Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ... Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
ken. Vaak leidde dit ertoe dat de SIRE onderzoekers nog iets dieper moestengraven met behulp van nader onderzoek. Wanneer de coördinator patiëntveiligheiden de SIRE onderzoekers meenden dat het rapport af was werd hetgestuurd naar de MIP. Deze beoordeelde ook het rapport en lette er metname op dat de aanbevelingen haalbaar waren en bijdroegen aan de veiligheid.Pas wanneer zowel het Dagelijks Bestuur als de Plenaire Vergaderingvan de MIP akkoord waren werd het rapport door de MIP naar de betreffendeleidinggevende verstuurd. Door deze werkwijze was er ruime gelegenheidom het conceptrapport vanuit diverse perspectieven te beoordelen. De MIPrealiseerde zich dat SIRE geen exacte wetenschap was en dat het onmogelijkzou zijn om een SIRE 100% objectief uit te voeren. De onbetrouwbaarheidvan het geheugen van medewerkers die bij het incident betrokken waren enhet onbewust betrekken van het perspectief van de SIRE onderzoeker zelfzouden de uitkomst kunnen beïnvloeden. Door de MIP ook naar het rapportte laten kijken nam de kans af dat het rapport teveel vanuit één perspectiefzou zijn geschreven en nam de kans toe dat de uitkomsten voor het managementacceptabel zouden zijn.SIRE onderzoekers waren vrij om suggesties MIP te negerenDe MIP wijzigde nooit de inhoud van een rapport maar suggereerde indienzij dat wenste de SIRE onderzoekers om bepaalde aanpassingen te maken. DeSIRE onderzoekers waren vrij om de suggesties van de MIP naast zich neer teleggen want zij behielden het “intellectuele eigendom” van hun rapport.Indien de MIP toch iets meer nadruk zou willen leggen op bepaalde aanbevelingenof vreesde dat er teveel aanbevelingen in het rapport stonden, kon deMIP in een brief toelichten welke aanbevelingen volgens haar de belangrijkstewaren. De MIP stuurde de brief samen met het SIRE rapport naar hetbetreffende divisiemanagement.SIRE onderzoekers maakten rapport, maar MIP was eindverantwoordelijkOmdat het de MIP was, niet de SIRE onderzoekers, die het definitieve SIRErapport naar de divisieleiding stuurde, werden de reacties op het rapport ookaan de MIP gericht. Het SIRE rapport was hierdoor niet het werk van de SIREonderzoekers maar een officieel document afkomstig van de MIP. Hierdoorwerden de SIRE onderzoekers enigszins beschermd tegen eventueel persoonlijkkritiek op de inhoud van het rapport en kon het rapport niet wordenafgeschoten door de SIRE onderzoekers te diskwalificeren.Na het indienen van het definitieve SIRE rapport waren de SIRE onderzoekersklaar. Zij waren niet verantwoordelijk voor de implementatie van de aanbevelingen.Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder 215
Het omgaan met de aanbevelingenHet rapport werd voorgelegd aan het managementIndien de MIP opdrachtgever van de SIRE was, stuurde de MIP het SIRErapport met een toelichtende brief aan het management team (MT) van debetrokken divisie. Het MT werd gevraagd om binnen 6 weken schriftelijk telaten weten of zij de aanbevelingen uit het rapport overnamen. Het MT wasvrij om aanbevelingen naast zich neer te leggen, maar moest dit dan welbeargumenteren. Indien het MT zou weigeren om mee te werken of tereageren, zou de MIP verplicht zijn dit te melden bij de Raad van Bestuur.Het rapport zou voor het MT niet als een verassing komen omdat zij voorafgaandaan de SIRE al geïnformeerd was over het op handen zijnde onderzoek.In sommige gevallen waren zij, of andere relevante leidinggevenden,tijdens het SIRE onderzoek al benaderd met de vraag of bepaalde aanbevelingenuitvoerbaar zouden zijn.Het SIRE rapport was vertrouwelijkEr zijn geen maatregelen genomen om de vergrote kwetsbaarheid van deorganisatie ten gevolge van SIRE te beperken. De Raad van Bestuur gingervan uit dat het feit dat er zorgvuldige analyses werden gedaan van incidentenpositief zou uitwerken voor het imago van de organisatie en dat ditopwoog tegen het eventuele risico voortkomend uit het zichtbaar maken vande feilbaarheid. De Raad van Bestuur vond wel dat SIRE rapporten nietopenbaar mochten worden gemaakt en alleen aan direct betrokkenenmochten worden gegeven. Ook was er twijfel binnen de Raad van Bestuur ofeen SIRE rapport aan betrokken patiënten moest worden gegeven. Eenargument hiertegen was dat het rapport interne bedrijfsprocessen beschreefen het niet nodig was dat de patiënt hier kennis van nam. Ook de Inspectievoor de Gezondheidszorg (IGZ) kreeg de SIRE rapporten niet te zien. In diegevallen waarbij de IGZ geïnformeerd moest worden, bijvoorbeeld omdat ersprake was van een calamiteit, werd er na afronding van de SIRE een briefopgesteld aan de IGZ waarin de belangrijkste punten en de aanbevelingen uithet SIRE rapport werden overgenomen. Net als de SIRE rapporten zelf, warentoelichtingen aan de IGZ altijd geanonimiseerd.De evaluatie van het SIRE traject en het vastleggen van de procedurerondom SIREIn de brief aan het divisie MT die elk SIRE rapport begeleidde, werd het MTuitgenodigd om eventuele aanmerkingen op het SIRE proces kenbaar temaken. Bij de invoering van SIRE werd afgesproken dat de methode na twee216Hoofdstuk 7 | Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie (SIRE)
- Page 166 and 167: had ongeveer 60 afdelingen en het z
- Page 168 and 169: veilig meldsysteem geen afbreuk doe
- Page 170 and 171: het functioneren van de MIP en daar
- Page 172 and 173: meldingen door artsen toenam. Een a
- Page 174 and 175: Vragenlijst zette aan tot denkenVoo
- Page 176 and 177: Bemensing en herkenbaarheid MIPMIP
- Page 178 and 179: Begrippenkader kerncommissie:Veilig
- Page 180 and 181: het bestraffen van de betrokken med
- Page 182 and 183: Tabel 3: Gebruikte strategieën om
- Page 184 and 185: Belemmerende factorenAls voorbeeldf
- Page 186 and 187: van de MIP commissie aan het woord
- Page 188 and 189: leiding vrijheidsgraden waardoor de
- Page 190 and 191: Gevoel van urgentie op niveau melde
- Page 192 and 193: edelijk termijn tot een uitkomst te
- Page 194 and 195: Noten bij hoofdstuk 61 | UMC Utrech
- Page 196: Patiëntveiligheid, de rol van de b
- Page 199 and 200: 1 INLEIDINGToelichting hoofdstukIn
- Page 201 and 202: kunnen leiden tot schade. Ook kunne
- Page 203 and 204: eigen handelen en heeft dit niet in
- Page 205 and 206: patiënt gaf zelf niet aan dat dit
- Page 207 and 208: groep om bacteriële infecties te v
- Page 209 and 210: 3 DE IMPLEMENTATIE VAN SIREDe imple
- Page 211 and 212: medisch specialist, 7 verpleegkundi
- Page 213 and 214: dat ze de centrale ondersteuning er
- Page 215: 2 Informatie ordenenDe onderzoeker
- Page 219 and 220: Bestuur kon professionals niet dwin
- Page 221 and 222: In april 2007 kwam de eerste editie
- Page 223 and 224: esloot dat zij zouden adviseren om
- Page 225 and 226: vonden. De meeste medewerkers gaven
- Page 227 and 228: Structuur rapportage gaf ruimte voo
- Page 229 and 230: De aandacht voor incidentanalyse is
- Page 231 and 232: Belemmerende factorenDe methode wor
- Page 233 and 234: Elk deeltraject kende een eigen pro
- Page 235 and 236: Kerncommissie, de MIP, de SIRE onde
- Page 237 and 238: Deelname was veiligBescherming van
- Page 239 and 240: prikkelend voor de deelnemers en ve
- Page 241 and 242: Noten bij hoofdstuk 71 | Bagian JP,
- Page 244 and 245: 8Hoofdstuk 8Scenario Analyse vanFaa
- Page 246 and 247: Bij de ontwikkeling van het project
- Page 248 and 249: 2 WAAROM HET INGEWIKKELD ISInleidin
- Page 250 and 251: apport krijgt kan zich verplicht vo
- Page 252 and 253: of dat ze onhaalbaar zijn (bijvoorb
- Page 254 and 255: werk zo goed mogelijk doen maar er
- Page 256 and 257: eigen professie onder controle kunn
- Page 258 and 259: ief”, het officiële document waa
- Page 260 and 261: de uitvoerbaarheid van een SAFER. B
- Page 262 and 263: Vooraf werd erkend dat het effect v
- Page 264 and 265: 4 DE DOORWERKING VAN SAFERDe uitvoe
ken. Vaak leid<strong>de</strong> dit ertoe dat <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers nog iets dieper moestengraven met behulp <strong>van</strong> na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek. Wanneer <strong>de</strong> coördinator patiëntveilighei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers meen<strong>de</strong>n dat het rapport af was werd hetgestuurd naar <strong>de</strong> MIP. Deze beoor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> ook het rapport en lette er metname op dat <strong>de</strong> aanbevelingen haalbaar waren en bijdroegen aan <strong>de</strong> veiligheid.Pas wanneer zowel het Dagelijks Bestuur als <strong>de</strong> Plenaire Verga<strong>de</strong>ring<strong>van</strong> <strong>de</strong> MIP akkoord waren werd het rapport door <strong>de</strong> MIP naar <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong>leidinggeven<strong>de</strong> verstuurd. Door <strong>de</strong>ze werkwijze was er ruime gelegenheidom het conceptrapport <strong>van</strong>uit diverse perspectieven te beoor<strong>de</strong>len. De MIPrealiseer<strong>de</strong> zich dat SIRE geen exacte wetenschap was en dat het onmogelijkzou zijn om een SIRE 100% objectief uit te voeren. De onbetrouwbaarheid<strong>van</strong> het geheugen <strong>van</strong> me<strong>de</strong>werkers die bij het inci<strong>de</strong>nt betrokken waren enhet onbewust betrekken <strong>van</strong> het perspectief <strong>van</strong> <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoeker zelfzou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitkomst kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. Door <strong>de</strong> MIP ook naar het rapportte laten kijken nam <strong>de</strong> kans af dat het rapport teveel <strong>van</strong>uit één perspectiefzou zijn geschreven en nam <strong>de</strong> kans toe dat <strong>de</strong> uitkomsten voor het managementacceptabel zou<strong>de</strong>n zijn.SIRE on<strong>de</strong>rzoekers waren vrij om suggesties MIP te negerenDe MIP wijzig<strong>de</strong> nooit <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> een rapport maar suggereer<strong>de</strong> indienzij dat wenste <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers om bepaal<strong>de</strong> aanpassingen te maken. DeSIRE on<strong>de</strong>rzoekers waren vrij om <strong>de</strong> suggesties <strong>van</strong> <strong>de</strong> MIP naast zich neer teleggen want zij behiel<strong>de</strong>n het “intellectuele eigendom” <strong>van</strong> hun rapport.Indien <strong>de</strong> MIP toch iets meer nadruk zou willen leggen op bepaal<strong>de</strong> aanbevelingenof vrees<strong>de</strong> dat er teveel aanbevelingen in het rapport ston<strong>de</strong>n, kon <strong>de</strong>MIP in een brief toelichten welke aanbevelingen volgens haar <strong>de</strong> belangrijkstewaren. De MIP stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong> brief samen met het SIRE rapport naar hetbetreffen<strong>de</strong> divisiemanagement.SIRE on<strong>de</strong>rzoekers maakten rapport, maar MIP was eindverantwoor<strong>de</strong>lijkOmdat het <strong>de</strong> MIP was, niet <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers, die het <strong>de</strong>finitieve SIRErapport naar <strong>de</strong> divisieleiding stuur<strong>de</strong>, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> reacties op het rapport ookaan <strong>de</strong> MIP gericht. Het SIRE rapport was hierdoor niet het werk <strong>van</strong> <strong>de</strong> SIREon<strong>de</strong>rzoekers maar een officieel document afkomstig <strong>van</strong> <strong>de</strong> MIP. Hierdoorwer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers enigszins beschermd tegen eventueel persoonlijkkritiek op <strong>de</strong> inhoud <strong>van</strong> het rapport en kon het rapport niet wor<strong>de</strong>nafgeschoten door <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekers te diskwalificeren.Na het indienen <strong>van</strong> het <strong>de</strong>finitieve SIRE rapport waren <strong>de</strong> SIRE on<strong>de</strong>rzoekersklaar. Zij waren niet verantwoor<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanbevelingen.Patiëntveiligheid, <strong>de</strong> <strong>rol</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r 215