroduceerd:grenzen verleggen, <strong>zorg</strong>en voor mensen, kennis <strong>de</strong>len. Met <strong>de</strong>ze kernwaar<strong>de</strong>nals basis is in datzelf<strong>de</strong> jaar begonnen aan het cultuurprogrammamet als doel <strong>de</strong> gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gehele organisatie om tezetten in daarbij passend gedrag.Dit advies is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> laatste fase <strong>van</strong> het bovenbeschrevenproces. Het beoogt op een <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> missie, het bie<strong>de</strong>n <strong>van</strong>hoogwaardige patiëntgerichte en steeds <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> patiënt gedachte <strong>zorg</strong>, <strong>de</strong>gemeenschappelijke waar<strong>de</strong>n te verwoor<strong>de</strong>n en aan te geven hoe <strong>de</strong>zekunnen wor<strong>de</strong>n omgezet in gedrag.1.2 Voorgeschie<strong>de</strong>nis kwaliteitsbeleidIn het AZU en het WKZ, later het UMC Utrecht, zijn <strong>de</strong> afgelopen jarenverschillen<strong>de</strong> gedachten geweest over hoe een optimale kwaliteit <strong>van</strong> <strong>zorg</strong>kan wor<strong>de</strong>n bereikt. Een <strong>van</strong> <strong>de</strong> factoren die hierbij een <strong>rol</strong> speel<strong>de</strong> was <strong>de</strong>vraag of het kwaliteitsbeleid centraal of juist <strong>de</strong>centraal moest wor<strong>de</strong>naangestuurd.Halverwege <strong>de</strong> jaren negentig is er besloten om een centrale aanpak teproberen. Er werd een ruim budget vrijgemaakt en daarmee werd een TotalQuality Management Systeem opgezet. Dit hield on<strong>de</strong>r meer in dat hetkwaliteitsbeleid gestuurd werd via een centraal gemanaged corporatie mo<strong>de</strong>lwaarbij één centrale kwaliteitsfunctionaris nauw samenwerkte met vele<strong>de</strong>centrale kwaliteitsme<strong>de</strong>werkers. Eind jaren negentig stopte het UMCPatiëntveiligheid, <strong>de</strong> <strong>rol</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r 347