11.07.2015 Views

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

Nationale Drug Monitor; jaarbericht 2009 - Trimbos-instituut

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• In 2008 was ongeveer een op de zes primaire cocaïnecliënten een nieuwkomer(16%). Deze nieuwkomers werden ingeschreven in 2008 en stonden niet eerderingeschreven bij de (ambulante) verslavingszorg voor een drugsprobleem.• Voor de helft van de primaire cocaïnecliënten (50%) is roken (crack) de belangrijkstewijze van gebruik en voor bijna de andere helft (47%) snuiven. Slechts één procentinjecteert de cocaïne.• De daling tussen 2004 en 2006 in het aantal primaire cocaïnecliënten was het gevolgvan een daling in het aantal crackgebruikers. Hun aandeel nam in deze periode afvan 61 naar 54 procent. In 2007 zette deze trend zich voort met een verdere dalingnaar 50 procent die zich stabiliseerde in 2008. Het aandeel van de snuifcokecliëntensteeg van 41 procent in 2006 naar 47 procent in 2008.• De meeste primaire cocaïnecliënten (77%) hadden ook problemen met een andermiddel, vooral alcohol (28%), cannabis (21%), heroïne (12%) en stimulerendemiddelen (2%). Voor ongeveer een kwart (23%) was cocaïne het enige probleem.• Cocaïne werd ook vaak als secundair probleem genoemd (figuur 3.2). Voor dezegroep is het primaire probleem heroïne (43%), alcohol (37%), of cannabis (12%).Van 2006 naar 2007 steeg het aantal cliënten met secundaire cocaïneproblematiekmet vier procent, maar tussen 2007 en 2008 vond er weer een daling plaats metzeven procent.Figuur 3.2 Aantal cliënten bij de (ambulante) verslavingszorg met primaire of secundairecocaïneproblematiek, vanaf 1994 I11000Aantal100009000800070006000500040003000200010001994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008PrimairSecundair2468 2928 3349 4137 4607 5689 6103 6647 7774 9216 9999 9824 9599 9981 96866020 6391 6503 7015 6699 6932 7111 8426 8281 8388 8393 8157 7829 8135 7581I. De stijging in secundaire cocaïnecliënten van 2000 naar 2001 komt voor een deel door de aanlevering(sinds 2001) van gegevens van opiaatcliënten van de GGD Amsterdam. Bron: LADIS, IVZ (<strong>2009</strong>).72 <strong>Nationale</strong> <strong>Drug</strong> <strong>Monitor</strong> – Jaarbericht <strong>2009</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!