11.07.2015 Views

Groenbeleidsplan Boxtel 2012 - 2017 - Gemeente Boxtel

Groenbeleidsplan Boxtel 2012 - 2017 - Gemeente Boxtel

Groenbeleidsplan Boxtel 2012 - 2017 - Gemeente Boxtel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong> <strong>2012</strong> - <strong>2017</strong>Beleven, verbinden & duurzaam behouden


<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong> <strong>2012</strong> - <strong>2017</strong>Beleven, verbinden & duurzaam behouden


ColofonOpdrachtgever:<strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong>Project:50527ZUContactpersoon:Hein HoppenbrouwersProjectleider:Rob EllenbroekAuteurs:Rob EllenbroekBjorn NijhuisDatum: 5 juli <strong>2012</strong>Adviseurs voor buitenruimte en organisatie


Inhoudsopgave1 Inleiding 72 Groenstructuurvisie 93 Beleven 134 Verbinden 255 Duurzaam behouden 316 Organisatie & middelen 377 Vervolgstappen & aanbevelingen 41Bijlagen 45Bijlage 1: GebiedspaspoortenBijlage 2: Toelichting ecologische ambitie per gebiedBijlage 3: Acties


6<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Bij de vaststelling van dit groenbeleidsplan worden scenario‟s uitgewerkt, zodat de gemeenteraad het gewensteambitieniveau kan bepalen. Met dit ambitieniveau stelt de gemeente vast wat <strong>Boxtel</strong> de komende jaren werkelijk gaat doenom uitvoering te geven aan de groenstructuurvisie en het groenbeleidsplan.1.2 LeeswijzerHoofdstuk 2 vormt de brug tussen de groenstructuurvisie en dit groenbeleidsplan met een samenvatting van degroenstructuurvisie. Hoofdstuk 3 tot en met 5 biedt de uitwerking van de groenstructuurvisie naar uitgangspunten, actiesen aanbevelingen. De uitwerking sluit aan bij de thema‟s van de groenstructuurvisie, met in hoofdstuk 3 het thema“beleven”, in hoofdstuk 4 het thema “verbinden” en in hoofdstuk 5 het thema “duurzaam behouden”. Hoofdstuk 6 “middelenen organisatie” gaat in op de middelen die nodig zijn om de acties uit hoofdstuk 3 tot en met 5 uit te voeren. Hoofdstuk 7vormt de afronding van dit groenbeleidsplan en beschrijft de vervolgstappen en aanbevelingen.8<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


2 Groenstructuurvisie2.1 Samenvatting groenstructuurvisieDit hoofdstuk is een samenvatting van de “Groenstructuurvisie <strong>Boxtel</strong> <strong>2012</strong>; beleven, verbinden en duurzaambehouden”. De groenstructuurvisie bestaat globaal uit twee onderdelen. De eerste hoofdstukken geven inzicht inde huidige „groensituatie‟ en het laatste hoofdstuk geeft inzicht in de gewenste toekomstsituatie. De eerstehoofdstukken beschrijven de waarde van groen, het huidige aanbod aan groen en het bestaande beleid op groenin de gemeente <strong>Boxtel</strong>. De terugkerende thema‟s in de bevindingen uit deze hoofdstukken vormen samen hetmotto voor de toekomst:Beleven, verbinden en duurzaam behouden!Het motto is vertaald tot een visie die in hoofdlijn het streven van de gemeente weergeeft:<strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong> streeft naar een sterke, duurzame, samenhangende hoofdgroenstructuur en voldoendebeleefbaar, toegankelijk, ecologisch en duurzaam groen dat aansluit bij het karakter van dedeelgebieden.9<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


In de visie worden negen speerpunten gegeven. Deze beschrijven in hoofdlijn wat nodig is om uitvoering tegeven aan de visie. Ze sluiten aan bij de visiekaart van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong> (zie pagina 11).SpeerpuntenDe gemeente <strong>Boxtel</strong> streeft naar:1. Toegankelijk, beleefbaar en diverse groengebieden rondom de wijken, de Dommel en hetSmalwater.2. Voldoende gebruiksgroen in de wijken en buurten met voldoende belevingswaarde.3. Groenaccenten die de parels van <strong>Boxtel</strong> zijn en blijven.4. (Woon)gebieden met een eigen groenkarakteristiek en voldoende diversiteit in het groen, in entussen de wijken.5. Een sterke groene hoofdstructuur die het buitengebied verbindt met de wijken en het centrum.6. Een groener centrum met dorps groen.7. Herkenbare entrees die de verbindende poort vormen tussen buitengebied en dorp.8. Een vergroting van de biodiversiteit door het toepassen van ecologisch groen(beheer).9. Een duurzame inrichting en beheer van het openbaar groen.2.2 Uitwerking visie tot beleidDe speerpunten uit de groenstructuurvisie worden in dit groenbeleidsplan uitgewerkt tot beleidsuitgangspuntenen acties. De uitwerking sluit aan bij de thema‟s van de groenstructuurvisie: „beleven‟, „verbinden‟ en „duurzaambehouden‟. In de volgende drie hoofdstukken wordt per thema inzicht gegeven in de gewenste situatie, dehuidige situatie en de uit te voeren acties.10<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


11<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


3 Beleven3.1 Beleefbaar, toegankelijk en divers groot groen!Op de visiekaart die op pagina 11 is weergegeven is te zien dat in en rondom <strong>Boxtel</strong> drie grote groengebieden liggen. Hetgaat om de „noordelijke groene wig‟ (A), het „Dommeldal tussen Munsel en Selissenwal‟ (B) en de „zuidelijke groene wig‟(C). De Dommel en het Smalwater zijn belangrijke structuurdragers en zijn karakteristiek voor <strong>Boxtel</strong>.Gewenste situatieDe drie grote groengebieden in en om <strong>Boxtel</strong> moeten de uitloopgebieden voor de bewoners van <strong>Boxtel</strong> gaan vormen. Zemoeten voldoende ruimte bieden aan zowel actieve als passieve ontspanning. Door elk groengebied een eigen karakter tegeven, wordt de diversiteit tussen de gebieden vergroot. De belevingswaarde en recreatieve waarde van elk groengebiednemen daardoor ook toe.De wens is dat de groengebieden voldoende fiets- en wandelmogelijkheden hebben en ruimte om te spelen. Bovendienzijn er genoeg bankjes om van de prachtige gebieden te genieten. Elk groengebied is een ruimtelijke eenheid (nietversnipperd) en de „gebruikers‟ beleven dit ook zo. De groengebieden zijn gericht op gebruik. Het gewenste niveau vanbeheer en inrichting is te typeren als „normaal en functioneel‟ (zie het kader op pagina 20 voor een toelichting).13<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Huidige situatie en aanpakInwoners onderkennen de waarde van de grote groengebieden in en om het dorp. De gebieden zijn echter slechttoegankelijk en zij beleven er weinig bij. “Het is er wel, maar je kunt er niet in”, is een veel gehoorde uitspraak.De „noordelijke groene wig‟De „noordelijke groene wig‟ heeft een cultuurlijk karakter met recreatie en sport als dragende functies. De wig bestaat uitPark Molenwijk, sportpark „Essche Heike‟, recreatieplas „De Langspier‟ en loopt via Sparrenrijk en de Groene Poort over inde landgoederen en natuurgebieden ten noorden en noordoosten van <strong>Boxtel</strong>. De wig is versnipperd door harde grenzenvan wegen en spoorlijn. Het gebied wordt niet als eenheid ervaren, maar als afzonderlijke gebieden.Park Molenwijk is een stadspark met waterpartijen, wandel- en fietspaden, sculpturen, speelplekken en een hertenkamp.Het park kent grote bomen en laanstructuren en een karakteristieke beplanting van vliegdennen. Door verrommelingneemt de kwaliteit en allure van het park af.Actie 1:Opstellen lange termijn visie enontwerp voor Park Molenwijk.Het is wenselijk de „noordelijke groene wig‟ te ontwikkelen tot een ruimtelijke eenheid en het cultuurlijke karakter teversterken. Binnen de zonering van stadspark, sportpark, bos en landgoederen moeten zowel ruimtelijk als fysiek sterkereverbindingen worden gerealiseerd. Deze oplossing reikt verder dan groen. Het is dan ook aan te bevelen om eenmasterplan op te stellen voor de „noordelijke groene wig‟.Park Molenwijk moet worden opgeknapt tot een hoogwaardig, cultuurlijk stadspark met goede, herkenbare verbindingennaar de omliggende wijk. Er dient een lange termijn visie en ontwerp opgesteld te worden die kaders bieden voor deinrichting van het park. Bij het opstellen van de visie kan tevens worden onderzocht hoe kunstobjecten het park eenkwaliteitsimpuls kunnen geven. Onderstaande beelden geven een sfeerimpressie van de mogelijke ontwikkeling.Sfeerimpressie mogelijke ontwikkeling Park Molenwijk14<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Het DommeldalHet Dommeldal tussen Munsel en Selissen is een brede aaneengesloten zone die het beekdallandschap het dorp inbrengt en waar het particuliere eigendom tot aan de watergang grenst. De openheid, het begrazingsbeheer en denatuurlijke oevers van de Dommel vormen de belangrijke kwaliteitsdragers. Het Dommeldal vernauwt geleidelijk totdat terhoogte van de Mgr. Wilmerstraat alleen het profiel van de Dommel overblijft. In dit zuidelijke deel van de zone ligt deDommel diep ingesneden en verborgen, waardoor de waterloop onvoldoende beleefbaar is.In het kader van de „Dommel door <strong>Boxtel</strong>‟, zal de beleefbaarheid en de toegankelijkheid van de Dommel en het Dommeldalsterk worden verbeterd. Het plan voorziet onder andere in de realisatie van een Ecologische Verbindingszone(oeververbeteringen, meer ruimte voor het water, meer zicht op het water, begrazingsbeheer en aanleg van poelen) enrecreatieve voorzieningen.Het grazige, natte en natuurlijke karakter van het Dommeldal wordt versterkt door toepassing van ecologisch beheer (zieparagraaf 5.1, pagina 31). De aantrekkingskracht en recreatieve waarde van het gebied kunnen worden vergroot door hetbenutten van de kansen ten aanzien van natuurspelen en natuureducatie.Onder de inwoners leeft een breed gedragen wens om langs de gehele Dommel te kunnen lopen, zodat ze door en rondheel <strong>Boxtel</strong> kunnen wandelen. Het verdient aanbeveling de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken.DommeldalDe „zuidelijke groene wig‟De „zuidelijke groene wig‟ bestaat uit kasteel Stapelen met kasteelpark, het retentiegebied voor Ladonk (Blauwhoefse loop)en voor het grootste deel uit het open Dommeldal ten zuiden van <strong>Boxtel</strong>. Het gebied kent een open, agrarisch karakter metnatte milieus, populierenbosjes, agrarische bebouwingslinten en enkele boomkwekerijen. Door het gebied stroomt behalvede Dommel ook de Blauwhoefse Loop.De wig grenst direct aan het centrum van <strong>Boxtel</strong>, maar de wijk Oost heeft het grootste raakvlak met de groene wig. Vanafhet fiets- en wandelpad „de Lange Loop‟, dat langs de wijk en de Dommel loopt, is er continue zicht op het open gebiedvan de „zuidelijke groene wig‟. Het gebied is echter onvoldoende toegankelijk en te weinig beleefbaar, doordat er geenfysieke verbinding met het gebied.In het kader van het project de „Dommel door <strong>Boxtel</strong>‟ is er een brug langs de snelweg en over de Dommel gerealiseerd.Om het gebied voldoende toegankelijk en beleefbaar te maken, is echter meer nodig. Het is wenselijk het kasteelparkvisueel en fysiek te verbinden met het dorp en om een doorgaande wandelroute door het gebied te realiseren.Een groot deel van het gebied is geen eigendom van de gemeente. De oplossing is groenoverstijgend en vraagt om eenbrede aanpak. Het is aan te bevelen om een masterplan op te stellen voor de „zuidelijke groene wig‟. Het masterplan moethanden en voeten geven aan de ontwerpopgave voor het kasteelpark en de wijze waarop wordt omgegaan met de ruimtedie niet in gemeentelijk eigendom is.15<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>De „zuidelijke groene wig‟


3.2 Voldoende gebruiksgroen in de wijken van <strong>Boxtel</strong>, Lennisheuvel en LiempdeVoldoende gebruiksgroen in de woongebieden is belangrijk voor de leefbaarheid in de gemeente. Gebruiksgroen biedtruimte en ontspanning aan alle leeftijdsgroepen en culturen. Er is een aantoonbaar positief verband tussen de hoeveelheidgroen in de leefomgeving en het welbevinden van mensen.Gewenste situatieIn de gewenste situatie is er in de buurten en wijken in de kernen van <strong>Boxtel</strong>, Lennisheuvel en Liempde voldoendegebruiksgroen. Het groen biedt voldoende omvang, belevingswaarde en uitdaging, en sluit aan bij de doelgroep. Hetgebruiksgroen kan onder andere worden ingericht met speelbaar of eetbaar groen, zodat bewoners de natuur midden inde wijk kunnen ruiken en proeven.“Voldoende gebruiksgroen” is een onbepaald begrip. Om de benodigde hoeveelheid concreet te maken zijn normenopgesteld in de Nota „Ruimte‟ en daarbij aansluitende onderzoeken. Landelijk wordt een hoeveelheid van 75 m2 groen perwoning als richtgetal aanbevolen en een maximale afstand van woning tot gebruiksgroen van maximaal 300 meter. Quaafmeting hanteren we een oppervlak van 400 m2 als richtgetal. De genoemde waarden zijn richtgetallen en geen hardenormen. Het gaat immers om het invullen van een specifieke behoefte van een wijk of buurt. Het aanbod aan groen, deafstand tot de woning en het oppervlak van het gebruiksgroen zijn goede indicatoren voor het bepalen van de juistehoeveelheid gebruiksgroen. Ze vormen ook een goede basis om het gesprek met inwoners aan te gaan.Enkele voorbeelden vangebruiksgroen metbelevingswaarde.Huidige situatie en aanpakInwoners van <strong>Boxtel</strong> ervaren een tekort aan gebruiksgroen met voldoende belevingswaarde in de directe woonomgeving.In de oude woongebieden ontbreekt het aan voldoende gebruiksgroen en inwoners geven aan dat het gebruiksgroen in deoverige wijken onvoldoende belevingswaarde en uitdaging biedt. Uit de rapportage van de Databank <strong>Gemeente</strong>lijkGroenbeheer 1 blijkt dat er in de gemeente <strong>Boxtel</strong> binnen de bebouwde kom 77 m2 groen per woning is. Het aanbod aangroen binnen de bebouwde kom is daarmee duidelijk lager dan het landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddelde is 93 m2per woning en bij gemeenten van een vergelijkbare grootte is dit zelfs 108 m2.1 Databank <strong>Gemeente</strong>lijk GroenbeheerDe Databank <strong>Gemeente</strong>lijk Groenbeheer (DGG) is een benchmark met kengetallen over gemeentelijk groen en groenbeheer. De DGG verzameltgegevens van groen(beheer) van de aangesloten gemeenten. <strong>Gemeente</strong>n die meedoen krijgen een rapportage op maat met kengetallen over het eigengroenbeheer en de resultaten van vergelijkbare gemeenten. De rapportages geven inzicht en handvatten om het beheer van groen verder teprofessionaliseren.16<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Figuur 3.2.1 toont het aanbod aan groen per woning per wijk. De grafiek maakt inzichtelijk dat er vooral in de ouderewoongebieden Breukelen en Selissenwal en de dorpen Lennisheuvel en Liempde weinig openbaar groen per woning is.Munsel heeft een ruim aanbod aan groen, waarvan het meeste groen gelegen is in het nieuwe deel „In Goede Aarde‟. „InGoede Aarde‟ is de projectennaam voor de inbreidingslocatie en maakt onderdeel uit van Munsel. Het oudere deel vanMunsel is arm aan groen en heeft weinig groen per woning.Daar waar inwoners een gebrek aan gebruiksgroen ervaren moet worden getracht het aanbod te vergroten, zodat hetaansluit bij de behoefte van inwoners. Bij (reconstructie)projecten en nieuwbouwprojecten moet voldoende gebruiksgroenworden aangelegd.In Lennisheuvel ligt een specifieke kans voor het realiseren van gebruiksgroen. Door de Pastorietuin en binnenruimte inLennisheuvel toegankelijk te maken, ontstaat een landschapspark met een belangrijke recreatieve functie voor de helekern. Hiervoor hoeft niet het gehele gebied openbaar te worden, maar kunnen de afzonderlijke percelen in particuliereigendom blijven.Actie 2:Het aanbod aan gebruiksgroenvergroten, en laten aansluitenop de behoefte van inwoners.Tijdens een rondgang door de gemeente is de belevingswaarde van het gebruiksgroen geanalyseerd. Het gebruiksgroenis overwegend sober ingericht met voornamelijk gras en bomen (zie ook pagina 23 „Sierwaarde en diversiteit van groen inwoonwijken‟). Het gebruiksgroen in de inbreidingslocatie „In Goede Aarde‟ vormt een uitzondering. Dit groen heeft veelbelevingswaarde en biedt uitdaging voor alle leeftijden. De belevingswaarde van sober gebruiksgroen moet wordenvergroot. Het is wenselijk hierbij ook spelaanleidingen en bankjes te betrekken.18016014012010080604020-Richtgetal NotaRuimte (75 m2)Actie 3:De belevingswaarde vangebruiksgroen vergroten.Figuur 3.2.1 Aanbod aan groen (m2) per woning per wijk17<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


3.3 Groenaccenten zijn de parels van <strong>Boxtel</strong>!In de groenstructuurvisie zijn (potentiële) groenaccenten benoemd. Groenaccenten zijn bijzondere plekken in het groendoor de ruimtelijke kwaliteit, historie of functie. Ze zijn daarmee belangrijke oriëntatiepunten in de kern. Het gaat om hetKasteelpark Stapelen, het Processiepark en de Boomgaard in <strong>Boxtel</strong>, het Concordiapark en de klompenmakerij in Liempdeen het parkje en kapelletje bij Lennisheuvel.Gewenste situatieDe groenaccenten onderscheiden zich van hun omgeving door een hogere inrichting- en beheerkwaliteit. Wenselijk is datde groenaccenten voldoende beleefbaar en toegankelijk zijn; en dat de uitstraling aansluit bij de omgeving en historie vande plek. Deze parels vormen bijzondere plekken in de gemeente die ook op ansichtkaarten staan. De inrichting en hetbeheer van groen zijn te typeren als „hoogwaardig en luxe‟.Actie 4:Uitvoering geven aan hetontwerp voor hetProcessiepark.Actie 5:Opstellen ontwerp en plan vanaanpak voor de boomgaard.Huidige situatie en aanpakKern <strong>Boxtel</strong>Kasteel Stapelen vormt een cultuurhistorische parel in de „zuidelijke groene wig‟. Het kasteel en het kasteelpark zijn echteraan alle zijden afgekeerd van de kern <strong>Boxtel</strong>. Hoge randbeplantingen beperken het zicht op kasteel en park; hekwerkenmet dichte poorten en een moeilijk toegankelijke entree aan de centrumzijde beperken de toegang. Het is wenselijk detoegankelijkheid van het park te verbeteren. (Zie ook paragraaf 3.1.)Het processiepark is onderdeel van het vroegere park van de parochie van de Petruskerk. Het heeft een duidelijkecultuurhistorische waarde vanwege de bloedprocessie. De cultuurhistorische waarde komt niet tot uiting in de inrichting enuitstraling van het park. Het park is sterk in verval geraakt. Er ligt een ontwerp voor de reconstructie van het park,waardoor het park weer het „groene accent‟ binnen de kern kan zijn die het verdiend.De boomgaard in <strong>Boxtel</strong> is momenteel geen accentgroen. Het heeft echter wel de potentie om dat te worden. Ditcultuurhistorische element sluit goed aan bij het historische, dorpse karakter van het centrum, maar de recreatieve potentiewordt op niet benut. Het is wenselijk een ontwerp op te stellen voor de boomgaard, zodat deze wordt ontwikkeld totcultuurhistorische en recreatief aantrekkelijke parel.18<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Kern LiempdeHet Concordiapark vormt binnen Liempde een belangrijk herkenningspunt door de aanwezigheid van een muziekkoepel(kiosk). De muziekkoepel is aangekleed met vaste plantenborders, maar de totale inrichting is vrij sober. De groeninrichtingmoet verbijzonderd worden, zodat de ruimtelijke kwaliteit wordt verhoogd.Actie 6:Groeninrichting van hetConcordiapark verbijzonderen.De klompenmakerij in Liempde is nu geen parel, maar heeft hiervoor wel de potentie. Het kan een goede plek zijn om een(toeristisch) ontmoetingspunt (TOP) of knooppunt met een verblijfsplek te ontwikkelen. Door dit te combineren met eenaantrekkelijke, dorpse groeninrichting kan een groenaccent gerealiseerd worden.Kern LennisheuvelIn de „voormalige paardenwei‟ bij Lennisheuvel is een kapelletje opgericht. Er ligt een plan om er een parkje teontwikkelen. Door uitvoering te geven aan dit plan ontstaat een groenaccent voor het dorp.3.4 Diversiteit in het groen, in en tussen de woongebieden!Elk woongebied heeft zijn eigen functies, gebruik en karakter. Door aan te sluiten bij die verschillen houden wijken eeneigen identiteit en kunnen middelen doelmatig worden ingezet. In deze paragraaf gaan we achtereenvolgens in op „functieen gebruik‟, „wijkkarakteristieken‟ en „sierwaarde en diversiteit van groen in woonwijken‟.Functie en gebruikElk gebied kent zijn eigen functie en gebruik. In de groenstructuurvisie zijn deelgebieden onderscheiden op basis vanfunctie en gebruik. Hierin wordt onderscheid gemaakt in centra, woongebieden, bedrijventerreinen en buitengebied. Dehoofdgroenstructuur is opgedeeld in groengebieden, groene linten en groenaccenten.Het groengebied „noordelijke groene wig‟ heeft een sterk cultuurlijk deel met Park Molenwijk en de sportvelden en eenmeer natuurlijk deel met Sparrenrijk. Het cultuurlijke deel wordt behandeld als park en het natuurlijke deel als groengebied.Gewenste situatieGroen is geen vulling van overblijvende ruimte, maar wordt aangelegd met een duidelijk doel. Van groen in hetbuitengebied wordt een andere inrichting en beheer verwacht dan van het groen in het centrum. De inrichting en hetbeheer van groen wordt afgestemd op de functie en het gebruik van een gebied. In de gewenste situatie is sprake vaneffectief groen.19<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Toelichting beheer- eninrichtingsniveau„Hoogwaardig en luxe‟: groen meteen hoge sierwaarde en eenexclusieve uitstraling, zoals rozen,bloemperken en vormbomen. Hetbeheerniveau komt overeen metbeeldkwaliteitniveau A van deCROW.„Normaal en functioneel‟: groen dattegen een stootje kan en eenredelijke sierwaarde heeft, zoalssierheesters, gazons en bomen.Het beheerniveau komt overeenmet beeldkwaliteitniveau B van deCROW.„Sober en doelmatig‟: robuust eneenvoudig te onderhouden groen,zoals ruw gras en bosplantsoen.Het beheerniveau komt overeenmet beeldkwaliteitniveau C van deCROW.N.B. Het CROW is een landelijkinstituut voor normering enstandaardisatie in de openbareruimte. Het CROW heeft in 2006kwaliteitsnormen ontwikkeld voorhet beheer van de openbareruimte. De normen bestaan uitmeetbare criteria metomschrijvingen en foto‟s. Met dezenormen kunnen gemeenten hetgewenste kwaliteitsniveau van deopenbare ruimte vastleggen.Centra vormen de visitekaartjes van een dorp. Groen heeft als hoofdfunctie: aankleding en verfraaiing van het gebied endient de hoogwaardige uitstraling en het dorps karakter te versterken.Woongebieden vormen de leefomgeving van inwoners. De woonomgeving is functioneel ingericht en het groen moet hetgebruik ondersteunen en de ruimte aankleden. De inrichting van het groen sluit aan bij de functie, variërend van stevig ensober groen rondom speelplekken tot siergroen bij een zitplek.Het gewenste inrichting- en beheerniveau is te typeren als „normaal en functioneel‟. Het is wenselijk om in dewoongebieden te kijken naar de mogelijkheden voor eetbaar groen als onderdeel van burgerparticipatie.Het groen op bedrijventerreinen is onderschikt aan de functionaliteit en dient voornamelijk als aankleding. Vanwege allebedrijvigheid en het daarbij horende verkeer dient het groen tegen een stootje te kunnen. Dit vertaalt zich in een „normaalen functioneel‟ beeld van de openbare ruimte.Het buitengebied is „landelijk en robuust‟. De inrichting en het beheer van groen sluiten hierbij aan en worden getypeerdals „sober en doelmatig‟.Een park moet uitnodigend, beleefbaar en aantrekkelijk om te verblijven zijn. Het groen kan zowel cultuurlijk als natuurlijkzijn. Het draait om diversiteit in een goede zonering. De parken zijn netjes en schoon en het beheer en de inrichting is teomschrijven als „normaal en functioneel‟.Inrichting en beheer van groengebieden, groene linten en accentgroen worden behandeld in paragraaf 3.1, 3.3 en 4.1.Aansluitend bij de functie en het gebruik is per deelgebied het gewenste inrichting- en beheerniveau bepaald (tabel 3.4.1)en in bijlage 1 per deelgebied uitgewerkt in een „gebiedspaspoort‟. Er worden drie beheer- en inrichtingsniveausonderscheiden: „hoogwaardig en luxe‟, „normaal en functioneel‟ en „sober en doelmatig‟ (zie toelichting in kader).20<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Gebiedstype Beheer- en inrichtingsniveau BeheerkwaliteitCentra Hoogwaardig en luxe Beheerkwaliteit AWoongebieden Normaal en functioneel Beheerkwaliteit BBedrijventerreinen Normaal en functioneel Beheerkwaliteit BBuitengebied Sober en doelmatig Beheerkwaliteit CGroengebieden Sober en doelmatig Beheerkwaliteit CParken Normaal en functioneel Beheerkwaliteit BGroene linten Normaal en functioneel Beheerkwaliteit BAccentgroen Hoogwaardig en luxe Beheerkwaliteit ATabel 3.4.1 Gewenste beheer- en inrichtingsniveau per deelgebied.Huidige situatie en aanpakCyber Adviseurs heeft een kwaliteitstoets uitgevoerd, waarbij inrichting en beheer zijn geanalyseerd. De inrichting sluitgemiddeld genomen redelijk aan bij het gewenste inrichtingsniveau. De inrichting van de accentplekken is onder niveau enook de inrichting van het groen in het centrum kan worden verbijzonderd (paragraaf 3.3 en 4.3).Het inrichtingsniveau binnen een deelgebied is niet overal hetzelfde. Binnen een deelgebied zijn plekken waar hetinrichtingsniveau hoger of lager dan gewenst is. Voorbeelden hiervan zijn de toepassing van hoogwaardige leilindes inwoonstraten en de toepassing van sober groen in park Molenwijk. Bij (her)inrichting moet groen worden aangelegd dataansluit bij het gewenste inrichtingsniveau.Uit de kwaliteitstoets blijkt dat er weinig verschil is in de beheerkwaliteit tussen de gebieden. De accentplekken, centra enhet bedrijventerrein scoren iets hoger met gemiddeld meer A-B kwaliteit. Het is wenselijk de beheerkwaliteit tedifferentiëren, zodat deze aansluit bij de gewenste beheerniveaus.WijkkarakteristiekenElke wijk heeft karakteristieke (groen)elementen die ingegeven zijn door de tijdsgeest waarin de wijken zijn ontwikkeld. Dewijken hebben hierdoor een herkenbare eigen identiteit.Actie 7:Groen inrichten dat aansluit bijfunctie en gebruik van eengebied.Actie 8:Beheerkwaliteit differentiëren,aansluitend bij het gewensteniveau per gebied.Gewenste situatieHet is wenselijk de karakteristieken te behouden, zodat wijken hun eigen identiteit behouden.21<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie 9:Bij herinrichting dekarakteristieke groenelementenvan wijken behouden.Huidige situatie en aanpakDe woongebieden zijn in verschillende perioden aangelegd en beïnvloed door de maatschappelijke ideeën uit die tijd. Dit isterug te zien in de stedenbouwkundige opbouw en de materialisatie van de verschillende wijken. De gemeente streefternaar de groenkarakteristiek en daarmee de identiteit van elke wijk te behouden.Kern <strong>Boxtel</strong>De vroegere woongebieden zoals Breukelen en centrum, zijn arm aan groen. Het beeld wordt bepaald door kleinegroenvakken (snippergroen) en voortuinen. Ook de wijk Selissenwal is arm aan groen. Het groen dat er is, is sober enbestaat uit bomen met gras. Dit beeld is ontstaan in de jaren tachtig, toen de gemeente <strong>Boxtel</strong> vanwege bezuinigingen eenversobering heeft doorgevoerd. Plantvakken met sierheesters zijn toen vervangen door gazon. Een deel van de wijk is /wordt gerenoveerd, het groen in dit deel van de wijk is hoogwaardiger. Bij verdere revitalisering van deze wijk dient moetmeer ruimte voor hoogwaardig groen worden ingeruimd.„Oost‟ bevat zeer veel groen. Het beeld wordt bepaald door gras en bomen. Zowel om als in de wijk liggen grotegroenobjecten. Selissen is arm aan groenvakken: het beeld wordt hier bepaald door de voortuinen en de bomen in deverharding. Munsel heeft een mix aan straat- en blokgroen. In de straten is zowel blokgroen als snippergroen. Het nieuwedeel van Munsel (de wijk „In Goede Aarde‟) bevat enkele ruime groenobjecten, zoals de Groene Vallei en het Newtonplein.Snippergroen komt hier niet voor. Tijdens het ontwerpproces is hier rekening mee gehouden. De gemeente <strong>Boxtel</strong> wil bijandere (her)inrichtingsprojecten snippergroen ook op deze manier voorkomen.Kern LennisheuvelLennisheuvel is een historisch gegroeid carré rondom een open groenzone met lintbebouwing. In de jongere uitbreidingstaan woningen rondom kleine groenobjecten met bomen en gras. Door de Pastorietuin en binnenruimte in Lennisheuveltoegankelijk te maken, ontstaat een landschapspark, met een belangrijke recreatieve functie voor de gehele kern. Hiervoorhoeft niet het gehele gebied openbaar te worden, maar kunnen de afzonderlijke percelen in particulier eigendom blijven.Kern LiempdeLiempde bevat oude straten en jonge uitbreidingen. De oude straten ogen dorps met slingerende wegen met gras enbomen en onbeplante bermstrookjes tussen weg en kavelgrens. De jonge straten zijn recht en met heestervakken enbomen aangeplant.22<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Sierwaarde en diversiteit van groen in woonwijkenGroen is belangrijk voor de leefbaarheid en omgevingskwaliteit van woonwijken. Voldoende sierwaarde en diversiteit vanhet groen zijn hierin belangrijke randvoorwaarden. Bij de inrichting en beheer van groen in woonwijken is het zoeken naarhet optimale evenwicht tussen beleving en kosten. Het groen is grofweg in te delen in gebruiksgroen en straatgroen.Onder gebruiksgroen verstaan we de grotere groenobjecten die vaak een structurerende en/of gebruiksfunctie hebben opwijk- en/of buurtniveau. Onder straatgroen verstaan we de kleinere groenvakken en bomen die zich in de straat en meestaltussen de stoep en de weg bevinden.Gewenste situatie<strong>Boxtel</strong> streeft naar functioneel straatgroen dat eenvoudig te onderhouden is, met behoud van voldoende sierwaarde endiversiteit. Als uitgangspunt wordt gekozen voor straatgroen dat aanvullend is op het privégroen. In straten met voortuinenwordt het gemeentelijk groen eenvoudig en functioneel ingericht. In straten zonder voortuinen is het gemeentelijk groenbepalend voor de sfeer. In deze straten wordt groen gebruikt met voldoende sierwaarde.Huidige situatie en aanpakOm te besparen op het groenonderhoud is in de afgelopen jaren siergroen omgevormd tot gras. Een dergelijkegrootschalige omvorming heeft ook in de jaren tachtig en midden jaren negentig plaatsgevonden. Destijds werdensierplantsoen en rozen vervangen door gazon om uitvoering te geven aan het beleid van „sober en doelmatig‟ beheer. Ditis in 2004 door de Raad in het <strong>Groenbeleidsplan</strong> vastgelegd. Inwoners ervaren dit als een versobering van de wijken eneen bedreiging voor de identiteit en leefbaarheid.De „Databank <strong>Gemeente</strong>lijk Groenbeheer, gemeente <strong>Boxtel</strong>‟ (boekjaar 2010) beschrijft hoe <strong>Boxtel</strong> ervoor staat als het gaatom de hoeveelheid groen en de kwaliteit van het groen in vergelijking tot andere (vergelijkbare) gemeenten in Nederland.Figuur 3.4.1 Oppervlakteverdeling naar type groen van <strong>Boxtel</strong>, alle deelnemende gemeenten en de eigen grootteklasse (bron: DGG 2010).23<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


De rapportage van DGG onderschrijft de beleving van inwoners en toont aan dat het groen in <strong>Boxtel</strong> zeer sober isingericht. Het groen bestaat voornamelijk uit gras (gazon en ruw gras) en bevat verhoudingsgewijs weinig sierplantsoen(struiken en planten).Op basis van gegevens uit het groenbeheersysteem is een analyse gemaakt van het groen per woning per wijk (figuur3.4.2). Hieruit blijkt dat het groen in Oost, Selissen en Lennisheuvel de minste sierwaarde heeft.Munsel geeft een wisselend beeld, Het groen in het nieuwe deel („In Goede Aarde‟) heeft een hoge sierwaarde. Het groenin het oudere deel daarentegen is erg sober. Het is wenselijk de sierwaarde van groen in „sobere‟ wijken te vergroten.Actie 10:De sierwaarde van groen in„sobere‟ wijken vergroten.100%90%80%70%60%50%40%30%20%10%0%PlantenStruikenRuw grasGazonFiguur 3.4.2 Oppervlakteverdeling naar type groen per wijk24<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


4 Verbinden4.1 De groene hoofdstructuur verbindt!<strong>Boxtel</strong> wil het verkwikkende buitengebied verbinden met het centrum en de wijken. De gemeente wil uitnodigende, veiligeen comfortabele verbindingen realiseren tussen het buitengebied, de wijken en een kwalitatief centrum. Groene linten zijnhierin een essentiële schakel. Als verbindingen onderscheidt Cyber adviseurs hoofdwegen, wijkontsluitingswegen, fiets- enwandelverbindingen en watergangen. Deze worden hieronder besproken.HoofdwegenGewenste situatieDe hoofdwegen zijn in potentie de dragende verbinding tussen de bebouwde kom en het buitengebied. Een groot deel vande inwoners en bezoekers komt via deze wegen de bebouwde kom in. In de gewenste situatie zijn de hoofdwegeningericht als uniforme, herkenbare en doorgaande groene linten met een landelijke uitstraling. Daardoor vormen ze deruggengraat van de openbare ruimte. De landelijke uitstraling komt tot uiting door het toepassen van gebiedseigen bomenmet landschappelijke bermen als onderbeplanting. Rotondes op de hoofdwegen vormen verkeerskundige knooppunten,maar zijn visueel ondergeschikt aan de doorgaande groene linten. Dit wil zeggen dat inrichting en beheer aansluiten bij hetlandelijke karakter van de weg en de doorgaande verbinding ondersteunen. De hoofdwegen hebben een verbindendefunctie en zijn sterk functioneel van aard. Het gewenste niveau van beheer en inrichting is dan ook te typeren als „normaalen functioneel‟.Huidige situatie en aanpakEen aantal hoofdwegen heeft de potentie als dragende groene verbinding met het buitengebied te fungeren. Momenteelvervullen ze die functie niet. De wegen zijn, mede door het voorpootrecht, gefragmenteerd beplant en onvoldoendeherkenbaar.De Noord-zuidas (Bosscheweg-Brederodeweg-Eindhovenseweg) is in potentie de belangrijkste drager. Het noordelijk deel(Bosscheweg) is een sterk lijnelement. Verderop vervalt de structuur en eenheid doordat de boombeplanting gedeeltelijkActie 11:Ontwikkelen uniformelaanbeplanting langs de Noord-Zuidas25<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


ontbreekt en het plantverband sterk wisselt. Het is raadzaam een uniforme laanbeplanting langs de Noord-Zuidas teherstellen of ontwikkelen.Actie 12:Behouden en ontwikkelen vande laanbeplanting langs deSchijndelseweg.Actie 13:Rotondes op hoofdwegeninrichten met bloemrijk gras.De Schijndelseweg is ingericht als dragende groenstructuur. De weg is uniform beplant met een doorgaande structuur vaneiken en populieren. De populieren zijn aangeplant vanwege hun groeisnelheid en worden op termijn verwijderd om ruimtete bieden aan de trager groeiende eiken (wijker-blijversysteem). De bomen zijn jong, waardoor de structuur nu nogonvoldoende “kracht” heeft. Door de bomen goed te onderhouden en de populieren op termijn te verwijderen zal deSchijndelseweg een dragend groen lint worden.Op de hoofdwegen liggen verschillende rotondes. Enkele rotondes hebben een inrichting die niet aansluit bij hetdoorgaande karakter van de weg van bomen met bloemrijke bermen. De hoogwaardige inrichting en kunst op dezerotondes doorbreekt het doorgaande karakter van de wegen. De rotondes binnen de bebouwde kom dienen te wordeningericht met bloemrijk gras en lage uniforme kunstobjecten, zodat ze visueel onderdeel worden van de doorgaande lijn.Voor de rotondes buiten de bebouwde kom wordt gestreefd naar een landelijke inrichting zonder kunst en een extensiefbeheer.WijkontsluitingswegenGewenste situatieDe wijkontsluitingswegen vormen de verbinding tussen de wijken en de hoofdwegen. Ze zijn als het ware de ribben van deopenbare ruimte. De wijkontsluitingswegen hebben een meer stedelijk karakter en dienen te zijn ingericht met uniformeboom- en onderbeplanting. De hoofdwegen hebben een verbindende functie en zijn sterk functioneel van aard. Hetgewenste niveau van beheer en inrichting is dan ook te typeren als “normaal en functioneel”.Actie 14:Realiseren van uniforme(boom)beplantingen langswijkontsluitingswegen.Huidige situatie en aanpakDe wijkontsluitingswegen zijn beplant met verschillende boomsoorten in heestervakken en/of gazons. Het profiel, degebruikte boomsoorten en het plantverband wisselen sterk. Ze hebben hierdoor geen herkenbaar en doorgaand karakter.De wijkontsluitingswegen moeten worden ontwikkeld tot herkenbare ribben, door het aanbrengen van uniforme boom- enonderbeplantingen.26<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Fiets- en wandelpadenGewenste situatieFiets- en wandelpaden vormen op wijk- en buurtniveau belangrijke verbindingen tussen bebouwde kom en buitengebied.Ze maken deel uit van het gebied waar ze doorheen lopen. De inrichting en het beheer dienen hier dan ook bij aan tesluiten.Huidige situatie en aanpakDe doorgaande fietspaden in Oost en het nieuwe deel van Munsel („In Goede Aarde‟) doorsnijden de woongebieden. Hetzijn oude wegen die als fietspad behouden zijn toen de woongebieden ontwikkeld zijn.De fietspaden in Oost (Maastrichtsestraat, Apollopad) zijn zwaar aangezet met een dubbele rij eiken. De conditie van dezebomen is vrij slecht en omwonenden ondervinden overlast van de bomen. Het is wenselijk de bomen op termijn tevervangen door een kleinere boomsoort. De structuur en conditie van de bomen in het nieuwe deel van Munsel („In GoedeAarde‟) is goed.Over bedrijventerrein Ladonk loopt een belangrijke recreatieve verbinding tussen het treinstation en natuurgebiedKampina. Deze verbinding wordt onderbroken en is onvoldoende herkenbaar. Het verdient aanbeveling een studie te doennaar de mogelijkheden om de verbinding zowel fysiek als visueel te versterken.WatergangenGewenste situatieDe Dommel en het Smalwater zijn belangrijke blauwgroene verbindingen tussen bebouwde kom en buitengebied. Omvisueel verbindend te kunnen zijn, dienen de waterlopen voldoende beleefbaar en toegankelijk te zijn (zie ook paragraaf2.2). De watergangen maken onderdeel uit van het gebied waar ze doorheen lopen. De inrichting en het beheer dienendan ook aan te sluiten bij dit gebied.Huidige situatie en aanpakDe Dommel en het Smalwater zijn op diverse plaatsen beter zichtbaar en beleefbaar gemaakt. In het kader van het project“De Dommel door <strong>Boxtel</strong>”, zal de beleefbaarheid en de toegankelijkheid van de Dommel en het Dommeldal wordenverbeterd. De mogelijkheden voor het Smalwater zijn beperkt, vanwege de eigendomsgrenzen. Hier wordt gestuurd op hetverbeteren binnen de mogelijkheden.27<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


4.2 Entrees vormen verbindende poorten!De entrees vormen de toegangspoorten tot de dorpen. Entrees zijn de verbindende schakel tussen het buitengebied en debebouwde kom. Bovendien zijn entrees belangrijke oriëntatiepunten. De entrees zijn ondergeschikt aan de doorgaandelijnen waarop ze zich bevinden.Actie 15:De uitstraling enherkenbaarheid van de entreeaan de westzijde van <strong>Boxtel</strong>verbeteren.Actie 16:Ontwikkelen van eenherkenbare, dorpse entree bijLennisheuvel.Actie 17:Ontwikkelen van een meerdorpse entree van Liempde.Gewenste situatieDe entrees moeten herkenbaar zijn en het karakter van <strong>Boxtel</strong> van landelijk dorp in het Groene Woud onderstrepen. Ditbetekent dat de inrichting ervan landelijk en dorps groen moet bevatten met bomen, bloemrijke bermen, bosplantsoen,hagen en vaste planten.Huidige situatie en aanpakKern <strong>Boxtel</strong>De noordelijke en zuidelijke entrees zijn zeer herkenbaar; ze worden gekenmerkt door het open landschap ter hoogte vande Dommel. De inrichting en het beheer onderstrepen het landelijke, dorpse karakter van <strong>Boxtel</strong>.De entree aan de westzijde van <strong>Boxtel</strong> (Kapelweg/Tongersestraat) is zeer rommelig; de uitstraling sluit geenszins aan bijhet gewenste landelijke, dorpse karakter. De uitstraling van de entree kan beperkt verbeterd worden door degroeninrichting te verbijzonderen. Om een sterke, herkenbare, dorpse entree te realiseren dient echter de gehele inrichtinggewijzigd te worden. De ontwikkeling van de nieuwe verbinding vanuit <strong>Boxtel</strong> richting Kampina, die Kalksheuvel van hetdoorgaande verkeer moet ontzien (TALK; Trace A2 Ladonk-Kapelweg), biedt daartoe kansen.De entree van <strong>Boxtel</strong> via de Schijndelseweg is onvoldoende herkenbaar. Door de groeninrichting te verbijzonderen metdorps groen wordt de entree een herkenbare schakel op de overgang tussen bebouwde kom en buitengebied. Degemeente is hiermee al gestart.Kern LennisheuvelLennisheuvel kent geen duidelijk herkenbare entree. De overgang wordt gekenmerkt door een rommelige zone tussenLennisheuvel en bedrijventerrein Ladonk. Een herkenbare, dorpse entree realiseren kan door de groeninrichting teverbijzonderen en het groen te structureren in aansluiting op het parkje dat wordt ontwikkeld,Kern LiempdeHet viaduct van de A2 vormt een harde, grijze ‟entree‟ tot Liempde. De entree is herkenbaar door het viaduct, maar isgeenszins landelijk en dorps. Dit kan worden verbeterd door groen met een dorpse, landelijke uitstraling aan te brengen ende bestrating en verlichting aan te passen.28<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


4.3 Een groener centrum met dorps groen!Gewenste situatieOm het centrum te verbinden met het groene buitengebied moet het centrum voldoende groen zijn. Het groene imago van<strong>Boxtel</strong> wordt dan ook in het centrum zichtbaar en beleefbaar. Het centrum dient te zijn ingericht met voldoende groen enhet groen dient het dorpse karakter 2 te ondersteunen. Hierbij moet gedacht worden aan geveltuintjes, (lei)bomen,bloembakken, hagen, vaste planten en eenjarige planten.Huidige situatie en aanpakHet centrum van <strong>Boxtel</strong> is arm aan groen. Het groen rondom kasteel Stapelen grenst aan het centrum, maar ligtverborgen. Het groen langs de Dommel en kleine objecten zoals de Boomgaard en het Processiepark zijn het enige groenvan enige omvang in het centrum. In de (winkel)straten is weinig openbaar groen aanwezig. De particuliere tuinen en dedaarin aanwezige monumentale bomen zijn dan ook zeer belangrijk en beeldbepalend voor het centrum.Het centrum moet groener worden door het aanbrengen van dorps groen. Dit kan onder ander door het plaatsen enophangen van fleurige bloembakken, aanleggen van blokhagen en aanplanten van leibomen.Actie 18:“Vergroenen” van het centrummet dorps groen.2 In het groenbeleidsplan wordt vaak gesproken over „dorps groen‟ en „dorps karakter‟. Onder dorps groen wordt groen met een hoge sierwaardeverstaan zoals (lei)bomen, bloembakken, hagen, vaste planten en eenjarige planten. Onderstaande foto‟s geven een sfeerimpressie.29<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


5 Duurzaam behouden5.1 Ecologisch groen(beheer)!<strong>Boxtel</strong> kiest voor een brede invulling van duurzaamheid. Onder duurzaamheid wordt ook het behouden en vergroten vande biodiversiteit verstaan. Bij inrichting en beheer van groen is het vergroten van de biodiversiteit een uitgangspunt. Debeleving van natuur is een belangrijk aspect in het beleid van <strong>Boxtel</strong>. Mensen moeten kunnen wandelen in de natuur en denatuur kunnen proeven en ruiken.Gewenste situatie<strong>Boxtel</strong> kiest voor een doelmatige invulling van ecologisch groenbeheer. Aansluitend bij de functie, het gebruik en deomvang van het groen in een gebied wordt de ecologische meerwaarde gezocht. Er wordt gebruik gemaakt vanstreekeigen biologisch geteeld plantmateriaal 3 en er worden soorten gekozen met een „ecologische plus‟ (drachtplanten,besdracht, enzovoort). Waar functie, gebruik en omvang het mogelijk maken, wordt het groen ecologisch beheerd eningericht.De ecologische meerwaarde wordt binnen de bebouwde kom beleefbaar en concreet gemaakt voor inwoners enbezoekers. Hierbij valt te denken aan stadslandbouw en het samen onderhouden van het groen in de woonomgeving vanbewoners. Bloeiende bermen en begrazingsbeheer maken ecologie zichtbaar, merkbaar en beleefbaar.De ecologische ambitie is per gebied uitgewerkt in bijlage 2.Huidige situatie en aanpakHet huidige beheer en inrichting van groen in <strong>Boxtel</strong> komt in grote lijnen overeen met de gewenste situatie. Het ingezettebeleid voor verschraling van bermen en het toepassen van begrazingsbeheer moet worden gecontinueerd.3 Voor het duurzaam inkopen van Groenvoorzieningen maakt de gemeente gebruik van de „Criteria voor duurzaam inkopen van Groenvoorzieningen‟(Ministerie van Infrastructuur en Milieu). Het rapport beschrijft geen wettelijke eisen, maar richtlijnen voor duurzaam kweken, leveren en werken metplanten, alsook het duurzaam uitbesteden van werk, het werken met machines, etc.31<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>Actie 19:Ecologisch inrichten enbeheren van groen aansluitendbij functie en gebruik van eengebied en de omvang van hetgroen


5.2 Duurzaam inrichten en beherenDe inrichting en aanleg van groen zijn zeer bepalend voor de duurzaamheid ervan. Deze paragraaf gaat in op debelangrijkste randvoorwaarden voor een duurzame groeninrichting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de resultaten uit dekwaliteitsmeting die Cyber Adviseurs heeft uitgevoerd. Deze meting is een momentopname. Door het jaar heen zijn erverschillen in kwaliteit te zien. Voor een betrouwbaarder beeld is het aan te bevelen de kwaliteit meerdere keren per jaar tebeoordelen.Groen wordt aangelegd met een duidelijk doelGewenste situatieGroen is geen vulling van overblijvende ruimte, maarmoet worden aangelegd met een duidelijk doel. Snippergroen enoverhoeken hebben weinig tot geen meerwaarde en zijn duur in onderhoud.Huidige situatie en aanpakDe gemeente <strong>Boxtel</strong> heeft recent bekeken welke groenstroken eventueel in aanmerking komen voor verkoop / verhuur enwat daarvan de eventuele opbrengsten zouden zijn. Sinds 2007 reageert de gemeente terughoudend op het verkopen vangroenstroken. Vooral in de wijk Oost zijn in het verleden groenstroken verkocht. Gevolg hiervan is dat op een aantalplaatsen in de wijk de beeldkwaliteit van bepaalde straten is aangetast, doordat er „verstening‟ is opgetreden of eendiversiteit aan schuttingen is geplaatst.In de huidige situatie is in de wijk Oost een beperkt aantal grondstroken geschikt voor verkoop. Ook in Selissenwal zijn nogenkele groenstroken die te koop kunnen worden aangeboden aan Woonstichting Sint Joseph. Deze zogenaamde„reststroken‟ mogen worden uitgegeven, mits ze voldoen aan de toetsingscriteria.Actie 20:Verminderen van dehoeveelheid snippergroen enoverhoeken.Bij (her)inrichting van groen wordt groen geclusterd tot vakken van voldoende omvang. Groen dat geen duidelijkemeerwaarde heeft en grenst aan particulier eigendom komt in aanmerking voor verkoop.32<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


De groeninrichting afgestemd op het doelGewenste situatieDe groeninrichting wordt afgestemd op de omgeving en het gebruik. Hoogwaardig groen in het centrum en opaccentplekken; basisgroen in de woongebieden en op bedrijventerreinen. (zie ook paragraaf 3.4).Huidige situatie en aanpakDe groeninrichting van de verschillende locaties verschilt enorm van elkaar. Sommige locaties hebben plaatselijkhoogwaardige, onderhoudsintensieve beplantingen, zoals leivormen en blokhagen; op andere locaties is alleen sobergazon en bomen. De gemeente zal bij de (her)inrichting van het groen de inrichtingsuitgangspunten uit bijlage 1 hanteren.Beplanting en plantplaats worden goed op elkaar afgestemdGewenste situatieBomen en beplantingen moeten voldoende bovengrondse en ondergrondse groeiruimte hebben. Alleen dan kunnen zevolledig tot wasdom komen en gedurende lange tijd met efficiënt onderhoud in stand gehouden worden.Huidige situatie en aanpakCyber Adviseurs heeft een kwaliteitstoets uitgevoerd, waarbij tevens de groeiruimte van bomen is geïnventariseerd. Hieruitblijkt dat een groot deel van de bomen in verharding staat en een slechte groeiplaats heeft. De gemeente zal, waarmogelijk, bestaande groeiplaatsen actief verbeteren. Bij (her)inrichting zal de gemeente goede groeiplaatsen creëren, metde kaders uit het boomstructuurplan als leidraad.Actie 21:Goede groeiplaatsen voorbomen realiseren.33<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Toepassen van onderhoudsvriendelijk groen<strong>Boxtel</strong> streeft naar functioneel straatgroen dat eenvoudig te onderhouden is (zie ook paragraaf 2.2.4, onderdeelsierwaarde en diversiteit van groen in woonwijken). Om een optimaal beeld te krijgen en de onderhoudskosten laag tehouden, maakt de gemeente gebruik van goed sluitende sierheesters en vaste planten.Actie 22:Meer vaste planten toepassenin het openbaar groen.Huidige situatie en aanpakHet groen in <strong>Boxtel</strong> is vrij sober ingericht (paragraaf 3.4). Er is weinig sierplantsoen. Het sierplantsoen dat er is bestaatvoornamelijk uit heesters en hagen. Uit onderzoek is gebleken dat vaste planten een goed alternatief zijn voor(bodembedekkende) heesters. Vaste planten hebben een hogere sierwaarde en de onderhoudskosten zijn lager dan dievan (bodembedekkende) heesters. <strong>Boxtel</strong> zal meer vaste planten toepassen in het openbaar groen.Voldoende technisch beheerGewenste situatieDoor tijdig en voldoende technisch beheer uit te voeren, kan de functionaliteit voor een lange termijn gewaarborgd blijven.Een voorbeeld van technisch beheer is het tijdig snoeien van bomen. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke zorgplichten dus veiligheid. Ook het tijdig snoeien van sierheesters een voorbeeld van technisch beheer. Hierdoor kan de plantuitgroeien tot een volwassen plant. Tijdig technisch beheer voorkomt dat bomen en planten vroegtijdig vervangen moetenworden.Huidige situatie en aanpakUit een kwaliteitstoets is gebleken dat de technische staat van bomen vrij goed is. Dit komt mede doordat de gemeente<strong>Boxtel</strong> sinds 2008 het achterstallige boomonderhoud heeft weggewerkt.De technische staat van sierplantsoen is duidelijk minder goed. Ruim een kwart van het sierplantsoen heeft een slechtetechnische staat, dat afglijdt tot een zorgelijk niveau. Uit een analyse van het uitgevoerde onderhoud blijkt dat dit niet tewijten is aan het onderhoud, maar veroorzaakt wordt door het uitblijven van vervanging (zie Afschrijven op groen).Het onderhoud regelmatig monitoren is van belang. Daardoor heeft de gemeente meer zicht en grip op de geleverdebeheerkwaliteit. Het uitvoeren van een jaarlijkse beheerkwaliteitsmeting is hiervoor een goed middel.34<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Versleten groen tijdig vervangenNa de aanleg duurt het enkele jaren voordat een heesterbeplanting tot volle wasdom is gekomen. In de periode die volgtwordt de beplanting regelmatig ‟verjongd‟ door snoei en wordt een enkele plant die afsterft vervangen (inboet). Ondankssnoei en inboet neemt de conditie van een beplanting op een gegeven moment af en sterft de plant af.Door tijdig en voldoende technisch beheer kan de functionaliteit van groen voor een lange termijn gewaarborgd blijven.Toch komt er een moment waarop dit niet meer lukt. Het groen is dan ‟versleten‟ en moet vervangen worden (renovatie).Er ontstaan gaten in plantvakken en bomen sterven af. Een concreet voorbeeld hiervan zijn de kastanjes op hetConcordiapark in Liempde. De kastanjes zijn op leeftijd, hebben een verminderde conditie en moeten binnen afzienbaretijd vervangen worden.Als het groen niet tijdig wordt gerenoveerd, is er bovenmatig veel inspanning (en dus geld) nodig om het beeld op eenacceptabel niveau te houden (zie kader hiernaast). Tijdig vervangen van groen is dan ook een voorwaarde voor eenduurzame groenstructuur.Om groen te kunnen vervangen, moet voldoende geld beschikbaar zijn. De grootte van het bedrag dat gereserveerd moetworden hangt af van de hoeveelheid te vervangen groen en van de vervangingskosten. Bij goed beheer en onderhoudheeft een heestervak een levensduur van maximaal 30 jaar en gaat een gazon 40 jaar mee. Bomen hebben in stedelijkgebied een gemiddelde levensduur van 45 jaar. In hun natuurlijke leefomgeving kunnen de meeste bomen een veelhogere leeftijd bereiken, maar in de stedelijke omgeving is dat niet haalbaar door de slechte(re) groeiomstandigheden.Gewenste situatieDe gemeente <strong>Boxtel</strong> reserveert voldoende middelen voor renovatie van groen. De renovaties worden bovendien tijdig enplanmatig uitgevoerd.Een heestervak in een redelijkgoede technische staat (fotoboven) en een vak in een slechtetechnische staat (foto onder).In een heestervak met een slechtetechnische staat heeft onkruid alleruimte en is bovenmatig veelinspanning nodig (€) om deonkruidgroei tegen te gaan(kapitaalvernietiging).35<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie 23:Verhogen van hetrenovatiebudget en inrichtenvan een Vernieuwingsfondsvoor Groen.Actie 24:Groen tijdig en planmatigrenoveren.Huidige situatie en aanpakMomenteel is er jaarlijks € 30.000 beschikbaar om groen te vervangen; er is geen egalisatiereserve. Het advies is om hetrenovatiebudget te verhogen tot € 267.000 en een egalisatiereserve in te stellen. Hiermee ontstaat een„Vernieuwingsfonds voor groen‟, zijn jaarlijks voldoende middelen beschikbaar en kiest <strong>Boxtel</strong> voor duurzaam beheer vangroen.Bij een kwaliteitstoets is geconstateerd dat momenteel ruim een kwart van het sierplantsoen in een slechte technischestaat verkeert. Dit komt doordat sierplantsoen niet tijdig is vervangen. De noodzaak van het instellen van een ‟groenfonds‟moge duidelijk zijn. De renovatie van sierplantsoenen moet planmatig worden voorbereid. Het opstellen van eenuitvoeringsprogramma geeft inzicht in de benodigde middelen voor de komende jaren en bevat een meerjarenplanning.36<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


6.1 Acties6 Organisatie & middelenIn onderstaande tabel zijn de acties die in hoofdstuk 3 tot en met 5 worden geadviseerd, op een rij gezet. Hierbij wordt bijiedere actie tevens een indicatie gegeven van de financiële gevolgen ervan. Het gaat hierbij om eenmalige kosten voorprojecten en jaarlijks terugkerende kosten door structurele wijzigingen van de beheerkosten. Daar waar geen uitsluitsel kanworden gegeven over de hoogte van het bedrag, is een P.M. opgenomen. In bijlage 3 wordt onderstaande tabel uitgebreiduitgewerkt.Uitvoering geven aan de acties uit dit groenbeleidsplan is nodig om de groenstructuurvisie te kunnen realiseren. Hiervoor isin totaal een eenmalige investering nodig van € 622.000. Door de wijzigingen in de inrichting en het beheer van het groennemen bovendien de beheerkosten toe met € 287.000 per jaar. Het grootste deel hiervan, ruim 80%, is bedoeld om groente vervangen (zie paragraaf 5.2, pagina 36).37<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


ActiesEenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkosten1 Opstellen lange termijn visie en ontwerp voor Park Molenwijk (pagina 14) € 7.500 PM2 Het aanbod aan gebruiksgroen vergroten, aansluitend aan de behoefte van inwoners (pagina € 0 € 017)3 De belevingswaarde van gebruiksgroen vergroten (pagina 17) € 50.000 € 5.0004 Uitvoering geven aan het ontwerp voor het Processiepark (pagina 18) PM PM5 Opstellen ontwerp en plan van aanpak voor de boomgaard (pagina 18) € 5.000 PM6 Groeninrichting van het Concordiapark verbijzonderen (pagina 19) € 3.000 € 3007 Groen inrichten dat aansluit bij functie en gebruik van een gebied (pagina 21) PM PM8 Beheerkwaliteit differentiëren, aansluitend bij het gewenste niveau per gebied (pagina 21) € 0 € 101.0009 Bij herinrichting de karakteristieke groenelementen van wijken behouden (pagina 22) € 0 € 010 De sierwaarde van groen in “sobere” wijken vergroten (pagina 24) € 87.500 € 5.25011 Ontwikkelen uniforme laanbeplanting langs de Noord-Zuidas (pagina 25) € 108.000 € 3.60012 Behouden en ontwikkelen van de laanbeplanting langs de Schijndelseweg (pagina 26) P.M. -13 Rotondes op hoofdwegen inrichten met bloemrijk gras (pagina 26) € 34.650 -€ 3.46514 Realiseren van uniforme (boom)beplantingen langs wijkontsluitingswegen (pagina 26) € 125.000 € 75015 De uitstraling en herkenbaarheid van de entree aan de westzijde van <strong>Boxtel</strong> verbeteren€ 1.500 € 175(pagina 28)16 Ontwikkelen van een herkenbare, dorpse entree bij Lennisheuvel (pagina 28) € 3.500 € 35517 Ontwikkelen van een meer dorpse entree van Liempde (pagina 28) € 2.200 € 18018 “Vergroenen” van het centrum met dorps groen (pagina 29) € 16.500 € 17.40019 Ecologisch inrichten en beheren van groen aansluitend bij functie en gebruik van een gebied € 0 € 0en omvang van het groen (pagina 31)20 Verminderen van de hoeveelheid snippergroen en overhoeken (pagina 32) € 0 € 021 Goede groeiplaatsen voor bomen realiseren (pagina 33) € 130.000 € 022 Meer vaste planten toepassen in het openbaar groen (pagina 34) € 25.000 -€ 1.00023 Inrichten van een Vernieuwingsfonds voor groen (pagina 36) € 0 € 231.00024 Groen tijdig en planmatig renoveren (pagina 36) € 0 € 0Totaal: € 622.000 € 287.000Tabel 6.1.1 Financiële gevolgen acties groenbeleidsplan. Om uitvoering te geven aan de groenstructuurvisie en het groenbeleidsplan zijn een eenmaligeinvestering en structureel extra budget nodig.38<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


6.2 Scenario’sBij de vaststelling van dit groenbeleidsplan worden scenario‟s uitgewerkt, zodat de gemeenteraad het gewensteambitieniveau kan bepalen. Met dit ambitieniveau stelt de gemeente vast wat <strong>Boxtel</strong> de komende jaren concreet gaat doenom uitvoering te geven aan de groenstructuurvisie en het groenbeleidsplan.6.3 Renovatiebudget en vernieuwingfondsEen van de belangrijkste acties in dit beleidsplan is het verhogen van het renovatiebudget en het inrichten van een fondsvoor vernieuwing van groen. Het renovatiebudget en het fonds stellen de gemeente in staat het openbaar groen tijdig tevernieuwen. Deze paragraaf gaat nader in op de hoogte van het in te stellen renovatiebudget en de reserve.Groen is een onderdeel van de openbare ruimte. In de openbare ruimte vinden regelmatig werkzaamheden plaats.<strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong> werkt integraal en maakt, waar mogelijk, ‟werk met werk‟. Toch komt het regelmatig voor dat groenverwijderd moet worden ten bate van een weg- en/of rioolreconstructie. Het groen wordt dan vervangen voordat het eindevan de levensduur bereikt is. Bij een dergelijk ‟verplichte‟ herinrichting worden de vervangingskosten vergoed door de‟veroorzaker‟.Op basis van de lokale ervaring in de gemeente <strong>Boxtel</strong> is per groentype ingeschat welk deel voor het einde van delevensduur verwijderd wordt. Bij bomen is dit 50%, bij struiken 40% en bij gazons 25%. Aan de hand van dezepercentages zijn in tabel 6.3.1 de gemiddelde jaarlijkse investeringkosten berekend. Het is een gemiddelde, omdat dewerkelijk te vervangen hoeveelheid groen jaarlijks varieert. Die variatie kan worden opgevangen door eenegalisatiereserve in te stellen. Door het renovatiebudget te verhogen tot € 267.000 en een egalisatiereserve in te stellen,ontstaat een ‟Vernieuwingsfonds voor groen‟.Groentype Areaal Eenheid Vervangingskosten Levensduur Werkelijk Jaarlijks teper eenheidvervangings% reserverenBomen 29.218 stuks € 500 45 50% € 162.000Struiken 2.024 are € 2.000 30 60% € 81.000Gazon 4.225 are € 300 40 75% € 24.000Tabel 6.3.1. Gemiddeld jaarlijks benodigde middelen voor vervanging van groen.Totaal: € 267.00039<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


40<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


7 Vervolgstappen & aanbevelingen7.1 VervolgstappenBij de vaststelling van dit groenbeleidsplan bepaalt de gemeenteraad de gewenste ambitie aan de hand van de scenario‟s.De groenstructuurvisie, het groenbeleidsplan en de ambitie vormen samen het kader voor inrichting en beheer van hetgemeentelijk groen.De kaders voor inrichting van het gemeentelijk groen zullen worden uitgewerkt in een Leidraad Inrichting OpenbareRuimte. Een LIOR omschrijft de kaders voor de inrichting van de openbare ruimte. Het doel hiervan is om de functionaliteiten beheerbaarheid van de openbare ruimte te garanderen en een te grote diversiteit van toegepaste materialen tevoorkomen.Om de kaders voor beheer te implementeren, zal het uit te voeren onderhoud worden uitgewerkt in een beheerplan.7.2 AanbevelingenDe inventarisatie en analyses die zijn uitgevoerd voor het opstellen van de groenstructuurvisie en het groenbeleidsplanhebben veel waardevolle bevindingen opgeleverd die het groenbeleid overstijgen of binnen andere beleidsvelden vallen.Deze bevindingen zijn in dit hoofdstuk uitgewerkt tot aanbevelingen.Aanbeveling 1: Opstellen van een masterplan voor de ‟noordelijke groene wig‟ (pagina 14)Het masterplan beschrijft hoe de ‟noordelijke groene wig‟ ontwikkeld kan worden tot een ruimtelijke eenheid. Het planmaakt duidelijk aar binnen de zonering van stadspark, sportpark, bos en landgoederen, zowel ruimtelijk als fysiek(sterkere) verbindingen moeten worden gerealiseerd en hoe de afzonderlijke elementen (ruimtelijk) moeten wordenontwikkeld.41<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Aanbeveling 2: Onderzoek doen naar een doorgaande wandelroute langs de Dommel („rondje‟ <strong>Boxtel</strong>) (pagina 15)Onder de inwoners leeft een breed gedragen wens om langs de gehele Dommel te kunnen lopen, zodat eenrondwandeling door <strong>Boxtel</strong> ontstaat. Het verdient aanbeveling te onderzoeken hoe een doorgaande wandelroute langs deDommel („rondje‟ <strong>Boxtel</strong>) kan worden gerealiseerd.Aanbeveling 3: Opstellen van een masterplan voor de ‟zuidelijke groene wig‟ (pagina 15)Het masterplan beschrijft hoe de ‟zuidelijke groene wig‟ ontwikkeld kan worden tot een toegankelijk en beleefbaaruitloopgebied. Het plan geeft handen en voeten aan de ontwerpopgave voor het kasteelpark en de wijze waarop wordtomgegaan met de ruimte die niet in gemeentelijk eigendom is.Aanbeveling 4: Ontsluiten Pastorietuin en binnenruimte Lennisheuvel tot toegankelijk landschapspark (pagina 17)In Lennisheuvel ligt een specifieke kans om gebruiksgroen te realiseren. Door de Pastorietuin en de binnenruimte inLennisheuvel toegankelijk te maken, ontstaat een landschapspark, met een belangrijke recreatieve functie voor de helekern. Het terrein is niet in eigendom van de gemeente. Het verdient aanbeveling in overleg te treden met de particuliereeigenaren om de mogelijkheden voor openstelling van het terrein te onderzoeken.Aanbeveling 5: Beleid kunst openbare ruimte afstemmen op beleid groen (pagina‟s 14 en 26)Park Molenwijk moet worden opgeknapt tot een hoogwaardig, cultuurlijk stadspark. Kunst plaatsen in het park kan derecreatieve waarde van het park enorm vergroten. Groen en kunst kunnen elkaar hier, maar ook elders, versterken. Groenen kunst kunnen echter ook strijdig zijn met elkaar. Een voorbeeld hiervan zijn de enkele rotondes op hoofdwegen. Dekunst op deze rotondes doorbreekt het doorgaande karakter van de weg. Het is dan ook wenselijk om het beleid voorgroen en het beleid kunst op elkaar af te stemmen, zodat groen en kunst elkaar versterken.Aanbeveling 6: Beleid recreatieve voorzieningen en spelen afstemmen op groen (pagina 17)De belevingswaarde van sober gebruiksgroen moet worden vergroot. Het is wenselijk hierbij ook te zoeken naar eencombinatie met spelaanleidingen en bankjes.Aanbeveling 7: De klompenmakerij in Liempde ontwikkelen tot toeristisch ontmoetingspunt (pagina 19)De klompenmakerij in Liempde is nu geen parel, maar heeft hiervoor wel de potentie. Het kan een goede plek zijn om een(toeristisch) ontmoetingspunt (TOP) of knooppunt met een verblijfsplek te ontwikkelen. Door dit te combineren met eenaantrekkelijke, dorpse groeninrichting kan een groenaccent gerealiseerd worden.42<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Aanbeveling 8: Versterken recreatieve verbinding van treinstation naar Kampina (pagina 27)De recreatieve verbinding over bedrijventerrein Ladonk, tussen het treinstation en natuurgebied Kampina, wordtonderbroken en is onvoldoende herkenbaar. Het verdient aanbeveling om een studie te doen naar de mogelijkheden omde verbinding zowel fysiek als visueel te versterken.Aanbeveling 9: Integraal versterken entree Liempde (pagina 28)Het viaduct van de A2 vormt een harde, grijze ‟entree‟ tot Liempde. Om een dorpse, landelijke uitstraling te verkrijgen, ishet wenselijk groen aan te brengen en tegelijkertijd de bestrating en verlichting aan te passen.Aanbeveling 10: Implementeren Flora- en faunawetDe Flora- en faunawet beschermt in het wild voorkomende diersoorten en plantensoorten. Het uitgangspunt van deze wetis dat beschermde dieren of planten niet geschaad mogen worden. Bij beheer en onderhoud van de openbare ruimte zijner diverse werkzaamheden waarbij beschermde planten en dieren of hun leefgebied worden verstoord of in gevaar komen.Om die werkzaamheden te kunnen uitvoeren, is ontheffing nodig, tenzij de gemeente werkt volgens een gedragscode.De Flora- en faunawet is van toepassing op een breed segment van gemeentelijke taken, variërend van ruimtelijkeontwikkeling, vergunningverlening tot beheer en onderhoud. Het is niet alleen een wettelijke plicht, maar ook een moreletaak om zorg te dragen voor het beschermen en duurzaam in stand houden van de inheemse wilde planten en dieren.<strong>Gemeente</strong> <strong>Boxtel</strong> heeft de Flora- en faunawet nog niet geïmplementeerd in haar organisatie en werkwijze.Aanbeveling 11: Zorgdragen voor communicatie en participatieGroen is erg belangrijk voor bewoners. Het is dan ook belangrijk om zowel bewoners als werkgroepen goed te informerenen, waar mogelijk, te betrekken bij het groen (beleid). Samenwerken aan de openbare ruimte zorgt voor betrokkenheid ensaamhorigheid in een buurt. Bewoners kunnen bijvoorbeeld een plantsoen onderhouden. Het is van belang dat degemeente duidelijke spelregels opstelt voor bewonersparticipatie, zodat zowel gemeente als bewoners weten waaraan zezich verbinden.Bewonersparticipatie levert voornamelijk sociale voordelen op. Financieel voordeel is er nauwelijks of niet.Een groenproject dat niet door bewoners/gebruikers wordt gedragen, is gedoemd te mislukken. Door samen te werken aannatuurlijke speel- en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte wordt verbinding gecreëerd tussen mensen onderling entussen mensen en hun omgeving.43<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Het is raadzaam om als gemeente bewoners in een vroegtijdig stadium uit te nodigen mee te doen aan groenprojecten ensamen te werken aan de ontwikkelen, het ontwerp en het realiseren ervan. Dit kan eraan bijdragen dat bewoners zichverantwoordelijk en betrokken voelen bij hun leefomgeving en bij elkaar.Aanbeveling 12: Monitoren en evalueren groenbeleidsplanDe groenstructuurvisie en dit groenbeleidsplan beschrijven de gewenste ontwikkeling van het gemeentelijke groen in<strong>Boxtel</strong>. Bij het vaststellen van dit beleidsplan zal de gemeenteraad de gewenste ambitie voor de komende jaren bepalen.Vervolgens gaat de gemeente aan de slag met de uitvoering. Daarbij is het van belang de ontwikkeling van het groen temonitoren. Door te monitoren kan de gemeente zicht en grip houden op de resultaten en, zo nodig, de uitvoering of dedoelstellingen bijstellen.Om de ontwikkeling over een langere periode te kunnen volgen, verdient het aanbeveling jaarlijks, in dezelfde periode, eenmonitoring en evaluatie uit te voeren.44<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Bijlagen45<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Bijlage 1: GebiedspaspoortenOp onderstaande „gebiedspaspoorten‟ zijn referentiebeelden gebruikt. De referentiebeelden dienen ter ondersteuning van de tekst en zijn afkomstig uit de databasevan Cyber Adviseurs. De referentiebeelden zijn dus niet afkomstig uit de <strong>Boxtel</strong>se situatie.CentraKernwoorden‘Uitstraling’ ‘Hoge beeldkwaliteit’ ‘Visitekaartje’VisieDe centra zijn het visitekaartje van het dorp. Groen heeft als functie aankleding en verfraaiing. Het groen heeft dan ook een hoogwaardige uitstraling met eendorps karakter. Cultuurhistorische elementen worden behouden en waar mogelijk ontsloten.Inrichting- Dorps groen met een hoge sierwaarde, zoals (lei)bomen,bloembakken, hagen, vaste planten en eenjarige planten.Beheer- Het groen is compleet, vitaal en ziet er netjes uit (kwaliteitsniveau A).- Geen ecologisch beheer.47<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


WoongebiedenKernwoorden‘Functioneel’ ‘Eigen identiteit’ ‘Robuust’VisieHet groen in woongebieden bestaat uit gebruiksgroen en straatgroen. Het gebruiksgroen is het grotere groen waar kinderen kunnen spelen en inwonerskunnen recreëren; ook „postzegelparkjes‟ vallen hieronder. Gebruiksgroen is zeer belangrijk voor de leefbaarheid in een woongebied. Het moet uitnodigend,beleefbaar en aantrekkelijk om te verblijven zijn. De inrichting van het groen dient aan te sluiten bij de functie, variërend van stevig en sober groen rondomspeelplekken tot siergroen bij postzegelparkjes.Straatgroen heeft als functie aankleding en is minder belangrijk voor de leefbaarheid. Gestreefd wordt naar functioneel straatgroen dat eenvoudig teonderhouden is.Inrichting- Eenvoudig en functioneel groen in woonstraten met bomen, gazonsen sierheesters.- Siergroen bij postzegelparkjes.- Stevig en sober groen rondom speelplekken.Beheer- Het groen is redelijk compleet en vitaal en ziet er redelijk netjes uit(kwaliteitsniveau B).- Ecologisch beheer kan bij gebruiksgroen en grotere groenobjecten, inoverleg met inwoners en gebruikers, worden toegepast.48<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


BedrijventerreinenKernwoorden´Functioneel´ ´Doelmatig´ ´Sober´VisieHet groen op bedrijventerreinen is onderschikt aan de functionaliteit en dient voornamelijk als aankleding. Vanwege alle bedrijvigheid en het daarbij horendeverkeer dient het groen tegen een stootje te kunnen. Dit vertaalt zich in een enigszins sober, maar doelmatig beeld van de openbare ruimte.Inrichting- Functioneel en robuust groen, zoals bomen, bosplantsoen, gazonsen lang gras.Beheer- Het groen is redelijk compleet en vitaal en ziet er redelijk netjes uit(kwaliteitsniveau B).- Ecologisch beheer van bermen, sloten en bosplantsoen.49<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


BuitengebiedKernwoorden´Natuurlijk´ ´Robuust´ ´Divers´VisieHet buitengebied is robuust en divers. De groeninrichting sluit aan bij en maakt deel uit van het omringende landschap. Het groen heeft een natuurlijke,landelijke uitstraling en wordt ecologisch beheerd. Het aanwezige (cultuur)historisch groen wordt behouden en waar mogelijk versterkt.Inrichting- Natuurlijk, landelijk groen, zoals bomen, bosplantsoen, lang grasen bloembermen.Beheer- Ecologisch beheer.- Het groen is beperkt beschadigd en ziet er redelijk uit (kwaliteitsniveau C).50<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


GroengebiedenKernwoorden´Beleefbaar´ ´Toegankelijk´ ´Natuurlijk´VisieDe groengebieden maken het buitengebied tot diep in het dorp voelbaar en brengen de natuur het dorp in. Ze dienen beleefbaar en toegankelijk te zijn enruimte te bieden voor actieve en passieve recreatie. Ze moet iets te bieden hebben, waardoor inwoners er naar toe komen. Ruige gebieden om door testruinen, kruidenrijke graslanden om naar te kijken en bomenrijen om langs te wandelen. De groengebieden moeten uitnodigend, beleefbaar en aantrekkelijkom te verblijven zijn. Het groen is natuurlijk met diversiteit in een goede zonering.Inrichting- Natuurlijk, divers groen in een goede zonering.- Natuurlijk, landelijk groen, zoals bomen, bosplantsoen en lang gras inde natuurlijke groengebieden.Beheer- Ecologisch beheer.- Het groen is beperkt beschadigd en ziet er redelijk uit (kwaliteitsniveau C).51<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


ParkenKernwoorden´Beleefbaar´ ´Toegankelijk´ ´Cultuurlijk´VisieEen park is een recreatief groengebied in of aan de rand van het dorp. Een park moet iets te bieden hebben, waardoor inwoners er naar toe komen.Bijvoorbeeld gazons om op te spelen, kleurrijke borders om naar te kijken en beplantingen om door te wandelen. Een park moet uitnodigend, beleefbaar enaantrekkelijk om te verblijven zijn. Het groen kan zowel cultuurlijk als natuurlijk zijn. Het draait om diversiteit in een goede zonering. De parken dienen netjes enschoon te zijn.Inrichting- Beplantingen met een hoge sierwaarde, in de vorm van diversiteit inbeplantingen, besdracht, bloei, etc.- Gazons en lang gras met bomen en bosplantsoen om in te spelen,op te zitten en door te struinen.Beheer- Het groen is redelijk compleet en vitaal en ziet er redelijk netjes uit(kwaliteitsniveau B).52<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Groene linten (hoofdwegen en wijkontsluitingswegen)Kernwoorden´Landelijk aan de rand´ ´Dorps in de kern´ ´Uniform´VisieDe groene linten vormen de belangrijkste verbindingswegen in en door het dorp en verbinden het buitengebied met het dorp en het centrum. Ze zijnherkenbaar en zijn functioneel ingericht om ruimte te bieden aan het verkeer. De uitstraling van het groen sluit aan bij de omgeving en vormt eengeleidelijke overgang van dorp naar buitengebied.Dit betekent landelijk groen langs de hoofdwegen en groen met een meer dorps karakter langs de wijkontsluitingswegen.Inrichting- Uniformiteit en herkenbaarheid in boomstructuren.- Dorps en landelijk groen langs de hoofdwegen met bomen,hagen, lang gras en bloembermen.- Dorps groen met bomen, heesters en hagen langs dewijkontsluitingswegen.Beheer- Het groen is redelijk compleet en vitaal en ziet er redelijk netjes uit(kwaliteitsniveau B).- Ecologisch beheer langs hoofdwegen.- Geen ecologisch beheer langs wijkontsluitingswegen.53<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


AccentgroenKernwoorden´Onderscheidend´ ´Hoogwaardig´ ‘Wow-factor’VisieAccentgroen onderscheid zich en maakt van de plek waar het staat iets bijzonders. De belangrijkste functie van het groen is dan ook verfraaiing van deopenbare ruimte. Het groen heeft grote sierwaarde en ziet er netjes uit. Het onderscheidt zich daarmee, zowel qua inrichting als beheer, van de omgeving.Inrichting- Hoogwaardig groen met grote sierwaarde.- Hier worden planten toegepast met een sterke bloei en/ofvruchtdracht. Voorbeelden daarvan zijn eenjarige planten, vasteplanten, rozen en hagen.Beheer- Het groen is compleet, vitaal en ziet er netjes uit (kwaliteitsniveau A).- Geen ecologisch beheer.54<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Bijlage 2: Toelichting ecologische ambitie per gebiedIn onderstaande tabel is de ecologische ambitie per gebied uitgewerkt. De tabel wordt vervolgens kort toegelicht.Gebied Ecologische ambitie Streekeigen biologisch Beplanting met een Ecologische inrichting Ecologisch beheerplantmateriaal ecologische ‘plus’ *Centra Laag ++ + - -Woongebieden Gemiddeld ++ + + +Bedrijventerreinen Gemiddeld ++ + + +Buitengebied Hoog ++ ++ ++ ++GroengebiedenGroengebieden Hoog ++ ++ ++ ++Parken Hoog ++ ++ - -Groene linten**Hoofdwegen Hoog ++ ++ + +Wijkontsluitingswegen Laag ++ + - -Accentgroen Laag ++ + - -Toelichting symbolen++ volledig toepassen, + toepassen waar mogelijk, - niet toepassen* Voorbeelden van beplanting met een ecologische 'plus' zijn vrucht- besdragende- en drachtplanten.** Fiets- en wandelpaden en watergangen maken onderdeel uit van het gebied waardoor ze lopen. De inrichting en het beheer en daarmee deecologische ambitie sluiten hierbij aan.CentraDoor de beperkte omvang van het groen in het centrum en de gewenste hoogwaardige uitstraling zijn de mogelijkheden voor ecologie in het centrum beperkt.Er wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal en waar mogelijk wordt beplanting met een ‟ecologische plus‟ toegepast.55<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


WoongebiedenDe mogelijkheden voor ecologie in woongebieden varieert. In woonstraten zijn de mogelijkheden beperkt. Hier wordt streekeigen biologisch plantmateriaaltoegepast en waar mogelijk gebruik gemaakt van beplanting met een ‟ecologische plus. Bij gebruiksgroen en grotere groenobjecten zijn wel mogelijkhedenvoor ecologie. Hier kan, in overleg met inwoners en gebruikers, worden gekozen voor het ecologisch inrichten en/of beheren van groen. Indien mogelijk wordthet ecologisch beheer zichtbaar gemaakt in de vorm van begrazingsbeheer.BedrijventerreinenOp bedrijventerreinen is weinig groen en de omvang ervan is beperkt. Er wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal met een‟ecologische plus‟. Bermen, sloten en bosplantsoen stroken worden ecologisch beheerd.BuitengebiedGroen in het buitengebied is ruim en robuust. Het gaat overwegend om bermen, sloten en bosschages. Deze objecten worden ecologisch ingericht enbeheerd. Groengebieden zijn ruim en vormen de uitloopgebieden voor inwoners. Dat maakt ze uitermate geschikt voor het toepassen van zichtbare ecologie.GroengebiedenDe groengebieden hebben een natuurlijk karakter. Hier worden natuurlijke beplantingen en vegetaties ingericht met streekeigen biologisch plantmateriaal.Bermen, sloten en bloemrijke graslanden worden ecologisch beheerd. Het ecologische beheer wordt zichtbaar gemaakt door begrazingsbeheer toe tepassen.ParkPark Molenwijk heeft een sterk cultuurlijk karakter. De ecologische ambitie is hier laag. Er wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal enwaar mogelijk wordt beplanting met een ‟ecologische plus‟ toegepast.56<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Groene lintenDe groene linten vormen de verbinding tussen het buitengebied en de bebouwde kom. De mate waarin ze ecologisch worden ingericht en beheerd hangtsamen met ligging en het gebruik:De hoofdwegen vormen in potentie de dragende verbinding tussen de bebouwde kom en het buitengebied. Ze worden ingericht als uniforme,herkenbare en doorgaande groene linten met een landelijke uitstraling. Er wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal en waarmogelijk wordt gebruik gemaakt van beplanting met een ‟ecologische plus‟. Bermen, sloten en bosplantsoen stroken worden ecologisch beheerd.De wijkontsluitingswegen vormen de verbinding tussen de wijken en de hoofdwegen. Ze hebben een meer stedelijk karakter en worden ingericht meteen uniforme boom- en onderbeplanting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal en waar mogelijk wordt beplantingmet een ‟ecologische plus‟ toegepast.Fiets- en wandelpaden en watergangen maken onderdeel uit van het gebied waar ze doorheen lopen. De inrichting en het beheer sluiten hierbij aan.GroenaccentenGroenaccenten zijn bijzondere plekken door de ruimtelijke kwaliteit, historie of functie en zijn daarmee belangrijke oriëntatiepunten in de kern. Ze vormenparels, waarbij verfraaiing de belangrijkste functie van het groen is. Er wordt gebruik gemaakt van streekeigen biologisch plantmateriaal en waar mogelijkwordt beplanting met een ‟ecologische plus‟ toegepast.57<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Bijlage 3: ActiesIn het hierna volgende overzicht zijn de acties die in hoofdstuk 3 tot en met 5 worden geadviseerd, uitgewerkt. Per actie wordt tevens een indicatie gegevenvan de financiële gevolgen ervan. Het gaat hierbij om projectkosten (eenmalige kosten) en structurele wijzigingen van de beheerkosten (jaarlijks terugkerendekosten). Als geen uitsluitsel kan worden gegeven over de hoogte van het bedrag is dit weergegeven als P.M.Actie1 Opstellen lange termijn visie en ontwerp voor Park Molenwijk (pagina 14)De visie beschrijft de gewenste functie en ontwikkeling van Park Molenwijk op de lange termijn. De visie wordt uitgewerkt inconcrete doelstellingen en een ontwerp. Het ontwerp geeft inzicht in de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van ParkMolenwijk. De opgenomen bedragen betreffen het opstellen van de visie en het ontwerp. De wijziging in beheerkosten zijnafhankelijk van het nog te realiseren ontwerp.2 Het aanbod aan gebruiksgroen vergroten, aansluitend aan de behoefte van inwoners (pagina 17)In de wijken en buurten waar bewoners een tekort aan gebruiksgroen ervaren, moet worden geprobeerd extragebruiksgroen te realiseren. Dit is een lastig vraagstuk, omdat de ruimte binnen de bebouwde kom schaars is. In bestaandewoongebieden zal voornamelijk moeten worden gezocht naar optimalisatie van bestaand gebruiksgroen (actie 3).Herstructurering van wijken is een belangrijke kans om voldoende gebruiksgroen te realiseren. Voldoende gebruiksgroendient dan ook als vereiste te worden opgenomen bij nieuwbouw en herstructurering van woonwijken.3 De belevingswaarde van gebruiksgroen vergroten (pagina 17)De belevingswaarde van gebruiksgroen kan worden vergroot door aanplant van groen en plaatsing van spelaanleidingenen bankjes. Van belang daarbij is om aan te sluiten bij de behoefte in een buurt. Een buurt met hoofdzakelijk senioren zaleen andere behoefte hebben dan een buurt waar voornamelijk gezinnen met jonge kinderen wonen. De buurtbewonersmoeten dan ook actief betrokken worden bij de aanleg van gebruiksgroen.EenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkosten€ 7.500 PM€ 0 € 0€ 50.000 € 5.0004 Uitvoering geven aan het ontwerp voor het Processiepark (pagina 18)Het ontwerp voor het Processiepark is al in een eerder stadium gemaakt. Vanwege de huidige financiële situatie wordt erechter geen uitvoering aan gegeven. Het is wenselijk om uitvoering te geven aan het ontwerp.PMPM58<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie5 Opstellen ontwerp en plan van aanpak voor de boomgaard (pagina 18)Het ontwerp biedt een duidelijke koers voor de ontwikkeling van de boomgaard. Het plan van aanpak beschrijft debenodigde maatregelen om het ontwerp te realiseren en geeft inzicht in de benodigde middelen. Op basis van het ontwerpen plan van aanpak kunnen het College van Burgemeesters en Wethouders en de gemeenteraad een gerichte keuzemaken voor de toekomstige ontwikkeling. De opgenomen kosten betreffen de kosten voor het realiseren van het ontwerpen het plan van aanpak. De wijziging in beheerkosten zijn afhankelijk van het nog te realiseren ontwerp.6 Groeninrichting van het Concordiapark verbijzonderen (pagina 19)EenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkosten€ 5.000 PMAanbrengen van accentgroen met een hoge sierwaarde, zoals hagen, vaste planten en eenjarig perkgoed. € 3.000 € 3007 Groen inrichten dat aansluit bij functie en gebruik van een gebied (pagina 21)Elk gebied heeft zijn eigen functie en gebruik. Een centrum vraagt om een andere inrichting dan een bedrijventerrein. Datgeldt ook voor het groen. In dit groenbeleidsplan zijn inrichtingsuitgangspunten uitgewerkt voor elk gebied (bijlage 1). Deinrichting van groen aan laten sluiten bij een gebied en de functie van het gebied, vergoot de doelmatigheid van het groen.Het inrichten van groen, zodat het aansluit bij functie en gebruik van een gebied, gebeurt momenteel niet actief. Dit brengthoge investeringskosten met zich mee. Het actiepunt wordt meegenomen bij herinrichting. Er zullen locaties zijn waar degroeninrichting wordt ‟versoberd‟ en op andere locaties zal het groen ‟hoogwaardiger‟ worden. De verwachting is dan ookdat de beheerkosten per saldo niet wijzigen.PMPM8 Beheerkwaliteit differentiëren, aansluitend bij het gewenste niveau per gebied (pagina 21)Elk gebied heeft zijn eigen functie en gebruik. Een centrum vraagt om een ander beheer dan een bedrijventerrein. Dat geldtook voor het groen. Door inrichting en beheer op elkaar af te stemmen en aan te laten sluiten bij functie en gebruik, kan eengerichte en effectieve inzet van middelen worden gerealiseerd. In dit groenbeleidsplan is de gewenste beheerkwaliteit voorelk gebied uitgewerkt (bijlage 1). Door uitvoering te geven aan de beheeruitgangspunten en de bijbehorendebeheerkwaliteit, wordt een hogere beheerkwaliteit gerealiseerd in het centrum en bij accentgroen. Hierdoor nemen debeheerkosten toe.9 Bij herinrichting de karakteristieke groenelementen van wijken behouden (pagina 22)Het behouden van karakteristieke groenelementen is een uitgangspunt bij herinrichting van groen en woonwijken. Er zijngeen eenmalige kosten aan verbonden en de verwachting is dat de beheerkosten gelijk blijven.€ 0 € 25.000€ 0 € 059<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie10 De sierwaarde van groen in ’sobere’ wijken vergroten (pagina 24)De sierwaarde van groen in „sobere‟ wijken kan worden vergroot door het gericht aanbrengen van hagen, heesters en vasteplanten. De kosten gaan uit van het vergroten van de sierwaarde met een totale omvang van 2500 m2. De beheerkostenzullen toenemen, omdat het onderhoud van hagen, heesters en vaste planten duurder is dan het onderhoud van gazon.EenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkosten€ 87.500 € 5.25011 Ontwikkelen uniforme laanbeplanting langs de Noord-Zuidas (pagina 25)De Noord-zuidas (Bosscheweg-Brederodeweg-Eindhovenseweg) is gefragmenteerd beplant. Het noordelijk deel(Bosscheweg) is een sterk lijnelement. Verderop vervalt de structuur en eenheid doordat de boombeplanting gedeeltelijkontbreekt en het plantverband sterk wisselt. In dit deel moeten circa 180 eiken worden aangeplant om een doorgaandestructuur te realiseren.12 Behouden en ontwikkelen van de laanbeplanting langs de Schijndelseweg (pagina 26)De Schijndelseweg is beplant met een doorgaande structuur van eiken en populieren. De populieren zijn aangeplantvanwege hun groeisnelheid. Deze moeten op termijn worden verwijderd om ruimte te bieden aan de trager groeiende eiken(wijker-blijversysteem). Omdat het tijdig verwijderen van de populieren een zeer belangrijke beheermaatregel is, is beslotendeze als specifieke actie op te nemen. De uitvoeringskosten zullen te zijner tijd worden berekend. De verwachting is dat dekosten deels gedekt worden door de houtopbrengsten.13 Rotondes op hoofdwegen inrichten met bloemrijk gras (pagina 26)Vervangen van de hoogwaardige inrichting met heesters door bloemrijk ruw gras op 7 rotondes. Er is een geringe dalingvan de beheerkosten, omdat het onderhoud van ruw gras goedkoper is dan het onderhoud van heesters.€ 108.000 € 3.600P.M. -€ 57.750 € 3.465-14 Realiseren van uniforme (boom)beplantingen langs wijkontsluitingswegen (pagina 26)De wijkontsluitingswegen zijn beplant met verschillende boomsoorten in heestervakken en/of gazons. Het profiel, degebruikte boomsoorten en het plantverband wisselen sterk. Om de uniformiteit te realiseren moet een deel van de bomenworden vervangen door een andere soort en moet een uniforme onderbeplanting worden aangebracht. Het aantal bomenblijft gelijk, maar het areaal sierplantsoen zal, naar verwachting, toenemen ten koste van gazon. De beheerkosten zullendaardoor beperkt toenemen.15 De uitstraling en herkenbaarheid van de entree aan de westzijde van <strong>Boxtel</strong> verbeteren (pagina 28)€ 125.000 € 750De groeninrichting verbijzonderen door het aanbrengen van hagen, heesters en/of vaste planten. € 1.500 € 17560<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie16 Ontwikkelen van een herkenbare, dorpse entree bij Lennisheuvel (pagina 28)EenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkostenDe groeninrichting verbijzonderen door het aanbrengen van bomen, hagen, heesters en/of vaste planten. € 3.500 € 35517 Ontwikkelen van een meer dorpse entree van Liempde (pagina 28)De groeninrichting verbijzonderen door het aanbrengen van bomen, hagen, heesters en/of vaste planten. € 2.200 € 18018 ‘Vergroenen’ van het centrum met dorps groen (pagina 29)De dorpse uitstraling van het centrum versterken door gebruik van eenjarig perkgoed, zoals hanging baskets aanlantaarnpalen en bloembakken. Op een aantal plaatsen kan „vast‟ groen worden aangebracht in de vorm van (lei)bomen,hagen en vaste planten. Het is aan te bevelen ondernemers te betrekken bij de vergroening van het centrum. Hiermeewordt draagvlak gerealiseerd en ontstaan kansen voor medefinanciering. Het aanbrengen van ‟vast‟ groen is eeneenmalige investering. Het aanbrengen van perkgoed komt jaarlijks terug en leidt tot een verhoging van deonderhoudskosten.19 Ecologisch inrichten en beheren van groen aansluitend bij functie en gebruik van een gebied en de omvang vanhet groen (pagina 31)De uitgangpunten voor ecologisch groen worden gehanteerd bij (her)inrichting en leiden dan ook niet tot eenmaligeinvesteringskosten. De gemeente beheert het groen momenteel al op ecologische wijze. De beheerkosten blijven dan ookgelijk.20 Verminderen van de hoeveelheid snippergroen en overhoeken (pagina 32)Het verminderen van snippergroen en overhoeken wordt als uitgangspunt gehanteerd bij (her)inrichting. Eenmaligeinvesteringskosten zijn dus niet nodig.21 Goede groeiplaatsen voor bomen realiseren (pagina 33)Verbeteren van de groeiplaatsen van bomen door het toepassen van bodemverbetering en vergroten van boomspiegels.De kosten hangen sterk af van de locatie en kunnen variëren van circa € 100,- per boom tot duizenden euro's als er grote,constructieve maatregelen nodig zijn voor de wegfundatie. Per boom moet worden beoordeeld of de groeiplaatsverbeteringrendabel is. In de kostenberekening is uitgegaan van het verbeteren van de groeiplaats van 500 bomen door beluchting enbemesting (circa € 220,- per boom) en het vergroten en verbeteren van de groeiplaats van 20 bomen (€ 2000). Als gekozenwordt om de groeiplaatsomstandigheden actief te verbeteren, zal hiervoor een plan worden opgesteld. Dit plan zal tervaststelling aan het College van Burgermeester en Wethouders worden aangeboden.€ 16.500 € 18.200€ 0 € 0€ 0 € 0€ 130.000 € 061<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


Actie22 Meer vaste planten toepassen in het openbaar groen (pagina 34)Vaste planten hebben een hogere sierwaarde dan heesters, terwijl de onderhoudskosten lager zijn. Door heestervakken omte vormen naar extensieve vaste planten nemen de beheerkosten af. Het toepassen van vaste planten wordt alsuitgangspunt gehanteerd voor (her)inrichting en renovatie. Er is gerekend met 1000 m2 aan om te vormen heestervakken.De kosten voor het omvormen van 1 m2 heestervak naar vaste planten bedraagt € 25,00. Dit betekent een afname in debeheerkosten van € 1.000.23 Inrichten van een Vernieuwingsfonds voor groen (pagina 36)Met het instellen van dit fonds erkent <strong>Boxtel</strong> het belang van groen en erkent de gemeente dat groen onderhevig is aanslijtage. Er wordt tijdig geld gereserveerd om „versleten groen‟ te vervangen (renovatie), zodat kapitaalvernietiging wordtvoorkomen. De omvang van het fonds is bepaald op basis van landelijk gehanteerde afschrijvingstermijnen enrenovatiekosten. (Zie paragraaf 6.3)24 Groen tijdig en planmatig renoveren (pagina 36)Aansluitend bij actiepunt 24 wordt groen tijdig en planmatig vernieuwd. Op het moment dat bovenmatig veel inzet nodig isom het groen op de gewenste beheerkwaliteit te onderhouden, wordt het groen gerenoveerd. De benodigde middelenworden gereserveerd in het groenfonds en zijn opgenomen bij actiepunt 24.EenmaligeinvesteringWijzigingbeheerkosten€ 25.000 € 1.000-€ 0 € 200.000€ 0 € 062<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>


63<strong>Groenbeleidsplan</strong> <strong>Boxtel</strong>; Beleven, verbinden & duurzaam behouden, 50527 ZUDefinitief 5 juli <strong>2012</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!