Vragen Antwoorden Questions Réponses - weblex.irisnet.be ...

Questions et Réponses – Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – 15 juillet 2008 (n° 42)Vragen en Antwoorden – Brussels Hoofdstedelijk Parlement – 15 juli 2008 (nr. 42)163De invasie van exoten is een bedreiging voor de biodiversiteit,zowel op wereldvlak als regionaal. Het beheer van de soorten kanniet beperkt worden tot een beperkt grondgebied. Een nationalewerkgroep « Invasieve exoten », gecoördineerd door het « Platcalcaire,sur les berges des rivières, dans les terrains vagues et enlisières forestières. En certains endroits, et notamment en Régionbruxelloise, elle a complètement supplanté la végétation locale.La renouée du Japon possède de puissants rhizomes, tigessouterraines lui permettant de s'étendre rapidement jusqu'àplusieurs mètres de profondeur et atteindre une longueur de20 mètres ! Une fois installée, la renouée du Japon élimine à brèveéchéance toutes les autres espèces, même les plus courantes,contribuant ainsi à appauvrir et banaliser la flore naturelle. Lasituation est encore plus préoccupante là où les biotopes colonisésrecèlent des espèces rares ou caractéristiques de la flore naturelle.Cette plante n'est en outre d'aucune utilité pour les oiseaux, quin'y établissent pas leurs nids, si ce n'est exceptionnellement. Lacomparaison des relevés par quadrillage mis en place par l'InstitutFloristique Belgo-Luxembourgeois montrait il y a quelques annéesune augmentation alarmante de la présence de la renouée enRégion bruxelloise. A l'époque. l'IGBE s'était attaqué au problèmepar des campagnes d'arrachage bisannuel, et avait obtenul'éradication de l'espèce en certains endroits limités.Mes questions sont donc les suivantes : quelle est la situationactuelle en ce qui concerne l'invasion de cette plante particulièrementnuisible ? A-t-elle colonisé de nouveaux espaces, ou au contraire,a-t-elle régressé ? La campagne de l'IGBE se poursuit-elle, et sioui, selon quelles méthodes ?Réponse : En réponse à sa question, je communique à l'honorablemembre les éléments suivants :La Renouée du Japon, Fallopia japonica, est très fréquente enRégion de Bruxelles-Capitale. Cette plante non indigène, originairedu Japon, a été introduite au 19e siècle comme plante d'ornement.Sa colonisation de la Région a commencé au milieu du 20e siècleet était déjà en grande partie accomplie au cours de la période1991-1994. La cartographie floristique réalisée durant la période2003-2006 indique qu'actuellement la Renouée du Japon peut êtreobservée pratiquement dans chaque kilomètre carré de la Région.Bien que non présente massivement partout, elle n'est absente quedans quelques kilomètres carrés situés au centre (très imperméabilisés)et à l'est de la Forêt de Soignes (partie sablonneuse).Bien qu'aucune progression notable n'ait été enregistrée cesdernières années, la situation n'en reste pas moins préoccupante.En effet, en dehors des espaces verts gérés par BE-IBGE, peud'actions de lutte spécifiques semblent être menées par lesgestionnaires d'espaces publics ou privés, malgré la campagned'information réalisée par BE-IBGE (dépliant, site web).Dans les sites gérés par BE-IBGE, les campagnes d'arrachagebisannuel portent leurs fruits puisque l'espèce régresse fortement,voire disparaît (dans les sites à colonies réduites et/ou à environnementmoins favorable). Il apparaît que l'arrachage est la seuleméthode efficace et écologique qui permet de contrôler l'espèce.Dans tous les cas, les plantes arrachées ne doivent pas êtreexportées pour éviter tout risque de dispersion de l'espèce.L'invasion des espèces exotiques est une menace pour labiodiversité, tant au niveau mondial que régional. La gestion deces espèces ne peut se limiter à un territoire restreint. A cet effet,un groupe de travail national « Espèces exotiques invasives »,voor op kalkarme bodems, rivieroevers, braakliggende gronden enaan de rand van het bos. Op bepaalde plaatsen zoals in het BrusselsGewest heeft zij de lokale vegetatie verdrongen.De Japanse duizendknoop heeft sterke rizomen, ondergrondsestengels die meters onder de grond gaan en 20 meter ver! Op kortetijd verdringt de Japanse duizendknoop alle andere soorten, zelfsde meest voorkomende en zo wordt de natuurlijke flora verarmden eentonig. De situatie is nog zorgwekkender op plaatsen waar deingepalmde biotopen zeldzame en typische plantensoortenbevatten.Deze plant heeft bovendien geen enkel nut voor de vogels dieer geen nesten in maken, tenzij zeer uitzonderlijk. Uit eenfijnmazig onderzoek van het Belgisch-Luxemburgs bloemeninstituutenkele jaren geleden is gebleken dat de duizendknoop in hetBrussels Gewest onrustwekkend toegenomen was. Toentertijdheeft het BIM tweejaarlijkse acties gevoerd om de planten uit tetrekken en is het erin geslaagd om enkele beperkte plaatsen deplant uit te roeien.Vandaar mijn vragen: wat is de situatie vandaag inzake deinvasie van deze schadelijke plant ? Heeft zij nieuwe gebiedeningepalmd of is zij achteruit gegaan ? Wordt de campagne van hetBIM voortgezet en zo ja, volgens welke methodes ?Antwoord : In antwoord op haar vraag, deel ik het geachte lidde volgende elementen mede :De Japanse duizendknoop, Fallopia japonica, komt veel voor inhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze niet inheemse plant, dieuit Japan afkomstig is, werd in de 19de eeuw als een sierplantingevoerd. De kolonisatie van het Gewest begon in de helft van de20ste eeuw en was al grotendeels voltrokken in de loop van deperiode 1991-1994. De cartografie van de flora die in de periode2003-2006 werd uitgevoerd, toont aan dat de Japanse duizendknooptegenwoordig praktisch in elke vierkante kilometer van hetGewest kan worden waargenomen. Hoewel niet massaal aanwezig,is deze plant slechts op enkele vierkante kilometers in het centrum(zeer waterdicht) en ten oosten van het Zoniënwoud (zanderiggedeelte) onbestaand.Hoewel er in de laatste jaren geen noemenswaardige vooruitgangwerd genoteerd, is de situatie toch zorgwekkend. Buiten de groeneruimtes die door LB-BIM worden beheerd, schijnen er weinigspecifieke bestrijdingsacties door de beheerders van openbare ofprivéruimten te worden gevoerd, ondanks de informatiecampagnedie door LB-BIM werd verwezenlijkt (folder, website).In de sites die door LB-BIM worden beheerd, blijken detweejaarlijkse uitroeiingscampagnes effect te sorteren want desoort gaat sterk achteruit en verdwijnt zelfs in sites waar de soortweinig voorkomt en/of waar het milieu minder gunstig is. Het isgebleken dat uitrukken de enige doeltreffende en ecologischemethode is om de soort te controleren. In alle gevallen, mogen deuitgerukte planten niet vervoerd worden om het verspreidingsrisicote voorkomen.