Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB)
Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB) Zwijndrecht - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 (PDF, 2 MB)
Vraag 2: aandachtspuntenWerkwinkel• Alle aanwezigen zijn het eens over het feit dat er zo vlug mogelijk een Werkwinkel moet komen.Vanuit het gemeentebestuur en OCMW wordt geopperd dat de locatie liefst gesitueerd is inZwijndrecht (geen aparte winkel voor Zwijndrecht, maar ook voor de inwoners van Linkeroever).De inwoners moeten zich voor al zoveel zaken verplaatsen naar Antwerpen dat de omgekeerdebeweging nu ook mag gemaakt worden.• Het vinden van een locatie is echter problematisch, zowel in Zwijndrecht als op Linkeroever. Erworden strenge eisen gesteld aan de locatie. Vooral de gevraagde oppervlakte is bijna niet tevinden. Ook in Wilrijk stelt zich dit probleem.• Zolang er echter geen Werkwinkel is (en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn eenoplossing is) is het een taak van het gemeentebestuur om iedereen op de hoogte te stellen van water ter beschikking is op de arbeidsmarkt of toch zeker de mensen met hun vragen door te verwijzennaar de juiste organisatie (ACV)Doelgroep werklozen• Het aantal werklozen daalt, maar de groep die overblijft zijn het moeilijkst aan werk te helpen• PWA werkt met lijsten van de RVA, deze zijn meestal verouderd, waardoor PWA volop mensenaanschrijft, maar vaak reacties krijgt zoals: ik ben al terug aan het werk, ik ben al bij de VDAB inbegeleiding,Er gebeuren veel inspanningen, die vaak verloren moeite zijn.Iedereen vist in dezelfde vijver werklozen die kleiner wordt en ook moeilijker te begeleiden is. Ookhier is een gebrek aan samenwerking. De PWA is een meer vrijwillig systeem dan vroeger, zehebben geen stok achter de deur. Mensen zijn moeilijk te activeren. Ook de VDAB kampt met eenprobleem van opkomst.• In Zwijndrecht is de vraag naar klusjes veel groter dan het aanbod aan klusjesmannen (vrouwen).Toch vermoedt men dat er een potentieel aanwezig is. Een nauwere samenwerking met detrajectbegeleiding van de VDAB zou dit kunnen oplossen. Een trajectbegeleider die merkt dat eenwerkzoekende interesse heeft voor het uitvoeren van tuinklussen kan hem wijzen op het aanbodvan het PWA Zwijndrecht (PWA)Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderlingSamenwerkingsverbanden• Nu verstrekt iedereen de informatie vanuit zijn eigen organisatie, en iedereen probeert dit op eenzo goed mogelijke manier te doen, maar is er voldoende samenwerking tussen de verschillendeorganisaties? (CV)• Het is belangrijk dat op korte termijn samenwerkingsverbanden worden opgestart tussen‘basiswerkers’. Misschien kunnen eerstelijnswerkers worden uitgenodigd op een overleg,gecoördineerd door het gemeentebestuur of OCMW (PAT).Het is belangrijk dat iedereen weet wat organisaties kunnen bieden en ook wat ze niet kunnenbieden. Nu worden mensen soms her en der doorverwezen. (PWA)Bijvoorbeeld: arbeidstrajectbegeleiding wordt gemist in Zwijndrecht; de VDAB kan hier niet altijdeen antwoord op bieden, maar misschien kan het PWA hiervoor wel nauwer samenwerken met hetOCMW.Feedback• Terugkoppeling is ook heel belangrijk: als het OCMW bijvoorbeeld iemand doorstuurt naar deVDAB; kunnen ze achteraf moeilijk achterhalen wat er verder met die persoon is gebeurd (PAT).Als de doorsturing in het kader van een dossier verloopt, zou dit wel moeten kunnen dat erfeedback is tussen de verschillende ‘dossierbeheerders’. Als het enkel om een lossedoorverwijzing gaat, laat de wet op de privacy niet toe dat de VDAB de informatie doorgeeftLokaal Sociaal Beleidsplan 2008 – 2013 104
(VDAB).De Werkwinkel is hier nogmaals een heel belangrijk instrument. Alle werkwinkelpartners (VDAB,PWA, trajectbegeleiders,…) hebben toegang tot een cliëntvolgsysteem en kunnen zo informatie aanelkaar doorgeven. Ook hier kunnen persoonlijke contacten tussen de ‘basiswerkers’ dedoorverwijzing vlotter laten verlopen.• De Regenboog werkt bijvoorbeeld al een tijdje samen met allerhande begeleiders(trajectbegeleiders, jobcoaches, arbeidsbemiddelaars,…) wanneer mensen bij hen aan de slaggaan. De begeleiding stopt niet bij de start van de tewerkstellling. Mensen worden ook nogbegeleid in het arbeidstraject zelf, zodat ze langer aan de slag blijven en niet na een paarmaanden afhaken. Dit levert resultaat op (De Regenboog).Vraag 3b: communicatie en informatie naar de burgers• Er wordt vaak verondersteld dat werkzoekenden hun weg wel vinden in de verschillende instanties.Het tegendeel is echter waar. Zelfs hogeropgeleiden hebben hierbij meer ondersteuning nodig.ooAlle organisaties zouden over twee soorten informatie moeten beschikken die ze kunnenovermaken aan de burgers:contactinformatie: waar zijn de organisaties gevestigd, hoe kunnen ze met hen contactopnemen, wat zijn de openingsuren,…• bareelinformatie: wat moeten de mensen meenemen als ze naar een OCMW stappen, als ze naareen vakbond toestappen (bijvoorbeeld C4 en SIS-kaart),…Op die manier komen mensen al onmiddellijk met de nodige documenten toe bij de organisatie enmoeten ze niet nog eens teruggestuurd worden. (ACV)• Het is de bedoeling dat het Lokaal Sociaal Beleidsplan in Zwijndrecht uiteindelijk resulteert in eenéénloketsysteem voor sociale thema’s; waar deze twee soorten informatie kunnen verstrektworden. Het is niet de bedoeling om alle diensten in één gebouw samen te brengen. (CV)Vraag 5 en 6 : mogelijke en / of geplande acties en hinderpalen ?In het kader van vorming en opleiding aan werkzoekenden• De vakbonden hebben het ‘Bijblijf’ project. Dit is een omscholing voor werklozen die een andererichting willen uitgaan (ACV).• De VDAB heeft een gelijkaardig aanbod.• Bij het PWA is er een budget voor opleiding; er zijn echter weinig geïnteresseerden en het ismoeilijk om voor een kleine groep een opleiding te organiseren. De kostprijs is dan te duur,naargelang het aantal deelnemers. Het zou dus handig zijn, moest hiervoor kunnen wordensamengewerkt met VDAB, PAT en de vakbonden. Aangezien zijn toch allen opleiding en vormingorganiseren voor hun doelgroep. (PWA)• De acties van de verschillende organisaties overlappen nu vaak, zonder dat er samenspraak is.Vraag 7: verwachtingen naar de gemeente / het OCMWTewerkstellingsbeleid gemeentebestuur en OCMW• Het is belangrijk dat een gemeentebestuur en een OCMW hun eigen personeelsbeleid ook onderde loep nemen. De gemeente en het OCMW hebben immers een voorbeeldfunctie (ACV).Website Zwijndrecht – VDAB - WIS computer• Agnes Aps vraagt waarom het niet mogelijk is vanop de algemene website van de VDAB door teklikken naar jobadvertenties enkel voor de gemeente Zwijndrecht. Nu wordt het enkel regionaalLokaal Sociaal Beleidsplan 2008 – 2013 105
- Page 53 and 54: OUDERENBELEIDStrategische doelstell
- Page 55 and 56: OUDERENBELEIDStrategische doelstell
- Page 57 and 58: WERKENStrategische doelstelling 2Ke
- Page 59 and 60: WERKENStrategische doelstelling 4De
- Page 61 and 62: WERKENStrategische doelstelling 6Ui
- Page 63 and 64: JEUGD EN GEZINStrategische doelstel
- Page 65 and 66: MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENINGStr
- Page 67 and 68: MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEIDStrat
- Page 69 and 70: MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEIDStrat
- Page 71 and 72: GEZONDHEIDStrategische doelstelling
- Page 73 and 74: GEZONDHEIDStrategische doelstelling
- Page 75 and 76: InleidingDe kinderen van Zwijndrech
- Page 77 and 78: 1. De gemeente Zwijndrecht : een id
- Page 79 and 80: ‣ Aantal gebruikersHet gemiddeld
- Page 81 and 82: 13 € voor een halve dag2.4. Parti
- Page 83 and 84: ‣ Leeftijd van het doelpubliekKle
- Page 85 and 86: Deze wordt georganiseerd vanuit de
- Page 87 and 88: 3.3.2. De secretarisKoen Bettens bl
- Page 89 and 90: * Inclusie. De meeste opvangvoorzie
- Page 91 and 92: taakleerkrachten, … biedt een mee
- Page 93 and 94: 8. Blik op de toekomst2008Terugkopp
- Page 95 and 96: BIJLAGE 1VERSLAGEN THEMAWERKGROEPEN
- Page 97 and 98: • hoge borduurs vormen vaak een g
- Page 99 and 100: Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkg
- Page 101 and 102: • De seniorenraad speelt een bela
- Page 103: Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkg
- Page 107 and 108: Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkg
- Page 109 and 110: Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkg
- Page 111 and 112: Over vrijwilligers en infrastructuu
- Page 113 and 114: Verslag Lokaal Sociaal Beleid werkg
- Page 115 and 116: Brede instap in jeugdhulp, geesteli
- Page 117 and 118: Mobiliteit en toegankelijkheid1. Ke
- Page 119 and 120: OUDERENBELEIDIntroductievraagNaam d
- Page 121 and 122: WERKEN1. Kennismaking :• Naam dee
- Page 123 and 124: WONEN1. Kennismaking:• Naam deeln
- Page 125 and 126: GEZONDHEID EN MILIEU1. Kennismaking
- Page 127 and 128: MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING1.
- Page 129 and 130: BIJLAGE 3VERSLAG GESPREKSENIORENRAA
- Page 131 and 132: BIJLAGE 4NOTA GESPREK MET ZEWOPA VZ
- Page 133 and 134: BIJLAGE 5DIENSTEN - DOELGROEPENMATR
- Page 135 and 136: SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJN
- Page 137 and 138: SOCIALE KAART OCMW / GEMEENTE ZWIJN
- Page 139 and 140: socialegrondrechten /thema'sDoelgro
- Page 141 and 142: socialegrondrechten /thema'sDoelgro
- Page 143 and 144: BIJLAGE 6BRONNEN OMGEVINGSANALYSELo
- Page 145: Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008 - 2
Vraag 2: aandachtspuntenWerkwinkel• Alle aanwezigen zijn het eens over het feit dat er zo vlug mogelijk een Werkwinkel moet komen.Vanuit het gemeentebestuur en OCMW wordt geopperd dat de locatie liefst gesitueerd is in<strong>Zwijndrecht</strong> (geen aparte winkel voor <strong>Zwijndrecht</strong>, maar ook voor de inwoners van Linkeroever).De inwoners moeten zich voor al zoveel zaken verplaatsen naar Antwerpen dat de omgekeerdebeweging nu ook mag gemaakt worden.• Het vinden van een locatie is echter problematisch, zowel in <strong>Zwijndrecht</strong> als op Linkeroever. Erworden strenge eisen gesteld aan de locatie. Vooral de gevraagde oppervlakte is bijna niet tevinden. Ook in Wilrijk stelt zich dit probleem.• Zolang er echter geen Werkwinkel is (en het ziet er niet naar uit dat er op korte termijn eenoplossing is) is het een taak van het gemeentebestuur om iedereen op de hoogte te stellen van water ter beschikking is op de arbeidsmarkt of toch zeker de mensen met hun vragen door te verwijzennaar de juiste organisatie (ACV)Doelgroep werklozen• Het aantal werklozen daalt, maar de groep die overblijft zijn het moeilijkst aan werk te helpen• PWA werkt met lijsten van de RVA, deze zijn meestal verouderd, waardoor PWA volop mensenaanschrijft, maar vaak reacties krijgt zoals: ik ben al terug aan het werk, ik ben al bij de VDAB inbegeleiding,Er gebeuren veel inspanningen, die vaak verloren moeite zijn.Iedereen vist in dezelfde vijver werklozen die kleiner wordt en ook moeilijker te begeleiden is. Ookhier is een gebrek aan samenwerking. De PWA is een meer vrijwillig systeem dan vroeger, zehebben geen stok achter de deur. Mensen zijn moeilijk te activeren. Ook de VDAB kampt met eenprobleem van opkomst.• In <strong>Zwijndrecht</strong> is de vraag naar klusjes veel groter dan het aanbod aan klusjesmannen (vrouwen).Toch vermoedt men dat er een potentieel aanwezig is. Een nauwere samenwerking met detrajectbegeleiding van de VDAB zou dit kunnen oplossen. Een trajectbegeleider die merkt dat eenwerkzoekende interesse heeft voor het uitvoeren van tuinklussen kan hem wijzen op het aanbodvan het PWA <strong>Zwijndrecht</strong> (PWA)Vraag 3a: communicatie en overleg partners onderlingSamenwerkingsverbanden• Nu verstrekt iedereen de informatie vanuit zijn eigen organisatie, en iedereen probeert dit op eenzo goed mogelijke manier te doen, maar is er voldoende samenwerking tussen de verschillendeorganisaties? (CV)• Het is belangrijk dat op korte termijn samenwerkingsverbanden worden opgestart tussen‘basiswerkers’. Misschien kunnen eerstelijnswerkers worden uitgenodigd op een overleg,gecoördineerd door het gemeentebestuur of OCMW (PAT).Het is belangrijk dat iedereen weet wat organisaties kunnen bieden en ook wat ze niet kunnenbieden. Nu worden mensen soms her en der doorverwezen. (PWA)Bijvoorbeeld: arbeidstrajectbegeleiding wordt gemist in <strong>Zwijndrecht</strong>; de VDAB kan hier niet altijdeen antwoord op bieden, maar misschien kan het PWA hiervoor wel nauwer samenwerken met hetOCMW.Feedback• Terugkoppeling is ook heel belangrijk: als het OCMW bijvoorbeeld iemand doorstuurt naar deVDAB; kunnen ze achteraf moeilijk achterhalen wat er verder met die persoon is gebeurd (PAT).Als de doorsturing in het kader van een dossier verloopt, zou dit wel moeten kunnen dat erfeedback is tussen de verschillende ‘dossierbeheerders’. Als het enkel om een lossedoorverwijzing gaat, laat de wet op de privacy niet toe dat de VDAB de informatie doorgeeftLokaal Sociaal Beleidsplan <strong>2008</strong> – 2013 104