11.07.2015 Views

VLAAMSE RAAD - Vlaams Parlement

VLAAMSE RAAD - Vlaams Parlement

VLAAMSE RAAD - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>VLAAMSE</strong> <strong>RAAD</strong>BUITENGEWONE ZITTING 1992 Nr. 11BULLETINVANVRAGEN EN ANTWOORDEN7 SEPTEMBER 1992INHOUDSOPGAVE1. VRAGEN VAN DE LEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE MINISTERSA. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (Regl. art. 69,3 en 4L. Van den Brande, Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsminister vanEconomie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe BetrekkingenN. De Batselier, Vice-voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschap&%&van Leefmilieu en Huisvesting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .T. Kelchtermans, Gemeenschapsminister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordeningen Binnenlandse AanH. Weckx, Gemeenscfl elegenhedenapsminister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden ’ : : :L. Van den Bossche, Gemeenschapsminister van Onderwijs en AmbtenarenzakenJ. Sauwens, Gemeenschapsminister van Verkeer, Buitenlandse Handel en StaatshervormingL. Detiège, Gemeenschapsminister van Tewerkstellin * en Sociale Aangelegenheden. :W. Demeester-De Meyer, Gemeenschapsminister van% inanciën en Begroting, Gezondheidsinstellingen,Welzijn en Gezin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .B. Vragen waaro werd geantwoord na het verstrijken van de reglementaire termijn(Regl. art. 69,!)L. Van den Brande, Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsminister vanEconomie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe BetrekkingenN. De Batselier, Vice-Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsministervan Leefmilieu en Huisvesting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .T. Kelchtermans, Gemeenschapsminister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordeninen Binnenlandse Aangelegenheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .H. iv eckx, Gemeenschapsminister van Cultuur en Brusselse AangelegenhedenL. Van den Bossche, Gemeenschapsminister van Onderwijs en Ambtenarenzaken . :J. Sauwens, Gemeenschapsminister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatsher-%?!%%ees&-~De Meyer, Gemeenschapsminister vanF&anci& en Begroting,Gezondheidsinstellingen,Welzijn en GezinII. VRAGEN WAAROP NIET WERD GËi&+6bti’ B&&- & &~~&~-TAIRE TERMIJN (Regl. art. 69,5)L. Van den Brande, Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsminister vanEconomie, KMO, Wetenschapsbeleid, Energie en Externe BetrekkingenN. De Batselier, Vice-Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschap&&&&van Leefmilieu en Huisvesting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .T. Kelchtermans, Gemeenschapsminister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordeningen Binnenlandse AanH. Weckx, Gemeenscfl elegenhedena sminister van i=&&-‘& i3;u~~eise’p;a,,ieg,nh,d,n ’ : : :J. Sauwens, Gemeensc K apsminister van Verkeer, Buitenlandse Handel en StaatshervormingL. Detiège, Gemee&ha~smi&ter van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden :W. Demeester-De Meyer, Gemeenschapsminister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen,Welzijn en GezinREGISTER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz.483485491498498501502503505506508512514515518519520521524525527528529


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 4831. VRAGEN VAN DE LEDEN EN ANTWOOR-DEN VAN DE MINISTERSA. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementairetermijn (Regl. art. 74, 3 en 4)VOORZITTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN ECONOMIE,KMO, WETENSCHAPSBELEID, ENERGIE ENEXTERNE BETREKKINGENVraag nr. 30van 8 juli 1992van de heer G. VERMASSENNV Maasland - OntgrindingDe NV Maasland zou in het verlengde van de overeenkomstenmet de overheid aanvullend 10 hectare kunnenontgrinden op gronden van de Kempense Steenkoolmijnenen 2,7 miljoen ton extra op het grondgebiedvan Dilsen-Stokkem en/of Maasmechelen. In deronde-tafelconferentie werd overeengekomen dat er inhet Maasland 60 miljoen ton kan worden ontgrind.Zijn de bij komende ontgrindingsmogelij kheden begrepenin de afgesproken hoeveelheid van de nogte ontgrinden 60 miljoen ton ?Zullen er voor deze bijkomende ontgrindingen afdrachtenbetaald worden ?Waar in Dilsen-Stokken en/of Maasmechelen zullendeze 2,7 miljoen ton grind uitgegraven worden ?AntwoordEr is mij geen overeenkomst bekend tussen de NVMaasland en de <strong>Vlaams</strong>e overheid betreffende eenprijsgeven van huidige ontgrindingsmogelijkheid eneen mogelijke compensatie elders.Aangezien in de vraag van het lid echter enkele principiëlekwesties aan de orde komen kan het volgendeworden gesteld voor alle grinderijen in het Maaslandwaar de overheid om een dwingende reden een herlokalisatienuttig zou achten.1. In de beleidsnota grind die door de <strong>Vlaams</strong>e Executievewerd goedgekeurd op 31 juli 1990 werd duidelijkgesteld dat in het Maasland tot 2005 maximum60 miljoen ton grind ontgonnen kon worden. Elkeprijsgeving van bestaande grindwinningsmogelijkheidof herlokalisatie om enigerlei reden is aan dezebeperking onderworpen.Als een grinderij om ecologische, recreatieve ofgeologische redenen een bestaande winning zouprijsgeven, kan slechts het nog niet ontgonnen gedeelteelders worden gecompenseerd.2. Momenteel geldt voor de grindwinningen in hetMaasland de overeenkomst met IML volgens welkeeen bepaalde afdracht voor een latere herstructureringaan het IML-fonds betaald moet worden. Hethuidige bedrag van deze afdracht ligt lager dan dein het toekomstige grinddecreet bepaalde afdracht.De meeste grinderijen betalen een bijkomende afdrachtper ton aan de gemeente waar de grinderijgelegen is voor het veroorzaakte ongemak.Tot en met het ogenblik dat het ontworpen decreeten de ingeschreven fondsen operationeel zullen zijn,zijn de grindwinningen onderworpen aan de huidigedoor IML vastgestelde afdrachten en de bijkomendevergoeding voor de grindgemeenten. Zodra het decreetvolledig van toepassing zal zijn, zullen allegrindwinningen zonder onderscheid aan de nieuweafdrachtenregeling onderworpen worden.3. De NV Maasland ontgint momenteel in het gebieddat in de beleidsnota Grindwinning in het LimburgseMaasland op bladzijde 60 als 22-Eisden Koolmijnwordt omschreven. Indien om een of andere redende NV Maasland naar een andere ontginning zouuitwijken dan kan dit enkel in :- de bestaande ontginningsgebieden van gevestigdegrinderijen. De gronden zijn aldaar echterdeels uitgeput en de onaangesneden grondenzijn grotendeels aangekocht door de gevestigdegrinderijen ;- de twee geplande uitbreidingsgebieden voor nattegrindwinning, namelijk Boterakker-Kleizonein Kinrooi en Meerheuvel in Dilsen. Vooraleerdeze twee uitbreidingsgebieden mogen wordenaangesproken moet eerst het gewestplan wordenherzien vermits deze gebieden op dit ogenblikeen andere bestemming hebben. Normaliterdient deze herziening van het gewestplan te gebeurenin het kader van de uitvoering van hetontworpen grinddecreet.De aandacht moet worden gevestigd op het feit datgrindwinning onder de vorm van een vergunde groevemoet gebeuren in een ontginningsgebied van het opdit ogenblik van kracht zijnde gewestplan.Vraag nr. 31van 17 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHOngebruikte industriegebouwen en -terreinen - MaatregelenDe industriële leegstand in Vlaanderen bedraagt naarschatting 3.244 hectare. Dit blijkt uit een studie vande Bond Beter Leefmilieu.Volgens een studie van de vorige <strong>Vlaams</strong>e Regering is53.100 hectare van het <strong>Vlaams</strong>e grondgebied op degewestplannen als industrie- of KMO-zone ingetekend.Hiervan is nog een 8.300 hectare beschikbaar, waarvan7.000 in publieke handen is. Hierbij wordt geen rekeninggehouden met 6.000 hectare beschikbare haventerreinen.Daarnaast zijn er echter nog de verlatenindustrieterreinen. Op basis van een steekproef bij 43<strong>Vlaams</strong>e gemeenten schat de bond de industriële leegstandop 3.244 hectare.


484 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19921. Welke maatregelen neemt de Minister om het hergebruikvan de verlaten industrieterreinen te stimuleren?2. Bestaat de mogelijkheid om een belasting op industriëleleegstand in te voeren ?3. Kan de Minister mij een gedetailleerde inventarisgeven van de leegstaande gebouwen en verlatenterreinen ?AntwoordHet antwoord op bovenvermelde vraag behoort tot debevoegdheid van de heer T. Kelchtermans, Gemeenschapsministervan Openbare Werken, RuimtelijkeOrdening en Binnenlandse Aangelegenheden.Vraag nr. 32van 24 juli 1992van de heer H. MARSOULMinisterie van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap - ArchiefpeleidKrachtens artikel 132 van de nieuwe gemeentewet dienende burgemeester en de schepenen zorg te dragenvoor de gemeentearchieven en dit - krachtens de archiefwet-onder toezicht van de algemene rijksarchivarisof zijn gemachtigde.De meeste gemeenten dragen echter onvoldoende zorgvoor hun archieven : er is in veel gemeenten geengeschikte bewaarruimte, wat beschadiging of zelfs vernietigingvan archiefbescheiden meebrengt, en geen ofonvoldoende ordening met als gevolg tijdverlies bij hetopzoeken van bescheiden.Kan de Minister mij een antwoord verstrekken op volgendevragen ?1. Kan de <strong>Vlaams</strong>e Regering samen met het AlgemeenRijksarchief concrete maatregelen nemen om dezetoestand te verbeteren ?2. Kunnen de gemeenten niet verplicht worden omeen geschikte archiefruimte in te richten en kunnenze hiervoor geen toelagen krijgen, bijvoorbeeld uithet Investeringsfonds, voor de bouw en de inrichting?Naar aanleiding van een leerlingenuitwisseling verbleefeen Amerikaanse studente enkele maanden in Walloniëen volgde er lessen aan het bovenvernoemd atheneum.De eerste indrukken van deze Amerikaanse studenteworden weergegeven in een advertentie in LesAnnonces de 1’Ourthe van 2 april 1992. Dit om aan tetonen dat deze school vooruit is op haar tijd en bovende grenzen uitstijgt.In deze advertentie wordt in niet verkeerd te interpreterentaal het vooroordeel geopperd dat Vlamingencultuurloos en ruw zijn en dat men beter af is zonderhen.Dat een Amerikaanse leerlinge die indruk of dat vooroordeelkrijgt in Wallonië is verdacht. Maar dat dedirectie van de bewuste school daarmee uitpakt in eenadvertentie lijkt op een onaanvaardbare minachtingvoor de taal en de cultuur van de andere volksgemeenschapvan het land.Dergelijke uitlatingen doen ons natuurlijk de vraagstellen of er op het federaal vlak nog moet wordengezocht naar meer middelen voor de Franse Gemeenschap.Kan de Minister me meedelen wat hij denkt van eendergelijke wansmakelijke en vernederende taal ten opzichtevan de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap ?AntwoordSamen met het lid betreur ik ten zeerste de geciteerdeuitlatingen in een artikel van 1’Athenée Royal de Bomal-sur-Ourthe(in Les Annonces de l’ourthe). Dergelijkeverklaringen hebben niets van doen met een harmonieussamenleven van verschillende gemeenschappenin een federaal België en horen ook niet thuis ineen Europees opvoedingsproject.Ik druk de hoop uit dat de beweringen over de Vlamingenniet gedeeld worden door het overgrote deel vande inwoners van de Ourthe-vallei waar jaarlijks heelwat Vlamingen hun vakantie doorbrengen.Vraag nr. 35van 3 augustus 19923. Kunnen de gemeenten niet verplicht worden om, van mevrouw M. VOGELSalleen of in intercommunaal verband, een archivarisin dienst te nemen ?Logistiek Park Zandvliet - Beslissing inzake aanlegAntwoordHet antwoord op bovenvermelde vraag behoort tot debevoegdheid van de heer H. Weckx, Gemeenschapsministervan Cultuur en Brusselse Aangelegenheden.Vraag nr. 33van 24 juli 1992van de heer V. ANCIAUXImago van Vlaanderen - Advertentie in Waals bladEen verbolgen Vlaming uit Wallonië maakte me eenartikel over van 1’Athenée Royal de Bomal-sur-Ourthe.In de Financieel Economische Tijd van 3 juni laatstledenwordt melding gemaakt dat de <strong>Vlaams</strong>e Executievegebruik zou maken van de vakantierust om deknoop door te hakken in verband met de aanleg vanhet betwiste Logistiek Park Zandvliet (LPZ).Kan de Minister mij antwoorden op de volgende vragen?1. Kan de Minister de geruchten over een nakendebeslissing in verband met Logistiek Park Zandvlietbevestigen ?2. Zo ja, betekent dit dan dat er in principe binnenenige dagen na dit besluit met de daadwerkelijkeaanleg zou kunnen worden gestart ?


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 485Is een dergelijke bestemming in overeenstemmingmet wat ten aanzien van dit gebied in Beneluxverbandis overeengekomen, gelet op het feit dat debestemming indringende consequenties heeft voorde leefbaarheid van het gebied aan beide zijden vande grens ?Op welke wijze is aan de bevolking de mogelijkheidgeboden hun mening over dit plan kenbaar te maken?Heeft de regering in grensoverschrijdend verbandeen milieueffectenrapport opgesteld in het kadervan het ECE-verdrag ? Zo neen, gaat ze dat alsnogdoen ? Zo ja, wanneer worden de resultaten bekendgemaakt ?AntwoordHet antwoord op bovenvermelde vraag behoort tot debevoegdheid van de heer T. Kelchtermans, Gemeenschapsministervan Openbare Werken, RuimtelijkeOrdening en Binnenlandse Aangelegenheden.VICE-VOORZITTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN LEEFMILIEUEN HUISVESTINGVraag nr. 207van 14 juli 1992van de heer P. BREYNE<strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij - BeheersvergoedingenKrachtens artikel 3 van het besluit van de <strong>Vlaams</strong>eExecutieve van 13 juni 1990 zijn de erkende maatschappijenertoe gehouden de <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij(VHM) te vergoeden voor de door haar verstrektefinanciering van een lastenpercentage op detoegestane leningen en/of van een jaarlijkse bijdrage.Eveneens volgens hetzelfde artikel is de VHM ertoegehouden de erkende vennootschappen te raadplegenmet het oog op de vaststelling van de modaliteiten inverband met de vergoeding voor de door haar verstrektefinanciering en bijstand.De huidige beheersvergoeding is gebaseerd op een lastenpercentageop de aan de erkende maatschappijentoegekende leningen. In het voorstel dat inmiddelsdoor de VHM is gedaan wordt uitgegaan van een vergoedingvanprijs van debeheert.0,0015 op de totaal geactualiseerde kostwoningendie de erkende vennootschapNaar ik verneem zou dit voor de erkende vennootschappeneen zeer aanzienlijke verhoging betekenenvan deze aan de VHM verschuldigde vergoeding. Mijis een concreet geval bekend van kostenstijging meteen factor 8.Graag had ik van de Minister vernomen wat de aanleidingis tot deze nieuwe aanrekeningswijze van de beheersvergoeding.Dreigt hierdoor het financiële evenwicht van sommigemaatschappijen niet in het gedrang te komen ?Ongetwijfeld zal dit een gevoelig meerinkomen voorde VHM tot gevolg hebben. Om welke redenen wordtdeze beheersvergoeding verhoogd ?AntwoordIn de huidige situatie ontvangt de VHM vanwege deerkende vennootschappen, die actief zijn op het terreinvan de verhuring en het beheer van huurwoningen,een vergoeding die voornamelijk bestaat uit een kostenlastop de door de erkende vennootschappen opgenomenleningen op korte of lange termijn.Deze vergoeding volstond om de behoeften van detoenmalige Nationale Maatschappij voor de Huisvestingte dekken zolang de jaarlijks aan deze maatschappijtoegekende en door de erkende vennootschappenopgenomen investeringenveloppe, voldoende was. Inde loop van de jaren tachtig zijn de investeringskredietenvoor de sociale huisvesting echter teruggeschroefd.Vandaar dat de <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij demogelijkheid waarin artikel 3 van het besluit van de<strong>Vlaams</strong>e Executieve van 13 juni 1990 voorziet om voorhaar financiering een beroep te doen op een jaarlijksebijdrage, in overweging heeft genomen.Om het voorstel dat de <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappijnu heeft gedaan voor te bereiden, werd binnende <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij een werkgroepopgestart, bestaande uit ambtenaren van de <strong>Vlaams</strong>eHuisvestingsmaatschappij en vertegenwoordigers vande lokale sociale huisvestingsmaatschappijen. Zoals bepaaldis in hetzelfde artikel 3 van het voornoemd besluitvan de <strong>Vlaams</strong>e Executieve werd het voorstel vandeze werkgroep aan al de erkende vennootschappengestuurd met het verzoek om hun opmerkingen kenbaarte maken.Het gaat hier in de huidige omstandigheden dus enkelom een voorstel vanwege de <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij.De lokale maatschappijen hebben demogelijkheid gehad om hierop opmerkingen, voorstellenen suggesties te doen. Dit is ook gebeurd.Uiteindelijk moeten de modaliteiten van deze vergoedingworden goedgekeurd door de Gemeenschapsministerbevoegd voor Huisvesting. Het spreekt vanzelfdat het bewaren van het financiële evenwicht van delokale sociale huisvestingsmaatschappijen, zowel voorde <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij als voor mij,hierbij van het grootste belang is.Vraag nr. 209van 14 juli 1992van de heer J. ULBURGHSNAVO-schietterrein in Helchteren - MilieuverstoringDe uitbating van het NAVO-schietterrein in Helchteren(Limburg) verstoort de natuur en hindert de bevolkingvan Houthalen-Helchteren en Meeuwen-Gruitrode.


486 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Er gebeuren laagvluchten boven natuurreservaten(Zwartvenmeeuwen-Gruitrode, Ruiterskuilen-opglabbeek)en de branden van vorig jaar hebben zowel dezeldzame broedvogels (korhoen) als de heidevegetatiezware schade berokkend.We mogen zeker niet uit het oog verliezen dat vooralkinderen en oudere mensen slachtoffer zijn van hetintense lawaai dat gepaard gaat met de oefenvluchten.1.2.3.4.De ongerepte natuurgebieden die dit schietterreinbestrijkt, bestaan niet op papier. Welke maatregelenneemt de Minister om deze gebieden te beschermen?Heeft de werkgroep die de Minister installeerde omhet intense lawaai van de F16-toestellen te bestuderen,al maatregelen uitgelokt om de geluidsoverlastte remediëren ? Zo ja, welke ?In welke mate is de dienst Waters en bossen reedsbetrokken partij bij het natuurbeheer van het schietterrein?Welke resultaten heeft de geluidsstudie van de KatholiekeUniversiteit Leuven opgeleverd ?Antwoord‘&.Het NAVO-schietterrein in Helchteren heeft zich,door de beperkte toegankelijkheid wegens het langdurigmilitair gebruik, tot een biologisch waardevolgebied ontwikkeld dat bovendien een belangrijkeoppervlakte beslaat.In dit gebied zijn de restanten van één van onzelaatste korhoenpopulaties aanwezig, evenals waardevollevennen.Daarom werd het terrein bij besluit van de <strong>Vlaams</strong>eExecutieve van 17 oktober 1988 opgenomen in despeciale beschermingszone voor vogels nummer 20,aangewezen in uitvoering van de richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand.Bovendien is het terrein opgenomen in het uitgestrektenatuurkerngebied dat in het raam van deontworpen Groene Hoofdstructuur voor Vlaanderenin Centraal-Limburg door de dienst bevoegdvoor natuurbehoud wordt voorgesteld.Mijn voorganger had reeds contacten met de toenmaligeMinister van Landsverdediging in verbandmet het opstellen van een natuurbeheersplan voorhet schietterrein, echter zonder gevolg.De werkgroep die werd opgericht heeft nog maareenmaal vergaderd met het oog op het bepalen vande strategie voor uitvoering van het beleidsplan bestrijdingvan geluidshinder opgesteld door de<strong>Vlaams</strong>e Executieve (onder meer het inventariserenvan de stiltegebieden).Vermits geluidshinder veroorzaakt door militairevliegtuigen tot de bevoegdheid van mijn nationalecollega van Landsverdediging behoort, werd naaraanleiding van de studie uitgevoerd door de KULeuven (zie ook punt 4) aan de militaire overheidgevraagd maatregelen voor te stellen ter verminderingvan de geluidsoverlast. Tot op heden heeft zijevenwel nog niet geantwoord.3. De dienst Waters en Bossen is niet betrokken bijhet natuurbeheer van het schietveld. Dit is ook hetgeval met de diensten Natuurbescherming en Natuurontwikkeling.4. Uit de studie van de KU Leuven blijkt dat hetomgevingslawaai zonder militaire oefenvluchtenbeantwoordt aan criteria voor stiltegebieden (hetLamax- niveau blijft onder de richtwaarden voor landelijkegebieden in VLAREM II en de La,,,-niveausliggen in de buurt van deze richtwaarden).De militaire oefenvluchten verstoren deze zeer rustigeomgeving echter grondig. De verschillen metbovenvermelde niveaus zijn aanzienlijk en van deorde van 20 dB (A). Ondanks het feit dat het aantaloefenvluchten per dag relatief gering is resulterenzij toch in een zeer aanzienlijke lawaaibelasting doorde vaak lange duur van de events en door LA,,-niveaustot 100 dB (A).Het is bekend dat een dergelijk groot verschil tussenplotseling zeer hoge La,,-niveaus en het normaallage niveau van het omgevingsgeluid dikwijls concentratieverliesbij arbeidstaken en schrikreacties bijkinderen tot gevolg heeft en dit heeft onder meerzijn consequenties voor het normaal verloop van delessen in de scholen in de buurt.De enige remedie tegen deze geluidsoverlast is volgensde studie een vermindering van het aantal oefenvluchtenen het vermijden van kritische periodenzoals bijvoorbeeld de examenperiode.Een wijziging van de vliegroutes zou immers weinigeffect hebben omdat geen grote verschillen in lawaaibelastingtussen de verschillende meetplaatsenworden gevonden.Vraag nr. 210van 14 juli 1992van de heer R. VAN HOOLANDLeiebekken - SaneringHet wordt blijkbaar steeds moeilijker om voor allehydrografische bekkens in Vlaanderen de gesteldekwaliteitsoogmerken te bereiken.1. Welke projecten ter sanering van het Leiebekkenwerden voor uitvoering opgenomen in de investeringsprogramma’s‘91 -‘92, ‘93 en ‘94 ? Waar enwanneer ?2. Welke projecten werden reeds uitgevoerd ? Waaren voor welke bedragen ?3. Wanneer zal het Leiebekken, eerst stroomopwaartsen daarna stroomafwaarts, aangepakt worden enzuiver zijn ?4. Is het overleg met Frankrijk gestart ? Zo niet, waaromniet en zo ja, met welke resultaten of vooruitzichten?


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 487AntwoordOp het investeringsprogramma 1991 werd voor ongeveer175 miljoen frank aan projecten in het Leiebekkenuitgetrokken. Hieronder volgt een opsomming van dezeprojecten.Gemeente Project OmschrijvingKortrijkWaregemPrioritaire rioolPrioritaire rioolCollectorCollectorPrioritaire rioolKarel de GoedelaanScheiding Klokkaertsbeek - rioleringRodenburg- Abdij hoeveGaverbeekCollector Vichte-El7LeiebeekWaterstraatOp het investeringsprogramma 1992 zijn projecten in het Leiebekken opgenomen ten bedrage van 974 miljoen frank.Gemeente Project OmschrijvingArdooieDeerlijkDeinzeGentHarelbekeRoeselareSt .-Martens-Latem ’WaregemPrioritaire rioolCollectorCollectorCollectorPrioritaire rioolPrioritaire rioolCollectorCollectorCollectorCollectorRWZIVeldbeek, riolering wijk De SneppeSt.-Lodewijk Deerlijk : fase 1 + fase 2Petegem : KattebeekSt .-Denijs-Westrem : vanaf RW N 43tot RWZIB. De Guylaan-PintestraatRW N 43 (Gent-Kortrijk) :Rosdamstraat tot Drie SleutelsPluimbeek-afwaartsCentrum fase 2 : Albertlaantot RWZI (lot 3)Centrum fase 2 : Albertlaan totRWZI (lot 2)MeerstraatOp het investeringsprogramma 1993 is ongeveer 280 miljoen frank aan projecten in het Leiebekken uitgetrokken.Gemeente Project OmschrijvingArdooieIzegemKortrijkKuurneRoeselareSt .-Martens-LatemWaregemWervikCollectorKoolskampCollectorArdooie-A 17Kanaal Roeselare-LeieCollectorPluimbeek-opwaartsPrioritaire rioolAansluiting wijk St.-Katrienaan centrumCollectorGrote Bassin tot Albert 1-laan + CollievijverbeekCollectorRumbeke : langs Babilliebeek(Oekene naar RWZI)CollectorMeerstraat - 2e faseCollectorSnepbeekCollectorAlfortbeekPrioritaire rioolGaststraat


488 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992In het investeringsprogramma 1994, dat ter goedkeuringaan mijn kabinet werd doorgegeven, zijn voornamelijkprojecten in prioritaire bekkens opgenomen.Deze zijn Dender, Boven-Schelde, IJzer-Blankaart,Nete en Demer.De sanering van het Leiebekken is afhankelijk vanverschillende factoren : de uitbouw van het rioleringsstelseldoor de betreffende gemeenten, uitbreiding vande zuiveringsinfrastructuur (RWZI’s, collectoren,pompstations en persleidingen) door het <strong>Vlaams</strong>e Gewesten het hiervoor ingeschreven investeringsbudget.Belangrijk is een progressieve aanpak die trapsgewijzeen logisch wordt opgebouwd.Voornoemde projecten ingeschreven op de investeringsprogramma’s1991, 1992 en 1993 moeten in detoekomst verder aangevuld worden. Een voorspellingdoen over een datum voor volledige zuivering van hetLeiebekken is in de gegeven omstandigheden niet mogelijk.Vooralsnog is geen structureel overleg met Frankrijkgestart. In functie van een geïntegreerd bekkenbeleidzal dergelijk overleg in de nabije toekomst aangevatworden.Vraag nr. 215van 3 augustus 1992van mevrouw L. NELIS-VAN LIEDEKERKEVervuiling Dender - Adviezen bekkencomité en maatregelenWij volksvertegenwoordigers maken geen deel uit vande bekkencomité’s ; wij zouden de Minister dus graagde volgende vragen stellen naar aanleiding van de vergaderingvan het Denderbekkencomité die plaats hadop 16 juli 1992 in het Cultureel Centrum te Aalst.1. De vervuiling van de Dender neemt volgens deVMM toe tussen Ninove en Denderleeuw. Welkemaatregelen overweegt de Minister zowel ten aanzienvan de bedrijven verantwoordelijk voor de toenemendevervuiling, als ten aanzien van andere vervuilendebronnen, onder meer het huishoudelijk afvalwater?2. Welke adviezen heeft het Denderbekkencomité uitgebrachtover de waterzuiveringsprogramma’s en deinvesteringen ?AntwoordHet bestuur Milieu-inspectie (AMINAL) houdt toezichtop het naleven van de uitgereikte lozingsvergunningen.Daarnaast treft de VMM de nodige voorbereidingen(opmaak en actualisatie gegevensbestanden) teropmaak van de AWP II-studie van de Dender. In degenoemde studie zullen op basis van de opgesteldevuilvrachtbalansen maatregelen voorgesteld wordenom de beoogde kwaliteitsdoelstellingen en toelaatbarevrachten te behalen. Dit zal zich concretiseren deelsvia het investeringsbeleid en deels via het heffingenenvergunningenbeleid.In de vergadering van het Denderbekkencomité op 16juli 1992 werd het ontwerp-investeringsprogramma vande VMM toegelicht waarin de nadruk vooral gelegenwas op het collecteren van huishoudelijke vuilvracht.Tijdens de vergadering werden er geen fundamenteleopmerkingen gemaakt zodat het ontwerp-investeringsprogrammain zijn globaliteit aanvaard werd. Op 31juli 1992 heb ik dit investeringsprogramfma voor uitvoeringaan de NV Aquafin opgedragen. In bijlagewordt een lijst van de goedgekeurde projecten metbetrekking tot het bekken van de Dender aan het lidopgestuurd.Vraag nr. 217van 3 augustus 1992van de heer L. BARBEIllegale inrichtingen- Saneringvoor voertuigwrakkenen schrootIn Vlaanderen komen er per jaar zo’n 125.000 tot165.000 personenwagenwrakken vrij. Bij ruim 1.640inrichtingen worden er wrakken bewaard, bewerkt ofverwerkt. Volgens het afvalstoffenplan 1991-1995 bevindtnauwelijks 20 procent van de betrokken bedrijvenzich op een daartoe planologisch aanvaardbare plaats.Amper één zesde is vergund. Een groot deel van dezesector bevindt zich dus in totale onwettelijkheid. Bovendienblijkt dat bij onwettelijke inrichtingen de milieuvervuiling(nog) groter is dan bij de wettelijke inrichtingen.Vele van deze inrichtingen zijn door vervuilingvan onder andere zware metalen echte blackpoints. Het bestaan van talrijke illegale inrichtingen isook concurrentievervalsend.Volgens het afvalstoffenplan 1991-1995 zullen de meestprioritaire gevallen onmiddellijk worden aangepakt enkiest men voor jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Deinvloed van de sanering op de werkgelegenheid zouniet groot zijn, want de activiteiten die in aanmerkingkomen om te worden beëindigd zijn volgens OVAMeerder marginale activiteiten die een aanvulling vormenop een ander inkomen. De totale werkgelegenheidin de sector zou zelfs eerder een stijgende daneen dalende tendens vertonen.1. Hoeveel inrichtingen in de sector voertuigwrakkenen schroot moeten hun activiteiten staken of verplaatsennaar een andere lokatie ?Hoe ver staat het met de aanpak van de 86 prioritaireillegale inrichtingen ? Tegen wanneer zal desanering ervan rond zijn ?-. In hoeverre is er samenwerking met de plaatselijkeoverheden om dit probleem aan te pakken ?4. Hoe ver staat het met de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s?Antwoord ‘r1. Een aantal inrichtingen zullen op planologische en/of milieuhygiënische gronden hun bedrijf moetenbeëindigen of verplaatsen. De consequenties voor


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 4892.3.4.het merendeel van de individuele inrichtingen wordenduidelijk bij de beoordeling van het bedrijf inhet kader van de milieuvergunningsprocedure.Bij wijze van oefening is op basis van een beperktaantal prioriteiten berekend met hoeveel inrichtingenmen in een eerste saneringsfase rekening zoumoeten houden. Het genoemde cijfer uit het rapportVoertuigwrakken - voorbereiding ontwerpplan1991-1995 (D/1990/5024/7) duidt enkel op eenorde van grootte.De samenwerking met andere overheden is nog nietecht opgestart. Een en ander werd afgewacht tot deveranderende milieuwetgeving (in casus VLAREM1 en II) op punt staat, alvorens definitieve afsprakenbetreffende samenwerking te maken.Er wordt momenteel prioriteit gegeven aan het opstellenvan een Uitvoeringsplan autowrakken. Dedefinitieve vaststelling van prioriteiten en programma’szal daarin worden opgenomen. Er werd ondertussenvoor het eerst ook aandacht gegeven aan deoprichting van FEVAR, de Federatie van Auto-onderdelenRecyclagebedrijven V.Z.W., om via samenwerkingeen beter draagvlak te hebben voor de uitvoeringvan saneringsprogramma’s in deze sector.Vraag nr. 218van 6 augustus 1992van de heer J. VALKENIERSAanpak milieuverontreiniging - Japans experiment alsmodelOp het gebied van milieuwetgeving grijpt op dit ogenblikin Japan een experiment plaats dat wellicht modelkan staan voor een gelijksoortige aanpak in ons land.Men overweegt in dat land de automobielproducentente verplichten dieselwagens op de markt te brengenwaarvan de uitlaatgassen minder dan 0,06 per miljoenstikstofoxyde bevatten.Overweegt de Minister geen maatregelen om in onsland de milieuverontreiniging op een gelijksoortige wijzetegen te gaan ?AntwoordDe technische reglementering voor de bestrijding vande luchtverontreiniging door de uitlaatgassen van motorvoertuigenis een bevoegdheid van de nationale Regering,in het bijzonder van mevrouw Onkelinx, Ministervan Leefmilieu, Sociale Integratie en Volksgezondheid.Vraag nr. 219van 6 augustus 1992van mevrouw L. NELIS-VAN LIEDEKERKEMilieuheffing op het afvalwater - WanbetalersBegin juli hadden honderdduizend gezinnen en bedrijvenhun milieuheffing op het afvalwater nog niet ofniet volledig betaald. Van deze wanbetalers heeft deVMM nog ongeveer 600 miljoen frank tegoed, verdeeldover gezinnen en bedrijven. Bij deurwaardersexplootzullen deze eerstdaags aangemaand worden totbetaling van hun milieuheffing.1. Welke boetes kunnen deze wanbetalers oplopen indienzij, bij deurwaardersexploot aangemaand, weigerente betalen ?2. Kan de VMM deze wanbetalers voor de rechtbankdagen ? Bestaat er geen gevaar voor verjaring vande feiten ?AntwoordVolgens artikel 35terdecies paragraaf 1 van het decreetvan 21 december 1990 ingevoegd bij de wet van 26maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewaterentegen verontreiniging, wordt voor iedere overtredingvan de verplichting om aan de heffing te voldoen,een administratieve geldboete opgelegd gelijk aan hetdubbel van de ontdoken of niet tijdig betaalde heffing,met dien verstande dat deze boete ten minste 2.000frank bedraagt.Artikel 35terdecies en 35quaterdecies bepalen deinvorderingsprocedure van de milieuheffing. Samengevatstellen deze artikelen het volgende.Bij gebrek aan voldoening van de heffing, interestenen administratieve geldboetes vaardigt de daartoe bevoegdeambtenaar een dwangbevel uit dat geviseerden uitvoerbaar verklaard wordt. Dit dwangbevel wordtbetekend bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij aangetekendschrijven. Op het dwangbevel zijn de bepalingenvan deel II van het Gerechtelijk Wetboek houdendebewarend bedrag en uitvoering van toepassing.De heffingsplichtige kan binnen de 30 dagen na betekeningvan het dwangbevel bij deurwaardersexplooteen met redenen omkleed verzet doen en het <strong>Vlaams</strong>eGewest dagvaarden bij de Rechtbank van Eerste aanleg.Dit verzet schorst de tenuitvoerlegging van hetdwangbevel.Vóór de definitieve belichting van bovenvermeld geschilkan de met de invordering belaste ambtenaar eenkortgeding inleiden bij de voorzitter van de rechtbankwaar het geschil in eerste aanleg aanhangig werd gemaakt,teneinde de heffingsplichtige te doen veroordelentot betaling van een provisie op het bij dwangbevelgevorderde bedrag. Op grond van het uitvoerbaar verklaardedwangbevel heeft het <strong>Vlaams</strong>e Gewest eenalgemeen voorrecht op alle roerende goederen van deheffingsplichtige en kan een wettelijke hypotheek nemenop al de daarvoor vatbare en in het <strong>Vlaams</strong>eGewest gelegen of geregistreerde goederen van de heffingsplichtige.Wat de verjaring betreft is het zo dat de vordering totvoldoening van de heffing, van de interesten en vande administratieve geldboete, verjaart door verloopvan vijf jaar, te rekenen van de dag waarop zij is ontstaan.De verjaring wordt gestuit op de wijze en onderde voorwaarden bepaald bij de artikelen 2244 en volgendevan het Burgerlijk Wetboek.


490 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Vraag nr. 220van 6 augustus 1992van mevrouw L. NELIS-VAN LIEDEKERKEFirma Animalia uit Denderleeuw - Vervuiling openbarewegIn de Aalsterse Bergemeersenstraat verloor op dinsdag7 juli jongstleden een vrachtwagen van de firma Animaliauit Denderleeuw bepaalde produkten, met alsgevolg een zeer grote geurhinder.Mag ik van de Minister vernemen of hij overweegt dekadavers (krengen) enkel nog in koelwagens te latentransporteren ?AntwoordDe verwijdering van krengen wordt momenteel noggeregeld door het regentbesluit van 24 januari 1946betreffende de wegruiming van voor het verbruik ongeschiktedierenlijken. Dit besluit bevat geen bepalingenof voorschriften met betrekking tot de wijze van vervoervan het opgehaalde destructiemateriaal.In het voorontwerp van besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executievebetreffende de ophaling en de verwerking vandierlijk afval, zijn nadere regelen bepaald aangaandede ophaling van dierlijke afvallen. Het vervoer dientte gebeuren in geschikte recipiënten of vervoermiddelenwaaruit geen vloeistof kan lekken ; de recipiëntenof vervoermiddelen moeten op passende wijze zijn afgedekt.De vervoermiddelen, dekzeilen en recipiëntendie opnieuw kunnen worden gebruikt, moeten schoonworden gehouden ;de recipiënten, containers en vervoermiddelenmoeten na elk gebruik worden gereinigd,gewassen en ontsmet.Door de termijn binnen dewelke dierlijk afval na demelding moet worden opgehaald, met name binnen detwee werkdagen, indien noodzakelijk binnen de 24 uur,zou het gebruik van koelwagens voor het vervoer vankrengen niet worden verplicht.Vraag nr. 221van 7 augustus 1992van de heer F. GHESQUIEREWest- Vlaanderen - WoonbehoeftenVolgens de Administratie voor Huisvesting is er voorde periode 1990-1995 een behoefte aan 9.772 nieuwewoningen in West-Vlaanderen, waarvan 2.589 in hetarrondissement Brugge. 10 procent daarvan zijn socialewoningen. De reële noden liggen evenwel hoger. DeWestvlaamse Intercommunale voor Huisvesting schatdeze op respectievelijk 18.000 en 3.900.De toewijzing van sociale woningen dient te steunenop objectieve criteria, met voorrang voor de lage inkomens.Het aandeel van West-Vlaanderen in het geheelvan Vlaanderen bedraagt 21 procent voor de aangiftenmet minder dan 400.000 frank netto belastbaar inkomen.De nood aan sociale woningen is in de provinciedan ook daadwerkelijk zeer hoog. Voor de gezinnenmet een laag inkomen is dit immers de enige manierom menswaardig te wonen.1. Hoe komt het dat het aandeel van West-Vlaanderenin het investeringsprogramma voor de VHM voorde sector Verhuring en Beheer slechts 17 procentbedraagt, wat totaal niet in verhouding is met hetgrote aantal lage inkomens in de provincie ?2. Plant de Minister een inhaaloperatie om aan degrote nood aan sociale huisvesting in West-Vlaanderentegemoet te komen ?AntwoordOp het investeringsprogramma van de <strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij(VHM) voor de sector Verhuringen Beheer (gewezen NMH) werd van het totale programmavoor de periode 1992-1993, ten belope van3.876.631.000 frank 17 procent voorbehouden voor derealisatie van projecten in de provincie West-Vlaanderen.In de praktijk wordt door de VHM bij de opstellingvan het investeringsprogramma als volgt te werk gegaan.Vooreerst maakt de instelling een inventaris vanalle projecten die binnen een korte periode aanbestedingsklaarkunnen worden gemaakt en waarvoor geennoemenswaardige problemen bestaan inzake de aanwezigheidvan grond en van de noodzakelijke infrastructuur.Vervolgens wordt door de VHM rekening gehoudenmet de aard van de projecten en de mate waarin zijaansluiten bij de beleidsprioriteiten. Ter zake heb ikaan de VHM gevraagd bij de effectieve aanrekeningvan de projecten op het door de raad van bestuurgoedgekeurde investeringsprogramma voor de sectorVerhuring en Beheer prioriteit te verlenen aan initiatievenop het vlak van de kansarmoedebestrijding, destads- en dorpsherwaardering en de vervanging, de renovatieen de verbetering van het woningpatrimonium,hierbij rekening houdend met de inbreidingsgerichtheidvan de projecten, het eventueel hoogdringend karaktervan de dossiers, de aard en de omvang van desubregionale woonbehoeften en de bepalingen van artikel81 en 82 van de huisvestingscode. Wat deze effectieveaanrekening van de kredieten voor 1992 betreft,werden tot op heden door de VHM voor nagenoeg 940miljoen frank kredieten vastgelegd waarvan ruim 217miljoen frank in West-Vlaanderen of 23 procent vande tot op heden vrijgegeven kredieten.Bij de beoordeling van het investeringsprogrammadient men tevens rekening te houden met het feit datmeer dan 50 procent van de herwaarderingsoperatiesgerealiseerd worden in de provincie Antwerpen, enruim 40 procent van de zogenaamde kansarmenprojectenzich situeren in Oost-Vlaanderen.Ik wens bovendien te beklemtonen dat wat het urgentieprogrammavoor de sociale huisvesting betreft, deprojecten dienen gelegen te zijn in welbepaalde gemeentendie werden afgebakend in functie van de bevolkingsdichtheid,het aantal migranten, bestaansminimumtrekkersen bejaarden, alsook het aantal woningenmet hoogstens klein comfort, het aantal huurwoningenen het aantal leegstaande woningen. De gemeentendie erkend zijn als VFIK-gemeente (<strong>Vlaams</strong>Fonds voor de Integratie van Kansarmen), die beschik-


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 491ken over een erkend woonnoodgebied, of die behorentot een ontwikkelingszone of impulsgebied en tevensbeschikken over een erkend herwaarderingsgebied, komeneveneens in aanmerking voor het urgentieprogramma.In totaal betreft het, op basis van de actuelegegevens, 80 gemeenten waarvan 18 gelegen zijn inWest-Vlaanderen, dit wil zeggen 22,5 procent van hettotaal. Ik wens het lid er in dit verband attent op temaken dat de afbakening van de gemeenten in belangrijkemate is gestoeld op de methode die professor L.Goossens hanteert voor de selectie van gemeentenwaar een actief sociaal woonbeleid van de overheidnoodzakelijk is.De streekcommissie die het zogenaamde impulsgebiedZennevallei begeleidt heeft zich blijkbaar voorstanderverklaard van dit ambitieuze programma dat verderzou reiken dan de drie gemeenten van het officiëleimpulsgebied (Beersel, Drogenbos en St.-Pieters-Leeuw) en ook Linkebeek, Halle en St.-Genesius-Rode,en zelfs het Pajottenland zou omvatten.Kan de Minister mededelen of bij een dergelijk initiatiefpositief benadert en zonodig steunt bij de behandelingervan in de Interkabinettenwerkgroep die ter zakein bet kader van het impulsgebied Zennevallei eenbeslissing moet nemen ?AntwoordGEMEENSCHAPSMINISTER VAN OPENBAREWERKEN, RUIMTELIJKE ORDENING ENBINNENLANDSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 240van 6 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHWaterloosveld in Sint-Genesius-Rode - BouwprojectenIn Sint-Genesius-Rode is weer enige beroering ontstaannaar aanleiding van een aantal persartikels waaruitzou blijken dat er opnieuw plannen bestaan ombouwprojecten te realiseren op het Waterloosveld.Op het gemeentebestuur van Sint-Genesius-Rode zounog geen enkele officiële aanvraag binnengekomenzijn.Kan de Minister bevestigen dat tot op heden inderdaadnog geen enkele aanvraag ingediend werd voor bouwprojectenop het Waterloosveld ?Het initiatief tot inrichting van een landschapspark inde Zennevallei is niet bekend bij het Bestuur vanRuimtelijke Ordening. De impulsgebieden behorenniet tot de bevoegdheid van dit bestuur, maar ressorterenonder de diensten van de Gemeenschapsministerbevoegd voor economie.Vraag nr. 242van 6 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHGedeeltelijke herziening gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse-Negatief advies gemeenteraad BeerselDe gemeenteraad van Beersel bracht een negatief adviesuit voor de gedeeltelijke herziening van het gewestplanHalle-Vilvoorde- Asse, waardoor de bouwvan de BRTN-mast in St .-Pieters-Leeuw, die inmiddelsal een paar maanden geleden is begonnen, een legitiemkarakter moet krijgen.AntwoordTot op heden werd nog geen enkele officiële bouwaanvraagbetreffende het Waterloosveld in Sint-Genesius-Rode bij mijn administratie ingediend.Vraag nr. 241van 6 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHImpulsgebied Zennevallei - Project landschapsparkDe V.Z.W. Zennevalei uit St.-Pieters-Leeuw enerzijdsen de V.Z.W. Natuurreservaten en een samenwerkingsverbandvan milieugroepen bestaande uit de streekverenigingZenne en Zoniën, de Natuurgidsen Zuidwest-Brabant, Milieuoverleg Pajottenland en de LeeuwseNatuurvrienden anderzijds, hebben een ambitieus projectingediend om in de Zennevallei een landschapsparkin te richten.Volgens de gemeente Beersel is de bouwvergunning instrijd met de wetgeving op de ruimtelijke ordening enworden bij de omzetting van de bestemming landbouwgrondnaar openbare nutszone reliëfwijzigingen uitgevoerddie niet verantwoord kunnen worden.De gemeente Beersel zou van plan zijn zich met allemogelijke rechtsmiddelen tegen de bouw van de mastte blijven verzetten omdat de hele streek, en dus ookde eigen gemeente, er landschappelijk door wordt geschonden.Kan de Minister meedelen of de stelling van de gemeenteBeersel, dat de bouwvergunning voor deBRTN-zendmast in St.-Pieters-Leeuw verleend werdin strijd met de wetgeving op de ruimtelijke ordening,juist is ?AntwoordDoel is de waardevolle landschappen in de ZennevalleiIk verwijs het lid naar het antwoord van 13 april opte bewaren, te revaloriseren en uit te spelen als toeris-zijn vraag nummer 49 van 5 maart 1992 over dezelfdetische troeven in het kader van een zogenaamd land-aangelegenheid (Vragen en Antwoorden, <strong>Vlaams</strong>eschapspark. Raad, BZ 1992, nr. 3 van 13 april 1992, blz. 101).


492 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Vraag nr. 243potentieel gevaar voor brand (sigarettepeuken envan 7 juli 1992dergelijke). Mag ik het standpunt van de Ministervan de heer L. APPELTANS weten ?Wegwijzers langs taalgrens - Franse naam “Hélécine”In enkele <strong>Vlaams</strong>e gemeenten ten noorden van de Haspengouwsetaalgrens staan wegwijzers naar “Hélécine”.Dit is een nieuwerwetse Waalse naam voor defusiegemeente ontstaan door de fusionering van tweegemeenten die tot 1976 Neerheylissem en Opheylissemheetten. Ze zijn weliswaar al lang verfranst, maar watbelet ons om bet oorspronkelijke Heylissem te gebruikenals Nederlandse vorm voor wat de Walen nuHélécine noemen ?Waarom vervangt de Minister “Hélécine” niet door“Heylissem” op die enkele wegwijzers ?AntwoordDe naam Hélécine is de nieuwe gemeentenaam voorde fusie van de eertijds bestaande deelgemeenten Linsmeau,Opheylissem en Neerheylissem. Deze gemeenteligt thans op het grondgebied van Waals-Brabant.Ingevolge het koninklijk besluit van 24 juni 1988 houdenderangschikking van de gemeenten van het Rijkbij toepassing van artikel 19 2de lid van de gemeenteweten tot vaststelling van de schrijfwijze van de gemeentenamen,verschenen in het Belgisch Staatsbladvan 6 juli 1988, werd beslist dat de gemeentebenamingHélécine is en dat er geen vertaling van bestaat.Vraag nr. 244van 7 juli 1992van de heer L. STANDAERTBermbesluit - Problemen inzake toepassingHet bermbesluit van 27 juni 1984 stipuleert dat begraasdebermen niet gemaaid mogen worden voor 15juni.1. Op bepaalde kruispunten gebeuren regelmatig verkeersongevallendie te wijten zijn aan een gebrekaan zichtbaarheid door de te hoge begroeiing vanmiddenbermen. Verontruste burgers nemen desgevallendcontact op met het gemeentebestuur of metOpenbare Werken. Zij verschuilen zich achter ditbesluit om niet te moeten overgaan tot het maaienvan de bermen. Kan de Minister mij zijn meninghieromtrent meedelen ?2De wet bepaalt in artikel 4 een afwijking onder debevoegdheid van de Minister van Ruimtelijke Ordening,Landinrichting en Natuurbehoud. Waaromveranderen departementen om de haverklap vannaam en bevoegdheid, of kadert dit in de politiekvan het dichten van de kloof tussen burger en politiek? Hoe moet de burger de toepassing van dergelijkeeventuele afwijking aanvragen ?3. Welke zijn de afwijkingen waarvan sprake in artikel4?4. Hoge bermen zijn bij aanhoudend droog weer eenOp het moment dat deze vraag gesteld wordt zijnnog heel wat bermen in Vlaanderen niet gemaaid.Het verlof van de bouwsector staat voor de deur,wat inhoudt dat een aantal bermen niet gemaaidzullen worden voor half augustus. Vindt de Ministerniet dat, in het kader van de verkeersveiligheid, hetbermbesluit van 27 juni 1984, een premature enondoordachte maatregel is om de ecologie in Vlaanderenop peil te houden, rekening houdend met hetfeit dat burgers verplicht zijn distels en andere plantesoortente verwijderen van hun gronden ?Natuurverenigingen overal in Vlaanderen klagen eroverdat artikel 2, dat het gebruik van biocidenverbiedt, helemaal niet toegepast wordt en dat opvele plaatsen bomen en struiken afsterven als gevolgvan het gebruik van biociden. Hoe wordt toezichtgehouden op de toepassing van dit artikel en waarkunnen burgers terecht om klacht neer te leggen ?N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heerN. De Batselier, Vice-Voorzitter van de<strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsministervan Leefmilieu en Huisvesting.Antwoord1. Het bermbesluit van 27 juni 1984 werd genomenom de beheerders van wegen en waterwegen te helpeneen natuurvriendelijk bermbeheer te voeren.Het bermbesluit vermeldt 2 mogelijke maaibeurten,een eerste die niet vóór 15 juni mag gebeuren eneventueel een tweede die niet vóór 15 septembermag gebeuren. Als algemeen principe wordt voorgesteldjaarlijks niet meer dan 1 maal te maaienbehalve op plaatsen met distelvegetatie. Op dezeplaatsen kan jaarlijks 2 maal worden gemaaid.De burger moet dergelijke afwijking niet aanvragen.Het bermbesluit is opgesteld voor toepassing doorpubliekrechtelijke personen.De afwijkingen opgenomen in artikel 4 kunnen perspecifiek geval aangevraagd worden, maar kunnenzeker niet algemeen worden gesteld.Het potentieel gevaar voor brand bestaat inderdaad,maar is in onze streken wel beperkt. Sigarettepeukenen dergelijke behoren in asbak of vuilnisbaken dienen niet weggegooid te worden door hetraam van de voertuigen.Het bermbesluit bepaalt alleen dat er niet gemaaidmag worden vóór 15 juni. Een uiterste datum vanmaaien is nergens vermeld. De distelbestrijding isgeen maaibeurt en kan dus wel plaatsvinden.De wegenwachters en het personeel van de onderhoudsregiesvan de wegen houden dagelijks inspectierondesen worden geacht gevaarlijke toestandenop te merken en te melden aan hun meerdere ofdie onmiddellijk te verhelpen. Maaibeurten in deonmiddellijke omgeving van de weg kunnen te allentijde plaatsvinden om een vluchtstrook vrij te houdenof de signalisatie zichtbaar te houden.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 4936. De administratie Wegeninfrastructuur en Verkeerpast het bermbesluit in zijn geheel toe, ook artikel2. De bomen en struiken langs wegen en autosnelwegenzijn echter onderhevig aan vele andere nefasteinvloeden die afsterven kunnen veroorzaken(luchtverplaatsing, lood uit benzine, weinig wortelplaats,. . .).Het toezicht op de wegen en hun omgeving gebeurtdoor de wegenwachters van de administratie Wegeninfrastructuuren Verkeer, die eventueel procesverbaalkunnen doen opstellen. De telefoonnummersvan de onderhoudsregies van de wegen zijn tevinden in de officiële telefoongids onder de Ministerievan de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap.Vraag nr. 246van 8 juli 1992van de heer J. ULBURGHSLaanbomen - Bescherming en aanplantingVooral in de zeventiger en begin tachtiger jaren verdwenenheel wat laanbomen langs onze wegen en werdener weinig nieuwe aangeplant. Misschien lagenoverwegingen van verkeersveiligheid hieraan tengrondslag.Gelukkig komt hierin een kentering. Laanbomen wordenmomenteel opgewaardeerd als klein landschapselementen natuurverbindingselement. Daardoor eisenze hun plaats in het straatbeeld terug op, en wordenhen verschillende functies toegeschreven :-------een esthetische : landschappelijk schoon ;een stressverlagende : beschaduwde wegen gevenverpozing aan wandelaar, fietser, . . . ;een verkeersremmende : de bestuurder heeft spontaande neiging om in de schaduw langzamer terijden ;voor de avifauna : typische broedvogels langs wegenzijn onder andere drie spechtsoorten en deboomklever. De laatste jaren ook meer en meerwielewaal, glanskop, appelvink, buizerd, torenvalk,bosuil, steenuil, . . . ;voor de flora : laanbomen scheppen een microklimaatmet typische bermplanten ;als luchtfiltering : de bladeren fixeren allerlei onzuiverheden;als zuurstofvoorziening : twee volwassen laanbomengeven op jaarbasis gemiddeld zuurstof af vooréén persoon.Toch sneuvelen er nog veel laanbomen bij wegherinrichtingen(bijvoorbeeld de Marcel Habetslaan inZwartberg), of ze sterven af nadat bun wortelstel ondeskundiggebroken werd bij de aanleg van rioleringen andere voorzieningen of bij aanleg van voet- enfietspaden zoals in de Dorpstraat in Halen en bij aanlegvan ondergrondse parkings in stadscentra zoals onlangsop de Groenplaats in Antwerpen.1. Bestaan er cijfers of schattingen van het aantalbomen in Vlaanderen of een deel ervan ?laan-Bestaan er cijfers of schattingen van het aantal laanbomenin de jaren ‘60 ?Zijn er lijnen uitgetekend of voorstellen gedaanvoor een laanbomenbeleid ?Is er binnen de begroting van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapin een budget voorzien voor de aankoop enverzorging van laanbomen ? Bestaan er subsidiemogelijkhedenvoor de ondergeschikte besturen enprivé-organisaties ?Wordt er van overheidswege een sensibiliseringscampagneopgezet voor de straatbewoners, metrichtlijnen voor het verzamelen van bladafval, hetmaaien van bermen enzovoort ?AntwoordIn het kader van de studie met als onderwerp hetopstellen van een langetermijnplanning van bosbouwen groenvoorziening in Vlaanderen is een onderzoekbezig naar het aantal straatbomen in Vlaanderen.In dit onderzoek wordt tevens de eigendomsstructuurnagegaan waarbij volgende categoriënworden aangeduid : gemeente, andere lokale overheden,provincies, hogere overheid, parastatalen enprivé-eigenaars.De studie, die loopt tot in het voorjaar 1993, en deresultaten ervan, behoren tot de bevoegdheid vande heer N. De Batselier, Vice-Voorzitter en Gemeenschapsministervan Leefmilieu en Huisvesting.Er bestaan geen cijfers of schattingen van het aantallaanbomen in Vlaanderen in de jaren ‘60.Vanuit mijn bevoegdheden kan ik stellen dat hetbeleid erop gericht is om waar mogelijk te investerenin nieuwe aanplantingen die nadien op een deskundigewijze worden beheerd.Een van de beheersmaatsregelen is het jaarlijks opstellenvan vellingslijsten voor bomen langs gewestwegenwaarbij het de bedoeling is om op een deskundigewijze de gezondheidstoestand van de laanbomenna te kijken om, met als criterium de veiligheidvan de weggebruiker, op een verantwoordewijze kappingen uit te voeren.Het beleid waarbij de laanbomen en de bermen alsonderdeel worden gezien van het algemene leefmilieubehoort tot de bevoegdheid van de heer N. DeBatselier, ViceVoorzitter en Gemeenschapsministervan Leefmilieu en Huisvesting.. Binnen de begroting van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapis er geen afzonderlijk budget opgenomen voor deaankoop en de verzorging van laanbomen. De uitgavendaaraan verbonden maken deel uit van hetbudget op de sectie 84 van de Wegen en dit zowelwat de aanleg als het latere beheer ervan betreft.Een subsidiëring voor ondergeschikte besturen zitvervat in het gemeentelijk Investeringsfonds waaronder artikel 6 paragraaf 2 punt 8 het aanleggen,het verbeteren of de buitengewone herstelling vanwegen subsidieerbaar wordt gesteld. Laanbomenworden door het Rekenhof als onderdeel van de


494 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992weg beschouwd en vallen derhalve onder dat artikel.5. Er wordt in de directe toekomst niet overwogen omover te gaan tot een sensibiliseringscampagne voorde straatbewoners.Het maaien van bermen is geregeld in het bermbesluitvan 27 juni 1984. De toepassing van dit besluitbehoort tot de bevoegdheid van de heer N. DeBatselier, Vice-Voorzitter en Gemeenschapsministervan Leefmilieu en Huisvesting.Vraag nr. 247van 8 juli 1992van de heer L. BARBEDit soort inrichtingen wordt steeds populairder. Wegensde lawaaihinder voor omwonenden, wijken zeveelal uit naar agrarische gebieden en natuurgebiedenwaar ze de natuur echter zwaar belasten.Passen terreinen voor het gebruik van modelvliegtuigenen schietstanden in open lucht in de gebieden zoalsbepaald in artikel 15 van het koninklijk besluit van 28december 1972 betreffende de inrichting en de toepassingvan de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen:1. natuurgebieden ;2. natuurgebieden met wetenschappelijke waarde ofnatuurreservaten ;3. parkgebieden ;Nieuwdonk in Berlare - Bestemming natuurbouw 4. landschappelijk waardevolle gebieden ?Volgens het bijzonder plan van aanleg Nieuwdonk(1987) zijn het Nieuwdonkmeer en de omliggendegronden in verschillende delen gesplitst, onder andereeen zone voor intensieve recreatie, een zone voor extensieverecreatie en een zone voor natuurbouw. Deeigenaar en uitbater van Nieuwdonk (intercommunaleDender-Durme-Schelde) heeft na 5 jaar nog geen enkeleinspanning geleverd om de in het BPA vermeldeverbintenissen aangaande natuurbouw na te komen.Integendeel, de betreffende zone is niet meer dan eenimmens gazon. Van het landschapsplan en het beheersplandat moest worden opgesteld, lijkt ook nog geensprake te zijn.1.2.Tegen welke datum moeten het landschapsplan enhet beheersplan van BPA Nieuwdonk gerealiseerdzijn ?Welke maatregelen heeft de Minister genomen omervoor te zorgen dat het BPA Nieuwdonk wordtuitgevoerd en de natuurbouw wordt gerealiseerd ?AntwoordGezien de gestelde vraag betrekking heeft op een particuliergeval en het niet tot de gewoonten behoortdergelijke gevallen in openbare documenten te behandelen,zal het lid met een afzonderlijk schrijven persoonlijkop de hoogte gebracht worden van deze zaak.Vraag nr. 248van 8 juli 1992van de heer L. BARBEGroengebieden - OntspanningsinrichtingenDe lijst van de vergunningsplichtige inrichtingen vanhet besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve van 6 februari1991 betreffende de milieuvergunning bevat een aantal“ontspanningsinrichtingen” onder andere :- terreinen voor het gebruik van modelvliegtuigen(32.6) ;- schietstanden voor wapens met veren of persluchten schietstanden voor vuurwapens, zowel in lokalenals in open lucht (32.7).AntwoordDe door het lid opgesomde gebieden vallen niet allenonder dezelfde noemer.In het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffendede inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannenen de gewestplannen worden de natuurgebieden(artikel 1) duidelijk onderscheiden van deparkgebieden (artikel 14) en van de landschappelijkwaardevolle gebieden (artikel 15).Vanuit het stedebouwkundig vergunningsstelsel kunnende vergunningverlenende overheden slechts optredenin zover er bouwvergunningsplichtige werken totstand gebracht worden. Handelingen die niet onderworpenzijn aan de in artikel 44 van de stedebouwwetopgesomde gevallen vallen buiten de directe bevoegdheidssfeervan de vergunningverlenende stedebouwkundigeinstanties.In principe horen schietstanden thuis in die woongebiedendie zich daarvoor lenen of een recreatiegebied enterreinen voor modelvliegtuigen in een recreatiegebied,zulks met inachtname van de op te leggen exploitatievoorwaarden.De opgesomde handelingen zijn, voor zover het bouwvergunningsplichtigewerken betreft, stedebouwkundigin principe in de door het lid opgegeven zones uitgesloten.Vraag nr. 249van 8 juli 1992van de heer H. MARSOULZuidelijke Ring in Tienen - VoltooiingDe voltooiing van de Zuidelijke Ring in Tienen, tussende oprit van de E 40 en de Leuvensesteenweg, is eenreeds lang gepland project, dat echter tot op hedennog niet is gerealiseerd.Met genoegen stel ik vast dat het opnieuw werd opgenomenin de prioriteitenlijst. Voor de verdere ontwikkelingvan de stad is bet immers ten zeerste aangewezendat de Zuidelijke Ring zo spoedig mogelijk afgewerktwordt.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 495Deze realisatie zou tot gevolg hebben dat het autoverkeeraan de voorzijde van bet station verminderd wordten dat de achterzijde van het station ontsloten wordt(treingebruikers van Hoegaarden, Jodoigne). Tevenszal de Zuidelijke Ring een ontlasting van het verkeerin de binnenstad mogelijk maken : automobilisten diezich verplaatsen tussen Leuven en Hoegaarden, Hannuiten Sint-Truiden, zullen van deze ring gebruik kunnenmaken.Daarom had ik graag van de Minister vernomen inwelk jaar de werken aangevat zullen worden. Is ditnog gepland voor 1992 of zal men pas starten in 1993 ?AntwoordTer voltooiing van de Zuidelijke Ring om Tienen moetin een eerste fase de brug over de spoorweg wordengebouwd. Nadien moeten de wegenwerken uitgevoerdworden. De realisatie van deze werken zal wordenopgenomen op het komend rollend driejarenprogramma93-95, dat in het najaar zal zijn opgesteld. Afhankelijkvan de beschikbare middelen zullen deze werkennormatief opgenomen worden in een effectief uitvoeringsprogramma.Vraag nr. 250van 9 juli 1992van de heer E. VANKEIRSBIICKPlannen van aanleg - Hiërarchische classificatieVoor de fusieoperatie waren er 119 gemeenten op de2359 toenmalige gemeenten die beschikten over eenalgemeen plan van aanleg (APA) goedgekeurd bij koninklijkbesluit. Bij het totstandkomen van de gewestplannenwerd aan de lokale besturen meegedeeld datvoortaan het gewestplan als basisrichtplan zou gelden.Deze onderrichting had tot gevolg dat de gemeentebesturenenerzijds hun algemeen plan van aanleg als basisrichtplanverlieten en anderzijds dat zij hun in herzieninggestelde APA’s niet verder afwerkten.Ik verneem dat thans bepaalde directies van AROHMopnieuw aan de gemeentebesturen mededelen datvoortaan niet langer het bij koninklijk besluit goedgekeurdegewestplan maar het vroeger bestaande APAof het in herziening gestelde APA als basisrichtplangebruikt moeten worden.Deze onderrichting zet de sinds ongeveer 15 jaar geëerbiedigdeen toegepaste hiërarchische classificatie vande plannen van aanleg op haar kop met alle gevolgenvandien voor de bestaande rechtszekerheid zowel voorde colleges van burgemeester en schepenen als voorde burgers. Bepaalde APA’s dragen trouwens een koninklijkegoedkeuring van het begin van de jaren vijftig,dit is nog voor het tot stand komen van de wetvan 29 maart 1962 op de ruimtelijke ordening en destedebouw.1. Wat is de juiste hiërarchische classificatie van deplannen van aanleg ?het gewestplan en anderzijds een APA dat na hetgewestplan werd vastgelegd ?Welke onderrichtingen werden of worden ter zakeaan de provinciale diensten gegeven met het oogop een eenvormige toepassing voor het hele <strong>Vlaams</strong>eGewest ?Kan de Minister ermee instemmen dat als basisrichtplanhet gewestplan gebruikt moet worden wanneerhet APA dateert van voor de datum van het bijkoninklijk besluit goedgekeurde gewestplan ?AntwoordOp basis van de huidige wetgeving bestaat de hiërarchievan de plannen van aanleg erin dat een lagerplan in algemene regel conform moet zijn met hethoger plan, tenzij er gegronde redenen bestaan omervan af te wijken.Er is geen strikte volgorde in acht te nemen voorhet opmaken van de plannen van aanleg.De bepalingen van een vroeger vastgesteld lagerplan die strijdig zijn met een later vastgesteld hogerplan verliezen hun materiële rechtskracht.De wet op de stedebouw bevat anderzijds bepalingen(artikelen 12, 15, 16) volgens welke een lagerplan een wijziging kan brengen aan een hoger plan.Het gaat hier om uitzonderingen die de algemeneregel van de hiërarchie der plannen bevestigen.Wanneer het achteraf opgemaakte lagere plan eenander voorschrift bevat dan een hoger plan, houdende voorschriften van het hogere plan op te gelden.De provinciale diensten van het Bestuur van RuimtelijkeOrdening werden alle in kennis gesteld vanhet arrest nr. 23.832 van de Raad van State van 20december 1983, waarin de verhouding van een lagerplan tot een hoger plan volledig werd uiteengezet.Wanneer een algemeen plan van aanleg dateert vanvoor de datum van het bij koninklijk besluit vastgestelde,dan zal het koninklijk besluit houdende vaststellingvan het gewestplan van rechtswege de ermeestrijdige bepalingen van het vroegere algemeen planvan aanleg opheffen.Vraag nr. 251van 10 juli 1992van de heer L. VAN NIEUWENHUYSENAfrit E 411 in Hoeilaart - Teloorgang gebied PaardenwaterDestijds schrapte de voorganger van de Minister degeplande afrit op de E 411 op het grondgebied van degemeente Hoeilaart, die de teloorgang van het gebiedPaardenwater met zich zou meebrengen.Nu verneem ik dat in 1993 toch werken ten belope van40 miljoen frank worden uitgevoerd. Kan de Ministerdit bevestigen ?2. Moet of mag er een onderscheid gemaakt worden Is hij op de hoogte van de leefmilieukwaliteiten vantussen enerzijds een APA dat bij koninklijk besluithet betrokken gebied ? Strookt dit met zijn uitsprakengoedgekeurd was voor het van kracht worden van dat er geen nieuwe wegen komen ?


496 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992AntwoordKlaarblijkelijk worden werken bedoeld voor een afritvan de E 411 ter hoogte van de Zavelenborre.Inzake de verdere uitbouw of aanpassing van de toegangsmogelijkhedenop de E 411 op het grondgebiedvan de gemeenten Overijse en Hoeilaart werd nog geendefinitieve beslissing genomen. In de eerstkomendemaanden zullen hieromtrent besprekingen met de betrokkengemeentebesturen plaats hebben.Vraag nr. 252van 13 juli 1992van de heer L. STANDAERTBVBA Mecano Opglabbeek - Toekennen bouwvergunningOp 29 april 1992 verleende de Minister een bouwvergunningaan mevrouw M. Coninx, handelend in naamvan de BVBA Mecano, Opglabbeek.Mag ik van de Minister vernemen welke redenen hijhad om deze beslissing te nemen, ook al betrof beteen loods die zonder bouwvergunning opgetrokkenwas en had de bestendige deputatie een negatief adviesverstrekt ? Ook de buurtbewoners hadden al eenmaandenlange strijd gevoerd om dit vervuilend bedrijfuit een woongebied met landelijk karakter te weren.AntwoordAangezien het hier gaat om een particulier geval, zalik het lid met een afzonderlijk schrijven antwoordenvan zodra ik beschik over de nodige gegevens daaromtrent.Vraag nr. 253ven 14 juli 1992van de heer L. BARBENieuwdonk in Berlare - BouwovertredingenHet bijzonder plan van aanleg voor bet recreatiedomeinNieuwdonk (Berlare) voorziet in een zone voorextensieve recreatie. De eigenaar en uitbater vanNieuwdonk, de intercommunale Dender-Durme-Schelde (DDS), heeft in deze zone zonder bouwvergunningeen “slipway” en aanlegsteiger gebouwd.Hiervoor werd verschillende keren proces-verbaal opgesteld,waarbij zelfs slagen en verwondingen werdentoegebracht aan een ambtenaar van Stedebouw dooreen persoon van de intercommunale DDS.Verder voorziet het BPA in een parkeerzone tennoordoosten van het natuurgebied. De intercommunaleDDS heeft echter volledig onwettelijk een groteparking aangelegd in de zone natuurgebied met reservaatfunctie.Daarbij werd een site met zeldzame flora(onder andere de zwanebloem) volledig vernietigd.1. Wanneer werd er door de diensten van de Ministerproces-verbaal opgesteld ?2. Welke maatregelen heeft de Minister genomen omaan deze onwettelijke toestanden een einde te maken?AntwoordAangezien het hier gaat om een particulier geval, zalik het lid met een afzonderlijk schrijven antwoordenvan zodra ik beschik over de nodige gegevens daaromtrent.Vraag nr. 254van 15 juli 1992van de heer B. VANDENDRIESSCHEGentse Dampoort - Herinrichting verkeersknooppuntDe overheid zoekt reeds jaren naar een oplossing voorhet verkeersprobleem rond de Gentse Dampoort.Enerzijds is er het probleem van de Kleine Ring rondGent die in 1974 “ten voorlopige titel” opgelost werdmet een stalen ,,fly-over” constructie. Anderzijds is erhet dagelijkse aanschuiven om onder de Dampoortbogente raken en zo de stad in of uit te kunnen.Senator W. Claeys stelde hieromtrent verschillendevragen aan de voorgangers van de Minister (Vragenen Antwoorden, Senaat, van onder meer 26 november1974, 23 augustus 1977, 7 oktober 1980 en 13 april1982).Tevens blijkt dat de huidige stalen brugconstructie, ingebruik genomen op 16 juni 1973, is opgevat voor eengebruiksduur van tien jaar (Vragen en Antwoorden,Senaat, nr. 37 van 23 juni 1981).Hierbij wens ik aan de Gemeenschapsminister volgendevragen te stellen :1.Welke zijn op dit ogenblik de definitieve plannenvoor de herinrichting van het verkeersknooppuntaan de Dampoort ?Wanneer denkt de Minister dat deze plannen verwezenlijktkunnen worden ?Zal bij het herinrichten van de Dampoort rekeninggehouden worden met de verkeersveilige fietspaden?Beantwoordt het huidige viaduct nog aan alle veiligheidsvoorwaarden,gezien de beperkte voorziene levensduur?Antwoord1. Definitieve plannen voor de herinrichting van hetverkeersknooppunt Dampoort zijn nog niet voorhanden.Een eerste stap naar de verbetering van deverkeerssituatie op dit kritisch knooppunt in hetGentse wegennet zal bestaan in een overbruggingvan de Pauwvertakking (ter hoogte van de Kasteelsluis).Voor deze werken werd de studie reeds aangevat.Deze overbrugging zal een meer rechtstreekseverbinding tussen de Kasteellaan en Dok Zuid(over een breedte van 4 rijstroken) tot stand brengen.De volgende fasen dienen nog verder te wordenuitgewerkt.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 497Voormelde overbrugging van de Pauwvertakkingwerd door de Wegenadministratie voorgesteld opde ontwerpbegroting van 1993, raming 20 miljoenfrank. Met de huidige budgettaire basis is de opstellingvan een concreet ontwerpprogramma in uitvoering,dat in de loop van oktober 1992 met de Commissievan de <strong>Vlaams</strong>e Raad besproken zal worden.In de herfst van 1992 zal ik een concreet antwoordkunnen geven nopens vermeld project.Bij de herinrichting van de Dampoort zal in verhoogdefietspaden worden voorzien.In de loop van 1992 werden aan het voorlopig viaductherstellingswerken (schilderwerken-laswerken)uitgevoerd met het doel de levensduur en de bedrijfszekerheidvan het viaduct te verhogen. Doordeze herstellings- en onderhoudswerken, die inmiddelsbeëindigd zijn, is de gebruiksveiligheid van ditviaduct verzekerd.Vraag nr. 256van 17 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHOngebruikte industrieterreinen - Omvorming tot natuurgebiedDe industriële leegstand in Vlaanderen bedraagt naarschatting 3.244 hectare. Dit blijkt uit een studie vande Bond Beter Leefmilieu.Volgens een studie van de vorige <strong>Vlaams</strong>e Regering is53.100 hectare van het <strong>Vlaams</strong>e grondgebied op degewestplannen als industrie- of KMO-zone ingetekend.Hiervan is nog een 8.300 hectare beschikbaar, waarvan7.000 in publieke handen is. Hierbij wordt geen rekeninggehouden met 6.000 hectare beschikbare haventerreinen.Daarnaast zijn er echter nog de verlatenindustrieterreinen. Op basis van een steekproef bij 43<strong>Vlaams</strong>e gemeenten schat de bond de industriële leegstandop 3.244 hectare.1. Kan de Minister mij mededelen of de mogelijkheidbestaat om de bestaande ongebruikte industrieterreinenom te vormen tot natuurgebied ?2. Bestaan er hiervoor reeds plannen ? Zo ja, op welkeplaatsen zal dit gebeuren ?AntwoordDoor het Bestuur van de Ruimtelijke Ordening werdgeen berekening uitgevoerd van de oppervlakte van denog onbebouwde delen in de industriegebieden die alsdusdanig werden ingetekend in de gewestplannen. Deschattingen uitgevoerd door de Bond Beter Leefmilieukunnen dan ook niet bevestigd noch ontkend worden.Uiteraard kan de bestemming van een gebied zoalsdeze werd vastgesteld een goedgekeurd gewestplan,gewijzigd worden volgens de modaliteiten die artikel9 en 43 van de wet op de ruimtelijke ordening bepalen.Dit geldt derhalve ook voor een bestemmingswijzigingvan industriegebied naar natuurgebied.Op dit ogenblik wordt deze bestemmingswijziging alleen partiel doorgevoerd voor een gedeelte van hetmijnterrein te Maasmechelen-Eisden in het kader vanhet besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve van 17 juni 1992houdende voorlopige vaststelling van het ontwerpplantot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan LimburgsMaasland op het grondgebied van de gemeenten Dilsen-Stokkemen Maasmechelen ter plaatse Teutelberg,Vlierveld en Vuchterbosheide.Er zijn geen andere procedures lopende.Vraag nr. 276van 7 augustus 1992van mevrouw M. VOGELSRUG - Studieopdracht betreffende welstandsverordeningNaar verluidt werd tijdens de vorige zittingsperiodedoor de toenmalige Minister voor Ruimtelijke Ordening,de heer Waltniel, een studieopdracht gegevenaan de RUG over de haalbaarheid van een welstandsverordening.De welstandsverordening werd hierbij gezienals instrument om de negatieve effecten van hetminidecreet op te vangen.Kan de Minister mij antwoorden op volgende vragen ?1. Werd door de vorige Executieve een studieopdrachtgegeven aan de RUG inzake een welstandsverordening? Zo ja, zijn er reeds resultaten van dit onderzoekbekend ?2. In welke richting wijzen deze ? Zal de Minister hiermeerekening houden bij het uittekenen van zijnbeleid ?AntwoordDoor mijn voorganger bevoegd voor RuimtelijkeOrdening werd aan het Seminarie voor AlgemeneRechtsleer van de Rijksuniversiteit Gent een studieopdrachttoevertrouwd : Beleidscomponentenvoor een Algemene Welstandsverordening inVlaanderen. De resultaten van deze studieopdrachtbeperken zich tot haalbare aanzetten voor een algemenewelstandsverordening. Zo wordt gesuggereerddat de streekbeschrijvingen op gedetailleerdewijze zouden geschieden om uitgaande daarvan eenwelstandsregeling voor te bereiden ten behoeve vande landschappelijk waardevolle gebieden zoalsweergegeven op de gewestplannen. Het ligt dusvoor de hand dat rekening moet worden gehoudenmet de streekeigenheid. Achteraf zou deze welstandsregelingjuridisch moeten worden vertaald ineen algemene verordening met telkens een invullingaangepast per streek.Uiteraard zullen de gedane voorstellen geëvalueerdworden bij het verder uittekenen van mijn beleid.Dit kan onder meer gebeuren bij het uitwerken vannieuwe decretale initiatieven. Aandacht voor dekwaliteit van de ruimte zal ook een uitgangspuntzijn voor het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.Een welstandsverordening kadert helemaal in dezeoptie.


498 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Ik zal mijn administratie opdracht geven om hieromtrentvanuit de studie concrete voorstellen te formuleren.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN ONDERWIJSEN AMBTENARENZAKENGEMEENSCHAPSMINISTER VAN CULTUUR ENBRUSSELSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 58van 8 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHKasteel van Gaasbeek - RestauratieEr komt maar geen schot in de restauratie van hetkasteel van Gaasbeek. Er is zelfs helemaal geen sprakemeer van het starten van de eerste fase van het restauratiedossier.Een en ander is blijkbaar het gevolg vande wissel die plaats had in de <strong>Vlaams</strong>e Regering. Ex-Gemeenschapsminister Dewael had voor de eerste fase25 miljoen uitgetrokken en gepland dat de werken nogdit jaar van start zouden gaan.Het is overigens ronduit slecht gesteld met de dijkenvan de vijvers in het kasteeldomein van Gaasbeek. Dewandelpaden tussen de vijvers zijn bijna totaal ondermijnddoor muskusratten. Tussen de twee vijvers is ervan een dam zelfs geen sprake meer en het water looptdan ook van de ene vijver in de andere. De wandenvan een vijver zijn ingestort. Gevreesd wordt zelfs dater overstromingsgevaar bestaat voor een woning in debuurt.De herstelling van de dijkvijvers was ook gepland inde eerste fase van het restauratiedossier.Kan de Minister mij mededelen :1. wanneer men de eerste fase van het restauratiedossierzal aanvangen ;2. wanneer men tot de herstelling van de dijkvijverszal overgaan ?AntwoordHet kasteel van Gaasbeek vormt een onvervangbaardeel van ons cultureel patrimonium dat volledig geconserveerdmoet blijven. In die zin zou de restauratievan dit patrimonium inderdaad moeten kunnen starten.Ik stel echter vast dat het restauratiedossier geenszinsklaar is voor uitvoering. Daarom heb ik opdracht gegevenom het restauratiedossier spoedig af te werkenzodat in 1993 de restauratie effectief kan starten.Derhalve kan ik antwoorden dat :1. de eerste fase zal aangevat worden van zodra hetrestauratiedossier is opgemaakt en goedgekeurd ;2. de dijken en vijvers eveneens zullen worden hersteld,indien nodig bij voorrang. In verband hiermeezal ik contact opnemen met de Gemeenschapsminister,bevoegd voor Monumenten en Landschappen.Vraag nr. 105van 24 juli 1992van de heer H. MARSOULGemeentelijk archiefambtenaar - Mogelijkheid tot opleidingKrachtens artikel 132 van de nieuwe gemeentewet dienende burgemeester en schepenen zorg te dragen voorde gemeentearchieven en dit - krachtens de archiefwet- onder toezicht van de algemene rijksachivarisof zijn gemachtigde.De meeste gemeenten dragen echter onvoldoende zorgvoor hun archieven : er is in veel gemeenten geengeschikte bewaarruimte, wat beschadiging of zelfs vernietigingvan archiefbescheiden meebrengt, en geen ofonvoldoende ordening met als gevolg tijdverlies bij betopzoeken van bescheiden. Nochtans wensen de meestegemeenten om allerlei redenen geen universitair geschooldearchivaris in dienst te nemen.Kan de Minister mij meedelen of er in Vlaanderenmogelijkheden bestaan om, bijvoorbeeld aan een bibliotheekschool,een diploma of getuigschrift van archiefambtenaar(hoger onderwijs) te behalen ?AntwoordHierbij meld ik het lid dat op het niveau van het HO-BU aan diverse instellingen in Vlaanderen het einddiplomavan een erkende leergang voor bibliotheekwetenschappenkan worden behaald (sociaal hoger onderwijsvan het korte type) . Na drie jaar kan men er heteinddiploma van gegradueerde in het bibliotheekwezenen de documentaire informatiekunde behalen.Voor meer informatie en adressen kan elkeen terechtop de infolijn van het Centrum voor Informatie enDocumentatie van mijn departement, Koningsstraat150, 1000 Brussel - telefoon 02/210.54.00.Vraag nr. 106van 31 juli 1992van de heer F. DE MANVoorlichtingsacties in het onderwijs - AIDSWelke voorlichtingsacties inzake AIDS worden momenteelin het onderwijs gevoerd en dit voor alle netten?Wordt de <strong>Vlaams</strong>e schoolgaande jeugd gewezen op degevaren van HIV-besmetting, en in welke cursussenkomt deze materie aan bod ?Zijn hiervoor speciale budgetten uitgetrokken ?AntwoordVolgens artikel 13 paragraaf 1 punt 6 van het besluit


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 499van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve van 30 juli 1985 betreffendede verplichtingen en de opdrachten inzake medischschooltoezicht, en houdende de erkenningsvoorwaardenen subsidiëring van equipes en centra voor medischschooltoezicht, behoort de gezondheidsvoorlichting en-opvoeding in het onderwijs tot de opdracht van deMST-equipes.Zowel de PMS-centra als de MST-equipes hebben erzich toe geëngageerd dat niemand het secundair onderwijsverlaat zonder kennis over AIDS te hebben gekregen.In de PMS-centra van het gemeenschapsonderwijs warener voor 1990-1991 specifieke projecten rond AIDS.De verpleegkundigen en de artsen werden belast metde voorlichting rond AIDS, in het bijzonder in hetsecundair onderwijs (lste en 2de graad), in samenwerkingmet de leraars zedenleer en godsdienst. Ze beschiktendaarvoor over uitgebreide documentatie entraining. Sindsdien werd de AIDS-problematiek behandeldals een deel van relationele opvoeding. Hetdoel blijft dat iedere leerling over objectieve informatierond AIDS beschikt.In de andere netten behoort deze voorlichting tot detaak van de MST-equipes (artsen en verpleegkundigen).Sinds 1992-1993 behoort deze voorlichting, netals in het gemeenschapsonderwijs, tot het geheel vande relationele opvoeding. Voor die voorlichting beschikkende equipes over een handboek, een video eneen training voor de leerkrachten.Volgens Caritas Catholica wordt er in hun MST-equipesminimum 5 procent van hun tijd uitgetrokken voorrelationele opvoeding en sexualiteit, waaronder AIDSvoorlichting.Bovendien krijgen de equipes toelagen voor bijscholingrond relationele opvoeding. Dit jaar namen bijna alleequipes deel aan een tweedaagse trainingscursus eneen studiedag rond relationele opvoeding. De administratieGezondheidsbeleid mag controleren of er werkelijkin alle scholen voorstellen voor (ondersteuningvan) activiteiten rond relationele opvoeding wordengedaan. Maar er zijn geen gegevens over hoeveel scholener juist van het aanbod gebruik maken.Vooral het katholiek onderwijs verkiest te wachten ophet verschijnen van het handboek bij het project : Laterbegint nu. Anderen werken met het sinds juni verschenenhandboek van het NSKO : Liefde leren.Er wordt in de administratie Gezondheidsbeleid ooknog gewerkt aan een stripverhaal, maar er is momenteelgeen geld voor de uitvoering hiervan.De algemene consensus blijkt te zijn dat de AIDS-problematiekniet los van relatievorming gezien en behandeldkan worden en daarom aan bod moet komen bijde opvoeding tot relatiebekwaamheid.Vraag nr. 107van 3 augustus 1992van de heer L. VAN NIEUWENHUYSENFranstalige kinderen in Nederlandstalig onderwijs teBrussel - Oprichting werkgroepNaar verluidt is de Minister akkoord gegaan met deoprichting van een werkgroep om de problemen rondde toeloop van Franstalige kinderen in het Nederlandstaligonderwijs te Brussel, te bekijken.1. Kan de Minister dit bericht bevestigen ?2. Wanneer zal de werkgroep desgevallend zijn werkzaamhedenaanvatten ?3. Werd er een tijdslimiet vooropgesteld om tot besluitente komen ?4. Zal de werkgroep ook voorstellen kunnen formuleren?5. Wie maakt er deel uit van de werkgroep ?6. Zullen gelijksoortige problemen in sommige taalgrensgemeentenook worden bestudeerd ?AntwoordIn antwoord op zijn vraag deel ik het lid mede dat zijninformatie inzake de vermeende oprichting van eenwerkgroep niet correct is.Vraag nr. 108van 3 augustus 1992van de heer L. Van NieuwenhuysenOnderwijs in Brussel en taalgrensgemeenten - Aanwezigheidvan anderstalige kinderenNiet alleen in Brussel kampt het kleuter- en lager onderwijsmet een aanzienlijke aanwezigheid van kinderenvan gemengde of homogeen anderstalige gezinnen.Ook in scholen van sommige taalgrensgemeenten zoudit verschijnsel zich voordoen. Mij werd onder meerverzekerd dat dit in Ottenburg (Overijse) het geval is,waar heel wat inwoners van Waver, tewerkgesteld ophet industrieterrein van Waver-Noord, hun kinderennaartoe sturen.Is de Minister op de hoogte van dergelijke gevallen ?Beschikt de Minister over gegevens waaruit per schoolhet aantal kinderen van anderstalige ouders blijkt ?Overweegt de Minister maatregelen om de pedagogischemoeilijkheden op te vangen die gepaard gaan metde aanwezigheid van een groot aantal anderstalige kinderen?AntwoordHet departement Onderwijs beschikt niet over cijfergegevenswaaruit per school het aantal leerlingen vananderstalige ouders blijkt.Ik wil wel stellen dat het kiezen voor een Nederlandstaligeschool door anderstalige ouders op zich een verheugendeevolutie is. Veel Franstalige ouders beseffendus dat het beheersen van de Nederlandse taal doorhun kinderen in veel opzichten een must is. Daarentegenblijkt dat de omgekeerde stroom van <strong>Vlaams</strong>e leerlingendie in Waalse scholen de lessen volgen nog veelgroter is. De scolarisatieratio’s in het recente onderzoekPage (Koning Boudewijnstichting) liggen voor


500 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Wallonië voor de leeftijd van 4 tot 15 jaar hoger dan100 %, wat betekent dat er veel kinderen die niet inde Franstalige Gemeenschap wonen, er school lopen.De situatie in de scholen van Brussel-Hoofdstad is opdit gebied wel anders dan in de andere <strong>Vlaams</strong>e scholen(scholen in taalgrensgemeenten inbegrepen). Doorde wijziging van de taalwet van het onderwijs in 1971hebben de ouders in Brussel-Hoofdstad - ongeachtde taal in het gezin - de vrije keuze hun kinderennaar een Franstalige of Nederlandstalige school te sturen(liberté du père de famille). Kinderen uit de restvan de <strong>Vlaams</strong>e en Franstalige Gemeenschap kunnener alleen school lopen in de scholen waar hun moedertaalde onderwijstaal is. Daar houdt de taalinspectiezorgvuldig toezicht op. In principe kunnen in de Nederlandstaligescholen in Brussel dus alleen kinderen uitFranstalige en taalgemengde gezinnen wonend in Brusselzelf, opgenomen worden.Uit een spoedtelling met leerlingengegevens op 1 februari1992 (<strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapscommissie teBrussel) bleek dat het percentage kinderen uit homogeenFranstalige gezinnen 28 procent is in het kleuteronderwijs,20 procent in het lager onderwijs en 3,3procent in het secundair onderwijs. Uit deze cijfersblijkt duidelijk dat Franstalige ouders verlangen dathun kinderen Nederlands leren in het basisonderwijs,daarna het Franstalig secundair onderwijs volgen endat deze tendens toeneemt.De probleemsituatie wordt duidelijk nog aangescherptdoor het aantal leerlingen uit homogeen anderstaligegezinnen (meestal migrantengezinnen) waarvan de percentagesrespectievelijk 15 procent voor het kleuteronderwijs,8,9 procent voor het lager en 2,6 procent voorhet secundair onderwijs zijn. Op deze leerlingen is echterreeds een pakket van maatregelen van toepassing,die in het kader van de voorrangsregeling migrantenzijn tot stand gekomen en waarop niet verder kan wordeningegaan.De <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapscommissie in Brussel heeftmet de bescheiden middelen waarover zij beschikt tweeprojecten opgezet om aan deze situatie tegemoet tekomen :- een GECO-project van 12 logopedisten die aan de<strong>Vlaams</strong>e scholen zijn toegevoegd voor taal- en uitspraaklessenaan de leerlingen ;- een project organisatie taallessen Nederlands aananderstalige ouders in een tiental scholen van allenetten.In elk geval kan niet worden overwogen de inschrijvingvan bedoelde leerlingen te voorkomen of te beperken.Zowel de internationale regelgeving (Europees Verdragvoor de rechten van de mens - richtlijnen enjurisprudentie van de EG) als de nationale wetgeving(grondwet, wet op de leerplicht, taalwetgeving) veronderstellendat de publieke overheden de door hen georganiseerdescholen moeten openstellen voor eeniederdie voor bedoelde school kiest. De in de Raad vanState gehanteerde normen geven aan dat dit zelfs voorhet gesubsidieerd vrij onderwijs ook het geval moetzijn.Het lijkt dan ook nodig dat scholen die met het probleemte maken hebben echt de grenzen van het Nederlandstaligekarakter van hun school eerbiedigen enanderstalige ouders daar ernstig over voorlichten. Ermoet ook worden gezocht naar tijdelijke opvangmaatregelenvoor de anderstalige leerlingen binnen de omkaderingvan de school zelf of eventueel erbuiten. DeMinister kan zich akkoord verklaren daarover met descholen te overleggen. Maar daarin kan men zeker nietver gaan, want het zou wel eens kunnen dat daardoordie scholen nog meer aantrekkingskracht krijgen vooranderstaligen.De Brusselse <strong>Vlaams</strong>e scholen zijn eigenlijk deels hetslachtoffer van hun vroegere promotiecampagnes opdit gebied.Cijfers over de omkadering kleuteronderwijs1991-19921. Verhouding gemiddelde aanwezigheid/lestijden :<strong>Vlaams</strong>e <strong>Vlaams</strong> BrusselGemeenschap GewestGemiddelde aanwezigheidLestijden207.035271.795200.201260.4126.834ll.383Gem. coëfficient perleerling 1,31 1,30 1,662. Verhouding gemiddelde aanwezigheid/leerkrachten: uitgaande van 24 als aantal uren per leerkrachtkan volgende verhouding geschetst worden.2.1<strong>Vlaams</strong>eGemeenschap<strong>Vlaams</strong>GewestBrusselDaarbij moet worden opgemerkt dat de <strong>Vlaams</strong>e scholenvan Brussel-Hoofdstad wegens hun speciale situatiein het basisonderwijs van gunstnormen genieten, waardoorde omkadering er groter is dan in de anderescholen van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap (cfr. vergelijkendegegevens in bijlage hieronder).Binnen die omkadering kan worden gezocht om viaspeciale regelingen en inschakeling van taakleraars eenaantal problemen op te lossen. Ik moet echter toegevendat dit een moeilijke opdracht is en dat daardoor alleszinshet Nederlandstalige karakter van de scholen nietmag verminderen of verdwijnen.LestijdenLeerkrachten2.2Gemiddelde aanwezigheidLeerkrachtenGem. aantal leerlingen/leerkracht271.795ll.324<strong>Vlaams</strong>eGemeenschap260.41210.850<strong>Vlaams</strong>Gewestll.383474Brussel207.035 200.201 6.834ll.324 10.850 47418,28 18,45 14,41


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 501Cijfers over de omkadering lager onderwijs1991-19921. Verhouding leerlingen/lestijden :<strong>Vlaams</strong>e <strong>Vlaams</strong> BrusselGemeenschap GewestLeerlingen 406.376 396.870 9.506Lestijden 604.660 587.064 17.596Gem. coëfficiëntper leerling 1,48 1,47 1,852. Verhouding leerlingen/leerkrachtenn :uitgaande van24 als aantal uren per leerkracht kan volgende verhoudinggeschetst worden.2.1LestijdenLeerkrachten2.2LeerlingenLeerkrachtenGem. aantal leerlingen/leerkracht<strong>Vlaams</strong>eGemeenschap<strong>Vlaams</strong>Gewest604.660 587.06425.194 24.461<strong>Vlaams</strong>eGemeenschapVraag nr. 109van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERS<strong>Vlaams</strong>Gewest406.376 396.87025.194 24.46116,12 16,22Administratie - Controle en inspectieBrussel17.596733Brussel9.50673312,96Met betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie- en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?2. Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?3. Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?4. Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?5. In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.AntwoordGelet op de aard en de diversiteit van de gevraagdegegevens, kunnen deze onmogelijk verstrekt wordenbinnen het kader van de doelstellingen van schriftelijkevragen, zoals bedoeld in het Reglement van de <strong>Vlaams</strong>eRaad, en van de reglementair vastgestelde termijnwaarbinnen deze vragen dienen te worden beantwoord.Ik vestig er de aandacht van het lid op dat sommigevan zijn (sub-)vragen de opsomming vereist van bijwet, decreet en/of besluit vastgestelde opdrachten,structuren en personeelsformaties van de talrijke inspectie-en controlediensten, ressorterend onder de bevoegdheidvan de <strong>Vlaams</strong>e Executieve.Andere deelvragen zijn gericht op het verkrijgen vanlouter statistische informatie die wegens de specifiteitniet steeds en voor alle inspectie- en controleorganenzomaar voorhanden is.Niettemin kan ik het lid meedelen dat, in de mate vanhet mogelijke, en binnen redelijke termijn, door elklid van de Executieve een rechtstreeks antwoord zalworden verstrekt.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN VERKEER,BUITENLANDSE HANDEL ENSTAATSHERVORMINGVraag nr. 59van 24 juli 1992van de heer L. APPELTANSOpenbare werken - Bedragen voor wegeninfrastructuurWelke bedragen werden voor openbare werken, postwegeninfrastructuur, jaarlijks uitgetrokken enerzijds inde begrotingen 1984 tot op het ogenblik van de overdrachtvan deze bevoegdheid aan de gewesten, en anderzijdsin de werkelijke uitgaven zoals terug te vindenin de rekeningen ?De cijfers omvatten ten eerste, de totale bedragen voorhet land en de verschillende regio’s, ten tweede, debedragen opgedeeld per provincie. Deze vraag betreftuitsluitend de post wegeninfrastructuur.AntwoordDeze vraag heeft betrekking op een aangelegenheiddie thans onder de bevoegdheid van de Gemeenschapsministervan Openbare Werken, Ruimtelijke Ordeningen Binnenlandse Aangelegenheden, T. Kelchtermans,ressorteert.


502 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992GEMEENSCHAPSMINISTER VANTEWERKSTELLING EN SOCIALEAANGELEGENHEDENVraag nr. 22van 17 juli 1992van de heer L. BARBEAanwezigheid van asbest in gebouwen - OnderzoekenDe laatste jaren komt steeds meer aan het licht dat inveel gebouwen het gevaarlijke asbest gebruikt is. Hetkomt erop aan de aanwezigheid van asbest in gebouwentijdig op te sporen en de nodige maatregelen tenemen.De bescherming van de niet-werknemers valt onder debevoegdheid van de gemeenschappen. De beschermingvan de werknemers valt onder de bevoegdheid van de(nationale) Minister van Arbeid en Tewerkstelling.Het koninklijk besluit van 22 juli 1991 verplicht dewerkgevers een inventaris te maken van alle asbest enasbesthoudende materialen die aanwezig zijn in de gebouwenwaar werknemers tewerkgesteld zijn. Gezienhet hier dus enkel gaat om gebouwen waar werknemerstewerkgesteld zijn, betekent dit dat een gebouw metkantoren wél onderzocht moet worden op asbest, maareen gebouw met flats niet. Gezien er ook veel woningenzouden zijn waar asbest is gebruikt lijkt het aangewezenook op dit vlak maatregelen te nemen.Voor gebouwen waar naast werknemers ook publiekvertoeft (bioscopen, zwembaden . . . ) hebben de nationaleMinister van Tewerkstelling en Arbeid en de bevoegdeGemeenschapsminister elk hun eigen specifiekeverantwoordelijkheid.1. Wordt er systematisch onderzoek uitgevoerd naarde aanwezigheid van asbest in woningen ? Wat zijnhiervan de belangrijkste resultaten ?2 Wordt er systematish onderzoek uitgevoerd in gebouwendie voor het publiek toegankelijk zijn zoalsbioscopen, zwembaden, scholen, . . . ? Wat zijn hiervande belangrijkste resultaten ? Hoe verloopt decoördinatie met de nationale Minister van Tewerkstellingen Arbeid ?AntwoordEr werd in Vlaanderen noch in woningen noch in openbaregebouwen op systematische wijze door de overheideen onderzoek naar de aanwezigheid van asbestuitgevoerd.Een initiatief in die zin werd in het begin van de jarentachtig wel genomen in de schoot van het Instituutvoor Hygiëne en Epidemiologie maar het werd nooitin uitvoering gebracht.Gevallen van gespoten asbest in woningen zijn ons nietbekend en zo er dergelijke gevallen bestaan mag mener toch van uitgaan dat het probleem kwantitatief beperktzal zijn.Een haalbare methode voor een systematischering ligt hoe dan ook niet voor de hand.opspo-Anders is het met de openbare gebouwen waar de kansop het risico groter is en waar men door het naslaanvan het lastencohier van de uit te voeren werken endoor een inspectie ter plaatse de gevallen moeten kunnenopsporen, dit op voorwaarde evenwel dat de betrokkeninstellingen en eigenaars bereid zijn hierbijhun medewerking te verlenen.Vraag nr. 23van 17 juli 1992van de heer L. BARBELoodverfintoxicatie bij kinderen - Onderzoek en maatregelenUit een recente studie van het Instituut voor Hygiëneen Epidemiologie blijkt dat er in Brussel grote problemenzijn inzake loodverfintoxicatie bij kinderen. Hetgaat hier om kinderen uit kansarme wijken met oudehuizen waar nog veel loodverf aanwezig is. Meer dan10 procent van de kinderen bleek ernstig besmet tezijn. In andere steden en gemeenten bevinden zichechter ook tal van oude huizen waar loodverf gebruiktis. In een kranteartikel wordt trouwens vermeld dat“gelijkaardig onderzoek in Antwerpen met quasi identiekeresultaten erop wijst dat het probleem zich overalin België voordoet. ”1. Welk gezondheidsonderzoek is er reeds uitgevoerdbij kinderen in risicowij ken voor loodverfintoxicatie? Wat zijn daar de belangrijkste resultaten van ?2. Tegen wanneer zal men een volledig beeld hebbenvan het loodprobleem in deze wijken ?3. Welke maatregelen neemt de Minister om dit probleemop te lossen ?4. Is er overleg met de Minister bevoegd voor huisvestingom deze probleemwijken prioritair te saneren ?AntwoordIn 1983 werden in de stad Antwerpen de eerste gevallenvan loodverfintoxicatie ten gevolge van pica-gedragvastgesteld.In 1987 werd in de wijk Plantin-Moretus in Borgerhouteen screeningsonderzoek uitgevoerd via de scholen.Hierbij bleek dat 4 procent der gescreende kinderenverhoogde loodwaarden in het bloed vertoonde.Tijdens het schooljaar 1989-1990 werd een tweede studieuitgevoerd in Antwerpen Zuid. Deze maal werdenbenevens de kinderen van kleuterscholen ook, met demedewerking van Kind en Gezin, deze van peutertuinen,kinderkribben en consultatiebureaus voor hetJonge Kind onderzocht. Bij de kinderen van deze laatstegroep werd tot 6,7 procent verhoogde loodwaardenaangetroffen. Bij de kinderen van de kleuterscholenwaren de cijfers beduidend lager. Dit heeft blijkbaarte maken met de leeftijdsgebondenheid van het picagedrag.Bij kinderen waar een verhoogd loodgehalte werd vastgesteldwerd een woningonderzoek uitgevoerd en werdzo nodig geadviseerd de loodhoudende en afschilferdeverf deskundig te verwijderen.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 503Andere studies werden niet uitgevoerd.Het is evenwel duidelijk dat dergelijke screeningsonderzoekengeen volledig beeld van de toestand in debetrokken wijk kunnen geven en dat het slechts eenmomentopname betreft van een evoluerend gebeuren.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN FINANCIENEN BEGROTING,GEZONDHEIDSINSTELLINGEN, WELZIJN ENGEZINVraag nr. 37van 7 juli 1992van de heer F. VERMEIRENGezins- en bejaardenhulp - SubsidiesDe <strong>Vlaams</strong>e Regering kent subsidies toe aan instellingenen organisaties die zich inlaten met gezins- enbejaardenhulp.Hoeveel uren op jaarbasis worden door de <strong>Vlaams</strong>eExecutieve voor dergelijke gezins- en bejaardenhulpgesubsidieerd ?Hoeveel uren worden toegekend aan de diverseOCMW’s in het <strong>Vlaams</strong>e Gewest ?Hoeveel uren worden toegekend aan de andere organisatiesen verenigingen die hierop aanspraakkunnen maken ?AntwoordIn 1992 subsidieert de <strong>Vlaams</strong>e Executieve een contingentvan 10.856.153 uren aan erkende dienstenvoor gezins- en bejaardenhulp, zonder rekening tehouden met een eventuele uitbreiding voor 1992.De openbare diensten (voornamelijk OCMW’S)hebben in 1992 een contingent van 2.12.116 urentoegekend gekregen.De private diensten beschikken over een contingentvan 8.731.037 uren.Vraag nr. 38van 8 juli 1992van de heer M. OLIVIER .Voorzieningen VFSIPH - CumulatieregelingHet koninklijk besluit van 30 maart 1973 tot bepalingvan de te volgen gemeenschappelijke regels voor devaststelling van de toelagen per dag toegekend vooronderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigenen voor gehandicapten geplaatst ten laste van deopenbare besturen, werd opgeheven met ingang van 1januari 1990, voor zover het geen betrekking heeft ophet Fonds voor medische sociale en pedagogische zorgvoor gehandicapten.Dit koninklijk besluit, het besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executievevan 20 december 1989 en het ministerieel besluitvan 18 juni 1975 bepalen dat respectievelijk vanaf1975 voor de internaten en, vanaf 1977 voor de semi-internaten,dat deel van de bezoldigingen en werkgeversbijdragendat de bedragen overschrijdt die ten lastegenomen worden door de openbare besturen voor eenvolledige dagtaak, behoudens de toegelaten overurenen prestaties verricht in het kader van het onderwijsvoor sociale promotie, niet meer ten laste worden genomen.Als overgangsmaatregel wordt het deel van de bezoldigingenen van de wettelijke patronale lasten van depersoneelsleden die vóór 1 augustus 1975 in dienst warenin een inrichting en bovendien een andere bezoldigdefunctie uitoefenen, niet afgetrokken van de werkelijkeuitgaven.Graag vernam ik van de Minister :1. a.b.2. a.b.3. a.b.Antwoordwelke cumulatiebepalingen van toepassing zijnwanneer bijvoorbeeld een leerkracht BSO zijnfull-time opdracht in het onderwijs cumuleertmet een taak van een aantal uren als opvoederin een MPI ;of het hier gaat om de cumulatieregeling geldigvoor het Fonds 81, nu <strong>Vlaams</strong> fonds voor SocialeIntegratie van Personen met een Handicap(VFSIPH), of om de cumulatieregeling van toepassingin het onderwijs ;welke cumulatiebepalingen gelden wanneer eenpersoneelslid van een MPI zijn full-time opdrachtMPI combineert met een aantal uren in een voorzieningkaderend onder het VFSIPH ;welke cumulatieregeling van toepassing is voorbeschutte werkplaatsen en centra voor beroepsopleiding;welke cumulatiebepalingen gelden wanneer eenpersoneelslid van een MPI zijn full-time opdrachtcombineert met een aantal uren in een andereMPI ;waar men van de dagprijs zal aftrekken wat debetrokkene boven zijn/haar fulltime presteert.Zoals het lid aangeeft is de bepaling inzake de beperkingvan de cumul nog steeds van toepassing op hetFonds voor medische, sociale en pedagogische zorgvoor gehandicapten (Fonds 81). Hierdoor worden debezoldigingen en werkgeversbijdragen die uitstijgenboven de bedragen voor een volle dagtaak niet tenlaste genomen. Het Fonds 81 heeft aldus steeds deprestatieduur als referte genomen.Hierbij het antwoord op de verschillende vragen.1. Een voltijdse opdracht in het BSO is, gezien vanuithet Fonds 81, niet cumuleerbaar met een taak vaneen aantal uren als opvoeder in een MPI. Voor decumulatieregeling van toepassing in het onderwijsverwijs ik naar mijn collega de heer L. Van denBossche.


504 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19922. Het Fonds 81 zal nagaan welke prestaties betrokkene(uitgedrukt in breukvorm) verricht in een beschuttewerkplaats of een centrum voor beroepsopleidingen de subsidieerbare loonkost herleiden infunctie van een voltijdse prestatie in de betrekkingdie bij het Fonds 81 subsidieerbaar is.Het VFSIPH kent geen reglementaire bepalingeninzake cumulregeling die van toepassing is voor beschuttewerkplaatsen en centra voor beroepsopleiding.3. Een full-time opdracht in een MPI kan niet gecombineerdworden met een aantal uren in een anderMPI.De prestaties boven een voltijdse betrekking zullenin mindering gebracht worden in de dagprijs van deinrichting waar betrokkene het laatst in dienst isgekomen.Vraag nr. 39van 8 juli 1992van de heer J. VALKENIERSGezondheidsinstellingen - Subsidie-aanvragenGraag vernam ik hoeveel subsidie-aanvragen op ditogenblik reeds werden ingediend voor nieuwe gezondheidsinstellingen.In hoeveel gevallen werd er een positief en in hoeveelgevallen een negatief antwoord gegeven ? Hoeveelaanvragen worden nog in beraad gehouden ?Kunnen deze gegevens eventueel per regio bezorgdworden ?AntwoordVooraf wens ik de bedenking te maken dat de vraagin zeer algemene termen is gesteld en op verschillendewijzen geïnterpreteerd kan worden.Ik veronderstel in mijn antwoord dat met gezondheidsinstellingendie instellingen bedoeld zijn die onder mijnbevoegdheid ressorteren : algemene ziekenhuizen,rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische ziekenhuizen,psychiatrische verzorgingstehuizen, plaatsen voorbeschut wonen en centra voor geestelijke gezondheidszorg.Met subsidie-aanvragen voor nieuwe gezondheidsinstellingenneem ik aan dat hiermee aanvragen wordenbedoeld voor nieuwbouw en niet voor herconditioneringswerken.Binnen de gezondheidssector is de oprichting en eventuelesubsidie van nieuwe instellingen gebonden aaneen programmatie en afhankelijk van de budgettairemogelijkheden. Dit heeft tot gevolg dat slechts in beperktemate nieuwe instellingen opgericht worden.Ingevolge de reconversie binnen de psychiatrische sectoren de introductie van een nieuwe type instellingmet specifieke normen, namelijk het psychiatrisch verzorgingstehuis,worden op dit ogenblik vooral aanvragenvoor subsidiëring van deze instellingen ingediend.Momenteel zijn er 14 aanvragen ingediend.Regio Aantal positief negatief ’aanvragenbe:adAntwerpen 4 1 - 3Brabant 2 - - 2Limburg 1 - - 1Oost-Vlaan- 4 - - 4derenWest-Vlaan- 3 1 - 2derenTotaal 14 2 - 12Wat de plaatsen voor Beschut Wonen betreft zijn ergeen subsidies door de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap voorzien.Het volgend aantal aanvragen voor nieuwe centra voorgeestelijke gezondheidszorg werden ingediend. Geletop de beperkte budgettaire ruimte zal hieraan in denabije toekomst geen gunstig gevolg gegeven wordenen worden deze vragen in beraad gehouden.RegioAantal aanvragenAntwerpen 1Brabant 2Limburg 1Oost-Vlaanderen 1West-VlaanderenTotaalInzake de algemene ziekenhuizen zijn er in het kadervan de fusie van bestaande algemene ziekenhuizeneveneens enkele aanvragen ingediend voor de nieuwbouwvan een nieuw ziekenhuis. Deze kunnen eventueeleveneens als een nieuwe gezondheidsinstelling beschouwdworden. Op dit ogenblik zijn er in totaal 7aanvragen ingediend voor de bouw van een nieuw ziekenhuis.Deze aanvragen betreffen projecten die, opéén na, nog niet in uitvoering zijn.Regio Aantal positief negatief ’aanvragenbe:adAntwerpen 1 1 - -Brabant - - - -Limburg 4 3 - 1Oost-Vlaan- - - - -derenWest-Vlaan- 2 1 - 1derenTotaal 7 5 - 227


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 505Vraag nr. 41van 7 augustus 1992van mevrouw M. VOGELSBegeleid wonen - Verwarring rond statuut van samenwonendeIn antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 20 van29 april 1992 (Vragen en Antwoorden, <strong>Vlaams</strong>e Raad,BZ 1992, nr. 7 van 9 juni 1992, blz. 286) over hetstatuut van samenwonende voor mentaal gehandicaptenin een begeleid-wonenproject, stelde de Minister:“Gezien de gehandicapten die verblijven in gemeenschapshuizengeen relationele of familiale bandenhebben, kan de ene persoon financieel niet instaanvoor de andere. Ze kunnen dan ook moeilijk als samenwonendenbeschouwd worden. Om dit probleemop te lossen heb ik op 27 april 1992 een brief verstuurdaan collega mevrouw Leona Detiège, Gemeenschapsministervan Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden,met het verzoek dringend een oplossing te zoeken.De verdere afhandeling van het probleem ressorteertdus onder de bevoegdheid van collega Detiège,Gemeenschapsminister van Tewerkstelling en SocialeZaken. ”In antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 18 van15 juni 1992 (Vragen en Antwoorden, <strong>Vlaams</strong>e Raad,BZ 1992, nr. 9 van 6 juli 1992, blz. 358) die ik daaroprichtte tot mevrouw Detiège, blijkt wat ik al vermoedde,met name dat zij ter zake geen enkele bevoegdheidheeft. Inmiddels kreeg ik wel antwoord op de gelijksoortigevraag nummer 21 die ik op 4 mei stelde aande nationale Minister van Tewerkstelling en Arbeid.Uit het antwoord blijkt duidelijk dat de Minister opgeen enkele wijze wenst rekening te houden met despecifieke situatie van de begeleid-wonenprojecten. Zijstelt immers dat een persoon wonend in een gemeenschapshuisdie gemeenschappelijke belangen heeft metde andere bewoners door gebruik te maken van gemeenschappelijke voorzieningen en diensten, als samenwonendedient te worden beschouwd. Op basisvan dit antwoord wil ik de Minister opnieuw wijzen opde onhoudbare situatie voor een aantal begeleid-wonenprojectenen voor bewoners van zulke gemeenschapshuizen.Welke initiatieven worden door de Minister genomenom deze situatie te veranderen ?AntwoordIn opvolging van dit dossier (zie vorige schriftelijkevraag nr. 20 van 29 april 1992) werd op 7 juli 1992eveneens een brief verstuurd aan mevrouw Smet, Ministervan Tewerkstelling en Arbeid.erkend onder hetalleenstaanden.Fonds 81, beschouwd worden alsIn afwachting van een regeling op dit vlak, die uiteraardbuiten mijn bevoegdheid ligt, maar waar ik bij deMinister van Tewerkstelling en Arbeid ten zeerste opaandring, kan een oplossing geboden worden via eenaanvullend bestaansminimum door het OCMW. Hierbijzal de beoordeling van het plaatselijke OCMW uiteraardvan doorslaggevende aard zijn. De dienstenBegeleid Wonen zullen op deze mogelijkheid attentgemaakt worden.B. Vragen waarop werd geantwoord na het verstrijkenvan de reglementaire termijn (Regl. art. 74, 5)VOORZIlTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN ECONOMIE,KMO, WETENSCHAPSBELEID, ENERGIE ENEXTERNE BETREKKINGENVraag nr. 27van 29 juni 1992van de heer A. DENYSSamenstelling kabinet - Normen en gegevensDe samenstelling en de werking van de kabinetten opnationaal niveau worden geregeld door een koninklijkbesluit dat regelmatig wordt gewijzigd en aangevuld.Ook de leden van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve hebben bijhet aantreden van de huidige bewindsploeg een aantalafspraken gemaakt wat het aantal kabinetsmedewerkersbetreft.1. a.b.CWelke criteria en normen worden momenteelgehanteerd bij de samenstelling van een kabinet?Hoeveel kabinetsmedewerkers (per niveau) magelke Minister aanwerven ?Bestaat er een richtlijn wat betreft het aantalgedetacheerden ten opzichte van het aantal personeelsledenaangeworven uit de privé-sector ?Zo ja, welke aanbeveling wordt in dit verbandgegeven ?Ik blijf bij het standpunt dat binnen het begeleid wonende ene persoon financieel niet kan instaan voor deandere. Ik heb dan ook een regeling bepleit, conformdeze voor individuele tegemoetkomingen aan gehandicapten,waarbij personen verblijvend in een instelling2.Betreffende de samenstel1ing van elk kabinet afzon-derlij k vernam ik graag :a. het totaal aantal personeelsledende respectievelijke niveaus ;verdeeld over


506 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992b.het aantal personeelsleden, uitgesplitst per niveau,aangeworven uit :- de departementen ;- andere openbare diensten ;- de privé-sector ;VICE-VOORZITTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN LEEFMILIEUEN HUISVESTINGC.dN.B.Antwoordhet aantal personeelsleden aangeworven in hetkader van bijzondere tewerkstelling (GESCO,stagiair, . ..) ;de eventueel door de privé-sector of openbaresector gratis ter beschikking gestelde personen.: Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.De samenstelling en de werking van de ministeriëlekabinetten van de Gemeenschapsministers werd geregeldbij besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve van 5 februari1992 (Belgisch Staatsblad van 18 februari 1992),gewijzigd door het besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executievevan 29 april 1992 en door omzendbrief VE 92/22 van5 februari 1992 en 13 mei 1992.2 a, b. Ik stuur het lid in bijlage een tabel van hetaantal kabinetsleden en -medewerkers per kabinetverdeeld over de 4 niveaus die onderverdeeld zijnin :- departement <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap : gedetacheerdepersoneelsleden van het Ministerie vande <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap of van een parastataleA die afhangt van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapen/of het <strong>Vlaams</strong>e Gewest ;- openbare dienst : gedetacheerde personeelsledenvan een openbare dienst, andere dan hetMinisterie van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap of eenparastatale A die afhangt van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapen/of het <strong>Vlaams</strong>e Gewest, waarvoorde terugbetaling van de wedde plus eventueelde werkgeversbijdrage voorzien is ;- kabinetstoelage als wedde : aangestelde personeelsledendie een als wedde geldende kabinetstoelagegenieten ;- studiecontract : personen die aangeworven zijnbij studieovereenkomst op basis van artikel 3van het besluit van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve van5 februari 1992.2, c. Buiten de in voornoemde tabel aangestelde ofgedetacheerde personeelsleden werd er niemandaangeworven in het kader van een bijzonderetewerkstelling.2, d. Er werd geen enkel personeelslid gratis ter beschikkinggesteld door de privé- of openbare sector.Vraag nr. 198van 6 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHWaterzuiveringsstation in Lot - Gebrekkige functioneringHet waterzuiveringsstation op de Laekebeek in Lotzou niet naar behoren functioneren. Het zou moetenworden uitgebreid en verbouwd.Dit is op zichzelf geen opzienbarend nieuws, was hetniet dat het nog maar amper een jaar geleden volledigis vernieuwd. Het waterzuiveringsstation in de Denysstraatin Lot was een paar tientallen jaren in onbruiktot het vorig jaar volledig werd gerenoveerd. Desondankszou het niet naar behoren werken en bestaan erplannen om het te verbeteren.Kan de Minister mededelen welke problemen zichvoordoen en welke oplossingen mogelijkerwijze genomenkunnen worden om de toestand te verhelpen ?AntwoordDe rioolwaterzuiveringsinstallatie van Lot (Beersel) isin 1990 gerenoveerd. Deze installatie loost een primaeffluent in de Zenne en niet in de Laekebeek zoals inde vraag wordt gesuggereerd. Wel kwam vroeger eendeel van het afvalwater in de Laekebeek terecht doorhet niet functioneren van een pompstation (eigendomvan de gemeente).Het bestek voor de renovatie van de installatie in deAlbert Denysstraat werd opgesteld begin 1989. Dewerken hadden betrekking op elektromechanische onderdelen(opvoerpomp, rooster, sproeiarmen.. .) . Aanhet bouwkundig gedeelte werden weinig of geenwerken gepland. Het renovatiedossier werd aanbesteedop 30 juni 1990. De laagste inschrijving bedroeg6526.155 frank (inclusief BTW). Dit betekent dat voor1.100 frank/IE een installatie weer operationeel gemaaktwerd. Bij de bouw van een nieuwe installatiebedraagt de investeringskost 6.000 à 10.000 frank/IE.De werken werden op 22 maart 1991 voorlopig opgeleverd.De definitieve oplevering had plaats op 25 mei1992. Sindsdien werkt de installatie zeer behoorlijk(BOD effluent < 5 mg/l). De efficiëntie zou nog verhoogdkunnen worden door het ruimen van een hoofdrioleringdoor de gemeente Beersel.Momenteel wordt dus op de RWZI in Lot alleen afvalwatervan het gebied ten westen van het kanaal Brussel-Charleroiaangevoerd (deel St.-Pieters-Leeuw enLot), van het oostelijk deel (tussen kanaal en E 19)komt niets binnen wegens bovengenoemde verstopping.De geplande uitbreiding van de installatie heefteen totaal andere reden dan het slecht functioneren(wat niet het geval is) van de zuiveringsinstallatie inde Albert Denysstraat.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 507Door de dienst Planning van de VMM werd in 1991het Algemeen Waterzuiveringsprogramma voor hetstroomgebied van de Zenne opgesteld.Uit de economische vergelijking van de verschillendeopgestelde scenario’s blijkt het rendabelst te zijn deafvalwaters van Halle, St.-Genesius-Rode, Beersel eneen deel van Ruisbroek samen te zuiveren in één grotezuiveringsinstallatie.De installatie voor de zuivering van de afvalwaters vanHalle, St.-Genesius-Rode, Beersel en een deel vanRuisbroek zal van de grootteorde van 60.000 IE moetenzijn. Daar de huidige installatie in Lot slechts gebouwdwerd voor 6.000 IE is het dus noodzakelijk dathetzij de bestaande installatie uitgebreid wordt, hetzijer een totaal nieuwe installatie van 60.000 IE zou wordengebouwd. Deze grote of vergrote installatie zaloperationeel zijn in 1996.Zoals uit voorgaande blijkt wordt de mogelijke aanpassing(of nieuwbouw) van de installatie niet opgedrongendoor een slecht functioneren van de huidige, gerenoveerdeinstallatie maar doordat er in de toekomstmeer dan 10 x zoveel afvalwater zal moeten wordenbehandeld.Vraag nr. 211van 15 juli 1992van mevrouw L. MAXIMUSAuto’s met catalysator - Gevolgen voor mens en milieuPer 1 januari 1993 wordt de catalysator verplicht vooralle auto’s die worden aangedreven door een benzinemotor.Sinds 1 januari 1990 geldt deze verplichtingreeds voor voertuigen met een benzinemotor van meerdan 2.000 cc. De toename van het aantal catalysatorenbrengt een gelijklopende stijging van het gebruik vanloodvrije benzine met zich mee. Een aantal van dezewagens kwam sindsdien op de schroothoop terecht. Ditaantal zal stijgen en binnen afzienbare tijd zal het aantalcatalysatoren dat afgeschreven is jaarlijks enkelehonderdduizenden bedragen.1. Welke milieubelasting veroorzaken deze catalysatoreneventueel doordat ze in de toekomst massaalop de schroothoop terecht zullen komen ?2. Aan welk gevaar stellen pomp- en garagehouderszich bloot bij het werken met loodvrije benzinewaaraan andere produkten worden toegevoegd ? Ishierover studiewerk verricht sinds 1990 ?AntwoordDe auto-uitlaatcatalysatoren bevatten volgende edelmetalen: platina, palladium of rhodium. Naast hunspecifieke eigenschappen als edelmetalen hebben zijeveneens catalytische eigenschappen die hen geschiktmaken voor het gebruik in auto-uitlaatcatalysatoren.Vervangprodukten zijn hiervoor tot op heden niet gekend.Hun terugwinning is technisch mogelijk.De aanwezigheid van edelmetalen maken de recuperatievan catalysatoren commercieel aantrekkelijk. Hierbijmoet echter opgemerkt worden dat de prijs wel zalfluctueren afhankelijk van de grondstofprijs van deedelmetalen.Auto-uitlaatcatalysatoren komen op twee wijzen in hetafvalstoffenstadium :- bij de vervanging van de catalysator door een nieuwe,op een voertuig dat in gebruik blijft ;- samen met een voertuig dat het einde van haargebruiksperiode bereikt heeft.Derhalve worden afgedankte catalysatoren bij vervangingopgebulkt tot partijen van minimum 500 kg alvorensvoor terugwinning te worden aangeboden. Catalysatorenop voertuigwrakken worden eveneens opgevangenmet het oog op terugwinning van de edelmetalengelet op het feit dat de prijs per kilogram catalysatorhoger ligt dan de prijs per kilogram voertuigwrak.In België worden op dit ogenblik door bedrijven initiatievengenomen om een efficiënte inzameling in functievan de terugwinning van de edelmetalen op punt testellen.Wegens het inerte karakter van edele metalen onderhun metalische vormen, het feit dat deze metalen zeldzaamzijn of in sterk verdunde toestand voorkomen enhet feit dat enkele metalen chemisch in hun metallischevorm kunnen worden omgezet, is er vandaag nog weinigsprake van mogelijke schadelijke effecten voor hetleefmilieu.Daar de tweede vraag betrekking heeft op de mogelijkegezondheidsrisico’s van blootstelling aan benzine-additievenop de arbeidsplaats, een aangelegenheid die niettot mijn bevoegdheid behoort, ben ik genoodzaakt hetlid door te verwijzen naar de Minister bevoegd voorArbeid en Tewerkstelling.Vraag nr. 214van 31 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHVerbrandingsoven voor huishoudelijk afval in <strong>Vlaams</strong>-Brabant - VestingingsplaatsZowat 2 jaar na de definitieve afwijzing van Grimbergenals vestigingsplaats voor een megaverbrandingsovenvoor huishoudelijk afval, zorgen de nieuwe voorstellenvan de intercommunale Haviland opnieuw voorberoering in de gemeenten van <strong>Vlaams</strong>-Brabant.Ondanks de pogingen die in het nabije verleden werdengedaan om andere initiatieven te starten voor deverwerking van droog huishoudelijk afval, blijft Havilandbij haar oude voorstel om een verbrandingsovente bouwen in Vilvoorde.De gemeenteraad van Kapelle-op-den-Bos heeft gestemdvoor een motie tegen de vestiging van een verbrandingsovenin de regio Grimbergen-Vilvoorde eneen eventuele verlening van een stortvergunning in hetBos van Aa.1. Waar zal de verbrandingsoven in <strong>Vlaams</strong>-Brabantworden geplaatst ?2. Binnen welke termijn zal dit gebeuren ?


508 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19923. Zal de Minister een stortvergunning verlenen voorhet Bos van Aa ? Wat is zijn standpunt hieromtrent?Antwoord1. Het door de <strong>Vlaams</strong>e Executieve goedgekeurde afvalstoffenplan1991-1995 bepaalt dat in <strong>Vlaams</strong>-Brabantin dezelfde periode een verbrandingsoven voorhuisvuil zal worden gebouwd. Om scheidingsinstallatiesen recuperatie-initiatieven een kans te gevenom aan te tonen dat ze economisch leefbaar zijn,heb ik in mijn beleidsbrief aan de <strong>Vlaams</strong>e Raadvan 24 april 1992 geen bijkomende verbrandingscapaciteitgepland. Een vervangingscapaciteit kan welgekoppeld worden aan het sluitingsprogramma vanbestaande verbrandingsovens, zoals bepaald in hetafvalstoffenplan 1991-1995.Voor verschillende alternatieve lokaties voor eenverbrandingsoven in <strong>Vlaams</strong>-Brabant werd eenMER-studie opgesteld. Over de mogelijke vestigingsplaatsmoet nog overleg gepleegd worden.Mijn beslissing ter zake zal afhangen van de dwingendemaatregelen die moeten worden genomen omhet huisvuil van <strong>Vlaams</strong>-Brabant te kunnen verwerkenen zal zeker vóór het einde van 1993 genomenworden.Het komt de bestendige deputatie van Brabant toehierover een beslissing te nemen. Indien er beroepwordt aangetekend zal ik pas mijn standpunt bepalenna kennis genomen te hebben van alle elementenvan het dossier en van betrokkenen.Ten slotte wens ik duidelijk te stellen dat de problematiekvan Halle-Vilvoorde me verontrust.Indien op arrondissementeel vlak geen consensus overeen oplossing kan worden bereikt, zal ik in het algemeenbelang mijn verantwoordelijkheid ter zake nemen.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN OPENBAREWERKEN, RUIMTELIJKE ORDENING ENBINNENLANDSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 190van 1 juni 1992van de heer J. PEETERSDoortocht Veerle (Laakdal) - Plannen voor ringMeer dan 25 jaar geleden gingen er voor het eerstplannen rond voor de omlegging van de gewestwegGeel-Diest ter hoogte van Veerle-dorp (Laakdal) doormiddel van een ring. Plannen die indertijd geen uitvoeringkregen.Volgens recente persberichten zou het gemeentebestuurof de burgemeester/schepencollege van Laakdalonlangs bij Openbare Werken aangedrongen hebbenop een heropening van dit dossier.Daarom volgende vragen :1. Werd er vanuit Laakdal inderdaad de vraag gesteldom de aanleg van de ring rond Veerle opnieuw teoverwegen ? Wanneer ? Met welke argumenten envoor welk tracé ?2. Welk gevolg werd aan dit verzoek gegeven, of wordteraan gegeven ?3 Welke alternatieve plannen heeft OpenbareWerken om de doortocht door Veerle-dorp leefbaarderen veiliger te maken ? Voor wanneer is deuitvoering gepland ?AntwoordHet gemeentebestuur van Laakdal heeft op 14 februari1992 gevraagd om de omleiding te realiseren volgenshet tracé zoals dit voorkomt op het goedgekeurde gewestplan.Ik heb me dan ook voorgenomen de wegeninfrastructuurop een optimale wijze uit te bouwen. Vanuit dezezorg heb ik een behoeftenanalyse inzake veiligheid enleefbaarheid van de wegeninfrastructuur in Vlaanderenlaten opstellen. Bij die door de administratie Wegeninfrastructuuropgegeven noodzakelijke werken om eennormale, veilige en verkeersleefbare toestand van hetwegenpatrimonium te bereiken, werd de aanleg vande omleiding van Veerle niet uitgekozen bij de gesteldeprioriteiten.Over de doortocht van Veerle-dorp zijn nog geen definitieveplans van herinrichting gekend. Momenteel ismen bezig met de opstelling van het rollend driejarenprogramma’s‘93 -‘95.Vraag nr. 220van 18 juni 1992van de heer J. DE MOLVerkeersveiligheid in Zele - Zuidelijke omleidingswegEnkele jaren terug werd voorgesteld om een zuidelijkeomleidingsweg in Zele aan te leggen. Deze omleidingswegzou de provinciale weg 345 verbinden met de gewestwegN 47. Intussen werd een deel van de onteigendeweg, het stuk Torenhof-Oude Kouterdreef, overgedragenaan de provincie.In plaats van het tracé te gebruiken dat onteigendwerd, wordt voorgesteld om enkel een nieuwe verbindingaan te leggen tussen het Torenhof (fase 1) en deOude Kouterdreef (fase 2) en verder de bestaande wegte gebruiken.Op basis van een verslag van de bestendige deputatieaan de provincieraad zou fase 1 uitgevoerd wordenconform het gewestplan en zou men voor de fase 2gebruik maken van de reeds bestaande gemeenteweg.In deze houding is, dit blijkt uit een telefonisch contactmet de provincie, niets veranderd.In de Behoeftenanalyse inzake veiligheid en leefbaarheidvan de wegeninfrastructuur in Vlaanderen duidtde Minister bij de N 47 aan : “kruispunt “Veldeken”


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 509te Zele t.p.v. toekomstige zuidelijke omleiding vanZele”. Er wordt voor deze herinrichting in 25 miljoenvoorzien.Alhoewel het geciteerde dokument nog niet uitgevoerdkan worden bij gebrek aan middelen, geeft deze formuleringminstens aanleiding tot ongerustheid omdat defase 2 niet gepland is, noch gewenst.Wat wordt precies bedoeld met “kruispunt “Veldeken”te Zele t.p.v. toekomstige zuidelijke omleidingvan Zele” ?Meent de Minister niet dat een fase 2 waarbij eennieuw tracé, zoals aangeduid op het gewestplan,totaal achterhaald is ?Het kruispunt van de huidige gemeenteweg met deN 47 is daarentegen dringend aan herinrichting toe.Zo lijkt een meer veilige afslag wenselijk en moetde veiligheid van de fietsers en voetgangers - ditgeldt trouwens voor het volledige stuk vanaf deScheldebrug tot het industrieterrein - worden verzekerd.Een verbreding ter hoogte van het kruispuntwaardoor men aansluit op het profiel richtingLokeren, behoort hier tot de mogelijkheden. Dezeoplossing, rotonde, voorsorteerstrook, . . . . valt zekerniet zo duur uit als de aanleg van een nieuwkruispunt. Meent de Minister niet dat een dergelijkegoedkope en voor de verkeersveiligheid wenselijkeoplossing niet te verkiezen is ?Welke plannen bestaan er om het kruispunt van deN 47 met de huidige gemeentelijke weg Veldekenher in te richten ?AntwoordMet het kruispunt Veldeken wordt de aansluiting opde N 47 van de gemeentewegenis die uiteindelijk deelzal uitmaken van de zuidelijke omlegging fase 2, bedoeld.Deze aansluiting is nu reeds zwaar belast met ondermeer een belangrijk percentage links afslaand verkeer.Het project Veldeken, zoals het werd opgenomen inde Behoeftenanalyse inzake veiligheid en leefbaarheidvan de wegeninfrastructuur in Vlaanderen (Rubriek 1- nr. 30) beoogt het verhogen van de verkeersveiligheidin de hele zone van de aansluiting.In deze zone komen volgende verbindingen voor :- kruispunt Ronde Café (N 47 met Dendermondebaan);- kruispunt N 47 het Huivelde ;- kruispunt N 47 het Veldeken ;- kruispunt N 47 het Pieter Gorusstraat.Ter hoogte van de kruispunten Ronde Café en Huiveldewerden, op advies van de AWG, de aanvankelijkgeplande 2 x 2 rijstroken, bij wijze van proef, herleidtot 2 x 1 rijstrook, dit door middel van grondmarkeringenen bij horende signalisatie.Aan de hand van het resultaat van deze proefopstellingzal het definitieve ontwerp voor de gehele zone uitgewerktworden, hetzij met de inrichting van de N 47 op2 x 1 rijstrook, hetzij op 2 x 2 rijstroken.Vraag nr. 221van 19 juni 1992van de heer F. VERMEIRENVerkeersdoortocht in Zaventem - GeluidsschermenDe verkeersdrukte op de E 40 Brussel-Luik en de Ringrond Brussel, die beide de gemeente Zaventem doorkruisen,veroorzaakt aanzienlijke lawaaihinder in eenaantal woonwijken die daar vóór de infrastructuurwerkenaangelegd waren.Zopas hebben de diensten van Openbare Werken vanhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest geluidsdempendemuren geplaatst op het einde van de E 40.Herhaaldelijk werd reeds aangedrongen op de aanlegvan zo’n wanden en het aanbrengen van een geluidsdempendeslijtagelaag op de doortocht van de gemeenteZaventem en de verschillende deelgemeenten.Op de begroting van Openbare Werken in het <strong>Vlaams</strong>eGewest zijn voor <strong>Vlaams</strong>-Brabant in artikel 73.22 eenaantal werken gepland in het kader van de verkeersleefbaarheiden -veiligheid. Onder de niet aanbestedeen vastgelegde projecten is voor de E 40 in Zaventemenkel de aanleg van een vierde rijstrook gepland.Graag vernam ik welke criteria worden gehanteerddoor het departement voor het aanleggen van geluidsschermenlangs de wegen met druk verkeer.Door de aanleg van een vierde rijstrook op de E 40bij de doortocht in Zaventem wordt de geluidshinderongetwijfeld verder versterkt. Kan naar aanleiding vandeze werken niet voor geluidsschermen worden gezorgd?AntwoordEventuele maatregelen ter vermindering van het verkeersgeluidlangs de gewestwegen worden in eersteinstantie alleen getroffen waar er bebouwing is. Dezebebouwing wordt volgens haar graad van gevoeligheidvoor geluidshinder in zones ingedeeld :- gevoeligheidsgraad 1 : zones die specifiek stiltebehoevendzijn (bijvoorbeeld aanwezigheid van eenschool, een kliniek, een rusthuis) ;- gevoeligheidsgraad II : woonzones zonder lawaaiveroorzakendebedrijven, doch onderhevig aan hetverkeerslawaai van één weg ;- gevoeligheidsgraad III : woonzones zonder lawaaiveroorzakendebedrijven, doch onderhevig aan hetverkeerslawaai van meerdere wegen (bijvoorbeeldvan een autosnelweg en van een drukke spoorweg); .- gevoeligheidsgraad IV : zones met lawaaiveroorzakendebedrijven, eventueel onderhevig aan het verkeerslawaaivan één of meerdere wegen.Bij gevoeligheidsgraad III is het verminderen van het


510 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992verkeersgeluid problematisch : eventuele maatregelenmoeten immers - om effectief te zijn - alle wegendie een bron van verkeerslawaai zijn, betreffen.Bij gevoeligheidsgraad IV heeft het verminderen vanhet verkeersgeluid weinig zin, wegens de aanwezigheidvan lawaaiveroorzakende bedrijven.Wanneer in bovenvermelde zones het verkeersgeluidbepaalde waarden overschrijdt, zijn maatregelen tervermindering van het verkeersgeluid wenselijk. Dezewaarden zijn als volgt : het verkeersgeluid in de onmiddellijkeomgeving van een woning is tot Leq 60 dB (A)overdag en Leq 50 dB (A) ‘s nachts aanvaardbaar envanaf Leq 70 dB (A) overdag en Leq 60 dB (A) ‘snachts volstrekt onaanvaardbaar.Bij het aanleggen van een nieuwe gewestweg wordtgetracht met adequate maatregelen het verkeersgeluidin de onmiddellijke omgeving van de woningen en instiltebehoevende natuurgebieden langs deze gewestwegte beperken tot Leq 60 dB (A) overdag en Leq50 dB (A) ‘s nachts.Bij bestaande gewestwegen is dit om technische of financiëleredenen bijna niet mogelijk. Daarom steltmen bij bestaande gewestwegen in de omgeving vande woningen met waarden vanaf Leq 65 dB (A) overdagen Leq 55 dB (A) ‘s nachts, ernaar moet gestreefdworden om het verkeersgeluid te verminderen.Op basis van deze normen werd de kostprijs van demaatregelen ter vermindering van het verkeersgeluidvan de tot dusver geïnventariseerde zones op meer dan5 miljard frank geraamd.Aangezien de beschikbare middelen beperkt zijn, ishet nodig criteria vast te stellen voor het bepalen vande investeringsprioriteiten.Het eerste criterium is de gevoeligheidsgraad : zonesmet gevoeligheidsgraad 1 krijgen prioriteit. Het tweedecriterium is het gemeten verkeersgeluid : zones waarhet verkeersgeluid de waarden Leq 70 dB (A) overdagen Leq 60 dB (A) ‘s nachts overschrijdt, krijgen prioriteit.Het derde criterium is het sociaal nut van deinvestering : zones waar de investering per woning relatieflaag is krijgen prioriteit. De woningen die gebouwdwerden na de openstelling van de weg, wordenhierbij in laatste instantie beschouwd.Degenen die deze woningen hebben gebouwd, kunnenimmers niet het argument doen gelden helemaal geenweet gehad te hebben van het verkeersgeluid.Voor omvorming van de pechstrook van de E 40 autosnelwegin Zaventem tot rijstrook is het opstellen vaneen milieu-effectenrapport voorgeschreven. Hierin zullende gevolgen van deze werken op de geluidshinderworden bestudeerd alsmede de geluidsverminderendemaatregelen.Vraag nr. 227van 23 juni 1992van de heer L. STANDAERTOntsluiting AZ St.-Lucas in Assebroek (Brugge) - Geplandeverbinding met de Baron RuzettelaanOp een recente info-avond in Brugge ontvouwde ir.Crabbe van het Ministerie van Openbare Werken vanhet <strong>Vlaams</strong>e Gewest de plannen voor de ontsluitingvan het AZ St.-Lucas en de verbinding met de BaronRuzettelaan in Assebroek (Brugge).Tot ontsteltenis van de aanwezige lokale bevolkingbleek eens te meer dat ook deze regering alle contactmet de burger kwijt is en een verregaande paternalistischehouding aanneemt. Zij die dachten dat het na24 november 1991 eindelijk anders zou gaan, haddenhet weer verkeerd voor.Het bleek namelijk dat er plannen zijn om de ontsluitingte laten gebeuren via de oude spoorwegbeddingBrugge-Sijsele die nu als wandelpad en recreatiezonegebruikt wordt en een van de laatste stukjes ongereptenatuur is dat Brugge en omgeving rijk is.Toch ligt de ideale oplossing zo voor de hand. Debestaande uitvalsweg van het AZ St.-Lucas loopt nudood in de Schijfstraat op wat lokaal De Tir heet,namelijk de schietstand van het leger. Deze uitvalswegloopt recht op recht naar de Baron Ruzettelaan en eeneenvoudige doorsteek van 200 m zou voldoende zijn.In het licht van de nu toch wel nakende afschaffingvan de dienstplicht en een waarschijnlijke afslankingvan het aantal beroepsmilitairen wordt die schietstandsowieso overbodig en kan hij, als het leger onze centenverder in poeder en rook wil laten opgaan, overgeplaatstworden naar een andere kazerne, bijvoorbeeldin de bossen van Zedelgem. In deze drukbebouwdekom zorgt deze schietstand alleen maar geluidsoverlast,niet alleen overdag, maar ook ‘s avonds tot 22uur en tijdens de weekends.1. Kan de Minister bevestigen of er inderdaad plannenzijn om de oude spoorwegbedding te gebruiken voorde ontsluiting van het AZ St.-Lucas ?2. Zo ja, in welk stadium bevinden die plannen zich ?3. Is er ooit een vraag gericht aan de eigenaar van deschietstand over een eventuele doorsteek via dezeTir ?4. Moeten de omliggende inwoners zich nu gaan verenigen,petities opzetten, politici aanschrijven enzovoort,om deze zinloze plannen tegen te houden ?AntwoordMijn diensten zijn niet op de hoogte van plannen voorde aanleg van een verbindingsweg tussen het AZ St.-Lucas en de Baron Ruzettelaan in Brugge.Er bestaat ook geen intentie voor de aanleg van eendergelijke verbindingsweg, waarvan het tracé trouwensniet opgenomen is in het goedgekeurde gewestplan.De eventuele problemen inzake de ontsluiting van hetAZ St.-Lucas, dat niet langs het gewestwegennet ligt,ressorteren onder de bevoegdheid van het stadsbestuurvan Brugge.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 511Vraag nr. 236van 2 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHA 12 Brussel-Boom - Voltooiing werkenDe Minister deelde onlangs mee dat er geen nieuwewegen meer zullen worden aangelegd bij gebrek aankredieten. Deze mededeling gaf aanleiding tot volgendevraag.Een jaar of vijf geleden al werd een nieuwe brug aangelegdover de A 12 Brussel-Boom, even ten zuidenvan het fort van Breendonk. Deze brug zou deel uitmakenvan een nieuwe omleidingsweg die via een brugover het kanaal Brussel-Rupel zou lopen en een ontlastingbetekenen voor de verkeersstroom door Willebroeken de voortdurende filevorming wanneer daarde bestaande brug over het kanaal geopend moet worden.Een paar jaar geleden werden ook de op- en afrittenlangs de A 12 aangelegd, maar daar is het blijkbaarbij gebleven, want de weg is verder nog altijd nietafgewerkt.Vindt de Minister ook niet dat het jarenlang aanslepenvan dergelijke werken, en het dus eigenlijk veel tevroeg bouwen van de brug, een verkeerde investeringbetekent ?Kan de Minister mij mededelen :wanneer de brug over de A 12 werd afgewerkt enwat ze gekost heeft ;hoeveel reeds aan de overige werken aan deze wegbesteed werd, onder meer voor de op- en afrittenen de kanaalbrug ;of deze weg al dan niet verder afgewerkt wordt enzo ja, wanneer hij klaar zal zijn ?Antwoord1. De bewuste brug over de A 12 werd gebouwd inde periode einde 1982-begin 1984 in het kader vande aanleg van de nieuwe weg N 16 Puurs-Mechelen,ook wel Ring van Willebroek genoemd. De kostprijsvan dit kunstwerk bedroeg 43 miljoen frank.In de nieuwe gewestweg N 16 werden reeds + 820miljoen frank geïnvesteerd aan onteigeningen enwerken. Daaronder kunnen vermeld worden : 300miljoen frank voor de kanaalbrug en 42 miljoenfrank voor de op- en afritten aan de A 12.Voor wat betreft de verdere planning der werkenwens ik er de aandacht op te vestigen dat er hiergeen sprake is van de aanleg van een nieuwe weg,maar van de afwerking van een begonnen project.De kredieten nodig voor de voltooiing en indienstnamevan de volledige weg bedragen f 170 miljoenfrank.Deze werken zullen worden opgenomen in het rollenddriejarenprogramma 1993-1995 dat in het komendenajaar zal worden opgesteld. Zij zullen vervolgensnominatief ingeschreven worden op een effectiefinvesteringsprogramma afhankelijk van debeschikbaar gestelde budgettaire middelen.Vraag nr. 257van 24 juli 1992van de heer J. PEETERSHulshout - Bouwvergunning afvalcontainerparkDe Kempische gemeenten Hulshout poogt reeds enkelejaren een afvalcontainerpark te vestigen langs degroene oevers van de Grote Nete, midden in een unieknatuurgebied dat kadert in de Groene Hoofdstructuurvoor Vlaanderen.Het Hulshoutse gemeentebestuur moet hier nog weleen bouwvergunning voor krijgen. De gemachtigdeambtenaar van stedebouw in Antwerpen heeft in ditdossier nog geen beslissing genomen, en wacht op instructiesvan zijn hoofdbestuur en van de Minister.Dat hoofdbestuur heeft reeds meerdere malen negatiefgeadviseerd over de verlening van de bouwvergunning.Nochtans wordt in dit dossier geen beslissing genomen.Heeft het hoofdbestuur van de administratie voorstedebouw inderdaad vastgehouden aan zijn negatiefoordeel over deze vestiging ? Met welke argumenten?Volgen de Minister en zijn kabinet dit negatief advies? Acht de Minister de vestiging verantwoord ?Heeft de Minister de gemachtigde ambtenaar daarvanreeds in kennis gesteld ?Welke beslissing heeft de gemachtigde ambtenaarhierin reeds genomen, of wanneer zal hij beslissen ?AntwoordAangezien de vraag betrekking heeft op een particuliergeval en het niet tot de gewoonten behoort dergelijkegevallen in openbare documenten te behandelen, zalhet lid met een afzonderlijk schrijven persoonlijk opde hoogte gebracht worden van deze zaak.Vraag nr. 264van 31 juli 1992van de heer G. CARDOENAdministratieve diensten te Leuven - Moeilijke telefonischetoegankelijkheidDe burger verwacht dat de administratieve dienstenvrij makkelijk, ten minste toch telefonisch, toegankelijkzijn. Dit is onder meer niet het geval voor dediensten die de gewestelijke materies beheren en diegevestigd zijn te Leuven. Is de Minister op de hoogtevan het feit dat op bepaalde dagen of op bepaaldetijdstippen van de dag telefonische oproepen geen enkelgevolg krijgen ? Is het de Minister bekend dat ookde gemeentebesturen uit <strong>Vlaams</strong>-Brabant heel veelmoeilijkheden ondervinden om telefonisch contact te


512 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992krijgen ? Dossiers bijvoorbeeld inzake stedebouw lopenhierdoor vertraging op. In geen geval worden degemeentelijke administratie en de burger hierdoor gediend.Blijkbaar zou deze toestand te wijten zijn aan een personeelstekort.Is dat juist ? Wat zal de Minister ondernemenom aan deze toestand een afdoende oplossingte bieden ? Kan hier een datum vooropgesteld worden?AntwoordHet probleem van de moeilijke telefonische toegankelijkheidvan onze diensten in Leuven en ook in Gentis ons bekend.De oplossing hield immers in dat eennieuwe - sterkere - centrale geplaatst werd. Het wastelkens om financiële redenen dat de oplossing van hetprobleem voorlopig werd verdaagd. Thans is het zodat in de huidige begroting deze uitgaven werden opgenomen.Een aangepaste offerte werd na besprekingmet AROHM voorgelegd. Eerstdaags zal de controleurvan de vastlegging een vastleggingsnummer toekennenaan het dossier zodat de werken zullen kunnenstarten eind augustus 1992.Wat Gent betreft, werd in de bevoegde dienst beslistdat een beperkte aanbesteding gehouden wordt voorhet leveren en plaatsen van een nieuwe telefooninstallatieaangepast aan de noden. De openingszitting vondplaats op 30 juli 1992 en de voltooiing van de voornoemdewerken mag verwacht worden tegen eind september1992. Dit wat het technische gedeelte betreft.Het probleem van het personeelstekort is ten overvloedebekend. Bij de administratie AROHM werd in hetkader van de herstructurering de personeelsformatiebijna gehalveerd zodat niet alleen bij de behandelingvan de dossiers, maar ook in de sector telefonie, ditpersoneelstekort zich op schrijnende wijze heeft latenvoelen en dat ondanks de overtuigende inzet van deresterende personeelsleden, slechts nog het hoog nodigekon worden uitgevoerd en dat de dienstverleningdaar inderdaad onder leed. Geleidelijk aan, rekeninghoudend met de beschikbare middelen, wordt getrachtdit personeelstekort, zij het dan met mondjesmaat, aante vullen. De door het lid geschetste problemen zullendus een technische oplossing krijgen eind september‘92 en wat de personeelsbezetting betreft al naar gelangde mogelijkheden van aanvulling en aanpassing van deformatie.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN CULTUUR ENBRUSSELSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 60van 17 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENNiet-openbare radios - Adviezen van de Raad voorLokale Radio’sVia de kranten vernamen wij dat de Raad voor LokaleRadio’s een negatief advies heeft uitgebracht over eengroep radio’s werkend onder de naam Radio Contact.De betrokken radio’s beschikken over een termijn vandertig dagen om hun bezwaren tegen dat advies teformuleren.Wat is de inhoud van het advies/de adviezen overde Contact-radio’s ?Op welke concrete radio’s heeft (hebben) het advies(de adviezen) betrekking ?Op welke datum start en eindigt voor de betrokkenradio’s de termijn van dertig dagen om een bezwaarschriftin te dienen ?Binnen welke termijn moet de Minister hierovereen beslissing nemen ?Naar aanleiding van het vorige konden wij vernemendat de Raad voor Lokale Radio’s eerder al in december1991 en januari 1992 over de meeste - zoniet alle -betrokken radio’s een advies formuleerde, in het kadervan de overgang naar het decreet van 7 november 1990houdende erkenning van lokale radio’s.5. Welke van de hierboven aangehaalde Contact-radio’skregen in het kader van de overgang naar hetdecreet van 7 november 1990 al een negatief adviesvan de Raad voor Lokale Radio’s ? Op welkegrond(en) ? Welk gevolg is hieraan door de Ministergegeven ? Wanneer en op welke grond(en) ?6Welke andere niet-openbare radio’s kregen in hetkader van de overgang naar het decreet van 7 november1990 een negatief advies van de Raad voorLokale Radio’s ? Op welke grond(en) ? Welk gevolgis hieraan door de Minister gegeven ? Wanneeren op welke grond(en) ?Antwoord1. In zijn vergadering van 2 juli 1992 heeft de Raadvoor Lokale Radio’s inderdaad een advies tot intrekkingvan de erkenning van Radio Contact ende ex-Contact-radio’s uitgebracht. Dit advies werdmij bij schrijven van 6 juli jongstleden door de raadbezorgd.2Op 9 juli heb ik de raad erop gewezen dat het adviesniet in overeenstemming was met de bestaande regelgevingen verzocht de voorgeschreven procedureinzake intrekking of schorsing van de erkenningstrikt toe te passen zodat betwistingen ter zake wordenvoorkomen.De regelgeving stelt de volgende stappen vast :voornemen tot het indienen van een advies, mededelingvan de raad aan de radio’s, bezwaarschrift,advies aan de Gemeenschapsminister.Ik verneem dat de Raad voor Lokale Radio’s inzijn vergadering van 23 juli de procedure heeft hernomenen een voornemen tot het indienen van eenadvies tot intrekking van de erkenning heeft geformuleerd.Wegens de vakantieperiode werd beslisthet schrijven pas op 28 augustus te versturen.Artikel 9 van het decreet van 7 november 1990houdende organisatie en erkenning van lokale radio’sbepaalt dat de radio’s binnen de 30 dagen na


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 513de mededeling vanwege de raad hun bezwaren kenbaarkunnen maken bij de raad. Vervolgens brengt de raadeen gemotiveerd advies uit en beslist de Gemeenschapsminister.Ook hier zijn telkens termijnen van 30dagen vastgesteld.In de procedure zijn volgende radio’s betrokken :Laser te Aalst (V.Z.W. Saternus)Cardinaal te Aarschot (V.Z.W. Vrije radio Aarschot)VRM te Antwerpen (V.Z.W. Antwerpse Ontspanningsstichting)Select te Boom (V.Z.W. Rupel Radio)Free te Brake1 (V.Z.W. Radio Free)Brugge te Brugge (V.Z.W. Vinyl)Contact te Brussel (V.Z.W. niet-openbare radio Contact)RDL te Herk-de-Stad (V.Z.W. Radio Speedy)Radio Caroline te Gent (V.Z.W. Caroline)Vlaanderen te Geel (V.Z.W. Radio 2440)Systeem te Zonhoven (V.Z.W. Midden Limburg Siësta)Kick te Herentals (V.Z.W. Lokale Omroep KempenMedia)WLS te Kortrijk (V.Z.W. West Lokaal Station)VRL te Leuven (V.Z.W. Vrije Radio Leuven)ABC te Lokeren (V.Z.W. Aksent)Mechelen te Mechelen (V.Z.W. Mars)Kompas te Oostende (V.Z.W. Radio Activity)Roeselare te Roeselare (V.Z.W. Radio Firenze)CBS te St.-Niklaas (V.Z.W. Stadsradio St.-Niklaas)CRS te Tienen (V.Z.W. Calypso)OK te Turnhout (V.Z.W. Rako)Moetoen te Vilvoorde (V.Z.W. Moetoen)In het kader van de overgang naar het decreet van7 november 1990 kregen zeven van de sub 3 vermelderadio’s een negatief advies en dit om volgenderedenen :Mechelen te Mechelen : onvoldoende bewijs vanonafhankelijkheid ;Vlaanderen te Geel : onduidelijkheid omtrent deonafhankelijkheid ten opzichte van een organisatiemet commercieel doel (Publi-Hit) ;Cardinaal te Aarschot : ontbreken financieel verslag;Caroline te Gent, Brugge te Brugge, WLS te Kortrijk,Roeselare te Roeselare : deze 4 radio’s zijn optechnisch, commercieel en materieel vlak niet onafhankelijkvan een organisatie met commercieel doel(C.V. DOS). De mededeling van stopzetting van demondelinge overeenkomst met C.V. DOS is ongeloofwaardig.Er is een opvallende gelijkenis tussendeze dossiers. Inclusief de bezwaarschriften.In het raam van het principe van behoorlijk bestuurwerden de adviezen van de raad aan de betrokkenradio’s medegedeeld.Op basis van de ingediende bezwaarschriften en ditobewijsstukken werden de opmerkingen weggewerktzodat van geen enkele radio de erkenning moestworden ingetrokken.d. Naast de sub 4 vermelde radio’s kregen nog 25 radio’seen negatief advies van de raad, dit om volgenderedenen :LRA te Antwerpen : herkenningsmelodie niet conform,roepnaam Laser niet origineel ;Internationaal (*) te Essen : geen uitzendingen ;Paladijn (*) : geen uitzendingen ;Titanic (*) te Essen : geen uitzendingen ;Kempen te Halle-Zoersel : niet onafhankelijk vanorganisatie met commercieel doel (geen bewijskrachtin nagestuurde stukken) ;Zoe te Halle-Zoersel : idem ;Mercur (*) te Berlaar : geen uitzendingen ;Maximum te Mechelen : herkenningsmelodie nietconform, nota verscheidenheid ontbreekt ;Lichtaart te Kasterlee : geen uitzendingen ;Uniek te Turnhout : roepnaam niet origineel ;Hageland te Aarschot : onduidelijk bezwaarschrift,niet onafhankelijk van organisatie commercieeldoel ;94 te Tienen : V.Z.W. voldoet qua samenstelling nietaan wetgeving V.Z.W.% ;104.8 (*) te Huldenberg : roepnaam melodie, onafhankelijkheid, identificatiegegevens, programma’sderden (geen uitzendingen) ;Randstad (*) te Hasselt : geen uitzendingen ;STRO te Sint-Truiden : herkenningsmelodie nietconform, nota verscheidenheid en financieel verslag90 ontbreken, onduidelijkheid omtrent samenwerkingmet radio Baccara te Sint-Truiden ;Signaal te Overpelt : geen originele roepnaam ;Go te Gent : onvoldoende verduidelijking omtrentovereenkomst b.v.b.a. GO, niet onafhankelijk vanorganisatie met commercieel doel ;Regio (*) te Zomergem : geen uitzendingen ;Deejay te Brugge : alle nota’s en verklaringen ontbreken(uitgezonderd programmaschema) ;Kiss (*) te Damme : geen uitzendingen ;Favoriet FM (*) te Knokke : geen originele roepnaam,geen uitzendingen ;Orscamp te Oostkamp : niet onafhankelijk van organisatiemet commercieel doel, onvolledige verklaringen;Dolfijn te Zuienkerke : niet onafhankelijk van organisatiemet commercieel doel, onvolledige verklaringen;Kompas te Koekelare : geen originele roepnaam ;Intercity (*) te Kortrijk : geen originele roepnaam,geen uitzendingen.


514 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Bij ministerieel besluit van 9 juni jongstleden werd deIndien onze musea niet - verplicht - beschikken overerkenning van de tien met een (*) aangestipte radio’seen ernstig rampenplan, welke instantie moet volgensdie geen uitzendingen verzorgden, ingetrokken. Voorde Gemeenschapsminister dergelijk plan opstellen ofde andere radio’s geldt dezelfde opmerking als dezeten minste een handleiding bezorgen om zo’n plan opvermeld in fine van punt 4. te stellen ?Vraag nr. 63van 31 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHJeugdcentrum Destelheidevoor gehandicapteninDworp - DouchecellenJongeren van de jeugdgroep Sjalom vragen reeds verschillendejaren om douchecellen aangepast voor gehandicaptente installeren in jeugdcentrum Destelheidein Dworp. Tijdens de jongste tien jaar werden aan dezegebouwen heel wat aanpassingen voor rolwagengebruikersuitgevoerd, zoals hellende vlakken en aangepastetoiletten. Alleen van de douches kunnen de gehandicaptennog steeds geen gebruik maken.1.2.Wanneer zal men overgaan tot de plaatsing van dezenoodzakelijke douches ?Wat zal de kostprijs zijn voor de uitvoering van dezewerken ?AntwoordDe in rand vermelde werken zijn opgenomen in hetbelangrijke globale dossier Fase II - vernieuwingswerkenaan de sanitaire installaties van het JeugdcentrumDestelheide, dat door het bestuur Jeugdwerk op 29juni 1992 met gunstig advies werd toegezonden aan hetbestuur Gebouwen.De kostprijs voor het geheel van het dossier is geraamdop 11.783.070 frank. De aanbesteding gebeurde inmiddelsop 20 augustus 1992. De aanbiedingen, die onderde raming blijven, worden momenteel geverifieerd. Dewerken zullen aanvangen in oktober 1992 en zekerbeëindigd zijn einde juni 1993.Vraag nr. 64van 31 juli 1992van mevrouw T. MERCKX-VAN GOEY<strong>Vlaams</strong>e musea - RampenplannenWelke musea in het <strong>Vlaams</strong>e Gewest beschikken thansover een rampenplan ? Wanneer en door wie werdendeze plannen opgesteld en door wie worden ze op hunefficiëntie beoordeeld ?Wat is de eventuele bijdrage van het <strong>Vlaams</strong>ein de verzekering van musea tegen rampen ?Zou het bestaan van ernstige rampenplannenkeringskosten niet kunnen drukken ?Gewestde verze-Heeft de Gemeenschapsminister initiatieven genomenof zal hij die nemen, zodat elk museum over een eigenrampenplan beschikt ?AntwoordMomenteel is er g le wet of regelgeving vanuit de<strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap, waardoor de musea verplichtzijn over een rampenplan te beschikken. Evenmin wordener initiatieven in die zin genomen.Een dergelijk plan kan desgewenst worden opgestelddoor een commissie, samengesteld uit specialisten inzakeveiligheid en museummensen. Enkele maanden geledenwerd door het Centraal Laboratorium in Nederlandeen handleiding ter zake uitgegeven, die ongetwijfeld,eventueel in een aangepaste versie, van nut kanzijn.Mijn bestuur is niet op de hoogte van het al dan nietbestaan van rampenplannen in de musea van ondergeschiktebesturen, noch in privé-musea. Er wordt momenteelvoorbereidend werk verricht om tot een dergelijkplan te komen voor het Koninklijk Museum voorSchone Kunsten te Antwerpen, een museum ingerichten beheerd door de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap.Of rampenplannen in musea de verzekeringskostenkunnen drukken is onbekend. Momenteel komen deuitgaven voor verzekering niet in aanmerking voor hetberekenen van toelagen zodat van een bijdrage ter zakevanwege de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap geen sprake is.Door bet Nederlands Centraal Laboratorium voor Onderzoekvan Voorwerpen van Kunst en Wetenschap,in Nederland als het CL bekend, werd onlangs eenhandleiding samengesteld en verspreid die de museamoet helpen bij het opstellen van een rampenplan.Bedoelde handleiding die de ondertitel Voor het kalfverdronken is, heeft meegekregen, bevat een actielijstvan maatregelen die moeten worden genomen voor,tijdens en na een ramp die het museum zou treffen.In Nederland was immers gebleken dat nagenoeg 99procent van de 800 musea niet over een rampenplanbeschikt.Mag ik van de Gemeenschapsminister vernemen ofonze musea beschikken, dienen te beschikken, overeen rampenplan ?GEMEENSCHAPSMINISTERENAMBTENARENZAKENVraag nr. 102van 6 juli 1992van de heer L. APPELTANSVAN ONDERWIJSZiekteverlof personeelsleden gesubsidieerd onderwijs -DiscriminatieHet koninklijk besluit van 15 januari 1974 regelt hetrecht op bezoldigd ziekteverlof voor de vast benoemdepersoneelsleden in het onderwijs. Er wordt geen onderscheidgemaakt tussen hoofdambt, bijambt en sociale


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 515promotie. Bij de mee te tellen diensten wordt enkelgewag gemaakt van de door de Staat ingerichte ofgesubsidieerde onderwijsdiensten. Gezien in (vroegere)PMS-centra van het Rijk de diensten worden meegeteldmet andere openbare diensten doen zich daargeen problemen voor. Het probleem is te vinden in degesubsidieerde PMS-centra. Deze zouden strikt wettelijkniet onder de diensten vallen die geteld wordenvoor de sociale anciënniteit.Geeft dit geen aanleiding tot discriminatie wat de socialeanciënniteit betreft ?Moet het recht op toekennen van het ziekteverlof aanpersoneelsleden in hoofdambt in het gesubsidieerd onderwijsniet gelijk zijn aan het ziekteverlof in het gemeenschapsonderwijs? We verwijzen hierbij naar hetschoolpact.Graag vernamen we welke initiatieven de Ministerneemt om betwistingen met het Rekenhof te voorkomen.toepassing van het koninklijk besluit van 18 november1991 betreffende de terugbetaling van vervoerskosten,meer bepaald voor het onderwijzend personeel.AntwoordHet koninklijk besluit van 18 november 1991 tot regelingvan de tegemoetkoming van de Staat en van sommigeinstellingen van openbaar nut in de vervoerkostenvan de personeelsleden, bekendgemaakt in het BelgischStaatsblad van 4 december 1991, is niet van toepassingop de personeelsleden uit het onderwijs, zoalsblijkt uit het opschrift ervan en uit artikel 1.Voor meer inlichtingen met betrekking tot deze materieverwijs ik het lid naar het antwoord dat ik verstrektheb op de vraag nummer 44 van 23 april 1992 van deheer M. Maertens, bekendgemaakt in het Bulletin vanVragen en Antwoorden van de <strong>Vlaams</strong>e Raad, nummer7 van 9 juni 1992, bladzijde 274.AntwoordVoor de leden van het technisch personeel van depsyche-medisch-sociale centra is het verlof wegensziekte of gebrekkigheid tot nog toe geregeld bij hetkoninklijk besluit van 19 mei 1981 betreffende devakantie- en verlofregeling van het stagedoend en vastbenoemdtechnisch personeel van de rijks-psycho-medisch-socialecentra, de rijksvormingscentra en de inspectiediensten.De bepalingen van het door het lid geviseerde koninklijkbesluit van 15 januari 1974 kunnen dan ook slechtsvan toepassing zijn op personeelsleden van psycho-medisch-socialecentra die overgaan naar betrekkingen inonderwijsinstellingen.Het aantal personeelsleden dat zich in deze toestandbevindt, is vermoedelijk zeer gering. Tot nog toe werdenmij dienaangaande geen problemen ter kennis gebracht.Dit neemt echter niet weg dat, in voorkomendgeval, aan het probleem de vereiste aandacht moetworden besteed.Wat inzonderheid de sociale anciënniteit betreft die alsbasis dient voor het bepalen van het aantal dagen verlofwegens ziekte of gebrekkigheid dat een lid van hetonderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel kanverkrijgen, hiervoor wordt in het kader van de vereenvoudigingeen voorstel onderzocht om deze op eenandere basis vast te stellen.Indien dit voorstel verwezenlijkt wordt, zou het gesteldeprobleem opgelost zijn, althans voor de personeelsledendie een hoofdambt in het onderwijs met volledigleerplan uitoefenen.Vraag nr. 104van 17 juli 1992van de heer J. EEMANOnderwijzend personeel - Terugbetaling van vervoerskostenGraag vernam ik op welke wijze voorzien wordt in deGEMEENSCHAPSMINISTER VAN VERKEER,BUITENLANDSE HANDEL ENSTAATSHERVORMINGVraag nr. 51van 1 juli 1992van de heer J. EEMANBeschermde monumenten - Stand van zakenGraag vernam ik van de Minister welke monumenten,eventueel met bijhorende sites, tussen 1 februari 1992en 31 mei 1992 :a. definitief beschermd werden ;b. op de ontwerplijst werden geplaatst.Welk beleid schuilt hierachter ?AntwoordDe volgende monumenten en sites werden binnen degevraagde periode definitief beschermd of op de ontwerplijstgeplaatst :Ontwerpen van lijst tussen 1 februari en 31 mei 1992 :----Mechelen : stationsgebouw Nekkerspoel (monument),4 april 1992 ;Lier : 11 stadsgezichten, 8 mei 1992 ;Genk-Waterschei : steenkoolmijn, André Dumontlaan67, fase 1 (monument), 9 mei 1992.Genk-Winterslag : steenkoolmijn, Evence Coppeélaan9l., fase 1 (monument), 19 mei 1992 ;Bescherming :- Lier : 44 monumenten, 8 mei 1992.Het beschermingsbeleid dat ik wens te voeren heb ik


516 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992uitvoerig toegelicht voor de <strong>Vlaams</strong>e Raad. Samengevatkomt het hierop neer dat het beschermingsbeleidenerzijds thematisch en anderzijds op basis van de inventarisvan het bouwkundig erfgoed gevoerd zal worden,dus systematisch.In de eerste plaats echter heb ik mijn administratieopdracht gegeven een lijst op te maken van alle inprocedure zijnde dossiers. Hieruit is gebleken dat momenteelvoor ongeveer 430 dossiers een procedureloopt, waarbij voor de meeste dossiers de procedurereeds jaren aansleept, terwijl in principe de beschermingsprocedureop ongeveer één tot anderhalf jaar kanworden afgewerkt. Ik wens dan ook dat al deze dossiersgeactualiseerd worden en zo spoedig mogelijk afgehandeldworden.De eerste resultaten van die aanpak blijken uit decijfers van de afgehandelde procedure - fases - injuni 1992 :- voorontwerp van lijst : 28 ;- ontwerpen van lijst : 38 ;- definitieve beschermingen : 13.Voor de nieuwe dossiers zal het vermelde systematischebeleid worden toegepast.Vraag nr. 52van 1 juli 1992van de heer V. VAUTMANSBeschermde monumenten - Verdubbeling aantalDe Gemeenschapsminister verklaarde enige tijd geledendat hij het aantal beschermde monumenten wenstete verdubbelen.Gelet op de mogelijke gevolgen van deze beslissinghad ik van de Minister graag het volgende vernomen.Wat is de juiste toedracht van zijn verklaring ? Welkeplanning stelt hijzelf voorop om een verdubbelingvan het aantal beschermde monumenten te realiseren?Wat zullen de budgettaire gevolgen zijn van dezebeslissing ?Bestaat er geen gevaar dat deze politiek aanleidinggeeft tot verkrotting van gebouwen ?Wat denkt de Minister te ondernemen om mogelijkeverkrotting tegen te gaan ?Antwoord1. Zoals uitvoerig toegelicht in mijn verklaring is mijnbeleid erop gericht alle voor bescherming vatbaregebouwen wettelijk te beschermen en aldus uitvoeringte geven aan de doelstelling van het decreetvan 3 maart 1976 tot bescherming van monumentenen stads- en dorpsgezichten. Volgens de beschikbareinventarisatiegegevens moet dit leiden tot eenverdubbeling van het aantal beschermingen. Deplanning berust dus op de systematische inventarisatievan het bouwkundig erfgoed, zowel ruimtelijkals thematisch.Er is geen rechtstreeks verband tussen het aantalbeschermingen en de eventuele bijdrage van het<strong>Vlaams</strong>e Gewest in de kosten voor restauratiewerken.Aangezien de eigenaars van beschermde monumentengehouden zijn tot instandhouding en onderhoud,betekent de systematische uitvoering van hetbeschermingsbeleid een maatregel die verkrottingvoorkomt.Behalve de rechtstreekse toepassing van de bepalingenvan het decreet die gericht zijn op het doennaleven van de beschermingsvoorschriften zal mijnvoorkomingsbeleid inspelen op de mogelijkhedendie geboden worden door de zopas opgerichte monumentenwacht.Tevens zal ik de nodige initiatievennemen om het onderhoud van monumenten ookdoor financiële steun aan te moedigen.Vraag nr. 55van 8 juli 1992van de heer G. CARDOENDe Lijn in Galmaarden - Ontbreken van busverbindingtussen deelgemeentenDe gemeente Galmaarden wordt door De Lijn bedeeldmet twee exploitatiezetels, zijnde enerzijds Oost-Vlaanderen en anderzijds <strong>Vlaams</strong>-Brabant. Deze toestandimpliceert dat het openbaar busvervoer in dezefusiegemeente geen verbinding verzekert tussen dedeelgemeenten.Zou het niet logisch zijn dat nu, na de herstructureringvan De Lijn, de gemeente Galmaarden zou wordeningedeeld bij de directie Brabant ? Hoewel de gemeentebestuurdersreeds herhaaldelijk daarop hebben aangedrongenkomt er geen schot in de zaak.Mag ik van de Minister vernemen welke maatregelenhij neemt ? Kan hier een datum van uitvoering vooropgesteldworden ?AntwoordIn het kader van de beheersovereenkomst zal, binnende afspraken van de raad van directeuren van de<strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij, elke entiteitsoverschrijdendelijn worden herbekeken.Vraag nr. 56van 9 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENVerschillende soorten van verkeer - Situatie in VlaanderenIn Nederland neemt het sociaal-recreatief verkeer 50procent van het globale verkeer voor zijn rekening, hetwoon-werkverkeer 30 procent, en winkelen en verzorging20 procent . In Nederland werd in 1984 voor hetwoon-werkverkeer voor 67 procent van de kilometersvoor de auto, voor 18,9 procent voor het openbaarvervoer gekozen. Bij het sociaal-recreatief verkeerwerd voor 79 procent van de kilometers voor de auto,voor 9,6 procent voor het openbaar vervoer gekozen.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 517Bestaat er een studie over de verdeling voor Vlaanderenvan die verschillende verkeersoorten ? Over deverhouding tussen auto en openbaar vervoer ? Zo ja,kan de Minister de resultaten ervan dan meedelen ?Zo neen, hoe is dat mogelijk ?Heeft de Minister een beleid om het sociaal-recreatiefverkeer via het openbaar vervoer aan te moedigen ?AntwoordEr is mij geen studie bekend over het globale verkeerin Vlaanderen, uitgesplitst naar de motieven sociaal-recreatief,woon- werkverkeer, en winkel- en verzorgingsverkeer.Wel kan worden verwezen naar volgende studies waarineen aantal deelaspecten worden behandeld :1. Verkeers- en vervoersplan Vlaanderen (blz. 30, 31en 32)tabel 3.2.1. woon-werkverplaatsingen tussen verstedelijktezones (Vlaanderen) ;tabel 3.2.2. afstand, snelheid en tijdsbesteding voorwoon- werkverplaatsing (vanuit de woongemeente);tabel 3.2.3. afstand, snelheid en tijdsbesteding voorwoon- werkverplaatsing (naar de werkgemeente) ;tabel 3.2.4. keuze van vervoersmiddel voor woonwerkverplaatsing(Vlaanderen) vanuit woon- enwerkgemeente ;tabel 3.2.7. voornaamste gebruikte vervoersmiddelbij verplaatsingen door werkende beroepsbevolking.2. Studie Mobilis (januari 92)tabel 3.24 gebruiksmotief van de wagen ;tabel 3.29 evolutie van de personenmobiliteit in Belgiëper transportmodens ;tabel 3.42 evolutie van de goederenmobiliteit in Bel-. . .gie.3. 22ste uitgave statistische gegevens 1990 betreffendeverkeer en vervoer in België opgemaakt door hetMinisterie van Verkeer en Infrastructuur.Wat het aanmoedigen van het sociaal-recreatief verkeervia het openbaar vervoer betreft verwijs ik naarde activiteiten van De Lijn zoals de Kusttramactie, deGentse feesten, Beiaardbus en discobussen.. .Vraag nr. 58van 15 juli 1992van de heer W. SEEUWSMetrowerken in Antwerpen - InvesteringsprogrammaMag ik van de Minister vernemen hoe het investeringsprogrammavoor de metrowerken in de stad Antwerpeneruit ziet ?Welke investeringen werden er door het departementvan Verkeer, van 1989 tot en met 1992, gepland enuitgevoerd ?Hoe zijn de geplande werken verder geprogrammeerdtot aan de voltooiing ?AntwoordHet investeringsprogramma van het <strong>Vlaams</strong>e Gewestvoor de metrowerken in de stad Antwerpen bedroeg742.305.7721 frank in 1989. Het daaropvolgende jaarwerd 616.022.537 frank geïnvesteerd, terwijl dit bedragverminderde in 1991 tot 468.589.537 frank. In 1992 zaldit opnieuw stijgen tot minimaal 799.229.543 frank.De kredieten van de jaren 1989, 1990, 1991 warenvoornamelijk bestemd voor de ondergrondse uitbouwvan de Linkerscheldeoever-verbinding.De vermindering van de investeringen vanaf 1989 isveroorzaakt door een tijdelijke beperking van de investeringskredietenwaardoor de uitbouw van de Antwerpsepremetro diende te worden uitgesteld. De nieuwestijging in 1992 is het gevolg van een beslissing omde koker tussen de stations Astrid en Sport (lijn 3) zosnel mogelijk in dienst te stellen.Op het reserveprogramma voor 1992 is tevens circa450 miljoen frank ingeschreven.Het investeringsritme voor de metrowerken na 1992kan momenteel ingeschat worden op 972,8 miljoenfrank in 1993.In 1994 wordt er voor de verdere afwerking van lijn 3een bedrag van 395 miljoen frank vooropgezet.De beslissingen betreffende de verdere uitbouw vande overige kokers, die grotendeels afgewerkt zijn inruwbouw, kunnen slechts genomen worden nadat eenduidelijke visie werd bepaald betreffende een aangepasteexploitatie voor de stedelijke regio Antwerpen.Deze visie zal rekening moeten houden met de evolutievan de mobiliteitsbehoeften in deze regio, waarbij eenduidelijk standpunt en ondersteuning van/en door delokale besturen onontbeerlijk is.


518 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Hierna volgt het detail van de opgegeven bedragen :1989 1990 1991 1992 1993 1994Contractuele verplichtingen 91.717.488 309.343.103 76.754.740 89.598.210 50.000.000 -Bouwtechnisch onderhoud 24.953.403 71.617.741 98.935.107 215.164.328 104.000.000 -Linkeroever 326.431.041 224.405.086 60.175.537 12.051.580 - -Overige kokers 299.203.789 10.656.607 101.156.275 24.956.567 - -Lijn 3 - - 131.567.899 447.458.858 818.800.000 395.000.000Bedrijfszekerheid - - - 10.000.000 - -Totaal 742.305.721 616.022.537 468.589.558 799.229.543 972.800.000 395.000.000GEMEENSCHAPSMINISTER VAN FINANCIENEN BEGROTING,GEZONDHEIDSINSTELLINGEN, WELZIJN ENGEZINVraag nr. 33van 16 juni 1992van de heer L. STANDAERTGehandicaptenzorg - ErkenningenOnlangs liet ik de Minister een vraag geworden overerkenningen in de gehandicaptenzorg. Graag had ikook kennis van het aantal bijkomende erkenningengegeven door de voorganger van de Minister, alsookvan de financiële gevolgen die deze hebben op hetbudget voor 1992 en 1993.Tevens vernam ik graag, zo mogelijk, het aantal principiëleakkoorden dat toegekend werd per dagcentrumen bezigheidshome, en per provincie.Tegen welke termijn kunnen deze principiële akkoordenomgezet worden in erkenningen en wat is de financiëleweerslag voor de jaren 1993, 1994 en 1995 ?Hoeveel personen zijn er ingeschreven op de wachtlijstenvan alle dagcentra en bezigheidshomes ?AntwoordIk wil het lid eraan herinneren dat in mijn antwoordop punt twee van zijn vraag van 3 juni 1992 reeds indetail een opsomming werd gegeven van de in 1990,1991 en 1992 individueel toegestane bijkomende erkenningen.De financiële weerslag is afhankelijk van de door deinrichtingen in acht genomen inloopperiode. Op kruissnelheidwordt jaarlijks ongeveer 2 à 2,5 procent vande begroting uitgetrokken ter uitbreiding en verbeteringvan de opvang van gehandicapte personen.De toegekende principiële akkoorden met betrekkingtot de werking werden eveneens reeds eerder aan hetlid bezorgd.Op investeringsvlak werden in de loop van 1990, 1991en 1992 in volgende aantallen principiële akkoordenverleend :provincieAntwerpen :provincie Brabant :provincie Limburg :provincieOost-Vlaanderen :provincieWest-Vlaanderen :dagcentra bezigheidshomesbeidestelsels1 5 13 8 1- 1 -- 9 21 3 -De realisaties en imputatie op de begroting is afhankelijkvan enerzijds de snelheid waarmee de initiatiefnemershun project willen en kunnen realiseren en anderzijdsvan de budgettaire middelen die de Executieveter beschikking kan stellen. Bijgevolg is het moeilijkprognoses te maken over de effectieve realisatie vaneen en ander. Bij de onderzoeken en de besluitvormingter zake wordt dus rekening gehouden met beide genoemdefactoren.In verband met de financiële kant van de zaak kan ikdan ook enkel refereren naar het bovenvermelde percentagevan de begroting wat de werkingskost betreft,en eraan toevoegen dat voor 1992 in 320 miljoen frankaan vastleggingskredieten voor investeringen wordenvoorzien.Ten slotte kan ik meedelen dat ik niet beschik overgecentraliseerde gegevens over de bestaande wachtlijstenvan de instellingen, in zoverre deze al voorhandenzijn. Het eerder toegezonden overzicht inzake de aangevraagdeerkenningen kan evenwel een graadmeterzijn bij het in kaart brengen van de heersende behoeften.


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 519Vraag nr. 40van 31 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHZelfstandig wonen van zorgbehoevende bejaarden -Bijkomende uren gezins- en bejaardenhulpDe regeringsverklaring van de vorige en van de huidigeExecutieve voorzien in het bevorderen van het zelfstandigwonen van zorgbehoevende bejaarden, ondermeer door een jaarlijkse stijging van het aantal urengezins- en bejaarenhulp met 3 procent.Graag had ik van de Minister met betrekking tot detoepassing van dit onderdeel van bet regeerakkoorddan ook het volgende vernomen.1.2.Wat is het totaal aantal bijkomende uren dat in 1991is toegekend, eventueel met het aantal aldus bijkomendeuren gespecifieerd per erkende dienst voorgezins- en bejaardenhulp, nominaturn omschreven ?Welke zijn de maatregelen genomen voor de toepassingvan dit deel van de regeringsverklaring voorhet jaar 1992, respectievelijk 1993 ?AntwoordBij ministerieel besluit van 21 juni 1991 werd eeneerste uitbreiding van de urencontingenten vansommige diensten voor gezins- en bejaardenhulpgerealiseerd. Voor een overzicht van het aantal bijkomendeuren gespecifieerd per erkende dienstvoor gezins- en bejaardenhulp stuur ik als bijlageeen afschrift op van bovenvermeld ministerieel besluitmet bijgaande tabel. ,De Executieve keurde voorlopig een voorstel goedtot uitbreiding van de urencontingenten met 3 procentin december 1992. De invloed hiervan werdtenvolle doorgecalculeerd naar de begroting 1993die op haar beurt werd goedgekeurd tijdens de laatstebegrotingsbesprekingen. Tevens werd een uitbreidingmet 3 procent voor eind 1993 gepland.Desbetreffend voorstel zal ter goedkeuring aan de<strong>Vlaams</strong>e Raad worden voorgelegd.II. VRAGEN WAAROP NIET WERD GEANT-WOORD BINNEN DE REGLEMENTAIRETERMIJN (Regl. art 74, 5)VOORZITTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN ECONOMIE,KMO, WETENSCHAPSBELEID, ENERGIE ENEXTERNE BETREKKINGENVraag nr. 29van 6 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHImpulsgebied Zennevallei - Project landschapsparkDe V.Z.W. Zennevallei uit St.-Pieters-Leeuw, de V.Z.W.Natuurreservaten en een samenwerkingsverband metmilieugroepen bestaande uit de streekvereniging Zenneen Zoniën, de Natuurgidsen Zuidwest-Brabant ,Milieuoverleg Pajottenland en de Leeuwse Natuurvriendenhebben een ambitieus project ingediend omde waardevolle landschappen in de Zennevallei te bewaren,te revaloriseren en uit te spelen als toeristischetroef in het kader van een zogenaamd landschapspark.De streekcommissie die het zogenaamde implusgebiedZennevallei begeleidt, heeft zich voorstander verklaardvan dit ambitieuze project.Het project moet op lange termijn de tewerkstellingvan zowat zestig mensen opleveren.Kan de Minister mededelen of hij weet heeft van ditproject, en hoever dit project op dit ogenblik geëvolueerdis ?Vraag nr. 34van 31 juli 1992van de heer W. VERREYCKEN<strong>Vlaams</strong> cultureel centrum te Johannesburg - SubsidiëringLuidens informatie in ‘t Pallieterke van 1 juli 1992 isin Johannesburg, Zuid-Afrika, het Missakcentrum actief.Het betreft bier een <strong>Vlaams</strong> cultureel centrummet een belangrijke uitstraling naar de meer dan 25.000Vlamingen die in Zuid-Afrika leven. Het centrum isook ingeschakeld in de werking van de <strong>Vlaams</strong>-Zuid-Afrikaanse Cultuurstichting, die trouwens een opgemerktebijdrage leverde aan de conferentie Nederlandsin de Wereld, voorgezeten door de heer L. Vanvelthoven,Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Raad.Luidens dezelfde informatiebron zou dit zeer actieveMissakcentrum niet worden gesubsidieerd door dediensten van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap. Gezien desubsidiëring van meerdere andere <strong>Vlaams</strong>e culturelecentra in het buitenland lijkt het mij aangewezen ookbet Missakcentrum op te nemen in de lijst van te subsidiërencentra.Overweegt de Minister een dergelijke subsidiëring ?Ziet de Minister andere mogelijkheden om de toe tejuichen werking van het Missakcentrum te ondersteunen,zoals het bezorgen van naslagwerken en <strong>Vlaams</strong>electuur ?N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heerH. Weckx, Gemeenschapsminister van Cultuuren Brusselse Aangelegenheden.Vraag nr. 36van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.


520 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19921.2.3.4.5.6.Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.VICE-VOORZITTER VAN DE <strong>VLAAMSE</strong>EXECUTIEVEGEMEENSCHAPSMINISTER VAN LEEFMILIEUEN HUISVESTINGVraag nr. 208van 14 juli 1992van de heer J. ULBURGHSVilbeluik Smets-usé in Sint-Truiden - Vervuiling CicindriabeekDe kwalijke geur van de Cicindriabeek in Sint-Truidenwordt vooral veroorzaakt door het vilbeluik Smets-usédat er zijn slachtafval stort.Door het warme weer neemt de geuroverlast ondraaglijkeproporties aan. Buurtbewoners vrezen voor degezondheid van hun kinderen. Ze hebben herhaaldelijkde milieudienst, politie, burgemeester en gezondheidsdienstverwittigd, tot hiertoe zonder resultaat.Niemand blijkt in staat om iets aan de situatie, te veranderen.Nadat de Limburgse deputatie vorig jaar devergunning introk is het vilbeluik Smets-usé in beroepgegaan bij de administratie van de <strong>Vlaams</strong>e milieuminister,waar het dossier nog zou liggen.In de begroting van 1993 wordt de bouw van een collectoraan het vilbeluik gepland, in samenwerking methet stadsbestuur en Aquafin. Deze wordt aangeslotenop de collector van Staaien.Hoever staat het met het onderzoek rond het dossierSmets-usé ?Wanneer zou men de bouw van de collector komenbeginnen ?Welke voorlopige oplossing kan er gevonden wordenom de buurtbewoners te ontlasten van de ondraaglijkegeur ?Vraag nr. 212van 31 juli 1992van de heer H. BROUNSHouthalen-Helchteren - Remo-stortplaatsOmdat volgens bepaalde bronnen de controle op deregistratie van het storten van afval op de Remo-stortplaatste Houthalen-Helchteren te wensen zou overlatenén om de herkomst van het afval op het Remo-stortte kunnen achterhalen in het kader van een studie overhet afvalprobleem in Limburg, stel ik de volgendevraag aan de Minister.Welke soorten afval werden er in 1990 en 1991 gestortop het Remo-stort te Houthalen-Helchteren en doorwie werd dit afval aangebracht ?Vraag nr. 213van 31 juli 1992van de heer E. VAN VAERENBERGHNV Animalia in Denderleeuw - ReukhinderOp 11 januari 1991 stelde ik de voorganger van deMinister, de heer Theo Kelchtermans, een schriftelijkeparlementaire vraag, waarop ik tot op heden nog geenantwoord ontving, betreffende de reukhinder van hetbedrijf Animalia uit Denderleeuw.De reukhinder die de NV Animalia uit Denderleeuwverspreidt, teistert vooral de Affligemse deelgemeenteTeralfene. Deze hinderlijke geuren, soms een stankvan jewelste die men vroeger slechts af en toe waarnam,manifesteren zich de laatste tijd met een grotereregelmaat.De bevolking van Teralfene stelt zich dan ook vragenover de toelaatbaarheid van deze geur en de gevolgenvoor de volksgezondheid en de woon- en leefkwaliteitvoor de omwonenden.Het bedrijf Animalia loost af en toe, met een bepaalderegelmaat, afval in de Dender, met als gevolg eenondraaglijke reukhinder.Is de Minister op de hoogte van deze problematiek ?Welke dringende maatregelen zal de Minister nemenom dit milieuverloederend bedrijf tot de orde te roepen?Welke maatregelen kunnen er worden genomen omde reukhinder te stoppen ?


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 521Vraag nr. 216 7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?van 3 augustus 1992van de heer J. DE ROO8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?Huisvuilverbrandingsinstallatie in Eeklo - EmissieInzake de emissie van de huisvuilverbrandingsinstallatiein Eeklo (Balgerhoeke) vraag ik aan de Ministerhet volgende.1. Welke zijn momenteel de bovengrenzen van de toegestaneemissie voor de volgende stoffen op basisvan de huidige exploitatievergunning :2.3.4.5.6.7.9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?- stof in mg/mn3 - welke overschrijdingen zijn N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenmogelijkper periode CO2 in mg/mn3 ;schapsministers.- S02 in mg/mn3 ;- HF in mg/mn3 ;- HCL in mg/mn3 ;- zware metalen : cadmium, koper, lood, kwik,cyanideverbindingen dibenzofuranen en dioxines?In welke mate worden die normen momenteel gerespecteerden voor welke stoffen ? Wie meet dehogervermelde stoffen, via welke methode en metwelke frequentie ?Welke normen worden tegen 1 december 1995 verstrengd? Hoe en voor welke stoffen ?Welke aanpassingswerken worden doorgevoerd (tegenwelke datum en voor welk bedrag) om die strengerenormen te kunnen halen ?Welke sancties zijn bepaald indien die strengerenormen niet worden nageleefd ?Hoe lang mag de aangepaste verbrandingsinstallatienog actief blijven ?Welke zijn de stortplaatsen voor afval van deze verbrandingsinstallatieen hoelang worden deze stortplaatsennog gebruikt ?Vraag nr. 222van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1.2.3.Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?4. Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?5. In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?GEMEENSCHAPSMINISTER VAN OPENBAREWERKEN, RUIMTELIJKE ORDENING ENBINNENLANDSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 245van 8 juli 1992van de heer W. DEMUYTKanaal Gent-Oostende - Verbetering transportmogelijkhedenHet enorm drukke verkeer langs de E 40, met allegevolgen vandien, is geen nieuws meer. Er kunnenheel wat maatregelen worden genomen. Mijn inzienskan heel wat worden verholpen door het transport viahet spoor en de scheepsvaart te stimuleren. Bij eenoptimaal gebruik van deze transportmogelijkheden zalhet vrachtverkeer aanzienlijk verminderen.Precies de binnenscheepsvaart kan nog heel wat wordenverbeterd. Het kanaal Gent-Oostende, meer bepaaldhet traject tussen Oostkamp en Beernem, is mijngrootste bekommernis. Er zijn tal van scherpe bochten,het is er zeer ondiep en veel te smal. Dit brengt metzich mee dat enkel voor dit deel van het traject deschepen niet zwaar geladen mogen zijn en dat ze elkaaruiterst moeilijk kunnen passeren.Welke maatregelen neemt de Minister voor het stukkanaal tussen Oostkamp en Beernem zodat de binnenvaarteen groter aandeel van het transport tussen dehaven van Zeebrugge en het binnenland kan verwerven?Vraag nr. 255van 15 juli 1992van de heer G. VERHOFSTADTUitbetaling schadevergoeding aan particulieren - Betwistingtussen nationale en regionale overheidIngevolge de bijzondere financieringswet van 16 januari1989 hebben de gemeenschappen en de gewesten derechten en verplichtingen van de Staat overgenomenmet betrekking tot betwistingen die niet definitief werdenbekrachtigd voor 1 januari 1989, met inbegrip vande rechten en verplichtingen die voortvloeien uit hangendeen toekomstige gerechtelijke procedures.


522 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Het gevolg van deze regeling is dat momenteel heelwat dossiers het voorwerp uitmaken van een betwistingtussen de nationale overheid en de regionale overheid,waarbij zij elke verantwoordelijkheid afwijzen inzakede uitbetaling van schadevergoedingen aan particulieren.Zo zijn mij schadegevallen bekend waarin de nationaleoverheid stelt dat zij alleen gehouden is tot de lastendie voortvloeien uit rechterlijke uitspraken die definitiefzijn geworden voor 1 januari 1989. Het <strong>Vlaams</strong>eGewest oordeelt dat zij evenmin gehouden is tot uitbetalingvan een schadevergoeding aangezien zij nooit intussenkomst werd gedagvaard.Door het feit dat dergelijke betwistingen tot gevolghebben dat een aanzienlijk bedrag van interesten moetworden betaald, vernam ik graag van de Minister welkemaatregelen hij in het vooruitzicht stelt om voor dezedossiers tot een definitieve oplossing te komen.Vraag nr. 258van 24 juli 1992van de heer R. VAN HOOLANDBuitenring Ringvaart - Aansluiting Beukenlaan te Sint-Denijs- WestremIk zou het zeer op prijs stellen het volgende te vernemen.1. Wat is de planning voor start en ingebruikname vande buitenring R 4 tussen Wondelgem en Sint-Denijs-Westrem,inclusief kunstwerken ?2. Wat is de raming van de kosten voor respectievelijkwegen-, riolerings- en kunstwerken ?3. Hoe is de aansluiting tussen de ring en de Beukenlaante Sint-Denijs-Westrem georganiseerd ?frastructuur na de regionalisering van 1988, en ditwel voor de totaliteit als opgedeeld per provincieWelke zijn de werkelijk vastgestelde uitgaven tijdensdezelfde dienstjaren ?In welke verhouding ging bet bij deze uitgaven overnieuwe infrastructuurof onderhoudswerkzaamheden ?Vraag nr. 261van 31 juli 1992van de heer J. TIMMERMANSZottegem - Verbinding van de Meerlaan met de gewestweg454De reeds lang geplande verbindingsweg tussen deMeerlaan (Gewestweg 461) en de Godveerdegemstraat(gewestweg 454) die bedoeld was als een gedeeltelijkekleine ring rond Zottegem zou uiteindelijk toch nietworden gerealiseerd.In verband met bet verlichten van de zware verkeersdrukin het centrum van Zottegem zou ik de Ministerhet volgende willen vragen.1. Zijn er gezien de afgelasting van deze plannen tercompensatie voorzieningen getroffen, gericht op hetbevorderen van de verkeersveiligheid en het instand houden van een zo aangenaam mogelijke leefomgeving?2Vraag nr. 262van 31 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENGewestwegen - Voorsorteerstroken voor kruispuntenVraag nr. 259van 24 juli 19921. Hoeveel kruispunten tellen de gewestwegen ?van de heer J. EEMAN 2. Voor hoeveel kruispunten is al bestudeerd of eenfietsvoorsorteerstrook aangewezen of mogelijk is ?N 208 - AfwerkingIn verband met de afwerking van de N 208 vernam ikgraag het volgende.1. Hoeveel onteigeningen, opgedeeld per gemeente,moeten nog worden gerealiseerd ?2. Wat is de kostprijs van deze onteigeningen ?3. Wat is de kostprijs van de tot nu toe uitgevoerdewerken ?4. Wanneer wordt de eigenlijke aanleg uitgevoerd ?3. Hoeveel kruispunten hebben jaarlijks een voorsorteerstrookgekregen sinds dit wettelijk kan ?4. Hoeveel kruispunten met voorsorteerstrokenden er de 5 volgende jaren gepland ?5. Hoeveel kost de inrichting van een fietsvoorsorteerstrookgemiddeld ?Vraag nr. 263van 31 juli 1992van de heer G. GEENSWelke bedragen werden voor openbare werken jaarlijksuitgetrokken op de begroting op de post wegenin-zo-Zijn er ter zake concrete vooruitzichten gesteld tenaanzien van de uitvoering van deze eventuele compenserendeprojecten ?Vraag nr. 260van 24 juli 1992van de heer L. APPELTANSOpenbare werken - Bedragen voor wegeninfrastructuurA 2 te Leuven - Op- en afrit nummer 16Op de A 2, grondgebied Leuven, is bij op- en afritnummer 16 reeds verschillende jaren geleden het verkeerstekenmet de schuin-opstaande pijl aangebracht,terwijl de bestemming even lang geleden is doorstreept.1. Is het de bedoeling dat deze op- respectievelijkniet wordt gebruikt door de weggebruikers ?afrit


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 5232. Waarom zijn deze wegen niet opengesteld ?3. Hoe denkt de Minister aan dit probleem een oplossingte geven ?Vraag nr. 265van 31 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENEenrichtingsverkeerswegen - Fietsverkeer in de andererichting1.2.3.4.5.Hoeveel kilometer gewestwegen zijn eenrichtingsverkeerswegenzonder fietspad ? Hoeveel kilometermet fietspad ?Is voor al die gewestwegen met of zonder fietspadonderzocht of fietsverkeer in de andere richting kanworden toegestaan ?Hoeveel kilometer eenrichtingsverkeersweg van hetgewest zijn er jaarlijks opengesteld voor de andererichting sinds dit wettelijk kan ?Hoeveel dergelijke kilometers worden de 5 volgendejaren gepland ?Hoeveel kost het gemiddeld per kilometer om eeneenrichtingsverkeersweg van het gewest open testellen voor fietsers vanuit de andere richting ?Vraag nr. 266van 3 augustus 1992van mevrouw L. NELIS-VAN LIEDEKERKERijksweg N 60 Gent-Oudenaarde - VerkeersveiligheidVolgens statistieken noteert men op de rijksweg N 60Gent-Oudenaarde ter hoogte van de toegangsweg totde industriezone De Bruwaan regelmatig ernstige verkeersongevallenmet helaas dodelijke afloop.Wat is de stand van zaken in verband met deveiligheidsmaatregelen voor deze rijksweg ?Vraag nr. 267van 3 augustus 1992van de heer L. VAN NIEUWENHUYSENgeplandeGemeenteraad van Linkebeek - Eventuele tuchtmaatregelOp mijn schriftelijke vraag nummer 203 van 9 juni(Vragen en Antwoorden, <strong>Vlaams</strong>e Raad, BZ 1992, nr.9 van 6 juli 1992, blz. 353) antwoordt de Minister dat34 besluiten van de Linkebeekse gemeenteraad werdenvernietigd. Het nemen van een eventuele tuchtmaatregelten aanzien van de burgemeester behoort tot debevoegdheid van de federale Minister van BinnenlandseZaken.Heeft de Minister er bij zijn federale collega reeds opaangedrongen dat dit effectief zou gebeuren ? Hoeluidde desgevallend het antwoord van de federale Ministervan Binnenlandse Zaken ?Indien de Minister nog geen stappen bij zijn federalecollega ondernam vernam ik graag de reden hiervoor.Vraag nr. 268van 3 augustus 1992van de heer A. SCHELLENSArrondissement Leuven - VerkeersveiligheidKan de Gemeenschapsminister betreffende de verkeersveiligheidin het arrondissement Leuven mij devolgende informatie verschaffen ?1. Hoeveel black points waren er in de periode 1989-1991 ?2. Waar zijn deze plaatsen gesitueerd ?3. Wat is het aantal ongevallen per black point, hetaantal doden, zwaar- en lichtgewonden ?4. Welke maatregelen werden er de laatste drie jaar :genomen en welke zijn er eventueel gepland ?Vraag nr. 269van 3 augustus 1992van de heer W. CORTOISGemeentelijke concessieovereenkomt - Nazicht financiëleverrichtingenIn een concessieovereenkomst afgesloten tussen hetgemeentebestuur enerzijds en een gemeentelijke V.Z.W.belast met het beheer van de gemeentelijke sportinfrastructuuranderzijds, wordt bepaald dat de financiëleverrichtingen van de vereniging worden nagezien dooreen of meer experten, aangesteld door de V.Z.W. opvoordracht van de gemeenteraad.Kan de gemeenteraad de gemeentelijke ontvanger ofeen andere gemeentelijke ambtenaar als expert voordragen?Vraag nr. 270van 3 augustus 1992van de heer H. VAN DIENDERENFietsvoorsorteerstroken op kruispunten - BevorderingSinds enige tijd is het mogelijk om op kruispuntenfietsvoorsorteerstroken in te richten.Heeft de Minister, of zijn voorganger, initiatieven genomenom dit te bevorderen ? Zijn zulke initiatievengepland ?Vraag nr. 271van 3 augustus 1992van de heer H. VAN DIENDERENEenrichtingsstraten - Openstellen voor fietsers uit deandere richtingSinds enige tijd is het mogelijk eenrichtingsstraten inde andere richting open te stellen voor fietsers.Heeft de Minister, of zijn voorganger, initiatieven genomenom dit te bevorderen ? Zijn zulke initiatievengepland ?


524 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992Vraag nr. 273van 6 augustus 1992van de heer G. ANNEMANSVraag nr. 277van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSVeltmanshuis in Voeren - Procedure inzake toeristischewegwijzersDestijds werd door de <strong>Vlaams</strong>e Voerenaars een proceduregestart bij de Vaste Commissie voor Taaltoezichtinzake de toeristische wegwijzers naar het Veltmanshuisin Voeren.Hoe ver staat dit dossier en wat is de huidige toestandop het terrein ?Vraag nr. 274van 6 augustus 1992 3.van de heer M. OLIVIERE 17 in Kortrijk en Marke - Geluidsschermen4.Er wordt reeds jaren geklaagd over de geluidshinder5.door inwoners van Kortrijk en Marke die langs deE 17 wonen. Om de hinder te minderen werd door dediensten van Openbare Werken het plan opgevat geluidsschermenaan te brengen. Er werd dan ook jaren6.geleden daarvoor een post op de begroting van OpenbareWerken ingeschreven. Tot op heden is men nog7.niet aan de realisatie toe.8.Waar zijn deze geluidsschermen gepland ?In welke materialen zullen ze worden uitgevoerd ? 9.Wat is de raming van de kosten ?Wanneer zullen deze geluidsschermen gerealiseerdzijn ?Vraag nr. 275van 7 augustus 1992van de heer F. GHESQUIEREArrondissement Oostende - VerkeersongevallenAdministratie - Controle en inspectieOnlangs las ik nog eens de studie die in oktober 1990werd gepubliceerd aangaande het imago van Brusselin Vlaanderen. Het concreet plan dat door bet adviesbureauwerd voorgesteld om van Brussel in de rest vanVlaanderen een positiever beeld tot stand te brengen,omvatte vijf punten : het tot stand brengen van eenPR-functie ; het doorgeven aan de media van positieveinformatie over Brussel door een communicatieverantwoordelijke; een wekelijks TV-intermezzo over Brussel; een Nieuwsbrief over Brussel die drie maal perjaar naar 20.000 adressen zou worden verstuurd ; pro-Met betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1.2.Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.De bevordering van de verkeersveiligheid hoeft nietzeer duur te zijn. Een extra verkeerslicht, wegmarkeringof verandering van voorrangsregel om maar enkelemaatregelen te noemen, kunnen voldoende zijn.Graag had ik dan ook van de Minister een lijst gekregenmet de meest onveilige plaatsen (vroegere zwartepunten) in het arrondissement Oostende gebaseerd opde meest recente lijst van ongevallen vastgesteld doorpolitie en rijkswacht.Welke punten zijn hiervan prioritair ?Welke punten worden heringericht ?Op welke wijze ? Wanneer ? Wat is de kostprijs ?Is het Kennedy rond punt te Oostende opgenomen inde bovengenoemde lijst ?Gelet op de overgang van autosnelweg (A lO), voorrangsweg,naar de rotonde, ware het nuttig deze wijzigingvan voorrangsregel extra aan te duiden. Wordtdit overwogen ?GEMEENSCHAPSMINISTER VAN CULTUUR ENBRUSSELSE AANGELEGENHEDENVraag nr. 61van 24 juli 1992van de heer L. VAN NIEUWENHUYSENBrussel - Plan ter verbetering van het imago


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 525motie van schoolreizen, voordrachten enten behoeve van de jeugd en de scholen.Kan de Minister mij een overzicht geven wat hiervanreeds werd verwezenlijkt en van de initiatievendie nog op til staan ? Meer in het bijzonder interesseerthet me te vernemen welke de stand van zakenis inzake een wekelijks TV-intermezzo over Brusselop de BRTN en/of de VTM.Heeft de Minister sedert de oprichting van RadioDonna de BRTN al voorgesteld om de oorspronkelijkeopzet van Studio Brussel opnieuw ter harte tenemen ?Vraag nr. 62van 31 juli 1992van de heer W. VERREYCKEN<strong>Vlaams</strong> cultureel centrum te Johannesburg - SubsidiëringLuidens informatie in ‘t Pallieterke van 1 juli 1992 isin Johannesburg, Zuid-Afrika, het Missakcentrum actief.Het betreft hier een <strong>Vlaams</strong> cultureel centrummet een belangrijke uitstraling naar de meer dan 25 .OOOVlamingen die in Zuid-Afrika leven. Het centrum isook ingeschakeld in de werking van de <strong>Vlaams</strong>-Zuid-Afrikaanse Cultuurstichting, die trouwens een opgemerktebijdrage leverde aan de conferentie Nederlandsin de Wereld, voorgezeten door de heer L. Vanvelthoven,Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Raad.beeldmaten 2.3.4.5.6.7.8.9.Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.Luidens dezelfde informatiebron zou dit zeer actieveMissakcentrum niet worden gesubsidieerd door dediensten van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap. Gezien desubsidiëring van meerdere andere <strong>Vlaams</strong>e culturelecentra in het buitenland lijkt het mij aangewezen ookhet Missakcentrum op te nemen in de lijst van te subsidiërencentra.Overweegt de Minister een dergelijke subsidiëring ?Ziet de Minister andere mogelijkheden om de toe tejuichen werking van het Missakcentrum te ondersteunen,zoals het bezorgen van naslagwerken en <strong>Vlaams</strong>electuur ?N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heerL. Van den Brande, Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>eExecutieve, Gemeenschapsminister van Economie,KMO, Wetenschapsbeleid, Energie enExterne Betrekkingen.Vraag nr. 65van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?GEMEENSCHAPSMINISTER VAN VERKEER,BUITENLANDSE HANDEL ENSTAATSHERVORMINGVraag nr. 54van 8 juli 1992van de heer J. ULBURGHSCommanderij van Duitse Ridderorde in Gruitrode -BeschermingDe commanderij van de Duitse Ridderorde in Gruitrode,deelgemeente van de gemeente Meeuwen-Gruitrode,is een belangrijk stuk cultureel historisch erfgoedin onze provincie limburg. De commanderij is momenteelin het bezit van een Duitse eigenaar die gerechtelijkwordt vervolgd.De bekommernis om deze commanderij lijkt tegroeien. Enige tijd geleden bezocht ik deze vestigingen het minste wat men kan zeggen is dat ze heel watmogelijkheden biedt. Opgravingen hebben aangetoonddat deze vestiging van de Duitse Ridderorde zelfs ouderis dan die van Alden-Biezen. Het museum van deDuitse Ridderorde in Gruitrode is reeds een veruitwendigingvan de belangrijke functie die in bet verledenbestond.De kasteelhoeve verkommert momenteel en zou infeite een belangrijke functie kunnen hebben in de toeristischeontwikkeling van Noord-Limburg in het kadervan bet Regionaal Landschap Hoge Kempen.1. Waarom wordt de commanderij niet beschermd ?


526 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19922. De commanderij van Gruitrode is een belangrijkeschakel tussen vestigingen van de Duitse Ridderorde.Als het binnen afzienbare tijd te koop gesteldwordt, welke mogelijkheid ziet de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschapom het samen met de provincie en hetgemeentebestuur aan te kopen ?3. Kan het museum van de Duitse Ridderorde ondergebrachtworden in het kasteel ? Nu gebeurt dit inhet oude gemeentehuis van Gruitrode.Vraag nr. 57van 13 juli 1992van de heer M. DIDDEN<strong>Vlaams</strong> Huis in Limburg - OprichtingMet belangstelling nam ik kennis van het antwoord opmijn vraag over de oprichting van een <strong>Vlaams</strong> Huis inLimburg. Uit dit antwoord bleek dat de Minister wachtop het antwoord van het College van Secretarissen-generaal.Dit antwoord strookt niet met de informatie die ikkreeg uit het onderhoud dat ik met leden van vermeldcollege had. Zo werd er op de adviesvraag van augustus1991 reeds op 24 september 1991 een advies gegevenbij brief van de secretaris-generaal van de <strong>Vlaams</strong>eGemeenschap. Op 20 januari 1992 vond de Ministerhet blijkbaar nodig een advies te vragen, wat hemopnieuw werd bezorgd bij schrijven van 31 januari1992.Ik ben dan ook verwonderd over het antwoord op mijnschriftelijke vraag, waaruit zou blijken dat de Ministernog steeds op een advies wacht.Mag ik hieruit besluiten dat bet kabinet van de Ministernogal nalatig is in de behandeling van nochtans officiëlebriefwisseling met de secretaris-generaal en het Collegevan Secretarissen-generaal ? Is de brief van 24 september1991 en van 31 januari 1992 zoek geraakt op hetkabinet ? Ik kan mij bezwaarlijk voorstellen dat deMinister mij wetens en willens de waarheid niet zoumeedelen.Mag ik derhalve vernemen welk gevolg de Ministeraan beide brieven van de secretaris-generaal geeft ?Eveneens had ik graag vernomen hoe het onjuiste antwoordop mijn vorige vraag tot stand gekomen is. Kande Minister mij meedelen wie er verantwoordelijk isvoor deze misleiding ?Vraag nr. 60van 31 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENInrichten van vrije trambanen - Bevoegdheid van deverkeersministerEen programmawet uit de tijd van VerkeersministerDe Croo geeft naar verluidt de Minister van Verkeerde bevoegdheid om trambanen in te richten.1. Is dat zo ? Om welke programmawet gaat het ?2. Is die bevoegdheid via de regionalisering overgedragenop de Gemeenschapsminister van Verkeer ?3. Heeft de Minister van die bevoegdheid gebruik gemaakt? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, waar ? Overhoeveel kilometer vrije baan gaat het ? En heeft deaanleg van de vrije baan tot meer reizigers geleid ?Hoe groot is eventueel het stijgingspercentage ?Vraag nr. 61van 31 juli 1992van de heer H. VAN DIENDERENVerschillende bustypes - Prijzen en kostenWat is momenteel het verschil in prijs voor aankoop,onderhoud en brandstof voor een harmonicabus,een standaardbus, een stadsbus en een minibus(belbus) ?Zijn er eventueel verschillen in personeelskostenvoor de verschillende types van bussen ?Waarom wordt er niet meer gebruik gemaakt vande minibus voor trajecten of tijdstippen met weinigreizigers ?Vraag nr. 62van 3 augustus 1992van de heer A. SCHELLENSKraneveldhoeve in Haacht - RestauratieDe Kraneveldhoeve op de grens van Haacht en Werchteris sinds de jaren zestig een beschermd gebouw,maar staat er momenteel troosteloos bij. Bij opgravingenis bewezen dat de hoeve en haar omgeving ontegensprekelijkhistorische waarde hebben. Momenteelmaken grote barsten in de muren, golfplaten als dakbedekkingen het verdwijnen van de dikke muurwallenhet historisch gebouw bijna tot een ruïne.Kan de Minister mij het volgende mededelen ?1. Welke maatregelen werden reeds getroffenKraneveldhoeve in stand te houden ?2. Is er reeds een dossier opgesteldwerken uit te voeren ?Vraag nr. 63van 7 augustus 1992van de heer H. VAN DIENDERENom deom de restauratie-Dagtoerisme - Gecombineerd trein-tram-busticketHappy Trip is een gecombineerd trein-tram-busticketdat men bij verhuurkantoren, hotels of campings krijgtaangeboden als men daar een verblijf aan de kustboekt.Waarom kan De Lijn, samen met de NMBS, niet eengelijksoortige eenvoudige en goedkope reisformuleaanbieden voor dagjestoerisme ?


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 527Vraag nr. 64van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?2. Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?3. Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?4. Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?5. In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?8.9.Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.Vraag nr. 65van 7 augustus 1992van de heer J. EEMANBeschermde natuurgebieden - Schuthokken voor dierenNaar ik meen te weten bestaan er richtlijnen die eenlandbouwer en/of veehouder verplichten een behoorlijkschuthok te plaatsen, waarin dieren beschermingkunnen zoeken.Graag vernam ik van de Gemeenschapsminister onderwelke voorwaarden een houten schuthok van maximaaltwintig vierkante meter dat volledig open is aan éénzijde, mag worden opgericht in beschermde natuurgebieden.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN TEWERK-STELLING EN SOCIALE AANGELEGENHEDENVraag nr. 24van 3 augustus 1992van de heer F. DE MANArbeidsvergunningen - Medisch attest in verbandoverdraagbare aandoeningenmetSedert 1974 bestaat er in dit land een immigratiestop.Het blijkt evenwel dat nog steeds arbeidsvergunningenworden toegekend aan niet-Belgen.Kan de Minister mij meedelen hoeveel arbeidsvergunningenvoor niet-Belgen door het <strong>Vlaams</strong> Gewest werdenuitgereikt in de voorbije vijf jaar ?Kan de Minister mij tevens meedelen of het klopt datwie over een arbeidsvergunning wenst te beschikken,een medisch attest dient voor te leggen waaruit blijktdat hij/zij vrij werd bevonden van overdraagbare aandoeningen? Klopt het dat HIV-besmetting momenteelniet tot deze overdraagbare aandoeningen wordt gerekend?Indien dit wel het geval zou zijn, kan de Minister mijlaten weten hoeveel HIV-tests werden uitgevoerd en/ofhoeveel medische getuigschriften werden binnengeleverddie aantoonden dat de aanvrager op het ogenblikvan zijn aanvraag niet HIV-besmet was ?Kan de Minister mij ten slotte laten weten welke deeventuele kostprijs was van de uitgevoerde HIV-tests ?Vraag nr. 25van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1.2.3.4.5.Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enin welke mate is dit effectief opgevuld ?


528 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 19926. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aanschapsministers.GEMEENSCHAPSMINISTER VAN FINANCIENEN BEGROTING,GEZONDHEIDSINSTELLINGEN, WELZIJN ENGEZINVraag nr. 42van 7 augustus 1992van de heer L. PEETERSAdministratie - Controle en inspectieMet betrekking tot de onder de bevoegdheid van deMinister ressorterende administratie, diensten en personeelsleden,wil ik de bijgevoegde vragen voorleggenin verband met de controle- en inspectiediensten.1. Welke inspectie-en controletaken ressorteren onderde bevoegdheid van de Minister ?2. Wat zijn de huidige opdrachten van de dienstenbevoegd voor deze taken ?3. Welke zijn de strategische opties en de prioriteitenvan deze diensten en door wie worden die vastgelegd?4. Hoe zijn deze diensten gestructureerd ?5. In hoeveel personeelsleden voorziet het kader enalle Gemeen-in welke mate is dit effectief opgevuld ?6. Hoeveel controles voeren deze diensten jaarlijksuit ?7. Hoeveel overtredingen werden hierbij vastgesteld ?8. Hoeveel processen-verbaal werden hierbij opgesteld?9. Welke gevolgen werden aan deze processen-verbaalgegeven ?10. In welke mate dragen de controles, de vaststellingenvan de overtredingen, de opgestelde processen-verbaalen de voorgestelde maatregelen ensancties bij tot de realisatie van de strategischeopties van deze diensten ?N.B. : Deze vraag werd gesteld aan alle Gemeenschapsministers.


<strong>Vlaams</strong>e Raad -Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 529REGISTERVraag nr. Datum Vraagsteller Onderwerp Blz.L. VAN DEN BRANDE, Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsminister van Economie, KMO, Wetenschapsbeleid,Energie en Externe Betrekkingen2729303129.06.1992 A. Denys0 06.07.199208.07.1992 G. Vermassen17.07.199232 24.07.199233 24.07.199234 0 31.07.199235 03.08.199236 0 07.08.1992E. Van VaerenberghE. Van VaerenberghH. MarsoulV. AnciauxW. VerreyckenM. VogelsL. PeetersSamenstelling kabinet - Normen en gegevens 505Impulsgebied Zennevallei - Project landschapspark 519NV Maasland - OntgrindingOngebruikte industriegebouwen en -terreinen - MaatregelenMinisterie van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap - Archiefbeleid483483484Imago van Vlaanderen - Advertentie in Waals blad 484<strong>Vlaams</strong> cultureel centrum te Johannesburg - Subsidiëring 519Logistiek Park Zandvliet - Beslissing inzake aanleg 484Administratie - Controle en inspectie 519N. DE BATSELIER, Vice-Voorzitter van de <strong>Vlaams</strong>e Executieve, Gemeenschapsminister van Leefmilieu en Huisvesting198 06.07.1992207 14.07.1992208 14.07.1992209 14.07.1992210 14.07.1992211 15.07.1992212 31.07.1992213 31.07.1992214 31.07.1992215 03.08.1992216 03.08.1992217 03.08.1992218 06.08.1992219 06.08.1992E. Van VaerenberghP. BreyneJ. UlburghsJ. UlburghsR. Van HoolandL. MaximusH. BrounsE. Van VaerenberghE. Van VaerenberghL. Nelis-VanLiedekerkeJ. De RooL. BarbéJ. ValkeniersL. Nelis-VanLiedekerkeWaterzuiveringsstation in Lot - Gebrekkige functionering 506<strong>Vlaams</strong>e Huisvestingsmaatschappij - BeheersvergoedingenVilbeluik Smet-usé in Sint- Truiden - Vervuiling CicindriabeekNAVO-schietterrein in Helchteren - MilieuverstoringLeiebekken - SaneringAuto’s met catalysator - Gevolgen voor mens en milieuHouthalen-Helchteren - Remo-stortplaatsNV Animalia in Denderleeuw - ReukhinderVerbrandingsoven voor huishoudelijk afval in <strong>Vlaams</strong>-Brabant -VestigingsplaatsVervuiling Dender - Adviezen bekkencomité en maatregelenHuisvuilverbrandingsinstallatie in Eeklo - EmissieIllegale inrichtingen voor voertuigwrakken en schroot - SaneringAanpak milieuverontreiniging - Japans experiment als modelMilieuheffing op het afvalwater - Wanbetalers4855204854865075205205074885214884894890 onbeantwoord III aanvullend antwoord A gecoördineerd antwoord


530 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992220 06.08.1992 L. Nelis-Van Firma Animalia uit Denderleeuw - Vervuiling openbare weg 490Liedekerke221 07.08.1992 F. Ghesquière West- Vlaanderen - Woonbehoeften 490222 0 07.08.1992 L. Peeters Administratie - Controle en inspectie 521T. KELCHTERMANS, Gemeenschapsminister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden190 01.06.1992220 18.06.1992221 19.06.1992227 23.06.1992236 02.07.1992240 06.07.1992241 06.07.1992242 06.07.1992J. PeetersJ. De MolF. VermeirenL. StandaertE. Van VaerenberghE. Van VaerenberghE. Van VaerenberghE. Van VaerenberghDoortocht Veerle (Laakdal) - Plannen voor ring508Verkeersveiligheid in Zele - Zuidelijke omleidingsweg508Verkeersdoortocht in Zaventem - Geluidsschermen509Ontsluiting AZ St. -Lucas in Assebroek (Brugge) - Geplande verbindingmet de Baron Ruzettelaan510A 12 Brussel-Boom - Voltooiing werken 511Waterloosveld in Sint-Genesius-Rode - Bouwprojecten 491Impulsgebied Zennevallei - Project landschapspark 491Gedeeltelijke herziening gewestplan Halle- Vilvoorde-Asse - Nega- 491tief advies gemeenteraad Beersel 49124324407.07.199207.07.1992L. AppeltansL. StandaertWegwijzers langs taalgrens - Franse naam ,, Hélécine”Bermbesluit - Problemen inzake toepassing4924922452462472482490 08.07.199208.07.199208.07.199208.07.199208.07.1992W. DemuytJ. UlburghsL. BarbéL. BarbéH. MarsoulKanaal Gent-Oostende - Verbetering transportmogelijkhedenLaanbomen - Bescherming en aanplantingNieuwdonk in Berlare - Bestemming natuurbouwGroengebieden - OntspanningsinrichtingenZuidelijke Ring in Tienen - Voltooiing52149349449449425025109.07.199210.07.1992E. Vankeirsbilck Plannen van aanleg - Hiërarchische classificatieL. Van Nieuwen- Afrit E 411 in Hoeilaart - Teloorgang gebied Paardenwater495495huysen252 13.07.1992 L. Standaert BVBA Mecano Opglabbeek - Toekennen bouwvergunning496253 14.07.1992 L. Barbé Nieuwdonk in Berlare - Bouwovertredingen496254 15.07.1992 B. VandendriesscheGentse Dampoort - Herinrichting verkeersknooppunt496255 0 15.07.1992 G. Verhofstadt Uitbetaling schadevergoeding aan particulieren - Betwisting tussen 521nationale en regionale overheid256 17.06.1992 E. Van VaerenberghOngebruikte industrieterreinen - Omvorming tot natuurgebied 497257 24.07.1992 J. Peeters Hulshout - Bouwvergunning afvalcontainerpark511258 0 24.07.1992 R. Van Hooland Buitenring Ringvaart - Aansluiting Beukenlaan te Sint-Denijs- 522Westrem259 0 24.07.1992 J. Eeman N 208 - Afwerking 5220 onbeantwoord IJ aanvullend antwoord A gecoördineerd antwoord


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 531260 0 24.07.1992 L. Appeltans Openbare werken - Bedragen voor wegeninfrastructuur522261 0 31.07.1992 J. Timmermans Zottegem - Verbinding van de Meerlaan met de gewestweg 454 522262 0 31.07.1992 H. Van Diende- Gewestwegen - Voorsorteerstroken voor kruispuntenren522263 0 31.07.1992 G. Geens A 2 te Leuven - Op- en afrit nummer 16 522264 31.07.1992 G. Cardoen Administratieve diensten te Leuven - Moeilijke telefonische toegankelijkheid265 0 31.07.1992 H. Van Diende- Eenrichtingsverkeerswegen - Fietsverkeer in de andere richtingren511523266 0 03.08.1992 L. Nelis-VanLiedekerkeRijksweg N 60 Gent-Oudenaarde - Verkeersveiligheid 523267 0 03.08.1992 L. Van Nieuwen- Gemeenteraad van Linkebeek - Eventuele tuchtmaatregelhuysen523268 0 03.08.1992 A. Schellens Arrondissement Leuven - Verkeersveiligheid523269 0 03.08.1992 W. Cortois Gemeentelijke concessieovereenkomst - Nazicht financiële verrichtingen523270 0 03.08.1992 H. Van Diende- Fietsvoorsorteerstroken op kruispunten - Bevorderingren523271 0 03.08.1992 H. Van Diende- Eenrichtingsstraten - Openstellen voor fietsers uit de andere richting 523ren273 0 06.08.1992 G. Annemans Veltmanshuis in Voeren - Procedure inzake toeristische wegwijzers524274 0 06.08.1992 M. Olivier E 17 in Kortrijk en Marke - Geluidsschermen524275 0 07.08.1992 F. Ghesquière Arrondissement Oostende - Verkeersongevallen524276 07.08.1992 M. Vogels RUG - Studieopdracht betreffende welstandsverordening497277 0 07.08.1992 L. Peeters Administratie - Controle en inspectie524H. WECKX, Gemeenschapsminister van Cultuur en Brusselse Aangelegenheden5860616263646508.07.1992 E. Van Vaeren- Kasteel van Gaasbeek - Restauratie 498bergh17.07.1992 H. Van Diende- Niet-openbare radio’s - Adviezen van de Raad voor Lokale Radio’s 512ren0 24.07.1992 L. Van Nieuwen- Brussel - Plan ter verbetering van het imago 524huysen0 31.07.1992 W. Verreycken <strong>Vlaams</strong> cultureel centrum te Johannesburg - Subsidiëring 52531.07.1992 E. Van Vaeren- Jeugdcentrum Destelheide in Dworp - Douchecellen voor gehandi- 514berghtapten31.07.1992 T. Merckx-Van <strong>Vlaams</strong>e musea - Rampenplannen 514Goey0 07.08.1992 L. Peeters Administratie - Controle en inspectie 5250 onbeantwoord IJ aanvullend antwoord A gecoördineerd antwoord


532 <strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992L. VAN DEN BOSSCHE, Gemeenschapsminister van Onderwijs en Ambtenarenzaken10210410510610710810906.07.1992 L. Appeltans Ziekteverlof personeelsleden gesubsidieerd onderwijs - Discri- 514minatie17.07.1992 J. Eeman Onderwijzend personeel - Terugbetaling van vervoerskosten 51524.07.1992 H. Marsoul Gemeentelijke archiefambtenaar - Mogelijkheid tot opleiding 49831.07.1992 F. De Man Voorlichtingsacties in het onderwijs - AIDS 49803.08.1992 L. Van Nieuwen- Franstalige kinderen in Nederlandstalig onderwijs te Brussel - Op- 499huysenrichting werkgroep03.08.1992 L. Van Nieuwen- Onderwijs in Brussel en taalgrensgemeenten - Aanwezigheid van 499huysenanderstalige kinderen07.08.1992 L. Peeters Administratie - Controle en inspectie 501J. SAUWENS, Gemeenschapsminister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatshervorming51525455056 09.07.19925758596001.07.1992 J. Eeman01.07.1992 V. Vautmans08.07.1992 J. Ulburghs08.07.1992 G. Cardoen0 13.06.199215.07.199224.07.199231.07.199261 31.07.1992626303.08.199207.08.199264 07.08.199265 07.08.1992Beschermde monumenten - Stand van zakenBeschermde monumenten - Verdubbeling aantalCommanderij van Duitse Ridderorde in Gruitrode - BeschermingDe Lijn in Galmaarden - Ontbreken van busverbinding tussen deelgemeentenH. Van Diende- Verschillende soorten van verkeer - Situatie in VlaanderenrenM. Didden <strong>Vlaams</strong> Huis in Limburg - OprichtingW. Seeuws Metrowerken in Antwerpen - InvesteringsprogrammaL. Appeltans Openbare werken - Bedragen voor wegeninfrastructuurH. Van Diende- Inrichten van vrije trambanen - Bevoegdheid van de verkeersminisrenterH. Van Diende- Verschillende bustypes - Prijzen en kostenrenA . SchellensKraneveldhoeve in Haacht - RestauratieH. Van Diende- Dagtoerisme - Gecombineerd trein-tram-busticketrenL. Peeters Administratie - Controle en inspectieJ. Eeman Beschermde natuurgebieden - Schuthokken voor dieren515516525516516526517501526526526526527526L. DETIEGE, Gemeenschapsminister van Tewerkstelling en Sociale Aangelegenheden22 17.07.1992 L. Barbé Aanwezigheid van asbest in gebouwen - Onderzoeken 50223 17.07.1992 L. Barbé Loodverfintoxicatie bij kinderen - Onderzoek en maatregelen 50224 o 03.08.1992 F. De Man Arbeidsvergunningen - Medisch attest in verband met overdraag- 527bare aandoeningen25 o 07.08.1992 L. Peeters Administratie - Controle en inspectie 5270 onbeantwoord Cl aanvullend antwoord A gecoördineerd antwoord


<strong>Vlaams</strong>e Raad - Vragen en Antwoorden - Nr. 11 - 7 september 1992 533W. DEMEESTER-DE MEYER, Gemeenschapsminister van Financiën en Begroting, Gezondheidsinstellingen, Welzijnen Gezin3337383940414216.06.1992 L. Standaert07.07.1992 F. Vermeiren08.07.1992 M. Olivier08.07.1992 J. Valkeniers31.07.1992 E. Van Vaerenbergh07.08.1992 M. Vogels0 07.08.1992 L. PeetersGehandicaptenzorg - Erkenningen 518Gezins- en bejaardenhulp - Subsidies 503Voorzieningen VFSIPH - Cumulatieregeling 503Gezondheidsinstellingen - Subsidie-aanvragen 504Zelfstandig wonen van zorgbehoevende bejaarden - Bijkomende 519uren gezins- en bejaardenhulpBegeleid wonen - Verwarring rond statuut van samenwonende 505Administratie - Controle en inspectie 5280 onbeantwoord Cl aanvullend antwoord A gecoördineerd antwoord

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!