Vragen Antwoorden Questions Réponses - weblex.irisnet.be ...

88Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 juillet 2008 (n° 42)Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 juli 2008 (nr. 42)II. Pour Bruxelles, d'un point de vue policier et dans le contexted'une catastrophe ou d'une grande calamité :Signalons que le Gouverneur (rapport d'activité 2003), suite àla concertation provinciale de sécurité du 22 janvier 2003, aproposé aux zones de police la conclusion d'accords sur, entreautres, la thématique de la mise à disposition d'équipes de policedans le cadre de la survenance d'un événement majeur inopiné ausens de la loi du 31 décembre 1963 « relative à la protectioncivile ».Ce projet visait essentiellement l'appui entre zones de police endeçà des 24 heures dans le cadre de catastrophes, sinistres ...Les chefs de zones estimaient cependant que l'accord verbalexistant était suffisant. Le Gouverneur estimait quant à lui que celaaurait permis de régler au préalable certaines questions deresponsabilité en cas de commission de fautes, dommages, derégler les modalités pratiques opérationnelles, ...Depuis, un certain nombre d'avancées ont vu le jour.A. Dans le cas des catastrophes :1. Le PGUI contient un Plan d'Intervention Policier commun àtout les services de police locaux ou fédéraux actifs sur leterritoire de l'Arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale (Les six zones de police locales, la police de la Route,la Direction de Coordination et d'Appui, la Direction Judiciairedéconcentrée, la Police des chemins de fer [police fédérale duMétro y compris], le centre d'information et de communication[CIC] dit 101).Notons par ailleurs que le Parquet de l'Arrondissement judiciairea été associé dès le départ à la démarche. M. le Procureur duRoi a désigné deux magistrats de référence pour la planificationd'urgence et d'intervention.Vous comprendrez dès lors aisément au regard de ce quiprécède qu'il est inexact d'affirmer que « Alleen de provinciesLimburg en West-Vlaanderen hebben een eigen plan om deorde bij rampen ofgroot onheil te handhaven ».Ces deux provinces sont citées très vraisemblablement à titred'exemple au sein de l'enquête de contrôle du Comité P.En conclusion, il ne s'agit donc pas d'une exclusivité réservée àces deux seules provinces.2. Ce Plan d'Intervention Policier n'est donc pas stricto sensu unaccord de coopération mais un plan opérationnel validé etaccepté par tous. Ce plan n'en a pas moins un caractère obligatoirepuisqu'il est légalement requis (articles 2 et 4 de l'arrêtéroyal du 16 février 2006) et qu'il a été inséré comme tel auPGUI.Pour mémoire, le Plan d'Intervention Policier élaboré pourBruxelles, son canevas ainsi que les « fiches réflexes » pour lesacteurs du terrain ont été repris par la Police fédérale (Directiongénérale de la police administrative) pour une généralisationdes bonnes pratiques et publié au sein d'un guide de managementpolicier des situations d'urgence.II. Voor Brussel, vanuit politiestandpunt en in de context vaneen catastrofe of een grote ramp :We wijzen erop dat de Gouverneur (activiteitenverslag 2003)na het provinciaal veiligheidsoverleg van 22 januari 2003 depolitie zones heeft voorgesteld akkoorden te sluiten, onder andereover het thema van de terbeschikkingstelling van politieteamswanneer zich een onverwacht groot evenement voordoet in de zinvan de wet van 31 december 1963 « betreffende de civielebescher ming ».Dit project had vooral de steun tussen politiezones tot doel inminder dan 24 uur in het kader van een ramp, onheil, ...De zonechefs waren nochtans van mening dat het bestaandemondelinge akkoord voldoende was. De Gouverneur daarentegenoordeelde dat dit de mogelijkheid zou hebben geboden om opvoorhand bepaalde problemen inzake verantwoordelijkheid teregelen wanneer er fouten worden gemaakt, schade wordt opgelopen,om de praktische operationele modaliteiten te regelen ...Er werd sindsdien vooruitgang geboekt op een aantal vlakkenA. In het geval van een ramp :1. Het ANIP bevat een gemeenschappelijk Politie-lnterventieplanvan alle lokale of federale politiediensten die actief zijn op hetgrondgebied van het Administratief Arrondissement vanBrussel-Hoofdstad (de zes lokale politiezones, de Wegenpolitie,de Directie Coördinatie en Steun, de gedeconcentreerdeGerech telijke Directie, de Spoorwegpolitie [met inbegrip vande federale Metropolitie], het Communicatie- en Informatiecentrum[CIC], ook « 101 » genaamd).Er dient overigens opgemerkt dat het parket van het GerechtelijkArrondissement er ook bij betrokken werd van bij de start vanhet initiatief. De Procureur des Konings heeft twee referentiemagistratenaangeduid voor de nood- en interventieplanning.Op basis van deze informatie zal u dus makkelijk begrijpen dathet niet juist is te stellen dat « Alleen de provincies Limburg enWest-Vlaanderen een eigen plan hebben om de orde bij rampenof groot onheil te handhaven ».Deze twee provincies worden in het toezichtonderzoek van hetComité P zeer waarschijnlijk genoemd als voorbeeld.Met andere woorden, het zijn dus niet uitsluitend deze tweeprovincies die over een dergelijk plan beschikken.2. Dit Politie-lnterventieplan is dus niet stricto sensu een samenwerkingsakkoord,maar een operationeel plan dat is goedgekeurden aanvaard door iedereen. Dit plan is daarom niet minderverplicht, aangezien het wettelijk vereist is (Artikelen 2 en 4van het KB van 16 februari 2006) en als dusdanig is opgenomenin het ANIP.Ter herinnering: het Politie-lnterventieplan dat werd uitgewerktvoor Brussel, de basis ervan en de fiches met instructies voorde actoren op het terrein werden overgenomen door de FederalePolitie (Directie-generaal van de bestuurlijke politie) met hetoog op een veralgemening van de goede praktijken en werdengepubliceerd in een gids voor politiemanagement voor noodtoestanden.