11.07.2015 Views

Jaardocument 2009 - Olvg

Jaardocument 2009 - Olvg

Jaardocument 2009 - Olvg

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

InhoudsopgaveLeeswijzer 4Voorwoord raad van bestuur 5Voorwoord raad van toezicht 8Resultaatontwikkeling 101. Uitgangspunten van de verslaggeving 11Maatschappelijk verslag2. Profiel van de organisatie 142.1 Structuur van de organisatie 142.2 Kerngegevens 182.3 Belanghebbenden, relaties en samenwerking 203. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 233.1 Bestuur en toezicht 233.2 Bedrijfsvoering 323.3 Medezeggenschaps- en adviesorganen 334. Beleid, inspanningen en prestaties 384.1 Algemeen beleid 384.2 Medisch beleid 444.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 454.4 Kwaliteitsbeleid patiëntenzorg 464.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers 594.6 Onderwijs, opleiding en onderzoek 654.7 Ondersteunend beleid 694.8 Financieel beleid 73BijlagenA. Personalia 79B. Publicaties 84C. Gehanteerde definities en afkortingen 90D. Checklist corporate governance aspecten 92Jaarrekening5.1 Jaarrekening (geconsolideerd) en overige informatie 973 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Voorwoord raad van bestuurDe raad van bestuur van het Onze Lieve VrouweGasthuis biedt u het <strong>Jaardocument</strong> <strong>2009</strong> aan.Het jaardocument geeft inzicht in onze activiteitenin het afgelopen jaar en de mate waarinde doelstellingen zijn gerealiseerd.Korte terugblik op <strong>2009</strong>Met ingang van 1 maart <strong>2009</strong> is de raad van bestuurweer op volle sterkte. Als nieuwe leden zijn aangetredenmevrouw drs. J.C.H.G. (Anita) Arts, voormaligbestuurder van ProRail, en de heer drs. P.E. (Peter)van der Meer MBA, voormalig bestuurder van MCHaaglanden.In <strong>2009</strong> bestond het OLVG 111 jaar; een symbolischlustrum dat is aangegrepen om uitgebreid feest tevieren waarbij alle medewerkers op ‘1‘ zijn gezet.Gekoppeld aan dit lustrum is een waardendebatgeorganiseerd in samenwerking met de kapel en deZusters Onder de Bogen, waarbij is teruggeblikt op deoorsprong en het bestaansrecht van ons ziekenhuis.Ook werden de bestaande OLVG-kernwaarden toonaangevenden gastvrij bekrachtigd. Dit gebeurdetevens in het nieuwe strategisch meerjarenbeleidsplan2010-2012; ons strategische kader voor de komendejaren en het mooie resultaat van een organisatiebreedtraject.Het OLVG wil zich strategisch positioneren als hétziekenhuis waar excellente medische behandelingensamengaan met een buitengewone mate van gastvrijheid.Deze ambitie wordt weerspiegeld in de kernwaardenwaarmee het OLVG zich wil onderscheiden vanandere zorgaanbieders, en die voor alle medewerkers alsleidraad fungeren bij hun dagelijks handelen. De strategischepositionering en de kernwaarden geven richtingaan de wijze waarop wij samen met onze medewerkersde missie en visie van het OLVG willen realiseren. Eengezonde bedrijfsvoering vormt daarvoor een randvoorwaarde.In <strong>2009</strong> hebben we ons grondig voorbereid op eengrieppandemie. Zover is het uiteindelijk niet gekomen,maar de dreiging vormde een goede aanleiding om decalamiteiten- en continuiteitsplannen onder de loep tenemen. Ook is de regionale samenwerking in de GHORgeëvalueerd.Daarnaast is integraal risicomanagement organisatiebreedverder ingevuld. De inventarisatie en prioriteringvan risico’s is zo goed als gereed en in 2010 moet hetkomen tot een gedegen implementatie van de risicobeheersingin de reguliere bedrijfsvoering.Met twee verpleeg- en verzorgingsorganisaties inAmsterdam is een prestatieovereenkomst afgeslotendie erop is gericht om tijdig de juiste zorg te bieden naontslag uit het ziekenhuis. Het terugdringen van hetaantal zogeheten ‘verkeerde beddagen’ leidt totverbetering van kwaliteit van de zorg aan onzepatiënten, en kostenbesparing.Als onderdeel van ons maatschappelijk verantwoordondernemen heeft het verminderen van de belastingvoor het milieu onze aandacht. In 2010 willen we als(mogelijk eerste) ziekenhuis het bronzen niveau van demilieuthermometer behalen. Tevens hebben we in <strong>2009</strong>een start gemaakt met duurzaam inkopen.Ook good governance is een belangrijk aspect voormaatschappelijk verantwoord ondernemen, en heeft inhet OLVG altijd hoog op de agenda gestaan. Over hetverslagjaar <strong>2009</strong> zijn we door Ernst & Young als bestebeoordeeld op het gebied van governance in dejaar verantwoording.In het verslagjaar zijn nog meer mooie resultatengeboekt: het OLVG is uitgeroepen tot Topwerkgever,doet met de Santeon ziekenhuizen mee in de pilotExcellente zorg, en behaalde de NIAZ-accreditatie.Focus op kwaliteit en patientveiligheidPatiënten mogen erop vertrouwen dat zij kwalitatiefgoede en veilige zorg ontvangen. Van zorgaanbiedersmag derhalve verwacht worden dat zij verantwoordingafleggen over de kwaliteit, veiligheid en effectiviteitvan de door hen geleverde zorg. Het OLVG spant zich inom op dit gebied telkens stappen voorwaarts te maken.Een belangrijk evenement in het verslagjaar was hetbehalen van de ziekenhuisbrede NIAZ-accreditatie,waarbij het OLVG getoetst is aan de hand van de nieuweNIAZ-norm waarin naast kwaliteitsaspecten ook patiëntveiligheidscriteriaopgenomen. Door het voldoen aandeze norm heeft het OLVG ervan blijk gegeven eenzodanige verbetercultuur te hebben dat er gerechtvaardigdvertrouwen mag zijn in een verantwoordniveau van de geleverde zorg.Het NIAZ was lovend over ons effectieve kwaliteitssysteem,onze beleidsvisie, constructieve overlegstructuur,planning- en controlcyclus en internevisitatie cultuur. Ook de enthousiaste betrokkenheid van5 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


alle medewerkers is het NIAZ niet ontgaan. Het registrerenen toetsen van bijzondere verpleegkundigehandelingen, procedures voor beheer, onderhoud envervanging van medische apparatuur en medicatieveiligheidzijn punten waarop het nog beter kan.onbetrouwbare en onvergelijkbare resultaten. Wijhebben een protocol opgesteld om de registratie vanLMR-gegevens te uniformeren, zodat over 2010betrouwbare gegevens ter beschikking komen die danook openbaar gemaakt worden.In het verslagjaar is het interne visitatiesysteemuitgebreid met een aantal criteria uit het veiligheidsmanagementsysteem.Het visitatierapport wordt doorraad van bestuur en het stafbestuur gezamenlijk met devakgroep besproken. Op basis van de aanbevelingenvan de visitatiecommissie wordt een verbeterplanopgesteld, waarvan de voortgang periodiek gevolgdwordt in de kwartaalgesprekken met de raad vanbestuur. Dezelfde werkwijze wordt toegepast bij externevisitaties door de wetenschappelijke verenigingen.De procedure voor meldingen van calamiteiten in depatiëntenzorg is in <strong>2009</strong> aangepast. Dergelijkeincidenten worden laagdrempelig gemeld bij deInspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en interngeanalyseerd door middel van de Sire-methodiek.Dit gebeurt door een ad hoc ingestelde onderzoekscommissiebestaande uit medewerkers die in dezemethodiek zijn getraind. Dat de kwaliteit van dezeanalyses en de daaruit voortkomende verbetermaatregelenvan een goed niveau zijn, blijkt onderandere uit het feit dat de IGZ in het verslagjaar in geenenkel geval de noodzaak heeft gevoeld tot het doen vaneigen onderzoek.De registratie en monitoring van kwaliteitsindicatorenis verder verbeterd en geïntensiveerd. Een aantalrelevante indicatoren is opgenomen in het ‘dashboard’dat als leidraad fungeert in de kwartaalgesprekken metde units. Omdat de prestatie-indicatoren van IGZ enZichtbare Zorg zich nog veelal op structuur en procesrichten, zijn de units in het verslagjaar gestart met hetregistreren van enkele specialismenspecifieke uitkomstindicatoren.Immers, de ultieme vraag is of de patiënt erbeter van is geworden.Benchmarking is belangrijk bij het beoordelen van dekwaliteit van zorg. Binnen het samenwerkingsverbandSanteon, waarin het OLVG samenwerkt met vijf andereSTZ-ziekenhuizen, is een vergelijking gemaakt van deziekenhuissterfte. Het doel hiervan was om eventueleverschillen in sterfte op diagnosegroepniveau enmogelijke best practices te detecteren. Helaas bleektijdens dit onderzoek dat de vastlegging van de basisgegevensin de LMR (Landelijke Medische Registratie)niet eenduidig en eenvormig is. Hierdoor leidt deberekening van sterftecijfers op dit moment totDe raad van bestuur is op grond van de Kwaliteitsweteindverantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg, maarkwaliteit en veiligheid worden gemaakt door deprofessionals. In onze opinie is de kwaliteit van deprofessionals dan ook de ultieme factor die het leverenvan verantwoorde zorg garandeert.Over de vraag hoe medisch specialisten op een verantwoordeen transparante wijze verantwoording kunnenafleggen over de kwaliteit van hun handelen aan deraad van bestuur, de raad van toezicht en de buitenwereld,is in <strong>2009</strong> veel gezegd en geschreven. In hetOLVG hebben we in samenspraak met het bestuur van demedische staf, een aanzet gemaakt met het opstellenvan een informatieprotocol dat een gestructureerdeverantwoording mogelijk moet gaan maken. Eenbelangrijk aandachtspunt hierbij is dat het functionerenvan medisch specialisten tot nu toe voornamelijkgetoetst wordt op het niveau van het collectief van devakgroep, bijvoorbeeld bij in- en externe visitaties.Dit terwijl ook toetsing op het individuele niveaunoodzakelijk is. Wat dit betreft is het verheugend dat inhet verslagjaar een deel van de medische staf heeftgeparticipeerd in het IFMS (individueel functionerenmedisch specialisten). Eind 2010 moet minimaal dehelft van de stafleden een IFMS-traject hebben gevolgd.Voor de verpleegkundige beroepsgroep is in <strong>2009</strong>, medein het kader van de verplichte herregistratie, in samenspraakmet het verpleegkundig stafconvent eenomvangrijk pakket aan bij- en nascholingprogramma’sontwikkeld. Het gewenste deskundigheidsniveau is perspecialisme vastgesteld. Vanaf 2010 wordt de matewaarin aandacht besteed is aan deskundigheidsbevorderingin de jaargesprekken getoetst.Naast de kwaliteitsinformatie in de vorm van uitkomstindicatoren,zal in de komende jaren de bewaking enbevordering van de kwaliteit van de professionals, enhet daarover publiekelijk verantwoording afleggen, vangroot belang zijn om het vertrouwen in de ziekenhuiszorgte borgen.Financiën en investeringenHet OLVG heeft, exclusief het resultaat van deelnemingenen verbonden rechtspersonen, over <strong>2009</strong>een positief resultaat gerealiseerd van 4,1 miljoen euro.De solvabiliteit (‘eigen vermogen/totale omzet’) istoegenomen van 9,0% naar 9,9%.6


Het financieel beleid van het OLVG is gericht op eenfinancieel gezonde bedrijfsvoering. Dit beleid isvertaald in een concrete doelstelling: een jaarlijksegroei van het weerstandsvermogen met minimaal 2%van de geconsolideerde omzet, omgerekend over <strong>2009</strong>circa € 5,2 miljoen. Naast de groei van het vermogen isin <strong>2009</strong> een tweede concrete doelstelling geformuleerddie echter pas geëffectueerd wordt na het verslagjaar<strong>2009</strong>. Als ambitieus topklinisch opleidingsziekenhuiswil het OLVG jaarlijks circa € 5 miljoen vrijmaken uit deexploitatie om te kunnen innoveren, in medischevoorzieningen maar ook in ICT en ondernemerschap.De komende jaren nemen de risico’s toe, zowel aan deinkomsten- als de kostenzijde.In <strong>2009</strong> is het B-segment uitgebreid van 20 naar 34%,en in de toekomst wordt dit nog verder uitgebreid.In 2010 wordt een definitief besluit genomen over deverbouwing van de locatie Prinsengracht. Aan de handvan de businesscase zal worden bepaald of de rentabiliteitvoldoende is om de aan te trekken financieringvoor het project te kunnen bekostigen.Het bouwregime is per 1 januari 2008 afgeschaft. We zijnals ziekenhuis vanaf deze datum voor 100% risicodragervoor al onze investeringen. De kosten voor vastgoed eninvesteringen in (medische) apparatuur en ICT moetenworden gedekt uit de eigen productie voor de DBC’s dieopgenomen zijn in het B-segment. De consequenties vande overgangsregeling (dus het A-segment) die demissionairMinister Klink heeft voorgesteld zijn niet in dezejaarrekening opgenomen, omdat de bedrijfswaardeberekeningover <strong>2009</strong> positief uitpakt voor het OLVG.DankwoordOnze waardering gaat uit naar alle medewerkers envrijwilligers voor hun inspanningen in het belang vanhet OLVG en van al die mensen die aan onze zorg zijntoevertrouwd. Patiënten, verwijzers, zorgverzekeraarsen overige relaties zijn wij ook dit jaar weer zeer erkentelijkvoor het in ons gestelde vertrouwen. De raad vanbestuur bedankt de raad van toezicht voor de stimulerendeen deskundige samenwerking en de medezeggenschapsorganenondernemingsraad, patiëntenraad enbestuur medische staf voor hun waardevolle inzet enadviezen.Amsterdam, 17 mei 2010raad van bestuur OLVG,dr. D.J. Hemrika, voorzittermevrouw drs. J.C.H.G. Artsdrs. P.E. van der Meer7 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Voorwoord raad van toezichtMet het <strong>Jaardocument</strong> <strong>2009</strong> geeft het OLVGinzicht in de activiteiten en gerealiseerdedoelstellingen in het afgelopen jaar en dedaarmee gemoeide middelen. De raad vantoezicht doet verslag van het toezicht op destrategie, het beleid en de algemene gang vanzaken van de Stichting OLVG en de daarmeeverbonden ondernemingen. In het verslagjaarging speciale aandacht naar het nieuwestrategische beleidsplan en transparantie enkwaliteit van de zorg.Transparantie en kwaliteit van zorgIn <strong>2009</strong> is voortgang geboekt in de kwaliteitsprogramma’salsmede de ontwikkeling van benchmarksen indicatoren. De verwachting is dat benchmarking,onder meer binnen Santeon, een belangrijke bijdragekan leveren aan de verdergaande transparantie.Patiënten moeten er niet alleen op kunnen vertrouwendat zij kwalitatief goede en veilige zorg ontvangen,maar moeten ook op transparante wijze inzicht kunnenkrijgen in de kwaliteit van het handelen van deprofessionals.Strategie en samenwerkingBij het OLVG staan de twee kernwaarden toonaangevenden gastvrij centraal. Het OLVG wil een toonaangevenderol spelen op de Nederlandse ziekenhuismarkt.Daar wil het zich onderscheiden in excellentezorg, zowel aan de basis als in het topklinischesegment. Professionele en deskundige medewerkersalsook moderne bedrijfsvoering zijn hierbij leidend.Een ander onderscheidend aspect van het OLVG is degasthuisfunctie; de patiënt die gastvrij wordt bejegendin een multiculturele binnenstad.De ontwikkelingen in de zorgmarkt zijn veelomvattend.Het OLVG heeft samen met haar medewerkers en anderebelanghebbenden haar ambities voor de toekomst weergegevenin het strategische beleidsplan 2010-2012. Hetmedisch beleidsplan en de beleidsplannen van de unitszijn daarop aangesloten. De raad van toezicht is in <strong>2009</strong>intensief betrokken geweest bij de totstandkoming vanhet nieuwe beleidsplan. De raad gaat actief de realisatievan de strategische doel stellingen en de daarbij geformuleerdeprestatie- indicatoren monitoren.In lijn met het strategisch beleidsplan is eveneens degedragscode voor medewerkers van het OLVG geïntroduceerd.Het zijn de medewerkers die bepalend zijnvoor het gezicht van het OLVG, zij maken het ziekenhuistoonaangevend en gastvrij.Een belangrijk aspect om de ambities te vervullen, is deverdere operationalisering van de Vereniging SamenwerkendeZiekenhuizen, waarvan het OLVG deeluitmaakt. Op het gebied van inkoop, ICT, ElektronischPatiëntendossier en kwaliteit zijn in <strong>2009</strong> plannenontwikkeld en is op onderdelen met de implementatiegestart. Het werken onder het nieuwe kwaliteitslogoSanteon, dat in maart 2010 bekend is gemaakt, isdaarbij een goede stap voorwaarts.Het verheugt de raad van toezicht dat in <strong>2009</strong> het OLVGde NIAZ-accreditatie heeft verworven. Deze accreditatieis de uitkomst van de ontwikkeling, uitvoering enborging van kwaliteits- en veiligheidsprogramma’sbinnen het ziekenhuis. Dit betekent geenszins dathiermee dit proces is afgerond. Een doorlopendeborging en verdere ontwikkeling van deze programma’sin alle onderdelen van het OLVG is noodzakelijk.De raad van toezicht gaat de diverse activiteiten diedoor het OLVG op het gebied van kwaliteit en transparantiein gang zijn gezet nauwlettend volgen. Het in2010 vast te stellen informatieprotocol is daarbij eenbelangrijk middel zijn om de voortgang en realisatie opgestructureerde wijze te kunnen monitoren.Samenstelling en portefeuilleverdeling raad vanbestuurHet aantreden van een drieledige raad van bestuurheeft een positieve impuls gegeven aan de realisatievan de omvangrijke bestuursagenda van het OLVG. Hetbestuur was voltallig vanaf 1 maart <strong>2009</strong> met hettoetreden van mevrouw Arts en de heer van der Meer.Het nieuwe bestuur is voortvarend aan de slag gegaanen heeft veel initiatieven ontplooid. De raad vantoezicht gaat ervan uit dat een aanzienlijk deel vandeze initiatieven ultimo 2010 operationeel is.De prestatie-indicatoren die voor <strong>2009</strong> zijn gesteldrond thema’s kwaliteit, doelmatigheid en financieelresultaat zijn vertaald in meetbare toetsingscriteriaten behoeve van de variabele beloning voor de raad vanbestuur. De doelstellingen voor <strong>2009</strong> zijn in belangrijkemate behaald.Voor 2010 bevatten de prestatie-indicatoren ookdoelstellingen die specifiek zijn voor de portefeuillesvan de individuele leden van de raad van bestuur.De thema’s voor 2010 zijn: kwaliteit en veiligheid,8


samenwerkingsverbanden, marketing, vastgoed,investeringen en ICT.financiering van onroerend goed alsmede deverwerking van kapitaallasten.Financiële gang van zakenHet OLVG heeft, exclusief het resultaat van deelnemingenen verbonden rechtspersonen, over <strong>2009</strong>een positief resultaat gerealiseerd van 4,1 miljoeneuro. Dit is een daling van 0,3 miljoen euro tenopzichte van het verslagjaar 2008.Met de toevoeging van dit resultaat aan het eigenvermogen is de doelstelling om het weerstandsvermogenjaarlijks te laten groeien met minimaal 2%van de geconsolideerde omzet (omgerekend over <strong>2009</strong>circa 5,2 miljoen euro) niet geheel gehaald.De raad van toezicht acht gelet op de noodzakelijkegroei van het weerstandsvermogen een verdereverhoging van de doelmatigheid nodig. Het eigenvermogen van het OLVG kent de afgelopen jarenweliswaar een gestage stijging, maar om het gewensteweerstandsniveau van 15% in relatie tot de omzet tebereiken acht de raad versnelling in de doelmatigheidsverbeteringnoodzakelijk.Aan de hand van de interim-controle heeft deaccountant kunnen constateren dat het OLVG goedefollow-up heeft gegeven aan de aanbevelingen uit devoorgaande managementletter. Naast de over hetalgemeen positieve bevindingen ten aanzien van deadministratieve organisatie en interne controle, zijnals aandachtspunten vermeld: de verdergaandeversterking van de financiële functie, het DBC procesen dan met name de implementatie van DOT, hetvastgoedbeheer en ICT.De raad van toezicht is verheugd te constateren dat in2010 in een aantal kritische vacatures in de financiëlefunctie structureel wordt voorzien. De ontwikkelingenin de zorgsector kunnen alleen met een adequatefinanciële afdeling tegemoet worden getreden.De te verwachten dynamiek als gevolg van deaangekondigde ombuigingen en de daarmee gepaardgaande onzekerheden, maken een goed risicomanagementdes te noodzakelijker.Samenstelling Raad van ToezichtHet voorzitterschap van de raad van toezicht is per1 januari 2010 overgegaan naar de heer Cerfontaine.De heer Stevens is afgetreden in de jaarvergadering op17 mei 2010, na vaststelling van dit jaardocument.Op bindende voordracht van de patiëntenraad is metingang van 22 maart 2010 mevrouw Willemse toegetredentot de raad van toezicht.DankwoordTerugkijkend is <strong>2009</strong> een jaar waarin het fundamentvan het OLVG is vernieuwd en verstevigd met het oog opeen toonaangevende en gezonde toekomst. Raad vanbestuur en medewerkers hebben zich daar in hetafgelopen jaar volledig voor ingezet. Ook met hetbestuur van de medische staf, de ondernemingsraad ende patiëntenraad is regulier constructief overleggeweest onder meer over de strategie, de benoemingenin de raad van toezicht en over het functioneren vanonszelf als toezichthouders. Wij zijn hen allen daarvoorbijzonder erkentelijk.Amsterdam, 17 mei 2010namens raad van toezicht OLVG,mr. W.F.C. Stevens, voorzitter (tot 1-1-2010)Lange termijn investerings- en onderhoudsprogrammaIn <strong>2009</strong> heeft het OLVG een start gemaakt met hetactualiseren van het investerings- en onderhoudsprogrammavoor de komende jaren. Deze plannenvloeien voort uit de nieuwe strategie.De raadRaad van toezichtToezicht heeft bij het actualiserenvan deze plannen verzocht om diepgaande financiëleanalyses, die in 2010 zijn beslag krijgen. Dit ookmet het oog op de landelijke ontwikkelingen van de9 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


ResultaatontwikkelingHet geconsolideerde resultaat is als volgt verkort weergegeven(afgeronde bedragen, in miljoenen euro’s).Bedrijfsopbrengsten <strong>2009</strong> 2008Wettelijk budget aanvaardbare kosten en/of subsidie 159,7 152,5Honorariumopbrengsten medisch specialisten 48,3 42,1DBC opbrengsten B-segment 49,8 36,6Niet gebudgetteerde zorgprestaties *) 4,4 7,5Opleidingsfonds CBOG 15,4 16,2Overige bedrijfsopbrengsten 11,6 12,7Totaal bedrijfsopbrengsten 289,2 267,6Bedrijfslasten <strong>2009</strong> 2008Personeelskosten 177,5 165,2Afschrijvingskosten 15,4 15,6Overige bedrijfskosten *) 86,1 80,5Financiële baten en lasten 5,9 1,7Totaal bedrijfslasten 284,9 263,0Resultaat <strong>2009</strong> 2008Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 4,3 4,6Belastingen (0,2) (0,2)Resultaat boekjaar 4,1 4,4Toelichting tabel:*) ten behoeve van de vergelijkbaarheid met <strong>2009</strong> zijn bij deze posten de cijfers over 2008 met terugwerkende krachtanders gepresenteerd10


1. Uitgangspunten van de verslaggevingBij het opstellen van het <strong>Jaardocument</strong> <strong>2009</strong> isde structuur gevolgd van het <strong>Jaardocument</strong>Maatschappelijke Verantwoording, zoalsaangereikt door het ministerie van VWS, metdaarbij enkele aanvullende onderwerpen diehet Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) vanbelang acht om te vermelden.De verslagperiode betreft het boekjaar <strong>2009</strong>. Dereikwijdte betreft de rechtspersoon Stichting OLVG. Hetgeconsolideerd financieel resultaat omvat ook hetMedisch Centrum Jan van Goyen, de gezamenlijkebuitenpolikliniek van het OLVG en het Slotervaartziekenhuis.De aan de Stichting OLVG gelieerde rechtspersonenworden in het jaardocument gemeld.Het jaardocument is als volgt opgebouwd:• Deel I: maatschappelijk verslag- Hoofdstuk 2: profiel van de organisatie enkerngegevens van het OLVG.- Hoofdstuk 3: onderwerpen betreffende corporategovernance; de wijze van besturing en bedrijfsvoeringvan het ziekenhuis en de wijze waarop demedezeggenschap is geregeld.- Hoofdstuk 4: de gerealiseerde prestaties opdiverse terreinen en de ontwikkeling van hetstrategisch beleid 2010-2012.• Bijlagen: personalia, publicaties, lijst metgehanteerde begrippen en afkortingen, en de scorelijstvoor corporate-governance-aspecten.• Deel II: jaarrekening- Financiële prestaties: jaarrekening <strong>2009</strong> en detoelichting daarop.Een onlosmakelijk onderdeel van het jaardocument isde DigiMV. Deze bevat digitale vragenlijsten waarin dekern- en productiegegevens van het OLVG wordenuitgevraagd. De DigiMV en het tekstuele deel van hetjaardocument worden jaarlijks geregistreerd bij hetCIBG en zijn in te zien via www.cibg.nl.Het OLVG registreert en publiceert de prestatieindicatorenIGZ, deze zijn te raadplegen viawww.ziekenhuizentransparant.nl en worden van daaruitingelezen in de DigiMV, en de Zichtbare Zorg indicatorendie via het ZiZo-portal worden gepubliceerd en naautorisatie door het OLVG ook worden overgezet naarde DigiMV.Conform de Wet openbaarmaking uit publieke middelengefinancierde topinkomens (WOPT) dient elke instellingdie overwegend uit publieke middelen is gefinancierdjaarlijks het inkomen per functie te publiceren, indiendat uitgaat boven dat van de ministers (artikel 6WOPT). Deze gegevens zijn terug te vinden in dejaar rekening en de DigiMV.Het <strong>Jaardocument</strong> <strong>2009</strong> is vastgesteld door de raad vantoezicht van het OLVG op 17 mei 2010, in aanwezigheidvan de accountant (Ernst & Young). De accountantsverklaringis opgenomen bij de jaarrekening.11 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


13 olvg jaardocument <strong>2009</strong>Maatschappelijk verslag


2. Profiel van de organisatieHet OLVG is een algemeen topklinisch ziekenhuisdat letterlijk en figuurlijk midden in destad staat. Met vier locaties en de grootstespoedeisende hulp van Nederland wordt ergewerkt voor een zeer gevarieerde patiëntenpopulatie.Het OLVG biedt toonaangevendezorg, zowel aan de basis als in het topklinischesegment. Met deskundige en professionelemedewerkers en met een gastvrijheid die verderreikt dan klantvriendelijkheid wil het OLVG zichonderscheiden op het gebied van kwaliteit enveiligheid.2.1 Structuur van de organisatieHet OLVG is een stichting. Vanuit de statuten zijn eenraad van bestuur en een raad van toezicht ingesteld.De raad van bestuur draagt de eindverantwoordelijkheidvoor de algemene gang van zaken binnen hetziekenhuis; de realisatie van de doelstellingen, destrategie en de daaruit voortvloeiende resultaten.De raad van toezicht houdt toezicht op de hoofdlijnenvan beleid. Specifieke taken van de raad van toezichtzijn:• Goedkeuren van de begroting en de jaarrekening.• Benoeming en remuneratie raad van bestuur.• Toezicht houden op het functioneren van de raadvan bestuur.• Corporate governance.• Adviezen geven die van belang zijn voor hetbesturen van het OLVG.2.1.1 BesturingsmodelHet OLVG kent een decentraal besturingsmodel. De organisatieis opgebouwd rond 26 resultaatverantwoordelijkeunits. Binnen deze units staan het primaire procesen de medische dienstverlening aan patiënten centraal.De medisch-specialistische units zijn verantwoordelijkvoor de dagelijkse beslissingen en de uitvoering van destrategie, uiteraard binnen de daarvoor gestelde kaders.Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen PrimaireBusiness Units (PBU’s) en Medisch Ondersteunde Units(MOU’s). In elke unit vervult een medisch specialist derol van unitvoorzitter, daarin bijgestaan door eenbedrijfsleider. Met het unitmodel wordt invullinggegeven aan de integratie van de medisch specialist inhet ziekenhuisbedrijf. Het is de basis voor een bedrijfsmatigewijze van besturing van het ziekenhuis en deovergang naar outputsturing en integrale verantwoordelijkheidop alle niveaus in de organisatie.Naast de businessunits zijn er drie directies, onderleiding van directeuren, op de volgende terreinen:• Onderwijs en onderzoek (directoraat TeachingHospital).• Facilitaire dienstverlening en bouw (directoraatServices).• Sociale zaken en hrm (stafdirectoraat HR).Verder zijn er de volgende ondersteunende stafafdelingen:• Concernstaf (strategie, bedrijfsvoering en kwaliteit).• Financiën, Informatievoorziening en Control.• Financial Services.• Juridische Zaken.• Automatisering en Informatietechnologie.• Communicatie en Patiëntenvoorlichting.• Calamiteitencoördinatie.• Infectiepreventie en Milieuzaken.• Medisch Instrumentele Zaken.2.1.2 MedezeggenschapsstructuurHet OLVG kent als adviesorganen een Onder nemingsraad,een patiëntenraad en een stafbestuur dat demedische staf vertegenwoordigt. Richtinggevend voorde geïntegreerde ziekenhuisorganisatie is het DocumentMedische Staf (DMS), waarin de onderwerpenstaan waarover de medische staf advies kan uitbrengen.De verpleegkundigen werkzaam in het OLVG wordenvertegenwoordigd door het Verpleegkundig Stafconvent.Dit is geen formeel medezeggenschapsorgaan,maar een ziekenhuiscommissie die betrokken is bij eneen adviesrol heeft op het gebied van verpleegkundigekwaliteit en professionaliteit.Voor de werkwijze van de medezeggenschaps- enadviesorganen wordt verwezen naar paragraaf 3.3.De samenstelling ervan is te vinden in de bijlagen.2.1.3 ToelatingenIn de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) wordenvanaf 1 januari 2006 academische, algemene encategorale ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentrainstellingen voor medisch-specialistische zorg(IMSZ) genoemd. Het OLVG is een IMSZ type 2: allevoorkomende zorg wordt geleverd en een deel van debouw activiteiten (nieuwbouw en vervangende nieuwbouw)valt onder het bouwregime.14


Tabel 1 Algemene identificatiegegevens OLVGNaam verslagleggende rechtspersoon:Stichting Onze Lieve Vrouwe GasthuisAdres: Oosterpark 9/Postbus 95500Postcode:1090 HMPlaats:AmsterdamTelefoonnummer: (020) 599 91 11Identificatienummer Nza: 010-1320Kamer van Koophandelnummer: 41199082Internet:www.olvg.nlE-mailadres:informatie@olvg.nl15 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


OrganogrammenRaad van ToezichtBestuur Medische StafRaad van BestuurOndernemingsraadPatiëntenraadKlachtenafhandelingSecretariaat Raad van BestuurConcernstafHuman ResourcesFinanciën, Informatievoorziening en ControlJuridische ZakenAutomatisering en InformatietechnologieCommunicatie en PatiëntenvoorlichtingMedische Instrumentele ZakenInfectiepreventie en MilieuzakenGeestelijke VerzorgingCalamiteitencoördinatiePrimaire BusinessUnitsMedischOndersteunende UnitsDirectoraat TeachingHospitalDirectoraatServices◼ Algemene Chirurgie◼ Cardiologie◼ Cardio-thoracale Chirurgie◼ Dermatologie◼ Gynaecologie/Verloskunde◼ Huisartsengeneeskunde◼ Interne Geneeskunde◼ Keel- Neus- en Oorheelkunde◼ Kindergeneeskunde◼ Longgeneeskunde◼ Maag- Darm- Leverziekten◼ Mondziekten, Kaak- enAangezichtschirurgie◼ Neurologie◼ Oogheelkunde◼ Orthopedie◼ Plastische Chirurgie◼ Psychiatrie en MedischePsychologie◼ Urologie◼ Anesthesiologie enOperatiekamers◼ Hematologisch KlinischChemisch Laboratorium◼ Intensieve Geneeskunde◼ Medische Microbiologie◼ ParamedischeOndersteunende Unit◼ Pathologie◼ Radiologie◼ Ziekenhuisapotheek◼ Onderwijs◼ Onderwijsvoorzieningen◼ Onderzoek◼ Bouw & Techniek◼ Facilitaire Diensten◼ Inkoop & Logistiek16


Stichting MedischeDienstverlening (nevenstichting)Amsterdam MedicalServices (AMS BV) 100%Stichting OLVGMedisch CentrumJan van Goyen(buitenpoli metSlotervaartziekenhuis)QliniekPrinsengracht BV 100%Stichting Teaching Hospital OLVGStichting OLVG KapelOosterparking BV100%ECLCA BV98%DC/Skoop Almere BV100%OLVG Kunst StichtingStichting Kinderdroomkunst OLVGHospital Services OLVG BV51%Diagnostisch CentrumAmsterdam BV 10%90%10%CV Qliniekc 90%CV Expl. Mijb 10%Stichting RZAToelichting:b = beherend vennootc = commanditair vennootPeildatum: 31 december <strong>2009</strong>c 20%CV Cliniumb 80%Clinium A’dam BVPer 1-1-2010 is de Stichting SMDV opgeheven en valt AMS Holding voor 100% direct onder de Stichting OLVG.Begin 2010 is de Stichting OLVG Kapel ontbonden. Het kapitaal is als bestemmingsreserve ondergebracht bij de Stichting OLVG.17 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


2.2 Kerngegevens2.2.1 KernactiviteitenHet OLVG is het enige grote algemene topklinischeziekenhuis in Amsterdam. We profileren ons alsziekenhuis met name op het gebied van hart- envaatziekten en de spoedeisende geneeskunde(waaronder de moderne Spoedeisende Hulp metjaarlijks zo’n 48.000 bezoekers). De komende jarengaat het OLVG zich verder verdiepen in de ontwikkelingvan nieuwe zorginitiatieven op het gebied van ouderengeneeskunde,preventieve geneeskunde lifestyle- envroegdiagnostiek. Ook hechten we veel belang aan onzespecialistische kennis en vaardigheden op het gebiedvan Gynaecologie, Orthopedie, Cardiologie en CardiothoracaleChirurgie, en Intensieve Geneeskunde.2.2.2 Thuismarkt basiszorg en verzorgingsgebiedtopklinische zorgHet OLVG is gevestigd in Amsterdam met locaties in destadsdelen Oost-Watergraafsmeer, Centrum en sinds2008 ook op IJburg. Het centrum, het oostelijke deelvan de stad, Zeeburg/IJburg en Diemen worden gezienals de ‘thuismarkt’ voor de basiszorg. De stadsdelenOost-Watergraafsmeer, Centrum en Zeeburg (inclusiefIJburg) hebben samen ongeveer 200.000 inwoners.Voor de topklinische zorg richt het OLVG zich op eenbreder verzorgingsgebied, dat zich voor derdelijnsverwijzingenkan uitstrekken over heel Nederland.De AWBZ-zorg wordt door het OLVG verleend in overlegmet de zorgkantoren Amsterdam en Amstelland deMeerlanden.2.2.3 Kerngegevens capaciteit, personeel,productieIn onderstaande tabellen is een aantal kerngegevensvan het OLVG opgenomen. De financiële bedrijfsgegevensstaan in paragraaf 4.9. De kerngegevens zijntevens beschikbaar via de DigiMV.Tabel 2 Kerngegevens capaciteit per 31-12-<strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 2008 2007CapaciteitErkende bedden 555 555 555• Waarvan bedden voor hartbewaking 9 9 9• Waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid beademing 24• Waarvan operationeel (i.e. inclusief bemensing) 18 18 18• Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid beademing 6 6 67 x 24 uursafdeling Spoedeisende Hulp (minimaal basisziekenhuisniveau)Ja Ja JaTabel 3 Kerngegevens productie per 31-12-<strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 2008 2007Productiegegevens (in ongewogen aantallen A-+B-segment)Geopende dbc’s 215.475 222.374 210.305Opnamen 22.631 22.730 21.093Eerste polikliniekbezoeken 158.470 154.386 147.048Dagverplegingen 19.218 17.126 14.855Zware dagverplegingen 3.831 3.375 2.912Verpleegdagen 137.428 135.547 137.299Aantal ‘verkeerde beddagen’ 2.447 4.520 3.507Percentage ‘verkeerde beddagen’ 1,8 3,3 2,6Gemiddeld aantal verpleegdagen per patiënt 6,1 5,9 6,5Gemiddeld aantal verpleegdagen per patiënt naar discipline:Anesthesiologie 9,4Cardiologie 4,2Algemene Chirurgie 7,9Gynaecologie 3,4Interne Geneeskunde 9,2Kindergeneeskunde 5,818


Keel- Neus- en Oorheelkunde 2,1Longgeneeskunde 7,2Maag- Darm- Leverziekten 6,4Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 2,8Neurochirurgie 3,1Neurologie 5,8Oogheelkunde 2,3Orthopedie 6,5Plastische Chirurgie 4,8Cardio-thoracale Chirurgie 12,8Urologie 4,7Verloskundige zorg 0,4Tabel 4 Kerngegevens personeel per 31-12-<strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 2008 2007PersoneelMedewerkers in loondienst 3.181 2.996 2.829• Waarvan patiëntgebonden functies (inclusief leerling-verpleegkundigenen verzorgend en sociaal-(ped)agogisch personeel inloondienst)2.100 2.063 2.009- Waarvan medisch specialisten 193 179 178Fte medewerkers in loondienst 2.297,4 2.209,6 2.201,9• Waarvan fte patiëntgebonden functies (inclusief leerlingverpleegkundigenen verzorgend en sociaal-(ped)agogischpersoneel in loondienst)1.599,7 1.579,2 1578,3- Waarvan fte medisch specialisten 168,9 157,6 158,6Medewerkers niet in loondienst: ingehuurd personeel85 95 137(inclusief medisch specialisten), uitzendkrachten en stagiair(e)s• Waarvan patiëntgebonden functies 48 56 67Vrijwilligers 80 71 69Tabel 5 Vergunningen op grond van artikel 2 Wbmv per 31-12-<strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 2008 2007VergunningenNiertransplantatie Nee Nee NeeHarttransplantatie Nee Nee NeeLongtransplantatie Nee Nee NeeLevertransplantatie Nee Nee NeePancreastransplantatie Nee Nee NeeTransplantatie van de dunne darm Nee Nee NeeHaematopoëtische stamceltransplantatie Nee Nee NeeTransplantatie van de eilandjes van Langerhans Nee Nee NeeRadiotherapie Nee Nee NeeBijzondere neurochirurgie Nee Nee NeeOpenhartoperatie (OHO) Ja Ja JaAutomatic Implantable Cardioverter Defibrillator (AICD) Ja Ja JaRitmechirurgie Ja Ja JaKatheterablaties Ja Ja JaPercutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) Ja Ja JaKlinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering Nee Nee NeeIn-vitrofertilisatie (ivf) Nee Nee NeeNeonatale Intensive Care Unit (NICU) Nee Nee Nee19 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 6 Aanwijzingen op grond van artikel 8 Wbmv per 31-12-<strong>2009</strong> <strong>2009</strong> 2008 2007AanwijzingenPediatrische Intensive Care Unit (PICU) Nee Nee NeeHemofiliebehandeling Nee Nee NeeTraumazorg Nee Nee NeePijnrevalidatie en revalidatietechnologie Nee Nee NeeHiv-behandelcentra Ja Ja JaCochleaire implantaties Nee Nee NeeUitnameteams orgaandonatie Nee Nee Nee2.3 Belanghebbenden, relaties ensamenwerkingSanteonIn 2007 is de landelijke federatieve VerenigingSamenwerkende Ziekenhuizen (VSZ) opgericht, alsantwoord op een aantal landelijke ontwikkelingen in dezorg. Met ingang van 30 maart 2010 is de VSZomgedoopt tot Santeon; een nationale ziekenhuisgroepdie streeft naar de hoogste kwaliteit van medische zorgen gastvrijheid. Santeon staat voor: samen voorvernieuwing. Er is gekozen voor een merkstrategiewaarbij aan de eigen naam van de individuele ziekenhuizeneen ondersteunend merk wordt toegevoegd. Deeigen vertrouwde naam en identiteit van iederziekenhuis wordt dus kracht bijgezet door het nieuwekwaliteitsmerk Santeon. Daarmee kunnen de deelnemendeziekenhuizen zich positief onderscheiden vanandere zorgaanbieders.De primaire belanghebbenden van het OLVG zijnpatiënten en medewerkers van het ziekenhuis. Ditwordt bepaald door het intrinsieke bestaansrecht vanhet OLVG: het leveren van zorg. In de strategie en hetbeleid van het OLVG staat de patiënt centraal.Naast deze interne belanghebbenden kent het OLVG ookeen groot aantal externe stakeholders:• Patiëntenorganisaties.• Huisartsen en andere verwijzers.• Zorgverzekeraars.• Overheid en inspecties.• Andere zorgaanbieders.• Andere instanties en bedrijven.• Omwonenden.Samenwerkings- en overige relatiesDe landelijke en regionale samenwerkingsrelaties vanhet OLVG worden belicht in Hoofdstuk 4.Hieronder wordt een aantal belangrijke samenwerkingsrelatiesvan het OLVG toegelicht, voor zoverdeze elders in dit jaardocument niet (voldoende) aande orde komen.Naast het OLVG participeren in Santeon het St.Antonius Ziekenhuis (Utrecht/Nieuwegein), hetCanisius-Wilhemina Ziekenhuis (Nijmegen), hetCatharina-ziekenhuis (Eindhoven), het MartiniZiekenhuis (Groningen) en, met ingang van 1 januari<strong>2009</strong>, het Medisch Spectrum Twente (Enschede). Doorde onderlinge samenwerking kunnen inzichten envernieuwingen in alle deelnemende ziekenhuizen snelworden ingevoerd. Zo nodig kan er ook onderlingworden doorverwezen. Ieder ziekenhuis behoudt welzijn eigen naam, identiteit en zeggenschap over de(interne) besluitvorming. De samenwerkende ziekenhuizenrichten zich als landelijke vereniging vooral op:• Het bieden van de hoogste kwaliteit van zorg.• Veiligheid.• Gastvrijheid.• Het versterken van de bijzondere positie die deziekenhuizen hebben als opleidingsziekenhuizenvoor medisch specialisten en zorgprofessionals.• Innovatie.• Profilering als goed werkgever.• Het behalen van schaalvoordeel voor een aantalbackoffice-activiteiten als ICT en inkoop.Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidings-Ziekenhuizen (STZ)Het OLVG vormt samen met 25 andere grote opleidingsziekenhuizendie hooggespecialiseerde medische zorgverlenen de vereniging STZ. De medisch-specialistischeopleidingen en de topklinische en topreferente functiesvormen de kern van het samenwerkingsverband. De intotaal 26 STZ-ziekenhuizen voelen zich gezamenlijkverantwoordelijk voor:• Het bevorderen van hoogwaardige patiëntenzorg.• Topklinische behandeling en topreferente zorg.• Onderwijs en opleidingen in brede zin.• Toegepast wetenschappelijk onderzoek.• Zorginnovatie.20


Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ)Het OLVG is lid van de Nederlandse Vereniging vanZiekenhuizen (NVZ). Deze vereniging richt zich alsbrancheorganisatie van de ziekenhuizen primair op decollectieve behartiging van zorginhoudelijke, socialeen economische belangen van de leden.Platform Zorginstellingen Grote Steden (PZGS)Het OLVG vormt samen met ruim vijftig zorginstellingenuit de vier grote, stedelijke agglomeraties het PZGS,dat opkomt voor de grootstedelijke belangen. Dezorgvraag in grote steden is complexer en hetaanbieden van zorg is duurder dan elders. De compensatievoor de extra kosten is onvoldoende. De toegankelijkheiden betaalbaarheid van de grootstedelijkezorg komen hierdoor in gevaar. Het platform richt zichvooral op het terrein van financiering, maar ook oparbeidsvoorwaarden, arbeidsmarktbeleid, infrastructuuren zorginhoudelijke onderwerpen in zoverredeze specifiek op de zorg in de vier grote steden vantoepassing zijn.Amsta/Zorggroep Amsterdam Oost (ZGAO)Het preferred partnership tussen OLVG en Amsta/Zorggroep Amsterdam Oost (ZGAO) is in <strong>2009</strong>vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst metprestatieafspraken. De samenwerking is gericht op hetterugdringen van het aantal zogenoemde verkeerdebeddagen in de kliniek. De resultaten van dezeovereenkomst worden na een jaar geëvalueerd.Verloskunde Centrum Oost (VCO)Het VCO is een samenwerkingsverband tussen het OLVGen zeven verloskundigenpraktijken in Amsterdam-Oost.Het heeft als doel een eenduidiger beleid te voeren inde zorgverlening aan zwangere vrouwen en deinformatie voorziening beter op elkaar af te stemmen.Daarnaast wordt door het OLVG een aantal specifiekeverloskundige diensten geleverd.Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg RegioAmsterdam (SIGRA)Ongeveer vijftig zorgorganisaties uit de regioAmsterdam, waaronder het OLVG, zijn lid van de SIGRA.De vereniging SIGRA wil bijdragen aan de samenhang,kwaliteit en efficiëntie van de zorgverlening inAmsterdam, Diemen en omgeving.Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG)De SAG exploiteert gezondheidscentra in Amsterdam,waaronder Gezondheidscentrum Steigereiland opIJburg. Het OLVG is middels een convenant preferentpartner voor de tweedelijnsgezondheidszorg op IJburgen heeft een aantal buitenpoliklinieken geopend in ditgezondheidscentrum.Overige (toezichthoudende) instantiesVerder onderhoudt het OLVG relaties met onder meer:• Gemeente Amsterdam: gesprekspartner voor externeontwikkelingen van het OLVG, Bouw- en Milieudienst(bouwactiviteiten, vergunningen, parkeren).• (Regionale) Inspectie voor de Gezondheidszorg:reguliere bezoeken, meldingen, overleg, prestatieindicatoren.• Ministeries (VWS, VROM, SZW).• Arbeidsinspectie: bezoeken en controles ten aanzienvan werkomstandigheden, werktijden enarbo regelgeving.• College bouw zorginstellingen: overleg overnieuwbouwactiviteiten en het lange termijnhuisvestingsplan.• Nederlandse Zorgautoriteit (NZa): overleg overbekostigingsvraagstukken.• Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa): overlegover (beoogde) samenwerkingsverbanden.• Keuringsdienst van Waren.Regionaal Expertisecentrum CVA (REC)Het REC is een initiatief van de unit Neurologie van hetOLVG en Osira Thuiszorg (onderdeel van de OsiraGroep).Het is bedoeld voor mensen die een CVA of TIA hebbendoorgemaakt, hun naasten, mantelzorgers en(aankomend) professionals. Het centrum fungeert alshelpdesk en informatiepunt. Daarnaast verzorgt hetdeskundigheidsbevordering en nazorg.21 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Edam Volendam 3%Edam Volendam 3%Landsmeer 5%Waterland4%Landsmeer 6%Waterland3%Amsterdam 25%Amsterdam 21%Diemen39%Diemen34%Ouder-Amstel 11%Ouder-Amstel 10%Kaart 1 - Marktaandelen verzorgingsgebied op basis vanaantal eerste administratieve consulten (bron Prismant,Prisma Management Facetten 2008)Kaart 2 - Marktaandelen verzorgingsgebied op basis vanaantal opnamen (bron Prismant, Prisma ManagementFacetten 2008)22


Ten behoeve van de regeling melding misstanden wordteen externe vertrouwenspersoon aangesteld.van bestuur door de raad van toezicht geëvalueerd,waarbij ook de adviesorganen zijn betrokken.3.1.3 Raad van bestuurSamenstelling en taakverdelingDe Stichting OLVG kende tot 1 maart <strong>2009</strong> een tweehoofdigeraad van bestuur. Na het vertrek van een vande twee leden van de raad van bestuur begin 2008 is devoorzitter gedurende enkele maanden, waaronder deeerste twee maanden van het verslagjaar, bijgestaandoor een interim-bestuurder.De complexiteit van een topklinisch ziekenhuis als hetOLVG met alle interne en externe ontwikkelingen, en detoenemende aandacht die gewenst is voor strategischesamenwerking, kwaliteitsborging en veiligheidsbeleidvormden voor de raad van toezicht de aanleiding om desamenstelling van de raad van bestuur kritisch teheroverwegen. In goed overleg met de adviesorganen isovergegaan van een tweehoofdige naar een driehoofdigeraad van bestuur. Daarmee ontstonden tweevacatures die met ingang van 1 maart <strong>2009</strong> zijn ingevulddoor mevrouw drs. J.C.H.G. (Anita) Arts, voormaligbestuurder ProRail, en de heer drs. P.E. (Peter)van der Meer MBA, voormalig voorzitter raad vanbestuur MC Haaglanden. Hiermee is de raad van bestuurin <strong>2009</strong> weer op volle sterkte gekomen.Binnen de raad van bestuur wordt onderscheid gemaakttussen een voorzitter en twee leden. De raad vanbestuur draagt een collectieve verantwoordelijkheid.De (gezamenlijke) verantwoordelijkheden van de voorzitteren de leden, zoals vastgelegd in het Reglementraad van bestuur, zijn in beginsel ongewijzigdgebleven. Het reglement is wel aangepast aan dewijziging van de samenstelling van de raad van bestuurvan twee naar drie leden en opnieuw vastgesteld doorde raad van toezicht.Gedurende <strong>2009</strong> heeft de nieuwe raad van bestuur veelaandacht besteed aan teambuilding en (individuele)effectiviteit. Aan het eind van het eerste jaar in dezesamenstelling is het functioneren van de nieuwe raadIn de profielschets van de raad van bestuur is eenportefeuilleverdeling op hoofdlijnen opgenomen. Nahet aantreden van de nieuwe bestuurders is deze verderuitgewerkt in een voorlopige onderlinge portefeuilleverdeling.De profielschets is eind <strong>2009</strong> geëvalueerd enop enkele punten iets aangescherpt.De portefeuilleverdeling is in het eerste kwartaal van2010 definitief vastgesteld in de raad van toezicht enwordt als addendum toegevoegd aan het reglement vande raad van bestuur. Op hoofdlijnen is de portefeuilleverdelingals volgt:• De heer Hemrika: strategie, samenwerkingsrelaties,medische kwaliteit, hrm, onderzoek en onderwijs,juridische zaken.• Mevrouw Arts: organisatie van het primaire proces,kwaliteit en veiligheid, zorgvernieuwing, marketingen, samen met de heer Van der Meer, integraalrisicomanagement.• De heer Van der Meer: financiën, planning encontrol, vastgoed, ICT, zorginkoop, compliance,facilitaire voorzieningen en, samen met mevrouwArts, integraal risicomanagement.De raad van bestuur heeft een ongedeelde verantwoordelijkheidvoor alle onderwerpen.Arbeidsvoorwaarden en honorering van bestuurdersDe belangrijkste functiegegevens en de arbeidsvoorwaardenvan de bestuurders (de regeling, deinkomenshoogte inclusief de variabele beloning en deontwikkeling daarvan in de afgelopen jaren) zijn sinds2004 openbaar en worden opgenomen in de jaarverantwoording.Arbeidsvoorwaarden bestuurdersDe arbeidsvoorwaarden en het jaarinkomen van devoorzitter en de leden van de raad van bestuur zijnbepaald op basis van de adviesregeling Arbeidsvoorwaardenraden van bestuur van de NVZD.De variabele beloning wordt toegekend na devaststelling van de jaarrekening.In <strong>2009</strong> zijn de arbeidvoorwaarden door de raad vanTabel 7 Samenstelling raad van bestuurNaam Bestuursfunctie PeriodeDe heer dr. D.J. Hemrika Voorzitter raad van bestuur 01-01-<strong>2009</strong> t/m 31-12-<strong>2009</strong>De heer drs. J.K. Cappon Lid raad van bestuur a.i. 01-01-<strong>2009</strong> t/m 28-02-<strong>2009</strong>Mevrouw drs. J.C.H.G Arts Lid raad van bestuur 01-03-<strong>2009</strong> t/m 31-12-<strong>2009</strong>De heer drs. P.E. van der Meer Lid raad van bestuur 01-03-<strong>2009</strong> t/m 31-12-<strong>2009</strong>24


Tabel 8 Bestuursfuncties, commissariaten en lidmaatschappen raad van bestuurDe heer dr. D.J. Hemrika• Voorzitter Stichting OLVG• Voorzitter Stichting Teaching Hospital OLVG• Bestuurslid Stichting Onze Lieve Vrouwe Kapel• Voorzitter OLVG Kunst Stichting• Bestuurslid Stichting Medisch Centrum Jan van Goyen• Voorzitter Stichting Medische Dienstverlening• Commissaris Amsterdam Medical Services BV• Commissaris Oosterparking BV• Commissaris Hospital Services OLVG• Commissaris Clinium Beheer BV• Bestuurslid Stichting Opleiding Spoedeisende Geneeskunde• Lid raad van toezicht Stichting Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA)• Bestuurslid Stichting HIV Monitoring (tot april <strong>2009</strong>)• Bestuurslid MediRisk• Plaatvervangend lid Centraal College Medisch Specialisten KNMG• Lid Kamer Medisch Specialisten, CapaciteitsorgaanMevrouw drs. J.C.H.G. Arts (m.i.v. 01-03-<strong>2009</strong>)• Bestuurslid Stichting Teaching Hospital OLVG (vanaf mei <strong>2009</strong>)• Bestuurslid Stichting HIV Monitoring (vanaf november <strong>2009</strong>)• Lid raad van toezicht Ziekenhuis Gelderse Vallei (tot 26-03-<strong>2009</strong>)De heer drs. P.E. van der Meer (m.i.v. 01-03-<strong>2009</strong>)• Commissaris Stichting Rijdende Röntgen• Commissaris Diagnostisch Centrum Amsterdam• Bestuurslid SIGRA• Raadslid raad van Advies Landelijk Overleg van Medezeggenschapscommissies en Ondernemingsraden van• Ziekenhuizen (LOMOZ)toezicht getoetst aan de nieuwe BeloningscodeBestuurders Zorg, zoals die is opgesteld door de NVZDen de NVTZ, wat niet heeft geleid tot aanpassing van debestaande afspraken.Vertrekregeling bestuurdersIn de arbeidsovereenkomst van de leden van de raadvan bestuur is een artikel opgenomen over de hoogtevan de vergoeding na tussentijdse beëindiging van dearbeidovereenkomst, voor zover deze tussentijds doorhet OLVG wordt opgezegd of op verzoek van het OLVGwordt ontbonden.3.1.4 Raad van toezichtReglementDe taken en verantwoordelijkheden van de raad vantoezicht zijn vastgelegd in een reglement. Ditreglement en de statuten van de stichting OLVG geveninhoud aan het toezicht op en het samenspel met deraad van bestuur, evenals op het functioneren van deraad van toezicht zelf.Het reglement van de raad van toezicht is in <strong>2009</strong>ongewijzigd gebleven.In het reglement van de raad van toezicht is eenbepaling opgenomen dat een lid van de raad vantoezicht de voorzitter dient te melden als wordtvoorzien dat (de schijn van) een tegenstrijdig belanghet onbelemmerd en onafhankelijk uitoefenen van detaken zou kunnen belemmeren.Profiel en samenstellingVoor de raad van toezicht is een generieke profielschetsopgesteld waar de raad in zijn geheel aan moetvoldoen. In dit profiel staat beschreven dat uiteenlopendeachtergronden en kennisgebieden (financieel,bedrijfseconomisch, juridisch, bestuurlijk, arbeidszaken,gezondheidszorg, andere (semi)- publiekesectoren en bedrijfsleven) in de raad vertegenwoordigdmoeten zijn. Het vormt het uitgangspunt voor deinvulling van toekomstige vacante posities, uiteraardmet inachtneming van de werkwijze in statuten enreglementen.In <strong>2009</strong> heeft in de raad van toezicht een aantal25 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 9 Samenstelling en commissies raad van toezichtNaam Functie in raad van toezicht PeriodeDe heer mr. W.F.C. Stevens(1938)• Voorzitter raad van toezicht(tot 01-01-2010, daarna lid raad van toezicht)• Lid Benoemings- en Remuneratiecommissie(tot 01-01-2010)01-01-<strong>2009</strong>t/m 31-12-<strong>2009</strong>De heer drs. P. Wilson(1942)• Vicevoorzitter raad van toezicht• Voorzitter Benoemings- en Remuneratiecommissie• Voorzitter Auditcommissie01-01-<strong>2009</strong>t/m 31-12-<strong>2009</strong>Mevrouw drs. C.W. Gorter(1963)• Lid raad van toezicht• Lid Auditcommissie• Lid Corporate Governance Commissie01-01-<strong>2009</strong>t/m 31-12-<strong>2009</strong>De heer mr. A. Overbosch(1943)• Lid raad van toezicht• Lid Auditcommissie01-01-<strong>2009</strong>t/m 21-04-<strong>2009</strong>De heer mr. J.L.P.G. van Thiel(1942)• Lid raad van toezicht• Voorzitter Corporate Governance Commissie01-01-<strong>2009</strong>t/m 31-12-<strong>2009</strong>De heer prof. drs. G.J. Cerfontaine(1946)• Lid raad van toezicht (voorzitter per 01-01-2010)(- Uit hoofde van de functie van voorzitter raad vantoezicht, lid Benoemings- en Remuneratiecommissieper 01-01-2010)26-10-<strong>2009</strong>t/m 31-12-<strong>2009</strong>NB Mevrouw J. van Vliet MHA is gezien de beperkte zittingsduur niet opgenomen in dit overzicht.wisselingen plaatsgevonden. Voor de ontstane vacaturein de raad van toezicht in <strong>2009</strong> gold een bindende voordrachtdoor de patiëntenraad. Hiertoe is in overleg metde patiëntenraad in 2008 binnen de generieke profielschetsvan de raad van toezicht een profielschets opmaat opgesteld waarin deze specifieke rol is opgenomen.Op basis hiervan is in <strong>2009</strong> een voordrachtgedaan aan de Benoemings- en Remuneratiecommissie.Met instemming van de raad van toezicht, de raad vanbestuur, de ondernemingsraad en het stafbestuur is inde vergadering van 15 juni als lid van de raad vantoezicht benoemd: mevrouw J. van Vliet MHA, voormaligbestuurder van het Vlietland Ziekenhuis. Vanwege hetaanvaarden van een bestuursfunctie in het FranciscusZiekenhuis in Roosendaal zag zij zich genoodzaakt om,in lijn met de daarover gemaakte afspraken, na tweemaanden weer af te treden uit de raad van toezicht vanhet OLVG. Aansluitend heeft de raad van toezicht depatiëntenraad gevraagd met een nieuwe voordrachtvoor deze positie te komen. Die procedure is in deeerste helft van 2010 succesvol afgerond. Op bindendevoordracht van de patiëntenraad is met een positiefadvies van de raad van toezicht, de raad van bestuur, deondernemingsraad en het stafbestuur met ingang van22 maart 2010 in de raad van toezicht benoemd:mevrouw J.M.M. Willemse, voormalig directeur vanVerpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).Het langstzittende lid, de heer mr. A. Overbosch, is inde jaarvergadering van <strong>2009</strong> afgetreden. Als nieuw liden beoogd voorzitter is, op basis van het daartoeopgestelde profiel, per 26 oktober <strong>2009</strong> aangetredende heer prof. drs. G.J. Cerfontaine. Voor dezebenoeming is het gebruikelijke traject gevolgd, waarbijde Benoemings- en Remuneratiecommissie eenvoordracht doet aan de raad van toezicht, waarnakennismakingsgesprekken volgen en vervolgens omadvies wordt gevraagd aan de raad van bestuur en deadviesorganen.Het voorzitterschap van de raad van toezicht gaat per 1januari 2010 over van de heer Stevens naar de heerCerfontaine. Dit betreft q.q. ook het lidmaatschap vande Benoemings- en Remuneratiecommissie.De heer Stevens treedt af in de jaarvergadering van2010, waarin het jaardocument inclusief de jaarrekening<strong>2009</strong> wordt vastgesteld.26


HonoreringDe toezichthouders ontvangen voor hun werkzaamhedenten behoeve van het OLVG een jaarlijks vast testellen vergoeding en een vergoeding voor de gemaakteonkosten. Bij het vaststellen hiervan is de richtlijn vande NVTZ gevolgd. In <strong>2009</strong> is de vergoeding door de raadvan toezicht getoetst aan het nieuwe advies van deNVTZ ‘ Honorering raden van toezicht van zorginstellingen’,wat niet heeft geleid tot aanpassing van debestaande afspraken. Conform de zorgcode wordt dezevergoeding openbaar gemaakt in de jaarverantwoording.Evaluatie eigen functionerenDe maatschappij verwacht dat raden van toezichtprofessionaliseren. Zorginstellingen moeten huninterne toezicht verbinden met kwaliteit van zorg. Deraad van toezicht heeft in de periode december <strong>2009</strong> –januari 2010 het eigen functioneren geëvalueerd. Alsondersteuning is daarbij de Toolkit Toezicht Zorginstellingengehanteerd en de Zorgbrede Governance Code.Zelfevaluatie is een goed instrument om na te gaan watgoed gaat en wat beter kan. Het ondersteunt bij deontwikkeling van een effectievere rolvervulling van deraad als collectief nu en in de toekomst. Ten behoevevan de evaluatie is veel waardevolle feedbackontvangen van de raad van bestuur, het stafbestuur,de ondernemingsraad en de patiëntenraad.In de subcommissies van de raad van toezicht zijnverbeterpunten vastgesteld die in de loop van 2010worden geïmplementeerd. Een daarvan is een introductieprogrammavoor nieuwe leden van de raad vantoezicht. Permanente educatie en informatievoorziening,mede met het oog op de eisen die gesteldworden aan het interne toezicht op de kwaliteit van dezorg, worden uitgewerkt. Ook is een eventslettergeïntroduceerd, waarmee de raad van toezicht snel eneffectief wordt geïnformeerd over de meest recenteontwikkelingen. Dit bevordert de effectiviteit van devergaderingen.Verder is er een besluit genomen over de meer thematischeinvulling van het overleg met het stafbestuur ende Ondernemingsraad. Met de patiëntenraad wordenafspraken gemaakt over een periodiek te houdengestructureerd overleg.Met de raad van bestuur is afgesproken om de focus opde ontwikkelingen doorlopend voldoende aandacht tegeven. Veel verbeterpunten zijn, of worden in de loopvan 2010, geïmplementeerd. De raad van toezicht heeftzich voorgenomen om de zelfevaluatie jaarlijks toe tepassen. Dit is in lijn met de aanbevelingen in deZorgbrede Governance Code.InformatievoorzieningOm te kunnen voldoen aan zijn toezichthoudendetaken, moet de raad van toezicht in ieder gevalperiodiek tijdig en volledig worden geïnformeerd overde realisatie van de doelstellingen, eventuele risico’sverbonden aan activiteiten, de financiële verslaglegging,kwaliteit en veiligheid van zorg, de nalevingvan wet- en regelgeving, de verhouding met de belanghebbendenen het op passende wijze uitvoering gevenaan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheidvan de organisatie. Jaarlijks wordt voor deraad van toezicht een vergaderrooster opgesteld,waarin in ieder geval staat aangegeven in welkevergadering de onderwerpen kwartaalcijfers, begroting,jaarrekening, compliance nota, strategische kaderbriefen corporate governance aan de orde komen. Daarnaastwordt de raad van toezicht tussentijds geïnformeerd inhet agendaoverleg met de raad van bestuur en op adhoc basis over actuele interne en externe ontwikkelingen.Uit de evaluatie van de raad van toezicht komtde wens naar voren om dit meer gestructureerd vormte geven.In de nieuwe zorgbrede governancecode is de bepalingopgenomen dat afspraken over de informatievoorzieningworden vastgelegd in een informatieprotocol.Het OLVG gaat hier in 2010 uitvoering aangeven, waarbij bestaande informatiestromen wordenopgenomen in het protocol en met name op het gebiedvan kwaliteit en veiligheid van zorg heldere aanvullendeafspraken worden gemaakt. Hier wordt ook hetbestuur van de medische staf nauw bij betrokken.VergaderingenIn <strong>2009</strong> hebben, conform de jaarplanning, zevenreguliere vergaderingen van de raad van toezichtplaatsgevonden, in aanwezigheid van de raad vanbestuur. Naast de reguliere besluitvorming in dePlanning & Controlcyclus en de besluiten zoals dieverderop in dit verslag staan vermeld, werd in dezevergaderingen een aantal onderwerpen uitgebreidbediscussieerd. Daarbij ging het met name om kwaliteiten veiligheid van zorg en de maatschappelijke positiedie een organisatie als het OLVG inneemt.Voorafgaand aan iedere vergadering vond agendaoverlegplaats tussen de raad van bestuur en devoorzitter en vicevoorzitter van de raad van toezicht.Tussentijds was er op ad-hocbasis (informeel) contacttussen de raad van toezicht en de raad van bestuur.Naast de reguliere vergaderplanning was het in <strong>2009</strong>niet nodig om de raad van toezicht bijeen te roepenvoor een extra vergadering.27 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 10 Relevante (neven)functies raad van toezicht per 31-12-<strong>2009</strong>De heer mr. W.F.C. StevensHuidige functie:• Advocaat, oud-senior-partner Caron & Stevens/Baker & McKenzie AmsterdamRelevante nevenfuncties:• Commissaris TBI• Commissaris Schiphol• Lid raad van toezicht NIVRA• Vicevoorzitter bestuur Stichting Het Concertgebouw FondsDe heer drs. P. WilsonRelevante nevenfuncties:• Voorzitter raad van toezicht Regionaal Opleidingscentrum Amsterdam (ROCvA)• Voorzitter raad van commissarissen Ymere• Lid outer circle Top Executive Coaching (TEC)• Lid adviescommissie Energie Onderzoek Subsidie (EOS) ministerie van Economische ZakenDe heer prof. drs. G.J. Cerfontaine (per 26-10-<strong>2009</strong>)Huidige functies:• Hoogleraar Regional Innovation Policy United Nations University en Universiteit Maastricht• Hoogleraar Corporate Governance Universiteit UtrechtRelevante nevenfuncties:• Lid raad van advies Partnership Foundation• Voorzitter raad van toezicht Nederlands Filmfonds• Innovatie portefeuille Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP)• Lid raad van commissarissen Rüttchen Holding BV• Voorzitter Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest (tot 01-01-2010)• Voorzitter bestuur stichting Vrede van Utrecht• Lid raad van advies Gilde Buy Out Partners• Adviseur Gilde Health Care en Life Science Fund• Lid raad van toezicht stichting Kennis voor Klimaat• President-commissaris Iddink Voortgezet Onderwijs BVMevrouw drs. C.W. GorterRelevante nevenfunctie:• Lid bestuur Schouwburg VelsenDe heer mr. A. Overbosch (tot 21-4-<strong>2009</strong>)Huidige functie:• Senior counsel Cofra Holding AG• Directeur Cofra Amsterdam BVRelevante nevenfuncties:• Vicevoorzitter belastingcommissie VNO-NCWDe heer mr. J.L.P.G. van ThielRelevante nevenfuncties:• Voorzitter Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV)• Lid commissie van toezicht Penitentiaire Inrichting Haarlem (tot 01-08-<strong>2009</strong>)• Raadsheer-plaatsvervanger Centrale Raad van BeroepNB Mevrouw J. van Vliet MHA is gezien de beperkte zittingsduur niet opgenomen in dit overzicht.28


Tabel 11 Rooster van aftreden raad van toezichtNaamJaar vanbenoemingJaar van eerste herbenoemingJaar vanaftredenDe heer mr. A. Overbosch - 2004 <strong>2009</strong>De heer mr. W.F.C. Stevens - 2004 2010De heer mr. J.L.P.G. van Thiel - 2005 2011De heer drs. P. Wilson - 2005 2012Mevrouw drs. C.W. Gorter 2008 - 2013*De heer prof. drs. G.J. Cerfontaine <strong>2009</strong> - 2014** Met mogelijkheid van herbenoeming voor een tweede periode van vier jaar.Tabel 12 Presentielijst reguliere vergaderingen raad van toezichtNaam 26-01 18-03 21-04 15-06 24-08 26-10 07-12De heer mr. W.F.C. Stevens + + + + + + +De heer mr. A. Overbosch + + + n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.De heer mr. J.L.P.G. van Thiel + + + + + + +De heer drs. P. Wilson + + + + + + +Mevrouw drs. C.W. Gorter - + + + + + +Mevrouw J. van Vliet MHA n.v.t. n.v.t. n.v.t. + n.v.t. n.v.t. n.v.t.De heer prof. drs. G.J. Cerfontaine n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. + +De jaarvergadering op 15 juni heeft plaatsgevonden inaanwezigheid van de accountants van Ernst & Young.Aansluitend op deze vergadering is in besloten gezelschaphet afscheid gevierd van het aftredende lid vande raad van toezicht, de heer Overbosch.StrategieoverlegOp 24 augustus vond aansluitend op de regulierevergadering het jaarlijkse strategieoverleg plaats tussende raad van toezicht en de raad van bestuur. Er is metname van gedachten gewisseld over het nieuwe strategischebeleidsplan 2010-2012 en over de positioneringen strategische samenwerkings verbanden van het OLVG.Medische stafIn januari en oktober vond overleg plaats tussen deraad van toezicht en een vertegenwoordiging van hetbestuur medische staf, aansluitend op de regulierevergaderingen van de raad van toezicht.Er is van gedachten gewisseld over strategischesamenwerkingsverbanden, de gevolgen van de nieuwehonorariumsystematiek voor medisch specialisten indienst van het OLVG en over het nieuwe medischbeleidsplan als onderdeel van het strategischbeleidplan van het OLVG.OndernemingsraadDe overlegvergaderingen van de raad van bestuur en deondernemingsraad werden volgens een vergaderschemabij toerbeurt bijgewoond door een lid van de raad vantoezicht. Sinds 2008 zijn daar jaarlijks twee vergaderingenaan toegevoegd, waarin respectievelijk hetsociaal en het financieel beleid van het OLVG wordenbehandeld. Aan deze overlegvergaderingen nemen,naast de (voorzitter van de) raad van bestuur, tweeleden van de raad van toezicht deel.BesluitenDe raad van toezicht heeft in <strong>2009</strong> over de volgendeonderwerpen besluiten genomen:• Goedkeuring ziekenhuisbegroting 2010.• Goedkeuring inhoud gedragscode voor medewerkers.• Benoeming de heer Cerfontaine als lid raad vantoezicht per 26 oktober <strong>2009</strong> en als voorzitter raadvan toezicht per 1 januari 2010.• Goedkeuring strategisch beleidsplan 2010-2012.• Benoeming mevrouw J. van Vliet als lid raad vantoezicht.• Decharge raad van bestuur over verslagjaar 2008(21 april <strong>2009</strong>).• Goedkeuring <strong>Jaardocument</strong> MaatschappelijkeVerantwoording (incl. jaarrekening) 2008.• Goedkeuring voorgenomen besluit Shared ServiceCentre ICT Santeon.• Goedkeuring juridische fusie stichting SMDV en OLVG.• Aanpassing reglementen Corporate GovernanceCommissie en Auditcommissie in verband metcompliance en risicomanagement.29 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


• Aanpassing reglement raad van bestuur in verbandmet uitbreiding raad van bestuur naar drie leden.• Besluit tot vaststelling van de prestatie-indicatorenraad van bestuur verslagjaar <strong>2009</strong>.• Convergentiebeleid ICT Santeon.De raad van toezicht is daarnaast uitgebreid geïnformeerdover de financiële en algemene gang van zaken,kwaliteitsbeleid, veiligheid en andere relevantebeleidsonderwerpen. De raad was zowel mondeling alsschriftelijk doorlopend betrokken bij de ontwikkelingvan regionale en landelijke strategische samenwerkingsinitiatieven.Daarnaast nam de raad deel aande gezamenlijke vergadering van de raden van bestuuren de raden van toezicht van Santeon.JaarrekeningHet geconsolideerde resultaat komt uit op € 4,1miljoen. De solvabiliteit is toegenomen van 9,0% naar9,9%. De totale baten van het OLVG komen uit op € 272miljoen. Ten opzichte van 2008 is dit een stijging van6,8%. Ondanks uitbereiding van het B-segment van20% naar 34% en de opgelegde korting vanuit deoverheid, is het WTG-budget in <strong>2009</strong> met € 7,6 miljoentoegenomen. Dit is voor € 6,2 miljoen te danken aan deregistratie van hiv-parameters. Een andere reden voorde stijging van het WTG-budget is de hogere vergoedingvoor de dure geneesmiddelen in <strong>2009</strong>.De honorariuminkomsten zijn met € 2,5 miljoengestegen ten opzichte van 2008. Deze stijging isinherent aan de toename van de inkomsten van hetB-segment. Ten slotte zijn de overige bedrijfsopbrengstenmet € 6,6 miljoen gedaald. Dit is eengevolg van lagere opbrengsten uit verstrekking van degeneesmiddelen aan verpleeg- en verzorgingshuizen,en een afname van opbrengsten uit dienstverleningaan derden ten opzichte van 2008.Van belang is dat het weerstandsvermogen in dekomende jaren verbetert door het verhogen van desolvabiliteit tot minimaal 15%. Naast het versterkenvan het eigen vermogen, is het van belang om ruimte temaken voor innovaties en investeringen in de toekomst.De komende jaren nemen de financiële risico’s toe,zowel aan de inkomsten- als de kostenzijde.Prestatie-indicatoren en prestatieafhankelijke beloningraad van bestuurSinds 2008 wordt de variabele beloning van deindividuele leden van de raad van bestuur verbondenaan gezamenlijke prestatie-indicatoren, die op basisvan het jaarplan worden overeengekomen met de raadvan toezicht. De variabele beloning ter hoogte vanmaximaal 15% van het jaarinkomen <strong>2009</strong> wordtgebaseerd op de volgende prestaties:• Financieel resultaat: in <strong>2009</strong> wordt een exploitatieresultaatvan ten minste 2% van de omzet (geconsolideerd)bereikt op basis van het door de raadvan toezicht goed te keuren meerjarenplansolvabiliteit.• Doelmatigheid: in <strong>2009</strong> wordt een verbetering vande indicator omzet (€)/personele lasten (€) bereiktvan meer dan 2% ten opzichte van 2008.• Kwaliteit: eind <strong>2009</strong> heeft visitatie door NIAZplaatsgevonden, resulterend in het verkrijgen vande NIAZ-accreditatie.De variabele beloning over <strong>2009</strong> wordt toegekend na devaststelling van de jaarrekening <strong>2009</strong>.Voor 2010 zijn de prestatie-indicatoren voor de raadvan bestuur onderverdeeld naar een gezamenlijke eneen individuele doelstelling. Voor de raad van bestuurals collectief betekent dit dat de begroting voor 2010moet worden gerealiseerd, met daarin opgenomen eenrendementsdoelstelling van 2% over het productiegebondendeel van het budget.Voor de individuele bestuurders gelden de volgendedoelstellingen op hoofdlijnen:• De heer Hemrika: realiseren van samenwerking methet AMC op het gebied van hartchirurgie enuitwerken van de samenwerkingsrelatie met het SintLucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ).• Mevrouw Arts: formuleren van een adequaatactieplan op de 22 NIAZ-verbeterpunten en realiserenvan een marketingplan gericht op de relatiemet de huisarts, de continue monitoring van depatiëntbeleving en het gastvrijheids- en serviceconceptvan het OLVG.• De heer Van der Meer: afronden integrale businesscasevoor locatie Prinsengracht en het invoeren vaneen OLVG-uniform elektronisch verpleegkundigdossier (EVD) op om te beginnen drie verpleegafdelingen.De variabele beloning over 2010 wordt toegekend na devaststelling van de jaarrekening 2010.CommissiesDe raad van toezicht kent drie subcommissies: deAuditcommissie, de Benoemings- en Remuneratiecommissieen de Corporate Governance Commissie.AuditcommissieDe Auditcommissie heeft een adviserende taak tenaanzien van de toezichthoudende rol van de raad van30


toezicht betreffende financiële aangelegenheden en definanciële verantwoording. De Auditcommissiebeoordeelt daartoe:• De financiële verslaglegging.• De interne en externe audit.• Het systeem van risicobeheersing.Opdracht en werkwijze van de Auditcommissie staanbeschreven in een reglement. Dit reglement is in <strong>2009</strong>herzien, waarbij het onderwerp risicomanagement istoegevoegd en het adviseren ten aanzien vancompliance primair is ondergebracht bij de CorporateGovernance Commissie. Het herziene reglement werdopnieuw vastgesteld door de raad van toezicht.In <strong>2009</strong> kwam de commissie vijfmaal bijeen. Aan bodkwamen: het algemeen financieel beleid, de financiëleverantwoording ter voorbereiding op de beoordeling engoedkeuring door de raad van toezicht, de financiëlekwartaalrapportages, de jaarrekening 2008 (inclusiefSMDV/AMS en Jan van Goyenkliniek) en de begroting2010. Daarnaast was er in de commissie specialeaandacht voor: aanpak van het debiteurenbeheer,treasurybeleid, financiële haalbaarheid ICT-beleidSanteon, aanpak van integraal risicomanagement envoorbereiding van de mogelijke deelname van het OLVGaan het Waarborgfonds voor de Zorgsector.Verder werd de evaluatie van de externe accountant in<strong>2009</strong> behandeld. Een uitgebreide vragenlijst isvoorgelegd aan de raad van toezicht, de raad vanbestuur, een senior controller en een aantal nauwbetrokken managers. De uitkomst en vervolgaanpakstaan in 2010 op de agenda van de Auditcommissie enraad van toezicht.Benoemings- en RemuneratiecommissieDe Benoemings- en Remuneratiecommissie, bestaandeuit de voorzitter en vicevoorzitter van de raad vantoezicht, heeft de volgende aandachtsgebieden:• (Her)benoeming en honorering van bestuurders entoezichthouders.• Bewaken van de omvang en samenstelling van deraad van bestuur.• Bewaken van de omvang en samenstelling van deraad van toezicht en zijn commissies.• Opvolgingsplanning.Opdracht en werkwijze van de Benoemings- enRemuneratiecommissie staan beschreven in eenreglement. Dit reglement is in <strong>2009</strong> ongewijzigdgebleven.In <strong>2009</strong> speelde de Benoemings- en Remuneratiecommissieeen actieve rol in de benoeming en beloningvan de nieuwe leden van de raad van bestuur en in debenoeming van het nieuwe lid en de nieuwe voorzittervan de raad van toezicht. Hiertoe kwam de commissiein het verslagjaar meerdere malen bijeen.Corporate Governance CommissieDe Corporate Governance Commissie heeft een adviserendetaak ten aanzien van de toezichthoudende rolvan de raad van toezicht op het gebied van diversegovernance-aspecten. De Corporate GovernanceCommissie beoordeelt tevens het proces waarmee hetziekenhuis de naleving van wetten en andere interne enexterne regelgeving bewaakt (compliance).De opdracht en werkwijze van de Corporate GovernanceCommissie staan beschreven in een reglement. Ditreglement is in <strong>2009</strong> herzien, waarbij het onderwerprisicomanagement is toegevoegd en het adviseren tenaanzien van compliance is overgeheveld van de Auditcommissienaar de Corporate Governance Commissie.Het herziene reglement werd opnieuw vastgesteld doorde raad van toezicht.De Corporate Governance Commissie kwam in <strong>2009</strong>tweemaal bijeen om actuele ontwikkelingen ten aanzienvan governance te bespreken. Ook werden voorstellenen adviezen ontwikkeld over verschillende onderwerpenop dit terrein, te weten: de gedragscode voor medewerkersvan het OLVG, de opzet van integraal risicomanagement,de richtlijnen voor de honorering vanbestuurders en toezichthouders in de zorg, decompliance-nota, het klachtenjaarverslag en de voorbereidingvan de evaluatie van de raad van toezicht.De raad van toezicht heeft de voorbereiding van dezelfevaluatie bij de Corporate Governance Commissiegelegd. Er is een aantal checklists voorbereid om vastte stellen of er volledig aan de formele en procedureleaspecten is voldaan. Deze zijn door de subcommissiesen de individuele leden van de raad van toezicht gehanteerd.Gesprekken zijn gevoerd met de diverse stakeholders.Op basis van deze voorbereidende informatieheeft de raad van toezicht het eigen functionerenbesproken en verbeterpunten geformuleerd. Hierbij zijnook de actuele governance ontwikkelingen en de nieuwezorgbrede governance code 2010 meegenomen.31 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


3.2 Bedrijfsvoering3.2.1 UnitstructuurHet OLVG heeft sinds 2005 een unitstructuur metresultaatverantwoordelijke businessunits, waarbij hetprimaire proces en de medische dienstverlening aanpatiënten centraal staan. Deze structuur is in <strong>2009</strong>,onder begeleiding van externe adviseurs, grondiggeëvalueerd met raad van bestuur en het (unit)management. De uitgangspunten en de visie die bij deinvoering van de unitstructuur werden gehanteerd, zijnonder de loep genomen:• Vorming van resultaatverantwoordelijke eenhedenen introductie van een eenduidige besturingslijn.• Ontwikkeling van een professionele en bedrijfsmatigewijze van besturing en management vanbedrijfsprocessen.• Omslag naar outputsturing, waarbij de klant en deoutputprestaties uitgangspunt zijn voor deinrichting en besturing van de bedrijfsprocessen.Uit de evaluatie blijkt dat deze uitgangspuntenonverminderd overeind staan, met als belangrijkstemotieven: transparantie van kosten en opbrengsten en(interne) klantgerichtheid. Als aandachtspunten voorde verdere doorontwikkeling van het unitmodelkwamen naar voren:• Aanscherpen van de besturing.• Versterken van de onderlinge samenhang.• Op orde brengen van de stuurinformatie.• Doorontwikkelen van het interne dienstenconcept.• Voor deze aandachtspunten wordt in 2010 een planvan aanpak ontwikkeld.houden met wettelijke eisen en termijnen tenaanzien van oplevering van onder meerjaar verslagen en jaarrekening, zodat interne enexterne verantwoording goed op elkaar aansluiten.De afgelopen jaren is de Planning & Controlcyclusverder uitgebouwd tot een sturingsinstrument metgestandaardiseerde managementrapportages. In hetkader van transparantie en het afleggen van verantwoordingover het bedrijfsbeleid is in <strong>2009</strong> verderinvulling gegeven aan het doorlopend evalueren van degestelde doelen en bereikte prestaties. Units dienenmaandelijks een managementrapportage in, bestaandeuit een dashboard plus een toelichting. Het dashboardomvat de perspectieven: financiën, medewerkers,processen, innovatie en markt. Elk perspectief heefteen aantal indicatoren. Door middel van deze indicatorenworden de afgesproken doelen met de unitsgeconcretiseerd. Het is daarbij van belang om deontwikkeling van de indicatoren in de tijd te volgen(trendanalyse). Naast het dashboard geeft de unit eentoelichting op het dashboard en op de voortgang vanuitvoering van beleid en activiteiten. Deze gegevenstezamen vormen de input voor de voortgangsgesprekkenen uiteindelijk de jaarverantwoording.Ook het meerjarenbeleid is verankerd in de Planning &Controlcyclus. Ieder jaar vindt toetsing van het meerjarenbeleidplaats en worden prestatie-indicatorenbepaald die het uitgangspunt vormen voor het jaarplanen de begroting voor het daaropvolgende jaar. Dezeworden in de vorm van een kaderbrief aangereikt aande units en ondersteunende directies en afdelingen.3.2.2 Planning & ControlToegesneden op het businessunitmodel heeft het OLVGeen outputgericht besturingsmodel ontwikkeld. Deunits hebben een eigen resultaatrekening en makenbinnen het strategische kader een businessplan opbasis waarvan de begroting wordt opgesteld. Tenminste ieder kwartaal vindt overleg plaats tussen deraad van bestuur en het unitmanagement over devoortgang van activiteiten en de begroting.Het OLVG zet in op versteviging van de regie op decontinue cyclus van plannen, monitoren en (bij)sturen/beheersen op alle niveaus in de organisatie. Hierbijworden de volgende uitgangspunten gehanteerd:• De Planning & Controlcyclus dient helder en transparantte zijn, zodat iedereen die betrokken is bij decyclus weet wanneer wat van wie wordt verwacht.• De Planning & Controlcyclus dient rekening teVooruitkijkend naar 2010 kan worden gemeld dat deunits en overige bedrijfsonderdelen een managementjaarovereenkomstzullen afsluiten met de raad vanbestuur. Deze jaarovereenkomst bestaat uit hetdashboard plus een tekstdocument. De jaarovereenkomstgaat uit van de perspectieven klant, medewerker,zorg & innovatie, interne processen en financiën. Deovereenkomst bestaat uit doelen, uitgedrukt in indicatoren,gebaseerd op de kaderbrief 2010. De units enoverige bedrijfsonderdelen rapporteren op kwartaalbasis.In de tussenliggende maanden worden definanciën gerapporteerd daar waar grote afwijkingenzijn.In het project Doorontwikkeling management informatieworden de gegevens in het datawarehouse meergeschikt gemaakt voor de gebruikers. Het dashboardwordt zodanig aangepast dat het mogelijk wordt doorte klikken naar onderliggende managementniveaus,32


zoals bijvoorbeeld een verpleegafdeling. Daarnaastwordt het dashboard ook op OLVG-niveau ontwikkeld.3.2.3 Besluitvorming en overlegDe raad van bestuur voert vrijwel wekelijks (besluitvormend)overleg. De (voorgenomen) besluiten van deraad van bestuur worden gecommuniceerd aanunit management, Ondernemingsraad, Patiëntenraad,Stafbestuur en alle leden van de Medische Staf.De raad van bestuur heeft naast de kwartaalgesprekkenin de planning- en controlcyclus ieder kwartaal plenairoverleg met alle unitvoorzitters over de voortgang instrategische en beleidsdoelstellingen en (nieuwe)organisatiebrede ontwikkelingen en projecten. Ditoverleg wordt bijgewoond door stafbestuur, ondersteunendmanagement en ondernemingsraad. Jaarlijksis er met voornoemde deelnemers tevens een strategiedaggericht op de doelstellingen en te verwachtenontwikkelingen voor de komende periode, in relatie tothet strategisch beleidplan.De raad van bestuur heeft vrijwel wekelijks overleg methet stafbestuur over lopende zaken en beleidsvoornemensin de medische zorg. Verder heeft de raadvan bestuur frequent overleg met de adviesorganenondernemingsraad en patiëntenraad. Zie hiervoorverder paragraaf 3.3.3.2.4 Compliance en risicomanagementIntegraal risicomanagementIn <strong>2009</strong> is een vervolg gegeven aan de risicoinventarisatieten behoeve van een systeem voorintegraal risicomanagement. Onder begeleiding vanhet adviesbureau PWC zijn, met een brede vertegenwoordiginguit de ziekenhuisorganisatie, de risico’s opde al eerder benoemde risicoterreinen nader geïnventariseerden geprioriteerd. Op basis hiervan is eenstart gemaakt met de actualisatie van het risicoprofielvan het OLVG. Uit de volledige inventarisatie is optactisch/operationeel niveau een top acht van risico’sbenoemd op de volgende terreinen:• Tekort aan specifiek (medisch en verpleegkundig)personeel.• Onvoldoende fysieke (uitbreidings)ruimte.• Medicatieveiligheid.• Informatieoverdracht (zowel digitaal als op papier).• Helderheid omtrent verantwoordelijkheden in denormale procesgang, alsmede bij het zich voordoenvan calamiteiten.• Voldoen aan (bouw- en andere) voorschriften.• Veiligheidsbewustzijn.• Miscommunicatie tussen zorgverleners onderling enmet de patiënt.Bij deze risico’s worden de aanwezige en gewenstebeheersmaatregelen in kaart gebracht.In 2010 wordt deze integrale aanpak van het risicomanagementaangevuld op strategisch niveau envervolgens geborgd in de P&C-cyclus.Compliance-notaJaarlijks stelt de compliance officer van het OLVG eencompliance-nota op. Daarin wordt een overzichtgegeven van de belangrijkste interne en externe wetenregelgeving die op het ziekenhuis van toepassing isen de naleving ervan. Daarbij komen aan de ordeoverzichten van:• Alle relevante ontwikkelingen binnen de organisatierond rechtspersonen gelieerd aan het OLVG, verzekeringenen contractenbeheer.• De van toepassing zijnde regelgeving met daarbijaangegeven welke functionaris verantwoordelijk is,of aan de regelgeving voldaan wordt en of ermogelijke risico’s zijn.• Contacten met externe toezichthouders, zoals:Inspectie voor de Gezondheidszorg, Arbeidsinspectie,Inspectie VROM.• Lopende juridische procedures tegen het OLVG endoor het OLVG tegen derden.• Aandachtspunten met betrekking tot nieuwe wet- enregelgeving in het komende jaar.3.3 Medezeggenschaps- enadviesorganen3.3.1 Bestuur medische stafDe medische staf van het OLVG telde op 31 december<strong>2009</strong> 170 leden. Het bestuur van de medische stafbestaat uit 7 stafleden, waaronder 2 unitvoorzitters. Desamenstelling van het stafbestuur wijzigde in <strong>2009</strong> niet.Het stafbestuur draagt zorg voor de voorbereiding vanbeleidsmatige zaken en van adviezen aan de raad vanbestuur, zowel in de medisch-professionele als in deorganisatorische sfeer. Daarnaast is het stafbestuurverantwoordelijk voor de medisch-inhoudelijkekwaliteit.Belangrijke thema’s voor het stafbestuur in <strong>2009</strong>waren:• Implementatie van het instrument IndividueelFunctioneren Medisch Specialist (IFMS).33 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


• Oriëntatie samenwerking Santeon en Sint LucasAndreas Ziekenhuis.• Overgang van tweehoofdige naar driehoofdige raadvan bestuur.• Vaststelling van een nieuw strategisch beleidsplan,in samenwerking met raad van bestuur.• Vaststellen medisch meerjarenbeleidsplan doormiddel van consultatierondes.• Kwaliteitsbeleid.• Visitatie NIAZ.• Locatie PrinsengrachtWerkwijze en overlegDe taken en werkwijze van het stafbestuur zijnvastgelegd in een reglement. Het stafbestuur vergadertwekelijks waarbij lopende en beleidsmatige zaken aande orde komen. Het stafbestuur en de raad van bestuurhebben nagenoeg wekelijks overleg over beleidsvoornemensen lopende zaken betreffende medischspecialistischezorg. Het stafbestuur neemt deel aan dejaarlijkse strategieconferentie en levert op die wijzeeen substantiële bijdrage aan de strategiebepaling.Minimaal twee keer per jaar overlegt het stafbestuurmet de raad van toezicht, de ondernemingsraad en depatiëntenraad.In de maandelijkse plenaire vergadering neemt demedische staf besluiten over adviesaanvragen vanuit deorganisatie, worden vakgroepoverstijgende medischeprotocollen vastgesteld en discussiëren stafleden overbeleidsvoornemens en zorginhoudelijke aangelegenheden.Verder hebben deze vergaderingen eeninformatief karakter en komen onder andere kwaliteitsprojecten,nieuw benoemingen in de medische staf enopleidingszaken aan de orde.AdviezenDe medische staf bracht in <strong>2009</strong> advies uit over devolgende adviesaanvragen van de raad van bestuur aanhet stafbestuur:• Voorgenomen besluit een centraal afsprakenbureauin de organisatie te creëren.• Voornemen om de regeling melding misstanden vastte stellen.• Voornemen om het ICT-convergentieplan 2010-2015vast te stellen.• Voorgenomen besluit tot benoeming van een nieuwlid van de raad van toezicht.• Voorgenomen besluit over deelname van het OLVG inSanteon-verband, aan de eerste fase van de pilotMagneet+, in samenwerking met V&VN en NPCF.3.3.2 PatiëntenraadConform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen(WMCZ) kent het OLVG een cliëntenraad, inhet OLVG patiëntenraad geheten. De patiëntenraadbehartigt de gemeenschappelijke belangen vanklinische en poliklinische patiënten van het OLVG, hunfamilieleden en bezoekers. De raad doet dit door vanuiteen onafhankelijke en kritische positie de raad vanbestuur te adviseren.Werkwijze en overlegDe patiëntenraad bestaat uit zeven leden, inclusief devoorzitter, en wordt ondersteund door een ambtelijksecretaris in dienst van het OLVG. De raad beschikt overeen eigen, jaarlijks vastgesteld budget. De manierwaarop de patiëntenraad functioneert, is vastgelegd ineen huishoudelijk reglement. De raad vergadert inbeginsel maandelijks. De raad van bestuur voertfrequent overleg met de patiëntenraad, afwisselend involledige samenstelling of met een delegatie waar onderde voorzitter en ambtelijk secretaris. Met de raad vanbestuur is een samenwerkingsovereenkomst gesloten.Het OLVG is aangesloten bij de Landelijke Commissievan Vertrouwenslieden (LCvV). Op de LCvV kan eenberoep worden gedaan bij eventuele meningsverschillentussen de patiëntenraad en de raad vanbestuur over de toepassing van de WMCZ.De patiëntenraad heeft voor <strong>2009</strong> een werkplanopgesteld. Er is meer bekendheid gegeven aan deactiviteiten van de raad binnen het OLVG en bij deachterban. Hiertoe zijn gesprekken gevoerd met diversemedewerkers van het ziekenhuis en hebben raadsledenbijeenkomsten bezocht van organisaties die patiëntenvertegenwoordigen.AdviezenDe raad van bestuur en de raad van toezicht hebben depatiëntenraad de volgende besluiten in <strong>2009</strong> vooradvies voorgelegd:• Het voornemen om een centraal afsprakenbureau inde organisatie te creëren. De patiëntenraad heeftlaten weten op hoofdlijnen achter de invoeringhiervan te staan.• Het voornemen om een gemeenschappelijkICT-beleid voor Santeon in te voeren, zoalsbeschreven in de notitie ICT-convergentieplan2010-2015. De patiëntenraad heeft hierover eenpositief advies uitgebracht.• Het voornemen om in Santeon-verband deel tenemen aan de eerste fase van de pilot Magneet+.34


De patiëntenraad heeft laten weten de adviseringbij de besluitvorming verder graag aan de gremiaover te laten die de medewerkers van het OLVGvertegenwoordigen.• Het verzoek tot voordracht van een kandidaat voorde eerstvolgende vacature in de Klachtencommissie,zijnde het lid patiëntenvertegenwoordiger.• Het voornemen tot implementatie van hetstrategisch beleidsplan 2010-2012 van het OLVG. Depatiëntenraad heeft positief geadviseerd met eenaantal kanttekeningen.• Het verzoek tot een bindende voordracht voor eenlid van de raad van toezicht.• Het voornemen een samenwerkingsovereenkomstaan te gaan met Amsta en Zorggroep Amsterdam-Oost. De patiëntenraad heeft een positief adviesgegeven tot het aangaan van de samenwerkingsovereenkomstvoor één jaar.• Het voornemen tot benoeming van een lid in deKlachtencommissie.• Het voornemen tot benoeming van de nieuwevoorzitter van de raad van toezicht.Informeel werd de patiëntenraad onderstaande vooradvies voorgelegd, waarbij de patiëntenraad zich heeftonthouden om een advies uit te brengen:• Het voornemen tot een fusie tussen StichtingMedische Dienst Verlening (SMDV) en het OLVG.Het volgende advies is ten tijde van de verslagleggingnog in behandeling:• Het voornemen tot reorganisatie van de klachtafhandeling.Behalve reacties op adviesaanvragen heeft depatiënten raad ook ongevraagd advies gegeven overenkele praktische aandachtspunten:• Opmerkingen, kanttekeningen en aanbevelingen bijde financiële rapportages en de begroting.• Advies ten aanzien van de Spoedeisende Hulp(SEH). Om de werkwijze en met name de logistiekop de SEH te optimaliseren, heeft de patiëntenraadgeadviseerd om hiervoor een deskundige in teschakelen.zich verdiept in de volgende onderwerpen:• Huisvestingsplannen.• Klachtenrapportages en rapportages van klantervaringenten aanzien van de kwaliteit vangeleverde zorg.• Voorlichtingsactiviteiten.Terug- en vooruitblikDe patiëntenraad had zich voor <strong>2009</strong> voorgenomen zichnog meer te richten op de communicatie en het contactmet de achterban. Eind <strong>2009</strong> is in dit kader gestart methet oprichten van een patiëntenpanel dat men in 2010voor verschillende onderwerpen wil raadplegen.Daarnaast is gestart met de organisatie van het eerstelustrumsymposium op 24 maart 2010 voor patiënten enzorgverleners van het OLVG en voor collega cliëntenraden.3.3.3 OndernemingsraadDe ondernemingsraad (OR) heeft in 2008 een plangepresenteerd voor de borging van ‘directemedezeggen schap’ in de decentrale organisatie van hetOLVG, waarbij participatieoverleg als structureelcommunicatiemiddel wordt ingezet. Hierdoor krijgenalle medewerkers van het OLVG de mogelijkheid om teparticiperen en adviezen te geven ten aanzien vanbeleid en voorgenomen besluiten. De OR heeft in <strong>2009</strong>veel energie gestoken in het onder de aandachtbrengen van deze nieuwe aanpak, die in 2010 zijnbeslag zal krijgen.Daarnaast wil de OR meer en meer groeien in de rol vanstrategisch overlegpartner van de raad van bestuur.<strong>2009</strong> was het eerste jaar waarin de OR deze rol verderheeft ontwikkeld.Werkwijze en overlegDe OR vergadert wekelijks. Hierbij worden regelmatiggasten uitgenodigd, zoals leden van de raad vanbestuur, het bestuur van de medische staf, depatiëntenraad, unitvoorzitters en directeuren.Twee keer per jaar brengt de OR een afdelingsbezoek.Vooraf worden vragen opgesteld en het unit managementwordt geïnformeerd. Van de bevindingen wordteen verslag gemaakt.De follow-up van de gegeven adviezen staat regelmatigop de agenda van het overleg met de raad van bestuur.Vrijwel alle adviezen zijn meegenomen in de beleidsmaatregelenof zijn opgevolgd.Overige onderwerpenNaast het geven van adviezen heeft de patiëntenraadHet dagelijks bestuur van de OR heeft eenmaal perweek overleg met de voorzitter van de raad van bestuuren de directeur HR. Tevens hebben de OR-commissiesop het gebied van sociaal beleid, arbeidsomstandigheden,financiën, markt en marktwerking, communicatieen de Prinsengracht structureel overleg met deraad van bestuur en (project)directeuren.35 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Aan de Overlegvergadering (OV/OR) neemt een lid vande raad van toezicht deel als toehoorder. Twee keer perjaar is een delegatie van de raad van toezicht aanwezigbij de thematische vergaderingen over sociaal beleid ende begroting.In <strong>2009</strong> heeft de ontwikkeling van het nieuwestrategisch beleidsplan OLVG structureel op de agendavan de OR gestaan.Advies- en instemmingsaanvragenIngevolge de Wet op de ondernemingsraden is advies ofinstemming gevraagd ten behoeve van verschillendebesluitvormingsprocedures.Adviesaanvragen• Voorgenomen besluit ICT-beleid Santeon.• Reorganisatie Bedrijfsgezondheids- en Preventiedienst(BGPD).• Vervanging personele systemen (PI/SI).• Deelname OLVG in Santeon-verband aan de eerstefase van de pilot Magneet+.• Strategisch beleidsplan 2010-2012.• Reorganisatie directoraat HR.• Reorganisatie klachtafhandeling.• Reorganisatie Beleidsstaf Financiële Zaken enFinancial Services.Instemmingsaanvragen• Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO).• Registratie deskundigheidsbevordering verpleegkundigenen verzorgenden.• Duurzame inzetbaarheid medewerkers.• Bonussysteem functiegroep laboranten Oosterpark.• Uitvoeringsregeling Bekwaamheidsverklaringvoorbehouden en risicovolle handelingen OLVG.• Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en planvan aanpak Medisch Microbiologisch Laboratorium.Overige onderwerpenNaast bovengenoemde onderwerpen zijn in hetverslagjaar onder andere de volgende onderwerpen bijde OR aan bod gekomen:• Pilot wijziging arbeidstijden afdeling Logistiek.• Herstructurering Chirurgie/SEH.• Kaderbrief OLVG 2010.• Pilot participatieplaatsen in samenwerking metPantar Amsterdam.• Wijziging Fietsregeling OLVG.• Vervanging personeelspassen.• Samenwerkingsovereenkomst OLVG-Amsta-ZGAO.• HR Businessplan 2010-2012.• Notitie Excellente Zorg.• Veilige Zorg: rapportage agressie-incidenten OLVG2008.• Invoering Verbaannorm.3.3.4 Verpleegkundig StafconventHet Verpleegkundig Stafconvent (VSC) heeft zich sinds2006 in een hoog tempo ontwikkeld. Het VSC wordtsteeds meer betrokken bij OLVG-brede vraagstukkenover verpleegkundige kwaliteit en professionaliteit.Dit heeft geleid tot een verbreding van het takenpakketen heeft de positie van het VSC in de organisatieveranderd. Het VSC participeert in verschillendekwaliteits projecten aangaande het primaire proces,zoals: ontslagmanagement, het elektronisch verpleegkundigdossier, vrijheidsbeperkende maatregelen enpostoperatieve pijnbestrijding. Daarnaast heeft het VSCeen belangrijke rol in andere ziekenhuisbrede projecten,zoals: de professionaliteit van de verpleegkundigeberoepsgroep, voorbehouden en risicovolle handelingen,kwaliteitsregistratie V&V en de pilot ExcellenteZorg. Gekoppeld aan het strategisch beleid van het OLVGheeft dit geleid tot een aanscherping van de doelstellingenen concrete doelen voor de periode <strong>2009</strong>-2012:• Het VSC neemt deel aan diverse projecten en zorgtervoor dat, vanuit het verpleegkundig perspectief,de lijnen helder zijn en er afstemming is tussen deverschillende projecten, stafafdelingen, units enverpleegafdelingen.• Op het gebied van deskundigheidsbevordering werkthet VSC samen met Teaching Hospital en HR. Het VSCinitieert, adviseert en bewaakt een breed aanbodvan onder meer geaccrediteerde scholingen,vaardigheidstrainingen, e-learning, masterclassesen workshops.• Het VSC adviseert met betrekking tot nieuwe rollenbinnen het verpleegkundig beroep in het OLVG,zoals verpleegkundig informaticus, verpleegkundigwetenschapper en Nurse Practitioner.• Het VSC stimuleert het toepassen van evidencebasedpractice of best practice en verplegingswetenschappelijkonderzoek in het OLVG.ActiviteitenHet VSC is in <strong>2009</strong> betrokken geweest bij vele(ziekenhuisbrede) projecten en activiteiten:• Project Vrijheidsbeperkende interventies.• Project Elektronisch verpleegkundig dossier.• Project Voorbehouden en risicovolle handelingen.• Kwaliteitsregistratie voor verpleegkundigen.• Organisatie van de Dag van de Verpleging met hetonderwerp: hoog tijd voor pro-activiteit.36


• Verpleegkundige Scriptieprijs.• Pilot Excellente Zorg (door V&VN met Santeon).• Participatie in het Kernteam Kwaliteit.• Themabijeenkomsten voor alle verpleegkundigen enverzorgenden.• Contacten met V&VN, STZ, Santeon, verpleegkundigeadviesraad (VAR) regio Noord-Holland.37 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


4. Beleid, inspanningen en prestaties4.1 Algemeen beleid4.1.1 Missie en visieDe missie van het OLVG is het leveren van goedepatiëntenzorg aan iedereen. Maar ook: de zorg verbeterendoor onderzoek te verrichten en het delen vanonze kennis door het verzorgen van opleidingen. Wijwillen door patiënten, verwijzers, verzekeraars encollega’s gezien worden als hét ziekenhuis waar debeste medische behandelingen en een gezondebedrijfsvoering hand in hand gaan met een buitengewonegastvrijheid, en als een organisatie waarmedewerkers worden geïnspireerd om het beste uitzichzelf te halen.4.1.2 Jaarplan/doelstellingen <strong>2009</strong>In het OLVG Jaarplan <strong>2009</strong> is een aantal beleidsterreinenbenoemd waaraan de raad van bestuurconcrete verbeterdoelstellingen heeft verbonden:• Doelstelling: Het OLVG moet en wil beter zichtbaarmaken wat de kwaliteit van zorg is en dit ook naarbuiten toe uitdragen. Naast het zichtbaar maken vanbestaande prestaties dient doorlopend verbeteringen vernieuwing te worden doorgevoerd. De focusligt daarbij sterk op (medicatie)veiligheid enpatiënt gerichtheid. De implementatie van procesmanagementen een kwaliteitscyclus vormt hiervooreen randvoorwaarde. Daarbij spelen ICT-mogelijkhedeneen belangrijke rol. Om de beoogde doorlopendekwaliteitsverbetering kracht bij te zetten,heeft het OLVG in <strong>2009</strong> externe toetsing ondergaanin de vorm van de NIAZ- accreditatie.Resultaat: het OLVG is in <strong>2009</strong> NIAZ-geaccrediteerd.Zie verder 4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid.• Doelstelling: Het OLVG wil het (poliklinische) marktaandeelin de stad (Centrum en Oost) op OLVGniveauen op unit niveau ten minste behouden, maarbij voorkeur vergroten. Een aantal uitgangspuntenvoor de dienstverlening vanuit de locatie Prinsengrachtwordt definitief vastgesteld. Specifiek opIJburg wil het OLVG de strategische positioneringverder uitbreiden. Dit krijgt mede invulling door hetop een of andere wijze vertegenwoordigd zijn van deunits op IJburg. De samenwerking met de huisartsenkan verder worden verbeterd door korte lijnen engoede communicatie te onderhouden, gerichte inzetvan ICT te bewerkstelligen en directe toegang totdiagnostische faciliteiten te bieden. Ten aanzienvan de krapte op arbeidsmarkt moet het OLVG zich(binnen Amsterdam) als werkgever onderscheidenen daar gericht beleid op ontwikkelen, om zo nieuwemedewerkers te werven en huidige medewerkers(langer) te binden.Resultaat: het OLVG heeft in <strong>2009</strong> een proactiefarbeidsmarktbeleid ontwikkeld, is uitgeroepen totTopwerkgever, heeft een organisatiebreed medewerkerstevredenheidsonderzoekgehouden en heefteen passende reiskostenregeling voor de medewerkersingevoerd. Zie verder 4.5. Kwaliteitsbeleidmedewerkers.• Doelstelling: Om een gezonde bedrijfsvoering tekunnen realiseren en stand te houden als topklinischziekenhuis in een competitieve markt, moet erin de exploitatie meer ruimte geschapen wordenvoor innovatie, ICT, investeringen en ondernemerschap.Financiële ruimte moet gevonden worden ineen hogere doelmatigheid binnen de regulierebedrijfsvoering. Naast procesverbetering kan ditmet een dynamischere vorm van capaciteitsmanagement,waaronder flexibilisering van personeel. Defocus zal ook steeds meer gericht zijn op resultaatgerichtwerken.Resultaat: een gezonde bedrijfsvoering vormt hetvoorwaardescheppend kader voor het strategischbeleidplan 2010-2012. Zie verder 3.2. Bedrijfsvoering,4.1.3. Strategisch beleidsplan 2010-2012en 4.9. Financieel beleid• Doelstelling: Reeds ingezette ontwikkelingen op hetgebied van ICT, zoals elektronische statusvoering,zorgpaden, ordermanagement, doorontwikkelingvan de patiëntenportal en de ondersteuning vanhuisartsen en andere zorgprofessionals, worden in<strong>2009</strong> voortgezet.Resultaat: het OLVG heeft in <strong>2009</strong> voortganggeboekt met OLVG Digitaal. Binnen Santeon zijnbesluiten genomen ten aanzien van een gemeenschappelijkShared Service Centre en de EPD/ZISselectie.Zie verder 4.7.1. ICT-beleid.• Doelstelling: Het is van belang dat de organisatie,en in het bijzonder het unitmodel, verder wordtontwikkeld. Verregaande decentralisatie van verantwoordelijkhedenen bevoegdheden vraagt ommanagement dat voldoende competent is om in diecontext te kunnen functioneren en ambities endoelstellingen van het OLVG te helpen realiseren.Een voorwaarde hiervoor is een professioneel werkenontwikkelingsklimaat. In de Planning & Controlcycluswordt de verbreding naar niet-financiële38


aspecten van de bedrijfsvoering doorgezet, zoals delogistieke prestaties en kwaliteitsindicatoren.Verder moet aandacht worden besteed aan de balanstussen centraal en decentraal, en de samenwerkingen uitwisseling tussen units onderling. Een randvoorwaardehiervoor is juiste en tijdigeinformatievoorziening.Resultaat: in <strong>2009</strong> is het unitmodel uitgebreidgeëvalueerd, de aandachtsgebieden zijn benoemden op basis daarvan wordt in 2010 een plan vanaanpak voor de doorontwikkeling opgesteld.Zie verder 3.2.1. Unitstructuur.In het verslagjaar zijn binnen deze beleidsterreinenveel nieuwe projecten en activiteiten opgezet enlopende projecten en activiteiten verder ontwikkeld.Deze staan beschreven in verschillende paragrafen vandit jaardocument. Eind <strong>2009</strong> is het jaarplan geëvalueerden konden de raad van bestuur en de raad vantoezicht concluderen dat vrijwel alle voorgenomendoelen zijn gerealiseerd.Public relationsMet een gerichte communicatieaanpak rondom de kwaliteitvan zorg en nieuwe voorlichtingsprojecten, is in<strong>2009</strong> op structurele wijze bijgedragen aan de organisatiedoelstellingenen heeft het OLVG zich op een positievemanier binnen en buiten de organisatie geprofileerd.Er was regelmatig OLVG-nieuws in de pers te vinden. Permaand verschenen gemiddeld vier nieuwsberichten.Gedurende het hele jaar kwamen circa 200 mediaverzoekenbinnen en verschenen meer dan 250 publicaties,onder andere over: start Ouderenpolikliniek,gratis hiv-test, 5 sterren voor behandeling slaapapneu,OLVG beste ziekenhuis van Amsterdam uit AD-top 100,nieuws over de grieppandemie, deelname pilot ExcellenteZorg, OLVG keurmerk Top Werkgever <strong>2009</strong> enCCKL-accreditatie voor het Medisch MicrobiologischLaboratorium.Op de website van het OLVG en op OLVG-tv draait eenkorte film over het OLVG die op krachtige wijze laat zienwat het ziekenhuis te bieden heeft aan patiënten,bezoekers, verwijzers en (potentiële) medewerkers.4.1.3 Strategisch beleidsplan 2010-2012Overkoepelend over de in 4.1.2 beschreven beleidsterreinenhebben in het verslagjaar de koersbepalingen strategieontwikkeling van het OLVG plaatsgevonden.Eind 2008 is een organisatiebreed traject gestart dat in<strong>2009</strong> resulteerde in een nieuw strategisch beleidsplan.In <strong>2009</strong> is in werkgroepen, feedbackbijeenkomsten enstrategieconferenties nagedacht over hoe het OLVG zichkan onderscheiden van andere ziekenhuizen en hoe inhet dagelijks werk het verschil kan worden gemaaktvoor de patiënten. Unitvoorzitters, bedrijfsleiders,stafbestuur, OR, patiëntenraad en ruim tweehonderdmedewerkers uit de volle breedte en diepte van deorganisatie namen hieraan deel. Tijdens dit intensievetraject stonden de volgende vragen centraal:• Wat zijn belangrijke ontwikkelingen binnen dezorgmarkt?• Wat zijn relevante landelijke en regionale trends opdemografisch en sociaal-maatschappelijk gebied?• Wat zijn belangrijke medisch-inhoudelijke ontwikkelingen?• Wat zijn de voorkeuren en behoeftes van patiëntenvan het OLVG, huisartsen en verzekeraars?Ook is de ziekenhuisorganisatie zelf kritisch onder deloep genomen:• Wat zijn de sterke punten van het OLVG?• Hoe toonaangevend en gastvrij is het ziekenhuis?• Wat is er goed en wat is er minder goed geregeld,wat kan of moet beter?De uitkomst van het traject staat verwoord in hetstrategisch beleidsplan 2010-2012, waarvan strategischevisie, stakeholders, bedrijfsvoering en samenwerkingde kern vormen.Strategische visieHet OLVG positioneert zich de komende jaren als hétziekenhuis waar excellente medische behandelingensamengaan met een buitengewone mate vangastvrijheid. Een ambitie die wordt weerspiegeld in detwee kernwaarden van het OLVG: toonaangevend engastvrij. Deze kernwaarden vormen de strategischeankerpunten waarmee het OLVG zich wil onderscheidentoonaangevendinnovatiehet aantrekken, behouden enontwikkelen van toptalenteen geweldige plek om te werkenEen gezonde bedrijfsvoeringKader strategische visie OLVGgastvrijcultuur/gedrag39 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


van andere zorgaanbieders. Ook fungeren ze voor allemedewerkers als leidraad bij hun dagelijks handelen.De strategische positionering en de kernwaarden gevenrichting aan de wijze waarop de organisatie, samen metde medewerkers, de missie en visie van het OLVG wilrealiseren. Een gezonde bedrijfsvoering vormt daarvooreen randvoorwaarde.StakeholdersVoor de stakeholders van het OLVG (patiënten,huisartsen en andere verwijzers, verzekeraars,medewerkers) worden de strategische positionering ende kernwaarden op de volgende wijze zichtbaar:MedewerkersGastvrijheid is een cultuur- en gedragskenmerk.Toonaangevende zorg wordt vooral bepaald door deambitie en het innovatievermogen van medewerkers.Het succes van de strategie van het OLVG wordt dusgrotendeels bepaald door de mate waarin deorganisatie ambitieuze, innovatieve en gastvrijezorgprofessionals aan zich weet te binden. Daarom gaathet OLVG zich de komende jaren nog meer inspannenom voor medewerkers een geweldige werkplek te zijn.Belangrijke elementen daarbij zijn: een leven langleren, ruimte om jezelf te ontwikkelen, dokters in thelead en een laagdrempelige, informele cultuur.PatiëntenHet OLVG biedt basiszorg die geënt is op de meestactuele medische kennis en technologie (state of theart), pluszorg waarmee het ziekenhuis zich binnen deregio onderscheidt en topklinische zorg die zich kanmeten met de beste ziekenhuizen in binnen- enbuitenland. De gastvrijheid van de zorgprofessionalsgaat verder dan klantvriendelijkheid en service. Ditkomt tot uiting in inlevingsvermogen, compassie enrespect voor diversiteit. De kwaliteit van zorg en degastvrijheid van de medewerkers worden geborgd inhet OLVG-serviceconcept, dat voor alle organisatieonderdelenals minimumnorm fungeert. De belevingvan patiënten wordt continu gemonitord.Huisartsen en andere verwijzersHet OLVG beschouwt de huisarts als samenwerkingspartner.In de komende jaren wordt de relatie tussenhuisarts en medisch specialist verder geoptimaliseerddoor te investeren in centrale, eenduidige maar vooralook persoonlijke communicatie en een snelle toegangtot eerstelijnsdiagnostiek. Daarnaast ontwikkelt hetOLVG in samenwerking met de huisartsen nieuweinitiatieven op het gebied van ketenzorg, acute zorg enandere zorginnovaties.VerzekeraarsHet OLVG ondersteunt de komende jaren zorgverzekeraarsbij hun inkoopbeleid, door gegevens voorprestatie-indicatoren zo transparant en volledig mogelijkaan te bieden en in begrijpelijke taal op de websitete zetten. Indicatoren zijn voor het OLVG een belangrijkaangrijpingspunt voor het verbeteren van de zorg.Tevens maken ze het mogelijk te meten hoe het ziekenhuisstaat ten opzichte van andere ziekenhuizen. Zowordt voor verzekeraars én verzekerden zichtbaar hoede kernwaarden toonaangevend en gastvrij door hetziekenhuis worden waargemaakt.BedrijfsvoeringEen (financieel) gezonde bedrijfsvoering is cruciaal omeen goede positie in de markt te behouden en omnoodzakelijke investeringen te kunnen doen. Daaromneemt het OLVG de komende jaren maatregelen om dedoelmatigheid van de organisatie te verbeteren. Om deunits daarbij te ondersteunen, wordt een nieuw internverrekensysteem geïntroduceerd. Dit systeem maaktvoor een unit de relatie zichtbaar tussen de inkomsten,de reële kosten en de geleverde inspanningen.SamenwerkingVoor het behoud van topklinische functies moet hetOLVG zich in toenemende mate richten op samenwerkingen alliantievorming. Continuïteit en kwaliteitvan (sub)specialismen kunnen alleen in stand wordengehouden met voldoende productievolume en eenconcentratie van hoogcomplexe zorg. Derhalve is voorzowel basis- als topklinische zorg een adherentiegebiednodig van voldoende omvang.Door horizontale samenwerking in de regio aan tegaan, moet het OLVG een adherentiegroei kunnenrealiseren van de huidige 220.000 naar 350.000 tot400.000 inwoners.Verticale samenwerking met de derde lijn is eenvoorwaarde voor de functie als opleidingsziekenhuis ennoodzakelijk om topklinische/topreferente zorg tekunnen blijven bieden. De komende jaren bouwt hetziekenhuis daarom verschillende vormen van samenwerkingverder uit, zowel regionaal als landelijk.Regionaal richt het OLVG zich op een aantal natuurlijkepartners met wie een vorm van samenwerking wordtaangegaan of verder uitgebouwd. Landelijk bouwt hetOLVG de komende jaren de samenwerking binnenSanteon verder uit. Hiermee wordt geen directeadherentiegroei nagestreefd, maar kan wel belangrijkschaalvoordeel behaald worden in de backofficeactiviteitenvan de organisatie. Daarnaast levert40


participatie in een landelijke kwaliteitsketen belangrijkimagovoordeel op. Dit is in lijn met de strategischepositionering van het OLVG.Landelijke strategische samenwerkingDe landelijke samenwerking van het OLVG in Santeon isin <strong>2009</strong> verder uitgebouwd met ondersteuning vanuithet centrale programmabureau. Na een fase vanlaverend verkennen in 2008, zijn in <strong>2009</strong> op een aantalterreinen concrete resultaten zichtbaar en merkbaargeworden:Kwaliteit:• In alle zes de ziekenhuizen werd een necrologiecommissieactief, naar het model ontwikkeld in 2008in het OLVG.• Er werd onderzoek verricht naar de betrouwbaarheiden bruikbaarheid van de Hospital StandardizedMortality Ratio (HSMR).Onderwijs en onderzoek:• De mogelijkheden zijn verkend voor de gezamenlijkeaanschaf van eenzelfde elektronische leeromgeving,dit wordt in 2010 geïmplementeerd.• Er draaiden enkele pilots rondom attitudetrainingen klantgerichtheidtraining van aios.Farmacie:• Er is gestart met een gezamenlijk inkoopbeleid voorgeneesmiddelen.ICT:• Een gezamenlijk ICT-beleid werd vastgesteld, wat ingrote lijnen is uitgewerkt in het ICT-convergentieplan2010-2015. Onderdeel daarvan is het oprichtenvan een gezamenlijk ICT-Shared Services Center.Hrm:• Alle Santeon-ziekenhuizen hebben in <strong>2009</strong> eenidentiek medewerkerstevredenheidsonderzoek(MTO) gehouden, dat tevens functioneert alsdiagnose voor het behalen van het Investors inPeople-certificaat. De uitkomsten van het MTO zijnonderling gebenchmarkt.• Alle ziekenhuizen hebben in <strong>2009</strong> het CRF-keurmerkin de wacht gesleept en zijn benoemd tot TopWerkgever 2010.• Om vast te kunnen stellen wat voor verpleegkundigeprofessionals nog beter kan, doet Santeon mee aande landelijke pilot Excellente Zorg van V&VN en deNPCF, met subsidie van VWS.Strategische samenwerking in de regioKwaliteitsverbetering vormt de drijfveer voor hetverkennen en aangaan van regionale samenwerkingsverbanden.Daarnaast is het voor de positionering vanhet OLVG van groot belang het adherentiegebied tevergroten voor topklinische activiteiten en schaalvoordelente realiseren van de medische ondersteunendediensten.Dit heeft al concreet geresulteerd in de oprichting vanhet Niersteencentrum Amsterdam, waarbinnenurologen van het OLVG en het Sint Lucas AndreasZiekenhuis (SLAZ) gezamenlijk alle voorkomendeniersteenbehandelingen aanbieden. In <strong>2009</strong> is desamenwerking tussen deze beide topklinische ziekenhuizenuitgebreid met de oprichting van hetVaatcentrum Amsterdam. De vaatchirurgen van beideziekenhuizen werken binnen dit centrum intensief metelkaar samen en bieden 24 uur per dag, 7 dagen perweek, vaatchirurgische zorg aan op de twee locaties.Met het AMC is een samenwerking op het gebied vangastro-enterologische chirurgie gerealiseerd (GEOCA).De oprichting van een gezamenlijk HartcentrumAmsterdam is in voorbereiding.De samenwerking met SLAZ, AMC en ook het BovenIJZiekenhuis wordt nog verder verkend binnen anderemedische disciplines. Daarnaast wordt in de medischondersteunendediensten samengewerkt met delaboratoria van het Flevoziekenhuis in Almere, hetMC|Zuiderzee en de GG&GD Amsterdam.4.1.4 LocatiebeleidPrinsengrachtHet OLVG heeft in 2006 besloten tot een ingrijpendevernieuwing van de locatie Prinsengracht. Marktveranderingen,de noodzaak tot verdere groei, profileringin de binnenstad en de (achterstallige) staat vande monumentale gebouwen vormden de aanleidinghiertoe. In het strategisch beleid heeft het OLVG metdeze ontwikkelingen rekening gehouden door zich inalgemene zin ten doel te stellen de huidige marktpositiein Amsterdam te behouden en waar mogelijkverder te versterken. Brede basiszorg in een grootverzorgingsgebied en daarmee voldoende patiënteninstroomzijn essentieel voor het leveren vanhoogwaardige, topklinische zorg en het kunnen zijnvan een opleidingsziekenhuis.Ten slotte zijn in <strong>2009</strong> de voorbereidingen getroffenvoor de nieuwe naam en het beeldmerk van Santeon diemet ingang van 30 maart 2010 worden ingevoerd.De raad van bestuur heeft eind <strong>2009</strong> een geactualiseerdvoorgenomen besluit genomen over de ver- ennieuwbouw van de locatie Prinsengracht. In <strong>2009</strong> is hetvoorlopig ontwerp van architectenbureau Henket &41 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


partners en diverse technisch adviseurs gereedgekomen.Hierin zijn de door het OLVG geformuleerdewensen en eisen vertaald op het gebied van medischekwaliteit en serviceverlening. In het voorlopigeontwerp is sprake van een totale reconstructie. Hierbijworden de monumentale gebouwdelen gerenoveerd incombinatie met gedeeltelijke nieuwbouw, waarin metname de meer technische functies een plaats krijgen.Vanwege de complexiteit is een gedetailleerd modelvan kostencalculatie voorbereid.Daarnaast zijn, in overleg met de gebruikers van hetgebouw, de uitgangspunten voor het serviceconceptgeformuleerd. De wijze waarop de medische dienstverleningwordt aangeboden en de manier waarop er inhet nieuwe gebouw (flexibel) kan worden gewerkt,vormen hiervoor de basis.Ook is verdere invulling gegeven aan de voorlopigebusinesscase. Hierin worden de toekomstige (kapitaals)lasten afgezet tegen de verwachte omzet (in dbc’s) vande units die basiszorg aan de binnenstad gaan leverenvanuit de vernieuwde OLVG-locatie aan de Prinsengracht.Verdere finalisering vindt plaats in 2010.Gezien de rijksmonumentenstatus van de locatiePrinsengracht is met de gemeenteAmsterdam,stadsdeel Centrum, in <strong>2009</strong> intensiefoverleg gevoerd over het gebouwontwerp, de ruimtelijkeinpassing en de diverse vergunningentrajecten enprocedures.IJburgIn <strong>2009</strong> is een aantal units van het OLVG van startgegaan met het aanbieden van spreekuren op IJburg,in het gezondheidscentrum Haveneiland. Aan devestiging van het OLVG op IJburg ligt een aantaluitgangspunten ten grondslag. Zo is de prognose datIJburg tot 2020 zal groeien tot 40.000 inwoners. Ditdeel van de stad wordt dan ook gezien als de groeimarktvan Amsterdam. Door een poliklinischevoorziening op IJburg neer te zetten wil het OLVG zijnadherentiegebied en marktaandeel versterken. Ookwordt met deze vestiging ingespeeld op de trend vandecentralisatie van zorg en integratie met de eerste lijnen andere ketenpartners. In 2010 worden de uitgangspuntenvan destijds opnieuw bekeken en wordt de koersop IJburg bepaald, waarbij strategische positioneringen imago van het OLVG een belangrijke rol spelen.LangetermijnhuisvestingIn het vastgoedplan 2010-2025, dat in <strong>2009</strong> grotendeelswerd afgerond, is de visie van het OLVG ophuisvesting gekoppeld aan de visie op zorgverlening enhet strategisch beleidsplan. Met het vastgoedplan, datop hoofdlijnen alle bouwplannen en de daaraanverbonden (investerings)kosten bevat, wordtingespeeld op demografische en klinische ontwikkelingen.Het plan geeft de contouren en fasering weervan het huisvestingsbeleid van het OLVG voor dekomende jaren, maar zal ieder jaar opnieuw wordenbezien in het licht van actuele ontwikkelingen.4.1.5 Gastvrij OLVGProfileringMet een aantal nieuwe en bestaande communicatiemiddelenis het OLVG in <strong>2009</strong> verder op de kaart gezet:• Nieuwe website www.olvg.nl: Op 8 september gingde vernieuwde OLVG-website online. Uit onderzoekblijkt dat bezoekers van gezondheidssites zoeken opaandoeningen en behandelingen. De nieuwe websitevan het OLVG speelt daar optimaal op in doorpatiënten en bezoekers op elke webpagina demogelijkheid te bieden hierop te zoeken. In <strong>2009</strong> ishet aantal bezoekers van de website gestegen naargemiddeld 2500 per dag. In 2008 waren dit er circa2000.• OLVG-tv: Een aantal units is gestart met OLVG-tv,ook wel narrowcasting genoemd. Narrowcasting isvia lcd-schermen een specifieke doelgroep op eenspecifieke plaats op een specifiek momentbenaderen met informatie op maat gesneden voorde ontvanger. OLVG-tv is het een manier om hetwachten voor patiënten en bezoekers aangenamerte maken. Het is een effectief middel om verwachtingenvan de patiënt te managen, door wachttijdente communiceren, en specialismen kunnen zichzelfen het OLVG profileren,• Verspreiding publieksblad Entree: Om het OLVG opde kaart te zetten bij de bewoners en zorgverlenersvan Amsterdam is de publiekskrant Entree vijf keerverspreid onder bewoners van diverse stadsdelen enverwijzers in Amsterdam.VoorlichtingscentrumDoor de prominente plek in het ziekenhuis weten meerpatiënten, bezoekers en medewerkers het Voorlichtingscentrumte vinden. In het Voorlichtingscentrumkan foldermateriaal verkregen worden en informatieover het OLVG, behandelingen, aandoeningen enpatiëntenverenigingen. Tevens coördineert het centrumde aanvragen voor het medisch dossier en behandelt deeerste klachtenopvang. In het verslagjaar werdenongeveer 1400 medische aanvragen verwerkt. Dat is42


qua aantal vergelijkbaar met 2008. Daarnaast werden250 folders ontwikkeld of verbeterd.In <strong>2009</strong> heeft het Voorlichtingscentrum, naast debestaande voorlichtingsbijeenkomsten, een aantalnieuwe initiatieven ontplooid:• Nieuwe folder OLVG van A tot Z: Deze folder ligt opde eerste opnamedag op het bed van de patiënt enis het visitekaartje voor het OLVG. De A tot Z-folderis qua vorm en inhoud aanzienlijk verbeterd enaantrekkelijker geworden om te lezen.• Patiëntenfolderrekken: Bij de meeste units zijnnieuwe folderrekken geplaatst. In deze folderrekkenworden op overzichtelijke wijze folders en postersvan het OLVG gepresenteerd.• Interactieve voorlichting: Voor OLVG-tv zijn - in devorm van animaties - korte voorlichtingsfilmsontwikkeld om de patiënt te informeren over debehandeling die hem te wachten staat.• Inloopmiddagen: In samenwerking met een aantalpatiëntenverenigingen zijn inloopmiddagengeorganiseerd. Ervaringsdeskundigen vanpatiëntenverenigingen waren aanwezig om vragenvan patiënten te beantwoorden.Inrichting/voorzieningenOok op facilitair terrein werd in <strong>2009</strong> een aantal zakenverbeterd die tegemoetkomen aan de behoeften enwensen van patiënten en bezoekers. Zo werd decentrale toegangshal van het OLVG (‘de Lichtstraat’)ingrijpend verbouwd, werden het bezoekersrestauranten de winkel vernieuwd en werd het aanbod van dezevoorzieningen verruimd.Door een kortere menucyclus krijgen patiënten dielanger in het ziekenhuis verblijven meer variatie inmaaltijden.Geestelijke verzorgingGeestelijke verzorging is het aanbieden van begeleidingen ondersteuning met betrekking tot fundamentelevragen rondom leven, ziekte en dood, en richt zich opalle opgenomen patiënten, familie, naasten,medewerkers en de organisatie. Dit gebeurt op basisvan de geloofs- en levensovertuiging van betrokkenen.De kerntaak van de geestelijke verzorging wordt ondersteunddoor de Onze Lieve Vrouwe Kapel en de gebedsruimtevoor moslims als stiltecentra voor patiënten enhun naasten, medewerkers en ook voor buurtbewoners.In het verslagjaar zijn op het gebied van de geestelijkeverzorging twee beleidsvoornemens gerealiseerd: hetorganiseren van een debat over de kernwaarden van hetOLVG en het onderzoeken of het aanbod van geestelijkeverzorging overeenkomt met de vraag van de patiëntenen bezoekers van het ziekenhuis.Waardendebat ‘Onder de Bogen’: kernwaarden OLVGonder de loepIn 1898 kwamen de Zusters Onder de Bogen vanuitMaastricht om in het juist geopende OLVG te werken. Injuni werd het 111-jarig jubileum op grootse wijzegevierd. Op het programma stond onder andere hetwaardendebat Onder de Bogen. Verschillende sprekerslieten in de Onze Lieve Vrouwe Kapel hun licht schijnenop de OLVG-kernwaarden gastvrij en toonaangevend.Een delegatie van de Zusters Onder de Bogen was bijhet debat aanwezig.Verbreding en diversificatie aanbod geestelijkeverzorgingAlle geestelijk verzorgers van het OLVG hebben eenchristelijke achtergrond. De vraag is of in deze samenstellingvoldoende wordt voorzien in de behoefte aangeestelijke verzorging binnen het OLVG. Een groot deelvan de patiënten onderhoudt geen banden meer meteen christelijke geloofsgemeenschap en een belangrijkdeel heeft een islamitische achtergrond. In het lichtdaarvan heeft de Dienst Geestelijke Verzorging eenbreed onderzoek laten uitvoeren naar de behoefte aanislamitische geestelijke verzorging binnen het OLVG.Het onderzoek wijst uit dat de urgentie beter aan tesluiten bij de islamitische leefwereld van dit deel vande patiëntenpopulatie in het OLVG breed wordt gevoeld.Er is behoefte aan kennis over de verschillende islamitischeculturen die men in het ziekenhuis tegenkomt.De ondervraagde patiënten geven aan dat islamitischegeestelijke verzorging wordt gezien als een belangrijkesteun tijdens de opname.Voor de huidige geestelijk verzorgers zijn dezeuitkomsten reden om te streven naar een vorm vanislamitische geestelijke verzorging. Naast het biedenvan begeleiding aan patiënten en hun naasten, moetdit voorzien in het vergroten van kennis ten aanzienvan de islam en de islamitische culturen binnen hetOLVG. Hierover is een advies aan de raad van bestuuruitgebracht.Men mag, gezien de levensbeschouwelijke kaart vanAmsterdam, aannemen dat veel patiënten in het OLVGzich niet (meer) rekenen tot een van de levensbeschouwelijkehoofdstromen. De huidige geestelijkverzorgers hebben relatief weinig contacten met dezecategorie patiënten. Om ook deze grote groeppatiënten recht te doen, is voorgesteld een humanis-43 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


tisch geestelijk verzorger aan te stellen op projectbasisvoor een periode van twee jaar.4.1.6 Beleid en doelstellingen 2010Aan het strategisch beleidsplan 2010-2012 zijn dertigconcrete doelstellingen verbonden die in de driejarigebeleidsperiode gerealiseerd moeten worden. Dezedoelstellingen vormen het centrale referentiekader voorde bedrijfsplannen van de businessunits en ondersteunendestafafdelingen, en voor het uitdragen enuitvoeren van deze plannen naar patiënten, hun naastenen andere klanten als huisartsen en verzekeraars.• Het OLVG heeft een intern verrekensysteem dat doorhet unitmanagement wordt gewaardeerd met een7,5.• De units en de overige organisatieonderdelenstellen een ‘schaduwbegroting’ op waarin rekeningwordt gehouden met 10% lagere inkomsten bij eengelijkblijvend begroot exploitatieresultaat.• Er zijn nieuwe manieren gezocht om bovengemiddeldeteamprestaties te waarderen.4.2 Medisch beleidDe doelstellingen zijn onderverdeeld in doelstellingenvoor de jaren 2010, 2011 en 2012. De beoogde resultatenvoor eind 2010 zijn:• Alle units hebben in hun bedrijfsplan aangegevenwelke maatregelen zij nemen om ervoor te zorgendat het OLVG basiszorg state of the art en in de vollebreedte aan kan bieden.• Alle units ontwikkelen jaarlijks minimaal tweezorginnovaties of leveren een bijdrage aan minimaaltwee unitoverstijgende zorginnovaties.• Alle zorginnovaties en topklinische zorgfuncties diedoor de units worden geboden, zijn getoetst aan deOLVG-criteria. Voor topklinische zorg en zorginnovatiesdie niet aan de criteria voldoen, wordteen plan opgesteld waarmee alsnog aan de criteriawordt voldaan of er wordt voor gekozen de initiatievente beëindigen.• De patiëntbeleving wordt continu gemonitord. Bijunits en organisatieonderdelen die onder de OLVGnormscoren, vindt verdiepingsonderzoek plaats metbehulp van mysterypatients en focus- of spiegelgesprekken.Op basis van de uitkomst wordenverbeteringen doorgevoerd.• Uit de jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken (onderandere PHEEM en D-RECT) blijkt dat co-assistenten,hbo-v-studenten en aios Teaching Hospital waarderenmet gemiddeld een 8.• Er is een onderzoeksbeleidsplan met een duidelijkevisie op wetenschappelijk onderzoek binnen hetOLVG. In dit beleidsplan zijn tevens afsprakengemaakt over de ondersteuning van onderzoekslijnenen de minimale kwantiteit en kwaliteit van dewetenschappelijke publicaties van de units.• De units benoemen in hun jaarplan, op basis van deIGZ-, Zichtbare Zorg- en patiëntveiligheidsindicatoren,steeds vijf indicatoren waarop ze hetdaaropvolgende jaar aantoonbaar significant beterscoren. Op de overige indicatoren vindt normalesturing plaats.Op basis van de ziekenhuisbrede strategische analyseheeft de medische staf vanuit de bestaande situatie,maar ook vanuit de te verwachten ontwikkelingen en debeide kernwaarden van het OLVG, de structuur, inhouden keuzes van het medisch beleidsplan opnieuwvormgegeven. De medische zorg die het OLVG wilbieden, kan worden onderverdeeld in de volgendezorgkwalificaties:• Basiszorg.• Topklinische zorg.• Pluszorg• Profileringsgebieden.BasiszorgBasiszorg is de zorg die elk specialisme moet kunnenbieden om basale en veelvoorkomende aandoeningenadequaat te diagnosticeren en behandelen conform derichtlijnen van de desbetreffende beroepsgroep,zonder dat verwijzing naar een ander medisch centrumnoodzakelijk is. Basiszorg is het fundament van hetzorgaanbod. De keuze voor een breed aanbod wordtvooral ingegeven door de maatschappelijke functie vanhet OLVG als laagdrempelig stadsziekenhuis, maarwordt ook gerechtvaardigd door de omvang van hethuidige adherentiegebied.Topklinische zorgTopklinische patiëntenzorg is een belangrijk en onderscheidendonderdeel van het zorgaanbod van het OLVG.Het hangt onder andere samen met de omvang vanbepaalde patiëntenstromen, de subspecialisatie vanmedisch specialisten en de specialistische vervolgopleidingenen het wetenschappelijk onderzoek die inhet OLVG plaatsvinden.PluszorgPluszorg is zorg die samenhangt met een of meerdereaandachts- c.q. verdiepingsgebieden die een ofmeerdere vakgroepen hebben ontwikkeld en die binnen44


de eigen regio een profilerend karakter hebben. Deproductgroepen voor pluszorg worden grofweg onderscheidenin: zorginnovatie, derdelijnsfunctie, productontwikkelingen wetenschappelijk onderzoek.Centrale thema’s medisch beleid en profileringsgebiedenDe in 2007 geformuleerde centrale thema’s kwaliteit,adherentie, organisatie, medisch-inhoudelijkeprocessen, opleiding en onderzoek en communicatiezijn geëvalueerd en blijven actueel.In het nieuwe medisch beleidsplan 2010-2014 is ervoorgekozen de basiszorg in de volle breedte uit te blijvenoefenen. Daarnaast wordt ingezet op twee profileringsgebieden:hart- en vaatziekten en spoedeisendegeneeskunde. In ontwikkeling zijn: ouderengeneeskunde,preventieve geneeskunde en vroegdiagnostiek.Elk specialisme treft voorbereidingen voor minimaaltwee innovatieve projecten per jaar. Dit wordt in debeleidscyclus geëvalueerd, onder andere in hetjaar gesprek tussen units en de raad van bestuur.Medisch-inhoudelijke ontwikkelingenIn <strong>2009</strong> hebben de volgende nieuwe medischinhoudelijkeontwikkelingen plaatsgevonden:• Verscheidene zorgpaden zijn geïmplementeerd,waaronder ouderenzorg met een geriater.• Percutane klepimplantaties: minimaal invasieveklepchirurgie.• Single room maternity care is goedgekeurd(waaronder het samengaan van neonatologie enverloskundeafdeling).• Start niersteenvergruizer.• Start poliklinische endometrium-ablaties.• Voorbereiding poliklinische apotheek en ElektronischVoorschrijfsysteem.• Bouw endosuites voor minimaal invasieve ingrepenmet digitale verslaglegging.• Conscious sedatieservice door speciaal opgeleidesedatie-anesthesiemedewerkers.• Start diabetescarrousel verloskunde met internistenen diëtisten.• Introductie GMC’s (gemeenschappelijk medischconsult) in groepsverband.• Navigatiebewaking bij bijholte- en oorchirurgie.• Point of care-diagnostiek: diagnostiek ter plekke,zonder transport naar laboratorium.• Slaap-waakcentrum: de ApneuVereniging (NVSAP)kende het OLVG vijf sterren toe voor de kwaliteit vande diagnostiek en behandeling van apneu.• Verbetering logistieke processen SEH.KwaliteitActiviteiten uit het algemene kwaliteitsbeleid dieraakvlakken hebben met het medisch beleid of demedische staf zijn:• Individueel functioneren medisch specialist: Terverbetering van de kwaliteit van het professioneelhandelen is in 2008 gestart met een systeem voorde evaluatie van het individueel professioneelfunctioneren van de medisch specialist (IFMS). In<strong>2009</strong> heeft weer een deel van de medische stafhieraan deelgenomen. Eind 2010 moet minimaal dehelft van het aantal stafleden een IFMS-trajecthebben gevolgd.• Patiëntveiligheid: In het kader van patiëntveiligheidzijn diverse maatregelen getroffen. De pilot metSpoed Interventie Teams is geëvalueerd en wordtgeïmplementeerd. Dat geldt ook voor: timeoutprocedurepreoperatief, Decentraal IncidentenMelden, SNAQ-scores, VAS-pijnscores en PONV(perioperatieve nausea vomitus).4.3 Algemeen kwaliteitsbeleidHet OLVG wil dat alle patiënten zich continu verzekerdweten van hoogwaardige zorg en service. Hetkwaliteits beleid van het OLVG richt zich daarom op eengoede borging van de afgesproken werkwijze en hetregelmatig evalueren, verbeteren en innoveren vanprocessen. Het betreft dan zowel de primaire zorg- endienstverlening als de ondersteunende processen. Inde beleidscyclus wordt gerapporteerd aan de raad vanbestuur over zowel financiën, productie en personeelals over logistiek en professionele kwaliteit.TransparantieHet OLVG zet zich in om de kwaliteit van zorg inzichtelijkte maken voor patiënten en maatschappij. Deprestatie-indicatoren voor de Inspectie voor deGezondheidszorg worden via de OLVG-website openbaargemaakte, en zijn ook te raadplegen via www.ziekenhuizentransparant.nl.Het OLVG was een van de pioniers die voor het project‘Kwaliteit van zorg in de etalage’ kwaliteitsindicatorenvoor specifieke behandeltrajecten in kaart bracht.Inmiddels worden landelijk voor steeds meeraandoeningen kwaliteitsindicatoren ‘Zichtbare Zorg’verzameld. Het OLVG verzamelde hiervoor in <strong>2009</strong> debenodigde gegevens en besprak deze met onder meerverzekeraars.45 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Uitgangspunten kwaliteitsbeleidKwaliteit betekent voor het OLVG het leveren vanhoogwaardige, medisch-specialistische zorg, waarbijde volgende uitgangspunten gelden:• De patiënt staat centraal: de behoeften en wensenvan de patiënt zijn leidend voor de wijze waaropzorg- en dienstverlening worden aangeboden.• De medisch-inhoudelijke zorg is van een hoogwaardigniveau: een hoge mate van deskundigheiden snelle implementatie van inzichten op basis vanevidence-based medicine en best practice.• De zorg is zonder onnodige veiligheidsrisico’s:zorgprocessen zijn doeltreffend en onbedoeldeeffecten en onnodige handelingen worden voorkomen.• De zorg- en dienstverlening zijn doelmatig, servicegerichten toegankelijk voor alle patiënten: servicegerichtheidkomt onder meer tot uitdrukking in eengestroomlijnde en tijdige dienstverlening, eenprettige omgeving, klantgerichte bejegening en eengoede informatievoorziening.Kwaliteitsprogramma Beter!De samenhang en de fasering in de uitvoering van hetkwaliteitsbeleid werden gecoördineerd in hetkwaliteitsprogramma Beter! Het kwaliteitsprogrammaomvat twee onderdelen:• Het kwaliteitssysteem: dit vormt de basis van hetkwaliteitsbeleid en omvat afspraken en werkwijzenom structureel kwaliteit en veiligheid te kunnenborgen en verbeteren.• Verbeteracties en verbeterprojecten: deze wordengeorganiseerd rond de thema’s:- Patiëntfocus.- Patiëntveiligheid.- Procesinnovatie.- Professionele deskundigheid.Behalen NIAZ-accreditatieOm invulling te geven aan de opbouw van hetkwaliteitssysteem gebruikt het OLVG de normen van hetNIAZ. In de nieuwe NIAZ-normen is ook de NTA 8009verwerkt, met specifieke eisen ten aanzien van hetVeiligheidsmanagementsysteem (VMS).In <strong>2009</strong> heeft het OLVG het kwaliteitssysteem latentoetsen door het NIAZ. Daartoe werd eerst een zelfevaluatieuitgevoerd op zowel ziekenhuisbreed niveauals binnen de units. De resultaten van de zelfevaluatiezijn vervolgens voorgelegd aan het NIAZ. Op basishiervan besloot het NIAZ dat een visitatiebezoekgepland kon worden in de tweede week van november<strong>2009</strong>. Tijdens deze visitatieweek voerden negenexterne deskundigen gesprekken in alle geledingen vanhet ziekenhuis. Het NIAZ-team stelde vervolgens eeneindrapport op dat begin 2010 aan het NIAZ-bestuurkon worden voorgelegd, met een positief resultaat: per1 maart 2010 is het OLVG NIAZ-geaccrediteerd. Positievepunten uit de NIAZ-beoordeling van het OLVG zijnhet effectieve kwaliteitssysteem, de heldere beleidsvisie,de constructieve overlegstructuur, de planningencontrolcyclus, de interne visitatiecultuur en deenthousiaste betrokkenheid van alle medewerkers.Aan de accreditatie zijn ook 22 verbeterpuntenverbonden. Het zwaartepunt ligt daarbij op apparatuur,medicatieveiligheid en voorbehouden handelingen. Opalle verbeterpunten moet een plan van aanpak wordenopgesteld om een actieve kwaliteitsverbetering tekunnen laten zien. In de loop van 2010 beoordeelt hetNIAZ dit plan opnieuw.4.4 Kwaliteitsbeleid patiëntenzorgHet kwaliteitsbeleid patiëntenzorg wordt hierondertoegelicht aan de hand van de vier thema’s.PatiëntfocusDe meningen, ervaringen en behoeften van de patiëntzijn essentieel voor het OLVG om invulling te kunnengeven aan de zorg- en dienstverlening. In het verslagjaarvonden op dit gebied de volgende activiteitenplaats:Ziekenhuisbreed patiëntervaringsonderzoekIn <strong>2009</strong> is door de zorgverzekeraars aan de hand van debestaande (papieren) CQ-index onderzoek gedaan naarde waardering van patiënten. De uitkomsten van dezemetingen zijn bij het verschijnen van het jaardocumentnog niet vrijgegeven voor publicatie, maar daaropvooruitlopend kan uit dit algemeen patiënttevredenheidsonderzoekworden gehaald dat het OLVG op deterreinen ‘ontvangst op de afdeling’, ‘verpleegkundigen’,‘artsen’ en ‘ziekenhuis algemeen’significant bovengemiddeld scoort.In <strong>2009</strong> heeft het OLVG voorbereidingen getroffen omeen transparanter systeem te ontwikkelen voor hetonline en continu meten van patiëntenervaringen. Ditis gebeurd binnen Santeon-verband Veel patiënten diede polikliniek/een functieafdeling hebben bezocht ofzijn opgenomen in de kliniek, ontvangen in 2010 eenuitnodiging om deel te nemen aan een enquête.De Santeon-ziekenhuizen starten in 2010 met een pilotdigitale CQ-index (Consumer Quality Index). De46


CQ-index is een digitale online, gestandaardiseerde engevalideerde methode om klantervaringen in de zorg temeten, te analyseren en te rapporteren. Aanleidingvoor deze samenwerking is dat er tot op heden weinigtransparantie en eenduidigheid is in de meting vankwaliteit van zorg bij de patiënt. De pilot wordt uitgevoerdin samenwerking met Stichting Miletus, eensamenwerkingsverband van zorgverzekeraars voor hetmeten van de ervaringen van patiënten in de zorg. Depilot wordt gesteund door de Nederlandse PatiëntenConsumenten Federatie (NPCF).Patiënttevredenheidsonderzoek op unit- en afdelingsniveauIn <strong>2009</strong> werkten zes afdelingen met online patiënttevredenheidsonderzoek,te weten: Dagbehandeling,Gynaecologie, Kindergeneeskunde, Orthopedie,Intensive Care en Apotheek. De uitkomsten zijngebruikt voor verbetering in de zorg- en dienstverlening.Focusgroepsgesprekken, spiegelbijeenkomsten enmysterypatiëntenIn <strong>2009</strong> zijn door vier afdelingen spiegelbijeenkomstenen focusgroepsgesprekken gebruikt als input voorverbetering van kwaliteit van zorg of om eenzorgproces te evalueren. De spiegelbijeenkomst van dedialyseafdeling gaf weer hoe patiënten de zorg op dedialyseafdeling hadden ervaren. De medewerkers zatenals publiek in de zaal en luisterden aandachtig. Deafdeling Gynaecologie/Verloskunde consulteerdepatiënten in twee focusgroepen. De informatie uit defocusgroepen is gebruikt bij de herinrichting vanenkele zorgprocessen. Verder werd door het OLVG deketenzorg geëvalueerd. Tijdens een focusgroepsbijeenkomstkonden mantelzorgers van patiëntenaangeven welke behoeften op dit gebied bestaan.Aan het eind van <strong>2009</strong> bleek dat een groeiend aantalunits interesse heeft in en behoefte aan meerdiepgaande informatie van patiënten. Verschillendeafdelingen zijn zich aan het voorbereiden om informatieuit focusgroepen en spiegelbijeenkomsten tegebruiken voor het inrichten van zorgprocessen, hetinrichten van nieuwbouw en voor evaluatie van zorg.Mysterypatiënten hebben de unit Oogheelkundebezocht. De polikliniek is getoetst op verschillendeaspecten van gastvrijheid. De afdeling heeft met deuitkomsten een serviceconcept ontwikkeld en daarindienstverlening en patiëntvriendelijkheid geconcretiseerd.PatiëntveiligheidBehandeling en verblijf in een ziekenhuis zijn niet altijdzonder risico. Er kunnen bijwerkingen, complicaties enandere ongewenste gebeurtenissen optreden. Het OLVGheeft daarom een actief patiëntveiligheidsbeleid daterop gericht is om de risico’s voor de patiënt zoveelmogelijk te beperken. Dit staat verwoord in het BeleidskaderPatiëntveiligheid, dat in <strong>2009</strong> is geactualiseerden vastgesteld.Het OLVG bouwt aan een Veiligheidsmanagementsysteem(VMS) voor patiëntenzorg in het algemeen, maar ookspecifiek voor medicatieveiligheid en de veiligheid vangebouw, middelen (apparatuur e.d.) en infrastructuur.In het VMS wordt onder meer bijgehouden welke (bijna)-incidenten zich hebben voorgedaan. Dit maakt hetmogelijk te analyseren, bij voorkeur op de werkplek zelf,en verbeteringen door te voeren.Voor het OLVG betekent het VMS dat steeds vijf stappengenomen worden:1. Beleidsafspraken en werkafspraken maken.2. Actief beleid voeren om veiligheidsbewustzijn tebevorderen.3. Van het verleden leren (retrospectieve risicoanalyses,analyse van zorggegevens).4. Proactief zijn (prospectieve risicoanalyse).5. Dit vertalen in verbeteracties en uitvoeren.Behalve de invoering van het VMS werkt het OLVG ookaan de implementatie van de tien thema’s van hetlandelijke Veiligheidsprogramma.Belangrijke veiligheidsactiviteiten in <strong>2009</strong> waren:Retrospectieve risicoanalysesLeren van ongewenste situaties en/of uitkomsten vanzorg is essentieel. Daartoe is onder meer de werkwijzeDecentraal Incidenten Melden (DIM) vastgesteld. Metingang van 1 januari <strong>2009</strong> worden in alle unitsincidenten gemeld en geregistreerd en zijnDIM-analyseteams actief om de meldingen te onderzoeken.Tevens is een centraal systeem ontwikkeld omcomplicatieregistraties goed bij te houden en tegebruiken voor analyses.Ook werd een vervolg gegeven aan de in 2008 gestartenieuwe procedure voor gestructureerde dossieranalysevan in het ziekenhuis overleden patiënten en necrologiebesprekingen.De samenwerkingspartners vanSanteon kwamen bijeen om hierin getraind te worden.Prospectieve risico-inventarisatieMet het systeem van prospectieve risico-inventarisatie47 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


is in 2008 en <strong>2009</strong> ervaring opgedaan. De eersteervaringen betroffen het uitvoeren van een prospectieverisico-inventarisatie (PRI) binnen een zorgpad.In <strong>2009</strong> werd een ziekenhuisbrede PRI uitgevoerd voorde toediening van medicatie via spuitenpompen. Ookvoltooide de unit Radiologie meerdere PRI’s. De ICUvoerde, met ondersteuning van de Concernstaf, een PRIvoor bereiding en toediening van medicatie uit. De unitInterne Geneeskunde en de unit Apotheek rondden eind<strong>2009</strong> de PRI voorschrijven en toedienen van cytostaticaaf. Naar aanleiding van de uitgevoerde PRI’s zijnverschillende verbeteringen geïmplementeerd. Zo iseen nieuwe werkwijze ontwikkeld en getest voormedicatie toegediend via spuitenpompen.In 2010 moeten dat alle units een prospectieverisico-inventarisatie uitvoeren.Registreren is Beter!In <strong>2009</strong> kreeg het project Registreren is Beter! eenvervolg. Onderdelen van dit project zijn:• Het bijhouden van indicatoren voor pijn, sedatie enondervoeding op de afdelingen.• Het registreren van gegevens over postoperatievewondinfecties.• Het gebruik van ziekenhuisbrede preoperatievechecklists (Surpass lists) en procedures, inclusief detime-outprocedure op de ok. De gegevens over detoepassing van de time-outprocedure zijn opgenomenin de kwaliteitsdatabase.• Het koppelen van digitale gegevens en het verderuitbouwen van een kwaliteitsdatabase, zodatprofessionals een gedegen terugkoppeling kunnenkrijgen over onderwerpen als ondervoeding, timeouten pijn.Verbeterprojecten patiëntveiligheidOp het gebied van patiëntveiligheid werd onder meereen werkgroep Sepsis ingesteld en een pilot SpoedInterventie Team (SIT) uitgevoerd.Procesinnovatie/procesmanagementOm zorgprocessen en ondersteunende processen in hetOLVG patiëntvriendelijk in te richten en te sturen opgewenste resultaten, worden medewerkers gestimuleerdte werken volgens de principes van procesmanagement.Hierin wordt de gehele Plan-Do-Check-Act-cyclus (PDCA-cyclus) toegepast. Naast debeschrijving van het gekozen proces waarin onderandere de stappen, verantwoordelijkheden en bevoegdhedenzijn bepaald, wordt in deze cyclus vooral denadruk gelegd op het meten van procesindicatoren ende structurele opvolging hiervan. Units hebben in 2008twee processen uitgekozen die in <strong>2009</strong> zijn ingevoerd.Diverse betrokkenen hebben hiervoor een traininggevolgd. In grote lijnen is het eerste deel van deverbetercyclus geïmplementeerd. Het structureel metenvan de resultaten vraagt meer aandacht. Voor deprocessen die op het dashboard stonden, kon ook opresultaten meer gecheckt en verbeterd worden.In de kaderbrief 2010 is wederom aan de units gevraagdom voor belangrijke processen procesmanagement toete passen.ZorgpadenDe elementen van de PDCA-cyclus komen terug inverschillende methoden van procesmanagement. Zoook in de sinds 2001 in het OLVG toegepaste methodeZorgpaden (klinische padenmethode UniversiteitLeuven).In <strong>2009</strong> werden diverse nieuwe zorgpaden ontwikkeld.Cardiologie implementeerde zorgpaden voor electievecardioversie en voor ablatie. Orthopedie implementeerdehet zorgpad ‘voorste kruisband’. Bij InterneGeneeskunde werd het zorgpad ‘klinisch colononderzoek’gestart. Om de patiëntveiligheid voorkwetsbare ouderen te vergroten, is een zorgpadontwikkeld en geëvalueerd op de verpleegafdelingInterne Geneeskunde. Tevens werden voorbereidingenvoor zorgpaden getroffen bij Gynaecologie. Bijzonderhierbij is dat de verloskundige paden gelijktijdiggeautomatiseerd worden.KetenzorgHet OLVG werkt al een aantal jaren samen met Amsta enZorggroep Amsterdam Oost (ZGAO) aan het terugdringenvan het aantal zogenoemde verkeerdebeddagen in de kliniek. Deze samenwerking heeft in2002 geresulteerd in een transferafdeling envervolgens in het transferpunt in het OLVG. Dezeafdelingen spelen een belangrijke rol in de transfer vanpatiënten die het ziekenhuis kunnen verlaten naar eenvervolginstelling. Tijdige doorstroming in de zorgketenvan het ziekenhuis naar de verpleeg- en verzorgingshuizen(V&V) is van belang voor het OLVG, gezien debedbezetting en bijbehorende hoge kosten. Maarbovenal komt het de kwaliteit van zorg over de geheleketen ten goede als de processen beter op elkaaraansluiten.Voorwaarde voor tijdige doorstroming is de beschikbaarheidvan voldoende beddencapaciteit in de V&V enhet zo vroeg mogelijk in het opnametraject signalerenen registreren van patiënten in de doelgroep. Het OLVGzoekt samen met Amsta en ZGAO naar een optimum48


Aantal DIM-meldingen in <strong>2009</strong> t.o.v. 2008, onderverdeeld naar categorieënOverigApparatuur, materialen,instrumentarium en hulpmiddelen2008<strong>2009</strong>BloedproductMedicatie/InfusieOnderzoekOrganisatie, communicatieen documentatieVallenVerzorging en behandelingVoeding0200 400 600 800 1000 1200OLVG heeft binnen Santeon onderzoek gedaan naar debetrouwbaarheid van de HSMR. Er is een trend- envergelijkingsanalyse uitgevoerd, waarvoor bij Prismantalle patiëntengegevens van de jaren 2003 tot en met2007 zijn opgevraagd.De resultaten zijn gepubliceerd in Medisch Contact enhet Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Uit deanalyse bleek dat de huidige gegevens nog onvoldoendevergelijkbaar zijn, onder meer door coderingsverschillen.Er waren grote verschillen tussen de onderzochteziekenhuizen in de codering van dehoofddiagnose, opname-urgentie en nevendiagnoses.Dit heeft een potentieel grote invloed op de HSMRuitkomstenvan de ziekenhuizen. De codeervariatiesberustten op interpretatieverschillen bij het coderen,verschillen in de beschikbaarheid van codeurs,kwaliteit van ontslagbrieven en dossiers en al dan niettijdige aanlevering hiervan.In een bijeenkomst met medisch specialisten en medischadministrateurs zijn afspraken gemaakt om te komen toteen eenduidiger codering en een betrouwbare gegevenssetdie als basis kan dienen voor onderlinge uitwisselingen verbetering. Op basis van de uitwisseling vanervaringen en best practices kunnen dan doelgerichteverbetervoorstellen geformuleerd worden.Het doel is om in 2010 een betrouwbare gegevensset terealiseren, zodat de HSMR’s beter onderling vergelijkbaarzijn.Decentraal Incidenten MeldenIn januari <strong>2009</strong> is het OLVG van start gegaan met hetDecentraal Incidenten Melden (DIM-men). Er werdenziekenhuisbrede bijeenkomsten georganiseerd om hetDIM-men bij alle units te implementeren. De secretarisvan de MIP-commissie (Meldingen IncidentenPatiënten zorg-commissie) en twee leden van deprojectgroep DIM-men gaven daarnaast bij alle unitsafzonderlijk een presentatie over het DIM-men. Tevenswerd op intranet de nodige informatie verschaft en deunits kregen bijbehorende posters aangeleverd. Opdeze manier werden de units zo goed mogelijk van alleinformatie voorzien om hun eigen DIM-analyseteamswegwijs te maken in het DIM-men.Eind 2008 is het digitale meldsysteem Itask geïmplementeerd,waarin iedere medewerker een DIM-meldingkan doen. De coördinatoren van de DIM-analyseteamswerden en worden opgeleid om in Itask de analyses vande meldingen te verwerken en/of meldingen verder afte handelen. Bij de analyse van meldingen gebruikenDIM-analyseteams de PRISMA-methode.De MIP-commissie heeft inzage in de database van allemeldingen en coacht en adviseert de DIM-analyseteamsdaar waar nodig. Daarnaast komt de MIP-commissietwee keer per maand samen om ernstige en/ofunit overstijgende incidenten te analyseren. Op deziekenhuisbrede trends worden verbeteractiesingevoerd. Dit gebeurt vaak met medewerking van hetKernteam Kwaliteit.50


Halverwege het verslagjaar bleek dat het DIM-formulierin Itask te lang/ingewikkeld werd bevonden door deunits, waardoor men minder meldingen deed. Eenverkorte versie van dit formulier heeft ervoor gezorgddat het melden voor iedereen weer laagdrempelig isgeworden.De resultaten van het DIM-men in <strong>2009</strong> zijn bovenverwachting. In 2008 vonden 1892 meldingen plaats, in<strong>2009</strong> verdubbelde dat tot 4102 meldingen. Het DIM-menkan dus met recht een groot succes genoemd worden.Zowel de units als de MIP-commissie doen aanbevelingenvoor kwaliteitsverbeteringen aan het KernteamKwaliteit. Tijdens de Week van de Patiëntveiligheid innovember <strong>2009</strong> is ziekenhuisbreed extra aandacht aanhet decentraal melden van incidenten besteed.Begin 2010 maken de nieuwe secretaris van deMIP-commissie en de systeembeheerder van Itask eenronde langs alle DIM-analyseteams. Ze gaan inventariserenhoe het DIM-men op de units verloopt en wateventuele knelpunten zijn. Tevens wordt gevraagd naarde problemen die men nog tegenkomt in het digitalemeldsysteem en op welke wijze de MIP-commissie deunits kan ondersteunen met het faciliteren van maandenjaarrapportages. In de eerste helft van 2010 wordtde uitkomst van deze inventarisatieronde gepresenteerd.Hiermee worden patiëntveiligheid en het belangvan DIM-men opnieuw ziekenhuisbreed onder deaandacht gebracht.Onderzoek bij calamiteiten in de patiëntenzorgVanaf eind 2008 worden in het OLVG door ad-hoconderzoekscommissies analyses gemaakt van(mogelijke) calamiteiten in de patiëntenzorg. Een poolvan medewerkers is getraind in een methodiek voor hetopstellen van deze analyses. Hierbij is gekozen voor deSIRE-methodiek (Systematische Incidenten Reconstructieen Evaluatie).Na het melden van een (mogelijke) calamiteit stelt deraad van bestuur een ad-hoc onderzoekscommissie in,bestaande uit leden van deze pool die worden gekozenop basis van de vereiste deskundigheden gezien de aardvan het incident. Het streven is om binnen zes wekenhet rapport af te ronden waarna dat wordt aangebodenaan de raad van bestuur. Eventueel na een aanvullendemondelinge toelichting van de commissie wordt dezeweer ontbonden. De raad van bestuur verzendt derapportage integraal aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg,de unitvoorzitter(s) van de betrokken unitsen alle andere betrokkenen (indien daarom wordtverzocht tevens aan de betrokken patiënt(en) en/ofnabestaanden). In de begeleidende brief wordt door deraad van bestuur aangegeven of de aanbevelingen vande onderzoekscommissie worden overgenomen, opwelke wijze en door wie deze worden uitgevoerd en hoede terugkoppeling aan de raad van bestuur plaatsvindt.In het eerste verslagjaar, dat loopt van 1 oktober 2008tot en met 31 december <strong>2009</strong>, zijn 7 analyses uitgevoerd.De methodiek blijkt tijdrovend maar leidt totzinvolle op proces gerichte verbetermaatregelen. DeInspectie heeft in <strong>2009</strong> positief gereageerd op derapportages en in geen van de gevallen aanleidinggezien om zelf ook nog onderzoek in te stellen.InfectiepreventieDe activiteiten op het gebied van de stafafdelingInfectiepreventie stonden in <strong>2009</strong> grotendeels in hetteken van kwaliteitsbeleid en de voorbereidingen voorhet verkrijgen van de NIAZ-accreditatie.In de eerste helft van het verslagjaar zijn een nieuwbeleidsplan, een kwaliteitshandboek en een activiteitenplanopgesteld. Dit mede op basis van aanbevelingenuit (deel)audits en de Kwaliteitsrichtlijn voorInfectiepreventie in Ziekenhuizen (KRIZ), die eind 2008tot stand is gebracht door de Vereniging van Hygiëne &Infectiepreventie in de Zorg (VHIG) en de NederlandseVereniging voor Medische Microbiologie (NVMM). In hetverlengde hiervan zijn 24 standard operation procedures(SOP’s) opgesteld.Als ongepland onderwerp van aandacht ontrolde zichde grieppandemie, veroorzaakt door Influenza A(H1N1), ook wel varkens- of Mexicaanse griepgenoemd. Gedurende de looptijd van de epidemie bleekdit een laag virulent type griepvirus te zijn. Het HIPPdraaiboekdat vanuit de KIW-infectiecommissie wasopgesteld, is continu bijgesteld en omgedoopt totHIPP-protocol. Hiermee wordt verwarring met hetDraaiboek Grieppandemie OLVG voorkomen.Vanuit Infectiepreventie is in <strong>2009</strong> verder een bijdragegeleverd aan:• Luchtbeheersplan ok.• Richtlijn infectiepreventie voor de ok’s.• Visitatie van het Medisch MicrobiologischLaboratorium.• Keuze van nieuwe bedrijfskleding.• Commissie voor clean air suits (nieuwe ok-pakken entoebehoren).51 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 14 Gegevens infectiepreventie <strong>2009</strong>MRSATuberculoseLegionellapreventieNorovirusVancomycineresistenteenterococcenClostridiumdifficileEr zijn 53 nieuwe MRSA-gevallen geconstateerd, een aantal werd aan Infectiepreventie gemelddoor andere gezondheidszorginstellingen. Eenmaal is een coassistent positief bevonden, diewaarschijnlijk door haar moeder (MRSA+) op een intensive care in een ander ziekenhuis is besmet.Waar geïndiceerd is steeds contactonderzoek verricht onder medepatiënten en medewerkers.Hierbij is geen verspreiding binnen het ziekenhuis geconstateerd. Wel is eenmaal een medewerkermet een andere MRSA-stam aangetroffen. Dit was een toevalsbevinding.Er werd bij 30 patiënten een actieve vorm van tuberculose geconstateerd. In 5 gevallen heeft ditgeleid tot contactonderzoek bij medepatiënten. Dit werd uitgevoerd door de GGD.In 8 gevallen was er aanleiding tot contactonderzoek onder medewerkers, buiten de routinematigescreening van risicoafdelingen om.In <strong>2009</strong> is viermaal een mantouxomslag gevonden bij periodieke screening van de risicoafdelingenen driemaal bij een contactonderzoek. Dit leidde in 4 gevallen tot profylactische behandeling.Bij 7 nieuwe medewerkers is een positieve mantouxreactie geconstateerd die voorheen niet bekendwas. In <strong>2009</strong> zijn in totaal 12 medewerkers voor verdere diagnostiek naar de longarts verwezen.Maandelijks werd steekproefsgewijs een voorgeschreven aantal tappunten gecontroleerd oplegionella. Er zijn 3 overschrijdingen (2 in juni en 1 in december) op de locatie Oosterparkgeconstateerd en 6 overschrijdingen (2 in juni en 4 in december) op de locatie Prinsengracht. Dit isgemeld aan VROM. Diverse beheersmaatregelen zijn getroffen. Daarnaast hebben voorbereidingenplaatsgevonden om het D-gebouw op de locatie Oosterpark te voorzien van leidingwater metanoliet. De leiding hiervoor wordt in januari 2010 opgeleverd.Conform het beheersplan moeten weinig gebruikte tappunten wekelijks gespoeld worden. Infectiepreventiehoudt het logboek hiervan bij en neemt waar nodig actie om aan de verplichtingen tevoldoen.Het verslagjaar startte met een norovirusepidemie die in de laatste week van december 2008 wasuitgebroken. Deze uitbraak duurde tot de tweede/derde week van februari. In totaal waren 140patiënten en 89 medewerkers bij deze uitbraak betrokken. Op sommige afdelingen begon het metzieke medewerkers, op andere met zieke patiënten.Elke verdachte patiënt werd in contactisolatie verpleegd. Elke zieke medewerker kreeg eenwerkverbod zolang er klachten waren.Om andere verwekkers uit te sluiten werd in eerste instantie van elke verdachte casus onderzoekaangevraagd op SSYC, Clostridium difficile, rotavirus, adenovirus en norovirus. Bij de eersteanalyseronde werd de verwachting bevestigd dat het een uitbraak van het norovirus betrof. Intotaal werden tot en met begin februari 112 monsters (uitsluitend patiëntmateriaal) geanalyseerd.Hierbij waren 55 monsters positief en 57 negatief.In totaal werden 5 afdelingen (A6, A7, B7T, C8, ICU) voor in totaal 35 dagen gesloten. Daarnaastwerden 3 afdelingen (A6, A7, ICU) gedeeltelijk gesloten voor in totaal 19 dagen.In <strong>2009</strong> startte het norovirusseizoen in week 50 met een uitloop in 2010.Deze zijn niet gevonden.Bij 38 patiënten is Clostridium difficile aangetoond. Op indicatie werd contactisolatie toegepast.Begin augustus werden twee gevallen van Clostridium difficile-enteritis aangetoond van hetzelfdetype (078). Het is waarschijnlijk dat er transmissie heeft plaatsgevonden van de ene naar de anderepatiënt. Hierna zijn geen nieuwe gevallen van Clostridium aangetoond. Conclusie: een eenmaligekruisinfectie en geen echte uitbraak, waar dit type wel berucht om is.52


• Schoonmaak nieuwe bedden.• Keuze voor naaldenbekers.• Aanschaf reiniger flexibele scopen KNO.• Hersterilisatie hartkatheters (wordt in 2010afgerond).• Commissie medische gassen.• Materialen Adviescommissie.• KIW-infectiecommissie OLVG.De volgende audits zijn gehouden:• Operatiecomplexen Oosterpark en Prinsengracht.• Poliklinische Operatiekamers.• Behandelkamers Endoscopie- en Behandelafdeling.• Verbandkarren.• Opslag steriele medische hulpmiddelen.• (Bedden)schoonmaak.ScholingsactiviteitenKlinische lessen zijn verzorgd over onder andere Clostridiumdifficile, MRSA algemeen, MRSA en polikliniek,ok-discipline, fysiotherapie, wondzorg, grieppandemieen handhygiëne.Prestatie-indicatoren infectiepreventieIn <strong>2009</strong> heeft de unit Cardio-thoracale Chirurgie eenstart gemaakt met participatie in de PREZIES-module‘powi hart’. Hiermee wordt het percentage postoperatievewondinfecties na openhartchirurgie gegenereerden vergeleken met de andere aan PREZIES deelnemendehartcentra.InfectieregistratieHet in gebruik zijnde registratiesysteem HYGREG isarbeidsintensief en verouderd. Samen met de datamanageris gestart met de ontwikkeling van een nieuwsysteem, dat ook snel informatie kan genereren voorbijvoorbeeld PREZIES. Dit product wordt wellicht in2010 al opgeleverd. Alle infectiepreventie-registratiesystemenzullen hierin zijn ondergebracht, inclusiefeen consultancymodule voor adviezen, afspraken envervolgacties.Externe werkgroepen• Vereniging voor Hygiëne & Infectiepreventie in deGezondheidszorg.• Centrale Sterilisatie Club.• Regionaal OverlegOrgaan Sterilisatieafdelingen.• Werkgroep reinigen, desinfecteren en steriliserenvan minimaal invasieve instrumenten.• Werkgroep hogetemperatuursterilisatie NENnormcommissie.• Stuurgroep flexibele endoscopen reinigen endesinfectie.• Vereniging van Deskundigen Steriele MedischeHulpmiddelen.• Regionaal overleg VDSMH Amsterdam en omstreken.BloedtransfusieDe Commissie Bloedtransfusie kwam in het verslagjaarvier maal bijeen. De commissie houdt een aantalindicatoren bij die het proces en de uitkomst vanbloedtransfusie monitoren. Alle meldingen van transfusiereactiesworden vastgelegd en jaarlijks door dehemovigilantiefunctionaris in de commissie besproken.Tevens wordt jaarlijks aan het landelijke hemovigilantiebureau TRIP gerapporteerd. Transfusiefoutenworden gemeld bij de MIP-commissie.Bevindingen en ontwikkelingen in <strong>2009</strong>:• Met behulp van gegevens van Sanquin werd hetverbruik van bloed en bloedproducten (inclusiefplasma en trombocyten) vergeleken met hetTabel 15 Totaal aantal gebruikte lichaamsmaterialen bij patiënten in het OLVG in <strong>2009</strong>SpecialismeAantal gebruikte lichaamsmaterialenGynaecologie/Verloskunde• Intra-uteriene inseminatie587• Intracytoplasmatische sperma-injectie74Cardio-thoracale Chirurgie 0Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 0Orthopedie• Heupkop47• Botchips27• Achillespees4• Bone-Tendon-Bone4• Overige5Oogheelkunde 053 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 16 Gegevens orgaan- en weefseldonatie <strong>2009</strong>NTS-kengetallenResultatenIngevulde donatieformulieren100% (n=494)OrgaandonatieDonorherkenning arts100% (n=8)Raadplegen van het donorregister57%. Bij vier van de zeven patiënten met een Nederlandse nationaliteit. Eén potentiëledonor had een buitenlandse nationaliteit.(Drie patiënten stonden niet geregistreerd in het donorregister; één patiënt liet debeslissing specifiek bij de nabestaanden.)Bespreken van donatie metnabestaanden75%. Bij zes van de acht potentiële orgaandonoren werd donatie besproken.Toestemmingspercentage 0% (n=0), weigeringspercentage 100% (n=6).Twee keer werd donatie niet besproken: twee keer in verband met hevige emoties bij denabestaanden, waarbij één keer in verband met cultuur en geloof.Aanmelden donatie0%. Door een weigeringspercentage van 100% werden geen patiënten aangemeld voororgaandonatie.WeefseldonatieDonorherkenning arts84%. Vanuit de diverse afdelingen werden 119 van de 141 potentiële weefseldonorendoor de artsen herkend.Raadplegen van hetdonorregister69%. Bij 119 herkende weefseldonoren werd 82 keer het donorregister geraadpleegd:14 keer registratie bezwaar (17%), 15 keer toestemming (18%), 3 keer beslissing bijnabestaanden (4%), 50 keer geen registratie (61%).Bespreken van donatie metnabestaanden72%. Bij 86 van de 119 herkende donoren werd donatie besproken met nabestaanden:27 keer werd toestemming gegeven (31%) en 59 keer geweigerd (69%).Aanmelden donatie100%. Van de 27 patiënten waarvoor toestemming werd gegeven voor weefseldonatiewerd 27 keer een procedure aangemeld.Er werden 20 weefselprocedures geëffectueerd, wat resulteerde in 19 corneadonaties, 2huiddonaties en 1 bot- en peesweefseldonatie.verbruik in het verleden en met het verbruik anderecentra. Het verbruik is gestegen (+ 9.2%). Dit betrofmet name het erytrocyten verbruik (+ 9.9%). Hetplasma verbruik steeg met 2% en het trombocytenverbruikdaalde met 8%. In hoeverre de toenamevan het verbruik van bloedproducten samenhangtmet de prouctieontwikkelingen op DBC niveau vande grootverbruikende units is op dit moment nietduidelijk, wel is er een forse piek waarneembaar inapril <strong>2009</strong> die verklaart kan worden in het behandeltrajectvan 2 individuele (thorax chirurgische)patienten. Het verbruik van Oneg eenheden erytrocytenbehoort, procentueel gezien, nog steeds bijde groep met het laagste verbruik in de regio.• Het beleid rond Haemocomplettan (fibrinogeen),sinds begin <strong>2009</strong> op voorraad in het laboratoriumbloedtransfusie van het HKCL, is in drie bijeenkomstenvan een ad hoc commissie namens detransfusiecommissie geevalueerd. Dit zal nog eenvervolg krijgen, ter voorbereiding van een protocolworden onder meer de fibrinogeen spiegels op OKen ICU strakker bewaakt.54


WeefselvigilantieOm de kwaliteit rondom het transplanteren van menselijkelichaamsmaterialen te waarborgen, zijn zorginstellingenverplicht voorvallen en bijwerkingen in degehele transplantatieketen van menselijke lichaamsmaterialente melden. Dit moet leiden tot een veiligeren effectiever gebruik van weefsels en cellen. Daaromheeft het OLVG in <strong>2009</strong> een weefselvigilantiefunctionarisaangesteld met de volgende taken:• Implementatie weefselvigilantiesysteem in hetziekenhuis.• Onderzoeken en melden van bijwerkingen enongewenste voorvallen bij implantatie van (levensvatbaar)menselijk weefsel of cellen aan de stichtingTRIP (Transfusie Reacties in Patiënten).• Opstellen meldprocedure met betrekking tot hetmelden van bijwerkingen en ongewenste voorvallen.Naar aanleiding van een inventarisatie onder units naarhet gebruik van menselijke lichaamsmaterialen is eenprotocol opgesteld hoe te handelen bij een bijwerkingof ongewenst voorval in de gehele transplantatieketen.Het gaat hierbij om de units Orthopedie, Gynaecologie/Verloskunde, Cardio-thoracale Chirurgie, Oogheelkundeen Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. In ditprotocol staat wanneer, wat en hoe gemeld moetworden. Alle betrokken units zijn op de hoogtegebracht van het protocol, dat ook op intranet staat enin DKS.Het aantal meldingen in <strong>2009</strong> van bijwerkingen ofongewenste voorvallen is nul.Orgaan- en weefseldonatieHet OLVG streeft naar een optimaal gebruik van donororganenen -weefsels, met een goede ondersteuningvan artsen en verpleegkundigen in het proces vandonorherkenning tot donatie. Aandacht voor donorwervingwordt conform het convenant met de NederlandseTransplantatie Stichting (NTS) uitgevoerd.Het beleid in <strong>2009</strong> was vooral gericht op het continuerenvan de procedures en het aansturen hiervan.De resultaten van het donorbeleid worden inzichtelijkgemaakt aan de hand van de door NTS opgesteldekengetallen.Ten aanzien van de orgaandonatieprocedure werd 100%herkend. Het donorregister werd bij vier van de zevenprocedures geraadpleegd. Voor de weefseldonatieprocedurewerd 84% herkend en in 69% van de gevallenwerd het donorregister geraadpleegd. Uit het hogepercentage herkende donoren blijkt duidelijk dat debetrokken professionals het belang van donorwervingonderkennen en dat de kwaliteit van zorg rondom eenorgaan- of weefseldonatieprocedure alle aandachtkrijgt. Door het donorregister te raadplegen of donatiemet nabestaanden te bespreken, willen artsentegemoet komen aan de laatste wens van eenoverledene. Men streeft naar het volgen van de juisteprocedure. Ten aanzien van het raadplegen en hetbespreken van donatie is mogelijk winst te behalen.Hierop wordt in 2010 gestuurd, waardoor het OLVG nogmeer tegemoet kan komen aan de wens van de patiënt.Daarnaast is dit ook van maatschappelijk belang,vanwege het grote tekort aan donoren.Veiligheid van gebouwen, middelen en infrastructuurAangezien (patiënt)veiligheid niet alleen afhankelijk isvan de directe zorgverlening, maar ook van de wijzewaarop het gebouw, de infrastructuur, apparatuur enmiddelen beheerd worden, heeft de Raad van Bestuurin <strong>2009</strong> een stuurgroep ‘Veiligheid van Gebouwen,Middelen en Infrastructuur ingesteld met als opdrachtde gebouwen, middelen (apparatuur, medischehulpmiddelen) en infrastructuur (ICT) zodanig tebeheren, dat deze effectief en veilig zijn voorpatiënten, medewerkers en bezoekers.In paragraaf 4.8 Ondersteunend beleid wordt naderingegaan op de facilitaire zaken en de ICT. Hierondervolgt een toelichting op het beheer van de medischeapparatuur.De afdeling Medisch Instrumentele Zaken (MIZ) beheertde medische apparatuur binnen het OLVG. Dit betreftruim 8000 medische apparaten, variërend van spuitenpompentot MRI, met een vervangingswaarde van ruim40 miljoen euro.Het OLGV is het eerste ziekenhuis in Nederland waar demedische technologiemodule van Ultimo werd geïnstalleerd;een database met apparatuurgegevens. Ditproces was eind <strong>2009</strong> nog in volle gang. Doelstelling isde gebruiker stapsgewijs te voorzien van actueleinformatie over het apparatuurbestand, onderhoudscontractenen uiteindelijk de onderhoudsplanning. Hetsysteem biedt hierbij de mogelijkheid een overzichtelijkerapportage te genereren voor de units.Aanpassingen werkprocesZowel de toepassingen en de bezettingsgraad als deafhankelijkheid van medische apparatuur zijn toegenomen.Daarom zijn en worden aanpassingen gerealiseerdvoor de bezettingsgraad en werkprocessenworden herzien, verbeterd of aangevuld.55 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 17 Gemiddelde toegangs- en wachttijden <strong>2009</strong>Specialisme Onderverdeling GemiddeldetoegangstijdGemiddeldewachttijddagopnameGemiddeldewachttijdmeerdaagseopnameAlgemene Chirurgie Algemeen 1 4 2Galblaas nvt 4 3Liesbreuk nvt 5 6Liesbreuk (laproscopisch) Spataderen nvt 7 nvtAnesthesiologie Pijnbestrijding 4 1 nvtPreoperatief onderzoek 1 nvt nvtCardiologie Algemeen 3 1 1Dotterbehandeling nvt nvt nvtCardio-thoracale Chirurgie Algemeen nvt 1 3Aortaklepvervanging nvt 1 3Bypassoperaties nvt 1 3Overige hartoperaties nvt 1 3Openhartoperatie nvt 1 3Dermatologie Algemeen 4 3 nvtDagbehandeling nvt 3 nvtInloopspreekuur 1 nvt nvtLichttherapie nvt 1 nvtGynaecologie Algemeen 3 7 9Baarmoederverwijdering nvt nvt 10Fertiliteit 5 nvt nvtVerloskunde 2 nvt nvtSterilisatie vrouw nvt nvt 12Echo’s verloskunde 2 nvt nvtInterne Geneeskunde Algemeen 2 1 0Diabetes 2 nvt nvtHiv 1 nvt nvtOncologie/hematologie 1 nvt nvtVasculair 4 nvt nvtNefrologie 3 nvt nvtKeel-, Neus- en Oorheelkunde Algemeen 2 2 3Neus- en keelamandelen kinderen nvt 4 nvtNeus- en keelamandelen volwassenen nvt nvt 3Neusbijholtes nvt 4 nvtNeustussenschot nvt 4 nvtOorbuisjes 2 4 nvtKindergeneeskunde Algemeen 2 3 0Kinderchirurgie 2 nvt nvtKinderorthopedie 6 nvt nvtLonggeneeskunde Algemeen 3 1 1Oncologie 3 nvt nvtVerdenking maligniteit 3 nvt nvtMaag- Darm- Leverziekten Algemeen 8 1 1Endoscopieën regulier 10 nvt nvtColonoscopie 10 nvt nvtFunctieonderzoeken 2 nvt nvtMondziekten, Kaak- enAlgemeen 2 10 nvtAangezichtschirurgieBehandeling 7 nvt nvtConsulten 2 nvt nvtNeurochirurgie Algemeen 2 5 5Neurologie Algemeen 4 1 2Oogheelkunde Algemeen 2 2 nvtStaaroperatie nvt 2 nvtOoglidcorrectie nvt 3 nvtOrthopedie Algemeen 9 12 18Kruisbandoperatie nvt nvt 12Totale heupoperatie 2 nvt 4Totale knieoperatie 2 nvt 456


Plastische Chirurgie Algemeen 3 7 8Buikwandcorrectie nvt 10 12Carpaletunnelsyndroom nvt 10 nvtDupuytren 2 8 nvtBorstcorrectie met medische indicatie nvt nvt 6Borstcorrectie zonder medische indicatie nvt nvt 9Psychiatrie Algemeen 1 nvt nvtAanmeldingswachttijd 1 nvt nvtBehandelingswachttijd 1 nvt nvtRadiologie CT 2 nvt nvtColon 2 nvt nvtDexa 1 nvt nvtEcho 1 nvt nvtIVP 1 nvt nvtMaag 1 nvt nvtMammo 1 nvt nvtMRI 3 nvt nvtSkeletfoto 0 nvt nvtReumatologie Algemeen 7 nvt nvtRevalidatie Algemeen 3 nvt nvtUrologie Algemeen 2 4 2Prostaatoperatie nvt 2 3Sterilisatie man 2 nvt nvtNiersteenvergruizing 1 nvt nvtToelichting tabel:In de tabel zijn de wachttijden (oranje) gemarkeerd die de zogeheten Treeknorm overschrijden (de door betrokken partijen in het ‘Treekoverleg’bereikte overeenstemming over streefnormen en maximale wachttijden voor niet-acute zorg).De Treeknormen zijn als volgt gedefinieerd:• Toegangstijd huisarts: 80% binnen twee werkdagen, maximaal drie werkdagen.• Toegangstijd apotheek: 100% binnen een werkdag.• Toegangstijd paramedische zorg: 100% binnen een week.• Toegangstijd ziekenhuiszorg: 80% binnen drie weken, maximaal vier weken.• Wachttijd diagnostiek/indicatiestelling: 80% binnen drie weken, maximaal vier weken.• Wachttijd poliklinische behandeling: 80% binnen drie weken, maximaal vier weken.• Wachttijd klinische behandeling: 80% binnen vijf weken, maximaal zeven weken.Gerealiseerde verbeteringen in <strong>2009</strong>• Hoog- en middenrisicoapparatuur zijn voorzien vaneen zichtbare inspectiesticker. Hiermee kan degebruiker opmaken wanneer een apparaat weergeïnspecteerd of onderhouden dient te worden.• Het risicoscoremodel van de ASHE (AmericanSociety for Healthcare Engineering) is toegepast ophet apparatuurbestand en geïntegreerd in hetUltimo-beheersysteem.4.4.2 ToegankelijkheidOok de snelheid waarmee patiënten terecht kunnen isvan groot belang voor het welbevinden. Het OLVG heeftin het verslagjaar verschillende maatregelen genomenom de toegankelijkheid te verbeteren.Bereikbaarheid locatiesHet OLVG staat letterlijk en figuurlijk midden in hethectische, hoofdstedelijke leven. Beide locaties zijngevestigd in of aan de rand van het centrum van destad. Op de locatie Oosterpark bevinden zich deverpleegafdelingen, een afdeling Dagbehandeling,poliklinieken van bijna alle medisch specialismen,behandelkamers en onderzoeksruimten. De locatie isgoed bereikbaar met het openbaar vervoer en heeft een(betaalde) parkeergarage.De locatie Prinsengracht is een van de weinigeziekenhuisvoorzieningen in het centrum vanAmsterdam. De nadruk ligt op poliklinische zorgverlening,waaronder uitgebreide faciliteiten voordagbehandeling. De locatie is goed bereikbaar met hetopenbaar vervoer. Er zijn beperkte (betaalde) parkeermogelijkheden.Telefonische bereikbaarheidMaandelijks wordt de telefonische bereikbaarheid vande poliklinieken en de telefooncentrale gemeten. Sindsfebruari 2008 wordt ook de centrale verwijzerslijn in demetingen meegenomen.In 2008 is een projectplan vastgesteld om een centraleafsprakenbalie op te zetten binnen het OLVG, met alsdoel een organisatiebrede verbetering van de telefonischebereikbaarheid van de poliklinieken. Op 1december <strong>2009</strong> is een pilot met een aantal units van57 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 18 Aantal klagers en klachten <strong>2009</strong> 2008 2007Klagers bij de Klachtencommissie 24 21 26Klachten ingediend bij de Klachtencommissie 60 74 72<strong>2009</strong> 2008 2007Tabel 19 Status klachten Aantal % Aantal % Aantal %Gegrond 8 13,3 30 40,5 24 33,3Ongegrond 14 23,3 43 58,1 34 47,2Geen oordeel 0 0 1 1,4 14 19,5Nog geen uitspraak 38 63,3 0 0 0 0Totaal 60 100 74 100 72 100start gegaan voor het centraal maken van telefonischeafspraken. De uitkomsten hiervan zijn begin 2010geëvalueerd en op grond van deze evaluatie is beslotende pilotperiode met een half jaar te verlengen.Toegangs- en wachttijdenDe gemiddelde toegangstijden voor de poliklinieken enwachttijden voor opname worden openbaar gemaakt viade website van het OLVG. In <strong>2009</strong> waren de toegangsenwachttijden bij de meeste specialismen stabiel.4.4.3 Klachten patiëntenDe behandeling van klachten in het OLVG is, inaansluiting op de Wet klachtrecht cliënten zorgsector(WKCZ), vastgelegd in de ‘Klachtenregeling patiëntenOLVG’. In deze regeling staat de klachtenprocedurevermeld. Hiermee biedt het OLVG patiënten demogelijkheid hun klachten voor te leggen aan eenklachtenfunctionaris en/of aan de Klachtencommissievan het OLVG.onder leiding van een onafhankelijke, externe voorzitter.De commissie stelt een onderzoek in naar degebeurtenis waarop de klacht betrekking heeft. Eenhoorzitting of raadpleging van externe deskundigenkan deel uitmaken van het onderzoek. Op basis vanalle ingewonnen informatie neemt de commissie eenbesluit over de gegrondheid van de klacht. Deklager, de aangeklaagde(n) en de raad van bestuurontvangen hierover schriftelijk bericht. De raad vanbestuur laat de klager, de aangeklaagde(n) en deKlachtencommissie vervolgens schriftelijk weten ofhij het oordeel van de Klachtencommissie overneemten of hij naar aanleiding van het oordeel en/of de aanbevelingen van de Klachtencommissiemaatregelen neemt en, zo ja, welke.De mogelijkheden voor klachtenbehandeling wordenonder de aandacht gebracht door middel van mondelingeinformatieverstrekking, patiëntenfolders en hetinternet.ProcedureIn de klachtenprocedure van het OLVG worden tweemogelijkheden onderscheiden:1. Klachtenopvang en -bemiddelingDe klachtenfunctionaris neemt met alle klagerscontact op die een klacht kenbaar maken bij deklachtenfunctionaris of de raad van bestuur. Deklachtenfunctionaris informeert hen over deverschillende mogelijkheden om de klacht te behandelen.Wanneer de patiënt daarvoor kiest, wordt eenbemiddelingstraject ingeslagen. Hierbij treedt deklachtenfunctionaris op als bemiddelaar.2. Klachtenbehandeling en -beoordeling door deKlachtencommissieDe Klachtencommissie bestaat uit negen leden,Aantal klachtenIn <strong>2009</strong> zijn door 24 mensen een of meerdere klachtenbij de Klachtencommissie ingediend. Daarmee is hetaantal klagers ten opzichte van 2008 met 3 gestegen.Het aantal klachten is groter dan het aantal klagers,omdat klagers vaak meerdere klachten tegelijk indienen.Het aantal klachten is in <strong>2009</strong> gedaald met 14.Er zijn in het verslagjaar 60 klachten bij de Klachtencommissieingediend, waarvan op de peildatum 31december <strong>2009</strong> nog 38 klachten dienden te wordenbeoordeeld. De klachten die in <strong>2009</strong> voor de peildatumwerden ingediend, werden door de Klachtencommissiegemiddeld binnen vijf maanden behandeld. Daarmeewerd niet voldaan aan de in het klachtenreglementgestelde termijn van vier maanden. De behandeltermijnis echter wel gedaald ten opzichte van 2008. Toen vond58


de behandeling gemiddeld binnen zeven maandenplaats.Verlate reacties van zowel klagers als beklaagden zijnde belangrijkste oorzaak voor de vertraging in deprocedure. Daarnaast was in <strong>2009</strong> een aantal andereoorzaken aan te wijzen. Zo werd op verzoek van deindiener de behandeling van een klacht tweemaaluitgesteld. Daarnaast heeft de Klachtencommissie viermaanden moeten wachten op een advies van een externdeskundige. Tevens blijkt het plannen van hoorzittingenvaak tijdrovend te zijn.In <strong>2009</strong> is in 63,3% van de gevallen nog geen uitspraakgedaan. Dit is vooral te wijten aan het feit dat er veelklachten in de laatste twee maanden van <strong>2009</strong> zijnbinnengekomen bij de Klachtencommissie. Dezeprocedures liepen nog op 31 december <strong>2009</strong>.Aanbevelingen aan de raad van bestuurIn het verslagjaar zijn door de Klachtencommissie tweeaanbevelingen gedaan aan de raad van bestuur. Deeerste aanbeveling betrof het duidelijker informerenvan patiënten die zijn opgeroepen voor een operatieover het feit dat operaties onder voorbehoud wordengepland. De raad van bestuur heeft deze aanbevelingovergenomen en heeft het unitmanagement hieroveringelicht. In de tweede aanbeveling gaf de Klachtencommissiede raad van bestuur in overweging na tegaan of er een vastgestelde standaard is in het OLVGwaaraan de schoonmaak moet voldoen. De raad vanbestuur heeft naar aanleiding van deze aanbevelingeen onderzoek ingesteld en neemt, indien nodig,maatregelen die tot verbetering moeten leiden.Het klachtenjaarverslag inclusief de aanbevelingen aande raad van bestuur is ieder jaar een onderwerp op deagenda van de raad van bestuur en de raad vantoezicht.WijzigingenDe Klachtencommissie heeft het voornemen om in detoekomst vaker een hoorzitting te houden in plaats vande gehele (langdurige) schriftelijke procedure tedoorlopen. Dit bekort de doorlooptijd. Daarnaast wordthiermee tegemoet gekomen aan de wens van klagersom ‘gehoord te zijn’ in de klachtenprocedure.Overwogen wordt om iedere maand een vast dagdeelvoor hoorzittingen te reserveren.4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzienvan medewerkers4.5.1 Sociaal beleidParallel aan de unitvorming is de basis gelegd voor hetdirectoraat HR. In 2001 is een scherp onderscheidgemaakt tussen de rol van de beleidsadviseur SocialeZaken en zijn staf en de manager hr en zijnmedewerkers. De beleidsadviseur Sociale Zaken wasonder meer verantwoordelijk voor het ‘sociaalraamwerk’, advisering aan en ondersteuning van deraad van bestuur en de hr-audits, en stuurde demanager HR functioneel aan. De manager HR was metname verantwoordelijk voor het adviseren en ondersteunenvan de units binnen het ‘sociaal raamwerk’.In 2005 zijn de hr-adviseurs en hr-secretaresses zoveelals mogelijk gedecentraliseerd. In 2008 is met de unitsovereengekomen dat de hr-adviseurs voor gemiddeld20% van de werktijd beschikbaar zijn voor OLVGprojecten.Flexcare is ook bij het directoraat HR ondergebracht,net als de arbocoördinator en de Bedrijfsgezondheids-en Preventiedienst na de reorganisatiebegin <strong>2009</strong>. Ten slotte zijn er tal van kleinere veranderingendoorgevoerd en heeft een aantal belangrijkepersonele wijzigingen plaatsgevonden.In <strong>2009</strong> is een herontwerp van het directoraat HRgemaakt, in samenspraak met de betrokkenmedewerkers. Bij dit herontwerp waren, naast dekernwaarden en de genoemde resultaten uit hetStrategisch Plan van het OLVG en de hr-strategie vanSanteon, de volgende zaken leidend:• De reguliere dienstverlening.• De lopende en geplande projecten.• De dienstverlening en projecten waar nu nog nietom gevraagd is maar waarnaar de opdrachtgevers inkomende periode zullen (of zouden moeten) vragen.Dit alles is verwerkt in het Businessplan HR 2010-2012‘Verstand van ons vak en kennis van uw zaken’.Samenwerken aan hr-thema’sSamenwerken aan hr-thema’s heeft in <strong>2009</strong> op eenaantal manieren vorm gekregen. Het directoraat kreegeen nieuwe directeur, nieuwe onderdelen en eennieuwe opzet. Binnen het directoraat HR is hardgewerkt om al het reguliere werk te verzetten, de opzeten de professionaliteit verder te ontwikkelen en deklanten nog beter van dienst te zijn.Samen met de raad van bestuur, de units en de collegastavenis gewerkt aan het invullen van hetbusinessplan. Hiervoor is een werkwijze gehanteerd59 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


waarbij de raad van bestuur en de units verantwoordelijkzijn voor de beslissingen en de resultaten, en hetdirectoraat HR vanuit zijn expertise voor de inhoudelijkehr-aspecten.Twee vormen van samenwerken aan hr-thema’sverdienen bijzondere aandacht. Samen met dehr-collega’s van de Santeon-ziekenhuizen is vormgegeven aan het strategisch hr-beleid en zijngezamenlijk projecten uitgevoerd. Een belangrijkproject is de pilot Excellente Zorg.Honorering medisch specialistenIn <strong>2009</strong> is voor het eerst een vol kalenderjaar gewerktmet de nieuwe honoreringssytematiek voor medischspecialisten in dienst van het OLVG. Hierbij is vooralaandacht uitgegaan naar de vervolmaking van deadministratieve procedures en het borgen hiervan.Medezeggenschap en participatieoverlegIn het najaar van <strong>2009</strong> is de discussie over het ‘participatieoverleg’afgerond, die eind 2008 door de OR isgestart. In het vervolg organiseert het OLVG twee ofdrie keer per kalenderjaar een themaperiode van eenaantal weken. Gedurende de themaperiode besteedt hetOLVG op allerlei manieren aandacht aan een bepaaldonderwerp, dat ook op ieder werkoverleg aan de ordekomt. De uitkomsten worden per unit en voor het OLVGgebundeld en waar nodig volgen (verbeter)acties.Verder zijn met de OR afspraken gemaakt over decentralemedezeggenschap. Als een unit of directoraat eenvoorstel indient bij de raad van bestuur waar later deOR een advies over moet geven of mee moetinstemmen, wordt dit voorstel eerst door de leidingbesproken met de medewerkers. Bij deze besprekingzijn de hr-adviseur en een vertegenwoordiging van deOR aanwezig. Het doel is onduidelijkheid tijdens deoverlegvergadering te voorkomen.Flexbureau/capaciteitsmanagementIn <strong>2009</strong> is vanuit het interne uitzendbureau Flexcareverder invulling gegeven aan het capaciteitsmanagementdoor kwalitatieve en kwantitatieveontwikkeling van de flexpool. Het aantal verpleegkundigenbinnen de flexpool is toegenomen en er zijnook flexpools ingericht voor andere functies (onderandere administratief en facilitair). Afdelingen zijnvaker gebruik gaan maken van de diensten vanFlexcare, waardoor het inschakelen van (dure) externebureaus kon worden teruggedrongen. Alleen voor deinhuur van gespecialiseerde verpleegkundigen is dathelaas (nog) niet gelukt.Met de huidige aanpak (vervanging bij ziekte, verlof,vakantie en aanvulling bij pieken) is een flexibiliteitvan tegen de 5% bereikt. Om de eerder geformuleerdedoelstelling van 10-15% flexibiliteit van het personeelsbestandte realiseren, is het nodig anders naarplanningsvraagstukken te kijken. In <strong>2009</strong> is de basisgelegd om hiermee aan de slag te gaan.HerplaatsingenHerplaatsingen conform Sociaal PlanIn <strong>2009</strong> zijn er geen nieuwe aanmeldingen voor hetSociaal Plan binnengekomen.Herplaatsingen ten gevolge van arbeidsongeschiktheidIn <strong>2009</strong> hebben in totaal 22 medewerkers een trajectvan herplaatsing ten gevolge van arbeidsongeschiktheiddoorlopen, waarvan 8 personen al in 2008waren aangemeld. Van de 22 medewerkers zijn er 2 bijhet UWV geweest voor een WIA-keuring. Bij 2 van deaanmeldingen bleek dat er geen benutbare mogelijkhedenwaren, waardoor re-integratie nog niet aan deorde is. Voor 3 van de medewerkers is een trajectopgestart om buiten het OLVG een andere baan tevinden, omdat er intern geen mogelijkheden waren.Een van hen heeft intussen een baan gevonden, voor deandere 2 loopt het traject nog. Een zestal medewerkersis aan het re-integreren teneinde de belastbaarheid tebepalen en uren op te bouwen. Met deze medewerkerswordt tevens in- en extern gezocht naar een structureleoplossing. 4 medewerkers zijn voldoende hersteld enzijn teruggekeerd in het eigen werk. Van 4 medewerkersis de arbeidsovereenkomst ontbonden, tweemaal metgoedkeuring van het UWV WERKbedrijf naar aanleidingvan de WIA-keuring. Eén medewerkster is succesvol ineen andere interne functie herplaatst.Uit een analyse naar de uitvalsoorzaken van deze groepherplaatskandidaten komt het volgende naar voren:41% van het verzuim heeft een overwegend psychischkarakter, 55% heeft een overwegend fysieke oorzaak en4% is een combinatie van beide.PreventieOok dit jaar worden medewerkers en leidinggevendenpreventief ondersteund door middel van een aantaltrainingen. De training Verzuimgesprekken geeft deleidinggevende instrumenten om in een eerder stadium(langdurig) verzuim te voorkomen. Voor medewerkersis er de training Stresshantering. De doelgroep voordeze training zijn medewerkers die stressklachtenhebben en dreigen uit te vallen of medewerkers die60


Tabel 20 Personele gegevens: verloop, verzuim en vacatures <strong>2009</strong> 2008 2007Verloop personeelInstroom van personeel in loondienst (totaal over <strong>2009</strong>) 974 (453,6 fte) 881 (429,4 fte) 743 (450,5 fte)Uitstroom van personeel in loondienst (totaal over <strong>2009</strong>) 812 (350,8 fte) 720 (405,6 fte) 628 (372,3 fte)ZiekteverzuimVerzuimpercentage (van personeel in loondienst) 4,33 % 4,04 % 4,55 %VacaturesVacatures per 31-12-<strong>2009</strong> 51 80 72• Waarvan patiëntgebonden functies 31 47 49Moeilijk vervulbare vacatures per 31-12-<strong>2009</strong> 31 50 34• Waarvan patiëntgebonden functies 19 35 21reeds zijn uitgevallen ten gevolge van stressklachtenen weer aan het re-integreren zijn.In <strong>2009</strong> is gestart met de uitrol van de trainingLoopbaan in eigen hand. Deze training is primairbedoeld voor medewerkers met een loopbaanwens.Ook medewerkers die zijn uitgevallen en de eigenwerkzaamheden structureel niet meer kunnenuitvoeren, kunnen baat hebben bij ondersteuning metbetrekking tot een volgende stap in de loopbaan.Verder is in <strong>2009</strong> de training Casemanagementontwikkeld. Deze training ondersteunt leidinggevendenbij de begeleiding en re-integratie vanarbeids ongeschikte medewerkers. De uitvoering vandeze training vindt plaats in het eerste kwartaalvan 2010.Aanscherping uitvoeringsregels bij herplaatsingHet herplaatsingsbeleid van het OLVG is gebaseerd ophet uitgangspunt dat herplaatsingskandidatenvoorrang hebben bij interne vacatures. De praktijkblijkt anders te zijn. Alle procedures zijn daarom tegenhet licht gehouden en waar nodig aangescherpt. Deaangescherpte procedures zijn besproken met de raadvan bestuur en worden nu met de bedrijfsleiders en deOR besproken en ingevoerd.Er heeft een oriëntatie plaatsgevonden met externepartijen om tot een actualisatie van het functieraster tekomen. De opdracht is gericht op een integratie vanhet functiehuis met de in 2008/<strong>2009</strong> ontwikkeldecompetentieprofielen, waarbij een resultaatgerichtebeschrijving voorop staat. Doelstelling is om eenhiermee een functiehuis te ontwikkelen dat recht doetaan de moderne organisatie, een eerlijke beloning voormedewerkers met zich meebrengt en minder onderhoudsgevoeligis.PersoneelsinformatiesysteemIn <strong>2009</strong> is in Santeon-verband een start gemaakt met deinrichting en implementatie van een geïntegreerdpersoneels- en salarisinformatiesysteem. Het nieuwesysteem biedt mogelijkheden tot het opnemen vannieuwe en de integratie van bestaande functionaliteiten.Daarnaast heeft het systeem een toegangsportaal,waarmee leidinggevenden en medewerkersdigitaal inzicht krijgen in de personeelsgegevens binnenhun bevoegdheden. Het nieuwe systeem wordt gefaseerduitgerold. De gezamenlijke inrichting en het gezamenlijkbeheer maken het mogelijk om op Santeon-niveau(proces)vergelijkingen te laten plaatsvinden en te lerenvan best practices in de aangesloten ziekenhuizen.Functiewaardering (FWG)In <strong>2009</strong> heeft de beschrijving van nieuwe functies enhet herbeschrijven van verouderde, bestaande functiesvoortgang gekregen. Hierbij zijn acht incidentelefunctiebeschrijvingen ontwikkeld en zijn de functiebeschrijvingenvan de afdelingen Financial Services enCommunicatie & Patiëntenvoorlichting onder de loepgenomen en opnieuw beschreven en uitgerold. In hetproces hebben zes bezwarenprocedures geleid tot tweeIBC-procedures.De Interne Bezwaren Commissie (IBC) is aangevuld mettwee nieuwe leden, aan alle leden is begin <strong>2009</strong> eentraining aangeboden.CompetentiemanagementIn 2008 en <strong>2009</strong> zijn in totaal 170 leidinggevendengetraind in het werken met competenties. Het OLVGbeleidten aanzien van competenties is vertaald naar deunits en ingevoerd binnen vrijwel alle afdelingen. Veelaandacht is daarbij uitgegaan naar het informeren enbetrekken van medewerkers. Medewerkers hebben eencompetentieprofiel en een ingang tot de E-toolcompetentiemanagement gekregen. In deze tool wordthet functioneringsgesprek voorbereid en vastgelegd.In <strong>2009</strong> is op een groot aantal afdelingen het competentieprofielleidraad geweest in het gesprek overontwikkelen en functioneren.61 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


ArbeidsmarktbenaderingIn <strong>2009</strong> heeft het OLVG stappen gezet in de verdereprofessionalisering van de arbeidsmarktbenadering. Inlijn met de in 2008 gelanceerde ‘OLVG Beter’-arbeidsmarktcampagneprofileerde het ziekenhuis zich incampagnes, op beurzen en in het persoonlijke contactmet kandidaten als aantrekkelijke werkgever. Metsucces is actief geworven op de Zorg Carrière Beurs inmei en op de Carrièrebeurs Zorg en Welzijn in december.Daarnaast is er voor enkele doelgroepen waar veelvacatures voor zijn samen met de betreffende units eenspecifieke arbeidsmarktaanpak ontwikkeld. Ook is dewebsite werkenbijhetolvg.nl verder ontwikkeld.Geïnteresseerden kunnen nu online solliciteren en erzijn in de vorm van persoonlijke testimonials echteverhalen over werken in het OLVG te lezen.voldoende mogelijkheden voor opleiding en training.Met het verwerven van een keurmerk krijgt het OLVGeen uitgebreide mogelijkheid om zich als werkgever teprofileren onder met name hbo’ers en academici. CRFpubliceert de onderzoeksresultaten en bedrijfsportrettenvan alle Top Werkgevers in een gids en opinternet (www.topemployers.nl). Op grond van dezegegevens kunnen (toekomstige) werknemers een beeldkrijgen van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt en zogemakkelijker keuzes maken die aansluiten bij hunpersoonlijke arbeids- en carrièrewensen.Ook in 2010 en 2011 beoordeelt CRF of het OLVG blijftvoldoen aan de kenmerken van een Top Werkgever.Secundaire arbeidsvoorwaardenBinnen het directoraat HR is het open sollicitatieprocesgeëvalueerd en gereorganiseerd.In het jaarplan voor 2010 en 2011 ligt de focus op:campus recruitment, het benutten en ontwikkelen vannieuwe onlinemedia en het aanscherpen van de internewerving- en selectieprocessen.Daarnaast wordt een verdiepingsslag gemaakt inrespons- en effectmeting van de activiteiten op dearbeidsmarkt en gaat het OLVG zich op een gestructureerdeen consistente wijze als topwerkgever positioneren.Ook wordt meer met forecasts gewerkt tenaanzien van vacatureplanning en wervingsbehoefte.Arbeidsmarktcommunicatie is een belangrijkinstrument om de (flexibele) capaciteit in het OLVGkwalitatief en kwantitatief steeds op het gewensteniveau te hebben. In 2010 zullen meer gezamenlijkeinspanningen op de arbeidsmarkt gedaan worden.Top Werkgever <strong>2009</strong>Het OLVG is in <strong>2009</strong> voor de eerste keer door hetonderzoeksbureau CRF uitgeroepen tot Top Werkgever.CRF is een onafhankelijk, internationaal opererendbedrijf dat op basis van objectief onderzoekbetrouwbare gegevens over werkgevers verzamelt enuitgeeft. Alleen werkgevers die een ruime voldoendehalen, mogen zich dat jaar Top Werkgever Nederlandnoemen.Samen met de vijf andere grote topklinischeopleidings ziekenhuizen in Santeon heeft het OLVG zichingespannen om het CRF-keurmerk te ontvangen. DeSanteon-ziekenhuizen willen zich onderscheiden doorgoed werkgeverschap, om zo medewerkers te behoudenen nieuw talent aan te trekken. Het gaat om zaken alsgoede arbeidsvoorwaarden, interne promotiekansen enSpaarloonregelingEind <strong>2009</strong> is een tweede spaarloonregeling geïntroduceerd,ondergebracht bij Friesland Bank. De regelingbij Fortis blijft bestaan voor de bestaande deelnemers.Voorrangsregeling woonruimteVoor medewerkers in de zorg (en bij de politie en in hetonderwijs) bestaat sinds 2001 een voorrangsregelingvoor sociale huurwoningen in Amsterdam. Dezeregeling is gebaseerd op afspraken tussen de gemeenteAmsterdam en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties.De SIGRA heeft in <strong>2009</strong> het initiatief genomen tot eensamenwerking met WoningNet, dat bemiddelt in hetwoningaanbod van de woningcorporaties inAmsterdam. Groot voordeel van deze werkwijze is datde kandidaten meer invloed kunnen uitoefenen op dewoning die ze toegewezen willen krijgen. Doordatkandidaten zelf in het actuele aanbod gaan zoeken,krijgen ze ook een realistisch beeld van de mogelijkhedenbinnen de Amsterdamse woningmarkt.Het OLVG kreeg in <strong>2009</strong> de mogelijkheid om vijftienmedewerkers voor te dragen als voorrangskandidaat.Gezien het zeer beperkte aantal woningen dat jaarlijksbeschikbaar komt, maakt het OLVG steeds een afwegingwie als voorrangskandidaat voorgedragen wordt.Daarnaast biedt de SIGRA, in samenwerking met Ymere,voor kandidaten die boven de gestelde inkomensgrensvoor een sociale huurwoning uitkomen de mogelijkheidom door de zorginstelling voorgedragen te worden voorde voorrangsregeling vrijesectorhuurwoningen. Ookdeze regeling is succesvol ingezet; voor viermedewerkers is de zoektocht naar passendewoonruimte in Amsterdam aanmerkelijk verkort.62


Invoering roostersysteem SPXMet ingang van 1 januari 2010 is het roostersysteemSPX voor het grootste deel van de organisatie operationeel.Hiermee is het uniformeren, standaardiseren enautomatiseren van de werkuren en de roostering eenfeit. Het nieuwe roostersysteem controleert op deuitvoering van de cao en de Arbeidstijdenwet, en heefteen koppeling met de salarisadministratie. Voor 2010staat een uitbreiding van de functionaliteit op hetprogramma met de zogeheten werkplekplanning. Ditmoet leiden tot verhoogde gebruiksvriendelijkheid enaansluiting op de wensen en behoeften van degebruikers van SPX.Excellent werkgeverschapMedewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)In april <strong>2009</strong> is door het onderzoeksbureau SKB onderalle medewerkers van het OLVG een medewerkerstevredenheidsonderzoek(MTO) uitgevoerd. Hetonderzoek bevatte vragen over het werk, de organisatieen de arbeidsvoorwaarden. De respons bedroeg 50%.De resultaten van het OLVG zijn vergeleken met drieomgevingen, te weten de beroepsbevolking, ziekenhuizenalgemeen en een aantal STZ-ziekenhuizen. HetOLVG scoort positief in vergelijking met andereSTZ-ziekenhuizen. Een belangrijk resultaat is ook datruim 80% van de medewerkers aangeeft tevreden tezijn met het OLVG als organisatie om voor te werken, enmet de eigen functie.Het MTO biedt goede aanknopingspunten voorverbeteringen. Met het management van alle bedrijfsonderdelenis de afspraak gemaakt actief aan de slag tegaan met de resultaten van het onderzoek. In overlegmet medewerkers moeten minimaal drie verbeteractiesvast worden gesteld en uitgevoerd. OLVG-breed isdezelfde afspraak gemaakt. Verbeteracties variëren vande ontwikkeling van een intranetsite om de communicatiebinnen een unit te verbeteren, een tillift om defysieke belasting van verpleegkundigen te beperken toteen training in weerbaarheid om beter te kunnenomgaan met werkdruk. De Raad van Bestuur volgt devoortgang van de verbeteractiviteiten in de kwartaalgesprekken.Het is de bedoeling om eind 2010 weer eenMTO uit te voeren. Zodoende wordt de tevredenheid vanmedewerkers structureel gevolgd.Excellente ZorgIn deze door VWS gesponsorde pilot werken hr-verantwoordelijkenen vertegenwoordigers van de verpleginguit de zes Santeon-ziekenhuizen, twee verzorgingstehuizenen een thuiszorginstelling samen aanverpleegkundige kwaliteit en professionaliteit.Geïnspireerd door het Amerikaanse concept van MagnetHospitals worden de mogelijkheden verkend om inNederland toe te werken naar een eigen model voorexcellente zorg. De pilot is tot stand gekomen opinitiatief van V&VN en de NPCF.De pilot heeft in <strong>2009</strong> gestalte gekregen door hetuitvoeren van een nulmeting bij de deelnemendeorganisaties, waaronder het OLVG. Deze nulmetingbestond onder meer uit een enquête onder verpleegkundigenen verzorgenden. Op basis van de nulmetingkan het diagnosemateriaal verder aangescherpt en zomogelijk wetenschappelijk gevalideerd worden. Deresultaten van de nulmeting bieden het OLVG demogelijkheid om gerichte verbeteracties in te zetten.Dit wordt gezien als een verdere verdieping van deverbeteractiviteiten ingezet naar aanleiding vanhet MTO.Duurzame inzetbaarheidDe vergrijzende beroepsbevolking, toenemendeschaarste op de arbeidsmarkt en het verhogen van depensioengerechtigde leeftijd maken duurzame inzetbaarheidvan medewerkers een actueel thema waarorganisaties zich op moeten voorbereiden.Duurzame inzetbaarheid is gekozen als een van degemeenschappelijke onderwerpen binnen Santeon.Besloten is om beleid te ontwikkelen gericht op hetoptimaliseren van het werkvermogen van medewerkersen het beschikbaar stellen van passende interventies/instrumenten voor medewerkers in verschillendelevens- en loopbaanfases. De Work Ability Index (WAI)wordt hierbij ingezet als instrument om zicht te krijgenop de ontwikkeling van het werkvermogen. Door middelvan een pilot in 2010 binnen twee Santeon-ziekenhuizengaat bekeken worden of de WAI als screeningsinstrumentbijdraagt aan het behoud van de inzetbaarheid,gezondheid en vitaliteit van de medewerkers.Om de inzet van de WAI in de zorgsector goed tekunnen toetsen op zijn merites is door het Verwey-Jonker Instituut in samenwerking met het OLVG en St.Antonius Ziekenhuis een onderzoeksopzet uitgewerkten een subsidieaanvraag ingediend bij ZonMw (Nederlandseorganisatie voor gezondheidsonderzoek enzorginnovatie).Heropzet arbeidsomstandighedenIn het najaar van <strong>2009</strong> organiseerde het directoraat HReen workshop over het arbeidsomstandighedenbeleid63 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 22 Aantal klagers individuele medewerkers <strong>2009</strong> 2008 2007Individuele medewerker dient klacht in en deze wordt door de commissiebehandeld0 1 1Tabel 23 Aard van de klachten individuele medewerkers <strong>2009</strong> 2008 2007Onvrede over een onbillijke behandeling door een collega of leidinggevende - 1 1Een beslissing of een weigering om te beslissen of te handelen die de- 1 1medewerker persoonlijk in zijn belang treftEen op de medewerker van toepassing zijnde maatregel of situatie die in strijd- - -is met een wettelijke bepaling, de CAO Ziekenhuizen, een interne regeling, deindividuele arbeidsovereenkomst of bestendig gebruik binnen het OLVGTotaal* - 2 2* Het aantal klachten kan groter zijn dan het aantal klagers, indien klagers klachten hebben ingediend die uitmeerdere onderdelen bestonden.OLVG. In de workshop zijn samen met bedrijfsleiders deuitgangspunten voor het beleid geformuleerd. Op basisvan de input uit de workshop is vervolgens door hetdirectoraat HR een concept-arbobeleid opgesteld,inclusief een Plan van Aanpak arbeidsomstandigheden2010. In februari 2010 wordt een voorstel uitgewerktvoor het inventariseren van de arbeidsrisico’s. Hetarbobeleid, inclusief het Plan van Aanpak 2010 en eenvoorstel voor het inventariseren van de arbeidsrisico’s,wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2010aan de raad van bestuur ter besluitvorming voorgelegd.Nieuw registratieformat voor agressie-incidentenVanaf januari <strong>2009</strong> is het registratiesysteem vooragressiemeldingen (ZIR) niet meer in gebruik. Inopdracht van de raad van bestuur heeft de werkgroepRegistratie agressiemeldingen een nieuw registratieformatontwikkeld. Dit gebeurde onder leiding van dearbocoördinator. Het nieuwe registratieformat sluit aanbij de workflow van het agressiebeleid Veilige Zorg enwordt ingepast in het registratiesysteem voor hetDIM-men. De nieuwe werkwijze sluit beter aan op hethuidige kwaliteitssysteem en is erop gericht de leidinggevendebeter te ondersteunen bij het afhandelen vanmeldingen. Het nieuwe registratieformat is door deraad van bestuur behandeld en ter informatievoorgelegd aan de OR.Trainingen & loopbaanadviestrajectenHR ServicesIn <strong>2009</strong> zijn door HR Services diverse trainingengegeven op het gebied van ziekteverzuim, competentiemanagement,communicatie en klantvriendelijkhandelen. In totaal werden 130 medewerkers getraind.Het zwaartepunt lag in <strong>2009</strong> op de training Klantvriendelijkhandelen. In samenwerking met dere-integratieadviseur is de stresshanteringstrainingéén keer gegeven. Hieraan deden in totaal twaalfmedewerkers mee. In juni is de workshop Regie opeigen loopbaan, inzicht in jezelf van start gegaan, inaugustus is deze workshop herhaald. Hieraan hebben intotaal negentien medewerkers meegedaan.LoopbaanadviestrajectenDe opleidings-loopbaanfunctionaris heeft in <strong>2009</strong> 28aanmeldingen voor loopbaanadvies gekregen. Alleaangemelde personen kregen een intakegesprek en 22medewerkers zijn daadwerkelijk een loopbaantrajectingegaan. Dit betekent dat zij gemiddeld 5 gesprekkenhebben gevoerd met de opleidings-loopbaanfunctionarisen diverse opdrachten hebben gemaakt, zoalsbeschreven in het loopbaanadvieshandboek.De overige 6 kandidaten kregen kort loopbaan- en/ofopleidingsadvies en sollicitatiebegeleiding. Dekandidaten kwamen uit alle units/afdelingen van hetziekenhuis, variërend van FWG 25 tot FWG 65.5 personen hebben na het adviestraject een functiebuiten het ziekenhuis gezocht, 6 personen hebbenintern een nieuwe functie gevonden. De rest is aan eenopleiding begonnen of tot de conclusie gekomen dat zijnog op hun plek zijn in hun huidige functie.4.5.2 Klachten individuele medewerkersHet OLVG kent een klachtenregeling om klachten vanindividuele medewerkers die betrekking hebben op dearbeidssituatie onpartijdig te behandelen. Dezeregeling wordt ook wel aangeduid als KIMO-regeling.64


De klachtenregeling is gebaseerd op artikel 3.2.3. vande CAO Ziekenhuizen en beoogt:• Een effectieve en efficiënte behandeling vanklachten, zodat verstoring van werkrelaties enhoogoplopende conflicten kunnen wordenvoorkomen.• Het opvangen van signalen over ongewenstesituaties in de organisatie, waardoor toekomstigeklachten kunnen worden voorkomen.Jaarlijks wendt een aantal OLVG-medewerkers zich totde Klachtencommissie. Soms voor informatie over deregeling of een advies over hoe te handelen. Hiervanwordt geen registratie bijgehouden. Er zijn ookmedewerkers die de commissie schriftelijk informerenover een gebeurtenis of situatie, maar daarbij aangeven(vooralsnog) geen actie van de commissie teverwachten. Dit was in <strong>2009</strong> niet het geval.Van de klachten die formeel worden ingediend,beoordeelt de commissie of deze ontvankelijk zijn.Onderstaande tabellen laten zien hoeveel klachten deafgelopen drie jaar door de commissie zijn behandelden wat de aard was van de klachten. In <strong>2009</strong> zijn geenformele klachten ingediend door individuelemedewerkers.4.6 Onderwijs, opleiding enonderzoek4.6.1 Teaching HospitalHet OLVG is een Teaching Hospital bij het AMC. Hetdirectoraat Teaching Hospital heeft als kerntaakonderwijs, opleiding en onderzoek in het OLVG tefaciliteren en stimuleren.Teaching Hospital heeft hooggekwalificeerde docentenen begeleiders voor: praktijkopleidingen in brede zin,training en coaching, wetenschappelijk onderzoek enorganisatorische ondersteuning.In de visie van Teaching Hospital staat centraal datkennis en faciliteiten laagdrempelig beschikbaar zijnvoor alle OLVG’ers voor een ‘leven lang leren’. Dit moetleiden tot een goede kwaliteit van functioneren,persoonlijke ontwikkeling en voldoening. In de missiestaat dat door een open, dienstbare en vriendelijkehouding het opleidingsklimaat OLVG-breed wordtbevorderd, waarmee de kernwaardes toonaangevend engastvrij in praktijk worden gebracht.Eerste lustrum Teaching HospitalIn de week van 11 tot en met 14 mei <strong>2009</strong> vierdeTeaching Hospital zijn eerste lustrum. De week begonmet een CAT-walk, waarbij aios hun critical appraisedtopics (CAT’s) op overtuigende wijze op een echtecatwalk presenteerden. Op 12 mei was er eenprogramma rond de verpleging, georganiseerd insamenwerking met het Verpleegkundig Stafconvent.Op 13 mei hield Teaching Hospital open dag en 14 meistond in het teken van het lustrumsymposium ‘Hartvoor de mens, hart voor je werk’. Het symposium wasopgebouwd rond de vraag: hoe geven we onze behoefteaan meer menselijkheid een ruime plaats naast detrends van marktwerking, specialisatie en technologie?Medische opleidingenIn het verslagjaar werd door Teaching Hospitalonderwijs geboden op diverse niveaus van de medischeopleiding.Studenten geneeskundeIn acht groepen zijn eerste- tot en met vierdejaarsstudentenvan UvA/AMC begeleid in het kleinschaligtheoretisch onderwijs. Tijdens dit onderwijs wordt eenklinische casus door de studenten voorbereid en in degroep besproken onder begeleiding van een arts.CoassistentenHet aantal coassistenten dat in <strong>2009</strong> passeerde was532. Hiervan kwamen er 446 uit het AMC, waarvan 1 indeeltijd, 69 uit het VUmc, 13 uit het UMCG en 4 uit hetUMCU. Met alle coassistenten zijn door de onderwijscoördinatorevaluatiegesprekken gevoerd. Bij diegelegenheid leverden de coassistenten de PHEEMvragenlijstin. De resultaten van die evaluatiesworden ten minste eens per jaar besproken met decoassistenten opleiders en dienen als uitgangspunt omde organisatie, de begeleiding en het onderwijs tijdenshet coschap kritisch te bekijken en afspraken te makenvoor verbetering. Sterke punten van het OLVG-coschapzijn het opleidingsklimaat en het vakoverstijgendeonderwijs: ecg-onderwijs, farmacotherapie, knopen/hechten en overige vaardigheidstrainingen.Voor de coschappen is een aparte centrale opleidingscommissieopgericht.Medische vervolgopleidingenHet OLVG verzorgt 20 MSRC-erkende opleidingen. Erzijn erkende stages voor aios huisartsengeneeskundebij Dermatologie, SEH en Urologie en opleidingenvoor klinische chemie, klinische farmacie enGZ-psychologen.Er werden 8 opleidingen door de MSRC gevisiteerd:info bij Stafbureau.65 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


In <strong>2009</strong> werd de kwaliteit van het opleidingsklimaat vanalle opleidingen door de aios gemeten met de D-RECTvragenlijst.De respons was 75% en de resultaten zijnteruggekoppeld naar de units. Gynaecologie heeft methet AMC meegedaan aan de evaluatie van de kwaliteitvan de opleiders met behulp van de set-Q. Daaroverwordt in 2010 verslag gedaan, waarna besloten wordt ofde andere opleidingen mee gaan doen.Teach the Teachers (TtT)Deze docententraining wordt samen met het AMCverzorgd. De basismodule is gevolgd door alleopleiders, de meeste waarnemend opleiders en eengroot aantal supervisorens. Intussen is een startmoduleontwikkeld die in 2010 gevolgd kan worden.Verder zijn vanuit het AMC voor aios de modules Activelearner en Coach the Co geïmplementeerd.Onderwijs aan aiosIn totaal zijn door het opleidingsfonds 111,04 fte’svoor aios toegewezen. Het aantal in het OLVG werkzameaios varieerde rond 130.voortgezet. Bij Cardiologie op de hartbewaking iseen leerwerkplaats ingericht. Op deze manierkunnen hbo-tv-studenten op een specialistischeafdeling stage lopen.• Inwerkprogramma hbo-v’ers: Er bleek behoefte tezijn aan een inwerkprogramma voor recent afgestudeerdehbo-v’ers uit de reguliere opleidingen.Afdelingsleiders gaven aan dat deze verpleegkundigenveelal niet startbekwaam zijn voor hetziekenhuis. Dit traject is in 2008 ontworpen enwordt vanaf 5 januari <strong>2009</strong> uitgevoerd.• Nurse Practitioners/Physician Assistants: In hetverslagjaar waren acht medewerkers in opleiding totNurse Practitioner. Het OLVG kent een continuscholingstraject voor de in het ziekenhuis werkzameNurse Practitioners. Dit programma wordt ookuitgevoerd voor deelnemers uit andere ziekenhuizen.• Geaccrediteerde verpleegkundige of medischondersteunendevervolgopleidingen: 72medewerkers volgden deze opleidingen in <strong>2009</strong>,30 behaalden hun diploma.Verpleegkundige (vervolg)opleidingen, hbo-mastersen projectenVoor de verpleegkundige beroepsgroep werd in hetverslagjaar uitvoering gegeven aan een aantalopleidingen:• Hbo-v duaal: In totaal waren op 1 september <strong>2009</strong>89 hbo-v-duaalstudenten in opleiding, inclusiefpropedeusestudenten. In <strong>2009</strong> ontvingen 13studenten hun diploma; een rendement van bijna80% gerekend vanaf het tweede studiejaar. Demeeste van deze studenten hebben voor eenwerkplek in het OLVG gekozen.• Curriculumontwikkeling hbo-v duaal: In <strong>2009</strong> isgoede voortgang geboekt met het projectCurriculum ontwikkeling hbo-v duaal, dat het AMC,de Hogeschool van Amsterdam en het OLVGgezamenlijk uitvoeren speciaal voor umc’s entop klinische ziekenhuizen. De eerste propedeusestudentenstromen september 2010 in.• In het nieuwe curriculum krijgen mbo-opgeleideverpleegkundigen de kans de opleiding verkort tedoen. Dit gebeurt op grond van erkenning vanverworven competenties (EVC). Ook wordt demogelijkheid ontwikkeld de opleiding versneld tedoorlopen op grond van onder andere een eerdergevolgde hbo- of universitaire opleiding.• Leerwerkplaats hbo-tv: De LeerwerkplaatsTechnische Verpleegkunde, die samen metHogeschool INHolland wordt uitgevoerd, is in <strong>2009</strong>Projecten• Accreditatie: In 2008 is het OLVG als ziekenhuisgeaccrediteerd voor alle bij- en nascholingen voorverpleegkundigen en verzorgenden. In 2010 wordtde accreditatie uitgebreid met ten minste allevoorbehouden en risicovolle handelingen. TeachingHospital beheert dit traject.• Project Voorbehouden en risicovolle handelingen(VBH): Teaching Hospital is gestart met hetbeschrijven van onderwijsmodules voor de voorbehoudenhandelingen. Deze zijn gebaseerd op degecheckte en aangepaste vakgroepoverstijgendeprotocollen (VOMP’s). Daarnaast worden de bijbehorendevaardigheidstrainingen uitgebreid en vanafmaart 2010 worden verpleegkundigen theoretischen praktisch getoetst.• Project Inschrijving van verpleegkundigen in hetkwaliteitsregister van de vereniging Verpleegkundigen& Verzorgenden Nederland (V&VN): Hetstreven is dat alle verpleegkundigen en verzorgendenwerkzaam in het OLVG voor 1 oktober 2010ingeschreven zijn en hun deskundigheidsbevorderendeactiviteiten registreren.• Project Psychische en fysieke weerbaarheid: Ditproject is geïmplementeerd in het OLVG. Detrainingen vinden maandelijks plaats. Van2007-<strong>2009</strong> hebben in totaal 900 medewerkers detrainingen gevolgd.66


StagesEr blijkt een algemeen tekort te zijn aan stagemogelijkhedenvoor scholieren en studenten. De stagecoördinatorvan Teaching Hospital heeft in <strong>2009</strong> met alleverpleegafdelingen en poliklinieken afspraken overstageplaatsen gemaakt. Daarnaast is zij gestart met deinventarisatie van de stages voor scholieren in hetvmbo, mbo, havo en vwo. Daarbij gaat het om arbeidsoriënterende,beroeps- en maatschappelijke stages.Op grond van de resultaten van deze inventarisatieontwikkelt Teaching Hospital beleid voor het omgaanmet de toegenomen stageaanvragen.De stagemogelijkheden binnen het OLVG staan peropleiding op het internet.BedrijfsopleidingenIn het verslagjaar hebben ook diverse bedrijfsopleidingenplaatsgevonden.Leergang voor unitvoorzitters en bedrijfsleidersDe inventarisatieronde naar de leerwensen vanbedrijfsleiders en unitvoorzitters die in 2007 isgehouden, heeft in <strong>2009</strong> nog niet tot completeleergangen voor deze groepen geleid.Afgesproken is om eventuele nieuwe leergangen tekoppelen aan de uitkomst van de evaluatie van hetunitmodel. Teaching Hospital heeft in samenspraak metde bedrijfsleiders in <strong>2009</strong> wel twee scholingsmiddagenvoor bedrijfsleiders en afdelingsleiders georganiseerd.Onderwerpen waren: Klantwaarde en werkproces (deToyota-methode) en Leidinggeven aan beleven (oververandermanagement).Leergang Leidinggeven en VernieuwenIn <strong>2009</strong> is deze leergang voor (aankomend) seniorverpleegkundigen en/of teamleidinggevendentweemaal uitgevoerd. De cursisten leren om effectief enresultaatgericht leiding te geven op operationeelniveau en op het gebied van empowerment en praktijkontwikkeling.In totaal hebben aan de 17 leergangen284 cursisten deelgenomen, waarvan 50 uit andereziekenhuizen.Leergang Leiderschap en InnovatieDe leergang voor afdelingsleiders is onder de naamLeiderschap en Innovatie in <strong>2009</strong> voor de zevende keeruitgevoerd. Zowel afdelingsleiders van klinischeafdelingen als leidinggevenden van Services, HKCL,Flexcare en een polikliniek namen aan de leergangdeel, evenals een leidinggevende van een externezorginstelling. In totaal hebben 86 cursisten dezeleergang gevolgd.Leergang voor hr-adviseursIn opdracht van HR is, naar voorbeeld van de leergangLeiderschap en Innovatie, een maatwerk-leergangontworpen voor hr-adviseurs. Deze startte in oktober<strong>2009</strong> en loopt nog door tot mei 2010. Onderwerpen alsadviesvaardigheden, projectmatig werken, verandermanagementen onderhandelen en conflicthanteringkomen aan de orde.WerkbegeleiderscursusDeze cursus wordt al vele jaren gegeven aan werkbegeleidersvan verpleeg- en andere afdelingen. In totaalhebben sinds 2005 206 deelnemers de cursus gevolgd.Cursus Coachen voor professionalsDeze vierdaagse cursus is in 2008 gestart en driemaalgegeven. Het doel van de cursus is ervaren professionalsvan alle disciplines een gedegen basis te biedenvoor het coachen van medewerkers en (aankomende)professionals. Het programma is praktijkgericht en erwordt met casuïstiek van de deelnemers zelf gewerkt.De evaluaties waren positief; de cursus werd gemiddeldmet een 8,5 gewaardeerd. Teaching Hospital verzorgdede cursus in samenwerking met een externe trainer. Intotaal namen 25 mensen deel.Cursus Motiverende gespreksvoeringIn <strong>2009</strong> bood Teaching Hospital deze vierdaagsetraining ziekenhuisbreed aan. De cursus heeft eerderzijn effectiviteit en resultaat bewezen bij diëtisten die,met behulp van een aantal intervisiebijeenkomsten,deze gespreksstijl hebben geïmplementeerd. De cursusis bestemd voor medewerkers die met patiënten ofcliënten te maken hebben die moeilijk te motiveren zijnom hun leefstijl te voegen naar hun ziek zijn.Training en coaching op maatIn het verslagjaar is een basisleergang uitgevoerd voorde unit Algemene Chirurgie. Deze is vergelijkbaar metde scholingen Gynaecologie, Urologie en Decubituspreventieen Wondzorg voor verpleegkundigen. Detrainingen in klinisch redeneren vonden wederom op talvan verpleegafdelingen plaats. Cursussen op het gebiedvan moreel beraad, culturele diversiteit en ethiekvonden bij Interne Geneeskunde en Neurologie plaats.Coaching werd aangeboden aan teams en individuen.Op verzoek heeft een organisatietrainer van TeachingHospital een intervisietraject van een unit begeleid.Onderzoek en wetenschapHet Bureau Wetenschap stelt zich tot doel onderzoek inhet OLVG te stimuleren en te faciliteren. De onder-67 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


zoekscoördinator was dit jaar betrokken bij 49 onderzoeksprojectenen één enquête. Daarnaast gaf zecursussen op het gebied van onderzoek, statistiek enSPSS. Ook organiseerde ze een cursus Evidence-basedpractice voor verpleegkundigen op de afdelingenneonatologie en kindergeneeskunde. In samenwerkingmet de Commissie Wetenschappelijk Onderzoek zijncursussen gegeven over onder andere referencemanager, good clinical practice en observationeelonderzoek.In <strong>2009</strong> is weer een Wetenschapsdag georganiseerd metonder andere een posterprijs en kwamen drie editiesvan het wetenschapsblad ‘Onze Lieve Wetenschap’ uit.Er is een actief netwerk met de andere STZ-ziekenhuizenvoor het uitwisselen van cursussen. Daarnaast iser een gemeenschappelijk overleg over wetenschappelijkonderzoek.4.6.3 Commissie WetenschappelijkOnderzoek OLVG (CWOO)De CWOO heeft in <strong>2009</strong> zeven maal vergaderd en had alsvoorgenomen punten op de agenda staan:• De bijdrage van de CWOO aan het lustrum vanTeaching Hospital.• Inhoud en organisatie van de wetenschapsdag <strong>2009</strong>.• Problematiek rond het statistiekprogramma SPSS.• Bestandsopname verpleegkundig wetenschappelijkonderzoek.• Stroomlijning van het indienen van wetenschappelijkonderzoek.• Evaluatie van het Wetenschapsblad.• Ontwikkeling van een beleidsplan wetenschap.• Ontwikkeling visie op onderzoek in het OLVG ensamenwerking researchafdelingen.Aan al deze voorgenomen activiteiten is in hetverslagjaar uitvoering gegeven.OndersteuningTer ondersteuning van de onderwijsactiviteitenbeschikt Teaching Hospital over een afdeling AudiovisueleZaken, een bibliotheek, skillslabs en onderwijsruimtes.Mede door de samenwerking met het AMC is de bibliotheekvan het OLVG goed toegerust. De bibliotheekondersteunt actief studenten en medewerkers die opzoek zijn naar bewijs voor een behandeling, onderzoekof prognose. Er is een businesscase geschreven voor deontwikkeling van een elektronische leeromgeving. Ditwordt afgestemd binnen Santeon.Teaching Hospital heeft twee drylabs en een wetlab alsskillslabs. Er zijn trainingen gedaan op het gebied vande Automated External Defribillator (AED), Acute Life-Threatening Events-Recognition and Treatment (ALERT)en Advanced Trauma Life Support (ATLS).4.6.2 Centrale Opleidingscommissie (COC)De COC kwam in <strong>2009</strong> vijf maal bijeen in vergadering enbesteedde een hele opleidingsstrategiedag aan deopleiding. De thema’s waren: de opleidingsstrategiedag,specialisme-overstijgend onderwijs, visitaties,het opleidingsfonds, het opleidingsbeleidsplan enbemiddeling bij verschil van mening tussen opleider enaios, met name bij onvoldoende functioneren van deaios. Verder heeft de commissie de raad van bestuurgeadviseerd wanneer er problemen waren metafdelingen die onder andere gevolgen hadden voor dekwaliteit van de opleiding.AdviezenDe CWOO heeft in <strong>2009</strong> adviezen uitgebracht aan deraad van bestuur met betrekking tot het verkorten vande doorlooptijd van de naar MEC en VCMO gestuurdeonderzoeksvoorstellen, de versnippering van de wetenschapin huis en de interne kosten voor medisch ondersteunendeunits. Op basis van deze adviezen zijn reedsacties in gang gezet, deels ook binnen Santeon.Daarnaast is in het OLVG het gesprek gaande over detoekomstige structuur van het wetenschappelijkonderzoek.4.6.4 Medisch-Ethische Commissie (MEC)Sinds september 2007 is de Medisch-Ethische Toetsingscommissie(METC) van het OLVG gefuseerd met deVerenigde Commissie voor Mensgebonden Onderzoek(VCMO), gehuisvest in het St. Antonius Ziekenhuis inNieuwegein-Utrecht. De VCMO is een regionale medischethischetoetsingscommissie en is per 1 september2004 door de CCMO erkend als METC. Het VCMO toetststudies die onder de Wet medisch-wetenschappelijkonderzoek met mensen (WMO) vallen. In de VCMO participeren,naast het OLVG, het St. Antonius Ziekenhuis,het Meander Medisch Centrum in Amersfoort-Baarn-Soest en het Diakonessenhuis in Utrecht-Zeist.Het OLVG heeft nog wel een lokale Medisch-EthischeCommissie (MEC). De MEC is niet erkend en is belast metde volgende taken:• Adviseren over lokale uitvoerbaarheid vanWMO-studies aan de raad van bestuur.• Adviseren over algemene ethische vraagstukken inhet OLVG.68


Tabel 24 Aantal adviezen over lokale uitvoerbaarheid WMO-plichtig onderzoek<strong>2009</strong> 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 200148 35 40 49 45 32 49 47 42• Adviseren over niet-WMO-studies aan verantwoordelijkestafleden en de raad van bestuur.WMO-plichtig onderzoekAlle studies die de MEC krijgt voorgelegd inzake adviesover lokale uitvoerbaarheid worden in de vergaderingbesproken. Het uiteindelijke advies van de MEC wordtuitgebracht aan de raad van bestuur. De raad vanbestuur kan vervolgens een uitvoerbaarheidsverklaringafgeven met betrekking tot uitvoering van hetonderzoek in het OLVG.4.7 Ondersteunend beleid4.7.1 ICT-beleidDe uitdaging op ICT-gebied in <strong>2009</strong> was het bijdragenaan de ziekenhuisbrede inspanningen met betrekkingtot kwaliteit, patiënt- en medicatieveiligheid. Ookwerden geplande innovaties en efficiencyverbeteringenvoorbereid, mede in het kader van de NIAZ-accreditatie.Dit betrof met name het verder documenteren enprotocolleren van werkwijzen en het verder integrerenvan systemen en datastromen in het ziekenhuis.Niet-WMO-plichtig onderzoekAlle niet-WMO-plichtige studies die in het OLVG gaanplaatsvinden, worden verplicht aangemeld bijde MEC. Alleen als de MEC een verklaring van geenbezwaar afgeeft, kunnen ze uitgevoerd worden. De MECtoetst de studie aan de Code Goed Gedrag en de CodeGoed Gebruik, en bekijkt of er eventuele anderebezwaren zijn tegen uitvoering in het OLVG. Indien ergeen bezwaar is, machtigt de raad van bestuur de MECom direct een verklaring van geen bezwaar tegenuitvoering af te geven.AdviezenIn het verslagjaar zijn 51 WMO-plichtige onderzoekenvoorgelegd voor advies over lokale uitvoerbaarheid.Een van deze onderzoeken is in <strong>2009</strong> ingetrokken. Over39 onderzoeken is een positief advies afgegeven. Deresterende 11 verzoeken om advies waren eind <strong>2009</strong>nog niet afgerond. In <strong>2009</strong> werd eveneens positiefadvies uitgebracht over de lokale uitvoerbaarheid van 9studies die reeds in 2008 waren ingediend. Dit brengthet totale aantal positieve adviezen in <strong>2009</strong> op 48. Eenvan deze adviezen is niet overgenomen door de raadvan bestuur.Daarnaast zijn in <strong>2009</strong> 15 onderzoeken aan de MECvoorgelegd die niet onder de reikwijdte van de WMOvallen. Een van deze onderzoeken is ingetrokken. Over12 onderzoeken is een verklaring van geen bezwaar isafgegeven. De resterende 2 verzoeken voor advieswaren eind <strong>2009</strong> nog niet afgerond.Er zijn door de MEC in <strong>2009</strong> geen adviezen uitgebrachtover vraagstukken van meer algemeen ethische aard.Een ander speerpunt was informatiebeveiliging. In heteerste kwartaal werden het informatiebeveiligingsbeleiden het bijbehorende implementatieplanvast gesteld en ter toetsing aan de Inspectie voor deGezondheidszorg aangeboden. In de loop van het jaaris, met behulp van KPMG, een ziekenhuisbrede NEN7510-risicoanalyse uitgevoerd. Op basis hiervan zijn deprioriteiten voor de informatiebeveiligingsprojecten enpermanente procesverbeteringen bepaald. Verder iseen nulmeting <strong>2009</strong> opgesteld, waarmee de komendejaren de voortgang van de implementatie van hetbeveiligingsbeleid kan worden gevolgd.Verder vonden in <strong>2009</strong> de volgende ontwikkelingenplaats:• Medicatieveiligheid: In het kader van medicatieveiligheidwerden diverse projecten afgerond, zowelbinnen het OLVG als het Amsterdamse elektronischmedicatiedossier-koploperproject.Daarbijwerd het OLVG aangesloten op het landelijkschakelpunt (LSP), teneinde medicatiegegevens uitstadsapotheken te kunnen downloaden. Hieraanvoorafgaand werd het OLVG als Goed BeheerdZorgsysteem gecertificeerd.• Door de aansluiting op het LSP, de implementatievan het burgerservicenummer en de uitgifte van deeerste Unieke Zorgverlener Identificatie-passen(UZI-passen), is het OLVG klaar voor landelijkeontwikkelingen met betrekking tot het EPD (elektronischpatiëntendossier).• Ontslagmanagement patiënten: Ter verbetering vanhet ontslagmanagement van patiënten is een stadsbredeoplossing voor communicatie tussen eerste entweede lijn geïmplementeerd. Tevens werd in deregio het initiatief genomen tot een stadsbrede69 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


oplossing voor de uitwisseling van digitale beelden.Deze ontwikkeling wordt begeleid door hetexpertise centrum Nictiz en moet uitgroeien tot eenlandelijk model voor beelduitwisseling.• OLVG Digitaal: Dit programma leidde in <strong>2009</strong> totselectie, aanschaf en gedeeltelijke ontwikkeling vande volgende items die medio 2010 OLVG-breedzichtbaar worden:- Digitale statusvoering per specialisme.- Digitalisering papieren dossiers.- Draadloze communicatie en mobiele werkstationsin kliniek en polikliniek.• Informatievoorziening na calamiteit: Een belangrijken ook kostbaar kwaliteitsaspect is het waarborgenvan continuïteit van de informatievoorziening naeen grote calamiteit. Medio <strong>2009</strong> is een architectuurontwikkeld om dit binnen het samenwerkingsverbandSanteon te realiseren. In 2010 zal Santeonbeschikken over een gezamenlijke uitwijkfaciliteit.Hierbij wordt tevens de basis gelegd voor eenverdergaande samenwerking de komende jaren ophet gebied van ICT-infrastructuur. Dit leidt ook totbeperking van de kostengroei. Een gunstige ontwikkeling,gezien de sterk stijgende ICT-investeringenen exploitatielasten de komende jaren.• Elektronisch patiëntendossier: De belangrijksteveroorzaker van de toekomstige groei vanICT- investeringen is het EPD. Ook dit traject wordtsinds <strong>2009</strong> in Santeon-verband opgepakt op basisvan een gezamenlijk programma van eisen. Het EPDmoet in de toekomst, naast naslag en verslaglegging,elektronische orders en beslissingsondersteuningvoor medici en verpleegkundigenbevatten. In 2010 wordt het EPD geselecteerd. Metde vernieuwing van het huidige ziekenhuisinformatiesysteembetekent dit een volgendeICT-innovatieslag, met gevolgen voor zowelapplicaties als infrastructuur als organisatie van deinformatievoorziening. Aan zowel de vraagzijde(informatiemanagement) als de aanbodzijde(services) van het ICT-spectrum moet de professionaliteitworden verhoogd. Tevens moeten deprimaire processen hierop worden heringericht.Bouw, Inrichting en TechniekOp het gebied van bouw, inrichting en techniek vondende volgende projecten plaats:• Bouw- en inrichtingsprojecten:- Grootscheepse verbouwing centrale gang OLVG(lichtstraat).- Herinrichting twaalf ICU-kamers, waarbij kleurenzijn gebruikt uit het kleurenpalet van het healingenvironment-concept.- Gereed maken afdeling Radiologie voor digitalisering.Ook is er een Spect/CT met gecombineerdebedieningsruimte gerealiseerd.• Beheersplan luchtbehandeling ok: Als een van deeerste ziekenhuizen in Nederland heeft het OLVGeen beheersplan opgesteld met betrekking tot deluchtbehandeling in de ok. In dit beheersplan isinzichtelijk gemaakt hoe de installatie is opgebouwden hoe het onderhoud is geregeld.• Veilig werken aan elektrische installaties: De NEN3140 (veilig werken aan elektrische installaties) isdefinitief doorgevoerd. Het keuringssysteem is inkaart gebracht, de meetapparatuur aangeschaft ende eerste keuring uitgevoerd. Naast deze acties is ereen veiligheidshandboek gemaakt waarin alleprocedures zijn beschreven.• Energiebesparing: Er is een onderzoek verricht naarenergiezuinige verlichtingstoepassingen in deverpleegtoren, waarmee naar verwachting in 2010wordt gestart.Facilitaire DienstenDe belangrijkste facilitaire ontwikkelingen in <strong>2009</strong>:• Het nieuwe bezoekersrestaurant en de nieuwewinkel openden hun deuren en kregen een eigentijdserassortiment.• Sinds 14 december draagt het (para)medischpersoneel nieuwe dienstkleding. Ook is in <strong>2009</strong>een tweede KIA (KledingInnameAutomaat)gerealiseerd.• Er is een beveiligingsplan opgesteld met betrekkingtot toegang- en voorraadbeheer van gevaarlijkestoffen. Implementatie van het plan vindt plaats in2010/2011.4.7.2 Facilitair beleidDe facilitaire dienstverlening is binnen het OLVGgeorganiseerd in het directoraat Services. Onder ditdirectoraat vallen de afdelingen Bouw, Inrichting enTechniek, Facilitaire Diensten en Logistiek en Inkoop.Logistiek en InkoopIn <strong>2009</strong> is een aantal belangrijke resultaten bereikt:• Uitbreiding patiëntenvervoer in de avond- enweekenduren ter ondersteuning van het primaireproces.• In samenwerking met de afdeling Radiologie is eenverandering van werkwijze doorgevoerd, waarbij depatiënt tot aan het moment van overdracht wordt70


egeleid door een brancardier. Hierdoor is depatiëntvriendelijkheid verhoogd.• De distributie van sondevoeding loopt sinds <strong>2009</strong>geautomatiseerd via het centraal magazijn.• Het logistiek magazijn heeft de niet-medischeproducten van de apotheek overgenomen.• Door begeleiding van investeringsaanvragen enbij inkoopvraagstukken zijn grote besparingengerealiseerd.• Samenwerking binnen Santeon heeft het OLVG eeneerste besparing opgeleverd. Tevens zijn ééninkoopvoorwaarde en een basiscontract opgestelden vindt kennisoverdracht op het gebied van inkoopen logistiek plaats.• Er is een inkoopbeleidsplan opgesteld, dat in 2010OLVG-breed wordt geïmplementeerd.Materialen AdviescommissieIn <strong>2009</strong> heeft de raad van bestuur de MaterialenAdviescommissie (MAC) opnieuw ingesteld. Dezecommissie adviseert de raad van bestuur en het (unit)management over de aanschaf van nieuwe en over reedsin gebruik zijnde medische en verpleegkundigegebruiks- en verbruiksartikelen. Bij de beoordelinghanteert de commissie in ieder geval de criteriap atiëntveiligheid, gebruikersvriendelijkheid, milieuaspectenen kostenaspecten.Na de officiële start in oktober <strong>2009</strong> heeft decommissie tien aanvragen ontvangen. Voor 2010 is hetdoel alle investeringsaanvragen binnen zes weken teverwerken.4.7.4 CalamiteitencoördinatieBedrijfshulpverlening (BHV)De jaarlijkse scholing voor de bedrijfshulpverlening isgevolgd. Er is in <strong>2009</strong> een aantal ontruimingsoefeningengehouden, onder andere op verpleegafdelingen.Tevens is in <strong>2009</strong> een aanvang gemaakt methet aanbieden van een verplichte verkorte brandbluscursusvoor verpleegkundigen van het beddenhuis.Ongeveer 30% van hen heeft deze cursus gevolgd. In2010 dient dit 100% te zijn.Rampenopvang/ZiROP en OTODe belangrijkste doelstellingen in het verslagjaar ophet gebied van calamiteitencoördinatie waren voor hetZiekenhuis Rampen Opvang Plan (ZiROP):• Toetsen aan het ZonMw-format ZiROP.• Afstemmen met diverse partijen in de traumaregio.• Aanpassen op basis van de bevindingen uit deoefeningen van 2008.• Instellen operationeel team (OT) naast hetcrisisteam (CT). (OT houdt zich bezig met de directezorg/medische behandelcapaciteit, CT coördineertalles daaromheen.)• Uitbreiden voor nucleaire, biologische en chemischerampen (NBC-rampen).Voor OTO waren de belangrijkste doelstellingen:• Opstellen beleidsplan oefenmethode ZiROP.• OTO-plan 2010-2011.• Planning opleidingen 2010.• Aanvraag OTO-gelden bij traumaregio.In overleg met de regionaal geneeskundig functionarisis vastgesteld dat het OLVG niet is toegerust ompatiënten met stralingsrisico op te vangen. Tevens kanhet ziekenhuis slechts beperkt chemisch besmettepatiënten opvangen, en bij een grootschalig chemischincident uitsluitend gedecontamineerde slachtoffers.In 2010 wordt dit verder uitgewerkt op operationeelniveau.Het nieuwe ZiROP, het beleidsplan OTO en het OTO-plan2010-2011 zijn vastgesteld en opgenomen in DKS. Deuitvoering van het OTO-plan start in 2010. Alle aangevraagdeOTO-gelden voor 2010 zijn gehonoreerd doorde traumaregio van het AMC.Besteding OTO-gelden <strong>2009</strong>• Een intensivist heeft HMIMS gevolgd en behaald.• Een intensivist en een internist-infectioloog hebbenHAZMAT gevolgd en behaald.Crash Turkish AirlinesHet OLVG heeft vanuit de Geneeskundige Hulpverleningbij Ongevallen en Rampen (GHOR) de taak toegewezengekregen om samen met een ander ziekenhuis allenormale spoedeisende zorg voor de regio te verlenen.In de praktijk bleken de alarmering en opschaling nietvolgens de ZiROP-afspraken te verlopen. Hieruit islering getrokken en er zijn aanpassingen in hetherziene ZiROP gemaakt.GrieppandemieBij de aankondiging in de zomer van <strong>2009</strong> van eenmogelijke grieppandemie lag het HIPP-protocol (2004)klaar. Hierin staan allerlei zaken beschreven rondomeen grieppandemie, bekeken vanuit het oogpunt vaninfectiepreventie. In het ZiROP was nog geen draaiboekgrieppandemie opgenomen. Met de concrete aanleidingvan het N1N1-virus is het draaiboek grieppandemieopgesteld. Dit was, conform de IGZ-deadline,71 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


eschikbaar op 1 september <strong>2009</strong>, waarna op diverseonderdelen is geoefend en het draaiboek verder isgeoptimaliseerd.In de tweede helft van juli is in het OLVG door de raadvan bestuur, op aangeven van de voorzitter van deKIW-infectiecommissie, de opdracht gegeven op teschalen naar de crisisstructuur. In de crisisstructuurfunctioneert een Crisisteam Grieppandemie (CT-G), eenOperationeel Managementteam Grieppandemie (OMT-G)en een Bedrijfsleidersteam Grieppandemie (BT-G). Devoorzitter van het OMT-G (unitvoorzitter ICU) isHMIMS-gecertificeerd. Gedurende enkele dagen was inhet OLVG ‘fase oranje’ van kracht. Dit heeft niet totproblemen in de opvang van grieppatiënten geleid. Debedrijfsvoering tijdens de grieppandemie is begin 2010geëvalueerd. Verbeterpunten worden intern doorgevoerden enkele worden ook met de GHOR en de traumaregioopgenomen.ContinuïteitsplanIn het najaar is het bedrijfscontinuïteitsplan, datdateert uit 2001, op hoofdlijnen herzien en als ‘Continuïteitsplan<strong>2009</strong> in ontwikkeling’ in gebruik genomen.In 2010 wordt het continuïteitsplan volledig herzien enop afdelingsniveau uitgewerkt.4.7.5 MilieubeleidActiviteitenIn <strong>2009</strong> zijn de volgende activiteiten ontplooid:• In het voorjaar is een energiebesparingsonderzoekuitgevoerd en in augustus een afvalpreventieonderzoek.De aanbevelingen uit beide rapportenworden de komende jaren uitgevoerd.• In november <strong>2009</strong> is de aanvraag voor de revisievergunningingediend bij de Dienst Milieu enBouwtoezicht (DMB).• In aanloop naar een milieuhandboek is een protocolopgesteld waarin de taken en verantwoordelijkhedenzijn vastgelegd wat betreft het bijhouden vanhet elektra-, gas- en waterverbruik.• Er zijn drie stopcontacten aangelegd voor hetopladen van elektrische scooters. Hiermee loopt hetOLVG voor op het beleid van de gemeenteAmsterdam.• Per 1 september <strong>2009</strong> is het OLVG overgegaan op100% groene stroom.MilieucontrolesDe locatie Oosterpark is tijdens het verslagjaar nietgevisiteerd door de bevoegde instantie.Tijdens de jaarlijkse inspectie door de DMB van delocatie Prinsengracht zijn geen overtredingen geconstateerd.In het verslagjaar zijn in totaal zeven overschrijdingenvan de lozingseisen aangetroffen. Dit zijn er zes minderten opzichte van 2008. De volgende overschrijdingenzijn aangetroffen:• Op de locatie Oosterpark: EOX, koper, lood, zink enBTEX.• Op de locatie Prinsengracht: som metalen en BTEX.MilieuprestatiesHet aantal gewogen patiënteenheden (GPE) is een maatvoor de productiviteit van het ziekenhuis. <strong>2009</strong>vertoonde een productiegroei van 3,6%. Hierin ligt deTabel 25 Milieuprestaties op het gebied van afval, energie en water<strong>2009</strong> 2008 <strong>2009</strong> t.o.v. 2008 (%)Afval 894.589 kg 862.900 kg +3,7Gas 2.345.387 m 3 2.191.885 m 3 +7,0Elektra 13.720.510 kWh 13.676.080 kWh +0,3Water 67.639 m 3 63.672 m 3 +6,2Kosten afval € 236.240 € 215.870 +9,4Kosten energie € 2.659.588 € 2.554.436 +4,1Tabel 26 Gebruik van energie, water en afval, uitgaande van de efficiencyindicatoren, <strong>2009</strong> ten opzichte van2008 (%)Efficiency-indicatoren Gas Elektra Water AfvalM 3 /kWh/kg per m 2 +7,1 +0,4 +5,4 –M 3 /kWh/kg per GPE +2,7 -2,6 +2,8 -0,5M 3 /kWh/kg per medewerker +2,3 -4,1 +1,4 072


oorzaak van een stijging van het energie- en waterverbruik,alsmede van de afvalproductie.Per efficiency-indicator is ook het gas- en waterverbruikgestegen. Dit houdt in dat per patiënt, permedewerker en per vierkante meter meer gas en wateris gebruikt. De oorzaak van het gestegen gasverbruikligt met name in het feit dat <strong>2009</strong> meer graaddagen haddan 2008. Dit is te zien aan de hoeveelheid gewogengraaddagen ( = de maat voor de hoeveelheid energiedie nodig is om een huis te verwarmen. Hoe hoger hetaantal graaddagen in een bepaalde periode, des temeer energie er nodig is om een huis te verwarmen).De stijging van het waterverbruik blijft onduidelijk.Het elektraverbruik is relatief (per medewerker en pergewogen patiënteenheid) afgenomen door detoepassing van energiebesparende maatregelen, ziebovenstaande tabel.Voor de daling van de afvalproductie per GPE is geenduidelijke oorzaak te geven.Door de overstap naar groene stroom is de CO 2-uitstootten opzichte van 2008 met ruim 20% afgenomen.Overigens wordt de CO 2-uitstoot van het OLVG alleennog berekend aan de hand van het gas- en elektraverbruik.Transport, inkoop en afval worden nog nietdoorberekend.VooruitblikIn het strategisch beleidsplan 2010-2012 is opgenomendat het OLVG in 2012 moet voldoen aan de criteria vanhet zilveren niveau van de Milieuthermometer. Dezedoelstelling is meegenomen in het Milieubeleidsplan2010-2012 en het Milieuactiviteitenplan 2010.4.8 Financieel beleid4.8.1 Algemene financiële ontwikkelingenHet financieel beleid van het OLVG is gericht op eenfinancieel gezonde bedrijfsvoering. Het beleid isvertaald in een concrete doelstelling: een jaarlijksegroei van het weerstandsvermogen met minimaal 2%van de geconsolideerde omzet, omgerekend over <strong>2009</strong>circa € 5,2 miljoen. Naast de groei van het vermogen isin <strong>2009</strong> een tweede concrete doelstelling geformuleerddie echter pas geëffectueerd wordt na het verslagjaar<strong>2009</strong>. Als ambitieus topklinisch opleiding ziekenhuiswil het OLVG jaarlijks circa € 5 miljoen vrijmaken uit deexploitatie om te kunnen innoveren. Innovatie inmedische voorzieningen, maar ook in ICT en ondernemerschap.Het geconsolideerde resultaat komt in het verslagjaaruit op € 4,1 miljoen.Per 1 januari 2008 is landelijk de prestatiebekostigingvoor medisch specialisten ingevoerd. In deze nieuwesystematiek zijn de honorariuminkomsten volledigafhankelijk van de gerealiseerde DBC-productie. De<strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 27 Ontwikkeling totale baten (bedragen x € 1.000)<strong>2009</strong> 2008 Absoluut %WTG-budget 153.698 146.220 7.478 5,1%Honorariumbudget 44.210 42.116 2.094 5,0%DBC B-segment 42.927 28.545 14.382 50,4%GGZ 1.482 1.298 184 14,2%Overige bedrijfsopbrengsten 14.331 18.772 -4.441 -23,7%Opleidingsfonds CBOG 15.387 16.175 -788 -4,9%Totaal Baten 272.035 253.126 18.909 7,5%<strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 28 Ontwikkeling totale lasten(bedragen x € 1.000) <strong>2009</strong> 2008 Absoluut %Totaal personeelskosten 165.284 149.181 16.103 10,8%Totaal overige bedrijfskosten 83.210 84.901 -1.691 -2,0%Totaal kapitaalslasten 9.084 8.886 198 2,2%Financiële lasten minus baten 4.146 3.855 291 7,5%Totaal lasten 261.724 246.823 14.901 6,0%73 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 29 Algemene parameters <strong>2009</strong> 2008 Absoluut %Opnamen 22.631 22.730 -99 -0,4%Verpleegdagen 137.428 135.547 1.881 1,4%Eerste polikliniekbezoeken 158.470 154.386 4.084 2,6%Dagverplegingen 19.218 17.126 2.092 12,2%Zware dagverplegingen 3.831 3.375 456 13,5%in ongewogen aantallen A+B-segment (incl. HIV)Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 30 Bijzondere parameters (in aantallen) <strong>2009</strong> 2008 Absoluut %Totaal Dialyse (incl. ICU) 21.960 20.418 1.542 7,6%IC-Beademingsdagen 3.340 1.739 1.601 92,1%AICD implantaties 155 136 19 14,0%PTCA 2.117 2.041 76 3,7%Stent 3.323 2.986 337 11,3%Catheterablaties 280 148 132 89,2%Open-hartoperaties 756 851 -95 -11,2%TAA Aorta Chirurgie 4 9 -5 -55,6%Poliklinische cytostaticaverstrekking 634 363 271 74,7%Total hip 47 61 -14 -23,0%Total knee 11 24 -13 -54,2%Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 31 B-segment (in aantallen) <strong>2009</strong> 2008 Absoluut %geopende DBC’s 46.333 23.310 23.023 98,8%gesloten DBC’s 37.936 19.561 18.375 93,9%honorering is gebaseerd op de normtijden, die per DBCzijn vastgesteld en op het landelijk uniform uurtarief.In aansluiting hierop ontvangen de leden van deMedische Staf in dienst van het OLVG van sinds 2008een vast en variabel salaris, waarbij het variabel deelproductieafhankelijk is.De solvabiliteit, in gezondheidszorgtermen ‘eigenvermogen/totale omzet’, is toegenomen van 9,0% naar9,9%.4.8.2 Financiële en productieontwikkelingOLVGOnderstaand wordt een nadere toelichting gegeven opde ontwikkeling van het financiële resultaat en deproductie van het OLVG, exclusief Medisch CentrumJan van Goyen, deelnemingen en verbonden rechtspersonen.Financiële ontwikkelingDe totale baten van het OLVG komen uit op € 272miljoen. Ten opzichte van 2008 is dit een stijging van6,8% (2008: stijging 5,9%). Ondanks uitbereiding vanhet B-segment van 20% naar 34% en de opgelegdekorting vanuit de overheid, is het WTG-budget in <strong>2009</strong>met € 7,6 miljoen toegenomen. Dit is voor € 6,2 miljoente danken aan de registratie van hiv-parameters. Voorde hiv-parameters zijn in <strong>2009</strong> ook de epb’s van anderedan de unit Interne Geneeskunde geregistreerd.Hierdoor wordt een deel van de lagere productiegecompenseerd. Een andere reden voor de stijging vanhet WTG-budget is de hogere vergoeding voor de duregeneesmiddelen in <strong>2009</strong>.De honorariuminkomsten zijn met € 2,5 miljoengestegen ten opzichte van 2008. Deze stijging isinherent aan de toename van de inkomsten van hetB-segment. De inkomsten B-segment zijn in <strong>2009</strong> metmeer dan 50% gestegen. Dit is conform de verwachtingen met inachtneming van de landelijke uitbreiding van74


het B-segment (20% naar 34%). De totale productieA- en B-segment ziekenhuisdeel is gestegen met zo’n12,5% naar € 196,6 miljoen. Ten slotte zijn de overigebedrijfsopbrengsten met € 6,6 miljoen gedaald. Dit iseen gevolg van lagere opbrengsten uit verstrekking vande geneesmiddelen aan verpleeg- en verzorgingshuizen,en een afname van opbrengsten uit dienstverleningaan derden ten opzichte van 2008.het OLVG verwezen patiënten is toegenomen. Dezetoename laat zich doorvertalen in een toename van hetaantal (zware) dagverplegingen en verpleegdagen. Eendeel van de toename van het aantal dagverplegingenkomt doordat de poliklinische cytostaticaverstrekkingonder dagverpleging is geschaard ten laste van debijzondere parameters. De gemiddelde verpleegduur isvan 5,9 naar 6,1 gestegen.De personele lasten zijn gestegen met 10,5% naar€ 164,8 miljoen door: de CAO-stijging per 1 juni <strong>2009</strong>,periodiekeffecten, een toename van de formatie met 87fte, een verhoging van de voorziening vakantiedagenmet € 1,2 miljoen, een dotatie aan de voorzieningLump Sum van € 0,9 miljoen en een stijging van dehonorariumuitkering aan medisch specialisten (met€ 8,6 miljoen). De overige bedrijfskosten zijn gedaalddoor herrubricering en het opnemen van de kostenhuur en leasing bij de financiële baten en lasten. Doorhet wegvallen van activiteiten van enkele deelnemingenheeft in <strong>2009</strong> de facturatie van huur medischeapparaten niet plaatsgevonden. Dit heeft geleidt tothogere verliezen van deze deelnemingen en medehierdoor de hogere financiële lasten. De algemenekosten, die onder overige bedrijfskosten vallen, zijnechter met € 1,8 miljoen toegenomen door de stijgingvan kosten advies, automatisering en overige algemenekosten. De kapitaallasten zijn licht gestegen tenopzichte van 2008.ProductieontwikkelingIn <strong>2009</strong> was er sprake van een uitbreiding van hetB-segment van 20% naar 34%. Deze uitbreiding moesteenmalig overgeheveld worden van A-segment naarB-segment. Om toch vergelijkbare productieparameterste laten zien, zijn deze parameters voor hetA-segment en het B-segment bij elkaar opgeteld. Devergelijkende cijfers voor 2008 zijn hierop aangepast.Het aantal eerste polikliniekbezoeken is gestegen met2,6%. Hieruit kan worden afgeleid dat het aantal naarBij de bijzondere parameters is er zowel sprake van eenstabilisatie als van toe- en afname. De stijging van deIC-beademingsdagen ten opzichte van 2008 wordtveroorzaakt door gecompliceerde patiënten en/oflangliggers bij cardiologie en chirurgie. De poliklinischecytostaticaverstrekking (urologie) is gestegendoor een hogere productie.4.8.3 Financiële en productieontwikkelingMedisch Centrum Jan van GoyenOnderstaand wordt een nadere toelichting gegeven opde ontwikkeling van het financiële resultaat en deproductie van Medisch Centrum Jan van Goyen.Financiële ontwikkelingHet resultaat van Medisch Centrum Jan van Goyen isgedaald van € 0,6 miljoen naar € 0,5 miljoen. HetWTG-budget is afgenomen door omzetting van A-naar B-segment. De honorariuminkomsten nementoe, mede door de stijging van inkomsten in hetB-segment. De omzet in het B-segment is ten opzichtevan 2008 met 72% gestegen als gevolg van het bewuststuren op dit segment. De overige bedrijfsopbrengstenzijn met € 0,6 miljoen gedaald door afname vanonder andere de omzet van de kaakchirurgie en dehuur opbrengsten.De personeelskosten zijn gestegen door een uitbreidingvan het aantal Fte met 8, een stijging van dehonorarium kosten voor medisch specialisten ad € 1,2miljoen en stijging van overige personele lasten met€ 0,2 miljoen. De overige bedrijfskosten zijn met € 0,6Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 32 Baten MC Jan van Goyen(bedragen x € 1.000) <strong>2009</strong> 2008 2007 Absoluut %WTG-budget 5.885 6.214 6.003 -329 -5,3%Honorariumbudget 3.713 2.396 - 1.317 55,0%DBC omzet B-segment 7.018 4.081 2.909 2.937 72,0%Overige bedrijfsopbrengsten 1.882 2.489 1.923 -607 -24,4%Totaal baten 18.498 15.180 10.835 3.31875 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Tabel 33 Lasten MC Jan van GoyenRealisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008(bedragen x € 1.000) <strong>2009</strong> 2008 2007 Absoluut %Personeelskosten 9.707 7.740 4.993 1.967 25,4%Afschrijvingen 940 901 826 39 4,3%Overige bedrijfskosten 7.081 5.980 4.634 1.101 18,4%Financiële lasten minus baten 276 -51 -57 327 -641,2%Buitengewone baten en lasten - - -1.312 - -Totaal lasten 18.004 14.570 9.084 3.434Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 34 Algemene parameters MC Jan van Goyen <strong>2009</strong> 2008 Absoluut %Eerste polikliniekbezoek 10.707 12.239 -1.532 -12,5%Dagverpleging 1.688 1.992 -304 -15,3%Zware dagverpleging 225 311 -86 -27,7%HIV - Eerste polikliniekbezoek 492 378 114 30,2%In ongewogen aantallen (incl.HIV)Realisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008Tabel 35 Resultaat deelnemingen (bedragen x € 1.000) <strong>2009</strong> 2008 Abs. %ROVRU 1998 B.V. - -17 17 -100%ROZA 1998 B.V. - -67 67 -100%ROVRU 2001 B.V. -594 -118 -476 403%ROVRU 2002 B.V. -82 -28 -54 193%ROVRU 2004 B.V. -1.026 14 -1.040 -7.429%ROVRU 2005 B.V. -1.630 28 -1.658 -5.921%ROVRU 2006 B.V. -2.601 - -2.601 0%Oosterparking B.V. 393 176 217 123%Hospital Services OLVG B.V. -53 -45 -8 18%Totaal resultaat deelnemingen -5.593 -57 -5.536 9712%Tabel 36 Resultaat overige groepsmaatschappijenRealisatie <strong>2009</strong> t.o.v. 2008(bedragen x € 1.000) <strong>2009</strong> 2008 Abs. %CV Exploitatiemaatschappij -788 -4.430 3.642 -82%Diagnostisch Centrum Amsterdam B.V. 1 11 -10 -91%CV Clinium - 14 -14 -100%Stichting Medische Dienstverlening 391 548 -157 -29%Stichting Onze Lieve Vrouwe Kapel -32 18 -50 -278%OLVG Kunst Stichting -4 1 -5 -500%Stichting W.O. Teaching Hospital -79 -45 -34 76%Totaal resultaat overige groepsmaatschappijen -511 -3.883 3.372 -87%76


miljoen toegenomen, vanwege een stijging van patiëntgebonden-en overige huisvestingskosten. Onderfinanciële lasten is tevens een bedrag van € 0,3 miljoenopgenomen, zijnde rentelasten over de lopenderekening-courantverhouding met het OLVG.ProductieontwikkelingDe productie in het A-segment is over vrijwel de gehelelinie gedaald door de omzetting van A- naar hetB-segment. De totale productie van A en B is met 6%gestegen terwijl de productieaantallen en dagbehandelingenmet 25% zijn toegenomen. Daarnaast is in <strong>2009</strong>de registratie ten aanzien van de extra vergoeding voorhiv-patiënten gewijzigd.4.8.4 Resultaten groepsmaatschappijenOnderstaand wordt een nadere toelichting gegeven opde ontwikkeling van het overige financiële resultaatvan de deelnemingen en de verbonden rechtspersonen.Financiële ontwikkeling deelnemingenHet resultaat van de deelnemingen bedraagt € 6,1miljoen negatief. Ten opzichte van 2008 is dit resultaatmet € 2,1 miljoen verslechterd. De belangrijkste oorzaakhiervan is gelegen in de intentie tot het opheffen van dedeelnemingen Rovru’s en CV Exploitatie maatschappij.Het OLVG gaat in de loop van 2010 de activa van dezeondernemingen overnemen en integraal onderdeelmaken van de eigen balans. Voorafgegaan aan dezeontwikkelingen is in <strong>2009</strong> geen huur meer betaald voorde aanwezige kapitaalgoederen van de genoemdeondernemingen. De huur- en leasekosten zijn daarom in<strong>2009</strong>, als gevolg van negatieve resultaten van dedeelnemingen, onder de financiële lasten opgenomen.Het resultaat van Oosterparking BV is verbeterd doorhet doorvoeren van een tariefsverhoging, meer omzetuit de betaalautomaten en de OLVG-parkeerplaatsen.Financiële ontwikkeling andere deelnemingen enverbonden rechtspersonenHet resultaat op de overige groepsmaatschappijen isnegatief. Het resultaat Stichting Medische Dienstverleningis in het verslagjaar € 0,2 miljoen lager danin 2008 door ongunstige resultaten van de geconsolideerdebedrijven die onder deze stichting zijnopgenomen.4.8.5 Beleid voor de komende jarenHet beleid van het OLVG blijft gericht op een financieelgezonde bedrijfsvoering. Van belang is dat hetweerstandsvermogen in de komende jaren verbetertdoor het verhogen van de solvabiliteit. Los van stelselwijzigingenis het wenselijk dat de solvabiliteit uitkomtop minimaal 15% van de jaaromzet in de komende driejaren. Dit vereist een te behalen exploitatieresultaatvan € 5,5 miljoen op jaarbasis, onafhankelijk van hetcreëren van ruimte voor innovaties en investeringen.De toename van het resultaat ten opzichte van devoorgaande jaren kan gerealiseerd worden door devolgende maatregelen te nemen:• Kostenbesparingen door het uitvoeren van eenefficiencyoperatie (denktank) waar in 2008 devoorbereidingen voor zijn getroffen.• Doelmatigheidsverbetering door samenwerkingtussen de zes ziekenhuizen in Santeon.• Het behalen van voordelen op het gebied vaninkoop, waardoor de materiële lasten in detoekomst fors af kunnen nemen.Naast het versterken van het eigen vermogen, is hetvan belang om ruimte te maken voor innovaties eninvesteringen in de toekomst. In 2010 wordt eendefinitief besluit genomen over de verbouwing van delocatie Prinsengracht. Hiertoe wordt in 2010 debusinesscase afgerond, waarmee bepaald wordt of derentabiliteit voldoende is om de aan te trekken financieringvoor het project te kunnen bekostigen.De komende jaren nemen risico’s toe, zowel aan deinkomsten- als de kostenzijde. In <strong>2009</strong> is hetB-segment uitgebreid van 20 naar 34%. In de toekomstwordt het B-segment nog verder uitgebreid. Daarnaastis het bouwregime per 1 januari 2008 afgeschaft. Dekosten voor vastgoed moeten sindsdien gedekt wordenuit de eigen productie voor de DBC’s die opgenomenzijn in het B-segment.De financieel-economische crisis raakt de gezondheidszorgnog maar nauwelijks. De kranten staanechter al geruime tijd bol van de voorstellen tot bezuinigenin de zorgsector. Een nieuw kabinet, van wat voorsignatuur dan ook, gaat hier vanaf 2011 verandering inaanbrengen. Aanzienlijke besparingen zullen dekomende jaren worden doorgevoerd.Early warning systeemHet Ministerie van VWS heeft het voornemengecommuniceerd dat bestuurders van zorginstellingen(dreigende) problemen met de financiën tijdig via eenzogeheten ‘early warning systeem’ melden bij deNederlandse Zorgautoriteit, op straffe van bestuurlijkeaansprakelijkheid. Het OLVG onderschrijft dat latenteproblemen in een zo vroeg mogelijk stadium moeten77 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


worden opgespoord. Zoals in paragraaf 3.2.2.Over de planning & control wordt beschreven rapporterende units minimaal eens per kwartaal aan de raadvan bestuur over een aantal aandachtsveldenwaaronder de financiën. Met de implementatie van eenmeer integraal risicobeheersingssysteem in 2010kunnen signalen over naderende financiele problemenhierin worden meegenomen en kan dit dienen als eenearly warning system in de reguliere planning- encontrolcyclus. Voorwaarde is uiteraard de beschikbaarheidvan een goede (tijdige en betrouwbare)centrale administratie. Indien er een landelijk warningsysteemwordt ingevoerd zal het OLVG bekijken ofdaaraan kan worden aangehaakt.78


Bijlage A PersonaliaRaad van ToezichtDe heer mr. W.F.C. Stevens, voorzitter, tot 01-01-2010(lid tot 18-05-2010)De heer drs. P. Wilson, vicevoorzitterDe heer prof. drs. G.J. Cerfontaine, per 26-10-<strong>2009</strong>(voorzitter per 01-01-2010)Mevrouw drs. C.W. GorterDe heer mr. A. OverboschDe heer mr. J.L.P.G. van ThielRaad van BestuurDe heer dr. D.J. Hemrika, voorzitterDe heer drs. J.K. Cappon RA, ad interim (tot 01-03-<strong>2009</strong>)Mevrouw drs. J.C.H.G Arts (per 01-03-<strong>2009</strong>)De heer drs. P.M. van der Meer (per 01-03-<strong>2009</strong>)Mevrouw drs. N.J.F.M. Slegers, secretaris Raad vanBestuurUnitvoorzittersDe heer dr. G. van Andel, unitvoorzitter UrologieDe heer drs. G.A.M. Barendse, unitvoorzitterAnesthesiologieDe heer drs. T.B. van Benthem, unitvoorzitterPsychiatrie en Medische PsychologieDe heer drs. R.G. van den Berg, unitvoorzitterKeel- Neus- OorziektenDe heer prof. dr. P.J.E. Bindels, unitvoorzitterHuisartsgeneeskunde (tot 01-03-<strong>2009</strong>)De heer drs. K. Bloemendaal, unitvoorzitterCardiothoracale ChirurgieDe heer dr. P. Bresser, unitvoorzitter Longgeneeskunde(per 01-09-<strong>2009</strong>)Mevrouw dr. C.B. Brouwer, unitvoorzitter InterneGeneeskundeDe heer dr. W.F. Eggink, In-hospital Consult BV,extern unitvoorzitter Longgeneeskunde ad interim,(tot 01-09-<strong>2009</strong>)De heer dr. E.J.F. Franssen, unitvoorzitterZiekenhuisapotheekDe heer drs. E.J. Haanraadts, unitvoorzitter RadiologieMevrouw C.M. van Hasselt, unitvoorzitterHuisartsgeneeskunde (per 01-03-<strong>2009</strong>)De heer dr. R. Hoekzema, unitvoorzitter Dermatologie(tot 01-03-2010)De heer drs. J.G. Imanse, unitvoorzitter NeurologieMevrouw dr. E.M. Kaaijk, unitvoorzitter Gynaecologie/VerloskundeDe heer dr. R.B. Karim, unitvoorzitter Plastische ChirurgieMevrouw drs. H.C. Kraakman, unitvoorzitterKindergeneeskunde/neonatologieDe heer drs. F.R.A.J. de Meulemeester, unitvoorzitterOrthopedieDe heer dr. E.W.P. Nijhuis, unitvoorzitter PathologieDe heer dr. M.L. van Ogtrop, unitvoorzitter MedischeMicrobiologieDe heer drs. R.J. Reijntjes, unitvoorzitter Mondziekten,Kaak- en AangezichtschirurgieDe heer dr. E.H. Slaats, unitvoorzitter HematologischKlinisch Chemisch LaboratoriumMevrouw drs. A. van der Sluys Veer, unitvoorzitterMaag- Darm- LeverziektenDe heer prof. dr. F.W.A. Verheugt, unitvoorzitterCardiologieDe heer dr. A.C. Vahl, unitvoorzitter Algemene ChirurgieDe heer dr. P.H.J. van der Voort, unitvoorzitterIntensieve GeneeskundeDe heer drs. J.P. Witmer, unitvoorzitter OogheelkundeDirecteurenDe heer B. de Graaf MBA, waarnemend directeurConcernstaf (tot 01-01-2010)De heer drs. H.C. Homan, projectdirecteur locatiePrinsengrachtDe heer dr. H.J. Nordbeck, directeur HR (tot 01-02-<strong>2009</strong>)De heer R.H.M. Olde Bijvank, directeur ServicesDe heer drs. A. Schouten, directeur HR (per 01-02-<strong>2009</strong>)De heer dr. M.F. Schutte, directeur Teaching HospitalManagers/hoofdenDe heer J. Boers, hoofd dienst Automatisering enInformatietechnologieMevrouw M.D.M. Bron-Prenen, hoofd Infectiepreventie &MilieuzakenMevrouw mr. W. Camstra, hoofd Juridische ZakenMevrouw drs. K.I.N. van Driel, manager Communicatie enPatiëntenvoorlichtingDe heer S.A.A. Evers, hoofd Dienst Geestelijke VerzorgingMevrouw W. Klopper, manager ParamedischeOndersteunende UnitDe heer N. Komen, hoofd Medisch Instrumentele Zaken79 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Bestuur medische stafDe heer dr. G.W. van Deelen, KNO-arts, voorzitterMevrouw. dr. E.A. Bakkum, gynaecoloog, vice-voorzitterDe heer J.L.G. Blaauwgeers, patholoog, secretarisDe heer dr. V.P.M. van der Hulst, radioloog, penningmeesterDe heer dr. B.P.M. Rademaker, anesthesioloog, lidMevrouw A. van der Sluys Veer, MDL-arts, lid(unitvoorzitter)De heer J.G. Imanse, neuroloog, lid (unitvoorzitter)Medische StafDe Medische Staf van het OLVG telde op 31 december<strong>2009</strong> 170 leden en 16 buitengewone leden.Algemene ChirurgieMevrouw dr. D. BoermaDe heer dr. P.J. BorgsteinMevrouw S.C. DonkervoortDe heer dr. M.F. Gerhards (opleider)De heer R. Haverlag (per 01-01-<strong>2009</strong>)Mevrouw V.J. LeijdekkersDe heer dr. N.J.M. OutDe heer dr. M.P. SimonsDe heer dr. A.C. VahlDe heer dr. L.Th. de WitAnesthesiologieDe heer G.A.M. BarendseDe heer L.L.A. BerryDe heer E.R. BulderMevrouw K.E. Demeyer-IwanskaDe heer dr. P. de Haan (opleider)De heer dr. J.E. KalDe heer T. KlokDe heer E.J. KrommendijkDe heer J.B. LauwersMevrouw L.E. OverdijkDe heer dr. B.M.P. RademakerDe heer J.P. Seijffert (tot 01-01-2010)Mevrouw M.A.M. SiepelDe heer J.E. SteenhuisenDe heer P. Tjong Joe WaiCardiologieDe heer dr. G. AmorosoDe heer dr. J.P.R. HerrmanDe heer M. KhanDe heer dr. F. KiemeneijDe heer M.S. PattersonDe heer R.K. Riezebos (per 01-02-<strong>2009</strong>)De heer G.S. de RuiterDe heer R.J. van der Schaaf (per 01-01-<strong>2009</strong>)De heer T. SlagboomDe heer dr. G.A. Somsen (opleider)De heer prof. dr. F.W.A. VerheugtCardio-thoracale ChirurgieDe heer K. BloemendaalDe heer prof. dr. A. Brutel de la Rivière (opleider)De heer dr. W. StookerDe heer R.P.H. Storm van Leeuwen (tot 01-06-<strong>2009</strong>)DermatologieDe heer J.N. BennenMevrouw B.R. Boersma (tot 01-05-<strong>2009</strong>)Mevrouw I. Cairo (per 01-10-<strong>2009</strong>)De heer dr. R. Hoekzema (opleider)Mevrouw W.G. KamphofGynaecologie/VerloskundeMevrouw E.S.A. van den AkkerMevrouw dr. E.A. BakkumDe heer dr. D.J. Bekedam (opleider)Mevrouw dr. B.A.M. Braams-Lisman (per 01-01-<strong>2009</strong>, tot01-02-2010)Mevrouw A.G. GroenendijkMevrouw E.W.M. JanszenMevrouw dr. E.M. KaaijkDe heer dr. P.J.M. van KesterenMevrouw L.W. PetersDe heer H.R. VerhoeveHuisartsenpraktijk BuitenhofDe heer prof.dr. P.J.E. BindelsMevrouw C.M. van HasseltMevrouw L.G.M. HazenDe heer N.A. Mensing van CharanteIntensieve GeneeskundeDe heer R.J. BosmanMevrouw dr. H.M. Oudemans‐van StraatenMevrouw A.M.G.A de SmetMevrouw I. van StijnDe heer dr. P.H.J. van der VoortDe heer dr. J.P.J. WesterDe heer prof. dr. D.F. Zandstra (opleider)Interne GeneeskundeDe heer G.E.L. van den BerkDe heer dr. W.L. BlokDe heer prof. dr. K. Brinkman80


Mevrouw dr. C.B. BrouwerDe heer dr. P.S. van DamDe heer dr. P.H.J. Frissen (opleider)Mevrouw dr. C.W.H. de FijterDe heer J.O. GroeneveldDe heer dr. O.C. LeeksmaMevrouw W.E.M. SchoutenDe heer dr. Y.F.C. SmetsDe heer dr. W.E. TerpstraDe heer dr. B. de ValkKeel‐ Neus‐ en OorheelkundeDe heer R.G. van den BergDe heer dr. G.W. van Deelen (opleider)Mevrouw dr. W. DerksDe heer J. Joustra (tot 01-01-2010)Kindergeneeskunde/NeonatologieDe heer R.N.J. van AndelMevrouw M. KeessenMevrouw dr. A.A.M.W. van Kempen (opleider)Mevrouw H.C. KraakmanMevrouw M.L.C.S. de Sonnaville‐de Roy van ZuidewijnDe heer P.G. ValerioDe heer dr. A.A.J. Smit (per 01-10-<strong>2009</strong>)De heer dr. J. Stolk (tot 01-04-<strong>2009</strong>)Maag- Darm- LeverziektenDe heer dr. L.C. Baak (opleider)Mevrouw dr. A.M. van Berkel (per 01-04-<strong>2009</strong>)Mevrouw M.L. van Ierland-van LeeuwenDe heer J.M. JansenMevrouw A. van der Sluys VeerMedische MicrobiologieDe heer dr. A.P. van DamMevrouw dr. M. DamenDe heer P. GrutekeDe heer D. Kwa (per 01-04-<strong>2009</strong>)De heer dr. M.L. van OgtropDe heer M. ScholingMevrouw dr. I.J.B. SpijkermanMondziekten, Kaak- en AangezichtschirurgieDe heer G.M. CapelloDe heer A.W. CarléeDe heer J.C. van HoolwerffDe heer R.J. ReijntjesKinderpsychologieMevrouw A.M. Berkelbach van der Sprenkel-GoudswaardMevrouw S. DedenMevrouw W.T. ZijlstraKlinische ChemieDe heer dr. M.G.L.M. ElisenMevrouw dr. I.A. HaagenMevrouw dr. S. HogenboomMevrouw dr. A. LeyteDe heer dr. E.H. Slaats (opleider)Klinische FarmacieMevrouw M.E. Attema- de Jong (per 01-02-<strong>2009</strong>)Mevrouw dr. M. CrulDe heer dr. E.J.F. Franssen (opleider)Mevrouw K. Gombert-HandokoDe heer E.A.F. HaakMevrouw C.Th.M. van der Linden (tot 01-10-<strong>2009</strong>, per01-10-<strong>2009</strong> aangesteld als safety officer)LonggeneeskundeDe heer dr. P. Bresser (per 01-09-<strong>2009</strong>)De heer dr. D. Cheung (tot 01-08-<strong>2009</strong>)De heer J.S. van der Zee (opleider) (per 01-09-<strong>2009</strong>)De heer W.B.G.J. Hamersma (tot 01-08-<strong>2009</strong>)De heer dr. H.B. Kwa (tot 01-08-<strong>2009</strong>)Neurologie/NeurofysiologieDe heer J.W.L. Bosboom (per 01-10-<strong>2009</strong>)De heer J.G. ImanseMevrouw dr. N.F. KalkersDe heer dr. P. Portegies (opleider)De heer dr. I.N. van SchaikDe heer G. TiessensDe heer P. VerlooyOogheelkundeMevrouw N. BootMevrouw dr. M.S.A. Suttorp-SchultenDe heer H. van VreeswijkDe heer J.P. Witmer (opleider)Mevrouw dr. A.N. Witmer (per 01-09-<strong>2009</strong>)OrthopedieDe heer dr. S.J. HamDe heer C.P. van der HartDe heer A.E.B. KleipoolDe heer F.R.A.J. de MeulemeesterDe heer F. de NiesDe heer R.W. PoolmanDe heer dr. W.J. Willems (opleider)PathologieDe heer J.L.G. Blaauwgeers (opleider)81 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


De heer dr. P. DrillenburgDe heer dr. E.W.P. NijhuisDe heer C.G. ScheepstraDe heer dr. A.W. WalterPlastische ChirurgieDe heer dr. R.B. KarimDe heer dr. R.C.J. Kanhai (tot 01-04-<strong>2009</strong>)Psychiatrie/Medische PsychologieDe heer T.B. van Benthem (opleider)De heer N.A. van Bommel (tot 01-06-<strong>2009</strong>)Mevrouw M.C.M. Klaver (per 01-06-<strong>2009</strong>)De heer J.G. Lijmer (per 16-08-<strong>2009</strong>)Mevrouw C.B. PortierMevrouw J. de WitRadiologieDe heer J.G.A.M. BlomjousMevrouw D.A.C. DuyndamMevrouw dr. D.G. Franssen-FrankenDe heer E.J. HaanraadtsDe heer dr. V.P.M. van der HulstMevrouw dr. E.J.T. KrulDe heer dr. A.D. Montauban van Swijndregt (opleider)De heer J. PeringaDe heer J.G. van UnnikDe heer C. de VriesDe heer J.A.F. van WeeringDe heer dr. H.J. van der WoudeSpoedeisende hulpDe heer M.P. Frederikse (per 01-02-<strong>2009</strong>)De heer M.P. GorzemanDe heer M.F. Verhagen (tot 01-10-<strong>2009</strong>)Mevrouw M.M.S. Zwartsenburg(De heer dr. M.P. Simons, algemeen chirurg, is opleider)LonggeneeskundeDe heer F.M.J. TobenNeurochirurgieDe heer B.A. Coert (per 01-05-2010)De heer dr. W.R. van FurthOogheelkundeMevrouw M. MarinkovicDe heer prof.dr. M.P. MouritsDe heer L.J. van RijnOrthopedieDe heer prof. dr. R.K. MartiPlastische chirurgieDe heer dr. L.P. van der WeijReumatologieDe heer dr. K. VosDe heer dr. G.J. WolbinkRevalidatiegeneeskundeMevrouw dr. S. BuijsmannDe heer F.B. van de WegSafety officerMevrouw C.Th.M. van der Linden, ziekenhuisapotheker(per 01-10-<strong>2009</strong>)Verpleeghuisartsen Transitorium C6Mevrouw H. HermansDe heer A. KrommenhoekMevrouw A. van der LindenOnderwijscoördinatie/Teaching HospitalDe heer dr. M.F. SchutteUrologieDe heer dr. G. van Andel (opleider)De heer E.A. HeldewegMevrouw M.C. HoviusDe heer P.C. Kauer (per 01-01-<strong>2009</strong>)De heer B.W. LagerveldBuitengewone leden Medische Staf/consulentenEducation director SEHDe heer J.L. Holmes (tot 01-02-<strong>2009</strong>)Klinische psychologieDe heer E. Krol (per 01-06-<strong>2009</strong>)OverigOndernemingsraadMevrouw S. Moederzoon-Brinxma, voorzitter, liddagelijks bestuurMevrouw L. Dijkman, vicevoorzitter, lid dagelijks bestuurMevrouw drs. H.A. Creyghton-Walraven, lid dagelijksbestuur (tot 01-04-<strong>2009</strong>)De heer R.J. Lorist, lid dagelijks bestuur (per 01-01-<strong>2009</strong>)Mevrouw M.D. ArnhemDe heer S.H. BrouwerMevrouw J.M.A. van GilsMevrouw I. A. de Graaff82


De heer M. HofmanMevrouw A. HoencampMevrouw drs. M. Keessen (tot 01-02-<strong>2009</strong>)De heer F.P.P. Leliveld (tot 01-11-<strong>2009</strong>)De heer drs. J. MatolaMevrouw B. Steggerda (tot 16-09-<strong>2009</strong>)De heer J.H.R. van Beek, extern OR-lidDe heer R. Faber, extern OR-lidMevrouw C.J. Schuijt-Nederlof, extern OR-lidDe heer F.M.R Simon Thomas, extern OR-lidMevrouw C.M. Vinkesteijn-Benoni, extern OR-lidPatiëntenraadMevrouw dr. H.A. Pott-Buter, voorzitterMevrouw drs. Y.W. van Loon, vice-voorzitter(tot 01-07-<strong>2009</strong>)Mevrouw drs. H.J.H. Mellink, vice-voorzitter(per 01-09-<strong>2009</strong>)De heer drs. Y.A. DolstraDe heer H.M. John (per 01-07-<strong>2009</strong>)De heer K.J. Leeflang (tot 01-02-<strong>2009</strong>)De heer G.S.P.H. Ohm (per 15-05-<strong>2009</strong>)De heer mr. O. UzunDe heer M.B. Ziepzeerder (per 15-04-<strong>2009</strong>)Mevrouw mr. Y.M. van Roon, ambtelijk secretarisMevrouw C.Th.M. van der Linden, safety officerMevrouw I. van Stijn, intensivistDe heer B. de Graaf, waarnemend directeur Concernstaf(tot 01-01-2010)Klachtencommissie (patiënten)De heer mr. J.B.A.M. Groenendaal, rechter,onafhankelijk extern voorzitterMevrouw mr. J.H. de Kort, jurist, extern lid, vicevoorzitterDe heer dr. W.L. Blok, internistMevrouw J.S. Cohn, bedrijfsleider Neurologie, lidverpleegkundige disciplineMevrouw A.W.M. de Graaff, beleidsmedewerker locatiePrinsengracht (tot 01-02-<strong>2009</strong>)Mevrouw A.E. Groeneveld, nurse practioner Orthopedie,lid verpleegkundige discipline (per 01-02-<strong>2009</strong>)Mevrouw dr. E.J.T. Krul, radioloogDe heer drs. A. Medema, huisarts, extern lidMevrouw K. Reiss-Manusov, extern lid/patiëntvertegenwoordiger (tot 01-04-2010)De heer H.R. Verhoeve, gynaecoloogMevrouw mr. A. Bosma, juridisch medewerker, ambtelijksecretaris (tot 01-10-<strong>2009</strong>)Mevrouw M. Erich, juridisch medewerker, ambtelijksecretaris (per 01-12-<strong>2009</strong>)Verpleegkundig StafconventMevrouw J.L. Kunder, voorzitterDe heer N. Jansen, vicevoorzitterDe heer E. Lemmens, secretarisDe heer R. LuttermanMevrouw K. NicolaasMevrouw E. ValentCommissie Orgaan- en Weefseldonatie (COWD)De heer dr. Y.F.C. Smets, internist en nefroloog, voorzitterDe heer H.A.G.M. Scheutjens, donatiefunctionaris,secretarisMevrouw dr. H.M. Oudemans-van Straaten, intensivistDe heer G. Tiessens, neuroloogDe heer dr. P. Tjong Joe Wai, anesthesioloogKernteam KwaliteitMevr. drs. J.C.H.G. Arts, lid Raad van Bestuur, voorzitterDe heer dr. D.J. Hemrika, voorzitter Raad van BestuurDe heer dr. G.W. van Deelen, KNO-arts, namens BestuurMedische Staf (per 01-04-<strong>2009</strong>)De heer dr. G. van Andel, uroloogMevrouw H.K. Geschiere, adviseur kwaliteitDe heer N. Jansen, afdelingsleider, namensVerpleegkundig StafconventMevrouw mr. W. Camstra, hoofd juridische zakenKlachtencommissie Individuele MedewerkersOLVG (KIMO)Vacature extern voorzitterMevrouw C.M. Vinkesteijn-Benoni, afdelingsleider C7/WAN-hoofden, vicevoorzitterMevrouw J.W. de Groot-Weij, bedrijfsleider MedischeMicrobiologieMevrouw M. Poel, bedrijfsleider UrologieDe heer S.J. Staphorst, afdelingsleider HartcatheterisatieMevrouw mr. W. Camstra, hoofd juridische zaken,ambtelijk secretarisMilieucommissieDe heer drs. J.G. van Unnik, radioloog, voorzitterMevrouw I.M. Besemer, arbocoördinatorMevrouw M.D.M. Bron-Prenen, hoofd afdelingMilieuzaken & InfectiepreventieMevrouw mr. drs. W. Camstra, hoofd Juridische ZakenMevrouw dr. M. Crul, ziekenhuisapothekerMevrouw A.J. Jongerden, bedrijfsleider Psychiatrie enMedische PsychologieDe heer J.W. Weergang, hoofd Technische ZakenMevrouw E.M. Parma, milieucoördinator, secretarisWeefselvigilantiefunctionarisDe heer E. Lemmens, nurse practioner Orthopedie83 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Bijlage B Publicaties <strong>2009</strong> (medisch wetenschappelijk)De vet gedrukte namen zijn (of waren tijdens het onderzoek) aan het OLVG verbonden.Alexander JH, Becker RC, Bhatt DL, Cools F, Crea F,Dellborg M, Fox KA, Goodman SG, Harrington RA,Huber K, Husted S, Lewis BS, Lopez-Sendon J,Mohan P, Montalescot G, Ruda M, Ruzyllo W,Verheugt F, Wallentin L. Apixaban, an oral, direct,selective factor Xa inhibitor, in combination withantiplatelet therapy after acute coronary syndrome:results of the Apixaban for Prevention of AcuteIschemic and Safety Events (APPRAISE) trial. Circulation<strong>2009</strong> Jun 9;119(22):2877-85.Arends JE, Stuart JC, Baak LC, van der Ende ME, vanErpecum KJ, Simons CP, Boland GJ, van Baarle D,Hoepelman AI. Plasma HCV-RNA decline in the first48 h identifies hepatitis C virus mono-infected butnot HCV/HIV-coinfected patients with an undetectableHCV viral load at week 4 of peginterferon-alfa-2a/ribavirin therapy. J Viral Hepat <strong>2009</strong> May 11.Attema-de Jonghe ME, Malingre MM. Sneltest opSEH: handig maar ook beperkt. Pharm Weekbl<strong>2009</strong>;26:20-3.Aufenacker TJ, Schmits SP, Gouma DJ, Simons MP.Do guidelines influence results in inguinal herniatreatment? A descriptive study of 2,535 herniarepairs in one teaching hospital from 1994 to 2004.Hernia <strong>2009</strong> Feb;13(1):35-9.Bagshaw SM, Uchino S, Cruz D, Bellomo R, MorimatsuH, Morgera S, Schetz M, Tan I, Bouman C, Macedo E,Gibney N, Tolwani A, Oudemans-van Straaten HM,Ronco C, Kellum JA. A comparison of observed versusestimated baseline creatinine for determination ofRIFLE class in patients with acute kidney injury.Nephrol Dial Transplant <strong>2009</strong> Apr 6;24(9):2739-44.Bagshaw SM, Uchino S, Bellomo R, Morimatsu H,Morgera S, Schetz M, Tan I, Bouman C, Macedo E,Gibney N, Tolwani A, Oudemans-van Straaten HM,Ronco C, Kellum JA. Timing of renal replacementtherapy and clinical outcomes in critically ill patientswith severe acute kidney injury. J Crit Care <strong>2009</strong>Mar;24(1):129-40.Bartelds GM, Wijbrandts CA, Nurmohamed MT, StapelSO, Lems WF, Aarden L, Dijkmans BA, Tak PP, WolbinkGJ. Anti-infliximab and anti-adalimumab antibodiesin relation to response to adalimumab in infliximabswitchers and anti-TNF naive patients: a cohortstudy. Ann Rheum Dis <strong>2009</strong> Aug 13 [Epub ahead ofprint].Bartelds GM, Wijbrandts CA, Nurmohamed MT,Wolbink GJ, de Vries N, Tak PP, Dijkmans BA, CrusiusJB, van der Horst-Bruinsma IE. Anti-adalimumabantibodies in rheumatoid arthritis patients areassociated with interleukin-10 gene polymorphisms.Arthritis Rheum <strong>2009</strong> Aug;60(8):2541-2.van den Bemt BJ, Vos K, den Broeder AA, Blom M,Thurlings RM, Bartelds GM, Stapel SO, Barrera P, TakPP, Nurmohamed MT, Wolbink GJ. A single course ofrituximab does not abrogate anti-infliximabantibodies in patients with rheumatoid arthritis. AnnRheum Dis <strong>2009</strong> Aug;68(8):1368-9.van den Bergh PJ, Kievit PC, Brouwer MA, AengevaerenWR, Veen G, Verheugt FW. Prolongedanti coagulation therapy adjunctive to aspirin aftersuccessful fibrinolysis: from early reduction inreocclusion to improved long-term clinical outcome.Am Heart J <strong>2009</strong> Mar;157(3):532-40.Bhandari M, Sprague S, Schemitsch EH, Hip FractureResearch Collaborative (voor OLVG: Poolman RW).Resolving controversies in hip fracture care: the needfor large collaborative trials in hip fractures. JOrthop Trauma <strong>2009</strong> Jul;23(6):479-84.Blok WL, van den Berk GE, Brinkman K. De ouderepatient met een hiv-infectie. Tijdschrift voor Infectieziekten<strong>2009</strong>;4:86-95.Blok WL. Statines beschermen ook tegen overlijdendoor pneumonie. Ned Tijdschr Geneeskd<strong>2009</strong>;153:A815.Bode C, Verheugt FW. The need for new oral anticoagulantsin clinical practice: an introduction. JCardiovasc Med (Hagerstown ) <strong>2009</strong>Aug;10(8):593-4.Boormans EM, van Kesteren PJ, Perez RS, BrolmannHA, Zuurmond WW. Reliability of a continuous painscore meter: real time pain measurement. Pain Pract<strong>2009</strong> Mar;9(2):100-4.Boormans EM, Birnie E, Bilardo CM, Oepkes D, BonselGJ, van Lith JM. Karyotyping or rapid aneuploidydetection in prenatal diagnosis? The different viewsof users and providers of prenatal care. BJOG <strong>2009</strong>Sep;116(10):1396-9.Bosman RJ. Impact of computerized informationsystems on workload in operating room andintensive care unit. Best Pract Res Clin Anaesthesiol<strong>2009</strong> Mar;23(1):15-26.Bouwes A, Binnekade JM, Zandstra DF, Koelman JH,van Schaik IN, Hijdra A, Horn J. Somatosensoryevoked potentials during mild hypothermia aftercardiopulmonary resuscitation. Neurology <strong>2009</strong> Nov3;73(18):1457-61.Breunis WB, van Mirre E, Geissler J, Laddach N,Wolbink G, van der Schoot E, de Haas M, de Boer M,Roos D, Kuijpers TW. Copy number variation at theFCGR locus includes FCGR3A, FCGR2C and FCGR3B butnot FCGR2A and FCGR2B. Hum Mutat <strong>2009</strong>May;30(5):E640-E650.Brinkman K. Stavudine in antiretroviral therapy: isthis the end? AIDS <strong>2009</strong> Aug 24;23(13):1727-9.van den Broek FJ, de Graaf EJ, Dijkgraaf MG, ReitsmaJB, Haringsma J, Timmer R, Weusten BL, GerhardsMF, Consten EC, Schwartz MP, Boom MJ, Derksen EJ,Bijnen AB, Davids PH, Hoff C, van Dullemen HM,Heine GD, van der LK, Jansen JM, Mallant-Hent RC,Breumelhof R, Geldof H, Hardwick JC, DoorneboschPG, Depla AC, Ernst MF, van Munster IP, de Hingh IH,Schoon EJ, Bemelman WA, Fockens P, Dekker E.Transanal endoscopic microsurgery versusendoscopic mucosal resection for large rectaladenomas (TREND-study). BMC Surg <strong>2009</strong>;9:4.Busse JW, Bhandari M, Guyatt GH, Heels-Ansdell D,Mandel S, Sanders D, Schemitsch E, Swiontkowski M,Tornetta P, III, Wai E, SPRINT Investigators: voorOLVG: Poolman RW. Use of both Short MusculoskeletalFunction Assessment questionnaire andShort Form-36 among tibial-fracture patients wasredundant. J Clin Epidemiol <strong>2009</strong> Nov;62(11):1210-7.Buunen M, Bonjer HJ, Hop WC, Haglind E, KurlbergG, Rosenberg J, Lacy AM, Cuesta MA, D’Hoore A,Furst A, Lange JF, Jess P, Bulut O, Poornoroozy P,Jensen KJ, Christensen MM, Lundhus E, Ovesen H,Birch D, Iesalnieks I, Jager C, Kreis M, van riet Y, vander HE, Gerhards MF, Bemelman WA, Hansson BM,Neijenhuis PA, Prins HA, Balague C, Targarona E,Lujan Mompean JA, Franco Osorio JD, Garcia MolinaFJ, Skullman S, Lackberg Z, Kressner U, MatthiessenP, Kim SH, Poza AA. COLOR II. A randomized clinicaltrial comparing laparoscopic and open surgery forrectal cancer. Dan Med Bull <strong>2009</strong> May;56(2):89-91.Coppola G, Corrado E, Mule MC, Augugliaro S,Cucchiara A, Novo G, Amoroso G, Assennato P,Hoffmann E, Vitale F, Novo S. Analysis of N-terminalpro-B-type natriuretic peptide in patients with acutecoronary syndromes. Coron Artery Dis <strong>2009</strong>May;20(3):225-9.Cornelissen M, Hoogland FM, Back NK, Jurriaans S,Zorgdrager F, Bakker M, Brinkman K, Prins M, vander Kuyl AC. Multiple transmissions of a stablehuman leucocyte antigen-B27 cytotoxic T-cell-escapestrain of HIV-1 in The Netherlands. AIDS <strong>2009</strong> Jul31;23(12):1495-500.Custers IM, Flierman PA, Maas P, Cox T, Van DesselTJ, Gerards MH, Mochtar MH, Janssen CA, van derVeen F, Mol BW. Immobilisation versus immediatemobilisation after intrauterine insemination:randomised controlled trial. BMJ <strong>2009</strong>;339:b4080.Dahm P, Poolman RW, Bhandari M, Fesperman SF,Baum J, Kosiak B, Carrick T, Preminger GM. Perceptionsand competence in evidence-based medicine: asurvey of the American Urological AssociationMembership. J Urol <strong>2009</strong> Feb;181(2):767-77.van Dam AP, van Weert A, Harmanus C, Hovius KE,Claas EC, Reubsaet FA. Molecular characterization ofCapnocytophaga canimorsus and other canineCapnocytophaga spp. and assessment by PCR of theirfrequencies in dogs. J Clin Microbiol <strong>2009</strong>Oct;47(10):3218-25.Derks W. Age alone should not be a reason forsubstandard treatment in patient with head and neckcancer; a review of literature. Salud(i)Cienda<strong>2009</strong>;16(7):746-50.Derks W, Hordijk G. Ear disorders. In: Jackson S, etal., editors. Prescribing for elderly patients. Wiley-Blackwell; <strong>2009</strong>. p. 485-92.84


Donkervoort SC, van Ruler O, Dijksman LM, vanGeloven AA, Pierik EG. Identification of risk factorsfor an unfavorable laparoscopic cholecystectomycourse after endoscopic retrograde cholangiographyin the treatment of choledocholithiasis. Surg Endosc<strong>2009</strong> Aug 26.Van Dyck P, Gielen JL, Veryser J, Weyler J, VanhoenackerFM, Van Glabbeek F, De Weerdt W, Maas M, vander Woude HJ, Parizel PM. Tears of the supraspinatustendon: assessment with indirect magneticresonance arthrography in 67 patients with arthroscopiccorrelation. Acta Radiol <strong>2009</strong>Nov;50(9):1057-63.Eekman DA, Hoyer MJ, van Vugt RM, Wolbink GJ,Mulder CJ, Dijkmans BA. Development of antibodiesagainst humanized antitumor necrosis factor andloss of efficacy in a black spider monkey with inflammatorybowel disease. J Clin Rheumatol <strong>2009</strong>Feb;15(1):39.Eftimov F, Winer JB, Vermeulen M, de Haan R, vanSchaik IN. Intravenous immunoglobulin for chronicinflammatory demyelinating polyradiculoneuropathy.Cochrane Database Syst Rev<strong>2009</strong>;(1):CD001797.Eftimov F, Vermeulen M, de Haan RJ, van den BergLH, van Schaik IN. Subcutaneous immunoglobulintherapy for multifocal motor neuropathy. J PeripherNerv Syst <strong>2009</strong> Jun;14(2):93-100.van Eijk F, Saris D, Fedorovich N, Kruyt M, WillemsWJ, Verbout A, Martens AC, Dhert W, Creemers L. INVIVO MATRIX PRODUCTION BY BMSCs SEEDED ON PLGASCAFFOLDS FOR LIGAMENT TISSUE ENGINEERING.Tissue Eng Part A <strong>2009</strong> Apr 1;15(10):3109-17.van Eijk IC, de Vries MK, Levels JH, Peters MJ, HuizerEE, Dijkmans BA, van der Horst-Bruinsma IE,Hazenberg BP, van de Stadt RJ, Wolbink GJ, NurmohamedMT. Improvement of lipid profile is accompaniedby atheroprotective alterations in highdensitylipoprotein composition upon tumor necrosisfactor blockade: a prospective cohort study inankylosing spondylitis. Arthritis Rheum <strong>2009</strong>May;60(5):1324-30.van Eijk IC, Tushuizen ME, Sturk A, Dijkmans BA,Boers M, Voskuyl AE, Diamant M, Wolbink GJ,Nieuwland R, Nurmohamed MT. Circulating microparticlesremain associated with complement activationdespite intensive anti-inflammatory therapy in earlyrheumatoid arthritis. Ann Rheum Dis <strong>2009</strong> Nov 16.Elsenberg EH, van Werkum JW, van de Wal RM, ZomerAC, Bouman HJ, Verheugt FW, Berg JM, Hackeng CM.The influence of clinical characteristics, laboratoryand inflammatory markers on ‘high on-treatmentplatelet reactivity’ as measured with differentplatelet function tests. Thromb Haemost <strong>2009</strong>Oct;102(4):719-27.Enajat M, Teerenstra S, van Kuilenburg JT, Sorge-Greve AH, Albers-Akkers MT, Verheugt FW, Pop GA.Safety of the combination of intensive cholesterolloweringtherapy with oral anticoagulationmedication in elderly patients with atrial fibrillation:a randomized, double-blind, placebo-controlledstudy. Drugs Aging <strong>2009</strong>;26(7):585-93.van den Esschert JW, van Geloven AA, Gerhards MF.Laparoscopic ventral rectopexy for obstructeddefecation syndrome. Surg Endosc <strong>2009</strong>;23(2):453.van Etten J, Verheugt FW. Een hartinfarct verijdelddoor snelle percutane coronaire interventie. NedTijdschr Geneeskd <strong>2009</strong>;153:A467.Evertz R, van Bennekom S, Dirksen MT, VerheugtFW. Hotline sessions of the 31st European Congressof Cardiology. Eur Heart J <strong>2009</strong> Nov;30(21):2562-5.Fernandez-Cruz E, Kaveri SV, Peter HH, Durandy A,Cantoni N, Quinti I, Sorensen R, Bussel JB, DanieliMG, Winkelmann A, Bayry J, Kasermann F, Spath P,Helbert M, Salama A, van Schaik IN, Yuki N. 6thInternational Immunoglobulin Symposium: posterpresentations. Clin Exp Immunol <strong>2009</strong> Dec;158 Suppl1:60-7.Festen S, Gerhards MF, Donkervoort SC.Laparosocpic Appendectomy in the third trimester ofpregnancy. Surg Endosc <strong>2009</strong>;23(suppl 1):s126.Festen S, van Geloven AA, Gerhards MF. RedoProcedure for Prolapse and Haemorrhoids (PPH) forPersistent and Recurrent Prolapse after PPH. DigSurg <strong>2009</strong> Nov 13;26(5):418-21.Festen S, Gisbertz SS, van Schaagen F, Gerhards MF.Blinded randomized clinical trial of botulinum toxinversus isosorbide dinitrate ointment for treatment ofanal fissure. Br J Surg <strong>2009</strong> Dec;96(12):1393-9.Festen S, van Hoogstraten MJ, van Geloven AA,Gerhards MF. Treatment of grade III and IV haemorrhoidaldisease with PPH or THD. A randomized trialon postoperative complications and short-termresults. Int J Colorectal Dis <strong>2009</strong> Dec;24(12):1401-5.Franssen R, Sankatsing RR, Hassink E, Hutten B,Ackermans MT, Brinkman K, Oesterholt R, Arenas-Pinto A, Storfer SP, Kastelein JJ, Sauerwein HP, ReissP, Stroes ES. Nevirapine increases high-densitylipoprotein cholesterol concentration by stimulationof apolipoprotein A-I production. ArteriosclerThromb Vasc Biol <strong>2009</strong> Sep;29(9):1336-41.Goekoop-Ruiterman YP, Vries-Bouwstra JK, KerstensPJ, Nielen MM, Vos K, van Schaardenburg D, SpeyerI, Seys PE, Breedveld FC, Allaart CF, Dijkmans BA.DAS-driven therapy versus routine care in patientswith recent-onset active Rheumatoid Arthritis. AnnRheum Dis <strong>2009</strong> Jan 20 [Epub ahead of print] [print:2010 Jan;69(1):65-9]Goud AL, Zwitser EW, van der Woude HJ, Schaap G,Ham SJ. Casuistiek - Heupklachten worden somsveroorzaakt door een osteoid osteoom. Ned TijdschrGeneeskd <strong>2009</strong> Mar 7;153(10):460-6.Gribnau AJ, van Hensbroek PB, Haverlag R, PonsenKJ, Been HD, Goslings JC. U-shaped sacral fractures:surgical treatment and quality of life. Injury <strong>2009</strong>Oct;40(10):1040-8.Grijsen M, van den Berk G, Hoekstra E, Terpstra W,Veldman S, Jansen J. Intestinal strongyloidiasis as apresenting symptom of HTLV-1-associated adultT-cell leukemia/lymphoma. Endoscopy <strong>2009</strong>;41Suppl 2:E271-E272.Groenendijk AG, Birnie E, de Blok S, Adriaanse AH,Ankum WM, Roovers JP, Bonsel GJ. Clinical-decisiontaking in primary pelvic organ prolapse; the effectsof diagnostic tests on treatment selection incomparison with a consensus meeting. IntUrogynecol J Pelvic Floor Dysfunct <strong>2009</strong>Jun;20(6):711-9.Haeck JD, Koch KT, Bilodeau L, van der Schaaf RJ,Henriques JP, Vis MM, Baan J, et al. Randomizedcomparison of primary percutaneous coronary interventionwith combined proximal embolic protectionand thrombus aspiration versus primary percutaneouscoronary intervention alone in ST-segmentelevation myocardial infarction: the PREPARE(PRoximal Embolic Protection in Acute myocardialinfarction and Resolution of ST-Elevation) study.JACC Cardiovasc Interv <strong>2009</strong> Oct;2(10):934-43.van der Hart CP, Poolman RW. Heup ResurfacingArtoplastiek (HRA). In: Keeman JN, Mazel JA, ZitmanFG, editors. Het Medisch Jaar <strong>2009</strong>-2010.Houten:Bohn Stafleu Van Loghum; <strong>2009</strong>. p. 95-107.Hartman EH, Van Damme PA, Rayatt S, KuokkanenHO. Return of the Waltzing Flap in Noma ReconstructiveSurgery: Revisiting the Past in DifficultCircumstances. J Plast Reconstr Aesthet Surg <strong>2009</strong>Mar 27;Mar 27 [Epub ahead of print]; [print: 2010Jan;63(1):e80-1]van Heerebeek L, Somsen A, Paulus WJ. The failingdiabetic heart: focus on diastolic left ventriculardysfunction. Curr Diab Rep <strong>2009</strong> Feb;9(1):79-86.Hegeman MA, Bekedam DJ, Bloemenkamp KW, KweeA, Papatsonis DN, van der Post JA, Lim AC, ScheepersHC, Willekes C, Duvekot JJ, Spaanderman M, PorathM, van Eyck J, Haak MC, van Pampus MG, Bruinse HW,Mol BW. Pessaries in multiple pregnancy as aprevention of preterm birth: the ProTwin Trial. BMCPregnancy Childbirth <strong>2009</strong>;9:44.Hermanides J, Vriesendorp TM, Bosman RJ,Zandstra DF, Hoekstra JB, Devries JH. Glucosevariability is associated with intensive care unitmortality. Crit Care Med <strong>2009</strong> Dec 23 [Epub]; [print:2010 Mar;38(3):838-42]Heutte N, Flechtner HH, Mounier N, Mellink WA,Meerwaldt JH, Eghbali H, van’t Veer MB, NoordijkEM, Kluin-Nelemans JC, Lampka E, Thomas J,Lugtenburg PJ, Viterbo L, Carde P, Hagenbeek A, vander Maazen RW, Smit WG, Brice P, van Marwijk KM,Baars JW, Poortmans P, Tirelli U, Leeksma OC, TomsicR, Feugier P, Salles G, Gabarre J, Kersten MJ, Van DenNE, Creemers GJ, Gaillard I, Meijnders P, Tertian G,Reman O, Muller HP, Troncy J, Blanc M, Schroyens W,Voogt PJ, Wijermans P, Rieux C, Ferme C, Henry-AmarM. Quality of life after successful treatment of earlystageHodgkin’s lymphoma: 10-year follow-up of theEORTC-GELA H8 randomised controlled trial. LancetOncol <strong>2009</strong> Dec;10(12):1160-70.van der Hilst K, Patterson MS. Magnetic wire lock:Prevention and correction to avoid wire fracture.Catheter Cardiovasc Interv <strong>2009</strong> Oct 1;74(4):569-74.Hirsch A, Windhausen F, Tijssen JG, Oude Ophuis AJ,van der Giessen WJ, van der Zee PM, Cornel JH,Verheugt FW, de Winter RJ. Diverging associations85 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


of an intended early invasive strategy compared withactual revascularization, and outcome in patientswith non-ST-segment elevation acute coronarysyndrome: the problem of treatment selection bias.Eur Heart J <strong>2009</strong> Mar;30(6):645-54.Hirsch A, Verouden NJ, Koch KT, Baan J, HenriquesJP, Piek JJ, Rohling WJ, van der Schaaf RJ, TijssenJG, Vis MM, de Winter RJ. Comparison of long-termmortality after percutaneous coronary interventionin patients treated for acute ST-elevation myocardialinfarction versus those with unstable and stableangina pectoris. Am J Cardiol <strong>2009</strong> Aug1;104(3):333-7.Hoekstra LT, de Zwart F, Guijt M, Bakx R, GerhardsMF. Morbidity and quality of life after continentileostomy in the Netherlands. Colorectal Dis <strong>2009</strong>Sep;11(7):719-25.Hoekzema R, Leenarts MF, Nijhuis EW. Syringocystadenocarcinomapapilliferum in a linear nevusverrucosus. J Cutan Pathol <strong>2009</strong> Sep 16.Hollak CE, Hughes D, van Schaik IN, Schwierin B,Bembi B. Miglustat (Zavesca) in type 1 Gaucherdisease: 5-year results of a post-authorisation safetysurveillance programme. Pharmacoepidemiol DrugSaf <strong>2009</strong> Sep;18(9):770-7.Hovius JWR, van Dam AP, et al. The UrokinaseReceptor (uPAR) Facilitates Clearance of Borreliaburgdorferi. PLoS Pathog <strong>2009</strong>;5(5):e1000447.van Huis M, van Kempen AA, Peelen M, Timmers M,Boer K, Smit BJ, van Rijn RR. Brain ultrasonographyfindings in neonates with exposure to cocaineduring pregnancy. Pediatr Radiol <strong>2009</strong>Mar;39(3):232-8.IJsselmuiden AJ, Verheye S. First report on the useof a novel self-expandable stent for treatment of STelevation myocardial infarction. Catheter CardiovascInterv <strong>2009</strong> Nov 15;74(6):850-4.IJsselmuiden AJ, Patterson MS, van Nooijen FC,Tangelder GJ, Dirksen MT, Amoroso G, Slagboom T,Serruys PW, Laarman GJ, Kiemeneij F. Magneticallynavigated percutaneous coronary intervention indistal and/or complex lesions may improve proceduraloutcome and material consumption. EuroIntervention<strong>2009</strong> Jan;4(4):517-23.Jenner JM, Poolman RW. Diagnose in beeld (407) -Een vrouw met een vreemdepasvorm van haarknieprothese. Ned Tijdschr Geneeskd <strong>2009</strong> Feb21;153(8):353.Jensch S, Bipat S, Peringa J, de Vries AH, HeutinckA, Dekker E, Baak LC, Montauban van SwijndregtAD, Stoker J. CT colonography with limited bowelpreparation: prospective assessment of patientexperience and preference in comparison to opticalcolonoscopy with cathartic bowel preparation. EurRadiol <strong>2009</strong> Jul 23 [Epub];[ 2010 Jan;20(1):146-56].Joannidis M, Druml W, Forni LG, Groeneveld AB,Honore P, Oudemans-van Straaten HM, Ronco C,Schetz MR, Woittiez AJ. Prevention of acute kidneyinjury and protection of renal function in theintensive care unit : Expert opinion of the workinggroup for nephrology, ESICM. Intensive Care Med<strong>2009</strong> Nov 17 [Epub];[print: 2010 Mar;36(3):392-411].Kal JE. Behandeling Perioperatieve Ischemie. A & INascholingstijdschrift over perioperatievegeneeskunde <strong>2009</strong>;(1):34-9.Kaplan E, Min JY, Ke Q, Chen Y, Niethammer M, RanaJS, Malek S, Verheugt FW, Morgan JP. Calcium andcyclic nucleotides affect TNF-alpha-induced stem cellmigration. Biochem Biophys Res Commun <strong>2009</strong> May1;382(2):241-6.Kapma MR, Vahl AC, Bekkema F, Verhoeven EL.Update on endovascular repair for rupturedabdominal aortic aneurysms. Acta Chir Belg <strong>2009</strong>Nov;109(6):674-7.Karanicolas PJ, Bhandari M, Walter SD, Heels-AnsdellD, Guyatt GH, Collaboration for OutcomesAssessment in Surgical Trials (COAST) MusculoskeletalGroup (voor OLVG: Poolman R). Radiographsof hip fractures were digitally altered to masksurgeons to the type of implant without compromisingthe reliability of quality ratings or making therating process more difficult. J Clin Epidemiol <strong>2009</strong>Feb;62(2):214-23.Katlama C, et al. DUET-1 & DUET-2 study groups (voorOLVG: Frissen PHJ). Efficacy and safety of etravirinein treatment-experienced, HIV-1 patients: pooled 48week analysis of two randomized, controlled trials.AIDS <strong>2009</strong> Nov 13;23(17):2289-300.Kesselring AM, et al., Nevirapine Toxicity MulticohortCollaboration (voor OLVG: Blok WL, Brinkman K,Frissen PHJ). Risk factors for treatment-limitingtoxicities in patients starting nevirapine-containingantiretroviral therapy. AIDS <strong>2009</strong> Aug24;23(13):1689-99.Keyzer-Dekker CMG, Boerma D, van Geloven AAW, deWit LT, Gerhards MF. Implementatie van laparoscopischerectumchirurgie : resultaten van de pilot.Ned Tijdsch v Heelk <strong>2009</strong>;18(3):91-4.Kiemeneij F. Left radial approach in cardiac catheterization.Does it really matter? Rev Esp Cardiol<strong>2009</strong> May;62(5):471-3.Kievit PC, Brouwer MA, Veen G, Aengevaeren WR,Verheugt FW. The smoker’s paradox after successfulfibrinolysis: reduced risk of reocclusion but noimproved long-term cardiac outcome. J ThrombThrombolysis <strong>2009</strong> May;27(4):385-93.Kiewit JJ, Moret MM, Blok WL, Gerhards MF, de WitLT. Two patients with chronic pancreatitis complicatedby a pancreaticopleural fistula. Case RepGastroenterol <strong>2009</strong>;3:36-42.Kooij FO, Klok T, Hollmann MW, Kal JE. Automatedreminders increase adherence to guidelines foradministration of prophylaxis for postoperativenausea and vomiting. Eur J Anaesthesiol <strong>2009</strong> May27 [Epub]; [print: 2010 Feb;27(2):187-91].van Koperen PJ, Bemelman WA, Gerhards MF,Janssen LWM, van Tets WF, van Dalsen AD, et al. Aprospective randomized clinical trial comparing theanal fistula plug and mucosal advancement flap forhigh trans-sphincteric fistula. Colorectal Dis.11[suppl 2], 1. <strong>2009</strong>.Kramer MC, van der Wal AC, Koch KT, Rittersma SZ, LiX, Ploegmakers HP, Henriques JP, van der Schaaf RJ,Baan J, Jr., Vis MM, Meesterman MG, Piek JJ, TijssenJG, de Winter RJ. Histopathological features ofaspirated thrombi after primary percutaneouscoronary intervention in patients with ST-elevationmyocardial infarction. PLoS One <strong>2009</strong>;4(6):e5817.van der Kuyl AC, Zorgdrager F, Jurriaans S, Back NK,Prins JM, Brinkman K, van Eeden A, Bakker M,Cornelissen M. Incidence of human immunodeficiencyvirus type 1 dual infections in Amsterdam, TheNetherlands, during 2003-2007. Clin Infect Dis <strong>2009</strong>Apr 1;48(7):973-8.L’homme RF, Nijland HM, Gras L, Aarnoutse RE, vanCrevel R, Boeree M, Brinkman K, Prins JM, JuttmannJR, Burger DM. Clinical experience with thecombined use of lopinavir/ritonavir and rifampicin.AIDS <strong>2009</strong> Apr 27;27(7):863-5.de Lange DH, Aufenacker TJ, Roest M, SimmermacherRK, Gouma DJ, Simons MP. Inguinal hernia surgeryin The Netherlands: a baseline study before theintroduction of the Dutch Guidelines. Hernia 2005May;9(2):172-7.de Lange DH, Kreeft M, van Ramshorst GH,Aufenacker TJ, Rauwerda JA, Simons MP. Inguinalhernia surgery in the Netherlands: are patientstreated according to the guidelines? Hernia <strong>2009</strong>Nov 2 [Epub ahead of print].de Lange DW, Dusseljee J, Brinkman S, van Berkel G,van Maanen R, Bosman RJ, Joore H, de Keizer NF,van der Voort PH, de Waal R, Wesselink R, de JongeE. Severity of illness and outcome in ICU patients inthe Netherlands: results from the NICE registry2006-2007. Neth J Crit Care <strong>2009</strong>;13(1):16-22.Leenarts MF, Blaauwgeers HL, Hoekzema R. Eenklinisch onbegrepen en persisterende folliculitis inhet gelaat: herpes folliculitis. Ned Tijdschr Geneeskd<strong>2009</strong>;153.Leroy PL, Gorzeman MP, Sury MR. Proceduralsedation and analgesia in children by non-anesthesiologistsin an emergency department. MinervaPediatr <strong>2009</strong> Apr;61(2):193-215.Lijmer JG, Leeflang M, Bossuyt PM. Proposals for aPhased Evaluation of Medical Tests. Med DecisMaking <strong>2009</strong> Sep-Oct;29(5):E13-21.Lijmer JG, Bossuyt PM. Various randomized designscan be used to evaluate medical tests. J ClinEpidemiol <strong>2009</strong> Apr;62(4):364-73.Lindenhovius A, Karanicolas PJ, Bhandari M, van DijkN, Consten EC, Collaboration for OutcomeAssessment in Surgical Trials (voor OLVG: PoolmanRW). Interobserver reliability of coronoid fractureclassification: two-dimensional versus three-dimensionalcomputed tomography. J Hand Surg Am <strong>2009</strong>Nov;34(9):1640-6.De Luca G, Stone GW, Suryapranata H, Laarman GJ,Menichelli M, Kaiser C, Valgimigli M, Di Lorenzo E,86


Dirksen MT, Spaulding C, Pittl U, Violini R, Percoco G,Marino P. Efficacy and safety of drug-eluting stentsin ST-segment elevation myocardial infarction: ameta-analysis of randomized trials. Int J Cardiol<strong>2009</strong> Apr 3;133(2):213-22.Luttjeboer FY, Verhoeve HR, van Dessel HJ, van derVeen F, Mol BW, Coppus SF. The value of medicalhistory taking as risk indicator for tuboperitonealpathology: a systematic review. BJOG <strong>2009</strong>Apr;116(5):612-25.Luxwolda MF, de Wit LT, Karthaus AJ. Buikpijn enrectaal bloedverlies. Ned Tijdschr Tandheelkd <strong>2009</strong>Sep;116(9):467-70.van der Meijs BB, Merks JH, de Haan TR, TabbersMM, van Rijn RR. Neonatal hepatic haemangioendothelioma:treatment options and dilemmas.Pediatr Radiol <strong>2009</strong> Mar;39(3):277-81.Score (HOOS). Osteoarthritis Cartilage <strong>2009</strong>Jan;17(1):133-4.van Oosten HE, Damen M, de Vries HJ. Symptomaticprimary HIV infection in a 49-year-old man who hassex with men: beware of the window phase. EuroSurveill <strong>2009</strong>;14(48).van Oppenraaij RH, Koning AH, Lisman BA, Boer K,van den Hoff MJ, van der Spek PJ, Steegers EA,Exalto N. Vasculogenesis and angiogenesis in thefirst trimester human placenta: an innovative 3Dstudy using an immersive Virtual Reality system.Placenta <strong>2009</strong> Mar;30(3):220-2.Oudemans-van Straaten HM, Bosman RJ, KoopmansM, van der Voort PH, Wester JP, van der Spoel JI,Dijksman LM, Zandstra DF. Citrate anticoagulationfor continuous venovenous hemofiltration. Crit CareMed <strong>2009</strong> Feb;37(2):545-52.Poolman RW, Verheyen CC, Kerkhoffs GM, BhandariM, Schunemann HJ. From evidence to action: Understandingclinical practice guidelines. Acta Orthop<strong>2009</strong> Feb;80(1):113-8.Poolman RW, Swiontkowski MF, Fairbank JC,Schemitsch EH, Sprague S, de Vet HC. Outcomeinstruments: rationale for their use. J Bone JointSurg Am <strong>2009</strong> May;91 Suppl 3:41-9.Poolman RW, van der Hart CP. Nieuwe inzichten inde heupprothesiologie: Een evidence-basedbenadering. In: Keeman JN, Mazel JA, Zitman FG,editors. Het Medisch Jaar <strong>2009</strong>-2010.Houten: BohnStafleu Van Loghum; <strong>2009</strong>. p. 89-95.Poolman RW, Swiontkowski MF, Fairbank JC,Schemitsch EH, Sprague S, de Vet HC. Outcomeinstruments: rationale for their use. J Bone JointSurg Am <strong>2009</strong> May;91 Suppl 3:41-9.Meynaar IA, van der Spoel JI, Rommes JH, Spreuwel-Verheijen M, Bosman RJ, Spronk PE. Off houradmission to an intensivist-led ICU is not associatedwith increased mortality. Crit Care <strong>2009</strong>;13(3):R84.Minnee RC, van den Berk GE, Groeneveld JO, vanDijk J, Turkcan K, Visser MJ, Vahl AC. Aorticaneurysm and orchitis due to Wegener’s granulomatosis.Ann Vasc Surg <strong>2009</strong> Nov;23(6):786-9.Mol BW, Van der Steeg JW, Verhoeve HR, van derVeen F. How to conceive: evidence-based fertilityinvestigation. In: Macklon N, Greer I, Steegers E,editors. Textbook of Periconceptional Medicine.London: Informa healthcare; <strong>2009</strong>. p. 205-14.Muysoms FE, Miserez M, Berrevoet F, Campanelli G,Champault GG, Chelala E, Dietz UA, Eker HH, El N, I,Hauters P, Hidalgo PM, Hoeferlin A, Klinge U,Montgomery A, Simmermacher RK, Simons MP,Smietanski M, Sommeling C, Tollens T, Vierendeels T,Kingsnorth A. Classification of primary andincisional abdominal wall hernias. Hernia <strong>2009</strong>Aug;13(4):407-14.Nou Ali A, van der Voort PH, Franssen EJ. Intoxicatiemet methyleendioxymetamfetamine gemaskeerddoor hydroxyboterzuur. Pharm Weekbl <strong>2009</strong>;(30/31).Novo G, Assennato P, Caruso M, Turturici C, BalistreriCR, Amoroso GR, Fazio G, Rotolo A, Coppola G,Hoffmann E, Caruso C, Novo S. Clinical significanceof macrophage colony stimulating factor levels inacute coronary syndrome. Minerva Cardioangiol<strong>2009</strong> Feb;57(1):7-11.Novo G, Amoroso GR, Fazio G, Sutera F, Novo S.Biomarkers in heart failure. Front Biosci<strong>2009</strong>;14:2484-93.van Oijen MG, Koetsier MI, Laheij RJ, Roelofs HM, teMorsche RH, Peters WH, Verheugt FW, Jansen JB,Drenth JP. Genetic polymorphisms in UDP-glucuronosyltransferase1A6 are not associated with NSAIDsrelatedpeptic ulcer haemorrhage. Drug Metab Lett<strong>2009</strong> Aug;3(3):199-204.van Oldenrijk J, Sierevelt IN, Haverkamp D, HarmseIW, Poolman RW. Re: Validation of the Dutch versionof the Hip disability and Osteoarthritis OutcomeOudemans-van Straaten HM. ContinuousVenovenous Hemofiltration. In: Ronco C, et al.,editors. Critical Care Nephrology 2nd Ed.Philadelphia:Elsevier; <strong>2009</strong>.Oudemans-van Straaten HM, van Schilfgaarde M,Molenaar PJ, Wester JP, Leyte A. Hemostasis duringlow molecular weight heparin anticoagulation forcontinuous venovenous hemofiltration: arandomized cross-over trial comparing two hemofiltrationrates. Crit Care <strong>2009</strong> Dec 3;13(6):R193.Papendorp SG, Brinkman K. Raltegravir als eersteintegraseremmer bij een HIV-infectie. Ned TijdschrGeneeskd <strong>2009</strong> Jan 31;153(5):166-7.Papendorp SG, van den Berk GE. Preoperative use ofraltegravir-containing regimen as induction therapy:very rapid decline of HIV-1 viral load. AIDS <strong>2009</strong> Mar27;23(6):739.Patterson MS. Magnetically supported percutanoeuscoronary intervention. In: Todd AB, Mosley MH,editors. Heart Disease for Men.Hauppauge: NovaScience Publishers; <strong>2009</strong>.Patterson MS, Hoeks SE, Rijkenberg S, RamchartarS, van Guens RJ, Tanimoto S, van Domburg RT,Serruys PW. Integration of 3D reconstruction in theSELection criteria for Excessive Crossing Times forMagnetically Supported Percutaneous CoronaryIntervention. SELECT-MP. EuroIntervention <strong>2009</strong>Jan;4(4):509-16.Patterson MS, van Nooijen F, IJsselmuiden AJ,Dirksen M, Domburg RV, Serruys P, Kiemeneij F.Comparison of magnetically navigated and conventionalwire percutaneous coronary intervention of asingle discrete stenosis. Catheter Cardiovasc Interv<strong>2009</strong> May 6;74(5):693-9.Poolman RW. Myths and Misconceptions about EBM,Meta-Analysis & How to Conduct a ComprehensiveLiterature Search. In: Bhandari M, Joensson A,editors. Clinical Research for Surgeons.New York:Thieme; <strong>2009</strong>.Poolman RW. Adjunctive non-invasive ways ofhealing bone fractures. BMJ <strong>2009</strong>;338:b11.Raychaudhuri S, Thomson BP, Remmers EF, Eyre S,Hinks A, Wolbink GJ, et al. Genetic variants at CD28,PRDM1 and CD2/CD58 are associated withrheumatoid arthritis risk. Nat Genet <strong>2009</strong>Dec;41(12):1313-8.Remmelink M, Sjauw KD, Henriques JP, Vis MM, vander Schaaf RJ, Koch KT, et al. Acute left ventriculardynamic effects of primary percutaneous coronaryintervention from occlusion to reperfusion. J Am CollCardiol <strong>2009</strong> Apr 28;53(17):1498-502.Riezebos RK, Ronner E, Ter Bals E, Slagboom T,Smits PC, Ten Berg JM, Kiemeneij F, Amoroso G,Patterson MS, Suttorp MJ, Tijssen JG, Laarman GJ.Immediate versus deferred coronary angioplasty innon-ST-segment elevation acute coronarysyndromes. Heart <strong>2009</strong> May;95(10):807-12.Riezebos RK, Nauta KJ, Honig A, Dekker FW, SiegertCE. The association of depressive symptoms withsurvival in a Dutch cohort of patients with end-stagerenal disease. Nephrol Dial Transplant <strong>2009</strong> Aug 4[Epub];[print: 2010 Jan;25(1):231-6].RMC Trial Group (voor OLVG: I.N.van Schaik).Randomised controlled trial of methotrexate forchronic inflammatory demyelinating polyradiculoneuropathy(RMC trial): a pilot, multicentre study.Lancet Neurol <strong>2009</strong> Feb;8(2):158-64.Rolink AM, Verheugt FW, Bosker HA. Cardiac resynchronisationtherapy: results from daily practice inRijnstate Hospital, Arnhem. Neth Heart J <strong>2009</strong>Jan;17(1):6-8.Roos D, Dijksman LM, Sondermeijer BM, OudemansvanStraaten HM, de Wit LT, Gerhards MF. PerioperativeSelective Decontamination of the DigestiveTract (SDD) in Elective Colorectal Surgery. JGastrointest Surg <strong>2009</strong> Jul 28;13(3):1839-44.Ruhe HG, Booij J, Weert HC, Reitsma JB, Franssen EJ,Michel MC, Schene AH. Evidence why paroxetine doseescalation is not effective in major depressivedisorder: a randomized controlled trial withassessment of serotonin transporter occupancy.Neuropsychopharmacology <strong>2009</strong> Mar;34(4):999-1010.87 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Sankatsing RR, Wit FW, Vogel M, de Groot E,Brinkman K, Rockstroh JK, Kastelein JJ, StroesES, Reiss P. Increased carotid intima-mediathickness in HIV patients treated with proteaseinhibitors as compared to non-nucleoside reversetranscriptase inhibitors. Atherosclerosis <strong>2009</strong>Feb;202(2):589-95.Schiks IE, Schoonhoven L, Aengevaeren WR,Nogarede-Hoekstra C, van Achterberg T, VerheugtFW. Ambulation after femoral sheath removal inpercutaneous coronary intervention: a prospectivecomparison of early vs. late ambulation. J Clin Nurs<strong>2009</strong> Jul;18(13):1862-70.Schirmer SH, van Royen N, Moerland PD, FledderusJO, Henriques JP, van der Schaaf RJ, Vis MM, Baan J,Jr., Koch KT, Horrevoets AJ, Hoefer IE, Piek JJ. Localcytokine concentrations and oxygen pressure arerelated to maturation of the collateral circulation inhumans. J Am Coll Cardiol <strong>2009</strong> Jun9;53(23):2141-7.Schlingemann RO, Witmer AN. Treatment of retinaldiseases with VEGF antagonists. Prog Brain Res<strong>2009</strong>;175:253-67.Schofer J, Siminiak T, Haude M, Herrman JP, VainerJ, Wu JC, Levy WC, Mauri L, Feldman T, Kwong RY,Kaye DM, Duffy SJ, Tubler T, Degen H, Brandt MC, VanBibber R, Goldberg S, Reuter DG, Hoppe UC. Percutaneousmitral annuloplasty for functional mitralregurgitation: results of the CARILLON MitralAnnuloplasty Device European Union Study. Circulation<strong>2009</strong> Jul 28;120(4):326-33.Schreinemachers SA, van der Hulst VP, Willems WJ,Bipat S, van der Woude HJ. Detection of partialthicknesssupraspinatus tendon tears: is a singledirect MR arthrography series in ABER position asaccurate as conventional MR arthrography? SkeletalRadiol <strong>2009</strong> Mar 18;38(10):967-75.Schreinemachers SA, van der Hulst VP, Willems WJ,Bipat S, van der Woude HJ. Is a single direct MRarthrography series in ABER position as accurate indetecting anteroinferior labroligamentous lesions asconventional MR arthography? Skeletal Radiol <strong>2009</strong>Jul;38(7):675-83.Schreinemachers SA, van der Hulst VP, van derWoude HJ, Willems WJ. MR arthrografie van hetSchoudergewricht. Wat is de betrouwbaarheid van deABER (ABductie-ExoRotatie) serie. Gamma<strong>2009</strong>;59(3):18-21.Schuurman W, Willems WJ. Lateral ankle reconstructionusing a patellar tendon graft: a casereport. J Foot Ankle Surg <strong>2009</strong> May;48(3):353-7.Siedschlag C, van Loon J, van Baardwijk A, Rossi MM,van Pel R, Blaauwgeers JL, van Suylen RJ, BoersmaL, Stroom J, Gilhuijs KG. Analysis of the relativedeformation of lung lobes before and after surgery inpatients with NSCLC. Phys Med Biol <strong>2009</strong> Sep21;54(18):5483-92.Siminiak T, Hoppe UC, Schofer J, Haude M, HerrmanJP, Vainer J, Firek L, Reuter DG, Goldberg SL, VanBibber R. Effectiveness and safety of percutaneouscoronary sinus-based mitral valve repair in patientswith dilated cardiomyopathy (from the AMADEUStrial). Am J Cardiol <strong>2009</strong> Aug 15;104(4):565-70.Simons MP, Aufenacker T, Bay-Nielsen M, BouillotJL, Campanelli G, Conze J, de Lange D, Fortelny R,Heikkinen T, Kingsnorth A, Kukleta J, Morales-CondeS, Nordin P, Schumpelick V, Smedberg S, SmietanskiM, Weber G, Miserez M. European Hernia Societyguidelines on the treatment of inguinal hernia inadult patients. Hernia <strong>2009</strong> Aug;13(4):343-403.Sjauw KD, Engstrom AE, Vis MM, van der Schaaf RJ,Baan J, Jr., Koch KT, de Winter RJ, Piek JJ, TijssenJG, Henriques JP. A systematic review and metaanalysisof intra-aortic balloon pump therapy inST-elevation myocardial infarction: should wechange the guidelines? Eur Heart J <strong>2009</strong>Feb;30(4):459-68.de Smet AM, Kluytmans JA, Cooper BS, Mascini EM,Benus RF, van der Werf TS, van der Hoeven JG,Pickkers P, Bogaers-Hofman D, van der Meer NJ,Bernards AT, Kuijper EJ, Joore JC, Leverstein-vanHall MA, Bindels AJ, Jansz AR, Wesselink RM, deJongh BM, Dennesen PJ, van Asselt GJ, te Velde LF,Frenay IH, Kaasjager K, Bosch FH, van Iterson M,Thijsen SF, Kluge GH, Pauw W, de Vries JW, Kaan JA,Arends JP, Aarts LP, Sturm PD, Harinck HI, Voss A,Uijtendaal EV, Blok HE, Thieme Groen ES, Pouw ME,Kalkman CJ, Bonten MJ. Decontamination of thedigestive tract and oropharynx in ICU patients. NEngl J Med <strong>2009</strong> Jan 1;360(1):20-31.de Smet AM, Hopmans TE, Minderhoud AL, Blok HE,Gossink-Franssen A, Bernards AT, Bonten MJ. Decontaminationof the digestive tract and oropharynx:hospital acquired infections after discharge from theintensive care unit. Intensive Care Med <strong>2009</strong>Sep;35(9):1609-13.Stuijt CC, Franssen EJ, Egberts AC, Hudson SA. Reliabilityof the medication appropriateness index inDutch residential home. Pharm World Sci <strong>2009</strong>Jun;31(3):380-6.Sturkenboom MG, Hoekstra OS, Postema EJ, ZijlstraJM, Berkhof J, Franssen EJ. A randomised controlledtrial assessing the effect of oral diazepam on18F-FDG uptake in the neck and upper chest region.Mol Imaging Biol <strong>2009</strong> Sep;11(5):364-8.Ter Weeme M, Vonk AB, Kupreishvili K, van Ham M,Zeerleeder S, Wouters D, Stooker W, Eijsman L, VanHinsbergh VW, Krijnen PA, Niessen HW. Activatedcomplement is more extensively present in diseasedaortic valves than naturally occurring complementinhibitors: a sign of ongoing inflammation. Eur J ClinInvest <strong>2009</strong> Oct 15 [Epub]; [2010 Jan;40(1):4-10].Thurlings RM, Teng O, Vos K, Gerlag DM, Aarden L,Stapel SO, van Laar JM, Tak PP, Wolbink GJ. Clinicalresponse, pharmacokinetics, development of humananti-chimeric antibodies, and synovial tissueresponse to rituximab treatment in patients withrheumatoid arthritis. Ann Rheum Dis <strong>2009</strong> Jul 12[Epub];[print: 2010 Feb;69(2):409-12].Trappenburg MC, van Schilfgaarde M, Marchetti M,Spronk HM, ten Cate H, Leyte A, Terpstra WE,Falanga A. Elevated procoagulant microparticlesexpressing endothelial and platelet markers inessential thrombocythemia. Haematologica <strong>2009</strong>Jul;94(7):911-8.van der Velden LB, Otterspoor LC, Schultze Kool LJ,Biessels GJ, Verheugt FW. Acute myocardialinfarction complicating subarachnoid haemorrhage.Neth Heart J <strong>2009</strong> Aug;17(7-8):284-7.Verhamme C, van Schaik IN, Koelman JH, de HaanRJ, de Visser M. The natural history of Charcot-Marie-Tooth type 1A in adults: a 5-year follow-up study.Brain <strong>2009</strong> Dec;132(Pt 12):3252-62.Verhamme C, de Haan RJ, Vermeulen M, Baas F, deVisser M, van Schaik IN. Oral high dose ascorbic acidtreatment for one year in young CMT1A patients: arandomised, double-blind, placebo-controlled phaseII trial. BMC Med <strong>2009</strong>;7:70.Verheugt FW. Dotteren bij stabiele angina pectoris.Niet kosteneffectief vergeleken met medicamenteuzebehandeling. Ned Tijdschr Geneeskd <strong>2009</strong> Feb14;153(7):272-3.Verheugt FW. In search of a better thienopyridinefor PCI. Neth Heart J <strong>2009</strong>;17:188-9.Verheugt FW. In search of a better plateletADP-receptor blocker. Neth Heart J <strong>2009</strong>May;17(5):188-9.Verheugt FW. Acute myocardial infarction associatedwith ST segment elevation and the new EuropeanSociety of Cardiology guidelines. Heart <strong>2009</strong>Jul;95(13):1112-7.Verheugt FW. Routine angioplasty after fibrinolysis--how early should “early” be? N Engl J Med <strong>2009</strong> Jun25;360(26):2779-81.Verheugt FW. Reperfusion therapy for ST-segmentelevation myocardial infarction: trials, registries,and guidelines. Circulation <strong>2009</strong> Jun23;119(24):3047-9.Verheugt FW. Who is ineligible for warfarin in atrialfibrillation? Lancet <strong>2009</strong> Aug 15;374(9689):510-1.Verouden NJ, Koch KT, Peters RJ, Henriques JP, BaanJ, van der Schaaf RJ, Vis MM, Tijssen JG, Piek JJ,Wellens HJ, Wilde AA, de Winter RJ. Persistentprecordial ‘hyper acute’ T-waves signify proximal LADartery occlusion. Heart <strong>2009</strong> Oct;95(20):1701-6.Verouden NJ, Barwari K, Koch KT, Henriques JP, BaanJ, van der Schaaf RJ, Vis MM, van den Brink RB, PiekJJ, Tijssen JG, de Winter RJ. Distinguishing the rightcoronary artery from the left circumflex coronaryartery as the infarct-related artery in patientsundergoing primary percutaneous coronary interventionfor acute inferior myocardial infarction.Europace <strong>2009</strong> Nov;11(11):1517-21.Videler AJ, Beelen A, van Schaik IN, de Visser M,Nollet F. Limited upper limb functioning has impacton restrictions in participation and autonomy ofpatients with hereditary motor and sensoryneuropathy 1a. J Rehabil Med <strong>2009</strong>Sep;41(9):746-50.88


Vincent JL, Sakr Y, Groeneveld J, Zandstra DF, HosteE, Malledant Y, Lei K, Sprung CL. ARDS of early or lateonset: Does it make a difference? Chest <strong>2009</strong> Oct 9[print: 2010 Jan;137(1):81-7]Vis MM, van der Schaaf RJ, Sjauw KD, Tijssen JG,Baan J, Jr., Koch KT, de Winter RJ, Piek JJ, HenriquesJP. Creatinine clearance is independently associatedwith one year mortality in a primary PCI cohort withcardiogenic shock. Acute Card Care<strong>2009</strong>;11(2):107-12.Vlug MS, Wind J, Cense HA, van Wagersveld BA, EngelAF, Gerhards MF, et al. Laparoscopy and/ or fasttrack multimodal management versus standard care(LAFA- trial): a double-blind, multicenter,randomized trial. Colorectal Dis. 11[suppl. 2], 56.<strong>2009</strong>.van Vonderen MG, Gras L, Wit F, Brinkman K, van derEnde ME, Hoepelman AI, de Wolf F, Reiss P. Baselinelipid levels rather than the presence of reportedbody shape changes determine the degree ofimprovement in lipid levels after switching toatazanavir. HIV Clin Trials <strong>2009</strong> May;10(3):168-80.van Vonderen MG, Lips P, van Agtmael MA, HassinkEA, Brinkman K, Geerlings SE, Sutinen J, Ristola M,Danner SA, Reiss P. First line zidovudine/lamivudine/lopinavir/ritonavir leads to greater bone losscompared to nevirapine/lopinavir/ritonavir. AIDS<strong>2009</strong> Jul 17;23(11):1367-76.van Vonderen MG, van Agtmael MA, Hassink EA,Milinkovic A, Brinkman K, Geerlings SE, Ristola M,van Eeden A, Danner SA, Reiss P. Zidovudine/lamivudine for HIV-1 infection contributes to limbfat loss. PLoS One <strong>2009</strong>;4(5):e5647.van der Voort PH, Boerma EC, Koopmans M,Zandberg M, de Ruiter J, Gerritsen RT, Egbers PH,Kingma WP, Kuiper MA. Furosemide does not improverenal recovery after hemofiltration for acute renalfailure in critically ill patients: a double blindrandom ized controlled trial. Crit Care Med <strong>2009</strong>Feb;37(2):533-8.van der Voort PH, ten Cate J, Vergouwe I, BosmanRJ, Rood E. Zij aan zij: hulp op afstand voor kleineIC’s. Medisch Contact <strong>2009</strong>;64(10):426-8.van der Voort PH, Bakhshi-Raiez F, de Lange D,Bosman RJ, de Jonge E, Joore H, de Waal R,Wesselink R, van Berkel G, van Maanen R, de KeizerNF. Trends in time: results from the NICE registry.Neth J Crit Care <strong>2009</strong>;13:8-15.de Vos M, Graafmans W, Kooistra M, Meijboom B, vander Voort PH, Westert G. Using quality indicators toimprove hospital care: a review of the literature. IntJ Qual Health Care <strong>2009</strong> Apr;21(2):119-29.de Vries AH, Jensch S, Liedenbaum MH, Florie J, NioCY, Truyen R, Bipat S, Dekker E, Fockens P, Baak LC,Stoker J. Does a computer-aided detection algorithmin a second read paradigm enhance the performanceof experienced computed tomography colonographyreaders in a population of increased risk? Eur Radiol<strong>2009</strong> Apr;19(4):941-50.de Vries HJ, van der Helm JJ, Schim van der Loeff MF,van Dam AP. Multidrug-resistant Neisseria gonorrhoeaewith reduced cefotaxime susceptibility isincreasingly common in men who have sex with men,Amsterdam, the Netherlands. Euro Surveill<strong>2009</strong>;14(37).de Vries MK, van Eijk IC, van der Horst-Bruinsma IE,Peters MJ, Nurmohamed MT, Dijkmans BA, HazenbergBP, Wolbink GJ. Erythrocyte sedimentation rate,C-reactive protein level, and serum amyloid a proteinfor patient selection and monitoring of anti-tumornecrosis factor treatment in ankylosing spondylitis.Arthritis Rheum <strong>2009</strong> Nov 15;61(11):1484-90.de Vries MK, Brouwer E, van der Horst-Bruinsma IE,Spoorenberg A, van Denderen JC, Jamnitski A,Nurmohamed MT, Dijkmans BA, Aarden LA, WolbinkGJ. Decreased clinical response to adalimumab inankylosing spondylitis is associated with antibodyformation. Ann Rheum Dis <strong>2009</strong> Nov;68(11):1787-8.Vroegop MP, Franssen EJ, van der Voort PH, van denBerg TN, Langeweg RJ, Kramers C. The emergencycare of cocaine intoxications. Neth J Med <strong>2009</strong>Apr;67(4):122-6.Vuurmans T, Patterson MS, Laarman GJ. StentBoostused to guide management of a critical ostial rightcoronary artery lesion. J Invasive Cardiol <strong>2009</strong>Feb;21(2):E19-E21.Weijers RN. Opinion Paper: Risk loci for type 2diabetes - Quo vadis? Clin Chem Lab Med <strong>2009</strong> Feb9;47(4):383-6.Van de Werf F, Bax J, Betriu A, Blomstrom-LundqvistC, Crea F, Falk V, Filippatos G, Fox K, Huber K, KastratiA, Rosengren A, Steg PG, Tubaro M, Verheugt F,Weidinger F, Weis M. ESC guidelines on managementof acute myocardial infarction in patients presentingwith persistent ST-segment elevation. Rev EspCardiol <strong>2009</strong> Mar;62(3):293.van Werkum JW, Heestermans AA, de Korte FI, KelderJC, Suttorp MJ, Rensing BJ, Zwart B, Brueren BR,Koolen JJ, Dambrink JH, van’t Hof AW, Verheugt FW,Ten Berg JM. Long-term clinical outcome after a firstangiographically confirmed coronary stent thrombosis:an analysis of 431 cases. Circulation <strong>2009</strong> Feb17;119(6):828-34.van Werkum JW, Heestermans AA, Zomer AC, KelderJC, Suttorp MJ, Rensing BJ, Koolen JJ, Brueren BR,Dambrink JH, Hautvast RW, Verheugt FW, Ten BergJM. Predictors of coronary stent thrombosis: theDutch Stent Thrombosis Registry. J Am Coll Cardiol<strong>2009</strong> Apr 21;53(16):1399-409.Wiegman DJ, Brinkman K, Franssen EJ. Interactionof Ginkgo biloba with efavirenz. AIDS <strong>2009</strong> Jun1;23(9):1184-5.Wiersma IC, Braams-Lisman BA, Mekkes JR.Pyoderma gangraenosum na een sectio caesarea.Ned Tijdschr Geneeskd <strong>2009</strong> Apr 11;153(15):722-5.Wiersma JJ, Verberne HJ, ten Holt WL, Radder IM,Dijksman LM, Eck-Smit BL, Trip MD, Tijssen JG, PiekJJ. Prognostic value of myocardial perfusion scintigraphyin type 2 diabetic patients with mild, stableangina pectoris. J Nucl Cardiol <strong>2009</strong>Jul;16(4):524-32.Windhausen F, Hirsch A, Fischer J, van der Zee PM,Sanders GT, van Straalen JP, Cornel JH, Tijssen JG,Verheugt FW, de Winter RJ. Cystatin C forenhancement of risk stratification in non-STelevation acute coronary syndrome patients with anincreased troponin T. Clin Chem <strong>2009</strong>Jun;55(6):1118-25.Wolberink SV, Beets-Tan RG, Haas-Kock DF, van deJagt EJ, Span MM, Wiggers T. Multislice CT as aprimary screening tool for the prediction of aninvolved mesorectal fascia and distant metastases inprimary rectal cancer: a multicenter study. Dis ColonRectum <strong>2009</strong> May;52(5):928-34.Wolbink GJ, Aarden LA, Dijkmans BA. Dealing withimmunogenicity of biologicals: assessment andclinical relevance. Curr Opin Rheumatol <strong>2009</strong>May;21(3):211-5.Wolma J, Nederkoorn PJ, Goossens A, Vergouwen MD,van Schaik IN, Vermeulen M. Ethnicity a risk factor?The relation between ethnicity and large- and smallvesseldisease in White people, Black people, andAsians within a hospital-based population. Eur JNeurol <strong>2009</strong> Apr;16(4):522-7.van der Woude HJ. Magnetic resonance imagingafter surgery for shoulder instability. JBR -BTR <strong>2009</strong>Jan;92(1):43-8.Yusuf E, Florie J, Nio CY, Jensch S, Nievelstein RA,Baak L, Stoker J. Incidental extracolonic findings onbright lumen MR colonography in a population atincreased risk for colorectal carcinoma. Eur J Radiol<strong>2009</strong> Oct 15.Zandstra DF, van Saene HFK. Selective decontaminationof the digestive tract (SDD). In: Waldmann C,et al., editors. Oxford Desk Reference Critical Care.Oxford university press.; <strong>2009</strong>. p. 474-6.Zandstra DF, Petros AJ, van Saene HK. The final gaspfrom the European experts. Intensive Care Med <strong>2009</strong>Jul 2.Zhang L, Zhu J, Kiemeneij F. Bare metal or drugelutingstent implantation in last remaining vesselPCI? A serious dilemma. Acta Cardiol <strong>2009</strong>Apr;64(2):281-5.Zijlmans WC, van Kempen AA, Serlie MJ, SauerweinHP. Glucose metabolism in children: influence of age,fasting, and infectious diseases. Metabolism <strong>2009</strong>Sep;58(9):1356-65.Zijta FM, Florie J, Jensch S, Bipat S, Nievelstein RA,Poulus M, Thomassen-de Graaf MA, Montauban vanSwijndregt AD, Stoker J. Diagnostic performance ofradiographers as compared to radiologists inmagnetic resonance colonography. Eur J Radiol <strong>2009</strong>Nov 16.89 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Bijlage C Gehanteerde begrippen en afkortingenAIOSAMCAMSAWBZBHVCAOCCKLCCMOCOWDCRFCQ(-index)DBCDIMDKSDMSD-RECTECGEHBOEOX(-gehalte)EPBEPDEVDEVSFteFWGGEOCAGG&GDGHORGPEHBOHOEDHKCLHRHSRMIC(U)ICTIFMSIGZIMSZINKArts In Opleiding tot SpecialistAcademisch Medisch Centrum (Amsterdam)Amsterdam Medical Services (BV)Algemene Wet Bijzonder ZiektekostenBedrijfshulpverleningCollectieve arbeidsovereenkomst(vh.) Coördinatie Commissie ter bevorderingvan de Kwaliteitsbeheersing vanLaboratoriumonderzoek op het gebied van deGezondheidszorgCentrale Commissie Mensgebonden OnderzoekCommissie Orgaan- en Weefseldonatie (OLVG)Corporate Research Foundation (Institute)Consumer Quality (-index)Diagnose Behandel CombinatieDecentraal Incidenten MeldenDocumentbeheer voor Kwaliteitsystemen(OLVG)Document Medische StafDutch Resident’s Educational Climate TestElektrocardiografieEerste Hulp (Bij Ongelukken)Extraheerbare Organo HalogenenEerste polikliniekbezoekElektronisch PatiëntendossierElektronisch Verpleegkundig DossierElektronisch VoorschrijfsysteemFulltime equivalent (functieomvang)Functiewaardering Gezondheidszorg(methodiek)Gastro-enterologisch OnderzoekscentrumAmsterdamGemeentelijke Geneeskundige &GezondheidsdienstGeneeskundige Hulpverlening bij Ongevallenen RampenGewogen PatiënteenheidHoger BeroepsonderwijsHuisartsen Onder Eén DakHematologisch Klinisch ChemischLaboratorium (OLVG)Human ResourceHospital Standardized Mortality RatioIntensive Care (Unit)Informatie- en CommunicatietechnologieIndividueel Functioneren Medisch SpecialistInspectie voor de GezondheidszorgInstellingen voor Medisch SpecialistischeZorgInstituut Nederlandse KwaliteitKIMOKlachtencommissie Individuele MedewerkerOLVGKIW-infectiecommissieKruisinfectie Werkgroep (KIW)-infectiecommissie(OLVG)KNOKeel- Neus- OorheelkundeMACMaterialen Adviescommissie (OLVG)MDLMaag- Darm- Lever- (ziekten)ME(T)CMedisch Ethische (Toetsings-)CommissieMIP(Commissie) Meldingen IncidentenPatiëntenzorgMIZMedisch Instrumentele Zaken (OLVG)MOUMedisch Ondersteunende Unit (OLVG)MRSA(-bacterie) Methicilline Resistente StaphylococcusAureus (-bacterie)MTOMedewerkerstevredenheidsonderzoekNENNederlands NormalisatieinstituutNIAZNederlands Instituut voor Accreditatie vanZiekenhuizenNPCFNederlandse Patiënten ConsumentenFederatieNTSNederlandse Transplantatie StichtingNVZNederlandse Vereniging van ZiekenhuizenNVZDNederlandse Vereniging voorZiekenhuisdirecteurenNVTZNederlandse vereniging van Toezichthoudersin ZorginstellingenNMaNederlandse MededingingsautoriteitNZaNederlandse ZorgautoriteitOKOperatiekamerOLVGOnze Lieve Vrouwe GasthuisOROndernemingsraadOTO(-gelden) Opleiden Trainen OefenenPBUPrimaire Business Unit (OLVG)PDCA(-cyclus) Plan-Do-Check-Act(-cyclus)PHEEMPostgraduate Hospital Education EnvironmentMeasurePRIProspectieve RisicoinventarisatiePZGSPlatform Zorginstellingen Grote StedenRECRegionaal ExpertisecentrumRI&ERisico-inventarisatie en -evaluatieRVZRaad voor de Volksgezondheid & ZorgSAGStichting Amsterdamse GezondheidscentraSIGRASamenwerkende InstellingenGezondheidszorg Regio AmsterdamSITSpoed Interventie TeamSNAQ(-score) Short Nutritional Assessment QuestionnaireSMDVStichting Medische DienstverleningSTZStichting Topklinische opleidingsZiekenhuizenTIATransient Ischaemic Attack (= ‘voorbijgaandedoorbloedingsstoornis’)90


TRIPUVVUWVVAS(-pijnscore)VCOVCMOVMSVRE(-bacterie)VROMVSCVSZV&VNVWSWAIWBMVWIAWKCZWMCZWMOWOPTWTGWTZiZGAOZiROPZISTransfusie Reacties In Patiënten (LandelijkHemovigilantie Bureau)Unie Van VrijwilligersUitvoeringsinstituutWerknemersverzekeringenVisual Analogue ScaleVerloskunde Centrum OostVerenigde Commissies MensgebondenOnderzoekVeiligheid ManagementsysteemVancomycine Resistente Enterococ (-bacterie)(Ministerie van) Verkeer, RuimtelijkeOrdening en MilieuVerpleegkundig Stafconvent (OLVG)Vereniging Samenwerkende Ziekenhuizen(Beroepvereniging van) Verpleegkundigen &Verzorgenden Nederland(Ministerie van) Volksgezondheid, Welzijn enSportWork Ability IndexWet op bijzondere medische verrichtingen(Wet) Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen(voorheen WAO)Wet Klachtrecht Cliënten ZorgsectorWet Medezeggenschap CliëntenZorginstellingen (WMCZ)Wet Maatschappelijke OndersteuningWet Openbaarmaking uit Publieke middelengefinancierde TopinkomensWet Tarieven GezondheidszorgWet Toelating ZorginstellingenZorggroep Amsterdam OostZiekenhuis Rampen Opvang PlanZiekenhuisinformatiesysteem91 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Bijlage D Checklist corporate governance aspectenOLVG<strong>2009</strong>Toelichting of verwijzingnaar paragraaf/pag.<strong>Jaardocument</strong>Heeft deponering volgens website CIBG plaatsgevonden voor1 juni 2010?Xn.v.t.Wordt in opzet gebruik gemaakt van de hoofdstukindeling van het model<strong>Jaardocument</strong> (maatschappelijk verslag + jaarrekening)?X• Leeswijzer• UitgangspuntenverslagleggingWordt gebruik gemaakt van de excel toepassing voor opmaak van de jaarrekening(standaard opmaak)?XJaarrekeningIs er een separaat verslag/voorwoord van de Raad van Bestuur opgenomen engeeft dit verslag inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen/gebeurtenissenbij de instelling?XVoorwoord raadvan bestuurIs er een separaat verslag/voorwoord van de Raad van Toezicht opgenomen? X • Voorwoord raad vantoezicht• Paragraaf 3.1.4Is er een separaat verslag van het bestuur van de Medische Staf opgenomen? X Paragraaf 3.3.1/pag. 33-34Hebben alle bestuurders de jaarrekening ondertekend middels w.g. (wasgetekend) of handtekening, of is reden ontbreken handtekening vermeld?XM.i.v. 2008 middels separateverklaringIs de accountantsverklaring toegevoegd in de overige gegevens danwelseparaat gepubliceerd?XJaarrekeningHeeft de accountantsverklaring een goedkeurende strekking? X JaarrekeningWordt in het jaarverslag melding gemaakt de volgende commissies en van hunwerkzaamheden/bevindingen, danwel de reden waarom deze commissies nietaanwezig zijn?• Auditcommissie/financiële commissie X Paragraaf 3.1.4/pag. 30-31• Remuneratiecommissie/beloningscommissie X Paragraaf 3.1.4/pag. 31• Cliëntenraad X Paragraaf 3.3.1/pag. 34-35(Patiëntenraad)• Medisch-Ethische Commissie X Paragraaf 4.6.4• Verpleegkundige adviesraad X Paragraaf 3.3.1/pag. 36 -37(VSC)• Klachtencommissie (extern) X Paragraaf 4.4.3.• Meldingscommissie Incidenten (MIP) (intern) X Paragraaf 4.4.1/pag. 50-51(DIM)• Ondernemingsraad X Paragraaf 3.3.1/pag. 35-3692


Wordt in het jaarverslag melding gemaakt van de:• Doelstellingen van de instelling X • Paragraaf 2.2.1(kernactiviteiten)• Paragraaf 4.1(algemeen beleid)• Missie van de organisatie X Paragraaf 4.1.1• Strategie van de organisatie X Paragraaf 4.1.3• Wijze waarop doelstellingen worden nageleefd X Paragraaf 4.1• Analyse van de mate waarin dit is gerealiseerd X Paragraaf 4.1.2Wordt in het jaarverslag melding gemaakt van de corporate governancestructuur?• Bestuursmodel (Raad van Toezicht, Raad van Bestuur etc.) X Paragrafen 2.1/3.1• Juridische structuur X Paragraaf 2.1• Organogram (intern model) X Pag. 16• Overzicht / toelichting gelieerde entiteiten X Pag. 17• Overzicht / toelichting samenwerkingsverbanden X Paragrafen 2.3/4.1.2• Bestuurdersreglement Raad van Bestuur X Paragraaf 3.1.3• Bestuurdersreglement Raad van Toezicht X Paragraaf 3.1.4• Gedragscode voor medewerkers/value statement X Paragraaf 3.1.2/pag. 23Raad van BestuurVindt er gestructureerd overleg plaats en wordt dit overleg toegelicht tussen:• Raad van Bestuur en de Medische Staf/zorgprofessionals X Paragraaf 3.2.3Zijn de volgende gegevens opgenomen in het jaarverslag:• Statutair aantal leden en actuele bezetting X Paragraaf 3.1.3• Samenstelling van de Raad van Bestuur X Paragraaf 3.1.3• Vermelding nevenfuncties per bestuurder X Paragraaf 3.1.3Aanvullende informatie Raad van BestuurAantal bestuurders per 1 januari <strong>2009</strong> 2 Paragraaf 3.1.3(waarvan1 a.i.)Aantal nieuwe bestuurders in de loop van <strong>2009</strong> 2 Paragraaf 3.1.3Aantal vertrokken bestuurders in de loop van <strong>2009</strong> 1 (a.i.) Paragraaf 3.1.3Aantal bestuurders per 31 december <strong>2009</strong> 3 Paragraaf 3.1.3BeleidWorden de volgende punten in het jaarverslag beschreven?• De beheersing van de bedrijfsrisico’s X • Voorwoord raad vanbestuur• Paragraaf 4.7.1• Paragraaf 4.8• Managementletter• De beheersing van de financiële risico’s X Paragraaf 4.8Is de planning & controlcyclus in opzet beschreven? X Paragraaf 3.2.2Is risicomanagementsysteem/compliance management in opzet beschreven? X Paragraaf 3.2.393 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Is aangegeven of de zorginstelling al dan niet ziekenhuisbreed is geaccrediteerddoor het NIAZ/HKZ?X Paragraaf 4.3(NIAZ-accreditatie)Wordt in het jaarverslag melding gemaakt c.q. verslag gedaan van:• actuele ontwikkelingen X Paragrafen 3.1 / 4.8• de (effecten van de) financiële crisis X Paragraaf 4.8• effecten terugbetaling overfinanciering X In Jaarrekening/pag. 108• de financiële gang van zaken X Paragraaf 4.8• het kwaliteitsbeleid X Paragraaf 4.3• het patiëntveiligheidsbeleid X Paragraaf 4.4• het personeels-/arbobeleid X Paragraaf 4.5• het milieubeleid (samenleving) X • Voorwoord raad vanbestuur• Paragraaf 4.7.5Wordt in het jaarverslag een vooruitzicht/ prognose gegeven voor hetkomende jaar (toekomstparagraaf)?• Algemeen X Paragraaf 4.1.3• Financieel X Paragraaf 4.8• Concrete doelstellingen komend jaar X Paragraaf 4.1.5• Belangrijke investeringen X Paragraaf 4.8.5. (m.b.t.locatie Prinsengracht)• Wijze van financiering (nieuwbouw etc.) - n.n.b.• Belangrijke gevolgen voor personeel X Paragraaf 4.5Is er binnen de organisatie een centraal meldpunt voor fraude ingesteld(klokkenluidersregeling)?X Paragraaf 3.1.2/pag. 23-24Raad van ToezichtZijn de volgende gegevens opgenomen in het Jaarverslag;• Samenstelling X Paragraaf 3.1.4• Vermelding nevenfuncties per toezichthouder X Paragraaf 3.1.4• Aantal vergaderingen per toezichthouder X Paragraaf 3.1.4• Eerste benoeming toezichthouder X Paragraaf 3.1.4• Huidige termijn benoeming als toezichthouder (rooster van aftreden) X Paragraaf 3.1.4Blijkt uit het jaarverslag expliciet dat tenminste één toezichthouder• over kennis van zorg beschikt? X Paragraaf 3.1.4• over financiële kennis beschikt? X Paragraaf 3.1.4• over juridische kennis beschikt? X Paragraaf 3.1.4Aanvullende informatie Raad van ToezichtAantal toezichthouders per 1 januari <strong>2009</strong> 5 Paragraaf 3.1.4Aantal nieuwe toezichthouders in de loop van <strong>2009</strong> 2 Paragraaf 3.1.4Aantal vertrokken toezichthouders in de loop van <strong>2009</strong>? 2 Paragraaf 3.1.4Aantal toezichthouders per 31 december <strong>2009</strong> 5 Paragraaf 3.1.4BezoldigingWordt voor de vermelding van bezoldiging gebruik gemaakt van het schema als X Jaarrekeningvoorgeschreven door VWS?Wordt voldaan aan de WOPT? X Jaarrekening94


Wordt de wijze waarop de bestuurdersbeloning tot stand is gekomen toegelicht?X • Paragraaf 3.1.3• JaarrekeningWordt vermeld in hoeverre een vertrekregeling met bestuurders vooraf isovereengekomen?X • Paragraaf 3.1.3ProductieIs er een overzicht opgenomen van de productiecijfers? X • Paragraaf 2.2.3• Paragraaf 4.8Wordt er in het jaarverslag vermeld:• Gemiddelde wachttijd voor opname X Paragraaf 4.4.2/pag. 56-57• Verpleeg/(zorg)duur in gemiddeld aantal dagen X Paragraaf 2.2.3/pag. 18• Verpleeg/(zorg)duur opgesplitst naar locatie of discipline X Paragraaf 2.2.3/pag. 18-19• Bedbezetting/(bedden)capaciteit X Paragraaf 2.2.3/pag. 18Worden (medische) incidenten gemeld in het jaardocument en is hiervan eenoverzicht opgenomen?X Paragraaf 4.4.1/pag. 50-51Wordt het aantal sterfgevallen (overledenen) vermeld? X Paragraaf 4.4.1/pag. 49Wordt er melding gemaakt van de naleving van de regeling AO/IC productieregistratie:- Wel in Managementletter• In hoeverre in <strong>2009</strong> voldaan aan de regeling AO/IC productieregistratie? - Wel in ManagementletterIs het beoordelingssysteem voor het functioneren van medewerkers uiteengezet?X Paragraaf 4.5Is het beoordelingssysteem voor het functioneren van medisch specialisten/zorgprofessionals uiteengezet?X• Voorwoord raad vanbestuur• Paragraaf 4.2/pag. 45Zijn de interne resultaten/scores uit het beoordelingssysteem weergegevens? X Paragraaf 4.5Zijn de uitkomsten van het cliënttevredenheidsonderzoek opgenomen? X Paragraaf 4.4/pag. 46-47ICTIs een passage opgenomen met betrekking tot ICT-ontwikkelingen:• Algemene omschrijving van de ICT-situatie en -beleid X Paragraaf 4.7.1• Belangrijkste ICT-veranderingen en plannen X Paragraaf 4.7.1• Status van compliance met NEN 7510 X Paragraaf 4.7.1• Wijze waarop de kwaliteit van ICT en gegevensverwerking wordt bewaakt X • Paragraaf 4.7.1• Pag.55 (veiligheidinfrastructuur)95 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


97 olvg jaardocument <strong>2009</strong>JaarrekeningStichting OLVG <strong>2009</strong>


Inhoudsopgave Jaarrekening5. Jaarrekening <strong>2009</strong>5.1 Jaarrekening <strong>2009</strong>5.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong> 995.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over <strong>2009</strong> 1005.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over <strong>2009</strong> 1015.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1025.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong> 1055.1.6 Mutatieoverzicht geconsolideerde immateriële vaste activa 1145.1.7 Mutatieoverzicht geconsolideerde materiële vaste activa 1165.1.8 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereed gekomen projecten 1245.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo <strong>2009</strong> (geconsolideerd) 1265.1.10 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over <strong>2009</strong> 1285.1.11 Enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong> 1375.1.12 Enkelvoudige resultatenrekening over <strong>2009</strong> 1385.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong> 1395.1.14 Mutatieoverzicht enkelvoudige immateriële vaste activa 1485.1.15 Mutatieoverzicht enkelvoudige materiële vaste activa 1505.1.16 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereed gekomen projecten 1585.1.17 Overzicht langlopende schulden ultimo <strong>2009</strong> (enkelvoudig) 1605.1.18 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over <strong>2009</strong> 1625.2 Overige gegevens5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 1665.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 1665.2.3 Resultaatbestemming 1665.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 1665.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 1665.2.6 Accountantsverklaring 16698


5. Jaarrekening <strong>2009</strong>5.1 Geconsolideerde jaarrekeningbedragen x € 1.0005.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong>(na resultaatsbestemming)Ref. <strong>2009</strong> 2008ACTIVAVaste activaImmateriële vaste activa 1 1.199 1.441Materiële vaste activa 2 154.332 156.227Financiële vaste activa 3 816 643Totaal vaste activa 156.347 158.311Vlottende activaVoorraden 4 5.209 5.015Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 5 29.748 25.548Vorderingen en overlopende activa 6 51.361 50.324Liquide middelen 8 12.879 51.408Totaal vlottende activa 99.197 132.295Totaal activa 255.544 290.606PASSIVAEigen vermogen 9Kapitaal 2.532 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogen 21.430 17.560Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.493 4.243Totaal eigen vermogen 28.455 24.335Voorzieningen 10 8.474 11.740Langlopende schulden 11 85.333 91.554Kortlopende schuldenSchulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 27.484 87.229Kortlopende schulden en overlopende passiva 12 105.798 75.748Totaal Passiva 255.544 290.60699 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over <strong>2009</strong>Ref. <strong>2009</strong> 2008BedrijfsopbrengstenWettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 14 159.701 152.469Inkomsten Medische Staf niet WTG-budget 15 48.333 42.116DBC opbrengsten B-segment 16 49.787 36.572Niet gebudgetteerde zorgprestaties 17 4.383 7.553Opleidingsfonds CBOG 18 15.387 16.175Overige bedrijfsopbrengsten 19 11.568 12.716Som der bedrijfsopbrengsten 289.159 267.601BedrijfslastenPersoneelskosten 20 177.447 165.249Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 21 15.382 15.610Overige bedrijfskosten 22 86.112 80.464Som der bedrijfslasten 278.941 261.323BEDRIJFSRESULTAAT 10.218 6.278Financiële baten en lasten 23 -5.911 -1.668RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 4.307 4.610Belastingen 187 175RESULTAAT BOEKJAAR 4.120 4.435ResultaatbestemmingHet resultaat is als volgt verdeeld:Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten 3.392 3.810Bestemmingsreserve instandhouding -222 124Overige reserve 276 522Bestemmingsreserve resultaatbesteding units 700 -Belang van derden -26 -214.120 4.435100


5.1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over <strong>2009</strong>Ref. <strong>2009</strong> 2008Kasstroom uit operationele activiteitenBedrijfsresultaat 10.218 6.278Aanpassingen voor:- afschrijvingen materiële vaste activa 15.140 15.470- afschrijvingen immateriële vaste activa 242 140- mutaties voorzieningen -3.266 -1.27512.116 14.335Veranderingen in vlottende middelen:- voorraden -194 -329- onderhanden werk DBC’s -4.200 670- vorderingen -1.037 7.946- nog in tarieven te verrekenen -59.745 14.420- kortlopende schulden (excl.schulden aankredietinstellingen)9.295 1.169-55.881 23.876Kasstroom uit bedrijfsoperaties -33.547 44.489Ontvangen interest 892 3.564Betaalde interest -6.803 -5.232Betaalde winstbelasting -187 -175-6.098 -1.843Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -39.645 42.646Kasstroom uit investeringsactiviteitenInvesteringen materiële vaste activa -19.805 -26.224Desinvesteringen materiële vaste activa 6.560 10.898Investeringen immateriële vaste activa - -Desinvesteringen immateriële vaste activa - -Overige investeringen in financiële vaste activa -173 -25Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -13.418 -15.351Kasstroom uit financieringsactiviteitenNieuw opgenomen leningen - 245Aflossing langlopende schulden -6.458 -6.417Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -6.458 -6.172Mutatie geldmiddelen -59.521 21.123101 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling5.1.4.1 AlgemeenActiviteitenDe doelstelling van de zorginstelling Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) is het uitvoeren van activiteiten die voornamelijkbestaan uit: het bieden, respectievelijk het doen van onderzoek, behandeling, begeleiding, verpleging enverzorging aan hen die zich voor medische en daarmee samenhangende hulp tot een ziekenhuis wenden, en alles watkan worden geacht daartoe te behoren, alsmede het naar vermogen ruimte bieden aan opleidingen en wetenschappelijkonderzoek voor zover deze verband houden met de doelstelling.Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekeningDe jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van deRichtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.Vergelijking met voorgaand jaarDe grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, metuitzondering van het volgende:De waardering van alle immateriële en matieriële vaste activa, dus ook die activa waardoor een integrale vergoedingwordt verkregen voor de afschrijvingskosten, vindt voortaan plaats overeenkomstig artikel 2: 384 BW tegen verkrijgings-of vervaardigingsprijs dan wel actuele waarde. Zorginstellingen kunnen voor de waardering van immateriële enmateriële vaste activa dus ook de actuele waarde hanteren.Tevens zijn de afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa niet langer gebaseerd op de in debekostigingssystematiek voorgeschreven termijnen, maar op de verwachte gebruiksduur van het vast actief.Toelichting gevolgen wijziging bekostiging kapitaallasten en aanpassing Regeling verslaggeving WTZi en Richtlijn 655Zorginstellingen op waardering van vaste activa.In 2008 is duidelijk geworden dat de bekostiging van kapitaallasten van het vastgoed van ziekenhuizen sterk wordtaangepast. Het bouwregime is vervallen en meer en meer is sprake van integrale tarieven voor geleverde prestatie(B-segment DBC’s).Richtlijn 655 Zorginstellingen is aangepast aan het vervallen van het bouwregime en de wijziging in de bekostiging vande kapitaallasten van het vastgoed. Ook is sprake van aanpassingen in de regeling verslaggeving WTZi. De wijziging vande bekostiging (in samenhang met al geldende bepalingen in BW 2 titel 9 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving)leiden ertoe dat er een einde komt aan de verwerking en waardering van vaste activa (met name het vastgoed) op grondvan de bekostigingsvoorschriften. Dit hield ondermeer in waardering tegen historische kosten, een relatief langevoorgeschreven afschrijvingsduur, een eventuele restwaarde werd niet in aanmerking genomen. De verwerking enwaardering van vaste activa dient daarmee mede volgens de algemene verslaggevingsregels van Titel 9 Boek 2 BW en deRichtlijnen voor de Jaarverslaggeving plaats te vinden.Materiële vaste activaHet vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de kapitaallasten van vaste activawas opgenomen, heeft ook gevolgen voor de waardering van de materiële vaste activa en daarmee mogelijk ook voor devermogenspositie van het OLVG.Er is landelijk sprake van aanzienlijke onzekerheden van de toekomstige opbrengsten, bijvoorbeeld in de kapitaallastenvan het A-segment en de uitbreiding van het B-segment. Ook ontbreekt een uniform kader van ervaringsnormen vooreen bedrijfswaardeberekening door de zorgsector. De bedrijfswaardeberekeningen is sterk afhankelijk van veronderstellingenover toekomstige bekostigingssystemen, groei van de productie en disconteringsvoeten die mede afhankelijkzijn van de toekomstige financiering en bekostiging. Door het voorgaande is er sprake van substantiële onzekerhedenomtrent de waardering van de materiële vaste activa van het OLVG en in het bijzonder het vastgoed, daar de werkelijkewaarde niet geheel eenduidig te bepalen is en van de boekwaarde af kan wijken. Dit kan substantiële impact hebben opde vermogenspositie van het OLVG, zowel voor het beeld van resultaat en vermogen in de onderhavige jaarrekening alsin toekomstige jaren.102


ConsolidatieIn de geconsolideerde jaarrekening zijn alle vennootschappen en verbonden rechtspersonen betrokken waarbij feitelijkbeleidsbepalende zeggenschap kan worden uitgeoefend. Alle vennootschappen en verbonden rechtspersonen wordenintegraal geconsolideerd.Vennootschappen die tot de groep behoren. Dit betreft de volgende rechtspersonen:• Exploitatiemaatschappij ROZA 1998 BV, Amsterdam 100%• ROVRU 1998 B.V., Amsterdam 100%• ROVRU 2001 B.V., Amsterdam 100%• ROVRU 2002 B.V., Amsterdam 100%• ROVRU 2004 B.V., Amsterdam 100%• ROVRU 2005 B.V., Amsterdam 100%• ROVRU 2006 B.V., Amsterdam 100%• Stichting Medische Dienstverlening, Amsterdam 100%• Oosterparking B.V., Amsterdam 100%• OLVG Kunst Stichting, Amsterdam 100%• Stichting Onze Lieve Vrouwe Kapel, Amsterdam 100%• Stichting W.O. Teaching Hospital, Amsterdam 100%• Commanditaire Vennootschap Exploitatiemaatschappij Sarphatistraat 644, Amsterdam 100%• Hospital Services OLVG B.V., Amsterdam 51%5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passivaActiva en passivaVoor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Toelichtingen opposten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.Immateriële en materiële vaste activaDe immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrekvan lineaire jaarlijkse afschrijvingen. WTZi-vergunningsplichtige vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste vande verkrijgings- of vervaardigingsprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag. Het meerdere boven het goedgekeurdeinvesteringsbedrag wordt ten laste van de resultatenrekening gebracht.Voor WTZi-vergunnings- en meldingsplichtige vaste activa en WMG-gefinancierde vaste activa waarvoor in de bekostigingssystematiekgeen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan dein de bekostigingssystematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen.Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat,zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de economische levensduur.Financiële vaste activaDeelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefendworden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteldaanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordtberekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevensbeschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van dedesbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is,wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend wordengewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaatstegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.De entiteiten waar het OLVG een zeggenschapsbelang in heeft, worden niet meegenomen in de geconsolideerdejaarrekening, aangezien zij hier geen kapitaalbelang in heeft.103 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


VoorradenVoorraden worden gewaardeerd tegen historische inkoopprijzen onder aftrek van incourante voorraden, voor zoverdaartoe aanleiding bestaat.Onderhanden werk DBC’sDe post “onderhanden werk” komt voort uit de invoering van de DBC-systematiek, waarbij een DBC pas gefactureerd kanworden nadat deze volledig is afgesloten (na maximaal één jaar). Het onderhanden werk is als volgt gewaardeerd:A-segment: 50% van de gesommeerde vastgestelde prijzen van alle DBC’s die ultimo <strong>2009</strong> nog niet waren afgesloten,inclusief dekking voor kapitaallasten en exclusief het verrekenpercentage.B-segment: 50% van de met zorgverzekeraars overeengekomen verkoopprijzen, inclusief de gesommeerde dekking voorkapitaallasten van alle DBC’s die ultimo <strong>2009</strong> nog niet waren afgesloten.VorderingenVorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grondvan de verwachte oninbaarheid.Voorzieningen (algemeen)Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan,waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijzeis te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn omde verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepalingAlgemeenHet resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van dehiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historischekosten. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.Het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten is bepaald aan de hand van het door de NZa goedgekeurde budgetaanvaardbare kosten <strong>2009</strong> aangevuld met intern berekende aanpassingen op dit budget en nagekomen budgetaanpassingenuit voorgaande jaren, die in dit boekjaar zijn vastgesteld.PensioenenHet OLVG heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemershebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren.De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Het OLVG heeft geen verplichtingtot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogeretoekomstige premies. Het OLVG heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling enheeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.104


5.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december <strong>2009</strong>ACTIVA1. Immateriële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Goodwill 1.199 1.441Totaal immateriële vaste activa 1.199 1.441Het verloop van de immateriële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:Boekwaarde per 1 januari 1.441 1.581Bij: investeringen - -Af: afschrijvingen 242 140Boekwaarde per 31 december 1.199 1.441ToelichtingVoor een nadere specificatie van het verloop van de immateriële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar hetmutatieoverzicht onder 5.1.6.2. Materiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Bedrijfsgebouwen en terreinen 87.802 85.541Machines en installaties 13.230 15.260Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve vaste activa 43.435 45.146Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op9.829 10.234materiële vaste activaNiet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 36 46Totaal materiële vaste activa 154.332 156.227Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:Boekwaarde per 1 januari 156.227 156.422Bij: investeringen 19.805 26.173Af: afschrijvingen 15.140 15.470Af: desinvesteringen 6.560 10.898Boekwaarde per 31 december 154.332 156.227ToelichtingVoor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar hetmutatieoverzicht onder 5.1.7. In toelichting 5.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomenprojecten.105 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


3. Financiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Deelnemingen 516 343Lening CV Clinium 300 300Totaal financiële vaste activa 816 643Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 643Bij: kapitaalstorting 173Bij: waardevermeerderingen -Af: waardeverminderingen -Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 816ToelichtingOnder de financiële vaste activa zijn de minderheidsdeelnemingen DCA en CV Clinium verantwoord. Het kapitaalbelangin deze deelnemingen bedraagt ultimo <strong>2009</strong> € 516.000 (2008: € 343.000).Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen:Kapitaal­EigenNaam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoonbelangvermogenResultaatRechtstreekse kapitaalbelangen:C.V. Clinium, Amsterdam 20% 260 -Het steriliseren en schoonmaken van medische apparaten voor degelieerde instellingen.Diagnostisch Centrum Amsterdam BV, Amsterdam 28,5% 922 -Het uitvoeren van een radiodiagnostische praktijkZeggenschapsbelangen:Stichting Mobiele (nier)Steenvergruizer, Amsterdam 0%Het tegen vergoeding beschikbaar stellen van een mobiele steenvergruizeren de daarvoor benodigde ondersteuning geven aan de deelnemendeinstellingen van gezondheidszorg en anderen.Onderlinge Waarborgmaatschappij Medirisk BA, Utrecht 0%Het uitoefenen van een schadeverzekeringsbedrijf zonder winstoogmerk.Stichting Roerende Zaken 0%Het houden van aandelen in, het deelnemen in het aandelenkapitaal enhet voeren van het beheer over besloten vennootschappen.Stichting Rijdende Röntgen, Amsterdam 0%Het aanbieden van een mobiel röntgenapparaatToelichtingIn de geconsolideerde jaarrekening worden de kapitaalbelangen in vennootschappen en verbonden rechtspersonenbetrokken, waarin feitelijk beleidsbepalende zeggenschap kan worden uitgeoefend.Het eigen vermogen is hier opgenomen inclusief resultaat <strong>2009</strong>.106


4. Voorraden <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Centraal Magazijn 810 698Apotheek 1.064 686Hartcatheterisatiekamer 1.098 1.176Overige voorraden 2.237 2.455Totaal voorraden 5.209 5.015ToelichtingDe opgenomen voorraden zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs.5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Onderhanden werk DBC’s A-segment 20.234 19.281Onderhanden werk DBC’s B-segment 9.514 6.267Totaal onderhanden werk 29.748 25.548ToelichtingIn <strong>2009</strong> is het B-segment uitgebreid van 20% naar circa 34%, hetgeen leidt tot een toename van het onderhanden werkB-segment met € 3,2 miljoen.6. Vorderingen en overlopende activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Vorderingen op debiteuren 31.723 43.648Vorderingen op groepsmaatschappijen 2.227 221Nog te factureren bedragen 7.770 -Overige vorderingen 4.900 -1.195Vooruitbetaalde bedragen 4.673 2.914Nog te ontvangen bedragen 68 4.736Totaal vorderingen en overlopende activa 51.361 50.324ToelichtingDe vorderingen en overlopende activa zijn gestegen met € 1,0 miljoen.Het debiteurensaldo toont ten opzichte van 2008 een daling van € 11,9 miljoen tot € 31,7 miljoen. Het versterken vanhet debiteurenbeheer heeft geleid tot een daling van het debiteurensaldo ten opzichte van 2008. De voorziening die inaftrek op de vorderingen is gebracht bedraagt € 5,9 miljoen. De nog te factureren bedragen heeft betrekking op DBC’sB-segment die per ultimo <strong>2009</strong> zijn afgesloten maar nog niet gefactureerd. De posten overige vorderingen, vooruitbetaaldebedragen en nog te ontvangen bedragen nemen tezamen met € 3,2 miljoen toe.107 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschott/m 2006 2007 2008 <strong>2009</strong> totaalSaldo per 1 januari -48.252 -16.235 -22.742 - -87.229Financieringsverschil boekjaar - - 10.217 10.217Correcties voorgaande jaren 48.252 -33.293 207 -15.166 -Betalingen/ontvangsten - 49.528 - - 49.528Sub-totaal mutatie boekjaar 48.252 16.235 207 -4.949 59.745Saldo per 31 december - - -22.535 -4.949 -27.484Stadium van vaststelling (per erkenning): c c b aa = interne berekeningb = overeenstemming met zorgverzekeraarsc = definitieve vaststelling NZaSpecificatie financieringsverschil in het boekjaar <strong>2009</strong> 2008Wettelijk budget aanvaardbare kosten 159.701 152.965Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 164.483 182.100Honorariaopbrengsten voor specialisten in loondienst 730 -1kapitaallasten DBC B-segment -34 32Mutatie onderhanden werk DBC A-segment -352 -3.723AWBZ/GGZ -177 -Totaal financieringsverschil -4.949 -25.443ToelichtingHet financieringsoverschot heeft betrekking op het WTG, de medische staf en de AWBZ. Het overschot is in <strong>2009</strong>afgenomen met bijna € 60 miljoen tot € 27,5 miljoen. Dit komt met name door terugbetalingen aan zorgverzekeraars8. Liquide middelen <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Bankrekeningen 4.501 31.360Kas 77 48Spaarrekeningen 8.301 20.000Totaal liquide middelen 12.879 51.408ToelichtingDe bank- en spaarrekeningen zijn gedaald als gevolg van een afname van het financieringsoverschot door terugbetalingaan zorgverzekeraars van € 49 miljoen. De liquide middelen zijn vrij opeisbaar.108


PASSIVA9. Eigen vermogen <strong>2009</strong> 2008Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:Kapitaal 2.532 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogen 21.430 17.560Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.493 4.243Totaal eigen vermogen 28.455 24.335Saldo per Resultaat- Overige Saldo perKapitaal 1-jan-<strong>2009</strong> bestemming mutaties 31-dec-<strong>2009</strong>Het verloop is als volgt weer te geven:Kapitaal 2.532 - - 2.5322.532 - - 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogenHet verloop is als volgt weer te geven:Reserve aanvaardbare kosten 13.219 3.392 - 16.611Bestemmingsreserves:Huisvesting 1.680 - - 1.680Reserve instandhoudingsinvesteringen 2.270 222- - 2.048Bouw 214 - - 214W.O. Teaching Hospital 177 - - 177Resultaatbesteding units - 700 - 700Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 17.560 3.870 - 21.430Niet collectief gefinancierd vrij vermogenHet verloop is als volgt weer te geven:Algemene reserves:Belang van derden 16 -26 - -10Bestemmingsreserves:Wetenschappelijk fonds 325 - - 325Overig 3.902 276 - 4.178Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.243 250 - 4.493ToelichtingHet enkelvoudig eigen vermogen en resultaat is inclusief het eigen vermogen en het resultaat van MC Jan van Goyen.Het niet collectief gefinancierd vrij vermogen bestaat uit het eigen vermogen van: OLVG Kunst Stichting, StichtingOnze Lieve Vrouwe Kapel, Stichting Medische Dienstverlening en de Stichting W.O. Teaching Hospital. Aan het eigenvermogen is het exploitatieresultaat van <strong>2009</strong> toegevoegd, waardoor de solvabiliteitspositie is versterkt.109 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudinginvesteringen <strong>2009</strong> 2008Het verloop is als volgt weer te geven:Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 404 404Af: correctie voorgaand boekjaar -404Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte - -Bij: investeringsruimte verslagjaar 1.353 1.319Af: investeringen verslagjaar 1.353 1.319Af: onderhanden werk - -Beschikbare investeringsruimte 31 december - 404Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten <strong>2009</strong> 2008Het verloop is als volgt weer te geven:Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 57.181 57.181Af: correctie voorgaand boekjaar -1.428Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 1.433 3.616Bij: investeringsruimte verslagjaar - 7.228Af: investeringen verslagjaar 6.692 10.844Beschikbare investeringsruimte 31 december 50.494 57.18110. VoorzieningenSaldo per1-jan-<strong>2009</strong> Dotatie OnttrekkingSaldo per31-dec-<strong>2009</strong>Het verloop is als volgt weer te geven:Groot onderhoud 4.305 359 1.506 3.158Pensioenverplichtingen 124 - 8 116Afvloeiingsregeling 1.409 - 474 935Lumpsumproblematiek 3.595 918 1.666 2.847Arbeidsongeschiktheid 872 - - 872Jubilea 500 46 - 546Pensioen complementaire bijdrage 700 - 700 -Niet-gefinancierde gerealiseerde productie 235 - 235 -Totaal voorzieningen 11.740 1.323 4.589 8.474Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 31-dec-<strong>2009</strong>Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 2.637Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 5.837Hiervan langlopend (> 5 jaar) 3.411Toelichting per categorie voorzieningGroot OnderhoudDeze voorziening dient om de lasten van cyclisch onderhoud aan gebouwen en installaties gelijkmatig over de jaren teverdelen. De uitgaven worden in mindering gebracht op de voorziening.110


PensioenverplichtingenDit betreft een voorziening ter dekking van toegezegde pensioenrechten.AfvloeiingsregelingDit betreffen financiële verplichtingen voortgekomen uit aangegane overeenkomsten met personeel met betrekking totafvloeiing.LumpsumproblematiekDe voorziening is getroffen om het vervallen van de lumpsumfinanciering van medische specialisten per 2008 op tevangen. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een inkomstenverlies voor het OLVG, als werkgever van de medischspecialisten, waardoor een herstructurering noodzakelijk was. Ter zake is een compensatieregeling getroffen met demedisch specialisten.Arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA)Deze voorziening is getroffen in het kader van arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA) verplichtingen.JubileaDeze voorziening dient ter dekking van de uitkeringen en lasten die samenhangen met toekomstige jubilea van hetpersoneel.11. Langlopende schulden <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Schulden aan kredietinstellingen 85.333 91.554Totaal langlopende schulden 85.333 91.554Het verloop is als volgt weer te geven:Stand per 1 januari 98.231 104.403Bij: nieuwe leningen - 245Af: aflossingen boekjaar 6.458 6.417Stand per 31 december 91.773 98.231Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 6.440 6.677Stand langlopende schulden per 31 december 85.333 91.554Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moetworden beschouwd:Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen6.440 6.677Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 85.333 91.554Hiervan langlopend (> 5 jaar) 60.816 66.317ToelichtingVoor een specificatie wordt verwezen naar specificatie 5.1.9.De volgende zekerheden voor consortiale financiering zijn verstrekt:• eerste hypotheek in hoofdsom groot € 125,2 miljoen op alle registergoederen van de Stichting OLVG te Amsterdam,locatie Oosterpark;111 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


• aangeschafte en betaalde bedrijfsuitrusting en inventaris, locatie Oosterpark;• positieve/negatieve hypotheekverklaring, locatie Oosterpark;• verpanding van de vorderingen en rechten van de Stichting uit hoofde van de door het consortium te stellenperformance bonds.De totale consortiale financiering loopt tot ultimo 2020. De eerste aflossing heeft plaatsgevonden in het jaar 2000.Voor de overige onderhandse leningen zijn de volgende zekerheden verstrekt:• hypotheek van € 4,5 miljoen op onroerend goed en parkeerterrein aan de Prinsengracht nummers 759, 761, 763,765, 767 en 769;• negatieve hypotheekverklaring, locatie Prinsengracht;• verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting locatie Prinsengracht, volgens pandovereenkomst d.d. 21 juni 1994;• pari passu verklaring.12. Kortlopende schulden en overlopende passiva <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Schulden aan kredietinstellingen 21.342 350Crediteuren 12.641 6.217Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 6.440 6.677Schulden ter zake pensioenen 3.028 2.365Nog te betalen salarissen 15.396 12.914Overige schulden 4.351 6.378Bevoorschotting DBC 24.969 26.659Overlopende passiva 17.546 14.188Schulden aan groepsmaatschappijen 85 0Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 105.798 75.748ToelichtingDe kortlopende schulden en overlopende passiva zijn toegenomen met € 30,0 miljoen. Dit wordt met name veroorzaaktdoor de toename van de schulden aan kredietinstellingen als gevolg van de terugbetaling van de overfinanciering aanzorgverzekeraars van € 49 miljoen.De bevoorschotting DBC betreft voorschot verlening door zorgverzekeraars voor het A-segment.13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingenHet totaal aantal contracten inzake medische inventaris en overige inventaris is 41. Deze contracten vertegenwoordigeneen verplichting per balansdatum van in totaal € 34,8 miljoen.In het kader van bouwprojecten is per ultimo <strong>2009</strong> een investeringsverplichting aangegaan van € 3,9 miljoen.112


113 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht immateriële vaste activa op grond van art. 5a RegelingVerslaggeving WTZiWTZi/WMG - vergunningsplichtige vaste activaAanloopkosten Aanloopverliezen Boete rente SubtotaalStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 0 0 0 0Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0 0 0- herwaarderingen 0 0 0 0- afschrijvingen 0 0 0 0- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0- terugname geheel afgeschreven activa· aanschafwaarde 0 0 0 0· cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0per saldo 0 0 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 0Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 0 0 0 0Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 0,0%114


Niet - WTZi/WMG - gefinancierde vaste activaGoodwill Licentiekosten Overige Subtotaal Totaal7.185 0 0 7.185 7.1855.744 0 0 5.744 5.7441.441 0 0 1.441 1.4410 0 0 0 00 0 0 0 0242 0 0 242 2420 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 0-242 0 0 -242 -2427.185 0 0 7.185 7.1855.986 0 0 5.986 5.9861.199 0 0 1.199 1.19910,0% 0,0% 0,0%115 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.7 Geconsolideerd mutatieoverzicht materiele vaste activa op grond van art. 5a RegelingVerslaggeving WTZi5.1.7.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa GrondTerreinvoorzieningenGebouwenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 169 0 67.116- cumulatieve afschrijvingen 0 0 23.181Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 169 0 43.935Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0 0- herwaarderingen 0 0 0- afschrijvingen 0 0 1.332- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0- terugname geheel afgeschreven activa· aanschafwaarde 0 0 0· cumulatieve herwaarderingen 0 0 0· cumulatieve afschrijvingen 0 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0per saldo 0 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 -1.332Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 169 0 67.116- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 24.513Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 169 0 42.603Afschrijvingspercentage 0,0% 2,0%116


Semi perm.gebouwen Verbouwingen InstallatiesOnderhandenProjectenSubtotaalvergunning0 28.072 41.592 0 136.9490 18.273 26.332 0 67.7860 9.799 15.260 0 69.1630 0 0 0 00 0 0 0 00 1.344 2.030 0 4.7060 0 0 0 00 541 421 0 9620 0 0 0 00 541 421 0 9620 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 -1.344 -2.030 0 -4.7060 27.531 41.171 0 135.9870 0 0 0 00 19.076 27.941 0 71.5300 8.455 13.230 0 64.4575,0% 5,0%117 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.7.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa TrekkingsrechtenOnderhandenProjectenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 26.347 10.234- cumulatieve afschrijvingen 5.548 0Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 20.799 10.234Mutaties in het boekjaar- investeringen 7.081 6.155- herwaarderingen 0 0- afschrijvingen 1.924 0- terugname geheel afgeschreven activa· aanschafwaarde 0 0· cumulatieve herwaarderingen 0 0· cumulatieve afschrijvingen 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 6.560cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0per saldo 0 6.560Mutaties in boekwaarde (per saldo) 5.157 -405Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 33.428 9.829- cumulatieve herwaarderingen - -- cumulatieve afschrijvingen 7.472 0Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 25.956 9.829Afschrijvingspercentage 0,0%118


OnderhandenSubtotaal meldings-SubtotaalInstandhoudingProjectenSubtotaalplichtige activa36.581 16.640 0 16.640 53.2215.548 9.228 0 9.228 14.77631.033 7.412 0 7.412 38.44513.236 1.353 0 1.353 14.5890 0 0 0 01.924 1.495 0 1.495 3.4190 2.173 0 2.173 2.1730 0 0 0 00 2.173 0 2.173 2.1736.560 0 0 0 6.5600 0 0 0 00 0 0 0 06.560 0 0 0 6.5604.752 -142 0 -142 4.61043.257 15.820 0 15.820 59.077- - - - -7.472 8.550 0 8.550 16.02235.785 7.270 0 7.270 43.05510,0% 0,0%119 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.7.3 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris VervoermiddelenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 94.920 73- cumulatieve afschrijvingen 50.530 27Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 44.390 46Mutaties in het boekjaar- investeringen 4.914 0- herwaarderingen 0 0- afschrijvingen 6.561 10- terugname geheel afgeschreven activa· aanschafwaarde 18.630 0· cumulatieve herwaarderingen 0 0· cumulatieve afschrijvingen 18.630 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0per saldo 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) -1.647 -10Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 81.204 73- cumulatieve herwaarderingen 0 0- cumulatieve afschrijvingen 38.461 37Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 42.743 36Afschrijvingspercentage 10,0% 20,0%120


AutomatiseringSubtotaal WMG3.586 98.5792.830 53.387756 45.192302 5.2160 0366 6.9371.447 20.0770 01.447 20.0770 00 00 00 0-64 -1.7212.441 83.7180 01.749 40.247692 43.47120,0%121 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.7.4 Niet-WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa GrondNieuwbouwinstallatiesStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 0 0Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0- herwaarderingen 0 0- afschrijvingen 0 0- terugname geheel afgeschreven activa· aanschafwaarde 0 0· cumulatieve herwaarderingen 0 0· cumulatieve afschrijvingen 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0per saldo 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0- cumulatieve herwaarderingen 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 0 0Afschrijvingspercentage122


Verbouwingen/OnderhandenSub-totaalrenovatiesGebouwenprojectenniet WTZi/WMG0 3.894 0 3.8940 467 0 4670 3.427 0 3.4270 0 0 00 0 0 00 78 0 780 0 0 00 0 0 00 0 0 00 0 0 00 0 0 00 0 0 00 0 0 00 -78 0 -780 3.894 0 3.8940 0 0 00 545 0 5450 3.349 0 3.349123 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.8 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten5.1.8.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projectenProjectgegevensNummer Briefnummer Datum Omschrijving WTZi-typeA.129.14.0.03.M2Project LichtstraatLange Termijn HuisvestingsPlanTotaal5.1.8.2 Specificatie in het boekjaar gereed gekomen projecten (enkelvoudig)ProjectgegevensNummer Briefnummer Datum Omschrijving WTZi-typeDR-Bucky-kamer 4LTHP Rookgelegenheid KapeltuinNieuwe Units t.p.v. DHCK 1 + 2 + gangMTI VoorlichtingscentrumKosten t.b.v. nieuwe app. 2005Dakopbouw bouwdeel HTotaal124


Investeringent/m <strong>2009</strong>Goedkeuringenonder-NominaalAangepasteJaar vant/m 2008 <strong>2009</strong> gereedhandenbedragIndexgoedkeuringoplevering0 4.373 0 4.37310.234 1.782 6.560 5.456 010.234 6.155 6.560 9.829 0 0 0InvesteringenActiva-post WTZi WMG Overige TotaalToekomstige lastenAfschrijvingWTZi Rentekosten310 310299 2992.882 2.882893 8933 360 602.113 2.1136.560 0 0 6.560 0 0125 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo <strong>2009</strong>RestschuldNieuweTotaleWerkelijke31 decemberleningen inLeninggever Datum HoofdsomlooptijdSoort leningrente2008<strong>2009</strong>Fortis Bank 1/Dec/93 13.613.406 32 Hypothecair 4,85% 7.324.604 -Fortis Bank 1/Jul/89 13.613.406 31 Hypothecair 4,38% 7.324.604 -Fortis Bank 3/Feb/92 13.613.406 28 Hypothecair 5,03% 7.324.604 -Fortis Bank 11/Apr/92 13.613.406 2 Hypothecair 5,16% 7.324.605 -Fortis Bank 1/Oct/88 13.613.406 27 Hypothecair 4,63% 7.324.605 -Fortis Bank 1/Mar/95 16.336.088 25 Hypothecair 6,98% 8.789.525 -Fortis Bank 1/Mar/00 11.798.286 20 Hypothecair 7,00% 6.347.991 -Fortis Bank 17/Dec/03 24.000.000 17 Hypothecair 4,92% 18.000.000 -Fortis Bank 7/Oct/03 4.000.000 20 Onderhands 5,10% 3.342.855 -Fortis Bank 24/Dec/01 4.550.000 10 Onderhands 5,41% 1.365.000 -Fortis Bank 22/Dec/92 1.756.129 18 Onderhands 4.56% 183.781 -Fortis Bank 31/Oct/06 10.000.000 30 Onderhands 4,65% 9.333.333 -Fortis Bank 31/Oct/06 7.500.000 30 Onderhands 4,75% 7.000.000 -Fortis Bank 31/Oct/06 7.500.000 30 Onderhands 4,75% 7.000.000 -Fortis Bank 25/Jan/08 245.000 0 Onderhands 4,70% 245.000 -Totaal 98.230.507 -126


ResterendeRestschuldlooptijd inAflossing31 decemberRestschuldjaren eindAflossings-AflossingGesteldein <strong>2009</strong><strong>2009</strong>over 5 jaar<strong>2009</strong>wijze2010zekerheden527.766 6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 Alle registergoederen van de Stichting OLVG teAmsterdam, locatie Oosterpark. Eerste pandrechtop de in de periode vanaf 1 januari 1988 tot enmet 31 december 1999 aangeschafte en betaaldebedrijfsuitrusting en inventaris, locatieOoster park. Positieve/negatieve hypotheekverklaring,locatie Oosterpark. Verpanding van devorderingen en rechten van de Stichting uithoofde van de door het consortium te stellenperformance bonds.527.766 6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem527.766 6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem527.766 6.796.839 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem527.766 6.796.839 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem633.319 8.156.206 3.603.607 12 Lineair 633.319 idem457.397 5.890.594 4.989.609 12 Lineair 457.397 idem1.200.000 16.800.000 10.800.000 12 Lineair 1.200.000 idem152.617 3.190.238 2.299.572 14 Annuiteit 160.551 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting,locatie Prinsengracht. Negatievehypotheekverklaring, locatie Prinsengracht.Pari passu verklaring.455.000 910.000 - 2 Gestaffeld 455.000 Onroerend goed en parkeerterrein aan de Prinsengrachtnummers 759, 761, 763, 765, 767 en 769.61.260 122.521 - 2 Gestaffeld 61.260 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting,locatie Prinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring,locatie Prinsengracht. Pari passuverklaring.333.333 9.000.000 7.333.333 27 Lineair 333.333 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting,locatie Prinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring,locatie Prinsengracht. Pari passuverklaring.250.000 6.750.000 5.500.000 27 Linair 250.000 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting,locatie Prinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring,locatie Prinsengracht. Pari passuverklaring.250.000 6.750.000 5.500.000 27 Lineair 250.000 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting,locatie Prinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring,locatie Prinsengracht. Pari passuverklaring.26.000 219.000 - - - - SMDV6.457.756 91.772.751 60.816.161 6.439.690127 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.10 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over <strong>2009</strong>14. Wettelijk budget aanvaardbare kosten <strong>2009</strong> 2008Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 152.469 157.673Productieafspraken verslagjaar 7.837 -724Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 1.686 3.368Prijsindexatie materiële kosten 632 1.5852.318 4.953Uitbreiding erkenning, toelating en schoning:- loonkosten -3.826 -4.025- materiële kosten -1.321 -1.621- normatieve kapitaallasten -382 46-5.529 -5.600Beleidsmaatregelen overheid:Kortingscomponent prestatiecontract - -127Kortingscomponent kortingsmaatregel 2007 - -75Kortingscomponent kortingsmaatregel 2008 - -2.385Kortingscomponent kortingsmaatregel <strong>2009</strong> -443 --443 -2.587Nacalculeerbare kapitaallasten:- rente 44 299- afschrijvingen 800 -243- overige - 734844 790Lokaal gebonden productietoeslag (lpt) 5 -163Schoning kapitaallasten - -1.8735 -2.036Sub-totaal wettelijk budget boekjaar 157.501 152.469Correcties voorgaande jaren - 2007 -1.643 -Correcties voorgaande jaren - 2008 3.843 -Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten ultimo 159.701 152.469ToelichtingHet WTG-budget over <strong>2009</strong> is met € 7,2 miljoen toegenomen ten opzichte van 2008.Naast de gebruikelijke aanpassingen voor bijdragen in de loon- en prijsontwikkelingen is het budget <strong>2009</strong> gewijzigd door:• verhoging van de productieafspraken met € 7,8 miljoen;• de schoning van het A-segment ad € 5,5 miljoen;• opgelegde kortingsmaatregel <strong>2009</strong> door de overheid van € 0,4 miljoen;• diverse correcties voorgaande jaren ad € 2,2 miljoen;128


BATEN15. Inkomsten Medische Staf, niet WTG-budget DBC opbrengstenB-segment <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Honorarium A-segment 34.046 34.666Onderhanden werk honorarium A-segment 177 -252Honorarium B-segment 12.171 5.951Onderhanden werk honorarium B-segment 664 412Overige opbrengsten 1.275 1.339Totaal 48.333 42.116ToelichtingHet honorariumbudget Medische Staf is conform de landelijke prijsindex in <strong>2009</strong> verhoogd met circa 2,9%, waarvan 2,0%structureel en 0,9% incidenteel. Het honorariumtarief is voor A- en B-segment gelijk. Door hogere productie zijn dehonorarium opbrengsten in totaal gestegen. De overige honoraria opbrengsten betreffen de vergoedingen die hetziekenhuis ontvangt voor de stages van co-assistenten en de honoraria opbrengsten die uit het WTG-budget voortvloeien.16. DBC opbrengsten B-segment <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Gefactureerde DBC’s 37.389 31.218Onderhanden werk 6.861 1.660Opbrengst kapitaallasten 5.537 3.694Totaal 49.787 36.572ToelichtingDe toename van de DBC opbrengsten B-segment hangt naast de uitbreiding van het B-segment van 20% naar 34%samen met de toename van het productievolume in <strong>2009</strong>.17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Zorgprestaties tussen instellingen 4.243 4.486Overige zorgprestaties 140 3.067Totaal 4.383 7.553ToelichtingDe omzet van samenwerkingsverbanden met de IJsselmeerziekenhuizen en Flevoziekenhuis op het gebied van HKCL,medische microbiologie en pathologie is ten opzichte van 2008 stabiel gebleven. In <strong>2009</strong> is er geen omzet geboekt vande SMDV terwijl deze in 2008 nog € 3 miljoen was.18. Opleidingsfonds CBOG <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Subsidie AIOS 15.387 16.175Totaal 15.387 16.175ToelichtingDe arts-assistenten in opleiding worden gesubsidieerd via het opleidingsfonds CBOG op basis van de werkelijke inzet.De daling van de opbrengsten ten opzichte van 2008 hangt samen met de definitieve subsidie-afrekening 2008(€ 0,7 miljoen negatief).129 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


19. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Overige opbrengsten 9.818 11.306Overige subsidies 268 112Overige opbrengsten GGZ 1.482 1.298Totaal 11.568 12.716ToelichtingDe post overige opbrengsten is gedaald met € 0,3 miljoen in verband met een lagere verstrekking van geneesmiddelendoor het OLVG aan de verpleeg- en verzorgingshuizen van Osira. Verder zijn de opbrengsten uit dienstverlening aanderden lager dan 2008. De hogere opbrengsten inzake GGZ nemen toe als gevolg van een toename van de gerealiseerdeinkomsten van de units psychiatrie & medische psychologie en kindergeneeskunde.LASTEN20. Personeelskosten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Lonen en salarissen 131.571 122.690Sociale lasten 22.423 22.341Pensioenpremie 11.240 9.612Andere personeelskosten 7.383 6.050Sub-totaal 172.617 160.693Personeel niet in loondienst 4.830 4.556Totaal personeelskosten 177.447 165.249Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment:Ziekenhuis 2.234 2.132Medische Staf 156 146MC Jan van Goyen 79 71HSO 61 59SMDV - -Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 2.530 2.408ToelichtingDe salariskosten, inclusief sociale lasten, pensioenpremie en overige personeelskosten, zijn gestegen met € 11,9miljoen (7,4%). De stijging van lonen en salarissen ad € 8 miljoen wordt veroorzaakt door een toename van het aantalFTE met 112 (4,9%) en cao-stijgingen.De FTE toename hangt samen met de formatiegroei van patiëntgebonden functies (69) en algemeen administratiefpersoneel (22).De stijging van de pensioenlasten met € 1,6 miljoen is het gevolg van naheffingen van pensioenpremies overvoorgaande jaren.De andere personeelskosten stijgen door de dotatie reservering vakantiedagen van € 1,2 miljoen.De salariskosten van MC JvG zijn in <strong>2009</strong> met € 2,0 miljoen gestegen. Deze toename wordt veroorzaakt door eenstijging van het aantal FTE met 8, cao-stijgingen en overige periodieke effecten.Ten opzichte van 2008 zijn de personeelskosten per fte gestegen met 1,8% van € 70.541 naar € 71.831.Andere personele lasten stijgen met circa € 1,3 miljoen door de hogere reiskosten (€ 1,2 miljoen).De kosten van personeel niet in loondienst stijgen licht. Deze stijging is veroorzaakt door het inhuren van interimpersoneelen het extra inhuren van personeel buiten het uitzendbureau van het OLVG.130


21. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Nacalculeerbare afschrijvingen:- immateriële vaste activa - -- materiële vaste activa 4.706 6.564Overige afschrijvingen:- immateriële vaste activa 242 140- materiële vaste activa 10.434 8.906Sub-totaal 15.382 15.610Dotatie egalisatierekening afschrijvingen instandhouding - 0Totaal afschrijvingen 15.382 15.610ToelichtingDe nacalculeerbare afschrijvingen zijn met € 0,1 miljoen toegenomen door hogere investeringen.Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa <strong>2009</strong>Afschrijving immateriële vaste activa 242Afschrijving WTZi - vergunningsplichtige vaste activa 4.706Afschrijving WTZi - instandhouding vaste activa 1.495Afschrijving WTZi - trekkingsrechten 1.924Afschrijving WMG gefinancierde vaste activa 6.937Afschrijving niet WTZi/WMG gefinancierde vaste activa 78Totaal afschrijvingen volgens verloopoverzichten 15.382Totaal afschrijvingen resultatenrekening 15.38222. Overige bedrijfskosten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 5.730 5.244Algemene kosten 18.718 13.549Patiënt- en bewonersgebonden kosten 53.523 53.091Onderhoud en energiekosten 5.272 5.418Huur en leasing 573 1.775Dotaties en vrijval voorzieningen 2.296 1.387Totaal bedrijfskosten 86.112 80.464ToelichtingDe totale overige bedrijfskosten zijn toegenomen met € 5,7 miljoen (een stijging van 7,1% ten opzichte van 2008). Ditwordt vooral veroorzaakt door hogere algemene en patiëntgebonden kosten die productiegerelateerd zijn. De algemenekosten zijn € 4,9 miljoen hoger dan in 2008 als gevolg van hogere advieskosten, automatiseringskosten en overigealgemene kosten. De patiënt- en bewonersgebonden kosten zijn gestegen met € 0,4 miljoen. Dit wordt voor een grootdeel veroorzaakt door de kosten van geneesmiddelen, een toename van de productie en daarmee ook de daaraanverbonden kosten. De kosten van huur en leasing van het medische apparatuur zijn vanaf <strong>2009</strong> onder de afschrijvingslastenopgenomen.131 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


23. Financiële baten en lasten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Rentebaten 892 3.474Resultaat deelnemingen - 90Sub-totaal financiële baten 892 3.564Rentelasten -6.803 -5.232Sub-totaal financiële lasten -6.803 -5.232Totaal financiële baten en lasten -5.911 -1.668ToelichtingDe financiële lasten zijn gedaald met € 4,2 miljoen. De afname van uitgezette gelden op deposito’s heeft geleid tot eendaling van de rentebaten. De rentelasten hebben betrekking op de langlopende leningen en de rentekosten op derekening courant faciliteit.24. Bezoldiging bestuurders entoezichthouders <strong>2009</strong> 2008 <strong>2009</strong> <strong>2009</strong>De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar <strong>2009</strong> is als volgt:Naam D.J. Hemrika D.J. Hemrika J.C.H.G. Arts P.E. van der MeerAard bestuurder* S S S SIn dienst vanaf (datum) 1/1/<strong>2009</strong> 1/1/2008 1/3/<strong>2009</strong> 1/3/<strong>2009</strong>In dienst tot (datum) 31/12/<strong>2009</strong> 31/12/2008 31/12/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong>Voorzitter J J N NAls voorzitter in dienst vanaf (datum) 10/1/2006 10/1/2006Als voorzitter in dienst tot (datum)Beëindiging dienstverband ultimo verslagjaar N N N NAfspraken werktijden N N N NDeeltijdfactor (percentage) 100% 100% 100% 100%Brutosalaris 241.819 233.429 169.386 179.841Bruto-onkostenvergoeding 0 1.500 0 0Werkgeversbijdrage sociale lasten 5.153 5.287 4.127 4.294Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 24.949 23.949 18.201 19.423Ontslagvergoeding 0 0 0 0Prestatieafhankelijke beloning 28.806 38.715 0 0Totaal bruto inkomen 300.727 302.880 191.714 203.558Cataloguswaarde auto van de zaak 51.700 53.435 0 35.745Eigen bijdrage auto van de zaak 13.142 13.359 0 4.672Belastbaar loon 313.869 316.239 191.714 208.229* S = Statutair bestuurder I = Interim bestuurder N = Niet statutair bestuurder G = Gewezen bestuurderToelichtingPer 1 maart <strong>2009</strong> zijn de vacatures voor lid van Raad van Bestuur ingevuld door mevrouw drs. J.C.H.G. Arts en de heerdrs. P.E. van der Meer.Het jaarinkomen van de heer dr. D.J. Hemrika, voorzitter Raad van Bestuur, is bepaald op basis van de adviesregelingArbeidsvoorwaarden Raden van Bestuur van de NVZD (niveau 2002, zijnde het jaar van benoeming). De prestatieafhankelijkebeloning zal maximaal 15% van het alsdan geldende bruto jaarsalaris bedragen. Beoordeling envaststelling van de eventueel uit te keren prestatie afhankelijke beloning geschiedt jaarlijks door de Raad van Toezichtna afloop van het boekjaar, op basis van vooraf overeen gekomen ‘targets’.De vergoeding van de heer Cappon (49.563) is gezien de aard van zijn aanstelling (nl. niet statutair/interimbestuurder)meegenomen in de tabel met personeelskosten.132


Naam Functie <strong>2009</strong> 2008bezoldiging belastbaar loon bezoldiging belastbaar loonDe bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar <strong>2009</strong> is als volgt:W.F.C. Stevens voorzitter 21.791 23.874 21.690 22.690P. Wilson vice voorzitter 21.791 23.874 21.601 22.601C.W. Gorter lid 15.565 17.648 10.284 10.951A. Overbosch lid 5.163 5.163 15.488 16.488J.L.P.G. van Thiel lid 15.565 17.648 15.488 16.488G.J.N.H. Cerfontaine lid 3.008 3.401 0 0P.C.F.M. Vlek lid 0 0 9.028 9.028Totaal 82.883 91.609 93.579 98.246ToelichtingIn <strong>2009</strong> is de totale bezoldiging voor de Raad van Toezicht afgenomen met € 10.696, zijnde een afname van 11,4% tenopzichte van 2008. In <strong>2009</strong> is de heer Overbosch afgetreden. De heer Cerfontaine is in oktober <strong>2009</strong> toegetreden tot deRaad van Toezicht. Elk lid ontvangt jaarlijks een bedrag van € 2.083 bruto als onkostenvergoeding bovenop de bezoldiging.De bezoldiging is inclusief eventuele vergoeding voor deelname in sub commissies van de Raad van Toezicht.25. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)UitkeringVoorzieningbeëindigingIn dienstIn dienstBelastbaarbeloning opdienst­Functionarisvanaftotloontermijnverband WOPT <strong>2009</strong> WOPT 2008De bezoldiging van de functionarissen die in het kader van de Wopt verantwoording plaatsvinden zijn als volgt:(Alle bedragen omgerekend naar 1,0 fte)Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 1/8/<strong>2009</strong> 216.943 26.408 231.090 474.440 225.636Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 393.893 37.821 431.714 226.954Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 390.733 37.500 428.233 222.315Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 388.760 36.397 425.157 277.739Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 387.797 36.550 424.347 213.950Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 386.526 36.550 423.076 213.950Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 383.043 35.867 418.910 270.361Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 376.050 33.858 409.908 246.750Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 373.589 34.366 407.954 261.075Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 372.815 34.388 407.203 261.144Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 373.163 33.858 407.021 253.082Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 370.420 36.545 406.966 208.577Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 372.808 33.707 406.515 250.346Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 372.808 33.707 406.515 250.346Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 372.608 33.707 406.315 245.150Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 371.626 33.689 405.315 250.346Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 344.262 31.618 375.880 187.521Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 305.754 33.828 339.582 208.012Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 298.420 35.335 333.755 121.225Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 292.758 36.485 329.243 156.823Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 288.757 32.516 321.273 297.674Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 292.153 26.256 318.409 203.661Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 280.276 32.348 312.624 311.601Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 279.827 26.440 306.267 198.257133 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Bezoldiging functionarissen in kader Wopt verantwoording (vervolg)Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 277.262 28.030 305.292 206.895Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 280.837 24.111 304.948 191.477Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 279.843 23.921 303.764 186.186Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 261.249 42.307 303.556 310.262Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 272.664 30.039 302.704 233.745Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 271.968 30.123 302.092 280.904Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 271.791 30.123 301.914 280.174Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 277.963 23.867 301.831 186.308Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 271.279 30.110 301.390 281.821Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 277.361 23.847 301.208 185.561Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 273.628 26.597 300.225 210.140Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 271.083 28.030 299.113 219.634Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 271.954 23.842 295.796 179.924Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 269.576 26.021 295.597 202.331Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 269.044 26.021 295.065 202.748Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 267.419 26.059 293.478 202.917Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 267.419 26.059 293.478 202.917Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 266.342 26.021 292.363 201.988Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 266.037 26.021 292.058 202.135Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 261.046 30.882 291.928 291.870Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 263.145 27.264 290.409 250.173Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 262.534 26.021 288.555 197.741Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 254.856 28.889 283.745 267.637Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 256.244 23.770 280.014 178.828Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 246.363 26.551 272.914 181.306Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 246.292 26.198 272.490 190.148Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 1/8/<strong>2009</strong> 247.687 24.437 272.124 207.645Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 245.915 26.014 271.929 188.608Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 244.522 26.587 271.109 191.585Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 236.636 29.093 265.729 256.192Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 240.655 24.000 264.655 223.727Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 230.416 27.912 258.328 256.966Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 230.785 27.238 258.023 261.004Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 230.256 25.674 255.930 250.628Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 231.751 23.721 255.472 215.144Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 231.221 24.198 255.419 188.410Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 1/8/<strong>2009</strong> 168.228 24.437 57.668 250.333 123.652Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 221.335 27.919 249.254 255.831Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 221.490 27.682 249.172 210.285Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 224.245 24.033 248.278 204.191Directeur 1/1/<strong>2009</strong> 1/2/<strong>2009</strong> 149.930 16.068 79.773 245.771 170.356Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 221.437 23.734 245.171 210.945Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 219.147 25.358 244.505 243.854Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 217.278 25.229 242.507 243.701Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 216.432 25.888 242.320 194.953Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 1/6/<strong>2009</strong> 216.878 25.138 242.016 202.828Projectleider 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 220.956 20.163 241.119 197.165Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 217.774 23.174 240.948 204.849Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 214.424 25.743 240.167 216.665Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 215.123 24.926 240.049 225.529Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 215.111 23.174 238.285 204.653134


Bezoldiging functionarissen in kader Wopt verantwoording (vervolg)Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 214.911 23.174 238.085 204.456Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 203.903 31.082 234.985 242.706Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 210.606 23.174 233.780 204.456Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 206.940 26.111 233.051 186.076Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 206.239 25.990 232.229 227.923Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 207.412 23.734 231.146 210.553Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 207.470 23.425 230.895 181.804Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 204.701 26.111 230.812 178.491Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 208.323 22.024 230.347 187.084Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 202.114 27.729 229.843 141.910Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 206.290 23.183 229.473 218.734Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 227.583 0 227.583 0Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 201.077 25.229 226.306 0Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 198.785 23.879 222.664 177.061Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 199.116 23.174 222.290 220.765Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 193.108 27.593 220.700 178.922Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 193.730 22.077 215.807 177815Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 188.272 26.156 214.428 172.486Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 191.402 21.785 213.187 182.211Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 190.756 22.360 213.116 207.582Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 188.947 23.392 212.339 106.528Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 188.025 22.940 210.965 206.247Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 186.497 23.171 209.668 134.687Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 186.371 22.360 208.731 202.961Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 185.533 23.174 208.707 0Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 183.464 21.862 205.326 203.403Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 182.583 22.479 205.062 198.959Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 180.593 23.171 203.763 102.103Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 183.031 19.719 202.749 156.117Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 179.550 21.506 201.055 171.458Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 175.858 23.293 199.150 210.532Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 177.288 21.383 198.671 100.199Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 177.518 20.604 198.122 189.344Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 176.433 20.990 197.423 161.819Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 173.995 22.677 196.672 0Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 175.391 20.847 196.238 192.049Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 174.373 20.847 195.221 191.037Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 172.548 21.048 193.596 160.269Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 172.980 20.447 193.427 190.429Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 169.271 19.442 188.713 182.072Medisch specialist 7/13/<strong>2009</strong> 1/11/<strong>2009</strong> 165.650 22.989 188.639 0Medisch specialist 1/1/<strong>2009</strong> 31/12/<strong>2009</strong> 168.658 19.442 188.100 181.459Totaal 28.757.942 3.087.784 368.531 32.214.226 23.380.338Motivatie overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van de Ministers:ToelichtingFunctionarissen zijn opgenomen, indien per persoon de totale beloningscomponenten in <strong>2009</strong> hoger uitkomen dan€ 188.000 op jaarbasis (2008: € 181.000). Conform de eisen van de wet zijn de beloningscomponenten geëxtrapoleerdnaar een jaartotaal, ook indien de betrokken functionaris slechts gedurende een deel van het jaar en/of parttimewerkzaam is geweest bij het OLVG. Onder de beloningscomponenten zijn o.a. begrepen: salarissen, sociale lasten,pensioenbijdragen werkgever, bijdrage opleidingskosten, gratificaties en jubileumuitkeringen.135 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


26. Honoraria accountant <strong>2009</strong> 2008De honoraria van de accountant over <strong>2009</strong> zijn als volgt:1 Controle van de jaarrekening 95.200 125.3072 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 70.805 45.9343 Fiscale advisering 86.327 8.8064 Niet-controlediensten 4.165 12.495Totaal honoraria accountant 256.497 192.542136


5.1.11 Enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong>(na resultaatsbestemming) Ref. <strong>2009</strong> 2008ACTIVAVaste activaImmateriële vaste activa 1 106 265Materiële vaste activa 2 118.742 116.100Financiële vaste activa 3 44.444 42.372Totaal vaste activa 163.292 158.737Vlottende activaVoorraden 4 5.189 4.980Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 5 29.748 25.548Vorderingen en overlopende activa 6 51.313 53.088Liquide middelen 8 8.640 44.938Totaal vlottende activa 94.890 128.554Totaal activa 258.182 287.291PASSIVAEigen vermogen 9Kapitaal 2.532 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogen 21.430 17.560Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.503 4.227Totaal eigen vermogen 28.465 24.319Voorzieningen 10 14.052 11.740Langlopende schulden 11 85.114 91.554Kortlopende schuldenSchulden uit hoofde van financieringsoverschot 7 27.484 87.229Kortlopende schulden en overlopende passiva 12 103.067 72.449Totaal Passiva 258.182 287.291137 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.12 Enkelvoudige resultatenrekening over <strong>2009</strong>Ref. <strong>2009</strong> 2008BedrijfsopbrengstenWettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie 14 159.701 152.469Inkomsten Medische Staf niet-WTG budget 15 48.333 42.116DBC opbrengsten B-segment 16 49.787 36.472Niet gebudgetteerde zorgprestaties 17 4.383 5.523Opleidingsfonds CBOG 18 15.387 16.175Overige bedrijfsopbrengsten 19 11.176 13.622Som der bedrijfsopbrengsten 288.767 266.377BedrijfslastenPersoneelskosten 20 174.993 163.267Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 21 10.023 14.855Overige bedrijfskosten 22 88.899 79.835Som der bedrijfslasten 273.915 257.957Bedrijfsresultaat 14.852 8.420Financiële baten en lasten 23 -10.706 -3.964Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 4.146 4.456Buitengewone baten en lasten 24 - -Resultaat boekjaar 4.146 4.456ResultaatbestemmingHet resultaat is als volgt verdeeld:Toevoeging/(onttrekking):Reserve aanvaardbare kosten 3.392 3.810Overige reserve 276 522Bestemmingsreserve resultaatbesteding units 700 -Bestemmingsreserve instandhouding -222 1244.146 4.456138


5.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december <strong>2009</strong>ACTIVA1. Immateriële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Goodwill 106 265Totaal immateriële vaste activa 106 265Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:Boekwaarde per 1 januari 265 300Bij: investeringen - -Af: afschrijvingen 159 35Boekwaarde per 31 december 106 265ToelichtingVoor een toelichting van de immateriële vaste activa wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.1 van degeconsolideerde balans.2. Materiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Bedrijfsgebouwen en terreinen 87.802 85.541Machines en installaties 13.230 15.260Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 7.869 5.050Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op9.829 10.234materiële vaste activaNiet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 12 15Totaal materiële vaste activa 118.742 116.100Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:Boekwaarde per 1 januari 116.100 118.242Bij: investeringen 19.067 18.214Bij: herwaarderingen - -Af: afschrijvingen 9.865 10.347Af: bijzondere waardeverminderingen - -Af: terugname geheel afgeschreven activa - -Af: desinvesteringen 6.560 10.009Boekwaarde per 31 december 118.742 116.100ToelichtingVoor een nadere specificatie van de mutaties in de materiële vaste activa en de projecten in uitvoering wordt verwezennaar punt 5.1.5.2139 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


3. Financiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Deelnemingen in groepsmaatschappijen 4.742 4.676Andere deelnemingen 39.402 37.396Langlopende leningen 300 300Totaal financiële vaste activa 44.444 42.3723. Financiële vaste activa <strong>2009</strong>Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 42.372Bij: kapitaalstorting CV Exploitatiemaatschappij 2.903Bij: herrubricering voorziening deelnemingen 5.578Af: waardeverminderingen 6.409Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 44.444ToelichtingGezien het negatieve vermogen van Rovru 2001 B.V, Rovru 2002 B.V, Rovru 2004 B.V, Rovru 2005 B.V, Rovru 2006 B.V. enHospital Services OLVG B.V. zijn deze posten gerubriceerd onder de voorzieningen.140


Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappenEigenKapitaal-vermogenNaam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon enVerschaftbelangincl.kernactiviteitkapitaal(in %)resultaatResultaatRechtstreekse kapitaalbelangen:ROVRU 1998 B.V., Amsterdam 18 100% 20 0De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROZA 1998 B.V., Amsterdam 18 100% 58 0De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROVRU 2001 B.V., Amsterdam 18 100% -485 -594De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROVRU 2002 B.V., Amsterdam 18 100% -59 -82De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROVRU 2004 B.V., Amsterdam 18 100% -931 -1.026De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROVRU 2005 B.V., Amsterdam 18 100% -1.538 -1.630De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenROVRU 2006 B.V., Amsterdam 18 100% -2.545 -2.601De verhuur van roerende zaken en investeringsgoederenCV Exploitatiemaatschappij 100% 39.309 -788Exploitatie van roerende zaken, het verrichten van administratieve dienstenen het verrichten van managementdienstenOosterparking B.V., Amsterdam 18 100% 785 393Exploitatie van parkeergarageHospital Services B.V., Amsterdam 20 51% -40 -53Het verlenen van diensten daaronder begrepen schoonmaakdiensten enfacilitaire dienstenC.V. Clinium, Amsterdam 20% 47 0Het steriliseren en schoonmaken van medische apparaten voor de gelieerdeinstellingenDiagnostisch Centrum Amsterdam BV, Amsterdam 10% 846 1Het uitvoeren van een radiodiagnostische praktijkStichting Medische Dienstverlening, Amsterdam 100% 3.105 391Het doen verlenen van klinische en poliklinische zorg aan ingezetenen inNederlandStichting Onze Lieve Vrouwe Kapel, Amsterdam 100% 279 -32Het exploiteren, beheren en onderhouden van de Onze Lieve Vrouwe KapelOLVG Kunst Stichting, Amsterdam 100% 23 -4Het verwerven van financiële middelen ten behoeve van de aankoop van kunstvoor het OLVGStichting W.O. Teaching Hospital 100% 472 -79Het doen en laten verrichten van onderzoekingen, die van belang kunnen zijnvoor de medische wetenschap in de meest uitgebreide zin.141 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Zeggenschapsbelangen:Stichting Mobiele (nier)Steenvergruizer, Amsterdam 0%Het tegen vergoeding beschikbaar stellen van een mobiele steenvergruizer ende daarvoor benodigde ondersteuning geven aan de deelnemende instellingenvan gezondheidszorg en anderen.Onderlinge Waarborgmaatschappij Medirisk BA, Utrecht 0%Het uitoefenen van een schadeverzekeringsbedrijf zonder winstoogmerk.Stichting Roerende Zaken 0%Het houden van aandelen in, het deelnemen in het aandelenkapitaal en hetvoeren van het beheer over besloten vennootschappen.Stichting Rijdende Röntgen, Amsterdam 0%Het aanbieden van een mobiel röntgenapparaat4. Voorraden <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Centraal magazijn 810 698Apotheek 1.064 686Hartcatherisatiekamer 1.098 1.176Overige voorraden 2.217 2.420Totaal voorraden 5.189 4.980ToelichtingDe opgenomen voorraden zijn gewaardeerd tegen de inkoopprijs.5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Onderhanden werk DBC’s A-segment 20.234 19.281Onderhanden werk DBC’s B-segment 9.514 6.267Totaal onderhanden werk 29.748 25.548ToelichtingIn <strong>2009</strong> is het B-segment uitgebreid van 20% naar circa 34%.6. Vorderingen en overlopende activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Vorderingen op debiteuren 31.180 41.716Nog te factureren bedragen 7.770 -Vorderingen op groepsmaatschappijen 5.239 221Overige vorderingen 2.463 297Vooruitbetaalde bedragen 4.579 2.725Nog te ontvangen bedragen 82 8.129Totaal vorderingen en overlopende activa 51.313 53.088ToelichtingVoor een toelichting van de vorderingen en overlopende activa wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.6van de geconsolideerde balans.142


7. Vorderingen uit hoofde vanfinancieringstekort en/of schulden uithoofde van financieringsoverschot t/m 2006 2007 2008 <strong>2009</strong> totaalSaldo per 1 januari -48.252 -16.235 -22.742 - -87.229Financieringsverschil boekjaar - - - 10.217 10.217Correcties voorgaande jaren 48.252 -33.293 207 -15.166 -Betalingen/ontvangsten 49.528 - - 49.528Sub-totaal mutatie boekjaar 48.252 16.235 207 -4.949 59.745Saldo per 31 december 0 0 -22.535 -4.949 -27.484Stadium van vaststelling (per erkenning): c c b aa = interne berekeningb = overeenstemming met zorgverzekeraarsc = definitieve vaststelling NZaSpecificatie financieringsverschil in het boekjaar <strong>2009</strong> 2008Wettelijk budget aanvaardbare kosten 159.701 152.965Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen 164.483 182.100Honorariaopbrengsten voor specialisten in loondienst 730 -1kapitaallasten DBC B-segment -34 32Mutatie onderhanden werk DBC A-segment -352 -3.723AWBZ/GGZ -177 0Totaal financieringsverschil -4.949 -25.443ToelichtingVoor een toelichting van het financieringsverschil wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.7 van degeconsolideerde balans.8. Liquide middelen <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Bankrekeningen 262 24.890Kas 77 48Spaarrekeningen 8.301 20.000Totaal liquide middelen 8.640 44.938ToelichtingVoor een toelichting van de liquide middelen wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.8 van de geconsolideerdebalans.143 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


Passiva9. Eigen vermogen <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Kapitaal 2.532 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogen 21.430 17.560Niet collectief gefinancierd vrij vermogen 4.503 4.227Totaal eigen vermogen 28.465 24.319Saldo perResultaat-OverigeSaldo perKapitaal1-jan-<strong>2009</strong>bestemmingmutaties31-dec-<strong>2009</strong>Het verloop is als volgt weer te geven:Kapitaal 2.532 - - 2.5322.532 - - 2.532Collectief gefinancierd gebonden vermogenHet verloop is als volgt weer te geven:Reserve aanvaardbare kosten 13.219 3.392 - 16.611Bestemmingsreserves:Huisvesting 1.680 - - 1.680Reserve instandhoudingsinvesteringen 2.270 -222 - 2.048Bouw 214 - - 214W.O. Teaching Hospital 177 - - 177Resultaatbesteding units - 700 - 700Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 17.560 3.870 - 21.430Niet collectief gefinancierd vrij vermogenHet verloop is als volgt weer te geven:Bestemmingsfondsen:Wetenschappelijk fonds 325 - - 325Overig 3.902 276 - 4.178Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 4.227 276 - 4.503ToelichtingVoor een toelichting van het eigen vermogen wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.9 van degeconsolideerde balans.144


Verloopoverzicht investeringsruimte instandhoudinginvesteringen <strong>2009</strong> 2008Het verloop is als volgt weer te geven:Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 404 404Af: correctie voorgaand boekjaar -404 0Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte - -Bij: investeringsruimte verslagjaar 1.353 1.319Af: investeringen verslagjaar 1.353 1.319Af: onderhanden werk - -Beschikbare investeringsruimte 31 december 0 404Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten <strong>2009</strong> 2008Het verloop is als volgt weer te geven:Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 57.181 57.181Af: correcties over voorgaand boekjaren -1.428 0Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 1.433 3.616Bij: investeringsruimte verslagjaar - 7.228Af: investeringen verslagjaar 7.163 10.844Beschikbare investeringsruimte 31 december 50.023 57.18110. VoorzieningenSaldo per1-jan-<strong>2009</strong> Dotatie OnttrekkingSaldo per31-dec-<strong>2009</strong>Het verloop is als volgt weer te geven:Groot onderhoud 4.305 359 1.506 3.158Pensioenverplichtingen 124 - 8 116Afvloeiingsregeling 1.409 - 474 935Lumpsumproblematiek 3.595 918 1.666 2.847Arbeidsongeschiktheid 872 - - 872Jubilea 500 46 - 546Negatieve deelnemingen - 5.578 - 5.578Pensioen complementaire bijdrage 700 - 700 -Niet-gefinancierde gerealiseerde productie 235 - 235 -Totaal voorzieningen 11.740 6.901 4.589 14.052Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 31-dec-<strong>2009</strong>Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 2.637Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 11.415Hiervan langlopend (> 5 jaar) 8.005Toelichting per categorie voorzieningGroot OnderhoudDeze voorziening dient om de lasten van cyclisch onderhoud aan gebouwen en installaties gelijkmatig over de jaren teverdelen. De uitgaven worden in mindering gebracht op de voorziening.PensioenverplichtingenDit betreft een voorziening ter dekking van toegezegde pensioenrechten.145 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


AfvloeiingsregelingDit betreffen financiële verplichtingen voortgekomen uit aangegane overeenkomsten met personeel met betrekking totafvloeiing.LumpsumproblematiekDe voorziening is getroffen om het vervallen van de lumpsumfinanciering van medische specialisten per 2008 op tevangen. Deze ontwikkelingen hebben geleid tot een inkomstenverlies voor het OLVG, als werkgever van de medischspecialisten, waardoor een herstructurering noodzakelijk was. Ter zake is een compensatieregeling getroffen met demedisch specialisten.Arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA)Deze voorziening is getroffen in het kader van arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA) verplichtingen.JubileaDeze voorziening dient ter dekking van de uitkeringen en lasten die samenhangen met toekomstige jubilea van hetpersoneel.Negatieve deelnemingenConform de waarderingsgrondslagen zijn de deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde op nihilgewaardeerd. De voorziening negatieve deelnemingen heeft betrekking op:• Rovru 2001 B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 593.844, waardoor de nettovermogenswaarde vandeze deelneming € - 484.508 bedraagt.• Rovru 2002 B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 81.972, waardoor de nettovermogenswaarde van dezedeelneming € - 59.062 bedraagt.• Rovru 2004 B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 1.025.867, waardoor de nettovermogenswaarde vandeze deelneming € - 931.243 bedraagt.• Rovru 2005 B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 1.630.136, waardoor de nettovermogenswaarde vandeze deelneming €- 1.537.772 bedraagt.• Rovru 2006 B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 2.601.586, waardoor de nettovermogenswaarde vandeze deelneming €- 2.545.158 bedraagt.• Hospital Services OLVG B.V. In <strong>2009</strong> is een negatief resultaat behaald van € 52.873, waardoor de nettovermogenswaardevan deze deelneming € - 40.181 bedraagt. Het OLVG heeft een meerderheidsbelang van 51% in deze B.V.146


11. Langlopende schulden <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Langlopende leningen 85.114 91.554Totaal langlopende schulden 85.114 91.554Het verloop van de schulden aan kredietinstellingen is als volgt weer te geven:Stand per 1 januari 97.986 104.403Bij: nieuwe leningen - -Af: aflossingen boekjaar 6.432 6.417Stand per 31 december 91.554 97.986Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 6.440 6.432Stand langlopende schulden per 31 december 85.114 91.554Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen alslanglopend moet worden beschouwd:Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen6.440 6.432Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 85.114 91.554Hiervan langlopend (> 5 jaar) 60.816 66.317Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage overzicht langlopende leningen.De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.ToelichtingVoor een toelichting van de langlopende schulden wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.5.12van de geconsolideerde balans.12. Kortlopende schulden en overlopende passiva <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Schulden aan kredietinstellingen 21.342 350Crediteuren 12.398 7.936Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 6.440 6.432Schulden ter zake pensioenen 3.028 2.365Nog te betalen salarissen 15.196 12.589Overige schulden 2.642 2.535Bevoorschotting DBC 24.968 26.659Overlopende passiva 16.733 12.729Schulden aan groepsmaatschappijen 320 854Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 103.067 72.449ToelichtingVoor een toelichting van de kortlopende schulden en overlopende passiva wordt verwezen naar de toelichting onderpunt 5.1.5.13 van de geconsolideerde balans.13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingenHet totaal aantal contracten inzake medische inventaris en overige inventaris is 41. Deze contracten vertegenwoordigeneen verplichting per balansdatum van in totaal € 34,8 miljoen. In het kader van bouwprojecten is per ultimo <strong>2009</strong> eeninvesteringsverplichting aangegaan van € 3,9 miljoen.147 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.14 Enkelvoudig mutatieoverzicht immateriele vaste activa op grond van art. 5a RegelingVerslaggeving WTZiWTZi/WMG - vergunningsplichtige vaste activaAanloopkosten Aanloopverliezen Boeterente SubtotaalStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 0 0 0 0Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0 0 0- herwaarderingen 0 0 0 0- afschrijvingen 0 0 0 0- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0 0- terugname geheel afgeschreven activaaanschafwaarde 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0per saldo 0 0 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 0Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 0 0 0 0Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 0,0%148


Niet - WTZi/WMG - gefinancierde vaste activaGoodwill Licentiekosten Overige Subtotaal Totaal5.687 0 0 5.687 5.6875.422 0 0 5.422 5.422265 0 0 265 2650 0 0 0 00 0 0 0 0159 0 0 159 1590 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 00 0 0 0 0-159 0 0 -159 -1595.687 0 0 5.687 5.6875.581 0 0 5.581 5.581106 0 0 106 10610,0% 0,0% 0,0%149 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.15 Enkelvoudig mutatieoverzicht materiele vaste activa op grond van art. 5a RegelingVerslaggeving WTZi5.1.15.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa GrondTerreinvoorzieningenGebouwenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 169 0 67.116- cumulatieve afschrijvingen 0 0 23.181Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 169 0 43.935Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0 0- herwaarderingen 0 0 0- afschrijvingen 0 0 1.332- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0 0 0- terugname geheel afgeschreven activaaanschafwaarde 0 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0per saldo 0 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 -1.332Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 169 0 67.116- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 24.513Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 169 0 42.603Afschrijvingspercentage 0,0% 2,0%150


Semi perm.OnderhandenSubtotaalgebouwen Verbouwingen InstallatiesProjectenvergunningTotaal0 28.072 41.592 0 136.949 230.0700 18.273 26.332 0 67.786 113.9700 9.799 15.260 0 69.163 116.1000 0 0 0 0 19.0670 0 0 0 0 00 1.344 2.030 0 4.706 9.8650 0 0 0 0 00 541 421 0 962 23.2120 0 0 0 0 00 541 421 0 962 23.2120 0 0 0 0 6.5600 0 0 0 0 00 0 0 0 0 00 0 0 0 0 6.5600 -1.344 -2.030 0 -4.706 2.6420 27.531 41.171 0 135.987 219.3650 0 0 0 0 00 19.076 27.941 0 71.530 100.6230 8.455 13.230 0 64.457 118.7425,0% 5,0%151 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.15.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa TrekkingsrechtenOnderhandenProjectenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 26.347 10.234- cumulatieve afschrijvingen 5.548 0Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 20.799 10.234Mutaties in het boekjaar- investeringen 7.163 6.155- herwaarderingen 0 0- afschrijvingen 2.006 0- terugname geheel afgeschreven activaaanschafwaarde 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 6.560cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0per saldo 0 6.560Mutaties in boekwaarde (per saldo) 5.157 -405Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 33.510 9.829- cumulatieve herwaarderingen 0 0- cumulatieve afschrijvingen 7.554 0Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 25.956 9.829Afschrijvingspercentage 5,0% 0,0%152


OnderhandenSubtotaal meldings­SubtotaalInstandhoudingProjectenSubtotaalplichtige activa36.581 16.640 0 16.640 53.2215.548 9.228 0 9.228 14.77631.033 7.412 0 7.412 38.44513.318 1.353 0 1.353 14.6710 0 0 0 02.006 1.495 0 1.495 3.5010 2.173 0 2.173 2.1730 0 0 0 00 2.173 0 2.173 2.1736.560 0 0 0 6.5600 0 0 0 00 0 0 0 06.560 0 0 0 6.5604.752 -142 0 -142 4.61043.339 15.820 0 15.820 59.1590 0 0 0 07.554 8.550 0 8.550 16.10435.785 7.270 0 7.270 43.05510,0% 0,0%153 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.15.3 WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris VervoermiddelenStand per 1 januari <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 32.380 40- cumulatieve afschrijvingen 28.086 25Boekwaarde per 1 januari <strong>2009</strong> 4.294 15Mutaties in het boekjaar- investeringen 4.094 0- herwaarderingen 0 0- afschrijvingen 1.211 3- terugname geheel afgeschreven activaaanschafwaarde 18.630 0cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 18.630 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0cumulatieve herwaarderingen 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0per saldo 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 2.883 -3Stand per 31 december <strong>2009</strong>- aanschafwaarde 17.844 40- cumulatieve herwaarderingen 0 0- cumulatieve afschrijvingen 10.667 28Boekwaarde per 31 december <strong>2009</strong> 7.177 12Afschrijvingspercentage 10,0% 20,0%154


AutomatiseringSubtotaal WMG3.586 36.0062.830 30.941756 5.065302 4.3960 0366 1.5801.447 20.0770 01.447 20.0770 00 00 00 0-64 2.8162.441 20.3250 01.749 12.444692 7.88120,0%155 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.15.4 Niet - WTZi/WMG -Terreinen-Semi perm.gefinancierde materiële vaste activaGrondvoorzieningenGebouwengebouwenStand per 1 januari 2008- aanschafwaarde 0 0 3.894 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 467 0Boekwaarde per 1 januari 2008 0 0 3.427 0Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 0 0 0- afschrijvingen 0 0 78 0- terugname geheel afgeschreven activaaanschafwaarde 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0- desinvesteringenaanschafwaarde 0 0 0 0cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0per saldo 0 0 0 0Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 -78 0Stand per 31 december 2008- aanschafwaarde 0 0 3.894 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 545 0Boekwaarde per 31 december 2008 0 0 3.349 0Afschrijvingspercentage 2,0%156


Verbouwingen Installaties Inventaris Vervoermiddelen AutomatiseringOnderhandenProjectenniet WTZi/WMG0 0 0 0 0 0 3.8940 0 0 0 0 0 4670 0 0 0 0 0 3.4270 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 780 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 00 0 0 0 0 0 -780 0 0 0 0 0 3.8940 0 0 0 0 0 5450 0 0 0 0 0 3.349157 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.16 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten (enkelvoudig)5.1.16.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (enkelvoudig)ProjectgegevensNummer Briefnummer Datum OmschrijvingA.129.14.0.03.M2Project LichtstraatLange Termijn HuisvestingsPlanTotaal5.1.16.2 Specificatie in het boekjaar gereed gekomen projecten (enkelvoudig)ProjectgegevensNummer Briefnummer Datum Omschrijving Activa-postDR-Bucky-kamer 4LTHP Rookgelegenheid KapeltuinNieuwe Units t.p.v. DHCK 1 + 2 + gangMTI VoorlichtingscentrumKosten t.b.v. nieuwe app. 2005Dakopbouw bouwdeel HTotaal158


Investeringent/m <strong>2009</strong>GoedkeuringenNominaalAangepasteJaar vant/m 2008 <strong>2009</strong> gereed onderhandenbedragIndexgoedkeuringople-vering0 4.373 0 4.373 010.234 1.782 6.560 5.456 010.234 6.155 6.560 9.829 0 0 0InvesteringenWTZi WMG Overige TotaalToekomstige lastenAfschrijvingWTZi Rentekosten310 310299 2992.882 2.882893 8933 360 602.113 2.1136.560 0 0 6.560 0 0159 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.17 Overzicht langlopende schulden ultimo <strong>2009</strong> (enkelvoudig)TotaleWerke-RestschuldNieuweloop-lijke-31 decemberleningenAflossingLeninggever Datum HoofdsomtijdSoort leningrente2008in <strong>2009</strong>in <strong>2009</strong>Fortis Bank 1/Dec/93 13.613.406 32 Hypothecair 4,85% 7.324.604 - 527.766Fortis Bank 1/Jul/89 13.613.406 31 Hypothecair 4,38% 7.324.604 - 527.766Fortis Bank 3/Feb/92 13.613.406 28 Hypothecair 5,03% 7.324.604 - 527.766Fortis Bank 11/Apr/92 13.613.406 2 Hypothecair 5,16% 7.324.605 - 527.766Fortis Bank 1/Oct/88 13.613.406 27 Hypothecair 4,63% 7.324.605 - 527.766Fortis Bank 1/Mar/95 16.336.088 25 Hypothecair 6,98% 8.789.525 - 633.319Fortis Bank 1/Mar/00 11.798.286 20 Hypothecair 7,00% 6.347.991 - 457.397Fortis Bank 17/Dec/03 24.000.000 17 Hypothecair 4,92% 18.000.000 - 1.200.000Fortis Bank 7/Oct/03 4.000.000 20 Onderhands 5,10% 3.342.855 - 152.617Fortis Bank 24/Dec/01 4.550.000 10 Onderhands 5,41% 1.365.000 - 455.000Fortis Bank 22/Dec/92 1.756.129 18 Onderhands 4,56% 183.781 - 61.260Fortis Bank 31/Oct/06 10.000.000 30 Onderhands 4,65% 9.333.333 - 333.333Fortis Bank 31/Oct/06 7.500.000 30 Onderhands 4,75% 7.000.000 - 250.000Fortis Bank 31/Oct/06 7.500.000 30 Onderhands 4,75% 7.000.000 - 250.000Totaal 97.985.507 - 6.431.756160


RestschuldResterende31 decemberRestschuldlooptijd in jarenAflossings-Aflossing<strong>2009</strong>over 5 jaareind <strong>2009</strong>wijze2010 Gestelde zekerheden6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 Alle registergoederen van de Stichting OLVG teAmsterdam, locatie Oosterpark. Eerste pandrecht op dein de periode vanaf 1 januari 1988 tot en met 31december 1999 aangeschafte en betaalde bedrijfsuitrustingen inventaris, locatie Oosterpark. Positieve/negatieve hypotheekverklaring, locatie Oosterpark.Verpanding van de vorderingen en rechten van deStichting uit hoofde van de door het consortium testellen performance bonds.6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem6.796.838 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem6.796.839 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem6.796.839 4.158.008 12 Lineair 527.766 idem8.156.206 3.603.607 12 Lineair 633.319 idem5.890.594 4.989.609 12 Lineair 457.397 idem16.800.000 10.800.000 12 Lineair 1.200.000 idem3.190.238 2.299.572 14 Annuiteit 160.551 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting, locatiePrinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring, locatiePrinsengracht. Pari passu verklaring.910.000 0 2 Gestaffeld 455.000 Onroerend goed en parkeerterrein aan de Prinsengrachtnummers 759, 761, 763, 765, 767 en 769.122.521 0 2 Gestaffeld 61.260 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting, locatiePrinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring, locatiePrinsengracht. Pari passu verklaring.9.000.000 7.333.333 27 Lineair 333.333 Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting, locatiePrinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring, locatiePrinsengracht. Pari passu verklaring.6.750.000 5.500.000 27 Linair 250.000Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting, locatiePrinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring, locatiePrinsengracht. Pari passu verklaring.6.750.000 5.500.000 27 Lineair 250.000Verpanding inventaris en bedrijfsuitrusting, locatiePrinsengracht. Negatieve hypotheekverklaring, locatiePrinsengracht. Pari passu verklaring.91.553.751 60.816.161 6.439.690161 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.1.18 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over <strong>2009</strong>14. Wettelijk budget aanvaardbare kosten <strong>2009</strong> 2008Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar 152.469 157.673Productieafspraken verslagjaar 7.837 -724Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 1.686 3.368Prijsindexatie materiële kosten 632 1.5852.318 4.953Uitbreiding erkenning, toelating en schoning:- loonkosten -3.826 -4.025- materiële kosten -1.321 -1.621- normatieve kapitaallasten -382 46-5.529 -5.600Beleidsmaatregelen overheid:Kortingscomponent prestatiecontract - -127Kortingscomponent kortingsmaatregel 2007 - -75Kortingscomponent kortingsmaatregel 2008 - -2.385Kortingscomponent kortingsmaatregel <strong>2009</strong> -443 --443 -2.587Nacalculeerbare kapitaallasten:- rente 44 299- afschrijvingen 800 -243- overige - 734844 790Lokaal gebonden productietoeslag (lpt) 5 -163Schoning kapitaallasten - -1.873Schoning B-segment - -5 -2.036Sub-totaal wettelijk budget boekjaar 157.501 152.469Correcties voorgaande jaren - 2007 -1.643 -Correcties voorgaande jaren - 2008 3.843 -Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten ultimo 159.701 152.469ToelichtingHet WTG-budget over <strong>2009</strong> is met € 7,2 miljoen toegenomen ten opzichte van 2008. Naast de gebruikelijkeaanpassingen voor bijdragen in de loon- en prijsontwikkelingen is het budget <strong>2009</strong> gewijzigd door:• verhoging van de productieafspraken met € 7,8 miljoen;• de schoning van het A-segment ad € 5,5 miljoen;• opgelegde kortingsmaatregel <strong>2009</strong> door de overheid van € 0,4 miljoen;• diverse correcties voorgaande jaren ad € 2,2 miljoen;162


BATEN15. Inkomsten Medische Staf, niet WTG-budget <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Honorarium A-segment 34.046 34.666Onderhanden werk honorarium A-segment 177 -252Honorarium B-segment 12.171 5.951Onderhanden werk honorarium B-segment 664 412Honorarium overig 1.275 1.339Totaal 48.333 42.116ToelichtingVoor een toelichting van de inkomsten Medische Staf, niet WTG-budget wordt verwezen naar de toelichting onder punt5.1.10.15 van de geconsolideerde resultatenrekening.16. DBC opbrengsten B-segment <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Gefactureerde DBC’s 37.389 30.588Onderhanden werk 6.861 2.190Opbrengst kapitaallasten 5.537 3.694Totaal 49.787 36.472ToelichtingVoor een toelichting van de DBC opbrengsten B-segment wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.16 van degeconsolideerde resultatenrekening.17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Zorgprestaties tussen instellingen 4.243 5.386Overige zorgprestaties 140 137Totaal 4.383 5.523ToelichtingVoor een toelichting van de niet gebudgetteerde zorgprestaties wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.17van de geconsolideerde resultatenrekening.18. Opleidingsfonds CBOG <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Subsidies AIOS 15.387 16.175Totaal 15.387 16.175ToelichtingVoor een toelichting van het opleidingsfonds CBOG wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.18 van degeconsolideerde resultatenrekening.163 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


19. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Overige opbrengsten 9.426 12.212Overige subsidies 268 112Overige opbrengsten GGZ 1.482 1.298Totaal 11.176 13.622ToelichtingVoor een toelichting van de overige bedrijfsopbrengsten wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.19 van degeconsolideerde resultatenrekening.LASTEN20. Personeelskosten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Lonen en salarissen 129.119 120.846Sociale lasten 22.422 22.329Pensioenpremie 11.240 9.612Andere personeelskosten 7.383 6.050Subtotaal 170.164 158.837Personeel niet in loondienst 4.829 4.430Totaal personeelskosten 174.993 163.267Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment:Medische Staf OLVG 156 146Overig personeel OLVG 2.234 2.132MC Jan van Goyen 79 71Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van fulltime eenheden 2.469 2.349ToelichtingVoor een toelichting van de personeelskosten wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.20 van de geconsolideerderesultatenrekening.21. Afschrijvingen immateriële en materiële vaste activa <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Nacalculeerbare afschrijvingen:- immateriële vaste activa- materiële vaste activa 4.706 6.482Overige afschrijvingen:- immateriële vaste activa 159 35- materiële vaste activa 3.663 6.275Subtotaal 8.528 12.792Instandhoudinginvesteringen 1.495 2.063Totaal afschrijvingen 10.023 14.855164


ToelichtingVoor een toelichting van de afschrijvingen wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.21 van degeconsolideerde resultatenrekening.22. Overige bedrijfskosten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 8.094 7.503Algemene kosten 16.599 11.788Patiënt- en bewonersgebonden kosten 55.498 52.158Onderhoud en energiekosten 5.272 5.418Huur en leasing 1.140 928Dotaties en vrijval voorzieningen 2.296 2.040Totaal bedrijfskosten 88.899 79.835ToelichtingVoor een toelichting van de overige bedrijfskosten wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.22 van degeconsolideerde resultatenrekening.23. Financiële baten en lasten <strong>2009</strong> 2008De specificatie is als volgt:Rentebaten 892 3.394Subtotaal financiële baten 892 3.394Resultaat deelnemingen -6.409 -2.088Rentelasten -5.189 -5.270Subtotaal financiële lasten -11.598 -7.358Totaal financiële baten en lasten -10.706 -3.964ToelichtingVoor een toelichting van de financiële baten en lasten wordt verwezen naar de toelichting onder punt 5.1.10.23 van degeconsolideerde resultatenrekening.165 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


5.2 Overige gegevens5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekeningDe Raad van Bestuur van de Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis heeft de jaarrekening <strong>2009</strong> vastgesteld in devergadering van 13 april 2010.De Raad van Toezicht van de Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis heeft de jaarrekening <strong>2009</strong> goedgekeurd in devergadering van 17 mei 2010.5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemmingIn de statuten is geen bepaling opgenomen omtrent de resultaatverdeling.5.2.3 ResultaatbestemmingHet resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatumEr hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan welke belangrijke financiële gevolgenkunnen hebben voor de jaarrekening <strong>2009</strong> van OLVG.5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders5.2.6 AccountantsverklaringAan de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur van Stichting Onze Lieve Vrouwe GasthuisVerklaring betreffende de jaarrekeningWij hebben de in het jaardocument <strong>2009</strong> opgenomen jaarrekening <strong>2009</strong>, weergegeven op pagina 99 tot en met 165,van Stichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per31 december <strong>2009</strong> en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over <strong>2009</strong> met de toelichtinggecontroleerd.Verantwoordelijkheid van het bestuurHet bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en hetresultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming metde Regeling Jaarverslaggeving WTZi. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in standhouden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening vanvermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat,het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen dieonder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.Verantwoordelijkheid van de accountantOnze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebbenonze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aande voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat eenredelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en detoelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professioneleoordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieelbelang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmakenvan en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem,teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandighedenadequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het internebeheersingssysteem van de stichting.166


Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voorfinanciële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmedeeen evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.OordeelNaar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen vanStichting Onze Lieve Vrouwe Gasthuis per 31 december <strong>2009</strong> en van het resultaat over <strong>2009</strong> in overeenstemming metRegeling Verslaggeving WTZi.Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften en/of voorschriften van regelgevendeinstantiesOp grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voorzover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.Amsterdam, 13 april 2010Ernst & Young Accountants LLPw.g. drs. J. Verhagen RA167 olvg jaardocument <strong>2009</strong>


ColofonUitgave en redactieOnze Lieve Vrouwe GasthuisAdresgegevensOnze Lieve Vrouwe GasthuisPostbus 955001090 HM AmsterdamT (020) 599 91 11F (020) 599 38 18E informatie@olvg.nlwww.olvg.nlBezoekadressenLocatie OosterparkOosterpark 91091 AC AmsterdamLocatie PrinsengrachtPrinsengracht 7691017 JZ AmsterdamLocatie IJburgIJburglaan 727 B(in Gezondheidscentrum Haveneiland)1087 CH AmsterdamBuitenpoli Medisch Centrum Jan van GoyenJan van Goyenkade 11075 HN Amsterdam168


Onze Lieve Vrouwe GasthuisTelefoon (020) 599 91 11Postbus 955001090 HM AmsterdamE-mailInternetinformatie@olvg.nlwww.olvg.nl170

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!