Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ... Rapport Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder - Veilige zorg ...
aan de MIP de melder ontslaat van verdere verantwoordelijkheid. Zo kan hetgebeuren dat een medewerker, om welke reden dan ook, een probleem “overde schutting” gooit, door het aan de MIP te melden en er vervolgens zelfniets meer mee doet.Het melden van een incident heeft iets tegennatuurlijksIncident melden is zinloos, omslachtig en onveiligDe indruk bestond binnen het UMC Utrecht dat de onderrapportage metname te wijten was aan drie oorzaken: men vond het zinloos om te meldenwant er gebeurde toch niets mee, men vond het omslachtig om te melden(het kost teveel tijd), of men was bang dat melden negatieve gevolgen voor demelder kon hebben. Deze drie factoren werden in 1995 ook in Amerikaansonderzoek genoemd als oorzaken van onderrapportage. Vanuit het perspectiefvan de melder kunnen dit drie valide redenen zijn om een incident niette melden.56Melden is bedreigendDe MIP functioneert bij gratie van de medewerkers die incidenten aan deMIP melden. Incidenten vinden het vaakst plaats op de meest kwetsbaredelen van het proces. Een van de meest kwetsbare delen is de directe interactietussen zorgverlener en patiënt omdat er dan vaak geen barrières meerzijn om te voorkomen dat fouten leiden tot een incident. Dit deel van hetproces vormt echter ook de kern van het professioneel handelen. Hier eenmelding over maken betekent dat men moet melden dat men zelf een foutheeft gemaakt, of dat een collega een fout heeft gemaakt. Het eerste ismoeilijk omdat dat zelfreflectie vereist, het lef om zich kwetsbaar op testellen maar ook inzicht dat het delen van de ervaring nuttig is. Het tweedewordt vaak gezien als “klikken”.Angst voor juridische gevolgenDe angst voor juridische gevolgen kan ook een rol spelen bij de keuze omeen incident niet te melden. In een kleine steekproef in 2007 van 20 medischspecialisten binnen het UMC Utrecht, bleek 50% te denken datopenheid over incidenten negatieve juridische gevolgen kon hebben. Het iseen hardnekkig misverstand dat openheid niet mag van de schadeverzekeraar,en dat openheid de kans op claims door patiënten vergroot. Dat komtdeels door de polisvoorwaarden van aansprakelijkheidsverzekeraars. In 2003luidde een standaardvoorwaarde uit de polis als volgt: “De verzekerde isverplicht (...) zich te onthouden van iedere erkenning van schuld of aanspra-Patiëntveiligheid, de rol van de bestuurder 155
789, 10, 11, 121314kelijkheid en in het algemeen van alles, wat de belangen van de verzekeringsmaatschappijkan benadelen.” In februari 2003 verklaarde de voorzittervan het regionale tuchtcollege Amsterdam dat door de polisvoorwaarden vande verzekeraars artsen ook in tuchtprocedures niet het achterste van huntong laten zien.Openheid wordt echter geassocieerd met minder rechtzaken en uit diversepublicaties komt naar voren dat openheid juist juridische gevolgen kanhelpen voorkomen.Bovendien is de zorgverlener door de WGBO wettelijkverplicht om alles aan de patiënt te vertellen wat invloed heeft op zijngezondheidstoestand. Desondanks blijft er, vooral bij medici, een angst datopenheid over fouten negatieve juridische gevolgen kan hebben.Melden is pijnlijkEen (ernstig) incident in de zorg roept bij de betrokkenen emoties op. Hoeernstiger de gevolgen (hadden kunnen zijn), hoe heftiger die gevoelens.Zorgverleners schrikken van het gebeurde, vrezen de gevolgen voor depatiënt, zijn bang voor de consequenties voor zichzelf en tegelijk voelen zijzich onzeker over hun eigen kunnen. Vaak zijn zij boos op zichzelf of opanderen die het incident hadden kunnen (helpen) voorkomen. Direct betrokkenenvoelen zich doorgaans sterk verantwoordelijk en zelfs schuldig ofworden door anderen daarvoor aangezien. Achteraf is het vaak eenvoudig teconcluderen dat anders handelen het incident had kunnen voorkomen.Schuld en schaamtegevoelens beïnvloeden de oordeelsvorming en de wijzewaarop het incident besproken kan worden. Degene die het overkomen is,zal het waarschijnlijk nooit meer overkomen. Hij zal waar mogelijk maatregelentreffen om in toekomstige vergelijkbare situaties niet meer dezelfdefout te maken. Vaak komt dit neer op “beter opletten” en legt hij de schuldvan het incident bij zichzelf en zijn eigen onoplettendheid. Het is nogal watom van iemand te verwachten dat hij in zo’n situatie de rust neemt om hetgebeuren op papier te zetten en dat toe te vertrouwen aan een commissiewaarvan hij de leden mogelijk niet eens kent. Uit onderzoek van huisartsDorien Zwart naar incidentmelden in de eerste lijn blijkt dat incidenten diezich voordoen binnen de kern van het medisch domein, zoals in een diagnostischof therapeutisch proces, meestal niet gemeld worden. Toch isinzicht in alle typen incidenten noodzakelijk om als organisatie te leren vanfouten en zijn deze meldingen essentieel voor het adequaat functioneren vande MIP. Als organisatie is het van belang om te weten welke omstandighedeneraan hebben bijgedragen dat de betrokken een rol kon spelen bij hetontstaan van het incident. Met deze kennis kunnen aanpassingen worden156Hoofdstuk 6 | Meldingscommissie Incidenten Patiëntenzorg (MIP)
- Page 105 and 106: 1 patiëntveiligheid, PROFESSIONALS
- Page 107 and 108: 23De Nederlandse gezondheidszorg be
- Page 109 and 110: 6789het stellen van de juiste diagn
- Page 111 and 112: 12… maakt aansturing noodzakelijk
- Page 113 and 114: 151617, 18Professionele habitat…
- Page 115 and 116: 3 “KWALITEIT VAN ZORG” ALS VOOR
- Page 117 and 118: 252627- effectief zijn;- efficiënt
- Page 119 and 120: 2829Kwaliteit wordt bepaald vanuit
- Page 121 and 122: overtuiging: De patiënt kan het va
- Page 123 and 124: 31noodzaak tot kostenbeheersing. In
- Page 125 and 126: 32Tabel 2: Ongestructureerde proble
- Page 127 and 128: 37kan echter op een andere plek onw
- Page 129 and 130: Projectmatige sturing leidt bij ong
- Page 131 and 132: nals. Er is binnen deze samenwerkin
- Page 133 and 134: aansturingsvormen maken het de orga
- Page 135 and 136: Tabel 3: Het toepassen van sturings
- Page 137 and 138: 5657InhoudEen risico van bovenstaan
- Page 139 and 140: Zowel inhoudelijke, hiërarchische
- Page 141 and 142: met de belemmeringen die het aanstu
- Page 143 and 144: 19 | Bruijn H de. Managers en profe
- Page 146 and 147: 6Hoofdstuk 6MeldingscommissieIncide
- Page 148 and 149: De werkwijze van de MIP verschilt t
- Page 150 and 151: ander zegt: “maar dat wás helema
- Page 152 and 153: echter niet haalbaar. Wanneer een m
- Page 154 and 155: alle parkeerplaatsen voor medewerke
- Page 158 and 159: ingevoerd waardoor een ander niet e
- Page 160 and 161: woorden. De leidinggevenden hebben
- Page 162 and 163: eerste melder de correspondentie va
- Page 164 and 165: domeinnamen met het woord “patië
- Page 166 and 167: had ongeveer 60 afdelingen en het z
- Page 168 and 169: veilig meldsysteem geen afbreuk doe
- Page 170 and 171: het functioneren van de MIP en daar
- Page 172 and 173: meldingen door artsen toenam. Een a
- Page 174 and 175: Vragenlijst zette aan tot denkenVoo
- Page 176 and 177: Bemensing en herkenbaarheid MIPMIP
- Page 178 and 179: Begrippenkader kerncommissie:Veilig
- Page 180 and 181: het bestraffen van de betrokken med
- Page 182 and 183: Tabel 3: Gebruikte strategieën om
- Page 184 and 185: Belemmerende factorenAls voorbeeldf
- Page 186 and 187: van de MIP commissie aan het woord
- Page 188 and 189: leiding vrijheidsgraden waardoor de
- Page 190 and 191: Gevoel van urgentie op niveau melde
- Page 192 and 193: edelijk termijn tot een uitkomst te
- Page 194 and 195: Noten bij hoofdstuk 61 | UMC Utrech
- Page 196: Patiëntveiligheid, de rol van de b
- Page 199 and 200: 1 INLEIDINGToelichting hoofdstukIn
- Page 201 and 202: kunnen leiden tot schade. Ook kunne
- Page 203 and 204: eigen handelen en heeft dit niet in
- Page 205 and 206: patiënt gaf zelf niet aan dat dit
789, 10, 11, 121314kelijkheid en in het algemeen <strong>van</strong> alles, wat <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzekeringsmaatschappijkan bena<strong>de</strong>len.” In februari 2003 verklaar<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorzitter<strong>van</strong> het regionale tuchtcollege Amsterdam dat door <strong>de</strong> polisvoorwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong><strong>de</strong> verzekeraars artsen ook in tuchtprocedures niet het achterste <strong>van</strong> huntong laten zien.Openheid wordt echter geassocieerd met min<strong>de</strong>r rechtzaken en uit diversepublicaties komt naar voren dat openheid juist juridische gevolgen kanhelpen voorkomen.Bovendien is <strong>de</strong> <strong>zorg</strong>verlener door <strong>de</strong> WGBO wettelijkverplicht om alles aan <strong>de</strong> patiënt te vertellen wat invloed heeft op zijngezondheidstoestand. Desondanks blijft er, vooral bij medici, een angst datopenheid over fouten negatieve juridische gevolgen kan hebben.Mel<strong>de</strong>n is pijnlijkEen (ernstig) inci<strong>de</strong>nt in <strong>de</strong> <strong>zorg</strong> roept bij <strong>de</strong> betrokkenen emoties op. Hoeernstiger <strong>de</strong> gevolgen (had<strong>de</strong>n kunnen zijn), hoe heftiger die gevoelens.Zorgverleners schrikken <strong>van</strong> het gebeur<strong>de</strong>, vrezen <strong>de</strong> gevolgen voor <strong>de</strong>patiënt, zijn bang voor <strong>de</strong> consequenties voor zichzelf en tegelijk voelen zijzich onzeker over hun eigen kunnen. Vaak zijn zij boos op zichzelf of opan<strong>de</strong>ren die het inci<strong>de</strong>nt had<strong>de</strong>n kunnen (helpen) voorkomen. Direct betrokkenenvoelen zich doorgaans sterk verantwoor<strong>de</strong>lijk en zelfs schuldig ofwor<strong>de</strong>n door an<strong>de</strong>ren daarvoor aangezien. Achteraf is het vaak eenvoudig teconclu<strong>de</strong>ren dat an<strong>de</strong>rs han<strong>de</strong>len het inci<strong>de</strong>nt had kunnen voorkomen.Schuld en schaamtegevoelens beïnvloe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsvorming en <strong>de</strong> wijzewaarop het inci<strong>de</strong>nt besproken kan wor<strong>de</strong>n. Degene die het overkomen is,zal het waarschijnlijk nooit meer overkomen. Hij zal waar mogelijk maatregelentreffen om in toekomstige vergelijkbare situaties niet meer <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>fout te maken. Vaak komt dit neer op “beter opletten” en legt hij <strong>de</strong> schuld<strong>van</strong> het inci<strong>de</strong>nt bij zichzelf en zijn eigen onoplettendheid. Het is nogal watom <strong>van</strong> iemand te verwachten dat hij in zo’n situatie <strong>de</strong> rust neemt om hetgebeuren op papier te zetten en dat toe te vertrouwen aan een commissiewaar<strong>van</strong> hij <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n mogelijk niet eens kent. Uit on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> huisartsDorien Zwart naar inci<strong>de</strong>ntmel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> eerste lijn blijkt dat inci<strong>de</strong>nten diezich voordoen binnen <strong>de</strong> kern <strong>van</strong> het medisch domein, zoals in een diagnostischof therapeutisch proces, meestal niet gemeld wor<strong>de</strong>n. Toch isinzicht in alle typen inci<strong>de</strong>nten noodzakelijk om als organisatie te leren <strong>van</strong>fouten en zijn <strong>de</strong>ze meldingen essentieel voor het a<strong>de</strong>quaat functioneren <strong>van</strong><strong>de</strong> MIP. Als organisatie is het <strong>van</strong> belang om te weten welke omstandighe<strong>de</strong>neraan hebben bijgedragen dat <strong>de</strong> betrokken een <strong>rol</strong> kon spelen bij hetontstaan <strong>van</strong> het inci<strong>de</strong>nt. Met <strong>de</strong>ze kennis kunnen aanpassingen wor<strong>de</strong>n156Hoofdstuk 6 | Meldingscommissie Inci<strong>de</strong>nten Patiënten<strong>zorg</strong> (MIP)