11.07.2015 Views

beleidsnota - Gemeente Boxtel

beleidsnota - Gemeente Boxtel

beleidsnota - Gemeente Boxtel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nota gemeentelijk archeologiebeleid <strong>Boxtel</strong>De typische archeologische situatie voor de Brabantse zandgronden wordt hieronder middels figuur 2geschetst:ABIVIIIIIC D IFiguur 2. Figuur van archeologische formatieprocessen op een nederzettingsterrein met(hypothetische) bewoning in de IJzertijd (A). Na het opgeven van de nederzetting vervallen deachtergebleven resten geleidelijk en regenereert de vegetatie (B). In de middeleeuwen wordt hetgebied opnieuw ontgonnen. De oorspronkelijke woonlaag wordt omgezet en regelmatig geploegdzodat ca. de eerste 30 cm vanaf het voormalig loopniveau wordt omgezet in een homogenecultuurlaag. Scherven en andere artefacten worden uit de sporen geploegd en in de cultuurlaagopgenomen. Als het materiaal aan de oppervlakte komt verweert het. Bodemsporen vervagen doorallerlei bodemkundige processen zoals bioturbatie (plant- en dierwerking) en uitspoeling. Organischmateriaal zoals hout en bot vergaat boven de grondwaterspiegel (C). In de loop der eeuwen ontstaater door plaggenbemesting een dik plaggendek dat de sporen en oude cultuurlaag afdekt. Bij normaleploegwerkzaamheden (ca 30 cm diep) worden oudere cultuurlagen op den duur niet meer geraakt.Bovendien worden allerlei bodemvormende processen vertraagd (D) (naar Kortlang 1987).Wat moet nu allemaal gerekend worden tot het bodemarchief? Welke contexten biedenarcheologische informatie en hoe relevant is deze?Uitgaand van het schema zijn verschillende lagen te onderscheiden. Van onder naar boven:De natuurlijke ondergrond (C-horizont, meestal gelige dekzand) met daarin allerlei opgevuldeantropogene ingravingen (grondsporen) zoals paalkuilen, waterputten, greppels, begravingenen dergelijke. De bovenkant van laag I is het niveau waarop bij een opgraving doorgaans het‘leesbare’ opgravingsvlak wordt aangelegd. Laag I is de meest relevante en informatieve laagbij een archeologische opgraving. Het kan voorkomen dat er meerdere archeologische lagenboven elkaar liggen, gescheiden door bijvoorbeeld een laag stuifzand of andere afzettingen;De ‘oude cultuurlaag’; vaak het resultaat van een eerste bewerking, het ploegproces enbioturbatie (plant- en dierwerking) gedurende langere tijd. Naarmate deze laag langer is61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!