11.07.2015 Views

Naar een robuuste verbinding voor het ... - Vlindernet

Naar een robuuste verbinding voor het ... - Vlindernet

Naar een robuuste verbinding voor het ... - Vlindernet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Naar</strong> <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong><strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje in deGelderse Vallei


<strong>Naar</strong> <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong><strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtjein de Gelderse Vallei


<strong>Naar</strong> <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje in deGelderse ValleiTekst:Michiel Wallis de VriesMet medewerking van:Dr. Roland Bobbink – B-WARE Research Centre B.V., NijmegenRapportnummer:VS2007.046Projectnummer:2006.113Productie:De VlinderstichtingPostbus 5066700 AM Wageningentelefoon: 0317-467346fax: 0317-420296e-mail: info@vlinderstichting.nlhomepage: www.vlinderstichting.nlOpdrachtgever:Provincie UtrechtBegeleiding:Ron B<strong>een</strong>en (Provincie Utrecht – Afdeling Groen)Deze publicatie kan worden geciteerd als:Wallis de Vries, M.F. (2007). <strong>Naar</strong> <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong>gentiaanblauwtje in de Gelderse Vallei. Rapport VS2007.046. DeVlinderstichting, Wageningen.Trefwoorden:inrichting, natuurontwikkeling, reconstructie, natte heide,gentiaanblauwtje, Maculinea alconNiets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, doormiddel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook zonder<strong>voor</strong>afgaande schriftelijke toestemming van De Vlinderstichting en deopdrachtgever.December 2007DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 1


SamenvattingHet gentiaanblauwtje is <strong>een</strong> doelsoort <strong>voor</strong> <strong>het</strong> natuurbeleid. Devlinder is landelijk bedreigd en komt in Utrecht nog op één plek<strong>voor</strong>. Voor <strong>een</strong> duurzame instandhouding is uitwisseling metandere populaties noodzakelijk. Dit rapport brengt daartoe dekansrijke gebieden in en nabij de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> tussenHeuvelrug en Veluwe in kaart en doet aanbevelingen <strong>voor</strong>herstel.Het gentiaanblauwtje is <strong>een</strong> kenmerkende dagvlinder van goedontwikkelde natte heide en blauwgrasland. De soort is afhankelijk van <strong>het</strong><strong>voor</strong>komen van klokjesgentianen en bepaalde knoopmieren. Doordat devlinders weinig mobiel zijn is <strong>een</strong> samenhangend netwerk vanleefgebieden van groot belang.Op basis van veldbezoeken en kaartmateriaal zijn potentiële locaties <strong>voor</strong>de ontwikkeling van de <strong>verbinding</strong>szone in kaart gebracht. Voor elkelocatie is <strong>een</strong> korte omschrijving gemaakt en <strong>een</strong> aanbeveling <strong>voor</strong> debenodigde maatregelen <strong>voor</strong> inrichting en beheer. Op <strong>een</strong> aantal locatieszal toetsing van de matregelen aan de Flora- en Faunawet en aan deBoswet nodig zijn. Voorafgaand aan de inrichting van (<strong>voor</strong>malige)landbouwgrond zullen de potenties nader onderzocht moeten worden doorbodemchemische analyses van m.n. de stikstof- en fosfaatverzadiging.Er zijn 43 locaties geselecteerd <strong>voor</strong> de invulling van de <strong>verbinding</strong>szone<strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje. Het leefgebied op de Utrechtse Heuvelrug(Landgoed Den Treek) kan nog sterk worden uitgebreid. De <strong>voor</strong>gestelde<strong>verbinding</strong> door de Gelderse Vallei loopt benoorden de Heiligenbergerbeekvia Voskuilen naar Groot Zandbrink en eindigt bij Achterveld. Naderonderzoek is raadzaam naar de mogelijkheden om de dispersie van <strong>het</strong>gentiaanblauwtje te bevorderen via bloemrijke corridors.De hier gepresenteerde <strong>verbinding</strong>szone biedt mogelijkheden <strong>voor</strong>uitwisseling van populaties van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje op de middellangetermijn. De <strong>voor</strong>gestelde ontwikkelingen vergen veel tijd en middelen.Voor <strong>een</strong> functionerende <strong>verbinding</strong>szone is <strong>het</strong> wenselijk om ook in <strong>het</strong>aansluitende Gelderse deel <strong>een</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje geschikte<strong>verbinding</strong> te ontwikkelen.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 3


Hoofdstuk 1 / InleidingHet gentiaanblauwtje is <strong>een</strong> doelsoort <strong>voor</strong> <strong>het</strong> natuurbeleid. Devlinder is landelijk bedreigd en komt in Utrecht nog op één plek<strong>voor</strong>. Voor <strong>een</strong> duurzame instandhouding is uitwisseling metandere populaties noodzakelijk. Dit rapport brengt daartoe dekansrijke gebieden in en nabij de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> tussenHeuvelrug en Veluwe in kaart en doet aanbevelingen <strong>voor</strong>herstel.Het gentiaanblauwtje (Maculinea alcon) is <strong>een</strong> landelijk bedreigdedagvlinder (Van Swaay, 2006). De toestand en perspectieven <strong>voor</strong> desoort in de Provincie Utrecht zijn eerder in kaart gebracht (Wallis de Vries& Rossenaar, 2000). Sindsdien worden in <strong>het</strong> kader van <strong>het</strong> landelijkBeschermingsplan Gentiaanblauwtje 2003–2007 (Wallis de Vries, 2003)maatregelen <strong>voor</strong> herstel, uitbreiding en ontwikkeling van leefgebied<strong>voor</strong>gesteld en uitgevoerd.In de Provincie Utrecht komt <strong>het</strong> gentiaanblauwtje nog maar met éénpopulatie <strong>voor</strong>, op Landgoed Den Treek. Maatregelen <strong>voor</strong> de uitbreidingvan deze populatie zijn sinds enige jaren in uitvoering. De dichtstbijzijndepopulaties zijn te vinden in de Gelderse Vallei bij Voorthuizen. Tot in dejaren ’80 kwam de soort nog op diverse andere plaatsen in de GelderseVallei <strong>voor</strong>, zoals Groot Zandbrink, landgoed Erica, Meeuwenkampje enSlaperdijk (Wallis de Vries & Rossenaar, 2000).Voor <strong>een</strong> duurzaam behoud van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje in de ProvincieUtrecht is uitwisseling met andere populaties nodig. Het reconstructieplan<strong>voor</strong> de realisatie van de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> tussen Heuvelrug en Veluwekan hier<strong>voor</strong> <strong>een</strong> oplossing bieden (Anonymus, 2005). Daartoe is <strong>een</strong>uitwerking van maatregelen op locatieniveau vereist. Dit rapport brengt,binnen de grenzen van de <strong>voor</strong>gestelde <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> en de randendaarvan, de kansrijke locaties <strong>voor</strong> leefgebied van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje inkaart en doe aanbevelingen <strong>voor</strong> herstelmaatregelen. Het werkgebiedbeperkt zich tot <strong>het</strong> grondgebied tussen landgoed Den Treek en landgoedErica: hier bevindt zich de belangrijkste uitdaging <strong>voor</strong> de verwezenlijkingvan de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong>. Het project heeft <strong>een</strong> enigszins verkennendkarakter omdat <strong>voor</strong>al bij natuurontwikkeling niet <strong>voor</strong>uit gelopen kanworden op de mogelijkheden <strong>voor</strong> verwerving van gronden,vergunningverlening vanwege Flora- en Faunawet en Boswet, en <strong>voor</strong>tsde abiotische condities van de betrokken locaties (zoals defosfaatverzadiging van de bodem) nader vastgesteld dient te worden.DoelstellingHet aanwijzen van kansrijke locaties <strong>voor</strong> de inrichting van <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong><strong>verbinding</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje tussen landgoed Den Treek enlandgoed Erica.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 4


Hoofdstuk 2 / WerkwijzeOp basis van veldbezoeken en kaartmateriaal zijn potentiëlelocaties <strong>voor</strong> de ontwikkeling van de <strong>verbinding</strong>szone in kaartgebracht. Voor elke locatie is <strong>een</strong> korte omschrijving gemaakt en<strong>een</strong> aanbeveling <strong>voor</strong> de benodigde maatregelen <strong>voor</strong> inrichtingen beheer.Eerst is <strong>een</strong> selectie gemaakt van kansrijke gebieden in <strong>het</strong> zoekgebiedDen Treek–Erica (binnen de Provincie Utrecht) op basis van aanwezigeinformatie over:• groeiplaatsen van de klokjesgentiaan• vindplaatsen van kenmerkende soorten van natte heide ennat schraalland• recente en historische (uitgave ca. 1905) topografischekaarten• hoogtekaart (AHN) (Bijlage 3)• relevante informatie over ruimtelijke planvormingDaartoe is gebruik gemaakt van beschikbaar kaartmateriaal van deProvincie Utrecht over hoogteligging en ruimtelijke planvorming, metname <strong>het</strong> Ontwerp Natuurgebiedsplan Gelderse Vallei (Provincie Utrecht,2006; Figuur 1).Figuur 1: Ontwerp <strong>voor</strong> natuurbestemmingenin de GelderseVallei rond Leusden (ProvincieUtrecht / DLG, 2006)Vervolgens heeft <strong>een</strong> beoordeling van mogelijke locaties in <strong>het</strong> veld plaatsgevonden. Daarbij is <strong>het</strong> advies ingewonnen van Dr. R. Bobbink (B-WARE,Nijmegen) als deskundige op <strong>het</strong> gebied van heidevegetatie en abiotischherstel. Er is bij <strong>het</strong> veldbezoek gelet op:• vegetatietype en structuur• kenmerkende plantensoorten• grondwaterstand en kwelindicatiesDE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 5


• landgebruik en beheer• ligging in <strong>het</strong> landschap• rand<strong>voor</strong>waarden gentiaanblauwtjeDe vereiste kenmerken van <strong>het</strong> leefgebied <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje zijnontl<strong>een</strong>d aan bestaande kennis over de soort (o.m. Wallis de Vries, 2003).De beoordeling van de terreinen is omgezet in <strong>een</strong> aanbeveling <strong>voor</strong>herstelmaatregelen, dan wel <strong>het</strong> <strong>voor</strong>traject daartoe wanneer demaatregelen pas te omschrijven zijn na verder abiotisch onderzoek (zoalsvaststelling van <strong>het</strong> fosfaatprofiel).DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 6


Hoofdstuk 3 / Profiel van <strong>het</strong> gentiaanblauwtjeHet gentiaanblauwtje is <strong>een</strong> kenmerkende dagvlinder van goedontwikkelde natte heide en blauwgrasland. De soort isafhankelijk van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen van klokjesgentianen enbepaalde knoopmieren. Doordat de vlinders weinig mobiel zijn is<strong>een</strong> samenhangend netwerk van leefgebieden van groot belang.B. FransenHet gentiaanblauwtje komt in Utrecht all<strong>een</strong> nog met <strong>een</strong> kleine populatie<strong>voor</strong> in <strong>het</strong> Hazenwater op Landgoed Den Treek. De laatste waarnemingvan eitjes dateert uit 2006. Het is mogelijk dat de populatie de nattezomer van 2007 niet heeft overleefd. In de Gelderse Vallei komt <strong>het</strong>gentiaanblauwtje all<strong>een</strong> nog maar <strong>voor</strong> in Gelderland, op diverse plekkenop de Appelsche en Kruishaarsche heide. De vlinder is uit <strong>het</strong>tussenliggende gebied verdwenen maar kwam daar in elk geval <strong>voor</strong> in deterreinen:− Groot Zandbrink (laatste waarneming 1984)− Landgoed Erica (laatste waarneming 1993)− Akkerweg (laatste waarneming 1993)Landelijk gezien komt <strong>het</strong> gentiaanblauwtje <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> op natte heide,maar zeker in de Gelderse Vallei werden ook blauwgraslanden alsleefgebied benut, o.m. in de Bennekomse M<strong>een</strong>t, Allemanskampje enMeeuwenkampje.De soort legt haar eitjes uitsluitend op de bloemknoppen van deklokjesgentiaan. Deze mooi blauw bloeiend plant komt <strong>voor</strong> op vochtigeheideterreinen met veel dophei en v<strong>een</strong>bies, maar ook opblauwgraslanden. De rupsen van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje leven van dezachte bloemdelen van de klokjesgentiaan. Doordat de waardplanten wel30 jaar oud kunnen worden, kan de plant (en in beperkte mate de vlinder)zich lang handhaven, maar maatregelen zijn dringend nodig <strong>voor</strong>verjonging en uitbreiding van de populaties gentianen. Klokjesgentianenzijn zeldzaam geworden doordat de heide als gevolg van verdroging,vermesting en verzuring steeds meer vergrast.Na enkele weken verlaten de rupsen de klokjesgentiaan en laten ze zich inde herfst op de grond laten vallen om te worden meegenomen door debossteekmier of moerassteekmier (<strong>een</strong> soort knoopmieren). In <strong>het</strong>mierennest worden de rupsen gevoerd. In ruil daar<strong>voor</strong> scheiden ze <strong>een</strong>zoete stof af. Aan <strong>het</strong> begin van de zomer verpoppen de rupsen zich. Drieweken later vliegen de vlinders uit en begint de cyclus weer opnieuw.De waardmieren komen <strong>voor</strong> in <strong>een</strong> structuurrijke vegetatie met pollenwaarin de nesten worden gemaakt. Ze vestigen zich pas ca. 15 jaar naplaggen, dus <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje is kleinschalig plaggen essentieel.De knoopmieren zijn gevoelig <strong>voor</strong> <strong>een</strong> zware begrazingsdruk enlangdurige inundatie in de zomer.Op basis van onderzoek zijn onderstaande randwaarden <strong>voor</strong> <strong>het</strong>leefgebied van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje opgesteld. Deze zijn gebruikt bij <strong>het</strong>formuleren van de adviezen <strong>voor</strong> uitvoering.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 7


PopulatiegrootteDe eitjes van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje zijn makkelijker te vinden dan devlinders, vandaar dat populaties doorgaans door eitellingen wordengevolgd. Een vrouwtje van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje legt tussen 50 en 100eitjes. Een gezonde deelpopulatie gentiaanblauwtjes is minimaal 2500eitjes groot, maar <strong>voor</strong> <strong>een</strong> totale populatie moet eerder <strong>een</strong> aantal van12.500 eitjes als criterium <strong>voor</strong> <strong>een</strong> duurzame populatie wordenaangehouden.Kwaliteit leefgebiedEen leefgebied moet minimaal 0,2 ha groot zijn <strong>voor</strong> <strong>een</strong> deelpopulatie enminimaal 2 ha <strong>voor</strong> <strong>een</strong> totale populatie.Op <strong>een</strong> geschikte plek moeten in de periode half juli-half augustusminimaal 10 bloeistengels van klokjesgentianen per 100 m 2 te vinden zijn.Daarnaast moeten er binnen 1-2 m rond bloeiende gentianen minimaal openkele plekken knoopmieren van de goede soort worden gevonden.(Knoopmieren kunnen gelokt worden door in <strong>het</strong> zomerseizoen schaaltjesmet suikerklontjes uit te leggen. Dit werkt niet tijdens of kort na <strong>een</strong>droogteperiode!)Ruimtelijke samenhangDe kans op <strong>een</strong> duurzame populatie is hoger in aan<strong>een</strong>geslotennatuurgebieden van meer dan 25 ha. De vlinders zijn weinig mobiel.Afstanden van meer dan enkele honderden meters worden zeldenafgelegd, maar afstanden van enkele kilometers (tot 5 km) kunnen inuitzonderlijke gevallen worden overbrugd. Dit mag <strong>voor</strong>al wordenverwacht wanneer de bronpopulatie groot is.In <strong>een</strong> <strong>verbinding</strong>szone wordt aanbevolen om op<strong>een</strong>volgendeleefgebieden niet verder van 500 m van elkaar in te richten.Nader onderzoek is nodig om vast te stellen in hoeverre bloemrijkecorridors (zonder de waardplant) de dispersie bevorderen.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 8


Hoofdstuk 4 / Type maatregelenEr zijn verschillende maatregelen mogelijk om de<strong>verbinding</strong>szone <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje vorm te geven.Daarbij gaat <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al om de ontwikkeling van <strong>een</strong> keten vanstapstenen met leefgebied, <strong>het</strong>zij natte heide, <strong>het</strong>zij natsoortenrijk grasland.Beheer van natte heideBij <strong>het</strong> beheer van bestaande natte heide is <strong>een</strong> stabiel en voldoende hoogwaterpeil van groot belang. Inundatie in de periode mei-september moetzo veel mogelijk worden vermeden. Massale opslag van den en berk moetgeregeld worden verwijderd (<strong>voor</strong> andere soorten is <strong>het</strong> niet wenselijk omalle opslag te verwijderen!).Voor uitbreiding van <strong>een</strong> groeiplaats met klokjesgentianen is kleinschaligplaggen naast zaadzettende planten effectief. Eenmalige bekalking (2 tondolokal/ha = 200 g/m 2 ) is wenselijk <strong>voor</strong> <strong>een</strong> betere kans op vestiging vande kiemplanten. Voor de knoopmieren is <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al belangrijk dat zij zichkunnen vestigen in bestaande vegetatie, bijv. in pollen pijpestrootje,v<strong>een</strong>bies of v<strong>een</strong>mos.Wanneer er in <strong>het</strong> geheel g<strong>een</strong> gentianen <strong>voor</strong>komen kan er zaad wordenverzameld uit <strong>een</strong> naburige populatie en kan dit worden uitgestrooid op<strong>een</strong> plagplek.Herstel van nat soortenrijk graslandOp enkele plaatsen is nat schraalland in <strong>een</strong> soortenarme vorm aanwezig.Verschraling daarvan door maaien en afvoeren kan de soortenrijkdomdoen toenemen. Voor <strong>het</strong> vaststellen van de potenties <strong>voor</strong> <strong>een</strong>blauwgrasland waarin ook de klokjesgentiaan kan <strong>voor</strong>komen, kan <strong>het</strong>zinvol zijn om <strong>een</strong> bodemchemische analyse uit te voeren. Wanneer decondities voldoende voedselarm zijn, kunnen ontbrekende plantensoortenvia hooi uit <strong>een</strong> geschikt brongebied worden geïntroduceerd.Omvorming van bos tot natte heideNatuurontwikkeling tot natte heide is goed mogelijk. Omvorming van bostot heide heeft <strong>het</strong> <strong>voor</strong>deel dat de bodem in de regel al voedselarm is. Inverband met de Boswet kan compensatie worden gezocht in de bebossingvan uit productie genomen akkers of grasland (die dan niet hoeven teworden ontgrond vanwege de hoge voedselrijkdom). Toetsing aan deFlora- en Faunawet zal nodig zijn vanwege de kans op <strong>voor</strong>komen vanbeschermde soorten.Stabilisatie van de hydrologie is uiteraard belangrijk. Na <strong>het</strong> kappen van<strong>het</strong> bos, is verwijdering van de strooisellaag door plaggen nodig. Wanneerer nog <strong>een</strong> zaadbank van heide wordt vermoed (m.n. doordatheidesoorten nog in de ondergroei worden aangetroffen), kan men devestiging door heidesoorten afwachten. Anders is uitstrooien vanheidemaaisel uit <strong>een</strong> geschikt brongebied wenselijk. Klokjesgentianenkomen niet in de zaadbank en zelden in heidemaaisel <strong>voor</strong>, en zullendaarom afzonderlijk moeten worden geïntroduceerd door uitzaaien.De knoopmieren vestigen zich na verloop van tijd spontaan viaaanvliegende individuen, maar voldoende nesten mogen pas in <strong>een</strong>vegetatie van 10-15 jaar oud worden verwacht.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 9


Omvorming van landbouwgrondNatuurontwikkeling op landbouwgrond is goed mogelijk wanneer destikstof- en fosfaatlast voldoende kan worden afgevoerd. In de regel isdaar plaggen of ontgronden <strong>voor</strong> nodig. De diepte van de af te voerenlaag dient <strong>voor</strong>af door chemische analyse van <strong>het</strong> bodemprofiel te wordenvastgesteld. Wanneer de hydrologie kan worden gestabiliseerd en toevoervan voedselrijk oppervlaktewater kan worden <strong>voor</strong>komen, dan zijn dekansen op succes behoorlijk, omdat de horizontale mobiliteit van fosfaat inde bodem gering is.Na ontgronding is <strong>het</strong> aanvoeren van zaad van <strong>het</strong>zij natte heide <strong>het</strong>zij –op nattere locaties – nat soortenrijk grasland (=nat schraalland) via resp.heidemaaisel of hooi de volgende cruciale stap. Klokjesgentianen horendaar ook bij.Een bemonstering na 10 tot 15 jaar kan uitsluitsel geven of er <strong>een</strong>succesvolle kolonisatie door knoopmieren heeft plaatsgevonden. Omdat demieren niet echt zeldzaam zijn, mag dit wel worden verwacht. Wanneerdit ondanks <strong>een</strong> gunstige ontwikkeling van de vegetatie toch niet <strong>het</strong>geval is, zou introductie van nesten met knoopmieren kunnen wordenoverwogen.Ontwikkeling bloemrijke corridorHet is niet bekend of gentiaanblauwtjes gebruik maken van ‘ecologische<strong>verbinding</strong>szones’ bij hun dispersie. Daar is nader onderzoek <strong>voor</strong> nodig.De mogelijkheid moet echter niet worden uitgesloten. Het talud van degoederenspoorweg biedt <strong>een</strong> kans om zo’n bloemrijke corridor teontwikkelen. Is <strong>het</strong> niet <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje, dan wel <strong>voor</strong> anderesoorten. De kansen zijn hier<strong>voor</strong> <strong>het</strong> beste aan de zonnige en warmereZW-kant van <strong>het</strong> talud. De schaduwrijkere NO-kant kan zich dan verderontwikkelen tot struweel en houtwal en daarmee ruimte bieden <strong>voor</strong>soorten die daarvan afhankelijk zijn.Voor de ontwikkeling van <strong>een</strong> bloemrijke corridor is <strong>het</strong> nodig dat opslagover <strong>het</strong> grootste deel worden verwijderd(<strong>voor</strong> de variatie kan 20% gespaardblijven). Braamstruweel is <strong>een</strong> belangrijkenectarbron en habitat <strong>voor</strong> veel anderesoorten en kan gedeeltelijk ook wordenbehouden. Voor <strong>het</strong> overige kan doormaaien en afvoeren <strong>een</strong> bloemrijkevegetatie worden ontwikkeld. Bij <strong>een</strong>gefaseerde aanpak van <strong>het</strong> maaien –waarbij delen blijven overstaan tot <strong>het</strong>volgende jaar, of bij ruigte nog langer –kan de meeste variatie worden bereikt.Sterk verruigde, door grassengedomineerde vegetatie kan doortweemaal per jaar te maaien (met afvoervan <strong>het</strong> maaisel) worden verschraald.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 10


Hoofdstuk 5 / Locaties <strong>voor</strong> de <strong>verbinding</strong>szoneEr zijn 43 locaties geselecteerd <strong>voor</strong> de invulling van de <strong>robuuste</strong><strong>verbinding</strong>szone <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje. Het leefgebied op deUtrechtse Heuvelrug (Landgoed Den Treek) kan nog sterkworden uitgebreid. De <strong>voor</strong>gestelde <strong>verbinding</strong> door de GelderseVallei loopt benoorden de Heiligenbergerbeek via Voskuilen naarGroot Zandbrink en eindigt bij Achterveld.Achtergrond en selectiecriteriaHet is niet helemaal duidelijk hoe de historische <strong>verbinding</strong> tussen depopulaties van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje op de Utrechtse Heuvelrug en deVeluwe eruit heeft gezien. De bekende populaties suggereren <strong>een</strong><strong>verbinding</strong> van Landgoed Den Treek via de heuvelrug naar <strong>het</strong> LeersumseVeld en dan de Gelderse Vallei in langs twee banen: oostwaarts via deblauwgraslanden bij V<strong>een</strong>endaal naar de Bennekomse M<strong>een</strong>t ennoordwaarts via de heiden en graslanden langs de dekzandruggen vanScherpenzeel en Renswoude, tussen Achterveld en Barneveld door naarde heidegebieden van de Appelsche en Kruishaarsche heide en Oldenallerbenoorden Voorthuizen. Van daar zal er zeer waarschijnlijk aansluiting zijngeweest op de Veluwse populaties bij Garderen en Kootwijk.De <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong>szone wordt binnen <strong>het</strong> Natuurgebiedsplan gezochtvia <strong>een</strong> kortere route bezuiden Leusden langs via <strong>het</strong> Valleikanaal naar deModderbeek bezuiden Achterveld.Voor de <strong>verbinding</strong>szone <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje is gekozen <strong>voor</strong> <strong>een</strong>zo kort mogelijke oversteek van <strong>het</strong> natte gebied van deHeiligenbergerbeek en <strong>het</strong> Valleikanaal naar <strong>het</strong> dekzandruggengebied tenoosten daarvan. Een deel van de locaties valt daarom buiten <strong>het</strong>zoekgebied <strong>voor</strong> de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> uit <strong>het</strong> Natuurgebiedsplan.Voor de meeste locaties wordt de ontwikkeling van geschikt leefgebiednagestreefd: <strong>voor</strong> de nattere locaties omvorming naar nat schraalland metklokjesgentianen, <strong>voor</strong> de iets hoger gelegen locaties omvorming tot natteheide met klokjesgentianen. Onder welke <strong>voor</strong>waarden dit realistisch is zalmoeten worden vastgesteld door nader onderzoek aan debodemvruchtbaarheid (stikstof en fosfaat) en de hydrologie.Buiten de Utrechtse Heuvelrug kan <strong>voor</strong> de <strong>verbinding</strong>szone <strong>voor</strong> <strong>het</strong>gentiaanblauwtje maar zeer beperkt gebruik gemaakt worden vanbestaande natuurgebieden. Klokjesgentianen en natte heide of schraallandkomen maar in <strong>een</strong> enkel terrein <strong>voor</strong>. Voor de meeste locaties zullendaarom ingrijpende inrichtingsmaatregelen nodig zijn. Om de kansen tevergroten is zoveel mogelijk gekozen <strong>voor</strong>:a) terreinen die op de topografische kaart van ca. 1905 als heide ofnatte laagte zijn gekarteerd, enb) op de Utrechtse Heuvelrug: laagten en terreingedeelten langs<strong>een</strong> hoogtegradiënt, enc) percelen bos; deze zijn vanwege hun lagere nutriëntenbelastinggemakkelijker om te vormen tot schrale vegetatie dan de meestalzwaar bemeste weilanden of akkers. Bovendien is <strong>het</strong> mogelijkdat zich nog <strong>een</strong> zaadbank met heidezaad in de bospercelenbevindt (klokjesgentianen vormen g<strong>een</strong> zaadbank en zullendaarom altijd extra moeten worden uitgezaaid).DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 11


De omschrijving van de locaties is opgenomen in Bijlage 1 en de figuurmet de ligging in Bijlage 2. Voor de volledigheid geeft Bijlage 3 deinformatie van de hoogtekaart.Utrechtse Heuvelrug (Den Treek)Hier zijn dertien locaties geselecteerd. Het betreft <strong>voor</strong> <strong>een</strong> belangrijk deelgebieden met bestemming Bestaande Bos en Natuurgebieden (1-3, 4b, 5,7, 11b, 13), maar ook Nieuwe Natuur (4a, 6, 8-10); langs de flank van deHeuvelrug ligt één locatie met bestemming Zoekgebied Nieuwe Natuur(11a).Het is belangrijk dat aan dit westelijk einde van de <strong>verbinding</strong>szone <strong>een</strong>aantal kerngebieden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje worden ontwikkeld. Dit isuiteraard ook nodig aan de oostelijke zijde van de <strong>verbinding</strong>szone. Voorzover mogelijk zal ook op en rond Groot Zandbrink <strong>een</strong> kerngebiedmoeten worden hersteld. All<strong>een</strong> bij de ontwikkeling van kerngebieden metsterke bronpopulaties kunnen de stapstenen langs de <strong>verbinding</strong>szone ookdaadwerkelijk als zodanig functioneren.Er wordt daarom <strong>voor</strong>gesteld om niet all<strong>een</strong> <strong>het</strong> leefgebied rond <strong>het</strong>Hazenwater (1 en 2) verder uit te breiden (<strong>het</strong>g<strong>een</strong> al volop gebeurt),maar ook om de laagten van de Droogmakerij (6), ’t Waswater (8) en <strong>het</strong>Langev<strong>een</strong> (9) weer terug te brengen tot vennen met oevers van natteheide; ook de boslocatie langs de Waterlooweg lijkt op grond van dehoogtekaart kansrijk <strong>voor</strong> omvorming tot natte heide. De uitbreiding vande heide rond <strong>het</strong> Hazenwater en herstel van de <strong>voor</strong>malige ontginningenbij de Ringheuvels (inclusief <strong>verbinding</strong>) passen in <strong>het</strong> beleid <strong>voor</strong>heideherstel (Provincie Utrecht, 2004).Bij Ingeborg en langs deBuurtweg zijn kleine stukkennatte heide, waar soms ookklokjesgentianen groeien (linkslocatie 4b, rechts locatie 3)Locaties 3-5 kunnen in de toekomst als stapstenen <strong>voor</strong> <strong>het</strong>gentiaanblauwtje fungeren. Bij Ingeborg en langs de Buurtweg bevindenzich twee kleine locaties (3 en 5) waar al kleine groeiplaatsen metklokjesgentianen aanwezig zijn, inclusief enige verjonging metkiemplanten. Herstelbeheer heeft hier al plaatsgevonden. Op Locatie 4b isook sprake van <strong>een</strong> kleine oppervlakte natte heide, maar zijn g<strong>een</strong>klokjesgentianen gevonden. Op alle drie locaties is b<strong>een</strong>breek aanwezig,wat wijst op gunstige hydrologische omstandigheden (kwel). Het natteschraalland bij Ingeborg (4a) met soorten als Veldrus, echtekoekoeksbloem, kale jonker, moerasrolklaver en tormentil kan verderworden hersteld tot <strong>een</strong> soortenrijkere vegetatie, op den duur mogelijkmet klokjesgentiaan, wanneer er voldoende verschraald kan worden.Locaties 10, 11 en 13 zijn kansrijke locaties <strong>voor</strong> de ontwikkeling vanleefgebied op de flank van de heuvelrug, aansluitende op de GelderseVallei. De boslocaties zouden kunnen worden omgevormd tot natte heid<strong>een</strong> de graslanden of akkers tot vochtig schraalland. Deze locaties zijn nietDE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 12


onderscheiden in de Notitie Heideherstel (2004) omdat deze meer gerichtis op de ontwikkeling van de <strong>verbinding</strong> tussen Den Treek en deLeusderheide, dan op die tussen Den Treek en de Gelderse Vallei.Langs de HeiligenbergerbeekDe geselecteerde locaties langs de Heiligenbergerbeek vallen deels onderde bestemming Nieuwe Natuur (14, 15 aan de voet van de Heuvelrug en19-20 op Landgoed De Boom). Percelen 16 en 18 liggen dicht langs debeek en daarom binnen <strong>het</strong> Zoekgebied Nieuwe Natuur. Perceel 17 valtbuiten de begrenzing van de <strong>verbinding</strong>szone, maar lijkt door de ligginglangs <strong>een</strong> hoogtegradiënt wel kansrijk.Het herstelde nat schraalland bij Huize Den Treek (14) met o.m. veldrusen grote ratelaar toont net als <strong>het</strong> grasland bij Ingeborg (4a) de potenties<strong>voor</strong> ontwikkeling tot blauwgrasland. Het is echter nog te soortenarm ente voedselrijk <strong>voor</strong> <strong>een</strong> blauwgrasland met klokjesgentiaan. Naderonderzoek naar de nutriëntenhuishouding in de bodem en naar dewaterkwaliteit is nodig om te beoordelen hoe ver deze ontwikkeling naar<strong>een</strong> schralere vegetatie kan doorzetten. Uit <strong>het</strong> gebied is g<strong>een</strong> historischeblauwgraslandvegetatie bekend, maar dit hoeft niet te betekenen dat dezeer nooit geweest is of er alsnog ontwikkeld zou kunnen worden: daar<strong>voor</strong>is <strong>het</strong> historische beeld niet compleet genoeg.Dit geldt even<strong>een</strong>s <strong>voor</strong> de andere geselecteerde locaties langs deHeiligenbergerbeek (12, 15-20). Al deze locaties bestaan nu uitsoortenarm cultuurgrasland. Dit kan door ontgronding en <strong>het</strong> opbrengenvan maaisel uit schraallanden worden omgevormd tot nat schraalland.Herstel van <strong>een</strong> bijbehorend waterpeilregime is van groot belang, evenals<strong>het</strong> omleiden van sloten met voedselrijk water.VoskuilenRond Voskuilen liggen vijf geselecteerd locaties (21-25) buiten de in <strong>het</strong>Natuurgebiedsplan <strong>voor</strong>gestelde <strong>verbinding</strong>szone. De in <strong>het</strong> planaangegeven <strong>verbinding</strong>szone loopt noordwaarts langs <strong>het</strong> Valleikanaal,maar dat gebied is te venig <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje. Daarom is hier <strong>een</strong>meer directe aansluiting op <strong>het</strong> oostelijker gelegen complex vandekzandruggen <strong>voor</strong>gesteld.Alle vijf locaties betreffen soortenarm cultuurgrasland. De meeste locatiesworden intensief als weiland benut. All<strong>een</strong> locatie 25 benoorden deVoskuilerdijk werd in 2007 extensief gebruikt. Locatie 23 was in 1905 nogheide en heeft daarom wellicht goede potenties <strong>voor</strong> herstel. Dit geldtwellicht ook <strong>voor</strong> locatie 24, die grenst aan <strong>een</strong> elzenbroek met flinkekweldruk vanuit de aangrenzende hoge rug. Het elzenbroek stond in 1905nog als heide aangeduid. Percelen 21 en 22 zijn weliswaar thans ergintensief gebruikt, maar vanwege hun ligging langs <strong>een</strong> hoogtegradiëntliggen hier wel kansen <strong>voor</strong> natuurontwikkeling.MoorsterbeekgebiedHet Moorsterbeekgebied is <strong>een</strong> kleinschalig landschap met bosjes enagrarisch gebied op dekzandruggen die zijn doorsneden door diversebeken. In dit gebied ligt <strong>het</strong> natuurreservaat Groot Zandbrink (34) waar<strong>het</strong> gentiaanblauwtje tot 1988 nog <strong>voor</strong>kwam op de natte heide enmogelijk ook <strong>het</strong> aangrenzende blauwgrasland. De bermen zijn in ditgebied nog opmerkelijk schraal; zo komt onder eikensingels nog veelhengel <strong>voor</strong>. Naast Groot Zandbrink zijn in dit gebied dertien locaties (26-38) geselecteerd. Daarvan hebben er drie de bestemming Bestaand Bosen Natuurgebied (38a, 33 en 34; naast Groot Zandbrink ook tweeboslocaties). Het grootste deel heeft de bestemming Zoekgebied NieuweNatuur (26 [deels], 27, 28b-31, 36-38). Een aantal locaties heeft debestemming Nieuwe Natuur (26 [deels], 32 en 35).DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 13


Deze locaties liggen tussen twee nattere delen van de <strong>verbinding</strong>szone in:Heligenbergerbeek-Voskuilen aan de zuidkant en Modderbeek aan denoordkant. Vermoedelijk zal <strong>het</strong> moeilijker zijn om op deze natte locatiesgeschikt leefgebied te ontwikkelen dan op de dekzandruggen. Het isdaarom belangrijk om Groot Zandbrink als kerngebied te herstellen endaar omh<strong>een</strong> <strong>een</strong> aantal goede leefgebieden te ontwikkelen, zodat hier<strong>een</strong> versterkte kern in de <strong>verbinding</strong>szone komt te liggen.In samenwerking met de Provincie Gelderland zou kunnen wordenoverwogen om de <strong>verbinding</strong>szone van hieruit oostelijker te laten lopen, inplaats van via Achterveld, waar de mogelijkheden <strong>voor</strong> natuurontwikkelingveel geringer zijn.Groot Zandbrink heeft veel potentieom hersteld te worden als leefgebied<strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje. Uitbreidingvan de populatie klokjesgentianen isdaar<strong>voor</strong> dringend gewenst.Op Groot Zandbrink (34) zou er veel aandacht moeten gaan naaruitbreiding van natte heide met klokjesgentianen. De heide is in <strong>het</strong>verleden deels vrij grootschalig geplagd en daardoor óf vrij monotoon ófsterk vergrast (m.n. in <strong>het</strong> noordoosten). Het is van belang om depopulatie klokjesgentianen goed in kaart te brengen en vervolgens doorgericht kleinschalig plaggen uit te breiden. Het belangrijksteblauwgrasland ziet er goed uit, maar lijkt nauwelijks nog gentianen teherbergen. De overige schraallandjes zijn soortenarmer. Onderzocht moetworden welke maatregelen <strong>voor</strong> versterking van de schraallanden mogelijkzijn en hoe de gentianen zich hier kunnen uitbreiden. Beschaduwing dooromringend bos zou één van de problemen kunnen zijn (maar zeker niet<strong>het</strong> enige).Rond Groot Zandbrink zou, zoals ook <strong>voor</strong>gesteld in <strong>het</strong>Natuurgebiedsplan, <strong>een</strong> hydrologische bufferzone moeten wordeningesteld. Locatie 35 was in 1905 nog heide en kan daarbij als nieuwenatuur tot nat schraalland of natte heide worden ontwikkeld.Ook locaties 27, 28 en (<strong>het</strong> zuidelijk deel van) 37 stonden in 1905 nog alsheide gekarteerd en bieden kansen <strong>voor</strong> natuurontwikkeling. Op locaties27 en 28a zal daartoe <strong>een</strong> bosje tot heide moeten worden omgevormd.Dit geldt ook <strong>voor</strong> locatie 33. Dit bos bij Hardeveld lijkt goede potenties tebieden <strong>voor</strong> <strong>een</strong> kerngebied, omdat <strong>het</strong> wat groter is. Er is <strong>een</strong> kleinevijver in gegraven en de aanwezigheid van pijpestrootje geeftmogelijkheden <strong>voor</strong> heideherstel aan. Voorgesteld wordt om all<strong>een</strong> <strong>het</strong>naaldbos om te vormen en <strong>het</strong> omringende loofbos te behouden.Locatie 30 bestaat uit <strong>een</strong> klein stukje ruigte met o.m. moerasspirea,kattestaart en moerasrolklaver. Deze locatie zou door gefaseerd ofeventueel laat te maaien als nectarbron en stapst<strong>een</strong> <strong>voor</strong> vlinders kunnenfungeren.De overige locaties (26, 29, 31, 32, 36 en 38) betreffen soortenarmcultuurgrasland en maïsakkers die potenties hebben om tot natschraalland te worden omgevormd na ontgronding.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 14


ModderbeekLangs de Modderbeek is vanuit <strong>het</strong> Natuurgebiedsplan <strong>een</strong> ecologische<strong>verbinding</strong>szone <strong>voor</strong>zien met aandacht <strong>voor</strong> ontwikkeling van nattenatuur, waaronder ook nat soortenrijk grasland. Er zijn daartoe driepercelen geselecteerd met bestemming Zoekgebied Nieuwe Natuur (39)en Nieuwe Natuur (40-41). Locaties 39 en 41 bestaan thans uitsoortenarm cultuurgrasland en locatie 40 uit maïsakker. Omdat dezepercelen temidden van intensief agrarisch gebied liggen, zal er <strong>een</strong> flinkeinvestering nodig zijn om hier geschikt leefgebied te ontwikkelen.Daarmee is dit waarschijnlijk <strong>een</strong> zwakke schakel in de <strong>verbinding</strong>.Langs de Modderbeek vormt deintensieve landbouw <strong>voor</strong>alsnog<strong>een</strong> grote barrière <strong>voor</strong> <strong>het</strong>gentiaanblauwtje.AchterveldDe directe omgeving van Achterveld is g<strong>een</strong> onderdeel van de in <strong>het</strong>Natuurgebiedsplan <strong>voor</strong>gestelde <strong>verbinding</strong>szone. Er is hier één perceelgeselecteerd (42). Dit was in 1905 nog <strong>een</strong> heidegebied. Het bestaat nudeels uit <strong>een</strong> cultuurgrasland en deels uit <strong>een</strong> crossbaan. Het lijkt watdroog <strong>voor</strong> de ontwikkeling van natte heide, maar <strong>het</strong> heeft wel potenties<strong>voor</strong> droge heide en bloemrijk grasland. De hoogteligging suggereert dater misschien toch mogelijkheden liggen <strong>voor</strong> de ontwikkeling van geschiktleefgebied met klokjesgentianen, zeker wanneer er eerst wordt ontgrond.De ligging van <strong>het</strong> perceel aan de rand van de bebouwde kom enrecreatiegebied maakt <strong>een</strong> bestemming natuur echter minder realistisch.Ponlijn (goederenspoorlijn)De Ponlijn is grotendeels begrensd als Zoekgebied EcologischeVerbindingszone. Het talud van de goederenspoorwegbiedt <strong>een</strong> kans om <strong>een</strong> bloemrijke corridor teontwikkelen. Daar<strong>voor</strong> is <strong>een</strong> actief vegetatiebeheernodig dat zich richt op de ontwikkeling van bloemrijkegraslanden en ruigte, m.n. aan de warme ZW-kantvan <strong>het</strong> talud. Het is onduidelijk of de Ponlijn ook <strong>voor</strong><strong>het</strong> gentiaanblauwtje van betekenis zal kunnen zijn,aangezien de combinatie met leefgebied, metuitzondering van de omgeving van De Boom, hier nietkansrijk is. Maar <strong>voor</strong> veel andere soorten zal <strong>een</strong>dergelijke corridor zeker wel waardevol kunnen zijn.Het talud van de Ponlijn biedt veel mogelijkheden<strong>voor</strong> <strong>een</strong> bloemrijke corridor.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 15


Hoofdstuk 6 / ConclusieDe hier gepresenteerde <strong>verbinding</strong>szone biedt mogelijkheden<strong>voor</strong> uitwisseling van populaties van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje op demiddellange termijn. De <strong>voor</strong>gestelde ontwikkelingen vergenveel tijd en middelen. Voor <strong>een</strong> functionerende <strong>verbinding</strong>szonezal ook in <strong>het</strong> aansluitende Gelderse deel <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong><strong>verbinding</strong> moeten worden ontwikkeld.In dit rapport is <strong>een</strong> <strong>voor</strong>stel gedaan <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong> vannatte heide en nat schraalland <strong>voor</strong> <strong>het</strong> gentiaanblauwtje. De <strong>verbinding</strong>voert door de Provincie Utrecht van Landgoed Den treek op de UtrechtseHeuvelrug naar de Gelderse Vallei tot de omgeving van Achterveld. Vandaaruit zal aansluiting gevonden moeten worden op de Geldersepopulaties van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje op de Appelsche en Kruishaarscheheide. Stapstenen aan de Gelderse kant zijn o.m. Landgoed Erica en natteheide bij de Akkerweg.Voor de ontwikkeling van de <strong>verbinding</strong> is op de Utrechtse Heuvelrugversterking en uitbreiding van natte heide nodig tot <strong>een</strong> aantal belangrijkekerngebieden. In de Gelderse Vallei worden stapstenen met leefgebied<strong>voor</strong>gesteld. Daarbij zal landbouwgrond en op sommige plekken bos totnat schraal grasland en natte heide moeten worden omgevormd. GrootZandbrink kan daarin als kerngebied in de Gelderse Vallei wordenhersteld.De ontwikkeling van de <strong>verbinding</strong>szone zal in belangrijke mate afhangenvan de mogelijkheden <strong>voor</strong> verwerving. Daarnaast zal toetsing aan deFlora- en Faunawet en de Boswet nodig zijn. Bij de definitieve keuze <strong>voor</strong>verwerving en inrichting van landbouwgrond tot voedselarme natuurzullen de potenties daar<strong>voor</strong> eerst vastgesteld dienen te worden doornader bodemchemisch onderzoek.Het is niet goed bekend hoe de dispersie van <strong>het</strong> gentiaanblauwtje kanworden bevorderd door <strong>een</strong> landschap waarin leefgebied ontbreekt. Naderonderzoek is wenselijk om vast te stellen of bloemrijke corridors hierin <strong>een</strong>functie kunnen vervullen en welke afstanden dan overbrugbaar zijn.De <strong>verbinding</strong> tussen Groot Zandbrink aan de Utrechtse kant en LandgoedErica aan de Gelderse kant is via de Modderbeek en Achterveld moeilijk terrealiseren. Het lijkt kansrijker om de <strong>verbinding</strong> oostelijker over <strong>het</strong>complex van dekzandruggen te laten verlopen. Het is raadzaam demogelijkheden hier<strong>voor</strong> in de provincie Gelderland te onderzoeken.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 16


LiteratuurAnonymus (2005) Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost: vanwet naar werkelijkheid. Provincie Gelderland, Arnhem / Provincie Utrecht,Utrecht.Provincie Utrecht (2004) Notitie Heideherstel – Beleidskader <strong>voor</strong>omvorming van bos naar open natuur in de provincie Utrecht. ProvincieUtrecht, Sector Landelijk Gebied Ontwikkeling, Utrecht.Provincie Utrecht (2006) Ontwerp Natuurgebiedsplan Gelderse Vallei –Herziening 2006. Utrecht.Van Swaay, C.A.M. (2006) Basisrapport Rode lijst dagvlinders. RapportVS2006.002, De Vlinderstichting, Wageningen.Wallis de Vries, M.F. (2003) Beschermingsplan Gentiaanblauwtje 2003-2007. Rapport EC-LNV nr. 2003/230, Ministerie van Landbouw,Natuurbeheer en Visserij, ‘s Gravenhage.Wallis de Vries, M.F. & Rossenaar, A.J.G.A. (2000) Toekomstperspectief<strong>voor</strong> <strong>het</strong> heidegentiaanblauwtje in de Provincie Utrecht. RapportVS2000.017, De Vlinderstichting, Wageningen.DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 17


Bijlage 1 / Locaties <strong>voor</strong> de <strong>robuuste</strong> <strong>verbinding</strong>Nr GebiedStatus Natuurgebiedsplan FunctieOmschrijvingVoorstel maatregelengentiaanblauwtje1 Hazenwater Bestaande natuur Kerngebied Natte heide Verdere uitbreiding gentianengroeiplaats;afronding omvorming bos tot heide2 Laagte bij Hazenwater Bestaande natuur Potentieel leefgebied Natte heide Kleinschalig plaggen + bekalken3 Ven Ingeborg Bestaande natuur Potentieel leefgebied Ven g<strong>een</strong> (periodiek opslag verwijderen)4a Grasland Ingeborg Nieuwe natuur Te ontwikkelen Soortenarm nat schraalland Maaien en afvoeren; herstel hydrologieleefgebied4b Heitje Paradijsweg Bestaande natuur Potentieel leefgebied Natte heide Kleinschalig plaggen + bekalken; gentianenuitzaaien5 Ven Buurtweg Bestaande natuur Potentieel leefgebied Ven Opslag berken verwijderen; uitzaaien gentianen6 Droogmakerij Nieuwe natuur Te ontwikkelenkerngebied7 Laagte Waterlooweg Bestaande natuur Te ontwikkelenleefgebied8 ‘t Waswater Nieuwe natuur Te ontwikkelenkerngebied9 Langev<strong>een</strong> Nieuwe natuur Te ontwikkelenkerngebied10 Grasland/akker De Troet Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied11a Grasland/akker bijOoyevaarshorstZoekgebied nieuwe natuurTe ontwikkelenleefgebiedGrasland in laagteNaaldbos in laagteGrasland in laagteGrasland in laagteGradiënt hoog-laag vanmaïsakker tot vochtig graslandGradiënt hoog-laag vanmaïsakker tot vochtig graslandHerstel hydrologie; afplaggen; heidemaaiselopbrengenBos kappen 1 ; afplaggenHerstel hydrologie; afplaggen; heidemaaiselopbrengenHerstel hydrologie; afplaggen; heidemaaiselopbrengenMaaien en afvoeren; herstel hydrologie; akkerontgrondenMaaien en afvoeren; herstel hydrologie; akkerontgronden11b Bos bij Ooyevaarshorst Bestaande natuur Te ontwikkelen Naaldbos langs hoogtegradiënt Bos kappen; afplaggenleefgebied12 Weiland Ooyevaarshorst Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelen Soortenarm cultuurgrasland Ontgronden; omvormen tot nat schraallandleefgebied13 Bos Treekerweg Bestaande natuur Te ontwikkelen Naaldbos langs hoogtegradiënt Bos kappen 1 ; afplaggenleefgebied14 Schraal grasland Den Treek Nieuwe natuur Potentiële stapst<strong>een</strong> Recent hersteld nat schraalland Voortzetting maaien en afvoeren15 Weiland_15 Nieuwe natuur Te ontwikkelen Soortenarm cultuurgrasland Ontgronden; omvormen tot nat schraallandDE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 18


Nr GebiedStatus Natuurgebiedsplan Functiegentiaanblauwtjeleefgebied16 Weiland Het Blok Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied17 Weiland Burgwal G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied18 Weiland Mofterbrug Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied19 Grasland De Boom_19 Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied20 Grasland De Boom_20 Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied21 Weiland Voskuilerweg G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied22 Weiland Voskuilerbeek G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied23 Weiland Nattegat G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied24 Weiland Nieuw Sniddelaar G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied25 Weiland Voskuilerdijk G<strong>een</strong> Te ontwikkelenleefgebied26 Weiland Kolfschoterdijk Nieuwe natuur + zoekgebied Te ontwikkelenleefgebied27 Bosje Kolfschoterdijk Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied28a Bosje bij Romselaarsche beek Bestaande natuur Te ontwikkelenleefgebied28b Weiland bij RomselaarschebeekZoekgebied nieuwe natuurTe ontwikkelenleefgebied29 Weiland/akker Siberienbeek Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebiedOmschrijvingSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm, extensief gebruiktcultuurgraslandSoortenarm, extensief gebruiktcultuurgraslandNaaldbos op <strong>voor</strong>malige heideLoofbos op <strong>voor</strong>malige heideSoortenarm cultuurgrasland op<strong>voor</strong>malige heideSoortenarm cultuurgrasland enmaïsakker30 Nat graslandje Moorsterweg Zoekgebied nieuwe natuur Potentiële stapst<strong>een</strong> Ruig graslandje met o.m.moerasspirea31 Akker Midder Moorst Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebiedMaïsakkerVoorstel maatregelenOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot natte heideOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandBos kappen 1 ; afplaggen (ontwikkeling natte heide)Bos kappen 1 ; afplaggen (ontwikkeling natte heide)Ontgronden; omvormen tot natte heideOntgronden; omvormen tot nat schraallandGefaseerd maaien en afvoerenOntgronden; omvormen tot nat schraallandDE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 19


Nr GebiedStatus Natuurgebiedsplan Functiegentiaanblauwtje32 Weiland Moorsterweg Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied33 Bos Hardeveld Bestaande natuur Te ontwikkelenkerngebied34 Groot Zandbrink Bestaande natuur Te herstellenkerngebied35 Weiland Groot Zandbrink Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied36 Weiland/akker Roffelaar Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied37 Weiland De Mh<strong>een</strong>t Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied38 Weiland_38 Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied39 Weiland_39 Zoekgebied nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied40 Akker Modderbeek Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebied41 Weiland Modderbeek Nieuwe natuur Te ontwikkelenleefgebiedOmschrijvingSoortenarm, extensief gebruiktcultuurgraslandNaaldbos met vijver enondergroei pijpestrootjeNatte heide + schraallandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandSoortenarm cultuurgraslandMaïsakkerSoortenarm cultuurgraslandVoorstel maatregelenOntgronden; omvormen tot nat schraallandBos kappen 1 ; afplaggen (ontwikkeling natte heide)Kleinschalig plaggen en uitzaaien gentianenOntgronden; omvormen tot natte heideOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot natte heideOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraallandOntgronden; omvormen tot nat schraalland42 Weiland/crossbaan Achterveld G<strong>een</strong> Potentiële stapst<strong>een</strong> Soortenarm cultuurgrasland Ontgronden; omvormen tot heide en bloemrijkgrasland43 Ponlijn (taludgoederenspoorweg)Zoekgebied ecologische<strong>verbinding</strong>szonePotentiële corridor Stakenbos en ruigte ZW-kant van talud omvormen tot bloemrijkgrasland en bloemrijke ruigte (opslag verwijderen,maaien en afvoeren)1 onder <strong>voor</strong>behoud van vergunning na toetsing Flora- en Faunawet en BoswetDE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 20


Bijlage 2 / Ligging van de locaties30DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 21


Bijlage 3 / Hoogtekaart van <strong>het</strong> gebied (AHN)DE VLINDERSTICHTING 2007 | ROBUUSTE VERBINDING GENTIAANBLAUWTJE GELDERSE VALLEI 22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!