Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie ... - cardss
Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie ... - cardss Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie ... - cardss
Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010 Januari 20102.3. Tijdstip onderdelen indicatiestellingBij voorkeur vindt de indicatiestelling plaats tijdens een poliklinisch intakegesprek waarbij de professionalbeschikt over de uitslagen van de diverse testen en vragenlijsten zoals beschreven in de volgendeparagrafen. Deze uitslagen dienen niet ter vervanging maar ter ondersteuning of als aanknopingspuntvan het intakegesprek. Het gesprek wordt uitgevoerd door een professional uit het hartrevalidatieteam,veelal de coördinator. De cardioloog is eindverantwoordelijk voor de indicatiestelling en de uitvoeringvan de hartrevalidatie.In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de aanbevolen tijdstippen voor de verschillendeonderdelen van de indicatiestelling. Een volledige indicatiestelling tijdens opname wordt afgeradenomdat het bepalen van de psychische of sociale conditie van de patiënt pas goed mogelijk is indiendeze circa twee weken thuis is geweest. Enkele onderdelen van de indicatiestelling (risicofactoren,risicogedrag en bij sommige verwijsredenen, het objectieve inspanningsvermogen) kunnen al wel in deklinische fase vastgesteld worden.Onderdeel indicatiestellingRisicofactoren en risicogedragObjectief inspanningsvermogenPsychische en sociale conditieTijdstip afnameTwee tot vier weken na ontslag of in de klinische faseTwee tot vier weken na ontslag of in de klinische fase(afhankelijk van verwijsrede)Minimaal twee weken na ontslagPagina 16
Beslisboom Poliklinische Indicatiestelling Hartrevalidatie 2010 Januari 20102.4. Adviezen per hoofdvraag2.4.1 Fysiek functionerenObjectief inspanningsvermogenVoorafgaand aan het hartrevalidatieprogramma dient bij alle patiënten een maximale,symptoomgelimiteerde inspanningstest te worden verricht.Bij patiënten met stabiel hartfalen, met een verwachte lage inspanningstolerantie, met onverklaardekortademigheid of met een bijkomende substantiële longziekte dient deze test gecombineerd te wordenmet een maximale spiroergometrietest (15).Met een maximale, symptoomgelimiteerde inspanningstest kan worden bepaald of een patiënt tijdensde revalidatieperiode moet werken aan vergroting van het inspanningsvermogen. Verder kan detest bij herhaalde afname worden gebruikt als evaluatie-instrument. De maximale inspanningstestwordt mede uitgevoerd om risico’s en/of contra-indicaties voor het bewegingprogramma uit tesluiten. De inspanningstest is daarnaast een belangrijk hulpmiddel voor gerichte aansturing van hetbewegingprogramma. In gevallen met lage inspanningstolerantie (zoals in ieder geval bij patiëntenmet stabiel hartfalen maar ook bij patiënten met onverklaarde kortademigheid bij inspanning en/of een bijkomende longziekte) is een ‘diagnostische’ maximale spiroergometrietest nodig om detrainingsbelasting beter te kunnen doseren en absolute beperkingen beter in kaart te hebben.Het wordt afgeraden om het inspanningsvermogen nog enkel op basis van klinische ervaring in teschatten. Indien het niet mogelijk is om een (betrouwbare) maximale inspanningstest af te nemen, dientter vervanging een Shuttle Walk Test (SWT) te worden afgenomen. De 6 minuten wandeltest wordt nietlanger aangeraden. Dit in verband met een leereffect wat zorgt voor verminderde betrouwbaarheid bijherhaling (zie noot 2, 3 en 4).Subjectief fysiek functionerenBij alle patiënten dient de fysieke score van de vragenlijst ‘Kwaliteit van Leven bij Hartpatiënten’ (KVL-H)gerelateerd te worden aan het objectieve inspanningsvermogen om te bepalen of de patiënt een goedeinschatting kan maken van het eigen inspanningsvermogen (16).Het wordt aangeraden om patiënten de KVL-H te laten invullen, ten minste 14 dagen na ontslag uit hetziekenhuis, op het moment van (of net voor) de indicatiestelling en bij voorkeur voorafgaand aan deinspanningstest. Het wordt afgeraden om het subjectief fysiek functioneren enkel op basis van klinischeervaring in te schatten.De KVL-H is een internationaal gevalideerde vragenlijst waarmee zowel de subjectief fysieke, psychische,en sociale conditie van de patiënt kan worden bepaald. Bovendien is gebleken dat de KVL-H gevoeligis voor verandering en dus geschikt om te gebruiken als evaluatie-instrument. Bij het gebruik van devragenlijst wordt aangeraden de MacNew score te hanteren. Hiermee is het ook mogelijk een goedescore te berekenen wanneer de patiënt één of meer vragen niet heeft ingevuld (zie bijlage 1 en noot 5en 6).Pagina 17
- Page 1: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 4 and 5: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 6 and 7: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 8 and 9: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 10 and 11: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 12 and 13: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 14 and 15: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 16 and 17: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 20 and 21: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 22 and 23: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 24 and 25: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 26 and 27: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 28 and 29: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 30 and 31: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 32 and 33: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 34 and 35: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 36 and 37: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 38 and 39: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 40 and 41: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 42 and 43: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 44 and 45: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 46 and 47: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 48 and 49: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 50 and 51: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 52 and 53: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 54 and 55: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 56 and 57: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 58 and 59: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 60 and 61: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 62 and 63: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 64 and 65: Beslisboom Poliklinische Indicaties
- Page 66 and 67: Beslisboom Poliklinische Indicaties
<strong>Beslisboom</strong> <strong>Poliklinische</strong> <strong>Indicatiestelling</strong> <strong>Hartrevalidatie</strong> 2010 Januari 20102.4. Adviezen per hoofdvraag2.4.1 Fysiek functionerenObjectief inspanningsvermogenVoorafgaand aan het hartrevalidatieprogramma dient bij alle patiënten een maximale,symptoomgelimiteerde inspanningstest te worden verricht.Bij patiënten met stabiel hartfalen, met een verwachte lage inspanningstolerantie, met onverklaardekortademigheid of met een bijkomende substantiële longziekte dient deze test gecombineerd te wordenmet een maximale spiroergometrietest (15).Met een maximale, symptoomgelimiteerde inspanningstest kan worden bepaald of een patiënt tijdensde revalidatieperiode moet werken aan vergroting van het inspanningsvermogen. Verder kan detest bij herhaalde afname worden gebruikt als evaluatie-instrument. De maximale inspanningstestwordt mede uitgevoerd om risico’s en/of contra-indicaties voor het bewegingprogramma uit tesluiten. De inspanningstest is daarnaast een belangrijk hulpmiddel voor gerichte aansturing van hetbewegingprogramma. In gevallen met lage inspanningstolerantie (zoals in ieder geval bij patiëntenmet stabiel hartfalen maar ook bij patiënten met onverklaarde kortademigheid bij inspanning en/of een bijkomende longziekte) is een ‘diagnostische’ maximale spiroergometrietest nodig om detrainingsbelasting beter te kunnen doseren en absolute beperkingen beter in kaart te hebben.Het wordt afgeraden om het inspanningsvermogen nog enkel op basis van klinische ervaring in teschatten. Indien het niet mogelijk is om een (betrouwbare) maximale inspanningstest af te nemen, dientter vervanging een Shuttle Walk Test (SWT) te worden afgenomen. De 6 minuten wandeltest wordt nietlanger aangeraden. Dit in verband met een leereffect wat zorgt voor verminderde betrouwbaarheid bijherhaling (zie noot 2, 3 en 4).Subjectief fysiek functionerenBij alle patiënten dient de fysieke score van de vragenlijst ‘Kwaliteit van Leven bij Hartpatiënten’ (KVL-H)gerelateerd te worden aan het objectieve inspanningsvermogen om te bepalen of de patiënt een goedeinschatting kan maken van het eigen inspanningsvermogen (16).Het wordt aangeraden om patiënten de KVL-H te laten invullen, ten minste 14 dagen na ontslag uit hetziekenhuis, op het moment van (of net voor) de indicatiestelling en bij voorkeur voorafgaand aan deinspanningstest. Het wordt afgeraden om het subjectief fysiek functioneren enkel op basis van klinischeervaring in te schatten.De KVL-H is een internationaal gevalideerde vragenlijst waarmee zowel de subjectief fysieke, psychische,en sociale conditie van de patiënt kan worden bepaald. Bovendien is gebleken dat de KVL-H gevoeligis voor verandering en dus geschikt om te gebruiken als evaluatie-instrument. Bij het gebruik van devragenlijst wordt aangeraden de MacNew score te hanteren. Hiermee is het ook mogelijk een goedescore te berekenen wanneer de patiënt één of meer vragen niet heeft ingevuld (zie bijlage 1 en noot 5en 6).Pagina 17