11.07.2015 Views

download manual [pdf] - Indic

download manual [pdf] - Indic

download manual [pdf] - Indic

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

HANDLEIDINGINSTALLATIE EN GEBRUIKTM70DRUKKNOPMODELLENTM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07)


I N D EX2.- SYSTEEMBESCHRIJVING..........................................................................................................................23.- VOORZORGSMAATREGELEN...................................................................................................................33.1.- WAT TE DOEN:.........................................................................................................................................................33.2.- WAT TE LATEN:.......................................................................................................................................................34.- INSTALLATIE...............................................................................................................................................44.1.- BATTERIJLADER CB60 ............................................................................................................................................44.2.- ONTVANGER ...........................................................................................................................................................54.3.- IN BEDRIJFSTELLING................................................................................................................................................75.- GEBRUIK .....................................................................................................................................................96.1.– GARANTIE ............................................................................................................................................................106.2.- VOORZORGEN .......................................................................................................................................................116.3.- STORINGSONDERZOEK...........................................................................................................................................126.4.- ONDERDELENLIJST ................................................................................................................................................13BIJLAGE A.- PROGRAMMEREN VAN DE RESERVEZENDER...................................................................14BIJLAGE B.- INGEVEN VAN DE MACHINE-IDENTIFICATIE VAN DE ZENDER........................................15Blz.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07)i


DECLARACION DE CONFORMIDADCONFORMITY DECLARATIONKONFORMITÄTSERKLÄRUNGDECLARATION DE CONFORMITEDICHIARAZIONE DI CONFORMITA'DECLARAÇAO DE CONFORMIDADEVERKLARING VAN GELIJKVORMIGHEIDVoor gebruik in EuropaPour l’usage en EuropeNur für Gebrauch in EuropaEl FabricanteThe ManufacturerDer HerstellerLe FabricantIl FabbricanteO FabricanteDe FabrikantANGEL IGLESIAS, S.A.Pol. Ind. 27, nº 30 20014SAN SEBASTIAN - SPAINNIF: A-20-036.018Tel : (+34) 943 448800Fax: (+34) 943 448816Declara que el producto: Telemando IKUSIDeclares that the product: Remote Control IKUSIErklärt, dass das Produkt: Funkfernsteuerung IKUSIDéclare que le produit: Télécommande IKUSIDichiara che il prodotto: Radiocomando IKUSIDeclara que o produto: Radiocomando IKUSIVerklaart dat het product: Radiobesturing IKUSITM70/1TM70/2Cumple con las Directivas de Consejo:Complies with the provisions of Council:Erfüllt die Richtlinien des Rates:Accompli les Directives du Conseil:E´conforme alle Direttive del Consiglio:Cumpre as Directivas del Consello:Conform is met de richtlijnen van de Raad:93/44 EC99/5 ECNormas armonizadas utilizadas:Applied harmonized standards:Angewendete harmonisierte Normen:Normes harmonisées utilisées:Norme armonizate utilizzate:Normas armonizadas utilizadas:Volgens geharmoniseerde normen:ETSI EN 300220ETS EN 301489-3EN 55022EN 61000-4-2EN 61000-4-3EN 61000-4-4EN 61000-4-5EN 61000-4-6EN 61000-4-11EN 61000-3-2EN 61000-3-3EN 60950-1EN 50178EN 60204-32EN 60529PrEN 13557PrEN 12077-1Gebruikte frequentieband:Fréquences utilisées:Verwendete Frequenzbereich:869,7 tot/à/bis 870,0 MHz; ERP


2.- SYSTEEMBESCHRIJVINGDe drukknopuitvoeringen van de radiografische besturingen TM70/1 en TM70/2 zijnontworpen voor het op afstand bedienen van rolbruggen, kranen en andere elektrischemachines. Zij zijn uitermate geschikt voor toepassingen waarbij de operator vanop eenzekere afstand of vanop een welbepaalde plaats het toestel moet besturen.De radiosturing bevat een zender voor de selectie van de bedieningen en een ontvangervoor de aansluiting op de machine. Verder bestaat ze uit een batterijlader en tweeoplaadbare batterijen.De voornaamste specificaties zijn de volgende:Systeem TM70FrequentieResponstijdTemperatuur869,7 a 870,0 MHz; ERP


3.- VOORZORGSMAATREGELENWij raden u ten stelligste aan volgende richtlijnen aandachtig te lezen enstrikt op te volgen. Ze stellen u in staat om optimaal de toestellen teinstalleren, te onderhouden en verkeerd gebruik te vermijden. Alle gebruikdat ervan afwijkt, kan gevaren inhouden. U moet dus de volgenderichtlijnen strikt volgen.3.1.- Wat te doen:De instructies voor indienststelling uit deze handleiding strikt volgen.Er zeker van zijn dat de installatie uitgevoerd wordt door gevormd en bekwaampersoneel.De veiligheidsvoorschriften eigen aan de werkplaats naleven, en ook de geldendeveiligheidsnormen.De handleiding steeds ter beschikking houden van de gebruiker en van deonderhoudsverantwoordelijke.De zender bewaren buiten bereik van niet bevoegd personeel.De sleutel wegnemen wanneer de zender niet gebruikt wordt.Bij het begin van iedere werkdag de goede werking van de noodstop en de veilighedenvan de machine nagaan.Bij iedere onregelmatigheid onmiddellijk de noodstop indrukken.Voor het geval er meerdere installaties op een zelfde locatie aanwezig zijn, er zich vanvergewissen dat de zender behoort bij de machine die men wil bedienen.Periodiek onderhoud laten uitvoeren door bevoegd personeel.Bij herstellingen enkel onderdelen geleverd door de fabrikant gebruiken.3.2.- Wat te laten:Nooit wijzigingen aan de besturing aanbrengen zonder voorafgaandelijke studie enakkoord van de fabrikant.Het toestel nooit gebruiken met een andere voedingsspanning dan deze waarvoor zevoorzien is.Het toestel nooit laten gebruiken door niet bevoegde personen.Na gebruik, de zender niet achterlaten zonder de sleutel uit te nemen of de noodstop inte drukken, om ongewenste bewegingen te vermijden.Het toestel niet gebruiken zonder voldoende zicht.Het toestel schokvrij houden.Het toestel niet gebruiken wanneer het niet goed zou werken.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 3


4.- INSTALLATIE4.1.- Batterijlader CB60De batterijlader CB60 bevat kan 2 batterijen van het type BT06, BT12, BT06K en BT08Ktegelijkertijd laden.De netspanning op de lader zetten metbehulp van het meegeleverdevoedingsblok: De centrale rode LED geeftaan dat er de voedingspanning aanwezigis.Men dient er rekening mee te houden dathet laden moet gebeuren bij temperaturenhoger dan 0°C, en dat devoedingsspanning gedurende de nachtaangesloten blijft.Men moet ook vermijden dat de laderblootgesteld wordt aan felle zonnestralen ofzich op een plaats bevindt waar detemperatuur hoger dan 45°C is, omdat dande batterijen niet volledig kunnen geladenworden.De batterijen in de lader steken; de lampjes zullen oplichten, wat betekent dat de batterijenopgeladen worden. Een volledige oplaadcyclus neemt 12 uren in beslag. Daarna mogen debatterijen nog onbeperkt in de lader blijven.De capaciteit van de batterijen vermindert met het gebruik. De levensduur bedraagt 500laadcycli, maar hangt in grote mate af van het gebruik, vanwaar volgende aanbevelingen:Batterijen herladen als deze volledig leeg zijn. De zender geeft aan wanneer het zoveris.De batterijen laden bij een temperatuur tussen 0º en 45ºC.Laad de batterijen minstens 1 keer om de 6 maandenKortsluiting tussen de contacten van de batterij vermijden. Geladen batterijen niettransporteren in werkbakken of in een gesloten ruimte waarin zich andere metalenvoorwerpen bevinden (sleutels, geldstukken, enz.).De contacten rein houden.De batterijen en de batterijlader niet in de buurt zetten van of boven een radiator ofandere warmtebronnen of in een omgeving met direct zonlicht.Gebruik enkel batterijen van IKUSI. Versleten batterijen moeten gerecycleerdworden in overeenstemming met de lokale wetgeving.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 4


4.2.- OntvangerZet de machine volledig uit tijdens de montage, ontruim het werkgebied engebruik alle veiligheidsmiddelen. In geval van montage op een kraan ofrolbrug, stop deze en plaats stootbuffers (of in geval dit niet kan,aangepaste signalisatie), op een gepaste afstand om botsingen met anderekranen of rolbruggen te vermijden.Controleer de voedingsspanning en zet daarna de hoofdschakelaar af.Onthoud dat de schakelkringen van de ontvanger onder spanning kunnenzijn (bv externe stuurspanning). Het uitschakelen van de voeding alleen isgeen garantie van afwezigheid van spanning in de ontvanger!Zoek een geschikte plaats voor de ontvanger, gemakkelijk bereikbaar en open om deontvangst ter vergemakkelijken et verwijderd van onderdelen die sterke elektrische storingenkunnen genereren. Zet de ontvangerkast vast met 4 trillingsbuffers (M8) en met dekabeluitgang langs onder.Afmetingen in mm.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 5


De aansluiting van de voedingsspanning en de uitgangsrelais uitvoeren op deovereenkomstige klemmen van de print met relais. Gebruik hiervoor het schema datmeegeleverd wordt met de besturing en die het verband weergeeft tussen de bedieningen opde zender en de uitgangsrelais.De veiligheidsrelais STOP (K15 en K16) staan in serie en moeten verbonden worden met dehoofdcontactor.De relais K2/START trekt aan bij het indrukken van de startknop.De relais K1/SAFETY is voorzien voor toepassingen waarbij een extra veiligheidsuitgangverplicht of aangewezen is voor bepaalde actieve bevelen die bewegingen tot gevolghebben.Vergeet de aansluiting van de aarding niet.Gebruik steeds kabels die aan de normen voldoen.Kies de geschikte voedingspanning in de ontvanger (230,115 of 48Vac)TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 6


4.3.- In bedrijfstellingOpgelet; het is mogelijk dat een verkeerde aansluiting onvoorzienebewegingen veroorzaakt bij het opstarten.Wanneer de ontvanger aangesloten is, kijk de aansturing van de relais na terwijl hetvermogen van de motoren uitgeschakeld is, (bijvoorbeeld door de vermogenzekeringen uit tezetten) en zet de ontvanger onder spanning. Volgende LEDs moeten hierbij oplichten:POWER:AAN; geeft aan dat de voedingsspanning goed is.HARDOK:SIGNAL:DATA:ID:AAN; geeft aan dat er geen fouten zijn gedetecteerd in de ontvangerUIT als alle radiokanalen vrij zijn.Knippert als er radiosignalen zijn binnen de beschikbare kanalenUIT als geen andere TM70-systemen aanwezig zijn binnen de omgeving.Knippert in het ander gevalUITHierbij is de ontvanger in STAND-BY-modeEen opgeladen batterij in de zender steken, de sleutel op « 1 » draaien, de noodstopuittrekken en op de startknop drukken. De groene-oranje LED zal even oplichten watbetekent dat de zender klaar is om te werken.1.- Etiket voor machineidentificatieOptie: LCD-display2.- LED.3.- Functiedrukknop.4.- Sleutelcontact.5.- Startknop.6.- Veiligheidstop7.- Optie: gebiedsbeperking.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 7


Bij ontvangst van het signaal van de zender, zal de ontvanger overgaan naar OPERATIONmode.Hierbij zullen volgende LEDs aangeven:POWER:AAN; geeft aan dat de voedingsspanning goed is.HARDOK:SIGNAL:DATA:ID:AAN; geeft aan dat er geen fouten zijn gedetecteerd in de ontvangerAAN KNIPPEREND; geeft ontvangst van radiosignaal met correctwerkfrequentie aanAAN KNIPPEREND; geeft aan dat ontvangen berichten correct zijn.AAN KNIPPEREND; geeft aan dat identificatiecode van zender enontvanger overeenkomen.Hierbij zullen de veiligheidsrelais STOP (K15 en K16) geactiveerd worden. De relaisK2/START zal ook geactiveerd worden zolang de startknop ingedrukt blijft.Bij het bedienen van een functieknop zullen de overeenkomstige relais geactiveerd worden.Indien de functie een actieve commando is (bv. een beweging), zal ook de veiligheidsrelaisK1/SAFETY geactiveerd worden.Controleer op die manier alle bedieningen en het gedrag van de overeenkomstige relais.Stop de werking van de zender door op de (veiligheids)stopknop te drukken. Controleerhierbij of alle relais gedeactiveerd zijn. Door deze actie zal de ontvanger terug in STAND-BYmodezijn.Schakel de vermogens van bv. de motoren terug in, ga op een veilige afstand van deinstallatie en test de correcte werking van alle bedieningen en de veiligheidsstop.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 8


5.- GEBRUIKVoor een correct gebruik van het systeem, gelieve volgende richtlijnen te volgen:Controleer dat men de juiste zender gaat gebruiken. Vergelijk hierbij de identificatievan de machine met de gegevens van betreffende label op de zender. Indien dezender uitgerust is met een LCD-display, programmeer dan de machineidentificatievolgens de procedure beschreven in bijlage B. Hierbij zal de machineidentificatiegetoond worden op de display bij het opstarten van de zender.Haak de riem vast aan de behuizing van de zender. Het is aan te raden deze riem tegebruiken om het vallen van de zender te vermijden. Een opgeladen batterij in de zender plaatsen, het sleutelcontact draaien op positie 1,de noodstop uittrekken en wachten op een puls van de groene LED. Indien denoodstop reeds uitgetrokken is, dan moet deze knop terug ingedrukt worden envervolgens uitgetrokken worden om de zender toe te laten de goede werking van hetnoodstopcircuit te controleren. Druk vervolgens op de startknop. De groene LED zalhierbij branden, wat de goede werking van de zender aangeeft. In deze situatie zal hetactiveren van een willekeurige functie op de zender de uitvoering van deovereenkomstige functie tot gevolg hebben.Om te kunnen starten, dienen alle bedieningsorganen van de zender zich inrusttoestand te bevinden (bv. drukknop los). Indien niet, dan zal de zender aangevendat er een actieve functie is bij het starten en zal het systeem niet geactiveerd worden.Het is echter niet nodig dat de selectiefuncties bij het starten gedeactiveerd zijn.Als gedurende 4 minuten geen functie geactiveerd wordt, zal de zender automatischuitschakelen. Om hem opnieuw in werking te stellen, volstaat het terug op de startknopte drukken.De zender beschikt over een bewaking van de batterijlading. Wanneer de batterijladingonder een zeker niveau komt, zal de LED op de zender rood worden. 5 minuten laterzal de zender uitvallen, Hierbij zal de hoofdcontactor van de machine uitvallen.Gedurende die tijd is het noodzakelijk de machine in een veiligheidstoestand tebrengen (bv. de last van een kraan op een veilige plaats brengen).Op zenders met LCD-uitlezing wordt het batterijniveau aangegeven door een grafischeblokvoorstelling:• 3 blokken: batterijlading > 50%.• 2 blokken: batterijlading tussen 50% en 10%.• 1 blok: batterijlading tussen 10% en 5%.• geen: batterijlading < 5%.Om de zender uit te schakelen, de noodstop indrukken of het sleutelcontact omzetten.Let erop dat u een mobiele machine gaat besturen. Respecteernauwlettend de veiligheidsinstructies beschreven in hoofdstuk 2 vandeze handleiding.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 9


6.- ONDERHOUD6.1.– GarantieDe garantie betreft enkel materiaal dat naar ons atelier werd teruggestuurd.Wij geven enkel garantie op materialen die door ons gemaakt werden voor een periode van1 jaar vanaf verzending. Het is aan de klant om de fouten te bewijzen.Onze garantie beperkt zich tot het terug in goede staat brengen van het toestel, door hetgratis herstellen of vervangen van defecte onderdelen op de kortst mogelijke termijn. Geenenkele schadeloosstelling zal aanvaard worden.De herstelling of vervanging van onderdelen tijdens de garantieperiode, zal in geen gevaleen verlenging van de garantieperiode met zich brengen.De gratis vervangen onderdelen blijven ons eigendom.De garantie heeft geen betrekking op de herstelling of vervanging van onderdelen als gevolgvan normale slijtage, ongevallen door onoplettendheid, slecht onderhoud of verkeerdgebruik.De garantie vervalt onmiddellijk en volledig indien de klant zelf aanpassingen aan het toestelaanbrengt of zelf herstellingen uitvoert of dit uitgeeft aan een derde zonder onze formele,geschreven toestemming.Onze garantie beperkt zich tot onze klanten en is niet van toepassing op derden aan wie dittoestel werd doorverkocht.BEHOREN NIET TOT DE GARANTIE:Alle veiligheidsonderdelen bedoeld ter bescherming van elektrische en elektronischesystemen (zekeringen enz.)Alle schade veroorzaakt door verkeerd gebruik van de afstandsbediening, niet dragen vande draagriem, val van de zender, onoplettendheid van de operator, niet naleven van degebruiksrichtlijnen, slechte montage.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 10


6.2.- VoorzorgenHet systeem werd ontworpen om te werken in industriële omstandigheden. Toch raden wij uaan volgende richtlijnen te volgen om de levensduur van de uitrusting te verlengen:Gebruik de draagriem om het vallen van de zender te vermijden.De zender niet reinigen met detergenten of water onder hoge druk.Gebruik hiervoor een vochtige doek.De batterijen aan regelmatige cycli van laden en ontladen onderwerpen.Elke dag de goede werking van de noodstop controleren.De kabel naar de ontvanger en de antenne loskoppelen in geval erlaswerken worden uitgevoerd op de machine.Controleer regelmatig de rubberen afscherming van de drukknoppen ende afdichtingen van de bedieningsmechanismen van de zender. Vervangbij slijtage deze elementen om afdichtingproblemen te vermijden.Controleer de bevestigingsvijzen van de zender.Maak geregeld de batterijcontacten schoonLaat regelmatig u uitrusting nakijken door een erkend IKUSI service.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 11


6.3.- StoringsonderzoekZender en ontvanger beschikken over controle-LEDs die de diagnose van de oorzaak vande storing vergemakkelijken. Hieronder volgt een beschrijving van de meest voorkomendeindicaties.ZENDERLEDGroen knippert metdubbele impulsenGroen brandt continuRood knippertRood knippert metdubbele impulsenRood brandt continuOMSCHRIJVINGZender klaar om op te startenZender werkt normaalBatterijniveau te laagEen geactiveerde functie verhindert het opstarten van de zender(bv. druknop vast)Zender defectONTVANGERIn normale omstandigheden moeten de 5 groene indicatie-LEDs opgelicht zijn zoalsbeschreven in hoofdstuk 4.3. Indien dit het geval is en bij het bedienen van de functies op dezender de relaisfuncties normaal werken, ligt de oorzaak van de storing buiten deradiografische besturing en dient de installatie nagekeken te worden. Wanneer geen enkelerelais geactiveerd wordt, ligt de oorzaak waarschijnlijk wel bij de radiografische besturing endient de toestand van de LEDs gecontroleerd te worden:LED AAN KNIPPEREN UITSIGNALRadiosignaal aanwezig inde gebruiktefrequentiebandGeen ontvangst vanradiosignaalPOWER Voeding OK Geen voeding of voeding defectHARDOKRelaisprint OKTraag: storing relaisprintSnel: storing eepromStoring relaisprintID ID-code OK ID code niet herkendDATAOntvangst van TM70-bericht met correctegegevens.Geen ontvangst van TM70-bericht met correcte gegevens.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 12


In geval van storing van de uitrusting, gelieve de zender en ontvanger te sturen naar uwvertrouwde IKUSI-hersteller. Voeg hierbij een beschrijving van de storing alsook de toestandvan de indicatie-LEDs.Indien de storing werd vastgesteld bij de zender en er is een reservezender ter beschikking,volg dan de procedure beschreven in bijlage A.6.4.- OnderdelenlijstBatterij BT06KBatterijlader CB60Voeding voor CB60, 230 VacVoeding voor CB60, 115 VacElastische band voor zenderDraagriem B60Verstevigde draagriem B60CVerstevigde heupriem C60CDrukknop P70Rubberen afscherming drukknop CP70Sleutelcontact K60STOP-knop EMS60Terugverende manipulator 1-0-1 M70Keuzeschakelaar 1-0-1 S70Verlengkabel voor antenneExterne antenne 900MHz AE70Adaptorkabel MCX/BNC voor externe antenneBehuizing bovenkant PS70/1 SM (kort model)Behuizing bovenkant PS70/1 incl. drukknoppenBehuizing onderkant PI70/1 (kort model)Behuizing bovenkant PS70/2 SM (lang model)Behuizing bovenkant PS70/2 incl. drukknoppenBehuizing onderkant PI70/2 (lang model)IK70PD016IK60PB001IK60PB002IK60PB034IK70PD017IK60PD015IK60PB005IK60PB006IK70PD003IK70PD004IK60PD005IK60PD006IK70PD005IK70PD006IK70PB008IK70PB001IK70PB009IK70PD007IK70PD009IK70PD011IK70PD008IK70PD010IK70PD012TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 13


BIJLAGE A.- PROGRAMMEREN VAN DE RESERVEZENDERIn geval van storing van de zender, is het mogelijk om demachine snel terug in dienst te nemen m.b.v. een reservezender.Hierbij dient men de gepersonaliseerde parameters van dedefecte uitrusting te laden in de reservezender.Deze parameters worden bewaard in een geheugenmoduleEEPROM EP70, gemakkelijk bereikbaar aan de buitenkant vande zender. Hierbij dient men de 2 bevestigingsschroefjes los tedraaien en het geheugenmodule uit de defecte zender te nemenen vervolgens in de reservezender te brengen.In geval van beschadiging van de zender waarbij de EEPROMEP70 niet meer bruikbaar is, dan is het nog mogelijk om dereservezender te programmeren m.b.v. de EEPROM EP70 vande ontvanger.Hierbij dient u volgende procedure te volgen:1. Haal de eeprom uit de reservezender2. Plaats de eeprom van de ontvanger in de reservezender. Zet vervolgens desleutelschakelaar op de positie 1 en trek denoodstopknop uit en wacht tot het groenLEDje uit gaat.3. Start de kopieerprocedure (inhoud van deeeprom naar het intern geheugen van dezender) door de knop positie 6 envervolgens samen met de knop START inte drukken (rood LEDje dubbelpinkt). Houdbeide knoppen ingedrukt tot het LEDjeoranje pinkt (ong 5s).4. Wanneer het oranje LEDje uit is en groenbrandt kan de eeprom verwijderd worden,zonder de zender af te zetten (groene LEDaan !) en in de spanningsloze ontvangerterug geplaatst worden.5. Steek de eeprom van de reservezender terug in de zender en start vervolgens dekopieerprocedure (inhoud intern geheugen naar reserve-eeprom) door even op de knoppositie 6 te drukken. Hierbij zal het LEDje opnieuw oranje pinken.6. Als het oranje LEDje uit is en groen brandt, is de programmeerprocedure voltooid enkan nu de STOP terug ingedrukt worden.7. Start vervolgens de installatie volgens de normale procedure.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 14


BIJLAGE B.- INGEVEN VAN DE MACHINE-IDENTIFICATIE VAN DE ZENDER.De zender laat de operator toe om een machineidentificatie te programmeren met een tekstvan max. van 24 karakters. De identificatie zal dan steeds getoond worden op de display bijhet opstarten.De tekst moet de machine identificeren met een naam die door de gebruikers algemeengekend is.Bij het eerste gebruik kan de gewenste tekst als volgt ingegeven of aangepast worden alsvolgt:1. Plaats een geladen batterij in de zenderen zet de sleutelschakelaar op “1”.2. Druk en trek de noodstopknop uit. Hierbijzal de status-LED even oranje-groenknipperen.3. Druk op knop 4 en vervolgens op destartknop en hou beiden gedurendeongeveer 2s ingedrukt om de EDITINGmodete activeren.4. Als de EDITING-mode geactiveerd is,verschijnt op de display de tekst“CRANE??” waarvan de eerste karakterknippert. Hierbij kan men de naam vande machine ingeven de met behulp vande knoppen 1 t.e.m. 4, waarvan de functiehieronder beschreven wordt: Knop 1: Knop 2: Knop 3: Knop 4:Volgende karakter uit de lijst.Vorige karakter uit de lijst.Terug naar vorige tekstkarakter op display.Validatie geselecteerd karakter en verder gaan met volgendetekstkarakter5. Druk op de startknop om de ingegeven tekst te bewaren. Op de display verschijnthierbij het bericht “SAVED” gedurende 2s.6. Verlaat de EDITING-mode door op de STOP-knop te drukken.TM70 DRUKKNOPPEN V11.doc (01/07) 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!