11.07.2015 Views

JAARGANG 1 NUMMER 1 JANUARI 2009 Beste Neurochirurgische ...

JAARGANG 1 NUMMER 1 JANUARI 2009 Beste Neurochirurgische ...

JAARGANG 1 NUMMER 1 JANUARI 2009 Beste Neurochirurgische ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Huidige samenstelling Landelijke Werkgroep Neurochirurgie:Ronald Gabel Hoofd Zorgeenheid Neurochirurgie VU medisch centrum Amsterdam / voorzitterArjo Hoogwerf Unithoofd Neurochirurgie Erasmus MC Rotterdam / vice voorzitterDiane Coule – Teamleidster – Neurochirurgie – Erasmus MC RotterdamTon Vogelzang – Regie Verpleegkundige – Neurochirurgie Erasmus MC RotterdamCoby Schoneveld Verpleegkundig Specialist Neurochirurgie UMC UtrechtHans Jacobs Verpleegkundig Hoofd Neurochirurgie UMC NijmegenJanneke Roes Senior Verpleegkundige Neurochirurgie UMC NijmegenFemke Peters Neuro-MC UMC NijmegenJacqueline Heemink Verpleegkundige Neurochirurgie AMC AmsterdamLotte Verweij Verpleegkundige Neurochirurgie AMC AmsterdamHans Cohen gespecialiseerd Verpleegkundige Neurochirurgie VU medisch centrum AmsterdamWe hebben dringend behoefte aan versterking uit andere <strong>Neurochirurgische</strong> centra !!!Groningen, Maastricht, Tilburg, Leiden, Enschede, Alkmaar, Haarlem, rest van ons land ??Het fixeren aangepaktEen werkgroep van de afdeling Neurologie & Neurochirurgie van het UMC Utrecht heeft een beleidontwikkeld rondom vrijheidsbeperkende interventies bij patiënten. Dit beleid is tot stand gekomen vanuitaanbevelingen uit een risicoanalyse rond fixatie van patiënten, aangevuld met resultaten van een studiedoor één van de werkgroepleden. Het beleid is verwerkt in een Map „Beschermende Maatregelen‟. Indeze map zijn onderstaande producten te vinden:De richtlijn „Omgaan met Beschermende Maatregelen‟.Deze richtlijn maakt alle facetten rond de bescherming van de patiënt tegen gevaarlijke enrisicovolle situaties inzichtelijk.Stappenplan „Beschermende Maatregelen‟.Het stappenplan laat zien welke stappen in welke volgorde genomen moeten worden bij hettoepassen van een beschermende maatregel.Het registratieformulier „Beschermende Maatregelen‟.Dit formulier maakt het proces en de onderbouwing van de gekozen beschermende maatregelinzichtelijk.Een zestal instructiekaarten over diverse fixatie-mogelijkheden.De kaarten dienen als gebruiksinstructie.(zie voorbeeld)Informatiefolder voor familieleden.In deze folder wordt uitgelegd wat beschermende maatregelen zijn en waarom ze bij hunnaaste wordt toegepast.Taakomschrijvingen van de aandachtsfunctionaris en van de afdelingsassistent.Beschreven staat wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is.Borging van het beleidHerin wordt beschreven hoe de toepassing van het beleid in de dagelijkse werkzaamhedenwordt geborgd.Voor vragen over het beleid en/of producten met betrekking tot Beschermende Maatregelen kan mencontact opnemen met Coby Schoneveld, verpleegkundig specialist van de afdeling Neurologie &Neurochirurgie, UMC Utrecht. Telefoon: 088-75 57952


V&VN Werkgroep NeurochirurgieVisieDe werkgroep Neurochirurgie biedt alle neurochirurgische centra een platform waarbinnen deneurochirurgische patiënt en de professionals centraal staan zodat zij een herkenbare entiteit vormenbinnen de V&VN.MissieDe werkgroep Neurochirurgie profileert zich als het platform van, voor en door neurochirurgischverpleegkundigen. Kernwoord binnen de werkgroep is synergie; het delen van bestaande kennis ennieuwe kennis ontwikkelen.Zij streeft naar erkenning en waardering van de professionele kwaliteit en beroepsuitoefening van deneurochirurgisch verpleegkundigen, met als doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van dekwaliteit van de beroepsuitoefening en verbetering van de kwaliteit van zorg.


Doelstelling De werkgroep richt zich op beroepsinhoudelijke ontwikkelingen binnen onderzoek, onderwijs enpatiëntenzorg welke aangereikt wordt door de deelnemers. De werkgroep stimuleert het gebruikvan wetenschappelijke bevindingen, evidence based nursing en best practices binnen hetvakgebied. De werkgroep draagt de opgedane multidisciplinaire kennis over naar de neurochirurgischecentra en geeft hierin desgewenst advies. De werkgroep richt zich op het helder krijgen van de specifieke neurochirurgischeverpleegkundige competenties / eigenschappen en stimuleert de deelnemers om deze ook uitte dragen. De werkgroep volgt nationale en internationale ontwikkelingen.Samenstelling Werkgroep NeurochirurgieIn de werkgroep zijn alle dertien neurochirurgische centra in Nederland vertegenwoordigt in de persoonvan een Hoofdverpleegkundige en een Seniorverpleegkundige / verpleegkundige.Op verzoek van leden van de werkgroep zelf kunnen tijdelijk genodigden aan de werkgroep wordentoegevoegd.Communicatieplan De werkgroep komt op jaarbasis drie maal bijeen. De werkgroep informeert haar achterban middels een digitale nieuwsbrief via haar website.. Jaarlijks wordt er tijdens een minisymposium aan de achterban de diverse ontwikkelingenbinnen het vakgebied en de neurochirurgische centra gepresenteerd. Ook hier staat hetkernwoord synergie centraal.


Verpleegkundige methodiek voor de aanpak vangedragsveranderingen in de neurochirurgieFolkert Brugman, neuroverpleegkundige UMC St.RadboudDagelijkse praktijk van de neuroverpleegkundige in de neurochirurgieBinnen de verpleegafdeling Neurochirurgie en Plastische & ReconstructieveChirurgie (Nch/Pch) van het UMC St.Radboud te Nijmegen worden mensenopgenomen die voor of na de operatie nogal eens een gedragsveranderingdoormaken. Dat kan op vele manieren tot uiting komen, maar voor deverpleegkundigen springen er twee soorten van gedrag uit die al jaren degemoederen bezig houdt.Het gaat enerzijds om patiënten die zelfstandig zijn in hun ADL en op de afdelingrondlopen en waar in de omgang, op basis van cognitieve stoornissen, regelmatigboosheid, agressie en verdriet de boventoon voert in de omgang.Anderzijds gaat het ook om mensen die post-operatief, meestal met de nodigeinfuusslangen, blaaskatheter, sondevoeding en tracheocanule of Externe VentrikelDrain (EVD), in de communicatie moeilijk te bereiken zijn en een matige tot zeeronrustige indruk maken. Het gevolg is dat deze patiënten zelf zijn katheter,maagsonde en infusen verwijderd of continu overeind komt bij bedrust vanwege eenEVD en dus een risico op letsel lopen.Praktische problemenDe gedragsveranderingen waren niet goed hanteerbaar vanwege het ontbreken vaneen duidelijk kader om de beperkingen methodisch te benoemen. De NANDAclassification, ICF en Carpenito sloten onvoldoende aan op de problemen die bijdeze patiënten speelde. De verpleegkundigen beschikte daardoor ook niet over demogelijkheid om de problemen eenduidig te koppelen aan de PES structuur. Derelatie tussen het gedrag, het mogelijke probleem en de ethiologie werd daardoordoor iedereen anders gelegd.Een ander probleem was ook dat neuropsychologische en ergotherapeutischemodellen die werden uitgeprobeerd (MSSE, E-one), eerder tot nog meer verwarringin de verpleegkundige diagnostiek leidde. Uiteindelijk leidde dit niet tot een betereomgang met, een veiliger verblijf voor of een betere voorlichting aan de patiënt enfamilieleden over hoe zij met dat veranderde gedrag konden omgaan. In eenthemadag gaven paramedici (revalidatiearts, ergotherapeut) aan dat allemogelijkheden vanuit hun invalshoek reeds benut werden, wat ons bevestigde datdaar waarschijnlijk de oplossing ook niet vandaan zou komen.Verpleegkundigen hadden veel behoefte aan een instrument waarmee ad-hoc enacuut de situatie van de patiënt kon worden ingeschat om te bepalen hoe vervolgensmet de patiënt omgegaan kon worden om bijvoorbeeld toch medewerking voor deverzorging te kunnen krijgen, of om (val)risico’s en complicaties te beperken.


Op zoek naar een methodiekIn 2005 hebben de verpleegkundigen van de afdeling neurochirurgie een trajectopgezet om tot praktische handvatten te komen waarmee deze gedragsproblemenals verpleegproblemen benoemd en gehanteerd zouden kunnen worden. Het doelwas dat de verpleegkundigen uiteindelijk methodisch observaties zouden kunnendoen naar gedragsveranderingen op cognitief, emotioneel en vitaal niveau en demogelijkheid kregen om daar evidence-based of desnoods practice-basedinterventies t.b.v. de omgang op af te stemmen.De oplossing moest aan drie voorwaarden voordoen.1. De oplossing moest een verpleegkundige methodiek inhouden.2. De oplossing moest passen binnen de kaders van het beroepsprofiel voorneuroverpleegkundigen.3. ICF moest herkenbaar terug komenEen oplossingDe keuze viel op het verpleegkundig model van hersengedrag dat hieraan voldoet endrie principes en één model samenbrengt. Het model is als volgt opgebouwd:1. De drie functionele hersenfunctieniveaus die nauw verwant zijn aan deevolutieleer, namelijk het archi-, paleo- en neoniveau.2. De hiërargische gelaagdheid zoals dat door Luria en MacLean is beschreven.3. De Ranchos Los Amigos Levels of Cognitive Functioning als uitgangspunt voorverpleegkundige diagnoses.Implementatie en ervaringenNadat de keuze was gemaakt voor deze methodiek zijn alle verpleegkundigentheoretisch geschoold en on-the-job getraind. Na een jaar met dit model gewerkt tehebben is de methodiek geëvalueerd en zijn de verpleegkundigen tot de conclusiegekomen dat de patiënten rustiger lijken door naar verwachting een verbeterdeoriëntatie. Tevens werd opgemerkt wat de valkuilen in de eigen attitude waren. Doordeze methodiek werd namelijk duidelijk dat de verpleegkundigen met de eigenattidude ook onbewust niet bedoelde en ongewenste reacties (onrust) bij de patiëntopriepen. Daardoor is het verblijf voor de patiënt op het eerste gezicht veiliger encomfortabeler geworden. Door met deze methodiek een andere omgang tebewerkstelligen, ervaren de patiënten zichzelf en hun omgeving naar verwachtingrealistischer, dan wanneer door cognitieve en sensorische beperkingen het versluierdbewustzijn tot een verkeerde indruk van de werkelijkheid leidt.Het werken met deze aanpak liet na een jaar zien dat patiënten met minder onrust dezorgverlening toestonden. Verpleegkundigen ervaarden de omgang ook prettiger enminder confronterend. Tussen de verpleegkundigen onderling ontstondconstructiever overleg, omdat de verpleegkundigen de zelfde denktrant en de zelfdeuitgangspunten in hun observaties hanteerde. Over de conclusies van dieobservaties was nog vaak discussie, maar door de methodiek werden ook diediscussies beter gekanaliseerd.Ook is gebleken dat familieleden dit model goed konden begrijpen en daardoor eenbeter begrip kregen over hoe zij dit veranderde gedrag een plek konden geven, tengunste van de verdraagzaamheid en hun verwerking.


Dit model van hersengedrag is nog niet evidence based, maar is wel opgebouwd uitevidence based principes. Op dit moment is de afdeling neurochirurgie insamenwerking met het Nijmeegs Kenniscentrum Neurorevalidatie bezig om dit modelte valideren. In dit proces worden ook de PALOCS en de CRS meegenomen.Daarnaast wordt de terminologie herzien in wat meer passende bewoordingen.Uiteindelijk willen we op termijn komen tot een validatie van dit verpleegkundigdiagnostisch model.


Ketenproject SAB in UMCN levert 30% kortere ligduur opDe afdelingen neurochirurgie, radiologie, intensive care en revalidatiegeneeskunde hebben van april 2006 tot 2007 jaargewerkt aan het ketenproject “Subarachnoidale bloeding (SAB)”. Zij hebben hiermee een verkorting van het aantalgemiddelde ligdagen bereikt, namelijk van 28 dagen naar 18 dagen. Daarbij wordt er in de patiënt tevredenheidenquêtes nahet project beduidend beter gescoord als het gaat om informatie en nazorg. Wil je weten hoe de afdelingen deze resultatenhebben bereikt, lees dan het volledige artikel.Ketenlogistiekproject “Subarachnoidale bloeding”De afdelingen neurochirurgie, radiologie, intensive care en revalidatiegeneeskunde zijn op 20 april 2007gestart met hetketenlogistiekproject “Subarachnoidale bloeding (SAB)”.In het afgelopen jaar is zeer veel werk verzet door de medewerkers van bovengenoemde afdelingen. Daarnaast kreeg hetproject ondersteuning door Staf Zorg en Staf Medische zaken.Op 9 april jl. vond een doorpakconferentie plaats. Tijdens deze conferentie werden de behaalde resultaten van het projectgepresenteerd. In deze nieuwsbrief willen wij deze resultaten nog eens naar voren brengen.Gestelde doelenBij de start van het project hadden de participerende afdelingen zich de volgende doelen gesteld:1. De totale ligduur van de patiënt met een SAB in het UMCN verkorten . In het bijzonder het verkorten van het verblijfvan de patiënt op de SEH.2. Het vastleggen van het medisch- en verpleegkundig beleid in richtlijnen c.q. protocollen.3. Het in kaart brengen van de patiëntervaring t.a.v. de verkregen zorg.4. Het standaardiseren van de informatievoorziening naar de patiënt toe.Behaalde resultaten­ Bij de nulmeting (2006) was het verblijf op de SEH 3,5 uur. In het voorjaar 2008 was deze tijdsduur teruggebracht tot 2uur en 7 minuten.­ De totale opnameduur binnen het UMCN daalde van 28 dagen in 2005 naar 18 dagen in 2008.Eén van de belangrijkste interventies die zijn gepleegd om dit resultaat te behalen is het inschakelen van derevalidatiearts kort na de operatie. Gemiddeld komt de revalidatiearts nu op de 3 e dag in consult. Zo kan er al vroeg eenvervolgtraject worden gepland, hetgeen de opnameduur verkort.­ De bijeenkomsten van de werkgroepleden van de participerende afdelingen hebben geleid in het document “WegwijzerSAB-patiënt” raadpleegbaar in KWINT. Verschillende stappen van het proces van de SAB patiënt staan hierinbeschreven en bij elke stap is de behandelrichtlijn c.q. –protocol te zien.­ Een belangrijke winst is de beslisboom “decanulatie” welke nu toegepast wordt op 5 afdelingen binnen het UMCN.­ Een patiënttevredenheidsenquête werd afgenomen. De SAB-patiënten gaven als rapportcijfers de verpleegkundige zorgeen 8.9; de medische zorg een 8.5 en de ondersteunende zorg een 8.4.De resultaten van de enquête werden vergeleken met landelijke cijfers, hierbij werd op alle onderdelen hoger gescoord.Het aspect nazorg scoorde het laagst, daarom was dit een extra punt van aandacht voor de projectgroep. Met resultaat!Zo bleek in mei 2007 nazorg een 3.7 te score, in maart 2008 was de score hoger, n.l. 4.1 (schaal 0-5).­ De patiëntenbeleving werd in kaart gebracht d.m.v. een spiegelgesprek waar 7 SAB-patiënten met hun partners verteldeover hun ervaringen t.a.v. de ontvangen zorg. Uit dit gesprek kwam duidelijk naar voren dat de informatievoorzieningen de continuïteit van de zorg voor verbetering vatbaar waren.


­ Om dit te verbeteren is er gestart met een pilot “ketenondersteuner”. Deze senior verpleegkundige (N20) geeftondersteuning op aspecten als: de continuïteit van zorg, de communicatie tussen de verschillende afdelingen en deinformatievoorziening naar de patiënt toe.­ Voor de patiënt is een “Patiënt Informatie Map” (PIM) gemaakt, deze zal na de zomer 2008 in gebruik genomenworden.Op dit moment wordt door de afdeling neurochirurgie gezocht naar een manier om deze resultaten in te bedden in de praktijk,om continue aan kwaliteitsverbetering te kunnen werken en om de verworven ervaring en kwaliteit van zorg uit te breidennaar andere neurochirurgische patiëntgroepen.Er wordt op dit moment gewerkt aan het uitbreiden van gespecialiseerde verpleegkundige nazorg op de polikliniek. Tevenstrachten we zorg, behandeling en informatiegesprekken te standaardiseren in een praktisch multidisciplinair werkinstrument.


Zorgpad SAB VU medisch centrumTitel voorbeeld titelD. Noske, R. v.d. Berg, E. Smit, A. Schauer, G. Lankhorst, R. Gabel, A. BeersDoelstelling Zorgpad Sub-Arachnoidale Bloeding (SAB)Het ontwikkelen, herinrichten, implementeren en verhogen van de kwaliteit van zorg van het zorgproces vooralle patiënten met een SAB (ongeveer 60 patiënten per jaar).1. Gemiddelde ligduur SAB- patiënten daalt van 26.5 naar 20 verpleegdagen.2. Elke SAB-patient wordt binnen 12 uur behandeld.3. Er is een volledig patiënten informatiedossier beschikbaar4. Het SAB zorgpad is opgenomen in Metavision opdrachtensets op de ICU.Procesbeschrijving Subarachnoidale BloedingClipping(0-24 uur)OKAfdelingRevalidatiecentr.VerpleegtehuisMesozorgThuisSEHCT algemeenCT-AngioInterventieRadioloogNeuroChirurgAngiografie(GoudenStandaard)Coiling(0-24 uur)angiokamerBeoordelingHydrocephalusMedium CarethuisAnder ZiekenhuisIntensive CareMedium CareVerpleegafdelingeventueelCT-AngioExpectatiefBeleidPlaatsing EVD opIC of OK(veilig)Intensive CareoverledenBeoordelingHydrocephalusplaatsing EVD opIC of OK(groter risico opre-bleed)PoortartsNeuroloogNeurochirurgIntensivistEH/IC/MC-VpkRöntgenlaborantRadioloogNeurochirurgOK-VpkInterventieRadioloogNeurochirurgInterventieRadioloogAnesthesistAnesthesie-VpkRadiologielaborantAnesthesistAnesthesie-VpkOK-vpkNeurochirurgNeurochirurgOK-VpkZaalartsMC/IC/VpkRevalidatieartsTransfer VpkNulmetingNulmeting middels een dossieranalyse van 15SAB patiënten uit 2006. Hierin werd o.a.gekeken naar de volgende indicatoren:•Soort behandeling: coilen, clippen of expectatief•Wachttijd voor behandeling•Gemiddelde duur behandeling/ OK-tijd•Ligduur opgesplitst in aantal dagen IC, MC & NC•Consult revalidatiearts•OntslagbestemmingInterventies•Ontwikkelen protocol betrokken medici voorverkorten behandelfase.•Aanpassen zorgprotocol, met name voor watbetreft het tijdstip van consulteren revalidatieartsProjectleiderDavid Noske, neurochirurgDiscussieIs het mogelijk om een zorgpad te ontwikkelen voor eenziektebeeld waarvan na diagnose en behandeling nietgeheel duidelijk is wat de ligduur en prognose zal zijn?UitdagingVooropgesteld dat er een vaste beschikbaarheid is overeen neuroradioloog en faciliteiten zoals OK en anesthesieis het een uitdaging om een zorgpad te ontwikkelen vooreen acute en zorgintensieve patiëntengroep die meerdereafdelingen doorloopt en grote verschillen in ligduur kent.Uiteindelijk is het doel een zorgpad te ontwikkelen waarinvoorwaarden worden gecreëerd die leiden totverbeteringen op het gebied van:•Ligduur•Wachttijd behandeling•Patiënttevredenheid•Medewerkertevredenheid


November 2007INLEIDINGVoor U ligt een beschrijving van het zorgpad voor patiënten met een subarachnoïdale bloeding dieopgenomen, behandeld en verzorgd worden binnen VU medisch centrum Amsterdam.Alle betrokken professionals hebben een wezenlijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming hiervan.Ziektekostenverzekeraar AGIS heeft de ontwikkeling van dit zorgpad financieel ondersteund.Bij het ontwikkelen van dit zorgpad heeft de patient altijd centraal gestaan hetgeen ook het geval is inde uiteindelijke uitvoering van het zorgpad. Bij de start van dit project werden vier hoofddoelstellingengeformuleerd (zie hieronder).Nog belangrijker dan deze doelstellingen is vanzelfsprekend de gedachte dat de juiste patient, op dejuiste tijd en op de juiste plaats de juiste behandeling en juiste zorg krijgt van de juiste professionals.Elke patiënt met een bloedendaneurysma wordt binnen 24uur behandeld.De gemiddelde ligduur daalt van26,5 dagen naar 22 dagen.Er is een volledig patiënteninformatiedossier beschikbaar.


Aanleiding tot het projectPatiënten die een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding doormaken (hierna SAB genoemd)worden voor de complicaties van een SAB behandeld en tevens wordt het aneurysma uit de circulatiegenomen. Dit bij voorkeur door endovasculaire coiling of anders door operatief clipping. Dit dient zosnel mogelijk plaats te vinden om recidief bloeding te voorkomen. Verschillende afdelingen endisciplines zijn hierbij betrokken waardoor er regelmatig logistieke en organisatorische problemen rondde behandeling en zorg aan een SAB bestaan. Vaak verblijven SAB-patienten langer in het ziekenhuisdan medische noodzakelijk is. Het ontslag wordt uitgesteld omdat er twijfel is of de patiënt zichzelfthuis zal kunnen redden. In andere gevallen verblijven mensen te lang in het ziekenhuis omdat zijwachten op een opname in een verpleeghuis. Een langdurige opname is voor de patiënt ongunstig. Depatiënt heeft immers een grotere kans om infecties op te lopen of te hospitaliseren. Een uitgesteldontslag is ook voor de afdeling neurochirurgie ongunstig aangezien er door een verminderdedoorstroom langere wachtlijsten kunnen ontstaan. Daarnaast wordt niet optimaal gebruik gemaaktvan de verschillende groepen professionals, noch in het ziekenhuis, noch in de thuiszorg, noch in hetverpleeghuis. Er is sprake van een afstemmingsprobleem. Bovenstaande overwegingen zijn aanleidinggeweest voor de start van het project ‘Zorgpad SAB’. De doelstelling is het realiseren van eenzodanige samenwerking tussen alle betrokken medisch specialisten, paramedici, verpleegkundigen,diensten en zorgeenheden, dat de continuïteit van goede kwaliteit van zorg aan de SAB-patiënt isgewaarborgd en dat de best denkbare behandeling zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. Tevens is alsdoel gesteld dat de gemiddelde opname duur wordt verkort en dat de overgang van ziekenhuis naareen revalidatiecentrum, verpleeghuis en/of thuissituatie door een uitstekende samenwerking met deCIZ’s, revalidatiecentra, thuiszorgorganisaties en andere zorginstellingen vlot en soepel verloopt.Multidisciplinaire werkgroepOm de afstemming van de zorg voor de ‘SAB-patient’ te verbeteren is er een zorginhoudelijkewerkgroep samengesteld waarin verschillende disciplines vaste zitting hebben en overige disciplinesper uitnodiging aanwezig zijn. De werkgroep gaat met de volgende opdracht aan de slag: Hetformuleren van praktisch werkbare afspraken waardoor de SAB-patienten en hun naasten zorgvuldigzijn voorgelicht over preklinische, klinische en postklinische fase en kunnen worden ontslagen uit hetziekenhuis zodra dit medisch en verpleegkundig verantwoord is. Ieder lid van de werkgroepvertegenwoordigt de eigen achterban en draagt zorg voor een goede communicatie en afstemmingmet de betrokken disciplines in de eigen organisatie. Op deze manier zijn alle hulpverleners die bij debehandeling en verzorging van de SAB-patiënt een rol spelen, betrokken bij de ontwikkeling van dezeprocedure. Door middel van duidelijke afspraken tussen alle betrokken medisch specialisten enzorgeenheden verloopt de diagnostische- en behandelfase optimaal gestructureerd. Door de goedesamenwerkingsafspraken en dito communicatie tussen VUmc-zorgeenheden en het transferbureau,revalidatiecentra, thuiszorginstellingen en verpleeghuizen/ transferafdeling wordt de overgang vaneerst naar laatst genoemde versoepeld en wordt onnodig lang verblijf in het ziekenhuis voorkomen.Vaststellen doelstellingen en sleutelinterventiesNa het samenstellen van de projectgroep zijn doelstellingen geformuleerd en sleutelinterventiesbenoemd. De sleutelinterventies spelen door het hele project een grote rol omdat ze van grote invloedzijn op de doorstroom van patiënten.Doelstellingen zorgpad SABZorgverbetering1. Verschillende zorgtaken binnen het proces zijn door verschillende disciplines beter op elkaarafgestemd.2. Zorgproces is optimaal geprotocolleerd.3. Nazorgtraject is zo snel mogelijk na opname in kaart gebracht en geregeld.4. Zorgpad verhoogt patienttevredenheid.5. Wachttijden voor patiënt tijdens zorgproces worden verlaagd door betere afstemming vanzorg tussen de verschillende disciplines en ondersteunende diensten.


GraderingGlasgow Coma ScaleWFNS I 15WFNS II14 OF 13 ZONDER FOCALE NEUROLOGISCHE UITVALWFNS III14 OF 13 MET FOCALE NEUROLOGISCHE UITVALWFNS IV 12 T/M 7WFNS V 6 T/M 3Hersenzenuwuitval telt niet mee als focale neurologische uitval.De behandeling van SAB-patienten geschied multidisciplinair. In de acute fase (op de SEH) wordt depatient als eerste gezien door een neuroloog die direct de neuroradioloog en neurochirurg inschakelt.Laatstgenoemde wordt hoofdbehandelaar tenzij de patient op de Intensive Care/ medium care wordtopgenomen; in dat geval zijn de intensivisten hoofdbehandelaar. Als de diagnose aneurysmatischeSAB is gesteld volgt zo snel mogelijk (binnen 24 uur) de behandeling. De eerste keus in debehandeling van een SAB is coiling; de indicatie voor coiling wordt door de neuroradioloog samen metde neurochirurg gesteld.Een andere mogelijke behandeling is het clippen; dit wordt alleen gedaan indien:1. Het aneurysma als niet coilbaar wordt beoordeeld maar wel te clippen is.2. Indien i.v.m. logistieke problemen coiling op korte termijn niet mogelijk is.Na coilen (of clippen) en vaak ook tussen deze behandeling en het verlaten van de SEH verblijven deSAB-patienten op de Intensive Care of de Medium Care. Zo snel mogelijk na de behandeling van hetaneurysma wordt de revalidatiearts in consult gevraagd en het transferbureau ingeschakeld om hetrevalidatieproces en nazorgtraject voor te bereiden. Zodra dit medisch verantwoord is wordt depatient overgeplaatst naar de standaard zorgeenheid VNCO waar een aanvang wordt gemaakt methet revalidatieproces.Een uitvoerige beschrijving van alle details in diagnostiek en behandeling is terug tevinden in Bijlage 2.Een uitvoerige beschrijving van alle details rond de opvang en observaties van de SABpatientvoor en na de behandeling op Intensive Care, Medium Care, Normal CareZorgeenheden en Spoedeisende Hulp is terug te vinden in bijlage 3 t/m 7.Een weergave van de specifiek voor dit zorgpad ontwikkelde verpleegplannen,overdrachtsformulieren en opdrachtensets tbv Metavision zijn terug te vinden in bijlagen8 t/m 10.Zorgpad SAB


COharen wassen na het verwijderen van de hechtingenwondinfectie / wondgenezingNa de pilotfase zijn alle tijdens de dossierbespreking aan de orde gekomen onderwerpen geclusterd enbleek dat de meeste klinische onzekerheden te maken hadden met de onderwerpen pijn, uitscheiding,voeding en infectie. Onderwerpen die elke verpleegkundige, ongeacht het specialisme, bezighoudt.Om op een efficiënte manier kennis te kunnen delen wordt momenteel gewerkt aan een AMC brededatabase waarin alle geformuleerde PICO‟s en de resultaten daarvan inzichtelijk worden gemaakt. Nietiedere afdeling hoeft dus opnieuw het wiel uit te vinden als het gaat om gedeelde vraagstukken.De verpleegkundige dossierbespreking met het proces van klinisch redeneren is een belangrijkonderdeel in de toepassing van wetenschap in de praktijk.Lotte VerweijSenior-verpleegkundige Kwaliteit en InnovatieAMC afdeling neurochirurgiel.verweij@amc.uva.nl020-5663861Vermindering Wondinfecties in Erasmus MCDoor interventies op de OK en op de verpleegafdeling zijn de postoperatieve wondinfecties op deafdeling Neurochirurgie van het Erasmus MC aanzienlijk verminderd.Hierbij is er gebruik gemaakt van de expertise van de zg. "Sneller Beter-projecten" en de kennis vanunit Infectiepreventie binnen het Erasmus MC.De resultaten zijn vooral geboekt door het bewust handelen en het bewaken van de afspraken.In 2006 is de afdeling Unitinfectie in samenwerking met de afdeling Neurochirurgie gestart met hetproject POWI ( postoperatieve wondinfecties) van de Sneller Beter projecten gestimuleerd vanuit hetministerie van VWS.Het doel van het project was het terug brengen van het aantal wondinfecties. De unit infectiepreventiehad een voorkeur voor de afdeling Neurochirurgie, omdat men enthousiast was en er een grootresultaat te verwachten was.Uit de prevalentiestudie in oktober 2006 bleek dat het percentage wondinfecties ongeveer 29% was.In januari 2007 werden er wekelijks prevalentiestudies uitgevoerd op de verpleegafdeling van deNeurochirurgie. Het directe resultaat was al zichtbaar. Het aantal infecties nam af.In maart 2007 liepen de medewerkers van de afdeling infectiepreventie mee om te handelingen vande medewerkers van de afdeling Neurochirurgie te observeren. Hierna werden de verbeterpuntenvastgesteld in overleg met de afdeling en een plan van aanpak bedacht.In juni 2007 werd er een Kick-off bijeenkomst georganiseerd om op de afdeling de interventies teintroduceren.. Deze bestond uit de “Week van de infectiepreventie”. Iedere dag van de week was ereen klinische les of een workshop mbt. het thema infectiepreventie. Op de eerste dag werd het planvan aanpak gepresenteerd onder het genot van koffie en taart en stond er een klinische leswondverzorging op het programma. De tweede dag stond in het teken van drainverzorging. De dagerop was er aandacht voor protocollen en procedures. De donderdag was de dag van de handhygiënemet een workshop en op vrijdag was er een afsluiting met het uitreiken van twee prijzen voor hetmeest originele en het meest effectieve idee om wondinfecties te voorkomen.In de weken daarna werden er onaangekondigde audits uitgevoerd en in oktober 2007 werden deresultaten gepresenteerd.Uit de audits bleek dat de handhygiëne aanzienlijk was verbeterd. Er werden geen sierraden meeraangetroffen en men wist de protocollen te vinden. Wat beter kon was het reinigen van dewerkoppervlakten en het uitvoeren van de wondverzorging.


PercentagePrevalentiestudie neurochirurgie3530252015Prevalentiestudie neurochirurgie10501 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17De resultaten waren duidelijk zichtbaar, een aanzienlijke daling van het aantal wondinfecties. Dezeresultaten konden niet behaald worden met alleen interventies op de afdeling Neurochirurgie. Erwerden ook interventies gepleegd op de OK. Denk aan handhygiënische maatregelen, bewustwordingen een vermindering van deur bewegingen. Dit alles heeft geleid tot aantoonbaar minderwondinfecties.De borging van dit project op de afdeling, om het aantal wondinfecties te beperken, wordt gerealiseerddoor jaarlijks een themaweek te organiseren, onaangekondigde audits uit te voeren en maandelijkseen prevalentie-studie uit te voeren en ieder kwartaal een test te doen bij de medewerkers mbt. hetnaleven van protocollen, procedures en richtlijnen.


Voor meer informatie kunt u terecht bij:Gerard Parlevliet, Unithoofd Infectiepreventie, 010-7035196Arjo Hoogwerf, Unithoofd Neurochirurgie, 010-7033387

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!