11.07.2015 Views

Eindrapportage - Gemeente Rijssen-Holten

Eindrapportage - Gemeente Rijssen-Holten

Eindrapportage - Gemeente Rijssen-Holten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Quickscan leerlingenvervoer:Meer met minderEindrapportin opdracht van<strong>Gemeente</strong> <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong>6 juli 2011projectnummer: 0783-R-E


5.3.6! Documentatie en registratie van de gegevens 20!5.3.7! Kwaliteitsbewaking in het vervoer 21!5.3.8! Digitaal aanvraagformulier 21!6! MOBILITEITSTOETS 23!6.1! Stap 1: de uitgangspunten 23!6.2! Stap 2: beschikbaarheid openbaar vervoer 24!6.3! Stap 3: mobiliteitsadvies 28!6.4! Stap 4: vervolgstappen 29!7! ANALYSE OPSTAPPLAATSEN 31!7.1! Aanpak 31!7.2! Resultaten 31!7.2.1! Zwolle 32!7.2.2! Enschede 32!7.2.3! Almelo 32!7.2.4! Opstapplaatsen in andere routes 33!7.3! Conclusie en advies 33!8! CONCLUSIES EN ADVIES 35!8.1! Algemene conclusie 35!8.1.1! Communicatie 35!8.2! Aanbevelingen beleid en uitvoering 36!8.2.1! Verordening 36!8.2.2! Beleidsregels 37!8.2.3! Passend vervoer 37!8.2.4! OV-educatie 37!8.2.5! Vervoersadviezen van scholen 38!8.2.6! Passend onderwijs 38!8.2.7! Kwetsbaarheid van één consulent 38!8.2.8! Documentatie en registratie van de gegevens 38!8.2.9! Kwaliteitsbewaking in het vervoer 38!8.2.10! Digitaal aanvraagformulier 39!8.3! Mobiliteitsadvies 39!8.4! Advies opstapplaatsen 40!8.5! Afsluiting 40!BIJLAGEN1. Analyse opstapplaatsen2. OV-educatie en OVmaatje


Quickscan leerlingenvervoer1 Inleiding1.1 Aanleiding onderzoekDe gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft te maken met hoge kosten in het leerlingenvervoer, waarop zijgraag meer grip krijgt. Dit is voor de gemeente aanleiding om een analyse te laten uitvoeren naarde mogelijkheden om in het leerlingenvervoer een kostenbesparing te realiseren.De gemeente heeft Forseti gevraagd dit te onderzoeken. Met onze kennis en ervaringonderzoeken wij de mogelijkheden om meer uit uw leerlingenvervoer te halen met minder kosten.Hiervoor hebben wij het beleid, de uitvoering en het beheer van het vervoerscontract van hetleerlingenvervoer onderzocht.Bij de besparingsmogelijkheden is enerzijds gekeken of de huidige uitgaven verlaagd kunnenworden en anderzijds door te verkennen of de zelfredzaamheid van de leerlingen vergroot kanworden door de inzet van andere vervoermiddelen.1.2 Onderzoeksopzet1.2.1 Screening juridisch en Beleidskader leerlingenvervoerIn ons onderzoek hebben wij de Verordening Leerlingenvervoer van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> en de beleidsregels bestudeerd en geanalyseerd. De Verordening Leerlingenvervoervan de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> is vergeleken met het wettelijk kader en demodelverordening VNG. Vervolgens is onderzocht of de verordening ruimte biedt voorkostenbesparende maatregelen en aanvullende beleidsregels.1.2.2 Inzicht krijgen in de uitvoeringOm inzicht te krijgen hoe de uitvoering zich verhoudt tot het gestelde kader en of er sprake isvan ‘ongeschreven beleid’ is het wenselijk om gedurende 1 dag op locatie mee te kijken inhet werkproces. Gedurende die dag is er gesproken met de beleidsmedewerkster, mw.Sarink en de consulent leerlingenvervoer, mw. Ozturk.Tijdens deze gesprekken is gekeken naar hoe de uitvoering zich verhoudt tot het gesteldekader, met aandacht voor het geschreven en ongeschreven beleid. Daarnaast hebben we degegevens van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> gespiegeld met die van andere gemeenten inNederland. Wij maken hierbij gebruik van benchmarkgegevens die Forseti jaarlijksverzamelt.Forseti pagina 1


Quickscan leerlingenvervoer1.2.3 MobiliteitsadviesEr is gekeken of en zo ja welke vervoeralternatieven er zijn voor de huidige gebruikers vanhet leerlingenvervoer. Hiervoor zijn vooraf samen met de gemeente criteria opgesteld.1.2.4 Analyse opstapplaatsenEr is gekeken of en zo ja hoe de gemeente door het invoeren van opstapplaatsen kanbesparen op de uitvoering van het aangepast vervoer.1.3 LeeswijzerDeze rapportage beschrijft de resultaten van een analyse die Forseti heeft uitgevoerd op hetbeleid, de uitvoering en het beheer van het vervoercontract van het leerlingenvervoer.De volgende hoofdstukken beschrijven achtereenvolgens onze bevindingen:• algemene beschrijving leerlingenvervoer (hoofdstuk 2);• situatie <strong>Rijssen</strong>-holten (hoofdstuk 3)• analyse verordening (hoofdstuk 4);• analyse uitvoering (hoofdstuk 5);• mobiliteitstoets (hoofdstuk 6);• analyse opstapplaatsen (hoofdstuk 7);• conclusies en advies (hoofdstuk 8).Forseti pagina 2


Quickscan leerlingenvervoerDit luistert nauw en vergt van de behandeld ambtenaar veel kennis van de (complexe)regelgeving, de lokale situatie met betrekking tot scholenaanbod, verwijzingsmogelijkheden,tact, beperkingen waarmee kinderen te maken kunnen hebben en de politieke gevoeligheid.2.4 Wat wordt er vergoedWanneer is vastgesteld of de gemeente gehouden is een bekostiging van de vervoerskostente verstrekken, wordt bekeken welke vervoerskosten er vergoed worden. De verstrektevergoeding moet voldoende zijn om de leerling met passend vervoer te kunnen laten reizen.Dit zal in eerste instantie een vergoeding zijn voor de kosten van het openbaar vervoer ofvoor de (brom-)fiets. Als de leerling niet zelfstandig met deze vervoersmiddelen kan reizen,worden eveneens de vervoerskosten van een begeleider vergoed. Wanneer dat voor deleerling, medisch gezien, geen passende wijze van reizen is, kan de gemeente het vervoerook zelf organiseren en kinderen met taxi’s, taxibusjes of touringcars (kortweg: aangepastvervoer) van en naar school vervoeren. Incidenteel komt het voor, dat ouders/verzorgers hunkind graag met de eigen auto naar school willen brengen. Ook hiervoor kunnen zij eenvergoeding krijgen.2.5 SpanningsveldLandelijk trekt het leerlingenvervoer meer en meer de aandacht, waarbij er een sterk, maarverkeerd verwachtingspatroon wordt ontwikkeld omtrent de verantwoordelijkheid van degemeente in het leerlingenvervoer.Uiteraard zijn ouders/verzorgers zelf verantwoordelijk voor de schoolgang van hun kind. Hetis de gemeentelijke verantwoordelijkheid om ouders/verzorgers hier onder bepaaldevoorwaarden financieel bij te ondersteunen. Het beeld is echter veelal, dat niet deouders/verzorgers, maar de gemeente verantwoordelijk is voor het naar school brengen vaneen bepaalde groep leerlingen. Daarmee wordt zij indirect tevens verantwoordelijk gehoudenvoor de schoolgang van de leerlingen.Dit is er mede de oorzaak van dat met name de keuze van de vergoedingsvorm groteproblemen oplevert. Veel kinderen voor wie er recht bestaat op een vergoeding kunnenprima onder begeleiding van een volwassene fietsen of gebruik maken van het openbaarvervoer. Ouders/verzorgers voelen zich daar echter niet altijd verantwoordelijk voor. Ookkomt het voor dat zij grote moeite ondervinden om de begeleiding van hun kind (door henzelfof door een ander) te organiseren. Onder druk van de ouders/verzorgers, scholen, media,politiek en/of hulpverlening wordt dan vaak het veel duurdere aangepaste vervoer vergoed.Forseti pagina 4


Mulheres, arte e poderfeminino sobre o mundo e sobre a arte, codificado na apropriação imagéticade um discurso transgressivo sobre o corpo, e um desassombradoquestionamento das narrativas visuais tradicionais da história da arte,produzindo uma audaciosa revisão destas, sejam elas a representação daartista no seu estúdio; a inversão de papéis sexuais de artista e modelo; adenúncia do quietismo e da passividade e a exacerbação dos instintos e dasensualidade feminina; a exposição do abjecto e do grotesco por oposiçãoaos estereótipos da fragilidade e ao culto do belo. Enfim, a subversão dospapéis tradicionais que o discurso homológico da ideologia e da moraldominantes impuseram à mulher, através da irrupção de uma despudoradae inquietante “female unruliness”, numa expressão do antropólogoVictor Turner (1977, p. 41-2) 10 , que dialogicamente celebra a força e a energiaprimordiais do princípio feminino, e reclama uma “arte com gênero”(ver figs. 6 e 7).Fig. 6. Paula Rego, A artista no seu estúdio, 1993. Fig. 7. Paula Rego, Quieta!, 1994.JOANA VASCONCELOSFinalmente, dois exemplos da obra de Joana Vasconcelos, uma jovemartista que vem sendo progressivamente reconhecida na cena artística nacionale internacional 11 . Por ocasião da Bienal de Veneza de 2005, a 51ª10Segundo Victor Turner, essa “desregramento feminino” “ameaça qualquer ordem social eparece ser mais ameaçador, mais que a ordem que parece rigorosa e segura” (Turner, 1977,p. 41-2).11Recentemente uma escultura de Joana Vasconcelos foi selecionada para inaugurar simbolicamenteo Museu Berardo instalado no CCB em Lisboa. Trata-se de uma obra, intitulada“Néctar”, composta por dois elementos com 7 metros de altura, em inox, luz e vidro, numareferência irônica ao famoso ready-made de Duchamp, “Porte-Bouteilles”.71


Quickscan leerlingenvervoer4 Analyse verordeningIn het onderzoek is de Verordening Leerlingenvervoer van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong>gescreend. Er heeft een vergelijking plaatsgevonden met de VNG-modelverordening en er isgekeken naar ruimte die de verordening biedt om in de toekomst de kosten in hetleerlingenvervoer te verlagen.4.1 Vergelijking met de model verordening van de VNGUit de vergelijking van de verordening van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> met de modelverordening van de VNG zijn een aantal verschillen zichtbaar. Deze worden hierna kortbeschreven.1. In haar verordening is het speciaal voortgezet onderwijs opgenomen als schoolsoortwaarvoor het mogelijk is om een vergoeding te kunnen verstrekken. Deze schoolsoortbestaat niet meer.2. De gemeente heeft er voor gekozen om in de eigen verordening niet te werken met het in demodelverordening gebruikte begrip “gehandicapte leerling”, maar met “de lichamelijke,zintuiglijke of geestelijke handicap van de leerling”. Dit heeft geen negatieve (eerderpositieve) gevolgen voor de kosten.3. In de gemeentelijke verordening wordt nog gesproken dat wordt uitgegaan van deschooltijden die in het schoolplan staan. De onderwijswereld vermeld deze sinds enkelejaren echter in de schoolgids.4. De bekostiging van openbaar vervoer, al dan niet met een begeleider, kan in de gemeentealleen via de verstrekking van een abonnement of OV-chipkaart. De modelverordening geeftook de ruimte om een goedkopere manier van het reizen met het openbaar vervoer tevergoeden. In de huidige beschrijving is deze vergoeding niet benoemd. Dit kan inincidentele gevallen duurder uitvallen voor de gemeente.5. De gemeente heeft de verschuiving in de modelverordening van het artikel 3 lid 3 naarartikel 15a niet overgenomen. Dit heeft geen gevolgen voor een kostentoename of –afname.6. In de eigen verordening is geen bepaling opgenomen, zoals in de modelverordening, waarinzoveel mogelijk het afgeven van meerjarige beschikkingen wordt voorgestaan. In de praktijkworden wel meerjarige beschikkingen afgegeven. Hoewel het efficiencyvoordeel wordtbehaald, adviseren wij de gemeente om deze mogelijkheid ook als zodanig op te nemen inde verordening.Forseti pagina 9


Quickscan leerlingenvervoer7. Wettelijk mag de gemeente een afstandscriterium inbouwen van 6 kilometer. Dit houdt in,dat iedere leerling die binnen die straal een school bezoekt in beginsel niet in aanmerkingkomt voor een vergoeding leerlingenvervoer. De gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft er in haarverordening voor gekozen om voor alle onderwijssoorten een lagere afstandsgrens tehanteren van 4 kilometer. Of het ophogen van deze grenzen leidt tot minder aanvragendanwel tot een vermindering van de kosten is niet vanzelfsprekend. Een belangrijke factorhierin is de locatie waar de betreffende scholen staan. Het is mogelijk om de financiëleconsequenties hiervan in kaart te brengen.8. De enige manier voor gemeenten om inkomsten te generen in het leerlingenvervoer is hetvragen van een eigen bijdrage. Deze kan aan ouders met kinderen op het basisonderwijs ofspeciaal basisonderwijs worden gevraagd, indien het inkomen een bepaald niveau heeft. Degemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft deze mogelijkheid wel in haar verordening staan, maarmiddels een bestuursvoorstel is besloten om deze bijdrage niet aan ouders te vragen omzodoende de administratieve lasten te beperken.9. Voor Titel 6 leerlingen is niet opgenomen dat het criterium van de dichtstbijzijndetoegankelijke school in acht moet genomen wordt. Een aanpassing op dit punt is nietnoodzakelijk, aangezien het criterium ook is opgenomen in de algemene bepalingen van deverordening.4.2 Ruimte voor (overige) besparende maatregelenVervolgens is onderzocht of de verordening ruimte biedt voor kostenbesparendemaatregelen. Deze worden hierna kort beschreven.1. De kans bestaat dat de verordening verkeerd wordt geïnterpreteerd waardoor het mogelijk isom een vergoeding te verkrijgen voor een school voor speciaal basisonderwijs in hetsamenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is.Het probleem is, dat men zou kunnen lezen dat dit niet de dichtstbijzijnde basisschool hoeftte zijn. Wij adviseren dit aan te passen bij een eerstvolgende aanpassing van deVerordening Leerlingenvervoer, waardoor deze kans op dure ritten worden uitgesloten.2. Bij de beoordeling van aanvragen om een vergoeding, voor leerlingen op een basisschool ofeen school voor speciaal basisonderwijs, worden er onnodig veel verklaringen gevraagd.Door niet alle verklaringen op te vragen en door bepaalde verklaringen niet in alle gevallente vragen, is efficiency te bereiken in het werkproces. Dit is tevens een dereguleringvoordeelvoor ouders/verzorgers. Uit de praktijk blijkt dat de gemeente niet langer al dezeverklaring vraagt. Wij adviseren de gemeente dit dan ook aan te passen in de verordening.Forseti pagina 10


Quickscan leerlingenvervoer3. Door de huidige formulering van de bepalingen over het verstrekken van een fietsvergoedingzou gelezen kunnen worden, dat er dan geen afstandsgrens geldt. Dit is niet de bedoeling .Wij adviseren de gemeente dit aan te passen.4. De gemeente kan een eigen bijdrage vragen (85% van de gemeente vraagt een eigenbijdrage). De gemeente kan er voor kiezen om in dit geval de ouders/verzorgers van deleerlingen die fietsend of per OV naar school gaan, vrij te stellen van het betalen van deeigen bijdrage. Hiermee wordt het fietsgebruik en/of OV gestimuleerd, waardoor er mindergebruik wordt gemaakt van het dure aangepaste vervoer. Hoewel dit administratief meerwerk oplevert, levert deze maatregel een positieve prikkel op voor ouders om hun kind geengebruik te laten maken van het aangepast vervoer. Bovendien wordt de indruk weggenomendat de gemeente de totale kosten van het aangepast vervoer wel draagt.5. De verordening geeft geen duidelijkheid over de vraag wie er verantwoordelijk is voor hetorganiseren en leveren van eventueel benodigde begeleiding. Wij adviseren dit op te nemenin de Verordening Leerlingenvervoer.Een korte conclusie van voorgaande is dat:• de verordening van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> op onderdelen afwijkt van demodelverordening van de VNG;• de gemeente een aantal concrete maatregelen kan nemen die direct leiden tot lagere kostenvoor het aangepast vervoer, zoals het heffen van een eigen bijdrage;• de gemeente een aantal maatregelen kan nemen die niet op dit moment direct tot lagerekosten leiden, maar die een mogelijkheid op hogere kosten in de toekomst wegneemtdoordat ruimte in de verordening wordt weggenomen.Forseti pagina 11


Quickscan leerlingenvervoerForseti pagina 12


Quickscan leerlingenvervoer5 Analyse uitvoeringIn dit hoofdstuk wordt ingegaan op onze bevindingen die wij hebben opgedaan gedurendefase 2 van het onderzoek.5.1 Beoordeling van de aanvragenIn het onderzoek is aandacht besteed aan de wijze waarop de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> deaanvragen leerlingenvervoer beoordeelt, afhandelt en zicht houdt op de toedeling van hetvervoer. Daarbij komen wij tot de conclusie dat dit op een kundige en serieuze wijze wordtuitgevoerd. De ervaring leert dat de stringente uitvoering vaak lastig wordt bevonden en datde werkelijke uitvoering deels vanuit historie zo is gegroeid.In de regel wordt bij het verstrekken van een vergoeding leerlingenvervoer uitgegaan vaneen vergoeding van het aangepast vervoer. Daar waar mogelijkheden zichtbaar zijn omvergoedingen te verstrekken voor het openbaar vervoer is dat in het verleden gedaan, maarhier is niet specifiek op ingezet. Er zijn momenteel 16 leerlingen die met het openbaarvervoer naar school gaan. Naar school fietsen (met een vergoeding leerlingenvervoer)gebeurt nog niet. De leerlingen die met het openbaar vervoer naar school gaan zijn over hetalgemeen kinderen van het speciaal onderwijs.De gemeente staat voor een hoog kostenniveau in het leerlingenvervoer en een daarmeesamenhangende bezuinigingstaakstelling van ! 50.000,00. Mogelijkheden hiertoe zijn divers.In dit rapport worden er een belangrijk aantal genoemd. Niet alle maatregelen zullen directleiden tot een besparing. Veelal zijn de resultaten, door de geboden zorgvuldigheid, op demiddellange termijn merkbaar Mogelijk zijn besparingen te realiseren op korte termijnmiddels een intensieve controle van de facturen van de vervoerder. Ook kan kritischgekeken worden naar de toepassing van de huidige vergoedingssystematiek.Zonder verandering, ook geen besparing!!Er zal dus iets moeten veranderen. Zo wordt er gekeken of andere vergoedingsvormenmogelijk zijn. Dit kan een grote impact op ouders/verzorgers en kind hebben. Daarom kan degemeente ouders/verzorgers en kinderen ondersteunen bij zo’n verandering. Bijvoorbeelddoor te onderzoeken of het mogelijk is om kinderen (tijdelijk) door een OVmaatje te latenbegeleiden in het openbaar vervoer. Op deze manier worden enerzijds ouders/verzorgersontlast en leren kinderen anderzijds hoe zij het openbaar vervoer kunnen gebruiken.Forseti pagina 13


Quickscan leerlingenvervoerDe keuze voor een breed gebruik van opstapplaatsen kan derhalve bijdragen aan eenefficiëntere uitvoering van het vervoersplan en een verlaging van de vervoerskosten. Inhoofdstuk 7 wordt nader ingezoomd op de werkelijk mogelijkheden van het invoeren vanopstapplaatsen binnen het huidige contract.De gemeente heeft in haar Verordening Leerlingenvervoer weliswaar beschreven, dat zijgebruik mag maken van opstapplaatsen, maar in welke omstandigheden en welke criteria envoorwaarden hiervoor gelden is niet nader uitgewerkt. Dit kan bij ouders/verzorgers totverwarring leiden, maar maakt het voor de consulent ook diffuus voor welke leerling erwel/geen opstapplaats geldt. Wij adviseren de gemeente hierover helderheid te creëren enhet gebruik van opstapplaatsen uit te breiden naar andere scholen.5.2.2 StagevervoerStage vormt een onderdeel van het onderwijsprogramma. Bij de decentralisatie van derijksregeling naar gemeenten in 1987 is er met succes voor gepleit, dat dit vervoer onder hetleerlingenvervoer bleef vallen. De kosten van dit vervoer zijn echter hoog, omdat destageplekken altijd buiten de schoollocaties staan. Daarnaast wijken de stagetijdenregelmatig af van de schooltijden.In de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> zijn er momenteel veel aanvragen voor stagevervoer. Dezebrengen (onevenredige) hoge kosten met zich mee. Met het oog op de door het Rijkgewenste ontwikkeling, dat alle leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs, die hetarbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel hebben/krijgen, stage gaan lopen, dreigt bovendieneen toename van dit type vervoer en de daarbij horende kosten.Er is geen wetgeving en voor zover bekend ook geen jurisprudentie die de mogelijkhedenvan het kostbare stagevervoer beperken. Dit geeft de gemeente de ruimte om hier zelfbeleid op te voeren en afspraken met scholen te maken hetgeen wij ten zeerste adviseren.Beleid om kinderen dichter bij huis stage te laten lopen bevordert de maatschappelijkebetrokkenheid met de eigen woonomgeving. Bovendien is het raadzaam om voor dezegroep leerlingen te kijken of er mogelijkheden bestaan om met het openbaar vervoer naar destageplek te reizen.5.2.3 HoogbegaafdenonderwijsIn het land wordt de roep naar het onderwijs voor hoogbegaafden steeds groter. In <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> is er momenteel één hoogbegaafde leerling die een vergoeding leerlingenvervoerkrijgt (naar Hengelo). Dit werpt het vraagstuk op of hiervoor ook een vergoedingleerlingenvervoer verkregen kan worden.Wetgeving en jurisprudentie is hierover duidelijk! Het onderwijs voor hoogbegaafden, veelalondersteunt door de Leonardo Stichting, wordt vrijwel altijd gegeven op regulierebasisscholen, bijvoorbeeld door het creëren van aparte groepen.Forseti pagina 15


Quickscan leerlingenvervoer5.3 Overige punten uit onze analyse:5.3.1 Passend vervoerBij de beoordeling van de aanvragen om een vergoeding leerlingenvervoer geeft deVerordening Leerlingenvervoer aan, dat er sprake is van een getrapte vervoerskostenvergoeding.De vergoeding die verstrekt wordt moet aansluiten bij het vermogen vanhet kind. Met andere woorden: de vervoerskostenvergoeding moet passend zijn!Dit houdt in, dat wanneer een leerling in staat is om naar school te fietsen, is een vergoedingvoor het taxivervoer niet passend. Er moet dan een fietsvergoeding worden toegekend.Hetzelfde geldt voor het reizen met het openbaar vervoer en de noodzaak voor eenbegeleider op de fiets of in het openbaar vervoer. Pas als al deze mogelijkheden geen optiezijn, dient een vergoeding te worden verstrekt voor de kosten van het aangepaste vervoer.Deze getrapte vergoeding wordt op <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> niet in alle gevallen stringent toegepast.Een stringente toepassing leidt in veel gevallen ook tot discussies met ouders en scholen.Hier is in het verleden om begrijpelijke redenen niet voor gekozen. Dit is vooral zichtbaar bijleerlingen onder de 14 jaar. Deze krijgen standaard een vergoeding voor het aangepastvervoer. Voor het sbo wordt daarbij afgeweken van de verordening, die aangeeft datleerlingen tot 9 jaar in principe een vergoeding krijgen voor het reizen met het openbaarvervoer/fiets met een begeleider.De praktijk leert overigens, dat kinderen het niet altijd fijn vinden om met een taxi naarschool te worden gebracht. Dit kan stigmatiserend werken. Bovendien is de atmosfeer in hetvoertuig, onder invloed van allerlei beperkingen van kinderen en het groepsgedrag, niet altijdprettig.In de zoektocht naar mogelijkheden om kosten te besparen in het leerlingenvervoer dient demogelijkheid om vergoedingen te verstrekken die passender zijn, beslist te wordenmeegenomen. In het belang van de rechtmatigheid en duidelijkheid adviseren wij degemeente bovendien om de verstrekte vergoedingen voor leerlingen in het speciaalbasisonderwijs en speciaal onderwijs versus de bepalingen hierover in de verordening opelkaar te laten aansluiten.Van de beperkte groep leerlingen (16) die nu met het openbaar vervoer reizen, stromen erbij de jaarwisseling een aantal leerlingen uit. Dit zijn prachtige ambassadeurs voor het reizenmet het openbaar vervoer voor de jongere leerlingen!5.3.2 OV-educatieHet openbaar vervoer is geen aantrekkelijk alternatief voor het schoolvervoer voorleerlingen, omdat veel leerlingen minimaal één keer zouden moeten overstappen (zie ookhoofdstuk 6). Des te noodzakelijker is het dat leerlingen leren hoe het openbaar vervoerwerkt. Ze hebben dit immers ook nodig als ze naar vervolgonderwijs of werk gaan.Forseti pagina 17


Quickscan leerlingenvervoerMet name door de deskundigheid van de consulent leerlingenvervoer werkt het Excelbestandgoed. Voor nieuwe medewerkers is het bestand niet meer dan een database. Hetgeeft geen inzicht in de beslisboom, die er voor het leerlingenvervoer is. Daarnaast bevat hetbestand geen financiële gegevens, moeten gegevens handmatig worden ingebracht en zijner slechts beperkte managementgegevens uit te halen. Om ook deze kwetsbaarheid teondervangen, adviseren wij de gemeente om met een voor het leerlingenvervoer bedoeldgeautomatiseerd systeem te werken.5.3.7 Kwaliteitsbewaking in het vervoerIn de landelijke media wordt met enige regelmaat melding gemaakt van problemen in hetvervoer van leerlingen. Helaas komt het nog al eens voor dat de kwaliteitseisen die eengemeente in haar vervoerscontract heeft opgenomen, in de praktijk niet worden uitgevoerd.Controle op de kwaliteit is ons inziens essentieel.In hoeverre de vervoerder de in het contract gemaakte afspraken nakomt, wordt niet door degemeente gecontroleerd. Wel is er goed contact met de vervoerder en wordt er weiniggeklaagd door ouders, waardoor er vertrouwen is in een goede naleving van het contract.Onze ervaring leert echter, dat het over het algemeen een nadelig effect heeft op de door devervoerder geboden kwaliteit van het vervoer, wanneer er geen toezicht is op die kwaliteit.Het feit dat ouders hierover van ouders weinig klachten ontvangt is zeer prettig, maar zegtweinig over de naleving van de gemaakte afspraken. Ouders kennen de gemaakteafspraken namelijk niet.Om grip te krijgen en te houden voert Forseti voor een aantal gemeenten kwaliteitsaudits enklanttevredenheidsonderzoeken uit. Dit blijkt een uitstekend middel om de afgesprokenkwaliteit aan ouders/verzorgers te kunnen waarborgen. Hieruit kunnen we veel concreteverbetervoorstellen genereren met betrekking tot registratie, aansturing enklachtenafhandeling. Wij zijn van mening dat het belangrijk is om met enige regelmaat tetoetsen of gemaakte afspraken worden nagekomen. Hiermee kunnen toekomstige klachtenworden voorkomen. Belangrijker is nog, dat de gemeente dan pas weet of zij niet te veelbetaald voor de geboden kwaliteit.5.3.8 Digitaal aanvraagformulierIn ons onderzoek hebben we gezien, dat er voor de burgers van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> geen mogelijkheid is om een aanvraag voor een vergoeding leerlingenvervoer digitaalin te dienen. Wel is het te vinden op de website. Mensen kunnen het daar invullen, uitprintenen per post opsturen naar de gemeente.Het aanvraagformulier leerlingenvervoer is een belangrijk communicatiemiddel voor degemeente. Hiermee kan ze de aanvragers (veelal de ouders/verzorgers) informeren over deverschillende vergoedingsmogelijkheden.Forseti pagina 21


Quickscan leerlingenvervoerEen goed aanvraagformulier begeleidt de aanvrager als vanzelf door de vragen heen engeeft inzicht in wanneer iemand wel/niet in aanmerking komt voor een vergoeding.Het is van belang, dat het gemeentelijk aanvraagformulier aansluit bij de VerordeningLeerlingenvervoer. Met andere woorden: de gemeentelijke Verordening Leerlingenvervoer isleidend voor de opzet van het aanvraagformulier. Wanneer dit niet het geval is, leidt dit totverwarring bij de aanvrager ofwel tot problemen bij het beoordelen.Het aanvraagformulier leerlingenvervoer moet uitstralen, dat de gemeente in eerste instantieslechts de vervoerskosten van het openbaar vervoer en/of (brom)fiets vergoed. Pas wanneerhet voor de leerling niet mogelijk is om van deze vervoermiddelen gebruik te maken, zal degemeente aangepast vervoer organiseren. Een goed aanvraagformulier geeft dezeinformatie op voorhand en maakt een zuivere beoordeling eenvoudiger. Wanneer degemeente er voor kiest om het aanvraagformulier digitaal beschikbaar te stellen is hetmogelijk om deze interactief te maken. Hiermee wordt bedoeld, dat de vragen die (digitaal)aan aanvragers gesteld worden, bepaald worden door het antwoord wat gegeven is op devorige vraag. Forseti kan u middels een pakket genaamd Loket LV voorzien in dergelijkesoftware. Hierin zijn bovendien een aantal efficiëntieslagen voor de gemeente ingebouwd,zoals het berekenen van afstanden, het opvragen van de reis per openbaar vervoer, eenberekening van de te verstrekken vergoeding en het automatisch laten inlezen van degegevens in een werkbaar bestand.Forseti pagina 22


Quickscan leerlingenvervoer6 MobiliteitstoetsIn de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> reist het grootste deel van het aantal leerlingen dat eenvervoersvergoeding vanuit het leerlingenvervoer ontvangt met het aangepaste vervoer. Voorhet gebruik van het (relatief dure) aangepaste vervoer zijn echter ook alternatieven. Tedenken valt aan het openbaar vervoer (trein en bus) of de fiets. Deze vervoersvorm is nietalleen een goedkoper vervoersalternatief, maar ook de voorliggende voorziening van hetaangepaste vervoer in het leerlingenvervoer. Met een extra inspanning behoort het reizenmet het openbaar vervoer (trein en bus) voor veel leerlingen ook tot de mogelijkheden.Een omschakeling naar deze manier van reizen is echter niet zomaar te maken, terwijl veelleerlingen prima met het openbaar vervoer (OV) of fiets blijken te kunnen reizen. Forsetivoert een mobiliteitstoets uit op een deel van de huidige gebruikers van hetleerlingenvervoer, die samen met de gemeente is bepaald. Dit is een technische toets dienagaat of leerlingen vanuit het huisadres naar schooladres (en v.v.) binnen deuitgangspunten van de verordening kunnen reizen met het openbaar vervoer of fiets. Er isniet gekeken naar de beperkingen van een leerling, die het reizen met het openbaar vervoerof fiets onmogelijk maken. We richten ons vooral op een OV-alternatief. Mogelijk kan de fietseen rol spelen bij korte verplaatsingen of als voortransport. Indien er een OV-alternatief is,kan een medische keuring noodzakelijk zijn om te beoordelen of reizen met het OV echt eenmogelijkheid is.6.1 Stap 1: de uitgangspuntenDe eerste stap betreft een analyse van de huidige gebruikers van het aangepast vervoer.Het is van belang te weten hoe groot de groep leerlingen is, die in potentie met het openbaarvervoer (OV) naar school zou kunnen reizen. Hierbij geldt dat wij alleen kijken naarbeschikbaarheid van het vervoer en niet naar eventuele beperkingen van leerlingen die hetreizen met openbaar vervoer belemmert.Samen met de gemeenten zijn criteria vastgesteld waaraan leerlingen moeten voldoen om indit onderzoek betrokken te worden. Het totale bestand van de leerlingen, die op grond die opgrond van de Verordening Leerlingenvervoer van de gemeente een vergoeding ontvangen,is gefilterd. De volgende groepen leerlingen zijn geselecteerd voor het onderzoek:• Leerlingen naar het basisonderwijs en 10 jaar en ouder op 1 augustus 2011 (4 leerlingen);• Leerlingen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) en 10 jaar en ouder op 1 augustus 2011(32 leerlingen);• Leerlingen naar voortgezet onderwijs en 13 jaar en ouder op 1 augustus 2011 ( 5 leerlingen);• Leerlingen naar voortgezet speciaal onderwijs en 13 jaar of ouder op 1 augustus 2011 (46leerlingen).Forseti pagina 23


Quickscan leerlingenvervoerHiervan zijn 3 leerlingen buiten beschouwing gelaten in verband met het ontbreken vanadresgegevens. Dit resulteert in een onderzoeksgroep van 84 leerlingen. De leerlingen gaannaar de volgende scholen:Basisonderwijs: 3 leerlingen• De Akkerwal – Enter: 1 leerling• Schutte’s Bosschool – Enschede – 2 leerlingenSBO: 32 leerlingen• De Brug – Nijverdal: 3 leerlingen• Toermalijn – Almelo: 5 leerlingen• Oosteres – Almelo: 6 leerlingen• De Horizon – Raalte: 4 leerlingen• Eliezer en Obadjaschool – Zwolle: 14 leerlingenVoortgezet onderwijs: 5 leerlingen• Onderwijscentrum ’t Roessingh – Enschede: 4 leerlingen• De Ambelt – Apeldoorn: 1 leerlingVoortgezet speciaal onderwijs: 44 leerlingen• Het Maatman – Enschede – 2 leerlingen• Elimschool – Nijverdal: 3 leerlingen• Het Mozaiek – Almelo: 6 leerlingen• Dr. Herderschêeschool – Almelo: 12 leerlingen• De Zonnehof - Raalte: 7 leerlingen• De Ambelt – Zwolle: 2 leerlingen• Boslust – Ommen: 7 leerlingen• De Ambelt – Hardenberg – 1 leerling• S.G. Jac. Fruytier – Apeldoorn: 3 leerlingen• Guyot – Haren: 1 leerling6.2 Stap 2: beschikbaarheid openbaar vervoerUit voorgaande blijkt dat leerlingen uit de onderzoeksgroep van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong>naar diverse scholen reizen. Er is sprake van een diffuus verplaatsingspatroon.De drie belangrijkste vervoerrelaties zijn Almelo (17 leerlingen), Zwolle (16 leerlingen) enEnschede (8 leerlingen).In deze stap is gekeken naar de beschikbaarheid van openbaar vervoer op deze relaties. Alsuitgangspunt geldt de formulering zoals opgenomen in de Verordening.Forseti pagina 24


Quickscan leerlingenvervoerDit betekent dat het een leerling met het openbaar vervoer kan reizen, tenzij de reis metopenbaar vervoer meer dan 1,5 uur duurt en de reistijd door middel van de inzet vanaangepast vervoer kan worden teruggebracht met 50% of meer. Hiervoor is gebruik gemaaktvan Easy Travel, waarbij instellingen zijn gebruikt die resulteren in een reistijd die in despitsperiode verwacht kan worden. De Verordening gaat niet in op het aantal overstappenonderweg.Hieronder is per onderwijsgroep en school aangegeven of de leerlingen gebruik kunnenmaken van openbaar vervoer en/of fiets.• Voor de heenrit is rekening gehouden met een maximale wachttijd van 10 minuten vooraanvang van de school. Voor de terugreis is de eindtijd van school aangehouden als starttijdvan de reistijd.• De categorie OV twijfel houdt in dat de reistijd met OV meer dan 1:30 uur bedraagt, maar datde reistijd niet met 50% of meer kan worden ingekort als gebruik wordt gemaakt vanaangepast vervoer in plaats van OV. Hoewel de OV-reis niet ideaal is, zijn er wellichtmogelijkheden om deze leerlingen toch met het OV te laten reizen.• Bij het fietsalternatief is een afstand van 8 kilometer als maximum fietsafstand gekozen. Demodel verordening zegt niets over een maximale fietsafstand. Op individueel niveau moetuiteindelijk gekeken worden of de leerling de afstand werkelijk kan fietsen.Het openbaar vervoer biedt vanuit <strong>Rijssen</strong> verschillende mogelijkheden. Voor dit onderzoekzijn van belang:• Stoptrein Enschede – Apeldoorn 2x per uur• Buslijn <strong>Holten</strong>-Goor-<strong>Rijssen</strong>-Almelo: 2x per uur• Buslijn naar NijverdalBasisonderwijsDe leerling naar de Akkerwal in Enter kan reizen met buslijn 91 of de fiets. De 2 leerlingennaar Enschede kunnen mogelijk met het OV. De reistijd bedraagt voor hen 1:37 - 1:45 uur.SchoolAantalllOValternatiefOV twijfel FietsalternatiefAkkerwal – Enter 1 1 1Schutte’s Bosschool 2 2- EnschedeTotaal 3 1 2 1GeenalternatiefVan de 3 leerlingen is er voor allen (mogelijk) een vervoeralternatief.Forseti pagina 25


Quickscan leerlingenvervoerSpeciaal basisonderwijsDe 3 leerlingen naar De Brug in Nijverdal zijn afkomstig uit <strong>Holten</strong>. Vanuit <strong>Holten</strong> kunnen zijreizen met bus of trein naar <strong>Rijssen</strong> en daar overstappen op buslijn 96 naar Nijverdal.Uitgangspunt is dat 2 leerlingen uit <strong>Holten</strong> met de fiets naar station <strong>Holten</strong> reizen.De leerlingen naar De Toermalijn in Almelo wonen in <strong>Rijssen</strong>. Zij kunnen school bereikenmet buslijn 91 / trein en buslijn 23. In Almelo is 1 overstap noodzakelijk. Zij kunnen in <strong>Rijssen</strong>met de bus of fiets naar het station reizen.School Aantal ll OValternatiefOV twijfel GeenalternatiefDe Brug – Nijverdal 3 3Toermalijn – Almelo 5 5Oosteres – Almelo 6 6De Horizon – Raalte 4 4Eliëzer en Obadja - 14 14ZwolleTotaal 32 18 14De 6 leerlingen naar De Oosteres wonen in <strong>Rijssen</strong> en <strong>Holten</strong>. Zij kunnen met lijn 54 en 91reizen naar school. De school ligt op 10 minuten lopen van bushalte Centrumplein in Almelo.De leerlingen uit <strong>Rijssen</strong> kunnen zonder overstap reizen als zij met de fiets naar de bushaltevan lijn 91 gaan.De leerlingen naar De Horizon in Raalte wonen in <strong>Holten</strong>. Zij kunnen met via<strong>Rijssen</strong>/Nijverdal (2 overstappen) of via Deventer (1 overstap). Het is in ieder geval mogelijkom binnen 1:30 uur op school te arriveren.De leerlingen naar de Eliëzer en Obadjaschool in Zwolle wonen in <strong>Rijssen</strong>. De reistijd ligtvoor deze leerlingen tussen 1:30 en 2:00 uur. Zij moeten in ieder geval overstappen inDeventer en Zwolle. De reistijd kan met aangepast vervoer niet in alle gevallen met meerdan 50% worden verkort. Vandaar dat deze leerlingen als ‘OV twijfel’ zijn aangemerkt.Voortgezet onderwijsSchool Aantal ll OValternatief’t Roessingh – Enschede 4 4Ambelt – Apeldoorn 1 1Totaal 5 5OV twijfelGeenalternatiefForseti pagina 26


Quickscan leerlingenvervoerVier leerlingen reizen naar ’t Roessingh in Enschede. Drie hiervan wonen in <strong>Rijssen</strong>. Zijkunnen met trein en stadsbus bij ’t Roessingh komen. De vierde leerling woont buitenaftussen <strong>Rijssen</strong> en <strong>Holten</strong>. Als deze leerling met de fiets naar station <strong>Holten</strong> of <strong>Rijssen</strong> gaat ishet OV ook voor hem een alternatief. De reistijd bedraagt dan 1:23 uur. Overigens kan dereistijd naar het Roessingh verder worden teruggebracht als de leerlingen 1 a 2 minuten over9:00 uur in de les mogen komen.De leerling naar de Ambelt in Apeldoorn woont in <strong>Holten</strong>. School is in ongeveer 1:15 uurbereikbaar middels de stoptrein en buslijn 8 in Apeldoorn.Voortgezet speciaal onderwijsSchool Aantal ll OValternatiefOV twijfel GeenalternatiefMaatman – Enschede 2 2Elimschool – Nijverdal 3Het Mozaïek – Almelo 6 6Dr. Herderschêeschool 12 12- AlmeloZonnehof – Raalte 7 7Ambelt – Zwolle 2 1 1Boslust – Ommen 7 7Ambelt – H’berg 1 1S.G. Jac. Fruytier – 3 3ApeldoornGuyot - Haren 1 1Totaal 44 31 3 10De 2 leerlingen naar Het Maatman in Enschede zijn 1:30 uur onderweg naar school. Zijkunnen reizen met de trein en aansluitend stadsbus.De 3 leerlingen uit <strong>Rijssen</strong> die gaan naar de Elimschool in Nijverdal zijn 1:30 uur onderwegmet OV. De aansluiting van bus op de schooltijd is niet goed. De leerlingen zijn al om 7:42op school. Vandaar de aanduiding OV-twijfel. Gezien de afstand (ongeveer 10 km) zoudende leerlingen mogelijk op de fiets naar school kunnen.Van de 6 leerlingen naar het Mozaïek in Almelo wonen 4 leerlingen in <strong>Rijssen</strong> en 2 in <strong>Holten</strong>.De leerlingen hebben met lijn 91 een directe busverbinding naar school. Zij moeten inAlmelo 10 minuten lopen. 1 leerling woont in <strong>Holten</strong> buitenaf. Aangenomen is dat dezeleerling naar het station in <strong>Holten</strong> fietst (6 km).De leerlingen naar de Dr. Herderscheeschool in Almelo wonen allen in <strong>Rijssen</strong>. Deleerlingen kunnen via lijn 91 / trein en lijn 23 in ongeveer 1:00 uur op school komen.Forseti pagina 27


Quickscan leerlingenvervoerDe leerlingen naar het Zonnehof in Raalte wonen alle 7 in <strong>Holten</strong>. Zoals we eerder zagenkunnen leerlingen uit <strong>Holten</strong> via Deventer of <strong>Rijssen</strong>/Nijverdal reizen. De leerlingen kunnenzo in ongeveer 1:20 uur op school komen.Van de leerlingen naar de Ambelt komt 1 leerling uit <strong>Rijssen</strong>. Deze leerling kan via Nijverdal(2 overstappen) op school komen met OV. De leerling uit <strong>Holten</strong> is ongeveer 1:45 onderweg.De leerlingen naar Boslust in Ommen wonen allen in <strong>Rijssen</strong>. Voor hen is het OV geenalternatief. Ditzelfde geldt voor de leerling uit <strong>Rijssen</strong> naar de Ambelt in Hardenberg.De 3 leerlingen uit <strong>Rijssen</strong> naar S.G. Jac. Fruytier kunnen met het OV naar school. Tweevan hen hebben wel een advies van Scio voor aangepast vervoer.Voor de leerling uit <strong>Holten</strong> naar Guyot in Haren duurt een OV-reis 2:10 / 2:47. Deze reistijdkan met aangepast vervoer met meer dan 50% worden verkort. Daarom is dezereismogelijkheid als ‘OV-twijfel’ aangemerkt.6.3 Stap 3: mobiliteitsadviesUit dit onderzoek blijkt dat voor er voor veel leerlingen alternatieven zijn naast het aangepastvervoer per taxi.School Aantal ll OVOV twijfel Fiets Geenalternatiefalternatief alternatiefTotaal 84 55 20 1 9• In totaal is voor 74 leerlingen (mogelijk) een vervoeralternatief in de vorm van fiets en/of OV.• Voor 74 leerlingen is het OV mogelijk een alternatief. Voor 20 van hen is de lange reistijdeen aandachtspunt. 55 van hen hebben een reistijd van minder dan 1:30 uur. Veel van henmoeten onderweg 1 of 2 keer overstappen. Naar twee scholen in Almelo kan zonderoverstap worden gereisd.• De 20 leerlingen uit de groep ‘OV twijfel’ gaan voornamelijk naar de Eliëzer en Obadjaschoolin Zwolle.• Voor 9 leerlingen is geen alternatief aanwezig binnen de geformuleerde uitgangspunten.• Voor de leerlingen naar het basisonderwijs is er voor leerlingen alternatief vervoer mogelijk.Verken samen met de school de alternatieven fiets en/of OV.• Voor de leerlingen naar het speciaal basisonderwijs is het OV voor iedereen metuitzondering van leerlingen van Eliëzer en Obadje een alternatief.Forseti pagina 28


Quickscan leerlingenvervoer• Voor de groep leerlingen naar het voortgezet onderwijs is er een vervoeralternatief. In hetalgemeen geldt voor deze leerlingen dat de gemeente geen vergoeding voor vervoer naarvoortgezet onderwijs hoeft te verstrekken.• Voor een deel van de leerlingen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs is het OV mogelijkeen alternatief. In een aantal gevallen is de lange reisduur met OV een aandachtspunt.• Voor een deel van de leerlingen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs is het OV mogelijkeen alternatief. In een aantal gevallen is de lange reisduur met OV een aandachtspunt.6.4 Stap 4: vervolgstappenWij adviseren de gemeente om de volgende leerlingen niet langer een vergoeding vooraangepast vervoer te verstrekken als:• er is een mogelijkheid om binnen de uitganspunten van de verordening met het openbaarvervoer of fiets te reizen, en• de betreffende leerling is ook in staat om• direct zelfstandig gebruik te maken van openbaar vervoer of fiets, of• na een korte periode van begeleiding gebruik te maken van deze vervoermogelijkhedenen kan dit daarna zelfstandig.Zoals gezegd is in dit onderzoek niet gekeken naar beperkingen van leerlingen die hetreizen met openbaar vervoer of fiets onmogelijk maken. Daarom kan een medische keuringnoodzakelijk zijn voor die leerlingen, bij wie onduidelijk is of zij met het openbaar vervoerkunnen reizen. Het is daarom op dit moment niet te zeggen hoeveel leerlingen daadwerkelijkuit het aangepast vervoer zouden kunnen.Voor welke aanpak de gemeente ook kiest, communicatie speelt een belangrijke rol in hetproces waarin een wijziging gerealiseerd moet worden. Betrek in ieder geval scholen enouders hierin. Ook bestuurlijk draagvlak is een belangrijk aandachtspunt.De mogelijkheid bestaat dat een leerling in eerste instantie alleen met begeleiding kanreizen. In dat geval adviseert Forseti de gemeente te kijken of aanvullende instrumenteningezet kunnen worden die ervoor kunnen zorgen dat een leerlingen uiteindelijk welzelfstandig kan reizen. De gemeente kan namelijk overwegen om tijdens het proces waarinde omslag wordt gerealiseerd ouders te ondersteunen, bijvoorbeeld door informatie over hetopenbaar vervoer beschikbaar te stellen en/of het vinden van een OVmaatje voor debetreffende leerling.Forseti kan u ondersteunen bij het beter benutten van de vervoeralternatieven. Hierbij valt tedenken aan:• Het inzetten van een tijdelijke begeleider die de leerling zelfstand leert reizen;• Het aanbieden van educatie over openbaar vervoer op scholen;Forseti pagina 29


Quickscan leerlingenvervoerHet aanbieden van ondersteuning bij het leren fietsen op scholen, omdat het onze ervaringis dat lang niet alle leerlingen goed leren fietsen. Voor leerlingen is het echter fijn énbelangrijk om te leren fietsen. Het verbetert hun gezondheid en maakt ze flexibel. Daaromkan ondersteuning bij het leren fietsen heel welkom zijn, bijvoorbeeld de inzet van eenfietscoach;• Onderzoek naar (verkeers)veiligheid van fietsroutes;• Het opstellen van een communicatieplan;• Het op een ander wijze ondersteunen van ouders en/of scholen.In bijlage 2 zijn twee instrumenten uitgelicht: OV-educatie en OV-maatje.Forseti pagina 30


Quickscan leerlingenvervoer7 Analyse opstapplaatsenDe gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft Forseti gevraagd om als onderdeel de quickscan teverkennen of er mogelijkheden zijn om te werken met meer opstapplaatsen. Deze vraaghebben wij iets breder geïnterpreteerd.Bij de aanbesteding van het leerlingenvervoer is er, mede op advies van Forseti, voorgekozen om alleen voor de Eliëzer- en Obadjaschool voor centrale opstapplaatsen te kiezenmet de inzet van voertuigen van maximaal 18 zitplaatsen. De aanbesteding heeft echtergeresulteerd in een relatief hoog uurtarief voor een taxi(bus) en een beperkt prijsverschiltussen een taxi(bus) en een 18-persoonsbus.Als de gemeente ook op andere vervoerrelaties opstapplaatsen wil invoeren, al dan niet incombinatie met groter materieel, moet zij aanvullende afspraken maken met de vervoerder.7.1 AanpakHoewel het gebruiken van opstapplaatsen niet per definitie gepaard hoeft te gaan met hetinzetten van groter materieel (meer dan 8 zitplaatsen exclusief bestuurder), dient hetinzetten van groter materieel wel gepaard te gaan met het gebruik van opstapplaatsen.Hieruit volgt daarom eerst de vraag op welke routes groter materieel inzet kan worden.Vervolgens gaan wij in op de mogelijkheid van het invoeren van opstapplaatsen in algemenezin.SelectieVoor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de actuele leerlingelijst aangepast vervoer.In het onderzoek of en op welke routes groter materieel ingezet kunnen worden zijn devolgende stappen doorlopen:1. Het aantal leerlingen per bestemmingspostcodes is in kaart gebracht (zie bijlage 1).2. Het aantal leerlingen per bestemmingsplaats is in kaart gebracht (zie bijlage 1).3. Het aantal scholen in een bepaalde plaats is in kaart gebracht.4. Vervolgens hebben wij geanalyseerd hoeveel leerlingen nu per route worden vervoerd.7.2 ResultatenUit onze analyse blijkt dat er mogelijkheden zijn tot de inzet van groter materieel voorvervoer naar scholen in Zwolle (8043 PD), Enschede en Almelo. Hieronder wordt perbestemmingsplaats een toelichting gegeven:Forseti pagina 31


Quickscan leerlingenvervoer7.2.1 ZwolleOp dit moment rijden 3 routes met grote voertuigen naar Zwolle (RH25, RH26 en RH27) metrespectievelijk 14, 12 en 12 leerlingen. Daarnaast rijdt nog een klein voertuig naar dereformatorische school, locatie Willem Barentzstraat. Voor de grote voertuigen wordt algebruik gemaakt van opstapplaatsen. Wij zijn van mening dat het de moeite waard is om tebestuderen of deze routes niet kunnen worden samengevoegd tot 3 routes. In het bestek isvastgelegd dat voor het vervoer naar Zwolle gebruik gemaakt mag worden van voertuigenmet maximaal 18 zitplaatsen. Hiervoor is door de vervoerder een tarief afgegeven.7.2.2 EnschedeEen tweede bestemming die mogelijk in aanmerking komt voor de inzet van groter materieelis Enschede. Naar Enschede worden 28 leerlingen vervoerd naar 6 scholen, verdeeld over 4routes. Na analyse van de bestemming Enschede is gebleken dat het niet voordeliger is omgroter materieel in te zetten voor vervoer naar Enschede. Redenen hiervoor zijn:• de scholen liggen verspreid over de stad’• voor dit voertuigtype is nog geen tarief vastgesteld en een tarief vaststellen gedurende eencontract leidt tot hogere tarieven dan aan het begin van een contract (er ontbreekt nuconcurrentie);• de kans dat alle 28 leerlingen in één voertuig kunnen is minimaal, het inzetten van ééntouringcar in plaats van twee of drie taxibussen leidt tot minimale kostenvoordelen (echterwel tot beduidend langere reistijden).7.2.3 AlmeloTenslotte hebben wij geanalyseerd of de inzet van groter materieel naar Almelo efficiënt is.Naar Almelo worden 54 leerlingen vervoerd, naar 11 bestemmingen en op dit moment in 10routes.Voor het vervoer naar Almelo zien wij wel degelijk mogelijkheden tot het inzetten van grotermaterieel. Dit wordt versterkt door het huidige hoge tarief voor taxi(bus) ten opzichte vangroot materieel. Vanwege het grote aantal scholen in Almelo dat wordt bezocht, zal welnader onderzocht moeten worden welke scholen te combineren zijn. Dit is afhankelijk van degeografische ligging, de doorstroming van het verkeer tijdens de ochtendspits in Almelo enniet in de laatste plaats de schooltijden. Juist het feit dat schooltijden per locatie kunnenverschillen, geeft ook mogelijkheden tot combineren.Omdat er nog geen tarief voor groter materieel is vastgelegd voor vervoer naar Almelo is hetop dit moment onmogelijk om in te schatten hoe groot een besparing kan zijn. Het hogetaxi(bus)tarief ligt niet ver verwijderd van het tarief voor groot materieel naar Zwolle. Indienmet de vervoerder tot overeenstemming kan worden gekomen dat (vrijwel) hetzelfde tariefvan toepassing kan zijn voor groot materieel naar Almelo, kan de gemeente besparen.Forseti pagina 32


Quickscan leerlingenvervoerDe aanvullende afspraak met de vervoerder kan, vanwege het ontbreken van concurrentievan andere vervoerder, ook leiden tot een hoger tarief voor groot materieel. In dat gevalresulteert de inzet van groter materieel mogelijk niet tot een kostenvoordeel.Het zou daarom een alternatief kunnen zijn hiermee te wachten tot het afsluiten van eennieuw contract leerlingenvervoer per 1-8-2013. De besparing die op termijn gerealiseerd kanworden varieert van ca. ! 500,- per route per jaar tot zo’n ! 3500,- per jaar. Hierbij merkenwij op dat het relatief hoge uurtarief van Taxi Baan <strong>Rijssen</strong> B.V. mede oorzaak is van het feitdat een besparing van 5 minuten per rit leidt tot een besparing van ca. ! 2.500,- per jaar.7.2.4 Opstapplaatsen in andere routesHet invoeren van opstapplaatsen hoeft niet samen te gaan met het inzetten van grotermaterieel. Op iedere kleinere routes met maximaal 8 leerlingen kan ook gewerkt worden metopstapplaatsen. De inzet van opstapplaatsen leidt vrijwel direct tot een kostenbesparing. Steldat per route 2 keer 5 minuten per dag winst wordt geboekt, leidt dat tot een besparing van !2.500,- per route per jaar.De vraag of gebruik gemaakt kan worden van opstapplaatsen hangt echter ook af van:• de kenmerken van de leerlingen in het voertuig.• de herkomst van de leerlingen in de woonplaatsen en daarmee afstand van de woning toteen eventuele opstapplaats.Ook voor het invoeren van opstapplaatsen in andere routes moet de gemeente aanvullendeafspraken maken met de huidige vervoerder.7.3 Conclusie en adviesUit de analyse van de huidige routes blijkt dat er mogelijkheden zijn tot de inzet van grotermaterieel in combinatie met opstapplaatsen voor vervoer naar scholen in Zwolle (8043 PD),Enschede en Almelo. Voor het invoeren van opstapplaatsen naar Almelo is waarschijnlijkpas een financieel voordeel te realiseren bij een nieuwe aanbesteding. Voor de routes naarEnschede leidt de inzet van groter materieel niet tot een kostenverlaging.Op iedere kleinere routes met maximaal 8 leerlingen kan ook gewerkt worden metopstapplaatsen. De inzet van opstapplaatsen leidt vrijwel direct tot een kostenbesparing.Voorwaarde is dat met de huidige vervoerder aanvullende afspraken worden gemaakt, dieleiden tot een financieel voordeel voor de gemeente ten opzichte van de huidige situatie.Ons advies:• Treed met Taxi-Baan in overleg over de inzet van groter materieel richting scholen in Almelo.Taxi-Baan dient hiervoor een tarief af te geven, omdat dit niet in de aanbesteding isuitgevraagd.Forseti pagina 33


Quickscan leerlingenvervoerOp basis van dit tarief kan de gemeente uitrekenen tot hoeveel besparing de inzet van grotermaterieel kan leiden. Op basis hiervan kan de gemeente besluiten of zij binnen het huidigecontract groter materieel wil inzetten.• Treed met Taxi-Baan in overleg over de routes naar Zwolle. Uit onze analyse blijkt dat het demoeite waard is om te bestuderen of de genoemde routes met groter materieel en eentaxibus naar Zwolle niet kunnen worden samengevoegd tot drie routes.• Gezien de goede ervaringen die de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft met het invoeren vanopstapplaatsen, adviseert Forseti ook per kleinere route te kijken of met opstapplaatsen kanworden gewerkt.• Bekijk in ieder geval voorafgaand aan de nieuwe aanbesteding opnieuw, aan de hand vanhet aantal gebruikers van dat moment en de keuzes die de gemeente beleidsmatig heeftgemaakt, of en hoe opstapplaatsen en/of groter materieel meegenomen moeten worden inde aanbestedingDesgewenst kan Forseti u bij de uitvoering hiervan ondersteunen.Forseti pagina 34


Quickscan leerlingenvervoer8 Conclusies en adviesIn dit hoofdstuk beschrijven wij de conclusies van het onderzoek en geven wij aanbevelingendie de gemeente helpen om verbeteringen door te voeren.8.1 Algemene conclusie<strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> is een gemeente met circa 37.500 inwoners met grote verschillen tussen dekernen <strong>Rijssen</strong> en <strong>Holten</strong>. Van oudsher wordt er door de inwoners van <strong>Rijssen</strong> veeldenomatieve keuzes gemaakt, hetgeen terug te zien is in het leerlingenvervoer. Circa 20%van alle leerlingen met een vergoeding leerlingenvervoer bezoekt een reformatorischescholen buiten de gemeente, hetgeen verhoudingsgewijs een hoog percentage is.In ons onderzoek hebben wij gezien, dat de gemeente op een serieuze en deskundigemanier met het leerlingenvervoer bezig is. Waar veel gemeenten bij de beoordelingen vanhun aanvragen om een vergoeding leerlingenvervoer meer en meer kijken naar wat het kindzelf kan, worden in deze gemeente veel leerlingen met aangepast vervoer naar schoolvervoerd en zijn de kosten per leerling hoog. Op basis van het huidige aantal leerlingen 229en het huidige kostenniveau van ! 1.200.00,00 zijn de kosten circa ! 5.240,= per leerling perjaar. Het landelijk gemiddelde ligt momenteel op rond de ! 2.500,= per leerling per jaar.Waar veel gemeenten bij de beoordelingen van hun aanvragen om een vergoedingleerlingenvervoer nog vooral uitgaan van een vergoeding voor het aangepaste vervoer isdeze gemeente zich aan het voorbereiden op een andere benadering van hetleerlingenvervoer. Het aandeel vergoedingen voor het openbaar vervoer bevindt zich zelfsrond het landelijk gemiddeld. Dit resultaat is te danken aan inspanningen van de consulenten de bereidheid van ouders om hun kinderen met het openbaar vervoer te laten reizen,maar niet gestoeld op een visie op het leerlingenvervoer. Enerzijds ingegeven door debehoefte om meer grip te krijgen op de uitgaven, anderzijds vanuit de wens om kinderenzelfstandiger te laten reizen, ontwikkelt de gemeente momenteel deze visie op hetbeleidsterrein.8.1.1 CommunicatieHet leerlingenvervoer is een (politiek) gevoelig onderwerp. Naast het gegeven dat degemeente wil werken aan een andere werkwijze in het leerlingenvervoer, is een goedecommunicatie met alle partijen onontbeerlijk.De afgelopen jaren is er geen gelegenheid geweest hier veel in te investeren. Het contactmet ouders en scholen werd niet actief opgepakt. Daar waar er wel contact was met oudersen scholen, was dit vooral ingegeven door het oplossen van ontstane probleem in hetvervoer.Forseti pagina 35


Quickscan leerlingenvervoerMet name de communicatie met de scholen verdient aandacht. Zij hebben een grote invloedop ouders/verzorgers, leerlingen en het leeraanbod. Zij moeten betrokken worden in deplannen die de gemeente nog wil ontwikkelen. Daarnaast moeten zij meer informatie krijgenover de doelstellingen en de mogelijkheden in het leerlingenvervoer, zodat zij de juisteinformatie kunnen ventileren.Uiteraard is een communicatietraject richting ouders een vereiste wanneer de gemeenteecht iets gaan wijzigen in het leerlingenvervoer. In de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> is een ergbetrokken adviescommissie, die ook een rol heeft gespeeld bij de aanbesteding. Onzeervaring leert, dat het voor de betrokkenheid van een adviescommissie bij eenbeleidsomslag heel zinvol is hen goed in te wijden in de ins en outs van de regelingleerlingenvervoer. Veelal is er voldoende bekendheid bij de leden van de ouder-/adviescommissie over het aangepast vervoer, maar niet over de intentie en achtergrond vande regeling. Een korte scholing over de Verordening Leerlingenvervoer. Hiermee heeftbijvoorbeeld de gemeente Pijnacker-Nootdorp goede ervaringen.Een andere belangrijke (zo niet de belangrijkste) partij is de politiek. Deze is gevoelig voorzaken die in de gemeenschap leven. En dat moet ook zo blijven! De gemeente wil echteriets veranderen in het leerlingenvervoer. Meer kijken naar de mogelijkheden van hetopenbaar vervoer en de fiets. Dergelijke veranderingen worden niet altijd hartelijk ontvangendoor betrokkenen. Het is van belang om de politiek (raad en college) goed en tijdig tebetrekken bij deze ander kijk op het leerlingenvervoer. Alleen wanneer zij goed en vollediggeïnformeerd zijn, kunnen zij op een juiste manier omgaan met gevoeligheden vanuit degemeenschap.8.2 Aanbevelingen beleid en uitvoeringIn deze paragraaf vindt u een samenvatting van de eerder in dit rapport door ons gegevenaanbevelingen:8.2.1 VerordeningDe Verordening Leerlingenvervoer van de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> komt op een aantalonderdelen niet overeen met de VNG-modelverordening. Daar waar deze anders is, heeft ditte maken met niet opgenomen wetswijzigingen, jurisprudentie en landelijke inzichten.In hoofdstuk 4 is puntsgewijs aangegeven waar de verordening van <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> afwijktvan de modelverordening van de VNG.Daarnaast biedt de verordening ruimte om eigen keuzes te maken, die leiden tot efficiency,besparingen of verduidelijking. Wij raden de gemeente in paragraaf 4.2 aan deze ruimte tebenutten bij een eerstvolgende aanpassing.Forseti pagina 36


Quickscan leerlingenvervoer8.2.2 BeleidsregelsIn het onderzoek is via verschillende invalshoeken gebleken, dat er behoefte is aanbeleidsregels. Deze ondersteunen de werking van de verordening en geven zo nodigverduidelijking over de interpretatie ervan. Wij adviseren over de volgende thema’sbeleidsregels op te stellen:1. opstapplaatsen (paragraaf 5.2.1);2. stagevervoer (paragraaf 5.2.2);3. hoogbegaafdheid (paragraaf 5.2.3);4. frequentie van aanvragen (paragraaf 5.2.4);8.2.3 Passend vervoerDe wet- en regelgeving rondom het leerlingenvervoer gaat er van uit dat de gemeente eentaak heeft bij het aanbieden van een vergoeding voor passend vervoer. Dit is niet altijd hetuitgangspunt bij het toekennen van de vergoedingen door de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong>. Ditheeft tot gevolg, dat kinderen die mogelijk in staat zijn om met het openbaar vervoer tereizen met het aangepaste vervoer naar school worden gebracht.Het volgen van het oorspronkelijke uitgangspunt van de wetgeving en de VerordeningLeerlingenvervoer gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> zal zeer waarschijnlijk leiden tot eenverschuiving in het reispatroon van kinderen. Voor een aantal kinderen zal dit mogelijkbetekenen, dat zij begeleiding nodig hebben tijdens het reizen, hetgeen ook invloed heeft opde ouders.Deze andere kijk op het leerlingenvervoer vraagt een investering in tijd en geld van degemeente. Met name de intensieve communicatie die nodig is om de andere kijk van degemeente uit te leggen vraagt veel. Daar staat echter een afname van de kosten van hetaangepaste vervoer en een verrijking voor de kinderen in de zin van zelfstandigheidsontwikkelingtegenover. De laatst genoemde winst is uiteraard niet in geld uit te drukken,maar zal het kind (en de maatschappij) diens leven lang baten (paragraaf 5.2.5).8.2.4 OV-educatieEr is een nieuwe generatie op komst, die meer dan nu gebruikelijk is met het openbaarvervoer zal reizen om zodoende school en werk te bereiken. Deze generatie zit nu nog opschool en zal van nature weinig ervaring opdoen met het openbaar vervoer. Het aanbiedenvan OV-educatie op scholen kan helpen om de leerlingen spelenderwijs bekend te makenmet het openbaar vervoer (paragraaf 5.2.6)Forseti pagina 37


Quickscan leerlingenvervoer8.2.5 Vervoersadviezen van scholenScholen moeten beter geïnformeerd worden over de mogelijkheden in het leerlingenvervoer(paragraaf 5.2.5) en betrokken worden bij de plannen die de gemeente nog wil ontwikkelen(paragraaf 5.2.7).8.2.6 Passend onderwijsHet onderwijshuisvestingsbeleid moet er naar onze mening op gericht zijn om kinderen zodicht mogelijk bij huis onderwijs aan te bieden. Wij adviseren de gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong>om ten gunste van de leerlingen zelf en de kosten in het leerlingenvervoer er voor te pleitendat er in passend onderwijs voor kinderen uit <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> wordt geïnvesteerd (paragraaf5.2.8).8.2.7 Kwetsbaarheid van één consulentIn <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> is er één consulent leerlingenvervoer. Dit is zeer kwetsbaar. Bij uitval ofziekte is er geen achtervang en ligt het werk stil. Wij geven de gemeente in overweging deuitvoering van het leerlingenvervoer in formatieve zin minder kwetsbaar te maken (paragraaf5.2.9).8.2.8 Documentatie en registratie van de gegevensVoor het leerlingenvervoer wordt er gewerkt met een Excel-bestand. In de loop der jaren isdit door de opeenvolgende consulenten ontwikkeld.Het bestand bevat geen financiële gegevens en verstrekt slechts beperktemanagementgegevens. Om ook deze kwetsbaarheid te ondervangen, adviseren wij degemeente om met een voor het leerlingenvervoer bedoeld geautomatiseerd systeem tewerken (paragraaf 5.2.10). Er zijn systemen beschikbaar die de registratie vanleerlinggegevens en de communicatie met de vervoerder zeer efficiënt kunnen maken. Zokan er geautomatiseerd gecommuniceerd worden met de vervoerder(s) en kunnen allerelevante gegevens van leerlingen inclusief klachten en afwezigheid worden vastgelegd inéén systeem.8.2.9 Kwaliteitsbewaking in het vervoerHet vervoerscontract van de gemeente bevat een aantal kwaliteitseisen. Er is goed contactmet de vervoerder en veel klachten van ouders zijn er niet. Dit neemt niet weg dat het goedis om zicht en grip te hebben op de wijze waarop de vervoerder uitvoering geeft aan ditcontract. Helaas komen wij in het land meer dan eens tegen, dat gemaakte afspraken metvoeten worden getreden. Hierdoor betaalt de gemeente niet alleen te veel , maar voldoet hetvervoer van de leerlingen niet altijd aan de door de gemeente gewenste kwaliteit. Wijadviseren dan ook om met enige regelmaat een kwaliteitsmeting te doen in het aangepastevervoer, bijvoorbeeld door middel van een klanttevredenheidsonderzoek of eenkwaliteitsaudit (paragraaf 5.2.11).Forseti pagina 38


Quickscan leerlingenvervoer8.2.10 Digitaal aanvraagformulierDe gemeente werkt nog met veelal een papieren aanvraagformulier. Deze is ook op dewebsite te vinden. Ouders/verzorgers kunnen deze uitprinten en invullen. <strong>Gemeente</strong>n zijnzich steeds meer aan het digitaliseren. In die ontwikkeling past het om na te denken overeen aanvraagformulier dat digitaal kan worden ingediend en waarmee ouders/verzorgersvoor indiening al kunnen zien voor welke vergoeding zij zeer waarschijnlijk in aanmerkingkomen (paragraaf 5.3.12).Een voorbeeld hiervan is Loket LV, een door Forseti ontwikkeld softwarepakket, waar wegraag meer over vertellen en laten zien.8.3 MobiliteitsadviesUit een (technisch) onderzoek blijkt dat voor er, binnen de uitgangspunten van deverordening, voor veel leerlingen alternatieven zijn naast het aangepast vervoer per taxi.Er is niet gekeken naar de beperkingen van een leerling, die het reizen met het openbaarvervoer of fiets onmogelijk makenSchool Aantal ll OVOV twijfel Fiets Geenalternatiefalternatief alternatiefTotaal 84 55 5 1 24• Voor 60 leerlingen is het OV mogelijk een alternatief. Voor 5 van hen is de lange reistijd eenaandachtspunt. 55 van hen hebben een reistijd van minder dan 1:30 uur. Veel van henmoeten onderweg 1 of 2 keer overstappen. Naar twee scholen in Almelo kan zonderoverstap worden gereisd.• Voor 24 leerlingen is geen alternatief aanwezig binnen de geformuleerde uitgangspunten.• Wij adviseren de gemeente om deze leerlingen niet langer een vergoeding voor aangepastvervoer te verstrekken indien de leerling zelfstandig of met begeleiding kan reizen met hetopenbaar vervoer.• Indien er een OV-alternatief is, kan een medische keuring noodzakelijk zijn om tebeoordelen of reizen met het OV echt een mogelijkheid is.• De mogelijkheid bestaat dat een leerling in eerste instantie alleen met begeleiding kanreizen. In dat geval adviseert Forseti de gemeente te kijken of aanvullende instrumenteningezet kunnen worden die ervoor kunnen zorgen dat een leerlingen uiteindelijk welzelfstandig kan reizen. Voorbeelden zijn OVmaatje of lessen over het openbaar vervoer.Forseti pagina 39


Quickscan leerlingenvervoer8.4 Advies opstapplaatsenUit de analyse van de huidige routes blijkt dat er mogelijkheden zijn tot de inzet van grotermaterieel in combinatie met opstapplaatsen voor vervoer naar scholen in Zwolle (8043 PD),Enschede en Almelo. Voor de routes naar Enschede leidt de inzet van groter materieel niettot een kostenverlaging.. Op iedere kleinere routes met maximaal 8 leerlingen kan ookgewerkt worden met opstapplaatsen. De inzet van opstapplaatsen leidt vrijwel direct tot eenkostenbesparing. Wij adviseren de gemeente om in overleg te treden met de vervoerder,omdat dit niet in de aanbesteding is uitgevraagd. Aangezien concurrentie ontbreekt endaardoor mogelijk nog geen financieel voordeel wordt gerealiseerd ten opzichte van dehuidige situatie, is het een alternatief hiermee te wachten tot het afsluiten van een nieuwcontract leerlingenvervoer per 1-8-2013.8.5 AfsluitingDe gemeente <strong>Rijssen</strong>-<strong>Holten</strong> heeft te maken met hoge kosten voor de uitvoering van hetleerlingenvervoer. De gemiddelde kosten per leerling liggen ver boven het landelijkgemiddelde. Hiervoor zijn diverse oorzaken, waar de gemeente niet altijd zelf grip op heeft(keuze en/of aanwezigheid van onderwijs, hoog tarief vervoerder). Deze rapportage geeftinzicht in de wijze waarop de gemeente kan besparen op de uitvoering van hetleerlingenvervoer:• Verordening op onderdelen aanpassen zodat ruimte en/of onduidelijkheid wordtweggenomen. Hierdoor verkleint de kans op hogere kosten.• Het stringenter uitvoeren van de verordening zoals deze is bedoeld en het opstellen vanbeleidsregels.• Het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en/of fiets.• Het zoeken naar een vervoerkundig zo optimaal mogelijke uitvoering, bijvoorbeeld doorgebruik te maken van opstapplaatsen en combinaties met omliggende gemeente te makenals dat mogelijk is.• Het handhaven van het contract, zodat de gemeente betaalt waar de vervoerder volgens hetcontract recht op heeft.Voor de twee laatst genoemde onderdelen geldt dat in dit onderzoek niet is onderzocht:• Of sprake is van een rechtmatige vergoeding naar de vervoerder. Er is nog geen antwoordop de vragen:• Vindt de uitvoering plaats conform het contract?;• Factureert de vervoerder op de juiste wijze?;• Is sprake van een meest optimale planning van het vervoer?Forseti pagina 40


Quickscan leerlingenvervoer• Of er mogelijkheden zijn om een verlaging van kosten te realiseren door vervoer tecombineren met omliggende gemeenten.Wij adviseren de gemeente om ook deze aspecten nader te onderzoeken.Forseti pagina 41


Bijlagen


1 Analyse opstapplaatsenIn het onderzoek of en op welke routes groter materieel ingezet kunnen worden zijn devolgende stappen doorlopen:1. Het aantal leerlingen per bestemmingspostcodes is in kaart gebracht:!"#$"%&'"#&("")*+,-$.,/0&123%"40%-&& 5,$""%&!!!!""# $#%&!%"'# (#&($(")# (#&(&*+,# *#&%*-'.# %#&%*-/0# %#&%((12# *#&%3$"+# (#&$*456# (#&$$(7'# %#&$$%58# %#&$$&60# *9#&$$&65# *#&$$36:# *#&$4*7"# *#&$-*70# *#&$-()5# (#&$-3;7# *#&4(*07# *#&4(*;# 4#


&-!$'7#&#&-!$5


SAABG# *%#;NN@KB#&#;QRLLBG# %#,KNDMCFLK# *#?Q@D# (#2BQLK# (#2TC@@B# 4$#62#/$,$""%&78


;=#(-# *(#;=#(&# *(#;=#(3# &#;=#(3## *#;=#(3## *#;=#(9# 9#;=#(9## *#;=#%!# $#;=#%*# (#;=#%(# (#;=#%%# *#;=#%$# -#;=#%4# (#;=#%-# (#;=#%&# (#;=#%3# (#;=#%9# (#;=#$!# *#;=#$*# (#;=#$(# *#U@BBPV#62#/$,$""%&# 78>&


2 OV-educatie en OV-maatjeOV-educatieHet lespakket OV4U neemt leerlingen in vijftien lessen mee in het openbaar vervoer.Samenwerking met deskundigen heeft geleid tot eenafgewogen geheel van vijftien OV4U-lessen verdeeld overde thema’s verkennen, plannen en doen. Hierdoor makenleerlingen uit het speciaal onderwijs op een heldere enleuke manier kennis met het reizen met het openbaarvervoer. Mobiliteit is belangrijk voor het meedoen in demaatschappij. Het openbaar vervoer zorgt ervoor dat veelmensen mobiel zijn of kunnen blijven. Vanaf hun 15e jaarneemt bij leerlingen in het speciaal onderwijs de noodzaakom te reizen intensief toe door stages. Als deze leerlingenleren en durven te reizen met het openbaar vervoer neemthun kans op een passende stageplaats toe. Ze zijn immersniet meer gedwongen de stageplaats te zoeken in dedirecte woonomgeving.Leren reizen met het openbaar vervoer levert naast degrotere kans op het vinden van een geschikte stage ofwerkplek nog meer op voor leerlingen:• Toename van het zelfvertrouwen van de leerlingen(durven en doen);• Meer kansen tot volwaardige maatschappelijkeparticipatie met betrekking op wonen, werken, opbouwenen onderhouden van vriendschappen en relaties envrijetijdsbesteding;• In een vroegtijdig stadium op een positieve manierervaring op doen met het openbaar vervoer.Na twee introductielessen leren de leerlingen een eenvoudige reis met de trein of bus voorte bereiden. Vervolgens maken zij een ingewikkelder reis. Na deze voorbereiding worden dereizen ook daadwerkelijk gemaakt. De leerlingen sluiten de lessenserie af met een toets diewordt beloond met een OV-certificaat.Het OV4U-lespakket bestaat uit een handleiding voor de docent. Dit zorgt voor een relatiefkorte voorbereidingstijd voor docenten, waardoor de effectieve lestijd omhoog gaat. Ookbevat de lesmap een cd-rom waarop de werkbladen voor leerlingen staan, daarnaast bevatde cd-rom ook een OV4U certificaat die per leerlingen uitgeprint kan worden wanneer zij allelessen succesvol hebben doorlopen. Dankzij de moderne mix van theorie en praktijk krijgende kinderen spelenderwijs hun kennis aangereikt.


Belangrijke voorwaarde voor OV-educatie op speciaal onderwijs is dat de lesmap op deomgeving moet aansluiten. Door tekstuele en visuele aanpassingen kan de lesmap echtergoed aansluiten op de beleving van de leerlingen.Inhoudelijk gaat het om de beperkte tekstuele aanpassingen zoals het benoemen vanmogelijke OV-bestemmingen in de omgeving van de school. Een van deze bestemmingenzal dan gebruikt worden als voorbeeldreis die tijdens de lessen wordt verkend en gepland.Naast teksten bevat de lesmap OV4U een fors aantal foto’s en illustraties over het OV. Eendeel van deze afbeeldingen is prima bruikbaar. Aanvullend hierop is het echter wenselijk omafbeeldingen te gebruiken die voor leerlingen en leerkrachten herkenbaar zijn als ‘typische’situaties van de omgeving. De inhoudelijke aanpassingen en nieuwe afbeeldingen wordendoor onze vormgeefster verwerkt tot een herkenbare lesmap OV4U.OVmaatjeEen OVmaatje is een persoon die leerlingenletterlijk tijdelijk aan de hand neemt in hetopenbaar vervoer. Zijn of haar doel is omtijdelijk met leerlingen, die nu op basis van eenvergoeding leerlingenvervoer met de taxi(aangepast vervoer) naar school wordengebracht, mee te reizen in het openbaarvervoer van en naar school.Het maatje begeleidt de leerlingen. Hij/zij laatde leerlingen zien hoe het openbaar vervoer werkt, hoe ze zich horen te gedragen, hoe hetgaat als ze tijdens de reis moeten overstappen, hoe ze hun reis uitstippelen, wat ze moetendoen als er tijdens de reiseen wijziging optreedt, hoe ze moeten overstappen, hoe ze van de laatste halte naar schoolmoeten lopen en het maatje begeleidt de leerlingen bij alle andere zaken waar ze tijdens hetreizen naar school tegen aan kunnen lopen. Het OVmaatje en de leerling reizen ongeveer10-15 keer samen met het openbaar vervoer. Voorafgaan aan het reizen stellen zij sameneen plan van aanpak op.De rol van OVmaatje kan op verschillende manieren worden ingevuld:• iemand uit de directe omgeving van de leerling;• een student;• iemand van ene vrijwilligersorganisatie;• een professioneel iemand.De gemeente kan overwegen om tijdens het proces waarin de omslag wordt gerealiseerdouders te ondersteunen, bijvoorbeeld door informatie over het openbaar vervoerbeschikbaar te stellen en/of het vinden van een OVmaatje voor de betreffende leerling.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!