11.07.2015 Views

Heerlijk eden Af - Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek

Heerlijk eden Af - Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek

Heerlijk eden Af - Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

p « %* « ^ Hy&%eerlijk<strong>eden</strong>*^l A •r M U i l n i <strong>Af</strong>Verenigi28e jaargang No. 110 Oktober 2001


Bestuur:Mr. F.Th.J. Harm, voorzitterAdriaan Pauwlaan 7,2101 AH HEEMSTEDEtel. 023 - 528 07 40Ir. P.L. van Daalen, secretarisValkenburgerlaan 11,2103 AK HEEMSTEDEtel. 023 - 529 32 91Mevr. M. van Donge,l<strong>eden</strong>administratieOude Posthuisstraat 72101 RA HEEMSTEDEtel. 023 - 529 07 13A.Koopman, penningmeesterMeijerslaan 14,2105 PC HEEMSTEDEtel. 023 - 529 05 30Redactie:H. KrolC. Peper (eindredactie)J.L.P.M.Krol, archivarisJohannes Verhulstlaan 26,2102 XT HEEMSTEDEtel. 023 - 528 29 77E. HamerslagKrakeling 542121 BN BENNEBROEKtel. 023 - 584 70 53Ing. J.M.M. BalinkDe Ruyterlaan 49,2121 VH BENNEBROEKiel. 023 - 584 80 23Mevr. A.J.M. Kroon-van HeldenCrayenesterlaan 126,2012 TL HAARLEMtel. 023 - 528 10 08Redactie-adres: Meerweg 62103 VC <strong>Heemstede</strong>023 - 528 75 93Het lidmaatschap wordt jaarlijks automatisch verlengd, behoudensschriftelijke opzegging via de l<strong>eden</strong>administratie vóór 1 novemberContributie minimaal ƒ. 25,-Giro 27.35.06 t.n.v. de Penningmeester v.d. <strong>Vereniging</strong> Oud-<strong>Heemstede</strong><strong>Bennebroek</strong> te <strong>Heemstede</strong>.ISSN: 0297-8451Onderschrift foto voorzijde:Achterzijde van de buitenplaats Ipenrode


BONvanVier eeuwen Voorkoekoek-Ipenrode; een historische buitenplaats in <strong>Heemstede</strong>Voor de l<strong>eden</strong>prijs van ƒ 15,-


INHOUDpaginaPremie-avond 2001 174Redactioneel en varia 176Toen en Nu: Het wapen van <strong>Heemstede</strong> 184Tentoonstelling 186Op zoek naar zeldzame narcissen in <strong>Bennebroek</strong> 188Adrianus Beerthuizen en Johanna Maria Planting,bewoners van het Bullenhofje 189Anton Pieck als tekenaar van Heemsteedse taferelen 197Verdwenen ornamenten op de Hartekamp 2001694-1887, vijf generaties "meester-timmerman" Van Meurs 203De <strong>Bennebroek</strong>erpolder 216Nieuwe l<strong>eden</strong> 224173


Premie - Avond 2001o


Na afloop kunt u tegen inlevering van bijgevoegde bon de jaarpremiekopen voor de gereduceerde prijs van f. 15,—.Vanaf donderdag 29 november 2001 tot 1 januari 2002 is het boekverkrijgbaar in de raadhuizen (receptie) en de openbare bibliotheken(informatiebalie) van <strong>Heemstede</strong> en <strong>Bennebroek</strong>. Voor de gereduceerdeprijs is de bon noodzakelijk. Niet-l<strong>eden</strong> kunnen het boek kopenvoor f. 20,—; ook voor meerdere exemplaren voor l<strong>eden</strong> geldt dezelaatste prijs.Het bestuurInhoudsopgave van 'Vier eeuwen Voorkoekoek-Ipenrode; een historischebuitenplaats in <strong>Heemstede</strong>' ISBN-nummer 90-70712-08-3Ipenrode nu en in de toekomst; door CL.van den Bos-Logmans enP.H.van den BosVier eeuwen bewoning van de hofstede Voorkoekoek-Ipenrode; doorH.KrolDe ontwikkeling van het landgoed Ipenrode; door dr.L.H.Albers endrs.P.W.A.BroedersIpenrode in beeld en literatuur; door H.KrolBijlage 1: Overzicht van eigenaren en bewoners van circa 1600 toth<strong>eden</strong>Bijlage 2: Onderlinge verwantschappen families Geelvink-Sautijn-Dedel-Vande PollBijlage 3: Fragmentgenealogie EnschedéBronnen en literatuurVooraanzicht Ipenrode in winterse tooi175


Op woensdag 28 november verschijnt als jaarpremie van de VOHBeen boekje over vier eeuwen landgoed Ipenrode in <strong>Heemstede</strong>. Na deroerige jaren zeventig van de vorige eeuw toen projectontwikkelaarsmet appartementencomplexen zich al rijk rekenden, maar uiteindelijkfailliet gingen, is de buitenplaats nu in rustiger vaarwater terechtgekomen. Ipenrode is van belang als een rustpunt voor flora en faunain de steeds drukker wordende Randstad. De premieavond op 28november zal helemaal in het teken staan van genoemd landgoed.In deze '<strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>' kunt u o.a. lezen over de <strong>Bennebroek</strong>erpolder,oud-inwoner Anton Pieck als tekenaar van lokale plekjes en over eengeslacht van 'Heemsteedse' meester-timmerli<strong>eden</strong>, de familie VanMeurs - later bekend geworden in de regionale horeca.:': :]: :]: -.: :|: :[: :;; ;]: ;]; :';.plattegrondWIJZIG!NOi&ÇTKjLHSinacres.iUrr^lltlf&NKVMerest*De Open Monumentendagop 8 september kanals geslaagd worden bestempeld.Het Hofje VanVerschuer-Brants in <strong>Bennebroek</strong>is door ongeveer150 en Bosbeek doormeer dan 500 personenbezocht, onder meerdoor 2 dames die in hunjonge jaren als dienstbodevoor de in 1944 omgebrachtefamilie Gutmannwerkten.De heer W.A.de Clercquit Santpoort schreef aande hand van een dagboekmet bijlagen meer dan30.000 bladzijden omvattend(!) een biografie overzijn gelijknamige betovergrootvader,de RéveilschrijverW.A.de Clercq(1795-1844). Eerder publiceerdenwe over eenuitstapje naar het OudeSlot (in nummer 90, no-177


De Glipper Dreef in 1942 (Foto Lans, Hillegom)178


vember 1996) kort voor de afbraak van 1810. In zijn jeugd logeerdeDe Clercq veelvuldig bij diens zwager Rahuzen op hetbuiten'Kennemeroord'. In het boek (ISBN 9067075116) is eenhoofdstuk gewijd aan het zomerverblijf in pension 'Gliplust' van 19mei tot 29 september 1843.In de serie 'Kennemer Feiten'van mw.José Schenkel-van der Klashorsthebben weer een aantal delen met genealogische informatieover <strong>Heemstede</strong> het licht gezien.Bosch en Vaart was in 1901 de eerste binnen de gemeente <strong>Heemstede</strong>ontwikkelde 'nieuwe' wijk na een periode van betrekkelijke stilstandin de 18 en 19 e eeuw. In 1927 is deze wijk tussen de Randweg (zuid),Schouwtjeslaan (noord), Wagenweg (oost) en Prinsessekade/Leidsevaart(west) met enkele andere tussen de Crayenestervaart en Haarlemmerhoutvillawijken in 1927 bij Haarlem geannexeerd. Thans verscheeneen fraai boekwerk met (kleuren)afbeeldingen van alle huizen.Opvallend is dat begin vorige eeuw aanzienlijk esthetischer en duurzamerwerd gebouwd vergeleken met bijvoorbeeld de saaie rijtjeshuizenuit de jaren zestig in de Van Hogendorpstraat. 'Bosch & Vaart 1901-2001', gefotografeerd door Chris Hoefsmit is voor ƒ 49,90 in deboekhandel verkrijgbaarNa Clemens Hoevenaars heeft zijn echtgenote Tosca Heyligers haareigen bio(foto)grafietje, geschreven door de ons bekende schrijver vaneen literaire verkenningstocht door <strong>Heemstede</strong> en <strong>Bennebroek</strong> Hansvan der Prijt. Een uitgebreide heruitgave hiervan wordt voorzien. Hetboekje 'Vrouw met hoed', een uitgave van Boekhandel Blokker,verscheen bij gelegenheid van het 40-jarig jubileum als boekverkoopsteren beschrijft welke literaire boeken haar hebben geïnspireerd.Over de 'tropenjaren' van Heemst<strong>eden</strong>aar Harry Borghouts als secretaris-generaalop het ministerie van Justitie vonden we op de AmsterdamseUitmarkt een boek waarin hij onder leiding van minister WinnieSorgdrager in een roerige tijd een hoofdrol speelt. 'Klem in de draaideur'van Ad van Liempt en Ger van Westing (Uitgeverij Balans, 1990)beschrijft het ongewoon heftige conflict dat eindigde met het onvrijwilligontslag van Arthur Docters van Leeuwen als voorzitter van hetcollege van procureurs-generaal.Ten behoeve van het negende jaarboek 2001 van 'The Low Countries',een uitgave van de Stichting Ons Erfdeel, schreef ons gewaardeerdVOHB-lid drs.Michel Bakker een hoofdstuk over de geschi<strong>eden</strong>isvan de bruggenbouw in Nederland: 'Many Waters to Bridge;bridges in the Netherlands'. Van het aanwezige werk van veelschrijver179


Ted van Turnhout en journalist en private press drukker/uitgeverHans Rombouts zijn bio-bibliografieën verschenen aan de hand van deafdeling 'speciale collecties' verzameld werk. Van Willem Heemskerkontvingen we digitaal een genealogische schets: 'Wie was FeyntoPietersz Rychhout van Enchuysen?'. Die is geboren in Enkhuizen en in1611 te Hillegom begraven. Vanaf 1590 stond hij ingeschreven alsingezetene van <strong>Heemstede</strong>. Zijn schoonvader was eigenaar van de(boeren)hofstede 'Duin en Vaart' tussen Berkenrode en Ipenrode,waar nu de Geleerdenwijk ligt.Onder het hoofdstuk 'Schoolmeesters Remery en het Onderwijs in de19 e eeuw' heeft men een verslag van inspecteur H.Wijnbeek uit 1839op het Internet gezet. Het tweede schooldistrict in de provincie Noord-Holland bevatte tevens de gemeentescholen van <strong>Bennebroek</strong> en <strong>Heemstede</strong>.Een citaat: "Vrij voldoende is het lokaal te <strong>Bennebroek</strong>. Dochallerslechts is het te <strong>Heemstede</strong>; er is ternauwernood plaats voorde helft der leerlingen, die een 200-tal beloopt.(...) Te <strong>Bennebroek</strong> is het onderwijs onder J.H.Wolters op vrijgo<strong>eden</strong> voet en te <strong>Heemstede</strong> zoude het goed zijn, zoo de onderwijzerHarrebomee niet belemmerd werd door eenige beeren derom liggende buitenplaatsen, die een fonds hebben bijeengebracht,waar uit zij, sedert 1823, het schoolgeld betalen voor 90 leerlingenuit de geringe klasse, doch op stellige voorwaarde, dat die leerlingenvolstrekt niets anders leeren dan lezen, schrijven en rekenen,zonder taalkunde, zonder rekenen uit het hoofd of hetgeen verderzou kunnen strekken tot verstandsontwikkeling". Ruim 1,5 eeuwlater kunnen we met genoegen vaststellen dat het in <strong>Heemstede</strong> onderde tegenwoordig minstens zo actieve opvolger van Harrebomee, Vander Zwaag genaamd, allemaal nog goed gekomen is met de oudsteschool van Nederland.De uit <strong>Heemstede</strong> afkomstige beelden en grafische kunstenaars Monaaen Bas van Vlijmen exposeerden succesvol met hun werk tot 14oktober 2001 bij Stichting Grunerie te Oegstgeest.In Münster bereidt historicus drs.Mare Schut een permanente tentoonstellingvoor over W.O.II ten behoeve van het stedelijk historischinstituut 'Villa ten Hompel'. Daarin wordt ook aandacht besteed aanJoep Henneboel, alias Joseph Henneböhl (1909-1990), een witte raafonder de gevreesde Grüne Polizei aan wie vele Nederlanders, waaronderde Broeders van de la Salie in <strong>Heemstede</strong>, niet slechts behoudvan hun fiets maar ook van hun leven te danken hebben.180


In De Volkskrant van 18 september zegt Peer Mascini, bij zijn afscheidna acht jaar lief en leed te hebben gedeeld met zijn Koe in de bekendeMelkunie-reclame: "Dat hij voor kakker wordt versleten, interesseerthem niet. Hij groeide op in <strong>Heemstede</strong> en vindt zijn eigenuithalen soms ook wel bekakt klinken maar als hij dan in Aerdenhoutkomt, valt het 'eigenlijk best wel mee'". In dezelfde krant vanéén dag eerder is een vraaggesprek opgenomen met de vroegerezwemcoryfee Hans Elzerman (47) die ons aan de gouden tijd vanzwem- en polovereniging HPC herinnert: "Hagenaar van originemaakte Elzerman de periode mee dat het Haagse ZIAN de bestezwemploeg had, nadien werd er in <strong>Heemstede</strong> plots hard gezwommen(HPC), vervolgens in Amsterdam (De Dolfijn) en sinds enigejaren domineert het Eindhovense PSV (Van den Hoogenband, DeBruijn, Wouda)". Na een diep dal zit HPC weer in de lift. Volgend jaar(2002) maakt de sportvereniging HBC, na een fusie in 1917 van devoetbalverenigingen '<strong>Heemstede</strong> (1902) en Berkenrode (1912) in2002 de eerste eeuw vol en is een jubileumboek voorzien. Op 27september meldde dagblad 'Trouw' en andere kranten het overlijdenvan Jan Baas op 86-jarige leeftijd, een honkballer die deel uitmaaktevan het allereerste nationale negental uit de geschi<strong>eden</strong>is.Voor Baas,speler bij HHC die uitkwam in veertien interlands, begon de victorie in<strong>Heemstede</strong>. Met zijn honkslag op 26 augustus 1934 in het Heemsteedsesportpark zorgde hij in het duel met België voor het eerste putin de historie. (Nederland won die wedstrijd met 21-12). De in deAmerikaanse staat Virginie woonachtige Heemsteedse Brenda Schultzwas onlangs weer even in het nieuws omdat ze een rol wil spelen in deontwikkeling van talentvolle Nederlandse tennisspeelsters.Rond 1 december verschijnt bij uitgeverij de Europese Bibliotheek eennieuw fotoboek 'Focus op <strong>Heemstede</strong>'. Daarbij ligt de nadruk opstraatbeelden en g<strong>eden</strong>kwaardige momenten uit de jaren vijftig enzestig van de 20 e eeuw. Het boek is voor ƒ 37,50 in de boekhandelverkrijgbaar. ISBN-nummer 90 288 35 393<strong>Bennebroek</strong> is zoals algemeen bekend met een oppervlakte vanongeveer 1,75 vierkante kilometer de kleinste gemeente van ons land,maar deze 'Parel van Kennemerland' herbergt intussen wel de grootstetraditionele speeltuin van Europa. Over de kouwe drukte vancabaretier/columnist/oud-inwoner Justus van Oei, dat in deze 'slaapstad'niets gebeurt worden we koud noch warm. Zo min als van deklaagzang van wethouder E.Holterman dat er de laatste tijd maande-181


' HEen voormalig rustiek plekje in <strong>Bennebroek</strong> in de buurt van het Huis te<strong>Bennebroek</strong>(uoor de afbraak) (Foto Lans, Hillegom)lijks tientallen klaagbrieven van ontevr<strong>eden</strong> burgers op zijn bureauverschijnen. (De Volkskrant, 19 september jl.). Actiegroepen van tendele autochtone bewoners als Leefbaar <strong>Bennebroek</strong>, <strong>Vereniging</strong> Meerwijk,bewonerscomité TSJA en last not least geëngageerd dichterHans de Winter maken het 't gemeentebestuur niet makkelijk bij zijnambitieuze plannen met de 'Oude Kern'. Op de elektronische snelweglaat de gemeente het vooralsnog volledig afweten, dit in tegenstellingtot de nieuwssite van John de Nijs en een website van een aantalbewoners, te vinden onder het trefwoord: 'Welkom in <strong>Bennebroek</strong>'.Onder de kop "<strong>Bennebroek</strong> is niet zo saai als het lijkt" meldt eenzekere Floris dat zeldzame groene kikkers in de achtertuin hem uit deslaap houden - wat nog iets anders is als het gelui van kerkklokken,waarover koopman-schrijver Willem de Clercq in zijn dagboek klaagdetoen hij in herberg 'Het Wapen van <strong>Heemstede</strong>' naast de kerk van'herder' Beets in <strong>Heemstede</strong> logeerde.182


Met een groot psychiatrisch centrum binnen haar grenzen en hètnieuws van millenniumjaar 2000 dat één vrouw met publieke dienstverleningin de gemeente getolereerd wordt lijkt genoegzaam voor hetwelzijn gezorgd. Met de welvaart is ook weinig mis. Van 504 gemeentenneemt <strong>Bennebroek</strong> met (tot invoering van de euro ) 468 miljonairslandelijk een alleszins lovenswaardige elfde plaats in. Vôôr het quainwonertal veel grotere <strong>Heemstede</strong> met 2136 bij het CBS geregistreerdemiljonairs.Voorburg is met 81% de meest 'versteende' (met andere woorden'minst groene') gemeente van Nederland, gevolgd door Bussum, Leidenen als nummer 4 <strong>Bennebroek</strong>. Godfried Bomans meende nog in1964 dat het aards paradijs in <strong>Bennebroek</strong> had gelegen ter hoogte vande Linnaeushof met een klein stukje op Heemsteeds grondgebied, entsaar Alexander I van het machtige Rusland sprak tegen de Hollandsevorst Willem I op zijn doorkomst langs het nietige <strong>Bennebroek</strong> dewoorden "Uw land is waarlijk een tuin". Wellicht ligt hierin eenverklaring waarom hier vandaag de dag voor elke bedreigde boom eenactiecomité wordt opgericht.Ten slotte: het gaat de voormalige zonneboilerstad economisch voorde wind. Wie had kunnen b<strong>eden</strong>ken dat op de top-honderd van 'sterkezakenplaatsen' Amsterdam een schamele 98 ste plaats zou innemen.Een volledig overzicht is recent door het ondernemerstijdschrift 'Bizz'samengesteld op basis van winstgevendheid van de gevestigde bedrijven,winstontwikkeling, soliditeit en betalingsgedrag. Bodegraven neemteen eerste plaats in, op de voet gevolgd door <strong>Heemstede</strong>.Hans Krol183


TOEN EN NUEenspeurtochtHet Wapen van <strong>Heemstede</strong>Het wapen van <strong>Heemstede</strong> zoals het voorkomtop het poortgebouwtje van het Oude Slot.Een oud-inwoner van<strong>Heemstede</strong> kocht ditjaar op een veiling inhet oosten van hetland een groot houtenwapen met het opschriftHeere van<strong>Heemstede</strong> XVIiXXX.De achterzijde van hetwapen is versterkt metgips of een cementachtigesubstantie.Hetwapen is 1.25 meterbreed en 1 meterhoog. Het is onbekendwaar het vandaankomt en wie de makeris geweest. Het ismerkwaardig dat dit wapen in het oosten vanhet land is terecht gekomen. De gelukkigbezitter heeft de nieuwe aanwinst aangebrachtop een nieuw gebouwdlandhuis en heeft het gevoel levendiggehouden uit Heemste-; afkomstig te zijn door hethuis de toepasselijke naam"Heem-stede" te geven.Mocht iemand het wapenherkennen en iets vande afkomst weten dangraag een berichtjenaar de redactie van<strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>.De omschrijving vanHet op de veiling aangekochte wapen in hout. het wapen is van 26184


juni 1918: "Van goud au franc canton of quartier, beladen met 7canettes van keel, geplaatst en orle, het schild gedekt met een kroonen vastgehouden door 2 terugziende griffioenen, alles van goud." NB:De kroon heeft drie bladeren en 2 parels, de griffioenen zijn getongdvan keel.Cees PeperHet eigentijdse wapen van <strong>Heemstede</strong>.185


Expositie "Rondom de Kerk"De werkelijkheid van het oude dorp omstreeks 1900 in kleurf •MMMÉMBÉMbMV'. ;,,-'-v; '• 'Het Oude Slot nog van alle zijden omringd door weilanden.Vanaf 17 december 2001 wordt in de Bibliotheek van <strong>Heemstede</strong> eenexpositie gehouden van schilderijen van <strong>Heemstede</strong> zoals het errondom 1900 uitzag. Het is een verrassende impressie geworden.Oud <strong>Heemstede</strong> kennen wij uitsluitend in zwart-wit afbeeldingen dooransichtkaarten en fotografiën.Ruim een jaar gel<strong>eden</strong> exposeerde Gabe de Vries zijn serie over DeGlip, een tentoonstelling die veel succes oogstte. Dit keer heeft Gabede Vries zijn aandacht gevestigd op de oude dorpskern. Vandaar detitel van de expositie: "Rondom de Kerk". De wegen die op hetkerkplein uitkomen heeft hij bij het onderwerp betrokken. Dat zijn deVoor- en Achterweg, Camplaan en Cloosterweg. Een ver uitstapjevanaf het kerkplein gaat via de vroegere Slotlaan, die begon op hetkerkplein naast het Wapen van <strong>Heemstede</strong>, en uiteraard uitkwam bij186


De schilder Gabe de Vries voor zijn schildersezelwaarop een afbeelding van een van de buitenplaatsenvan <strong>Heemstede</strong>, een nieuwe serie die in hetjaar 2003 geëxposeerd zal worden.het Slot van Pauw.De schilderijen roepeneen bijzonderesfeer op omdat hetdorp nu getoondwordt in zijn oorspronkelijkaanzien,namelijk in kleur. Delezers van De <strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>,die vertrouwdzijn met dezwart-wit beelden vanhet dorp, zullen verrastzijn: zo was<strong>Heemstede</strong> en zo zaghet er ooit uit. Ik hebde ontwikkeling vandeze serie schilderijenop de voet gevolgden ik was iedere keer weer verrast. Hoe origineel. Zo heeft debekende Craandijk <strong>Heemstede</strong> ooit gezien tijdens zijn wandelingendoor ons dorp.Deze nieuwe collectie vanGabe de Vries bestaat uitdertien schilderijen waarvanhet merendeel eenzomers aanzien heeft.Een paar zijn verstildewintergezichten gewordenwaar het winterselicht een bijzondere stemmingoproept zoals bij deafbeelding van de Camplaan.In ruim een jaar heeft deschilder met veel toewijdingdeze collectie samengesteld.Cees PeperEen deel van de collectie "Rondom de Kerk"voor de expositie van 1 7 december 2001187


OP ZOEK NAAR ZELDZAME NARCISSEN IN BENNEBROEKEind april 1953 was de Zuidlimburgse dichter en schrijver Jan Hanloin Haarlem en schreef hij op 30 april vanuit de Spaarnestad devolgende brief naar zijn moeder mevrouw A.Hanlo-Crobach in Valkenburg."Lieve Mai,Van het poststempel van mijn potloodbrief zie je dat hij in Haarlem gepostis. Dat komt omdat ik deze vrije middag gebruikt heb om naar Haarlem tegaan om de gele narcisjes, waar ik een paar jaar gel<strong>eden</strong> wat te laat voorwas - er bloeiden nog maar enkele ex. - weer eens op te zoeken. Hetbezoek is - vind ik - hoogst bevredigend geweest. Ik kwam na vragen enzoeken weer aan de proeftuin van Tubergen in Haarlem, maar daar washet veldje opgedoekt. Een mijnheer - waarschijnlijk een van de Tubergenszelf - zei mij dat ze het er niet goed d<strong>eden</strong> en dat hij ze niet meer had.Maar hij had ze gezien in <strong>Bennebroek</strong>. Ik vroeg hem niet: waar precies,maar ben tenslotte toch naar <strong>Bennebroek</strong> gegaan - een kwartiertje met debus. Het is vlak bij de Flora-tentoonstelling (in <strong>Heemstede</strong>) - die mij nietinteresseert. Daar weer gevraagd. Iemand was zo slim om te suggererendat Tubergen ze dan wel in de buurt van z'n eigen velden zou gezienhebben. In de buurt van die velden had ik al iets vuil-geels gezien: uit deverte niet erg aantrekkelijk. Ik sprak een man aan die ergens werkte. Hijkende het veld, het was inderdaad tegen de velden van Tubergen aan: dievuil-gele veldjes die ik gezien had. Hij liep met me mee, omdat de veldenvandaag, vanwege Koninginnedag niet toegankelijk zijn omdat er over 'talgemeen niet op gewerkt wordt. En daar waren ze. Allemaal met hunkopjes van de wind afgewend. Ik zei die man van te voren dat ze zo sterkroken. Hij was er wel wat door gefrappeerd dat nu te merken: hij alsbollenman, natuurlijk. Hij was wel geïnteresseerd hoe ze heetten en ginghet bordje op het veld zoeken, want hij zei: er zijn zoveel jonquilles.Jonquille stond er alleen maar op het bordje: Enkele jonquilles (import).Dit 'import' vind ik wel interessant. De man was ook een heel klein tikjeverbluft door dit 'import', geloof ik. Ik denk dat dit een originele wildenarcis is, misschien uit de Balkan of waar danook. Een menselijk mengsel,geen kunstmatig snel ontstaan soort, maar oud. Wel leuk he? Dag. Jan".(Uit: Jan Hanlo, Brieven, Deel 1 1931-1962, pp. 223-224. Amsterdam,G.A.van Oorschot, 1989).188


ADRIANUS BEERTHUIZEN EN JOHANNAMARIA PLANTING,BEWONERS VAN HET BULLENHOFJEVan de heer W.A.Hoefakker uit Santpoort ontvingen wij voor hetVOHB-archief een uitvoerige beschrijving over de grootouders vanzijn echtgenote: Adrianus Beerthuizen en Johanna Maria Planting.Daarvoor heeft hij verscheidene archieven, waaronder het politiearchiefvan <strong>Heemstede</strong> geraadpleegd, alsmede een aantal kleinkinderengeïnterviewd en hun herinneringen op papier gesteld.Het deel dat handelt over de bewoning op het Bullenhofje (ook gespeldals Bullehof je), een complex dienstwoningen onder één dak, behoordedestijds bij Bosbeek. Het dienstpersoneel van de nabijgelegen buitenplaatsMeer en Berg woonde in een rij huisjes met de achterzijde naarde Glipperweg, in de volksmond 'het omgekeerde hofje' geheten. HetBullenhofje is vermoedelijk ten tijde van het beheer Adrian Elias Hope(1802-1834) gebouwd en bestond uit tien huisjes, vijf aan de ene envijf aan de andere zijde onder één dak en lag ten zuiden van Westermeer,later in gebruik als Algemene Begraafplaats. Het zou deze naamooit hebben gekregen (naar bul = stier) om de vele kinderen die hieropgroeiden. Met 17 kinderen en vermoedelijk 21 geboortes deed defamilie Beerthuizen in dit opzicht het 'hofje' alle eer aan (*). Achter hetcomplex stonden veel schuurtjes en hokken, ideaal voor verstoppertjespelen. 'Baas' Arie de Wilde (1835-1926) was lange tijd chef van detuinli<strong>eden</strong> die in het Bullenhofje gehuisvest waren. Zelf bewoonde hijmet zijn gezin de noordvleugel van het koetshuis, tegenwoordig restaurantLandgoed Groenendaal. Adrianus Beerthuizen, bekend onder devoornaam Arie, is de stamhouder van de vele Beerthuizens die inKennemerland woonachtig zijn. Hij was geboren op 25 januari 1873te Montfoort. Tengevolge van zijn huwelijk met Johanna Maria Planting,geboren 1 februari 1875 te <strong>Heemstede</strong>, roepnaam Annie enAnna, verhuisde hij naar Kennemerland. In <strong>Heemstede</strong> was Adrianusloswerkman, die ook regelmatig baggerwerk van sloten en vaartenverrichtte voor de gemeente <strong>Heemstede</strong>. "De ambtenaren van degemeente <strong>Heemstede</strong> hielden nauwkeurig bij wanneer hij in diensttrad en ontsloegen hem precies op het moment dat hij aansprakenzou kunnen maken op een eventuele uitkering" (W.A.Hoefakker).In <strong>Heemstede</strong> woonde het echtpaar eerst in een krot op het adres189


Glipperweg 50. De beschrijving van buurtschap de Glip - in devolksmond ook wel Artis genoemd - zal nog eens in een ander verbandaan de orde komen. Dankzij de vermogende Glipper Rhodius Bungekreeg de familie een voorlopig huisje aangeboden op de Prinsenlaan58. In 1921 verhuisde men naar het Bullenhofje (ter hoogte van detegenwoordige Rooms-katholieke begraafplaats) om zes jaar later naarde Molenwerfslaan te verhuizen. Toen ook die woning door eenuitslaande brand onbewoonbaar werd verklaard verhuisde men tenslotte naar het adres Talmastraat 17, in de voor hem vertrouwde Glip,waar grote onderlinge solidariteit heerste. Daar heeft het echtpaarkort na de oorlog in 1946 het gouden huwelijksfeest gevierd in devoormalige bollenschuur van P.Tijssen, Glipperweg 59.De bijnaam van mevrouw Beerthuizen-Planting, binnen de familiealtijd 'opoe' en niet 'oma' genoemd, was "Koningin van het Bullehofje",omdat ze als pittige vrouw niet op haar mondje gevallen was envoor de duivel niet bang. "Met armen over elkaar ontging haar nietsvan de gebeurtenissen die in de nabijheid van het hofje plaatsvonden", aldus een kleindochter. Adrianus Beerthuizen overleed 6 maart1948 op het toilet van het St.Elisabeth's Gasthuis. De overgekomenfamiliel<strong>eden</strong> uit Montfoord waren teleurgesteld dat bij de uitvaart geenHeilige Mis werd opgedragen. Zijn echtgenote stierf op 11 oktober1957 en is begraven op de R.K.begraafplaats, ongeveer ter hoogtevan haar vroegere tuin op het Bullenhofje. Aldus is de 'Koningin vanhet Bullenhofje' ter aarde besteld in haar eigen achtertuin..., zoals eenkleindochter het uitdrukte. De jongste zoon Joop (Johannes) Beerthuizenis bij een razzia op de Glip opgepakt. Via het politiebureau aan deRaadhuisstraat is hij naar het hoofdbureau in Haarlem afgevoerd.Later is hij naar Duitsland getransporteerd, waar hij op 17 april 1945in Dresden bij een Engels bombardement omkwam. Zijn naam komtvoor op een stenen plaquette van het bevrijdingsmonument aan deVrijheidsdreef.(*) Het Bullenhofje in Haarlem heeft een andere betekenis. De Herensingelheette voorheen Bullensingel naar moutmolen 'De Bul', die hiervroeger stond. Hieraan ontleende ook het Bullenhofje zijn naam, datin de 18 e eeuw een pleziertuin was en in 1774 in het openbaarverkocht werd. (Bron: G.H.Kurtz, De straat waarin wij in Haarlemwonen, 1965).H.K.190


Het Buüenhofje, gebouwd voor dienstpersoneel van BosbeekVerhuizing naar het BullehofjeWanneer het gezin van Adrianus Beerthuizen en Johanna Maria hetBullenhofje betrok is niet exact bekend maar dat moet in het eerstehalfjaar van 1921 zijn geweest. Het lag ongeveer 100 meter van deGlipperweg hoek Sportparklaan af nabij de begraafplaats. De woningdie het echtpaar betrok bestond uit twee rijen van 5 woningen waarvande achterzijde van de twee rijen aan elkaar grensden. Deze woningenstonden aan de Doodweg. Deze weg begon vanaf de Glipperweg(Binnenweg) bij de Begraafplaats, liep over Groenendaal en Bosbeekverder door Meer en Berg richting Herenweg even ten noorden van deManpadslaan en was gezamenlijk eigendom van de eigenaren vanBosbeek en Meer en Berg. Eertijds was de Doodweg de scheidingslijntussen Bosbeek en Groenendaal. In de 17 e eeuw is de Berglaan naastVoorweg ook Doodweg genoemd, omdat langs dit pad de verdergelegen inwoners hun doden naar het kerkhof achter het Kerkpleinvervoerden. In 1885 is het Bullenwegje overgedragen aan Van Merlen,daarvoor ontving de gemeente de Doodweg. Bij de verkoop vanBosbeek en Groenendaal in 1873 door Adriaan Elias Hope werd hetBullenhofje genoemd, gewaardeerd voor ƒ 3.500,-. Jonkheer J.B.van191


Merlen was sindsdien bewoner van het landgoed. Hij kwam metfinanciële steun van zijn vermogende schoonvader in het bezit van deeigendomsrechten. Geen van de woningen op het Bullenhof je hadrond 1922 stromend water. Er was wel een waterput waar men metbehulp van een akertje water kon putten. Voor deze woningen wasmaar één toilet beschikbaar, dat de naam toilet natuurlijk niet droeg.Later kwam er een gezamenlijk tappunt voor leidingwater. Dit was eengrote koperen kraan, die aan de zijde van Adrianus z'n woonhuis wasgeplaatst.Bij de brandweer van <strong>Heemstede</strong> werd om "30 oktober 1922 om11.30 per telefoon melding gegeven dat op het Bullenhof je brandwas ontstaan in de schoorsteen van perceel 10. Deze werd bewoonddoor familie Beerthuizen doch de bewoners hadden debrand al zelf geblust. De brand is vermoedelijk ontstaan door dekachel, van opzet of schuld is in deze niet kunnen blijken. Volgensde brandweercommandant Zwartkruis".In het voorjaar van 1913 kocht de gemeente <strong>Heemstede</strong> het 86hectare grote landgoed Bosbeek inclusief het wandelpark Groenendaalvoor ƒ 318.000,-. Het benodigde personeel wat op het Bullenhofjewoonde was voor de verkoop aan de gemeente dienstig aan deeigenaar van Bosbeek. Na de verkoop kwam hier verandering in enwerden de woninkjes voor de minst draagkrachtigen van de gemeente<strong>Heemstede</strong>. Adrianus woonde aan de Doodweg 17. Dit pad werdvroeger veel gebruikt door arbeiders die hun werk hadden bij hetAmsterdamse waterleidingbedrijf. J.B.van Merlen kon door overlegmet de gemeente <strong>Heemstede</strong> de huidige Van Merlenlaan tot standbrengen, waar overigens veel weerstand was van de zijde van dearbeiders die hun werk hadden bij Leiduin. Zij moesten nu 1.150meter meer lopen om op het werk en weer thuis te komen. DeDoodweg werd afgesloten voor het verkeer. De huisjes op het Bullenhofjestonden vanaf nu aan de Glipperweg, waarvan A.Beerthuizen enzijn gezin op nummer 101 woonden.Problemen met hondenDe bewoners van het Bullenhofje hadden door middel van hun hondenbepaalde vrijh<strong>eden</strong>. Als iemand onaangekondigd op het hofje kwam,zou het kunnen gebeuren dat hij of zij werd aangevallen door eenblaffende viervoeter. Dit overkwam Mej.A.M.Mulder uit Schoten dieop 11 juni 1922 naar het Bullenhofje moest. Een herdershond hadeen gat van 4 centimeter in haar kous getrokken. De herdershondbleek na onderzoek van agent Te Marvelde toe te behoren aan192


Cf) EÇUM— *" u -OO" S 3"Ti O co "°O E *-Q. cu cu-w => 'SCU ,0)-cf— . "Oc"a o .SE c -Sa _çu a,<


A.Beerthuizen. Het zullen geen schoothonden geweest zijn of juistspeciaal afgericht om onbekende personen te waarschuwen van, hieren niet verder, want de kwitantieloper Gerrit Maarsen wonende teVelseroord klaagt op 23 februari 1925 "Over een hond die daar losloopt en hem al meerdere malen te pakken heeft gehad. Hijverzoekt den eigenaar hierover te onderhouden".Nabij de Glipperbrug was vroeger de overstapplaats van de tram. Opdeze plaats was altijd trammateriaal aanwezig. Zo liet de E.S.M, op 5augustus 1922 een werkwagen staan waarvan Adrianus melding maakte."Dat er kinderen bovenop een wagon aan het spelen warenwaardoor de kinderen eventueel aan de elektriciteitsdraden kondenkomen".Dat de honden van Beerthuizen hun werk vol ijver d<strong>eden</strong> ondervondook de heer J.A.Pel, agent van verrekeningen, wonende Prinsenlaante <strong>Heemstede</strong>. Hij werd op 4 september 1923 door een hond vanA.Beerthuizen gebeten waardoor hij een scheurtje in zijn pantalonkreeg. "Hij verklaarde al meerdere malen last ondervonden tehebben van de honden van Beerthuizen. Door de politie van <strong>Heemstede</strong>is de vrouw van Beerthuizen ten opzichte van haar hondengewaarschuwd".Excuses aan burgemeesterAdrianus Beerthuizen kon van alles gebruiken. Voor zijn kleinvee hadhij materiaal nodig voor hun verblijven. Zo zag hij achter de zwemvijvereen schot van 2 bij 1 meter liggen, waarvan de dikte van deplanken 2 centimeter was. Baas J.Neeskens van Gemeentewerken<strong>Heemstede</strong> had Adrianus betrapt van het meenemen van het schot enmeldde dit aan agent Schoo op 26 augustus 1923. Het schot werddoor de politie in beslag genomen en er werd een proces verbaalopgemaakt. De zaak bleek hiermede niet beëindigd te zijn. Adrianusmoest voor dit strafbare feit zijn excuus bij burgemeester Van Doornaanbi<strong>eden</strong>. En kreeg van hem de opdracht dat het schot weer teruggebrachtzou worden, precies op de plaats waar hij het had weggenomen."Last van de jongens van Beerthuizen en consorten"Op 22 augustus 1925 werd door boer Milatz wonende aan de Glipperwegtoezicht gevraagd op zijn weilanden gelegen aan de Meerweg."Hij heeft veel last van de jongens van Beerthuizen en consortendie geregeld met hun honden op het land komen en daar ookkomen vissen, lopen door het land waarbij zij dan tevens de hekkenlaten openstaan met als gevolg dat de koeien over de weg lopen.194


Het gouden paar A.Beerthuizen-J.M.Planting in 1946195


H<strong>eden</strong>middag liep er een koe voor de tram waardoor deze moeststoppen. Een tweetal rijwielen en hengelstokken zijn door Milatztijdelijk door hem in beslag genomen, daarmede waren de jongensin het weiland. De jongens gingen op de komst van boer Milatz opde vlucht en lieten bedoelde rijwielen en hengelstokken achter.Door de ouders kunnen deze worden afgehaald".Voor dit vergrijp werd toezicht aan boer Milatz toegezegd. Naaraanleiding van deze zaak werd Adrianus op 21 oktober door agent vanpolitie Van Emmerik gehoord. Deze ontkende bovenbedoelde rijwielente hebben weggenomen, bij visitatie werd echter niets bij Adrianusgevonden.Het bleek dat Cornelis Johannes Breuchel oud 27 jaar wonendeLombokstraat 4 een paar dagen te voren aangifte had gedaan betreffendeontvreemding van zijn rijwielbelastingplaatje. Hierbij beschuldigdehij A.Beerthuizen omdat hij in de poort van één der woningen aanhet werk was. Hij, Adrianus, was volgens hem de enige die hier werkuitvoerde, de incasseerder moest namelijk op nummer 106 zijn.Of de tuin van Adrianus te weinig had opgeleverd weten we niet. In elkgeval hadden de kinderen van Beerthuizen en van Wijnen (was gehuwdmet Pietertje Treffers, een volle nicht van Pietertje Tichelman) van detuin van Booms wonende aan de Binnenweg aardappelen gerooid enerwten geplukt. Hij deed hiervan aangifte op 27 juli 1926 bij depolitie. "De kinderen zijn daarvoor onderhouden en moesten dekleine hoeveelh<strong>eden</strong> teruggeven". Ook de moeders van de kinderenwerden verhoord, tevens werd aan de heer Booms toezicht toegezegd.Einde van het BullenhofjeNadat het Bullenhofje door gebrek aan onderhoud en een uitslaandebrand onbewoonbaar was verklaard, werd het gezin van Adrianus op15 oktober 1927 in een noodwoning aan de Molenwerfslaan 186geplaatst. Hier kwam geen verhuiswagen of bedrijf aan te pas. Adrianusvervoerde alles zelf. Zijn varkens en geiten werden met eenaangelijnd touw van het Bullenhofje naar de Molenwerfslaan verplaatst.Op 8 juni 1928 is vanwege bouwvalligheid het doek gevallen voor hetBullenhofje. Omdat de woningen vol met ongedierte zaten is beslotenhet wooncomplex in brand te steken met als bijkomend voordeel vaneen goede oefening voor de vrijwillige brandweer.196W.A.Hoefakker


ANTON PIECK ALS TEKENAAR VANHEEMSTEEDSE TAFERELENDe wereldbefaamdetekenaar en illustratorAnton Pieck (1895-1987) woonde hetgrootste deel van zijnleven - sinds 1939 -aan de Prins Mauritslaante Overveen.Minder bekend is dathij exact vier jaar tussenmaart 1922 en1926 op het adres NicolaasBeetsplein 4woonachtig was Hijverhuisde naar Heemst<strong>eden</strong>a zijn huwelijkmet Jo van Poelvoorde.Het was in zijn'arme' tijd, dat hij voortalrijke boeken illustratiesvervaardigde enop het pas opgerichteKennemer Lyceum inOverveen een baan alstekenleraar had aanvaard.In <strong>Heemstede</strong>zijn de dochters Elsa(1924) en Anneke(1925) geboren. Hierbeschikte de kunstenaarnog niet over eenatelier, maar werkte inlustratie Oude Slotde woonkamer. Pieckhad regelmatig contactmet die andere boekillustrator, die in de Nicolaas Beetsstraatwoonde, Jan Wiegman. Zoals zoveel beeldend kunstenaars in het197


verl<strong>eden</strong> hebben de restanten van het Oude Slot Pieck geïnspireerd,maar het is opmerkelijk dat geen van zijn werken in de 'Heemsteedse'periode is ontstaan.De volgende Heemsteedse taferelen zijn door Anton Pieck verbeeld:1. 1918. Poort van het Slot te <strong>Heemstede</strong>. (Geromantiseerde) ets.Laat ook deel van de Vredesbrug zien. Eigen druk.2. 1918. Het Tecklenburgse Poortje. Houtsnede. Naar een tekenschets.In 100 exemplaren.3. 1942. Tekening van het poortgebouw en Pons Pacis. Ondertekendmet "Het Oude Slot, <strong>Heemstede</strong>, 1942".4. 1943. Het Oude Slot. Bij de maanden maart/april als vignet op dekalender 1948 gebruikt. Uitgegeven door het Hollandsche Uitgevershuiste Amsterdam.5. Tekening: "Bij de Boekenrodeweg <strong>Heemstede</strong>" op de grens metAerdenhout. Voorstellende: de Houtvaart een bruggetje en eentorenspits op de achtergrond. Tevens als prentbriefkaart verschenen.6. 1944. Huis te Manpad. "Een oercombinatie van oud hout, weelderiggroen, opvallend smeedwerk en karakteristieke bouw" (1).Ofschoon sinds de annexatie van 1927 niet meer tot <strong>Heemstede</strong>behorend is Pieck's tekening van het 'Huis met de Beelden' en een opde Herenweg rijdende postkoets zeer bekend geworden.Het is niet bekend of Anton Pieck ooit de Hartekamp heeft getekend.Weliswaar is aan die buitenplaats een passage gewijd in het boek vanA.Pieck (tekenaar) en Fred Thomas (auteur): "De droom in de delta"uit 1974:"Het Huis te <strong>Bennebroek</strong> hebben wij zien leeghalen en van bestemmingveranderen, kort daarna in dezelfde omgeving stonden wij inde Hartekamp, de kapitale buitenplaats in <strong>Heemstede</strong>, die eenzelfdelot zou delen. Weer liepen wij door de kamers en zalen, hier vande inventaris ontdaan, en keken in het rookgat der monumentaleschoorstenen en dachten aan de vuren, die feestelijk hier zijnopgevlamd. In tal van goudomlijste spiegels was het of de blik nogeen glimp ving van de levensatmosfeer, die in een recent verl<strong>eden</strong>licht en etherisch dit huis had gevuld. De weelderige putti, diealtijd nog dartelden op de dessus de porte, leken kleine blotekindertjes, wreed te vondeling gelegd in het grote, lege huis. Dedruivenwingerd in de kassen, de Oranjerie, de boomgaard, deberceau, de geschoren buxushagen, het rosarium, het was alles nogals op een prentje bij Hieronymus van Alphen, waar Coosje, die198


moest zwichten voor zijn broer in poëzie, een roosje aan zijnmoeder bood, Flipje's drijf tol niet lopen wou zonder slagen en hetgehoorzame Jantje de pruimen hangen liet en door zijn liefdevolleVader werd beloond.Al de Coosje's, Flipje's en Jantje's, die ooit op de Hartekamphadden gespeeld, waren vergeten. Maar ergens in een gazon bewaardeeen kleine grafsteen wel de herinnering aan een hondje:'Belline, née a Paris Janvier 1886, morte ici AOUT 1890. Fidèle etdévouée â sa maîtresse'(2). Wie de vrouw van dat bordje is geweest,zou misschien met enige moeite nog wel uit oude papieren zijn nate gaan, maar van Belline wisten wij in elk geval, dat zij trouw wasen toegewijd, zoals ook een oud huis kan zijn tot het wordtverlaten "(3).Noten(1) Opgenomen in het boek: 'De Nederlanden door Anton Pieck; tekeningenen vertellingen'. 1981, pagina 52. Tevens tekening van Oude Slot (1942)op pagina 54. Het baasje van de hond was mevrouw Anna Maria vanVerschuer-Brants.(2) Hierover bericht de heer Ad van Unnik, directiesecretaris van de Hartekamp.ons mede: "Er ligt inderdaad een grafsteentje voor een hond op hetterrein, ergens achter de pergola voor de Oranjerie. Het is daar nu dichtbegroeid; in de winter als de bladeren zijn gevallen is het eenvoudiger omdaar te gaan zoeken".(3) Uit het hoofdstuk: 'Herfsttij der buitenplaatsen', pagina 305.Hans Krol199


VERDWENEN ORNAMENTEN OP DEHARTEKAMPHet VOHB-archief werd recent verrijkt met een collectie foto's in dejaren vijftig en zestig van de vorige eeuw vervaardigd door de heer Vander Lans, fotograaf uit Hillegom.Daarbij een afbeelding van de trap naar de entree van het hoofdgebouwmet twee stenen honden op hardstenen piëdestallen als stillewachters. Aldaar vermoedelijk geplaatst door de familie Van Verschuer-Brants,liefhebbers van paarden en honden, die gedurende detweede helft van de 19 e eeuw de Hartekamp bewoonden. Navraagwaar deze ornamenten gebleven zijn leerde het volgende. De heerJohan Rijnen, sinds bijna 40 jaar werkzaam in de Heemsteedseinstelling, weet te melden dat de honden aan beide zijden van de trapgestaan hebben tot ongeveer 1967/1968. Op een ochtend blekendeze te zijn verwijderd; naar ieders overtuiging zijn ze op bestellinggestolen aangezien de beeldjes op een nette manier zijn losgezaagdvan hun voetstukken. Vergelijkbare diefstallen of vernielingen vanhistorische sculpturen hebben in het laatste kwart van de 20 ste eeuw opandere buitenplaatsen plaatsgevonden zoals Ipenrode en Berkenrode.Op een andere foto zien we op een natuurstenen piëdestal twee200


engeltjes. Ook die parkversieringis plotseling verdwenen.Verondersteld wordt datde twee 'vlezige Cupidootjes'waarschijnlijk ten prooi zijngevallen aan de opvattingenover zedelijkheid van een derBroeders Penitenten die na1953 de Hartekamp beheerden.Volgens de heerLA.Van Unnik, verbondenaan de Hartekamp, is hetbeeldje ergens op het terreinbegraven, maar niemandweet waar. Twee vergelijkbaredoch meer verweerdeputti staan nog fiernabij Paviljoen Welgelegen,ofwel het tegenwoordigeProvinciehuis.Het stenen beeld van Venus(Aphrodite) en Cupido (Eros)dat vroeger stond op de buitenplaatsBosbeek ondergingeen ander lot. Toen de Congregatieder Zusters van deVoorzienigheid op dezeplaats een convent vestigde vond de toenmalige priesterdirecteur hetbeeld wat al te wuft en is het aan de gemeente <strong>Heemstede</strong> geschonken.Burgemeester Ridder Van Rappard die wars was van moderniteitenin de beeldende kunst had daar geen enkel probleem mee en liethet zodanig in de tuin van het raadhuis plaatsen dat hij er vanuit zijnwerkkamer permanent zicht op had. Er is overigens weinig nieuwsonder de zon. Nadat Nicolaas Pauw tijdens zijn huwelijksreis in 1630naar Italië zes beelden had gekocht zijn deze vijftien jaar later in de tuinvan het Huis te <strong>Heemstede</strong> geplaatst. Een tijdgenoot noteerde dat denaakte Venus menig bewoner uit de omgeving choqueerde. Die beeldenzijn overigens allang verdwenen, maar de achtkantige steen dieals voetstuk diende voor de sculptuur van de Romeinse godin Venus isanno 2001 nog op het binnenterrein van cultureel centrum 't Oude201


SlotTwee verweerde putti bij Huize Welgelegen (Provinciehuis) inHaarlem (foto Marisca van der Eem).202


1694-1887, vijf generaties"meester-timmerman" Van Meurs.(l)In het vorige nummer van <strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong> (2) liet Cees Peper ons eennu sinds kort verdwenen dorpsgezicht zien. Op de foto van rond 1900kijken we vanuit de Koediefslaan op de bebouwing aan de Bronsteeweg,toen nog Binnenweg, "nabij de Koediefstol". Op de voorgrondde tolgaarderwoning, op Bronsteeweg nr. 2 het huis en winkel van dekruidenier van der Weiden. Daarnaast twee herenhuizen met stoep enpaaltjes. Op nummer 8 het woonhuis van Casparus Henricus van denBerg. Verder naar de Lanckhorstlaan, niet zichtbaar op de foto,bevond zich het huis nr.10, waar de weduwe van Jacob Preijde jr. (vande Nieuwe Dorstige Kuil) en later nog haar dochter, Geertruida MariaPreijde, weduwe van Petrus van den Berg, hebben gewoond Op dehoek met de Lanckhorstlaan, Bronsteeweg nr. 12, stond de villa"Lanckhorst", van Cornelis Gerardus Preijde en Jacoba Maria Ruijgrok.H-EEMSTEDIS.Binnenweg-Koediefstol. Uit <strong>Heemstede</strong> in oude ansichten. C.Peper,deel 2, bh. 39203


Herberg "De Laatste Stuiver"Weer honderd jaar eerder, in het begin van de 19 e eeuw, stond hier deherberg "de Laatste Stuiver". Daar achter en er naast lag de vroegereboerderij "Lanckhorst" al sinds 1761 eigendom van de timmermansfamilievan Meurs. Het "<strong>Heemstede</strong>r Voetpad" (3) kwam oorspronkelijkhier op de Binnenweg uit. Rond 1815 verbouwde Jacobus Johannesvan Meurs de voormalige herberg tot een woonhuis, met annexbuitenverblijf dat naar analogie met het wat zuidelijker aan de Binnenweggelegen "Land- en Spaarnzicht" de naam "Weg- en Spaamzicht"kreeg. Naast de woonhuizen bouwde hij hier zijn timmermanswerkplaats,met houtloods, waar hij de "timmermans- en molenmakersaffaire",die zijn voorvaderen al sinds 1700 op Berkenrode (4) haddenuitgeoefend, voortzette.'—- lullten , y.kaart Engelman, 1794. 28* De Laatste Stuiver;29* Land- en Spaarnzicht; 30* Bronstee.Detail kaart Engelman uit 1794204


Meester-timmerman Huijbert van Meurs.Op 9 mei 1694 trouwde Huijbert van Meurs, die van Leidschendamafkomstig was, met de in Berkenrode geboren en getogen MarijtjeSijbrants. Op 19 februari 1698 verkreeg hij van de regenten van hetElisabeths of Grote Gasthuis te Haarlem een stuk grond in erfpachtwaarop hij zijn huis en timmermanswerkplaats bouwde, op de hoekvan de Herenweg "bij het Koediefsvaartje" zoals het in 1719 in eenhypotheekakte werd omschreven. Naaste buurman aan de Herenwegwas de herberg de "Dorstige Kuil". Zijn oudste zoon, Dirk van Meurs,die op 18 april 1695 in de R.K. statie van Berkenrode was gedoopt,had aanvankelijk zijn eigen timmermansbedrijf in Overveen, waar hijop 26 december 1719 was getrouwd met Jannetje Jans Hoedemaker.Toen zijn vader in 1727 overleed kwam hij terug naar <strong>Heemstede</strong>,waar Jannetje Jans in 1729 is gestorven. Zij werd te Overveenbegraven.Dirk van Meurs, 1695-1744.Dirk van Meurs zette het timmermansbedrijf van zijn vader voort. Hijhertrouwde met Anna van der Cloes. Na zijn overlijden in 1744hebben de weduwe en de overige erfgenamen, dochter Trijntje uit heteerste huwelijk en de minderjarige Huijbert en Willem van Meurs,kinderen van Anna van der Cloes, hun gezamenlijk deel in het huis enhet timmermansbedrijf op de hoek van de Herenweg en de Koediefslaan,overgedaan aan de oudste zoon, Jacob van Meurs, die op 11november 1722 te Overveen was geboren. Op 22 augustus 1745trouwde hij op het Rechthuis van Berkenrode met Anna van der Horstuit Haarlem.Jacob van Meurs, 1722-1808, en de boerderij "Lanckhorst"(5)In 1761 werden de regenten van het Elisabeths Gasthuis door deburgemeesters van Haarlem gemachtigd om een deel van hun grondbezitin <strong>Heemstede</strong> te verkopen. Samen met een viertal Heemsteedseblekers kocht Jacob van Meurs de boerderij "Lanckhorst", met hooiberg,schuur en boomgaard. Een jaar later d<strong>eden</strong> de vier blekers hunaandeel in de boerderij over aan Jacob van Meurs, terwijl ze ieder voorzich eigenaar werden van een weiland in de Schouwbroekerpolder. Opdie manier hadden zij de controle op de kwaliteit van het water en debevaarbaarheid van de Zandvaart. In 1774 ging Jacob van Meurs eengrondruil aan met Arie van Houten, de herbergier van "De Laatste205


Stuiver", die daarbij eigenaar werd van een stukje grond, waarop deoverdekte kolf baan (6) van de herberg stond.Anna van der Horst overl<strong>eden</strong>.Anna van der Horst, "huisvrouw" van Jacob van Meurs, is in mei 1775overl<strong>eden</strong>. Haar zoon Dirk, die op 23 februari 1751 in de R.K. statievan Berkenrode was gedoopt, leed in ernstige mate aan toevallen enis enkele maanden na zijn moeder gestorven. Meester-timmermanJacob van Meurs had toen nog drie getrouwde dochters maar geenopvolger in het bedrijf. In 1779 is hij hertrouwd met de 23-jarigeSuzanna Elisabeth Craijevanger, tien jaar later kreeg hij, inmiddels 67jaar oud, toch nog een zoon en opvolger, die bij de doop op 27 maart1789 met de namen Jacobus Johannes werd bedacht. Waarschijnlijkvanwege de bijzondere gelegenheid trad de toenmalige pastoor vanBerkenrode, Joannes Cornells Maas zelf als peter op, met CatharinaCraijevanger-ter Steeg, oma van moeders kant, als meter.Einde van de "Dorstige Kuil".In 1790 kocht Jacob van Meurs van de weduwe van Jacob Alewijn,indertijd eigenaar van "Bronstee", een "hoekje of partij duin", (7)grenzende aan zijn eigen grond en die van de "Dorstige Kuil", dat hijin 1793 weer verkocht aan Jan Baptist van Ceulen, die in hetzelfdejaar eigenaar van de herberg was geworden. Deze grond maakte deeluit van een grotere partij duingrond; het resterend gedeelte werd op21 december 1793 door Jacob van Meurs, die in deze optrad alsgemachtigde van de weduwe Alewijn, aan Jan Baptist van Ceulenovergedragen. Enkele jaren later moest de "Dorstige Kuil" plaatsmaken voor de bouw van de buitenplaats "Kennemeroord". Inmiddelswas aan de Koediefslaan, grenzend aan de grond van van Meurs, de"Nieuwe Dorstige Kuil" geopend, met Härmen Schippers als herbergier.Jacob van Meursoverl<strong>eden</strong>.Op h<strong>eden</strong> den 8 november, 1808, is, na eene Ziekte vancirca 6 Weken, in den ouderdom van 86 Jaren min 3Dagen, onder <strong>Heemstede</strong> overl<strong>eden</strong>, mijn waarden Man,JACOB van MEURS, in leven Timmerman.Ik geef door dezen thans gebruikelijken weg, wegens ditSterfgeval, kennis aan Vrienden en Bekenden, mij van206


hunne deelneming verzekerd houdendeCS. KRAYJENVANGER,.<strong>Heemstede</strong>.Wed. Jacob van Meurs.NB. De affaire zal door mijn Zoon worden gecontinueerd,die zich recommandeert in voortdurende gunst van zijneBegunstigers, met belofte van eene prompte bediening.O.H.C, familieberichten.Boedelbeschrijving en -scheidingJacob van Meurs had in 1792 zijn testament laten opmaken door deAmsterdamse notaris Hendrik ten Broek, (8), sindsdien nog aangevuldmet een aantal codicillen. Erfgenamen waren de kinderen vanwijlen Johanna en Alida van Meurs, met Maria van Meurs, echtgenotevan de Haarlemse Medicinae Doctor Jacob van den Hout, de driedochters uit het huwelijk met Anna van der Horst. Voorts de wettelijknog minderjarige Jacobus Johannes van Meurs en zijn moeder SuzannaElisabeth Crayevanger, wed. Jacob van Meurs. Ten overstaan vanschout en schepenen werd een uitvoerige inventaris opgemaakt. Hetwoonhuis, op de hoek met de Herenweg, met nog een separaat kleinhuisje onder één dak met het grote huis, tuin en koepel aan deKoediefslaan, werd met de timmerloodsen, stallen, wagenhuis enhooiberg toegewezen aan Jacobus Johannes van Meurs, die zijn vaderopvolgde in het bedrijf. De weduwe kreeg de vroegere boerderij"Lanckhorst", inmiddels tot woonhuis verbouwd, met de bijbehorendestal, schuur en oprijlaan op haar naam. Uit de opsomming van de noguitstaande vorderingen blijkt dat Jacob van Meurs werkzaamh<strong>eden</strong>had verricht, o.a. voor de heer Hasselgreen, eigenaar van Oosterduin,Braunsberg van Bronstee, van Wickevoort Crommelin op Berkenrode,Cornelia Hodshon, eigenares van Oud Berkenroede en JohannesRosenkrantz, eigenaar van de bloemisterij Rozenburg.Het Wees- en Armhuis.In 1796 had het Burgerlijk Armbestuur de voormalige herberg "DeNieuwe Gekroonde Bontekoe", nabij de IJzeren Brug, aangekocht omin te richten tot Wees- en Armhuis. Zoals van Duinen al opmerkte vieler blijkbaar heel wat te vertimmeren, om het gebouw voor zijn nieuwebestemming gereed te maken, gezien de rekening van de timmermanJacob van Meurs ten bedrage van 1.450 gulden, 9 stuivers en 12penningen. Onder de uitstaande vorderingen in 1809 was nog een207


post van 1.003 gulden ten laste van het Wees- en Armhuis. In eencodicil bij zijn testament had Jacob van Meurs bepaald dat een legaatvan 500 gulden ten gunste van het huis op dit bedrag in minderingmoest worden gebracht.Jacobus Johannes van Meurs, 1789-1834.Jacobus Johannes van Meurs trouwde op 25 februari 1810, tenoverstaan van schout Jan Dolleman en de heren Evert Paradijs en Janvan de Lubbe als l<strong>eden</strong> van het gemeentebestuur met Maria van derWeiden. Bruid en bruidegom waren beiden "van de Roomse Religie".Het huwelijk werd dan ook dezelfde dag in de R.K. statie van Berkenrodeingezegend. Maria van der Weiden was een dochter van Cornelisvan der Weiden, kruidenier aan de Zandvaart en Francijntje van denBerg. (9) Op 28 december 1815 verkochten Jacobus Johannes vanMeurs en Maria van der Weiden hun huis met tuin, timmerloods, stal,wagenhuis en hooiberg op de hoek van de Koediefslaan en deHerenweg aan de Amsterdamse koopman Herman Rahuzen, sinds1803 eigenaar van "Kennemeroord". Het apart verhuurde huisje aande Koediefslaan was omgebouwd tot een buitenverblijf je met koepel.Bij een volgende overdracht, in 1835, is er sprake van twee buitenverblijven,"Welgelegen", op de hoek van de Koediefslaan en de Herenwegen "Weg-en Landzicht", met de koepel aan de Koediefslaan."Klein Lanckhorst" en "het Hofje"."Buitenverblijfjes"waren blijkbaar in trek, inmiddels had de weduwevan Jacobus van Meurs, Suzanna Elisabeth Crayevanger bij de voormaligeboerenwoning op Lanckhorst ook een buitenverblijfje latenbouwen: "Klein Lanckhorst" dat zij aanvankelijk verhuurde en in 1821verkocht aan de Amsterdamse boekhouder Coenraad Philip Praetorius.De oorspronkelijke boerderij was omgebouwd tot "drie woningenonder één dak" met nog een kleine woning, "den Hut", genaamd. Hetgeheel stond bekend als "het Hofje".De firma van Meurs en Wolbers.Jacobus Johannes van Meurs en Maria van der Weiden verhuisden dusnaar de Binnenweg, waar de voormalige herberg "de Laatste Stuiver"was verbouwd tot een woonhuis met annex buitenverblijf, "Weg enSpaarnzicht", en een timmermanswerkplaats. Op 4 februari 1823richtten Jacobus Johannes van Meurs en de timmerman BenjaminWolbers de firma van Meurs en Wolbers en Co. op, met als doelstel-208


ling: "de timmermans- en molenmakersaffaire die de eerste comparantsinds geruime tijd onder Berkenrode heeft uitgeoefend met elkaarin compagnieschap verder te exerceren".Jacobus Johannes van Meurs overl<strong>eden</strong>.Toen Jacobus Johannes van Meurs in 1834 op 45 jarige leeftijdoverleed, was zijn zoon Jacob van Meurs pas 15 jaar oud. Maria vander Weiden zette het timmermansbedrijf voort, in samenwerking metBenjamin Wolbers, die in het huis naast de timmermanswerkplaatskwam te wonen. Benjamin Wolbers, zoon van de schilder HermanusWolbers van de Zandvaart is hier in 1845, twee jaar na zijn echtgenoteMargaretha Abigaël van Coesandt, overl<strong>eden</strong>. Op zijn sterfbed had hijzijn neef Juliën Wolbers, zoon van zijn broer Hermanus Gerardus, totvoogd over zijn drie nog minderjarige kinderen benoemd. De firmavan Meurs en Wolbers werd voortgezet door Maria van der Weiden,met assistentie van een meesterknecht. Op 12 januari 1853 richtte zijin samenwerking met haar zoon Jacob van Meurs en Jacob GerritWolbers, zoon van wijlen Benjamin een nieuwe vennootschap onderfirma op, met als naam firma van Meurs en Wolbers, en alsdoelstelling:"de timmermans- en molenmakersaffaire met de daar aanWeg- en Landzicht aan de Koediefslaan209


verbonden leveranties van materialen". Enkele dagen tevoren was opde Kerklaan een bewaarschool, annex naai- en breischool, blijkbaarnaar tevr<strong>eden</strong>heid van de pastoor en kerkbestuur van Berkenrode, alsopdrachtgevers, opgeleverd. Een initiatief dat in latere jaren zouuitgroeien tot het bejaardenhuis St. Bavo"Weg- en Spaarnzicht".In 1849 had Maria van der Weiden het buitenverblijf "Weg- enSpaarnzicht", tegenover de Koediefslaan met het daarbij gelegenaardappelland overgedaan aan de kleerbleker Jan van der Weiden,Arieszoon. Diens zoon, de "kruidenier en koopman in gemalen enongemalen granen" Jan van der Weiden Janszoon vestigde in hetpand zijn winkel en pakhuis. Zelf woonde Maria van der Weiden weerin het naastgelegen pand, naast de timmermanswerkplaats. Hier is zijop kerstavond 1872 overl<strong>eden</strong>.H<strong>eden</strong> overleed onze veelgeliefde moeder en behuwdmoederMARIA van der WEIDEN, wed. van Jacobus Johannes van Meurs,in den ouderdom van bijna 80 jaren, na voorzien te zijn geweestvan de H. Sacramenten der stervenden.<strong>Heemstede</strong>,Uit aller naam,24 december 1872 J. van MEURSO.H.C, familieberichten."Mej. Maria van der Weiden, wed. Jacobus Johannes van Meurs",was, zoals van Duinen in zijn boekje memoreert, in de jaren 1850-1860 met nog enkele andere "mejuffrouwen" regentes van het WeesenArmhuis te <strong>Heemstede</strong>. De dames hadden het toezicht op dehuishouding. Als op 10 maart 1856 tijdens de vergadering vanregenten en regentessen een van de pupillen verzoekt om het huis temogen verlaten en in zijn eigen onderhoud te voorzien wordt hem dit"na een hartelijke toespraak van de Heren Regenten en Mejuffrouwvan Meurs als regentes goedgunstig toegestaan"!Erfgenamen van Maria van der Weiden waren haar dochters SuzannaElisabeth, gehuwd met Adam Zwarter te <strong>Heemstede</strong>, Francina, weduwevan Petrus Reinierse te Overveen, Willemina Catharina, echtgenotevan de stalhouder Gerardus Reinierse, eveneens te Overveen,kleindochter Maria Magdalena Christina van Meerbeek, echtgenote210


.~ :i. - - •••"'••HKiftâiïSffiaflïiBflâKahfliiflËir TT" ^ i"frt^;•-Vterr-.V^'to,,'Foto uan eerste steen in zijgevel Bronsteeweg 2van de bloemist Bernardus Roozen uit Overveen en dochter van deoverl<strong>eden</strong> Maria van Meurs en tenslotte haar zoon Jacob van Meurs,meester timmerman te <strong>Heemstede</strong>. In onderling overleg werden deresterende gronden van Lanckhorst, te weten twee percelen tuingrond,de laan met opgaande bomen beplant en de huizing in viergedeelten bewoond, het z.g. Hofje, tijdens een publieke veiling in de"Nieuwe Dorstige Kuil" verkocht aan Jacob Preijde, die sinds 1861ook al eigenaar was van "Klein Lanckhorst"Jacob van Meurs, 1829-1887.Het woonhuis, de timmermanswerkplaats en de houtloods aan deBinnenweg, kwamen op naam van Jacob van Meurs. Op 7 mei 1873richtten Jacob Gerrit Wolbers en Jacob van Meurs een nieuwe vennootschaponder firma op. De timmermans- en houtkopersaffairewerd voortgezet onder de naam "van Meurs en Wolbers". Boeken,papieren, plannen en tekeningen en de kas kwamen onder berustingvan Wolbers, aan wie ook de boekhouding en het maken van bestekkenen tekeningen waren opgedragen, tegen een extra vergoedingvan f. 250 per jaar. In de zeventiger jaren gonsde het van de bouwac-211


tiviteit. Op de plaats van de oude timmermanswerkplaats bouwdeJacob van Meurs naast het oude woonhuis nog een tweede woning endaarnaast weer een nieuwe timmermanszaak. Ook bij de buurman, dekruidenier/koopman Johannes van der Weiden, gehuwd met JohannaCatharina Peeperkorn, kwam een uitbreiding tot stand, waarvoor op10 juli 1875 de eerste steen werd gelegd door zijn zoontje, JohannesHubertus Hendrikus Marie van der Weiden, 1 jaar en 9 maanden ouden zijnneefje Johannes H.H.M. Peeperkoorn Fzn., 9 jaar en 7 maandenoud.De samenwerking met Jacob Gerrit Wolbers werd na de eerste termijnvan tien jaar blijkbaar niet gecontinueerd. In juli 1883 verkocht JacobGerrit Wolbers de villa Schoonzicht, aan de Binnenweg (Bronsteeweg),die hij in 1872 had laten bouwen en vestigde hij zich alsambteloos burger in Haarlem.H<strong>eden</strong> overleed door een noodlottig toeval mijn innig geliefdeEchtgenoot en der kinderen liefhebbend vader, die nog te jongZijn om hun onherstelbaar verlies te beseffen, JACOB VANMEURS, in de ouderdom van 58 jaar.<strong>Heemstede</strong>, 5 Octoberl887Wed. J. v. MEURSvanWIJKDeze dient tot eenige en algemeene kennisgeving. De affairezal door de Wed. op denzelfde voet worden voortgezet.O.H.C, familieberichten.Jacob van Meurs was op oudere leeftijd getrouwd met JohannaIsabella van Wijk, een weduwe met twee minderjarige kinderen. Toenhij op 5 October 1887, "door een noodlottig toeval" overleed, was zijna nog eens vijf kinderen ter wereld te hebben gebracht, waarvantwee doodgeboren en één jong gestorven, opnieuw in verwachting.Het bleek dat de hypothecaire lasten de baten ver overtroffen. Deweduwe vertrok naar IJsselstein, waar de familie van haar eersteechtgenoot woonde.De timmermanswerkplaats en een woonhuis werden verhuurd aan detimmerman Jacobus van der Vlugt jr. Ook het andere woonhuis wasverhuurd. Met de belangrijkste schuldeisers werd een schikking getroffen.In 1894 kwamen de timmermanswerkplaats en de twee huizen inde verkoop. Koper was Johannes Hubertus Hendricus Marie van der212


Weiden, dezelfde als van de eerste steen uit 1775, maar inmiddels zijnvader als kruidenier opgevolgd, die de panden in 1895 weer doorverkochtaan Jacobus van der Vlugt. Na zijn overlijden in 1898 heeft deFoto omstreeks 1920 van achterkant Bronsteeweg 2 (recent afgebroken)Uit: Oud <strong>Heemstede</strong> in Beeld (1900-1950). Hans Krol, bh. 26.213


weduwe, Theresia Maria Ida van der Toorn, die achterbleef met negenminderjarige kinderen, de timmermanswerkplaats verkocht aan eneJohannes Brüggeman, die op de grond het huis Bronsteeweg 8 lietbouwen, dat in 1906 woonhuis werd van Casparus Hendricus van denBerg, van de voormalige boerderij Bronstee.En zo zijn we weer terug bij het begin van ons verhaal, de foto uit1900. Tot voor kort was het oude "Weg en Spaarnzicht" nog teherkennen in de winkel waarin de firma Perez was gevestigd. Met in dezijgevel van het achterhuis de eerste steen uit 1875. Het herenhuisdaarnaast was de boekwinkel van de firma Blokker. Op de plaats vanhet volgende huis een karakterloze nieuwbouw. En tenslotte op Bronsteeweg8 de villa van Casparus Hendricus van den Berg, tot recent dewinkel van Caméléon En dan straks "Nieuw Bronstee"? De aandachtigelezer zou zich kunnen afvragen of deze naam niet beter gereserveerdzou kunnen worden voor eventuele nieuwbouw op het terreinvan het garagebedrijfv.h. van Lent.Misschien zou denaam "NieuwLanckhorst" historischmeer verantwoordzijn. Of bijvoorbeeldde(nieuwe) "LaatsteStuiver"?.J.W.G. van DoornNoten:Gevel van Roediefslaan voor de sloop.4.De term "meester-timmermarTdoet denken aan de meester-gezelverhoudinguit de gildetijd, maar staat hier voor timmermansbaas, eigen baas, integenstelling tot de "timmermansknecht", die in loondienst werkte."Toen en Nu, de Bronsteeweg hoek Koediefslaan", door C. Peper. <strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>nr. 109Het <strong>Heemstede</strong>r voetpad liep van het dorp, via de z.g. Achterbuurt, detegenwoordige Cloosterweg-Nijverheidsweg, met een kwakel over de Zandvaartnaar de Binnenweg.Berkenrode was vóór de Franse tijd een aparte <strong>Heerlijk</strong>heid en daarna van1816 totl857 een aparte gemeente. De katholieken van <strong>Heemstede</strong> waren214


5.6.9.sinds 1693 voor rouwen, trouwen en dopen aangewezen op een schuilkerk,de R.K. Statie van Berkenrode.Zoals ook mr. Groesbeek in zijn "<strong>Heemstede</strong> in de historie" stelde, was ernog een tweede boerderij Lanckhorst, het latere "Land- en Spaarnzicht".Kolfspel: een oud slagbalspel, waarbij de bal met een houten stok wordtweggeslagen."Duin", oftewel de "wildernis",het binnenduin tussen de Herenweg en deblekerijen aan de Blekersvaart, waarop nu nog Kennemeroord, Overbos enKennemerduin gelegen zijn.Notaris Hendrik ten Broek kocht in 1792 van de weduwe van schoolmeester,koster en voorzanger Johannes der Kinderen een door meerderegezinnen bewoond huis, dat hij liet verbouwen tot het buitenverblijf "Overlaan".("Overlaan, een stukje grond in de wildernis', <strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>/Oud<strong>Heemstede</strong> <strong>Bennebroek</strong>, nr. 93, augustus 1997)Francijntje van den Berg, een dochter van de kleerbleker Jan van den Berguit diens eerste huwelijk. ("De kleerblekerij van van den Berg", <strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong>/Oud<strong>Heemstede</strong> <strong>Bennebroek</strong>, nr. 80, april 1994)Bronnen:RANHAVKORA <strong>Heemstede</strong>.Transport-/hypotheekacten.Boedelbeschrijvingen, Scheiding.ON A <strong>Heemstede</strong>.DTB <strong>Heemstede</strong>. DTB Berkenrode.DTB Bloemendaal.NNA <strong>Heemstede</strong>.Hypotheekkantoor Haarlem, transportacten.Mem. successie.Burgerlijke Stand <strong>Heemstede</strong>.ONA HaarlemNNA HaarlemG. van Duinen, "Het Wees- en Armhuis te <strong>Heemstede</strong>, 1796-1861".VOHB 1952.140 jaar Charitas en Ouderenzorg in "Huize Sint Bavo" en "HetOverbos", Hans Krol 1993.Over de familie Wolbers, speciaal Julien Wolbers, leze men "Dolleman,Wolbers en Vergers" door Hans Krol, VOHB 1989.Voor "Bronstee", "Land- en Spaarnzicht", en "Lanckhorst", zie ook"Heemsteedse bollenfamilies", van den Berg (<strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong> nr. 108)en Preijde (<strong>Heerlijk</strong>h<strong>eden</strong> nr. 109).215


DE GESCHIEDENIS VAN DEBENNEBROEKER POLDERHet HaarlemmermeerIn de jaren dat Adriaan Pauw ambachtsheer van <strong>Heemstede</strong> was(eerste helft zeventiende eeuw) is er veel geschreven en gediscussieerdover de door velen toen al noodzakelijk geachte droogmaking van DeGroote Haarlemmer- of Leidsche Meer. De grote waterbouwkundigeJan Adriaansz.Leeghwater schreef in zijn in 1641 verschenen HaarlemmerMeer Boeck een krachtig pleidooi voor droogmaking. Hijwerkte plannen uit, die werden voorgelegd aan de personen eninstanties die het toen voor het zeggen hadden. Adriaan Pauw was eensterk voorstander van droogmaking. De tegenstanders bleken echtersterker. Het zou nog twee eeuwen duren eer de droogmaking tot standkwam. Volgend jaar zal worden herdacht dat 150 jaar gel<strong>eden</strong> depolder droog viel. In de voorafgaande eeuwen had het meer zich alseen waterwolf gedragen. Veel land langs de oevers was door storm enopstuwend water weggespoeld of onder gelopen. Hele dorpen zoalsNieuwerkerk, Vijfhuizen en Rijk werden door het water verzwolgen.Ook lage delen van <strong>Heemstede</strong> en <strong>Bennebroek</strong> werden overspoeld.Vorming van de polderToen Adriaan Pauw Jr. na het overlijden van zijn vader in 1653ambachtsheer van <strong>Bennebroek</strong> was geworden, ging hij extra aandachtschenken aan het grondgebied van zijn heerlijkheid. Hij wilde het zogoed mogelijk beschermen en beheren. Daarom stelde hij aan hetHoogheemraadschap Rijnland in Leiden voor van het lage deel van<strong>Bennebroek</strong>, grenzend aan het meer, een polder te maken. Daarbijhoorde ook een deel van het grondgebied van de Hofstede Duijnwijck(later Huis te <strong>Bennebroek</strong> genoemd), de <strong>Bennebroek</strong>se buitenplaatsvan de ambachtsheer. Rijnland had geen bezwaar tegen de voorgesteldeinpoldering. Wel echter enkele andere eigenaren van grond, datonderdeel van de polder zou moeten gaan uitmaken.Men vreesde, datde waterstand in de sloten en vaarten van de polder niet op de juistehoogte zou worden gehouden voor een goede bedrijfsvoering van hunlijnwaadblekerijen en dat ook de visserij in de polder er problemen vanzou gaan ondervinden. Na uitvoerig beraad en na enige aanpassing216


van de plannen stond het Hoogheemraadschap de inpoldering toe.Tot in de huidige tijd wordt het betreffende gebied <strong>Bennebroek</strong>erpolder genoemd.BegrenzingDe begrenzing van de polder werd indertijd als volgt omschreven:"Ten noorden de Swartsenburgerkade, kerende de Swartsenburgervaart(tot aan de sloot die doorloopt tot aan de Binnenweg), tenoosten het Haarlemmermeer, later de bermdijk tegen de ringvaart, tenzuiden de Zandlaan, scheidende van de Oosteinderpolder in Hillegom,ten westen de hoge gronden van het Huis te <strong>Bennebroek</strong> en meer naarhet zuiden de Binnenweg, later Schoollaan genoemd".De in kaden besloten <strong>Bennebroek</strong>ervaart (aanvankelijk Rohellerzandvaartgenoemd) deelt de polder in twee delen. Tot in de 20e eeuwverenigde een houten duiker onder de <strong>Bennebroek</strong>er vaart de tweedelen tot een polder. Aan de noordzijde behoort een zeer gering deelvan de polder tot de gemeente <strong>Heemstede</strong>.Over de grootte van de polder vinden we nogal variërende gegevens,zeker in de 17e en 18e eeuw. Later zien de gegevens daarover erbetrouwbaarder uit. Nadat er door de droogmaking van het Haarlemmermeerruim 7 H.A. was ingenomen wordt als grootte van de polderaangegeven circa 61 H.A.EendenkooiAdriaan Pauw Jr. liet in het zuid-oostelijk deel van de polder een kooivoor waterwild (vooral wilde eenden) aanleggen. Over de vorm van dekooi en het aantal zogenaamde vangpijpen zijn niet veel gegevensbekend. Uit aantekeningen blijkt, dat de kooi ongeveer vier morgengroot geweest zou zijn. De kooi is aangelegd door Dirk C. vanBorselen. Hij kwam gereed in 1677.In bepaalde perioden werd de kooi verhuurd. We vinden contractendaarover terug, in het bijzonder in de tijd na het overlijden van AdriaanPauw Jr. In grote delen van de polder werd door de ambachtsheer e.a.regelmatig gejaagd op klein wild. Het vangen van wilde eenden in dekooi zal wel een onderdeel van deze liefhebberij geweest zijn.De dochter van Adriaan Pauw, de ambachtsvrouwe Anna ChristinaSohier de Vermandois, en later zijn kleindochter Adriana Constantiahadden niet veel belangstelling voor het jagen en het vangen van wilde217


eenden. Zij beperkten zich tot het ondertekenen van de met de kooikergesloten huurcontracten.In de loop der jaren raakte de kooi steeds meer verwaarloosd. Ditduurde totdat nieuwe ambachtsheren het voor het zeggen kregen. Datwas ten eerste Willem de Bruijn, die de <strong>Heerlijk</strong>heid <strong>Bennebroek</strong> in1738 op een publieke veiling te Den Haag kocht. Daarover straksverder.Het bestuur van de polderIn de vroegere eeuwen was het bestuur van de polder bijna geheel inhanden van de ambachtsheer. Weliswaar werden enkele mede-ingelandenvan de polder benoemd of beschouwd als poldermeester, maarde stem van de ambachtsheer of -vrouwe van <strong>Bennebroek</strong> was bijnasteeds doorslaggevend.Toen het bevoegd gezag van de polder in handen kwam van dedochter en later van de kleindochter van Adriaan Pauw ging het metde "beheering en bemaling" niet goed. Er ontstond wanorde en dediverse ingelanden hadden steeds verschil van mening over het waterpeilen over het in- en uitlaten van water in het belang van deDe nog onbebouwde Meerweg met links de met rietpluimen versierde<strong>Bennebroek</strong>eruaart en rechts op de achtergrond de windmolen van de<strong>Bennebroek</strong>erpolder.218


wasserijen in de polder. De molenaar zal het in die tijd niet gemakkelijkgehad hebben.Ambachtsheer Willem de Bruijn heeft getracht enige orde te scheppenen de eendenkooi weer goed in bedrijf te krijgen. Dat is hem in de tijddat hij ambachtsheer was (1738 - 1761) niet goed gelukt. In 1753beklaagden vier ingelanden (Jan N. van Eys, Klaas F. Visser, Jacob vanLaar en Willem Buys) zich er officieel over, dat er in de polder "nochwet noch orde" was. Willem de Bruijn bleek niet in staat dit probleemop te lossen en vroeg daarom het Hoogheemraadschap Rijnland ommaatregelen tegen de "vier onrustzaaiers". In 1757 kwamen er vanRijnland inderdaad regels betreffende verantwoordelijkh<strong>eden</strong> en bevoegdh<strong>eden</strong>in de polder.Nadat Johannes Nutges in 1761 ambachtsheer van <strong>Bennebroek</strong> gewordenwas gingen de discussies over een en ander nog steeds door.Lang niet iedereen was tevr<strong>eden</strong> over de door Rijnland gestelde regels.Onder andere het feit, dat de benoeming van poldermeesters inhanden bleef van de ambachtsheer was niet naar de zin van deingelanden. Aan die situatie kwam pas een einde na 1795, het jaarwaarin de Fransen het in Nederland voor het zeggen kregen.Herstel van de eendenkooiJohannes Nutges ging zich direct na zijn aantr<strong>eden</strong> als nieuwe ambachtsheerook inzetten voor herstel van de eendenkooi. Hij kreegdaarbij echter geen of weinig medewerking van de mede-ingelandenvan de polder. Zelfs vanuit de aangrenzende Oosteinderpolder inHillegom maakte men het hem moeilijk. Hij constateerde, dat de"merken in 't Ronde", dwz. de afbakeningstekenen (de palen) rond dekooi grotendeels waren verdwenen. Hij liet de bakens weer plaatsen ofherstellen, waarmee de eigenaren van de omliggende gronden het nieteens bleken te zijn. Hij kreeg het hierover ook aan de stok met Jhr. JanSix, de ambachtsheer van Hillegom. Ook de ambachtsheer van <strong>Heemstede</strong>,Jan Diederick Pauw-geb. Hoeufft, bezorgde hem problemen.Juridische discussies en processen volgden. Zelfs het Hof van Hollandmoest er aan te pas komen. Twee landmeters kregen toen opdrachtom metingen te doen en de grenzen van de kooi aan te geven. Verslagvan hun werk moest ten overstaan van de Baljuw van Kennemerlandworden uitgebracht aan de Mannen van Leen van Kennemerland.Nutges wilde nadat de grenzen van de kooi goed waren aangegevenwaarschuwingsborden geplaatst zien waarop zou moeten worden aan-219


gegeven dat overtreders van de in de "Placaten in den Lande" (hetkooirecht, waarbij het afpalingsrecht behoorde) vermelde regels zoudenworden gestraft. Enkele van deze regels luidden:"Niemand mag de kooi binnen de 500 Ro<strong>eden</strong> naderen met schietgeweer,seylschuiten en wat dies meer is, alsmede dat niemand binnen deLimieten geraas of geluyt mag maken waardoor de vogels wordenverjaagt off gestoort".In de oude stukken blijkt niet duidelijk of aan de wensen van Nutges tenaanzien van de eendenkooi werd voldaan. Hij had de ontwikkeling vande rechtsregels op dit punt overigens wel mee. In 1857 kwam namelijkde Jachtwet tot stand en wilde eenden vangen behoorde daarinnadrukkelijk tot de jacht.Het juridische gevecht en de acties van Nutges speelden zich af in dejaren 1763/65.Of de ambachtsheer,nadat hij zoveel moeite en kosten had ervaren,nog plezier aan zijn eendenkooi heeft beleefd, blijkt niet. Nergensvinden we terug hoe het verder met de eendenkooi is gegaan. Nutgesoverleed in 1777. Zijn vrouw Ida Maria van Hoogstraten volgdehem als ambachtsvrouwe van <strong>Bennebroek</strong> op. Hun zoon Gerrit Nutgeserfde na overlijden van zijn moeder de bezittingen in <strong>Bennebroek</strong>en werd op 25 October 1784 als ambachtsheer aangewezen.De watermolenOm de waterhuishouding in de polder goed op orde te houden was eenwatermolen noodzakelijk. De datum en het jaar van plaatsing van deeerste molen zijn niet bekend. Aan te nemen is, dat dit spoedig na hetgereedkomen van de inpoldering het geval was. Voor zover is terug tevinden was de eerste molenaar Cornelis W. Hasevelt. Hij werd aangesteldin 1697, het jaar waarin Adriaan Pauw overleed. Ook voordienzal er iemand voor de bemaling verantwoordelijk geweest zijn. Opoude kaarten van <strong>Bennebroek</strong> zien we de molen ingetekend op dezogenaamde Moolenwerf, een eindje verwijderd van wat nu de Meerwegheet. Op die plaats heeft eerst deze molen en later een nieuwemolen tot ver in de 20e eeuw gestaan.Er werd gekozen voor een wip-molen met vijzel.Het in de polderovertollige water werd door de molen via de molentocht in de Rohellerzandvaart(later <strong>Bennebroek</strong>ervaart) afgevoerd.De molen had een vlucht van 67 voet. Een verhard pad langs deRohellervaart (later werd dit de Meerweg) leidde naar de Molenwerf.220


Bij de Ringvaart heeft twee eeuwen lang een molen gestaan voor debemaling van de <strong>Bennebroek</strong>erpolder. In 1730 was dit een watermolen.Bij een zware storm op 26 oktober 1836 werd de molen onherstelbaarbeschadigd.Deze eerste molen heeft vele jaren goede diensten bewezen. Kijken wenu naar de jaarlijkse uitgaven voor deze molen, dan was hij, zo lijkt het,nogal duur in onderhoud. Zeilreparatie en vervanging van houtwerkkwam regelmatig voor, zeker als er een flinke storm was geweest. Demolenaar had blijkbaar druk werk want hij moest steeds hulp vragen,onder andere voor baggerwerk. Elk jaar werden alle kosten over deingelanden omgeslagen. De jaarlijkse lasten gaven zodoende eennogal schommelend beeld te zien.In de jaren zeventig van de 18e eeuw hadden de stormen zoveelschade aan de molen aangericht (de kap en een aantal ro<strong>eden</strong> warenweggeslagen) dat men zich afvroeg of wel tot reparatie kon en moestworden overgegaan. Overwogen werd de afwatering samen te voegenmet die van de aangrenzende Oosteinderpolder in Hillegom. Desamenvoeging ging in die jaren toch niet door. Door het sluiten vaneen geldlening kwamen voldoende middelen beschikbaar om de noodzakelijkeherstelwerkzaamh<strong>eden</strong> te laten plaatsvinden.In 1836 werd de molen door een zware storm weer ernstig beschadigd221


en wel zodanig, dat reparatie niet meer mogelijk bleek. Het bestuurvan de Oosteinderpolder in Hillegom werd toen bereid gevonden hetovertollige water via een duiker onder de Zandlaan weg te malen. Deschepradmolen aldaar had blijkbaar voldoende capaciteit voor debeide polders. Het vijzelgemaal in <strong>Bennebroek</strong> werd in verband daarmeeopgeheven(1845).Het molengeld van de schepradmolen (de totalekosten verband houdend met het werk van de molen) werd volgenseen afgesproken sleutel over de ingelanden van de beide poldersverdeeld.Deze situatie bleef zo tot in 1893. Toen ontstond er een conflict tussende beide polderbesturen, in het bijzonder over het uitvoeren van degemeenschappelijke schouw, die zo hoog opliep, dat Hillegom deovereenkomst over de waterafvoer opzegde. Gelukkig voor <strong>Bennebroek</strong>was de ambachtsheer J.H. Willink bereid te helpen. Hij schonkin 1893 aan het polderbestuur een bedrag van f 3.750 waarmee eengeheel nieuwe molen kon worden gekocht en geplaatst. Opnieuwwerd er een vijzel-wip-molen op de Molenwerf geplaatst.We komen nu in de 20e eeuw. Enkele tientallen jaren waren er weinigproblemen met de waterhuishouding in de polder. Vermeld kan nogworden, dat er in 1913 een centrifugaalpomp werd geplaatst. Op denduur kon de molen de hoeveelheid water, die moest worden afgevoerdechter niet meer verwerken. In 1936 werd er daarom in de molen eenelectromotor geplaatst, die het werk van de door de wind gedrevenwieken ging overnemen. Het bovenstuk van de molen en de wiekenwerden na het plaatsen van de electromotor verwijderd. Enkele jarenlater is de rest van de molen gesloopt.Er was toen nog weinig bebouwing langs de Rohellervaart. Aan heteinde van de weg er langs (de Meerweg) was een brug over deRingvaart rond de Haarlemmermeer. Dat was toen een zogenaamderolbrug. Later is deze vervangen door de huidige ophaalbrug.In het zuidelijk deel van de polder was veel grasland. Het laagste deelwas moerassig, onder andere ontstaan door ontvening (turfwinning).Tot in de tweede wereldoorlog werd hier nog turf gestoken. Van hetvroegere bestaan van een eendenkooi was niets meer te merken.Welwerd er nog regelmatig gejaagd op vogels en klein wild. Het jachtrechtin de polder was in die jaren gepacht door H. Ruighaver, later K.Ruighaver. Nu er in de polder een woonwijk en sportvelden zijn is ervan jagen daar geen sprake meer.222


Opheffing van de polderIn de jaren zeventig van de 20e eeuw kwam het polderbestuur voor dekeus te staan het watergemaal geheel te vernieuwen of de molen en debijbehorende watergangen te reconstrueren. De kostenramingen kwamenechter op dermate hoge bedragen uit , dat het polderbestuur geenmogelijkheid zag de financiering rond te krijgen. Inmiddels was degemeente <strong>Bennebroek</strong> bezig plannen te ontwikkelen voor huizenbouwin de polder (de Meerwijk ging ontstaan) en voor realisering van hetsportcomplex Rottegat in het gebied, dat grenst aan de Ringvaart vande Haarlemmermeer. Uitgebreide discussies over de moeilijkh<strong>eden</strong> enmogelijkh<strong>eden</strong> leidden tenslotte tot de conclusie, dat de taak van hetpolderbestuur het beste zou kunnen worden overgenomen door hetgemeentebestuur. Aldus werd in 1972 aan het College van GedeputeerdeStaten van Noord Holland voorgesteld. Er kwam van die zijdegeen bezwaar tegen het opheffen van de polder als "gereglementeerdwaterschap". Wel zou aan enkele voorwaarden moeten worden voldaan.Zo moest de houten duiker onder de Meerweg, die geheelvergaan was, worden verwijderd. De houten duiker onder de <strong>Bennebroek</strong>ervaart,die de verbinding was tussen de beide delen van depolder, moest worden volgespoten, waardoor die verbinding zou wordenverbroken. In de plaats daarvan moest er in het noordelijke deelvan de polder een eigen afzonderlijke waterafvoer worden gemaakt.De vier water-inlaten en de duiker onder de Kerklaan zouden kunnenworden gehandhaafd.Over de opheffing van de polder verscheen op 29 mei 1973 eenadvertentie in de Koerier Combinatie. Er kon namelijk tegen deopheffing bezwaar worden aangetekend. Voorzitter E.J. EverwijnLange en secretaris A.C. de Snoo zullen een zucht van verlichtinghebben geslaakt toen bezwaren uitbleven. Op 10 september 1973 konGedeputeerde Staten het definitieve opheffingsbesluit nemen. Deoverdracht aan de gemeente <strong>Bennebroek</strong> van de bezittingen en schuldenen van het archief van de polder vond plaats op 25 maart 1974.M. Verkaik223


NIEUWE LEDEN<strong>Heemstede</strong>Dhr.Van der EemRemy HoopeDhr.M. C.C. KerstenMw.B. PeterzenDhr.B.J.M.LeliefeldMw.A.B.Schaap<strong>Bennebroek</strong>Mw.A.E.M.Schneider-ElsingerMw.J.RodtsDhr.T.de JongMw.M.J.KranenborgBilthovenMw.M.Krens-BokEindhovenDhr.T.GoedhartFrankrijkMw.J. HoekerU.S.A.Mw.C.Schijffelen (Lakeport, Ca.)224

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!