11.07.2015 Views

Faculteit Bouwkunde - Technische Universiteit Eindhoven

Faculteit Bouwkunde - Technische Universiteit Eindhoven

Faculteit Bouwkunde - Technische Universiteit Eindhoven

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1<strong>Faculteit</strong> <strong>Bouwkunde</strong>Masteropleiding:Building ServicesOpleidingsgids 2009 – 2010


2Inhoudsopgave:HOOFDSTUK 1 DE MASTER OPLEIDING BUILDING SERVICES .............................................................. 31.1 Algemeen ......................................................................................................................... 31.2 Doelstelling van de opleiding ......................................................................................... 31.3 Competenties ................................................................................................................... 31.4 Afstudeermogelijkheden .................................................................................................. 31.5 Toegang tot de opleidingen ............................................................................................. 31.6 Voltijd, deeltijd en duaal ................................................................................................ 4HOOFDSTUK 2 ORGANISATIE VAN DE MASTEROPLEIDING BUILDING SERVICES ..................................... 52.1 Algemeen ......................................................................................................................... 52.2 Coördinatie ..................................................................................................................... 52.3 Opleidingscommissie opleiding Building Services .......................................................... 52.4 Examencommissie Installatietechnologie / Building Services ........................................ 5HOOFDSTUK 3 DE MASTER STUDIE.................................................................................................... 63.1 Algemeen ......................................................................................................................... 63.2 Onderwijsmethode........................................................................................................... 63.3 Studiepunten en studielast ............................................................................................... 63.4 Studiekosten .................................................................................................................... 63.5 Studiebegeleiding ............................................................................................................ 63.6 Studievaardigheden ......................................................................................................... 73.7 Studievertraging .............................................................................................................. 73.8 Afstuderen masteropleiding............................................................................................. 73.9 Studeren in het buitenland............................................................................................... 7HOOFDSTUK 4 DE PROGRAMMA’S ..................................................................................................... 84.1 Algemeen ......................................................................................................................... 84.2 Het programma voor studenten die direct tot de master Building Services wordentoegelaten ........................................................................................................................ 84.3 Het programma voor studenten die niet direct tot de master Building Services wordentoegelaten ...................................................................................................................... 10IN- EN DOORSTROOMREGELS VOOR DE PROGRAMMA’S: ................................................ 10MASTEROPLEIDING BUILDING SERVICES 2009-2010 ............................................................ 10SCHAKELPROGRAMMA ZIJ-INSTROMERS 2009-2010 ............................................................ 10NB. AAN DE DOORSTROOMREGEL(S) MOET VOLDAAN ZIJN UITERLIJK OP DE DATUM DATDE AANMELDING VOOR HET TE VOLGEN ONDERDEEL SLUIT. .................................................. 104.4 Keuzevakken in de master opleiding ............................................................................ 114.5 Te kiezen accenten in de master-opleiding .................................................................... 134.6 Afstudeerdocenten ......................................................................................................... 13HOOFDSTUK 5. EXAMINERING VAN HET ONDERWIJS ........................................................................ 145. 1 OER en Examenreglement masteropleiding .................................................................. 145.2 Tentamens ..................................................................................................................... 145.3 Examens ........................................................................................................................ 145.4 Bezwaar en beroep ........................................................................................................ 15CERTIFICAAT ONTWIKKELINGSPROBLEMATIEK EN TECHNIEK .......................................... 16PHILOSOPHY CERTIFICATE ............................................................................................................. 18


3Hoofdstuk 1De master opleiding building services1.1 AlgemeenDe opleiding Installatietechnologie is een multidisciplinaire ingenieursopleiding van de TU/e. Defaculteiten <strong>Bouwkunde</strong>, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica enTechniek en Maatschappij zijn direct betrokken bij het onderwijsprogramma. De masteropleidingbuilding services is bestuurlijk ondergebracht bij de faculteit <strong>Bouwkunde</strong>.. Afgestudeerden vaneen geschikte HBO-opleiding kunnen via een schakelprogramma van 30 ects toegelaten wordentot het masterprogramma. De master biedt de mogelijkheid tot profilering naar wens. De masterkan zowel voltijd, deeltijd als duaal gevolgd worden.1.2 Doelstelling van de opleidingDe opleiding richt zich op de wetenschappelijke beoefening van de Installatietechnologie met alsdoel de voorbereiding tot het functioneren in de installatietechnische beroepspraktijk en dewetenschappelijke onderzoekspraktijk. Bij de wetenschappelijke beoefening staat detoepassingsgerichte integratie van kennis uit de bouwkunde, werktuigbouw en elektrotechniekcentraal. Communicatie met verschillende actoren, inzicht in de aard van ontwerpprocessen en hetkunnen functioneren in een multidisciplinair, projectmatig werkverband vormen een belangrijkonderdeel van de opleiding.1.3 CompetentiesDe student moet in staat zijn tot zelfstandige uitoefening van de installatietechnologischeingenieurswetenschap, met name het toepassen van relevante wetenschappelijke kennis om tekomen tot optimale oplossingen op het gebied van technische voorzieningen in directe relatie metde gebouwde omgeving in de ruimste zin. De studie vormt een voorbereiding op het kunnenfunctioneren in de installatietechnische ingenieurspraktijk. Onderzoek, advies en ontwerp vormende verschillende modi van deze praktijk; relevante kennis wordt toegeleverd uit een aantalbasisdisciplines, met name de bouwkunde, de werktuigbouwkunde en de elektrotechniek.1.4 AfstudeermogelijkhedenIn het mastertraject bestaat de mogelijkheid zich te richten op één van de volgendeafstudeervarianten:- Comfortabele, gezonde en duurzame gebouwen- Gebouwveiligheid- Telematica en gebouwautomatisering- Integraal ontwerpen van gebouw en installaties- Installatietechnologie gecombineerd met bedrijfskunde1.5 Toegang tot de opleidingena. Toelatingeisen op grond waarvan een bewijs van toelating kan worden afgegevenEen bewijs van toelating kan worden afgegeven aan:o HBO afgestudeerden van Algemene Operationele Technologie, Autotechniek,<strong>Bouwkunde</strong>, Elektrotechniek, <strong>Technische</strong> Natuurkunde, Scheepsbouw, deHogeschool voor Installatietechniek (HIT, ATO) en Werktuigbouwkunde, die aan deTU/e een doorstroomminor of een schakelprogramma met succes hebben afgelegd.oStudenten van alle andere opleidingen in binnen- en buitenland dienen een verzoektot toelating in bij de Facultaire Toelatings Commissie.b. Bachelorgetuigschriften die toegang geven:De volgende bachelorgetuigschriften van de daarbij genoemde instellingen voor hogeronderwijs geven rechtstreeks toegang tot de masteropleiding:- Installatietechnologie (TU/e)- Civiele Techniek (TUD, UT)De volgende bachelorgetuigschriften van de daarbij genoemde instellingen voor hogeronderwijs geven toegang tot de masteropleiding met maximaal 30 studiepunten (of minder)deficiëntie:- <strong>Bouwkunde</strong> (TUD, TU/e*)- Biomedische Technologie (UT, TU/e)


4- Life Science & Technology (TUD)- Elektrotechniek (TUD, UT, TU/e*)- Maritieme Techniek (TUD)- <strong>Technische</strong> Natuurwetenschappen (UT)- <strong>Technische</strong> Innovatiewetenschappen (TU/e)- <strong>Technische</strong> Natuurkunde (TUD, UT, TU/e*)- Scheikundige Technologie (TU/e*)- Werktuigbouwkunde (TUD, UT, TU/e*)*) rechtstreeks toegang als minor Climatic Design is gevolgd.Zie major-minorsite http://w3.tue.nl/nl/diensten/stu/onderwijs/major_minor/ .1.6 Voltijd, deeltijd en duaalDe masteropleiding BS kan zowel in voltijd, deeltijd als duaal gevolgd worden.


5Hoofdstuk 2 Organisatie van de masteropleiding building services2.1 AlgemeenBestuur en organisatie van de master Building Services is ondergebracht bij de <strong>Faculteit</strong><strong>Bouwkunde</strong>. De student heeft op verschillende manieren met het bestuur en de organisatie vanhet onderwijs te maken. Naast het Opleidingsinstituut <strong>Bouwkunde</strong> zijn voor de opleidinginstallatietechnologie de hieronder genoemde commissies van belang.2.2 CoördinatieStudenten met vragen over de masteropleiding building services kunnen terecht bijDr.ir.M.A. van HoutenGebouw VertigoKamer Vrt. 06.32Telefoon 2926Email m.a.v..houten@bwk.tue.nl2.3 Opleidingscommissie opleiding Building ServicesDe opleidingscommissie wordt door het <strong>Faculteit</strong>sbestuur ingesteld en heeft als wettelijke taak hetgevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de <strong>Faculteit</strong>sraad en het <strong>Faculteit</strong>sbestuur, deopleidingsdirecteur en de Unitgroepbesturen, over alle aangelegenheden betreffende hetonderwijs van de opleiding.Samenstelling Opleidingscommissie MSc Building ServicesVoorzitter: prof. dr. P.G.S. RuttenLeden: dr. A. KasteleinDr. ir. M.A. van Houtenir. G. BoxemStudentleden: K.J. MaasR. van PoortvlietR. van PruisenB. TuipSecretaris: Secretariaat:2.4 Examencommissie Installatietechnologie / Building ServicesDe taken en bevoegdheden van examencommissie zijn wettelijk vastgelegd. Ook staat in hetalgemene deel van dit statuut hoe dit verder op de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> geregeld is.Samenstelling van de Examencommissie :Voorzitter:Leden:prof. ir. C.S. Kleinmanir. A.W.J. Borgers, ir. H.J.M. Janssen, dr. A.G. van Asch,ir. A.W.C. Timmermans, ir. A.W.M. van Schijndeldrs. W.J. Buurke, dhr. J.C.Th. MarksAdviseurs:Secretaris: J.H. Steetskamp (VRT 2.12)Secretariaat: telnr. 040- 247 3298


6Hoofdstuk 3De master studie3.1 AlgemeenDe <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> biedt als enige Nederlandse universiteit eenwetenschappelijke masteropleiding building services aan.3.2 OnderwijsmethodeDe onderwijsmethode die gehanteerd wordt is een mix van studentactiverend onderwijs, in devorm van projecten, en docent gestuurd onderwijs, in de vorm van hoorcolleges en skill-labs.In de master building services worden 7 kernvakken, 6 kernkeuzevakken en 2 keuzevakkenaangeboden. In het eerste jaar wordt er gewerkt aan twee masterprojecten. Het tweedemasterproject heeft als thema ‘integral design of buildings and buildingsystems’ en is eenverplicht project. Voor het eerste masterproject wordt gekozen uit de thema’s Sustainablebuildingsystems, Health and comfort, Building performance simulation, Building safety enIntelligence buidings. Vaardigheden in ontwerpen, meten en modelleren worden getraind. In hettweede jaar werkt de student hoofdzakelijk aan zijn afstudeeropdracht.3.3 Studiepunten en studielastHet onderwijs- en examenprogramma is nominaal te volgen. De roosters zijn zo ingericht dat destudiebelasting zoveel mogelijk gespreid wordt. Evenredig met deze indeling van destudiebelasting worden, bij een voldoende afronding van een onderdeel, studiepunten toegekend.Een studiejaar omvat 60 studiepunten. Een semester is 30 sp. Per vak wordt de opdeling gemaakttussen contact uren en zelfstudie-uren. Uit het studiepuntenstelsel worden de exameneisenafgeleid.Studielast van afstuderen: de onderverdeling in het totaal te behalen aantal studiepunten bij hetafstuderen staat vermeld in de paragraaf ‘Afstuderen’.3.4 StudiekostenVoor algemene kosten die gelden op de <strong>Technische</strong> <strong>Universiteit</strong> <strong>Eindhoven</strong> wordt verwezen naarhet algemene deel van dit statuut. De totale kosten aan studiematerialen van de studierichtingkomt niet uit boven het door de Informatie Beheer Groep gegeven normbedrag van ruim 600,--Euro voor het studiejaar 2009-2010.Met ingang van het studiejaar 2009-2010 wordt voor een deel van de in de studentenwerkplaatsverkrijgbare materialen een bijdrage in de kosten gevraagd.3.5 StudiebegeleidingBinnen de opleiding wordt op verschillende wijzen begeleiding geboden aan de student. De opvaardigheden en oriëntatie gerichte begeleiding vindt plaats binnen het projectwerk. Metbetrekking tot de studievoortgang speelt de studieadviseur een belangrijke rol.Tel. studieadviseurs: 040- 247 5981Studieadviseur master opleiding: drs. W.J. Buurke, VRT 2.12StudieadviseursDe studieadviseurs helpen de studenten van de faculteit bij de problemen, die zich tijdens destudie kunnen voordoen. Nauwe contacten worden onderhouden met de centrale bureaus vanstudentendecanen en studentenpsychologen. De studieadviseur is betrokken bij alle commissiesop faculteitsniveau, die zich met onderwijszaken bezighouden. Hij kent alle docenten van defaculteit. De studieadviseur heeft geen beoordelende taak ten aanzien van studenten.Iedere student met eventuele studieproblemen wordt aangeraden direct contact met destudieadviseur op te nemen. In principe is het mogelijk om binnen een week een afspraak tehebben met de studieadviseur.DocentenStudenten hebben recht op begeleiding van een docent, zowel in groepsverband als individueel.Een student heeft het recht binnen drie weken na een verzoek daartoe, een gesprek te voeren met


7een docent die belast is met het onderwijs waaraan de student participeert. Indien de docent voorlangere tijd afwezig is dan moet de capaciteitsgroep of studierichting voor vervanging zorgen.3.6 StudievaardighedenVoor het opdoen van specifieke studievaardigheden is het mogelijk een algemene cursusstudievaardigheden te volgen bij het Studenten Service Centrum. Studenten kunnen voor hulp bijproblemen met studievaardigheden direct contact opnemen met het Studenten Service Centrum(040 - 247 8015) of met de studieadviseur (040 - 247 5981).3.7 StudievertragingEr is sprake van studievertraging als in een studiejaar niet het volledige aantalonderwijsprogrammaonderdelen van dat jaar met een voldoende wordt afgerondVoor advies over voorkomen of wegwerken van vertraging kan de student terecht bij destudieadviseur. Indien studievertraging optreedt door bijzondere omstandigheden (ziekte,familieomstandigheden, handicap, bestuurswerk) kan hiervoor financiële ondersteuning wordenaangevraagd bij de TU/e. Meer informatie hierover is te vinden in het algemene deel van destudentenstatuten (zie <strong>Universiteit</strong>sgids).3.8 Afstuderen masteropleidingHet doel van het afstuderen is het bereiken van de eindtermen van de masteropleiding BuildingServices. Het afstuderen geschiedt in het tweede jaar van de opleiding. Het derde masterproject (9ects, semester A kwartiel 1) kan aan de afstudeeropdracht gekoppeld worden. Het afstudeerprojectomvat 40 ects. Het project kent een begincolloquium, een tussencolloquium en eeneindcolloquium. Voorafgaand aan het eindcolloquium is er een “groenlicht” bespreking.Meer informatie over het afstuderen vindt u in de map: Richtlijnen voor Afstuderen.3.9 Studeren in het buitenlandHet is mogelijk om vakken te volgen in het buitenland. Het is raadzaam om dit te doen in overlegmet de examencommissie. De student moet aan kunnen tonen het vak gehaald te hebben, alsmedede omvang van het vak kunnen aangeven. Daarnaast moet er niet een al te grote overlap zijn metal in de eigen opleiding gehaalde vakken. Bij terugkomst in Nederland legt de student het vak ende resultaten voor ter beoordeling van de examencommissie. Deze bepaalt of er studiepuntenuitgegeven kunnen worden voor het vak. Voor meer informatie: dr. ir. M.A. van Houten, tel. 040-247 2926.


8Hoofdstuk 4De programma’s4.1 AlgemeenHet masterprogramma van de opleiding omvat 2 studiejaren. In het programma staan achtkernvakken (27 ects) waarin de professionele installatietechnologische verbreding gestalten krijgt,zes kernkeuzevakken (16 ects) waarin de specialisatie plaats vindt.De zes kernkeuzevakken betreft vakken uit de architectuur, bouwfysica, werktuigbouwkunde,elektrotechniek/informatica, comfort en gezondheid.Masterproject 2 is het integraal ontwerpproject en is een verplicht masterproject. Masterproject 1is een meet- of modelleringsproject met een afstudeerprofileringsthema (zie paragraaf 12.9).Masterproject 3 mag aan het afstudeerproject gekoppeld worden. Voor het kiezen van eenmasterproject gelieve contact op te nemen met de masterprojectcoördinator dr.ir. M.A. vanHouten. Het kernkeuzevakkenpakket wordt in overleg met de afstudeerhoogleraar vastgesteld.4.2 Het programma voor studenten die direct tot de master Building Servicesworden toegelatenCourse program Master Building Services 2009/2010 (All courses in English)First year, semester Acode Courses ects Quarter7Y400 Design methodology 3 1 -7S532 Heat and moisture transfer in building envelops 5 1 27Y900 Health and comfort 4 1 27S750State of the art in building performance simulation forintegrated solutions3 1 -7S892 Introduction to CFD in building physics and systems 3 - 27YS15 Masterproject 1 14 1 2First year, semester BTotal32 ects7Y320 Building Safety 3 37Y700 Modeling of sustainable building systems matlab/simulink 3 3 4### optional courses (see list optional courses) 87YS25 Masterproject 2 14 3 4Second year, semester ATotal28 ects7Y410 Intelligent Buildings 3 1### optional courses (see list optional courses) 8 17YS35 Masterproject 3 9 1Second year semester A and BTotal20 ects7YY40 Final graduation project 40 2 3 4Total40 ects


9Optional courses 16Mandatory courses 27Master projects 37Final graduation project 40TOTAL 120 Ects


104.3 Het programma voor studenten die niet direct tot de master Building Services wordentoegelatenDe HBO afgestudeerden Werktuigbouwkunde, <strong>Bouwkunde</strong>, Elektrotechniek, <strong>Technische</strong>Natuurkunde, Scheepsbouw en de Hogeschool voor Installatietechniek (HIT, ATO) hebbentoegang tot een schakelprogramma van 30 sp.Schakelprogramma Building Services 2009/2010Semester AVakcode Vaknaam ects kwartiel2IP70 Basis Informatica 3 1 - - -2DL03 Basiswiskunde 3 1 - - -2DL06 Lineaire algebra 3 1 - - -2DL04 Calculus A 3 - 2 - -4B440 Thermodynamica 3 - 2 - -7Y116 Schakelproject 6 1 2 - -Semester BVakcode Vaknaam ects kwartiel2DL05 Calculus B 3 - - 3 -3B470 Fysische transportverschijnselen 3 - - 3 -7Y100 Elektriciteitsleer voor BS 3 - - 3 -Totaal 30In- en doorstroomregels voor de programma’s:Masteropleiding Building Services 2009-2010Schakelprogramma zij-instromers 2009-20101. (Eigen instroom) studenten mogen aan het tweede jaar van de master beginnen alszij hun bachelordiploma hebben.2. Studenten die een schakelprogramma volgen, mogen aan het tweede jaar van demaster beginnen als zij hun schakelprogramma hebben afgerond.3. Studenten mogen aan hun afstudeerproject beginnen als zij het overigemasterprojectwerk hebben behaald.4. Studenten mogen hun tussencolloquium houden als alle masteronderdelen, metuitzondering van de afstudeeropdracht, zijn afgerond.NB. Aan de doorstroomregel(s) moet voldaan zijn uiterlijk op de datum dat de aanmelding voorhet te volgen onderdeel sluit.


114.4 Keuzevakken in de master opleidingStudenten mogen 6 sp keuzevakken vrij kiezen. Samen met de afstudeerdocent stelt de studenteneen specialisatie programma (10 sp) vast. Mogelijke keuzevakken kunnen gekozen worden uit deprogramma’s van het derde jaar en de masterprogramma’s van de TU/e.Keuzevakken Building Services 2009/2010Algemene vormingVakcode Vaknaam Ects0T400 Academic skills in English 1 30T500 Academic skills in English 2 30K350 Beoordeling van technologische ontwikkelingen 30C903 Energy and consumer 3WiskundeVakcode Vaknaam Ects2DE08 Functional analysis 32IF25 Formal methods 52N460 Numerieke methoden 32DN08 Numerieke methoden 42DE09 Nonlinear optimization 32DE11 Numerical mathematics 32P450 Sequencing and scheduling 3FysicaVakcode Vaknaam Ects3CC60 Fysische verschijnselen 2 33T280 Turbulente stromingsverschijnselen 34P570 Energy Conversion 34B680 Warmteoverdracht 34L810 Fundamentals of systematic low noise 34P710 Micro-heat Transfer 34S580 Chemie en transport in energie conversie processen 34L810 Basiskennis geluidsarm construeren 38S020 Materiaalkunde 35MJ20 Electromagnetic compatibility 3Modelvorming enregeltechniekVakcode Vaknaam Ects2IP80 Object- georiënteerd programmeren 4


124A550 Regeltechniek 34K560 Modelling in Systems and Control 34K140 Capita Selecta in Control 34J820 Advanced Control 34J100 Regelen van niet-lineaire mechanische systemen 34K160Modeling, analysis and control of hybrid dynamical 3systems4K580 System theory for control 35CC70 Adaptieve Systemen 35SC21 Modeling and Predictive control 3Energie enDuurzaamheidVakcode Vaknaam Ects3P250 Energie en duurzaamheid 34P510 Renewable Energy Sources 34S610 Energy from Biomass 45P510 Elektrische energie en milieu 35FF00 Underground power systems 45N510 Decentrale energieopwekking 45N480 Duurzame ontwikkeling voor E 30C943 Reflecties op duurzaamheid 40C944 Ontwikkelpatronen van energiesystemen 37S815Design of sustainable energy systems for the built 4environment0LM10 Energy, production and process integration 5ManagementVakcode Vaknaam ects7T750 Productontwikkeling (industrie en bouwmarkt) 31A350 Bedrijfseconomie voor technici 40C940 Systeem innovaties en strategisch niche management 30C941 Systeem innovatie: governance of transitions 30C942 Industriële ecologie 31L100 Bedrijfsethiek 31J210 Inleiding in de organisatiepsychologie 3GebouwbeheerVakcode Vaknaam ects4J530 Engineering optimization: concepts and applications 34L160 Introduction robotics 47y910 Robotics and home automation 35JJ90 Computernetwerken 31BM31 Multi-agent systems for e-business 50H610 Agents and interfaces 3


13OntwerpenVakcode Vaknaam ects7S815Design of sustainable energy systems for the built 3environment7y420 Climatic Design 37X272 Beeldende kunst en architectuur 27S510 Akoestiek 37T205 Bouwsystemen en productontwikkeling 37X700 Architectuur en Filosofie 37R603 Kostenbeheersing in de ontwerpfase 37X200 Architectuurgeschiedenis 27S670 Gevels en daken 34.5 Te kiezen accenten in de master-opleidingDe masteropleiding Building Services heeft 5 afstudeerprofielen- Integraal ontwerpen van gebouw en installaties [Zeiler, Rutten](de Installatiearchitect; met nadruk op bouwkunde en installatietechnologie)- Intelligente gebouwen [Zeiler, Van Houten, xxx](gebouwautomatisering, regeltechniek en telematica)- Comfortabele gezonde en duurzame gebouwen [Bronswijk, De Wit, Van Schijndel](installaties, bouwfysica en menswetenschappen)- Installatietechnologie en bouwfysica [De Wit, Van Schijndel]- Installatietechnologisch bedrijfskundig [Rutten, Zeiler, bedrijfskundig)Bij elke opleiding van de TUE, dus ook bij de opleiding installatietechnologie, zijn accenten in deafstudeerspecialisatie te kiezen. Dit zijn:- Technologie voor Duurzame Ontwikkeling (TDO)- Technisch Management (TM)4.6 AfstudeerdocentenGebruikelijk is dat een student begeleid wordt door een afstudeercommissie. Eenafstudeercommissie bestaat uit een hoogleraar/uhd, een ud en een extern/intern deskundige ophet vakgebied. Zo zal een student die als bedrijfskundig installatietechnoloog een afstudeerdocentbij de opleiding Installatietechnologie kiezen en daar aangekoppeld een docent van de opleidingBedrijfskunde. Met deze twee docenten stelt de student zijn afstudeerpakket samen.De afstudeerdocenten van de opleiding Installatietechnologie zijn:HoogleraarProf. ir. W. ZeilerProf. ir. P.G.S. RuttenProf.dr. J.E.M.H. van BronswijkProf. M.H. de WitProf. dr. ir. J.M.L. HensenUniversitair hoofddocentDr. Ir. H.L. SchellenLeerstoelInstallatiesOntwerpen van het BinnenmilieuGezondheidstechniek voor het GebouwBouwfysicaPrestatiegericht ontwerpenBouwfysica van monumentale gebouwen


14Hoofdstuk 5.Examinering van het onderwijs5. 1 OER en Examenreglement masteropleidingAfspraken die gemaakt zijn en regels die vastgesteld zijn met betrekking tot tentamens enexamens zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en in het Examenreglement.5.2 TentamensAanmeldingDe aanmelding voor een centraal georganiseerd tentamen geschiedt via Internet. Dit moetgebeuren voor de sluitingsdatum van aanmeldingen die op de tentamenroosters vermeld staat ente raadplegen is via internet: http//owinfo.tue.nl/. Indien een student deelneemt aan eententamen zonder zich te hebben aangemeld, vindt in principe geen beoordeling van het gemaaktewerk plaats. (Zie ook Examenreglement artikel 2.1 lid 5) Verder is de student verplicht tijdens hettentamen zijn/haar collegekaart mee te nemen (zie bijlage 2 van het Examenreglement punt 3).Ook mogen studenten drie pogingen doen voor het afleggen van een tentamen. Als er meerpogingen nodig zijn dient er een verzoek te worden ingediend en een studieplan bij destudieadviseur (zie artikel 2.1 Examenreglement, lid 3).TentamendataDe data waarop een tentamen wordt afgenomen, worden voor aanvang van het studiejaar bekendgemaakt. Slechts in gevallen van organisatorische overmacht kan van deze hoofdregel wordenafgeweken. Tentamenroosters zijn te raadplegen via het gebruikelijke internetadres (zie hiervoorbij aanmelding).De tijden waarop een tentamen wordt afgenomen moeten voor aanvang van het onderwijs in hetdesbetreffende vak aan de student bekend gemaakt worden. Voor de schriftelijke tentamensworden in het algemeen de volgende tijden gehanteerd: ’s ochtends van 9.00 tot 12.00 uur of ’smiddags van 14.00 tot 17.00 uur. Slechts enkele tentamens wijken hiervan af, dit is dan van tevoren bekend. (Zie ook Examenreglement artikelen 2.1, 2.2 en 2.3)VolgtijdelijkheidDe wet gebruikt de term ’volgtijdelijkheid’ om de mogelijkheid te omschrijven voor opleidingenom bepaalde tentamens verplicht te stellen voordat een student een ander tentamen mag afleggen.Zie artikel 2.1 Examenreglement).Geldigheidsduur van tentamensMet goed gevolg afgelegde tentamens hebben in principe een onbeperkte geldigheid. (Zie ookOER art. 2.2).InzageGedurende ten hoogste twintig werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk(deel)tentamen heeft de student het recht op inzage in zijn beoordeelde werk. Tevens wordt hemop zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. (Zie ook OER art. 2.5)FraudeFraude is het opzettelijk handelen of nalaten van een examinandus dat er op is gericht het vormenvan een juist oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijkonmogelijk te maken. De examencommissie kan de student voor ten hoogste een jaar uitsluitenvan verdere deelneming aan het desbetreffende tentamen. (Zie ook Examenreglement art. 3.2)5.3 ExamensMasteropleidingIn de masteropleiding kan alleen het afsluitend examen worden afgelegd.


15Aanmelding examens MasteropleidingDe examencommissie onderzoekt of de student de tot de masteropleiding behorendeexamenonderdelen met goed gevolg heeft afgelegd. Is dat het geval, dan is het examen gehaald.Om voor dit onderzoek in aanmerking te komen dient de student zich uiterlijk 4 weken voor deexamenvergadering aan te melden via internet: http://owinfo.tue.nl/ (Zie de sluitingsdata diehier vermeld zijn voor de aanmelding voor het examen).Aanmelding voor uitslag examenIn artikel 5.1 van de OER is de frequentie vastgelegd waarmee de examencommissie de uitslag vande examens vaststelt.5.4 Bezwaar en beroepBij alle beslissingen inzake tentamens en examens is het voor de student mogelijk om bezwaaraan te tekenen en beroep in te stellen bij de examencommissie.Zie verder voor beroep in verband met beslissingen van examencommissies en examinatorenhoofdstuk 7 van het instellingsdeel van het studentenstatuut.


16Certificaat ontwikkelingsproblematiek en techniekUitgangspuntenTechnologische verandering vormt een belangrijke dimensie van ontwikkelingsproblematiek. Deontwikkeling, overdracht en implementatie van technologie levert potentieel een wezenlijkebijdrage aan de verbetering van leefomstandigheden en de vergroting van de economische entechnologische dynamiek in ontwikkelingslanden. Nederland is van oudsher sterk in kennisexport.Veel Nederlandse ingenieurs hebben in het kader van hun werkzaamheden bij industriëleondernemingen, ingenieursbureaus, dienst-verlenende organisaties in de profit en non-profitsector, internationale instellingen en ontwikkelingsorganisaties te maken metontwikkelingslanden. Met de verdere internationalisering van de economie zal deze trend zich inde komende jaren verder voortzetten. Het werkveld van veel ingenieurs zal zich dan ook verderuitbreiden naar de opkomende industrielanden in Azië, Latijns Amerika en de voormaligeOostbloklanden, alsmede naar minder ontwikkelde gebieden in Afrika.Om hun taken goed te kunnen verrichten zullen ingenieurs kennis moeten hebben van despecifieke problematiek van ontwikkelingslanden en zullen zij inzicht moeten hebben in derandvoorwaarden waarbinnen zij als ingenieur effectief in zo’n omgeving kunnen functioneren.Een goed inzicht in de factoren die het ontwikkelingssucces bepalen is noodzakelijk.DoelstellingenNaast een eerste kennismaking met en een oriëntatie op de ontwikkelingsproblematiek, biedt hetCertificaatprogramma de mogelijkheid aan TU/e studenten om, met als basis het specifieketechnisch domein van de betreffende faculteit, kennis en vaardigheden te verwerven om projectenin ontwikkelingslanden te formuleren, te beoordelen en uit te voeren. Daarnaast moeten zij deresultaten van die projecten kunnen evalueren.Voor studenten Techniek & Maatschappij die het MSc programma “Technology and Policy” gaanvolgen, betekent het Certificaatprogramma een verdieping en verdere focussering op deproblemen van ontwikkelingslanden in het algemeen en beleidsaspecten van ontwikkeling in hetbijzonder.Doelgroep en werkkringHet Certificaatprogramma is bedoeld voor studenten die in hun toekomstige werkkring openigerlei wijze met minder ontwikkelde gebieden in aanraking zullen komen. Dit kan zijn vanuiteen baan in het bedrijfsleven, maar ook als werknemer bij overheidsinstellingen, internationaleorganisaties en nonprofit instellingen (NGOs). Het programma is zeker niet alleen van belangvoor diegenen die belangstelling hebben voor directe uitzending overzee, maar ook voor mensendie vanuit een werkkring in Nederland zelf te maken krijgen met ontwikkelingsproblematiek,bijvoorbeeld door middel van samenwerking met overzeese partnerbedrijven of andereorganisaties op het gebied van R&D en/of internationale marktontwikkeling. Vanwege de steedsverdergaande globalisering is er met name vanuit het bedrijfsleven in toenemende mate vraagnaar ingenieurs die kennis en vaardigheden hebben om in verschillende institutionele en culturelegebieden effectief te kunnen opereren, en die goed kunnen functioneren in multinationaalsamengestelde projectteams.VakkenpakketIn het Certificaatprogramma wordt voor een belangrijk deel gebruik gemaakt van modulen uit deMScopleiding “Technology and Policy” van de opleiding Techniek & Maatschappij. Daarnaastworden in een aantal van deze vakken elementen toegevoegd die speciaal voor hetCertificaatprogramma zijn ontwikkeld. De totale omvang van het programma bedraagt 21 ECTS.Die studiepunten kunnen over verschillende jaren worden verdeeld.Het vakkenpakket is gestructureerd van breed naar smal. Men begint met een algemene oriëntatiedie gericht is op het verwerven van brede basiskennis over ontwikkelingsproblematiek, alsmedeeen goed gevoel voor wetmatigheden en problemen die zich – ongeacht het specifieke technischeprobleemveld – plegen voor te doen bij het ontwerpen, de transfer en de diffusie van nieuwe


17techniek. In de loop van het programma worden de vakken praktischer en specialistischer vanaard, en valt er steeds meer nadruk op de toepassing van de kennis op concrete techniekgebiedenen het leggen van verbanden met de eigen technische opleiding. Dit is met name het geval in deafsluitende casus (het Project), die in nauwe samenwerking met docenten van verschillendeandere faculteiten zal worden uitgevoerd.VakkenpakketInleiding in de ontwikkelingsproblematiek 0N440 4 ECTS (3 SP)Technologie, innovatie en cultuur * 0N531 3 ECTS (2 SP)Ontwikkelingseconomie 1 * 0N420 3 ECTS (2 SP)Technologietransfer * 0N461 3 ECTS (2 SP)Afrondend projectvak Certificaatprogramma 0N450 8 ECTSOntwikkelingsproblematiek en TechniekEén van de met * gemerkte vakken kan in overleg met de coördinator van hetcertificaatprogramma in principe worden vervangen door een ander geschikt vak van 2 SP. Inuitzonderlijke gevallen is het mogelijk om een additionele 2,9 ECTS (2 SP) uit te ruilen met eenander geschikt keuzevak. In het kader van de MSc-opleiding “Technology and Policy” van deopleiding Techniek & Maatschappij worden enige vakken aangeboden die hiervoor zeer geschiktzijn:&nbTechnologiebeleidMultidisciplinaire ontwikkelingstheorieënBouwtechniek voor de tropen0N470 3 ECTS (2 SP)0N421 3 ECTS (2 SP)0N365 3 ECTS (2 SP)Het is ook mogelijk om een vervangend vak te kiezen dat aan een andere faculteit aan de TU/e ofaan een andere universiteit worden gedoceerd. Zo’n vak moet wel altijd door de coördinator vanhet Certificaatprogramma vooraf worden goedgekeurd. Ter illustratie zijn hieronder enigegeschikte externe vervangende keuzevakken opgenomen:Bouwen, huisvesten en informatiesystemen inontwikkelingslanden (Fac. <strong>Bouwkunde</strong>)Inleiding rampenstudies (Univ. Wageningen)7W900 2 ECTS (1 SP)3 ECTS (2 SP)Aanmelding en informatieVoor aanmelding voor het certificaatprogramma dient een registratieformulier ingevuld te wordenen opgestuurd naar de coördinator: Mevr. S.E. Repelaer van Driel (s.e.repelaer@tm.tue.nl)Ten tijde van de aanmelding is het nog niet nodig om de keuzevakken al vast te leggen. Wel dienthet uiteindelijke vakkenpakket aan de coördinator te worden voorgelegd ter goedkeuring op hetmoment dat de keuzevakken worden gekozen.Voor meer informatie wende men zich tot de coördinator, Mevr. S.E. Repelaer van Driel, tel2472246, DG 1.03, s.e.repelaer@tm.tue.nl. Aanwezig: Ma-, di-, wo-, donderdagmiddag van 13.00-17.00 uur.


18Philosophy CertificateThe Certificate is meant for people who like to see the big picture. ‘Why’ is a word that frequently pops upon the philosophy radar, and for good reasons. Why, for example, would you want to follow an extracertificate programme when you are already quite busy with your normal curriculum? And why wouldyou turn to philosophy when you are learning to become an engineer?Online student evaluationsWe can tell you what the Certificate is, why you might want to consider following it, and how to dosuch a thing. However, we are quite confident that you won’t believe us when we tell you that it isabsolutely worth your time. We are obviously biased in favour of the Certificate programme andcannot view matters from your perspective. This is why we have developed a student evaluationprocedure that is completely public. You will be able to read the experiences of past students of theCertificate, so you can decide for yourself.Philosophy and Ethics of Technology SectionThe Certificate is an initiative of the Philosophy and Ethics of Technology section of <strong>Eindhoven</strong>University of Technology. This section has received excellent reviews on account of both itsresearch and its education performance. To find more information on this section, the curriculumand organization of the Certificate, or any other question, please browse this website.Why?The Philosophy Certificate is a valuable addition to your normal study program, but why should we berational? On the other hand there is also the aspect of, well, fun!Philosophy outside your field of study?Considering the fact that you are no doubt very busy with your master’s courses and projects, andthat to all appearances these courses educate you to be a good engineer, why would you considerspending even more time on courses? And worse: why would you spend this extra time on coursesthat appear to be outside of your field of study, such as philosophy?The quick answer is: to make you a better engineer.University Graduates’ competencesA university graduate can be characterised by seven areas of competence, located in three spheres*


19These areas have been defined by the three Technical Universities of The Netherlands (3TU) andhave been widely acclaimed. Academic students – including of course engineers – must be trainedin all three of these spheres. In most study programmes the majority of your time will be spent onthe domain-specific areas of competence. The Philosophy Certificate, instead, focuses mostly onthe first two of the method-specific areas of competence:• Scientific approach: “A university graduate has a systematic approach characterised by thedevelopment and use of theories, models and coherent interpretations, has a critical attitude, andhas insight into the nature of science and technology.”• Basic intellectual skills: “A university graduate is competent in reasoning, reflecting, and forminga judgment. These are skills which are learned or sharpened in the context of a discipline, andwhich are generically applicable from then on.”Moreover, the context-specific area of competence is also a frequent source of inspiration andreflection for the Philosophy Certificate:• Temporal and social context: “Science and technology are not isolated, and always have atemporal and social context. Beliefs and methods have their origins; decisions have socialconsequences in time. A university graduate is aware of this, and has the competence to integratethese insights into his or her scientific work.”The Philosophy Certificate is a valuable addition to your normal study program because it focuseson those aspects of becoming an academic engineer that this normal study program focuses leaston.Fun factorFollowing, the Philosophy Certificate has its rational aspects, but it also contains a lot of fun! Whileyour normal courses are probably characterized by multitudes of uninterested and noisy students,electives are chosen because people find them interesting. During the Philosophy Certificatecourses, you will be encouraged to argue, discuss, and interact with your fellow students. Classesare usually small, leading to an informal and open way of conduct. Courses from the PhilosophyCertificate are intellectually stimulating and personally rewarding, say former students.


21* These courses are not given every year. Check the course information on OWInfo.Disclaimer: This is a preliminary version of the course list and therefore subject to change. For a finalversion, please consult OWInfo.Add certificate courses to your electivesFor many of you, you will have elective room in your master’s degree. Often you will not have to doall 16 ects on top of your normal programme. Contact your study advisor about the possibilities.Add other courses to your certificateIf you wish to add courses to your certificate which are not listed above (e.g. from otheruniversities), please contact the certificate Programmer: Dr. Andreas Spahn.Application and ContactStudents who wish to participate in the Philosophy Certificate are kindly asked to register atphilosophycertificate@tue.nl. Registered students will be kept up to date of any changes andactivities related to courses in the certificate. The certificate will be awarded upon completion ofthe curriculum and will be an addendum to the student’s (MSc) diploma. Most students will beable to use (part of) the certificate courses to fill up the room for elective courses in their respectivemaster’s programmes. If you want to know if this is the case for your master’s, please contact yourstudy advisor.If you have any questions regarding the curriculum, please contact the certificate Programmer Dr.Andreas Spahn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!