Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ... Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
4 DE DOORWERKING VAN SAFERDe uitvoering van SAFERNa de pilot SAFER, in 2004, zijn in de periode 2005-2006 in 10 van de 12divisies totaal 9 SAFER’s uitgevoerd (zie kader). Zes hiervan werden begeleiddoor een onderzoeker vanuit de TU Eindhoven, één door een staflid van deRaad van Bestuur en één door een huisarts die wetenschappelijk onderzoekdeed naar patiëntveiligheid in de eerste lijn. Tegelijkertijd werden er ookSAFER’s uitgevoerd in de MAASTRO Clinics, als onderdeel van een gezamenlijkonderzoek naar SAFER.SAFER’s in het UMC Utrecht in de periode 2004-2006• Toediening van vincristine op afdeling kinderoncologie• Patiënt met heupfractuur, van SEH tot incisie op OK• Toediening van bloedproducten• Fixatie van onrustige patiënten• Cardiale patiënt van SEH naar HCK of CCU• Gebruik van een Medicatie Infusie Pomp• Dieetvoeding bij kinderen met metabole ziekten• Plaatsen van Perifer Inserted Central Catheter (PICC)• Communicatie van onverwachte nevenbevindingen door radiologie• Herhaalmedicatie in de 1 e lijnDe SAFER starten ging niet vanzelfDe brief van de Raad van Bestuur aan de divisies dat zij een top 3 moestensamenstellen en een SAFER moesten doen leidde niet automatisch in alledivisies tot actie. Sommige divisies hadden wat meer aansporing nodig omhun drie meest risicovolle zorgprocessen te benoemen. Het bezoek dat decoördinator patiëntveiligheid aansluitend aan de divisie MT’s bracht zetteextra druk om het punt bij hen op de agenda te krijgen en om een geschiktzorgproces voor SAFER te vinden en te kiezen. In dit gesprek kwamen ook despelregels van SAFER aan de orde, zoals de afspraak dat het divisie MT uiteindelijkautonoom kon beslissen welke aanbevelingen zij al of niet over zoudennemen. Bij de meeste divisies werd de potentiële meerwaarde van SAFER welgezien en lukte het om de professionals zelf risicovolle zorgprocessen telaten benoemen. Zoals eerder gesteld was het benoemen van een risicovolzorgproces vaak nieuw. Zij hadden nog nooit zo expliciet besproken welkePatiëntveiligheid, de rol van de bestuurder 263
zorgprocessen binnen hun divisie een grote kans hadden op het veroorzakenvan incidenten. Wellicht heeft het geholpen dat er gevraagd werd om de drie“meest risicovolle” zorgprocessen te benoemen. Deze vraagstelling dwingttot vergelijken waardoor er naar de zorgprocessen gekeken werd vanuit devraag of het ene zorgproces meer risico’s had dan een ander zorgproces. Dievraag kan alleen beantwoord worden door eerst te benoemen wat diegeneverstaat onder “risico”. Dit leidt tot een toename van de zichtbaarheid vanrisico’s bij die persoon.Onwetend blijven was geen optieEen eventuele prikkel om onwetend te blijven werd overstemd door de drukvanuit de Raad van Bestuur om een SAFER uit te voeren. Een divisie moesterg goede argumenten hebben om geen SAFER uit te voeren. Slechts ééndivisie had dergelijke argumenten.Twee divisies rondden geen SAFER afEr waren twee divisies waarbij geen SAFER werd afgerond, divisie A en B.Divisie A voerde maar een beperkt aantal klinische processen uit. Fouten indeze processen zouden grote gevolgen kunnen hebben voor de patiënten. Ditwas bekend en gedurende de jaren waren de processen steeds veiligergemaakt en geborgd. Slechts een beperkt aantal medewerkers speelde eenrol in de processen. Deze medewerkers hadden jarenlange ervaring enwaren zeer goed op elkaar ingespeeld. Alle afwijkingen in procesgang ofuitkomst werden al jaren aantoonbaar bijgehouden en besproken. In overlegmet de betrokken professionals werd daarom besloten dat een SAFER voordeze divisie geen meerwaarde zou hebben.Bij divisie B was het onderwerp voor de SAFER snel bepaald maar het luktehet divisiemanagement niet om binnen de gestelde tijd een team samen testellen. Hierdoor was het niet meer mogelijk om deze SAFER vanuit hetproject patiëntveiligheid te begeleiden. Toen het team was samengesteldkreeg een medewerker van divisie B een uitgebreide toelichting op dewerkwijze van SAFER, alsook een instructieboekje. De coördinator patiëntveiligheidbood aan om hem tussendoor te helpen bij vragen of problemen. Pasmaanden later werd bij de divisieleiding en het project patiëntveiligheidbekend dat deze SAFER na de eerste bijeenkomst was gestopt. Het team,inclusief de begeleider, had gedurende de eerste bijeenkomst besloten dat hette onderzoeken zorgproces (perioperatief antistollingsbeleid) nauwelijksleidde tot incidenten en dat het uitvoeren van een SAFER daarom zinloos zouzijn. Het is onwaarschijnlijk dat voor de teamleden, klinisch werkzame264Hoofdstuk 8 | Scenario Analyse van Faalwijzen, Effecten en Risico’s (SAFER)
- Page 213 and 214: dat ze de centrale ondersteuning er
- Page 215 and 216: 2 Informatie ordenenDe onderzoeker
- Page 217 and 218: Het omgaan met de aanbevelingenHet
- Page 219 and 220: Bestuur kon professionals niet dwin
- Page 221 and 222: In april 2007 kwam de eerste editie
- Page 223 and 224: esloot dat zij zouden adviseren om
- Page 225 and 226: vonden. De meeste medewerkers gaven
- Page 227 and 228: Structuur rapportage gaf ruimte voo
- Page 229 and 230: De aandacht voor incidentanalyse is
- Page 231 and 232: Belemmerende factorenDe methode wor
- Page 233 and 234: Elk deeltraject kende een eigen pro
- Page 235 and 236: Kerncommissie, de MIP, de SIRE onde
- Page 237 and 238: Deelname was veiligBescherming van
- Page 239 and 240: prikkelend voor de deelnemers en ve
- Page 241 and 242: Noten bij hoofdstuk 71 | Bagian JP,
- Page 244 and 245: 8Hoofdstuk 8Scenario Analyse vanFaa
- Page 246 and 247: Bij de ontwikkeling van het project
- Page 248 and 249: 2 WAAROM HET INGEWIKKELD ISInleidin
- Page 250 and 251: apport krijgt kan zich verplicht vo
- Page 252 and 253: of dat ze onhaalbaar zijn (bijvoorb
- Page 254 and 255: werk zo goed mogelijk doen maar er
- Page 256 and 257: eigen professie onder controle kunn
- Page 258 and 259: ief”, het officiële document waa
- Page 260 and 261: de uitvoerbaarheid van een SAFER. B
- Page 262 and 263: Vooraf werd erkend dat het effect v
- Page 266 and 267: professionals die dagelijks te make
- Page 268 and 269: weerstanden tegen SAFER en de forse
- Page 270 and 271: Het groepsproces voorkwam dat er te
- Page 272 and 273: fessionals van verschillende discip
- Page 274 and 275: Tijdens de evaluatie bleek dat het
- Page 276 and 277: Tabel 1: Gebruikte strategieën om
- Page 278 and 279: Invoering vond plaats in deeltrajec
- Page 280 and 281: SAFER teamleden werden gestimuleerd
- Page 282 and 283: Besluitvorming tijdens deelprocesse
- Page 284 and 285: de Raad van Bestuur. Doordat SAFER
- Page 286 and 287: desondanks tot uitkomsten te komen
- Page 288 and 289: teveel naar zijn eigen hand zou zet
- Page 290: Noten bij hoofdstuk 81 | DeRosier J
- Page 293 and 294: 1 DE STRATEGIEËN DIE BIJ DE DRIE C
- Page 295 and 296: om de ambiguïteit of de variëteit
- Page 297 and 298: Tabel 1: Voorbeelden van de wijze w
- Page 299 and 300: Tabel 3: Theoretische noties met be
- Page 301 and 302: MIP SIRE SAFERVrijwilligheid vandee
- Page 303 and 304: MIP SIRE SAFERDe verplichting totde
- Page 305 and 306: MIP SIRE SAFERRuimte voorverschille
- Page 307 and 308: Tabel 4: Empirische bevindingen die
- Page 309 and 310: van het proces wel inhoudelijk te v
- Page 311 and 312: Zo konden de professionals zich erv
- Page 313 and 314: Inbreng van professionals leidde to
<strong>zorg</strong>processen binnen hun divisie een grote kans had<strong>de</strong>n op het veroorzaken<strong>van</strong> inci<strong>de</strong>nten. Wellicht heeft het geholpen dat er gevraagd werd om <strong>de</strong> drie“meest risicovolle” <strong>zorg</strong>processen te benoemen. Deze vraagstelling dwingttot vergelijken waardoor er naar <strong>de</strong> <strong>zorg</strong>processen gekeken werd <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>vraag of het ene <strong>zorg</strong>proces meer risico’s had dan een an<strong>de</strong>r <strong>zorg</strong>proces. Dievraag kan alleen beantwoord wor<strong>de</strong>n door eerst te benoemen wat diegeneverstaat on<strong>de</strong>r “risico”. Dit leidt tot een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> zichtbaarheid <strong>van</strong>risico’s bij die persoon.Onwetend blijven was geen optieEen eventuele prikkel om onwetend te blijven werd overstemd door <strong>de</strong> druk<strong>van</strong>uit <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Bestuur om een SAFER uit te voeren. Een divisie moesterg goe<strong>de</strong> argumenten hebben om geen SAFER uit te voeren. Slechts ééndivisie had <strong>de</strong>rgelijke argumenten.Twee divisies rond<strong>de</strong>n geen SAFER afEr waren twee divisies waarbij geen SAFER werd afgerond, divisie A en B.Divisie A voer<strong>de</strong> maar een beperkt aantal klinische processen uit. Fouten in<strong>de</strong>ze processen zou<strong>de</strong>n grote gevolgen kunnen hebben voor <strong>de</strong> patiënten. Ditwas bekend en geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> jaren waren <strong>de</strong> processen steeds veiligergemaakt en geborgd. Slechts een beperkt aantal me<strong>de</strong>werkers speel<strong>de</strong> een<strong>rol</strong> in <strong>de</strong> processen. Deze me<strong>de</strong>werkers had<strong>de</strong>n jarenlange ervaring enwaren zeer goed op elkaar ingespeeld. Alle afwijkingen in procesgang ofuitkomst wer<strong>de</strong>n al jaren aantoonbaar bijgehou<strong>de</strong>n en besproken. In overlegmet <strong>de</strong> betrokken professionals werd daarom besloten dat een SAFER voor<strong>de</strong>ze divisie geen meerwaar<strong>de</strong> zou hebben.Bij divisie B was het on<strong>de</strong>rwerp voor <strong>de</strong> SAFER snel bepaald maar het luktehet divisiemanagement niet om binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> tijd een team samen testellen. Hierdoor was het niet meer mogelijk om <strong>de</strong>ze SAFER <strong>van</strong>uit hetproject patiëntveiligheid te begelei<strong>de</strong>n. Toen het team was samengesteldkreeg een me<strong>de</strong>werker <strong>van</strong> divisie B een uitgebrei<strong>de</strong> toelichting op <strong>de</strong>werkwijze <strong>van</strong> SAFER, alsook een instructieboekje. De coördinator patiëntveiligheidbood aan om hem tussendoor te helpen bij vragen of problemen. Pasmaan<strong>de</strong>n later werd bij <strong>de</strong> divisieleiding en het project patiëntveiligheidbekend dat <strong>de</strong>ze SAFER na <strong>de</strong> eerste bijeenkomst was gestopt. Het team,inclusief <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>r, had geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste bijeenkomst besloten dat hette on<strong>de</strong>rzoeken <strong>zorg</strong>proces (perioperatief antistollingsbeleid) nauwelijksleid<strong>de</strong> tot inci<strong>de</strong>nten en dat het uitvoeren <strong>van</strong> een SAFER daarom zinloos zouzijn. Het is onwaarschijnlijk dat voor <strong>de</strong> teamle<strong>de</strong>n, klinisch werkzame264Hoofdstuk 8 | Scenario Analyse <strong>van</strong> Faalwijzen, Effecten en Risico’s (SAFER)