11.07.2015 Views

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>CLAIRLIEU</strong>TIJDSCHRIFT GEWIJD AAN DEGESCHIEDENIS DER KRUISHEREN63steJAARGANG200 5<strong>CLAIRLIEU</strong>— MAASEIK


HET HERSTEL VAN DE OBSERVANTIEIN DE KLOOSTERS DIE V66R 1410WERDEN GESTICHTdr.Roger JanssenInleidingIn de veertiende eeuw was de Kerk een partij in de strijd omgrotere wereldlijke macht. De geloofwaardigheid en de charismatischeinvloed van de top waren verdwenen. Toen in 1305 de aartsbisschopvan Bordeaux tot paus werd gekozen, werd deBabylonische gevangenschap van de pausen ingezet (1309-1377).Onder Benedictus XII (1334) maakte men er werk van om de stadAvignon als definitieve zetel van de Kerk te organiseren. Avignonwas buiten het Franse koninkrijk gelegen. Toch was de invloed vande Franse koning belangrijk, zeker vanaf 1337 toen deHonderdjarige Oorlog een aanvang nam. Sympathie voor de pausging voortaan gepaard met aanhankelijkheid aan de Franse koning.Onder de pausen van Avignon was de toenemende centralisatievan de Kerk heel goed merkbaar. Een voorbeeld was de reservatievan benoemingen: bisschoppelijke, aartsdiaconale en canoniekewaardigheden werden uitgedeeld door de pausen. De waardighedenwerden daardoor vooral als bron van inkomsten beschouwd.In 1377 verhuisde Gregorius XI weer naar Rome. Toen de kardinalenin 1378 in conclaaf gingen om een nieuwe paus te kiezen,werden ze sterk onder druk gezet door de Romeinse bevolking dieeen Romeinse paus eiste. De kardinalen konden geen overeenstemmingbereiken en kozen als compromis voor de aartsbisschop


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 5niet fundamenteel nieuw in hun verschijningsvorm. Het ging omdevote mannen of vrouwen, die zich in de stad groepeerden onderde hoede van hun parochiepriester. Uit die groepjes putte debeweging van Geert Grote haar succes. Deze beweging zou evenwelweer de traditionele institutionalisering ondergaan door devorming van de congregatie van reguliere kanunniken vanWindesheim.De reguliere kanunniken konden nog het gemakkelijkst nieuwebewegingen onderdak verschaffen, omdat de regel van Augustinusveel eigen inbreng mogelijk maakte. Net als enkele eeuwen tevorensloegen kluizenaars, die zich uit het actieve apostolaatterugtrokken, weer die richting in als het op organisatie aankwam.Zo had de kluis van Jan van Ruusbroec en zijn gezellen een groteaantrekkingskracht, die zowel met het Parijse Saint-Victor als metGeert Grote in relatie stond.Nieuwe bewegingen zijn in de veertiende eeuw echternauwelijks ontstaan. Tussen de tijd van de bedelorden en die vanclerici regulares ligt een periode van twee en een halve eeuw (van1275 tot 1525). In de veertiende eeuw waren er slechts dertienstichtingen, die in de meeste gevallen na korte tijd ook weer verdwenen.Enkel de Olivetanen en Alexianen overleefden de negentiendeeeuw. De stijgende ongeloofwaardigheid van de Kerk alsinstituut, de banbliksems die op nieuwe experimenten rustten, dealgemene slapte van het maatschappelijk leven en vooral saturatiewaren de voornaamste oorzaken van het ontbreken van nieuwebewegingen. Instellingen die ooit waren gesticht, bleven bestaan enoverleefden zichzelf. Dit bleek zeer duidelijk voor de benedictijnen,cistercienzers en de reguliere kanunniken. Hun traditionelebegunstigers - de plattelandsadel - waren het slachtoffer gewordenvan de stedelijke en commercieel gerichte omwenteling van de dertiendeeeuw. Hun bezittingen groeiden gemiddeld niet meer aan.Grondbezit werd nog zelden geschonken en voor ontginningenwas de tijd ook al voorbij. Waren er nog schenkingen, dan ging hetmeestal om renten op gronden of op huizen die van stedelingenkwamen. Ook binnen de kloosters en abdijen greep de crisis intoenemende mate om zich heen. Het fervente religieuze leven


6 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWvervlakte. De toename van het aantal pitanties en uitdelingentakelden het armoede-ideaal en de beleving af. De waardigheid vanabt en kloosteroverste werd een bron van inkomsten, niet een middelom charisma uit te stralen.De paus van Avignon, Benedictus XII, wilde via een groots hervormingsplaneen einde maken aan de neerwaartse spiraal van hetreligieuze leven. Bullen voor de cistercienzers en de benedictijnenwerden in 1335 afgeleverd, voor de franciscanen in 1336 en voorde reguliere kanunniken in 1339. Hierin werden in elkekerkprovincie de organisatie van kapittels per orde verplichtgesteld. Praktisch kwam er echter weinig van terecht. IJverige generaleoversten probeerden met steun van de kerkelijke overheidhet vuur nieuw leven in te blazen en de kloostertucht te verbeteren.Op lange termijn was de balans echter teleurstellend. De enigetroost die de bestaande orden bleef, was de blijvende aangroei.Maar dat was veeleer te danken aan sociale en materiele oorzakenen niet aan de kwaliteit van de rekrutering.11 De kruisbroeders en de politieke ontwikkelingen in hetprinsbisdom Luik (einde I4"e en begin 15 eeuw)De kloosters van reguliere kanunniken stonden voor 1400 veelalop zichzelf. Na 1400 werd door de kerkelijke overheid getrachtdeze kloosters te verenigen tot een congregatie of te doenaansluiten bij een reeds bestaande. De kruisbroeders hebben vanuitHoei zeker getracht om de eenheid van de orde te bewerkstelligen.De Honderdjarige Oorlog en het Westers Schisma hebbende pogingen om tot eenheid te komen uiteraard niet vergemakke-1 L. Milis, De Kerk tussen de Gregoriaanse hervorming en Avignon, in: Algemene Geschiedenisder Nederlanden, Van Dishoeck-Haarlem, dl.3, 1982, pp. 195-211; R. Hostie, Leven en doodvan de religieuzx instituten. 1972, Desde"e de Brouwer, pp. 167-169


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 7In de tweede helft van de veertiende eeuw was de band tussen deverschillende kruisbroederskloosters niet stevig genoeg. Het westers schisma, de politieke instabiliteit in Duitsland, Luik enFrankrijk en het verschil in mentaliteit tussen de Duitse en deFranse kloosters lieten geen overtuigend gezag van de prior vanHoei als prior-generaal van de orde toe. Verschillende prioren-generaalondergroeven overigens zelf hun gezag door het armoedeideaalniet na te streven. Joannes van Hargny gaf in 1304 hetstartschot, toen hij zijn plannen bekend maakte om het kloostervan Hoei groter en mooier te maken dan enig ander klooster vande orde. De Zwarte Dood ontvolkte in het midden van de veertiende eeuw de meeste kloosters van de kruisbroeders. Een verslappingvan de kloostertucht trad in: men werd gemakkelijker inhet aannemen van nieuwe kandidaten en steeds milder in detoepassing van de kloostertucht door het aanvaarden van allerleidispensaties, het verbreken van de clausuur en het ontvangen vanleken binnen de kloostermuren. In de volgende jaren Vergaten' dekruisbroeders diverse bepalingen uit hun constituties en zelfs hunprivileges. Sommige prioren, aangevoerd door de oversten van deFranse kloosters, namen geen deel meer aan het generaal kapittelen weigerden de generale visitatie. Het generaal kapittel van 1410riep de verloedering van het kloosterleven tenslotte een halt toe enzette de eerste stappen op weg naar het herstel van het armoedeideaalen van de kloostertucht.Op 30 juni 1410 riep prior-generaal Johannes van Avins, die viasimonie prior-generaal was geworden, het generaal kapittel samenen legde zijn ambt neer. De bijeenroeping gebeurde onder drukvan de 'Dietse' kloosters Keulen, Asperen, Sint-Agatha en Venlo.Een belangrijke rol speelden o.a. Jan van Merode, de procuratorvan de kruisbroeders van Venlo en diens broer Arnold, die kanunnikwas van het kapittel van Sint-Lambertus in Luik en zegelbewaarder van de elect-bisschop Jan van Beieren. De zegelbewaarderwas tevens de geheime raadsheer van de bisschop en had daardoorin het bisdom een zeer grote invloed. Het geslacht de Merode waseen oud Keuls geslacht van ministeriales. Binnen de orde bezat heteen bijzonder gezag, omdat verschillende de Merodes weldoenerswaren van kruisbroederskloosters of van heel de orde. Hun


8 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWstamhuis was gelegen in Dhorn nabij Dueren, tussen Aken enKeulen. E6n van hen, Werner IV de Merode stichtte voor 1340 hetkruisherenklooster Schwarzenbroich en nodigde kruisbroeders vanLuik uit om het nieuwe klooster te bevolken. In 1472 werd hetgeslacht door de keizer in de adelstand verheven.2Op 1 juli 1410 kozen de definitoren en het convent van Hoeieen nieuwe prior-generaal. Er werd politieke druk op hen uitgeoefend.De elect-bisschop van Luik (Jan van Beieren), de hertog vanBourgondie (Jan zonder Vrees), de prins van Oranje (Jean vanChalon), de graaf van Namen (Willem II), de graaf vanHenegouwen, Holland en Zeeland (Willem VI) en nog anderehoogheden die op dat moment tot de bondgenoten van het prinsdomLuik werden gerekend, waren bij de keuze aanwezig. Jan zonder Vrees en Willem VI van Holland en Henegouwen waren dedoor familiebanden verbonden Jan van Beieren in 1408 ter hulpgesneld in de strijd tegen de stad Luik en de goede steden, waaronderHoei. In de slag bij Othee werden de steden verslagen en werdde invloed van Bourgondie groter.Dit bondgenootschap had niet alleen politieke maar ookreligieuze gronden. In 1399 had de stad Luik de andere steden vanhet prinsbisdom bijeen geroepen om te beraadslagen over eenvoorstel van de Franse koning, de hertog van Bourgondie, de hertoginvan Brabant en de graaf van Namen. Jan van Beieren was opdat ogenblik in Friesland. Het voorstel luidde om te doen zoals dekoning van Frankrijk. Die zegde de gehoorzaamheid aan de pausvan Rome geheel op en stelde zich ten opzichte van de beidepausen neutraal op totdat de eenheid in de Kerk hersteld zou zijn.De bisschop en het kapittel 6n de stad Luik hadden in 1379 dezijde van de paus van Rome gekozen. Nu aanvaardden de steden2 L. Heere, Het Stift Thorn en het geslacht van Merode. in: Limburg, jg.L, 1971, afl.4,pp.163-164; Idem, Het kruisherenklooster te Venlo. in: Publications... dans le Limbourg, dl.XCII-XCIII, 1956-1957, pp.331-332; een jaar na de dood van Arnoldus van Merode eiste hetgeneraal kapittel, dat zijn naam in het Liber defitnctorum werd ingeschreven. P. Van denBosch, Studien over de observance der Kruisbroeders in de vijftiende eeuw. in: Clairlieu, je 26,1968, afl.1-2, p.34 JB


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 9van het land van Luik het Franse voorstel. Bij zijn terugkeer uitFriesland wilde Jan van Beieren zich eerst tegen deze aanvaardingverzetten, maar tenslotte legde hij zich bij de feiten neer, omdat hijhet conflict met de stad Luik niet wilde aangaan. In 1405 keerdehij echter terug tot de gehoorzaamheid aan de paus van Rome.Verontwaardigd over deze politiek kwamen de steden van het landvan Luik in opstand. De elect-bisschop vluchtte naar Maastricht.De steden - de stad Luik, de acht Luikse (Waalse en Dietse) goedesteden en de acht goede steden van het graafschap Loon - kwamenop 26 September 1406 in opstand om hun privileges, hun vrijhedenen hun stedelijke regeringen te handhaven. Zij riepenDiederik van Perwez tot bisschop uit. Diederik kreeg drie jaar detijd om de hogere wijdingen te ontvangen. In die tussentijd werdzijn vader, Hendrik van Horn, heer van Perwez, tot momboor(voogd) aangesteld. De hogere en lagere geestelijken van het landvan Luik werden gesommeerd om de eed van trouw aan Diederikaf te leggen. Bijna alle kanunniken zochten elders eenonderkomen, maar werden vervangen door aanhangers vanPerwez. De nieuwe machthebbers kozen de kant van de paus vanAvignon, Benedictus XIII. Jan van Beieren kreeg echter de steunvan de paus van Rome, Gregorius XII. Die machtigde Jan vanBeieren alle besluiten van Perwez nietig te verklaren, de rebellenvoor de curie te dagvaarden, kerkelijke straffen op te leggen enprebenden te ontnemen. Daarop reageerde Perwez met de verbeurdverklaring van de bezittingen van alien die tegen de nieuwemachthebbers partij gekozen hadden of uitgeweken waren, lekenzowel als geestelijken. Een klimaat van terreur dreigde: aanhangersvan de elect werden onthoofd en heel wat huizen en kastelen werden geplunderd en in brand gestoken. Jan van Beieren kreeg nuhulp van zijn familie. Samen versloegen zij op 23 September 1408de Luikse steden bij Othee. Vele doden bleven op het slagveldachter. Ook Hendrik en Diederik van Perwez.33 J. Lejeune, Hetprinsbisdom Luik 1390-1482. in: Algemene Geschiedenis derJederlanden. Van Dishoeck-Haarlem, dl.4, 1980, pp. 247-258


10 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWEen jaar later koos Jan van Beieren onder invloed van Jan zonderVrees voor Alexander V, de paus van Pisa. In 1417 gaf Jan vanBeieren zijn bisschopszetel op om graaf van Holland en Zeeland tekunnen worden. Onder zijn opvolger haastten de Luikenaars zichde oude regeringsvorm te herstellen, waardoor de invloed vanBourgondie werd uitgeschakeld. Het prinsdom bleef echter deBourgondische dreiging voelen, omgeven als het was doorBourgondisch gebied.De meerderheid van de reguliere clerus in het land van Luik hadzich aan de kant van Perwez geschaard, weliswaar min of meerertoe gedwongen. Of Johannes van Avins ook de kant van de stedenhad gekozen, dus voor Perwez en tegen de elect-bisschop,weten we niet. Vermoedelijk wel. Voor het klooster van Hoeidreigde anders immers de verbeurd verklaring. Jan van Beieren hadnu van paus Gregorius XII de volmacht gekregen de geestelijken,die aan de opstand hadden meegedaan, uit hun beneficies teontzetten. Dat hij in 1410 op het ontslag van Avins aandrong, isvanuit een dergelijke invalshoek aannemelijk. In de bronnen vande geschiedenis van het bisdom Luik is evenwel nergens sprake vande afzetting van de prior-generaal van de kruisbroeders. In degeschiedenisbronnen van de kruisbroeders is er wel een gegeven,dat wijst op een verband tussen het begin van de hervorming bijde kruisbroeders en de slag bij Othee. In het Landesarchiv vanDetmold bevindt zich namelijk een afschrift van de besluiten vande generaal kapittels, dat afkomstig is van het kloosterFalkenhagen. Aan het begin van de besluiten van het jaar 1452leest men (in vertaling): "hier volgt het eerste besluit van de priorgeneraalGeorgius van Brueggen. Hij is op 16januari 1452 door debroeders van het convent van Hoei eensgezind tot prior en generaalgekozen, en hij is vanafde hervorming van de orde en vanafde slagbij Othee de vijfde hervormer van onze orde"A4 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., p.39


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 11De afzetting van Johannes van Avins kan ook te maken hebbengehad met de hunker van de 'Dietse' kloosters naar een herkenbaarobservant kloosterleven. Daar werd, onder impuls vanBourgondie, overal in het land van Luik op aangedrongen.Libertus Jansen van Bommel werd tot nieuwe algemene overstevan de kruisbroeders gekozen. Eerst wilde hij niet aanvaarden,maar ten slotte zwichtte hij voor het heftig aandringen van de kiezersen van de elect-bisschop. Libertus was al prior van Sint-Agathaen van Venlo geweest. In beide kloosters leefden de kruisbroedersobservant. Sint-Agatha werd in 1371 vanuit Asperen gesticht. Detoenmalige prior-generaal Petrus Pincharius had aan Johannes vanRoermond, een kruisbroeder uit het klooster van Asperen,opdracht gegeven om te onderhandelen met Diederik van Horn,heer van Perwez, en zijn echtgenote Catharina Berthout over destichting van een kruisbroedersklooster nabij Cuijk. Diederik, dietoen voogd was over het land van Cuijk, wilde een kapel die aanSint-Agatha was toegewijd, aan de zorgen van de kruisbroederstoevertrouwen. In zijn opdrachtbrief schreef Pincharius, dat hijverheugd was deze kapel te mogen aanvaarden: de voorouders vanDiederik van Perwez en Catharina Perwez hadden immers al zoveelgedaan voor de orde. Hij hoopte dat er altijd een goede verstandhoudingzou blijven tussen hun families en de kruisbroeders.5 Eenvan de zonen van Diederik van Perwez was Hendrik van Perwez,in de jaren 1406-1408 momber van Luik...Maasschippers bouwden in 1378 een straatkapelletje voor"Sinter Klaas" in Venlo. De toenmalige prior-generaal, Ferricus vander Putten, trachtte deze kapel voor de kruisbroeders te winnen,maar slaagde daar niet in. Met de steun van Willem, hertog vanGelre en Giilik, kregen de kruisbroeders van Sint-Agatha in 1399van het stadsbestuur, de pastoor van de Hogekerk en de elect-bisschop van Luik gedaan dat de Klaaskapel in Venlo aan de ordewerd afgestaan. De prior van Sint-Agatha, Libertus Jansen vanBommel, werd de eerste prior van Venlo. In 1410 keerde hij terug5 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium StAugustini Ordinis S.Crucis. DenBosch, 1858, dl.II, pp. 118-120 (het origineel bevindt zich in het kloosterarchief van Sint-Agatha, regestenlijst nrs.10, 12, 13 en 19).


12 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWnaar Sint-Agatha om er het prioraat weer op te nemen. In Venlowerd hij opgevolgd door Jan van Merode, die tot ca.1420 priorbleef en de stichter werd van het kruisherenklooster vanRoermond.Onmiddellijk na de keuze tot prior-generaal inspireerdeLibertus Jansen van Bommel het generaal kapittel om terug tekeren naar de constituties van 1248 en alle aanvullende bepalingenvan tussen 1248 en 1410 te laten schrappen. Daardoor keerde deorde terug naar de strenge observantie van armoede. In 1411 overleedhij, toen hij na de visitatie van de Maaslandse kloosters op deterugweg was naar Hoei. Hij werd begraven bij de karthuizers inZelem bij Diest. Volgens Russelius stierf hij op 8 januari, volgenshet necrologium in Sint-Agatha op 8 november.6Johannes van Merten, de opvolger Libertus, stond aan de kantvan de elect-bisschop. Hij riep de hulp in van Johannes XXIII, depaus van Pisa. Deze gaf de officiaal van Keulen en de dekens vanKamerijk en Luik opdracht de prior-generaal bij te staan in zijnstreven de orde tot observantie terug te brengen. Van Merten wasprior in Asperen en definitor van de orde toen hij op 27 februari1411 tot prior-generaal werd gekozen. Hij overleed in 1415.Zijn opvolger Helmicus Amoris van Zutphen was eind december1416 in Luik en ontving er van keizer Sigismund een beschermingsbriefvoor het kruisbroederklooster van Hoei en voor alleandere kloosters van de orde. De keizer erkende Hoei als het centrum van de orde2 De hervorming van 1410 bij de kruisbroedersWelk doel hadden de kruisbroeders voor ogen bij de bestuurswisselingvan 1410 en de annulering van de besluiten, die voor datjaar waren uitgevaardigd? Wensten zij een herstel van de oude tra-6 Deze materie wordt uitvoerig behandeld in P. Van den Boschch, Studien over de observantie der Kruisbroeders in de vijftiende eeuw. in: Clairlieu, jg.26, 1968, afl.1-2, 205 p.;R. Haass, Spdtmittelalterliche Reformbestrebungen im niederldndisch-niederrheinischen RaumundderKreuzherrenorden. in: Annales des Hist.Vereins f.d.Niederrheiny 1946-1947, pp. 44-62.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 13dities en instellingen? Verlangden zij een terugkeer naar de levenswijzevan de eerste kruisbroeders uit de dertiende eeuw ofwaren zij er op uit het karakter van de orde te veranderen en eentransformatie in de levenswijze van de kruisbroeders te bewerken?Het generaal kapittel van 1410 vernietigde alle besluiten vanvoorafgaande kapittels.7 De statuten van 1248 behield het echter:het kapittel beval alle kruisbroeders te leven volgens de oudestatuten.8 De tekst van 1248 bleef bewaard in enkele vijftiendeeeuwse handschriften.2.1 Het jaarlijks generaal kapittelDe statuten van 1248 schreven voor, dat het generaal kapittelieder jaar plaats moest vinden.9 Vermoedelijk was dat in het veertiendeeeuw niet het geval. In 1356 riep de prior-generaal de hulpin van paus Innocentius VI die alle prioren het bevel gaf naar hetgeneraal kapittel te gaan.10 Enkele jaren later, toen PetrusPincharius generale overste was, dreigde een breuk met de Fransekloosters omdat hij partij koos voor de paus van Rome. Ook na1410 was niet elk klooster bereid om afgevaardigden naar het generaal kapittel te zenden. Dat blijkt duidelijk uit het schrijven vanpaus Johannes XXIII van Pisa in verband met het beroep datJohannes van Merten op hem had gedaan. Op 19 mei 1413 schreefde paus aan de dekens van Kamerijk en Luik en tot de officiaal vanKeulen, dat zij de prior-generaal moesten bijstaan in zijn strevennaar hervorming van de orde. Zij mochten, wanneer kloosterlingenzich bleven verzetten, hen niet alleen straffen met de kerkelijkecensuur, maar ook de hulp inroepen van de wereldlijke macht. Dedeken van Luik, Egidius de Venalmont, maakte de inhoud van7 Voor de eerste eeuwen van het Orde van het H. Kruis zie R. Janssen, De oorsprong vande Orde van het H. Kruis. in: Clairlieu, jg.62, 2004, pp. 14-1648 A. Van de Pasch, Definities der generaal kapittels van de orde van het Heilig Kruis, 1410-1786. Koninklijke Commissie voor Geschiedenis in Belgie, 1969, anno 1410; C.R. Hermans,Annales, dl.II, pp. 204-2059 A. Van de Pasch, De tekst van de constitutes der Kruisheren van 1248. in: Handelingenvan de Koninlijke Commissie voor Geschiedenis. Brussel, 117, 1952, pp. 86-9110 C.R. Hermans, dl.II, p. 180 en pp. 467-468


14 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWdeze pauselijke brief bekend op 27 juli 1413. De officiaal vanKeulen, Christianus van Erpel, beval onder bedreiging van kerkelijkestraffen de prioren en hun onderdanen op 17 november 1413om zich binnen de zes dagen te onderwerpen aan de prior-generaalen deel te nemen aan het generaal kapittel, wanneer dit werdgehouden. Ook richtte hij zich tot de aartsbisschoppen, bisschoppenen vele andere prelaten en wees hen erop, dat zij voortaan geensteun mochten verlenen aan opstandige kruisbroeders.11 De Franseen Engelse kloosters werden niet benaderd. Vermoedelijk wilde deprior-generaal eerst de kloosters in de bisdommen Luik, Keulen enKamerijk onder zijn gezag brengen en later zien hoe hij de Franseen Engelse huizen kon benaderen.In 1432 drong paus Eugenius IV er nogmaals op aan dat de prioren ieder jaar naar het generaal kapittel zouden gaan. In 1464vaardigde het generaal kapittel het bevel uit, dat de prioren van dekloosters Saint-Ursin, Saint-Georges, Varenes-sur-Allier enBuzan


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 15leefden volgens de regel van Augustinus en de statuten van de orde.In 1419 klonk deze oproep minder uitnodigend: wie uit minachtingof koppigheid weigerde de regel en de statuten na te komenen er zich tegen verzette, verloor elk stemrecht in de orde. Ook in1420, 1425 en 1441 bleef het generaal kapittel ijveren voor uniformiteitvan regel en statuten.12Aan het streven naar uniformiteit werd ook vastgehouden in detweede helft van de vijftiende eeuw. In 1464 beval het generaalkapittel, dat de bepalingen van de kapittels, die sedert 1410 werdengehouden en in de statuten waren opgenomen, door iedereenmoesten nageleefd worden en in het dagelijks kapittel moestenvoorgelezen worden. De prioren van Luik, Keulen en Parijs kregende opdracht te zorgen voor een standaardtekst van de statuten,waaraan de bepalingen, die sedert 1410 waren uitgevaardigd, werdentoegevoegd. In 1465 werd meegedeeld dat de visitatoren aanieder klooster zo'n exemplaar zouden overhandigen. Elk conventwerd verplicht om dit exemplaar in zijn geheel over te schrijven ofhet exemplaar te verbeteren dat tot nu toe gebruikt werd. In 1469,1491 en 1498 werd het bevel tot uniformiteit herhaald.132.3 Een betere beleving van de gelofte van armoedeOm in hun levensonderhoud te kunnen voorzien waren dekruisbroeders er voor 1410 onder meer op uit geweest landerijente verwerven. Deze landerijen bewerkten zij zelf of gaven ze inpacht. In een stad of dorp werd geen klooster gesticht, indien nietreeds van te voren landerijen waren toegezegd door hen, die omeen klooster hadden verzocht. De landerijen werden gemeenschappelijkeeigendom van het klooster. Het beheer ervan kwamtoe aan de prior die voor dit materiele werk een procurator konaanstellen. Al in 1248 had paus Innocentius IV de kruisbroederstoegestaan goederen in bezit te nemen en te behouden. Ook kregen zij verschillende privileges, o.a. het tiendenprivilege en het12 P. Van den Bosch, Studien over de observance..., pp. 50-5113 C.R. Hermans, Annales, II, pp. 297, 299, 388 en 441


16 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWbedelprivilege. Door het tiendenprivilege hoefden de kruisbroedersgeen tienden van braakland te betalen aan pastoors en bisschoppen,wanneer zij dit land op eigen kracht gingen verbouwenof op eigen kosten lieten bewerken. Het bedelprivilege, dat pausJohannes XXII hen schonk in 1318, liet de kruisbroeders toe eensper jaar rond te gaan in parochies en kerken in steden en dorpenom aalmoezen te verzamelen. Dit bedelprivileges werd ook wel termijnengenoemd. De recht om de uitgestrektheid ervan te bepalenkwamen geheel toe aan de prior van het klooster.Zowel het beheer van de gemeenschappelijke eigendom als hetop termijn gaan bleken een gevaar te bevatten voor het nietnaleven van de gelofte van armoede. In 1411 eiste het generaalkapittel dat de prioren en procuratoren tenminste eenmaal per jaarverslag uitbrachten over de inkomsten en uitgaven van het klooster aan alle conventualen. In 1412, 1416, 1461, 1492 en 1496legde het generaal kapittel aan de prioren de verplichting op omverslag uit te brengen van de materiele toestand van hun kloostersaan de medeleden van het generaal kapittel en aan de visitatoren.Niet alleen bij de kruisbroeders, ook in andere orden, gingen overstensoms bijzonder vrij om met gemeenschappelijk bezit ten eigenbate. De nieuwe maatregel stelde niet alleen paal en perk aan eendergelijk misbruik, maar stond het kapittel bovendien toe om dejaarlijkse financiele bijdrage van de kloosters aan het generaalkapittel te bepalen evenals de vergoeding van de kloosters aan hunvisitatoren. In 1414 en 1436 drong het generaal kapittel er bij deprioren en subprioren op aan om kruisbroeders die op termijn gingen en zich onderweg misdroegen of na hun terugkeer in hetklooster van het verkregene iets voor zichzelf achterhielden, voortaanbinnen de kloostermuren te houden. Voor het kloosterBeyenburg duidde het generaal kapittel in 1436 zelf terminarii aan:Goscalcus Cloetmann en Johannes Munsterman. In 1458 en 1492besloot het generaal kapittel, dat niemand mocht aangeduid wordenom te gaan bedelen, tenzij met een speciale toestemming vanhet generaal kapittel.In 1423 kregen de kruisbroeders van Aken het bevel om deroerende en onroerende goederen aan hun prior over te dragen.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 17Voor zover bekend was dit het enige voorbeeld van religieuzen binnende orde, die zich als proprietarii gedroegen. In 1446 en 1487gaf het generaal kapittel wel groen licht voor het bewaren vanbezittingen van andere mensen - kostbaarheden, die op een veiligeplaats werden opgeborgen - op voorwaarde dat de prior ermeeakkoord ging.2.4 Het onderhouden van de vasten- en onthoudingswetDe statuten van 1248 schreven voor, dat de kruisbroeders vanafPasen tot aan het feest van Kruisverheffing (14 September), metuitzondering van de kruisdagen, de vrijdagen en enkele vigiliedagen,dagelijks twee (warme) maaltijden kregen en vanaf 14 September tot Pasen een maaltijd, uitgezonderd op de zondagen. Opde dagen dat ze een maaltijd kregen, hadden de kruisbroeders savonds recht op een collatie, waarbij ze iets te drinken kregen. Inde advent, de veertigdagentijd, de quatertemperdagen en enkelevigiliedagen mochten ze enkel een "quadragesimalis cibus"gebruiken. Waarschijnlijk onthielden zij zich dan ook van zuivelproducten.Wie zich buiten de kloostermuren bevond - zijbijvoorbeeld die op termijn gingen - was niet onderworpen aan devasten- en onthoudingswet: hij mocht de maaltijden gebruiken,die hem voorgezet werden.In 1410 werden de strenge voorschriften betreffende de maaltijden niet meer onderhouden. In 1414 en 1436 nam het generaalkapittel maatregelen tegen religieuzen die op termijn gingen envoor zichzelf wat achterhielden. Maar er waren ook kruisbroeders,die niet op termijn gingen, en toch buiten de kloostermuren gingen eten en drinken. Ook tegen hen zou moeten worden opgetreden.In 1418 besloot het generaal kapittel echter tot een verzachtingvan de statuten: op het hoogfeest van Pasen en op de dinsdagenen donderdagen mochten de kruisbroeders vlees eten, echterniet gedurende Septuagesima, d.w.z. de voorvasten, en gedurendede advent. Zo werd tegemoet gekomen aan hen, die vanwege hungezondheid meenden vlees te moeten eten. Over het algemeenwerd de praktijk van vasten en onthouding milder in de vijftiendeeeuw. De prioren konden hun confraters dispenseren. Het gene-


18 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWraal kapittel ergerde zich nu en dan aan de overdreven mildheidvan prioren inzake dispenseren. In 1434 waarschuwde het kapittelde prioren om niet te gemakkelijk op de vrijdagen in de vasten tedispenseren en in 1441 meenden de kapittelvaders, dat degewoonte van dispenseren te veel was toegenomen.2.5 Het silentiumDe statuten van 1248 schreven het stilzwijgen voor in de meesteafdelingen van het klooster, speciaal in de refter. Uiteraard was daarde verleiding tot spreken en converseren groter dan elders. Deinbreuken waren talrijk en de oversten wisten niet goed hoe zijmoesten reageren. Daardoor wisselden strenge en matigevoorschrifen elkaar af. Na 1410 circuleerde eerst een mildereopvatting rond het stilzwijgen. In 1416 werd het de prioren toegestaanverlof tot spreken te geven. In 1417 werd overeengekomendat religieuzen, die een aderlating ondergingen, enkele dagen in degastenkamer of in het ziekenverblijf aten en er ook mochtenspreken. In 1444 werd deze maatregel weer ingetrokken.Prior-generaal Nicolaas van Haarlem benadrukte het in achtnemen van het stilzwijgen om de verslapping in het kloosterlevente voorkomen. Tijdens zijn generalaat besloot het generaal kapittelin 1478 om alle tot dan toe genomen maatregelen betreffende hetstilzwijgen aan tafel te annuleren: aan tafel moest gezwegen worden,ook in de tijd van aderlatingen; de stilte moest verbrokenworden door het voorlezen van geestelijke lectuur. Zieken mochten buiten de refer eten, wie een aderlating onderging niet. Weiwerd geduld, dat gasten en anderen, die met verlof van de prior inhet gastenverblijf aten, tijdens de maaltijd spraken.2.6 Het dragen van het voorgeschreven kloosterhabijtIn 1410 werd afgesproken dat de kleur van het scapulier grijszou zijn. Vier jaar later werd stelling genomen tegen kruisbroedersdie zich onreligieus kleedden: als wereldlijke personen namelijk ofals seculiere priesters. Er waren er zelfs die zich een habijt haddenlaten aansnijden dat van achteren lang afhing en mooi plooiendviel. Opnieuw in 1420 werd geageerd tegen de drang naar luxe en


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE V1JFTIENDE EEUW 19overdaad in de kledij. Blijkbaar was dit een moeilijk te bestrijdengedrag, want in 1498 stipuleerde het generaal kapittel andermaaldat het dragen van het habijt in overeenstemming moest zijn metde gekozen religieuze staat.2.7 De gelofte van castitas (kuisheid)Van 1410 tot en met 1499 werden slechts enkele besluitengenomen die betrekking hadden op de gelofte van castitas. In 1434en 1476 werden voorzorgsmaatregelen getroffen.2.8 De gelofte van gehoorzaamheidDe leden van een convent hadden volgens de statuten van 1248het recht om hun eigen prior te kiezen. Pas wanneer het conventna een maand geen overeenstemming kon bereiken, mocht deprior-generaal of zijn vertegenwoordiger ingrijpen en iemand alsprior installeren.In 1411 werd afgesproken dat de prioren ieder jaar hun ambtzouden neerleggen in de handen van het generaal kapittel. Dezeovereenkomst werd herhaald in 1440. In de statuten van 1248werd over een dergelijke verplichting niet gesproken. Was het debedoeling onwillige en ongeschikte prioren te kunnen vervangen?Als de prior niet meewerkte aan het tot stand brengen van deobservantie in zijn klooster, zou iedere maatregel van het generaalkapittel inderdaad tevergeefs genomen zijn. Uit de besluiten van degeneraal kapittels valt niet op te maken of er inderdaad prioren zijnafgezet. Wanneer zij hun ambt ieder jaar neerlegden, was dit natuurlijkniet nodig. Wei zijn er prioren benoemd. In Maastrichtbijvoorbeeld werden de gehele vijftiende eeuw prioren aangestelden in Bentlage tot 1460.Herhaaldelijk werd door het generaal kapittel ook het ambt vansubprior vergeven. Dat was bijvoorbeeld duidelijk het geval inDoornik en Caen. De subprior had de zorg voor het geestelijkleven in het klooster. Aan hem werd de opleiding van de novicenen de jonge kruisbroeders toevertrouwd. Daarom was het belang-


20 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWrijk dat de subprior een observante kloosterling was. Volgens destatuten van 1248 mocht de prior zijn eigen subprior aanwijzen naeerst het advies te hebben ingewonnen van de seniores van hetklooster. Na 1410 eigende het generaal kapittel zich vaak dit rechttoe. Wanneer deze machtsuitbreiding is begonnen, valt niet meerte achterhalen. Wei staat zij vermeld in de statutencollectie van hetjaar 1466.Gewone kloosterlingen werden vaker verplaatst, al was het somsslechts een tijdelijke verplaatsing. Bovendien bleven zij behoren tothet klooster, waar ze waren ingetreden. Was in een klooster deobservantie niet naar de zin van het generaal kapittel of van de visitatoren,dan was het gewoon, dat drie of vier niet-observantereligieuzen naar een observant klooster werden verplaatst. Tegelijkwerden drie of vier observante kloosterlingen uit een ander klooster naar het tot observantie te brengen klooster gezonden, waar zijalle rechten van een conventuaal kregen, onder meer het actiefstemrecht, waardoor zij mochten stemmen wanneer een nieuweprior werd gekozen. Kruisbroeders, die zich niet thuis voelden ineen niet-observant klooster, mochten zelf ook vragen om naar eenobservant klooster te worden verplaatst, aldus een besluit van hetgeneraal kapittel van 1418.Niet-observantie kloosterlingen konden verplaatst worden,maar het generaal kapittel beschikte nog over andere middelen omhen terug te fluiten: het ontnemen van stemrecht en de opsluitingin de kloostergevangenis. In 1421 en 1446 besloot het generaalkapittel, dat ieder klooster over een gevangenis moest beschikken.In 1424 stond paus Martinus V deze vorm van bestraffing goed.Of zij vaak werd toegepast, valt niet meer te achterhalen.In 1248 schreven de statuten voor, dat geen enkele prior iemandmocht opnemen in zijn klooster zonder speciaal verlof van deprior-generaal. In de tweede helft van de veertiende eeuw waren erechter maar weinig roepingen. Minder geschikte personen werdenaangenomen, wat het observante kloosterleven schaadde. Ook inde vijftiende eeuw was het aantal roepingen niet groot.Vermoedelijk telde een kruisbroedersklooster maar tien a twaalf


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 21geprofeste leden. Nu en dan werden kruisbroeders daarom verplaatstom prioren van andere kloosters te helpen. Intussen blevendiverse prioren zich schuldig maken aan het aannemen van mindergeschikte personen. In 1419 en 1467 herinnerde het generaalkapittel daarom aan het statuut van 1248.De zorg voor de observantie in de kloosters was allereerst eentaak van de prioren. Bij de besluiten, verplaatsingen en benoemingenspeelden de visitatoren echter een zeer belangrijke rol. Meestalwaren zij prioren, die in opdracht van het generaal kapittel of vande prior-generaal jaarlijks de kloosters bezochten. Ieder jaar werden vijf of zes capitulares hiervoor aangewezen. Niet alleen omdatzij de kloosters visiteerden en zo op de hoogte waren van degeestelijke en materiele toestand, hadden zij een grote invloed,maar ook door de rechten, die hun werden gegeven. Zij mochtenimmers medebroeders naar een ander klooster sturen en maatregelentreffen. Zij traden als visitatoren in de rechten van het generaalkapittel of in die van de prior-generaal.Nog meer dan de visitatoren hadden de priores-generaal eenaandeel in het hervormingswerk van de generaal kapittels. Zijwaren de voorzitters en formuleerden samen met hun definitorende besluiten, terwijl de kapittelvaders alleen een adviserende stembezaten. Ieder jaar visiteerden zij persoonlijk een aantal kloosters.Zij waren het ook die een beroep deden op de pausen. Bij alle inde vijftiende eeuw gekozen prioren-generaal waren voor hunuitverkiezing vele jaren definitor of visitator geweest en haddenreeds in die functie verdienstelijk werk geleverd voor de hervormingvan de orde.De methode van hervorming, die bij de kruisbroeders werd gevolgd,verschilde van die bij andere oudere orden en geleek veel opde methode, die nieuwere orden toepasten. Bij enkele oudereorden nam niet de leiding het initiatief voor het streven naar meerobservantie van de regel en statuten. Het waren enkele kloosters,die zich hervormden. Dat leidde bijna altijd tot een splitsing of eenafscheiding in de orde. Voor enkele orden was die splitsingtijdelijk, voor andere was de scheiding blijvend. Bij de kruisbroe-


22 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWders nam het bestuur van de orde het initiatief tot hervorming.Vanuit enkele kloosters, met Hoei als centrum, verspreidde de hervorming zich over Europa. Steeds meer kloosters sloten zich bij ditcentrum aan. Een aantal kloosters werd daartoe gedwongen.Nieuwe kloosterverenigingen, zoals bijvoorbeeld de congregatievan Windesheim, werden vanaf het begin geleid door een krachtigcentraal bestuur in de hoop daardoor de observantie te bewaren.143 Het herstel van de observantie in de kloosters die voor1410 werden gesticht3.1 Hoei (gesticht in 1210/1248)Het klooster van Hoei verkreeg in de vijftiende eeuw de moeilijketaak om de andere kloosters voor te gaan en tot voorbeeld tezijn. De conventualen kozen prioren-generaal die gedurende deganse vijftiende eeuw niet alleen de observantie wensten in hetmoederhuis, maar ook in heel de orde. Behalve de prioren-generaal zelf hebben ook de subprioren van Hoei een grote rol gespeeldin het bewaren van de observantie. De prioren-generaal warenimmers vaak op visitatiereis. Op de schouders van de subpriorenrustte dan niet alleen de leiding over de jonge kloosterlingen, maarook het bestuur van heel het klooster. Dat zij zich goed van huntaak gekweten hebben, blijkt uit de belangrijke functies, dietelkens in de generale kapittels aan hen werden toevertrouwd. Ookandere kruisbroeders werkten mee aan de hervorming: uit deandere kloosters werden verschillende confraters naar Hoei verplaatstom er de observantie meer diepgang te helpen geven en uitHoei werden vrome confraters naar andere kloosters gezonden omer het religieuze leven te helpen hervormen. Het gebeurde ook datminder observante kruisbroeders naar Hoei werden gezonden omgedurende enkele jaren de kloosterdiscipline aan te leren.Een groot aantal kruisbroeders in Hoei was in de vijftiende eeuwafkomstig uit het Maas- en Rijnland. Hun aandeel in de hervorming van de orde in de vijftiende eeuw was groot. Maar omdat14 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 52-65


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 23lang niet alle kloosters overtuigd waren van het nut van de hervorming,vorderde het herstel van de observantie maar langzaamen moesten dezelfde maatregelen telkens hernomen worden.Bovendien legde het generaal kapittel soms harde straffen op. Danwerd het verzet tegen het herstel van de discipline aangewakkerd.Zelfs in Hoei verlieten in de jaren 1433-1451 enkele kruisbroedershet klooster.Omtrent honderddertig kruisbroeders verbleven in Hoei tussen1410 en 1530. We laten hierna de lijst volgen. We beginnentelkens met de datum, waarop elkeen voor het laatst werd vermeld.Vooraf merken we nog op dat wie als kruisbroeder wordt vermeld,vermoedelijk priester was of diaken.- 1410: Avins van (Avinus, Davinus) Joannes trad in 1410 af als priorgeneraal.Tot 1396 was hij prior van Namen en werd dan prior-generaaltot aan zijn gedwongen aftreden in 1410. Vermoedelijk keerde hijna 1410 terug naar Namen.15- 1411: Janssen van Bommel Libertus. Hij werd geboren in Zaltbommelen trad in Sint-Agatha in en werd er prior tot 1399. In dat jaar werdhij aangesteld als eerste prior van Venlo. In 1410 keerde hij als priorterug naar Sint-Agatha. Bij zijn aantreden als prior-generaalinspireerde hij het generaal kapittel om terug te keren naar de constitutiesvan 1248 en alle aanvullende bepalingen van tussen 1248 en1410 te laten schrappen. Daardoor keerde de orde terug naar destrenge observantie van armoede. In 1411 overleed hij na de visitatievan de Maaslandse kloosters, op de terugweg naar Hoei en werdbegraven bij de karthuizers te Zelem bij Diest.16- 1412: Gerardus. Hij was een kruisbroeder van Venlo, die in 1412 naarHoei werd gezonden, samen met Berthold van Schiedam.1715 C.R. Hermans, Annales, 1(2), p. 88; II, pp. 180, 203, 463 en 467; H. Russelius,Chronicon Cruciferorum sive synopsis memorabilium Sacri et Canonici Ordinis Sanctae Cruets.Keulen, 1635 (fotografische herdruk Diest, 1964) pp. 89-90; A. Van de Pasch, Definities derGeneraal kapittels van de Orde van het H.Kruis 1410-1786, p. 25; Idem, Het klooster Clairlieute Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796. in: Clairlieu, jg.17, 1959, p. 112; R. Janssen, Vijfbreuklijnen van traditie en vernieuwing in de Orde van het H. Kruis, 1248-1998. In: Clairlieu,1999, jg.57, p. 5416 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 331; R. Janssen, Vijfbreuklijnen van traditie en vernieuwing in de Orde van het H. Kruis, 1248-1998, p. 59; A. Van de Pasch, Hetklooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796. in: Clairlieu, 1960, pp. 13-1417 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 332


24 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1415: Merten van (Martonius, Martini) Johannes. Zijn domus nativawas Asperen, waar hij in 1411 prior was. In 1411 was hij tevens definitor.Hij werd de opvolger van hervormer Libertus Janssen vanBommel. Bij zijn aantreden als prior-generaal op 27 februari 1411 riephij de hulp in van de paus van Pisa, Johannes XXIII. Deze gaf de officiaalvan Keulen en de dekens van Kamerrijk en Luik de opdracht deprior - generaal bij te staan in zijn streven de orde tot de observantieterug te brengen. Hij overleed op 12 februari 1415 in het klooster vanAsperen.18- 1423: Sittert P. Hij was een kruisbroeder van Aken. In 1423 werd hijvoor ee'n jaar naar Hoei verplaatst. Hij was senior.19- 1423: Johannes. Hij was een kruisbroeder van Hoei die zeker van 1418tot 1423 in Hoei verbleef. In 1418 werd hij subprior en definitor. In1423 werd hij opnieuw aangeduid als definitor.20- 1423: van Oirschot Henricus. Hij was een kruisbroeder van Hoei diein 1423 naar Schwarzenbroich werd gezonden.21- 1428: Pyper Gerardus was kruisbroeder van Namen toen hij door hetgeneraal kapittel in 1428 naar Hoei werd gezonden.22- 1430: Ludovicus was prior in Suxy en werd in 1430 door het generaalkapittel naar Hoei gezonden.23- 1431: Arschot (Aerschot, Oerschot) Henricus was kruisbroeder vanHoei in 1423. In dat jaar werd hij naar Schwarzenbroich gezonden.Zeven jaar later stuurde het generaal kapittel hem naar Engeland. Hijoverleed in 1431.24- 1431: von Coten Helius was kruisbroeder van Keulen tot 1425. Danwerd hij naar Aken gezonden causa reformationis. In 1427 verhuisde hijnaar Hoei. Van 1428 tot 1431 verbleef hij in Osterberg, telkens vooree'n jaar.2518 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796. in:Clairlieu, 1960, pp. 14-15; Idem, Definities..., pp. 30 en 32; C.R. Hermans, Annales, 1(1),pp. 66 en 97; R. Janssen, Vijfbreuklijnen..., p. 5919 A. Van de Pasch, Definities..., p.4620 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 36 en 45; P. Van den Bosch, Studien over de observance..., p. 7121 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., p. 7122 A. Van de Pasch, Definities..., p.5623 P. Hannick, Prieure1'des Croisiers a Suxy. in: Monasticon Beige, t.5, Liege, 1975, pp. 339- 344 ; bespreking van deze bijdrage door P. Van den Bosch in Kroniek Clairlieu, 1979, jg.37,pp. 132-138 (Ludovicus op p. 138)24 A. Van de Pasch, Definities..., pp.46, 47 en 6225 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62; H.U. Weiss, DieKreuzherren in Westfalen. in: Clairlieu, 1962-1963, p. 77


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 251435: Tylmannus (Tilmannus) was donaat in Hoei. Op het generaalkapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.261435: Adam was kruisbroeder in Hoei in 1435.271435: Methere Johannes was scriptor in Hoei omstreeks 1435.281437: de Lippia Conradus was conversus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1432 werd hij naar Suxy gezonden. Tijdens het generaalkapittel van 1437 werd besloten dat hij in Suxy zou blijven totdat deprior-generaal hem zou terugroepen.291437: van Collen Willem was kruisbroeder van Hoei tot 1437 en werddan benoemd tot prior van Osterberg. Hoe lang hij dit ambt bekleedde,weten we niet.301438: Gisbertus (Gysbertus) was kruisbroeder van Hoei. Van 1425 tot1431 was hij subprior van Hoei. In 1431 werd hij aangesteld tot vicaris-generaaltijdens het verblijf van de prior-generaal in Engeland.Twee jaar later werd hij benoemd tot prior van Hohenbusch. Dat ambtbekleedde hij tot 1438. In 1433 was hij tevens definitor. Op het generaal kapittel van 1438 werd hij bij de overledenen vermeld.311441: Amoris (de Zutphania) Helmicus trad in Venlo in of inSchwarzenbroich. Zijn vader was waarschijnlijk schepen van de stadZutphen. Hij was een broer van Gerhard Zerbolt van Zutphen (1367-1398), ee'n van de eerste Moderne Devoten, die enkele belangrijkewerken schreef over de theorie en praxis van het spirituele leven. Eenandere broer, Johannes, was kruisbroeder van Namen. Van 1413 tot1415 was Helmicus prior van Namen. In 1415 werd hij prior-generaalgekozen. Op 31 december 1417 verkreeg hij de bescherming van koningSigismund. Op 13 april 1424 verkreeg hij van paus Martinus Vde volmacht om voortvluchtige en opstandige kruisbroeders gevangente nemen en te excommuniceren. Op 24 September 1424 gaf hij eenopenbare getuigenis over de goede en stichtelijke levenswijze van deBroeders van het Gemene Leven. In 1430 ging hij met enkele confratersnaar Engeland om daar de hervorming van de orde door te26 A. Van de Pasch, Definities..., p. 6727 A. Van de Pasch, Definities..., p. 67; Moulins = V. BARBIER, Obituaire de I'abbayedeMoulins. in: Annalectes pour servir a I'Hist. Eccl. de la Belgique, 34, 1908, p. 13028 A. Van Asseldonk, Handschrifien van Kruisheren.De Luikse tentoonstelling in 1951. in:Clairlieu, jg.14, 1956, p. 8529 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 63 en 7030 H.U.Weiss, DieKreuzherren in Westfalen, p. 21231 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 49, 61, 64 en 72; P. Van den Bosch, Studien over deobservance..., pp. 71, 80 en 83


26 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWvoeren. Op 3 maart 1431 verklaarde paus Eugenius IV, dat er elk jaareen generaal kapittel moest gehouden worden en dat er geregeld gevisiteerdmoest worden. Op 9 mei 1433 legde hij zijn ambt neer enverkoos te gaan wonen in het klooster van Asperen. In 1434 werd hijprior gekozen in Schwarzenbroich en gei'ncorporeerd, maar toenenkele confraters obstructie pleegden, gaf hij ontslag. Daaropbenoemde de prior-generaal hem tot prior van Ivoy-Carignan. Hieroverleed hij op 28 juli 1441. Onder zijn bestuur werd een klooster gestichtin Roermond (1419), Osterberg (1429), Goes (1429) enFalkenhagen Q432).32- 1443: Schiedam Bertoldus was kruisbroeder van Venlo tot 1412. Hijwas er scriptor. Dan werd hij naar Hoei gezonden, waar hij zeker tot1443 werkzaam was als scriptor. Van hem bleven in Luik (LUB: universiteitsbibliotheeken LGS: Bibliotheek grootseminarie) verschillendehandschriften bewaard.33- 1446: Reynen (Renen) Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen tot1432. In 1432 werd hij naar Hoei verplaatst. Drie jaar later verhuisdehij naar Goes en in 1445 werd hij conventualis van Parijs. Op het generaal kapittel van 1446 werd hij bij de overledenen vermeld.34- 1447: Reinerus (Reynerus) was kruisbroeder van Hoei van ca. 1419 totca. 1427. In die periode was hij procurator (1419-1427), definitor vande orde (1419, 1424 en 1427) en subprior (Hoei, 1419-1424). Van1440 tot 1447 verbleef hij in Doornik ter bevordering van de observantiealdaar.35- 1449: Symon was donaat in Hoei tot 1449. In dat jaar zond het generaal kapittel hem naar Osterberg.36- 1450: Thomas was een kruisbroeder van Hoei, die in 1450 subprior inDoornik was. Op het generaal kapittel van 1450 werd hij bij deoverledenen vermeld.3732 C.R. Hermans, Annales, 1 (1), pp. 98-104; A- Van de Pasch, Definities..., pp. 31, 32,34, 35, 38, 40, 42, 43, 45, 47, 49, 51, 53, 55, 58, 59, 63, 79, 146 en 148; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-17%, 1960, pp. 15-18; P. Van den Bosch,Studien over de observantie..., pp. 73-76; R. Janssen, Vijfbreuklijnen..., p. 60; Idem, Kroniek,in: Clairlieu, 1988, pp. 124 en 12633 A. Van Asseldonk, Handschriften van Kruisheren. in: Clairlieu, jg.14, 1956, pp. 78 en85; A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 72; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 33234 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 63, 67, 83 en 8635 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 71 en 187; A. Van de Pasch,Definities..., pp. 38, 40, 42, 43, 45, 46, 48, 50 en 8736 A. Van de Pasch, Definities..., p. 9137 A- Van de Pasch, Definities..., p. 92


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 271451: Nijmegen van Henricus was kruisbroeder van Luik tot 1427.Hij was gedurende zeven jaar pastoor van St.- Martinuskerk in Luikgeweest voordat hij intrad bij de kruisbroeders. Als pastoor van deSint-Martinuskerk was hij zeer geliefd om zijn liefdadigheid voor dearmen en alom geprezen omwille van zijn welsprekendheid. Hij was deeerste Luikse kruisbroeder, die meewerkte aan de verbreiding van deobservantie in de orde. Van 1427 tot 1433 verbleef hij in Parijs voorde hervorming van het klooster aldaar. In 1428 was hij prior in Parijsen definitor. Op 9 mei 1433 werd hij prior-generaal gekozen. Dit ambtbekleedde hij tot aan zijn dood op 3 december 1451. In 1440 brachthij de relieken van de heilige Odilia over in een nieuw schrijn. Behalvede prior telde het convent van Hoei toen twaalf priesters, waarvan ereen in Doornik was, twee clerici en een novice, twee conversen, tweedonaten en drie commensalen, een kok, een portier en een bakker.Russelius verhaalde, dat Henricus van Nijmegen in vijfendertig dagendoor de confraters een kelder liet bouwen onder de gastenkamers endaarna een nog grotere refter voor de generale kapittels, wat voor sommigenteveel gevraagd was, waarop zij het klooster verlieten en deprior-generaal de hulp van de bisschop van Luik moest inroepen.Onder zijn bestuur werd een klooster gesticht in Bentlage (1437),Maastricht (1437/1438), Dusseldorf (1438), Kolen-Kerniel (1438),Schiedam (1443) en Marienfrede (1444/1446).381451: Waelwick Johannes was kruisbroeder van Goes. In 1446 werdhij voor e^n jaar verplaatst naar Hoei. Op het generaal kapittel van1451 werd hij bij de overledenen vermeld.391452: Antonius was kruisbroeder van Hoei in 1452. In dat jaar werdhij vermeld als scriptor. De universiteitsbibliotheek van Luik bewaartvan hem een handschrift.401454: van Goch (Ghoche, Choxte, Ghoschte) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha tot 1412. Hij was een van de prominentstereformatoren van de orde na 1410. Van 1412 tot 1418 verbleef hij inHoei, waar hij subprior werd, misschien al in 1412 maar zeker vanaf38 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 54, 55, 64, 65,66y 68, 69,71, 73, 74, 76y 79, 80, 81,82, 84, 86, 88, 90, 91 en 93; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal1210-1796, 1960, pp. 18-20; C.R. Hermans, Annales, 1(1), pp. 104-107; Clairlieu,R. Janssen, Vijfbreuklijnen..., 1999, p. 6039 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 85 en 9440 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 72


28 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW1415. Nadat hij in 1418 als subprior van Hoei tot prior van Luik werdgekozen bepaalde het generaal kapittel dat voortaan de subprior enprocurator van Hoei niet meer door de andere kloosters tot prior vanhun convent gekozen mochten worden. Hij bleef in Luik tot 1434. In1424 was hij prior in Asperen. Van 1434 tot 1436 was hij procuratorin Hohenbusch. In 1436 keerde hij als prior terug naar Luik. In 1454overleed hij als prior van Watten. Hij was definitor van de orde in1416, 1417, 1418, 1420, 1424, 1427, 1430, 1432, 1434 en 1436 envisitator in Duitsland in 1432.41- 1456: Loes de (Loen) Henricus was kruisbroeder van Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1456 werd hij vermeld bij de overledenen.42- 1456: Keulen van Henricus was kruisbroeder van Hoei in 1437. In datjaar werd hij voor een jaar naar Doornik gezonden. Van 1445 tot 1449en in 1452 werd hij naar Maastricht gezonden, telkens voor 66n jaar.In 1450 werd hij verplaatst naar Suxy. Hij overleed in 1456.43- 1456: van Gingelom (Ghingelim, Ghingelen) Lambertus was kruisbroeder van Hoei en scriptor van ca. 1449 tot 1456. Op het generaalkapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld. Van hem worden verschillende handschriften bewaard in de universiteitsbibliotheekvan Luik.44- 1456: Boschetael Henricus was kruisbroeder van Hoei. In 1447 was hijconventuaal van Hoei. Zijn naam stond in een koopakte van 15 januari 1448. Van 15 januari 1448 tot 1456 was hij procurator. Op hetgeneraal kapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld.45- 1456: de Leodio Henricus was kruisbroeder van Hoei. Van 1450 tot1456 was hij scriptor aldaar. Op het generaal kapittel van 1456 werdhij vermeld bij de overledenen. Van hem worden handschriftenbewaard in het grootseminarie in Luik en in de universiteitsbibliotheekvan Luik.4641 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 30, 34, 36, 40, 47, 53, 59, 63, 65 en 101; P. Van denBosch, Studien over de observantie..., pp. 69, 70, 77, 78, 83, 90, 97, 128 en 18842 A. Van de Pasch, Definities..., p. 10443 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfliende eeuw: geenhechte maar wel een losse band, in: De Maasband, Leut, 2001, p. 71; C.R. Hermans, Annales,II, p. 90; A. Van de Pasch, Definities..., 69, 83, 87, 88, 89, 90, 96 en 10644 C.R. Hermans, Annales, 2, p. 90; A. Van de Pasch, Definities..., p. 104; Idem, Hetklooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 7245 A. Van de Pasch, Definities..., p. 104; C.R. Hermans, Annales, II, p. 90; M.C.,Kroniek, in: Clairlieu, 1959, jg. 17, p. 6246 A. Van de Pasch, Definities..., p. 104; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijnPrioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 72


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 291456: de Bonna Simon was donaat van Hoei. In 1437 werd hij verplaatstnaar Suxy en in 1449 naar Osterberg. Op het generaal kapittelvan 1456 werd hij vermeld bij de overledenen.471457: Ruremundis de Nicolaus was kruisbroeder van Asperen en werdin 1412 naar Hoei verplaatst. In 1429 en 1434 was hij definitor. Ophet generaal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.481457: de Thenismonte Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.491457: Rutgerus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1453 werd hijvoor een jaar verplaatst naar Diisseldorf en in 1457 voor 66n jaar naarHoei.501458: Bocholdie Hermannus was kruisbroeder van Marienfrede. In1458 werd hij verplaatst naar Hoei, waar hij scriptor werd. De universiteitsbibliotheekte Luik bezit een handschrift: door hem in 1458geschreven.511458: van Helmont (Helmond) Lucas was kruisbroeder van Hoei. In1456 trad hij op als helper van vicaris-generaal Wilhelmus vanZutphen. Op het generaal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.521458: Brugiule Eustacius was kruisbroeder en diaken van Hoei in1458. Hij was toen scriptor. Overleden na 1458. Van hem wordt eenhandschrift bewaard in de universiteitsbibliotheek van Luik.531458: van Mechelen Lucas was kruisbroeder van Hoei. Prior-generaalEverardus Van Orsay stuurde hem naar Engeland, samen met de priorvan Hoorn (Gisbertus van Sneek), de prior van Nijenwerve (CornellsGerbrandus) en de Keulse kruisheer Christianus. Zij moesten er gaanwaken over de observantie in de Engelse kloosters. Christianus werdtot prior van London aangesteld.5447 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 70, 91 en 104: R. Haass, Die Kreuzherren in denRheinlanden. Bonn, 1932, p. 1148 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 30, 58, 65 en 10649 A. Van de Pasch, Definities..., p. 10650 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 98 en 10651 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 7252 C.R. Hermans, Annales, II, p. 90; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 103 en 10853 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 7254 P. Van den Bosch, Stdien over de observantie..., p. 101


30 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1458: de Brugis (van Brueggen, de Bruges, Brugius) Georgius waskruisbroeder van Hoei. Russelius beschreef hem als een nederig en wijsman, weinig spraakzaam, maar *n waardige figuur: hij had de geest vangebed en ook de gave der tranen. Wie zich ijverig toelegt op degodsvrucht, maar de soberheid mist, vergeleek hij met een lamp dievuil is: ze walmt wel maar geeft geen licht. Hij was procurator in Hoeivan ca. 1440 tot 1443, definitor in 1446, 1449 en 1451, conventuaalvan Bentlage in 1444 (voor 66n jaar voor de hervorming van hetklooster), prior van Hohenbusch van 1445 tot 1452 en prior-generaalvan 12 januari 1452 tot 29 november 1458. Als prior van Hohenbuschvisiteerde hij in 1445 en 1450 de huizen in Westfalen. Hij had veelmoeilijkheden met de hervorming van de kloosters van London enToulouse. Hij liet de kloostermuren om Clairlieu bouwen. Op zijn verzoekverklaarde de Luikse bisschop Johannes van Heinsberg op 24 mei1454 dat de donaten aan de drie geloften gehouden waren. Op 25 mei1456 nam keizer Fredericus de Orde van het H. Kruis in zijnbescherming. Georgius van Briiggen overleed op 20 november 1458 inLuik en werd aldaar begraven v66r het hoogaltaar.55- 1459: Nicolaus was kruisbroeder in Hoei. Op het generaal kapittel van1459 werd hij bij de overledenen vermeld.56- 1459: Libertus Franciscus was kruisbroeder en donaat in Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.57- 1460: Hasselt Nicolaus was kruisbroeder van Luik. In 1432 werd hijverplaatst naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1460 werd hij bij deoverledenen vermeld.58- 1461: de Gravia (Aquensis, de Graux) Johannes was kruisbroeder vanNamen. Hij werd geboren in Grave. In 1425 werd hij naar Akengezonden en bleef er tot 1426. In 1427 werd hij verplaatst naar Hoei.In 1435 zond het generaal kapittel hem naar Parijs. Drie jaar later werdhij prior van Namen en bleef dat tot 1452. Dan werd hij prior vanAken tot 1460 en vervolgens prior van Caen tot 1461. Hij was defi-55 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1960, p. 20; Idem, Definities..., pp. 95, 07, 100, 102, 105, 107, 108 en 110; P. Van denBosch, Studien over de observance..., pp. 39, 71, 83 en 100; M. Schmitz, Die Prioren desKreuzherrenklosters Hohenbusch. in: Heimatkalender des Kreises Heinsberg 2001, p. 6556 A. Van de Pasch, Definities..., p. 11057 A. Van de Pasch, Definities..., p. 11058 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 63 en 112


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 31nitorin 1438, 1441, 1443, 1445, 1448, 1450, 1454, 1456 en 1458 envisitator in Keulen anno 1450 en in Doornik anno 1451. Hij overleedin Caen in 1461.591462: Martinus was kruisbroeder van Hoei. In 1446 werd hij voor eenjaar naar Goes gezonden. In 1447 keerde hij terug naar Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1462 werd hij bij de overledenen vermeld.601465: Arnoldus was conversus van Keulen. In 1429 werd hij verplaatstnaar Osterberg en in 1437 naar Bentlage. In 1452 stuurde het generaal kapittel hem voor e'en jaar naar Aken en in 1453 voor een jaar naarHoei. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenenvermeld.611466: van Helmont (Helmond) Thomas was kruisbroeder van Hoei ensubprior ca. 1443 tot 1446. In 1445 was hij visitator. Van 1446 tot1450 was hij subprior van Doornik. Daarna keerde hij terug naarHoei. Op het generaal kapittel van 1466 werd hij vermeld bij deoverledenen.621466: de Palude Simon was kruisbroeder van Hoei van 1420 tot 1466.In 1423 werd hij naar Aken gestuurd om het klooster aldaar te hervormen.In 1430 was hij definitor. Hij was subprior in Hoei in 1430en 1431. Op het generaal kapittel van 1466 werd hij bij de overledenen vermeld.631467: de Aveda Henricus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld. Mogelijk washij dezelfde als Henricus de Leodii.641467: van Hall Theodericus, geboren uit een ridderlijk geslacht uit hetland van Julich, studeerde in Keulen en trad daar in de orde. Hij werdprior van Keulen en definitor van de orde in 1443, 1445, 1449, 1451,1453 en 1455. In 1453 visiteerde hij Hohenbusch, Venlo, Sint-Agatha,Asperen, Goes en Schiedam. Op 9 januari 1459 werd hij tot prior-ge-59 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50, 52, 54, 67, 69, 71, 76, 80, 82, 88, 89, 91, 93 en95; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, in : Clairlieu, 1967, jg.25, p. 49; P. Van denBosch, Studien over de observantie, p.75; C.R. Hermans, Annales, II, p. 15760 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 85 en 11761 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 58, 70, 96, 99 en 12662 L. Heere, Relieken van Sint Odilia te Deventer, in: Clairlieu, 1953, p. 38; P. Van denBosch, Studien over de observantie..., p. 71; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 84, 85, 89, 92en 128; C.R. Hermans, Annales, II, p. 9063 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 59 en 128; CR. Hermans, Annales, II, p. 90;P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., p. 7164 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130


32 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWneraal gekozen, terwijl hij afwezig was. Twee definitoren en de procurator van Hoei gingen hem de keuze in Keulen meedelen en kondenhem met veel moeite overhalen om het ambt te aanvaarden. Reeds op4 mei 1463 legde hij op het generaal kapittel zijn ambt neer. Hij gafals reden voor zijn aftreden een ernstige ziekte op. Hij liet zich terugbrengennaar Keulen, waar hij op 28 januari 1467 overleed. Onder zijnbestuur werd het klooster van Hoorn overgenomen.65- 1468: van Benthem (van Bentheim) Hinricus was kruisbroeder vanHoei en scriptor van ca.1434 tot ca. 1449. In 1437 werd hij voor eenjaar naar Doornik gezonden. Na 1449 verbleef hij in Ivoy-Carignanwaar hij bij zijn overlijden in 1468 prior was. Hij was een mysticus. Hijbeschreef de regel van de H. Augustinus. Van hem worden verschillendehandschriften bewaard in het grootseminarie te Luik en in deuniversiteitsbibliotheek van Luik.66- 1468: Godefridus was kruisbroeder van Hoei en scriptor in 1468. Eenhandschrift van hem wordt bewaard in de universiteitsbibliotheek vanLuik.67- 1469: Fraiture de Hoyo Gilbertus was een donaat van Hoei. Hij waseen afstammemling van Jean Obert, chevalier, schepen van Hoei(1338-1351). Op 12 maart 1438 deed hij in Hoei zijn professie. Ophet generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld. In1440 stichtte hij, samen met zijn zusters, een fundatie in Hoei, diewerd aangenomen door Georges de Bruge: de kruisheren kregen eenhuis, waarvan de opbrengst aan de armen gegeven moest worden.68- 1469: van Leyden (Leiden, Ledis, Leydis) Martinus was kruisbroedervan Maastricht. Vaak wordt hij ee'n van de eerste kruisbroeders vanMaastricht genoemd. Vermoedelijk is dat niet correct. In 1447 werdhij naar Hoei gezonden om er de religieuze tucht te leren. Ook in 144865 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1960, pp. 20-2166 A- Van de Pasch, Definities..., pp. 69 en 134; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijnPrioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 72; Idem, Kroniek, in: Clairlieu, jg.ll, 1953, p.47;A. Van Asseldonk, Handschriften van Kruisheren. De Luikse tentoonstelling in 1951, pp. 70-71;L. Heere, Relieken van Sint Odilia te Deventer, p. 38; C.R. Hermans, Annales, 1(1), p. 12467 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 7268 M. Yans, Les Echevins de Huy. Biographies des ichevins et des maires de Huy-Grande. 1952,p.55; A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1960, p. 19; Idem, Definities..., p. 134; C.R. Hermans, Annales, II, p. 90


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 33verbleef hij in Hoei, als diaken. Daarna keerde hij terug naarMaastricht, waar hij zeker van 1449 tot 1470 conventualis was. In1451 werd hij voor den jaar naar Doornik gezonden. Een jaar later verhuisdehij voor een jaar naar Parijs. In 1467 en 1468 werd hij telkensvoor een jaar naar Schiedam gestuurd. Hij was procurator vanMaastricht in 1453, 1464 en 1465. Op het generaal kapittel van 1470werd hij bij de overledenen vermeld.691470: de Amsterdam Petrus was kruisbroeder van Hoei. In 1443 washij sacrista in Hoei. Op de generale kapittels van 1447, 1448 en 1449werd hij telkens voor ee'n jaar naar Maastricht gezonden. In zijn laatstelevensjaar was hij kruisbroeder in Schiedam. Op het generaal kapittelvan 1470 werd hij bij de overledenen vermeld.701470: van Susteren Goeswinus was kruisbroeder van Hoei. Hij wasscriptor als novice en clericus in Hoei in 1458. Het generaal kapittelvan 1470 zond hem naar Toulouse.711470: van Goys Petrus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1470 werd hij bij de overledenen vermeld.721473: a Campis (van Kampen, Deschamps) Peregrinus was kruisbroeder van Luik van 1455 tot 1463. Hij was als prior van Luik definitiorin 1457, 1459 en 1461. Samen met prior-generaal Georgius vanBrueggen visiteerde hij in 1453, 1456 en 1458 de meeste huizen vande orde. In 1460 en 1461 visiteerde hij weer verschillende kloosters.Tijdens het generaal kapittel van 1463 werd hij met algemene stemmentot prior-generaal gekozen als opvolger van Theodericus van Hall,die zijn ambt neerlegde. In de eerstvolgende jaren bleek zijn zorg voorde Franse kloosters uit de verplaatsingen in en naar deze kloosters.Volgens Russelius was hij zeer gezien en geacht om zijn wijsheid.Bovendien was hij een bekwaam architect. Hij vergrootte het koor vande kerk van Hoei en plaatste er prachtige koorbanken in, hij verfraaide69 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 87, 89, 94, 96, 129, 132 en 137; H.PJL Van Hasselt,Geschiedenis van het klooster der Kruisheren te Maastricht, in: Publications... dans le Limbourg,1903, pp. 13 en 53; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vtjftiendeeeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 7170 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83, 87, 88, 90 en 137; C.R. Hermans, Annales, II,p. 90; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw: geenhechte maar wl een losse band, pp. 71 -72; A. Van Asseldonk, Een odiliapreek van 1439 teHoei, in: Clairlieu, jg.17, 1959, pp. 26-5271 A. Van de Pasch, Definities..., p. 83; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijnPrioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 7272 A. Van de Pasch, Definities..., p. 137


34 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWde retabel van het altaar met een schilderij, voltooide de refter, bouwdeeen nieuwe keuken en vernieuwde het grootste gedeelte van het kruispand.In 1467 werd Hoei geplunderd en gedeeltelijk in brand gestoken.Clairlieu leed weinig schade, omdat de kruisbroeders heel huninboedel binnen de stad hadden gebracht uit vrees voor brand.Peregrinus van Kampen stierf in Luik op 21 augustus 1473 en werd inHoei begraven. Onder zijn bestuur werd een klooster gesticht in Sneek(1464), Ter Apel (1465), Franeker (1467), s Hertogenbosch (1468) enHonscheid (1469).73- 1473: Yolen Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1473 werd hijnaar Hoei verplaatst/4- 1474: Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.75- 1475: Venlo Petrus was donaat in Hoei. Het generaal kapittel van 1475zond hem voor 66n jaar naar Toulouse.76- 1477: Tongerlo Arnoldus was kruisbroeder van Hoei en subprior in1477. Op het generaal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenenvermeld.77- 1479: de Wees (Woes de Reynerus) was kruisbroeder van Hoei. Op degeneraal kapittels van 1440 en 1441 werd bepaald dat hij in Doornikmoest blijven voor de hervorming van het klooster. Op het generaalkapittel van 1479 werd hij vermeld bij de overledenen.78- 1479: Egidius was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittel van1479 werd hij bij de overledenen vermeld.7973 Moulins = V. BARBIER, Obituaire de labbaye de Moulins Moulins, p. 175; A. Van dePasch, Definities..., pp. 102, 105, 109, 113, 118, 124, 126, 128, 131, 133, 135, 137, 139,141 en 144; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960,pp. 21-2274 A. Van de Pasch, Definities..., p. 14275 A. Van de Pasch, Definities..76 A. Van de Pasch, Definities..77 A, Van de Pasch, Definities..78 A. Van de Pasch, Definities.p. 144p. 146p. 150., pp. 75, 77 en 155; C.R. Hermans, Annales, II, p. 90(Hermans las niet "Wees" maar "Woes"); H. Van Lieshout, Rond het reliekschrijn derH. Odilia. in: Verzamelde Opstellen, Geschied- en Oudheidkundige Kring van Hasselt, dl.9,1935, overdruk, p. 12979 A. Van de Pasch, Definities..., p. 155


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 351479: Trappart (Trappert, de Tongris) Guilielmus was kruisbroedervan Namen. Het generaal kapittel zond hem naar Doornik in 1453,1454 en 1455 (telkens voor ee'n jaar), naar Hoei in 1456 (voor e'e'njaar) en naar Franeker in 1467, waar hij de eerste prior van het conventwerd. Van 1468 tot 1471 was hij prior in Kolen-Kerniel. In 1459bezocht hij als visitator de kloosters van Doornik, Parijs en Toulouse.Op het generaal kapittel van 1479 werd hij bij de overledenen vermeld.801480: Petrus was kruisbroeder van Diisseldorf. In 1480 werd hij verplaatstnaar Hoei.811480: Goetghebuer Gerardus was kruisbroeder van Hoei. Mogelijkwerd hij geboren in Gent. Van 1474 tot ca.1480 werd hij de eersteprior van het convent van Lannoy. Op het generaal kapittel van 1480werd hij bij de overledenen vermeld.821480: Eustachius was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.831480: Schindel Theodorus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1431werd hij naar Hoei gezonden. Op het generaal kapittel van 1480 werdhij bij de overledenen vermeld.841480: Hoenreman (Honerman, Honreman, Hurneman) Johanneswerd vermoedelijk in Amersfoort geboren en was kruisbroeder vanDoornik. In 1431 werd hij voor e'e'n jaar naar Hoei gezonden. Een jaarlater verhuisde hij naar Luik en verbleef er van 1432 tot 1446 en van1465 tot 1480. In 1437 werd hij gesignaleerd als scriptor in Luik. Hijwerd procurator in Luik van 1444 tot 1446. Als definitor van de ordetrad hij op in 1440,1448,1452,1455,1457, 1459, 1461,1463,1465en 1467. Hij werd prior in Doornik van ca.1448 tot 1465. Op hetgeneraal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.851482: van Haarlem Nicolaas was kruisbroeder van Keulen en professorin de theologie. Hij werd de eerste prior van Hoorn van 1462 tot 21September 1473. In 1466, 1468, 1470 en 1472 was hij definitor van80 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 98, 101, 102, 104, 111, 129 en 155; P. Van denBosch, Studien over de observantie..., p. 7681 A. Van de Pasch, Definities..., p. 15682 A. Van de Pasch, Definities..., p. 156; J. Van den Bosch, Le Couvent des Croisiers deLannoy (1474-1792). in: Clairlieu, 1955, pp. 15 en 3083 A. Van de Pasch, Definities..., p. 15684 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 61 en 18085 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 62 , 88, 96, 102, 105, 109, 113, 118, 124, 128 en156; A. Van Asseldonk, Handschriften van kruisheren. De Luikse tentoonstellin? in 195L pp.70-71


36 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWde orde en visitator in 1467, 1470, 1471 en 1473. Op 21 September1473 werd hij prior-generaal gekozen en bleef dat tot aan zijn dood op01 november 1482. Aan het klooster van Hoei bouwde hij een nieuwdormitorium. Hij was een man die grote ijver aan de dag legde voor hetbehoud van de discipline in de orde, vooral van het silentium. Hij wasvan mening, dat verslapping volgde uit het verwaarlozen van de studieen het niet genoeg onderhouden van het silentium. Daarom liet hijjongere krachten studeren in Leuven, Parijs, Caen, Keulen enToulouse. Hij vond namelijk ook dat de kruisheren zich moesten wijdenaan de wetenschap. Hij overleed tijdens een visitatie in Keulen enwerd daar begraven. Onder zijn bestuur werd een klooster gesticht inLeuven (1474), Woudrichem (1475), Maaseik (1476), Dulken (1480)en Nieuwland in Zeeland (l481).Voor het jubeljaar 1475 zond hijHenricus van Wesel, prior van Luik, en Henricus van Keulen, priorvan Kolen naar Rome om privileges voor de orde te verkrijgen. Daaropvolgde de bul Benigma Sedes van Sixtus IV (27 mei 1475): de pausbevestigde de privileges van de orde.86- 1482: de Tongeris Reynerus was conversus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.87- 1482: van Empden Henricus was kruisbroeder van Hoei. In 1441werd hij door het generaal kapittel aangesteld tot prior in Kolen-Kerniel. Later werd hij subprior in Hoei (?-l482). Op het generaalkapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.88- 1482: de Ruremonda Johannes was kruisbroeder en procurator inHoei. Op het generaal kapittel van 1482 werd hij bij de overledenenvermeld.89- 1483: Brummen (Brimmen, Brymmen, Bruynen, Brunnen)Theodericus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittel van1444 werd hij voor een jaar naar Osterberg gezonden. Een jaar laterverhuisde hij naar Hohenbusch. In 1476 was hij subprior inMarienfrede. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.9086 A. Van de Pasch, Definities... pp. 126, 131, 135, 139, 143, 145, 147, 149, 151, 154,155, 157, 159 en 162; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, pp. 22-24; S. Drost, Geschiedkundig overzicht van het Kruisheerenklooster teHoorn. in: Geschiedkundige Bladen, jg. 2, 1906, pp. 178-18087 A. Van de Pasch, Definities..., p. 160; C.R. Hermans, Annales, II, p. 9088 A. Van de Pasch, Definities..., p. 16389 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 100 en 16090 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 82, 83 en 162; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfalen, p. 77


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 371483: Sittard Christianus was kruisbroeder in Hoei en scriptor, zekervan 1475 tot 1479. Hij werd geboren in Sittard. zijn vader was handelaar(eerst kleermaker, later handelaar in kaarsen, boter, kaas, olie enzout). Op het generaal kapittel van 1483 werd hij vermeld bij deoverledenen. Hij werkte samen met Wolterus van Nijmegen. Van hemworden verschillende handschriften bewaard in het grootseminarie teLuik en in de universiteitsbibliotheek van Luik.911483: Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.921483: Henricus was kruisbroeder van Hoei en subprior omstreeks1483. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenenvermeld.931484: Nicolaus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1480 werd hijvoor e'en jaar naar Hoei gezonden. In 1481 en 1482 verbleef hij inDoornik, telkens voor een jaar en in 1483 verbleef hij in Buzan^ais.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.941484: Obiter Laurentius was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.951484: Leodii Emundus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij vermeld bij de overledenen.961484: Hoxarie Conradus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1481verplaatste het generaal kapittel hem naar Ter Apel. Een jaar later verhuisdehij naar Schwarzenbroich. Twee jaar later stuurde het generaalkapittel hem voor e'en jaar naar Hoei.971484: Leodii Wilhelmus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.981484: de Hollonia Wilhelmus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.9991 A. Van de Pasch, Definities..., p. 163; P. Van den Bosch, Kroniek, in: Clairlieu, jg.34,1976, p. 104; A. Van Asseldonk, Handschriften van Kruisheren..., pp. 70-8192 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 163 en 16693 A. Van de Pasch, Definities.94 A. Van de Pasch, Definities.95 A. Van de Pasch, Definities.96 A. Van de Pasch, Definities.97 A- Van de Pasch, Definities.98 A. Van de Pasch, Definities.99 A. Van de Pasch, Definities.p. 163pp. 156, 158, 160, 162 en 166p. 166p. 166pp. 158, 160 en 165p. 166p. 166


38 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1484: Tonsanus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.100- 1487: Franciscus was donaat in Hoei. In 1487 werd hij genoemd alsscriptor. Van hem wordt een handschrift bewaard in Aken.101- 1488: Sleers Ludolphus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1481 werd hij verplaatst naar Falkenhagen. Twee jaar later werd hijvoor 66n jaar naar Diisseldorf gezonden. In 1484 stuurde het generaalkapittel hem naar Hoei, waar hij in 1488 overleed.102- 1490: Jacobus was donaat in Hoei. Op het generaal kapittel van 1490werd hij bij de overledenen vermeld.103- 1491: Ondoine (Andoine) Johannes was kruisheer van Hoei. Op eengegeven ogenblik werd hij aangesteld tot subprior in Schwarzenbroich.Later werd hij ook prior aldaar. Op het generaal kapittel van 1491werd hij bij de overledenen vermeld.104- 1493: Lochem Goswinus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1470 werd hij verplaatst naar Toulouse. Op het generaalkapittel van 1493 werd hij vermeld bij de overledenen.105- 1493: Kirskorff van Orsoy (Oersen de) Eberhard (Everardus) waskruisbroeder van Bentlage. Hij was de enige zoon van een adellijkefamilie en werd een leerling van de Broeders van het Gemene Levenvan Deventer. Hij werd prior van Bentlage van 25 juli 1457 tot 1482en definitor van de orde in 1466, 1468, 1471, 1474, 1476, 1478 en1482. In 1476, 1479 en 1482 trad hij op als visitator. Tijdens zijn 25-jarig prioraat in Bentlage wist hij het klooster om te vormen tot e&ivan de meest vitale van de orde. Hij werd daarin bijgestaan door zijnsubprior Johannes Bussche die hem in 1482 als prior opvolgde. Hijwerd prior-generaal gekozen op het einde van 1482 en bekleedde ditambt tot aan zijn dood op 18 december 1493. In maart 1483 werdHoei van de pest bevrijd na een plechtige processie met de relikwieenvan de H. Odilia. Op 14 februari 1488 werden door Innocentius VIIIde privileges van Johannes XXII, Eugenius IV en Sixtus IV bevestigden verkreeg de orde algehele exemptie van de bisschoppelijke rechtsmacht.In 1489 werd het generaal kapittel in Sint-Agatha gehouden.100 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166101 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796,1959, p. 72102 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 158, 162, 165 en 180103 A. Van de Pasch, Definities..., p. 186104 A. Van de Pasch, Definities..., p. 188103 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 136 en 142


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 39Volgens een document, waarvan de authenticiteit niet vaststaat, protesteerdehet convent van Hoei daarop bij de paus, die de prior-generaalliet berispen en onder ede liet verklaren dat het kapittel voortaan inHoei zou doorgaan. Op 29 oktober 1489 bepaalde de paus wel dat dekeuze van de prior-generaal moest geschieden door de acht definitorenvan het laatste en voorlaatste kapittel en door de conventualen vanHoei. In het laatste jaar van zijn generalaat zond Everardus van Orsoyde prior van Hoorn, Gerbrand Engelz van Sneek, naar Engeland alszijn vicarius. Onder zijn bestuur werden elf kloosters gesticht:Emmerich (1483), Bruggen (1484), Brandenburg (1484), Ehrenstein(1487), Chauny (1487), Helenenberg (1488), Watenis (1489), LeVerger (1490), Wickrath (1490), Dinant (1490) en Scharmer(1490).1061496: van den Hamme (Hamme de Bocoldia) Hermannus was kruisbroedervan Marienfrede. Tot 1458 verbleef hij in Marienfrede. Danwerd hij voor 66n jaar als scriptor naar Hoei gestuurd en in 1459 voore^n jaar naar Schwarzenbroich. In 1460 keerde hij terug naarMarienfrede. In 1464 werd hij wegens opstandigheid en ongehoorzaamheidzwaar gestraft en beroofd van stemrecht tot aan de herroepingdoor het generaal kapittel. In 1473 was hij scriptor inMarienfrede. In 1474 en 1475 werd hij naar Beyenburg gezonden,telkens voor een jaar. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld. Op het generaal kapittel van 1495/1496 werd hijook al bij de overledenen vermeld.1071497: van Nijmegen Wouter was kruisbroeder van Hoei ca.1454. In1481 werd hij voor 66n jaar naar Goes gezonden en in 1484 voor 66njaar naar Schwarzenbroich. In Hoei werd hij scriptor. Van hem wordenverschillende handschriften bewaard in het grootseminarie te Luik enin de universiteitsbibliotheek van Luik. Op het generaal kapittel van1497 werd hij bij de overledenen vermeld.108106 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 120, 126, 131, 138, 143, 147, 151, 157, 161, 164,167, 171, 173, 176, 180, 183, 186, 189, 192 en 197; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei enzijn Prioren-Generaal 1210-1796, I960, pp. 24-25; H.U. Weiss, Die Kreuzherren in Westfalen,p. 239; 1960, pp. 24 - 25; C.R. Hermans, Annales 1(1), pp. 143-153; P. Van den Bosch,Studien over de observantie..., p. 119107 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 108, 109, 123, 144, 146, 205 en 223109 P. Van den Bosch, Kroniek, in: Clairlieu, jg.34, 1976, p. 104; A. Ramaekers, Kroniek,in: Clairlieu, 1980, p. 113; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 158 en 208; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 72; A. Van Asseldonk,Handschriften van Kruisheren..., pp.70, 71 en 73


40 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1497: Petrus was conversus van Luik. In 1497 was hij kok aldaar. Indat jaar werd hij ter beschikking gesteld van de prior-generaal.109- 1500: Engelsz van Sneek (Angelus, Ange, Angelie de Snekis)Gerbrandus was kruisbroeder van Sneek tot 1473. Dan werd hij verplaatstnaar Hoorn, waar hij prior was van 1485 tot 1493. Op 2 februari1494 werd hij prior-generaal gekozen. Dit ambt bekleedde hij totaan zijn dood op 8 oktober 1500. In 1493 werd hij als vicarius naarEngeland gezonden om er de kloostertucht te herstellen. Hij stond inhoog aanzien bij koning Karel VIII van Frankrijk. Hij stierf op 8 oktober 1500 tijdens een visitatie in Parijs. Tijdens zijn bestuur werden vierkloosters gesticht: Pedernach (1497), Duisburg (1498), Sint-Annaland(1499) en Glindfeld (1499). Op 15 mei 1498 aanvaardde het generaalkapittel de legaten van Franco de Meldert en van Philippus Nicolausde Hondt, aan de orde aangeboden door de prioren van Namen en vanGoes, voor een college van de orde in Leuven.110- 1502: Sloetemekers (Sloetmekers) was kruisbroeder van Hoei. Hijwerd geboren in 1465 en verbleef zeker in de jaren 1489-1502 in Hoeien was rond 1502 scriptor. Van hem wordt een handschrifr bewaard inde bibliotheek van het grootseminarie te Luik.111- 1504: Bonet (de Bonnet) Wilhelmus was kruisbroeder van Varennessur-Allier.In 1477 en 1479 werd hij, telkens voor 66n jaar naarBuzan£ais gezonden. In 1485 stuurde het generaal kapittel hem voor66n jaar naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij deoverledenen vermeld. 112- 1508: van Clotinghen Arnoldus was kruisbroeder van Hoei omstreeks1477. Op het generaal kapittel van 1477 werd hij voor 66n jaar naarNamen gezonden. Op het generaal kapittel van 1508 werd hij bij deoverledenen vermeld. Omstreeks 1500 was hij scriptor in Hoei. Bij zijnoverlijden was hij subprior in Hoei.113- 1509: de Lanna Johannes was donatus in Hoei. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.114109 A. Van de Pasch, Definities... p. 207110 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 195, 199, 203, 206, 209, 212, 216, 222 en 401;Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, pp. 25-26111 A. Van Asseldonk, Het brevier van de kruisheeren. in: Clairlieu, jg.2, 1944, pp. 14, 74,75, 83, 142, 143; A. Van de Pasch & C. Van Dal, Allegorische beschouwingen over het kruis ophet orde-kleed. in : Clairlieu, jg. 10, 1952, p. 66-, A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoeien zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 77112 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 150, 155, 169 en 233113 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 150 en 244; A. Van Asseldonk, Handschriften vanKruisheren, pp. 70-71114 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 411509: Herp Jacobus was kruisbroeder van Hoei. In 1509 was hij rector in Ivoy-Carignan. In dat jaar werd hij op het generaal kapittel vermeldbij de overledenen.1151509: Hui Johannes was conversus in Hoei. In 1509 was hij portiervan het klooster. In dat jaar werd hij op het generaal kapittel vermeldbij de overledenen.1161509: Balthasar was kruisbroeder van Hoei tot 1495. In dat jaar werdhij naar London gezonden. In 1509 studeerde hij in Leuven.1171511: Ondoine (Udonie) Johannes was kruisbroeder in Hoei en subpriorin 1511. Op het generaal kapittel van 1511 werd hij bij deoverledenen vermeld.1181511: Henricus was kruisbroeder in Hoei. Op het generaal kapittel van1511 werd hij bij de overledenen vermeld.1191511: Wolkerus was een kruisbroeder van Hoei. In 1480 werd hij verplaatstnaar Schiedam. Op het generaal kapittel van 1511 werd hij bijde overledenen vermeld.1201511: de Bree Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1508 werd hij ontheven van het subprioraat in London.1211511: Goetworts (van Bree) Hermannus was kruisbroeder van Hoei.In 1499 werd hij subprior in Lannoy. Van 1507 tot 1511 was hij priorin Maaseik. Op het generaal kapittel van 1511 werd hij bij de overledenen vermeld. Zijn moeder overleed eveneens in 1511 en vermaakte hetklooster van Maaseik zes goudguldens. In 1513 overleed bij deFranciscanessen in Bree zuster Yrme Goutwerts uit Zonhoven, geprofestin Bree in 1480. Was zij familie van de prior van Maaseik?Vermoedelijk was hij de samensteller van het lectionarium van Maaseik,dat bewaard wordt op het rijksarchief in Hasselt.1221512: Gisbertus was kruisbroeder van Hoei. In 1512 werd hij verplaatstnaar London.123115 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247116 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247117 A. Van de Pasch, Definities..., p. 200; J.M. Hayden, The CrutchedFriars revisited, in:Clairlieu, jg.53, 1995, p. 75118 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2539 A. Van de Pasch, Definities...120 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities.p. 253p. 253p. 253pp. 214 en 253; L. Heere, Het Kruisherenkboster teMaaseik v66r de Franse Revolutie, in: De Kruisheren te Maaseik, 1476-1797, 1855-1955, Diest,1955, p. 66123 J.M.Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 78


42 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1512: van Clotingen (Kloetingen, Clutingen) Cornelius was clericusvan Goes. V66r zijn intrede bij de kruisbroeders was hij student inLeuven van 17 fezbruari 1457 tot ca. 1470. In januari 1502 promoveerdehij in Leuven tot doctor in de theologie. Op 31 augustus vandatzelfde jaar werd hij in de raad van de universiteit opgenomen. Hijwerd prior in Goes van 1484 tot 1497 en definitor in i486, 1488,1490, 1492, 1494 en 1496. Meermaals werd hij tot visitator benoemddoor generaal kapittel: in 1488, 1490, 1492 en 1496. In 1497 en 1498verbleef hij in Leuven. In 1498 werd hij benoemd tot professor in detheologie in Hoei, waar hij in 1498 en 1499 ook presidens werd. Hetambt van presidens Hoyensis werd ingevoerd op het generaal kapittelvan 1478. Als motief werd aangegeven dat de orde door het stijgendaantal conventen heel de tijd van de prior-generaal in beslag nam,zodat hij aan zijn eigen huis - Hoei - onvoldoende aandacht konschenken. Het mocht toch niet zijn dat de discipline en de observantievan de leden van het moederhuis hieronder zouden lijden. Daaromzouden de leden van het Hoeise convent in het vervolg een presidenskiezen, die boven de subprior zou staan en het gezag zou hebben vande prioren in de andere huizen evenals de rangorde, dus boven de subpriorenen de rectoren. In 1511 veranderde Cornelius van Clotingendeze regeling: de aanstelling van de president was een recht, dat werdvoorbehouden aan de prior-generaal. Zijn geschriften werden met veelzorg in de bibliotheek van het Hoeise convent bewaard. Als professorin Hoei werden zijn colleges over de Libri sententiarum overigens doorvele seculiere en reguliere geestelijken gevolgd. Hij maakte indruk doorzijn geleerdheid, zijn brede eruditie en zijn ernstig religieus leven. Op12 november 1500 werd hij tot prior-generaal gekozen. Ook na zijnkeuze tot prior-generaal bleef hij actief als professor. Twee maandenvoor zijn dood gaf hij geld aan het convent van Maastricht voor zijnanniversarium. Wellicht wilde hij op deze manier ondersteuning gevenaan dit convent. Hij stierf op 12 oktober 1512 en werd begraven v66rhet hoogaltaar in de kruisherenkerk van Hoei. In de oorspronkelijkeconstituties werd voorgeschreven dat de kruisbroeders een grijs scapulier moesten dragen en een zwarte kap. Stilaan geraakte het dragen vaneen zwart scapulier in de mode. Sommigen meenden in de grijze kleurhet symbool te kunnen zien van het kruishout van Christus, terwijlanderen vonden dat het tegen de armoede was een normaal grijs weefselzwart te gaan verven en het zo een kunstmatige kleur te geven. Hetgeneraal kapittel wenste eenvormigheid en schreef daarom in 1502voor dat alle kruisbroeders een zwart scapulier zouden dragen. Daaropberiep een aantal kruisbroeders zich op de H. Stoel om het grijze


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 43scapulier te behouden, waarna Cornelius van Clotingen in 1506 zijntoevlucht nam tot de juristen van de universiteiten van Leuven enKeulen. Een affirmatief antwoord van de geleerden mocht niet baten.Zelfs toen tweeentwintig jaar later paus Clemens VII de beslissing namdat vanaf Kruisverheffing het grijze scapulier moest worden afgelegd,moest het generaal kapittel nog tot driemaal toe, in 1529, 1530 en1531 op deze kwestie terugkomen om uiteindelijk resultaat teboeken.1241513: Groningen Johannes was donaat in Hoei in 1475. Daarna verhuisdehij naar Ter Apel. Op het generaal kapittel van 1513 werd hijbij de overledenen vermeld.1251514: Hasbanie Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.1261514: Tungris Lambertus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.1271515: Hadis (Haes) Jacobus was kruisbroeder van Schiedam. In 1500werd hij verplaatst naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1515 werdhij bij de overledenen van Schiedam vermeld.1281515: Tongerloy Johannes was kruisbroeder van Hoei. In 1480 werdhij verplaatst naar Beyenburg. In 1482 werd hij voor een jaar naarBuzan£ais gezonden en twee jaar later werd hij aldaar conventualis. In1485 verbleef hij als subprior in Varennes-sur-Allier. Later werd hij rector in Virton. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij deoverledenen vermeld als oud-rector van Virton.1291516: Wonder (Wunder, Vunder) Johannes was kruisbroeder vanMarienfrede. In 1496 en 1497 werd hij door het generaal kapittel naarKeulen gezonden, telkens voor een jaar. In 1499 verhuisde hij voor eenjaar naar Hoei, in 1503 naar Aken, in 1505 naar Hohnscheid, in 1509naar Diisseldorf en in 1510 naar Hoei. Op het generaal kapittel van1516 werd hij bij de overledenen vermeld.130124 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 171, 176, 179, 183, 185, 189, 191, 195, 203, 205,212, 220, 224, 227, 231, 234, 236, 239, 242, 245, 248, 251, 254, 258 en 281; Idem, Hetklooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, pp. 26-27; A. Ramaekers,De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg. 40, 1982, pp. 50-59125 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 146 en 258A. Van de Pasch, Definite..127 A. Van de Pasch, Definities..128 A. Van de Pasch, Definities..129 A. Van de Pasch, Definite..260p. 260pp. 218 en 262, pp. 156, 160, 165, 169 en 262; P. Van den Bosch,Kroniek, in: Clairlieu, 1979, p. 143130 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 204, 207, 214, 229, 235, 247, 249 en 263


44 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1516: Grevensant Wilhelmus was kruisbroeder van Sneek. In 1495 en1508 werd hij verplaatst naar Woudrichem, in 1497 naar Varennessur-Allieren in 1512 naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1516werd hij bij de overledenen vermeld.131- 1519: Donye (Huyensis, Van Vilvoorde) Baltasar was kruisbroeder vanHoei. In 1492 werd hij door het generaal kapittel naar Doningtongezonden. In 1493 keerde hij terug naar Hoei. In 1495 werd hij alsconventualis naar London gestuurd en bleef er tot aan zijn dood. In1509 studeerde hij aan de Universiteit van Leuven. Op het generaalkapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.132- 1519: van Bree Gerhardus was kruisbroeder van Hoei. In 1490 en1519 werd hij naar Namen gezonden en in 1491 naar Buzangais.133- 1519: Pach Johannes was donaat in Hoei. Op het generaal kapittel van1519 werd hij bij de overledenen vermeld.134- 1520: Brey Matthias was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.135- 1521: Henricus was donaat in Hoei. Op het einde van zijn leven washij portier in Hoei. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij deoverledenen vermeld.136- 1521: Biscop Arnoldus was kruisbroeder van Hoei. Hij was senior. Ophet generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.137- 1522: Archlander Dionisius was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.138- 1527: Henricus was kruisbroeder van Hoei. In 1527 werd hij naarMaaseik verplaatst.139- 1528: van Bree Bartholomeus was kruisbroeder van Hoei. Hij was student in de theologie in Leuven van 1499 tot 1503. Van 1503 tot 1508was hij scriptor in Hoei. Van hem bleven diverse handschriftenbewaard op de universiteitsbibliotheek van Luik. In 1508 werd hij naarVarennes-sur-Allier verplaatst, waar hij tot subprior werd aangesteld.Hij bleef er tot in 1527. Op het generaal kapittel van 1528 werd hij bijde overledenen vermeld, "... qui miserrime periit misericordiam".131 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 201, 207, 244, 255 en 263132 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, in: Clairlieu, 1982, pp. 113-115 en 122; A. Van de Pasch, Definite..., pp. 193 en 269133 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 185 en 269134 A. Van de Pasch, Definite.. p. 270135 A. Van de Pasch, Definite.. p. 271136 A. Van de Pasch, Definite..137 A. Van de Pasch, Definite..p. 273p. 273138 A. Van de Pasch, Definite.. p. 276L. Heere, Het Kruisherenklooster te Maaseik v66r de Franse Revolutie, p. 66


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 45A. Ramakers vroeg zich af of hij aan de pest gestorven was of dat hijmeegesleept werd in de stroom van prior-provinciaal Mulot van Parijs,die zich verzette tegen het generaal kapittel, naar Franse onafhankelijkheidstreefde en later naar het protestantisme overging.140- 1528: van den Oever (de Rivo) Wilhelmus werd vermoedelijk inMaastricht geboren en was kruisbroeder van Hoei. In 1497 was hij subprioren van 31 oktober 1497 tot 1502 prior in Kolen-Kerniel. Van 6december 1502 tot 1507 was hij prior in Luik. In 1497, 1503, 1505 en1507 was hij definitor van de orde. Toen hij het klooster van Luik wilderestaureren, kreeg hij moeilijkheden met de procurator, bij wie anderenzich aansloten. Hierop bood hij tijdens een visitatie zijn ontslag aan.Cornelius van Clotingen benoemde hem daarop tot subprior vanDinant (van 1507 tot 1512). Door zijn welsprekendheid en door heelzijn optreden bracht hij dit klooster in aanzien. Op 14 november 1512werd hij prior-generaal gekozen. Na de dood van van Clotingen wenstenalle conventualen van Hoei hem inderdaad als prior. Geduldig in moeilijkheden en een goed zakenman, was hij toegeeflijk in de kloostertucht.Hij verwierf vrienden en Franciscus Conioels, een goed financier enkruisheer te Kolen-Kerniel, maakte hij conventuaal en procurator vanHoei. Er werd een koor gebouwd en een prachtige toren met beiaard. Inhet koor kwam een koperen adelaar. Hij schafte een kostbare koorkapaan van goudlaken en nog twee van damast, een verguld zilveren kruis,waarin de relikwie van het H. Kruis werd geplaatst en andere zilverenreliekhouders. Op 6 augustus 1516 gaf Leo X aan de Engelse kruisherenkloostersvan London en Colchester met de bul A superno veelprivileges, waaronder de pontificalia voor de prioren en derozenkransaflaat, die op 20 augustus 1516 ook aan de prior-generaalwerd gegeven. In 1520 scheidde Michael Mulot, met de steun van debisschop van Parijs, het klooster van Parijs af van de orde. Het kwam toteen proces voor de burgerlijke rechtbank. De prior-generaal verloor ditproces. Op het volgend generaal kapittel adviseerden de definitoren hemhet generalaat neer te leggen. Buiten weten van het convent vertrok hijop 19 juli 1521 en stuurde vanuit Antwerpen zijn procurator terug metde opdracht, dat men een andere prior zou kiezen. Hij ging naarDonnington en later naar London, waar hij op 17 januari 1528 stierf.141140 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 243 en 291; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei enzijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1959, p. 77; A- Ramakers, De Kruisheren en de LeuvenseUniversiteit, 1982, pp. 65- 68141 1960, pp. 27 - 28; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 228, 234, 239, 257, 259, 261,262, 264, 266, 268, 270, 272 en 291; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, pp. 27-28; C.R. Hermans, Annales, 1(2), pp. 5-7


46 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1528: van Gladbach (Glabbeeck) Laurentius was kruisbroeder vanKeulen en prior aldaar in 1521. Eveneens in 1521 was hij definitor vande orde. Op 10 September 1521 werd hij prior- generaal gekozen enbleef dat tot aan zijn dood op 3 oktober 1528. Hij overleed aan depest. Hij schreef aan Michel Mulot om hem tot de gehoorzaamheidterug te brengen. Vervolgens stuurde hij Thomas van Gouda, de priorvan Kolen, als zijn vicarius om het proces opnieuw aanhangig temaken. Het volgde jaar benoemde hij Mulot tot zijn vicarius inFrankrijk. De prior van Parijs kwam hierdoor evenwel niet tot inkeeren trachtte zelfs de andere Franse kloosters van de orde los te maken.In 1530 werd Mulot door een uitspraak van het parlement uit zijnambt ontzet en weggezonden. Gladbeeck onderhield nauwe contactenmet prins-bisschop Erard van der Marck. In 1523 consacreerde Vander Marck de voltooide kerk van Clairlieu. De prins-bisschop at regelmatigmee in het klooster van Hoei. In 1528 verleende Van der Marcktoestemming aan de kruisheren om hun eigen graan te malen in eenmolen op hun terrein. Onder het bestuur van van Gladbach werd doorClemens VII het grijze scapulier in een zwart veranderd.142- 1529: Mensinck (Messinck) Bernardus was kruisbroeder van Bentlage.In 1528 werd hij verplaatst naar Hoei. Hij overleed op 28 augustus1529.143- 1530: Wynanth Nicolas was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.144- 1530: Hyperen Gisbertus was kruisbroeder van Hoei. In 1502 werd hijverplaatst naar Parijs. In 1504 keerde hij terug naar Hoei tot 1512, inwelk jaar hij naar London werd gezonden. In 1529 was hij subprior inDen Bosch. Hij overleed in 1529 of in 1530.145142 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 272, 274, 277, 279, 282, 284, 287, 289, 292 en296; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, p. 29143 A. Van de Pasch, Definite, pp. 291 en 296; H.U. Weiss, Die Kreuzkerren in Wesifalen,p. 246144 A. Van de Pasch, Definite..., p. 296145 A. Van de Pasch, Definite..., p. 296


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 47kruisbroeders in Hoei, 1410-153015010050AA0130■1A87 43mBCD41A = totaal aantal kruisbroeders in Hoei tussen 1410 en 1530B = kruisbroeders ingetreden in HoeiC = kruisbroeders vanuit een ander klooster naar Hoei verplaatstD = kruisbroeders van Hoei naar andere kloosters verplaatst om te helpen bij hervormingHet klooster Clairlieu stuurde in de vijftiende eeuw 41 confratersuit om in andere kloosters de observantie te herstellen. NaarLondon werden zeven en naar Doornik werden zes kruisbroedersgezonden. Uit andere kloosters kwamen 43 kruisbroeders naarHoei als prior-generaal, als subprior of procurator of als kandidaatom via de hake Hoei elders de observantie te gaan helpen realiseren.Keulen leverde zes kruisbroeders, Luik vier, en Sint-Agatha,Venlo en Marienfrede elk drie. 87 kruisbroeders traden in Hoei in,waarvan er 46 hun ganse kloosterleven in Hoei doorbrachten.3.2 Namen (gesticht ca. 1248)Het kruisbroedersklooster van Namen kreeg in 1254 dezelfdepauselijke beschermingsbrief en voorrechten die het klooster vanHoei in 1248 had bekomen.146 Niet Namen maar Hoei profileerdezich in de veertiende eeuw als hoofdklooster van de orde. Rond hetscharnierjaar 1410 speelden niettemin twee prioren van Nameneen rol van betekenis: Jean van Avins, de aftredende prior-generaal,was tot 1396 prior van Namen geweest en in 1415 werd de toen-passim146 zie: R. Janssen, De oorsprong van de Orde van het H. Kruis. in: Clairlieu, jg. 62, 2004,


48 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWmalige prior van Namen, Helmicus Amoris, tot prior-generaalgekozen. Jean van Avins was de observantie niet genegen,Helmicus Amoris wel.Het staat niet vast wanneer Helmicus Amoris prior van Namenwerd. Zijn aanstelling of keuze tot prior geeft wel weer, dat Nameneen van de eerste kloosters was, waar de observantiebeweging werdingezet. Na zijn keuze tot prior-generaal deed Helmicus Amorisberoep op het klooster van Namen om in het convent zelf deobservantie te verdiepen en om in andere kloosters de kloostertuchtte helpen herstellen. Vanaf 1423 werden bijna ieder jaar tweeof drie kruisbroeders uit Namen naar elders gezonden en twee ofdrie naar Namen toe. Daarover ontstonden rond 1428 grotemoeilijkheden. De prior-generaal kreeg nu van het generaal kapittelde opdracht Namen te visiteren en de kruisbroeders van ditklooster naar eigen goeddunken te benoemen. Toch werd slechts66n confrater uit Namen weggestuurd.Tussen 1420 en 1438 werden de prioren van Namen maarzelden tot definitor gekozen. Die van na 1438 waren zeer dikwijlsdefinitor en vooral ook visitator. Onder hen bevonden zich drieNoord-Nederlanders: Johannes van Grave, Simon van Zeeland enJohannes van Sittard. De kruisbroeders van Namen hebben eengroot aandeel gehad in de stichting van het klooster van Maastrichtin 1438. Een kruisbroeder uit Namen werd benoemd tot eersterector in Osterberg in 1432 en een andere kruisbroeder werd in1467 de eerste prior van Franeker.- 1410: Jean van Avins was kruisbroeder van Namen en prior in 1396,toen hij prior-generaal gekozen werd. In 1410 trad hij af en keerdeterug naar Namen.- 1422: Everhardus was kruisbroeder van Namen. In 1419 en 1420 washij prior in Keulen en in 1422 prior in Namen. Hij was definitor vande orde in 1419, 1420 en 1422 en visitator in 1421.147- 1422: Bertholdus was kruisbroeder van Namen. In 1422 keerde hijvanuit Schwarzenbroich terug naar Namen.148147 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 38, 40 en 4348 Archief Clairlieu, 042.29


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 491423: Johannes was kruisbroeder van Parijs en werd in 1423 door hetgeneraal kapittel voor 66n jaar naar Namen gestuurd.1491425: Arnoldus was kruisbroeder van Namen tot 1425. Op bevel vande prior-generaal werd hij in 1425 naar een ander convent gestuurd.Welk convent dit werd, bleef onbekend.1501426: Adrianus was kruisbroeder van Luik. In 1425 en 1426 werd hij,telkens voor 66n jaar, naar Namen gezonden.1511426: Tyel (Tyela, Tila) Gerardus was kruisbroeder van Luik. In 1425stuurde het generaal kapittel hem naar Aken. Een jaar later werd hij ingraviori culpa, voor straf dus naar Namen verplaatst wegens ongehoorzaamheiden grove, beledigende taal.1521428: de Almania Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werdhij voor een jaar naar Namen gezonden. In 1428 verplaatste het generaal kapittel hem naar Keulen.1531430: Bruwilre Thomas was kruisbroeder van Keulen. In 1431 zondhet generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Namen.1541430: Dide (Did, Dyde, Dis) Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1416 was hij prior in Luik. Zes jaar later treffen we hem aan in Sint-Agatha. In dat jaar werd hij voor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In 1425 verbleef hij in Aken en van 1426 tot 1430 in Namen. In1430 werd hij verplaatst naar Kolen-Kerniel.1551433: van Amsterdam Nicolaas was kruisbroeder van Namen in1433.1561434: Rauwart (Rewart) Nicolaas was kruisbroeder van Namen. Hetgeneraal kapittel van 1422 zond hem naar Keulen en dat van 1425zond hem naar Schwarzenbroich. In 1425 werd hij naar Hohenbuschverplaatst. Van 09 februari 1430 tot 17 december 1434 was hij priorvan Namen. Hij overleed na 1434.1571436: Jacobus was kruisbroeder van Namen en prior en definitor in1436.158149 A. Van de Pasch, Definities...150 A. Van de Pasch, Definities...151 A. Van de Pasch, Definities...152 A. Van de Pasch, Definities...153 A. Van de Pasch, Definities...154 A. Van de Pasch, definities...155 A. Van de Pasch, Definities.p. 47p. 51pp. 50 en 52pp. 50 en 52pp. 47 en 56p. 60pp. 44, 50, 52, 54, 57 en 60; Idem, Monastere desCroisiers a Huy. in: Monasticon Beige, II, 1955, p. 417; Aantekeningen Th. Van den Elzen,042.29156 U. Berliere, Les Croisiers de Namur. in: Monasticon Beige, t.l, 1890, 1897, p. 189157 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 45 en 50; U. Berliere, Les Croisiers de Namur,p. 151158 A. Van de Pasch, Definities..., p. 68


50 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1437: Turnout Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Van 1435 tot1437 verbleef hij in Condren. In 1437 werd hij verplaatst naarDoornik.159- 1441: Amoris (van Zutphen) Helmicus was kruisbroeder van Venlo.Van 1413 tot 1415 was hij prior van Namen.- 1442: van Goch (Kok, Cock) Johannes Kneelius was kruisbroeder vanSint-Agatha. In 1416 was hij prior van Sint-Agatha. In 1425 verplaatstehet generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Namen, causa reformationis,dus om er de observantie te leren. In 1427 werd hij weer voore^n jaar naar Namen verplaatst. In 1426 verhuisde hij voor 66n jaarnaar Hohenbusch. In 1428 werd hij voor 66n jaar naar Aken gezonden.Op het generaal kapittel van 1442 werd hij bij de overledenen vermeld.160- 1442: Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431 werd hij verplaatst naar Luik. In 1442 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden.161- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.162- 1446: Minne de Zutphania Johannes was kruisbroeder van Namen.Van 1423 tot 1426 verbleef hij in Luik. In 1430 werd hij voor 66n jaarnaar Goes verplaatst. Van 1443 tot 1446 was hij subprior in Doornik.Op het generaal kapittel van 1446 werd hij bij de overledenen vermeld.Hij was een broer van prior-generaal Helmicus Amoris van Zutphenen van Gerhard Zerbolt van Zutphen (1367-1398), 66n van de eersteModerne Devoten, die enkele belangrijke werken schreef over de theorieen praxis van het spirituele leven.163159 A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieures de Condren et de Chauny. in : Clairlieu,jg. 56, 1998, p. 59160 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50, 52, 54, 56 en 79161 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 62 en 78; M. Hayden, The Crutched Friars inEngland, in: Clairlieu, 1989, p. 165162 A. Van de Pasch, Definities..., pp.. 47, 56, 69, 70 en 81; A. Bochin, Les Croisiers enPicardie: les Pneuris de Condren et de Chauny, p. 59; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw..., p. 70163 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 51, 60, 80 en 86; R. Janssen, Kroniek, in:Clairlieu, 1988, pp. 124 en 126


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 511448: van Meraede Conradus was kruisbroeder van Keulen. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Namen gezonden. Op het generaal kapittelvan 1448 werd hij bij de overledenen vermeld.1641450: de Acoy (Ackoy de) Johannes was kruisbroeder van Asperen. In1428 werd hij verplaatst naar Namen en verbleef aldaar tot 1450. Ophet generaal kapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.1651451: van Oldenkerken (Aldenkirchen) Henricus was kruisbroedervan Schwarzenbroich. In 1430 werd hij naar Condren verplaatst, eenjaar later naar Namen en in 1432 naar Suxy. Van 1432 tot 1451 washij prior van Suxy. Op het generaal kapittel van 1451 werd hij bij deoverledenen vermeld.1661453: de Gandavo Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1440werd hij voor 66n jaar naar Namen gezonden, in 1443 voor 66n jaarnaar Maastricht en in 1447 voor een jaar naar Ivoy-Carignan. Op hetgeneraal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.1671454: de Lyra Johannes was kruisbroeder van Namen. Op de generatekapittels van 1440 en 1441 werd hij telkens voor een jaar naarDoornik gezonden. Op het generaal kapittel van 1454 werd hij bij deoverledenen vermeld.1681457: Werdt Johannes Petrus was kruisbroeder van Namen. In 1432werd hij aangesteld tot rector en later tot prior van Osterberg (tot1446). Van 1447 tot 1448 was hij prior van Bentlage. In 1448 trad hijterug als prior. In 1448 werd hij subprior in Kolen-Kerniel. Op hetgeneraal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.1691457: Reven (Renen, Reen, Roem) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1425 was hij er scriptor. In dat jaar werd hij naarHohenbusch gezonden. In 1431 werd hij voor 66n jaar naar Beyenburggestuurd voor de hervorming van het klooster aldaar. Omstreeks 1440werd hij gei'ncorporeerd in Schwarzenbroich, waar hij subprior werd.Hij verbleef aldaar in het klooster tot 1446 en opnieuw in 1457 en1458. In 1446 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden. Een164 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46 en 89165 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 56 en 93166 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 60, 61, 63 en 94; P. Van den Bosch, Kroniek, in :Clairlieu, jg.37, 1979, pp. 137-138; P. Hannick, Prieurides Croisiers a Virton. in: Monasticonbeige, t.5, Liege, 1975, p. 341167 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 75, 80, 87 en 99; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw..., p. 71168 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 75, 77 en 101169 P. Van den Bosch, Studien over de observance..., pp. 212, 238 en 249; A. Van de Pasch,Definities..., pp. 63, 89 en 106


52 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWjaar later werd hij voor 66n jaar conventualis van Bentlage. Na 1447werd hij subprior en novicenmeester in Marienfrede. Op het generaalkapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.170- 1457: de Bruxellis Egidius was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.171- 1458: van Testelt (Testert, Testelet) Michael was kruisbroeder vanNamen. Hij verbleef in Namen in 1423, 1427-1429 en 1455-1458. In1423 werd hij voor 6en jaar naar Aken gezonden 'pro reformatione. Van6 januari 1427 tot 6 februari 1429 was hij prior van Namen en lateropnieuw van 1455 tot 1458. Op 26 juni 1431 werd hij prior van Goes.Door Michael van Testelt in 1436 naar Maastricht te zenden, hebbende kruisbroeders van Namen een groot aandeel gehad in de stichtingvan het klooster van Maastricht. Hij werd er eerst rector en later prior(1436-1455) en procurator (zeker in 1453). In Maastricht richtte hijin 1438 de broederschap van het H. Kruis op. Als predikant genoot hijfaam. Op het generaal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenenvermeld. Hij overleed op 9 juli 1458.172- 1459: Otto was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van1459 werd hij bij de overledenen vermeld.173- 1459: Mattheus was conversus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.174- 1459: Vincensius was kruisbroeder van Namen. In 1458 werd hij verplaatstnaar Doornik en in 1459 naar Condren.175- 1461: de Westphalia Johannes was kruisbroeder van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1461 werd hij bij de overledenen vermeld.176- 1461: Binet (Bynet, Bincet) Jean was kruisbroeder van Caen, minstensvanaf 1454. Als tuchtmaatregel werd hij in 1457 voor een jaar naarNamen gezonden en moest hij zich ter beschikking houden van deprior-generaal. Op het generaal kapittel van 1461 werd hij bij deoverledenen vermeld.177170 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50, 61, 86, 87 en 108171 A. Van de Pasch, Definities..., p. 106172 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw...,p.70; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 70, 74, 75, 78 en 110; C.R. Hermans, Annales,II, p. 278; U. Berliere, Les Croisiers de Namur, p. 151173 A. Van de Pasch, Definities..., p. 110A. Van de Pasch, Definities..175 A. Van de Pasch, Definities..p. 110, pp. 198 en 109; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les60Prieuris de Condren et de Chauny, p.176 A. Van de Pasch, Definities..177 A. Van de Pasch, Definities..Le PrieureSainte-Croix de Caen, in : Clairlieu, jg.25, 1967, p. 48, p. 115pp. 106 en 115; A. Durand, Les Croisiers en Normandie.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 531461: de Gravia (Aquensis, de Graux) Johannes was kruisbroeder vanNamen. Hij werd geboren in Grave. Tot 1425 verbleef hij in Namen.In 1425 en 1426 werd hij naar Aken gezonden en in 1427 naar Hoei(1427). In 1435 treffen we hem aan in Parijs. Van 1438 tot 1452 washij prior van Namen, vervolgens tot 1460 prior van Aken en in 1460en 1461 prior in Caen. Hij werd definitor van de orde in 1438, 1441,1443, 1445, 1448, 1450, 1454, 1456 en 1458. In 1450 werd hij visitatorvan Keulen en in 1451 van Doornik. Hij overleed in 1461.1781462: Lambertus was kruisbroeder van Namen. Van 1427 tot 1462was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1435, 1445, 1453 en1457. Vanuit Namen werd hij in 1427 naar Parijs gezonden pro reformatione'.Op het generaal kapittel van 1462 werd hij bij de overledenenvermeld.1791462: Joannes was donatus van Namen. Op het generaal kapittel van1462 werd hij bij de overledenen vermeld.1801463: Gladbach Johannes was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.1811464: Gerardus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenen vermeld.1821467: Alani Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werd hijvoor 66n jaar naar Namen gezonden. In 1428 stuurde het generaalkapittel hem naar Keulen. In 1460 verhuisde hij voor 66n jaar naarCaen. Daarna keerde hij terug naar Parijs. Op het generaal kapittel van1467 werd hij bij de overledenen vermeld.1831468: Arnoldus was conversus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.1841469: van Aalst (Alusco, Alusto) Henricus was kruisbroeder vanMaastricht. Een tijdlang was hij aldaar procurator (zeker tussen 1458en 1460) en in 1460 en 1461 subprior. In 1461 werd hij verplaatstnaar Ivoy-Carignan, in 1462 naar Namen en in 1463, 1464, 1465 en1466 werd hij door het generaal kapittel telkens voor 66n jaar ver-178 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50, 52, 54, 67, 69, 71, 76, 80, 82, 88, 89, 91, 93 en95; A. Durand, Les Croisiers en Normandie. Le Prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 49;C.R. Hermans, Annales, II, p. 157179 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 54, 56, 63, 66, 82, 97, 105 en 117A- Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...184 A. Van de Pasch, Definities...pp. 117-118p. 120p. 123pp. 47, 56, 112 en 130p. 132


54 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWplaatst naar Aken. In 1466 keerde hij terug naar Maastricht. In 1469werd hij conventualis van Aken met onderling goedvinden van de conventenvan Aken en Maastricht.185- 1469: de Dixmuda Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.186- 1470: Marecht Ricardus was kruisbroeder van Namen. In 1469 en1470 werd hij naar Caen gezonden, telkens voor 66n jaar. In 1470werd hij verplaatst naar Buzancais.187- 1474: de Butheren Johannes was kruisbroeder van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.188- 1474: Peer Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.189- 1474: Florentius was kruisbroeder van Doornik. In 1473 werd hij verplaatst naar Luik en in 1474 voor een jaar naar Namen.190- 1476: Egidius was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittelvan 1476 werd hij bij de overledenen vermeld.191- 1478: de Gandavo Zegerus was kruisbroeder van Namen. In 1464werd hij verplaatst naar Parijs en in 1466 naar Toulouse. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenen van Namen vermeld.192- 1478: de Bruxella Henricus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.193- 1478: Adrianus was kruisbroeder van Namen. In 1475 werd hij verplaatst naar Venlo en in 1476 en 1478 naar Parijs, telkens voor eenjaar.194- 1478: Maurick Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1430werd hij voor een jaar naar Namen verplaatst. In 1436 werd hij naarGoes gezonden. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij deoverledenen vermeld.195185 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 114, 117, 119, 123, 125, 127 en 134; R. Janssen,De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw..., p. 70186 A. Van de Pasch, Definities..., p. 134187 A. Van de Pasch, h Definities..pp. 134 en 136188 A. Van de Pasch, Definities..189 A. Van de Pasch, Definities..190 A. Van de Pasch, Definities..,191 A. Van de Pasch, Definities..192 A. Van de Pasch, Definities..193 A. Van de Pasch, Definities..194 A. Van de Pasch, Definities..195 A. Van de Pasch, Definities..p. 144p. 144pp. 142 en 144p. 148,pp. 122, 127 en 153, p. 153, pp. 146, 148 en 153, pp. 60, 69 en 153


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 551479: Trappart (Trappert, de Tongris) Giulielmus was kruisbroedervan Namen. In 1453, 1454 en 1455 werd hij telkens voor e&i jaar naarDoornik gezonden. In 1456 verhuisde hij voor 66n jaar naar Hoei.Daarna keerde hij terug naar Namen tot hij in 1467 als eerste prior vanFraneker werd aangesteld. Een jaar later werd hij prior van Kolen-Kerniel tot 1471. In 1459 visiteerde hij de kloosters van Doornik,Toulouse en Parijs. Op het generaal kapittel van 1479 werd hij bij deoverledenen vermeld.1961480: de Londonio Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431werd hij verplaatst naar Luik. In 1441 werd hij een jaar naar Namengezonden voor penitentie. Op het generaal kapittel van 1480 werd hijbij de overledenen van London vermeld.1971482: Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1482 werd hij eenjaar naar Buzansais gezonden.1981483: deThermonde Bartholomeus was kruisbroeder van Namen. Hijwas definitor van de orde in 1454, 1456, 1458 en 1460. Eerst was hijin Namen subprior (zeker in 1470) en later prior (zeker in 1483). Ophet generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1991483: de Sail (Sal) Jacobus was kruisbroeder van Namen. Hij waspredikant. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij stierf op 13 augustus 1483 aan de pest, die in Namentoesloeg en werd in de kruisbroederskerk begraven.2001483: Meldaet Johannes was kruisbroeder van Namen. Hij was de kokvan het klooster. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.2011483: Rad Johannes was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.2021484: Mechelina Gregorius was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.203196 A. Van de Pasch, Definities...., pp. 98, 101, 102, 104, 111, 129 en 155; L. Heere,Prieuri de Kolen, Kerniel. in: Monasticon beige, t.VI, Liege, 1976 p. 256; P. Van den Bosch,Studien over de observance..., p. 76197 A. Van de Pasch, Definities...., pp. 62, 78 en 157; J.M. Hayden, The CrutchedFriarsrevisitedy p. 73198 A. Van de Pasch, Definities...., p. 160199 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 100, 103, 107, 111 en 166; U. Berliere, Les CroisiersdeNamur, p. 151200 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166; A. Ramaekers, Kroniek, in: Clairlieu, jg.46,1988, p. 119201 A. Van de Pasch, Definities..., p. 163202 A. Van de Pasch, Definities..., p. 163203 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166


56 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1484: de Lovanio Henricus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.204- 1484: Sartor Johannes was donatus van Namen. In 1461 werd hij verplaatst naar Falkenhagen en in 1484 naar Doornik.205- 1484: van Moll Matthias was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In 1440en 1448 werd hij verplaatst naar Namen. Van 1461 tot 1465 was hijprior van Kolen-Kerniel. Hij werd afgezet in 1465 en verplaatst naarDinant. Daarna zou er gedurende enkele jaren geen prior geweest zijnin Kolen. In 1466 verbleef hij in Namen. In 1470 werd hij voor 66njaar naar Venlo verplaatst en van 1472 tot 1474 verbleef hij inMarienfrede. In 1483 tenslotte werd hij voor 66n jaar naar Maastrichtverplaatst. In 1462 was hij visitator. Op het generaal kapittel van 1484werd hij bij de overledenen vermeld.206- 1484: Linteris Goldewinus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.207- 1484: Henricus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.208- 1484: Matthias was kruisbroeder van Aken. In 1480 werd hij voor 6cnjaar naar Namen gezonden. Op het generaal kapittel van 1484 werd hijbij de overledenen vermeld.209- 1485: Prim (Prym) Arnoldus was kruisbroeder van Marienfrede. In1484 werd hij voor e&i jaar verplaatst naar Namen en in 1485 voor 66njaar naar Nieuwland.210- 1485: Santen Gherhardus was kruisbroeder van Emmerik. In 1485werd hij voor ein jaar naar Namen verplaatst.211- 1485: Ballini (Balieu, Balne, Balue, Balun) Joannes was kruisbroedervan Doornik. In 1474 verplaatste het generaal kapittel hem voor 66njaar naar Ivoy-Carignan en in 1476 voor 66n jaar naar Namen. Van1477 tot 1485 was hij subprior in Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.212204 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166205 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 115 en 165206 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 75, 89, 118, 127, 137, 140, 142, 144, 162 en 166;L. Heere, Prieuri de Kolen, KernieU p. 256; Th. van den Elsen, Kroniek, in: Clairlieu, jg.37,1979, p. 125; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiendeeeuw..., p. 75207 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166208 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166209 A. Van de Pasch, Definities...., pp. 156 en 166210 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 165 en 169211 A. Van de Pasch, Definities..., p. 169212 A. Van de Pasch, Definities..., p. 144, 148, 150 en 170


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 57- I486: de Zelandia Simon was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel zond hem in 1446 en 1447 naar Parijs, telkens voor e'e'n jaar.Van 1463 tot 1479 was hij prior van Namen. Hij stierf in Namen. Ophet generaal kapittel van 1486 werd hij bij de overledenen vermeld.213- 1487: de Wiringa Nanno was kruisbroeder van Asperen. In 1479 werdhij voor ee'n jaar naar Namen verplaatst. Op het generaal kapittel van1487 werd hij bij de overledenen vermeld.214- 1487: Jacobus was donatus van Nieuwland. Het generaal kapittelstuurde hem in 1487 voor e'en jaar naar Namen.215- 1487: Hogeloen Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1487 werd hij bij de overledenen vermeld.216- 1491: Nomanus Augustinus was kruisbroeder van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.217- 1493: Duborch (Denborn) Theodericus was kruisbroeder vanNieuwland. In 1484 werd hij verplaatst naar Namen. Drie jaar laterwerd hij voor e'e'n jaar verplaatst naar Sneek en in 1489 voor e'e'n jaarnaar Asperen. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij deoverledenen van Nieuwland vermeld.218- 1493: Engelbertus was conversus van Hohnscheid. In 1493 werd hijnaar Namen gezonden, terwijl broeder Johannes uit Namen naarHohnscheid werd gezonden. Beiden moesten blijven tot op het ogenblikdat zij door het generaal kapittel terug naar hun domus nativazouden worden gezonden.219- 1493: Johannes was conversus van Namen. In 1482 werd hij voor ee'njaar naar Buzan^ais gezonden. In 1490 verplaatste het generaal kapittel hem voor e'en jaar naar Brandenburg. In 1493 verhuisde hij totnader order naar Hohnscheid, terwijl Engelbertus van Hohnscheidtijdelijk naar Namen kwam.220- 1493: Glinus was kruisbroeder van Chauny. In 1493 werd hij naarNamen verplaatst.221- 1494: Daniel was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittelvan 1494 werd hij bij de overledenen vermeld.222213 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 85, 87, 118, 131, 135, 139, 143, 154 en 172;U. Berliere, Les Croisiers de Namur, pp. 151 en 189A. Van de Pasch, Definities..., pp. 155 en 1765 A. Van de Pasch, Definities...6 A. Van de Pasch, Definities...7 A. Van de Pasch, Definities...8 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...:A. Van de Pasch, Definities....A. Van de Pasch, Definities...,A. Van de Pasch, Definities...175p. 176p. 188pp. 165, 175, 182 en 193p. 193pp. 160, 185 en 193p. 193p. 198


58 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1495: Atfeder Conradus was kruisbroeder van Hohnscheid. In 1495verhuisde hij voor 66n jaar naar Namen.223- 1495: Meppen Johannes was kruisbroeder van Bentlage. In 1448 verplaatstehet generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Namen. Het volgendejaar verhuisde hij naar Doornik. Op het generaal kapittel van1496 werd hij bij de overledenen vermeld.224- 1495: Namuriensis Michael was kruisbroeder van Namen. In 1495werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier.225- 1495: Nicolaus was kruisbroeder van Namen. In 1495 werd hij verplaatst naar London.226- 1496: Sye Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1496 verbleef hijin Lannoy.227- 1496: Mechliniae was kruisbroeder van Namen. In 1493 werd hij alshulp naar Parijs gezonden; in 1495 keerde hij terug uit de gevangenisnaar zijn convent. In 1496 ontving hij straf wegens het niet gehoorzamenaan een besluit van het generaal kapittel.228- 1497: Antwerpie Johannes was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1497 werd hij bij de overledenen vermeld.229- 1497: Petrus was donatus van Namen en portier. Op het generaalkapittel van 1497 werd hij bij de overledenen vermeld.230- 1498: We weten niet van welk klooster Johannes van Sittard kruisbroeder was. Van 1488 tot 1498 was hij prior van Namen. Tevens washij definitor van de orde in 1488, 1490, 1494 en 1497. Op het generaal kapittel van 1499 werd hij bij de overledenen van Namen vermeld.231- 1500: Peregrinus Robert was kruisbroeder van Caen. Het generaalkapittel verplaatste hem in 1468 en 1469, telkens voor 66n jaar, naarNamen en in 1470 voor een jaar naar Buzan£ais. Daarna keerde hijterug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1500 werd hij bij deoverledenen vermeld.232223 A. Van de Pasch, Definities..., p. 201; P. Van den Bosch, Studien over de observantie...,p. 192224 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 87, 89 en 205; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfamen, p. 246225 A. Van de Pasch, Definities..., p. 200226 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 75227 A- Van de Pasch, Definities..., p. 204pp. 193, 201 en 204228 A. Van de Pasch, Definities..229 A. Van de Pasch, Definities..230 A. Van de Pasch, Definities..231 A. Van de Pasch, Definities..232 A. Van de Pasch, Definities..p. 208p. 208pp.176, 183, 195, 206 en 215pp. 176 132, 134, 136 en 219


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 591501: Mol Nicolas was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.2331501: de Linteris Foillanus was kruisbroeder van Namen. Hij werdgeboren ca. 1455. In 1483 werd hij verplaatst naar Buzan^ais. Laterkeerde hij terug naar Namen en was daar scriptor. Op het generaalkapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.2341502: Hubertus was kruisbroeder van Namen. Hij was subpriorgeweest in Sint-Annaland en in Namen (tot 1502). Op het generaalkapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.2351503: Schuys Johannes was donaat in Namen. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij naar Helenenberg gezonden.2361504: Wilhelmus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij de overledenen vermeld.2371506: de Insulis Nicolas was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel van 1495 verplaatste hem naar London. Hij werd diaken gewijdop 17 december 1502 en werd Nicolas jr. van London genoemd.Hij bleef er tot 1503. Dan verhuisde hij naar Donnington. In 1504werd hij prior van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1506 werdhij bij de overledenen vermeld.2381508: Sittert Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.2391508: van Clotinghen Arnoldus was kruisbroeder van Hoei. In 1477werd hij voor een jaar naar Namen gezonden.1508: van Duisburg Jacobus was kruisbroeder van Namen. Van 1497tot 1503 was hij prior aldaar. Op het generaal kapittel van 1508 werdhij bij de overledenen vermeld.2401508: van Mechelen Wilhelmus was kruisbroeder van Namen. Van1501 tot 1507/1508 was hij rector van Virton. Op het generaal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.241233 A. Van de Pasch, Definities...234 A. Van de Pasch, Definities...235 A. Van de Pasch, Definities...236 A. Van de Pasch, Definities...237 A. Van de Pasch, Definities...238 A. Van de Pasch, Definities...Friars revisited, p. 76239 A. Van de Pasch, Definities...240 A. Van de Pasch, Definities...241 A- Van de Pasch, Definities.Clairlieu, jg.37, 1979, p. 143p. 222pp. 162 en 222pp. 226 en 265p. 229p. 233pp. 200, 229, 232 en 238; J.M. Hayden, The Crutchedp. 241p. 244; U. Berliere, Les Croisiers de Namur, p. 151., pp. 218 en 244; P. Van den Bosch, Kroniek, in:


60 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1508: Martinus was kruisbroeder van Namen. Hij was in 1508 procurator. Op het generaal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenenvermeld.242- 1509: Pur Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1500 en 1501werd hij rector van Virton. Vermoedelijk keerde hij daarna terug naarNamen. In 1509 werd hij verplaatst naar London.243- 1510: Matthias was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.244- 1511: Harkx Petrus was kruisbroeder van Namen. In 1511 werd hijverplaatst naar Varennes-sur-Allier.245- 1512: van Luik (Scaffdries) Jacobus was kruisbroeder van Maastricht.In 1498 legde hij professie af. Hij werd diaken gewijd in februari 1500.Een jaar later volgde de priesterwijding. In 1512 werd hij verplaatstnaar Namen.246- 1512: Gynck Henricus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij naar Doornik gezonden.247- 1513: van Turnhout (Turnout) Adrianus was kruisbroeder van Namen,zeker van 1488 tot 1513. Hij was scriptor aldaar. Hij kopieerde in1488 Postilla van Nicolaus de Lyra. Op het generaal kapittel van 1513werd hij bij de overledenen vermeld.248- 1514: Herstel Petrus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.249- 1516: de Sittart (Zelart) was kruisbroeder van Namen. In 1494 werdhij verplaatst naar Le Verger, waar hij subprior werd. Een jaar laterwerd hij tot 1508 prior van Varennes-sur-Allier. Dan keerde hij terugnaar Namen en was er tot 1516 prior. Hij was definitor van de orde in1511. Op het generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenenvermeld.250- 1518: Fredericus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.251242 A. Van de Pasch, Definities..., p. 244243 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 218, 244 en 246; P. Van den Bosch, Kroniek, in:CLtirlieu, jg.37, 1979, p. 143244 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250245 A- Van de Pasch, Definities..., p. 252246 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw...%p. 76247 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256248 A. Van de Pasch, Definities..., p. 258; P. Van den Bosch, Kroniek in: Clairlieu, je.36,1978, p. 176249 A. Van de Pasch, Definities..., p. 260250 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 197, 200, 243, 251 en 263251 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 61- 1519: van Hasselt Christianus werd in 1519 naar Namen verplaatst.Het is niet bekend welk zijn domus nativa was.252- 1519: de Bree Gerhardus was kruisbroeder van Hoei. In 1490 en 1519verbleef hij in Namen.- 1520: Avent Petrus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.253- 1520: Andreas was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittelvan 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.254- 1521: Hellinck Johannes was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel van 1504 bevestigde dat hij in Lannoy moest blijven. Wanneerhij daarheen verplaatst werd, weten we niet. Op het generaal kapittelvan 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.255- 1523: Mol Wilerus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.256- 1525: Peer Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1490 werd hijvoor een jaar naar Brandenburg gestuurd. Hij werd kloosterjubilaris inNamen. Op het generaal kapittel van 1525 werd hij bij de overledenenvermeld.257- 1525: Coessen Gerardus was kruisbroeder van Namen. In 1525 werdhij naar Lannoy verplaatst.258- 1526: van Eyck (Maeseyck van) Johannes was donaat van Maastricht.In 1463 was hij ingetreden. Zeker van 1521 tot 1526 was hij kok inMaastricht. In 1526 verhuisde hij naar Namen.259- 1526: Hevelet Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1526 werdhij naar Namen verplaatst. Op het generaal kapittel van 1527 werd hijbij de overledenen vermeld.260- 1526: Rolandus was kruisbroeder van Namen. Op het generaal kapittel van 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.261- 1530: van Leuven Cornelius was kruisbroeder van Namen. Hij werdprior van Namen van 1522 tot 1527 en daarna rector van Virton. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.262252 C.R. Hermans, Annales, III, p. 114; A. Van de Pasch, Definities..., p. 419253 A. Van de Pasch, Definities..., p. 271A. Van de Pasch, Definities.. p. 271A. Van de Pasch, Definities.. pp. 232 en 273' A. Van de Pasch, Definities.. p. 278A. Van de Pasch, Definities.. pp. 185 en 2831 A. Van de Pasch, Definities.. p. 283R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw..., p. 73A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..1979, p. 144pp. 285 en 288p. 286p. 296; P. Van den Bosch, Kroniek, in: Clairlieu, jg.37,


62 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWkruisbroedersinNamen, 1410-1530150i100500'//120Jim■ aAB79■1141 37' HP ■Pt^CDIn het klooster Namen verbleven tussen tussen 1410 en 1530honderdtwintig kruisbroeders. Negenenzeventig van hen traden inNamen in. Zevenendertig van de ingetreden kruisbroeders werdennaar andere kloosters verplaatst. Naar Buzangais en Doornik werden telkens drie confraters verplaatst. Naar Lannoy, Parijs,Varennes en Virton werden telkens twee confraters gezonden.Eenenveertig kruisbroeders kwamen uit andere kloosters naarNamen: vier uit Keulen en Sint-Agatha, drie uit Doornik en Parijsen twee uit Caen, Hoei, Hohnscheid, London, Luik, Maastricht,Nieuwland en Schwarzenbroich. Tweeenveertig kruisbroedersbrachten gans hun kloosterleven in Namen door.Luik (gesticht voor 1270)De besluiten van de generate kapittels wekken de indruk, dat dekruisbroeders van Luik voor 1425 geen aanhangers van de observantiewaren. Toch is dit beeld niet helemaal correct. Hoeise kruisbroeders werden inderdaad naar Luik gestuurd en Luikse kruisbroeders werden voor een of twee jaren verplaatst naar anderekloosters.263 Toen het convent van Luik Gerardus van Goch in1418 tot prior koos, reageerde Hoei kregelig: het generaal kapittelbepaalde dat voortaan de subprior van Hoei elders niet meer totprior mocht gekozen worden. De keuze van van Goch tot prior263 P. Van den Bosch, Studien over de observantie.., pp. 77-79


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 63duidt erop, dat een meerderheid in Luik gewonnen was voor deobservantie. Vanaf 1425 waren de Luikse conventualenvoorvechters van de observantie.Henricus van Nijmegen, de pastoor van de Sint-Martinuskerkvan Luik en omwille van zijn liefdadigheid voor de armen bij deLuikenaren zeer bemind, trad in bij de kruisbroeders van Luik. In1427 stuurde het generaal kapittel hem naar Parijs om er als priorhet kruisbroedersklooster voor de observantie te winnen. In 1433werd hij tot prior-generaal gekozen.Henricus van Nijmegen was de eerste Luikse kruisbroeder, diemeewerkte aan de verspreiding van de observantie in de orde. Nahem volgden andere Luikse prioren en conventualen: Wilhelmusvan Zutphen werd in 1442 aangesteld tot prior van Kolen. In 1456werd hij benoemd tot visitator van de Engelse kloosters. JacobusStoefF was herhaaldelijk visitator en definitor. Hij stierf in Toulousein 1465, waar hij prior was geworden om de observentie te herstellenin Salignac en in Toulouse. StoefF werd in Luik opgevolgddoor Peregrinus van Kampen, die in 1463 tot prior-generaal werdgekozen.Behalve de prioren hebben ook gewone Luikse conventualengeholpen bij de hervorming van de kloosters van Parijs, Doorniken Toulouse en tevens bij de oprichting van nieuwe kloosters inSchiedam, Franeker, Maastricht en Kolen-Kerniel.Tussen 1400 en 1530 bewoonden 108 kruisbroeders het klooster.Onder de prioren en leden van het convent van Luik waren inde vijftiende eeuw heel wat Noord-Nederlanders.- 1400: de Chimay Hugo was kruisbroeder van Luik. In 1399 was hijdefinitor en prior in 1399 en 1400). 264- 1422: Hoen Johannes was kruisbroeder van Luik. In 1422 werd hijverplaatst naar Schwarzenbroich.265264 A. Van de Pasch, Monastere des Croisiers h Liege, in : Monasticon Beige, II, 1928, p. 417265 Archief Clairlieu, 042.29


64 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1422: van der Wye Conradus was kruisbroeder van Schwarzenbroichen werd in 1422 naar Luik verplaatst.266- 1423: Henricus was conversus van Schwarzenbroich. In 1423 werd hijverplaatst naar Luik.267- 1426: Adrianus was kruisbroeder van Luik. In 1425 en 1426 werd hijtelkens voor een jaar naar Namen verplaatst.- 1426: Tyel (Tyela, Tila) Gerardus was kruisbroeder van Luik. In 1525werd hij verplaatst naar Aken en in 1426 naar Namen (voor straf).- 1428: Hinricus was kruisbroeder van Parijs en definitor van de orde in1428. In de jaren twintig verbleef hij een tijdlang in het klooster inLuik.268- 1428: Pellificus Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1428 werd hijvoor een jaar naar Luik verplaatst.269- 1430: Dide (Did, Dyde, Dis) Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1416 was hij prior van Luik. In 1422 werd hij vanuit Sint-Agathavoor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In 1425 werd hij verplaatst naar Aken. Van 1426 tot 1430 verbleef hij in Namen en in1430 werd hij naar Kolen-Kerniel gezonden.- 1431: Petrus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1431 werd hijvoor een jaar verplaatst naar Luik.270- 1435: de Tornaco Johannes was laicus van Luik. In 1423 en 1425 werdhij telkens voor een jaar naar Aken verplaatst. In 1426 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich in 1427 naar Sint-Agatha en in 1428naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenenvermeld.271- 1437: Arnoldus was kruisbroeder van Luik. In 1437 werd hij voor eenjaar naar Goes verplaatst.272- 1441: Portegael Herman was kruisbroeder van Luik. In 1441 werd hijvoor e'en jaar naar Maastricht gezonden pro nova domo erigenda.m- 1442: Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431 werd hij naarLuik gezonden en in 1442 voor penitentie naar Namen.266 Archief ClairUeu, 042.29267 A. Van de Pasch, Definities..., p. 47268 A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities.van Maaseik in de vijfiiende eeuiv...> p. 71p. 55p. 56p. 62pp. 47y 50, 52, 54, 56 en 67p. 70., p. 78; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 651445: van Goes Petrus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1431 werd hij voor een jaar naar Luik gezonden. In 1435 verhuisde hijnaar Parijs en in 1441 naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1445 werd hij bij de overledenen vermeld.2741446: Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor 66njaar naar Luik verplaatst en in 1446 voor 66n jaar naarSchwarzenbroich.2751446: Minne de Zutphania Johannes was kruisbroeder van Namen.Van 1423 tot 1426 verbleef hij in Luik. In 1430 woonde hij een jaarin Goes. De overige jaren verbleef hij in Namen behalve in de jaren1443 tot 1446, toen hij subprior werd in Doornik. Op het generaalkapittel van 1446 werd hij bij de overledenen vermeld.1449: Martini Johannes was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.2761450: Diisseldorf Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. In 1430werd hij voor e^n jaar verplaatst naar Luik. Van 1431 tot 1448 was hijprior van Beyenburg en in 1431 definitor van de orde. Op het generaal kapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.2771451: van Nijmegen Henricus was kruisbroeder van Luik. Van 1427tot 1433 verbleef hij in Parijs voor de hervorming van het klooster. Hijwerd er prior en in 1428 tevens definitor van de orde. Van 1433 tot1461 was hij prior-generaal.1451: van Zutphen Gerardus was kruisbroeder van Aken. In 1441werd hij voor den jaar verplaatst naar Luik. Van 1443 tot 1451 verbleefhij in Schiedam. De benoeming werd door het generaal kapitteltelkens voor enkele jaren gedaan.2781452: Bloem Johannes was kruisbroeder van Goes. In 1443 werd hijverplaatst naar Schiedam. Daar verbleef hij tot aan zijn dood, behalvein het jaar 1448. Want in dat jaar werd hij naar Luik gezonden. Op hetgeneraal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenen vermeld.2791452: Scutir (Scutier, Ferutier) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1434 en 1442 was hij procurator in Luik. In 1445 werd hij voor een274 A- Van de Pasch, Definities..., pp. 62, 67, 78 en 84275 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83 en 148276 A. Van de Pasch, Definities..., p. 91277 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 60, 61 en 93; E Olischlager, Die Monche zuBeyenburg. in: Zeitschrift des Bergischen Geschichtsverein. Bonn, dl.10 (1874), p. 36278 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 72, 77, 81, 83, 89, 91, 92 en 94279 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 81, 82, 83, 85, 89, 91, 92, 94 en 97


66 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWjaar verplaatst naar Ivoy-Carignan. In 1452 werd hij als prior naar Suxygestuurd. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.280- 1453: Arnoldi Petrus was kruisbroeder van Luik. In 1445 en 1446verbleef hij in Schiedam. Op het generaal kapittel van 1453 werd hijbij de overledenen vermeld.281- 1454: van Antwerpen Johannes was donatus van Luik. In 1454 werdhij voor een jaar naar Doornik gezonden vqor penitentie.282- 1454: van Goch (Ghoche, Choxte, Ghoschte) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hij was een van de prominentste reformatorenvan de orde na 1410. Nadat hij in 1418 als subprior van Hoeitot prior van Luik werd gekozen bepaalde het generaal kapittel datvoortaan de subprior en procurator van Hoei niet meer door de anderekloosters tot prior van hun convent mochten gekozen worden. Hij wasprior van Luik van 1418 tot 1434 en opnieuw in 1436. In 1424 werdhij vermeld als prior van Asperen.- 1458: Stralen Helyas was kruisbroeder van Luik. In 1427 werd hij voor66n jaar verplaatst naar Hohenbusch pro reformatione. Van 1452 tot1455 was hij aanwezig in Maastricht. In 1455 keerde hij terug naarLuik omwille van de priorkeuze aldaar. In 1456 werd hij door het generaal kapittel benoemd tot conventualis van Maastricht. Twee jaarlater werd hij op het generaal kapittel bij de overledenen vermeld.283- 1459: Beringhen (Bringhen) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1458 werd hij een jaar naar Parijs gestuurd. Op het generaal kapittelvan 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.284- 1460: Arnoldus was donatus van Luik. Op het generaal kapittel van1460 werd hij bij de overledenen vermeld.285- 1460: Hasselt Nicolaus was kruisbroeder van Luik. In 1432 werd hijverplaatst naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1460 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1465: Croem Wilhelmus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1465 werd hij bij de overledenen vermeld.286280 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83 en 97; P. Van den Bosch, Kroniek. in: Clairlieu,jg.37, 1979, p. 138; P. Hannick, Prieure1des Croisiers a Suxy, p. 341281 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83, 85 en 99282 A. Van de Pasch, Definities..., p. 101283 A. Van de Pasch, Definities..., pp., 54, 56, 104 en 108; R. Janssen, De Kruisbroedersvan Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw...> p. 72284 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 108 en 110285 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112286 A- Van de Pasch, Definities..., p. 126


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 671465: Scooff (StoefF) Jacobus was kruisbroeder van Luik. Van 1422 tot1442 verbleef hij in Sint- Agatha. Van 1442 tot 1454 was hij prior vanLuik. Hij werd definitor van de orde in 1442, 1444, 1446, 1448,1450, 1452 en 1454. In 1454 legde hij zijn ambt neer en werd hij heeleven subprior in Luik. Vervolgens werd hij door het generaal kapitteltot prior van Toulouse benoemd, met de bedoeling aldaar en in hetklooster van Salignac de observantie te brengen. Hij bleef er prior totaan zijn dood. In 1459 benoemde het generaal kapittel hem tot visitator.Op het generaal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenenvermeld.2871466: Libertus was donatus van Luik. Op het generaal kapittel van1466 werd hij bij de overledenen vermeld.2881467: Sittard Leonardus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.2891467: de Zutphania (Zutphen van) Wilhelmus was kruisbroeder vanLuik. Van 1434 tot 1442 was hij er prior. Daarna werd hij prior vanKolen-Kerniel tot 1452. Hij werd definitor van de orde in 1436, 1438en 1441 en visitator van de Engelse kloosters van 1456 tot 1462.Tijdens zijn prioraat in Kolen-Kerniel bekrachtigde de prins-bisschopvan Luik in 1443 het akkoord, dat gesloten was tussen de kruisherenen de pastoor van Kerniel, over de stichting van een klooster. In 1451bekrachtigde de pauselijke legaat Nicolas de Cusa de stichting.2901468: Sittart Conradus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.2911468: Redon Estienne was kruisbroeder van Buzancais in 1441. In1468 werd hij voor een jaar naar Luik verplaatst.2921469: Franciscus was conversus van Luik. Op het generaal kapittel van1469 werd hij bij de overledenen vermeld.2931469: de Venlo Gotfridus was kruisbroeder van Luik. In 1467 werd hijverplaatst naar Franeker. In 1469 was hij subprior in Luik. Op het generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.294293P. Van den Bosch, Studien over de observantie, pp. 78-79A. Van de Pasch, Definities..., p. 128A. Van de Pasch, Definities.. p. 130A. Van de Pasch, Definities.. pp. 68, 71, 76, 89, 103, 116 en 130A. Van de Pasch, Definities.. p. 132A. Van de Pasch, Definities.. p. 132A. Van de Pasch, Definities.. p. 134A. Van de Pasch, Definities.. pp. 129 en 134


68 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1470: Wythus Godefridus was kruisbroeder van Luik. In 1452 werdhij vermeld als scriptor. Op het generaal kapittel van 1470 werd hij bijde overledenen vermeld.295- 1470: van Antwerpen Josephus was kruisbroeder van Luik. Op hetgeneraal kapittel van 1470 werd hij bij de overledenen vermeld.296- 1470: Johannes was donatus van Luik. In 1470 werd hij verplaatst naarCaen.297- 1470: Verdelet (Busancia de) Johannes was kruisbroeder vanBuzan^ais. Op 17 december 1441 werd hij diaken gewijd in Buzan$ais.Hij bleef er conventualis tot 1468. Dan werd hij voor e'en jaar naarLuik gestuurd. Op het generaal kapittel van 1470 werd hij bij deoverledenen vermeld.298- 1471: de Gandavo Sigerus was kruisbroeder van Luik van 1441 tot1471. In 1441 werd hij naar Kolen-Kerniel verplaatst. Hij werd priorin Luik omtrent 1469 en definitor van de orde in 1469. Op het generaal kapittel van 1471 werd hij bij de overledenen vermeld.299- 1471: van Venlo Herman was kruisbroeder van Luik en procurator in1453. In dat jaar werd hij prior van Kolen-Kerniel en bleef dat tot1455. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bij de overledenenvermeld.300- 1472: de Orlo Johannes was donatus van Luik. In 1467 werd hij verplaatst naar Franeker. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bijde overledenen vermeld.301- 1472: Portvleet (Portuleet) Clemens was kruisbroeder van Luik. Ophet generaal kapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.302- 1472: de Richel Petrus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.303295 A. Van de Pasch, Definities..., p. 137; A. Van Asseldonk, Handschrifien van Kruisheren.De Luikse tentoonstelling in 1951, p. 70296 A. Van de Pasch, Definities..., p. 137297 A. Van de Pasch, Definities..., p. 136298 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 132 en 137; A. Bochin, Th. Van den Elsen, C.Brasseur, Les Croisiers a Buzancais. in : Clairlieu, )%A7, 1989, p. 130299 A. Van de Pasch, Monastere des Croisiers a Liege, p. 418 ; Idem, Definities..., pp. 78,133 en 139300 L. Heere, Prieuri de Kolen, Kernie, p. 255; A. Van de Pasch, Definities..., p. 140301 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 129 en 141302 A. Van de Pasch, Definities..., p. 140303 A. Van de Pasch, Definities..., p. 141


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 691472: Noe (Natali, Natalis) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1420 was hij als procureur verbonden aan de curie van Luik. Pastwintig jaar later liet hij zich inschrijven aan de universiteit vanLeuven. Hij studeerde in Leuven van 1440 tot 1443 en behaalde hetbaccalaureaat aan de faculteit van de artes. Van 1444 tot 1448 was hijstudent in de rechten aan de universiteit van Keulen. In 1446 werd hijmagister artium en in 1448 baccalaureus in decretis. Nadat hij van1446 tot 1448 professor was aan de universiteit in Keulen trad hij inbij de kruisheren van Luik. Hij werd er scrip tor. In 1460 werd hij verplaatst naar Doornik om mee te helpen aan het herstel van de kloostertucht.Ook hier werd hij scriptor. In 1471 keerde hij terug naarLuik. Onder de namen Noe en Nathali schreef hij een groot aantaltraktaten over, waarvan een aantal bewaard wordt in de bibliothekenvan het grootseminarie en de universiteit van Luik. Op het generaalkapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.3041472: Hasselt Tylmannus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.3051472: Hasselt Henricus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.3061473: a Campis (van Kampen, Deschamps) Peregrinus was kruisbroeder van Luik. In 1463 werd hij tot prior-generaal gekozen.1473: Henricus was kruisbroeder en cellarius van Luik. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.3071474: Chamont Henricus was kruisbroeder en procurator van Luik.Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.3081474: Florentius was kruisbroeder van Doornik. In 1473 werd hij verplaatst naar Luik en in 1474 voor 66n jaar naar Namen.1476: Hinricus was conversus van Luik en barbier. Op het generaalkapittel van 1476 werd hij bij de overledenen vermeld.3091478: Quiskorn Jacobus was kruisbroeder van Luik. In 1477 werd hijvoor 66n jaar naar Sint-Agatha verplaatst. Op het generaal kapittel van1478 werd hij bij de overledenen vermeld.310304 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, pp. 45-50; A. Van de Pasch,Definities..., p. 140305 A. Van de Pasch, Definities..., ., p. 140306 A. Van de Pasch, Definities..., .,p. 140307 A. Van de Pasch, Definities..., ., p. 142308 A. Van de Pasch, Definities..., ., p. 144309 A. Van de Pasch, Definities..., ., p. 148310 A. Van de Pasch, Definities..., oPP.150 en 154


70 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1480: Hoenreman (Honerman, Honreman, Hurneman) Johannes waskruisbroeder van Doornik. In 1431 verbleef hij 66n jaar in Hoei. Zesjaar later was hij scriptor in Luik. Hij werd procurator van Luik van1444 tot 1446, prior van Doornik van omtrent 1448 tot 1465 en priorvan Luik van 1465 tot 1480. Hij was definitor van de orde in 1440,1448, 1452, 1455, 1457, 1459, 1461, 1463, 1465 en 1467. Op hetgeneraal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1480: de Londonio Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431werd hij verplaatst naar Luik. In 1441 werd hij 66n jaar voor penitentienaar Namen gezonden. Op het generaal kapittel van 1480 werd hijbij de overledenen vermeld.- 1481: Laudet Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor66n jaar naar Luik gezonden en in 1446 voor 66n jaar naarSchwarzenbroich. In 1447 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.311- 1482: de Wyringia Johannes was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.312- 1483: Kempis Johannes was kruisbroeder van Luik. Van 1428 tot 1432verbleef hij in Parijs. Dit verblijf werd elk jaar hernieuwd door het generaal kapittel. In 1432 bepaalde het kapittel dat hij in Parijs moestblijven. Tot wanneer, weten we niet. In 1448 en 1450 werd hij, telkensvoor een jaar, verplaatst naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.313- 1483: Hynricus was conversus van Luik. Hij was portier van hetklooster. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.314- 1483: Blisie Nicolas was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.315- 1484: van Luik Henricus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.316- 1484: Eustachius was kruisbroeder van Luik. In 1483 was hij prior. Ophet generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.317- 1487: Wemmarus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1487 werd hijverplaatst naar Luik.318A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.pp. 83, 85 en 158p. 160pp. 56, 63, 89, 92 en 163p. 163p. 163p. 166p. 166; Idem, Monastere des Croisiers h Liege, p. 418pp. 175 en 176


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 711488: de Wesalia (Wesel) Henricus was kruisbroeder van Marienfrede.In 1460 werd hij naar Caen gestuurd. Hij werd prior van Luik van 1472tot ca.1478 en prior van Lannoy van 1478 tot 1489. Hij werd definitorvan de orde in 1473, 1476, 1481, 1483, 1485 en 1487 en visitator vande Franse kloosters in 1466, 1481 en 1482. In de jaren 1483 tot 1488was hij prior-provinciaal en visitator van de Franse kloosters. Op hetgeneraal kapittel van 1489 werd hij bij de overledenen vermeld.3191488: Stockem Johannes was kruisbroeder van Luik. In 1487 werd hijvoor 66n jaar naar Brandenburg verplaatst en in 1488 voor €€n jaarnaar Ehrenstein.3201493: van Nijmegen Goswinus was kruisbroeder van Luik. Van 1478tot 1483 was hij er prior. Van 1484 tot 1489 verbleef hij in Goes.Vervolgens werd hij tot 1493 prior van Watenis. Hij was definitor vande orde in 1478, 1480 en 1482. Op het generaal kapittel van 1493werd hij bij de overledenen vermeld.3211495: Martinus was kruisbroeder van Luik. Van 1491 tot 1495 werdhij verplaatst naar Helenerberg. In 1495 keerde hij terug naar Luik.3221495: van Keulen Wilhelmus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.3231495: Icorus Andreas was kruisbroeder van Luik. Hij was diaken. In1491 werd hij voor een jaar naar Beyenburg gezonden. Een jaar laterverbleef hij in Maaseik, eveneens voor 66n jaar. In 1495 verbleef hij inHelenenberg. Datzelfde jaar keerde hij terug naar Luik.3241496: Oortman Johannes was donatus van Luik. Op het generaalkapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.3251497: Petrus was conversus van Luik en kok. In 1497 werd hij verplaatst naar Hoei en stond er ter beschikking van de prior-generaal.• 1497: Wilhelmus was kruisbroeder van Luik. In 1497 was hij prior endefinitor van de orde.326319 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 112, 128, 141, 147, 157, 161, 167, 173, 183, 287,291, 301, 304, 322 en 332; Idem, Monastere des Croisiers a Liege, p. 418 ; J. van den Bosch,Le Convent des Croisiers de Lannoy (1474-1792), in : Clairlieu, jg.13, 1955, pp. 11, 15 en 32320 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 175 en 179321 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 151, 156, 159, 165, 182 en 193; Idem, Monasteredes Croisiers a Liege, p. 418; P. van den Bosch, Studien over de observantie, p. 100322 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 188 en 201; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstifi. Helenenberg, 1988, p. 40323 A. Van de Pasch, Definities..., p. 202324 E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg- Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstifi, p. 38;A. Van de Pasch, Definities..., pp. 188, 190, 191 en 201; P. van den Bosch, Studien over deobservantie, p. 192; L. Heere, De Kruisheren te Maaseik, p. 65325 A- Van de Pasch, Definities..., p. 205326 A. Van de Pasch, Monastere des Croisiers a Liege, p. 418


72 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1500: Matheus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittelvan 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.327- 1502: Jacobus was kruisbroeder van Luik. In 1502 werd hij verplaatstnaar Donnington.328- 1502: Natalis was kruisbroeder van Dinant. In 1497 werd hij voor eenjaar verplaatst naar Luik. In 1502 en 1504 verbleef hij in Doornik enin 1505 in Schwarzenbroich.329- 1508: Aurifabri Gregorius was kruisbroeder van Luik. In 1508 werdhij verplaatst naar Varennes- sur-Allier, waar hij prior werd.330- 1508: de St. Trudone Lambertus was kruisbroeder van Luik. Op hetgeneraal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.331- 1509: Dionisius (Dyonisius) was kruisbroeder en diaken van Luik. In1484 en 1485 werd hij verplaatst naar Asperen, telkens voor 66n jaar.In 1487 verhuisde hij voor 66n jaar naar Beyenburg en in 1488 voor6cn jaar naar Sneek. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij deoverledenen vermeld.332- 1513: Quystcorn Johannes was kruisbroeder van Maastricht. Van 1487tot 1497 was hij prior van Luik. Op het generaal kapittel van 1514werd hij bij de overledenen vermeld.333- 1514: Leodiensis (Emdrice) Hieronimus was kruisbroeder van Luik.Van 1512 tot 1514 verbleef hij in London, waar hij subprior was. Ophet generaal kapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.334- 1514: Gestler Cornelis was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.335- 1515: Blasius Johannes was kruisbroeder van Osterberg. In 1461 en1462 was hij rector van Hoorn. In 1487 was hij subprior van Luik Ophet generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.336- 1516: Leodiensis Henricus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.337327 A. Van de Pasch, Definities..., p. 219328 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 76A. Van de Pasch, Definities..., pp. 207, 226, 232 en 235330 A. Van de Pasch, Definities..331 A. Van de Pasch, Definities..332 A. Van de Pasch, Definities..333 A. Van de Pasch, Definities..334 A. Van de Pasch, Definities...ited, p. 78335 A. Van de Pasch, Definities..336 A. Van de Pasch, Definities.p. 243p. 245pp. 165, 168, 175, 179, 188 en 247p. 260pp. 254 en 260; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisp.260, pp. 175 en 262; S. Drost, Geschiedkundig overzicht vanhet Kruisheerenklooster te Hoorn. in: Geschiedkundige Bladen, jg. 2, 1906, p. 188337 A. Van de Pasch, Definities..., p. 263


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 731519: Lambertus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittelvan 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.3381519: Judocus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van1519 werd hij bij de overledenen vermeld.3391519: de St. Trudone Franciscus was kruisbroeder van Luik. Op hetgeneraal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.3401519: de Oerschot (de Arschot) Henricus was kruisbroeder van Luik.In 1485 was hij er scriptor. Op het generaal kapittel van 1519 werd hijbij de overledenen vermeld.3411520: Bre Jacobus was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.3421520: de Magelsum (van Xanten, Xanchis) Lambertus, zoon vanHendrik Bruynkens en Elisabeth van Magelsen (Magelsum), waskruisbroeder van Luik. In 1476 werd hij naar Marienfrede gezonden.Op 1 September 1492 werd hij prior van Kolen-Kerniel en bleef ditambt bekleden tot 1497. Van 1508 tot 1520 was hij prior van Luik.Hij werd definitor van de orde in 1508, 1510, 1512, 1514, 1516 en1518. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenenvermeld.3431522: de Cervo Johannes was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.3441522: Trudonis Georgius was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.3451522: Jacobus was kruisbroeder van Luik. In 1522 werd hij subpriorvan Roermond.3461523: Schonhovie (Schonhoff) Petrus was kruisbroeder van Luik. In1522 en 1523 verbleef hij in Woudrichem. Op het generaal kapittelvan 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.3471527: Leodiensis Henricus was kruisbroeder van Luik. In 1527 werdhij door het generaal kapittel naar Nieuwland gezonden.348338 A. Van de Pasch, Definities..339 A. Van de Pasch, Definities..340 A. Van de Pasch, Definities.,341 A. Van de Pasch, Definities..342 A. Van de Pasch, Definities..343 A. Van de Pasch, Definities...p. 269p. 269p. 269p. 269p. 271, pp. 242, 244, 248, 254, 259, 263, 266 en 271; Idem,Monastere des Croisiers h Liege, p. 4181; L. Heere, Prieurt de Kolen, Kerniel p. 256344 A. Van de Pasch, Definities... p. 275345 A. Van de Pasch, Definities... p. 275346 A. Van de Pasch, Definities... p. 275347 A. Van de Pasch, Definities... pp. 275 en 278348 A. Van de Pasch, Definities... p. 287


74 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1527: Embrice Hermannus was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.349- 1528: van den Oever (Rivo de) Wilhelmus was kruisbroeder van Hoei.Van 1497 tot 1502 was hij prior van Kolen-Kerniel. Vervolgens werdhij prior van Luik van 1502 tot 1507, subprior van Dinant van 1507tot 1512 en prior-generaal van 1512 tot 1521. In 1528 verbleef hij inLondon. Hij was definitor van de orde in 1497,1503, 1505 en 1507.- 1529: Trudonis Johannes was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1529 werd hij bij de overledenen vermeld.350- 1530: Judocus was donaat en kok van Luik. Op het generaal kapittelvan 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.351- 1530: Jacobus was donaat van Luik. In 1477 werd hij voor 66n jaar verplaatstnaar Sint-Agatha. In 1502 werd hij naar Dinant gezonden. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.352- 1530: Desth Johannes was kruisbroeder van Luik. Op het generaalkapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.353- 1530: de Castro Laurentius was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.354- 1530: Dyeperbeec Thomas was kruisbroeder van Luik. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.3551kruisbroeders in Luik, 1410-15301501105 79 27 37100501 ■0A B C D349 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 288350 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 293351 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 297352 A. Van de Pasch, Definities. ., pp. 150, 226 en 296353 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 296354 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 296355 A. Van de Pasch, Definities. ., p. 296


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 75Van 1410 tot 1530 verbleven 105 kruisbroeders in het kloostervan Luik. Daarvan traden er 79 in Luik zelf in. Uit andere kloosterswerden 27 confraters naar Luik verplaatst. Daarvan kwamener vier uit Schwarzenbroich, twee uit Beyenburg, Buzan^ais, Sint-Agatha, Doornik, Londen, Namen en Parijs. Van de in Luik ingetredenenwerden er 37 uitgezonden, waaronder vier naar Sint-Agatha en naar Parijs, drie naar Hoei en Kolen-Kerniel en tweenaar Aken, Namen, Doornik, Helenenberg, Franeker, Goes enCaen. 42 kruisbroeders brachten gans hun kloosterleven in Luikdoor.Doornik (gesticht in 1284)Zoals we hierboven vermeldden riep Johannes van Merten dehulp in van Johannes XXIII, de paus van Pisa. Deze gaf de officiaalvan Keulen en de dekens van Kamerijk en Luik opdracht deprior-generaal bij te staan in zijn streven de orde tot observantieterug te brengen. Zijn opvolger Helmicus Amoris van Zutphenbegon met de hervorming van Doornik. Pas onder Henricus vanNijmegen, dus na 1433, werd de observantie in Doornik hersteld.Voor 1430 speelde het klooster van Doornik geen rol vanbetekenis in het herstel van de kloosterdiscipline in de orde. Bijnageen namen van conventualen bleven bewaard. Mogelijk was ergeen contact meer tussen het generaal kapittel en het klooster vanDoornik.356 Vanaf 1430 leefde het klooster van Doornik meer verbondenmet het reilen en zeilen van de orde. Toch duurde het nogbijna twintig jaar vooraleer er een zekere stabiliteit optrad in hetleven van het convent. Een grote rol in het herstel van de observantie was weggelegd voor Johannes Hoenreman die tussen 1448en 1465 prior was. Vanaf zijn prioraat werden de prioren vanDoornik tot definitoren van de orde gekozen en tot visitatoren vande kloosters in Frankrijk. Uit andere kloosters werden kruisbroe-356 P. Van den Bosch, Studien over de observantie, p.79


76 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWders naar Doornik gezonden en er door het generaal kapittel totsubprior aangesteld. Verschillende Doornikse kruisbroeders werdenlater uitgezonden voor het herstel van de observantie in Caen,Toulouse, Varennes-sur-Allier en Buzan£ais.- 1413: Lebrun Jean was kruisbroeder van Doornik en prior in 1413.357- 1430: Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1430 werd hij verplaatstnaar Suxy. Hannick veronderstelde dat hij dezelfde persoon wasals Jean Ferutier.358- 1435: de Zelandia Wilhelmus was kruisbroeder van Doornik. Op hetgeneraal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.359- 1437: Turnout Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Van 1435 tot1437 verbleef hij in Condren en na 1437 in Doornik.- 1438: Thomas was donaat van Condren. In 1437 werd hij verplaatstnaar Hohenbuscxh. Van 1438 tot 1441 verbleef hij in Doornik en in1448 werd hij naar Schiedam gezonden.360- 1440: van Keulen Johann Adolf was kruisbroeder van Venlo. In 1439en 1440 verbleef hij telkens voor een jaar in Doornik. In 1440 werdhij verplaatst naar Schwarzenbroich.361- 1441: van Nijmegen Johannes was kruisbroeder en subdiaken vanDoornik. In 1441 kreeg hij van het generaal kapittel de opdracht omenkele jaren in Venlo te verblijven.362- 1442: de Hollandia Wilhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1440 werd hij naar Doornik gezonden en een jaar later naarCondren. In 1442 benoemde het generaal kapittel hem tot visitatorvan de Franse kloosters.363- 1445: Ludovicus was kruisbroeder van Doornik. Hij was diaken gewijd.In 1445 werd hij voor 66n jaar naar Hohenbusch gezonden.364357 U. Berliere, Monastbre des Croisiers h Tounai. in: Monasticon Belgey t.l, Maredsous,1890, 1897, p. 462358 P. Hannick, Prieurides Croisiers h Suxy. in: Monasticon Beige, t.V, Liege, 1975, p. 341359 A. Van de Pasch, Definities..., p. 67360 A. Van dc Pasch, Definities..., pp. 70, 72, 75, 77 en 89; A. Bochin, Les Croisiers enPicardie: les Prieuris de Condren et de Chauny, p. 60361 Arch. Clairlieu, 042.29; L. Heere, Het Kruisherenkboster te Venlo, p. 333362 L. Heere, Het Kruisherenkboster te Venb, p. 333; A. Van de Pasch, Definities..., p. 78363 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 75, 77 en 79364 A. Van de Pasch, Definities..., p. 83


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 771446: Minne de Zutphania Johannes was kruisbroeder van Namen.Van 1423 tot 1426 verbleef hij in Luik en in 1430 in Goes. Het generaalkapittel benoemde hem in 1443 tot subprior van Doornik. Ditambt bekleedde hij tot aan zijn dood. Op het generaal kapittel van1446 werd hij bij de overledenen vermeld.1447: Reinerus (Reynerus) was kruisbroeder van Hoei. Van 1440 tot1447 werd hij naar Doornik verplaatst om bij te dragen aan het herstelvan de observantie aldaar. Hij was een voormalig subprior enprocurator van Hoei. In 1419, 1424 en 1427 was hij definitor van deorde geweest.1449: de Rade (Roede, Rode) Johannes was kruisbroeder vanBeyenburg. In 1446 werd hij vermeld als scriptor in Beyenburg. In1447 werd hij voor een jaar naar Bentlage gezonden. Twee jaar laterverhuisde hij voor 66n jaar naar Doornik.3651450: Thomas was kruisbroeder van Hoei. In 1450 was hij subprior inDoornik. Op het generaal kapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.1451: Theodericus was conversus van Schwarzenbroich. In 1428 werdhij voor een jaar naar Parijs gestuurd. In 1437 en 1441 verbleef hij inWatenis en in 1440 in Doornik. Op het generaal kapittel van 1451werd hij bij de overledenen vermeld.3661451: le Beuf Nicolas was kruisbroeder van Caen. In 1451 werd hijvoor ee'n jaar naar Doornik verplaatst.3671453: de Vico Johannes was kruisbroeder van Doornik en diaken. Ophet generaal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.3681453: de Alneto Johannes was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.3691453: de Gandavo Johannes was kruisbroeder van Doornik. Drie keerwerd hij verplaatst, telkens voor 66n jaar: in 1440 naar Namen, in1443 naar Maastricht en in 1447 naar Ivoy-Carignan. Op het generaalkapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.1453: de Berhem Ancelmus was kruisbroeder van Doornik. Op hetgeneraal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.370365 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 87 en 90366 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 56, 70, 75, 78 en 95367 A. Van de Pasch, Definities..., p. 94368 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99369 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99370 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99


78 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1453: Dyonisius was kruisbroeder van Doornik. In 1453 was hij erprocurator. Op het generaal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenenvermeld.371- 1453: de St. Trudone Johannes was kruisbroeder van Doornik. Op hetgeneraal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.372- 1454: de Lyra Johannes was kruisbroeder van Namen. Op de generaalkapittels van 1440 en 1441 werd hij telkens voor een jaar naarDoornik gezonden. Op het generaal kapittel van 1454 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1454: van Antwerpen Johannes was donatus van Luik. Voor penitentiewerd hij in 1454 een jaar naar Doornik gezonden.- 1454: van Haarlem (Harlein) Joannes was kruisbroeder van Goes. In1444 werd hij voor 66n jaar naar Maastricht gezonden en in 1448 voor66n jaar naar Doornik. In 1449 en 1450 verbleef hij in Asperen en van1451 tot 1454 in Schiedam.373- 1456: van Keulen Henricus was kruisbroeder van Hoei. In 1437 werdhij voor 66n jaar naar Doornik gezonden. Van 1445 tot 1449 in in1452 werd hij naar Maastricht gezonden, telkens voor 66n jaar. In1450 werd hij verplaatst naar Suxy. Hij overleed in 1456.- 1459: Vincensius was kruisbroeder van Namen. In 1458 werd hij verplaatst naar Doornik en in 1459 naar Condren.- 1461: van Delft Franco was kruisbroeder van Aken. In 1441 verhuisdehij voor een jaar naar Doornik. Op het generaal kapittel van 1443werd hij van Aken naar Parijs gezonden, waar hij bleef tot 1445. In1460 en 1461 was hij prior van Aken. Op het generaal kapittel van1462 werd hij bij de overledenen vermeld.374- 1466: Reynaldus was kruisbroeder van Doornik. In 1466 werd hij verplaatst naar Caen.375- 1466: van Helmont Thomas was kruisbroeder van Hoei en subpriorvan ca. 1443 tot 1446. In 1445 was hij visitator. Van 1446 tot 1450was hij subprior van Doornik. Daarna keerde hij terug naar Hoei. Ophet generaal kapittel van 1466 werd hij vermeld bij de overledenen.371 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99372 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99373 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeutv...,p. 71; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 82, 89, 90, 92, 94, 96, 98 en 101374 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 73, 77, 80, 82, 83 en 117; C.R. Hermans, Annales,II, p. 157375 A. Van de Pasch, Definities..., p. 127


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 791467: Cornelius was kruisbroeder van Bentlage. In 1452 en 1453verbleef hij in Goes, in 1457 in Doornik, in 1459 in Condren en in1460, 1462, 1463, 1464, 1465, 1466 en 1467 in Parijs, waarbij hijtelkens voor ee'n jaar benoemd werd. In 1468 en 1469 verbleef hij inIvoy-Carignan.3761468: van Benthem (Bentheim van) Hinricus was kruisbroeder vanHoei en scriptor van ca. 1434 tot ca. 1449. In 1437 werd hij voor eenjaar naar Doornik gezonden. Na 1449 verbleef hij in Ivoy-Carignanwaar hij bij zijn overlijden in 1468 prior was. Hij was een mysticus.1469: van Leyden (Leiden, Ledis, Leydis) Martinus was kruisbroedervan Maastricht. In 1447 werd hij naar Hoei gezonden om er dereligieuze tucht te leren. Ook in 1448 verbleef hij in Hoei, als diaken.Daarna keerde hij terug naar Maastricht, waar hij zeker van 1449 tot1470 conventualis was. In 1451 werd hij voor e'en jaar naar Doornikgezonden. Een jaar later verhuisde hij voor een jaar naar Parijs. In 1467en 1468 werd hij telkens voor een jaar naar Schiedam gestuurd. Hijwas procurator van Maastricht in 1453, 1464 en 1465. Op het generaalkapittel van 1470 werd hij bij de overledenen vermeld.1472: Noe' (Natali, Natalis) Johannes was kruisbroeder van Luik. Hijwerd er scriptor. In 1460 werd hij verplaatst naar Doornik om mee tehelpen aan het herstel van de kloostertucht. Ook hier werd hij scriptor.In 1471 keerde hij terug naar Luik. Op het generaal kapittel van1472 werd hij bij de overledenen vermeld.1473: Yolen Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1473 werd hijverplaatst naar Hoei.1473: Judocus was donaat van Doornik. Van 1470 tot 1473 verbleefhij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij deoverledenen vermeld.3771474: de Beeck Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1451werd hij voor e'en jaar naar Goes verplaatst. In 1455 en 1456 werd hijnaar Doornik gezonden, telkens voor een jaar en in 1457 naar Aken,weeral voor ee'n jaar. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij deoverledenen vermeld.378376 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 96, 98, 106, 108, 109, 112, 117, 119, 123, 125, 127,130, 132 en 134; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieures de Condren et de Chauny,p. 60377 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 136 en 142378 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 94, 102, 104, 106 en 144


80 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1474: Florentius was kruisbroeder van Doornik. In 1473 werd hij naarLuik gezonden en in 1474 voor 66n jaar naar Namen.- 1476: Richardus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaalkapittel van 1476 werd hij bij de overledenen vermeld.379- 1476: Rolandus was kruisbroeder van Doornik. In 1458 verhuisde hijeen jaar naar Parijs. Van 1462 tot 1470 verbleef hij in Caen. Daarnakeerde hij terug naar Doornik tot hij in 1476 subprior werd vanBuzan^ais.380- 1477: de Oldenmaedo Johannes was kruisbroeder van Doornik. In1477 werd hij verplaatst naar Saint-Ursin.381- 1478: Maresq (de Marck, Mares, Marescot, Mareth) Richard waskruisbroeder van Caen. In 1431 was hij er subprior. Van 1453 tot1456 verbleef hij, telkens benoemd voor een jaar, in Doornik, om zichvoor te bereiden op zijn taak van hervormer van de kloostertucht inCaen. In 1462 werd hij verplaatst naar Condren en was er rector. In1470 werd hij voor een jaar naar Buzan^ais gezonden. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.382- 1479: de Wees (Woes de) Reinerus was kruisbroeder van Hoei. Hetgeneraal kapittel van 1440 bepaalde dat hij in Doornik moest blijvenvoor de hervorming van het klooster. Op het generaal kapittel van1479 werd hij vermeld bij de overledenen.- 1479: Trappart (Trappert, de Tongris) Giulielmus was kruisbroedervan Namen. Het generaal kapittel zond hem naar Doornik in 1453,1454 en 1455 (telkens voor 66n jaar), naar Hoei in 1456 (voor 66njaar) en naar Franeker in 1467, waar hij de eerste prior van het conventwerd. Van 1468 tot 1471 was hij prior hij in Kolen-Kerniel. In 1459bezocht hij als visitator de kloosters van Doornik, Parijs en Toulouse.Op het generaal kapittel van 1479 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1480: Hoenreman (Honerman, Honreman, Hurneman) Johannes waskruisbroeder van Doornik. In 1431 verbleef hij 66n jaar in Hoei. Zesjaar later was hij scriptor in Luik. Hij werd procurator van Luik van1444 tot 1446, prior van Doornik van omtrent 1448 tot 1465 en priorvan Luik van 1465 tot 1480. Hij was definitor van de orde in 1440,1448, 1452, 1455, 1457, 1459, 1461, 1463, 1465 en 1467. Op hetgeneraal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.379 A. Van de Pasch, Definities..., p. 148380 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 108, 117 en 148; A. Bochin, Th. Van den Elsen,C. Brasseur, Les Croisiers h Buzangais, p. 133381 A. Van de Pasch, Definities..., p. 207382 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 98, 101, 102, 104, 117, 136 en 154


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 811481: de Alosto (Alusco, Alusto) Johannes was kxuisbroeder vanDoornik. In 1451 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich. Het generaal kapittel stuurde hem in 1464 en 1464 tot 1470 naar Toulouse. Ophet generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.3831481: Luscart Adrianus was kruisbroeder van Doornik. In 1477 werdhij voor e^n jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Op het generaalkapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.3841483: van Doornik Petrus was kruisbroeder van Doornik. Hijstudeerde gedurende zes jaar in Leuven en werd ca. 1453 baccalaureusin de theologie. De rest van zijn kloosterleven bracht hij door inDoornik. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.3851484: Sartor Johannes was donaat van Namen. In 1461 werd hij verplaatst naar Falkenhagen en in 1484 naar Doornik.3861484: Nicolaus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1480 werd hijvoor een jaar naar Hoei gezonden. In 1481 en 1482 verbleef hij inDoornik, telkens voor een jaar en in 1483 verbleef hij in Buzansais.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1485: Ipcis de Georgius was donaat van Doornik. Op het generaalkapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.3871485: Vulpis Gerardus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.3881485: Ballini (Balieu, Balne, Balue, Balun) Johannes was kruisbroedervan Doornik. In 1474 verplaatste het generaal kapittel hem voor eenjaar naar Ivoy-Carignan en in 1476 voor e'e'n jaar naar Namen. Van1477 tot 1485 was hij subprior in Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.1485: de Sonsbeck Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1458werd hij naar Toulouse gezonden omwille van de hervormig van kloosterobservantie.In 1464 stuurde het generaal kapittel hem voor e'en jaarnaar Parijs. Hij overleed als prior van Toulouse in 1485.389383 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 94, 122, 127, 136 en 158384 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 150 en 158385 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, p. 45; A. Van. de Pasch,Definities..., p. 163386 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 115 en 165387 A. Van de Pasch, Definities..., p. 170388 A. Van de Pasch, Definities..., p. 170389 A, Van de Pasch, Definities..., pp. 107, 123 en 169


82 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1488: Tilmannus was kruisbroeder van Doornik. In 1488 werd hijnaar Franeker verplaatst.390- 1494: Jacobus was donaat van Doornik. Op het generaal kapittel van1494 werd hij bij de overledenen vermeld.391- 1495: Jacobus was kruisbroeder van Doornik en subprior in 1495. Ophet generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.392- 1495: de Faberca Petrus was kruisbroeder van Doornik en procuratorin 1495. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.393- 1495: Mantzal Egidius was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.394- 1495: Laurentius was novice in Doornik in 1495. Op het generaalkapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.395- 1495: Bundein Michael was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.396- 1495: Gerhardus was conversus van Doornik. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.397- 1495: Loset Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1467 werd hijvoor 66n jaar naar Parijs gestuurd. In 1472 verhuisde hij naar Kolen-Kerniel en in 1487 voor een jaar naar Chauny. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.398- 1495: Egidius was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittelvan 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.399- 1496: Meppen Johannes was kruisbroeder van Bendage. In 1448 verplaatstehet generaal kapittel hem voor e^n jaar naar Namen. Het volgendejaar verhuisde hij naar Doornik. Op het generaal kapittel van1496 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1496: de Spira Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1496 werdhij Varennes-sur-Allier verplaatst.400390 A. Van de Pasch, Definities..., p. 193391 A. Van de Pasch, Definities..., p. 198392 A, Van de Pasch, Definities..., p. 201393 A. Van de Pasch, Definities..., p. 201394 A. Van de Pasch, Definities..., p. 201395 A. Van de Pasch, Definities..., p. 202396 A. Van de Pasch, Definities..., p. 201397 A. Van de Pasch, Definities..., p. 202398 A, Van de Pasch, Definities..., pp. 129, 140, 175 en 202; A. Bochin, Les Croisiers enPicardie: les Prieuris de Condren et de Chauny, p. 84399 A. Van de Pasch, Definities..., p. 201400 A. Van de Pasch, Definities..., p. 204


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 83- 1499: Villay (Tornacensis) Franciscus was kruisbroeder van Doornik.In 1492 werd hij naar Saint-Georges de Tre'meur gezonden voor eenjaar. In 1499 werd hij subprior van Buzancais.401- 1499: de Hermes Jacobus was kruisbroeder en subprior van Doornikin 1499. In 1499 werd hij naar Chauny gezonden om er subprior teworden.402- 1499: Bace Johannes was kruisbroeder van Chauny en subprior in 1499.In 1499 werd hij naar Doornik gezonden om er subprior te worden.403- 1499: Gerardus was kruisbroeder van Aken. In 1456 werd hij voor e'e'njaar naar Doornik gezonden. In 1457 werd hij verplaatst naarWickrath , waar hij in 1499 nog steeds verbleef.404- 1499: de Cardenondo Johannes was kruisbroeder van Doornik, zekervan 1494 tot 1497. Van 1497 tot 1499 verbleef hij in Saint-Ursin.405- 1500: Choobeec Adrianus was kruisbroeder van Doornik.406- 1500: Carnier Andreas was kruisbroeder van Doornik.407- 1501: van Bree Johannes was kruisbroeder van Doornik en subprior in1501.408- 1503: Jacobus was kruisbroeder van Doornik. In 1502 werd hij verplaatst naar Buzancais. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bijde overledenen vermeld.409- 1503: Bullen Laurentius was kruisbroeder van Doornik. Van 1488 tot1503 verbleef hij in Buzancais en was er conventualis. Bij zijn overlijdenwas hij er prior. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij deoverledenen vermeld.410- 1503: Clerchon Martinus was kruisbroeder van Doornik en prior in dejaren 1501 en 1502. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij deoverledenen vermeld.411401 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 191 en 214402 A. Van de Pasch, Definities..., p. 214; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieurisde Condren et de Chauny, p. 85403 A. Van de Pasch, Definities..., p. 214; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieurisde Condren et de Chauny, p. 85404 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 104 en 215405 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 207 en 215406 A. Van de Pasch, Bibliotheca manuscripta Fratrum Ord. Sanctae Crucis. in: Cruciferana,nr.13, 1951, p. 75407 A. Van de Pasch, Bibliotheca manuscripta Fratrum Ord. Sanctae Crucis, p. 75408 A. Van de Pasch, Definities..., p. 221409 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226 en 230; A. Bochin, Th. Van den Elsen,C. Brasseur, Les Croisiers a Buzangais, p. 137410 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 179 en 230; A. Bochin, Th. Van den Elsen,C. Brasseur, Les Croisiers a Buzangais, p. 137411 A. Van de Pasch, Definities..., p. 230; U. Berliere, Monastere des Croisiers a Tournai.in : Monasticon Beige, t.l, 1890, p. 462


84 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1503: de Tumba Johannes was kruisbroeder van Doornik en prior in1503. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenenvermeld.412- 1503: Brictius was conversus van Doornik. Op het generaal kapittelvan 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.413- 1505: Natalis was kruisbroeder van Dinant. In 1497 werd hij voor 66njaar verplaatst naar Luik. In 1502 en 1504 verbleef hij in Doornik enin 1505 in Schwarzenbroich.- 1507: Hoven Gerardus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.414- 1511: Paulus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittelvan 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.415- 1511: Lefebvre Michael was kruisbroeder van Doornik en prior in1511.416- 1512: Gynck Henricus was kruisbroeder van Namen. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij naar Doornik gezonden.- 1515: de Campo Wilhelmus was kruisbroeder van Doornik. Op hetgeneraal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.417- 1515: Franciscus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaalkapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.418- 1515: Johannes was kruisbroeder van Doornik en subdiaken. Op hetgeneraal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.419- 1515: de Campo Jacobus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.420- 1515: Tome Bertrandus was kruisbroeder van Saint-Georges deTr&neur. In 1512 werd hij naar Doornik verplaatst met de incorporatietot gevolg. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij deoverledenen vermeld.421- 1516: Walramus was donaat van Doornik. Op het generaal kapittelvan 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.42212 A. Van de Pasch, Definities..., p. 23013 A. Van de Pasch, Definities..., p. 23014 A. Van de Pasch, Definities..., p. 24115 A. Van de Pasch, Definities..., p. 253U. Berliere, Monastere des Croisiersh Tournai. in : Monasticon Beige, t.l, 1890, p. 462A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..19 A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..p. 262p. 262p. 262p. 262pp. 255 en 262p. 263


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 85- 1519: de Rosa Johannes was kruisbroeder van Buzan?ais. In 1499 werdhij naar Chauny verplaatst en er in 1501 gei'ncorporeerd. In 1504keerde hij terug naar Buzan£ais en was er van 1504 tot 1511 prior. Van1511 tot 1518 verbleef hij in Doornik. Bij zijn dood in 1519 was hijterug in zijn domus nativa Buzan^ais. Op het generaal kapittel van1519 werd hij bij de overledenen vermeld.423- 1519: Filbertus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.424- 1520: Henricus was donaat van Doornik. Op het generaal kapittel van1520 werd hij bij de overledenen vermeld.425- 1521: Cappermyt Johannes was kruisbroeder van Doornik. Op hetgeneraal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.426- 1523: Valentinus was kruisbroeder van Doornik. Op het generaalkapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.427- 1523: Daer Simon was kruisbroeder van Doornik. Op het generaalkapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.428- 1526: Hevelet Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1526 werdhij naar Namen verplaatst. Op het generaal kapittel van 1527 werd hijbij de overledenen vermeld.- 1527: Casparus was kruisbroeder van Doornik en subprior in 1527.Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.429- 1528: Johannes was kruisbroeder van Doornik en prior in 1528. Ophet generaal kapittel van 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.430- 1529: Hardemont Jacobus was kruisbroeder van Chauny. In 1529werd hij verplaatst naar Doornik.431- 1530: de Palude Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1499werd hij ontslagen als subprior van Buzan^ais. Van 1512 tot 1530 washij prior van Doornik. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bijde overledenen vermeld.432423 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 215, 221, 232, 252 en 269; A. Bochin, Les Croisiersen Picardie: les Prieuris de Condren et de Chauny, p. 86 ; A. Bochin, Th. Van den Elsen,C. Brasseur, Les Croisiers a Buzangais, p. 136424 A. Van de Pasch, Definities..., p. 269A. Van de Pasch, Definities.. p. 271A. Van de Pasch, Definities.. p. 273A. Van de Pasch, Definities.. p. 278A. Van de Pasch, Definities.. p. 278A. Van de Pasch, Definities.. p. 288A. Van de Pasch, Definities.. p. 288A. Van de Pasch, Definities.. p. 293; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieurisde Condren et de Chauny, p. 87432 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 215 en 296


86 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWkruisbroeders in Doornik, 1410-1530Van 1410 tot 1530 verbleven honderd kruisbroeders inDoornik. Daarvan waren er zesenzestig in Doornik zelf ingetreden.Vijfentwintig van hen werden uitgezonden naar andere kloosters,waaronder drie naar Buzancais en evenveel naar Namen en tweenaar Varennes-sur-Allier, Hoei en Saint-Ursin. Van elders werdenvijfendertig kruisbroeders naar Doornik gezonden. Daarvan kwamener uit Hoei en Namen telkens vijf en ook twee uit Aken,Bentlage, Caen, Chauny, Luik en Schwarzenbroich. Eenenvertigkruisbroeders bleven gans hun kloosterleven wonen in Doornik.Suxy (gesticht in 1286)De graven van Chiny stichtten drie priorijen van de kruisheren,met name in Suxy, Carignan en Virton. Deze drie priorijenmoesten gastvrijheid verschaffen aan voorbijtrekkende religieuzen,armen en pelgrims. Daarom was aan elk van deze kloosters eenhospitaal of gasthuis verbonden. In de stichtingsoorkonde vanSuxy werd over deze vorm van gastvrijheid nochtans niet gerept.Lodewijk V, graaf van Chiny, bood de kruisbroeders van Hoei in1286 de kapel van het H.Theobald bij Suxy aan. Zij lag op de wegvan Keulen naar Reims. In de onmiddellijke nabijheid van dezekapel bouwden de kruisbroeders hun klooster. De graaf van Chinyzorgde ervoor dat de kruisbroeders in Suxy een redelijk bestaankonden leiden en in hun eigen behoeften zouden kunnenvoorzien: ze kregen land om op te wonen en in cultuur te brengen,


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 87ongeveer twintig ha. Ze mochten hout sprokkelen in de bossen vande graaf voor hun ovens en hun haarden. Bovendien ontvingen zehout om een huis en een molen te bouwen. Tenslotte mochten zein de rivieren van de graaf vissen voor eigen gebruik.Van de opbrengst van de landerijen die de graaf van Chinygeschonken had, kon een aantal kruisbroeders leven. Toch werdhet klooster van Suxy doorgaans slechts door e^n kruisheerbewoond. Het beheer van de landerijen was zijn belangrijkste taak.In de kerk vierde hij de jaargetijden voor de gestorven weldoenersen voor de overleden inwoners van Suxy. Een pastorale taak had hijslechts af en toe. Suxy vormde geen zelfstandige parochie, maarressorteerde onder Chiny. De inwoners van het dorp hoefdenevenwel niet naar Chiny te gaan, omdat zij in de kruisherenpriorijaan de gebedsoefeningen mochten deelnemen. De kruisheerpriorvoerde overigens de titel van vicaris van Chiny en diendedoopsels toe, vooral in de winter, wanneer het voor de inwonersvan Suxy moeilijk was om naar Chiny te gaan. Daarvoor moest welde toelating van de pastoor van Chiny worden bekomen.433- 1430: Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1430 werd hij verplaatstnaar Suxy.- 1430: Ludovicus was Ludovicus was prior in Suxy en werd in 1430door het generaal kapittel naar Hoei gezonden.- 1437: de Lippia Conradus was conversus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1432 werd hij naar Suxy gezonden. Tijdens het generaalkapittel van 1437 werd besloten dat hij in Suxy zou blijven totdat deprior-generaal hem zou terugroepen.- 1451: de Oldenkerken (Aldenkirchen) Henricus was kruisbroeder vanSchwarzenbroich. In 1430 werd hij naar Condren verplaatst, een jaarlater naar Namen en in 1432 naar Suxy. Van 1432 tot 1451 was hijprior van Suxy. Op het generaal kapittel van 1451 werd hij bij deoverledenen vermeld.433 Overgenomen uit R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum<strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Crucis 1248 -1840. Maaseik, Geschiedkundige kring "Clairlieu",2002, p. 183


88 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1452: Scutir (Scutier, Ferutier) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1434 en 1442 was hij procurator in Luik. In 1445 werd hij voor 66njaar verplaatst naar Ivoy-Carignan. In 1452 werd hij als prior naar Suxygestuurd. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1454: Hugo was prior van Suxy van 1452 tot 1454. Op het generaalkapittel van 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.434- 1456: van Keulen Henricus kruisbroeder van Hoei in 1437. In dat jaarwerd hij voor 66n jaar naar Doornik gezonden. Van 1445 tot 1449 6nin 1452 werd hij naar Maastricht gezonden, telkens voor 66n jaar. In1450 werd hij verplaatst naar Suxy. Hij overleed in 1456.- 1456: de Bonna Simon was donaat van Hoei. In 1437 werd hij verplaatst naar Suxy en in 1449 naar Osterberg. Op het generaal kapittelvan 1456 werd hij vermeld bij de overledenen.- 1460: Otto was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1460 werd hij verplaatst naar Suxy.435- 1473: Meppis Nicolaus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1460werd hij verplaatst naar Suxy, in 1461 naar Aken en in 1464 naar Ivoy-Carignan. Van 1466 tot 1473 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld. Weiss gaf1483 op als jaar van overlijden.436- 1493: Delft Johannes was kruisbroeder van Schiedam. In 1461 en1462 verbleef hij in Asperen. In 1473 werd hij voor een jaar naarMaastricht gezonden, in 1474 voor e&i jaar naar Ter Apel, in 1475naar Suxy en in 1476 naar Falkenhagen. In 1493 werd hij aangeduidals rector van Virton. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bijde overledenen vermeld.437- 1506: Remade Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1465en 1467 verbleef hij in London. Van 1502 tot 1506 was hij prior vanSuxy.438- 1510: Michael was prior van Suxy van ca. 1507 tot ca. 1510.439434 A. Van de Pasch, Definities..., p. 101435 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112436 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 112, 114, 123, 127, 136 en 142; H.U. Weiss, DieKreuzherren in Westfalen, p. 224437 A. Van de Pasch, Definities, pp. 115, 117, 142, 144, 146, 148 en 193; P. Hannick,Prieuri des Croisiers a Virton. in: Monasticon Beige, t.5, Liege, 1975, pp. 347; R. Janssen, DeKruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw..., p. 74438 A. Van de Pasch, Definities, pp. 125 en 130; P. Hannick, Prieuri des Croisiers a Suxy.in: Monasticon Beige, t.5, Liege, 1975, p 342439 P. Hannick, Prieuri des Croisiers a Suxy, p. 342


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 89- 1517: Flament alias Hineam Nicolaes was prior van Suxy van ca. 1511tot^l?.440- 1525: Quirinus was prior van Suxy van ca. 1518 tot ca. 1525.441Vijftien kruisbroeders verbleven in Suxy tussen 1410 en 1530.Geen van alien had Suxy als domus nativa.kruisbroeders in Suxy, 1410-1530Carignan (gesticht in 1286/1341)Sinds 1286 verbleven er kruisbroeders in Carignan. Op verzoekvan de graaf van Chiny vestigden zij zich buiten de muren van destad en namen de zorg op zich van een hospitaal en een kapel diewas toegewijd aan de heilige Gertrudis. Carignan, het vroegereIvoy, behoorde tot het aartsbisdom Trier.Zoals in Suxy en later ook in Virton verbleef minstens een kruisbroederin Carignan. Soms waren er twee, waarvan een priesterwas. Er was een klein hospitium. Over deze priorij weten we haastniets. In 1414 en 1417 werd de prior, Wilhelmus, tot definitorgekozen en bijna ieder jaar daarna werden kruisbroeders van ennaar Carignan verplaatst. Zeker in de vijftiende eeuw stond het440 P. Hannick, Prieuri des Croisiers h Suxy, p. 342441 P. Hannick, Prieuri des Croisiers h Suxy, p. 342


90 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWklooster in voortdurend contact met Hoei. Evenals Virton en Suxywerd het trouwens in afhankelijkheid van Hoei gesticht. In deeerste helft van de vijftiende eeuw werden bijna alleen kruisbroedersnaar en niet vanuit Carignan verplaatst. Zij waren niet afkomstigvan Hoei, maar van de Nederlandse en Rijnlandse kloosters. Inde tweede helft van de vijftiende eeuw kwam hierin verandering:kruisbroeders uit Carignan kregen de opdracht zich naar Parijs enandere kloosters te begeven.442- 1417: Wilhelmus was prior van Carignan en definitor van de orde in1414 en 1417.443- 1426: Odo was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. Op het generaalkapittel van 1426 werd hij bij de overledenen vermeld.444- 1430: de Herfordia (Hervordie) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1426 verloor hij vanwege wangedrag het actief stemrecht,behalve bij de priorkeuze en bij het capitulum culparum. In 1430 werdhij voor 66n jaar verplaatst naar Ivoy-Carignan.445- 1430: Hiebelotti Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1430 werd hij voor een jaar verplaatst naar Keulen.446- 1441: Amoris (de Zutphania) Helmicus was kruisbroeder van Venlo.Na zijn ontslag, in 1434, als prior van Schwarzenbroich werd hij doorde prior-generaal benoemd tot prior van Ivoy-Carignan. Dit ambt bekleeddehijtot 1441.- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1445: van Goes Petrus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1431 werd hij voor een jaar naar Luik gezonden. In 1435 verhuisde hijnaar Parijs en in 1441 naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1445 werd hij bij de overledenen vermeld.442 Overgenomen uit R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorwn<strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 — 1840. Maaseik, Geschiedkundige kring "Clairlieu",2002, p. 66443 P. Van den Bosch, Studien over de observantie, p. 93444 A. Van de Pasch, Definities..., p. 53445 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 52 en 60446 A. Van de Pasch, Definities..., p. 60


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 911452: Scutir (Scutier, Ferutier) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1434 en 1442 was hij procurator in Luik. In 1445 werd hij voor 66njaar verplaatst naar Ivoy-Carignan. In 1452 werd hij als prior naar Suxygestuurd. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.1453: de Gandavo Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1440werd hij voor 66n jaar naar Namen gezonden, in 1443 voor een jaarnaar Maastricht en in 1447 voor een jaar naar Ivoy-Carignan. Op hetgeneraal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.1454: Paulus was kruisbroeder van Osterberg. In 1451 en 1452 werdhij telkens voor 66n jaar naar Ivoy-Carignan gezonden. Op het generaal kapittel van 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.4471454: Petrus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. Op het generaalkapittel van 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.4481456: de Flandria Petrus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1427werd hij voor 66n jaar naar Keulen gezonden en in 1443 voor 66n jaarnaar Ivoy-Carignan. Toen hij overleed was hij prior van Beyenburg.Op het generaal kapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld.4491459: Mathias was kruisbroeder van Roermond. In 1458 werd hij voor66n jaar naar Ivoy-Carignan gestuurd en in 1459 voor 66n jaar naarOsterberg.450- 1459: Gerardus was laicus van Schwarzenbroich. In 1440 en 1441werd hij naar Ivoy-Carignan gezonden, telkens voor een jaar. Op hetgeneraal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.451- 1459: Petrus was novice in Ivoy-Carignan en subdiaken. Op het generaal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.452- 1460: Otto was kruisbroeder van Ivoy-Carignan in 1460. In dat jaarwerd hij verplaatst naar Suxy.- 1463: de Turnout Georgius was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In1450 en 1451 verbleef hij in Ivoy-Carignan. In 1463 werd hij voor tinjaar naar London gezonden.453A. Van de Pasch, Definities.i4B A. Van de Pasch, Definities.m A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.452 A. Van de Pasch, Definities.453 A. Van de Pasch, Definities.pp. 96, 98 en 101p. 101pp. 54, 80 en 104pp. 108 en 109pp. 75, 78 en 110p. 110pp. 92, 94 en 119


92 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1464: de Tornaco Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1462 en 1463 benoemde het generaal kapittel hem voor Parijs, telkensvoor 66n jaar. In 1464 werd hij naar Salniacum gezonden.454- 1467: Cornelius was kruisbroeder van Bentlage. In 1452 en 1453verbleef hij in Goes, in 1457 in Doornik, in 1459 in Condren en in1460, 1462, 1463, 1464, 1465, 1466 en 1467 in Parijs, waarbij hijtelkens voor een jaar benoemd werd. In 1468 en 1469 verbleef hij inIvoy-Carignan.- 1467: Sittert Theodericus was kruisbroeder van Aken. In 1463 werdhij voor een jaar naar Ivoy-Carignan gezonden en in 1464 voor 66n jaarnaar Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij deoverledenen vermeld.455- 1468: van Benthem (Bentheim van) Hinricus was kruisbroeder vanHoei en scriptor van ca.1434 tot ca. 1449. In 1437 werd hij voor 6cnjaar naar Doornik gezonden. Na 1449 verbleef hij in Ivoy-Carignanwaar hij bij zijn overlijden in 1468 prior was. Hij was een mysticus.- 1469: van Aalst (Alusco, Alusto) Henricus was kruisbroeder vanMaastricht. In 1461 werd hij verplaatst naar Ivoy-Carignan, in 1462naar Namen en in 1463, 1464, 1465 en 1466 werd hij door het generaal kapittel telkens voor 66n jaar verplaatst naar Aken. In 1466 keerdehij terug naar Maastricht. In 1469 werd hij conventualis van Aken metonderling goedvinden van de conventen van Aken en Maastricht.- 1469: de Marcia Melchior was kruisbroeder van Ivoy-Carignan endiaken. Op het generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenenvermeld.456- 1471: Hinricus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1471 was hijer prior. Op het generaal kapittel van 1471 werd hij bij de overledenenvermeld.457- 1473: Meppis Nicolaus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1460werd hij verplaatst naar Suxy, in 1461 naar Aken en in 1464 naar Ivoy-Carignan. Van 1466 tot 1473 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld. Weiss gaf1483 op als jaar van overlijden.454 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 117, 119 en 122455 A. Van de Pasch, Definities...„ pp. 119, 123 en 132456 A. Van de Pasch, Definities..., p. 134457 A. Van de Pasch, Definities..., p. 139


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 931478: Welters van Horst Wilhelmus werd geboren in Horst en was eenzoon van Henricus Welters en Mechtildis N. Hij werd kruisbroedervan Venlo. Van ca. 1453 tot 1458 was hij prior van Venlo, van 1458tot 1462 prior van Ivoy-Carignan, van 1462 tot 1476 prior vanMaastricht en van 1476 tot 1478 rector van Maaseik. Hij werd definitorvan de orde in 1462, 1464, 1466, 1468, 1470, 1472 en 1474. Ophet generaal kapittel van 1479 werd hij bij de overledenen vermeld.4581483: Kempis Johannes was kruisbroeder van Luik. Van 1428 tot 1432verbleef hij in Parijs. Dit verblijf werd elk jaar hernieuwd door het generaal kapittel. In 1432 bepaalde het kapittel dat hij in Parijs moestblijven. Tot wanneer, weten we niet. In 1448 en 1450 werd hij, telkensvoor 66n jaar, verplaatst naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1484: Nicolaus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1480 werd hijvoor 66n jaar naar Hoei gezonden. In 1481 en 1482 verbleef hij inDoornik, telkens voor 66n jaar en in 1483 verbleef hij in Buzangais.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1485: Ballini (Balieu, Balne, Balue, Balun) Joannes was kruisbroedervan Doornik. In 1474 verplaatste het generaal kapittel hem voor 66njaar naar Ivoy-Carignan en in 1476 voor 66n jaar naar Namen. Van1477 tot 1485 was hij subprior in Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.1487: Rheyda de Matthias was kruisbroeder van Roermond. In 1456en 1458 verbleef hij in Ivoy-Carignan en in 1459 in Osterberg.4591489: Ponceletus (Ponseletus) was donaat en priester van Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittel van 1489 en 1490 werd hij bij deoverledenen vermeld.4601491: Yvodiensis Lodowicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1491 werd hij verplaatst naar Saint-Ursin.4611495: Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1463 werd hijvoor 66n jaar naar Parijs gezonden. Op het generaal kapittel van 1495werd hij bij de overledenen vermeld.462438 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 120, 126, 131, 135, 140, 143 en 155; R. Janssen,De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw...> pp. 72 en 78; L. Heere,Het kruisherenklooster te Venlo Publications..., p. 334; Idem, De Kruisheren te Maaseik, 1476-1787, 1855-1955, p. 334459 L. Heere, Het Obituarium der Kruisheren van Roermond. in: Publications... dans leLimbourg, dl.90, 1954, p. 73; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 104, 108, 109 en 176460 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 183 en 186461 A. Van de Pasch, Definities..., p. 188462 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 119 en 201


94 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1506: Remade Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1465en 1467 verbleef hij in London. Van 1502 tot 1506 was hij prior vanSuxy.- 1509: Herp Jacobus was kruisbroeder van Hoei. In 1509 was hij rector in Ivoy-Carignan. In dat jaar werd hij op het generaal kapittel vermeldbij de overledenen.- 1512: de Martiniaco Ludovicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.In 1485 werd hij voor 66n jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Van1488 tot 1491 verbleef hij in Buzancais, van 1491 tot 1495 in Saint-Ursin en van 1495 tot 1500 in Toulouse. In 1501 werd hij verplaatstnaar Virton, waar hij van 1507 tot 1512 rector was. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.463- 1521: Franekensis Jacobus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.Mogelijk was hij eerst conventualis van Franeker, al is daaromtrentgeen informatie beschikbaar. Op het generaal kapittel van 1521 werdhij bij de overledenen vermeld.464- 1523: Maseik Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. Mogelijkwas hij eerst conventualis van Maaseik, al is daaromtrent geen informatie beschikbaar. In 1523 was hij prior van Ivoy-Carignan. Op hetgeneraal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.465kruisbroeders in Carignan,1410-153040/302010■»«/■Am1B17 21. m IIIcD7463 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 119 169, 179, 188, 201, 218, 221 en 256464 A. Van de Pasch, Definities..., p. 273465 A. Van de Pasch, Definities..., p. 278


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 95Virton (gesticht in 1341)Tussen Suxy en Carignan ligt Virton. In 1341 onderhandeldende stedelingen met de kruisheren van Suxy en Carignan om hetgasthuis over te nemen. Zij eisten wel dat er altijd minstens tweekruisbroeders in Virton zouden wonen, waarvan een priester moestzijn. Want ze moesten niet alleen de armen en de pelgrims opvangen,maar ook het goddelijk officie bidden voor de overledenen ende levenden van de stad Virton. Bij het gasthuis lag ook een kapel,die door de kruisbroeders werd toegewijd aan het H. Kruis, latermisschien ook aan de H. Helena. Het stadsbestuur gaf de schenkingover in gehoorzaamheid en onderwerping aan de gravin vanChiny. We mogen aannemen dat aan het hospitaal een boerderijverbonden was. De materiele aangelegenheden werden in destichtingsoorkonde van Virton niet zo nauwgezet geregeld als indie van Suxy.De aartsbisschop van Trier, Boudewijn van Luxemburg, gaf zijntoestemming voor de stichting op 10 mei 1341. De aartsbisschoprichtte zich hierin alleen tot de kruisbroeders van Carignan ensprak eerst van het bidden van het goddelijk officie en daarna vanhet ontvangen van armen en het verrichten van werken vanbarmhartigheid. De kruisbroeders kwamen naar Virton om er deburgers diensten te verlenen. Ze dienden een stier te houden, eenverplichting die tot 1714 van kracht bleef. Een tweede dienstverleningwas de arme mensen onderdak te verlenen en hun te etengeven. De armen kwamen niet alleen uit Virton. Het huis, dat dekruisbroeders van de stedelingen kregen, en dat "Maison-Dieu"werd genoemd, lag buiten de stadspoorten en diende tevens voorde opvang van voorbijtrekkende armen en pelgrims.466- 1493: Delft Johannes was kruisbroeder van Schiedam. In 1461 en1462 verbleef hij in Asperen. In 1473 werd hij voor e


96 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWMaastricht gezonden, in 1474 voor 66n jaar naar Ter Apel, in 1475naar Suxy en in 1476 naar Falkenhagen. In 1493 werd hij aangeduidals rector van Virton. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bijde overledenen vermeld.- 1501: Jacobus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In 1501 en1502 verbleef hij in Virton.467- 1508: van Mechelen Wilhelmus was kruisbroeder van Namen. Van1501 tot 1507/1508 was hij rector van Virton. Op het generaal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1509: Pur Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1500 en 1501werd hij rector van Virton. Vermoedelijk keerde hij daarna terug naarNamen. In 1509 werd hij verplaatst naar London.- 1512: de Martiniaco Ludovicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.In 1485 werd hij voor 66n jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Van1488 tot 1491 verbleef hij in Buzan^ais, van 1491 tot 1495 in Saint-Ursin en van 1495 tot 1500 in Toulouse. In 1501 werd hij verplaatstnaar Virton, waar hij van 1507 tot 1512 rector was. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1515: de Lannoy (Alnetensis) Petrus was kruisbroeder van Lannoy. In1515 was hij rector in Virton. Op het generaal kapittel van 1515 werdhij bij de overledenen vermeld.468- 1515: Tongerloy Johannes was kruisbroeder van Hoei. In 1480 werdhij verplaatst naar Beyenburg. In 1482 werd hij voor een jaar naarBuzan^ais gezonden en twee jaar later werd hij aldaar conventualis. In1485 verbleef hij als subprior in Varennes-sur-Allier. Later werd hij rector in Virton. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij deoverledenen vermeld als oud-rector van Virton.- 1530: van Leuven Cornelius was kruisbroeder van Namen. Hij werdprior van Namen van 1522 tot 1527 en daarna rector van Virton. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.Acht kruisbroeders verbleven in Virton tussen 1410 en 1530.Geen van alien had Virton als domus nativa.A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221 en 226A. Van de Pasch, Definities..., p. 262


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 9786420kruisbroeders in Virton, 1410-1530//8^H °■■/mmA_B8m I °■CDBeyenburg (gesticht in 1298)Het eerste kruisherenklooster in het Rijnland werd in 1298 inBeyenburg gesticht. Het plaatsje Beyenburg was gelegen aan deWupper en aan de hoofdverbindingswegen tussen het Rijnland enWestfalen. Zo lag het op de hanseroute tussen Keulen enDortmund. Graaf Adolf V von Berg (1259-1296) riep de kruisbroeders naar Beyenburg en schonk hun de bediening van deslotkapel van zijn domein Steinhaus, die toegewijd was aan deheilige Maria Magdalena. Vlak bij deze kapel lag een gasthuis,waarvan de handelaars en de pelgrims gebruik maakten. De kruisbroeders namen de zorg van dit gasthuis op zich. Verbonden aandit hospitaal was ook het tolrecht van de brug over de Wupper. Vandit tolrecht maakten de kruisheren gebruik tot aan het einde vande achttiende eeuw. Graaf Adolf von Berg gaf de kruisbroedersverlof zich te vestigen in zijn versterkte hoeve Steinhaus. De aartsbisschopvan Keulen stemde in 1301 in met hun komst, maar deparochiekerk van Liittringhausen, waaronder Steinhaus viel,mocht er geen hinder van ondervinden. Wei kregen de religieuzentoestemming om op hun erf een klooster te bouwen. Van dit verlofmaakten zij evenwel geen gebruik. Samen met Steinhaus haddenzij immers de bediening gekregen van de kapel die was toegewijd


98 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWaan de heilige Maria Magdalena. Die kapel was niet afliankelijkvan een ander klooster of van een parochie. De kruisheren oefendener op bescheiden wijze zielzorg uit. Vooral openden zij hundeuren voor armen en behoeftigen. Verder brachten zij de dagendoor met studie en gebed. Vanuit dit klooster Beyenburg werd in1307 het klooster van Keulen gesticht.In Steinhaus bleven de kruisbroeders niet wonen. Het was erveel te druk. De hoeve lag immers aan een hanze-verkeersader.Graaf Wilhelm, broeder van graaf Adolf V van Berg, schonk dereligieuzen in 1302 de berg Beyenburg met de aangrenzendebossen, om daar zelf een klooster te bouwen. Hij droeg de kruisbroeders wel de verdere zorg van de Magdalenakapel op. Pas inmaart 1485 begonnen zij op Beyenburg een klooster te bouwen.De reden van hun laattijdige verhuis is niet bekend, al zal geldgebrekeen grote rol hebben gespeeld. Want ook al kregen zij allerleigiften en ook al bracht de Magdalenakapel wel wat op, toch warende kruisbroeders van Steinhaus verre van rijk.469Het klooster van Beyenburg heeft zich het langst van de kruisbroederskloostersin het Rijnland onttrokken aan de leiding vanhet generaal kapittel. Peter von Kettwich, die het klooster bestuurdetussen ca. 1393 en 1405 en provinciaal was van deRijnlandse kloosters, liet zijn confraters toe over persoonlijkeinkomsten te beschikken. Johannes van Merode, een van de kruisbroeders die in 1410 de bestuurswisseling in Hoei bewerkte en diezich daarna ook voor de verspreiding van de hervorming verdienstelijkmaakte, ondernam in 1418/1419 pogingen om ook hetklooster Beyenburg voor de observantie te winnen. Van het generaal kapittel kreeg hij daarvoor uitgebreide volmachten. Hetduurde echter tot 1431 voordat de prior van Beyenburg ook definitorvan de orde werd.469 Overgenomen uit R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum<strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 - 1840, p. 52


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 99In de vijftiende eeuw speelde het klooster Beyenburg geenopmerkelijke rol in de orde. De observance was er geregeld ver tezoeken. In 1436 bijvoorbeeld bepaalde het bestuur van de orde datvan de kruisbroeders van Beyenburg er slechts drie op termijnmochten gaan en dat zij bij hun thuiskomst uitvoerig verslagmoesten uitbrengen van hun werkzaamheden en de inkomstenvolledig moesten afgeven aan hun overste. De overigen moestenthuis blijven en zich toeleggen op het onderhouden van de statutenen besluiten van de generaal kapittels. Indien zij hun prior nietgehoorzaamden, dan mocht deze de prior van Keulen ter hulproepen. Samen konden zij weerspannige confraters verplaatsennaar observante huizen en observante kloosterlingen naarBeyenburg halen.Geen enkele kruisbroeder van Beyenburg had in de vijftiendeeeuw een aandeel in de verspreiding van de observantie. Enkel in1438 knoopte Beyenburg onderhandelingen aan voor de oprichtingvan een nieuw klooster in Diisseldorf. Overigens verbleven erslechts weinig conventualen. In de jaren 1457 en 1458 werd dekloosterbevolking gedecimeerd.- 1410: de Lenneppe Lubertus was kruisbroeder van Beyenburg. Hijoverleed omstreeks 1410.470- 1410: de Wipperfurt Golehnus was kruisbroeder van Beyenburg. Hijoverleed omstreeks 1410.471- 1414: de Wipperfurdt Tilmannus was kruisbroeder van Beyenburg.Zeker van 1407 tot 1414 was hij er prior.472- 1418: Jeger de Elverfeldt Johannes was kruisbroeder van Beyenburg.Hij werd in Elberfeld geboren en overleed in 1418.473- 1419: Stolticken Tilmannus was kruisbroeder van Beyenburg in1419.474470 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg. in: Zeitschrift des Bergischen Geschichtsverein.Bonn, dl.l 0(1874), p. 37F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37


100 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1420: de Essendia Wilhelmus was kruisbroeder van Beyenburg in1420.475- 1420: de Halveren Winandus was kruisbroeder van Beyenburg in1420.476- 1420: Lennepe Petrus was kruisbroeder van Beyenburg in 1420.477- 1426: Welvermann de Kamen Johannes was kruisbroeder vanBeyenburg in 1426.478- 1427: Petrus was kruisbroeder van Beyenburg en subdiaken. In 1427werd hij naar Keulen verplaatst.479- 1428: de Kamen Gerhardus was kruisbroeder van Beyenburg in 1428.480- 1429: Klute Bernhardus was kruisbroeder van Beyenburg in 1429.481- 1432: Schilt Johannes was kruisbroeder van Beyenburg in 1432.482- 1433: de Werdena Everhardus was kruisbroeder van Beyenburg in1433.483- 1435: Ratingen Johannes was kruisbroeder van Beyenburg in 1435.484- 1435: Schiedam Johannes was kruisbroeder van Aken. In 1435 werdhij voor 66n jaar naar Beyenburg gezonden.485- 1438: de Werdena (Werden von) Johannes Antonius was kruisbroedervan Beyenburg in 1438. Hij was de eerste pastoor van Steinhaus die bijnaam genoemd werd. Op het generaal kapittel van 1438 werd hij bijde overledenen vermeld.486- 1439: de Schwelm Hermannus was kruisbroeder van Beyenburg in1439.487- 1439: de Colonia Abel was novice in Beyenburg in 1439.488- 1439: Clusener Hermannus was donaat van Beyenburg in 1439.489- 1445: Mullenkotten Tilmannus was kruisbroeder van Beyenburg. Ophet generaal kapittel van 1445 werd hij bij de overledenen vermeld.490475 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37476 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37477 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38478 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38479 A. Van de Pasch, Definities..., p. 54480 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38481 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38482 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38483 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38484 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg p. 38485 A. Van de Pasch, Definities..., p. 67486 A. Van de Pasch, Definities..., p. 72; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38487 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38488 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38489 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36490 A. Van de Pasch, Definities..., p. 86


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1011449: de Rade (Roede, Rode) Joannes was kruisbroeder vanBeyenburg. In 1446 werd hij vermeld als scriptor in Beyenburg. In1447 werd hij voor e'en jaar naar Bendage gezonden. Twee jaar laterverhuisde hij voor een jaar naar Doornik.1450: Dusseldorf Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. In 1430werd hij voor een jaar verplaatst naar Luik. Van 1431 tot 1448 was hijprior van Beyenburg en in 1431 definitor van de orde. Op het generaalkapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.1453: Loessensis Gregorius was kruisbroeder van Beyenburg. In 1453werd hij voor ee'n jaar naar Diisseldorf gezonden.4911456: de Flandria Petrus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1427werd hij voor ee'n jaar naar Keulen gezonden en in 1443 voor ee'n jaarnaar Ivoy-Carignan. Toen hij overleed was hij prior van Beyenburg.Op het generaal kapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld.1457: Reven (Renen, Reen, Roem) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1425 was hij er scriptor. In dat jaar werd hij naarHohenbusch gezonden. In 1431 werd hij voor een jaar naar Beyenburggestuurd voor de hervorming van het klooster aldaar. Omstreeks 1440werd hij geincorporeerd in Schwarzenbroich, waar hij subprior werd.Hij verbleef aldaar in het klooster tot 1446 en opnieuw in 1457 en1458. In 1446 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden. Eenjaar later werd hij voor ee'n jaar conventualis van Bentlage. Na 1447werd hij subprior en novicenmeester in Marienfrede. Op het generaalkapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.1457: Rutgerus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1453 werd hij vooree'n jaar verplaatst naar Diisseldorf en in 1457 voor e'e'n jaar naar Hoei.1457: Egbertus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1457 was hij ersubprior.4921457: Elberti Godsalcus was kruisbroeder van Beyenburg.4931458: Ervelvelde (Elberfeld, Elverfeldt) Johannes was kruisbroeder vanBeyenburg en prior in 1458. Op het generaal kapittel van 1458 werdhij bij de overledenen vermeld.4941458: Ervervelde Petrus was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.495491 A. Van de Pasch, Definities.492 A. Van de Pasch, Definities.493 A. Van de Pasch, Definities.(volgens Olischlager was hij prior)494 A. Van de Pasch, Definities.493 A. Van de Pasch, Definities.p. 98p. 108; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38p. 108; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36p. 108p. 108


102 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1458: de Unna Arnoldus was kruisbroeder van Beyenburg. Op hetgeneraal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.496- 1458: Borlt Arnoldus was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.497- 1458: de Werdena (von Werden) Bernardus (Benedictus) was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1458 werd hij bijde overledenen vermeld.498- 1458: van Hasselt Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. Op hetgeneraal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.499- 1460: Becker Henricus was donaat van Keulen. In 1431 werd hij voor66n jaar naar Beyenburg gezonden. Op het generaal kapittel van 1460werd hij bij de overledenen vermeld.500- 1460: de Unna Johannes was novice in Beyenburg in 1460.501- 1462: de Werdena Wilhelmus was kruisbroeder van Beyenburg. Hijtermineerde rond 1430 de parochie Rheine. In 1436 werd hij door hetgeneraal kapittel benoemd tot 66n van de drie terminarii vanBeyenburg. Hij was nauw betrokken bij de stichting van Bentlage,waar hij tussen 1437 en 1450 verbleef. Hij onderschatte echter definanciele moeilijkheden. Na 1438 bemoeide hij zich niet meer met definancien. In 1448 werd hij benoemd tot prior van Bentlage. Hij lietzijn confraters termineren. In 1450 werd hij afgezet en keerde naarBeyenburg terug. In 1460 werd hij verplaatst naar Asperen. In 1463was hij terug in Beyenburg.502- 1467: Sittert Theodericus was kruisbroeder van Aken. In 1463 werdhij voor 66n jaar naar Ivoy-Carignan gezonden en in 1464 voor 66n jaarnaar Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1469: Hokelshoven (Hoecheswagen) Hinricus was kruisbroeder vanBeyenburg. Op het generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.503496 A. Van de Pasch, Definities..., p. 108; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38497 A. Van de Pasch, Definities..., p. 108498 A. Van de Pasch, Definities..., p. 108; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38499 A. Van de Pasch, Definities..., p. 108500 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 62 en 112501 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36502 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, ^. 38; A. Van dePasch, A^m'tos..., pp.68,112 en 119; H.U.Weiss, Die Kreuzherren in Westfalen, pp. 119 - 121, 124 - 125, 128 - 129,233, 238 en 249503 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38; A. Van de Pasch, Definities..., p. 134


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 103- 1472: Cloetmann Goscalcus werd in 1436 als strafmaatregel naarBeyenburg gezonden. In dat jaar was hij terminarius. Hij overfeed in1472 als conventualis van Beyenburg.504- 1472: de Unna Georgius was kruisbroeder van Beyenburg. Hij overleedin 1472, maar pas op het generaal kapittel van 1533 werd hij bijde overledenen vermeld.505- 1473: Brilen Tilmannus was kruisbroeder van Falkenhaj*ehjf ty' 1463'verbleef hij in Kolen-Kerniel. In dat jaar werd hij verplaatst naarBeyenburg en werd er procurator tussen 1463 en 1465. Dan werd hijprocurator van Falkenhagen tot 1473. Op het generaal kapittel van1473 werd hij bij de overledenen vermeld.506- 1473: Munsterman (Monsterman) Johannes was kruisbroeder vanBeyenburg. Na 1436 werd hij terminarius en conventualis. In 1460werd in Groenlo (NL) een kapel van de zusters van het Gemene Levenovergedragen. Getuige hierbij was Johannes de Monasterio, kruisheervan Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij deoverledenen vermeld.507- 1477: Andreas was kruisbroeder van Beyenburg. In 1475 en 1477 washij er prior en definitor van de orde.508- 1480: Wilhelmus was donaat van Beyenburg. Op het generaal kapittelvan 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.509- 1484: Steynhem (Steynen, Steynnem, Steenhem, Stenhem, Stenem)Henricus was kruisbroeder van Falkenhagen. Van 1476 tot 1479 en in1481 en 1482 werd hij naar Beyenburg gezonden, telkens voor een jaaren in 1480 naar Hohenbusch, eveneens voor een jaar.510- 1484: Tungeris Arnoldus was kruisbroeder van Beyenburg. Op hetgeneraal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.511- 1485: Hermannus was donaat van Beyenburg. In 1485 w^s hij er kok.Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.512504 F. Olischlager, DieMonche zu Beyenburg, p. 38; A- Van de Fasch, Definities..., pp. 68en 140505 A. Van de Pasch, Definities..,, p. 305506 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 119, 123, 125 en 142; H.U. Weiss, Die Kreuzherrenin Westfalen, pp. 97 en 227507 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 68 en 142; P. Van den Bosch, Kroniek. in: Clairlieu,jg.41, 1983, p. 153; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38508 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 145 en 149509 A. Van de Pasch, Definities..., p. 157510 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 148, 150, 153, 155, 156, 158 en 160; H.U.Weiss,Die Kreuzherren in Westfalen, p. 227511 A. Van de Pasch, Definities..., p. 170; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36512 A. Van de Pasch, Definities..., p. 170


104 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1485: Martini de Trijs Johannes werd geboren in Treis (aan de Moezel)en was kruisbroeder van Keulen tussen 1456 en 1470. Hij was er scriptorvanaf 1456 en subprior in 1456. In 1470 werd hij voor 66n jaarnaar Beyenburg gezonden. Van 1471 tot 1485 was hij conventualis vanBeyenburg. In 1471 was hij subprior van Beyenburg. Toen hij overleedwas hij prior van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1485 werdhij bij de overledenen vermeld.513- 1486: de Wayrstein Deitmar was kruisbroeder van Beyenburg. Hijoverleed in i486.514- 1487: Wemmarus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1487 werd hijverplaatst naar Luik.- 1495: Icorus Andreas was kruisbroeder van Luik. Hij was diaken. In1491 werd hij voor een jaar naar Beyenburg gezonden. Een jaar laterverbleef hij in Maaseik, eveneens voor 66n jaar. In 1495 verbleef hij inHelenenberg. Datzelfde jaar keerde hij terug naar Luik. .- 1496: van den Hamme (Hamme de Bocoldia) Hermannus was kruisbroeder van Marienfrede. Tot 1458 verbleef hij in Marienfrede. Danwerd hij voor 66n jaar als scriptor naar Hoei gestuurd en in 1459 vooreen jaar naar Schwarzenbroich. In 1460 keerde hij terug naarMarienfrede. In 1464 werd hij wegens opstandigheid en ongehoorzaamheidzwaar gestraft en beroofd van stemrecht tot aan de herroepingdoor het generaal kapittel. In 1473 was hij scriptor inMarienfrede. In 1474 en 1475 werd hij naar Beyenburg gezonden,telkens voor een jaar. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld. Op het generaal kapittel van 1495/1496 werd hijook al bij de overledenen vermeld.- 1499: von Elverfeldt (Emerveldt) Johannes was kruisbroeder vanDuisburg. In 1457 werd hij prior van Beyenburg. Van 1457 tot 1499verbleef hij in Beyenburg. In 1499 keerde hij terug naar Duisburg.515- 1499: de Tyla (Tila) Henricus was kruisbroeder van Bentlage. In 1450begon hij aan het noviciaat. In 1470 en 1471 werd hij naar Beyenburggezonden, telkens voor 66n jaar. In 1493 werd hij prior van London.In 1499 was hij subprior van Bentlage.516513 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 136, 138 en 169; A. Van de Pasch, Kroniek. in:Clairlieu, jg.32, 1974, p. 92514 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38515 A. Van de Pasch, Definities..., p. 215516 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 136, 139 en 215; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfalen, p. 249


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1051500: Bruggelman Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. Op hetgeneraal kapittel van 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.5171500: Coci Adolphus was kruisbroeder van Beyenburg. Omstreeks1500 was hij er subprior.5181501: Johannes was donaat van Beyenburg. Op het generaal kapittelvan 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.5191501: Sanderus was donaat van Beyenburg. Op het generaal kapittelvan 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.5201502: Leuchtenberg Johannes was donaat van Beyenburg in J1502.5211503: van Wagheninghen Antonius was kruisbroeder vari Keulenvanaf ca. 1456, in welk jaar hij vermeld werd als scriptor. Van 1472 tot1481 was hij er prior. Hij werd definitor van de orde in 1473 en 1475en visitator in 1473. In 1481 werd hij naar Beyenburg verplaatst om erals subprior te fungeren. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bijde overledenen vermeld.5221504: Woenckhusen von (Woinkhausen, Woedinghausen) Johanneswas kruisbroeder van Beyenburg. In 1491 was hij er prior. In 1492 en1494 was hij visitator. Van 1491 tot 1504 was hij pastoor vanSteinhaus.5231507: Unkelbach Antonius was kruisbroeder van Keulen. In 1482werd hij prior van Beyenburg en van 1496 tot 1507 prior van Keulen.Hij was definitor van de orde in 1496, 1498, 1501, 1503 en 1505. Ophet generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.5241507: de Novimagio Gerardus was kruisbroeder van Briiggen. Van1504 tot 1507 verbleef hij in Beyenburg.5251507: Tremonie Henricus was kruisbroeder van Beyenburg. Op hetgeneraal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.526517 A. Van de Pasch, Definities..., p. 219518 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38519 A. Van de Pasch, Definities..., p. 223520 A. Van de Pasch, Definities..., p. 223521 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36522 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 141, 143, 145, 158 en 233; Idem, Kroniek, in:Clairlieu, jg.32, 1974, p. 92523 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 191 en 198; F. Olischlager, Die Monche zuBeyenburg, p. 38; R. Haass, Die Kreuzherren in den Rheinlanden. Bonn, 1932, p. 49524 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 203, 209, 228, 229, 234 en 240; F. Olischlager,Die Monche zu Beyenburg, p. 36525 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 232 en 240; B. Rottgen, Briiggen und Born imSchwalmtal. Beitrage Heimatgeschichte. Kempen, 1934, p. 272526 A. Van de Pasch, Definities..., p. 241


106 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1509: Bos Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.527- 1509: Dionisius (Dyonisius) was kruisbroeder en diaken van Luik. In1484 en 1485 werd hij verplaatst naar Asperen, telkens voor 66n jaar.In 1487 verhuisde hij voor 66n jaar naar Beyenburg en in 1488 voor66n jaar naar Sneek. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1509: Venlo Christianus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1481 en1482 werd hij naar Diilken gezonden, telkens voor 66n jaar. In 1487zond het generaal kapittel hem naar Bruggen. Op het generaal kapittelvan 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.528- 1510: Leyendecker Henricus was kruisbroeder van Venlo. In 1474,1475, 1476 en 1477 werd hij naar Beyenburg gezonden, telkens voor66n jaar. Daarna keerde hij terug naar Venlo. Op het generaal kapittelvan 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.529- 1510: Tongrensis Gregorius was kruisbroeder van Beyenburg. Van1502 tot 1504 verbleef hij in Wickrath. Daarna keerde hij terug naarBeyenburg.530- 1511: Lennepe (Lennep) Arnoldus was kruisbroeder van Beyenburg.Op het generaal kapittel van 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.531- 1512: Brecht Johannes was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.532- 1515: Mondet de Tornaco (Mundel) Alexander was kruisbroeder vanKolen-Kerniel vanaf ca. 1476. In 1492 was hij er scriptor. Hij was ertevens procurator van 1483 tot 1501. In 1494 werd hij voor 66n jaarverplaatst naar Beyenburg. Hij was pastoor van de parochie Kernielvan 1492 tot 1494 en van 1502 tot 1511. Op het generaal kapittel van1515 werd hij bij de overledenen vermeld.533527 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247528 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 158, 160, 175 en 247; E Olischlager, Die Monchezu Beyenburg, p. 38529 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 144, 146, 148, 150 en 250; L. Heere, Het kruisherenkloosterte Venlo, p. 335530 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 232 en 253; E Olischlager, Die Monche zuBeyenburg, p. 38531 A. Van de Pasch, Definities..., p. 253532 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256533 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 197 en 262; A. Van Asseldonk, Franciscus Vaes vanTongeren stichter der kloosterbibliotheek van Kolen. 1499-1550. in: Clairlieu, jg. 15, 1957-1958,pp. 48-51; C.R. Hermans, Annales, III, p. 702


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1071515: Tongerloy Johannes was kruisbroeder van Hoei. In 1480 werdhij verplaatst naar Beyenburg. In 1482 werd hij voor een jaar naarBuzan^ais gezonden en twee jaar later werd hij aldaar conventualis. In1485 verbleef hij als subprior in Varennes-sur-Allier. Later werd hij rector in Virton. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij deoverledenen vermeld als oud-rector van Virton.1516: Aquis Nicolaus was kruisbroeder van Beyenburg. Tussen 1506en 1516 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1517 werdhij bij de overledenen vermeld.5341518: Schuttorf Bernhard was kruisbroeder van Beyenburg. In 1518was hij er prior.5351519: de Ratingen Theodorus was kruisbroeder van Beyenburg in1519.5361519: Montz (Eyck, Eck, Heer) Petrus was kruisbroeder vanRoermond vanaf 1464. Van 1465 tot 1470 verbleef hij in Beyenburgen werd er telkens voor 66n jaar aangesteld. Hij werd senior en jubilarisvan Roermond.5371520: Henberch (Bienberck, Beyenburg) Petrus was kruisbroeder vanBeyenburg. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.5381520: Vulck Arnoldus was kruisbroeder van Beyenburg in 1520.5391524: Bruno was donaat van Beyenburg. Op het generaal kapittel van1525 werd hij bij de overledenen vermeld.5401525: Weis Henricus was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1525 werd hij bij de overledenen vermeld.5411526: Helmicus was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.5421528: Rysenbecke Hermannus was kruisbroeder van Beyenburg enprior aldaar in 1514. Op het generaal kapittel van 1528 werd hij bij deoverledenen vermeld.543534 A. Van de Pasch, Definities..., p. 265; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38535 D. Wasserfuhr, Kreuzherrenkloster Steinhaus zu Beyenburg, 1298-1998. in: Clairlieu, ig.55, 1997, p. 105536 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38537 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 125,127,129, 130, 132,134,136 en 271; L. Heere,Het Obituarium der Kruisheren van Roermond, p. 108538 A. Van de Pasch, Definities..., p. 271; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38539 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38540 A. Van de Pasch, Definities..., p. 283541 A. Van de Pasch, Definities..., p. 283542 A. Van de Pasch, Definities..., p. 286543 A. Van de Pasch, Definities..., p. 291


108 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1529: Clemens was kruisbroeder van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.544kruisbroeders in Beyenburg, 1410-1530100Zesentachtig kruisbroeders bevolkten het klooster vanBeyenburg van 1410 tot 1530. Zesenzestig daarvan traden inBeyenburg in, twintig kwamen van elders. Negenenvijftig kruisbroeders bleven hun ganse kloosterleven in Beyenburg resideren:slechts negen van de in Beyenburg ingetredenen werden naarandere kloosters verplaatst.Hohenbusch (gesticht in 1302)Niet ver van Erkelenz lag eertijds het klooster van Hohenbusch,een van de rijkste kruisherenkloosters van het Rijnland. In 1302vestigden de kruisbroeders zich in de nabijheid van een kapel dieaan de heilige Laurentius was toegewijd. Door allerlei schenkingenin gronden, boerderijen, molens en renten was dit klooster al vlugwelvarend. Aanvankelijk schaadde de welvaart de observante levenswijzegeenszins. Na 1430 bekleedden conventualen uit Hoeibelangrijke fiincties in Hohenbusch: Gijsbertus, was eerst subpriorin Hoei en werd van ca. 1433 tot 1438 prior van Hohenbusch;A. Van de Pasch, Definities..., p. 564


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 109Gerardus van Goch was eerst subprior van Hoei en definitor in1425 en werd procurator van Hohenbusch en definitor in 1436;Georgius van Brueggen was eerst procurator van Hoei en werdprior van Hohenbusch van 1445 tot 1452. In 1452 werd Georgiusde Brugis tot prior-generaal gekozen.- 1423: Cortsmit Thomas was een kruisbroeder die in 1423 vopr penitentie66n jaar naar Hohenbusch werd verplaatst.545- 1426: Grau Henricus was kruisbroeder van Venlo. Van 1412 tot 1423verbleef hij in Hohenbusch. In 1423 werd hij verplaatst naarSchwarzenbroich, waar hij vanaf 1426 conventualis werd benoemd.546- 1426: Cocus Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1426werd hij voor 66n jaar naar Hohenbusch gezonden.547- 1434: Rauwart (Rewart) Nicolaas was kruisbroeder van Namen. Hetgeneraal kapittel van 1422 zond hem naar Keulen en dat van 1425naar Schwarzenbroich. In 1425 werd hij naar Hohenbusch verplaatst.Van 09 februari 1430 tot 17 december 1434 was hij prior van Namen.Hij overleed na 1434.- 1438: Gisbertus (Gysbertus) was kruisbroeder van Hoei. Van 1425 tot1431 was hij subprior van Hoei. In 1431 werd hij aangesteld tot vicaris-generaaltijdens het verblijf van de prior-generaal in Engeland. Tweejaar later werd hij benoemd tot prior van Hohenbusch. Dat ambt bekleeddehij tot 1438. In 1433 was hij tevens definitor. Op het generaal kapittel van 1438 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1442: Goch van (Kok, Cock) Johannes Kneelius was kruisbroeder vanSint-Agatha. In 1416 was hij prior van Sint-Agatha. In 1425 verplaatstehet generaal kapittel hem voor een jaar naar Namen, causa reformationis,dus om er de observantie te leren. In 1427 werd hij weer vooreen jaar naar Namen verplaatst. In 1426 verhuisde hij voor een jaarnaar Hohenbusch. In 1428 werd hij voor een jaar naar Aken gezonden.Op het generaal kapittel van 1442 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werd545 A. Van de Pasch, Definities..., p. 47546 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 30, 46 en 52547 A. Van de Pasch, Definities..., p. 52


110 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1445: Ludovicus was kruisbroeder van Doornik en diaken. In 1445werd hij voor een jaar naar Hohenbusch gezonden.- 1445: Gerardus was in 1425 kruisbroeder van Hohenbusch. In 1445werd hij voor een jaar naar Aken gezonden. In 1425 was hij prior vanHohenbusch en definitor van de orde. In 1436 was hij procurator vanHohenbusch.548- 1449: Everardus was kruisbroeder van Aken. In 1437 werd hij verplaatst naar Hohenbusch. In 1449 werd hij verplaatst naar Bentlageom er te helpen bij de opbouw van het kloosterleven.549- 1450: Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.550- 1452: van Lunen Johannes was conversus van Keulen. In 1427 werdhij voor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden en in 1428 voor eenjaar naar Hohenbusch. In 1431 werd hij verplaatst naar Osterberg. Van1438 tot 1441 en van 1449 tot 1452 verbleef hij in Bentlage. In 1443werd hij naar Falkenhagen gezonden en bleef er tot 1445, pro erectionedomus. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.551- 1454: van Goch (Ghoche, Choxte, Ghoschte) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha tot 1412. Hij was een van de prominentstereformatoren van de orde na 1410. Van 1412 tot 1418 verbleef hij inHoei, waar hij subprior werd, misschien al in 1412 maar zeker vanaf1415. In 1418 werd hij als subprior van Hoei tot prior van Luikgekozen. Hij bleef in Luik tot 1434. In 1424 was hij prior in Asperen.Van 1434 tot 1436 was hij procurator in Hohenbusch. In 1436 keerdehij als prior terug naar Luik. In 1454 overleed hij als prior van Watenis.Hij was definitor van de orde in 1416, 1417, 1418, 1420, 1424, 1427,1430, 1432, 1434 en 1436 en visitator in Duitsland in 1432.- 1457: Reven (Renen, Reen, Roem) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1425 was hij er scriptor. In dat jaar werd hij naarHohenbusch gezonden. In 1431 werd hij voor 66n jaar naar Beyenburggestuurd voor de hervorming van het klooster aldaar. Omstreeks 1440werd hij geincorporeerd in Schwarzenbroich, waar hij subprior werd.548 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 49, 68 en 82549 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 70 en 91550 A. Van de Pasch, Definities..., p. 93551 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 54, 57, 62, 72, 74, 75, 78, 80, 82, 83, 91 en 97


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 111Hij verbleef aldaar in het klooster tot 1446 en opnieuw in 1457 en1458. In 1446 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden. Eenjaar later werd hij voor een jaar conventualis van Bentlage. Na 1447werd hij subprior en novicenmeester in Marienfrede. Op het generaalkapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.1458: Stralen Helyas. In 1427 werd hij voor een jaar verplaatst naarHohenbusch ^>ra reformatione. Van 1452 tot 1455 was hij aanwezig inMaastricht. In 1455 keerde hij terug naar Luik omwille van de priorkeuzealdaar. In 1456 werd hij door het generaal kapittel benoemdtot conventualis van Maastricht. Twee jaar later werd hij op het generaal kapittel bij de overledenen vermeld.1458: Brugis de (van Brueggen, de Bruges, Brugius) Georgius waskruisbroeder van Hoei. Hij was procurator in Hoei van ca. 1440 tot1443, definitor in 1446, 1449 en 1451, conventuaal van Bentlage in1444 (voor e'e'n jaar voor de hervorming van het klooster), prior vanHohenbusch van 1445 tot 1452 en prior-generaal van 12 januari 1452tot 29 november 1458. Als prior van Hohenbusch visiteerde hij in1445 en 1450 de huizen in Westfalen. Georgius van Briiggen overleedop 20 november 1458 in Luik en werd aldaar begraven voor hethoogaltaar.1462: Leonardus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1462 werd hijverplaatst naar Caen.5521462: Wilhelmus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1462 werd hijverplaatst naar een convent in Engeland voor penitentie wegens gravisculpa.5531464: Makenberch de (Mackeberg, Mackenborch) Johannes waskruisbroeder van Keulen. In 1431 werd hij door het generaal kapittelafgevaardigd om het klooster van Osterberg te helpen opstarten. Hijbleef er tot 1441. In 1441 verbleef hij in Hohenbusch en in 1442keerde hij terug naar Keulen. In 1443 werd hij naar Falkenhagengezonden, pro erectione domus. Hij bleef er tot 1463 en werd van 1443tot 1447 telkens voor een jaar benoemd. In 1447 werd hij doorBohemers gevangen genomen. In datzelfde jaar werd hij prior vanFalkenhagen. Op het generaal kapittel van 1464 werd hij bij deoverledenen vermeld.554552 A. Van de Pasch, Definities..., p. 117553 A. Van de Pasch, Definities..., p. 117554 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 62, 77, 80, 82, 83 en 123; H.U. Weiss, DieKreuzherren in Westfalen, pp. 94, 95 en 222


112 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1467: Leonardus was kruisbroeder van Maastricht. In 1458 begon hijaan het noviciaat. In 1467 werd hij verplaatst naar Hohenbusch. Hijwas subprior van Maastricht van 1463 tot 1467 en werd in 1467 priorvan Hohenbusch.555- 1468: de Coloniae Herman was kruisbroeder van Hohenbusch. Ophet generaal kapittel van 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.556- 1468: Sittart (Zittert) Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch.Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.557- 1472: de Amsterdammis Jacobus was kruisbroeder van Aken. Van1428 tot 1440 verbleef hij in Osterberg. Van 1440 tot 1472 verbleefhij in Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bij deoverledenen vermeld.558- 1474: de Beeck Henricus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1451werd hij voor e'e'n jaar naar Goes verplaatst. In 1455 en 1456 werd hijnaar Doornik gezonden, telkens voor een jaar en in 1457 naar Aken,weeral voor e'en jaar. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1474: Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.559- 1476: Bernardus was conversus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1476 werd hij bij de overledenen vermeld.560- 1477: Havert Nicolaus was donaat van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.561- 1477: Brant Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.562- 1477: Brabander Arnoldus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.563- 1477: Lavenick Arnoldus was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.564555 H.P. Van Hasselt, Geschiedenis van het klooster der Kruisheren te Maastricht, in:Publications... dans le Limbourg, jg.39, 1903, p. 50556 A. Van de Pasch, Definities..., p. 132557 A. Van de Pasch, Definities.558 A. Van de Pasch, Definities.559 A. Van de Pasch, Definities.560 A. Van de Pasch, Definities.561 A. Van de Pasch, Definities.562 A. Van de Pasch, Definities.563 A. Van de Pasch, Definities.564 A. Van de Pasch, Definities.p. 132pp. 56, 75 en 140p. 145p. 148p. 150p. 150p. 150p. 150


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1131477: Straelen Petrus was donaat van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.5651480: Wilhelmus was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.5661482: Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.5671483: ten Wolde Johannes was donaat van Bentlage. In 1483 werd hijverplaatst naar Hohenbusch.5681483: Brummen (Brimmen, Brymmen, Bruynen, Brunnen)Theodericus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaal kapittel van1444 werd hij voor €in jaar naar Osterberg gezonden. Een jaar laterverhuisde hij naar Hohenbusch. In 1476 was hij subprior inMarienfrede. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.1484: Wilhelmus was donaat van Hohenbusch. Hij was kleermaker.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.5691484: Steynhem (Steynen, Steynnem, Steenhem, Stenhem, Stenem)Henricus was clericus van Falkenhagen. Van 1476 tot 1479 en in 1481en 1482 werd hij naar Beyenburg gezonden, telkens voor 66n jaar enin 1480 naar Hohenbusch, eveneens voor 66n jaar.1485: Hubertus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.5701485: Gladbach Godefridus was donaat van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.5711485: Ercldens Matthias was kruisbroeder van Briiggen. Een zekeretijd verbleef hij in Hohenbusch. Wanneer weten we niet. In 1485 washij prior in Briiggen. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij deoverledenen vermeld.572i486: Rabanus was kruisbroeder van Hohenbusch, zeker van 1470 toti486. In 1470 werd hij vermeld als scriptor. Op het generaal kapittelvan i486 werd hij bij de overledenen vermeld.573565 A. Van de Pasch, Definities..., p. 150566 A. Van de Pasch, Definities..., p. 157567 A. Van de Pasch, Definities..., p. 160H.U.Weiss, DieKreuzherren in Westfalen, p. 140569 A. Van de Pasch, Definities..570 A. Van de Pasch, Definities...571 A. Van de Pasch, Definities...572 A. Van de Pasch, Definities...p. 166p. 169170169573 A. Van de Pasch, Definities..., p. 172; R. Haass, Spatmittelalterliche Reformbestrebungenim niederldndisch-niederrheinischen Raum und der Kreuzherrenorden, p. 63


114 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- i486: Dusseldorp was donaat van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van i486 werd hij bij de overledenen vermeld.574- i486: Helias Nicolas was kruisbroeder van Caen. In i486 werd hijvoor een jaar naar Hohenbusch gezonden.575- i486: Unkel Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1456werd hij naar Engeland gezonden om er te helpen bij de hervormingvan de orde. In 1460 en 1461 werd hij naar Caen gezonden en werder de volgende jaren conventualis. In i486 was hij subprior inHohenbusch. Op het generaal kapittel van i486 werd hij bij deoverledenen vermeld.576- 1495: Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.577- 1495: Petrus was conversus van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.578- 1495: Henricus was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.579- 1495: Cornelius was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.580- 1495: de Duren Tilmannus was kruisbroeder van Hohenbusch. Ophet generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.581- 1495: Theodericus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.582- 1495: Antonius was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.583- 1495: Germanus Petrus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.584- 1496: Hermannus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1496 was hijprocurator. Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.585574A. Van de Pasch, Definities.. , p. 173575A. Van de Pasch, Definities.. , p. 172576A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 49; A. Van de Pasch, Definities...,pp. 103, 112, 114 en 172577578579580581582583584585A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,Definities..Definities..Definities..Definities..Definities..Definities..Definities..Definities.., p. 202, p. 202, p. 202, p. 202, p. 204, p. 201, p. 202, p. 201A. Van de Pasch, Definities.. , p. 205


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1151496: van Kavertten (Koemertten, Erklens) Leonardus was kruisbroeder van Hohenbusch. Van 1460 tot ? werd hij verplaatst naarCaen. Van 1470 tot 1496 was hij prior van Hohenbusch. Hij wasdefinitor van de orde in 1470, 1472, 1474, 1476, 1478, 1481, 1483,1485, 1487, 1489, 1492 en 1495. Op het generaal kapittel van 1496werd hij bij de overledenen vermeld.5861496: Jacobus was conversus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.5871499: Paulus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1499 werd hij bij de overledenen vermeld.5881501: Stralen Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.5891506: de Dungen Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1506 werd hij bij de overledenen vermeld.5901507: de Campis Godefridus was kruisbroeder van Hohenbusch. Ophet generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.5911507: Hermannus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.5921508: de Noviomago Petrus was kruisbroeder van Hohenbusch. In1508 was hij procurator. Op het generaal kapittel van 1508 werd hijbij de overledenen vermeld.5931509: Petrus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.5941509: Bartholomeus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.5951510: Zittart Godefridus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.5961511: Nussie Johannes was donaat van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.597586 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 112, 114, 117, 135, 140, 143, 147, 151, 157, 161,168, 173, 180, 189, 195 en 205587 A. Van de Pasch, Definities..., p. 205588 A. Van de Pasch, Definities..589 A. Van de Pasch, Definities..590 A. Van de Pasch, Definities..591 A. Van de Pasch, Definities..592 A. Van de Pasch, Definities..593 A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..595A. Van de Pasch, Definities..596 A. Van de Pasch, Definities..597 A. Van de Pasch, Definities..p. 215p. 223p. 238p. 241p. 241p. 244p. 247p. 247p. 250p. 253


116 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1511: Sibertus was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.598- 1512: van Kempen Johannes was donaat van Hohenbusch. Van 1508tot 1510 verbleef hij in Maaseik en van 1510 tot 1512 in Sneek. In1512 keerde hij terug naar Hohenbusch. In alle kloosters waar hijverbleef, was hij kok.599- 1513: Kessel Petrus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1513 washij subprior. Op het generaal kapittel van 1513 werd hij bij deoverledenen vermeld.600- 1517: Connerten Johann was donaat van Hohenbusch. In 1483 washij kleermaker in Hohenbusch en werd hij naar Hohnscheid gezonden.Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.601- 1520: Tilmannus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1509 werd hijnaar London gezonden. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bijde overledenen vermeld.602- 1522: Sittert Petrus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.603- 1523: de Sittert Hubertus was donaat van Hohenbusch. In 1487besloot het generaal kapittel dat hij naar een ander klooster zou gezonden worden. In 1492 werd hij verplaatst naar Nieuwland. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.604- 1526: Nussie (Nucius) Raymundus Johannes was kruisbroeder vanHohenbusch en prior tot ca.1518. Van ca. 1518 tot 1526 was hij priorin Schiedam. Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij deoverledenen vermeld. Hij overleed in Schiedam.605- 1526: Jacobus was donaat van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.606- 1527: Christianus was kruisbroeder van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.607598 A. Van de Pasch, Definities..., p. 253599 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 244, 250 en 255; L. Heere, Het Kruisherenkbosterte Maaseik v66r de Franse Revolutie, p. 67600 A. Van de Pasch, Definities..., p. 258601 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 162 en 265602 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 246 en 271603 A. Van de Pasch, Definities..., p. 276604 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 175, 191 en 278605 A. Van de Pasch, Definities..., p. 288; M. Schmitz, Die Prioren des KreuzherrenklostersHohenbusch. in: Heimatkalender des Kreises Heinsberg 2001, pp. 65 - 66606 A. Van de Pasch, Definities..., p. 286607 A. Van de Pasch, Definities..., p. 288


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 117- 1529: Jasperus was conversus van Hohenbusch. In 1529 werd hij verplaatstnaar Kerniel.608- 1530: Haubis Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. Rond1530 was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bijde overledenen vermeld.609kruisbroeders in Hohenbusch,1410-15308016040200y//A77AM■■A4111B55 22cD11Zevenenzeventig kruisbroeders woonden in Hohenbusch tussen1410 en 1530. Daarvan traden er vijfenvijftig in Hohenbusch in.Elf van hen werden naar andere kloosters verplaatst, terwijl vierenveertigvan hen hun ganse kloosterleven in Hohenbusch doorbrachten.Uit andere kloosters werden tweeentwintig kruisbroeders verplaatst naar Hohenbusch.Keulen (gesticht in 1307)In 1307 stichtten twee kruisbroeders uit Beyenburg een kloosterin Keulen en wijdden het toe aan het H. Kruis en hun kapelaan de H. Barbara. In de loop van de veertiende eeuw hoopten derijkdommen van het klooster zich op. Daardoor werden de conventualenin staat gesteld om rond 1399 de Sint-Barbarakapel teherbouwen tot een heuse kerk annex toren en klok. In de loop van608 A. Van de Pasch, Definities..., p. 293609 A. Van de Pasch, Definities..., p. 296


118 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWde vijftiende eeuw bouwden de kruisbroeders een nieuw klooster,verfraaiden hun kerk, vergrootten het koor van deze kerk enbouwden bij het klooster een Mariakapel.Zoals zovele andere conventen werd ook dat van Keulen in hetbegin van de vijftiende eeuw tot de observantie gedwongen.Johannes de Merode kreeg daartoe in 1418 van het generaal kapittel volmachten. In de jaren twintig van de vijftiende eeuw werdenenkele kruisbroeders gestraft wegens verzet tegen hun prior. In devolgende decennia kregen Keulse kruisbroeders veel invloed in deorder Konrad Anderlach visiteerde omstreeks 1428 de Engelsekloosters en Keulen speelde een belangrijke rol in de stichting vanOsterberg. Prior Dietrich von Hall (1443-1459) werd in 1459 totprior-generaal gekozen. De kloosters van Emmerich, Helenenbergen Pedernach werden gesticht met medewerking van de Keulseconfraters en de prior van de kruisheren van Keulen kreeg van hetgeneraal kapittel telkens de opdracht deze nieuwe kloosters tebegeleiden. Ook voor de oprichting van de nieuwe kloosters inBentlage en Falkenhagen werd een beroep gedaan op Keulse kruisbroeders. Christianus Van Keulen stond aan de wieg van de hervormingvan de Engelse kloosters en werd in 1492 als prior van hetklooster van Londen vernoemd.Het kruisherenklooster van Keulen bezat een zeer grote hoeveelheidhandschriften. Veruit het grootste deel daarvan werd in heteigen scriptorium opgesteld. Naast de geschriften van deKerkvaders en de theologische autoriteiten van de middeleeuwenwaren ook Caesarius van Heisterbach, Jan van Ruusbroec, GeertGroote, Thomas a Kempis, Hildegard van Bingen en andere mysticigoed vertegenwoordigd, naast bijvoorbeeld de humanistischedichter Petrarca. Het religieuze leven in het Keulse kruisherenklooster stond in het begin van de zestiende eeuw op een zeer hoogpeil. Prior Laurentius van Gladbach werd in 1521 tot prior-generaal gekozen.6I0610 Overgenomen uit R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum<strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 - J840, pp. 112-113; P. Van den Bosch, Studien overde observantie..., p. 84


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1191422: Michael was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1422 werdhij verplaatst naar Keulen.6111422: Everhardus was kruisbroeder van Namen. In 1419 en 1420 washij prior in Keulen en in 1422 prior in Namen. Hij was definitor vande orde in 1419, 1420 en 1422 en visitator in 1421.1425: Theodericus was kruisbroeder van Keulen. In 1425 was hij prioren definitor van de orde.6121427: Petrus was kruisbroeder van Beyenburg en subdiaken. In 1427werd hij naar Keulen verplaatst.1428: de Almania Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werdhij voor een jaar naar Namen gezonden. In 1428 verplaatste het generaalkapittel hem naar Keulen.1428: Culemborch Arnoldus was kruisbroeder van Keulen. In 1423werd hij naar Aken gezonden om er de observantie te helpen brengen.In 1428 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gezonden. Het generaalkapittel van 1426 ontnam hem het stemrecht, behalve bij priorkeuzeen culpa kapittel, vanwege wangedrag.6131430: de Herfordia (Hervordie) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1426 verloor hij vanwege wangedrag het actief stemrecht,behalve bij de priorkeuze en bij capitulum culparum. In 1430 werd hijvoor ee'n jaar verplaatst naar Ivoy-Carignan.1430: Bruwilre Thomas was kruisbroeder van Keulen. In 1431 zondhet generaal kapittel hem voor een jaar naar Namen.1430: Hiebelotti Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1430 werd hij voor een jaar verplaatst naar Keulen.1431: Vreze Henricus was donaat van Keulen. In 1431 werd hij naarOsterberg gezonden.6141431: von Coten Helius was kruisbroeder van Keulen tot 1425. Danwerd hij naar Aken gezonden causa reformationis. In 1427 verhuisde hijnaar Hoei. Van 1428 tot 1431 verbleef hij in Osterberg, telkens vooreen jaar.1434: Rauwart (Rewart) Nicolaas was kruisbroeder van Namen. Hetgeneraal kapittel van 1422 zond hem naar Keulen en dat van 1425zond hem naar Schwarzenbroich. In 1425 werd hij naar Hohenbuschverplaatst. Van 09 februari 1430 tot 17 december 1434 was hij priorvan Namen. Hij overleed na 1434.611 Arch. Clairlieu, 042.29612 A. Van de Pasch, Definities..., p. 49613 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 52 en 56614 A. Van de Pasch, Definities..., p. 62


120 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1438: de Kulenborch Jacobus was donaat van Keulen. Hij was kleermaker.Op het generaal kapittel van 1438 werd hij bij de overledenenvermeld.615- 1440: Jacobus was kruisbroeder van Keulen. In 1440 was hij definitor.616- 1442: Ribbecke (Ribbeken, Ribbeckx) Lambertus werd geboren inMiinster en werd kruisbroeder van Keulen. In 1436 werd hij naarOsterberg verplaatst en bleef er tot 1437. In het jaar van overlijden washij prior van Bendage. Hij overleed aan de pest tijdens een bezoek aanOsterberg. Op het generaal kapittel van 1442 werd hij bij de overledenen vermeld.617- 1442: de Noviomago Dietrich was kruisbroeder van Keulen. Van1 juni 1441 tot 1442 was hij in Bentlage prior. Door het generaalkapittel van 1442 werd hij echter uit zijn ambt van prior ontzet.618- 1445: Terborch (ter Borch) Joannes was kruisbroeder van Keulen envan 1428 tot 1437 prior. Van 1437 tot 1445 was hij kruisbroeder envan 1437 tot 1441 en weer vanaf 1442 prior van Bentlage. Hij wasdefinitor van de orde in 1428, 1430, 1432, 1434, 1436, 1438 en1444. Hij overleed op de terugweg van het generaal kapittel in 1445.In 1427 werd hem door de Broeders van het Gemene Leven het kloostervan Osterberg aangeboden. In 1436 werd hij belast met de hervormingvan het klooster van Beyenburg. In 1437 werd hij de eersteprior van Bentlage. Ondanks zijn waardevol werk voor de orde inKeulen en elders, kon hij geen goede basis voor het kloosterlevenleggen in Bentlage. Hij stak het klooster in grote schulden en was nietbij machte ze te betalen. Het generate kapittel zette hem in 1445 af.619- 1445: de Unna (Westvalus) Johannes was kruisbroeder van Keulen.Hij studeerde in Wenen. Op het generaal kapittel van 1445 werd hijbij de overledenen vermeld. Volgens Van de Pasch studeerde hij in1447 te Wenen.620615 A. Van de Pasch, Definities..., p. 72616 A. Van de Pasch, Definities..., p. 74617 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 60, 63, 69, 70 en 79; H.U. Weiss, Die Kreuzherrenin Westfalen, p. 247618 H.U. Weiss, Die Kreuzherren in WestfaUn, p. 246619 A-Van de Pasch, Definities..., pp. 55,59,63,65, 68,71,72,74, 81 en 86; H.U.Weiss,Die Kreuzherren in Westfalen, p. 243; P. Van den Bosch, Studien over de observance..., p. 116620 A. Van de Pasch, Definities..., p. 84; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, p. 23


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1211446: Reynen (Renen) Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen tot1432. In 1432 werd hij naar Hoei verplaatst. Drie jaar later verhuisdehij naar Goes en in 1445 werd hij conventualis van Parijs. Op het generaalkapittel van 1446 werd hij bij de overledenen vermeld.1446: de Aquis Thomas was kruisbroeder van Keulen. Van 1437 tot1440 verbleef hij, telkens voor 66n jaar, in Bentlage. In 1443 werd hijals hulp van de prior naar Bentlage gezonden. In 1444 werd hij priorvan Osterberg. In 1445 en 1446 was hij prior van Bentlage. Hij werdin 1446 door het generaal kapittel afgezet.6211447: Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor66n jaar naar Aken gezonden en in 1446 voor een jaar naar Keulen. In1447 werd hij verplaatst naar Parijs.6221447: Creylo (Dorsten, Durtsen) Hermannus was kruisbroeder vanKeulen. In 1443 werd hij voor 66n jaar naar Sint-Agatha gezonden.Van 1444 tot 1447 verbleef hij in Keulen. Op het generaal kapittel van1447 werd hij bij de overledenen vermeld.6231447: Theodericus was donaat van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1447 werd hij bij de overledenen vermeld.6241447: Nicolaus was kruisbroeder van Bentlage. In 1447 werd hij voor66n jaar naar Keulen gezonden.6251448: de Meraede Conradus was kruisbroeder van Keulen. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Namen gezonden. Op het generaal kapittelvan 1448 werd hij bij de overledenen vermeld.1448: de Andernach Conradus was kruisbroeder van Keulen. In 1426verloor hij in Keulen het stemrecht, behalve bij een priorkeuze en inhet capitulum culparum, vanwege zijn negatief gedrag. In 1428 werdhij visitator in Engeland en in 1435 visitator van de Duitse kloosters.In 1437 verbleef hij in Bentlage. In 1440 werd hij prior van Aken. Ophet generaal kapittel van 1448 werd hij bij de overledenen vermeld.626- 1449: de Vace Jacobus was kruisbroeder van Keulen tussen 1410 en1449. Hij was scriptor aldaar en subprior. Op het generaal kapittel van1449 werd hij bij de overledenen vermeld.627621 H.U. Weiss, Die Kreuzherren in Westfalen, pp. 212 en 238; A. Van de Pasch,Definities..., pp. 70, 72, 74, 75 en 81622 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83, 85 en 87A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.627 A. Van de Pasch, Definities.pp. 80 en 87, p. 87, p. 87, pp., 52, 57, 67, 70 en 76, pp., 71 en 91


122 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1452: Henricus was novice in Keulen in 1452. Op het generaal kapittelvan 1452 werd hij bij de overledenen vermeld.628- 1452: van Lunen Joannes was conversus van Keulen. In 1427 werd hijvoor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden en in 1428 voor een jaarnaar Hohenbusch. In 1431 werd hij verplaatst naar Osterberg. Van1438 tot 1441 en van 1449 tot 1452 verbleef hij in Bentlage. In 1443werd hij naar Falkenhagen gezonden en bleef er tot 1445, pro erectionedomus. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1453: Theodoricus was donaat van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.629- 1456: de Buscoducis Henricus was kruisbroeder van Keulen. Hij overleedna 1456.630- 1456: de Flandria Petrus was kruisbroeder van Beyenburg. In 1427werd hij voor e^n jaar naar Keulen gezonden en in 1443 voor een jaarnaar Ivoy-Carignan. Toen hij overleed was hij prior van Beyenburg.Op het generaal kapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1456: Clivis Johannes was kruisbroeder van Keulen. Hij overleed na1456.631- 1456: de Salice Gerhardus was kruisbroeder van Keulen. Hij overleedna 1456.632- 1456: de Lirria Joannes was kruisbroeder van Keulen. Hij overleed na1456.633- 1456: de Geldria Nicolaus was kruisbroeder van Keulen. Hij overleedna 1456.634- 1456: Rolandi Petrus was kruisbroeder van Keulen. Hij overleed na1456.635- 1456: de Flokou (Slokou) Bruno was kruisbroeder van Keulen. Hijoverleed na 1456.636628 A. Van de Pasch, Definities..., p. 97629 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99630 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92631 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92632 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92633 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92634 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92635 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92636 A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1231457: Reven (Renen, Reen, Roem) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1425 was hij er scriptor.. In dat jaar werd hij naarHohenbusch gezonden. In 1431 werd hij voor ee'n jaar naar Beyenburggestuurd voor de hervorming van het klooster aldaar. Omstreeks 1440werd hij geincorporeerd in Schwarzenbroich, waar hij subprior werd.Hij verbleef aldaar in het klooster tot 1446 en opnieuw in 1457 en1458. In 1446 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden. Eenjaar later werd hij voor e'en jaar conventualis van Bentlage. Na 1447werd hij subprior en novicenmeester in Marienfrede. Op het generaalkapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.1459: Becker Henricus was donaat van Keulen. In 1431 werd hij voore'en jaar naar Beyenburg gezonden. Op het generaal kapittel van 1460werd hij bij de overledenen vermeld.1460: Abbo werd geboren in Middelburg en was kruisbroeder vanKeulen, zeker van 1456 tot 1460. Op het generaal kapittel van 1460werd hij bij de overledenen vermeld.6371460: de Ruremonde Nicolaas was kruisbroeder van Keulen. In 1460werd hij voor ee'n jaar naar Parijs gezonden.6381460: Tilmannus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1460 werd hij bij de overledenen vermeld.6391463: Buckilmund Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen, zeker van1456 tot 1463. In 1463 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.6401464: Makenberch de (Mackeberg, Mackenborch) Johannes waskruisbroeder van Keulen. In 1431 werd hij door het generate kapittelafgevaardigd om het klooster van Osterberg te helpen opstarten. Hijbleef er tot 1441. In 1441 verbleef hij in Hohenbusch en in 1442keerde hij terug naar Keulen. In 1443 werd hij naar Falkenhagengezonden, pro erectione domus. Hij bleef er tot 1463 en werd van 1443tot 1447 telkens voor ee'n jaar benoemd. In 1447 werd hij doorBohemers gevangen genomen. In datzelfde jaar werd hij prior vanFalkenhagen. Op het generaal kapittel van 1464 werd hij bij deoverledenen vermeld.637 A. Van de Pasch, Kroniek. in: CLtirlieu, jg. 32, 1974, p. 92; Idem, Definities..., p. 112638 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112639 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112640 A. Van de Pasch, Kroniek. in: CLtirlieu, jg. 32, 1974, p. 92; Idem, Definities..., p. 119


124 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1465: Odendael (Adendal) Henricus was kruisbroeder van Keulen.Van 1449 tot 1459 was hij prior van Marienfrede. Van 1459 tot 1465was hij prior van Keulen. Hij was visitator in 1450 en 1451 en definitorvan de orde in 1453, 1456, 1458, 1460, 1462 en 1464. Op hetgeneraal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenen vermeld.641- 1465: Arnoldus was conversus van Keulen. In 1429 werd hij verplaatstnaar Osterberg en in 1437 naar Bentlage. In 1452 stuurde het generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Aken en in 1453 voor 66n jaar naarHoei. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1465: Cronebergh (Gronenberg) Gerardus (Conradus) was kruisbroeder van Keulen tussen 1425 en 1465. Hij schreef in of rond 1436een allegorische verklaring van het Kruisherenkleed.642- 1466: Scheyck (de Groenenberg, de Gunenberg, Coliniensis) Conradwas kruisbroeder van Keulen. Hij werd geboren in Grunenberg(Hessen). In 1417 werd hij als student ingeschreven aan de artesfaculteitte Keulen. In 1418 was hij scriptor in Deventer. Op 22 februari1420 deed hij in Keulen professie. In 1425 en 1435 was hij er subprior.Van 1436 tot 1466 was hij scriptor. Op het einde van zijn leven washij bibliothecaris. Op het generaal kapittel van 1466 werd hij bij deoverledenen vermeld. In zijn jeugd kwam hij in contact met deModerne Devoten. Zijn belangstelling voor Johannes van Deventer envoor geestelijke spreuken stamde uit die tijd. In Keulen werd hij leidervan het scriptorium. Het Historisch Archief van de stad Keulenbewaart 184 handschriften uit het Kruisherenklooster van Keulen,overwegend uit de 15de eeuw. Uit het onderzoek van deze handschriften blijkt hoe geengageerd Conradus zelf meeschreef, teksten corrigeerdeen de handschriften tot codices samenstelde. Waarschijnlijkwas hij het ook, die bepaalde welke handschriften afgeschrevenmoesten worden. Een korte verhandeling over de biecht zou van zijnhand kunnen zijn. In elk geval heeft hij vele citaten uit Kerkvaders enkerkelijke schrijvers verzameld in zogenaamde Rapiaria of Rapularii.Hij zou de schrijver zijn van het boekje Devotus libellus de prefectionefratrum sanctae crucis (geschreven voor 1439).643641 A. Van dePasch, Definite..., pp. 93, 97, 103, 107, 111, 116, 120 en 125642 A. Van de Pasch & C. Van Dal, Allegorische beschouwingen over het kruis op het ordekleed.in: Clairlieu, jg.10, 1952, pp. 63 en 65, C. Van Dal, Rond "Vestis Nuptialis". in: Clairlieu,jg.l 1, 1953, pp. 18 - 20; A. Van de Pasch, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92643 A. Van de Pasch, Definities..., p. 128; G. Reijners, Der Kollner Bibliothekar Conradusvon Grunenberg.m: Clairlieu, jg. 52, 1994, pp. 231-241


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1251466: Jacobus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1466 werd hij bij de overledenen vermeld.6441467: Knaeff Gerardus was kruisbroeder van Keulen. In 1467 was hijer prior. Op het generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenenvermeld.6451467: de Ruremonde Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen vanafomstreeks 1456 tot 1467. In 1460 werd hij voor 66n jaar naar Parijsgezonden. Ook hij werd in 1467 vermeld als prior. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.6461467: Borlach Hermann was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.6471467: Alani Joannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werd hij vooreen jaar naar Namen gezonden. In 1428 stuurde het generaal kapittelhem naar Keulen. In 1460 verhuisde hij voor een jaar naar Caen.Daarna keerde hij terug naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1467werd hij bij de overledenen vermeld.1467: Jagert (Jackert) Johannes was kruisbroeder van Keulen. Hij werdin augustus 1467 als student aan de universiteit van Keuleningeschreven.6481467: van Hall Theodericus, geboren uit een ridderlijk geslacht uit hetland van Julich, studeerde in Keulen en trad daar in de orde. Hij werdprior van Keulen en definitor van de orde in 1443, 1445, 1449, 1451,1453 en 1455. In 1453 visiteerde hij Hohenbusch, Venlo, Sint-Agatha,Asperen, Goes en Schiedam. Op 9 januari 1459 werd hij tot prior-generaalgekozen. Reeds op 4 mei 1463 legde hij op het generaal kapittel zijn ambt neer. Hij gaif als reden voor zijn aftreden een ernstige ziekteop. Hij liet zich terugbrengen naar Keulen, waar hij op 28 januari1467 overleed. Onder zijn bestuur werd het klooster van Hoornovergenomen.1468: Peperhoern Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.649644 A. Van de Pasch, Definities..., p. 128645 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130646 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 112 en 130; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32,1974, p. 92647 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130648 A. Van de Pasch, Definities..., p. 205649 A. Van de Pasch, Definities..., p. 132


126 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1468: Arnoldus was kruisbroeder van Keulen. Van 1429 tot 1468verbleef hij in Osterberg. Op het generaal kapittel van 1468 werd hijbij de overledenen vermeld.650- 1469: Blitterswijk Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.651- 1471: Ludolphus (Loef) was conversus van Den Bosch. In 1471 werdhij verplaatst naar Keulen.652- 1473: North Nicolaas was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.653- 1473: Petrus was donaat van Keulen. Hij was er kok. Op het generaalkapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.654- 1473: de Gravia (Roder) Rodolphus was kruisbroeder van Keulen,zeker van 1456 tot 1473. In 1473 werd hij vermeld als scriptor. Op hetgeneraal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.655- 1473: de Burbacis (Buerbach) Thomas was kruisbroeder van Keulen.Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.656- 1473: Hosden (Huesden) Adrianus was kruisbroeder van Keulen. In1465 was hij er scriptor. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bijde overledenen vermeld.657- 1473: Hermannus was donaat van Keulen en portier aldaar. Op hetgeneraal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld. In1456 behoorde een Hermannus de Bercha tot de communiteit vanKeulen. Is dit deze Hermannus?658- 1474: Bemmel Theodericus was kruisbroeder van Asperen. In 1439,1457 en 1463 werd hij naar Aken gezonden, telkens voor 66n jaar. Hetgeneraal kapittel stuurde hem in 1441 voor penitentie naar Goes. In1455 werd hij voor penitentie naar Keulen gezonden en een jaar laterwerd hij als conventualis opgenomen in Sint-Agatha. In 1458 verhuisdehij naar Goes. In 1459, 1460, 1461 en 1462 werd hij Schiedam650 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 58 en 132651 A. Van de Pasch, Definities..., p. 134652 A. Van de Pasch, Definities..., p. 138653 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142654 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142655 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92656 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142657 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142; Bibliotheca manuscripta Fratrum Ord. SanctaeCrucis. in: Cruciferana, nr.13, 1951, p. 163658 A. Van de Pasch, Definities..., p. 142; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, p. 92


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 127gezonden, telkens voor een jaar. In 1464 en 1465 verbleef hij inMaastricht. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenenvermeld.659- 1476: van Nijmegen Theodericus was kruisbroeder van Keulen. Ooitwas hij prior van Bentlage. Op het generaal kapittel van 1476 werd hijbij de overledenen vermeld.660- 1478: Sifridus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.661- 1482: van Haarlem Nicolaas was kruisbroeder van Keulen. en professor in de theologie. Hij werd de eerste prior van Hoorn van 1462 tot21 September 1473. In 1466, 1468, 1470 en 1472 was hij definitorvan de orde en visitator in 1467, 1470, 1471 en 1473. Op 21 September 1473 werd hij prior-generaal gekozen en bleef dat tot aan zijn doodop 01 november 1482.- 1484: Albertus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.662- 1484: Diest (Doist) Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.663- 1485: Martini de Trijs Johannes werd geboren in Treis (aan de Moezelen was kruisbroeder van Keulen tussen 1456 en 1470. Hij was er scriptorvanaf 1456 en subprior in 1456. In 1470 werd hij voor een jaarnaar Beyenburg gezonden. Van 1471 tot 1485 was hij conventualis vanBeyenburg. In 1471 was hij subprior van Beyenburg. Toen hij overleedwas hij prior van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1485 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1486: van Cleef Johannes was kruisbroeder van Keulen. In i486 overleed hij in Emmerik. Hij was er de eerste prior.664- 1489: Daniel was kruisbroeder van Keulen, zeker van 1448 tot 1462.In 1448 was hij scrip tor. Het generaal kapittel van 1461 verplaatstehem voor 66n jaar naar Toulouse en dat van 1462 voor een jaar naarMaastricht. Tot 1489 verbleef hij verschillende jaren in Maastricht,waar hij zich verdienstelijk maakte in het scriptorium.665659 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 73, 78, 102, 104, 106, 108, 109, 112,115, 117, 119,123, 125 en 144; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfliendeeeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 73660 A. Van de Pasch, Definities..., p. 148; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, ig. 32, 1974, p. 92661 A. Van de Pasch, Definities..., p. 154662 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166663 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166664 C.R. Hermans, Annales, II, pp. 386 en 397665 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geenhechte maar wel een losse band, p. 72


128 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1491: Bruno was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.666- 1492: Renerus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1492 werd hij bij de overledenen vermeld.667- 1493: Nicolaus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.668- 1493: Calcar (Kalker) Godefridus was kruisbroeder van Keulen vanafomstreeks 1450. In 1455 werd hij voor penitentie naar Asperen gezonden.In 1458 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gestuurd. In 1493verbleef hij in Bruggen.669- 1493: Reckirhuse Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.670- 1494: Borken (Borcken, Burken, de Burchen) Tilman was kruisbroeder van Keulen. Van 1488 tot 1494 verbleef hij in Helenenberg. Ophet generaal kapittel van 1494 werd hij bij de overledenen vermeld.671- 1495: de Susato Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.672- 1495: Johannes was donaat van Keulen. Op het generaal kapittel van1495 werd hij bij de overledenen vermeld.673- 1495: Ruden Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.674- 1496: Attendorn Conradus was kruisbroeder van Hohnscheid. In1496 werd hij voor 66n jaar naar Keulen gezonden.675- 1499: Rolandi Johannes was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1499 werd hij bij de overledenen vermeld.676- 1500: Brachman Hinricus was kruisbroeder van Keulen. Van 1490 tot1492 was hij prior in Emmerik. In 1500 was hij procurator in Keulen.Op het generaal kapittel van 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.677666 A. Van de Pasch, Definities..., p. 188667 A. Van de Pasch, Definities..., p. 191668 A. Van de Pasch, Definities..., p. 193669 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 102, 108 en 193; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, 1974,p. 92670 A. Van de Pasch, Definities..., p. 194A. Van de Pasch, Definities... ppl78 en 197; E. Lichter, 500 Jahre Helenenbergp.Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstift. Helenenberg, 1988, p. 32672 A. Van de Pasch, Definities...202673 A. Van de Pasch, Definities... p. 202674 A. Van de Pasch, Definities... p. 202675 A. Van de Pasch, Definities... p. 204676 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 215p. 219; L. SIPS, De canonie Marienbongerd te Emmerik.in: Cruciferana, nova series, nr.16, 1953, p. 8; C.R. Hermans, Annales, II, p. 397


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1291501: Alser (Alsert) Petrus was kruisbroeder van Keulen. In 1485 werdhij naar Aken gezonden. Op het generaal kapittel van 1501 werd hijbij de overledenen vermeld.6781502: Duren Johannes was kruisbroeder van Keulen van ca. 1456 tot1500. In 1500 en 1501 was hij prior van Duisburg. In 1501 werd hijwegens ziekte ontheven uit het ambt van prior. Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.6791503: van Wagheninghen Anthonius was kruisbroeder van Keulenvanaf ca. 1456, in welk jaar hij vermeld werd als scriptor. Van 1472 tot1481 was hij er prior. Hij werd definitor van de orde in 1473 en 1475en visitator in 1473. In 1481 werd hij naar Beyenburg verplaatst om erals subprior te fungeren. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bijde overledenen vermeld.1503: Amut Paulus was kruisbroeder van Keulen. Hij was diaken. Ophet generaal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.6801503: Vackell Henricus was kruisbroeder van Keulen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.6811503: Kerchen Hermann was kruisbroeder van Keulen. In zijn laatstelevensjaren was hij procurator. Op het generaal kapittel van 1503 werdhij bij de overledenen vermeld.6821503: de Doesborgch Gerardus was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.6831503: Borchen Wesselus was donaat van Keulen. Op het generaalkapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.6841504: Wagelanck Antonius was kruisbroeder van Keulen. In 1473 washij er prior. Hij was definitor van de orde in 1473 en 1475. Op hetgeneraal kapittel van 1504 werd hij bij de overledenen vermeld.6851504: Smalsman Christianus was kruisbroeder van Keulen. Van 1482tot 1487 werd hij verplaatst naar Woudrichem en was er subprior. In678 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 168 en 223679 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 217, 222 en 226; Idem, Kroniek. in: Clairlieu, 1974,.92680 A. Van de Pasch, Definities..., p. 230A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 230p. 230p. 230p. 230pp. 141,


130 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW1487 verbleef hij in Bruggen. In 1493 was hij prior van London en in1504 subprior in Helenenberg. Op het generaal kapittel van 1504werd hij bij de overledenen vermeld.686- 1504: Gladbach Pauluis was kruisbroeder van Keulen. In 1488 werdhij verplaatst naar Helenenberg, voor de oprichting van het kloosteraldaar. Hij bleef er wonen tot aan zijn dood en was er, zeker in 1488en 1489, rector. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij deoverledenen vermeld.687- 1506: Busten Josef was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1506 werd hij bij de overledenen vermeld.688- 1507: de Monte St. Gertrudis Daniel was kruisbroeder van Keulen,zeker van 1456 tot 1461. In 1461 werd hij conventualis van Toulouse.In 1462 en 1485 werd hij naar Maastricht gezonden, telkens voor eenjaar. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenenvermeld.689- 1507: Unkelbach Antonius was kruisbroeder van Keulen. In 1482werd hij prior van Beyenburg en van 1496 tot 1507 prior van Keulen.Hij was definitor van de orde in 1496, 1498, 1501, 1503 en 1505. Ophet generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1507: Meyvershagen Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.690- 1508: Rosendal Hinricus was kruisbroeder van Keulen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.691- 1508: Theodoricus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.692- 1509: Hermannus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.693- 1509: Zutphanie Jacobus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.694686 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 160, 175 en 233; C.R. Hermans, Annales, 1(1), p.146; E. Lichter, 500Jahre Helenenberg- Hospital- Kreuzherrenkbster - Eduardstift, p. 44687 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 178 en 233; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstifi, p. 36688 A. Van de Pasch, Definities..., p. 413A. Van de Pasch, Definities..1974, p. 92A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A, Van de Pasch, Definities..pp. 114, 117, 168 en 247; Idem, Kroniek. in: Clairlieu,p. 240p. 245p. 245p. 247p. 247


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1311509: Martinus was kruisbroeder van Keulen. In 1483 werd hij naarSchwarzenbroich gezonden. Van 1490 tot 1509 verbleef hij inHelenenberg als conventuaal en helper van de prior. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.6951510: Wernerus was kruisbroeder van Keulen. Hij was diaken. Op hetgeneraal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.6961510: de Weda Henricus was donaat van Keulen. Op het generaalkapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.6971511: Wezalie Goswin was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.6981511: de Hulst (de Huls) was kruisbroeder van Keulen. In 1488 werdhij verplaatst naar Helenenberg. Hij werd de eerste prior vanPedernach, met name van 1498 tot 1511. Hij overleed als prior vanPedernachin 15II.6991513: Lobbeler Johannes was kruisbroeder van Keulen. Hij was diaken. Op het generaal kapittel van 1513 werd hij bij de overledenen vermeld.7001516: Wonder (Wunder, Vunder) Johannes was kruisbroeder vanMarienfrede. In 1496 en 1497 werd hij door het generaal kapittel naarKeulen gezonden, telkens voor een jaar. In 1499 verhuisde hij voor e'e'njaar naar Hoei, in 1503 naar Aken, in 1505 naar Hohnscheid, in 1509naar Diisseldorf en in 1510 naar Hoei. Op het generaal kapittel van1516 werd hij bij de overledenen vermeld.1517: Peregrinus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.7011517: de Doenen Wallardus (Waltardus) was kruisbroeder van Keulen.In 1477 werd hij vermeld als scriptor. Van 1490 tot 1512 verbleef hijin Emmerik. Daarna keerde hij terug naar Keulen. In het jaar van overlijdenwas hij pastoor van Meckel. Op het generaal kapittel van 1517werd hij bij de overledenen vermeld.702695 A. Van de Pasch, Definities..., pp., 162, 185 en 247; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstifi, p. 40696 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250697 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250698 A. Van de Pasch, Definities..., p. 253699 E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg- Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstift, p. 38;A. Van de Pasch, Definities... pp. 178, 211 en 253700 A. Van de Pasch, Definities..., p. 258701 A. Van de Pasch, Definities..., p. 265702 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 185, 255 en 265; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstifi, p. 63


132 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1517: Jacobus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.703- 1518: Albertus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.704- 1518: Hammonis Henricus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.705- 1518: Adendael (Odendael) Goswynus was kruisbroeder van Keulen.In 1494 werd hij naar Ehrenstein gezonden. In 1500 werd hij naarPedernach gezonden. In 1518 was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.706- 1519: Carolus was conversus van Keulen. In 1519 was hij er portier.Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.707- 1519: Jacobus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.708- 1520: Arsen Gerhardus was kruisbroeder van Keulen. Op het generaalkapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.709- 1520: van Tongerlo Cornelius was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.710- 1520: Alna (Alnar) Petrus was kruisbroeder van Keulen. In 1520 werdhij naar Helenenberg gezonden. In 1520 verbleef hij in Pedernach. Ophet generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.711- 1520: Scopingen (Schoppingen de, Schuppingen, Scoepingen)Johannes was kruisbroeder van Keulen. Hij werd geboren in 1460 inSchoppingen. In 1480 studeerde hij Kerkelijk Recht aan de universiteitvan Keulen. Van 1480 tot 1494 was hij procurator van Helenenbergen prior van 1494 tot 1506. Van 1506 tot 1520 was hij prior vanKeulen. Hij was definitor van de orde in 1507, 1509, 1511, 1513,1515 en 1517. Tevens was hij visitator in 1502, 1507 en 1512. Op hetgeneraal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.712703 A. Van de Pasch, Definities..704 A. Van de Pasch, Definities..705 A. Van de Pasch, Definities..706 A. Van de Pasch, Definities..707 A. Van de Pasch, Definities..708 A. Van de Pasch, Definities..709 A. Van de Pasch, Definities..710 A. Van de Pasch, Definities..p. 265p. 268p. 269p. 197, 218 en 267p. 269p. 269p. 271p. 271„ pp. 218 en 271; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-A. Van de Pasch, Definities.Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstift, p. 31712 E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg- Hospital- Kreuzherrenkloster - Eduardstift, p. 43;A. Van de Pasch, Definities..., pp. 239, 246, 251, 257, 261, 264 en 271; Idem, Het kloosterClairlieu te Hoei en zijn Prioren-Generaal 1210-1796, 1960, p. 23


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1331520: von Breslau (Vratislavia) Thomas was kruisbroeder van Keulen.In 1510 werd hij vanuit Helenenberg, waar hij subprior was, verplaatstnaar Hohnscheid. In 1511 keerde hij terug naar Keulen. Van 1511 tot1520 verbleef hij in Pedernach. Op het generaal kapittel van 1520werd hij bij de overledenen vermeld.7131521: Smalsman Johannes was kruisbroeder van Keulen. In 1521 washij er procurator. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij deoverledenen vermeld.7141524: Johannes was kruisbroeder van Keulen. Van 1481 tot 1524 washij er prior. Hij was definitor van de orde in 1481, 1484, i486, 1489,1493 en 1523. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij deoverledenen vermeld.7151524: Juliaci Johannes was kruisbroeder van Keulen. Vermoedelijk vertoefdehij enkele jaren als subprior in Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij de overledenen vermeld.7161525: Symon was kruisbroeder van Keulen. In 1525 werd hij verplaatst naar Roermond.7171526: van Nijmegen Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.7181527: Boeynkhuysen Thomas was kruisbroeder van Keulen. In 1527was hij cellarius. Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij deoverledenen vermeld.7191528: Bernardus was donaat van Keulen. In 1528 was hij portier. Ophet generaal kapittel van 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.7201528: de Gladbach (Gladbeeck) Laurentius was kruisbroeder vanKeulen en prior aldaar in 1521. Eveneens in 1521 was hij definitor vande orde. Op 10 September 1521 werd hij prior- generaal gekozen enbleef dat tot aan zijn dood op 3 oktober 1528. Hij overleed aan depest.1529: Lambertus was donaat van Keulen. Hij was kleermaker. Op hetgeneraal kapittel van 1529 werd hij bij de overledenen vermeld.721713 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 250, 252 en 271; E. Lichter, 500Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkbster - Eduardstift, p. 32714 A. Van de Pasch, Definities..., p. 273A. Van de Pasch, Definities..A, Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..pp. 157, 164, 171, 180, 192, 277 en 281p. 281p. 283p. 286p. 288p. 291p. 294


134 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1530: van Keulen Adam was kruisbroeder van Keulen. Van 1511 tot1527 verbleef hij in Wickrath. In 1527 werd hij naar Nieuwlandgezonden, waar hij subprior werd. Op het generaal kapittel van 1530werd hij bij de overledenen vermeld.722- 1530: Theodoricus was donaat van Keulen. Hij was kleermaker. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.723150,10050kruisbroeders in Keulen,nz123IA 4■ | 1II1ABc141410-153048D137 kruisbroeders verbleven in Keulen tussen 1410 en 1530.123 van hen traden in Keulen in, 14 kwamen van elders. Van deingetredenen werden er 48 uitgezonden. 75 kruisbroeders brachtengeheel hun kloosterleven in Keulen door. Het convent speeldeeen grote rol in het opstarten van nieuwe conventen in Bentlage,Hoorn, Hohnscheid, Emmerik, Helenenberg, Osterberg enPedernach. Voor het herstel van de observantie in Aken,Beyenburg, Hohenbusch, Namen, Schwarzenbroich, London,Parijs en Toulouse werd een beroep gedaan op het klooster vanKeulen.722 A- Van de Pasch, Definities..., pp. 252, 287 en 296723 A. Van de Pasch, Definities..., p. 297


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 135Schwarzenbroich (gesticht in 1340)Op het grondgebied van de parochie D'Horn bij Diiren liggende mines van het voormalige kruisherenklooster Matthiasthal.Kruisbroeders uit de stad Luik stichtten, op verzoek van de familiede Merode, het klooster in 1340. Uit documenten van 1422blijkt dat de zij zich inlieten met de verpleging van armen, ziekenen pelgrims. Hun gasthuis in Geich (parochie Echtz) lag aan debelangrijke handelsweg Frankfiirt-Aken. Waarschijnlijk was dithospitaal een stichting van de familie de Merode. Maar ook hetklooster werd een trekpleister voor pelgrims en armen. De pelgrims kwamen er drinken van de bronnen op de binnenplaats. Dearmen kregen er te eten en te drinken en mochten een of twee keerovernachten. Enige tijd na de stichting schonk Werner van Merodeaan het nieuwe klooster het patronaatsrecht over de parochieMariaweiler.De familie de Merode, maar ook andere invloedrijkekatholieken, begiftigden de kruisbroeders met hoeven, landerijen,bossen en renten. Op betrekkelijk korte termijn werden de kloosterlingenrijk. In het begin van de vijftiende eeuw resulteerde datonder meer in de nieuwbouw van de kloosterkerk. In de zestiendeeeuw was het klooster minder welvarend, maar in de zeventiendeen achttiende eeuw behoorde het tot de rijkere kloosters van deorde, weliswaar niet zo rijk als Hohenbusch bijvoorbeeld, maartoch welstellend.Enkele jaren vooraleer op het generaal kapittel maatregelen werden getroffen om de observantie in de orde te herstellen werden in1412 de twee jongeste kruisbroeders van Schwarzenbroich naar deNederlanden gezonden om er tijdelijk hun intrek te nemen in dekloosters van Asperen, Sint-Agatha of Venlo. In 1421 werd deprior van Sint-Agatha, Edmundus van Dinther, door het generaalkapittel aangesteld tot prior van Schwarzenbroich. Met de hulpvan andere kruisbroeders, die o.m. uit Hoei, Venlo en Sint-Agathaafkomstig waren, slaagde van Dinther erin de observantie te herstellen. In de jaren 1439 en 1440 hielpen de kruisbroeders vanSchwarzenbroich om de observantie in Doornik te herstellen. Ze


136 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWwerden echter niet gevraagd voor bijstand bij de oprichting van denieuwe kloosters in het Rijnland en Westfalen. Er werden overigensmeer kloosterlingen naar Schwarzenbroich gezonden dan vanSchwarzenbroich naar elders. Vermoedelijk had het klooster eentekort aan roepingen.724- 1422: Hoen Johannes was kruisbroeder van Luik. In 1422 werd hijverplaatst naar Schwarzenbroich.- 1422: Bertholdus was kruisbroeder van Namen. In 1422 keerde hijvanuit Schwarzenbroich terug naar Namen.- 1422: van der Wye Conradus was kruisbroeder van Schwarzenbroichen werd in 1422 naar Luik verplaatst.- 1422: Michael was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1422 werdhij verplaatst naar Keulen.- 1423: Henricus was conversus van Schwarzenbroich. In 1423 werdnaar Luik verplaatst.- 1423: van Oirschot Henricus was kruisbroeder van Hoei. In 1423werd hij naar Schwarzenbroich gezonden.- 1426: Grau Henricus was kruisbroeder van Venlo. Van 1412 tot 1423verbleef hij in Hohenbusch. In 1423 werd hij verplaatst naarSchwarzenbroich, waar hij vanaf 1426 conventualis werd benoemd.- 1426: Spaen Gerardus was kruisbroeder van Venlo. In 1425 werd hijvoor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In 1426 werd hijdoor het generaal kapittel benoemd tot conventualis vanSchwarzenbroich.725- 1429: Hugo was kruisbroeder van Schwarzenbroich in 1429.726- 1430: van Moirschusen Johannes was donaat van Schwarzenbroich.Jonker Johannes van Moirschusen wilde al zijn goederen aan hetklooster van Schwarzenbroich schenken en ze zelf beheren om ervan teprofiteren. Toen dat niet mocht, verliet hij het klooster en nam zijngoederen weer in bezit.727724 P. Van den Bosch, Studi'en over de observance..., pp. 85-86; R. Janssen &P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 - 1840,p. 173725 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 50 en 52; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo,p. 333726 Arch. Clairlieu, 042.29727 P. Van den Bosch, Studi'en over de observantie..., p. 86


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1371430: Dide (Did, Dyde, Dis) Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1416 was hij prior in Luik. Zes jaar later treffen we hem aan in Sint-Agatha. In dat jaar werd hij voor ee'n jaar naar Schwarzenbroich gezonden.In 1425 verbleef hij in Aken en van 1426 tot 1430 in Namen. In1430 werd hij verplaatst naar Kolen-Kerniel.1431: Petrus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1431 werd hijvoor een jaar naar Luik gezonden.1431: Arschot (Aerschot, Oerschot) Henricus was kruisbroeder vanHoei in 1423. In dat jaar werd hij naar Schwarzenbroich gezonden.Zeven jaar later stuurde het generaal kapittel hem naar Engeland. Hijoverleed in 1431.1435: de Tornaco Johannes was laicus van Luik. In 1423 en 1425 werdhij telkens voor een jaar naar Aken verplaatst. In 1426 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich in 1427 naar Sint-Agatha en in 1428naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenenvermeld.1437: Jacobus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1437 was hijdefinitor.7281440: van Dinther Edmundus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van2 juli 1413 tot 1420 was hij prior van Sint-Agatha. In Schwarzenbroich werd hij van 1421 tot 1432 en van 1432 tot 1434 prior. Tevenswas hij er procurator van ca. 1426 tot ca. 1432. Van 1438 tot 1440 washij rector in Kolen-Kerniel. Hij werd definitor van de orde in 1413,1416, 1421, 1423, 1431 en 1433 en visitator van Aken in 1421. Hijwas een van de naaste medewerkers van Helmicus Amoris vanZutphen. In Schwarzenbroich herstelde hij de observantie omstreeks1430. Hij kreeg daarbij de hulp van kruisbroeders uit Sint-Agatha,Hoei en Venlo. In 1438 werd hij aangesteld als eerste rector van Kolen-Kerniel. Hij overleed omstreeks 1440. Als prior van Schwarzenbroichwerd hij opgevolgd door Helmicus Amoris.7291440: van Keulen Johann Adolf was kruisbroeder van Venlo. In 1439en 1440 verbleef hij telkens voor e'en jaar in Doornik. In 1440 werdhij verplaatst naar Schwarzenbroich.728 A. Van de Pasch, Definities..., p. 69729 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 31, 34, 42, 45, 61 en 64; C.R. Hermans, Annales,III, pp. 696-697; L. Heere, Prieure de Kolen, Kerniel, p. 255; Th. van den Elsen, Kroniek. in:Clairlieu, jg.37, 1979, p. 124; P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 61, 85, 86,90 en 92


138 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1441: Amoris (de Zutphania) Helmicus trad in Venlo in of inSchwarzenbroich. Van 1413 tot 1415 was hij prior van Namen. In1415 werd hij prior-generaal gekozen. In 1430 ging hij met enkele confratersnaar Engeland om daar de hervorming van de orde door tevoeren. Op 9 mei 1433 legde hij zijn ambt neer en verkoos te gaanwonen in het klooster van Asperen. In 1434 werd hij prior gekozen inSchwarzenbroich en gei'ncorporeerd, maar toen enkele confratersobstructie pleegden, gaf hij ontslag. Daarop benoemde de prior-generaal hem tot prior van Ivoy-Carignan. Hier overleed hij op 28 juli 1441.- 1442: de Hollandia Wilhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1440 werd hij naar Doornik gezonden en een jaar later naarCondren. In 1442 benoemde het generaal kapittel hem tot visitatorvan de Franse kloosters.- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1445: van Goes Petrus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1431 werd hij voor 66n jaar naar Luik gezonden. In 1435 verhuisde hijnaar Parijs en in 1441 naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1445 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1446: Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor eenjaar naar Luik verplaatst en in 1446 voor 66n jaar naarSchwarzenbroich.- 1447: Harlem Gerardus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1447 werd hij voor 66n jaar naar Bentlage gezonden pro erectionedomus.730- 1451: van Oldenkerken (Aldenkirchen) Henricus was kruisbroedervan Schwarzenbroich. In 1430 werd hij naar Condren verplaatst, eenjaar later naar Namen en in 1432 naar Suxy. Van 1432 tot 1451 washij prior van Suxy. Op het generaal kapittel van 1451 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1451: Theodericus was conversus van Schwarzenbroich. In 1428 werdhij voor een jaar naar Parijs gestuurd. In 1437 en 1441 verbleef hij inWatenis en in 1440 in Doornik. Op het generaal kapittel van 1451werd hij bij de overledenen vermeld.730 A. Van de Pasch, Definities..., p. 87


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1391451: Wilhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1451werd hij voor een jaar naar Maastricht gezonden.7311452: Gerlacus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenen vermeld.7321452: van Lunen Joannes was conversus van Keulen. In 1427 werd hijvoor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden en in 1428 voor een jaarnaar Hohenbusch. In 1431 werd hij verplaatst naar Osterberg. Van1438 tot 1441 en van 1449 tot 1452 verbleef hij in Bentlage. In 1443werd hij naar Falkenhagen gezonden en bleef er tot 1445, pro erectionedomus. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij de overledenenvermeld.1454: Clewardus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.7331457: Reven (Renen, Reen, Roem) Gerardus was kruisbroeder vanKeulen. In 1425 was hij er scriptor. In dat jaar werd hij naarHohenbusch gezonden. In 1431 werd hij voor een jaar naar Beyenburggestuurd voor de hervorming van het klooster aldaar. Omstreeks 1440werd hij geincorporeerd in Schwarzenbroich, waar hij subprior werd.Hij verbleef aldaar in het klooster tot 1446 en opnieuw in 1457 en1458. In 1446 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden. Eenjaar later werd hij voor een jaar conventualis van Bentlage. Na 1447werd hij subprior en novicenmeester in Marienfrede. Op het generaalkapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.1459: Gerardus was laicus van Schwarzenbroich. In 1440 en 1441werd hij naar Ivoy-Carignan gezonden, telkens voor een jaar. Op hetgeneraal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.1461: Theodericus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In 1461was hij definitor van de orde en visitator. Op het generaal kapittel van1462 werd hij bij de overledenen vermeld.7341461: de Piir Arnoldus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1461 werd hij bij de overledenen vermeld.7351465: Faber Gerardus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenen vermeld.736731 R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geenhechte maar wel een losse band, p. 72" A. Van de Pasch, Definities..., p. 97733 A. Van de Pasch, Definities..734 A. Van de Pasch, Definities..735 A. Van de Pasch, Definities..736 A. Van de Pasch, Definities..p. 97pp. 113 en 117p. 115p. 126


140 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1465: Heymannus was donaat van Schwarzebroich. Op het generaalkapittel van 1465 werd hij bij de overledenen vermeld.737- 1472: de St. Trudone Bernardus was kruisbroeder van Kolen-Kerniel.In 1470 en 1471 werd hij naar Schwarzenbroich gezonden, telkensvoor een jaar. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bij deoverledenen vermeld.738- 1474: Ludovicus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Hij was erprocurator in 1474.739- 1476: van Goch Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1454werd hij naar Schwarzenbroich verplaatst. Op het generaal kapittel van1476 werd hij bij de overledenen vermeld.740- 1476: de Blisia Petrus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1476 werd hij bij de overledenen vermeld.741- 1478: Wreeden (Vorede, Vrete, Wrede) Johannes was kruisbroeder vanVenlo. Twee keer werd hij naar Schwarzenbroich gezonden: in 1453voor 66n jaar en in 1463 voor penitentie. Op het generaal kapittel van1478 werd hij bij de overledenen vermeld.742- 1480: Petrus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.743- 1481: Laudet Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij vooreen jaar naar Luik gezonden en in 1446 voor een jaar naarSchwarzenbroich. In 1447 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1481: de Alosto (Alusco, Alusto) Johannes was kruisbroeder vanDoornik. In 1451 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich. Het generaal kapittel stuurde hem in 1464 en van 1466 tot 1470 naar Toulouse.Op het generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1481: de Weda Johannes was donaat van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.744737 A. Van de Pasch, Definities..., p. 126738 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 137, 138 en 140739 G. Vorst-Gudeman, Kreuzbriiderkloster Schwarzenbroich und das Spital zu Geich. in:Zeitschrift Aachener Geschichtsvereiny jrg.4, 1882, p. 12740 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 101 en 148741 A. Van de Pasch, Definities..., p. 148742 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 98, 119 en 153; L. Heere, Het kruisherenklooster teVenlo, p. 334743 A. Van de Pasch, Definities..., p. 157744 A. Van de Pasch, Definities..., p. 158


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1411484: van Horn Theodericus was kruisbroeder van Aken. In 1452werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden. Dat ene jaarwerden er echter tien, met name tot 1462. Hij werd prior van Akenvan 1462 tot ca. 1468. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bijde overledenen vermeld.7451484: Hoxarie Conradus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1481verplaatste het generaal kapittel hem naar Ter Apel. Een jaar later verhuisdehij naar Schwarzenbroich. Twee jaar later stuurde het generaalkapittel hem voor e^n jaar naar Hoei.1485: van Roermond Winandus was kruisbroeder vanSchwarzenbroich. Van 1478 tot 1485 werd hij naar Maaseik gezonden.Hij was er prior tot aan zijn dood op 6 oktober 1485. In 1484 werdhij definitor van de orde en in 1485 visitator. Hij werd begraven in hetkapittelhuis van de kruisbroeders van Roermond.7461487: Johannes was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1487 werd hij bij de overledenen vermeld.7471488: Jacobus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1488 werd hij bij de overledenen vermeld.7481488: Sleers Ludolphus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1481 werd hij verplaatst naar Falkenhagen. Twee jaar later werd hijvoor een jaar naar Diisseldorf gezonden. In 1484 stuurde het generaalkapittel hem naar Hoei, waar hij in 1488 overleed.1491: Stralen Jacobus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.7491491: Ondoine (Andoine) Johannes was kruisbroeder vanSchwarzenbroich. Op een gegeven ogenblik werd hij aangesteld totsubprior in Schwarzenbroich. Later werd hij ook prior aldaar. Op hetgeneraal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.1491: Robinus Rutger was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1470 werd hij naar Kolen-Kerniel gezonden. Op het generaal kapittelvan 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.750745 A. Van de Pasch, Definities..., pp. % en 166; Arch. Clairlieu, 042.29; C.R. Hermans,AnnaleSy II, p. 157746 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 164, 171 en 172; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 78747 A. Van de Pasch, Definities..., p. 176748 A. Van de Pasch, Definities..., p. 176749 A. Van de Pasch, Definities..., p. 188750 A. Van de Pasch, Definities...., pp. 137 en 188


142 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1493: Wylhelmus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.751- 1493: Gotfridus was kruisbroeder van Aken. In 1491 werd hij voor eenjaar naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaar later werd hij verplaatstnaar Wickrath. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij deoverledenen vermeld.752- 1494: Heerinxs (Herynck, Heerinx, Hering) Jacobus werd geboren inKassel en was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Hij was de eersteprior van Kolen-Kerniel, nl. van 1475 tot 1488. In een door oorlogenen politieke moorden geteisterd tijdperk bestuurde hij zijn conventwijs maar moest het, door ondank gedwongen, in 1488 verlaten. In1488 werd hij aangesteld als eerste prior van Ehrenstein. Hij bekleeddedit ambt tot aan zijn dood. Op het generaal kapittel van 1495 werdhij bij de overledenen vermeld.753- 1496: de Hasselt Symon was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.754- 1496: van den Hamme (Hamme de Bocoldia) Hermannus was kruisbroeder van Marienfrede. Tot 1458 verbleef hij in Marienfrede. Danwerd hij voor een jaar als scriptor naar Hoei gestuurd en in 1459 voor66n jaar naar Schwarzenbroich. In 1460 keerde hij terug naarMarienfrede. In 1464 werd hij wegens opstandigheid en ongehoorzaamheidzwaar gestraft en beroofd van stemrecht tot aan de herroepingdoor het generaal kapittel. In 1473 was hij scriptor inMarienfrede. In 1474 en 1475 werd hij naar Beyenburg gezonden,telkens voor 66n jaar. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld. Op het generaal kapittel van 1495/1496 werd hijook al bij de overledenen vermeld.- 1496: Alfe Arnoldus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op7 augustus 1491 werd hij gesignaleerd als subprior. Op het generaalkapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.755- 1496: Petrus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.756751 A. Van de Pasch, Definities...., p. 194752 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 188, 191 en 193753 L. Heere, Prieuride Kolen, Kerniel, p. 256; A. Van de Pasch, Definities..., p. 201; Arch.Clairlieu, 042.29; A. Van Asseldonk, Franciscus Vaes van Tongeren stichter der kloosterbibliotheekvan Kolen, 1499-1550. in: Clairlieu, jg. 15, 1957-1958, p. 46754 A. Van de Pasch, Definities...., p. 205755 A. Van de Pasch, Definities...., p. 205756 A. Van de Pasch, Definities...., p. 205


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1431497: Sertor Johannes was donaat van Schwarzenbroich in 1497.7571497: Johannes was kruisbroeder van Dinant. In 1497 werd hij vooreen jaar naar Schwarzenbroich gezonden.7581497: van Nijmegen Wouter was kruisbroeder van Hoei ca. 1454. In1481 werd hij voor een jaar naar Goes gezonden en in 1484 voor eenjaar naar Schwarzenbroich. In Hoei werd hij scrip tor. Van hem wordenverschillende handschriften bewaard in het grootseminarie te Luik enin de universiteitsbibliotheek van Luik. Op het generaal kapittel van1497 werd hij bij de overledenen vermeld.1500: de Endovia Wylhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich.In 1500 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1500 werdhij bij de overledenen vermeld.7591500: van Eindhoven Rutger was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Van ca. 1479 tot 1500 was hij er prior.7601501: Goswinus was conversus van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.7611503: Slinx Antoine was kruisbroeder van Dinant. In 1503 werd hijnaar Schwarzenbroich gezonden.7621503: Delft Franciscus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.7631504: Berchen Godfridus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1504 werd hij bij de overledenen vermeld.7641504: Duren (Duten) Jacobus was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij de overledenen vermeld.7651505: Natalis was kruisbroeder van Dinant. In 1497 werd hij voor eenjaar verplaatst naar Luik. In 1502 en 1504 verbleef hij in Doornik enin 1505 in Schwarzenbroich.1506: Bree Leonardus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1506 werd hij bij de overledenen vermeld.766757 A. Van de Pasch, Definities...., p. 208758 A. Van de Pasch, Definities...., p. 207759 A. Van de Pasch, Definities...., p. 219760 G. Vorst-Gudeman, Kreuzbruderkloster Schwarzenbroich und das Spital zu Geich. in:Zeitschrifi Aachener Geschichtsverein, p. 13761 A. Van de Pasch, Definities..., p. 223762 A. Van de Pasch, Definities...763 A. Van de Pasch, Definities...764 A. Van de Pasch, Definities...765 A. Van de Pasch, Definities...766 A. Van de Pasch, Definities....229p. 230p. 233p. 233p. 238


144 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1507: Michels (Endovie) Petrus was kruisbroeder van Maaseik. Hijzou enkele jaren in Schwarzenbroich verbleven hebben. Op het generaalkapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.767- 1507: de Noliaco Johannes was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.768- 1507: Keyserswerth Henricus was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.769- 1508: van Wesel Rutger was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Hijwas er prior van omstreeks 1500 tot 1508. Op het generaal kapittel van1508 werd hij bij de overledenen vermeld.770- 1509: Clotz Sebastianus was kruisbroeder van Aken. Hij werd geborenin Duren en was een broer van Bruno Clotz. Van 1506 tot 1509 washij er prior. In 1509 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich. Hijwerd definitor van de orde in 1507. Op het generaal kapittel van 1510werd hij bij de overledenen vermeld. Opnieuw werd hij vermeld bij deoverledenen op het generaal kapittel van 1518.771- 1509: Martinus was kruisbroeder van Keulen. In 1483 werd hij naarSchwarzenbroich gezonden. Van 1490 tot 1509 verbleef hij inHelenenberg als conventuaal en helper van de prior. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1510: Hoge (Hagen) Henricus was kruisbroeder van Bentlage. In 1510werd hij naar Schwarzenbroich gezonden.772- 1510: Colonie Henricus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.773- 1510: Sebastianus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Hij was erprior omstreeks 1510. In 1509 was hij definitor van de orde. Op hetgeneraal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.774- 1510: Zommeren Johannes was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Op het generaal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.775767 A. Van de Pasch, Definite..., p. 240768 A. Van de Pasch, Definite..., p. 240769 A. Van de Pasch, Definite..., p. 240770 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247771 CR. Hermans, II, p. 157; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 213, 239, 246, 250 en268772 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250773 A. Van de Pasch, Definite..., p. 250774 A. Van de Pasch, Definite..., p. 246775 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1451510: Resers Godschalcus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1502 werd hij verplaatst naar een niet nader genoemd klooster. In1510 keerde hij terug naar zijn domus nativa. Op het generaal kapittelvan 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.7761510: Mustual Wilhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. In1509 en 1510 was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1510 werdhij bij de overledenen vermeld.7771512: Gerardus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.7781516: Severinus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.7791517: van Leyden (van Aken) Simon was kruisbroeder van Aken. Hetconvent van Aken telde in de tweede helft van de 15de eeuw te veelkloosterlingen. Naar alle kanten werden zij daarom uitgezonden, hetzijom elders in het tekort te voorzien, hetzij om bij het herstel van deobservantie de plaatselijke oversten te steunen. Hij werd in 1480 naarMaaseik gezonden en in 1483 naar Toulouse. Van 1483 tot 1501 was hijprior van Aken. Vervolgens werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich.Van 1503 tot 1517 was hij prior van Toulouse. In 1489 werd hijaangesteld tot visitator van de Franse kloosters en van Lannoy. Op hetgeneraal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.7801518: van Eindhoven (Endhoven, Endovie) Theodorus (Theodericus)was kruisbroeder van Schwarzenbroich.Van 1507 tot 1507 was hijprior van Maaseik. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij deoverledenen vermeld.7811520: Wolterus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Hij was erprior tussen 1509 en 1519. Hij werd definitor van de orde in 1512 en1516 en visitator in 1511 en 1517. Op het generaal kapittel van 1520werd hij bij de overledenen vermeld.7821520: Wilhelmus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.783776 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226 en 250777 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250778 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256779 A. Van de Pasch, Definities..., p. 263780 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 156, 162, 182, 221, 222, 229 en 265; R. Janssen,De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel eenlosse band, p. 79781 A. Van de Pasch, Definities..., p. 269; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht envan Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 79782 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 254 en 271783 A. Van de Pasch, Definities..., p. 271


146 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1522: Dure Henricus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.784- 1522: Clotz Bruno was kruisbroeder van Schwarzenbroich tussen1479 en 1522. Hij werd geboren in Duren en was een broer vanSebastianus Clotz.785- 1522: Bruno was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.786- 1528: Martinus was donaat van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.787- 1530: Piddell Hermann was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.788- 1530: Stroden Gerardus was kruisbroeder van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.789kruisbroeders100S806040200-///m ■AA96inSchwarzenbroich, 1410-153063 3315BCDZesennegentig kruisbroeders verbleven in Schwarzenbroichtussen 1410 en 1530. Daarvan traden er drieenzestig inSchwarzenbroich in. Uit andere conventen werden drieendertigkruisbroeders naar Schwarzenbroich gezonden, vermoedelijk omer kennis te maken met het observante kloosterleven. Vijftienkruisbroeders werden naar andere conventen gezonden, zodat vande ingetredenen er achtenveertig heel hun kloosterleven inSchwarzenbroich doorbrachten.784 A. Van de Pasch, Definities.785 A. Van de Pasch, Definities.786 A. Van de Pasch, Definities.787 A. Van de Pasch, Definities.788 A. Van de Pasch, Definities.789 A. Van de Pasch, Definities.p. 276p. 276p. 276p. 292p. 296p. 296


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 147Aken (gesticht in 1372)Gertrud van Bongart stond in 1372 de Sint-Juliaankapel inAken af aan de kruisbroeders. De stad Aken voegde er het daarnaastgelegen gasthuis aan toe. De inkomsten waren gering. Hetgasthuis was zo klein en bouwvallig dat de kruisbroeders dadelijkbegonnen te bouwen. Toch duurde het nog tot omstreeks 1460vooraleer een gerieflijk klooster gereed kwam.Het klooster van Aken was een van kloosters waar de observantieverloren was gegaan. In 1421 kregen Edmundus van Dinther, deprior van Schwarzenbroich, en Johannes van Merode, de procurator van Venlo, van het generaal kapittel de opdracht om Aken tevisiteren. Zij stelden er een nieuwe prior aan, Wilhelmus vanSchiedam. Omdat de conventuales blijkbaar de gelofte vanarmoede overtraden, kregen zij het bevel om alle roerende enonroerende goederen aan hun prior over te dragen. In 1423 werden enkele kruisbroeders uit andere kloosters naar Aken gestuurdom de observantie in dit klooster te brengen en enkele kruisbroeders werden uit Aken naar andere kloosters gezonden om er deobservantie te leren.Na 1430 stonden de Akense kruisbroeders in de vijftiende enzestiende eeuw hoog in aanzien bij de lokale bevolking. Ze werdenmet talrijke schenkingen en stichtingen begiftigd. Veel zielzorgbeoefenden zij nochtans niet. Buiten Aken lazen ze vanaf 1457tweemaal mis in de slotkapel van Sint-Juliaan in Bocholtz, opzeven kilometer afstand van Aken. In de tweede helft van de vijftiende eeuw telde het klooster veel conventuales. Een aantal vanhen werd uitgezonden, hetzij om in een tekort in andere kloosterste voorzien, hetzij om bij het herstel van de observantie de plaatselijkeprior te steunen.790- 1423: Sittert P. was kruisbroeder van Aken. In 1423 werd hij voor 66njaar naar Hoei verplaatst. Hij was senior.790 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 86-87; R. Janssen & P.Winkelmolen, Repertorium Canonicorum Reguiarium Ordinis Sanctae Cruets 1248-1840, p. 42


148 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1426: Tyel (Tyela, Tila) Gerardus was kruisbroeder van Luik. In 1425stuurde het generaal kapittel hem naar Aken. Een jaar later werd hij ingraviori culpa, voor straf dus naar Namen verplaatst wegens ongehoorzaamheiden grove, beledigende taal.- 1428: Culemborch Arnoldus was kruisbroeder van Keulen. In 1423werd hij naar Aken gezonden om er de observantie te helpen brengen.In 1428 werd hij voor een jaar naar Parijs gezonden. Het generaalkapittel van 1426 ontnam hem het stemrecht, behalve bij priorkeuzeen culpa kapittel, vanwege wangedrag.- 1430: Dide (Did, Dyde, Dis) Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1416 was hij prior in Luik. Zes jaar later verbleef hij in Sint-Agatha.In dat jaar werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In1425 verbleef hij in Aken en van 1426 tot 1430 in Namen. In 1430werd hij verplaatst naar Kolen-Kerniel.- 1430: Wick (Wich, Wyk, Wych) Wilhelmus was kruisbroeder vanVenlo. Van 1423 tot 1430 verbleef hij in Aken, eerst tijdelijk en vanaf1426 als conventualis. In 1430 werd hij voor 66n jaar naar Goes gezonden.791- 1431: von Coten Helius was kruisbroeder van Keulen tot 1425. Danwerd hij naar Aken gezonden causa reformationis. In 1427 verhuisde hijnaar Hoei. Van 1428 tot 1431 verbleef hij in Osterberg, telkens voor66n jaar.- 1434: van Schiedam Wilhelmus was kruisbroeder van Venlo. Van 1421tot 1434 was hij prior van Aken. Hij werd definitor van de orde in1426, 1428, 1430 en 1432.792- 1435: de Tornaco Johannes was laicus van Luik. In 1423 en 1425 werdhij telkens voor 66n jaar naar Aken verplaatst. In 1426 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich, in 1427 naar Sint-Agatha en in 1428naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1435: Schiedam Johannes was kruisbroeder van Aken. In 1435 werdhij voor 66n jaar naar Beyenburg gezonden.- 1440: de Hollandia Nicolaas was kruisbroeder van Aken. Tussen 1438en 1440 was hij er prior en in 1439 werd hij definitor van de orde.793791 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 52, 54, 56 en 60; L. Heere, Het kruisherenkbosterte Venlo* p. 333792 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 46, 51, 55, 59 en 63; P. Van den Bosch, Studien overde observantie..., pp. 86-87793 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 73 en 76\ C.R. Hermans, Annales, II, p. 157


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1491442: Goch van (Kok, Cock) Johannes Kneelius was kruisbroeder vanSint-Agatha. In 1416 was hij prior van Sint-Agatha. In 1425 verplaatstehet generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Namen, causa reformationisydus om er de observantie te leren. In 1427 werd hij weer voor66n jaar naar Namen verplaatst. In 1426 verhuisde hij voor een jaarnaar Hohenbusch. In 1428 werd hij voor een jaar naar Aken gezonden.Op het generaal kapittel van 1442 werd hij bij de overledenen vermeld.1445: Gerardus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1425 was hijprior van Hohenbusch en definitor van de orde. In 1436 was hijprocurator van Hohenbusch. In 1445 werd hij voor 66n jaar naar Akengezonden.1445: Nicolaus was kruisbroeder van Aken. In 1445 werd hij voor 66njaar naar Osterberg gezonden.7941447: Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor66n jaar naar Aken gezonden en in 1446 voor e&i jaar naar Keulen. In1447 werd hij verplaatst naar Parijs. ,1448: de Andernach Conradus was kruisbroeder van Keulen. In 1426verloor hij in Keulen het stemrecht, behalve bij een priorkeuze en inhet capitulum culparum, vanwege zijn negatief gedrag. In 1428 werdhij visitator in Engeland en in 1435 visitator van de Duitse kloosters.In 1437 verbleef hij in Bentlage. In 1440 werd hij prior van Aken. Ophet generaal kapittel van 1448 werd hij bij de overledenen vermeld.1449: Everardus was kruisbroeder van Aken. In 1437 werd hij verplaatst naar Hohenbusch. In 1449 werd hij verplaatst naar Bentlageom er te helpen bij de opbouw van het kloosterleven.1449: Scolle (Hollandia de) Johannes was kruisbroeder van Venlo. Na1420 was hij er gedurende vele jaren prior, nl. van 1420 tot 1449 meteen korte onderbreking tussen 1435 en 1537, toen hij prior was vanAken. Hij was definitor van de orde in 1420, 1425, 1427, 1429, 1431,1433, 1437, 1439 en 1443 en visitator in 1434. Op het generaal kapittel van 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.7951450: Colonie (Koelen von) Johannes was kruisbroeder van Osterberg.In 1446 en 1447 verbleef hij in Marienfrede en in 1449 en 1450 inAken.796A. Van de Pasch, Definities..., p. 83A. Van de Pasch, Definities..., pp. 40, 49, 53, 58, 60, 64, 66y 69, 73, 80 en 90A. Van de Pasch, Definities..., pp. 85, 87, 90 en 92


150 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1451: van Zutphen Gerardus was kruisbroeder van Aken. In 1441werd hij voor een jaar verplaatst naar Luik. Van 1443 tot 1451 verbleefhij in Schiedam. De benoeming werd door het generaal kapitteitelkens voor enkele jaren gedaan.- 1452: van Rotterdam Everardus was kruisbroeder van Aken. In 1452was hij er prior. Op het generaal kapittei van 1453 werd hij bij deoverledenen vermeld.797- 1454: Florentius was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapitteivan 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.798- 1458: van Testelt (Testert, Testelet) Michael was kruisbroeder vanNamen. Hij verbleef in Namen in 1423, 1427-1429 en 1455-1458).In 1423 werd hij voor 66n jaar naar Aken gezonden 'pro reformatione.Van 6 januari 1427 tot 6 februari 1429 was hij prior van Namen enlater opnieuw van 1455 tot 1458. Op 26 juni 1431 werd hij prior vanGoes. Door Michael van Testelt in 1436 naar Maastricht te zenden,hebben de kruisbroeders van Namen een groot aandeel gehad in destichting van het klooster van Maastricht. Hij werd er eerst rector enlater prior (1436-1455) en procurator (zeker in 1453). In Maastrichtrichtte hij in 1438 de broederschap van het H. Kruis op. Als predikantgenoot hij faam. Op het generaal kapittei van 1459 werd hij bij deoverledenen vermeld. Hij overleed op 9 juli 1458.- 1460: Stephanus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1460 werd hijvoor een jaar naar Aken gezonden.799- 1461: de Gravia (Aquensis, de Graux) Johannes was kruisbroeder vanNamen. Hij werd geboren in Grave. In 1425 werd hij naar Akengezonden en bleef er tot 1426. In 1427 werd hij verplaatst naar Hoei.In 1435 zond het generaal kapittei hem naar Parijs. Drie jaar later werdhij prior van Namen en bleef dat tot 1452. Dan werd hij prior vanAken tot 1460 en vervolgens prior van Caen tot 1461. Hij was definitorin 1438, 1441, 1443, 1445, 1448,1450,1454, 1456 en 1458 envisitator in Keulen anno 1450 en in Doornik anno 1451. Hij overleedin Caen in 1461.- 1461: van Delft Franco was kruisbroeder van Aken. In 1441 verhuisdehij voor een jaar naar Doornik. Op het generaal kapittei van 1443werd hij van Aken naar Parijs gezonden, waar hij bleef tot 1445. In1460 en 1461 was hij prior van Aken. Op het generaal kapittei van1462 werd hij bij de overledenen vermeld.797 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99; C.R. Hermans, Annales, II, p. 157798 A. Van de Pasch, Definities..., p. 101799 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 151- 1463: Rover Wilhelmus was kruisbroeder van Aken. In 1449 werd hijvoor een jaar naar Marienfrede gezonden. Van 1450 tot 1454 verbleefhij in Schiedam, telkens voor een jaar. In 1455 keerde hij terug naarAken. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenenvermeld.800- 1463: Stenvordie (Steenfordia de) Johannes was kruisbroeder vanFalkenhagen. V66r 1461 verbleef hij een tijdlang in Asperen. In 1461werd hij naar Toulouse gezonden. In 1462 verbleef hij voor penitentiein Aken. In 1463 was hij terug in Falkenhagen. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.801- 1464: van Hasselt Servatius was kruisbroeder van Maastricht. Hij wasdiaken. Vanaf 1437 verbleef hij in Maastricht. Na de dood van priorvan Testelt van Maastricht werd hij in 1460 rector domus. In 1463 washij subprior en van 1459 tot 1463 procurator. In 1444 werd hij vooreen jaar naar Aken gezonden en in 1450 voor 66n jaar naar Parijs. Ophet generaal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenen vermeld.802- 1464: Deest Arnoldus was kruisbroeder van Aken. In 1460 en 1461verbleef hij in Ehrenstein, telkens 66n jaar voor penitentie, in 1462 inToulouse en in 1464 in Sint-Agatha.803- 1464: van de Boom Leonardus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In1463 werd hij voor 66n jaar naar Maastricht gezonden en in 1464 vooreen jaar naar Aken.804- 1464: Tongris Johannes was kruisbroeder van Aken. In 1438 werd hijvoor 66n jaar naar Goes gezonden. Daarna keerde hij terug naar Aken.In 1464 was hij subprior in Goes. Op het generaal kapittel van 1464werd hij bij de overledenen vermeld.805- 1465: Burick Henricus was kruisbroeder van Aken. In 1465 was hij ersubprior. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenen vermeld.806- 1465: Arnoldus was conversus van Keulen. In 1429 werd hij verplaatstnaar Osterberg en in 1437 naar Bentlage. In 1452 stuurde het generaal kapittel hem voor een jaar naar Aken en in 1453 voor een jaar naarHoei. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenenvermeld.800 A. Van dc Pasch, Definities..., pp. 90, 92, 94, 96, 98, 101 en 119801 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 114, 117 en 120802 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 82, 92 en 123; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 70803 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 112, 114, 116 en 123804 A. Van de Pasch, Definities..., p. 119805 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 72 en 123806 A- Van de Pasch, Definities..., p. 125


152 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1465: Biidderick Heinrich was kruisbroeder van Aken. Hij was er priorin de jaren na 1440.807- 1466: de Palude Simon was kruisbroeder van Hoei van 1420 tot 1466.In 1423 werd hij naar Aken gestuurd om het klooster aldaar te hervormen.In 1430 was hij definitor. Hij was subprior in Hoei in 1430en 1431. Op het generaal kapittel van 1466 werd hij bij de overledenenvermeld- 1466: Stantfast Johannes was kruisbroeder van Aken. Op het generaalkapittel van 1466 werd hij bij de overledenen vermeld.808- 1467: Sittert Theodericus was kruisbroeder van Aken. In 1463 werdhij voor c6n jaar naar Ivoy-Carignan gezonden en in 1464 voor een jaarnaar Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1467: Joannes was donaat van Aken. Hij was kok. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.809- 1467: Goes Jacobus was donaat van Aken. Op het generaal kapittel van1467 werd hij bij de overledenen vermeld.810- 1467: Hessenrade Theodericus was donaat van Aken. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.811- 1469: van Aalst (Alusco, Alusto) Henricus was kruisbroeder vanMaastricht. Een tijdlang was hij aldaar procurator (zeker tussen 1458en 1460) en in 1460 en 1461 subprior. In 1461 werd hij verplaatstnaar Ivoy-Carignan, in 1462 naar Namen en in 1463, 1464, 1465 en1466 werd hij door het generaal kapittel telkens voor een jaar verplaatst naar Aken. In 1466 keerde hij terug naar Maastricht. In 1469werd hij conventualis van Aken met onderling goedvinden van de conventenvan Aken en Maastricht.- 1472: de Amsterdammis Jacobus was kruisbroeder van Aken. Van1428 tot 1440 verbleef hij in Osterberg. Van 1440 tot 1472 verbleefhij in Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1473: Meppis Nicolaus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1460werd hij verplaatst naar Suxy, in 1461 naar Aken en in 1464 naar Ivoy-Carignan. Van 1466 tot 1473 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld. Weiss gaf1483 op als jaar van overlijden.807 C.R. Hermans, Annales, II, p. 157808 A. Van de Pasch, Definities..., p. 128809 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130810 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130811 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1531474: Bemmel Theodericus was kruisbroeder van Asperen. In 1439,1457 en 1463 werd hij naar Aken gezonden, telkens voor een jaar. Hetgeneraal kapittel stuurde hem in 1441 voor penitentie naar Goes. In1455 werd hij voor penitentie naar Keulen gezonden en een jaar laterwerd hij als conventualis opgenomen in Sint-Agatha. In 1458 verhuisdehij naar Goes. In 1459, 1460, 1461 en 1462 werd hij naarSchiedam gezonden, telkens voor een jaar. In 1464 en 1465 verbleefhij in Maastricht. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij deoverledenen vermeld.1474: Leyden Theodorus was kruisbroeder van Aken. In 1474 was hijprocurator. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.8121474: de Beeck Henricus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1451werd hij voor een jaar naar Goes verplaatst. In 1455 en 1456 werd hijnaar Doornik gezonden, telkens voor een jaar en in 1457 naar Aken,weeral voor een jaar. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij deoverledenen vermeld.1483: van Delft Jodocus was kruisbroeder van Aken. Hij was er priorvan 1469 tot 1483. Hij werd definitor van de orde in 1469, 1471,1481 en 1483. Volgens Hermans overleed hij op 18 augustus 1480. In1483 was hij echter nog definitor. Op het generaal kapittel van 1484werd hij bij de overledenen vermeld.8131484: Henricus was kruisbroeder van Aken. In 1484 was hij subprior.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.8141484: Bernardus was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapittelvan 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.8151484: Wesselus was kruisbroeder van Hohnscheid. In 1484 werd hijvoor een jaar naar Aken gezonden als conventualis.8161484: Sittard Godefridus was kruisbroeder van Aken. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.8171484: de Dalen Matthias was kruisbroeder van Aken. In 1480 werd hijvoor een jaar naar Namen gezonden. Op het generaal kapittel van1484 werd hij bij de overledenen vermeld.812 A. Van de Pasch, Definities..., p. 144813 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 96, 133, 138, 157, 161 en 166; C.R. Hermans,Annales, II, p. 157814 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166815 A. Van de Pasch, Definities..., p. 167816 A. Van de Pasch, Definities..., p. 165817 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166


154 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1484: van Horn Theodericus was kruisbroeder van Aken. In 1452werd hij voor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden. Dat ene jaarwerden er echter tien, nl. tot 1462. Hij werd prior van Aken van 1462tot ca. 1468. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1484: Leydis Cornelis was kruisbroeder van Aken. Hij was diaken. Ophet generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.818- 1484: Clockener (Cloeker, Clockner, Clocker) Joannes was kruisbroeder van Aken. In 1445, 1446 en 1452 werd hij naar Maastrichtgezonden, telkens voor 66n jaar. Van 1460 tot 1462 werd hij prior vanMaastricht. Hij was de tweede prior van het convent van Maastricht.In 1462 nam hij ontslag en keerde naar Aken terug. Hij werd ook priorvan Aken (v66r 1469) en later subprior van Aken. Dit ambt bekleeddehij nog in 1484. Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij deoverledenen vermeld.819- 1484: Bonifacius was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapittelvan 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.820- 1484: Brabantinus Jacobus was kruisbroeder van Osterberg. In 1484werd hij voor 66n jaar naar Aken gezonden.821- 1484: Delphfft Hugo was kruisbroeder van Aken. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.822- 1491: Andreas was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapittelvan 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.823- 1493: Gotfridus was kruisbroeder van Aken. In 1491 werd hij voor 66njaar naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaar later werd hij verplaatstnaar Wickrath. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1495: Icorus Andreas was kruisbroeder van Luik. Hij was diaken. In1491 werd hij voor een jaar naar Beyenburg gezonden. Een jaar laterverbleef hij in Maaseik, eveneens voor 66n jaar. In 1495 verbleef hij inHelenenberg. Datzelfde jaar keerde hij terug naar Luik.- 1496: Cornelius was kruisbroeder van Aken. In 1496 werd hij verplaatst naar Venlo.824818 A. Van de Pasch, Definities.. , p. 166819 A. Van de Pasch, Definities. ., pp. 83, 96 en 166; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijj ijfiiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 71820 A. Van de Pasch, Definities.. p. 166821 A. Van de Pasch, Definities.. p. 165822 A. Van de Pasch, Definities.. p. 166823 A. Van de Pasch, Definities.. p. 188824 A. Van de Pasch, Definities.. p. 204


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1551498: Keybrach Johannes was kruisbroeder van Venlo. In 1498 werdhij verplaatst naar Aken.8251499: Gerardus was kruisbroeder van Aken. In 1456 werd hij voor eenjaar naar Doornik gezonden. In 1457 werd hij verplaatst naarWickrath, waar hij in 1499 nog steeds verbleef.1501: Alser (Alsert) Petrus was kruisbroeder van Keulen. In 1485 werdhij naar Aken gezonden. Op het generaal kapittel van 1501 werd hijbij de overledenen vermeld.1507: Arnoldus was kruisbroeder van Aken. Hij was diaken. Op hetgeneraal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.8261508: Gosscalcus was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapittelvan 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.8271509: Cartal (Aquensis) Godefridus was kruisbroeder van Aken. Van1501 tot 1504 verbleef hij als predikant in Sneek. Dan werd hij naarDuisburg gezonden. In 1508 was hij in Schiedam en een jaar later washij subprior in London. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bijde overledenen vermeld.8281509: Clotz Sebastianus was kruisbroeder van Aken. Van 1506 tot1509 was hij er prior. In 1509 werd hij verplaatst naarSchwarzenbroich. Hij werd definitor van de orde in 1507. Op het generaal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.Opnieuw werd hij vermeld bij de overledenen op het generaal kapittelvan 1518.1516: Wonder (Wunder, Vunder) Johannes was kruisbroeder vanMarienfrede. In 1496 en 1497 werd hij door het generaal kapittel naarKeulen gezonden, telkens voor een jaar. In 1499 verhuisde hij voor eenjaar naar Hoei, in 1503 naar Aken, in 1505 naar Hohnscheid, in 1509naar Dusseldorf en in 1510 naar Hoei. Op het generaal kapittel van1516 werd hij bij de overledenen vermeld.■ 1516: Delft (Delpholt) Johannes was kruisbroeder van Aken. In 1498was hij er conventualis en in de jaren v66r 1516 was hij er prior. In1501 werd hij als conventualis naar Sint-Annaland gezonden. Op hetgeneraal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.829825 A. Van de Pasch, Definities..., p. 211; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venlo, p. 337826 A. Van de Pasch, Definities..., p. 241827 A- Van de Pasch, Definities..., p. 245828 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221, 232, 244 en 247; J.M. Hayden, The CrutchedFriars revisited, pp. 77-78829 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 211, 218, 221 en 263; C.R. Hermans, Annales, II,p. 157


156 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1517: van Leyden (van Aken) Simon was kruisbroeder van Aken. Hijwerd in 1480 naar Maaseik gezonden en in 1483 naar Toulouse. Van1483 tot 1501 was hij prior van Aken. Vervolgens werd hij verplaatstnaar Schwarzenbroich. Van 1503 tot 1517 was hij prior van Toulouse.In 1489 werd hij aangesteld tot visitator van de Franse kloosters en vanLannoy. Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1517: Svoller Gerardus was donaat van Aken. Rond 1501 werd hijnaar Falkenhagen verplaatst. In 1502 kreeg hij van het generaal kapittel de opdracht om in Falkenhagen te blijven en een jaar later ontvinghij een zware straf in Falkenhagen. Later keerde hij naar Aken terug. In1503 ontving hij straf. Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bijde overledenen vermeld.830- 1518: Nicolaus was donaat van Aken. In 1489 werd hij naar Osterbergverplaatst. In 1490 en 1491 verbleef hij in Chauny. In 1492 keerde hijnaar Aken terug. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij deoverledenen vermeld.831- 1520: Endovie Gilbert was kruisbroeder van Aken. Op het generaalkapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.832- 1521: Hugo was kruisbroeder van Aken. Op het generaal kapittel van1521 werd hij bij de overledenen vermeld.833- 1523: Thomas was conversus van Aken. Op het generaal kapittel van1523 werd hij bij de overledenen vermeld.834- 1527: Stephanus was kruisbroeder van Aken. In 1527 was hij cellarius.Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.835- 1530: de Monte Renerus was kruisbroeder van Aken. In 1530 was hijprocurator. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.836830 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226, 229, 256 en 265831 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 182, 185, 188 en 267; A. Bochin, Les Croisiers enPicardie: les Prieuris de Condren et de Chauny\ p. 85832 A. Van de Pasch, Definities..., p. 271A. Van de Pasch, Definities..A, Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..p. 273p. 278p. 288, p. 294


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 157Negenenzeventig kruisbroeders verbleven in Aken tussen 1410en 1530. Daarvan traden er achtenveertig in Aken in.Drieentwintig van hen werden verplaatst naar andere conventen.Zodoende verbleven slechts vijfentwintig kruisbroeders hun gansekloosterleven in Aken. Uit andere kloosters werden eenendertigkruisbroeders naar Aken gezonden.8060kruisbroeders in Aken, 1410-153079/312340200AUAB=1cDAsperen (gesticht in 1314)De kruisheren woonden nog maar zeven jaren in Keulen, toendaar een deftige bruiloft werd gevierd. Jan, een zoon van Jan XI,heer van Arkel en Gorcum, huwde in 1314 met Ermgard, dochtervan de graaf van Kleef en een nicht van de bisschop van Keulen,Hendrik II van Virnenburg, die in 1307 de kruisheren verlof hadgegeven zich in Keulen te vestigen. Tijdens zijn verblijf in Keulenhoorde de heer van Arkel over de kruisheren zoveel goeds, dat hijde prior verzocht om in Gorcum een klooster te stichten. Toen deeerste kruisheren in Gorcum aankwamen, bleek dit echter reeds zovol gebouwd te zijn, dat er geen plaats meer was voor een nieuwklooster. Aanvankelijk namen de kruisheren hun intrek in enkelereeds bestaande huizen. Later vestigden zij zich binnen de murenvan de naburige stad Asperen.


158 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWDe eerste prior, die ook reeds in Gorcum het convent bestuurde,was Martinus d'Auvans, een geleerd man van aanzienlijke komaf.Hij moest echter spoedig Asperen verlaten, omdat hij in 1320 totprior-generaal van de orde werd gekozen. In de volgende decenniagroeide het klooster van Asperen uit tot een oord van vroom enobservant kloosterleven. In 1412 werd de prior van Asperen, Janvan Merten, tot prior-generaal gekozen. Een tijdje later, in 1433,legde Helmicus Amoris het ambt van prior-generaal neer enverkoos het klooster van Asperen tot zijn verblijf. In de vijftiendeeeuw werden de priores van Asperen heel vaak tot definitorgekozen. Ook werden conventuales gevraagd om te helpen bij destichting van nieuwe conventen en werden kruisheren die zich elders misdragen hadden, voor boetedoening opgevangen.Een bijzondere relatie onderhield het klooster van Asperen metde bedienaars van de Sint-Agathakapel in Kukebrakel ten zuidenvan Cuijk waar vanuit Asperen in 1371 een klooster werd gesticht.De adellijke zusters van de abdij Rijnsburg bij Leiden schonkenin 1396 een gift aan de kruisheren van Asperen, waaruit zij van tijdtot tijd een biechtvader rekruteerden.In 1517 werd Asperen aangevallen door huurtroepen van dehertog van Gelre. Meer dan 250 inwoners van de stad werden vermoord.Het Sint-Annaconvent van de dominicanessen werdvolledig uitgemoord. De hele stad werd in brand gestoken. In datjaar stierven vijf kruisheren, waaronder twee broeders, die zekervermoord zijn.Tussen 1560 en 1578 - het vermoedelijke jaar van de verbanningvan de kruisheren uit Asperen - werd het kloosterlevenonmogelijk gemaakt doordat de stad over en weer in handen vielvan de opstandelingen en de Spanjaarden. 837837 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248 - 1840, pp. 44-45


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1591415: van Merten (Martonius, Martini) Johannes. Zijn domus nativawas Asperen, waar hij in 1411 prior was. In 1411 was hij tevens definitor.Hij werd de opvolger van hervormer Libertus Janssen van Bommel.Bij zijn aantreden als prior-generaal op 27 februari 1411 riep hij de hulpin van de paus van Pisa, Johannes XXIII. Deze gaf de officiaal vanKeulen en de dekens van Kamerrijk en Luik de opdracht de prior-generaal bij te staan in zijn streven de orde tot de observantie terug te brengen.Hij overleed op 12 februari 1415 in het klooster van Asperen.1426: Wolterus was kruisbroeder van Asperen. In 1426 was hij subprior.Op het generaal kapittel van 1426 werd hij bij de overledenenvermeld.8381426: Hugo was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1426 werd hij bij de overledenen vermeld. Misschien was hijdezelfde als Hugo van Asperen, die in 1406 in de vele parochies vanhet bisdom Utrecht preekte om geld in te zamelen voor de bouw vande dom van Utrecht.8391426: Bommel Godefridus was kruisbroeder van Asperen. Van 1413tot 1426 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1413, 1414,1416, 1418, 1419, 1421, 1422, 1424 en 1426.8401434: Lutgerus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1434 werd hij bij de overledenen vermeld.8411435: Egbertus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.8421441: de Malsen Nicolas was kruisbroeder van London. In 1441 werdhij voor penitentie naar Asperen gezonden.843■ 1441: Amoris (de Zutphania) Helmicus trad in Venlo in of inSchwarzenbroich. Van 1413 tot 1415 was hij prior van Namen. In 1415werd hij prior-generaal gekozen. In 1430 ging hij met enkele confratersnaar Engeland om daar de hervorming van de orde door te voeren. Op9 mei 1433 legde hij zijn ambt neer en verkoos te gaan wonen in hetklooster van Asperen. In 1434 werd hij prior gekozen inSchwarzenbroich en gei'ncorporeerd, maar toen enkele confratersobstructie pleegden, gaf hij ontslag. Daarop benoemde de prior-generaal hem tot prior van Ivoy-Carignan. Hier overleed hij op 28 juli 1441.838 A. Van de Pasch, Definite..., p. 53839 A. Van de Pasch, Definities..., p. 53; L. Heere, De Kruisheren van Asperen. in:Kruistriomf, jg. 36, 1956, p. 40840 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 30, 32, 34, 36, 36, 42, 43, 47 en 51841 A. Van de Pasch, Definities..., p. 66842 A. Van de Pasch, Definities..., p. 67843 A. Van de Pasch, Definities..., p. 78


160 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1443: de Zanchen Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1443 werd hij bij de overledenen vermeld.844- 1444: Wilbrordus was kruisbroeder van Goes. In 1444 werd hij vooreen jaar naar Asperen gezonden.845- 1449: Mathias was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.846- 1450: de Acoy (Ackoy de) Johannes was kruisbroeder van Asperen. In1428 werd hij verplaatst naar Namen en verbleef aldaar tot 1450. Ophet generaal kapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1451: Stael Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op het generaalkapittel van 1451 werd hij bij de overledenen vermeld.847- 1453: Ludolphus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaalkapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij stierf aande pest.848- 1454: van Haarlem (Harlein) Johannes was kruisbroeder van Goes. In1444 werd hij voor e'en jaar naar Maastricht gezonden en in 1448 voore'en jaar naar Doornik. In 1449 en 1450 verbleef hij in Asperen en van1451 tot 1454 in Schiedam.- 1454: van Goch (Ghoche, Choxte, Ghoschte) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hij was een van de prominentste reformatorenvan de orde na 1410. In 1418 was hij subprior van Hoei en werdtot prior van Luik gekozen Hij was prior van Luik van 1418 tot 1434en opnieuw in 1436. In 1424 werd hij vermeld als prior van Asperen.- 1457: van Venlo Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1457werd hij naar Asperen gezonden.849- 1457: de Ruremundis Nicolaus was kruisbroeder van Asperen en werdin 1412 naar Hoei verplaatst. In 1429 en 1434 was hij definitor. Ophet generaal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.844 A. Van de Pasch, Definite..., p. 81845 A. Van de Pasch, Definities..., p. 82846 A. Van de Pasch, Definities..., p. 91847 A. Van de Pasch, Definities..., p. 94848 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99849 A. Van de Pasch, Definities..., p. 106


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1611458: Wachtendonck Jacobus was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1458 werd hij bij de overledenen vermeld.8501460: Jacobus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1460 werd hij bij de overledenen vermeld.8511462: de Werdena Wilhelmus was kruisbroeder van Beyenburg. In1436 werd hij door het generaal kapittel benoemd tot 66n van de drieterminarii van Beyenburg. Hij was nauw betrokken bij de stichting vanBentlage, waar hij tussen 1437 en 1450 verbleef. In 1448 werd hijbenoemd tot prior van Bentlage. Hij liet zijn confraters termineren. In1450 werd hij afgezet en keerde naar Beyenburg terug. In 1460 werdhij verplaatst naar Asperen. In 1463 was hij terug in Beyenburg.1463: Stenvordie (Steenfordia de) Johannes was kruisbroeder vanFalkenhagen. Voor 1461 verbleef hij een tijdlang in Asperen. In 1461werd hij naar Toulouse gezonden. In 1462 verbleef hij voor penitentiein Aken. In 1463 was hij terug in Falkenhagen. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.1464: Petrus was donaat van Asperen. Op het generaal kapittel van1464 werd hij bij de overledenen vermeld.8521466: van Delft Petrus was kruisbroeder van Asperen. In 1499 werd hijnaar Goes gestuurd om er de prior te helpen. Op het generaal kapittelvan 1466 werd hij bij de overledenen vermeld.8531474: Bemmel Theodericus was kruisbroeder van Asperen. In 1439,1457 en 1463 werd hij naar Aken gezonden, telkens voor een jaar. Hetgeneraal kapittel stuurde hem in 1441 voor penitentie naar Goes. In1455 werd hij voor penitentie naar Keulen gezonden en een jaar laterwerd hij als conventualis opgenomen in Sint-Agatha. In 1458 verhuisdehij naar Goes. In 1459, 1460, 1461 en 1462 werd hij Schiedamgezonden, telkens voor een jaar. In 1464 en 1465 verbleef hij inMaastricht. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.1475: Bemmel Wilhelmus was kruisbroeder van Asperen. Van 1439tot 1475 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1439, 1442,1444, 1446, 1448, 1450, 1454, 1456, 1458, 1461, 1463, 1465 en1467. Op het generaal kapittel van 1475 werd hij bij de overledenenvermeld.854850 A. Van de Pasch, Definities..., p. 108851 A. Van de Pasch, Definities..., p. 112852 A. Van de Pasch, Definities..., p. 123853 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 81 en 128854 A.VandePasch,D


162 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1478: Schingis Johannes was kruisbroeder van Asperen. In 1478 washij er prior. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenenvermeld.855- 1478: de Tila Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.856- 1478: Reynerus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.857- 1480: Hugo was kruisbroeder van Asperen. In 1480 was hij er prior entevens definitor van de orde.858- 1480: Martinus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1480 werd hij bij de overledenen vermeld.859- 1481: Freden Arnoldus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.860- 1482: Wilhelmus was donaat van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.861- 1482: Theodericus was donaat van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.862- 1483: van Delfte Hyldebrandus was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.863- 1483: Mourin (Marijn, Morin, Morinck, Marun) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1464 werd hij voor e'e'n jaar naar Asperen gezondenpro instructione discipline, in 1468 werd hij voor e'en jaar naarHoorn gestuurd en in 1470 voor e'en jaar naar Buzan£ais. In 1470 washij scriptor in Caen. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.864- 1483: de Bocholdia Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.865- 1484: Schonhovie Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.866855 A. Van de Pasch, Definities..856 A. Van de Pasch, Definities..857 A. Van de Pasch, Definities..858 A. Van de Pasch, Definities..859 A. Van de Pasch, Definities..860 A. Van de Pasch, Definities..861 A. Van de Pasch, Definities..862 A- Van de Pasch, Definities..863 A- Van de Pasch, Definities..'" A. Van de Pasch, Definities..p. 153p. 153p. 153p. 155p. 157p. 158p. 160p. 160p. 163A. Van de Pasch, Definities..., p. 163A. Van de Pasch, Definities..., p. 166„ pp. 122, 132, 136 en 163


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1631485: Workem Gisbert was kruisbroeder van Asperen. In 1485 werdhij naar Toulouse verplaatst.8671485: Dordraci Wilhelmus was kruisbroeder van Asperen. In 1485werd hij naar Woudrichem gezonden.868i486: Vassan Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1477 studeerde hij,samen met Nicolas Roussel, aan de universiteit van Caen. In i486werd hij voor 66n jaar naar Asperen gezonden.8691487: de Wiringa Nanno was kruisbroeder van Asperen. In 1479 werdhij voor 66n jaar naar Namen verplaatst. Op het generaal kapittel van1487 werd hij bij de overledenen vermeld.1488: van Maastricht Simon was kruisbroeder van Asperen. In 1488was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1488 werd hij bij deoverledenen vermeld.8701489: Wesop Petrus was kruisbroeder van Asperen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1489 werd hij bij de overledenen vermeld.8711491: Hinricus was kruisbroeder van Asperen. In 1491 was hij erprior. Op het generaal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenenvermeld.8721491: Bommel (Bummel) Godefridus was kruisbroeder van Asperen.In 1490 en 1491 verbleef hij in Chauny. Daarna keerde hij terug naarAsperen.8731493: Duborch (Denborn) Theodericus was kruisbroeder vanNieuwland. In 1484 werd hij verplaatst naar Namen. Drie jaar laterwerd hij voor 66n jaar verplaatst naar Sneek en in 1489 voor 66n jaarnaar Asperen. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij deoverledenen van Nieuwland vermeld.1494: Delft Johannes was kruisbroeder van Schiedam. In 1461 en1462 verbleef hij in Asperen. In 1473 werd hij voor 66n jaar naarMaastricht gezonden, in 1474 voor 66n jaar naar Ter Apel, in 1475naar Suxy en in 1476 naar Falkenhagen. In 1493 werd hij aangeduidals rector van Virton. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bijde overledenen vermeld.867 A. Van de Pasch, Definities.868 A. Van de Pasch, Definities.869 A. Van de Pasch, Definities.870 A. Van de Pasch, Definities.871 A. Van de Pasch, Definities.872 A. Van de Pasch, Definities.873 A. Van de Pasch, Definities., p. 168, p. 168, p. 172, p. 180, p. 183, p. 188, p. 185 en 188


164 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1493: Calcar (Kalker) Godefridus was kruisbroeder van Keulen vanafomstreeks 1450. In 1455 werd hij voor penitentie naar Asperen gezonden.In 1458 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gestuurd. In 1493verbleef hij in Briiggen.- 1495: Gerhardus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaalkapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.874- 1495: Gysbertus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.875- 1496: Wilhelmus was kruisbroeder van Asperen. In 1487 en 1488 enopnieuw in 1495 verbleef hij in Hoorn. Van 1488 tot 1495 werd hijnaar Sneek gezonden. Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bijde overledenen vermeld.876- 1497: Buscoducensis Arndldus was kruisbroeder van Den Bosch. In1491 werd hij verplaatst naar Chauny, in 1496 naar Varennes-sur-Allier en in 1497 naar Asperen.877- 1500: Olmerus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.878- 1501: Zutphania Henricus was conversus van Den Bosch. Van 1471tot 1501 verbleef hij in Asperen.879- 1502: Voss Arnoldus was kruisbroeder van Asperen. In 1501 en 1502verbleef hij in Marienfrede.880- 1502: Clivis Theodorus was kruisbroeder van Asperen in 1502.881- 1502: Mol Johannes was kruisbroeder van Asperen in 1502.882- 1503: Eustachius was donaat van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.883- 1503: Jacobus was kruisbroeder van Asperen. Van 1492 tot 1503 washij er prior. Hij was definitor van de orde in 1493, 1495, 1497, 1499,1501 en 1503.884874 A. Van de Pasch, Definities..., p. 202875 A. Van de Pasch, Definities..., p. 202876 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 201 en 205877 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 188, 204 en 207878 A. Van de Pasch, Definities..., p. 219879 A- Van de Pasch, Definities..., p. 138880 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221 en 225881 A- Van de Pasch, Definities..., p. 226882 A. Van de Pasch, Definities..., p. 226883 A. Van de Pasch, Definities..., p. 230884 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 192, 199, 206, 212, 220 en 227; C.R. Hermans,Annales, II, 389


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1651505: Turnoa (Turnhout, Turnouth) Johannes was kruisbroeder vanAsperen. In 1500 keerde hij terug naar Asperen na een verblijf inLondon. In 1505 werd hij verplaatst naar Nieuwland en werd er subprior.8851508: Otmarsen (Friso)Bernardus was kruisbroeder van ? In 1497verbleef hij in Sneek. In dat jaar werd hij verplaatst naar Emmerik. In1501 verbleef hij in Ter Apel, in 1505 in Asperen en in 1508 inCaen.8861509: Dionisius (Dyonisius) was kruisbroeder van Luik. Hij was diaken.In 1484 en 1485 werd hij verplaatst naar Asperen, telkens vooreen jaar. In 1487 verhuisde hij voor een jaar naar Beyenburg en in1488 voor den jaar naar Sneek. Op het generaal kapittel van 1509 werdhij bij de overledenen vermeld.1512: Novimagii Gerhardus was kruisbroeder van Asperen. Van 1510tot 1512 verbleef hij in Goes. In 1512 werd hij verplaatst naarNieuwland.8871513: Dordraci Henricus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1513 werd hij bij de overledenen vermeld.8881514: Buscoducensis Daniel was kruisbroeder van Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.8891514: van Nijmegen Godefridus was kruisbroeder van Asperen. In1514 werd hij in Utrecht priester gewijd.8901516: Wilhelmus was kruisbroeder van Sneek. In 1503 en 1508verbleef hij in Asperen. In 1510 was hij subprior van Nieuwland. Ophet generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.8911517: Laurentius was donaat van Asperen. Hij was er kok. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij werdvermoord tijdens de belegering van Asperen door huurtroepen van dehertog van Gelre.8921517: Bre Martinus was kruisbroeder van Asperen. In 1503 keerde hijterug naar Asperen uit een niet nader genoemd klooster. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.893885 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 218 en 235886 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 207, 221, 235 en 244887 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 250 en 255888 A. Van de Pasch, Definities..., p. 258889 A. Van de Pasch, Definities..., p. 260890 Archief Geschiedenis Aartsbisdom Utrecht, 23387891 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 229, 232, 244, 250 en 263892 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; L. Heere, De Kruisheren van Asperen, p. 41893 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 229 en 267


166 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE V1JFTIENDE EEUW- 1517: Rodolphus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaalkapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.894- 1517: Johannes was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij werd vermoordtijdens de belegering van Asperen door huurtroepen van de hertog vanGelre.895- 1517: Enchuzen Gerardus was donaat van Hoorn. In 1512 werd hijverplaatst naar Asperen. Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bijde overledenen vermeld. Hij werd vermoord tijdens de belegering vanAsperen door huurtroepen van de hertog van Gelre.896- 1520: Trajecti Wilhelmus was kruisbroeder van Sneek. In 1503 werdhij verplaatst naar Asperen. Een jaar later keerde hij terug naar Sneek.In 1510 verhuisde hij naar Nieuwland en in 1520 naar Schiedam. InNieuwland was hij subprior. Op het generaal kapittel van 1520 werdhij bij de overledenen vermeld.897- 1521: Alardus was kruisbroeder van Asperen. In 1521 was hij er subprior.Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenenvermeld.898- 1522: Clevis (Cluus) Gerhardus was kruisbroeder van Asperen. Van1484 tot 1522 verbleef hij in Woudrichem. Op het generaal kapittelvan 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.899- 1522: Gerlacus was kruisbroeder van Asperen. In 1512 werd hij naarHohnscheid gezonden. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bijde overledenen vermeld.900- 1522: Adrianus was kruisbroeder van Nieuwland. Van 1510 tot 1522verbleef hij in Asperen.901- 1522: Bornem Godefridus was kruisbroeder van Asperen. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.902- 1523: Gisbertus was kruisbroeder van Asperen. Van 1519 tot 123 washij er prior. Hij was definitor van de orde in 1519 en 1523.903894 A. Van de Pasch, Definities...895 A. Van de Pasch, Definities...896 A. Van de Pasch, Definities..p. 41897 A- Van de Pasch, Definities...898 A. Van de Pasch, Definities...899 A. Van de Pasch, Definities...900 A. Van de Pasch, Definities...901 A. Van de Pasch, Definities...902 A. Van de Pasch, Definities...903 A. Van de Pasch, Definities...p. 267p. 267pp. 256 en 265; L. Heere, De Kruisheren van Asperen,pp. 229, 232, 250 en 271p. 273pp. 165 en 276pp. 255 en 276pp. 250 en 275p. 276pp. 268 en 278


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1671524: Delft Johannes was kruisbroeder van Asperen. In 1523 keerdehij uit een niet nader genoemd klooster terug naar Asperen. Op hetgeneraal kapittel van 1524 werd hij bij de overledenen vermeld.9041526: Stephanus was donaat van Asperen. In 1526 werd hij verplaatstnaar Goes. Hij werd er kok.9051526: Anthonius was donaat van Asperen. Op het generaal kapittelvan 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.9061527: Nychanus was donaat van Asperen. In 1527 keerde hij uit eenniet nader genoemd klooster terug naar Asperen.9071527: Driel Johannes was kruisbroeder van Asperen. Een tijdlangverbleef hij in Wickrath. In 1527 woonde hij in Brandenburg. In 1500was hij subprior in Asperen. Later werd hij ook prior in Asperen,Wickrath en Brandenburg. Hij werd kloosterjubilaris. Op het generaalkapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.9081530: Daventrie Henricus was kruisbroeder van Asperen. In 1511 washij conventualis in Asperen. Op het generaal kapittel van 1530 werdhij bij de overledenen vermeld.909kruisbroeders in Asperen,100/80604020A//»' 6522MmABc1\ &1410-1530D18In Asperen woonden zevenentachtig kruisbroeders tussen 1410en 1530. Tweeentwintig van hen kwamen van andere kloosters enkwamen voornamelijk naar Asperen om er de observantie te leren.Vijfenzestig kruisbroeders traden in Asperen in en daarvan werdener achttien naar andere kloosters gezonden. Zevenenveertig kruisbroeders bleven hun ganse kloosterleven in Asperen.904 A- Van de Pasch, Definities..905 A. Van de Pasch, Definities..906 A. Van de Pasch, Definities..907 A. Van de Pasch, Definities..908 A. Van de Pasch, Definities..909 A. Van de Pasch, Definities..pp. 277 en 281p. 285p. 286p. 288p. 288p. 296


168 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWSint-Agatha (gesticht in 1371)Omstreeks 1315 bouwden bewoners van het Land van Cuijkeen kapel ter ere van Sint-Agatha. Vanuit Luik, tot welk bisdomCuijk behoorde, kwam een wijbisschop het altaar consacreren enaflaten aan de bezoekers en weldoeners van de kapel verlenen. In1367 werd deze kapel aangeboden aan de Orde van het H. Kruis.Jan van Roermond werd afgevaardigd om de kapel voor de ordeaan te nemen. De pastoors van Cuijk en Vlieringsbeeck deden afstandvan hun rechten op de kapel van Sint-Agatha. Een drietalkruisbroeders, in 1371 uit Asperen gekomen, vestigden zich in1375 naast de kapel om er een klooster te bouwen. In 1437 woondener vermoedelijk al een twintigtal religieuzen. Dit aantal werdaf en toe door besmettelijke ziekten sterk gedund, zoals in 1500 en1508, toen velen door de pest omkwamen. Toch groeide het aantal gestadig. Binnen twee eeuwen was het klooster van Sint-Agathauitgegroeid tot een van de grootste van de orde. In 1489 besloot deprior-generaal om het generaal kapittel hier en niet in Hoei te latendoorgaan. De Hoeise kruisheren waren hierover zeer ontstemd enprotesteerden bij de paus.Verschillende kruisheren van Sint-Agatha werden prior gekozenin andere kloosters en heel wat conventuales werden uitgezondenom de kloostertucht in andere kloosters te herstellen. Het conventvan Sint-Agatha kreeg in 1399 de opdracht om een klooster inVenlo te stichten en in 1439 een klooster in Kolen-Kerniel.Verschillende kruisheren, waaronder Johannes van Deventer verwiervennaam en faam als schrijver en verluchter van handschriften.Nog bewaart men in Sint - Agatha vijfentwintig grotereen kleinere boeken, die in het klooster geschreven en verlucht zijn.Als men bedenkt, dat de bibliotheek tweemaal werd geplunderd enverschillende keren grote verliezen leed door brand en evacuatie,dan is dit een behoorlijk aantal.Vanaf 1445 namen de kruisheren de geestelijke leiding op zichvan de religieuze kanunnikessen van de priorij Jeruzalem te Venray.Eerst werd de prior van Sint-Agatha er visitator en vanaf 1529werd een van de conventuales van Sint-Agatha rector in Venray.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 169Binnen de orde waren de prioren van Sint-Agatha niet zoinvloedrijk als die van Asperen. Zo nu en dan werd een kruisbroedervan Sint-Agatha voor een jaar naar een ander kloosterovergeplaatst, echter niet naar Frankrijk of Engeland. Een enkelekeer kwam een kruisbroeder van elders in Sint-Agatha de observantieleren.910- 1411: Janssen van Bommel Libertus was kruisbroeder van Sint-Agatha.Hij werd geboren in Zaltbommel en trad in in Sint-Agatha en werd erprior tot 1399. In dat jaar werd hij aangesteld als eerste prior vanVenlo. In 1410 keerde hij als prior terug naar Sint-Agatha. Bij zijnaantreden als prior-generaal inspireerde hij het generaal kapittel omterug te keren naar de constituties van 1248 en alle aanvullendebepalingen van tussen 1248 en 1410 te laten schrappen. In 1411 overleedhij, na de visitatie van de Maaslandse kloosters, op de terugwegnaar Hoei en werd begraven bij de Karthuizers te Zelem bij Diest.- 1416: Pistorius Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha in 1416.911- 1416: Veynhumius Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha in1416. Hij was toen procurator.912- 1416: de Lumine Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha in 1416.913- 1426: Cocus Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1426werd hij voor een jaar naar Hohenbusch gezonden.- 1430: Dide (Did, Dyde, Dis) Petrus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1416 was hij prior in Luik. Zes jaar later treffen we hem aan in Sint-Agatha. In dat jaar werd hij voor een jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In 1425 verbleef hij in Aken en van 1426 tot 1430 in Namen. In1430 werd hij verplaatst naar Kolen-Kerniel.- 1430: Riselet Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1430 werd hij voore&i jaar naar Sint-Agatha gezonden.914- 1435: de Tornaco Johannes was laicus van Luik. In 1423 en 1425 werdhij telkens voor 66n jaar naar Aken verplaatst. In 1426 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich, in 1427 naar Sint-Agatha en in 1428naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenenvermeld.910P. Van den Bosch, Studien over de observance..., pp. 89-90; R. Janssen &P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 - 1840,pp. 176-177911 Conventslijst Sint-Agatha912 Conventslijst Sint-Agatha913 Conventslijst Sint-Agatha914 A. Van de Pasch, Definities..., p. 60


170 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1435: Becker Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.915- 1440: van Dinther Edmundus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van2 juli 1413 tot 1420 was hij prior van Sint-Agatha. In Scharzenbroichwerd hij van 1421 tot 1432 en van 1432 tot 1434 prior. Tevens was hijer procurator van ca.1426 tot ca.1432. Van 1438 tot 1440 was hij rector in Kolen-Kerniel. Hij werd definitor van de orde in 1413, 1416,1421, 1423, 1431 en 1433 en visitator van Aken in 1421. Hij was eenvan de naaste medewerkers van Helmicus Amoris van Zutphen. InSchwarzenbroich herstelde hij de observantie omstreeks 1430. Hijkreeg daarbij de hulp van kruisbroeders uit Sint-Agatha, Hoei enVenlo. In 1438 werd hij aangesteld als eerste rector van Kolen-Kerniel.Hij overleed omstreeks 1440. Als prior van Schwarzenbroich werd hijopgevolgd door Helmicus Amoris.- 1442: van Goch (Kok, Cock) Johannes Kneelius was kruisbroeder vanSint-Agatha. In 1416 was hij prior van Sint-Agatha. In 1425 verplaatstehet generaal kapittel hem voor 66n jaar naar Namen om er de observantie te leren. In 1427 werd hij weer voor 66n jaar naar Namen verplaatst.In 1426 verhuisde hij voor 66n jaar naar Hohenbusch. In 1428werd hij voor 66n jaar naar Aken gezonden. Op het generaal kapittelvan 1442 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1444: Kervenum Ludolphus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hijwerd er prior van 29 augustus 1419 tot 12 februari 1444. Tevens washij definitor van de orde in 1429, 1435, 1438,1440 en 1442. Mogelijkwas hij dezelfde persoon als prior Ludolphus van Venlo, die in 1424definitor was.916- 1447: Creylo (Dorsten, Durtsen) Hermannus was kruisbroeder vanKeulen. In 1443 werd hij voor een jaar naar Sint-Agatha gezonden.Van 1444 tot 1447 verbleef hij in Keulen. Op het generaal kapittel van1447 werd hij bij de overledenen vermeld.915 A. Van de Pasch, Definities..., p. 67916 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 47, 48, 58, 66, 71, 74 en 79; Th. van den Elsen,Kroniek, in: Clairlieu, jg.37, 1979, pp. 124-125; C.R. Hermans, Annales, II, p. 126


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1711449: Seyneman Hermannus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.9171450: Kneek Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1451 werd hij bij de overledenen vermeld.9181452: Kemmer Rutgherus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1452was hij subprior. Op het generaal kapittel van 1452 werd hij bij deoverledenen vermeld.9191454: van Goch (Ghoche, Choxte, Ghoschte) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha tot 1412. Hij was een van de prominentstereformatoren van de orde na 1410. Van 1412 tot 1418 verbleef hij inHoei, waar hij subprior werd, misschien al in 1412 maar zeker vanaf1415. Nadat hij in 1418 als subprior van Hoei tot prior van Luik werdgekozen bepaalde het generaal kapittel dat voortaan de subprior enprocurator van Hoei niet meer door de andere kloosters tot prior vanhun convent gekozen mochten worden. Hij bleef in Luik tot 1434. In1424 was hij prior in Asperen. Van 1434 tot 1436 was hij procuratorin Hohenbusch. In 1436 keerde hij als prior terug naar Luik. In 1454overleed hij als prior van Watenis. Hij was definitor van de orde in1416, 1417, 1418, 1420, 1424, 1427, 1430, 1432, 1434 en 1436 envisitator in Duitsland in 1432.1457: van Venlo Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1457werd hij naar Asperen gezonden.1463: de Doesborch Thomas was kruisbroeder van Sint-Agatha. In1463 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1465 werd hijbij de overledenen vermeld.9201464: Deest Arnoldus was kruisbroeder van Aken. In 1460 en 1461verbleef hij in Ehrenstein, telkens e^n jaar voor penitentie, in 1462 inToulouse en in 1464 in Sint-Agatha.1464: van de Boom Leonardus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In1463 werd hij voor 66n jaar naar Maastricht gezonden en in 1464 vooreen jaar naar Aken.• 1465: van Beynen Thomas was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1465was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij deoverledenen vermeld.921917 A- Van de Pasch, Definities..., p. 91918 A. Van de Pasch, Definities..., p. 94919 A. Van de Pasch, Definities..., p. 97920 A. Van de Pasch, Definities..., p. 126921 A. Van de Pasch, Definities..., p. 126


172 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1465: Scooff (Stoeff) Jacobus was kruisbroeder van Luik. Van 1422 tot1442 verbleef hij in Sint- Agatha. Van 1442 tot 1454 was hij prior vanLuik. Hij werd definitor van de orde in 1442, 1444, 1446, 1448,1450, 1452 en 1454. In 1454 legde hij zijn ambt neer en werd hij heeleven subprior in Luik. Vervolgens werd hij door het generaal kapitteltot prior van Toulouse benoemd, met de bedoeling aldaar en in hetklooster van Salignac de observantie te brengen. Hij bleef er prior totaan zijn dood. In 1459 benoemde het generaal kapittel hem tot visitator.Op het generaal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1468: in den Bonghert (Boomgaart, Bongart, Bonghart) Gerarduswerd geboren in Arnhem en werd kruisbroeder van Sint-Agatha. Van1444 tot 1468 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1447en 1460. Op het generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.922- 1470: Philippus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaal kapittelvan 1470 werd hij bij de overledenen vermeld.923- 1474: Johannes was donaat van Sint-Agatha. In 1466 en 1467 werd hijnaar Sneek gezonden, telkens voor een jaar. Op het generaal kapittelvan 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.924- 1474: de Gravia Jacobus was conversus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.925- 1474: Bemmel Theodericus was kruisbroeder van Asperen. In 1439,1457 en 1463 werd hij naar Aken gezonden, telkens voor een jaar. Hetgeneraal kapittel stuurde hem in 1441 voor penitentie naar Goes. In1455 werd hij voor penitentie naar Keulen gezonden en een jaar laterwerd hij als conventualis opgenomen in Sint-Agatha. In 1458 verhuisdehij naar Goes. In 1459, 1460, 1461 en 1462 werd hij Schiedamgezonden, telkens voor een jaar. In 1464 en 1465 verbleef hij inMaastricht. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1475: van Goch Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1454werd hij naar Schwarzenbroich verplaatst. Op het generaal kapittel van1476 werd hij bij de overledenen vermeld.922 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 86, 111 en 134; Th. van den Elsen, Kroniek, in:Clairlieu, jg.37, 1979, p. 125923 A. Van de Pasch, Definities..., p. 137924 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 127, 130 en 145925 A. Van de Pasch, Definities..., p. 145


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1731477: Sass Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1436verbleef hij in Goes. Op het generaal kapittel van 1477 werd hij bij deoverledenen vermeld.9261477: Rodolphus was donaat van Sint-Agatha. In 1436 verbleef hij inLondon. Daarna verbleef hij onafgebroken in Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.9271478: Maurick Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1430werd hij voor 66n jaar naar Namen verplaatst. In 1436 werd hij naarGoes gezonden. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij deoverledenen vermeld.1478: Wachtendonck Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1479 werd hij bij de overledenen vermeld.9281478: Quiskorn Jacobus was kruisbroeder van Luik. In 1477 werd hijvoor 66n jaar naar Sint-Agatha verplaatst. Op het generaal kapittel van1478 werd hij bij de overledenen vermeld.1480: Schindel Theodorus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1431werd hij naar Hoei gezonden. Op het generaal kapittel van 1480 werdhij bij de overledenen vermeld.1483: de Bonne (van Luik) Christianus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Omstreeks 1463 verbleef hij in Maastricht. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen van Sint-Agatha vermeld. Hij behoorde tot de kruisbroeders die de kapel van Sint-Jacobusin Maaseik voor de orde aanvaardden in 1474.9291483: Rade Hinricus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.9301483: de Gravia Lambertus was kruisbroeder van Sint-Agatha vanafomstreeks 1467. Van 1477 tot 1483 verbleef hij in Franeker. In 1483was hij procurator in Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1483werd hij bij de overledenen vermeld.9311483: van Keulen Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van1471 tot 1476 was hij prior van Kolen-Kerniel. In 1475 werd hij naarRome gezonden om nieuwe privileges voor de orde te vragen. Bij zijnterugkeer werd hij prior benoemd in Maastricht. Dat gebeurde nadat926 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 69 en 153927 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 69 en 153928 A. Van de Pasch, Definities..., p. 155929 A. Van de Pasch, Definities..., p. 166; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht envan Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, pp. 72 - 73930 A. Van de Pasch, Definities..., p. 163931 A- Van de Pasch, Definities..., pp. 129 en 166


174 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWmen het bij de keuze niet eens kon geraken over een kandidaat. Van 14februari 1476 tot 1483 was hij prior van Maastricht. Hij was definitorvan de orde in 1476, 1478, 1480 en 1482. Hij was een uitstekendpredikant. Hij bleef prior tot aan zijn dood. Hij stierf in Maaseik tijdenseen bezoek aldaar in 1483 en werd in de Sint-Jacobskerkbegraven.932- 1484: Leendt Arnoldus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1469tot 1484 was hij er prior. In 1479 was hij definitor van de orde. Op hetgeneraal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.933- 1487: Gravie Hermannus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hij wassubdiaken. Hij verdronk tussen Keulen en Neuss in 1487.934- 1490: van Gendt Aegidius was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1490was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1491 werd hij bij deoverledenen vermeld.935- 1490: Drempt Johannes was kruisbroeder van Den Bosch. In 1471werd hij voor een jaar naar Sint-Agatha gezonden. Hij werd daarPistoris (de Bekker) genoemd. Op het generaal kapittel van 1490 werdhij bij de overledenen vermeld.936- 1491: Gerardus was conversus van Sint-Agatha. Hij was er kok. Op hetgeneraal kapittel van 1492 werd hij bij de overledenen vermeld.937- 1492: de Toringhen Henricus was donaat van Kolen-Kerniel. In 1492werd hij voor een jaar naar Sint-Agatha gezonden.938- 1492: Viersen Michael was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.939- 1492: Gotfridi Gerhardus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.940- 1493: Lucas was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.941932 L.Hetre, Prieure'deKolen, Kerniel, p. 256; A.VandeVasch, Definities..., pp. 147,151,156 en 159; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw:geen hechte maar wel een losse band, p. 74933 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 154 en 169934 Necrologium Sint-Agatha; A. Van de Pasch, Definities..., p. 172935 Necrologium Sint-Agatha; A. Van de Pasch, Definities..., p. 188936 A. Van de Pasch, Definities..., p. 186A. Van de Pasch, Definities..938 A. Van de Pasch, Definities..939 A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..941A. Van de Pasch, Definities..p. 191p. 190p. 193p. 193p. 193


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1751494: de Embrica Wesselus werd geboren in 1446 en was kruisbroedervan Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij deoverledenen vermeld.9421498: Zellert Joannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1498 washij er procurator. Op het generaal kapittel van 1498 werd hij bij deoverledenen vermeld.9431499: Venradensis Gerardus was donaat van Sint-Agatha. Hij was bierbrouwer.Op het generaal kapittel van 1499 werd hij bij de overledenen vermeld.9441499: van Elst Theodericus was conversus van Sint-Agatha. In 1499was hij portier. Op het generaal kapittel van 1499 werd hij bij deoverledenen vermeld.9451499: Rade Gerardus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1499 werd hij bij de overledenen vermeld.9461500: Pannerden Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1500werd hij verplaatst naar Emmerik, waar hij subprior werd. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.9471500: Arnoldus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.9481500: de Wesalia Theodorus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.9491500: Quaet (Quern, Werl, Quercus, Quern de Neomagio) Henricuswas kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1495 tot 1500 verbleef hij inLondon. Hij overleed in 1500 in London aan de pest. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.9501501: Weyer (Ayrr, Ayre) Antonius was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1501 werd hij naar Wickrath gezonden. Op het generaal kapittelvan 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.9511502: Rong Theodericus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.952A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.p. 202p. 215p. 215p. 215p. 215p. 222p. 219p. 222pp200p. 226;p. 230en 223; Necrologium Sint-AgathaNecrologium Sint - Agatha


176 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1503: van Broeckhove Jacobus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hijwas student aan de theologische faculteit in Leuven op 30 augustus1503.953- 1503: Noyen (Wei) Ludovicus was kruisbroeder van Sint-Agatha. In1503 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1503 werd hijbij de overledenen vermeld.954- 1504: Wessell Theodorus was donaat van Sint-Agatha. Hij was wagenmaker.Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij de overledenenvermeld.955- 1504: Michelinckx (Michelink) Salentinus was kruisbroeder van Sint-Agatha en prior aldaar van 1484 tot 1504. Hij was definitor van deorde in 1489, 1491, 1500, 1502 en 1504 en visitator van Maastrichtin 1504. Hij overleed in 1504 tijdens de visitatie aan Maastricht.956- 1504: Braeckman Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1504was hij prior van Roermond.957- 1505: Lauwic (Lauwick) Gerardus was kruisbroeder van Sint-Agatha.Op het generaal kapittel van 1506 werd hij bij de overledenen vermeld.958- 1505: de Buscoducis Wilhelmus was donaat van Sint-Agatha. In 1505was hij portier en kleermaker.959- 1506: van Mill (Myl) Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1506 werd hij bij de overledenen vermeld.960- 1507: Collart (Collert) Petrus was donaat van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.961- 1507: Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.962953 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense universiteit. in: Clairlieu, ig.40, 1982,p. 113954 A. Van de Pasch, Definities..., p. 233; Necrologhim Sint-Agatha955 A. Van de Pasch, Definities..., p. 233956 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 180, 186, 216, 224 en 231; A. Van de Pasch, Een"Sermo capitularis" van Prior Henricus Hoefileger. in: Clairlieu, jg.34, 1976, p. 66957 Necrologium Sint-Agatha; A. Van de Pasch, Een "Sermo capitularis" van PriorHenricus Hoefileger, p. 66958 A. Van de Pasch, Definities..., p. 238; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67959 Necrologium Sint-Agatha; A. Van de Pasch, Een "Sermo capitularis" van PriorHenricus Hoefileger, p. 67960 A. Van de Pasch, Definities..., p. 238; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67961 A. Van de Pasch, Definities..., p. 241; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67962 A. Van de Pasch, Definities..., p. 241


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 177- 1508: van Sint-Antonis Stephanus was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1508 was hij er magister agricultural Op het generaal kapittel van1509 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij overleed aan de pest.963- 1508: van Kempen Conradus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld:"Conradus, qui confratribus peste infectis fideliter adstitit> ipse eodemanno mortis victima 31 Julii 1508"m- 1508: Kuper Rutger was donaat van Sint-Agatha. Hij was wagenmaker.Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij overleed aan de pest.965- 1508: Mer Godtfridus was donaat van Sint-Agatha. In 1507 was hijschoenmaker. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij deoverledenen vermeld. Hij overleed aan de pest.966- 1509: Bogen Bernardus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.967- 1509: van Geysteren Johannes was laicus van Sint-Agatha. In 1509 washij herder. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.968- 1512: Rade Goswinus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.969- 1515: Arnoldus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.970- 1516: de Busco Jacobus was donaat van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.971- 1518: Koeberch a Cuyck (Cuck) Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenenvan 1518 vermeld.972963 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67964 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67965 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67966 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67967 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247968 A. Van de Pasch, Definities..., p. 247; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67969 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256970 A. Van de Pasch, Definities..., p. 262971 A. Van de Pasch, Definities..., p. 265; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67\ Necrologium Sint-Agatha972 A. Van de Pasch, Definities..., p. 269; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefilegery p. 67


178 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1518: de Haeps Johannes was donaat van Sint-Agatha. In 1518 was hijschaapherder. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij deoverledenen vermeld.973- 1518: de Bracht Arnoldus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.974- 1520: Thomas was donaat van Sint-Agatha. In 1520 was hij er portier.Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.975- 1522: Fabri Arnoldus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.976- 1522: van Myl Theodorus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.977- 1523: Essen (Esseren, Besseren) Joannes was donaat van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.978- 1523: Berger Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.979- 1523: Roberti Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hij wasjubilaris. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij de overledenen vermeld.980- 1523: Widenhave (Wijenhaven, Wynhaven) was kruisbroeder vanSint-Agatha. Van 1492 tot 1494 was hij prior van Emmerik. Daarnakeerde hij terug naar Sint-Agatha. In 1523 was hij er subprior. Op hetgeneraal kapittel van 1524 werd hij bij de overledenen vermeld.981- 1524: Ridder Henricus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1487tot 1524 verbleef hij in Briiggen, waar hij prior werd. Hij was definitorvan de orde in 1415, 1517 en 1519. Van 1487 tot 1490 was hijpastoor in Born. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij deoverledenen vermeld.982973 A. Van de Pasch, Definities..., p. 269; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67974 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67975 A. Van de Pasch, Definities..., p. 273A. Van de Pasch, Definities..., p. 278977 A. Van de Pasch, Definities..978 A, Van de Pasch, Definities...Hoefileger, p. 67979 A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities...p. 276p. 278; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior Henricusp. 278p. 281; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67981 A. Van de Pasch, Definities..., p. 281; Idem, Een "Sermo capitularis" van Prior HenricusHoefileger, p. 67982 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 259, 264, 268 en 281; Idem, Een "Sermo capitularis"van Prior Henricus Hoefileger, p. 67; B. Rottgen, Briiggen und Born im Schwalmtal. BeitrageHeimatgeschichte. Kempen, 1934, p. 233; Necrologium Sint - Agatha


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1791526: Neuss (Nucia de) Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha.In 1526 was hij prior in Schiedam.9831527: Buscodensis Nicolaus was donaat van Sint-Agatha. In 1508werd hij naar Sneek gezonden, waar hij kok werd. Op het generaalkapittel van 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.9841527: Franciscus was kruisbroeder van Sneek. In 1525 werd hij naarLannoy gezonden, een jaar later naar Marienfrede en weer een jaar laternaar Sint-Agatha.9851527: Novimagii (van Hasselt) Sibertus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1508 tot 1512 was hij subprior van Goes. Daarna keerdehij terug naar Sint-Agatha. voor 1527 was hij prior van London enprior-provinciaal van Engeland. Op het generaal kapittel van 1527werd hij bij de overledenen vermeld. Hij was jubilaris.9861530: a Tyla Hermannus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Hij wasprior geweest in Sneek. De precieze datum bleef onbekend. Op hetgeneraal kapittel van 1531 werd hij bij de overledenen vermeld.9871530: Jacobus was donaat van Luik. In 1477 werd hij voor een jaar verplaatstnaar Sint-Agatha. In 1502 werd hij naar Dinant gezonden. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.kruisbroeders in Sint-Agatha, 1410-1530100/80604020096/l/■AAm■ opBCD27983 Necrologium Sint - Agatha; A. Van de Pasch, Een "Sermo capitularis" van PriorHenricus Hoefsleger, p. 67984 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 244 en 291985 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 283, 285 en 287986 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 243, 254 en 288; Idem, Een "Sermo capitularis" vanPrior Henricus Hoefileger, p. 67987 A. Van de Pasch, Definities..., p. 299


180 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWZesennegentig kruisbroeders verbleven in Sint-Agatha tussen1410 en 1530. Vijfentachtig van hen traden in Sint-Agatha in. Uitandere kloosters kwamen slechts elf confraters, terwijl uit Sint-Agatha zevenentwintig kruisbroeders naar andere conventen werdengezonden. In het convent Sint-Agatha leefden in de jaren1410-1530 ongeveer vijfentwintig donaten, lekenbroeders en conversen.Achtenvijftig kruisbroeders verbleven gans hun kloosterlevenin Sint-Agatha.Venlo (gesticht in 1399)Schippers bouwden in 1378 een straatkapelletje voor "SinterKlaas" in Venlo. Prior-generaal Ferricus van der Putten trachttedeze kapel voor de orde te winnen, maar slaagde daar niet in. Later,in 1399, kregen de kruisheren van Sint-Agatha van het stadsbestuur,de pastoor van de Hogekerk en de prins-bisschop van Luiktoch gedaan dat de kapel aan de orde werd afgestaan. De eerstesteen van het klooster naast de kapel werd gelegd in 1400.Het convent van Venlo speelde een aanzienlijke rol in het herstelvan de observantie in de Orde van het Heilig Kruis. In de vijftiendeeeuw klopte het generale kapittel telkens weer aan voor hulpaan een ander klooster. Ook had het klooster een grote inbreng bijde start van de kloosters van Kolen-Kerniel, Roermond en Diilken.Venlo leverde prioren voor andere kloosters en de prior van Venlowerd al gemakkelijk definitor van de orde.988- 1411: Janssen van Bommel Libertus werd geboren in Zaltbommel entrad in in Sint-Agatha en werd er prior tot 1399. In dat jaar werd hijaangesteld als eerste prior van Venlo. In 1410 keerde hij als prior terugnaar Sint-Agatha. Bij zijn aantreden als prior-generaal inspireerde hijhet generaal kapittel om terug te keren naar de constituties van 1248en alle aanvullende bepalingen van tussen 1248 en 1410 te laten988 P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 91-92; R. Janssen &P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 - 1840,pp. 153-154


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 181schrappen. Daardoor keerde de orde terug naar de strenge observantievan armoede. In 1411 overleed hij, na de visitatie van de Maaslandsekloosters, op de terugweg naar Hoei en werd begraven bij deKarthuizers te Zelem bij Diest.1412: Gerardus was kruisbroeder van Venlo. In 1412 werd hij naarHoei gezonden, samen met Berthold van Schiedam.1423: Rutgerus was kruisbroeder van Venlo. In 1423 werd hij voor 66njaar naar Roermond gezonden.9891426: Lindolf Ludolphus was kruisbroeder van Venlo. Hij was er priorvanaf ca. 1424 tot 1426. In 1424 was hij tevens definitor van de orde.Mogelijk was hij dezelfde als Ludolphus Kervenum.9901426: Spaen Gerardus was kruisbroeder van Venlo. In 1425 werd hijvoor den jaar naar Schwarzenbroich gezonden. In 1426 werd hij doorhet generaal kapittel benoemd tot conventualis van Schwarzenbroich.1426: Grau Henricus was kruisbroeder van Venlo. Van 1412 tot 1423verbleef hij in Hohenbusch. In 1423 werd hij verplaatst naarSchwarzenbroich, waar hij vanaf 1426 tot conventualis werd benoemd.1428: Piddel Herman was kruisbroeder van Venlo. In 1422 trad hij inbij de kruisbroeders van Venlo. In 1428 was hij visitator in Engeland.Op het generaal kapittel van 1428 werd hij bij de overledenen vermeld.9911430: Weyshaven Johannes was kruisbroeder van Venlo. In 1430 werdhij verplaatst naar Goes.9921430: Wick (Wich, Wyk, Wych) Wilhelmus was kruisbroeder vanVenlo. Van 1423 tot 1430 verbleef hij in Aken, eerst tijdelijk en vanaf1426 als conventualis. In 1430 werd hij voor 66n jaar naar Goes gezonden.1434: van Schiedam Wilhelmus was kruisbroeder van Venlo. Van 1421tot 1434 was hij prior van Aken. Hij werd definitor van de orde in1426, 1428, 1430 en 1432. 1434: de Merode Johannes was kruisbroeder van Venlo en procurator v66r 1410. Van 1410 tot 1420 washij prior van Venlo. Hij was definitor van de orde in 1413, 1418, 1419,1421, 1422, 1423, 1426, 1428, 1432 en 1434 en visitator in989 A. Van de Pasch, Definities..., p. 47; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 332990 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 47 en 48; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo yp. 333991 A. Van de Pasch, Definities..., p. 57; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venloy p. 332992 A. Van de Pasch, Definities..., p. 60; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 333


182 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWDuitsland in 1418, 1419 en 1423. Als visitator in Duitsland ondernamhij pogingen om het klooster van Beyenburg voor de observantiete winnen. In 1427 werd hij naar Roermond gezonden. Hij overleedna 1434.993- 1438: Wilhutgen was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1438 werd hij bij de overledenen vermeld.994- 1439: de Zelandia Henricus was kruisbroeder van Venlo. Van 1423 tot1428 werd hij naar Roermond gezonden, telkens voor 66n jaar. Vanaf1428 tot 1439 was hij conventualis van Roermond.995- 1439: Moren Dirk was kruisbroeder van Venlo. In 1422 trad hij in. In1435 en 1439 was hij procurator van Venlo.996- 1440: van Keulen Johann Adolf was kruisbroeder van Venlo. In 1439en 1440 verbleef hij telkens voor een jaar in Doornik. In 1440 werdhij verplaatst naar Schwarzenbroich.- 1441: van Nijmegen Johannes was kruisbroeder en subdiaken vanDoornik. In 1441 kreeg hij van het generaal kapittel de opdracht omenkele jaren in Venlo te verblijven.- 1441: Amoris (de Zutphania) Helmicus trad in in Venlo of inSchwarzenbroich. Van 1413 tot 1415 was Helmicus prior van Namen.In 1415 werd hij prior-generaal gekozen. Op 9 mei 1433 legde hij zijnambt neer en verkoos te gaan wonen in het klooster van Asperen. In1434 werd hij prior gekozen in Schwarzenbroich en geincorporeerd,maar toen enkele confraters obstructie pleegden, gaf hij ontslag.Daarop benoemde de prior-generaal hem tot prior van Ivoy-Carignan.Hier overleed hij op 28 juli 1441.- 1443: Schiedam Bertoldus was kruisbroeder van Venlo tot 1412. Hijwas er scriptor. Dan werd hij naar Hoei gezonden, waar hij zeker tot1443 werkzaam was als scriptor.- 1445: Dirk was donaat van Venlo in 1445.997- 1447: Ridder Hermanus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaalkapittel van 1447 werd hij bij de overledenen vermeld.998993 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 30, 36, 38, 42, 43, 45, 51, 54, 55, 63 en 65;L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 331: P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., pp. 81 - 82994 A. Van de Pasch, Definities..., p. 72; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 333995 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 47, 51, 52, 54, 57 en 60; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 332996 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 332997 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 334998 A. Van de Pasch, Definities..., p. 87; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 334


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 183- 1449: Scolle (Hollandia de) Johannes was kruisbroeder van Venlo. Na1420 was hij er gedurende vele jaren prior, nl. van 1420 tot 1449 meteen korte onderbreking tussen 1435 en 1437, toen hij prior was vanAken. Hij was definitor van de orde in 1420, 1425, 1427, 1429, 1431,1433, 1437, 1439 en 1443 en visitator in 1434. Op het generaal kapittelvan 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1450: Jacobus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.999- 1450: Lambertus was donaat van Venlo. Op het generaal kapittel van1450 werd hij bij de overledenen vermeld.1000- 1453: Winter de (Wynterer) Petrus was kruisbroeder van Venlo. Ophet generaal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.1001- 1453: Peter was donaat van Venlo in 1453.1002- 1453: Johannes was donaat van Venlo in 1453.1003- 1455: van Grevenrade Theodericus was kruisbroeder van Venlo. Van1435 tot 1455 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1437,1440, 1442, 1444, 1446 en 1450 en visitator in 1446. Op het generaal kapittel van 1455 werd hij bij de overledenen vermeld.1004- 1458: van Megen Johannes was kruisbroeder van Venlo. Omstreeks1437 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1458 werd hijbij de overledenen vermeld.1005- 1460: Cornuti (Cornutti) Johannes was kruisbroeder van Venlo. In1460 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gezonden.1006- 1467: van Boickweyt Goswinus was kruisbroeder van Venlo. Op 2 September 1423 deed hij professie. In 1465 was hij procurator van Venlo.Op het generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.1007- 1468: Katten Wilhelmus was kruisbroeder van Venlo. Hij was er priorvan ca. 1459 tot 1468. Hij werd definitor van de orde in 1459 en1467. Op het generaal kapittel van 1468 werd hij bij de overledenenvermeld.1008999 A. Van de Pasch, Definities..., p. 97; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341000 A. Van de Pasch, Definities..., p. 93; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341001 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341002 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341003 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341004 A. Van de Pasch, Definities..., p. 69, 74, 79, 81, 84, 91 en 102; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3331005 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1081006 ^ yan jg pasch) Definities..., p. 112; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3341007 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3331008 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 109, 129 en 132; L. Heere, Het kruisherenkloosterte Venlo, p. 334


184 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1469: Hoitmans (Hovetman) Joannes was kruisbroeder van Venlo. In1440 werd hij tot rector van Kolen-Kerniel benoemd. Van 1444 tot1446 was hij rector van Marienfrede. Daarna keerde hij terug naarVenlo. Op het generaal kapittel van 1469 werd hij bij de overledenenvermeld. Hij was de tweede rector van Kolen - Kerniel en rector van denieuwe stichting in Marienfrede.1009- 1470: Rore Johannes was kruisbroeder van Venlo.In 1470 werd hijvoor 66n jaar naar Kolen-Kerniel gezonden.1010- 1470: Sluyskens Willem was kruisbroeder van Venlo omstreeks1470.1011- 1470: Lentgen Nicolaus was kruisbroeder van Venlo v66r 1422. Van1422 tot 1470 was hij(de eerste) prior van Roermond. Hij was definitorvandeordein1431, 1433,1435, 1437, 1439, 1441, 1443, 1445,1447, 1449, 1451, 1453, 1455, 1457, 1459, 1462 en 1464 en visitatorvan Duitsland in 1438 en 1445. Hij was kloosterjubilaris.1012- 1474: Christianus was kruisbroeder van Venlo. In 1474 werd hij 66njaar naar Maastricht gezonden vanwege gravior culpa.1013- 1476: Theodericus was donaat van Venlo. Op het generaal kapittel van1476 werd hij bij de overledenen vermeld.1014- 1478: Welters van Horst Wilhelmus werd geboren in Horst en was eenzoon van Henricus Welters en Mechtildis N. Hij werd kruisbroedervan Venlo. Van ca. 1453 tot 1458 was hij prior van Venlo, van 1458 tot1462 prior van Ivoy-Carignan, van 1462 tot 1476 prior vanMaastricht en van 1476 tot 1478 rector van Maaseik. Hij werd definitorvan de orde in 1462, 1464, 1466, 1468, 1470, 1472 en 1474.Op het generaal kapittel van 1479 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1478: Adrianus was kruisbroeder van Namen. In 1475 werd hij verplaatstnaar Venlo en in 1476 en 1478 naar Parijs, telkens voor een jaar.1009 A. Van de Pasch, Definities..., p. 134; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venlo, p. 335;Idem, Prieuri de Kolen a Kerniel, p. 2551010 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1371011 L. Heere, Het kruisherenkboster te Venb, p. 3351012 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 44, 61, 64, 66, 69, 72, 73, 76, 80, 82, 84, 86, 90,93, 97, 102, 105, 109, 115, 120 en 139; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venb, p. 332;Idem, Het Obituarium der Kruisheren van Roermond. in: Publications... dans le Limbourg,dl.90, 1954, p. 85; M. Hereswitha, De Priorij van de Reguliere Kanunniken van hetHeilig GrafteSint- Odilienberg(l437- 1639). in: Augustiniana, jg. 21, 1971, p.2841013 A. Van de Pasch, Definities..., p. 144; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venb, p. 335;R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechtemaar wel een bsse band, p. 741014 A, Van de Pasch, Definities..., p. 148; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venb, p. 335


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1851478: Wreeden (Vorede, Vrete, Wrede) Johannes was kruisbroeder vanVenlo. Twee keer werd hij naar Schwarzenbroich gezonden: in 1453voor e^n jaar en in 1463 voor penitentie. Op het generaal kapittel van1478 werd hij bij de overledenen vermeld.1483: Brochusen Johannes was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.10151483: Goswijn was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In 1483 kwam hij"voor enige tijd" naar Venlo.10161484: van Moll Mathias was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In 1440en 1448 werd hij verplaatst naar Namen. Van 1461 tot 1465 was hijprior van Kolen-Kerniel. Hij werd afgezet in 1465 en verplaatst naarDinant. Daarna zou er gedurende enkele jaren geen prior geweest zijnin Kolen. In 1466 verbleef hij in Namen. In 1470 werd hij voor eenjaar naar Venlo verplaatst en van 1472 tot 1474 verbleef hij inMarienfrede. In 1483 tenslotte werd hij voor een jaar naar Maastrichtverplaatst. In 1462 was hij visitator. Op het generaal kapittel van 1484werd hij bij de overledenen vermeld.1485: Alardus was kruisbroeder van Venlo. In 1484 werd hij 66n jaarnaar Diilken gezonden en in 1485 een jaar naar Maaseik.10171487: Greveroet Antonius was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittel van 1487 werd hij bij de overledenen vermeld.10181487: Nefelen Laurentius was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittel van 1487 werd hij bij de overledenen vermeld.10191487: Godefridus was donaat van Venlo. Op het generaal kapittel van1487 werd hij bij de overledenen vermeld.10201489: Schelbergen Christianus was kruisbroeder van Venlo. Ca. 1464was hij er subprior en van 1468 tot 1488 prior. Hij was definitor vande orde in 1475, 1477, 1479, 1483 en 1485. Op het generaal kapittelvan 1489 werd hij bij de overledenen vermeld.10211492: Oerleman Petrus was kruisbroeder van Den Bosch. In 1472werd hij voor een jaar naar Venlo gezonden. Op het generaal kapittelvan 1492 werd hij bij de overledenen vermeld.10221015 A. Van de Pasch, Definities..., p. 163; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3361016 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, pp. 333 en 3361017 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1651018 A. Van de Pasch, Definities..., p. 176; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3361019 A. Van de Pasch, Definities..., p. 176; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3361020 A. Van de Pasch, Definities..., p. 176; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3361021 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 145, 149, 154, 161, 168 en 183; L. Heere, Hetkruisherenklooster te Venlo, p. 3341022 A. Van de Pasch, Definities..., p. 138


186 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1493: van Suchtelen Adam was kruisbroeder van Venlo. Op het generaalkapittel van 1493 werd hij bij de overledenen vermeld.1023- 1494: Bolienbecker Laurencius was kruisbroeder van Venlo. Op hetgeneraal kapittel van 1494 werd hij bij de overledenen vermeld.1024- 1495: Jacobus was donaat van Venlo. Op het generaal kapittel van1495 werd hij bij de overledenen vermeld.1025- 1496: Roe Jacobus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.1026- 1496: Theodericus was kruisbroeder van Venlo. Hij was er subprior.Op het generaal kapittel van 1496 werd hij bij de overledenen vermeld.1027- 1496: Cornelius was kruisbroeder van Aken. In 1496 werd hij verplaatstnaar Venlo.- 1497: Leyendecker (Leydecker) Andreas was kruisbroeder van Venlo.Van 1479 tot 1488 werd hij de eerste prior van Diilken. Daarna werdhij tot 1497 prior van Venlo. Hij was definitor van de orde in 1484,1486, 1488, 1490, 1492 en 1495. Op het generaal kapittel van 1497werd hij bij de overledenen vermeld.1028- 1498: Keybrach Johannes was kruisbroeder van Venlo. In 1498 werdhij verplaatst naar Aken.- 1498: Jacobus was donaat van Schiedam. In 1499 werd hij verplaatstnaar Venlo.1029- 1499: Husken Wilhelmus was kruisbroeder van Venlo in 1499.1030- 1499: van Schulenberch Henrick was kruisbroeder van Venlo. In 1497was hij er prior. Twee jaar later visiteerde hij de Duitse kloosters.1031- 1500: Heinsberg Johannes was kruisbroeder van Venlo. Hij was senior.Vermoedelijk was hij de schrijver van 'De origine Ordinis S. Crucis. Indit boekje vermeldde hij dat de heilige Helena rond 326 de reliekenvan het H. Kruis terugvond en een wacht van twaalf mannen instelde.Heinsberg zag deze wacht als de eerste kruisbroedersgemeenschap. Deverschillende groepen van kruisbroeders zouden volgens hem allemaal1025 A.VandeVasch,Definities..p. 193; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 336p. 197; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 336p. 202; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3361026 A.VandeVasch,Definities.. p. 205; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3371027 A.VandeVasch,Definities.. p. 205; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 337A. Van de Pasch, Definities. „ pp. 164, 171, 176, 183, 189, 199 en 208; L. Heere,Het kruisherenklooster te Venlo, p. 336; P. Van den Bosch, Studien over de observantie..., p. 1141029 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3371030 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3371031 L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 337


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 187teruggaan op deze stichting in Jeruzalem. Hij noemde de kruisbroedersvan Coi'mbra, van Italie, de kruisbroeders-met-de-ster en die vanPolen. Heinsberg overleed na 1500. Zijn geschiedenis werd laterovergenomen in de geschriften van Hertzworms.10321501: Grevenrade van (Greverad, Gravenroid) Hendrik was kruisbroedervan Venlo. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld.10331501: Craneber Johannes was kruisbroeder van Sneek. In 1501 werdhij naar Venlo verplaatst.10341503: Gerardus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.10351506: Franciscus was kruisbroeder van Venlo. In 1501 en 1506 keerdehij terug naar Venlo. In welk klooster hij telkens verbleef v66r zijnterugkeer naar Venlo bleef onbekend.10361508: Verver Johannes was donaat van Venlo. In 1508 was hij er kok. Ophet generaal kapittel van 1508 werd hij bij de overledenen vermeld.10371510: Leyendecker Henricus was kruisbroeder van Venlo. In 1474,1475, 1476 en 1477 werd hij naar Beyenburg gezonden, telkens vooreen jaar. Daarna keerde hij terug naar Venlo. Op het generaal kapittelvan 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.1511: van Neer Jacobus was kruisbroeder van Venlo. Hij was er procurator vanaf ca. 1468 tot in 1507. Op het generaal kapittel van 1511werd hij bij de overledenen vermeld.10381511: Mathias was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In 1470 werd hijvoor 66n jaar naar Venlo gezonden en in 1473 werd hij verplaatst naarMarienfrede. Op het generaal kapittel van 1511 werd hij bij deoverledenen vermeld.10391512: Arnoldus Millen was donaat van Maastricht.Van 1470 tot 1472en in 1477 verbleef hij in Venlo. Hij was hostiebakker. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1040£)e Rggei van sint Augustinus in de geschiedenis van de ReguliereKanunniken van de Orde van het H. Kruis. in: Clairlieu, jg.39, 1981, p. 271033 A. Van de Pasch, Definities..., p. 222; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venlo, p. 3331034 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2211035 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2301036 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221 en 2371037 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2451038 A. Van de Pasch, Definities..., p. 253; L. Heere, Het kruisherenkboster te Venb, p. 3351039 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 142 en 253; L. Heere, Het kruisherenkboster teVenb, p. 3351040 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht envan Maaseik in de vijfiiende eeuw: geen hechte maar wel een bsse band, p. 73


188 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1512: Jacobus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1041- 1513: Ruremunda Mathias was kruisbroeder van Diilken. Hij wasprior van Diilken van 1504 tot 1510 en prior van Venlo van 1511 tot1513. Op het generaal kapittel van 1513 werd hij bij de overledenenvermeld.1042- 1517: de Monte (Monte de) Alexander was kruisbroeder van Venlo. Ophet generaal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenen vermeld.1043- 1518: Pollen (Poll) Theodorus was kruisbroeder van Venlo. Hij wasprior van Diilken van 1488 tot 1500 en prior van Venlo van 1500 tot1511. In 1511 was hij definitor van de orde. Op het generaal kapittelvan 1518 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij was de schrijver vande eerste honderd bladzijden van een Vitae Sanctorum - bewaard op deKoninklijke Bibliotheek in Brussel - met daarin beschrijvingen van hetleven van Maria van Oignies, Hedwigis, Autbertus, Dorthea,Gertrudis, Malachius Dunensis, Eleutherius, Walterus, Bredanus,Simeon en Abraham.1044- 1519: Saelmaker Johannes was kruisbroeder van Venlo. Tijdens hetgeneraal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.1045- 1519: de Busco Johannes was kruisbroeder van Venlo. Op het eindevan zijn leven verbleef hij in Bentlage. Op het generaal kapittel van1519 werd hij bij de overledenen vermeld.1046- 1521: van Goes (Goetzen) Arnoud was kruisbroeder van Maaseik. In1512 was hij er subprior. In datzelfde jaar werd hij subprior van Venloen van 1513 tot 1521 prior van Venlo. Op het generaal kapittel van1521 werd hij bij de overledenen vermeld.1047- 1521: de Arsen Wilhelmus was donaat van Venlo. In 1521 was hijportier. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenenvermeld.10481041 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3371042 F. Bentheim, Die Kreuzherren in Diilken. in: Die Kreuzherren in Diilken. Kbster -Schule 1491-1991. Dulken, 1991, p. 27; A. Van de Pasch, Definities..., p. 258; L. Heere, Hetkruisherenklooster te Venlo, p. 3371043 A. Van de Pasch, Definities..., p. 265; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 3381044 F. Bentheim, Die Kreuzherren in Dulken. in: Die Kreuzherren in Dulken. Kloster -Schule 1491-1991, p. 27; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 248 en 267; L. Heere, Uit deLibrije van Sint-Pietersdal te Hoorn. in: Clairlieu, jg.9, 1951, p. 751045 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2691046 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2691047 L. Heere, De Kruisheren te Maaseik 1476-1797, 1855-1955, p. 67; Idem, Het kruisherenklooster te Venlo, p. 337; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 254 en 2731048 A. Van de Pasch, Definities..., p. 273


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1891522: Otto was kruisbroeder van Venlo. In 1511 werd hij als subpriornaar Nieuwland gezonden. Op het generaal kapittel van 1522 werd hijbij de overledenen vermeld.10491522: van Sassenvelt (Sassenfelt) Wilhelmus was kruisbroeder vanVenlo. In 1485 was hij prior van Toulouse. In 1489 was hij visitatorvan de Franse kloosters en van Lannoy. In 1487 verbleef hij inRoermond en in 1489 keerde hij terug naar Venlo. Op het generaalkapittel van 1522 werd hij vermeld bij de overledenen.10501523: Martinus was kruisbroeder van Venlo. In 1522 en 1523 verbleefhij in Helenenberg.10511526: Boener Wilhelmus was kruisbroeder van Venlo. In 1523 was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1526 werd hij bij deoverledenen vermeld.10521527: Jasperus was kruisbroeder van Woudrichem. In 1526 en 1527verbleef hij in Venlo.10531527: Alardus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1527 werd hij bij de overledenen vermeld. Was hij dezelfdeAlardus, die in 1485 naar Maaseik werd gezonden?10541528: Petrus was kruisbroeder van Venlo. Op het generaal kapittel van1528 werd hij bij de overledenen vermeld.1055kruisbroeders inVenlo,1410-1530100f85 7180604020AuAIII1426ABcDA. Van de Pasch, Definities..., p. 252 en 2761049A. Van de Pasch, Definities..., pp. 168, 175, 182 en 275; L. Heere, Het kruisheren1050klooster te Venlo, p. 3361051 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 275 en 277; L. Heere, Het kruisherenklooster teVenlo, p. 3381052 A. Van de Pasch, Definities..., p. 286; L. Heere, Het kruisherenklooster te Venlo', p. 3381053 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 285 en 2871054 A. Van de Pasch, Definities..., p. 288; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht envan Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 791055 A. Van de Pasch, Definities..., p. 291


190 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWVijfentachtig kruisbroeders verbleven in Venlo van 1410 tot1530. Eenenzeventig van hen traden in Venlo in en zesentwintigdaarvan werden naar andere kloosters uitgezonden. Naar Venlokwamen veertien confraters uit andere kloosters. Vijfenveertigkruisbroeders verbleven gans hun kloosterleven in Venlo.Parijs (gesticht voor 1258)De kruisbroeders kwamen naar Parijs tijdens de regering vankoning Lodewijk de Heilige (1216-1270). Deze stichtte een aantalhospitalen en nodigde kloosterorden uit om de zorg voor de armenvan hem over te nemen. Na een ruil met Robert de Sorbonne, diegronden nodig had om een universiteit te kunnen stichten, vestigdenzij zich in de Rue de la Bretonnerie.In 1427 zond het generale kapittel de kruisbroeder Henricusvan Nijmegen en nog enkele andere kruisbroeders naar Parijs omhet klooster te hervormen. Wat gebeurd was bij de weerspannigekloosters in het Rijnland, vond ook hier plaats: Parijse kruisbroeders kregen tijdelijk een verblijf toegewezen in een van de kloosters in het noorden. De prioren van Parijs traden in de loop van devijftiende eeuw op de voorgrond als visitatoren van de Fransekloosters, veelal samen met de prioren van Doornik.In 1518 rebelleerden de Franse kruisheren tegen de centralisatiepogingenvan de prior-generaal. De prior van het Parijseklooster, Michel Mulot, was de leider van het verzet. Door het concordaatvan 1516 had de koning van Frankrijk een beslissendestem in het bestuur van de Katholieke Kerk in Frankrijk. Het waszijn verlangen om ook meer invloed uit te oefenen op de kloosterorden. Tussen 1518 en 1530 voerde Mulot (samen met enkeleandere prioren) een verbeten strijd om het visitatierecht van deprior-generaal te beperken. De relaties tussen Hoei en Parijs (leesFrankrijk) waren daarna nooit meer zoals voorheen. De Fransekruisheren vormden nu een (bijna autonome) provincie binnen deOrdevanhetH. Kruis.1056hj Studien over de observantie..., p.94; R. Janssen & P. Winkelmolen,Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Cruets 1248 — 1840, pp. 155-156


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1911423: Johannes was kruisbroeder van Parijs en werd in 1423 door hetgeneraal kapittel voor een jaar naar Namen gestuurd.1426: de Vallibus Wilhelmus was kruisbroeder van Parijs. In 1426 washij prior en definitor van de orde.10571428: Culemborch Arnoldus was kruisbroeder van Keulen. In 1423werd hij naar Aken gezonden om er de observantie te helpen brengen.In 1428 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gezonden. Het generaalkapittel van 1426 ontnam hem het stemrecht, behalve bij priorkeuzeen culpa kapittel, vanwege wangedrag.1428: Pellificus Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1428 werd hijvoor 66n jaar naar Luik gezonden.10581428: de Almania Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werdhij voor een jaar naar Namen gezonden. In 1428 verplaatste het generaal kapittel hem naar Keulen.1430: Riselet Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1430 werd hij voor66n jaar naar Sint-Agatha gezonden.1430: de Vallibus (des Valises) Petrus was kruisbroeder van Parijs. In1430 werd hij naar Caen gezonden.10591430: Borchur Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1430 werd hijvoor 66n jaar naar Caen gezonden.10601432: Alardus was kruisbroeder van Parijs. In 1432 werd hij verplaatstnaar Condren.10611432: van Venlo Alardus was kruisbroeder van Condren. In 1432 werdhij verplaatst naar Parijs.10621434: Stephanus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1434 werd hij bij de overledenen vermeld.10631435: de Tornaco Johannes was laicus van Luik. In 1423 en 1425 werdhij telkens voor 66n jaar naar Aken verplaatst. In 1426 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich, in 1427 naar Sint-Agatha en in 1428naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.1438: Bruck Petrus was akoliet van Parijs. Het generaal kapittel van1438 zond hem vanuit Parijs naar Laines-aux Bois.10641057 A. Van de Pasch, Definities..., p. 511058 A. Van de Pasch, Definities..., p. 561059 A. Van de Pasch, Definities..., p. 601060 A. Van de Pasch, Definities..., p. 60mi A. Van de Pasch, Definities..., p. 631062 A. Van de Pasch, Definities..., p. 631063 A. Van de Pasch, Definities..., p. 661064 A. Van de Pasch, Definities..., p. 72


192 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1445: van Goes Petrus was kruisbroeder van van Schwarzenbroich. In1431 werd hij voor een jaar naar Luik gezonden. In 1435 verhuisde hijnaar Parijs en in 1441 naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1445 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1446: Reynen (Renen) Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen tot1432. In 1432 werd hij naar Hoei verplaatst. Drie jaar later verhuisdehij naar Goes en in 1445 werd hij conventualis van Parijs. Op het generaal kapittel van 1446 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1447: Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor66n jaar naar Aken gezonden en in 1446 voor 66n jaar naar Keulen. In1447 werd hij verplaatst naar Parijs.- 1449: Toussain (Tossanus, Cossanus) was kruisbroeder van Parijs. Ophet generaal kapittel van 1449 werd hij bij de overledenen vermeld.1065- 1451: van Nijmegen Henricus was kruisbroeder van Luik. Van 1427tot 1433 verbleef hij in Parijs voor de hervorming van het klooster. Hijwerd er prior en in 1428 tevens definitor van de orde. Van 1433 tot1461 was hij prior-generaal.- 1451: Theodericus was conversus van Schwarzenbroich. In 1428 werdhij voor €€n jaar naar Parijs gestuurd. In 1437 en 1441 verbleef hij inWatenis en in 1440 in Doornik. Op het generaal kapittel van 1451werd hij bij de overledenen vermeld.- 1457: Laurentius was kruisbroeder van Parijs. In 1438 werd hij doorhet generaal kapittel verplaatst naar Varennes-sur-Allier voor drie jaren.Op het generaal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.1066- 1459: Beringhen (Bringhen) Johannes was kruisbroeder van Luik. In1458 werd hij 66n jaar naar Parijs gestuurd. Op het generaal kapittelvan 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1460: Cornuti (Cornutti) Johannes was kruisbroeder van Venlo. In1460 werd hij voor een jaar naar Parijs gezonden.- 1460: van Zijdvelt Wilhelmus was kruisbroeder van Bentlage. In 1460werd hij naar Parijs gezonden.1067- 1460: Nicolaus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1460 werd hij bij de overledenen vermeld.1068- 1460: de Ruremonde Nicolaas was kruisbroeder van Keulen. In 1460werd hij voor 66n jaar naar Parijs gezonden.A. Van de Pasch, Definities..., p. 91A. Van de Pasch, Definities..., p. 72A. Van de Pasch, Definities..., p. 112A. Van de Pasch, Definities..., p. 112


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1931461: van Delft Franco was kruisbroeder van Aken. In 1441 verhuisdehij voor een jaar naar Doornik. Op het generaal kapittel van 1443werd hij van Aken naar Parijs gezonden, waar hij bleef tot 1445. In1460 en 1461 was hij prior van Aken. Op het generaal kapittel van1462 werd hij bij de overledenen vermeld.1461: de Hornay Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1458 werdhij subprior van Toulouse. Hij bleef er tot 1461 en keerde dan terugnaar Parijs.10691461: de Gravia (Aquensis, de Graux) Johannes was kruisbroeder vanNamen. Hij werd geboren in Grave. In 1425 werd hij naar Akengezonden en bleef er tot 1426. In 1427 werd hij verplaatst naar Hoei.In 1435 zond het generaal kapittel hem naar Parijs. Drie jaar later werdhij prior van Namen en bleef dat tot 1452. Dan werd hij prior vanAken tot 1460 en vervolgens prior van Caen tot 1461. Hij was definitorin 1438,1441,1443,1445,1448,1450,1454,1456 en 1458 envisitator in Keulen anno 1450 en in Doornik anno 1451. Hij overfeedin Caen in 1461.1462: Lambertus was kruisbroeder van Namen. In 1427 werd hij naarParijs gezonden 'pro reformatione. Van 1427 tot 1462 was hij prior vanParijs. Hij was definitor van de orde in 1435, 1445, 1453 en 1457. Ophet generaal kapittel van 1462 werd hij bij de overledenen vermeld.1464: Gerardi Gilbertus was kruisbroeder van Parijs. Van 1458 tot1464 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1464 werdhij bij de overledenen vermeld.10701464: van Hasselt Servatius was kruisbroeder van Maastricht. Hij wasdiaken. Vanaf 1437 verbleef hij in Maastricht. Na de dood van priorvan Testelt van Maastricht werd hij in 1460 rector domus. In 1463 washij subprior en van 1459 tot 1463 procurator. In 1444 werd hij voor66n jaar naar Aken gezonden en in 1450 voor een jaar naar Parijs. Ophet generaal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1464: Joluyn Thomas was kruisbroeder van Parijs. In 1464 verbleef hijin Toulouse waar hij tot prior werd benoemd om te helpen bij de hervormingvan het klooster.1071- 1464: de Tornaco Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1462 en 1463 benoemde het generaal kapittel hem voor Parijs, telkensvoor 66n jaar. In 1464 werd hij naar Salniacum gezonden.A- Van de Pasch, Definities..., pp. 107, 110 en 114A. Van de Pasch, Definities..., pp. 107, 116, 119 en 123A. Van de Pasch, Definities..., p. 122


194 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1464: Dame Petrus was kruisbroeder van Parijs. Hij was diaken. Van1458 tot 1464 verbleef hij in Toulouse.1072- 1466: Ludovicus was laicus van Parijs. Op het generaal kapittel van1466 werd hij bij de overledenen vermeld.1073- 1467: Alani Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werd hijvoor 6£n jaar naar Namen gezonden. In 1428 stuurde het generaalkapittel hem naar Keulen. In 1460 verhuisde hij voor 66n jaar naarCaen. Daarna keerde hij terug naar Parijs. Op het generaal kapittel van1467 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1467: Cornelius was kruisbroeder van Bentlage. In 1452 en 1453verbleef hij in Goes, in 1457 in Doornik, in 1459 in Condren en in1460, 1462, 1463, 1464, 1465, 1466 en 1467 in Parijs, waarbij hijtelkens voor 66n jaar benoemd werd. In 1468 en 1469 verbleef hij inIvoy-Carignan.- 1467: Johannes was kruisbroeder van Parijs en sacrista in 1467. Op hetgeneraal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.1074- 1467: Vedanci Petrus was kruisbroeder van Parijs en prior in 1467. Ophet generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.1075- 1467: de Ruremonde Wilhelmus was kruisbroeder van Keulen vanafomstreeks 1456 tot 1467. In 1460 werd hij voor 66n jaar naar Parijsgezonden. Ook hij werd in 1467 vermeld als prior. Op het generaalkapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1467: Wilhelmus was kruisbroeder van Parijs en procurator in 1467.Op het generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.10761469: van Leyden (Leiden, Ledis, Leydis) Martinus was kruisbroedervan Maastricht. Vaak wordt hij 66n van de eerste kruisbroeders vanMaastricht genoemd. Vermoedelijk is dat niet correct. In 1447 werdhij naar Hoei gezonden om er de religieuze tucht te leren. Ook in 1448verbleef hij in Hoei, als diaken. Daarna keerde hij terug naarMaastricht, waar hij zeker van 1449 tot 1470 conventualis was. In1451 werd hij voor een jaar naar Doornik gezonden. Een jaar later verhuisde hij voor e^n jaar naar Parijs. In 1467 en 1468 werd hij telkensvoor e&i jaar naar Schiedam gestuurd. Hij was procurator vanMaastricht in 1453, 1464 en 1465. Op het generaal kapittel van 1470werd hij bij de overledenen vermeld.1072 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 107, 116, 119 en 1231073 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1281074 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1301075 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1301076 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1951476: Rolandus was kruisbroeder van Doornik. In 1458 verhuisde hij66n jaar naar Parijs. Van 1462 tot 1470 verbleef hij in Caen. Daarnakeerde hij terug naar Doornik tot hij in 1476 subprior werd vanBuzancais.1478: Adrianus was kruisbroeder van Namen. In 1475 werd hij verplaatstnaar Venlo en in 1476 en 1478 naar Parijs, telkens voor 66n jaar.1478: de Gandavo Zegerus was kruisbroeder van Namen. In 1464werd hij verplaatst naar Parijs en in 1466 naar Toulouse. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen van Namen vermeld.1478: Beree (Bree, Breyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In1451 werd hij voor een jaar naar Parijs gezonden. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.10771478: Ionijn (Conin, Nomii, Yoni) Nycolaus (Nicolas) was kruisbroeder van Caen. In 1464 stuurde het generaal kapittel hem naarToulouse, in 1466 naar Buzancais en in 1468 voor 66n jaar naar Parijs.In 1469 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1478werd hij bij de overledenen vermeld.10781482: Picart (Picardi, Pikart) Petrus was kruisbroeder van Toulouse. In1458 was hij er prior. Enige tijd later werd hij verplaatst naar Parijs.Zeker van 1477 tot 1482 was hij prior van Parijs. Op het generaalkapittel van 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.10791483: de Caulers Paulus was kruisbroeder van Parijs. In 1483 was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.10801483: Kempis Johannes was kruisbroeder van Luik. Van 1428 tot 1432verbleef hij in Parijs. Dit verblijf werd elk jaar hernieuwd door het generaal kapittel. In 1432 bepaalde het kapittel dat hij in Parijs moestblijven. Tot wanneer, weten we niet. In 1448 en 1450 werd hij, telkensvoor een jaar, verplaatst naar Ivoy-Carignan. Op het generaal kapittelvan 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1484: Durlen Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.10811484: de Fossa Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1082A. Van de Pasch, Definities.078 A. Van de Pasch, Definities.1079A. Van de Pasch, Definities.1080A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.pp. 94 en 154pp.122, 127, 132 en 154pp. 107, 149, 155 en 160p. 163p. 166p. 166


196 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1485: Heredis Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1447 werdhij voor een jaar naar Parijs gezonden. Hij was prior van Caen in 1484en 1485.1083- 1485: de Sonsbeck Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1458werd hij naar Toulouse gezonden omwille van de hervormig van dekloosterobservantie. In 1464 stuurde het generaal kapittel hem voore&i jaar naar Parijs. Hij overleed als prior van Toulouse in 1485.- 1485: de Zelandia Simon was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel zond hem in 1446 en 1447 naar Parijs, telkens voor 66n jaar.Van 1463 tot 1479 was hij prior van Namen. Hij stierf in Namen. Ophet generaal kapittel van i486 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1492: de Rivo Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1492 was hijer prior. Op het generaal kapittel van 1492 werd hij bij de overledenenvermeld.1084- 1492: Egidius was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1492 werd hij bij de overledenen vermeld.1085- 1492: Johannes was donaat van Parijs. Op het generaal kapittel van1492 werd hij bij de overledenen vermeld.1086- 1493: Calcar (Kalker) Godefridus was kruisbroeder van Keulen vanafomstreeks 1450. In 1455 werd hij voor penitentie naar Asperen gezonden. In 1458 werd hij voor 66n jaar naar Parijs gestuurd. In 1493verbleef hij in Briiggen.- 1494: Zerasi Jacobus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1494 werd hij vanuit Caen terug naar Parijs gezondenvoor penitentie.1087- 1495: Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1495 was hij definitorvan de orde.1088- 1495: Loset Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1467 werd hijvoor 66n jaar naar Parijs gestuurd. In 1472 verhuisde hij naar Kolen-Kerniel en in 1487 voor 66n jaar naar Chauny. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1495: Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1463 werd hijvoor 66n jaar naar Parijs gezonden. Op het generaal kapittel van 1495werd hij bij de overledenen vermeld.Definities..., p. 87; A. Durand, LeprieureSainte-Croix de Caen, in:Ckirlieu, jg.25, 1967, p. 451084 A. Van de Pasch, Definities..., p. 191A.VandeVasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities.p. 191p. 191p. 197p. 199


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1971495: Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1488 werd hij vanuit Parijs naar Varennes gezonden. In 1495 werdhij voor e^n jaar naar Chauny gezonden.10891496: Mechliniae was kruisbroeder van Namen. In 1493 werd hij alshulp naar Parijs gezonden; in 1495 keerde hij terug uit de gevangenisnaar zijn convent. In 1496 ontving hij straf wegens het niet gehoorzamenaan een besluit van het generaal kapittel.1497: Helias was kruisbroeder van Parijs. In 1497 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1497 werd hij bij de overledenen vermeld.10901497: Susteren Johannes was kruisbroeder van Roermond. Van 1461tot 1465 verbleef hij in Caen. In 1466 werd hij voor een jaar naarParijs gezonden. In 1497 was hij subprior en novicenmeester vanRoermond.10911500: de Gayette Anthoine was kruisbroeder van Parijs. In 1489 legdehij professie af. Hij was conventualis in Parijs tot in 1500.10921501: Nicolaus was kruisbroeder van Parijs. In 1501 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.10931501: Mattheus was kruisbroeder van Parijs. In 1501 werd hij verplaatstnaar Chauny.10941501: Doch Nicolas was kruisbroeder van Parijs. In 1485 werd hij vooreen jaar verplaatst naar Condren.10951502: de Valkenborch Nicolas was donaat van Parijs. Op het generaalkapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.10961502: Velant (Velun) Johannes Adrianus was kruisbroeder van Parijs.In 1501 en 1502 verbleef hij in Buzanfais en was er subprior. Op hetgeneraal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.10971089 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 179 en 2001090 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2081091 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 114, 117, 119, 122, 125 en 127; A. Durand, Leprieuri Sainte-Croix de Caeny p. 49; L. Heere, Het Obituarium der Kruisheren van Roermond,p. 981092 P. Flament, Inventaire sommaire des Archives Hospitalieres ant&ieures a 1790. Moulins,Charmeil, 1908, pp. 12, 24 en 251093 A. Van de Pasch, Definities..., p. 222A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..A. Van de Pasch, Definities..p. 221pp. 169, 222, 253 en 262p. 227pp. 221 en 226


198 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1502: Natal Johannes was kruisbroeder van Parijs in 1502.1098- 1503: Lamberti Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.1099- 1503: Gherardus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.1100- 1509: Balduini (Bauduin, Baldui) Johannes was laicus van Parijs. Ophet generaal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.1101- 1511: de Insulis (Lille de) Johannes was kruisbroeder van Lannoy. In1500 werd hij voor 66n jaar naar Maaseik gezonden en in 1501 gei'ncorporeerdin Parijs. In 1511 verbleef hij in Varennes-sur-Allier.1102- 1511: Flamingi (Florinck) Johannes was kruisbroeder van Parijs. Hijverbleef in Varennes-sur-Allier in 1488, 1500, 1504 en 1511. In 1511werd hij naar Dinant gezonden. In 1488 was hij prior en in 1504 subpriorvan Varennes.1103- 1512: Bernardus was kruisbroeder van Parijs. Hij was diaken. Op hetgeneraal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1104- 1514: Persillet Philippe was kruisbroeder van Caen. In 1476 en 1478werd hij, telkens voor een jaar, verplaatst naar Parijs. Daarna keerde hijterug naar Caen, waar hij tussen 1500 en 1514 nog verbleef.1105- 1515: Nicolaus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.1106- 1516: Parisiensis Petrus was kruisbroeder van Parijs. Een tijdlangverbleef hij in Varennes-sur-Allier, maar in 1500 keerde hij terug naarParijs. Op het generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenenvermeld.1107- 1516: Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.1108- 1519: Vack Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.1109A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...1476-1797, 1855-1955, p. 67A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...:p. 226p. 230p. 230p. 247pp. 218, 221, 252; L. Heere, De kruisheren te Maaseikpp. 179, 218, 232 en 252p. 256A, Van de Pasch, Definities..., pp. 148 en 153; A. Durand, Leprieuri Sainte-Croix deCaen, p. 53A- Van de Pasch, Definities..., p. 262A. Van de Pasch, Definities..., pp. 218 en 263A. Van de Pasch, Definities..., p. 263A. Van de Pasch, Definities..., p. 269


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 1991523: Liris Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1523 was hij erprior. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenenvermeld.11101523: Johannes Fabri was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.11111523: Frickart Wilhelmus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.11121523: Gran Anthonius was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1523 werd hij bij de overledenen vermeld.11131523: Grand (Groit) Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1504 en1523 verbleef hij in Chauny.11141523: Thoen Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1504 verbleefhij in Lannoy. Op het generaal kapittel van 1523 werd hij bij deoverledenen vermeld.11151527: Chonae Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1531 werd hij bij de overledenen vermeld (maar hij over-Ieedrondl527).11161527: de Tyns Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1495 was hijer prior en tevens definitor van de orde. Op het generaal kapittel van1531 werd hij bij de overledenen vermeld (maar hij overleed omstreeks1527).11171530: Mulot Michel was kruisbroeder van Parijs. Van 1518 tot 1529was hij er prior. In 1520 scheidde hij, met de steun van de bisschopvan Parijs, zijn convent af van de orde. Het kwam tot een proces voorde burgerlijke rechtbank, dat prior-generaal Wilhelmus van den Oeververloor. De volgende prior-generaal, Laurentius Gladbeeck, schreef aanMulot om hem tot gehoorzaamheid terug te brengen. In 1522benoemde hij Mulot tot zijn vicarius in Frankrijk. Deze kwam ookhierdoor niet tot inkeer en trachtte zelfs de andere Franse kloosters vande orde los te maken. Hierop werd hij in 1530 door een uitspraak vanA. Van de Pasch, Definities.:., p. 278A. Van de Pasch, Definities..., p. 278A. Van de Pasch, Definities..., p. 278A. Van de Pasch, Definities..., p. 278A. Van de Pasch, Definities..., pp. 232 en 277; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: lesPrieuris de Condren et de Chauny, pp. 86 - 87A. Van de Pasch, Definities..., pp. 232 en 278A. Van de Pasch, Definities..., p. 300A. Van de Pasch, Definities..., p. 300


200 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWhet Parlement uit zijn ambt ontzet en weggezonden. De generate kapittelsvan 1529 en 1530 maakten melding van excommunicatie. Hij troknaar Geneve en werd een volgeling van Calvin.1118100806040200kruisbroeders in Parijs, 1410-1530y////94^m 58■a■ ■■AIB361.... fl1cD20Vierennegentig kruisbroeders verbleven in Parijs tussen 1410 en1530. Daarvan traden er achtenvijftig in Parijs in. Twintig van henwerden naar andere kloosters gezonden. Zesendertig confraters uitandere conventen werden naar Parijs verplaatst. Achtendertigkruisbroeders verbleven gans hun kloosterleven in Parijs.Condren (gesticht in 1278 en opgeheven in i486)In 1428 beslist het generale kapittel, dat het bestuur van hetklooster van Condren geheel en al aan de zorgen van de prior vanParijs werd toevertrouwd. Dit klooster moet maar een Ideine nederzettingvan kruisbroeders geweest zijn. Het werd gebouwd in1280. De kloosterkerk werd toegewijd aan Sint-Eligius. Op heteinde van de vijftiende eeuw ging het op in een nieuw klooster inChauny.1118 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 293 en 295; Idem, Het klooster Clairlieu te Hoei enzijn Prioren-Generaal 1210-1796. in: Clairlieu, 1960, pp. 28-29


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 201De eerste prior van Condren, Jean de Hargny, stond vermoedelijkook aan de wieg van het kruisherenklooster vanDoornik. Tot in de vijftiende eeuw wisselden Condren en Doornikconventuales uit.Condren was gelegen aan de samenvloeiing van l'Oise en LaSerre. Reizigers uit Vlaanderen, Keulen, Aken, het Maasgebied...,die op weg waren naar Parijs, Orleans of Tours, passeerdenCondren en vonden onderdak in het hospitium van het klooster.Op het einde van de Middeleeuwen moest Condren onderdoenvoor Chauny, dat talrijke privileges kreeg van de Franse koningen.»»- 1432: van Venlo Arnoldus was kruisbroeder van Condren. In 1432werd hij verplaatst naar Parijs.- 1432: Alardus was kruisbroeder van Parijs. In 1432 werd hij verplaatstnaar Condren.- 1435: Petrus was kruisbroeder van Condren in 1435.1120- 1437: Turnout Arnoldus was kruisbroeder van Namen. Van 1435 tot1437 verbleef hij in Condren en na 1437 in Doornik.- 1438: Thomas was donaat van Condren. In 1437 werd hij verplaatstnaar Hohenbuscxh. Van 1438 tot 1441 verbleef hij in Doornik en in1448 werd hij naar Schiedam gezonden.- 1442: de Hollandia Wilhelmus was kruisbroeder vanSchwarzenbroich. In 1440 werd hij naar Doornik gezonden en een jaarlater naar Condren. In 1442 benoemde het generaal kapittel hem totvisitator van de Franse kloosters.- 1443: Runen Johannes was kruisbroeder van Sint-Agatha. In 1423werd hij voor 66n jaar naar Schwarzenbroich gezonden om er dekloostertucht te helpen hervormen. In 1426 was hij prior inHohenbusch. Van 1428 tot 1436 verbleef hij in Namen. In 1436 werdhij verplaatst naar Condren, in 1437 naar Maastricht, in 1443 naarIvoy-Carignan en later in dat jaar overleed hij in Asperen. Pas op hetgeneraal kapittel van 1509 werd hij bij de overledenen vermeld.1119 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium OrdinisSanctae Crucis 1248 - 1840, p. 691120 A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuris de Condren et de Chauny, p. 59


202 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1451: van Oldenkerken (Aldenkirchen) Henricus was kruisbroedervan Schwarzenbroich. In 1430 werd hij naar Condren verplaatst, eenjaar later naar Namen en in 1432 naar Suxy. Van 1432 tot 1451 washij prior van Suxy. Op het generaal kapittel van 1451 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1459: Vincensius was kruisbroeder van Namen. In 1458 werd hij verplaatst naar Doornik en in 1459 naar Condren.- 1467: Cornelius was kruisbroeder van Bentlage. In 1452 en 1453verbleef hij in Goes, in 1457 in Doornik, in 1459 in Condren en in1460, 1462, 1463, 1464, 1465, 1466 en 1467 in Parijs, waarbij hijtelkens voor een jaar benoemd werd. In 1468 en 1469 verbleef hij inIvoy-Carignan.- 1474: Gynet Bertrandus was kruisbroeder van Buzan^ais. In 1458werd hij voor een jaar naar Condren gezonden. Op het generaal kapittel van 1474 werd hij bij de overledenen vermeld.1121- 1478: Maresq (de Marck, Mares, Marescot, Mareth) Richard waskruisbroeder van Caen. In 1431 was hij er subprior. Van 1453 tot1456 verbleef hij, telkens benoemd voor een jaar, in Doornik, om zichvoor te bereiden op zijn taak van hervormer van de kloostertucht inCaen. In 1462 werd hij verplaatst naar Condren en was er rector. In1470 werd hij voor 66n jaar naar Buzan£ais gezonden. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1501: Doch Nicolas was kruisbroeder van Parijs. In 1485 werd hij voor66n jaar verplaatst naar Condren.- 1508: de Condren Augustinus was kruisbroeder van Condren. in 1508werd hij verplaatst naar Le Verger.11221510kruisbroeders in Condren,50 AA**itm■W 1B4I10■ilc1410-1530D21121 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 108 en 1441122 A. Van de Pasch, Definities..., p. 244


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 203Veertien kruisbroeders verbleven in Condren tussen 1410 en1530. Daarvan traden er vier in Condren in. Tien confraters kwamenvan elders. Twee kruisbroeders werden vanuit Condron naareen ander klooster gezonden. Twee kruisbroeders verbleven ganshun kloosterleven in Condren.Caen (gesticht ca. 1275)De kruisbroeders vestigden zich in Caen omstreeks 1275. Deeerste leden van het convent kwamen uit het klooster van Parijs.De eerste honderd jaren van hun bestaan waren jaren vol kommeren zorg. Tussen 1306 en 1346 ontvingen de kruisbroeders veelgiften, waardoor zij hun klooster konden uitbreiden. Zij kregeninkomsten in de stad en in de dorpen in de omgeving. Omtrent1355 was Petrus Pincharius er prior. Hij verwierf grote bekendheidals predikant en werd prior-generaal van de Orde van het HeiligKruis in 1363. In 1359 werd hun klooster annex hospitaal verwoest.Nu kwamen de kruisbroeders in het bezit van deleegstaande gebouwen van de begijnen, waarvan zij de geestelijkebegeleiders waren geweest. Zij bouwden een nieuwe kerk, die zijtoewijdden aan de heilige Maria Magdalena.Gedurende de 100-jarige oorlog leefden de kruisbroeders ingrote armoede en ondervonden, net als alle andere inwoners vanCaen, de kwalijke effecten van de oorlog tussen Frankrijk enEngeland. Het kloosterleven was niet langer observant. Tussen1430 en 1460 werden daarom Parijse kruisbroeders naar Caengezonden en kruisbroeders uit Caen werden naar in het noordengelegen kloosters verplaatst, in de hoop dat het kloosterleven aanbetekenis zou winnen. Toen de resultaten uitbleven, greep het generalekapittel in: het benoemde in 1460 een prior uit Namen eneen subprior uit Marienfrede en zond enkele kruisbroeders uitHohenbusch en Roermond naar Caen om het klooster te hervormen.Een aantal kruisbroeders van Caen werd verplaatst naarandere kloosters en van de nieuwkomers studeerden er aan denabij gelegen universiteit. Met de universiteit werd een samenwerkingsakkoordgesloten. Overeengekomen werd dat het kloos-


204 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWter voor de eigen confraters zelf de opleidingen in de filosofie en detheologie mocht verzorgen. De wetenschappelijke vorming,inclusief de doctoraten kwamen voor rekening van de universiteit.Vanaf nu legden de kruisbroeders zich ook meer toe oppredikatie.1123- 1430: Borchur Petrus was kruisbroeder van Parijs. In 1430 werd hijvoor een jaar naar Caen gezonden.- 1430: de Vallibus (des Vallees) Petrus was kruisbroeder van Parijs. In1430 werd hij naar Caen gezonden.- 1434: Bruen Arnoldus was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1434 werd hij bij de overledenen vermeld.1124- 1438: Hubert Johannes was kruisbroeder van Caen in 1438.1125- 1438: Lucas Jean was kruisbroeder van Caen. In 1431 werd hij priorvan Saint-Ursin. Hij verliet Saint-Ursin en ging terug naar het kloostervan Caen, maar behield zijn leven lang de titel van prior van Saint-Ursin. Hij overleed na 1438.1126- 1438: Monel Jean was kruisbroeder van Caen in 1431 en 1438.1127- 1438: Artur Jean was kruisbroeder van Caen. Van 1404 tot 1438 washij er subprior.1128- 1438: du Bosq Germain was kruisbroeder van Caen in 1438.1129- 1438: du Bois Raoul was kruisbroeder van Caen in 1438.1130- 1438: Vincent Guillaume was kruisbroeder van Caen in 1438. In datjaar was hij er subprior.1131- 1440: Vimont Guillaume was kruisbroeder van Caen in 1440.1132- 1446: Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij voor eenjaar naar Luik verplaatst en in 1446 voor 66n jaar naarSchwarzenbroich.1123 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248 - 1840, p. 631124 A. Van de Pasch, Definities..., p. 661125 A. Durand, LeprieuriSainte-Croix de Caen, in: Clairlieu, jg.25, 1967, p. 451126 A- Durand, Leprieuri Sainte-Croix de Caen, p. 38 ; Idem, Le prieure1de Saint-Ursin.in: Clairlieu, jg.22, 1964, p 341127 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 431128 A. Durand, Le prieure1Sainte-Croix de Caen, p. 381129 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 451130 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 451131 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 451132 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 45


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2051447: Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij vooreen jaar naar Aken gezonden en in 1446 voor een jaar naar Keulen. In1447 werd hij verplaatst naar Parijs.1449: Briquet Guillaume was kruisbroeder van Caen. In 1449 was hijer prior.11331450: Davot (Danot, Anoti) Simon was kruisbroeder van Caen tussen1404 en 1450. Van 1438 tot 1446 was hij er prior. Op het generaalkapittel van 1450 werd hij bij de overledenen vermeld.11341451: le Beuf Nicolas was kruisbroeder van Caen. In 1451 werd hijvoor een jaar naar Doornik verplaatst.1453: Richardus was kruisbroeder van Caen. In 1453 was hij er prior.Op het generaal kapittel van 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.11351453: Anquetil Richard was kruisbroeder van Caen tussen 1431 en1453. In 1453 was hij er prior.11361453: Johannes was kruisbroeder van Caen. Op het generaal kapittelvan 1453 werd hij bij de overledenen vermeld.11371454: Derce Jean was kruisbroeder van Caen in 1454.11381454: Herault Pierre was kruisbroeder van Caen in 1454.11391456: Windenborch Arnold was kruisbroeder van Diisseldorf. In 1456werd hij verplaatst naar Caen.11401456: Bertot was kruisbroeder van Caen. In 1456 was hij er prior.11411456: Motriel de (Mesniel de, Mesnel) Thomas was kruisbroeder vanCaen tussen 1431 en 1476. In 1454 en 1456 was hij er subprior. Ophet generaal kapittel van 1456 werd hij bij de overledenen vermeld.11421461: de Gravia (Aquensis, de Graux) Johannes was kruisbroeder vanNamen. Hij werd geboren in .Grave. In 1425 werd hij naar Akengezonden en bleef er tot 1426. In 1427 werd hij verplaatst naar Hoei.In 1435 zond het generaal kapittel hem naar Parijs. Drie jaar later werd133 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 46134 A. Van de Pasch, Definities..., p. 93; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen,pp. 38 en 43135 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99136 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 43137 A. Van de Pasch, Definities..., p. 99138 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 47139 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 48140 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 49141 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 48A, Van de Pasch, Definities..., p. 148; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen,p. 43


206 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWhij prior van Namen en bleef dat tot 1452. Dan werd hij prior vanAken tot 1460 en vervolgens prior van Caen tot 1461. Hij was definitorin 1438, 1441, 1443, 1445, 1448, 1450, 1454, 1456 en 1458 envisitator in Keulen annol450 en in Doornik anno 1451. Hij overleedin Caen in 1461.- 1461: Binet (Bynet, Bincet) Jean was kruisbroeder van Caen, minstensvanaf 1454. Als tuchtmaatregel werd hij in 1457 voor 66n jaar naarNamen gezonden en moest hij ter beschikking blijven van de priorgeneraal.Op het generaal kapittel van 1461 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1462: Leonardus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1462 werd hijverplaatst naar Caen.- 1462: Baudouin (Boldewin) Johannes was kruisbroeder van Caentussen 1454 en 1462. Op het generaal kapittel van 1462 werd hij bijde overledenen vermeld.1143- 1462: Courtheheuse (Kortehose) Johannes was kruisbroeder van Caenvan 1438 tot 1462. Op het generaal kapittel van 1462 werd hij bij deoverledenen vermeld.1144- 1462: de Erkelenz Leonard was kruisbroeder van Caen in 1462.1145- 1463: Caron (Charan) Jean was kruisbroeder van Caen van ca.1454tot 1463. Op het generaal kapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.1146- 1466: Reynaldus was kruisbroeder van Doornik. In 1466 werd hij verplaatst naar Caen.- 1467: Alani Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1423 werd hijvoor 66n jaar naar Namen gezonden. In 1428 situurde het generaalkapittel hem naar Keulen. In 1460 verhuisde hij voor 66n jaar naarCaen. Daarna keerde hij terug naar Parijs. Op het generaal kapittel van1467 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1468: Marum Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1468 werd hijvoor 66n jaar naar Hoorn gezonden.1147- 1470: Marecht Ricardus was kruisbroeder van Namen. In 1469 en1470 werd hij naar Caen gezonden, telkens voor 66n jaar. In 1470werd hij verplaatst naar Buzan^ais.1143 A- Van de Pasch, Definities..., p. 117; A. Durand, LeprieuriSainte-Croix de Caen, p. 481144 A. Van de Pasch, Definities..., p. 117; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 451145 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 491146 A. Van de Pasch, Definities..., p. 120; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 471147 A. Van de Pasch, Definities..., p. 132


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2071470: Marescot (Mareskot, Mareschot) Lucas was kruisbroeder vanCaen. In 1461 werd hij verplaatst naar Saint-Georges de Tremeur enin 1462 naar Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van 1470 werd hijbij de overledenen vermeld.11481470: Johannes was donaat van Luik. In 1470 werd hij verplaatst naarCaen.1471: Hurtin (Huestin, Heurtin) Michael was kruisbroeder van eenvan de Franse kloosters in 1445. Van 1449 tot 1454 was hij prior vanCaen en daarna tot 1471 prior van Buzan^ais. Op het generaal kapittel van 1471 werd hij bij de overledenen vermeld.11491476: Rolandus was kruisbroeder van Doornik. In 1458 verhuisde hijeen jaar naar Parijs. Van 1462 tot 1470 verbleef hij in Caen. Daarnakeerde hij terug naar Doornik tot hij in 1476 subprior werd vanBuzan^ais.1478: Ionijn (Conin, Nomii, Yoni) Nycolaus (Nicolas) was kruisbroeder van Caen. In 1464 stuurde het generaal kapittel hem naarToulouse, in 1466 naar Buzangais en in 1468 66n jaar naar Parijs. In1469 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1478werd hij bij de overledenen vermeld.1478: Maresq (de Marck, Mares, Marescot, Mareth) Richard waskruisbroeder van Caen. In 1431 was hij er subprior. Van 1453 tot1456 verbleef hij, telkens benoemd voor een jaar, in Doornik, om zichvoor te bereiden op zijn taak van hervormer van de kloostertucht inCaen. In 1462 werd hij verplaatst naar Condren en was er rector. In1470 werd hij voor een jaar naar Buzan?ais gezonden. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.1478: Beree (Bree, Breyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In1451 werd hij voor e'e'n jaar naar Parijs gezonden. Op het generaalkapittel van 1478 werd hij bij de overledenen vermeld.1479: Mongus (Momer) Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. In1477 en 1479 werd hij naar Varennes-sur-Allier gezonden. In 1449keerde hij naar Caen terug.11501480: Hellouin Jean was kruisbroeder van Caen. Hij deed professie in1431. Van 1473 tot 1480 was hij prior van Caen. Hij overleedomstreeks 1480.11511148 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 114, 117 en 1371149 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 83 en 1391150 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 150 en 155; A. Durand, Le prieurt? Sainte-Croix deCaen, p. 531151 A. Durand, Le prieure1Sainte-Croix de Caen, pp. 43 en 53


208 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1481: Rames Robertus was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.1152- 1481: Laudet Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1445 werd hij vooreen jaar naar Luik gezonden en in 1446 voor 66n jaar naarSchwarzenbroich. In 1447 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1481: Hellynck Arnoldus was kruisbroeder van Marienfrede. Van1463 tot 1469 werd hij, telkens voor e^n jaar, naar Caen gezonden. Ophet generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.1153- 1483: Pennet (Pennel, Pesnel, Ponvel) Johannes was kruisbroeder vanCaen vanaf omstreeks 1455. In 1465 werd hij naar Saint-Georges deTr^meur gezonden en in 1470 naar Varennes-sur-Allier (voor een jaar).Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1154- 1483: Mourin (Marijn, Morin, Morinck, Marun) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1464 werd hij voor 66n jaar naar Asperen gezonden pro instructione discipline, in 1468 werd hij voor 66n jaar naarHoorn gestuurd en in 1470 voor e^n jaar naar Buzan^ais. In 1470 washij scriptor in Caen. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1484: Rufi Johannes was kruisbroeder van Caen. Hij was subdiaken.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1155- 1484: Morijn Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1484 werd hij bij de overledenen vermeld.1156- 1485: de Mosnie Thomas was kruisbroeder van Caen. In 1482, 1483en 1485 stuurde het generaal kapittel hem telkens voor een jaar naarBuzan^ais.1157- 1485: Heredis Bertrandus was kruisbroeder van Caen. In 1447 werdhij voor een jaar naar Parijs gezonden. Hij was prior van Caen in 1484en 1485.- i486: Bercholt Johannes was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van i486 werd hij bij de overledenen vermeld.1158A. Van de Pasch, Definities..., p. 158A. Van de Pasch, Definities..., pp. 117, 119, 122, 125, 127, 130, 134 en 158A. Van de Pasch, Definities..., pp. 125, 136 en 163; ; A. Durand, Le prieuriSainte-Croix de Caen, p. 48A. Van de Pasch, Definities..., p. 166A. Van de Pasch, Definities..., p. 166A. Van de Pasch, Definities..., pp. 160, 136, 162 en 169A. Van de Pasch, Definities..., p. 173


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 209i486: Helias Nicolas was kruisbroeder van Caen. In i486 werd hijvoor 66n jaar naar Hohenbusch gezonden.i486: Unkel Johannes was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1456werd hij naar Engeland gezonden om er te helpen bij de hervormingvan de orde. In 1460 en 1461 werd hij naar Caen gezonden en werder de volgende jaren conventualis. In i486 was hij subprior inHohenbusch. Op het generaal kapittel van i486 werd hij bij deoverledenen vermeld.i486: Vassan Petrus was kruisbroeder van Caen. In 1477 studeerde hij,samen met Nicolas Roussel, aan de universiteit van Caen. In i486werd hij voor e^n jaar naar Asperen gezonden.1488: Hellinck Hermannus was donaat van Marienfrede. In 1459werd hij verplaatst naar Toulouse. Op de generate kapittels van 1461,1464 en 1465 werd hij benoemd voor Caen. Op het generaal kapittelvan 1488 werd hij bij de overledenen vermeld.11591488: Barbot Guillaume was kruisbroeder van Caen. Hij was studentaan de universiteit van Caen in 1488.11601488: de Wesalia (Wesel) Henricus was kruisbroeder van Marienfrede.In 1460 werd hij naar Caen gestuurd. Hij werd prior van Luik van1472 tot ca.1478 en prior van Lannoy van 1478 tot 1489. Hij werddefinitor van de orde in 1473, 1476, 1481, 1483, 1485 en 1487 en visitatorvan de Franse kloosters in 1466, 1481 en 1482. In de jaren1483 tot 1488 was hij prior-provinciaal en visitator van de Fransekloosters. Op het generaal kapittel van 1489 werd hij bij de overledenen vermeld.1490: Arnoldus was kruisbroeder van Marienfrede.Van 1461 tot 1469verbleef hij in Caen. Daarna keerde hij terug naar Marienfrede. Op hetgeneraal kapittel van 1490 werd hij bij de overledenen vermeld.11611491: Cadomensis Martinus was kruisbroeder van Caen. In 1491 werdhij verplaatst naar Chauny.11621494: Zerasi Jacobus was kruisbroeder van Parijs. Op het generaalkapittel van 1494 werd hij vanuit Caen terug naar Parijs gezondenvoor penitentie.1159 A. Van dePasch, Definities..., pp. 110, 114, 122, 125 en 1801160 A. Durand, Le prieure1Sainte-Croix de Caen> p. 531161 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 114, 117, 119, 125, 127, 130, 134 en 1861162 A. Van de Pasch, Definities..., p. 188; A. Bochin, Les croisiers en Picardie. Les prieurisde Condren et de Chauny. in: Clairlieu, 1998, jg. 56, p.85


210 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1495: Werdenbroch alias de Brockhausen (Werdenbruc, Werdenberch,Werdenborch, Wardenburch) Henricus was kruisbroeder vanDusseldorf. In 1461 werd hij verplaatst naar Toulouse. Een jaar laterkeerde hij terug naar Diisseldorf omwille van e'e'n jaar zware straf. In1463 ging hij e'e'n jaar naar London en in 1464 en 1465 telkens e'e'njaar naar Caen, pro reformatione. In 1495 werd hij verplaatst naarWatenis, waar hij subprior werd.1163- 1496: Kavertten van (Koemertten, Erklens) Leonardus was kruisbroeder van Hohenbusch. Van 1460 tot ? werd hij verplaatst naarCaen. Van 1470 tot 1496 was hij prior van Hohenbusch. Hij wasdefinitor van de orde in 1470, 1472, 1474, 1476, 1478, 1481, 1483,1485, 1487, 1489, 1492 en 1495. Op het generaal kapittel van 1496werd hij bij de overledenen vermeld.- 1497: Jacobus was kruisbroeder van Caen. In 1497 verbleef hij inSaint-Georges deTremeur.1164- 1497: Susteren Johannes was kruisbroeder van Roermond. Van 1461tot 1465 verbleef hij in Caen. In 1466 werd hij voor e'en jaar naarParijs gezonden. In 1497 was hij subprior en novicenmeester vanRoermond.- 1500: Peregrinus Robert was kruisbroeder van Caen. Het generaalkapittel verplaatste hem in 1468 en 1469, telkens voor een jaar, naarNamen en in 1470 voor een jaar naar Buzan^ais. Daarna keerde hijterug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1500 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1500: Paesselet Philippus was kruisbroeder van Caen. In 1500 keerdehij vanuit een niet nader genoemd klooster terug naar Caen.1165- 1500: Beliath Nicolas was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1500 werd hij bij de overledenen vermeld.1166- 1500: Multoris Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. In 1499 keerdehij voor straf terug naar Caen nadat hij een tijdlang in Salignac priorwas geweest. Hij overleed na 1500.1167- 1501: Dulphini Jacobus was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.11681163 A. Van de Pasch, Definite.... pp. 114, 117, 119, 122, 125, 127 en 2011164 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2071165 A- Van de Pasch, Definities..., p. 2181166 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2191167 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 215 en 2171168 A. Van de Pasch, Definities..., p. 222


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2111501: Tourlette Guillaume was kruisbroeder van Caen in 1501.11691502: Amelin (Amelinck, Ameling, Amelyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1470 werd hij voor 66n jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Daarna verbleef hij een tijdlang in Buzan


212 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1508: Otmarsen (Friso) Bernardus was kruisbroeder van ? In 1497verbleef hij in Sneek. In dat jaar werd hij verplaatst naar Emmerik. In1501 werd hij naar Ter Apel gezonden, in 1505 naar Asperen en in1508 naar Caen.1177- 1510: de Bouvier Jehan was kruisbroeder van Caen. In 1502 werd hijnaar Saint-Ursin gezonden. Hij was er prior in 1503 en 1504 en in1510sacrista.1178- 1510: Magister Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.1179- 1513: Julien Gilles was kruisbroeder van Caen tussen 1454 en 1513.In 1454 werd hij diaken gewijd. Omstreeks 1477 was hij procuratorvan Caen.1180- 1513: Rousel Nicolas was kruisbroeder van Caen. Hij was doctor in detheologie. Hij woonde in Caen van omstreeks 1477 tot 1513 en was erprior van 1501 tot 1513. In 1496 was hij subprior van Varennes-sur-Allier. In 1500 was hij definitor van de orde.1181- 1514: de Beugeniller Johannes was kruisbroeder van Caen. Op hetgeneraal kapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.1182- 1514: Huet Richard was kruisbroeder van Caen in 1514.1183- 1514: Goniet Jacques was kruisbroeder van Caen. In 1514 was hij ersubprior.1184- 1514: Persillet Philippe was kruisbroeder van Caen. In 1476 en 1478werd hij, telkens voor een jaar, verplaatst naar Parijs. Daarna keerde hijterug naar Caen, waar hij tussen 1500 en 1514 nog verbleef.- 1514: Valise Richard Thomas was kruisbroeder van Caen van 1501 totomstreeks 1514.1185- 1514: Bernard Robert was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.1186- 1515: Henricus was kruisbroeder van Caen. Op het generaal kapittelvan 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.1187A. Van de Pasch, Definities..., pp. 207, 221, 235 en 2441178 A. Durand, LeprieuriSainte-Croix de Caen* p. 57; Idem, Leprieuri de Saint-Ursin.: Ciairlieu, jg. 22, 1964, pp. 38, 41 en 42A. Van de Pasch, Definities..., p. 250A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 48A. Van de Pasch, Definities..., pp. 204 en 216; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix deCaen, p. 53A. Van de Pasch, Definities..., p. 260A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 53A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 581185 A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 56A. Van de Pasch, Definities..., p. 262A- Van de Pasch, Definities..., p. 262


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2131516: Faron Rogerus was kruisbroeder van Caen tussen 1501 en 1515.Op het generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenen vermeld.11881517: Menard Philippus was kruisbroeder van Caen. Van 1473 tot1513 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1517 werd hijbij de overledenen vermeld.11891518: Mouvin Johannes was kruisbroeder van Caen tussen 1477 en1518. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenenvermeld.11901519: Mangoch (Maingot) Philippus was kruisbroeder van Caen. Ophet generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.11911519: Multoris Quirinus was kruisbroeder van Caen. Op het generaalkapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.11921519: Onfroy (Cufreni, Cufroy) Guillaume was kruisbroeder vanCaen. Hij was licentiaat in de theologie. Hij werd prior van Saint-Ursin van 1504 tot 1510 en prior van Caen van 1513 tot 1519. In1510 was hij kopii'st in Saint-Ursin van het bekende Quartenier. Hijwerd definitor van de orde in 1507. Op het generaal kapittel van 1519werd hij bij de overledenen vermeld.11931519: Gerardus was kruisbroeder van Caen. Op het generaal kapittelvan 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.11941521: Thomas was kruisbroeder van Caen van 1482 tot 1521. In 1485werd hij voor een jaar naar Buzan^ais gezonden. In 1521 was hij subpriorin Caen. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij deoverledenen vermeld.11951522: Martinus was kruisbroeder van Caen. In 1484 werd hij verplaatstnaar Le Verger. In 1490 werd hij voor 66n jaar naar Lannoygezonden. In 1491 zond het generaal kapittel hem naar Chauny. Van1501 tot 1522 was hij conventualis van Buzan^ais. In 1501 werd hij erprior. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenenvermeld.1196A. Van de Pasch, Definities..., p. 263; A. Durand, Leprieuri Sainte-Croix de Caen, p. 561189 A. Van de Pasch, Definities..., p. 265; A. Durand, Le prieuriSainte-Croix de Caen, p. 531190 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 53"""■ A. Van de Pasch, Definities..., p. 269A. Van de Pasch, Definities..., p. 269A. Van de Pasch, Definities..., p. 269; A. Durand, Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 53 ;Clairlieu, 1967, p. 57; Idem, Le prieuri de Saint-Ursin, pp. 41-44A. Van de Pasch, Definities..., p. 269A. Van de Pasch, Definities..., pp. 160, 162, 169 en 273


214 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1527: Bartholomeus was laicus van Saint-Georges de Tremeur. In 1504werd hij verplaatst naar Caen. Op het generaal kapittel van 1527 werdhij bij de overledenen vermeld.1197kruisbroeders in Caen, 1410-1530150i102 79 23 31100500/1 ■A B C DHonderdentwee kruisbroeders verbleven in Caen tussen 1410en 1530. Daarvan traden er 79 in Caen in en werden er 23 uitandere kloosters gezonden. Van de ingetredenen werden er eenendertignaar andere kloosters verplaatst. Zesenveertig kruisbroedersverbleven gans hun kloosterleven in Caen.Saint-Ursin (gesticht in 1302/1316)In 1302 stichtten de kruisbroeders van Caen een klooster inSaint-Ursin. Twee hospitalen werden aan hun zorgen toevertrouwddoor de adellijke familie de Doucelle: het eerste was gelegen inSaint-Ursin zelf, het tweede - een leprozenhospitaal - lag inCouptrain. In beide plaatsen bedienden de kruisbroeders de kapelvan de H. Magdalena. In 1316 bekwam de pastoor van Lignieresla-Doucelle,in welke parochie het klooster van Saint-Ursin wasgelegen, van de bisschop van Mans, dat er slechts twee kruisbroeders mochten wonen in het klooster en dat hun pastorale enliturgische diensten beperkt zouden blijven. De pauselijke goed-1196 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 185, 188, 197, 221 en 2761197 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 232 en 288


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 215keuring bekwamen de kruisbroeders in 1319 van Johannes XXII,paus van Avignon. In 1327 volgde de koninklijke instemming. Degeschiedenis van deze priorij is van geringe betekenis voor de orde.In 1470 gingen vier religieuzen dagelijks bedelen.1198- 1410: Touchard Nicole was kruisbroeder van Saint-Ursin. In 1410 washij er prior. Misschien was hij dezelfde persoon als Nicole Trenquart,die conventualis was van Caen in 1407.1199- 1431: Bouvier Jean was kruisbroeder van Saint-Ursin. In 1431 was hijer subprior,1200- 1438: Lucas Jean was kruisbroeder van Caen. In 1431 werd hij priorvan Saint-Ursin. Hij verliet Saint-Ursin en ging terug naar het kloostervan Caen, maar behield zijn leven lang de titel van prior van Saint-Ursin. Hij overleed na 1438.- 1470: Marescot (Mareskot, Mareschot) Lucas was kruisbroeder vanCaen. In 1461 werd hij verplaatst naar Saint-Georges de Tr&neur enin 1462 naar Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van 1470 werd hijbij de overledenen vermeld.- 1473: Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Ursin. Op het generaalkapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld.1201- 1477: Bouvier Philippe was kruisbroeder van Saint-Ursin. Van 1433tot 1461 was hij er prior. In 1461 nam hij als prior ontslag. Hij overleed omstreeks 1477.1202- 1477: de Oldenmaedo Johannes was kruisbroeder van Doornik. In1477 werd hij verplaatst naar Saint-Ursin.- 1477: le Normand Guillot was kruisbroeder van Saint-Ursin in1477.1203- 1482: a Leydis Johannes was kruisbroeder van Saint-Ursin. Op hetgeneraal kapittel van 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.1204- 1483: Lechmel (Leckmel) Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Ursin. In 1483 werd hij naar Buzan^ais gezonden.12051198 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248 - 1840, p. 1681199 A. Durand, LeprieuriSainte-Croix de Caen, p. 40; Idem, Leprieuride Saint-Ursin, p.33120012031204A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 34A. Van de Pasch, Definities..., p. 142A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 34A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 36A. Van de Pasch, Definities..., p. 160A. Van de Pasch, Definities..., p. 162


216 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1483: de Hallaine Jehan was kruisbroeder van Saint-Ursin. Hij wasv66r 1440 student aan de universiteit van Parijs. Van 1441 tot 1483was hij conventualis van Saint-Ursin. Van 1461 tot 1480 was hij erprior.1206- 1490: Herdis Johannes was kruisbroeder van Saint-Ursin. In 1490werd hij naar Saint-Georges de Trdmeur gezonden.1207- 1491: Yvodiensis Lodowicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In1491 werd hij verplaatst naar Saint-Ursin.- 1502: Bouvier Gervais was kruisbroeder van Saint-Ursin. Hij was erprior van 1480 tot 1502.1208- 1503: Lair (Ler) Jehan was kruisbroeder van Saint-Ursin van 1477 tot1503. In 1502 en 1503 was hij er prior.1209- 1503: Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Ursin. Op het generaalkapittel van 1503 werd hij bij de overledenen vermeld.1210- 1510: de Bouvier Jehan was kruisbroeder van Caen. In 1502 werd hijnaar Saint-Ursin gezonden. Hij was er prior in 1503 en 1504 en in1510 sacrista.- 1512: de Martiniaco Ludovicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.In 1485 werd hij voor een jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Van1488 tot 1491 verbleef hij in Buzan^ais, van 1491 tot 1495 in Saint-Ursin en van 1495 tot 1500 in Toulouse. In 1501 werd hij verplaatstnaar Virton, waar hij van 1507 tot 1512 rector was. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1513: Boulard Jehan was kruisbroeder van Saint-Ursin.1211- 1519: Onfroy (Cufreni, Cufroy) Guillaume was kruisbroeder vanCaen. Hij was licentiaat in de theologie. Hij werd prior van Saint-Ursin van 1504 tot 1510 en prior van Caen van 1513 tot 1519. In1510 was hij kopiist in Saint-Ursin van het bekende Quartenier. Hijwerd definitor van de orde in 1507. Op het generaal kapittel van 1519werd hij bij de overledenen vermeld.- 1520: Th^bault (Theobaldi, Thibault) Johannes was kruisbroeder vanSaint-Ursin, zeker tussen 1510 en 1520. In 1520 was hij er procurator.Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bij de overledenen vermeld.1212A. Durand, Leprieuri de Saint-Ursin, pp. 36-37A. Van de Pasch, Definities..., p. 185A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, pp. 37-40A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 41A. Van de Pasch, Definities..., p. 230A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 44A. Van de Pasch, Definities..., p. 271; A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin, p. 42


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1526: Michael was kruisbroeder van Saint-Ursin. Op het generaalkapittel van 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.1213- 1526: Boryr Johannes was kruisbroeder van Saint-Ursin. In 1526 washij er procurator. Op het generaal kapittel van 1526 werd hij bij deoverledenen vermeld.1214- 1527: Richard Jehan was kruisbroeder van Saint-Ursin tussen 1510 en1527. Hij was er prior van 1511 tot 1527 en procurator van 1510 tot1527. Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij de overledenenvermeld.1215kruisbroeders in Saint-Ursin, 1410-1530Vierentwintig kruisbroeders verbleven in Saint-Ursin van 1410tot 1530. Zeventien daarvan traden in Saint-Ursin in. De anderezeven kwamen van elders. Twee van de ingetredenen werden verplaatst.Vijftien kruisbroeders brachten hun ganse kloosterleven inSaint-Ursin door.Saint-Georges de Tremeur (gesticht in 1342/1346)In de meeste publicaties wordt gesproken over het kruisherenkloostervan Saint-Georges de Tredias. Het klooster was gelegen opeen afstand van 500 meter van de kerk van Tredias en op een afstandvan 2000 meter van de kerk van Tremeur. De grens tussen1213 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2861214 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2861215 A. Van de Pasch, Definities..., p. 288; A. Durand, Leprieuride Saint-Ursin, pp. 42 en44


218 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWbeide parochies werd gevormd door een riviertje, de Rosette. Hetklooster van de kruisheren lag aan de kant van Tremeur en niet aande kant van Tr^dias.Het kruisherenklooster van Saint-Georges de Tremeur werd aanvaarddoor de kruisbroeders van Saint-Ursin. We weten er niet veelvan. Vast staat dat een gedeelte van het klooster als hospitiumfungeerde en dat de kruisbroeders veel aandacht schonken aan dearmen en aan de pelgrims. Dat was tenminste de wens vanGeofFroy Le Voyer die in Saint-Georges de Tredias en Tremeur eenhospitium stichtte en dat aan de kruisbroeders schonk. Het hospitaalwas gelegen langs het traject van de bedevaart ter ere van dezeven Bretoense heiligen. De bedevaart duurde dertig dagen. Menkon starten met Pasen, met Pinksteren, met Sint-Michiel (29 September) of met Kerstmis. De afstand bedroeg 550 kilometers. Heelwat adellijke geslachten begiftigden Saint-Georges met schenkingenvan gronden of met misfundaties. GeofFroy Le Voyer en zijntweede echtgenote, Renee Madeuc, werden in de kapel van Saint-Georges begraven.De observantiebeweging, die in 1410 in Hoei aanvatte, bereikteten vroegste in 1451 Saint- Georges de Tremeur. In dat jaar werdStephanus Metze verbannen naar Watenis. In de 16de, 17de en 18deeeuw onderging Saint-Georges de Tremeur meer de invloed vanCaen en vooral van Parijs dan van Hoei.1216- 1451: Metze Stephanus was kruisbroeder van Saint-Georges deTremeur. In 1451 werd hij verplaatst naar Watenis.1217- 1468: Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Georges de Tremeur. Ophet generaal kapittel van 1468 werd hij bij de overledenen vermeld.1218- 1470: Marescot (Mareskot, Mareschot) Lucas was kruisbroeder vanCaen. In 1461 werd hij verplaatst naar Saint-Georges de Tremeur enin 1462 naar Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van 1470 werd hijbij de overledenen vermeld.1216 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248 -1840, p. 1671217 A. Van de Pasch, Definities..., p. 941218 A. Van de Pasch, Definities..., p. 132


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2191470: Bonet Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Georges deTremeur. Op het generaal kapittel van 1470 werd hij bij de overledenenvermeld.12191470: Renouel (Renouin) Petrus was kruisbroeder van Saint-Georgesde Tremeur. Van 1451 tot 1463 werd hij naar Toulouse gezonden. Van1464 tot 1470 werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier.12201481: Wilhelmus was kruisbroeder van Saint-Georges de Tremeur. Ophet generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.12211483: Pennet (Pennel, Pesnel, Ponvel) Johannes was kruisbroeder vanCaen vanaf omstreeks 1455. In 1465 werd hij naar Saint-Georges deTremeur gezonden en in 1470 naar Varennes-sur-Allier (voor een jaar).Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1497: Jacobus was kruisbroeder van Caen. In 1497 verbleef hij inSaint-Georges de Tremeur.1499: Villay (Tornacensis) Franciscus was kruisbroeder van Doornik.In 1492 werd naar Saint-Georges de Tremeur gezonden voor een jaar.In 1499 werd hij subprior van Buzan$ais.1499: Benescalli Johannes was kruisbroeder van ? In 1499 kreeg hijvan het generaal kapittel de opdracht om in Saint-Georges de Tremeurte blijven.12221501: Farnaci Walramus (Walrandus, Walmandus) was kruisbroedervan Lannoy. In 1494 werd hij voor een jaar naar Buzanc^ais gezonden.In 1496 werd hij verplaatst naar Saint-Georges de Tremeur. Op hetgeneraal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.12231502: Oliverus was kruisbroeder van Saint-Georges de Tremeur. Ophet generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.12241502: Hantuo Johannes was kruisbroeder van Saint-Georges deTremeur in 1502.12251507: Oliverius was kruisbroeder van Saint-Georges de Tremeur in1507.1226A. Van de Pasch, Definities... p. 1371220 A. Van de Pasch, Definities... pp. 94, 122, 127 en 136; J.M. Hayden, Le PrieurideVHopital de Saint-Georges de Tridias. in: Clairlieu, 1990 - 1991, pp. 102-103A. Van de Pasch, Definities... p. 1581222 A. Van de Pasch, Definities... p. 2141223 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...pp. 197, 204 en 223p. 227p. 226; J.M. Hayden, Le Prieuri de VHopital de Saint-Georges de Tridias, p. 1031226 J.M. Hayden, Le Prieuri de VHopital de Saint-Georges de Tredias, p. 103


220 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1509: Senescalli (Senechal) Johannes was kruisbroeder van Chauny.Van 1499 tot 1501 verbleef hij in Sant-Georges de Tremeur. In 1501was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bij deoverledenen vermeld.1227- 1515: Tome Bertrandus was kruisbroeder van Saint-Georges deTremeur. In 1512 werd hij naar Doornik verplaatst met de incorporatietot gevolg. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij deoverledenen vermeld.- 1522: Goyun (Goegun) Johannes was kruisbroeder van Saint-Georgesde Tremeur. In 1522 was hij er prior. Op het generaal kapittel van1522 werd hij bij de overledenen vermeld.1228- 1527: Bartholomeus was laicus van Saint-Georges de Tremeur. In 1504werd hij verplaatst naar Caen. Op het generaal kapittel van 1527 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1529: Petrus was conversus van Saint-Georges de Tremeur. Om disciplinaireredenen werd hij in 1529 naar Goes gezonden.1229kruisbroeders inSaint-Georges,1410-153020]15105yy•inm■ftA12 7iiBC5•JDNegentien kruisheren verbleven in Saint-Georges de Tremeurtussen 1410 en 1530. Twaalf daarvan traden vermoedelijk in Saint-Georges in, zeven kwamen van elders. Vijf van de ingetredenenwerden naar andere kloosters verplaatst. Zeven kruisbroedersbrachten gans hun kloosterleven in Saint-Georges door.1227 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 214, 221 en 241; A. Bochin, Les croisiers enPicardie. Lesprieuris de Condren et de Chauny. in: Clairlieu, 1998, jg. 56, p. 861228 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2751229 A. Van de Pasch, Definities..., p. 293


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 221Varennes-sur-Allier (gesticht in 1391)In 1391 stichtten de kruisbroeders een klooster in Varennes-sur-Allier. Zij richtten er een hospitium in. Op het generaal kapittelvan 1464 werd besloten dat de prior van dit klooster ieder jaar naarHoei moest komen of tenminste de prior van Caen als zijn vertegenwoordigermoest afvaardigen.- 1457: Laurentius was kruisbroeder van Parijs. In 1438 werd hij doorhet generaal kapittel verplaatst naar Varennes-sur-Allier voor drie jaren.Op het generaal kapittel van 1457 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1459: Richardus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. Op hetgeneraal kapittel van 1459 werd hij bij de overledenen vermeld.1230- 1469: Dyonisius was kruisbroeder van Buzan^ais. In 1469 werd hijnaar Varennes-sur-Allier gezonden.1231- 1470: Renouel (Renouin) Petrus was kruisbroeder van Saint-GeorgesdeTr&neur. Van 1451 tot 1463 werd hij naar Toulouse gezonden. Van1464 tot 1470 werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier.- 1472: de Bocholdia Swederus was kruisbroeder van Marienfrede. In1472 verbleef hij in Varennes-sur-Allier en was er prior. Op het generaal kapittel van 1472 werd hij bij de overledenen vermeld.1232- 1473: Jacobus was kruisbroeder van London. In 1473 verbleef hij inVarennes-sur-Allier en was er prior. Op het generaal kapittel van 1473werd hij bij de overledenen vermeld.1233- 1477: Scincrux Gilbertus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In1477 werd hij naar Toulouse gezonden.1234- 1479: Mongus (Momer) Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. In1477 en 1479 werd hij naar Varennes-sur-Allier gezonden. In 1449keerde hij naar Caen terug.- 1481: Luscart Adrianus was kruisbroeder van Doornik. In 1477 werdhij voor een jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Op het generaalkapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.230 A. Van de Pasch, Definities. .., p.231 A. Van de Pasch, Definities. .., p.232 A. Van de Pasch, Definities. .., pp233 A. Van de Pasch, Definities. .., p.Pl. Van de Pasch, Definities. .., p. 150110127 en 134. 140 en 141142


222 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1483: Adrianus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In 1483 washij er prior. Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenenvermeld.1235- 1483: Pennet (Pennel, Pesnel, Ponvel) Johannes was kruisbroeder vanCaen vanaf omstreeks 1455. In 1465 werd hij naar Saint-Georges deTremeur gezonden en in 1470 naar Varennes-sur-Allier (voor een jaar).Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1485: Ballini (Balieu, Balne, Balue, Balun) Joannes was kruisbroedervan Doornik. In 1474 verplaatste het generaal kapittel hem voor 66njaar naar Ivoy-Carignan en in 1476 voor 66n jaar naar Namen. Van1477 tot 1485 was hij subprior in Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1485 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1492: Wydbertus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. Hij was erprior in 1492. Op het generaal kapittel van 1492 werd hij bij deoverledenen vermeld.1236- 1495: Johannes was kruisbroeder van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1488 werd hij vanuit Parijs naar Varennes gezonden. In 1495 werdhij voor een jaar naar Chauny gezonden.- 1495: Namuriensis Michael was kruisbroeder van Namen. In 1495werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier.- 1496: de Spira Johannes was kruisbroeder van Doornik. In 1496 werdhij Varennes-sur-Allier verplaatst.- 1497: Buscoducensis Arnoldus was kruisbroeder van Den Bosch. In1491 werd hij verplaatst naar Chauny, in 1496 naar Varennes-sur-Allier en in 1497 naar Asperen.- 1497: Jacobus was kruisbroeder van Le Verger. In 1497 verbleef hij inVarennes-sur-Allier. In dat jaar keerde hij terug naar Le Verger. In 1501en 1502 verbleef hij in Virton.1237- 1502: Amelin (Amelinck, Ameling, Amelyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1470 werd hij voor een jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Daarna verbleef hij een tijdlang in Buzancais (tot1482). In 1482 werd hij Salignac en in 1483 naar Toulouse gezonden.Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1503: Leodiensis was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In 1503was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij deoverledenen vermeld.1238A. Van de Pasch, Definities..., p. 162A. Van de Pasch, Definities..., p. 191A. Van de Pasch, Definities..., pp. 207, 221 en 226A. Van de Pasch, Definities..., p. 230


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2231504: Bonet (de Bonnet) Wilhelmus was kruisbroeder van Varennessur-Allier.In 1477 en 1479 werd hij, telkens voor een jaar naarBuzan9ais gezonden. In 1485 stuurde het generaal kapittel hem vooreen jaar naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1504 werd hij bij deoverledenen vermeld.1506: Novionensis (Noviomo) Johannes was kruisbroeder vanVarennes-sur-Allier. In 1495 werd hij verplaatst naar Caen. Een jaarlater bepaalde het generaal kapittel dat hij in Caen moest blijven tot hijdoor de prior-generaal zou worden teruggeroepen. In 1499 keerde hijterug naar Varennes-sur-Allier. In 1506 werd hij naar Watenis gezonden. Op het generaal kapittel van 1506 werd hij bij de overledenenvermeld.1508: Aurifabri Gregorius was kruisbroeder van Luik. In 1508 werdhij verplaatst naar Varennes- sur-Allier, waar hij prior werd.1511: Harkx Petrus was kruisbroeder van Namen. In 1511 werd hijverplaatst naar Varennes-sur-Allier.1511: Flamingi (Florinck) Johannes was kruisbroeder van Parijs. Hijverbleef in Varennes-sur-Allier in 1488, 1500, 1504 en 1511. In 1511werd hij naar Dinant gezonden. In 1488 was hij prior en in 1504 subpriorvan Varennes.1512: de Martiniaco Ludovicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.In 1485 werd hij voor een jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Van1488 tot 1491 verbleef hij in Buzansais, van 1491 tot 1495 in Saint-Ursin en van 1495 tot 1500 in Toulouse. In 1501 werd hij verplaatstnaar Virton, waar hij van 1507 tot 1512 rector was. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1513: Rousel Nicolas was kruisbroeder van Caen. Hij was doctor in detheologie. Hij woonde in Caen van omstreeks 1477 tot 1513 en was erprior van 1501 tot 1513. In 1496 was hij subprior van Varennes-sur-Allier. In 1500 was hij definitor van de orde.1516: Grevensant Wilhelmus was kruisbroeder van Sneek. In 1495 en1508 werd hij verplaatst naar Woudrichem, in 1497 naar Varennessur-Allieren in 1512 naar Hoei. Op het generaal kapittel van 1516werd hij bij de overledenen vermeld.1516: de Sittart (Zelart) was kruisbroeder van Namen. In 1494 werdhij verplaatst naar Le Verger, waar hij subprior werd. Een jaar laterwerd hij tot 1508 prior van Varennes-sur-Allier. Dan keerde hij terugnaar Namen en was er tot 1516 prior. Hij was definitor van de orde in1511. Op het generaal kapittel van 1516 werd hij bij de overledenenvermeld.


224 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1524: Gilbertus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij de overledenen vermeld.1239- 1524: Philibertus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In 1524was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1524 werd hij bij deoverledenen vermeld.1240- 1526: Bertrandi Nicolas was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In1526 was hij er rector. Op het generaal kapittel van 1526 werd hij bijde overledenen vermeld.1241- 1528: Gossensis Arnoldus was kruisbroeder van Le Verger. In 1528werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittelvan 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.1242- 1528: van Bree Bartholomeus was kruisbroeder van Hoei. Hij was student in de theologie in Leuven van 1499 tot 1503. Van 1503 tot 1508was hij scriptor in Hoei. Van hem bleven diverse handschriftenbewaard op de universiteitsbibliotheek van Luik. In 1508 werd hij naarVarennes-sur-Allier verplaatst, waar hij tot subprior werd aangesteld.Hij bleef er tot in 1527. Op het generaal kapittel van 1528 werd hij bijde overledenen vermeld, "... qui miserrime periit misericordiam". A.Ramakers vroeg zich af of hij aan de pest gestorven was of dat hijmeegesleept werd in de stroom van prior-provinciaal Mulot van Parijs,die zich verzette tegen het generaal kapittel, naar Franse onafhankelijkheidstreefde en later naar het protestantisme overging.kruisbroeders in Varennes-sur-Allier,1410-1530403020100-A34|■■A11 23_I m 1,BCD4A. Van de Pasch, Definities..., p. 281A. Van de Pasch, Definities..., p. 281A. Van de Pasch, Definities..., p. 286A. Van de Pasch, Definities..., p. 291


DE ORDE VAN HET HEILJG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 225Vierendertig kruisbroeders leefdden in Varennes-sur-Allier tussen1410 en 1530. Elf daarvan traden in Varennes in, drieentwintigkwamen van elders. Van de ingetredenen werden vier kruisbroedersnaar andere kloosters gezonden. Zeven religieuzen brachten hunganse kloosterleven door in Varennes.Toulouse (gesticht voor 1256)De geschiedenis van het kruisherenklooster van Toulouse werdnauwelijks bestudeerd. Vermoedelijk werd het klooster gestichtenkele jaren voor 1256, toen Theodorus van Celles nog leefde inHoei. We weten dat het klooster, net zoals in Hoei en in Namen,gebouwd werd buiten de stadswallen en dat de kloosterkerk werdtoegewijd aan het Heilig Kruis.De eerste documenten die handelen over Toulouse spreken over1256 als begindatum. Russelius gaf 1248 als stichtingsjaar en er iszelfs een traditie die zegt dat Theodorus van Celles himself hetklooster stichtte in 1220, toen hij in Toulouse tegen de Albigenzenpreekte. In feite zat er een zekere logica in de stichting van hettweede kruisherenklooster in Frankrijk. Want de dominicanenwaren er komen wonen in 1215, de franciscanen in 1222, de trinitariersin 1237, de mercedariers in 1251, de zakbroeders in 1262, dekarmelieten in 1263 en de augustijnen in 1267.Na 1410 was het convent van Toulouse aanvankelijk niet voor deobservantie gewonnen. De prior van Parijs ondernam op zijn visitatiereisdoor Frankrijk in 1457 een nieuwe poging om Toulousevoor de observantie te winnen. Hij benoemde kruisbroeders uit zijneigen klooster, een van hen werd prior, een ander subprior. In 1458confirmeerde het generate kapittel deze handelwijze. Enkele jarenlater, toen bleek dat de resultaten heel minnetjes waren, werdenkruisbroeders uit de noordelijke kloosters (o.a. Keulen, Asperen enDiisseldorf) gevraagd en Jacobus StoeflF uit het klooster van Luikwerd als prior gei'nstalleerd. Na zijn dood werd opnieuw een kruisbroederuit Parijs prior in Toulouse. De kruisbroeders uit het noordenkonden het echter in Toulouse niet lang uithouden.12431243 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248-1840, pp. 186-187


226 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1432: Gudesino Bernard was kruisbroeder van Toulouse. In 1432 washij er prior. Hij kocht een wijngaard in 1432.1244- 1461: de Hornay Johannes was kruisbroeder van Parijs. In 1458 werdhij subprior van Toulouse. Hij bleef er tot 1461 en keerde dan terugnaar Parijs.- 1463: de Leodio Johannes was donaat van Toulouse. In 1463 werd hijnaar Salignac gezonden.1245- 1463: Stenvordie (de Steenfordia) Johannes was kruisbroeder vanFalkenhagen. V66r 1461 verbleef hij een tijdlang in Asperen. In 1461werd hij naar Toulouse gezonden. In 1462 verbleef hij voor penitentiein Aken. In 1463 was hij terug in Falkenhagen. Op het generaal kapittelvan 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1464: Dame Petrus was kruisbroeder van Parijs. Hij was diaken. Van1458 tot 1464 verbleef hij in Toulouse.- 1464: Deest Arnoldus was kruisbroeder van Aken. In 1460 en 1461verbleef hij in Ehrenstein, telkens 66n jaar voor penitentie, in 1462 inToulouse en in 1464 in Sint-Agatha.- 1464: Gerardi Gilbertus was kruisbroeder van Parijs. Van 1458 tot1464 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1464 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1464: Joluyn Thomas was kruisbroeder van Parijs. In 1464 verbleef hijin Toulouse waar tot prior werd benoemd om er te helpen bij de hervormingvan het klooster.- 1464: de Monasterio Johannes was kruisbroeder van Toulouse. Op hetgeneraal kapittel van 1464 werd hij bij de overledenen vermeld.1246- 1469: Billault Denis was kruisbroeder van Buzan^ais. Op 17 februari1441 werd hij diaken gewijd. Hij bleef in Buzan^ais tot 1446 en werddan verplaatst naar Toulouse. Daar bleef hij wonen tot in 1469, toenhij voor 66n jaar verplaatst werd naar Varennes-sur-Allier.1247- 1470: Renouel (Renouin) Petrus was kruisbroeder van Saint-GeorgesdeTr&neur. Van 1451 tot 1463 werd hij naar Toulouse gezonden. Van1464 tot 1470 werd hij verplaatst naar Varennes-sur-Allier.- 1470: van Susteren Goeswinus was kruisbroeder van Hoei. Hij wasscriptor als novice en clericus in Hoei in 1458. Het generaal kapittelvan 1470 zond hem naar Toulouse.Archives De'partementales de la Haute-Garonne, 132 H. 3A. Van de Pasch, Definities..., pp. 119 en 123A. Van de Pasch, Definities..., p. 123A. Van de Pasch, Definities..., pp. 127 en 134


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2271473: Meppis Nicolaus was kruisbroeder van Falkenhagen. In 1460werd hij verplaatst naar Suxy, in 1461 naar Aken en in 1464 naar Ivoy-Carignan. Van 1466 tot 1473 verbleef hij in Toulouse. Op het generaalkapittel van 1473 werd hij bij de overledenen vermeld. Weiss gaf1483 op als jaar van overlijden.1473: Corwase Franciscus was kruisbroeder van Toulouse. Hij wasdiaken. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenenvermeld.12481473: Judocus was donaat van Doornik. Van 1470 tot 1473 verbleefhij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij deoverledenen vermeld.1473: Nycasius was kruisbroeder van Toulouse. In 1473 was hij erprior. Op het generaal kapittel van 1473 werd hij bij de overledenenvermeld.12491475: Bitterus was conversus van Toulouse. Op het generaal kapittelvan 1475 werd hij bij de overledenen vermeld.12501475: Venlo Petrus was was donaat in Hoei. Het generaal kapittel van1475 zond hem voor 66n jaar naar Toulouse.1475: Zyttart Richardus was kruisbroeder van Toulouse. In 1475 washij er prior. Op het generaal kapittel van 1475 werd hij bij de overledenen vermeld.12511477: Scincrux Gilbertus was kruisbroeder van Varennes-sur-Allier. In1477 werd hij naar Toulouse gezonden.1478: de Gandavo Zegerus was kruisbroeder van Namen. In 1464werd hij verplaatst naar Parijs en in 1466 naar Toulouse. Op het generaal kapittel van 1478 werd hij bij de overledenen van Namen vermeld.1478: Ionijn (Conin, Nomii, Yoni) Nycolaus (Nicolas) was kruisbroeder van Caen. In 1464 stuurde het generaal kapittel hem naarToulouse, in 1466 naar Buzan$ais en in 1468 voor 6en jaar naar Parijs.In 1469 keerde hij terug naar Caen. Op het generaal kapittel van 1478werd hij bij de overledenen vermeld.1481: de Alosto (Alusco, Alusto) Johannes was kruisbroeder vanDoornik. In 1451 werd hij verplaatst naar Schwarzenbroich. Het generaal kapittel stuurde hem in 1464 en 1464 tot 1470 naar Toulouse. Ophet generaal kapittel van 1481 werd hij bij de overledenen vermeld.1248 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1421249 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1421250 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1461251 A. Van de Pasch, Definities..., p. 146


228 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1482: Picart (Picardi, Pikart) Petrus was kruisbroeder van Toulouse. In1458 was hij er prior. Enige tijd later werd hij verplaatst naar Parijs.Zeker van 1477 tot 1482 was hij prior van Parijs. Op het generaalkapittel van 1482 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1483: Jacobus was kruisbroeder van Toulouse. In 1483 was hij er prior.Op het generaal kapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1252- 1483: Goswinus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1483 werd hij bij de overledenen vermeld.1253- 1485: Workem Gisbert was kruisbroeder van Asperen. In 1485 werdhij naar Toulouse verplaatst.- 1485: de Hammone (Hammonis) Everhardus was kruisbroeder vanFalkenhagen. Van 1483 tot i486 verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1486 werd hij bij de overledenen vermeld.1254- 1485: de Sonsbeck Gerardus was kruisbroeder van Doornik. In 1458werd hij naar Toulouse gezonden omwille van de hervormig van dekloosterobservantie. In 1464 stuurde het generaal kapittel hem voor66n jaar naar Parijs. Hij overleed als prior van Toulouse in 1485.- 1488: Hellinck Hermannus was donaat van Marienfrede. In 1459werd hij verplaatst naar Toulouse. Op de generale kapittels van 1461,1464 en 1465 werd hij benoemd voor Caen. Op het generaal kapittelvan 1488 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1491: Hermanus was conversus van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.1255- 1493: Lochem Goswinus was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1470 werd hij verplaatst naar Toulouse. Op het generaalkapittel van 1493 werd hij vermeld bij de overledenen.- 1494: Hulshorst (Xantis, Xanctis) Johannes was kruisbroeder vanMaastricht. In 1469 begon hij aan het noviciaat. Een jaar later deed hijzijn professie. Van 1485 tot 1488 verbleef hij in Toulouse. Op 10december 1488 moest hij op last van de stadsmagistraat Maastrichtverlaten nadat hij melaats was geworden. Hij verhuisde naar Xanten,waar de prior van Marienfrede hem jaarlijks vier goudguldens uitkeerdeals pensioen. Op het generaal kapittel van 1494 werd hij bij deoverledenen vermeld.12561252 A. Van de Pasch, Definities.. p. 1621253 A. Van de Pasch, Definities.. p. 1631254 A. Van de Pasch, Definities.. pp. 162, 165 en 1721255 A. Van de Pasch, Definities.. p. 1881256 A. Van de Pasch, Definities.. p. 198; R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht envan Maaseik in de vijftiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 73


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 229- 1495: Wylhelmus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.1257- 1495: Werdenbroch alias de Brockhausen (Werdenbruc, Werdenberch,Werdenborch, Wardenburch) Henricus was kruisbroeder vanDiisseldorf. In 1461 werd hij verplaatst naar Toulouse. Een jaar laterkeerde hij terug naar Diisseldorf omwille van 66n jaar zware straf. In1463 ging hij 66n jaar naar London en in 1464 en 1465 telkens 66njaar naar Caen, pro refonnatione. In 1495 werd hij verplaatst naarWatenis, waar hij subprior werd.- 1495: Michael was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.1258- 1499: de Curleto (Cabinleto) Nicolas was kruisbroeder van Toulouse.Op het generaal kapittel van 1499 werd hij bij de overledenen vermeld.1259- 1499: Franciscus was kruisbroeder van Salignac. In 1499 werd hij verplaatst naar Toulouse.1260- 1499: Talleren Johannes was kruisbroeder van Salignac. In 1499 werdhij verplaatst naar Toulouse.1261- 1501: Schal Petrus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.1262- 1502: Laurentius was kruisbroeder van Toulouse. In 1502 was hij erprior. Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenenvermeld.1263- 1502: Amelin (Amelinck, Ameling, Amelyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1470 werd hij voor 66n jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Daarna verbleef hij een tijdlang in Buzansais (tot1482). In 1482 werd hij naar Salignac en in 1483 naar Toulousegezonden. Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1503: Nicolaus was kruisbroeder van London. In 1503 en 1504verbleef hij in Donnington. In 1504 werd hij prior van Toulouse. InLondon werd hij Nicolas jr. genoemd.1 12641257 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2021258 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2021259 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2151260 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2151261 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2151262 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2231263 A. Van de Pasch, Definities..., p. 227A. Van de Pasch, Definities..., pp. 229 en 232; J.M. Hayden, Religious reform and religious orders in England, 1490 - 1540: the case ofthe Crutched Friars, in: The Catholic HistoricalReview, Michigan, The Catholic University of America Press, vol. LXXXV1, iuli 2000, nr. 3,p. 428


230 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1506: de Insulis Nicolas was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel van 1495 verplaatste hem naar London. Hij werd diaken gewijdop 17 december 1502 en werd Nicolas jr. van London genoemd.Hij bleef er tot 1503. Dan verhuisde hij naar Donnington. In 1504werd hij prior van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1506 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1507: de Monte St. Gertrudis Daniel was kruisbroeder van Keulen,zeker van 1456 tot 1461. In 1461 werd hij conventualis van Toulouse.In 1462 en 1485 werd hij naar Maastricht gezonden, telkens voor 66njaar. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1510: Ruselat Antoine was kruisbroeder van Lannoy. In 1500 en 1501verbleef hij in Toulouse. Op het generaal kapittel van 1510 werd hij bijde overledenen vermeld.1265- 1511: Philibertus was kruisbroeder van Le Verger. In 1511 werd hijnaar Toulouse gezonden.1266- 1512: Johannes was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1267- 1512: de Spinant Robert was kruisbroeder van Toulouse. In 1512 washij er prior. Op het generaal kapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1268- 1512: de Martiniaco Ludovicus was kruisbroeder van Ivoy-Carignan.In 1485 werd hij voor 66n )2&x naar Varennes-sur-Allier gezonden. Van1488 tot 1491 verbleef hij in Buzancjais, van 1491 tot 1495 in Saint-Ursin en van 1495 tot 1500 in Toulouse. In 1501 werd hij verplaatstnaar Virton, waar hij van 1507 tot 1512 rector was. Op het generaalkapittel van 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1514: de Bouilhon Laurent was kruisbroeder van Toulouse. In 1514was hij er prior.1269- 1515: van Uden Henricus was kruisbroeder van Den Bosch. In 1483werd hij naar Toulouse gezonden. Een jaar later verhuisde hij voor penitentienaar Maaseik. In 1515 was hij subprior van Den Bosch. Ophet generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.12701265 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 218, 221 en 2501266 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2521267 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2561268 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2561269 Archives De'partementales de la Haute-Garonne, 132 H. 81270 A, Van de Pasch, Definities..., pp. 162, 165 en 262; R. Janssen, De Kruisbroeders vanMaastricht en van Maaseik in de vijfiiende eeuw: geen hechte maar wel een losse band, p. 79


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2311517: van Leyden (van Aken) Simon was kruisbroeder van Aken. Hijwerd in 1480 naar Maaseik gezonden en in 1483 naar Toulouse. Van1483 tot 1501 was hij prior van Aken. Vervolgens werd hij verplaatstnaar Scharzenbroich. Van 1503 tot 1517 was hij prior van Toulouse.In 1489 werd hij aangesteld tot visitator van de Franse kloosters en vanLannoy. Op het generaal kapittel van 1517 werd hij bij de overledenenvermeld.1519: Capellis Henricus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij vermeld bij de overledenen.12711521: Nicoldetus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.12721522: van Sassenvelt (Sassenfelt) Wilhelmus was kruisbroeder vanVenlo. In 1485 werd hij naar Toulouse gezonden en in 1487 naarRoermond. In 1489 keerde hij naar Venlo terug. Hij was prior vanToulouse in 1485 en visitator van de Franse kloosters en van Lannoyin 1485 en hulpvisitator in 1489. Op het generaal kapittel van 1522werd hij vermeld bij de overledenen.12731527: Gotille Johannes was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1527 werd hij bij de overledenen vermeld.12741530: Regenaldus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1530 werd hij vermeld bij de overledenen.12751530: Gentis Wilhelmus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij vermeld bij de overledenen.12761530: Bresath Tristandus was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij vermeld bij de overledenen.12771530: Blasius was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittelvan 1530 werd hij vermeld bij de overledenen.12781530: Johannes was kruisbroeder van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij vermeld bij de overledenen.1279271 A. Van de Pasch, Definities...272 A. Van de Pasch, Definities...273 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 269p. 273pp. 168, 175, 182 en 275p. 288p. 296p. 296p. 296p. 297p. 297


232 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWkruisbroeders in Toulouse,1410-1530801^6227 3526040200- V"■A^mffllMmi " rBCDTweeenzestig kruisbroeders leefden in Toulouse tussen 1410 en1530. Zevenentwintig van hen traden in Toulouse in, vijfendertigkwamen van elders. Slechts twee van de zevenentwintig ingetredenenwerden naar een ander klooster gezonden.Salignac (gesticht in 1337/1345)Het klooster van Salignac, dat in 1337 gesticht werd, hoorde bijToulouse. Herhaaldelijk bleek dat de prior van Toulouse zeggingschaphad over dit klooster. Verdere gegevens ontbreken overdit klooster. Het grootste deel van de archieven van het kasteel envan het klooster van Salignac gingen verloren tijdens een brand in1793. In sommige publicaties wordt ook gesproken van het klooster Salviac. Dit klooster heeft echter nooit bestaan en is vermoedelijk'ontstaan' als gevolg van een foutieve lezing van het verlatiniseerdewoord Salignacensis.- 1463: de Leodio Johannes was donaat van Toulouse. In 1463 werd hijnaar Salignac gezonden.- 1495: Petrus was kruisbroeder van Salignac. Op het generaal kapittelvan 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.1280A. Van de Pasch, Definides..., p. 202


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2331495: Gerhardus was kruisbroeder van Salignac. Op het generaalkapittel van 1495 werd hij bij de overledenen vermeld.12811499: Talleren Johannes was kruisbroeder van Salignac. In 1499 werdhij verplaatst naar Toulouse.1499: Franciscus was kruisbroeder van Salignac. In 1499 werd hij verplaatst naar Toulouse.1499: Vincensius was kruisbroeder van Buzancais. In i486 en 1497werd hij naar Lannoy gezonden. In 1488 was hij subprior vanBuzancais. In 1499 verbleef hij in Salignac.12821500: Multoris Wilhelmus was kruisbroeder van Caen. In 1499 keerdehij voor straf terug naar Caen nadat hij een tijdlang in Salignac priorwas geweest. Hij overleed na 1500.1502: Hubertus was kruisbroeder van Salignac. Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.12831502: Amelin (Amelinck, Ameling, Amelyn) Johannes was kruisbroeder van Caen. In 1470 werd hij voor een jaar naar Varennes-sur-Allier gezonden. Daarna verbleef hij een tijdlang in Buzancais (tot1482). In 1482 werd hij Salignac en in 1483 naar Toulouse gezonden.Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.1512: Petrus was kruisbroeder van Salignac. Op het generaal kapittelvan 1512 werd hij bij de overledenen vermeld.1284kruisbroeders in Salignac,1o/8642n104m 6H///■—mIBAB14mc1410-1530D21281 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2021282 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 169, 172, 179 en 2151283 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2271284 A. Van de Pasch, Definities..., p. 256


234 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWIn Salignac verbleven tussen 1410 en 1510 slechts tien kruisbroeders.Zes traden er in, vier kwamen van elders. Van de zesingetredenen werden er twee verplaatst. Vier kruisbroeders brachtengans hun kloosterleven door in Salignac.Laines-aux-Bois (gesticht in 1343)In de buurt van Troyes stichtten de kruisheren in 1343 eenklooster in Laines-aux-Bois. In de buurt sprak men van les Croisiersof van les Porte-Croix. Vermoedelijk was dit klooster afhankelijkvan Parijs. We weten er nauwelijks iets over.- 1438: Bruck Petrus akoliet van Parijs. Het generaal kapittel van 1438zond hem vanuit Parijs naar Laines-aux Bois.- 1526: Francicus was kruisbroeder van Laines-aux-Bois. Op het generaal kapittel van 1526 werd hij bij de overledenen vermeld.1285Slechts twee namen van kruisbroeders bleven bewaard: de eerstewerd uit Parijs gezonden, de tweede trad in Laines-aux-Bois in.EngelandDrie eigenschappen waren kenmerkend voor alle groepen cruciferiin Engeland: een legendarische oorsprong, de regel van Sint-Augustinus en een voorliefde voor hospitalen. Italiaanse, Ierse,Boheemse en Belgische kruisheren waren in Engeland werkzaam.Enkele auteurs schrijven de volgende kloosters toe aan de Belgischekruisheren: Ospring (Kent), Whaplode (Lincolnshire), Colchester(Essex), Warenford (Northumberland), Caldwell (Belfordshire),Osmotherley (Yorkshire), Welnetham (Suffolk), Barham(Cambridgeshire), London, York, Kildale (Yorkshire), Oxford,Blakehowe (North Riding Yorkshire), Wotton - under - Edge(Gloucestershire) en Donnington (Berkshire)A. Van de Pasch, Definities..., p. 286


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 235We weten niet veel over de Engelse kloosters van de Orde vanhet H. Kruis. Zelfs weten we niet met zekerheid of de kloosters, dieooit als kruisbroedersklooster werden opgegeven, wel behoordhebben tot de orde. In de besluiten van de generale kapittels werden de volgende Engelse kloosters vermeld: London, Donnington,Bergham (Barham) en Welnetham.Naar alle waarschijnlijkheid arriveerden de kruisbroeders inEngeland v66r 1248. Ze begonnen in Whaplode (1246). Daarnavolgden London (1249 of 1269) en de andere kloosters, waarvande meesten vermoedelijk klein bleven. Met zekerheid is ditgeweten van Colchester en Donnington. London daarentegengroeide uit tot een groot klooster.De komst van de kruisbroeders naar Engeland blijft in nevelsgehuld. Sommige auteurs veronderstellen dat zij vanuit Hoei naarEngeland kwamen om er huizen op te richten op dezelfde manierals dat op het vasteland gebeurde. Anderen opperen demogelijkheid, dat de kruisbroeders al v66r 1238 aanwezig waren inEngeland. In Colchester stichtten zij een hospitaal tussen 1233 en1235 en in Ospring in 1234. Beide stichtingen hidden al vlug opte bestaan: Colchester in 1392 en Ospring in 1407. Colchesterwerd opnieuw gesticht in 1496.Over het aantal kruisherenkloosters in Engeland bestaat helemaalgeen zekerheid. Er zijn onvoldoende documenten beschikbaarom daarover uitsluitsel te geven. Intrigerend is wel het feit dater in de documenten vaak gesproken wordt over kruisherenstichtingenin Schotland en Ierland, terwijl nooit namen genoemdworden.De Engelse bisschoppen waren de kruisbroeders niet genegen.Zij hadden moeite met de exemptie en met het feit dat een buitenlanderhoofd was van de orde. In de veertiende eeuw was hetkloosterleven van de kruisbroeders in Engeland al in verval. Tweekeer ondernam de prior-generaal pogingen om de Engelse kloosters voor de observantie te winnen. In de vijftiende eeuw noteerdemen zelfs drie pogingen. Ze haalden niet veel uit. Wel werd in


236 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW1426 overeengekomen, dat voortaan een afvaardiging van deEngelse kloosters het generale kapittel zou bijwonen.Een nieuwe sticking is in Engeland na 1410 niet meer genoteerd.In 1538, toen alle kruisherenkloosters in Engeland werdenopgeheven, bezat de orde er nog slechts vijf huizen. Daarvan hadde prior van London, John Dryver, zich de woede op de halsgehaald van Hendrik VIII nadat hij de koning in 1532 DestructorFidei had genoemd.1286Barham (gesticht in 1293)- 1406: Westwode John was kruisbroeder van London. Van 1387 tot1406 werd hij naar Barham gezonden. In 1404 was hij kapelaan vanLinton (Barham).1287- 1455: Beverley John was kruisbroeder van Barham in 1455.1288- 1457: Lubbertus was kruisbroeder van London. In 1456 werd hij voorpenitentie naar Barham gezonden. Op het generaal kapittel van 1457werd hij bij de overledenen vermeld.1289- 1495: Frank William was kruisbroeder van London. In 1494 en 1495verbleef hij in Barham. Hij werd akoliet op 18 februari 1490. Hij werdsubdiaken gewijd in 1494 en diaken gewijd in 1495.1290- 1497: Bredford John was kruisbroeder van Barham in 1496 en 1497.In 1496 werd hij diaken gewijd.1291Slechts vijf namen van kruisbroeders uit Barham blevenbewaard. Drie kruisbroeders werden uit London gezonden, tweetraden in Barham in.1286 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1248 - 1840, pp. 88-891287 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, in: Clairlieu, 1995, jg. 53, p. 68; Idem,The Crutched Friars in England, in: Clairlieu, )%A7, 1989, pp 165-1661288 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 721289 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 104 en 1061290 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 73-751291 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 75


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 237Colchester (gesticht in 1496)- 1500: Pryntes Wylhelmus was kruisbroeder van Colchester in 1500.1292- 1503: Goodwyn John was kruisbroeder van London. In 1503 werd hijnaar Colchester gezonden. Hij werd subdiaken gewijd op 22 februari1494 en diaken gewijd op 10 maart 1494.1293- 1521: Anglicus Walter was kruisbroeder van Colchester. In 1521 washij er subprior. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij deoverledenen vermeld.1294- 1521: Gross Petrus was kruisbroeder van Nieuwland. In 1502 en 1504werd hij naar London gezonden, in 1503 naar Colchester. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.1295Slechts vier namen van kruisbroeders van Colchester blevenbewaard. Twee kruisbroeders kwamen uit Londen en een uitNieuwland. Een kruisbroeder trad in Colchester in.Donnington (gesticht in 1376)- 1465: Bloes Petrus was kruisbroeder van Donnington. In 1465 was hijer prior. Op het generaal kapittel van 1465 werd hij bij de overledenenvermeld.1296- 1502: Owen Thomas was kruisbroeder van London van 1491 tot1502. In 1502 werd hij naar Donnington gezonden. Hij werd subdiaken gewijd op 28 mei 1491 en diaken gewijd op 24 September1491.1297- 1502: Jacobus was kruisbroeder van Luik. In 1502 werd hij verplaatstnaar Donnington.- 1503: Nicolaus was kruisbroeder van London. In 1503 en 1504verbleef hij in Donnington. In 1504 werd hij prior van Toulouse. InLondon werd hij Nicolas jr. genoemd.1292 J.M. Hayden, The Crutched Friars in England, p. 1671293 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 741294 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2731295 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226, 229 en 273; J.M. Hayden, The Crutched Friarsrevisited, p. 761296 A. Van de Pasch, Definities..., p. 125; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 731297 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 74 en 76


238 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1503: Andreas was kruisbroeder van Donnington. In 1503 was hij ersubprior. Op het generaal kapittel van 1503 werd hij bij de overledenenvermeld.1298- 1506: de Insulis Nicolas was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel van 1495 verplaatste hem naar London. Hij werd diaken gewijdop 17 december 1502 en werd Nicolas jr. van London genoemd.Hij bleef er tot 1503. Dan verhuisde hij naar Donnington. In 1504werd hij prior van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1506 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1510: Johannes was kruisbroeder van Brandenburg. In 1510 werd hijnaar Donnington gezonden.1299- 1512: West (Wert) Thomas was kruisbroeder van London. Hij was erprior van 1491 tot 1502. Dan verhuisde hij naar Donnington, waar hijtot aan zijn dood verbleef. Op het generaal kapittel van 1512 werd hijbij de overledenen vermeld.1300- 1515: Millendunck (Millendonck) Johannes was kruisbroeder vanBrandenburg. In 1503 en 1504 werd hij naar London gezonden. In1509 werd hij verplaatst naar Welnetham en van 1510 tot 1515verbleef hij in Donnington. Op het generaal kapittel van 1515 werd hijbij de overledenen vermeld.1301- 1519: Venlo Johannes was kruisbroeder van Woudrichem. In 1505werd hij naar Falkenhagen gezonden, in 1506 naar Franeker en van1507 tot 1509 naar Donnington. Van 1511 tot 1519 werd hij subprior van Woudrichem. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij deoverledenen vermeld.1302- 1519: de Endovia Petrus was kruisbroeder van London. In 1503 werdhij naar Donnington gezonden. Op het generaal kapittel van 1519werd hij bij de overledenen vermeld.13031298 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2301299 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2501300 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226 en 256; J.M. Hayden, The Crutched Friarsrevisited, p. 78; Idem, The Crutched Friars in England, p. 1691301 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 229, 232, 247, 250 en 262; J.M. Hayden, TheCrutched Friars revisited, pp. 76-78; Idem, Religious reform and religious orders in England,1490-1540: the case of the Crutched Friars, in: The Catholic Historical Review, Michigan, TheCatholic University of America Press, vol. LXXXVI, juli 2000, nr. 3, p. 4281302 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 235, 237, 240, 246, 252 en 269; J.M. Hayden, TheCrutched Friars revisited, p. 77; Idem, Religious reform and religious orders in England, 1490-1540: the case ofthe Crutched Friars, p. 4281303 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 229 en 269


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 239- 1519: Donye (Huyensis, Van Vilvoorde) Baltasar was kruisbroeder vanHoei. In 1492 werd hij door het generaal kapittel naar Donningtongezonden. In 1493 keerde hij terug naar Hoei. In 1495 werd hij alsconventualis naar London gestuurd en bleef er tot aan zijn dood. In1509 studeerde hij aan de Universiteit van Leuven. Op het generaalkapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.Twaalf kruisbroeders verbleven tussen 1410 en 1530 inDonnington. Twee van hen traden in Donnington in, de anderetien kwamen van elders.London (gesticht in 1282)- 1410: Gate Walter was kruisbroeder van London. Hij werd akoliet op08 maart 1409. Hij werd subdiaken gewijd op 17 april 1410 en diakengewijd op 20 September 1410.1304- 1411: Gowda Walter was kruisbroeder van London in 1411. Hij werdakoliet op 17 mei 1410. Hij werd subdiaken gewijd op 20 September1410 en diaken gewijd op 12 december 1410.1305- 1411: Boxstede Roger was kruisbroeder van London in 1411. Hij werdsubdiaken gewijd op 06 juni 1411 en diaken op 17 September 1411.1306- 1412: Rolf William was kruisbroeder van London in 1412. Hij werdakoliet op 28 mei 1412. Hij werd subdiaken gewijd op 24 September1412.1307- 1412: Bylesham John was kruisbroeder van London in 1412. Hij werdakoliet op 19 September 1411. Hij werd diaken gewijd op 02april. 1412.1308- 1412: Bemerys Thomas was kruisbroeder van London in 1412. Hijwerd akoliet op 17 mei 1410. Hij werd subdiaken gewijd op 02 april1412 en diaken gewijd op 24 September 1412.1309- 1417: London Thomas was kruisbroeder van London. Op 27 maart1417 werd hij diaken gewijd.13101304 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701305 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701306 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701307 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701308 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701309 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 701310 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 70


240 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1417: Stonesdale Peter was kruisbroeder van London in 1417.1311- 1421: Bolton John was kruisbroeder van Londen in 1421. Hij werdakoliet op 05 juni 1417. Op 21 december 1420 werd hij diaken gewijd.1312- 1422: Adryan John was kruisbroeder van London in 1422.1313- 1424: Michell William was kruisbroeder van London. Op 23 September 1424 werd hij diaken gewijd.1314- 1426: Wilhelmus was kruisbroeder van London. Op het generaalkapittel van 1426 werd hij bij de overledenen vermeld.1315- 1428: Litham Thomas was kruisbroeder van London in 1428.1316- 1430: Bardell William was kruisbroeder van London. Op 10 juni 1430werd hij akoliet.1317- 1430: Mertsman Ralph was kruisbroeder van London. Op 10 juni1430 werd hij akoliet.1318- 1430: Lynden Nicolas was kruisbroeder van London. Hij werd akolietin September 1428. Op 28 September 1429 werd hij subdiaken gewijd en op 12 maart 1430 diaken gewijd.1319- 1432: Bloys Peter was kruisbroeder van London. Hij werd akoliet op10 juni 1430. Subdiaken werd hij gewijd op 14 juni 1432.1320- 1433: Zaligen Herbardus was kruisbroeder van London. Hij werd subdiaken gewijd op 28 augustus 1433.1321- 1435: Eer Gerardus was kruisbroeder van London. Op het generaalkapittel van 1435 werd hij bij de overledenen vermeld.1322- 1435: Clerk (Cleen, Cleer) John was kruisbroeder van London. Hijwerd subdiaken gewijd op 18 december 1406 en diaken gewijd op 19februari 1407. Op het generaal kapittel van 1435 werd hij bij deoverledenen vermeld.13231311 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 70J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 70-711313 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 711315 A. Van de Pasch, Definities..., p. 53J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71A. Van de Pasch, Definities..., p. 67A. Van de Pasch, Definities..., p. 67; J.M. Hayden, The Crutched Friars in England,p. 165


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2411438: Asschwell (Asshewelle, Ashevelle) John was kruisbroeder vanLondon. Van 1432 tot 1438 was hij er prior. Hij werd subdiaken gewijdop 18 december 1406 en diaken gewijd op 19 februari 1407. In1432 werd hij beschuldigd van hekserij. Op het generaal kapittel van1438 werd hij bij de overledenen vermeld.13241439: Coventre John was kruisbroeder van London. Hij werd akolietop 28 februari 1439.13251441: de Malsen Nicolas was kruisbroeder van London. In 1441 werdhij voor penitentie naar Asperen gezonden.1442: Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431 werd hij verplaatstnaar Luik. In 1442 werd hij voor penitentie naar Namen gezonden.1445: Oldewater James was kruisbroeder van London. Hij werd akoliet op 20 februari 1445. Op 13 maart 1445 werd hij subdiaken gewijd en op 27 maart 1445 diaken gewijd.13261445: Patryk John was kruisbroeder van London. Op 13 maart 1445werd hij subdiaken gewijd en op 27 maart 1445 diaken gewijd.13271446: Hayton (Hynton) John was kruisbroeder van London. Hij werdakoliet op 06 juni 1444. Op 2 april 1446 werd hij diaken gewijd.13281448: Hebson (Hepson) Richard was kruisbroeder van London. Hijwerd subdiaken gewijd op 23 September 1447 en diaken gewijd op17 februari 1448.13291454: Hugo was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittelvan 1454 werd hij bij de overledenen vermeld.13301457: Lubbertus was kruisbroeder van London. In 1456 werd hij voorpenitentie naar Barham gezonden. Op het generaal kapittel van 1457werd hij bij de overledenen vermeld.1459: Bisshop (Bisschop) Peter was kruisbroeder van London. Vanafca. 1440 tot 1459 was hij er prior. Hij werd akoliet op 26 februari1396. Hij werd subdiaken gewijd op 24 mei 1399 en diaken gewijd op20 September 1399.13311324 A. Van de Pasch, Definities..., p. 72; J.M. Hayden, The Crutched Friars in England*165J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 71J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 72J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 72J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 72J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 72A. Van de Pasch, Definities..., p. 101A. Van de Pasch, Definities..., p. 112; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp.69 en 72


242 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1463: de Turnout Georges was kruisbroeder van Kolen-Kerniel. In1450 en 1451 verbleef hij in Ivoy-Carignan. In 1463 werd hij voor eenjaar naar London gezonden.- 1463: Anglicus Wilhelmus was kruisbroeder van London. Op het generaalkapittel van 1463 werd hij bij de overledenen vermeld.1332- 1467: Stancor (Staunton) Peter John was kruisbroeder van London. In1466 was hij er prior. Hij werd akoliet op 28 februari 1439. Hij werdsubdiaken gewijd op 21 maart 1439 en diaken gewijd op 17 September 1439. Op het generaal kapittel van 1467 werd hij bij de overledenen vermeld.1333- 1469: Linkol Thomas was kruisbroeder van London. Op het generaalkapittel van 1469 werd hij bij de overledenen vermeld.1334- 1473: Jacobus was kruisbroeder van London. In 1473 verbleef hij inVarennes-sur-Allier en was er prior. Op het generaal kapittel van 1473werd hij bij de overledenen vermeld.- 1475: Wilhelmus was kruisbroeder van London. In 1475 was hij erprior. Op het generaal kapittel van 1475 werd hij bij de overledenenvermeld.1335- 1477: Rodolphus was donaat van Sint-Agatha. In 1436 verbleef hij inLondon. Daarna verbleef hij onafgebroken in Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1477 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1480: de Londonio Rolandus was kruisbroeder van London. In 1431werd hij verplaatst naar Luik. In 1441 werd hij 66n jaar naar Namengezonden voor penitentie. Op het generaal kapittel van 1480 werd hijbij de overledenen van London vermeld.- 1488: Pyers Johannes was kruisbroeder van London in 1488.1336- 1488: Clementis Symon was kruisbroeder van London in 1488.1337- 1488: Ternen John was kruisbroeder van London in 1488.1338- 1488: Stephanus was kruisbroeder van London in 1488.1339- 1489: Church Roger was kruisbroeder van London in 1489.134°1332 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1201333 A. Van de Pasch, Definities..., p. 130; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 711334 A. Van de Pasch, Definities..., p. 134; J.M. Hayden, The Crutched Friars in England,p. 1661335 A. Van de Pasch, Definities..., p. 1461336 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 731337 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 73; A. Van de Pasch, Definities...,p. 1801338 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 731339 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 731340 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 73


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2431490: Theyne Simon was kruisbroeder van London in 1490. Op18 September 1490 werd hij akoliet.13411490: Bradford John was kruisbroeder van London. Op 18 december1490 werd hij akoliet.13421490: Johannes was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittelvan 1490 werd hij bij de overledenen vermeld.13431490: Reedy William was kruisbroeder van London. Op 18 September1490 werd hij akoliet.13441490: Blyet Thomas was kruisbroeder van London. Op 18 September1490 werd hij akoliet.13451491: de Assindia (Essendiae, van Essen, Essendie) Johannes waskruisbroeder van Marienfrede. Van 1468 tot 1472 was hij er prior. In1474 werd hij voor een jaar naar Kolen-Kerniel gezonden. Op 5 augustus1474 werd hij prior van Sneek. Van 1489 tot 1491 verbleef hij inLondon. Op het generaal kapittel van 1491 werd hij bij de overledenen vermeld.13461494: Jaffe Roger was kruisbroeder van London. Hij werd akoliet op15 december 1491. Hij werd diaken gewijd op 14 april 1492.13471494: Verden Johannes was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1494 werd hij bij de overledenen vermeld.13481495: Nicolaus was kruisbroeder van Namen. In 1495 werd hij verplaatstnaar London.1495: Werdenbroch alias de Brockhausen (Werdenbruc, Werdenberch,Werdenborch, Wardenburch) Henricus was kruisbroeder vanDiisseldorf. In 1461 werd hij verplaatst naar Toulouse. Een jaar laterkeerde hij terug naar Diisseldorf omwille van e'en jaar zware straf. In1463 ging hij ee'n jaar naar London en in 1464 en 1465 telkens eenjaar naar Caen, pro reformatione. In 1495 werd hij verplaatst naarWatenis, waar hij subprior werd.1495: Frank William was kruisbroeder van London. In 1494 en 1495verbleef hij in Barham. Hij werd akoliet op 18 februari 1490. Hij werdsubdiaken gewijd in 1494 en diaken gewijd in 1495.J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 74J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 73343 A. Van de Pasch, Definities..., p. 186J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 75J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 75346 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 144, 182 en 188347 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 74-75348 A. Van de Pasch, Definities..., p. 198349 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 74-75


244 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1496: Edward Walter was kruisbroeder van London. Hij werd akolietop 28 mei 1491. Hij werd subdiaken gewijd op 22 februari 1494 endiaken gewijd op 22 februari 1494.1349- 1496: Saunder (Sander) John was kruisbroeder van London. Hij werdakoliet op 28 maart 1491. Hij werd subdiaken gewijd op 24 September 1491 en diaken gewijd op 17 december 1491. Op het generaalkapittel van 1497 werd hij bij de overledenen vermeld.1350- 1499: de Tyla (Tila) Henricus was kruisbroeder van Bentlage. In 1450begon hij aan het noviciaat. In 1470 en 1471 werd hij naar Beyenburggezonden, telkens voor een jaar. In 1493 werd hij prior van London.In 1499 was hij subprior van Bentlage.- 1500: van Leerdam Johannes was kruisbroeder van Maastricht. In1486 deed hij er professie. In 1492 was hij boekbinder in Maastricht.Van 1495 tot 1500 was hij kruisbroeder van London en in 1500 washij er subprior. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld.1351- 1500: Brett William was kruisbroeder van London. Hij werd akolietop 23 december 1497. Hij werd subdiaken gewijd op 10 maart 1498en diaken gewijd op 21 September 1498.1352- 1500: Turnoa (Turnouth) Johannes was kruisbroeder van Asperen. Ophet generaal kapittel van 1500 werd besloten dat hij vanuit Londonterug zou keren naar Asperen. In 1505 werd hij vanuit Asperen naarNieuwland gezonden.Hij werd er subprior.- 1500: Quaet (Quern, Werl, Quercus, Quern de Neomagio) Henricuswas kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1495 tot 1500 verbleef hij inLondon. Hij overleed in 1500 in London aan de pest. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1501: Leydamensis Johannes was kruisbroeder van London. In 1501was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij deoverledenen vermeld.1353- 1501: Albertus was kruisbroeder van London. Hij werd subdiakengewijd. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenenvermeld.13541350 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 74; A. Van de Pasch, Definities...,p. 2081351 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 200 en 222; J.M. Hayden, The Crutched Friarsrevisited, p. 75; pp. R. Janssen, De Kruisbroeders van Maastricht en van Maaseik in de vijftiendeeeuw: geen hechte maar wel een losse band, pp. 75-761352 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 751353 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2221354 A. Van de Pasch, Definities..., p. 223


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2451501: Robertus was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittelvan 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.13551501: Duzen Johannes was kruisbroeder van London. Hij werd diakengewijd op 21 december 1499. Op het generaal kapittel van 1501werd hij bij de overledenen vermeld.13561501: de Mechlinea Lucas was kruisbroeder van London. In 1501 washij er prior. Op het generaal kapittel van 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.13571501: Cronyngang Nichus was kruisbroeder van London. Hij werdakoliet op 27 maart 1501. Hij werd subdiaken gewijd op 18 april 1501en diaken gewijd op 05 juni 1501.13581501: Thomas was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittelvan 1501 werd hij bij de overledenen vermeld.13591502: Owen Thomas was kruisbroeder van London van 1491 tot1502. In 1502 werd hij naar Donnington gezonden. Hij werd subdiaken gewijd op 28 mei 1491 en diaken gewijd op 24 September 1491.1502: Francis (Fraunces) John was kruisbroeder van London. Hij werdakoliet op 28 mei 1491. Hij werd subdiaken gewijd op 24 September1491 en diaken gewijd op 17 december 1491. Op het generaal kapittel van 1502 werd hij bij de overledenen vermeld.13601502: Novifundi Petrus was kruisbroeder van Nieuwland. In 1502werd hij naar London gezonden.13611503: Goodwyn John was kruisbroeder van London. In 1503 werd hijnaar Colchester gezonden. Hij werd subdiaken gewijd op 22 februari1494 en diaken gewijd op 10 maart 1494.1504: Smalsman Christianus was kruisbroeder van Keulen. Van 1482tot 1487 werd hij verplaatst naar Woudrichem en was er subprior. In1487 verbleef hij in Briiggen. In 1493 was hij prior van London en in1504 subprior in Helenenberg. Op het generaal kapittel van 1504werd hij bij de overledenen vermeld.1505: de Harlow Peter was kruisbroeder van London. Op 23 december 1503 werd hij diaken gewijd.1 13621355 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2231356 A. Van de Pasch, Definities..., p. 223; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,751357 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2221358 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 76l3^ A. Van de Pasch, Definities..., p. 223J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 74 en 761361 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2261362 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 77


246 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1505: Barker John was kruisbroeder van London in 1505.1363- 1505: Bray William was kruisbroeder van London in 1505.1364- 1505: Palmer William was kruisbroeder van London. Op 20 September 1505 werd hij diaken gewijd.1365- 1505: Lonkin William was kruisbroeder van London. Op 20 September 1505 werd hij subdiaken gewijd.1366- 1506: Wenham Richard was kruisbroeder van London. Hij werd subdiaken gewijd op 18 September 1490 en diaken gewijd op 18 december1490. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenenvermeld.1367- 1506: de Insulis Nicolas was kruisbroeder van Namen. Het generaalkapittel van 1495 verplaatste hem naar London. Hij werd diaken gewijd op 17 december 1502 en werd Nicolas jr. van London genoemd.Hij bleef er tot 1503. Dan verhuisde hij naar Donnington. In 1504werd hij prior van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1506 werdhij bij de overledenen vermeld.- 1506: Remade Johannes was kruisbroeder van Ivoy-Carignan. In 1465en 1467 verbleef hij in London. Van 1502 tot 1506 was hij prior vanSuxy.- 1506: Ogerthey Jasper was kruisbroeder van London. Op 18 december 1506 was hij diaken.1368- 1506: Meerson Jasper was kruisbroeder van London in 1506.1369- 1507: Utruam Richard was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1507 werd hij bij de overledenen vermeld.1370- 1507: Bradman Thomas was kruisbroeder van London in 1505 en1507. Op 20 december 1505 werd hij subdiaken gewijd.1371- 1508: Thompson John was kruisbroeder van London. Hij werd akolietop 18 december 1506. Hij werd subdiaken gewijd op 29 mei 1507.1372- 1509: de Rotterdammes Joannes was kruisbroeder van London in1506, 1507 en 1509. Hij werd subdiaken gewijd op 18 december1506 en diaken gewijd op 18 September 1507.13731363 j#m. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771364 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771365 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771366 j.\f # Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771367 j#m. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 741368 j ^ Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771369 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771370 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2411371 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 771372 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 77-781373 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 77-78


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE V1JFTIENDE EEUW 2471509: Cartal (Aquensis) Godefridus was kruisbroeder van Aken. Van1501 tot 1504 verbleef hij als predikant in Sneek. Dan werd hij naarDuisburg gezonden. In 1508 was hij in Schiedam en een jaar later washij subprior in London. Op het generaal kapittel van 1509 werd hij bijde overledenen vermeld.1509: Pur Johannes was kruisbroeder van Namen. In 1500 en 1501werd hij rector van Virton. Vermoedelijk keerde hij daarna terug naarNamen. In 1509 werd hij verplaatst naar London.1509: Balthasar was kruisbroeder van Hoei tot 1495. In dat jaar werdhij naar London gezonden. In 1509 studeerde hij in Leuven.1509: Jacobus was kruisbroeder van Diilken. In 1509 werd hij naarLondon verplaatst.13741510: Wesalie Wilhelmus was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1510 werd hij bij de overledenen vermeld.13751510: Clark John was kruisbroeder van London. Hij werd akoliet op18 december 1490. Hij werd subdiaken gewijd op 24 September 1491.Hij werd ook diaken gewijd. Op het generaal kapittel van 1510 werdhij bij de overledenen vermeld.13761511: de Bree Johannes was kruisbroeder van Hoei. Op het generaalkapittel van 1508 werd hij ontheven van het subprioraat in London.1511: Sofredus (Sifridus, Sosfredus) was donaat van Hoorn. Hij waskok van Hoorn. In 1495 werd hij verplaatst naar Londen en was ereveneens kok. In 1497 kreeg hij het bevel in London te blijven tot hetgeneraal kapittel hem terug naar Hoorn zou roepen. Op het generaalkapittel van 1511 werd hij bij de overledenen vermeld.13771512: Gisbertus was kruisbroeder van Hoei. In 1512 werd hij verplaatst naar London.1512: West (Wert) Thomas was kruisbroeder van London. Hij was erprior van 1491 tot 1502. Dan verhuisde hij naar Donnington, waar hijtot aan zijn dood verbleef. Op het generaal kapittel van 1512 werd hijbij de overledenen vermeld.1514: Leodiensis (Emdrice) Hieronimus was kruisbroeder van Luik.Van 1512 tot 1514 verbleef hij in London, waar hij subprior was. Ophet generaal kapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.1374 A. Van de Pasch, Definities..., p. 246; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 781375 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2501376 A. Van de Pasch, Definities..., p. 250; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 741377 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 200, 208 en 253; J.M. Hayden, The Crutched Friarsrevisited, p. 75; Idem, The Crutched Friars in England, p. 167


248 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1514: Geyr Cornelis was kruisbroeder van London. In 1506 keerde hijterug uit een niet bij naam genoemd klooster naar London. Op hetgeneraal kapittel van 1514 werd hij bij de overledenen vermeld.1378- 1515: de Dordrace Jacobus was kruisbroeder van London tussen 1495en 1515. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.1379- 1515: Henrici Andreas was kruisbroeder van London in 1515.1380- 1515: Cantabrige Johannes was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenen vermeld.1381- 1515: Mecrey Jasper was kruisbroeder van London. Hij werd subdiakengewijd op 20 September 1505 en diaken gewijd op 18 december1506. Op het generaal kapittel van 1515 werd hij bij de overledenenvermeld.1382- 1515: Millendunck (Millendonck) Johannes was kruisbroeder vanBrandenburg. In 1503 en 1504 werd hij naar London gezonden. In1509 werd hij verplaatst naar Welnetham en van 1510 tot 1515verbleef hij in Donnington. Op het generaal kapittel van 1515 werd hijbij de overledenen vermeld.- 1517: de Asper Jasper was kruisbroeder van London in 1517.1383- 1517: Caslesco Augustinus was kruisbroeder van London. Hij werdakoliet op 27 maart 1501. Op 10 april 1501 werd hij subdiaken gewijd en op 5 juni 1501 diaken gewijd.1384- 1517: Crull Nicholas was kruisbroeder van London. Hij werd subdiaken gewijd op 07 maart 1517 en diaken gewijd op 28 maart 1517.Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.1385- 1517: Adriani Wilhelmus was kruisbroeder van London. Hij werd subdiaken gewijd op 7 maart 1517 en diaken gewijd op 28 maart 1517.1386- 1518: Londonensis Augustinus was kruisbroeder van London. Op hetgeneraal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.13871378 A. Van dc Pasch, Definities..., pp. 237 en 260; J.M. Hayden, The Crutched Friarsrevisited, p. 781379 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2621380 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 781381 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2621382 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2621383 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 791384 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,pp. 76-771385 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 791386 jj^ Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 791387 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 2491518: van Antwerpen Nicolaus was kruisbroeder van London. Hij wasdiaken. Op het generaal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenenvermeld.13881518: Londonensis Johannes was kruisbroeder van London. Op hetgeneraal kapittel van 1518 werd hij bij de overledenen vermeld.13891519: Venlo Matthias was kruisbroeder van London. Hij werd akolietop 18 december 1518. Hij werd subdiaken gewijd op 19 maart 1519en diaken gewijd op 09 april 1519.13901519: Becke Henry was kruisbroeder van London. In 1519 was hij ersubprior. Hij werd subdiaken gewijd op 07 maart 1517 en diakengewijd op 28 maart 1517. Op het generaal kapittel van 1519 werd hijbij de overledenen vermeld.13911519: de Endovia Petrus was kruisbroeder van London. In 1503 werdhij naar Donnington gezonden. Op het generaal kapittel van 1519werd hij bij de overledenen vermeld.1519: Arnem Wilhelmus was kruisbroeder van London. Hij was diaken. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.13921519: Halert Wilhelmus was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.13931519: Donye (Huyensis, Van Vilvoorde) Baltasar was kruisbroeder vanHoei. In 1492 werd hij door het generaal kapittel naar Donningtongezonden. In 1493 keerde hij terug naar Hoei. In 1495 werd hij alsconventualis naar London gestuurd en bleef er tot aan zijn dood. In1509 studeerde hij aan de Universiteit van Leuven. Op het generaalkapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.• 1519: Schillenus was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1519 werd hij bij de overledenen vermeld.1394■ 1520: de Erpe Johannes was kruisbroeder van London. Hij werd subdiaken gewijd op 24 September 1519 en diaken gewijd op 17 december 1519.13951388 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2671389 A. Van de Pasch, Definities..., p. 267; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 791390 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 791391 A. Van de Pasch, Definities..., p. 269; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 791392 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2691393 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2691394 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2691395 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 79


250 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1520: Tilmannus was kruisbroeder van Hohenbusch. In 1509 werd hijnaar London gezonden. Op het generaal kapittel van 1520 werd hij bijde overledenen vermeld.- 1521: Gross Petrus was kruisbroeder van Nieuwland. In 1502 en 1504werd hij naar London gezonden, in 1503 naar Colchester. Op het generaal kapittel van 1521 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1522: Philippus was kruisbroeder van London. Op het generaal kapittel van 1522 werd hij bij de overledenen vermeld.1396- 1522: Chaterley (Chaterlan, Chaterlai) William was kruisbroeder vanLondon. Hij was student in de theologie aan de universiteit vanLeuven van 19 mei 1517 tot 1522. Op het generaal kapittel van 1522werd hij bij de overledenen vermeld.1397- 1522: Setternen Wilhelmus was kruisbroeder van London in 1522. Hijwas baccalaureus in de theologie.1398- 1524: Cornelii Theodericus was kruisbroeder van London. Hij werdsubdiaken gewijd op 24 maart 1520 en diaken gewijd op 23 februari1521.1399- 1524: Stanford (Sandeford) John was kruisbroeder van London in1523 en 1524. Hij werd diaken gewijd op 28 februari 1523.1400- 1524: Venlowe Gerardus was kruisbroeder van London in 1524.1401- 1526: Alardus was kruisbroeder van Schiedam. In 1507 werd hij naarLondon gezonden en in 1524 naar Franeker. Hij overleed na 1526.1402- 1527: Novimagii (Hasselt van) Sibertus was kruisbroeder van Sint-Agatha. Van 1508 tot 1512 was hij subprior van Goes. Daarna keerdehij terug naar Sint-Agatha. Voor 1527 was hij prior van London enprior-provinciaal van Engeland. Op het generaal kapittel van 1527werd hij bij de overledenen vermeld. Hij was jubilaris.- 1528: van den Oever (Rivo de) Wilhelmus werd vermoedelijk inMaastricht geboren en was kruisbroeder van Hoei. In 1497 was hijsubprior en van 31 oktober 1497 tot 1502 prior in Kolen-Kerniel. Van6 december 1502 tot 1507 was hij prior in Luik. In 1497, 1503, 1505en 1507 was hij definitor van de orde. Toen hij het klooster van Luik1396 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2761397 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 79; A. Ramaekers, De Kruisheren en deLeuvense universiteit. in: Clairlieu, jg.40, 1982, p. 1241398 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 80; Idem, The Crutched Friars inEngland* p. 1701399 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, pp. 79-801400 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 801401 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 801402 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 240, 244, 280 en 285


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW 251wilde restaureren, kreeg hij moeilijkheden met de procurator, bij wieanderen zich aansloten. Hierop bood hij tijdens een visitatie zijnontslag aan. Cornelius van Clotingen benoemde hem daarop tot subpriorvan Dinant (van 1507 tot 1512). Door zijn welsprekendheid endoor heel zijn optreden bracht hij dit klooster in aanzien. Op 14november 1512 werd hij prior-generaal gekozen. Geduldig in moeilijkheden en een goed zakenman, was hij toegeeflijk in de kloostertucht.Op 6 augustus 1516 gaf Leo X aan de Engelse kruisherenkloostersvan London en Colchester met de bul A superno veel privileges, waaronder de pontificalia voor de prioren en de rozenkransaflaat,die op 20 augustus 1516 ook aan de prior-generaal werd gegeven. In1520 scheidde Michael Mulot, met de steun van de bisschop vanParijs, het klooster van Parijs af van de orde. Het kwam tot een procesvoor de burgerlijke rechtbank. De prior-generaal verloor dit proces.Op het volgend generaal kapittel adviseerden de definitoren hem hetgeneralaat neer te leggen. Buiten weten van het convent vertrok hij op19 juli 1521 en stuurde vanuit Antwerpen zijn procurator terug metde opdracht, dat men een andere prior zou kiezen. Hij ging naarDonnington en later naar London, waar hij op 17 januari 1528 stierf.- 1528: Flygge William was kruisbroeder van London. Hij werd subdiakengewijd op 20 februari 1524 en diaken gewijd op 12 maart1524.1403- 1528: Domicianus was kruisbroeder van London. Hij werd jubilaris.Op het generaal kapittel van 1528 werd hij bij de overledenen vermeld.1404- 1529: Lybe Johannes was kruisbroeder van London. Hij werd subdiakengewijd op 06 maart 1528 en diaken gewijd op 06 juli 1528. Ophet generaal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.1405- 1529: de Endovia Egidius was kruisbroeder van London. In 1529 washij er subprior. Op het generaal kapittel van 1530 werd hij bij deoverledenen vermeld.1406- 1530: Wesalie (Wezalii, Wezaly) Henricus was kruisbroeder vanLondon van 1523 tot 1530. Hij werd diaken gewijd op 28 februari1523. Op het generaal kapittel van 1531 werd hij bij de overledenenvermeld.14071403 J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited, p. 801404 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2911405 A. Van de Pasch, Definities..., p. 296; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 801406 A. Van de Pasch, Definities..., p. 2961407 A. Van de Pasch, Definities..., p. 299; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,pp. 80-81


252 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW- 1530: Londonensis Jacobus was kruisbroeder van London. Op hetgeneraal kapittel van 1530 werd hij bij de overledenen vermeld.1408- 1530: van Roermond Sebastianus was kruisbroeder van Roermond. In1530 was hij subprior van London.1409- 1530: Hyperen Gisbertus was kruisbroeder van Hoei. In 1502 werd hijverplaatst naar Parijs. In 1504 keerde hij terug naar Hoei tot 1512, inwelk jaar hij naar London werd gezonden. In 1529 was hij subprior inDen Bosch. Hij overleed in 1529 of in 1530.- 1530: Bowry (Bower, Boury) William was kruisbroeder van Londonvan 1491 tot 1530. Hij werd akoliet op 17 december 1491. Hij werdsubdiaken gewijd op 10 maart 1494 en diaken gewijd op 17 december1496. Van 1527 tot 1530 was hij er prior. In 1527 was hij vicaris inEngeland van de prior-generaal.1410kruisbroeders in London, 1410-1530Honderdvierentwintig kruisbroeders leefden in London tussen1410 en 1530. Daarvan traden er vierennegentig in London in,dertig kwamen van elders. Van de ingetredenen werden er tien verplaatst. Vierentachtig kruisbroeders brachten gans hun kloosterlevendoor in London.A. Van de Pasch, Definities..., p. 296A. Van de Pasch, Definities..., p. 295; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,p. 811410 A. Van de Pasch, Definities..., p. 296; J.M. Hayden, The Crutched Friars revisited,pp. 74, 75, 78 en 80; Idem, The Crutched Friars in England, p. 169


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUW253Welnetham (gesticht in 1274)1510: Krefft (Kress) Johannes was kruisbroeder van Dinant. In 1510werd hij naar Welnetham verplaatst.14111515: Millendunck (Millendonck) Johannes was kruisbroeder vanBrandenburg. In 1503 en 1504 werd hij naar London gezonden. In1509 werd hij verplaatst naar Welnetham en van 1510 tot 1515verbleef hij in Donnington. Op het generaal kapittel van 1515 werd hijbij de overledenen vermeld.Voorlopig besluitIn de volgende jaargang van Clairlieu hopen wij de kloosters tekunnen belichten die gesticht werden na 1410 en voor 1530. Wezullen dan ook een aantal conclusies formuleren. Nu beperken weons tot een besluit: in de negenentwintig kloosters die voor 1410gesticht werden, leefden 1218 ingetreden kruisbroeders.Sommigen werden meer dan eens verplaatst, 816 anderen blevenheel hun leven lang wonen in hun domus nativa.Kloostertotale aantalingetredenenvan eldersnaar eldersHoei1300874341Namen1200794137Luik1050792737Doornik1000663525Syxy0150001500Carignan0380172107Virton0080000800Beyenburg0860662009Hohenbusch0770552211A. Van de Pasch, Definities..., p. 250


254 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS IN DE VIJFTIENDE EEUWKloostertotale aantalingetredenenvan eldersnaar eldersKeulen1371231448Schwarzenbroich0960633315Aken0790483123Asperen0870652218Sint-Agatha0960851127Venlo0850711426Parijs0940583620Condren0140041002Caen1020792331Saint-Ursin0240170702Saint-Georges0190120705Varennes0340112304Toulouse0620273502Salignac0100060402Laines-aux-Bois0020010100Barham0050020300Colchester0040010300Donnington0120021000London1240943010Welnethan0020000200Totalen17671218551402


HET KRUISHERENKLOOSTER (1490-1790)OP ZOEKNAARZIJNFUNDAMENTENENRESTANTEN*NL 5211Drs. J.W.M. Schellekens,CV 's-Hertogenbosch.Dit artikel draag ik op aan de kruisherenbroersRoger (t) en Jules (t) Schellekens o.s.c. Zijbrachten mij als eersten in contact met degeschiedenis der kruisheren.1.0 INLEIDINGSeiches-sur-le- Loir, 2 maart 2003. In Seiches/Matheflon wetenze niet wat ze horen: een zoektocht naar de "fundamenten' van hetvoormalige kruisherenklooster in het departement Maine et Loire(Frankrijk).De volgende kruisheren moet ik hier noemen, want zij waren bereid eerdere versies vandit artikel door te lezen : Pater Fr. Bull o.s.c, oud-prior van het klooster Amersfoort; pater Dr.R. Janssen o.s.c, uit Maaseik, historicus van de orde.Via pater Bull kwam een voorlopige versie ook in handen van Drs. J.A.M. van der Heiden,oud-leraar Frans van het Constantijncollege uit Amersfoort, vervolgens rector van hetBonifatiuscollege te Utrecht. Door zijn latere studie geschiedenis was hij in staat om de tekstgoed te beoordelen en hij corrigeerde ook mijn eerste "Sommaire" in echt Frans. Dank vooralle inhoudelijke en morele steun!


256 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790We bevinden ons ongeveer dertig kilometer ten noorden vanAngers, aan de oevers van de rivier Le Loir (niet te verwarren metLa Loire!). We buigen een 1500 meter buiten het stadje, richtingDurtal / Le Mans, van de N 23 af naar links, de D 601 op (dieuiteindelijk doodloopt op de rivier in het gehucht Br6). Ongeveer500 meter na de kruising ligt rechts het kasteel "Le Verger" en ervlak voor aan de linkerhand "le Couvent", zoals de restanten vande voormalige priorij tegenwoordig heten. Heeft zo'n onderzoekwel zin?Na enige correspondentie tussen 's-Hertogenbosch enMatheflon kom ik in contact met leden van een studiegroep diezich bezig houdt met het Chateau Le Verger, waartoe ook ooit hetklooster heeft behoord.1 Begin augustus ontmoet ik voor het eerstdeze mensen in Matheflon en zij lichten toe wat het directe doel isvan hun werkgroep en welke externe contacten zij hebben opgebouwd.Allereerst is de historicus van de universiteit vanWisconcin, professor Peter J. Burkholder, betrokken bij het onderzoek van het kasteel (en dus ook het klooster); daarnaast heeft professor Noel-Yves Tonnerre, hoogleraar geschiedenis / letteren vande Universite Publique uit Angers zijn interesse getoond in hetwetenschappelijk (voor) onderzoek, zodat hij op den duur enkelestudenten hoopt te kunnen vrijmaken voor het onderzoeksproject.2Maar tot nu focust iedereen zich voornamelijk op het chateauLe Verger en is de priorij slechts bijzaak.Wij willen nu juist het klooster met zijn ontwikkelingsgeschiedenisvoor het voetlicht brengen in dit artikel zodat zowel in kruisherenkringenals in en rond Seiches / Matheflon belangstellendenkennis kunnen nemen van achtergronden over dit klooster; op denduur hopen we dat anderen een bijdrage zullen kunnen leverenwaar nu leemtes worden geconstateerd in de gegevens.1 Veel dank ben ik de bestuursleden van "APEM" (Association Patrimoine EnvironnementMatheflon) verschuldigd, in het bijzonder Gregory Florance en Ton Kwakkenbos. Zij hebbenmij in het begin wegwijs gemaakt in de lokale, historische literatuur en mij voorzien van denodige kopieen uit naslagwerken. Door hun toedoen gingen ook bepaalde deuren open wateen buitenlander zonder hulp nooit zou zijn gelukt. Uit deze zakelijke contacten is ook vriendschapvoortgekomen.2 Prof. Noel-Yves Tonnerre van de University Publique in Angers. Er bestond -vooral watbetreft het kasteel Le Verger- al een wetenschappelijke band met Prof. Dr. Peter J. Burkholderuit Wisconcin, Verenigde Staten.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 2571.1 LIGGING VAN "LE VERGER"Seiches s/L. ligt op ongeveer dertig kilometer ten noorden vande departementshoofdstad Angers in het canton Bauge (21 kmoostelijk gelegen). Het klooster van de kruisheren was bftiten hetstadje gesitueerd, gelegen in een meander van Le Loir, bijna rechttegenover het kasteel Le Verger van de familie De Rohan(XVe eeuw) binnen het bereik van het dorpje Matheflon(gemeente Seiches).31.2 STAND VAN DE LITERATUURUit geen van de tot nu toe in onze streken gepubliceerde gegevenskomt over het klooster Le Verger (de Latijnse bronnen sprekenuiteraard van "Viridarium") een helder en consistent beeld naarvoren. De vele artikelen over de kruisherengeschiedenis noemen depriorij wel, maar tot op heden is er geen enkele monografie verschenendie meer licht zou kunnen werpen op dit voormaligeFranse kruisherenklooster ten noorden van Angers.4Ook het negentiende eeuwse standaardwerk over de geschiedenisvan de kruisheren blijft erg vaag. Ik citeer Hermans: "8. VIRIDARIUM S. CRUCIS. 1490. De hoc conventu nihil addere valeoiis, quae in Codice Diplomatico pag. 199 et 388 dicuntur.Andegavia autem est Angers in Francia.".5Nog in 1968 vermeldt Pater P. van den Bosch in zijn proefschriftover de kruisherenobservantie dat "het nog vaag is, door wiensbemiddeling de Kruisbroeders in Verger terecht zijn gekomen,» 63 Zie de kaarten op p. 293 en 294.4 Cf. de registers op "Clairlieu", Tijdschrift gewijd aan de Geschiedenis der Kruisheren, jrg.1 tot heden; 1943 - heden (met een register op de jaargangen 1943-1982,1-XL), naast onderzoekin de Bibliotheque Publique, Rue Toussaint in Angers.5 C.R. HERMANS, Annales Canonicorum S. Augustini Ordinis S. Crucis, Bois-le-Duc,1858, Vol. I, pars II, p. 148.6 P. VAN DEN BOSCH, Studien over de observantie der kruisbroeders in de vijftiende eeuxv->Diest, 1968, p. 122.


258 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790De meest recente publicatie waarin Le Verger wordt vermeld is het"Repertorium Canicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis Sanctae Crucis -1248-1840 — van de hand van de paters R. Janssen o.s.c. enP. Winkelmolen o.s.c; zij vermelden op pag. 201-202 deze kruisherennederzetting,maar beeindigen hun lemma met de opmerkingen:"We weten haast niets over de verdere lotgevallen van depriorij Verger-Ste.-Croix. Sommige auteurs beweren dat hetklooster een filiaal werd van het Parijse kruisherenklooster.Vermoedelijk hebben er zelden dertien kruisheren gewoond."7Daarnaast vermelden Janssen/Winkelmolen een lijst van de henbekende conventuales (61 in getal; verderop zullen wij van dezereeks uit het "Register" gebruik maken, samen met onze resultaten.)2.0 PIERRE DE ROHAN-GUEMENEDe familie De Rohan-Guemene speelt een zeer belangrijke rol inde geschiedenis van dit kruisherenklooster.8Marechal de Gie, stichter van Le Verger; in de geschiedenis heet hijook wel Pierre de Rohan-Guemene (1451-1513). Pierre werdgeboren op chateau Mortier-CroUes, halverwege Craon en Segre(Mayenne). Hij diende als generaal onder Louis XI en Charles VIII.Hij kreeg volgens een akte die op 27 juli 1493 in Parijs passeerde,toestemming om vlak bij zijn kasteel een klooster te stichten.Tegelijkertijd stichtte hij bij het kasteel een kerk,9 die al in 1494door de bisschop van Angers, Jean de Rely, werd geconsacreerd.Het in het leven roepen van een priorij geschiedde op 20 oktober1510; kennelijk duurde het even voordat de kloostergebouwenwaren opgetrokken.7 R. JANSSEN en P. WINKELMOLEN, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium OrdinidSanctae Crucis - 1248-1840 - , Geschiedkundige kring "Clairlieu", Maaseik, 2002, 4 delen(genummerd 3 t/m 6). We citeren dit werk verder als "Register, 2002" en vervolgens de pagina.8 Voor de familie Rohan, zie Celestin PORT, Dictionnaire du Maine et Loire, 5 delen,1965 - 2004 (Tweede, herziene uitgave).9 Er is dus sprake van een kapel bij het klooster e*n een kapel bij het kasteel; beide werdendoor de kruisheren bediend.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 259Dezelfde Pierre de Rohan-Guemene was eigenaar van het kasteelDe Mortiercrolles, ook gebouwd aan het einde van de vijftiendeeeuw (gelegen tussen Craon en Segre, noordwestelijk van Angers).En ook bij dit kasteel hoort een klooster, namelijk de PHotelleriede Flee, behorend toendertijd aan de orde der benedictinessen, datis nog niet helemaal duidelijk, (grondgebied van de gemeenteNyoisseau, p. 262.).10 Verder was hij de bouwheer van Chateau dela Motte-Glain, ruim vijftien kilometer ten zuiden van Pouance.De maarschalk De Gie gaf zijn nieuwe stichting Le Verger eenvoortreffelijke schenking mee zodat de priorij in haar levensonderhoudkon voorzien.Pierre de Rohan sr. stierf in 1514 in Parijs en werd in de kapel vanLe Verger begraven onder groot ceremonieel.11 Zijn zoon Francois,priester, las de begrafenismis.12 Daarbij waren ook de twee anderezoons van Pierre sr. Aanwezig, te weten Charles en Pierre jr. ZoonCharles werd de erfgenaam die Le Verger erfde; hij stierf 1528 enook hem viel een edelmansbegrafenis ten deel. Armand-Jules deRohan en Hertog De Montbazon, baron van Le Verger, werdreligieus; hij consacreerde Lodewijk XV in Reims op 25 oktober1722. Zijn broer Louis-Charles-Casimir de Rohan werd zelfskruisheer op Le Verger en bracht het tot prior van het eigenklooster.132.1 AFFILIERINGHet klooster stond onder patronage van het moederhuis LaBretonnerie, het kruisherenklooster uit Parijs (ik citeer Albert10 Michelin, Kastelen aan de Loire, p. 262.11 A. DURAND, Les Croisiers au Maine. Le Prieure de Saint Ursin a Lignieres-La-Doucelle(Mayenne), Clairlieu 22, 1964, p. 21, 38-38 en 48. Onderzocht moet worden in welke relatiePierre de Rohan (stichter van Le Verger) stond tot Louis de Rohan, weldoener van Saint-Ursin(1454-1481). Prent van Chateau "Le Verger": zie p. 296.Zie ook a.c, p. 50, 61 en 63, naast 68-72 over de verstrengeling van belangen over en weervan kruisheren en de Rohans!12 Voor « Francois de Rohan », cf. p. 266 in verband met het schilderij van prior Coubard.13 Zie hierachter : Lijst van prioren, p. 269-272.


260 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Durand: "Le Verger", 149314, dans le Maine-et-Loire, arrondissementde Bauge, commune de Seiche, sans doute filiale de Paris.).13La Bretonnerie in Parijs werd gesticht in 1258 als tweede nederzettingvan kruisheren in Frankrijk (Toulouse, Sainte-Orens-1248- ging Parijs voor). Koning Saint Louis liet de kruisherennaar Parijs overkomen om er een klooster te stichten; de ordeexpandeerde namelijk snel onder de bezielende leiding van dederde magister-generaal, Jean de Sainte-Fontaine (1250-1277). Inde Rue de la Bretonnerie (tussen nummer 12 en 16) bouwde meneen klooster en een kerk - beide werden aan het begin van denegentiende eeuw vernield en vervangen door burgerwoningen -,toegewijd aan de Verheelijking van het H. Kruis.2.2 LE VERGER IN VERHOUDING TOT DE ANDEREFRANSE KRUISHEREN-KLOOSTERS*Frankrijk kende in totaal twaalf Franse kruisheren-nederzettingen;ik gebruik de volgorde en de afkortingen zoals Hayden dezegeeft in zijn artikel16:* Zie overzicht kruisherenkloosters 1211-1814 op p. 29514 Over de oprichtingsdatum van Le Verger kan kennelijk getwist worden, blijkens deopgegeven jaartallen. Ik geef hieronder een overzicht van oprichtingsdata 1490 en 1493:* H.. Russelius (in de inleiding) - 1490* C.R. Hermans (dl. 1, p. 148) - 1490* Defmities (nr. 81, p. 184-185) - 1490* H.U. Weiss (p. 137) -1490* A. Durand [1967 (p. 10) - 1493* J.M. Hayden (1969 en 1990/1991) - g^n* A. Bochin (p. 47) - 1493* L. Maucourt (p. 200) - 1493* Cel. Port (p. 710) - 1493* Fr. Lehec (p. 35) - [1494 / kapel!]* Anjou / histoire, 1847 (p. 154) - 1493* A. Sarazin (p. 104) - g&n* Ramaekers 1982 (p. 60) - 1490 en 1493 en hij constateert de mogelijke fout!Wie zich baseert op de Defmities (ed. 1969) kiest voor 1490 en wie zich baseert op de notarieleacte van Pierre de Rohan kiest voor 1493.15 A. DURAND, a.c, 1967, p. 10 (de onderstreping is van mij).16 J. M. HAYDEN, The French Croisiersin the seventeenth and eighteenth centuries. Clairlieu27, 1969, p. 7.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 261B - Buzancais / Indre (1419-1789)C - Caen / Picardie (1290-1789)Ch - Chauny / Aisne (1484-1789)17G - St.-Georges / Cotes du Nord (1346-1789)L - Laine-aux-Bois / Aube (1343-1670)P- Paris (1258-1789)S - Salignac / Dordogne (1337-1763)18T-Toulouse (1256-1789)U - St.-Ursin / Mayenne (1302-1770)19{V - Le Verger / Maine et Loire (1490-1790 ?)}Va - Varennes / Allier (1391-1789)Ve - Verteillac / Dordogne (ca. 1672-1785 ?)20Niet opgenomen in dit overzicht zijn de priorijen die al vroegweer zijn opgeheven :Bt - Banet / Nord (1292-voor 1596)Cnn - Condren-Saint-Eloi / Aisne (1280-1487)Ss - Salvias / (diosees van Sarlat) (1317-v66r 1596)21Eveneens ontbreken drie priorijen die wel op Frans grondgebiedlagen maar niet tot Franse bisdommen behoorden:Crn - Carignan / Ardennes / bisdom Trier (1346-1789)Ln - Lannoy / Nord / bisdom Doornik (1474-1792)W - Wateny / Nord / waarschijnlijk bisdom Doornik (1490-1534)22Parijs moet, zoals we zagen, beschouwd worden als het moederhuisin Frankrijk, ook al was de priorij van Toulouse net iets ouder(twee jaar).Tussen de andere priorijen was er een regelmatig contact, al washet alleen maar door het verplaatsen - om welke reden dan ook -van fraters naar andere kloosters. Soms betrof het een bevel van de17 Register, 2002, p. 68-69.18 Register, 2002, p. 169-170.19 A. DURAND, ax., 1964, p. 3-90.20 Register, 2002, p. 202.21 Niet in Register, 2002.22 Register, 2002, p. 204.


262 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790provinciaal, dan weer van de magister-generaal uit Huy, soms ookingegeven door de oprichting van een nieuwe priorij. Duidelijk is,dat in het Franse geval de "stabilitas loci" nog al eens werdgenegeerd.2.3 BESTAANSMIDDELENDe priorij werd bevolkt door twaalf kruisheren en hun prior; nade stichting werden een aantal kruisheren uit andere kloosters(voornamelijk uit het noorden) op last van de magister-generaal uitHuy naar LeVerger gezonden om daar mede het kloosterleven opgang te brengen.23Het is tot op dit moment maar voor een deel duidelijk waaruit zijhun inkomsten ontvingen. Allereerst waren er natuurlijk deschenkingen (in geld en in natura) van de familie Rohan: vierhonderdpond jaarlijkse rente; daarnaast de volgende bezittingen: LaCloserie de Fonchardian, La Metairie de Boirie en Le Petit Moulinde Venelle; in Fougere La Petite-Haie, in Beauvau Le Jardin en inBaune La Closerie de la Bretonniere; in Montrreuil-sur-Loir LaMarqueterie, Les Grandes Maisons, Les Cloteaux enL'Aurvillonniere ; de velden op het lie Bruneau en de inkomstenvan de Chapelle Notre-Dame-de-la-Garde.24De priorij was een echt "plattelandsklooster", los en ver weg van destad met haar comfort. Het blijft nu nog de vraag, of de priorijbezittingen had in de vorm van panden en landerijen metpachtinkomsten en/of opbrengsten in natura. De archieven gevengeen antwoord op deze vraag. Toch komen we over inkomsten ietsmeer te weten dank zij een publicatie over het Parijse klooster "LaBretonnerie", want La Bretonnerie was rijk te noemen (19788ponden voor 14 religieuzen). In hetzelfde artikel wordt voor hetjaar 1768 opgegeven dat in Le Verger 1626 ponden voor23 Definities, o.c, 1969, p. 200.24 L. MAUCORT, Seiches sur le Loir. Etc., 1996, p. 200. Het Repertorium ... 2002, p. 201,vermeldt ook nog dat Le Verger "moest zorgen voor een lazaret". Daarvan heb ik tot op hedengeen bevestiging kunnen vinden in de bronnen.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 2633 religieuzen binnenkwam.25 Ook blijft de vraag, wie uit de eigenomgeving van Seiches/Matheflon tot de "schenkers" van deze priorijbehoorden en tot welke bedragen de fraters ondersteuningontvingen? We denken daar echter geen antwoord op te zullen vindendoor gebrek aan gegevens.2.4 ONTSTAANSGESCHIEDENISPierre de Rohan liet in 1482 het kasteel "Le Verger" bouwen;kort daarop, in 1493 al, kreeg hij toestemming op nabij zijn landgoedeen klooster op te richten.26 Sommige bronnen lijken er op teduiden dat al in 1490 de beslissing werd genomen om tot deoprichting van Le Verger te komen27; de oprichtingsakte passeertdat in 1493 in Parijs, maar het duurt tot 1510 eer dat de priorijofficieel in gebruik kan worden genomen.De gebouwen bevatten een woongedeelte voor de kruisbroederszelf, een gastenverblijf, een bakhuis en stallen. De kapel van de priorij werd al in 1494 geconsacreerd. De kloostergebouwen schijnenpas in 1510 volledig gereed te zijn geweest.28De ingang bestond uit een binnenplaats, omzoomd door vijftiennotenbomen; vandaar kwam je bij een trap van zeven treden dienaar voorportaal met zes bogen voerde. Dat geheel vormde deingang van de kapel. De kapel zelf was georienteerd naar het oosten;boven de ingang bevond zich het orgelgestoelte met een koor.De kapel had een klokkentoren met twee klokken, op de spits vande toren een windhaan boven op een ijzeren kruis, het geheelgemonteerd op een loden ondergrond.De inrichting van de kapel zelf was overdadig. Links bij binnenkomstbevond zich de kapel die "Dix mille matriers" heette, deTienduizend Martelaren.25 M. RENARD, La fortune du prieuri de Sainte-Croix de la Bretonnerie sous VAncienRtfgime, in: Paris. tle-de-France. Mdmoires, T. XXXVI, p. 132. (Met dank aan M.Ue Br. Piponvan het Archive De'partementale in Angers die mij op dit artikel wees.)26 L. MAUCOURT, o.c., p. 200.27 Cf. hiervoor, voetnoot 14.28 L. MAUCOURT, o.c, p. 200.


264 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790De kapel had ook prachtige glas-in-lood ramen; van de vijf uit hetkoor zijn er twee naar de kathedraal van Angers gegaan waar zeopnieuw zijn gebruikt in twee ramen (tussen 1778 en 1780 al!),die afbeeldingen van de heilige apostelen bevatten. In het koorstonden vierenvijfig koorstoelen of kanunnikenbanken,gerangschikt in twee rijen aan beide zijden van het koor, voorpanelen met houtsnijwerk. Op deze panelen hingen zevenafbeeldingen, getiteld "La Passion", uitgevoerd in zijden en wol uitongeveer 1513. Ook deze afbeeldingen zijn uiteindelijk in 1853 inkerkfabriek van Angers terecht gekomen en verwerkt als wandkledenin het kathedrale koor. Sedert 1902 worden deze wandtapijtententoongesteld in het "Logis Royal" in het kasteel vanAngers. De Thomaskerk in La Fleche kreeg door bemiddeling vande families P. Salmon en Jacques Leroy (hoofdpachter van het kasteel Le Verger) een deel van het genoemde houtsnijwerk uit dekapel.In het midden van het koor stond het graf van Pierre de Rohan,mardchal de Gi6, omgeven door een ijzeren balustrade. Deoverledene werd uitgebeeld door een standbeeld van porfier op eenzwartmarmeren ondergrond; Rohan droeg een volledige wapenrustingen zijn onbedekte hoofd rustte op een kussen. Dezegraftombe is helaas niet meer te traceren en vermoedelijk in diewoelige tijden vernietigd.In het hoofdkoor hingen drie schilderijen en vijf heiligenbeelden.Mogelijk was een van de drie schilderijen het paneel dat Maria metkind voorstelt, met prior Ambroise Coubard geknield aan haarvoeten (zie hierachter in paragraaf 2.5). Tegenover het hoofdaltaarbevond zich het altaar van de H. Sebastiaan met een beeld van deheilige. Rechts van het hoofdkoor bevond zich de "chapelle desprinces", versierd door drie beelden: een stenen beeld van Francoisde Rohan in geknielde houding, eertijds bisschop van Angers. Degrote grafkelder bevatte ten tijde van de Revolutie twaalf graven:zes ervan, uitgevoerd in lood, werden naar Bauge vervoerd op lastvan de districtsbestuursleden, de andere die zeer oud waren, werden gewoon maar dichtgegooid.Zes kroonluchters van geschilderd glas verlichtten het schip. Eensluitsteen uit het gewelf van het klooster Sainte-Croix zou zich nubevinden in het kasteel Plessis-Greffier in Huill^, niet zo ver van


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 265Matheflon af gelegen. Een toemalige eigenaar aan het einde vannegentiende eeuw had bouwmateriaal van Le Verger laten komenvoor restauratiedoeleinden.Drie kapellen (moeten we hier aan een soort straalkapellendenken?) kwamen uit op het centrale gewelf; de kapel van deTienduizend Martelaren had een altaar dat bedekt was met karmozijnrodevelours waarop gouden bloemen waren geborduurd.Boven het altaar hingen drie portretten. In de rouwkapel stondentwee aardewerk beelden en een witmarmeren wijwatervat. Dekapel toegewijd aan "Maria Boodschap" werd versierd door tweebeelden en het licht viel er binnen door een glas-in-loodraam dat"Jezus en de Maagd" voorstelde.Volgens de geschiedkundige beschrijvingen van Seiches overleefdegeen enkel beeld de troebelen van Revolutie in de eerste maandenvan 1790,292.5 BIBLIOTHEEK- EN ARCHIEFMATERIAAL ENKUNST UIT DE PRIORIJOver de boeken en / of handschriften van Le Verger is tot opheden niets bekend geworden, ondanks een zoektocht; men vermoedtdat met de Revolutie de gehele bibliotheek werd vernietigd.Opmerkelijk is het in dit kader dat van geen van de Franse kruisherenkloostersook maar 66n kopieboek met de generate definitiesis overgeleverd.30Er is slechts een schriftelijke aanwijzing richting boeken c.q. bibliotheek; in L. MAUCOURT lezen we: "en 1791, au moment dela vente, [...] Le prieur demeurait dans un logis comprenent unsalon a manger, une chambre avec cheminee bois^e et un cabinetde travail, oil Staient ranges 150 volumes de morale, de theologie etdyhistoire\ [...].3129 Idem, p. 202-209.30 Definities, 1969, p. XI-XII.31 L. MAUCOURT, o.c, p. 210.


266 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Terwijl we juist dachten dat er geen archiefmateriaal meer te vindenwas - we kregen immers van de archivarissen van hetBisschoppelijk Archief in Angers (kerkelijke archieven mogen zelfsop wettelijke gronden geen historische documenten onder zichhouden) en de Archives D6partementales Maine et Loire negatieveantwoorden terug op onze vraag naar materiaal- vonden we in demap "Documentations" bij het zodadelijk te bespreken schilderijvan prior Coubard Xeroxkopieen van archiefnummer ADML 1 Q654, het Proces Verbal waaruit Maucourt kennelijk hiervoorciteert!Kunstvoorwerpen: in het Musee des Beaux Arts in Angers bevindtzich een schilderij uit het voormalige klooster Le Verger: hetstelt de prior Ambroise Coubard voor in kruisherenhabijt.Coubard zit, kennelijk geknield, biddend voor de beeltenis vanMaria met Jezuskind. Achter Coubard is een bisschop zichtbaar,H. Ambrosiusus, naamsheilige van deze prior Ambroise. Deze bisschop zou het gelaat hebben van Frangois de Rohan, zoon vanPierre Rohan, Marechal de Gie. Francois is dan al bisschop vanAngers.Maria wordt geflankeerd door twee vliegende engelen (puti).Op de achtergrond, tussen de vier figuren in is de enige overgeblevenafbeelding waarneembaar van het klooster Le Verger; op hetkerkplein zijn twee kruisherenmonniken te zien. Duidelijk zichtbaar is de trappentoren, die het huis Le Couvent in Matheflon nogkent. De priorij is duidelijk omgeven door een muur (inclusum),binnen welke ommuring de kloosterkerk en het kloostergebouwook zichtbaar zijn. Rechts op de achtergrond zien we een meandervan de rivier Le Loir en uiterst rechtsboven zijn de vijftien notenbomennog te zien.Tot slot vallen twee banderollen met tekst op. Met enige moeite iste lezen: "Non prosunt lamenta / si replica[n]tur peccata". Op deonderste banderol: "Obsecro D[omi]ne dirigeme. Ad saluta".3232 Beide citaten zijn vrijwel zeker afkomstig uit werken van Augustinus, resp. Soliloquia enDe natura et gratia.Ik dank hier de conservator, Mevr. Besson van het Muse'e des Beaux-Arts in Angers , die speciaalvoor leden van "APEM" en mij het schilderij inv.nr. MBA 1226 uit depot haalde om hette tonen. Afbeelding van het schilderij op p. 298.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 267Bij kunsthistorisch onderzoek bleek het schilderij niet gedateerden/of gesigneerd te zijn33, maar men schat dat het schilderij isontstaan tussen 1530 en 1550.2.6 SPIMTUALITEIT EN KLOOSTEROBSERVANTIEAangezien we geen enkel materiaal hebben in de vorm vanboeken en handschriften rechtstreeks uit de bibliotheek van LeVerger is het niet mogelijk veel te zeggen over het spiritualeitsniveauvan dit kruisherenklooster. Pater P. van den Bosch merkthet navolgende op over de observantie: "Opmerkelijk is wel, datb.v. in Engeland, waar de hervormingsgezinde kruisbroedersweinig succes hadden, geen enkel nieuw klooster is gesticht.Hetzelfde kan gezegd worden van Frankrijk. Pas toen het generatekapittel invloed in Frankrijk kreeg, ontstonden nieuwe kloosters."34Op indirecte wijze weten we dus iets over de kloosterobservantievan Le Verger: niet verontrustend, eerder zelfs positief.Maar bronnenonderzoek - vooral de Definities - maakte helderdat Le Verger zeer regelmatig werd gevisiteerd door onder anderede prior/provinciaal van La Bretonnerie uit Parijs. Soms waren erklachten over het religieuze niveau of hielden de fraters zich nietaan de vereiste kloostertucht; dan volgde verplichte overplaatsing(meestal tijdelijk) naar een ander kruisherenklooster in Frankrijk.Kennelijk was over het algemeen het spiritualiteitsniveau en deobservantie van een dusdanig niveau, dat de prior van Le Vergerzelf regelmatig visitaties mocht uitvoeren in de andere Fransekloosters.Zeer spijtig moeten we noemen dat er tot nu toe geen enkel handschriftis opgedoken in bibliotheken of archieven in Frankrijk datde Definities bevat uit een van de Franse kloosters. Pater A. van dePasch kwam tot eenzelfde conclusie en schrijft: "In geen enkelarchief van de departementen van Frankrijk, waarin kloosters gelegenhebben noch in Belgie en Nederland, noch in Engeland is nog33 Beschrijving van het Muse*e des Beaux-Arts in Angers.34 P. VAN DEN BOSCH, o.c, 1968, p. 123.


268 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790een handschrift te vinden met de besluiten van de generale kapittels,terwijl toch elke klooster een copiarium daarvan gehad moethebben."352.7 CONTACTEN BINNEN DE ORDE DER KRUIS-HERENIn de archieven van de kruisheren "in het noorden" (noch bij dehuidige kruisheren in Belgie, noch bij de kruisheren in Nederland)is niet erg veel bekend over het klooster te Seiches. Alleen priorThomas de Gouda (van ca.1515 tot 1518 prior van Le Verger)moet uitgebreide contacten hebben gehad; hij was van 1518 tot1520 vice-prior van Kolen-Kerniel, vervolgens van 1520 tot 1529prior in Caen en provinciaal van de kruisherenorde in Frankrijk. Indat jaar werd hij gekozen tot prior van het moederhuis in Huy,waardoor hij tegelijktijd Magister-generaal van de orde werd.36Ook de kruisheren van La Bretonnerie opereerden zeer zelfstandig,vaak los van het generaal kapittel in Huy.Toch maakt de monografie van Albert Durand uit 1967 duidelijkdat er verschillende lijnen liepen tussen de diverse Franse priorijen(bijvoorbeeld Caen a Le Verger en andersom, Le Verger a Huy enwaarschijnlijk ook La Bretonnerie a Le Verger en wederzijds; vanuitLa Bretonnerie werden kennelijk de visitaties van de Franse priorijen geregeld. In La Bretonnerie zetelde in elk geval deprior/provinciaal van de Franse kruisheren.).37 Nader onderzoekvan de Definities van de Generale Kapittels maakt dit contact ookal helder: niet minder dan 14 keer was de prior van LeVerger(mede-)visitator van de Franse kruisherenkloosters, waaronder ook35 A. VAN DE PASCH, Definities der Generale Kapittels van de orde van het H. Kruis1410-1786. Brussel, 1969, p. XI en XII.36 A. DURAND, a.o, 1967, p. 60-62; TH. VAN DEN ELSEN, Kroniek in : Clairlieu, ire.37, 1979, p. 125. jg37 J.M. HAYDEN, From inspiration to mediocrity: the early modern croisiers of Paris, in-Clairlieu, jrg. 45, 1987, 31-52.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 269dat van La Bretonnerie, het moederklooster. In bijna alle anderegevallen was de prior van La Bretonnerie uit Parijs de visitator vanLe Verger en de andere Franse kruisherenkloosters.382.8 LIJSTVANPRIORENIn de literatuur rond de kruisherenkloosters in Belgie, Duitslanden Nederand trefFen we vrijwel geen gegevens aan over de priorenvan Le Verger. Er is echter 66n uitzondering, namelijk Thomas vanGouda; voor meer gegevens rond zijn persoon als kruisheer verwijzenwe naar het artikel van A. Durand over de priorij "Sainte-Croix" in Caen.39Uit het historisch onderzoek in en rond Seiches-sur-le-Loirkomen wel enige namen van prioren naar voren (die van Thomasvan Gouda ontbreekt daar echter; een opvallende leemte, mijnsinziens).40- Adam van Doornik (1490 - 1493/1494) [R. 564]41- Nicole Le Doc (1497 ? - minstens 1513) [R. 559]42- Thomas van Gouda: (1513/1514 P-15-12-1520) [R. 740] Opdeze prior, later provinciaal van Frankrijk en uiteindelijk magister-generaal,komen we verderop in het artikel uitgebreid terugvanwege zijn bijzondere rol in de orde.4338 Definities, 1969; in de jaren 1500, 1522, 1532, 1534, 1538, 1539, 1550, 1552, 1553,1555, 1563, 1576, 1583 en 1585. Soms moesten de prioren van Le Verger en Caen samen opstap.39 A. DURAND, Les Croisiers en Normandie ; Le Prieuri Sainte-Croix de Caen, Clairlieu25, 1967, p. 60-62.40 L. MAUCOURT, o.c, p. 200-202.41 Definities, nr. 85, p. 197 ; 27-29 april 1494 : "Item obierunt hoc anno venerandus paternoster generalis Everhardus de Orsoy magister generalis sacri nostri ordinis, venerabilis paterprior in Viridario sancta cruces primus. » Hier lijkt een tegenspraak te ontstaan : slaan dewoorden "venerabilis pater prior in Viridario sancta cruces primus" op Everhardus/Eberhard(Kirskorff) van Orsoy [R. 971] of op een niet nader genoemd persoon die de functie had,eerste prior te zijn van Le Verger. Op dit moment is het probleem onoplosbaar, want het"Register, 2002" heeft geen enkele aanwijzing in die richting: Adam van Doornik lijkt deeerste prior van Le Verger. In de jaren 1490-1491 is hij in Le Verger in functie; hij sterft pasin 1535 (Def., p. 313).42 MAUCOURT, o.c, 1997, p. 201 : volgens zijn opgave doet fr. Nicole Le Doc 1513 nogde plechtige uitvaart van Pierre de Rohan.43 Zie hierachter, p. 280-282.


270 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790- Nu constateren we een flinke leemte in de gegevens; wel wetenwe dat tussen 1576 en 1586 de prior van Le Verger ook provinciaalvan Frankrijk was en zijn zorg had voor de visitaties van deandere kruisherenkloosters.44- Bertinus Copin (1520 ? - 1548/1549 ?) [R. 490/91]45- Ook Copin / Coppijn neemt kennelijk een belangrijke plaats inde orde der kruisheren in Franrijk; zo was hij provincial van deorde en in 1539 definitor. In 1540 was hij aanwezig in Caenwanneer daar ene Lucas Picot, de Saint-Etienne de helft van eenhuis als leengoed aanneemt.46- Ambrosius (? - 1550/1551) [R. 234]47- Ambroise Coubard (of: Goubard) (1550/1551 - 1559/1560) [R.739]48- Isaac [s.nj (1559/1560? - 1564/1565?) [R. 900]49- Petrus de Beaunous (of Beaumont ?) (1564/1565? -1569/1570?) [R. 291]5044 Ik citeer A. DURAND, Les Croisiers en Normandie; Le Prieuri Sainte-Croix defc7z.,Clairlieu 25, 1967, p. 67 : « Au cours des annees 1576 a 1586, la visite canonique deSainte-Croix de Caen est fake par les soins du prieur du Verger, provincial de France. » Hijnoemt echter geen bron 6n geen naam.45 In de Definities van 1549 wordt hij vermeld als overleden : "fr. Lambertus de Querquetuprior Viridarii quondam prior Busantiensis adhuc septemdecim sacerdotes et quinquedonati. » Twee problemen doen zich voor in verband met de identificatie : 1. Lambertus deQuerquetu betekent letterlijk vertaald « Lambertus van eick ; was fr. Lambertus vanoorsprong afkomstig uit het kruisherenklooster in Maaseik? 2. Is Bertinus Copin identiek aanLambertus de Querquetu ? In de Defenities heet hij ook wel "Coppijn" en was behalve priorvan Le Verger ook provincial van de kruisheren in Frankrijk; cf. Definities, 1538, p. 320 envoor 1539, p. 321; ik citeer p. 321: "Bertinum Coppyn Francie provincialem Viridarii, etc."waar hij als definitor optreedt.Op dit moment blijft het bij een hypothese die nader onderzocht dient te worden46 A. DURAND, o.c, 1967, p. 64.47 Definities : in 1551 wordt hij vermeld als overleden ; [p. 351, nr. 142, 26-28 april 1551]"Obierunt ... venerablis pater fr. Ambrosius prior Viridarii."48 Definities : in 1560 wordt hij vermeld als overleden ; [p. 371, nr. 151, 12-14 mei 1560]"Obierunt ... venerabilis pater fr. Ambrosius {foutieve lezing in Def.: UbachJCoubard priorViridarii."49 Definities : we vinden twee vermeldingen over hem ; a. "Visitabit hoc anno [p. 379, nr.154, 9-11 mei 1563] per regnum Francie, si et quando videbitur expedire, venerabilis pater fr.Isaac prior Viridarii, continuantes eum (quia fieri nequit ob pericula electio) in officio provincialuset vicariatus, in nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti Amen. » b. [p. 383, nr. 156, 16-18 mei 1568] « Obierunt... venerabilis pater fr. Isaac prior Viridarii ac quondam provincialisFrancie. »50 Definities : in 1570 wordt hij vermeld als overleden ; [p. 386, nr. 157, 23-25 aprl 1570]"Obierunt ... venerabilis pater fr. Petrus de Beaunous [of: Beaumont] prior conventusViridarii in Andigavia [of: Andagavia]."


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 271- Franciscus Vayacus (? - 1576 - 1585) [R. 1568]51- Jacobus Ragenau (* - 1651/1652?) {R. 1322]52- Jacques Girardin (1686 - 1704) [R. 712]53- Beault de Beaumont (1704 - ?) [R. 290]54- Waarschijnlijk woonde/studeerde deze kruisheer van Le Vergerenige tijd in de priorij van Caen; voor hem kwam frater De LaRoziere (oorsprokelijk uit klooster te Toulouse) voor korte tijdnaar Le Verger [1696/1697].55- Charles de Couvy (deTourrre) (1728 - 1733) en (1742 - 1751)[R. 1537]. Op deze prior, later visitator van de franse orde enprior van de priorij te Caen, komen we hieronder nader terug.56- Louis-Henri-Casimir de Rohan (1722 - ?) [R. 1366]57- Pierre Bondy (1740 - 1756)58- Jean-Baptist Gaillard (1748) [R. 670/71]59- Antoine Moreau (1758) [1164]60- Louis Guillard de la Bouexiere (1756 - 1763 ?)61- Pierre-Francois Brenigard {Bremgard} (1763 - 1766 ?) [R.392/93]6251 Definities, p. 394, 404, 408 en 412. Hij was prior van Le Verger van ? - 1576 - 1585.Ook was hij visitator in de jaren 1576, 1583 en 1585.52 Definities : in 1652 wordt hij vermeld als overleden ; [p. 477, nr. 187, 28-30 april 1652]"R.P. Jacobus Ragenau, Prior Parisienss ac quondam Viridariensis et Provincialis ac PriorCalniacensis ..."53 L. MAUCOURT, o.c, p. 201.54 Ibidem.55 A. DURAND, o.c, p. 97-98 en p. 99-101 schetst de wederwarigheden van fr. Charles-Pierre Got de la Roziere.56 Charles de Tourre, in: A. DURAND, o.c, p. 113, 117 en 119-120; J.M. HAYDEN,The French croisiers in the seventeenth and eighteenth centuries, 1969, p. 11, 24, 34, en 40-45.Ik citeer een passage uit Durands artikel (hij noemt geen bron!): « l'an mil sept cent cinquanteet un le samedy vingt et un aoust sur les sept heures du soir mourut en cette maison le sieurCharles de Tourres, prieur de la maison, ancien provincial, profes de la maison Ste-Croix duVerger en Anjou et ensuite assigne a la maison de Paris. II &oit age" d'environ quatre-vingt ans,il est mort mini des sacrements et fut enterre le lundy vingt-trois sur les onze heures au milieudu coeur au bas des marches du sanctuaire. »57 L. MAUCOURT, o.c, p. 201.58 Ibidem. Deze Pierre Bondy treffen we overigens niet aan in het "Register, 2002".59 Idem, p. 201-202.60 J.M. HAYDEN, o.c, 1969, p. 45.61 L. MAUCOURT, o.c, p. 20162 Idem, p. 201-202.


272 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Het overzicht is zeker niet volledig te noemen, wanneer kijkennaar de reeks van data. Nader onderzoek van de Definities63 wasnodig om de lijst te vervolledigen. Verder merken we op datHayden voor de achttiende eeuw het volgende overzicht van priorenin lijst (K) Le Verger geeft; daarnaast konden we de gegevensvergelijken met het "Register" en eventueel aanvullen of verbeteren:Na 1715 {Fran?ois} Carnot (P)641718-1724 Tourre651727- Tourre1743- {Francois-Etienne}Vaudry (B) [R. 1568]661748- Bocariere (P)671758- Moreau[R. 1164]681769- Bremgard [lees: Brenigard JS]69Naar de inzichten van Hayden is fr. Tourre in de jaren 1718-1721 en 1721-1724 provinciaal van Frankrijk geweest.70 Dit wordtnadrukkelijk bevestigd door Durand in zijn monografie over hetkruisherenklooster in Caen.7163 A. VAN DE PASCH, Definities etc. , Brussel, 1969.^ J.M. HAYDEN, o.c, 1969, p. 11. "Carnot" wordt merkwaardig genoeg niet vermeld inhet "Register" -2002- , terwijl Hayden uitgebreide informatie geeft: geboren in 1641, voornaam:Francois, geprofest: 1667; eeuwige gelofte: 1669; in Caen: 1699- c 1701; inParijs: 1702-1703; gestorven: 1715. Hij wordt ook vermeld in DURAND, 1967, p. 98. HAY-DEN, idem, p. 45: v66r 1715 zou hij ook nog prior van Le Verger zijn geweest, maar dat laatsteis nog onduidelijk want Hayden geeft daarvoor geen bron.65 Zie ook noot 56 hiervoor.66 J.M. HAYDEN, o.c 1969, p. 23 en 45.67 Ibidem.68 Ibidem.69 Ibidem.70 Idem, p. 24.71 A. DURAND, o.c, p. 119-120.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 2732.9 NAMEN VAN FRATERS UIT DE PRIEURE LEVERGERZonder een naam te noemen treffen in het artikel over de priorijvan Caen een verwijzing naar Le Verger; we citeren Durand:"Au cours des annees 1576 a 1586, la visite canonique de Sainte-Croix de Caen est faite par les soins du prieur du Verger, provincial de France.72 Wie was deze belangrijke kruisheer ? Op dit ogenblikontbreekt nog het antwoord.In het artikel van Albert Durand komen we ook de naam tegen vanPierre Jallet(te), "religieuz-pretre" uit het klooster Le Verger. Hijwerd op 29 november 1690 gekozen tot prior van het klooster teCaen, maar bij brief van 7 december daaraanvolgend deelde hijmede, geen gebruik te maken van deze uitverkiezing.73De namen van de volgende fraters komen naar voren uit deDefinities en uit enkele artikelen uit Clairlieu; met behulp vanClairlieu74 ontdekken we de navolgende kruisheren:Pierre Jallette[R. 916]75;Beaumont [R. 290];Gilles Pacrais [R. 1246];Charles deTourre [R. 1537]76;Pierre Remond (of: Raymond) [R. 1337/38];Antoine Chaumette [R. 453/54];[Francois] Carnot (n.pl./n.d)77.Met behulp van de Definities78, samen met de gegevens uit het"Register", komen we tot de navolgende opsomming van kruisheren uit Le Verger:72 Idem, p. 67; cf. noot 44 hierboven.73 Idem, p. 94.74 Index van persoons- en plaatsnamen I en II; Clairlieu 1985 en 1987), resp p. 12 enp. 111.75 J.M. HAYDEN, o.c, (1969), p. 23-24.76 Idem, p. 45.77 Idem, p. 11 en 45. A. DURAND, o.c, 1967, p. 98.78 A. VAN DE PASCH, o.c; we laten in dit geval de nadere verwijzingen (nr. en pagina)weg want behulp van het citaat is de vindplaats makkelijk terug te vinden.


274 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-17901494 (tijdelijk) Fr. Martinus Cadomensis stabit in Viridarioper annum. [R. 1094] en [R. 1106/7]791496 Item Jacobus Mychaelis conventus Viridarii stabit inWarennis ad annum. [R. 144]en 1497: Item fr. Jacobus conventus in Viridario, qui stetit inWarennis, redibit ad conventum suum. [R. 1144 = R.906/07?]80(tijdelijk) Item fr. Gerhardus de Montibus conventusTornacensis stabit in Viridario. [R. 1162]81Obierunt : Item fr. Nicolaus Gynasincti (?) dyaconus inViridario. [R. 764]1499 (tijdelijk) fr. Johannes Porinck Cadomensis stabit inViridario per annum. [R. 1295]1500 Hec sunt diffinita et ordinata in capitolo nostro generaliper nos Gerbrandum generalem, Johannem Cadomensis,Nycolaum Viridarii sacre theologie professores, ...etc. [R.559]821501 (tijdelijk) Item fr. Jacobus onventus Warensis presbyterstabit in conventu nostro Viridario. [R. 1144]1502 (tijdelijk) Item fr. Wol{t/k}erus Huyensis stabit utaddiscat gellicum in conventu nostro Viridario. [R. 1666]83Obierunt: Fr. Thomas Roessel conventus Viridarii. [R. 1365]1508 (tijdelijk) Item fr. Augustinus Condrensis stabit inViridario. [R. 485]1511 (tijdelijk uit) Item fr. Philibertus Viridarii stabit in conventu nostro Tolosano. [R. 1280]1512 (tijdelijk uit Namen): Symon Ruremundensis stabit inViridario. [R. 1384]8479 Ibidem. A. DURAND, o.c, p. 5380 Register, 2002, heeft twee vermeldingen; uit de toelichting valt op te maken dat Jacobus(p. 906) dezelfde is als Michaelis Jacobus (p. 1144).81 Hij wordt in de Algemene Inleiding over Le Verger, Register, 2002, deel 3, p. 201-202,abusievelijk niet vermeld.82 L. MAUCOURT, o.c, p. 200-201.83 Van deze Wolkerus (van Hoei) wordt in het REGISTER, 2002, p. 1666 niet vermelddat hij zich tijdelijk in Le Verger bevond in 1502.84 Het REGISTER, 2002, p. 1384, vermeldt niet dat Symon Ruremondensis van oorspronguit het klooster van Namen afkomstig was.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 2751516 Obierunt hoc anno ... Michael quondam priorNamurcensis. [R. 1450]851517 Obierunt hoc anno ... fr. Abraham procurator Viridarii[R. 214], ...fr. Johannes de Dinato Viridarii [R. 556] ... fr.Jacobus Tornacensis Viridarii diaconus [R. 1534] ...861518 Obierunt: Robertus Viridarii. [R. 1360]1522 Obierunt hoc anno ... fr. Martinus senior Busanciensis.[R. 1106/07] [70 cf. 1494]1524 Obierunt: fr. Anthonis Alnetensis, presbyteri, Item quidemnovicius in Viridario.871528 fr. Arnoldus Gossensis conventus Viridarii stabit inWarenis usque ad capitulum generale. [R. 735] [72 def. P.291]1535 Obierunt... fr. Jacobus Michaelis Viridarii (zie 1496 en1497).1536 Obierunt hoc anno ... fr. Adam de Tornaco bacalariussacre theologie en quondam prior conventus sancti Georgii inBritannia. [R. 564] [73 prior van Le Verger in de jaren 1490-I491.88enfr. Simon Eyckensis presbyter Ruremundis. [R. 325] [74 ookwel Simon Bex geheten; vertoefde in 1512 in Le Verger def. P.252 en 255; cf. hierboven, 1512].1537 Obierunt hoc anno ... ut frater, reverendus in Christopater fr. Thomas de Gouda prior Huyensis // et magistertotius ordinis nostri generalis. [R. 740]891539 Obierunt: fr. Johannes Poryn Cadomensis sacre paginelicentiatus [R. 1295]90, fr. Johannes Hunet Viridarii; [R. 888]fr. Ludovicus Herpin Viridarii. [R. 844/45].1540 Obierunt : fr. Adam Martini conventus Viridarii. [R.1105]85 Deze Michael (Zelart) de Sittart was in 1494 subprior van Le Verger en behoortwaarschijnlijk mede tot de eerste bewoners van Le Verger.86 In het jaar 1517 sterven er dus drie bewoners van Le Verger (en dat op een aantal vanten hoogste 13 conventualen).87 Deze Anthonis Aletensis staat niet vermeld in het REGISTER, 2002.88 Zie ook A. DURAND, o.c, p. 5489 Zie o.a. def. 319-320; cf. Hierachter par. 3.2, p. 280-282.90 Hij vertoefde in 1499 e^n jaar in Le Verger.


276 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-17901547 Obierunt: fr. Johannes Gaston procurator Viridarii. [R.675/76]1548 Obierunt: Lambertus de Querquetu prior Viridariiquondam prior Busantiensis, adhuc septemdecim sacerdoteset quinque donati. [R. 1314]1549 Obierunt hoc anno venerabilis pater fr. Bertinus Copinquondam prior Viridarii et provincials Francie. [R. 490/91]1551 Oberunt venerabilis pater fr. Ambrosius prior Viridarii.[R. 234]1560 Obierunt venerabilis pater fr. Ambrosius Coubard [77Def. P. 371 leest foutief: « Ubach »] prior Viridarii. [R. 739]Franciscus Herpensis presbyter Viridarii quondam prior sanctiGeorii. [R. 844] ; fr. Johannes Maieu jubilaris [R. 1090], fr.Johannes de Lori [R. 1069]; fr. Paschasius de Ponte [1295], fr.Mathias Bononie donati Viridarii. [R. 365]1568 Obierunt venerabilis pater fr. Isaac prior Viridarii acquondam provincialis Francie. [R. 900]; fr. Michael Preoquondam supprior Viridarii [R. 1302]; fr. Richardus Vallre[of: Valler] presbyter jubilarius Viridarii. [R. 1565]1570 Obierunt venerabilis pater fr. Petrus de Beaunous [of:Beaumont] prior conventus Viridarii in Andigavia [of:Andagavia]. [R. 291]1572 fr. Johannes Masson Viridarii stabit in conventuBuzantiensi [of: Busanciensi/Busanciensis]. [R. 1110]911583 Obierunt fr. Johannes Masson donatus Viridarii stabitin conventu S. Georgii. [R. 1110] Fr. Benedictus presbyterViridarii. [R. 305]1585 Item venerabilem patrem fr. Franciscum prior conventus nostri Viridarii, omnia qua possumus et debemus lenitate,pietate, et benignitate revocamus ad nostrum ordinem,denunciantes ei in verbo Domini,. Quod aliter salvus fierinonpossit. [R. 1568]921609 Stephanus Gramiae, sacrista, en Claudius Bonriou,procurator 9391 Cf. hetjaarl583.92 Hij was visitator in de jaren 1576, 1583 en 158593 A. van de PASCH, Nog een handschrift met definities der generate kapittels, Clairlieu,jrg. 34, 1976, p. 99; Def. 1969, p. 432 geen vermelding van overledenen.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 2771652 Obierunt R.P. Jacobus Ragenau prior Parisiensis acquondam Viridariensis et provincialis ac prior Calniacensis.[R. 1322] R.P. Gedeon Bourne conventus Viridariensis acquondam prior Varennenis. [378] ; P. Guilhelmus Calair(lees : Calais J.S.), conventus Cadomensis, procuratorViridariensis. [R. 430].Navolgende fraters staan niet meer in de "definities", maar welin het "Register, 2002":1686 Jacques Girardin, prior van Le Verger in dat jaar. [R.712]1697 Beault de Beaumont, tot 1697 op Le Verger. [R. 290]1707 Gilles Pacrais, tot 1707 op Le Verger. [R. 1246]1718 Pierre Raymond, tot 1718 op Le Verger. [R. 1328]1721 Pierre-Charles Got de la Roziere; in 1697 voor strafnaar Le Verger gezonden [R. 737]941721 Pierre Jallette: in 1689 werd hij tot prior in Caengekozen, maar hij weigerde deze benoeming te aanvaarden.[R. 916]1741 Pierre Remond, supprior van Le Verger (1721); nadiente Parijs als supprior. [R. 1337/38]1746 Fran


278 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-17901769 (sic! JS) Bremgard (=Brenigard); prior van Le Vergervanaf 1769. [R. 392/93)951770 Jean-Baptist Gaillard de la Bocariere : prior van LeVerger in het jaar 1748 ; later pastoor van Villepail[R. 670/71]1770 Augustin-Armand Gardelle : was in Le Verger in hetjaar 1773 [R. 675]Pater A.van de Pasch voegt daar - na een vondst van een nieuwhandschrift met de definities96 - nog aan toe:1609 Obierunt... fr. Claudius Bonriou, procurator viridariensis[R. 365]; fr. Stephanus Gramiae, sacerdos et sacristaViridariensis. [R. 743]3-0 OPHEFFING VAN "LE VERGER"In 1766 heeft het klooster nog maar drie religieuzen, redenwaarom de "commission des Reguliers" besluit om de priorij op teheffen; ook de familie De Rohan kan niets meer voor de kruisherendoen, omdat zij zelf sedert 1770 geen zeggenschap meerheeft: over le Verger, het kasteel. Ook het moederhuis van de Fransekruisheren - bedoeld wordt hier La Bretonnerie uit Parijs - verleentgeen ondersteuning meer aan de priorij.Op 10 juni 1791 wordt de kruisherenkerk, de priorij en de tuinverkocht voor 5500 pond aan Baptiste Besognard de LaBigoriere.97 Deze Baptiste zien we in het "Appendix" hierachteropnieuw optreden als procureur van de gemeente Seiches in 1790bij het opmaken van het Proces Verbaal.Het meubilair uit de priorij wordt op 2 augustus van dat jaar onderde hamer gebracht.95 Brenigard was nog in fiinctie als prior toen Le Verger werd opgeheven; zie Proces Verbalin het Appendix, p. 285-292.96 Cf. hiervoor, voetnoot 93.97 L. MAUCOURT, o.c, p. 201-202


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 279Op 13 oktober 1792 roept het gemeentebestuur de inwoners opom bijeen te komen in de parochiekerk; de parochianen sprekenzich erover uit om zowel de kruisherenkerk als de Kapel "Notre-Dame-de-la-Garde" te behouden, maar de historische omstandighedenzorgen ervoor, dat het met de kerk van de kruisheren slechtafloopt, in tegenstelling tot de genoemde kapel.98De laatste prior, Pierre-Francois Brenigard, wordt benoemd tot"prior voor het leven'; hij was immers een van de laatste bewonersvan Le Verger, met nog twee (of drie) andere monniken. Brenigardwerd echter gedwongen in 1766 — in verband met de opheffingvan Le Verger - de kloostergebouwen te verlaten en te vertrekken.Een andere bron meldt echter dat in 1789 er nog 66n monnikaanwezig was: Pierre-Francois Brenigard!" Op 22 februari 1790wordt hij nog vermeld in het Proces Verbal ADML 1 Q 654 inrelatie tot "Le Couvent".1003.1 RESTANTEN VAN DE PRIORIJDe huidige situatie in Matheflon (gem. Seiches sur-le-Loir)kunnen we als volgt beschrijven (woensdag 20 augustus 2003mochten we -met toestemming van de huidige eigenaresse,madame Odille Terrien-Chevreux,- «Le Couvent» bezoeken):Van de eigenlijke priorij rest niet veel meer; de poort, niet meerdan twee zuilen met een kapiteel is waarschijnlijk nog oorspronkelijk,maar de afsluitende boog is verdwenen. Deze schijnt ergensanders te berusten, klaar om bij restauratiewerkzaamheden elderste worden gebruikt. De trappentoren staat nog volledig overeinden is in gebruik; deze toren staat tegen het huidige hoofdgebouw,grotendeels oorspronkelijk. Niet is duidelijk waarvoor dit gebouwdiende. Links en rechts staan twee aanbouwen uit recentere tijd(rechts garage en links de keuken met een bouwlaag).98 Idem, p. 202.99 Celestin PORT, Dictionnaire etc., lemma : Le Verger, p. 711.100 Zie hierachter in het Appendix, p. 285,286 en 292.Tevens moeten we hier opmerken dat "Le Verger" kennelijk tot 1790 "bewoond" was. Cf.R. JANSSEN, 1996, p. 7: "In 1789 restte enkel nog de 'Prieur^ de Ste Croix de laBretonnerie', het klooster van Parijs."


280 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790In de immense voortuin ligt nog de oorspronkelijke cave, eengroot halfrond gewelf met luchtgaten naar boven en een dichtgemetseldetrap. Boven dit keldergewelf zou zich vroeger het refectoriumhebben gelegen, maar dat valt niet meer te bevestigen. Dewaterput (nu een gesloten circuit) is nog wel in gebruik maar meteen modern pompsysteem.Volgens de eigenaresse, Mevrouw Terrien, worden nog regelmatigin de tuin bij spitwerkzaamheden botten gevonden, hetgeen zoukunnen wijzen op de begraafplaats van de kruisheren uit vroegereeuwen. Er is nog nooit systematisch onderzoek gedaan naardieper gelegen restanten van het klooster, want volgens anderenliggen langs de weg, naast de huidige muur, nog fundamenten vande kloosterkerk. Bodemonderzoek zou ook hierover nadere informatiekunnen verschaffen.Al met al resten slechts schamele delen van de eens ruim opgezetteprieure (zie de afbeelding op het schilderij van prior AmbroiseCoubard en de beschrijving in het proces verbaal van 1790).3.2 THOMAS DE GOUDAAan het slot van dit artikel over Le Verger moeten we hier tocheven stilstaan bij een van de markantste figuren die de priorij heeftvoortgebracht; want prior Thomas de Gouda verdient enige nadereaandacht omdat bijvoorbeeld Louis Maucourt deze prior niet eensnoemt.101De waarschijnlijk in Gouda geboren Thomas trad in in het klooster LeVerger (misschien hoorde hij tot de eerste groep van bewonersvan het nieuwe klooster na 1495102 en kwam hij mee met de101 L. MAUCOURT, o.c, p. 200-215.102 Definities, 1969, p. 200, nr. 86 : [1495] « Item prior Asperensis providebit conventumnostrum in Viridario de personis necessarii ibidem." En "Item fr. Mychael Namurensis visispresentibus sit supportatus a supprioratu conventus nostri in Viridario et stabit in conentunostro in Warennis ut conventualis et de ceteris ibidem locandis providebit prior Alnetensisvicarious revendi patris nostri generalis per Franciam pro tempore." En: P. VAN DENBOSCH, o.c. 1968, Bijlage 5, Diffinitiones capituli generalis anno 1495, p. 191; aldaar citeertpater Van den Bosch de tekst van de definities waar sprake is van Le Verger. Cf. de regels hierbovenuit de Definities.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 281confraters uit het noorden - Gouda en Asperen [kruisherenkloostervlak bij Leerdam] liggen bijvoorbeeld slechts 35 km. uitelkaar-).Na 1513 wordt waarschijnlijk hij de derde prior van Le Verger, alsopvolger van Nicole le Doc (die omstreeks 1513 was gestorven)103en hij vervult deze functie tot 1518; van 1515 tot 1518 is hijtevens provinciaal van de Franse kloosters. In 1518 wordt hij doorMagister Generaal Wilhelmus van den Oever naar het klooster vanKolen-Kerniel overgeplaatst omdat er tussen fr. Thomas en CharlesRohan, de zoon van de oprichter Pierre Rohan, een meningsverschilwas opgetreden. In Kolen werd hij in 1519 supprior en in1520 tot prior gekozen, welke functie hij in 1529 opgaf omopnieuw provinciaal te worden van Frankrijk en prior van hetklooster in Caen. In datzelfde jaar wordt hij gekozen tot MagisterGeneraal van de orde104 als opvolger van de op 3 oktober overledenMagister Generaal Laurent Gladbach.Vijf maal werd fr. Thomas de Gouda gekozen tot definitor van hetgenerate kapittel, vijf maal vicaris-generaal, hij bracht tallozebezoeken aan de kloosters in Frankrijk, Holland, Zeeland,Brabant, Friesland, Westfalen en Engeland.105 Visitator was hij inde jaren 1522, 1524, 1526 en 1527.106De meest trieste gebeurtenis uit zijn loopbaan als MagisterGeneraal was het verlies van de Engelse kloosters door de scheuringdie werd veroorzaakt door koning Hendrik VIII. De kloostersin Engeland werden in 1534 opgeheven en de fraters verspreid oververschillende kloosters in Belgie.107103 L. MAUCOURT, o.c, noemt Nicole Le Doc de eerste prior van Le Verger. We vermoedenechter dat de eerste, voor ons (nog) onbekende, eerste prior stierf in 1493 of 1494:[Definities, p. 197] "Item obierunt hoc anno venerandus pater noster generalis Everhardus deOrsoy magister generalis sacri nostri ordinis, venerabilis pater prior in Viridario sancte crucisprimus." Le Doc is dan de tweede prior, Thomas de Gouda nummer drie. Wanneer zijn prioraatin Le Verger aanving, blijft ons op dit moment nog een vraag. Want in 1513 functioneertLe Doc nog als prior, want hij doet in dat jaar de begrafenis nog van de stichter, Pierrede Rohan die met pracht en praal vanuit Parijs naar Le Verger wordt overgebracht.104 A. VAN DE PASCH, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn prioren-generaal. 1210-1796.Clairlieu, 1960, p. 30-31 (nr. 31). A. DURAND, o.c, 1967, p. 60-61.105 A. VAN DE PASCH, o.c. 1960, p. 30. Th. v.d. ELSEN, Kroniek, Clairlieu, 1979,p. 125: namelijkinl520, 1522, 1524, 1526 en 1528.106 Th. v. d. ELSEN, o.c, 1979, p. 125.107 A. VAN DE PASCH, o.c. 1960, p. 30.


282 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Op 14 december 1537 stierf deze verdienstelijke MagisterGeneraal tijdens een bezoek aan het kruisherenklooster in Luik;per boot werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Huy enaldaar begraven in het koor van de kloosterkerk.4.0 SLOTBESCHOUWINGWanneer we de resultaten tot op dit moment overzien, dan kunnenwe allereerst vaststellen dat slechts een heel beperkt deel van deoorspronkelijke priorij behouden is gebleven. Wellicht dat belangrijkeresten nog in de bodem verscholen liggen en systematischbodemonderzoek meer over het vroegere klooster helder zou kunnenmaken. Uiterlijk wijst niets meer op gebruik door kruisbroedersin vroegere eeuwen.Door de politieke toestand aan het eind van de achttiende eeuw -de verwoestende ingrepen ten tijde van de Revolutie - zijn er geendocumenten noch bibliotheekresten meer aanwezig in de officieledepots, met uitzondering van het genoemde Proces Verbal uit1790 [ADML 1 Q 654] (niet in de Departementale Archieven,noch in de Diocesane Archieven; wellicht dat in de nalatenschapvan het moederhuis La Bretonnerie in de Bibliotheque Nationaleof in de Archives Nationales nog een enkel stuk te vinden is dat opeen relatie met Le Verger wijst). Met alle verkopen van respectievelijkde roerende en onroerende goederen eindigt de geschiedenisvan het kruisherenklooster Le Verger en nemen daarmee lekenbezit van het toenmalige kruishereneigendom. Van het roerendebezit is alleen het schilderij met Ambroise Coubard gelukkig nogtraceerbaar, en wel in het Musee de Beaux Arts in Angers. Dank zijonderzoek van dit schilderij dook het enige archiefstuk ADML 1Q 654 op in de map "Documentations"!Ik moet toegeven, dat dit alles erg mager is, maar een ander doelhebben we door deze eerste aanzet over Le Verger wel bereikt: depriorij staat weer op de kaart! Bovenstaande aanzetten nodigen uitom het onderzoek voort te zetten, zowel in Frankrijk als in dearchieven van de Nederlandse en Belgische kruisheren. Wantalleen op die wijze kunnen leemtes die ik noodzakelijkerwijs hebmoeten constateren worden aangevuld met nieuw te ontdekken


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 283gegevens. Zo vraagt de onvolledige lijst van prioren om aanvulling;misschien dat we toch nog archiefstukken of bibliotheekrestenvinden om daarmee iets te kunnen zeggen over de spiritualiteit vandeze kleine communiteit in de Anjou.Er wordt in Seiches en Angers meegedacht en meegezocht, men iser enthousiast om toch ook hier een klein stukje van het eigen erfgoed— waarvan men rudimentair iets wist — verder bloot te leggenen in te passen in de to tale geschiedenis van enerzijds de kruisherenen anderzijds de geschiedenis van het Chateau du Verger inMatheflon.SOMMAIRECet article est une premiere epreuve au le sujet du prieure « LeVerger » (en Latin : Viridarium), disparu comme couvent depuis1790 ou 1791. Les moines chanoines augustins (mieux connus auxPays-Bas et en Belgique sous le nom de «croisiers ») habite la, dansune courbe du Loir et en face du chateau Le Verger.Les croisiers avaient ete invites k Seiches pour ^tablir un prieure parPierre de Rohan, marechal de France a la fin du XVe siecle. A cetteepoque le prieure comptait douze moines et leur prieur. Les batimentsetaient vastes, le couvent avait sa propre chapelle car lechateau lui aussi avait une chapelle pour les nobles.Pas tous les noms des prieurs sont connus de nos jours, parce qu' apeu pres tous les manuscrits, livres imprimes et les materiauxarchivaux ont disparu depuis le temps de la Revolution. Dans lameme epoque, le prieure fut vendu et la plus grande partie du couvent fut demouli.Actuellement il reste le corps principal du prieure, l'escalier et lacave. Grace a une peinture, representant le prieur Coubard, nouspouvons nous faire une image du cloitre ancien. Le terrain quirestait apres la vente a ete transforme en jardin. La propriete s'appelleaujourd'hui « Le couvent ».[Trad.J.S.]*Wij zijn dank verschuldigd aan Drs. J.A.M. van der Heijden die de "Sommaire" corrigeerde.


284 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790BRONNENP. van den Bosch, Studien over de observantie der kruisbroeders in de vijftiendeeeuw, Diest, 1968.A.Bochin, Les prieures de Condren et de Chauny; Les croisiers en Picardie,Clairlieu, 1998, p. 45 ; p. 47.A. Durand, Leprieure de Saint- Ursin a Lignieres-la-Doucelle (Mayenne);Les croisiers au Maine, Clairlieu, 1964, p. 7-8.A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen; Les croisiers en Normandie,Clairlieu, 1967, p. 10.[Th. v.d. Elsen, Kroniek], Maaseik en Kolen. L. Heere +, Prieure desCroisiers; Clairlieu, 1979, p. 125.J.M. Hayden, The French Crosiers in the seventeenth and eighteenth centuries, Clairlieu,. 1969, p. 7; p. 23-24; p. 40; p. 45.J.M. Hayden, From inspiration to mediocrity: the early modern crosiers ofParis, Clairlieu, 1987, p. 31-52.J.M. Hayden, Le prieure de Vhopitalde St.- Georges de Tredias, Clairlieu,1990-1991, p. 98 ; p. 104.C.R. Hermans, Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S.Crucis, Silvaeducis, 1858, 3 vol.Index van persoons- en plaatsnamen ; Clairlieu, jaargangen I-XL, 1943-1982, deel I (1985) en deel II (1987); zie onder Verger-Sainte-Croix(p. Ill) maar ook onder Angers (p. 12).R, Janssen, De Orde van het Heilig Kruis op het einde van het AncienRigime, Clairlieu 54, 1996, p. 3-92)R. Janssen en P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>iumOrdinid Sanctae Crucis - 1248-1840 - , Geschiedkundige kring"Clairlieu", Maaseik, 2002, 4 delen (genummerd 3 t/m 6).R. Janssen, De oorsprong van de orde van het H. Kruis, Clairlieu, jrg. 62,2004, p. 14-163 (met inhoudsopgave).Fr. Lehec, Seiches au coeur de Vhistoire, Pelloualles-les-Vignes, 1987, p.35-37, chapitre IX.Manuscrit, 1758, Bibliotheque d'Angers, « L'Anjou historique » ; fid.1901.L. Maucourt, Seiches sur le Loir en Anjou. Lieu de rencontre avec Vhistoirede France, 1999, p. 200-211.A.van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en Prioren-Generaal; 1210-1796-, deel II,Clairlieu, 1960, p.30-31.A.van de Pasch, Nog een handschrift met Definities der Generale Kapittels,Clairlieu, 1976, p. 99 en nt. 43.


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 285Celestin Port, Dictionnaire du Maine et Loire, 5 delen, 1965 - 2004(Tweede, herziene uitgave).A. Ramaekers, De kruisheren en de Leuvense universiteit, Clairlieu, 1982,p. 25-136,(i.e. p.59-60).M. Renard, La fortunedu prieure Sainte-Croix de la Bretonnerie souslAncien Regime, In : Paris Ile-de-France Memoires, T. XXXVI, 1985, p.97-134.H. Russelius, Chronicon Cruciferorum, Keulen, 1635 [reprint Diest,1964].A. Sarazin, Manoirs et Gentilhommes dAnjou. Cholet, 1965 (p. 102-104met afbeelding van Chateau Le Verger) [heruitgave: 1987].H.U.Weiss, DieKreuzherren in Westfalen, Clairlieu, 1962-1963, p. 137;p. 197-198.APPENDIXDe integrate tekst van het document ADML 1 Q 654Hieronder geven we een transsciptie van het Proces Verbal uit1790, een archiefstuk van elf ongenummerde bladen.Linksboven:22 fevrier 91790.[accolade] Aujourd'huy vingt deux fevrier{1} mil sept cent quatre vingt dixNous, rnaire et officiers municipaux de la parroisse de SeichesSur les neuf heures du Matin, faisant droit sur les acquisitionsDe M. Le procureur de la Commune, nous sommes transporteda la Maison le Couvent de Ste. Croix du verger dans cetteparroisse ou etants arriver nous avons trouve M. pierrefrancois Brenigard prieur le seul religieux delas. Maison auquelnous avons donne lecture des decrets de l'assamblee nationnalleDes 7.1el4 o.bre . Relatif a la Conservation des Biens du clerge,Que nous avons somme de nous faire conduire dansL'interieur de la dite maison et nous y accompagner, et que nousIntendons dresser un proces verbal de son etat actuel, ce qu'il aBien voulu ; auquel procedant, En presence de M. Le procureur


286 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790De la Commune et de Me. Brenigard, nous sommes transport'sDans la cour d'entree ou nous avons remarqu' neuf noyersdont deux dehors et quinze nouvellement planter ; pour entrerSur la terrasse devant le parvis sept marches de pierre de Rairie,La terrasse pav'e en partie de neuve pierres, le parvis a sixArcades au quart de pave, et le reste en carreau et pierres dedairieSommes Entr'r dans L'eglise par une porte a deux batans en bonEtat, ou 'tarn nous avons remarqu' sur l'entr'e un jub',Auquel nous sommes monter par une echelle, ayanttrouv' l'escallier enlev' ; le buffet d'orgues ne nous a pasparu complet, l'avant corps n ayant que les tuyaux dedevant, dans une chapelle a Gauche appellee Les dix millematrier, un autel avec sons devant de velours camoisi12}a fleur d'or, trois portraits, quatre chandelliers et aucrucifi argent's, un confessional et une boiserie detrois states et une balustrade en bois, une crois'e enverre partie bleu en bon 'tat, du meme cot' unechapelle appell' ardente, au devant une balustradeen bois, un autel presque nu, au devant duquel deuxstatues de terre cuite, et une croix avec un petit baneau devant de l'autel, a l'entr'e a droit un benitier enmarbre blanc monte sur son pied de stalle meme matiereplus loin du meme cot' une chapelle appell'e la nonciadeune balustrade de bois a l'entr'e, un autel presque nudevant lequel sont deux statues, un crucifix de boisderriere lequel est un vitrage ou sont deux portraits de Jesuset de Marie qui nous ont paru pretieux et Bienfaits, La nefet les chapelles carrel'er en pierres de tairier et troistombes, La nef garnie de deux banes. En face de l'entr'ea droitte, un autel orn' de trois statues, l'autel absolumentnu. Et defendu d'une balustrade du bois. En face a Gauchel'autel de S. Sebastien absolument nu, decor' de la statueet deux chandelliers de potin defendus par une balustrade.Dans la nef six crois'es en verre peint Et en bon 'lat.Dela nous sommes entr's dans le choeur, nous avonsRemarqu' vingt sept stalles hautes Et autant de bassesSurmont'es d'une boiserie cach'e d'une tapisserie enSoye et laine representant la passion, un lutrin charg'De deux Graduels et de deux antiphonaires romains,131plus haut le tombeau de pierre de rohan support' parune masse de pierre de rairie, la tombe en marbre noiret la statue en porfire defendu par une balustrade de fer


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 287done un bout a eti leve ; une lampe de fer blancargentee, le choeur carrele en Rairier {Le Rairie, terre cuite j.s.) et en ardoises:nous sommes monte'r au Sanctuaire par quatre degre'rde pierre de Rairie. Le Sanctuaire egallement pave enRairie et ardoises, nous avons remarque* l'autel garnieDe son devant, decore" de six chandellier de potin et deux autresPlus petits argenteX Le sanctuaire orne' de trois tableaux etCinq statues done quatre porties par des pieds de stalles; nousAvons prie' M. le prieur de nous ouvrir Le tabernacle, ouNous avons vu un ciboire et un autre petit ciboir pourPorter le viatique au malades. Un soleil avec son pie'destalEt une croix sans pied. Le tous d'argent et de vermeil [...] EtLe sanctuaire eclaire* par quatre croise'es garnies de verre peintEt en bon &at. Nous sommes entr^r dans la chapelle des princesOu nous avons remarqud un autel decord de son devant et troisStatues, trois banes dont deux d'un travail tres recherche* enSculpture, un benitier en marbre blanc attache4 a un pilierQuatre petits chandelliers Et trois moyens et un candelabreLe tout de bois, la chapelle pave'e en carreau a l'orange etDe six pierres de Rairies qui nous ont paru avoir et^Derange'es depuis peu, ce qu ayant fait observer au (.) Me.Brenigard, il nous a dit que e'e'toit l'entre'e du caveau ouEst t'enter des princes. Et qu'ayant un jour trouve. ces pierresDerange'es, il les avoit fait reposer; nous avons fait faire parRene4 le Roy tailleur de pierres de cette parroisse, et nous yAvons descendu avec respect et veneration, mais nous{4}sommes remontes avec horreur envoyant les cadavresangustes princes disperces et les tombeaux enleve'r. Le [...]le roy nous a observe* quil ne pouvit y avoir long temps qu(e) ?cet asil avoit et^ viole*, la terre et le mortier qui enbouchoieu(t) l'entre'e itmt encore mouilllr, ce qui nous afait demander l'ouverture du Grand Caveau dans Tentreeest dans le chceur, a quoy nous avons pareillement imploy (?)les leroy, et y travallant il nous a fait observer que lespierres qui couvroient l'entre'e ont ete levees et remisesde puis peu, ou e'tants dessendees comme dans l'autre, nousy avons trouve' six grands tombeaux de plomb et si petitsqui ne nous ont paru endomages que par la main du tempsnoes sommes entres dans la sacristie a la porte de la quelleest attache un benitier de marbre rouge et un autrede cuivre dans le vestibule, une croise partie en verreblanc et l'autre verre petit; dans la sacristie nous avonsremarque en entrant un meuble de bois vermant a clefet quatre batans, dans lequel s'est trouve une croix argentee


288 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-179015}avec sou baton et une niche de bois dore* pour l'expositio[n]du S. Sacrement, du meme cote* un corTre ou de sous trouve'croix devant l'autel, un noir, l'autre rouge et blanc, et le(dernier ?) en soye qui nous a paru d'un travail recherche ; plus loindes banes surmonter d'une boiserie a la quelle sont attachedeux ensensoirs et une navette de cuirre, a gauche en entrantun meuble fermans a deux battants et a clef dans lequelse sont trouve'r trois chappes de damas cramoisir apersonnages borde'es en soye, or et argent, deux autres (chappes ?)dont deux de damas de caux blanc orfraie, satin, lilas{6}passe, une autre meme e'toffe verte orfraie a fleurs, etl'autre de camelot violet avec galour blanc et de soieun ornement noir compose* de ivoir chapper de l'aineorfraie blanc, deux dalmatiques de soie avec dantelleargente'e, chasubles, etofFe si voile si bourse de laine, (dentelle ?)aussi d'argeul, drap Mortuaire aux armes du prince en orquatre dalmatiques dont deux en dantelles noir d'argent, deuxautres de satin vert gamier en brodie, or si soie, quatrepenter de dais en velours fleur cramoisi, dentelle d 'argent.Le fond du dais n'a plus que le cadre le velours ayant etiEnleve', un voile de satin cramoisie avec un saint esprit enArgent, un baniere rouge d'un cote' si blanche de l'autreA droit des banes surmonter d'une boiserie avec un tableauDu meme cote, un fond, un meuble de bois fermant a deuxBattants, un prie-dieu au devant dans lequel nous yAvons trouve que choses de peu de valeur ; au milieu dansLe fond un grand meuble de bois fermant a deux battantsA quatre tiroirs servant a ramasser les ornemants dansLequel nous avons trouve' une chasuble de noire argentAvec 6tok et manipule d'autel et pauge , or et argeulFaux, une autre chasuble de soie violette avec le tolleEt manupule pareille ; galons or et argent faux le voile deSatin violet fleurs argentees, une chasuble, voile, etoleManipule de damas rouge, galons d'argent faux, une chasubleD'etoffe d'argent a fleur avec etole et les manipulesPareilles, la croix brodrie or et argent, une chasuble etoleVoile et manipule de camelot vert, galons de soye, uneBoite caporaux a figure or et argent, cinquante deuxnappes d'autel a dantelles, cinquante communesplusieurs caporeaux et purificatoires, une calice cisele',au dessus de ce meuble un vieux tabernacle, a l'autre bout


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 289au fond un meuble fermant a deux battants, un prie dieudevant lequel il ne s'est rien trouve', deux grandescroise'es gamier de verre blanc et paint, nous sommesensuitte monter par l'escalier a droit en entrant dansles cloitres, au premier et dernier etage nous avonstrouve' trois chambres dont les colombager et lessolivaux ont ete enlever en allant ou toit le coridornous avons trouve touttes les chambres detruiller, lessolivaux et colombager enleve r, excepte soixante unsolivaux qui sont rester avec les terrasser dans leschambres au dessus du refectoire. Nous sommesentre'r dans une chambre appellee La ChambradeM. Hocard ou nous n'avons trouve qu'un bois de litAvec souciel, les croise'es sans boiseries. Except^Quelques plancher et un morceau de boiserie, laPorte a chambrale fermant a clef; Ensuitte(andere hand) Dans une chambre appellee de M. damour (?), ou nousAvons trouve' un lit avec un matelas et des rideau, uneCheminee de ... (leeg) et garnie de verres, Ensuitte dansLa chambre appellee du comte de Rochefor, ou nous n'avonsTrouve' que la boiserie de faite et eparre, deux croise'esA petit bois et garnies de bois, nous sommes ensuitte(7)Monter dans le grenier au dessus en passant sur les tisons (?)Nous avons remarqud qu'il y en avoit encore dix tisonsRente's sur leurs poteaux, trois aiguilles coupees ; nousAvons encore remarque qu'il y avoit deux echelles quiNous ont paru etre dresse'es pour detruire le reste de ceBatimans ; qu'il n y a que sic croise'es garnies en partieDe bois et de vertel le reste est vuide. il y a encore troisCheminees au meme etage a costd de l'escallier estUne petitte chambre et une horloge de fer ; nous sommesEnsuite monte'r dans le grenier sur l'eglise ou nous avonsRemarque7 que la charpante est en tres bon etat. NousAvons vu deux docher dans le clochet et deux echeilesPour y monter ; etants ensuitte dessendus dans lesCloitres nous avons remarque qu'ils sont carder deCarreaux de quatre pouces et de trois tombes, lesPlanchers sont garnis de leurs solivaux et terrasse.Les cloitres decodes d'une statue de la S.e vierge, autourDes cloitres est une chambre sans chemine'e ou nousAvons trouve' un lit et un vieu meuble dortoir. EnRegardant par de hors la couverture de l'eglise et le docher,Nous avons vu que ce dernier est surmonte d'un cocq.-Supporte' par une croix de fer sur un piedestal de plomb ; -


290 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Que le faitage de l'eglise est couvert d'une nappe dePlomb. De la nous sommes entrer dans un endroit quiServoit autre fois de refectoire ou nous avons remarque'rUne porte a deux battans, les croise'es de garnies, le plancherAbattu, et les poutres dont deux nouvellement coupeesDans leurs porte'es et l'autre tombe'e de vetuste ; nous{8}n'y avons trouve' que quatorze mauvais tonneaux etun moulin a passer la farinne, le vestibule enentrant a trois portes fermantes, une poutre, quartorzesolivaux avec leurs terrasser, nous y avons remarqueune vielle armoire fermant a deux battants, ou estle linge de la cuisine. De la nous sommes passed dansla cuisine fermante a deux portes et une croise'e garniede bois et vitres, il y a une sous pante a la quelle on montepar un escalier de bois, nous y avons remarque' unmauvais lit dans la cuisine nous avons trouve' leplancher entier, et les ustanciles de la cuisine que nousn'avons pas d'aigne1 juventorier.Dans une chambre a Coste nous avons trouve souPlancher bien entier et la porte fermante a clef etQuelques tonneaux de dans, nous sommes ensuite dessanduDans la cave sous le refectoire que nous avons trouve'En bon e'tat et quelques tonneaux de dans, de la sommesPasse'r dans un salon a manger separe' du vieu batimansOu nous avons remarque' une chemine'e, trois croiseesA petits bois, une porte vitrde, un buffet servant de doisonFermans a huit battans avec un placard fermant a deux, et unePorte a chambrante et a deux battants, En sortant par un coridorDont le cote* droit est en boiserie ainsi que le gauche ; dansLe cote* droit est une porte ouvrante une chambre boise'eOu sont trois meubles de bois dont deux tenant a laBoiserie et fermant a deu battans, un autre vieu meuble deBois fermant a quatre battants et un tiroir. Le carelage191de ces chambres en bon e'tat. Dans la chambre plus loinoccuppe'e par M. le prieur, nous avons remarque' unechemine'e boisee une croise'e a petit bois, un lit, deuxcomodes, deux glaces, un prie-dieu, deux morceaux detapisserie et un rideau de damas de caux. A coti dansle cabinet de M. le prieur avamant dans la piece ducouvant, nous n avons trouve' qu'une table et un petitbureau, et quelques planches charge'e d'environ cent


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 291cinquante volumes separer de diferents ouvrages demorales, theologie et histoire, et aucun bon ouvragecomplet. Le cabinet eclaire' par trois fenetres a petits boiset garnis de verre, a cori de la chambre de M. le prieurnous sommes entre's dans une sale par une porte vitre'ea deux battans, ou nous avons remarque deux lits ilauge, une armoire, un bureau, trois tables, une glassea douze carrcaux, plusieurs morceaux de boiserie, ladite sale edaire'e par deux croise'e a petits bois garniede verres avec contrevants a jalousier et carrel^ea l'entre'e ainsi que la chambre, le cabinet de M. le prieurLes planchess garnier de leurs poutres, terrasser etSolliveaux. Nous sommes ensuitte passer dans uneAutre salle par quatre croise'es a petits bois avecContrevents a jalousie et point carellee ; nous sommesEnsuitte montir dans une chambre haute au dessusCarrel^e et garni de la terrasse et solivaux edaire'eDe deux croise'es. L'une a petit bois et l'autre en verre et plomb{10}nous sommes ensuitte entre'r dans une autrechambre a coste* carrel^e et garnie de versolivaux et terrasser eclairee d'une croisee enverre et plomb dont il manque la moitie\ avecun alcove. Dans les greniers au dessus nousavons remarqud que la charpante et la couverturesont bonnes, un grenier fermant a clef et I'autrepoint, tous les deux sont careles, nous sommesensuitte alter dans l'ecurie que nous avons trouve'efermant a clef garnie de des rateau, terrasser etsoliveaux, dans un sellier a coste est un pressoirgarni de ses ustancilles, une cheminee avec deuxcuves a laissiver monte'er et maconne'es avec soliveau(x ?)et terrasser ; la charpente, couverture ainsi quecelle des autres batimans en bon e'tat.Nous avons ensuitte parcouru le jardin que nousAvons trouve1 clos de murr, planti de deux centSoixante sept arbres fruitiers tant a haute que bassetige, avec un cordon de vigne le long de mur au midiA cote de la cuisine est un puit surmonte d'unBalet avec une corde ou est attache' un sceau qu'ontire par le moyeu d'une poulie de fonte ;Apres quoy nous avons sommd Le M. BrenigardDe deposer entre nos mains ou notre greffe l'etat desArchives et manuscrits qui appartiennent a la ditteMaison, a quoy il a repondu qu'il le feroit dans trois jours


292 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790UDNous avons encore remarque* que la porte d'entre'ede la cour est dans son entier ainsi que la porte d'entre'eDes cloitres.Nous remarquons encore qu'on a arrachd une serrureQui etoit a la porte de dehors de la chapelle des princes.Et au moyen de ce que l'heure est tropavance'e pourPouvoir renfermer Tentr^e du grand caveau donnantDans le choeur da la sainte eglise, nous en avons ordonne' laCloture pour demaln. Et nous avons charge* Le dit BrenigardDe veiller a la conservation de tout quoy nous avonsRedige' notre presens proces verbal en presence et assistance queDessus les meme jour et au le quel proces verbal est signe*Des officiers Municipaux,Le procureur de la commune et le secretaire ; Le dit BrenigardA dec lare ne vouloir signer de ce somme', et le Leroi neScavoir signer aussi somme\Signe j lesmeau maire, f. aubert antoine Renou,Pie thiberge, Rene' Bedane, j drouin, Besoguard de laBigotiere procureur de la Commune, et Laurent du pre* Greffier.[rest van het blad is leeg]NASCHRIFT*Er valt weinig toe te voegen aan het Proces Verbaal van 1790; debeschrijving die wordt gegeven van de kapel en het klooster van dekruisheren komt overeen met de notities die Louis Maucourt heeftopgenomen in zijn boek over Seiches.Uit het slot van het Proces Verbaal blijkt echter een opvallendezaak, die we hier zeker niet onvermeld willen laten: tot deondertekenaars van het officiele stuk hoort Mons. Besoguard de laBigotiere, procureur van de Commune van Seiches. Hij blijkt laterde koper te zijn van de onroerende goederen, welke hebben toebehoordaan de kruisheren van Seiches !Voor de correcties en aanvullingen in de transscriptie dank ik mijn collega Drs. A.Masselink.


go4*.«Le Couvent» t.o. Chateau Le Verger; coordinaten 1A


294 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790A : Chateau Le Verger


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 295


296 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790■IO.300C


HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790 297«Le Couvent» (foto: J.S., 2004)


298 HET KRUISHERENKLOOSTER "LE VERGER" 1490-1790Oil


KRONIEKBr. Fernand Schepkens, Pater Valentinus Paquay, als levensgids, een authentiekverhaal. in: Jonge Adel, oktober-november-december 2004, jg. 19, nr.4,pp. 14-16Uit deze korte, maar interessante bijdrage citeren wij enkele passages: "Op 26augustus 1911 huwde ze (= Eugenie Wyckmans) te Hasselt met Lambert Kusters uitRekem (geb. 22-11-1881). Zij gingen in Hasselt wonen, waar Lambert ah wachtmeestervan de gendarmerie werkzaam was. Het gezinnetje zwierf doorheen hetVlaamse land. Toen Alberta geboren werd op 14 juni 1913 te Maaseik, was vaderdaar commandant van de rijkswacht. Een zoon, Corneille werd geboren te Hasseltop 18 maart 1915. De rijkswachtcommandant werd voor vierjaren opgeroepen omdienst te doen in de oorlog. Een tweede zoon, Roger kwam ter wereld in Westende op23 mei 1922. De omzwervingen van vader Kusters kwamen ten einde, want hijwerd in 1925 brigadecommandant te Maaseik.Alberta deed hoar studies als regentes Wiskunde en Wetenschappen in Onze-Lieve-Vrouw Waver. Zij trad binnen op Lichtmis 1935 bij de Ursulinen van Maaseik. Zijoverleed in Opglabbeek, als kloosterverantwoordelijke op 23 december 2003.Corneille Hep school te Maaseik bij de Kruisheren. In het schooljaar 26-27 eindigdehij daar het zesde leerjaar als primus van de klas op 26 medeleerlingen. In 1933trad hij in de orde van de Kruisheren te Diest. Ingenieur van opleiding, onderweeshij wetenschappen aan het college "Sainte Croix" te Hannuit. Hij behield het hartvan zijn kinderjaren. Hij werd een hartpatient. Te Korteys op het moment dat hijin de sacristie zich voorbereidde op de eucharistie viel hij plots dood. Het was 16oktober 1993. Hij werd in Hannuit begraven tussen zijn confraters. Roger legde ookzijn kloostergelofien afin de orde van de Kruisheren op 28 augustus 1943. Hij werdpriester gewijd op 22 juli 1948. Hij hield veel van kinderen, zieken en bejaarden.Hij was leraar godsdienst in het R. 0. en scoutsaalmoezenier. In Loksbergen had hijeen uniek zangkoor. Hij bezat de gave van het woord en tijdens zijn preken hingende mensen aan zijn lippen. Helaas, een slepende ziekte waartegen hij meer dan achtjaren vocht, werd hem fataal op 8februari 1991 te Diest.Eugenia Wyckmans zei bijhaar huwelijk: "Heer, mij hebt ge niet gewild, ik hoop datgij later al mijn kinderenzult nemen. "Zij overleed in het klooster van haar dochter te Opglabbeek op 21 januari1972. Haar man, Lambert Kusters, stierf te Maaseik op 2 april 1964.(...)"Roger Janssen o.s.c.


300 KRONIEKBENTLAGEM. Beillmann-Schoner, Im Zeichen der Schopfung oder der Weg ins Paradies,Rheine, 2004, 174p. Een fraaie catalogus met vele afbeeldingen in kleur,schenkt aandacht aan een tentoonstelling in Museum Kloster Bentlage metbetrekking tot de Sehnsucht naar geborgenheid en eeuwig geluk aan de handvan de religieuze kunst in tuinen, op kerkhoven, in reliekhouders en op beeldhouwwerk.Op pp. 10-16 geeft Chr. Kerrut "Eine Einfuhrung der Ausstellung imMuseum Kloster Bentlage". Op pp. 17-25 belichten A. Angenendt en K. Meiners"Reliquiengdrten: Symbole der Hoffnung und des Lebens". Eerder al, met name inClairlieu, jg.58, 2000, pp. 237-252 schonk M. Beillmann-Schoner aandachtaan Die Paradiesgdrten von Kloster Bentlage. Tot de kunstwerken van het oudekruisherenklooster van Bendage behoorden twee houten kasten die met eenglas-in-lood raam gesloten waren. In de beide kasten was een overvloed vanrelieken ohdergebracht, rijkelijk versierd met zijden bloemen, kleurrijke stenenen kostbare zijden stoffen. De kloosterzusters van Bersenbruch versierden tussen1499 en 1520 de vele relieken in beide kasten, die gediend hebben voor hethoogaltaar van de kloosterkerk. De kruisheren verdiepten zich in het mysterievan het lijden en de dood van Christus. Voor hen waren de relieken een voorbeelden hulp tegelijk. Zij vereerden de relieken om voorspraak bij Christus nietalleen om vergeving van hun zonden, maar ook om bijstand op him levenswegnaar God en het eeuwige paradijs. Aan beide kasten wordt in de catalogus ruimeaandacht geschonken op pp. 30-35.Roger Janssen o.s.c.CONGOTh. Lowis, Herman Simons o.s.c. 50 jaar priester. in: De Gouden Sleutel,Geschied- en Heemkundige Kring Eeleny jg.19, 2004, nr.4, pp. 113-117 wordtaandacht geschonken aan het leven en het werk van kruisheer Herman Simons.Th. Lowis belicht sereen en bedachtzaam de jeugdjaren van Herman in Elenonder de wieken van molen "de Hoop" in een gezin met dertien kinderen. Alsachttienjarige trad hij in bij de kruisheren in Diest. Op 25 juli 1954 werd hijdoor Monseigneur Schoenmaeckers tot priester gewijd en celebreerde in deparochiekerk van Elen zijn plechtige eremis op 8 augustus 1954. Eens de wijdingachter de rug bereidde hij zich voor op het missiewerk dat hem ongeveerveertig jaar in de ban zou houden en vertrok in 1956 voor een eerste periode vanzes jaren naar Congo. De ziekte van zijn moeder was in 1958 de reden omvervroegd naar huis te keren en het was de laatste keer dat hij zijn moeder zag.Voortaan bracht hij de vakanties door bij zijn zus in Elen. Heel donkere dagenin zijn bestaan werden de vervolgingen en pesterijen in de jaren 1964 en 1965en de moord op vele van zijn confraters. Na de rebellie keerde hij in 1967 terugnaar de missie in Bondo om de mensen geestelijk en fysiek te helpen.Roger Janssen o.s.c.


KRONIEK 301LINTORFM. Lumer, 50Jahre Kreuzherren wieder in Deutschland. 40Jahre Kreuzherrenin Lintorf. in: Die Quaecke. Ratinger und Angerldnder Heimatblatter, nr.74,december 2004, pp. 178-182. In 2004 redigeerden M. Jilesen en H. von Berloeen gedenkboek naar aanleiding van het vijftigjarig verblijf van de kruisheren inDuitsland. In Clairlieu, jg.62, 2004, p. 166 schonken wij aan dit werk aandacht.Op p. 207 en volgende wordt de aanwezigheid van de kruisheren in Lintorf enz.belicht. Korte autobiografische aantekeningen maken van dit boek een belangrijke(historische) bron voor later. De bijdrage van Michael Lumer in DieQuaecke lijkt ons een interessante aanvulling op hetgeen in het gedenkboek vande kruisheren werd geschreven. Lumer draagt heel wat informatie aan: feiten,realia en biografische aantekeningen. Ook zijn biografie van Nico van Rijn is demoeite van het lezen waard: Durch das Kreuz zum Licht. Zum Tode von PaterNico van Rijn. in: Die Quaecke. Ratinger und Angerldnder Heimatbldtter, nr.74,december 2004, p. 183Roger Janssen o.s.c.HANNUTJ. Boly & J. Filee, Sainte-Croix, Hannut. Cent ans d'histoire. Hannut, 2004,55p., ill.In het najaar van 2004 vierden de kruisheren van Hannut een eeuw aanwezigheid in Hannut. Op 3 mei 1914 ging het convent officieel van start, toenMonseigneur Rutten de kruisherenkerk consacreerde. Datzelfde jaar opende hetcollege officieel zijn deuren. Honderd jaar later belichten beide bovengenoemdeauteurs in een fraaie brochure de veelzijdige bijdrage van de kruisheren voor hetculturele en religieuze leven in Hannut en omstreken. Achtereenvolgensschenken zij aandacht aan de eerste steenlegging, de kruisherenkerk, belangrijkefeiten en data van het College Sainte-Croix, de wereldoorlogen, de geschiedenisvan het pensionaat en de betekenis van de katholieke school toen en nu. Heelwat foto's verhogen de kwaliteit van deze publicatie, die eindigt met een lijst vankruisheren die tot de communiteit van Hannut hebben behoord. Met deze publicatie bezorgen de auteurs ons een schitterende aanvulling op het in 1979 verschenenCoup d'oeuil sur le couvent et le college Sainte-Croix 1904-1979 van dehand van de kruisheren E. Fontaine en M. Hoeven.Roger Janssen o.s.c.Een monnik van boeken en archieven... een in MemoriamP, WinkelmolenVanuit mijn eigen ervaring wil ik iets vertellen over Piet Winkelmolen, hetgeen met mij verloren zal gaan. Piet heeft reeds vroeg als kruisheer belangstellinggetoond voor de geschiedenis van de orde en voor archieven die de orde beter


302 KRONIEKdoen kennen. Ik zal slechts een klein gedeelte van zijn werk belichten en welvanaf de tijd dat ik voor de eerste keer prior werd te Diest.Toen ik in juli 1969 voor de eerste maal prior werd te Diest - in die tijd eengemeenschap van 53 leden - zag ik met lede ogen het archief van het kloosteraan. Prior Andre Ramaekers had samen met Willem Sangers er al aan gewerktzodat de archieven tenminste niet meer lagen te verkommeren. Maar er warenzoveel nieuwe stukken niet geintegreerd in de eerste coUectie dat herbewerkingvan het geheel noodzakelijk was. Op een keer ontmoette ik Jan Scheerder, dieons archief wilde raadplegen. Hij zat te grasduinen in de papieren en gaf me deraad Piet te vragen het kloosterarchief beter en volledig te ordenen. Piet gaf nogvolop les en was verbonden aan het secretariaat van zijn school. Hij kwam tijdenshet krokusverlof- een week - van het jaar 1973 naar Diest en nam alles inogenschouw. Daarna begon hij met het ontwerpen van een systeem dat engemakkelijk te overzien is en plaats laat om latere stukken te integreren. Tegenhet einde van mijn prioraat in juli 1975 stelde Piet een brochure samen waarinalle archiefstukken geinventariseerd waren. Deze inventaris was zeer algemeen.In 1994 ging Piet in op de vraag van prior Anton Dalessi om de inventaris aante vullen met de stukken van zijn lopend prioraat. Piet ging op die vraag in enstelde een nieuwe inventaris samen met een korte beschrijving van alle stukken.Dat was monnikenwerk, maar het resultaat verhoogde de bruikbaarheid van deinventaris van de archieven. Piet was een weldenkend en nuchter man. Daaromnam hij de archieven van de tijd van de augustijnen in Diest niet op in de inventaris. Hij ordende ze wel en zorgde ervoor dat ze apart bewaard werden. In 2003hebben we deze archieven aan het provinciale archief van de augustijnen in Gentafgestaan. Daar hoorden ze volgens ons thuis.In juli 1975 werd ik tot provinciaal van de Belgische provincie gekozen. Ik troknaar Leuven. Daar vond ik de archieven van de tijd van Andre Ramaekers enSimon Aerts. De grote stalen archiefkast stak proppens vol; er kon haast geenpapiertje meer bij. Alles was goed bewaard en geordend doch geen enkel stukdroeg een kenmerk. Mijn gedachten gingen naar Amersfoort en later ging ikzelfook. Piet beloofde mij tijdens zijn schoolvrije tijden naar Leuven te komen. Hijheeft het hele provinciale archief volgens hetzelfde systeem - systematische enchronologische inventarisatie met beschrijving van alle stukken - geordend enlater ook nog bij gewerkt.In februari 1982 viel het lot op mij om het ambt van magister generaal uit teoefenen. Een van de eerste beslissingen die genomen werden was de verplaatsingvan het generalaat naar Rome. Natuurlijk konden we niet langs dearchieven omheen. Weer heb ik me tot Piet Winkelmolen gewend. Hij aanvaarddede immense taak om heel het ordesarchief volgens hetzelfde systeem teordenen. Ik vond een mengelmoes van systemen al naargelang van de opvattingvan de secretaris van de generale overste. Met een monnikengeduld heeft Pietdaaraan gewerkt. Hij had geen elektrische schrijfmachine, hij had nog geencomputer gezien en heeft er ook nooit e'en gebruikt. Met een gewone schrijfmachine heeft hij alles gedaan. Hij heeft de archieven voor de tijd van Willemvan Hees in St. Agatha ondergebracht. Vanaf van Hees werd alles keurig


KRONIEK 303ondergebracht in de prachtige en moderne archiefruimte in Maaseik. Dearchieven zijn zeer toegankelijk en bovendien veilig bewaard. Piet Winkelmolenheeft zich ook verdienstelijk gemaakt door waardevolle historische stukken vanoverleden confraters samen te brengen, te inventariseren en te beschrijven. Hetbetreft boeken, artikels, losse studies en zelfs duizenden kleine papiertjes methistorische notas.Piet heeft zijn invloed doen gelden over de oceanen heen, ik weet dat minstenstwee Amerikaanse medebroeders bij Piet in de leer zijn geweest.Wij zijn Piet uiteraard dankbaar voor zijn gedegen werk dat hij tot op hogeleeftijd heeft verricht. Die dank kunnen we best uitdrukken door het werk dathij begonnen is, voort te zetten. Dit kan in elke gemeenschap, in elke provincieof proprovincie en in het generalaat door waardevolle stukken te bewaren entoegankelijk te maken voor de toekomst.Bert Graus o.s.c.BROGGENFr.-W. Stroucken, 200 Jahre Pfarre St. Nikolaus Bruggen, 1804-2004.Bruggen, 2004, 56p., ill.V66r de Franse revolutie was de financiele situatie van het kruisherenkloostervan Bruggen gunstig. Dat blijkt uit een inventaris van de roerende en deonroerende goederen, die in 1795 met het oog op de secularisatie werdopgesteld. Bewuste inventaris illustreert overvloedig dat de kruisheren met hunzilveren bestek en hun met leder beklede zetels qua armoede niet langer tevergelijken waren met de middeleeuwse kruisbroeders. Volgens de inventaris wasde inboedel van ieder kloosterkamer particulier bezit. De bibliotheek telde 1400banden. Tot de kloostergebouwen behoorden ook een bakkerij, een schrijnwerkerij,een brouwerij en een schuur. Het klooster bezat enkele boerderijen.Vlak v66r de Franse inval telde het klooster dertien conventuales. De voorlaatsteprior, Heinrich Peters, overleed in 1797. Het klooster van Bruggen was vanaf1796 zeker van supprimatie. Toch werd op 18 September 1797 JohannesBoetzkes tot nieuwe prior gekozen. Ook werd gastvrijheid geboden aan confraters uit de reeds gesupprimeerde kloosters. Een van hen, Petrus Seyben, voormaligkruisheer van Venlo, werd zelfs in de kruisherenkerk begraven. In 1802werd het klooster effectief opgeheven. De kruisherenkerk en de sacristie vielente beurt aan het bisdom. De kloosterkerk werd door het bisdom Aken in 1804tot parochiekerk verheven, terwijl de parochiekerk van Born als hulpkerk gingfungeren. Een gedeelte van het klooster, het zogenaamde prioraat, werd pastorie.De pastoor mocht tevens beschikken over een tuin, die tot het prioraat hadbehoord. Voor de rest werden de kloostergebouwen en de onroerende bezittingenverpacht. Later kocht de ontvanger van de domeinen Lefort de gebouwenvoor 4000 francs. In 1811 verkochten zijn erfgenamen het voormalige kloosterverder aan de astronoom Johann Friederich Benzenberg uit Diisseldorf.


304 KRONIEKDe geschiedenis van tweehonderd jaar parochie Briiggen werd in 2004 uit dedoeken gedaan in een fraai verzorgd boekje. In de eerste hoofdstukken wordtuiteraard aandacht geschonken aan de lotgevallen van de kruisheren. De ophefFingvan de parochie/het klooster wordt belicht op pp. 10-11. Tevens wordtde nieuwe parochiale inrichting uitgelegd. Vervolgens behandelt de auteur desuccessieve parochieherders, te beginnen met de voormalige kruisheer JohannBoetzkes, die van 1804 tot 1810 pastoor was en van 1811 tot 1813 kapelaanwerd in Elmt.Roger Janssen o.s.c.MAASEIKConfrater Roger Janssen blijft ijverig publiceren over het convent van dekruisheren van Maaseik in De Maaseikenaar. In 2004, jaargang 35, schreef hijover Ko Steinmetz (1919-1983), kruisheer (pp.4-8), Marcel Cohort (1914-1972),kruisheer (pp. 142-146) en over Franciscus Potveer (1905-1970), kruisheer (pp.185-187). Op een aangename en wetenschappelijk verantwoorde wijze tekentJanssen de boven genoemde kruisheren.Cl. Brasseur o.s.c.MAASEIKDiverse malen wordt in De Maaseikenaar, jaargang 35, 2004 aandachtgeschonken aan de aanwezigheid van de kruisheren in Maaseik. Een missionarisin de familie was voor vele Limburgse families een bron van samenhorigheid,familiebijeenkomsten en sterke verhalen, aldus Wim Corstjens in een bijdrageIn memoriam missionaris Pater Wim Corstjens. Deze bijdrage draagt rechtstreeksniet zozeer bij tot de kennis van het levenswerk van de kruisheren-missionarissen.Want Corstjens was een redemptorist. Niettemin wordt vergelijkend materiaalaangereikt waardoor de geschiedenis van de kruisheren in Congo weer eenbeetje scherper kan getekend worden. Interessant is uiteraard ook de foto van depaters Jozef Theunissen, Wim Corstjens en Theo Hacken op p. 60.Martijn Boonen diepte een aantal foto's Uit het Rijke Roomse Leven op, metname van een aantal eremissen van kruisheren: in 1934 van Jaak Opdekamp(1909-1973), in 1939 van Jozef Theunissen (1914-1977), in 1938 van JeanDenis (1912-1986) en in 1938 van Marcel Colson (1914-1972).Roger Janssen o.s.c.


KRONIEK 305DUSSELDORFKl. Zechiel-Eckes, Katalog der fruhmittelalterlichen Fragmente derUniversitats- und Landesbibliothek Dusseldorf. Wiesbaden, 2003, 107 p. Eeninteressante catalogus van middeleeuwse fragmenten die in boekbanden gevondenwerden, o.m. folianten uit de bibliotheek van de kruisheren van Beyenburg.Op pp. 27-28 treffen we een beschrijving aan van een zevental bladzijden uitJohannes Chrysosotomus, De reparatione lapsi; De compuctione cordis. Op pp.30-31 worden twee bladzijden beschreven van Passio S. Iusti pueri; Hermae pastor. De pagina's 60 en 65 beschrijven fragmenten van Johannes Chrysostomus,De compuntione cordis.Roger Janssen o.s.c.


DRUKN.V. VONKSTEENMARKTPLEIN 338920 LANGEMARK


1 CL/URUUU"Tijdschfifi ie Gttchiedsnis vctti de Kruisheren.auieurs dliji* Rcii, ■ /.At jarissen o.^.c.■Pelsmt;B- i(j80 Mm' AamifiistratuB- 3680/. 000,0122679,7O'(v- voordslirlieu■ 816.- Roustcn'h

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!