11.07.2015 Views

rapport 'Vertrouwen in burgers' - Wetenschappelijke Raad voor het ...

rapport 'Vertrouwen in burgers' - Wetenschappelijke Raad voor het ...

rapport 'Vertrouwen in burgers' - Wetenschappelijke Raad voor het ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEIDVertrouwen <strong>in</strong> burgersAMSTERDAM UNIVERSITY PRESS


Vertrouwen <strong>in</strong> burgers


De <strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid(wrr) werd <strong>in</strong> <strong>voor</strong>lopigevorm <strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong> 1972. Bij wet van 30 juni 1976 (Stb. 413) is de positie van deraad def<strong>in</strong>itief geregeld. De huidige zitt<strong>in</strong>gsperiode loopt tot 31 december 2012.Ingevolge de wet heeft de raad tot taak ten behoeve van <strong>het</strong> reger<strong>in</strong>gsbeleidwetenschappelijke <strong>in</strong>formatie te verschaffen over ontwikkel<strong>in</strong>gen die op langeretermijn de samenlev<strong>in</strong>g kunnen beïnvloeden. De raad wordt geacht daarbijtijdig te wijzen op tegenstrijdigheden en te verwachten knelpunten en zich terichten op <strong>het</strong> formuleren van probleemstell<strong>in</strong>gen ten aanzien van de grotebeleidsvraagstukken, alsmede op <strong>het</strong> aangeven van beleidsalternatieven.Volgens de wet stelt de wrr zijn eigen werkprogramma vast, na overleg met dem<strong>in</strong>ister-president die hiertoe de <strong>Raad</strong> van M<strong>in</strong>isters hoort.De samenstell<strong>in</strong>g van de raad is (tot 31 december 2012):prof. dr. J.A. Knottnerus (<strong>voor</strong>zitter)mw. prof. dr. ir. M.B.A. van Asseltprof. dr. P.A.H. van Lieshoutmw. prof. mr. J.E.J. Pr<strong>in</strong>sprof. dr. ir. G.H. de Vriesprof. dr. P. W<strong>in</strong>semiusSecretaris: dr. W. Asbeek BrusseDe wrr is gevestigd:Lange Vijverberg 4-5Postbus 200042500 EA Den HaagTelefoon 070-356 46 00Telefax 070-356 46 85E-mail <strong>in</strong>fo@wrr.nlWebsite: www.wrr.nl


WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEIDVertrouwen <strong>in</strong> burgersover veranker<strong>in</strong>g en strategie vannederlands buitenlandbeleidAmsterdam University Press, Amsterdam 2012


Omslagafbeeld<strong>in</strong>g: Brian GarsonOmslagontwerp: Studio Daniëls, Den HaagVormgev<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenwerk: Het Steen Typografie, Maarssenisbn 978 90 8964 404 6e-isbn 978 90 4851 577 6 (pdf)e-isbn 978 90 4851 578 3 (ePub)nur 740© wrr/Amsterdam University Press, Den Haag/Amsterdam 2012Alle rechten <strong>voor</strong>behouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm ofop enige wijze, <strong>het</strong>zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enigeandere manier, zonder <strong>voor</strong>afgaande schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van de uitgever.Voor zover <strong>het</strong> maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel16B Auteurswet 1912 jº <strong>het</strong> Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij <strong>het</strong>Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daar<strong>voor</strong>wettelijk verschuldigde vergoed<strong>in</strong>gen te voldoen aan de Sticht<strong>in</strong>g Reprorecht(Postbus 3051, 2130 kb Hoofddorp). Voor <strong>het</strong> overnemen van gedeelte(n) uit dezeuitgave <strong>in</strong> bloemlez<strong>in</strong>gen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.


7<strong>in</strong>houdsopgaveSamenvatt<strong>in</strong>gTen geleideVoorwoord111921deel iburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland: een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1 De uitdag<strong>in</strong>g1.1 Veelkleurig speelveld1.1.1 Formeel en <strong>in</strong>formeel1.1.2 Voortdurend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g1.2 Maatschappelijk onbehagen1.2.1 Concentratie van onvree en passiviteit1.2.2 Complexiteitsrace1.2.3 Onverwachtse onderstromen1.3 Doorbraak noodzakelijk272727303333374044deel iiburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland: de praktijk2 Denken vanuit burgers2.1 Meer dan beleidsparticipatie2.1.1 Beleidsparticipatie2.1.2 Maatschappelijke participatie2.1.3 Maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief2.1.4 Kansen waar velden overlappen2.2 Burgers op <strong>het</strong> netvlies2.2.1 Uiteenlopende uitdag<strong>in</strong>gen2.2.2 Uiteenlopende toerust<strong>in</strong>g2.2.3 Uiteenlopende betrokkenheidsstijlen2.3 Schuivende posities en nieuwe spelers2.3.1 Maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen2.3.2 Ngo’s2.3.3 Koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven2.3.4 Andersbeweg<strong>in</strong>gen515152535758606061646868697172


8vertrouwen <strong>in</strong> burgers3 Rand<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes3.1 Sleutelfiguren3.1.1 Trekkers3.1.2 Verb<strong>in</strong>ders3.1.3 Ketens en netwerken3.2 Respect <strong>voor</strong> burgers3.2.1 Serieus nemen3.2.2 Voortdurende <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g3.2.3 Focus3.3 Evenwicht tussen loslaten en sturen3.3.1 Ruimte3.3.2 Eigenaarschap3.3.3 Ruggensteun4 Drempels4.1 Schurende logica’s4.1.1 Leefwereld tegenover systeemwereld4.1.2 Uiteenlopende werkwijzen4.2 Remmende structuren en systemen4.2.1 Logge overheidsstructuren4.2.2 Ontoegankelijke burgerstructuren4.3 Kortetermijnoriëntatie4.3.1 Gehaaste beleidsmakers4.3.2 Haastige burgers4.4 Onzekere sleutelhouders4.4.1 Beperkte visie4.4.2 Wankele rugdekk<strong>in</strong>g7979798184888890939899100102107107107109112113118118119120121122124deel iiiburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland: de duid<strong>in</strong>g5 Burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g5.1 Betrokken <strong>in</strong>dividuen5.1.1 Aanleid<strong>in</strong>g en drijfveren <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuele betrokkenheid: deuitdag<strong>in</strong>g5.1.2 Voorwaarden <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuele actie: de toerust<strong>in</strong>g5.1.3 Betrokkenheidsstijlen5.2 Dynamische groepen5.2.1 Groepsvorm<strong>in</strong>g en groepsprocessen5.2.2 Actievaardigheid van groepen5.2.3 Groepsculturen5.3 Vernetwerkte samenlev<strong>in</strong>g5.3.1 Complexiteit en veerkracht131131132133135138139141142146147


<strong>in</strong>houdsopgave 95.3.2 Sleutelrol <strong>voor</strong> trekkers en verb<strong>in</strong>ders5.3.3 Lange staart: scheve verdel<strong>in</strong>g met subculturen5.3.4 Veenbrandfenomeen als uit<strong>in</strong>g van dynamiek6 Nieuwe generatie doe-democratie6.1 Onrustig speelveld6.1.1 Onbeheersbare <strong>in</strong>formatiestromen6.1.2 Wankel middenveld6.1.3 Directere kanalen6.2 Roep om directere vormen van democratie6.2.1 Aggregatie: optell<strong>in</strong>g van stemmen6.2.2 Deliberatie: uitwissel<strong>in</strong>g van argumenten6.2.3 Associatie: alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g6.3 Investeren <strong>in</strong> nieuwe vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g6.3.1 Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g6.3.2 Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g6.3.3 Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g6.3.4 Bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g7 Netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek7.1 Van Weber 1.0 naar Weber 2.0…7.1.1 Cultuuraanpass<strong>in</strong>gen7.1.2 Veranderende rolopvatt<strong>in</strong>gen7.2 … en vervolgens Weber 3.07.2.1 Institutionele <strong>in</strong>tuïtie7.2.2 Gelaagd netwerk152154156161162162163166170171172173174175178182184187187188190191193194deel ivburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland: aanbevel<strong>in</strong>gen8 Bouwen aan Vertrouwen8.1 Creëer tegenspel8.1.1 Vergroot toegang tot data8.1.2 Verbreed eigen <strong>in</strong>formatiegar<strong>in</strong>g8.2 Vergroot alledaagse <strong>in</strong>vloed8.2.1 Deel publiek ‘eigendom’ <strong>in</strong> maatschappen8.2.2 Versterk <strong>in</strong>stitutionele toerust<strong>in</strong>g van collectief8.3 Stimuleer maatschappelijk verkeer8.3.1 Bevorder tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gedeelde ruimte8.3.2 Geef frontlijnwerkers ruimte om te verb<strong>in</strong>den8.4 Bouw steunpilaren8.4.1 Waarborg solidariteit tussen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en overheden8.4.2 Leg nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen203204204207210211213216216217219220221


10vertrouwen <strong>in</strong> burgersAanzwengelen vliegwiel van verander<strong>in</strong>gVisieRugdekk<strong>in</strong>gVonk225226228229Bijlage AToelicht<strong>in</strong>g Motivaction-onderzoek233Bijlage BLijst van gesproken personen243Begrippenlijst257Literatuur261


11samenvatt<strong>in</strong>gBetrokken burgers zijn belangrijk <strong>voor</strong> een levende democratie. Ze houden volksvertegenwoordigersen overheids<strong>in</strong>stanties scherp en spelen een belangrijke rol <strong>in</strong>de <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van de maatschappij; ze verschaffen <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitvoerenvan beleid, vullen <strong>het</strong> <strong>in</strong> door hun alledaagse handelen, en zorgen <strong>voor</strong> maatschappelijkevernieuw<strong>in</strong>g door <strong>het</strong> <strong>in</strong>brengen van ideeën, onderwerpen enaanpakken. Burgers moeten echter wel betrokken kunnen en willen zijn.De afgelopen decennia hebben beleidsmakers zich vele <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen getroost om<strong>het</strong> betrokkenheidsaanbod aantrekkelijker te maken, maar de resultaten zijnteleurstellend. Voortdurend is <strong>het</strong> een verhaal van veel projecten, we<strong>in</strong>ig leren enonvoldoende structurele <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g; <strong>voor</strong>al de aansluit<strong>in</strong>g op onze samenlev<strong>in</strong>g iszoek. En juist die samenlev<strong>in</strong>g verandert, snel en on<strong>voor</strong>spelbaar. Ook de wijzewaarop burgers betrokken zijn verandert. Niet langer gebeurt dat alleen op uitnodig<strong>in</strong>gvan beleidsmakers, maar steeds vaker op eigen <strong>in</strong>itiatief, via directere kanalenen <strong>voor</strong>bijgaand aan <strong>het</strong> traditionele middenveld.Burgerbetrokkenheid is gaan behoren tot de categorie van de sluipende beleidsvraagstukken:hardnekkige problemen die zich <strong>voor</strong>doen bij de aanpak vanwezenlijke maatschappelijke vraagstukken. In eerste <strong>in</strong>stantie worden ze nauwelijksopgemerkt, totdat, schijnbaar plotsel<strong>in</strong>g, ideaal en werkelijkheid te ver vanelkaar gescheiden blijken en een beleidsdoorbraak noodzakelijk is. Het is tegendeze achtergrond dat we ons de vraag stelden: Hoe kunnen beleidsmakers burgersbeter betrekken? Om die vraag te kunnen beantwoorden hebben we uitgebreidgesproken met vele burgers en beleidsmakers en onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen getoetst aanwetenschappelijk onderzoek uit diverse discipl<strong>in</strong>es.Zowel <strong>het</strong> veldwerk als de theorie bevestigt dat burgers <strong>in</strong>ventief zijn, veel kunnenen tot veel bereid zijn. Om de kansen en mogelijkheden die daaruit <strong>voor</strong>tkomenten volle te benutten moeten beleidsmakers burgers vertrouwen en de ruimtebieden <strong>voor</strong> betrokkenheid. Het trefwoord van een samenlev<strong>in</strong>g die bouwt opburgerbetrokkenheid is daarom vertrouwen: vertrouwen van beleidsmakers <strong>in</strong>burgers, vertrouwen van burgers <strong>in</strong> beleidsmakers en <strong>in</strong> elkaar. Geen bl<strong>in</strong>dvertrouwen, maar vertrouwen met een gezonde dosis wantrouwen. Dat vertrouwenis niet vanzelfsprekend, maar verlangt denken vanuit burgers, <strong>voor</strong>tdurend<strong>in</strong>vesteren, en <strong>het</strong> scheppen van <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g: stapje <strong>voor</strong>stapje, experimenterend, lerend en waar nodig achteraf corrigerend.Denken vanuit burgersEen van de meest <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gende lessen die uit ons onderzoek naar voren komt, is:denk vanuit burgers. Wie burgers wil betrekken moet denken vanuit hun perspec-


12 vertrouwen <strong>in</strong> burgerstief. Burgers hebben uiteenlopende behoeften en kwaliteiten. Als daar onvoldoendereken<strong>in</strong>g mee wordt gehouden, zullen (te) velen afhaken. Mensenworden om verschillende redenen uitgedaagd en beschikken over verschillendetoerust<strong>in</strong>gen om de uitdag<strong>in</strong>gen op te pakken. Is de toerust<strong>in</strong>g te kle<strong>in</strong> tenopzichte van de uitdag<strong>in</strong>g, dan dreigt overvrag<strong>in</strong>g. Is de uitdag<strong>in</strong>g te ger<strong>in</strong>g tenopzichte van de toerust<strong>in</strong>g, dan dreigt vervel<strong>in</strong>g. In beide gevallen zullenmensen onvoldoende gemotiveerd zijn om betrokken te worden. Zijn echteruitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g met elkaar <strong>in</strong> evenwicht, dan zijn velen tot grote <strong>in</strong>zetbereid.Burgerbetrokkenheid biedt dan maatschappelijke kansen die op dit moment nogniet ten volle worden benut. Een dergelijke burgerbetrokkenheid bouwt op driesuccesfactoren. Een eerste is de aanwezigheid van trekkers – mensen die zich<strong>in</strong>houdelijk verb<strong>in</strong>den met een bepaald onderwerp en anderen <strong>in</strong> hun enthousiasmemeenemen – en verb<strong>in</strong>ders – ‘meertaligen’ die de schakel kunnen vormentussen groepen burgers en beleidsmakers of groepen burgers onderl<strong>in</strong>g. Daarnaastmoet er sprake zijn van respect: burgers willen serieus worden genomen.En tenslotte moeten beleidsmakers een evenwicht v<strong>in</strong>den tussen loslaten ensteunen.Burgers zijn op verschillende manieren betrokken. Woorden als ‘burgerparticipatie’en ‘<strong>in</strong>spraak’ doen geen recht aan de verscheidenheid van de <strong>in</strong>itiatievendie worden ontplooid. In dit onderzoek maken we een onderscheid tussen drievelden van burgerbetrokkenheid: beleidsparticipatie, maatschappelijke participatieen maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. Bij de eerste twee ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong>touw bijbeleidsmakers en ‘mogen’ burgers meedoen, bij<strong>voor</strong>beeld door <strong>in</strong>spraak of vrijwilligerswerk.Op <strong>het</strong> derde veld ligt <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief bij burgers zelf. De huidigeoverheidsbenader<strong>in</strong>g laat op alle velden kansen liggen en <strong>het</strong> is van groot belangom de bestaande, smalle kaders te vergroten. Het verbreden van beleidsparticipatienaar andere beleidsfasen betekent dat kansen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> deagendavorm<strong>in</strong>g, beleidsuitvoer<strong>in</strong>g en crisisbeheers<strong>in</strong>g benut kunnen worden.Het vernieuwen van maatschappelijke participatie vraagt juist om <strong>het</strong> versterkenvan de openbare ruimte en de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van beleidsmakers met kwetsbare(groepen) burgers. De grootste uitdag<strong>in</strong>g is gelegen <strong>in</strong> <strong>het</strong> verwelkomen vanmaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven, ook als die niet gladjes ‘passen’ <strong>in</strong> <strong>het</strong> beleidsperspectiefvan beleidsmakers.Investeren <strong>in</strong> vertrouwenOp verschillende, concrete manieren kunnen beleidsmakers burgerbetrokkenheidbevorderen: door <strong>het</strong> creëren van tegenspel, versterken van de alledaagse<strong>in</strong>vloed, stimuleren van maatschappelijk verkeer, en bouwen van stevige steunpilaren.We bieden niet de oploss<strong>in</strong>g, maar veeleer een bron van <strong>in</strong>spiratie omverder te denken en te handelen.


samenvatt<strong>in</strong>g 13Creëren van tegenspelGoede beleidsmakers hechten aan tegenspel. Ze geven niet alleen ruimte <strong>voor</strong>tegengeluid, maar nodigen dat ook actief uit. Goede <strong>in</strong>formatie is daar<strong>voor</strong>essentieel. Dat geldt <strong>voor</strong> alle betrokkenen: burgers moeten beschikken overgoede <strong>in</strong>formatie om <strong>in</strong>itiatieven te starten en <strong>voor</strong> hun belangen op te kunnenkomen en beleidsmakers moeten burgers kennen om hen te kunnen betrekken.Op beide terre<strong>in</strong>en zijn – aanzienlijke – verbeter<strong>in</strong>gen wenselijk. Betrokkenheidbeg<strong>in</strong>t vaak met <strong>het</strong> uitwisselen van <strong>in</strong>formatie, uiteenlopend van <strong>het</strong> ‘gonzen’aan een schoolhek en de klassieke dorpskrant tot buurtwebsites en sociale media.Beleidsmakers hebben op dit terre<strong>in</strong> een bijzondere verantwoordelijkheid, omdatze beschikken over veel data die, mits vrij toegankelijk, waardevol kunnenzijn <strong>voor</strong> burgers. Wanneer deze data openbaar zijn en volgens een standaardworden gepubliceerd, zullen burgers zelf toepass<strong>in</strong>gen bedenken die nuttig zijn<strong>voor</strong> andere burgers en die beleidsmakers scherp houden.Informatiestromen lopen niet uitsluitend via verticale verbanden, maar ookhorizontaal, zowel b<strong>in</strong>nen organisaties als <strong>in</strong> de wisselwerk<strong>in</strong>g met de buitenwereld.Indien beleidsmakers er<strong>in</strong> slagen om proactief de meest relevante netwerkenaan te boren, kunnen ze de onderbouw<strong>in</strong>g van hun beleid verbeteren. Goede<strong>in</strong>formatie verschaft hun daarnaast een basis <strong>voor</strong> geschiloploss<strong>in</strong>g. Beleidsmakersmoeten daarom beschikken over goede antennes, waarbij ze gebruik kunnenmaken van nieuwe vormen van <strong>in</strong>formatiegar<strong>in</strong>g zoals crowd sourc<strong>in</strong>g, webmonitor<strong>in</strong>gen serious gam<strong>in</strong>g.Versterken van alledaagse <strong>in</strong>vloedDe alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g vormt een belangrijk aangrijp<strong>in</strong>gspunt <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid;ons <strong>rapport</strong> biedt daarvan een staalkaart. Met trekkers uit eigenkr<strong>in</strong>g op kop en voldoende <strong>in</strong>terne of externe verb<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> hun nabijheid blijkenburgers tot veel bereid en <strong>in</strong> staat. Traditioneel ligt bij alle betrokkenheidsveldeneen sterke nadruk op ‘de buurt’, maar een dergelijke eenzijdige focus doet kansenverloren gaan: de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g wordt immers ook <strong>voor</strong> een belangrijkdeel bepaald door opleid<strong>in</strong>g, werk en vrijetijdsbested<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>begrip van <strong>in</strong>ternet.Ook op regionaal en nationaal niveau laten burgers hun stem horen omde kwaliteit van hun dagelijks leven te beïnvloeden. Steeds vaker geven velenbovendien mondiaal via <strong>in</strong>ternet <strong>in</strong>houd aan een nieuwe vorm van nabuurschapwanneer ze volledig vreemden te hulp schieten bij <strong>het</strong> v<strong>in</strong>den van oploss<strong>in</strong>gen<strong>voor</strong> een breed scala aan alledaagse vraagstukken.Stimuleren maatschappelijk verkeerIdealiter beschouwen burgers de maatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen waarvan ze<strong>in</strong>tensief gebruikmaken, als de hunne: de huizen waar<strong>in</strong> ze wonen, de scholenwaar hun k<strong>in</strong>deren leren, de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen waarop ze <strong>in</strong> geval van noodkunnen terugvallen, de politie die zorg draagt <strong>voor</strong> de veiligheid <strong>in</strong> hun buurten


14 vertrouwen <strong>in</strong> burgersen <strong>in</strong> <strong>het</strong> verkeer, en <strong>het</strong> openbaar groen en de sport<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen waar zerecreëren. Veel van deze <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen werden, om marktwerk<strong>in</strong>g te stimuleren,verzelfstandigd of geprivatiseerd. Het bracht rationalisatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> openbaar bestuurteweeg, <strong>in</strong> termen van meetbare doelen, management van productieprocessen enprestaties <strong>voor</strong> klanten. Vanuit <strong>het</strong> gezichtspunt van burgerbetrokkenheid heeft<strong>het</strong> denken <strong>in</strong> markttermen echter bezwaren. Het klantdenken duwde de burger <strong>in</strong>een passieve rol en nam zo prikkels weg <strong>voor</strong> actieve betrokkenheid. Door publiek‘eigendom’ te delen <strong>in</strong> maatschappen van burgers, al dan niet samen met maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en andere private partijen, kan <strong>het</strong> gevoel van gemeenschappelijkeigendom worden gestimuleerd. Waar nodig dient de <strong>in</strong>stitutioneletoerust<strong>in</strong>g van dergelijke collectieven te worden versterkt.In veel gevallen komen mensen elkaar tegen als ‘vertrouwde vreemden’: ze hebbenniets met elkaar anders dan <strong>het</strong> delen van een (fysieke of virtuele) ruimte. Beleidsmakershebben hier een <strong>voor</strong>waardenscheppende rol, zoals <strong>het</strong> stimuleren vaneen civiele omgang – tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g – <strong>in</strong> de gedeelde openbare ruimte. In kwetsbarebuurten gaat <strong>het</strong> bij<strong>voor</strong>beeld om ‘<strong>het</strong> teruggeven van de openbare ruimte’ via<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en beheer van veilige – want ‘eigen’ – w<strong>in</strong>kelgebieden, ple<strong>in</strong>en, parkenen gemeenschappelijke tu<strong>in</strong>en. Op andere plaatsen gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> stimuleren vanfunctionele ontmoet<strong>in</strong>gsruimtes, zoals scholen, sport- en muziekverenig<strong>in</strong>gen ensociale media.Het is niet alle burgers gegeven om op eigen kracht volwaardig mee te doen aan demaatschappij. Met name geïsoleerde <strong>in</strong>dividuen zijn kwetsbaar. Ons veldwerkbiedt stimulerende <strong>voor</strong>beelden van steun <strong>in</strong> hun naaste omgev<strong>in</strong>g, maar tegelijkook deprimerende illustraties waar dat niet <strong>het</strong> geval is. Succes vereist maatwerk‘aan de <strong>voor</strong>kant’: <strong>in</strong> <strong>het</strong> herstel van de kle<strong>in</strong>e netwerken b<strong>in</strong>nen hun alledaagseleefwereld. Alleen <strong>in</strong>dien frontlijnwerkers – professionals of zeer goed toegerustevrijwilligers – de ruimte krijgen om verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen te leggen, mag op positief resultaatworden gehoopt.Indien m<strong>in</strong>der toegeruste groepen burgers niet beschikken over <strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>dersdie bruggen kunnen slaan naar overheids<strong>in</strong>stanties en maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – onderwijs- en zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, wooncorporaties, welzijnswerk –,isoleren ze zich dikwijls <strong>in</strong> een benader<strong>in</strong>g van wij tegen zij. Weer is <strong>het</strong> zaak datfrontlijnwerkers, met <strong>in</strong>begrip van politie, brandweer en groenbeheer, de ruimtekrijgen de besloten gemeenschappen te ‘spikkelen’ <strong>in</strong> een rol als externe verb<strong>in</strong>der.Veel burgers blijken dan goed <strong>in</strong> staat en bereid tot actieve betrokkenheid.Bouwen van steunpilarenMaatschappelijke verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g leiden tot een samenlev<strong>in</strong>g die‘vernetwerkt’ en complexer wordt. Dergelijke <strong>in</strong>grijpende verander<strong>in</strong>gen verlangendat de democratie meebeweegt. Sterke onderstromen kunnen niet worden


samenvatt<strong>in</strong>g15genegeerd. De roep om meer directe vormen van democratie en de bijbehorendevormen van burgerbetrokkenheid, ter aanvull<strong>in</strong>g van de representatieve democratie,neemt toe. Beleidsmakers hebben breed geëxperimenteerd met verschillendevormen van directere democratie en <strong>voor</strong>al de ‘doe-democratie’ – ook bekend alsde associatieve democratie – biedt mogelijkheden om beter dan nu gebeurt open testaan <strong>voor</strong> maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.De stap naar een nieuwe generatie ‘doe-democratie’ kan worden ondersteunddoor te <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> andere vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen en met burgers. Gezien deverschillen tussen burgers en de diversiteit aan vormen van betrokkenheid, is <strong>het</strong>van belang dat daarbij alle kanalen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid worden benut. Maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen moeten functioneren als kanalen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid<strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g van burgers. In plaats van de – <strong>voor</strong>geschreven– concurrentie moet de nadruk komen te liggen op <strong>het</strong> waarborgen van solidariteittussen maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en overheden, bij<strong>voor</strong>beeld door <strong>het</strong> doorbrekenvan regionale patstell<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> waarborgen van een maatschappelijke<strong>in</strong>frastructuur. De doe-democratie bouwt echter ook op <strong>in</strong>formele verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen.Beleidsmakers zullen daar<strong>voor</strong> passende en ondubbelz<strong>in</strong>nige kaders moeten stellenen bewaken. Meer dan tevoren zijn ze daarbij afhankelijk van de medewerk<strong>in</strong>gvan de ‘<strong>in</strong>formele hoofdrolspelers’, van oudsher de <strong>voor</strong>lieden van maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’s en <strong>in</strong> toenemende mate ook die van de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong>bedrijfsleven en de bonte verzamel<strong>in</strong>g andersbeweg<strong>in</strong>gen.Aanzetten tot verander<strong>in</strong>gBeleidsmakers kunnen veel doen om betrokkenheid van burgers te stimuleren.Daarbij past echter een waarschuw<strong>in</strong>g: de drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g blijken hoogen vereisen gerichte aandacht. Schurende logica’s van burgers en beleidsmakers,belemmerende overheidsstructuren en -systemen, kortetermijnoriëntatie, enonzekere rugdekk<strong>in</strong>g zijn uit<strong>in</strong>gen van een overheidscultuur die ontoereikend is<strong>voor</strong> <strong>het</strong> omgaan met een complexe netwerksamenlev<strong>in</strong>g. In een democratie diezichzelf <strong>voor</strong>tdurend wil aanpassen aan technologische en maatschappelijkeontwikkel<strong>in</strong>gen, gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> besturen van <strong>het</strong> onbestuurbare. Dat is alleenmogelijk als beleidsmakers een gepaste ruimte laten <strong>voor</strong> burgers: weten wanneerze nodig zijn en wegblijven als dat niet <strong>het</strong> geval is.De doorbraak naar een ander betrokkenheidsbeleid vergt een aanzienlijke verander<strong>in</strong>gvan de overheidscultuur, een verander<strong>in</strong>g op basis van visie, rugdekk<strong>in</strong>g envonk. De visie die de kaders aangeeft waarb<strong>in</strong>nen frontlijnwerkers <strong>in</strong>houd kunnengeven aan hun wisselwerk<strong>in</strong>g met burgers en die is vereist <strong>voor</strong> de herkenn<strong>in</strong>g vande kansen die maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven bieden. De rugdekk<strong>in</strong>g die waarborgtdat beleidsmakers en frontlijnwerkers hun nek durven uit te steken en kunnenhandelen bij on<strong>voor</strong>ziene ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich – onvermijdelijk – <strong>in</strong> denetwerksamenlev<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>doen. En de vonk van <strong>in</strong>spiratie die overspr<strong>in</strong>gt


16 vertrouwen <strong>in</strong> burgerswanneer gedreven beleidsmakers en frontlijnwerkers de nieuwe generatie doedemocratietot leven brengen.De verander<strong>in</strong>gen die ons <strong>voor</strong> ogen staan zijn alleen mogelijk wanneer allebetrokkenen er serieus werk van maken: gemeenten, maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,en bovenal beleidsmakers op nationaal niveau. Gemeenten zijn alleen <strong>in</strong>staat de benodigde ruimte aan frontlijnwerkers en burgers te geven als zij zelfook ruimte van <strong>het</strong> Rijk krijgen. Leidend is onze oproep: betrokken burgers zijnbelangrijk <strong>voor</strong> een levende democratie. Juist de nationale <strong>voor</strong>lieden dienen mede<strong>in</strong>houd te geven aan de uitvoer<strong>in</strong>g door andere partijen op <strong>het</strong> speelveld vanburgerbetrokkenheid.


19ten geleideDit <strong>rapport</strong> is <strong>voor</strong>bereid door een wrr-projectgroep bestaande uit Josta de Hoog,Annemarth Idenburg (projectcoörd<strong>in</strong>ator), Jona Specker, Pieter W<strong>in</strong>semius (<strong>voor</strong>zitter)en Jasper Zuure. Gedurende kortere tijd maakten ook Marijke Rem, Jorntvan Zuylen en Floor Doesburg deel uit van <strong>het</strong> team, terwijl – zoals steeds – raaden staf ook <strong>voor</strong>tdurend bijdroegen tot <strong>het</strong> e<strong>in</strong>dresultaat.We zijn grote dank verschuldigd aan velen die ons gedurende <strong>het</strong> onderzoek metraad en daad terzijde hebben gestaan. Voorop staan daarbij onze gesprekspartners.Hun namen zijn vermeld <strong>in</strong> Bijlage B; zij waren de <strong>in</strong>spiratiebronnen <strong>voor</strong> onsonderzoek.Ook danken wij de wetenschappers die eerdere versies van ons <strong>rapport</strong> vankritisch maar constructief commentaar hebben <strong>voor</strong>zien: <strong>het</strong> was een <strong>voor</strong>rechtte mogen profiteren van de wijsheid van Ed Berg, Mark Bovens, Kees Breed, AlexBrenn<strong>in</strong>kmeijer, Gabriël van den Br<strong>in</strong>k, Herman van Gunsteren, Paul ’t Hart,Philip Idenburg, Arthur R<strong>in</strong>gel<strong>in</strong>g, Kees Schuyt, Monika Sie Dhian Ho, EvelienTonkens, Pieter Tops, Roel <strong>in</strong> ’t Veld en Imrat Verhoeven.


21<strong>voor</strong>woordBetrokken burgers zijn belangrijk <strong>voor</strong> een levende democratie. Ze verlenen doorte stemmen de volksvertegenwoordig<strong>in</strong>g legitimiteit. Ze houden volksvertegenwoordigersen overheids<strong>in</strong>stanties scherp en zorgen dat deze zich gecontroleerdweten. Tevens spelen ze een belangrijke rol <strong>in</strong> de <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van de maatschappij:ze verschaffen <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitvoeren van beleid, vullen <strong>het</strong> <strong>in</strong> door hunalledaagse handelen, en zorgen <strong>voor</strong> maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g door <strong>het</strong><strong>in</strong>brengen van ideeën, onderwerpen en aanpakken.Om betrokken te zijn moeten burgers ‘hun’ democratische <strong>in</strong>stituties vertrouwen,maar tegelijk kritisch willen en kunnen volgen, en bovendien bereid zijn om er<strong>voor</strong>tdurend tegen te ‘schoppen’ om zo hun aanpass<strong>in</strong>g aan de noden van de tijd tebevorderen. Ze moeten ook elkaar vertrouwen, omdat ze elkaar <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verwerkelijkenvan gedeelde doelen nodig hebben. Op hun beurt moeten beleidsmakers‘hun’ burgers willen vertrouwen door hun de ruimte te bieden <strong>voor</strong> betrokkenheid.Het trefwoord van een levende democratie die bouwt op burgerbetrokkenheid isdaarom vertrouwen. Vertrouwen van beleidsmakers <strong>in</strong> burgers, vertrouwen vanburgers <strong>in</strong> beleidsmakers en <strong>in</strong> elkaar. Het is echter geen bl<strong>in</strong>d vertrouwen. Eengepaste dosis vertrouwen is essentieel <strong>voor</strong> de representatieve democratie enonderl<strong>in</strong>ge betrokkenheid, en een gepaste dosis wantrouwen <strong>voor</strong> de corrigerendetegenmacht en de maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g.Laten we <strong>voor</strong>opstellen: afgezien van – tijdelijke – schommel<strong>in</strong>gen zijn Nederlanderstevreden met <strong>het</strong> functioneren van de democratie. Wel merken we op dat <strong>in</strong>een steeds complexere samenlev<strong>in</strong>g grote groepen Nederlanders zich onvoldoendeherkennen <strong>in</strong> ‘hun’ politiek: ze voelen zich overvraagd, hebben we<strong>in</strong>ig vertrouwen<strong>in</strong> hun eigen vermogen om de politiek te beïnvloeden, geloven niet dat depolitiek opkomt <strong>voor</strong> hun belangen, of denken dat hun maatschappelijke doelenbeter zonder beleidsmakers zijn te realiseren. Het is geensz<strong>in</strong>s uitgesloten, en ons<strong>in</strong>ziens zelfs waarschijnlijk, dat de toenemende onvree onder m<strong>in</strong>der toegerusteburgers overslaat naar andere groepen burgers, die ook steeds vaker wordenbevraagd. Het is eveneens waarschijnlijk dat een steeds groter deel van de betertoegerusten <strong>in</strong> een mondialiserende samenlev<strong>in</strong>g nog meer dan vroeger ‘om deoverheid heen’ gaat werken. Deze groepen zijn <strong>in</strong> dat geval slechts de kanariepietjes<strong>in</strong> de kolenmijn die door hun flauwvallen waarschuwen <strong>voor</strong> veel fundamentelerevraagstukken.Burgerbetrokkenheidsbeleid dat onvoldoende reken<strong>in</strong>g houdt met de huidigeontwikkel<strong>in</strong>gen en dynamiek van onze samenlev<strong>in</strong>g, is gedoemd om achter defeiten aan te hollen.


22 vertrouwen <strong>in</strong> burgersTegen deze achtergrond stelden wij ons de vraag: Hoe kunnen beleidsmakersburgers beter betrekken? Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben wij onzeonderzoeksactiviteiten <strong>in</strong>gericht op basis van vier verschillende stappen, waarvanwe <strong>in</strong> de verschillende delen van dit <strong>rapport</strong> verslag doen. Na een nadere verkenn<strong>in</strong>gvan de context waar<strong>in</strong> burgerbetrokkenheidsbeleid zich afspeelt, hebben wijons oor te luisteren gelegd bij burgers die, met vallen en opstaan, proberen actiefbetrokken te zijn, soms samen met beleidsmakers en soms gericht tegen hen. Wespraken ook met beleidsmakers die, eveneens met vallen en opstaan, manierenzoeken om tot een constructieve wisselwerk<strong>in</strong>g met burgers te komen. Ondanksde goede <strong>in</strong>zet van velen wil <strong>het</strong> vaak niet echt lukken met een burgerbetrokkenheiddie van beide zijden als bevredigend wordt ervaren. Hoe kan <strong>het</strong> beter? Onsveldonderzoek leverde een breed palet van succesvolle <strong>voor</strong>beelden van burgerbetrokkenheiden bood zo zicht op de factoren die volgens onze zegslieden de sleutelzijn <strong>voor</strong> succes.Daarna zijn we teruggekeerd naar de studeerkamer om de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van onsveldwerk te duiden met behulp van wetenschappelijk onderzoek uit diversediscipl<strong>in</strong>es. Wat beweegt burgers al dan niet tot betrokkenheid; alleen, <strong>in</strong>groepen, en – <strong>in</strong> toenemende mate – <strong>in</strong> netwerken? Verlangt burgerbetrokkenheid<strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g wellicht een – nieuwe – mix van democratischemodellen?De lessen uit <strong>het</strong> veldonderzoek en de <strong>in</strong>zichten uit de literatuurstudie hebben we‘vertaald’ <strong>in</strong> concrete aanbevel<strong>in</strong>gen. We hebben niet de pretentie dat we daarmee‘de’ oploss<strong>in</strong>g aanreiken, dat zou ook strijdig zijn met ons eigen betoog dat eengoed verhaal ruimte laat <strong>voor</strong> velen – nu en later – om een eigen <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g tegeven aan ‘hun’ betrokkenheid. Wel bieden we een eerste aanzet, als bron van<strong>in</strong>spiratie, en def<strong>in</strong>iëren de uitgangspunten <strong>voor</strong> effectief betrokkenheidsbeleid.Voor een goed begrip van onze zoektocht is <strong>het</strong> belangrijk dat we kort toelichtenwat we met <strong>het</strong> begrip ‘burgerbetrokkenheid’ bedoelen. In dit <strong>rapport</strong> staanmensen centraal die verantwoordelijkheid nemen <strong>voor</strong> een maatschappelijkbelang; die zich actief <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> zaken die <strong>het</strong> eigenbelang overstijgen. In veelgevallen gaat <strong>het</strong> om een ‘publiek belang’, een maatschappelijk belang waar deoverheid zich de behartig<strong>in</strong>g van aantrekt. De manieren waarop burgers daarbijzijn betrokken zijn even talrijk als verschillend.Bij de aanvang van ons onderzoek hebben we ons een aantal beperk<strong>in</strong>gen opgelegd.We g<strong>in</strong>gen ervan uit dat de essentie van de representatieve democratie, methaar bijbehorende formele <strong>in</strong>strumentarium, onverlet moet blijven. Veel burgersvitten weliswaar op ‘hun’ overheid en ‘de’ politiek, maar we<strong>in</strong>igen pleiten <strong>voor</strong> <strong>het</strong>afschaffen van de representatieve democratie. Dat neemt niet weg dat we welgekeken hebben naar de noodzaak om, b<strong>in</strong>nen de kaders van de representatieve


<strong>voor</strong>woord23democratie, de manieren waarop de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen ‘de overheid’, ‘de politiek’en burgers vorm krijgt aan te passen.Vele beleids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> versterken van burgerbetrokkenheid richttenzich de afgelopen decennia op aanpass<strong>in</strong>gen van juist <strong>het</strong> beschikbare, formele<strong>in</strong>strumentarium. Hoewel daar stellig aanmerkelijke vorder<strong>in</strong>gen zijn gemaakt,hebben de vele <strong>in</strong>grepen niet geleid tot een werkelijke doorbraak. We richtten onsdaarom <strong>voor</strong>al op de <strong>in</strong>formele vormen van burgerbetrokkenheid en zochten naarverbeter<strong>in</strong>gen die b<strong>in</strong>nen de kaders van de representatieve democratie <strong>in</strong>houdkunnen krijgen. We hebben ons verdere beperk<strong>in</strong>gen opgelegd. Zo hebben webeperkt aandacht besteed aan de rol van de media als kanaal <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheiddoor middel van <strong>in</strong>formatieverschaff<strong>in</strong>g en verdiep<strong>in</strong>g c.q. beïnvloed<strong>in</strong>g. Wehebben ook niet gepoogd oploss<strong>in</strong>gen aan te dragen <strong>voor</strong> de betrokkenheid vanNederlandse burgers op <strong>het</strong> niveau van de eu of andere multilaterale fora.In onze huidige, complexe samenlev<strong>in</strong>g blijken traditionele antwoorden onvoldoende.Niet langer kan worden volstaan met <strong>het</strong> toevoegen van <strong>in</strong>houdelijke ofprocesmatige toeters en bellen: beleidsverfijn<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>strumenten of processendie niet <strong>het</strong> ruggenmerg raken. De complexere samenlev<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> belangrijke mateonbeheersbaar geworden en dat manifesteert zich <strong>in</strong> de uitdag<strong>in</strong>gen – positief ofnegatief – die zich aandienen. Dit <strong>rapport</strong> kan dan ook geen f<strong>in</strong>aal antwoord gevenop de vraag die wij <strong>in</strong> ons onderzoek stelden: Hoe kunnen beleidsmakers burgersbeter betrekken? Wel biedt <strong>het</strong> <strong>rapport</strong> een wezenlijke basis <strong>voor</strong> handelen. Onsveldwerk leverde rijke illustraties op van de wijze waarop burgerbetrokkenheid <strong>in</strong>de praktijk vorm kan krijgen. De <strong>in</strong>zet, <strong>het</strong> doorzett<strong>in</strong>gsvermogen en de creativiteitdie daaraan ten grondslag liggen, zijn wellicht een <strong>in</strong>spiratiebron <strong>voor</strong> velenom steeds weer betere antwoorden te v<strong>in</strong>den op de vragen waar<strong>voor</strong> zij zichgesteld zien.


deel iburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland:een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g


271 de uitdag<strong>in</strong>gHoe kunnen beleidsmakers burgers beter betrekken? Wat kunnen ze doen om tezorgen dat de burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g voldoende en voldoendedivers is <strong>voor</strong> een levende democratie? Velen, niet alleen <strong>in</strong> Nederland, makenzich zorgen over die betrokkenheid en duiden <strong>het</strong> achterliggende probleem als eenvertrouwenscrisis, anderen spreken van een vertrouwenskloof of van een democratischtekort (zie bij<strong>voor</strong>beeld: Van Gunsteren en Andeweg 1994; Elchardus2002; Rosanvallon 2008; Knepper en Kortenray 2008; Dekker 2008; Bovens 2010;Norris 2011; Andeweg en Thomassen 2011).Ondanks de grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en de veelvuldige experimenten worden we<strong>in</strong>igwarme woorden gesproken of geschreven over de <strong>voor</strong>tgang van <strong>het</strong> overheidsbeleidmet betrekk<strong>in</strong>g tot burgerbetrokkenheid. Er zijn volgens Van Stokkom (2006:10) veel evaluatiestudies waaruit blijkt dat de nieuwe vormen van samenspraakbepaald niet fungeren als wondermiddel (bij<strong>voor</strong>beeld Edelenbos en Monnikhof2001; Tops et al. 1999; Tops et al. 1996; en Wilde en Van Nistelrooij 2010: 29-31).Voortdurend is <strong>het</strong> een verhaal van veel projecten, we<strong>in</strong>ig leren en – met uitzonder<strong>in</strong>gvan de ‘klassieke’ <strong>in</strong>spraak op <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g endaarvan afgeleide benader<strong>in</strong>gen – we<strong>in</strong>ig structurele <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g. Nog te vaak gaat<strong>het</strong> mis en <strong>het</strong> <strong>in</strong>strumentarium is sleets. De aansluit<strong>in</strong>g op de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>onze samenlev<strong>in</strong>g is zoek en een geheel andere aanpak lijkt noodzakelijk.1.1 veelkleurig speelveldHet ‘speelveld’ van burgerbetrokkenheid kent twee dimensies: een verticale diewordt gekenmerkt door de <strong>in</strong>stitutionele hiërarchie van ‘de overheid’ en een horizontaledie wordt bepaald door de diverse vormen van wisselwerk<strong>in</strong>g tussen deoverheidskolom en burgers met hun uiteenlopende private samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden(figuur 1.1).1.1.1 formeel en <strong>in</strong>formeelDe verticale dimensie kent een <strong>in</strong>gewikkelde structuur met meerdere lagen. Op<strong>het</strong> hoogste (<strong>in</strong>ter)nationale niveau ligt de nadruk op beleidsontwikkel<strong>in</strong>g; oplagere niveaus worden uitvoer<strong>in</strong>g en handhav<strong>in</strong>g steeds belangrijker. De verantwoordelijkheidligt dan bij een grote en diverse groep regionale en lokalebeleidsmakers, niet alleen prov<strong>in</strong>cies en (deel)gemeenten, maar ook waterschappenen tal van uitvoerende organisaties, die met een vaak beperkte armslaguitvoer<strong>in</strong>g dienen te geven aan <strong>het</strong> beleid dat wordt geformuleerd door(<strong>in</strong>ter)nationale beleidsmakers. Op <strong>in</strong>dividueel niveau hebben we ten slotte temaken met de frontlijnwerkers: uitvoerende ambtenaren bij gemeentelijke dien-


28 vertrouwen <strong>in</strong> burgerssten bij<strong>voor</strong>beeld, maar ook buurtagenten, buurtconciërges, leraren, welzijnswerkersen zorgverleners.Figuur 1.1Speelveld van burgerbetrokkenheidMaatschappelijk middenveldToezichtOverheidInstell<strong>in</strong>genOrganisatiesAd-hocverbanden(Inter)-nationaalRegionaal/lokaalIndividueelOverheidZware overheidsgreepLichte overheidsgreepAan weerszijden van de overheidskolom voltrekt zich de belangenbehartig<strong>in</strong>g, aande geformaliseerde kant (<strong>in</strong> <strong>het</strong> figuur l<strong>in</strong>ks) <strong>in</strong> de juridische en rechtstatelijkesfeer en aan de andere kant – niet of nauwelijks geformaliseerd <strong>in</strong> de vorm vanwet- en regelgev<strong>in</strong>g – <strong>in</strong> de overleg- en protestsfeer. De beïnvloed<strong>in</strong>gskanalen vande hoofdrolspelers hebben zich de laatste halve eeuw <strong>in</strong> rap tempo ontwikkeld.De geformaliseerde kant van <strong>het</strong> speelveld vormt de thuisbasis van volksvertegenwoordig<strong>in</strong>genen door de overheid <strong>in</strong>gestelde toezichthouders. Voor burgers zijner, naast <strong>het</strong> uitoefenen van <strong>het</strong> stemrecht, verschillende wegen <strong>voor</strong> betrokkenheid,zoals beroep bij de <strong>Raad</strong> van State, <strong>in</strong>spraak bij ruimtelijke planvorm<strong>in</strong>g ofconcrete wegenbouwprojecten, toezicht via ‘klachtenlijnen’ of lidmaatschap vanformele adviesraden, en agender<strong>in</strong>g door een burger<strong>in</strong>itiatief.In ons onderzoek richten we ons op de <strong>in</strong>formele kant (<strong>in</strong> <strong>het</strong> figuur rechts) van<strong>het</strong> speelveld waar zich de niet-geformaliseerde burgerbetrokkenheid afspeelt, vanoudsher <strong>het</strong> werkterre<strong>in</strong> van de civil society. “De klassieke aanduid<strong>in</strong>g van civilsociety <strong>in</strong> Nederland is (…) die van <strong>het</strong> georganiseerde particulier <strong>in</strong>itiatief,” zomerkte de oud-vice<strong>voor</strong>zitter van de <strong>Raad</strong> van State, Herman Tjeenk Will<strong>in</strong>k(2002: 28-39), op. In empirische z<strong>in</strong> wordt met <strong>het</strong> begrip civil society gedoeld op


de uitdag<strong>in</strong>g29<strong>het</strong> maatschappelijk middenveld dat – met dank aan de Vlaamse overheid (Vlaanderen.be2012) – kan worden gedef<strong>in</strong>ieerd als “de diversiteit aan <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,organisaties en sociale beweg<strong>in</strong>gen waarb<strong>in</strong>nen burgers maatschappijgerichteactiviteiten ondernemen. Het maatschappelijk middenveld houdt <strong>het</strong> middentussen <strong>het</strong> privéterre<strong>in</strong> van de burger en <strong>het</strong> publieke dome<strong>in</strong> van de overheid, alseen <strong>in</strong>termediaire sfeer tussen <strong>in</strong>dividu en collectiviteit. De betrokkenheid vanburgers aan dit maatschappelijke middenveld verloopt niet altijd via een formeellidmaatschap, maar kan ook betekenen dat zij met die organisaties sympathiseren,de acties ervan volgen en hun op<strong>in</strong>ies en gedrag erdoor laten beïnvloeden.”Het dichtst bij de overheidskolom staan de maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die zichrichten op <strong>het</strong> verwerkelijken van gedeelde doelen die burgers <strong>in</strong>dividueel nietgoed kunnen klaren. Ze zijn vaak ooit begonnen als particulier <strong>in</strong>itiatief. Ondertoezicht van, en vaak gef<strong>in</strong>ancierd door de overheid vervullen ze specifieke takenop <strong>het</strong> gebied van bij<strong>voor</strong>beeld onderwijs, gezondheidszorg, volkshuisvest<strong>in</strong>g enmaatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g. B<strong>in</strong>nen deze kolom behoren ook de maatschappijverheffende<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, gericht op <strong>het</strong> welbev<strong>in</strong>den van een brede achterban,waartoe met wat goede wil naast kerken ook deels ideëel gedreven belangenbehartigerszoals politieke partijen, vakbonden en werkgeversorganisaties kunnenworden gerekend. Vanuit <strong>het</strong> perspectief van de burgerbetrokkenheid spelen deze<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen een grote rol. De tevredenheid van burgers met de verzorg<strong>in</strong>gsstaatwordt immers sterk bepaald door hun <strong>in</strong>breng <strong>in</strong> zowel de beleidsvorm<strong>in</strong>g opsociaaleconomisch terre<strong>in</strong>, als de uitvoer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de praktijk van alledag. Dezekolom is de laatste decennia ernstig ‘vervuild’ door de toetred<strong>in</strong>g van een grootaantal <strong>voor</strong>malige overheidsorganisaties die door privatiser<strong>in</strong>g of andersz<strong>in</strong>s ‘opafstand’ van de overheid zijn geplaatst (Dijstelbloem et al. 2010). Belangrijk <strong>in</strong> <strong>het</strong>kader van burgerbetrokkenheid is de opkomst van zelfstandige bestuursorganen(zbo’s), de privatiser<strong>in</strong>g van <strong>voor</strong>malige nutsbedrijven (bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> de sectorenenergie, spoorwegen, post en telecom), en de uithuisplaats<strong>in</strong>g van beleidsafdel<strong>in</strong>gen(veelal <strong>in</strong> de vorm van kenniscentra). Veel van deze <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen wordendoor burgers nog steeds als onderdeel van de overheid beschouwd, maar zijn ditformeel niet meer. Ze leveren echter nog wel publieke diensten en goederen.Op wat grotere afstand van de overheid staan de geformaliseerde samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan burgers. Hiertoe behoren verenig<strong>in</strong>gen, bij<strong>voor</strong>beeld op <strong>het</strong> gebiedvan sport of buurtrecreatie, maar ook de vele vrijwilligersorganisaties die ons landnog altijd rijk is en de s<strong>in</strong>gle issue organisaties; niet geheel correct 1 zullen we zebenoemen als niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). Ze behartigen op <strong>het</strong>middenveld namens hun achterban de vaak postmateriële belangen op een enkel,specifiek gebied (natuur en milieu, mensenrechten, emancipatie, ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g).Met enige moeite kunnen hier ook twee economisch gedrevensamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden geplaatst, te weten de ondernem<strong>in</strong>gen en demedia. Op grotere afstand van de overheid, maar onderwerp van een groot aantal


30 vertrouwen <strong>in</strong> burgersspelregels en veelkleurig toezicht streven ondernem<strong>in</strong>gen, ondersteund doornauwe belangen, oftewel common <strong>in</strong>terest organisaties (‘lobbyisten’), op <strong>het</strong>middenveld naar <strong>het</strong> materialistische eigenbelang van hun belanghebbenden,uiteenlopend van f<strong>in</strong>anciers en medewerkers tot hun klanten, toeleveranciers en‘buren’. Ondernem<strong>in</strong>gen hebben weliswaar een w<strong>in</strong>stoogmerk, maar vervullenook een belangrijke <strong>in</strong>termediaire rol tussen <strong>het</strong> <strong>in</strong>dividu en de maatschappij. Inde sfeer van <strong>het</strong> maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) is aanmerkelijkemaatschappelijke ‘w<strong>in</strong>st’ te behalen door een passende wisselwerk<strong>in</strong>g op <strong>het</strong>middenveld. Een speciale plaats is weggelegd <strong>voor</strong> de media en de wetenschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. In navolg<strong>in</strong>g van De Tocqueville wordt de toezichtfunctie vande ‘vrije’ media breed beleden: ze zien erop toe dat machthebbers hun macht nietmisbruiken (Fishk<strong>in</strong> 1995: 154-161; Van der Donk et al. 2005). Vanuit hun onderzoeks<strong>in</strong>stitutiesvervullen ook onafhankelijke wetenschappers als deskundige,kritische waarnemers een wezenlijke rol <strong>in</strong> <strong>het</strong> scherp houden van beleidsmakersen –uitvoerders (In ’t Veld 2010, 2011).Uiterst rechts op <strong>het</strong> speelveld krijgt burgerbetrokkenheid vorm door de rechtstreekse<strong>in</strong>zet van <strong>in</strong>dividuele burgers. “Initiatieven van burgers die zelf verantwoordelijkheidnemen <strong>voor</strong> d<strong>in</strong>gen die zij belangrijk v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de maatschappij;dat niet overlaten aan anderen, zoals overheden of <strong>het</strong> bedrijfsleven” aldus TjeenkWill<strong>in</strong>k (2002: 34). Het gaat volgens hem om de bereidheid “zich <strong>in</strong> te zetten <strong>voor</strong><strong>het</strong> ‘gemeen’” (2002: 36), om de wens een eigen bestaan vorm te geven en daar<strong>in</strong>eigenbelang en algemeen belang te <strong>in</strong>tegreren. Dan hebben we <strong>het</strong> over de “echtecivil society <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat burgers daar<strong>in</strong> de leidende rol spelen” (2002: 34). Deze<strong>in</strong>itiatieven zijn zichtbaar <strong>in</strong> vrijwel alle sectoren en kunnen op termijn overgaan<strong>in</strong> een (non-profit) ondernem<strong>in</strong>g, actiegroep of ophouden te bestaan. Onderdeelvan deze groep zijn de ad-hocverbanden van burgers; <strong>in</strong>formele, nauwelijksgestructureerde organisatievormen die oplaaien en – na al dan niet gebleken succes– weer verdwijnen. Denk bij<strong>voor</strong>beeld aan <strong>het</strong> scholierenprotest tegen de 1040uren-norm. Ze staan als uit<strong>in</strong>g van een toenemende <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g en begunstigddoor ict-<strong>in</strong>frastructuur op grote afstand van de overheidskolom en geldendoor hun onverwachte en onorthodoxe samenbundel<strong>in</strong>g als ‘ontregelend’. Datverleent hun, met ondersteun<strong>in</strong>g van de media, soms grote slagkracht, ook <strong>in</strong>ternationaal,waar de traditionele <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en organisaties kwetsbaar zijn door devaak moeizame overkoepel<strong>in</strong>g. Ze richten zich daarom niet <strong>in</strong> de eerste plaats opbeleidsmakers, maar meestal direct op ‘tegenstanders’, zoals mult<strong>in</strong>ationaleondernemers.1.1.2 <strong>voor</strong>tdurend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gVooral aan de niet-geformaliseerde kant van <strong>het</strong> speelveld is sprake van <strong>voor</strong>tdurendebeweg<strong>in</strong>g. Zo verschijnen er telkens nieuwe spelers op <strong>het</strong> maatschappelijkmiddenveld en alle spelers moeten zich <strong>voor</strong>tdurend ontwikkelen om een basis-


de uitdag<strong>in</strong>g31plaats af te dw<strong>in</strong>gen, c.q. te kunnen overleven. Verwijzend naar de vele literatuurop dit gebied (Verhoeven 2009; Dijstelbloem et al. 2010; Boer 2010: 37-38) beperkenwe ons tot een impressionistische sc<strong>het</strong>s op hoofdlijnen vanaf de jaren zestigvan de vorige eeuw.Ontzuil<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spraak: 1960-1980De betrokkenheid van burgers kreeg van oudsher vorm via een sterk verzuildmaatschappelijk middenveld dat na de Tweede Wereldoorlog werd gekenmerktdoor een opmerkelijk delegeren van verantwoordelijkheden vanuit passieveburgers aan gescheiden middenklasse-elites (Lijphart 1977). Deze elites vormdenzich volgens de lijnen van religieuze denom<strong>in</strong>atie – katholiek, protestant – terwijlook de ‘rode’ kerk een hoofdrol speelde. Burgers werden verondersteld te stemmenen vervolgens een volgzaam lid te zijn van ‘hun’ zuil. De middenklasse-elites<strong>rapport</strong>eerden de zorgen van hun achterban aan hun nationale koepelorganisatiesen bestuurden bovendien de steeds meer door de overheid gesubsidieerde maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (Denters en Rose 2005: 70). De gescheiden wereldenwerden overkoepeld door een kle<strong>in</strong>e politieke elite die er – soms wonderwel – <strong>in</strong>slaagde de verschillende belangen te verzoenen. Zij vormde ook de thuisbasis <strong>voor</strong><strong>het</strong> – hoogontwikkelde – vrijwilligerswerk.Pas <strong>in</strong> de jaren zestig van de vorige eeuw volgde – <strong>in</strong> Nederland relatief laat – deontzuil<strong>in</strong>g. De zuilen en de klassenstrijd vielen weg als ordenende pr<strong>in</strong>cipes. Innavolg<strong>in</strong>g van de Verenigde Staten, met zijn civil rights, flower power, en anti-Vietnamprotesten, <strong>in</strong>spireerden ook <strong>in</strong> eigen land nieuwe sociale beweg<strong>in</strong>gen –Dolle M<strong>in</strong>a’s, provo’s, kabouters, vredesactivisten en ban-de-bommers bij<strong>voor</strong>beeld– tot vormen van burgerbetrokkenheid en politiek activisme. De periodevan ontzuil<strong>in</strong>g was een zoektocht naar nieuwe structuren en nieuwe vormen vangezag. Dit leidde tot een roep om meer participatie (Kennedy 1995; Duyvendaken Krouwel: 21); de Wet op de ruimtelijke orden<strong>in</strong>g (wro) uit 1965 regelde bij<strong>voor</strong>beeldde formele <strong>in</strong>spraak <strong>in</strong> de fysieke leefomgev<strong>in</strong>g en de Wet openbaarheidbestuur (wob) uit 1975 moest bijdragen aan spreid<strong>in</strong>g van kennis en macht (Kortmann2010: 40). De democratiser<strong>in</strong>gsgolf raakte ook maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,scholen, kerken, sticht<strong>in</strong>gen, verenig<strong>in</strong>gen, met een veelheid van raden alsgevolg (ondernem<strong>in</strong>gsraden, medezeggenschapsraden, cliëntenraden) (Korsten1979: 1; Hoed en Schouten 2010: 81). Met de eerste ervar<strong>in</strong>gen kwamen echterook de eerste teleurstell<strong>in</strong>gen; slechts een beperkte groep burgers werd bereikt ende <strong>in</strong>spraak kwam als ‘mosterd na de maaltijd’ (Coenen et al. 2001; Duyvendak enKrouwel 2001: 22).S<strong>in</strong>gle issue en <strong>in</strong>teractief beleid: 1980-2000Tijdens de lange periode van economische groei kregen meer mensen de ambitie,de vaardigheden en ook de communicatiemiddelen om zich op maatschappelijkevraagstukken te storten. Nederland ontwikkelde zich tot ngo-land bij uitstek:


32 vertrouwen <strong>in</strong> burgersnergens ter wereld zijn zo veel burgers lid of donateur. De organisaties verleenden‘hun’ achterban de macht van <strong>het</strong> getal en de kracht van de deskundigheid, die– zeker b<strong>in</strong>nen de kaders van <strong>het</strong> polderoverlegmodel – soms <strong>in</strong> staat bleek toteffectief s<strong>in</strong>gle issue tegenspel vis à vis de overheid en <strong>het</strong> bedrijfsleven (Poldervaart2002: 17). Mult<strong>in</strong>ationale ngo’s, zoals Greenpeace en Amnesty International,voerden acties tegen achterblijvende overheden en multilaterale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen als deWereldbank. Het was de tijd van de brede maatschappelijke discussies en deopkomst van buitenparlementaire acties.De aandacht van de beleidsmakers g<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>al uit naar efficiënte beleidsvorm<strong>in</strong>gdie de prestaties van de publieke dienstverlen<strong>in</strong>g kon verhogen. New PublicManagement deed zijn <strong>in</strong>trede <strong>in</strong> de publieke sector; de overheid moest leren van<strong>het</strong> bedrijfsleven en burgers waren <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> zicht als consumenten. Georganiseerdeburgers werden veelal weggezet als lastig en stroperigheid bevorderend;<strong>het</strong> begrip nimby (Not In My BackYard) deed zijn <strong>in</strong>tree (Duyvendak en Krouwel2001: 20). In <strong>het</strong> kader van dereguler<strong>in</strong>g werden vragen gesteld bij de duur enkosten van <strong>in</strong>spraak. Inspraak kreeg <strong>in</strong> deze periode echter een vaste plaats <strong>in</strong> deAlgemene Wet Bestuursrecht (Coenen et al. 2001: 322). Ook de moderne milieuwetgev<strong>in</strong>gkreeg gestalte, onder andere door <strong>het</strong> <strong>in</strong>bouwen van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zorgspr<strong>in</strong>cipeen beroep langs de wro-lijnen.De jaren negentig werden gekenmerkt door een tweede golf van participatie: deafstand tussen burgers en beleidsmakers zou, zo was <strong>het</strong> idee, <strong>het</strong> beste op lokaalniveau kunnen worden overbrugd. Speciaal <strong>in</strong> grote steden kreeg vanaf 1989 desociale vernieuw<strong>in</strong>g vorm, gevolgd door <strong>het</strong> grotestedenbeleid en wijkgerichtwerken. In 1994 werden alle gemeenten verplicht een <strong>in</strong>spraakverorden<strong>in</strong>g vastte stellen. Interactief beleid was <strong>het</strong> nieuwe toverwoord. B<strong>in</strong>nen de grote stedenwerd door een groter gewicht te geven aan stadsdelen en deelgemeenten geprobeerdom de politiek dichter bij ‘de burger’ te brengen. Alles optellend was ersprake van veel (lokale) projecten, maar ook van een blijvende worstel<strong>in</strong>g. Deeffecten vielen tegen, ondanks de impuls van de wijkgerichte aanpak.Veenbrand en bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g: na 2000Aan <strong>het</strong> e<strong>in</strong>d van de vorige eeuw deed zich een nieuw fenomeen <strong>voor</strong> op <strong>het</strong> maatschappelijkmiddenveld, dat van de tijdelijke massabeweg<strong>in</strong>gen waarb<strong>in</strong>nen men<strong>in</strong>dividueel en masse dezelfde keuze maakt (Duyvendak en Hurenkamp 2004).Deze beweg<strong>in</strong>gen uitten zich als een veenbrand: soms niet zichtbaar aan de oppervlakte<strong>voor</strong> de zittende <strong>voor</strong>lieden, ongrijpbaar oplaaiend <strong>in</strong> velerlei vormen <strong>in</strong>dienmensen van velerlei achtergrond zich verenigden rond een doel. ‘Informele groepen’losten op eigen kracht – zonder de overheid – hun alledaagse problemen open gaven <strong>het</strong> publieke dome<strong>in</strong> vorm, bij<strong>voor</strong>beeld door doe-<strong>het</strong>-zelf<strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>gen,maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven om de leefbaarheid <strong>in</strong> stadswijken te bevorderen,zelfhulpgroepen bij verslav<strong>in</strong>g, of buurtbemiddel<strong>in</strong>g bij conflicten, maar ook door


de uitdag<strong>in</strong>g37hebben <strong>in</strong> de overheid en politiek en <strong>in</strong> de eigen beïnvloed<strong>in</strong>gsmogelijkheden,maar slechts één daarvan is ook (verantwoordelijken/geïnvolveerd/(actief).Tegen deze achtergrond onderscheiden wij <strong>in</strong> ons <strong>rapport</strong> vier betrokkenheidsstijlen.1 De verantwoordelijke stijl (ongeveer 30-35% van de bevolk<strong>in</strong>g). Mensen metdeze stijl zijn geïnteresseerd <strong>in</strong> politiek en oordelen bovengemiddeld positiefover <strong>het</strong> politieke bedrijf. Ze nemen relatief vaak deel aan <strong>in</strong>formele vormenvan democratische betrokkenheid: ze beschikken over zowel de wil als detoerust<strong>in</strong>g om effectief betrokken te zijn.2 De volgzame stijl (ongeveer 15%). Deze mensen zijn eveneens bovengemiddeldpositief <strong>in</strong> hun oordelen over <strong>het</strong> politieke bedrijf, maar anders dan Verantwoordelijkenhebben ze een beperkt geloof <strong>in</strong> hun eigen mogelijkheden en stellenze veeleer een relatief groot vertrouwen <strong>in</strong> de gekozen politici. Zij zullendaarom <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen we<strong>in</strong>ig bijdragen aan <strong>het</strong> scherp houden van volksvertegenwoordigersen overheids<strong>in</strong>stanties en aan maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g.3 De pragmatische stijl (ongeveer 25-30%). Mensen met deze stijl hebben we<strong>in</strong>igop met de traditionele politiek en voelen zich daar<strong>in</strong> niet gehoord. Hoewel nietzo vaak als de Verantwoordelijken roeren zij zich – wanneer ze dat noodzakelijkachten – wel <strong>in</strong> de <strong>in</strong>formele politiek en achten zichzelf daartoe ook competent:ze ‘kunnen’ wel, maar ‘willen’ alleen als <strong>het</strong> hen uitkomt.4 De kritische stijl (ongeveer 25-30%). Meer nog dan Pragmatici zijn deze mensenontevreden en kritisch (of zelfs cynisch). Ze hebben we<strong>in</strong>ig vertrouwen<strong>in</strong> de politiek en voelen zich <strong>in</strong> hun ‘we-tegen-ze verhoud<strong>in</strong>g’ met beleidsmakersniet gehoord. Vergelijkbaar met de Volgzamen, en anders dan de Pragmatici,hebben Critici een beperkt geloof <strong>in</strong> <strong>het</strong> ‘gewicht’ van hun eigen <strong>in</strong>brengen staan dus veelvuldig langs de zijlijn: ze ‘willen’ niet en denken niet te ‘kunnen’.1.2.2 complexiteitsraceWaarom hebben grote groepen burgers zo we<strong>in</strong>ig vertrouwen <strong>in</strong> ‘hun’ beleidsmakersen <strong>in</strong> ‘hun’ eigen mogelijkheden om de politiek en <strong>het</strong> beleid te beïnvloeden?Op basis van meerjarige, <strong>in</strong>ternationale analyses zoekt de Amerikaanse onderzoeksterPippa Norris <strong>in</strong> haar recente boek Democratic deficit. Critical citizensrevisited (2011) de verklar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ‘democratisch tekort’ – <strong>het</strong> verschil tussende verwacht<strong>in</strong>gen ten aanzien van de democratie, en de concrete ervar<strong>in</strong>g – <strong>in</strong> eenstapel<strong>in</strong>g van oorzaken (Norris 2011: 244-245), <strong>voor</strong>al hogere democratischeverwacht<strong>in</strong>gen, negatieve berichtgev<strong>in</strong>g en tekortschietende overheidsprestaties(Norris 2011: 243). Die stapel<strong>in</strong>g van oorzaken kan <strong>voor</strong> verschillende groepenverschillend uitwerken, wat een reden kan zijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verschil <strong>in</strong> de mate vanongenoegen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.


38 vertrouwen <strong>in</strong> burgersIn onze optiek gaat <strong>het</strong> verhaal verder, want de verschillende oorzaken zijnonderl<strong>in</strong>g verbonden en beïnvloeden elkaar. Die samenhang komt <strong>voor</strong>t uit decomplexiteit van de samenlev<strong>in</strong>g. Complexiteit, zo laten wetenschappelijkestudies zien, is een steeds belangrijker begrip geworden om de verhoud<strong>in</strong>g tussenbeleidsmakers en burgers te begrijpen (Nowotny 2005; Klijn 2008). Tegelijkertijdis deze complexiteit lastig te def<strong>in</strong>iëren en vrijwel niet te meten (Mitchell 2009:94-114; Snodgrass 2011).Verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>gTwee processen – verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g – leiden tot complexiteit van desamenlev<strong>in</strong>g. Vergelijk<strong>in</strong>g van een paar momentopnames van vijftig jaar geledenen vandaag wijst op een aanmerkelijke maatschappelijke verdicht<strong>in</strong>g. Bevolk<strong>in</strong>gsgroeileidt wereldwijd tot grotere bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid en daarmee onvermijdelijktot een toename van <strong>het</strong> aantal contacten, zeker ook door de concentratie <strong>in</strong> grootstedelijkegebieden. De spectaculair toegenomen mobiliteit van grote delen van dewereldbevolk<strong>in</strong>g, samen met <strong>het</strong> snel stijgende opleid<strong>in</strong>gsniveau en de explosievan ict-mogelijkheden, draagt bij tot een verdere groei van <strong>het</strong> aantal fysiekecontacten en van virtuele <strong>in</strong>formatie.Mensen zitten zowel fysiek als virtueel dichter op elkaar. Wat elders gebeurt heefteen veel grotere doorwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de eigen omgev<strong>in</strong>g. De van oudsher afgeschermde‘eigen’ omgev<strong>in</strong>gen worden bovendien ontregeld door grotere migratiestromen,die weer bijdragen aan een <strong>in</strong>tensiever contact met grote aantallen ‘vreemden’.Mensen die vroeger ‘langs elkaar heen leefden’, <strong>in</strong> afgezonderde delen van dewereld of b<strong>in</strong>nenslands <strong>in</strong> gescheiden zuilen, buurten of standen, ‘weten’ nu vanelkaar en kunnen elkaar vrij eenvoudig bereiken. Ze kunnen zich bovendienveel makkelijker horizontaal organiseren, zonder een beroep te hoeven doen op‘bovenstaande’ belangenbehartigers die <strong>het</strong> contact met ‘andersdenkenden’onderhouden. Hun netwerken worden nog weer verder verdicht door specialisatie,zowel van bedrijven als beroepsbeoefenaren. Dat stimuleerde weliswaar dewelvaart, maar zorgde ook <strong>voor</strong> een verdere toename van <strong>het</strong> aantal onderl<strong>in</strong>geverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen (Be<strong>in</strong>hocker 2006). Een eenvoudig reken<strong>voor</strong>beeld laat dit zien:<strong>in</strong> een groep van vijf <strong>in</strong>dividuen zijn er tien mogelijke een-op-een<strong>in</strong>teracties,maar <strong>in</strong> een groep van tien zijn dat er al 45 en <strong>in</strong> een groep van tw<strong>in</strong>tig zijn <strong>het</strong> er190.De sterke toename van <strong>het</strong> aantal verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, gecomb<strong>in</strong>eerdmet technologische ontwikkel<strong>in</strong>gen, zoals op <strong>het</strong> gebied van mobiliteit en ict,heeft geleid tot een enorme versnell<strong>in</strong>g van maatschappelijke processen. Vijftigjaar geleden veranderde er ook veel, maar de grote lijnen van de samenlev<strong>in</strong>gbleven overe<strong>in</strong>d. Dat is nu heel anders. Mode, denkbeelden en virussen verspreidenzich momenteel verder en sneller dan vijftig jaar geleden. Ook macro-ontwikkel<strong>in</strong>genverlopen steeds sneller. Nationale economieën, zoals de Engelse, <strong>in</strong>dus-


de uitdag<strong>in</strong>g39trialiseerden <strong>in</strong> de tweede helft van de negentiende eeuw <strong>in</strong>, zeg, vijftig jaar; recentmaken landen als S<strong>in</strong>gapore, Korea en Ch<strong>in</strong>a vergelijkbare ontwikkel<strong>in</strong>gen door<strong>in</strong> een veel kortere tijd. Vastigheden verdwijnen als sneeuw <strong>voor</strong> de zon. Internetbedrijvenzijn wereldleiders en worden tien jaar later van hun troon gestoten doornieuwkomers. Ook de halfwaardetijd van politieke en maatschappelijke beweg<strong>in</strong>genneemt drastisch af. Burgers worden m<strong>in</strong>der vaak lid van een organisatie enstemmen <strong>voor</strong>tdurend ‘met hun voeten’: ze kiezen uit een lange en veelkleurigemenukaart van <strong>het</strong> betrokkenheidsaanbod. De veronderstell<strong>in</strong>g dat de politiekeagenda <strong>voor</strong> de komende vier jaar wel bekend is wanneer de politieke partijen hunverkiez<strong>in</strong>gsprogramma’s schrijven en kiezers hun keuze maken, snijdt volgensAndeweg en Thomassen (2011b: 58) ook steeds m<strong>in</strong>der hout. Politieke op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gengeven dagkoersen (Tiemeijer 2006), op<strong>in</strong>iemakers kunnen <strong>in</strong> de ‘dramademocratie’(Elchardus 2002) alleen overleven als ze begaafde ‘dramaturgen’ zijn(Hajer 2009).De complexiteit die <strong>voor</strong>tkomt uit verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g is geen nieuwverschijnsel. Complexe systemen komen veel <strong>voor</strong>; zo is een draaikolk eencomplex systeem en ook een mierenhoop is een complex systeem. De on<strong>voor</strong>spelbaarheidvan mierenhopen is echter groter dan die van draaikolken, omdat mierenhun gedrag kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden en watermoleculenniet. Een dergelijk systeem wordt een complex adaptief systeem genoemd(Be<strong>in</strong>hocker 2006; Mitchell 2009: 12), wat volgens Van G<strong>in</strong>neken (1999: 44)bepaald wordt door (a) grote aantallen vergelijkbare eenheden, (b) die zich opovereenkomstige wijze gedragen, (c) <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g met de omgev<strong>in</strong>g en elkaar,(d) daarbij ‘als vanzelf’ differentiatie en samenhang <strong>voor</strong>tbrengend, (e) waardoorze gezamenlijk beter <strong>in</strong>gespeeld kunnen raken op de situatie. Mensen hebbenmeer mogelijkheden hun gedrag aan te passen dan mieren, waardoor hun gedragnog on<strong>voor</strong>spelbaarder is. S<strong>in</strong>ds <strong>het</strong> <strong>in</strong>middels klassieke artikel van WalterBuckley ‘Society as a complex adaptive system’ uit 1968, beschrijven steeds meersociale wetenschappers gemeenschappen en burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> deze termen(Dooley 1997; Wagenaar 2007).Stapel<strong>in</strong>gComplexiteit is een mooi begrip <strong>voor</strong> wetenschappers om ontwikkel<strong>in</strong>gen tebeschrijven en te begrijpen, maar <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuen die zich moeten verhouden totde complexiteit van de samenlev<strong>in</strong>g biedt <strong>het</strong> we<strong>in</strong>ig houvast. Ze ervaren de optell<strong>in</strong>gvan veel – vanuit hun perspectief ‘losstaande’ – vraagstukken als een stapel<strong>in</strong>gen ontdekken al snel dat er geen eenvoudige oploss<strong>in</strong>gen bestaan. Immers, hoegroter de complexiteit, des te lastiger zijn de uitkomsten te <strong>voor</strong>zien. De reactievan een complex systeem op <strong>in</strong>vloeden van buiten is vaak niet-l<strong>in</strong>eair; <strong>het</strong> gevolgis niet evenredig met de oorzaak (Johnson 2002). Hierdoor is <strong>het</strong> gedrag vancomplexe systemen on<strong>voor</strong>spelbaar én beperkt stuurbaar. Kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>vloeden kunnengrote gevolgen hebben; een enkele muis bij<strong>voor</strong>beeld kan <strong>in</strong> een dichte en


40 vertrouwen <strong>in</strong> burgerscomplexe pakk<strong>in</strong>g van dom<strong>in</strong>ostenen vrij wat ravage aanrichten. Tegelijkertijd is<strong>het</strong> mogelijk dat grote <strong>in</strong>grepen nauwelijks tot verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> systeem leiden;honderd omvallende stenen kunnen bij een gunstige plaats<strong>in</strong>g elkaars val ‘blokkeren’.Zo kan nieuwe <strong>in</strong>formatie <strong>het</strong> denken b<strong>in</strong>nen een groep lamleggen of geen<strong>in</strong>vloed hebben.Ontoereikende benader<strong>in</strong>gOp alle vlakken trachten mensen de complexiteit van de samenlev<strong>in</strong>g te reducerenmet behulp van wetenschappelijke, technologische en maatschappelijke <strong>in</strong>novaties.Bètawetenschappers trachten die complexiteit te ontleden met behulp vanmodellen. Antropologen observeren de complexiteit en proberen patronen teherkennen. Ze g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de leer bij de dierenwereld: mieren, bijen, spreeuwen envissen vormen een dankbaar onderwerp van studie om <strong>het</strong> gedrag van ‘de naakteaap’ beter te begrijpen (Johnson 2002; Mitchell 2009; Miller 2010). Allen lereneenzelfde les: <strong>het</strong> systeem als geheel is onbeheersbaar en begrip van de onderdelenvan <strong>het</strong> systeem leidt niet tot een beter begrip van <strong>het</strong> systeem als geheel, maarer gelden wel degelijk spelregels die een vorm van orden<strong>in</strong>g aanbrengen <strong>in</strong> dechaos. Het eigen maken van dergelijke nieuwe spelregels blijkt <strong>in</strong> de praktijk nietmee te vallen; beleidsmakers zijn geneigd om op complexiteit te reageren door <strong>het</strong>toevoegen en verfijnen van wet- en regelgev<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> creëren van meer specialismen,die echter resulteren <strong>in</strong> nog meer <strong>in</strong>teracties en dus verder toenemendecomplexiteit (Van der Steen et al. 2010: 16).Deze ontwikkel<strong>in</strong>g is niet uniek <strong>voor</strong> Nederland, de meeste westerse samenlev<strong>in</strong>genzijn gevangen <strong>in</strong> een dergelijke ‘complexiteitsrace’ (Nowotny 2005).Burgerbetrokkenheidsbeleid dat onvoldoende reken<strong>in</strong>g houdt met deze complexiteitsrace,is gedoemd om achter de feiten te blijven aanhollen. Dit plaatst beleidsmakers<strong>voor</strong> een naargeestige uitdag<strong>in</strong>g: er is geen directe relatie tussen eenoorzaak en een gevolg en daarmee geen eenduidig handvat <strong>voor</strong> <strong>het</strong> formulerenvan passend beleid.1.2.3 onverwachtse onderstromenHet is een kwetsbare comb<strong>in</strong>atie: een maatschappelijke complexiteitsrace met<strong>in</strong>stitutioneel conservatisme. De rust van een bevroren rivier is schijn, want onder<strong>het</strong> ijs bewegen zich de onderstromen die beleidsmakers de komende jaren <strong>voor</strong>fl<strong>in</strong>ke uitdag<strong>in</strong>gen zullen stellen. Op <strong>het</strong> speelveld tekenen zich vier van dergelijkeonderstromen af: stur<strong>in</strong>g op afstand, verstatelijk<strong>in</strong>g, centralisatie en decentralisatie(figuur 1.2).


de uitdag<strong>in</strong>g41Figuur 1.2Onderliggende beweg<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheidMaatschappelijk middenveldToezichtOverheidInstell<strong>in</strong>genOrganisatiesAd-hocverbanden(Inter)-nationaaltoezichtdemocratiestandig<strong>in</strong>gwerk<strong>in</strong>gRegionaal/lokaaltrokkenheidIndividueelOverheidZware overheidsgreepLichte overheidsgreepStur<strong>in</strong>g op afstandVanuit de overheidskolom worden door privatiser<strong>in</strong>g en andere vormen vanverzelfstandig<strong>in</strong>g nieuwe spelers ‘gedropt’ op <strong>het</strong> middenveld. Het gaat om <strong>voor</strong>maligeoverheids<strong>in</strong>stituties die zich op grotere afstand van de overheid dienen teontplooien. De overweg<strong>in</strong>gen hier<strong>voor</strong> lopen uiteen. Zo wordt gewezen op deverwachte heilzame marktwerk<strong>in</strong>g, met haar nadrukkelijk streven naar effectiviteiten <strong>voor</strong>al efficiëntie. Stellig spelen soms ook andere, <strong>in</strong>terne overweg<strong>in</strong>gen,zoals debudgetter<strong>in</strong>g, een rol. Ook de komende jaren zullen geprangde departementenmogelijk weer een deel van hun personele bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gstaakstell<strong>in</strong>genrealiseren door <strong>het</strong> uitplaatsen van mensen. De prijs van dergelijke beweg<strong>in</strong>genkan echter hoog zijn, zo heeft de praktijkervar<strong>in</strong>g een aantal malen wrang geïllustreerd.Een aantal op afstand gezette bevoegdheden bleek te dicht bij <strong>het</strong>ruggenmerg van <strong>het</strong> publieke bedrijf; beleidsmakers werden afgerekend op verantwoordelijkhedendie juist buiten de poort waren gezet, of waren onthand bij <strong>het</strong>corrigeren van misstanden. Niet alle beleidsmakers waren gelukkig met hunverm<strong>in</strong>derde greep en bleven zich actief bemoeien met de ‘vrijgemaakte’ <strong>in</strong>stituties.De ns (bevroren wissels, plaszakken), Schiphol en Staatsbosbeheer zijn daarvan<strong>voor</strong>beelden. Ook de bemoeienis met ‘onafhankelijke’ toezichthouders roeptvragen op; de f<strong>in</strong>anciële crisis getuigt daarvan. Dergelijke beweg<strong>in</strong>gen hebben ookgevolgen <strong>voor</strong> de burgerbetrokkenheid, zowel <strong>voor</strong> de manier waarop burgers en


42 vertrouwen <strong>in</strong> burgersbelanghebbenden worden betrokken bij verzelfstandigde en geprivatiseerde<strong>in</strong>stituten, als <strong>voor</strong> de ruimte <strong>voor</strong> een onafhankelijk tegengeluid.Verstatelijk<strong>in</strong>gBeleidsmakers hebben een <strong>voor</strong>tdurende neig<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> <strong>in</strong>zuigen en <strong>in</strong>kapselenvan niet-overheidsorganen. De eertijds private <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> gebied vanzorg, onderwijs, huisvest<strong>in</strong>g, enz. werden na de ontzuil<strong>in</strong>g verstatelijkt. Huntegenspel richt<strong>in</strong>g beleidsmakers is daardoor beperkt: van ‘strijd’ is we<strong>in</strong>igsprake. Omgekeerd hebben ze als hoofdrolspelers <strong>in</strong> de verzorg<strong>in</strong>gsstaat welsteeds te maken met beleidsmakers die een <strong>voor</strong>naam deel van hun f<strong>in</strong>anciëletaakstell<strong>in</strong>gen via hun beurs moeten realiseren. Hun verstatelijk<strong>in</strong>g uit zich ook<strong>in</strong> een curieuze bemoeienis van ‘de politiek’ met hun <strong>in</strong>terne functioneren. Zeworden weliswaar aangestuurd door onafhankelijke colleges, maar als puntjebij paaltje komt – <strong>in</strong> geval van ‘exorbitante zelfverrijk<strong>in</strong>g’ bij<strong>voor</strong>beeld – grijpenbeleidsmakers soms krachtig <strong>in</strong>. Kortom, burgerbetrokkenheid krijgt <strong>in</strong> dezesector <strong>voor</strong>al <strong>in</strong>houd b<strong>in</strong>nen de directe relaties van burgers, <strong>in</strong> hun rol als cliënt,met de <strong>in</strong>stituties zelf.Ook ngo’s worden veelvuldig gedomesticeerd, mede door <strong>het</strong> gebruik van f<strong>in</strong>anciëlekoorden en de <strong>in</strong>zet van <strong>het</strong> ‘recht’ om aan bestuurlijke poldertafels aan tezitten. De oude getrouwen op <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>gbij<strong>voor</strong>beeld, bijten slechts zelden meer van zich af en de van oudsher activistischeorganisaties als Greenpeace en Milieudefensie moeten hun positie <strong>voor</strong>tdurendafwegen. Die positie wordt bovendien bedreigd door nieuwkomers die van rechts<strong>het</strong> speelveld betreden en met scherpte en nieuw elan hun s<strong>in</strong>gle issue doelennastreven. De nieuwe beweg<strong>in</strong>gen – we noemen ze andersbeweg<strong>in</strong>gen – zullen,zeker waar overheden <strong>in</strong>ternationaal vaak we<strong>in</strong>ig succesvol zijn, hier stelligverdere versterk<strong>in</strong>g van de meest rechtse subkolom leveren en daardoor <strong>het</strong>middenveld en de aanpalende overheidskolom ontregelen.Steeds meer wordt ook <strong>het</strong> particuliere bedrijfsleven <strong>in</strong>gezogen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g vanmaatschappelijke taakstell<strong>in</strong>gen. Van oudsher werden de contouren van <strong>het</strong>middenveld sterk bepaald door de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen werkgevers en werknemers,maar de klassenstrijd is goeddeels gestreden en <strong>het</strong> gaat nu veelal om een‘dunnere’ vorm van directe belangenbehartig<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> veel jongere ondernemersen werknemers zich nauwelijks herkennen. Burgerbetrokkenheid kreeg tot <strong>voor</strong>kort directe <strong>in</strong>houd <strong>in</strong> de relatie werkgever-werknemer, bij<strong>voor</strong>beeld via formelerechten en plichten en de ondernem<strong>in</strong>gsraad. Recent zijn echter hogere verwacht<strong>in</strong>gengegroeid <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van bredere doelstell<strong>in</strong>gen dan alleen de w<strong>in</strong>stgevendheid<strong>voor</strong> aandeelhouders en de werkgelegenheid <strong>in</strong> eigen kr<strong>in</strong>g. En aan dehorizon tekenen zich de contouren af van een verregaande <strong>in</strong>zet op maatschappelijkverantwoord ondernemen. Klanten, buren, buitenstaanders, onder wie politici,spreken <strong>voor</strong>al mult<strong>in</strong>ationale ondernem<strong>in</strong>gen aan op hun (potentiële) rol <strong>in</strong>


de uitdag<strong>in</strong>g43de samenlev<strong>in</strong>g. Kan <strong>het</strong> zijn dat een nieuw ‘machtsevenwicht’ van burgers enbedrijven er<strong>in</strong> slaagt om (<strong>in</strong>ternationale) doelen te verwerkelijken waar <strong>het</strong>beleidsmakers aan <strong>in</strong>strumenten ontbreekt?De verstatelijk<strong>in</strong>g heeft grote gevolgen <strong>voor</strong> de burgerbetrokkenheid. Door <strong>het</strong>‘<strong>in</strong>kapselen’ van maatschappelijke organisaties en ngo’s worden tegenkrachten enactivisme beperkt. Ook de tegenkracht van de media staat onder druk. Nieuwevormen van burgerbetrokkenheid zijn zichtbaar <strong>in</strong> de vorm van veenbrand<strong>in</strong>itiatieven,van andersbeweg<strong>in</strong>gen, publiek-private samenwerk<strong>in</strong>g, maatschappelijkverantwoord ondernemen en op termijn wellicht door de <strong>in</strong>zet van sociale media.CentralisatieOver de hele l<strong>in</strong>ie – b<strong>in</strong>nen de overheidskolom, maar ook op <strong>het</strong> middenveld –verschuiven <strong>in</strong>stituties ‘naar boven’. Hun schaalvergrot<strong>in</strong>g wordt gedreven dooreen streven naar doelmatigheid, professionaliser<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g. Hunverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met burgers wordt daardoor kwetsbaar. Speciale aandacht zal ongetwijfeldde komende jaren uitgaan naar de <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> middenveld.Steeds meer besluiten worden genomen <strong>in</strong> ‘Brussel’ en andere <strong>in</strong>ternationalefora, terwijl op een groot aantal terre<strong>in</strong>en ondernemers of wetenschappers demaat slaan. Meer belangen zullen daarom <strong>in</strong> die verbanden worden ‘behartigd’,met overslaan van de lagere niveaus waaronder <strong>het</strong> nationale. Het specifiek Nederlandsepoldermodel, met zijn comb<strong>in</strong>atie van wederzijds vertrouwen en wellichtovermatige ‘knusheid’, zal daardoor ook van buiten onder druk komen te staan.Nederlandse burgers zullen beter bereikbaar zijn <strong>voor</strong> buitenlandse ‘veenbrand<strong>in</strong>itiatieven’en ook bereid zijn tot meer betrokkenheid. Dat zal de traditionele hoofdrolspelersop <strong>het</strong> vaderlandse speelveld verder ontregelen en ongetwijfeld leidentot actief ‘meestribbelen’: iedereen is, met kracht van warme woorden, vóór dergelijkenieuwe vormen van burgerbetrokkenheid, maar <strong>in</strong> de praktijk zal de voet vanveel bestuurders kort op de rem zitten. Voor burgerbetrokkenheid betekent dezeverplaats<strong>in</strong>g naar boven dat de fysieke én mentale afstand tot de overheid en detraditionele middenveldspelers is vergroot, en <strong>het</strong> dus <strong>in</strong>gewikkelder is om teweten ‘waar aan te kloppen’ als er iets niet naar wens verloopt.DecentralisatieDe te grote afstand tot (groepen) burgers is beleidsmakers niet ontgaan. Aan defrontlijn, dicht bij de burgers, is een aantal sociale spelers – maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zoals wooncorporaties en scholen, maar ook de politie – <strong>in</strong> actie gekomenbuiten hun primaire werkgebied. Zij slaan de handen <strong>in</strong>een met (lagere) overhedenen vaak ook met <strong>het</strong> bedrijfs- en verenig<strong>in</strong>gsleven <strong>in</strong> verschillende vormenvan publiek-private samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Die ontwikkel<strong>in</strong>g is kwetsbaar ensterk afhankelijk van de rugdekk<strong>in</strong>g die frontlijnwerkers van hun bestuurders en –op nog grotere afstand – van beleidsmakers krijgen. De ervar<strong>in</strong>g die de wooncorporatiesde afgelopen jaren opdeden, mag <strong>in</strong> dat verband als een waarschuw<strong>in</strong>g


44 vertrouwen <strong>in</strong> burgersgelden: hun rol bij de uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> wijkenbeleid is onzeker door de koerswissel<strong>in</strong>genvan nationale beleidsmakers.Beleidsmakers hebben stelselmatig de geformaliseerde mogelijkheden <strong>voor</strong>burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> de l<strong>in</strong>kerkolom van <strong>het</strong> speelveld vergroot door <strong>het</strong>aanspreken van formele toezichthouders. Een groot aantal burgers is bovendienmondiger en kundiger geworden <strong>in</strong> <strong>het</strong> benutten van die mogelijkheden. Dat heeft– uiteraard – een reactie opgeroepen waarbij, zonder te zwaar aan formele rechtente morrelen, de betrokkenheid weer wordt <strong>in</strong>geperkt. Het blijft een beetje ‘wieberen’zonder dat deze vormen van betrokkenheid aanleid<strong>in</strong>g zijn <strong>voor</strong> veel warmegevoelens aan de basis. De beweg<strong>in</strong>g naar beneden betekent allereerst meeraandacht <strong>voor</strong> de uitvoer<strong>in</strong>gspraktijk, <strong>voor</strong> de betrokken mensen zelf, <strong>voor</strong> maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven, kle<strong>in</strong>e gemeenschappen, dorpen en wijken. Dat blijktechter niet eenvoudig.1.3 doorbraak noodzakelijkHet speelveld van burgerbetrokkenheid is <strong>voor</strong>tdurend <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g en alles wijsterop dat de beweg<strong>in</strong>gen sneller, on<strong>voor</strong>spelbaarder en daarmee ook onbeheersbaarderworden. Dat vormt een potentiële bedreig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheidsbeleid,zeker wanneer we constateren dat grote groepen burgers <strong>het</strong> vertrouwen<strong>in</strong> de overheid en <strong>in</strong> hun eigen vermogen daar <strong>in</strong>vloed op uit te kunnen oefenen– dreigen te – verliezen.De gevoelde afstand tussen burgers en beleidsmakers is van beide zijden te begrijpenals <strong>het</strong> verschil tussen een ideaalsituatie en de werkelijkheid van alledag. ZoalsJacques Thomassen stelt <strong>in</strong> zijn afscheidsrede (2010): “Democratie is een ideaal dat<strong>in</strong> werkelijkheid nooit optimaal bereikt zal worden, maar altijd wel wat te wensenoverlaat.” De ideaalsituatie is niet een harmonische eensgez<strong>in</strong>dheid; een aantalwetenschappers benadrukt de essentie van een gepast wantrouwen. Burgerbetrokkenheidkrijgt enerzijds <strong>in</strong>houd b<strong>in</strong>nen de kaders van <strong>het</strong> huidige overheidsbeleid:de officiële spelregels. Anderzijds zoeken zowel frontlijnwerkers als beleidsmakers– <strong>in</strong> en soms net buiten de geldende kaders – een ‘scharrelruimte’ <strong>voor</strong> <strong>in</strong>formeleaanpass<strong>in</strong>g. Die zogenoemde <strong>in</strong>stitutionele rek camoufleert veelal de noodzaak<strong>voor</strong> fundamentele <strong>in</strong>grepen: de beleidswerkelijkheid wordt geplooid <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>gvan de ideaalsituatie. Er zijn echter grenzen aan een toelaatbare <strong>in</strong>stitutionelerek: als de chaos te groot wordt, weten zowel burgers als beleidsmakers niet meerwaar ze zich aan hebben te houden.Wanneer <strong>het</strong> beleid niet voldoende wordt aangepast op de nieuwe vereisten ende rekmogelijkheden niet langer volstaan, komen de tekortkom<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong>bestaande beleid aan <strong>het</strong> licht. Het ideaal loopt weg en bij extrapolatie van <strong>het</strong>huidige beleid zullen de – beperkte – beleidsaanpass<strong>in</strong>gen en de toelaatbare rek


de uitdag<strong>in</strong>g45onvoldoende zijn om <strong>het</strong> tekort b<strong>in</strong>nen de perken te houden. Tegen die achtergrondis een doorbraak <strong>in</strong> <strong>het</strong> formele beleid vereist die, tezamen met eenaanvaardbare rek, ertoe kan bijdragen dat <strong>het</strong> tekort niet te groot wordt (figuur 1.3).Figuur 1.3Kier en rekIdeaalTekortWerkelijkFormeelRekHuidig beleidExtrapolatieDoorbraakOndanks de aanmerkelijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van beleidsmakers groeit <strong>het</strong> gat tussenideaal en werkelijkheid: <strong>het</strong> is de nachtmerrie van de hardloper die vreselijk zijnbest doet, maar vóór zich een veel snellere loper ziet wegsnellen. Daardoor isburgerbetrokkenheid gaan behoren tot de categorie van de sluipende beleidsvraagstukken:hardnekkige problemen die zich over een periode van tijd en vaaknauwelijks opgemerkt <strong>voor</strong>doen bij de aanpak van wezenlijke maatschappelijkevraagstukken. In dit geval gaat <strong>het</strong> ook nog eens om vraagstukken die <strong>in</strong>grijpen <strong>in</strong>de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g van grote groepen burgers. Ze staan permanent op deagenda van alle beleidsmakers, maar – eveneens permanent – te laag om prioriteitte krijgen.De centrale vraag, zo stellen Andeweg en Thomassen (2011b: 28), is <strong>in</strong> hoeverre despecifieke <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> Nederland is gegeven aan <strong>het</strong> begrip ‘democratie’ heeftgeleid tot een bestel dat niet alleen past bij de maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>genvan toen, maar ook nog past bij de gesc<strong>het</strong>ste ontwikkel<strong>in</strong>gen van nu. Waar <strong>het</strong>ideaal aan de horizon verdwijnt en de <strong>in</strong>stitutionele rek zijn grenzen nadert, kanalleen een fundamentele koerswijzig<strong>in</strong>g de democratie ‘levend’ houden. Het istegen deze achtergrond dat wij bij de opzet van ons onderzoek hebben gekozen<strong>voor</strong> de aanval. Hoewel een democratisch bestel vanzelfsprekend moet bouwen op


46 vertrouwen <strong>in</strong> burgersgrondvesten van zorgvuldigheid en evenwichtigheid, hebben wij ons <strong>voor</strong>algericht op de verkenn<strong>in</strong>g van doorbraakmogelijkheden. Een levende democratieis nooit af en er zal altijd gezocht moeten worden naar nieuwe routes en nieuwevormen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid. Dat zoekproces zal met vallen en opstaangaan. Er zullen pog<strong>in</strong>gen slagen en pog<strong>in</strong>gen onsuccesvol zijn. Maar een d<strong>in</strong>gweten we zeker, oude methoden verliezen hun waarde en wie niet experimenteert,en daarbij af en toe faalt, zal ook geen nieuwe methoden v<strong>in</strong>den.* * *De opgave waar<strong>voor</strong> beleidsmakers staan is aanzienlijk, maar niet onmogelijk. Hetdemocratisch tekort – <strong>het</strong> verschil tussen de verwacht<strong>in</strong>gen ten aanzien van dedemocratie, en de concrete ervar<strong>in</strong>g – is m<strong>in</strong>der afgetekend en ook m<strong>in</strong>der dramatischdan veelal wordt gesc<strong>het</strong>st. Het gaat niet om twee kampen – burgers enbeleidsmakers – die diametraal tegenover elkaar staan. Veeleer bestaan er verschillendebetrokkenheidsstijlen die alle hun eigen eisen stellen. De complexiteit vande samenlev<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen burgers en beleidsmakers, isaanmerkelijk groter geworden. Op alle vlakken trachten burgers en beleidsmakersdie complexiteit te reduceren, maar de tot dusver aangedragen remedies hebben<strong>voor</strong>al bijgedragen aan <strong>het</strong> verder vergroten van diezelfde complexiteit. Tegelijkertijdblijft <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid bewegen, met een ongekendesnelheid en on<strong>voor</strong>spelbaarheid. Beleid dat daar niet voldoende op <strong>in</strong>speelt is welhaastgedoemd te mislukken. De komst van nieuwe spelers, wijzigende spelregels,en andere werkwijzen biedt echter ook kansen. Burgers blijken <strong>in</strong>ventief te zijn enveel te kunnen. Ons veldwerk – zie box 1.1 – biedt daarvan een rijke illustratie.Box 1.1OnderzoeksopzetOns veldonderzoek is – <strong>in</strong> <strong>het</strong> verlengde van onze onderzoeken Vertrouwen <strong>in</strong> de buurt enVertrouwen <strong>in</strong> de school (wrr 2005: 24; wrr 2009: 42) – verricht op basis van een groot aantalopen <strong>in</strong>terviews (zie Bijlage B): na een algemene <strong>in</strong>troductie op de aanleid<strong>in</strong>g van ons bezoek hieldenwij onze mond en was onze gesprekspartner aan <strong>het</strong> woord. De uitgeschreven <strong>in</strong>terviewswerden geanalyseerd met behulp van standaardmethodieken <strong>voor</strong> kwalitatief onderzoek (Straussen Corb<strong>in</strong> 1998). Naast deze <strong>in</strong>terviews maakten we ook gebruik van secundaire data: geschrevendocumenten over <strong>in</strong>itiatieven, krantenberichten, websites en <strong>in</strong> een aantal gevallen ook dvd’s.Bovendien hebben we de resultaten kunnen gebruiken van een achttal workshops met <strong>in</strong> totaalcirca honderdvijftig deelnemers die we <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met Socires, de Goede Doelen Loterijenen Sticht<strong>in</strong>g doen organiseerden over <strong>het</strong> thema ‘B<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g’ (Van der Lans 2012), en van een workshopmet elf hacktivisten.De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn vervolgens getoetst <strong>in</strong> <strong>in</strong>terviews met wetenschappers en analyse van dewetenschappelijke literatuur. We konden ook bouwen op onze eerdere <strong>rapport</strong>en en op <strong>het</strong>


de uitdag<strong>in</strong>g47– vergelijkbare – veldonderzoek van Van den Br<strong>in</strong>k (2007, 2012), Euser (2009) en een aantal eerdergepubliceerde diepte-<strong>in</strong>terviews met beleidsmakers en hun adviseurs op <strong>het</strong> gebied van burgerbetrokkenheid(Projectdirectie Sneller & Beter 2010; Actieprogramma Lokaal Bestuur 2010a; Damet al. 2010; Van den Berg et al. 2011). Speciaal op <strong>het</strong> gebied van e-betrokkenheid is ook onderzoekverricht door onder meer Meijer et al. (2008, 2009), Frissen et al. (2008) en S<strong>in</strong>nema en VanDuivenboden (2009).Hebben we hiermee <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid voldoende <strong>in</strong> kaart weten te brengen?Strauss en Corb<strong>in</strong> zeggen er <strong>het</strong> volgende over: “For most theory-build<strong>in</strong>g researchers, data collectioncont<strong>in</strong>ues ‘until theoretical saturation takes place’. This simply means (with<strong>in</strong> limits of availabletime and money) that the researchers f<strong>in</strong>ds that no new data are be<strong>in</strong>g unearthed. Any new datawould only add, <strong>in</strong> a m<strong>in</strong>or way, to the many variations of major patterns” (Strauss en Corb<strong>in</strong> 1998:293). Het is onze overtuig<strong>in</strong>g dat we dit punt hebben bereikt.


48 vertrouwen <strong>in</strong> burgersnoten1 Naar de letter behoren ook de andere, private organisaties en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen onder ditvaandel.2 bsr-model van MarketResponse/The Smart Agent Company.3 Mentality-Model van Motivaction.4 W<strong>in</strong>-Model van tns nipo.5 Roper Consumer Model van Intomart GfK.


deel iiburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland:de praktijk


512 denken vanuit burgersAls er één les naar voren vlamt uit dit veldwerk, dan is <strong>het</strong> deze: burgerbetrokkenheidvereist denken vanuit burgers. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar de praktijkblijkt – ongeacht de vele <strong>voor</strong>beelden die we tegenkwamen – weerbarstig. “Wehebben als beleidsmakers altijd van b<strong>in</strong>nen naar buiten geredeneerd”, constateertde Rotterdamse wethouder Jant<strong>in</strong>e Kriens. “We beg<strong>in</strong>nen bij onszelf en bij detaken die de overheid heeft om mensen gelukkig te maken of om de sociale cohesiete verbeteren. Dus alles beg<strong>in</strong>t en e<strong>in</strong>digt elke keer met wat de overheid zoumoeten doen.” Onze gesprekspartners vertelden ons dat woorden als burgerparticipatieen <strong>in</strong>spraak ‘verkeerd’ zijn, want puur gedacht vanuit <strong>het</strong> perspectiefvan beleidsmakers en geen recht doend aan de verscheidenheid aan <strong>in</strong>itiatievendie worden ontplooid. Zij vertelden ook hoe belangrijk <strong>het</strong> is dat beleidsmakers<strong>in</strong>spelen op de verschillen <strong>in</strong> motivatie en vaardigheden van burgers en ooghouden <strong>voor</strong> de snelle verander<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> speelveld. In de volgende paragrafendoen wij verslag van <strong>het</strong> veld van burgerbetrokkenheid zoals wij dat tegenkwamen.2.1 meer dan beleidsparticipatieTijdens onze rondgang door Nederland troffen we een groot aantal vormen vanburgerbetrokkenheid: van razendsnel georganiseerde ludieke protesten tot jarenlangmeedenken over de aanleg van een prov<strong>in</strong>ciale weg. Van vernieuwende <strong>voor</strong>beeldenvan samenwerk<strong>in</strong>g tussen niet direct <strong>voor</strong> de hand liggende partners(zoals b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> Publieksbureau van ado Den Haag) tot aan <strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> dedirecte omgev<strong>in</strong>g. Uiteenlopend van buurtpreventie en buurtbemiddel<strong>in</strong>g viawederzijdse communicatie (bij<strong>voor</strong>beeld website verbeterdebuurt of mobiel alarmer<strong>in</strong>gssysteemBurgernet) tot zelforganisatie rond <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen (dorps- enbuurthuizen, glasvezelnet, buurtwebsites), energiebespar<strong>in</strong>g en groenbeheer.Deze en vele andere <strong>voor</strong>beelden delen we <strong>in</strong> aan de hand van drie ‘velden’ vanburgerbetrokkenheid: beleidsparticipatie, die zich concentreert op trajecten van deoverheid waarbij burgers gevraagd wordt om mee te praten en te denken, maatschappelijkeparticipatie die zich richt op de deelname van burgers aan <strong>het</strong> maatschappelijkverkeer, en maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief waar<strong>in</strong> (samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan) burgers zelf <strong>het</strong> heft <strong>in</strong> handen nemen om een maatschappelijk doel nate streven. Vanuit de optiek en belev<strong>in</strong>gswereld van burgers gaat <strong>het</strong> steeds om<strong>het</strong>zelfde; ze maken ook geen pr<strong>in</strong>cipieel onderscheid. Vanuit <strong>het</strong> perspectief vanbeleidsmakers gaat <strong>het</strong> echter om geheel verschillende vraagstukken en verantwoordelijkheden.


52 vertrouwen <strong>in</strong> burgers2.1.1 beleidsparticipatieDe essentie van de huidige beleidsparticipatie werd kernachtig verwoord dooreen ervaren gemeenteambtenaar die sprak namens velen: “Wij vertellen hoe <strong>het</strong>zit en dat noemen we <strong>in</strong>spraak.” Burgers worden uitgenodigd op een <strong>in</strong>spraakavond,mogen een wijk mee ontwerpen, of tekenen protest aan tegen <strong>het</strong> beleidvan de overheid. In dit kader werd ons vaak verteld over de participatieladder (zieArnste<strong>in</strong> 1969). Er zijn hier meerdere van <strong>in</strong> omloop. De bekendste gaat van <strong>in</strong>formeren,via raadplegen, adviseren en coproduceren naar meebeslissen. 1Veel participatietrajecten richten zich op <strong>het</strong> betrekken van mensen bij hun fysiekeleefomgev<strong>in</strong>g: bij<strong>voor</strong>beeld samen met buurtbewoners de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van eenspeelple<strong>in</strong>tje of een straat <strong>voor</strong>bereiden. In Gron<strong>in</strong>gen werken de gemeente en dewooncorporaties met wijkbudgetten die burgers kunnen besteden conform huneigen prioriteiten; deze ‘buurtrechten’ brachten “een ‘nieuw elan’ onder burgersen organisaties” (Van de Wijdeven en De Graaf 2008: 22; Michels en De Graaf2010: 487). Beleidsparticipatie kan zich ook rondom onderwerpen organiseren.Het toenmalig m<strong>in</strong>isterie van vrom betrok via de W<strong>in</strong>draad burgers bij de discussierond w<strong>in</strong>denergie. Het m<strong>in</strong>isterie van Veiligheid en Justitie legt door middelvan ‘<strong>in</strong>ternetconsultatie wet- en regelgev<strong>in</strong>g’ specifieke wets<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> aanburgers.Beleidsmakers proberen met beleidsparticipatie vaak <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> nieuwbeleid te vergroten, bij<strong>voor</strong>beeld door een panel, een consultatiegroep, of eenburgerraad op te richten, of door relevante groeper<strong>in</strong>gen en organisaties aan tafeluit te nodigen. Een enkele maal roepen zij de hulp <strong>in</strong> van burgers op <strong>het</strong> momentdat een beleidstraject dreigt vast te lopen, of als er behoefte is aan een frisse blikvan buiten om tot nieuwe <strong>in</strong>zichten en oploss<strong>in</strong>gen te komen. We troffen ook<strong>voor</strong>beelden van crowd sourc<strong>in</strong>g, waarbij beleidsmakers via <strong>in</strong>ternet een grotegroep burgers uitnodigen om mee te denken over een probleem en oploss<strong>in</strong>genaan te dragen.In de Friese gemeente Small<strong>in</strong>gerland mocht eenieder die wilde, meedenken over de bouw vaneen nieuwe wijk. Om ook de experts al <strong>in</strong> een vroeg stadium te betrekken werd de eis gestelddat alleen mensen die een bijdrage hadden geleverd op de website, <strong>het</strong> uite<strong>in</strong>delijke ontwerpvan de wijk zouden kunnen maken. De ervar<strong>in</strong>gen waren gemengd. Er kwamen heel orig<strong>in</strong>eleideeën b<strong>in</strong>nen, tegelijkertijd was de vraag – ‘denk mee over een nieuwe wijk’ – te open. Deontwikkel<strong>in</strong>g van een wijk vraagt een lange adem en <strong>het</strong> vasthouden van de aandacht bleek nieteenvoudig.De meest beoefende vorm van burgerbetrokkenheid krijgt <strong>in</strong>houd <strong>in</strong> de dagelijksewisselwerk<strong>in</strong>g tussen burgers en frontlijnwerkers bij de uitvoer<strong>in</strong>g van regulier


denken vanuit burgers53beleid. Voorbeelden uit ons veldwerk zijn de ‘Klimaatstraat’ <strong>in</strong> Bolsward waarburgers hun straat milieuvriendelijker maken, of ‘verbeterdebuurt’, dat burgers <strong>in</strong>staat stelt gebreken <strong>in</strong> hun buurt onl<strong>in</strong>e door te geven aan de gemeente, enverschillende welzijnsprojecten om de samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de buurt te bevorderen.Via Burgernet vergaart de politie – sowieso koploper waar <strong>het</strong> betreft experimentenmet burgerbetrokkenheid (zie bij<strong>voor</strong>beeld Dozy en Tops 2009) – met behulpvan de mobiele telefoon <strong>in</strong>formatie van mensen die zich <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van eenmisdrijf bev<strong>in</strong>den.Beleidsparticipatie v<strong>in</strong>dt plaats tijdens alle beleidsfasen, lopend van de erkenn<strong>in</strong>gvan een probleem via de formuler<strong>in</strong>g van beleid naar de uitvoer<strong>in</strong>g. Dat is een bronvan wrijv<strong>in</strong>g, omdat burgers soms ‘uit fase’ lopen. Wanneer beleidsmakers henwillen betrekken bij <strong>het</strong> uitvoeren van beleid, willen ze met een goede kans eerstnog praten over welk beleid er gevoerd moet worden. Het Brabantse megastallendebatkwam op scherp te staan toen beleid dat met betrokkenheid van burgers enngo’s was ontwikkeld, <strong>in</strong> de praktijk werd gebracht: er kwamen nieuwe varkensstallen<strong>in</strong> de zichtlijn van woonhuizen. Uite<strong>in</strong>delijk ondertekenden ruim 30.000mensen een burger<strong>in</strong>itiatief dat de prov<strong>in</strong>cie noopte tot <strong>het</strong> ‘terugdraaien’ van <strong>het</strong>eerdere beleid. Soms lopen burgers <strong>voor</strong> op beleidsmakers en willen ze een onderwerpop de politieke agenda zetten dat onder beleidsmakers (nog) niet de fase vande beleidsformuler<strong>in</strong>g heeft bereikt. Verschillende pog<strong>in</strong>gen zijn gedaan om viaeen formeel ‘Burger<strong>in</strong>itiatief’ een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamerte krijgen, met beperkt succes.2.1.2 maatschappelijke participatieMaatschappelijke participatie richt zich op de deelname van burgers aan <strong>het</strong> maatschappelijkverkeer langs twee sporen: tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en vervlecht<strong>in</strong>g.Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gWe noemen <strong>het</strong> ‘rotondedenken’. Vroeger stonden we ’s nachts om half een stil<strong>voor</strong> een rood verkeerslicht, omdat een ambtenaar dat zo had bepaald. Nu kijkenwe op een rotonde onze medeweggebruiker aan en is een handgebaar of hoofdknikjevoldoende om onze <strong>voor</strong>rang te ‘regelen’. Met een betere doorstrom<strong>in</strong>g enm<strong>in</strong>der schade als gevolg.Een-op-eenverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen blijken bepalend <strong>voor</strong> de civiele omgang b<strong>in</strong>nen degedeelde ruimte. We betitelen ze – <strong>voor</strong>tbouwend op Kees Schuyt (2006b) – met<strong>het</strong> begrip ‘tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g’, dit ter onderscheid<strong>in</strong>g van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (sociale cohesie).Tijdens onze rondreis door Nederland bestudeerden we <strong>het</strong> <strong>in</strong> de stationshallen– bij uitstek plekken zonder formele spelregels – waar grote menigten doorelkaar bewegen met slechts zelden een bots<strong>in</strong>g (zie ook The Economist 2011).Ongetwijfeld zijn er wel <strong>in</strong>formele spelregels, zoals <strong>het</strong> rijden b<strong>in</strong>nen een


54 vertrouwen <strong>in</strong> burgersbepaalde snelheidsmarge en <strong>het</strong> blijven kijken en op basis daarvan <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tdurendcorrigeren van de <strong>voor</strong>genomen koers.Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g krijgt ook <strong>in</strong>houd tussen groepen burgers. Beleidsmakers en bestuurdershanteren <strong>het</strong> – <strong>voor</strong>zichtig – als beleids<strong>in</strong>strument. In stiltecoupés geldt volgenseen ns-woordvoerder een – kennelijke – vanzelfsprekendheid: “Reizigers hebbenook een verantwoordelijkheid elkaar aan te spreken op hoe <strong>het</strong> hoort.” 2 “Het is eenkwestie van fatsoen,” zegt hij. Ook elders worden <strong>in</strong> de gedeelde ruimte de spelregelsaangepast. Plantenbakken en speeltoestellen leiden <strong>in</strong> woonwijken toteffectievere snelheidsbeperk<strong>in</strong>g dan de bordjes ‘hier spelen k<strong>in</strong>deren’. Bredewegen worden versmald zonder de klassieke bordjes om duidelijk te makenwelke weggebruiker <strong>voor</strong>rang heeft: ‘jullie zoeken <strong>het</strong> onder elkaar maar uit’.“De weg moet je eigenlijk vertellen wat je als verkeersgebruiker moet doen. En dat doe je danonbewust.” Henry Frieswijk is communicatieadviseur <strong>in</strong> de Friese gemeente Small<strong>in</strong>gerland.Onze enthousiaste gids over <strong>het</strong> ‘afwijkende’ verkeersbeleid <strong>in</strong> Drachten legt uit: “Je maakt <strong>het</strong>eigenlijk gevaarlijk. Daar hebben mensen een hekel aan, maar ze gedragen zich er wel naar. En datis de bedoel<strong>in</strong>g.” Het gaat erom de schijnveiligheid van borden, lichten en strepen op de weg – vanquasi- overzichtelijkheid – te doorbreken: “Regel 1 is dat iedereen verantwoordelijk is <strong>voor</strong> zijneigen verkeersgedrag en daar dus ook de consequenties van moet dragen als <strong>het</strong> fout gaat.” Alsweggebruikers een wederzijds belang hebben bij een civiele omgang <strong>in</strong> een ongemakkelijke ruimte,zoeken ze passende oploss<strong>in</strong>gen. “Men moet dus naar elkaar kijken. Men moet op elkaar vertrouwen.”In kwetsbare buurten zoals <strong>het</strong> Rotterdamse Schiemond blijken buurtwachten eengewaardeerde aanvull<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> politietoezicht. Voorwaarde is wel dat de buurtagentnabij is <strong>in</strong> geval van nood. Op de tre<strong>in</strong> durven mensen medereizigers aan tespreken op hun gedrag – eerst roken, nu bellen – omdat de conducteur nabij is.En de conducteur heeft weer de zekerheid dat er <strong>in</strong> <strong>het</strong> geval van nood op <strong>het</strong>volgende station ‘hulp’ is. De gemeente Den Haag zette ‘1000 burgers’ <strong>in</strong> om deberuchte nieuwjaarsvier<strong>in</strong>g <strong>in</strong> goede banen te geleiden; stewards beteugelen tribunesen festivals. Ook op <strong>in</strong>ternet gelden <strong>in</strong>formele fatsoensregels: wie zich nietgedraagt, wordt van een site verwijderd; <strong>voor</strong>trekkers bewaken de ‘<strong>in</strong>tegriteit’ vanhun site op straffe van een collectieve exodus van de deelnemers (Meijer et al.2008: 60; Shirky 2010: 202).Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm van ‘toevallige ontmoet<strong>in</strong>g’ resulteert na verloop vantijd <strong>in</strong> een verwacht<strong>in</strong>g van veiligheid en zelfs geborgenheid: mensen zien elkaarals ‘vertrouwde vreemden’. Diverse gemeenten maakten werk van de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan hun ple<strong>in</strong>en en voetbalstadions, traditioneel vaak een bron van gevoeldeonveiligheid. Ook op andere, niet-fysieke beleidsterre<strong>in</strong>en biedt respectvolleontmoet<strong>in</strong>g handvatten <strong>voor</strong> – fundamentele – maatschappelijke participatie.


denken vanuit burgers57zegt de een, veel meer zeggen anderen. Maar dan moet je <strong>het</strong> wel goed doen.Toegespitste netwerken, bouwend op de mensen <strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g,vormen <strong>het</strong> recept <strong>voor</strong> een effectieve tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Die netwerken kunnen bijgebleken succes bijdragen tot samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g – sociale cohesie – b<strong>in</strong>nen die omgev<strong>in</strong>g,maar de omgedraaide relatie geldt nauwelijks.2.1.3 maatschappelijk <strong>in</strong>itiatiefDe derde vorm van betrokkenheid is die van de maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Burgers nemen zelf <strong>het</strong> heft <strong>in</strong> handen om een bepaald doel na te streven. Tot opde huidige dag is <strong>het</strong> werk van (thans 5,5 miljoen) vrijwilligers van grote betekenis<strong>voor</strong> <strong>het</strong> publieke welzijn van dit land (Rijksoverheid Vrijwilligerswerk). Zonderhun <strong>in</strong>zet is <strong>het</strong> ondenkbaar dat sportorganisaties, ziekenhuizen, <strong>het</strong> maatschappelijkwerk en <strong>het</strong> culturele leven functioneren zoals zij doen. Zij geven met elkaarvorm aan <strong>het</strong> meest diverse veld, met uitwisselbare rollen <strong>voor</strong> de verschillendespelers. Soms richten ze zich op alledaagse doelen, zoals <strong>het</strong> regelen van eenconta<strong>in</strong>er op een speelple<strong>in</strong> om speelgoed <strong>voor</strong> alle k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> op te bergen, of <strong>het</strong>aanbieden van goedkope maaltijden door voedselbanken of een franchise-<strong>in</strong>itiatiefals ‘Resto Van Harte’, met 25 buurtrestaurants door heel Nederland. Weer anderekeren gaat <strong>het</strong> om belangenverenig<strong>in</strong>gen, om lokale partijen, of zelfs om deOccupy-beweg<strong>in</strong>g, die uit<strong>in</strong>g geven aan onvrede onder een bredere achterban.Het kan ook gaan om maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven die zich tegen de plannen vanbeleidsmakers en bestuurders richten, zoals de protesten tegen <strong>het</strong> verdwijnenvan een voetbalveldje, tegen <strong>het</strong> bouwen van ‘megalomane’ gemeentehuizen, oftegen een uitlaatverbod <strong>voor</strong> honden.Multipel myeloom is een zeldzame en lastig te herkennen vorm van kanker. Er zijn ongeveer 750nieuwe patiënten per jaar <strong>in</strong> Nederland, dus de kans dat een huisarts ermee te maken krijgt, isger<strong>in</strong>g. Nieuwe medicijnen zijn vaak “hartstikke duur” en de toepass<strong>in</strong>g vereist zwaar overlegmet verzekeraars en ziekenhuizen. Dat noodzaakt een soort vakbond van patiënten, die vormkrijgt b<strong>in</strong>nen regionale bijeenkomsten, maar ook via <strong>in</strong>ternet. Patiënten bundelden hun ervar<strong>in</strong>gen ontdekten patronen die de <strong>in</strong>dividuele artsen hadden gemist. Een – prima – patiëntenboekwordt een huisarts toegestuurd zodra zij/hij een patiënt heeft. De leden worden ook <strong>in</strong>dividueelsterker gemaakt. Op <strong>het</strong> net staan steeds de meest recente behandelrichtlijnen en er is een tienpuntenlijstjeopgesteld dat de leden helpt bij de <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g van de periodieke gesprekken methun arts. De verenig<strong>in</strong>g dient ook sociale doelen. Patiënt A legt uit: “Als je, zoals ik, tien jaar ziekbent, dan krijg je naast de periodieke controle geen aandacht meer. Dan is de verenig<strong>in</strong>g welz<strong>in</strong>vol.” Patiënt B is <strong>het</strong> eens: “Dan denk je: wat kan er nog meer? Welke nieuwe mogelijkhedenzijn er?” De verenig<strong>in</strong>g biedt een vorm van zekerheid <strong>in</strong> een zeer onzekere situatie en dient ookals zeef. Patiënt C: “Er is heel foute <strong>in</strong>formatie op <strong>in</strong>ternet.”)


58 vertrouwen <strong>in</strong> burgersWe kwamen <strong>in</strong> ons veldwerk mooie <strong>voor</strong>beelden tegen, zoals buurtpreventieprojectenen buurtbemiddel<strong>in</strong>gsprojecten waar<strong>voor</strong> mensen zich <strong>in</strong>zetten om conflicten<strong>in</strong> de buurt zelf, zonder tussenkomst van politie of andere <strong>in</strong>stanties, op telossen. Zoals Nabuur, een website waarop dorpsbewoners <strong>in</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gslandenzonder tussenkomst van een traditionele organisatie om hulp kunnen vragen.Op <strong>het</strong> gebied van duurzaamheid liepen de <strong>in</strong>itiatieven uiteen van Greenwish,een organisatie die maatschappelijke duurzame <strong>in</strong>itiatieven ondersteunt, tot‘transition towns’, lokale gemeenschappen die zelf op een duurzamere manierhun energie willen verkrijgen.Toon Huizer, een van de trekkers van Buurtpreventie Bolnes, vertelt: “Uite<strong>in</strong>delijk zijn we eenvrijwilligersclub, ‘Van bewoners <strong>voor</strong> bewoners’. We krijgen 100 procent medewerk<strong>in</strong>g van depolitie, en de gemeente zegt: ‘een goedkopere bewak<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> onze gemeentewijken kunnen weniet bedenken.’ Want wat burgers zelf kunnen doen, krijg je als gemeente nooit <strong>voor</strong> elkaar.Bij<strong>voor</strong>beeld: ouderen <strong>in</strong> heel Nederland klagen veel, omdat ze de straat niet meer op durven. Wijzeggen: ‘Dan ga je maar even niet de straat op, maar ga je achter je raam zitten en meld je wat erallemaal gebeurt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> huis waar je woont.’ Die ouderen hebben zo veel gemeld dat we heel veeld<strong>in</strong>gen op konden lossen. Als je nu ouderen aanspreekt zeggen ze: ‘Ja hoor, wij durven best overstraat <strong>in</strong> Bolnes.’ Dus dat gevoel is helemaal terug, dankzij de <strong>in</strong>zet van onszelf.”2.1.4 kansen waar velden overlappenHoewel op ‘Haags’ papier de velden zijn gescheiden, met eigen term<strong>in</strong>ologie,methodieken, literatuur en regelgev<strong>in</strong>g, is <strong>het</strong> onderscheid <strong>in</strong> de praktijk m<strong>in</strong>derhelder. Juist op de snijvlakken van de velden doen zich belangwekkende ontwikkel<strong>in</strong>gen<strong>voor</strong> (figuur 2.1). Beleidsmakers hanteren nog steeds <strong>het</strong> participatie<strong>in</strong>strument,komen bij<strong>voor</strong>beeld met een nieuw beleidsplan, of vragen de medewerk<strong>in</strong>gvan vrijwilligers. Burgers reageren daarop vaak door ‘meedoen’, maarliggen ook regelmatig dwars en protesteren. Ze komen bovendien steeds vakermet ongevraagde maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven die soms bestaande beleids<strong>in</strong>tentiesversterken, maar andere keren daarvan afwijken. Beleidsmakers reageren hierniet altijd goed op: <strong>het</strong> ontregelt immers hun ‘normale’ beleid. Aan de andere kantweten ze dat een vrijwillig bottom-up <strong>in</strong>itiatief kan resulteren <strong>in</strong> meer draagvlaken <strong>in</strong>breng van kennis en praktijkervar<strong>in</strong>g. In dat spann<strong>in</strong>gsveld van ‘ongewenst’vraag en aanbod ligt de grootste uitdag<strong>in</strong>g van burgerbetrokkenheid.


denken vanuit burgers59Figuur 2.1Velden van betrokkenheidMarktmachtPolitieke betrokkenheidOrganisatiesBeleidsparticipatieMaatschappelijkeparticipatieBuurt<strong>in</strong>itiatievenPrivaat beheerDuurzame ontwikkel<strong>in</strong>gMaatschappelijk<strong>in</strong>itiatiefEigen krachtSpecifieke belangenOns veldwerk laat zien dat maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven een wezenlijke rolkunnen spelen op <strong>het</strong> snijvlak met beleidsparticipatie. We noemden al een grootaantal buurt<strong>in</strong>itiatieven die de overheid werk uit handen namen, maar ook buitende buurt is sprake van grootschalig privaat beheer bij de uitvoer<strong>in</strong>g van beleidstaken;denk aan ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g en natuurbeheer waar ngo’s al langereen hoofdrol spelen. Ook op <strong>het</strong> brede terre<strong>in</strong> van duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g vervullenngo’s bij <strong>het</strong> milieu- en mensenrechtenbeleid of de crisisopvang (Rode Kruis,Artsen zonder Grenzen) van oudsher een wezenlijke taak bij <strong>het</strong> versterken vandraagvlak <strong>voor</strong> beleid, maar soms ook als tegenstander, om beleidsmakers scherpte houden. Dit thema wordt ook gekenmerkt door tal van nieuwe <strong>in</strong>itiatieven dievaak zijn toegespitst op een specifiek deelterre<strong>in</strong> (hiv, honger, k<strong>in</strong>deren, soortbescherm<strong>in</strong>gof klimaatverander<strong>in</strong>g).Ook op <strong>het</strong> snijvlak van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven en maatschappelijke participatieis w<strong>in</strong>st te halen onder de vlag van eigen kracht. Onorthodoxe trekkers bevorderenop velerlei wijzen de deelname van geïsoleerde burgers – gehandicapten,senioren, laagopgeleide allochtonen, kwetsbare jongeren – aan <strong>het</strong> maatschappelijkverkeer door <strong>het</strong> uitsteken van een hand die hen ‘over de brug’ helpt. Metbehulp van <strong>in</strong>ternet kunnen burgers zich ook makkelijker organiseren enzo beter dan tevoren <strong>voor</strong> specifieke belangen opkomen. Beleidsmakers wordenaangesproken, maar kunnen ook bouwen op de kennis en de macht die zichbundelt <strong>in</strong> bij<strong>voor</strong>beeld patiënten- en supportersverenig<strong>in</strong>gen.


60 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe meest uitzonderlijke beweg<strong>in</strong>g krijgt echter gestalte waar de drie velden overlappen.Beleidsmatig vormt <strong>het</strong> snijvlak van beleids- en maatschappelijke participatieeen soort niemandsland: omdat verschillende spelers (departementen en/ofmaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, ondernem<strong>in</strong>gen, politieke partijen) sterk uiteenlopendebeleidsfilosofieën hanteren, is er <strong>in</strong> de praktijk vaak niemand die zichverantwoordelijk weet. Dat vormt <strong>in</strong> toenemende mate een open uitnodig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>hoger opgeleide, beter geïnformeerde en beter georganiseerde burgers die <strong>in</strong> ‘<strong>het</strong>gat’ spr<strong>in</strong>gen. Ze bundelen bij<strong>voor</strong>beeld hun marktmacht en richten hun pijlen opzowel ondernemers als beleidsmakers. Hun vaak <strong>in</strong>ternationale acties zijn somsverrassend effectief: <strong>het</strong> begrip ‘kopersstak<strong>in</strong>g’ krijgt bij<strong>voor</strong>beeld nieuwe <strong>in</strong>houd.Ze werken ook steeds vaker samen met koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven op beleidsterre<strong>in</strong>enwaar beleidsmakers achterblijven. Daarnaast zoeken burgers nieuwewegen <strong>voor</strong> politieke betrokkenheid buiten de klassieke politieke partijen om. Delokale partijen, maar ook wereldbeweg<strong>in</strong>gen als Occupy en grootschalige <strong>in</strong>ternetverbanden,vormen daarvan illustraties. Alweer weten beleidsmakers vaak niethoe ze zich hiermee moeten verhouden: soms juichen ze de <strong>in</strong>itiatieven toe,andere keren proberen ze die te blokkeren.2.2 burgers op <strong>het</strong> netvlies“Spelen mijn ambtenaren en ik wel <strong>in</strong> dezelfde film?” vroeg een licht wanhopigewethouder zich af. Ze hadden, ondanks alle goede bedoel<strong>in</strong>gen, ‘andere’ burgersen frontlijnwerkers op hun netvlies. Dat is een bron <strong>voor</strong> problemen, wantmensen komen pas <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g als ze een werkelijke uitdag<strong>in</strong>g voelen en menendaar iets aan te kunnen doen. Als een uitdag<strong>in</strong>g past bij de behoeften van (eengroep) burgers en hun toerust<strong>in</strong>g voldoende is om naar hun verwacht<strong>in</strong>g z<strong>in</strong>volactie te ondernemen, verenigen ze zich <strong>voor</strong> ‘<strong>het</strong> goede doel’. Maar <strong>in</strong> de praktijkblijkt telkens weer dat de ene burger de andere niet is.2.2.1 uiteenlopende uitdag<strong>in</strong>genWaarom komen burgers <strong>in</strong> actie? Burgers reageren op twee manieren op uitdag<strong>in</strong>genwaar<strong>voor</strong> zij zich zien gesteld. De eerste reactie is een van verzet tegen verander<strong>in</strong>gen:ze willen de situatie graag houden zoals die is. Soms gaat <strong>het</strong> om een(aangekondigde) verander<strong>in</strong>g die onrust brengt, zoals de plaats<strong>in</strong>g van hostels<strong>voor</strong> verslaafden, de komst van megastallen, de bouw – of juist de sloop – van eengebouw. Soms gaat <strong>het</strong> niet eens om een duidelijke verander<strong>in</strong>g, maar meer omeen situatie die men niet langer wil accepteren, zoals overlast <strong>in</strong> de wijk. Despreekwoordelijke druppel – een ongewoon hard treffen tussen me en voetbalsupporters,of een onrustige nieuwjaarsnacht – vormt dan <strong>het</strong> startse<strong>in</strong> <strong>voor</strong>acties, maar ook de manier waarop besluiten worden genomen en proceduresverlopen kan daartoe aanleid<strong>in</strong>g geven. Dat leidt veelal tot een negatieve of grimmigesfeer: <strong>in</strong> onze <strong>in</strong>terviews wordt gesproken van ‘weerstand’, ‘wantrouwen’,


denken vanuit burgers61‘opgefokt sfeertje’, ‘emotionele impact’, ‘dreig<strong>in</strong>g’ of ‘denken <strong>in</strong> onmogelijkheden’.“Wij maakten ons echt boos en dachten: waarom zijn we daar helemaal niet <strong>in</strong> gekend? Enwaarom doen ze niet eerst even een enquête <strong>in</strong> de buurt, hoe staan jullie er tegenover, maar dat isallemaal niet gebeurd. Zelfs de naastwonenden, naast de school, waren niet geïnformeerd.En <strong>het</strong> is ook nog zo dat toentertijd die andere school tegen de grond g<strong>in</strong>g. Dat is ook echt eenhamerstuk geweest, van bam en klaar. Dus dat is ook nog oud zeer wat er zit, zeker bij de ouderebewoners.”De tweede reactie is die van verkenn<strong>in</strong>g: mensen gaan op zoek naar een nieuwesituatie die beter is dan de oude. Burgers, maar ook beleidsmakers en frontlijnwerkers,raken geïnspireerd door <strong>voor</strong>beeldprojecten uit b<strong>in</strong>nen- of buitenland,willen een goed idee uitproberen, zijn op zoek naar <strong>in</strong>novatie, willen <strong>het</strong> toevaleen kans geven, of iets bij wijze van grap doen. Ze spreken over een ‘droom’, hun‘ambitie’, een ‘beeld’, een ‘goed idee’, of een ‘visie’, die leidt tot maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven of vormen van maatschappelijke participatie.Mensen noemen verschillende drijfveren <strong>voor</strong> hun activiteiten. Velen handelenomdat ze zich verbonden voelen met een stad, een buurt, de plek waar ze geborenzijn, hun werk, een sportclub. Ze willen een bijdrage leveren aan de veiligheid <strong>in</strong>hun leefomgev<strong>in</strong>g (Bekkers et al. 2010: 155-156) of handelen vanuit bepaalde waardenen normen, een gevoel <strong>voor</strong> rechtvaardigheid of fatsoen: bij<strong>voor</strong>beeld protesterentegen de mogelijke komst van een cas<strong>in</strong>o, strijden <strong>voor</strong> duurzame chocoladelettersof tegen de aanleg van een weg door <strong>het</strong> Naardermeer. Veel vrijwilligerswillen wat ‘terugdoen’ <strong>voor</strong> kwetsbare mensen, hulpbehoevenden bij<strong>voor</strong>beeld ofjongeren. Oud-voetballer Jean Paul de Jong, bij fc Utrecht vele jaren een bikkel op<strong>het</strong> middenveld, weet dat hij een rolmodel kan zijn en richtte daarom een sticht<strong>in</strong>gop om daar – bewonderenswaardig actief – vorm aan te geven.Mensen beleven ook plezier aan hun activiteiten. Burgers, maar ook frontlijnwerkerskunnen genieten van <strong>het</strong> organiseren van activiteiten en de daarbij behorendedynamiek, of van <strong>het</strong> simpelweg deel uit te maken van een groep. Lachend vertellenze over tegenslagen, tegenwerk<strong>in</strong>g en weerstand en hoe hun <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>genuite<strong>in</strong>delijk hebben geleid tot succes, ook al ziet dat er vaak anders uit dan van tevoren bedacht.2.2.2 uiteenlopende toerust<strong>in</strong>gWillen is mooi, maar je moet ook kunnen. Stel dat betrokken burgers zich uitgedaagdvoelen, hebben ze dan wel de toerust<strong>in</strong>g – de tijd, de kwaliteiten en de<strong>in</strong>strumenten (<strong>in</strong>clusief de wettelijke mogelijkheden)? Het was een belangrijk


62 vertrouwen <strong>in</strong> burgersonderwerp <strong>in</strong> onze <strong>in</strong>terviews. Betrokkenheid kost gedurende een langere periodevaak veel tijd en is niet altijd even makkelijk te comb<strong>in</strong>eren met andere verplicht<strong>in</strong>gen:“Ik moet ook nog werken”. Mensen moeten ook wat <strong>in</strong> hun mars hebben.Aletta W<strong>in</strong>semius van kenniscentrum Movisie leerde haar lessen <strong>in</strong> de wmopraktijk:“Er is maar een beperkt aantal mensen die <strong>in</strong> staat zijn <strong>in</strong> zo’n formeeloverlegcircuit te functioneren.”Velen spraken over de kennis- en <strong>in</strong>formatieachterstand van burgers ten opzichtevan beleidsmakers, zowel waar <strong>het</strong> betreft de <strong>in</strong>houd als de procedures en processen.Gedeeltelijk ligt dat volgens hen aan de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g door beleidsmakers.Overheids<strong>in</strong>formatie is soms moeilijk te v<strong>in</strong>den en vaak moeilijk tebegrijpen. Niet zonder reden zijn er verschillende maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven,zoals ikregeer.nl, die de transparantie van de overheid proberen te vergroten. Hetparlement kent ook <strong>in</strong> omgekeerde richt<strong>in</strong>g hoge drempels, leerde Re<strong>in</strong>derRustema, oprichter van de website petities.nl: “Mensen weten lang niet altijd hoeze <strong>het</strong> probleem dat ze willen aankaarten, moeten formuleren. Mensen die nietgoed kunnen formuleren, vallen af.”Vooral m<strong>in</strong>der toegeruste burgers voelen zich vaak overvraagd. Een actievoersterwerd ondersteund door ‘academisch gevormde buren’: zij schreef een brief dievervolgens werd ‘vertaald’, zodat de beleidsmakers <strong>het</strong> zouden begrijpen. Ook deregionaal coörd<strong>in</strong>ator van een patiëntenverenig<strong>in</strong>g waarschuwde: contact op(<strong>in</strong>ter)nationaal niveau of overleg met verzekeraars en ziekenhuizen vereist ‘academischgevormden’: “Ik heb mulo, ik ben er niet geschikt <strong>voor</strong>. We hadden een<strong>voor</strong>zitter – een tandarts – die kon op dat niveau wel meepraten.” Het gaat echterniet alleen om <strong>het</strong> leggen van contact met officiële <strong>in</strong>stanties, maar ook om <strong>het</strong>organiseren van bijeenkomsten, <strong>het</strong> werven van fondsen, <strong>het</strong> uitwisselen vankennis met vergelijkbare <strong>in</strong>itiatieven, en bovenal <strong>het</strong> netwerken: mensen kennendie over vaardigheden beschikken. Er zijn grote verschillen <strong>in</strong> de mate waar<strong>in</strong>burgers over deze vaardigheden beschikken.“Jan en ik zijn doeners, denkers, idealisten, programmeurs. Vanzelfsprekend is mijn sterkste krachtniet om een bus<strong>in</strong>essplan te maken, daarom heb ik andere mensen gezocht via mijn netwerk dieons hebben geholpen met de cijfers. Wij zijn sterk <strong>in</strong> lobbyen, netwerken, verhalen vertellen,mensen enthousiast maken. Anderen kunnen dat dan op papier structuur geven, ook f<strong>in</strong>ancieel.Op deze manier weten wij ons als burger een weg te v<strong>in</strong>den.”Toch lijkt <strong>het</strong> <strong>voor</strong>naamste probleem gelegen <strong>in</strong> de negatieve beelden die beleidsmakershebben van burgers en hun geloof <strong>in</strong> de beperkte vaardigheden vanburgers; recent onderzoek laat zien dat een kwart tot eenderde van de ondervraagdeambtenaren negatief is over de mogelijkheid tot vertrouwen <strong>in</strong> burgers(Röell 2012). Volgens veel ambtenaren zijn burgers beperkt op de hoogte van de


denken vanuit burgers63taken van publieke organisaties en missen ze <strong>het</strong> vermogen om publieke vraagstukkente kunnen beoordelen. Ze communiceren niet helder en zijn te zeer opeigenbelang gericht.Pas recent wordt op sommige beleidsterre<strong>in</strong>en een groter beroep gedaan op deeigen verantwoordelijkheid van burgers. Het leidt tot de wat merkwaardigeconstater<strong>in</strong>g dat burgers tegelijkertijd onderschat en overschat worden <strong>in</strong> hunmogelijkheden <strong>voor</strong> actieve betrokkenheid. Zoals een ervaren waarnemer <strong>het</strong>uitdrukte: “Als burger word ik niet geacht tot tien te kunnen tellen en wil degemeente mij met van allerlei helpen. Maar als ik ze echt nodig heb, <strong>voor</strong> namenof <strong>in</strong>formatie over gemeentespecifieke regel<strong>in</strong>gen, moet ik <strong>het</strong> zelf maar uitzoeken.”Veel gesprekspartners spreken van een gemiste kans. Burgers en frontlijnwerkershebben vrijwel altijd een <strong>voor</strong>sprong ten opzichte van beleidsmakers als <strong>het</strong> gaatom ervar<strong>in</strong>gskennis: de ontastbare kennis die niet <strong>in</strong> woorden is uit te drukken(tacit knowledge). Daar wordt volgens onze gesprekpartners nog te we<strong>in</strong>ig beroepop gedaan. “It takes one to know one,” zei de actieve <strong>voor</strong>zitter van een supportersverenig<strong>in</strong>g.“Ik wil best meedenken over veiligheid, want als ik een rondje stadionloop, zie ik meer dan een ander.” Een website als www.verbeterdebuurt.nl bouwtop de lokale ervar<strong>in</strong>gskennis van burgers: iedereen kan losliggende stoeptegelsof andere verbeterideeën <strong>voor</strong> de buurt doorgeven, zodat gemeenten er hun <strong>voor</strong>deelmee kunnen doen. Op de website www.degrotegriepmet<strong>in</strong>g.nl kan iedere<strong>in</strong>ternetgebruiker zijn griepverschijnselen doorgeven, waardoor sneller een beeldwordt verkregen van de verspreid<strong>in</strong>g van griep en verkoudheid dan via <strong>het</strong> traditionelehuisartskanaal. Ook de slachtoffers van zeldzame ziekten hebben vaak een<strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>sprong op artsen die we<strong>in</strong>ig ervar<strong>in</strong>g hebben met hun probleem.Naast ervar<strong>in</strong>gskennis beschikken mensen bovendien steeds vaker over specifieke(vak)kennis of vaardigheden. Iedereen is – door opleid<strong>in</strong>g, werk of een uit de handgelopen hobby – wel goed <strong>in</strong> ‘iets’. Vaak zijn mensen bereid deze expertise <strong>in</strong> tezetten. Jaap Rutger Kos wist van <strong>het</strong> bestaan van de tijdelijke referendumwet doorzijn studie rechten en maakte daar gebruik van bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>dienen van een referendum<strong>in</strong> zijn toenmalige woonplaats Huizen, ook toen de gemeente <strong>in</strong> eerste<strong>in</strong>stantie zei dat zoiets niet mogelijk was. Ina Strat<strong>in</strong>g en Lydia Vroeg<strong>in</strong>deweijzetten hun expertise op <strong>het</strong> gebied van overheidscommunicatie én <strong>het</strong> uitgeversvak<strong>in</strong> <strong>voor</strong> hun website www.crisiswerkplaats.nl, die adviseert over de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>grond een crisis, zoals de brand <strong>in</strong> Moerdijk. Dit doen ze zo goed dat<strong>het</strong> beeld ontstond dat ze dit <strong>in</strong> opdracht van de overheid doen, maar <strong>het</strong> is allemaalliefdewerk oud papier gerund van achter een keukentafel <strong>in</strong> Drenthe en eenwerkkamer <strong>in</strong> Leusden.


64 vertrouwen <strong>in</strong> burgers“In feite is een van de grote verworvenheden van de <strong>in</strong>formatiemaatschappij dat er zo langzamerhandbij <strong>het</strong> publiek zoveel kennis aanwezig is dat je een betere oploss<strong>in</strong>g kunt krijgen door teluisteren naar wat mensen hebben <strong>in</strong> te brengen.” Voormalig topambtenaar en hoofddirecteur vanNatuurmonumenten Frans Evers was als procesbegeleider/ bemiddelaar betrokken bij een grootaantal <strong>in</strong>gewikkelde overlegsituaties en schreef daarover <strong>het</strong> boek ‘Het kan wel!’ (Evers en Sussk<strong>in</strong>d2009). Hij leerde <strong>in</strong> de praktijk “dat er grote projecten <strong>in</strong> Nederland zijn waar de <strong>in</strong>sprekersmeer kennis <strong>in</strong>brengen dan de ambtenaren die <strong>het</strong> aan <strong>het</strong> <strong>voor</strong>bereiden zijn, omdat die <strong>in</strong>sprekersniet meer willekeurige bewoners zijn, maar mensen die hun eigen <strong>in</strong>genieursbureau hebben of bijeen planologieafdel<strong>in</strong>g werken van een andere prov<strong>in</strong>cie of gemeente. Wat je krijgt is: professionalstegenover professionals.”De grens tussen professional en amateur vervaagt, zeker door de vaak grote<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen die burgers zich getroosten. Bij <strong>het</strong> traject rondom de N340 warende bewoners na de enorme tijds<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen zeer deskundig. Dergelijke deskundigheidweegt ook zwaar bij <strong>het</strong> al jarenlang spelende overleg tussen Schiphol enomwonenden. “Het draait om <strong>het</strong> hebben van voldoende kennis, anders ga je<strong>voor</strong> de bijl <strong>in</strong> een complex dossier als dat van Schiphol,” weet Kees Van Ojik doorzijn achterban aangewezen als hun vertegenwoordiger (Projectdirectie Sneller& Beter 2010: 84). Een aantal omwonenden vertrouwde de officiële geluidsoverlastgegevensniet. Daarom begon men <strong>in</strong> 2004 zelf met <strong>het</strong> meten en publicerenvan geluidsoverlast op verschillende punten rond Schiphol (www.geluidsnet.nl).2.2.3 uiteenlopende betrokkenheidsstijlenWanneer uitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g samengaan zijn burgers bereid en <strong>in</strong> staat totactieve betrokkenheid. Ze verschillen echter <strong>in</strong> stijl: ze ervaren de wisselwerk<strong>in</strong>gmet beleidsmakers op uiteenlopende wijze. In ons eerste hoofdstuk maakten weeen onderscheid tussen vier typen betrokkenheidsstijlen.“Die mensen op Zuid of <strong>in</strong> die oude wijken hebben toch een veel groter acceptatievermogen. Ikweet nog wel, <strong>in</strong> Hilligersberg-Schiebroek kwam een daklozenopvang. Helemaal aan de buitenkantzou die komen, de mensen zouden met busjes vervoerd worden enzo<strong>voor</strong>t. Er kwam een fakkeloptochtmet verwijz<strong>in</strong>gen naar concentratiekampen, behoorlijk gênant. Maar ja, dat zijn natuurlijkallemaal mensen die goed gebekt zijn en die ook niet zoveel gewend zijn. In Oud-Charlois hebbenwe ook een keer een laagdrempelige opvang <strong>voor</strong> psychiatrische patiënten ondergebracht. Toenzijn we gaan praten, ook met die psychiatrie erbij natuurlijk. Met z’n allen. Dat was even hard,maar op een gegeven moment spreek je af: oké, hoe gaan we <strong>het</strong> doen? Daar wordt <strong>het</strong> veel makkelijkergeaccepteerd.”


denken vanuit burgers65VolgzamenEen eerste groep voelt zich beperkt uitgedaagd door nationale beleidsmakers enmeent ook niet over de toerust<strong>in</strong>g te beschikken om met die uitdag<strong>in</strong>gen om tegaan. Dat stoort deze mensen slechts beperkt, want ze zijn de grootmeesters vande kle<strong>in</strong>e, hechte netwerken <strong>in</strong> dorpen en klassieke volksbuurten, met de daarbijbehorende samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en sociale controle. Het zijn plichtsgetrouwe burgers<strong>voor</strong> wie <strong>het</strong> woord van de autoriteiten zwaar weegt. Deze verticale cohesie heefteen positieve <strong>in</strong>vloed op burgerbetrokkenheid, <strong>voor</strong>al op uitnodig<strong>in</strong>g (<strong>het</strong> bezoekenvan vergader<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> bijwonen van <strong>in</strong>formatiebijeenkomsten) (VanMariss<strong>in</strong>g 2008: 138). Mensen met een dergelijke betrokkenheidsstijl zijn relatiefeenvoudig te betrekken wanneer <strong>het</strong> gaat om de familie of ‘buurt’. Maar hun <strong>in</strong>zetkomt <strong>in</strong> gevaar als de afstand te groot wordt, door de afbouw van maatschappelijke<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen, ten gevolge van bevolk<strong>in</strong>gskrimp <strong>in</strong> plattelandsgebieden ofvan snelle ‘overname’ van hun woonbuurten door immigratie en van de schaalvergrot<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>stituties zoals de overheid, wooncorporaties, zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen enscholen.In <strong>het</strong> Friese dorp Hitzum werd <strong>in</strong> tien jaar tijd de afstand tot ‘de Grote Wereld’ drastisch groter.De kaatsverenig<strong>in</strong>g organiseert jaarlijks de Ald-Meiers Partij, de grootste kaatswedstrijd <strong>voor</strong> meisjesvan veertien tot en met zestien jaar. Van de sponsoren van <strong>het</strong> eerste uur werd <strong>het</strong> Friese nutsbedrijfopgenomen <strong>in</strong> Essent, dat weer verdween <strong>in</strong> rwe. De Rabobank <strong>in</strong> Franeker fuseerde enwerd gecentraliseerd <strong>in</strong> Leeuwarden. Zuivelcorporatie Royal Friesland Foods werd Royal FrieslandCamp<strong>in</strong>aen haakte af nadat de nieuwe ondernem<strong>in</strong>g, met hoofdkantoor <strong>in</strong> Amersfoort, haarreclamebudgetten opnieuw moest overwegen. De laatste toetreder als hoofdsponsor, wooncorporatieWoonFriesland, dreigt door te fuseren. Ook de toch al opgeschaalde gemeenten worden doorgefuseerdop een nog grotere schaal.Hoewel <strong>het</strong> verenig<strong>in</strong>gsleven van dorpen hoogontwikkeld is – b<strong>in</strong>nen een straalvan tien kilometer onderhouden bewoners een verfijnd netwerk van dienst-enwederdienst– is <strong>het</strong> daarbuiten ‘ontregeld’. Datzelfde geldt <strong>in</strong> stedelijke volksbuurten:een buurt is zo groot als je met een rollator of een k<strong>in</strong>derwagen kan lopenen daarb<strong>in</strong>nen bestaat vaak veel samenhang. De afstand tot ‘daarbuiten’, met nametot de grote <strong>in</strong>stituties, neemt echter toe en dat werkt vervreemdend, zelfs als datdoor die grote organisaties zelf niet zo wordt ervaren. Net als hiërarchie en leeftijdvoel je afstand alleen ‘van onderen’. Dat heeft zijn bezwaren, zoals een ervarenfrontlijnwerkster <strong>in</strong> een krimpgebied opmerkte: “Ik zit met directeuren van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genom de tafel die wel iets willen, maar ondertussen geen idee hebbenvan de vraag die er leeft onder de groep die <strong>het</strong> betreft.”Die vervreemd<strong>in</strong>g leidt soms tot een gevoel van achterstell<strong>in</strong>g, ook ten opzichtevan grotere of beter toegeruste gemeenschappen: “Kijk eens naar hun w<strong>in</strong>kels! Bijons kan er zelfs geen fietspad af” (Henk en Ingrid <strong>in</strong> Spijk 2010). Men hoort er <strong>voor</strong>


66 vertrouwen <strong>in</strong> burgers<strong>het</strong> eigen gevoel niet bij en voelt zich achtergesteld. De sleutel <strong>voor</strong> hun betrokkenheidis gelegen <strong>in</strong> de nabijheid van ‘verb<strong>in</strong>ders’ die van buiten af een helpendehand uitsteken. Dit zagen wij bij<strong>voor</strong>beeld bij de ‘meit<strong>in</strong>kers’ <strong>in</strong> <strong>het</strong> Friese dorpTerherne, maar ook <strong>in</strong> andere plaatsen en op andere werkterre<strong>in</strong>en kwamen we<strong>voor</strong>tdurend frontlijnwerkers tegen die, met steun van hun bestuurders, bruggensloegen naar buiten.VerantwoordelijkenEen tweede betrokkenheidsstijl is die van de Verantwoordelijken. Ze zijn over <strong>het</strong>algemeen uitstekend <strong>in</strong> staat <strong>voor</strong> hun belangen en die van anderen op te komen.Ze zijn relatief makkelijk te porren <strong>voor</strong> beleidsparticipatie of maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven, maar m<strong>in</strong>der <strong>voor</strong> maatschappelijke participatie. Voorwaarde is weldat zij voldoende ruimte krijgen om hun wensen uit te spreken en om actief deelte nemen. Dat uit zich bij<strong>voor</strong>beeld op verrassend positieve wijze bij de ‘privatiser<strong>in</strong>g’van de woonomgev<strong>in</strong>g: een groot deel van <strong>het</strong> openbaar groen <strong>in</strong> deUtrechtse <strong>voor</strong>standsbuurt Wilhelm<strong>in</strong>apark is <strong>in</strong> beheer bij de buurtbewoners.Verantwoordelijken zijn hoogopgeleid en beschikken over brede, maar ‘dunne’fysieke netwerken. Ze wonen <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>voor</strong>standsbuurten, zijn goed bereikbaarvia publieke omroep en ‘kwaliteitskranten’, en zijn lid of donateur van meerderengo’s. Ze leven, tegenovergesteld aan Volgzamen, <strong>in</strong> een grote wereld en zettenzich <strong>in</strong> ten behoeve van een bredere omgev<strong>in</strong>g, waarbij altijd wel een aantal wilfungeren als trekker. In geval van ‘ongenoegen’ bewandelen ze directe wegen(direct via de burgemeester of wethouder) b<strong>in</strong>nen hun netwerken om hun gelijk tehalen, zodat een geplaagde wethouder, gevraagd naar zijn hartenwens, meldde:“Een manier om ze van me af te houden.”In Santpoort-Zuid verspreidde een bewonersorganisatie huis aan huis een kieswijzer die de positievan alle politieke partijen <strong>in</strong> de gemeente Velsen weergeeft op vier onderwerpen, zoals de bouwvan een gymzaal en van appartementen op een braakliggend terre<strong>in</strong>. Deze kieswijzer geeft <strong>in</strong>wonersvan <strong>het</strong> dorp een stemadvies bij gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen. Een paar kilometer verderopraakte ‘de buurt’ verwikkeld <strong>in</strong> een hevige strijd met de beheerder van een kle<strong>in</strong> natuurterre<strong>in</strong> datals hondenuitlaatbosje fungeert. Het actiecomité verzamelde na vrij wat publiciteit <strong>in</strong> de lokalekranten 200 handteken<strong>in</strong>gen plus de steun van de wethouder. Met als <strong>voor</strong>lopig tussenresultaateen wapenstilstand.PragmaticiPragmatici zijn veelal hoogopgeleid en <strong>in</strong> staat op te komen <strong>voor</strong> hun belangen. Zezijn <strong>in</strong>dividualistischer dan Verantwoordelijken. Ze gaan niet snel langetermijnverplicht<strong>in</strong>genaan, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> vrijwilligerswerk, en zeker niet als er we<strong>in</strong>ig‘te halen’ is. Dat halen hoeft zich overigens niet te beperkten tot eigen materieelgew<strong>in</strong>. Mensen met een pragmatische betrokkenheidsstijl zijn zeer te motiveren


denken vanuit burgers67<strong>voor</strong> een unieke ervar<strong>in</strong>g of belev<strong>in</strong>g, <strong>voor</strong> de lol, of omdat <strong>het</strong> goed staat op huncv. Ze zijn hierdoor makkelijker te porren <strong>voor</strong> maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven endeelname aan eenmalige acties, dan <strong>voor</strong> <strong>het</strong> meedoen aan beleidsparticipatietrajecten.Maar als ze eenmaal ‘de slag <strong>in</strong>gaan’, zijn ze daartoe vaak uitstekendtoegerust en bovendien bereid tot <strong>het</strong> gaatje te gaan <strong>in</strong> <strong>het</strong> bewandelen van deformele paden, of juist <strong>het</strong> ontregelen van de autoriteiten door vormen van ludiekprotest.Op 10 juli 2009 wisten duizenden mensen de Noordermarkt <strong>in</strong> <strong>het</strong> hartje van de Jordaan om tedopen tot <strong>het</strong> grootste illegale buitenterras van Amsterdam. Gewapend met spandoeken protesteerdenze tegen <strong>het</strong> terrassenbeleid <strong>in</strong> hun stad en <strong>het</strong> verbod op ‘staand bier dr<strong>in</strong>ken’ <strong>in</strong> de openbareruimte. Het protest werd georganiseerd door Ai!Amsterdam, een actiegroep bestaande uiteen groep stamgasten van een aantal met sluit<strong>in</strong>g bedreigde kroegen. Via hun website wist de groepb<strong>in</strong>nen korte tijd meer dan 20.000 steunbetuig<strong>in</strong>gen te verzamelen. De locatie van <strong>het</strong> protestwerd tot <strong>het</strong> allerlaatste moment geheim gehouden; via sociale media werden mensen naar deNoordermarkt geleid. Het verhaal kent ook een andere kant. Het gemeentelijk terrassenbeleidwordt gekenmerkt door <strong>het</strong> telkens verder oprekken van sluit<strong>in</strong>gstijden. In hun ‘ZwartboekTerrassen’ beschrijft de bewonersgroep ho/oj (Horeca Overlast/Overleg Jordaan) de overlast:nachtelijk lawaai, ook ver na de formele sluit<strong>in</strong>gstijden, en portieken die door kroegbezoekersworden gebruikt als ur<strong>in</strong>oir. Tijdens ons gesprek lag een halve meter correspondentie op tafelmet daar<strong>in</strong> vele steunbetuig<strong>in</strong>gen van Jordaan-bewoners en de vele afspraken en toezegg<strong>in</strong>genvan de gemeente gedurende vele jaren. Ze hadden <strong>het</strong> gevoel ‘ge-schiphold’ te zijn: keer op keerviel nieuw beleid uit <strong>in</strong> hun nadeel. En, vroegen ze ons, hoe kunnen goedwillende burgers dieop zich niets hebben tegen de lokale horeca zich verzetten tegen <strong>het</strong> ludieke protest van de kroeggangers?CriticiCritici vormen een typische middengroep met relatief conservatieve waarden ennormen die ze comb<strong>in</strong>eren met een consumptieve <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Vanuit dit conservatismezijn ze eerder te motiveren <strong>voor</strong> een ‘tegenbeweg<strong>in</strong>g’ – bij<strong>voor</strong>beeld eenlokale partij, een petitie of een protestactie – dan <strong>voor</strong> een vernieuwend <strong>in</strong>itiatief ofexperiment. Het zijn de grootmeesters van de maatschappelijke participatie, maarze voelen zich vaak niet aangesproken door beleidsparticipatie en maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven. De veldonderzoekers van <strong>het</strong> Verweij-Jonker Instituut constateerden:“Men voelt een grote <strong>in</strong>nerlijke nood – niet gehoord worden, geen erkenn<strong>in</strong>g, weggedruktzijn – en er is niemand die daar naar wil luisteren” (Gruijter et al. 2010: 152).Beleidsmakers zijn <strong>in</strong> hun optiek be<strong>voor</strong>rechte mensen die geen idee hebben hoede ‘gewone man’ leeft (Gruijter et al. 2010: 146 e.v.). Omgekeerd laten professionalsvan hun kant een heel ander geluid horen: burgers klagen wel, maar zijn zelf tepassief. Ze (denken te) beschikken over we<strong>in</strong>ig vaardigheden om zaken waaroverze ontevreden zijn positief te beïnvloeden (Gruijter et al. 2010: 45).


68 vertrouwen <strong>in</strong> burgersOndernemers vertelden hoe hun Heistraat ooit dé w<strong>in</strong>kelstraat van Helmond was, maar hoe ze<strong>in</strong> de beleidsstukken van de gemeenten lazen dat ze ‘gedoogd’ werden, dit nadat ze waren verleidtot grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen. Wethouder Frans Stienen vertelde: “Zij voelden wel dat ze <strong>in</strong> <strong>het</strong> achterstekarretje zaten. Dat ze losgekoppeld werden als ze niet uitkeken.” Ze waren <strong>in</strong>derdaad niet blij,om <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zichtig uit te drukken: “Als je als ondernemer zit met je zaak en je wordt ‘gedoogd’,ik kan je niet vertellen wat dat met je doet. Je wordt ‘gedoogd’! Ja, een coffeeshop wordt gedoogd,maar een bakker op de hoek…”2.3 schuivende posities en nieuwe spelersIn ons veldwerk kwamen we veel illustraties tegen van de dynamiek op <strong>het</strong> speelveldvan burgerbetrokkenheid. Niet alleen beleidsmakers, maar ook bestuurdersvan maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’s – traditioneel de ‘kanalen’ <strong>voor</strong> debetrokkenheid van actieve burgers – worden geconfronteerd met veranderendehoud<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>itiatieven van burgers. Tegelijk benutten steeds meer burgers relatiefnieuwe mogelijkheden <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid via de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong>bedrijfsleven en de zogenoemde ‘andersbeweg<strong>in</strong>gen’.2.3.1 maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genMaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zoals wooncorporaties, zorg- en onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genen welzijnsorganisaties, zijn verantwoordelijk <strong>voor</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g vanpublieke taken. Vanuit <strong>het</strong> perspectief van burgerbetrokkenheid tekenen zich drieuitdag<strong>in</strong>gen af.De eerste uitdag<strong>in</strong>g doet zich <strong>voor</strong> op <strong>het</strong> veld van maatschappelijke participatie, waargeïsoleerde burgers nog steeds vaak ‘zoekraken’tussen de kieren van <strong>het</strong> verkokerdeaanbod van de functioneel <strong>in</strong>gerichte <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Wanneer hun frontlijnwerkerszich echter begeven buiten de enge grenzen van hun kerntaken, blijken ze – vaak <strong>in</strong>samenwerk<strong>in</strong>g met collega’s van andere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – effectieve netwerken te kunnenvlechten. Wooncorporaties spelen tezamen met gemeentes ook een hoofdrolbij de revitaliser<strong>in</strong>g van kwetsbare buurten, brede scholen strekken hun bereik uittot stadsdelen, <strong>in</strong>tramurale zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen verbreden hun extramurale aanbod.De tweede uitdag<strong>in</strong>g betreft een verbred<strong>in</strong>g van beleidsparticipatie. Veel vrijwilligersleveren een actieve bijdrage <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van een publieke taak. We zagen<strong>voor</strong>beelden op <strong>het</strong> gebied van welzijn, veiligheid en buurtwerk. Maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die vanuit hun werkveld gewend zijn om te denken <strong>in</strong> termen vanburgers die hulp nodig hebben, moeten bereid zijn om te <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> de toerust<strong>in</strong>gvan burgers, als waren <strong>het</strong> hun eigen medewerkers.


denken vanuit burgers69De derde uitdag<strong>in</strong>g – de toenemende confrontatie met maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven– stelt wellicht de hoogste eisen. Wanneer de trekkers van maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven zich begeven op <strong>het</strong> werkveld van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, krijgenze een andere positie: worden concurrent of zelfs opdrachtgever. Dergelijkemaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven voegen zich vrijwel nooit naar de regels en procedureswaarmee de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen gewoon zijn te werken. De resultaten zijn echtersoms uitstekend. Een groep bewoners was de overlast van jongeren <strong>in</strong> de wijk zaten zocht contact met <strong>het</strong> wijkbeheer, de wijkagent en de wooncorporatie om <strong>het</strong>probleem samen op te lossen. Stadsbuurten namen <strong>het</strong> groenbeheer van degemeente over en dorpen realiseerden <strong>in</strong> goede samenwerk<strong>in</strong>g met de welzijnsorganisatiesen wooncorporaties ouderenopvang b<strong>in</strong>nen de eigen kern.2.3.2 ngo’sNgo’s vervullen een essentiële rol op <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid. Zezijn belangenbehartigers bij beleidsparticipatie, organiseren vrijwilligers<strong>in</strong>zet bijmaatschappelijke participatie en ontwikkelen <strong>in</strong> toenemende mate maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven. Dat hun positie aan <strong>het</strong> schuiven is kwam ook <strong>in</strong> ons veldwerk<strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend aan de orde.In de eerste plaats moeten <strong>voor</strong>al de grote, landelijk werkende ngo’s – ontwikkel<strong>in</strong>gs-en natuur- en milieuorganisaties bij<strong>voor</strong>beeld – hun weg v<strong>in</strong>den tussen eengeïnspireerde <strong>in</strong>zet van vrijwilligers en professionaliser<strong>in</strong>g. Ze concurreren metelkaar om de gunst van een achterban en verliezen soms, zo lijkt <strong>het</strong>, ‘de bal’ uit<strong>het</strong> oog: <strong>het</strong> g<strong>in</strong>g wellicht te goed en <strong>het</strong> behoud van de gewonnen positie, met<strong>in</strong>begrip van banen, wordt een hoofddoel. Beleidsmakers constateren dat deprofessionaliser<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>al ten koste is gegaan van de aandacht <strong>voor</strong> de eigenachterban: “Want dan kunnen ze zich nog wel beroepen op hun zogenaamdeachterban, de werkelijkheid is natuurlijk toch dat <strong>het</strong> clubs zijn die zich heel sterkop de beleidswereld richten en eigenlijk ook helemaal niet meer op de burger.”Een milieutrekker beaamt: “Die achterban waar we uite<strong>in</strong>delijk ons bestaansrechtaan ontlenen, zijn we een beetje vergeten.”In de tweede plaats is de relatie met beleidsmakers aan verander<strong>in</strong>g onderhevig.Beleidsmakers staan, zo lijkt <strong>het</strong>, ambivalent ten opzichte van ngo’s en ook anderebehartigers van publieke belangen. Nationaal maar ook lokaal worden overheidssubsidiesgekort en dat dw<strong>in</strong>gt de <strong>voor</strong>lieden tot <strong>het</strong> ontwikkelen van nieuwe‘vrienden’. Maar – <strong>voor</strong>al – beleidsmakers zijn moeilijk toegankelijk: “Om <strong>het</strong>maar even gewoon eerlijk en een beetje gewoon uit <strong>het</strong> hart te zeggen: <strong>het</strong>ontbreekt de overheid aan enige visie, ambitie, <strong>in</strong>spiratievermogen op <strong>het</strong> ogenblik.”De meest betrokken m<strong>in</strong>isteries worden niet gezien als een “natuurlijkepartner”, om stevig de dialoog mee aan te gaan. Ook de kle<strong>in</strong>ere, lokale ngo’smerken dat door de schaalvergrot<strong>in</strong>g bij de overheid zelf afstanden steeds groter


70 vertrouwen <strong>in</strong> burgersworden en relaties steeds meer bureaucratiseren. Een veteraan van de kerkelijkediaconie vertelde dat hij vroeger goed kon overleggen met de wethouder zelf,“maar na de gemeentelijke samenvoeg<strong>in</strong>g strandt ieder contact <strong>in</strong> de enorme laagbeleidsambtenaren die er rondom de man staat.”Een krantencitaat is illustratief: ‘Gisteravond zette Verhagen zich af tegen de milieubeweg<strong>in</strong>g dievolgens hem groot is geworden door de aarde neer te zetten “als <strong>het</strong> volgende slachtoffer datgered moest worden van een uitbuitende westerse cultuur”. Volgens de vicepremier is de milieubeweg<strong>in</strong>g“ongeveer tot een bedrijfstak ‘an sich’ verworden” en wordt de mensheid volgens dezegroeper<strong>in</strong>gen “bijna <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek beschouwd als ‘<strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gers’ en vervuilers van de biosfeer, waarvaner <strong>voor</strong>al te veel zijn”.’ 3In de derde plaats, en meer fundamenteel, dienen ngo’s zich <strong>voor</strong>tdurend aan tepassen op de verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g. Ton Hanselaar (tot 2011 directeurvan kwf Kankerbestrijd<strong>in</strong>g) spreekt van de “dikke ik” van de nieuwe burger:“Alles moet toch wel ten dienste zijn op wat hem of haar <strong>in</strong>spireert en motiveert.”De communicatie met die dikke ik maakt nieuwe antwoorden noodzakelijk;Hanselaar was bij<strong>voor</strong>beeld blij verrast door een social community op Hyves met48.000 kwf-aanhangers: “Daar wisten we helemaal niets van!” Mensen zoekenelkaar op en een ngo als kwf is dan een <strong>in</strong>strument: b<strong>in</strong>dend <strong>in</strong> de geest maarzonder organisatorische verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Dat opent nieuwe mogelijkheden: “Dat betekentdat wij wel met die social communities <strong>in</strong> gesprek willen, maar dat we ze nietoprichten. We gaan er bij aanhaken.”Tezelfdertijd worden bestaande posities soms ondergraven, omdat onderwerpenuit de belangstell<strong>in</strong>g raken, of hun Haagse relevantie verliezen omdat ze beleidsmatigzijn overgedragen naar uitvoerders, andere overheden waaronder ook de eu,of naar de samenlev<strong>in</strong>g. Belangenbehartig<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> nationale middenveld heeftdan we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> en ngo’s verliezen hun relevantie als beleidsbeïnvloeders. Tegelijkontwikkelen mult<strong>in</strong>ationale ngo’s nieuwe benader<strong>in</strong>gen, met soms verrassendedoorwerk<strong>in</strong>g.Human Rights Watch helped to establish the International Crim<strong>in</strong>al Court “by circumvent<strong>in</strong>g themajor powers,” as foreman Kenneth Roth puts it: “We encouraged a series of medium-sized powersto take the lead. They formed themselves as a like-m<strong>in</strong>ded group.” Dur<strong>in</strong>g the negotiations to elim<strong>in</strong>atecluster bombs Norway was at the center: “We encouraged Norway to convene a group thatcircumvented the major powers. And we built up critical support among medium-size states aroundthe world, forc<strong>in</strong>g the major powers to come back to the negotiations.” Even smaller countries canplay a key role, says Roth. Liechtenste<strong>in</strong>, for example, has an experienced ambassador to the un: “Hehas tremendous expertise and stature on the International Crim<strong>in</strong>al Court. And so he has been a key<strong>in</strong> promot<strong>in</strong>g that <strong>in</strong>stitution.”


denken vanuit burgers71Ook zijn bestaande posities m<strong>in</strong>der vanzelfsprekend door de komst van steedsnieuwe belangenbehartigers. Elke nieuwe organisatie pakt een issue op dat andereorganisaties <strong>in</strong> de sector laten liggen, maar moet vervolgens wel vechten <strong>voor</strong> eenplek. Tegelijkertijd, zeggen onze gesprekspartners, verb<strong>in</strong>den mensen zich m<strong>in</strong>derlangdurig aan een organisatie, maar maken ze een keus uit een menukaart vaneenmalige en concrete acties die hun op vele manieren wordt aangeboden. Zoalsde Burendag en nl doet campagnes van <strong>het</strong> Oranjefonds, of de hier! campagnevan de Samenwerkende Goede Doelen van de Nationale Postcode Loterij.2.3.3 koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfslevenVeel burgers hechten aan directe actie. In toenemende mate lijken <strong>in</strong>itiatiefnemerszich, vaak met actieve steun van de media, te concentreren op <strong>het</strong> bedrijfsleven enmaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zoals wooncorporaties. Hun speelveld verplaatstzich daarbij van belangenbehartig<strong>in</strong>g op de ‘politieke markt’ naar andere terre<strong>in</strong>enen hun <strong>in</strong>strumentarium wordt steeds ‘kleurrijker’. In de consumentenmarktbleken kopersstak<strong>in</strong>gen bij<strong>voor</strong>beeld zeer effectief. In de f<strong>in</strong>anciële markt mengdenonverwachte spelers zich <strong>in</strong> <strong>het</strong> spel; pensioenfondsen oefenden bij<strong>voor</strong>beeldzowel achter als <strong>voor</strong> de schermen druk uit op mult<strong>in</strong>ationale ondernem<strong>in</strong>gen omzich op bepaalde terre<strong>in</strong>en een bredere maatschappelijke verantwoordelijkheidaan te meten. De overheidsvergunn<strong>in</strong>g – de license to produce – volstaat nietlanger; veehouders moeten bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> de ‘burenmarkt’ veeleer een license tooperate verwerven: ‘accepteert mijn buurman dat ik hier boer ben?’ Maar de <strong>voor</strong>naamstebeïnvloed<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt vermoedelijk plaats op de arbeidsmarkt: “You can’trecruit the best people if you’re seen as an <strong>in</strong>sensitive company”, as Ken Roth puts it.“A company’s image can be very important for recruitment and employee-morale.”Bij de koplopers zit de vaart er <strong>in</strong>, zegt directeur Willem Lageweg van mvo Nederland:“Ik vibreer omdat ik heel vaak <strong>in</strong> dat soort kr<strong>in</strong>gen verkeer, en ik word errazend enthousiast van als ik zie wat die ondernemers allemaal oppakken.” Dekoplopers brengen ook verrassende nieuwe coalities op gang waarbij ook een deelvan <strong>het</strong> peloton aanschuift; <strong>in</strong> de betonsector werken bij<strong>voor</strong>beeld zo’n dertigpartijen aan een forse co2-reductie <strong>in</strong> de keten. Ondernemers moet je op kansenaanspreken, zeggen ook anderen, en dat lukt steeds beter. Toch is <strong>het</strong> ook zekergeen gespeeld spel. Voormalig actievoerder Wijnand Duivendak onderschrijftbij<strong>voor</strong>beeld de <strong>voor</strong>tgang, maar voegt toe: “Het is altijd afhankelijk van de hoogste,of die <strong>het</strong> dekt.” Gaat een bovenbaas weg en de opvolger dekt <strong>het</strong> niet meer,dan is <strong>het</strong> <strong>voor</strong>lopig afgelopen.Bovendien lijken beleidsmakers – ook hier – te kiezen <strong>voor</strong> een hybride opstell<strong>in</strong>g.Actiegerichte ambtenaren weten dat ze niet langer ‘zaken’ moeten doen metmiddenveldkoepels of ngo’s, maar zich <strong>het</strong> beste direct kunnen richten tot de kop.De <strong>voor</strong>hoede <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven loopt echter verder weg bij <strong>het</strong> peloton om niet


72 vertrouwen <strong>in</strong> burgerste spreken van de reactieve ‘staart’, constateren zowel <strong>in</strong>- als outsiders. De koplopersvoelen zich geremd door zowel <strong>het</strong> merendeel van de beleidsmakers alsdoor de koepelorganisaties die zich naar hun men<strong>in</strong>g te veel laten leiden doorachterblijvers. De meeste brancheorganisaties, <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden- en kle<strong>in</strong>bedrijf,worden bevolkt door “redelijk behoudende mensen”. Het vno-ncw is“nog steeds georganiseerde achterhoede, gestolde belangen uit <strong>het</strong> verleden”,maar komt wakker geschud door grote koplopers <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g, zeggen hoopvollegesprekspartners.Marga Hoek van De Groene Zaak legt uit: je hebt de frontrunner groep, <strong>het</strong> peloton en de achterblijvers.“De overheid zegt dan: ‘Als iedereen maar mee kan komen. We moeten zorgen dat erniemand achterblijft.’” Het heersende idee is “een soort zuigkracht van <strong>het</strong> peloton aan de achterkant.”Ze verbaast zich: “Als je een verander<strong>in</strong>gsproces <strong>in</strong> je bedrijf wilt doorvoeren, dan doe je <strong>het</strong>omgekeerde. Het eerste wat je doet is kijken: welke koplopersgroep heb ik? Wie wil er? Wie heeftde drive? Wie kan laten zien dat <strong>het</strong> kan? Wie kan laten zien dat <strong>het</strong> succesvol is? En dat is de bestelokker <strong>voor</strong> je peloton en de beste overtuig<strong>in</strong>gskracht aan de achterkant. En dat doen wij als overheidbijna au contraire, mag je wel zeggen.”2.3.4 andersbeweg<strong>in</strong>genIn de steeds complexere samenlev<strong>in</strong>g zien beleidsmakers zich vaker dan <strong>voor</strong>heengeconfronteerd met ‘onuitgenodigde’ maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven van burgersdie snel oplaaien, maar net zo plotsel<strong>in</strong>g weer afgelopen kunnen zijn. Bijna onveranderlijkreageren ze afhoudend. Dergelijke <strong>in</strong>itiatieven ontregelen immers debestaande orde en zijn <strong>in</strong> hoge mate ongrijpbaar maar <strong>voor</strong>al ook onbeheersbaar:ze overkomen je. Nieuwkomers van hun kant voelen zich omr<strong>in</strong>gd door eencordon sanitaire, zeggen ze. Helemaal zonder reden is dat niet: hun activisme zetzich vaak af tegen de bestaande grootmachten en exploreert nieuwe wegen opzoek naar maatschappelijke doorbraken. In <strong>het</strong> vervolg op de andersglobalisten– die niet langer antiglobalisten genoemd wilden worden, omdat ze een positieveverander<strong>in</strong>g nastreefden – verdient <strong>het</strong> daarom de <strong>voor</strong>keur om niet van tegenmaarvan andersbeweg<strong>in</strong>gen te spreken. Er is iets loos <strong>in</strong> de grotere maatschappijdat mensen verenigt <strong>in</strong> een gezamenlijk streven: iets moet ‘anders’. In ons veldwerktroffen we daarvan verschillende uit<strong>in</strong>gsvormen aan, namelijk lokale politiekepartijen, eenmalig ‘oproer’ en massabeweg<strong>in</strong>gen.Lokale politieke partijenLokale politieke partijen zijn de laatste jaren bezig aan een opmerkelijke opmars.Bij de gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen van 2010 waren ze met elkaar – met vierentw<strong>in</strong>tigprocent van de stemmen en 36 procent van de zetels – de grootste ‘partij’.Vrijwel alle oprichters zijn afkomstig uit de bestaande politieke partijen (zie ookEuser 2009). Zij waren vaak al actief <strong>in</strong> de lokale politiek en uit onvrede met denationale partij of <strong>het</strong> lokale beleid richtten zij hun eigen partij op. Opvallend vaak


denken vanuit burgers73was een ‘megalomaan’ project de aanleid<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> de nieuwe partij: <strong>in</strong> W<strong>in</strong>terswijk,Oegstgeest en Albrandswaard was dat een nieuw gemeentehuis, <strong>in</strong> AlmereOmniworld, <strong>in</strong> Nijverdal een groot w<strong>in</strong>kelcentrum en <strong>in</strong> Wier<strong>in</strong>gen de plannen<strong>voor</strong> <strong>het</strong> Wier<strong>in</strong>gerrandmeer.Soms speelde er ergernis over de dom<strong>in</strong>antie van de nationale politiek <strong>in</strong> gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen:nationale kopstukken en landelijke trends zijn te bepalend<strong>voor</strong> de uitslag. Als lokale partij kost <strong>het</strong> ook veel moeite om te worden gehoord <strong>in</strong>de prov<strong>in</strong>cie of bij <strong>het</strong> rijk. De lokale leiders – wij spraken met zeventien van hen –vertelden bijna zonder uitzonder<strong>in</strong>g dat zij de eerste keer werden buitengeslotentijdens de coalitieonderhandel<strong>in</strong>gen, een lokaal cordon sanitaire. Het is kennelijkeen kwestie van wennen: als ze hun succes bij een volgende verkiez<strong>in</strong>g herhalen,komt vervolgens ongeveer tweederde <strong>in</strong> <strong>het</strong> college (Euser 2009: 99).De lokale partijen kenmerken zich ook door een ‘praktische politiek’, zonder groteideologieën. Zij willen met concrete problemen van burgers aan de slag: “Het gaatgewoon om de kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen.” Maar al die kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen bij elkaar maken eenander soort politiek: “Onze ideologie is de burger centraal en dat is <strong>het</strong> dan.” Ooststell<strong>in</strong>gwerfheeft denktanks waar<strong>in</strong> mensen gevraagd wordt over een specifiekonderwerp mee te denken; W<strong>in</strong>terswijk heeft Charettes, waarbij <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> eenvroeg stadium op plannen mogen schieten. De lokale leider van Montfoort maaktde afspraken bij mensen thuis, “buiten de gemeentebunker”. Eigenlijk is <strong>het</strong> heelsimpel zeggen ze, <strong>het</strong> gaat om de 4K’s: Kerk, Kant<strong>in</strong>e, Kapper en Kroeg. Als je daarkomt, dan weet je wat er <strong>in</strong> de gemeente leeft.“Toen ik wethouder werd, dacht ik: weet je wat, ik ga cafégesprekken organiseren.” Aan <strong>het</strong> woordis Frits Huis, <strong>voor</strong>man van Leefbaar Almere. “Hebben we ook gedaan. Niet <strong>het</strong> café <strong>in</strong>, lekkerzuipen en niks doen. Nee: <strong>het</strong> café <strong>in</strong>, dat aankondigen, zorgen dat er ambtenaren bij waren.” Vaakg<strong>in</strong>g <strong>het</strong> helemaal niet alleen om klachten, maar om vragen en suggesties van bewoners. Allewethouders op één na waren enthousiast en deden mee. “Voordat ik <strong>het</strong> wist zat ik <strong>in</strong> een uitzend<strong>in</strong>gbij de vpro uit te leggen dat <strong>het</strong> misschien toch wel een aardig idee was om mensen gewooneens <strong>in</strong> cafés te ontmoeten.”Eenmalig ‘oproer’Burgers – hoger opgeleid en <strong>voor</strong>zien van betere communicatiemiddelen – kunnenzich makkelijker organiseren dan vroeger en ze doen dat ook. We wezen al opkopersstak<strong>in</strong>gen en andere vormen van wisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>het</strong> bedrijfsleven, maarook elders is sprake van soms on<strong>voor</strong>spelbare en moeilijk beheersbare vormen van‘oproer’: correctie op <strong>voor</strong>nemens van beleidsmakers. De 1040 uren-norm <strong>in</strong> <strong>het</strong>onderwijs, de acties tegen de baarmoederhals-vacc<strong>in</strong>aties en <strong>het</strong> Brabantsemegastallendebat staan nog vers <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheugen, maar ook <strong>het</strong> staand-bierdr<strong>in</strong>kprotestvan Ai!Amsterdam en <strong>het</strong> massale protest rond de <strong>voor</strong>genomen uitwij-


74 vertrouwen <strong>in</strong> burgersz<strong>in</strong>g van asielzoeker Mauro Manuel kunnen als <strong>voor</strong>beelden gelden. Met steun vande lokale media weten ook veel kle<strong>in</strong>schalige <strong>in</strong>itiatieven wonderlijk veel aanhangte verwerven.Eerdere spelregels rond burgerbetrokkenheid zijn daardoor achterhaald. Waar <strong>het</strong>vroeger moeilijk was om <strong>het</strong> vereiste aantal van 40.000 handteken<strong>in</strong>gen te vergarenom een burger<strong>in</strong>itiatief zoals Nederlandkrijgtnieuweenergie.nl <strong>in</strong> te dienen bijde Tweede Kamer, is dat zeker <strong>voor</strong> organisaties met een grote achterban relatiefeenvoudig dankzij <strong>in</strong>ternet. Het tros Radar Panel kan een beroep doen op125.000 panelleden om desgewenst beleidsmakers of ondernemers ‘scherp’ tehouden; oud-m<strong>in</strong>ister Eurl<strong>in</strong>gs benoemde een referendum onder anwb-leden alsmaatgevend <strong>voor</strong> zijn beleid rond de kilometerheff<strong>in</strong>g.Het nieuwe oproer past vaak slecht b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> systeemdenken van beleidsmakers.Toch leren de <strong>voor</strong>lieden op <strong>het</strong> maatschappelijk middenveld hun praktijklessen.Om succesvol te zijn moeten ze, zoals Ton Hanselaar van <strong>het</strong> kwf <strong>het</strong> uitdrukt,“aansluiten op wat wij zien als zijnde vitale ontwikkel<strong>in</strong>gen.” Dat is best eenworstel<strong>in</strong>g, legt hij uit, want je hebt veel soorten spelers: “De wetenschappelijkeonderzoeker die <strong>in</strong> de wetenschappelijke raad zijn advies meegeeft, de persoon diede straat op gaat om te collecteren, de persoon die een gigantische mega-actiestart.”“We praten over honderdduizenden mensen. Als die kracht zich verzamelt vanuit die dikke ik, danheb je <strong>in</strong>eens een ongelooflijk potentieel.” Ton Hanselaar van kwf Kankerbestrijd<strong>in</strong>g wijst op eenpak <strong>rapport</strong>en dat zegt: ga aan de slag met dikke darmscreen<strong>in</strong>g. “De 1400 mensen per jaar die nuoverlijden omdat er geen screen<strong>in</strong>g is, en de mensen die <strong>het</strong> hebben of er benauwd <strong>voor</strong> zijn <strong>het</strong> tehebben, die voelen een enorm ongenoegen. Van vele kanten <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g kan ik me <strong>voor</strong>stellendat er een gemeenschap gaat ontstaan die een absolute kracht kan gaan ontwikkelen.”Massabeweg<strong>in</strong>genEen derde opvallend blok wordt gevormd door massabeweg<strong>in</strong>gen van burgers dieelkaar v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> een gedeeld gevoel van een brede maatschappelijke onvree. In decomplexe samenlev<strong>in</strong>g voelt een groot aantal burgers zich overvraagd. Zij zoeken<strong>het</strong> antwoord <strong>in</strong> ‘andere’ vormen van politiek: een duidelijk leiderschap dat <strong>voor</strong>hen de complexiteit kan duiden of oplossen, of stemmen met overslaan van volksvertegenwoordigers,referenda of directe verkiez<strong>in</strong>gen bij<strong>voor</strong>beeld.Volendam had <strong>het</strong> hoogste percentage pvv-stemmers bij de Europese verkiez<strong>in</strong>gen van 2009(49,9 procent). Burgemeester Van Beek legt uit: “Ik vroeg aan een visser: waarom stem jij op depvv? Hij zei letterlijk: ik wil weleens weer wat meer kunnen vissen, ik heb last van die quota.Ik zeg: dus jij hebt <strong>in</strong> dat programma van Wilders gezien dat je meer mag gaan vissen? Nee, nee,


denken vanuit burgers75maar als Geert Wilders komt, mag ik meer gaan vissen. Dat zat <strong>in</strong> zijn hoofd. Dat is heel typerend.Mensen hadden <strong>het</strong> gevoel: als ik stem op Pim Fortuyn, of <strong>in</strong> dit geval dan Geert Wilders, dan magik meer. Dan heb ik m<strong>in</strong>der regels, dan heb ik m<strong>in</strong>der overheid, heb ik meer vrijheid. Dat begripvrijheid. Dat is <strong>het</strong> enige echte houvast.”Het blok van de massabeweg<strong>in</strong>gen is echter verre van homogeen. Recent werd dewereld bij<strong>voor</strong>beeld verrast door de Occupy-protesten die, na een aanloop <strong>in</strong> NewYork, wereldwijd oplaaiden, <strong>in</strong> Nederland bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> Amsterdam, Den Haagen Rotterdam. Kenmerkend is dat er nu juist géén sprake is van een centrale organisatie.Amsterdamse <strong>in</strong>itiatiefnemers – “er zijn geen organisatoren” – leerdenelkaar twee weken tevoren kennen via Facebook. Ze legden uit: er is geen plan, weleen soort rudimentair manifest met als open<strong>in</strong>gsregel: “Wij zijn woedend, omdatten gunste van een moreel failliet bancair systeem onze maatschappij kapot wordtgemaakt.”Er geldt een soort <strong>in</strong>ternetspelregels: elk idee is welkom en als <strong>het</strong> overleeft –aanhang verwerft – is dat een deel van de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de beweg<strong>in</strong>g. Mensen sprekenook <strong>in</strong> netwerkjargon. Een oudere ondernemer legt uit: “Elk <strong>in</strong>dividu hier iseen cel, en geen van die cellen weet wat <strong>het</strong> organisme straks gaat doen.” 4 Eenmedeactiviste: “Mensen die ergens goed <strong>in</strong> zijn, gaan uit zichzelf aan de slag.” 5Door organische groei vormt zich zo waar ‘we’ naar toe willen of, zoals een jongestudente <strong>het</strong> samenvat: “E<strong>in</strong>delijk gaat er iets gebeuren. Wat precies, weet ik nogniet. Maar dit gaat over moraliteit, en daar wil ik bij zijn.” 6 Het is nog te vroeg<strong>voor</strong> oploss<strong>in</strong>gen, zeggen de bezetters.Het is bijna dezelfde les die Justus Uitermark (2011) trok na zijn praktijkverkenn<strong>in</strong>gvan de onl<strong>in</strong>e sociale beweg<strong>in</strong>g Anonymous. Het grote Anonymous netwerk– meer dan 550 berichten per m<strong>in</strong>uut – wordt gekenmerkt door “coörd<strong>in</strong>atiezonder ordenaar”: mensen ‘praten’ via <strong>het</strong> net met elkaar en vormen zo een identiteit.Kwaliteit ontstaat en besluiten worden genomen door collectieve selectie enaanpass<strong>in</strong>g: deelnemers corrigeren werkendeweg fouten en <strong>voor</strong>stellen stijgen opde actielijst van <strong>het</strong> collectief als ze voldoende aanhang verwerven.Dat leidde <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie tot een vorm van collectief vermaak, zoals Uitermark<strong>het</strong> stelt: soms hilarisch, vaak smakeloos, maar <strong>in</strong> de regel pretentieloos. Ter illustratie:de <strong>voor</strong>pag<strong>in</strong>a van een verenig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> epilepsielijders werd vervangendoor draaiende afbeeld<strong>in</strong>gen die tot epileptische aanvallen kunnen leiden. Datwerd anders toen de <strong>in</strong> de hackerscultuur diepgewortelde weerz<strong>in</strong> tegen hiërarchieen geheimhoud<strong>in</strong>g als een soort onderliggend ‘geloof’ g<strong>in</strong>g fungeren. Deactievormen zijn door de open en decentrale structuur <strong>in</strong> hoge mate on<strong>voor</strong>spelbaaren – belangrijk <strong>voor</strong> beleidsmakers – nauwelijks beheersbaar. Ze kunnen zich


76 vertrouwen <strong>in</strong> burgersrichten tegen overheden – vaak een ‘uitdag<strong>in</strong>g’ waar <strong>het</strong> betreft hiërarchie engeheimhoud<strong>in</strong>g – maar ook <strong>voor</strong> gedeelde goede doelen.* * *Een van de meest <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gende lessen die wij leerden is om te denken vanuit deburger. Burgers zijn op verschillende manieren betrokken. Wij maken een onderscheidtussen beleidsparticipatie, maatschappelijke participatie en maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven. Bij de eerste twee ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong>touw bij beleidsmakers en ‘mogen’burgers meedoen, bij<strong>voor</strong>beeld door <strong>in</strong>spraak of vrijwilligerswerk. Burgersontplooien echter <strong>in</strong> toenemende mate maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. In de praktijkblijkt dat deze ‘velden’ elkaar overlappen, en juist op die raakvlakken gebeurtveel. Dat is zeker <strong>het</strong> geval wanneer (groepen) burgers worden uitgedaagd oponderwerpen die passen bij hun behoeften en kwaliteiten. Succesvol betrokkenheidsbeleidonderkent de verschillen en weet daarop <strong>in</strong> te spelen. Bovendienhoudt zulk beleid reken<strong>in</strong>g met de veranderende posities van maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en niet-gouvernementele organisaties en de komst van nieuwe spelersop <strong>het</strong> speelveld van betrokkenheid, met name de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfslevenen een breed scala van andersbeweg<strong>in</strong>gen.


denken vanuit burgers77noten1 Participatieladder van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>malig Instituut <strong>voor</strong> Publiek en Politiek, onderdeelvan <strong>het</strong> Huis <strong>voor</strong> democratie en rechtsstaat: www.participatiewijzer.nl2 Metro, 1 december 2011.3 nrc Handelsblad, 25 augustus 2011.4 de Volkskrant, 17 oktober 2011.5 nrc Handelsblad, 17 oktober 2011.6 de Volkskrant, 17 oktober 2011.


793 rand<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succesWaarom leidt burgerbetrokkenheid soms tot bevredigende resultaten en somsniet? Natuurlijk is ‘succes’ niet eenduidig te omschrijven. Burgers beschouwenhun <strong>in</strong>breng als succesvol <strong>in</strong>dien <strong>het</strong> een gewenste oploss<strong>in</strong>g dichterbij brengt;m<strong>in</strong>imaal willen ze serieus worden genomen. Beleidsmakers hopen draagvlak teversterken of – soms – nieuwe ideeën op te doen, maar zijn vaak ook al tevreden meteen groot aantal deelnemers. “Het is heel moeilijk te zeggen wat bij dit soort d<strong>in</strong>geneen succes is. Bij drie goede ideeën of als er een paar honderd omwonenden betrokkenzijn of als 3.000 mensen een idee hebben <strong>in</strong>gediend?” constateerde een ervarenprocesbegeleider. Dat gezegd zijnde, zijn er blijkens ons veldwerk drie rand<strong>voor</strong>waardenvan toepass<strong>in</strong>g: zonder sleutelfiguren, respect <strong>voor</strong> burgers, en evenwichttussen loslaten en sturen wordt <strong>het</strong> niks. Is echter <strong>in</strong> voldoende mate <strong>voor</strong>zien <strong>in</strong>deze rand<strong>voor</strong>waarden, dan kan er veel waar <strong>het</strong> burgerbetrokkenheid betreft.3.1 sleutelfigurenBurgerbetrokkenheid beg<strong>in</strong>t bij mensen: sleutelfiguren die <strong>het</strong> verschil maken.Vooral maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven bestaan bij de gratie van trekkers: mensen diede kar trekken. Op alle velden van betrokkenheid is echter een – onderschatte –hoofdrol weggelegd <strong>voor</strong> verb<strong>in</strong>ders: mensen die een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kunnen leggentussen verschillende groepen en netwerken en die mensen met de juiste personen<strong>in</strong> contact kunnen brengen.3.1.1 trekkersIeder succesvol maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief heeft m<strong>in</strong>imaal één trekker die bereid isom aan een onderwerp of project te sleuren. In Vertrouwen <strong>in</strong> de buurt maaktenwe kennis met velen van hen. Ze ‘gonsden’ aan <strong>het</strong> schoolhek, gaven leid<strong>in</strong>g aanbuurtverenig<strong>in</strong>gen, trokken ten strijde tegen naderend onrecht. Ook <strong>in</strong> deze <strong>in</strong>terviewseriewaren ze er weer: de trekkers van <strong>het</strong> burgerprotest tegen de megastallen,de <strong>voor</strong>lieden van een buurtwacht of straatnetwerk, de stille krachten achtereen buurtwebsite, de oprichters van een ngo of van een sociale ondernem<strong>in</strong>g (Vanden Br<strong>in</strong>k 2012).“Het zijn de redd<strong>in</strong>gsboeien van de wijk,” zegt de Rotterdamse wijkcoörd<strong>in</strong>atorKees Flamel<strong>in</strong>g. Hij maakte <strong>het</strong> vele jaren van beide kanten mee. Ook zijnTilburgse evenknie Willem Bongaarts aarzelt niet: “Je hebt, hoe je <strong>het</strong> ook wendtof keert, een aantal mensen nodig die een beetje lef hebben. Ondernemers die risico’sdurven te nemen.” Wij spraken met velen van hen, mensen met een passie<strong>voor</strong> een bepaald onderwerp of <strong>voor</strong> hun leefomgev<strong>in</strong>g. Vaak liepen ze ver <strong>voor</strong> ‘detroepen’ uit <strong>in</strong> een omgev<strong>in</strong>g die daar nog niet klaar <strong>voor</strong> was. De trekkersfunctie


80 vertrouwen <strong>in</strong> burgersvergt daarom vasthoudendheid, zoals een van onze zegslieden <strong>het</strong> uitdrukte:mensen die <strong>het</strong> woordje ‘nee’ niet kennen en doorgaan waar ‘verstandige’ mensenophouden. Mensen die ook bereid zijn om zich <strong>voor</strong> vele jaren aan een onderwerpte verb<strong>in</strong>den, zoals Corry Keller, die samen met haar buren een tienjarige strijdheeft gevoerd over <strong>het</strong> behoud van een ple<strong>in</strong>tje <strong>in</strong> Watergraafsmeer als ‘voetbalveld<strong>voor</strong> de jongens.’ Toen <strong>het</strong> geld <strong>voor</strong> de advocaat op was, g<strong>in</strong>g ze letterlijklangs de deuren: “Dan zeiden ze: ‘Wat doet u?’. Ik zeg: ‘Nou, wij doen 100 euro.’En dan zeiden ze: ‘Dan doen wij dat ook.’”Ook de meeste ngo’s en sociale ondernem<strong>in</strong>gen, hoe groot zij ook <strong>in</strong> de loop vande tijd zijn geworden, beg<strong>in</strong>nen met een <strong>in</strong>itiatief van een <strong>in</strong>dividu of een kle<strong>in</strong>egroep mensen. Zoals de StadsSpelen die werden bedacht door Steven van deVijver samen met twee maten, of War Child dat op een zolderkamer werd opgerichtdoor Willemijn Verloop: “De opricht<strong>in</strong>g was met toestemm<strong>in</strong>g van mijntoenmalige baas, Mabel Wisse Smit. Dat moest wel, want ik deed <strong>het</strong> ten slotteook <strong>voor</strong> een groot deel <strong>in</strong> de tijd van de baas.” Altijd zijn er met naam en toenaammensen die hun nek uitstaken: de Wagenwerkplaats <strong>in</strong> Amersfoort heeft JokeSickman op kop, bij De Kamers zijn <strong>het</strong> Jos van Oord en Jan van der Meulen, en bijde Pendrecht Universiteit Bien Hofman.Trekkers zijn gedreven, <strong>het</strong> veldonderzoek van Gabriël van den Br<strong>in</strong>k (2011; 2012)getuigt daarvan <strong>in</strong> vele toonaarden. Ze zijn echter ook onzeker: gaat dit idee vanons werken, kunnen we ons ideaal dichterbij brengen? Nieuwe <strong>in</strong>itiatievenworden vaak sceptisch ontvangen: ‘doe eens gewoon’, om <strong>het</strong> <strong>in</strong> politieke termenuit te drukken. Je neemt een bewijslast op je, zegt bij<strong>voor</strong>beeld WillemijnVerloop: “Is <strong>het</strong>geen wij <strong>in</strong> handen hebben, van toegevoegde waarde op wat er albestaat <strong>in</strong> de markt?” Heeft onze maatschappelijke bijdrage – bij War Childpsychosociale vredesopbouwprojecten middels creatieve activiteiten <strong>voor</strong> k<strong>in</strong>deren<strong>in</strong> oorlogssituaties – echt een toegevoegde waarde b<strong>in</strong>nen een totaalpakket?“Want we werden uitgelachen <strong>in</strong> <strong>het</strong> beg<strong>in</strong>: triangels op een slagveld, wat doenjullie <strong>in</strong> godsnaam?!”De sleutel <strong>voor</strong> succes is gelegen <strong>in</strong> de eerste volgers die een idee omarmen. R<strong>in</strong>skevan Noortwijk liet een filmpje van een popconcert zien (YouTube 2010): “Eénjongen beg<strong>in</strong>t heel fanatiek te dansen op die muziek. Je ziet die jongen wel tweem<strong>in</strong>uten dansen, <strong>in</strong> z’n eentje, dat is heel lang <strong>voor</strong> een filmpje. En op een gegevenogenblik gaat er een jongen mee dansen. En dan duurt <strong>het</strong> veel m<strong>in</strong>der lang totdater een tweede en een derde volgen, en <strong>het</strong> e<strong>in</strong>digt met dat die hele hell<strong>in</strong>g leegstroomten mensen joelend, hollend naar beneden rennen en dat die hele massabeg<strong>in</strong>t te dansen.” Om beg<strong>in</strong>nende <strong>in</strong>itiatiefnemers over die drempel te helpenrichtte zij Greenwish op: “Omdat wij die first believer zijn. Wij dansen als eerstemet iemand mee.” Met haar maten vergezelt ze bij<strong>voor</strong>beeld onzekere trekkers bijeen eerste gesprek bij de gemeente. “Dat geeft meer vertrouwen.”


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes81Dansen anderen mee, dan moet ergens plaats worden gemaakt <strong>voor</strong> de nieuwkomersen “dan wordt <strong>het</strong> <strong>in</strong>gewikkeld”, zegt Van Noortwijk. “Die <strong>in</strong>itiatievenhebben geen naam of organisatie achter zich. Je kunt ze negeren, en dat wordtmassaal gedaan.” De trekkers van <strong>het</strong> eerste uur staan dan vaak ook <strong>voor</strong> eenmoeilijke keus: doorhappen of stoppen. Je moet ook professionaliseren: best practicenastreven, zoals Verloop <strong>het</strong> uitdrukt, maar dan wordt <strong>het</strong> vaak bijna eenvoltijds baan. Na twee en een half jaar <strong>in</strong>zet constateerde een bevlogen trekker:“Ik heb er nu zoveel tijd <strong>in</strong> gestoken, mijn vrouw v<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> niet meer zo leuk, mijnbaas v<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> niet meer zo leuk. Dan merk je dat je <strong>het</strong> eigenlijk niet meer kanvolhouden.”Soms doven de <strong>in</strong>itiatieven dan, maar vaak blijft <strong>het</strong> vuurtje als een ondergrondseveenbrand smeulen. Siegfried Woldhek bestudeerde als <strong>in</strong>itiatiefnemer vanNabuur hoe buren <strong>in</strong> geval van nood de kennis en middelen die nodig zijn, mobiliseren<strong>in</strong> een spontane projectorganisatie. “Als <strong>het</strong> dan gedaan is, zakt iedereenweer <strong>in</strong> zijn rol als buur en vijf jaar later doet zich opnieuw iets <strong>voor</strong> en danontstaat uit die populatie weer een nieuwe subgroep die <strong>het</strong> volgende klusjeaanpakt.” Anderen, zoals Willemijn Verloop, happen door en proberen op <strong>het</strong>snijvlak met beleidsparticipatie hun <strong>in</strong>itiatief door te ontwikkelen tot een ngo.Weer anderen ontpoppen zich op <strong>het</strong> snijvlak van maatschappelijke participatieals sociale ondernemers met een kleurrijk scala van zorgdiensten zoals RestoVan Harte, De Opvoedpoli, Buurtzorg. Het onderscheid met de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong>‘normale’ bedrijfsleven is soms kle<strong>in</strong>, maar steeds is er die comb<strong>in</strong>atie van maatschappelijkedoelstell<strong>in</strong>g en f<strong>in</strong>anciële cont<strong>in</strong>uïteit die de trekkers <strong>voor</strong>tstuwt.“Toen ben ik gaan kijken: kunnen we dit niet verder brengen en hoe doe je dat dan?” Na <strong>het</strong> eerstesucces van Computerwijk meldde trekster Wilma Borgt zich aan bij <strong>het</strong> Oranjefonds, “want ik hadeigenlijk geen benul van hoe zo’n organisatie er dan uit zou moeten zien.” Hun ‘groeicursus’ g<strong>in</strong>guit van een eenvoudige filosofie: “Kijk nou eens wat lokaal werkt en pik dat op en maak dat groter.Kies nou een aantal d<strong>in</strong>gen uit die gewoon bewezen werken en stop daar je energie <strong>in</strong>.” Vooral dewisselwerk<strong>in</strong>g met tw<strong>in</strong>tig lotgenoten was buitengewoon z<strong>in</strong>vol: “Dat is een heel hechte groepgeworden, die cont<strong>in</strong>u met elkaar uitwisselt: hoe doe jij dat nou?” Ze noemt zichzelf nu sociaalondernemer met 35 locaties <strong>in</strong> zes steden (www.conputerwijk.nl). “Het is gewoon ondernemerschap.Op een andere manier.”3.1.2 verb<strong>in</strong>dersNiet alleen bij maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven, maar ook bij beleids- en maatschappelijkeparticipatie is <strong>het</strong> opbloeien van burgerbetrokkenheid afhankelijk van deaanwezigheid van gerespecteerde verb<strong>in</strong>ders. Verb<strong>in</strong>ders zijn te vergelijken met‘tweetaligen’; ze kunnen zich bewegen <strong>in</strong> verschillende netwerken, kunnen debrug slaan tussen groepen burgers aan de ene en beleidsmakers of bestuurders aan


82 vertrouwen <strong>in</strong> burgersde andere kant. Ze kunnen er<strong>voor</strong> zorgen dat mensen bij de juiste personenterechtkomen, dat twee groepen met verschillende achtergronden en culturentoch samen kunnen werken en dat mensen <strong>voor</strong> wie ‘de overheid’ ver weg lijkt,‘via via’ een <strong>in</strong>gang hebben. Idealiter is er iemand <strong>in</strong> de groep zelf aanwezig die <strong>het</strong>contact met de beleidsmakers kan leggen. Als die persoon er niet is, kan een frontlijnwerkerde rol van verb<strong>in</strong>der vervullen. Hieronder bespreken we twee typenverb<strong>in</strong>ders: de <strong>in</strong>terne en externe verb<strong>in</strong>ders (zie ook Van Hulst et al. 2011).Interne verb<strong>in</strong>dersInterne verb<strong>in</strong>ders vervullen een belangrijke rol: ze zijn <strong>in</strong> staat effectief contact teonderhouden met zowel andere (groepen) burgers als beleidsmakers. Ze verdienendie positie <strong>in</strong> eigen kr<strong>in</strong>g door hun <strong>in</strong>zet, maar ook door hun kennis en verb<strong>in</strong>dendekwaliteiten. Het zijn vaak mensen die door opleid<strong>in</strong>g, werk of anderecontacten iets verder kunnen kijken dan de eigen kr<strong>in</strong>g. Of zoals een Friese burgemeester<strong>het</strong> kernachtig uitdrukte: “Als je <strong>in</strong> een dorp maar één of twee ‘pommeranten’[wrr: Fries <strong>voor</strong> prom<strong>in</strong>enten] hebt die een brief kunnen schrijven en zo,dan kan er heel veel.”“Nabuurschap is een fenomeen van over de hele wereld,” zegt Siegfried Woldhek. Hij speelt metzijn website www.nabuur.com <strong>in</strong> op <strong>het</strong> zelforganiserende vermogen van mensen. “Als 30 of 50 of100 mensen bij elkaar wonen en er is echt iets aan de hand, dan ontstaat er op een gegeven momenteen beweg<strong>in</strong>g waarbij een paar mensen zeggen: hier moeten we wat aan doen. Het woont nietlekker als er zo vlakbij echt iets misgaat en bovendien, <strong>het</strong> kan ons ook overkomen. Dan zegtiemand: vrijdagavond bij mij thuis, wie heeft z<strong>in</strong>? Dan komen er uit zo’n buurtje van vijftigmensen vijf of acht, wie maar tijd of gelegenheid of z<strong>in</strong> heeft. Dan zegt de een: ik zou wel willen,maar ik weet daar niets van. De tweede kan er ook niets mee, maar de derde zegt: ik heb een zwagerof ik ken iemand op mijn werk die daar mee bezig is. Langs die weg komt dan de kennis en ervar<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen die nodig is. Dus die buren zelf zijn niet de experts of geldschieters, maar ze mobiliserenwat nodig is aan kennis en contacten.”Verb<strong>in</strong>ders zijn vertrouwenspersonen <strong>in</strong> eigen omgev<strong>in</strong>g en de contactpersonenb<strong>in</strong>nen de overheidskolom onderkennen hun kwaliteiten. De kracht van LeoOlffers, vertelt wijkmanager van <strong>het</strong> Haagse Laakkwartier Marc Pr<strong>in</strong>s, is gelegen <strong>in</strong>zijn netwerkkwaliteiten: “In elke straat heeft hij een paar mensen zitten die zijnoren en ogen zijn en daardoor ook onze oren en ogen. Dat werkt heel goed.” DeRotterdamse wijkcoörd<strong>in</strong>ator Kees Flamel<strong>in</strong>g verhaalt van “een motortje” <strong>in</strong> zijnOud Charlois: galeriehoudster Jannie Hommes: “zij doet zo ontzettend veel <strong>voor</strong>en met kunstenaars, en met mensen uit de buurt.” Dat is ook zo’n dynamo. “Als jedie niet hebt, kan je wel allemaal projecten de wijk <strong>in</strong> jassen, maar dan gebeurt erniks.”


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes83Ook beleidsmakers op grotere afstand onderkennen de sleutelrol van de <strong>in</strong>terneverb<strong>in</strong>ders. Jacquel<strong>in</strong>e Tammenoms Bakker las als directeur-generaal b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong><strong>voor</strong>malige m<strong>in</strong>isterie van Verkeer en Waterstaat 400 verbeter<strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong>Schiphol. “Dat was buitengewoon z<strong>in</strong>vol,” zei ze. “De burger<strong>in</strong>breng bevattebelangrijke <strong>in</strong>houdelijke <strong>in</strong>formatie, maar meer nog dan dat: <strong>het</strong> was direct duidelijkwie er b<strong>in</strong>nen de groep echt gepassioneerd betrokken waren en als spreekbuisfungeerden <strong>voor</strong> ‘een achterban’.” Die mensen werden uitgenodigd <strong>voor</strong> <strong>het</strong>vervolgoverleg. Voormalig Greenpeace-directeur en GroenL<strong>in</strong>ks Kamerlid Liesbethvan Tongeren vertelde dat de politie de – bekende – verb<strong>in</strong>ders onder de activistenbij een actie niet <strong>in</strong> een (te) vroeg stadium van de kade plukt om overmatigeof onbedoelde escalatie <strong>in</strong> te perken.Externe verb<strong>in</strong>dersIn geval van afwezigheid van <strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>ders zijn externe verb<strong>in</strong>ders wenselijk.Zowel onze eerdere onderzoeken (wrr 2005; wrr 2009) als nu weer een grootaantal <strong>in</strong>terviews wijzen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van gerespecteerde frontlijnwerkers vanuitde gemeente, <strong>het</strong> welzijnswerk, de sport, de wooncorporaties, de politie en <strong>het</strong>onderwijs. Het gaat om wijkcoörd<strong>in</strong>atoren, opbouwwerkers, dorpswerkers,supporterscoörd<strong>in</strong>atoren, buurtconciërges, buurtagenten en bijzondere docenten.Meer en meer stellen gemeenten participatiemakelaars of wijkmanagers aan metals speciale taak om maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief op weg te helpen (Polstra en VanHouten 2010).Het zijn mensen die met naam en toenaam bekend zijn: <strong>in</strong> Schiemond is <strong>het</strong> wijkagentDirk, <strong>in</strong> Gouda participatieambtenaar John, <strong>in</strong> Bolsward milieuman Job, <strong>in</strong>Midden-Drenthe welzijnswerkster Albertje. Maar <strong>het</strong> zijn <strong>voor</strong>al herkenbaremensen. Elke boer heeft bij<strong>voor</strong>beeld twee of drie ‘erfbetreders’: vertrouwenspersonen,zoals de accountant of de veearts. Moeilijk bereikbare burgers behoevenook speciale tussenpersonen: senioren <strong>voor</strong> senioren, doven die de gebarentaalmachtig zijn, zwarte dochters die zwarte moeders kunnen bereiken.Externe verb<strong>in</strong>ders moeten geloofwaardig zijn aan twee kanten. Het gaat om‘kennen en gekend worden’. Bij thuiswedstrijden van ado Den Haag bij<strong>voor</strong>beeldstaat de politie, herkenbaar aan felgele jacks, tussen de supporters op de tribune.Een paar jaar geleden waren ze nog <strong>in</strong> burger en weer eerder was alleen de me, <strong>in</strong>vol tenue, duidelijk zichtbaar opgesteld. De huidige aanpak is veel m<strong>in</strong>derconfronterend. Agent Hans Ner<strong>in</strong>g Bögel, voetbalcoörd<strong>in</strong>ator b<strong>in</strong>nen PolitieHaaglanden: “Je kan ook nog eens zeggen: joh, doe dat nou niet.” De harde kernheeft vaak ook wat problemen buiten <strong>het</strong> stadion en dan helpt <strong>het</strong> soms als depolitie dichtbij is: “We kunnen ook wat <strong>voor</strong> ze doen.”De uitdag<strong>in</strong>g is <strong>voor</strong> verb<strong>in</strong>ders gelegen <strong>in</strong> ‘proximité’ – nabijheid – zoals eenwijkwerker <strong>het</strong> uitdrukte: veel aanwezig zijn en zo de brug vormen tussen


84 vertrouwen <strong>in</strong> burgersbewoners enerzijds en corporaties, scholen, gemeente anderzijds. Naast een fysiekwmo-loket heb je volgens wethouder Jant<strong>in</strong>e Kriens ook ‘een mobiel wmo-loket’nodig: “iemand die <strong>in</strong> de wijk zit, mensen opzoekt en begrijpt hoe die <strong>in</strong>formelenetwerken lopen.” “Niet weer een nieuw bureautje maken, maar zorgen dat je <strong>in</strong>de wijk bent”, zegt ook oud-wijkcoörd<strong>in</strong>ator Kees Flamel<strong>in</strong>g. “Het is altijd<strong>het</strong>zelfde verhaal: ga kijken, ga even bij die mensen langs. Het kost een kwartiertjeen je bent nog even buiten ook. Dat werkt. Dan heb je tevreden mensen.”Verb<strong>in</strong>ders zijn er <strong>in</strong> alle kleuren en maten. De Klimaatstraat <strong>in</strong> Bolsward heeftgemeenteambtenaar Peter die zorgt dat de buurtverenig<strong>in</strong>g een concreetaanspreekpunt heeft. Hij helpt bij <strong>het</strong> aanvragen van vergunn<strong>in</strong>gen, regelt ‘zaken’met de afdel<strong>in</strong>g Bouwzaken en Milieu. In de Tilburgse Kruidenbuurt ervarenmensen een groter gevoel van veiligheid, zegt <strong>voor</strong>malig wijkcoörd<strong>in</strong>ator WillemBongaarts. “Dat komt denk ik <strong>voor</strong>al doordat er een paar geweldige wijkagentenrondlopen.” Enige cont<strong>in</strong>uïteit is cruciaal, zegt ook Flamel<strong>in</strong>g: er wordt te snelgewisseld en goede mensen worden naar boven gezogen. Zijn antwoord op deS<strong>in</strong>terklaasvraag spreekt boekdelen: “Maak <strong>het</strong> straatwerk aantrekkelijk. Uitdagenderhoeft niet, dat is <strong>het</strong> vanzelf al, maar zorg dat <strong>het</strong> beneden belangrijk is. Datmensen daar ook kunnen blijven, als ze daar talent <strong>voor</strong> hebben. Slorp ze niet op<strong>in</strong> de papieren top.”Wat kunnen beleidsmakers en bestuurders van de maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen– veelal de thuisbasis van de externe verb<strong>in</strong>ders – doen? Weer zijn de <strong>voor</strong>maligewijkcoörd<strong>in</strong>atoren <strong>het</strong> – los van elkaar – eens: “Zorg er<strong>voor</strong> dat die mensen waarder<strong>in</strong>gkrijgen.” Ze waarschuwen: externe verb<strong>in</strong>ders ‘leven’ <strong>in</strong> twee werelden.Ze passen niet altijd goed b<strong>in</strong>nen hun thuisorganisatie, marcheren soms ookdwars door de porsele<strong>in</strong>kast en niet iedereen is daar blij mee. “Dat ongewone, datis <strong>het</strong> lastige natuurlijk. Werken <strong>in</strong> de wijk is omgaan met <strong>het</strong> ongewone. Zorger<strong>voor</strong> dat <strong>het</strong> <strong>in</strong> de organisatie is geborgd.” Onze zegslieden lachen. “Dus zet ookgewoon ongewone mensen <strong>in</strong> <strong>het</strong> management,” zegt de een. “Zorg <strong>voor</strong> bestuurdersdie dit soort rare snuiters blijven dekken, want alleen dan heb je de durf en deruimte om buiten begane paden te treden,” zegt de ander. Hij boft, ‘zijn’ wethouderkent zijn plaats b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> stadhuis: “Mijn rol is Willem vrij te houden.”B<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> gemeentelijk apparaat weten ze: met Willem moet je meewerken.3.1.3 ketens en netwerkenZelden is er sprake van één verb<strong>in</strong>der, maar is er een estafette van verb<strong>in</strong>ders die <strong>in</strong>een keten de afstand tussen burgers en beleidmakers (bij<strong>voor</strong>beeld tussen buurtbewoneren wethouder) overbruggen. In vrijwel alle praktijksituaties blijkenformele én <strong>in</strong>formele netwerken van groot belang. Een netwerk ontstaat opverschillende manieren. Bij toeval, omdat mensen elkaar tegenkomen <strong>in</strong> de buurt,rond een gezamenlijk belang of activiteit. Een netwerk kan ook bewust worden


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes85ontwikkeld, door gericht mensen met verschillende achtergronden of uit verschillendeorganisaties een gemeenschappelijke opdracht te geven.Het zijn vaak de maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die de hoofdrol vervullen bij denetwerkvorm<strong>in</strong>g. Wooncorporatie Ymere <strong>in</strong> Amsterdam bij<strong>voor</strong>beeld vormtketens van verb<strong>in</strong>ders om verschillende lagen (bewoners, vertegenwoordigers vanbewoners, medewerkers van de organisatie, team-/wijkmanagers en <strong>het</strong> hogeremanagement) met elkaar te verb<strong>in</strong>den. Het bestuur van Ymere heeft contact metmanagers, die weer <strong>in</strong> contact staan met buurtvertegenwoordigers, die op hunbeurt weer <strong>in</strong> contact staan met bewoners. Terwijl de managers een brug proberente slaan tussen hun bazen bij Ymere en de verschillende vertegenwoordigers vanbuurten, dienen de buurtvertegenwoordigers een brug te slaan tussen bewonersen de managers.In de kle<strong>in</strong>e Rotterdamse achterstandsbuurt Schiemond – m<strong>in</strong>der dan 5000 <strong>in</strong>woners, 80 nationaliteiten,<strong>in</strong> 2001 derde van onderen op de veiligheidslijst van Rotterdamse buurten (Directie VeiligheidGemeente Rotterdam 2010) – werd wooncorporatie Woonbron na een fusie ‘huisbaas’. Voormaligdirecteur Martien Kromwijk benoemde zes (!) buurtconciërges met de opdracht te zorgen<strong>voor</strong> ‘schoon, heel en veilig’. Er werd een buurtwacht opgericht die nog steeds actief is. BasisschoolDe Boog bouwde bij, een Cruyffveldje verrijkte <strong>het</strong> <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>genscala. De buurt heeft zichzelf bijde broekriem. Schiemond scoorde <strong>in</strong> 2009 een 8 op de veiligheids<strong>in</strong>dex en kreeg <strong>in</strong> 2010 <strong>het</strong> label‘veilig’ (Gemeente Rotterdam 2010). Het aantal buurtconciërges kon worden teruggebracht totvier. De corporatie werkt actief aan de wederzijdse verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Zo wordt eens per kwartaal eenbuurtlunch georganiseerd waar een dikke veertig <strong>in</strong>tern en extern betrokkenen met elkaar pratenover ‘hun’ buurt. Mensen van de school, de speeltu<strong>in</strong>, de buurtwacht praten met wijkagent Omar,buurtconciërges, welzijnswerkers, én met hun bazen.Goede verb<strong>in</strong>ders kennen de <strong>in</strong>formele netwerken: wie zijn hier trekkers, wievormen de belangrijke schakels tussen de verschillende groepen, wie kent praktisch‘iedereen’? Albertje Nienhuis, beter bekend als ‘de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> van de Drentsedorpen’: “Je moet weten hoe groepsprocessen werken, je moet weten hoe zo’nsamenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> elkaar zit. Je moet zorgen dat de hoogste baas <strong>in</strong> <strong>het</strong> dorp gedoogtdat jij daar aan <strong>het</strong> werk bent en dat je ook <strong>het</strong> middenkader meekrijgt. Dat die jegewoon steunt, want daar moet je <strong>het</strong> van hebben <strong>in</strong> de beweg<strong>in</strong>g, <strong>het</strong> middenkader.”Gea Luns<strong>in</strong>g, b<strong>in</strong>nen de gemeente Hoogeveen ambtelijk trekster van DeSmederijen, onderschrijft haar ervar<strong>in</strong>g: “Als je ergens <strong>in</strong> een werkgebied beg<strong>in</strong>t,ga je als gebiedsregisseur eerst praten met een aantal mensen van wie je weet: datzijn bewoners die verder kunnen kijken <strong>in</strong> de buurt. En dan ga je <strong>in</strong> gesprek: wiezouden daar nou nog meer kunnen organiseren, wie zou <strong>in</strong>teresse hebben om aande slag te gaan?”


86 vertrouwen <strong>in</strong> burgersCees de Wit, al veertig jaar de S<strong>in</strong>terklaas van Volendam en <strong>in</strong> zijn vrije tijd directeur van een grootseniorencentrum, gaf ons bijles: hoe functioneren netwerken b<strong>in</strong>nen een hechte gemeenschap van22.000 <strong>in</strong>woners? “Kennis is niet onbelangrijk <strong>in</strong> Volendam, maar kennissen zijn zeker zo belangrijk,”vertelt hij. In de hoofdstad van <strong>het</strong> vaderlandse netwerken zijn de lijnen kort en mensendirect. Het gaat dus om <strong>het</strong> v<strong>in</strong>den van een gepaste afstand. De Wit: “De directeur kan heel goedmet zijn jongste werknemer <strong>in</strong> de vakantie twee weken naar Spanje of naar <strong>het</strong> Gardameer, wanttoevallig zijn de vrouw van de jongste bediende en de vrouw van de directeur nichtjes of woondenvroeger bij elkaar <strong>in</strong> de straat.” Uit de pas lopen <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> van je eigen d<strong>in</strong>gen doen of uitbl<strong>in</strong>kenmag, zolang je maar respect hebt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> collectief, zegt De Wit, en dat wordt bevestigd doordirecteur Jaap Schilder van de Sticht<strong>in</strong>g Buurt- & Clubhuiswerk Volendam. De kracht van Volendamzit <strong>in</strong> de sterke gemeenschapsz<strong>in</strong>, legt hij uit, maar tegelijkertijd kunnen mensen iets nieuws<strong>in</strong>brengen dat <strong>het</strong> netwerk <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g kan brengen.Boven <strong>het</strong> netwerk van de gemeenschap vormen kopstukken een tweede netwerk; zoals corporatiedirecteurFred de Boer <strong>het</strong> uitdrukt: “Je ziet ook overal wel veel dezelfde spelers terugkomen <strong>in</strong>die verenig<strong>in</strong>gen en sticht<strong>in</strong>gen.” Dat heeft een sterk ons-kent-ons karakter met strakke, <strong>in</strong>formelespelregels. Die zijn wel sterk veranderd, constateert ondernemer en voetbal<strong>voor</strong>zitter Henk Kras:“De lokale politiek, de notaris, de pastoor, de veldwachter, de arts, de wethouder en de burgemeestermaakten de dienst uit <strong>in</strong> <strong>het</strong> dorp en alle anderen waren klootjesvolk, die durfden hun mondniet open te halen. Nu is <strong>het</strong> gewoon zo dat iedereen zijn mond openhaalt tegen iedereen en dat jenu niet meer zulke politiek kunt bedrijven als dertig, tw<strong>in</strong>tig jaar geleden.” Wil je dus wat betekenenb<strong>in</strong>nen de gemeenschap, moet je zo’n positie verdienen en je hebt bovendien een <strong>voor</strong>beeldfunctiewaarnaar je je moet gedragen.Onze gesprekken getuigden <strong>voor</strong>al van <strong>het</strong> belang van <strong>in</strong>formele netwerken die<strong>voor</strong>tbouwen op formele netwerken. Dan blijken veel ‘gewone burgers’ <strong>in</strong> <strong>het</strong>nadeel. Joke Sickmann, <strong>in</strong> Amersfoort de <strong>in</strong>itiatiefneemster van de Wagenwerkplaats,liet geen twijfel: “Als doorsnee burger zit je niet <strong>in</strong> dat netwerk, je kentgeen mensen, je weet niet hoe je er moet komen, je weet niet bij wie je moet zijn,je weet dat als je een vraag gaat stellen, je niet serieus genomen wordt.” LennartBooij kan zich daar kwaad over maken: “De gemiddelde burger is kansloos en datis heel erg fout. Kijk, jij en ik weten de weg, maar als je die niet kent en geen vriendenhebt op de juiste plaatsen, heb je geen schijn van kans. Dan word je zo afgeserveerd.”Met name ‘van boven’ moeten beleidsmakers en bestuurders bereid zijnhun hand uit te steken naar degenen die dat nodig hebben.Er zijn niet veel organisaties, scholen of andere groepen <strong>in</strong> Laak waar Fatima Bouhalhoul, hoofdvan de bibliotheken, niet van weet, en waarmee <strong>het</strong> haar niet lukt om gezamenlijk iets te organiseren.Ze organiseert activiteiten met ouderen, met k<strong>in</strong>deren, met Poolse vrouwen, en kreeg demannen van <strong>het</strong> Marokkaans vadercentrum zo ver dat ze <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van de week van de liefde,


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes 87een brief schreven aan hun vrouw of dochter. Maar haar contact met de centrale gemeente loopttoch vaak via Leo Olffers; hij kent de mensen en weet precies wie hij moet hebben. Ook met stadsdeeldirecteurMarc Pr<strong>in</strong>s werkt ze graag: “Als ik roep: ‘ik ga dit of dat doen’, dan zegt hij: ‘wijondersteunen je: zet <strong>het</strong> op papier, en daar komen we wel uit.’ Hij vertrouwt mij, want ik maakwaar wat ik zeg te gaan doen.” Fatima is omgekeerd ook een waardevolle verb<strong>in</strong>der <strong>voor</strong> Pr<strong>in</strong>s: viade avonden die zij organiseert, komt hij <strong>in</strong> contact met moeilijk bereikbare doelgroepen.De noodzaak van een helpende hand spitst zich toe bij maatschappelijke participatie:aan de frontlijn wordt een een-op-eenverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g gelegd en de eerste verb<strong>in</strong>der(vaak burgers, soms frontlijnwerkers) moet dan kunnen terugvallen op eentweede lijn van professionals die zo nodig weer kunnen doorverb<strong>in</strong>den met meergespecialiseerde achtervang. Je moet, zegt de Rotterdamse filosoof Henk Oosterl<strong>in</strong>g,“zowel op <strong>het</strong> organisatorische als op <strong>het</strong> werkniveau <strong>voor</strong>tdurend netwerkenopentrekken en verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen maken. Mensen vallen dwars door hun kapotgetrokken netwerk heen vaak te pletter op de werkelijkheid, dus om die netwerkente herstellen en van vangnetten trampol<strong>in</strong>es te maken moet je zoeken naarhun positieve motivatie: waar zijn ze <strong>in</strong> geïnteresseerd?” Hij noemt een <strong>voor</strong>beeld:“Een Congolese vrouw had goed contact met de vrouw die taalles gaf. Dat is<strong>het</strong> contact waar je dan op moet gaan zitten.”Oosterl<strong>in</strong>g onderscheidt nog een derde, strategisch niveau: dat van de bestuurdersen beleidsmakers die met elkaar moeten overeenkomen dat hun frontlijn zo magwerken. Alleen met die duidelijkheid en de zekerheid van rugdekk<strong>in</strong>g kunnen devlechtwerkers aan de frontlijn ontkokerd met elkaar praten over hun cliënten, hun<strong>in</strong>formele netwerken <strong>in</strong> kaart brengen en <strong>in</strong>tegraal handelen. Dat vraagt op alledrie niveaus om een wil tot samenwerken ten behoeve van <strong>het</strong> gedeelde, goededoel.Ook onl<strong>in</strong>e-<strong>in</strong>itiatieven w<strong>in</strong>nen aan kracht door zich met andere projecten teverb<strong>in</strong>den. BuurtBuzz is een succesvolle buurtwebsite <strong>in</strong> Gouda gericht op <strong>het</strong>versterken van de onderl<strong>in</strong>ge relaties tussen buren. Daar<strong>voor</strong> worden bewustverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen gelegd met de offl<strong>in</strong>everb<strong>in</strong>ders zoals wijkagenten, die BuurtBuzzkunnen gebruiken <strong>voor</strong> urgente oproepen. De Verbeterdebuurt-applicatie werd<strong>in</strong>gebed <strong>in</strong> de BuurtBuzz-applicatie, zodat bewoners direct op de kaart van huneigen buurt kunnen aangeven wat er naar hun men<strong>in</strong>g kan worden verbeterd. Degemeente Amsterdam lanceerde samen met een architectenbureau via L<strong>in</strong>kedIn deBraakliggende Terre<strong>in</strong>en Kaart waarop burgers en beleidsmakers ideeën <strong>in</strong>brengen<strong>voor</strong> een passende, veelal tijdelijke <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. De eerste moestu<strong>in</strong>en en speelplekken(met bamboebos) zijn <strong>in</strong>middels <strong>in</strong>gericht en dit goede <strong>voor</strong>beeld doet eldersgoed volgen. 1


88 vertrouwen <strong>in</strong> burgers3.2 respect <strong>voor</strong> burgersEen ervaren procesbegeleidster constateerde <strong>het</strong> met pijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> hart: “De algemenerolopvatt<strong>in</strong>g is toch nog steeds dat bestuurders weten wat ze willen, ambtenarenover alle kennis beschikken en burgers <strong>voor</strong>al denken vanuit hun eigenbelang”(Projectdirectie Sneller & Beter 2010: 42). Zonder respect <strong>voor</strong> burgers magje geen werkelijke betrokkenheid verwachten. Ons veldwerk is daarom een bronvan <strong>in</strong>spiratie <strong>voor</strong> een zorgvuldig proces: beleidsmakers kunnen betrokkenheidondersteunen door burgers serieus te nemen, door zorg te dragen <strong>voor</strong> een <strong>voor</strong>tdurende<strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g, en door <strong>het</strong> waarborgen van een scherpe focus:wat kan wel en wat kan niet.3.2.1 serieus nemenIn bijna alle <strong>in</strong>terviews hoorden we <strong>het</strong> terug: mensen willen serieus wordengenomen. In ons veldwerk richtte de kritiek zich op de procedures <strong>voor</strong> de formelebeleidsparticipatie. Er wordt slecht geluisterd, er wordt niet gereageerd, mensenhebben <strong>het</strong> gevoel dat er over hun hoofd heen d<strong>in</strong>gen worden besloten zonder datze daarover zijn geïnformeerd. Mensen begrijpen meestal wel dat ze hun z<strong>in</strong> nietkunnen krijgen, als hun argumenten maar wel meegenomen zijn <strong>in</strong> de besluitvorm<strong>in</strong>g.Eigenlijk is <strong>het</strong> een kwestie van fatsoen zei een ambtenaar: “Je kunt honderdkeer ‘nee’ krijgen als je iets vraagt aan de overheid, maar dat moet wel een beargumenteerd‘nee’ zijn.”Aan dat fatsoen schort <strong>het</strong> vaak. Burgers getroosten zich bij<strong>voor</strong>beeld grote<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen, maar voelen zich vervolgens ‘gepiepeld’: “Als je dan met de politicig<strong>in</strong>g praten, merkte je dat sommigen eigenlijk niet goed wisten waar <strong>het</strong> overg<strong>in</strong>g.” Trekkers zijn soms beter op de hoogte van de wettelijke procedures dan debeleidsmakers zelf, of blijken vele malen capabeler en mondiger: “Ze vegen devloer aan met die gemeenteraadsleden.” Ze halen <strong>in</strong>formatie naar boven die niet tev<strong>in</strong>den is <strong>in</strong> ‘officiële’ <strong>rapport</strong>en: raadplegen <strong>in</strong>ternet, zoeken contact met expertsen ervar<strong>in</strong>gsdeskundigen, brengen vele uren door met <strong>het</strong> bestuderen van dedossiers.“Het eerste jaar was heel moeilijk, want je hebt helemaal geen geld natuurlijk. En je vraagt je af hoedat allemaal zomaar kon gebeuren. Ik heb heel wat uren doorgebracht <strong>in</strong> de leeskamer van de deelraadom dat uit te zoeken. De allereerste aanvragen <strong>voor</strong> die bouwvergunn<strong>in</strong>g, en wanneer dat wasgeweest. De Wet op ruimtelijke orden<strong>in</strong>g werd net veranderd, maar de allereerste aanvraag <strong>voor</strong>die verbouw<strong>in</strong>g en de toestemm<strong>in</strong>g daar<strong>voor</strong> was van <strong>voor</strong> die tijd. Ik heb nog een kle<strong>in</strong>e cursusgedaan om daar een beetje <strong>in</strong> thuis te geraken. Daar heb ik best nog wel wat aan gehad, want <strong>het</strong>bleek dat de deelgemeente een fout had gemaakt, en de vergunn<strong>in</strong>g had verleend op basis van denieuwe wet.”


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes89Het is dan best <strong>in</strong>gewikkeld om positief te blijven, zoals Corry Keller ondervondtijdens haar protest tegen <strong>het</strong> volbouwen van <strong>het</strong> voetbalveldje <strong>voor</strong> de school <strong>in</strong>Watergraafsmeer. De advocaat die haar actiecomité ondersteunde, zag hoe zij zichtien jaar lang <strong>in</strong>spande om constructief mee te denken over de huisvest<strong>in</strong>g van debuurtscholen: “Zij was bij uitstek iemand die zei: ‘Ik ben niet alleen maar tegen.’Zij wees ook op andere mogelijkheden en liet zien dat zij er op heel serieuze wijze<strong>in</strong>zat. Dan wil je serieus genomen worden.” Op onze vraag wat beleidsmakersbeter kunnen doen, antwoordde ze: “Beter luisteren. Eerst de burgers <strong>in</strong>formerenover de plannen – wat ga je doen? – en dan luisteren.” En – <strong>voor</strong>al – brieven beantwoorden:“We hebben die maanden best veel vragen gesteld, en dan zeiden ze‘over zes weken krijgt u antwoord’. Maar ik kreeg nooit antwoord.” Haar echtgenootvulde aan: “Ook de advocaat niet.”Nemen beleidsmakers burgers echter serieus, dan verdienen de <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genrondom burgerbetrokkenheid zich terug, zeggen velen. Bij ‘moeilijke’ projecten– de bouw van hostels <strong>voor</strong> dak- en thuislozen, grootschalige renovatie, wegaanleg– bij<strong>voor</strong>beeld door m<strong>in</strong>der bezwaren. Een adviseur: “Het aardige was dat ertot op de dag van vandaag, dat is anderhalf jaar later, niemand nog een protestheeft <strong>in</strong>gediend. Ze werken er aan mee, nergens een onvertogen woord, omdat zeer bij betrokken zijn. En de gemeente zegt nu dat wat <strong>het</strong> gekost heeft om <strong>het</strong> op tezetten, zich waarschijnlijk hier<strong>in</strong> al heeft terugverdiend.” En <strong>het</strong> is goed <strong>voor</strong> <strong>het</strong>imago, <strong>voor</strong> politici een reden waarom <strong>het</strong> “per def<strong>in</strong>itie een succes is geweest”.Velen vertelden: burgerbetrokkenheid vergroot <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> beleid. Hetproces kent bovendien een leereffect: de uit<strong>in</strong>gen van ongenoegen bieden <strong>in</strong>zicht<strong>in</strong> wat mensen echt belangrijk v<strong>in</strong>den, <strong>in</strong> de werkelijke redenen achter weerstanden verzet. En soms levert <strong>het</strong> positieve ideeën en oploss<strong>in</strong>gen op. “Probeer mee tebewegen op punten die mensen belangrijk v<strong>in</strong>den en ze bewegen met jou mee,”leerden ook andere beleidsmakers.“Je moet <strong>het</strong> paaltje kennen,” zei oud-wethouder, nu pvda-<strong>voor</strong>zitter Hans Spekman. Hij ‘plaatste’<strong>in</strong> Utrecht acht hostels <strong>voor</strong> verslaafden, zonder bezwaren en beroep. In andere steden werdengebouwen – letterlijk – afgefakkeld toen de autoriteiten de aanstaande bestemm<strong>in</strong>g als hostelaankondigden. Wat is dat dan met dat paaltje? vroegen we. Hij legde uit. De Utrechtse prostitutieis geconcentreerd op woonboten <strong>in</strong> een kanaal. De omwonenden hadden niet veel problemen methun vrijgevestigde buurtgenotes, maar wel met de nachtelijke overlast van hun toeterende bezoekersop de overbelaste kade. Als er nu een paaltje zou staan zodat de auto’s niet door hun buurtkonden rijden, hadden ze bedacht, zou <strong>het</strong> verkeer m<strong>in</strong>der luidruchtig worden afgewikkeld. Degemeente had meerdere malen <strong>in</strong>gestemd, maar nooit gehandeld. Dus toen de nieuwe wethouderzich aanmeldde met zijn verzoek tot plaats<strong>in</strong>g van een hostel, zeiden de buurtbewoners: “echtniet”. Spekman stopte de vergader<strong>in</strong>g en zei: “Ik ga dat paaltje daar regelen <strong>voor</strong> jullie en pas dankom ik terug om over <strong>het</strong> hostel te praten.” De reactie was <strong>voor</strong>spelbaar: “eerst zien en dan gelo-


90 vertrouwen <strong>in</strong> burgersven. Het bleek een hele klus – politie, brandweer – maar uite<strong>in</strong>delijk was <strong>het</strong> er dan toch. Toen hijzich weer meldde, zeiden de bewoners “Zet dat d<strong>in</strong>g maar neer.”3.2.2 <strong>voor</strong>tdurende <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>gIn <strong>het</strong> veldwerk werd <strong>voor</strong>tdurend <strong>het</strong> belang van <strong>in</strong>formatie benadrukt: goede<strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g is een <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid. Ook als er‘geen nieuws’ is, moeten burgers op de hoogte worden gehouden; wat GeaLuns<strong>in</strong>g van de Smederijen <strong>in</strong> Hoogeveen ‘<strong>het</strong> niet laten vallen van stiltes’ noemt.Een maandelijks bericht van de wijkagent, bij<strong>voor</strong>beeld over recente <strong>in</strong>cidenten,geeft de vrijwilligers <strong>in</strong> een buurtwacht ook <strong>het</strong> gevoel te worden vertrouwd enhoudt de buurtgenoten waakzaam <strong>in</strong> hun gezamenlijk preventie-<strong>in</strong>itiatief.Wanneer mensen <strong>in</strong>zicht krijgen <strong>in</strong> de mogelijkheden en onmogelijkheden waar<strong>voor</strong>beleidsmakers zich zien gesteld, blijven zelfs <strong>in</strong> gevoelige situaties zoals rondSchiphol slechts we<strong>in</strong>igen onredelijk.Informatie moet aansluiten bij de leefwereld van doelgroepen. Beleidsmakers makendus gebruik van – en ‘concurreren’ soms met – de lokale media. De ‘sufferdjes’en de nog bestaande regionale bladen en omroepen vervullen een verrassend groterol. In Amsterdamse gesprekken werd veelvuldig verwezen naar Het Parool en at5,<strong>in</strong> Den Haag naar de Haagsche Courant (Verhoeven 2009), <strong>in</strong> Friesland naar deLeeuwarder Courant en Omrop Fryslân, <strong>in</strong> Rotterdam naar Radio Rijmond, en <strong>in</strong>Volendam natuurlijk naar <strong>het</strong> lokale blad nivo. Dorpsverenig<strong>in</strong>gen leerden dat <strong>het</strong>uitbetaalt om alle <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de eigen gemeenschap via eenenkel kanaal te geleiden. Buurtwebsites bloeien op vele plaatsen en als klap op devuurpijl bleek uit onderzoek <strong>in</strong> Amersfoort dat <strong>het</strong> lezen van huis-aan-huisbladenweliswaar afneemt, maar dat dit daar nog steeds de belangrijkste <strong>in</strong>formatiebron is.De gemeentelijke trekkers van de campagne ‘Drachten wil je meemaken’ werden blij verrast: “Totonze stomme verbaz<strong>in</strong>g zagen we dat de <strong>in</strong>ternetsite een soort social medium werd. Honderdenmensen deelden van alles wat er gebeurde <strong>in</strong> deze gemeente met elkaar. En wat ze daarvan vonden,of <strong>het</strong> nu positief of negatief was.” Ze vullen ook zelf de evenementenkalender: “Hebben we geenomkijken naar. Gaat als een tierelier.” Op <strong>het</strong> platform vormden zich ook groepen over de – eenpaar maal mislukte – reconstructie van een park. “Toen riep iemand: ‘<strong>het</strong> zou eigenlijk een evenementenparkmoeten worden, zouden we niet eens kunnen peilen of mensen dat willen? En of demensen die eromheen wonen, dat goed v<strong>in</strong>den?’ Dat hebben we gedaan. Ja, dus.” Een ander <strong>voor</strong>beeld:“Als er iemand rond Oud en Nieuw roept: ‘er liggen hier weer stapels kerstbomen’, is dat eensoort meld<strong>in</strong>g. Een telefoontje naar Wijkbeheer: hebben jullie ‘em al gehad? Nee? Nou, graagerheen. En dat zie je dus tot je stomme verbaz<strong>in</strong>g terug: ‘de gemeente heeft snel gereageerd.’ Datzeggen mensen dan ook even op deze manier, vertellen ze de wereld. Dat is natuurlijk prettig.”


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes91Doelgroepen zijn zelden homogeen en dat stelt bijzondere eisen aan de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g.Bij participatietrajecten zoals rond de n340 bleek een vertaalslagnodig: “Het moet allemaal korter, duidelijker en ook <strong>in</strong> een hele andere taal. Datkost veel moeite, daar steek je heel veel tijd <strong>in</strong>.” Om een brede groep te bereikenzijn bovendien meerdere kanalen nodig. Zo werd er bij <strong>het</strong> bouwen van een wijk<strong>in</strong> Small<strong>in</strong>gerland gekozen om dat én via de website te doen én via traditionele<strong>in</strong>spraakavonden en plaatselijke kranten.Goede <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g betekent tweericht<strong>in</strong>gsverkeer: niet alleen <strong>in</strong>formatiegeven, maar die ook verwelkomen. Er is op dat terre<strong>in</strong> een heel vocabulaireontstaan. De aloude waterput en <strong>het</strong> leugenbankje waar mensen <strong>in</strong>formatieuitwisselden, kregen gezelschap van de 4 k’s van de lokale partijen en <strong>het</strong> schoolhekwaar de bewoners van <strong>het</strong> Drentse Wijster ‘gonzen’. Het zijn de plekken waarje kan horen hoe <strong>het</strong> echt b<strong>in</strong>nen een gemeenschap gaat. Beleidsmakers hebbenop dit terre<strong>in</strong> nog een lange weg te gaan, zeggen diverse gesprekspartners, zekerals <strong>het</strong> gaat om de <strong>in</strong>zet van ict. Zij wijzen bij<strong>voor</strong>beeld op de mogelijkheden vancrowd sourc<strong>in</strong>g: <strong>het</strong> <strong>voor</strong>leggen van een vraag aan een breed publiek. Door middelvan de hashtag durftevragen krijgen mensen via Twitter uit de meest onverwachtehoek antwoord op hun vragen. Nabuur weet mensen wereldwijd te verb<strong>in</strong>den bij<strong>het</strong> oplossen van praktijkproblemen.Het televisieprogramma tros Radar beschikt over een e-panel waaraan 125.000 mensen meewerken.Die zijn verrassend actief: “Als we een vraag <strong>voor</strong>leggen, reageert zo’n 60 tot 80 procent,”vertelt presentatrice en beheerder Anto<strong>in</strong>ette Hertsenberg. De resultaten zijn soms bijzonder. Deredactie kreeg klachten van eigenaars van een bepaald type auto: <strong>het</strong> l<strong>in</strong>kerachterraam “klapte naarbeneden”, met telkens een paar honderd euro schade. Een beroep op <strong>het</strong> panel leverde een grootaantal dezelfde klachten bij auto’s van twee bouwjaren. Technisch onderzoek wees uit dat eenmetalen onderdeel was vervangen door een van plastic. Hiermee geconfronteerd vergoedde deimporteur alle schade, ook met terugwerkende kracht.Nog m<strong>in</strong>der op <strong>het</strong> netvlies van beleidsmakers staan de mogelijkheden van seriousgam<strong>in</strong>g, vaak simpele games die een aanzet kunnen geven <strong>voor</strong> <strong>het</strong> activeren van(groepen) burgers. In Utrecht is bij<strong>voor</strong>beeld een game ontwikkeld die mensenmet diabetes <strong>in</strong>formeert over juiste eetgewoonten (Agis Diabetesdagboek op uwmobiel). World without oil is een simulatiespel waar<strong>in</strong> verschillende scenario’s<strong>voor</strong> gedrag <strong>in</strong> een olie-loze wereld zijn uitgewerkt. Hoewel velen dit beschouwenals <strong>het</strong> dome<strong>in</strong> van jongeren, blijken <strong>in</strong> de praktijk ook senioren gevoelig <strong>voor</strong> <strong>het</strong>spelelement. Ook de politie onderzoekt hoe de eigen opleid<strong>in</strong>g langs deze <strong>in</strong>teractieveweg kan worden verbeterd. Op <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van beleidsparticipatie wordt<strong>in</strong>middels naar Braziliaans <strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> een aantal gemeenten geëxperimenteerdmet de Oasis Game, die bewoners en frontlijnwerkers op een laagdrempelige enspeelse manier betrekt bij <strong>het</strong> vormgeven aan hun gedroomde leefomgev<strong>in</strong>g.


92 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe gemeente Amsterdam organiseerde samen met Hackdeoverheid AppsforAmsterdam. Hierbijwerden data beschikbaar gesteld en tegelijkertijd een wedstrijd georganiseerd <strong>voor</strong> de beste applicatieop basis van deze data. De w<strong>in</strong>naar was de energielabel app (http://energielabelapp.nl/). Opbasis van data van Agentschap NL over energielabels van huizen <strong>in</strong> Amsterdam kun je zien welkenergielabel je eigen huis heeft en hoe dat zich verhoudt tot <strong>het</strong> gemiddelde <strong>in</strong> de wijk. Tegelijkertijdwordt er <strong>in</strong>formatie over subsidieregel<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> energiebespar<strong>in</strong>g gegeven. De publieksprijsg<strong>in</strong>g echter naar Hoge Nood, die <strong>het</strong> dichtstbijzijnde openbaar toilet laat zien. 2Tegelijk staan beleidsmakers onder toenemende druk, omdat burgers hun <strong>in</strong>formatieniet vertrouwen of onvoldoende v<strong>in</strong>den en daarom hun eigen ict-systemenopzetten. Eerder noemden we al Geluidsnet, maar ook www.watstemtmijnraad.nl, een website die <strong>het</strong> stemgedrag van gemeenteraden bijhoudt, en www.politix.nl,die <strong>het</strong>zelfde deed <strong>voor</strong> <strong>het</strong> stemgedrag van de Tweede Kamer, werden doorburgers gestart, omdat zij de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g van de overheid onvoldoendevonden. De S<strong>in</strong>terklaasvraag van veel gesprekspartners uit de ict-hoek richt zichdaarom op open data. Als zij één wens mochten doen, dan zouden zij veel meeroverheidsdata – m<strong>in</strong>imaal 51 procent van de databestanden per m<strong>in</strong>isterie zoalséén van hen zei – openbaar gemaakt willen zien. Het gaat daarbij niet alleen omde toegankelijkheid van <strong>in</strong>formatie, maar ook om <strong>het</strong> op een gestandaardiseerdemanier aanbieden van die data, waardoor deze gemakkelijk door software kanworden gelezen. Nederlandse beleidsmakers zijn tot nu toe zeer terughoudend opdit gebied, maar de ervar<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> de Verenigde Staten en <strong>het</strong> Verenigd Kon<strong>in</strong>krijkis opgedaan met respectievelijk data.gov en data.gov.uk, duidt op grote mogelijkheden<strong>voor</strong> nieuwe vormen van actieve burgerbetrokkenheid.Veelvuldig onderschat is de terugkoppel<strong>in</strong>g van resultaten. Betrokkenen hebbenvaak geen idee wat er wordt gedaan met de discussie en hun <strong>in</strong>breng daar<strong>in</strong>. Zeverwachten misschien te veel en raken dan teleurgesteld. Ervaren frontlijnwerkersdreunen <strong>het</strong> er<strong>in</strong>: betrokkenheid mag niet verdwijnen <strong>in</strong> een zwart gat. Als jemensen eenmaal betrokken hebt, moet er met die betrokkenheid ook ‘iets gebeuren’.Carl Lens van Verbeterdebuurt spoort gemeenten aan om altijd te latenweten wat zij hebben gedaan met de meld<strong>in</strong>gen. Ook bij Burgernet wordt eenmeld<strong>in</strong>g alleen afgesloten wanneer de deelnemers een afloopbericht hebbengehad, al was <strong>het</strong> maar ‘we hebben met 358 deelnemers uitgekeken, maar de <strong>in</strong>brekerniet getroffen’.Een goede <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g is van levensbelang <strong>voor</strong> externe verb<strong>in</strong>dersdie door burgers immers als ‘aanspeelpunt’ van hun organisaties worden gezien.Het niet kunnen antwoorden op vragen over vertrag<strong>in</strong>gen ondermijnt bij<strong>voor</strong>beeldde positie van spoorwegpersoneel: wat heb je nu aan die figuren? Als zeweten wat er aan de hand is, biedt dat de frontlijnwerkers zelfvertrouwen,


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes93zeggen zowel politiemensen als zorgverleners: “Je stapt al heel anders bij iemandb<strong>in</strong>nen.” Speciaal bij maatschappelijke participatie, met de kwetsbare netwerkenrond geïsoleerde burgers, moeten de onderl<strong>in</strong>ge communicatielijnen kort zijn:“Je moet zorgen dat je de ruimte hebt om <strong>het</strong> even met elkaar snel te kunnenregelen.”Jos de Blok, de oprichter van Buurtzorg, gaf een <strong>voor</strong>beeld: “De wijkverpleegkundigen hebbenallemaal een-tweetjes met de huisartsen. Als ’s avonds de wijkverpleegkundige is geweest, danstuurt ie even een sms’je naar de huisarts van: de pijn was wel redelijk op orde, en geen bijzondered<strong>in</strong>gen. De volgende dag gaat de huisarts er naar toe en die doet <strong>het</strong>zelfde. Dus er ontstaan allemaalkle<strong>in</strong>e verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>kjes tussen mensen die iets <strong>voor</strong> cliënten betekenen: dat ze snel effe dit op dezemanier regelen. Gaat een hoop via <strong>in</strong>ternet.” Dat gaat dus niet naar een hoofdkantoor met een<strong>rapport</strong> en dan terug? “Nee, nee, dat moet je allemaal doen <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebied zelf.” En <strong>het</strong> werkt:“Cliënten geven ons <strong>het</strong> hoogste tevredenheidscijfer, we hebben de hoogste medewerkertevredenheiden we hebben de laagste kosten.”3.2.3 focusBurgerbetrokkenheid is gebaat bij een scherpe focus: veel d<strong>in</strong>gen niet doen enwat je wel doet, heel goed doen. Het is ‘gaan of thuis blijven’: ga je er<strong>voor</strong>, danmoet je bouwen op een concrete motivatie, op een concreet onderwerp, en opconcrete kaders: wie heeft op welk moment welke beïnvloed<strong>in</strong>gsmogelijkheden?Gerard van Weerd, ambtenaar van de prov<strong>in</strong>cie Overijssel en begeleider van de consultatiegroepenrondom de aanleg van de n340, beschrijft de <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met burgers:“Er moet sprake zijn van een gemeenschappelijk probleem, er moet ruimte zijn <strong>voor</strong> resultaten,en politiek en ambtelijk moet je <strong>het</strong> echt willen. Als je <strong>het</strong> <strong>voor</strong> de schijn doet, val je b<strong>in</strong>nen dekortste keren door de mand. Je moet ook helder afbakenen: waar gaat <strong>het</strong> over, welke rol hebben wijen welke rol hebben de mensen <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebied en <strong>in</strong> de consultatiegroep? En je komt er niet zonderdat je enige kennis hebt over hoe je omgaat met groepen, hoe je ze erbij betrekt. Dat kost <strong>in</strong>zet,capaciteit en geld.”Concreet onderwerpHet belang van een concreet onderwerp geldt zowel <strong>in</strong>tern, b<strong>in</strong>nen de eigenorganisatie, als extern, <strong>in</strong> de wisselwerk<strong>in</strong>g met burgers. Het lukte bij<strong>voor</strong>beeldburgemeester Guus Swillens van Wijk bij Duurstede <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie niet omde gemeentelijke organisatie te kantelen naar een nieuwe manier van werkenwaarbij burgers meer centraal kwamen te staan. Pas toen hij twee onderwerpenkoos – hangjongeren en een nieuw te bouwen wijk – slaagde de nieuwe aanpak.


94 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe gemeente wilde een groene gemeente worden en tegelijkertijd burgers meer bij <strong>het</strong> beleidbetrekken. De wooncorporatie wilde een aantal won<strong>in</strong>gen op den duur renoveren om ze energiezu<strong>in</strong>igerte maken. De hier! klimaatcampagne, een <strong>in</strong>itiatief van dertig ngo’s, richtte zich op energiebespar<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g. Een ambtenaar zag de kans en legde de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen.De campagne begon met <strong>het</strong> uitdelen van groene truien, opdat mensen hun thermostaat eengraadje lager zouden zetten. Mensen raakten nieuwsgierig en g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> actie, begeleid vanuit dedrie ‘moeders’. Nu is de tevredenheid groot: twee Bolswardse straten zijn <strong>in</strong>middels om de beurtuitgeroepen tot Klimaatstraat van Friesland.Beleidsmakers moeten burgers niet overvragen: te moeilijke vragen en een tegroot tijdsbeslag werken contraproductief. In complexe situaties is <strong>het</strong> somsverstandig te kiezen <strong>voor</strong> een thematische benader<strong>in</strong>g waarbij burgers wordtgevraagd om <strong>in</strong>breng op deelterre<strong>in</strong>en. Oud-m<strong>in</strong>ister Hans Alders experimenteerdebij<strong>voor</strong>beeld als <strong>voor</strong>zitter van <strong>het</strong> Schipholoverleg met een hoofdtafelmet ‘besluitvormers’, die werd gevoed vanuit thematische overlegtafels waaronder andere bewoners hun <strong>in</strong>breng konden leveren. Dergelijke kle<strong>in</strong>e ‘overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen’op deelgebieden kunnen bijdragen aan een serieuze cultuuromslag:burgers, frontlijnwerkers maar ook bestuurders en beleidsmakers krijgen desmaak te pakken, omdat de <strong>in</strong>breng als waardevol wordt ervaren.Bij een concreet onderwerp past ook een concrete en directe vraag. Op dit puntkunnen de veelal afwachtende beleidsmakers bijleren van de trekkers van maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven. Steeds weer blijkt dat de meeste mensen pas actiefworden als vrijwilliger als zij daar <strong>voor</strong> zijn gevraagd. Ze krijgen een uitnodig<strong>in</strong>g<strong>voor</strong> een bijeenkomst of een virtuele activiteit die hen aanspreekt, waarna zezichzelf <strong>in</strong> de etalage zetten. Elders worden vrijwilligers ‘aangewezen’ of, zoals<strong>in</strong> Volendam, ‘gewoon benaderd’ <strong>voor</strong> een bestuursfunctie: “En de eerste de bestezei: dat doe ik, dat v<strong>in</strong>d ik leuk.”Wanneer beleidsmakers of <strong>in</strong>itiatiefnemers een beroep doen op specifieke deskundigheid,steken soms verrassend veel vrijwilligers hun hand op. Buurtbemiddel<strong>in</strong>gAmsterdam heeft al jaren meer vrijwilligers dan ze kunnen plaatsen. In deOverijsselse gemeente Losser werkte een uit tien vrijwilligers bestaande denktank‘bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen’ een halfjaar lang, een avond per week pro deo aan een advies<strong>rapport</strong>.De ambtenaren waren volgens griffier Ben Pikula eerst sceptisch enafwachtend, maar dat werd snel beter. “‘Nou mag ik mijn deskundigheid e<strong>in</strong>delijkmet mensen delen!’ zei een collega” (Actieprogramma Lokaal Bestuur 2010b:20-23).


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes95“De <strong>in</strong>itiatiefgroep belde huis aan huis aan: hier heb je een ideeënformulier en over een week komik <strong>het</strong> weer ophalen. Dat werkt als een tre<strong>in</strong>, want na een week belden ze <strong>in</strong>derdaad weer aan: ‘Ikkom <strong>het</strong> formulier ophalen.’ ‘Ja, maar ik heb <strong>het</strong> nog niet <strong>in</strong>gevuld.’ ‘Hier heb je een nieuwe en overdrie dagen kom ik weer terug.’ En over drie dagen, dan wisten ze wel, over drie dagen komt ie echtterug – laat ik maar wat <strong>in</strong>vullen! Op die manier worden die mensen actief.”Concreet betekent ook simpel. Vooral een lage <strong>in</strong>stap is cruciaal: om op <strong>in</strong>terneteen community te bouwen moet de eerste drempel zo laag mogelijk zijn. Ookoffl<strong>in</strong>e zagen we de lage <strong>in</strong>stapdrempel terug. roc-leerl<strong>in</strong>gen leren senioren metcomputers omgaan. Als eerste kennismak<strong>in</strong>g laten ze hen eerst een uur patiencen,dat v<strong>in</strong>den ze zo leuk dat ze daarna openstaan om ook andere computervaardighedente leren. Je moet mensen verleiden met een ‘korte klap’, leerden ze ook <strong>in</strong>Hoogeveen: iets doen waardoor ze meteen merken: hé, ‘ze’ zijn serieus. Kle<strong>in</strong>edorpen liggen te ver van ziekenhuizen en hartproblemen kunnen dan fataal zijn.Als je nu defibrillatoren beschikbaar stelt <strong>in</strong> de dorpen die door vrijwilligersbediend kunnen worden, snappen mensen dat. En als je ze dan anderhalf jaar latervraagt mee te denken over een dorpsvisie, haken ze aan.Bob Overbeeke van Oxfam-Novib: “Bij elke actie proberen we een zo laag mogelijke <strong>in</strong>steek tehebben. Iedereen kan meedoen, ook al ben je nog zo passief. Vaak is de neig<strong>in</strong>g om te actieveopdrachten te geven. Dat word je meegegeven door de kritiek <strong>in</strong> de organisatie zelf. Als je eencampagne neerzet waarbij mensen bijna niks hoeven te doen, dan wordt gezegd: ‘Ja, maar wat isdie handteken<strong>in</strong>g of die deelname dan waard?’ Maar op <strong>in</strong>ternet werkt <strong>het</strong> gewoon zo dat je eerstgaat <strong>voor</strong> de massa en dat je uit die massa mensen filtert die meer <strong>voor</strong> je willen gaan doen. En dushebben wij ook echt gekozen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> laagst mogelijke <strong>in</strong>stapmoment, namelijk passief enterta<strong>in</strong>ment.”Ervar<strong>in</strong>gsdeskundige burgers geven advies. Alsjeblieft geen dikke procedures enmoeilijke woorden: “Als de gemeente en de won<strong>in</strong>gsticht<strong>in</strong>g contact proberen tekrijgen, dan willen ze dat vaak doen door moeilijke papieren op te sturen metwoorden waarvan mensen zoiets hebben van: <strong>het</strong> zal wel geld kosten, ik doe erniet aan mee. En die deponeren dat gelijk <strong>in</strong> de conta<strong>in</strong>er.” Ook niet meteenvragen om een hele dag of een schriftelijke <strong>in</strong>breng, maar om een toegankelijkestap als de mogelijkheid om commentaar te leveren op een video of onl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> tespreken. Betaalde organisaties – overheden, <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen maar ook belangenbehartigers– “vergeten nog wel eens dat wij drukke vrijwilligers zijn. Je kunt nietzomaar een bus vrijwilligers opentrekken.” Denk ook mee met de ‘pyjama-activisten’:veel mensen hebben we<strong>in</strong>ig tijd, maar een halfuurtje <strong>voor</strong> <strong>het</strong> slapen gaanlukt nog wel.


96 vertrouwen <strong>in</strong> burgersToen Steven van de Vijver met twee vrienden de StadsSpelen (spelen van buurtjongeren tegenelkaar) opzette <strong>in</strong> Amsterdam, wilden zijn net afgestudeerde vrienden nauwelijks meedoen: drukdruk-druk.Maar als je er een vroeg: jij doet toch aan koken, kan je niet een paar koks regelen? staptenze <strong>in</strong>. Vervolgens g<strong>in</strong>g hij als tropenarts <strong>voor</strong> Artsen Zonder Grenzen naar Congo . Vroeger waszijn doel <strong>het</strong> redden van apen, nu gebeurt dat <strong>in</strong>direct. Als je over apen beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> een omgev<strong>in</strong>g vanbittere armoe en totale onzekerheid, heb je geen poot om op te staan. Dus je moet eerst wat doenmet een ziekenhuis en een schooltje en als je dan na een halfjaar zegt: die apen aan de overkant vande rivier, dat gaat niet goed, zijn de mensen best bereid om je een handje te helpen.Kies ook <strong>voor</strong> de hand liggende locaties, zegt Wilma Borgt, die met Computerwijk<strong>voor</strong>al allochtone vrouwen <strong>in</strong> Vogelaarwijken weet te bereiken met computercursussen:“ ’t Is altijd op plekken waar mensen gewoon komen, buurthuizen, scholen,moskeeën, wherever, maar wel op diverse plekken en zo laagdrempelig mogelijk<strong>in</strong> de wijk, zodat je wel de hele wijk b<strong>in</strong>nenhaalt.” Bouw ook <strong>voor</strong>t opbestaande <strong>in</strong>frastructuur van externe verb<strong>in</strong>ders: “Wij zoeken gewoon een partneren dat is vaak een welzijnsorganisatie. We gaan ervan uit: zij zitten <strong>in</strong> de wijk,zij kennen de juiste bewoners, zij weten <strong>het</strong> beste hoe ze dat moeten doen. Dancoachen wij een van hun medewerkers en wij leveren hun lesmateriaal.”Een allochtone bewoner werd ‘<strong>in</strong>gehuurd’ door een wooncorporatie bij de renovatie van zijn multicultibuurt.“Ik vond dat echt de moeite waard, want dat is de eerste keer dat ik meedoe,” verteldehij. Hij was ook behoorlijk onzeker, maar uite<strong>in</strong>delijk zei hij: “Oké, ik ga dat één keer doen en als<strong>het</strong> niet lukt, dan…” De corporatie organiseerde een dagcursus: hoe moet je de bewoners benaderen:“Je hebt te maken met verschillende culturen, bij sommigen moet je bij<strong>voor</strong>beeld eerst bijb<strong>in</strong>nenkomst vragen of je je schoenen uit moet doen.” Dat hielp, maar desondanks was <strong>het</strong> bestspannend: “In <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> durf je dat niet, want je weet niet hoe de bewoners zouden reageren. Na deeerste g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> goed, tweede g<strong>in</strong>g goed, derde, vierde, vijfde, geen problemen. Ik moest vijftienbewoners benaderen, maar omdat <strong>het</strong> heel goed g<strong>in</strong>g, g<strong>in</strong>g ik door tot 50.” Hij was blij verrast: “Jemerkt ook dat je vanzelf bekender wordt en dan komen ze zelf naar jou toe met vragen: hoe is destand van zaken? Ook omdat ik een baan heb, komen ze naar mij toe: kan je mijn k<strong>in</strong>d helpen, ikzoek werk <strong>voor</strong> mijn k<strong>in</strong>d, dus met allerlei vragen.”Heb je mensen aan boord, dan kan je ze verder ‘brengen’. Mensen willen zich niet<strong>voor</strong> langere tijd b<strong>in</strong>den aan een verenig<strong>in</strong>g of een buurtorganisatie, maar wel aanbepaalde activiteiten. Raken ze eenmaal gegrepen door zo’n activiteit, dan is datechter vaak zeer <strong>in</strong>tensief en langdurig. De grote groep mensen die <strong>in</strong>stapt, moet jedus een volgende vorm van betrokkenheid bieden die iets verdergaat. Uite<strong>in</strong>delijkwordt er dan een brede groep gebouwd met een actieve kern.


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes97Concrete kadersFocus betekent <strong>het</strong> stellen van heldere kaders: is <strong>voor</strong> alle deelnemers duidelijkwaar <strong>het</strong> project over gaat, welk probleem op tafel ligt of welk doel wordt gesteld,wat b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> proces de rol van burgers zal zijn en welke ruimte frontlijnwerkershebben. Vooral <strong>het</strong> proces moet duidelijk zijn. In welke fase bev<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> beleidsproceszich? Worden er ideeën verzameld om beleidsmakers op nieuwe gedachtente brengen (de ‘agenda’s ophalen’, noemde een Haagse ambtenaar dat), wordtbesluitvorm<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>bereid en is meedenken van burgers gewenst, of is <strong>het</strong> besluital genomen en gaat <strong>het</strong> om de uitvoer<strong>in</strong>g van beleid waar de gemeente burgersvraagt om mee te denken en <strong>voor</strong>al mee te doen?Bij de tracékeuze van de prov<strong>in</strong>ciale weg n340 <strong>in</strong> Overijssel sloot de politieke besluitvorm<strong>in</strong>g nietaan op <strong>het</strong> <strong>voor</strong>afgaande traject van burgerparticipatie. Burgers dachten maandenlang, ondersteunddoor ambtenaren, mee over de tracékeuze. Ze groeven zich <strong>in</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> dossier. De burgers uit<strong>het</strong> gebied en <strong>in</strong> de consultatiegroepen waren – net als later de politiek – verdeeld over de besteoploss<strong>in</strong>g. Uite<strong>in</strong>delijk lagen er drie alternatieven op tafel, met een <strong>voor</strong>keur van <strong>het</strong> dagelijksebestuur, de Gedeputeerde Staten, <strong>voor</strong> één van deze drie. Het algemeen bestuur, de Prov<strong>in</strong>cialeStaten, nam <strong>in</strong> 2009 een bestluit tijdens een statenvergader<strong>in</strong>g, waarvan de duur van de schors<strong>in</strong>genlanger was dan de echte vergadertijd. Mede hierdoor werd onvoldoende duidelijk op welke<strong>in</strong>houdelijke of politieke gronden (de partijen <strong>in</strong>) Prov<strong>in</strong>ciale Staten hun keuze maakten. “Dat was<strong>voor</strong> de burgers <strong>in</strong> <strong>het</strong> gebied onbegrijpelijk.” Door <strong>het</strong> besluit leek alle <strong>voor</strong>afgaande <strong>in</strong>houdelijkebeleidsparticipatie z<strong>in</strong>loos, constateerde een deelnemer: “Dat zeggen de statenleden ook gewoon:‘jullie komen wel met je argumenten, maar wij beslissen vanuit onze visie.’”B<strong>in</strong>nen die kaders moet er meer maatwerk worden geleverd dan nu meestal <strong>het</strong>geval is. Te vaak wordt ten onrechte gedacht dat wat op de ene plek werkt, ook welop een andere plek zal werken, zegt Gea Luns<strong>in</strong>g. Collega’s uit andere gemeentenkomen op bezoek: “In Hoogeveen hebben ze een format, blijkbaar werkt <strong>het</strong> daar.”Maar zo eenvoudig is dat niet: “Het is heel duidelijk een groeiproces geweest vaneen aantal jaren. En daar komen ze heel snel achter. Dit is niet iets wat je kuntkopiëren, omdat je <strong>in</strong>derdaad een ontwikkel<strong>in</strong>g hebt doorgemaakt.”Niet iedereen kan ook op dezelfde manier worden bereikt; burgerschapsstijlenverschillen. Een aanpak moet passen bij de doelgroep en er moet aansluit<strong>in</strong>gworden gezocht bij al bestaande <strong>in</strong>formele netwerken. De grenzen van eengemeenschap worden niet bepaald door de toevallige verdel<strong>in</strong>g van de postcodes,maar door wat bewoners als ‘hun’ buurt herkennen: “Wat zijn de door julliebeleefde sociale grenzen van deze buurt?” Benader mensen niet als <strong>in</strong>dividu,maar kijk naar de verbanden b<strong>in</strong>nen een gemeenschap. Daarb<strong>in</strong>nen moet jede trekkers kennen, zegt Albertje Nienhuis: “Het is er nooit één, <strong>het</strong> zijn eraltijd meerdere. Die moeten je steunen.” 3 Ze moet lachen om haar netwerkles:


98 vertrouwen <strong>in</strong> burgers“Het is heel makkelijk. Want via een simpele sneeuwbalmethode zoek je één goeieen je zegt: wie moet ik nog meer spreken en je hebt er vijf. En dan weet je <strong>het</strong>ongeveer.”Maatwerk, bouwend op kennis van de situatie en de <strong>in</strong>formele netwerken, iscruciaal. Frontlijnwerkers moeten achter hun bureau vandaan komen om mensendirect aan te spreken en ze moeten <strong>voor</strong>al ook zelf aanspreekbaar zijn. Dat is nieteen zaak van een leuk praatje: <strong>het</strong> is een vak dat je moet beheersen. Als je <strong>in</strong> Schiemondwijkagent Dirk alarmeerde, deed hij altijd meteen de goede d<strong>in</strong>gen, zeidende bewoners met respect, en zijn collega’s bevestigden <strong>het</strong>. Als beleidsmakerswillen bouwen op <strong>in</strong>formele netwerken, moeten ze niet alles willen formaliseren.De welzijnswerkers <strong>in</strong> IJsselmonde vlechten met elkaar een <strong>in</strong>formeel netwerkrond kwetsbare burgers. Ook aan de kant van de burgers wordt bij <strong>het</strong> oplossenvan problemen aansluit<strong>in</strong>g gezocht bij <strong>het</strong> <strong>in</strong>formele netwerk van een persoon: iser een buurvrouw die kan helpen, een familielid?Bij ado Den Haag groeide een <strong>in</strong>formeel netwerk tussen vertegenwoordigers van bestuurders,supporters, politie en gemeente. Supporterscoörd<strong>in</strong>ator Koos Roeg vertelt: “We zaten daar met z’nzessen dag <strong>in</strong> dag uit op elkaars lip. En op een gegeven moment merk je dat je de d<strong>in</strong>gen die jeelkaar misschien niet kan zeggen <strong>in</strong> een vergaderstructuur, wel zegt tegen die agent naast je bij <strong>het</strong>halen van een bakkie koffie uit de Senseo: ‘heb je er wel reken<strong>in</strong>g mee gehouden dat er donderdagavondmisschien wat kan gebeuren met de wedstrijd tegen Feyenoord <strong>voor</strong> de boeg?’”Geef mensen een concreet onderwerp en concrete kaders en dan is er veel mogelijk,ook b<strong>in</strong>nen overheidsapparaten. “Ik mag heel veel zelf doen. Ik hoef niet <strong>voor</strong>elk wissewasje naar <strong>het</strong> afdel<strong>in</strong>gshoofd en zeker niet naar <strong>het</strong> college,” constateerdeeen verheugde ambtenaar. “Dan krijg je een sfeer waar<strong>in</strong> er gewoon heelveel kan b<strong>in</strong>nen zo’n overheid en dat je ook vrij kunt denken.”3.3 evenwicht tussen loslaten en sturenWat is jullie S<strong>in</strong>terklaasvraag? vroegen we een paar trekkers <strong>in</strong> de gemeenteMidden Drenthe. “Meer Bart-en de Vries,” antwoordde de eerste. De tweedeknikte: “Eigenlijk zie je hem niet zo veel.” “Nee,” zei de eerste weer, “je zag hemals je hem nodig had, of hij was net geweest.” We bezochten oud-wethouderDe Vries en vroegen hem: wat is nou je geheim? Hij aarzelde geen moment:“Niet-helpen!” Op andere plaatsen werd zijn bestuurlijke levensles bevestigd:bestuurders moeten niet alles zelf willen doen, maar ook niet van grote afstandtoekijken: “gewoon er zijn, net op dat moment dat je even nodig bent.”De kunst van burgerbetrokkenheid is gelegen <strong>in</strong> <strong>het</strong> op de juiste wijze uitstekenvan een helpende hand: loslaten als ’t kan, maar sturen wanneer dat nodig is. Er


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes99zijn immers grenzen aan de ruimte die beleidsmakers – en ook bestuurders vanmaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – kunnen bieden. De drie trefwoorden <strong>voor</strong> eenevenwichtige betrokkenheid zijn dan ook: ruimte, eigenaarschap, en ruggensteun.3.3.1 ruimte“Dus mijn moraal: ruimte, ruimte, ruimte, open plekken, ook <strong>voor</strong> de ambtenaren, dat je mee magdenken, mee mag doen. Dan krijg je vertrouwen <strong>in</strong> burgers en de burger ook <strong>in</strong> jou. Als er ruimte is– om te spelen, om te denken, om te bra<strong>in</strong>stormen, om te dromen – <strong>in</strong> plaats van alles vast teleggen.”Burgers zoeken de ruimte om hun eigen d<strong>in</strong>g te doen; frontlijnwerkers bewegenmet hen mee. De klassieke ‘beleidsparticipatie’ heeft op dat punt een slecht imago.De gemeente heeft een plan, ‘doet’ nog even een <strong>in</strong>spraakavond omdat dat zohoort of moet, maar <strong>het</strong> beleid staat allang vast en iedereen gaat met een ontevredengevoel naar huis. Het is niet ongebruikelijk dat beleidsmakers een wets<strong>voor</strong>stelhelemaal dichttimmeren en dan pas naar buiten treden, of dat ze zichvastbijten <strong>in</strong> hun eenmaal <strong>in</strong>genomen standpunt. Ook bij de maatschappelijkeparticipatie blijken slechts we<strong>in</strong>ig beleidsmakers de kunst van <strong>het</strong> loslaten tebeheersen, vertellen veel gesprekspartners. Zoals een gemeenteambtenaar <strong>het</strong>uitdrukte: “We zitten natuurlijk <strong>in</strong> een bepaalde modus, en vragen meteen: ‘diemeneer wil gaan vrijwilligen, maar kan die dat wel?’”Als we <strong>in</strong> zalen vragen “Wie heeft er wel eens aan <strong>in</strong>spraak gedaan?”, steekt onveranderlijk een- tottweederde van de mensen een hand op. Als we vervolgens vragen “Vond je <strong>het</strong> een bevredigendeervar<strong>in</strong>g?”, blijven er maar een paar handen naar boven. In de Amsterdamse grachtengordel scoordenwe een perfecte nul – alleen op <strong>het</strong> platteland zijn burgers positiever. Het mooist was Amsterdam-Zuidoost,waar tot algemene hilariteit precies één hand overe<strong>in</strong>d bleef. Het bleek die van destadsdeelwethouder te zijn.Er zijn natuurlijk ook positieve <strong>voor</strong>beelden van beleidsmakers en bestuurders diewel openstonden <strong>voor</strong> ideeën ‘van onder af’. Wooncorporaties lieten (aanstaande)bewoners beslissen over de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van hun buurt. Bij ado Den Haag kreeg eenaantal Haagse stewards de ruimte om bij uitwedstrijden – <strong>in</strong> plaats van de politie –de eigen Haagse supporters te fouilleren. De gemeente Small<strong>in</strong>gerland besloot nahevige discussie geen rand<strong>voor</strong>waarden te stellen <strong>voor</strong> de burger<strong>in</strong>breng bijwijbouweneenwijk, “omdat we de fantasie zo veel mogelijk wilden prikkelen enmensen de gelegenheid wilden geven om zonder beklemmende rand<strong>voor</strong>waardenna te denken over hun dromen en wensen.”


100 vertrouwen <strong>in</strong> burgersAls frontlijnwerkers <strong>voor</strong> iedere vraag terug moeten naar hun bazen, kunnen zeniet <strong>het</strong> vertrouwen opbouwen dat nodig is en wordt <strong>het</strong> lastig <strong>voor</strong>tgang temaken. Bovendien moet er ruimte zijn om te experimenteren, wat vereist datbeleidsmakers accepteren dat er af en toe ook wel eens iets misgaat. Nieuwe zorgverlenersop <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van de maatschappelijke participatie zetten hun bestemensen <strong>in</strong> ‘aan de <strong>voor</strong>kant’, net als de <strong>voor</strong>lopers onder de gemeenten dat doenbij de beleidsparticipatie: “Die frontlijnmensen, daar moet je je kwaliteit neerzetten.Daar moeten de mensen zijn die goed kunnen communiceren met bewoners.”Dat betekent wel dat je die professionals “de ruimte moet geven om gewoon hund<strong>in</strong>gen daar te regelen.” Bij die ruimte hoort <strong>het</strong> geven van rugdekk<strong>in</strong>g: “Jouwdirectie moet je afdekken als jij je kwetsbaar opstelt.” vrom-ambtenaar AnkeStapels – verantwoordelijk <strong>voor</strong> de W<strong>in</strong>draad, <strong>het</strong> project waarbij mensenmeedachten over de plaats<strong>in</strong>g van w<strong>in</strong>dmolens – wist dat zij, als <strong>het</strong> programmazou stranden <strong>in</strong> ambtelijke molens, desnoods bovenlangs kon gaan: haar ‘bazen’stonden achter haar en waren bereid <strong>het</strong> project te verdedigen, ook als <strong>het</strong> lastigzou worden.“Waar wij hier op drijven, is vertrouwen <strong>in</strong> elkaar. Er zitten ook hier en daar zwakke schakels <strong>in</strong>,maar je moet vertrouwen hebben <strong>in</strong> elkaars <strong>in</strong>lev<strong>in</strong>gsvermogen, en elkaars kunde en kennis enervar<strong>in</strong>gen. Daar kom je heel erg ver mee. Dat zou Den Haag ook eens richt<strong>in</strong>g ons moeten doen.Vertrouw maar op de lokale overheden. Daar zit voldoende slagkracht. Als je <strong>het</strong> maar wilt zien.”3.3.2 eigenaarschapBente Thé leerde als directeur van <strong>het</strong> Amsterdamse buurtbemiddel<strong>in</strong>gsprojectBeterburen: “Het gaat erom dat ze zelf oploss<strong>in</strong>gen bedenken. Het <strong>voor</strong>deel daarvanis weer dat mensen alleen oploss<strong>in</strong>gen noemen die ze ook zelf waar kunnenmaken.” Vanzelfsprekend speelt <strong>het</strong> mentale eigenaarschap <strong>het</strong> meest natuurlijkbij maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven, maar een zorgvuldige beleidsparticipatie resulteertook <strong>in</strong> een sterker draagvlak <strong>voor</strong> overheidsplannen. Amersfoort krijgtbij<strong>voor</strong>beeld een nieuw ziekenhuis, waardoor de huidige locatie op de Lichtenbergvrijkomt. Normaal zou <strong>het</strong> stadhuis van alles gaan bedenken en beslissen <strong>het</strong>College en de <strong>Raad</strong>, maar toenmalig raadslid Mirjam Barendregt legde <strong>het</strong> eigenaarschapbij burgers: “Wat zouden jullie ervan v<strong>in</strong>den als we zelf een plan gaanmaken? En daar bedoel ik mee: jullie!”Het bijna traditionele slopen van stoeltjes was een dure grap, vertelde <strong>voor</strong>zitter Dennis de Bruijnvan de supportersverenig<strong>in</strong>g van ado Den Haag, en <strong>het</strong> stadion zag er na een behoorlijke wedstrijdniet uit. Het kon anders: “Met de supportersverenig<strong>in</strong>g hadden ze nieuwe stoeltjes gevonden diewel goed waren. Hebben wij een paar rijen helemaal vervangen. Die oude stoeltjes weg en ik geloofnegenhonderd nieuwe stoeltjes. En nu, na al die wedstrijden, zijn er maar twee stoeltjes van kapot.


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes101Ligt ook aan de stoeltjes natuurlijk.” Hij wijst misprijzend op een ‘oude’ tribune: “Kijk hier, eenkle<strong>in</strong> zuchtje en hij ligt eraf. Dat v<strong>in</strong>d ik dan ook nog wel leuk om te zien, dat zoiets gewoon deoploss<strong>in</strong>g is. En dat je <strong>het</strong> dan gezamenlijk doet, we waren dagenlang bezig.”Toch is de grootste w<strong>in</strong>st te behalen bij de maatschappelijke participatie. OnderzoeksterAletta W<strong>in</strong>semius bevestigt de leerervar<strong>in</strong>g van de wmo: “Je zorgter<strong>voor</strong> dat mensen met een probleem zich probleemeigenaar voelen. Maar dat nietalleen, ook hun sociale omgev<strong>in</strong>g voelt zich betrokken bij de oploss<strong>in</strong>g.” In dejeugdzorg kan <strong>het</strong> aantal officiële <strong>in</strong>terventies <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>nen bij<strong>voor</strong>beeld aanmerkelijkworden beperkt door beter <strong>in</strong> te spelen op de oploss<strong>in</strong>gen die mensen zelfverz<strong>in</strong>nen. Verwanten en bekenden spannen zich tot <strong>het</strong> uiterste <strong>in</strong> om <strong>het</strong>weghalen van k<strong>in</strong>deren te <strong>voor</strong>komen en komen met tal van praktische oploss<strong>in</strong>gen.4 Ook frontlijnwerkers werken bij de wmo vaak niet meer vanuit de oploss<strong>in</strong>gendie op de plank liggen – ‘u kunt een scootmobiel krijgen of iemand die uw huisschoonmaakt’ –, maar proberen de werkelijke vraag naar boven te krijgen omvervolgens te zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de eigen omgev<strong>in</strong>g. Een mevrouwmeldde bij <strong>het</strong> wmo-loket dat ze graag naar een dorp wilde verhuizen. Bij doorvragenbleek de vrouw de erkenn<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> haar bijdrage aan de maatschappij temissen die ze vroeger <strong>in</strong> een dorp wel had gekregen. Nu is ze vrijwilliger <strong>in</strong> <strong>het</strong>buurtcentrum en wil ze nooit meer weg.Vanzelf gaat de overdracht van <strong>het</strong> eigenaarschap aan burgers niet. Beleidsmakersen bestuurders moeten <strong>het</strong> durven, maar ook burgers en frontlijnwerkersmoeten <strong>het</strong> kunnen en willen. Directeur Carole Thate van de Johan CruyffFoundation leerde, ter illustratie, de les: je moet fors aan de <strong>voor</strong>kant <strong>in</strong>vesteren<strong>in</strong> de relatie met de ‘buren’ <strong>voor</strong>dat een veldje als ‘eigen’ wordt geaccepteerd.Maar dan heb je ook wel wat, zegt ze: de veldjes worden zelden gesaboteerd en decrim<strong>in</strong>aliteits- en overlastcijfers zijn rond <strong>het</strong> veldje een stuk lager dan elders <strong>in</strong>de omgev<strong>in</strong>g.Een schooldirecteur vertelt een “bizar” verhaal: “Op een gegeven moment sta ik na een avondvergader<strong>in</strong>gde school af te sluiten. En er staan drie Marokkanen achter me van een jaar of zestien,zeventien, en die zeggen: nee, dat moet je niet doen. Ik zeg: wat moet ik niet doen? Je moet daarniet plassen. Ik zeg: maar ik plas hier niet, ik sluit af, ik werk hier. O, dan is <strong>het</strong> goed. Ik zeg:waarom zeggen jullie dat? Ja, we v<strong>in</strong>den <strong>het</strong> zo vies, er staan vaak mannen op dat ple<strong>in</strong> te plassenen die spreken we aan. En ik zeg: wat goed van jullie. En die jongens zeggen: ja, maar <strong>het</strong> is onzebuurt. En dan heb je ze! Het is hun buurt! Ze hebben gezien dat die school iets doet <strong>voor</strong> de k<strong>in</strong>deren.”


102 vertrouwen <strong>in</strong> burgers3.3.3 ruggensteunRuimte met de bijbehorende rugdekk<strong>in</strong>g en eigenaarschap zijn belangrijk, maarveel <strong>in</strong>itiatieven behoeven ook een vorm van ‘bescherm<strong>in</strong>g’: een steuntje <strong>in</strong> de rugbij de start en tijdens <strong>het</strong> vervolg.Bij opstartTijdens de kwetsbare opstartfase is vaak tijdelijk een beperkte ondersteun<strong>in</strong>gnodig om een project op gang te brengen. Een mooi <strong>voor</strong>beeld bieden de buurtbudgetten<strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen, waar geld beschikbaar werd gemaakt door de gemeenteen de wooncorporaties gezamenlijk, tot volle tevredenheid van de bewoners.Buurtgericht werken en buurtbudgetten blijken veruit de belangrijkste <strong>in</strong>strumentenop <strong>het</strong> snijvlak van beleidsparticipatie en maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven(Polstra en Van Houten 2010).Praktische steun moet volgens wethouder Jacob Bru<strong>in</strong>tjes van <strong>het</strong> Drentse Borger-Odoorn aansluitenbij wat burgers zelf doen: “Het dorp zei: onze deskundigen – <strong>in</strong> <strong>het</strong> dorp zit heel veel deskundigheid– hebben uitgerekend dat wij de komende tien jaar ongeveer twee ton nodig hebben <strong>voor</strong>onderhoud. Als jullie ons een ton meegeven, nemen wij <strong>het</strong> over. Die andere ton die krijgen wijwel bij elkaar met z’n allen. Een ander dorp zei: wel leuk dat je subsidie geeft, maar dat hebben weeigenlijk helemaal niet nodig. We hebben een goed dorpshuis staan, we hebben 250 <strong>in</strong>woners enwe redden <strong>het</strong> zelf. Maar als we dat geld waar we recht op hebben toch krijgen, mogen we dan ookeen jeugdsoosje tegen <strong>het</strong> dorpshuis aanbouwen? Nou, ‘tuurlijk, hier krijg je <strong>het</strong> geld.”Niet alle projecten hebben dezelfde steun nodig. Soms is <strong>het</strong> geven van <strong>in</strong>formatieover subsidiemogelijkheden, een tip of contact, of <strong>het</strong> bieden van een overlegruimte,voldoende. Andere keren moet er wat ruimte zijn <strong>voor</strong> f<strong>in</strong>anciële prikkels.Studenten betalen bij<strong>voor</strong>beeld een lagere huur <strong>in</strong>dien ze bijles geven aan achterstandsleerl<strong>in</strong>genof zich <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> de buurt. Huurders verdienen een huurschuldterug door <strong>het</strong> verrichten van onderhoudsklussen of krijgen op basis vanvrijwilligerswerk <strong>voor</strong>rang bij <strong>het</strong> zoeken naar een nieuwe won<strong>in</strong>g. Omdat kle<strong>in</strong>ebedragen vaak grote d<strong>in</strong>gen op gang kunnen helpen, pleiten velen <strong>voor</strong> een vormvan bestuurlijk wisselgeld. Zoals Hans Spekman <strong>het</strong> uitdrukt: “Wat rommelbudgetom een beetje tegemoet te kunnen komen aan de terechte wensen van debuurt.” En, benadrukken zij, alsjeblieft niet <strong>voor</strong> alles een bonnetje. Een gemeenteals Gouda wordt geprezen, omdat bij kle<strong>in</strong>e bedragen zoals honderd euro <strong>voor</strong> eenbuurtbarbecue, een foto van <strong>het</strong> evenement of een bezoekje van de participatieambtenaarvoldoende is.Beleidsmakers f<strong>in</strong>ancieren soms ook hun eigen tegenstand. Bij <strong>het</strong> referendum <strong>in</strong>Huizen kreeg <strong>het</strong> actiecomité tegen de komst van een cas<strong>in</strong>o 5.000 euro van degemeente om een campagne te voeren. Dat was <strong>voor</strong> hen veel geld “want we


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes103hebben daarvan allerlei folders <strong>in</strong> full color kunnen pr<strong>in</strong>ten en laten bezorgen.” Deadvocaat <strong>in</strong> Watergraafsmeer werd aanvankelijk betaald uit een potje van buurtbeheer.In Den Bosch sponsorde de gemeente een <strong>in</strong>formatiebord bij de protestentegen de hostels. In Gron<strong>in</strong>gen ontv<strong>in</strong>gen burgers geld <strong>voor</strong> een contra-expertiseover een bestemm<strong>in</strong>gsplan. Uite<strong>in</strong>delijk resulteerde dat <strong>in</strong> een tevreden actiecomitéplus tevreden beleidsmakers.Niet alleen geld, maar ook tijd blijkt een schaars en we<strong>in</strong>ig flexibel middel. Detaken van ambtenaren liggen wettelijk vast. Dan is er we<strong>in</strong>ig ruimte <strong>voor</strong> activiteitendie niet b<strong>in</strong>nen die wettelijke omschrijv<strong>in</strong>g passen. Er is soms geen ruimte<strong>voor</strong> zich plotsel<strong>in</strong>g aandienende projecten, omdat een organisatie al ‘volledig isvolgeboekt’. Jean Paul de Jong: “Dan zetten wij een fantastisch traject weg, en danzeggen wij tegen Welzijn: ‘willen jullie <strong>in</strong> de wijk iets <strong>voor</strong> ons betekenen?’ Endan zeggen ze: ‘wij hebben geen uren meer’.”Tijdens vervolgVeel maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven blijven afhankelijk van een vorm van structurele‘bescherm<strong>in</strong>g’. Dat vereist gericht, <strong>voor</strong>waardenscheppend beleid, bij<strong>voor</strong>beeldals <strong>het</strong> gaat om tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g te stimuleren <strong>in</strong> de fysieke (leef)omgev<strong>in</strong>g.Eerder wezen we al op <strong>het</strong> belang van de fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van bij<strong>voor</strong>beeld ple<strong>in</strong>enen wegen en van drukbezochte w<strong>in</strong>kels om civiele omgangsvormen te bevorderen.Slecht verlichte parkeergarages, donkere kantoorwijken, kale ple<strong>in</strong>en, dodegarageboxen: ze roepen een gevoel op van onveiligheid en zijn daarom de ‘vijanden’van tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. V<strong>in</strong>ex-wijken zijn traditioneel <strong>in</strong>gericht als 3B-buurten:bruiden, buiken, babies. Maar de kle<strong>in</strong>tjes worden ouder en wipkippen moetenworden vervangen door ‘aangename’ hangplekken en door podia waarop jongerende blits kunnen maken. Wanneer sportbestuurders m<strong>in</strong>der toestanden op huntribunes willen, moeten ze de aanhang van hun tegenstanders niet ontvangen alste kooien dieren, maar hen fatsoenlijk welkom bieden.Ons eerdere onderzoek (wrr 2005) benadrukte ook <strong>het</strong> belang van herkenbare‘iconen’ die eigenheid verschaffen <strong>in</strong> een leefomgev<strong>in</strong>g: kunst op straat, voetbalple<strong>in</strong>tjes,scholen en sportveldjes, zoals de Cruyff Courts, die ‘net iets te mooi zijn’<strong>voor</strong> een buurt, maar wel ‘van ons’ zijn en dus geen doelwit zijn van graffitispuitersen vandalen. We leerden ook <strong>het</strong> belang te onderkennen van maatschappelijk vastgoed,bij<strong>voor</strong>beeld van dorpshuizen en sportkant<strong>in</strong>es en de moderne waterputten,uiteenlopend van schoolhekken tot hondenuitlaatbosjes en ‘fatsoenlijke’ websites.De structurele bescherm<strong>in</strong>g gaat verder dan alleen de fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Wenoemden al de (externe) verb<strong>in</strong>ders die netwerken vormen en de professionele<strong>in</strong>frastructuur waarborgen waarop burgers <strong>in</strong> geval van nood kunnen terugvallen.Op vmbo-scholen bieden zorgadviesteams (zat’s) op vergelijkbare wijze achtervangplus een doorgeefluik naar – zo nodig – gespecialiseerde ondersteun<strong>in</strong>g.


104 vertrouwen <strong>in</strong> burgersSoms zijn volgens onze zegslieden ook aangepaste, formele spelregels wenselijkom een maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief <strong>in</strong> de benen te houden. In Hoorn vroegen ondernemersde gemeente om te helpen met <strong>het</strong> probleem van zwartrijders bij <strong>het</strong> gezamenlijkversterken van de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en veiligheid van <strong>het</strong> stadscentrum. Wanneerniet alle belanghebbenden meedoen, moeten trekkers de (f<strong>in</strong>anciële) last <strong>voor</strong> <strong>het</strong>geheel dragen. Indien een dergelijk plan op een ruime meerderheid van de belanghebbendenkan rekenen, zouden allen verplicht dienen te worden om bij te dragen.Andere gesprekspartners wezen op de constructie van <strong>het</strong> bus<strong>in</strong>ess improvementdistrict (bid) dat <strong>in</strong> <strong>het</strong> nabije buitenland serieus wordt toegepast, maar hierslechts op experimentele belangstell<strong>in</strong>g van beleidsmakers mag rekenen.Tegelijkertijd vertelden veel beleidsmakers ons over hun dilemma: wat mag je welof juist niet overlaten aan burgers? Soms werden ze overlopen door maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven die ongewenste vormen aannamen; we noemden bij<strong>voor</strong>beeldde staande-bierdr<strong>in</strong>kers <strong>in</strong> hartje Amsterdam en de <strong>in</strong>ternetactivisten van Anonymousdie recent een aantal Amerikaanse overheidssites platlegden. Soms wildenze <strong>in</strong>itiatieven steunen, maar liepen ze aan tegen de grenzen van de bestaanderegelgev<strong>in</strong>g die hen te we<strong>in</strong>ig mogelijkheid <strong>voor</strong> legitieme rek boden. Hoe ookmoeten ze omgaan met de ongelijke kansen waar <strong>het</strong> betreft de beleidsparticipatiedoor m<strong>in</strong>der toegeruste burgers, <strong>voor</strong>al Critici en Volgzamen? Wat is de waardevan een maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief dat steunt op een elite? Onomstreden – ook <strong>in</strong>onze <strong>in</strong>terviews – is er b<strong>in</strong>nen de representatieve democratie een blijvende rolweggelegd <strong>voor</strong> beleidsmakers als formele spelregelbepalers en -bewakers en alsultieme conflictbeslechters. Maar <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g die wordt gekenmerkt doorhoger opgeleide, beter geïnformeerde en georganiseerde burgers, is <strong>het</strong> wel een‘<strong>in</strong>gewikkelder’ rol.* * *In ons veldwerk kwamen we veel geslaagde <strong>in</strong>itiatieven tegen; grote en kle<strong>in</strong>e,langdurige en eenmalige, lokale en <strong>in</strong>ternationale. Ondanks de verschillen signaleerdenwij ook overeenkomsten; alle voldeden ze aan drie rand<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong>succes. Allereerst <strong>het</strong> belang van mensen: trekkers – mensen die zich <strong>in</strong>houdelijkverb<strong>in</strong>den met een bepaald onderwerp en anderen <strong>in</strong> hun enthousiasme meenemen– en verb<strong>in</strong>ders – ‘meertaligen’ die de schakel kunnen vormen tussen groepenburgers en beleidsmakers of groepen burgers onderl<strong>in</strong>g. Daarnaast moet er sprakezijn van respect: burgers willen serieus worden genomen, hebben behoefte aanwederzijdse communicatie, en vragen om een concreet onderwerp en concretekaders. En ten slotte moeten beleidsmakers een evenwicht v<strong>in</strong>den tussen loslatenen steunen. Dat betekent nadenken over een passende benader<strong>in</strong>g die ruimte biedtaan mensen die eigen <strong>in</strong>itiatief ontplooien en die steun geeft als dat nodig is.


and<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> succes105noten1 nrc Handelsblad, 27 februari 2012.2 nrc Handelsblad, 27 februari 2012.3 Trouw, 11 mei 2011.4 Eigen kracht-manifest. Weg met Frankenste<strong>in</strong>, leve de Wikistad. http://stad<strong>in</strong>beweg<strong>in</strong>g.nl/downloads/wikistad.pdf, geraadpleegd op 4 april 2012.


1074 drempelsHoe kan <strong>het</strong> dat, wanneer zoveel goede mensen zich <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> een gedeeld goeddoel, er toch zo vaak we<strong>in</strong>ig <strong>voor</strong>tgang wordt gemaakt? Tijdens ons veldwerk zagenwe dat de succesvolle aanpakken niet vanzelf tot stand zijn gekomen; er moestendrempels overwonnen worden. De hoogste drempels, zo blijkt uit onze <strong>in</strong>terviews,liggen bij beleidsmakers en bestuurders. Dat wordt niet alleen zo ervaren doorburgers, maar ook door henzelf. Degenen die zich <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> burger<strong>in</strong>brengvoeren de grootste strijd b<strong>in</strong>nenshuis. Ze hebben grote moeite hun organisatie meete krijgen. De drempels <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid die wij <strong>in</strong> <strong>het</strong> veldwerk tegenkwamen,zijn samen te vatten <strong>in</strong> vier blokjes: schurende logica’s, remmende structurenen systemen, kortetermijnoriëntatie, en onzekere sleutelhouders.4.1 schurende logica’sBurgers en beleidsmakers praten langs elkaar heen, zo kregen we op veel plaatsente horen. De logica van burgers – hun manier van denken, spreken en handelen –verschilt van de (<strong>in</strong>terne) logica van beleidsmakers en bestuurders. De schurendelogica’s tussen burgers en beleidsmakers – veel woorden zijn dezelfde maar zebetekenen aan beide zijden iets anders – laten zich kennen <strong>in</strong> de vorm van uiteenlopendewereldbeelden en werkwijzen.4.1.1 leefwereld tegenover systeemwereldTegenover de leefwereld van burgers staat de systeemwereld van beleidsmakers.De kennis van burgers schuurt vaak met de kennis van beleidsmakers. Het pastlang niet altijd b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> wereldbeeld van de beleidsmakers dat burgers ookexperts kunnen zijn. Ambtenaren voelen zich bedreigd <strong>in</strong> hun positie als ambtelijkexpert, adviseurs beschouwen zich als vaklui, en wetenschappers hebben moeite‘ervar<strong>in</strong>gskennis’ op waarde te schatten. Velen vrezen hun <strong>in</strong>formatiemonopoliete verliezen. De strijd om wie <strong>het</strong> meeste aanspraak op de positie van deskundigekan maken, leidt dikwijls tot stevige bots<strong>in</strong>gen.De ontwerper van een ple<strong>in</strong>tje was onaangenaam verrast door <strong>het</strong> verzet van omwonenden tegenzijn ontwerp. De ontwerper stelde: “Dat moet je aan ons vaklui overlaten.” Hij wees op de prachtigeple<strong>in</strong>tjes die ‘wij’ elders ontwierpen en de prijzen die zijn bureau daarmee had gewonnen.Hij stelde dat <strong>het</strong> bewoners ontbrak aan die kennis en dat de langetermijnblik en <strong>het</strong> bredereperspectief dat ‘wij’ kunnen bieden doorslaggevend moesten zijn. De bewoners zagen dat – metkracht – anders: “Maar wij wonen hier. Je moet hier eens komen kijken.” Een licht wanhopigeontwerper – “Ik doe dit vak al veertien jaar” – gevolgd door een oudere bewoonster – “Maar ikwoon hier al tw<strong>in</strong>tig jaar!”


108 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBeleidsmakers durven niet <strong>in</strong> burgers te vertrouwen. Een maatschappelijk ondernemer<strong>in</strong> spe kreeg een koude douche bij zijn ambtelijke kennismak<strong>in</strong>g: “Jij wiltgewoon een leuke baan en ik ben gemeenteambtenaar, ik ben hier <strong>voor</strong> <strong>het</strong> groteregeheel. Ik ben hier niet <strong>voor</strong> jouw leuke baan, dus, bam: deur dicht.” Een anderwilde met bewoners dertigduizend bloembollen planten, maar zijn gespreksgenotenwaren bang dat mensen deze <strong>in</strong> hun eigen tu<strong>in</strong>tje zouden poten. Hij zag datm<strong>in</strong>der somber <strong>in</strong>, zoveel bloembollen zouden helemaal niet <strong>in</strong> eigen tu<strong>in</strong>tjespassen. “Dan zeg ik: stel je nou <strong>voor</strong> dat <strong>het</strong> wel goed gaat. O, waren ze helemaalvan hun apropos.” Beleidsmakers denken <strong>het</strong> beste te weten wat goed is en burgershandelen enkel uit eigenbelang, vertelde een advocaat die veel boze burgershad begeleid bij hun gang naar de rechter of de <strong>Raad</strong> van State. Een bestuurskundigecorrigeert zichzelf tijdens ons gesprek: “nimby, ik heb <strong>het</strong> woord proberente vermijden, omdat <strong>het</strong> een heel makkelijk excuus is <strong>voor</strong> ambtenaren: o, <strong>het</strong> isgewoon nimby. Dus we hoeven er niks mee. Daarmee creëer je wel wat wantrouwen,dat is zo diskwalificerend <strong>voor</strong> burgers. ‘Het is gewoon nimby.’”Burgers kunnen ook niet overweg met de papieren werkelijkheid van beleidsmakers.Ondernemers <strong>in</strong> Helmond bij<strong>voor</strong>beeld: “Er wordt b<strong>in</strong>nen de gemeentegewerkt vanuit ruimtelijke ontwikkel<strong>in</strong>gsplannen. Allemaal papier. Dat er toevalligook ondernemers <strong>in</strong> die straat zitten <strong>in</strong>teresseert ze, wat gechargeerd, niets.”Papier blijkt daarnaast weliswaar gewillig, maar niet <strong>voor</strong> eenieder toegankelijk,en frontlijnwerkers hebben daardoor <strong>het</strong> gevoel dat ze aan <strong>het</strong> bemiddelen zijntussen burgers en beleidsmakers: “Heel veel burgers doen niets met overheidsdiensten,omdat ze niet begrijpen hoe <strong>het</strong> werkt. En onze ervar<strong>in</strong>g, zeker met delandelijke overheid, is dat zij <strong>het</strong> heel moeilijk v<strong>in</strong>den om burgers op dit niveau tebegrijpen, om die taal te begrijpen, om die taal te spreken.”Wanneer professionals niet <strong>in</strong> staat zijn de praktische kennis van burgers te zienen wel vasthouden aan hun eigen, exclusieve – want professionele – kennis, blijftdaarmee niet alleen belangrijke kennis onbenut, <strong>het</strong> werpt ook een hoge drempelop <strong>voor</strong> succesvolle samenwerk<strong>in</strong>g. Het kan ertoe leiden dat men zich boven burgersstelt. Mensen voelen zich tijdens <strong>in</strong>spraaktrajecten niet als gesprekspartner,maar als tegenstander benaderd. Dat effect wordt vergroot door de uiteenlopendedoelstell<strong>in</strong>gen van burgerbetrokkenheid. Beleidsmakers richten zich traditioneelop beleidsparticipatie en <strong>in</strong> toenemende mate ook op maatschappelijke participatie:ze proberen burgers te verleiden tot actieve <strong>in</strong>zet bij de <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>gvan hun plannen. Burgers daarentegen handelen vanuit hun behoeften enmogelijkheden en ontwikkelen maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven wanneer een onderwerphun na aan <strong>het</strong> hart ligt en ze denken een bepaald doel te kunnen verwezenlijken.Ook de verwacht<strong>in</strong>gen lopen uiteen. Terwijl burgers hopen dat beleidsmakers hun<strong>voor</strong>stellen zullen overnemen, streven speciaal politici <strong>in</strong> de eerste plaats naar een


drempels109groter draagvlak <strong>voor</strong> hun beleid. Met de huidige bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen komt daar nog eendoelstell<strong>in</strong>g bij: meer aan de samenlev<strong>in</strong>g overlaten. Velen vrezen dat zelforganisatievan betrokken burgers wordt ‘vertroebeld’ door <strong>het</strong> ‘dumpen’ van overheidstakenop de samenlev<strong>in</strong>g. Maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven worden verondersteld degaten te vullen die terugtrekkende overheden laten vallen. Maatschappelijke participatie,bouwend op sociale cohesie, vormt een fundament <strong>voor</strong> de wmo, maarburgers kennen hun beperk<strong>in</strong>gen bij de zorg <strong>voor</strong> de zwakkeren <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g:“Wij zijn geen welzijnwerkers.” ‘Zelfstur<strong>in</strong>g’ komt dan snel te staan tegenover‘overheid’, wat samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de weg kan staan.Ambtenaren worden op hun beurt ook argwanend benaderd door burgers,vertelde een wethouder : “Of <strong>het</strong> nou een verkeersdeskundige is, een ambtenaardie bestemm<strong>in</strong>gsplannen moet maken, of de nieuwe programmamanager,constant dat spann<strong>in</strong>gsveld van: ja, dat zeg jij wel, maar we zien de resultatenniet.” Het grote probleem van onze organisatie is, zegt hij, dat dik de helft van demedewerkers niet <strong>in</strong> de stad zelf woont. “ ’s Morgens om half negen achter de tafelen om vijf uur naar huis toe. Maar niet de belev<strong>in</strong>g en de problemen van de stadkennen.”Het kan anders, leerden we. In Amersfoort bij<strong>voor</strong>beeld gaf de gemeente veelruimte aan een bewoners<strong>in</strong>itiatief om een buurtcentrum te bouwen. “Dat is welmoeilijk hoor. Want <strong>in</strong> ons hele <strong>in</strong>stituut, onze hele organisatie, hebben weambtenaren die doorgeleerd hebben <strong>voor</strong> sociaal-cultureel werk. Die hebbendoorgeleerd over hoe je een gebouw neerzet. Dus die hebben de behoefte om zichdaarmee te bemoeien.” Ook <strong>in</strong> Small<strong>in</strong>gerland en Wijk bij Duurstede was er eenduidelijke <strong>in</strong>terventie van de gemeente nodig om er<strong>voor</strong> te zorgen dat de partnersdie meewerkten aan <strong>het</strong> ontwerpen van een wijk, de burger centraal zoudenzetten.4.1.2 uiteenlopende werkwijzenBurgers en beleidsmakers kennen hun eigen wijzen van werken. Beleidsmakersstellen <strong>in</strong> contact met burgers vaak hun eigen processen centraal en houden vastaan formele procedures, beleidsplannen en organisatievormen. Daardoor is ergeen tijd en geen flexibiliteit om de samenwerk<strong>in</strong>g met andere partijen aan te gaan.Het gebruik van websites is illustratief. Informatie wordt op de eigen websitegezet, zonder dat er aansluit<strong>in</strong>g wordt gezocht bij bestaande gemeenschappen op<strong>in</strong>ternet. Bij de hpv-vacc<strong>in</strong>atie bleef <strong>het</strong> rivm bij<strong>voor</strong>beeld lang via zijn eigen sitecommuniceren, terwijl die meisjes op heel andere plekken op <strong>in</strong>ternet met elkaardiscussieerden. Ten tijde van de petitie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vervroegen van <strong>het</strong> borstkankeronderzoekwilde <strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie niet reageren via de website www.petities.nl, ditondanks de 350.000 handteken<strong>in</strong>gen die de petitie daar <strong>in</strong> korte tijd wist te verzamelen.


110 vertrouwen <strong>in</strong> burgersAl dan niet bedrijfsmatig denkenProcessen overgenomen uit <strong>het</strong> bedrijfsleven spelen de laatste decennia een grotererol b<strong>in</strong>nen de overheid. Dit bedrijfsmatig denken kan <strong>in</strong> bots<strong>in</strong>g komen met debetrokkenheid van burgers. In verschillende <strong>in</strong>terviews werden wij gewaarschuwd<strong>voor</strong> <strong>het</strong> te ver meegaan door de overheid <strong>in</strong> <strong>het</strong> marktdenken. Wanneerburgers steeds consumenten worden genoemd en alle publieke taken een product,worden ze <strong>in</strong> een passieve rol gedrukt en krijgen ze niet de ruimte om zelf d<strong>in</strong>gente ondernemen. Ook dienstverleners worden op <strong>het</strong> verkeerde been gezet: eensociale ondernemer v<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> “absoluut onethisch” als hij frontlijnwerkers hoortpraten over hoe ze “nieuwe markten” kunnen creëren: “Dan denk ik: hoe kun jenu de vertrouwensrelatie met je cliënten gebruiken om nieuwe activiteiten te starten.”Bij de bedrijfsmatige blik hoort ook een sterke focus op <strong>het</strong> zichtbaar maken vanresultaten. Dat blijkt zich soms lastig te verhouden met burgerbetrokkenheid.Zaken rondom betrokkenheid en <strong>het</strong> mee kunnen komen <strong>in</strong> <strong>het</strong> maatschappelijkeverkeer zijn lastig te meten. Bij de Smederijen <strong>in</strong> Hoogeveen zit achter buurtbarbecuesbij<strong>voor</strong>beeld een heel proces van bewoners die <strong>voor</strong> <strong>het</strong> eerst bij hun burenkoffie gaan dr<strong>in</strong>ken om <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> de buurtbarbecue te treffen. Maar opde begrot<strong>in</strong>g van de gemeente staat alleen de buurtbarbecue, niet alle waardevolleprocessen die daaromheen <strong>in</strong> gang zijn gezet. ‘Domme’ prestatiemet<strong>in</strong>g doet geenrecht aan de geleverde <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g: “Over een jaar zien ze aan de buitenkant alleenmaar van: hé, ze hebben een barbecue georganiseerd.” Ook elders staan quota <strong>in</strong>de weg van nieuwe <strong>in</strong>itiatieven: “De mensen die hier zitten zeggen: ik moet welm’n productie draaien, ik moet wel klanten hebben. Daar worden zij op afgerekend.Dus zolang je hier geen andere parameters neerzet, kunnen zij niet andersdan traditioneel blijven werken.”Ook <strong>in</strong> Engeland wordt soms gewerkt met contraproductieve prestatie-<strong>in</strong>dicatoren, vertelde MikeHagen, Deputy Chief Fire Officer van de Merseyside Fire & Rescue Service. Traditioneel werd <strong>het</strong>brandweerkorps <strong>in</strong> Liverpool beoordeeld op opkomsttijd: ‘ze’ moeten <strong>in</strong> geval van een brandalarmb<strong>in</strong>nen zes m<strong>in</strong>uten ter plaatse zijn. Een jaar of tien geleden bedacht de korpsleid<strong>in</strong>g dat dit eigenlijkfors onbevredigend was. In bijna alle gevallen waren de slachtoffers al bezweken <strong>voor</strong>dat demeld<strong>in</strong>g plaats had. Herbez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g leidde tot een overgang van repressie (<strong>in</strong> <strong>het</strong> geval van de brandweer:vuren doven en mensen redden) naar preventie (vuren <strong>voor</strong>komen). Het – gratis – <strong>in</strong>stallerenvan brandmelders <strong>in</strong> kwetsbare buurten bleek bij<strong>voor</strong>beeld een enorm rendement te hebben. Hetkorps heeft de afgelopen tien jaar huisbezoeken verricht bij 400.000 huishoudens en dit krijgt<strong>in</strong>middels ook <strong>in</strong> Nederland navolg<strong>in</strong>g.De verantwoord<strong>in</strong>gsdruk die hoort bij bedrijfsmatig werken, wordt ook door trekkersals zwaar ervaren. Bien Hofman van Vitaal Pendrecht bij<strong>voor</strong>beeld is bedreven<strong>in</strong> <strong>het</strong> b<strong>in</strong>nenhalen van geld <strong>voor</strong> een van de vele projecten die ze trekt of


drempels111ondersteunt. Toch beleeft ze slapeloze nachten, omdat ze bang is niet alles tot opde laatste stuiver – “met bonnetjes” – te kunnen verantwoorden. “Natuurlijk is <strong>het</strong>belangrijk dat alles goed wordt verantwoord, en dat kunnen we ook wel,” zegt ze,“maar accountancy is een vak en nou net niet mijn sterkste punt.”Formeel versus <strong>in</strong>formeel denkenJuridische processen spelen een belangrijke rol bij de overheid. Dat is ook essentieel<strong>in</strong> een democratische rechtsstaat. Maar de gerichtheid van beleidsmakers opformele processen stemt niet altijd overeen met de manier waarop burgers tegende zaken aankijken. Ook laat hun juridische opstell<strong>in</strong>g burgers soms geen anderekeus dan een juridische tegenactie met – bijna onvermijdelijk – een toenemendeafstand als gevolg. Vanuit burgers gezien is er vaak meer behoefte aan eenpersoonlijk gesprek en een persoonlijke reactie <strong>in</strong> plaats van een formele beschikk<strong>in</strong>gmet handteken<strong>in</strong>gen van de wethouders.Frank Jacobs, die als advocaat de bewoners <strong>in</strong> Watergraafsmeer bijstond <strong>in</strong> de strijd om behoud van<strong>het</strong> speelple<strong>in</strong>tje, is van men<strong>in</strong>g dat juridiser<strong>in</strong>g vaak niet de meest bevredigende oploss<strong>in</strong>g biedt.“Zodra ik meedoe, is <strong>het</strong> al fout gegaan, want vanaf dat moment gaat <strong>het</strong> niet meer om de belangrijkevragen, maar om wie er juridisch gelijk krijgt.” Er zijn heel wat rechtszaken gevoerd rond <strong>het</strong>speelple<strong>in</strong>tje. Als de rechtbank weer aan zet was geweest met een vernietig<strong>in</strong>g van een besluit,moest <strong>het</strong> bestuur reageren op die uitspraak. In plaats van contact te zoeken met de <strong>in</strong>itiatiefgroep,kwam er weer een formeel besluit van <strong>het</strong> bestuur. Waarop de bewoners dan weer moesten reagerenmet bezwaar en beroep. Zijn conclusie: “Dat zou veel terughoudender moeten worden <strong>in</strong>gezet.”Niet alleen procedures, maar ook bekende en belangrijke pr<strong>in</strong>cipes uit <strong>het</strong> openbaarbestuur staan soms <strong>in</strong> de weg van burgerbetrokkenheid. De Rotterdamsewethouder Jant<strong>in</strong>e Kriens waarschuwt bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> een onvoldoende doordachtetoepass<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> pr<strong>in</strong>cipe van gelijke behandel<strong>in</strong>g. Beleidsmakers, zegtze, moeten afleren om te denken <strong>in</strong> termen van “een <strong>in</strong>dividuele <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g iseen juridisch geborgd recht dat je hebt”. In de Wet Voorzien<strong>in</strong>g Gehandicaptenwerd bij<strong>voor</strong>beeld <strong>het</strong> recht van burgers heel precies gedef<strong>in</strong>ieerd, met als gevolgeen heel beroepstraject <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>dividuele burger: bestuursrechter, enz., enz.Kriens: “Daarmee laat je de samenlev<strong>in</strong>g doodlopen. Want op <strong>het</strong> moment dat jeverschillen die er tussen mensen zijn juridisch probeert te borgen, krijg je zulkedikke boeken en verliezen we nu juist <strong>het</strong> zicht op <strong>in</strong>dividualiteit en verschillentussen mensen.”Er worden ook vraagtekens gezet bij <strong>het</strong> pr<strong>in</strong>cipe van de representativiteit van debetrokken burgers, een <strong>voor</strong> veel beleidsmakers geheiligde hoeksteen van burgerbetrokkenheid.Het veldwerk laat op dit punt geen twijfel: bij beleidsparticipatie isrepresentativiteit een fictie. Dat geldt bij <strong>in</strong>spraak; bij <strong>het</strong> speelple<strong>in</strong>tje <strong>in</strong> de


112 vertrouwen <strong>in</strong> burgersAmsterdamse Watergraafsmeer kwamen van de 1700 schriftelijk uitgenodigdebewoners er twaalf. Dat geldt ook bij de top-downsamenstell<strong>in</strong>g van wijkraden,schoolbesturen of wmo-raden. Wooncorporatie Woonstad Rotterdam heeft omruimte te maken <strong>voor</strong> een nieuwe aanpak, met <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van de zittende leden,de oude bewonersraden ontbonden: te veel <strong>het</strong> gestaalde witte kader, zoals datheet <strong>in</strong> <strong>het</strong> bestuurlijke buurtjargon.De nieuwe aanpak van Woonstad Rotterdam is samen met bewoners tot stand gekomen. In plaatsvan een vertegenwoordigende aanpak wordt zoveel mogelijk gesproken met de mensen om wie <strong>het</strong>gaat; verschillende groepen, belangen en perspectieven worden daarbij bewust opgezocht. Insteekis niet dat de deelnemers ‘namens’ een bepaalde groep een standpunt <strong>in</strong>brengen, maar dat verschillendeperspectieven aan tafel zijn vertegenwoordigd. De werv<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> de nieuwe klantenraadheeft aangetoond dat <strong>het</strong> <strong>in</strong> elk geval <strong>in</strong> de Rotterdamse context mogelijk is: er waren meer danvoldoende geschikte kandidaten waaruit een sterke en gemêleerde klantenraad is samengesteld.Maatschappelijk <strong>in</strong>itiatieven – zowel fysiek als virtueel – hebben zelden een representatieveachterban. Zeker door <strong>het</strong> nieuwe gemak waarmee mensen via <strong>in</strong>terneteen protestactie kunnen starten en steun kunnen verwerven, kan er een vertekendbeeld van <strong>het</strong> draagvlak ontstaan, dat on<strong>voor</strong>bereide beleidsmakers ontregelt. Inde fysieke protestwereld was bij<strong>voor</strong>beeld ‘duidelijk’ wat 300.000 deelnemers aaneen demonstratie betekenden <strong>voor</strong> <strong>het</strong> publieke draagvlak. Er was een ervar<strong>in</strong>gsbasisen, reken<strong>in</strong>g houdend met de <strong>voor</strong>geschiedenis van de organisatoren, eensoort ‘koers’ om de hevigheid van de burgerbetrokkenheid te wegen. Maar hoe we<strong>het</strong> aantal van ruim 350.000 ondertekenaars van de onl<strong>in</strong>epetitie <strong>voor</strong> <strong>het</strong> vervroegenvan de screen<strong>in</strong>g op borstkanker moeten <strong>in</strong>terpreteren, is een vraag die zichnog niet eerder <strong>voor</strong>deed. Er zijn ook curieuze leerervar<strong>in</strong>gen die <strong>voor</strong>alsnog geenplaatshebben b<strong>in</strong>nen de bestuurlijke raamwerken. Een steekgroep van deelnemerskan na afloop van een betrokkenheidstraject niet meer als representatief <strong>voor</strong>‘gewone burgers’ worden beschouwd, omdat ze gedurende <strong>het</strong> participatieproceshebben bijgeleerd en hun men<strong>in</strong>g verder hebben ontwikkeld.Dat plaatst beleidsmakers <strong>voor</strong> lastige vragen. Bij de opzet van een betrokkenheidstraject,waarschuwen de ervar<strong>in</strong>gsdeskundigen, dienen ze goed na te denkenover wie belanghebbenden zijn en hoe die bereikt kunnen worden. Komt <strong>het</strong><strong>in</strong>itiatief van burgers, dan moet wellicht m<strong>in</strong>der verkrampt worden gereageerd.Uite<strong>in</strong>delijk kan ‘de politiek’, <strong>in</strong> de vorm van de volksvertegenwoordig<strong>in</strong>g, op datpunt grenzen stellen of andere geluiden bewust uitnodigen.4.2 remmende structuren en systemenOverheden en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong>gewikkelde organisaties enburgers lopen vaak vast op de bestaande structuren en systemen: ‘de bureaucratie’.


drempels113Andersom wordt de wisselwerk<strong>in</strong>g met steeds hoger opgeleide, beter geïnformeerdeen ongrijpbaarder burgers er ook niet eenvoudiger op. Hun <strong>in</strong>formelestructuren en systemen – vaak slecht passend b<strong>in</strong>nen de formele kaders – kunnenremmend werken <strong>voor</strong> beleidsmakers die zich publiekelijk moeten verantwoorden<strong>voor</strong> hun handelen. Een bloemlez<strong>in</strong>g uit de vele illustraties die we <strong>in</strong> ons veldwerktegenkwamen, biedt zicht op de hoge drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g ten gevolgevan de logge structuren en systemen van overheden en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, maar ook vanonduidelijke burgerstructuren.4.2.1 logge overheidsstructurenDe structuur van de overheid is er een van verschillende afdel<strong>in</strong>gen met afgebakendetaken. De burger kent deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g niet en loopt aan tegen de afzonderlijke‘kon<strong>in</strong>krijkjes’. Er wordt gesteggeld over de vraag onder welke afdel<strong>in</strong>g een <strong>in</strong>itiatiefpast en <strong>in</strong> welke vorm <strong>het</strong> gegoten moet worden, terwijl medewerkers gewoonaan de slag willen. Het Huis van Thorbecke kent bovendien verschillende verdiep<strong>in</strong>gen:rijk, prov<strong>in</strong>cie, gemeente met daarbij soms nog onderkelder<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> devorm van deelgemeenten en een steeds zwaarder Europese bovenbouw. En danhebben we <strong>het</strong> niet over erkers zoals waterschappen en verzelfstandigde <strong>in</strong>stanties,om niet te spreken over de vele maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die vanuit <strong>het</strong>perspectief van veel burgers ook onderdeel uitmaken van ‘de overheid’. Datbestuurlijke bouwwerk veroorzaakt tal van problemen.Overmatige taakgerichtheidDe onaardige woorden zijn ‘<strong>in</strong>terne gerichtheid’ en ‘verkoker<strong>in</strong>g’. De prijs hiervankan hoog zijn: verkoker<strong>in</strong>g maakt dat <strong>het</strong> overlaten van zelfs de meeste simpeled<strong>in</strong>gen aan burgers tot <strong>in</strong>gewikkelde processen kan leiden. Creativiteit wordtweggedrukt, want door te verfijnde structuren en systemen “is alles opgesplitst <strong>in</strong>deelactiviteiten en dan zijn er 20, 30 mensen bij zo’n situatie betrokken enniemand bouwt een relatie op.”Buurtbewoners vonden de gemeentelijke bloembakken nogal saai en wilden daar wat aan doen. Diesaaiheid werd op <strong>het</strong> stadhuis niet ontkend, <strong>het</strong> was een bewuste keuze geweest: <strong>het</strong> beheer moestniet te veel werk zijn. Een meedenkende ambtenaar stelde <strong>voor</strong> dat de gemeente de aanschaf vanmooie bloemen zou betalen, op <strong>voor</strong>waarde dat de buurt de bloemen zou planten en de bakkenonderhouden. Mensen enthousiast, willen aan de slag. Maar vervolgens moesten andere gemeenteambtenarenweten hoe dat dan precies wordt geregeld, onder welke afdel<strong>in</strong>g dat valt, hoe deafstemm<strong>in</strong>g verloopt met de afdel<strong>in</strong>g Beheer. Driekwart jaar later was er nog steeds niets gebeurd.Niet alleen burgers lopen soms tegen de strikte taakverdel<strong>in</strong>g tussen afdel<strong>in</strong>gen enlagen op, ook beleidsmakers zelf kunnen er last van hebben. De <strong>voor</strong>beelden zijnsoms ‘grappig’. Een griffier: “Ik deed grotestedenbeleid, en ik vond <strong>het</strong> leuk om me


114 vertrouwen <strong>in</strong> burgerser ook echt <strong>in</strong> de wijken rechtstreeks mee te bemoeien. Nou, ik heb een tegenwerk<strong>in</strong>ggehad vanuit de organisatie, want <strong>het</strong> was toch niet de bedoel<strong>in</strong>g dat iemandvan de concernstaf op straat bezig was.” Een publieke organisatie ontwikkelde eenwebsite waarop burgers publieke diensten kunnen beoordelen, zoals restaurantbezoekersdat kunnen op iens.nl en boekenliefhebbers op Amazon. Zij beslotenscholen als eerste onderwerp te nemen, maar moesten van <strong>het</strong> m<strong>in</strong>isterie vanOnderwijs, Cultuur en Wetenschap officiële excuses maken: <strong>het</strong> was afgebakendterre<strong>in</strong>.De illustraties worden veel m<strong>in</strong>der leuk wanneer overheidsafdel<strong>in</strong>gen of maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen verantwoordelijkheid delen. Onze eerdere onderzoekenVertrouwen <strong>in</strong> de buurt en Vertrouwen <strong>in</strong> de school getuigen daarvan <strong>in</strong> vele toonaarden.De maatschappelijke participatie van geïsoleerde mensen, zoals gehandicaptenen senioren, wordt belemmerd door <strong>het</strong> bestuurlijke niemandsland tussende vele gespecialiseerde <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen; kwetsbare jongeren ontsporen tussen dekieren van grote <strong>in</strong>stituties. Ook op andere plaatsen raken hulpbehoevendeburgers zoek. Bij de schuldhulpverlen<strong>in</strong>g was de eerste stap – <strong>het</strong> uitzoeken vande reken<strong>in</strong>gen – bij geen enkele afdel<strong>in</strong>g belegd: “Daar loop je dan op stuk. Wantmensen kunnen <strong>het</strong> niet zelf, want anders hadden ze <strong>het</strong> wel gedaan. En deschuldhulpverlen<strong>in</strong>g zegt: u moet wel aanleveren. Waar zijn die schulden allemaal?En hoe hoog zijn ze dan?” Scherpe taakverdel<strong>in</strong>gen zijn niet alleen b<strong>in</strong>neneen overheid lastig, maar ook tussen overheden onderl<strong>in</strong>g. Bij de brand <strong>in</strong> Moerdijkwas meteen de vraag: “Bij welke regio hoort deze rookpluim?”De oploss<strong>in</strong>g, zeggen velen, ligt bij organisaties die breder kunnen (en willen)kijken. Te vaak blijkt dat echter lastig door een strikt vasthouden aan een bepaaldetaak: wij zijn een gespecialiseerde afdel<strong>in</strong>g, school of wooncorporatie, geenwelzijnsorganisatie en zeker geen politie. Die discussie wordt extra gevoed doorde lopende bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen, met <strong>in</strong>begrip van de overdracht van taken naar burgers.In corporatieland woedt een fervente strijd, welzijnsorganisaties strijden om overlev<strong>in</strong>g,scholen weten zich ‘afgeknepen’. Zich terugtrekkende nationale beleidsmakerskijken naar andere partijen om de ‘gaten’ te vullen. Decentralisatie naarlagere overheden – onveranderd met een ‘efficiencykort<strong>in</strong>g’ – heeft magischevormen aangenomen. Buurten hebben een hoofdrol verkregen <strong>in</strong> de wmo, sportverenig<strong>in</strong>gendienen maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven te ontplooien, van bedrijvenwordt een extra <strong>in</strong>zet verwacht bij de aanpak van duurzaamheidsvraagstukken.Hun aller beperkte toerust<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> die extra uitdag<strong>in</strong>gen lijkt daarbij een onderschatvraagstuk: problemen worden, zeggen vele gesprekspartners, veeleer zonderveel afstemm<strong>in</strong>g ‘over de muur gegooid’.Bij de taakverdel<strong>in</strong>g hoort ook een verdel<strong>in</strong>g van de budgetten, vanuit <strong>het</strong> perspectiefvan burgers <strong>in</strong> hoge mate ‘broekzak-vestzak-gedoe’ van een soms twijfelachtiggehalte, <strong>voor</strong>al op <strong>het</strong> veld van de maatschappelijke participatie. Bij de begeleid<strong>in</strong>g


drempels115van probleemjeugd gaat “80 procent van de energie <strong>in</strong> vier procent van de gevallenzitten, en de rest, ja, daar is geen geld <strong>voor</strong>.” Dit komt volgens de betrokkenambtenaar door de fixatie op probleemjongeren: “Als je geen overlast geeft, ben jeook geen aandachtsgebied. Daar zit natuurlijk een vorm van onredelijkheid, onbillijkheid<strong>in</strong>.” Hij deed een – vergeefse – pog<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> verleggen van de aandachtnaar de preventie: “Dat is een logica waar iedereen ‘ja’ tegen zegt, en vervolgensdoet iedereen toch weer zijn eigen d<strong>in</strong>g wat ie al jaren aan <strong>het</strong> doen is.”Ook maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven kunnen aanlopen tegen de verdel<strong>in</strong>g vanmiddelen. Zo was een Rotterdamse trekster op een nieuwe manier bezig met dere-<strong>in</strong>tegratie van werklozen. Zij organiseert met vrouwen een modeshow, geeft zeeigenwaarde, waardoor veel vrouwen daarna een baan v<strong>in</strong>den. Zo’n project wordteen keer gesubsidieerd en nog een keer, maar daarna moet een keuze wordengemaakt. V<strong>in</strong>den we dit zo belangrijk dat we een gedeelte van de bestaande gelden<strong>voor</strong> re-<strong>in</strong>tegratie daaraan besteden of niet?OntoegankelijkheidBurgers hebben vaak geen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de manier waarop de afdel<strong>in</strong>gen van overheidsorganisaties<strong>in</strong> elkaar zitten. Initiatiefnemers vertellen dat ze pas goedkonden samenwerken met gemeenten en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen toen zebegrepen hoe ontzettend verkokerd die organisaties waren. Het is <strong>in</strong> Nederlandook niet altijd duidelijk wie waarover gaat.De muren rond <strong>het</strong> overheidsfort zijn <strong>voor</strong> veel burgers hoog; zelfs de beter toegerustengaan soms ten onder tijdens de bestorm<strong>in</strong>g. Ze ontwikkelen bij<strong>voor</strong>beeldeen eigen <strong>in</strong>itiatief rond de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een druk uitgaanscentrum. “Toenbegon <strong>het</strong> gezeur. Het gvb wilde niet een halte terugleggen, de politie <strong>voor</strong>zaggrote problemen als je de taxi’s g<strong>in</strong>g verplaatsen…” Het was een en al “kan niet”en “moeilijk”. Er zijn kant-en-klare regel<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> burger<strong>in</strong>itiatieven die demogelijkheden om flexibel om te gaan met zich aandienende <strong>in</strong>itiatieven beperken,zeggen anderen. Door een strak stramien aan te houden <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheidkom je niet tot werkelijke maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Vaak is <strong>in</strong>spraak wettelijk verplicht en vervolgens tot formaliteit verheven: “Zijdenken klaar te zijn door een <strong>in</strong>formatiebijeenkomst te houden en vervolgens eenbrief te sturen – check, check.” Er komt een apart organisatieonderdeel ‘participatie’,er wordt een projectje <strong>voor</strong> opgezet waaraan de uite<strong>in</strong>delijke beslissers nietmeedoen. Beleidsparticipatie, zeggen ze, wordt op die manier een wassen neus:“Daar moet je dan ook helemaal niet aan beg<strong>in</strong>nen, want dan raken die mensenalleen maar heel erg teleurgesteld. En een teleurgestelde burger is erger nog daneen burger die niets doet.”


116 vertrouwen <strong>in</strong> burgers“Het burger<strong>in</strong>itiatief, daar ben ik zelf een groot criticus van. Omdat <strong>het</strong> een manier is van <strong>het</strong>bevoegd gezag om petities tegen te houden, om ze eisen op te leggen. Zoals: <strong>het</strong> mag de afgelopentwee jaar niet besproken zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> parlement, <strong>het</strong> moet m<strong>in</strong>imaal veertigduizend handteken<strong>in</strong>genhebben, die handteken<strong>in</strong>gen moeten ook nog allemaal op een of andere manier gechecktworden. Hartstikke bureaucratisch. Een enorme ontmoedig<strong>in</strong>g. En vaak ook een enorme deceptieals mensen denken aan de eisen te voldoen, en er gebeurt uite<strong>in</strong>delijk niks. En <strong>het</strong> is ook alleenmaar dat <strong>het</strong> dan op de agenda komt. Dat kan dan nog steeds besproken worden <strong>in</strong> een hamerslag.Zoiets als een Kamervraag: ‘en v<strong>in</strong>dt u ook niet dit?’ en ‘v<strong>in</strong>dt u ook niet dat?’. En dan zegt dem<strong>in</strong>ister: ‘nou, nee, ik zie geen reden om mijn beleid te wijzigen. Next!’ Dat doet niet echt rechtaan wat die veertigduizend mensen er aan energie hebben <strong>in</strong>gestopt om <strong>het</strong> op de agenda te krijgen.”Overheden en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen blijken ook andersz<strong>in</strong>s we<strong>in</strong>ig toegankelijk <strong>voor</strong>burgerbetrokkenheid. Dom<strong>in</strong>ante politici – “met zeer veel bekwaamheden, maarook met een zeer ijzeren wil” – laten we<strong>in</strong>ig ruimte. Er wordt een betrokkenheidgeve<strong>in</strong>sd, “maar <strong>in</strong> the end gebeurt er gewoon wat één wethouder wil en wat <strong>het</strong>college vervolgens wil.” Vanuit hun dom<strong>in</strong>ante posities stellen beleidsmakers enbestuurders bovendien vaak (te) hoge eisen aan de organisatie van burgers. Omdatde wooncorporaties fuseerden, moesten ook alle huurdersorganisaties fuseren.De verb<strong>in</strong>ders vertelden over de werkbelast<strong>in</strong>g, “met zo’n 40 bestuursleden vanvijf verschillende huurdersorganisaties.” Het duurde een paar jaar <strong>voor</strong>dat er eenhuurderskoepel was, met daaronder de lokale huurdersorganisaties die gewoonhun werk bleven doen. “Kortom, er was behoorlijk wat werk <strong>voor</strong> nodig, want <strong>het</strong>zijn vrijwilligers, om dat op de rails te krijgen.”BehoudzuchtEen oude wijsheid werd veelkleurig geïllustreerd door ons veldwerk: <strong>het</strong> hoogstedoel van organisaties is hun eigen behoud. Overheidsorganisaties en maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> hoge mate beleidsresistent, een aardig woord <strong>voor</strong>onveranderbaar. Welzijns- of onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen pasten zich soepel aan opnieuw overheidsbeleid: ‘hoe moet <strong>het</strong> nu <strong>het</strong>en? oké, dan heet <strong>het</strong> nu …’ Het‘meestribbelen’ is <strong>voor</strong>al door <strong>het</strong> middenkader tot een kunst verheven. In onzegesprekken stapelden de <strong>voor</strong>beelden zich op: “De gemeente, daar hebben we welheel makkelijk toegang op <strong>het</strong> hogere niveau maar daar beneden, de mensen die<strong>het</strong> uitvoeren, die zeggen heel snel: die lui krijgen al zoveel.”Bestaande structuren en systemen zijn bovendien we<strong>in</strong>ig gastvrij jegensnieuwe ideeën en organisaties. Ter illustratie: nieuwe <strong>in</strong>itiatieven op <strong>het</strong> gebiedvan digitale communicatie met burgers bev<strong>in</strong>den zich <strong>voor</strong>al aan de ‘randen’ vanbestuurlijke organisaties, bij<strong>voor</strong>beeld bij de afdel<strong>in</strong>g communicatie (Bekkers et al.2010: 157-158). Dat geeft ze wellicht meer ruimte om te floreren, maar houdt ook


drempels117een beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>. Ze kunnen ook gemakkelijk weer worden afgestoten ennieuwe werkwijzen hebben moeite hun weg te v<strong>in</strong>den naar <strong>het</strong> hart van deorganisatie.“Er is een aantal <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die over <strong>het</strong> algemeen meer dan 100 jaar bestaan en die ooit bevlogenzijn begonnen, maar nu gewoon subsidie krijgen, onderl<strong>in</strong>g de poet verdelen, regioafsprakenmaken. En die zien ons natuurlijk niet met heel veel plezier komen.” Een maatschappelijk ondernemerconstateerde <strong>het</strong> met nuchterheid: zo is kennelijk <strong>het</strong> leven van nieuwkomers. “We warenook niet welkom bij de ambtenaren. Want die hebben <strong>het</strong> al moeilijk genoeg om met die <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gente proberen om de samenwerk<strong>in</strong>g te krijgen, dat doen ze met convenanten, overlegstructuren.En dan weer zo’n clubje erbij, dat is ook niet iets waar ze blij mee waren.”Anderen werden er opstandig van – “Uite<strong>in</strong>delijk dachten we: we willen <strong>het</strong> stelselkraken” – of ze zochten de rust van de “blauwe oceaan”. Onze zegsvrouw legtuit: “Je hebt de rooie oceaan en daar heb je allemaal haaien en die vechten elkaarde tent uit, dat zie je <strong>in</strong> alle sectoren. Er zit een hoop strijd tussen die <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,wie krijgt <strong>het</strong> meeste geld en dat soort d<strong>in</strong>gen. Het zijn grote, massieve clubs metvijf- tot tienduizend medewerkers en die zitten allemaal <strong>in</strong> die rooie oceaan tegenelkaar aan te vechten. Wij zoeken de blauwe oceaan op waar niemand is.” Omdatgrote <strong>in</strong>stituties verander<strong>in</strong>g afhouden, leven ze <strong>in</strong> een verouderde wereld, terwijlnieuwkomers de kansen grijpen die de nieuwe wereld biedt.Bij deze remmende structuren en systemen past wel een kantteken<strong>in</strong>g, waarschuwenervar<strong>in</strong>gsdeskundigen: er is veel meer ruimte dan meestal wordt <strong>voor</strong>gesteldof gedacht en de structuren gelden vaak als excuus <strong>voor</strong> passiviteit. Filosoof annexbuurtwerker Henk Oosterl<strong>in</strong>g verhaalt van de <strong>in</strong>formele “contra-<strong>in</strong>stituties” dieontstaan <strong>in</strong> <strong>het</strong> vacuüm tussen gemeentelijke diensten en burgers: een extra laagvan samenwerkende frontlijnwerkers. Gemeentelijke diensten zijn hier bevreesd<strong>voor</strong>, maar jonge ambtenaren willen er graag werken. Dat creëert soms problemenb<strong>in</strong>nen de diensten. Zonder stevige rugdekk<strong>in</strong>g van de bovenbazen is <strong>het</strong> carrièreperspectiefvan de vrijbuiters wankel, leerden we <strong>in</strong> de praktijk.Vernieuwers b<strong>in</strong>nen de gemeentelijke top moeten veel scepsis overw<strong>in</strong>nen.Ronald Vis pakte <strong>het</strong> <strong>in</strong>dertijd als raadslid bij de gemeente Amersfoort groots aan.Hij zat <strong>in</strong> een werkgroep bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g die kwam met tachtig aanbevel<strong>in</strong>gen<strong>voor</strong> een nieuwe werkwijze. En tot verbaz<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> College nam degemeenteraad de aanbevel<strong>in</strong>gen van de eigen werkgroep unaniem aan. “Ik heb nogéén wethouder een week lang moeten overtuigen dat <strong>het</strong> echt geen coup was.” Datde gemeenteraad zich echt liet gelden zorgde <strong>voor</strong> andere posities en een anderemanier van werken.


118 vertrouwen <strong>in</strong> burgers4.2.2 ontoegankelijke burgerstructurenDe drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g ten gevolge van remmende structuren en systemenzijn weliswaar <strong>voor</strong>namelijk gelegen b<strong>in</strong>nen overheden en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, maar ookonder beleidsmakers en bestuurders bestaat wel enige reden tot beklag. Beleidsmakersworden vaak uitgemaakt <strong>voor</strong> een elite, maar ook <strong>in</strong>itiatiefnemers vormensoms weer een elite die de poorten <strong>voor</strong> nieuwkomers gesloten houdt. Bewonersorganisatiesvormen een soort ‘schaduwdemocratie’: <strong>het</strong> gestaalde, witte kader waar<strong>voor</strong>tdurend naar werd verwezen tijdens onze gesprekken over beleidsparticipatie.Ook moeten de trekkers van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven op hun beurt geholpenworden met <strong>het</strong> weer loslaten van hun <strong>in</strong>itiatief om zo ruimte te maken <strong>voor</strong> nieuwemensen en <strong>in</strong>itiatieven. De oude garde heeft bovendien vaak we<strong>in</strong>ig verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g metde kle<strong>in</strong>schalige netwerken die essentieel zijn <strong>voor</strong> maatschappelijke participatie.De professionaliteit van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven schrikt bovendien anderemensen af: burgerbetrokkenheid is bijna een vak geworden en dat beoefenen velenliever niet <strong>in</strong> hun vrije tijd. Lukt <strong>het</strong> wel om fris talent aan tafel te krijgen, dan blijktook de zittende ‘burgerelite’ te hechten aan <strong>het</strong> behoud van positie, leerden verrastebestuurders van wooncorporaties die experimenteerden met nieuwe vormenvan burgerbetrokkenheid: “De grootste drempels waren eigenlijk de bewonerscommissies,want die dachten: “Ho, wat krijgen we nu, er worden <strong>in</strong>eens allemaalleuke, vrolijke mensen aan tafel gevraagd, terwijl wij hier al 30 jaar op zo’n tas metstukken hebben zitten studeren en precies weten hoe erg <strong>het</strong> allemaal is.”Toch is zo’n <strong>in</strong>stroom noodzakelijk, omdat de vaak kle<strong>in</strong>e en dus dun bezettemaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven en ngo’s gemakkelijk overvraagd kunnen geraken <strong>in</strong>de wisselwerk<strong>in</strong>g met beleidsmakers. Hun achterban is vaak lokaal ‘georganiseerd’<strong>in</strong> nauwelijks geformaliseerde groepen en vormt een moeizame gesprekspartner<strong>voor</strong> gemeentelijke beleidsmakers: met wie moeten ze nu praten? Vroeger speeldebij<strong>voor</strong>beeld Milieudefensie de rol van verb<strong>in</strong>der van de lokale vertakk<strong>in</strong>gen, maardoor de bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen – de rijkssubsidie verdween – kan dat niet meer. Veelprov<strong>in</strong>ciale milieufederaties staan op omvallen, zeggen onze zegslieden, en datlaat <strong>in</strong> <strong>het</strong> lokale tegenspel een leemte achter.4.3 kortetermijnoriëntatieHet is een wederzijds verwijt: ‘jullie’ zijn te langzaam. Zowel beleidsmakers alsburgers hebben haast rond concrete <strong>in</strong>itiatieven als <strong>het</strong> hun uitkomt. In anderegevallen hechten ze juist aan ‘zorgvuldigheid’, als kennelijke tegenhanger vansnelheid van handelen. Maar tijd heeft een tweede betekenis: burgerbetrokkenheidheeft behoefte aan een lange adem, en dat blijkt een lastige zaak. De kortetermijnoriëntatievan gehaaste beleidsmakers, of juist haastige burgers, veroorzaakt hogedrempels <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid.


drempels1194.3.1 gehaaste beleidsmakersTijd is een schaars goed onder politici en de vierjaarscyclus is dom<strong>in</strong>ant aanwezig,ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> veld van de burgerbetrokkenheid. Verkiez<strong>in</strong>gen vormen een speciaalaandachtspunt <strong>in</strong> de politieke prioriteitstell<strong>in</strong>g en dat geldt dus ook <strong>voor</strong> <strong>in</strong>itiatievenvan b<strong>in</strong>nen of van buiten <strong>het</strong> ambtelijk apparaat. ‘Nieuwe’ bew<strong>in</strong>dslieden ofwethouders hebben een aanlooptijd van, zeg, een jaar nodig om hun ideeën om tezetten <strong>in</strong> praktische beleidsmaatregelen. Na hun aantreden ligt er ook <strong>voor</strong> deambtelijke en externe trekkers een taak om de nieuwe licht<strong>in</strong>g te overtuigen van<strong>het</strong> nut van hun lopende <strong>in</strong>itiatieven. Iedereen moet opnieuw wegwijs gemaaktworden, <strong>het</strong> vertrouwen moet opnieuw gewonnen worden. Politieke e<strong>in</strong>dverantwoordelijkenhebben dus een betrekkelijk korte periode om hun lijnen uit tezetten en te ‘scoren’. Dat leidt tot gehaastheid, zeker als ze <strong>het</strong> stuur onvast <strong>in</strong>handen hebben en terugvallen op ad-hocbeleid met machotrekjes. Dat geldt ook<strong>voor</strong> volksvertegenwoordigers; Tweede Kamerleden hebben bij<strong>voor</strong>beeld eengemiddelde ervar<strong>in</strong>g van vier en een half jaar, historisch gezien kort (Steeph 2011).Burgerbetrokkenheid wordt niet ervaren als een urgent probleem, zoals de economischecrisis of de stijgende ziektekosten dat zijn. Er is steeds een ‘belangrijker’probleem dat om de aandacht vraagt. Maar, waarschuwen deskundigen, <strong>het</strong> vormgevenaan z<strong>in</strong>volle burgerbetrokkenheid, met haar basis van wederzijds vertrouwen,behoeft een proces van vele jaren. Beleidsmakers kiezen daarom soms <strong>voor</strong>relatief makkelijke want haalbare doelstell<strong>in</strong>gen. ‘Lastige’ vraagstukken wordendan <strong>voor</strong>uitgeschoven, moeilijk te bereiken doelgroepen worden buiten haakjesgeplaatst. Zo richt Wilma Borgt zich met Computerwijk primair op allochtonevrouwen <strong>in</strong> achterstandsbuurten: “De groep die wij bedienen is toch een beetjeeen vergeten groep. Een groep waarvan men denkt: dat levert niet zo snel resultaatop; ze is bewerkelijker, moeilijk bereikbaar, <strong>in</strong>tensief. Want we werken altijd mettwee docenten op acht cursisten. Persoonlijk. En dat kost meer tijd en moeite.”Beleidsmakers zijn ongeduldig: ze hebben haast en beleidsparticipatie, met langeprocedures, kost tijd. Politici bedenken vandaag iets en dan moet <strong>het</strong> morgenworden <strong>in</strong>gevoerd of opgelost, ze staan onder druk om te scoren. Ambtenarenervaren dat als een gehaastheid en laken <strong>het</strong> gebrek aan cont<strong>in</strong>uïteit en doordachtheid.De Utrechtse oud-wethouder Hans Spekman merkte <strong>het</strong> <strong>in</strong> de praktijk: “Deoverheid en won<strong>in</strong>gbouwcorporaties hebben snel de neig<strong>in</strong>g om de deur te sluitenen te zeggen: ‘Besluit is besluit.’ En om dan ook niet meer te luisteren naar wat diemensen zeggen.” Dat is vaak niet verstandig. “Je kan plusjes opbouwen door datjuist wél te doen. Het is eigenlijk helemaal niet <strong>in</strong>gewikkeld om daar te gaan staanen te luisteren.”Het bezwaar van <strong>het</strong> tijdsverlies door betrokkenheidsprocedures moet nietworden weggewuifd, maar tegelijk constateren ervaren ambtenaren: “Het maakt


120 vertrouwen <strong>in</strong> burgerseigenlijk niet zo heel veel uit <strong>in</strong> de tijd gezien.” Inspraak en advies zijn onveranderlijkaan termijnen gebonden die zelden meer dan vier maanden bedragen. Enbeleidsmakers moeten ook niet overdrijven met de vertrag<strong>in</strong>g door beroepen.Ter illustratie: de <strong>Raad</strong> van State heeft <strong>in</strong> de afgelopen tien jaar een kle<strong>in</strong>e dertigrechtszaken over wegbesluiten behandeld. Van die besluiten is slechts een kle<strong>in</strong>deel vernietigd (Projectdirectie Sneller & Beter 2010: 103). De werkelijke vertrag<strong>in</strong>gis dan ook bijna altijd een direct gevolg van moeizaam bestuurlijk overlegdoor beleidsmakers zelf. “Als je kijkt naar procedures die lang geduurd hebben,”concludeert een <strong>in</strong> beroepsprocedures ervaren advocaat, “dan is er maar één partijdie altijd de meeste tijd neemt en dat is de overheid. Daar is een hoop tijdw<strong>in</strong>st tehalen” (Projectdirectie Sneller & Beter 2010: 49).Toch klagen veel ambtenaren wanneer <strong>het</strong> om burgerbetrokkenheid gaat over <strong>het</strong>gebrek aan tijd. Ze hebben vaak te maken met een deadl<strong>in</strong>e, <strong>voor</strong> de TweedeKamer, <strong>voor</strong> de m<strong>in</strong>ister, gemeenteraad of wethouders. Dan denken beleidsmakers:die burgerdialoog doen we daarna wel. Zeker <strong>in</strong> een tijd van bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>genzien zij <strong>het</strong> als een extra ballast. Burgers worden betrokken omdat <strong>het</strong> ‘moet’, vaakop een laat moment als een plan bijna <strong>in</strong> brons is gegoten. De trekkers van lokalepartijen zetten zich daar tegen af en zweren bij een <strong>voor</strong>tdurende betrokkenheid:“een actieve vorm van democratie, een vorm die <strong>het</strong> tegendeel is van de huidigepraktijk van <strong>in</strong>spraak achteraf op bestuurlijke plannen die feitelijk al zijn vastgesteld”(Euser 2009: 24).4.3.2 haastige burgersBeleidsmakers hebben veelal haast en klagen over vertrag<strong>in</strong>gen door beleidsparticipatie.Burgers ervaren dat van hun kant anders: ze klagen <strong>voor</strong>al over de overmatigetraagheid van ‘de bureaucraten’. Soms geven ze de strijd op, zoals een waarnemerconstateerde: “In <strong>het</strong> dorp hoor ik ook mensen zeggen: ‘Ram die weg er maardoorheen, dan weten we waar we aan toe zijn.’” Veel trekkers hebben een heelrepertoire ontwikkeld om te ontsnappen aan de wurggreep van de procedures.Als je kan zonder de overheid, doe <strong>het</strong> dan, zeggen sommige ngo-<strong>voor</strong>lieden.Ook de trekkers van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven bevestigen: zorg er<strong>voor</strong> niet tebelanden <strong>in</strong> beleidsplannen en -trajecten. De betere trekkers komen met ‘alternatieve’benader<strong>in</strong>gen die beleidsmakers ten zeerste kunnen ontregelen, zoalsbij <strong>het</strong> – effectieve – en zeer snel georganiseerde staand-bierdr<strong>in</strong>kprotest vanAi!Amsterdam.Sommige projecten, zoals <strong>het</strong> bouwen van een wijk of de aanleg van een weg,duren gewoon lang. Het is lastig om rondom zulke lange trajecten cont<strong>in</strong>uebetrokkenheid te organiseren. Evelien Oosterbaan, een van de ambtenaren achterwijbouweneenwijk.nl, vertelde: “Ik kan me heel goed <strong>voor</strong>stellen dat mensendenken: ‘We zijn twee jaar verder en ik ben best wel teleurgesteld, want er is nog


drempels121steeds geen concreet plan’.” Ook wooncorporatie Ymere leerde dat er een anderetijdsbelev<strong>in</strong>g bestaat bij de burgers en de eigen organisatie. Burgers hadden meegedacht,hun ideeën gegeven en verwachtten snel resultaat. “Wij merken dat <strong>het</strong>lastig uit te leggen is. Waar zijn jullie dan al die tijd mee bezig? Wij hebben tochgezegd wat er nu moet komen, en waarom hebben jullie zolang nodig om daar eenplan <strong>voor</strong> te maken?”Huurder Achmed werd door zijn wooncorporatie bij een herstructurer<strong>in</strong>g aangetrokken als verb<strong>in</strong>der<strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van zijn medebewoners: “In <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> waren ze blij. Maar na anderhalf jaar zie jedat wel veranderen: ‘ze zitten alleen maar verhalen te verkopen.’ Vandaar dat ik tegen de corporatiegezegd heb: ik ga ermee stoppen, want als ik naar een bewoner ga en die zegt: ik weet al genoeg endie doet niet open <strong>voor</strong> jou, dan heb ik daar geen z<strong>in</strong> <strong>in</strong>.”Neem je tijd, weet dat een lange adem vereist is, en bewaak de spann<strong>in</strong>gsboog. Datis een vak apart, leerden andere begeleiders <strong>in</strong> de harde praktijk rond de megastallen:“We hebben ons die jaren suf gecommuniceerd.” De wethouder van Heeze-Leende bij<strong>voor</strong>beeld wilde <strong>het</strong> goed doen en liet een folder bezorgen <strong>in</strong> elke brievenbus,organiseerde wijkavonden, enz. Toen <strong>het</strong> protest oplaaide, werd er tochgezegd: “We hebben nooit wat gezien.” Niemand maakte bezwaar tegen een plan,maar op <strong>het</strong> moment dat er sprake was van bouw werd er gesproken over een overval:“Er worden andere krachten wakker.” En volgens onze lijsten hadden ze bij deorig<strong>in</strong>ele <strong>in</strong>spraak gezeten, zeiden de ambtenaren wat beteuterd.Burgers hebben sowieso we<strong>in</strong>ig begrip <strong>voor</strong> de perikelen waarmee beleidsmakerssoms te maken hebben, zeker <strong>in</strong> tijden van bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen. “De tijden zijn veranderd,”merkte de Helmondse wethouder Stienen, “dus er liepen heel veel projectontwikkelaarsbij mij b<strong>in</strong>nen van: goh, Frans, <strong>het</strong> kan niet meer, kunnen we nogeens praten over <strong>het</strong> contract, kunnen we eens praten over de opzet, kunnen weniet faseren? Kan de gemeente niet wat met grondprijzen doen?” Het is dan lastigom de vaart er<strong>in</strong> te houden, maar de ‘bewoners’ van de herstructurer<strong>in</strong>gsbuurtenhadden haast: “Want dat was <strong>voor</strong>al waar de burgers en de w<strong>in</strong>keliers ons bij allebijeenkomsten steeds naar vroegen: wanneer dit, wanneer dat, wanneer dit?”4.4 onzekere sleutelhoudersEen van de hoogste drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g wordt gevormd door de onzekerheidonder sleutelhouders. Elk verander<strong>in</strong>gsproces is geheel afhankelijk van de<strong>in</strong>zet van een kle<strong>in</strong> aantal mensen die fungeren als trekker of verb<strong>in</strong>der <strong>voor</strong> anderen.Hun positie staat of valt echter weer bij <strong>het</strong> houvast dat zij kunnen ontlenenaan anderen. Voor burgers zijn <strong>het</strong> meestal hun mede-<strong>in</strong>itiatiefnemers, <strong>voor</strong> frontlijnwerkershun superieuren. Sc<strong>het</strong>sen die niet een visie van een toekomst die zijwenselijk achten, dan weten de sleutelhouders niet waar hun grenzen liggen.


122 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBewijzen ze <strong>in</strong> de praktijk ook niet on<strong>voor</strong>waardelijk achter ‘hun’ sleutelhouderste staan, dan worden reputatie- en carrièrerisico’s te groot en zullen velen passen.4.4.1 beperkte visieAls <strong>het</strong> betrekken van burgers geen prioriteit heeft bij de politiek, dan sneuvelenprojecten of wordt er niet aan begonnen. In sommige gemeenten en op departementengebeurt veel op <strong>het</strong> gebied van burgerbetrokkenheid, <strong>in</strong> andere nauwelijks.Dat heeft <strong>voor</strong> een belangrijk deel te maken met hoeveel gewicht de politieketop er achter zet. Maar gewicht alleen is niet voldoende, waarschuwen onzegesprekspartners. De prioriteit moet worden vertaald <strong>in</strong> een robuuste visie en <strong>in</strong>een voldoende toerust<strong>in</strong>g; zonder dat hebben de sleutelhouders <strong>in</strong> <strong>het</strong> verander<strong>in</strong>gsproceste we<strong>in</strong>ig houvast. Daar nu schuilt een probleem: er is, zeker nationaal,geen sprake van een doordacht en breed gedragen betrokkenheidsbeleid.Het gebrek aan een langetermijnvisie uit zich <strong>in</strong> een onoverzichtelijke en kwetsbareprojectencarrousel, dit ongeacht de warme taal van vele beleidsmakers en deherhaalde oproepen uit <strong>het</strong> veld. Indien beleidsmakers een wezenlijke plaats <strong>in</strong>ruimen<strong>voor</strong> vormen van betrokkenheid, dan gebeurt dat veelal te laat of ‘onhandig’.Een overmatige projectgerichtheid, <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met korte f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, draagtook niet bij. Sommige processen behoeven domweg cont<strong>in</strong>uïteit, maar burgers enfrontlijnwerkers klagen over “<strong>in</strong>cidentele middelen” die een keer ophouden “dusben je een beetje afhankelijk van de grillen van bestuurders.” Ondernemers klagenover “grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsonzekerheid”: kies één richt<strong>in</strong>g, zeggen ze, en hou daardan aan vast. Projecten worden niet afgemaakt, er is sprake van een <strong>voor</strong>tdurendwisselen van projectleiders, verantwoordelijke ambtenaren en politiek verantwoordelijken.Wisselende beleidsprioriteiten kunnen tot frustratie onder burgers en frontlijnwerkersleiden. Vooral de maatschappelijke participatie is kwetsbaar. Het welzijnswerkis <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tdurende slachtoffer van jojobeleid: dan is er wel en dan weer geengeld. Ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> onderwijs en de zorg worden succesvolle projecten afgekapt endraait de projectencarrousel op (te) volle toeren. ‘Voetbalagenten’ en ‘schoolagenten’werden teruggetrokken: er moest ‘meer blauw op straat’, of juist naar decentrale recherche. Maar ook bij beleidsparticipatie op nationaal niveau wreektzich <strong>het</strong> gebrek aan een consistente visie; de ervar<strong>in</strong>g met burgemeestersreferendakan daar<strong>voor</strong> als illustratie dienen.“Ik denk dat je met sport veel kunt bereiken <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.” Het is een kans <strong>voor</strong> open doel,zegt Jean Paul de Jong, maar we lijken die te missen door “een overkill aan allerlei <strong>in</strong>itiatieven,activiteiten, ideeën.” En de koers wisselt ook snel. “De laatste vijf jaar is eerst alles <strong>in</strong>gericht met<strong>het</strong> oog op <strong>het</strong> welzijn. Daarna was <strong>het</strong> weer heel veel samenwerken met sportverenig<strong>in</strong>gen. Nu


drempels123komen de scholen er heel erg bij.” Maar hoe meer, hoe complexer <strong>het</strong> eigenlijk allemaal wordt, zegthij. “Want iedereen gaat de scholen benaderen, dus die scholen weten op een gegeven moment nietmeer: moeten we nu dit volgen, of moeten we nu dat volgen? Op een gegeven moment overzie jedat <strong>in</strong> die wijken niet meer.”Speciaal sleutelhouders hebben behoefte aan een duidelijk verhaal dat hun ruimtelaat <strong>voor</strong> <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen hun eigen ‘territoir’. Dat verhaal moet altijd beg<strong>in</strong>nenbij mensen, en dat blijkt <strong>in</strong> de bestuurspraktijk vaak niet <strong>het</strong> geval. Bij de verslaafdenhostels<strong>in</strong> Den Bosch waren beleidsmakers <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie slecht op dehoogte van de buurten en <strong>het</strong> gesprek dat daar plaatsvond. Maar ook bij <strong>het</strong> protesttegen de megastallen werden politici overvallen door de vele tegenstanders. Depolitici dachten dat zij alle belanghebbenden hadden uitgenodigd en toch vormdezich <strong>voor</strong> hen onverwacht de actiegroep Megastallen Nee! “En wij maar uitleggendat bedrijfsverplaats<strong>in</strong>g slechts een onderdeel was van een veel grootschaligerproces van plattelandsvernieuw<strong>in</strong>g,” her<strong>in</strong>nerden de ambtenaren zich.Bij de megastallen konden beleidsmakers geen sluitende visie <strong>voor</strong>leggen: waarkomen we vandaan, waar staan we, waar gaan we naar toe? De stallenbouw op <strong>het</strong>platteland werd door verontruste burgers gekoppeld aan de gezondheidsproblematiek:Q-koorts en mrsa. Ook elders prikten burgers door ‘verkeerde’ verhalenheen. Bij de bestrijd<strong>in</strong>g van overlast door voetbalhooligans wordt Engeland doorveel beleidsmakers genoemd als <strong>het</strong> “perfecte <strong>voor</strong>beeld: daar gebeurt nooit meerwat.” Maar geoefende voetbalsupporters en frontlijnwerkers – politiemensenbij<strong>voor</strong>beeld of welzijnswerkers – weten dat door heel streng op de veiligheidrondom stadions te zijn, <strong>het</strong> geweld zich verplaatst naar andere plaatsen:“Ze zoeken elkaar gewoon <strong>in</strong> de stad op, ieder weekend is <strong>het</strong> daar ellende.” Jeverplaatst de locatie en ook de dag; nu gaan ze de avond van tevoren of zelfs tweedagen van tevoren op pad. “Dat is een probleem en dat kennen wij.”Een goede visie bouwt op de <strong>in</strong>breng van belanghebbenden, als bron van ervar<strong>in</strong>gsdeskundigheiden om draagvlak te verwerven. Het kl<strong>in</strong>kt logisch, maar blijktdat niet altijd te zijn. De manier waarop <strong>in</strong> verschillende steden met de aanpak vande Vogelaarwijken werd omgegaan vormt een illustratie van hoe <strong>het</strong> niet moet:vanuit <strong>het</strong> toenmalige m<strong>in</strong>isterie van Wonen Werken en Integratie (wwi) kwamde vereiste dat b<strong>in</strong>nen een paar maanden een compleet plan op tafel moest liggen.Niet alle gemeenten zagen vervolgens kans verder te gaan dan “doe maar een l<strong>in</strong>tom de bestaande 73 plannen”, of <strong>het</strong> stadhuis zadelde wijkraden, wooncorporatiesen w<strong>in</strong>keliersverenig<strong>in</strong>gen op met een kant-en-klaar plan.


124 vertrouwen <strong>in</strong> burgers4.4.2 wankele rugdekk<strong>in</strong>gWe hoorden terugkerende geluiden over gebrek aan rugdekk<strong>in</strong>g. Burgers wordenonzeker wanneer beleidsmakers hen, ondanks hun soms persoonlijk riskante<strong>in</strong>zet, laten ‘vallen’. Frontlijnmedewerkers verliezen hun geloofwaardigheid bijhun doelgroepen als zij steeds zonder concreet resultaat terugkomen, <strong>voor</strong> iederdetail naar hun bazen moeten <strong>voor</strong> toestemm<strong>in</strong>g, of eerder gemaakte afsprakenmoeten herzien. Weer zijn de drempels <strong>voor</strong>al gelegen b<strong>in</strong>nen de verticale kolommenvan overheden en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, waar mensen wordengeconfronteerd met onspeelbare kaarten en zwakke schakels <strong>in</strong> ketens.Exemplarisch is <strong>het</strong> boek Help! Een burger<strong>in</strong>itiatief (Van Zuylen 2007). De doelgroep van ditboek wordt gevormd door de lokale ambtenaren die zich <strong>in</strong> een spagaat bev<strong>in</strong>den tussen <strong>het</strong> aande ene kant doodknuffelen en <strong>het</strong> aan de andere kant negeren van – of je geen raad weten met –maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. Werk ik als ambtenaar <strong>voor</strong> de stad, of <strong>voor</strong> de bestuurder?Vooral rond maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven ontstaan problemen: ze passen immersvaak slecht b<strong>in</strong>nen de structuren en de bestaande rout<strong>in</strong>es van beleidsmakers enbestuurders. De betrokken frontlijnwerkers zoeken al improviserend naar demeest passende manieren om een ongevraagd <strong>in</strong>itiatief te laten slagen. Dan is <strong>het</strong>extra belangrijk dat zij van bovenaf worden gesteund. Maar er heerst vaak achterdochttussen College, <strong>Raad</strong> en ambtenaren, zeggen onze gesprekspartners, en eenoverenthousiaste frontlijn wordt met scheve ogen aangekeken. De eerste reactieop een frontlijn<strong>in</strong>itiatief is daarom veelal defensief en afwijzend. Ook de nieuwegeneratie ambtenaren vormt een aandachtspunt. Als zij net b<strong>in</strong>nenkomt en andereideeën heeft over samenwerk<strong>in</strong>g met de buitenwereld, wordt zij langs debestaande hiërarchische kaders snel teruggefloten. Dat wil men niet, daar is menonzeker over.De onzekerheid van beleidsmakers speelt ook op bij maatschappelijke participatie,denk aan de uitvoer<strong>in</strong>g van de wmo. De politiek heeft volgens de Rotterdamsewethouder Jant<strong>in</strong>e Kriens de frontlijnwerkers zo onzeker gemaakt en zo overvraagdmet allerlei bureaucratische procedures dat ze niet kunnen functioneren:“Als je de professionals niet serieus neemt, kun je niet verwachten dat de professionalsde mensen serieus nemen.” Wie vertrouwen wil geven, moet zelf oververtrouwen beschikken.Onspeelbare kaartenMogen beleidsmakers wel zoveel – meestal gratis – <strong>in</strong>zet verwachten van‘normale’ burgers? Actieve betrokkenheid kost veel tijd; niet zonder reden warenveel van de mensen die we <strong>in</strong> ons veldwerk tegenkwamen, gepensioneerd of tijdelijkzonder werk. Voor velen is <strong>het</strong> tijdelijk wel op te brengen om veel tijd te <strong>in</strong>ves-


drempels125teren <strong>in</strong> een project, maar op de lange duur is <strong>het</strong> lastig vol te houden, naast eenbaan of andere verplicht<strong>in</strong>gen. Zoals een Helmondse wijnhandelaar <strong>het</strong> <strong>voor</strong> velensamenvatte: “We doen <strong>het</strong> er allemaal bij en we moeten opboksen tegen lieden dieer de hele dag mee bezig zijn.” Mensen haken af of – en dat zagen we een aantalkeren bij maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven – zetten hun <strong>in</strong>itiatief <strong>voor</strong>t als maatschappelijkondernemer of ngo met betaalde krachten.Maar ook ambtenaren krijgen opdrachten waarvan zij, evenals hun bazen, wetendat <strong>het</strong> gaat om een mission impossible. Vaak zijn <strong>het</strong> relatief kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen, maarmet een grote doorwerk<strong>in</strong>g op de burgerbetrokkenheid. Trajecten op <strong>het</strong> gebiedvan beleidsparticipatie zijn arbeids<strong>in</strong>tensief, terwijl ze er meestal ‘even bij gedaan’moeten worden. Daarmee zadel je mensen soms op met een welhaast onmogelijketaak: zij moeten beschikken over zend<strong>in</strong>gscapaciteiten en een zware rugdekker diehen ook steunt op <strong>het</strong> moment dat andere afdel<strong>in</strong>gen van de gemeente zich gaanroeren.Bij <strong>het</strong> n340-project kregen de betrokken burgers bij de politieke besluitvorm<strong>in</strong>g een koudedouche. De prov<strong>in</strong>ciale projectleider had – denkend vanuit <strong>het</strong> perspectief van de teleurgesteldebewoners – daarna vragen over zijn eigen positie: “Nu overheerst <strong>het</strong> gevoel: waarom zou ik nogmet die man praten? Hij heeft zijn werk wel goed gedaan, we hebben geen ruzie met hem en <strong>het</strong>vertrouwen is er ook wel, maar daarna wordt er toch iets besloten waar ik geen zicht of <strong>in</strong>vloed opheb.” Hij legde ons uit: dat vertrouwen moet de prov<strong>in</strong>cie weer zien terug te w<strong>in</strong>nen. “Transparantiegaat niet alleen over de <strong>in</strong>houd van <strong>het</strong> besluit, maar <strong>voor</strong>al over de manier van besluitvorm<strong>in</strong>g.Het zó kunnen uitleggen dat iedereen denkt van: ja, nou goed, ze hebben dat besluit genomen, ikben <strong>het</strong> er niet mee eens, maar <strong>het</strong> is wel op een goeie manier gedaan. Dat gevoel is er bij veelburgers dus niet en daar heb ik als projectleider last van. Burgers willen serieus genomen wordenen als ze dat gevoel niet hebben, dan h<strong>in</strong>dert dat.”Onzekere schakels <strong>in</strong> ketensJuist bij maatschappelijke participatie moeten ketens worden gevormd, beg<strong>in</strong>nendbij de kwetsbare burgers die hulp behoeven. Die meest alledaagse hulp wordt <strong>in</strong>toenemende mate verleend door mantelzorgers en vrijwilligers, maar die moetenkunnen terugvallen op een eerste lijn van frontlijnwerkers en die weer op eentweede lijn van specialisten en een derde lijn vanuit de <strong>in</strong>tramurale <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen.Al die lijnen behoeven weer de rugdekk<strong>in</strong>g van bestuurders en beleidsmakers.Dat luistert nauw, want zonder die zekerheid kunnen burgers en frontlijnwerkersniet naar beste <strong>in</strong>zicht handelen.Zekerheid beg<strong>in</strong>t dus altijd vóór <strong>in</strong> de keten, wanneer burgers weten rugdekk<strong>in</strong>g tekrijgen. Mensen moeten cont<strong>in</strong>u <strong>het</strong> gevoel hebben dat ze kunnen bellen als er ietsis; dat gaat nooit over. Die steun moet er zijn, ook <strong>voor</strong> de lange termijn, zodat devertrouwensrelaties kunnen groeien. De onzekerheid van sleutelhouders wordt


126 vertrouwen <strong>in</strong> burgersgevoed door de permanente onduidelijkheid over de cont<strong>in</strong>uïteit van f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gen door de <strong>voor</strong>tdurend wisselende ambtelijke aanspreekpunten. We beschreven<strong>het</strong> belang van deze verb<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> <strong>het</strong> vorige hoofdstuk. Als ze verdwijnen of opgrotere afstand komen te staan door een fusie van gemeenten of <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,verliezen ze de vastigheid onder hun voeten.In de relatie tussen trekkers en verb<strong>in</strong>ders aan de ene kant en beleidsmakers aande andere schort veel, vertelden verschillende trekkers. Kom je met een mooi plan,zegt de ene <strong>in</strong>itiatiefnemer, dan krijg ik te horen: “Ammenooitniet. Gebeurt niet.”Ben je weer een tijd bezig om ze alsnog met steun van een corporatie door de bochtte krijgen. “Ze denken nooit mee,” zegt een ander. “Ik moet mijn energie halenbij de mensen uit mijn wijk, die zeggen: ‘Je moet doorgaan.’” “Ze willen overal deregie over hebben,” klaagt een Rotterdamse welzijnswerker over de beleidsmakers:“Ik denk echt dat <strong>het</strong> onzekerheid is bij de mensen zelf. Kijk, er wordt <strong>in</strong> Rotterdamnatuurlijk gesproken over <strong>het</strong> afschaffen van de deelgemeentes.”Ze kunnen gelijk hebben: een open houd<strong>in</strong>g tegenover burgers moet bouwen opzekerheid over de eigen positie. Alleen dan durven beleidsmakers te zeggen ‘Ditweten wij nog niet, wat v<strong>in</strong>dt u er van?’ Daartoe is <strong>het</strong> allereerst nodig dat <strong>het</strong>b<strong>in</strong>nen de organisatie zelf geoorloofd is om zoiets te zeggen. Als ambtenarenb<strong>in</strong>nen hun organisatie niet met vragen mogen komen, dan zullen ze ook niet metvragen naar buiten treden, zegt de een. Onzekere beleidsmakers ervaren <strong>in</strong>spraakals een bedreig<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> de eigen deskundigheid en <strong>in</strong>vloed, zegt een ander. Heb jee<strong>in</strong>delijk een goed wets<strong>voor</strong>stel ‘af’, dan wil je <strong>het</strong> liever niet aan kritiek blootstellen,illustreert een derde. Een uitgestoken v<strong>in</strong>ger is immers gauw de hele hand.Zonder zelfvertrouwen durf je ook geen ‘nee’ te zeggen. Burgerbetrokkenheidwordt dan onnodig wankel, waarschuwen ervar<strong>in</strong>gsdeskundige beleidsmakers enbestuurders, want als je dat ‘nee’ toelicht, bestaat daar vaak begrip <strong>voor</strong>. Het hoortbovendien bij <strong>het</strong> vak van besturen, of zoals zorgdirecteur De Wit uit Volendam<strong>het</strong> formuleert: “Niet vanuit: ik doe alles wat je zegt, want dan zijn we ord<strong>in</strong>airekoopmannen. Ook kunnen zeggen: nee, dit doen we niet. Je wordt ook betaald omlelijk of onaangenaam genoemd te worden.”Het samenwerken <strong>in</strong> rugdekk<strong>in</strong>gsketens luistert nauw en wordt bemoeilijktomdat de ketens vaak <strong>in</strong>gewikkeld zijn. Bij maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – bijnaaltijd georganiseerd op regionaal niveau met daaronder districten en locaties –waren bij<strong>voor</strong>beeld de verb<strong>in</strong>ders vanuit ‘de basis’ soms we<strong>in</strong>ig op hun gemak methun vertegenwoordigende taak: <strong>in</strong> hoeverre beschouwt hun achterban hen alslegitieme woordvoerder rond een gedeeld belang? Maar ook de vertegenwoordigersvan de verticale kolommen hebben te maken met een hiërarchie. Districtshoofden– bij wooncorporaties de regiomanager, bij politie de districtscommandant,b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> onderwijs de locatiedirecteur, b<strong>in</strong>nen de gemeente dewijkmanager – behoeven de steun van hun superieuren, frontlijnwerkers weer van


drempels127districtshoofden. Hebben ze die niet, dan verliezen ze hun belang als verb<strong>in</strong>dersmet de burgers.Die samenwerk<strong>in</strong>g wordt verder gecompliceerd door de horizontale wisselwerk<strong>in</strong>gmet burgers via <strong>in</strong>ternet. Davied van Berlo, trekker van <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief Ambtenaar2.0, weet: “Afstemmen ‘<strong>in</strong> de lijn’ is niet altijd mogelijk, terwijl je als ambtenaarstaatkundig gezien wel de men<strong>in</strong>g van de m<strong>in</strong>ister verkondigt.” Dat vereistnieuwe spelregels die spann<strong>in</strong>g opleveren met geheiligde pr<strong>in</strong>cipes als <strong>het</strong> primaatvan de politiek en de ambtelijke parafencultuur. Van Berlo zegt <strong>het</strong> mooi: “Deorganisatie dient duidelijkheid te geven over de professionele ruimte <strong>voor</strong> deambtenaar om maatschappelijk betrokken en <strong>in</strong> alle openbaarheid samen tewerken, te experimenteren en <strong>in</strong>teractief op te treden” (Van Berlo 2009: 40).Degenen die de rugdekk<strong>in</strong>gsketen moeten zekeren, zoals bestuurders en toezichthoudersvan maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, zijn door de ongewisheid van <strong>het</strong>overheidsbeleid zelf vaak verre van zeker. Ze zijn passief: passen op de tent, waarbijze zich veelal concentreren op ‘de f<strong>in</strong>anciën’, fusies en gebouwen, maar zichnauwelijks bezighouden met de kwaliteit van hun diensten en de zorgen van defrontlijn of hun cliënten. Of – soms – ze doen dat wel, maar schieten door <strong>in</strong> hunbevlogenheid. De praktijk leerde ons een harde les: <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> bestuurlijksucces b<strong>in</strong>nen maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn een bevlogen leider, een sterkef<strong>in</strong>anciële man, en een raad van commissarissen c.q. toezicht die ‘iets begrijpt’ vande problematiek van zowel cliënten als frontlijnwerkers. Dat aan alle drie <strong>voor</strong>waardengelijktijdig wordt voldaan blijkt zeldzaam. En de rugdekk<strong>in</strong>g die bestuurders<strong>in</strong> geval van nood moeten hebben van hun toezichthouders en van beleidsmakersblijkt dan nog zeldzamer.Ook zekerheid bij de politieke top is geen vanzelfsprekendheid, zo werd ons veelvuldig<strong>voor</strong>gehouden. Het is een meer onzekere tijd, ontwikkel<strong>in</strong>gen gaan snel ende manier waarop partijen zich tot elkaar verhouden verschuift. De politiek isveranderd, de afreken<strong>in</strong>g is harder geworden, veel wethouders halen bij<strong>voor</strong>beeld<strong>het</strong> e<strong>in</strong>de van de vier jaar niet. Dat maakt politici onzeker en met die onzekerheidis <strong>het</strong> lastig rugdekk<strong>in</strong>g geven aan de frontlijn. Ook topambtenaren die niet gedektworden door bew<strong>in</strong>dslieden of wethouders kunnen niet goed functioneren. Datwerkt <strong>in</strong> <strong>het</strong> samenspel tussen frontlijnwerkers en burgers en ondergraaft zo deburgerbetrokkenheid.* * *Ook al is aan de succes<strong>voor</strong>waarden voldaan, dan nog valt <strong>het</strong> dikwijls niet meeom een <strong>in</strong>itiatief van de grond te krijgen. De drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g blijkenhoog. Burgers en beleidsmakers spreken vaak een andere taal, handelen vanuitverschillende perspectieven en koesteren veelal andere verwacht<strong>in</strong>gen omtrent


128 vertrouwen <strong>in</strong> burgersaard en doel van een project. De overheidsorganisaties zijn te complex en procedureste zwaar om tijdig mee te kunnen bewegen met betrokken burgers. Maarook de ontregelde ‘burgerstructuren’ bemoeilijken <strong>het</strong> leven van beleidsmakersmeer dan tevoren. Zowel burgers als beleidsmakers blijken behept met een kortetermijnoriëntatieen waar de een haast heeft, heeft de ander <strong>het</strong> vaak juist niet.Ieder betrokkenheids<strong>in</strong>itiatief staat of valt daarnaast met de <strong>in</strong>zet van een kle<strong>in</strong>aantal mensen die fungeren als trekker of verb<strong>in</strong>der. Hun positie wordt echterbepaald door <strong>het</strong> houvast dat zij kunnen ontlenen aan anderen. Blijkt dat houvast<strong>in</strong> de vorm van visie en rugdekk<strong>in</strong>g er niet of niet voldoende te zijn, dan is een<strong>in</strong>itiatief bijna gedoemd te mislukken. De drempels die wij signaleerden bieden,evenals de andere lessen uit ons veldwerk, praktische handvatten <strong>voor</strong> verbeter<strong>in</strong>gdie samen met de verkregen <strong>in</strong>zichten uit de literatuur de opmaat waren <strong>voor</strong>concrete en resultaatgerichte aanbevel<strong>in</strong>gen.


deel iiiburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland:de duid<strong>in</strong>g


1315 burgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexesamenlev<strong>in</strong>gWat vertelt de theorie ons over burgerbetrokkenheid? Waarom komen sommigemensen <strong>in</strong> actie, terwijl anderen – <strong>in</strong> schijnbaar gelijke omstandigheden – zichmoedeloos, boos of ongeïnteresseerd afwenden? Hoe v<strong>in</strong>den burgers elkaar en hoekomen ze als groep <strong>in</strong> actie? En wat betekent dat <strong>voor</strong> beleidsmakers? De literatuurbiedt verschillende aanknop<strong>in</strong>gspunten om onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen beter te begrijpenen om die te plaatsen tegen de bredere context van een snel veranderende,complexe samenlev<strong>in</strong>g.5.1 betrokken <strong>in</strong>dividuenHet veldwerk laat er geen twijfel over bestaan: mensen willen en kunnen betrokkenzijn <strong>in</strong>dien de uitdag<strong>in</strong>g op hun weg past bij hun behoeften – ‘wezenlijk’ is –en ze denken te beschikken over de toerust<strong>in</strong>g die vereist is om passende antwoordente v<strong>in</strong>den. Het begrip toerust<strong>in</strong>g omvat meer dan alleen vaardigheden; zoalseen goede timmerman we<strong>in</strong>ig kan zonder zijn gereedschap, dienen burgers ook tebeschikken over de <strong>in</strong>strumenten en de slagkracht om <strong>in</strong>vloed uit te kunnen oefenen.Dit beeld aangevuld met <strong>in</strong>zichten uit de psychologie vormt ons basismodel(figuur 5.1). 1Figuur 5.1Basismodel van burgerbetrokkenheidUitdag<strong>in</strong>gOvervraagdBetrokkenNiet uitgedaagdToerust<strong>in</strong>g


132 vertrouwen <strong>in</strong> burgersIndien uitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> de desbetreffende persoon met elkaar <strong>in</strong> evenwichtzijn, zal die persoon actief betrokken worden. Indien naar zijn gevoel detoerust<strong>in</strong>g tekortschiet en/of de uitdag<strong>in</strong>g te groot is, voelt hij zich overvraagd.Als, omgekeerd, een uitdag<strong>in</strong>g hem niet <strong>in</strong>teresseert of niet aantrekkelijk genoegis, is hij niet uitgedaagd. In beide gevallen is de kans op actieve betrokkenheidkle<strong>in</strong>.5.1.1 aanleid<strong>in</strong>g en drijfveren <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuele betrokkenheid:de uitdag<strong>in</strong>gMensen handelen omdat ze iets willen veranderen: een <strong>in</strong> hun ogen ‘foute’ontwikkel<strong>in</strong>g willen tegengaan of juist een gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g willen bevorderen.Ons veldwerk levert talloze illustraties van onvree met de huidige situatieals drijfveer <strong>voor</strong> actie. Mensen worden dan gedreven door een gevoel van distributieverechtvaardigheid: ze krijgen niet waar ze denken ‘recht’ op te hebben(Van den Bos 2009: 91; Gurr 1970). We troffen ook mensen met een droom, eenvisie over wat er mogelijk moet zijn: een duurzame energie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g, <strong>het</strong>behoud van <strong>in</strong>dustrieel erfgoed <strong>voor</strong> de stad, een plek <strong>voor</strong> ontmoet<strong>in</strong>g en cultuur,en een dagopvang <strong>voor</strong> ouderen <strong>in</strong> de eigen dorpskern.Lang niet altijd is de aanleid<strong>in</strong>g <strong>in</strong>houdelijk van aard. Mensen komen ook <strong>in</strong> actieomdat ze <strong>het</strong> niet eens zijn met de wijze van besluitvorm<strong>in</strong>g. Hun behoefte aanprocedurele rechtvaardigheid wordt stelselmatig onderschat: mensen willen serieusworden genomen. Ze snappen dat ze niet altijd hun z<strong>in</strong> kunnen krijgen en zijnbovendien vaak beter <strong>in</strong> staat de procedure te beoordelen dan de <strong>in</strong>houd (Van denBos 2011). Een duidelijke communicatie <strong>voor</strong> en tijdens een betrokkenheidprocesis daarom van belang om onnodige onvree te <strong>voor</strong>komen.Een derde aanleid<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> betrokkenheid is <strong>voor</strong> de hand liggend, maar niet teonderschatten: mensen worden gevraagd. Veel burgers worden actief op uitnodig<strong>in</strong>g,of <strong>het</strong> nu gaat om vrijwilligerswerk of om deelname aan een panel, discussieforumof protestactie.Mensen worden actief door een van deze aanleid<strong>in</strong>gen, maar die zijn nietvoldoende om ook actief te blijven. Verschillende drijfveren voeden hun doorzett<strong>in</strong>gsvermogen(bij<strong>voor</strong>beeld Van Stekelenburg et al. 2011). In sommige gevallenmaken ze een m<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong>strumentele kosten-batenanalyse: wat is de kans datze hun sociale of politieke doelen kunnen realiseren door deel te nemen aan eencollectieve actie, en wat zijn daarvan de kosten (Klandermans 1997)? Zeker <strong>in</strong>geval van grootschalige acties wordt hun afweg<strong>in</strong>g mede bepaald door de verwacht<strong>in</strong>gvan wat anderen gaan doen. Een verwachte lage deelname leidt tot eenafname <strong>in</strong> de bereidheid om zelf mee te doen, terwijl een verwachte hoge deelnamede eigen motivatie doet toenemen: de kans op slagen wordt immers groter.


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g133Die rationele afweg<strong>in</strong>g speelt m<strong>in</strong>der zwaar als mensen geraakt zijn door eengevoel van maatschappelijke onrechtvaardigheid, als <strong>het</strong> gaat om een aantast<strong>in</strong>gvan <strong>voor</strong> hen wezenlijke waarden en normen die hun eigenbelang overstijgen.Veel maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen – denk aan mensenrechten- of ontwikkel<strong>in</strong>gsorganisaties– worden gedreven door een gedeelde ideologie (Van Stekelenburg2006). Hun aanhangers willen <strong>voor</strong>al uit<strong>in</strong>g geven aan hun persoonlijke waardenen-normensysteem.Een derde drijfveer, die <strong>in</strong> de literatuur steeds meer aandacht krijgt, is de<strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie om mee te doen. Niet <strong>het</strong> te verwachten resultaat van eenactie of de ideologie achter de actie is dan doorslaggevend <strong>voor</strong> een blijvendebetrokkenheid, maar de persoonlijke voldoen<strong>in</strong>g die iemand ontleent aan <strong>het</strong>leveren van een bijdrage aan een gemeenschappelijk doel (Benkler 2006).Ook de erkenn<strong>in</strong>g en waarder<strong>in</strong>g die mensen daar<strong>voor</strong> krijgen van anderenspelen daarbij een belangrijke rol (Malone et al. 2010; Ostrom 2000). In onsveldwerk kwam <strong>het</strong> belang van de <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie <strong>in</strong> vele toonaardenen <strong>in</strong> zeer verschillende situaties terug; <strong>in</strong> <strong>het</strong> vrijwilligerswerk van de wmo,<strong>in</strong> <strong>het</strong> beheer van de dorpshuizen, <strong>het</strong> zelfbeheer van de groen<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen.Tegelijkertijd leren literatuur en praktijk ons dat die <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sieke motivatie kwetsbaaris. Als betrokkenheid wordt gestimuleerd met externe prikkels (bij<strong>voor</strong>beeldmet f<strong>in</strong>anciële belon<strong>in</strong>g of door middel van verplicht<strong>in</strong>gen) neemt de animo af(Benkler 2006). Wanneer externe factoren de overhand krijgen, gaan eigenwaardeen eigenaarschap verloren: ook wel ‘crowd<strong>in</strong>g out’ genoemd (Frey 1994; Ostrom2000). Vrijwilligers willen vaak geen geld; ze beschouwen dat bijna als een beledig<strong>in</strong>g.F<strong>in</strong>anciële vergoed<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> vrijwilligerswerk geven bovendien eenverkeerd signaal aan de ‘ontvangers’ van de vrijwillige diensten. Ze zien de vrijwilligerniet meer als een medeburger die een dienst verleent, maar als de leveranciervan een goedkoop product (zie ook Shirky 2010: 133).5.1.2 <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuele actie: de toerust<strong>in</strong>gWanneer de uitdag<strong>in</strong>g past bij hun behoeften willen veel burgers zich <strong>in</strong>zetten<strong>voor</strong> de publieke zaak. Maar kunnen ze dat ook? De uitdag<strong>in</strong>g moet immers <strong>in</strong>verhoud<strong>in</strong>g staan tot de toerust<strong>in</strong>g. Verschillende, onderl<strong>in</strong>g samenhangendefactoren zijn bepalend <strong>voor</strong> die toerust<strong>in</strong>g (Ajzen 1987).Belangrijk is dat mensen een positieve houd<strong>in</strong>g hebben ten aanzien van de vormvan burgerbetrokkenheid en <strong>het</strong> mogelijke resultaat ervan (Eagly en Chaiken1993). Wie zich met z<strong>in</strong> <strong>in</strong>zet is tot veel <strong>in</strong> staat; tegenz<strong>in</strong> daarentegen verm<strong>in</strong>dertde prestatie. Sommige burgers zullen zichzelf <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> staat achten een bijdragete leveren aan traditionele vormen van <strong>in</strong>spraak, zoals een wijkvergader<strong>in</strong>g <strong>in</strong>


134 vertrouwen <strong>in</strong> burgerseen zaaltje, andere burgers zien meer <strong>in</strong> betrokkenheid via de nieuwe media opmomenten dat <strong>het</strong> hun uitkomt. Die houd<strong>in</strong>g beïnvloedt ook de manier waaropmensen <strong>in</strong>formatie over hun sociale omgev<strong>in</strong>g waarnemen, bewerken en verwerken.Als burgers een negatieve houd<strong>in</strong>g hebben ten opzichte van beleidsmakerszullen ze meer aandacht schenken aan negatieve <strong>in</strong>formatie over beleidsmakers,<strong>in</strong>formatie vaker negatief <strong>in</strong>terpreteren en negatieve <strong>in</strong>formatie ook beter onthouden.Burgers met een negatieve houd<strong>in</strong>g ten opzichte van overheidsbeleid, maareen positieve houd<strong>in</strong>g ten opzichte van actiegroepen en protest, zullen eerderdeelnemen aan demonstraties dan aan participatietrajecten.Ook speelt de sociale omgev<strong>in</strong>g een belangrijke rol. Veel burgers laten hun <strong>in</strong>zetafhangen van de deelname van vrienden, familie, kennissen en collega’s: als die<strong>het</strong> kunnen, kan ik <strong>het</strong> ook. Sociale normen, de opvatt<strong>in</strong>gen van anderen, vormenzo een sociale leidraad <strong>voor</strong> <strong>het</strong> keuzegedrag van <strong>in</strong>dividuen (Postmes et al. 2009).Mensen beschouwen gedrag als ‘correct’ als ze ‘mensen zoals zijzelf’ zich <strong>in</strong> eenvergelijkbare situatie ook zo zien gedragen (Ciald<strong>in</strong>i 2001). Sociale normen fungerendaardoor als vereenvoudigde beslisregels <strong>voor</strong> <strong>het</strong> al dan niet kopiëren vangedrag. Zeker als mensen onzeker zijn, is de <strong>in</strong>vloed van sociale normen op huneigen gedrag groot (Deutsch en Gerard 1995). Vervolgens zijn deze beïnvloedbarevolgers weer bepalend <strong>voor</strong> <strong>het</strong> collectieve gedrag van een groep of <strong>het</strong> ontstaanvan een hype (Watts 2011).Daarnaast is de resultaatverwacht<strong>in</strong>g van belang: de realistische verwacht<strong>in</strong>gendie mensen hebben over <strong>het</strong> resultaat dat ze kunnen bereiken (Bandura 1977).Wanneer ze <strong>het</strong> gevoel hebben te worden overvraagd, haken ze af. Beschikbaarheidvan tijd, expertise, <strong>in</strong>teresse en zelfs f<strong>in</strong>anciën is daarom een belangrijkefactor (Warren 1996). De <strong>in</strong>dividuele <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g verschilt bovendien van taaktot taak. Mensen kunnen zichzelf goed <strong>in</strong> staat achten om deel te nemen aan eenprotest, maar niet om een brief aan een wethouder of m<strong>in</strong>ister te sturen. Depersoonlijke resultaatverwacht<strong>in</strong>g wordt mede bepaald door de verwacht<strong>in</strong>g vanwat anderen zullen doen. Immers, hoe groter <strong>het</strong> aantal en hoe beter de samenstell<strong>in</strong>gvan de deelnemers aan een actie, des te effectiever de actie en des te m<strong>in</strong>derafhankelijk van eigen <strong>in</strong>zet en capaciteit.De <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> eigen kunnen varieert. Een succesvol <strong>in</strong>itiatief leidt totgroeiend zelfvertrouwen en vervolgens weer tot een hogere resultaatverwacht<strong>in</strong>g.Een groep mensen die samen <strong>in</strong> actie zijn gekomen, hebben zich naar elkaar‘bewezen’ en zullen elkaar een volgende keer snel v<strong>in</strong>den. Door <strong>in</strong> termen van onsbasismodel <strong>voor</strong>tdurend uitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g op elkaar af te stemmen en geleidelijkop te voeren, kunnen en willen mensen steeds meer en kunnen ze volgensCsikszentmihalyi (1990; 1996: 74) een topprestatie leveren. Als uitdag<strong>in</strong>gen tegroot zijn, raken ze echter gefrustreerd, ongerust, en uite<strong>in</strong>delijk angstig. Alsuitdag<strong>in</strong>gen te kle<strong>in</strong> zijn, raken ze ontspannen of zelfs verveeld. Als zowel uitda-


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g135g<strong>in</strong>g als toerust<strong>in</strong>g te laag is, leidt dat tot apathie: de mensen haken af of fungeren‘van negen tot vijf’, zonder <strong>in</strong>zet, zonder plezier.Maar we haasten ons eraan toe te voegen: niet iedere burger wil en kan altijdworden betrokken bij alle maatschappelijke vraagstukken. Dat zou ook onwenselijkzijn: <strong>het</strong> is eenvoudigweg niet mogelijk dat (a) elke burger meepraat over eenspecifiek vraagstuk, en (b) dat een specifieke burger meepraat over alle vraagstukken(Van Stokkom 2006: 16). Daarnaast zijn er goede redenen waarom burgers zonu en dan ‘rationally ignorant’ zijn: als je maar één stem hebt op een miljoen stemgerechtigden,waarom zou je dan veel tijd en energie stoppen <strong>in</strong> een goede <strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>gvan een eigen standpunt, of <strong>in</strong> <strong>het</strong> afwegen van de standpunten van politici(Downs 1956)? Dan is <strong>het</strong> makkelijker en wellicht z<strong>in</strong>voller om afzijdig teblijven (Schram en Sonnemans 1996; Munsey 2008). Het is dus maar de vraag ofburgers geïnteresseerd zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> betrokkenheidsaanbod van beleidsmakers.5.1.3 betrokkenheidsstijlenDe ruimte die burgers krijgen en ervaren om uit<strong>in</strong>g te geven aan hun betrokkenheidwordt bepaald door de wisselwerk<strong>in</strong>g met beleidsmakers: wat past bij hunwederzijdse behoeften en kwaliteiten? Op basis van die wisselwerk<strong>in</strong>g ontwikkelenburgers <strong>in</strong> de loop van de tijd verschillende ‘repertoires’: manieren van(collectief) handelen om hun belangen na te streven (Tilly en Tarrow 2007: 11).Het huidige betrokkenheidsaanbod lijkt maar <strong>voor</strong> een beperkt aantal burgers eengoede balans te bieden tussen uitdag<strong>in</strong>gen en benodigde toerust<strong>in</strong>g. En dat gaatzeker op <strong>voor</strong> <strong>het</strong> betrokkenheidsaanbod op nationaal niveau. In hoofdstuk 1 sprakenwe over vier burgerschapsstijlen. 2 Comb<strong>in</strong>eren we deze vier betrokkenheidsstijlenmet ons basismodel dan krijgen we de volgende figuur (figuur 5.2).In de afgelopen dertig jaar zijn vele pog<strong>in</strong>gen gedaan om de maatschappelijkebetrokkenheid van burgers te vergroten. Daarbij is een betrokkenheidsaanbodontstaan dat zich (te) eenzijdig richt op een bepaald type burger: de Verantwoordelijken(zie ook Bovens en Wille 2010). Verantwoordelijken zijn <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeenbereid en <strong>in</strong> staat tot betrokkenheid. De uitdag<strong>in</strong>gen op hun pad ‘passen’ bij huntoerust<strong>in</strong>g. Verantwoordelijken zijn relatief makkelijk te porren <strong>voor</strong> maatschappelijkebetrokkenheid. Ze kennen ook de weg; als <strong>het</strong> nodig is, bewandelen zesluipwegen ‘bovenlangs’ en slaan daarbij alle formele procedures over. Ze bevolkende besturen van <strong>het</strong> middenveld, met <strong>in</strong>begrip van de grote maatschappelijkeorganisaties, en oefenen zo <strong>in</strong>vloed uit op beleidsmakers. Ze zijn ook relatiefmakkelijk te benaderen door beleidsmakers; de systemen zijn als <strong>het</strong> ware toegesnedenop hun behoeften en kwaliteiten. Toch zouden beleidsmakers meergebruik kunnen maken van hun bereidheid om mee te denken. De drempels <strong>voor</strong>verander<strong>in</strong>g blijken hoog en liggen waar <strong>het</strong> deze groeper<strong>in</strong>g betreft <strong>voor</strong>al bijbeleidsmakers zelf. Daarom hebben we <strong>in</strong> ons model ook <strong>voor</strong> Verantwoordelijken


136 vertrouwen <strong>in</strong> burgersFiguur 5.2De vier betrokkenheidsstijlen als functie van uitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g opnationaal niveauUitdag<strong>in</strong>gOvervraagdBetrokkenCriticiVerantwoordelijkenVolgzamenPragmaticiNiet uitgedaagdToerust<strong>in</strong>geen ‘ruimte <strong>voor</strong> verbeter<strong>in</strong>g’ opengelaten: door <strong>het</strong> huidige aanbod worden ookzij vaak niet verleid.Het huidige betrokkenheidsaanbod v<strong>in</strong>dt <strong>voor</strong>al te we<strong>in</strong>ig aansluit<strong>in</strong>g bij de drieandere betrokkenheidsstijlen, waardoor regelmatig kortsluit<strong>in</strong>g ontstaat tussenwat burgers willen en kunnen enerzijds, en wat beleidsmakers van hen verwachtenen toelaten anderzijds. Pragmatici voelen zich vaak niet uitgedaagd door deHaagse vraagstukken; ze zouden <strong>het</strong> wel kunnen, maar willen niet meedenken enmeedoen. ‘Het systeem’ vraagt van hen – vanuit hun perspectief – onnatuurlijkgedrag. Ze menen ‘de overheid’ beperkt nodig te hebben, kunnen hun eigen boontjesdoppen. Het niet gebruikmaken van democratische rechten, zoals stemmenof <strong>in</strong>spreken, is <strong>in</strong> feite dan ook een vorm van politieke uit<strong>in</strong>g die door politiekfilosoof Rosanvallon wordt betiteld als ‘zwakke’ of ‘passieve’ democratie (Rosanvallon2008: 186-190). In extreme vorm doorgetrokken, leidt dit tot een gruwelbeeld<strong>voor</strong> democraten van de oude stempel: “the exercise of popular sovereigntyby an absent people” (Rosanvallon 2008: 190).Ook bij Volgzamen v<strong>in</strong>dt <strong>het</strong> huidige betrokkenheidsaanbod te we<strong>in</strong>ig aansluit<strong>in</strong>g.Ze kenmerken zich <strong>in</strong> hun relatie tot beleidsmakers door hun volgzaamheid: zedoen mee, maar weten zich beperkt door hun kennis en kennissen. In ons veldonderzoekconcludeerden we dat Volgzamen wellicht te we<strong>in</strong>ig actiebereidheid


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g137hebben richt<strong>in</strong>g beleidsmakers en/of een te beperkte toerust<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>het</strong> ontwikkelenvan hun externe relaties. Veel Volgzamen onderschatten hun eigen mogelijkheden.Ze zien hun afstand tot de ‘Grote Instituties’, waaronder de democratische<strong>in</strong>stituties, snel toenemen, met isolatie als mogelijk gevolg. Dit kan op termijnleiden tot vervreemd<strong>in</strong>g en een gevoel van hulpeloosheid.Critici hebben een gespannen verhoud<strong>in</strong>g met beleidsmakers, hebben <strong>het</strong> gevoeldat er van alles van hen wordt gevraagd, maar weten niet hoe ze daar aan kunnenvoldoen. Vanuit <strong>het</strong> perspectief van democratische betrokkenheid is de grootsteuitdag<strong>in</strong>g ongetwijfeld gelegen <strong>in</strong> de dreig<strong>in</strong>g van destructieve onvree. ‘Vroeger’was alles beter, gezelliger en persoonlijker. Die destructieve onvree uit zich dan <strong>in</strong>klagen en boosheid. En, niet onbelangrijk, soms vormen Critici zich tot beslotengemeenschappen die volharden <strong>in</strong> een wij-zijopstell<strong>in</strong>g, waardoor ze <strong>voor</strong> beleidsmakersmoeilijk bereikbaar worden.De sterke gerichtheid van <strong>het</strong> huidige betrokkenheidsbeleid op Verantwoordelijkenis, met alle kantteken<strong>in</strong>gen die daarbij geplaatst kunnen worden, verontrustenden we<strong>in</strong>ig democratisch. In hoofdstuk 1 gaven we op basis van op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>geneen ruwe kwantitatieve <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> belang van elke groeper<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen de Nederlandse samenlev<strong>in</strong>g. Maar een derde van de bevolk<strong>in</strong>g hoortthuis bij de Verantwoordelijken, terwijl 25 tot 30 procent tot de Pragmatici, 25 tot30 procent tot de Critici en de resterende vijftien procent tot de groep Volgzamenbehoort.Het is verleidelijk om deze democratische onweerstijd<strong>in</strong>g te overdrijven, maar onsveldonderzoek laat zien dat er sprake is van een breed palet van betrokkenheidsvormendie <strong>voor</strong>al op lokaal niveau en rond specifieke thema’s <strong>in</strong>houd krijgen.Waar de zorgen op nationaal niveau gegrond zijn, hoeft dat niet <strong>het</strong> geval te zijnop dat ‘lagere’ niveau, dichter bij de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g en/of de uitgesproken<strong>in</strong>teresses van veel burgers. Mensen die nationaal gezien tot de categorieCritici of Volgzamen behoren, blijken <strong>in</strong> hun alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g vaak bereiden <strong>in</strong> staat tot <strong>in</strong>tensieve burgerbetrokkenheid – mits er sprake is van een uitdag<strong>in</strong>gdie past bij hun toerust<strong>in</strong>g. De sleutel <strong>voor</strong> hun betrokkenheid is <strong>in</strong> dat gevaldikwijls gelegen <strong>in</strong> de nabijheid van <strong>in</strong>terne of externe verb<strong>in</strong>ders die eenhelpende hand uitsteken. Er is mogelijk wel een prijs te betalen: Verantwoordelijkenraken met een goede kans hun <strong>in</strong>teresse kwijt, omdat deze vorm van betrokkenheidhun we<strong>in</strong>ig uitdag<strong>in</strong>g biedt (figuur 5.3, l<strong>in</strong>ks).


138 vertrouwen <strong>in</strong> burgersFiguur 5.3Basismodel toegespitst op Critici (l<strong>in</strong>ks) en Pragmatici (rechts)Uitdag<strong>in</strong>gOvervraagdUitdag<strong>in</strong>gOvervraagdBetrokkenBetrokkenCriticiVerantwoordelijkenPragmaticiVolgzamenVerantwoordelijkenPragmaticiNiet uitgedaagdCriticiVolgzamenNiet uitgedaagdToerust<strong>in</strong>gToerust<strong>in</strong>gZelfs Pragmatici zijn te betrekken, ons veldwerk bood daarvan kleurrijke illustraties.Ze nemen <strong>in</strong>itiatief op onderwerpen die hun persoonlijk raken, of zijn te verleidenzich aan te sluiten bij – ludieke – acties van anderen. En als ze <strong>het</strong> nodig v<strong>in</strong>den,ontwikkelen ze onverwachte benader<strong>in</strong>gen die de betrokken beleidsmakers op <strong>het</strong>verkeerde been zetten. Willen beleidsmakers hen betrekken, dan dienen ze een aantrekkelijkaanbod te formuleren met waarschijnlijk meer dan een vleugje ‘e-betrokkenheid’.Maar hoe geef je ruimte aan vormen van betrokkenheid die aantrekkelijkzijn <strong>voor</strong> Pragmatici zonder dat je daarmee <strong>voor</strong>bijgaat aan de behoeften van andereburgers? Indien hun vormen van betrokkenheid tot de norm worden verheven,moeten de meeste beleidsmakers tezamen met <strong>het</strong> overgrote deel van de Nederlandsebevolk<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>alsnog als overvraagd worden gekwalificeerd (figuur 5.3, rechts).Vanuit <strong>het</strong> perspectief van burgerbetrokkenheid is de beleidsconclusie evident,maar daarom niet m<strong>in</strong>der belangrijk. Omdat mensen zich over verschillended<strong>in</strong>gen druk maken en daarnaast over verschillende vaardigheden beschikken, ligtde ‘oploss<strong>in</strong>g’ <strong>voor</strong> beleids- en maatschappelijke participatie <strong>in</strong> differentiatie <strong>in</strong>zowel onderwerpen als mogelijkheden <strong>voor</strong> betrokkenheid.5.2 dynamische groepenIndividuele burgers komen <strong>voor</strong> verschillende onderwerpen <strong>in</strong> actie, op verschillendemanieren en om verschillende redenen. Burgers handelen echter zeldenalleen. Groepen van betrokken burgers vormen zich op verschillende manieren ennet als <strong>in</strong>dividuele burgers verschillen ze <strong>in</strong> hun mogelijkheden om hun <strong>in</strong>teresseom te zetten <strong>in</strong> een actieve betrokkenheid. De bedrevenheid van een groep om <strong>in</strong>actie te komen hangt af van uiteenlopende factoren en de wijze waarop een groep


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g139<strong>in</strong> actie komt wordt <strong>in</strong> sterke mate bepaald door de dom<strong>in</strong>ante cultuur b<strong>in</strong>nende groep.5.2.1 groepsvorm<strong>in</strong>g en groepsprocessenGlobaal zijn er twee manieren waarop een aantal <strong>in</strong>dividuen kan uitgroeien tot eengroep, ‘soort zoekt soort’ en ‘waar je mee omgaat, word je mee besmet’. ‘Soort zoektsoort’ is gebaseerd op <strong>het</strong> feit dat mensen <strong>het</strong> prettig v<strong>in</strong>den te verkeren <strong>in</strong> <strong>het</strong>gezelschap van anderen zoals zij. Het bijbehorende mechanisme wordt homofiliegenoemd (Yuan en Gay 2006) en de groepsvorm<strong>in</strong>g op basis hiervan bundel<strong>in</strong>gof convergence. Boze mensen zoeken gelijkgestemden op <strong>voor</strong> emotionele steunen om gezamenlijk hun onvrede te uiten (group based anger) (Van Zomeren et al.2004). In ons veldwerk hoorden wij over de grote oplopen als <strong>het</strong> bierdr<strong>in</strong>kprotest,de 1040 uur-norm, <strong>het</strong> Occupy-protest, de virtuele Groene S<strong>in</strong>t-acties en de <strong>in</strong>ternetactiesvan Anonymous. Overigens is bij de vorm<strong>in</strong>g van groepen niet alleen dehomofilie van belang, maar ook <strong>het</strong> spiegelmechanisme, <strong>het</strong>erofobie, waarbij andersoortigedeelnemers elkaar afstoten (Flache en Macy 2006; zie ook Wubbels 2006).Voetbalsupporters vormen daarvan levendige illustraties, maar ook <strong>in</strong> sommigewijken leven burgers met verschillende etnische achtergronden strikt gescheidenvan elkaar. Zeker b<strong>in</strong>nen grotere groepen kan dat leiden tot afsplits<strong>in</strong>g, waardooruit een bestaande groep verschillende kle<strong>in</strong>ere homogenere subgroepen ontstaan.De groepsvorm<strong>in</strong>g ‘waar je mee omgaat, word je mee besmet’ is gebaseerd op <strong>het</strong> feitdat <strong>in</strong>dividuen door onderl<strong>in</strong>g contact vergelijkbaar gedrag gaan vertonen. Ideeënen gedrag<strong>in</strong>gen verspreiden zich – vergelijkbaar met een virus – <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>gof ontstaan spontaan als gevolg van <strong>in</strong>teracties tussen <strong>in</strong>dividuen (Turner en Kilian1957). Gedrag is dan nauwelijks meer een vrijwillige keuze en <strong>in</strong>dividuen kunnenniet anders dan <strong>het</strong> gedrag van anderen overnemen: <strong>het</strong> is, om <strong>het</strong> zomaar te zeggen,meevluchten of vertrapt worden. In een groep of massa kan aanvankelijk een groteverscheidenheid bestaan, maar doordat zowel buitenstaanders als groepsleden <strong>het</strong>gedrag van een deel van de massa beschouwen als <strong>het</strong> gedrag van de hele massa, ontstaateen illusie van unanimiteit. Afwijk<strong>in</strong>gen worden niet waargenomen, of afgedaanals irrelevant. Het gedrag of de normen van aanvankelijk slechts een deel vande groep wordt daardoor normgevend <strong>voor</strong> de hele groep (Turner en Kilian 1957).Vaak lijkt <strong>het</strong> alsof deelnemers aan een collectieve actie handelen vanuit dezelfdemotieven. Dit is echter lang niet altijd <strong>het</strong> geval. Zo kan bij een demonstratie deeen deelnemen, omdat hij tegen de plaats<strong>in</strong>g van een umts-mast is, de anderomdat hij tegen de huidige gemeenteraad is, weer iemand anders omdat hij zijnburen wil steunen <strong>in</strong> hun actie, en een vierde omdat hij houdt van onrust stokenen rellen. Dit kan ook verklaren waarom <strong>het</strong> makkelijker is een tegenbeweg<strong>in</strong>g tebeg<strong>in</strong>nen dan een <strong>voor</strong>beweg<strong>in</strong>g (Rosanvallon 2008: 15). Er is immers altijd weleen reden te bedenken waarom je ergens tegen zou kunnen zijn.


140 vertrouwen <strong>in</strong> burgersIndividuen die eenmaal tot een groep behoren, hebben de neig<strong>in</strong>g zich verder aante passen en zich zelfs te conformeren aan de meerderheid (Verhaeghen 2002).Voor de burgerbetrokkenheid kan dat verstrekkende gevolgen hebben: negatief <strong>in</strong>de vorm van doorschietend kuddegedrag, positief door onderl<strong>in</strong>ge versterk<strong>in</strong>g.Doorschietend kuddegedragB<strong>in</strong>nen relatief besloten gemeenschappen ontstaan logica’s: gedeelde def<strong>in</strong>itiesvan de werkelijkheid. Dat heeft zijn <strong>voor</strong>delen: mensen verstaan elkaar met eenhalf woord, waarden en normen behoeven nauwelijks uitleg en ‘onderhouden’zichzelf. Er zijn echter ook nadelen. Conformistisch gedrag wordt beloond, nietconformistischgedrag veelal afgestraft. ‘Bazen’ worden omgeven door ja-zeggersen grijs geldt als een mooie kleur (Verhaeghen 2002). Dat leidt bij<strong>voor</strong>beeld aande toppen van de samenlev<strong>in</strong>g tot overmatige behoudzucht: “Je steekt je nek niette ver uit, want dan weet je dat je kop eraf gaat. Dit levert de paradox op dat dehoogste leiders dikwijls <strong>het</strong> m<strong>in</strong>st systeemdoorbrekend leiderschap laten zien”(Aardema 2010: 90).Vanuit <strong>het</strong> perspectief van burgerbetrokkenheid wegen de nadelen van een overmatigconformisme zwaar wanneer de groepslogica geen tegenspel meer duldt enbovendien conflicteert met de logica’s van andere groepen. In dat geval kunnenpatstell<strong>in</strong>gen ontstaan: partijen laten geen ruimte <strong>voor</strong> alternatieve beelden van dewerkelijkheid. Ze mijden elkaar, bij<strong>voor</strong>beeld omdat ‘<strong>het</strong> toch niet z<strong>in</strong>vol is methen <strong>in</strong> gesprek te gaan’, of omdat ‘we beter af zijn zonder hen’. Men<strong>in</strong>gsverschillenworden vervormd tot objectieve en onveranderbare feiten. Dergelijk conformismewordt risicovol wanneer een groep de eigen logica versterkt. De – brede – literatuurop dit gebied onderscheidt <strong>in</strong>formatiewatervallen, echokamers, groepsdenkenof groepspolarisatie, en meervoudige ontkenn<strong>in</strong>g. Voor elk van deze valkuilengeldt <strong>het</strong> adagium ‘dat wat ons b<strong>in</strong>dt, maakt ons bl<strong>in</strong>d’. In de relatie tussen burgersen beleidsmakers manifesteren ze zich <strong>in</strong> de drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g die we‘schurende logica’s’ noemden; <strong>het</strong> zijn wezenlijke drempels <strong>voor</strong> een betereburgerbetrokkenheid (Termeer 2009).Een selectieve omgang met <strong>in</strong>formatie speelt op verschillende manieren een rol <strong>in</strong><strong>het</strong> verharden van de groepslogica (Sunste<strong>in</strong> 2003: 10-14). Soms onderdrukkenmensen hun eigen men<strong>in</strong>g of houden ze <strong>in</strong>formatie of kennis en <strong>in</strong>zichten achteruit onzekerheid, en baseren ze zich vervolgens op basis van de <strong>in</strong> de groep algemeenbeschikbare en aanvaarde <strong>in</strong>formatie. Daardoor ontstaat een groep volgers,waarb<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>dividuen beschikken over kennis die niet wordt verwerkt <strong>in</strong> <strong>het</strong>gedrag van de groep als geheel. In andere gevallen vergaart een groep mensenbewust of onbewust alleen <strong>in</strong>formatie die de eigen standpunten bevestigt envormt zich een echokamer. De eigen standpunten ‘echoën’ en bij gebrek aan tegenargumentenv<strong>in</strong>dt er geen correctie plaats. Ook kunnen groepen zich isoleren doorzich af te schermen van de gedachten van ‘anderen’: gelijkgestemden volgen elkaar


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g141op Twitter of zoeken elkaar op Facebook, supporters van een voetbalclub enaanhangers van een politieke partij gaan bij afwezigheid van ‘andersdenkenden’soms geloven <strong>in</strong> de onfeilbaarheid van <strong>het</strong> eigen gelijk. In de onderl<strong>in</strong>ge wisselwerk<strong>in</strong>gworden de standpunten steeds scherper neergezet, waardoor <strong>het</strong> collectiefvaak een extremer standpunt <strong>in</strong>neemt dan elk van de <strong>in</strong>dividuen afzonderlijk(Sunste<strong>in</strong> 2003: 112). Wanneer twee van dergelijke groepen tegenover elkaarkomen te staan, verdwijnt de basis <strong>voor</strong> z<strong>in</strong>vol overleg, laat staan <strong>voor</strong> samenwerk<strong>in</strong>g.Ze groeien veeleer uit elkaar, <strong>in</strong> de warmte van <strong>het</strong> eigen gelijk.Onderl<strong>in</strong>ge versterk<strong>in</strong>gGroepsgedrag is echter niet alleen negatief. Groepen behartigen belangen ennemen deel aan besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessen. In een complexe democratische maatschappijis dat nodig om tot afgewogen besluiten te komen. Het publieksbureauvan ado Den Haag, waar<strong>in</strong> supporters, de club, politie en welzijn plaats nemen,verenigt groepen die rondom wedstrijden vaak lijnrecht tegenover elkaar staan.Ook politieke partijen zijn prom<strong>in</strong>ente <strong>voor</strong>beelden van zulke belangengroepen.“Een breed scala aan scherpe standpunten kan de betrokkenheid bij de politiekvergroten en grote groepen <strong>in</strong> de bevolk<strong>in</strong>g een stem geven. Polarisatie <strong>in</strong> de politiekbetekent bovendien dat onprettige waarheden gezegd kunnen worden” (rmo2009: 36).Deelname aan besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessen vereist volgens de rmo een zekervertrouwen <strong>in</strong> de kracht van de eigen groep (rmo 2009: 42; Lewicki et al. 2006).W<strong>in</strong>keliers <strong>in</strong> de Heistraat <strong>in</strong> Helmond traden de gemeente met hernieuwd zelfvertrouwentegemoet, nadat de w<strong>in</strong>keliersverenig<strong>in</strong>g nieuw leven was <strong>in</strong>geblazen.Gedeelde emoties kunnen een b<strong>in</strong>dende werk<strong>in</strong>g hebben b<strong>in</strong>nen een groep, omdatmensen nu eenmaal een diep verlangen koesteren om ergens bij te horen. Daardoorkan polariseren helpen gevoelens te kanaliseren. Een vergelijkbaar geluidkl<strong>in</strong>kt door <strong>in</strong> <strong>het</strong> werk van Swierstra en Tonkens (2009: 120-138). Zij concluderendat polarisatie soms <strong>het</strong> antwoord is op een gebrek aan zelfrespect, orde en z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g.5.2.2 actievaardigheid van groepenOnze rondgang door Nederland leerde een steeds terugkerende les: gedrevenmensen kunnen elkaar opjutten, zodat <strong>het</strong> totaal meer is dan de som der delen.Positief geredeneerd vormt groepsdenken een extreme vorm van <strong>in</strong>lev<strong>in</strong>g:mensen denken <strong>het</strong>zelfde en handelen vanuit een gedeelde gedachte. Eerder steldenwe dat resultaatverwacht<strong>in</strong>g een drijfveer vormt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> presteren van <strong>in</strong>dividuen.Oud-volleybalcoach Joop Alberda, met zijn team w<strong>in</strong>naar van de OlympischeSpelen van 1996 <strong>in</strong> Atlanta, overtuigde ons dat dit ook <strong>voor</strong> groepen geldt.Zijn spelers hadden vier jaar nodig gehad <strong>voor</strong>dat ze wilden geloven dat ze alsteam <strong>in</strong> staat zouden zijn om “twaalf oerlelijke Italianen” – wij citeren – te


142 vertrouwen <strong>in</strong> burgersverslaan <strong>in</strong> een Olympische f<strong>in</strong>ale. Die vier jaar hadden ze gebruikt om zowel hunwil als hun toerust<strong>in</strong>g te slijpen.Toerust<strong>in</strong>g en ‘gepaste’ uitdag<strong>in</strong>g zijn geen statische grootheden, stelt Alberda. Zeveranderen <strong>in</strong> de loop van de tijd en worden bij uitstek bepaald door omgev<strong>in</strong>gsfactorenzoals groepsvorm<strong>in</strong>g. Net als volleybalteams moeten ook groepen burgers‘leren’ te presteren, deels door <strong>het</strong> aanleren van nieuwe vaardigheden, deels door<strong>het</strong> versterken van hun gezamenlijke resultaatverwacht<strong>in</strong>g. De positieve versterk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen groepen draagt hieraan bij. Indien die positieve versterk<strong>in</strong>g onvoldoendeaanwezig is b<strong>in</strong>nen een groep is een coach nodig. In ons veldwerk zagenwe beleidsmakers, professionals van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, maar ook trekkersvan maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven die deze rol op zich namen. Ze kunnenonder andere burgers lage <strong>in</strong>stapmogelijkheden bieden, evenals verschillendemomenten waarop zij actief kunnen worden. Beg<strong>in</strong>nend met een beperkte uitdag<strong>in</strong>gwaar<strong>voor</strong> ook een beperkte toerust<strong>in</strong>g is vereist (l<strong>in</strong>ksonder <strong>in</strong> ons raamwerk),worden ze zo op basis van een toegenomen resultaatverwacht<strong>in</strong>g ‘gebracht’naar verdergaande vormen van betrokkenheid (rechtsboven). Dat geldt uitdrukkelijkniet alleen <strong>voor</strong> m<strong>in</strong>der toegeruste burgers, maar ook <strong>voor</strong> Pragmatici die‘druk-druk-druk’ zijn en niets voelen <strong>voor</strong> ‘gedoe’. De <strong>in</strong>itiatiefnemers van deAmsterdamse Stadspelen wisten bij<strong>voor</strong>beeld hun vrienden over te halen door ze<strong>voor</strong> kle<strong>in</strong>ere d<strong>in</strong>gen te vragen (‘je doet toch aan koken?’). Met ‘korte klappen’ is<strong>het</strong> zaak <strong>het</strong> vertrouwen onder burgers te herw<strong>in</strong>nen als opmaat naar een grotere<strong>in</strong>zet en verantwoordelijkheid.Voor de actievaardigheid van een groep is ook de mate waar<strong>in</strong> mensen zich meteen actie of groep identificeren van belang. Hoe sterker de identificatie, des tegroter de kans is dat mensen namens deze groep zullen deelnemen aan een collectieveactie (Van Stekelenburg 2006). Hierdoor zijn de volgers b<strong>in</strong>nen een groepafhankelijk van de kunst van de trekkers om doel en/of uitdag<strong>in</strong>g zo uit te dragendat ze zich ermee kunnen verb<strong>in</strong>den. Hun gedrag wordt immers mede bepaalddoor de wijze waarop de <strong>voor</strong>lieden betekenis verlenen aan vraagstukken enoploss<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> <strong>het</strong> bestuurskundig jargon veelal betiteld als fram<strong>in</strong>g (De Bruijn2011). Trekkers, maar ook beleidsmakers en andere publieke figuren, proberen metbehulp van fram<strong>in</strong>g mensen te overtuigen van bepaalde standpunten. Het gaatdaarbij om <strong>het</strong> verb<strong>in</strong>den van verschillende <strong>voor</strong>stell<strong>in</strong>gen of <strong>in</strong>terpretaties, ookwel frame alignment – op een lijn komen – genoemd.5.2.3 groepsculturenVerschillende <strong>in</strong>dividuen worden aangetrokken tot verschillende vormen vanbetrokkenheid, afhankelijk van hun betrokkenheidsstijl. Bepalend <strong>voor</strong> groepen isde groepscultuur: de “door groepen gedeelde overtuig<strong>in</strong>gen, waarden en normen,die zich via regels, rout<strong>in</strong>es, rituelen en symbolen uiten, en die gedrag <strong>voor</strong> groe-


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g143pen betekenisvol maken” (Bovens et al. 2006: 26), door ons vrij vertaald als ‘demanier waarop we hier d<strong>in</strong>gen doen’. Cultuur bestaat dus uit een comb<strong>in</strong>atie vanzowel de zachtere <strong>in</strong>formele kant van organisaties en groepen, als de harde structureleformele kant. Beide kanten zijn verantwoordelijk <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>gesleten manierenvan denken en doen.In sterk vereenvoudigde termen kunnen we vier basisculturen onderscheiden: dehiërarchie, de markt, de wij-gemeenschap en <strong>het</strong> netwerk (figuur 5.4). In de dagelijksepraktijk is vrijwel nooit sprake van zuivere culturen, maar veeleer van eenmix van deze basisculturen waarbij een van de gesc<strong>het</strong>ste vormen dom<strong>in</strong>ant is.Het functioneren van <strong>in</strong>dividuen b<strong>in</strong>nen een groep en daarmee ook <strong>het</strong> functionerenvan de groep als geheel wordt sterk bepaald door de dom<strong>in</strong>ante cultuur.Figuur 5.4Vier basisculturenHiërachieMarktWij-gemeenschapNetwerkIedere cultuur heeft zijn eigen karakteristieken, zijn eigen kracht en zwaktes. Voorburgerbetrokkenheid is veerkracht een essentiële eigenschap. Veerkracht is <strong>het</strong>vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden (StockholmResilience Centre 2007). Afkomstig uit de ecologie wordt <strong>het</strong> begrip ‘veerkracht’<strong>in</strong>middels breed gebruikt bij <strong>het</strong> bestuderen van <strong>het</strong> gedrag van een divers scalavan systemen (Folke 2006), bij<strong>voor</strong>beeld waar <strong>het</strong> gaat om de stabiliteit en <strong>het</strong>aanpass<strong>in</strong>gsvermogen van <strong>in</strong>stituties (Edelenbos et al. 2009), <strong>het</strong> vermogen ommet verrass<strong>in</strong>gen om te gaan zodanig dat kernwaarden van de politieke democratiebehouden blijven (Van Gunsteren 2003), of <strong>het</strong> herstelvermogen van een gemeenschapna een ramp (Sapirste<strong>in</strong> 2006).


144 vertrouwen <strong>in</strong> burgersIn een hiërarchie dom<strong>in</strong>eren de verticale command-and-control-lijnen; <strong>het</strong> <strong>voor</strong>deelis gelegen <strong>in</strong> duidelijkheid en effectiviteit, <strong>het</strong> nadeel <strong>in</strong> starheid. Informatieuitwissel<strong>in</strong>gtussen de onderdelen van een hiërarchie is op een ‘need to know’-basis. Daardoor kunnen de onderdelen zich op hun specialistische taakuitvoer<strong>in</strong>grichten. Er is sprake van een duidelijke taakafbaken<strong>in</strong>g, een heldere verantwoordelijkheidsverdel<strong>in</strong>gen verantwoord<strong>in</strong>gsplicht. Hiërarchieën zijn over <strong>het</strong> algemeenniet erg vergev<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>d; fouten worden gestraft, flexibiliteit en creativiteit zijnbeperkt. De kracht van een hiërarchie ligt <strong>in</strong> de centraal geregisseerde samenwerk<strong>in</strong>g,die <strong>voor</strong>al goed werkt als zowel <strong>het</strong> doel van de organisatie als de weg daarnaartoe helder is. Maar veerkracht en starheid gaan niet samen en de veerkrachtvan een hiërarchie is dan ook beperkt.Een markt wordt gevormd door <strong>het</strong> samenstel van <strong>in</strong>dividuele en onafhankelijkeverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen aanbieders en afnemers; markten hebben als <strong>voor</strong>deel datze zich flexibel kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Die flexibiliteitvormt echter tegelijkertijd een risico, omdat zij markten <strong>in</strong>stabiel kan maken. Alsorden<strong>in</strong>gsmechanisme is een markt wellicht veerkrachtig, maar dit gaat ten kostevan de veerkracht van de <strong>in</strong>dividuen die maar beperkt de mogelijkheid krijgen omzich aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Ondernemerschap, <strong>in</strong>novatie en<strong>het</strong> nemen van risico’s worden <strong>in</strong> een markt gewaardeerd. Wie mis gokt, heeftpech en zal <strong>het</strong> <strong>in</strong> de toekomst opnieuw moeten proberen. Informatie-uitwissel<strong>in</strong>gbeperkt zich tot de <strong>in</strong>formatie die op dat moment van belang is om tot eentransactie te komen. Solisme, eigenbelang en kortetermijnrendement worden <strong>in</strong>een markt gestimuleerd. Loyaliteit en langetermijnontwikkel<strong>in</strong>gen zijn daarentegenm<strong>in</strong>der van belang.De cultuur van de wij-gemeenschappen kenmerkt zich door de vele, gelijkwaardige<strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. Wij-gemeenschappen kennen de positieve kracht vandie gelijkwaardigheid, met als bijbehorend bezwaar een neig<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>ternegerichtheid. In zijn meest extreme vorm heeft een wij-gemeenschap de kenmerkenvan een commune. In een wij-gemeenschap staat <strong>het</strong> resultaat van <strong>het</strong> collectief<strong>voor</strong>op. Besluiten worden bij <strong>voor</strong>keur <strong>in</strong> consensus genomen. Informatie enkennis worden breed gedeeld. Dit betekent dat er b<strong>in</strong>nen een wij-gemeenschapmaar beperkt ruimte is <strong>voor</strong> ‘eigenheimers’ en afwijkende men<strong>in</strong>gen. Vernieuw<strong>in</strong>gis hierdoor niet de sterkste kant van een wij-gemeenschap, traditie, waardenen normen zijn belangrijker. Daar tegenover staat een grote onderl<strong>in</strong>ge zorg,vergev<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>dheid en opoffer<strong>in</strong>gsgez<strong>in</strong>dheid. Dit betekent dan ook dat dezewij-gemeenschappen goed <strong>in</strong> staat zijn om externe verstor<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuen<strong>in</strong> de groep op te vangen, maar dat de veerkracht van de groep als geheel kle<strong>in</strong>er is.Het is een cultuur die we <strong>voor</strong>al aantreffen op <strong>het</strong> veld van de maatschappelijkeparticipatie, b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> meer ‘traditionele’ vrijwilligerswerk en bij projecten opbuurt- en dorpsniveau, maar ook b<strong>in</strong>nen groepen van <strong>in</strong>ternetactivisten die een<strong>voor</strong>namelijk virtueel bestaan leiden.


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g145In een netwerk ontbreken de duidelijke command-and-control-lijnen, maar <strong>in</strong>vergelijk<strong>in</strong>g tot een markt bevat een netwerk duidelijk meer samenhang. Decultuur <strong>in</strong> een netwerk is die van niets ‘hoeven’, maar wellicht wel willen. Het isde cultuur van de professionele maatschap: ieder is verantwoordelijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong>eigen resultaat, maar als onderdeel van de groep ook verantwoordelijk <strong>voor</strong> degezamenlijkheid. Uitgangspunt <strong>in</strong> een netwerk is een gemeenschappelijk gevoeld‘eigendom’ – een gedeeld belang, een gedeelde visie of verantwoordelijkheid – en<strong>het</strong> besef dat ieders <strong>in</strong>dividuele en unieke bijdrage daaraan van belang is. Er is eengrote acceptatie van afwijkend gedrag zolang dat maar bijdraagt aan <strong>het</strong> gemeenschappelijkdoel. Loyaliteit aan een netwerk duurt zolang men zich kan v<strong>in</strong>den <strong>in</strong><strong>het</strong> gemeenschappelijke doel. Informatie <strong>in</strong> een netwerk wordt breed gedeeld,maar of er iets met die <strong>in</strong>formatie wordt gedaan is afhankelijk van ieders eigenoordeel.De groeiende complexiteit <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g maakt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>voor</strong>tbestaan vaneen groep steeds belangrijker om zich <strong>voor</strong>durend aan te passen aan wijzigendeomstandigheden (zie bij<strong>voor</strong>beeld Van Dijk 1991; Castells 1996; Benkler 2006).Netwerkculturen zijn daar beter toe <strong>in</strong> staat dan de andere culturen, ze vallenniet direct uiteen <strong>in</strong>dien er verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen wegvallen. Door hun open karakterzijn nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen bovendien eenvoudig te leggen, waardoor <strong>het</strong> lerendevermogen groter is dan dat van de andere culturen. In ons veldwerk kwam dieveerkracht tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> veel maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. De protestgroep StopHostels Den Bosch wist bij<strong>voor</strong>beeld zeer snel relevante kennis en <strong>in</strong>formatie teontsluiten en de activisten van Anonymous stemden <strong>voor</strong>tdurend hun strategie afop nieuwe omstandigheden.Die eigenschap vergroot echter de on<strong>voor</strong>spelbaarheid en onbeheersbaarheid vande netwerkcultuur. Dat maakt <strong>het</strong> er <strong>voor</strong> beleidsmakers niet makkelijker op. Waar<strong>het</strong> <strong>voor</strong> buitenstaanders vaak relatief eenvoudig is te begrijpen hoe een hiërarchie,een markt of een wij-gemeenschap werkt, is dat bij een netwerk veel lastiger.Het is onduidelijk wie de leid<strong>in</strong>g heeft, wie waar<strong>voor</strong> verantwoordelijk is, hoe enwanneer besluiten tot stand komen. Ook de grens van een netwerk is nauwelijksvast te stellen. Netwerken kunnen alleen worden bezien vanuit een punt <strong>in</strong> eennetwerk, op een bepaalde plaats en tijd – wie een netwerk wil zien, moet zichermee verb<strong>in</strong>den (Van der Arend 2007: 293).De verbondenheid van burgers met netwerken vormt <strong>voor</strong> beleidsmakers dikwijlseen barrière doordat ze zelf <strong>voor</strong>namelijk functioneren b<strong>in</strong>nen hiërarchieën. Tothun troost mag gelden dat – op <strong>het</strong> eerste gezicht nauwelijks zichtbaar – ookb<strong>in</strong>nen netwerkculturen vormen van hiërarchie gelden. Ten dele gaat dat vanzelf:zelfs b<strong>in</strong>nen virtuele netwerkculturen met anonieme deelnemers zijn er wel degelijk‘kernspelers’. Veel webclusters bestaan bij<strong>voor</strong>beeld bij de gratie van een relatiefkle<strong>in</strong> aantal spelers die een nieuwe visie ontwikkelen en de structuur en de


146 vertrouwen <strong>in</strong> burgersgedragsregels bewaken (Farrell 2003); <strong>in</strong>ternetgoeroes Tapscott en Williams sprekenzelfs van ‘benevolent dictatorship’ (2008: 296).5.3 vernetwerkte samenlev<strong>in</strong>gMaatschappelijke verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g leiden tot een sterke toename van <strong>het</strong>aantal verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen m<strong>in</strong> of meer gescheiden gemeenschappen, ook welaangeduid met de term ‘vernetwerk<strong>in</strong>g’. In dit vernetwerk<strong>in</strong>gsproces onderscheidenwe drie fasen, telkens met bijzondere gevolgen <strong>voor</strong> zowel beleidsmakers als(samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van) burgers.In de eerste fase van vernetwerk<strong>in</strong>g worden hiërarchische <strong>in</strong>stituties <strong>voor</strong> huneigen besluitvorm<strong>in</strong>g steeds afhankelijker van de besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen andereorganisaties. Door persoonlijke contacten, maar ook via andere vormen van <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>gontstaan tussen de ‘toppen van hiërarchieën’ steeds grotere(<strong>in</strong>ternationale) netwerken (Castells 1996). Ook ‘lager’ <strong>in</strong> de hiërarchische verbandenkomt steeds meer nadruk te liggen op horizontale samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nennetwerken, die vaak echter qua omvang en toegang beperkt blijven tot ‘deskundigen’of de fameuze ‘old boys’ (Hoppe 2011: 139).Tijdens de tweede fase verliezen de verticale verbanden op <strong>het</strong> maatschappelijkmiddenveld steeds meer gewicht en komt een extra nadruk te liggen op marktwerk<strong>in</strong>g(wrr 2004). De verm<strong>in</strong>derde hiërarchische stur<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> <strong>het</strong> geval vanmaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’s soms opgevangen door een stur<strong>in</strong>g via de‘gouden koorden’ van f<strong>in</strong>anciële stromen. Dat leidt tot een sterke vervlecht<strong>in</strong>gtussen maatschappelijk middenveldorganisaties en de overheid, maar de representatievan belangen van onder naar boven is m<strong>in</strong>der eenvoudig te vervangen.Verenig<strong>in</strong>gen en wij-gemeenschappen worden verzakelijkt <strong>in</strong> de vorm van sticht<strong>in</strong>gen,coöperaties en ondernem<strong>in</strong>gen, en dreigen daardoor <strong>het</strong> contact met huntraditionele ‘achterban’ te verliezen. Aan de bovenkant dreigt tegelijkertijd de elitelosgezongen te raken van de maatschappij. M<strong>in</strong>der be<strong>voor</strong>raad en bij de les gehoudenlangs verticale lijnen weten zij soms onvoldoende wat er zich elders afspeelt.In de derde en laatste fase zijn, helemaal onder aan de verticale structuren, de <strong>in</strong>dividueleburgers door hun hogere opleid<strong>in</strong>g en de toegankelijkheid van <strong>in</strong>ternetsteeds beter <strong>in</strong> staat om netwerken te vormen met een behoorlijke reikwijdte.Ze zijn nog altijd lid van een aantal ‘vaste’ <strong>in</strong>stituties – familie, werk of opleid<strong>in</strong>g,club – maar organiseren zich daarnaast <strong>in</strong> horizontale samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenrond een bepaald belang of doel. Velen zijn daardoor deelnemer aan meerdere,veelal <strong>in</strong>formele en tijdelijke structuren. Dit is precies de beschrijv<strong>in</strong>g van eennetwerk: “een netwerk is een relatief open systeem dat een aantal relatief geslotensystemen verb<strong>in</strong>dt” (Van Dijk 2001). De verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen resulteren <strong>in</strong> networked<strong>in</strong>dividualism (Stalder 2008; Wellman 2001; Castells 2001): mondiger burgers


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g147willen een directere <strong>in</strong>vloed zonder tussenkomst van bestuurders op <strong>het</strong> maatschappelijkmiddenveld. Vaker dan tevoren worden overkoepelende mechanismen‘overgeslagen’. Op deze manier ontstaat een samenlev<strong>in</strong>g van deelsystemen(<strong>in</strong>formele groepen, formele <strong>in</strong>stituties en bedrijven) met relatief veel onderl<strong>in</strong>gerelaties, die op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn. Die deelsystemen,die we <strong>in</strong> <strong>het</strong> vervolg zullen aanduiden met <strong>het</strong> begrip ‘cluster’, kunnen eennetwerkcultuur als dom<strong>in</strong>ante cultuur hebben, maar evengoed een van de andereculturen: hiërarchie, markt of wij-gemeenschap.Bovenstaande ontwikkel<strong>in</strong>gen leveren uitdag<strong>in</strong>gen op <strong>voor</strong> beleidsmakers, maarhier concentreren we ons op de uitdag<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> burgers. Voorop staat dat hunnetwerksamenlev<strong>in</strong>g wordt gekenmerkt door complexiteit, maar – bij een goede<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g – ook door een grote veerkracht. Daarnaast zullen we <strong>in</strong> deze paragraafnog <strong>in</strong>gaan op drie andere kenmerken van de netwerksamenlev<strong>in</strong>g die van specifiekbelang zijn <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid: de sleutelrol van trekkers en verb<strong>in</strong>dersb<strong>in</strong>nen de netwerksamenlev<strong>in</strong>g, <strong>het</strong> belang van de lange staart <strong>voor</strong> <strong>het</strong> bereikenvan m<strong>in</strong>derheden, en de veenbrand als uit<strong>in</strong>g van dynamiek.5.3.1 complexiteit en veerkrachtDe complexe samenlev<strong>in</strong>g en de netwerksamenlev<strong>in</strong>g zijn synoniemen <strong>voor</strong>eenzelfde ontwikkel<strong>in</strong>g: verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g leiden tot vernetwerk<strong>in</strong>g vande samenlev<strong>in</strong>g. De hamvraag is niet of <strong>het</strong> gaat gebeuren, maar hoe ‘we’ op debest mogelijke wijze kunnen omgaan met deze onvermijdelijke uitdag<strong>in</strong>g. Tweeaspecten – verwarrende verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en onduidelijke clusters – vragen daarbijonze bijzondere aandacht.Verwarrende verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genHet ontbreken van heldere, eenduidige structuren maakt de samenlev<strong>in</strong>g onoverzichtelijk.De verticale, hiërarchische relaties, de dichte wij-gemeenschappen ende losse marktrelaties zijn niet verdwenen, maar wel m<strong>in</strong>der zichtbaar. Daardoor is<strong>het</strong> <strong>voor</strong> buitenstaander vaak nog wel te zien dat <strong>in</strong>dividuen en clusters al dan nietmet andere burgers verbonden zijn, maar is <strong>het</strong> niet direct duidelijk wat de betekenisvan de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is. Bij de analyse van ons veldwerk leerden we een onderscheidte maken tussen vier vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. We spreken van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g(sociale cohesie) als <strong>het</strong> gaat om de hechte – ‘dikke’ – banden b<strong>in</strong>nen een cluster; zebieden geborgenheid, maar herbergen ook <strong>het</strong> risico van verstikk<strong>in</strong>g door overmatigesociale controle. Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g staat <strong>voor</strong> de lossere, ‘dunne’, banden tussen<strong>in</strong>dividuen die deel uitmaken van verschillende clusters; ze zijn van speciaalbelang, omdat ze mensen <strong>in</strong> contact brengen met grotere netwerken (Granovetter1973) en zijn daarom een bron van vernieuw<strong>in</strong>g. Sociale netwerken die bestaan uitlosse banden tussen een groot aantal <strong>in</strong>dividuen bieden bovendien een groterekans op een brede burgerbetrokkenheid dan kle<strong>in</strong>e netwerken met sterke banden


148 vertrouwen <strong>in</strong> burgers(Van Rossem en Baerveldt 2005; Verhoeven 2009: 87). Bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g doelt op dehiërarchische verbanden die <strong>in</strong> de verzuilde samenlev<strong>in</strong>g de overbrugg<strong>in</strong>g (bridg<strong>in</strong>g)van ‘onderliggende’ gemeenschappen vormden (Putnam 2000), maar dieook – <strong>in</strong> een sterk gewijzigde vorm – <strong>in</strong> de netwerksamenlev<strong>in</strong>g vereist zijn om totevenwichtige besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen en tussen clusters te kunnen komen. En tenslotte is er de tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen burgers die niets met elkaar hebben anders daneen belang bij een civiele, ‘fatsoenlijke’, <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun samenlev<strong>in</strong>g: <strong>het</strong> zijntoevallige banden waarbij <strong>voor</strong>al de meest geïsoleerde burgers soms een helpendehand moet worden geboden (zie ook Brandsen et al. 2010).In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g is <strong>voor</strong> de meeste burgers <strong>het</strong> aantal samenb<strong>in</strong>dendeverbanden afgenomen ten opzichte van <strong>het</strong> aantal dwarsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. Door devernetwerk<strong>in</strong>g is ook <strong>het</strong> relatieve belang van de hiërarchische bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g afgenomen:naast betrokkenheid via <strong>het</strong> overheidskanaal of de meer geformaliseerdebelangenbehartigers, staat een steeds groter aantal alternatieve wegen open omeigen doelen na te streven. Voor <strong>in</strong>dividuele of groepen burgers is <strong>het</strong> daaromm<strong>in</strong>der duidelijk hoe zij hun belangen kunnen behartigen of uit<strong>in</strong>g kunnen gevenaan hun betrokkenheid.In een verdichte samenlev<strong>in</strong>g is ook <strong>het</strong> aantal toevallige banden groter. Mededoor <strong>het</strong> afnemende belang van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, met de daarbij behorende socialecontrole, is de kans op niet-civiele bots<strong>in</strong>gen groter; onfatsoen <strong>in</strong> de openbareruimte vormt op dit moment een terugkerende klacht van burgers. Dit is niet opte lossen met <strong>het</strong> stimuleren van meer samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, maar juist door een betere<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Anders dan veelal wordt aangenomen hoeft detoenemende complexiteit niet noodzakelijkerwijs te leiden tot maatschappelijke<strong>in</strong>stabiliteit en spelverruw<strong>in</strong>g. Uit de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>dividuen ontwikkelenzich <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen nieuwe spelregels – zogenoemde emergente normen(Fowler en Christakis 2009: 26) – die elk van de spelers beheerst. Spelers veranderenhun gedrag zodanig dat hun kansen op overleven of succes worden vergroot –door leren of evolutie (Mitchell 2009: 12). Iedere gemeenschap kent vaak ongeschrevenomgangsregels die pas echt duidelijk worden als men zich er niet aanhoudt. Wie <strong>in</strong> de netwerksamenlev<strong>in</strong>g wil overleven zal zich de nieuwe spelregelseigen moeten maken.De nieuwe omgangsvormen tekenen zich <strong>het</strong> meest zichtbaar af op <strong>in</strong>ternet, desociale en mobiele media (rmo 2011). Net als <strong>in</strong> de fysieke wereld verschilt <strong>het</strong> vancommunity tot community wat acceptabel gedrag is en wat niet, maar er zijn weldegelijk beleefdheidsnormen waar men zich aan dient te houden. De grootstezonde b<strong>in</strong>nen een onl<strong>in</strong>e community is bij<strong>voor</strong>beeld niet de schend<strong>in</strong>g van eigendomsrechten,maar van normen over <strong>het</strong> geven van ‘credit’: mensen willen erkendworden vanwege hun bijdrage (Shirky 2010: 91). Een typische <strong>in</strong>ternetregel: jemag je wel <strong>voor</strong>doen onder een andere naam, maar je mag je niet op <strong>het</strong>zelfde


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g149forum verschillende namen aanmeten. Onderzoek toont een groot ‘zelfre<strong>in</strong>igend’vermogen aan op Nederlandse discussiefora (Meijer et al. 2008; Meijer et al. 2009).Veel fora hebben bij<strong>voor</strong>beeld duidelijke spelregels over welke bijdragen wel ofniet worden geaccepteerd. Mensen fungeren vrijwillig als moderator en plaatsenreacties waar<strong>in</strong> ze aangeven dat een bepaalde opmerk<strong>in</strong>g niet gepast is, of ze participerenniet langer waardoor een ontsporende discussie met een goede kans doodbloedt.De nieuwe omgangsvormen stellen ook nieuwe eisen aan grote <strong>in</strong>stitutieszoals de overheid die hun positie vis à vis gebruikers moeten herbepalen. Beleidsmakerskunnen daar<strong>voor</strong> <strong>in</strong> de les gaan bij de kampioenen onder de <strong>in</strong>ternetondernemers.Beter dan hun concurrenten blijken zij immers <strong>in</strong> staat om <strong>in</strong> te spelen opzowel <strong>het</strong> technische ict-aanbod als de behoeften en kwaliteiten van gebruikers.Hun ‘formules’ zijn van een grote eenvoud, maar bevatten ook een waarschuw<strong>in</strong>g:wat gisteren state of the art was, is dat morgen met een goede kans niet meer (box5.1).Box 5.1Omgaan met netwerkenDe nieuwe omgangsvormen van <strong>in</strong>ternet hebben hun weerslag op vraag en aanbod van commerciëleproducten en diensten. In een omgev<strong>in</strong>g die wordt gekenmerkt door snelle technologischeontwikkel<strong>in</strong>g volgen succesvolle bedrijven elkaar b<strong>in</strong>nen enkele jaren op, omdat de ‘w<strong>in</strong>naars’ van<strong>het</strong> eerste uur niet snel genoeg bijleerden. De traditionele pc-makers lieten de tablets l<strong>in</strong>ks liggen,omdat ze niet meer konden concurreren met <strong>het</strong> goedkope aanbod van onder andere Amazon.Nokia verloor als kampioen van de mobieltjes <strong>in</strong> rap tempo marktaandeel aan de iPhone van Apple.Yahoo, Ilse en andere zoekmach<strong>in</strong>es werden verdrongen door Google.Wat kunnen beleidsmakers leren van de w<strong>in</strong>naars? Uit de snelgroeiende managementliteratuur opdit gebied komen vier lessen naar voren: beweeg mee, vertrouw <strong>het</strong> publiek als producent, probeeren corrigeer, en houd <strong>het</strong> eenvoudig.Beweeg mee. Succesvolle ondernemers bieden hun klanten een platform waarop zij zelf <strong>in</strong>houdgeven aan hun eigen behoeftes. Zonder bezoekers zouden Facebook en Hyves lege websites zijn.Iedereen kan apps maken <strong>voor</strong> de iPhone. Op de vraag “Hoe kunnen we een community als die vanjou starten?” antwoordde de oprichter van Facebook, Mark Zuckerberg: “You can’t.” Je kunt geencommunity starten, communities ontstaan en daar moet je je bij aansluiten (Jarvis 2009).Niet alle beleidsmakers zijn goed <strong>in</strong> <strong>het</strong> meebewegen. Op de site van <strong>het</strong> rivm stond beg<strong>in</strong> 2009keurig uitgelegd waarom de <strong>in</strong>ent<strong>in</strong>g tegen baarmoederhalskanker <strong>voor</strong> tienermeisjes belangrijkwas. Adviseur sociale media Erw<strong>in</strong> Blom besluit zijn boek over communities met een hartenkreethierover: “Maar komt die doelgroep op die site? Nee, natuurlijk niet. Zo kon op Hyves <strong>het</strong> verhaalover de gevaren van <strong>in</strong>ent<strong>in</strong>g zich als een lopend vuur verspreiden. Het rivm mengde zich niet <strong>in</strong><strong>het</strong> gesprek op de plaats waar <strong>het</strong> gevoerd werd. Met als gevolg een lage opkomst van tieners”(Blom 2009: 172).


150 vertrouwen <strong>in</strong> burgersVertrouw <strong>het</strong> publiek als producent. Succesvolle <strong>in</strong>ternetbedrijven laten gebruikers meeproduceren(Schäfer 2008). Google bedenkt niet zelf wat de belangrijkste zoekresultaten zijn, maar vertrouwt<strong>voor</strong> <strong>het</strong> bepalen van de volgorde van de zoekresultaten op andere websites en op gebruikers.Amazon nodigt klanten uit om boeken te beoordelen. Grote groepen mensen kunnen via <strong>het</strong> netsamenwerken aan een enkel product; <strong>in</strong>ternetencyclopedie Wikipedia en bestur<strong>in</strong>gssysteem L<strong>in</strong>uxzijn daarvan <strong>voor</strong>beelden (Tapscott en Williams 2008; Tapscott en Williams 2010: 27).Internet biedt langs deze weg nieuwe kansen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid (Noveck 2009). Kle<strong>in</strong>e ofverspreide ‘doelgroepen’ kunnen door crowdsourc<strong>in</strong>g wel worden bereikt. Maar <strong>voor</strong>al burgerskunnen worden geactiveerd, omdat ze dat zelf willen. Steeds meer mensen vullen hun vrije tijdmet sociaal e-contact (Shirky 2010; Benkler 2006: 60). Dat beperkt zich niet tot <strong>het</strong> delen vanfilmpjes met amusementswaarde: e-vrijwilligers dragen ook bij aan <strong>het</strong> oplossen van wetenschappelijkeen technische problemen via sites als InnoCentive, Polymath, en foldit (Nielsen 2012). Alsbeleidsmakers een m<strong>in</strong>iem deel van die <strong>in</strong>zet kunnen aftappen (Shirky 2010: 97), kan een enormeopbloei van <strong>het</strong> vrijwilligerswerk worden verwacht.Probeer en corrigeer, zo nodig, achteraf. In plaats van <strong>voor</strong>af alles uit te denken en te controlerengaan koplopers als World of Warcraft, L<strong>in</strong>kedIn en Marktplaats aan de slag en corrigeren cont<strong>in</strong>uop basis van gebruikers<strong>in</strong>breng. Onl<strong>in</strong>eproducten en -diensten zijn dus nooit ‘af’; een onvoltooidproduct nodigt ook uit tot meer betrokkenheid van <strong>het</strong> publiek dan een ‘f<strong>in</strong>aal’ ontwerp (Blom2009: 114). De meeste experimenten mislukken, maar juist dat is de kracht van <strong>in</strong>ternet: de kostenvan mislukk<strong>in</strong>gen zijn immers laag en <strong>in</strong> een snel veranderende omgev<strong>in</strong>g kunnen ‘fouten’ ooksnel worden hersteld (zie bij<strong>voor</strong>beeld Tapscott en Williams 2008; Shirky 2008: 233). Het is dus<strong>voor</strong>deliger om duizend bloemen te laten bloeien en na afloop de successen extra pokon te gevendan om van tevoren een keuze te maken en daarop te wedden. Nieuwe <strong>in</strong>itiatieven leren daarbijvan eigen mislukk<strong>in</strong>gen en van de mislukk<strong>in</strong>gen van anderen (Brafman en Beckstrom 2006: 59-63).Internetbedrijven kennen daardoor een steile leerkromme: wie niet meedoet, loopt al snel eenenorme leerachterstand op (Shirky 2008).Het achteraf corrigeren <strong>in</strong> plaats van <strong>voor</strong>af controleren staat haaks op de logica van veel traditioneleorganisaties, waaronder de overheid. Beleidsmakers zijn veelal bevreesd <strong>voor</strong> de verruw<strong>in</strong>g op <strong>het</strong>net. De ervar<strong>in</strong>g leert echter dat gebruikers zelf waarschuwen <strong>voor</strong> misstanden. Op YouTube bij<strong>voor</strong>beeldkan eenieder een video uploaden, maar die video heeft wel een knop waarmee kijkershem als ongepast kunnen markeren. Pas na zo’n alarm gaat iemand namens YouTube er naar kijkenen wordt <strong>het</strong> eventueel offl<strong>in</strong>e gehaald. Blijvende verruw<strong>in</strong>g leidt tot de versnelde aftocht van ‘normale’gebruikers en wordt daarom meestal ook door de <strong>in</strong>itiatiefnemers met kracht tegengegaan.Houd <strong>het</strong> eenvoudig. De gebruikers staan <strong>voor</strong>op en maak – met hun behoeften en kwaliteiten <strong>in</strong>je hoofd – de d<strong>in</strong>gen niet <strong>in</strong>gewikkelder dan nodig, vereenvoudig zoveel mogelijk (Jarvis 2009: 20).Hoewel Google veel geld zou kunnen verdienen met <strong>het</strong> verkopen van advertenties op dehomepage, is de eerste pag<strong>in</strong>a bijna helemaal wit en bevat alleen de noodzakelijke <strong>in</strong>formatie.


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g151Innovatieve doorbraken zijn bijna onveranderlijk <strong>het</strong> gevolg van vereenvoudig<strong>in</strong>g vanuit <strong>het</strong>gebruikersperspectief (Christensen et al. 2006; Christensen et al. 2008). Producten werden zo<strong>in</strong>gewikkeld dat ze als <strong>het</strong> ware door hun hoeven zakten. Ontwerpers bedachten steeds nieuwetoeters en bellen die <strong>in</strong> de dagelijkse praktijk <strong>voor</strong> slechts enkele gebruikers van nut waren. Deovergrote meerderheid was technisch overvraagd en betaalde te veel. Dat g<strong>in</strong>g goed totdat ‘iemand’– vaak een nieuwkomer die geen positie te verdedigen had – een aanmerkelijk goedkoper alternatief<strong>in</strong> de markt zette. Doordat dit product massaal werd aangeschaft, stortten miljoenen grijze cellenzich op de uitdag<strong>in</strong>g en passeerden ze de orig<strong>in</strong>ele kampioenen.Onduidelijke clustersNiet alleen zijn de relaties tussen <strong>in</strong>dividuen en groepen m<strong>in</strong>der helder, de clusterszelf zijn ook m<strong>in</strong>der herkenbaar. Beleidsmakers zijn vrij snel geneigd te denken <strong>in</strong>termen van de woonomgev<strong>in</strong>g van mensen; zo kenmerken activiteiten op develden van beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie zich <strong>voor</strong>namelijkdoor een buurt- of dorpsgerelateerde aanpak. Maar andere omgev<strong>in</strong>gen wordensteeds belangrijker, bij<strong>voor</strong>beeld vanwege sterk toegenomen <strong>in</strong>ternetgebruik,langduriger opleid<strong>in</strong>gen, meer vrije tijd en – zwaar onderschat – door de massaletoetred<strong>in</strong>g van vrouwen tot de arbeidsmarkt. De buurt is <strong>voor</strong> veel mensensimpelweg niet de omgev<strong>in</strong>g waar ze zich <strong>het</strong> meest mee verbonden voelen(L<strong>in</strong>ders 2010: 44-48). Door hun veelheid en ook door de beperkte aansluit<strong>in</strong>g bijde traditionele geografische opzet van <strong>het</strong> openbaar bestuur, zijn clusters m<strong>in</strong>dermakkelijk te herkennen dan <strong>voor</strong>heen.De clusters zijn ook dynamischer dan <strong>voor</strong>heen. Zeker als de gemeenschappelijkheidop basis waarvan een cluster zich heeft geformeerd van ‘tijdelijke’ aard is,zoals <strong>het</strong> ongenoegen over een bepaalde ontwikkel<strong>in</strong>g, kunnen er grote schommel<strong>in</strong>genontstaan <strong>in</strong> de omvang en dichtheid van een cluster. Politiek actieve jongerenzijn bij<strong>voor</strong>beeld betrokken bij een onderwerp, maar verb<strong>in</strong>den zich m<strong>in</strong>dermakkelijk <strong>voor</strong> langere tijd aan een specifieke cluster. Ze wisselen makkelijk vanfavoriete organisatie, waardoor een <strong>voor</strong>heen zeer actieve cluster plotsel<strong>in</strong>g‘droog’ kan vallen (Olsson 2008).Dit alles leidt tot een samenlev<strong>in</strong>g van deels overlappende clusters die <strong>voor</strong>tdurendveranderen van samenstell<strong>in</strong>g en omvang. Dat maakt <strong>het</strong> <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividueleburgers weliswaar onoverzichtelijker, maar vergroot tegelijk de collectieve veerkrachtdie wordt bepaald door de aanwezigheid van een veelheid aan mogelijkebetrokkenheidsroutes. Beleidsmakers, maar ook burgers, zien zich niet zo snel<strong>voor</strong> één gat gevangen, omdat er aanzienlijk meer wegen zijn ‘die naar Romeleiden’: “There is more than one system of cop<strong>in</strong>g – when one system is impactedthe other systems help with cont<strong>in</strong>ued function<strong>in</strong>g. The greater the redundancy[wrr: through overlapp<strong>in</strong>g social networks], the more resilient the system”


152 vertrouwen <strong>in</strong> burgers(Sapirste<strong>in</strong> 2006). Indien echter al die routes tegelijk worden gebruikt, kan dit tengevolge van conflicterende signalen b<strong>in</strong>nen een systeem leiden tot zogenoemdecomplexity catastrophes (Be<strong>in</strong>hocker 2006). Een <strong>voor</strong>beeld is de patstell<strong>in</strong>g diekan ontstaan tussen de uitkomsten van een <strong>in</strong>teractief beleidsproces tussenambtenaren en burgers en <strong>het</strong> formele besluitvorm<strong>in</strong>gsproces.Weer zijn de kansen niet gelijk verdeeld b<strong>in</strong>nen de samenlev<strong>in</strong>g. De toerust<strong>in</strong>gvan burgers verschilt; <strong>het</strong> maakt uit of je als betrokken burger iemand kent die een‘brief kan schrijven’, of iemand kent b<strong>in</strong>nen de gemeenteraad. Als m<strong>in</strong>der toegerusteburgers bovendien onderdeel zijn van hechte clusters met we<strong>in</strong>ig dwarsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gennaar grotere netwerken, zullen zij m<strong>in</strong>der goed <strong>voor</strong> hun belangenkunnen opkomen. Ze zijn dan sterk afhankelijk van goede externe verb<strong>in</strong>ders <strong>voor</strong>hun toegang tot relevante netwerken. In termen van onze betrokkenheidsstijlen:de kans dat clusters van Volgzamen en Critici overlappen met <strong>in</strong>vloedrijke clustersis kle<strong>in</strong>er dan bij clusters waar hoofdzakelijk Pragmatici en Verantwoordelijkendeel van uit maken.5.3.2 sleutelrol <strong>voor</strong> trekkers en verb<strong>in</strong>dersCruciaal <strong>voor</strong> <strong>het</strong> functioneren van netwerken zijn de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussenverschillende clusters. De knooppunten die deze verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen verschillendeclusters leggen, zijn zowel de kracht als de zwakte van netwerken. In onsveldwerk kwamen we vele mensen tegen die deze belangrijke functies vervulden:de trekkers en de verb<strong>in</strong>ders.TrekkersIn ons veldwerk kwam <strong>voor</strong>tdurend <strong>het</strong> belang aan de orde van trekkers die clusterskunnen bewegen <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van grotere burgerbetrokkenheid. Ze nemenvele vormen en gedaanten aan, uiteenlopend van de alledaagse doeners meteenmalige buurt<strong>in</strong>itiatieven tot de oprichters van ngo’s en sociale ondernem<strong>in</strong>gen.Ze zijn ook de klokkenluiders die aan de bel trekken <strong>in</strong>dien <strong>in</strong> hun ogen zaken foutgaan of onrecht te groot wordt. En <strong>in</strong> bijzondere gevallen – ons veldwerk biedtdaarvan illustraties en ook Sunste<strong>in</strong> (2003: 46 e.v.) wijst erop – zijn dergelijketrekkers zelfs bereid om maatschappelijke normen en wetten te overtreden (zelfsals ze weten daar<strong>voor</strong> te worden gestraft) <strong>in</strong>dien een ‘afwijkende subcultuur’hen daar<strong>voor</strong> hogelijk beloont (bewonder<strong>in</strong>g, status). Trekkers steken een grotehoeveelheid tijd en energie <strong>in</strong> een onderwerp, doel of missie. Ze creëren de structurenen processen en bewaken de <strong>in</strong>tegriteit van hun cluster: de spelregels dieb<strong>in</strong>nen clusters altijd nodig zijn. Hun onderscheidende kracht ligt <strong>in</strong> hun volhard<strong>in</strong>g:<strong>het</strong> zijn monomanen met een missie, zoals managementgoeroe PeterDrucker <strong>het</strong> ooit uitdrukte. Hun attitude en resultaatverwacht<strong>in</strong>g kunnen eenhele groep op een ‘hoger plan’ brengen. Niet alleen hun volhard<strong>in</strong>g, maar ook deaantrekk<strong>in</strong>gskracht die deze trekkers hebben op anderen, maakt hen waardevol


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g153<strong>voor</strong> de groep. “Popularity breeds popularity” (Koch en Lockwood 2010: 187). Wieveel contacten heeft, heeft een grotere kans op nog meer waardevolle contacten.Het is de ‘centrality premium’: geld, respect en contacten (Fowler en Christakis2009: 299).Trekkers steken hun nek uit en velen, <strong>voor</strong>al spelers op <strong>in</strong>ternet, betalen daar<strong>voor</strong>de prijs. Ze begonnen met een belofte van communicatie: door <strong>het</strong> wegvallen van<strong>het</strong> onderscheid tussen communicatietechnologie (één op één) en uitzendtechnologie(broadcast: één op velen) was wederzijdse communicatie van velen metvelen mogelijk. Maar <strong>in</strong> plaats van technologische grenzen zijn sociale grenzen nueen beperk<strong>in</strong>g geworden. Hierdoor krijgen de supertrekkers op Facebook, Twitter,Hyves, blogs en websites, <strong>voor</strong>namelijk een uitzendfunctie en kunnen zij detweericht<strong>in</strong>gsfunctie niet voldoende waarmaken. Het is de kritiek die politici meteen Hyvespag<strong>in</strong>a of een Twitteraccount krijgen. Het gevaar hiervan is dat er geenterugkoppel<strong>in</strong>g meer plaatsheeft tussen de zender en de ontvanger, en de zenderlosgezongen raakt van zijn eigen achterban. Opeens haken alle volgers af, er valtniets meer te trekken.Ook <strong>in</strong> fysieke netwerken zien we dat de sleutelpositie die dergelijke trekkers<strong>in</strong>nemen van kracht om kan slaan naar zwakte: de geweldige wethouders, bestuurdersof procesmanagers die zoveel ‘ballen <strong>in</strong> de lucht’ moeten houden dat zijnergens meer tijd <strong>voor</strong> hebben. Hun enthousiasme gaat met hen op de loop enze nemen soms onverantwoorde risico’s, vullen bij<strong>voor</strong>beeld – deels gedwongendoor de onzekerheid van de projectencarrousel – <strong>het</strong> ene f<strong>in</strong>anciële gat met <strong>het</strong>andere. Hun gedrevenheid en kennis dulden soms ook we<strong>in</strong>ig tegenspraak. Enuite<strong>in</strong>delijk gaan ze, tot verdriet van velen en oplucht<strong>in</strong>g van enkelen, aan huneigen succes ten onder.Verb<strong>in</strong>dersVerb<strong>in</strong>ders vormen de brug tussen de dichtere clusters en <strong>het</strong> grote open netwerk.Zij hebben een belangrijke functie bij wat netwerktheoretici <strong>het</strong> fenomeen van de‘kle<strong>in</strong>e wereld’ noemen: mensen uit verschillende netwerken zijn verbonden viaeen beperkt aantal contacten van kennissen en kennissen van kennissen. Hoewel<strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie verondersteld werd dat <strong>het</strong> <strong>voor</strong>al mensen met veel contactenwaren die een brug vormden, blijkt uit recenter onderzoek dat <strong>het</strong> fenomeen vande ‘kle<strong>in</strong>e wereld’ even goed werkt via ‘gewone’ mensen met een gemiddeld aantalcontacten (Watts 2011: 82-91).Het bestaan van verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen verschillende clusters is een normaalverschijnsel: eenieder is op enigerlei wijze actief <strong>in</strong> meerdere clusters, uiteenlopendvan familie of buurt via opleid<strong>in</strong>g en werk naar recreatie, al dan niet virtueel.De kracht van de verb<strong>in</strong>ders ligt <strong>in</strong> hun ‘meertaligheid’: ze voelen zich op hungemak <strong>in</strong> meerdere clusters en kunnen die met elkaar <strong>in</strong> contact brengen. Daarmee


154 vertrouwen <strong>in</strong> burgerswordt de potentiële bron van hulptroepen zowel <strong>in</strong> omvang als <strong>in</strong> diversiteitvergroot. Willen mensen iets nieuws leren, dan moeten ze <strong>het</strong> vaak ‘op afstand’van <strong>het</strong> eigen, vaak naar b<strong>in</strong>nen gerichte cluster zoeken. We zagen <strong>in</strong> ons veldwerkdat de trekkers van een burger<strong>in</strong>itiatief of protestactie hun kennis over een bepaaldonderwerp, bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong>dustrieel erfgoed <strong>in</strong> Amersfoort of hostels <strong>in</strong> Utrechtof Den Bosch, wisten te vergroten door zich te verb<strong>in</strong>den met clusters waar diekennis aanwezig was.Via verb<strong>in</strong>ders zijn ook m<strong>in</strong>der toegeruste of achterblijvende clusters eenvoudigerte bereiken. Wie de verb<strong>in</strong>der weet te bereiken, bereikt <strong>in</strong>direct de veel grotereachterliggende groep: beleidsmakers gaan niet rechtstreeks op zoek naar bij<strong>voor</strong>beeldmoskeebezoekers <strong>in</strong> een buurt en benaderen niet alle voetbalsupporters ofdorpsbewoners <strong>in</strong>dividueel, maar benaderen een moskeebestuurder, een supporterscoörd<strong>in</strong>atorof de <strong>voor</strong>zitter van <strong>het</strong> dorpsoverleg, die sneller en met meerovertuig<strong>in</strong>gskracht zijn of haar ‘achterban’ kan bereiken.De sleutelpositie van de verb<strong>in</strong>ders is zowel een kracht als een zwakte van netwerken.Volgens Peeters et al. (2010) is de ‘tussenfunctie’ die verb<strong>in</strong>ders vervullen perdef<strong>in</strong>itie spann<strong>in</strong>gsvol, omdat ze botst met de verschillende logica’s van de teverb<strong>in</strong>den clusters: zoals de logica van beleidsmakers en de logica van (groepen)burgers. Verb<strong>in</strong>ders die te veel ‘<strong>in</strong>gezogen’ worden door de overheid (geïnstitutionaliseerdworden) verliezen de aansluit<strong>in</strong>g met hun natuurlijke achterban. Verb<strong>in</strong>dersdie te los komen te staan van beleidsmakers, krijgen niets meer <strong>voor</strong> elkaar.Dit geldt <strong>voor</strong> externe verb<strong>in</strong>ders (wijkmanagers, wijkagenten, buurtconciërgesdie vanuit een gemeente, de politie, of een wooncorporatie <strong>het</strong> contact onderhoudenmet burgers), maar ook <strong>voor</strong> <strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>ders: de vertegenwoordigers vaneen groep burgers die vanuit die groep <strong>het</strong> contact onderhoudt met beleidsmakersen bestuurders. Als zij te we<strong>in</strong>ig begrip tonen <strong>voor</strong> de beleidslogica, is de kans opeen constructieve samenwerk<strong>in</strong>g kle<strong>in</strong>. De verb<strong>in</strong>ders die wij <strong>in</strong> ons veldwerktegenkwamen, waren zich zeer bewust van deze spann<strong>in</strong>g. Als een verb<strong>in</strong>der ofeen rugdekker wegvalt, wordt de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen de clusters kwetsbaar.Rugdekk<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> hun ‘ongepaste’ gedrag is daarom een absolute noodzaak.5.3.3 lange staart: scheve verdel<strong>in</strong>g met subculturenWe<strong>in</strong>igen participeren veel en velen participeren we<strong>in</strong>ig. Deze conclusie van de<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Openbaar Bestuur (rob 2004) werd steeds weer bevestigd <strong>in</strong> onsveldwerk. Een kle<strong>in</strong> aantal actievel<strong>in</strong>gen trekt de kar, velen zijn bereid om af en toede handen uit de mouwen te steken, maar de meesten zijn passieve deelnemers.De voetbalsupporters van ado Den Haag omvatten bij<strong>voor</strong>beeld een ‘harde kern’van zo’n 400 man die nog fanatiekere <strong>in</strong>zet betoont dan de paar duizend ‘normale’tribuneklanten, de thuiszitters nog buiten beschouw<strong>in</strong>g gelaten. Ook de aanhangvan politieke partijen en veel ngo’s wordt gekenmerkt door een kle<strong>in</strong>e b<strong>in</strong>nencir-


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g155kel met daaromheen regionale ‘baronnen’ en op nog grotere afstand de loyale,maar niet erg actieve achterban.Dit patroon is nog veel zichtbaarder <strong>in</strong> de wereld ‘onl<strong>in</strong>e’. Een kle<strong>in</strong> aantal clustersdoet ertoe en veel clusters doen er niet toe (Barabási en Albert 1999; zie ook Kochen Lockwood 2010: 183-184). De meeste bijdragen aan Wikipedia worden bij<strong>voor</strong>beeldgeleverd door een kle<strong>in</strong> deel van de bezoekers; slechts twee procent van allebezoekers draagt bij (Shirky 2008: 125; Anderson 2006). De meeste websites,blogs of YouTube-filmpjes worden niet of nauwelijks bekeken, een kle<strong>in</strong> aantalkrijgt veel bezoekers. De meeste Twitterberichten gaan onopgemerkt <strong>voor</strong>bij, eenkle<strong>in</strong> aantal genereert aandacht en tumult.Dat zet beleidsmakers veelal op <strong>het</strong> verkeerde been. Over <strong>het</strong> algemeen zijn ze, als<strong>het</strong> gaat om grote aantallen, geneigd te denken <strong>in</strong> normale verdel<strong>in</strong>gen, waarbijongeveer evenveel waarnem<strong>in</strong>gen groter of kle<strong>in</strong>er zijn dan <strong>het</strong> gemiddelde. Eenbeperkte steekproef uit zo’n normaal verdeelde groep is voldoende om <strong>het</strong> gemiddeldevan de groep te bepalen. Echter, verdel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> netwerken kunnen beterbeschreven worden met een machtsfunctie: de meeste bijdragen zijn kle<strong>in</strong>er dan<strong>het</strong> gemiddelde. Dat betekent dat een kle<strong>in</strong>e groep mensen de grootste betrokkenheidaan de dag legt en de rest we<strong>in</strong>ig doet. Hoe groter <strong>het</strong> netwerk, des te groter<strong>het</strong> verschil tussen de uitersten: hoe groter de verenig<strong>in</strong>g, des te groter ook <strong>het</strong>verschil tussen de bijdrage die geleverd wordt door <strong>het</strong> meest fanatieke lid en debijdrage die geleverd wordt door <strong>het</strong> m<strong>in</strong>st zichtbare lid. Die scheve verdel<strong>in</strong>g gaatniet alleen op <strong>voor</strong> wat mensen doen, maar ook <strong>voor</strong> wat mensen denken, v<strong>in</strong>den,en hoe zij hun belangen nastreven. En hoe groter <strong>het</strong> netwerk, des te groter de verscheidenheidaan men<strong>in</strong>gen en belangen. Dit betekent bij<strong>voor</strong>beeld dat de meestgeventileerde men<strong>in</strong>g nog steeds de men<strong>in</strong>g is die door een m<strong>in</strong>derheid wordtgedeeld. De meerderheid heeft echter géén eenduidige men<strong>in</strong>g. Zo kan <strong>het</strong> zijn datde partij die bij de verkiez<strong>in</strong>gen de grootste wordt, geen meerderheid van de stemmenheeft gekregen. Die meerderheid heeft niet op de grootste partij gestemd,maar op verschillende andere partijen. Het is een illusie te verwachten dat iedereenop dezelfde manier meedenkt en meedoet.Ditzelfde pr<strong>in</strong>cipe gaat ook op <strong>voor</strong> de netwerken zelf; hoe groter <strong>het</strong> netwerk, deste meer kle<strong>in</strong>e deelnetwerken, <strong>in</strong> onze term<strong>in</strong>ologie clusters, er <strong>in</strong> een netwerkaanwezig zijn. Het kle<strong>in</strong>e Friese dorp Hitzum, met ongeveer 250 <strong>in</strong>woners, kenteen bloeiend verenig<strong>in</strong>gsleven met een goede tw<strong>in</strong>tig verenig<strong>in</strong>gen. Het veelgrotere, maar eveneens vrij besloten Volendam, met zo’n 22.000 <strong>in</strong>woners, teltechter – vanzelfsprekend – veel meer verenig<strong>in</strong>gen met een veel grotere variëteit.Het makkelijk te onderzoeken <strong>in</strong>ternet biedt een nog kleurrijkere staalkaart vandiversiteit van clusters. De comb<strong>in</strong>atie van de scheve verdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen netwerkenen hun fragmentatie wordt <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternetjargon de lange staart (long tail) genoemd.Als een cluster voldoende schaal bereikt, vormen zich <strong>in</strong> de lange staart kle<strong>in</strong>ere


156 vertrouwen <strong>in</strong> burgerssubgroepen met specifieke gemeenschappelijke belangstell<strong>in</strong>g of belangen. Traditioneelwaren de transactie- en productiekosten van <strong>in</strong>formatie om deze m<strong>in</strong>iclusterste ‘bedienen’ hoog en de kans dat mensen elkaar vonden bovendien kle<strong>in</strong>. Via<strong>in</strong>ternet zijn die drempels scherp teruggebracht.In de schaduw van de supertrekkers (superstars) hebben veel relatief kle<strong>in</strong>e m<strong>in</strong>itrekkers<strong>in</strong> die lange staart voldoende aantrekk<strong>in</strong>gskracht om iets te kunnen betekenen.In de commerciële markt vormen hun clusters door hun ‘v<strong>in</strong>dbaarheid’commercieel <strong>in</strong>teressante doelgroepen. Hetzelfde pr<strong>in</strong>cipe gaat ook op <strong>voor</strong>‘kle<strong>in</strong>e’ onderwerpen waar mensen zich <strong>voor</strong> willen <strong>in</strong>zetten. Zo zijn de mogelijkheden<strong>voor</strong> patiëntenverenig<strong>in</strong>gen rond zeldzame ziektes, zoals <strong>in</strong> ons veldwerkMetakids en de cmwp 3 sterk toegenomen. En ook petities.nl maakt gebruik van delange staart onder zijn ruwweg twee miljoen potentiële ‘ondertekenaars’. Een zeerdivers scala aan petities rond relatief kle<strong>in</strong>e belangen of standpunten weet via <strong>het</strong>grote, los samenhangende <strong>in</strong>ternet meer en gemakkelijker steunbetuig<strong>in</strong>gen teverzamelen.5.3.4 veenbrandfenomeen als uit<strong>in</strong>g van dynamiekDe verspreid<strong>in</strong>g van ideeën en gedrag gaat <strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g een stuksneller, via de bovengenoemde verb<strong>in</strong>ders, dan <strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g die bestaat uitgeïsoleerde clusters. Een netwerk ontwikkelt zich soms snel en on<strong>voor</strong>spelbaar.Beleidsmakers kunnen verrast worden door een oplaaiende discussie uit eenbekend netwerk, maar ook door een geheel nieuw of ‘ondergronds’ cluster.Netwerken worden bovendien gedreven door conformisme. Eerder verwezen weal naar de mislukte vacc<strong>in</strong>atiecampagne en de opwell<strong>in</strong>gen van collectief stemgedragzoals <strong>in</strong> Volendam, denk ook aan <strong>het</strong> eu-referendum. Ook de grootschaligemanifestaties van collectieve rouw- of vreugdeverwerk<strong>in</strong>g en mediahypes vormen<strong>voor</strong>tdurende illustraties.Dit zijn we <strong>het</strong> ‘veenbrandfenomeem’ gaan noemen: <strong>het</strong> schijnbaar plotsel<strong>in</strong>goplaaien of doven van een hype, een protest of actie. Achteraf is meestal vrij‘eenvoudig’ te benoemen waar de onvrede of de crisis vandaan kwam, maar ditbetekent niet dat <strong>het</strong> moment, de vorm, de plaats en de heftigheid van de brand te<strong>voor</strong>spellen was (Watts 2011). Het verwijt aan beleidsmakers – ‘dat hadden julliekunnen weten’ – is begrijpelijk, maar onterecht. Het ‘olievlekmodel’ – één bronvan langzaam uitdijende ‘vervuil<strong>in</strong>g’ – gaat <strong>voor</strong> veel oplaaiende protesten ensociale beweg<strong>in</strong>gen eenvoudig weg niet op. Sociale beweg<strong>in</strong>gen zijn volgensJustus Uitermark (2011: 165) samenklonter<strong>in</strong>gen – clusters – van actoren metverschillende kenmerken en achtergronden. Ook de burgerrechtenbeweg<strong>in</strong>g, defem<strong>in</strong>isten en de neonazi’s hebben geen formele leiders, toegangseisen of lidmaatschap.Al deze beweg<strong>in</strong>gen kunnen worden begrepen als complexe systemen vanmet elkaar verbonden, maar relatief autonome elementen waarvan de dynamiek


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g157geen uitgestippeld plan volgt. Zo kenmerkt de <strong>in</strong>ternetactiebeweg<strong>in</strong>g Anonymouszich doordat (a) de beweg<strong>in</strong>g geheel bestaat uit open en collaboratieve netwerken,en (b) groepsbelang en ideologische positie die alle deelnemers verb<strong>in</strong>dt afwezigzijn. Voor zover zich ideologische en organisatorische lijnen aftekenen, komen die<strong>voor</strong>t uit een evolutionaire dynamiek.Hoe doven dergelijke veenbranden uit om – soms – later en op een andere plaatsen manier weer op te laaien? De theorie is eenvoudig: een lopend vuurtje kanworden gedoofd, maar ondergronds kan <strong>het</strong> vuur <strong>voor</strong>tbestaan en plotsel<strong>in</strong>g weeroplaaien. Vuur dooft als de brandstof op is, door koel<strong>in</strong>g of als zuurstof ontbreekt.Zo kunnen ook onze veenbranden doven. De eerste en meest <strong>voor</strong> de handliggende daarvan is vermoeidheid. Na een veenbrandprotest of -actie heeft men er‘even geen z<strong>in</strong> meer <strong>in</strong>’. Mensen moeten weer aan <strong>het</strong> werk, hebben tijd nodig omzich weer op te laden <strong>voor</strong>dat ze aan een nieuwe actie kunnen beg<strong>in</strong>nen. De ondergrondsenetwerkstructuur is nog wel aanwezig, maar de energie om <strong>het</strong> netwerkte mobiliseren is even op. Het is ook denkbaar dat een mode dooft wanneer ‘iedereen’meedoet en een uit<strong>in</strong>gsvorm niet meer onderscheidend is (Gladwell 2000).Deelnemers van Anonymous haakten ook af vanwege irritatie over de toestroomvan newfags en moralfags zonder technische kennis: een beetje hacker wil nietverkeren <strong>in</strong> <strong>het</strong> gezelschap van ‘amateurs’ (Uitermark 2011: 165).Een andere analogie <strong>voor</strong> onze veenbrand is die van <strong>het</strong> virus. Een epidemie, maarook een pandemie – een epidemie op wereldwijde schaal – komt tot stilstandwanneer er <strong>in</strong> de bevolk<strong>in</strong>g genoeg antistof is gevormd zodat een ziekte geennieuwe ‘slachtoffers’ v<strong>in</strong>dt (Lilienfeld en Stolley 1994; Barker et al. 1997). Vooralwanneer onder de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een bepaalde omgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheel geen antistoffenaanwezig zijn, is de <strong>in</strong>gebouwde bescherm<strong>in</strong>g ger<strong>in</strong>g en kan de schade grootzijn. De vergelijk<strong>in</strong>g met maatschappelijke cascades dr<strong>in</strong>gt zich op. Relatief homogenegemeenschappen – bij<strong>voor</strong>beeld sterk ideologisch gedreven of beperkt toegerustegroepen – zijn op bepaalde terre<strong>in</strong>en nauwelijks blootgesteld aan externe<strong>in</strong>vloeden. Daardoor kan zich een sterke groepsidentiteit ontwikkelen die makkelijkis aan te boren <strong>voor</strong> vormen van actiegerichtheid. Is <strong>het</strong> ook zo dat een dergelijkesociale cascade dooft wanneer er genoeg maatschappelijke antistof ontstaat?Veenbranden creëren soms nu al hun eigen tegenbeweg<strong>in</strong>g, zoals #riotcleanup(burgers die zich via twitter organiseerden om de straten schoon te maken na derellen <strong>in</strong> <strong>het</strong> Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk).Valt ook te begrijpen hoe een veenbrand op een later tijdstip weer oplaait? Om <strong>in</strong>onze brandmetafoor te blijven: een brand kan weer oplaaien <strong>in</strong>dien door veranderendeomstandigheden brandstof, zuurstof en hitte weer beschikbaar komen. Eneen virus kan weer tot ziekte leiden <strong>in</strong>dien <strong>het</strong> door mutatie resistent is geworden<strong>voor</strong> bestaande antistoffen en dus om nieuwe antistoffen vraagt. Vanzelfsprekendgaat onze vergelijk<strong>in</strong>g mank waar <strong>het</strong> betreft de smeulende vuurtjes en de antistof-


158 vertrouwen <strong>in</strong> burgersfen: we bestudeerden immers geen fysieke, maar veeleer sociale grootheden. Maarde metafoor maakt wel begrijpelijk waarom activisme leidt tot meer activisme.Mensen vormen banden <strong>in</strong> een netwerk en wanneer een veenbrand<strong>in</strong>itiatiefwegzakt, dan “those same people f<strong>in</strong>d ways to work together to form the next waveof social activism around new causes, often creat<strong>in</strong>g new organizations and newcoalitions” (Alexander Kunz 2009: 25).* * *We speurden naar de drijfveren en <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> <strong>in</strong>dividuele betrokkenheid:uitdag<strong>in</strong>g en toerust<strong>in</strong>g. Indien de twee samengaan, kan betrokkenheid opbloeien.Is de toerust<strong>in</strong>g te kle<strong>in</strong>, dan dreigt overvrag<strong>in</strong>g; is de uitdag<strong>in</strong>g te ger<strong>in</strong>g, dandreigt vervel<strong>in</strong>g. Burgers handelen zelden alleen, maar maken deel uit van een ofmeerdere groepen. Groepen kennen een geheel eigen dynamiek waar beleidsmakerseffectief mee om moeten – leren – gaan. In de complexe, vernetwerkte samenlev<strong>in</strong>gworden de uitdag<strong>in</strong>gen rondom burgerbetrokkenheid nog groter. Het sterkgroeiende aantal verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, <strong>het</strong> ontbreken van heldere structuren en hiërarchie,onheldere en soms onherkenbare relaties tussen burgers maken dat beleidsmakersniet langer kunnen <strong>voor</strong>tbouwen op bewezen methodes. Een andereaanpak is wenselijk; een aanpak die slim <strong>in</strong>speelt op de onzekerheden, maar ook deveerkracht en de kansen weet te benutten.


urgerbetrokkenheid <strong>in</strong> een complexe samenlev<strong>in</strong>g159noten1 Wij lieten ons <strong>in</strong>spireren door verschillende modellen uit de psychologie zoals <strong>het</strong>flow-model van Csikszentmihalyi (1990, 1996) en <strong>het</strong> ecological model van Lawton(1986, 1973) en Nahemow (2000). In vervolg op Kurt Lew<strong>in</strong>, een van de grondleggersvan de sociale psychologie, gaan deze modellen ervan uit dat <strong>het</strong> gedrag vanmensen <strong>voor</strong>namelijk kan worden verklaard met twee typen factoren: persoonlijkeen omgev<strong>in</strong>gsfactoren. De persoonlijke factoren gaan over behoeften en detoerust<strong>in</strong>g om <strong>in</strong> deze behoeften te kunnen <strong>voor</strong>zien. De omgev<strong>in</strong>gsfactoren gaanover de uitdag<strong>in</strong>gen die de sociale omgev<strong>in</strong>g stelt aan <strong>het</strong> <strong>in</strong>dividu.2 Voor een meer gedetailleerde toelicht<strong>in</strong>g van de onderzoeksgegevens van Motivactionzie bijlage A.3 Contactgroep Myeloom en Waldenström Patiënten, <strong>voor</strong> patiënten met de ziektevan Kahler.


1616 nieuwe generatie doe-democratieBurgerbetrokkenheid vereist een geloof <strong>in</strong> de veerkracht van een vernetwerktesamenlev<strong>in</strong>g, met de bijbehorende ruimte <strong>voor</strong> burgers – trekkers en verb<strong>in</strong>ders<strong>voor</strong>op – die elkaar v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> steeds effectievere samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Juistde veelheid en overlap van dergelijke <strong>in</strong>itiatieven en kanalen <strong>voor</strong> betrokkenheidresulteert <strong>in</strong> een ‘energieke samenlev<strong>in</strong>g’, zoals Maarten Hajer (2011: 9) die noemt:een samenlev<strong>in</strong>g van mondige burgers en met een ongekende reactiesnelheid,leervermogen en creativiteit.Het is een mooi ideaal, maar ook een ontregelend perspectief <strong>voor</strong> beleidsmakers.In een chaotischer omgev<strong>in</strong>g weten ze zich b<strong>in</strong>nen de kaders van de representatievedemocratie belast met blijvende verantwoordelijkheden als formele spelregelbepaleren -bewaker en ultieme conflictbeslechter. ‘Wat burgers belangrijkv<strong>in</strong>den’ is bovendien, zeker <strong>in</strong> de netwerksamenlev<strong>in</strong>g, niet eenduidig en <strong>in</strong>sommige gevallen zelfs conflicterend (wrr 2006: 30). Politieke besluitvorm<strong>in</strong>gsprocessenmoeten – bouwend op verschillende waarden en visies over de samenlev<strong>in</strong>g– resulteren <strong>in</strong> een evenwichtige afweg<strong>in</strong>g van belangen, bescherm<strong>in</strong>gvan de meest kwetsbare mensen en waarden, en stimuler<strong>in</strong>g dan wel afremm<strong>in</strong>gvan specifieke maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen. Het is een formidabele uitdag<strong>in</strong>gom de resulterende spann<strong>in</strong>gen, conflicten en groepstegenstell<strong>in</strong>gen zodanig tereguleren dat destructieve en gewelddadige krachten worden afgeremd (Schuyt2009: 45).Over een periode van vele jaren hebben beleidsmakers de handschoen van die‘overkoepelende verantwoordelijkheid’ met <strong>in</strong>zet opgepakt (wrr 2012: 137-139).Toch overheerst onder burgers een gevoel van onbehagen waar <strong>het</strong> betreft burgerbetrokkenheid– de ultieme bouwsteen van de levende democratie. Ook beleidsmakerservaren een ongemak: ondanks de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen wordt de afstand tussenideaal en werkelijkheid groter. En waar <strong>het</strong> ideaal aan de horizon verdwijnt en de<strong>in</strong>stitutionele rek zijn grenzen nadert, kan alleen een fundamentele koerswijzig<strong>in</strong>gde democratie ‘levend’ houden.In kort bestek gaan we nader <strong>in</strong> op de doorwerk<strong>in</strong>g van enkele ontwikkel<strong>in</strong>gen op<strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid en op de beperkt succesvolle aanzettenom door middel van directere vormen van democratie, als aanvull<strong>in</strong>g op de representatievehoofdvorm, meer ruimte te maken <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid. Om devereiste koerswijzig<strong>in</strong>g te kunnen maken, is een nieuwe generatie doe-democratievereist die bouwt op een hernieuwde <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen en metburgers.


162 vertrouwen <strong>in</strong> burgers6.1 onrustig speelveldInformatiestromen die snel veranderen, een middenveld waarop de posities vanmaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’s sterk <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g zijn, en nieuwe vormenvan betrokkenheid via koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven en andersbeweg<strong>in</strong>gen: <strong>het</strong> iseen beeld dat we<strong>in</strong>ig beleidsmakers een gerust gevoel geeft.6.1.1 onbeheersbare <strong>in</strong>formatiestromenVeldwerk en literatuur duiden <strong>in</strong> dezelfde richt<strong>in</strong>g: een levende democratie isgebaat bij een gezond tegengeluid. De eerste <strong>voor</strong>waarde daartoe is open <strong>in</strong>formatie.De traditionele <strong>in</strong>formatieleveranciers, waarmee beleidsmakers <strong>in</strong>tensieverelaties onderhouden, komen steeds meer onder druk te staan. ‘Kwaliteitskranten’en publieke omroep moeten hun hoofdrol delen met nieuwkomers b<strong>in</strong>nen desocial media (rmo 2011). Lokale media – nog steeds van groot belang bij de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g (Verhoeven 2009; Van Mariss<strong>in</strong>g2008: 170) – krijgen van doen met buurtwebsites en andere op de directe omgev<strong>in</strong>ggerichte onl<strong>in</strong>e platforms.Het meest ontregelend is echter <strong>het</strong> toenemend belang van “mass self-communication”zoals Castells (2007: 248) <strong>het</strong> noemt: “self-generated <strong>in</strong> content, self-directed<strong>in</strong> emission, and self-selected <strong>in</strong> reception by many that communicate with many.”Kle<strong>in</strong>e groepen zijn <strong>in</strong> staat om b<strong>in</strong>nen de lange staart effectief <strong>in</strong>formatie uit te wisselenals basis <strong>voor</strong> gezamenlijke actie. Op grote schaal kunnen zich via grensoverschrijdendenetwerken echter ook massabeweg<strong>in</strong>gen vormen: “The emergence ofmass-self communication offers an extraord<strong>in</strong>ary medium for social movements andrebellious <strong>in</strong>dividuals to build their autonomy and confront the <strong>in</strong>stitutions of society<strong>in</strong> their own terms and around their own projects” (2007: 249).Burgers dr<strong>in</strong>gen aan op de <strong>in</strong>formatie die een actieve burgerbetrokkenheid kunnenvoeden. Ze vragen om ‘open data’: niet alleen toegankelijk maar ook aangebodenop een gestandaardiseerde manier die gemakkelijk door software kan worden gelezen.In <strong>het</strong> algemeen stellen beleidsmakers zich behoudend op, vanuit de zorg omprivacy en veiligheid (wrr 2011). Het openbaar maken van slechte cijfers overbij<strong>voor</strong>beeld een buurt, kan ook leiden tot verdere verloeder<strong>in</strong>g: ‘wie wil daar nunog wonen?’ Beleidsmakers zijn bovendien bevreesd <strong>voor</strong> de dreig<strong>in</strong>g van overvallenof cascades. Ook dat heeft zijn gronden. Op basis van zijn virtuele veldwerkverwijst Uitermark (2011) bij<strong>voor</strong>beeld naar de impliciete drijfveer achter Anonymous:een gedeelde aversie tegen hiërarchie en geheimhoud<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> <strong>het</strong> perspectiefvan de ‘hacktivisten’ bij uitstek <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> waarop overheids<strong>in</strong>stituties uitbl<strong>in</strong>ken.In die z<strong>in</strong> vormt <strong>het</strong> verwante Wikileaks wellicht een <strong>voor</strong>bode van de nieuwevormen van mediacontrole waarmee ook beleidsmakers te maken zullen hebben(zie ook Keane 2009).


nieuwe generatie doe-democratie163“The battle standard that Anonymous follows, however, is the freedom of <strong>in</strong>formation. Without <strong>in</strong>formation,one cannot fight for any other cause. Children will rema<strong>in</strong> abused if their plight rema<strong>in</strong>sunknown. Nations will rage wars aga<strong>in</strong>st their own people if cloaked <strong>in</strong> secrecy. Crimes will go unpunished,victims will go uncomforted, and walls will rema<strong>in</strong> undefended. As Thomas Jefferson put it,‘Information is the currency of democracy.’ But we would go further and say that <strong>in</strong>formation is thelife-blood of society” (AnonNews 2010).Toch moeten beleidsmakers en bestuurders, ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven, ervanuitgaan dat hun huidige houd<strong>in</strong>g ten opzichte van data en <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> denetwerkwerksamenlev<strong>in</strong>g bijstell<strong>in</strong>g behoeft. Ten eerste zijn er steeds meer <strong>voor</strong>beeldendie illustreren dat juist <strong>het</strong> delen van data en gegevens leidt tot creatieveoploss<strong>in</strong>gen met vaak positieve economische doorwerk<strong>in</strong>g (Tapscott en Williams2008). Ten tweede verdampt hun nog steeds grote <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>sprong opburgers op veel terre<strong>in</strong>en en slaat zelfs om <strong>in</strong> een achterstand. Een groot aantalverspreide bronnen levert, bij<strong>voor</strong>beeld via crowd sourc<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>formatie die doorhackers wordt gekoppeld. Het aantal vragers wordt zeer veel groter en kan zicheffectief organiseren <strong>in</strong> gebundelde <strong>in</strong>itiatieven. Het ongemak onder beleidsmakerswordt zo gevoed: traditionele <strong>in</strong>formatiekanalen stagneren, en veel <strong>in</strong>formatiestromenzijn <strong>in</strong> de praktijk van een netwerksamenlev<strong>in</strong>g onbeheersbaar.6.1.2 wankel middenveldHet maatschappelijk middenveld wordt gekenmerkt door “een bonte verzamel<strong>in</strong>gvan organisaties en verenig<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong>stituties en verbanden waar overheidsmachtals <strong>het</strong> ware doorheen moest gaan <strong>voor</strong>dat de <strong>in</strong>dividuele burger kon wordenbereikt” (Zijderveld 1983: 205). Sterke <strong>in</strong>stituties vormden namens een achterbande ‘tegenpartij’ <strong>in</strong> <strong>het</strong> polderoverleg met beleidsmakers. Getuige ons veldonderzoekzijn hun posities onderhevig aan snelle verander<strong>in</strong>gen. Het kompas dat zezoekende burgers van oudsher boden is m<strong>in</strong>der zuiver; <strong>het</strong> kanaal <strong>voor</strong> de mobilisatievan tegengeluid is vaak verstopt.Maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genBurgerbetrokkenheid bij maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen kent verschillende doelen:<strong>het</strong> verbeteren van dienstverlen<strong>in</strong>g, creëren van draagvlak <strong>voor</strong> beleid, beïnvloedenvan beleid en dienstverlen<strong>in</strong>g, en versterken van controle (Roeter<strong>in</strong>g enVerschell<strong>in</strong>g 2010). Onder <strong>in</strong>vloed van <strong>het</strong> New Public Management werd <strong>het</strong>accent s<strong>in</strong>ds de jaren negentig gelegd op technocratische dienstverlen<strong>in</strong>g: afrekenbaredoelen, top down managementstur<strong>in</strong>g. Burgers werden aangesproken alshulpbehoevende en hulpvragende klanten en g<strong>in</strong>gen zich ook zo gedragen.Door <strong>voor</strong>tdurende schaalvergrot<strong>in</strong>g groeide ook de afstand van burgers enbestuurders/beleidsmakers. Waar de beter toegeruste burgers de weg nog vaak


164 vertrouwen <strong>in</strong> burgersweten te v<strong>in</strong>den, tasten <strong>voor</strong>al de m<strong>in</strong>der toegeruste burgers <strong>in</strong> <strong>het</strong> duister. ‘Ze’– de hoge heren van de grote <strong>in</strong>stituties – zien ons niet. “Van de weeromstuit is depublieke afreken<strong>in</strong>g groot, iedere keer als er een zeker ongenoegen is over dekwaliteit van <strong>het</strong> onderwijs, de toestand <strong>in</strong> verzorg<strong>in</strong>gstehuizen of de leefbaarheidvan de woonomgev<strong>in</strong>g” (Dijstelbloem 2010).Beleidsmakers gaan er te gemakkelijk van uit dat mensen zelf actief op zoek gaannaar ondersteun<strong>in</strong>g, maar juist de meest geïsoleerde burgers beschikken niet overde kwaliteiten noch de verb<strong>in</strong>ders <strong>in</strong> hun directe omgev<strong>in</strong>g om de brug te slaannaar passende <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen (Van Houten en W<strong>in</strong>semius 2010: 218). Mensen,ook de meest kwetsbare, willen bovendien niet graag afhankelijk zijn van anderen,zeker niet als er geen sprake is van sterke banden of de mogelijkheid van wederdienst.Daardoor worden mantelzorgers en vrijwilligers soms overmatig belast.Veelal zoeken kwetsbare mensen hulp bij elkaar en ook dan dreigt overbelast<strong>in</strong>g(L<strong>in</strong>ders 2010). Zorgverlenende burgers hebben daarom behoefte aan een vormvan <strong>in</strong>frastructuur <strong>voor</strong> als <strong>het</strong> te moeilijk – zwaar, <strong>in</strong>gewikkeld – wordt.Juist bij de dienstverlen<strong>in</strong>gsprocessen die <strong>het</strong> meest onder druk staan – zorg,ouderenzorg, jeugdzorg, schoolverlatersbeleid – is onvoldoende aansluit<strong>in</strong>ggezocht bij burgers zelf (Geerlof 2011). Beleidsmakers en bestuurders probeerdendat recent te corrigeren. De wmo bij<strong>voor</strong>beeld benoemde als eerste prestatieveldsociale cohesie, met <strong>het</strong> welzijnswerk op kop om burgers te noden tot maatschappelijkeparticipatie; de gezondheidszorg lijkt te volgen. Soms lukt dat, getuige desuccesvolle maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven op de terre<strong>in</strong>en waar maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zich verantwoordelijk <strong>voor</strong> voelen: schol<strong>in</strong>g, welzijn, zorg, veiligheid,energie en de fysieke lokale leefomgev<strong>in</strong>g.Bestuurders en beleidsmakers staan echter lang niet altijd open <strong>voor</strong> nieuwe<strong>in</strong>itiatieven en er zijn vele onvolkomenheden. Zo is tegengeluid gebaat bij onafhankelijkheid,en die is, zoals bij patiëntenverenig<strong>in</strong>gen met hun f<strong>in</strong>anciële koordennaar de farmaceutische <strong>in</strong>dustrie, onvolmaakt. Ook is er te vaak sprake vaneen ongelijke behandel<strong>in</strong>g van spl<strong>in</strong>tergroepen; <strong>in</strong> ons veldonderzoek maaktenwe kennis met schrijnende <strong>voor</strong>beelden van ‘kle<strong>in</strong>e ziekten’ die niet op <strong>het</strong> radarschermvan bestuurders en beleidsmakers verschijnen. En er is <strong>voor</strong>tdurendsprake van een onderschatt<strong>in</strong>g van de deskundigheid van (samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan) burgers, <strong>in</strong> de vorm van patiëntenverenig<strong>in</strong>gen, bewonersgroepen, etc.Ook dat is een gemiste kans, zeker gegeven de netwerksamenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> kle<strong>in</strong>egroepen burgers zich steeds beter kunnen organiseren en hun potentieel ookeenvoudiger is aan te boren.Een z<strong>in</strong>volle beleidsparticipatie wordt blijkens ons veldwerk bovendien ondergravendoor een wankele regionale samenwerk<strong>in</strong>g. Al ten tijde van de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g vande wmo werd hier<strong>voor</strong> gewaarschuwd: er is een mismatch tussen <strong>het</strong> toenemende


nieuwe generatie doe-democratie165accent op gemeentelijke democratie en de regionale schaal waarop de meestemaatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen zijn georganiseerd (Peters 2006). Een regionaalopleid<strong>in</strong>gscentrum (roc), met vijftig procent van de leerl<strong>in</strong>gen van buiten dekerngemeente, kwam <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële problemen, maar de beleidsmakers <strong>in</strong> de randgemeentengaven niet thuis toen hun om hulp werd gevraagd. Een ander <strong>voor</strong>beeld:de kansrijke vmbo-leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een stad werden weggezogen door naburigescholen, hier<strong>in</strong> gefaciliteerd door ijverig bouwende gemeenten. Ondanksveelvuldig overleg bleek <strong>in</strong> de praktijk we<strong>in</strong>ig sprake van enige solidariteit. Datknelt des te meer omdat <strong>in</strong> grote delen van ons land sprake zal zijn van bevolk<strong>in</strong>gskrimp.Verstandige beleidsmakers – we ontmoetten ze tijdens ons veldwerk –namen <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief <strong>voor</strong> een hernieuwde spreid<strong>in</strong>g en daarmee betere bereikbaarheidvan schaarsere <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen een regio. Een ‘goede’ krimp kan echterniet zonder de medewerk<strong>in</strong>g van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (zie bij<strong>voor</strong>beeldstamm cmo 2011).Ngo’sIn geen enkel land zijn zoveel burgers lid of donateur van ngo’s als <strong>in</strong> Nederland,en hun <strong>voor</strong>lieden spreken dus met <strong>het</strong> gewicht van velen (Van Koolwijk en Pluijter2009: 102-125); vrijwel nergens zijn ook zoveel vrijwilligers actief betrokken bij‘hun’ samenlev<strong>in</strong>g. Op elk beleidsterre<strong>in</strong> drukt een andere ‘verzamel<strong>in</strong>g’ spelerseen veelal stevig stempel op concrete besliss<strong>in</strong>gen (Peters 1999). In ons veldwerkworden daarbij van verschillende zijden kantteken<strong>in</strong>gen geplaatst: ngo’s zijn teafhankelijk van overheidsf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g of willen te graag aanschuiven aan overlegtafelsop <strong>het</strong> middenveld. Daardoor dreigt <strong>voor</strong>tdurend <strong>het</strong> gevaar van ‘domesticer<strong>in</strong>g’:de <strong>in</strong>kapsel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>itiatief. Door hun <strong>voor</strong>tgaande professionaliser<strong>in</strong>gverworden ze soms tot een soort <strong>in</strong>genieursbureaus, of ze menen geen achterbanmeer nodig te hebben: ‘alleen maar lastig’. Ten slotte draagt schaalvergrot<strong>in</strong>g bijtot een grotere afstand tussen <strong>voor</strong>lieden en achterban.Ook hun democratische legitimatie vormt een blijvend discussiepunt. Het zijnvaak sticht<strong>in</strong>gen zonder leden en vaak is er sprake van gecoöpteerde of benoemdebestuurders die worden gerekruteerd uit een kle<strong>in</strong>e b<strong>in</strong>nencirkel. Hun aanhangwordt bovendien gevormd door de lezers van de ‘kwaliteitskranten’, de kijkersnaar de publieke omroep, de doctorandussen van Bovens c.s. (2010). Dat vertaaltzich <strong>in</strong> een aanzienlijke lacune <strong>in</strong> <strong>het</strong> ‘betrokkenheidspakket’ <strong>voor</strong> m<strong>in</strong>der toegerusteburgers, dat sowieso onevenwichtig is <strong>in</strong>gevuld. Het ngo-veld is breedontwikkeld waar <strong>het</strong> betreft natuur en milieu, ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g enmensenrechten, maar de traditionele ‘werkterre<strong>in</strong>en’ van kerken en vakbondenop sociaal maatschappelijk gebied zijn vlekkerig her<strong>in</strong>gevuld. Dat laat een aantalgaten vallen <strong>in</strong> de maatschappelijke participatie.Er tekenen zich nieuwe actiepaden af. Mensen zijn niet langer vanzelfsprekend ‘lid<strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven’, maar kiezen uit een eigentijdse menukaart van betrokkenheids-


166 vertrouwen <strong>in</strong> burgersmogelijkheden. Zeker de jongste generatie ngo’s breekt daarbij met lopende tradities.Ze richt zich op eenmalige acties, vaak met grote vrijwilligers<strong>in</strong>zet en eendirect beroep op ‘grass roots’. Haar aanbod van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatievenvraagt om ‘zelf doen’ door een actieve, kortstondige <strong>in</strong>zet. De rol van de ngo-trekkersis <strong>in</strong> toenemende mate die van organizer: achterbannen faciliteren <strong>in</strong> <strong>het</strong>doen van hun ‘d<strong>in</strong>g’. De begrenz<strong>in</strong>g van civil society vervaagt ook: <strong>in</strong> de marges issprake van een groot aantal nieuwe activiteiten met sterke verwantschap, maarmet eigen kenmerken zoals sociale ondernem<strong>in</strong>gen en maatschappelijk verantwoordondernemen, eenmalige maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven en veenbranden, ofzelforganisatie en <strong>in</strong>ternetactivisme (Dekker 2010).Veel klassieke ngo’s lijken zich daardoor <strong>in</strong> een spagaat te bev<strong>in</strong>den: ze moetenhun koers opnieuw uitzetten. Dat wordt er door de toenemende afstand totbeleidsmakers niet makkelijker op. Voorlieden aan beide zijden zijn we<strong>in</strong>ig duidelijkover de meest wenselijke onderl<strong>in</strong>ge relatie. De ngo’s richten zich steeds vakerdirect op de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven of op ‘Brussel’, en <strong>in</strong> de praktijk geldt<strong>het</strong>zelfde onder beleidsmakers: beide partijen hebben elkaar kennelijk m<strong>in</strong>der tebieden. De traditionele verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> middenveld verliezen hun waarde.6.1.3 directere kanalenTerwijl de klassieke kanalen op <strong>het</strong> maatschappelijk middenveld lijken dicht teslibben, openen zich nieuwe kanalen <strong>voor</strong> networked <strong>in</strong>dividualism (Stalder 2010):mondigere en moeilijkere burgers willen een directere <strong>in</strong>vloed zonder tussenkomstvan bestuurders op <strong>het</strong> maatschappelijk middenveld. Twee daarvan spr<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> ons veldwerk en de literatuur <strong>in</strong> <strong>het</strong> oog: koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven enandersbeweg<strong>in</strong>gen.Koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfslevenMaatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) wordt <strong>in</strong> toenemende mate‘normaal’. De kans is groot dat Europa – en niet Amerika met zijn nadruk opcorporate social responsibility als een kwetsbare vorm van charitatief handelen –hier de leid<strong>in</strong>g zal nemen. Mult<strong>in</strong>ationale ondernem<strong>in</strong>gen (mno’s) met Nederlandsehoofdkantoren nemen mondiaal gezien een koppositie <strong>in</strong>. Ze staan hoog opbeoordel<strong>in</strong>gslijstjes zoals de Dow Susta<strong>in</strong>ability Index. Belangrijker: hun <strong>voor</strong>liedenonderscheiden zich van hun concurrenten door een consistente koers. Ze‘overleefden’ drie of vier wissel<strong>in</strong>gen aan de top zonder een zichtbare verslapp<strong>in</strong>gvan de benader<strong>in</strong>g van duurzaamheid/ maatschappelijke verantwoordelijkheid.Juist die consistentie vormt een sterk signaal van de ver<strong>in</strong>nerlijk<strong>in</strong>g van nieuwewaarden (zie ook Coll<strong>in</strong>s en Porras 1994).Speciaal <strong>in</strong> de wisselwerk<strong>in</strong>g met mno’s zijn burgers <strong>in</strong> staat om hun macht tebundelen. ‘Via de band’ van niet m<strong>in</strong>der dan vijf markten (productenmarkt,


nieuwe generatie doe-democratie167arbeidsmarkt, kapitaalmarkt, buurtmarkt en beleidsmarkt) zijn ze actief <strong>in</strong> hun rolals consument, werknemer, belegger, buur en betrokken burger. Aan de overzijdevan de tafel zitten ondernemers: de aanbieders van producten, banen en aandelen.In de buurtmarkt d<strong>in</strong>gen ze naar de gunst van hun directe omgev<strong>in</strong>g die hun delicense to operate verschaft: de goodwill die <strong>het</strong> verschil kan maken als er onverhooptiets fout gaat of als er een nieuwe vergunn<strong>in</strong>g nodig is. Van de vijf marktenwordt alleen de beleidsmarkt gedom<strong>in</strong>eerd door andere spelers: kerken bij<strong>voor</strong>beelden de ‘sociale partners’ of ngo’s, maar ook politieke partijen die met hun<strong>in</strong>zet op <strong>het</strong> gebied van maatschappelijke z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g d<strong>in</strong>gen naar de gunst vanburgers. Zowel ondernemers als burgers oefenen daar<strong>in</strong> direct of via belangenbehartigers<strong>in</strong>vloed uit.In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g vervloeien deze vijf markten <strong>in</strong> toenemende mate.Vervuil<strong>in</strong>g, k<strong>in</strong>derarbeid, ‘foute’ <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> niet-democratische landenworden afgestraft met een kopersstak<strong>in</strong>g. Werknemers verwachten van hun‘bazen’ goed gedrag op <strong>het</strong> gebied van mensenrechten: gelijke kansen <strong>voor</strong> vrouwenen allochtonen. Ze willen ook ruimte om – deels <strong>in</strong> de baas z’n tijd – als vrijwilligeractief te zijn ten behoeve van een ‘goed doel’. Kapitaalkrachtige burgerswillen groen beleggen en pensioenfondsen stellen op aandeelhoudersvergader<strong>in</strong>genscherpe vragen over te hoge belon<strong>in</strong>gen. Omwonenden protesteren tegende bouw van megastallen, zelfs als beleidsmakers de weg daartoe hebben vrijgemaakt.Van de politiek verwachten ‘we’ dat die <strong>in</strong>grijpt bij <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>ondemocratische landen of ‘asociale’ strategische ondernem<strong>in</strong>gskeuzes, zoals desluit<strong>in</strong>g van een groot laboratorium. Burgers zijn <strong>in</strong> hun vervlochten en laagdrempeligenetwerken zoveel wendbaarder dat ze – wanneer ze <strong>in</strong> de ene markt hungelijk niet kunnen ‘halen’ – hun doelen proberen te realiseren door marktmacht teorganiseren <strong>in</strong> één of meer van de andere markten (Shirky 2010: 94). Mvo wordtdaardoor een concurrentiefactor: goede ondernem<strong>in</strong>gen willen elkaar overtroeven,niemand wil bovenaan staan op de verkeerde lijstjes (Alexander Kunz 2009:24).In toenemende mate zoeken ngo’s en sociale ondernem<strong>in</strong>gen toenader<strong>in</strong>g totprivate partnerschappen die vorm kunnen geven aan een effectieve, themagebondenburgerbetrokkenheid. Op lokaal niveau werken ‘normale’ ondernem<strong>in</strong>genbij<strong>voor</strong>beeld samen met sociale <strong>in</strong>itiatiefnemers zoals Resto van Harte ofbieden zij hun medewerkers de ruimte om zich <strong>in</strong> te zetten <strong>voor</strong> ‘goede doelen’.Op <strong>in</strong>ternationaal niveau zijn de Forest Stewardship Council (bosbouw), de RondeTafel <strong>voor</strong> Duurzame Palmolie en de Mar<strong>in</strong>e Stewardship Council (visvangst)<strong>voor</strong>beelden van mondiale samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Nederland heeft zich op ditgebied ontwikkeld tot een soort mondiale proeffabriek <strong>voor</strong> de samenwerk<strong>in</strong>gvan ngo’s, mno’s en overheden. Onze milieuconvenanten genieten bij<strong>voor</strong>beeldbrede erkenn<strong>in</strong>g.


168 vertrouwen <strong>in</strong> burgersOns veldwerk illustreert wederom <strong>het</strong> ongemak onder beleidsmakers en traditionelebelangenbehartigers. In woorden wordt <strong>het</strong> belang van mvo <strong>voor</strong>tdurendonderschreven en worden koplopers toegejuicht, maar <strong>in</strong> de praktijk ligt hunnadruk veelal op <strong>het</strong> ‘bij elkaar houden’ van <strong>het</strong> peloton volgers en <strong>het</strong> opjuttenvan achterblijvers en zwartrijders. De nieuwe netwerken worden zo vanuitbeleidsperspectief vrijwel zeker onderbenut.Andersbeweg<strong>in</strong>genBeleidsmakers zien zich vaker dan tevoren geconfronteerd met andersbeweg<strong>in</strong>gen:lokale partijen, s<strong>in</strong>gle issue-beweg<strong>in</strong>gen, en massabeweg<strong>in</strong>gen. Het zijn deproducten van de huidige complexiteitsrace: onbeheersbare maar adaptieve systemen.‘Horizontale’ netwerken van kle<strong>in</strong>e clusters ontwikkelen slagkracht doorde aanhang die ze per keer <strong>voor</strong> eenmalige (s<strong>in</strong>gle event) manifestaties weten tewerven (zie bij<strong>voor</strong>beeld Rischard 2002). Ogenschijnlijk apolitieke burgersworden activist, vaak zonder enige waarschuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> peil<strong>in</strong>gen of reur<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenbestaande middenveldorganisaties. Het zijn ‘burgers <strong>in</strong> de wachtstand’ zoalsSchudson (1998: 311) hen noemt: <strong>voor</strong>tdurend latent aanwezig en zich massaal enspontaan – goeddeels nauwelijks zichtbaar – organiserend <strong>in</strong>dien dit nodig is(Poldervaart 2002: 17; Marres 2005; De Hart 2005). Ze stemmen – zonder tussenkomstvan ngo’s en zonder overheidsbemoeienis – met hun voeten en laten zich zogelden bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken die ze belangrijk achten,of ondersteunen trekkers die uit<strong>in</strong>g kunnen geven aan hun brede onvree metmacro-ontwikkel<strong>in</strong>gen (In ’t Veld 2010: 63).De vraag <strong>voor</strong> beleidsmakers is: kunnen ‘we’ <strong>het</strong> maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief vanandersbeweg<strong>in</strong>gen begrijpen en hoe kunnen ‘we’ er mee omgaan? Ons veldwerkbiedt een handvat. We zagen dat acties over <strong>het</strong> algemeen gedreven worden dooróf een gerichte onvree rond een specifiek onderwerp (s<strong>in</strong>gle issue) óf juist eenbrede onvree. In <strong>het</strong> eerste geval is de aanleid<strong>in</strong>g concreet aan te wijzen: de bouwvan ‘een megalomaan gemeentehuis’ of klimaatverander<strong>in</strong>g. Na behaald succesof flop dooft de actie soms, maar er bestaat ook een kans op <strong>het</strong> beklijven van <strong>het</strong><strong>in</strong>itiatief en de uitrol naar een bredere agenda. De actievoerders van <strong>het</strong> eerste uurOccupy is ontstaan als een klassieke veenbrand: een oproep <strong>in</strong> een tijdschrift (Yardley 2011) eneen eerste tentenkamp nabij Wall Street kreeg spontaan en <strong>voor</strong> velen onverwacht navolg<strong>in</strong>g <strong>in</strong>vele steden wereldwijd. De beweg<strong>in</strong>g heeft wortels <strong>in</strong> eerdere protesten. In New York verscheenNoreena Hertz, <strong>voor</strong>trekster van de andersglobalisten ten tonele; <strong>in</strong> Amsterdam gaf oud-Kabouteren Provo-<strong>voor</strong>man Roel van Duyn acte de présence. Ook de weer opgeleefde krakersgroep wasvertegenwoordigd; bestaande of sluimerende netwerken werden geactiveerd maar dom<strong>in</strong>eerdenniet. Sommige waarnemers menen dat <strong>het</strong> hier gaat om een metamovement, een wereldwijdeveenbrand die zowel de Arabische lente als de Occupy-beweg<strong>in</strong>g omvat (Haque 2011).Op <strong>het</strong> Beursple<strong>in</strong> herkende niet iedereen dat beeld, maar <strong>het</strong> maakte hun ook niet echt uit.


nieuwe generatie doe-democratie169weten elkaar bij een volgende aanleid<strong>in</strong>g bovendien vaak weer makkelijk te v<strong>in</strong>denen komen dan als geoefende veenbrandactivisten opnieuw <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. In <strong>het</strong>geval van brede onvree zijn daarentegen zowel de aanleid<strong>in</strong>g als de achtergrondvan de betrokkenen aanvankelijk relatief ‘abstract’, maar daarom niet m<strong>in</strong>der‘echt’. Ook nu bestaat de kans dat de veenbrand dooft (om mogelijk later <strong>in</strong> anderevorm op andere plaatsen weer op te duiken) of uitgroeit naar een concrete agenda.In ons veldwerk onderscheidden we groepen ‘activisten’: mensen met eenbehoefte aan sterk leiderschap en anderen die juist veeleer een <strong>voor</strong>keur hebben<strong>voor</strong> gedeeld leiderschap. De twee dimensies samenvoegend ontstaat een matrixvan twee bij twee waar<strong>in</strong> de vier verschillende uit<strong>in</strong>gsvormen die we <strong>in</strong> ons veldwerkaantroffen, herkenbaar worden. De comb<strong>in</strong>atie van gerichte onvree en sterkleiderschap krijgt bij<strong>voor</strong>beeld gestalte <strong>in</strong> de lokale partijen, maar ook veel maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven mogen met hun gedreven trekkers als <strong>voor</strong>beeld gelden.De comb<strong>in</strong>atie van een brede onvree en sterk leiderschap uit zich ook <strong>in</strong> ons land<strong>in</strong> de opkomst van opeenvolgende populistische partijen die <strong>in</strong> staat blijken <strong>het</strong>ongemak van een grote achterban te verwoorden en ook gewicht te geven <strong>in</strong>de maatschappelijke besluitvorm<strong>in</strong>g. Gerichte onvree plus gedeeld leiderschapresulteerde <strong>in</strong> kopersstak<strong>in</strong>gen en petities; wij troffen daarvan een aantal <strong>in</strong>ons veldwerk aan. Brede onvree tezamen met gedeeld leiderschap lag aan debasis van de recente Occupy-bezett<strong>in</strong>gen en <strong>het</strong> <strong>in</strong>ternetactivisme onder <strong>het</strong>label Anonymous.Figuur 6.1Uit<strong>in</strong>gsvormen van andersbeweg<strong>in</strong>genBredeonvreePopulistische partijenMassabeweg<strong>in</strong>genGerichteonvreeLokale partijenMaatschappelijke <strong>in</strong>itiatievenKopersstak<strong>in</strong>genPetitiesSterk leiderschapGedeeld leiderschap


170 vertrouwen <strong>in</strong> burgersNiet alleen de vier uit<strong>in</strong>gsvormen van andersbeweg<strong>in</strong>gen zijn herkenbaar, ook de‘vaste’ reactie van veel beleidsmakers: <strong>het</strong> gaat veelal om een ‘zootje ongeregeld’,dat nauwelijks serieus te nemen is en daarom vervolgens wordt omgeven door eencordon sanitaire. Dat plaatst grote delen van de bevolk<strong>in</strong>g verder op afstand. Nietzonder reden zijn dat juist de groepen die we<strong>in</strong>ig op hebben met de huidige mogelijkheden:de overvraagde Critici en Volgzamen en de nauwelijks geïnteresseerdePragmatici, samen goed <strong>voor</strong> zo’n driekwart van de bevolk<strong>in</strong>g.De veerkracht van een ‘energieke samenlev<strong>in</strong>g’ bouwt echter op <strong>het</strong> andere geluiddat (nog) niet naadloos past b<strong>in</strong>nen de eigen raamwerken. Filosoof Hans Achterhuisverwijst naar Albert Camus, <strong>het</strong> onderwerp van zijn proefschrift: “De mensdie zich opricht met <strong>het</strong> gevoel ‘dit pik ik niet’ zegt nee. In dit nee-zeggen zit ookaltijd een positieve waarde verborgen: je zegt nee <strong>in</strong> naam van die waarde, die jegerespecteerd wil zien” (Steenhuis 2011). Dat benadrukt, stelt Achterhuis, de nogvage, maar onmiskenbare positieve waarde van <strong>het</strong> gezamenlijk verzet. Pas laterherkristalliseert <strong>het</strong> tegen-zijn zich vaak <strong>in</strong> vormen van vóór-zijn en constructievesamenwerk<strong>in</strong>g (zie ook Fung et al. 2003).6.2 roep om directere vormen van democratieDe klassieke, representatieve democratie – gericht op <strong>het</strong> organiseren van vertrouwen<strong>in</strong> volksvertegenwoordigers en bestuurders – vormt een verworvenheid waarwe<strong>in</strong>igen aan tornen. Zoals Andeweg en Thomassen (2011b: 16) <strong>in</strong> de samenvatt<strong>in</strong>gvan hun democratic audit – de momentopname van de stand van de democratiedoor de verzamelde Nederlandse politicologen – concluderen: de democratie alsbeg<strong>in</strong>sel is <strong>in</strong> Nederland onomstreden. Het spreken over een puur representatievedemocratie <strong>in</strong> Nederland doet echter geen recht aan de huidige democratische enbestuurlijke werkelijkheid. In de praktijk is – onvermijdelijk – sprake van mengvormen,waar<strong>in</strong> verschillende vormen van democratie – <strong>in</strong>direct en direct – naastelkaar bestaan (Hendriks 2006; Gr<strong>in</strong> et al. 2006).Hannah Arendt (Pitk<strong>in</strong> 2004: 340) meende dat <strong>het</strong> gecentraliseerde, grootschaligeen noodzakelijkerwijs abstracte representatieve systeem idealiter gegrond is <strong>in</strong> eenlevendige, betrokken (‘participatory’) en directe democratie op <strong>het</strong> lokale niveau.Ook burgerschap wordt gekenmerkt door de dubbelrol van regeren en geregeerdworden, en <strong>het</strong> zoeken naar een juist evenwicht tussen die twee (Van Gunsteren1992: 19). Tegelijk hebben volksvertegenwoordigers de opdracht een juiste balanste bewaren tussen loslaten en sturen, tussen spreken <strong>voor</strong> en spreken namens (ziePitk<strong>in</strong> 1967).De meeste raamwerken <strong>voor</strong> de representatieve democratie gaan ervan uit datburgers niet voldoende zijn toegerust <strong>voor</strong> een directe betrokkenheid bij politiekebesluitvorm<strong>in</strong>g (Kriesi 2005; Budge 1996: 69). Representatie wordt ook wel


nieuwe generatie doe-democratie171gezien als een manier om <strong>het</strong> volk op afstand te houden: “(…) de beperk<strong>in</strong>g tot eenkle<strong>in</strong> en gekozen lichaam van burgers moest dienen als een grote zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie<strong>voor</strong> zowel belangen als op<strong>in</strong>ies, en om ‘<strong>voor</strong> de verwarr<strong>in</strong>g van de massa’ tewaken” (Arendt 2004: 269). Enige afstand tussen kiezers en gekozenen is volgensFrank Ankersmit (2008: 9) <strong>in</strong>derdaad essentieel <strong>voor</strong> <strong>het</strong> goed functioneren vande politiek: “Politieke realiteit wordt uitsluitend geschapen dankzij <strong>het</strong> vertegenwoordigdworden. Alleen dankzij politieke vertegenwoordigers hebben wij een(politieke) natie en niet slechts een verzamel<strong>in</strong>g van a-politieke <strong>in</strong>dividuen.”Echter, niet alleen een gepaste mate van vertrouwen, maar ook gezond wantrouwenvormt een fundament van de representatieve democratie (Rosanvallon 2008).In de woorden van Pels (2008: 123): “De functionele elitevorm<strong>in</strong>g aan de top moetals <strong>het</strong> ware worden gecompenseerd door een strengere democratische dijkbewak<strong>in</strong>gvan onderaf.”B<strong>in</strong>nen dit democratische kader hebben beleidsmakers op vele manieren geprobeerdde ontwikkel<strong>in</strong>gen op <strong>het</strong> speelveld van betrokkenheid een plaats te geven.Ze experimenteerden met meer directe vormen van democratie, ter aanvull<strong>in</strong>g vande representatieve democratie.6.2.1 aggregatie: optell<strong>in</strong>g van stemmenHet ideaal van de aggregatieve democratie is om door optell<strong>in</strong>g van stemmenzoveel mogelijk mensen te betrekken <strong>in</strong> de besluitvorm<strong>in</strong>g (Good<strong>in</strong> 2005: 12).De burger staat centraal en wel <strong>in</strong> zijn rol als kiezer (Hendriks 2006: 102-103). Desturende impuls <strong>in</strong> <strong>het</strong> dagelijks bestuur komt daardoor niet van bovenaf, maarzoveel en zo vaak mogelijk van onderop; vanuit een burgerij die niet als een redeloosen hulpeloos organisch geheel wordt gezien, maar als een verzamel<strong>in</strong>g <strong>in</strong>dividuendie hun (eigen)belang scherp <strong>voor</strong> ogen hebben (Hendriks 2006: 107).Aanhangers van de aggregatieve democratie hebben dan ook een groot vertrouwen<strong>in</strong> de rationaliteit van de kiezer, of verwachten dat de collectieve uitkomst ‘<strong>in</strong>telligent’zal zijn, ook al zijn de <strong>in</strong>dividuele bijdragen dat wellicht niet.Dergelijke directe vormen van democratie stimuleren burgerbetrokkenheid (VanStokkom 2006: 130). Alleen al <strong>het</strong> dreigen met een <strong>in</strong>itiatief noopt beleidsmakerstot actie en maakt een <strong>in</strong>itiatief vaak overbodig (Gerber 1999). Volgens sommigenzou, bouwend op ict, uite<strong>in</strong>delijk zelfs de ‘middle man’ – lees: volksvertegenwoordiger– uit de politiek kunnen verdwijnen, waardoor burgers zelf tot besluitvorm<strong>in</strong>gkomen (Tsagarousianou 1998; zie ook Reedy en Wells 2009). Anderenvrezen juist <strong>voor</strong> de negatieve doorwerk<strong>in</strong>gen van deze ‘muisklikdemocratie’ en<strong>voor</strong> <strong>het</strong> gevaar van publieke onbezonnenheid, cynisme en consumentisme(Hard<strong>in</strong> 1968; Hendriks 2006: 120; Van Stokkom 2006: 129). M<strong>in</strong>derheidsbelangenzouden ook m<strong>in</strong>der goed <strong>voor</strong> <strong>het</strong> voetlicht komen.


172 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe ervar<strong>in</strong>gen met <strong>het</strong> <strong>in</strong>strumentarium van de aggregatieve democratie zijngemengd. Politieke partijen duiken weg, referenda laten geen ruimte <strong>voor</strong> nuances,wie ontevreden is – over wat dan ook – stemt tegen (Luns<strong>in</strong>g 2008). Referendaworden vaker <strong>in</strong>gezet om machtsconflicten <strong>in</strong> de <strong>in</strong>directe democratie te forceren,dan als werkelijk direct democratisch <strong>in</strong>strument. Aanhangers zien <strong>het</strong> referendumechter onder <strong>voor</strong>waarden als een goed <strong>in</strong>strument om <strong>voor</strong>al de lokaledemocratie te verlevendigen: “Het startpunt daarbij moet zijn dat <strong>het</strong> gemeentebestuurniet alleen vertrouwen vraagt van de bevolk<strong>in</strong>g – <strong>het</strong> kiezersmandaat –maar dat <strong>het</strong> de eigen <strong>in</strong>woners ook vertrouwen schenkt, wanneer zij de behoeftedaaraan kenbaar maken” (ncis Instituut 2009: 26-29).6.2.2 deliberatie: uitwissel<strong>in</strong>g van argumentenUitgangspunt van <strong>het</strong> deliberatieve democratische model is dat democratie meerbehelst dan enkel onderhandelen en optellen van ieders <strong>voor</strong>keuren (Cohen enFung: 24). Betrokkenheid vraagt dat burgers met elkaar <strong>in</strong> discussie gaan (H<strong>in</strong>dman2009: 7). De machtsvrije uitwissel<strong>in</strong>g van argumenten leidt – idealiter – tot consensus(Van der Arend 2007: 10). Volgens de Duitse filosoof Jürgen Habermas (1996)kan een beraad waar<strong>in</strong> de deelnemers op vrijwillige basis argumenten uitwisselen,de meest steekhoudende <strong>in</strong>zichten uitfilteren. De kern van dat gezamenlijkeren bestaat uit <strong>het</strong> uitwisselen en kritisch onderzoeken van argumenten, onder<strong>voor</strong>waarden van openheid en gelijkheid: iedere deelnemer heeft een gelijke kansom <strong>het</strong> verloop van de discussie op grond van eigen <strong>in</strong>zichten te beïnvloeden(Van Stokkom 2006: 14).Onl<strong>in</strong>e deliberatieve fora bieden de mogelijkheid <strong>voor</strong> een debat van ‘iedereen metiedereen’ en kennen een grote toegankelijkheid, omdat men niet gebonden is aaneen specifieke tijd of plaats. Deliberatie vormt een terugkerend onderdeel van <strong>het</strong>beleidsrepertoire bij planvorm<strong>in</strong>g en ontwikkel<strong>in</strong>g van beleid. Met <strong>in</strong>spraakavonden,participatietrajecten en <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g proberen gemeenten, enop bescheidener schaal <strong>het</strong> rijk, de men<strong>in</strong>gen en wensen van burgers mee te latenwegen <strong>in</strong> de beleidsvorm<strong>in</strong>g. Juist rond deze vorm van democratie zijn <strong>in</strong> ons polderlandgrote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen gepleegd en is ook veel <strong>voor</strong>uitgang geboekt. Vaakblijkt de overdracht van beslismacht echter beperkt. Vanuit <strong>het</strong> perspectief van debetrokken burgers ondermijnt dat hun <strong>in</strong>zet: <strong>het</strong> heeft geen ‘z<strong>in</strong>’ om <strong>in</strong>breng televeren.De verwacht<strong>in</strong>gen ten aanzien van de mogelijkheden die <strong>in</strong>ternet zou biedenwaren hooggespannen. Het net zou ‘de moderne waterput’ vormen, waar mensensamenkomen om <strong>in</strong>formatie uit te wisselen en te discussiëren. In de praktijk zijndie verwacht<strong>in</strong>gen maar zeer beperkt <strong>in</strong>gelost. Sociale grenzen bleken m<strong>in</strong>stens zobeperkend als fysieke grenzen: <strong>het</strong> is eenvoudig niet mogelijk om met iedereen tespreken (Shirky 2008). Aan de positieve kant leidde <strong>het</strong> tot deelname van <strong>voor</strong>-


nieuwe generatie doe-democratie173heen niet-actieve groepen mensen, maar aan de negatieve kant werden nieuwevormen van uitsluit<strong>in</strong>g en groeps- en elitevorm<strong>in</strong>g zichtbaar, soms zelfs <strong>in</strong> devorm van onbeheersbare cascades (H<strong>in</strong>dman 2009; Sunste<strong>in</strong> 2003). Daarbij spelenook praktische bezwaren. Hoeveel van dit soort <strong>in</strong>gewikkelde en tijdrovendeprocessen kunnen beleidsmakers gelijktijdig <strong>in</strong> de lucht houden zonder zichzelfen <strong>voor</strong>al burgers te verliezen?Ook de offl<strong>in</strong>e praktijk van deliberatieve democratie is vaak ver verwijderd van <strong>het</strong>ideaal. De vele verschillende vormen van betrokkenheidsorganen – wijkradenbij<strong>voor</strong>beeld of advies- en medezeggenschapsraden bij maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen– appelleren we<strong>in</strong>ig aan de eigen deskundigheid van burgers: de theorie isprima, maar de uitvoer<strong>in</strong>g is te <strong>in</strong>strumenteel en vertoont vermoeidheidsverschijnselen(Tonkens 2009a: 133). Vaak is er sprake van “rituelen van beraadslag<strong>in</strong>g”(Van Stokkom 2006). Maar van ‘de andere kant’ spreken bestuurders enprofessionals van “ontbrekende deskundigheid, gebrekkige representatie enonduidelijke belangen” (Tonkens 2009a: 131). ‘Normale’ burgers worden daaromverdrongen door professionals (Metz 2009) of door ‘<strong>het</strong> gestaalde witte kader’:senior beroepsvertegenwoordigers met een (te) lange staat van dienst, waardoorvraagtekens kunnen worden gezet bij hun representativiteit.6.2.3 associatie: alledaagse leefomgev<strong>in</strong>gRecent is er steeds meer aandacht <strong>voor</strong> de democratische aspecten <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>gvan publieke taken en wordt de vernieuw<strong>in</strong>g gezocht <strong>in</strong> de apolitieke en <strong>in</strong>formeledemocratie van de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g: de associatieve democratie of – meteen mooier woord – doe-democratie (Van de Wijdeven en Hendriks 2010). EwaldEngelen (2004: 308) vat de essentie daarvan samen: “Juist <strong>in</strong> <strong>het</strong> niet-politiekebestaan van burgers gaan grote mogelijkheden <strong>voor</strong> effectieve participatie schuil,omdat <strong>het</strong> juist daar gaat om zaken die hen aangaan en waar zij over onvervangbarekennis beschikken, namelijk de lokale kennis van de gebruiker/werknemer/ouder/patiënt.” Mensen vullen hun eigen buurten en hun verenig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> en zijnbetrokken bij hun maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen: welke ‘publieke’ doelen kunnenwe samen – door associatie – beter verwerkelijken dan alleen?Discussies over de kansen <strong>voor</strong> de doe-democratie lijken zich <strong>voor</strong>al te richten optoepass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de lokale democratie, op buurt- en wijkniveau. Dat is een spijtige<strong>in</strong>perk<strong>in</strong>g, want <strong>het</strong> aantal <strong>voor</strong>beelden van door <strong>in</strong>ternet gemedieerde samenwerk<strong>in</strong>gop een breed scala van terre<strong>in</strong>en groeit <strong>in</strong> ras tempo en burgers dragen via <strong>het</strong>net steeds vaker bij aan de uitvoer<strong>in</strong>g van publieke taken (Nielsen 2012; Shirky2010; Noveck 2009). Aan de andere kant kreeg de doe-democratie een extra politiekedimensie door de idee van de Big Society die een van de belangrijkste bouwstenenvan <strong>het</strong> regeerprogramma van <strong>het</strong> huidige Britse kab<strong>in</strong>et vormt. PhillipBlond (2010) legde daar<strong>voor</strong> <strong>in</strong> zijn fameuze boek Red Tory de basis. De kern van


174 vertrouwen <strong>in</strong> burgerszijn ideeën is gelegen <strong>in</strong> “a bottom-up process. Govern<strong>in</strong>g authority should bederogated from the local council to areas, towns or even streets” (Blond 2010: 69).Een overdracht van wezenlijke delen van de beleidsvorm<strong>in</strong>g en –uitvoer<strong>in</strong>g naar(groepen) burgers, zo geldt als uitgangspunt, leidt niet alleen tot kostenbespar<strong>in</strong>g,maar kan op termijn ook resulteren <strong>in</strong> een ‘andere overheid’.Net als bij de andere democratische modellen zijn er ook bij de associatieve aanpakkritische kantteken<strong>in</strong>gen te plaatsen. Die betreffen <strong>voor</strong>al de representativiteit vande burgers die deelnemen (Bakker et al. 2011; Verhoeven en Tonkens 2011): “Thevoice of the people as expressed through participation comes from a limited andunrepresentative set of citizens” (Verba et al. 1995: 2). Beleidsmakers ontwikkeldeneen haat-liefdeverhoud<strong>in</strong>g met dergelijk bottom up-<strong>in</strong>itiatief: ze juichten <strong>het</strong> aande ene kant toe en openden nieuwe wegen zoals die van <strong>het</strong> burger<strong>in</strong>itiatief, dat<strong>het</strong> groepen burgers mogelijk maakt een onderwerp op de agenda van de volksvertegenwoordig<strong>in</strong>gte zetten. Ze steunden ook de opbloei van een scala van eigenkrachtactiviteitenuiteenlopend van buurtpreventies en gezamenlijk groenbeheertot <strong>het</strong> bieden van maatschappelijke ondersteun<strong>in</strong>g aan kwetsbare medeburgers.Tegelijk bleken ze <strong>voor</strong>tdurend de boot af te houden: hoeveel kunnen ze overlatenaan particulier <strong>in</strong>itiatief, wanneer dreigt overmatige ongelijkheid, hoe kan cont<strong>in</strong>uïteitworden gewaarborgd wanneer de trekkers verdwijnen?6.3 <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> nieuwe vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gOndanks alle goede <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van goede mensen om b<strong>in</strong>nen de kaders van derepresentatieve democratie <strong>in</strong>houd te geven aan directere vormen van betrokkenheid,blijken de drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g zeer hoog en loopt de ideaalsituatieweg bij de werkelijkheid; ook de <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Openbaar Bestuur (rob 2010)concludeert dat <strong>in</strong> <strong>het</strong> recente advies Vertrouwen op democratie. Frontlijnwerkersen burgers benutten de maximale rek b<strong>in</strong>nen hun <strong>in</strong>stitutionele kaders, maar ookdat mag te we<strong>in</strong>ig baten. Het beleidspakket nadert ondanks de vele vernieuw<strong>in</strong>genzijn limiet.In de steeds complexere samenlev<strong>in</strong>g moet de noodzakelijke doorbraak <strong>in</strong> deeerste plaats worden gezocht <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g van mensen die elkaar zoekenom gezamenlijke doelen na te streven. Burgers zijn bereid en <strong>in</strong> staat tot actievebetrokkenheid bij hun samenlev<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>dien de uitdag<strong>in</strong>g past bij hun behoeften enze denken te beschikken over de toerust<strong>in</strong>g die vereist is om passende antwoordente v<strong>in</strong>den. Beleidsmakers moeten daarom burgers op <strong>het</strong> netvlies hebben, met hunkwaliteiten en behoeften. Ze dienen open te staan <strong>voor</strong> de maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven van (groepen) burgers en ruimte te maken <strong>voor</strong> differentiatie naarbetrokkenheidsstijl en situatie. Als ‘tegenprestatie’ kunnen ze bij <strong>het</strong> nastrevenvan hun beleidsdoelen ‘profiteren’ van vrijwillige betrokkenheid. Bovendien geldtdergelijke betrokkenheid als leerschool <strong>in</strong> <strong>het</strong> ‘niet-politieke bestaan’ van burgers


nieuwe generatie doe-democratie175(zie ook rmo 2007). “Een samenlev<strong>in</strong>g ontleent zijn verbaz<strong>in</strong>gwekkende veerkrachtniet aan normaliteit, maar aan de manier waarop daar<strong>in</strong> met conflict wordtomgegaan” (Van Gunsteren 2011: 75). Civiele tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is een stap op weg naarconflict<strong>voor</strong>kom<strong>in</strong>g, niet alleen tussen burgers onderl<strong>in</strong>g, maar ook <strong>in</strong> hun relatiemet beleidsmakers. Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kan resulteren <strong>in</strong> nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen overscheidslijnen heen; mensen met zeer uiteenlopende burgerschapsstijlen v<strong>in</strong>denelkaar bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> wederzijds bevredigende samenwerk<strong>in</strong>g.B<strong>in</strong>nen de kaders van de representatieve democratie hebben beleidsmakers eenoverkoepelende verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> <strong>het</strong> v<strong>in</strong>den van een nieuwe democratischebalans tussen <strong>het</strong> publieke debat, de publieke besluitvorm<strong>in</strong>g en de uitvoer<strong>in</strong>gvan publieke taken. Die krijgt idealiter vorm, zullen we betogen, b<strong>in</strong>nen eennieuwe generatie doe-democratie, waar<strong>in</strong> ook elementen van aggregatie en deliberatiezijn verwerkt.De bouwstenen zijn gelegen <strong>in</strong> een hernieuwde <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van de vier vormen vanb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g: (a) samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die <strong>het</strong> draagvlak kan vormen <strong>voor</strong> een overdracht vanverantwoordelijkheden aan burgers <strong>in</strong> hun alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g, (b) dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gdie zorg draagt <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>breng van nieuwe ideeën, (c) tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die eenciviele omgang – fatsoen – bevordert wanneer mensen elkaars concurrent zijn <strong>in</strong>een gedeelde ruimte, en (d) bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die stimuleert, maar ook een evenwichtigebelangenafweg<strong>in</strong>g waarborgt en, zo nodig, ‘foute’ ontwikkel<strong>in</strong>gen corrigeert.6.3.1 samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gOnder <strong>in</strong>vloed van <strong>het</strong> mechanisme van soort-zoekt-soort (homofilie, zie 5.2.1)ontstaat samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen m<strong>in</strong> of meer homogene clusters met een wijgemeenschapscultuur.Een dergelijke cultuur heeft, naast <strong>het</strong> risico van doorschietenof overmatige beslotenheid, vele positieve kanten. Sociale cohesie, zostellen communitaristen zoals Etzioni, Putnam en Galbraith bij<strong>voor</strong>beeld, leidt totzelfvertrouwen, weerbaarheid en veerkracht en daarmee tot een betere toerust<strong>in</strong>g<strong>voor</strong> burgerschap. Sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen versterken <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> de overdrachtvan verantwoordelijkheden <strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g. Tegen deze achtergrondhebben beleidsmakers hoog <strong>in</strong>gezet op <strong>het</strong> bevorderen van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g,<strong>voor</strong>al door <strong>het</strong> herstellen van traditionele sociale verbanden en <strong>het</strong> benadrukkenvan waarden en normen.Daar<strong>voor</strong> bestaat ook een solide wetenschappelijke basis. Op basis van breedonderzoek concludeert Nobelprijsw<strong>in</strong>nares El<strong>in</strong>or Ostrom (1990) dat groepenmensen <strong>in</strong> staat zijn om zonder overheids<strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g gemeenschappelijke reserveste onderhouden, mits hun wij-gemeenschappen voldoen aan zes <strong>in</strong>terne rand<strong>voor</strong>waarden.Er moet sprake zijn van (a) duidelijk afgebakende grenzen: wat zijnde kaders van <strong>het</strong> gemeenschapsgoed en wie worden als belanghebbenden erkend;


176 vertrouwen <strong>in</strong> burgers(b) regels van lever<strong>in</strong>g en van gebruik die zijn afgestemd op lokale omstandighedenen op de <strong>in</strong>zet die van belanghebbenden wordt verwacht; (c) belanghebbendenhebben een stem <strong>in</strong> <strong>het</strong> wijzigen van deze regels; (d) toezichthouders enuitvoerders zijn ter verantwoord<strong>in</strong>g te roepen door belanghebbenden; (e) belanghebbendendie de regels overtreden kunnen op gepaste wijze worden gecorrigeerd;(f) eenvoudige regel<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> onderl<strong>in</strong>ge conflictbeslecht<strong>in</strong>g.Nederland kent van oudsher treffende <strong>voor</strong>beelden van een dergelijk duurzaambeheer van goederen; denk aan de gebruiksregel<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> de traditionele meent(de gemene weide die alle boeren van een dorp konden gebruiken), visgronden enbossen, maar ook arrangementen ter bevorder<strong>in</strong>g van de sociale veiligheid <strong>in</strong>steden en stellig ook onze dijkaanleg en dijkbewak<strong>in</strong>g, ver <strong>voor</strong>afgaand aan <strong>het</strong><strong>in</strong>stituut Staat. Hoewel <strong>het</strong> daarbij niet gaat om publieke goederen, hebben ook devele coöperaties <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw en ‘onderl<strong>in</strong>gen’, bij<strong>voor</strong>beeld op verzeker<strong>in</strong>gsgebied,zich langs verwante lijnen ontwikkeld: mensen waren bereid eendeel van hun <strong>in</strong>dividuele vrijheid <strong>in</strong> te leveren om daar <strong>in</strong> gezamenlijkheid <strong>voor</strong>deelvan te hebben. Ook de maatschap van professionele organisaties voldoet aanruwweg deze rand<strong>voor</strong>waarden.Dankzij Ostrom c.s. zijn de vele mogelijkheden die ‘we’ op dit terre<strong>in</strong> ongebruiktlaten, zichtbaar geworden (zie ook wrr 2012). Toch rijst de vraag of de wijgemeenschapscultuur<strong>het</strong> ideale antwoord biedt op de vereisten van burgerbetrokkenheid<strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g. Hoewel er <strong>in</strong> de praktijk op verschillendewijzen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g mogelijk is, wordt de cultuur gekenmerkt door een vorm vanbeslotenheid die tot uitsluit<strong>in</strong>g van buitenstaanders kan leiden. Speciaal de <strong>in</strong>ternegerichtheid en de rem op vernieuw<strong>in</strong>g wegen zwaar: de ontwikkel<strong>in</strong>g van dwarsverbandenwordt belemmerd, volgzaam gedrag bevorderd door zware socialecontrole. De besluitvorm<strong>in</strong>g is moeizaam, <strong>het</strong> risico van elitevorm<strong>in</strong>g en cliëntelismeaanzienlijk.Ondanks de vele positieve beloften – of misschien wel juist daardoor – lijkt <strong>het</strong>alsof <strong>het</strong> op samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g gerichte beleid is doorgeschoten: “In feite is <strong>het</strong> nietduidelijk wat men met <strong>het</strong> bevorderen van sociale cohesie nu eigenlijk bedoelt –los van de vage notie dat menselijke betrekk<strong>in</strong>gen belangrijk zijn” (Van den Br<strong>in</strong>k2010: 222). In navolg<strong>in</strong>g van Putnam werd een achterhaalde vorm van civil society– alleen geformaliseerd verenig<strong>in</strong>gsleven – bijkans heilig verklaard. Rond 2005werd sociale cohesie gelijkgesteld met buurtwerk (Tonkens 2009b). Het begrip‘buurt’ biedt weliswaar een uitstekend aangrijp<strong>in</strong>gspunt <strong>voor</strong> beleidsparticipatieop <strong>het</strong> gebied van veiligheid, fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, onderwijs en sociale <strong>in</strong>frastructuur(zie bij<strong>voor</strong>beeld wrr 2005; Van den Br<strong>in</strong>k 2007), maar op andere terre<strong>in</strong>enis dat veel m<strong>in</strong>der <strong>het</strong> geval. Het op kwetsbare jongeren gerichte beleid bij<strong>voor</strong>beeldis bijna steeds buurtgericht en te we<strong>in</strong>ig schoolgebonden: na hun twaalfdejaar waaieren jongeren meestal uit buiten hun buurt (wrr 2009). En zeker na de


nieuwe generatie doe-democratie177massale toetred<strong>in</strong>g van vrouwen tot de arbeidsmarkt speelt ook <strong>voor</strong> veel andereneen groot deel van hun dagelijkse leven – werk, recreatie, opleid<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>ternet – zichnauwelijks <strong>in</strong> de buurt af.Ook de wmo vereist herbez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. De memorie van toelicht<strong>in</strong>g (2005: 6-7) van<strong>het</strong> wetsontwerp geeft <strong>het</strong> doel van de wet kernachtig weer: “Meedoen. Dat is dekortst mogelijke samenvatt<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> maatschappelijk doel van de wmo.” Reedsnu – kort na de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2007 – worden vanuit praktijk en wetenschap velekantteken<strong>in</strong>gen geplaatst (zie bij<strong>voor</strong>beeld Kwekkeboom en Jager-Vreugdenhil2009; Putters et al 2010; Van Houten en W<strong>in</strong>semius 2010). Bij de overdracht vanverantwoordelijkheden aan gemeenten bood de kaderwet – met een grote ruimte<strong>voor</strong> ‘eigen’ <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g – we<strong>in</strong>ig handvat <strong>voor</strong> de omgang met de – nieuwe – aanpakwaarbij hoog wordt <strong>in</strong>gezet op een toenemende rol <strong>voor</strong> mantelzorgers en <strong>in</strong>formelehulpverleners (L<strong>in</strong>ders 2010: 18). Hoewel die vorm van maatschappelijkeparticipatie al experimenterend <strong>in</strong> sommige gemeenten <strong>in</strong>houd krijgt, wees de wetop andere plaatsen een ‘verkeerde’ weg. Als eerste prestatieveld noemt de wmo<strong>het</strong> bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van buurten, vanuit deveronderstell<strong>in</strong>g dat een betere samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g de maatschappelijke participatiebevordert. Buurtb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen blijken echter eenvoudigweg niet de sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gente zijn waar<strong>voor</strong> beleidsmakers ze houden (L<strong>in</strong>ders 2010: 18; Van Houten enW<strong>in</strong>semius 2010; De Boer en Van der Lans 2011). L<strong>in</strong>ders (2010: 235) besluit nietzonder reden haar proefschrift met een oproep: “Het beleid om <strong>in</strong>formele zorg testimuleren of te ondersteunen zal kansrijker zijn als nabijheid losgekoppeld wordtvan associaties met ‘de buurt’ als gemeenschap.”Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g levert b<strong>in</strong>nen de buurt nauwelijks een meerwaarde <strong>voor</strong> <strong>in</strong>formele zorg. Ten eerstewordt zorg verleend b<strong>in</strong>nen sterke een-op-eenrelaties die ‘losstaan’ van de buurt. Ten tweede is debereidheid om <strong>in</strong>formele hulp te ontvangen m<strong>in</strong>der groot dan om die te geven. De klassieke veronderstell<strong>in</strong>gdat sterke mensen de zwakken <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g (behoren te) ondersteunen, strooktniet met de praktijk. Veeleer blijken mensen met verwante psychische en sociale klachten elkaar tehelpen: soort zoekt ook hier soort. Er is weliswaar een breed aanbod van professionele ondersteun<strong>in</strong>g,maar dat bereikt de hulpbehoevenden en hun <strong>in</strong>formele zorgverleners nauwelijks. Ten derdeblijken buurtprojecten en sociale activiteiten – zoals de beroemde buurtbarbecues – via de band vansamenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g nauwelijks tot een toename van <strong>in</strong>formele zorg te leiden. Deze activiteiten bereikenmet name mensen die iets met de buurt willen hebben en niet de meest kwetsbaren of sociaalgeïsoleerden.Wat moet er wél gebeuren <strong>voor</strong> een nieuwe <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g? In feitewe<strong>in</strong>ig. Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g biedt <strong>voor</strong>al b<strong>in</strong>nen wij-gemeenschappen prima handvatten<strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid, en kan leiden tot maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Beleidsmakers moeten meer loslaten: meer ruimte geven aan (samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan) burgers, en ze serieus nemen, zodat ze <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g kunnen geven aan


178 vertrouwen <strong>in</strong> burgerszaken die hun na aan <strong>het</strong> hart liggen. Indien Verantwoordelijken <strong>in</strong> de Utrechtse<strong>voor</strong>standsbuurt Wilhelm<strong>in</strong>apark <strong>het</strong> openbaar groen willen onderhouden: sluiteen convenant en bewaak <strong>het</strong>. Schiet niet <strong>in</strong> een kramp wanneer Pragmatici buitenstaand bier willen dr<strong>in</strong>ken of over parkeervergunn<strong>in</strong>gen willen praten, maar denkmee. Ook Critici blijken <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen prima <strong>in</strong> staat om via hun sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen<strong>in</strong>houd te geven aan maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Gericht beleid lijkt alleen nodig waar <strong>het</strong> betreft Volgzamen: de stille meerderheidvan <strong>het</strong> platteland, de traditionele volkswijken en de eerstegeneratiemigranten.Hun kracht is van oudsher gelegen <strong>in</strong> de sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen authentieke wijgemeenschappen,<strong>in</strong> <strong>het</strong> buurt- en verenig<strong>in</strong>gsleven, <strong>in</strong> kerken en moskeeën, ofrond de school. Waar die wankelen, kan <strong>het</strong> z<strong>in</strong>vol zijn een helpende hand uit testeken. Maar ook dan is <strong>het</strong> ‘beleid-op-de-handrem’: niet helpen door <strong>het</strong> overnemenvan verantwoordelijkheden, maar door te faciliteren en, zo nodig, <strong>het</strong> <strong>in</strong>brengenvan externe verb<strong>in</strong>ders.6.3.2 dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gHechte clusters ontlenen hun kracht aan samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Mensen moeten actiefwillen en kunnen deelnemen, maar <strong>het</strong> <strong>in</strong>tensieve ‘onderhoud’ kost tijd en energie(Fowler en Christakis 2009). Dat verkle<strong>in</strong>t hun wereld en beperkt de <strong>in</strong>stroom vannieuwe ideeën. Willen ze iets nieuws leren, dan moeten ze hun kennis en <strong>in</strong>spiratievaak ‘op afstand’ van <strong>het</strong> eigen cluster zoeken: daarb<strong>in</strong>nen kennen ze immersde ‘juiste’ antwoorden (te) goed. Anderen, <strong>in</strong> andere clusters waarmee ze zwakkebanden onderhouden, beschikken over kennis en kennissen waar ze met eengoede kans zelf geen toegang tot hebben.Vooral verb<strong>in</strong>ders spelen een sleutelrol bij <strong>het</strong> overbruggen van de afstand tussenclusters. Ze zijn de grootmeesters van de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g: de dwarse <strong>in</strong>breng viahorizontale banden die kan zorgen <strong>voor</strong> de aanvoer van nieuwe ideeën (Granovetter1973). Verb<strong>in</strong>ders zijn thuis b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> eigen cluster en spreken ook m<strong>in</strong>imaalde taal van <strong>het</strong> andere cluster. De beide clusters zijn dan samen onderdeel van éénnetwerk. Ze kennen hun ‘vrienden’ nauwelijks of niet, maar blijken b<strong>in</strong>nen eennetwerkcultuur – <strong>voor</strong>tdurend en verrassend – bereid tot grote <strong>in</strong>zet als ze daarmeevrienden-van-vrienden-van-vrienden verder kunnen helpen. Door diekennis en kennissen buiten <strong>het</strong> eigen cluster vormen de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>het</strong>kanaal bij uitstek <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>breng van nieuwe ideeën en daarmee ook <strong>voor</strong> maatschappelijkevernieuw<strong>in</strong>g.Wat geldt <strong>voor</strong> clusters van ‘normale’ burgers, geldt ook <strong>voor</strong> de beroepsgroep vanbeleidsmakers en hun entourage van adviseurs en belangenbehartigers. Ze vormenbeleidsclusters met vele kenmerken van een hoge mate van beslotenheid: rituelenen jargon bij<strong>voor</strong>beeld en een sterke ons-kent-onsmentaliteit. Dat heeft een


nieuwe generatie doe-democratie179kracht, maar brengt zeker <strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g ook gevaren met zich mee.Vooral <strong>het</strong> vermogen tot vernieuwen – van wezenlijk belang <strong>voor</strong> een levendedemocratie – wordt erdoor bedreigd. Ook beleidsmakers moeten kiezen <strong>voor</strong>dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g: nieuwe ideeën niet opleggen, maar aanreiken aan (groepen)burgers, en <strong>voor</strong>al ook openstaan <strong>voor</strong> nieuwe ideeën van die burgers.Om <strong>het</strong> maatschappelijk kennisreservoir aan te boren moeten beleidsmakersdaarom <strong>in</strong> Facebook-termen ‘vriend’ willen en kunnen worden van juist deverb<strong>in</strong>ders b<strong>in</strong>nen clusters: ze moeten ‘netwerken’ (Bekkers et al. 2010: 155). Daarbijpast bescheidenheid: ze bev<strong>in</strong>den zich <strong>in</strong> een afhankelijke positie. Ze kunnende condities creëren die beleidsparticipatie, maatschappelijke participatie of maatschappelijk<strong>in</strong>itiatief stimuleren, maar ze kunnen de creatieve <strong>in</strong>breng nietafdw<strong>in</strong>gen. Ze kunnen democratisch besluiten om sommige overheidstaken af testoten, maar ze kunnen niet eisen dat en hoe die vervolgens door maatschappelijk<strong>in</strong>itiatief worden overgenomen. Slagen ze er echter <strong>in</strong> om de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen teleggen, dan is vanuit democratisch perspectief grote w<strong>in</strong>st te behalen door dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gmet (a) homogene, m<strong>in</strong>der toegeruste gemeenschappen met als doellokale vernieuw<strong>in</strong>g, en (b) goed toegeruste burgers, speciaal Pragmatici, met <strong>het</strong>oog op themagerichte vernieuw<strong>in</strong>g.Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>het</strong> oog op lokale vernieuw<strong>in</strong>gLokale vernieuw<strong>in</strong>g is gebaat bij dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Daarbij is een gedifferentieerdeaanpak geboden: niet alle burgers zijn op eenzelfde wijze te betrekken. Verantwoordelijkenzijn relatief eenvoudig te bereiken; ze kennen de wegen en sprekende taal van beleidsmakers (zie ook Cuperus 2009; Bovens 2010). Ook Pragmaticihebben nauwelijks een helpende hand nodig; toch is <strong>het</strong> aantal verb<strong>in</strong>ders metbeleidsclusters aanmerkelijk beperkter. Dat ligt anders bij homogene, m<strong>in</strong>dertoegeruste gemeenschappen, die worden gekenmerkt door een vaak beslotenkarakter en een naar eigen gevoel beperkte reikwijdte. B<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> eigen clusterorganiseren ze zich effectief bij <strong>het</strong> nastreven van gedeelde belangen, maar daarbuitenvoelen ze zich onthand. Speciaal waar <strong>het</strong> Volgzamen betreft gaat <strong>het</strong> vaakom veel kle<strong>in</strong>ere buurt- en dorpsgemeenschappen. Bij de eveneens m<strong>in</strong>der toegerusteCritici is de gemeenschap groter, maar knelt toch al vlug <strong>het</strong> tekort aankennis en kennissen. In homogene clusters sluiten ze bovendien <strong>in</strong> een wij-tegenzijbenader<strong>in</strong>gvaak de poort <strong>voor</strong> ‘klassieke’ beleidsmakers.Juist verb<strong>in</strong>ders kunnen er<strong>voor</strong> zorgen dat naar beslotenheid neigende gemeenschappenonderdeel blijven van relevante netwerken (Koch en Lockwood 2010:40). De clusters blijven zich daardoor vernieuwen, maar kunnen met hun frontlijnkennisook bijdragen aan beleids- en maatschappelijke participatie. Interneverb<strong>in</strong>ders slaan de bruggen naar buiten. Wij g<strong>in</strong>gen spreken van ‘gespikkelde’gemeenschappen waar voldoende <strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>ders huizen om, zo nodig, effectief<strong>voor</strong> collectieve belangen op te komen. Alleen wanneer er onvoldoende


180 vertrouwen <strong>in</strong> burgers<strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>ders zijn en <strong>het</strong> risico van isolement en verhard<strong>in</strong>g dreigt, is er eentaak weggelegd <strong>voor</strong> beleidsmakers: ze moeten actief ‘spikkelen’ door <strong>het</strong> <strong>in</strong>brengenvan externe verb<strong>in</strong>ders. Dit zijn vaak de frontlijnwerkers van maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die dicht bij huis de toegang tot andere clusters faciliteren. Ookbesloten clusters openen zich dan, laat ons veldwerk zien.Het ene beleidsterre<strong>in</strong> biedt meer mogelijkheden <strong>voor</strong> lokale vernieuw<strong>in</strong>g dan <strong>het</strong>andere. De veiligheid en fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de eigen buurt vormen <strong>voor</strong> vrijwelalle burgers een uitdag<strong>in</strong>g waarover ze graag meedenken. Zij beschikken dikwijlsook over een relevante ervar<strong>in</strong>gskennis. Beleidsmakers hebben hier ook veelvuldigop gebouwd <strong>voor</strong> beleidsparticipatie. Wijkagenten hebben als externe verb<strong>in</strong>dersbij<strong>voor</strong>beeld behoorlijk veel ruimte om hun beroep naar eigen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> te vullen(Van den Br<strong>in</strong>k 2010).Uit ons veldonderzoek blijkt dat de – essentiële – rol van de maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen verbeterde <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g behoeft. Door een verkokerd aanbod van <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>genzijn zowel de signaler<strong>in</strong>g als de opvang van zorgbehoevende en geïsoleerdeburgers kwetsbaar: naargeestige beelden van slachtoffers, met meer dantien hulpverleners <strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g, halen regelmatig de media. Dat zal zo blijvenwanneer de frontlijnwerkers niet <strong>het</strong> recht krijgen om buiten ‘hun’ territoirelkaars hand en <strong>voor</strong>al die van de kwetsbare burger en zijn naasten te zoeken.Niettem<strong>in</strong> woedt de discussie over <strong>het</strong> verbreden van kerntaken <strong>voor</strong>t. Daardoorblijven frontlijnwerkers onzeker over de mate waar<strong>in</strong> ze als verb<strong>in</strong>der de vereistebruggen mogen slaan <strong>in</strong> hun dagelijkse wisselwerk<strong>in</strong>g met m<strong>in</strong>der toegeruste enzich naar b<strong>in</strong>nen kerende burgers: wat is hun ruimte, wat hun rugdekk<strong>in</strong>g vanbestuurders? Van dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vanuit de lokale gemeenschappen is bovendiennauwelijks sprake: (groepen) burgers hebben we<strong>in</strong>ig mogelijkheden om hun eigenbelang te behartigen door bij <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen aan de bel te trekken.Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vereist bestuurlijk handwerk. Beleidsmakers moeten ‘<strong>het</strong> paaltjekennen’: weten en begrijpen wat (groepen) burgers drijft. Ze moeten beschikkenover een ‘rommelbudget’ om wat beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een vastlopend dossier te krijgen,maar <strong>voor</strong>al moeten ze burgers op <strong>het</strong> netvlies hebben. Critici – met hun specifiekebehoeften en kwaliteiten – willen worden ‘herkend’, Volgzamen waarderen deaandacht van maatschappelijk hooggeplaatsten. Het is een wezenlijke taak vanmet name politici aan die behoefte tegemoet te komen door ‘aanwezigheid’ (Vande Wijdeven en Hendriks 2010: 48). De trekkers van de lokale partijen gevendaar<strong>voor</strong> <strong>het</strong> goede <strong>voor</strong>beeld met hun 4 K’s <strong>voor</strong> ‘normale’ ontmoet<strong>in</strong>g: Kerk,Kant<strong>in</strong>e, Kapper en Kroeg. Goede beleidsmakers beheersen ook de kunst van <strong>het</strong>‘niet-helpen’. Het <strong>in</strong>itiatief moet liggen bij burgers, hun zelfs worden opgedrongen,maar waar nodig moet de baan worden geveegd en de gevaarlijkste wakkengemarkeerd.


nieuwe generatie doe-democratie181Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>het</strong> oog op themagerichte vernieuw<strong>in</strong>gBurgers kunnen effectief bijdragen aan maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g rond specifiekethema’s. Speciaal Pragmatici onderhouden veelal een groot aantal dwarsbandendie moeilijk toegankelijk zijn <strong>voor</strong> beleidsmakers. Ons onderzoek Vertrouwen<strong>in</strong> de buurt bracht hen <strong>in</strong> beeld: de hoogopgeleiden die zich opstellen als <strong>in</strong>dividualist,maar nauwlettend volgen wat er nodig is om ‘erbij te horen’. Ze vormendichte netwerken <strong>in</strong> een beperkte fysieke en ook virtuele ruimte, de vriendenvan-vriendentellen op naar een omvangrijk cluster van dwarsverbanden dieechter ook – sociaal en vaak professioneel – weer <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g staan met veelandere clusters.Onderzoekers waarschuwen <strong>voor</strong>tdurend: <strong>voor</strong>al jonge mensen stoppen veel tijden energie <strong>in</strong> hun netwerken. Hun gedrag verplaatst zich van passieve consumptie(tv) naar actieve deelname (social media) (Shirky 2010: 11). Hun vrije tijd is <strong>in</strong> feiteeen ‘shared global resource’: ze kunnen die vrije tijd via <strong>het</strong> net wereldwijd poolen<strong>voor</strong> gezamenlijke doelen (Shirky 2010: 27). Hun sociale netwerken zijn publiekegoederen: niemand is ‘de baas’ en iedereen heeft er baat bij (Fowler en Christakis2009: 293). Ze waarschuwen beleidsmakers ook: dit is een kans <strong>voor</strong> open doel.Als ‘we’ er<strong>in</strong> zouden slagen zelfs maar een kle<strong>in</strong> percentage van al die tijd, energieen kennis af te tappen <strong>voor</strong> maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g, zijn we goudhaantjes.Het aanboren van netwerken vraagt wel een <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g. Beleidsmakers kunnen<strong>het</strong> verspl<strong>in</strong>terde vrijetijdsreservoir <strong>het</strong> best benutten door zich te richten op vaakkle<strong>in</strong>e, deskundige en gemotiveerde clusters die zich vormen b<strong>in</strong>nen de langestaart (Shirky 2010: 97). Het vereist bovendien dat hun <strong>in</strong>houdelijke uitdag<strong>in</strong>gpast bij de behoeften van de Pragmatici en – <strong>voor</strong>al – dat ze openstaan <strong>voor</strong> hunmaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. Pragmatici ‘hoeven’ immers niks en er wordtwel gevraagd om de – meestal gratis – <strong>in</strong>zet van hun kennis, energie en tijd. Deterugkerende les van <strong>in</strong>ternet werd verwoord door <strong>in</strong>ternetonderzoeker Shirky(2010: 17): “People want to do someth<strong>in</strong>g to make the world a better place.” Zedoen dat onder hun eigen <strong>voor</strong>waarden: d<strong>in</strong>gen doen die ze toch al wilden doenen dan <strong>het</strong> liefst met mensen zoals zijzelf (Shirky 2010: 89). Als ‘tegenprestatie’vragen ze, net als ‘normale’ vrijwilligers, erkenn<strong>in</strong>g en vrijheid (Shirky 2010: 95).Procesmatig zijn de eisen hoog en <strong>voor</strong> beleidsmakers bovendien ongebruikelijk.Ze moeten ‘meebewegen’: aanhaken bij wat er al gaande is. Dat verschilt wezenlijkvan <strong>het</strong> huidige betrokkenheidsaanbod van beleidsmakers, constateert Shirky(2008: 51-53; 2010: 171-176). Hij onderscheidt drie ontwikkel<strong>in</strong>gsfasen <strong>in</strong> dergelijkeclusters: delen, samenwerken en actievoeren (Shirky 2008: 49). Het gros vande <strong>in</strong>ternetactiviteiten wordt gekenmerkt door <strong>het</strong> vrijblijvend delen van <strong>in</strong>formatievia YouTube, sociale netwerken of blogs. Vanuit <strong>het</strong> perspectief van burgerbetrokkenheidis de waarde <strong>voor</strong>al gelegen <strong>in</strong> <strong>het</strong> toegankelijk maken van <strong>in</strong>formatie;denk aan websites als ‘wat stemt mijn raad’ en de sites van actiegroepen die hun


182 vertrouwen <strong>in</strong> burgerservar<strong>in</strong>gen delen. Samenwerken is lastiger, omdat deelnemers hun gedrag opelkaar moeten afstemmen, bij<strong>voor</strong>beeld via commentaren op YouTube en recensiesover boeken en hotels, maar ook op sites als ‘verbeter mijn buurt’ en ‘petitiesonl<strong>in</strong>e’. Actievoeren ten slotte vereist <strong>het</strong> nemen van gezamenlijke besluiten. Datis <strong>in</strong>gewikkeld, maar de herkomst vanuit uiteenlopende hoeken stimuleert dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genb<strong>in</strong>nen veerkrachtige netwerken; denk aan Anonymous. Vanuit betrokkenheidsperspectiefheeft deze fase dus de grootste toegevoegde waarde (Shirky2010: 171-176). Wanneer beleidsmakers dergelijke acties kunnen stimuleren, is datbevorderlijk <strong>voor</strong> de maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g. Als hun medewerkers bovendienactief kunnen meebewegen, is dat ook bevorderlijk <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leren b<strong>in</strong>nen deoverheidskolom. Maar dan moeten die medewerkers dat wel kunnen en mogen.6.3.3 tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gVolgens de historicus Johan Huiz<strong>in</strong>ga (1952) is spel – de tot wedkamp gereguleerdestrijd – de bron van cultuur. Al spelend maken en handhaven spelers hun eigenregels. Die zijn b<strong>in</strong>dend <strong>voor</strong> allen die willen meedoen (Van Gunsteren enHabbema 2009: 44). Hun verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g hebben wij eerder betiteld met <strong>het</strong> begrip‘tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g’. Bij zowel samen- als dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g overheerst een gezamenlijkdoel dat mensen b<strong>in</strong>dt: ze kennen elkaar, al is <strong>het</strong> maar via via, en zijn bereid omwat extra te doen om de ander te helpen. In de dagelijkse praktijk zijn er echter zeervelen – alle anderen op de wereld, om <strong>het</strong> zo maar uit te drukken – waar ze we<strong>in</strong>igmee hebben. Veeleer zijn <strong>het</strong>, zeker <strong>in</strong> de eigen leefomgev<strong>in</strong>g, concurrenten <strong>in</strong> eengedeelde ruimte. Het heeft b<strong>in</strong>nen deze marktcultuur <strong>voor</strong> alle betrokkenen z<strong>in</strong>om – formeel of <strong>in</strong>formeel – spelregels overeen te komen die <strong>het</strong> onderl<strong>in</strong>ge verkeer‘civiel’ houden, noem <strong>het</strong> burgerlijk fatsoen. Een civiele omgang maakt <strong>het</strong> leveneen stuk prettiger, een onciviele leidt tot spann<strong>in</strong>gen (Sennett 2012).Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g krijgt op velerlei manieren vorm (zie ook Brandsen et al. 2010).Op nationaal niveau bij<strong>voor</strong>beeld <strong>in</strong> de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen volksvertegenwoordigers:civiele omgangsvormen <strong>voor</strong>komen dat mensen elkaar zien als vijanden,maar veeleer als tegenstanders waarmee ze wellicht gezamenlijke oploss<strong>in</strong>genkunnen bedenken. Op <strong>in</strong>ternationaal niveau ligt tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g aan de basis vanverdragen die landen met uiteenlopende belangen ‘b<strong>in</strong>den’; de diplomatie is bijuitstek de kunst van de tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Op collectief niveau vormt de handeltussen ondernem<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> ultieme <strong>voor</strong>beeld van de marktcultuur; verstandigeonderhandelaars laten altijd iets ‘op de tafel’ <strong>voor</strong> de ander. Maar ook de alledaagsesamenlev<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen ‘gemengde’ buurten en de confrontatie van sportteamskunnen als illustraties dienen.Vanuit <strong>het</strong> perspectief van burgerbetrokkenheid is de w<strong>in</strong>st van een goede tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de eerste plaats gelegen <strong>in</strong> maatschappelijke participatie: de vrijwilligeciviele omgang van burgers <strong>in</strong> de gedeelde ruimte. Ook op <strong>in</strong>dividueel niveau zijn


nieuwe generatie doe-democratie183mensen immers elkaars concurrent <strong>in</strong> de gedeelde ruimte, zoals op straat of <strong>in</strong> <strong>het</strong>verkeer. Ongeschreven regels schrijven de buurtgenoten gewenst gedrag <strong>voor</strong>. Jegroet elkaar en dient je tu<strong>in</strong> netjes te onderhouden. Oudere buren hebben ‘recht’op meer rust en vaker hulp; jongere worden eerder uitgenodigd <strong>voor</strong> een tu<strong>in</strong>feest.Er zijn ook regels om ongewenst gedrag tegen te gaan. Je dient bij<strong>voor</strong>beeldgeen vuilnis <strong>in</strong> <strong>het</strong> trappenhuis te zetten, of wasgoed <strong>voor</strong> <strong>het</strong> balkon van de benedenburente hangen. In <strong>het</strong> verkeer is <strong>het</strong> niet wezenlijk anders. Bij <strong>het</strong> passerenvan fietsende moeders met k<strong>in</strong>deren houden we meer afstand dan wettelijk <strong>voor</strong>geschreven;spelende k<strong>in</strong>deren vertaalt zich <strong>in</strong> langzamer rijden. Ook <strong>het</strong> <strong>in</strong>ternetverkeergetuigt van een aanmerkelijk zelfre<strong>in</strong>igend vermogen.Juist dit soort tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm van alledaagse en terloopse ontmoet<strong>in</strong>genis van groot belang <strong>voor</strong> een gezamenlijk sociaal welbev<strong>in</strong>den (Van Mariss<strong>in</strong>g2008: 149). Mensen beschikken daardoor over voldoende <strong>in</strong>formatie om anderebewoners te herkennen en te plaatsen (vrom-<strong>Raad</strong> 2006: 67). Het gaat om detoevallige ontmoet<strong>in</strong>g: ‘vertrouwde vreemden’ (Jacobs 1961: 66-67) hebben kennisvan elkaar zonder elkaar persoonlijk te kennen (Blokland-Potters 2006; Gruijteret al. 2010: 15). “Publieke familiariteit komt <strong>voor</strong>t uit herhaalde ontmoet<strong>in</strong>gen vandezelfde mensen <strong>in</strong> de publieke ruimte op basis waarvan we gemakkelijkerkunnen <strong>in</strong>schatten wie we kunnen vertrouwen en wie niet” (Adriaanse 2006: 18).Wanneer mensen elkaar niet uit <strong>het</strong> oog verliezen en zich bewust zijn van elkaarsaanwezigheid, vervreemden ze niet van elkaar en voelen ze zich meer geborgen <strong>in</strong>elkaars gezelschap (Engbersen 2008). Op den duur kan door herhaald ‘prettig’contact tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g zich omvormen tot samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (Van Mariss<strong>in</strong>g 2008: 43).Wie eenmaal is uitgeroepen tot een gewaardeerd tegenstander, hoort ‘erbij’ enmag <strong>in</strong> geval van nood rekenen op enige clementie.Is <strong>het</strong> een taak van ‘de overheid’ om tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g te bevorderen? Is dit nu juistniet bij uitstek <strong>het</strong> niemandsland dat burgers zelf dienen <strong>in</strong> te vullen? Velenplaatsten vraagtekens bij de (overheids)campagnes over fatsoen-dat-je-moet-doenen korte lontjes die juist onwenselijk zijn. Tegelijk duiden de 21m<strong>in</strong>uten.nlenquête en andere peil<strong>in</strong>gen erop dat een gebrek aan civiele omgang een van degrootste zorgpunten van de Nederlandse burger vormt. Bovendien mag redelijkerwijsworden verwacht dat de noodzaak tot tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de nabije toekomstgroter wordt door de verdere stijg<strong>in</strong>g van de ruimtelijke en sociale mobiliteit, degrotere verschillen <strong>in</strong> cultuur en levensstijl, en de grotere haast van de deelnemersaan <strong>het</strong> maatschappelijk verkeer die daardoor m<strong>in</strong>der bereid of <strong>in</strong> staat zijn omreken<strong>in</strong>g te houden met anderen. De kans op conflicten of spann<strong>in</strong>gen neemtdaardoor toe (Van den Br<strong>in</strong>k 2010: 251).Beleidsmakers hebben speciaal een <strong>voor</strong>waardenscheppende taak waar <strong>het</strong> <strong>het</strong>afbakenen en waarborgen van de kwaliteit van de <strong>in</strong>stitutionele ruimte betreft: de<strong>in</strong>stituties aan de l<strong>in</strong>kerzijde van <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid. Zowel


184 vertrouwen <strong>in</strong> burgersSchuyt (2006b) als Rosanvallon (2008: 8) spreekt van de steunberen van de democratie,die – zoals <strong>in</strong> Middeleeuwse kerken – <strong>het</strong> gebouw overe<strong>in</strong>d houden en daardooreen ruimte <strong>voor</strong> civiele omgang waarborgen. Beleidsmakers kunnen echterde fysieke omgev<strong>in</strong>g zodanig vormgeven dat een civiele ontmoet<strong>in</strong>g wordt bevorderd(Sennett 2012: 78 e.v.). Onaangename ruimtes – donkere steegjes, kale ple<strong>in</strong>en,‘griezelige’ kantoorparken of parkeergarages – roepen een gevoel op vanongemak waardoor mensen geneigd zijn elkaar te ontlopen. Kunst op straat daarentegendraagt bij tot een gezamenlijke eigenheid, zoals ook een tikje te mooiescholen of speelveldjes en gastvrije parken dat doen.Beleidsmakers hebben bovendien een taak bij <strong>het</strong> <strong>in</strong> goede banen leiden van maatschappelijke<strong>in</strong>itiatieven <strong>in</strong> de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g. Ons veldwerk biedt veleillustraties van plaatselijke opwell<strong>in</strong>gen; de opricht<strong>in</strong>g en opbloei van grote lokalepartijen, of de aanhang <strong>voor</strong> Megastallen-Néé. Dat kan tot scherpe tegenstell<strong>in</strong>genleiden. Burgers komen te staan tegenover andere burgers en veelal ook tegenoverbeleidsmakers die <strong>in</strong> hun ogen hebben gefaald. Wanneer echter potentiële ‘vijanden’worden omgevormd tot gewaardeerde tegenstanders, raakt dat de essentievan de levende democratie (Mouffe 2000; Mouffe 2005; Schuyt 2006a; Schuyt2006b). Mensen hebben tegenstanders nodig om hun gemeenschap <strong>voor</strong>tdurendte vernieuwen. In de sport willen ze w<strong>in</strong>nen; daarom v<strong>in</strong>den ze <strong>voor</strong>tdurendnieuwe trucs, materialen en speelsystemen uit. In de politiek geldt <strong>het</strong>zelfde endaarom tasten politieke leiders <strong>voor</strong>tdurend af waaraan hun achterban <strong>in</strong> eenveranderende samenlev<strong>in</strong>g behoefte heeft en proberen ze daaraan tegemoet tekomen om zo hun andersdenkende tegenstanders te overtroeven. In sport en politiektrekken ze zich bovendien op aan hun gewaardeerde tegenstanders en wetenze idealiter dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vorm te geven. Spel wordt zo, <strong>in</strong> de woorden vanHuiz<strong>in</strong>ga (1952), de bron van cultuur.6.3.4 bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gBeleidsmakers, politici <strong>voor</strong>op, weten zich b<strong>in</strong>nen de kaders van de representatievedemocratie belast met blijvende verantwoordelijkheden als formele spelregelbepaleren -bewaker en als ultieme conflictbeslechter. Die kaders blijven ook<strong>in</strong> ons denken onverlet; we openden er dit hoofdstuk mee. Aanpass<strong>in</strong>g, maar ookhandhav<strong>in</strong>g van de normatieve kaders b<strong>in</strong>nen de rechtsstaat of een noodzakelijkeconflictbeslecht<strong>in</strong>g die onmogelijk blijkt via de <strong>in</strong>formele benader<strong>in</strong>g, blijft <strong>in</strong> onsperspectief <strong>het</strong> dome<strong>in</strong> van de representatieve democratie. Uite<strong>in</strong>delijk hebbengekozen volksvertegenwoordigers, tezamen met de bijbehorende geformaliseerde<strong>in</strong>stituties, <strong>het</strong> laatste woord. Dat die taak <strong>in</strong> de complexere samenlev<strong>in</strong>g wordtbemoeilijkt door de over elkaar heen buitelende maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen,behoeft geen nader betoog.


nieuwe generatie doe-democratie185Beleidsmakers gaven door bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g traditioneel de richt<strong>in</strong>g aan, <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>gmet de verticale <strong>in</strong>stituties die <strong>het</strong> maatschappelijk middenveld dom<strong>in</strong>eerden.In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g organiseren mensen zich makkelijker, goedkoperen sneller b<strong>in</strong>nen horizontale clusters: ‘organiseren zonder organisaties’. Debehoefte aan bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g blijft echter bestaan, zij <strong>het</strong> <strong>in</strong> gewijzigde vormen. Inde wij-gemeenschapscultuur van Volendam hebben de klassieke waardigheidsbekledersplaatsgemaakt <strong>voor</strong> <strong>in</strong>formele ‘trendsetters’. B<strong>in</strong>nen grotere systemen,benadrukt Ostrom, worden op meerdere lagen zogenoemde genestelde <strong>in</strong>stitutiesgevormd. Ze spreekt van een polycentrische organisatievorm: een groot aantalkernen die gezamenlijk – eventueel via getrapte tussenlagen – een geheel vormen(Ostrom 2009). Zelfs succesvolle e-netwerken zijn m<strong>in</strong>der ‘plat’ dan vaak wordtaangenomen, maar kennen vormen van hiërarchie.Vanuit beleidsperspectief vormen de onbeheersbaarheid en on<strong>voor</strong>spelbaarheidvan netwerken zowel een kracht als een zwakte. Duizend bloemen kunnenbloeien, maar daar kan – om <strong>het</strong> zo maar te zeggen – ook onwelkom onkruidtussen zitten. Beleidsmakers kunnen dus niet volstaan met <strong>het</strong> stellen en bewakenvan kaders. Burgerbetrokkenheid vereist dat beleidsmakers ontwikkel<strong>in</strong>genstimuleren c.q. afremmen b<strong>in</strong>nen een hiërarchische cultuur door richt<strong>in</strong>g te gevenaan hun medewerkers, maar ook aan ‘de samenlev<strong>in</strong>g’. Ze moeten daarbij meerdan tevoren openstaan <strong>voor</strong> <strong>in</strong>breng van onderen af. Zowel <strong>voor</strong> <strong>het</strong> optimaalbenutten van de mogelijkheden <strong>voor</strong> <strong>in</strong>stitutionele rek en <strong>het</strong> doorontwikkelenvan bestaand beleid, als <strong>voor</strong> <strong>het</strong> genereren van nieuw beleid is <strong>het</strong> wenselijk(groepen) burgers en frontlijnwerkers uit te nodigen tot <strong>het</strong> aftasten van grenzen.Dat beroep op de wijsheid van de al dan niet georganiseerde massa mag niet vrijblijvendzijn: een brede burgerbetrokkenheid vormt een rand<strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> eenlevende democratie. Er bestaat bovendien een groeiende urgentie. Steeds vaker‘dw<strong>in</strong>gen’ burgers overheden, maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ondernem<strong>in</strong>genertoe hun aanbod aan te passen. Ze blijken echter ook <strong>in</strong> staat zichzelf te organiserenwanneer beleidsmakers en bestuurders achterblijven met een ‘passende’aanpak.Een grotere nadruk op bottom-up<strong>in</strong>itiatief is geen vanzelfsprekende of eenvoudigezaak en heeft een keerzijde. Beleidsmakers kunnen ook niet zomaar <strong>het</strong> stuurgeheel loslaten. Als burgers bij<strong>voor</strong>beeld zelf hun buurt schoonhouden of opvangvan ouderen en zieken organiseren, dienen beleidsmakers de vrije ruimte te bepalen,omdat dit normaliter taken zijn die op hun bordje liggen. Ook als burgerswetten overtreden, rijst de vraag welke ruimte beleidsmakers daar<strong>voor</strong> laten, eengrotere ruimte aan de frontlijn kan immers ontaarden <strong>in</strong> onfatsoen. ‘De overheid’is m<strong>in</strong>der aanwezig en burgers moeten, <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g met m<strong>in</strong>der autoritairoptredende frontlijnwerkers, de gedeelde ruimte op een civiele wijze <strong>in</strong>vullen.* * *


186 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe samenlev<strong>in</strong>g verandert, snel en on<strong>voor</strong>spelbaar. Informatiestromen wordensteeds m<strong>in</strong>der beheersbaar. De effectiviteit van de traditionele middenveldkanalen<strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid – zoals de maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’s – staatonder druk. Ook de wijze waarop burgers betrokken zijn, verandert. Niet langergebeurt dat alleen op uitnodig<strong>in</strong>g van beleidsmakers, maar steeds vaker op eigen<strong>in</strong>itiatief, via directere kanalen <strong>voor</strong> betrokkenheid – denk aan de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong>bedrijfsleven en ‘andersbeweg<strong>in</strong>gen’. Dergelijke <strong>in</strong>grijpende verander<strong>in</strong>genverlangen dat de democratie meebeweegt. De roep om meer directe vormen vandemocratie en de bijbehorende vormen van burgerbetrokkenheid, ter aanvull<strong>in</strong>gvan de representatieve democratie is toegenomen. Beleidsmakers hebben breedgeëxperimenteerd met verschillende vormen van directere democratie en <strong>voor</strong>alde ‘doe-democratie’ biedt mogelijkheden om beter dan nu gebeurt <strong>in</strong> te spelen opmaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. De stap naar een nieuwe generatie ‘doe-democratie’kan worden ondersteund door te <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> nieuwe vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussenen met burgers.


1877 netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliekDat er ‘iets’ mis is met de bestaande betrokkenheidsaanpak van de overheid is vrijwelniemand ontgaan. B<strong>in</strong>nen de overheidskolom zijn vele aanzetten gedaan <strong>voor</strong>verbeter<strong>in</strong>g; er werden bestuurlijke hervorm<strong>in</strong>gen doorgevoerd en lagen toegevoegd.Beleidsmakers, maar ook frontlijnwerkers, moesten meer klantgerichtdenken en op prestaties worden afgerekend. Inmeng<strong>in</strong>g van buitenaf <strong>in</strong> de op zichal <strong>in</strong>gewikkelde structuren – met hun vele kokers en (tussen-)lagen – ‘ontregelde’de bestaande orde en werd om die reden vaak als ongewenst gezien. Dat maakte<strong>het</strong> <strong>voor</strong> beleidsmakers lastig iets <strong>voor</strong> elkaar te krijgen (Idenburg 1999). Bestuurlijkehervorm<strong>in</strong>gen richtten zich bijna onveranderlijk op organisatorischestructuren en systemen: formele verantwoordelijkheden en bevoegdheden vanmensen. Slechts zelden werd gericht aandacht besteed aan de cultuur b<strong>in</strong>nen deoverheidskolom: ‘de manier waarop we hier d<strong>in</strong>gen doen’. De literatuur bevestigtechter de <strong>in</strong>druk die ook ons veldwerk laat zien: <strong>in</strong>stitutionele arrangementenhebben nauwelijks <strong>in</strong>vloed op de grootte van <strong>het</strong> democratisch tekort (Norris 2011:244-245).De stappen die zijn gezet om de bestaande hiërarchische cultuur aan te passen aande vereisten van de veranderende samenlev<strong>in</strong>g zijn <strong>in</strong> de goede richt<strong>in</strong>g, maar niettoereikend. De doorbraak naar een effectieve burgerbetrokkenheid behoeft eenandere overheidscultuur: Weber 3.0.7.1 van weber 1.0 naar weber 2.0…B<strong>in</strong>nen groepen burgers onderscheidden we vier basisculturen – de hiërarchie, demarkt, de wij-gemeenschap en <strong>het</strong> netwerk – en we benadrukten dat <strong>in</strong> de dagelijksepraktijk vrijwel altijd sprake is van een mix van basisculturen, waarbij éénvan de vier vormen dom<strong>in</strong>ant is. Het functioneren van <strong>in</strong>dividuen b<strong>in</strong>nen eengroep, en daarmee ook <strong>het</strong> functioneren van de groep als geheel, is sterk afhankelijkvan de dom<strong>in</strong>ante cultuur.Deze basisculturen zijn ook herkenbaar b<strong>in</strong>nen de overheidskolom. De klassiekeoverheidscultuur kreeg <strong>in</strong> hoge mate vorm langs de lijnen van de socioloog MaxWeber. Weber gruwde destijds van de hiërarchische, grillige en ook <strong>in</strong>effectievesystemen en organisatievormen, op basis van erebaantjes <strong>voor</strong> welgestelden.Daartegenover stelde hij de bureaucratie: benoemde ambtenaren, ondergeschiktaan politici, maar wel werkend met algemene regels <strong>voor</strong>al bedoeld om rationeelte besturen en de gelijkheid tussen burgers te bevorderen. Niet de persoonlijkewillekeur van machthebbers, maar regels zijn doorslaggevend.


188 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBureaucratie is vanuit dat perspectief positief en behoudt ook nu zijn waarde, metals kenmerken (zie <strong>voor</strong> een uitgebreidere beschrijv<strong>in</strong>g bij<strong>voor</strong>beeld Ra<strong>in</strong>ey 1997:23-31; Kickert 1993: 251):– er is een eenduidige hiërarchie van autoriteit;– de organisatie wordt geleid door regels die de procedures en de verantwoordelijkhedenvan de verschillende onderdelen bepalen;– de posities zijn betaalde banen die worden vervuld op basis van kennis enkunde (experts) en niet op basis van gunst of afkomst.Het klassieke model – we noemen <strong>het</strong> Weber 1.0 – verschafte helderheid. Beleidsontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> bepalen van doelstell<strong>in</strong>gen behoorden tot de politieke arena,terwijl de uitvoer<strong>in</strong>g tot de taken van ambtenaren behoorde (Brans et al. 2003:85-90). Dat bood <strong>het</strong> <strong>voor</strong>deel van een grote duidelijkheid: burgers kozen volksvertegenwoordigersdie wisten wie ze moesten aanspreken, politieke e<strong>in</strong>dverantwoordelijkenwisten wat er van hen werd verwacht en ambtenaren kenden hunplichten van loyaliteit en onpartijdigheid (Aberback et al. 1981). Deze manier vanorganiseren sloot ook <strong>in</strong> de naoorlogse jaren nog goed aan op de verzuilde samenlev<strong>in</strong>g.Burgers en hun private samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden waren – enigsz<strong>in</strong>s karikaturaalgesc<strong>het</strong>st – keurig ‘geordend’ <strong>in</strong> verticale kolommen die op lokaal en(<strong>in</strong>ter)nationaal niveau werden aangestuurd door een kle<strong>in</strong>e elite. Iedere zuil hadals <strong>het</strong> ware zijn eigen hiërarchie, waarbij de kracht van dat systeem was gelegen<strong>in</strong> de verzoen<strong>in</strong>g die aan de top plaatsvond.De zuiver weberiaanse aanpak kwam echter onder toenemende druk te staan.Bureaucratie kreeg, mede door de verdicht<strong>in</strong>g en versnell<strong>in</strong>g van de samenlev<strong>in</strong>g,steeds meer <strong>het</strong> imago van omslachtige stroperigheid. Politici en media vondenelkaar <strong>in</strong> een soms hijgerige mediacratie waar uitzonder<strong>in</strong>gen vaak de regelvormen, precies <strong>het</strong> tegenovergestelde van wat Weber beoogde. Ook de doedemocratiestelt nieuwe eisen – loslaten en ruimte maken bij<strong>voor</strong>beeld – die opgespannen voet staan met de klassieke parafencultuur van de overheidshiërarchie.Het plaatst beleidsmakers <strong>voor</strong> een dilemma: ‘we’ willen van de nadelen van dehedendaagse bureaucratie af, maar wat mogen we loslaten van de weberiaansestaatsleer en wat moeten we behouden?7.1.1 cultuuraanpass<strong>in</strong>genDe groeiende complexiteit maakt dat de samenlev<strong>in</strong>g steeds lastiger hiërarchisch isaan te sturen. Het antwoord hierop zochten beleidsmaker <strong>in</strong> de jaren tachtig van devorige eeuw <strong>in</strong> marktwerk<strong>in</strong>g (wrr 2012: 25-28). Overheidsorganisaties werdenverzelfstandigd of geprivatiseerd, er werden contracten afgesloten tussen overheidsorganisatiesonderl<strong>in</strong>g en concurrentie werd op diverse beleidsvelden geïntroduceerd.Het New Public Management (npm) maakte gebruik van stur<strong>in</strong>gsmechanismendie bij markten horen (Klijn 2008; Pollitt en Bouckaert 2011: 247). Dat


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek189bracht een ander soort rationalisatie <strong>in</strong> <strong>het</strong> openbaar bestuur teweeg, <strong>in</strong> termen vanmeetbare doelen, management van productieprocessen en prestaties <strong>voor</strong> klanten.De hooggespannen verwacht<strong>in</strong>gen van de npm-hervorm<strong>in</strong>gen werden <strong>in</strong> dedaarop volgende periode echter niet waargemaakt (Hoogwout 2010: 305). Vanuit<strong>het</strong> gezichtspunt van burgerbetrokkenheid had <strong>het</strong> denken <strong>in</strong> markttermen ookbezwaren. Het ‘gedoe’ van beleidsparticipatie past bij<strong>voor</strong>beeld slecht b<strong>in</strong>nende rationele managementcultuur (De Heer 2010). Maatschappelijke participatiewerd ondergraven door toepass<strong>in</strong>g van verkeerde prestatie-<strong>in</strong>dicatoren, zoals <strong>het</strong>aantal wijkbezoeken per wethouder, of <strong>het</strong> aantal m<strong>in</strong>uten per steunkous.Het klantdenken duwde de burger <strong>in</strong> een passieve rol en nam zo de prikkels <strong>voor</strong>maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven weg (Van der Veen 2010). npm beschouwt de burgerprimair als een rationeel mens die uit eigenbelang handelt (Hoogwout 2010: 158-159). Economen als Olson (1965: 48) waarschuwden al <strong>in</strong> de jaren zestig: mensendie <strong>in</strong> hun eigenbelang handelen, zullen niet <strong>in</strong> actie komen als anderen dat ookkunnen doen. In de vroege jaren van <strong>het</strong> milieubeleid wees ook Garrett Hard<strong>in</strong>(1986) op de zogenoemde tragedy of the commons, de tragiek van de gedeeldebelangen. Veel boerendorpen vormden zich vroeger om de gedeelde eng, deruimte waar elk zijn schapen hield. Iedere <strong>in</strong>dividuele boer wilde zoveel mogelijkschapen houden om zo <strong>het</strong> maximale <strong>in</strong>komen te verwerven, maar daardoor werdde eng kaalgevreten, tot schade van <strong>het</strong> algemeen belang.Nieuwe beleids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen legden daarom een grotere nadruk op de wijgemeenschapscultuur.In Nederland bouwden bij<strong>voor</strong>beeld de kab<strong>in</strong>etten-Balkenendeop <strong>het</strong> gedachtegoed van de communitaristen met hun nadruk op civilsociety. In <strong>het</strong> vorige hoofdstuk plaatsten we daar al kantteken<strong>in</strong>gen bij en wezenop <strong>het</strong> belangrijke werk van Ostrom. Haar boek Govern<strong>in</strong>g the commons: theevolution of <strong>in</strong>stitutions for collective action (1990) was <strong>voor</strong>al een reactie op de<strong>voor</strong>spelbare kaalslag van Hard<strong>in</strong>. Groepen mensen, toonde zij aan, zijn onder dejuiste <strong>voor</strong>waarden <strong>in</strong> staat tot zelfbeheer van gedeeld bezit. De wetenschappelijkediscussie verkreeg politieke scherpte toen de huidige reger<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> VerenigdKon<strong>in</strong>krijk (Cab<strong>in</strong>et Office 2010) zich schaarde achter <strong>het</strong> gedachtegoed vanPhillip Blond (2010: 131). Niet de markt, niet de overheid, maar de samenlev<strong>in</strong>gmoet <strong>in</strong> de Big Society de grootste rol <strong>in</strong>nemen.Nieuwe wegen werden beproefd en vanaf de jaren negentig kreeg de netwerkcultuurtoenemende aandacht. Beleidsmakers, zo was de redener<strong>in</strong>g, hebben baat bij dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gmet (groepen) burgers die niets ‘hoeven’, zoals <strong>in</strong> een wij-gemeenschap,maar wellicht wel zouden willen. In recenter werk boden Ostrom c.s. (zie bij<strong>voor</strong>beeldPoteete et al. 2010) daar<strong>voor</strong> een empirisch gefundeerde grondslag: bouwendop <strong>in</strong>formatie over <strong>het</strong> gedrag van anderen zijn <strong>in</strong>formele groepen mensen zonderoverheidsbemoeienis <strong>in</strong> staat om veel grootschaliger vraagstukken rond publiekedoelen op te pakken. Nieuwe, sociale, media bieden daar<strong>voor</strong> mogelijkheden


190 vertrouwen <strong>in</strong> burgers(Shirky 2008; Benkler 2006). Vanuit <strong>het</strong> perspectief van beleidsmakers kwam<strong>het</strong> accent te liggen op netwerkstur<strong>in</strong>g: de manier waarop beleidsmakers metnetwerken om kunnen gaan. De politiek behield zijn klassieke, functionele rol(government), maar gedecentraliseerde stur<strong>in</strong>gsprocessen (governance) kwamenmeer tegemoet aan de verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g (wrr2012).7.1.2 veranderende rolopvatt<strong>in</strong>genDe cultuuraanpass<strong>in</strong>gen hadden consequenties <strong>voor</strong> de rolopvatt<strong>in</strong>g van ambtenaren.In de strikte hiërarchie van Weber 1.0 is hun rol duidelijk; politici bepalen<strong>het</strong> beleid en ambtenaren beperken zich tot de beleidsuitvoer<strong>in</strong>g. In de praktijkwerden ambtenaren steeds actiever betrokken <strong>in</strong> de politieke arena. Al <strong>in</strong> 1969lanceerde Cr<strong>in</strong>ce le Roy zijn fameuze begrip ‘de Vierde Macht’, dat suggereert datde bureaucratie zonder veel <strong>in</strong>meng<strong>in</strong>g van politici, laat staan burgers, vormgeeftaan beleid. Een mengvorm van de politiek-ambtelijke betrekk<strong>in</strong>gen stemt <strong>het</strong>meest overeen met de bestaande werkelijkheid, concludeerde Nieuwenkamp(2001). Op Europees niveau wijst ook Steunenberg (2011; Andeweg en Thomassen2011b: 79-80) op de grote rol van ambtenaren.Die directe bemoeienis van ambtenaren heeft stellig een aantal <strong>voor</strong>delen, ookwaar <strong>het</strong> burgerbetrokkenheid betreft. Ambtenaren beschikken over expertise enervar<strong>in</strong>g die politici dikwijls ontberen (Noordegraaf en Van Lierop 2006/2007).Topambtenaren anticiperen op de politieke strijd, adviseren hun m<strong>in</strong>isters enhouden hen uit de w<strong>in</strong>d. In <strong>het</strong> overleg tussen de overheidskokers en met anderebestuurslagen of belangengroeper<strong>in</strong>gen nemen ze besliss<strong>in</strong>gen die weliswaar degoedkeur<strong>in</strong>g van ‘hun’ bew<strong>in</strong>dslieden behoeven, maar <strong>in</strong> de praktijk vaak moeilijkzijn terug te draaien. Ook frontlijnwerkers zijn, gewild of ongewild, politiekbetrokken. Wet- en regelgev<strong>in</strong>g hebben nooit alle details van de uitvoer<strong>in</strong>g <strong>voor</strong>zien,wat betekent dat uitvoerders <strong>in</strong> hun dagelijkse werk veel kle<strong>in</strong>e, politiekebesliss<strong>in</strong>gen nemen (zie bij<strong>voor</strong>beeld Wildavsky en Pressman 1973). Ons veldwerkgetuigt van de grote <strong>in</strong>breng van – vaak enigsz<strong>in</strong>s vrijgevochten – frontlijnwerkers.De laatste twee decennia is er dan ook een aanzienlijke <strong>in</strong>stitutionele rek ontstaan(zie bij<strong>voor</strong>beeld De Vries 2008; Niessen 2008); de bureaucratie van de klassiekeWeber (1.0) werd opgerekt naar die van Weber 2.0 (Breed en Hopman 2009). Alleenmet meer ruimte kunnen ambtenaren bruggen slaan naar hun beoogde partners, zowelb<strong>in</strong>nen de overheidskolom, als met (samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van) burgers.Omdat deze verruim<strong>in</strong>g gelijktijdig op vele plaatsen vorm krijgt, spreken VanMontfort en Van Twist (2009) van ‘ontgrenz<strong>in</strong>g’. Steeds vaker wordt teruggegrepenop gedelegeerde bevoegdheden b<strong>in</strong>nen koker- c.q. laagdoorsnijdende mechanismen(programmam<strong>in</strong>isterie of -directie). Ook aan de frontlijn worden nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gengelegd door een verbred<strong>in</strong>g van de ‘weberiaanse’ kerntaken; ons veldwerk


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek191biedt vele <strong>voor</strong>beelden van de grote rol die verb<strong>in</strong>ders spelen bij maatschappelijkeparticipatie en <strong>in</strong>itiatieven.Geheel zonder strijd voltrekt de verander<strong>in</strong>g zich niet. Voortdurend is er sprakevan ‘tegenacties’ die als doel hebben de ruimte <strong>voor</strong> ambtenaren te beperken. Inde mediacratie bestaat we<strong>in</strong>ig ruimte <strong>voor</strong> ambtelijke <strong>in</strong>breng. Politici staan <strong>in</strong> deschijnwerpers en <strong>in</strong> hun schaduw rest we<strong>in</strong>ig meer van de overzichtelijke beleidsarena’swaarb<strong>in</strong>nen de topambtenaren heersten over kennis en kennissen. Deadviesraden werden hun ‘ontnomen’, beleidsafdel<strong>in</strong>gen omgevormd tot zogenoemdekenniscentra, onder de vlag van npm werden vele activiteiten op afstandvan de overheid geplaatst. En dan was er ook nog de verplaats<strong>in</strong>g van beleid naarEuropa. Hoe konden m<strong>in</strong>isteries relevant blijven als ze dat <strong>in</strong> de ogen van hunm<strong>in</strong>isters niet meer waren?Het wederzijdse ongemak ondermijnt de spel<strong>in</strong>g die ambtenaren hebben b<strong>in</strong>nende cultuur van Weber 2.0 (Nieuwenkamp 2001; Noordegraaf en Van Lierop2006/2007; Niessen 2008; Korsten 2005). Het idee van <strong>het</strong> primaat van de politiekleeft nauwelijks meer onder topambtenaren, concludeert Kees Breed. Ze gaaneerder uit van een gelijkwaardige contractrelatie: politici zijn opdrachtgevers,ambtenaren opdrachtnemers. Maar, voegt hij er aan toe: “Zolang er geen alternatiefopdoemt <strong>voor</strong> deze traditionele rolverdel<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> onvermijdelijk dat topambtenarenblijven worstelen met hun eigen rolopvatt<strong>in</strong>g” (Breed 2007: 144). Deuitdag<strong>in</strong>g door de politieke <strong>voor</strong>lieden past niet meer bij de behoeften en toerust<strong>in</strong>gvan de ambtenaren en dat leidt op termijn onvermijdelijk tot teloorgang vankwaliteit en motivatie. Niet de organisatiestructuur, maar de cultuur van samenwerk<strong>in</strong>gis bepalend: wederzijds vertrouwen en loyaliteit vormen de wachtwoorden<strong>voor</strong> succes (Nieuwenkamp 2001: 48 e.v.).7.2 … en vervolgens weber 3.0De stap naar de cultuur van Weber 2.0 is weliswaar z<strong>in</strong>vol, maar stellig nietvoldoende: nog steeds is de hiërarchische cultuur dom<strong>in</strong>ant b<strong>in</strong>nen de overheidskolom.Waarnemers constateren sceptisch dat er b<strong>in</strong>nen en rond <strong>het</strong> openbaarbestuur weliswaar veel wordt gesproken over netwerkstur<strong>in</strong>g, maar dat betreft<strong>voor</strong>al symboliek: beleidsprocessen die beg<strong>in</strong>nen met een netwerkbenader<strong>in</strong>g,e<strong>in</strong>digen vaak met een top-downbenader<strong>in</strong>g die de vertrouwensrelaties tenietdoet(Meuleman 2008: 30-31). De wisselwerk<strong>in</strong>g is van alles een beetje, maar nooitdoorhappend naar een vorm van duidelijkheid. En tegelijk, zeggen sommigen,wordt de urgentie van een overdracht van verantwoordelijkheden aan burgersgroter: “<strong>het</strong> kan niet anders”, zoals Van der Steen et al. (2010: 22) concluderen,eenvoudigweg omdat <strong>het</strong> geld op is <strong>voor</strong> een zwaar overheidsapparaat en allesdekkende maatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen.


192 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDe doe-democratie behoeft een netwerkstur<strong>in</strong>g die meer is dan symboliek.“Leid<strong>in</strong>ggeven <strong>in</strong> complexe samenlev<strong>in</strong>gen is even onmogelijk (pessimistischuitgedrukt) als uitdagend (optimistisch uitgedrukt)”, stelt Geert Teisman (2005:167). Het stelt niet alleen hoge eisen aan de competenties van beleidsmakers, maarook aan bestuurlijke en politieke processen en systemen. Beleidsmakers moetende kunst van <strong>het</strong> loslaten beheersen: weten wanneer je nodig bent en wegblijvenals dat niet <strong>het</strong> geval is. Beleidsmakers kunnen de condities creëren die beleidsparticipatie,maatschappelijke participatie of maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven stimuleren,maar ze kunnen creatieve <strong>in</strong>breng niet afdw<strong>in</strong>gen. Ze kunnen democratischbesluiten om sommige overheidstaken af te stoten, maar ze kunnen niet eisen daten hoe die vervolgens door burgers worden opgepakt.De dom<strong>in</strong>ante dimensie van de overheidscultuur moet worden verlegd van deverticale lijn van de hiërarchie naar de horizontale lijn van <strong>het</strong> netwerk (zie ookrob 2010). We onderscheiden daarom een derde overheidscultuur: Weber 3.0,die is gebaseerd op <strong>het</strong> vertrouwen dat miljoenen burgers willen meedenken en-doen, en die bovendien ambtenaren en frontlijnwerkers de handel<strong>in</strong>gsruimtebiedt om daar recht aan te doen. Die cultuuromslag vereist een majeure aanpass<strong>in</strong>gvan beleidsmakers – politici en ambtenaren – die zijn opgegroeid b<strong>in</strong>nen eenstramme ‘verticale traditie’ (figuur 7.1).Figuur 7.1 Cultuuromslag van Weber 1.0 naar Weber 3.0StrategieStructuurSystemenSleutelvaardighedenStafStijlSamenb<strong>in</strong>dende waardenWeber 1.0EfficiëntieVerticaalTop downUitvoerdersSpecialistenGeen foutenVertrouwen <strong>in</strong> eliteWeber 3.0ZelfverantwoordelijkheidHorizontaalBottom upVerb<strong>in</strong>dersOploss<strong>in</strong>gsmakelaarsCorrectie achterafVertrouwen <strong>in</strong> burgersDe verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zeven elementen die gezamenlijk een ‘gezicht’ geven aan <strong>het</strong>begrip ‘organisatiecultuur’, sc<strong>het</strong>sen de omvang van de uitdag<strong>in</strong>g. Drie ‘harde’S-en – strategie, structuur en systemen – zijn onmiddellijk herkenbaar uit de <strong>voor</strong>gaandetekst. De strategie van beleidsmakers gaat van een nadruk op efficiëntienaar zelfverantwoordelijkheid; structuren van een nadruk op verticale lijnen naareen accent op horizontale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen; en systemen van <strong>in</strong>terne communicatievan top-down naar bottom-up. Ze vormen <strong>het</strong> relatief ‘makkelijke’ deel van de


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek193omslag. De ‘zachte’ S’en – sleutelvaardigheden, staf, stijl en samenb<strong>in</strong>dende waarden– zijn <strong>het</strong> moeilijkst, want <strong>het</strong> m<strong>in</strong>st grijpbaar. Weber 1.0-organisaties moestenzich onderscheiden door superieure uitvoerders, maar de sleutelvaardigheidb<strong>in</strong>nen Weber 3.0-<strong>in</strong>stituties is gelegen bij verb<strong>in</strong>ders. De staf bestaat niet langeruit functionele specialisten, maar uit oploss<strong>in</strong>gsmakelaars. De stijl spr<strong>in</strong>gt vaneen nadruk op <strong>het</strong> <strong>voor</strong>komen van fouten met de bijbehorende risicoafwijz<strong>in</strong>g,naar correctie achteraf met de eveneens bijbehorende acceptatie van <strong>het</strong> risico van– snel te corrigeren – fouten. En de samenb<strong>in</strong>dende waarde van een vertrouwen<strong>in</strong> een elite van beleidsmakers – zowel politici als ambtenaren – dient te wordenvervangen door een vertrouwen <strong>in</strong> burgers.Speciaal die laatste sprong vraagt om een mentale ommezwaai: niet alle beleidsmakersdenken vanuit burgers. Niet zonder reden gaf James Scott zijn bekendeboek de titel See<strong>in</strong>g like a state (1998). Hij concludeerde dat <strong>het</strong> falen van beleid<strong>voor</strong>al bij beleidsmakers is gelegen: “If I were asked to condense the reasons beh<strong>in</strong>dthese failures <strong>in</strong>to a s<strong>in</strong>gle sentence, I would say that the progenitors of such plansregarded themselves as far smarter and farsee<strong>in</strong>g than they really were and, at thesame time, regarded their subjects as far more stupid and <strong>in</strong>competent than theyreally were” (Scott 1998: 343). Ook onze gesprekspartners hebben <strong>het</strong> over ‘angst’<strong>voor</strong> burgers, over ambtenaren die zich <strong>in</strong> hun deskundigheid aangetast voelen enover volksvertegenwoordigers die <strong>het</strong> laatste woord willen hebben.7.2.1 <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>tuïtieBeleidsmakers zien zich geconfronteerd met wat Ronald Heifetz et al. (2009: 70) eenadaptive challenge noemen: een uitdag<strong>in</strong>g waar<strong>voor</strong> een <strong>in</strong>strumentele oploss<strong>in</strong>g,zoals een nieuwe procedure of een nieuwe organisatiestructuur, niet voldoende zalzijn. In een complexe, snel veranderende omgev<strong>in</strong>g ‘overleven’ alleen adaptieve<strong>in</strong>stituties: <strong>in</strong>stituties die meer doen dan <strong>in</strong>strumenteel bijschaven en die ook deonderliggende aspecten durven aan te pakken. Dit kunnen systemen zijn waarb<strong>in</strong>nengrote aantallen mensen ‘als vanzelf’ differentiatie en samenhang <strong>voor</strong>tbrengen,waardoor ze zich gezamenlijk <strong>voor</strong>tdurend aanpassen aan veranderende omstandigheden.De grondslag <strong>voor</strong> dat collectieve gedrag is gelegen <strong>in</strong> <strong>in</strong>stitutionele <strong>in</strong>tuïtie:een <strong>in</strong>tuïtie die gedeeld wordt door allen b<strong>in</strong>nen de gemeenschap en die elkvan hen <strong>in</strong> staat stelt om zonder formele opdracht aanpass<strong>in</strong>gen te kunnen maken.Een metafoor kan helpen om de essentie van die <strong>in</strong>tuïtie te begrijpen. Velen van onsblijken <strong>voor</strong>treffelijke evenwichtskunstenaars: bijna iedereen kan een hockeystickbalanceren op een v<strong>in</strong>gertop. Het is een evenwichtskunst die is gebaseerd op driepr<strong>in</strong>cipes. Ten eerste: houd je ogen open. Wanneer we twee seconden onze ogensluiten, valt de stick onverbiddelijk. Ten tweede: schakel <strong>het</strong> ‘hoofdkantoor’ uit.Elk signaal dat onze ogen registreren – bij<strong>voor</strong>beeld een stick die langzaam overhelt–moet onmiddellijk resulteren <strong>in</strong> een passende correctie. We hebben eenvou-


194 vertrouwen <strong>in</strong> burgersdigweg niet genoeg tijd en kennis om de noodzakelijke bereken<strong>in</strong>gen te maken, en– <strong>voor</strong>al – we hebben we<strong>in</strong>ig idee wat de toekomst ons gaat brengen. En ten derde:besef dat iets wat permanent ‘fout’ is, altijd ‘goed’ is <strong>in</strong>dien de afwijk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong>streefbeeld <strong>voor</strong>tdurend worden gecorrigeerd. De stick dreigt permanent te vallen,maar omdat we <strong>voor</strong>tdurend corrigeren valt hij nooit. In theorie moet er eenideale positie zijn waarbij de stick, zonder <strong>in</strong>vloeden van buiten, rustig <strong>in</strong> eeneeuwig evenwicht is, maar wij, met onze beperkte vaardigheden, slagen er nooit<strong>in</strong> die positie te v<strong>in</strong>den. Toch krijgen we <strong>het</strong> <strong>voor</strong> elkaar om met diezelfde beperktetoerust<strong>in</strong>g door duizenden kle<strong>in</strong>e correcties te <strong>voor</strong>komen dat de stick valt.Instituties die koploper willen zijn bij ‘<strong>het</strong> sturen van <strong>het</strong> onbestuurbare’ (Klijn2008: 313) moeten uitgaan van een cultuur met die drie basiselementen: houd jeogen open en beweeg mee met wat je ziet gebeuren; vertrouw burgers en frontlijnwerkersen geef ze meer ruimte; en probeer niet alles van tevoren aan te sturen,maar corrigeer achteraf. Het zijn nagenoeg dezelfde punten waarop de koplopers<strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>in</strong>ternetbedrijfsleven zich onderscheiden: beweeg mee, vertrouw <strong>het</strong>publiek als producent, probeer en corrigeer, en houd <strong>het</strong> eenvoudig.7.2.2 gelaagd netwerkWeber 3.0 betekent niet een terugtrekkende overheid, maar veeleer een <strong>voor</strong>waardenscheppendeen corrigerende overheid die faciliteert dat burgers en frontlijnwerkers<strong>in</strong>itiatief nemen. Er is niets ‘zachts’ aan die overheid. Veel frontlijnwerkershebben geleerd zich afwachtend op te stellen, als uitvoerders van opgelegdbeleid. De doe-democratie heeft daar we<strong>in</strong>ig plaats <strong>voor</strong>: niet alleen burgers maarook frontlijnwerkers moeten dóen. Beleidsmakers moeten de omstandighedencreëren die <strong>het</strong> frontlijn<strong>in</strong>itiatief ‘afdw<strong>in</strong>gen’: mensen moeten zich verantwoordelijkwillen voelen <strong>voor</strong> de uitdag<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen hun werkgebied. Weer gaat <strong>het</strong> om‘niet-helpen’: dit is jouw probleem, je kent de spelregels dus los <strong>het</strong> maar op. Enalleen als je echt vastloopt, kom je maar langs.Het vereist bestuurlijke moed en <strong>in</strong>zicht om de benodigde cultuurverander<strong>in</strong>gennaar Weber 3.0 <strong>in</strong> gang te zetten. Voor veel beleidsmakers roept <strong>het</strong> woord ‘cultuurverander<strong>in</strong>g’een beeld op van weer een bijeenkomst <strong>in</strong> de hal van <strong>het</strong> m<strong>in</strong>isteriemet de secretaris-generaal op de zeepkist om de aftrap te geven te midden vankleurrijke ballonnen. Om vervolgens te verzanden <strong>in</strong> goede <strong>voor</strong>nemens. Hetis een glibberig terre<strong>in</strong> dat omgeven is met zo veel mislukk<strong>in</strong>gen – <strong>het</strong> programmaAndere Overheid was nog geen tien jaar geleden een speerpunt van <strong>het</strong> kab<strong>in</strong>et-Balkenende II – dat velen er de <strong>voor</strong>keur aan geven hun handen niet te branden.De overgang naar een Weber 3.0-cultuur heeft alleen een kans van slagen <strong>in</strong>diende drempels <strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g worden geslecht. Door de schurende logica’s vanburgers en beleidsmakers missen beleidsmakers kansen <strong>voor</strong> dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en de


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek195mogelijkheid om toegang te krijgen tot de specifieke praktijkkennis die burgersvaak hebben. Ook de bestaande structuren en systemen zitten een cultuuromslag<strong>in</strong> de weg. De scheid<strong>in</strong>g tussen beleids<strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g en beleidsuitvoer<strong>in</strong>g bij<strong>voor</strong>beeldstaat haaks op de vereiste van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>durend proberen en corrigeren: zemoeten juist dicht op elkaar zitten en verweven zijn. De cultuuromslag die wenodig achten wordt idealiter geschraagd door aanpass<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> overheidsstructuren,zoals m<strong>in</strong>der hiërarchie en meer netwerk, zonder <strong>voor</strong>bij te gaan aan een matevan gelaagdheid die altijd nodig zal blijven.Blijvende gelaagdheidDe overheidskolom en de private samenlev<strong>in</strong>g moeten elkaar kunnen v<strong>in</strong>den. Datwas ten tijde van Weber 1.0 relatief makkelijk: de private kant van <strong>het</strong> speelveld<strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid was toen ook gekenmerkt door een sterke gelaagdheid.Telkens was daar sprake van een nieuw overlegcircuit: gemeentelijk, regionaal,prov<strong>in</strong>ciaal, nationaal, <strong>in</strong>ternationaal, en zo vormde zich een vertegenwoordig<strong>in</strong>gspiramide.In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g wordt die private piramide ‘platgeslagen’, maar geheelzonder bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kunnen ook de nieuwe <strong>in</strong>stituties niet. Het merendeel vande contacten tussen burgers en beleidsmakers en bestuurders verloopt niet meerlangs de formele bovenlijnen, maar via verb<strong>in</strong>ders die zich staande kunnenhouden <strong>in</strong> meerdere clusters. Ook de verb<strong>in</strong>ders hebben, om effectief op tekunnen komen <strong>voor</strong> de belangen van hun clusters, belang bij gelaagde verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genmet de verticale kolommen van overheden en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.Indien ze bij <strong>het</strong> ontwikkelen van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven <strong>voor</strong>tdurend stuitenop een dichte deur of de open<strong>in</strong>gen naar de juiste plaatsen op <strong>het</strong> juiste niveauniet weten te v<strong>in</strong>den, is hun <strong>in</strong>zet veelal gedoemd te mislukken.Bij beleids- en maatschappelijke participatie kunnen beleidsmakers en frontlijnwerkersalleen effectief zijn als ze zijn verbonden met hun beoogde samenwerk<strong>in</strong>gspartners.Ze moeten daarom weten wie de belangrijkste personen <strong>in</strong> <strong>het</strong>netwerk zijn, om ze vervolgens te activeren en te verb<strong>in</strong>den. Aan de frontlijn gaatdat om verb<strong>in</strong>ders, maar hogerop gaat <strong>het</strong> om – vaak <strong>in</strong>formele – bovenb<strong>in</strong>ders.Een werkelijke dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vereist bovendien dat beleidsmakers en frontlijnwerkerszelf fungeren als verb<strong>in</strong>ders die thuis zijn b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> eigen overheidscluster,en dat ze daarnaast de taal spreken van <strong>het</strong> burgercluster. De beide clusterszijn dan samen onderdeel van één netwerk.De behoefte aan horizontale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en herkenbare structuur komt van beidekanten, en de Weber 3.0-cultuur dient daar<strong>voor</strong> de open<strong>in</strong>gen te creëren. Nieuweverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>itiatieven worden van geval tot geval <strong>in</strong>gevuld, waarbij de overheidscultuurmoet kunnen <strong>in</strong>spelen op de variëteit van culturen ‘<strong>in</strong> <strong>het</strong> veld’, met<strong>in</strong>begrip van die van de vaak afwijkend georganiseerde maatschappelijke <strong>in</strong>itiatie-


196 vertrouwen <strong>in</strong> burgersven en andersbeweg<strong>in</strong>gen. Dat vraagt om <strong>het</strong> verweven van nog steeds noodzakelijkevormen van hiërarchie met horizontale, maatschappelijke netwerken: vanpositionele macht met creatieve macht. Veel meer dan <strong>voor</strong>heen ligt <strong>het</strong> accentop de horizontale dimensie, maar de verticale blijft op essentiële punten van grootbelang: beleidsmakers behouden een overkoepelende verantwoordelijkheid(zie ook wrr 2012: 140-145).Drie niveausWeber 3.0 manifesteert zich <strong>in</strong> organisatorische termen als een gelaagd netwerk,waarb<strong>in</strong>nen drie niveaus zijn te onderscheiden (zie ook Oosterl<strong>in</strong>g 2009). Opbouwendvanuit <strong>het</strong> perspectief van burgers is dat <strong>in</strong> de eerste plaats <strong>het</strong> operationeleniveau van de frontlijn waar (groepen) burgers <strong>voor</strong>al <strong>in</strong> alledaags contact staanmet frontlijnwerkers van overheden en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Om <strong>in</strong> de praktijk grotereslagen te kunnen maken en ook de rugdekk<strong>in</strong>g van de frontlijnwerkers zeker testellen is er een tactisch niveau vereist: een overleglaag waar trekkers en verb<strong>in</strong>dersvanuit de verschillende clusters contacten onderhouden met <strong>het</strong> uitvoerendemiddenkader, districtsmanagers bij<strong>voor</strong>beeld. Ten slotte is er een strategischniveau: een toplaag waar – m<strong>in</strong>der frequent – de wisselwerk<strong>in</strong>g tussen kopstukken<strong>in</strong> hun rol van bovenb<strong>in</strong>der aan de ene kant en beleidsmakers en bestuurders aande andere <strong>in</strong>houd krijgt (box 7.1).Dit wekt de <strong>in</strong>druk van hiërarchie tussen de drie niveaus, maar drie aspectenmaken een fundamenteel verschil. In de eerste plaats zijn de hogere lagen <strong>in</strong>belangrijke mate dienend aan de onderlaag. Burgers doen meer ‘zaken’ met frontlijnwerkersdie daartoe beschikken over meer ruimte om hun takenpakket <strong>in</strong>houdte geven. In de tweede plaats zijn <strong>het</strong> vaak niet de formele <strong>in</strong>stituties van <strong>het</strong>huidige middenveld die de maat slaan, maar <strong>in</strong>dividuele burgers of <strong>in</strong>formele, vaakeenmalige samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die <strong>in</strong>breng leveren. En <strong>in</strong> de derde plaats iser ten gevolge van <strong>voor</strong>tdurend proberen en, zo nodig, achteraf corrigeren sprakevan “georganiseerde anarchie” (Pierre en Peters 2005: 54-58): <strong>voor</strong>keuren wordenwerkenderweg bepaald, methodieken en spelers wisselen. Instituties passen zichaan op basis van onvolledige <strong>in</strong>formatie, besliss<strong>in</strong>gen zijn meestal <strong>het</strong> resultaatvan een samenloop van kansen, mensen en ideeën (Pierre en Peters 2005: 52).Velen van de huidige beleidsmakers en bestuurders beschouwen zo’n organisatorischeomslag stellig als bedreigend: <strong>in</strong> hun ogen wordt <strong>het</strong> een rommeltje. Hetis echter goed te beseffen dat ook de huidige wisselwerk<strong>in</strong>g tussen burgers enbeleidsmakers sluipenderweg al veel van dergelijke kenmerken heeft: ‘bovenlagen’zijn <strong>in</strong> de praktijk ook nu al <strong>in</strong> hoge mate afhankelijk van de medewerk<strong>in</strong>g van‘onderlagen’. Zonder draagvlak onder burgers wordt beleid onuitvoerbaar, metdraagvlak is er nauwelijks behoefte aan handhav<strong>in</strong>g. Een meestribbelende frontlijnbrengt een mach<strong>in</strong>erie tot stilstand. Met een ‘leemlaag’ als middenkader lopenbeleidsmakers en bestuurders vast, met een trots middenkader aan boord kunnen


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek197Box 7.1Een gelaagde netwerkstructuur <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>gEen gelaagde netwerkstructuur wordt bepaald door cirkels, die de reikwijdte van de <strong>in</strong>vloedssferenvan de hoofdrolspelers op elk niveau beschrijven. Op <strong>het</strong> operationele niveau overlappen de clustersvan frontlijnwerkers en burgers idealiter elkaar; verb<strong>in</strong>ders zorgen <strong>voor</strong> de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g diekan leiden tot overdracht van ideeën. Indien zich desondanks spann<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong>doen, kan de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gop <strong>het</strong> tactische niveau tussen <strong>het</strong> middenkader van de overheid en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genen trekkers en verb<strong>in</strong>ders van burgerverbanden veelal leiden tot verzoen<strong>in</strong>g en soms totconflictbeslecht<strong>in</strong>g. Op dit niveau worden de kaders bepaald die operationeel houvast bieden. Op<strong>het</strong> strategische niveau overlappen de cirkels horizontaal met elkaar, maar ook verticaal met dieop <strong>het</strong> tactische niveau, met beleidsmakers en bestuurders aan de ene kant en bovenb<strong>in</strong>ders aan deandere <strong>in</strong> een hoofdrol.Figuur 7.2De drie niveaus van een gelaagde netwerkstructuurStrategischTactischOperationeelVerb<strong>in</strong>dersIndien we de cirkels beschouwen als <strong>in</strong> elkaar grijpende tandwielen, komt de essentie van degelaagde netwerkstructuur <strong>in</strong> beeld. Als de kle<strong>in</strong>e wieltjes aan de basis een slag draaien, gebeurt erboven vrijwel niets. Als de grote wielen op strategisch niveau echter een tandje draaien, ratelen deradertjes onder<strong>in</strong>. Behalve als er onder<strong>in</strong> zand <strong>in</strong> de radertjes wordt gegooid. Dan komt alles totstilstand. Als, omgedraaid, de kle<strong>in</strong>e tandwieltjes allemaal <strong>in</strong> dezelfde richt<strong>in</strong>g draaien, verandert‘de maatschappij’. Dat is de essentie van burgerbetrokkenheid: de motivatie en uitwissel<strong>in</strong>g aan debasis die op de hogere niveaus wordt verwerkt <strong>in</strong> tactiek en strategie.ze meters maken. Eenieder onderkent die wederzijdse afhankelijkheid, maar <strong>in</strong> depraktijk van de Weber 1.0/2.0-cultuur wordt dat te veel gezien als een beperkendefactor <strong>voor</strong> een efficiënte organisatie. De Weber 3.0-cultuur beschouwt <strong>het</strong>


198 vertrouwen <strong>in</strong> burgerssamenspel tussen operationeel, tactisch en strategisch niveau juist als een essentieelonderdeel <strong>voor</strong> een effectieve organisatie.Tweericht<strong>in</strong>gsverkeerGelaagde netwerken worden gekenmerkt door een <strong>in</strong>tensieve <strong>in</strong>teractie, nietalleen tussen de niveaus b<strong>in</strong>nen de overheidsorganisaties en maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, maar ook tussen die organisaties en de samenlev<strong>in</strong>g, via verschillendekanalen van verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.Op <strong>het</strong> operationele niveau bevorderen de <strong>in</strong>formele spelregels van de tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gdat alle burgers op een civiele wijze kunnen deelnemen aan hun samenlev<strong>in</strong>g.Beleidsmakers verblijven daar niet, maar hun frontlijnwerkers wel degelijk, en zonodig moeten ze misstanden <strong>voor</strong>komen en/of corrigeren. Ook de toegevoegdewaarde van de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g door trekkers en verb<strong>in</strong>ders aan de frontlijn wordt <strong>in</strong>hoge mate bepaald door spelregels die hun ruimte en ondersteun<strong>in</strong>g verschaffen.Beleidsparticipatie op terre<strong>in</strong>en als veiligheid en fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g vaart er wel bij,en dat geldt <strong>in</strong> nog sterkere mate ook <strong>voor</strong> maatschappelijke participatie en <strong>in</strong>itiatieven.Beleidsmakers hebben dus belang bij een goede <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g en worden doorburgers daar ook op aangekeken.Op <strong>het</strong> tactische niveau treffen de verb<strong>in</strong>ders vanuit de frontlijn – burgers en/offrontlijnwerkers – <strong>het</strong> middenkader van de maatschappelijke en overheids<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.De vertegenwoordigers van beide zijden moeten zeker zijn van de rugdekk<strong>in</strong>gvan respectievelijk hun achterban en hun bazen. Beleidsmakers en bestuurdersvormen daartoe <strong>in</strong> hun rol als ‘baas’ – wat Tops (2007) “vitale coalities”noemt. B<strong>in</strong>nen de grenzen van nationaal beleid krijgen met name de uitvoer<strong>in</strong>gskadersvan de maatschappelijke participatie vorm op regionaal niveau; maatschappelijke<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen als onderwijs, gezondheidszorg, huisvest<strong>in</strong>g, jeugd- enseniorenzorg, en openbaar vervoer hebben een hoog ‘streekgehalte’. Burgersontwikkelen ook steeds vaker maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven die b<strong>in</strong>nen deze laaghun rugdekk<strong>in</strong>g moeten krijgen. Het is aan beleidsmakers, zowel regionaal alsnationaal, om de <strong>voor</strong>waarden daartoe te bevorderen.Op <strong>het</strong> strategische niveau ten slotte, ‘ontmoeten’ burgers politici. Het is op ditmoment een wat eenzijdige relatie: burgers kennen de kopstukken wel (of denkendat te doen), maar andersom is <strong>het</strong> een anoniem gebeuren, waarbij op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>genen via-viaverhalen veel van de <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g bieden. Burgers legitimeren hun volksvertegenwoordigersen als deze er <strong>in</strong> de praktijk niks van maken, stemmen ze bijeen volgende verkiez<strong>in</strong>g op een andere partij. Zo houden ze elke vier jaar <strong>het</strong>afsprakenpakket met ‘hun’ beleidsmakers opnieuw tegen <strong>het</strong> licht. De uitkomstvan die heronderhandel<strong>in</strong>g wordt sterk bepaald door hun ervar<strong>in</strong>g op de tweelagere niveaus. Beleidsmakers <strong>in</strong> de bovenlaag hebben dus een direct belang bij eenals z<strong>in</strong>vol ervaren burgerbetrokkenheid, maar ze doen zichzelf en de samenlev<strong>in</strong>g


netwerkstur<strong>in</strong>g: meer dan symboliek199tekort door <strong>het</strong> beperkte beroep op actieve beleidsparticipatie en <strong>voor</strong>al door derem op maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Dit tweericht<strong>in</strong>gsverkeer – op operationeel, tactisch en strategisch niveau – tussenbeleidsmakers en (samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van) burgers houdt alle spelersscherp en bij de les. Of zoals Pieter Tops <strong>het</strong> uitdrukt: “Burgers spreken <strong>het</strong>bestuur aan en <strong>het</strong> bestuur spreekt burgers aan. Burgers voeden <strong>het</strong> bestuur open <strong>het</strong> bestuur voedt burgers op” (Tops 2009: 57-58). In dat tweericht<strong>in</strong>gsverkeermoeten beleidsmakers en bestuurders vaker dan tevoren <strong>het</strong> stuur uit handengeven en durven terugvallen op strategische herkenn<strong>in</strong>g (Burgelman en Sayles1988): <strong>het</strong> <strong>in</strong> blijde verwacht<strong>in</strong>g uitzien naar de <strong>in</strong>itiatieven waarmee ‘<strong>het</strong> veld’komt.Die omslag van sturen op <strong>in</strong>houd <strong>in</strong> Weber 1.0/2.0 naar sturen op proces <strong>in</strong>Weber 3.0 stelt hoge eisen aan beleidsmakers, constateert oud-topambtenaar RoelBekker (2009): “Het beeld van een overheid en van overheidsdienaren als onderdeelvan grotere en kle<strong>in</strong>ere netwerken verdraagt zich slecht met een politieksysteem dat zelf weliswaar naar zijn aard zeer chaotisch is, maar <strong>in</strong> zijn verhoud<strong>in</strong>gmet <strong>het</strong> ambtelijke systeem tot dusver geheel gericht is op de orde van verkoker<strong>in</strong>gen hiërarchie.” De Weber 3.0-overheidscultuur moet kunnen <strong>in</strong>spelen op devariëteit aan culturen van spelers op <strong>het</strong> burgerbetrokkenheidsveld, met <strong>in</strong>begripvan die van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven en de andersbeweg<strong>in</strong>gen, en <strong>voor</strong>al eenopen oog hebben <strong>voor</strong> de uiteenlopende behoeften en kwaliteiten van burgers.* * *In een democratie die zichzelf <strong>voor</strong>tdurend wil aanpassen aan technologische enmaatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen, is <strong>het</strong> beleid nooit volledig correct toegesneden.Miljoenen mensen moeten steeds miljoenen kle<strong>in</strong>e correcties maken: <strong>het</strong>formele beleid <strong>in</strong>kleuren en uitdagen. De kunst van <strong>het</strong> openbaar bestuur is <strong>in</strong>hoge mate <strong>het</strong> laten van een gepaste ruimte aan burgers: weet wanneer je nodigbent en blijf weg als dat niet <strong>het</strong> geval is. Netwerkstur<strong>in</strong>g is daar<strong>voor</strong> essentieelen beleidsmakers moeten grotere stappen <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g zetten dan tot nu toe isgedaan. De stap van Weber 1.0 naar Weber 2.0 met meer ruimte <strong>voor</strong> ambtenarenen nieuwe <strong>in</strong>strumenten <strong>voor</strong> burgerparticipatie is niet voldoende; de stap naarWeber 3.0 kan niet langer worden uitgesteld. De huidige samenlev<strong>in</strong>g vergt <strong>het</strong>besturen van <strong>het</strong> onbestuurbare. Dat betekent een grote uitdag<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> beleidsmakersdie uithoud<strong>in</strong>gsvermogen vergt. In <strong>het</strong> vierde en laatste deel van ons<strong>rapport</strong> doen wij suggesties die deze oploss<strong>in</strong>g dichterbij kunnen brengen.


deel ivburgerbetrokkenheid <strong>in</strong> nederland:aanbevel<strong>in</strong>gen


2038 bouwen aan vertrouwenWat kunnen beleidsmakers – politici en ambtenaren – doen? We hebben niet depretentie dat we hun ‘de’ oploss<strong>in</strong>g kunnen aanreiken. Het zou ook strijdig zijnmet ons eigen betoog dat een goed verhaal ruimte laat <strong>voor</strong> velen – nu en later –om een eigen <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g te geven aan ‘hun’ betrokkenheid. We willen wel eeneerste aanzet bieden, als bron van <strong>in</strong>spiratie om verder te denken en te handelen.Daarbij gelden twee uitgangspunten: denk vanuit burgers en vergroot de kaders.Denk vanuit burgers. Wie burgers wil betrekken, moet denken vanuit hunperspectief. Burgers hebben uiteenlopende behoeften en kwaliteiten en <strong>het</strong> is zaakdaar <strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g reken<strong>in</strong>g mee te houden. Als dat onvoldoendegebeurt, zullen (te) velen afhaken. In ons onderzoek onderscheidden we vierbetrokkenheidsstijlen die de verhoud<strong>in</strong>g van burgers ten opzichte van beleidsmakersomschrijven. Verantwoordelijken – 30 tot 35 procent van de stemgerechtigdebevolk<strong>in</strong>g – zijn veelal bereid om de uitdag<strong>in</strong>gen die beleidsmakers hun <strong>voor</strong>leggen,op te pakken. Een deel van de bevolk<strong>in</strong>g, zo’n 15 procent, kan worden gekenmerktals Volgzaam: ze weten zich m<strong>in</strong>der toegerust om effectief <strong>in</strong>vloed uit teoefenen op beleid, maar ze zijn gezagsgetrouw. Ruim een kwart, 25 tot 30 procent,van de bevolk<strong>in</strong>g betitelden we als Pragmatici: ze zijn, zo nodig, goed <strong>in</strong> staat om<strong>voor</strong> hun belangen op te komen maar voelen zich nauwelijks aangesproken doorde uitdag<strong>in</strong>gen van nationale beleidsmakers. Critici ten slotte voelen zich doordatzelfde aanbod overvraagd en dreigen te vervallen <strong>in</strong> een houd<strong>in</strong>g van wijtegen-zij:kritisch, op <strong>het</strong> randje van afhaken. Deze vier stijlen bieden een goeduitgangspunt <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verbreden én verfijnen van <strong>het</strong> betrokkenheidsaanbod.Onder <strong>voor</strong>waarden blijken alle groepen burgers te bereiken en goeddeels te activeren.Dat vereist wel een gedifferentieerde beweg<strong>in</strong>gsruimte die tegemoetkomtaan hun specifieke behoeften en kwaliteiten.Vergroot de kaders. Wie burgers wil betrekken moet drie verschillende velden vanbetrokkenheid onderscheiden. Beleidsparticipatie is nog te eenzijdig gericht op deplann<strong>in</strong>gsfase van beleid en gaat <strong>voor</strong>al uit van <strong>het</strong> perspectief van beleidsmakers:burgers ‘mogen’ meepraten over plannen van de overheid. Het verbreden vanbeleidsparticipatie naar andere beleidsfasen betekent dat burgers ook bij de agendavorm<strong>in</strong>g,beleidsuitvoer<strong>in</strong>g en crisisbeheers<strong>in</strong>g betrokken worden. In <strong>het</strong>huidige beleid gericht op maatschappelijke participatie staat samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g nog teveel centraal. Het vernieuwen van maatschappelijke participatie vraagt juist om<strong>het</strong> versterken van tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de openbare ruimte en de dwarsverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gnaar kwetsbare (groepen) burgers. De grootste uitdag<strong>in</strong>g is echter gelegen <strong>in</strong> <strong>het</strong>verwelkomen van maatschappelijk <strong>in</strong>itiatieven die niet altijd gladjes ‘passen’ <strong>in</strong> <strong>het</strong>beleidsperspectief van beleidsmakers. Zeker als deze <strong>in</strong>itiatieven zich begeven opde velden van beleidsparticipatie en maatschappelijke participatie, kunnen ze zeer


204 vertrouwen <strong>in</strong> burgersontregelend maar ook van grote toegevoegde waarde zijn <strong>voor</strong> beleidsmakers: zekunnen verstarde denkkaders doorbreken.Deze uitgangspunten vragen om ruimdenkende beleidsmakers die bereid zijn tebouwen aan vertrouwen en de grondvesten te leggen <strong>voor</strong> een nieuwe generatiedoe-democratie: stapje <strong>voor</strong> stapje, experimenterend, lerend en waar nodigachteraf corrigerend. We sc<strong>het</strong>sen vier verschillende manieren om daar concrete<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan te geven: creëer voldoende en adequaat tegenspel, vergroot de alledaagse<strong>in</strong>vloed, stimuleer <strong>het</strong> maatschappelijk verkeer, en bouw stevige steunpilaren.8.1 creëer tegenspelGoede beleidsmakers hechten aan tegenspel. Ze geven niet alleen ruimte <strong>voor</strong>tegengeluid, maar nodigen dat ook actief uit (zie ook Hajer 2011: 51). Informatie isdaar<strong>voor</strong> essentieel. Dat geldt <strong>voor</strong> alle betrokkenen: burgers moeten beschikkenover goede <strong>in</strong>formatie om <strong>in</strong>itiatieven te starten en <strong>voor</strong> hun belangen op tekunnen komen en beleidsmakers moeten hun burgers kennen om hen te kunnenbetrekken. Op beide terre<strong>in</strong>en zijn – aanzienlijke – verbeter<strong>in</strong>gen wenselijk.8.1.1 vergroot toegang tot dataClusters kristalliseren veelal uit rond een <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g die uiteenlooptvan <strong>het</strong> ‘gonzen’ aan een schoolhek en de klassieke dorpskrant tot buurtwebsitesen sociale media waar voetbalsupporters of andere gelijkgestemden elkaar ‘treffen’.Voor een adequaat tegengeluid is <strong>het</strong> van belang dat dit gonzen gebaseerd isop correcte <strong>in</strong>formatie. Beleidsmakers hebben op dit terre<strong>in</strong> een bijzondereverantwoordelijkheid, omdat ze beschikken over veel data die, mits vrij toegankelijk,waardevol kunnen zijn <strong>voor</strong> burgers. Wanneer deze data openbaar zijn envolgens een standaard worden gepubliceerd, zullen e-burgers zelf toepass<strong>in</strong>genbedenken die nuttig zijn <strong>voor</strong> andere burgers en die – zoals <strong>het</strong> <strong>in</strong>itiatief ‘hack deoverheid’ (www.hackdeoverheid.nl) – beogen om beleidsmakers scherp tehouden.Toegang tot <strong>in</strong>formatie is zeker gewenst als beleidsmakers besluiten om bepaaldeverantwoordelijkheden over te dragen aan (groepen) burgers. Burgers kunnen danimmers niet meer terugvallen op de overheid als hun belangenbehartiger. Traditioneelstellen beleidsmakers eisen aan derden <strong>voor</strong> <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g aanburgers, denk aan labels, bijsluiters, keurmerken, om burgers te ondersteunen <strong>in</strong><strong>het</strong> maken van verantwoorde keuzes, maar als de achterliggende data openbaarworden gemaakt, kunnen ook anderen zich <strong>in</strong>zetten <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g.Meer openheid en toegankelijkheid van data kunnen stimulerend werken;burgers maken toepass<strong>in</strong>gen die niet van tevoren te verz<strong>in</strong>nen zijn. Zo zijn er nu


ouwen aan vertrouwen205twee app’s met <strong>in</strong>formatie ter ondersteun<strong>in</strong>g van een verantwoorde voed<strong>in</strong>gskeuze<strong>in</strong> de supermarkt (Boodschapapp en Eet-wijzerapp). Vergelijkbare <strong>in</strong>itiatievenzijn denkbaar <strong>voor</strong> <strong>het</strong> toegankelijker maken van <strong>in</strong>formatie over maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, ter ondersteun<strong>in</strong>g van de keuze <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld scholen,ziekenhuizen of wooncorporaties.Indien kiezers de gelegenheid krijgen om op basis van open data een oordeel tegeven over <strong>het</strong> presteren van ‘hun’ politici, zal dat hun <strong>in</strong>breng stellig een grotergewicht verschaffen bij de beleids<strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g door ‘hun’ politici.Ter <strong>in</strong>spiratie: we vroegen elf jonge mensen met veel ervar<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>ternet<strong>in</strong>itiatieven,hoe een Open Tweede Kamer hun <strong>in</strong>zet z<strong>in</strong>voller kan maken.Aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> een Open Tweede Kamer 11 Publiceer alle parlementaire documenten (<strong>in</strong>clusief handel<strong>in</strong>gen) op zo’n manier dat ze geschiktzijn <strong>voor</strong> geautomatiseerd hergebruik.2 Publiceer niet alleen <strong>in</strong>formatie over <strong>het</strong> primaire proces, maar ook alle <strong>in</strong>formatie over secundaireprocessen die (mogelijk) relevant zijn <strong>voor</strong> de beïnvloed<strong>in</strong>g van volksvertegenwoordigers.3 Zorg dat <strong>het</strong> proces van wetgev<strong>in</strong>g duidelijk te volgen is op de website van de Tweede Kamer,<strong>in</strong>clusief alle documenten die bij <strong>het</strong> <strong>voor</strong>stel van wet horen. Zorg dat op ieder moment te zienis op welk punt <strong>in</strong> <strong>het</strong> proces de wetgev<strong>in</strong>g staat, welke documenten er al over zijn verschenen,wat de toezegg<strong>in</strong>gen zijn van de m<strong>in</strong>ister aan de Tweede Kamer en welke organisaties er adviesover hebben gegeven.4 Kom met een unieke manier om de diverse dossiers ook buiten de Tweede Kamer te kunnenvolgen. Bij<strong>voor</strong>beeld door zelf met hashtags te komen als #tk31221 (Tweede Kamer dossier31.221). Dan is <strong>voor</strong> anderen makkelijk om de discussie te volgen en is <strong>het</strong> <strong>voor</strong> Tweede Kamerledengemakkelijker om te v<strong>in</strong>den waar buiten de Tweede Kamer over <strong>het</strong> dossier gediscussieerdwordt.5 Neem burger<strong>in</strong>itiatieven serieus. Zorg dat deze m<strong>in</strong>imaal een <strong>in</strong>houdelijk antwoord krijgen enstel als Tweede Kamer jezelf een doel over <strong>het</strong> m<strong>in</strong>imaal aantal burger<strong>in</strong>itiatieven dat per jaarbehandeld dient te worden.Een publieke beoordel<strong>in</strong>g van de activiteiten van politici op specifieke onderwerpenzal ongetwijfeld de democratie verlevendigen, evenals ‘<strong>in</strong>telligente’ referendaop terre<strong>in</strong>en waar burgers beschikken over zowel belangstell<strong>in</strong>g als deskundigheid.Een directe stemm<strong>in</strong>g over de toewijz<strong>in</strong>g van omroeptijden zou bij<strong>voor</strong>beeldeen e<strong>in</strong>d maken aan de gekunstelde koppel<strong>in</strong>g aan <strong>het</strong> lidmaatschap van publiekeomroepen. De laatste tien jaar is succesvol geëxperimenteerd met directe stur<strong>in</strong>gmet behulp van rechten: aandelen, vouchers, buurtrechten. Het collectief van<strong>in</strong>dividuele burgers komt zo op soms zeer effectieve wijze tot een gezamenlijkbesluit: dit willen we wel, dit niet.


206 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBurgers wordt gevraagd mee te praten over plannen van beleidsmakers die vervolgens de uite<strong>in</strong>delijkekeus maken. Waarom dat niet omgekeerd? Gemeentelijke of prov<strong>in</strong>ciale beleidsmakersontwikkelen, zeg, drie plannen <strong>voor</strong> de her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een woongebied of een natuurterre<strong>in</strong>.Alle plannen voldoen aan <strong>in</strong>houdelijke kwaliteitscriteria en zijn <strong>voor</strong>zien van een sluitende f<strong>in</strong>anciëleparagraaf waaruit duidelijk blijkt wat de kosten zijn en hoe <strong>in</strong> de dekk<strong>in</strong>g wordt <strong>voor</strong>zien.Ze leggen de plannen ter goedkeur<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> aan de volksvertegenwoordig<strong>in</strong>g. Indien ook die zich naeen marg<strong>in</strong>ale toets<strong>in</strong>g kan v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de haalbaarheid van de drie plannen, worden de drie aldusgoedgekeurde alternatieven <strong>in</strong> de vorm van een b<strong>in</strong>dend referendum <strong>voor</strong>gelegd aan de omwonenden.Politieke partijen en burgeractivisten hebben hierbij de vrije hand om de kiezers te beïnvloeden<strong>in</strong> hun keuzebepal<strong>in</strong>g.Kan een vergelijkbare benader<strong>in</strong>g ook werken op nationaal niveau? Het kab<strong>in</strong>et ontwikkelt driealternatieve plannen en verdedigt hun aanvaardbaarheid (met alle plussen en m<strong>in</strong>nen, ook f<strong>in</strong>ancieel)<strong>in</strong> de Tweede Kamer. Na marg<strong>in</strong>ale toets<strong>in</strong>g door de Tweede Kamer worden alle drie <strong>in</strong> devorm van een referendum <strong>voor</strong>gelegd aan (een relevant deel van) de bevolk<strong>in</strong>g. Of een stap verder:politieke partijen worden uitgenodigd een dergelijk plan te ontwikkelen. Na <strong>in</strong>houdelijke en f<strong>in</strong>anciëletoets<strong>in</strong>g door de betrokken vakm<strong>in</strong>isteries en de Algemene Rekenkamer bepaalt de TweedeKamer door stemm<strong>in</strong>g welke drie worden <strong>voor</strong>gelegd aan de kiezers.Burgers liggen bij beleidsmakers op achterstand bij de beoordel<strong>in</strong>g van marktpartijen.Mede om die reden hebben beleidsmakers van oudsher een sterke nadrukgelegd op de bescherm<strong>in</strong>g van hun positie; een groot aantal toezichthoudersbewaakt <strong>in</strong>middels hun belangen <strong>in</strong> de markten <strong>voor</strong> producten en diensten,arbeid, kapitaal, burenomgang, en beleid. In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g kunnenburgers echter veel meer, onder <strong>voor</strong>waarde dat hun <strong>in</strong>formatieachterstand zodanigwordt beperkt dat ze effectief tegenspel kunnen bieden. Met een betere <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gkunnen beleidsmakers de achterstand bij burgers verkle<strong>in</strong>en enmaatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven faciliteren, zelfs als die geen terre<strong>in</strong>en van directeoverheidsbemoeienis betreffen. Ter illustratie; de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfslevengeven <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Nam<strong>in</strong>gand sham<strong>in</strong>g kan <strong>het</strong> peloton en de achterblijvers doen versnellen, zeker als <strong>het</strong>gaat om schadelijk, maar niet illegaal gedrag: denk aan explosiegevaar, uitstoot vangevaarlijke stoffen, ‘fout’ vlees.De Nederlandse corporate governance code – de spelregels <strong>voor</strong> de ondernem<strong>in</strong>gsbestuurders– vereist dat <strong>in</strong>formatie over <strong>voor</strong> de ondernem<strong>in</strong>g relevante maatschappelijkeaspecten van ondernemen wordt verstrekt aan de raad van commissarissen.Geëist zou mogen worden dat deze <strong>in</strong>formatie publiek toegankelijk is endat niet beperkt wordt tot de “<strong>voor</strong> de ondernem<strong>in</strong>g relevante maatschappelijkeaspecten van ondernemen”, maar ook de <strong>voor</strong> de samenlev<strong>in</strong>g relevante aspectenbeslaat. Weer dienen beleidsmakers de kaders te bepalen: wat valt wel of nietonder relevante maatschappelijke aspecten en welke <strong>in</strong>formatie is vereist om pres-


ouwen aan vertrouwen207taties te beoordelen? Goedwillende ondernem<strong>in</strong>gen varen wel bij zo’n koers; zekunnen zich immers ook <strong>in</strong> de ‘andere’, nu vaak nauwelijks transparante marktenonderscheiden van hun concurrenten. Ook <strong>het</strong> aantal toezichthouders en huntakenpakket kan worden beperkt.Mensen zijn meer bereid tot actie <strong>in</strong>dien ze weten wat ze kunnen ‘verdienen’ meteigen handelen (Poteete et al. 2010: 277). Een specifieke, én <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheidwezenlijke prikkel is dan ook gelegen <strong>in</strong> terugkoppel<strong>in</strong>g (feedback). Wanneerde bewoners van woonerfwijken bij<strong>voor</strong>beeld weten hoeveel de waarde van hunhuizen stijgt door een goed beheer van de gedeelde openbare ruimte, is er veelw<strong>in</strong>st te behalen; <strong>het</strong> gaat om circa een miljoen huishoudens (Wassenberg enLupi 2011: 33-35). Is ook een kwantumsprong mogelijk bij energiebespar<strong>in</strong>g <strong>in</strong>dienvergelijkbare gebruikscijfers per huishouden beschikbaar zijn? Sticht<strong>in</strong>g Natuuren Milieu hoopt huizenbezitters bewuster te maken van hun energieverbruik doormeters aan de muur te hangen die <strong>het</strong> verbruik rechtstreeks laten zien. Verbruikenze m<strong>in</strong>der energie, dan krijgen ze spaarpunten waarmee ze met kort<strong>in</strong>g hun huisvan duurzame <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen, zoals dubbel glas, kunnen <strong>voor</strong>zien. Doet de helebuurt mee, dan gaat de kort<strong>in</strong>g verder omhoog.8.1.2 verbreed eigen <strong>in</strong>formatiegar<strong>in</strong>gInformatiestromen lopen <strong>in</strong> de netwerksamenlev<strong>in</strong>g niet uitsluitend meer vanboven naar beneden, maar ook horizontaal, zowel b<strong>in</strong>nen de organisatie als naarde buitenwereld. Indien beleidsmakers er<strong>in</strong> slagen om proactief de meest relevantenetwerken aan te boren, kunnen ze de onderbouw<strong>in</strong>g van hun beleid verbeteren.Ze moeten dan wel kunnen beschikken over creatieve en passende <strong>in</strong>strumenten.Zonder pretentie van volledigheid willen we bij wijze van illustratie – en ter <strong>in</strong>spiratie– een aantal daarvan noemen.Steeds vaker doen beleidsmakers een beroep op burgers om hun beleid beter teonderbouwen en uit te voeren. Het is een van de opvallende bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van onsveldonderzoek: de meeste vrijwilligers werden actief omdat hun dat was gevraagd.Burgernet vormt een <strong>voor</strong>beeld, evenals de mogelijkheid die de Voedsel- enWarenautoriteit biedt om op <strong>in</strong>ternet te waarschuwen <strong>voor</strong> de hygiënische situatie<strong>in</strong> een bepaald restaurant. Toch is juist op <strong>het</strong> terre<strong>in</strong> van crowd sourc<strong>in</strong>g sprakevan een nog goeddeels onbenutte kans <strong>voor</strong> open doel. Wanneer beleidsmakerseen beroep doen op bijstand, die (groepen) burgers als ‘werkelijk’ en bij <strong>voor</strong>keurook nog eens als ‘leuk’ ervaren en waar<strong>voor</strong> ze zich ook voldoende toegerustachten, zijn velen bereid tot <strong>in</strong>zet. Vanuit de grote groep geïnteresseerden kan daneen kle<strong>in</strong>ere groep doeners ontstaan die veel tijd en energie steekt <strong>in</strong> <strong>het</strong> project;<strong>het</strong> fenomeen van de ‘lange staart’. Beleidsmakers kunnen zich bij<strong>voor</strong>beeld laten<strong>in</strong>spireren op twitter, waar door middel van de toevoeg<strong>in</strong>g #durftevragen <strong>in</strong> eentweet, aan honderdduizenden tegelijkertijd een vraag kan worden gesteld. Indien


208 vertrouwen <strong>in</strong> burgersbovendien goedwillende – <strong>in</strong> <strong>het</strong> jargon: ‘ethische’ – hackers van overheidssites(die ‘falen’ melden) onder <strong>voor</strong>waarden klokkenkluidersstatus verkrijgen, magworden aangenomen dat beleidsmakers niet alleen scherp worden gehouden, maarook beter beschermd zullen zijn.Stel dat de Tweede Kamer aan <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van een zitt<strong>in</strong>gsperiode drie tot vijf onderwerpen selecteertdie zich onderscheiden door een breed politiek draagvlak en grote maatschappelijke reikwijdte.Op deze onderwerpen wordt dwars door de partijen en de Kamercommissies heen samengewerkt.Denk bij<strong>voor</strong>beeld aan <strong>het</strong> verbeteren van de kwetsbare positie van de steeds groteregroep senioren of – aan de positieve kant – <strong>het</strong> verzachten van de overgang van werkzaam naargepensioneerd. Denk ook aan energiebespar<strong>in</strong>g, of de positie van werkende moeders. Stel dat deTweede Kamer vervolgens een prijsvraag uitschrijft over die onderwerpen en daarbij uitdrukkelijk‘de burgers’ uitnodigt om mee te denken en met suggesties te komen. De ‘w<strong>in</strong>naars’ wordtgevraagd hun <strong>voor</strong>stel toe te lichten <strong>in</strong> de Kamer, waarna <strong>het</strong> op de Kameragenda wordt geplaatst.Door middel van webmonitor<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> mogelijk om veel eerder dan vroegerbepaalde patronen en ideeën op te pikken. Het cont<strong>in</strong>u (digitaal) aftasten van<strong>in</strong>ternet op belangrijke onderwerpen biedt de kans om een beg<strong>in</strong>nende veenbrandop te pakken op <strong>het</strong> moment dat er nog een kans is om er constructief mee omte gaan, zoals de protesten tegen de stemcomputers, of de discussie rond de hpvvacc<strong>in</strong>atie.Dat hierbij waarborgen van zorgvuldigheid <strong>in</strong> acht moeten wordengenomen behoeft na ons recente <strong>rapport</strong> iOverheid (wrr 2011) geen nader betoog.De uitdag<strong>in</strong>g is dan <strong>voor</strong>al om dergelijke <strong>in</strong>strumenten niet alleen ‘defensief’ tegebruiken (hoe weet ik eerder dan alle anderen dat er een crisis/protest/veenbrandaan zit te komen?), maar zo’n geavanceerde krachtenveldanalyse veeleer alseen essentieel onderdeel van elk beleid te zien: waar zit de kennis, wie zijn betrokkenbij dit onderwerp, wat is hun kennis en welke <strong>in</strong>breng zouden ze kunnen enwillen leveren?‘Serious gam<strong>in</strong>g’ biedt beleidsmakers goede kansen om mensen op een creatieveen speelse manier te laten meedenken over <strong>in</strong>gewikkelde uitdag<strong>in</strong>gen. Veel mensen– jongeren én m<strong>in</strong>der jongeren – beleven plezier aan de uitdag<strong>in</strong>gen van zogenaamdestrategy games, veelal <strong>in</strong> mythische virtuele werelden. Wie uitdag<strong>in</strong>genweet te vangen <strong>in</strong> aantrekkelijke spellen, kan gebruikmaken van de vrijwillige<strong>in</strong>zet van ‘de spelende mens’ – de ‘homo ludens’ van Johan Huiz<strong>in</strong>ga (1952). Depotentiële vrijwilligers<strong>in</strong>zet is fenomenaal en de kunst is weer die van <strong>het</strong> meebewegen:niet zelf doen, maar openstaan <strong>voor</strong> de bestaande activiteiten van bevlogen‘amateurs’.Beleidsmakers zijn gebaat met een directe <strong>in</strong>breng van ‘hun’ frontlijnwerkers,<strong>voor</strong>al de verb<strong>in</strong>ders naar moeilijk bereikbare (groepen) burgers. Het blijft eenwonderlijke constater<strong>in</strong>g dat <strong>het</strong> openbaar bestuur zeer veel enquêtes kent, maar


ouwen aan vertrouwen209dat de frontlijnwerkers – wijkagenten, leraren, zorgverleners, welzijnswerkers –zelden naar hun ervar<strong>in</strong>g of men<strong>in</strong>g wordt gevraagd. Beter dan beleidsambtenarenzijn ze door hun nabijheid tot burgers <strong>in</strong> staat om de <strong>in</strong>breng vanuit een alledaagseleefomgev<strong>in</strong>g te verwoorden. Ze zijn bovendien bij uitstek deskundig waar <strong>het</strong>gaat om de effectiviteit en efficiëntie van de beleidsuitvoer<strong>in</strong>g.Beleidsmakers kunnen burgers bereiken door middel van een gerichte uitnodig<strong>in</strong>gtot actieve betrokkenheid. Via e-alert ontvangen burgers bij<strong>voor</strong>beeld een mail als<strong>in</strong> hun buurt een vergunn<strong>in</strong>g wordt aangevraagd. Ondernem<strong>in</strong>gen als Amazonbouwden hun succes op patroonherkenn<strong>in</strong>g. Waarom worden burgers niet gerichtgeactiveerd: ‘U leverde eerder <strong>in</strong>breng op onderwerp A, misschien bent u ook welgeïnteresseerd dat te doen bij <strong>het</strong> verwante onderwerp B.’ Een ander <strong>voor</strong>beeld isactiverend enquêteren: bewoners bevragen elkaar over hun toekomstwensen enzijn vervolgens veelal bereid tot actieve betrokkenheid bij de aanpak van de ‘eigen’prioriteiten. Verb<strong>in</strong>ders kunnen op deze manier een belangrijke rol spelen bij <strong>het</strong>bereiken van kwetsbare burgers.Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om alle grotere dossiers waar<strong>voor</strong> beleidsmakers(mede)verantwoordelijkheid vragen van burgers, te onderwerpen aan een publieketoets<strong>in</strong>g. Het proces kan eenvoudig zijn: een nieuw project of beleids<strong>voor</strong>nemenwordt <strong>voor</strong>gedragen met <strong>in</strong>begrip van een betrokkenheidsaanpak. Vervolgensvragen de <strong>in</strong>itiatiefnemers om dat <strong>voor</strong>stel van een second op<strong>in</strong>ion te <strong>voor</strong>zien en,zo nodig, aanbevel<strong>in</strong>gen te doen <strong>voor</strong> aanpass<strong>in</strong>g. Beleidsmakers kunnen daarvangemotiveerd afwijken, maar <strong>het</strong> zal hun positie bij een eventueel later beroep geengoed doen als de motiver<strong>in</strong>g zwak is onderbouwd. Na afrond<strong>in</strong>g kan de ‘<strong>in</strong>sprekers’bovendien een oordeel worden gevraagd over de kwaliteit van de procesuitvoer<strong>in</strong>g.Denktanks van betrokken burgers maken al langere tijd en op veel terre<strong>in</strong>enonderdeel uit van de beleidsvorm<strong>in</strong>g. Reguliere ‘polls’, luidt de kritiek, peilen<strong>voor</strong>al onberedeneerde <strong>voor</strong>keuren of <strong>in</strong>gev<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> moment (Van Stokkom2006: 116-117). De grootschalige experimenten met deliberatieve op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>genvan bij<strong>voor</strong>beeld Fishk<strong>in</strong> (2009) bieden een alternatief <strong>voor</strong> deze ‘domme’ peil<strong>in</strong>gen.Door een groep mensen van relevante <strong>in</strong>formatie te <strong>voor</strong>zien (bij<strong>voor</strong>beeldvia <strong>in</strong>teractieve <strong>voor</strong>licht<strong>in</strong>g door experts) en ze vervolgens een paar dagen metelkaar te laten praten en naar elkaar te laten luisteren, komen ze als groep onveranderlijktot andere, meer genuanceerde oordelen. In Nederland experimenteerde<strong>het</strong> Openbaar M<strong>in</strong>isterie met zogenaamde ‘burgerfora’: burgers werden uitgenodigdom mee te praten en denken over de richtlijnen <strong>voor</strong> strafvorder<strong>in</strong>g. Hetbleek dat de deelnemers aan de fora na discussie en <strong>in</strong>formatievergar<strong>in</strong>g op ongeveerdezelfde strafmaat uitkwamen als <strong>het</strong> om, terwijl ze zonder discussie vaak<strong>voor</strong> een hogere straf pleitten. Soms leidde hun dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g ook tot nieuwe<strong>in</strong>zichten. Ter illustratie: de wet maakt op dit moment geen onderscheid tussen


210 vertrouwen <strong>in</strong> burgersgeplande en ongeplande openlijke geweldpleg<strong>in</strong>g. Veel deelnemers ervoeren ditals tegen<strong>in</strong>tuïtief: <strong>het</strong> maakt uit of je <strong>in</strong> een dronken bui ruzie krijgt en gewelddadigwordt, of dat je een week tevoren al plannen maakte en <strong>het</strong> wapen meebrengtnaar de kroeg. 2 Burgers fungeren op deze manier als een goedgeïnformeerd engemotiveerd adviesorgaan (Cohen en Fung 2004).De leden van een Burgerkamer (Van Stokkom 2006: 134) stemmen over meerdere dimensies vaneen wets<strong>voor</strong>stel waardoor de plebiscitaire logica – de reductie van <strong>het</strong> debat tot ‘<strong>voor</strong>’ of ‘tegen’ –kan worden uitgeschakeld. In de praktijk zou bij<strong>voor</strong>beeld een bepaald aantal burgers (zeg: 40.000)een volks<strong>in</strong>itiatief fiatteren: een wets<strong>voor</strong>stel dat zowel agendabepalend kan zijn als amenderendop reeds bestaande wetgev<strong>in</strong>g. Of beleidsmakers willen een uitspraak van <strong>het</strong> volk over een wets<strong>voor</strong>stel.Die <strong>voor</strong>stellen worden <strong>voor</strong>gelegd aan de Burgerkamer die er b<strong>in</strong>dende besliss<strong>in</strong>gen overneemt. Iedere stemgerechtigde is potentieel kandidaat <strong>voor</strong> de Burgerkamer. Ongeveer 500 burgerstrekken zich twee dagen terug <strong>voor</strong> beraad. Ze ondervragen deskundigen en de ‘getuigen’ dieworden aangedragen door de <strong>voor</strong>- en tegenstanders van <strong>het</strong> <strong>voor</strong>stel, en ze bespreken onderl<strong>in</strong>g degevolgen van hun <strong>in</strong>breng. Ten slotte stemmen ze over een veelheid van aspecten van <strong>het</strong> wets<strong>voor</strong>stel.8.2 vergroot alledaagse <strong>in</strong>vloedDe alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g vormt een belangrijk aangrijp<strong>in</strong>gspunt <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid;ons veldwerk biedt daarvan een staalkaart. Traditioneel ligt eensterke nadruk op ‘de buurt’, maar een dergelijk eenzijdige focus doet kansen verlorengaan: de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g wordt immers ook <strong>voor</strong> een belangrijk deelbepaald door opleid<strong>in</strong>gen, werk en vrijetijdsbested<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>begrip van <strong>in</strong>ternet.Ook op regionaal en nationaal niveau laten burgers hun stem horen om de kwaliteitvan hun dagelijks leven te beïnvloeden; denk bij<strong>voor</strong>beeld aan <strong>het</strong> debat overBrabantse megastallen en de scholierenprotesten tegen de 1040 uren-norm. Steedsvaker geven velen ook mondiaal via <strong>in</strong>ternet <strong>in</strong>houd aan een nieuwe vorm vannabuurschap wanneer ze volledig vreemden te hulp schieten bij <strong>het</strong> oplossen vaneen breed scala aan alledaagse vraagstukken; de naamgev<strong>in</strong>g van website Nabuur isdaar<strong>voor</strong> kenmerkend.Op alle drie velden van burgerbetrokkenheid, met name daar waar de velden overlappen,zijn verbeter<strong>in</strong>gen om de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g te vergroten mogelijk.De grootste w<strong>in</strong>st is te behalen langs de weg van maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven.Die zijn vanuit beleidsperspectief ‘lastig’: ze passen vaak niet <strong>in</strong> de beleidsagendaen zijn soms zelfs strijdig met <strong>het</strong> bestaande beleid. Aan de andere kant is dat juisthun kracht: de dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g zorgt <strong>voor</strong> nieuwe ideeën die de levende democratiekunnen verrijken. Ze kunnen bovendien bouwen op de samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g onder debetrokken burgers; hun slaagkans is daarom groter. Wat kan, behalve niet <strong>in</strong> deweg lopen en verbeterde <strong>in</strong>formatie<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g, de rol zijn van beleidsmakers?


ouwen aan vertrouwen211Ons onderzoek kan dienen als <strong>in</strong>spiratiebron <strong>voor</strong> verdere <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van debeleidspraktijk.8.2.1 deel publiek ‘eigendom’ <strong>in</strong> maatschappenIdealiter beschouwen burgers de maatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen waarvan ze<strong>in</strong>tensief gebruikmaken, als de hunne. Denk aan de huizen waar<strong>in</strong> ze wonen, descholen waar hun k<strong>in</strong>deren leren, de zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen waarop ze <strong>in</strong> geval van noodkunnen terugvallen, de politie die zorg draagt <strong>voor</strong> de veiligheid <strong>in</strong> hun buurtenen <strong>in</strong> <strong>het</strong> verkeer, maar ook <strong>het</strong> openbaar groen en de sport<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen waar zerecreëren.Dat <strong>in</strong>spireerde ons om te gaan denken <strong>in</strong> termen van maatschappen, gebouwdrond <strong>het</strong> begrip vrijheid <strong>in</strong> gebondenheid (zie ook wrr 2005: 201-213). Betrokkenburgers en bestuurders van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen reiken elkaar de handen ontwikkelen samenwerk<strong>in</strong>gsvormen zoals die van oudsher ook ten grondslaglagen aan de coöperaties <strong>in</strong> de land- en tu<strong>in</strong>bouw. Ze zijn bereid een stukje vanhun vrijheid <strong>in</strong> te leveren om zo de <strong>voor</strong>delen van de gebondenheid te kunnenrealiseren. Immers, wie rechten wil moet ook plichten aanvaarden. En wie plichtenaanvaardt kan daar rechten aan ontlenen.Nationale beleidsmakers stellen op <strong>het</strong> gebied van ruimtelijke orden<strong>in</strong>g en natuurbeheer eentoenemend vertrouwen <strong>in</strong> lagere overheden. Daar is veel <strong>voor</strong> te zeggen: <strong>het</strong> publieke belang wordtdichter bij burgers gebracht. De dagelijkse bestuurspraktijk blijkt <strong>voor</strong> veel gemeenten echter eenzware belast<strong>in</strong>g: de benodigde middelen (kennis, tijd) ontbreken vaak en beleidsmakers plegen bijhun afweg<strong>in</strong>gen soms te ‘vallen’ <strong>voor</strong> f<strong>in</strong>anciële argumenten van <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzonder projectontwikkelaars.Groene streekmaatschappen, samengesteld uit grondeigenaren en omwonenden en vormgegevenlangs de lijnen van Ostrom, kunnen een wenselijk tegenwicht bieden bij <strong>het</strong> beheer van deopen ruimte of natuur. Ze kunnen zich vanuit hun eenduidige doelstell<strong>in</strong>g effectief verweren tegen‘oneigenlijke’ <strong>voor</strong>stellen.De sleutel tot succes van dergelijke maatschappen is gelegen <strong>in</strong> de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vanbestuurders aan de ene en ‘maten’ – burgers en frontlijnwerkers – aan de anderekant. Wat burgers <strong>in</strong> te brengen hebben is hun kennis en kennissen: niet beleidsdeskundigheid,maar veeleer ervar<strong>in</strong>gsdeskundigheid (Tonkens 2009a; Stivers2010). Idealiter denken bestuurders en burgers b<strong>in</strong>nen een maatschap <strong>in</strong> termenvan een gedeeld eigendom van ‘hun’ <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Dat vereist een ‘ontbundel<strong>in</strong>g’ vangrote, verticale <strong>in</strong>stituties <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere clusters die dicht bij de burgers en frontlijnwerkersstaan: scholengemeenschappen en wooncorporaties worden als <strong>het</strong> wareopgedeeld <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige eenheden met een eigen maatschapsbestuur. Het beleggenvan <strong>het</strong> ‘eigendom’ b<strong>in</strong>nen lokale clusters biedt <strong>het</strong> <strong>voor</strong>deel van nabijheid.De clusters spelen <strong>in</strong> op de behoeften en kwaliteiten van hun ‘maten’.


212 vertrouwen <strong>in</strong> burgersHet werken vanuit clusters sluit goed aan bij de dynamiek van de netwerksamenlev<strong>in</strong>g.Activiteiten moeten zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandighedenen clusters kunnen worden opgeheven, samengevoegd of verder uitgesplitst(Geerlof 2011: 310). Lokale bestuurders dienen daarom jaarlijksverantwoord<strong>in</strong>g af te leggen tegenover een matenvergader<strong>in</strong>g die, als was <strong>het</strong> eenaandeelhoudersbijeenkomst, goedkeur<strong>in</strong>g verleent of een <strong>voor</strong>dracht tot ontslagdoet. Bovenlokale bestuurders moeten zorg dragen <strong>voor</strong> een passende overkoepel<strong>in</strong>gvan de cellen, waarbij ze <strong>voor</strong>tdurend de bewijslast van een toegevoegdewaarde op zich nemen. Ook zij dienen zich te verantwoorden tegenover eenbovenlokale ledenraad. In plaats van raden van commissarissen of toezicht vandergelijke koepels samen te stellen via coöptatie b<strong>in</strong>nen een beperkte elite kanworden overwogen een meerderheid te laten verkiezen door ‘maten’.De mogelijkheden daar<strong>voor</strong> zijn door de reger<strong>in</strong>g-Cameron-Clegg, geïnspireerddoor Phillip Blond <strong>in</strong> zijn boek Red Tory (2010), expliciet aangegrepen. Het heefter zelfs toe geleid dat een ‘right to challenge’ is opgenomen <strong>in</strong> wetgev<strong>in</strong>g. Samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan burgers die menen een lokale maatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>g‘beter’ te kunnen leveren, hebben <strong>het</strong> recht om een bod uit te brengen datdoor beleidsmakers serieus moet worden afgewogen (Department for Communitiesand Local Government 2011). Het is een regel<strong>in</strong>g die ook <strong>voor</strong> Nederland <strong>in</strong>teressantis (De Boer en Van der Lans 2011; Van der Lans 2012). We troffen <strong>in</strong> onsveldwerk positieve <strong>voor</strong>beelden: <strong>het</strong> kán werken. Vooral als er sprake is vangedeeld eigendom met fysieke of andere ‘vastigheid’; denk aan een verenig<strong>in</strong>g vaneigenaren, of een buurtveiligheidscollectief. Maar we pleiten <strong>voor</strong> maatwerk. Erbestaat geen garantie <strong>voor</strong> een (blijvende) succesvolle samenwerk<strong>in</strong>g (Poteete et al.2010: 218), bij<strong>voor</strong>beeld als er m<strong>in</strong>der dw<strong>in</strong>gende redenen zijn <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>in</strong> standhouden van gedeelde <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen zoals bij een school, een buurthuis, een sportkant<strong>in</strong>eof bij groenbeheer. Vooral wanneer de samenwerk<strong>in</strong>g drijft op enthousiasmevan een ‘gestaald wit kader’ – ouderen met grote verdiensten die zichzelfechter onmisbaar maken en achten – is opvolg<strong>in</strong>g vaak problematisch en is de kansop buitensluit<strong>in</strong>g van ‘nieuwkomers’ relatief groot. Ook de dwarsverb<strong>in</strong>gen met‘de buitenwereld’ zijn dan vaak wankel en – zeker <strong>in</strong> een m<strong>in</strong>der toegeruste omgev<strong>in</strong>g– zijn de personele en f<strong>in</strong>anciële middelen vaak ontoereikend (Sennett2012: 252).Ons veldwerk liet ook zien dat <strong>het</strong> dan beter is om professionals te betrekken diezeer nabij zijn. Wanneer ze de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen met beleidsmakers en maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen onderhouden en de vrijwilligers waar nodig <strong>in</strong>frastructureelondersteunen, is er veel mogelijk. Sociale ondernem<strong>in</strong>gen zoals Buurtzorg enOpvoedpoli behalen met een m<strong>in</strong>imum aan overhead en een maximum aan zelfverantwoordelijkheidvan hun frontlijnwerkers <strong>in</strong> directe wisselwerk<strong>in</strong>g met‘hun’ kwetsbare burgers mooie resultaten. Coöperatieve maatschappen metaandelenbezit, deels ook b<strong>in</strong>nen een samenwerk<strong>in</strong>gsverband van burgers, kunnen


ouwen aan vertrouwen213wellicht <strong>voor</strong> doorbraken zorgen op weg naar een <strong>in</strong>houdelijke burgerbetrokkenheid.De soms overmatige vrijblijvendheid van de vrijwillige <strong>in</strong>zet van burgerskrijgt dan meer structurele <strong>in</strong>houd.Het eigendom van maatschappelijke <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen dient volgens Phillip Blond (2010) te berustenbij maatschappelijke ondernem<strong>in</strong>gen (social enterprises), gebaseerd op een gedeeld eigenaarschapvan frontlijnwerkers en ‘gebruikers’. Alle aandelen blijven b<strong>in</strong>nen de maatschap; bij verander<strong>in</strong>gvan baan of verhuiz<strong>in</strong>g worden de aandelen overgedragen aan de actieve maten. Individuele matenzouden wel kunnen delen <strong>in</strong> de behaalde f<strong>in</strong>anciële resultaten (Blond 2010: 241 e.v.). Elke groepprofessionals, maar ook elke gemeenschap, moet <strong>het</strong> recht hebben om zich te organiseren <strong>in</strong> zo’nmaatschap en kan dan een beroep doen op de overdracht van operationele budgetten. Indien ook<strong>het</strong> gebruik van vaste activa – gebouwen, apparaten – wordt overgedragen, blijft <strong>het</strong> eigendomdaarvan berusten bij de overheid of een bestaande maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g (Blond 2010: 273).Gebruikersbetrokkenheid is volgens Blond cruciaal om macht te legitimeren en controleren en omdwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g te waarborgen. Gebruikers moeten als collectief (of via een representatief model)<strong>voor</strong>gestelde geldstromen kunnen goed- of afkeuren (Blond 2010: 276).Geerlof (2011: 255, 312) spreekt van “maatschappelijk aanbesteden”, waarbij groepenburgers, eventueel <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met private ondernemers, <strong>het</strong> recht krijgenom <strong>voor</strong> een aantal jaren een maatschappelijk vraagstuk aan te pakken. Datluistert nauw, maar bestuurskundig biedt <strong>het</strong> werk van El<strong>in</strong>or Ostrom c.s. tezamenmet de – brede – praktijkervar<strong>in</strong>g van coöperaties en professionele maatschappeneen handvat. Burgers blijken onder de juiste omstandigheden en met dejuiste toerust<strong>in</strong>g zeer goed <strong>in</strong> staat gemeenschappelijke bronnen te onderhoudenzonder tussenkomst van beleidsmakers (wrr 2012). De ontwerppr<strong>in</strong>cipes vanOstrom <strong>in</strong>dachtig moeten beleidsmakers zich <strong>voor</strong>al richten op de omvattendekaders die <strong>het</strong> oprichten van maatschappen mogelijk maken.8.2.2 versterk <strong>in</strong>stitutionele toerust<strong>in</strong>g van collectiefSoms behoeven burgers de steun van beleidsmakers om een collectief tot stand tebrengen. Onorthodoxe prikkels kunnen hen <strong>in</strong> die gevallen over de brug helpen.Het ‘betere buurtwerk’ kan worden gestimuleerd door burgers een grotere beslisruimtetoe te kennen, bij<strong>voor</strong>beeld met behulp van buurtrechten (wrr 2005:221-222). Beleidsmakers kunnen nog verder gaan door bij<strong>voor</strong>beeld een lagereonroerendezaakbelast<strong>in</strong>g (ozb) te heffen <strong>in</strong> buurten met actieve buurtpreventie;burgers hebben daar immers politietaken ‘overgenomen’.Alternatieve spelregels kunnen uitnodigen tot actieve betrokkenheid. Bij een ‘omwisselbesluit’geven beleidsmakers aan welk besluit ze <strong>voor</strong>nemens zijn te nemen. Vervolgens geven ze (samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvan) burgers de mogelijkheid om met een alternatieve oploss<strong>in</strong>g te komen,


214 vertrouwen <strong>in</strong> burgersb<strong>in</strong>nen helder geformuleerde rand<strong>voor</strong>waarden. Het pr<strong>in</strong>cipe is succesvol toegepast <strong>in</strong> <strong>het</strong>programma Ruimte <strong>voor</strong> de Rivier: <strong>het</strong> heeft de aanvankelijke weerstand weten om te zetten <strong>in</strong>private-particuliere <strong>in</strong>itiatieven <strong>voor</strong> creatieve alternatieve oploss<strong>in</strong>gen (Hajer 2011; De Kort 2009).In andere gevallen legden beleidsmakers drie – <strong>voor</strong> hen aanvaardbare – <strong>voor</strong>stellen <strong>voor</strong> aanbetrokken burgers die <strong>in</strong> een vorm van referendum de uite<strong>in</strong>delijke keus bepaalden. Bij de grootschaligeherstructurer<strong>in</strong>g van Hoogvliet, onder de rook van Rotterdam, had de deelgemeente een<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> plan A, de wooncorporatie <strong>voor</strong> B, maar <strong>het</strong> werd C, omdat de bewoners dat verkozen.Ook hier werd de aanvankelijke weerstand omgezet <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g.Ook met andere prikkels kunnen beleidsmakers <strong>het</strong> vrijwilligerswerk een extradimensie verlenen, bij<strong>voor</strong>beeld door werkloze vrijwilligers met een bewezenstaat van dienst (zoals één jaar actieve en serieuze betrokkenheid) vanuit eenvrijwilligerspool <strong>voor</strong>rang te geven bij sollicitatie. De meest geschikte banenzitten onveranderlijk <strong>in</strong> de hoek met hoge doorstrom<strong>in</strong>g; <strong>het</strong> kost de gemeentenen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen niets, maar biedt de vrijwilligers perspectief en stimuleert <strong>het</strong>vrijwilligerswerk, zeker wanneer daar met roc’s een schol<strong>in</strong>gstraject aan wordtverbonden.Kan de overgang van voltijdswerk naar pensioen ‘zachter’ worden gemaakt? Senioren vormen eenvan de we<strong>in</strong>ige grote groeigroepen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g, en beschikken over tijd, vaardigheden enervar<strong>in</strong>g. Ze mogen nu als vrijwilliger maximaal 1500 euro per jaar ‘verdienen’. Stel dat een specialeovergangsregel<strong>in</strong>g <strong>het</strong> mogelijk maakt dat ze over een periode van jaren hun voltijdswerk met <strong>het</strong>bijbehorende ‘normale’ salaris afbouwen en gelijktijdig een redelijke vrijwilligersvergoed<strong>in</strong>gopbouwen. Stel ook dat ze kunnen ‘tijdbankieren’: een saldo van vrijwilligersuren opbouwen datze kunnen <strong>in</strong>zetten als ze zelf iets nodig hebben of kunnen weggeven als ze dat willen. Omdat zeook iets terug kunnen doen, maakt <strong>het</strong> hun gemakkelijker om hulp te vragen. Het zou hun betrokkenheidongetwijfeld verhogen en bovendien tegemoetkomen <strong>in</strong> de <strong>voor</strong>ziene behoefte aan ‘extrahanden’.Een enkele keer zijn verdergaande maatregelen wenselijk. Burgers beschikkenveelal niet over de toerust<strong>in</strong>g om weigerachtige enkel<strong>in</strong>gen te betrekken <strong>in</strong> eenvorm van zelforganisatie. Maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven die zich richten op <strong>het</strong>verbeteren van de fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, of de veiligheid van de alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g,of op energiebespar<strong>in</strong>g waarbij een m<strong>in</strong>imumschaal geldt, komen daardoormoeizaam of <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheel niet tot stand. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om, met denoodzakelijke rand<strong>voor</strong>waarden van zorgvuldigheid (wrr 2012: 169-172), beleidsmakersdit soort samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden te laten <strong>in</strong>itiëren of afdw<strong>in</strong>gen metpubliekrechtelijke middelen. In <strong>het</strong> laatste geval ligt <strong>het</strong> <strong>voor</strong>touw <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantiebij beleidsmakers op nationaal niveau: er is immers een formele basis vereistom dergelijke verplicht<strong>in</strong>gen te kunnen opleggen.


ouwen aan vertrouwen215Soms moet een collectief extra kosten maken om een bepaald doel te bereiken;denk aan beveilig<strong>in</strong>g of fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Indien bij<strong>voor</strong>beeld zeventig procentvan de ondernemers b<strong>in</strong>nen een bepaald gebied <strong>in</strong>stemt met de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g vaneen bus<strong>in</strong>ess improvement district (bid), zouden de overigen onder bepaalde <strong>voor</strong>waardenverplicht moeten worden tot deelname. De vergelijkbare vorm b<strong>in</strong>nenwoonbuurten is te betitelen als een buurtverbeter<strong>in</strong>gszone (bvz). Er zijn situatieswaar<strong>in</strong> iedereen mee moet doen om optimaal effect te sorteren (en m<strong>in</strong>imaleirritatie te veroorzaken: zwartrijders zijn we<strong>in</strong>ig geliefd); denk bij<strong>voor</strong>beeld aanbuurtverenig<strong>in</strong>gen die een particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdienst <strong>in</strong>huren of vrijwilligersbelonen om de veiligheid te vergroten. Maar er zijn ook andere situaties waar eenverplichte deelname-onder-democratische-<strong>voor</strong>waarden aanbevel<strong>in</strong>g verdient;denk aan energiebespar<strong>in</strong>g door middel van collectieve <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen, of deovername van bepaalde buurt<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen. Indien hun status wordt verzwaard,is <strong>het</strong> denkbaar dat dergelijke zelforganisaties de huidige, veelal tandelozewijkraden vervangen en fungeren als gesprekspartner van beleidsmakers overveiligheid of fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g. Het zou de burgerbetrokkenheid goed doen enpotentiële trekkers en verb<strong>in</strong>ders b<strong>in</strong>nen de cluster een <strong>in</strong>houdelijke stimulansverschaffen.Veel maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven kunnen alleen van de grond komen <strong>in</strong>dien ervoldoende deelnemers zijn. Vaak regelt dat zichzelf, zoals bij de aanleg van glasvezel.In buurten met zowel corporatie als particuliere won<strong>in</strong>gen kunnen – vergelijkbaarmet de verenig<strong>in</strong>gen van eigenaren <strong>in</strong> particuliere complexen – onderhoudscoöperatiesworden opgezet. Wanneer iedere bewoner maandelijks een vastbedrag betaalt, kunnen schaal<strong>voor</strong>delen worden gerealiseerd en kan worden <strong>voor</strong>komendat er grote onderhoudsverschillen ontstaan (Aedes-Magaz<strong>in</strong>e: 33). Inandere gevallen zijn ondersteunende spelregels nodig. Dorpsgemeenschappennemen <strong>in</strong> situaties van bevolk<strong>in</strong>gskrimp en bezu<strong>in</strong>igende overheden, soms <strong>het</strong>opdrachtgeverschap en beheer van <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen over. In die situaties zijn dergelijke<strong>in</strong>itiatieven geholpen met een passend juridisch arrangement.Het idee van een verplichte collectiviteit is niet nieuw. De land- en tu<strong>in</strong>bouw liep <strong>voor</strong>op met depublieksrechtelijke bedrijfsorganisaties (pbo’s). B<strong>in</strong>nen de wildbeheereenheden (wbe’s) hebbenbeleidsmakers taken zoals <strong>het</strong> op peil houden van de wildstand overgedragen aan ‘gebruikers’:boeren, natuurbeheerders, jagers. Maar ook <strong>in</strong> de ‘normale’ woonomgev<strong>in</strong>g is al een zogenoemde70 procent-regel<strong>in</strong>g van toepass<strong>in</strong>g bij renovatie/sloop (Verenig<strong>in</strong>g Huurdersbelangen 2011).Indien b<strong>in</strong>nen een complex of wijk m<strong>in</strong>stens 70 procent van de huurders <strong>in</strong>stemmen met een <strong>voor</strong>steltot renovatie van de verhuurder, hebben de huurders die niet akkoord gaan acht weken de tijdom de rechter <strong>in</strong> te schakelen.


216 vertrouwen <strong>in</strong> burgers8.3 stimuleer maatschappelijk verkeerMaatschappelijke participatie concentreert zich op de deelname van burgers aan<strong>het</strong> maatschappelijk verkeer. Beleidsmakers hebben hier een <strong>voor</strong>waardenscheppenderol die echter verregaand onderbelicht is. Twee onderwerpen verdienen,zeker <strong>in</strong> de gehaaste en complexe netwerksamenlev<strong>in</strong>g, extra aandacht.8.3.1 bevorder tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gedeelde ruimteVoorwaardenscheppend beleid kan ‘vertrouwde vreemden’ – burgers die niets metelkaar hebben anders dan <strong>het</strong> delen van een ruimte – verleiden tot wederzijdsfatsoen. Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g behoeft <strong>voor</strong>al ruimte <strong>voor</strong> toevallige ontmoet<strong>in</strong>g waar(groepen) burgers de formele spelregels aan de hand van de praktijksituatie zelf(leren) <strong>in</strong>vullen. Die ruimtes moeten ‘veilig’ zijn: mensen zijn vaak bereid eigenverantwoordelijkheid te nemen wanneer ze zeker zijn dat <strong>in</strong> geval van noodondersteun<strong>in</strong>g van officiële <strong>in</strong>stanties (politie, tre<strong>in</strong>conducteurs, stewards) nabijis.W<strong>in</strong>kelgebieden, ple<strong>in</strong>en, scholen en bibliotheken kunnen zo worden <strong>in</strong>gerichtdat de kans op ‘toevallige ontmoet<strong>in</strong>gen’ wordt vergroot. Niet zonder reden leggensteden een hernieuwd accent op de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van grote ple<strong>in</strong>en, nu vaak enigsz<strong>in</strong>sbedreigende gaten <strong>in</strong> de stad. Speciaal <strong>in</strong> kwetsbare buurten gaat <strong>het</strong> om ‘<strong>het</strong>teruggeven van de openbare ruimte’, zoals <strong>het</strong> Sociaal Platform Rotterdam (spr2008) <strong>het</strong> noemde. Het spr pleitte <strong>voor</strong> levende ple<strong>in</strong>en (Engbersen en Voogd2008), zoals ook andere onderzoekers dat deden (Reijndorp 2004; Karsten 2002;Boonstra et al. 2009). Gedeelde ruimten moeten mensen aantrekken, vertierbieden, bij<strong>voor</strong>beeld podia waarop jongeren hun kunsten kunnen demonstreren(skaten, rappen, graffiti, free-style voetbal), maar ook de geborgenheid geven waarouderen om vragen. De gemeente Den Haag maakte een concrete afspraak metAhold: <strong>in</strong> elke Vogelaarwijk die op de schop gaat, wordt een supermarkt geopenddie de loop terugbrengt <strong>in</strong> de buurt. Er gebeurt veel, maar er kan nog veel meer.Sporten en uitgaan vormen belangrijke vrijetijdsbested<strong>in</strong>gen en creëren functioneleontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen. De gemeente Den Haag heeft daarom besloten niet tebezu<strong>in</strong>igen op sport, maar de bestaande sport<strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen uit te bouwen tot eenalternatief <strong>voor</strong> wijkcentra die nu te vaak een te wankel bestaan leiden en dooraanstaande bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen verder onder druk komen te staan. In een aantal dorpenwordt, ook vanwege de bevolk<strong>in</strong>gskrimp, extra geïnvesteerd <strong>in</strong> <strong>het</strong> multifunctionelegebruik van dorpshuizen, waardoor ze geschikt worden als dagopvang <strong>voor</strong>ouderen, ruimte bieden aan <strong>het</strong> verenig<strong>in</strong>gsleven, aan de bibliotheek én aan activiteitenvan de basisschool. Ook scholen en sport- en muziekverenig<strong>in</strong>gen vormende natuurlijke ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen <strong>voor</strong> grote delen van de jeugd, en daardooruitgelezen oefenplekken <strong>voor</strong> tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Ook de social media bieden een


ouwen aan vertrouwen217gedeelde ruimte bij uitstek <strong>voor</strong> maatschappelijk z<strong>in</strong>volle tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g: socialenetwerken, YouTube, games en onl<strong>in</strong>e fora. Internet is onbeheersbaar, maar erbestaan wel degelijk spelregels. Beleidsmakers moeten ook niet terugde<strong>in</strong>zen<strong>voor</strong> <strong>het</strong> gebruik van social media, maar zich de spelregels eigen maken, zodat zekunnen meebewegen met deze maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>g.Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kan ook worden bevorderd langs deliberatieve weg, bij<strong>voor</strong>beeldbij <strong>het</strong> doorbreken van ‘grote’ patstell<strong>in</strong>gen. In de netwerksamenlev<strong>in</strong>g kent iederwezenlijk maatschappelijk onderwerp een <strong>in</strong>formele vertooggemeenschap waar<strong>in</strong>betrokkenen (stakeholders) direct of <strong>in</strong>direct kennis uitwisselen (Van Dieren 2010:70-72). Door de actieve rol van verb<strong>in</strong>ders is zo’n gemeenschap relatief beperktvan omvang, volgens praktijkdeskundigen typisch zo’n tweehonderd personen(Van Dieren 2010: 70), onafhankelijk van <strong>het</strong> schaalniveau waarop <strong>het</strong> onderwerpzich <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g afspeelt. Dat maakt een gespreksronde mogelijk en doorgezamenlijk overleg kunnen <strong>in</strong>zichten worden geïnventariseerd als opstap naar deoploss<strong>in</strong>g van een probleem. De vereiste <strong>voor</strong> succes is wel dat alle betrokkenenbereid zijn ook <strong>het</strong> perspectief van ‘de ander’ serieus te nemen (Evers en Sussk<strong>in</strong>d2009).Juridiser<strong>in</strong>g van procedures resulteert <strong>in</strong> hoge kosten, langdurige procedures enverhard<strong>in</strong>g van standpunten. In geval van een dreigend conflict, met <strong>het</strong> bijbehorenderisico van een aanstaande patstell<strong>in</strong>g, verdient <strong>het</strong> daarom aanbevel<strong>in</strong>g omte de-escaleren, bij<strong>voor</strong>beeld door <strong>het</strong> <strong>in</strong>gelasten van een pauzemoment: ‘eerstbellen of langsgaan <strong>in</strong> plaats van een formele brief te schrijven’. Beleidsmakerskunnen een civiele oploss<strong>in</strong>g, gebaseerd op tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, bevorderen door <strong>in</strong>geval van een oplopend conflict b<strong>in</strong>nen een alledaagse leefomgev<strong>in</strong>g per def<strong>in</strong>itieeerst een bemiddelaar <strong>in</strong> te (laten) schakelen alvorens beroep toe te staan (zie ookSennett 2012: 227 e.v.). Die bemiddel<strong>in</strong>g kan bovendien worden gestimuleerd dooreen aangepaste regelgev<strong>in</strong>g. Indien een horecaondernemer of veehouder bij<strong>voor</strong>beeldovereenstemm<strong>in</strong>g met omwonenden bereikt, kan een lichter vergunn<strong>in</strong>gsregimevan toepass<strong>in</strong>g worden verklaard; <strong>in</strong>dien dit niet <strong>het</strong> geval is, zou <strong>het</strong>‘normale’, zwaardere regime gelden.8.3.2 geef frontlijnwerkers ruimte om te verb<strong>in</strong>denHet is niet alle burgers gegeven om op eigen kracht volwaardig mee te doen aande maatschappij en maatschappelijke participatie richt zich daarom ook – leunendop de <strong>in</strong>zet van veel vrijwilligers – op de vervlecht<strong>in</strong>g van moeilijk bereikbarenb<strong>in</strong>nen hun dagelijkse leefomgev<strong>in</strong>g. Frontlijnwerkers kunnen hier als verb<strong>in</strong>derseen sleutelrol vervullen. Maar alleen wanneer verschillende partijen samenwerkenen hun frontlijnwerkers de ruimte bieden om elkaars hand te zoeken buiten degrenzen van de traditionele taakafbaken<strong>in</strong>gen, kunnen frontlijnwerkers de meestgeïsoleerde (groepen) burgers bereiken. Maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en lokale


218 vertrouwen <strong>in</strong> burgersoverheden kunnen geen ruimte bieden aan hun frontlijnwerkers en burgers,<strong>in</strong>dien zij daar zelf geen ruimte <strong>voor</strong> krijgen <strong>in</strong> de Haagse wet- en regelgev<strong>in</strong>g. Hetverdient daarom aanbevel<strong>in</strong>g dat beleidsmakers – <strong>het</strong> kab<strong>in</strong>et <strong>voor</strong>op – op demeest relevante beleidsterre<strong>in</strong>en tot concrete afspraken komen met de betrokkenbestuurders over de wijze waarop zij aan een bredere taakstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>houd kunnengeven. Dit is een onderwerp dat zeker aandacht behoeft bij de huidige decentralisatievan vele overheidstaken naar gemeentelijk niveau. Een <strong>in</strong>haalslag op ditterre<strong>in</strong> is hard nodig: ‘we’ hebben op veel terre<strong>in</strong>en door overmatige verzelfstandig<strong>in</strong>gkansen onderbenut. Twee mogelijkheden om geïsoleerde (groepen) burgersbeter te bereiken vragen om gerichte aandacht.‘Spikkel’ m<strong>in</strong>der toegeruste clustersBij afwezigheid van <strong>in</strong>terne verb<strong>in</strong>ders – mensen die een groep kunnen verb<strong>in</strong>denmet ‘de buitenwereld’ – zijn m<strong>in</strong>der toegeruste clusters gebaat bij externe verb<strong>in</strong>ders:welzijnswerkers, wijkagenten, huismeesters, wijk- of dorpscoörd<strong>in</strong>atoren.In een netwerksamenlev<strong>in</strong>g gaat <strong>het</strong> om de comb<strong>in</strong>atie van kennis en kennissen.Verb<strong>in</strong>ders weten – soms via meerdere schakels – een brug te slaan naar andereclusters. Gebeurt dat, dan kan er veel, zeker wanneer frontlijnwerkers de mogelijkheidkrijgen om fijn vertakte netwerken te ontwikkelen.Spikkelen verlangt dat beleidsmakers, en <strong>in</strong> hun gevolg bestuurders van maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, ruimte creëren b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> takenpakket van de frontlijnwerkers.De huidige aanstur<strong>in</strong>g via prestatie-<strong>in</strong>dicatoren is te beperkend en houdtte we<strong>in</strong>ig reken<strong>in</strong>g met diversiteit en <strong>in</strong> sommige gevallen met onvoldoendetoerust<strong>in</strong>g van burgers. De verschillende maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen moetenbovendien onderl<strong>in</strong>g samenwerken en de burger, cliënt of probleem als uitgangspuntnemen, en niet de eigen afgebakende taak of verantwoordelijkheid. Spikkelenvereist ook meedenken van beleidsmakers. Te vaak worden succesvolle projecten,zelfs als ze <strong>in</strong> <strong>het</strong> totaalplaatje (maatschappelijk) kostenbesparend zijn, stopgezet,omdat de schotten tussen de verschillende geoormerkte f<strong>in</strong>anciële potjes te hoogzijn. Te veel projecten sterven ook als slachtoffer van een projectencarrousel een tevroege dood, met de bijbehorende demotivatie van alle betrokkenen. Het verdientdaarom aanbevel<strong>in</strong>g te denken <strong>in</strong> termen van meerjarige programma’s die denoodzakelijke cont<strong>in</strong>uïteit bieden.Bereik ‘onbereikbaren’Veel kwetsbare mensen zijn <strong>in</strong> de dagelijkse praktijk moeilijk bereikbaar <strong>voor</strong> ‘deautoriteiten’, denk aan daklozen, ontwrichte gez<strong>in</strong>nen, alleenstaande senioren,allochtone <strong>in</strong>burgeraars, kwetsbare jongeren en gehandicapten. Zonder een uitgestokenhand kunnen ze veelal niet op een ‘civiele’ wijze deelnemen aan <strong>het</strong> maatschappelijkverkeer. Hun problematiek is breed onderkend en is op veel plaatsenonderwerp geweest van grote <strong>in</strong>zet vanuit de welzijnshoek. Op dit moment tekentzich ten gevolge van de (gemeentelijke) bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen en soms ook bevolk<strong>in</strong>gs-


ouwen aan vertrouwen219krimp een afbraak af van die <strong>in</strong>zet. Juist <strong>het</strong> welzijnswerk, met zijn vele kle<strong>in</strong>ere<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en korte projectf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, wordt ‘afgeknepen’. Steeds vaker wordteen beroep gedaan op vrijwilligers.Een beleidsbijstell<strong>in</strong>g op nationaal niveau is wenselijk. Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g – <strong>het</strong> eersteprestatieveld van de wmo – biedt maar <strong>in</strong> beperkte mate een handvat <strong>voor</strong> <strong>het</strong>bereiken van de ‘onbereikbaren’ en ‘de buurt’ is niet de oploss<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> alle maatschappelijkeproblemen; zoals de school dat niet is <strong>voor</strong> overbelaste jongeren(wrr 2009). Frontlijnwerkers <strong>in</strong> hun rol van externe verb<strong>in</strong>ders moeten veeleer<strong>in</strong>formele zorg ‘organiseren’ door een nieuw netwerk te vlechten dat idealiterbouwt op de eigen kracht b<strong>in</strong>nen de directe leefomgev<strong>in</strong>g van een geïsoleerdeburger (L<strong>in</strong>ders 2010: 211; De Boer en Van der Lans 2011). Dat is een arbeids<strong>in</strong>tensiefen dus kostbaar traject. Onbereikbaren moeten worden geïdentificeerden bereikt, <strong>voor</strong>dat hun nood onnodig hoog is gestegen. Dat vereist maatwerk;welzijnswerkers behoeven bij<strong>voor</strong>beeld de actieve ondersteun<strong>in</strong>g van anderefrontlijnwerkers die – eerder dan zijzelf – via hun netwerken de signalen kunnenoppikken dat er achter een <strong>voor</strong>deur ‘iets’ niet goed zit. De zorgadviesteams(zat’s) op vmbo-scholen vormen daarvan een goed <strong>voor</strong>beeld.Welzijnsorganisaties en sociale ondernem<strong>in</strong>gen moeten zich bij uitstek dienendopstellen. Ze vormen niet alleen de thuisbasis <strong>voor</strong> veel frontlijnwerkers, maarzijn ook <strong>het</strong> anker <strong>voor</strong> de vrijwilligersnetwerken. Zonder een dergelijke <strong>in</strong>frastructuuris veel vrijwilligerswerk kwetsbaar: hoogbelaste en kwetsbare mantelzorgersmoeten kunnen terugvallen op professionele ondersteun<strong>in</strong>g die ooktoegang heeft tot de netwerken van meer gespecialiseerde <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Beschikbaremiddelen kunnen om die reden beter worden besteed aan de persoonlijkewerv<strong>in</strong>g en begeleid<strong>in</strong>g van de noodzakelijke mantelzorgers en vrijwilligers(L<strong>in</strong>ders 2010: 229). Het is de frontlijn die daar<strong>voor</strong> de ruimte moet krijgen. Datvormt een majeure uitdag<strong>in</strong>g: de uitvoer<strong>in</strong>gspraktijk is nu te vaak ‘<strong>in</strong> beton gegoten’(Geerlof 2011: 192). Zeker wanneer beleidsmakers begrippen als ‘preventie’ en‘zelfredzaamheid’ hoog <strong>in</strong> <strong>het</strong> vaandel hebben, moeten ook andere maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – wooncorporaties, onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, politie – hun eerstelijn verder verleggen naar de burger toe en een groter beroep doen op de <strong>in</strong>zet vanvrijwilligers. Hun positie verdient daarom hernieuwde aandacht.8.4 bouw steunpilarenDe doe-democratie behoeft – net als de representatieve democratie – <strong>in</strong>stitutionelestutten, de steunberen van Schuyt (2006a) en Rosanvallon (2008: 8) die <strong>het</strong> huisvan de democratie overe<strong>in</strong>d houden. Deels krijgen die steunberen vorm aan deformele zijde van <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid door middel van wet- enregelgev<strong>in</strong>g. De snelle maatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen noodzaken aanpass<strong>in</strong>genom te <strong>voor</strong>komen dat de <strong>in</strong>stitutionele rek geen ongewenste vormen aanneemt;


220 vertrouwen <strong>in</strong> burgersdenk aan frequente evaluatie van wetgev<strong>in</strong>g om zo de pratijkervar<strong>in</strong>g te codificerenof te corrigeren. De doe-democratie bouwt echter ook op <strong>in</strong>formele verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genvia diverse kanalen. Beleidsmakers zullen daar<strong>voor</strong> passende en ondubbelz<strong>in</strong>nigekaders moeten stellen en bewaken. Meer dan tevoren zijn ze daarbijafhankelijk van de medewerk<strong>in</strong>g van hoofdrolspelers op de rechterzijde van <strong>het</strong>speelveld, van oudsher de <strong>voor</strong>lieden van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en ngo’sen <strong>in</strong> toenemende mate ook die van de koplopers <strong>in</strong> <strong>het</strong> bedrijfsleven en de bonteverzamel<strong>in</strong>g andersbeweg<strong>in</strong>gen.8.4.1 waarborg solidariteit tussen <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en overhedenMaatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zullen zich breder moeten gaan <strong>in</strong>zetten, bij<strong>voor</strong>beeld<strong>voor</strong> een beter sluitende dienstverlen<strong>in</strong>g aan geïsoleerde mensen, <strong>in</strong> kwetsbarebuurten of <strong>in</strong> krimpregio’s, <strong>voor</strong> vergaande samenwerk<strong>in</strong>g bij de opvang vanbevolk<strong>in</strong>gskrimp, en <strong>voor</strong> <strong>het</strong> optimaal borgen van <strong>voor</strong>zien<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> burgers.Hun bestuurders moeten daartoe buiten hun comfortzones treden en contraproductievemaatschappelijke verkoker<strong>in</strong>g tegengaan.Naast vele positieve <strong>voor</strong>beelden troffen we, evenals <strong>in</strong> ons eerdere veldwerk(wrr 2005; wrr 2009), schrijnende illustraties aan van een gebrek aan solidariteittussen ‘onafhankelijke’ <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en/of gemeenten. Er is wel veel overleg,maar dat is wederzijds te vrijblijvend. Wooncorporaties, zorg- en onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genzijn niet alleen geprivatiseerd of op afstand van de overheid gezet. De –<strong>voor</strong>geschreven – concurrentie leidt ertoe dat <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen vaak met de ruggen naarelkaar staan <strong>in</strong> plaats van samenwerken. De afrekencultuur richt<strong>in</strong>g zorg, welzijnen politie staat haaks op de meer bescheiden en aanjagende rol die <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheidnoodzakelijk is.Burgers zijn niet <strong>in</strong> een positie om de bestuurders van onwillige <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen ofbeleidsmakers van onwillige gemeenten aan te spreken op de noodzakelijkesamenwerk<strong>in</strong>g: hun betrokkenheid is beperkt tot hun ‘eigen’ <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen engemeenten. Maar ook betrokken bestuurders kunnen namens hen geen vuistmaken en beleidsmakers zijn niet gerechtigd knopen door te hakken. Hierdoor is<strong>het</strong> <strong>voor</strong> beleidsmakers lastig de democratische controle op maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen uit te oefenen die nodig is <strong>voor</strong> de <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van de ‘overkoepelendeverantwoordelijkheid’ van de overheid.Samenwerk<strong>in</strong>g en solidariteit kunnen worden gestimuleerd als beleidsmakers enbestuurders op regionaal niveau goede werkafspraken maken <strong>in</strong> de vorm vanconvenanten. Indien echter zorgvuldig overleg heeft gefaald, verdient <strong>het</strong> aanbevel<strong>in</strong>gdat alle betrokkenen beschikken over een alarmer<strong>in</strong>gsmogelijkheid, opbasis waarvan Haagse beleidsmakers kunnen en moeten <strong>in</strong>grijpen. Ook burgers <strong>in</strong>hun rol als gebruikers moeten <strong>in</strong> dat kader b<strong>in</strong>nen een regio aan de bel kunnen


ouwen aan vertrouwen221trekken, zelfs buiten ‘hun’ gemeente. Dat vereist nieuwe wetgev<strong>in</strong>g, deels metterugdraaien van een doorgeschoten autonomie van zowel gemeenten als <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.Daarnaast is <strong>het</strong> z<strong>in</strong>vol wanneer kle<strong>in</strong>e, regionale maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen(welzijn, mantelzorg, vrijwilligerswerk) bescherm<strong>in</strong>g genieten van grote (wooncorporaties,zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen). Als een kuiken moeten ze<strong>in</strong> geval van zwaar weer kunnen schuilen bij een Moeder Kloek. In ons veldwerkmaakten we kennis met <strong>voor</strong>beelden van grote <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die zo ruggengraatverschaffen aan kwetsbare vrijwilligers- en welzijns<strong>in</strong>itiatieven. Zelfs rijst devraag of <strong>het</strong> vaak wankele en kle<strong>in</strong>schalige welzijnswerk moet worden uitgesplitstdoor <strong>het</strong> onderbrengen van (a) jeugd- en opbouwwerk bij scholen (<strong>in</strong> een soortkoepel met een deel van <strong>het</strong> verenig<strong>in</strong>gsleven, denk aan schoolsport), en (b) zorg<strong>voor</strong> hulpbehoevenden (<strong>in</strong> brede z<strong>in</strong>: maatschappelijk werk) bij wooncorporatiesen grote (<strong>in</strong>tramurale) zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.8.4.2 leg nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genS<strong>in</strong>ds de ontzuil<strong>in</strong>g nemen niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) een belangrijkeplaats <strong>in</strong> op <strong>het</strong> speelveld <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid. Hun positie is echteraan verander<strong>in</strong>g onderhevig. Meer dan tevoren passeren andersbeweg<strong>in</strong>genbeleidsmakers en richten zich direct – op de vijf <strong>in</strong>eenvloeiende ‘markten’ – opspecifieke doelwitten, waaronder overheden maar <strong>voor</strong>al mult<strong>in</strong>ationale ondernem<strong>in</strong>gen(mno’s). Ze zijn on<strong>voor</strong>spelbaar, <strong>in</strong> belangrijke mate onbeheersbaar, enuiten zich <strong>in</strong> vele vormen, uiteenlopend van formele burger<strong>in</strong>itiatieven tot en metkopersstak<strong>in</strong>gen en massale betog<strong>in</strong>gen. Hun doelen zijn soms concreet, somsvaag: ze zijn ‘tegen’ zonder ‘<strong>voor</strong>’ te zijn. Beleidsmakers weten zich veelal onthand<strong>in</strong> de omgang met ‘<strong>het</strong> zootje ongeregeld’, met hun dreig<strong>in</strong>g van onstuitbare enongenuanceerde maatschappelijke cascades. De ad-hoc<strong>in</strong>itiatieven met hun veenbrandkarakter– zo zijn ze er wel, dan weer niet – passen ook niet <strong>in</strong> <strong>het</strong> reguliereoverleg van <strong>het</strong> maatschappelijk middenveld. Hun ‘doelloosheid’ is strijdig met debehoefte aan een gestructureerde agenda. Het is ongetwijfeld wennen, maar eendoe-democratie is gebaat bij een actieve dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen beleidsmakers en‘andersdenkenden’. Nieuwe verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen kunnen bovendien de basis vormen<strong>voor</strong> nieuwe vormen van mondiale beleidsbeïnvloed<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> aanvull<strong>in</strong>g op de traditionelediplomatie. We volstaan hier met <strong>het</strong> noemen van twee opties.Versterk vestig<strong>in</strong>gsklimaat <strong>voor</strong> andersbeweg<strong>in</strong>genMondiale netwerken behoeven voed<strong>in</strong>g en daarbij is een sleutelrol weggelegd <strong>voor</strong>verb<strong>in</strong>ders die coalities smeden, of door dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g nieuwe ideeën <strong>in</strong>troduceren.Die verb<strong>in</strong>ders moeten beter dan anderen kunnen volgen hoe de netwerkenzich ontwikkelen en aanvoelen waaraan behoefte bestaat. Ze vormen – zoalseertijds kunstenaars, wetenschappers en andere creatieven – ‘scholen’ van denken.


222 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDie scholen worden beïnvloed door hun omgev<strong>in</strong>g, zoals ze die zelf ook beïnvloeden.Keer op keer illustreerde ons veldwerk dat bij een sterk groeiende rol van ict,de fysieke uit<strong>in</strong>gen en <strong>voor</strong>al de fysieke nabijheid van gelijkdenkenden vanprimair belang blijven. Wanneer maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen zich vestigen <strong>in</strong>Nederland, of hier hun belangrijke ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen – hun ‘waterputten’ –hebben, zullen ze zich laten <strong>in</strong>spireren door <strong>het</strong> Nederlandse gedachtegoed en datuitdragen b<strong>in</strong>nen hun netwerken. Ze zullen ook <strong>het</strong> gedachtegoed uit hunmondiale netwerken laten doorwerken onder Nederlandse beleidsmakers. Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gkrijgt zo ook <strong>in</strong> eigen land meer <strong>in</strong>houd.Sommige omgev<strong>in</strong>gen zijn ongastvrij en staan we<strong>in</strong>ig ‘vrijdenken’ toe. Anderehebben meer te bieden en zuigen als een magneet de <strong>voor</strong>trekkers naar zich toe.Nederland is ngo-land bij uitstek; nergens is hun draagvlak zo groot. Steden alsAmsterdam en Den Haag huisvesten ook nu al een aantal <strong>voor</strong>aanstaande <strong>in</strong>stitutiesop <strong>het</strong> gebied van respectievelijk milieu en <strong>in</strong>ternationale rechtsorde. Beleidsmakerskunnen deze unieke basis gebruiken als spr<strong>in</strong>gplank <strong>voor</strong> een effectief<strong>in</strong>ternationaal beleid door <strong>het</strong> vormgeven aan een favoriete thuishaven <strong>voor</strong> <strong>in</strong>ternationalebeweg<strong>in</strong>gen en vergaderfora (wrr 2010a: 69). Dat kan vorm krijgendoor een gerichte acquisitie van buitenlandse ngo’s, of <strong>het</strong> faciliteren van themaconferenties.De gemeente Den Haag geeft op beperkte schaal <strong>het</strong> <strong>voor</strong>beeld; <strong>het</strong> isz<strong>in</strong>vol die lijn door te trekken.Sluit aan bij koplopers <strong>in</strong> bedrijfsleven en ngo’sOns land huisvest de hoofdkantoren van een aantal <strong>voor</strong>aanstaande mult<strong>in</strong>ationaleondernem<strong>in</strong>gen (mno’s), die als mondiale koplopers <strong>in</strong> toenemende matekiezen <strong>voor</strong> bredere doelstell<strong>in</strong>gen dan alleen f<strong>in</strong>ancieel-economische. Maatschappelijkverantwoord ondernemen (mvo) wordt <strong>in</strong> toenemende mate ‘normaal’. Datbiedt beleidsmakers kansen om ‘via de band’ burgerbetrokkenheid te stimulerenen zo maatschappelijke doelen die langs traditionele wegen onhaalbaar zijn, tochdichterbij te brengen (zie ook wrr 2010a; wrr 2010b).Zeker <strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g kan een krachtenbundel<strong>in</strong>g met ngo’s en‘Nederlandse’ mno’s <strong>in</strong>ternationaal effectief zijn. Door te fungeren als proactieveverb<strong>in</strong>ders b<strong>in</strong>nen mondiale netwerken kunnen Nederlandse beleidsmakers effectievekanalen <strong>voor</strong> <strong>in</strong>ternationale burgerbetrokkenheid openen. ‘Grote’ landenhebben op gevoelige terre<strong>in</strong>en vaak de behoefte aan de ondersteun<strong>in</strong>g van ‘onverdachte’partners die – <strong>in</strong> een vorm van symbiose – diplomatieke hand- en spandienstenkunnen vervullen, of als mondiale <strong>voor</strong>trekker van nieuwe <strong>in</strong>itiatievenwillen en kunnen fungeren. Kle<strong>in</strong>ere, m<strong>in</strong>der bedreigende landen zijn daardoor <strong>in</strong><strong>in</strong>ternationale gremia beter <strong>in</strong> staat tot <strong>het</strong> leggen van ‘onverwachte’ verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen.Ze kunnen zo via de band onevenredig grote <strong>in</strong>vloed uitoefenen op mondialebesluitvorm<strong>in</strong>g.


ouwen aan vertrouwen223Kunnen maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen tezamen met mno’s <strong>het</strong> gat (deels) vullendat nationale overheden en hun multilaterale organisaties <strong>in</strong>ternationaal latenvallen bij de aanpak van mondiale thema’s (zie ook Van Seters 2008)? Het is nietuitgesloten dat de ambivalente verhoud<strong>in</strong>g tussen ngo’s en beleidsmakers deopmaat is naar een nieuwe ‘driehoek’: trekkers aan beide zijden zien meer <strong>in</strong> dekoplopers onder de mno’s. Zo’n driehoeksverhoud<strong>in</strong>g vereist wel een omslagonder Nederlandse beleidsmakers en bestuurders: niet langer mag de nadrukliggen op <strong>het</strong> bijtrekken van de achterblijvers, maar veeleer op <strong>het</strong> <strong>voor</strong>trekkenvan de koplopers.* * *De titel van ons <strong>rapport</strong>, Vertrouwen <strong>in</strong> burgers, is <strong>voor</strong>al een oproep om burgerstegemoet te komen <strong>in</strong> de rol die ze willen en kunnen spelen <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g.Als uitgangspunten <strong>voor</strong> beleidsmakers geldt: denk vanuit burgers met hunuiteenlopende behoeften en toerust<strong>in</strong>g, en vergroot de kaders van alleen beleidsenmaatschappelijke participatie naar maatschappelijke <strong>in</strong>itiatieven. Op basis vandeze uitgangspunten formuleren we enkele concrete en praktische aanbevel<strong>in</strong>gen,<strong>voor</strong>al ter nadere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>spiratie. De aanbevel<strong>in</strong>gen richten zich totgemeenten en een enkele maal tot prov<strong>in</strong>cies. Ze richten zich ook tot de maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen: formeel vallen ze als veelal zelfstandige <strong>in</strong>stituties‘buiten’ ons adviesterritoir, maar zonder hun constructieve <strong>in</strong>zet wordt <strong>het</strong> niksmet wezenlijke delen van de burgerbetrokkenheid. Bovenal richten onze aanbevel<strong>in</strong>genzich tot beleidsmakers op nationaal niveau. De verander<strong>in</strong>gen die ons <strong>voor</strong>ogen staan, zijn alleen mogelijk wanneer ook <strong>het</strong> Rijk er serieus werk van maakt.Gemeenten zijn immers alleen <strong>in</strong> staat de benodigde ruimte aan frontlijnwerkersen burgers te geven als ze zelf ook ruimte van <strong>het</strong> Rijk krijgen. Vooropstaat deoproep waarmee we ons <strong>rapport</strong> begonnen: betrokken burgers zijn belangrijk <strong>voor</strong>een levende democratie. Juist de nationale <strong>voor</strong>lieden dienen mede <strong>in</strong>houd tegeven aan de uitvoer<strong>in</strong>g door andere partijen op <strong>het</strong> speelveld van burgerbetrokkenheid.


224 vertrouwen <strong>in</strong> burgersnoten1 Wij danken Tijs van den Broek (tno), Tobias Dekkers (Open State Foundation),Stef van Grieken (Open State Foundation), Mieke van Heesewijk (NetwerkDemocratie), Tom Kronenburg (Zenc), Maarten Marx (UvA), Stephan Okhuijsen(Sargasso), Josien Pieterse (Netwerk Democratie), Dimitri Tokmetzis (Sargasso),Lex Slaghuis (Hack de Overheid) en Samira Zafar (rmo) <strong>voor</strong> hun creatieve<strong>in</strong>breng tijdens de workshop op 6 februari 2012 (<strong>voor</strong> meer <strong>in</strong>formatie zie www.netdem.nl/tweedekamer).2 Naar aanleid<strong>in</strong>g van een gesprek met mevrouw P. van der Valk.


225aanzwengelen vliegwiel van verander<strong>in</strong>g“Betrokken burgers zijn belangrijk <strong>voor</strong> een levende democratie. Ze verlenen doorte stemmen de volksvertegenwoordig<strong>in</strong>g legitimiteit. Ze houden volksvertegenwoordigersen overheids<strong>in</strong>stanties scherp en zorgen dat deze zich gecontroleerdweten. En ze hebben een belangrijke rol <strong>in</strong> de <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van de maatschappij: zeverschaffen <strong>het</strong> draagvlak <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitvoeren van beleid, maar vullen <strong>het</strong> ook <strong>in</strong>door hun alledaagse handelen en zorgen <strong>voor</strong> maatschappelijke vernieuw<strong>in</strong>g door<strong>het</strong> <strong>in</strong>brengen van ideeën, onderwerpen en aanpakken.”We citeren onszelf, <strong>het</strong> is de eerste al<strong>in</strong>ea van ons <strong>rapport</strong>. We leerden: burgerbetrokkenheidis een zaak van willen en kunnen. Mensen willen betrokken zijn,omdat <strong>het</strong> hun eigenbelang dient of wellicht een maatschappelijk doel waar<strong>in</strong> zezich herkennen. Ze moeten geloven dat hun <strong>in</strong>breng een verschil maakt, dat hun<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g hun doelen dichterbij brengt, of dat ze tenm<strong>in</strong>ste hebben kunnenbijdragen aan een eerlijker en rechtvaardiger proces. Burgers moeten daartoe ‘hun’democratische <strong>in</strong>stituties willen vertrouwen: bestuurd willen worden. Tegelijkertijdmoeten ze beleidsmakers kritisch willen en kunnen volgen en bovendienbereid zijn om <strong>voor</strong>tdurend te ‘schoppen’ tegen de <strong>in</strong>stituties om zo hun aanpass<strong>in</strong>gaan de noden van de tijd te bevorderen. En ze moeten elkaar vertrouwen,omdat ze elkaar <strong>voor</strong> <strong>het</strong> verwerkelijken van gedeelde doelen nodig hebben. Datvereist een tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die ruimte laat <strong>voor</strong> anderen en een <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g die verdergaat dan de ‘dikke ik’.Burgers moeten ook betrokken kunnen zijn. Beleidsmakers moeten hun daartoe deruimte bieden op een manier die past bij hun toerust<strong>in</strong>g. Ze moeten zich niet overvraagdvoelen, of worden opgeroepen op een moment en een manier die <strong>voor</strong> hen‘oneigenlijk’ is. Hun toerust<strong>in</strong>g omvat naast de vaardigheden ook de <strong>in</strong>strumenten:zelfs een goede timmerman kan niets zonder hamer. De toerust<strong>in</strong>g omvat ookde mentale ruimte om zelf te kunnen bijdragen. Beleidsmakers moeten ook daar<strong>in</strong>burgers serieus nemen: afstand nemen, overlaten, en vertrouwen.In ons <strong>rapport</strong> doen we daartoe een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen: d<strong>in</strong>gen die beleidsmakersconcreet kunnen doen om burgerbetrokkenheid te stimuleren. De aanbevel<strong>in</strong>genbieden veel ruimte <strong>voor</strong> eigen <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g en zijn <strong>voor</strong>al een bron van <strong>in</strong>spiratie.Het omvormen van de Weber 2.0-hiërarchie tot een gelaagd netwerk duldt echtergeen uitstel, want juist die netwerkstructuur ondersteunt beleidsmakers bij hunverander<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen. Ze kunnen zich zo beter concentreren op de verb<strong>in</strong>dersb<strong>in</strong>nen hun ‘eigen’ verticale kolommen, die op hun beurt grote groepen burgerskunnen bereiken door zich te richten op de verb<strong>in</strong>ders b<strong>in</strong>nen de clusters. Dezetransformatie vormt een aanzienlijke uitdag<strong>in</strong>g die over een langere periode<strong>in</strong>houd moet krijgen: eerder tien jaren dan <strong>het</strong> ‘gewone’ ritme van vier jaren.


226 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDrie factoren kunnen tezamen de overheidskolom <strong>in</strong>spireren tot een z<strong>in</strong>volleburgerbetrokkenheid: visie, rugdekk<strong>in</strong>g en vonk. Het bijbehorende raamwerk is debestuurlijke spiegel van <strong>het</strong> basismodel <strong>voor</strong> betrokkenheid (figuur hieronder).Bestuurlijk basismodelVisieVerbondenheidVonkRugdekk<strong>in</strong>gIndien visie en rugdekk<strong>in</strong>g laagontwikkeld zijn (l<strong>in</strong>ksonder), vertoont de wisselwerk<strong>in</strong>gtussen beleidsmakers en verb<strong>in</strong>ders de kenmerken van los zand: ‘tweekeer blazen, alles weg’. Gebrek aan rugdekk<strong>in</strong>g (l<strong>in</strong>ksboven) is illustratief <strong>voor</strong>visie zonder vertrouwen: een ‘leider’ zonder volgel<strong>in</strong>gen. Indien de rugdekk<strong>in</strong>gperfect is, maar de visie ontbreekt (rechtsonder), heerst grote, maar doelloze gezelligheid:amateurisme, om <strong>het</strong> zo uit te drukken. Wanneer de twee echter samengaan(rechtsboven) en beleidsmakers er bovendien <strong>in</strong> slagen om een vonk van<strong>in</strong>spiratie te laten overspr<strong>in</strong>gen op hun verb<strong>in</strong>ders, groeit de verbondenheid diemooie d<strong>in</strong>gen mogelijk maakt: ‘we’ gaan er<strong>voor</strong>.VisieDit verhaal over burgerbetrokkenheid is een nieuw verhaal en moet al langerbestaande verhalen verdr<strong>in</strong>gen. Dat gaat niet zonder strijd. Het ultieme doel vanelke <strong>in</strong>stitutie is <strong>het</strong> behoud van die <strong>in</strong>stitutie. Velen hebben ook carrière gemaaktop basis van <strong>het</strong> ‘oude’ verhaal. Waarmee moet je stoppen om verander<strong>in</strong>g mogelijkte maken? Hoe geef je vorm aan creatieve destructie? Hoe ‘ontleren’ mensende lessen die hen eens begeesterden maar die sleets zijn geworden en hun greephebben verloren (Soros 2000: 42)? Het nieuwe verhaal moet verwarmen: beterzijn dan <strong>het</strong> oude, geloofwaardiger. Het moet aangeven waar ‘we’ – beleidsmakers


aanzwengelen vliegwiel van verander<strong>in</strong>g227plus verb<strong>in</strong>ders – vandaan komen en <strong>voor</strong>al waar we naartoe kunnen gaan (Gardneren Lask<strong>in</strong> 1995: 14, 43). Het is persoonsgericht: <strong>het</strong> richt zich tot de <strong>in</strong>dividueleontvanger met de bedoel<strong>in</strong>g te <strong>in</strong>formeren (wat is <strong>het</strong> probleem en waarom is <strong>het</strong>ernstig, ook <strong>voor</strong> jou?), te communiceren (denk eens mee: wat zouden ‘we’ eraankunnen doen?) en uit te dagen (wat zou jij kunnen doen en hoe kan ik je daarbij dehand reiken?). Het verhaal laat bovendien ruimte tot <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g (Wagenaar 1997;Van Stokkom 2006: 92).Een ‘goed’ verhaal heeft een vaste, dragende kernboodschap, wordt toegespitst opelke doelgroep <strong>in</strong> elke specifieke situatie, en is vertelbaar op verschillende niveausvan toerust<strong>in</strong>g (Gardner en Lask<strong>in</strong> 1995: 292). Een goed verhaal bouwt ook op eenbeperkt aantal niet-onderhandelbare uitgangspunten, die <strong>in</strong> de dagelijkse praktijkeen handvat bieden (Zook en Allen 2011: 7). De boodschap moet herkenbaar zijnen beleidsmakers moeten bereid zijn dezelfde boodschap duizend keer uit tedragen (zie ook Peters en Waterman 2004). Of, zoals Richard Nixon <strong>het</strong> plastischuitdrukte: “About the time you are writ<strong>in</strong>g a l<strong>in</strong>e you have written so often thatyou almost want to throw up, that is the time the American people will hear it”(Gardner en Lask<strong>in</strong> 1995: 12).Dat vraagt veel van beleidsmakers. Ze moeten willen geloven <strong>in</strong> de 15/70/15 vuistregeluit de praktijk van <strong>het</strong> verander<strong>in</strong>gsmanagement. Aan elk kampvuur waareen verhalenverteller probeert zijn publiek te begeesteren, is vijftien procent van<strong>het</strong> gehoor ‘tegen’, dit vrijwel ongeacht <strong>het</strong> verhaal. Zeventig procent luistertaandachtig en vertelt ‘thuis’ met warmte over de wijze lessen, maar doet er vervolgenswe<strong>in</strong>ig mee: te druk met andere besognes, komt later wel… De laatste vijftienprocent echter zegt: ik weet niet precies wat je zegt, maar ik heb <strong>het</strong> gevoel dat <strong>het</strong>is wat ikzelf ook bedoel, dus teken mij maar <strong>in</strong>. Het is bij ieder grootschalig verander<strong>in</strong>gsprocesdie groep die <strong>het</strong> verschil maakt.“De kunst van politiek bedrijven <strong>in</strong> een fluïde situatie (…) is <strong>het</strong> scheppen vannieuwe vertrouwdheden, van een ‘wij’” (Van Gunsteren en Habbema 2009: 113).Op <strong>het</strong> moment dat verhalen uitkristalliseren <strong>in</strong> krachtige ‘wij-beelden’, komende kernideeën van <strong>het</strong> verhaal tot leven. De verb<strong>in</strong>ders kunnen <strong>het</strong> verhaal van debeleidsmakers ‘raden’ maar – belangrijker – <strong>het</strong> is hun verhaal geworden; <strong>het</strong>verhaal dat ze zelf <strong>in</strong> woord en daad uitdragen aan andere kampvuren. Ze snijden<strong>het</strong> telkens toe op hun publiek en laten ruimte <strong>voor</strong> eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. Wanneer datproces zich vele malen heeft herhaald en de eerste vertellers <strong>het</strong> terug horen,herkennen ze alleen de centrale boodschap. Het is een ander verhaal geworden: <strong>het</strong>verhaal van een levende democratie dat wordt <strong>in</strong>gekleurd door vele eigenaars aanvele kampvuren. Die <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g is niet alleen een kwestie van woorden. Verb<strong>in</strong>dersaan de frontlijn moeten <strong>in</strong> hun dagelijks handelen ruimte hebben om doorhun handelen, hun experimenteren en leren <strong>het</strong> verhaal vorm te geven. Ze kennenals geen ander de dagelijkse praktijk en hebben zo <strong>het</strong> beste zicht op de concrete


228 vertrouwen <strong>in</strong> burgersverander<strong>in</strong>gen. En alleen wanneer ze zelf ruimte krijgen, kunnen ze burgers deruimte bieden die nodig is <strong>voor</strong> succesvolle burgerbetrokkenheid.Rugdekk<strong>in</strong>gMisschien wel de belangrijkste kwaliteit van beleidsmakers b<strong>in</strong>nen een netwerksamenlev<strong>in</strong>gis <strong>het</strong> bieden van rugdekk<strong>in</strong>g. Op <strong>het</strong> scharnierpunt van de verticaleen horizontale dimensies van de gelaagde netwerkstructuur zijn de overheidsverb<strong>in</strong>dersbijna per def<strong>in</strong>itie onzeker: ze weten wel waar ze aan beg<strong>in</strong>nen, maar nietwaar ze e<strong>in</strong>digen. Op alle niveaus behoeven ze een warme ontvangst <strong>voor</strong> de<strong>in</strong>breng die ze vanuit hun netwerken opdoen, zelfs als dat onwelgevallige ideeënoplevert. Ze moeten daar kunnen onderhandelen en – zeker aan de frontlijn –kunnen handelen. Frontlijnwerkers hebben bij<strong>voor</strong>beeld een f<strong>in</strong>anciële armslagnodig: geen groot geld maar een ‘rommelbudget’ om beweg<strong>in</strong>g te faciliteren.Uitvoerders b<strong>in</strong>nen de middenlaag worden verondersteld mee vorm te geven aaneen gedeelde visie, maar weten vaak nog onvoldoende welke kant de ‘bovenbazen’op willen.Beleidsmakers op <strong>het</strong> hoogste niveau moeten hun betrokkenheidsvisie uitdragenen – <strong>voor</strong>tdurend – bijstellen op basis van signalen uit de praktijk of uit de wetenschap.Ze kunnen niet alles van tevoren regelen, moeten dat ook niet willen. Veelmeer dan <strong>voor</strong>heen moeten ze volstaan met correctie achteraf wanneer dat noodzakelijkmocht blijken. Het vaste recept <strong>voor</strong> dergelijk coachend leiderschap isdan: ‘we’ doen d<strong>in</strong>gen goed en ‘ik’ doe d<strong>in</strong>gen fout. Dat dw<strong>in</strong>gt loyaliteit af, zeker<strong>in</strong>dien de <strong>voor</strong>lieden hun verb<strong>in</strong>ders vragen om hun nek uit te steken met de daarbijbehorende kans op falen.Ze moeten niet alleen de horizontale dimensie van de gelaagde netwerkstructuuraansturen, maar ook <strong>in</strong>houd geven aan de verticale dimensie. Ze behouden deoverkoepelende verantwoordelijkheid om een evenwichtige afweg<strong>in</strong>g van belangente waarborgen en conflicten op een democratische wijze te beslechten. Ze zijnook blijvend belast met <strong>het</strong> uitoefenen van normatieve controle (spelregelhandhav<strong>in</strong>g),<strong>het</strong> beschermen van de zwaksten die ‘overvraagd’ geraken, en – zo mogelijk– <strong>het</strong> stimuleren c.q. afremmen van ‘bepaalde’ ontwikkel<strong>in</strong>gen. Regelmatigworden ze beproefd door praktijksituaties waarbij de twee dimensies ‘botsen’. Deoverheidsverb<strong>in</strong>ders weten dat en kijken toe met arendsogen: <strong>het</strong> zijn de momentenvan de waarheid. Indien verstandige mensen niet de bijna-zekerheid hebbenvan rugdekk<strong>in</strong>g als <strong>het</strong> – ondanks een loyale <strong>in</strong>zet – toch ‘fout’ gaat, zullen ze eenvolgende keer <strong>het</strong> veilige thuisblijven prefereren.De sleutel <strong>voor</strong> de Weber 3.0-cultuur is gelegen <strong>in</strong> de sociale driehoek: verticaalrespect, horizontaal vertrouwen, en veerkracht <strong>in</strong> geval van crisis (Sennett 2012:148 e.v.). Beleidsmakers doen er daarom goed aan om <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie hunaandacht en hun f<strong>in</strong>anciële en personele middelen te concentreren op de verb<strong>in</strong>-


aanzwengelen vliegwiel van verander<strong>in</strong>g229ders op de operationele en tactische niveaus. De lagere niveaus moeten hunhandel<strong>in</strong>gsruimte verdienen, en de hogere niveaus moeten <strong>het</strong> respect verdienenvan hun beoogde volgers. Horizontaal moeten mensen elkaar willen en kunnenvertrouwen om – niet verkokerd – <strong>in</strong>houd te geven aan burgerbetrokkenheid opde terre<strong>in</strong>en waar ze <strong>voor</strong> staan. En <strong>in</strong> geval van crisis – de enige keer dat een overheidsapparaatop zijn merites wordt beproefd – moet <strong>het</strong> collectief beschikkenover veerkracht: <strong>het</strong> vermogen tot reageren, zelf-organiseren, leren en aanpassenvan gedrag.In een onzekere omgev<strong>in</strong>g geldt tegelijkertijd een vuistregel: succes voedt succes.De overgang naar een Weber 3.0-cultuur verloopt daarom idealiter via een driegolvenbenader<strong>in</strong>g.In een eerste verander<strong>in</strong>gsgolf gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> ‘verlokken’ vande eerste vijftien procent verb<strong>in</strong>ders en hen succesvol te maken. Het is per def<strong>in</strong>itieeen relatief kle<strong>in</strong>e groep en is dus zowel qua aanstur<strong>in</strong>g als kosten behapbaar.Om hen heen verwerken andere frontlijnwerkers en burgers zo’n signaal feilloos <strong>in</strong>hun resultaatverwacht<strong>in</strong>g. Mensen leren snel en weten na een paar keer welke <strong>in</strong>zetz<strong>in</strong>vol is. Indien beleidsmakers hun gewicht achter een aanpak zetten, zal de boeggolfvan de zeventig procent volgers <strong>in</strong>tekenen <strong>in</strong> een tweede verander<strong>in</strong>gsgolf:kennelijk is dit <strong>het</strong> nieuwe ‘recept <strong>voor</strong> succes’. In een tweede golf volstaat eenbeperktere ondersteun<strong>in</strong>g: ze gaan mee ‘<strong>voor</strong> half geld’, de rest moeten ze zelfbetalen. De derde golf ten slotte wordt gevormd door de massa van de zeventigprocent. De nieuwe aanpak is nu standaard en de verdere veranker<strong>in</strong>g bespaart vermoedelijkzelfs kosten door de brede betrokkenheid van burgers. Zo wordt over eenperiode van tijd een cultuuromslag bewerkstelligd b<strong>in</strong>nen een overheidskolom.VonkHet verschil tussen een ‘normale’ en een bevlogen overheid is gelegen <strong>in</strong> de vonkdie leiders laten overspr<strong>in</strong>gen. Dat is <strong>het</strong> handwerk van politici die burgers bezielenmet hun ideeën. De confrontatie van hun maatschappelijke perspectievenzorgt idealiter <strong>voor</strong> beweg<strong>in</strong>g en m<strong>in</strong>imaal <strong>voor</strong> amusement. Speciaal de nationale<strong>voor</strong>lieden richten zich op de media: wie daar ‘scoort’ is de waarschijnlijkew<strong>in</strong>naar (Hajer 2009). Burgerbetrokkenheid mist echter de urgentie van een goederamp die om een onmiddellijke respons vraagt. Het is veeleer een zaak van eenlange adem. Een succesvolle cultuur is ook niet gebouwd rond de persoon van eenenkele leider of coalitie, maar ‘overleeft’ de overdracht van de ene op de anderegeneratie en van de ene op de andere coalitie.De nationale kopstukken moeten daarom werken via de band en bestuurlijkNederland begeesteren: hun beleidsambtenaren en frontlijnwerkers, maar ookhun medepolitici. In een omgev<strong>in</strong>g die wordt gekenmerkt door hoge drempels<strong>voor</strong> verander<strong>in</strong>g en – paradoxaal – <strong>voor</strong>tdurende structurele <strong>in</strong>grepen, zoals deschaalvergrot<strong>in</strong>g bij de gemeenten en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, is dat niet vanzelfsprekend.Wie zich bedreigd voelt, heeft veelal niet de moed – en zeker niet <strong>het</strong> vertrouwen


230 vertrouwen <strong>in</strong> burgers<strong>in</strong> zichzelf en anderen – om de <strong>in</strong>grijpende verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> attitudes en gewoontenwaar dit <strong>rapport</strong> om vraagt, door te voeren. De omslag naar een Weber3.0-cultuur vereist de ijzeren discipl<strong>in</strong>e van <strong>het</strong> ‘rechte pad’ met <strong>het</strong> bijbehorende,brede politieke draagvlak: goed doen waar<strong>voor</strong> ‘we’ hebben gekozen en dat overeen periode van vele jaren (Coll<strong>in</strong>s 2005: 31).Tevens moeten ze geloven, en dat uitstralen, <strong>in</strong> de veerkracht van de netwerksamenlev<strong>in</strong>g,met haar zelfcorrigerende en lerende vermogens. Hun geloof zalregelmatig worden beproefd door on<strong>voor</strong>ziene en onbeheersbare ontwikkel<strong>in</strong>gen,waar<strong>voor</strong> de Weber 3.0-cultuur niet langer eenduidige kaders biedt: wat pastwel, wat niet b<strong>in</strong>nen de grenzen die de wet stelt. Meer dan <strong>voor</strong>heen dienen ze tevertrouwen op de checks and balances die de vier vormen van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g bieden <strong>in</strong>een sterk vernetwerkte samenlev<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>dachtig de slotles van <strong>het</strong> hockeystickmanagement:een stick die altijd valt, valt nooit als je maar snel genoeg corrigeert.Met miljoenen mensen die handelen b<strong>in</strong>nen de marges van de <strong>in</strong>stitutionele rek,gebeuren er geen grote, onherstelbare ongelukken. Het is wel zaak de spelregels<strong>voor</strong>tdurend te herzien en, zo nodig, aan te passen, anders wordt de afstandtussen ideaal en werkelijkheid te groot.In de vele gesprekken die we met beleidsmakers hebben gevoerd, bleek steedsweer dat nationale beleidsmakers de neig<strong>in</strong>g hebben om burgerbetrokkenheid tebeschouwen als <strong>het</strong> territoir van lagere overheden en – deels – maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Dat nu is een fundamentele misvatt<strong>in</strong>g. Lagere overheden en maatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen kunnen niet zonder <strong>voor</strong>waardenscheppend beleid.Andersom is de nationale overheid <strong>voor</strong> een succesvolle doorbraak ook afhankelijkvan de <strong>in</strong>zet van lagere overheden en de andere hoofdrolspelers op <strong>het</strong> speelveldvan burgerbetrokkenheid, zoals de maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Nationalepolitici hebben er dus alle belang bij om waar mogelijk de <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> zo’nsucces te scheppen. Net als de bouwmeesters van middeleeuwse kerken dienen zede <strong>in</strong>stitutionele steunberen te zekeren die <strong>het</strong> huis van de democratie overe<strong>in</strong>dkunnen houden.De omslag die we <strong>in</strong> dit <strong>rapport</strong> bepleiten is geen luxe maar een noodzaak. In onzehuidige, complexe samenlev<strong>in</strong>g zijn traditionele antwoorden onvoldoende. Nietlanger kan worden volstaan met <strong>het</strong> toevoegen van <strong>in</strong>houdelijke of procesmatigetoeters en bellen: beleidsverfijn<strong>in</strong>gen en <strong>in</strong>strumenten of processen die niet <strong>het</strong>ruggenmerg raken. Pog<strong>in</strong>gen om de complexiteit te reduceren of te negerenwerken averechts. Bovendien is een levende democratie nooit af, er zal altijdgezocht moeten worden naar nieuwe routes en nieuwe vormen <strong>voor</strong> burgerbetrokkenheid.Dat zoekproces zal met vallen en opstaan gaan. Er zullen pog<strong>in</strong>genslagen en pog<strong>in</strong>gen onsuccesvol zijn. Maar één d<strong>in</strong>g weten we zeker: oude methodenverliezen hun waarde en wie niet experimenteert, en daarbij af en toe faalt, zalgeen nieuwe methoden v<strong>in</strong>den.


aanzwengelen vliegwiel van verander<strong>in</strong>g231Vertrouwen <strong>in</strong> burgers vraagt veel van beleidsmakers. De sleutel <strong>voor</strong> een levendedemocratie die bouwt op burgerbetrokkenheid is gelegen <strong>in</strong> dat eerste woord:vertrouwen. Vertrouwen van beleidsmakers <strong>in</strong> burgers, vertrouwen van burgers<strong>in</strong> beleidsmakers en <strong>in</strong> elkaar. Het is geen bl<strong>in</strong>d vertrouwen. Een gepaste dosisvertrouwen is essentieel <strong>voor</strong> onderl<strong>in</strong>ge betrokkenheid, een gepaste dosiswantrouwen evenwel <strong>voor</strong> de corrigerende tegenmacht en de maatschappelijkevernieuw<strong>in</strong>g. De kunst is om telkens weer <strong>het</strong> juiste evenwicht te v<strong>in</strong>den.


233bijlage a:toelicht<strong>in</strong>g motivaction-onderzoekVerschillende onderzoekers proberen de verschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>teresse, houd<strong>in</strong>g engedrag tussen burgers ten aanzien van de overheid en politiek te verklaren. Voordat doel ontwikkelen ze segmentaties waarvan we er <strong>in</strong> paragraaf 1.2.1 drie presenteren.Deze drie segmentaties vertonen een grote overeenkomst <strong>in</strong> de stijlen vanbetrokkenheid die ze onderscheiden, maar verschillen wel <strong>in</strong> scores op specifiekevragen. De segmentaties van Verhoeven (2009: 37-40) en Becker en Dekker (2005:349-452) wekken meer de <strong>in</strong>druk dat <strong>het</strong> gaat om sterk onderscheiden groependan de segmentatie van Motivaction. Dat komt omdat de eerste twee differentiërennaar een selectie van de gemeten politieke <strong>in</strong>teresse, houd<strong>in</strong>g en gedrag. Deverschillen tussen de groepen <strong>in</strong> deze segmentaties zijn zo groot, omdat <strong>het</strong> juistdie verschillen zijn op basis waarvan de groepen zijn <strong>in</strong>gedeeld. De segmentatievan Motivaction is gebaseerd op basis van een sociaal-economische status (gemetenaan de hand van opleid<strong>in</strong>gsniveau en <strong>in</strong>komen) en een algemene waardenoriëntatie.Deze waardenoriëntatie is gemeten met behulp van zestig vragen (zieook www.motivaction.nl <strong>voor</strong> toelicht<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> Mentality-model). Het Mentality-modelmaakt onderscheid <strong>in</strong> acht verschillende sociale milieus. Pas daarnawordt de houd<strong>in</strong>g ten opzichte van overheid en politiek gemeten en zijn de achtalgemene sociale milieus teruggebracht tot vier burgerschapsstijlen, <strong>in</strong> onzeterm<strong>in</strong>ologie betrokkenheidsstijlen. Hierdoor zijn de onderl<strong>in</strong>ge verschillenb<strong>in</strong>nen de Motivaction segmentatie kle<strong>in</strong>er dan <strong>in</strong> de andere twee segmentaties.In september-oktober 2011 is op verzoek van de wrr een aantal stell<strong>in</strong>gen overmaatschappelijke en politieke betrokkenheid opgenomen <strong>in</strong> de jaarlijkse Mentality-met<strong>in</strong>gvan Motivaction. Hieronder gaan we nader <strong>in</strong> op de onderzoeksresultatenen vallen daarbij soms terug op eerdere Mentality-met<strong>in</strong>gen uit de periode2007-2010 die <strong>in</strong> <strong>het</strong> kader van de 21 m<strong>in</strong>uten- enquête (www.21m<strong>in</strong>uten.nl)werden verricht. Het is van belang te benadrukken dat de absolute scores hierbijm<strong>in</strong>der <strong>in</strong>teressant – want lastig te beoordelen – zijn. Al jaren wordt getracht deontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> vertrouwen van Nederlanders <strong>in</strong> de democratie en <strong>in</strong> de overheiden politiek te meten en <strong>in</strong>ternationaal te vergelijken. Net als <strong>in</strong> andere landenis dat vertrouwen aan sterke schommel<strong>in</strong>gen onderhevig. Nederland blijkt hierrelatief hoog te scoren (Bovens en Wille 2011: 21-43); zo schommelt <strong>het</strong> percentageNederlanders dat zegt tevreden te zijn met de manier waarop de democratie <strong>in</strong>Nederland werkt s<strong>in</strong>ds 1977 tussen de 50 en 80 procent (Bovens en Wille 2011: 29).Maar wat betekent dat? Hoe tevreden zouden burgers moeten zijn met de democratie?En <strong>in</strong> welke mate wordt die tevredenheid bepaald door de werk<strong>in</strong>g van dedemocratie zelf, door de tevredenheid met de prestaties van de overheid, of doorde tevredenheid met omstandigheden waar de democratie en de overheid m<strong>in</strong>der<strong>in</strong>vloed op hebben, zoals economische ontwikkel<strong>in</strong>gen? Allemaal redenen


234 vertrouwen <strong>in</strong> burgerswaarom we niet naar de absolute scores, maar naar de verschillen tussen segmentatieskijken. We kijken dan <strong>voor</strong>al naar de verschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>teresse, <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g vande mogelijkheden om de politiek te beïnvloeden, bereidheidheid tot actievebijdrage aan politiek, en <strong>het</strong> vertrouwen <strong>in</strong> de politiek.Tabel A.1 laat zien dat Volgzamen en Critici hun beïnvloed<strong>in</strong>gsmogelijkhedenlager <strong>in</strong>schatten dan Pragmatici en Verantwoordelijken. Ze zijn, volgens deMentality-met<strong>in</strong>g van 2011, m<strong>in</strong>der tevreden met wat de reger<strong>in</strong>g doet. De overheidluistert meestal slecht en Kamerleden hebben we<strong>in</strong>ig begrip van wat er onderde mensen leeft. Ze hebben <strong>voor</strong>al sterker <strong>het</strong> gevoel ‘machteloos’ te zijn: we<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>vloed te hebben op <strong>het</strong> bestuur van gemeente en prov<strong>in</strong>cie, om maar niet tespreken van de reger<strong>in</strong>g. Er is naar hun gevoel ook geen politieke partij die zich<strong>in</strong>zet <strong>voor</strong> hun belangen. Speciaal de landelijke politiek z<strong>in</strong>t hen niet: de gemeentelijkepolitiek is <strong>in</strong>teressanter dan de landelijke, en <strong>het</strong> is beter om de m<strong>in</strong>isterpresidentdirect te kiezen.


ijlage a: toelicht<strong>in</strong>g motivaction-onderzoek235Tabel A.1 Lagere verwacht<strong>in</strong>g onder Volgzamen en Critici (2011)(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons)Bevolk<strong>in</strong>g 15-80 jaarOmvang segment(n=1.310)Ik ben over <strong>het</strong> algemeentevreden met wat deNederlandse reger<strong>in</strong>gdoetDe overheid luistertmeestal goed naar watde burger wilKamerleden <strong>in</strong> ons landhebben we<strong>in</strong>ig begripvan wat er onder demensen leeftDe <strong>in</strong>spraak van burgersop <strong>het</strong> bestuur vangemeente en prov<strong>in</strong>ciemoet groter wordenMensen als ik hebbengeen enkele <strong>in</strong>vloed opwat de reger<strong>in</strong>g doetIk denk niet datKamerleden en m<strong>in</strong>istersveel geven om watmensen als ik denkenKamerleden letten te veelop <strong>het</strong> belang van enkelemachtige groepen, <strong>in</strong>plaats van op <strong>het</strong>algemeen belangIs er naar uw men<strong>in</strong>g <strong>in</strong>ons land een politiekepartij die zich echt <strong>in</strong>zet<strong>voor</strong> uw belangen? Ja:Ik ben meergeïnteresseerd <strong>in</strong> degemeentelijke politiekdan <strong>in</strong> de landelijkepolitiekDe m<strong>in</strong>ister-presidentmoet rechtstreeks doorde kiezer gekozenwordenVolgzamenBetrokkenheidsstijl a15% 32% 24%39CriticiPragmaticiVerantwoordelijken29%Gem.NL32 b 51 464223 16 30 312572 77 55 546491 86 67 737881 86 64 547170 77 60 496481 85 72 677630 26 34 463547 37 29 283474 84 64 5770aMotivaction heeft <strong>het</strong> over burgerschapsstijlen met de namen: plichtsgetrouwen; structuurzoekers,pragmatici en verantwoordelijken.bVoor vetgedrukte getallen gelden statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> gemiddelde van de overigebetrokkenheidsstijlen (95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction (2011).


236 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBij de vragen over <strong>het</strong> eigen gedrag valt op dat <strong>voor</strong>al Critici en Pragmatici <strong>het</strong>laten afweten (tabel A.2). Ze gaan m<strong>in</strong>der vaak dan Verantwoordelijken enVolgzamen stemmen en <strong>voor</strong>al niet <strong>voor</strong> de Prov<strong>in</strong>ciale Staten en <strong>het</strong> EuropeseParlement. Ze geven aan, net als Volgzamen en Pragmatici, zich m<strong>in</strong>der samenmet anderen <strong>in</strong> te spannen <strong>voor</strong> een landelijke of lokale kwestie en zijn, zoalsbleek uit de 21m<strong>in</strong>uten-enquête 2007, m<strong>in</strong>der vaak lid van een politieke partij. 1En ‘goede burgers’ hoeven zich wat hun betreft niet verplicht te voelen tot <strong>in</strong>zet<strong>voor</strong> de samenlev<strong>in</strong>g of buurt, om hulpvaardig te zijn <strong>voor</strong> anderen, of – zoalsVolgzamen – zich te bekommeren om sociaal zwakkeren of buren. Volgzamenvoelen meer een noodzaak om eigen verantwoordelijkheid te nemen en m<strong>in</strong>dereen beroep te doen op de overheid. Ze voelen zich nauwelijks verplicht om meete denken over de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de maatschappij. Opvallend is dat Pragmaticirelatief tevreden zijn en wel vertrouwen hebben <strong>in</strong> hun eigen beïnvloed<strong>in</strong>gsmogelijkheden,maar toch nauwelijks geïnteresseerd zijn die te benutten.


ijlage a: toelicht<strong>in</strong>g motivaction-onderzoek237Tabel A.2 Passieve houd<strong>in</strong>g van Pragmatici en Critici (2011/2007)(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons)Bevolk<strong>in</strong>g 15-80 jaarOmvang segment(n=1.310)Bij verkiez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> deTweede Kamer ga ikaltijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> deGemeenteraad ga ikaltijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> deProv<strong>in</strong>ciale Staten ga ikaltijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> <strong>het</strong>Europese Parlement gaik altijd stemmenHeeft u zich <strong>in</strong> deafgelopen twee jaar weleens samen met anderenactief <strong>in</strong>gespannen <strong>voor</strong>een kwestie die landelijk of nationaalvan belang is of diebetrekk<strong>in</strong>g heeft opwereldproblemen alsvrede en armoede? die van belang is <strong>voor</strong>uw gemeente, <strong>voor</strong> eenbepaalde groep <strong>in</strong> degemeente of <strong>voor</strong> uwbuurt?Een Goede Nederlandseburger moet zichbekommeren om sociaalBetrokkenheidsstijl aGem.Volgzamen Critici Pragmatici VerantwoordelijkenNL81 b 63 69 907515% 32% 24%29%74 54 61 846763 42 53 755761 39 50 70547 7 13 251427 15 26 412767 36 43 6049Een burger dient dezwakkeren c 76 45 35 5250Burgers moeten meereigen verantwoordelijkheidnemen en m<strong>in</strong>der eenberoep doen op deburen te helpen c 40 18 15 2222Een Goede Nederlandseburger moet meedenkenover de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van demaatschappij coverheid c 39 26 34 4235a Motivaction heeft <strong>het</strong> over burgerschapsstijlen met de namen: plichtsgetrouwen; structuurzoekers,pragmatici en verantwoordelijken.b Voor vetgedrukte getallen gelden statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> gemiddelde van deoverige betrokkenheidsstijlen (95%-betrouwbaarheidsniveau).c Mentality-met<strong>in</strong>g 2007 (bevolk<strong>in</strong>g 16-70 jaar, n=5.619) Niet aangegeven zijn de al dan nietsignificante afwijk<strong>in</strong>gen.Bron: Motivaction (2011).


238 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBij Critici gaat passiviteit samen met een relatief sterk gevoeld wantrouwen (tabelA.3). Ze hebben m<strong>in</strong>der vertrouwen <strong>in</strong> de overheid en v<strong>in</strong>den dat je niet <strong>voor</strong>zichtiggenoeg kan zijn <strong>in</strong> de omgang met andere mensen. Ze reageren sceptischer op eenaantal stell<strong>in</strong>gen. Het maakt <strong>in</strong> feite we<strong>in</strong>ig uit <strong>voor</strong> <strong>het</strong> leven van alledag wat dereger<strong>in</strong>g doet en <strong>het</strong> heeft geen z<strong>in</strong> om betrokken te zijn bij besliss<strong>in</strong>gen of plannenvan <strong>het</strong> Rijk en de gemeente. Ze voelen zich overvraagd, lezen we<strong>in</strong>ig over politieken zijn nauwelijks geïnteresseerd <strong>in</strong> ‘Europa’. De 21m<strong>in</strong>uten-enquête uit 2007voegt kleur toe: waar circa 70 procent b<strong>in</strong>nen de overige segmenten zich kan v<strong>in</strong>den<strong>in</strong> stell<strong>in</strong>gen als Democratie kent meer <strong>voor</strong>- dan nadelen en Democratie is de bestebestuursvorm die ik ken, is dat slechts bij de helft van de Critici <strong>het</strong> geval. 2 Ze zijnm<strong>in</strong>der tevreden met <strong>het</strong> functioneren van de democratie en volgen de landelijkepolitiek <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheel niet, of alleen bij speciale gebeurtenissen.


ijlage a: toelicht<strong>in</strong>g motivaction-onderzoek239Tabel A.3 Wantrouwen bij Critici (2011)(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons)Bevolk<strong>in</strong>g 15-80 jaarOmvang segment(n=1.310)Ik heb vertrouwen <strong>in</strong>de overheidIk v<strong>in</strong>d dat je niet<strong>voor</strong>zichtig genoeg kuntzijn <strong>in</strong> de omgang metandere mensenWat de reger<strong>in</strong>g ookdoet, <strong>voor</strong> <strong>het</strong> dagelijksleven heeft <strong>het</strong> we<strong>in</strong>ig nutIk v<strong>in</strong>d <strong>het</strong> niet nodigbetrokken te zijn bijplannen van de overheiddie van <strong>in</strong>vloed zijn op demanier waarop wij wonen,op onze leefomgev<strong>in</strong>gen <strong>het</strong> milieuIk v<strong>in</strong>d <strong>het</strong> niet nodigbetrokken te zijn bijbesliss<strong>in</strong>gen/plannen van<strong>het</strong> gemeentebestuur dievan <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>het</strong>leven <strong>in</strong> mijn gemeenteLeest u wel eens iets overde politiek <strong>in</strong> ons land,bijv. krantenverslagen?(% regelmatig)De Europese politiekboeit me zeerDe Europese politiekmoet meer democratischwordenDe burgemeester moetworden gekozen doorde <strong>in</strong>woners van degemeenteVolgzamenBetrokkenheidsstijl a15% 32% 24%45CriticiPragmaticiVerantwoordelijken29%Gem.NL34 b 53 594868 71 48 465850 58 39 264329 39 32 193038 51 44 244034 14 27 543133 17 30 483171 59 67 756777 85 77 7078a Motivaction heeft <strong>het</strong> over burgerschapsstijlen met de namen: plichtsgetrouwen; structuurzoekers,pragmatici en verantwoordelijken.b Voor vetgedrukte getallen gelden statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> gemiddelde van de overigebetrokkenheidsstijlen (95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction (2011).


240 vertrouwen <strong>in</strong> burgersCritici zoeken blijkens de 21m<strong>in</strong>uten-enquête uit 2007 en de eerdere Mentalitymet<strong>in</strong>gennieuwe wegen om hun betrokkenheid vorm te geven. Van de mogelijkhedendie andere burgers benutten om de politiek te beïnvloeden maken ze relatiefwe<strong>in</strong>ig gebruik; ze zijn bij<strong>voor</strong>beeld nauwelijks lid van een maatschappelijke organisatie,een soort thuisveld <strong>voor</strong> Verantwoordelijken. Ze zijn ook m<strong>in</strong>der vaak lidvan een kerk of geloofsgemeenschap of van de publieke omroepen, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>gtot Volgzamen en Verantwoordelijken. Het ligt <strong>voor</strong> de hand te wijzen op de‘open<strong>in</strong>g’ die eerder de lpf en nu de pvv hun biedt, maar enige <strong>voor</strong>zichtigheidis geboden. Bij de Tweede Kamerverkiez<strong>in</strong>gen van juni 2010 was volgens deMentality-met<strong>in</strong>g de pvv-aanhang gespreid over Critici (17 procent), Volgzamen(10 procent) en Pragmatici (4 procent) plus Verantwoordelijken (4 procent). Devvd-, pvda- en sp-stemmers waren veel gelijkmatiger gespreid met telkens eenpiekje bij de Verantwoordelijken; zowel vvd als pvda haalde echter nog een‘marktaandeel’ van respectievelijk 12 en 11 procent onder de Critici. De aanhangvan d66 en GroenL<strong>in</strong>ks concentreerde zich zelfs sterk onder de Verantwoordelijkenmet een te verwaarlozen steun onder Critici en Volgzamen. Opvallend is <strong>het</strong>sterke accent van zowel cda als sgp onder Volgzamen.


ijlage a: toelicht<strong>in</strong>g motivaction-onderzoek241noten1 21m<strong>in</strong>uten.nl Editie 2007, blz. 71, www.21m<strong>in</strong>uten.nl/21m<strong>in</strong>uten/images/21m<strong>in</strong>uten_2007_<strong>rapport</strong>.pdf, geraadpleegd op 1 mei 2012.2 21m<strong>in</strong>uten.nl Editie 2007, blz. 22, www.21m<strong>in</strong>uten.nl/21m<strong>in</strong>uten/images/21m<strong>in</strong>uten_2007_<strong>rapport</strong>.pdf, geraadpleegd op 1 mei 2012.


243bijlage b:lijst van gesproken personenIn <strong>het</strong> kader van ons onderzoek hebben we gesproken met 383 mensen <strong>in</strong> 240bijeenkomsten. In de meeste gevallen betrof <strong>het</strong> <strong>in</strong>terviews met één tot drie personen.In enkele andere gevallen voerden we rondetafelgesprekken met meer dantien personen. Van 187 bijeenkomsten werden geluidopnames gemaakt die vervolgensletterlijk zijn uitgewerkt en geanalyseerd (zie ook box 1.1). De overige <strong>in</strong>terviewsen bijeenkomsten zijn verwerkt op basis van aanteken<strong>in</strong>gen.Figuur B.1Geïnterviewden per sectorPercentage, n=383 geïnterviewdenpAdvies aNgo693 228%BurgersMaatschappelijke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g b Bedrijfsleven Media Overheid112021Wetenschapa Onder advies vallen zowel publieke als private adviesorganisaties.b Tot maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen worden ook brandweer en politie gerekend.Een kwart van de geïnterviewden leerde ons meer over de theoretische kanten vanburgerbetrokkenheid, maar <strong>in</strong> de meeste gevallen g<strong>in</strong>g <strong>het</strong> ons om <strong>in</strong>zicht te krijgen<strong>in</strong> de ervar<strong>in</strong>gen van mensen uit de praktijk (zie figuur B.2 <strong>voor</strong> achtergrondpraktijk<strong>in</strong>terviews).


244 vertrouwen <strong>in</strong> burgersFiguur B.2Praktijk<strong>in</strong>terviews naar schaalniveauInternationaalPercentage, n=285 geïnterviewden3Nationaal3257%Lokaal8RegionaalHet g<strong>in</strong>g om mensen – burgers, beleidsmakers en frontlijnwerkers – die met vallenen opstaan een constructieve <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g probeerden te geven aan burgerbetrokkenheid.We kwamen op verschillende manieren met hen <strong>in</strong> contact. Een aantalgesprekspartners meldde zichzelf omdat ze via, via gehoord hadden van <strong>het</strong>project en hun ervar<strong>in</strong>gen wilden delen. In <strong>het</strong> merendeel van de gevallen zochtenwe gericht contact, nadat we via de media of tijdens congressen kennis haddengenomen van ‘bijzondere’ activiteiten. Ook werden we door onze gesprekspartnersdikwijls doorverwezen. We hebben reken<strong>in</strong>g gehouden met een geografischespreid<strong>in</strong>g over Nederland en diversiteit naar sector en onderwerp.


ijlage b: lijst van gesproken personen245lijst van gesproken personenFunctieaanduid<strong>in</strong>gen ten tijde van <strong>het</strong> <strong>in</strong>terviewDhr. C.E. Aalberts, docent en onderzoeker politieke communicatie, Erasmus UniversiteitRotterdamDhr. H. Abrahams, gemeente AmersfoortDhr. M. el Achkar, tnt PostDhr. J. Alberda, <strong>voor</strong>malig bondscoach heren volleybalteamDhr. F.R. Ankersmit, emeritus hoogleraar Intellectuele en theoretische geschiedenis,Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>genDhr. J.A.M. van Arendonk, hoogleraar Fokkerij en genetica, Wagen<strong>in</strong>gen University &Research CentreMevr. C. Arens, projectmanager Nationale DenktankDhr. J.K. van Baardewijk, grondlegger BurgernetDhr. G. Baars, hoofd productie tros RadarMevr. I.M. Bakker, algemeen directeur Jeugd, Onderwijs en Samenlev<strong>in</strong>g, gemeenteRotterdamMevr. M. Barendregt, <strong>voor</strong>malig lid gemeenteraad AmersfoortDhr. B. van Beek, directeur Buurtl<strong>in</strong>kDhr. K.W.H. van Beek, <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>gDhr. W.J.F.M. van Beek, burgemeester gemeente VolendamDhr. W. van Beek, <strong>in</strong>itiatiefnemer BuurtBuzzDhr. R. Bekker, secretaris-generaal Verander<strong>in</strong>g Rijksdienst, M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandseZaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelatiesDhr. V.J.J.M. Bekkers, hoogleraar Bestuurskunde, Erasmus Universiteit RotterdamDhr. R. Benoni, eigenaar Café F<strong>in</strong>ch, Noordermarkt AmsterdamMevr. E.M. van der Berg, Sociaal Cultureel PlanbureauMevr. F. van den Berg, ondernemersverenig<strong>in</strong>g Heistraat, HelmondDhr. J. van Bergen, algemeen directeur GeefGratis en GeefSamenMevr. A. Bergwerff, senior projectleider beleidsprojecten Woonstad RotterdamDhr. V. Berk, deelprojectleider n340 Vlot en veilig door de Vechtstreek, Prov<strong>in</strong>cieOverijsselDhr. D. Berkers, medewerker Sticht<strong>in</strong>g Welzijn HelmondDhr. R. Berkhout, knowledge officer Civil Society Build<strong>in</strong>g, hivosDhr. H. Berkhuizen, MilieudefensieDhr. D. van Berlo, <strong>in</strong>itiatiefnemer Ambtenaar 2.0Mevr. A. Bertram, gemeentesecretaris gemeente Den HaagMevr. L. Beukema, De Onderl<strong>in</strong>geMevr. L. Bijl, directeur De OpvoedpoliMevr. L.J.M Birza-Donckers, Rijks<strong>voor</strong>licht<strong>in</strong>gsdienst, M<strong>in</strong>isterie van Algemene ZakenMevr. B. Blanksma, Hitzum


246 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDhr. S. Blauw, student tu DelftDhr. J. de Blok, directeur Buurtzorg NederlandDhr. E. Blom, The CrowdsDhr. A.F.C. de Boer, directeur won<strong>in</strong>gcorporatie De Volhard<strong>in</strong>g, VolendamMevr. A. de Boer, klant vrijwilligerspool TerherneMevr. J. Boesjes, hoofd communicatie en fondsen, OranjefondsDhr. W. van Bolhuis, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genDhr. B. Boluijt, promovendus School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit van TilburgDhr. W. Bongaarts, <strong>Raad</strong>slid pvda, TilburgDhr. N.W.A.W. van den Boogaard, recherchekundige <strong>in</strong> opleid<strong>in</strong>g, korps Gelderland-ZuidDhr. H. Booij, brandweer AmersfoortDhr. L. Booij, Reclame- en adviesbureau bkbDhr. M. Boons, promovendus Department of decision and <strong>in</strong>formation sciences, ErasmusUniversiteit RotterdamDhr. G. van den Boorn, De Moderne Verenig<strong>in</strong>gDhr. R. Boot, <strong>voor</strong>malig projectleider M<strong>in</strong>isterie van Economische ZakenMevr. W. Borgt, directeur ComputerwijkDhr. C. van den Bos, hoogleraar Sociale Psychologie, Universiteit UtrechtMevr. F. Bouhalhoul, hoofd bibliotheken Spoorwijk en Laakkwartier, Den HaagDhr. J. Bouwmeester, gebiedsregisseur De Smederijen, HoogeveenMevr. A. Bovendeert, bewoner, deelnemer consultatiegroep n340 Vlot en veilig door deVechtstreek, Prov<strong>in</strong>cie OverijsselDhr. M.A.P. Bovens, hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit UtrechtDhr. A.F.M. Brenn<strong>in</strong>kmeijer, Nationale OmbudsmanDhr. T. van den Broek, onderzoeker tnoDhr. E. Brugg<strong>in</strong>k, gebiedscoörd<strong>in</strong>ator Boven-DommelMevr. A. de Bruijn, zorgbemiddelaar Sticht<strong>in</strong>g Humanitas, IJsselmondeDhr. D. de Bruijn, <strong>voor</strong>zitter supportersverenig<strong>in</strong>g ado Den HaagDhr. J. Bru<strong>in</strong>tjes, wethouder Borger-OdoornDhr. L. Brussaard, hoogleraar Bodemkwaliteit, Wagen<strong>in</strong>gen University & Research CentreMevr. C. Buis, hoofd public relations Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g Kritisch PrikkenMevr. A. Burger, directeur-generaal, M<strong>in</strong>isterie van Landbouw Natuurbeheer en VisserijDhr. J. Cassee, oprichter BuurtRDhr. A. Castele<strong>in</strong>, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genMevr. T. Christophersen, directeur Sticht<strong>in</strong>g Welzijn HelmondDhr. A. Clement, Haagse HogeschoolDhr. W. van der Coelen, regisseur zelfstur<strong>in</strong>g, gemeente Peel en MaasMevr. M. Cox, professional Brede School, Ber<strong>in</strong>geMevr. J. de la Croix, gemeente AmersfoortDhr. J. Custers, gemeente Peel en MaasDhr. A. van Daal, bestuursdienst gemeente Den HaagDhr. P. van Dalen, straatvertegenwoordiger Laak & Wijkberaad Laak, Den HaagDhr. R. Dalstra, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>gen


ijlage b: lijst van gesproken personen247Dhr. D. van Dam, bewonersgroep Horeca Overlast/Overleg Jordaan (ho/oj), AmsterdamMevr. E. van Dam, consulent IJsselwijsDhr. W. Deetman, lid <strong>Raad</strong> van StateDhr. P. Dekker, hoogleraar Civil Society, Universiteit van Tilburg & afdel<strong>in</strong>gshoofdParticipatie en Bestuur, scpDhr. B. Dekkers, gemeente Den HaagDhr. T. Dekkers, treasurer Open State FoundationDhr. P Delissen, <strong>voor</strong>zitter dorpsoverleg EgchelDhr. S.A.H. Denters, hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit TwenteDhr. A.J.A.M. van Deursen, universitair docent Gedragswetenschappen, UniversiteitTwenteDhr. W. van Dieren, lid Club van Rome, directeur ImsaDhr. J.A.G.M. van Dijk, hoogleraar Sociologie van de <strong>in</strong>formatiemaatschappij, UniversiteitTwenteDhr. J. van Dijk, programmacoörd<strong>in</strong>ator Gouda OntmoetDhr. M. van Dijk, hoogleraar Applied Design, tu DelftMevr. T. Dijkstra, klant vrijwilligerspool TerherneDhr. P. Dijkstra, beleids- en communicatiemedewerker milieu gemeente Bolsward (nugemeente Súdwest Fryslân)Dhr. W. van Dommelen, beheerder Gemeenschapshuis Kon<strong>in</strong>gslustDhr. en mevr. Draaisma, Klimaatstraat BolswardMevr. D. Driessen, Nieuwe Maan Adviseurs Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>gDhr. G. Drissen, vrijwilliger dagopvang, GrashoekDhr. H.P.M. van Duivenboden, b&a consult<strong>in</strong>g & Center for Public Innovation, ErasmusUniversiteit RotterdamDhr. W. Duivendak, Tweede Kamerlid, <strong>voor</strong>malig MilieudefensieDhr. W. Ebbers, pr<strong>in</strong>cipal researcher NovayDhr. B. van Eyck, ondernemersverenig<strong>in</strong>g Heistraat, HelmondDhr. D. Erasmus, The Digital Th<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g NetworkMevr. A. van Es, directeur-generaal, M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken enKon<strong>in</strong>krijksrelatiesMevr. C. van Es, projectleider Sticht<strong>in</strong>g Nederland KennislandDhr. B. Euser, wethouder Burger en Bestuur, gemeente AlbrandswaardDhr. F. Evers, oud-directeur NatuurmonumentenMevr. A. Feldbrugge, bandwever, gemeente RidderkerkDhr. H.J.M. Fenger, universitair hoofddocent Bestuurskunde, Erasmus UniversiteitRotterdamDhr. K. Flamel<strong>in</strong>g, wijkcoörd<strong>in</strong>ator Charlois, RotterdamDhr. E. Fokkema, Leppeshiem, FrieslandDhr. H. Frieswijk, communicatieadviseur gemeente Small<strong>in</strong>gerlandDhr. J. Frissen, manager Advies en Innovatie Ymere, AmsterdamDhr. P.H.A. Frissen, hoogleraar School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit van Tilburg &Nederlandse School <strong>voor</strong> Openbaar Bestuur (nsob)


248 vertrouwen <strong>in</strong> burgersMevr. V.A.J. Frissen, bijzonder hoogleraar ict en Sociale verander<strong>in</strong>g, Erasmus UniversiteitRotterdam & pr<strong>in</strong>cipal scientist at tnoMevr. W. van Geffen, hoofd stadsdeelcoörd<strong>in</strong>atie, gemeente Gron<strong>in</strong>genDhr. R. Genders, regisseur Wonen, Welzijn en Zorg, Gemeente Peel en MaasDhr. T. van Gestel, strategisch adviseur bestuursdienst gemeente Den HaagDhr. P. Geurts, vrijwilliger dagopvang, Kon<strong>in</strong>gslustDhr. J.C.H.C. Geurtz, promovendus School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit vanTilburgDhr. R. van der Giessen, directeur OranjefondsDhr. J. de Glas, <strong>voor</strong>zitter fnv JongDhr. H. Gommans, <strong>voor</strong>zitter gemeenschappelijk huis, Kon<strong>in</strong>gslustDhr. R. Gonggrijp, hacker en <strong>in</strong>ternetondernemerDhr. L.J. de Graaf, onderzoeker School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit van TilburgDhr. J.J. de Graeff, directeur NatuurmonumentenDhr. H.G.J. Gremmen, directeur meta – Methodical Ethics and Technology Assessment,Wagen<strong>in</strong>gen University & Research CentreDhr. S. van Grieken, Voorzitter Sticht<strong>in</strong>g <strong>het</strong> Nieuwe StemmenMevr. M. Groenendijk, patiëntenverenig<strong>in</strong>g MetakidsMevr. M. de Groot, New SynthesisDhr. B. Gul, Brandweer AmersfoortDhr. B. ter Haar, M<strong>in</strong>isterie van Infrastructuur en MilieuDhr. K. Haga, algemeen projectleider wmo IJsselmonde, gemeente RotterdamDhr. J. Hage, senior projectleider Nationale DenktankDhr. M. Hagen, Deputy Chief Fire Officer, Merseyside Fire & Rescue Service, VerenigdKon<strong>in</strong>krijkDhr. T. Hanselaar, oud-directeur kwf Kankerbestrijd<strong>in</strong>gDhr. G. ter Hart, strategisch adviseur Prov<strong>in</strong>cie Noord BrabantDhr. L.A. den Hartog, professor <strong>in</strong> Farm Management & Animal Production, Wagen<strong>in</strong>genUniversity & Research CentreMevr. M. van Heesewijk, beleidsadviseur e-participatie Burgerl<strong>in</strong>k, mede-oprichterNetwerk DemocratieDhr. G.M.A. van der Heijden, Universiteit van Amsterdam & at OsborneDhr. L.J. Hellebrekers, <strong>voor</strong>zitter Kon<strong>in</strong>klijke Nederlandse Maatschappij <strong>voor</strong>Diergeneeskunde & hoogleraar Diergeneeskunde, Universiteit UtrechtDhr. F. Hendriks, hoogleraar Comparative governance, Universiteit van TilburgDhr. W.H. Hendriks, hoogleraar Diervoed<strong>in</strong>g, Wagen<strong>in</strong>gen University & ResearchCentreMevr. J. Hendrikx, bewoner Gaardenbuurt, GoudaDhr. J. Hermans, Leefbaar OegstgeestMevr. A. Hertsenberg, tros RadarDhr. R. van Heugten, lid Prov<strong>in</strong>ciale Staten Noord BrabantDhr. F.A. Hirzalla, promovendus Communicatiewetenschap, Universiteit van AmsterdamMevr. M. Hoek, directeur De Groene Zaak


ijlage b: lijst van gesproken personen249Mevr. C. Hoekendijk, adviseur en <strong>in</strong>terim projectleider opleid<strong>in</strong>g gam<strong>in</strong>g, Hogeschool vanAmsterdamDhr. M. Hoeks, bewoner Gaardenbuurt, GoudaMevr. B. Hofman, projectleider Vitaal Pendrecht, RotterdamDhr. J. Hoogland, gemeente AmersfoortDhr. S. van Horen, vrijwilliger Brede School, Ber<strong>in</strong>geDhr. F. Houterman, Commissaris & BestuurderMevr. V. Huijgens, Centrum <strong>voor</strong> Crim<strong>in</strong>aliteitspreventie en Veiligheid (ccv)Dhr. T. Huizer, buurtpreventie BolnesDhr. M.J. van Hulst, universitair docent School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit vanTilburgDhr. F.J. Jacobs, Advocatenkantoor Seegers & Lebouille, AmsterdamMevr. M. Jager-Vreugdenhil, onderzoeker Gereformeerde Hogeschool ZwolleDhr. Q. James, Ai!AmsterdamDhr. H.W.A. Jans, arts/chemicus, bureau ge zondheid en Milieu & Veiligheid ggd Brabanten Zeeland & lid Brabants Kennisnetwerk ZoönosenMevr. F. Jansen, junior programme officer ict and Media, hivosDhr. T. Jansen, Sticht<strong>in</strong>g Bewoners Netwerken AmersfoortDhr. J. Jansz, bijzonder hoogleraar Communication and media, Erasmus UniversiteitRotterdamDhr. J.P. de Jong, oprichter Sticht<strong>in</strong>g Kle<strong>in</strong> Galgenwaard, UtrechtDhr. J. de Jong, research fellow, John F. Kennedy School of Government, HarvardUniversityDhr. M.C.M. de Jong, hoogleraar Kwantitatieve veter<strong>in</strong>aire epidemiologie, Wagen<strong>in</strong>genUniversity & Research CentreDhr. R. Jongedijk, raadsgriffier gemeente EnschedeMevr. L. Joosten, vrijwilliger dagopvang, Kon<strong>in</strong>gslustMevr. J. Kampen, HitzumDhr. N. Karsten, promovendus School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit van TilburgMevr. C.M. Keller-van Lunsen, bewoner Watergraafsmeer, AmsterdamDhr. M. Keller, bewoner Watergraafsmeer, AmsterdamDhr. B. Kemp, hoogleraar Adaptiefysiologie, Wagen<strong>in</strong>gen University & Research CentreDhr. B. Kievitsbosch, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genMevr. E. der K<strong>in</strong>deren, ondernemersverenig<strong>in</strong>g Heistraat, HelmondDhr. P.G. Klandermans, hoogleraar Toegepaste Sociale Psychologie, Vrije UniversiteitAmsterdamDhr. F. Kl<strong>in</strong>geman, bewonersgroep Horeca Overlast/Overleg Jordaan (ho/oj),AmsterdamDhr. J. van Knippenberg, <strong>voor</strong>zitter dorpsoverleg KesselDhr. B. Kokshoorn, <strong>voor</strong>zitter dorpsoverleg Kessel-EikMevr. K. Kolen, teamleider b<strong>in</strong>nenstad Sticht<strong>in</strong>g Welzijn HelmondDhr. M.J.J.A.A. Korthals, hoogleraar Toegepaste filosofie, Wagen<strong>in</strong>gen University &Research Centre


250 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDhr. J.R. Kos, <strong>in</strong>itiatiefnemer referendum HuizenDhr. E. de Kovel, medewerker Service & Veiligheid, nsDhr. R. van Kral<strong>in</strong>gen (Robert), Ai!AmsterdamDhr. R. van Kral<strong>in</strong>gen (Rogier), Ai!AmsterdamDhr. C. Kramer, HitzumDhr. H. Kras, <strong>in</strong>woner VolendamDhr. J. Kriek, hoofdredacteur EenVandaagMevr. J. Kriens, wethouder f<strong>in</strong>anciën, bestuur, organisatie en volksgezondheid, gemeenteRotterdamDhr. M.C. Krol, universitair hoofddocent Meteorologie en luchtkwaliteit, Wagen<strong>in</strong>genUniversity & Research CentreDhr. M. Kromwijk, <strong>voor</strong>zitter <strong>Raad</strong> van Bestuur Woonbron, RotterdamDhr. T. Kronenburg, consultant ZencDhr. C. Kuijpers, directeur-generaal Ruimte, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, RuimtelijkeOrden<strong>in</strong>g en MilieubeheerMevr. J. Kuiper, programmadirectie wijken, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, RuimtelijkeOrden<strong>in</strong>g en MilieubeheerDhr. P. Kurvers, <strong>voor</strong>zitter Dorpsoverleg Helden-DorpDhr. T. Kwakkelste<strong>in</strong>, Bureau Verkenn<strong>in</strong>gen en Onderzoek, M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandseZaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelatiesMevr. L. van de Lagemaat, adviseur Advies en Innovatie Ymere, AmsterdamDhr. W. Lageweg, directeur mvo NederlandDhr. P. Lautenbach, huurdersverenig<strong>in</strong>g Ymere, AmsterdamDhr. H. van der Leest, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genDhr. R. de Leeuw, NatuurmonumentenDhr. C. Leeuwis, hoogleraar Communicatiewetenschap, Wagen<strong>in</strong>gen University &Research CentreDhr. H. Lelieveldt, associate professor political science, Roosevelt AcademyDhr. J. Lemmen, vrijwilliger natuurpark, Kon<strong>in</strong>gslustDhr. Lemstra, bewoner Klimaatstraat BolswardMevr. H. Lemstra-Aukema, bewoner Klimaatstraat BolswardDhr. C. Lens, oprichter CreativeCrowds en VerbeterdebuurtDhr. E. Liddiard, Ai!AmsterdamDhr. D.A. Loorbach, directeur Dutch Research Institute For Transitions (drift), ErasmusUniversiteit RotterdamDhr. W. Louman, procesmanager Ymere, AmsterdamMevr. K. Louwes, wethouder arbeidsmarkt, hoger onderwijs, <strong>in</strong>novatie en participatie,gemeente RotterdamMevr. G.H. Luns<strong>in</strong>g, projectmanager De Smederijen, HoogeveenDhr. K. Machielse, lector Gebiedsontwikkel<strong>in</strong>g & Transitiemanagement, Hogeschool vanRotterdamDhr. L.J.G. van der Maessen, European Foundation on Social QualityDhr. S. Mahabier, kansenmakelaar Coolhaven, Woonbron Rotterdam


ijlage b: lijst van gesproken personen251Mevr. T. Manders, vrijwilliger dagopvang, GrashoekDhr. R. Mans, Social Media Strategist, Capgem<strong>in</strong>iDhr. M.J. Marx, Instituut <strong>voor</strong> Informatica, Universiteit van AmsterdamDhr. F. Mechielsen, lobbyist private sector/csr Oxfam NovibMevr. M. van der Meer, klant vrijwilligerspool TerherneDhr. B. Meerstadt, president-directeur nsDhr. A.J. Meijer, universitair hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap (usbo),Universiteit UtrechtDhr. C.P.M. Meijs, bijzonder hoogleraar Vrijwilligerswerk, Civil Society enondernem<strong>in</strong>gen en Strategische filantropie, Erasmus Universiteit Rotterdam & lid <strong>Raad</strong>Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>gDhr. M. Melenhorst, researcher NovayMevr. S.A.P.J. van Melis, M<strong>in</strong>isterie van JustitieMevr. J.W. Metz, programmaleider Youth Spot, onderzoek- en praktijkcentrumjongerenwerk, Hogeschool van AmsterdamDhr. J. van der Meulen, Kamerheer De Kamers, AmersfoortDhr. J.K. Meyboom, hoofd ouderenwerk Sticht<strong>in</strong>g Maatschappelijke Dienstverlen<strong>in</strong>gDelfshaven (smdd), RotterdamDhr. T. van Mil, TwoM<strong>in</strong>dsMevr. L. Molenkamp, hoofd eenheid Wegen en Kanalen, Prov<strong>in</strong>cie OverijsselDhr. P. Moossdorff, coörd<strong>in</strong>ator organiz<strong>in</strong>g fnv BondgenotenDhr. A. Mullié, projectleider Woonbron, RotterdamDhr. H. Ner<strong>in</strong>g Bögel, Politie HaaglandenMevr. J.L.D. Neys, promovendus Media & Communication, Erasmus UniversiteitRotterdamMevr. A. Nienhuis, gepensioneerd welzijnswerker OdoornerveenDhr. H. Nijhuis, gemeente Den HaagMevr. M. Noorman, <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>gDhr. M. van Noort, contactpersoon regio Utrecht, Contactgroep Myeloom enWaldenström Patiënten (cmwp)Mevr. R. van Noortwijk, directeur GreenwishDhr. M. Oele, bewoner Schothorst, AmersfoortDhr. S. Okhuijsen, redacteur/ bestuurder SargassoDhr. L. Olffers, straatvertegenwoordiger Laak & <strong>voor</strong>zitter Wijkberaad Laak, Den HaagDhr. L. Olthoorn, Centrum <strong>voor</strong> Crim<strong>in</strong>aliteitspreventie en Veiligheid (ccv)Mevr. J. Onderdijk, bewoner, deelnemer consultatiegroep n340 Vlot en veilig door deVechtstreek, Prov<strong>in</strong>cie OverijsselDhr. R. Onverzaagt, vestig<strong>in</strong>gsdirecteur Ymere, AmsterdamDhr. C. Oomen, M<strong>in</strong>isterie van Landbouw Natuurbeheer en VisserijDhr. J. van Oord, Kamerheer De Kamers, AmersfoortMevr. W. Oostenveld, gebiedsbeheer Ymere, AmsterdamMevr. E. Oosterbaan, communicatieadviseur gemeente Small<strong>in</strong>gerlandDhr. H.A.F. Oosterl<strong>in</strong>g, universitair hoofddocent Dialectische filosofie en


252 vertrouwen <strong>in</strong> burgersdifferentiedenken, filosofie en kunst, Erasmus Universiteit Rotterdam & directeurRotterdam Vakmanstad/ SkillcityDhr. J.J.C. van Ostaaijen, onderzoeker School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit vanTilburgDhr. C. Ottenheijm, vrijwilliger her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g kern, Kon<strong>in</strong>gslustDhr. A.G.J.M. Oude Lans<strong>in</strong>k, hoogleraar Bedrijfseconomie, Wagen<strong>in</strong>gen University &Research CentreDhr. J. van der Outernaar, bewonersgroep Horeca Overlast/Overleg Jordaan (ho/oj),AmsterdamDhr. B. Overbeeke, <strong>in</strong>teractive campaigner Oxfam NovibDhr. W. Pak, directeur basisschool Bloemhof, RotterdamDhr. M. Pastors, b&a Consult<strong>in</strong>gDhr. M. Peelen, gebiedsregisseur De Smederijen, gemeente HoogeveenDhr. S. Peeters, teammanager Jeugd, Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g en Dienstverlen<strong>in</strong>g,HelmondDhr. S. Peeters, vrijwilliger Brede school, Ber<strong>in</strong>geDhr. T. Piersma, burgemeester gemeente WûnseradielMevr. J. Pieterse, mede-<strong>in</strong>itiatiefnemer Netwerk DemocratieMevr. A. Plas, medewerker Sticht<strong>in</strong>g Metakids, onderzoek naar stofwissel<strong>in</strong>gsziektenDhr. J.D. van der Ploeg, hoogleraar Rurale sociologie, Wagen<strong>in</strong>gen University & ResearchCentreDhr. T. Podt, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genDhr. A. Ponsioen, medewerker Politiek Onl<strong>in</strong>eDhr. F. Post, prov<strong>in</strong>cie Noord BrabantDhr. G. Post, bewoner BentveldMevr. M. Post, bewoner BentveldMevr. A. Pot, senior susta<strong>in</strong>ability manager apg Asset ManagementMevr. H. van Praag, Gouden <strong>in</strong>itiatieven, GoudaMevr. H. Pranger, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en MilieuDhr. I. de Pree, The CrowdsDhr. M. Pr<strong>in</strong>s, stadsdeeldirecteur Laak, Den HaagDhr. W. Pr<strong>in</strong>sse, bewoner, deelnemer consultatiegroep n340 Vlot en veilig door deVechtstreek, Prov<strong>in</strong>cie OverijsselMevr. A. Punter, De OpvoedpoliDhr. R. Rabb<strong>in</strong>ge, universiteitshoogleraar Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g en voedselzekerheid &adviseur <strong>Raad</strong> van Bestuur, Wagen<strong>in</strong>gen University & Research CentreDhr. G. Rademakers, EenVandaag Op<strong>in</strong>iepanelDhr. P. Rehw<strong>in</strong>kel, burgemeester gemeente Gron<strong>in</strong>genDhr. H. Reus, bewonersverenig<strong>in</strong>g Santpoort ZuidDhr. A.B. R<strong>in</strong>gel<strong>in</strong>g, emeritus hoogleraar Bestuurskunde, Erasmus Universiteit RotterdamDhr. K. Roeg, supporterscoörd<strong>in</strong>ator ado Den HaagDhr. K. Roth, directeur Human Rights WatchDhr. F. Rottenberg, programmamaker, oud-politicus


ijlage b: lijst van gesproken personen253Dhr. M. Ruijten, bewoner Gaardenbuurt, GoudaDhr. R. Rustema, docent Nieuwe media, Universiteit van AmsterdamDhr. T. Rutten, <strong>voor</strong>zitter Gemeenschapshuis “De Wieksjlaag”, Ber<strong>in</strong>geMevr. A. Samson, student Media and Journalism, Erasmus Universiteit RotterdamMevr. M.L.J. van Sant<strong>voor</strong>t, beleidsadviseur Prov<strong>in</strong>ciale <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> de Volksgezondheid enMaatschappelijke Zorg <strong>in</strong> Noord-BrabantDhr. van der Schaaf, bewoner Klimaatstraat BolswardMevr. van der Schaaf, bewoner Klimaatstraat BolswardDhr. L. Schaap, universitair hoofddocent School <strong>voor</strong> Politiek en Bestuur, Universiteit vanTilburgDhr. M.T. Schäfer, universitair docent Information Technologies <strong>in</strong> Science and Society,Universiteit UtrechtMevr. E. Schieven, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genDhr. J. Schilder, directeur Sticht<strong>in</strong>g Club en Buurthuis werk VolendamDhr. R. Schleijpen, medeoprichter Nieuwe Maan NetwerkDhr. G. Schmitz, strateeg gemeente Peel en MaasDhr. M.C.T. Scholten, Animal Sciences Group, Wagen<strong>in</strong>gen University & Research CentreDhr. S. Schöne, programmadirecteur Klimaatbureau hierMevr. H. Schreuders, programmamedewerker Stuurgroep Experimenten Volkshuisvest<strong>in</strong>g(sev)Mevr. E. Scheurs, vrijwilliger jongeren, Kon<strong>in</strong>gslustDhr. C.J.M. Schuyt, lid van de <strong>Raad</strong> van StateMevr. J. Sickmann, <strong>in</strong>itiatiefnemer Siësta Sticht<strong>in</strong>g Industrieel erfgoedDhr. C. Sigaloff, vice<strong>voor</strong>zitter Sticht<strong>in</strong>g Nederland KennislandMevr. F.E. Six, universitair docent Bestuurswetenschappen, Vrije Universiteit AmsterdamDhr. L. Slaghuis, Hack de OverheidMevr. M. Slot, onderzoeker tno & promovendus Erasmus Universiteit RotterdamDhr. K. Smid, wethouder gemeente HoogeveenDhr. R. Spaaij, research fellow, La Trobe University, AustraliëMevr. P. Span<strong>in</strong>ks, coörd<strong>in</strong>ator EenVandaag panelDhr. H. Spekman, Tweede Kamerlid, <strong>voor</strong>malig wethouder gemeente UtrechtDhr. K.S. Spoelstra, <strong>in</strong>itiator Station Fryslân 2018Dhr. D. Stam, Assistant Professor of Innovation Management, Erasmus UniversityRotterdamMevr. J. Stans, manag<strong>in</strong>g partner en communicatieadviseur Politiek Onl<strong>in</strong>eMevr. A.M. Stapels, senior beleidsmedewerker educatie en participatie, M<strong>in</strong>isterie vanVolksgezondheid, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en MilieuDhr. J. Stemkens, <strong>voor</strong>zitter Sticht<strong>in</strong>g Dorpsoverleg MeijelDhr. F.P.C.J.G. Stienen, wethouder Stedelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g, Volkshuisverst<strong>in</strong>g enGrondzaken, gemeente HelmondMevr. Y. Stoeltie, De Moderne Verenig<strong>in</strong>gMevr. L. Stol, werkbezoek wijkaanpak gemeente Gron<strong>in</strong>genMevr. I. Strat<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>itiatiefnemer De Crisiswerkplaats


254 vertrouwen <strong>in</strong> burgersMevr. J. Stremmelaar, coörd<strong>in</strong>ator hivos kennisprogrammaDhr. Y. Strikwerda, projectleider leefbaarheid ElkienDhr. E. de Swart, manager Nationaal Stimuler<strong>in</strong>gsprogramma Maatschappelijk betrokkenondernemen, mvo NederlandDhr. G.K. Swillens, burgemeester gemeente Wijk bij DuurstedeMevr. N. Talstra, Doarpswurk TerherneMevr. J.A. Tammenoms Bakker, oud directeur-generaal, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid,Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en MilieubeheerDhr. G.R. Teisman, hoogleraar Bestuurskunde, Erasmus Universiteit RotterdamMevr. N. Tellegen, directeur sticht<strong>in</strong>g doenMevr. C.J.A.M. Termeer, hoogleraar Bestuurskunde, Wagen<strong>in</strong>gen University & ResearchCentreDhr. O. Terpstra, procesmanager Ymere, AmsterdamMevr. C. Thate, directeur Johan Cruyff FoundationMevr. B. Thé, directeur sticht<strong>in</strong>g Beterburen, AmsterdamMevr. I. Thijssen, directie<strong>voor</strong>zitter ns reizigersDhr. J.J.A. Thomassen, emeritus hoogleraar Politieke wetenschappen, UniversiteitTwenteDhr. H. Ties<strong>in</strong>g, woordvoerder actiecomité Stop Hostels Den BoschMevr. P. Timmer, communicatieadviseur n340 Vlot en veilig door de Vechtstreek,Prov<strong>in</strong>cie OverijsselDhr. D. Tokmetzis, redacteur SargassoMevr. L. van Tongeren, Tweede Kamerlid, <strong>voor</strong>malig directeur GreenpeaceDhr. A.W. Udo, oud-<strong>voor</strong>zitter Kon<strong>in</strong>klijke Maatschappij <strong>voor</strong> DiergeneeskundeDhr. H. Uiterwijk, projectsecretaris N340 Vlot en veilig door de Vechtstreek, Prov<strong>in</strong>cieOverijsselMevr. P. van der Valk, Officier van Justitie, AlmeloDhr. W. de Valk, The CrowdsDhr. M. van der Veen, onderzoeker Biotechnologie en samenlev<strong>in</strong>g, TechnischeUniversiteit DelftMevr. J.A. Vega, universitair docent Sociale en Politieke Filosofie, RijksuniversiteitGron<strong>in</strong>genDhr. R.J. <strong>in</strong> ’t Veld, hoogleraar Governance and susta<strong>in</strong>ability, Universiteit van TilburgDhr. G.O. van Veldhuizen, burgemeester gemeente HoornDhr. C. van der Ven, directeur sticht<strong>in</strong>g Hope xxlDhr. J.A.M. van de Ven, gebiedscoörd<strong>in</strong>ator KempenlandDhr. R. Venrooij, woordvoerder actiecomité Stop Hostels Den BoschMevr. J. Vergragt, senior projectleider beleidsprojecten Woonstad RotterdamDhr. P. Verheugd, student rechtsgeleerdheid, Universiteit LeidenMevr. W. Verloop, oprichter War ChildDhr. S. van de Vijver, directeur African Population and Health Research Center, KeniaDhr. W. van de Vijver, student International Management, Erasmus UniversiteitRotterdam


ijlage b: lijst van gesproken personen255Dhr. R. Vis, oud-gemeenteraadslid gemeente AmersfoortMevr. H. Visser, Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g Kritisch PrikkenDhr. H. van der Vlist, oud secretaris-generaal, M<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid,Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en MilieubeheerDhr. P. Vogelzang, Voorzitter Eredivisie cvMevr. M. Vonk, meit<strong>in</strong>ker Terherne, sticht<strong>in</strong>g MienskipssoarchDhr. G. de Vor, Centrum <strong>voor</strong> Crim<strong>in</strong>aliteitspreventie en Veiligheid (ccv)Dhr. F.P.I.M. van Vree, hoogleraar Journalistiek en cultuur, Universiteit van AmsterdamDhr. F. de Vries, werkbezoek wijkaanpak Gron<strong>in</strong>genDhr. T. Vrijenhoek, projectleider Oxfam NovibMevr. L. Vroeg<strong>in</strong>deweij, <strong>in</strong>itiatiefnemer De CrisiswerkplaatsDhr. S.P.M. de Waal, Public space FoundationDhr. T. Wagenaar, directeur Sticht<strong>in</strong>g Natuur en MilieuDhr. G. van Weerd, projectleider n340 Vlot en veilig door de Vechtstreek, Prov<strong>in</strong>cieOverijsselDhr. P.J. Werkhoven, manag<strong>in</strong>g director Technical Sciences, tno & hoogleraarMultimodale Interactie <strong>in</strong> Virtuele Omgev<strong>in</strong>gen, Universiteit UtrechtMevr. M.G.J. van Wessel, universitair docent Communicatiewetenschap, Wagen<strong>in</strong>genUniversity & Research CentreDhr. J. Westbroek, wijkregisseur Laak Noord, Den HaagDhr. A. Wevers, bewoner, deelnemer consultatiegroep n340 Vlot en veilig door deVechtstreek, Prov<strong>in</strong>cie OverijsselDhr. J. Wiers<strong>in</strong>ga, oprichter SilverFitDhr. E. Wijnberg, oud-<strong>voor</strong>zitter van de Belangenverenig<strong>in</strong>g MarktondernemersDappermarktDhr. H. Wijn<strong>in</strong>ga, vice-<strong>voor</strong>zitter Contactgroep Myeloom en Waldenström Patiënten(cmwp)Dhr. A.C.J.M. Wilthagen, hoogleraar Institutionele en juridische aspecten van dearbeidsmarkt, Universiteit van TilburgMevr. A. W<strong>in</strong>semius, senior onderzoeker trends en onderzoek, MovisieDhr. J.S.C. Wiskerke, hoogleraar Rurale sociologie, Wagen<strong>in</strong>gen University & ResearchCentreDhr. C. de Wit, De Zorgcirkel, VolendamDhr. M. Witschge, directeur Sticht<strong>in</strong>g Nederland Krijgt Nieuwe EnergieDhr. S. Woldhek, <strong>in</strong>itiatiefnemer Nabuur.comDhr. F. Wüthrich, bewoners<strong>in</strong>itiatief Zielhorst op Glasvezel, AmersfoortMevr. S. Zafar, <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>gMevr. A. Zierleyn, manager Fondsenwerv<strong>in</strong>g en Activiteiten MileudefensieDhr. M. Zijlstra, griffiemedewerker gemeente Gron<strong>in</strong>gen


257begrippenlijstAndersbeweg<strong>in</strong>genMaatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> mensen zich verenigen <strong>in</strong> een gezamenlijkstreven: iets moet ‘anders’.BeleidsmakersPolitici <strong>in</strong> hun rol als volksvertegenwoordigers, wethouders, gedeputeerden enm<strong>in</strong>isters en (top)beleidsambtenaren.BeleidsparticipatieTrajecten van de overheid waarbij de burger gevraagd wordt om mee te praten ente denken.BestuurdersLeid<strong>in</strong>ggevenden van maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen.BetrokkenheidsaanbodDe formele en <strong>in</strong>formele eisen die overheden en maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genstellen aan de betrokkenheid van burgers.BetrokkenheidsstijlSamenvatt<strong>in</strong>g van te onderscheiden politieke oriëntaties en gedrag<strong>in</strong>gen, waarmeewe de diversiteit <strong>in</strong> politieke betrokkenheid onder de bevolk<strong>in</strong>g analytisch kunnenduiden (volgens Verhoeven 2009: 36).Bovenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gDe hiërarchische verbanden die <strong>in</strong> een verzuilde samenlev<strong>in</strong>g de overbrugg<strong>in</strong>g(bridg<strong>in</strong>g) van ‘onderliggende’ gemeenschappen vormden (Putnam 2000), maardie ook – <strong>in</strong> een sterk gewijzigde vorm – <strong>in</strong> de netwerksamenlev<strong>in</strong>g vereist zijn omtot evenwichtige besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen en tussen clusters te komen.BurgersDe politieke en publieke identiteit van personen.BurgerbetrokkenheidDe wijze waarop personen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g geven aan hun politieke en publiekeidentiteit.ClusterEen relatief gesloten deelsysteem van een netwerk.


258 vertrouwen <strong>in</strong> burgersComplexiteitsraceManieren waarop getracht wordt de complexiteit van de samenlev<strong>in</strong>g te beperkendragen juist bij aan <strong>het</strong> vergroten van die complexiteit.Crowd sourc<strong>in</strong>gHet mechanisme waarmee organisaties (overheid, bedrijven, <strong>in</strong>stituten) ofpersonen gebruikmaken van een grote groep niet <strong>voor</strong>af geselecteerde <strong>in</strong>dividuen(professionals, vrijwilligers, geïnteresseerden) <strong>voor</strong> <strong>het</strong> uitvoeren van diversetaken.CultuurDe door groepen gedeelde overtuig<strong>in</strong>gen, waarden en normen, die zich via regels,rout<strong>in</strong>es, rituelen en symbolen uiten, en die gedrag <strong>voor</strong> groepen betekenisvolmaken. Een comb<strong>in</strong>atie van zowel de zachtere <strong>in</strong>formele als de harde structureleformele kant van organisaties en groepen.Dwarsb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gDe lossere – ‘dunne’ – banden tussen <strong>in</strong>dividuen die deel uitmaken vanverschillende clusters.FrontlijnwerkersMensen die vanuit hun functie <strong>in</strong> direct contact staan met burgers: dewijkagenten, de wijkcoörd<strong>in</strong>atoren en buurtconciërges, de welzijnswerkers, debrandweerlieden, de participatieambtenaren, enz.Korte klapEen eerste, vaak relatief eenvoudig <strong>voor</strong> elkaar te krijgen, verander<strong>in</strong>g, waarmee jeaangeeft dat je de belangen, wensen en <strong>in</strong>breng van mensen serieus neemt.Lage <strong>in</strong>stapHet zo eenvoudig mogelijk maken <strong>voor</strong> mensen om een (eerste) bijdrage televeren.Lange staartDe scheve verdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> netwerken: een kle<strong>in</strong>e groep is verantwoordelijk <strong>voor</strong> demeeste bijdragen, een grote groep levert we<strong>in</strong>ig tot geen bijdragen.Maatschappelijk <strong>in</strong>itiatiefBurgers die zelf <strong>het</strong> heft <strong>in</strong> handen nemen en daarbij een publiek doel nastreven.Maatschappelijke participatieDeelname van burgers aan <strong>het</strong> maatschappelijk verkeer. Het gaat hier zowel om demaatschappelijke participatie van burgers die dagelijks zelfstandig deelnemen aan


egrippenlijst259<strong>het</strong> maatschappelijk verkeer, om burgers <strong>voor</strong> wie extra ondersteun<strong>in</strong>g nodig is,als de vrijwilligers die de ondersteun<strong>in</strong>g bieden.MeestribbelenAls men, met kracht van warme woorden, <strong>voor</strong> een bepaalde ontwikkel<strong>in</strong>g is maar<strong>in</strong> de praktijk de voet op de rem zet.Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gDe hechte banden b<strong>in</strong>nen een cluster.S<strong>in</strong>terklaasvraagDe laatste vraag van een <strong>in</strong>terview: “Stel u mag de Goedheiligman <strong>voor</strong> één keeralles vragen wat u wenst, wat is dan uw vraag?”SpikkelenHet <strong>in</strong>brengen van externe verb<strong>in</strong>ders bij homogene gemeenschappen.Tegenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gDe b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g tussen burgers die niets met elkaar hebben anders dan een belang bijeen civiele – ‘fatsoenlijke’ – <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hun samenlev<strong>in</strong>g; een oppervlakkigeomgang met anderen tijdens toevallige ontmoet<strong>in</strong>gen.TrekkersMensen die een <strong>in</strong>itiatief trekken, zich aan een bepaald onderwerp hebbenverbonden, daar voluit <strong>voor</strong> gaan en zich niet door de eerste tegenslag uit <strong>het</strong> veldlaten slaan.VeerkrachtHet vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden.Verb<strong>in</strong>dersMensen die een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kunnen leggen tussen verschillende groepen, tussenverschillende netwerken, tussen burgers en beleidsmakers. Ze zijn ‘meertalig’ enkunnen zich <strong>in</strong> verschillende soorten groepen gemakkelijk bewegen.Veenbrand/VeenbrandfenomeenHet schijnbaar plotsel<strong>in</strong>g oplaaien of doven van een hype, protest of actie.


261literatuurAardema, H. (2010) Voorbij de hypocratie. Innovatiekans <strong>voor</strong> volksvertegenwoordigers enmensen om hen heen, Alphen aan den Rijn: Kluwer.Aberbach, J.D., R.D. Putnam en B.A. Rockman (1981) Bureaucrats and politicians <strong>in</strong>Western democracies, Cambridge, ma: Harvard University Press.Actieprogramma Lokaal Bestuur (2010a) Een jaar leren en experimenteren. Samenwerkenmet burgers, Den Haag: Verenig<strong>in</strong>g van Nederlandse Gemeenten en M<strong>in</strong>isterie vanB<strong>in</strong>nenlandse Zaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelaties.Actieprogramma Lokaal Bestuur (2010b) Naar buiten. Spoorboekje burgerparticipatie <strong>voor</strong>raad en college, Den Haag: Verenig<strong>in</strong>g van Nederlandse Gemeenten en M<strong>in</strong>isterievan B<strong>in</strong>nenlandse Zaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelaties.Adriaanse, C.M.M. (2006) ‘Publieke familiariteit b<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> Buitenveldert’, City Journal 1,12: 14-19.Aedes-Magaz<strong>in</strong>e (2011) ‘Lonken naar beproefd boerenmodel’, Aedes Magaz<strong>in</strong>e 23: 30-33.Ajzen, I. (1987) ‘Attitudes, traits, and actions. Dispositional prediction of behavior <strong>in</strong>personality and social psychology’, Advances <strong>in</strong> Experimental Social Psychology 1,20: 1-63.Alexander Kunz, M. (2009) ‘Professor Sarah Soule expla<strong>in</strong>s effective social movements’,Stanford Graduate School of Bus<strong>in</strong>ess Alumni Magaz<strong>in</strong>e, www.gsb.stanford.edu/news/bmag/sbsm0909/kn-effective-social-movements.html.Alonso, S., J. Keane en W. Merkel (2011) The future of representative democracy,Cambridge: Cambridge University Press.Anderson, C. (2006) The long tail, New York: Hyperion.Andeweg, R.B. (1989) ‘Institutional conservatism <strong>in</strong> the Netherlands: proposals for andresistance to change’, West European Politics 1, 12: 42-60.Andeweg, R.B. en J. Thomassen (red.) (2011a) Democratie doorgelicht. Het functioneren vande Nederlandse democratie, Leiden: Leiden University Press.Andeweg, R.B. en J. Thomassen (red.) (2011b) Van afspiegelen naar afrekenen? De toekomstvan de Nederlandse Democratie, Leiden: Leiden University Press.Ankersmit, F.R. (2008) ‘On the future of representative democracy: comments on thefuture of representative democracy project’, The future of representative democracy,www.thefutureofrepresentativedemocracy.org/, geraadpleegd op 4 april 2012.Arend, S. van der (2007) Pleitbezorgers, procesmanagers en participanten. Interactief beleiden de rolverdel<strong>in</strong>g tussen overheid en burgers <strong>in</strong> de Nederlandse democratie, Delft:Eburon.Arendt, H. (2004) Over revolutie, Amsterdam/Antwerpen: Atlas.Arnste<strong>in</strong>, S.R. (1969) ‘A ladder of citizen participation’, Journal of the American Plann<strong>in</strong>gAssociation 35, 4: 216-224.Bakker, J., B. Denters en P.-J. Klok (2011) ‘Welke burger telt mee(r) <strong>in</strong> de doe-democratie?’,Beleid en Maatschappij 4, 38: 402-418.Bandura, A. (1977) Self-efficacy. The exercise of control, Cranbury, nj: W.H. Freeman & Co.


262 vertrouwen <strong>in</strong> burgersBarabási, A.L. en R. Albert (1999) ‘Emergence of scal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> random networks’, Science 5439,286: 509-512.Barker, D.J.P., C. Cooper, G. Rose (1998) Epidemiology <strong>in</strong> medical practice 5th ed., Ed<strong>in</strong>burgh:Churchill Liv<strong>in</strong>gstone.Becker, J. en P. Dekker (2005) ‘Beeld van publiek en beleid’, blz. 349-452 <strong>in</strong> scp (red.) Desociale staat van Nederland 2005, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.Be<strong>in</strong>hocker, E.D. (2006) The orig<strong>in</strong> of wealth. The radical remak<strong>in</strong>g of economics and what itmeans for bus<strong>in</strong>ess and society, Cambridge, ma: Harvard Bus<strong>in</strong>ess School Press.Bekker, R. (2009) Een grenzeloze overheid vraagt grenzeloze ambtenaren. Toespraak tijdensde buluitreik<strong>in</strong>g Public Sector MBA van Nyenrode Bus<strong>in</strong>ess Universiteit op 17december, www.caop.nl/fileadm<strong>in</strong>/caop/data/Leerstoelen/Albeda_Leerstoel/Publicaties/Bekker/Speech_buluitreik<strong>in</strong>g_Nijenrode_20091217.pdf, geraadpleegdop 4 april 2012.Bekkers, V.J.J.M., A.J. Meijer en N. Burger (2010) Cocreatie <strong>in</strong> de publieke sector. Een verkennendonderzoek naar nieuwe, digitale verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen overheid en burger, DenHaag: Boom Juridische uitgevers.Benkler, Y. (2006) The wealth of networks. How social production transforms markets andfreedom, New Haven, nj: Yale University Press.Berg, J. van den, Y. Deelstra, G.R. Teisman en W. Kesseler (red.) (2011) Kwartiermakers vande toekomst, Deventer: Uitgeverij Mastercircle.Berlo, D. van (2009) Ambtenaar 2.0. Nieuwe ideeën en praktische tips om te werken <strong>in</strong> overheid2.0, Den Haag: Den Haag Media Groep.Blokland-Potters, T.V. (2006) Het sociale weefsel van de stad. Cohesie, netwerken en kortecontacten, Rotterdam: Erasmus Universiteit.Blom, E. (2009) Handboek communities. De kracht van sociale netwerken, Utrecht: Bruna.Blond, P. (2010) Red Tory. How the left and right have broken Brita<strong>in</strong> and how we can fix it,London: Faber and Faber.Boer, N. de (2010) ‘Samen buurten. Participatie <strong>in</strong> steden en dorpen’, blz. 29-42 <strong>in</strong> M. vanHouten en A. W<strong>in</strong>semius (red.) Participatie ontward. Vormen van participatieuitgelicht, Utrecht: Movisie.Boer, N. de, en J. van der Lans (2011) Burgerkracht. De toekomst van sociaal werk <strong>in</strong> Nederland,Den Haag: <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g.Boonstra, N., J. Mak en R. van Wonderen (2009) Respect op <strong>het</strong> ple<strong>in</strong>. Werken aan gedragsverander<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de buurt, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.Bos, K. van den (2009) ‘Rechtvaardigheid en onzekerheid’, blz 89-114 <strong>in</strong> W. Tiemeijer,C. Thomas en H. Prast (red.) De menselijke beslisser, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Bos, K. van den (2011) Vertrouwen <strong>in</strong> de overheid. Wanneer hebben burgers <strong>het</strong>, wanneerhebben ze <strong>het</strong> niet, en wanneer weten ze niet of de overheid te vertrouwen is?, DenHaag: M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelaties.Boss, E.-M. (2010) ‘Met vereende krachten. Georganiseerd vrijwilligerswerk’, blz. 43-54 <strong>in</strong>M. van Houten en A. W<strong>in</strong>semius (red.) Participatie ontward. Vormen van participatieuitgelicht, Utrecht: Movisie.


literatuur263Bovens, M.A.P., M. Noordegraaf, G.K. Pikker, J. Vermeulen en K. Van Lierop (2006) Culturenrond besturen. Vierde jaarbericht van de Begeleid<strong>in</strong>gscommissie Vernieuw<strong>in</strong>gsimpulsDualisme en Lokale Democratie, Den Haag: Sdu.Bovens, M.A.P. (2010) Diplomademocratie. Over de spann<strong>in</strong>g tussen meritocratie en democratie,Amsterdam: Prometheus-Bert Bakker.Bovens, M.A.P. en A.C. Wille (2011) ‘Politiek vertrouwen <strong>in</strong> Nederland: tijdelijke dip ofdef<strong>in</strong>itieve dal<strong>in</strong>g?’, blz. 21-43 <strong>in</strong> R. Andeweg en J. Thomassen (2011) Democratiedoorgelicht. Het functioneren van de Nederlandse democratie, Leiden/Enschede:Leiden University Press.Brafman, O. en R.A. Beckstrom (2006) The starfish and the spider. The unstoppable powerof leaderless organizations, New York: Portfolio Books.Brandsen, T., P. Dekker en A. Evers (2010) Civicness <strong>in</strong> the governance and delivery of socialservices, Baden-Baden: Nomos.Brans, M., P. Facon en D. Hoet (2003) Beleids<strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een lerende overheid. Stand vanzaken <strong>in</strong> en uitdag<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> de Belgische federale overheid, Gent: Academia Press.Breed, C.J.M. (2007) Bestuurscultuur en strategie. Een onderzoek naar de cognitieve kaartvan topambtenaren, Den Haag: Sdu.Breed, C.J.M en N. Hopman (2009) ‘Samen <strong>voor</strong>bij Weber?’, blz. 239-252 <strong>in</strong> H.P.M. vanDuivenboden, E. van Hout, C. van Montfort en J. Vermaas (red.) Verbondenverantwoordelijkheden <strong>in</strong> <strong>het</strong> publieke dome<strong>in</strong>, Den Haag: Lemma.Br<strong>in</strong>k, G.J.M. van den (2007) Prachtwijken?! De mogelijkheden en beperk<strong>in</strong>gen van Nederlandseprobleemwijken, Amsterdam: Bert Bakker.Br<strong>in</strong>k, G.J.M. van den (2010) Empathie & handhav<strong>in</strong>g, Apeldoorn: Politieacademie.Br<strong>in</strong>k, G.J.M. van den (2011) Eigentijds idealisme. Een afreken<strong>in</strong>g met <strong>het</strong> cynisme <strong>in</strong> Nederland,Amsterdam: Amsterdam University Press.Br<strong>in</strong>k, G.J.M. van den (2012) De lage landen en <strong>het</strong> hogere. De betekenis van geestelijke beg<strong>in</strong>selen<strong>in</strong> <strong>het</strong> moderne bestaan, Amsterdam: Amsterdam University Press.Bruijn, H. de (2011) Fram<strong>in</strong>g. Over de macht van taal <strong>in</strong> de politiek, Amsterdam: Atlas.Buckley, W. (1968) ‘Society as a complex adaptive system’ <strong>in</strong> W. Buckley (red.) Modernsystems research for the behavioral scientist, Chicago: Ald<strong>in</strong>e Publish<strong>in</strong>g Company.Budge, I. (1996) The new challenge of direct democracy, Cambridge, ma: Polity Press.Burgelman, R.A. en L.R. Sayles (1988) Inside corporate <strong>in</strong>novation. Strategy, structure, andmanagerial skills, New York: Free Press.Cab<strong>in</strong>et Office (2010) Build<strong>in</strong>g the big society, www.cab<strong>in</strong>etoffice.gov.uk/sites/default/files/resources/build<strong>in</strong>g-big-society_0.pdf, geraadpleegd op 4 april 2012.Castells, M. (1996) The rise of the network society. The <strong>in</strong>formation age: economy, societyand culture, Malden, ma: Blackwell.Castells, M. (2001) The Internet galaxy. Reflections on the Internet, bus<strong>in</strong>ess and society,Oxford: Oxford University Press.Castells, M. (2007) ‘Communication, power and counter-power <strong>in</strong> the network society’,International Journal of Communication 1, 1: 238-266.Christensen, C.M., H. Baumann, R. Ruggles en T.M. Sadtler (2006) ‘Disruptive <strong>in</strong>novationfor social change’, Harvard Bus<strong>in</strong>ess Review 84: 94-101.


264 vertrouwen <strong>in</strong> burgersChristensen, C.M., M.B. Horn en C.W. Johnson (2008) Disrupt<strong>in</strong>g class. How disruptive<strong>in</strong>novation will change the way the world learns, New York: McGraw-Hill.Ciald<strong>in</strong>i, R.B. (2001) Influence. Science and practice, Boston, ma: Allyn & Bacon.Coenen, F., R.V.D. Peppel en J. Woltjer (2001) ‘De evolutie van <strong>in</strong>spraak <strong>in</strong> de Nederlandseplann<strong>in</strong>g’, Beleidswetenschap 4, 15: 321-327.Cohen, J. en A. Fung (2004) ‘Radical democracy’, Swiss Political Science Review 4, 10: 23-34.Coleman, S. en J.G. Blumler (2009) The Internet and democratic citizenship. Theory, practiceand policy, New York: Cambridge University Press.Coll<strong>in</strong>s, J.C. en J.I. Porras (1994) Built to last, New York: HarperColl<strong>in</strong>s.Coll<strong>in</strong>s, J.C. (2005) Good to great and the social sectors. Why bus<strong>in</strong>ess th<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g is not theanswer, Boulder, co: Jim Coll<strong>in</strong>s.Cr<strong>in</strong>ce le Roy, R. (1969) De vierde macht, Oratie Universiteit UtrechtCsikszentmihalyi, M. (1990) Flow. The psychology of optimal experience, New York: Harperand Row.Csikszentmihalyi, M. (1996) Creativity. Flow and the psychology of discovery and <strong>in</strong>vention,New York: HarperColl<strong>in</strong>s.Cuperus, R. (2009) De wereldburger bestaat niet. Waarom de opstand der elites de samenlev<strong>in</strong>gondermijnt, Amsterdam: Bert Bakker.Dalton, R.J. (2004) Democratic challenges, democratic choices. The erosion of politicalsupport <strong>in</strong> advanced <strong>in</strong>dustrial democracies, Oxford: Oxford University Press.Dam, R.I. van, I.E. Salverda en R. Dur<strong>in</strong>g (2010) Strategieën van burger<strong>in</strong>itiatieven. Burgersen landschap, Wagen<strong>in</strong>gen/Den Haag: Wagen<strong>in</strong>gen Universiteit en Alterra,M<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.Dekker, P. (2008) ‘Onvrede: problemen bij een diagnose’, Socialisme en Democratie 10: 23-31.Dekker, P. (2010) ‘Civicness: from civil society to civic services’, blz. 19-39 <strong>in</strong> T. Brandsen,P. Dekker en A. Evers (red.) Civicness <strong>in</strong> the governance and delivery of socialservices, Baden-Baden: Nomos.Denters, S.A.H. en L.E. Rose (2005) ‘Towards local governance?’, blz. 246-262 <strong>in</strong> S.A.H.Denters en L.E. Rose, Compar<strong>in</strong>g local governance. Trends and developments, NewYork: Palgrave Macmillan.Department for Communities and Local Government (2011) Community right to challenge,www.communities.gov.uk/documents/localgovernment/pdf/1986977.pdf,geraadpleegd op 4 april 2012.Deutsch, M. en H.B. Gerard (1955) ‘A study of normative and <strong>in</strong>formational social <strong>in</strong>fluencesupon <strong>in</strong>dividual judgment’, Journal of Abnormal and Social Psychology 3, 51:629-636.Dieren, W. van (2010) ‘De vertooggemeenschap als basis <strong>voor</strong> participatie’, blz. 68-73 <strong>in</strong>Projectdirectie Sneller & Beter (red.), Open, Den Haag: M<strong>in</strong>isteries van Verkeer enWaterstaat en Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en Milieubeheer.Dijk, J.A.G.M. van (1991) De netwerkmaatschappij: sociale aspecten van nieuwe media,Houten/Zaventem: Bohn Stafleu.


literatuur265Dijk, J.A.G.M. van (2001) Netwerken, <strong>het</strong> zenuwstelsel van onze maatschappij. Inaugurelerede uitgesproken bij de aanvaard<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> ambt van Hoogleraar ToegepasteCommunicatiewetenschap aan de Universiteit Twente.Dijstelbloem, H. (2010) ‘De verlaten staat. Over de mars van <strong>het</strong> publiek uit de <strong>in</strong>stituties’,De Gids 3.Dijstelbloem, H., P. den Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (2010) Het gezicht van depublieke zaak. Openbaar bestuur onder ogen, Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.Directie Veiligheid Gemeente Rotterdam (2010) Veiligheids<strong>in</strong>dex 2010. Met<strong>in</strong>g van de veiligheid<strong>in</strong> Rotterdam, Rotterdam: Gemeente Rotterdam.Donk, W.B.H.J. van de, D.W.J. Broeders en F.J.P.M. Hoefnagel (2005) Trends <strong>in</strong> <strong>het</strong> medialandschap,Amsterdam: Amsterdam University Press.Dooley, K.J. (1997) ‘A complex adaptive systems model of organization change. Nonl<strong>in</strong>eardynamics’, Psychology and Life Sciences 1, 1: 69-97.Doorn, J.J.A. van (1978) ‘De verzorg<strong>in</strong>gsmaatschappij <strong>in</strong> de praktijk’, blz. 17-46 <strong>in</strong> J.J.A. vanDoorn en C.J.M. Schuyt (red.) De stagnerende verzorg<strong>in</strong>gsstaat, Amsterdam:Boom.Downs, A. (1956) An economic theory of economy, New York: Harper and Row.Dozy, M. en P.W. Tops (2009) Leren van experimenten. Een overzicht en analyse van 55experimenten <strong>in</strong> politie-<strong>in</strong>novatie, Apeldoorn: Politieacademie.Duyvendak, J.W. en A. Krouwel (2001) ‘Interactieve beleidsvorm<strong>in</strong>g: <strong>voor</strong>tzett<strong>in</strong>g van eenrijke Nederlandse traditie?’, blz. 17-32 <strong>in</strong> J. Edelenbos en R. Monnikhof (red.)Lokale <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g. Een vergelijkend onderzoek naar de consequentiesvan <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>het</strong> functioneren van de lokale democratie,Utrecht: Lemma.Duyvendak, W.G.J. en M. Hurenkamp (2004) Kiezen <strong>voor</strong> de kudde. Lichte gemeenschappenen de nieuwe meerderheid, Amsterdam: Van Gennep.Eagly, A. en S. Chaiken (1993) The psychology of attitudes, New York: Harcourt, Brace.Edelenbos, J. en R. Monnikhof (2001) Lokale <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g. Een vergelijkendonderzoek naar de consequenties van <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> <strong>het</strong> functionerenvan de lokale democratie, Utrecht: Lemma.Edelenbos, J., I. van Meerkerk en Y. Batenburg (2009) ‘Burger<strong>in</strong>itiatief Vlaard<strong>in</strong>gen en deveerkracht van <strong>in</strong>stituties’, Bestuurskunde 1, 81-91.Edwards, A.R. (2002) ‘The moderator as an emerg<strong>in</strong>g democratic <strong>in</strong>termediairy: the roleof the moderator <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternet discussions about public issues’, Information Polity7: 3-20 http://hdl.handle.net/1765/451, geraadpleegd op 4 april 2012.Edwards, A.R. (2004) ‘Internet en democratische <strong>in</strong>termediairen. Een nieuwe benader<strong>in</strong>gvan ‘digitale democratie’’, Bestuurskunde 13, 4: 154-162.Elchardus, M. (2002) De dramademocratie, Tielt, België: Lannoo Uitgeverij.Engbersen, G. (2008) ‘Sociale uitsluit<strong>in</strong>g en sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Rotterdam’, blz. 37-44 <strong>in</strong>T. Notten (red.) De lerende stad. Het laboratorium Rotterdam, Apeldoorn: Garant.Engbersen, R. en K. Voogd (2008) Het levende ple<strong>in</strong>. Een pleidooi <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>in</strong>troduceren vaneen Rotterdamse ple<strong>in</strong>aanpak, Rotterdam: Sociaal Platform Rotterdam.


266 vertrouwen <strong>in</strong> burgersEngelen, E.R. (2004) ‘Associatief-democratische dromen over verplaatste politiek’, blz.307-337 <strong>in</strong> E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) De staat van de democratie:democratie <strong>voor</strong>bij de staat, Amsterdam: Amsterdam University Press.Engelen, E.R. en M. Sie Dhian Ho (2004) De staat van de democratie: democratie <strong>voor</strong>bij destaat, Amsterdam: Amsterdam University Press.Euser, B. (2009) Lokale leiders. De opkomst van de geuzendemocratie, Amsterdam: Augustus.Evers, F. en L. Sussk<strong>in</strong>d (2009) Het kan wel! Bestuurlijk onderhandelen <strong>voor</strong> een duurzaamresultaat, Haarlem: mgmc.Farrell, M.P. (2003) Collaborative circles. Friendship dynamics and creative work, New York:New York University Press.Fishk<strong>in</strong>, J.S. (1995) The voice of the people. Public op<strong>in</strong>ion and democracy, New Haven, ct:Yale University Press.Fishk<strong>in</strong>, J.S. (2009) When the people speak. Deliberative democracy and public consultation,New York ny: Oxford University Press.Flache, A. en M.W. Macy (2006) ‘Why more contact may <strong>in</strong>crease cultural polarization’,101st Annual Meet<strong>in</strong>g of the American Sociological Association, Montreal,Canada,11-14 augustus.Folke, C. (2006) ‘Resilience. The emergence of a perspective for social-ecological systemsanalyses’, Global Environmental Change 3, 16: 253-267.Fowler, J.H. en N.A. Christakis (2009) Connected. The surpris<strong>in</strong>g power of our socialnetworks and how they shape our lives, New York: Little, Brown and Company.Frey, B.S. (1994) ‘How <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>sic motivation is crowded out and <strong>in</strong>’, Rationality and Society3, 6: 334-352.Frissen, V., M. van Staden, N. Huijboom, B. Kotter<strong>in</strong>k, S. Huveneers, M. Kuipers en G.Bodea (2008) Naar een ‘user generated state’? De impact van nieuwe media <strong>voor</strong>overheid en openbaar bestuur. tno <strong>rapport</strong> 34466, Delft: tno.Fung, A., E.O. Wright en R. Abers (2003) Deepen<strong>in</strong>g democracy. Institutional <strong>in</strong>novations<strong>in</strong> empowered participatory governance, London: Verso.Fung, A. (2006) ‘Varieties of participation <strong>in</strong> complex governance’, Public Adm<strong>in</strong>istrationReview, special issue December: 66-75.Gardner, H. en E. Lask<strong>in</strong> (1995) Lead<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>ds. An anatomy of leadership, New York: Basic-Books.Geerlof, J. (2011) De 60%-maatschappij. E<strong>in</strong>de aan de talentverspill<strong>in</strong>g, Amsterdam: Thoeris.Gemeente Rotterdam (2010) ‘Score Veiligheids<strong>in</strong>dex 2005-2009’, blz. 44-45 <strong>in</strong> Veiligheids<strong>in</strong>dex:met<strong>in</strong>g van de veiligheid <strong>in</strong> Rotterdam, Rotterdam: Gemeente Rotterdam,www.rotterdam.nl/Directie%20Veilig/PDF/Nieuwsflits/Veiligheids<strong>in</strong>dex2010LR.pdf.Gerber, E.R. (1999) The populist paradox. Interest group <strong>in</strong>fluence and the promise of directlegislation, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.G<strong>in</strong>neken, J. van (1999) Bre<strong>in</strong>-bev<strong>in</strong>gen. Snelle omslagen <strong>in</strong> op<strong>in</strong>ie en communicatie,Amsterdam: Boom.


literatuur267Gladwell, M. (2000) The tipp<strong>in</strong>g po<strong>in</strong>t. How little th<strong>in</strong>gs can make a big difference, NewYork: Black Bay Books.Good<strong>in</strong>, R.E. (2005) Reflective democracy, Oxford: Oxford University Press.Granovetter, M.S. (1973) ‘The strength of weak ties’, American Journal of Sociology 6, 78:1360-1380.Gr<strong>in</strong>, J., M.A. Hajer en W. Versteeg (2006) Meervoudige democratie. Ervar<strong>in</strong>gen metvernieuwend bestuur, Amsterdam: Aksant.Gruijter, M.J. de, E. Smits van Waesberghe, J.C.J Boutellier, L. Drost, R. Slagmolen enM. Pikuli (2010) Een vreemde <strong>in</strong> eigen land. Boze autochtone burgers over nieuweNederlanders en de overheid, Utrecht/Amsterdam: forum/Aksant.Gunsteren, H.R. van (1992) Eigentijds burgerschap, Den Haag: Sdu.Gunsteren, H.R. van en R. Andeweg (1994) Het grote ongenoegen: over de kloof tussenburgers en politiek, Haarlem: Aramith.Gunsteren, H.R. van (2003) Veerkracht. Rede uitgesproken bij <strong>het</strong> neerleggen van <strong>het</strong> ambtvan hoogleraar politieke theorieën en rechtsfilosofie Universiteit Leiden.Gunsteren, H.R. van, en C. Habbema (2009) PersPectief op <strong>het</strong> politiek-publicitair complex<strong>in</strong> 2009, Amsterdam: Gennep.Gunsteren, H.R. van (2011) ‘Een sober dieet van conflicten’, Socialisme & Democratie 68,11-12: 72-75.Gurr, T.R. (1970) Why men rebel, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Habermas, J. (1996) Between facts and norms. Contributions to a discourse theory of law anddemocracy, Cambridge, ma: mit Press.Hajer, M.A. (2009) Authoritative governance. Policy-mak<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the age of mediatization,Oxford: Oxford University Press, vs.Hajer, M.A. (2011) De energieke samenlev<strong>in</strong>g. Op zoek naar een stur<strong>in</strong>gsfilosofie <strong>voor</strong> eenschone economie, Den Haag: Planbureau <strong>voor</strong> de Leefomgev<strong>in</strong>g.Hard<strong>in</strong>, G. (1968) ‘The tragedy of the commons’, Science 3859, 162: 1243-1248.Hart, J. de (2005) Voorbeelden en nabeelden. Historische vergelijk<strong>in</strong>gen naar aanleid<strong>in</strong>gvan de dood van Fortuyn en Hazes, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.Hart, P. ’t, A.C. Wille en A. Bo<strong>in</strong> (2002) Politiek-ambtelijke verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g,Amsterdam: Uitgeverij Boom.Haque, U. (2011) The protests and the metamovement,http://blogs.hbr.org/haque/2011/10/the_protests_and_the_metamovem.html,geraadpleegd op 4 april 2012.Heer, J. de (2010) ‘Besluitvorm<strong>in</strong>g als expressie van politics of culture’, blz. 143-144 <strong>in</strong>Projectdirectie Sneller & Beter (red.) Open, Den Haag: M<strong>in</strong>isteries van Verkeer enWaterstaat en Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en Milieubeheer.Heifetz, R.A., A. Grashow en M. L<strong>in</strong>sky (2009) The practice of adaptive leadership. Toolsand tactics for chang<strong>in</strong>g your organization and the world, Boston, ma: HarvardBus<strong>in</strong>ess School Press.Hendriks, F. (2006) Vitale Democratie. Theorie van democratie <strong>in</strong> actie, Amsterdam:Amsterdam University Press.


268 vertrouwen <strong>in</strong> burgersH<strong>in</strong>dman, M.S. (2009) The myth of digital democracy, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton UniversityPress.Hoed, P. den en S. Schouten (2010) ‘De publieke zaak wil publiek worden behandeld:een blik op de ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> openbaar bestuur <strong>in</strong> Nederland s<strong>in</strong>ds 1848’,blz. 55-104 <strong>in</strong> H. Dijstelbloem, P. den Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.)Het gezicht van de publieke zaak: openbaar bestuur onder ogen, Amsterdam:Amsterdam University Press.Hoogwout, M. (2010) De rationaliteit van de klantgerichte overheid. Een onderzoeknaar de spann<strong>in</strong>gen die de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> klantdenken bij gemeenten veroorzaakten de manier waarop gemeenten daarmee omgaan, Nieuwege<strong>in</strong>:Réunion.Hoppe, R. (2011) The governance of problems. Puzzl<strong>in</strong>g, power<strong>in</strong>g and participation, Bristol:Policy Press.Houten, M. van, en A. W<strong>in</strong>semius (2010) ‘Participatie ontward. Slotbeschouw<strong>in</strong>g’,blz. 211-227 <strong>in</strong> M. van Houten en A. W<strong>in</strong>semius (red.) Participatie ontward.Vormen van participatie uitgelicht, Utrecht: Movisie.Huiz<strong>in</strong>ga, J. (1952) Homo ludens. Proeve ener bepal<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> spel-element der cultuur,Haarlem: Tjeenk Will<strong>in</strong>k.Hulst, M.J. van, L.J. de Graaf en G.J.M. van den Br<strong>in</strong>k (2011) ‘Exemplary Practitioners.A review of actors who make a difference <strong>in</strong> govern<strong>in</strong>g’, Adm<strong>in</strong>istrative Theory &Praxis 1, 33: 120-143.Idenburg, P.A. (1999) Het gaat om mensen. Excellente veranderaars <strong>in</strong> organisaties, Amsterdam:Balans.Jacobs, J. (1961) The death and life of great American cities, New York: Random House.Jarvis, J. (2009) What would Google do?, New York: HarperColl<strong>in</strong>s.Johnson, S. (2002) Emergence. The connected lives of ants, bra<strong>in</strong>s, cities, and software,London: Pengu<strong>in</strong> Books.Karsten, L. (2002) Oases <strong>in</strong> <strong>het</strong> beton. Aandachtspunten <strong>voor</strong> een jeugdvriendelijke openbareruimte, Assen: Van Gorcum.Keane, J.C. (2009) The life and death of democracy, London: Simon en Schuster.Kennedy, J.C. (1995) Nieuw Babylon <strong>in</strong> aanbouw. Nederland <strong>in</strong> de jaren zestig, Amsterdam/Meppel:Boom.Kickert, W.J.M. (1993) Verander<strong>in</strong>g <strong>in</strong> management en organisatie bij de rijksoverheid,Alphen aan de Rijn: Samsom, H.D. Tjeenk Will<strong>in</strong>k.Klandermans, B. (1997) The social psychology of protest, Cambridge, ma: Blackwell.Klijn, E.H. (2008) ‘Complexity theory and public adm<strong>in</strong>istration: What’s new?’, PublicManagement Review 3, 10: 299-317.Knepper, S. en J. Kortenray (2008) De vertrouwenscrisis. Over <strong>het</strong> krakend fundament vande samenlev<strong>in</strong>g, Amsterdam: Meulenhoff.Koch, R. en G. Lockwood (2010) Superconnect. Harness<strong>in</strong>g the power of networks and thestrength of weak l<strong>in</strong>ks, New York: W.W. Norton en Company.Koolwijk, F. van en B. Pluijter (2009) Nieuwe idealist (v/m), Diemen: Uitgeverij VeenMagaz<strong>in</strong>es b.v.


literatuur269Korsten, A.F.A. (1979) Het spraakmakende bestuur. Een studie naar effecten van participatie<strong>in</strong> relatie tot democratiemodellen en sociale ongelijkheid, Den Haag: vuga.Korsten, A.F.A. (2005) Grote klasse! Op zoek naar excellente ambtenaren en leiderschap,Heerlen: Beljon en Westerterp.Kort, I.A.T. de (2009) Design<strong>in</strong>g a strategic plan development approach for <strong>in</strong>tegrated areadevelopment projects, Den Haag: Gildepr<strong>in</strong>t Drukkerijen.Kortmann, C.A.J.M. (1979) ‘De Wet Openbaar Bestuur’, Tijdschrift <strong>voor</strong> bestuurswetenschappenen publiek recht, 34, 1: 40-42.Kriesi, H. (2005) Direct democratic choice. The Swiss experience, Oxford: Lex<strong>in</strong>gtonBooks.Kwekkeboom, R. en M. Jager-Vreugdenhil (2009) De praktijk van de wmo. Onderzoeksresultatenlectoraten social work, Amsterdam: swp.Lans, J. van der (2012) Loslaten, vertrouwen, verb<strong>in</strong>den. Over burgers en b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, Sticht<strong>in</strong>gDoen – Nationale Postcodeloterij.Lawton, M.P. en L. Nahemow (1973) ‘Ecology and the ag<strong>in</strong>g process’, blz. 619-674 <strong>in</strong>C. Eisdorfer en M.P. Lawton (red.) The psychology of adult development and ag<strong>in</strong>g,Wash<strong>in</strong>gton DC: American Psychological Association.Lawton, M.P. (1986) Environment and ag<strong>in</strong>g, Albany, NY: Center for the Study of Ag<strong>in</strong>g.Lewicki, R.J., D.M. Saunders en B. Barry (2006) Negotiation, New York: McGraw-Hill.Lijphart, A. (1977) Democracy <strong>in</strong> plural societies. A comparative exploration, New Haven:Yale University Press.Lilienfeld, D.E. en P.D. Stolley (1994) Foundations of epidemiology, 3rd ed. New York, ny:Oxford University Press.L<strong>in</strong>ders, E.A.H.M. (2010) De betekenis van nabijheid. Een onderzoek naar <strong>in</strong>formele zorg <strong>in</strong>een volksbuurt, Den Haag: Sdu Uitgevers.Luns<strong>in</strong>g, J.R. (2008) De besluitenguillot<strong>in</strong>e. Hoe <strong>het</strong> lokaal bestuur een referendum kanw<strong>in</strong>nen, Den Haag: Lemma.Malone, T.W., R. Laubacher en C. Dellarocas (2010) ‘The collective <strong>in</strong>telligence genome’,mit Sloan Management Review 3, 51: 21-31.Mariss<strong>in</strong>g, E. van (2008) Buurten bij beleidsmakers. Stedelijke beleidsprocessen, bewonersparticipatieen sociale cohesie <strong>in</strong> vroeg-naoorlogse stadswijken <strong>in</strong> Nederland,Utrecht: Kon<strong>in</strong>klijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap Faculteit GeowetenschappenUniversiteit Utrecht.Marres, N.S. (2005) No issue, no public. Democratic deficits after the displacement of politics,Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.Meijer, A.J., N.N.R. Burger en W. Ebbers (2008) ‘Citizens4Citizens. E<strong>in</strong>d<strong>rapport</strong> van eenempirisch onderzoek’, B-dossier/D2.5, Enschede: Telematica Instituut.Meijer, A.J., N.N.R. Burger en W. Ebbers (2009) ‘Citizens4Citizens. Mapp<strong>in</strong>g participatorypractices on the Internet’, The Electronic Journal of e-Government 7: 99-112.Metz, J. (2009) ‘Over burgerparticipatie, welzijnsbeleid en de wmo. Historiografie van dewerksoort maatschappelijk activer<strong>in</strong>gswerk’, Journal of Social Intervention:Theory and Practice 2, 18: 61-83.Meuleman, L. (2008) Public management and the metagovernance of hierarchies, networks


270 vertrouwen <strong>in</strong> burgersand markets. The feasibility of design<strong>in</strong>g and manag<strong>in</strong>g governance style comb<strong>in</strong>ations,Heidelberg: Physica-Verlag.Meurs, P.L., E.K. Schrijvers en G.H. de Vries (2006) Leren van de praktijk. Gebruik vanlokale kennis en ervar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> beleid, Amsterdam: Amsterdam University Press.Michels, A. en L. de Graaf (2010) ‘Exam<strong>in</strong><strong>in</strong>g citizen participation. Local participatorypolicy mak<strong>in</strong>g and democracy’, Local Government Studies 4, 36: 477-491.Miller, P. (2010) The smart swarm. How understand<strong>in</strong>g flocks, schools, and colonies can makeus better at communicat<strong>in</strong>g, decision mak<strong>in</strong>g, and gett<strong>in</strong>g th<strong>in</strong>gs done, New York:Avery.Mitchell, M. (2009) Complexity. A guided tour, New York: Oxford University Press, vs.Montfort, C. van en M. van Twist (2009) ‘Grensvervag<strong>in</strong>g en legitimiteit’, blz. 49-67 <strong>in</strong>H. van Duivenboden, E. van Hout, C. van Montfort en J. Vermaas (red.) Verbondenverantwoordelijkheden <strong>in</strong> <strong>het</strong> publieke dome<strong>in</strong>, Den Haag: Lemma.Mouffe, C. (2000) The democratic paradox, London: Verso Books.Mouffe, C. (2005) ‘Some reflections on an agonistic approach to the public’, blz. 804-807 <strong>in</strong>B. Latour en P. Weibel (red.) Mak<strong>in</strong>g th<strong>in</strong>gs public. Atmospheres of democracy,Karlsruhe: zkm/Center for art and media.Munsey, C. (2008) ‘Why do we vote?’, Monitor on Psychology 6, 39: 60-63.Nahemow, L. (2000) ‘The ecological theory of ag<strong>in</strong>g: Powell Lawton’s legacy’, blz. 22-40 <strong>in</strong>R. Rub<strong>in</strong>ste<strong>in</strong>, M. Moss en M. Kleban (eds.) The Many Dimensions of Ag<strong>in</strong>g, NewYork: Spr<strong>in</strong>ger.nicis Instituut (2009) Bouw aan democratie met burgers! Nieuwe kansen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> lokalereferendum, Den Haag: nicis Institute.Nielsen, M. (2012) Re<strong>in</strong>vent<strong>in</strong>g discovery. The new era of networked science, Pr<strong>in</strong>ceton, nj:Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Niessen, R. (2008) Trotse ambtenaren <strong>in</strong> de toekomst! Column uitgesproken op <strong>het</strong> congres‘De ambtenaar van de toekomst’, Den Haag.Nieuwenkamp, R. (2001) De prijs van <strong>het</strong> politieke klimaat. Wederzijds vertrouwen en loyaliteit<strong>in</strong> de verhoud<strong>in</strong>g tussen bew<strong>in</strong>dspersonen en ambtelijke top, Delft: Eburon.Noordegraaf, M. en K. van Lierop (2006/2007) Duurzaam besturen. Bijdragen van beleidsmakersaan duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g, Utrecht: Programmabureau Leren <strong>voor</strong> DuurzameOntwikkel<strong>in</strong>g.Norris, P. (1999) Critical citizens: Global support for democratic governance, Oxford:Oxford University Press, vs.Norris, P. (2011) Democratic deficit: Critical citizens revisited, New York: CambridgeUniversity Press.Noveck, B.S. (2009) Wiki Government. How technology can make government better, democracystronger, and citizens more powerful, Wash<strong>in</strong>gton dc: Brook<strong>in</strong>gs InstitutionPress.Nowotny, H. (2005) ‘The <strong>in</strong>crease of complexity and its reduction’, Theory, Culture &Society 5, 22: 15-31.Olson, M. (1965) The logic of collective action. Public goods and the theory of groups,Cambridge, ma: Harvard University Press.


literatuur271Olsson, T. (2008) ‘The practises of Internet network<strong>in</strong>g. A resource for alternative politicalmovements’, Information, Communication & Society 5, 11: 659-674.Oosterl<strong>in</strong>g, H. (2009) Woorden als daden. Rotterdam Vakmanstad/Skillcity 2007-2009,Heijn<strong>in</strong>gen: Jap Sam Books.Ostrom, E. (1990) Govern<strong>in</strong>g the commons. The evolution of <strong>in</strong>stitutions for collectiveaction, Cambridge, vk: Cambridge University Press.Ostrom, E. (2000) ‘Crowd<strong>in</strong>g out citizenship’, Scand<strong>in</strong>avian Political Studies 1, 23: 3-16.Ostrom, E. (2009) A polycentric approach for cop<strong>in</strong>g with climate change, Work<strong>in</strong>g paper5095, Wash<strong>in</strong>gton dc: The World Bank,.Peeters, R., M. van der Steen en M. van Twist (2010) De logica van <strong>het</strong> ongepaste. Over deprofessionaliteit van wijkmanagers <strong>in</strong> de onvolkomen organisatie, Den Haag: nsob.Pels, D. (2008) ‘Drie uitdag<strong>in</strong>gen van <strong>het</strong> populisme’, blz. 117-126 <strong>in</strong> S. Knepper en J.Kortenray (red.) De vertrouwenscrisis. Over <strong>het</strong> krakend fundament van de samenlev<strong>in</strong>g,Amsterdam: Meulenhoff.Peters, K. (1999) Verdeelde macht. Een onderzoek naar <strong>in</strong>vloed op rijksbesluitvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong>Nederland, Amsterdam: Uitgeverij Boom.Peters, K. (2006) ‘Impuls <strong>voor</strong> de lokale democratie? De casus van de wmo’, blz. 41-65 <strong>in</strong>P.L. Meurs, E.K. Schrijvers en G.H. de Vries (red.) Leren van de praktijk. Gebruik vanlokale kennis en ervar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> beleid, Amsterdam: Amsterdam University Press.Peters, T.J. en R.H. Waterman (2004) In search of excellence. Lessons from America’s bestruncompanies, New York: HarperBus<strong>in</strong>ess Essentials.Pierre, J. en G.B. Peters (2005) Govern<strong>in</strong>g complex societies. Trajectories and scenarios,Bas<strong>in</strong>gstoke: Palgrave MacMillan.Pitk<strong>in</strong>, H.F. (1967) The concept of representation, Berkeley, ca: University of CaliforniaPress.Pitk<strong>in</strong>, H.F. (2004) ‘Representation and democracy: uneasy alliance’, Scand<strong>in</strong>avian PoliticalStudies 3, 27: 335-342.Poldervaart, S.W. (2002) Leven volgens je idealen. De andere politieken van huidige socialebeweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Nederland, Amsterdam: Aksant.Pollitt, C. en G. Bouckaert (2011) Public management reform. A comparative analysis newpublic management, governance, and the neo-Weberian state, Oxford: OxfordUniversity Press.Polstra, L. en M. van Houten (2010) ‘Werken aan perspectief. Participatie door sociale activer<strong>in</strong>g’,blz. 105-116 <strong>in</strong> M. van Houten en A. W<strong>in</strong>semius (red.) Participatieontward. Vormen van participatie uitgelicht, Utrecht: Movisie.Postmes, T., L. Steg en K. Keizer (2009) ‘Groepsnormen en gedrag. Stur<strong>in</strong>g door socialeidentiteit en dialoog’, blz. 139-162 <strong>in</strong> W. Tiemeijer, C. Thomas en H. Prast (red.) Demenselijke beslisser, Amsterdam: Amsterdam University Press.Poteete, A.R., M.A. Janssen en E. Ostrom (2010) Work<strong>in</strong>g together. Collective action, thecommons, and multiple methods <strong>in</strong> practice, Pr<strong>in</strong>ceton, nj: Pr<strong>in</strong>ceton UniversityPress.Projectdirectie Sneller & Beter (red.) (2010) Open, Den Haag: M<strong>in</strong>isteries van Verkeer enWaterstaat en Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g en Milieubeheer.


272 vertrouwen <strong>in</strong> burgersPutnam, R.D. (2001) Bowl<strong>in</strong>g alone. The collapse and revival of American community, NewYork: Simon and Schuster.Putters, K., K.J. Grit, M.C.W. Janssen, D. Schmidt en P.L. Meurs (2010) Governance of localcare and social service. An evaluation of the implementation of the wmo <strong>in</strong> theNetherlands, Rotterdam: ibmg – Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg,http://repub.eur.nl/res/pub/21240/.<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (rmo) (2007) Vormen van democratie, Amsterdam:swp.<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (2009) Polariseren b<strong>in</strong>nen onze grenzen, DenHaag: rmo.<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (2011) De nieuwe regels van <strong>het</strong> spel. Internet enpubliek debat, Den Haag: rmo.<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> openbaar bestuur (Rob) (2004) Burgers betrokken, betrokken burgers, DenHaag: Rob.<strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> openbaar bestuur (2010) Vertrouwen op democratie, Den Haag: Rob.Ra<strong>in</strong>ey, H.G. (1997) Understand<strong>in</strong>g and manag<strong>in</strong>g public organizations, San Francisco, ca:Jossey-Bass Publishers.Reedy, J. en C. Wells (2009) ‘Information, the <strong>in</strong>ternet, and direct democracy’, blz. 157-172<strong>in</strong> A. Chadwick en P.N. Howard (red.) Routledge Handbook of Internet politics,Oxon: Routledge.Reijndorp, A. (2004) Stadswijk. Stedenbouw en dagelijks leven, Rotterdam: nai Uitgevers.Rischard, J.F. (2002) High noon. 20 global problems, 20 years to solve them, New York: BasicBooks.Röell, E. (2012) Het vertrouwen van ambtenaren <strong>in</strong> burgers, Den Haag: De NationaleOmbudsman, www.nationaleombudsman-nieuws.nl/sites/default/files/vertrouwen_<strong>in</strong>_burgers.pdf, geraadpleegd op 4 april 2012.Roeter<strong>in</strong>g, E. en M. Verschell<strong>in</strong>g (2010) ‘Samen werken aan werk. Cliëntenparticipatie <strong>in</strong> desociale zekerheid’, blz. 149-155 <strong>in</strong> M. van Houten en A. W<strong>in</strong>semius (red.) Participatieontward. Vormen van participatie uitgelicht, Utrecht: Movisie.Rosanvallon, P. (2008) Counter-democracy. Politics <strong>in</strong> an age of distrust, Cambridge:Cambridge University Press.Rossem, R. van en C. Baerveldt (2005) ‘Activisme en <strong>het</strong> middenveld. Lidmaatschap enactiebereidheid <strong>in</strong> België en Nederland’, blz. 107-127 <strong>in</strong> B. Völker (red.) Burgers <strong>in</strong>de buurt. Samenleven <strong>in</strong> school, wijk en verenig<strong>in</strong>g, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Sapirste<strong>in</strong>, G. (2010) Social resilience. The forgotten element <strong>in</strong> disaster reduction,www.oriconsult<strong>in</strong>g.com/social_resilience.pdf, geraadpleegd op 4 april 2012.Schäfer, M.T. (2008) Bastard culture! User participation and the extension of cultural <strong>in</strong>dustries,Utrecht: All Pr<strong>in</strong>t.Schram, A. en J. Sonnemans (1996) ‘Why people vote. Experimental evidence’, Journal ofEconomic Psychology 4, 7: 417-442.Schudson, M. (1998) The good citizen. A history of American civic life, Cambridge, ma:Cambridge University Press.


literatuur273Schudson, M. (2010) ‘Political observatories, databases & news <strong>in</strong> the emerg<strong>in</strong>g ecology ofpublic <strong>in</strong>formation’, Daedalus 139, 2: 100-109.Schuyt, K. (2006a) Democratische deugden. Groepstegenstell<strong>in</strong>gen en sociale <strong>in</strong>tegratie,Amsterdam: Amsterdam University Press.Schuyt, K. (2006b) Steunberen van de samenlev<strong>in</strong>g. Sociologische essays, Amsterdam:Amsterdam University Press.Schuyt, K. (2009) Over <strong>het</strong> recht om wij te zeggen. Groepstegenstell<strong>in</strong>gen en de democratischegemeenschap, Amsterdam: Amsterdam University Press.Scott, J.C. (1998) See<strong>in</strong>g like a state. How certa<strong>in</strong> schemes to improve the human conditionhave failed, New Haven, nj: Yale University Press.Sennett, R. (2012) Together. The rituals, pleasures, and politics of cooperation, London:Pengu<strong>in</strong> Books.Seters, P. van (2008) ‘Approach<strong>in</strong>g global civil society’, blz. 25-39 <strong>in</strong> J.W.S.G. Walker enA.S. Thompson (red.) Critical mass. The emergence of global civil society. Waterloo,on, Canada: Wilfrid Laurier University Press.Shirky, C. (2008) Here comes everybody. How change happens when people come together,London: Pengu<strong>in</strong> Books.Shirky, C. (2010) Cognitive surplus. Creativity and generosity <strong>in</strong> a connected age, New York:The Pengu<strong>in</strong> Press.Shirky, C. (2011) ‘The political power of social media. Technology, the public sphere, andpolitical change’, Foreign Affairs January/February: 28-41.S<strong>in</strong>nema, M. en H.P.M. van Duivenboden (2009) Betrokken burgers, bewogen bestuur.Retrospectief onderzoek eParticipatie, Den Haag: b&a Consult<strong>in</strong>g.Smith, G. (2009) Democratic <strong>in</strong>novations, Cambridge: Cambridge University Press.Snodgrass, R.T. (2011) An <strong>in</strong>terview with Melanie Mitchell: on complexity, april,http://ubiquity.acm.org/article.cfm?id=1967047, geraadpleegd op 4 april2012.Sociaal Platform Rotterdam (2008) Toen wij van Rotterdam vertrokken. Slotadvies spr,Rotterdam: Sociaal Platform Rotterdam.Soros, G. (2000) Open society. Reform<strong>in</strong>g global capitalism, London: Little, Brown andCompany.Stalder, F. (2008) ‘Bourgeois anarchism and authoritarian democracies’, First Monday, 13, 7,http://firstmonday.org/htb<strong>in</strong>/cgiwrap/b<strong>in</strong>/ojs/<strong>in</strong>dex.php/fm/article/view/2077/1989, geraadpleegd op 4 april 2012.stamm cmo (2011) Krimp en kracht, de nieuwe realiteit <strong>in</strong> Drents perspectief, Assen:Kon<strong>in</strong>klijke Van Gorcum.Steen, M. van der, R. Peeters en M. van Twist (2010) De boom en <strong>het</strong> rizoom. Overheidsstur<strong>in</strong>g<strong>in</strong> een netwerksamenlev<strong>in</strong>g, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van vrom.Steenhuis, H. (2011) ‘Ik kom <strong>in</strong> opstand, dus wij zijn’, Trouw, 23 oktober.Steeph (2011) Meest onervaren Kamer s<strong>in</strong>ds 1860, Sargasso.nl, 24 novemberhttp://sargasso.nl/archief/2011/11/24/meest-onervaren-tweede-kamer-s<strong>in</strong>ds-1860/, geraadpleegd op 4 april 2012.Stekelenburg, J. van (2006) Promot<strong>in</strong>g or prevent<strong>in</strong>g social change. Instrumentality, iden-


274 vertrouwen <strong>in</strong> burgerstity, ideology, and group-based anger as motives of protest participation, Amsterdam:Vrije Universiteit.Stekelenburg, J. van, B. Klandermans en W.W. van Dijk (2011) ‘Comb<strong>in</strong><strong>in</strong>g motivations andemotion. The motivational dynamics of protest participation’, Revista de PsicologiaSocial 1, 26: 91-104.Steunenberg, B. (2011) ‘Onder nationale beleidsambtenaren. Europese beleids<strong>voor</strong>bereid<strong>in</strong>gen de rol van <strong>het</strong> Nederlandse parlement’, blz. 501-520 <strong>in</strong> R. Andeweg enJ. Thomassen (red.) Democratie doorgelicht. Het functioneren van de Nederlandsedemocratie, Leiden: Leiden University Press.Stivers, C. (2010) ‘Democratic knowledge. The task before us’, Adm<strong>in</strong>istration & Society 2,42: 248-259.Stockholm Resilience Centre (2007) What is resilience?, www.stockholmresilience.org/research/whatisresilience.4.aeea46911a3127427980004249.html, geraadpleegd op4 april 2012.Stokkom, B. van (2006) Rituelen van beraadslag<strong>in</strong>g. Reflecties over burgerberaad en burgerbestuur,Amsterdam: Amsterdam University Press.Strauss, A.L. en J. Corb<strong>in</strong> (1998) Basics of qualitative research. Procedures and techniquesfor develop<strong>in</strong>g grounded theory, Thousand Oaks, ca: Sage.Sunste<strong>in</strong>, C.R. (2003) Why societies need dissent, Cambridge, ma: Harvard UniversityPress.Swierstra, T. en E. Tonkens (2009) ‘Gebrek aan zelfrespect, orde en z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g. Polarisatieals antwoord’, blz. 120-138 <strong>in</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (red.)Polarisatie: bedreigend en verrijkend, Amsterdam: swp.Tapscott, D. en A.D. Williams (2008) Wik<strong>in</strong>omics. How mass collaboration changes everyth<strong>in</strong>g,London: Atlantic Books.Tapscott, D. en A.D. Williams (2010) Macrowik<strong>in</strong>omics. Reboot<strong>in</strong>g bus<strong>in</strong>ess and the world,New York: Pengu<strong>in</strong> Group.Teisman, G.R. (2005) Publiek management op de grens van orde en chaos. Over leid<strong>in</strong>ggevenen organiseren <strong>in</strong> complexiteit, Den Haag: Sdu.Termeer, C.J.A.M. (2009) ‘Barriers to new modes of horizontal governance’, PublicManagement Review 3, 11: 299-316.The Economist (2011) ‘The wisdom of crowds. The strange but extremely valuable scienceof how pedestrians behave’, The Economist 401, 8764: 135-136Thomassen, J. (2010) De permanente crisis van de democratie. Afscheidsrede UniversiteitTwente.Tiemeijer, W.L. (2006) Het geheim van de burger. Over staat en op<strong>in</strong>ieonderzoek, Amsterdam:Aksant.Tilly, C. en S.G. Tarrow (2007) Contentious politics, Boulder, co: Paradigm Publishers.Tjeenk Will<strong>in</strong>k, H. (2002) ‘De herwaarder<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> particulier <strong>in</strong>itiatief’, blz. 28-39 <strong>in</strong>P. Dekker en J. van Berkum (red.) Particulier <strong>in</strong>itiatief en publiek belang: beschouw<strong>in</strong>genover de aard en toekomst van de Nederlandse non-profitsector, Den Haag:Sociaal en Cultureel Planbureau.Tonkens, E. (2009a) ‘Burgerparticipatie en burger<strong>in</strong>itiatief’, blz. 135-141 <strong>in</strong> E. Tonkens (red.)


literatuur275Tussen onderschatten en overvragen. Actief burgerschap en activerende organisaties<strong>in</strong> de wijk, Amsterdam: sun Trancity.Tonkens, E. (2009b) ‘Burgerschap en b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g’, blz. 52-60 <strong>in</strong> E. Tonkens (red.) Tussen onderschattenen overvragen. Actief burgerschap en activerende organisaties <strong>in</strong> de wijk,Amsterdam: sun Trancity.Tonkens, E. (red.) (2009c) Tussen onderschatten en overvragen. Actief burgerschap en activerendeorganisaties <strong>in</strong> de wijk, Amsterdam: sun Trancity.Tops, P.W., P. Depla en P. Manders (1996) Verhalen over co-produktie. De praktijk van politiekeen bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Noord-Brabantse gemeenten, Tilburg:kpmg/vbg.Tops, P.W. (2009) ‘De pvda en <strong>het</strong> nieuwe stedelijke activisme’, blz. 55 <strong>in</strong> F. Becker en M.Hurenkamp (red.) Lokale politiek als laboratorium, Den Haag: Wiardi BeckmanSticht<strong>in</strong>g.Tops, P.W., M. Boogers, F. Hendriks en R. Weter<strong>in</strong>gs (1999) Een <strong>in</strong>ventariserend onderzoeknaar nieuwe vormen van politieke participatie <strong>in</strong> de alledaagse democratie, Tilburg:Centrum <strong>voor</strong> Recht, Bestuur en Informatiser<strong>in</strong>g.Tops, P.W. (2007) Vitale coalities <strong>in</strong> <strong>het</strong> openbaar bestuur. De passie van de professional,bestur<strong>in</strong>g van verander<strong>in</strong>gsprocessen, Assen: Van Gorcum.Tsagarousianou, R. (1998) ‘Back to the future of democracy? New technologies, civicnetworks and direct democracy <strong>in</strong> Greece’, blz. 41-59 <strong>in</strong> R. Tsagarousianou, D.Tamb<strong>in</strong>i en C. Bryan (red.) Cyberdemocracy. Technology, cities, and civic networks,London: Routledge.Turner, R.H. en L.M. Killian (1957) Collective behavior, Englewood Cliffs, nj: Prentice Hall.Uitermark, J. (2011) ‘Revolutie ‘for the lulz’. De opkomst en transformatie van de onl<strong>in</strong>esociale beweg<strong>in</strong>g Anonymous’, Sociologie 2, 7: 156-182.Veen, M. van der, S. Sleenhoff en T. Klop (2010) ‘De producentenbenader<strong>in</strong>g’, blz. 273-302<strong>in</strong> H. Dijstelbloem, P. den Hoed, J.W. Holtslag en S. Schouten (red.) Het gezichtvan de publieke zaak. Openbaar bestuur onder ogen, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Veld, R.J. <strong>in</strong> ’t (2010) Kennisdemocratie. Opkomend stormtij, Den Haag: Sdu.Veld, R.J. <strong>in</strong> ’t (2011) Transgovernance. The quest for governance of susta<strong>in</strong>able development,Potsdam: Institute for Advanced Susta<strong>in</strong>ability Studies.Verba, S., K.L. Schlozman en H.E. Brady (1995) Voice and equality. Civic voluntarism <strong>in</strong>American politics, Cambridge, ma: Harvard University Press.Verhaeghen, P.C. (2002) Sluiers over corporate. Het verhaal van een manager, Roeselare:Roularta Books.Verhoeven, I. (2006) ‘Alledaags politiek burgerschap en de overheid’, blz. 119-142 <strong>in</strong>P.L. Meurs, E.K. Schrijvers en G.H. de Vries (red.) Leren van de praktijk: gebruik vanlokale kennis en ervar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> beleid, Amsterdam: Amsterdam University Press.Verhoeven, I. (2009) Burgers tegen beleid. Een analyse van dynamiek <strong>in</strong> politieke betrokkenheid,Amsterdam: Aksant.Verhoeven, I. en E. Tonkens (2011) ‘Bewoners<strong>in</strong>itiatieven: partnerschap tussen burgers enoverheid’, Beleid en Maatschappij 4, 38: 419-437.


276 vertrouwen <strong>in</strong> burgersVries, K. de (2008) ‘Over ambtenaren en politiek’, Bestuurswetenschappen 62, 1: 19-29.vrom-<strong>Raad</strong> (2006) Stad en stijg<strong>in</strong>g. Sociale stijg<strong>in</strong>g als leidraad <strong>voor</strong> stedelijke vernieuw<strong>in</strong>g,Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van vrom.Wagenaar, H. (1997) ‘Beleid als fictie. Over de rol van verhalen <strong>in</strong> de bestuurlijke praktijk’,Beleid en Maatschappij 1, 24: 7-19.Wagenaar, H. (2007) ‘Governance, complexity, and democratic participation. How citizensand public officials harness the complexities of neighbourhood decl<strong>in</strong>e’, TheAmerican Review of Public Adm<strong>in</strong>istration 1, 37: 17-50.Wallage, J. (2001) In dienst van de democratie. Het <strong>rapport</strong> van de Commissie ToekomstOverheidscommunicatie, Den Haag: Sdu Uitgevers.Walle, S. van de, S. van Roosbroek en G. Bouckaert (2008) ‘Trust <strong>in</strong> the public sector: isthere any evidence for a long-term decl<strong>in</strong>e?’, International Review of Adm<strong>in</strong>istrativeSciences 1, 74: 47-64.Warren, M.E. (1996) ‘What should we expect from more democracy? Radically democraticresponses to politics’, Political Theory 2, 24: 241-270.Wassenberg, F. en T. Lupi (2011) Sterke woonerfwijken. Voorkomen is beter dan herstructureren,Den Haag: nicis Instituut.Watts, D.J. (2011) Everyth<strong>in</strong>g is obvious, once you know the answer. How common sense fails,London: Atlantic Books.Wellman, B. (2001) ‘Physical place and cyberplace. The rise of personalized network<strong>in</strong>g’,International Journal of Urban and Regional Research 2, 25: 227-252.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2004) Bewijzen van goede dienstverlen<strong>in</strong>g,Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2005) Vertrouwen <strong>in</strong> de buurt, Amsterdam:Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2006) Lerende overheid. Een pleidooi<strong>voor</strong> probleemgerichte politiek, Amsterdam: Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2009) Vertrouwen <strong>in</strong> de school, Amsterdam:Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2010a) Aan <strong>het</strong> buitenland gehecht.Over veranker<strong>in</strong>g en strategie van Nederlands buitenlandbeleid, Amsterdam:Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2010b) M<strong>in</strong>der pretentie, meerambitie. Ontwikkel<strong>in</strong>gshulp die verschil maakt, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2011) iOverheid, Amsterdam:Amsterdam University Press.<strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2012) Publieke zaken <strong>in</strong> de marktsamenlev<strong>in</strong>g,Amsterdam: Amsterdam University Press.Wildavsky, A. en J.L. Pressman (1973) How great expectations <strong>in</strong> Wash<strong>in</strong>gton are dashed <strong>in</strong>Oakland, Berkeley, ca: University of California Press.Wilde, R.C. en A.V. Nistelrooij (2010) ‘Voorbij burgerparticipatie’, Openbaar Bestuur 1, 29-31.


literatuur277Wijdeven, T.M.F. van de en L.J. de Graaf (2008) Met vertrouwen van start <strong>in</strong> <strong>het</strong> Gron<strong>in</strong>gsNieuw Lokaal Akkoord. Over werken vanuit vertrouwen <strong>in</strong> de buurt (deel 2), DenHaag: sev.Wijdeven, T.M.F. van de en F. Hendriks (2010) Burgerschap <strong>in</strong> de doe-democratie, DenHaag: nicis Instituut.Wubbels, E. (2006) Meer contact leidt tot polarisatie, Kennisl<strong>in</strong>k, www.kennisl<strong>in</strong>k.nl/publicaties/meer-contact-leidt-tot-polarisatie, geraadpleegd op 5 april 2012.Yardley, W. (2011) ‘The brand<strong>in</strong>g of the Occupy movement’, The New York Times 27 november,www.nytimes.com/2011/11/28/bus<strong>in</strong>ess/media/the-brand<strong>in</strong>g-of-theoccupy-movement.html?_r=2&pagewanted=all.Yuan, Y.C. en G. Gay (2006) ‘Homophily of network ties and bond<strong>in</strong>g and bridg<strong>in</strong>g socialcapital <strong>in</strong> computer-mediated distributed teams’, Journal of Computer-MediatedCommunication 4, 11: 1062-1084.Zijderveld, A.C. (1983) ‘Transformatie van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat’, blz. 195-223 <strong>in</strong> P.A. Idenburg(red.) De nadagen van de verzorg<strong>in</strong>gsstaat: Kansen en perspectieven <strong>voor</strong>morgen, Amsterdam: Meulenhoff.Zomeren, M. van, R. Spears, A.H. Fischer en C.W. Leach (2004) ‘Put your money whereyour mouth is! Expla<strong>in</strong><strong>in</strong>g collective action tendencies through group-based angerand group efficacy’, Journal of Personality and Social Psychology 5, 87: 649-664.Zook, C. en J. Allen (2011) The Great Repeatable Bus<strong>in</strong>ess Model, Harvard Bus<strong>in</strong>ess Review89, 11: 106-114.Zuylen, J. van (2007) Help! een burger<strong>in</strong>itiatief. Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van bzk.


278 vertrouwen <strong>in</strong> burgersAangehaalde media overigAgis Diabetesdagboek op uw mobiel, www.agisweb.nl/Voor_Consumenten/Mobiele_applicaties/Diabetesdagboek_op_uw_mobiel, geraadpleegd op 4 april 2012.AnonNews (2010) Persbericht Anonymous, www.anonnews.org/?p=press&a=item&i=51,16 december, geraadpleegd op 4 april 2012.Computerwijk Wat is computerwijk?, www.computerwijk.nl/nl/wat-is-computerwijk.html, geraadpleegd op 4 april 2012.Eigen kracht-manifest. Weg met Frankenste<strong>in</strong>, leve de Wikistad. http://stad<strong>in</strong>beweg<strong>in</strong>g.nl/downloads/wikistad.pdf, geraadpleegd op 4 april 2012.Energielabel app, http://energielabelapp.nl/, geraadpleegd op 4 april 2012.Geluidsnet, www.geluidsnet.nl, geraadpleegd op 4 april 2012.Henk en Ingrid <strong>in</strong> Spijk (2010), Vara Zembla 23 oktober 2010 Research: Miek Hehenkamp.Regie: Nicolien Herblot. E<strong>in</strong>dredactie: Kees Driehuis.Memorie van toelicht<strong>in</strong>g Wet Maatschappelijke Ondersteun<strong>in</strong>g (wmo) (2005),http://test.<strong>in</strong>voer<strong>in</strong>gwmo.nl/bibliotheek/memorie-van-toelicht<strong>in</strong>g-bij-<strong>het</strong>wets<strong>voor</strong>stel-van-de-wmo,geraadpleegd op 5 april 2012.Rijksoverheid Vrijwilligerswerk, Den Haag: Rijksoverheid, www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijwilligerswerk,geraadpleegd op 4 april 2012.Verenig<strong>in</strong>g Huurdersbelangen (2011) Hoe zit <strong>het</strong> nou precies met die 70% regel<strong>in</strong>g bij renovatie/sloopen de vergoed<strong>in</strong>gen?, www.verenig<strong>in</strong>ghuurdersbelangen.nl/<strong>in</strong>dex.php?id=28&no_cache=1&tx_ttnews%5Btt_news%5D=350&tx_ttnews%5BbackPid%5D=7&cHash=87018348b0, geraadpleegd op 5 april 2012.Vlaanderen.be (2012) Maatschappelijk middenveld, www.vlaanderen.be, www2.vlaanderen.be/bbb/woordenlijst/<strong>in</strong>dex.htm#M,geraadpleegd op 4 april 2012.World without oil, www.worldwithoutoil.org/, geraadpleegd op 4 april 2012.YouTube (2010) First follower: leadership lessons from Danc<strong>in</strong>g Guy, www.youtube.com/watch?v=fW8amMCVAJQ, geraadpleegd op 5 april 2012.


279<strong>rapport</strong>en aan de reger<strong>in</strong>gEerste raadsperiode (1972-1977)1 Europese Unie2 Structuur van de Nederlandse economie3 EnergiebeleidGebundeld <strong>in</strong> één publicatie (1974)4 Milieubeleid (1974)5 Bevolk<strong>in</strong>gsprognoses (1974)6 De organisatie van <strong>het</strong> openbaar bestuur (1975)7 Buitenlandse <strong>in</strong>vloeden op Nederland: Internationale migratie (1976)8 Buitenlandse <strong>in</strong>vloeden op Nederland: Beschikbaarheid van wetenschappelijke en technische kennis (1976)9 Commentaar op de Discussienota Sectorraden (1976)10 Commentaar op de nota Contouren van een toekomstig onderwijsbestel (1976)11 Overzicht externe adviesorganen van de centrale overheid (1976)12 Externe adviesorganen van de centrale overheid (1976)13 Maken wij er werk van? Verkenn<strong>in</strong>gen omtrent de verhoud<strong>in</strong>g tussen actieven en niet-actieven (1977)14 Interne adviesorganen van de centrale overheid (1977)15 De komende vijfentw<strong>in</strong>tig jaar – Een toekomstverkenn<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> Nederland (1977)16 Over sociale ongelijkheid – Een beleidsgerichte probleemverkenn<strong>in</strong>g (1977)Tweede raadsperiode (1978-1982)17 Etnische m<strong>in</strong>derheden (1979)A. Rapport aan de Reger<strong>in</strong>gB. Naar een algemeen etnisch m<strong>in</strong>derhedenbeleid?18 Plaats en toekomst van de Nederlandse <strong>in</strong>dustrie (1980)19 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 1: Een pog<strong>in</strong>g tot uitlokk<strong>in</strong>g (1980)20 Democratie en geweld. Probleemanalyse naar aanleid<strong>in</strong>g van de gebeurtenissen <strong>in</strong> Amsterdam op 30 april 198021 Vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> arbeidsbestel (1981)22 Herwaarder<strong>in</strong>g van welzijnsbeleid (1982)23 Onder <strong>in</strong>vloed van Duitsland. Een onderzoek naar gevoeligheid en kwetsbaarheid <strong>in</strong> de betrekk<strong>in</strong>gen tussenNederland en de Bondsrepubliek (1982)24 Samenhangend mediabeleid (1982)Derde raadsperiode (1983-1987)25 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 2: Een verruim<strong>in</strong>g van perspectief (1983)26 Waarborgen <strong>voor</strong> zekerheid. Een nieuw stelsel van sociale zekerheid <strong>in</strong> hoofdlijnen (1985)27 Basisvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> onderwijs (1986)28 De onvoltooide Europese <strong>in</strong>tegratie (1986)29 Ruimte <strong>voor</strong> groei. Kansen en bedreig<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> de Nederlandse economie <strong>in</strong> de komende tien jaar (1987)30 Op maat van <strong>het</strong> midden- en kle<strong>in</strong>bedrijf (1987)


280 vertrouwen <strong>in</strong> burgersDeel 1: Rapport aan de Reger<strong>in</strong>gDeel 2: Pre-adviezen31 Cultuur zonder grenzen (1987)32 De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van de Europese Gemeenschap. Een <strong>in</strong>terim<strong>rapport</strong> (1987)33 Activerend arbeidsmarktbeleid (1987)34 Overheid en toekomstonderzoek. Een <strong>in</strong>ventarisatie (1988)Vierde raadsperiode (1988-1992)35 Rechtshandhav<strong>in</strong>g (1988)36 Allochtonenbeleid (1989)37 Van de stad en de rand (1990)38 Een werkend perspectief. Arbeidsparticipatie <strong>in</strong> de jaren ’90 (1990)39 Technologie en overheid (1990)40 De onderwijsverzorg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de toekomst (1991)41 Milieubeleid. Strategie, <strong>in</strong>strumenten en handhaafbaarheid (1992)42 Grond <strong>voor</strong> keuzen. Vier perspectieven <strong>voor</strong> de landelijke gebieden <strong>in</strong> de Europese Gemeenschap (1992)43 Ouderen <strong>voor</strong> ouderen. Demografische ontwikkel<strong>in</strong>gen en beleid (1993)Vijfde raadsperiode (1993-1997)44 Duurzame risico’s. Een blijvend gegeven (1994)45 Belang en beleid. Naar een verantwoorde uitvoer<strong>in</strong>g van de werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (1994)46 Besluiten over grote projecten (1994)47 Hoger onderwijs <strong>in</strong> fasen (1995)48 Stabiliteit en veiligheid <strong>in</strong> Europa. Het veranderende krachtenveld <strong>voor</strong> <strong>het</strong> buitenlands beleid (1995)49 Orde <strong>in</strong> <strong>het</strong> b<strong>in</strong>nenlands bestuur (1995)50 Tweedel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> perspectief (1996)51 Van verdelen naar verdienen. Afweg<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> de sociale zekerheid <strong>in</strong> de 21e eeuw (1997)52 Volksgezondheidszorg (1997)53 Ruimtelijke-ontwikkel<strong>in</strong>gspolitiek (1998)54 Staat zonder land. Een verkenn<strong>in</strong>g van bestuurlijke gevolgen van <strong>in</strong>formatie- en communicatietechnologie (1998)Zesde raadsperiode (1998-2002)55 Generatiebewust beleid (1999)56 Het borgen van publiek belang (2000)57 Doorgroei van arbeidsparticipatie (2000)58 Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid en goed bestuur (2001)59 Naar een Europabrede Unie (2001)60 Nederland als immigratiesamenlev<strong>in</strong>g (2001)61 Van oude en nieuwe kennis. De gevolgen van ict <strong>voor</strong> <strong>het</strong> kennisbeleid (2002)62 Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g. Bestuurlijke <strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong> een mobiliserend beleid (2002)63 De toekomst van de nationale rechtsstaat (2002)64 Beslissen over biotechnologie (2003)65 Slagvaardigheid <strong>in</strong> de Europabrede Unie (2003)


apporten aan de reger<strong>in</strong>g28166 Nederland handelsland. Het perspectief van de transactiekosten (2003)67 Naar nieuwe wegen <strong>in</strong> <strong>het</strong> milieubeleid (2003)Zevende raadsperiode (2003-2007)68 Waarden, normen en de last van <strong>het</strong> gedrag (2003)69 De Europese Unie, Turkije en de islam (2004)70 Bewijzen van goede dienstverlen<strong>in</strong>g (2004)71 Focus op functies. Uitdag<strong>in</strong>gen <strong>voor</strong> een toekomstbestendig mediabeleid (2005)72 Vertrouwen <strong>in</strong> de buurt (2005)73 Dynamiek <strong>in</strong> islamitisch activisme. Aanknop<strong>in</strong>gspunten <strong>voor</strong> democratiser<strong>in</strong>g en mensenrechten (2006)74 Klimaatstrategie – tussen ambitie en realisme (2006)75 Lerende overheid. Een pleidooi <strong>voor</strong> probleemgerichte politiek (2006)76 De verzorg<strong>in</strong>gsstaat herwogen. Over verzorgen, verzekeren, verheffen en verb<strong>in</strong>den (2006)77 Investeren <strong>in</strong> werkzekerheid (2007)78 Europa <strong>in</strong> Nederland (2007)79 Identificatie met Nederland (2007)80 Innovatie vernieuwd. Open<strong>in</strong>g <strong>in</strong> viervoud (2008)81 Infrastructures. Time to Invest (2008)Achtste raadsperiode (2008-2012)82 Onzekere veiligheid. Verantwoordelijkheden rond fysieke veiligheid (2008)83 Vertrouwen <strong>in</strong> de school. Over de uitval van ‘overbelaste’ jongeren (2009)84 M<strong>in</strong>der pretentie, meer ambitie. Ontwikkel<strong>in</strong>gshulp die verschil maakt (2010)85 Aan <strong>het</strong> buitenland gehecht. Over veranker<strong>in</strong>g en strategie van Nederlands buitenlandbeleid (2010)86 iOverheid (2010)87 Publieke zaken <strong>in</strong> de marktsamenlev<strong>in</strong>g (2012)Rapporten aan de Reger<strong>in</strong>g nrs. 1 t/m 67 en publicaties <strong>in</strong> de reeks Voorstudies en achtergronden zijn niet meer leverbaar.Alle studies van de wrr zijn beschikbaar via de website www.wrr.nl.Rapporten aan de Reger<strong>in</strong>g nrs. 68 t/m 87 zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> de boekhandel of via Amsterdam University Press,Herengracht 221, 1016 BG Amsterdam (www.aup.nl).


282 vertrouwen <strong>in</strong> burgersverkenn<strong>in</strong>genZevende raadsperiode (2003-2007)1 J. Pelkmans, M. Sie Dhian Ho en B. Limonard (red.) (2003) Nederland en de Europese grondwet2 P.T. de Beer en C.J.M. Schuyt (red.) (2004) Bijdragen aan waarden en normen3 G. van den Br<strong>in</strong>k (2004) Sc<strong>het</strong>s van een beschav<strong>in</strong>gsoffensief. Over normen, normaliteit en normalisatie <strong>in</strong>Nederland4 E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) (2004) De staat van de democratie. Democratie <strong>voor</strong>bij de staat5 P.A. van der Du<strong>in</strong>, C.A. Hazeu, P. Rademaker en I.J. Schoonenboom (red.) (2004) Vijfentw<strong>in</strong>tig jaar later.De Toekomstverkenn<strong>in</strong>g van de wrr uit 1977 als leerproces6 H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers (red.) (2004) Maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g. Een onderzoeknaar vijf sectoren7 W.B.H.J. van de Donk, D.W.J. Broeders en F.J.P. Hoefnagel (red.) (2005) Trends <strong>in</strong> <strong>het</strong> medialandschap.Vier verkenn<strong>in</strong>gen8 G. Engbersen, E. Snel en A. Weltevrede (2005) Sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam en Rotterdam.Eén verhaal over twee wijken9 D.J. Wolfson (2005) Transactie als bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g. Op zoek naar samenhang <strong>in</strong> beleid en uitvoer<strong>in</strong>g10 Nasr Abu Zayd (2006) Reformation of Islamic Thought. A Critical Historical Analysis11 J.M. Otto (2006) Sharia en nationaal recht. Rechtssystemen <strong>in</strong> moslimlanden tusssen traditie, politiek enrechtsstaat12 P.L. Meurs, E.K. Schrijvers en G.H. de Vries (red.) (2006) Leren van de praktijk. Gebruik van lokale kennis enervar<strong>in</strong>g <strong>voor</strong> beleid13 W.B.H.J. van de Donk, A.P. Jonkers en G.J. Kronjee (red.) (2006) Geloven <strong>in</strong> <strong>het</strong> publieke dome<strong>in</strong>. Verkenn<strong>in</strong>genvan een dubbele transformatie14 D. Scheele, J.J.M. Theeuwes, G.J.M. de Vries (red.) (2007) Arbeidsflexibiliteit en ontslagrecht15 P.A.H. van Lieshout, M.S.S. van der Meij en J.C.I. de Pree (red.) (2007) Bouwstenen <strong>voor</strong> betrokken jeugdbeleid16 J.J.C. Voorhoeve (2007) From War to the Rule of Law. Peace Build<strong>in</strong>g after Violent Conflicts17 M. Grever en K. Ribbens (2007) Nationale identiteit en meervoudig verleden18 B. Nooteboom and E. Stam (eds.) (2008) Micro-foundations for Innovation Policy19 G. Arts, W. Dicke and L. Hancher (eds.) (2008) New Perspectives on Investments <strong>in</strong> InfrastructuresAchtste raadsperiode (2008-2012)20 D. Scheele, R. van Gaalen en J. van Rooijen (2008) Werk en <strong>in</strong>komsten na massaontslag: de zekerheid is niet vande baan21 Monique Kremer, Peter van Lieshout and Robert Went (eds.) (2009) Do<strong>in</strong>g Good or Do<strong>in</strong>g Better. DevelopmentPolicies <strong>in</strong> a Globaliz<strong>in</strong>g World22 W.L. Tiemeijer, C.A. Thomas en H.M. Prast (red.) (2009) De menselijke beslisser. Over de psychologie van keuze engedrag23 Huub Dijstelbloem, Paul den Hoed, Jan Willem Holtslag en Steven Schouten (red.) (2010) Het gezicht van depublieke zaak. Openbaar bestuur onder ogen24 M.B.A. van Asselt, A. Faas, F. van der Molen en S.A. Veenman (red.) (2010) Uit zicht. Toekomstverkennen metbeleid25 D. Broeders, C.M.K.C. Cuijpers en J.E.J. Pr<strong>in</strong>s (red.) (2011) De staat van <strong>in</strong>formatie


verkenn<strong>in</strong>gen283Alle Verkenn<strong>in</strong>gen zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> de boekhandel of via Amsterdam University Press, Herengracht 221,1016 BG Amsterdam (www.aup.nl).


284 vertrouwen <strong>in</strong> burgerswebpublicatiesWP 01WP 02WP 03WP 04WP 05WP 06WP 07WP 08WP 09WP 10WP 11WP 12WP 13WP 14WP 15WP 16WP 17WP 18WP 19WP 20WP 21WP 22WP 23WP 24WP 25WP 26WP 27WP 28WP 29WP 30WP 31WP 32WP 33WP 34Zevende raadsperiode (2003-2007)Opvoed<strong>in</strong>g, onderwijs en jeugdbeleid <strong>in</strong> <strong>het</strong> algemeen belangRuimte <strong>voor</strong> goed bestuur: tussen prestatie, proces en pr<strong>in</strong>cipeLessen uit corporate governance en maatschappelijk verantwoord ondernemenReguler<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> bestuur van maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g: eenheid <strong>in</strong> verscheidenheidEen sc<strong>het</strong>s van <strong>het</strong> Europese mediabeleidDe reguler<strong>in</strong>g van media <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationaal perspectiefBeleid <strong>in</strong>zake media, cultuur en kwaliteit: enkele overweg<strong>in</strong>genGeschiedenis van <strong>het</strong> Nederlands <strong>in</strong>houdelijk mediabeleidBuurt<strong>in</strong>itiatieven en buurtbeleid <strong>in</strong> Nederland anno 2004: analyse van een veldonderzoek van 28 casussenGeestelijke gezondheid van adolescenten: een <strong>voor</strong>studieDe transitie naar volwassenheid en de rol van <strong>het</strong> overheidsbeleid: een vergelijk<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>stitutionele arrangementen<strong>in</strong> Nederland, Zweden, Groot-Brittanië en SpanjeKlassieke sharia en vernieuw<strong>in</strong>gSharia en nationaal recht <strong>in</strong> twaalf moslimlandenClimate strategy: Between ambition and realismThe political economy of European <strong>in</strong>tegration <strong>in</strong> the polder: Asymmetrical supranational governance and thelimits of legitimacy of Dutch eu policy-mak<strong>in</strong>gEurope <strong>in</strong> law, law <strong>in</strong> EuropeFaces of Europe: Search<strong>in</strong>g for leadership <strong>in</strong> a new political styleThe psychology and economics of attitudes <strong>in</strong> the NetherlandsCitizens and the legitimacy of the European UnionNo news is bad news! The role of the media and news fram<strong>in</strong>g <strong>in</strong> embedd<strong>in</strong>g EuropeActor paper subnational governments: Their role <strong>in</strong> bridg<strong>in</strong>g the gap between the eu and its citizensThe Dutch third sector and the European Union: Connect<strong>in</strong>g citizens to BrusselsEurope <strong>in</strong> parliament: Towards targeted politicizationEurope <strong>in</strong> the Netherlands: Political partiesThe eu Constitutional Treaty <strong>in</strong> the Netherlands: Could a better embedd<strong>in</strong>g have made a difference?How to solve the riddle of belated Euro contestation <strong>in</strong> the Netherlands?Connection, consumer, citizen: Liberalis<strong>in</strong>g the European Union gas marketDutch eu-policies with regard to legal migration – The directive on family reunificationThe accession of Turkey to the European Union: The political decision-mak<strong>in</strong>g process on Turkey <strong>in</strong> TheNetherlandsThe Habitats Directive: A case of contested EuropeanizationEncapsulat<strong>in</strong>g services <strong>in</strong> the ‘polder’: Process<strong>in</strong>g the Bolkeste<strong>in</strong> Directive <strong>in</strong> Dutch PoliticsZorgen over de grensDe casus Inburger<strong>in</strong>g en Nationaliteitswetgev<strong>in</strong>g: iconen van nationale identiteitIn debat over Nederland


webpublicaties285WP 35WP 36WP 37WP 38WP 39WP 40WP 41WP 42WP 43WP 44WP 45WP 46WP 47WP 48WP 49WP 50WP 51WP 52WP 53WP 54WP 55WP 56WP 57WP 58WP 59WP 60WP 61WP 62WP 63WP 64Achtste raadsperiode (2008-2012)Veel <strong>voor</strong>komende crim<strong>in</strong>aliteitGevaarlijke stoffenict en <strong>in</strong>ternetVoedsel en geneesmiddelenWaterbeheer en waterveiligheidVerschuivende vensters: verander<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>in</strong>stitutionele landschap van de Nederlandse ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>gInternationale publieke goederen: karakteristieken en typologieHet Nederlandse veiligheidsbeleid <strong>in</strong> een veranderende wereldInternationaliser<strong>in</strong>g en Europeaniser<strong>in</strong>g van strafrechtelijke rechtshandhav<strong>in</strong>g <strong>in</strong> NederlandPraktijken van beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>g : een <strong>in</strong>ventarisatieHet landelijk epd als blackbox: besluitvorm<strong>in</strong>g en op<strong>in</strong>ies <strong>in</strong> kaartHappy Land<strong>in</strong>gs? Het biometrische paspoort als zwarte doosOver de rolverdel<strong>in</strong>g tussen overheid en burger bij <strong>het</strong> beschermen van identiteiteCall BlackboxBlackbox-onderzoek veiligheidshuizenGoed opdrachtgeverschap jegens ictuHet biometrische paspoort <strong>in</strong> Nederland: crash of zachte land<strong>in</strong>g?De prijs van heupen en knieënVitaal en bevlogenProcedures en problemen op de markt <strong>voor</strong> reïntegratiedienstverlen<strong>in</strong>gSecurization <strong>in</strong> the Netherlands shaped by and shap<strong>in</strong>g regulationHallmark<strong>in</strong>g HalalMarkets and public values <strong>in</strong> healthcareHet buitenlandse beleid van middelgrote mogendheden‘Location based privacy’ <strong>in</strong> constellaties van publiek-private verantwoordelijkheidLandelijk overgewichtbeleid gespiegeld aan kennis uit de gedragswetenschappenPublic <strong>in</strong>terests <strong>in</strong> the implementation of the eu ets <strong>in</strong> the Netherlands: stakeholder perspectivesOverheidstoezicht door de <strong>in</strong>spectie <strong>voor</strong> de gezondheidszorgVan maakbaar naar betekenisvol bestuur: een achtergrondstudie naar (keten) governance en (nieuw) publiekmanagement en de gevolgen <strong>voor</strong> toezicht en evaluatieSectorstudie toezicht hoger onderwijs


WRR RAPPORTEN AAN DE REGERING 88Vertrouwen <strong>in</strong> burgersIn <strong>het</strong> <strong>rapport</strong> Vertrouwen <strong>in</strong> burgers onderzoekt de <strong>Wetenschappelijke</strong> <strong>Raad</strong> <strong>voor</strong><strong>het</strong> Reger<strong>in</strong>gsbeleid (wrr) hoe beleidsmakers burgers meer kunnen betrekken bij<strong>het</strong> actief vormgeven van de samenlev<strong>in</strong>g.Actief betrokken burgers zijn van groot belang <strong>voor</strong> een levende democratie. Zehouden volksvertegenwoordigers en overheids<strong>in</strong>stanties bij de les, vernieuwen desamenlev<strong>in</strong>g met hun ideeën en <strong>in</strong>itiatieven en geven <strong>het</strong> beleid draagvlak. Het isdaarom zorgelijk dat slechts kle<strong>in</strong>e groepen burgers zich aangesproken voelen doorde wijze waarop beleidsmakers hen pogen te betrekken.Door middel van literatuurstudie en veldonderzoek heeft de raad de kansen enmogelijkheden om burgers te verleiden tot actieve betrokkenheid <strong>in</strong> kaart gebracht.De raad onderscheidt drie velden van burgerbetrokkenheid: beleidsparticipatie,maatschappelijke participatie en maatschappelijk <strong>in</strong>itiatief, en doet aanbevel<strong>in</strong>gen<strong>voor</strong> <strong>het</strong> vergroten van de burgerbetrokkenheid op alle velden. Essentieel <strong>voor</strong> derol van beleidsmakers daarbij zijn twee uitgangspunten: denk vanuit <strong>het</strong> perspectiefvan burgers en vergroot de kaders <strong>voor</strong> betrokkenheid.ISBN 978 90 8964 404 6Amsterdam University Press • www.aup.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!