Sammode-catalogus-2013 - Gunneman
Sammode-catalogus-2013 - Gunneman Sammode-catalogus-2013 - Gunneman
262ATEX-zonesEXPLOSIEVE OMGEVINGENATEX-RICHTLIJN 94/9/EGCLASSIFICATIE VAN DE ZONESSinds 1 juli 2003 geldt richtlijn ATEX 94/9/EG, de zogenaamde nieuweaanpak, voor alle armaturen die bedoeld zijn voor plaatsen waarontploffingsgevaar kan heersen.Deze richtlijn heeft tot doel de essentiële eisen vast te leggen voor hetvrije verkeer van apparatuur voor explosieve omgevingen in deEuropese Economische Ruimte. Deze aanvulling op de reeds geldendenormen houdt rekening met apparatuur die bedoeld is voor stofrijkeexplosieve omgevingen en legt de procedures vast voor debeoordeling van de conformiteit, die leidt tot een specifieke CEmarkeringvan de apparatuur.De zones waar zich explosieve atmosferen kunnen vormen, wordenbepaald op verantwoordelijkheid van de exploitant:GASSEN EN DAMPEN STOFAANWEZIGHEID VANEXPLOSIEVE ATMOSFEERZONE 0 ZONE 20Categorie 1G Categorie 1D PermanentZONE 1 ZONE 21Categorie 2G Categorie 2D OccasioneelZONE 2 ZONE 22Categorie 3G Categorie 3D IncidenteelEUROPESE NORMENTEMPERATUURKLASSENDe Europese normen inzake de fabricage van elektrische apparatuurvoor explosieve omgevingen worden vastgesteld door CENELEC enzijn erkend en verplicht in alle landen van de Europese Unie. Ze leidentot het aanbrengen van het distinctieve Gemeenschapsmerk .De norm EN 60079-0 (IN 50014) legt de algemene regels vast voor defabricage van apparaten voor gashoudende explosieve omgevingen.De apparaten worden onderverdeeld in 2 groepen:• Groep I: elektrische apparatuur bedoeld voor ondergrondse werkenin mijngashoudende mijnen;• Groep II: elektrische apparatuur bedoeld voor bovengrondsewerken. Gassen en dampen worden onderverdeeld in 3 subgroepen(A, B en C) afhankelijk van hun specifieke ontvlammingsvermogen(MESG en MOE).De norm EN 61241-0 (EN 50281-1-1) legt de algemene regels vastvoor de fabricage van apparaten voor stofrijke explosieve omgevingen.Deze normen worden aangevuld door Europese normen die specifiekzijn voor iedere beschermingswijze, met name:• EN 60079-1 (EN 50018): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - drukvast omhulsel (beschermingswijze "d")• EN 60079-7 (EN 50019): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - verhoogde veiligheid (beschermingswijze "e");• EN 60079-15 (EN 50021): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - apparatuur voor zone 2 (beschermingswijze "n");• EN 61241-1: elektrisch materieel voor plaatsen waarstofontploffingsgevaar kan heersen -behuizing (beschermingswijze "tD")TEMPERATUURKLASSEMAXIMALE OPPERVLAKTETEMPERATUURT2 300°CT3 200°CT4 135°CT5 100°CT6 85°CBESCHERMINGSWIJZENBij het ontwerp van armaturen voor gasrijke explosieve omgevingenworden vooral drie beschermingswijzen gebruikt:Verhoogde veiligheid "e": De elektrische apparatuur wordtzodanig ontworpen dat er zich geen ontstekingsbron kan voordoenbinnen of buiten het apparaat. Voor de temperatuurklasse wordtgekeken naar de temperatuur van het warmste punt van het heleapparaat (binnen- en buitenzijde) en niet alleen naar de behuizing.Drukvast omhulsel "d": De elektrische apparatuur wordt omhulddoor een behuizing die bij een inwendige ontploffing geen permanentevervorming ondergaat en niets doorlaat naar de omgeving. Voor detemperatuurklasse wordt gekeken naar de maximaleoppervlaktetemperatuur van de externe behuizing.Beschermingswijze "n": De elektrische apparatuur wordt zodanigontworpen dat er zich bij normale werking geen externe ontstekingsbronkan voordoen (vonk, warm oppervlak).Voor de temperatuurklasse wordt gekeken naar de maximaleoppervlaktetemperatuur van de externe behuizing. Dezebeschermingswijze wordt doorgaans alleen gebruikt voor de zones 2 of 22.
263Ook andere beschermingswijzen zijn erkend (intrinsieke veiligheid "ia"en "ib"; zandvulling "q"; gietmassa "m" enz.). Ze worden gebruikt incombinatie met de primaire beschermingswijze "e", als secundairebescherming voor bepaalde componenten die bij normale werkingbogen of vonken kunnen veroorzaken (VSA's, schakelaars enz.). Alsprimaire bescherming van de armaturen worden ze maar weiniggebruikt.De maximale oppervlaktetemperatuur van het apparaat (aangeduiddoor de klasse) moet altijd lager zijn dan dezelfontbrandingstemperatuur van het gas.Voor stofrijke explosieve omgevingen is de beschermingswijzegebaseerd op 2 principes:• stofdichtheid:- IP6X voor zones 20 en 21 en voor geleidend stof in zone 22;- IP5X voor niet-geleidend stof voor zone 22;• de maximale oppervlaktetemperatuur moet lager zijn dan delaagste van de volgende twee waarden:- 2/3 van de zelfontbrandingstemperatuur van de betreffendestofwolk;- de zelfontbrandingstemperatuur van een stoflaag van 5 mm dikminus 75°C.NORMCONFORMITEITRichtlijn 94/9/EG legt een procedure vast voor beoordeling van deconformiteit afhankelijk van de categorie van de apparaten.Categorie 1(zones 0 en 20)EG-typeonderzoek door AIProductiekwaliteitsborging goedgekeurd door AI ofProductkeuring door AIEG-verklaring vanovereenstemmingCategorie 2(zones 1 en 21)Examen CE de type par O.N.Productkwaliteitsborging goedgekeurd door AI ofOvereenstemming met het type gecontroleerd door AIEG-verklaring vanovereenstemmingCategorie 3(zones 2 en 22)Interne fabricagecontroleEG-verklaring vanovereenstemmingAI: Aangemelde instantie (in Frankrijk: INERIS, LCIE)MARKERINGRichtlijn ATEX 94/9/EG legt een specifieke CE-markering vast:CE-markering van overeenstemmingIdentificatienummer van de aangemelde instantie (AI)Distinctieve Gemeenschapsmerk voor apparatuurvoor explosieve omgevingenGroep van de elektrische apparatuurI: Mijngashoudende mijnenII: Bovengrondse werkenCategorie van het apparaat1: Zone 0 of zone 202: Zone 1 of zone 213: Zone 2 of zone 22Type explosieve atmosfeerG: Gassen en dampen0081 II 2 DD: StofVoor apparaten voor gashoudende explosieve omgevingen wordt dezeinformatie aangevuld met:• de maximale oppervlaktetemperatuur.Voor apparaten voor gas- of damphoudende explosieve omgevingenwordt deze informatie aangevuld met:• de markering die vereist wordt door de toepasselijke normen:Apparatuur voor explosieve omgevingenEx: conform de CENELEC-normenBeschermingswijzend: Drukvast omhulsele: Verhoogde veiligheidnA: Vonkvrij materiaalm: Gietmassaq: ZandvullingDe primaire beschermingswijze kan gecombineerd worden metsecundaire beschermingswijzen:em: primaire bescherming "e", secundaire bescherming "m"eq: primaire bescherming "e", secundaire bescherming "q"Groep van de elektrische apparatuur I: Mijngashoudende mijnenII: Bovengrondse werkenIIA, IIB, IIC: Groep II gevolgd door de gassubgroepvoor bescherming "d"TemperatuurklasseT1 tot T6Ex e II T4
- Page 211 and 212: 211Armatuur met kabelinvoer rechtsB
- Page 213 and 214: 213Weergegeven armatuur: Type recht
- Page 215 and 216: NOODVERLICHTING215
- Page 217 and 218: 217® driedimensionaal merk40 mm 70
- Page 219 and 220: 219® driedimensionaal merk40 mm 70
- Page 221 and 222: 221® driedimensionaal merk40 mm 70
- Page 223 and 224: 223BELANGRIJKSTE REFERENTIESTOEGEKE
- Page 225 and 226: 225BELANGRIJKSTE REFERENTIESTOEGEKE
- Page 227 and 228: 227NotitiesVERVANGING CENTRALE NOOD
- Page 229 and 230: 229BELANGRIJKSTE REFERENTIESMIN. LI
- Page 231: 231Variabele tussenafstandBELANGRIJ
- Page 234 and 235: 234OmhulselsMATERIALENMATERIALENBES
- Page 236 and 237: 236KabelinvoerenWARTELS EN UITNEEMB
- Page 238 and 239: 238ReflectorenREFLECTOREN EN ROOSTE
- Page 240 and 241: 240ReflectorenROOSTERSEXTERN LICHTR
- Page 242 and 243: 242AfwerkingRVS, FOLIE EN GEREEDSCH
- Page 244 and 245: 244AfwerkingOVERIGE AFWERKINGENAFSC
- Page 246 and 247: 246BEVESTIGINGENBEVESTIGINGEN TUBEL
- Page 248 and 249: 248BevestigingenBEVESTIGINGEN TUBEL
- Page 250 and 251: 250AccessoiresVERFRAAIINGSSETS VOOR
- Page 253 and 254: KENMERKEN EN NORMENTECHNISCHE INFOP
- Page 255 and 256: 255GEBRUIKSTEMPERATUURDe gebruikste
- Page 257 and 258: 257Voorschakelapparatenvoor fluores
- Page 259 and 260: 259Wat mogelijk is door het instell
- Page 261: 261MaterialenOMHULSELS EN ROESTVRIJ
- Page 265 and 266: 265ANTIPANIEKVERLICHTINGDeze verlic
- Page 267 and 268: 267• Interdepartementale circulai
- Page 269 and 270: 269VERLICHTING VAN INDUSTRIËLE ACT
- Page 271 and 272: 271COMPACTE METAALHALIDELAMPENType
- Page 273 and 274: 273FLUORESCENTIELAMPENT2-FLUORESCEN
- Page 275 and 276: 275VerlichtingsstudieAANVRAAGFORMUL
- Page 277: 24, rue des AmandiersF-75020 Paris
262ATEX-zonesEXPLOSIEVE OMGEVINGENATEX-RICHTLIJN 94/9/EGCLASSIFICATIE VAN DE ZONESSinds 1 juli 2003 geldt richtlijn ATEX 94/9/EG, de zogenaamde nieuweaanpak, voor alle armaturen die bedoeld zijn voor plaatsen waarontploffingsgevaar kan heersen.Deze richtlijn heeft tot doel de essentiële eisen vast te leggen voor hetvrije verkeer van apparatuur voor explosieve omgevingen in deEuropese Economische Ruimte. Deze aanvulling op de reeds geldendenormen houdt rekening met apparatuur die bedoeld is voor stofrijkeexplosieve omgevingen en legt de procedures vast voor debeoordeling van de conformiteit, die leidt tot een specifieke CEmarkeringvan de apparatuur.De zones waar zich explosieve atmosferen kunnen vormen, wordenbepaald op verantwoordelijkheid van de exploitant:GASSEN EN DAMPEN STOFAANWEZIGHEID VANEXPLOSIEVE ATMOSFEERZONE 0 ZONE 20Categorie 1G Categorie 1D PermanentZONE 1 ZONE 21Categorie 2G Categorie 2D OccasioneelZONE 2 ZONE 22Categorie 3G Categorie 3D IncidenteelEUROPESE NORMENTEMPERATUURKLASSENDe Europese normen inzake de fabricage van elektrische apparatuurvoor explosieve omgevingen worden vastgesteld door CENELEC enzijn erkend en verplicht in alle landen van de Europese Unie. Ze leidentot het aanbrengen van het distinctieve Gemeenschapsmerk .De norm EN 60079-0 (IN 50014) legt de algemene regels vast voor defabricage van apparaten voor gashoudende explosieve omgevingen.De apparaten worden onderverdeeld in 2 groepen:• Groep I: elektrische apparatuur bedoeld voor ondergrondse werkenin mijngashoudende mijnen;• Groep II: elektrische apparatuur bedoeld voor bovengrondsewerken. Gassen en dampen worden onderverdeeld in 3 subgroepen(A, B en C) afhankelijk van hun specifieke ontvlammingsvermogen(MESG en MOE).De norm EN 61241-0 (EN 50281-1-1) legt de algemene regels vastvoor de fabricage van apparaten voor stofrijke explosieve omgevingen.Deze normen worden aangevuld door Europese normen die specifiekzijn voor iedere beschermingswijze, met name:• EN 60079-1 (EN 50018): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - drukvast omhulsel (beschermingswijze "d")• EN 60079-7 (EN 50019): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - verhoogde veiligheid (beschermingswijze "e");• EN 60079-15 (EN 50021): elektrische apparatuur voor explosieveomgevingen - apparatuur voor zone 2 (beschermingswijze "n");• EN 61241-1: elektrisch materieel voor plaatsen waarstofontploffingsgevaar kan heersen -behuizing (beschermingswijze "tD")TEMPERATUURKLASSEMAXIMALE OPPERVLAKTETEMPERATUURT2 300°CT3 200°CT4 135°CT5 100°CT6 85°CBESCHERMINGSWIJZENBij het ontwerp van armaturen voor gasrijke explosieve omgevingenworden vooral drie beschermingswijzen gebruikt:Verhoogde veiligheid "e": De elektrische apparatuur wordtzodanig ontworpen dat er zich geen ontstekingsbron kan voordoenbinnen of buiten het apparaat. Voor de temperatuurklasse wordtgekeken naar de temperatuur van het warmste punt van het heleapparaat (binnen- en buitenzijde) en niet alleen naar de behuizing.Drukvast omhulsel "d": De elektrische apparatuur wordt omhulddoor een behuizing die bij een inwendige ontploffing geen permanentevervorming ondergaat en niets doorlaat naar de omgeving. Voor detemperatuurklasse wordt gekeken naar de maximaleoppervlaktetemperatuur van de externe behuizing.Beschermingswijze "n": De elektrische apparatuur wordt zodanigontworpen dat er zich bij normale werking geen externe ontstekingsbronkan voordoen (vonk, warm oppervlak).Voor de temperatuurklasse wordt gekeken naar de maximaleoppervlaktetemperatuur van de externe behuizing. Dezebeschermingswijze wordt doorgaans alleen gebruikt voor de zones 2 of 22.