11.07.2015 Views

COMFORT EN PRODUCTIVITEIT - Moderne-Dementiezorg

COMFORT EN PRODUCTIVITEIT - Moderne-Dementiezorg

COMFORT EN PRODUCTIVITEIT - Moderne-Dementiezorg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MEI 2007, JAARGANG 36, NR. 5TVVL MAGAZINEJaargang 36 nr. 5 TVVL Magazine mei 2007THEMANUMMER<strong>COMFORT</strong> <strong>EN</strong> <strong>PRODUCTIVITEIT</strong>Lawaai in open kantoorruimtenGezond investeren in klimaatinstallatiesNulEnergie-gebouwen begrijpenOFFICIEEL ORGAAN VAN DE NEDERLANDSE TECHNISCHE VER<strong>EN</strong>IGINGVOOR INSTALLATIES IN GEBOUW<strong>EN</strong> TVVLBezoek de TVVL website:www.tvvl.nl


Inhoudsopgave5TVVL MAGAZINEVerschijnt maandelijksRedactieraad:Drs.ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter)Ir. J. AufderheijdeProf.dr.ir. J.L.M. HensenDr. L.C.M. ItardJ.F.P.G. KerdèlH.LodderG.J. LugtMevr. L.G.M. SwaningA.J. de Weijert (eindredacteur)Prof.ir. W. ZeilerIng. F.J. Stouthart (nms. uitgever)Redactie:Drs.ir. P.M.D. Kruijsse (voorzitter)Ir. J. AufderheijdeMevr. L.G.M. SwaningA.J. de Weijert (eindredacteur)Ing. F.J. Stouthart (nms. uitgever)Redactie-adres:TVVL: De Mulderij 123831 NV LeusdenPostbus 3113830 AJ LeusdenTelefoon redactie (033) 434 57 50Telefax redactie (033) 432 15 81Email h.rotteveel@tvvl.nlAgendagegevens dienen éénmaand voor verschijning teworden ingediend.Uitgave en advertentieadministratie:Merlijn Media BVKanaaldijk 36bPostbus 2752740 AG WaddinxveenTelefoon (0182) 631717Telefax (084) 7458644Email info@merlijnmedia.nlwww.merlijnmedia.nlTraffic:Mariëlla van den EngAbonnementen:Merlijn Media BVPostbus 2752740 AG WaddinxveenTelefoon (0182) 631717Telefax (0182) 617815Benelux € 93,-Buitenland € 195,-Studenten € 72,-Losse nummers € 16,-Extra bewijsexemplaren € 11,-Het abonnement wordt geacht gecontinueerdte zijn, tenzij 2 maanden voorhet einde van de abonnementsperiodeschriftelijk wordt opgezegd.Advertentie-exploitatie:Merlijn Media BVPieter J. HolstTelefoon (0182) 631717Telefax (0182) 617815Email info@merlijnmedia.nlPrepress:Option One, AmsterdamDruk:Hoontetijl, UtrechtISSN:0165-5523© Merlijn Media BV, 2007Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigden/of openbaar gemaaktdoor middel van druk, fotokopie, microfilmof op welke andere wijze ook, zonderschriftelijke toestemming van de uitgever.Publicaties geschieden uitsluitend onderverantwoording van de auteurs. Alle daarinvervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd.De auteurs kunnen echter geenverantwoordelijkheid aanvaarden voorde gevolgen van eventuele onjuistheden.Gezonde investeringenin klimaatinstallatiesKlimaatinstallaties in kantoren worden in onsland vaak ontworpen op basis van het Rijksgebouwendienst-klimaat.Door een meerinvesteringin een beter thermisch binnenklimaatwordt een hoger comfortniveaubereikt met een hogere productiviteit. Ditartikel laat zien dat de baten daarvan ruimschootsopwegen tegen de kosten van demeerinvestering met marginaal hogereenergiekosten voor koeling.20Prestatieverlies inopen kantoorruimtendoor lawaaiSteeds meer mensen werken in de dienstensector,vaak in een gebouw. Een zo gezond enaangenaam mogelijke werkomgeving zorgtervoor dat mensen ongehinderd en optimaalkunnen functioneren binnen een organisatie.Ook het voorkomen van lawaai in kantoorruimtenspeelt hierbij een rol.30VOORPLAAT:Het nieuwe kantoorgebouwvan leasemaatschappijArval inHouten. Verwarmingen koeling vinden plaatsdoor middel van eenbodemenergiesysteem.TVVL Magazine is het officiële orgaan van de Nederlandsetechnische vereniging voor installaties in gebouwen, TVVL. Devereniging, opgericht op 26 mei 1959, heeft tot doel debevordering van wetenschap en techniek op het gebied vaninstallaties in gebouwen en vergelijkbare objecten. Als lid kunnentoetreden personen, werkzaam (geweest) in dit vakgebied,van wie mag worden verwacht, dat zij op grond vankennis en kunde een bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingvan de vereniging. Het abonnement op TVVL Magazine isvoor leden en begunstigers van de TVVL gratis. De contributievoor leden bedraagt € 102,- per jaar. Informatie over debijdrage van begunstigers wordt op aanvraag verstrekt.NulEnergie-gebouwenbegrijpenDoor het National Renewable Energy Laboratoy(NREL) is een onderzoek uitgevoerd in deutiliteitssector om de uitvoerbaarheid van Nul-Energie te evalueren. Dit onderzoek is gebaseerdop de mogelijke technologische vooruitgangvoor het jaar 2025. Door NREL is daarnaastook de haalbaarheid van NulEnergieonderzocht aan de hand van een evaluatie vanzeven energiezuinige utiliteitsgebouwen.60IN DEZE UITGAVEDE WAARDE VAN <strong>COMFORT</strong>Ir. P.A.L. Stoelinga . . . . . . . . . . . . . . . 6CROSS CONTAMINATIE VIA AFVOER-<strong>EN</strong> V<strong>EN</strong>TILATIESYSTEM<strong>EN</strong> IN GEBOUW<strong>EN</strong>L.B. Jack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12WAT DOET DE KANTOR<strong>EN</strong>MARKT MET<strong>COMFORT</strong> <strong>EN</strong> ARBEIDS<strong>PRODUCTIVITEIT</strong>?Ir. J.G. Mast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16GEZONDE INVESTERING<strong>EN</strong> IN KLIMAAT-INSTALLATIESIr. E.N. ’t Hooft, ir. C.P.G. Roelofsen, CFM . . 20V<strong>EN</strong>TILATIE IN SCHOL<strong>EN</strong>Ing. W.F. de Gids. . . . . . . . . . . . . . . 26PRESTATIEVERLIES IN OP<strong>EN</strong> KANTOOR-RUIMT<strong>EN</strong> DOOR LAWAAIIr. C.P.G. Roelofsen. . . . . . . . . . . . . . 30ACTIEVE PCM KLIMATISERINGIN NEDERLAND.P. van Holten, ir. A.H.H. Schmitz,E. Schrijver, O. ten Zeldam . . . . . . . . 36VERLICHTING VOOR DE OUDERWORD<strong>EN</strong>DE SAM<strong>EN</strong>LEVINGJ. van Hoof en A.M.C. Schoutens . . . . 42BINN<strong>EN</strong>KLIMAAT <strong>EN</strong> <strong>PRODUCTIVITEIT</strong>IN KANTOR<strong>EN</strong>Prof. O.A. Seppänen . . . . . . . . . . . . 54NUL<strong>EN</strong>ERGIE-GEBOUW<strong>EN</strong> BEGRIJP<strong>EN</strong>P.A. Torcellini en Drury B. Crawley . . . 60E<strong>EN</strong> 10 VOOR DE TVVL-BEGUNSTIGER. 48ACTUEEL KATERN . . . . . . . . . . . . . . . 49AG<strong>EN</strong>DA. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67BERICHT<strong>EN</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68PRODUCTNIEUWS . . . . . . . . . . . . . . . 70SAM<strong>EN</strong>VATTING . . . . . . . . . . . . . . . . . 73REVIEWED: Artikelen in TVVL Magazine zijn beoordeeld ‘door gelijken’. De uniforme‘peer review’ waarborgt de onafhankelijke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in hetvakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoordelingsformulier voor de redactieraadleden(‘peer reviewers’) zijn verkrijgbaar bij het redactie-adres.3


Verlichting voorde ouder wordendesamenlevingIn het vergrijzende Nederland woont het grootste deel van deouderen thuis. Een kleiner deel verblijft in andere woonvormen,zoals het verpleeg- of verzorgingshuis. Voor sommigen komt ouderdomrelatief vroeg met gebreken. Dit geldt vooral voor de oogprestatie;vanaf 45 jaar hebben al veel mensen een bril. Daarnaastheeft de ouderwordende mens behoefte aan meer licht, omdat diteen gunstige werking heeft op de gemoedstoestand en de instandhoudingvan het slaap-waakritme. De verlichtingsniveaus bijouderen thuis zijn, zelfs overdag, veelal te laag voor goed zicht envoor biologische stimulatie, ondanks de tevredenheid van de bewonersover hun lichtsituatie. Gelukkig komt er steeds meer aandachtvoor het belang van goede verlichting voor het welzijn van ouderen,hoewel verlichting nog te vaak een ondergeschoven aspect is in hetbouwproces of dient als sluitpost. Met dit artikel willen we de lezerbekendmaken met het belang en de mogelijkheden van goede verlichtingin de woonomgeving van ouderen.- door J. van Hoof* en A.M.C. Schoutens**De heer J. van HoofDe heer A.M.C. SchoutensHET OUDER WORD<strong>EN</strong>DE OOG<strong>EN</strong> ZICHTVeel ouderen hebben beperkingen inhet zien, voorkomend uit het normaleverouderingsproces of een oogziekte [1].In verpleeghuizen is dit zelfs tweederdevan de bewoners. In combinatie meteen verminderd evenwicht stijgt de kanste vallen, waaraan volgens het CentraalBureau voor de Statistiek jaarlijksongeveer 1.500 55-plussers sterven.De directe medische kosten wordengeschat op € 300 miljoen. Voldoendelicht in combinatie met een visueelhulpmiddel stelt ouderen in staat deomgeving beter waar te nemen en dekans op vallen te verminderen. Behalvedat slechtziendheid gevolgen heeft voorde zelfredzaamheid, kan het ook desociale contacten verminderen en totvereenzaming leiden.Veroudering van het oogMet het toenemen van leeftijd tredener veranderingen op in de anatomie enfysiologie van het oog. Zo kan hetaantal lichtgevoelige cellen in het netvliesverminderen. Dit leidt tot afnamevan het gezichtsveld of de gezichtsscherpte,en van het vermogen om debiologische klok te synchroniseren.Tevens neemt het accommodatievermogenaf, doordat het lensmateriaalstugger wordt. Dit leidt tot moeite methet scherpstellen op nabije objecten.Het bereik tussen de kleinste en grootstepupildiameter wordt kleiner, waardoorhet oog zich moeizamer aanpastaan wisselende lichtsituaties. Door devertroebeling van de lens en anderedelen van het oog, neemt de verstrooiingvan licht in het oog toe. Dit leidt toteen verminderde contrastwaarnemingen grotere gevoeligheid voor verblindingbij grote helderheidsverschillen.Doordat de maximale pupildiameterongeveer 40 % afneemt, en de lens enhet glasachtig lichaam minder transparantworden door vertroebeling envergeling (door UV-straling), komt errelatief minder (blauwig) licht op hetnetvlies. De spectrale samenstelling vanhet waargenomen licht verandert hierdoor.Bij een golflengte van 450 nm ishet blauwaandeel bij zestigers met 50 %afgenomen vergeleken met twintigers.Juist het blauwige licht zorgt voor desturing van een aantal biologische processenin het lichaam.* Hogeschool Utrecht, Faculteit Gezondheidszorg,Lectoraat Vraaggestuurde Zorg, Utrecht**Stichting Onderzoek Licht en GezondheidSOLG, Eindhoven42 VERLICHTING


NIET-VISUELE ASPECT<strong>EN</strong> VAN LICHTLicht is niet alleen belangrijk om goedte kunnen zien. Het speelt tevens eenrol in belangrijke biochemische processenin het lichaam en het vergrotenvan de alertheid [2,3]. Het aanbod vanlicht hangt samen met de draaiing vande Aarde, een cyclus die 24 uur duurt.Parallel hieraan vindt men in ons lichaamcycli met vrijlopende perioden van 24,2tot 25 uur [4], zogenaamde circadiaanseritmen. Het lichaamsritme wordt ondernatuurlijke omstandigheden door daglicht,vooral ochtendlicht, dat op hetnetvlies valt gelijkgezet aan de geografischeomgevingstijd. Licht is daarmeede belangrijkste zeitgeber (zie Figuur 1).De biologische klokDe biologische klok van de mensen isgelegen in de 0,25 mm 2 grote suprachiasmatischenuclei (SCN) in onzehersenen. Impulsen, afkomstig uit lichtgevoeligeretinale ganglioncellen in hetoog, worden via een directe verbindingaan de SCN doorgegeven [5,6] (zieFiguur 1). Vanuit de SCN worden signalengestuurd naar de pijnappelklier,waardoor de afscheiding van het ‘slaaphormoon’melatonine wordt geregeld.De afgifte van melatonine in het lichaamvolgt een circadiaans ritme door de afhankelijkheidvan (dag)licht. Voldoendelicht, in het bijzonder het kortgolvige(blauwgroene [7,8]) deel van hetspectrum, zorgt voor een verminderdeafgifte van melatonine terwijl tijdensduisternis de aanmaak wordt gestimuleerd.Het synchroniseren van de SCNvereist verlichtingssterkten die aanzienlijkhoger zijn dan nodig is voor goedzicht [1]. Veel ouderen worden niet involdoende mate aan zulke hoge verlichtingssterktenblootgesteld, onder anderedoor de veroudering van de ogen, zenuwbanenen delen van de hersenen, evenalsslecht verlichte woningen en de kortetijd die door ouderen buiten wordtdoorgebracht [1,9]. Bij blootstellingaan licht tijdens de nacht wordt melatoninevrijwel direct onderdrukt. Demate waarin de melatonineproductie ‘snachts wordt onderdrukt hangt medeaf van de blootstelling aan licht overdag[10,11]. Een verhoogde blootstellingtijdens de dag verhoogt de nachtelijkeafgifte van melatonine [12-14]en maakt ouderen minder gevoeligvoor licht ’s nachts.Andere niet-visuele invloeden van lichtVoldoende dagelijkse slaap is onmisbaarvoor het herstel van lichaam engeest. Een slechte, verstoorde slaap ofeen tekort eraan vertraagt het reactievermogen,vermindert de alertheid, enverslechtert stemming en prestatie. Slapeloosheidis een veelgehoorde klachtbij ouderen. Ruim 40 tot 70 % van deouderen heeft chronisch last van slaapstoornissen[1]. Het aantal ouderenzonder slaapproblemen is aanzienlijklager: ongeveer 20 %. Veranderingenin de timing van veel circadiaanse ritmenin het lichaam hangen samen metdie van slaap. De afname in de amplitudevan het 24-uurs ritme van delichaamstemperatuur betekent dat deafname van de lichaamstemperatuurin de avond minder uitgesproken is.Deze afname kan een willekeurige combinatiezijn een verminderde werkingvan de biologische klok, verminderdelichamelijke activiteit overdag, en eenverminderde afgifte van melatonine tijdensde nacht [15]. Blootstelling aan(voldoende) licht kan de slaapkwaliteitverbeteren. Licht in de ochtend isbehulpzaam bij het kunnen opstaanen opstarten van het lichaam. Dit isvooral het geval bij korte dagen zoalsin de winter. In de namiddag kan opdonkere dagen door middel van extralicht de vermoeidheid worden teruggebrachten alertheid toenemen.Dat de toepassing van licht niet enkelbouwkundig en installatietechnisch vanaard hoeft te zijn, wordt bewezen bijhet behandelen van Seasonal AffectiveDisorder (‘winterdepressie’) met lichttherapie.LICHT <strong>EN</strong> DEM<strong>EN</strong>TIEOuderen met dementie vormen eenbijzondere groep. Volgens AlzheimerNederland bedraagt het geschatte aantalongeveer 255.000, en stijgt dit totSchematische weergave van de wijze waarop licht, melatonineen activiteitenniveau als zeitgebers functioneren [15].- FIGUUR 1-400.000 in het jaar 2050 indien geneeskundigebehandelmogelijkheden uitblijven[20]. Van hen lijdt tussen de 50en 70 % aan de ziekte van Alzheimer,gevolgd door verschillende vormenvan vasculaire dementie. Ouderen metdementie vertonen een grote variatiein de timing van circadiaanse ritmen,tenminste waar deze de slaap-waakcyclusbetreft. Tijden van slaap en activiteitkunnen aanzienlijk verschillen van dagtot dag. De slaap-waakcyclus kan zelfstijdelijk omgekeerd zijn, met allerleigevolgen van dien [15]. De algemeneverslechtering van de hersenfunctie,inclusief het atrofiëren van de SCN, iswaarschijnlijk de belangrijkste oorzaak[15].Niet-medicinale interventies, zoalslichttherapie, kunnen een belangrijkerol spelen bij het tegengaan of beperkenvan diverse gedragsstoornissen enbijdragen aan het welzijn van ouderenmet dementie en hun naasten. Doordat(vooral geïnstitutionaliseerde) ouderensteeds minder vaak buiten komen, wordtde biologische klok te weinig door lichtgestimuleerd. Dagelijkse blootstellingaan daglicht van 2.000 lux kan teruglopenvan enkele uren tot enkele minuten.Daarbij komt dat bij ouderen hetoog minder transparant is. Niet voorniets zeggen deskundigen dat ouderenin verpleeghuizen in feite in biologischeduisternis leven.Verlichting kan ook een rol spelen bijhet verminderen van depressie en sundowning,een chronobiologische aandoeningdie is gerelateerd aan een faseverschuivingvan de lichaamstemperatuuren gepaard gaat met angst enonrust aan het einde van de middag.Licht kan naast het synchroniseren, debiologische klok verschuiven. De mateen richting waarin deze verschuivingplaatsvindt is afhankelijk van de ver-TVVL Magazine 5/200743


lichtingssterkte, de spectrale samenstellingvan het licht en de duur en timingvan de lichtperiode. Het kantelpunthierbij is het dagelijks minimum vande lichaamstemperatuur, enkele urenvoor het opstaan [16]. Zo vervroegtlicht in de ochtend de biologische kloktijd,terwijl licht dat wordt toegediendvoor het minimum van de lichaamstemperatuur,de biologische klok laterstelt.Een woonkamer in een verpleeghuis inEindhoven, waar armaturen voor biologischestimulatie zijn opgehangenboven de eettafels.- FIGUUR 2-Bestaand onderzoek naar de invloedvan licht bij ouderen met dementie isniet altijd bruikbaar in de zorgpraktijk.Soms worden deelnemers aan onderzoekenkele uren voor een ‘lichtbak’op tafel geplaatst, waarbij extra personeelaanwezig is om continue blootstellingte garanderen. In de praktijk isextra ‘blootstellingpersoneel’ onhaalbaar,en zorgt mogelijk voor een placebo-effect.Er is onderzoek nodig naareen doelmatige, comfortabele, en ethischverantwoorde wijze van verlichten.Een eerste poging door Van Somerenen collega’s [17] wees uit dat een langdurigeblootstelling van 400 naar1.100-1.200 lux verticaal, afkomstiguit plafondverlichting, de stabiliteitvan rust-activiteitenpatroon verhoogtbij dementerende ouderen met eenintact zicht. Kortom: minder nachtelijkeonrust en een stabieler slaap-waakritme.Een ander veldonderzoek werduitgevoerd door de auteurs en collega’sin 2006 naar de invloed plafondverlichting(van 200 naar 1.750-1.810 luxhorizontaal) op geobserveerd gedrag enlichaamstemperatuur van 26 psychogeriatrischebewoners van een verpleeghuis(zie Figuur 2). Na blootstelling aanblauwig licht van 6.500 K verbeterdehet rusteloze gedrag van de bewonerssignificant, en nam tevens de amplitudevan de lichaamstemperatuur toe.Helaas is het onbekend hoe lang deeffecten van blootstelling aan hogeverlichtingssterkten duren, en hoemen kan voorspellen welke patiëntengunstig reageren op lichtbehandeling[18]. Uiteraard mag kunstlicht nooiteen vervanging zijn voor goede zorgof het maken van een wandeling in debuitenlucht.AANBEVELING<strong>EN</strong> VOOR VERLICH-TING IN DE WOONOMGEVINGVAN OUDER<strong>EN</strong>Voor het gemakkelijk kunnen uitoefenenvan oogtaken moet licht aan eenaantal zaken voldoen. Zo zijn het juistelichtniveau en luminantieverhoudingen,de lichtkleur en de kleurweergavebelangrijk. Volgens de CommissionInternationale de l’Eclairage (CIE)hebben ouderen voor eenvoudige oogtakeneen vijfmaal hoger lichtniveaunodig dan jongeren. Dit komt gemiddeldneer op 1.500 in plaats van 300lux. Voor een moeilijke, inspannende,oogtaak is het voor ouderen niet eensmogelijk een voldoende hoog verlichtingsniveauaan te bevelen. Meestal wordenin de praktijk hoge verlichtingssterktenvan 1.500 lux of meer nietgehaald. Behalve onwetendheid, spelenook energiezuinigheid en gewenstesfeer een rol. Daarnaast dient er rekeningte worden gehouden met nietvisueleaspecten. De volgende tweeparagrafen beschrijven hoe met lichtom te gaan in de thuissituatie en ineen institutionele omgeving. De aanbevelingenkomen grotendeels overeenmet die van de Nederlandse StichtingVoor Verlichtingskunde (NSVV) [19].Thuiswonende ouderenVan alle 65-plussers woont het overgrotedeel zelfstandig. Velen behorentot de groep vitale ouderen en hebbeneen actief sociaal leven. Licht moetondersteunend zijn bij deze leefstijl.In het algemeen ligt de bijbehorendekleurtemperatuur van de verlichtingtussen de 2.700 en 3.000 K, naar gelangde persoonlijke voorkeur.De woonkamer beschikt over een goedebasisverlichting (200-300 lux). Daarnaastis er ruimte voor sfeerverlichting.Op tafel is 500-1.000 lux gewenst i.v.m.eten, hobby’s en lezen. Op een plekwaar veel tijd wordt doorgebracht, kanmen verlichting aanbrengen voor biologischestimulatie (1.000-2.500 lux,8.000 K). Indien men beschikt overeen hobby- of werkruimte, dan is devereiste taakverlichting minimaal 500-1.000 lux. Deze waarden kunnen ookgelden voor een kantoor aan huis. Inde keuken is een basisverlichting van300-500 lux gewenst, die wordt aangevuldmet werkverlichting (minimaal1.000 lux) voor tijdens het koken.Behulpzaam is extra verlichting in dekeukenkastjes. Voor de badkamer entoilet is ten minste 200 lux nodig. Eenhogere waarde kan helpen valpartijente voorkomen. In de slaapkamer is verlichtingnodig voor sfeer en aan- enuitkleden. Het licht (100-300 lux)moet zowel in bed als nabij de deur tebedienen zijn. Het bekende lampjenaast het bed kan worden gebruikt omnog wat te lezen (ongeveer 1.000 lux).Er zijn zogenaamde lichtwekkers opde markt die mensen in de ochtenddoen ontwaken door het krieken vande dag na te bootsen (van 0 tot 700lux). In kledingkasten kan een internelamp het zicht op de kleding vergroten.In de gang en berging is voldoendelicht (100 lux) nodig voor oriëntatieen tegen vallen. Op trappen is eenbasisverlichting gewenst van minstens200 lux. Men zou continu kleine lampjeskunnen laten branden. Daarnaastis looprouteverlichting behulpzaam bijouderen die ’s nachts naar het toiletmoeten of een glaasje water halen. Omde slaap niet te verstoren zou deze hetbeste rood licht kunnen uitstralen.Ouderen in verpleegenverzorgingshuizenVan alle 65-plussers woont 7,5 % in eeninstelling. Ook bij deze groep ouderenmoet licht ondersteunend zijn. Daarnaastmoet rekening worden gehoudenmet het verplegend en verzorgend personeel(werkplekverlichting). Bij hetontwerpen van woonzorgvoorzieningenmoet men rekening houden met voldoendedaglichttoetreding. Daglicht(> 1.000 lux) speelt een rol bij biologischestimulatie van de bewoners, enheeft een positieve uitwerking op hetpersoneel en de bezoekers. Woonzorgvoorzieningenkennen een groterevariatie in persoonlijke behoeften vanzowel bewoners en personeel, dan ineen thuissituatie. De kleurtemperatuurvan de te installeren verlichting ligttussen de 2.700 en 3.000 K.44 VERLICHTING


Bij binnenkomst van een woonzorgvoorzieningis de ingang het visitekaartje.Een uitnodigende entree heeftveel daglicht, en aantrekkelijke armaturen.Verlichting aan de buitenzijdedient duidelijk te maken waar de locatievan de ingang zich bevindt. De verlichtingssterktein de entreeruimte(ongeveer 200 lux) hangt mede af vande adaptatietijd van het oog als menvan buiten naar binnen gaat. Vaak zienwe nabij de entree zithoeken, waarmensen wat kunnen lezen (500-1.000lux) of praten. Hoge waarden zijn ooknodig aan de balie waar personeel werkt,en in kantoor- c.q. werkruimten voorhet personeel.De woonruimten of slaapkamers biedenprivacy en ruimte voor persoonlijkespullen. Verlichting vindt er vaakplaats met reeds in bezit zijnde lampendie voor een persoonlijke sfeer zorgen.Een klinische aanblik dient te wordenvermeden, evenals verblinding enongelijkmatige verlichting. Toch is eenbasisverlichting van 100-300 lux aante bevelen, net als 500-1.000 lux nabijde plek waar men leest of aan handwerkdoet. De woon-slaapkamer is eenplek waar medisch en verzorgend personeel,evenals schoonmakers, moetenwerken. Voor medisch onderzoek isniet alleen 500-2.000 lux noodzakelijk,maar ook een goede kleurweergavevoor een natuurgetrouwe waarneming.Indien dit onderzoek op een vaste plekplaatsvindt, kan men daar de verlichtingop aanpassen. ’s Nachts moet erwat licht zijn voor observatie (5 lux).Schakelaars moeten op een logischeplek worden aangebracht op een bereikbarehoogte, bij voorkeur naast devoordeur en nabij het bed. In de woonslaapkamermoet ruimte zijn voor hetaanbrengen van oriëntatieverlichting,eventueel een plasroute. De basisverlichtingin de badkamer, toilet, opgangen en (eventuele) gangen bedraagtminstens 200 lux, of hoger, voor oriëntatieen om valpartijen tegen te gaan.Als basisverlichting zou men continukleine lampjes kunnen laten branden,liefst met een zeer lage kleurtemperatuur.In woonzorgvoorzieningen zijn ookgezamenlijke, multifunctionele ruimtenals restaurants, recreatiezalen, sportenrevalidatieruimten, en werkplaatsenvoor het personeel. Het restaurant(vaak het centrum van activiteiten)moet beschikken over een basisverlichtingvan 300 lux. Tijdens de maaltijdenis 500 lux op tafel voldoende, die vooractiviteiten als muziek- en zangavondenkan worden opgevoerd tot 1.000 luxom goed de muziek te kunnen lezen.Daarnaast is er behoefte aan dimbaresfeerverlichting. Soortgelijke eisen geldenvoor de recreatieruimten of gezamenlijkewoonkamers. Gezamenlijkewoonkamers lenen zich goed voor verlichtingvoor biologische stimulatie(1.000-2.500 lux, 8.000 K). In sportenrevalidatieruimten moet verlichtingvooral functioneel zijn (500 lux). Biologischeverlichting kan een optie zijnals ondersteuning bij de lichamelijkeprestaties.REFER<strong>EN</strong>TIES1. Aarts MPJ, Westerlaken AC (2005)Field study of visual and biological lightconditions of independently-livingelderly people. Gerontechnology 4(3):141-152.2. Cajochen C, Zeitzer JM, CzeislerCA, Dijk DJ (2000) Dose-responserelationship for light intensity andocular and electroencephalographiccorrelates of human alertness. BehaviouralBrain Research 115(1):75-83.3. Hughes PC, Neer RM (1981)Lighting for the elderly: a psychobiologicalapproach to lighting. HumanFactors 23(1):65-85.4. Czeisler CA, Duffy JF, Shanahan TL,Brown <strong>EN</strong>, Mitchell JF, RimmerDW, Ronda JM, Silva EJ, Allan JS,Emens JS, Dijk DJ, Kronauer RE(1999) Stability, precision, and near24-hour period of the human circadianpacemaker. Science 284(5423):2177-2281.5. Rollag MD, Berson DM, ProvencioI (2003) Melanopsin, ganglion-cellphotoreceptors, and mammalianphotoentrainment. Journal of BiologicalRhythms 18(3):227-234.6. Moore RY, Speh JC, Card JP (1995)The retinohypothalamic tract originatesfrom a distinct subset of retinalganglion cells. Journal of ComparativeNeurology 352(3):351-366.7. Thapan K, Arendt J, Skene DJ(2001) An action spectrum for melatoninsuppression: evidence for a novelnon-rod, non-cone photoreceptor systemin humans. Journal of Physiology535(Pt 1):261-267.8. Brainard GC, Hanifin JP, GreesonJM, Byrne B, Glickman G, GernerE, Rollag MD (2001) Action spectrumfor melatonin regulation in humans:evidence for a novel circadian photoreceptor.Journal of Neuroscience21(16):6405-6412.9. Abbott A (2003) Restless nights, listlessdays. Nature 245(6961):896-898.10.Hebert M, Martin SK, Lee C,Eastman CI (2002) The effects ofprior light history on the suppressionof melatonin by light in humans.Journal of Pineal Research 33(4):198-202.11.Smith KA, Schoen MW, CzeislerCA (2005) Adaptation of humanpineal melatonin suppression byrecent photic history. The Journal ofClinical Endocrinology & Metabolism89(7):3610-3614.12.Park SJ, Tokura H (1999) Brightlight exposure during the daytimeaffects circadian rhythms of urinarymelatonin and salivary immunoglobulinA. Chronobiology International16(3):359-371.13.Mishima K, Okawa M, Shimizu T,Hishikawa Y (2001) Diminishedmelatonin secretion in the elderlycaused by insufficient environmentalillumination. The Journal of ClinicalEndocrinology & Metabolism86(1):129-134.14.Hashimoto S, Kohsaka M, NakamuraK, Honma H, Honma S,Honma K (1997) Midday exposureto bright light changes the circadianorganization of plasma melatoninrhythm in humans. NeuroscienceLetters 221(2-3):89-92.15.Waterhouse JM, Minors DS, WaterhouseME, Reilly T, Atkinson G(2002) Keeping in time with yourbody clock. Oxford University Press,Oxford, Verenigd Koninkrijk.16.Jewett ME, Kronauer RE, CzeislerCA (1995) Phase-amplitude resettingof the human circadian pacemakervia bright light: a further analysis.Journal of Biological Rhythms9(3-4): 295-314.17.Someren van, EJ, Kessler A, MirmiranM, Swaab DF (1997) Indirectbright light improves circadianrest-activity rhythm disturbances indemented patients. Biological Psychiatry41(9):955-963.18.Gezondheidsraad (2002) Dementie.Publicatie nr 2002/04.Gezondheidsraad, Den Haag.19.NSVV (2006) Aanbeveling. Licht,welzijn en de ouder wordende mens.1e druk. Nederlandse StichtingVoor Verlichtingskunde, Ede.TVVL Magazine 5/200745

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!