PDF bestand - De Nederlandse Bond van Vogelliefhebbers

SATINETALGEMEEN.Bij deze mutatie worden het zwarte eumelanine en het bruine phaeomelanine belet in hun ontwikkeling.Bij vogels met bruin eumelanine resteert een bruine bestreping.De aanwezigheid van melanine op de kop in de vorm van bestreping is vereist, terwijl een duidelijkebestreping aanwezig moet zijn in rug en flanken.Door de beletting van het phaeomelanine vragen we een heldere grondkleur.De satinet komt voor met witte, gele of rode lipochroomkleur. De gele of rode kleur kan gecombineerd zijnmet de ivoor- en/of de mozaïekfactor. De vogels met wit lipochroom komen voor met de dominant of derecessief witfactor. Bij de vogels met wit lipochroom wordt geen onderscheid gemaakt tussen schimmel ofintensief. De recessief witfactor geeft meer contrast.Bij de kleurslagen met azul wordt het bruine phaeomelanine optisch naar grijs omgezet, zodat hierabsoluut geen bruin phaeomelanine zichtbaar mag zijn.Helderrode ogen zijn karakteristiek voor de satinet.De poten zijn vleeskleurig, de snavel en nagels zijn hoornkleurig.Vogels met melanineloze veren worden niet gewaardeerd met punten (aantekening “NG”: “nietgewaardeerd met punten”).SAMENVATTING TE STELLEN EISEN Het melaninebezit begint aan de snavelbasis. Duidelijke, onderbroken, scherp afgetekende lichtbruine bestreping, beginnend op de kop en via derug en flanken doorlopend in de richting van de staart (bestreping mag iets breder zijn bij deschimmels dan bij de intensieve vogels). Vleugel- en staartpennen lichtbruin van kleur, zonder phaeomelanine. Afwezigheid van phaeomelanine. Poten zijn vleeskleurig, de snavel en nagels hoornkleurig. Helderrode ogen. Grondkleur egaal. Volle aanwezigheid van de optische factor komt de helderheid van de kleuruiting ten goede. Volledig intensief bij de intensieve vogels, gelijkverdeelde korte schimmel bij de schimmelvogels. Bij mozaïeken: zeer diep gekleurd, maximaal contrasterend mozaïekpatroon.Standaardeisen kleurkanaries 2010 versie 3.0 – september 2010 - NBvV pagina 4-14