11.07.2015 Views

n HET

n HET

n HET

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

50 <strong>HET</strong> LEVEN„ Slaa geen acht," zegt hy, „ op de traa-„ nen van hun, die U thans koomen be-„ zoeken. Die traanen zyn by hen allen„ de vrucht eener nietswaardige gewoonte.„ Bedenk liever, hoe zeer Gy nu nog van„ wegens de U overblyvende Kinderen, u-„ we Goederen en Levensftand door even„ diezelfde menfchen benyd wordt, 't Waa-„ re immers verkeerd, dat Gy U zo zeer„ over uwe omflandigheden beklaagenzoudt;„ dat Gy over uw tegenwoordig Lot mis-„ noegd zoudt zyn, daar andere, ook na het„ bykoomen dier ramp, welke ons nu treu-„ ren doet, echter van harten gaarne in uwe„ plaats zouden willen zyn."De onbekrompenheid van zyn beftaanblykt nog verder uit eene andere plaats,welke men aantreft in de Vermaaning, „ om„ zich voor fchulden te hoeden." (Y) Wantna een {terken uitval tegen de hardigheidder fchuldeisfchers voegt hy 'er by: „ Denkt^ niet, dat ik, dus fpreekende, aan deeze„ lieden den oorlog verklaare: Zy hebben,, my toch nimmer myn Hoornvee of Paar-„ den ontroofd." 't Is bekend, dat dit dewoorden waaren van ACHILLES (volgens HO­MERUS) fpreekende van de Trojaanen. PLU­TARCHUS bedient 'er zich geestig van: gelvk(0 II Deel, Bladz. 8so, Ë.hy,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!