11.07.2015 Views

Agressieregulatie door vaktherapieën in de forensische ... - KenVaK

Agressieregulatie door vaktherapieën in de forensische ... - KenVaK

Agressieregulatie door vaktherapieën in de forensische ... - KenVaK

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Agressieregulatie</strong><strong>door</strong> <strong>vaktherapieën</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>forensische</strong>psychiatrieHenk Smeijsters


DANKWOORDMet dank aan <strong>de</strong> vaktherapeuten die aan dit on<strong>de</strong>rzoek hebben meegewerkt:− Sonja Aalbers (muziektherapeute, voorheen GGZ Drenthe)− Maria Astleithner (stagiaire danstherapie, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken BedburgHau)− Julie Kil (danstherapeute, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau)− Jasper <strong>de</strong> Klerk (psychomotorisch therapeut, Groot Batelaar)− Veronika Nowakowski (beel<strong>de</strong>nd therapeute, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>ikenBedburg Hau)− Barry Reijs (psychomotorisch therapeut, voorheen Groot Batelaar)− Marianne Steijnis (beel<strong>de</strong>nd therapeute, GGZ Drenthe)− Gemmy Willemars (beel<strong>de</strong>nd therapeute, voorheen Groot Batelaar).Met dank aan <strong>de</strong> personen die voorafgaand, tij<strong>de</strong>ns of na het on<strong>de</strong>rzoekadvies hebben gegeven en/of zijn geïnterviewd:− Couzijn Evers (tot mei 2007 manager Poli en Deeltijdkl<strong>in</strong>iek GrootBatelaar)− Drs. Sanne van Haaren (GZ psychologe, <strong>in</strong>taker, diagnosticus enbehan<strong>de</strong>laar Groot Batelaar)− Richard von Hoch (psychiater, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau)− Drs. Ruud Hornsveld (kl<strong>in</strong>isch psycholoog/on<strong>de</strong>rzoeker, FPI DeKijvelan<strong>de</strong>n en− Radboud Universiteit Nijmegen)− Richard van <strong>de</strong> Kamp (sociotherapeut, Groot Batelaar)− Renate Molak (psychologe, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau)− Prof.dr. Chijs van Nieuwenhuizen (coörd<strong>in</strong>ator behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g enon<strong>de</strong>rzoek, GGZ E<strong>in</strong>dhoven en <strong>de</strong> Kempen)− Maria Portner-Pieper (psychologe, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau)− Drs. Marije <strong>de</strong> Vos (on<strong>de</strong>rzoeker en coörd<strong>in</strong>ator Schema FocusedTherapy studie, FPC De Rooyse Wissel)− Dr. Mart<strong>in</strong> Wenzel (Chefarzt, Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau)1


− Drs. Ingrid Westerdijk (behan<strong>de</strong>lcoörd<strong>in</strong>ator polikl<strong>in</strong>iek Groot Batelaar)− Yvonne Westerveld (beel<strong>de</strong>nd therapeute TBS Kl<strong>in</strong>iek VeldzichtBalkbrug)− alle an<strong>de</strong>re professionals die voor en tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rzoek feedbackhebben gegeven.Met dank aan <strong>de</strong> psychologen, sociotherapeuten, verpleegkundigen enan<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars / begelei<strong>de</strong>rs die schriftelijk data hebben aangeleverd.Met dank aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die dit on<strong>de</strong>rzoek mogelijk gemaakt enf<strong>in</strong>ancieel on<strong>de</strong>rsteund hebben:− GGZ Drenthe− Groot Batelaar− Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau.2


INHOUDPag<strong>in</strong>aInleid<strong>in</strong>g ........................................................................................ 5Hoofdstuk 1 Literatuuron<strong>de</strong>rzoek...................................................................... 7Hoofdstuk 2 Rationale voor <strong>vaktherapieën</strong> ..................................................... 12Hoofdstuk 3 Probleemgebied agressie............................................................. 15Hoofdstuk 4 Respon<strong>de</strong>nten.............................................................................. 17Hoofdstuk 5 Vraagstell<strong>in</strong>g............................................................................... 19Hoofdstuk 6 On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>.................................................................... 20Hoofdstuk 7 Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r...................................................................... 26Hoofdstuk 8 Resultaten.................................................................................... 29Cliënt 1 Muziektherapie met een jongeman veroor<strong>de</strong>eldvoor auto-<strong>in</strong>braken ...................................................... 30Cliënt 2 Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie met een meisje met eenonverwerkt trauma....................................................... 32Cliënt 3 Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie met een man die zijn <strong>de</strong>lictniet wil voelen ............................................................. 37Cliënt 4 Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie en psychomotorische therapiemet een heftige cliënt met stemm<strong>in</strong>gswissel<strong>in</strong>gen...... 41Cliënt 5 Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met eencliënte die bepaalt wat op TV komt ............................ 45Cliënt 6 Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met eenonzekere cliënte met een kort lontje............................ 49Cliënt 7 Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met eenverwar<strong>de</strong> cliënte die op <strong>de</strong> vlucht slaat ....................... 55Cliënt 8 Psychomotorische therapie met een doem<strong>de</strong>nkerdie eigenlijk vrolijk is.................................................. 57Hoofdstuk 9 Cross-analyse .............................................................................. 63Hoofdstuk 10 Discussie ..................................................................................... 66Hoofdstuk 11 De auteur..................................................................................... 72Hoofdstuk 12 Literatuur..................................................................................... 73Bijlage Items procesverslagen en change <strong>in</strong>terviews.............................. 813


INLEIDINGVanaf 2000 v<strong>in</strong>dt, geïnitieerd <strong>door</strong> <strong>de</strong> GGZ E<strong>in</strong>dhoven en <strong>de</strong> Kempenon<strong>de</strong>rzoek naar <strong>vaktherapieën</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie plaats. Gestartwerd met het beschrijven van probleemgebie<strong>de</strong>n en vaktherapeutischebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen die bij <strong>de</strong>ze probleemgebie<strong>de</strong>n geïndiceerd zijn. Dit mond<strong>de</strong>uit <strong>in</strong> het boek Vaktherapieën <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie (Smeijsters &Cleven, 2004). Het on<strong>de</strong>rzoek waar het boek verslag van doet was eenconsensus based on<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r vaktherapeuten. Meer<strong>de</strong>revaktherapeuten van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> media wer<strong>de</strong>n schriftelijk enmon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rvraagd hoe zij met bepaal<strong>de</strong> probleemgebie<strong>de</strong>n werken.De logische vervolgstap was on<strong>de</strong>rzoek naar het proces en het effect van <strong>de</strong>vaktherapeutische behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Omdat er sprake is van een groot aantalprobleemgebie<strong>de</strong>n is het vervolgon<strong>de</strong>rzoek uit het oogpunt vanhaalbaarheid afgebakend tot het probleemgebied agressie.Dit verslag laat zien dat een systematische procesmatige verslaglegg<strong>in</strong>g,mits <strong>de</strong>ze efficiënt gebeurt en b<strong>in</strong>nen het reguliere werk past, veelbelangrijke <strong>in</strong>formatie oplevert.Het verslag is een on<strong>de</strong>rzoeksverslag. Het is bedoeld voor vaktherapeutenen an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars die op <strong>de</strong>ze wijze kennis kunnen nemen van hoe<strong>vaktherapieën</strong> aan <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van agressieregulatie bijdragen. Er ison<strong>de</strong>r resultaten bewust gekozen voor een uitgebrei<strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>afzon<strong>de</strong>rlijke casussen. Op basis van dit on<strong>de</strong>rzoeksverslag wordt eenartikel geschreven waar<strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r uitgebreid en op een hogerabstractieniveau beschreven wordt wat dit on<strong>de</strong>rzoek heeft opgeleverd.Het document beschrijft allereerst reeds uitgevoerd on<strong>de</strong>rzoek naar hetgebruik van <strong>vaktherapieën</strong> bij agressieregulatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong>psychiatrie. Vervolgens wordt het probleemgebied agressie beschreven,gevolgd <strong>door</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekmetho<strong>de</strong> en het behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r. De<strong>in</strong>clusiecriteria en respon<strong>de</strong>nten komen daarna aan bod. De resultaten geven5


allereerst per cliënt en per medium een overzicht van <strong>de</strong> diagnostischethema’s en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> sessies, gevolgd <strong>door</strong> eencross-analyse van <strong>de</strong> resultaten waarbij thema’s uit <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijkecasussen geïntegreerd zijn.De discussie aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van het verslag vergelijkt <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoekgevon<strong>de</strong>n diagnostische thema’s met schemamodi uit <strong>de</strong> schema-focusedtherapy, gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n resultaten, vergelijkt<strong>vaktherapieën</strong> met an<strong>de</strong>re therapieën en bespreekt <strong>de</strong> sterke en zwakkenkanten van het on<strong>de</strong>rzoek.6


Hoofdstuk 1LITERATUURONDERZOEKIn dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> belangrijkste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit hetliteratuuron<strong>de</strong>rzoek samengevat, toegespitst op evaluatieon<strong>de</strong>rzoek en aanagressieregulatie gerelateer<strong>de</strong> effecten <strong>in</strong> gevangenissen en <strong>forensische</strong>kl<strong>in</strong>ieken (zie Smeijsters & Cleven, 2004, 2005a/b, 2006)1.Een zeven jaar durend on<strong>de</strong>rzoek naar recidive beschreven <strong>in</strong> het Crim<strong>in</strong>alJustice Fund<strong>in</strong>g Report (1999) wijst uit dat bij <strong>de</strong>l<strong>in</strong>quenten, diesoortgelijke therapieën als <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> hebben gehad, <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>gmet <strong>de</strong> totale populatie, <strong>de</strong> discipl<strong>in</strong>aire problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenis met75% en <strong>de</strong> recidive met 27% verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De gewelddadige <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>ntennemen af op het moment waarop vaktherapie wordt <strong>in</strong>gevoerd.DRAMATHERAPIEEen on<strong>de</strong>rzoek van Chandler (1973) waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> experimentele groepsituaties uit het dagelijkse leven naspeel<strong>de</strong> en gebruik werd gemaakt vanvoortduren<strong>de</strong> rolwissel<strong>in</strong>gen met als doel perspectiefnem<strong>in</strong>g, wijst uit dat<strong>de</strong> experimentele groep tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow-upmet<strong>in</strong>g <strong>de</strong> helft m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>de</strong>lictenpleeg<strong>de</strong> dan <strong>de</strong> placebogroep en <strong>de</strong> controlegroep. Cogan en Paulson (1998)toon<strong>de</strong>n met behulp van een kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek aan dat therapeutischtheater <strong>in</strong> dramatherapie bij personen die gevangen zitten voor gewapen<strong>de</strong>diefstal en mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g leidt tot het verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van angst, toename vanempathie voor an<strong>de</strong>ren en het vermogen tot conflicthanter<strong>in</strong>g.1 De literatuurstudie werd als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een uitgebrei<strong>de</strong>re literatuurstudie eer<strong>de</strong>rgepubliceerd. Het <strong>de</strong>el over agressieregulatie wordt op <strong>de</strong>ze plaats herhaald.7


MUZIEKTHERAPIEMuziektherapeuten beschrijven effecten zoals het verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren van angst,spann<strong>in</strong>g, vijandigheid, vechtgedrag en het vergroten vanfrustratietolerantie, realiteitsbewustzijn (Thaut, 1989a/b, 1992) enzelfperceptie (Hoskyns, 1988). Het on<strong>de</strong>rzoek van Thaut (1989a) laat ziendat zowel na receptieve muziektherapie, groepsimprovisatie als het luisterennaar ontspannen<strong>de</strong> muziek statistisch significante positieve effectenoptre<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> zelfbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsschalen: '<strong>de</strong>pressief versusgelukkig', 'zeer gespannen versus zeer ontspannen' en'negatief/boos/verward versus positief/goed over jezelf <strong>de</strong>nken'. In heton<strong>de</strong>rzoek van Daveson en Edwards (2001), een vragenlijston<strong>de</strong>rzoek metitems voor zelfevaluatie na 12 sessies, on<strong>de</strong>r vijf vrouwelijke <strong>de</strong>l<strong>in</strong>quenten<strong>in</strong> een gevangenis, rapporteren <strong>de</strong> vrouwen dat zij meer ontspannen zijn,m<strong>in</strong><strong>de</strong>r stress ervaren en zich beter zelf kunnen uitdrukken. De <strong>de</strong>elnemersvon<strong>de</strong>n dat z<strong>in</strong>gen, liedcompositie, liedparodie en luisteren naar gezongenliedjes hun stress, boosheid en frustratie verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong>. Drieschner (1997)toon<strong>de</strong> met behulp van een kwantitatief experimenteel on<strong>de</strong>rzoek aan datbij <strong>forensische</strong> cliënten <strong>de</strong> slagwerkimprovisatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> muziektherapie,vergeleken met een tangram-puzzle activiteit, een sterkerboosheidverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rend effect heeft. Een dubbele gevalsstudie bij tweemannen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en verslav<strong>in</strong>gsproblematiek naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed vanreceptieve muziektherapie op het exploreren van verdriet, laat zien dat <strong>door</strong><strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van muziektherapie mannen beter <strong>in</strong> staat zijn verdriet toe te laten(Hillewaere, 2003). Terwijl <strong>de</strong>ze mannen voorheen vooral luister<strong>de</strong>n naarmuziek die agressie uitdrukt bleken zij aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> sessie en naverloop van meer<strong>de</strong>re sessies muziekstukken met een verdrietige lad<strong>in</strong>gbeter te kunnen toelaten. Uit het on<strong>de</strong>rzoek van Zeuch en Hillecke (2004)met het monochord blijkt dat bij <strong>forensische</strong> cliënten op korte termijnstatistisch significante positieve effecten optre<strong>de</strong>n ten aanzien van algemeenwelbev<strong>in</strong><strong>de</strong>n, lichamelijke ontspann<strong>in</strong>g, het ervaren van lichamelijke pijnen emotioneel evenwicht. Op <strong>de</strong> lange termijn blijft een significant effectbestaan bij emotioneel evenwicht.8


BEELDENDE THERAPIEIn <strong>de</strong> literatuur van Gussak (1997), Gussak en Virshup (1997), Baillie(1998), Liebmann (1998) en Gussak en Cohen-Liebmann (2001) wordtmeld<strong>in</strong>g gemaakt van het gegeven dat beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie het <strong>in</strong>zicht vancliënten <strong>in</strong> zichzelf en an<strong>de</strong>ren vergroot. Uit <strong>de</strong> case vignettes van Benn<strong>in</strong>k,Gussak en Skowran (2003) blijkt dat cliënten <strong>door</strong> het tekenen vanbijvoorbeeld een vulkaan, hun boosheid symbolisch ontla<strong>de</strong>n ensublimeren, terwijl ze daar verbaal en cognitief niet toe <strong>in</strong> staat zijn. Nadatgevoelens <strong>in</strong> het beel<strong>de</strong>nd werk een uitdrukk<strong>in</strong>g hebben gevon<strong>de</strong>n blijkt hetmogelijk hierover met an<strong>de</strong>ren te praten. Riches (1998) meldt 29% reductievan discipl<strong>in</strong>aire maatregelen b<strong>in</strong>nen een gevangenis als gevolg van 13maan<strong>de</strong>n beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie. Hij haalt Amerikaans on<strong>de</strong>rzoek aan(Brewster, 1983; Peaker & V<strong>in</strong>cent, 1990) waaruit blijkt dat het aantalovertred<strong>in</strong>gen van regels <strong>in</strong> <strong>de</strong> gevangenis <strong>door</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie met 75-81% afneemt en twee jaar na ontslag 69% van <strong>de</strong> personen die beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>therapie had<strong>de</strong>n gekregen niet meer <strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen was gekomen. Bij <strong>de</strong>controlegroep zon<strong>de</strong>r beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie was dit slechts 42%.DANS-BEWEGINGSTHERAPIEBrown, Houston, Lewis en Speller (2004) doen verslag van een on<strong>de</strong>rzoeknaar <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van Motionhouse Dance Theatre workshops metgevangenen <strong>in</strong> een therapeutische gemeenschap. Er werd gewerkt metvergelijk<strong>in</strong>gen vooraf en achteraf op basis van kwalitatieve <strong>in</strong>houdsanalysesvan emotionele thema’s en metaforen. Met behulp van participeren<strong>de</strong>observaties wer<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tij<strong>de</strong>ns het proces geregistreerd. Tij<strong>de</strong>nsfollow ups von<strong>de</strong>n <strong>in</strong>terviews plaats. Door mid<strong>de</strong>l van psychometrischetesten werd op verschillen<strong>de</strong> tijdstippen statistisch getoetst. Vooral <strong>de</strong>kwalitatieve analyses lieten zien dat dans het emotionele bewustzijn, <strong>de</strong>emotionele expressie en nieuwe manieren van <strong>de</strong>nken faciliteert en hetzelfbeeld en zelfconcept veran<strong>de</strong>rt. Bij <strong>de</strong> cliënten nam <strong>de</strong> bereidheid toeover zichzelf, hun ervar<strong>in</strong>gen en het <strong>de</strong>lict te praten. Statistischesignificante verschillen tra<strong>de</strong>n op ten aanzien van <strong>de</strong> manier van aanrak<strong>in</strong>g9


(b.v. toename van schou<strong>de</strong>rklop, een knuffel geven, <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n vasthou<strong>de</strong>n)en bij wie (b.v. toename bij een kennis of ou<strong>de</strong>r). Veel van <strong>de</strong>zegedrag<strong>in</strong>gen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow up.De on<strong>de</strong>rzoekers geven aan dat het effect voor een <strong>de</strong>el te danken is aan <strong>de</strong><strong>in</strong>teractie tussen <strong>de</strong> therapeutische gemeenschap en <strong>de</strong> dansworkshops en <strong>de</strong>persoon van <strong>de</strong> workshoplei<strong>de</strong>r.PSYCHOMOTORISCHE THERAPIEHenquet (2005) publiceer<strong>de</strong> resultaten van een effecton<strong>de</strong>rzoek naar het<strong>door</strong> mid<strong>de</strong>l van psychomotorische therapie losmaken van opgekroptespann<strong>in</strong>g bij (niet <strong>forensische</strong>) psychiatrische cliënten. Hij vond met behulpvan <strong>de</strong> Buss-Durkee Hostility Inventory (BDHI) significante verschillen <strong>in</strong>positieve richt<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> voor- en namet<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> experimentele en nietbij <strong>de</strong> controlegroep. Ook wer<strong>de</strong>n significante verschillen gevon<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong>namet<strong>in</strong>gen tussen bei<strong>de</strong> groepen. Het aantal cliënten dat volgens <strong>de</strong>Reliable Change In<strong>de</strong>x én <strong>de</strong> BDHI cut-off scores <strong>in</strong> <strong>de</strong> experimentelegroep verbeter<strong>de</strong> bedroeg 53%, <strong>in</strong> <strong>de</strong> controlegroep 20%.Bij <strong>de</strong> psychomotorische behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van plegers van huiselijk geweldblijkt dat 68% van <strong>de</strong> cliënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g tot tweemaan<strong>de</strong>n daarna geen huiselijk geweld meer gepleegd had (Dijk, 2005). Bij26% was wel sprake van een vorm van recidive, waarbij ook het gooien metiets of kapot maken van <strong>de</strong> huisraad als recidive werd aangemerkt.Boerhout en Van <strong>de</strong>r Weele (2007) <strong>de</strong><strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzoek naar effecten van <strong>de</strong>PMT-module agressieregulatie bij cliënten die zich had<strong>de</strong>n aangemeld bijeen centrum voor kl<strong>in</strong>ische psychotherapie. Zij maakten on<strong>de</strong>rscheid tussencliënten die agressie opkroppen (<strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs) en cliënten die woe<strong>de</strong>uitageren (externaliseer<strong>de</strong>rs). Omdat te we<strong>in</strong>ig externaliseer<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong>steekproef aanwezig waren werd <strong>in</strong> <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g gewerkt met een groep<strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs en niet-<strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs. Scores op <strong>de</strong> Zelf-expressie enControle Vragenlijst (Van El<strong>de</strong>ren e.a., 1994) laten zien dat tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>basel<strong>in</strong>e waar<strong>in</strong> nog geen tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g plaatsvond geen statistisch significanteverschillen optra<strong>de</strong>n. Met<strong>in</strong>gen voor en na <strong>de</strong> module laten statistischsignificante positieve verschillen zien bij <strong>de</strong> groep <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs, zowel10


op <strong>de</strong> subschaal <strong>in</strong>ternalisatie als op <strong>de</strong> subschaal externalisatie. Ditbetekent dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs hebben geleerd woe<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r op tekroppen en meer te uiten. Het effect op <strong>in</strong>ternalisatie bij <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs ishet sterkste. 26 weken na beë<strong>in</strong>digen van <strong>de</strong> therapie bleef dit effectstatistisch significant. De vergelijk<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs die <strong>de</strong>module volg<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>ternaliseer<strong>de</strong>rs die het reguliere programma volg<strong>de</strong>nzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> module bleek echter niet significant. Bei<strong>de</strong> groepen gaan op<strong>in</strong>ternalisatie significant vooruit, maar er is geen significant verschil tussenbei<strong>de</strong> groepen.11


Hoofdstuk 2RATIONALE VOOR VAKTHERAPIEËNEen belangrijke constater<strong>in</strong>g met het oog op <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> is daton<strong>de</strong>rzoekers naar persoonlijkheidsstoornissen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>forensische</strong>psychiatrie conclu<strong>de</strong>ren dat cliënten verbaal moeilijk toegankelijk zijn engedrags- en experiëntiële technieken noodzakelijk zijn die zich richten opeen breed gebied van <strong>de</strong> persoon (Arntz & Bögels, 2000). Vaktherapieënwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sommige gevallen gezien als een nuttige aanvull<strong>in</strong>g of zelfs eenalternatief voor <strong>de</strong> cliënten met beperkte verbale vaardighe<strong>de</strong>n (Bernste<strong>in</strong>,Arntz & De Vos, 2007).Emotionele reacties kunnen optre<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r tussenkomst van hogerecognitieve processen (LeDoux, 1998). Er loopt een pad van <strong>de</strong> z<strong>in</strong>tuiglijkewaarnem<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> thalamus. Van daaruit maakt <strong>de</strong> prikkel<strong>in</strong>g een korte‘loop’ naar <strong>de</strong> amygdala en een lange loop naar <strong>de</strong> amygdala via <strong>de</strong> cortex.De korte loop heeft als kenmerk dat hij snel en grof is (“quick and dirty”).Bij traumatische ervar<strong>in</strong>gen en ook bepaal<strong>de</strong> persoonlijkheidsstoornissen –die vaak een gevolg zijn van traumatische ervar<strong>in</strong>gen – zien wepaniekreacties en impulsief gedrag die mogelijk verklaarbaar zijn op basisvan <strong>de</strong> directe loop naar <strong>de</strong> amygdala. Het is dan niet zozeer <strong>de</strong>disfunctionele cognitie die bepalend is voor het impulsieve gedrag, maar <strong>de</strong>directe, snelle on<strong>door</strong>dachte emotionele reactie.Door <strong>de</strong> activiteit van <strong>de</strong> amygdala te on<strong>de</strong>rdrukken verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren negatieveemoties en agressieve impulsen (Sitskoorn, 2006). On<strong>de</strong>rdrukk<strong>in</strong>g gebeurtals <strong>de</strong> directe loop naar <strong>de</strong> amygdala wordt afgeremd <strong>door</strong> cognitievereflectie via <strong>de</strong> lange loop naar <strong>de</strong> prefrontale cortex. Toch zijn cognitiesniet altijd <strong>in</strong> staat het emotionele schema van <strong>de</strong> amygdala te controleren(Den Boer, 2007). Het impliciete emotionele geheugen van <strong>de</strong> amygdalablijft werkzaam als het expliciete (<strong>de</strong>claratieve) geheugen ervar<strong>in</strong>gen al12


vergeten is. Door disfuncties <strong>in</strong> <strong>de</strong> prefrontale hersenen, disfunctioneren<strong>de</strong>spiegelneuronen en een niet of slecht functionerend amygdala-proceskunnen psychopaten zich ook slecht <strong>in</strong>leven <strong>in</strong> an<strong>de</strong>ren. Den Boer stelt opbasis hiervan <strong>de</strong> effectiviteit en responsiviteit van <strong>de</strong> cognitieve therapie terdiscussie. Volgens hem kunnen er op ‘onbewuster niveau’ disfuncties zijnwaaraan geen cognities te pas komen.Een emotioneel geheugen (LeDoux) is niet hetzelf<strong>de</strong> als een <strong>de</strong> her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gvan een emotie. Dit laatste is het gedistantieerd reflecteren over een emotie.Weten dat iets verschrikkelijk was is geen emotie. Je her<strong>in</strong>nert je <strong>de</strong> emotie,praat en reflecteert erover. Het emotioneel geheugen daarentegen overvaltje als je met een bepaal<strong>de</strong> stimulus geconfronteerd wordt. Het is eenemotioneel weten dat <strong>in</strong> het present moment daadwerkelijk aanwezig is,gevoeld wordt. Het is lived experience (Stern, 2004). Als sprake is vanemotioneel geheugen kan een therapie helpen die het emotieschema dat <strong>in</strong>het present moment als lived experience optreedt vervangt <strong>door</strong> een an<strong>de</strong>reemotie. Het is een therapie die gebruikmaakt van ‘emotioneel leren’.Emotioneel leren speelt zich af <strong>in</strong> het kernzelf (Damasio, 2003). Hetkernzelf doet bewust, non-verbaal, niet-cognitief en verbeel<strong>de</strong>nd verslagvan <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> toestand van het organisme veran<strong>de</strong>rt als het eenbepaald object verwerkt. Het bevat <strong>de</strong> woordloze verslaggev<strong>in</strong>g,‘vertell<strong>in</strong>g’, ‘film’, ‘pantomime’ van het causale verband tussen object enhet daar<strong>door</strong> zich wijzigen<strong>de</strong> proto-zelf (<strong>de</strong> voorbewuste verzamel<strong>in</strong>g vanneurale patronen van het leven<strong>de</strong> organisme die b<strong>in</strong>nen dienslichaamsgrenzen <strong>de</strong> fysieke structuur <strong>in</strong> kaart brengt). Het kernbewustzijnvan het kernzelfgaat gepaard met een stroom van emotionele toestan<strong>de</strong>n, zichtbaar <strong>in</strong>lichaamshoud<strong>in</strong>g, beweg<strong>in</strong>g en prosodie. De emotionele belev<strong>in</strong>g van hetkernzelf is gekenmerkt <strong>door</strong> vitality affects (Stern, 1985, 2004). Vitalityaffects zijn globale dynamische, processen die ten grondslag liggen aanpsychische fenomenen. De mens voelt en han<strong>de</strong>lt <strong>in</strong> een bepaald tempo, meteen bepaald ritme, een bepaal<strong>de</strong> dynamiek, vorm: snel, langzaam,chaotisch, gestructureerd, impulsief, <strong>door</strong>dacht, planmatig enz.13


Vaktherapieën vormen ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie een krachtigebehan<strong>de</strong>lvorm omdat zij <strong>de</strong> cliënt aanzetten tot an<strong>de</strong>rs han<strong>de</strong>len en ervaren<strong>in</strong> het present moment. Zij bie<strong>de</strong>n een niet-cognitieve therapiebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gdie tij<strong>de</strong>ns het present moment <strong>in</strong>speelt op <strong>de</strong> vitality affects van hetkernzelf.Juist omdat dit proces voor een belangrijk <strong>de</strong>el buiten <strong>de</strong> cognitieve laagplaatsv<strong>in</strong>dt kunnen vaktherapeutische activiteiten daarbij een belangrijke rolspelen. De parameters die <strong>de</strong> vitality affects bepalen (tempo, ritme,dynamiek, vorm enz.) zijn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> parameters die <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘media’ van <strong>de</strong><strong>vaktherapieën</strong> centraal staan (drama, muziek, beeld, dans, beweg<strong>in</strong>g,psychomotoriek). Door mediumactiviteiten <strong>in</strong> het present moment kunnencliënten <strong>in</strong> het medium representaties v<strong>in</strong><strong>de</strong>n voor actuelekernzelfervar<strong>in</strong>gen die moeilijk on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n te brengen zijn. Doorvervolgens <strong>de</strong> representaties <strong>in</strong> het medium te veran<strong>de</strong>ren, kunnen cliëntennieuwe vitality affects ervaren waar<strong>door</strong> hun kernzelfervar<strong>in</strong>genveran<strong>de</strong>ren. Daar<strong>door</strong> komen nieuwe emotieschema’s tot stand die bijveelvuldige ervar<strong>in</strong>g als hersenpatronen verankerd wor<strong>de</strong>n.Bovenstaan<strong>de</strong> rationale voor <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> is uitgewerkt <strong>in</strong> het analogeprocesmo<strong>de</strong>l(Smeijsters, 2003, 2005a/c, 2006a).Dramatherapeuten, muziektherapeuten, beel<strong>de</strong>nd therapeuten,danstherapeuten en psychomotorisch therapeuten behan<strong>de</strong>len een breedscala van psychosociale problemen en psychiatrische stoornissen. Zij doendit <strong>door</strong> gebruik te maken van <strong>de</strong> eigen aard van <strong>de</strong> hen ter beschikk<strong>in</strong>gstaan<strong>de</strong> media (Profiel van Vaktherapeutische Beroepen, 2006).14


Hoofdstuk 3PROBLEEMGEBIED AGRESSIEProbleemgebie<strong>de</strong>n zijn psychische en psychosociale gebie<strong>de</strong>n vanproblematisch <strong>de</strong>nken, voelen en han<strong>de</strong>len die zowel verband hou<strong>de</strong>n metpsychische stoornissen als met <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictketen die kenmerkend is voor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>quente cliënten. Probleemgebie<strong>de</strong>n beschrijven psychische factoren dieveelal <strong>in</strong> samenhang en <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n tot het <strong>de</strong>lict. Zijkunnen voorkomen bij verschillen<strong>de</strong> typen stoornissen en krijgen <strong>door</strong> eenstoornis een bepaald accent. Hun bijdrage aan het <strong>de</strong>lict kan sterk zijn ofzwak, afhankelijk van <strong>de</strong> plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictketen en an<strong>de</strong>reprobleemgebie<strong>de</strong>n die conditioneel zijn voor het <strong>de</strong>lict. Probleemgebie<strong>de</strong>nwor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n op basis van mo<strong>de</strong>llen zoals bijvoorbeeld hetkwetsbaarheid-stress-cop<strong>in</strong>g mo<strong>de</strong>l en het terugvalpreventiemo<strong>de</strong>l,kl<strong>in</strong>ische ervar<strong>in</strong>g en factoranalytische studies (Smeijsters & Cleven, 2004)De selectie van het probleemgebied agressie voor het evaluatieon<strong>de</strong>rzoekheeft plaatsgevon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> overleg met vertegenwoordigers van Flevo Future(nu Oostvaar<strong>de</strong>rskl<strong>in</strong>iek), <strong>de</strong> Pompekl<strong>in</strong>iek, <strong>de</strong> GGzE E<strong>in</strong>dhoven en <strong>de</strong>Kempen en <strong>de</strong> Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>iken Bedburg Hau. Alhoewel ookbelangstell<strong>in</strong>g bestond voor het probleemgebied gebrek aan empathie, was<strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> aanwezige vaktherapeuten ervan overtuigd datagressie het meest op <strong>de</strong> voorgrond tre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> probleemgebied is en eenevaluatie van <strong>de</strong> bijdrage van <strong>vaktherapieën</strong> aan agressieregulatie <strong>in</strong> eenbehoefte voorziet.Daar waar sprake is van agressie betreft het altijd een vorm van <strong>de</strong>structieveagressie (Boerhout & Van <strong>de</strong>r Weele, 2007): mentaal of fysiek geweldtegenover an<strong>de</strong>ren, dieren, d<strong>in</strong>gen of jezelf.15


Inclusiecriteria− Jeugdige of volwassene− Normaal begaafd− Persoonlijkheidsstoornis of trekken van een persoonlijkheidsstoornis− Een geweld<strong>de</strong>lict gepleegd hebben (of dreigen te plegen)− Agressie herhaal<strong>de</strong>lijk te snel uiten en niet kunnen controleren− (of) zich agressief uiten als gevolg van extreme controle− (of) zich agressief uiten <strong>door</strong>dat ze agressie oppotten− (of) agressie <strong>in</strong>strumenteel gebruiken.De <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> soorten agressie vertoont overeenkomst met <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g dieDutton en Golant (2000) ten aanzien van huiselijk geweld hanteren:− Het cyclische type (emotioneel labiel, behoefte aan macht <strong>in</strong> <strong>in</strong>tiemerelaties, extreme gevoelens van jaloezie en razernij, snel geïrriteerd,Cluster B – bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e)− Het overgerem<strong>de</strong> actieve type (controlefreak, behoefte aan dom<strong>in</strong>antie,perfectie, overheers<strong>in</strong>g, cluster C – obsessief compulsief)− Het overgerem<strong>de</strong> passieve type (emotionele onbeschikbaarheid, we<strong>in</strong>igverbaal, teruggetrokken, cluster C – vermij<strong>de</strong>nd afhankelijk)− Het psychopathische type (antisociaal, <strong>in</strong>strumenteel, bewust gepland,cluster B)De vraagstell<strong>in</strong>g van het on<strong>de</strong>rzoek wordt toegespitst op agressie <strong>in</strong> bre<strong>de</strong>z<strong>in</strong> omdat bij het acuut optre<strong>de</strong>n van agressie veelal niet gekozen wordtvoor een vorm van vaktherapie. Agressie <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> z<strong>in</strong> sluit ook beter aan bij<strong>de</strong> reeds ontwikkel<strong>de</strong> producten voor agressiebeheers<strong>in</strong>g.16


Hoofdstuk 4RESPONDENTENEr wordt geselecteerd op een hoofddiagnose op As II. De cliënten zijnafkomstig uit verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (multi-site on<strong>de</strong>rzoek). Aan <strong>de</strong>zefase van het on<strong>de</strong>rzoek hebben <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen Rhe<strong>in</strong>ische Kl<strong>in</strong>ikenBedburg Hau (danstherapie en beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie), Groot Batelaar(beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie en psychomotorische therapie) en <strong>de</strong> GGZ Drenthe(beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie en muziektherapie) <strong>in</strong>tensief meegewerkt. Bij beg<strong>in</strong> vanhet on<strong>de</strong>rzoek zijn meer<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen bena<strong>de</strong>rd. Instell<strong>in</strong>gen die afzagenvan <strong>de</strong>elname <strong>de</strong><strong>de</strong>n dat omdat ze op dat moment geen cliënten had<strong>de</strong>n dievol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>clusiecriteria, omdat zij het <strong>in</strong>vullen van <strong>de</strong>procesverslagen als te arbeids<strong>in</strong>tensief beschouw<strong>de</strong>n of omdat <strong>in</strong> hunon<strong>de</strong>rzoeksbeleid voor een an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>valshoek werd gekozen.Tabel 1 geeft een overzicht van <strong>de</strong> cliënten en <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> die hebben<strong>de</strong>elgenomen. Het is niet gelukt dramatherapeuten te laten <strong>de</strong>elnemen. Enook muziektherapeuten zijn on<strong>de</strong>rvertegenwoordigd. De re<strong>de</strong>n is ofwel datzij geen cliënten had<strong>de</strong>n die aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>clusiecriteria vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n of naast hunreguliere werk te we<strong>in</strong>ig tijd had<strong>de</strong>n om aan het on<strong>de</strong>rzoek mee te doen.17


Tabel 1 De cliëntenCliëntLeeftijdGeslachtDelict1 20 Man Auto-<strong>in</strong>braken(27x)DiagnoseDSM-IV· As I: V71.09 geen diagnose· As II: V301.9 metafhankelijke, maar ookantisociale kenmerken2 17 Vrouw Gewelds<strong>de</strong>lict Dreigen<strong>de</strong>persoonlijkheidsstoornis metbor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>etrekken3 25 Man Mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g enpog<strong>in</strong>g tot moord4 26 Man Openbaregeweldpleg<strong>in</strong>g5 43 Vrouw Roof metgeweld6 24 Vrouw Zwarebrandsticht<strong>in</strong>g (2x)7 19 Vrouw Roof, diefstal metchantage enaanzienlijk geweld8 21 Man Mishan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, geweld,bedreig<strong>in</strong>g,<strong>de</strong>alen (waarvoorgeen straf ofveroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g)DSM-IV· As I: geen diagnose· As II: persoonlijkheidsstoornismet anti-sociale ennarcistische trekken· As III: geen diagnose· As IV: geschei<strong>de</strong>n van partneren k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, verhuiz<strong>in</strong>g· As V: GAF-score 80ADHD met antisocialepersoonlijkheidstrekkenICD-10F60.30: emotioneel <strong>in</strong>stabiel,stor<strong>in</strong>gen impulscontrole,antisociale kenmerkenF10.1: scha<strong>de</strong>lijk gebruik vanalcoholICD-10F60.31: emotionele <strong>in</strong>stabielepersoonlijkheidsstoornis,bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e typeICD-10F60.31: emotionele <strong>in</strong>stabielepersoonlijkheidsstoornis,bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e typeF19.1: scha<strong>de</strong>lijk multiplemid<strong>de</strong>lengebruikF91.2: stoornissen <strong>in</strong> het socialegedrag met aanwezige socialeb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gDSM-IV:· As I: ADHD, impulsieve /hyperactieve type· As II: antisocialepersoonlijkheidsstoornisMediumSessiesMuziek 10Beel<strong>de</strong>nd 17Beel<strong>de</strong>nd 9*Beel<strong>de</strong>nd enpsychomotorischDans enbeel<strong>de</strong>ndDans enbeel<strong>de</strong>ndDans enbeel<strong>de</strong>ndPsychomotorisch5 (be)3 (pmt)*510*10*11geregistreerd voorditon<strong>de</strong>rzoekDe data van <strong>de</strong>ze sessies zijn <strong>in</strong> dit artikel verwerkt. De therapie loopt nog <strong>door</strong>.18


Hoofdstuk 5VRAAGSTELLINGDe vraagstell<strong>in</strong>g is welke diagnostische thema’s en welke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen tenaanzien van agressieregulatie, b<strong>in</strong>nen en buiten het medium, optre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ogen van vaktherapeuten, an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars en begelei<strong>de</strong>rs en cliënten.Tevens is <strong>de</strong> vraag hoe vaktherapie zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong>respon<strong>de</strong>nten verhoudt tot an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen zoals <strong>de</strong> dialectischegedragstherapie volgens L<strong>in</strong>ehan en <strong>de</strong> schema-focused therapy volgensYoung.19


Hoofdstuk 6ONDERZOEKSMETHODEHutschemaekers (2003) signaleert dat het voor therapieën en dus ook voor<strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> belangrijk is het han<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> uitkomst van dit han<strong>de</strong>lente monitoren. In een recente publicatie wordt het belang van monitor<strong>in</strong>g nogeens on<strong>de</strong>rstreept (Hutschemaekers, Tiemens, Smit, 2006). Wie evi<strong>de</strong>ncebased practice <strong>in</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijk bedoel<strong>de</strong> betekenis toepast kent eenserieuze rol toe aan <strong>de</strong> praktijkkennis en ervar<strong>in</strong>gskennis van therapeuten encliënten (Smeijsters, 2006b).Experimenteel on<strong>de</strong>rzoek (RCT, CCT) gebeurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> slechtsmondjesmaat. Daar zijn meer<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>nen voor die zowel vanmethodologische als <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke aard zijn. Vaktherapieën lenen zich, netals an<strong>de</strong>re vormen van ervar<strong>in</strong>gsgerichte, persoonsgerichte therapieën nietzo gemakkelijk voor een standaardbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en standaardmet<strong>in</strong>g(Smeijsters, 2005a, 2006a/b). On<strong>de</strong>rzoekers naar persoonsgerichtetherapieën, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> psychotherapieën en <strong>vaktherapieën</strong> luisteren naar<strong>de</strong> verhalen van cliënten en therapeuten en proberen <strong>de</strong>ze te begrijpen(Buchholz, 1999; Aldridge, 2004, 2005). Verhalen van cliënten entherapeuten zijn rijk aan <strong>in</strong>formatie. Daar komt bij dat vaktherapeuten, <strong>in</strong>het bijzon<strong>de</strong>r creatief therapeuten, werken met ‘verhalen <strong>in</strong> het medium’ diespelmatig, improviserend, spontaan en creatief van aard zijn.Standaardisatie <strong>door</strong> behan<strong>de</strong>lprotocollen en meet<strong>in</strong>strumenten is nodig,maar mag niet zo ver gaan dat zij het spelmoment tegenwerkt.PRACTICE BASED EVIDENCEIn situaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> standaard<strong>in</strong>terventie en standaardmaat geen oploss<strong>in</strong>gbie<strong>de</strong>n is on<strong>de</strong>rzoek nodig waarbij <strong>de</strong> praktijkkennis van hulpverleners encliënten een belangrijke rol speelt (Smeijsters, 2006b). Practice based20


evi<strong>de</strong>nce is het resultaat van on<strong>de</strong>rzoek waarbij cliënten en hulpverlenersfungeren als experts op hun eigen terre<strong>in</strong> (Van <strong>de</strong>r Laan, 2003/4). De Groot(1980; 1986) stelt dat het ‘objectief’, ‘betrouwbaar’ en ‘vali<strong>de</strong>’ meten vangedrag we<strong>in</strong>ig zegt over het ‘mentale mo<strong>de</strong>l’ dat mensen, <strong>in</strong> ons gevaltherapeuten en cliënten, hanteren. Je moet, aldus De Groot, luisteren naarwat mensen je vertellen over wat ze geleerd hebben. In <strong>de</strong> plaats van‘objectief’ gedrag komen ‘zachte’ effecten, ‘subjectief gemeten opbelev<strong>in</strong>gsniveau’. Volgens De Groot kun je alleen <strong>door</strong> een diepte<strong>in</strong>terviewer achter komen wat er echt <strong>in</strong> iemand omgaat.De uitkomsten van dit on<strong>de</strong>rzoek kunnen beschouwd wor<strong>de</strong>n als practicebased evi<strong>de</strong>nce.QUALITATIVE CHANGE PROCESS RESEARCHTegemoet komend aan <strong>de</strong> eis van monitor<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> behoefte te kunnenaantonen op welk moment <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genoptre<strong>de</strong>n is <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek gekozen voor een vorm van qualitative changeprocess research (Elliott, Slatick, & Urman, 2001). Rond <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>dividuele cliënten werd een monitor<strong>in</strong>gsysteem opgezet waarbijvaktherapeuten, an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars, sociotherapeuten en <strong>de</strong> cliënten zelfverslag <strong>de</strong><strong>de</strong>n van het proces en <strong>de</strong> uitkomst van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. An<strong>de</strong>rsdan bij een gecontroleerd effecton<strong>de</strong>rzoek met standaardbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g enstandaar<strong>de</strong>ffectmet<strong>in</strong>gen vooraf en achteraf, werd gekozen voor monitor<strong>in</strong>g‘op maat’, waarbij het <strong>in</strong>dividuele proces van <strong>de</strong> cliënt nauwgezet gevolgdwordt. Wekelijks werd <strong>door</strong> meer<strong>de</strong>re personen verslag gelegd van wat erb<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> vaktherapeutische sessie gebeur<strong>de</strong>.B<strong>in</strong>nen het change process research vormt dit on<strong>de</strong>rzoek een comb<strong>in</strong>atievan <strong>de</strong> Helpful aspects of therapy form (HAT) en het Change Interview. Inhet Change Interview vraagt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker na afloop van <strong>de</strong> therapie of <strong>de</strong>cliënt veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen heeft waargenomen, waar<strong>door</strong> <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genmogelijk veroorzaakt zijn, welke factoren het therapeutische procesgefaciliteerd of belemmerd hebben en wat gemist werd. De HAT is hiermeevergelijkbaar, maar wordt afgenomen aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van een sessie. Detherapeut vraagt welke gebeurtenis <strong>in</strong> <strong>de</strong> sessie het meeste geholpen heeft,21


hoe sterk <strong>de</strong>ze hulp was, wanneer dit gebeur<strong>de</strong> en hoe lang dit duur<strong>de</strong>. Inhet on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek werd <strong>de</strong> HAT per sessie schriftelijk afgenomenbij <strong>de</strong> vaktherapeuten en an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars.DATAVERZAMELINGSTECHNIEKENIn dit on<strong>de</strong>rzoek werd gebruik gemaakt van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>dataverzamel<strong>in</strong>gstechnieken:1] Procesverslagen <strong>door</strong> vaktherapeutenDit zijn verslagen waarmee het verloop van <strong>de</strong> therapie en het gedragvan <strong>de</strong> cliënt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> sessie geregistreerd wordt. Deze verslagenhebben als doel het gedrag van <strong>de</strong> cliënt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> sessie, zowel ‘<strong>in</strong>’ alsbuiten het medium, te registreren. Het betreft een ‘open’ format waar<strong>in</strong><strong>de</strong> vaktherapeut zijn waarnem<strong>in</strong>gen kort kan beschrijven. Een aantaltopics dient daarbij als leidraad.Het format werd <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g overleg zodanig opgesteld dat het pastb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> reguliere rapportage die ter plekke gangbaar is en <strong>de</strong>tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g zo laag mogelijk is. Het on<strong>de</strong>rzoek levert aldus eenbijdrage aan het cliëntvolgsysteem. Voor <strong>de</strong> items van <strong>de</strong>procesverslagen zie <strong>de</strong> bijlage.2] Procesverslagen <strong>door</strong> an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars / begelei<strong>de</strong>rsDit zijn verslagen waarmee an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars/begelei<strong>de</strong>rs (b.v.sociotherapeuten, persoonlijk begelei<strong>de</strong>rs) het gedrag van <strong>de</strong> cliëntbuiten <strong>de</strong> sessie en <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> gebeurtenissen registreren. Het betrefteen ‘open’ format waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>laar/begelei<strong>de</strong>r wekelijks zijnwaarnem<strong>in</strong>gen kort kan beschrijven. Een aantal topics dient daarbij alsleidraad. De items komen vrijwel overeen met <strong>de</strong> items uit hetprocesverslag van <strong>de</strong> vaktherapeuten on<strong>de</strong>r punt 1. Voor <strong>de</strong> items van <strong>de</strong>procesverslagen zie <strong>de</strong> bijlage.22


Change <strong>in</strong>terviews <strong>door</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekerHet change Interview (Elliott, Slatick & Urman, 2001) is een halfgestructureerd <strong>in</strong>terview. Het change <strong>in</strong>terview werd <strong>door</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekerafgenomen aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g bij een aantal cliënten waar <strong>de</strong>mogelijkheid daartoe bestond. Change <strong>in</strong>terviews wer<strong>de</strong>n ook afgenomenbij an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars/begelei<strong>de</strong>rs. Voor <strong>de</strong> leidraad met topics zie <strong>de</strong>bijlage.KWALITATIEVE MEERVOUDIGE GEVALSSTUDIEHet <strong>de</strong>sign van dit on<strong>de</strong>rzoek is een meervoudige gevalsstudie. Eengevalsstudie neemt <strong>de</strong> actuele <strong>in</strong>dividuele cliënt en <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuelebehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g als uitgangspunt en staat dicht bij <strong>de</strong> kl<strong>in</strong>ische praktijk metname daar waar het moeilijk is <strong>de</strong>ze praktijk te manipuleren en <strong>de</strong> praktijkzo complex is dat <strong>de</strong>ze zich niet leent voor een reductie tot een beperktaantal variabelen (Y<strong>in</strong>, 2003; Aldridge, 2005). De gevalsstudie bij therapieis een vorm van procesevaluatie die <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van beg<strong>in</strong> tot e<strong>in</strong><strong>de</strong>begeleidt en on<strong>de</strong>rzoekt welke <strong>in</strong>terventie op welk moment welk effectheeft en waarom (Swanborn, 2002). Met name <strong>de</strong> kwalitatieve gevalsstudieon<strong>de</strong>rzoekt <strong>door</strong> mid<strong>de</strong>l van een thick <strong>de</strong>scription <strong>de</strong> complexe relatiestussen alles wat er is (Geertz, 1973; Hutjes & Van Buuren, 1992; Stake,1995). Bij <strong>de</strong> kwalitatieve gevalsstudie gaat het om <strong>de</strong> reconstructie van hetprocesverloop (Wester, 2000). Het gaat om 'begrijpen' en 'verklaren' van <strong>de</strong>volle breedte van het verschijnsel waarbij <strong>de</strong> verwevenheid van relevantefactoren behou<strong>de</strong>n blijft (Hutjes, 2000). Kenmerkend van <strong>de</strong> kwalitatievegevalsstudie is ver<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> processen beschreven wor<strong>de</strong>n vanuit <strong>de</strong> z<strong>in</strong> enbetekenis die betrokkenen daaraan geven (Hutjes & Van Buuren, 1992).Rijkdom, diepgang en relevantie komen <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats van eenduidigheid,standaardisatie en generalisatie.Een gevalsstudie is een on<strong>de</strong>rzoek op zich. In dit on<strong>de</strong>rzoek zijn meer<strong>de</strong>regevalsstudies tegelijkertijd uitgevoerd, waar<strong>door</strong> sprake is van eenmeervoudige gevalsstudie.23


NATURALISTIC/CONSTRUCTIVISTIC INQUIRYB<strong>in</strong>nen het on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> technieken uit <strong>de</strong> naturalistic/constructivistic<strong>in</strong>quiry (L<strong>in</strong>coln & Guba, 1985; Smeijsters, 2005a) toegepast:− Repeated analysis: reeds geanalyseer<strong>de</strong> data zijn iteratief vergeleken meten aangepast op grond van nieuw verzamel<strong>de</strong> data− Triangulatie: er is gebruik gemaakt van verschillen<strong>de</strong> bronnen(vaktherapeuten, sociotherapeuten, psychologen, cliënten) en er isgewerkt met verschillen<strong>de</strong> typen dataverzamel<strong>in</strong>g (procesverslagen,change <strong>in</strong>terviews)− Member check<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> analyse zijn ter goedkeur<strong>in</strong>gvoorgelegd aan <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten− Peer <strong>de</strong>brief<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>, het on<strong>de</strong>rzoeksproces en <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzoeksresultaten zijn voorgelegd aan onafhankelijke expertsB<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> naturalistic/constructivistic <strong>in</strong>quiry geldt trustworth<strong>in</strong>ess alsoverkoepelend kwaliteitscriterium. Het valt uiteen <strong>in</strong> credibility,<strong>de</strong>pendability, confirmability, transferability en authenticity (Smeijsters,2005a). De bovenstaan<strong>de</strong> technieken zorgen voor trustworth<strong>in</strong>ess.Transferability betekent dat het bij een (meervoudige) gevalsstudie niet gaatom het trekken van een steekproef die representatief is voor <strong>de</strong> populatie. Inplaats van het trekken van een steekproef staat replicatie, waarmee bedoeldwordt dat <strong>door</strong> het vergelijken van gevalsstudies kan wor<strong>de</strong>n vastgesteld ofvergelijkbare resultaten optre<strong>de</strong>n (Y<strong>in</strong>, 2003). Generalisatie van <strong>de</strong>resultaten van dit on<strong>de</strong>rzoek komt dus niet tot stand <strong>door</strong> at randomsteekproeftrekk<strong>in</strong>g en statistische toets<strong>in</strong>g, maar <strong>door</strong> thick <strong>de</strong>scriptionwaar<strong>door</strong> an<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars kunnen <strong>in</strong>schatten of en <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong>zedata met <strong>de</strong> data van hun eigen cliënten vergelijkbaar zijn.Op basis van <strong>de</strong> maximale variatie wordt gezocht naar vergelijkbarepatronen tussen casussen. Naarmate <strong>de</strong> variatie groter is hebben <strong>de</strong>gevon<strong>de</strong>n overeenkomsten een bre<strong>de</strong>re geld<strong>in</strong>gskracht (Hutjes & VanBuuren, 1992).24


DATA-ANALYSEDe procesverslagen en change <strong>in</strong>terviews zijn geanalyseerd met behulp vantechnieken van kwalitatieve <strong>in</strong>houdsanalyse.Co<strong>de</strong>renBeschrijvenThematiserenCross-analyseper medium, per cliënt, per sessie, per categorie (‘<strong>in</strong>’medium, buiten medium tij<strong>de</strong>ns sessie, buiten sessie) wer<strong>de</strong>lk procesdocument geco<strong>de</strong>erd. Co<strong>de</strong>ren betekentfragmenten van een typeren<strong>de</strong> co<strong>de</strong> voorzien. Daarbijwerd gebruikt gemaakt van <strong>de</strong> technieken selecteren(onbelangrijke passages schrappen) en parafraseren(b<strong>in</strong>nen belangrijke passages overbodige woor<strong>de</strong>nweglaten).per medium, per cliënt, per sessie wer<strong>de</strong>n fragmenten vanvergelijkbare co<strong>de</strong>s geïntegreerd tot beschrijv<strong>in</strong>gen die(b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> afzon<strong>de</strong>rlijke categorieën) <strong>de</strong> kern van hetproces weergeven.per medium, per cliënt wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>gen van allesessies tot thema’s geïntegreerd. Hier is sprake vancategoriz<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> categorieën: diagnostische thema’s,veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessies, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong>sessies) en daarb<strong>in</strong>nen conceptualiz<strong>in</strong>g(conceptontwikkel<strong>in</strong>g). Daarbij werd gebruik gemaakt vansynthetiseren (passages op een hoger abstractieniveau<strong>in</strong>tegreren) en analyseren (relaties tussen soortenverschijnselen bepalen (b.v. oorzaak – gevolg,voorwaar<strong>de</strong>n, condities, fasen enz.)tenslotte wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> thema’s van alle media en alle cliëntenmet elkaar geïntegreerd.25


Hoofdstuk 7BEHANDELINGSKADERAansluitend bij het qualitative change process research is niet gekozenvoor een gestandaardiseerd behan<strong>de</strong>lproduct, maar een behan<strong>de</strong>lka<strong>de</strong>rwaarb<strong>in</strong>nen afgestemd op <strong>de</strong> cliënt <strong>de</strong> noodzakelijke geachte variatie istoegestaan. Als <strong>in</strong>put voor dit behan<strong>de</strong>lka<strong>de</strong>r dien<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van hetvoorafgaand praktijkgericht kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek en <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopenjaren <strong>door</strong> <strong>in</strong>dividuele vaktherapeuten ontwikkel<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>lproducten (zieSmeijsters & Cleven, 2004, 2005a/b, 2006).De noodzakelijke flexibiliteit en afstemm<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele cliënt werdgewaarborgd <strong>door</strong> algemene richtlijnen en niet ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> technieken engedrag<strong>in</strong>gen voor te schrijven (Rolvsjord, Gold & Wigram, 2005). Dit heefttot gevolg dat <strong>de</strong> begrippen <strong>in</strong> Tabel 2 niet <strong>in</strong> concreet observeerbaar gedragbeschreven zijn. De tabel geeft het behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r zoals datvoorafgaand aan het on<strong>de</strong>rzoek samen met vaktherapeuten consensus basedwerd opgesteld. Het ka<strong>de</strong>r is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe mediumoverstijgend.26


DoelenWerkwijzeTabel 2 Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gska<strong>de</strong>r· <strong>in</strong> contact komen met agressieve gevoelens· agressie kunnen toelaten· agressie a<strong>de</strong>quaat kunnen uitdrukken· <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> agressiegeschie<strong>de</strong>nis· <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> het agressieverloop· kunnen omgaan met agressieontlokkers· greep krijgen op gedachten en gevoelens die kunnen lei<strong>de</strong>n tot<strong>de</strong>lictgedrag· <strong>de</strong> agressiespiraal kunnen <strong>door</strong>breken· tij<strong>de</strong>ns risicovolle situaties zelfcontrole ontwikkelen· agressie <strong>in</strong> constructieve richt<strong>in</strong>g kunnen ombuigenRe-educatief:· focaal <strong>in</strong>zichtgevend· directief klachtgerichtMetho<strong>de</strong> · actieve <strong>de</strong>elname <strong>door</strong> <strong>de</strong> cliënt (dus niet receptief)· directieve, structureren<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> vaktherapeut· met <strong>de</strong> focus op <strong>de</strong> overeenkomst tussen gedrag <strong>in</strong> het mediumen gedrag buiten het mediumWerkvormen · <strong>de</strong> agressiegeschie<strong>de</strong>nis <strong>door</strong>lopen· agressieve gevoelens laten uitbeel<strong>de</strong>n· fysieke oefen<strong>in</strong>gen voor het herkennen van agressievespann<strong>in</strong>gen· schijngevechten, schijnruzie, krachten meten· statusspelen (personen <strong>in</strong> bovengeschikte en on<strong>de</strong>rgeschiktepositie tegenover elkaar plaatsen: macht-onmacht, groot-kle<strong>in</strong>)· afwissel<strong>in</strong>g tussen constructie en <strong>de</strong>structie· <strong>in</strong> een beheersbare situatie kracht gebruiken· materialen <strong>in</strong>zetten die een appel doen op agressief han<strong>de</strong>len· risicosituaties waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> patiënt agressief reageert <strong>in</strong> spelvormneerzetten en alternatief gedrag oefenen, <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong>moeilijkheidsgra<strong>de</strong>n, met veel of we<strong>in</strong>ig afstand tot <strong>de</strong> realiteit· (on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van) het <strong>de</strong>lict uitbeel<strong>de</strong>n, bijbehoren<strong>de</strong> gedachten,gevoelens en gedrag<strong>in</strong>gen en alternatieve gedachten engedrag<strong>in</strong>gen aanleren27


De vaktherapeuten die uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>elnamen hebben dit ka<strong>de</strong>rmediumspecifiek en afgestemd op <strong>de</strong> cliënt <strong>in</strong>gevuld.De vaktherapeuten hebben gebruik gemaakt van <strong>in</strong>terventies diekarakteristiek zijn voor het behan<strong>de</strong>lka<strong>de</strong>r en b<strong>in</strong>nen het ka<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voor <strong>de</strong><strong>in</strong>dividuele context noodzakelijke aanpass<strong>in</strong>gen gemaakt (Margison et al,2000). Zij kon<strong>de</strong>n gebruik maken van een zelf of <strong>door</strong> an<strong>de</strong>ren ontwikkeldbehan<strong>de</strong>lproduct als dit paste b<strong>in</strong>nen het behan<strong>de</strong>lka<strong>de</strong>r.28


Hoofdstuk 8RESULTATENOvereenkomstig het uitgangspunt dat qualitative change process researchhet proces van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele cliënt <strong>in</strong> <strong>de</strong> breedte en diepte volgt, geven <strong>de</strong>resultaten allereerst per cliënt en per medium een overzicht vandiagnostische thema’s en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> sessies. Daarnavolgt een cross-analyse waarbij diagnostische thema’s en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genb<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> sessies over meer<strong>de</strong>re cliënten geïntegreerd zijn.Diagnostische thema’s, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, visies en <strong>de</strong>rgelijke zijn categorieënwaarb<strong>in</strong>nen thema’s ontwikkeld wer<strong>de</strong>n. Per cliënt kregen <strong>de</strong> thema’sb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> categorieën gelei<strong>de</strong>lijk vorm <strong>door</strong> op <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie vanverschillen<strong>de</strong> waarnemers over alle sessies een kwalitatieve <strong>in</strong>houdsanalysetoe te passen. De diagnostiek gebeur<strong>de</strong> bottum up en <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong>thema’s zijn gekozen op basis van <strong>de</strong> data. Zij zijn niet ontleend aan <strong>de</strong>DSM IV.De beschrijv<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> casussen lopen wellicht uiteen omdat niet allevaktherapeuten op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> volle breedte en dieptehebben aangeleverd. De <strong>in</strong>formatie is wel consequent aangeleverd, maarbepaal<strong>de</strong> (achtergrond)<strong>in</strong>formatie was slechts beperkt aanwezig of werdniet opgespoord en niet aangeleverd. In bepaal<strong>de</strong> gevallen was sprake vaneen korte on<strong>de</strong>rbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> therapie als een cliënt niet kwam opdagen.Maar <strong>de</strong> uitval was nihil, <strong>de</strong> therapeuten die cliënten hebben aangemeldkon<strong>de</strong>n hen behan<strong>de</strong>len en monitoren zoals beoogd.29


Cliënt 1 Muziektherapie met een jongeman veroor<strong>de</strong>eld voor auto-<strong>in</strong>brakenDiagnostische thema’s► Gecontroleer<strong>de</strong> agressieDe cliënt is een rustige man, die wel agressief kan wor<strong>de</strong>n. Regelmatigscheldt hij een half uurtje en dan is het weer goed, hij heeft moeite met neezeggen, v<strong>in</strong>dt zichzelf een meeloper. In situaties waar<strong>in</strong> hij geconfronteerdwordt met f<strong>in</strong>anciële problemen en conflicten met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs blijft hijonevenredig rustig. In <strong>de</strong> context van zijn gehele gedrag duidt dit erop dathij agressie oppot. In <strong>de</strong> muziektherapie is hij stil en volgzaam, praatzachtjes en neemt geen <strong>in</strong>itiatief. Hij zit vaak voorover gebukt en zijnmimiek is vlak. Ook hier houdt hij zich on<strong>de</strong>r controle, on<strong>de</strong>rdrukt zijnirritatie en agressie en zegt dat hij het z<strong>in</strong>loos v<strong>in</strong>dt om boos te wor<strong>de</strong>n.Tij<strong>de</strong>ns nabesprek<strong>in</strong>gen wordt <strong>in</strong> zijn stem hoorbaar dat <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>goploopt, maar hij houdt controle over <strong>de</strong> situatie.Hij vertelt dat hij buiten <strong>de</strong> therapie moeilijk kan verdragen dat mensenhem on<strong>de</strong>rbreken als hij geconcentreerd met iets bezig is of als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rniet luistert. De cliënt zegt dat hij het “Lang laat gaan”. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk flapt hijverbaal uit, pakt <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r vast of geeft hem een klap. Hij zegt: “Mijnagressie ligt soms naast mijn bed en soms achter <strong>de</strong> kast”Hij vergelijkt dit met wat er gebeurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> muziektherapie, waar hij ook nietkan verdragen dat het spel van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r zijn eigen spel <strong>door</strong>kruist. Hij gaathier wisselend mee om. Soms sluit hij zich af voor het spel van <strong>de</strong>muziektherapeut en gaat zijn eigen gang <strong>in</strong> het spel, soms stopt hij en kijkthij <strong>de</strong> therapeut stilzwijgend aan.► Bang voor foutenDe cliënt is bang fouten te maken en vertelt dat zijn va<strong>de</strong>r nooit tevre<strong>de</strong>n is.Zijn va<strong>de</strong>r zendt tegenstrijdige berichten uit: soms doet hij het <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogenvan zijn va<strong>de</strong>r goed en soms juist helemaal niet. In <strong>de</strong> gesprekken metan<strong>de</strong>re behan<strong>de</strong>laars scheldt hij op zijn va<strong>de</strong>r, maar daarbij zijn nauwelijksemoties zichtbaar. De tegenstrijdige berichten van zijn va<strong>de</strong>r hoort hij niet30


meer, daar<strong>door</strong> wordt hij niet boos op zijn va<strong>de</strong>r, maar <strong>de</strong> kritische stem vanzijn va<strong>de</strong>r kl<strong>in</strong>kt nu van b<strong>in</strong>nen.Tij<strong>de</strong>ns het muzikale spel is hij <strong>in</strong>gespannen bezig fouten te voorkomen. Hijspeelt zo precies mogelijk. Als hij <strong>de</strong> controle verliest zucht hij, gaat hijlangzamer spelen, stopt met spelen en zegt dat het niet gaat. Hij luistert nietmeer naar het spel van <strong>de</strong> muziektherapeute en haakt muzikaal af.Hij on<strong>de</strong>rkent niet dat zijn fouten hem frustreren, maar zegt wel dat hij<strong>in</strong>nerlijk vloekt. Als hij met steun van <strong>de</strong> muziektherapeute <strong>de</strong> frustratiebenoemt, laat hij <strong>de</strong>ze non-verbaal nauwelijks zien.Bij het oefenen met powerchords (open greep en 3e positie, afwisselend navier tellen, <strong>in</strong> een vast tempo) houdt hij <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene richt<strong>in</strong>g (van 3e naar openpositie) het tempo goed aan, <strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re richt<strong>in</strong>g niet. Omdat hij bovenalles geen fouten wil maken gaat hij vertragen. De angst voor fouten makenis te sterk.► Onvermogen luid en snel te spelenDe cliënt speelt een korte melodie op <strong>de</strong> gitaar die <strong>de</strong> muziektherapeutehem aanbiedt. Hij speelt steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong> van tonen, zacht, <strong>in</strong>eenzelf<strong>de</strong> tempo, zon<strong>de</strong>r ritme. Het is <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g dat hij <strong>de</strong> tegenstell<strong>in</strong>gleert ervaren tussen zacht en hard, lage en hoge tonen, langzaam en snel endaarmee met behulp van <strong>de</strong> ‘spann<strong>in</strong>gsmeter’ oplopen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g leertervaren. Hij zegt aanvankelijk dat zijn spann<strong>in</strong>g met 1% stijgt en ontkentdat hij agressie voelt.Als <strong>de</strong> muziektherapeute hem uitdaagt <strong>door</strong> lui<strong>de</strong>r te spelen blijft hij zachtspelen of stopt meteen. Hij reageert lachend. Bij <strong>de</strong> opdracht lui<strong>de</strong>r ofsneller te spelen loopt <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g zichtbaar op. Hij is niet <strong>in</strong> staat <strong>in</strong> <strong>de</strong>muziek een gepaste reactie te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op het lui<strong>de</strong> spel van <strong>de</strong>muziektherapeute. Hij verstrakt en sluit zich af. Lui<strong>de</strong>r spelen v<strong>in</strong>dt hijonz<strong>in</strong> omdat hij niet boos wil wor<strong>de</strong>n.Later merkt hij op dat hij het volume als sterk uiteenlopend ervaart. Op eenschaal van 0 tot 10 beleeft hij <strong>de</strong> verschillen als fluctuerend tussen 1 en 7.De muziektherapeute ervaart <strong>de</strong> verschillen veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r groot. Blijkbaarervaart <strong>de</strong> cliënt <strong>de</strong> expressie al gauw als te sterk, houdt hij zichzelf <strong>in</strong> en31


drukt hij gevoelens onvoldoen<strong>de</strong> uit. Als hij daartoe gestimuleerd lui<strong>de</strong>rgaat spelen blijft <strong>de</strong> muziek verhoud<strong>in</strong>gsgewijs zacht.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genZijn vrees voor fouten veran<strong>de</strong>rt niet. De uitvoer<strong>in</strong>g en het muzikale contactmet <strong>de</strong> muziektherapeute veran<strong>de</strong>rt hij zo dat <strong>de</strong> kans op fouten zo ger<strong>in</strong>gmogelijk is.► GevoelsexpressieWat wel enigsz<strong>in</strong>s veran<strong>de</strong>rt is dat hij bij tijd en wijle lui<strong>de</strong>r durft te spelenen daarmee meer ruimte geeft aan gevoelens van agressie. Halverwege <strong>de</strong>therapie blijkt dat – ook al overstemt <strong>de</strong> muziektherapeute hem muzikaal –hij niet stopt en zich niet van <strong>de</strong> muzikale kaart laat vegen. Hij doet dit <strong>door</strong>zich af te sluiten voor het spel van <strong>de</strong> muziektherapeute. Hij staat zichzelftoe lui<strong>de</strong>r te spelen, wanneer hij gebruik maakt van een an<strong>de</strong>re techniek,namelijk <strong>de</strong> slagtechniek <strong>in</strong> plaats van het tokkelen. Maar hij houdt vast aanzijn eigen tempo om te voorkomen dat hij fouten maakt.Cliënt 2Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie met een meisje met een onverwerkt traumaDiagnostische thema’s► AgressieDe cliënte maakt ruzie als ze haar z<strong>in</strong> niet krijgt. Ze saboteert, <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ert,manipuleert en lokt agressie uit. De meisjes op <strong>de</strong> groep zijn bang voor haarmimiek en felle blik <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen. Ze gebruikt forse scheldwoor<strong>de</strong>n richt<strong>in</strong>ggroepsleid<strong>in</strong>g, smijt met d<strong>in</strong>gen of loopt naar haar kamer.In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie trekt ze <strong>door</strong> uitdagend non-verbaal gedrag en<strong>door</strong> veel en luidruchtig te praten <strong>de</strong> aandacht. Haar omgang met materiaalis hardhandig. Tij<strong>de</strong>ns een aantal sessies maakt ze zich boos over haar32


afwezige va<strong>de</strong>r. Ze is ook boos over haar verblijf <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g en misthaar moe<strong>de</strong>r.Soms wordt haar boosheid vooraf gegaan <strong>door</strong> een vorm van vrolijkheidwaarbij ze druk pratend vertelt met wie en waarover ze ruzie heeft gehad.Dit slaat dan om <strong>in</strong> gekanker op an<strong>de</strong>ren. Maar ze is ook stil en somber naaraanleid<strong>in</strong>g van ervar<strong>in</strong>gen met an<strong>de</strong>ren. Dan wordt ze passief boos en<strong>de</strong>fensief en pot ze haar agressie op en. An<strong>de</strong>ren krijgen voortdurend <strong>de</strong>schuld.Bij het maken van <strong>de</strong> collage over zichzelf knipt ze <strong>de</strong> plaatjes grof uit. Zewerkt aanvankelijk impulsief omdat ze vooral bezig is met zich te uiten. Zeheeft moeite met <strong>de</strong>tails, met <strong>de</strong> fijne motoriek. Ze tekent scherp met hetl<strong>in</strong>iaal.► Schaamte, onzekerheid en angstTij<strong>de</strong>ns het verloop van <strong>de</strong> therapie komt haar verkracht<strong>in</strong>g ter sprake dievanaf dat moment bepalend is voor <strong>de</strong> thematiek <strong>in</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie.De verkracht<strong>in</strong>g gebeur<strong>de</strong> op 14 jarige leeftijd waarna ze tweemaal eensuïci<strong>de</strong>pog<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ed en <strong>de</strong> woe<strong>de</strong>aanvallen toenamen.In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie laat ze ook haar kwetsbare kant zien. Ze zit <strong>in</strong>elkaar gedoken, haar gezichtsuitdrukk<strong>in</strong>g is vaak flets en achter haar somsbleke, waterige ogen gaat verdriet schuil. Ze brengt ook haarzelfmoordpog<strong>in</strong>g ter sprake. Ze ontwijkt oogcontact.De cliënte zoekt bescherm<strong>in</strong>g <strong>door</strong> lange tijd haar jas aan te hou<strong>de</strong>n. Dithoudt haar lichaam en daarmee ook symbolisch haar seksuele trauma vooran<strong>de</strong>ren verborgen. Over haar werkstukken is ze onzeker, ze ziet ze snel alsmislukk<strong>in</strong>g. De schaamte, onzekerheid en angst die voor een belangrijk <strong>de</strong>elbepaald zijn <strong>door</strong> <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g zijn waarschijnlijk <strong>de</strong> oorzaak van haaragressieve uit<strong>in</strong>gen.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessies► Agressie uitenAan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van vrijwel elke beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sessie is ze ontspannen enopgewekt. De beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sessie heeft een dui<strong>de</strong>lijke functie <strong>in</strong> het op korte33


termijn afvloeien van agressie. Aan <strong>de</strong> hand van beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werkstukken ishet mogelijk te spreken over gevoelens die achter <strong>de</strong> agressie schuil gaan.Verschillen<strong>de</strong> vormen van agressie en emoties wor<strong>de</strong>n weergegeven <strong>in</strong>gedichten, kleuren en kunstkaarten.Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> therapie is ze <strong>in</strong> staat over conflicten te pratenzon<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> agressie te schieten. Ze kan schaamte, angst en onzekerheidhanteren zon<strong>de</strong>r te vluchten <strong>in</strong> agressie. Dit blijkt ook uit het voorval bij <strong>de</strong>rechtbank waar ze tegenover <strong>de</strong> rechter op een acceptabele manier kenbaarmaakte dat zij zijn manier van spreken niet prettig vond.► Trauma verwerkenVanaf het beg<strong>in</strong> is ze opgelucht dat ze zichzelf <strong>in</strong> woord en beeld maguitdrukken. Het beel<strong>de</strong>nd materiaal haalt haar als het ware over <strong>de</strong> drempel.Ze voelt zich veilig en trekt haar jas uit. Ze maakt een collage met als titel“Dit ben ik” en brengt zo haar agressie en trauma <strong>in</strong> beeld. Ze knipt eensilhouet uit, zoekt vormen, kleuren, materialen en kunstkaarten die eenuitdrukk<strong>in</strong>g geven aan haar gevoelens van het trauma. Ze werk met <strong>de</strong>kleuren bru<strong>in</strong> (“vies”), zwart (“dreig<strong>in</strong>g”) en an<strong>de</strong>re donkere kleuren(“angst”). Daarb<strong>in</strong>nen hebben woor<strong>de</strong>n over haar trauma – <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vangedichten die ze als huiswerk maakt – hun plek. In <strong>de</strong> gedichtendifferentieert ze tussen gevoelens van boosheid en teleurstell<strong>in</strong>g.► Ik-versterk<strong>in</strong>gMeer<strong>de</strong>re malen komt ze stil of boos b<strong>in</strong>nen en veelvuldig verlaat ze <strong>de</strong>sessie ontspannen en is ze trots over het beel<strong>de</strong>nd werkstuk dat ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>sessie gemaakt heeft. De complimenten van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nd therapeute overhaar werkstukken doen haar bijzon<strong>de</strong>r goed. Het oogcontact neemt toe.Haar grove motoriek en impulsiviteit verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren vanaf <strong>de</strong> tien<strong>de</strong> sessie.Ze is beter <strong>in</strong> staat <strong>de</strong> juiste kwasten te kiezen, passend bij <strong>de</strong> grootte vanhet vlak en heeft meer feel<strong>in</strong>g voor het versprei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verf en <strong>de</strong> juistedruk op <strong>de</strong> kwast. Als ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> veertien<strong>de</strong> sessie klei mag knijpen, slaan enscheuren blijkt ze enige tijd nodig te hebben. Ze beg<strong>in</strong>t heel voorzichtig endurft het stompen blijkbaar niet meteen aan.Er blijven d<strong>in</strong>gen fout gaan, bijvoorbeeld bij een potloodteken<strong>in</strong>g te forsgummen waar<strong>door</strong> het papier stuk gaat, maar ze leert onvolkomenhe<strong>de</strong>n34


accepteren en kan toch trots zijn op het resultaat. Deze acceptatie van hetonvolmaakte versterkt mogelijk ook haar relativeren<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g tenopzichte van <strong>de</strong> verkracht<strong>in</strong>g. Zij on<strong>de</strong>rkent dat <strong>de</strong>ze gebeurtenis niet haarhele leven mag bepalen en dat je kunt <strong>door</strong>leven, recht hebt op bestaan ookals er onvolkomenhe<strong>de</strong>n zijn.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> sessiesUit het telefonische <strong>in</strong>terview van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker met <strong>de</strong> pedagogischeme<strong>de</strong>werker die co-mentor is komt naar voren dat <strong>de</strong> cliënte het afgelopenhalf jaar een behoorlijke vooruitgang geboekt heeft. Confrontaties komennog wel voor, maar het is een stuk m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gewor<strong>de</strong>n.Ze wordt gecoacht vanuit het pr<strong>in</strong>cipe dat boosheid uiten mag, maar dat dita<strong>de</strong>quaat moet gebeuren.Haar expressie is nog niet altijd goed on<strong>de</strong>r controle, het veran<strong>de</strong>rtlangzaam. In vergelijk<strong>in</strong>g met het verle<strong>de</strong>n toen ze met voorwerpen gooi<strong>de</strong>is ze alleen nog agressief <strong>in</strong> haar taalgebruik.Ze kan erover praten als ze het niet goed doet, v<strong>in</strong>dt haar agressie zelf ookniet leuk en ziet dit on<strong>de</strong>r ogen, maar heeft daar hulp bij nodig. Van <strong>de</strong>leid<strong>in</strong>g vraagt ze haar te vertellen hoe men er tegenaan kijkt. Ze staat ookmeer open om naar het verhaal van an<strong>de</strong>re jongeren te luisteren. Ze luistert,laat an<strong>de</strong>ren uitpraten en geeft tegenargumenten. Bij een verschil vanmen<strong>in</strong>g schiet ze niet meteen <strong>door</strong> <strong>in</strong> agressie. Op dit punt is een dui<strong>de</strong>lijkeverbeter<strong>in</strong>g merkbaar.De visie van <strong>de</strong> cliënteZe vertelt dat ze vroeger haar boosheid uitte <strong>door</strong> te gooien en te slaan.Weglopen v<strong>in</strong>dt ze al beter dan met voorwerpen gooien, maar dit is naarhaar men<strong>in</strong>g niet <strong>de</strong> beste oploss<strong>in</strong>g. Ze v<strong>in</strong>dt dat ze geleerd heeft niet meerweg te lopen en <strong>in</strong> gesprek te gaan. Als <strong>de</strong> cliënte naar haar zusje van tweejaar kijkt voelt ze dat dit haar ontwapent. Dan <strong>de</strong>nkt ze: ”Waarom ben ikeigenlijk boos?”35


Het irriteert haar als mensen geen tijd hebben om echt met haar over haarboosheid te praten. Wat haar helpt is dat iemand haar laat praten en naarhaar luistert. Praten en gehoord wor<strong>de</strong>n is belangrijk, niet meteen zeggenwat fout is. Ze heeft iemand nodig die haar helpt erover heen te komen,vertrouwen <strong>in</strong> haar heeft, <strong>de</strong> tijd neemt en blijft luisteren. De beel<strong>de</strong>ndtherapeute doet dat. Ze vraagt waarom en hoe ze boos werd. Daarna zoekenze samen naar een betere oploss<strong>in</strong>g om met boosheid om te gaan.Over het silhouet, met daar<strong>in</strong> het gedicht en kleuren zegt ze:“Als ik naar mijn silhouet kijk <strong>de</strong>nk ik: ja dat klopt precies. Ikheb nagedacht over <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n die ik er naast geschreven heb.Ze zeggen iets over mij. Het duurt lang om goe<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Ik heb ook lang naar <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> kleuren gezocht.”In het werkstuk zijn open slaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>uren zichtbaar, waartussen eenfiguurtje wegloopt. Zij is het zelf, vertelt ze, omdat zij ook wegliep en nietmet haar trauma geconfronteerd wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n. Ze heeft een gedichtgemaakt over verkracht<strong>in</strong>g en zegt dat het gedicht haar oplucht. Als ze hetleest voelt ze het verdriet <strong>in</strong> het gedicht en dat voelt als een oplucht<strong>in</strong>g. Zeis erg trots op dit werkstuk.Ze zegt niet langer voor haar trauma te willen weglopen:“Als ik wegloop blijf ik boos. Nu leer ik praten, nu geef ik het eenplekje <strong>in</strong> mij zelf.”Over <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van beel<strong>de</strong>nd werken zegt ze:“Als je alleen woor<strong>de</strong>n gebruikt is het niet af. Woor<strong>de</strong>n is meerbegrijpen, kleur zit dichter bij het gevoel. Kleuren zeggen veel, metkleuren ga je kijken, kun je iets beter aan an<strong>de</strong>ren dui<strong>de</strong>lijk maken.Ik houd niet van praten. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werkstukken maken meteendui<strong>de</strong>lijk waar het over gaat, zij communiceren.”en “Praten op papier is gemakkelijker dan oog <strong>in</strong> oog praten. Zomaarverbaal praten en <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen kijken (praatgroep) werkt niet, je voelt jem<strong>in</strong><strong>de</strong>r op je gemak. Bezig zijn en praten gaat beter.”36


Ze v<strong>in</strong>dt onbelangrijk of <strong>de</strong> werkstukken er mooi uitzien. De buitenkant ismisschien niet mooi, maar ze is trots dat het haar gelukt is. Voor haar is <strong>de</strong><strong>in</strong>houd mooi.Cliënt 3Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie met een man die zijn <strong>de</strong>lict niet wil voelenDiagnostische thema’s► Gebrekkige impulscontroleHet <strong>de</strong>lict, op grond waarvan <strong>de</strong> cliënt voorwaar<strong>de</strong>lijk gestraft is, was hetgevolg van impulsief han<strong>de</strong>len. De cliënt heeft zich vooral op momentendat hij zijn familie mist m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand. Hij erkent dat hijproblemen met agressie heeft en is gemotiveerd hier iets aan te doen.► Oppotten en controlerenUit angst voor <strong>de</strong> reactie van an<strong>de</strong>ren en uit angst voor eigen controleverliesuit <strong>de</strong> cliënt zich uitermate gecontroleerd. Hij is bang voor <strong>de</strong> reactie die erkomt als hij zich verbaal uitspreekt. Hij is bang voor afwijz<strong>in</strong>g, banguitgelachen te wor<strong>de</strong>n. Hij is ook bang niet gehoord te wor<strong>de</strong>n en maaktdaarom subtiel dui<strong>de</strong>lijk wat hij voelt. Als mensen zijn subtiele non-verbalesignalen niet opmerken dan is dat volgens hem hun eigen schuld. Door zijncontroleren<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g bouwt hij <strong>in</strong> contacten veel spann<strong>in</strong>gen op. Doordat<strong>de</strong>ze spann<strong>in</strong>gen niet a<strong>de</strong>quaat geuit wor<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> prikkelbaarheid groot.Om negatieve <strong>in</strong>teracties te vermij<strong>de</strong>n trekt hij zich zoveel mogelijk terug.In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie is <strong>de</strong> cliënt stil en afwachtend, neemt hij eenlij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lichaamshoud<strong>in</strong>g aan en maakt een gespannen <strong>in</strong>druk. Hij ziet ergefrustreerd uit, maar laat geen emoties zien. Hij is verlegen bij vragen overzijn gevoelsleven en moeilijk tot beel<strong>de</strong>nd han<strong>de</strong>len aan te zetten. Tenopzichte van zijn broer (zijn enige familielid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland) waarmee hij <strong>in</strong>huis woont, uit hij non-verbaal irritaties. Hij is bang voor escalatie als hijzich tegenover zijn broer werkelijk zou uitspreken.37


Ook tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> sessies uit hij zijn ongenoegen non-verbaal. In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>ndie hij maakt komt dit on<strong>de</strong>rwerp terug. Zij wor<strong>de</strong>n gekenmerkt <strong>door</strong><strong>in</strong>gehou<strong>de</strong>n gecontroleer<strong>de</strong> agressie, maar alle signalen zijn er, tot <strong>in</strong> <strong>de</strong>tailuitgewerkt.► PerfectionismeDe cliënt vertelt dat hij geen fouten mag en kan maken: “Fouten zijn er<strong>door</strong> mijn va<strong>de</strong>r uitgeslagen”. Hij kan mislukk<strong>in</strong>g en lelijkheid nietverdragen. Hij kan daarom <strong>in</strong> beel<strong>de</strong>nd werken ook “…niet zomaar ietsdoen…”. Hij geeft zichzelf geen ruimte om te experimenteren met nieuw enan<strong>de</strong>r gedrag.Hij kan moeilijk kritiek verdragen en zijn manier van <strong>de</strong>nken is rigi<strong>de</strong>.► Veroor<strong>de</strong>lenDe cliënt ziet zichzelf als slachtoffer, is boos over <strong>de</strong> situatie thuis enprobeert <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nd therapeute van zijn gelijk te overtuigen. Hij wilbepalen hoe het er thuis aan toe moet gaan en accepteert geen an<strong>de</strong>re visie.► Het <strong>de</strong>lict is onbespreekbaarDe cliënt heeft gesprekken met een psychologe <strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g. Met haarpraten over het <strong>de</strong>lict en <strong>de</strong> gevoelens en gedachten die aan het <strong>de</strong>lictvoorafgaan irriteert hem. Hij wil hieraan niet her<strong>in</strong>nerd wor<strong>de</strong>n. Hij verheftzijn stem, gaat <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend spreken, valt verbaal aan en beschuldigt. Zijnlichaam is gespannen en <strong>de</strong> ogen gaan wijd open. Een enkele keer stuift hijweg en knalt <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur achter zich dicht. Hij heeft het gevoel dat hij voor een“rechercheur” zit en voelt zich <strong>door</strong> haar aangevallen.► AmbivalentieDe terugkeer van zijn moe<strong>de</strong>r naar Curaçao bedrukt hem. De relatie metzijn moe<strong>de</strong>r is gekenmerkt <strong>door</strong> ambivalentie. Hij probeert haar goed teadviseren maar v<strong>in</strong>dt het moeilijk zijn gevoel naar haar toe te verwoor<strong>de</strong>n.Hij voelt zich niet <strong>door</strong> haar gehoord, voelt zich gevangen <strong>in</strong> een dilemma,wil die onrust niet en wil zich er tegen beschermen. Hij kan <strong>de</strong> relatie goedanalyseren maar kijkt <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant uit als het over zijn eigen gevoel gaat.38


Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessies► Spann<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rkennen en uitenIn <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie werkt <strong>de</strong> cliënt <strong>in</strong> <strong>de</strong> agressieregulatiemodule aaneen spann<strong>in</strong>gsmeter. Elk spann<strong>in</strong>gsniveau krijgt een kleur <strong>in</strong>overeenstemm<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> kleuren van <strong>de</strong> regenboog. Hij schrijft er tekst bij.De cliënt geeft zelf aan baat te hebben bij <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie, daar<strong>door</strong>beter met spann<strong>in</strong>g om te kunnen gaan en <strong>de</strong> opbouw van spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> fasesbeter te herkennen. Hij komt na verloop van tijd rustiger en meerontspannen over dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> weken.Gelei<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rkent hij bij zichzelf <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gradaties:1. Ontspann<strong>in</strong>g2. Lichamelijke onrust3. Negatieve gedachten4. Non-verbaal negatief gedrag naar an<strong>de</strong>ren (verwachten dat an<strong>de</strong>ren zijnnegatieve signalen opvangen en zich beter gaan gedragen)5. Verbale en matige fysieke agressie naar an<strong>de</strong>ren6. Heftige explosieve agressieIn <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie komt hij <strong>door</strong> succeservar<strong>in</strong>gen tot een bepaal<strong>de</strong>mate van ontspann<strong>in</strong>g. Hij zegt nu tussen lichamelijke onrust (2) ennegatieve gedachten (3) te zwerven. Tij<strong>de</strong>ns het werken komen onmacht enverdriet ter sprake. De negatieve gedachten hebben met zijn broer te maken.De cliënt is heel hard aan het werk om uitbarst<strong>in</strong>gen te voorkomen. Hijwordt steeds opener over hoe hij contacten met an<strong>de</strong>ren ervaart. Hij erkentdat hij bang is voor zijn eigen gevoelens en ze liever niet on<strong>de</strong>r ogen ziet. In<strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie wil hij leren experimenteren en gevoelens totuitdrukk<strong>in</strong>g leren brengen.► Op weg naar het uiten van agressieDe beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie heeft ook als doel agressieve gevoelens <strong>in</strong> hetlichaam te benoemen en beel<strong>de</strong>nd vorm te geven. Bij <strong>de</strong> opdracht zijn<strong>in</strong>nerlijke boosheid <strong>in</strong> een houd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> klei uit te drukken werkt <strong>de</strong> cliënt39


constructief en gedreven. Hij werkt graag met een dierfiguur. Het beeld <strong>in</strong>klei is zacht en rond, maar <strong>de</strong> rug is bot en gespierd. Aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong>opdracht is hij heel ontspannen.In een volgen<strong>de</strong> sessie wordt uitgegaan van zijn boze gevoelens tij<strong>de</strong>ns een<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt (met een jongen op straat, zie bene<strong>de</strong>n). Hij krijgt <strong>de</strong> opdracht opzijn spieren en zijn mond te letten als hij schreeuwt.De cliënt maakt daarbij een leeuw als symbool van zijn boosheid, maar hijheeft moeite om agressie <strong>in</strong> het beeld te leggen. Het is een mooie leeuw metgoe<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>gen. Het lukt hem uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk toch tot een scherperevormgev<strong>in</strong>g te komen. Zijn bek staat open en <strong>de</strong> leeuw krijgt scherpetan<strong>de</strong>n, nagels, gekerf<strong>de</strong> haren, maar zit <strong>in</strong> een niet-actieve, nietaanvallen<strong>de</strong>houd<strong>in</strong>g.Het blijft moeilijk zichzelf <strong>in</strong> een gewelddadige houd<strong>in</strong>g te tekenen. Decliënt gaat niet <strong>in</strong> op <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g om het gevoel <strong>in</strong> een vrijere vormgev<strong>in</strong>gexpressiever of meer karikaturaal weer te geven. Hij weet niet hoe hij ditmoet aanpakken en vraagt telkens hulp.► Perfectionisme loslatenDe cliënt tekent met potlood en werkt heel precies en controlerend(gummend) aan <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsmeter. Als <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nd therapeute hem vraagt<strong>in</strong> een steeds korter wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> tijdspanne 8 abstracte teken<strong>in</strong>getjes metpastelkrijt te maken, neemt <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g bij hem meteen toe. Hij komt niettot vormgev<strong>in</strong>g en gooit snel en impulsief het bijltje erbij neer. Hijon<strong>de</strong>rkent dat hij niet om kan gaan met ondui<strong>de</strong>lijkheid. Als hij zelf <strong>de</strong>tijdsduur mag bepalen en weer aan <strong>de</strong> slag gaat, maakt hij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>gzo <strong>in</strong>gewikkeld dat hij ook nu <strong>in</strong> tijdnood komt. Hij heeft <strong>door</strong> dat zijnperfectionisme hem <strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen brengt. Als hij met grove bre<strong>de</strong>streken gaat werken en b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> tijd kan blijven werkt hij ontspannen.► ZelfexpressieIn <strong>de</strong> evaluatie vertelt hij dat hij geleerd heeft hoe hij het an<strong>de</strong>rs kanaanpakken. Ook <strong>de</strong> opdracht zichzelf als ontspannen dier te tekenen lukt alshij houvast v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm. Hij kiest <strong>de</strong> papegaai die hij rond en zachttekent. Ter sprake komt ook dat <strong>de</strong> papegaai een dier is dat kan praten.40


Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> sessiesDe <strong>in</strong>getogen agressie die zichtbaar wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leeuwis analoog aan zijn agressiepatroon buiten <strong>de</strong> therapie. Hij is <strong>in</strong>getogen,passief agressief, maar als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r dit niet opmerkt en er niet op <strong>in</strong>gaattreedt een escalatie op. Dat hij <strong>door</strong> <strong>de</strong> therapie beter <strong>in</strong> staat is <strong>de</strong>zeescalatie te voorkomen illustreert hij met verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n. Hijvertelt over een opstootje <strong>in</strong> het zwembad waarbij hij zijn agressie goedon<strong>de</strong>r controle had. Een an<strong>de</strong>r <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt betreft het reeds genoem<strong>de</strong> conflictmet een jongen op straat. Hij is wel achter <strong>de</strong> jongen aangerend en heeftgeschol<strong>de</strong>n, maar geen fysiek geweld gebruikt. Hij is er trots op dat hij zichheeft weten <strong>in</strong> te hou<strong>de</strong>n. Hij heeft er ook behoefte aan dat <strong>de</strong> therapeut zegtdat het goed gaat en hij elementen uit <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie <strong>in</strong> hetdagelijkse leven <strong>in</strong>zet.Er bestaat spann<strong>in</strong>g tussen zijn perfectionisme en zijn <strong>de</strong>lict. Wie zichzelferg controleert kan niet leven met het besef dat hij iets echt verkeerd gedaanheeft. Als <strong>in</strong> het gesprek met <strong>de</strong> psychologe het moment na het <strong>de</strong>lict aan <strong>de</strong>or<strong>de</strong> komt, nadat <strong>de</strong> cliënt (op <strong>de</strong> vriend van <strong>de</strong> ex-partner) geschoten heeften hij zijn dochtertje ziet staan lopen <strong>de</strong> rill<strong>in</strong>gen <strong>door</strong> zijn lijf. Hij voeltzich schuldig en is boos op zichzelf. Hij kan <strong>de</strong> gevoelens soms toelaten enmeer ontspannen het <strong>de</strong>lictscenario lezen. Het contact met <strong>de</strong> psychologewordt gelei<strong>de</strong>lijk vrien<strong>de</strong>lijker, maar praten over het <strong>de</strong>lict blijft moeilijk.Cliënt 4Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie en psychomotorische therapie met eenheftige cliënt met stemm<strong>in</strong>gswissel<strong>in</strong>genDiagnostische thema’s | Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie► HeftigheidDe cliënt praat snel en gespannen. Hij is luidruchtig, beweegt onrustig metarmen en benen, schuift met <strong>de</strong> kruk, gaat regelmatig staan en loopt heen enweer. Met zijn grote tas gooit hij alles omver.41


Werken <strong>in</strong> het beel<strong>de</strong>nd medium is een afspiegel<strong>in</strong>g van zijn heftigheid. Hijsmijt met scharen en tijdschriften en behan<strong>de</strong>lt het materiaal ruw. Hij maakthet beel<strong>de</strong>nd materiaal stuk <strong>door</strong> te scheuren, duwen en gooien. Zijnvormgev<strong>in</strong>g is grof. Er zijn we<strong>in</strong>ig nuances en er is geen on<strong>de</strong>rscheid tussenvoorstell<strong>in</strong>gen die wel en die niet ter zake doen. De afbeeld<strong>in</strong>gen zijn heftigen tonen lij<strong>de</strong>n.► IrritatieHij is opvliegend, scheldt en vloekt op <strong>de</strong> mensen die hem ‘dit’ hebbenaangedaan. On<strong>de</strong>r zijn pet kijkt hij zeer fel en boos uit <strong>de</strong> ogen. Hij houdtan<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten en pakt ze snel terug.Als <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nd therapeute hem vraagt zijn seksuele misbruik <strong>in</strong> beeld tebrengen wordt hij boos. Zijn hele lichaam komt <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Hij is kortafen valt <strong>de</strong> therapeute verbaal aan. De opdracht een gedicht bij het seksuelemisbruik te zoeken irriteert hem. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk doet hij het toch, maar hij isniet gewend iets over zijn seksueel misbruik los te laten.► Intimi<strong>de</strong>renDe cliënt weet van zichzelf dat hij <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ert, provoceert, afperst enbeschuldigt.► Ontroer<strong>in</strong>gAls het over kwetsbare zaken gaat kan hij heel ontroerd kijken. Hij kan ookgul lachen en charmant zijn.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessies► Tussen heftigheid en ontroer<strong>in</strong>gDe beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie is gericht op het <strong>in</strong> beeld brengen van zijn agressie,leren on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van an<strong>de</strong>re gevoelens en het <strong>in</strong> beeld brengen van zijnseksuele trauma.Als <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>nd therapeute hem stimuleert met <strong>de</strong> ogen dicht krachtig opklei <strong>in</strong> te werken krijgt hij plezier <strong>in</strong> het slaan op klei. Hij krijgt <strong>de</strong> opdrachthet beest <strong>in</strong> zichzelf vorm te geven. Hij wil een leeuw met een grote bek42


maken, maar maakt een aaibaar dier. Dit ontroert hem en zo wordt zijnkwetsbare kant zichtbaar. Als hij daaropvolgend een muis met klei maakt,ontstaat een <strong>in</strong> elkaar gedoken beestje, met <strong>de</strong> bek dicht en met scherpeloeren<strong>de</strong> ogen. De cliënt blijft grof werken met we<strong>in</strong>ig <strong>de</strong>tails. Ook <strong>in</strong> hetkle<strong>in</strong>e beestje is <strong>de</strong> heftige streek aanwezig. De plaatjes voor <strong>de</strong> collageover seksueel misbruik knipt hij hardhandig, rechttoe rechtaan uit.► Ontspann<strong>in</strong>gOpvallend is dat <strong>de</strong> cliënt aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van elke beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sessieontspannen en vrolijk is en grapjes maakt.Diagnostische thema’s | Psychomotorische therapie► OnzekerheidDe cliënt is onzeker, praat onrustig, spr<strong>in</strong>gt van <strong>de</strong> hak op <strong>de</strong> tak. Hij kanniet stilzitten, friemelt en is constant met iets bezig. Altijd <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Hijstuitert onrustig met een bal.Zijn gedrag is amicaal, maar hij doet zich an<strong>de</strong>rs voor dan hij zich eigenlijkvoelt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij zich amicaal gedraagt, maar<strong>de</strong> psychomotorisch therapeut <strong>in</strong> <strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g ‘afstand – nabijheid’ wel op 5meter afstand plaatst.Zijn gedrag geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> agressieregulatietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g waarbij <strong>de</strong>psychomotorisch therapeut lichamelijke signalen observeert praat hijvoortdurend goed. Hij legt zijn gedrag uit. Als <strong>de</strong> therapeut hem iets vraagtis hij onzeker, alsof hij zich afvraagt wat hij moet antwoor<strong>de</strong>n. Hij is op zijnhoe<strong>de</strong> en voelt zich snel aangevallen.Hij wil presteren en vraagt na afloop van een activiteit met zijn blikgoedkeur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> therapeut. Hij wil het allemaal snel en goed doen.► Irritatie en opvliegendheidAls <strong>de</strong> therapeut zijn nonchalante en ongeïnteresseer<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g ter sprakebrengt raakt hij geïrriteerd. Hij gaat har<strong>de</strong>r en sneller praten om dui<strong>de</strong>lijk temaken dat <strong>de</strong> therapeut te ver gaat en waarschuwt <strong>de</strong> therapeut dat hij nietver<strong>de</strong>r moet gaan. De lichamelijke spann<strong>in</strong>g neemt toe, hij kan niet meer43


stilzitten en ijsbeert <strong>door</strong> <strong>de</strong> ruimte, met <strong>de</strong> rug naar <strong>de</strong> therapeut. Hij krabtover <strong>de</strong> borst.► Zich met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r metenTij<strong>de</strong>ns een uitdagen<strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g gaat <strong>de</strong> cliënt lui<strong>de</strong>r praten en roepen. Alshij het doel mist zucht en puft hij van ergernis. Als het niet lukt gaat hijhar<strong>de</strong>r gooien. Hij gooit overmatig hard, met brute kracht tegen een pion.Hij wil zich met <strong>de</strong> therapeut meten en bij w<strong>in</strong>st juicht hij. De onrust zet hijom <strong>in</strong> ontlad<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> activiteit.Als gewerkt wordt met een startarrangement waar <strong>de</strong> cliënt telkens eenregel aan toe mag voegen zoekt hij naar steeds meer uitdag<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het spel envraagt het uiterste van zichzelf. Hij blijft regels verz<strong>in</strong>nen en vraagt telkensgoedkeur<strong>in</strong>g.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genAan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van sessies praat hij rustiger en is er lijn <strong>in</strong> zijn verhaal. Alshij zich <strong>in</strong> oefen<strong>in</strong>gen heeft ontla<strong>de</strong>n neemt zijn irritatie af. De energiekepsychomotorische therapie doet hem blijkbaar goed.De cliënt gebruikt gelei<strong>de</strong>lijk meer kracht dan hij eer<strong>de</strong>r gebruikte. In eerste<strong>in</strong>stantie hield hij zich nog wat <strong>in</strong>, later kan hij zich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>arrangementen vol ontla<strong>de</strong>n. Door het ontla<strong>de</strong>n merkt hij dat hij zichrustiger gaat voelen en ook uiterlijk is zichtbaar dat hij er rustiger bij staat.In het beg<strong>in</strong> durf<strong>de</strong> hij zich niet echt te laten gaan en leek er een rem op tezitten.De cliënt geeft zelf aan dat hij het eng vond om voluit te gaan. Dit heefthem eer<strong>de</strong>r altijd <strong>in</strong> problemen gebracht. Vanwege <strong>de</strong> veiligheid b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>arrangementen was het mogelijk dit toch te doen.44


Cliënt 5Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met een cliënte diebepaalt wat op TV komtDe cliënte is gediagnosticeerd als bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e persoonlijkheid, maar er tre<strong>de</strong>nook psychotische fasen op. Haar gedrag is meer dissociaal dan bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e.Ze is als k<strong>in</strong>d gevoelsmatig tekort gekomen. Omdat ze <strong>door</strong> haar moe<strong>de</strong>rmishan<strong>de</strong>ld werd is haar moe<strong>de</strong>rbeeld sterk negatief gekleurd. Na haartw<strong>in</strong>tigste levensjaar kwam ze terecht <strong>in</strong> een dissociaal milieu vanalcoholisten. Ze is eer<strong>de</strong>r vrijgesproken voor doodslag en is nu veroor<strong>de</strong>eldomdat ze een ou<strong>de</strong> vrouw van haar tas wil<strong>de</strong> beroven en tegen <strong>de</strong> grondsloeg. Ze v<strong>in</strong>dt zichzelf niet schuldig.De danstherapeute en beel<strong>de</strong>nd therapeute hebben samen een Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g(AAT) ontwikkeld waar<strong>in</strong> cliënten werken met een spann<strong>in</strong>gsthermometer(groen – oranje – rood). Cliënten krijgen veelvuldig <strong>de</strong> opdrachtgradueel tussen <strong>de</strong> kleuren heen en weer te gaan.Diagnostische thema’s► Afgestompt en afgewendDe cliënte is afgestompt, onverschillig, emotieloos en terughou<strong>de</strong>nd. Zemaakt soms een sf<strong>in</strong>xachtige <strong>in</strong>druk. Haar lichaamshoud<strong>in</strong>g is zeer stijf,ook als ze loopt. Er is geen <strong>in</strong>teresse voor an<strong>de</strong>ren. Zij is zeer egocentrisch,heeft we<strong>in</strong>ig empathie en kan zich niet <strong>in</strong> an<strong>de</strong>ren verplaatsen.► Dom<strong>in</strong>antHaar postuur is groot en sterk. Daar<strong>door</strong> en <strong>door</strong> haar gedrag <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ert zean<strong>de</strong>ren. Met <strong>de</strong> afstandbedien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand bepaalt ze op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g water op TV komt. Ze wil als een man zijn, maar is ambivalent ten opzichtevan mannen en gebruikt hen vooral <strong>in</strong>strumenteel ter seksuele bevredig<strong>in</strong>g.► Kruitvat on<strong>de</strong>r controleZe maakt <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk een kruitvat te zijn dat nooit ontploft is. Ze balt haarvuisten en loopt op bepaal<strong>de</strong> momenten snel naar haar kamer. Op een45


spraakzaam moment vertelt ze dat ze <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g heeft an<strong>de</strong>ren een klap tewillen verkopen. Als ze aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> sessies zegt dat ze ontspannenis – “In het groene gebied” – nemen <strong>de</strong> therapeuten waar dat ze nog welgespannen is. Blijkbaar voelt <strong>de</strong> cliënte haar agressie onvoldoen<strong>de</strong> of wil ze<strong>de</strong>ze voor zichzelf on<strong>de</strong>rdrukken.► Opw<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gOp an<strong>de</strong>re momenten – vooral bij kritiek – heeft ze een kort lontje. Ze iswoe<strong>de</strong>nd, schreeuwt, scheldt, vloekt en maakt fel oogcontact. Ze gaatdaarbij niet op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r <strong>in</strong>, houdt <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> voor zichzelf en gaat helemaal<strong>in</strong> zichzelf op. Ook bij thema’s als agressie en seks neemt <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g toeen is er fel oogcontact.► Van groen naar rood en terugAls ze <strong>de</strong> opdracht krijgt tij<strong>de</strong>ns het dansen woe<strong>de</strong> uit te beel<strong>de</strong>n en haarbeweg<strong>in</strong>gen krachtiger te maken komt geen kracht tot stand. Haarlichaamsspann<strong>in</strong>g blijft laag. Ze gebruikt we<strong>in</strong>ig ruimte en reageert niet op<strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van <strong>de</strong> danstherapeute. Ze kan haar agressie niet naar bovenhalen.Bij het <strong>in</strong>kleuren van <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsthermometer <strong>in</strong> het beel<strong>de</strong>nd werkenkiest ze zacht materiaal. Ze werkt voorzichtig, monotoon en maaktmechanisch <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tekenbeweg<strong>in</strong>gen.Als het haar wel lukt agressie naar boven te halen kan ze moeilijkterugschakelen. Bij <strong>de</strong> opdracht ‘van rood naar groen’ ontwikkelt ze eensterke weerstand. Ze wordt boos en uit haar woe<strong>de</strong> <strong>in</strong> krachtigebewoord<strong>in</strong>gen. Ze gooit onbeheerst met <strong>de</strong> bal en houdt zich niet aan <strong>de</strong>opdracht ‘beheerst gooien’. Ze kan moeilijk overgangen maken tussen zachtnaar luid en omgekeerd. Ze beschikt slechts over twee niveaus:‘meisjesachtig’ of bevelend.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessiesNa afloop van <strong>de</strong> AAT rapporteren <strong>de</strong> danstherapeute en beel<strong>de</strong>ndtherapeute het volgen<strong>de</strong>:46


“De cliënte werd tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g gaan<strong>de</strong>weg m<strong>in</strong><strong>de</strong>rwantrouwend, terughou<strong>de</strong>nd en passief.Ze is nu beter <strong>in</strong> staat over haar eigen gedrag te reflecteren. Haarstrategie gevoelens van woe<strong>de</strong> en teleurstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te slikken – met alsgevolg dat ze <strong>de</strong>ze opkropte – trok ze gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> twijfel. Ze dachtaanvankelijk dat ze alleen op <strong>de</strong>ze manier haar gevoelens <strong>de</strong> baaskon, maar leer<strong>de</strong> dat het ook an<strong>de</strong>rs kan. Vooral <strong>de</strong> thermometerheeft haar geholpen an<strong>de</strong>rs met woe<strong>de</strong> om te gaan. Haar kracht ligt<strong>in</strong> <strong>de</strong> aanloop naar <strong>de</strong> agressie (het oranjegebied van <strong>de</strong>thermometer) <strong>in</strong> te grijpenZe werd er zich van bewust dat ze signalen kan afgeven dieuitdrukk<strong>in</strong>g geven aan haar gevoel.De tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g heeft er ook toe geleid dat zij an<strong>de</strong>ren beter kanwaarnemen en op sommige momenten empathie toont. Gelei<strong>de</strong>lijkleer<strong>de</strong> ze meer met an<strong>de</strong>ren te praten.”Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> sessies | De visie van twee psychologenDe cliënte heeft <strong>de</strong> dialectische gedragstherapie volgens L<strong>in</strong>ehan (DGT)helemaal gevolgd. De psychologen geven te kennen dat <strong>de</strong>ze tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g voorhaar nogal abstract bleek. De AAT is toegankelijker. De kracht van <strong>de</strong>zetra<strong>in</strong><strong>in</strong>g is dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers uitgenodigd wor<strong>de</strong>n te beschrijven wat ze <strong>in</strong><strong>de</strong> actie en <strong>in</strong> het lichaam voelen. Omdat bij <strong>de</strong>ze cliënte een splits<strong>in</strong>gbestaat tussen <strong>de</strong>nken en voelen heeft ze een aanpak nodig die op eenm<strong>in</strong><strong>de</strong>r abstract niveau <strong>de</strong>nken en voelen bij elkaar brengt. Han<strong>de</strong>len endaarna reflecteren is erg belangrijk.“Het moment nu is belangrijk: wat voel je nu, wat gebeurt er nu met je.”De spann<strong>in</strong>gsthermometer wordt als een geëigend mid<strong>de</strong>l gezien.Doorslaggevend v<strong>in</strong>dt men ook <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> danstherapeute die <strong>in</strong> staatbleek <strong>de</strong> cliënte uit te lokken en aan te moedigen. Door het vertrouwen <strong>in</strong><strong>de</strong> danstherapeute durf<strong>de</strong> <strong>de</strong> cliënte haar gevoelens te tonen. Omdat <strong>de</strong>47


psychotische aan<strong>de</strong>len sterker zijn dan <strong>de</strong> persoonlijkheidsstoornis werd eenneurolepticum (Haldol) voorgeschreven. Daar<strong>door</strong> namen <strong>de</strong>zelfgesprekken af en werd <strong>de</strong> cliënte stabieler, rustiger en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r agressief.De psychologen zijn verbaasd wat er bereikt is. Bij het gevaar van eenagressieve <strong>door</strong>braak is <strong>de</strong> cliënte nu <strong>in</strong> staat <strong>de</strong> agressie die zich ophooptwaar te nemen, te benoemen (“Daar stapelt zich wat op”) en an<strong>de</strong>rs tehan<strong>de</strong>len. De spann<strong>in</strong>gsthermometer helpt daarbij, ook op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Zijhoren <strong>de</strong> cliënte over zichzelf zeggen dat ze geen kruitvat meer is dat kanexplo<strong>de</strong>ren. Ze nemen waar dat ze losser, toegankelijker, humoristischgewor<strong>de</strong>n is en bereid d<strong>in</strong>gen uit te proberen. Toch is vaak niet zichtbaarhoe het bij haar van b<strong>in</strong>nen werkt. Of het haar echt lukt beter met agressieom te gaan is nog niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk.De psychologen zien ook verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het contact met an<strong>de</strong>ren. De cliëntekoestert weliswaar nog steeds geen sociale gevoelens en kan met an<strong>de</strong>rengeen emotionele b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g aangaan, maar ze doet moeite m<strong>in</strong><strong>de</strong>ronverschillig te zijn. Nog steeds is haar ethisch besef gebrekkig. Het ismogelijk dat haar attitu<strong>de</strong> niet fundamenteel veran<strong>de</strong>rt en zij voor zichzelfgeweld blijft legitimeren.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> sessies | De visie van <strong>de</strong> cliënteDe cliënte vertelt dat ze graag danst op <strong>de</strong> muziek van Metallica. Dezemuziek kan haar grondgevoel on<strong>de</strong>rstrepen, maar haar ook helpen dit teoverstijgen. Als ze verdrietig is geeft <strong>de</strong> muziek van Metallica haar veelruimte. Dan maakt ze zich groot, spreidt ze haar armen en benen uit enheeft ze het gevoel dat ze omhoog groeit en haar huid kan afstropen. Zevoelt zich dan als herboren en komt op an<strong>de</strong>re gedachten. Als ze agressievoelt slaat ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> muziek met haar vuisten <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht tot ze niet meerkan. Dit bevrijdt haar waar<strong>door</strong> ze rustiger naar <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g terug kan gaan.Ze v<strong>in</strong>dt dat <strong>de</strong> AAT heel an<strong>de</strong>rs werkt dan danstherapie. Bij <strong>de</strong> danstherapiekon ze relaxen en met zachte muziek bij zichzelf komen. Bij frustratiekon ze <strong>door</strong> te praten en op muziek te dansen bevredig<strong>in</strong>g v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Ze kon<strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r “bene<strong>de</strong>n laten” 2 en “op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g trappen”.2 De danstherapieruimte bev<strong>in</strong>dt zich op zol<strong>de</strong>r, boven <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen.48


In <strong>de</strong> AAT zegt ze echt geleerd te hebben met gevoelens om te gaan. Zeheeft op ro<strong>de</strong> kussens gebokst en is zo <strong>in</strong> het ro<strong>de</strong> bereik van <strong>de</strong>thermometer gekomen. Vervolgens heeft ze geleerd <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g af tebreken. In het beel<strong>de</strong>nd werken heeft ze met waterverf fijngevoelig hetgroene bereik geschil<strong>de</strong>rd.In <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> cliënte:“Op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g maak ik hier gebruik van. Ik luister naar mijngevoel, benoem voor mezelf <strong>de</strong> kleur van <strong>de</strong> thermometer. Lange tijdwas ik <strong>in</strong> het ro<strong>de</strong> gebied, maar s<strong>in</strong>ds het boksen op het kussen is ditniet meer zo. Als ik <strong>in</strong> het ro<strong>de</strong> gebied kom maai ik mensen neer. Danstaat niemand meer op en zit ik met <strong>de</strong> problemen. Dit wil ik op tijdstoppen. Ik wil niet meer <strong>in</strong> het rood komen. Als ik snel iets veran<strong>de</strong>rloopt <strong>de</strong> agressie niet te hoog op. Ik kan mijn agressie negeren, me ertegen verzetten, het gesprek afbreken of naar mijn kamer gaan.”Cliënt 6Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met een onzekere cliëntemet een kort lontjeHet <strong>de</strong>lict van <strong>de</strong> cliënte is terug te voeren op impulsief reageren als ze <strong>de</strong>controle verliest. Ze is gediagnosticeerd als bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>epersoonlijkheidsstoornis en heeft geen geïntegreer<strong>de</strong> persoonlijkheid, maarafgesplitste i<strong>de</strong>ntiteitseilandjes. Toen zij negen jaar oud was overleed haarmoe<strong>de</strong>r. De relatie met <strong>de</strong> stiefmoe<strong>de</strong>r is problematisch. De stiefmoe<strong>de</strong>rbehan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> haar k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren slecht. De cliënte voelt zich als assepoester. Vanhaar va<strong>de</strong>r krijgt ze niet <strong>de</strong> aandacht die ze vraagt. Op grond van haarlevensgeschie<strong>de</strong>nis probeert ze voortdurend me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n op te roepen. Opzoek naar lief<strong>de</strong> en erkenn<strong>in</strong>g gedraagt ze zich disfunctioneel. Omdat zenogal veel fantaseert is niet dui<strong>de</strong>lijk of er sprake is van verkracht<strong>in</strong>g <strong>door</strong>haar oom. Ze gaat heel onkritisch om met mannen. Als ze een vriend heeftstort ze zich helemaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie.49


Diagnostische thema’s► SlachtofferDe cliënte stelt zich op als slachtoffer. Ze klaagt en zoekt bevestig<strong>in</strong>g.► OnzekerDe cliënte is onzeker en heeft geen eigen men<strong>in</strong>g. Ze is heel kle<strong>in</strong> vanb<strong>in</strong>nen, spreekt met zachte stem en gedraagt zich aangepast. Haarzelfvertrouwen is laag. Veelal imiteert ze an<strong>de</strong>ren en regelmatig vertoont zemeeloopgedrag. Tot haar me<strong>de</strong>cliënten houdt ze afstand, maar als ze ergonzeker is zoekt ze <strong>de</strong> nabijheid van <strong>de</strong> danstherapeute.Bij een terechtwijz<strong>in</strong>g reageert ze met huilen. Ze kijkt naar <strong>de</strong> grond en isbedrukt. Ze kan niet omgaan met een afwijz<strong>in</strong>g, wil overal bij zijn engeaccepteerd wor<strong>de</strong>n. Als ze regels overtreedt, stelt ze zich ‘dom’ aan enprobeert ze zich eruit te praten. Bij allerlei on<strong>de</strong>rwerpen krijgt ze een ro<strong>de</strong>kleur.► OvercompensatieZe doet zich groot voor als fan van een voetbalclub en zangeres van eenpopgroep. Door zich groot voor te doen maakt zij zichzelf belangrijker danze is. Daar<strong>door</strong> voelt zij zich zeker. Ze vertelt dat ze geweldig z<strong>in</strong>gt, dat zesolo mag z<strong>in</strong>gen en dat een van <strong>de</strong> bandle<strong>de</strong>n verliefd op haar is. Maar <strong>de</strong>bandle<strong>de</strong>n zien haar helemaal niet zien zitten. Het <strong>door</strong> haar opgebouw<strong>de</strong>i<strong>de</strong>aal narcistisch zelfbeeld verdraagt geen enkele relativer<strong>in</strong>g. Bandle<strong>de</strong>nen therapeuten speelt ze tegen elkaar uit.Ze is storend aanwezig en bemoeit zich overal mee. Als ze zichachtergesteld en onrechtvaardig behan<strong>de</strong>ld voelt toont ze verontwaardig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ert ze an<strong>de</strong>ren.► Kort lontjeDe cliënte is erg impulsief. Als het niet gaat zoals ze wil reageert zeopgewon<strong>de</strong>n, opgefokt en woe<strong>de</strong>nd en kan ze haar emoties niet controleren.Ze spant haar lichaam, wordt rood, gebruikt veel gebaren, schreeuwt, slaatmet <strong>de</strong> vuisten op tafel, gooit met d<strong>in</strong>gen en slaat met <strong>de</strong>uren. Ze spreektmet haar ogen en lijkt een spraakwaterval.50


Ze laat zich provoceren. Als ze zich over zichzelf ergert kan automutilatiehet gevolg zijn.Ze houdt zich niet aan regels, volgt opdrachten niet op, vloekt als ze zichaangevallen voelt of iets fout doet. Ze verstoort <strong>de</strong> therapie <strong>door</strong> niet mee tedoen, iets an<strong>de</strong>rs te doen en bijvoorbeeld <strong>de</strong> bal <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruimte te rollen.► RigiditeitDe cliënte is erg rigi<strong>de</strong>. Het moet gaan zoals zij wil. Als ze <strong>de</strong>nkt gelijk tehebben, maar geen gelijk krijgt wordt ze agressief. Ze kan niet goedreflecteren over wat ze doet en heeft een beperkt zicht opgedragsalternatieven. Als an<strong>de</strong>ren haar men<strong>in</strong>g niet <strong>de</strong>len is ze snelverontwaardigd.Ze stemt niet op an<strong>de</strong>ren af.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessies► Intensiveren en terugschakelenIn <strong>de</strong> opdracht op muziek van rust tot agressie over te gaan, waarbij <strong>de</strong>danstherapeute on<strong>de</strong>rsteunt <strong>door</strong> <strong>de</strong> beweg<strong>in</strong>gen krachtiger te maken endaarna af te bouwen, komt <strong>de</strong> cliënte tot het mid<strong>de</strong>ngebied. Ze kan haarwoe<strong>de</strong> uitbeel<strong>de</strong>n, maar kan <strong>de</strong> opdracht ‘veel lachen’ niet overnemen.Telkens komt <strong>de</strong> woe<strong>de</strong> en spann<strong>in</strong>g terug. Aan <strong>de</strong> opdracht terugschakelenvan rood naar groen <strong>door</strong> eerst op het kussen te slaan en daarna beheerstmet <strong>de</strong> bal te gooien, wil ze niet meedoen. Ze danst voor zichzelf <strong>in</strong> eenhoekje. Ze zegt wel dat ze meedoet, maar doet het niet. Er is bij haar niet<strong>door</strong> heen te komen.Op an<strong>de</strong>re momenten krijgt <strong>de</strong> cliënte het voor elkaar dat <strong>de</strong> opdracht vanzacht naar luid en terug niet <strong>door</strong>gaat. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk doet ze toch mee nadatze op haar gedrag wordt aangesproken. Dan is ze <strong>in</strong> staat zich luid te uiten,maar kan ze niet terug schakelen.51


De visie van <strong>de</strong> danstherapeute enbeel<strong>de</strong>nd therapeute na afloop van <strong>de</strong> AAT“De cliënte leer<strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijk haar emotionaliteit <strong>in</strong> te tomen. Deemotionele en dramatische uitbarst<strong>in</strong>gen die ten doel had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>aandacht op zich te vestigen zijn verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd. Ze weet nu dat zeaandacht kan krijgen <strong>door</strong> <strong>de</strong>el te nemen.Haar concentratie nam toe, zij was <strong>in</strong> staat zich beter op <strong>de</strong>oefen<strong>in</strong>gen te concentreren.De cliënte rem<strong>de</strong> zichzelf <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkvormen die bedoeld warenagressie te uiten. Ze kan hiermee niet spelen en trekt al snel <strong>de</strong>noodrem. Ze doet niet mee, is ongeconcentreerd, koppig of<strong>de</strong>valueert <strong>de</strong> AAT ten opzichte van <strong>de</strong> dialectische gedragstherapie.Met het oog op het <strong>de</strong>lictgedrag zou het beter zijn geweest als ze zichmeer op <strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>gelaten zou hebben. Greep krijgen op <strong>de</strong>eigen emoties is een volgend therapiedoel.”Na zo’n 10 sessies werkt ze geconcentreerd. B<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> therapie isze behulpzaam en flexibel. Agressie komt niet voor.Als ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> therapie <strong>in</strong> het oranjegebied komt rapporteert ze dat dithaar angstig maakt. Ze is bang dat ze <strong>door</strong>slaat. Maar ze blijft rustig <strong>in</strong> haargedrag. De therapeuten stellen vast dat ze een goe<strong>de</strong> zelfreflectie heeftontwikkeld. Tij<strong>de</strong>ns het werken met stokken tegenover elkaar kan zebeheerst kracht laten toenemen en afnemen.De visie van <strong>de</strong> cliënteDe cliënte vertelt dat er bij haar een beeld opkomt als ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> AAT ophet kussen bokst. Dan komt agressie op en loopt <strong>de</strong> thermometer snel vangroen naar rood. Ze geeft zich daaraan over, maar <strong>de</strong> weg terug is moeilijk.Ook met schuimrubberballen op <strong>de</strong> grond knallen zodat <strong>de</strong> bal tot aan hetplafond stuitert heeft ze gedaan. In haar woor<strong>de</strong>n:52


“Je oefent hoe je als een rid<strong>de</strong>r met stokken woe<strong>de</strong> kunt uitdrukken,zon<strong>de</strong>r grenzen te overschrij<strong>de</strong>n. Zo doe je <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r geen pijn. Bijmezelf nemen woe<strong>de</strong> en agressie af. Ik voel het <strong>in</strong> mijn lichaam enkan na<strong>de</strong>rhand over <strong>de</strong> gevoelens praten.”Woe<strong>de</strong> uitdrukken was <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> heel moeilijk voor haar. Ze voel<strong>de</strong> zichangstig. Ook grenzen aangeven vond ze <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> heel moeilijk. Het wasvreemd met voorwerpen elkaar tegemoet te tre<strong>de</strong>n.In <strong>de</strong> DGT zegt ze specifieke vaardighe<strong>de</strong>n voor het tolereren van stressgeleerd te hebben. In <strong>de</strong> AAT heeft ze met behulp van <strong>de</strong> thermometergeleerd te kijken <strong>in</strong> welk agressiegebied ze verkeert. De oefen<strong>in</strong>gen, hetdaadwerkelijke doen, daadwerkelijk ervaren waar <strong>de</strong> grenzen liggen, v<strong>in</strong>dtze zeer belangrijk. Ze v<strong>in</strong>dt dat <strong>de</strong> thermometer haar het beste heeftgeholpen.Over <strong>de</strong> danstherapie, dus niet <strong>de</strong> AAT, vertelt ze dat ze daaraan veelplezier heeft beleefd:“Het komt tegemoet aan je behoefte en je vergeet dat je opgeslotenzit. Je danst op mooie muziek, kunt over je gevoelens praten en <strong>de</strong>problemen van alledag bespreken. Thema’s als verdriet en woe<strong>de</strong>komen aan bod en <strong>door</strong> op <strong>de</strong> grond te stampen kun je ze uitleven.”Danspassen <strong>in</strong>oefenen en er gewoon op los dansen maakt haar zeker<strong>de</strong>r. Zezegt dat ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> danstherapie, an<strong>de</strong>rs dan op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, zich zeker<strong>de</strong>rvoelt, meer open durft te zijn en over haar problemen kan praten. Het feitdat je op een an<strong>de</strong>re plek bent, dat je vertrouwen hebt <strong>in</strong> <strong>de</strong> therapeut isbelangrijk.“Je neemt dit mee terug naar <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>de</strong>nkt na hoe je d<strong>in</strong>genan<strong>de</strong>rs kunt doen. Zo heb ik <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruimte een foto van mijn oomgeplaatst en heeft een me<strong>de</strong>cliënt mijn haat tegenover mijn oomuitgebeeld. Je kunt <strong>de</strong> oom laten belichamen, erover dansen enpraten. In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie kun je <strong>de</strong> haat op papier tekenen enhet papier verscheuren.”53


De ontspann<strong>in</strong>gsoefen<strong>in</strong>gen op muziek hebben haar goed gedaan. Ze heeftzich een woestijn voorgesteld met palmen en daarna <strong>in</strong> <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>therapie <strong>de</strong> woestijn geschil<strong>de</strong>rd. Zo heeft ze geleerd hoe ze op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>grustiger kan zijn.In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie heeft ze gewerkt aan het verlies van haar moe<strong>de</strong>r.Ze vertelt dat ze een schoenendoos blauw heeft geverfd, kunstbloemen eneen aar<strong>de</strong>werken beeldje van haar moe<strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> doos heeft gelegd en <strong>de</strong>doos op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g heeft uitgestald. Daar<strong>door</strong> heeft ze het verliesgelei<strong>de</strong>lijk verwerkt.“Ik kan nu het leven ook zon<strong>de</strong>r haar aan. Ze is er wel en ze is erniet. Op mijn verjaardag sluit ik haar <strong>in</strong> mijn hart. Ik kan er nu veelbeter over praten. Vroeger dreef ik af, had ik zelfmoordgedachten.Nu ben ik meer bezig met <strong>de</strong> toekomst. Ik maak een collage van <strong>de</strong>toekomst, met bergen en dalen.”In <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie zegt ze geleerd te hebben thema’s <strong>in</strong> beel<strong>de</strong>n ensymbolen uit te drukken. Ze heeft geleerd langzamer, geconcentreer<strong>de</strong>r enrustiger te werken. Tekenen b<strong>in</strong>nen een raster, b<strong>in</strong>nen symbolen (vierkant,cirkel) en daarover praten hebben haar geholpen. De cirkel staat voor <strong>in</strong> <strong>de</strong>kl<strong>in</strong>iek zijn en <strong>de</strong> duif staat voor buiten zijn. Werken <strong>in</strong> een groep en bij hetv<strong>in</strong>gerverven reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> thema’s van an<strong>de</strong>ren v<strong>in</strong>dt zemoeilijk.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> sessies | De visie van twee psychologenDe cliënte volgt <strong>de</strong> module Kernoplettendheidsvaardighe<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> DGTvan L<strong>in</strong>ehan. Deze module tra<strong>in</strong>t <strong>de</strong> <strong>in</strong>nerlijke waarnem<strong>in</strong>g. Het is <strong>de</strong>bedoel<strong>in</strong>g dat ze leert differentiëren tussen woe<strong>de</strong>, agressie, vreug<strong>de</strong>. Op <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> plaats gaat het erom dat <strong>de</strong> zichzelf <strong>de</strong> vraag stelt: “Waarom voel ikme zo?”. In <strong>de</strong> <strong>de</strong>lictgroep blokkeert ze als ze het slachtoffer speelt. Ze isniet meer totaal ongecontroleerd, maar ook nog niet gecontroleerd. Zeverkeert <strong>in</strong> een mid<strong>de</strong>ngebied. Ze kan zich nu beter beheersen.54


Ontwikkelen van haar autonomie is een grote stap. Eerst moet haar egoversterkt wor<strong>de</strong>n. Dit kan <strong>door</strong> een eigen standpunt te leren <strong>in</strong>nemen. In <strong>de</strong>danstherapie kan dit <strong>door</strong> haar eigen beweg<strong>in</strong>g te versterken.In <strong>de</strong> AAT reageer<strong>de</strong> ze meteen theatraal. Haar boodschap was: “Ik kan hierniet mee omgaan.” Maar nu kan ze zich beter beheersen. Alhoewel ze zichnog niet goed kan concentreren op <strong>de</strong> werkvorm, kan ze zichzelf welterugnemen.Ze moet leren haar zelfgevoel op een a<strong>de</strong>quate manier te versterken, zon<strong>de</strong>rgewichtig te doen en zon<strong>de</strong>r zich afhankelijk te maken. Haarpersoonlijkheid met <strong>in</strong>houd vullen is een belangrijk thema.► BehulpzaamOok buiten <strong>de</strong> therapie is ze na zo’n 10 sessies behulpzaam en flexibel. Eenrol daarbij speelt een huwelijksaanzoek van een an<strong>de</strong>re <strong>forensische</strong> cliëntdat haar evenwichtig maakt.Cliënt 7Anti-agressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g dans en beel<strong>de</strong>nd met een verwar<strong>de</strong> cliëntedie op <strong>de</strong> vlucht slaatIn haar opvoed<strong>in</strong>g heeft het haar aan veel ontbroken. Haar moe<strong>de</strong>r wasalcoholist en ze is zon<strong>de</strong>r structuur en lief<strong>de</strong> opgevoed. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> waar<strong>in</strong><strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt slaat ze op <strong>de</strong> vlucht, hetgeen aantoont dat ze<strong>in</strong>stabiel is. Ze vlucht naar haar moe<strong>de</strong>r, waar <strong>de</strong> politie haar oppakt.Daarna wordt <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g voortgezet. Ze krijgt ook an<strong>de</strong>re medicatie.Diagnostische thema’s► Dom<strong>in</strong>antDe cliënte is tegenover an<strong>de</strong>re cliënten arrogant, dom<strong>in</strong>ant, afstan<strong>de</strong>lijk,doet uit <strong>de</strong> hoogte en keurt hen geen blik waardig. Ze raakt regelmatig <strong>in</strong>conflict met an<strong>de</strong>re cliënten. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante laag gaan onzekerheid en55


angst schuil. Als ze snel moet beslissen is ze heel angstig. Tegenover <strong>de</strong>hulpverleners kent ze geen distantie.► VerwardHaar stemm<strong>in</strong>g is wisselend van ‘Himmelhoch jauchzend’ tot ‘zu to<strong>de</strong>betrübt’. Haar uiterlijk is onverzorgd, <strong>in</strong> haar kamer heerst grote wanor<strong>de</strong>.An<strong>de</strong>re cliënten werken op haar zenuwen.► PassiefZe toont we<strong>in</strong>ig energie en motivatie. Ze blijft lang <strong>in</strong> bed liggen en komt telaat op afspraken.► Spann<strong>in</strong>gBij het met voeten stampen en boxen <strong>in</strong> <strong>de</strong> therapie is ze ongeconcentreerd.Ze beweegt onrustig en ongecontroleerd en loopt <strong>in</strong> <strong>de</strong> zaal op en neer.Haar been trilt. Tij<strong>de</strong>ns het werken met stokken bouwt ze veel spann<strong>in</strong>g op.Ze komt aan haar lichamelijke grenzen en breekt <strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g af zon<strong>de</strong>r‘stop’ te zeggen.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen► In balansGelei<strong>de</strong>lijk komt haar stemm<strong>in</strong>g meer <strong>in</strong> evenwicht en houdt ze zich beteraan afspraken. Nadat haar verlof wordt afgewezen omdat haar kamer niet isopgeruimd is ze bereid haar kamer op te ruimen.► ZelfreflectieDe therapeuten constateren dat ze kan aangeven wanneer ze <strong>in</strong> het oranjegebied komt. Na verloop van tijd is ze tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> AAT <strong>in</strong> staat Ikboodschappenuit te zen<strong>de</strong>n als zij v<strong>in</strong>dt dat an<strong>de</strong>re cliënten onrustveroorzaken. Als <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g te zeer oploopt kiest ze ervoor weg te lopenopdat ze niet hardhandig wordt.56


De visie van <strong>de</strong> cliënteDe cliënte zegt dat ze <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> DGT (modulestresstolerantie) <strong>in</strong> <strong>de</strong> AAT kan verdiepen. Ze heeft <strong>de</strong> thermometergeschil<strong>de</strong>rd. Ze heeft geleerd waar groen, oranje en rood zich bev<strong>in</strong>dt enkan verschillen aangeven tussen het beg<strong>in</strong> en het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> sessie. Zekan zich met muziek afreageren en wordt <strong>door</strong> te schil<strong>de</strong>ren rustig.Als ze woe<strong>de</strong>nd is luistert ze naar <strong>de</strong> hardrock van Die Bösen Onkels.Gitaar en slagwerk dr<strong>in</strong>gen op haar <strong>in</strong>. Dan kan ze haar slechte gedachtenopzij zetten en ook haar woe<strong>de</strong> uitschreeuwen. Tij<strong>de</strong>ns het dansen spr<strong>in</strong>gtze <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruimte, maakt beweg<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> armen, bokst <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht, zo langtot ze kapot, moe en ontspannen is.Cliënt 8Psychomotorische therapie met een doem<strong>de</strong>nker die eigenlijkvrolijk isDe jongeman werd vaak mishan<strong>de</strong>ld op school en ontwikkel<strong>de</strong> daar<strong>door</strong>een laag zelfbeeld en faalangst. Er was tevens sprake van ADHD, met nameimpulsiviteit. De cliënt koester<strong>de</strong> extreem rechtse zwart-wit gedachtentegen gekleur<strong>de</strong> mensen en jo<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> Buss-Durkee Hostility Inventory(BDHI) scoort hij zeer hoog op fysieke en verbale uit<strong>in</strong>gen van agressie.Hij is een ‘doem<strong>de</strong>nker’, maar heeft een spr<strong>in</strong>glevend karakter metbijhoren<strong>de</strong> gedrag<strong>in</strong>gen, voortkomend uit zijn ADHD impulsiviteit enhyperactiviteit. Daar<strong>door</strong> is <strong>de</strong> toevoeg<strong>in</strong>g ‘die eigenlijk vrolijk is’ is eenbelangrijke. Als zijn uitbundigheid – die voor hem niet te controleren was/is– afgeremd wordt leidt dit bij hem tot een heftige reactie: gevoelens vanonmacht, het gevoel een brevet van onvermogen te krijgen en boosheid opan<strong>de</strong>r die hem afremt. De cliënt zegt zelf zich te schamen voor zijnimpulsiviteit, ook voor zijn goed bedoel<strong>de</strong> uitbundigheid.57


Diagnostische thema’s► Doem<strong>de</strong>nkenDe cliënt heeft het gevoel dat hij voortdurend afgerekend wordt. Doorslechte ervar<strong>in</strong>gen tij<strong>de</strong>ns zijn k<strong>in</strong><strong>de</strong>rjaren wantrouwt hij an<strong>de</strong>ren. Hij heeftwe<strong>in</strong>ig hoop op een goe<strong>de</strong> toekomst. Doordat hij geen diploma’s, werk enhuisvest<strong>in</strong>g heeft ziet zijn toekomst er niet rooskleurig uit► ControleDe cliënt wil alles on<strong>de</strong>r controle hou<strong>de</strong>n, maar is bang dat hem dat nietlukt. Er is controle, maar als hij uitgedaagd wordt is <strong>de</strong> controle meteenweg. Als afspraken ondui<strong>de</strong>lijk zijn wordt hij gespannen. Bij het starten vaneen oefen<strong>in</strong>g is hij zenuwachtig, loopt rood aan. Als hij bl<strong>in</strong>d <strong>door</strong> <strong>de</strong> zaalmoet lopen neemt <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g toe. Hij stopt met <strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g, verheftkrachtig zijn stem, loopt weg en gaat op <strong>de</strong> bank zitten.Praten over zijn <strong>de</strong>licten roept veel onrust op, dat is emotioneel heel heftig.► AgressieOp drukke momenten, als hij moet samenwerken en als <strong>de</strong> regelsondui<strong>de</strong>lijk zijn is <strong>de</strong> cliënt luidruchtig. Hij vloekt, scheldt en er is feloogcontact. Hij verstoort het overleg <strong>door</strong> an<strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> te vallen enmet <strong>de</strong> vuist op tafel te slaan. Bij conflicten over uit te voeren taken wordthij rood, loopt druk heen en weer. Hij provoceert, <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ert neemt eendreigen<strong>de</strong> lichaamshoud<strong>in</strong>g aan, dreigt met escalatie, zet <strong>de</strong> tafel met eenhar<strong>de</strong> klap neer en slaat met <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren. Agressie is een mid<strong>de</strong>l om hetwoord te krijgen, an<strong>de</strong>ren te dw<strong>in</strong>gen taken uit te voeren en zich af tereageren als hij <strong>de</strong>nkt onrechtvaardig behan<strong>de</strong>ld te wor<strong>de</strong>n. Dergelijkeuit<strong>in</strong>gen van agressie lijken vooral een teken van onvermogen en gevoelensvan onmacht. Hij is niet <strong>in</strong> staat op een an<strong>de</strong>re manier zijn onvre<strong>de</strong> tecommuniceren.Als hij <strong>door</strong> het gooien van een bal op een trap tegen <strong>de</strong> muur van <strong>de</strong>sportzaal kracht en emoties moet leren doseren, vloekt hij op zichzelf en ishij luidruchtig. Zijn blik is strak en zijn hoofd loopt rood aan. Als hij <strong>de</strong>controle verliest dreigt hij agressief te wor<strong>de</strong>n. Hij gooit nog eens extra har<strong>de</strong>n dreigt te trappen. Hij zegt zelf dat hij op <strong>de</strong> hoogste tre<strong>de</strong> van kracht58


waarschijnlijk los zal gaan. Naarmate hij hoger op <strong>de</strong> trap gooit wordt hij<strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad drukker, impulsiever en is zijn gedrag m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gecontroleerd.Praten over agressie en an<strong>de</strong>re emoties maakt hem onrustig.Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sessiesIn <strong>de</strong> psychomotorische therapie werd een gebeurtenis op het bordgeschreven, vervolgens hoe <strong>de</strong> cliënt gewoonlijk reageer<strong>de</strong> en daarna hoehet an<strong>de</strong>rs zou kunnen. Zijn reacties wer<strong>de</strong>n op een schaal van 0-10gescoord op mate van impulsiviteit. Er werd geoefend met het gooien vanballen met een snelheid op <strong>de</strong> scala van 0-10.► Lichamelijke signalenOn<strong>de</strong>r begeleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> psychomotorisch therapeut heeft <strong>de</strong> cliënt –bijvoorbeeld tij<strong>de</strong>ns het met gesloten ogen <strong>door</strong> <strong>de</strong> zaal lopen – geleerd zijnlichaamssignalen te herkennen, erkennen en benoemen.► Beheers<strong>in</strong>gDe cliënt vraagt hulp en accepteert leid<strong>in</strong>g. Door met <strong>de</strong> psychomotorischtherapeut te oefenen wordt hij rustiger en zeker<strong>de</strong>r. Hij neemt bij het gooienmet <strong>de</strong> bal tips over en verliest daar<strong>door</strong> <strong>de</strong> controle niet. Hij is tevre<strong>de</strong>n als<strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g lukt. Zich beheersen vergt veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g, maar als hij zijnimpulsen en boosheid kan controleren is hij daarover heel tevre<strong>de</strong>n.► Kiezen voor het positieveDe cliënt geeft op een bepaald moment dui<strong>de</strong>lijk aan dat hij wil kiezen voorhet positieve. De cliënt heeft een sociale en op gezelligheid gerichtepositieve grondtoon <strong>in</strong> zijn karakter, maar verhardt sterk <strong>door</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>gebeel<strong>de</strong>of werkelijke negatieve bejegen<strong>in</strong>g van een an<strong>de</strong>r.► StoeienDe cliënt heeft altijd gezocht naar lichamelijk contact. Aanvankelijk <strong>door</strong>een vrien<strong>de</strong>lijke doch iets te hard uitgevoer<strong>de</strong> stomp tegen <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>r van<strong>de</strong> therapeut. Doordat <strong>de</strong> therapeut regelmatig benoemt dat hij uit lijkt te59


zijn op contact (“Volgens mij wil je gewoon even knuffelen”) neemt het‘stompen’ af en ontstaat er gedoseerd en <strong>in</strong>tiemer contact. Tegen het e<strong>in</strong><strong>de</strong>van <strong>de</strong> psychomotorische therapie slaat <strong>de</strong> cliënt <strong>de</strong> arm om het hoofd van<strong>de</strong> therapeut en zegt: “Mafkees”.► Er zijnIntensieve psychomotorische therapie wordt afgewisseld met het spelen vanzijn favoriete basketspel. De therapeut complimenteert <strong>de</strong> cliënt en <strong>de</strong>zewordt hier<strong>door</strong> zien<strong>de</strong>rogen rustig. De cliënt is zeer ontspannen alsof hijhet gevoel heeft: “Ik mag er even zijn en hoef even niets”. De cliënt leertactiviteiten te zoeken die een ontspannend gevoel geven.De visie van <strong>de</strong> sociaal therapeutisch me<strong>de</strong>werkerDe behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is er vooral op gericht an<strong>de</strong>re ervar<strong>in</strong>gen op te doen: nietafgerekend wor<strong>de</strong>n, zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen en hem bewust maken wat <strong>de</strong>gevolgen voor hem zijn.► ReflecterenDe cliënt kan nu praten over wat er gebeurd is en zeggen dat hij foutgeweest is en iets niet had moeten doen. Hij is er zich van bewust datmensen bang van hem zijn. Zijn zwart-wit <strong>de</strong>nken is afgenomen.Hij kan nu meer verdragen dat mensen hem confronteren zon<strong>de</strong>r weg telopen en <strong>de</strong>nkt nu eerst na over d<strong>in</strong>gen zon<strong>de</strong>r meteen weg te lopen. Hij kanpraten over wat hij moeilijk v<strong>in</strong>dt en reflecteren over zijn impulsiefreageren. Eerst <strong>de</strong>nken dan doen is geoefend. Maar hij is nog steeds druk, issnel te prikkelen en moet cont<strong>in</strong>u blijven na<strong>de</strong>nken.► ZelfbeeldZijn zelfbeeld is nog zwak. Hij moet nog veel succeservar<strong>in</strong>gen opdoen,vooral <strong>in</strong> het werk.Maar het blijkt mogelijk zijn doem<strong>de</strong>nken weg te nemen <strong>door</strong> te benoemenhoe je zaken kunt oplossen en wie je daarbij kan helpen. Als dui<strong>de</strong>lijk60


wordt hoe hij van A naar B kan gaan verdwijnt het doem<strong>de</strong>nken. Maar hijkan het nog niet alleen.► RelatieDe sociaal therapeutisch me<strong>de</strong>werker:“Langzaam is een relatie tot stand gekomen. Er is meer vertrouwenontstaan. Ik kan nu alles tegen hem zeggen zon<strong>de</strong>r dat hij zichaangevallen voelt. Ik maak het hem lastig, daag hem uit en toch kanhij daartegen. Nu kun je hem wel beetpakken”.► Psychomotorische therapieDe psychomotorische therapie heeft volgens <strong>de</strong> sociaal therapeutischme<strong>de</strong>werker <strong>in</strong>vloed gehad omdat ze hem geleerd heeft te letten op wat <strong>in</strong>zijn lichaam gebeurt en hoe hij op <strong>de</strong> rem kan trappen. In PMT kon hijoefenen met <strong>de</strong> 5G’s en <strong>de</strong>ze vervolgens op <strong>de</strong> groep toepassen. Deverslagen van <strong>de</strong> psychomotorisch therapeut waren voor <strong>de</strong> sociaaltherapeutisch me<strong>de</strong>werker heel herkenbaar.De visie van <strong>de</strong> cliëntOver het gedoseerd gooien met ballen merkt <strong>de</strong> cliënt op:“Ik voel<strong>de</strong> aanvankelijk het verschil <strong>in</strong> niveaus niet, sprong meteenvan 0 naar 5 naar 10. Nu kan ik ook 3 voelen. Daar<strong>door</strong> voel ik 5aankomen en kan ik tijdig <strong>in</strong>grijpen voordat het naar 5 gaat. Ik voel<strong>in</strong> mijn lijf: ik zit nu op dit niveau. Het lichaam reageert telkens op<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier zodat je het langzaam leert herkennen. Impulsiviteitvoelt vervelend. Ik v<strong>in</strong>d het jammer als ik impulsief reageer.”Hij vertelt hoe hij tij<strong>de</strong>ns het tafelvoetbal op <strong>de</strong> groep een schopbeweg<strong>in</strong>gwil<strong>de</strong> maken, maar <strong>de</strong>ze voel<strong>de</strong> aankomen en zich daar<strong>door</strong> op tijd kon<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n.61


Er is nog voldoen<strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g om zich af te reageren. Moeilijk zijnsituaties met veel prikkels: veel mensen, veel activiteiten. Dit leidt totonrust. Maar als hij daarbij geholpen wordt kan hij samen met een therapeutof begelei<strong>de</strong>r oploss<strong>in</strong>gen be<strong>de</strong>nken zodat hij meer rust krijgt.“In het verle<strong>de</strong>n lette ik niet op, ik trok te laat aan <strong>de</strong> bel, kon hetniet op tijd aangeven, kon niet vertellen wat me dwars zit. Dan werdhet me teveel.”Omdat <strong>de</strong> cliënt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ruzie zoekt dan vroeger komt hij nu vanzelf m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen.“Vroeger schopte ik mensen <strong>in</strong> elkaar voor <strong>de</strong> lol. Nu doe ik datalleen als het niet an<strong>de</strong>rs kan. Voor <strong>de</strong> lol heeft het geen nut wantdan kom ik <strong>in</strong> <strong>de</strong> tbs terecht. Ik moet me aanpassen want ik wil geenbuitenbeentje blijven en normaal functioneren.”Het allerbelangrijkste dat <strong>de</strong> therapie volgens hem heeft opgeleverd is dathij impulsiviteit herkent en ook gevoelens als blijheid en verdriet kanon<strong>de</strong>rkennen. Hij heeft geleerd een an<strong>de</strong>r te vertrouwen. Als mensen zichhetzelf<strong>de</strong> gedragen als hij er wel en niet bij is, als ze hun ware ik laten zien,als ze geen d<strong>in</strong>gen <strong>door</strong>vertellen zal hij ze vertrouwen. De psychomotorischtherapeut heeft volgens <strong>de</strong> cliënt zijn werk goed gedaan. De cliënt zegt <strong>de</strong>psychomotorisch therapeut en <strong>de</strong> psychomotorische therapie te mogen.62


Hoofdstuk 9CROSS-ANALYSEIn <strong>de</strong> crossanalyse zijn <strong>de</strong> thema’s van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele cliënten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>categorieën diagnostische thema’s, veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong>vaktherapie <strong>door</strong> mid<strong>de</strong>l van kwalitatieve <strong>in</strong>houdsanalyse samengevoegd totoverkoepelen<strong>de</strong> thema’s.Er is b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> categorieën geen on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g gemaakt per medium.Aangezien het aantal cliënten per medium verschilt zijn er vooralsnog tewe<strong>in</strong>ig data om per medium een geloofwaardig on<strong>de</strong>rscheid te maken. Dooraanvullend on<strong>de</strong>rzoek kan <strong>de</strong>ze tabel per medium uitgesplitst wor<strong>de</strong>n.In Tabel 3 zijn <strong>de</strong> diagnostische thema’s en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen en buiten<strong>de</strong> vaktherapie weergegeven die bij <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> cliënten gesignaleerdwer<strong>de</strong>n.63


Diagnostische thema’s► AfgestomptInteresseloos, onverschillig,emotieloos, niet geïnteresseerd <strong>in</strong>► Kruitvat on<strong>de</strong>r controleEmotionele spann<strong>in</strong>g oppotten,verschillen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsniveaus nieton<strong>de</strong>rkennen, verschillen<strong>de</strong>spann<strong>in</strong>gsniveaus niet kunnen uiten, erkomt geen kracht tot stand,gecontroleer<strong>de</strong> agressie, agressie nietnaar boven kunnen halen, als agressienaar boven komt niet terug kunnenschakelen► Kle<strong>in</strong> van b<strong>in</strong>nenOnzeker, geen eigen men<strong>in</strong>g, bangfouten te maken, verlangen naaracceptatie, zenuwachtig, oogcontactontwijken, meeloopgedrag, groot doenTabel 3 Diagnostische thema’s en veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genVeran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>door</strong> <strong>vaktherapieën</strong> Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> vaktherapieEmpathie voor an<strong>de</strong>ren ontwikkelen enmet an<strong>de</strong>ren praten− M<strong>in</strong><strong>de</strong>r onverschillig1. Lichaamssignalen herkennen enbenoemen2. Gradaties van spann<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rkennen3. Differentiëren tussenspann<strong>in</strong>gsniveaus4. Verschillen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsniveauskunnen uiten5. Kracht opbouwen en afbouwen6. Gevoelens kunnen uiten7. De aanloop naar agressieon<strong>de</strong>rkennen8. Agressie tijdig on<strong>de</strong>rbreken9. Signalen afgeven die uitdrukk<strong>in</strong>ggeven aan gevoelens10. Impulsiviteit verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren11. Over gevoelens reflecteren1. Favoriete activiteiten uitvoeren2. Onzekerheid hanteren, meerzekerheid en openheid tonen3. Nieuwe activiteiten <strong>in</strong>oefenen4. Ik-versterk<strong>in</strong>g <strong>door</strong> het producerenvan persoonlijke werkstukken− Controle loslaten− Losser, toegankelijker, humoristischer− Op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g spann<strong>in</strong>g die zich ophoopttijdig waarnemen en benoemen− Niet meer weglopen− Accepteren dat je d<strong>in</strong>gen verkeerd hebtgedaan− Zaken kunnen oplossen als <strong>de</strong> weg isuitgezet64


Diagnostische thema’sVeran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>door</strong> <strong>vaktherapieën</strong>Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> vaktherapie► Perfectionisme en overcompensatieRigi<strong>de</strong> aan d<strong>in</strong>gen vasthou<strong>de</strong>n,controleren, groot doen, zich overalmee bemoeienPerfectionisme <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g loslaten► Kort lontjeImpulsief, geïrriteerd, opvliegend, druk,snel, onrustig, voortdurend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gzijn, friemelen, gespannen lichaam1. Langzaam, geconcentreerd, rustig,beheerst, gedoseerd werken, praten enbewegen2. Ontspann<strong>in</strong>g en vrolijkheid− Reflecteren, eerst <strong>de</strong>nken en praten, dandoen► AgressiefHeftig, ruw, grof, onbeheerst,schel<strong>de</strong>n, schreeuwen, vloeken,an<strong>de</strong>ren veroor<strong>de</strong>len, saboteren,<strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ren, manipuleren, dw<strong>in</strong>gen,provoceren, dom<strong>in</strong>eren, beschuldigen,fel oogcontact, met d<strong>in</strong>gen gooien,slaan, zich niet aan regels hou<strong>de</strong>n, nietmee doen1. Afreageren, woe<strong>de</strong> uitdrukken,uitschreeuwen, lichamelijk ontla<strong>de</strong>n2. De grove motoriek verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren3. On<strong>de</strong>rkennen <strong>in</strong> welk agressiegebiedmen verkeert4. Agressie afremmen5. Praten over conflicten en gevoelensi.p.v. impulsieve agressie6. De kwetsbare kant zichtbaar maken− M<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>door</strong>schieten <strong>in</strong> agressie,voorkomen van escalatie− Alleen nog agressief <strong>in</strong> taalgebruik− Meer praten over kwesties► GetraumatiseerdSchaamte en angst <strong>door</strong> trauma1. Schaamte en angst hanteren zon<strong>de</strong>r<strong>in</strong> agressie te vluchten2. Trauma en verlies verwerken3. Het onvolmaakte accepterenRATIONALE1. Het medium laat cliënten hun gevoelens vanuit het lichaam ervaren2. Het medium laat cliënten gevoelens lichamelijk ontla<strong>de</strong>n3. Het medium laat cliënten gevoelens uitbeel<strong>de</strong>n4. Het beel<strong>de</strong>nd medium laat cliënten gevoelens symbolisch uiten en verwerken65


Hoofdstuk 10DISCUSSIEDiagnostiekDe diagnostische thema’s maken het mogelijk een vergelijk<strong>in</strong>g te makenmet <strong>de</strong> schemamodi die <strong>in</strong> <strong>de</strong> schemagerichte therapie gebruikt wor<strong>de</strong>n, metname <strong>de</strong> schemamodi die toegespitst zijn op <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> cliënten. Eenschemamodus is een set van bij elkaar horen<strong>de</strong> schema’s die samen <strong>in</strong> eenbepaal<strong>de</strong> situatie het <strong>de</strong>nken, voelen en han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> cliënt bepalen (zieon<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re Bernste<strong>in</strong>, Arntz & De Vos, 2007 en Bijma & Niet, 2007). Dediagnostische thema’s <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek bevestigen <strong>de</strong> <strong>door</strong> voorgestel<strong>de</strong>vier nieuwe schemamodi voor <strong>forensische</strong> cliënten:► Disfunctionele cop<strong>in</strong>gmodusBoze-beschermermodus: boosheid (een ‘muur van woe<strong>de</strong>’) tonen en gebruikenom zich tegen een waargenomen dreig<strong>in</strong>g te beschermen en <strong>de</strong>ze opafstand te hou<strong>de</strong>n► Overcompensatiemodi− Bedrog en manipulatiemodus: liegen en manipuleren om an<strong>de</strong>ren totslachtoffer te maken of straf te ontlopen− Roofdiermodus: op kille en berekenen<strong>de</strong> manier een dreig<strong>in</strong>g elim<strong>in</strong>eren− Overcontroleren<strong>de</strong> modus: herkauwend pe<strong>in</strong>zen, gebruik maken van or<strong>de</strong>en herhal<strong>in</strong>g (obsessief) of <strong>de</strong> bron van <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g opzoeken enbeheersen (paranoï<strong>de</strong>)De voor <strong>de</strong>ze schemamodi kenmerken<strong>de</strong> kernelementen agressie, macht/dom<strong>in</strong>antie,controle en manipulatie/bedrog zijn ook <strong>de</strong> kernelementen van <strong>de</strong>cliënten <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek al verschilt hun gewicht per cliënt.66


Van <strong>de</strong> elf oorspronkelijk modi van Young komen bij <strong>de</strong> cliënten <strong>in</strong> diton<strong>de</strong>rzoek vooral <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> naar voren:► K<strong>in</strong>dmodi− Boze k<strong>in</strong>d modus: boosheid tonen <strong>in</strong> reactie op onrechtvaardigheid− Impulsieve/ongediscipl<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> k<strong>in</strong>d modus: zich gedragen als verwendk<strong>in</strong>d dat ‘krijgt wat het wil wanneer het dat wil’► Disfunctionele cop<strong>in</strong>gmodusAfstan<strong>de</strong>lijke beschermer modus: emotionele onthecht<strong>in</strong>g om zichzelf tebeschermen tegen pijnlijke gevoelens► OvercompensatiemodusTreiteren & aanvalmodus: pesten en <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ren om een superieure positietegenover an<strong>de</strong>ren te verwerven.Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gDialectische gedragstherapie, schemagerichte therapie, medicatie, antiagressietra<strong>in</strong><strong>in</strong>g<strong>door</strong> mid<strong>de</strong>l van <strong>vaktherapieën</strong> en <strong>de</strong> therapeutische relatiedragen, <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten, allemaal hun steentje bij. Daarwaar cognitieve therapieën tekort schieten kan dit het gevolg zijn van hetfeit dat zij nog te we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rzocht zijn of <strong>de</strong> beoefenaars nog te we<strong>in</strong>iggetra<strong>in</strong>d. Een an<strong>de</strong>re verklar<strong>in</strong>g is dat bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van cognitiefgeoriënteer<strong>de</strong> therapieën voor een groep cliënten nogal abstract zijn endaarom aanvull<strong>in</strong>g of een alternatieve behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g behoeven. Uit diton<strong>de</strong>rzoek blijkt dat cliënten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> doen en reflecteren lerencomb<strong>in</strong>eren. Door <strong>in</strong> het present moment (Stern, 2004) te han<strong>de</strong>len ervarencliënten stijgen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>g op het moment zelf, leren zij het te on<strong>de</strong>rkennenen beïnvloe<strong>de</strong>n. Daar<strong>door</strong> leren zij vroegtijdig bij zichzelf <strong>in</strong> te grijpen. Deverschillen<strong>de</strong> vormen van concreet zichtbare spann<strong>in</strong>gsgradaties zoals <strong>de</strong>ze<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> wor<strong>de</strong>n uitgespeeld zijn een voorbeeld van werkzamehulpmid<strong>de</strong>len.67


In <strong>de</strong> discussie over het nut van fysiek afreageren van agressie (De Groot &De Doncker, 2006), staat <strong>de</strong> vraag centraal of fysieke activiteit <strong>de</strong> agressiejuist versterkt of verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt. Het on<strong>de</strong>rhavige on<strong>de</strong>rzoek laat zien dat hetervaren en leren herkennen van gradaties van agressieve impulsenbelangrijk is. Als <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong> <strong>de</strong> agressie wordt geuit werkt ditventilerend omdat sprake is van een gestructureer<strong>de</strong> spelsituatie <strong>in</strong> hetmedium die <strong>de</strong> cliënt <strong>de</strong> gelegenheid biedt agressie op een gereguleer<strong>de</strong>manier te uiten. Dit voorkomt dat agressie wordt opgepot.Dui<strong>de</strong>lijk is dat werken <strong>in</strong> het medium, bijvoorbeeld gooien met een bal,een analoge situatie is waarbij <strong>de</strong> cliënt voelt hoe hij <strong>de</strong> controle dreigt teverliezen als hij meer kracht moet uitoefenen. Doordat het een spelsituatiebetreft kan <strong>de</strong> cliënt oefenen hoe hij <strong>de</strong> emotie die dreigt <strong>door</strong> te schietenon<strong>de</strong>r controle kan krijgen.Meer<strong>de</strong>re malen blijkt dat cliënten snel opgeven als zij een oefen<strong>in</strong>g moetenuitvoeren. Met <strong>de</strong> vaktherapeut samen oefenen heeft tot gevolg dat <strong>de</strong>cliënten ont<strong>de</strong>kken dat men uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk wel <strong>in</strong> staat is <strong>de</strong> oefen<strong>in</strong>g uit tevoeren. Dit versterkt het zelfbeeld.Wat aan <strong>de</strong> cross-analyse (Tabel 3) opvalt is dat er b<strong>in</strong>nen een diagnostischthema sprake kan zijn van uitersten. Zo kan spann<strong>in</strong>g oppotten tot gevolghebben dat als <strong>de</strong>ze uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk toch <strong>door</strong>breekt zij uitmondt <strong>in</strong> agressie dieniet meer afgeremd kan wor<strong>de</strong>n. Daarmee ontstaat ook een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gtussen het thema ‘kruitvat on<strong>de</strong>r controle’ en ‘agressief’. Tussen thema’sbestaan dus bepaal<strong>de</strong> psychody-namische relaties. In een eer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoeknaar probleemgebie<strong>de</strong>n (Smeijsters & Cleven, 2004) bleek ook datprobleemgebie<strong>de</strong>n met elkaar samenhangen.Ver<strong>de</strong>r valt op dat bepaal<strong>de</strong> thema’s zoals ‘kruitvat on<strong>de</strong>r controle’ en‘agressief’ een systematische opbouw <strong>in</strong> mogelijke resultaten kennen, vanbijvoorbeeld ‘lichaamssignalen’ herkennen tot ‘over gevoelens reflecteren’.Afhankelijk van <strong>de</strong> cliënt kan het zijn dat <strong>in</strong> het geval van ‘kruitvat on<strong>de</strong>rcontrole’ <strong>de</strong> 11 fasen helemaal <strong>door</strong>lopen wor<strong>de</strong>n, dat fasen wor<strong>de</strong>novergeslagen of dat fasen een an<strong>de</strong>re volgor<strong>de</strong> kennen.68


De <strong>vaktherapieën</strong> <strong>in</strong> relatie tot an<strong>de</strong>re therapieënHet on<strong>de</strong>rzoek bevestigt dat dramatherapie, muziektherapie, beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong>therapie, danstherapie en psychomotorische therapie een nuttige aanvull<strong>in</strong>gof zelfs een alternatief vormen voor <strong>de</strong> cliënten met beperkte verbalevaardighe<strong>de</strong>n (Arntz & Bögels, 2000; Bernste<strong>in</strong>, Arntz & De Vos).Vaktherapieën komen tegemoet aan <strong>de</strong> constater<strong>in</strong>g van Den Boer (2007)dat <strong>door</strong> het impliciete emotionele geheugen van <strong>de</strong> amygdala, disfuncties<strong>in</strong> <strong>de</strong> prefrontale hersenen, disfunctioneren<strong>de</strong> spiegelneuronen en een nietof slecht functionerend amygdala-proces behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wellicht moetplaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n op een ‘onbewuster niveau’ waaraan geen cognities te paskomen. Vaktherapie werkt met het emotioneel schema (Greenberg, 2004) <strong>in</strong>het present moment (Stern, 2004).Aan <strong>de</strong> noodzaak bij persoonlijkheidsstoornissen <strong>de</strong> therapie op een breedgebied van <strong>de</strong> persoon te richten (Arntz & Bögels, 2000) komt <strong>de</strong>vaktherapeutische behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tegemoet die zich richt op ‘secundairedoelen’. Daarbij focust <strong>de</strong> vaktherapeut niet op een specifieke klacht, maarop <strong>de</strong> persoon als geheel (Smeijsters, 2005a).Schemagerichte therapie maak gebruik van cognitieve, experiëntiële engedragsmatige technieken (Bernste<strong>in</strong>, Arntz & De Vos, 2007). Door <strong>de</strong>toepass<strong>in</strong>g van technieken uit psychodrama is <strong>de</strong> stap naar <strong>de</strong> <strong>vaktherapieën</strong>niet groot. Kenmerkend voor <strong>vaktherapieën</strong> is dat zij, an<strong>de</strong>rs danpsychodrama, beschikken over technieken en metho<strong>de</strong>n met een spelmatigkarakter die heel dicht bij gebeurtenissen uit <strong>de</strong> dagelijkse werkelijkheidkunnen staan (zoals <strong>in</strong> psychodrama) maar ook meer op afstand. Doorgradaties van afstand en nabijheid te exploreren is het mogelijk cliënten teactiveren op een veilige manier met zichzelf aan <strong>de</strong> slag te gaan.Sterke en zwakke kanten van het on<strong>de</strong>rzoekDe procesverslagen leveren rijke <strong>in</strong>formatie op. Instell<strong>in</strong>gen waarbij <strong>de</strong>zeverslaglegg<strong>in</strong>g werd geïntegreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> reguliere verslaglegg<strong>in</strong>g enon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el werd van teambesprek<strong>in</strong>gen hebben het meest van dit on<strong>de</strong>rzoek69


geprofiteerd. Een aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen heeft niet <strong>de</strong>elgenomen omdat hetwekelijks <strong>in</strong>vullen van procesverslagen <strong>door</strong> meer<strong>de</strong>re personen nogalarbeids<strong>in</strong>tensief is.Bij enkele <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die wel <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief <strong>de</strong>elname had<strong>de</strong>n toegezegdveran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n vrij veel <strong>in</strong>terne coörd<strong>in</strong>atoren van dit on<strong>de</strong>rzoek alsookvaktherapeuten van baan. Daar<strong>door</strong> ontstond er <strong>in</strong> die <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen eenonzekere situatie waar<strong>door</strong> men zich vooral moest concentreren op <strong>de</strong><strong>in</strong>terne voortgang en er geen tijd was voor on<strong>de</strong>rzoek. Instell<strong>in</strong>gen zon<strong>de</strong>rpersonele mutaties hebben consequent aan het on<strong>de</strong>rzoek meegewerkt.Een an<strong>de</strong>r punt dat nogal wat problemen oplever<strong>de</strong> was dat heton<strong>de</strong>rzoeksbeleid van een aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen een qualitative change processresearch zoals dit niet als beleidspunt heeft. De nadruk ligt tegenwoordigvooral op <strong>de</strong> RCT (randomized controlled trial) en CCT (controlled cl<strong>in</strong>icaltrial). Deze nadruk sluit wellicht teveel <strong>de</strong> ogen voor <strong>de</strong> vele mogelijkeon<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n die elk hun eigen soorten evi<strong>de</strong>nce opleveren.De media zijn verschillend vertegenwoordigd. Het is niet geluktdramatherapeuten te werven en slechts een muziektherapeut was <strong>in</strong> <strong>de</strong>gelegenheid mee te doen. Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie, danstherapie enpsychomotorische therapie zijn sterker vertegenwoordigd.Het aantal sessies bleef beperkt. De resultaten geven dus slechts eenbeperkte <strong>in</strong>druk waartoe <strong>de</strong> vaktherapeutische beroepen <strong>in</strong> staat zijn. Dethema’s zijn <strong>in</strong> termen van on<strong>de</strong>rzoek ‘niet verzadigd’. Blijvendsystematisch monitoren van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> cliënt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><strong>vaktherapieën</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re therapieën over een langere perio<strong>de</strong> is nodig.Vervolg van het on<strong>de</strong>rzoekAan <strong>de</strong> hand van dit verslag kan een nieuwe werv<strong>in</strong>gsfase gestart wor<strong>de</strong>nmet als doel meer <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen te werven voor het afnemen van change<strong>in</strong>terviews. Deze m<strong>in</strong><strong>de</strong>r arbeids<strong>in</strong>tensieve metho<strong>de</strong> maakt <strong>in</strong>pass<strong>in</strong>gwellicht beter mogelijk. De twee<strong>de</strong> <strong>in</strong>steek zou kunnen zijn het ontwikkelen70


van betrouwbare en vali<strong>de</strong> meet<strong>in</strong>strumenten per medium. Daar<strong>door</strong> wordthet mogelijk na elke sessie op een we<strong>in</strong>ig arbeids<strong>in</strong>tensieve kwantitatievemanier het effect van <strong>de</strong> <strong>in</strong>terventies <strong>in</strong> het medium te meten. Er zijn opbasis van dit on<strong>de</strong>rzoek voldoen<strong>de</strong> aanwijz<strong>in</strong>gen dat het analogeprocesmo<strong>de</strong>leen vruchtbaar hypothesegenererend mo<strong>de</strong>l is dat <strong>de</strong>vraagstell<strong>in</strong>g kan sturen.71


Hoofdstuk 11DE AUTEURDr. H.J.M.F. Smeijsters (1952) is lector van <strong>de</strong> kenniskr<strong>in</strong>gKennisontwikkel<strong>in</strong>g Vaktherapieën (<strong>KenVaK</strong>) van <strong>de</strong> Hogeschool Zuyd,Hogeschool Utrecht en het ArtEZ Conservatorium Ensche<strong>de</strong>. Hij ishoofdoplei<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Masteropleid<strong>in</strong>g Vaktherapieën.AdresHogeschool Zuyd – <strong>KenVaK</strong>Postbus 5506400 AN HeerlenE-mailh.smeijsters@hszuyd.nlWebsiteshttp://kenvak.hszuyd.nlwww.smeijsters.nl (homepage)72


Hoofdstuk 12LITERATUURAldridge, D. (2004). Health, the <strong>in</strong>dividual, and <strong>in</strong>tegrated medic<strong>in</strong>e. Revisit<strong>in</strong>g anaesthetic of health care. London: Jessica K<strong>in</strong>gsley Publishers.Aldridge, D. (ed)(2005). Case study <strong>de</strong>signs <strong>in</strong> music therapy. London: JessicaK<strong>in</strong>gsley Publishers.Arntz, A. & Bögels, S. (2000). Schemagerichte cognitieve therapie voorpersoonlijkheidsstoornissen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.Baeten, N. (2007). Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk van <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie.Utrecht: Oostvaar<strong>de</strong>rskl<strong>in</strong>iek/Expertisecentrum Forensische Psychiatrie.Baillie, C. (1998). Art as therapy <strong>in</strong> a young offen<strong>de</strong>r <strong>in</strong>stitution. In: M. Liebmann(ed). Art therapy with offen<strong>de</strong>rs. London: Jessica K<strong>in</strong>gsley Publishers.Benn<strong>in</strong>k, J. Gussak, D.E. & Skowran, M. (2003). The role of the art therapist <strong>in</strong> aJuvenile Justice Sett<strong>in</strong>g. The Arts <strong>in</strong> Psychotherapy, 30 (3), 163-173.Bernste<strong>in</strong>, D.P., Arntz, A. & Vos, M.E. <strong>de</strong> (2007). Schemagerichte therapie <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>forensische</strong> sett<strong>in</strong>g. Theoretisch mo<strong>de</strong>l en voorstellen voor best cl<strong>in</strong>icalpractice. Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 120-139.Bertens, A. & Roethof, G. (2002). Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van da<strong>de</strong>rs en slachtoffers vanrelationeel geweld mid<strong>de</strong>ls dramatherapie en psychomotorische therapie <strong>in</strong>een ambulante <strong>forensische</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. In: L. Konsten & M. Peters (red.).Terug naar <strong>de</strong> toekomst. Utrecht: NVPMT.Bijma, M. & Niet, G. <strong>de</strong> (2007). Schematherapie voor bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e patiënten.Psychopraxis, 09 (4) 149-154.Boer, J. <strong>de</strong>n (2007). Neurofilosofie: hersenen, bewustzijn, vrije wil. Amsterdam:Boom.Boerhout, C. & Weele, K. van <strong>de</strong>r (2007). Psychomotorische therapie enagressieregulatie. Een piloton<strong>de</strong>rzoek. Tijdschrift voor Vaktherapie, 3 (2), 11-18.Boog, B., Slagter, M., Jacobs-Moonen, I. & Meijer<strong>in</strong>g, F. (2005). Focus op actionresearch. De professional als han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gson<strong>de</strong>rzoeker. Assen: Van Gorcum.Brewster, L.G. (1983). An evaluation of the Arts-<strong>in</strong>-Corrections Programme of theCalifornia Department of Corrections. Prepared for the William James Association,Santa Cruz, California and California Department of Corrections.Broek, E. van <strong>de</strong>n (2006). Het ontwikkelen van een meet<strong>in</strong>strument voor agressieb<strong>in</strong>nen dramatherapie. Masteron<strong>de</strong>rzoek. Heerlen: Hogeschool Zuyd.73


Brown, J., Houston, S, Lewis, L. & Speller, G. (2004). Danc<strong>in</strong>g <strong>in</strong>si<strong>de</strong>. A researchevaluation conducted on behalf of Motionhouse Dance Theatre. SurreyUniversity.Buchholz, M.B. (1999). Psychotherapie als Profession. Gieβen: Psychosozial-Verlag.Buurman, F., Dijk, F. & Prevoo, N. (2004). Productbeschrijv<strong>in</strong>g groepstra<strong>in</strong><strong>in</strong>g“Stop huiselijk geweld” voor plegers van huiselijk geweld. Interne uitgave.Nijmegen: Kairos, Pompesticht<strong>in</strong>g.Chandler, M. (1973). Egocentrism and antisocial behaviour: The assessment andtra<strong>in</strong><strong>in</strong>g of social perspective tak<strong>in</strong>g skills. Developmental Psychology, 44,326-333.Cogan, K.B. & Paulson, B.L. (1998). Pick<strong>in</strong>g up the pieces: Brief report on <strong>in</strong>mates’experiences of a family violence drama project. The Arts <strong>in</strong> Psychotherapy,Vol. 25 (1), 37-43.Connor, D.F. (2002). Aggression and antisocial behavior <strong>in</strong> children and adolescents.New York: Guilford Press.Crim<strong>in</strong>al Justice Fund<strong>in</strong>g Report (1999, June 1). Partnership places artists <strong>in</strong> fe<strong>de</strong>ralprisons.Cruz, R.F. & Salbers, D.L. (1998). Dance/movement therapy is more effective thanpreviously reported. The Arts <strong>in</strong> Psychotherapy, Vol. 25 (2), 101-104.Damasio, A.R. (2003). Ik voel dus ik ben. Hoe gevoel en lichaam ons bewustzijnvormen. Amsterdam: Wereldbibliotheek.Dam-Baggen, C.M.J. van & Kraaimaat, F.W. (2000). Inventarisatielijst Omgaanmet An<strong>de</strong>ren (IOA). Handleid<strong>in</strong>g. Lisse: Swets Test Services.Daveson, B.A. & Edwards, J. (2001). A <strong>de</strong>scriptive study explor<strong>in</strong>g the role of musictherapy <strong>in</strong> prisons. The Arts <strong>in</strong> Psychotherapy, 28 (2), 137-141.Denz<strong>in</strong>, N. & L<strong>in</strong>coln, Y. (eds)(2000). Handbook of qualitative research. NewburyPark: Sage Publications.Dijk, A.C.J. (2005). Han<strong>de</strong>n thuis? Han<strong>de</strong>n thuis! Psychomotorische behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gbij plegers van huiselijk geweld. In: J. <strong>de</strong> Lange & R.J. Bosscher (red).Psychomotorische therapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk. Nijmegen: Cure & Care Publishers.Dijk, F. & Prevoo, N. (2003a). Protocol groepstra<strong>in</strong><strong>in</strong>g “Stop huiselijk geweld”.Interne uitgave. Nijmegen: Kairos, Pompesticht<strong>in</strong>g.Dijk, F. & Prevoo, N. (2003b). Werkboek groepstra<strong>in</strong><strong>in</strong>g “Stop huiselijk geweld”.Interne uitgave. Nijmegen: Kairos, Pompesticht<strong>in</strong>g.Drieschner, K. (1997). Verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van boosheid <strong>door</strong> muziektherapie: eengecontroleerd effecton<strong>de</strong>rzoek met forensisch psychiatrische cliënten.Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.Dutton, D.G. & Golant, S.K. (2000). De partnermishan<strong>de</strong>laar. Houten: BohnStafleu Van Loghum.El<strong>de</strong>ren, T. van, Maes, S., Kamp, L. van <strong>de</strong>r, Ploeg, H. van <strong>de</strong>r, Ens<strong>in</strong>k, J. &Spielberger, C.D. (1994). Handleid<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> Zelf-Expressie en Controlevragenlijst. Lei<strong>de</strong>n: Lei<strong>de</strong>n University - Health Psychology Section.74


Elliott, R., Slatick, E. & Urman, M. (2001). Qualitative change process research onpsychotherapy. Alternative strategies. In: J. Frommer & D.L. Rennie (eds.).Qualitative psychotherapy research. Methods and methodology. Lengerich:Pabst Science Publishers.Els, H. van (1998). Weer greep op eigen han<strong>de</strong>len: Een praktische bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vanmensen met impulsproblemen. Maandblad Geestelijke Gezondheidszorg, 53,27-41.Geertz, C. (1973). Thick <strong>de</strong>scription: Toward an <strong>in</strong>terpretive theory of culture. In:C. Geertz. The <strong>in</strong>terpretation of cultures. New York: Basic Books.Goldste<strong>in</strong>, A.P., Glick, B. & Gibbs, J.C. (1998). Aggression replacement tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g: Acomprehensive <strong>in</strong>tervention for aggressive youth. Revised edition. Champaign-Ill:Research Press.Greenberg, L.S. (2004). Emotion-focused therapy. Coach<strong>in</strong>g clients to workthrough their feel<strong>in</strong>gs. Wash<strong>in</strong>gton: American Psychological Association.Groen, H. (2003). Aanstur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. In: H. Groen & M. Drost (red.).Handboek <strong>forensische</strong> geestelijke gezondheidszorg. Utrecht: De Tijdstroom.Groot, A.D. <strong>de</strong> (1986). Begrip van evalueren. Den Haag: Vuga.Groot, A.D. <strong>de</strong> & Traas, J.C. (1980). On<strong>de</strong>rwijs van b<strong>in</strong>nen en van buiten.Deventer: Van Loghum Slaterus.Groot, F. & Doncker, A. <strong>de</strong> (2006). Helpt het fysiek afreageren van agressie? Psychopraxis,08, 194-198.Gussak, D. (1997). Break<strong>in</strong>g through barriers: Art therapy <strong>in</strong> prisons. In: D. Gussak& E. Virshup (eds). Draw<strong>in</strong>g time: Art therapy <strong>in</strong> prisons and other correctionalsett<strong>in</strong>gs. Chicago: Magnolia Street.Gussak, D. & Cohen-Liebmann, M. (2001). Investigation versus <strong>in</strong>tervention: Forensicart therapy and art therapy <strong>in</strong> forensics sett<strong>in</strong>gs. American Journal ofArt Therapy, 40 (2), 123-135.Gussak, D. & Virshup, E. (eds)(1997). Draw<strong>in</strong>g time: Art therapy <strong>in</strong> prisons andother correctional sett<strong>in</strong>gs. Chicago: Magnolia Street.Henquet, G. (2005). Opgekropte spann<strong>in</strong>g losmaken. Resultaten van eeneffecton<strong>de</strong>rzoek. Tijdschrift voor Psychomotorische Therapie, (11 (2), 30-36.Hil<strong>de</strong>brand, M., Ruiter, C. <strong>de</strong> & Beek, D. van (2001). SVR-20: Richtlijnen voor hetbeoor<strong>de</strong>len van het risico van seksueel gewelddadig gedrag. Utrecht: ForumEducatief.Hillewaere, N. (2003). Een kijkje achter die blik. Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloedvan receptieve muziektherapie op het exploreren van emoties.Afstu<strong>de</strong>erscriptie Opleid<strong>in</strong>g Creatieve Therapie Muziek. Sittard: HogeschoolZuyd.Hilterman, E.L.B. & Gresnigt, J.A.M. (2003). Het on<strong>de</strong>rbuikgevoel en risicotaxatie<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie. Van tweewieler naar multi purpose vehicle. In:H. Groen & M. Drost (red.). Handboek <strong>forensische</strong> geestelijkegezondheidszorg. Utrecht: De Tijdstroom.Hoekstra, H.A., Ormel, J. & Fruyt, F. <strong>de</strong> (1996). Handleid<strong>in</strong>g NEOPersoonlijkheidsvragenlijsten. Lisse: Swets Test Services.75


Hoogdu<strong>in</strong>, C.A.L. & Lange, A. (2000). Stoornissen <strong>in</strong> <strong>de</strong> impulscontrole. In: W.Van<strong>de</strong>reycken, C.A.L. Hoogdu<strong>in</strong> & P.M.G. Emmelkamp (red.). Handboekpsychopathologie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.Hornsveld, R.H.J. (2005). Evaluation of Aggression Control Therapy for violentforensic psychiatric patients. Psychology, Crime & Law, 11 (4), 403-410.Hornsveld, R.H.J. (2006). Ontwikkel<strong>in</strong>g en evaluatie van <strong>de</strong>agressiehanter<strong>in</strong>gstherapie voor gewelddadige <strong>forensische</strong> psychiatrischepatiënten (jongens en mannen). Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van Justitie, WODC.Hornsveld, R.H.J., Dam-Baggen, C.M.J. van, Lammers, S.M.M., Nijman, H.L.I. &Kraaimaat, F.W. (2004). Forensisch psychiatrische partiënten metgewelds<strong>de</strong>licten: persoonlijkheidskenmerken en gedrag. Tijdschrift voorPsychiatrie, 46, 133-143.Hornsveld, R.H.J., Dam-Baggen, C.M.J. van, Leenaars, E. & Jonkers, Ph. (2004).Agressiehanter<strong>in</strong>gstherapie voor forensisch psychiatrische cliënten metgewelds<strong>de</strong>licten: ontwikkel<strong>in</strong>g en praktijk. Tijdschrift voor Psychotherapie,30, 22-38.Hornsveld, R.H.J. & Kruyk, C. <strong>de</strong> (2005). Forensic psychiatric outpatients withsexual offences: Personality characteristics, aggression and social competence.Psychology, Crime & Justice, 11 (4), 479-488.Hornsveld, R.H.J., Nijman, H.L.I., Lammers, S.M.M., Dam-Baggen, C.M.J. van &Kraaimaat, F.W. (2002). Attributie Vragenlijst. Rijswijk: Eigen beheer.Hoskyns, S. (1988). Study<strong>in</strong>g group music therapy with adult offen<strong>de</strong>rs: Research<strong>in</strong> progress. Psychology of Music, 16, 25-41.Hutjes, J. (2000). De case study als strategie <strong>in</strong> het toegepast on<strong>de</strong>rzoek. In: F.Wester, A. Smal<strong>in</strong>g & L. Mul<strong>de</strong>r (red.). Praktijkgericht kwalitatiefon<strong>de</strong>rzoek. Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.Hutjes, J.M. & Buuren, J.A. van (1992). De gevalsstudie. Strategie van kwalitatiefon<strong>de</strong>rzoek. Meppel / Amsterdam / Heerlen: Boom / Open Universiteit.Hutschemaekers, G. (2003). De kunst van het hulpverlenen. Over <strong>de</strong>professionaliser<strong>in</strong>g van <strong>vaktherapieën</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg. Lez<strong>in</strong>g tij<strong>de</strong>ns<strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie van <strong>KenVaK</strong>.Hutschemaekers, G., Tiemens, B. & Smit, A. (2006). Weg van professionaliser<strong>in</strong>g.Paradoxale beweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> geestelijke gezondheidszorg. Wolfheze: GRIP– De Gel<strong>de</strong>rse Roos.Inselmann, U. & Mann, S. (1998). Auswertung von Musiktherapie. E<strong>in</strong>satz vonAdjektivskalen, Bestimmung <strong>de</strong>r Interraterreliabilität, Darstellung vonSpielmustern: E<strong>in</strong>e E<strong>in</strong>zellfallanalyse. In: H. Kächele, U. Oerter & N. Scheytt(eds). Vortragssammlung 10 Ulmer Workshop für musiktherapeutischeGrundlagenforschung. Ulm, Germany: Universität Ulm.Jacobson, N.S. & Truax, P. (1991). Cl<strong>in</strong>ical significance: A statistical approach to<strong>de</strong>f<strong>in</strong><strong>in</strong>g mean<strong>in</strong>gful change <strong>in</strong> psychotherapy research. Journal of Consult<strong>in</strong>gand Cl<strong>in</strong>ical Psychology, 59, 12-19.Ku<strong>in</strong>, F.M.B. (1996). Voorspelbaar boksen. Bewegen & Hulpverlen<strong>in</strong>g, 13, 53-65.76


Ku<strong>in</strong>, F.M.B. (2000). Impulscontroleproblematiek. Psychomotorische therapiemodule. Oosterbeek: NVPMT.Ku<strong>in</strong>, F.M.B. (2005). Op tijd stoppen. Behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van impulscontroleproblematiekbij cluster B-persoonlijkheidssstoornissen en dissociatieve stoornissen. In: J.<strong>de</strong> Lange & R.J. Bosscher (red). Psychomotorische therapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk.Nijmegen: Cure & Care Publishers.Laan, G. van <strong>de</strong>r (2003/4). De professional als expert <strong>in</strong> practice-based evi<strong>de</strong>nce.Sociale Interventie, 12, 5-16.Lange, A., Hoogen<strong>door</strong>n, M., Wie<strong>de</strong>rspahn, A. & Beurs, E. <strong>de</strong> (1995). BDHI-D.Handleid<strong>in</strong>g, verantwoord<strong>in</strong>g en normer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Buss-DurkeeAgressielijst. Lisse: Swets & Zeitl<strong>in</strong>ger.LeDoux, J. (1998). The emotional bra<strong>in</strong>. The mysterious un<strong>de</strong>rp<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gs of emotionallife. New York: Touchstone.Liebmann, M. (ed)(1998). Art therapy with offen<strong>de</strong>rs. London: Jessica K<strong>in</strong>gsleyPublishers.L<strong>in</strong>coln, Y.S. & Guba, E.G. (1985). Naturalistic <strong>in</strong>quiry. Newbury Park: Sage Publications.L<strong>in</strong>ehan, M. (1996). Bor<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>e persoonlijkheidsstoornis. Handleid<strong>in</strong>g voor tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen therapie. Lisse: Swets & Zeitl<strong>in</strong>ger.Margison, F.R., Barkham, M., Evans, C., McGrath, G., Clark, J.M., Aud<strong>in</strong>, K. &Connell, J. (2000). Measurement and psychotherapy – Evi<strong>de</strong>nce-based Practiceand Practice-based Evi<strong>de</strong>nce. British Journal of Psychiatry, Vol. 177,123-130.Meesters, C., Muris, P., Bosma, H., Schouten, E. & Beuv<strong>in</strong>g, S. (1996). Psychometricevaluation of the Dutch version of the Aggression questionnaire. BehaviourResearch and Therapy, 34 (10), 839-843.Novaco, R.W. (1994). Anger as a risk factor for violence among the mentally disor<strong>de</strong>red.In: J. Monahan & H.J. Steadman (eds.). Violence and mental disor<strong>de</strong>r.Chicago: The University of Chicago Press.Peaker, A. & V<strong>in</strong>cent, J. (1990). Arts <strong>in</strong> prisons: Towards a sense of achievement.Home Office Research and Plann<strong>in</strong>g Unit and the Arts Council, December.Philipse, M., Hilterman, E. & Doren, D. (2001). Tussen mogelijkheid en illusie: eenreview van elf risico-taxatie<strong>in</strong>strumenten voor seksuele <strong>de</strong>l<strong>in</strong>quenten.Tijdschrift voor Crim<strong>in</strong>ologie, 43, 2-24.Philipse, M.W.G., Ruiter, C. <strong>de</strong>, Hil<strong>de</strong>brand, M. & Bouman, Y.M.H. (2000). HCR-20. Beoor<strong>de</strong>len van het risico van gewelddadig gedrag. Versie 2.Nijmegen/Utrecht: Pompesticht<strong>in</strong>g/Van <strong>de</strong>r Hoevensticht<strong>in</strong>g.Ploeg, H.M. van <strong>de</strong>r, Defares, P.B. & Spielberger, C.D. (1982). Handleid<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong>Zelf-Analyse Vragenlijst, ZAV. Lisse: Swets & Zeitl<strong>in</strong>ger.Profiel van Vaktherapeutische Beroepen (2005). Utrecht: Fe<strong>de</strong>ratie vanVaktherapeutische Beroepen.Riches, C. (1998). The hid<strong>de</strong>n therapy of a prison art education programme. In: M.Liebmann (ed). Art therapy with offen<strong>de</strong>rs. London: Jessica K<strong>in</strong>gsley Publishers.77


Rid<strong>de</strong>r, H. M. O. (2005). Music therapy with the el<strong>de</strong>rly: Complementary data as arich approach to un<strong>de</strong>rstand<strong>in</strong>g communication. In: D. Aldridge (ed). Casestudy <strong>de</strong>signs <strong>in</strong> music therapy. London: Jessica K<strong>in</strong>gsley Publishers.Rolvsjord, R., Gold, C. & Stige, B. (2005). Research rigour and therapeutic flexibility:Rationale for a therapy manual <strong>de</strong>veloped for a randomised controlledtrial. Nordic Journal of Music Therapy, 14 (1), 15-32.Sackett, D.L., Richardson, S., Rosenberg, W. & Haynes, R.B. (2000). Evi<strong>de</strong>ncebasedmedic<strong>in</strong>e: how to practice and to teach EBM. London: Churchill Liv<strong>in</strong>gstone.Schwandt, T.A. (2000). Three epistemological stances for qualitative <strong>in</strong>quiry. In:N.K. Denz<strong>in</strong> & Y.S. L<strong>in</strong>coln (eds). Handbook of qualitative research. London:Sage Publications.Silver, R. (ed). (2005). Aggression and <strong>de</strong>pression assessed through art. New York:Brunner Routledge.Sitskoorn, M. (2006). Het maakbare bre<strong>in</strong>. Gebruik je hersens en word wie je wiltzijn. Amsterdam: Bert Bakker.Smal<strong>in</strong>g, A. (2000). Inductieve, analoge en communicatieve generalisatie. In: F.Wester, A. Smal<strong>in</strong>g & L. Mul<strong>de</strong>r (red). Praktijkgericht kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek.Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.Smeijsters, H. (1997). Multiple perspectives . A gui<strong>de</strong> for qualitative research <strong>in</strong>music therapy. Gilsum: Barcelona Publishers.Smeijsters, H. (2003). Handboek creatieve therapie. Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.Smeijsters, H. (red.)(2005a). Praktijkon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> vaktherapie. Bussum: Cout<strong>in</strong>hoSmeijsters, H. (2005b). Quantitative s<strong>in</strong>gle case <strong>de</strong>signs. In: B. Wheeler (ed). Musictherapy research. Quantitative and qualitative perspectives. Gilsum:Barcelona Publishers.Smeijsters, H. (2005c). Sound<strong>in</strong>g the Self: Analogy <strong>in</strong> improvisational music therapy.Gilsum: Barcelona Publishers.Smeijsters, H. (red.)(2006a). Handboek Muziektherapie. Houten: Bohn Stafleu VanLoghum.Smeijsters, H. (2006b). Vakmanschap is meesterschap. De professional alsmid<strong>de</strong>lpunt van management en on<strong>de</strong>rzoek. Maandblad GeestelijkeVolksgezondheid, 61 (11), 930-941.Smeijsters, H. & Aasgaard, T. (2005). Qualitative case study research. In: B.Wheeler (ed.). Music therapy research. Quantitative and qualitative perspectives.Gilsum: Barcelona Publishers.Smeijsters, H. & Cleven, G. (2004). Vaktherapieën <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie.Utrecht: Expertisecentrum Forensische Psychiatrie.Smeijsters, H. & Cleven, G. (2005a). Consensus based best practices.Vaktherapieën <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie. Tijdschrift voor CreatieveTherapie, 24 (2), 25-33.Smeijsters, H. & Cleven, G. (2005b). State of the arts. Vaktherapieën <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>forensische</strong> psychiatrie. Tijdschrift voor Creatieve Therapie, 24 (1), 21-29.78


Smeijsters, H. & Cleven, G. (2006). The treatment of aggression by means of artstherapies <strong>in</strong> forensic psychiatry. Results of a qualitative <strong>in</strong>quiry. The Arts <strong>in</strong>Psychotherapy. 33 (1), 37-58Stake, R. E. (1995). The art of case study research. London: Sage Publications.Stern, D.N. (1985). The <strong>in</strong>terpersonal world of the <strong>in</strong>fant. A view from psychoanalysisand <strong>de</strong>velopment psychology. New York: Basic Books.Stern, D.N. (2004). The present moment <strong>in</strong> psychotherapy and everyday life. NewYork: W.W. Norton.Swanborn, P.G. (2002). Evalueren. Meppel: Boom.Swanborn, P.G. (2003). Case-study’s. Wat, wanneer, hoe? Amsterdam/Meppel:Boom.Thaut, M. (1987). A new challenge for music therapy: the correctional sett<strong>in</strong>g. MusicTherapy Perspectives, 4, 44-50.Thaut, M. (1989a). The <strong>in</strong>fluence of music therapy <strong>in</strong>terventions on self-ratedchanges <strong>in</strong> relaxation, affect, and thought <strong>in</strong> psychiatric prisoner-patients.Journal of Music Therapy, 26, 155-166.Thaut, M. (1989b). Music therapy, affect modification, and therapeutic change. MusicTherapy Perspectives, 7, 55-62.Thaut, M. (1992). Music therapy <strong>in</strong> correctional psychiatry. In: W. Davis. K. Gfeller& M. Thaut (eds). An <strong>in</strong>troduction to music therapy: theory and practice.Dubuque: W.C. Brown Publishers.Timmer, S. (2005). Dramatherapie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>forensische</strong> psychiatrie. Een kwalitatiefon<strong>de</strong>rzoek naar een consensus based beschrijv<strong>in</strong>g. Nijmegen:Pompesticht<strong>in</strong>g.Vertommen, H., Verheul, R., Ruiter, C. <strong>de</strong> & Hil<strong>de</strong>brand, M. (2002). De herzieneversie van Hare’s Psychopathie Checklist (PCL-R). Lisse: Swets TestPublishers.Webster, C.D., Douglas, K.S., Eaves, D. & Hart, S.D. (1997). HCR-20. Assess<strong>in</strong>grisk for violence. Version 2. Burnaby: Simon Fraser University.Wester, F. (2000). Methodische aspecten van kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek. In: F. Wester,A. Smal<strong>in</strong>g & L. Mul<strong>de</strong>r (red). Praktijkgericht kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek.Bussum: Cout<strong>in</strong>ho.Wosch, T. & Frommer, J. (2002). Emotionsverän<strong>de</strong>rungen <strong>in</strong> musiktherapeutischeImprovisationen. Zeitschrift für Musik-, Tanz- und Kunsttherapie, 13, 107–114.Y<strong>in</strong>, R.K. (2003). Case study research. Design and methods. London: Sage Publications.Zeuch, A. & Hillecke, T. (2004). Ergebnisse musiktherapeutischer Entspannung imsozialtherapeutischen Strafvollzug. E<strong>in</strong>e qualitativ-quantitative Orientierungsstudie.Zeitschrift für Musik-, Tanz- und Kunsttherapie, 15 (1), 16-23.79


BijlageITEMS PROCESVERSLAGENEN CHANGE INTERVIEWS1] ITEMS PROCESVERSLAGEN DOOR VAKTHERAPEUTENAgressie tij<strong>de</strong>ns sessie buiten het medium− Algemene <strong>in</strong>druk van <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>situatie (hoe kwam <strong>de</strong> cliënt b<strong>in</strong>nen?)− Verbaal/vocaal gedrag (b.v. schel<strong>de</strong>n, vloeken, schreeuwen, luidruchtigzijn)− Lichaamshoud<strong>in</strong>g (b.v. gespannen)− Mimiek (b.v. verkleuren, verstrakken, fel oogcontact)− Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (b.v. weglopen, <strong>de</strong> opdracht verstoren, niet meedoen, zich niethou<strong>de</strong>n aan randvoorwaar<strong>de</strong>n)− Emoties (b.v. woe<strong>de</strong>nd, opvliegend)− Omgang met voorwerpen (b.v. met <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren slaan, hardhandigaanpakken, gooien, materiaal beschadigen)− Omgaan met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r (b.v. vervelend aanraken, aanvallen, vechten,stompen, slaan, zich met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r meten, dreigen, <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ren,verne<strong>de</strong>ren, provoceren, pesten, beschuldigen)− Soort agressie (agressie <strong>door</strong> extreme controle, oppotten, kort lontje,<strong>in</strong>strumentele agressie, zelf<strong>de</strong>structie, an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s)− Algemene <strong>in</strong>druk aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> sessie (hoe g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> cliënt weg?)► Doelstell<strong>in</strong>gAgressie tij<strong>de</strong>ns sessie <strong>in</strong> het medium81


► Werkvormen− Dramatherapie (Macro: b.v. rollen, thema’s, scènes, verhalen, spel –werkelijkheid. Micro/werkvormen b.v.: Joe Blaggs, standbeel<strong>de</strong>ntheater,schijngevecht, statusspel, boxr<strong>in</strong>g, risicosituaties uit het he<strong>de</strong>n,agressiethermometer, agressiegeschie<strong>de</strong>nis)− Muziektherapie (b.v. woe<strong>de</strong> uitbeel<strong>de</strong>n, ruzie op twee <strong>in</strong>strumenten,slagwerkimprovisatie)− Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie (b.v. nat <strong>in</strong> nat werken, geka<strong>de</strong>rd explo<strong>de</strong>ren, werkenmet weerbarstig materiaal, het <strong>de</strong>lict uitbeel<strong>de</strong>n)− Danstherapie (b.v. touwtrekken, macht en onmacht uitbeel<strong>de</strong>n, woe<strong>de</strong>uitbeel<strong>de</strong>n, krachten meten, schijngevechten, ver<strong>de</strong>digen van je eigenplek)− Psychomotorische therapie (b.v. fysieke spann<strong>in</strong>gsniveaus exploreren,kracht doseren, ontspannen<strong>de</strong> activiteiten zoeken)► Interventies <strong>door</strong> <strong>de</strong> therapeut (houd<strong>in</strong>g, mediumspecifieke <strong>in</strong>terventies,verbale <strong>in</strong>terventies)► Gedrag van <strong>de</strong> cliënt <strong>in</strong> het medium− Dramatherapie (b.v. embodiment, projectie, rol, houd<strong>in</strong>g, spelwerkelijkheid,verhaal, ruimte, <strong>in</strong>teractie)− Muziektherapie (b.v. <strong>in</strong>strumentkeuze, muzikale parameters, muzikalevormgev<strong>in</strong>g, muzikale <strong>in</strong>teractie)− Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> therapie (b.v. materiaalkeuze, omgang met materiaal,gereedschap, lijnvoer<strong>in</strong>g, kleurgebruik, vlakver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, vormgev<strong>in</strong>g,symbolen, <strong>in</strong>teractie)− Danstherapie (b.v. houd<strong>in</strong>g, beweg<strong>in</strong>g, ruimtegebruik, <strong>in</strong>teractie/afstandnabijheid, materiaalkeuze en materiaalgebruik)− Psychomotorische therapie (b.v. houd<strong>in</strong>g, han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gssnelheid,afstand/nabijheid, overmatig krachtgebruik)► Gedrag van me<strong>de</strong>cliënten <strong>in</strong> het medium82


2] ITEMS PROCESVERSLAGEN DOOR ANDEREBEHANDELAARS / BEGELEIDERSAgressie buiten sessie− Verbaal/vocaal gedrag (b.v. schel<strong>de</strong>n, vloeken, schreeuwen, luidruchtigzijn)− Lichaamshoud<strong>in</strong>g (b.v. gespannen)− Mimiek (b.v. verkleuren, verstrakken, fel oogcontact)− Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g (b.v. weglopen, <strong>de</strong> opdracht verstoren, niet meedoen, zich niethou<strong>de</strong>n aan randvoorwaar<strong>de</strong>n)− Emoties (b.v. woe<strong>de</strong>nd, opvliegend)− Omgang met voorwerpen (b.v. met <strong>de</strong> <strong>de</strong>uren slaan, hardhandigaanpakken, gooien, materiaal beschadigen)− Omgaan met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r (b.v. vervelend aanraken, aanvallen, vechten,stompen, slaan, zich met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r meten, dreigen, <strong>in</strong>timi<strong>de</strong>ren,verne<strong>de</strong>ren, provoceren, pesten, beschuldigen)− Soort agressie (agressie <strong>door</strong> extreme controle, oppotten, kort lontje,<strong>in</strong>strumentele agressie, zelf<strong>de</strong>structie, an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s)− Ingrijpen<strong>de</strong> gebeurtenissen (b.v. juridisch, op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> <strong>de</strong> familie)3] LEIDRAAD CHANGE INTERVIEWS DOOR DE ONDERZOEKER− Algemene ervar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> therapie− Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die zijn opgetre<strong>de</strong>n− Waar <strong>de</strong>ze veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen aan wor<strong>de</strong>n toegeschreven− Wat het meeste geholpen heeft− Wat als belemmer<strong>in</strong>g werd ervaren− Moeilijke momenten die wel OK waren− Wat gemist werd− Suggesties83


<strong>KenVaK</strong> is een kenniskr<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Hogeschool Zuyd, Hogeschool Utrechten ArtEZ Conservatorium Ensche<strong>de</strong>. <strong>KenVaK</strong> heeft als doel het uitvoerenvan praktijkon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met vaktherapeuten uit hetwerkveld. De resultaten komen ten goe<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> beroepsontwikkel<strong>in</strong>g enaan het on<strong>de</strong>rwijs.► ColofonCopyright <strong>KenVaK</strong> |Te bestellen via g.louppen@hszuyd.nlHogeschool Zuyd | <strong>KenVaK</strong>Postbus 5506400 AN Heerlen200784

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!