11.07.2015 Views

Audiovisueel ontwerpen, theorie en praktijk; conceptontwikkeling ...

Audiovisueel ontwerpen, theorie en praktijk; conceptontwikkeling ...

Audiovisueel ontwerpen, theorie en praktijk; conceptontwikkeling ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Mobile Apps from SAP & Partners - SAP Store© 2011 SAP AG. All rights reserved. Confid<strong>en</strong>tial 4


word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. En om niet in de oude fout van de filmtheoretici te vervall<strong>en</strong>: het oog blijft daarbijvoortdur<strong>en</strong>d op de <strong>praktijk</strong> gericht.Als het al mogelijk zou zijn om e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk <strong>theorie</strong> voor het filmontwerp te ontwikkel<strong>en</strong> blijfthet de vraag of dit wel zo w<strong>en</strong>selijk is. E<strong>en</strong> strikt wet<strong>en</strong>schappelijke b<strong>en</strong>adering zal immers in hogemate mechanistisch van aard zijn <strong>en</strong> waarschijnlijk weinig ruimte lat<strong>en</strong> voor zak<strong>en</strong> als originaliteit,creativiteit <strong>en</strong> esthetiek. Dit zijn nu juist de aspect<strong>en</strong> die film zo interessant <strong>en</strong> werkzaam mak<strong>en</strong>.Het sc<strong>en</strong>arioAan vrijwel alles wat geconstrueerd wordt ligt e<strong>en</strong> ontwerp t<strong>en</strong> grondslag. Het gaat daarbij in eersteinstantie om e<strong>en</strong> conceptuele exercitie die leidt tot e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> of deels getek<strong>en</strong>de blauwdruk metspecificaties van het bedoelde eindprodukt. Bij het bouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> huis bijvoorbeeld ligt het ontwerpvast in het bestek <strong>en</strong> de bouwtek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die voorschrift<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> voor de uitvoering van de bouw.Daarmee wordt voorkom<strong>en</strong> dat metselaars naar eig<strong>en</strong> goeddunk<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> beetje in het wilde weggaan metsel<strong>en</strong>.Ook bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film moet voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er bij de realisatie te veel aan het toevalwordt overgelat<strong>en</strong>. Daarvoor is het nodig om van te vor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed doordacht filmontwerp te mak<strong>en</strong><strong>en</strong> dit vast te legg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario. Het sc<strong>en</strong>ario vormt het geme<strong>en</strong>schappelijke uitgangspunt vooralle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij de film <strong>en</strong> levert aanwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorschrift<strong>en</strong> voor de feitelijke realisering. Demate van detaillering kan per film sterk verschill<strong>en</strong>. Naarmate er echter meer in het sc<strong>en</strong>ario wordtgespecificeerd, wordt er minder aan het toeval overgelat<strong>en</strong>.Daarbij is e<strong>en</strong> kanttek<strong>en</strong>ing op zijn plaats. Hoe gedetailleerder het sc<strong>en</strong>ario, des te meer nuances <strong>en</strong>subtiliteit<strong>en</strong> van te vor<strong>en</strong> bedacht <strong>en</strong> geëxpliciteerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het is van belang te beseff<strong>en</strong> dathet sc<strong>en</strong>ario vooral e<strong>en</strong> weerslag is van ideeën <strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong> die achter het schrijfbureau zijnontstaan <strong>en</strong> die nog in werkelijke filmische handeling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgezet. Dat betek<strong>en</strong>t dat ergr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn aan de mate waarin e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario de invulling van e<strong>en</strong> film kan beschrijv<strong>en</strong>. Zelfs bij e<strong>en</strong>gedetailleerd sc<strong>en</strong>ario waarin vele regieaanwijzing<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> beschikt de regisseur nog overvele vrijhed<strong>en</strong> bij de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> montage. In feite wordt algeme<strong>en</strong> verondersteld dat deze laatsteinterpretatieslag zelfs doorslaggev<strong>en</strong>d is voor de kwaliteit van de film. Daarom gaan de roem <strong>en</strong> deeer voor e<strong>en</strong> succesvolle film ook meestal naar de regisseur; de sc<strong>en</strong>arist<strong>en</strong> staan veel meer in deschaduw. Of dat terecht is, is e<strong>en</strong> andere kwestie.Het sc<strong>en</strong>ario moet zoveel mogelijk word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> leidraad waarin de hoofdlijn<strong>en</strong> van de filmvastligg<strong>en</strong>. Alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> film baser<strong>en</strong> hun medewerking op de inhoud van het sc<strong>en</strong>ario. Bijde realisatie van e<strong>en</strong> film moet daar bij voorkeur zo min mogelijk van word<strong>en</strong> afgewek<strong>en</strong>.Toch is t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de invulling van details e<strong>en</strong> flexibele opstelling gew<strong>en</strong>st. Wanneer hetsc<strong>en</strong>ario te zeer als e<strong>en</strong> star voorschrift wordt gebruikt, word<strong>en</strong> er kans<strong>en</strong> gemist. Niet alles is immersvan te vor<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> op papier vast te legg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> plotseling verschijn<strong>en</strong>de reg<strong>en</strong>boog zalzeld<strong>en</strong> in het sc<strong>en</strong>ario zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar kan de moeite waard zijn om ter plekke het opnameplanaan te pass<strong>en</strong>. De filmmaker zal daarbij e<strong>en</strong> balans moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het planmatigewerk<strong>en</strong> conform het sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> het flexibel inspel<strong>en</strong> op incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die mogelijk tot e<strong>en</strong> meerwaardekunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.De inhoud van dit boekDit boek richt zich op het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> audiovisueel ontwerp, zoals dat wordt vastgelegd in hetsc<strong>en</strong>ario. Er zal uitgebreid word<strong>en</strong> ingegaan op het instrum<strong>en</strong>tarium dat de filmmaker tot zijnbeschikking heeft <strong>en</strong> op de overweging<strong>en</strong> die bij de ontwerpkeuz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Het doel isintuïtieve noties <strong>en</strong> ervaringsfeit<strong>en</strong> rond het filmmak<strong>en</strong> sterk te systematiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar mogelijk inverband te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met onderligg<strong>en</strong>de theoretische concept<strong>en</strong>.We zull<strong>en</strong> in dit boek e<strong>en</strong> groot aantal richtlijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels besprek<strong>en</strong> die de filmmaker kunn<strong>en</strong>ondersteun<strong>en</strong> in zijn werk. Die regels moet<strong>en</strong> echter niet tot absolute wet word<strong>en</strong> verhev<strong>en</strong>, omdat zesoms verlamm<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op de communicatieve kracht van e<strong>en</strong> film. Het is ond<strong>en</strong>kbaar date<strong>en</strong> kant <strong>en</strong> klaar recept voor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film gegev<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Het wordt pas echtinteressant wanneer de filmmaker weet te balancer<strong>en</strong> op de rand van het geoorloofde <strong>en</strong> wanneer de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


gekoz<strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins afwijk<strong>en</strong> van de gebaande <strong>en</strong> veilige weg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekstwordt pas echt literair wanneer de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het taalgebruik wat word<strong>en</strong> verlegd. Zo moet ook defilmmaker nieuwe ding<strong>en</strong> durv<strong>en</strong> uitprober<strong>en</strong> om de grote rijkdom van het filmmedium te kunn<strong>en</strong>b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>. De bestaande regels <strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ties moet<strong>en</strong> daarbij niet als hinderpaal funger<strong>en</strong> maar alsrefer<strong>en</strong>tiekader dat e<strong>en</strong> betere afweging tuss<strong>en</strong> risico's <strong>en</strong> meerwaarde mogelijk maakt. Bek<strong>en</strong>dheidmet die regels moet dus juist de speelruimte van de filmmaker vergrot<strong>en</strong>.Het boek is opgedeeld in twee blokk<strong>en</strong> die elk e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functie vervull<strong>en</strong>. Het eerste blok(hoofdstuk twee tot <strong>en</strong> met acht) is vooral beschouw<strong>en</strong>d van aard <strong>en</strong> draagt de theoretische basisaan voor het audiovisueel <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>. Het tweede blok (vanaf hoofdstuk neg<strong>en</strong>) richt zich nadrukkelijkop de ontwerpproblematiek zelf.De pragmatisch ingestelde lezer die wat minder belang hecht aan de theoretische achtergrond<strong>en</strong>,kan zonder veel problem<strong>en</strong> direct met het tweede blok beginn<strong>en</strong>. Dat heeft echter zijn prijs in derijkheid <strong>en</strong> diepgang van de k<strong>en</strong>nis die hij zal opdo<strong>en</strong>: hij zal het tweede blok heel anders ervar<strong>en</strong> dandeg<strong>en</strong>e die het boek helemaal leest.In het eerste blok wordt vanuit verschill<strong>en</strong>de (theoretische) perspectiev<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>nisaangedrag<strong>en</strong> over audiovisuele media. Om niet in dezelfde fout te vervall<strong>en</strong> als de filmtheoretici zijnde verschill<strong>en</strong>de thema's teruggebracht tot de ess<strong>en</strong>tie zoals die van belang is voor het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de theoretische concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> zo veel mogelijk word<strong>en</strong> toegelicht <strong>en</strong>geïllustreerd met praktische voorbeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> gevalsstudies.De hoofdstukk<strong>en</strong> twee, drie <strong>en</strong> vier richt<strong>en</strong> zich op de omgevingsfactor<strong>en</strong> van audiovisuele media, tewet<strong>en</strong> de bepal<strong>en</strong>de karakteristiek<strong>en</strong> van audiovisuele media, de onderwijscontext <strong>en</strong> dekeuzeoverweging<strong>en</strong> voor mediumgebruik. De hoofdstukk<strong>en</strong> vijf, zes <strong>en</strong> zev<strong>en</strong> gaan in op de manierwaarop de communicatie van audiovisuele media (film) in zijn werk gaat <strong>en</strong> op de wijze waarop detoeschouwer deze mechanism<strong>en</strong> ondergaat. In hoofdstuk acht richt<strong>en</strong> we ons op de vraag welkeoverweging<strong>en</strong> van belang zijn als we film als leermiddel will<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>.Hoewel de hoofdstukk<strong>en</strong> van dit eerste blok regelmatig met elkaar in verband word<strong>en</strong> gebracht,kunn<strong>en</strong> ze min of meer onafhankelijk van elkaar word<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong>.In het tweede blok richt<strong>en</strong> we ons op de verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van het ontwerpproces. We gaanuitgebreid in op het ontwikkel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> op het instrum<strong>en</strong>tarium dat daarvoor beschikbaaris. Waar mogelijk zull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verband legg<strong>en</strong> met de theoretische aanknopingspunt<strong>en</strong> uit heteerste blok. Zeer praktische <strong>en</strong> technische kwesties die spel<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de opnames <strong>en</strong> de montagekom<strong>en</strong> slechts zeer summier aan de orde.In hoofdstuk neg<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> we het audiovisuele produktietraject. Hoofdstuk ti<strong>en</strong>, elf <strong>en</strong> twaalfricht<strong>en</strong> zich op de vraag hoe we e<strong>en</strong> film in de steigers moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. In hoofdstuk derti<strong>en</strong> <strong>en</strong>veerti<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> we in detail de variabel<strong>en</strong> waarmee we het beeld <strong>en</strong> het geluid kunn<strong>en</strong>beschrijv<strong>en</strong>. Tot slot gaan we in hoofdstuk vijfti<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> groot aantal filmisch-didactische middel<strong>en</strong>die op detailniveau de communicatie kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>.Tot slotE<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aardigheid van de filmwereld is het hardnekkig gebruik van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> jargon van veelFranstalige <strong>en</strong> vooral Engelstalige term<strong>en</strong>, waar goede Nederlandse term<strong>en</strong> beschikbaar zijn. Hetmag op het eerste gezicht misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beetje blasé klink<strong>en</strong> om over de 'set', de 'crew' <strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'shot'te sprek<strong>en</strong>, maar wie e<strong>en</strong>maal te mak<strong>en</strong> krijgt met filmproduktie in de <strong>praktijk</strong> zal merk<strong>en</strong> dat determ<strong>en</strong> wel degelijk e<strong>en</strong> functionele vocabulaire vorm<strong>en</strong>.Wie zich verder probeert te schol<strong>en</strong> in dit vakgebied moet zich realiser<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> duidelijkeindpunt van de studie is aan te gev<strong>en</strong>. Het is niet zo als bij het hal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groot rijbewijs: je haaltje diploma <strong>en</strong> dat is dan dat. Bij film gaat het veel meer om graduele verbetering<strong>en</strong> van de matewaarin bepaalde filmische vaardighed<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beheerst. Maar er is ge<strong>en</strong> ultiem doel te definiër<strong>en</strong>,dat via e<strong>en</strong> standaard opleidingstraject binn<strong>en</strong> bereik kan kom<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong> blijk<strong>en</strong> zelfs degrootste regisseurs grote taxatiefout<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. Regelmatig zi<strong>en</strong> we zeer kostbare films (in commer-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


cieel opzicht) flopp<strong>en</strong>. In die onvoorspelbaarheid ligt waarschijnlijk ook de uitdaging. Film<strong>en</strong> is meerdan e<strong>en</strong> vakmatige routine. Het stuurt in zekere zin het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt voor vel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> manier vanlev<strong>en</strong>.In deze introductie is op e<strong>en</strong> aantal plaats<strong>en</strong> met nadruk gewez<strong>en</strong> op de gevar<strong>en</strong> <strong>en</strong> risico's waaraande filmmaker zich blootstelt <strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> die hij moet zi<strong>en</strong> te overwinn<strong>en</strong>. Dat er zoveel mis kangaan <strong>en</strong> ook vaak daadwerkelijk mis gaat is e<strong>en</strong> belangrijk motief geweest om dit boek te schrijv<strong>en</strong>.Het is echter zeker niet de bedoeling om met opzet e<strong>en</strong> wat naargeestige sfeer te schepp<strong>en</strong> <strong>en</strong> delezer bij voorbaat te ontmoedig<strong>en</strong>. Wat gezegd is moest gezegd word<strong>en</strong>, maar het wordt tijd om nuhet roer om te gooi<strong>en</strong> <strong>en</strong> met <strong>en</strong>thousiasme <strong>en</strong> optimisme aan het werk te gaan. E<strong>en</strong> introductie voore<strong>en</strong> boek als dit behoort immers e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>d <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>d startpunt te zijn voor verdere studie.Geheel in stijl zoud<strong>en</strong> we de anekdote uit het begin als volgt van e<strong>en</strong> 'happy <strong>en</strong>d' kunn<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>:Het werd e<strong>en</strong> zeer onaang<strong>en</strong>aam gesprek, waarin weinig heel bleef van de film.Maar m<strong>en</strong> moest het er mee do<strong>en</strong>. Het geld was immers op.En dat was maar goed ook. Al haar inspanning<strong>en</strong> war<strong>en</strong> niet tevergeefs geweest,want de film sloeg in als e<strong>en</strong> bom. Fanmail kwam met postzakk<strong>en</strong> tegelijk binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>zij kreeg ruimschoots g<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing. Het was e<strong>en</strong> ommekeer die het begin vormdevan e<strong>en</strong> glansrijke carrière .....(<strong>en</strong>zovoorts).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 2Audiovisuele mediaInleidingDe term audiovisuele media dekt e<strong>en</strong> groot ars<strong>en</strong>aal aan communicatiemiddel<strong>en</strong> waarin auditieve <strong>en</strong>visuele informatieoverdracht e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. In dit hoofdstuk komt e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> vanaudiovisuele media aan de orde. We gaan onder andere in op de vraag wat de maatschappelijke <strong>en</strong>culturele betek<strong>en</strong>is is van audiovisuele (massa-)media <strong>en</strong> welke consequ<strong>en</strong>ties dit heeft voor het<strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van audiovisuele programma's, in het bijzonder voor het onderwijs. Vervolg<strong>en</strong>s gaan wewat preciezer kijk<strong>en</strong> naar het begrip 'media' <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal gerelateerde begripp<strong>en</strong>. Tot slot mak<strong>en</strong> wee<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> lineaire <strong>en</strong> interactieve media <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> korte schets van toekomstigeontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van de audiovisuele media.We beginn<strong>en</strong> dit hoofdstuk met e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning van de bepal<strong>en</strong>de karakteristiek<strong>en</strong> van audiovisuelemedia.ScèneE<strong>en</strong> rat ligt uitgeteld <strong>en</strong> met blootligg<strong>en</strong>de schedel op de operatietafel. Twee hand<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> in beeld <strong>en</strong> pakk<strong>en</strong> het slangetje beet dat als e<strong>en</strong> infuus aan de hals van derat hangt. E<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarstem beschrijft de handeling<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> getoond: 'Hetcanule-eind klemm<strong>en</strong> we in de vaatklem. We verwijder<strong>en</strong> de injectiespuit <strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>de canule onder de huid door. De canule knipp<strong>en</strong> we op maat, zodat het eindeprecies tuss<strong>en</strong> de schroefjes uitkomt....' (fragm<strong>en</strong>t uit het videoprogramma'Hartcanulatie', Hoefakker*)E<strong>en</strong> betrekkelijk willekeurige scène uit e<strong>en</strong> betrekkelijk willekeurige onderwijsfilm, gemaakt in hetkader van het strev<strong>en</strong> om minder proefdier<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>. De film geeft uitleg over e<strong>en</strong> operatievehandeling die niet gemakkelijk via andere media kan word<strong>en</strong> overgedrag<strong>en</strong>. Er valt eig<strong>en</strong>lijk weinig ophet programma aan te merk<strong>en</strong>: alles wordt keurig in beeld gebracht, duidelijk <strong>en</strong> goed zichtbaar.Misschi<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t het hier zelfs beter zi<strong>en</strong> dan tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> echte operatie. De begeleid<strong>en</strong>detekst<strong>en</strong> zijn zakelijk, koel <strong>en</strong> informatief. Het is e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> standaard educatiefprogramma waarin de nadruk ligt op de overdracht van informatie. Het medium wordt expositorischgebruikt: het geeft uitleg.Maar het audiovisuele medium kan ook e<strong>en</strong> heel andere verschijningsvorm hebb<strong>en</strong>:ScènePresid<strong>en</strong>t Reagan komt uit het hotel <strong>en</strong> loopt naar zijn limousine, lach<strong>en</strong>d <strong>en</strong>zwaai<strong>en</strong>d naar <strong>en</strong>thousiaste omstanders. De camera volgt hem. Plotseling vall<strong>en</strong> erschot<strong>en</strong>. De camera schudt, Reagan duikt weg, geschreeuw, chaos, ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong>veiligheidsag<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> in flard<strong>en</strong> door het beeld.....(fragm<strong>en</strong>t uit de tv-serie 'Television', Granada TV*)Miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> Amerikaanse televisiekijkers kreg<strong>en</strong> deze beeld<strong>en</strong> luttele minut<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> moordaanslag oppresid<strong>en</strong>t Reagan voorgeschoteld. Wie de beeld<strong>en</strong> ziet, ondergaat aan d<strong>en</strong> lijve de kracht van hetAV-medium. Alle lichaamsfuncties van de kijker reager<strong>en</strong> alsof de schutter ieder mom<strong>en</strong>t dehuiskamer kan binn<strong>en</strong>storm<strong>en</strong>. De kijker schrikt, het adr<strong>en</strong>alinegehalte in het bloed schiet omhoog,het hart begint te bonz<strong>en</strong>, de spier<strong>en</strong> spann<strong>en</strong> zich. Paniek! Wat gebeurt er? Er is ge<strong>en</strong> ontkom<strong>en</strong>aan.Nieuwspres<strong>en</strong>tator Sir Robin Day stelt het kort <strong>en</strong> krachtig: de kracht van televisie ligt in 'exposurerather than exposition', het gaat om blootstelling in plaats van uite<strong>en</strong>zetting. De kijker moet nietword<strong>en</strong> bestookt met informatie <strong>en</strong> uitleg, maar moet aan ervaring<strong>en</strong> word<strong>en</strong> blootgesteld, moetondergaan, moet ondervind<strong>en</strong>, moet word<strong>en</strong> meegesleept of moet zelfs geschokt <strong>en</strong> geëmotioneerdrak<strong>en</strong>.De moordaanslag op Reagan is natuurlijk e<strong>en</strong> extreem voorbeeld. Het gaat om e<strong>en</strong> unieke,auth<strong>en</strong>tieke gebeurt<strong>en</strong>is die niet alle<strong>en</strong> betrekking heeft op e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sbedreig<strong>en</strong>de situatie van e<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


individu, maar die ook van grote invloed kan zijn voor de politieke, economische <strong>en</strong> financiëlestabiliteit in de hele wereld. Id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> angst zijn hier de primaire mechanism<strong>en</strong> die bij de kijkere<strong>en</strong> schok teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>: de id<strong>en</strong>tificatie met de neergeschot<strong>en</strong> hoofdpersoon <strong>en</strong> de angst <strong>en</strong>onzekerheid over de eig<strong>en</strong> toekomst. Dat maakt de gebeurt<strong>en</strong>is dubbel bedreig<strong>en</strong>d.De operatiescène <strong>en</strong> de scène van de moordaanslag weerspiegel<strong>en</strong> twee extreme karakteristiek<strong>en</strong>die het audiovisuele medium biedt: uite<strong>en</strong>zetting <strong>en</strong> blootstelling ('exposition and exposure'). Deoperatiescène biedt e<strong>en</strong> grote hoeveelheid duidelijke <strong>en</strong> gestructureerde informatie, maar hetdramatisch gehalte van de scène is minimaal. E<strong>en</strong> dergelijke b<strong>en</strong>adering vergt van de kijker e<strong>en</strong> matevan inspanning <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie die niet altijd verwacht mag word<strong>en</strong>. Bij de moordaanslag op Reaganzijn de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> juist zo indring<strong>en</strong>d dat de kijker zich er nauwelijks aan kan onttrekk<strong>en</strong>. Vane<strong>en</strong> gestructureerde informatieoverdracht is echter ge<strong>en</strong> sprake.De commercial <strong>en</strong> het leereffectWe kunn<strong>en</strong> ons afvrag<strong>en</strong> of deze twee aspect<strong>en</strong>, blootstelling <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting, niet op de e<strong>en</strong> ofandere manier met elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vervlocht<strong>en</strong>. Wat zou het mooi zijn als e<strong>en</strong> film detoeschouwer zodanig bespeelt, meesleept <strong>en</strong> opslokt dat informatieoverdracht spel<strong>en</strong>derwijsplaatsvindt. Moordaanslag<strong>en</strong> op presid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> uiteraard niet voor het oprap<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn, althansvoor de filmmaker, zeker niet op bestelling beschikbaar. Maar het kan ook zonder ingrijp<strong>en</strong>de,auth<strong>en</strong>tieke of spectaculaire incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Wanneer we bijvoorbeeld kijk<strong>en</strong> naar commercials dan zi<strong>en</strong>we blootstelling <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting vaak hand in hand gaan. Op geraffineerde wijze word<strong>en</strong> filmischemiddel<strong>en</strong> gebruikt om de kijker in te palm<strong>en</strong>, te bedwelm<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verleid<strong>en</strong>, waarbij de boodschapvaak impliciet <strong>en</strong> ongrijpbaar maar tegelijkertijd onontkoombaar wordt overgebracht. Het doel van dereclamemakers is veelal simpel: het bewerkstellig<strong>en</strong> van gedragsverandering<strong>en</strong>, in casu hetkoopgedrag. De gebruikte middel<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich daarbij op sfeerwerking <strong>en</strong> het oproep<strong>en</strong> vanassociaties. Of het nu gaat om auto's, parfums of sigarett<strong>en</strong>, elke fabrikant hanteert daarin zijn eig<strong>en</strong>strategie <strong>en</strong> probeert zijn produkt te koppel<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> bepaald imago, e<strong>en</strong> stijl van lev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong>bepaalde maatschappelijke status. Het is e<strong>en</strong> merkwaardige vorm van communicatie die ingrijpt opdieperligg<strong>en</strong>de, primitieve niveaus van geestelijke activiteit <strong>en</strong> die ons ontvankelijk maakt vooracceptatie van de boodschap. Van bewijsvoering is in de reclame ge<strong>en</strong> sprake. Niets is rationeel,niets wordt bered<strong>en</strong>eerd <strong>en</strong> niets sluit aan bij wat e<strong>en</strong> redelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d m<strong>en</strong>s zou will<strong>en</strong> accepter<strong>en</strong>,maar de aantrekkingskracht <strong>en</strong> overtuigingskracht zijn vaak onweerstaanbaar. Het is e<strong>en</strong> vorm vanaudiovisueel geweld waarteg<strong>en</strong> we in wez<strong>en</strong> weerloos zijn. Daarin ligt ook de grote paradox beslot<strong>en</strong>:de commercial is e<strong>en</strong> leug<strong>en</strong>, maar ook e<strong>en</strong> belangrijke bron van informatie. In die zin is decommercial geword<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> belangrijke cultuurdrager, die ons vertelt hoe we ons moet<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>.Maar het gaat er hier niet om de morele waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van commercials ter discussie testell<strong>en</strong>. Van belang is te constater<strong>en</strong> hoe krachtig het audiovisuele medium kan ingrijp<strong>en</strong> op hetm<strong>en</strong>selijk gedrag. De commercial vormt als het ware het prototype van e<strong>en</strong> film waarin uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>desterke mediumkarakteristiek<strong>en</strong> (blootstelling <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting) succesvol zijn ver<strong>en</strong>igd. Commercialszijn in dat opzicht ook uiterst leerzaam. E<strong>en</strong> film over e<strong>en</strong> proefdierexperim<strong>en</strong>t zou best watmeeslep<strong>en</strong>der mog<strong>en</strong> zijn. Vakinhoudelijke interesse alle<strong>en</strong> is voor de kijker vaak onvoldo<strong>en</strong>de omvoortdur<strong>en</strong>d gemotiveerd te blijv<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. Er zijn natuurlijk gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>, maar misschi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we hiervaststell<strong>en</strong> dat ook leerstofinhoud<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier 'verkocht' moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Filmischetechniek<strong>en</strong>, zoals gebruikt in de commercial, ligg<strong>en</strong> in feite voor het oprap<strong>en</strong>. Natuurlijk kunn<strong>en</strong> wemoeilijk van iedere onderwijsfilm e<strong>en</strong> reclamespot mak<strong>en</strong>. Maar e<strong>en</strong> beperkte beweging in die richtingis op zijn plaats <strong>en</strong> moet het mogelijk mak<strong>en</strong> het nuttige te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> met het aang<strong>en</strong>ame.MassamediaDe twintigste eeuw kan met recht de eeuw van de audiovisuele massamedia word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd.Honderd<strong>en</strong> communicatiesatelliet<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> in geostationaire ban<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de aarde om radio,televisie <strong>en</strong> telefoon tot in de verste uithoek<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dicht park van z<strong>en</strong>ders <strong>en</strong>kabelnett<strong>en</strong> biedt steeds meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> e<strong>en</strong> snelle <strong>en</strong> gemakkelijke toegang tot steeds meerinformatie. Via ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> radio- <strong>en</strong> televisiestations stroomt de wereld dagelijks in talkshows <strong>en</strong>nieuwsuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> de huiskamers binn<strong>en</strong>. Oorlog, e<strong>en</strong>zaamheid, incest, euthanasie, huisdier<strong>en</strong>;<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


ge<strong>en</strong> onderwerp of het kan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op aandacht van de massamedia.Hoewel dit boek zich niet zozeer richt op massamedia is <strong>en</strong>ige aandacht voor de maatschappelijke <strong>en</strong>culturele betek<strong>en</strong>is van audiovisuele massamedia hier zeker op zijn plaats. De houding van hetpubliek t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van deze massamedia is voor e<strong>en</strong> deel bepal<strong>en</strong>d voor de wijze waaropaudiovisuele media in het algeme<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd <strong>en</strong> beoordeeld word<strong>en</strong>.De vrije toegankelijkheid <strong>en</strong> brede verspreiding van informatie zoals die via de massamediabeschikbaar komt, vorm<strong>en</strong> belangrijke voorwaard<strong>en</strong> voor het democratisch functioner<strong>en</strong> van desam<strong>en</strong>leving. K<strong>en</strong>nis is macht, <strong>en</strong> daaruit volgt dat de spreiding van k<strong>en</strong>nis leidt tot verderedemocratisering. M<strong>en</strong>ige dictatuur ondervindt dat het consequ<strong>en</strong>t handhav<strong>en</strong> van overheidsc<strong>en</strong>suur<strong>en</strong> -controle op de media steeds lastiger wordt door het gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de karakter van d<strong>en</strong>ieuwsvoorzi<strong>en</strong>ing. M<strong>en</strong> hoeft weinig inv<strong>en</strong>tief te zijn om e<strong>en</strong> verband te vermoed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de groeivan de massacommunicatiemedia <strong>en</strong> de golf van democratiseringsprocess<strong>en</strong> in de afgelop<strong>en</strong>dec<strong>en</strong>nia, met als hoogtepunt wellicht de val van het communisme in 1989.Maar de <strong>en</strong>orme verspreiding van eerst radio <strong>en</strong> film <strong>en</strong> daarna televisie heeft niet alle<strong>en</strong> geleid totpolitieke verandering<strong>en</strong>, maar ook tot ingrijp<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in onze hele cultuur. Want taal,media <strong>en</strong> andere uitdrukkingswijz<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> immers de inhoud van de cultuur. Wanneer nieuwemedia beschikbaar kom<strong>en</strong>, verandert derhalve de cultuur. Aan de <strong>en</strong>e kant wordt de cultuur rijkerdoor de nieuwe uitingsvorm<strong>en</strong> die ontstaan, maar tegelijkertijd vindt er ook e<strong>en</strong> verschraling plaats,doordat sterk uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de cultur<strong>en</strong> dichter naar elkaar toegroei<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>orme export van westersefilm- <strong>en</strong> televisieprodukt<strong>en</strong> naar land<strong>en</strong> over de hele wereld heeft veel weg van e<strong>en</strong> nieuw soortkolonialisme waarmee lokale held<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> geleidelijk word<strong>en</strong> verdrong<strong>en</strong> door de 'JamesBonds' <strong>en</strong> de 'Dynasties' van het west<strong>en</strong>.Maar ook alle<strong>en</strong> al het simpele feit dat de gemiddelde burger dagelijks vele ur<strong>en</strong> televisie kijkt, waarhij vroeger nog e<strong>en</strong> spelletje deed, bij iemand op bezoek ging of e<strong>en</strong> boek las, houdt e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>decultuurverandering in.De verme<strong>en</strong>de to<strong>en</strong>ame van vrijheid <strong>en</strong> democratie door de massamedia wordt door sommig<strong>en</strong>ernstig in twijfel getrokk<strong>en</strong>. Fromm* signaleert al in 1941, dus nog ruim voordat televisie alsmassamedium beschikbaar was, dat de massamedia het vermog<strong>en</strong> om kritisch te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>verlamm<strong>en</strong>. Hij doelt daarbij op de catastrofale werking van filmjournaals <strong>en</strong> radio, die onsbombarder<strong>en</strong> met het <strong>en</strong>e nieuwsfeit na het andere zonder dat e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d beeld van dewereld wordt gebod<strong>en</strong>. Met de komst van de vele televisiez<strong>en</strong>ders is het er niet beter door geword<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> bericht over e<strong>en</strong> bombardem<strong>en</strong>t met honderd<strong>en</strong> dod<strong>en</strong> wordt in het volg<strong>en</strong>de og<strong>en</strong>blik gevolgddoor e<strong>en</strong> zeepreclame of e<strong>en</strong> modeshow. Bericht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> over ons uitgestort als feit<strong>en</strong> zonder datzij geplaatst word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel. Fromm vertaalt deze situatie in eerste instanti<strong>en</strong>aar de psychologische effect<strong>en</strong> op de individu <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s naar de politieke betek<strong>en</strong>is. De wijzevan waarnem<strong>en</strong> via de massamedia is volg<strong>en</strong>s Fromm zodanig beperkt dat de individu niet meer echt<strong>en</strong> innerlijk verbond<strong>en</strong> is met wat hij hoort <strong>en</strong> ziet. Hij wordt niet meer getroff<strong>en</strong>, zijn gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kritisch oordeel word<strong>en</strong> belemmerd. Het lev<strong>en</strong> verliest zijn structuur <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang waardoor deindividu het spoor bijster raakt. Hij voelt zich hopeloos verlor<strong>en</strong> te midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> chaotische massafeit<strong>en</strong> <strong>en</strong> is niet meer in staat zelfstandig e<strong>en</strong> oordeel te vorm<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> kritische, mondige <strong>en</strong>zelfstandige burger is ge<strong>en</strong> sprake meer.Volg<strong>en</strong>s Fromm raakt de individu ontmoedigd door de veronderstelling dat alles zo gecompliceerd isdat alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specialist de wereld kan begrijp<strong>en</strong>. En dat is ook wat we zi<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>edeskundige na de andere verschijnt op radio of televisie <strong>en</strong> zet uite<strong>en</strong> hoe we de zak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>.En geduldig neemt het publiek de standpunt<strong>en</strong> over als het eig<strong>en</strong> standpunt. Het eig<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> isuitgeschakeld <strong>en</strong> daardoor bepaalt niet de kracht van de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of de diepgang van de analysewelke m<strong>en</strong>ing gaat heers<strong>en</strong>, maar wordt bij voorkeur de deskundige gevolgd die zijn m<strong>en</strong>ing aardigweet te verkop<strong>en</strong>. De beste voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn te vind<strong>en</strong> in de politiek, in het bijzonder in hetAmerikaanse verkiezingscircus: de leukste stunts, de breedste glimlach <strong>en</strong> de meest vastberad<strong>en</strong>houding leid<strong>en</strong> naar de overwinning. John K<strong>en</strong>nedy versloeg in 1960 teg<strong>en</strong>kandidaat Richard Nixonna e<strong>en</strong> voor Nixon desastreus verlop<strong>en</strong> debat op radio <strong>en</strong> televisie: gav<strong>en</strong> de radioluisteraars nog devoorkeur aan Nixon, op de televisie kwam de grieperige Nixon absoluut niet uit de verf. Voor het oogvan de natie werd duidelijk dat deze zwet<strong>en</strong>de man met zijn vermoeide blik <strong>en</strong> holle og<strong>en</strong> niet de man<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


was die het land de kom<strong>en</strong>de vier jaar zou moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.Het blind overnem<strong>en</strong> van de standpunt<strong>en</strong> van specialist<strong>en</strong> die vertell<strong>en</strong> wat wij moet<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong>vind<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt het democratisch gehalte van de sam<strong>en</strong>leving in gevaar. Het weerspiegelt volg<strong>en</strong>sFromm e<strong>en</strong> kinderlijk geloof in alles wat met gezag verklaard wordt. Hij schreef zijn boek t<strong>en</strong> tijde vanhet nazisme, maar zijn conclusies lijk<strong>en</strong> nog nauwelijks aan actualiteit te hebb<strong>en</strong> ingeboet.E<strong>en</strong>zelfde vernietig<strong>en</strong>d oordeel, maar nu vooral gericht op de televisiecultuur vind<strong>en</strong> we bij Postman*.Hij maakt zich vooral zorg<strong>en</strong> over de commercialisering van de televisie <strong>en</strong> de daaraan gekoppeldestrijd om de kijkcijfers. Televisie wordt daardoor alle<strong>en</strong> nog maar als verstrooiingsmedium gebruikt.Zelfs nieuwsuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> staan in het tek<strong>en</strong> van het amusem<strong>en</strong>t. De informatie moet vooral niet teveeleis<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> omdat daarmee de kijkers afhak<strong>en</strong> <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ander kanaal 'zapp<strong>en</strong>'. Deschrijver Hans Magnus Enz<strong>en</strong>berger noemt televisie 'de meest corrupte van alle media'. OokPostman wijst op de onsam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de pres<strong>en</strong>tatie van de <strong>en</strong>e trivialiteit na de andere, waarinslechts ruimte is voor e<strong>en</strong> primitief <strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tarisch beeld van de wereld. Enige gedacht<strong>en</strong>wisselingvan importantie lijkt niet meer mogelijk, want voor aarzeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedachtzaamheid is ge<strong>en</strong> plaats.Dat haalt immers de vaart uit de 'show'. Ook hier is de vorm k<strong>en</strong>nelijk belangrijker dan de inhoud, <strong>en</strong>de kijker past zich daaraan moeiteloos aan. Gerrit Komrij stelt in dat verband:'Welk onheilspell<strong>en</strong>d bericht de nieuwslezer ons ook meedeelt, de telefoons staanpas roodgloei<strong>en</strong>d als hij e<strong>en</strong> vetvlek op zijn das heeft'.De aantrekkingskracht van televisie ligt volg<strong>en</strong>s Postman vooral in het gemak waarmee deprogramma's kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geconsumeerd. De duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> die dagelijks over het schermglijd<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fasciner<strong>en</strong>d schouwspel dat in hoofdzaak is gericht op de emotionele bevredigingvan de toeschouwer. Daarbij word<strong>en</strong> aan diezelfde toeschouwer nauwelijks intellectuele eis<strong>en</strong>gesteld. Televisie is volg<strong>en</strong>s hem dan ook per definitie e<strong>en</strong> medium van oppervlakkigheid, e<strong>en</strong>medium waarbij het kijk<strong>en</strong> gemakkelijk gecombineerd kan word<strong>en</strong> met andere activiteit<strong>en</strong> zoalsprat<strong>en</strong>, et<strong>en</strong> of ev<strong>en</strong> naar de wc gaan. Het is vooral de pret<strong>en</strong>tie van televisie waar Postman zich aanergert: beperkte televisie zich maar op<strong>en</strong>lijk tot vrijblijv<strong>en</strong>d amusem<strong>en</strong>t, in plaats van diepgang tesuggerer<strong>en</strong> die er niet is. In diepgang zijn de makers ook helemaal niet geïnteresseerd. Onderzoeknaar de kwaliteit van programma's richt zich nooit op de diepgang <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van de 'gedacht<strong>en</strong>wisseling'maar slechts op de hoogte van de kijkcijfers <strong>en</strong> de waarde als amusem<strong>en</strong>tsprodukt. Om diered<strong>en</strong> is er in ieder serieus bedoelde 'show' altijd wel e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de zanger of zangeres uitg<strong>en</strong>odigddie e<strong>en</strong> begin van e<strong>en</strong> zinvolle discussie hinderlijk onderbreekt t<strong>en</strong> behoeve van de b<strong>en</strong>odigdeafwisseling.Op het gebied van sex <strong>en</strong> geweld is de invloed van televisie <strong>en</strong>orm. Hoewel de televisiebaz<strong>en</strong> all<strong>en</strong>heftig ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, blijkt uit vele onderzoek<strong>en</strong> dat televisie e<strong>en</strong> belangrijke bijdrage levert aanhed<strong>en</strong>daags geweld (Willemse*).Televisie is e<strong>en</strong> soort 'brood <strong>en</strong> spel<strong>en</strong>' voor het volk. Maar wie daaruit concludeert dat deintellectuele elite zich niet met televisie inlaat komt bedrog<strong>en</strong> uit. Hoger opgeleid<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> globaalhetzelfde kijkgedrag als lager opgeleid<strong>en</strong>, kijk<strong>en</strong> vrijwel ev<strong>en</strong>veel naar pulp <strong>en</strong> amusem<strong>en</strong>t alsander<strong>en</strong>, maar kom<strong>en</strong> daar alle<strong>en</strong> niet zo graag voor uit zoals blijkt uit e<strong>en</strong> onderzoek van de Di<strong>en</strong>stKijk- <strong>en</strong> Luisteronderzoek naar aanleiding van de komst van RTL5. Knulst* komt in e<strong>en</strong> onderzoekvan het Sociaal Cultureel Planbureau tot de conclusie dat hoger opgeleid<strong>en</strong> veel meer naar de televisiekijk<strong>en</strong> dan ze zelf d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veel minder tijd aan lez<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> dan zij zelf d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.Hij vermoedt dat binn<strong>en</strong> het cultuurideaal van de hoger opgeleide lez<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fatso<strong>en</strong>lijker bezigheid isdan televisie kijk<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nelijk voorziet televisie in e<strong>en</strong> zeer basale <strong>en</strong> primitieve m<strong>en</strong>selijke behoefte.Ler<strong>en</strong> van televisieOok poging<strong>en</strong> om onderwijsprogramma's voor televisie te mak<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich door e<strong>en</strong> hogeamusem<strong>en</strong>tsfactor. De kinderserie 'Sesamstraat' is e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> succesvol voorbeeld. Postman isuitgesprok<strong>en</strong> sceptisch over dit soort toepassing<strong>en</strong>. Hij ontk<strong>en</strong>t niet dat kinder<strong>en</strong> zinvolle zak<strong>en</strong> vantelevisie kunn<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>, maar wijst op de negatieve effect<strong>en</strong> van de e<strong>en</strong>zijdige koppeling aan vermaak.De programma's zijn zo toegankelijk, aantrekkelijk <strong>en</strong> amusant dat kinder<strong>en</strong> dagelijks ur<strong>en</strong> aan de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


uis gekluisterd zitt<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> zich aldus al zeer vroeg ler<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong> naar de patron<strong>en</strong> van deamusem<strong>en</strong>tsmaatschappij. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> de programma's over het algeme<strong>en</strong> zodanig aan detelevisievoorschrift<strong>en</strong> dat er van daadwerkelijke intellectuele inspanning<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake is.Voork<strong>en</strong>nis is nauwelijks vereist, er hoeft niet geoef<strong>en</strong>d te word<strong>en</strong> <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> alsdoorzettingsvermog<strong>en</strong> zijn al helemaal niet nodig. Het mag ge<strong>en</strong> verwondering wekk<strong>en</strong> dat debijdrage van dit soort programma's aan het vorm<strong>en</strong> van zelfstandig <strong>en</strong> kritisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>de, mondigeburgers niet zo heel groot is.Filmacteur Groucho Marx was daar ruim e<strong>en</strong> halve eeuw geled<strong>en</strong> al heel duidelijk over:'I find tv educational. Every time someone switches it on I go into another room andread a good book...'De conclusie van Postman wordt deels bevestigd door onderzoeking<strong>en</strong> van Singer <strong>en</strong> Singer*.Kinder<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> veel minder op te stek<strong>en</strong> van televisieprogramma's dan volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Zijveronderstell<strong>en</strong> dat dat komt doordat kinder<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de op de hoogte zijn van de conv<strong>en</strong>ties vanhet medium. De resultat<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> wanneer de kinder<strong>en</strong> bij het kijk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> begeleid,bijvoorbeeld door hun ouders. Andere onderzoekers zijn veel positiever over de leereffect<strong>en</strong> vantelevisie (zie Bryant*; Heuvelman*).Postman vermoedde bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat de oriëntatie op de beeldcultuur t<strong>en</strong> koste zou gaan van deleesvaardighed<strong>en</strong> van de jeugd <strong>en</strong> daarmee tot e<strong>en</strong> vermindering van hogere cognitievevaardighed<strong>en</strong>. Dat lijkt mee te vall<strong>en</strong>. Singer <strong>en</strong> Singer meld<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> afname vanleesvaardighed<strong>en</strong> is opgetred<strong>en</strong>. Newman* meldt dat televisiekijk<strong>en</strong> niet leidt tot e<strong>en</strong> gemakzuchtigehouding bij informatieverwerving uit schriftelijke media <strong>en</strong> dat de jeugd ondanks de televisie nogsteeds ev<strong>en</strong>veel leest als dertig jaar geled<strong>en</strong>. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureaublijkt echter dat er in Nederland gemiddeld wel degelijk steeds minder wordt gelez<strong>en</strong> (Knulst*). Datbetreft vooral jonger<strong>en</strong> <strong>en</strong> laag-opgeleid<strong>en</strong>. De waarschuwing<strong>en</strong> van Postman blijv<strong>en</strong> derhalveactueel.Wanneer we ons gaan bezighoud<strong>en</strong> met de ontwikkeling van onderwijsfilms is e<strong>en</strong> aantal conclusiesuit het bov<strong>en</strong>staande van belang. Audiovisuele onderwijsprogramma's zull<strong>en</strong> altijd moet<strong>en</strong>concurrer<strong>en</strong> met de populaire amusem<strong>en</strong>tsmedia, televisie in het bijzonder. Die concurr<strong>en</strong>tieslag isqua spectakel, snelheid <strong>en</strong> toegankelijkheid bij voorbaat verlor<strong>en</strong>. Maar zelfs de televisie lijdt op diegebied<strong>en</strong> zichtbaar aan erosie. Teg<strong>en</strong> de dagelijkse hoeveelheid geweld, pulp <strong>en</strong> leed die via de tv dehuiskamer binn<strong>en</strong>stroomt, heeft de gemiddelde kijker zich gewap<strong>en</strong>d door e<strong>en</strong> zeer onverschilligehouding aan te nem<strong>en</strong>. Beeld<strong>en</strong> van honger<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong> of moordaanslag<strong>en</strong> -hoe indrukwekk<strong>en</strong>dook- glijd<strong>en</strong> doelloos langs ons he<strong>en</strong>, omdat we er ge<strong>en</strong> zinvolle handeling<strong>en</strong> aan kunn<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong>,al war<strong>en</strong> het maar intellectuele handeling<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> kan moeilijk verwacht<strong>en</strong> dat iedere kijker op stel <strong>en</strong>sprong naar honger<strong>en</strong>d Afrika reist om hulp te gaan bied<strong>en</strong>. Het is k<strong>en</strong>nelijk de wereld van ander<strong>en</strong>:nuttig, droevig of aardig om te zi<strong>en</strong>, maar zeker niet voor ons bestemd. Dit pantser maakt dat degevoeligheidsdrempel van de kijker steeds hoger komt te ligg<strong>en</strong>. Bijgevolg zijn de televisiemakers into<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate uit op spektakel <strong>en</strong> s<strong>en</strong>satie om nog de aandacht te kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>. Dit maakt deuitgangssituatie voor onderwijsprogramma's extra moeilijk.Voor ler<strong>en</strong> is juist wel de betrokk<strong>en</strong>heid van de toeschouwer nodig. Wil het onderwijs metaudiovisuele media <strong>en</strong>ige diepgang bereik<strong>en</strong>, dan zal er ruimte geschap<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorred<strong>en</strong>ering<strong>en</strong>, gedacht<strong>en</strong>wisseling<strong>en</strong> <strong>en</strong> 'discours', zoals die bijvoorbeeld ook binn<strong>en</strong> de wereld vande wet<strong>en</strong>schap gebruikelijk zijn. Actieve betrokk<strong>en</strong>heid van de kijker kan slechts word<strong>en</strong> bereiktwanneer de kijker de geleg<strong>en</strong>heid wordt gebod<strong>en</strong> de informatie te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> voor het verricht<strong>en</strong> vanzinvolle intellectuele handeling<strong>en</strong>. De grootste fout die daarom bij het mak<strong>en</strong> van onderwijsfilms kanword<strong>en</strong> gemaakt is te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>zelfde fragm<strong>en</strong>tarische b<strong>en</strong>adering als bij de massamedia.3 Niet alle<strong>en</strong> is daarbij sprake van e<strong>en</strong> min of meer verdov<strong>en</strong>de werking, maar bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> isaangetoond dat kinder<strong>en</strong> onder het tv-kijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nog lagere stofwisseling hebb<strong>en</strong> dan onder hetnietsdo<strong>en</strong> (Citaat uit het tijdschrift Pediatrics in de Volkskrant, maart 1993).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Conformisme aan de esthetische <strong>en</strong> programmatische conv<strong>en</strong>ties van televisie is e<strong>en</strong> onbegaanbareweg omdat daarmee de concurr<strong>en</strong>tie met dit vrijwel onverslaanbare medium wordt aangegaan op e<strong>en</strong>terrein dat voor het onderwijs niet relevant is. De uitdaging is juist om de filmische middel<strong>en</strong> in tezett<strong>en</strong> voor het op gang br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Dit vergt e<strong>en</strong> totaal andere houding van zowel demaker als de kijker <strong>en</strong> m<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> in hoeverre de schade die hier door de massamedia isaangericht nog t<strong>en</strong>iet kan word<strong>en</strong> gedaan.Het dialectisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>Toch is er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om over de kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectiviteit van de onderwijsfilm al te pessimistisch tezijn. Als we stell<strong>en</strong> dat de onderwijsfilm in zekere zin gemodelleerd zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar de wijzewaarop het wet<strong>en</strong>schappelijk discours verloopt, dan is op zijn minst <strong>en</strong>ige opheldering over de relatietuss<strong>en</strong> film <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap op zijn plaats.Hoewel de wereld van de wet<strong>en</strong>schap niet in alle opzicht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> toegankelijk is, zou het onjuist zijnhet wet<strong>en</strong>schappelijk discours als e<strong>en</strong> wat wereldvreemde activiteit te k<strong>en</strong>schets<strong>en</strong>. De kern van hetintellectuele d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wordt gevormd door e<strong>en</strong> dialectische b<strong>en</strong>adering waarin voortdur<strong>en</strong>d de voors<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>s van bepaalde d<strong>en</strong>kstapp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beoordeeld 4 . Het gaat om teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>. Deze wijzevan d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> raakt in ess<strong>en</strong>tie het wez<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s: de m<strong>en</strong>s zit immers zelf vol teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong>.Hij glimlacht waar hij kookt van woede, hij zegt ja terwijl hij nee bedoelt <strong>en</strong> hij grossiert in haatliefdeverhouding<strong>en</strong>.Hoe saai het dagelijks lev<strong>en</strong> soms ook mag lijk<strong>en</strong>, in alles wat we zelf prober<strong>en</strong>tot stand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, ontmoet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> spanning tuss<strong>en</strong> ambities <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>. In al hetm<strong>en</strong>selijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong> zijn de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus de dialectiek, terug te vind<strong>en</strong>.De dialectische d<strong>en</strong>kwijze treff<strong>en</strong> we ook aan in romans, toneelstukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> speelfilms. In feite isiedere vorm van dramatische ontwikkeling terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dialectische structuur, omdatiedere vorm van drama is opgebouwd rondom teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> (Egri*). Er is altijd wel e<strong>en</strong> hoofdpersoon,die e<strong>en</strong> doel probeert te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarbij te mak<strong>en</strong> krijgt met teg<strong>en</strong>strevers,teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> conflict<strong>en</strong>. De voortdur<strong>en</strong>de strijd met alle teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> vormt de basis vanhet drama. En drama is altijd intriger<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> toeschouwer, want wie wil er nou metteg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>? Van e<strong>en</strong> kloof tuss<strong>en</strong> intellectueel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, media <strong>en</strong> drama is dusvanuit e<strong>en</strong> dialectisch perspectief ge<strong>en</strong> sprake. E<strong>en</strong> tikkeltje meer teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> in de operatiefilm<strong>en</strong> de toeschouwer wil ook daar wet<strong>en</strong> hoe het afloopt.Er is nog e<strong>en</strong> andere koppeling te legg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>zelfde dialectische b<strong>en</strong>adering is namelijk ook tevind<strong>en</strong> in de journalistiek, bek<strong>en</strong>d als het principe van hoor <strong>en</strong> wederhoor. Dit is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong>beroepscode die beoogt objectiviteit te waarborg<strong>en</strong>, maar ook e<strong>en</strong> noodzaak om posities te kunn<strong>en</strong>innem<strong>en</strong>. In de complexiteit van het lev<strong>en</strong> zijn waarheid <strong>en</strong> onwaarheid slechts relatieve begripp<strong>en</strong>.Het e<strong>en</strong>zijdig verkondig<strong>en</strong> van waarhed<strong>en</strong> is daarom in zekere zin inhoudsloos. Stelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>pas voor waar word<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wanneer tegelijkertijd de onwaarhed<strong>en</strong> duidelijk word<strong>en</strong>gemaakt. In commercials ontbreekt veelal de dialectiek, doordat voor e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig perspectief wordtgekoz<strong>en</strong>. Bewering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nooit bewez<strong>en</strong> of zelfs maar in twijfel getrokk<strong>en</strong>. In nieuwsuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong><strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taires is dat veel meer het geval. Hoewel in de <strong>praktijk</strong> de dramatische (dialectische)mogelijkhed<strong>en</strong> niet altijd word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut, toont zich ook hier de nauwe relatie tuss<strong>en</strong> media,intellectueel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> drama.Wat blijft is het probleem dat de kijker gew<strong>en</strong>d is aan het medium televisie. Bijgevolg zal hij dedaaraan gekoppelde kijkhouding <strong>en</strong> beoordelingscriteria overnem<strong>en</strong> wanneer hij naar e<strong>en</strong>onderwijsfilm kijkt. E<strong>en</strong> onderwijsfilm zal meestal e<strong>en</strong> daadwerkelijke intellectuele inspanning van dekijker verg<strong>en</strong> <strong>en</strong> loopt daarom het risico al gauw als saai of ontoegankelijk te word<strong>en</strong> gekwalificeerd.Daarbij past wellicht de opmerking dat het hele schoolsysteem sterk georiënteerd is op schriftelijkemedia. Er wordt op school buit<strong>en</strong>gewoon veel moeite gedaan om ons te ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>,maar we word<strong>en</strong> volledig aan ons lot overgelat<strong>en</strong> als het gaat om het ler<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong> van4 De term 'dialectiek' staat letterlijk voor het vanuit twee extreme perspectiev<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>onderwerp. De dialectische b<strong>en</strong>adering gaat terug tot Socrates (these, antithese, synthese), Z<strong>en</strong>o (deZ<strong>en</strong>o-paradox) <strong>en</strong> is ook te vind<strong>en</strong> bij Hegel.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


audiovisueel materiaal.Er lijkt vooralsnog niet veel anders op te zitt<strong>en</strong> dan te prober<strong>en</strong> de kijker zorgvuldig voor te bereid<strong>en</strong>op het kijkproces, zodat hij weet waarom hij kijkt <strong>en</strong> waar hij op moet lett<strong>en</strong>. Daarnaast mog<strong>en</strong> wehop<strong>en</strong> dat we met e<strong>en</strong> dialectisch dramatische opzet van de film e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de intellectuele <strong>en</strong>emotionele prikkeling wet<strong>en</strong> te bewerkstellig<strong>en</strong>.Media <strong>en</strong> communicatieNa deze bespreking van de maatschappelijke <strong>en</strong> culturele invloed<strong>en</strong> van de audiovisuelemassamedia richt<strong>en</strong> we ons nu meer op het communicatieproces zelf. Daartoe gaan we vanuit e<strong>en</strong>meer theoretisch perspectief in op het begrip 'media' <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal gerelateerde begripp<strong>en</strong>.In het begin van dit hoofdstuk hebb<strong>en</strong> we de term 'media' omschrev<strong>en</strong> als 'communicatiemiddel<strong>en</strong>'.Bij audiovisuele media d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we in eerste instantie aan de gangbare communicatiemiddel<strong>en</strong> diegebruik mak<strong>en</strong> van geluid <strong>en</strong>/of beeld: film, video, televisie, radio, <strong>en</strong>zovoorts. Ook de computer krijgtin to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate e<strong>en</strong> audiovisueel karakter. Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan ook de doc<strong>en</strong>t voor de klas alse<strong>en</strong> audiovisueel medium word<strong>en</strong> opgevat.De term 'media' is e<strong>en</strong> verzamelterm die zowel naar technische faciliteit<strong>en</strong> (de hardware) als naarprogramma's (de software) verwijst. Het medium 'boek' bestaat zowel uit bladzijd<strong>en</strong> gedrukte tekst(de hardware) als uit het verhaal dat in die tekst tot uitdrukking komt (de software). Als we e<strong>en</strong> boek'mooi' vind<strong>en</strong> kan dat slaan op de hardware (netjes ingebond<strong>en</strong>, houtvrij papier <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>aamlettertype), maar het kan ook zijn dat we g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> van de software (het verhaal) 5 . Het medium'televisie' is niet slechts e<strong>en</strong> systeem van z<strong>en</strong>ders, satelliet<strong>en</strong>, kabelnett<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontvangsttoestell<strong>en</strong>,maar omvat ook de programma's die via dit systeem beschikbaar kom<strong>en</strong>. Beide compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, dehardware <strong>en</strong> de software, zijn onlosmakelijk met elkaar verbond<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> televisietoestel is nuttelooszonder televisieprogramma, <strong>en</strong> omgekeerd. En beide bepal<strong>en</strong> de communicatieve functionaliteit vanhet medium.Toch kan het begrip 'medium' gemakkelijk aanleiding gev<strong>en</strong> tot verwarring omdat het vaak inuite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> wordt gebruikt. We gev<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> toelichting op hetcommunicatieproces <strong>en</strong> daarin gebruikelijke term<strong>en</strong>.Veronderstel dat we iemand duidelijk will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat we ons vandaag zeer opgewekt voel<strong>en</strong>. Datkunn<strong>en</strong> we bijvoorbeeld do<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> vrolijk gezicht te trekk<strong>en</strong>, door te zegg<strong>en</strong> dat we vrolijk zijn,door e<strong>en</strong> vrolijk deuntje te fluit<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. We hebb<strong>en</strong> hier te mak<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de informatiemodaliteit<strong>en</strong>(soort<strong>en</strong> informatie), zoals het gesprok<strong>en</strong> woord, mimiek <strong>en</strong> muziek. Soms wordthiervoor ook de term stimuli gebruikt (Gagné*). De gekoz<strong>en</strong> informatiemodaliteit bepaalt welkezintuiglijke organ<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> (het oog, het oor) <strong>en</strong> daarmee welkecommunicatiekanal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt (auditief, visueel).Kiez<strong>en</strong> we voor de informatiemodaliteit van het gesprok<strong>en</strong> woord, dan kunn<strong>en</strong> we bijvoorbeeldzegg<strong>en</strong> 'Ik b<strong>en</strong> vrolijk'. We mak<strong>en</strong> dan gebruik van het symboolsysteem van de Nederlandsespreektaal. E<strong>en</strong> symboolsysteem is e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel van conv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> over hetgebruik van tek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is. Communicatie tuss<strong>en</strong> twee partij<strong>en</strong> veronderstelt dat beidepartij<strong>en</strong> van de conv<strong>en</strong>ties op de hoogte zijn, zodat er ge<strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan. Binn<strong>en</strong>de informatiemodaliteit van het gesprok<strong>en</strong> woord zijn ook andere symboolsystem<strong>en</strong> mogelijk,bijvoorbeeld dat van de Engelse taal, het Frans of het Chinees.Ook binn<strong>en</strong> de mimische informatiemodaliteit kan m<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> symboolsysteem, waaringeme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>nis van gelaatsuitdrukking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun betek<strong>en</strong>is is vastgelegd. Interessant isdat de mimische 'taal' door vrijwel iedere<strong>en</strong> wordt beheerst, maar dat niemand in staat is de regels <strong>en</strong>conv<strong>en</strong>ties daarvan volledig te expliciter<strong>en</strong> of te beschrijv<strong>en</strong>. Dat komt doordat de mimische uiting<strong>en</strong>maar t<strong>en</strong> dele bewust tot stand kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> geïnterpreteerd word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> is dat hetgesprok<strong>en</strong> of geschrev<strong>en</strong> woord onvoldo<strong>en</strong>de in staat is de subtiele betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te omvatt<strong>en</strong> die in5 De beslissing om e<strong>en</strong> boek aan te schaff<strong>en</strong> wordt meestal niet op basis van de software g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>(we moet<strong>en</strong> het boek immers nog lez<strong>en</strong>). De koper veronderstelt e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong> de kwaliteit van dehardware (de omslag <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> die van de software.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


de mimische gedragsuiting<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>e symboolsysteem (mimiek) is k<strong>en</strong>nelijk nietzonder meer te vertal<strong>en</strong> naar het andere (de Nederlandse taal). We kom<strong>en</strong> op dezeonvertaalbaarheid van symboolsystem<strong>en</strong> terug in hoofdstuk vier, als we het hebb<strong>en</strong> over de keuzevan communicatiemedia. Ook binn<strong>en</strong> de mimische informatiemodaliteit zijn meerdere symboolsystem<strong>en</strong>beschikbaar. Westeuropese gelaatsuitdrukking<strong>en</strong> bijvoorbeeld wijk<strong>en</strong> op ess<strong>en</strong>tiële punt<strong>en</strong>af van Afrikaanse of Oostaziatische.Door audiovisuele media wordt veelal gebruik gemaakt van twee communicatiekanal<strong>en</strong>: het auditieve<strong>en</strong> het visuele. In beide communicatiekanal<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> naast elkaar meerdere symboolsystem<strong>en</strong>gebruikt word<strong>en</strong> (bijvoorbeeld gesprok<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> muziek in het geluidkanaal <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> mimiek in het beeldkanaal). Elk van de symboolsystem<strong>en</strong> doet voor de verwerking e<strong>en</strong> beroep ope<strong>en</strong> ander deel van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> effectieve communicatie is het zaak de diversecommunicatiekanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikte symbol<strong>en</strong> zodanig op elkaar af te stemm<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de boodschap tot stand komt. De ontwerper van audiovisuele programma's zal zichdaarom voortdur<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> welke symboolsystem<strong>en</strong> hij voor welk onderdeel van deboodschap het beste kan gebruik<strong>en</strong>. Hierin zal m<strong>en</strong> gedoseerd te werk moet<strong>en</strong> gaan om tevoorkom<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> van de verwerkingsc<strong>en</strong>tra overbelast raakt. De informatie moet dan 'eerlijker' oververschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gespreid. Bij e<strong>en</strong> ingewikkelde afbeelding bijvoorbeeld ligthet gebruik van e<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> toelichting voor de hand om de toeschouwer naar de relevanteonderdel<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>; ev<strong>en</strong>zo kan e<strong>en</strong> complex (gesprok<strong>en</strong>) betoog visueel word<strong>en</strong> ondersteund metrelevante schema's <strong>en</strong> grafiek<strong>en</strong>. Grote problem<strong>en</strong> in de informatieverwerking kunn<strong>en</strong> ontstaanwanneer via verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong> onsam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de of zelfs teg<strong>en</strong>strijdige informatiewordt verstrekt.'The medium is the message'Vaak verstaat m<strong>en</strong> onder het begrip medium e<strong>en</strong> neutrale bericht<strong>en</strong>drager (zie bijvoorbeeldBiezeman*). Het medium wordt dan gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> neutrale intermediair tuss<strong>en</strong> de z<strong>en</strong>der van e<strong>en</strong>bericht <strong>en</strong> de ontvanger. Deze opvatting komt voort uit het gebruik van audiovisuele hulpmiddel<strong>en</strong> bijvoordracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> colleges. Model voor deze b<strong>en</strong>adering staat het Orakel van Delphi. De Grieksegod<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> door de mond van e<strong>en</strong> bedwelmde vrouw, in casu het medium, hun boodschapp<strong>en</strong>doorgev<strong>en</strong> aan het volk. Op dezelfde wijze wordt e<strong>en</strong> paragnostisch 'medium' geacht de stemm<strong>en</strong>van overled<strong>en</strong><strong>en</strong> door te gev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijk k<strong>en</strong>merk van deze opvatting is dat het medium zelfge<strong>en</strong> invloed kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de inhoud van de boodschap: het gaat om boodschapp<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>,die slechts word<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong>. Het probleem bij deze b<strong>en</strong>adering is dat er e<strong>en</strong> scheiding wordtaangebracht tuss<strong>en</strong> de inhoud van e<strong>en</strong> bericht <strong>en</strong> de drager ervan. Maar m<strong>en</strong> kan zich afvrag<strong>en</strong> watwe onder de inhoud van e<strong>en</strong> bericht moet<strong>en</strong> verstaan wanneer dat bericht niet erg<strong>en</strong>s te hor<strong>en</strong>, telez<strong>en</strong>, te zi<strong>en</strong> of te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is. In alle gevall<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong> pas van e<strong>en</strong> bericht kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> wanneerde inhoud op de e<strong>en</strong> of andere manier gerepres<strong>en</strong>teerd wordt, waardoor het tastbaar <strong>en</strong>manipuleerbaar wordt. E<strong>en</strong> bericht zonder uitingsvorm (zonder medium) is per definitie inhoudsloos<strong>en</strong> daardoor zonder betek<strong>en</strong>is. Dat betek<strong>en</strong>t dat m<strong>en</strong> niet over de inhoud van e<strong>en</strong> bericht kan sprek<strong>en</strong>zonder de drager, het medium, daarbij te betrekk<strong>en</strong>. Het beeld van het medium als neutraletransmitter van berichtinhoud<strong>en</strong> is daarom niet adequaat.Ook in e<strong>en</strong> ander opzicht hang<strong>en</strong> media <strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> nauw met elkaar sam<strong>en</strong>. Omdat elk mediumzijn beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t is het onvermijdelijk dat informatieinhoud<strong>en</strong> altijd gemodelleerd word<strong>en</strong> naar dek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het medium. Niemand zal ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat we e<strong>en</strong> mondeling beschrev<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>isanders ondergaan dan wanneer die gebeurt<strong>en</strong>is gefilmd is. In het geval van massacommunicatiemediagaat het nog veel verder. Daar word<strong>en</strong> de informatieinhoud<strong>en</strong> zelfs grot<strong>en</strong>deelsgedicteerd door de media. Familieshows, quizz<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterr<strong>en</strong>parades zijn zogehet<strong>en</strong> 'media-ev<strong>en</strong>ts'die zonder de aanwezigheid van radio <strong>en</strong> televisie niet e<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Dat geldt ook voorvele politieke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Ieder optred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> presid<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> publiek optred<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaromook e<strong>en</strong> 'media-ev<strong>en</strong>t'. McLuhan stelt in dit verband'the medium is the message'<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


hetge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t: het medium bepaalt de aard van de boodschap.Om de televisieploeg<strong>en</strong> de geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> de vitaal wuiv<strong>en</strong>de Reagan op video vast te legg<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> strak protocol beschikbaar, waarin precies vastligt hoe laat presid<strong>en</strong>t Reagan naar verwachtinguit zijn hotel zal kom<strong>en</strong>, waar de limousine zal staan <strong>en</strong> welke route hij zal lop<strong>en</strong>. Wattelevisieploeg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele misdadigers ook te wet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Het is duidelijkdat aan de media e<strong>en</strong> onmisk<strong>en</strong>bare invloed op de inhoud <strong>en</strong> de loop van de geschied<strong>en</strong>is kanword<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.Uit deze overweging<strong>en</strong> blijkt dat het standpunt om media te definiër<strong>en</strong> als inhoudsloze dragers vanbericht<strong>en</strong> niet is te verdedig<strong>en</strong>. Media <strong>en</strong> informatieinhoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet los van elkaar word<strong>en</strong>gezi<strong>en</strong>.Lineaire versus interactieve audiovisuele media.Communicatie impliceert e<strong>en</strong> interactie tuss<strong>en</strong> twee partij<strong>en</strong>.LineairInteractiefBij lineaire audiovisuele media is er sprake van éénrichtingverkeer tuss<strong>en</strong> de z<strong>en</strong>der van deboodschap (A) <strong>en</strong> de ontvanger (B). De roll<strong>en</strong> van de z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> de ontvanger ligg<strong>en</strong> vast. Hetcommunicatieproces voltrekt zich als e<strong>en</strong> continue stroom van boodschapp<strong>en</strong> van A naar B. Hettempo <strong>en</strong> de volgorde van de informatieoverdracht ligg<strong>en</strong> vast <strong>en</strong> de ontvanger heeft ge<strong>en</strong>mogelijkhed<strong>en</strong> om het proces te beïnvloed<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> van lineaire media zijn films <strong>en</strong>televisieprogramma's. Ook e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t die voor de klas e<strong>en</strong> monoloog uitspreekt vertoont allek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lineair audiovisueel medium: het 'programma' ligt vast <strong>en</strong> kan niet word<strong>en</strong>beïnvloed door de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de klas.Bij interactieve audiovisuele media vindt de communicatie in twee richting<strong>en</strong> plaats: z<strong>en</strong>der <strong>en</strong>ontvanger tred<strong>en</strong> in interactie met elkaar. Ze reager<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>d op elkaar, zoals bijvoorbeeld bijsommige computerprogramma's. Zo'n computerprogramma biedt de ontvanger e<strong>en</strong> aantal optieswaaruit deze met behulp van het toets<strong>en</strong>bord of de muis e<strong>en</strong> keuze maakt. Het programma reageertvervolg<strong>en</strong>s op die keuze door de gew<strong>en</strong>ste programmadel<strong>en</strong> te activer<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. De ontvangerheeft hiermee e<strong>en</strong> grote controle op het verloop van het programma, <strong>en</strong> omgekeerd kan hetprogramma zich in belangrijke mate richt<strong>en</strong> op de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van de ontvanger. Hettempo, de aard <strong>en</strong> de volgorde van de informatieoverdracht ligg<strong>en</strong> nu niet vast. Iedere ontvanger kanzo e<strong>en</strong> individuele route doorlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> in sommige gevall<strong>en</strong> is het programma in staat om deactiviteit<strong>en</strong> van de ontvanger te beoordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> van adequate terugkoppeling te voorzi<strong>en</strong>. Ook dedoc<strong>en</strong>t in de klas, die reageert op ideeën <strong>en</strong> interrupties <strong>en</strong> ingaat op w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>,gedraagt zich in die zin als e<strong>en</strong> interactief audiovisueel medium.De terminologie 'lineair' <strong>en</strong> 'interactief' suggereert e<strong>en</strong> nogal strikt onderscheid tuss<strong>en</strong> dezemediatyp<strong>en</strong>. Lineaire media (films) bestaan al veel langer, zijn bek<strong>en</strong>d, beproefd <strong>en</strong> wellicht meertraditioneel. Interactieve media zijn volop in ontwikkeling <strong>en</strong> word<strong>en</strong> als veelbelov<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vernieuw<strong>en</strong>dgezi<strong>en</strong>. Vooral in het onderwijs di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich nieuwe toepassing<strong>en</strong> aan. Het staat buit<strong>en</strong> kijf dat de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


mogelijkheid van interactie in audiovisuele media leidt tot nieuwe functionaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> andergebruik van media bij het leerproces.Lineariteit in interactieve mediaToch zijn de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lineair <strong>en</strong> interactief in de <strong>praktijk</strong> niet zo absoluut als hierbov<strong>en</strong>gesteld. In ess<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> interactief (computer-)programma opgebouwd uit e<strong>en</strong> verzameling kleineprogrammasegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die elk op zich vanuit het perspectief van de ontvanger als e<strong>en</strong> lineairecompon<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevat: bijvoorbeeld het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stuk tekst of het luister<strong>en</strong> naargesprok<strong>en</strong> uitleg. Binn<strong>en</strong> deze programmasegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> heeft m<strong>en</strong> dus te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>richtingsverkeernaar de ontvanger <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> aantal regels <strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ties van het lineaire mediumin acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>.De mate van interactiviteit blijkt in de <strong>praktijk</strong> vaak aan beperking<strong>en</strong> onderhevig te zijn. Om praktischered<strong>en</strong><strong>en</strong> kan de interactieve pot<strong>en</strong>tie lang niet altijd word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut: het ontwerp van vele alternatieveleerweg<strong>en</strong>, het anticiper<strong>en</strong> op mogelijke acties van de stud<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> niet-lineaire structuur <strong>en</strong> het<strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van de ingebouwde begeleiding die rek<strong>en</strong>ing houdt met het al afgelegde leertraject is e<strong>en</strong>tijdrov<strong>en</strong>de <strong>en</strong> kostbare zaak, waardoor het aantal vertakking<strong>en</strong> in het programma vaak beperkt moetblijv<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong> er bij het ontwerp rek<strong>en</strong>ing mee moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> dat de programmastructuur nauwverbond<strong>en</strong> is met de ord<strong>en</strong>ing van de leerstof. Sommige onderwerp<strong>en</strong> l<strong>en</strong><strong>en</strong> zich helemaal niet voore<strong>en</strong> vrije ord<strong>en</strong>ing, maar eis<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stap voor stap aanpak, waarbij e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de stap pas kan word<strong>en</strong>gezet als alle voorafgaande stapp<strong>en</strong> succesvol zijn afgerond. E<strong>en</strong> zeer op<strong>en</strong> structuur met velealternatieve leerweg<strong>en</strong> levert dan nauwelijks educatieve meerwaarde op. De mate van 'stud<strong>en</strong>tcontrol' (de stud<strong>en</strong>t bepaalt zijn eig<strong>en</strong> individuele leertraject door het programma) moet dan drastischword<strong>en</strong> ingeperkt, met als gevolg dat het interactieve programma steeds meer lineaire k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>vertoont. In het slechtste geval blijft de interactiviteit beperkt tot het opvrag<strong>en</strong> van ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>detekstscherm<strong>en</strong> ('electronic pageturners').De eis om de stud<strong>en</strong>t op e<strong>en</strong> logische <strong>en</strong> intellig<strong>en</strong>te manier door het interactieve programma tebegeleid<strong>en</strong> impliceert e<strong>en</strong> merkwaardige paradox: de interactiviteit in het programma moet zodanigword<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut dat de stud<strong>en</strong>t in staat is e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te red<strong>en</strong>ering op te bouw<strong>en</strong> waarbij voldo<strong>en</strong>debegeleiding in het programma beschikbaar is om de verschill<strong>en</strong>de programmasekw<strong>en</strong>ties logisch aanelkaar te koppel<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong>: de stud<strong>en</strong>t moet met het programma e<strong>en</strong> logisch verhaalkunn<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal daarbij de interactieve sessie in hoge mate als lineair ervar<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t datin meer brede zin concept<strong>en</strong> die van toepassing zijn op lineaire media ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij deinteractieve media.Interactie in lineaire mediaEv<strong>en</strong>zo kan m<strong>en</strong> de starheid van lineaire media relativer<strong>en</strong>. Neem bijvoorbeeld e<strong>en</strong> videoprogramma.In fysieke zin kan de stud<strong>en</strong>t niet veel meer do<strong>en</strong> dan het aan- of uitzett<strong>en</strong> van het apparaat, hetterugspoel<strong>en</strong>, vooruitspoel<strong>en</strong> of het stilzett<strong>en</strong> van het beeld, het inregel<strong>en</strong> van de kleur<strong>en</strong>, hetcontrast, de helderheid <strong>en</strong> het geluidsvolume. De kwaliteit van deze interactie tuss<strong>en</strong> programma <strong>en</strong>stud<strong>en</strong>t is niet erg hoog, maar toch.Belangrijker is ev<strong>en</strong> stil te staan bij de m<strong>en</strong>tale activiteit<strong>en</strong> van de stud<strong>en</strong>t bij het kijk<strong>en</strong>. De stud<strong>en</strong>t isbij het kijk<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d bezig met het interpreter<strong>en</strong> van de boodschap, dat wil zegg<strong>en</strong> hetvergelijk<strong>en</strong> met <strong>en</strong> inpass<strong>en</strong> in de bestaande k<strong>en</strong>nisstructuur die voor iedere stud<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>d zalzijn. Vanuit de communicatiewet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ook daarbuit<strong>en</strong>) is bek<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong> boodschap nietaltijd wordt opgevat zoals die bedoeld is: de gepercipieerde betek<strong>en</strong>is kan afwijk<strong>en</strong> van deint<strong>en</strong>tionele betek<strong>en</strong>is. En juist wanneer audiovisuele media als drager van de boodschap word<strong>en</strong>gebruikt is de meerduidigheid van de boodschap vaak e<strong>en</strong> probleem. Hoewel het videoprogramma infysieke vorm vastligt, zull<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> op grond van hun persoonlijke interpretatie daarinverschill<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Beeld<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vertrekk<strong>en</strong>de trein zal de <strong>en</strong>e kijker interpreter<strong>en</strong>in term<strong>en</strong> van 'afscheid', terwijl de andere kijker eerder zal d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan 'het begin van e<strong>en</strong> nieuwtijdperk'. In feite is hier sprake van e<strong>en</strong> vorm van interactie, zij het in abstracte vorm. Hetvideoprogramma stuurt <strong>en</strong>erzijds de d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> van de kijker door het aanbied<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>boodschap; anderzijds spel<strong>en</strong> bij de interpretatie van de boodschap zeer persoonlijke associaties e<strong>en</strong>rol die veelal onbewust bepal<strong>en</strong> welke betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> de kijker aan de boodschap verbindt. Dat<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


etek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> videoprogramma op zichzelf ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is heeft, maar pas betek<strong>en</strong>is krijgtwanneer iemand er naar kijkt. De kijker stuurt in zekere zin de betek<strong>en</strong>is van het videoprogramma,zoals hij ook in e<strong>en</strong> echt interactief programma invloed heeft op hetge<strong>en</strong> hem wordt voorgeschoteld.In zekere mate bepaalt iedere kijker wat hij wil of kan zi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> die door hetprogramma gesteld word<strong>en</strong>. Net als bij interactieve programma's is het bij lineaire programma's detaak van de programmaontwerpers om zoveel mogelijk te anticiper<strong>en</strong> op interpretaties, associaties <strong>en</strong>reacties van de kijker die de betek<strong>en</strong>is van het programma voor de kijker kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>. Demate van op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> vrijheid moet net als bij de interactieve media in e<strong>en</strong> zekere verhoudingword<strong>en</strong> gebracht met de mate van inperking, sturing <strong>en</strong> structurering.Met <strong>en</strong>ige goede wil kan m<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> lineair audiovisueel programma door zijn rijkdomniet meer is wat het is, maar wat de kijker <strong>en</strong> het programma er sam<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>.Lineaire media <strong>en</strong> interactieve media blijk<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal punt<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel van elkaar verschill<strong>en</strong>,maar van e<strong>en</strong> absolute teg<strong>en</strong>stelling is ge<strong>en</strong> sprake. 'Lineaire' inzicht<strong>en</strong> uit de filmkunde zijn daaromvoor e<strong>en</strong> groot deel ook van toepassing op het ontwikkel<strong>en</strong> van interactieve media.Subcultur<strong>en</strong> in audiovisuele mediaDe indeling 'lineair' versus 'interactief' heeft ook e<strong>en</strong> historische grond. Het medium film bestaat almeer dan e<strong>en</strong> eeuw, terwijl de interactieve media pas op <strong>en</strong>ige schaal beschikbaar zijn sinds de jar<strong>en</strong>tachtig. Lineaire media (films) kunn<strong>en</strong> daarom bog<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>lange traditie die zich uit in deattitude van de ontwerpers t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het medium: communicatieve <strong>en</strong> filmesthetische aspect<strong>en</strong>dominer<strong>en</strong>. Bij interactieve media hebb<strong>en</strong> de ontwerpactiviteit<strong>en</strong> noodgedwong<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tamelijktechnisch karakter. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> programmastructuur, het definiër<strong>en</strong> van de (vaak vele)bedi<strong>en</strong>ingsfuncties <strong>en</strong> het bewerkstellig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te afhandeling van de interacties eis<strong>en</strong>e<strong>en</strong> groot deel van de aandacht op. Technisch-functionele aspect<strong>en</strong> dominer<strong>en</strong> in het ontwerp.E<strong>en</strong> vergelijkbare tweedeling in b<strong>en</strong>aderingscultuur heeft zich ook voorgedaan bij de introductie vanvideo. Film was van oudsher het medium voor beweg<strong>en</strong>d beeld, al dan niet met synchroon geluid. Detechniek is relatief simpel: opnem<strong>en</strong>, knipp<strong>en</strong>, plakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> projecter<strong>en</strong>. In vele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>filmhistorie kon e<strong>en</strong> esthetische traditie groei<strong>en</strong> waarin expressie <strong>en</strong> creativiteit belangrijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>war<strong>en</strong>.Met de opkomst van televisie <strong>en</strong> video groeide de instroom van technici in de audiovisueleberoepsgroep. De b<strong>en</strong>odigde apparatuur is complex: afspel<strong>en</strong>, plakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> knipp<strong>en</strong> gebeurtondoorzichtig langs elektronische weg. De echte filmers verafschuwd<strong>en</strong> de wegwerpcultuur van detelevisie: zij beschouwd<strong>en</strong> zichzelf als artiest<strong>en</strong>, creatiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> esthetici <strong>en</strong> zag<strong>en</strong> hun werk vooral alse<strong>en</strong> cultuuruiting. Bij de elektronische p<strong>en</strong>dant zat<strong>en</strong> veelal de techneut<strong>en</strong> die vooral veel moest<strong>en</strong>mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan bij voorkeur veel van hetzelfde. Die tweedeling tuss<strong>en</strong> filmesthetici <strong>en</strong>videotechnocrat<strong>en</strong> is nog steeds aanwezig. Maar de polarisatie lijkt verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. In de eerste plaatsomdat de filmers langzamerhand de mogelijkhed<strong>en</strong> van video <strong>en</strong> TV hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> onderk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> quaflexibiliteit, bewerkingsmogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> distributiepot<strong>en</strong>tieel. In de tweede plaats omdat ook in defilmwereld zelf steeds meer gebruik wordt gemaakt van uitgelez<strong>en</strong> technische truckages. Hetresultaat is dat de twee disciplines steeds dichter naar elkaar groei<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk hetaudiovisuele medium verder ontwikkel<strong>en</strong>.E<strong>en</strong>zelfde synthese di<strong>en</strong>t zich ook aan in de controverse 'lineair' versus 'interactief'. Nieuwetechnische ontwikkeling<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de realisatie van multifunctionele <strong>en</strong> multimedialecommunicatieomgeving<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> bereik. Verschill<strong>en</strong>de traditionele informatiemodaliteit<strong>en</strong> alsgeschrev<strong>en</strong> tekst, audio in de meest brede betek<strong>en</strong>is, grafische voorstelling<strong>en</strong>, foto's <strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>debeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd in e<strong>en</strong> computerachtige omgeving van waaruit bewerking<strong>en</strong> mogelijkzijn, toegang tot netwerk<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> wereldwijd bestand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>geraadpleegd. In deze media zijn lineaire <strong>en</strong> interactieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hecht met elkaar verbond<strong>en</strong> <strong>en</strong>wordt de gebruiker e<strong>en</strong> actieve rol toebedacht bij het inricht<strong>en</strong> <strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> van zijn activiteit<strong>en</strong>.Zinvolle toepassing van dit soort nieuwe media is alle<strong>en</strong> mogelijk wanneer aan de functionele,esthetische, communicatieve <strong>en</strong> technische aspect<strong>en</strong> op ev<strong>en</strong>wichtige wijze aandacht wordt besteed.K<strong>en</strong>nis van audiovisuele communicatie neemt daarin zeker e<strong>en</strong> belangrijke plaats in. Deontwerpconcept<strong>en</strong> voor lineaire media die in dit boek aan de orde kom<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> zeker elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


die ook in het interactieve domein relevant zijn. Het omgekeerde is wellicht ook geldig.Toekomstige audiovisuele toepassing<strong>en</strong>Ontwikkelaars van multimediasystem<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> ons voor dat de nieuwe mediatoepassing<strong>en</strong> onzemanier van lev<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>d zull<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>. Sceptici zi<strong>en</strong> in de multimediahausseeerder e<strong>en</strong> wanhoopspoging van de computerindustrie om de ingezakte markt wat op tevijzel<strong>en</strong> (Peters P.*). Zeker is echter dat er onder druk van de technologische ontwikkeling<strong>en</strong>voortdur<strong>en</strong>d nieuwe audiovisuele toepassing<strong>en</strong> beschikbaar kom<strong>en</strong>. Deze beog<strong>en</strong> de gebruiker inalle gevall<strong>en</strong> meer mogelijkhed<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong>, meer snelheid, meer flexibiliteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere kwaliteit.Het acc<strong>en</strong>t bij al deze ontwikkeling<strong>en</strong> ligt op de hardware. Omdat de mate van interactie zeker zalto<strong>en</strong>em<strong>en</strong>, krijgt de consum<strong>en</strong>t steeds meer de geleg<strong>en</strong>heid om zelf te bepal<strong>en</strong> welke informatie hijwil ontvang<strong>en</strong> of verstur<strong>en</strong>. Op e<strong>en</strong> paar vernieuwing<strong>en</strong> gaan we kort in.In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate zijn kabelnett<strong>en</strong> geschikt voor tweerichtingsverkeer, waardoor interactievetelevisie <strong>en</strong> 'video-on-demand' mogelijk word<strong>en</strong>. In het eerste geval kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld interactievespeelfilms bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: de kijker kan ingrijp<strong>en</strong> in de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film <strong>en</strong> daardoor deafloop van de film beïnvloed<strong>en</strong>. In het tweede geval kan e<strong>en</strong> gebruiker uit e<strong>en</strong> archief vanvideoprogramma's <strong>en</strong> speelfilms naar eig<strong>en</strong> voorkeur zijn avondje televisie sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>, in feite e<strong>en</strong>variant op de juke box.Na de overgang van radio naar televisie, van zwart-wit televisie naar kleur<strong>en</strong>televisie <strong>en</strong> vanmonogeluid naar stereogeluid di<strong>en</strong>t zich e<strong>en</strong> nieuwe standaard aan, 'high-definition television' (HD-TV). Het gaat om e<strong>en</strong> nieuwe uitz<strong>en</strong>dstandaard met e<strong>en</strong> veel betere geluid- <strong>en</strong> beeldkwaliteit. HD-TVlevert beeld<strong>en</strong> die vergelijkbaar zijn met die van 35 mm film. Wereldwijd wordt op grote schaal mete<strong>en</strong> aantal (niet uitwisselbare) HD-TV system<strong>en</strong> geëxperim<strong>en</strong>teerd.Ook op het gebied van de beeldscherm<strong>en</strong> zijn de verwachting<strong>en</strong> hoog gespann<strong>en</strong>. De huidigebeeldscherm<strong>en</strong> zijn volumineus <strong>en</strong> zwaar <strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> tal van gezondheidsklacht<strong>en</strong>. Het strev<strong>en</strong>is vooral de beeldscherm<strong>en</strong> lichter <strong>en</strong> platter te mak<strong>en</strong>. Beeldscherm<strong>en</strong> die zijn opgebouwd metvloeibare kristall<strong>en</strong> (LCD-scherm<strong>en</strong>) zijn daar al e<strong>en</strong> voorbeeld van. Het ideale beeldscherm is zo platals e<strong>en</strong> stuk karton, kan word<strong>en</strong> opgevouw<strong>en</strong> of kan als e<strong>en</strong> schilderij aan de muur word<strong>en</strong>opgehang<strong>en</strong>.Driedim<strong>en</strong>sionale computeranimatie is al jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actueel thema binn<strong>en</strong> de audiovisuele industrie.De steeds snellere processor<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> steeds meer rek<strong>en</strong>kracht. Technisch is het ge<strong>en</strong> probleemom met de computer lev<strong>en</strong>sechte audiovisuele reportages te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zichin werkelijkheid nooit hebb<strong>en</strong> voorgedaan. Op basis van e<strong>en</strong> paar foto's <strong>en</strong> wat toesprak<strong>en</strong> vanpresid<strong>en</strong>t Reagan kunn<strong>en</strong> we bijvoorbeeld e<strong>en</strong> Reagan construer<strong>en</strong> die naar ons wuift <strong>en</strong> zegt: 'Ikb<strong>en</strong> vrolijk'. Op bescheid<strong>en</strong> schaal zijn dit soort technische truckages al realiteit. De risico's <strong>en</strong>effect<strong>en</strong> van dergelijke manipulaties lat<strong>en</strong> zich gemakkelijk rad<strong>en</strong>.Nog e<strong>en</strong> stap verder qua computertechnologie gaat de toepassing van 'virtual reality', e<strong>en</strong> zeerrealistische driedim<strong>en</strong>sionale werkelijkheidssimulatie. De gebruiker krijgt e<strong>en</strong> soort helm op zijn hoofdwaarin twee kleine beeldscherm<strong>en</strong> zijn ingebouwd die de og<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stereoscopisch afbeeldingaanbied<strong>en</strong> uit computer. Door e<strong>en</strong> klein verschil in perspectief ervaart hij dit als e<strong>en</strong> driedim<strong>en</strong>sionaalbeeld. Alle handeling<strong>en</strong> die de betrokk<strong>en</strong>e uitvoert word<strong>en</strong> via s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> vertaald in virtuelehandeling<strong>en</strong> in de computerbeeld<strong>en</strong>: als hij zijn hoofd draait verandert het blikveld, als hij gaat lop<strong>en</strong>verandert het perspectief <strong>en</strong> met zijn hand kan hij 'voorwerp<strong>en</strong>' pakk<strong>en</strong>. Zo kan hij zelf functioner<strong>en</strong> ine<strong>en</strong> driedim<strong>en</strong>sionale computerwereld, waar hij bijvoorbeeld e<strong>en</strong> toeristische wandeling door hethartje van Rome kan mak<strong>en</strong>, allerlei monsters kan bevecht<strong>en</strong>, of zinvolle maar gevaarlijkehandeling<strong>en</strong> zonder risico's kan oef<strong>en</strong><strong>en</strong>.Hoewel de verdere miniaturisering van elektronische schakeling<strong>en</strong> blijft doorgaan, is de b<strong>en</strong>odigdeapparatuur vaak lijvig <strong>en</strong> onhandelbaar. Sci<strong>en</strong>ce-fiction auteur Isaac Asimov* vraagt zich vertwijfeld afwaarom de bedi<strong>en</strong>ing van videorecorders <strong>en</strong> computers zo problematisch is. Hij schetst e<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


toekomstbeeld van intellig<strong>en</strong>te apparatuur die klein <strong>en</strong> draagbaar is, altijd goed staat afgeregeld <strong>en</strong>die automatisch inschakelt zodra je er naar kijkt. Tot zijn 'verrassing' komt hij tot de conclusie dat wezo'n medium allang hebb<strong>en</strong>: het boek. Zijn waarschuwing is duidelijk: we moet<strong>en</strong> ons voortdur<strong>en</strong>dafvrag<strong>en</strong> of de nieuwe toepassing<strong>en</strong> die uit de technologische ontwikkeling<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zinvolle functie kunn<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. Het zou onjuist zijn om de traditionele media die zich gedur<strong>en</strong>devele jar<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong> vroegtijdig de rug toe te ker<strong>en</strong>. Inderdaad is het boek wellicht e<strong>en</strong> van demeest interactieve <strong>en</strong> duurzame media die we k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 3Ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijz<strong>en</strong>InleidingFilm <strong>en</strong> televisie word<strong>en</strong> doorgaans in verband gebracht met ontspanning, vermaak, vrijwilligheid <strong>en</strong>vrijblijv<strong>en</strong>dheid. Onderwijs met zijn leerplicht, dwangmiddel<strong>en</strong>, huiswerk <strong>en</strong> exam<strong>en</strong>vrees lijkt hiervanhaast het teg<strong>en</strong>overgestelde. Toch vertoont het ontwikkel<strong>en</strong> van films in velerlei opzicht<strong>en</strong> groteovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met het ontwikkel<strong>en</strong> van onderwijs.Allereerst is het zo dat wie naar e<strong>en</strong> film kijkt, geacht wordt daar iets van op te stek<strong>en</strong>. Dat geldt nietalle<strong>en</strong> voor de onderwijsfilm, maar ook voor televisiejournaals, speelfilms <strong>en</strong> commercials. Dat 'ler<strong>en</strong>'kan uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van het k<strong>en</strong>nisnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> actuele politieke kwestie (televisiejournaal) tot hetovertuigd rak<strong>en</strong> van de kwaliteit van wasmiddel 'X'. Ook het overnem<strong>en</strong> van maatschappelijke ofmorele norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> in speelfilms ('goed <strong>en</strong> kwaad') kan als ler<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bestempeld. Film ise<strong>en</strong> communicatiemiddel; het kijk<strong>en</strong> naar film heeft daarom alles te mak<strong>en</strong> met informatieoverdracht<strong>en</strong> -verwerking, <strong>en</strong> dus met leerprocess<strong>en</strong>. Van de filmmakers mag daarom word<strong>en</strong> verwacht dat zij<strong>en</strong>ig inzicht hebb<strong>en</strong> in de wijze waarop de kijker informatie opneemt, verwerkt <strong>en</strong> onthoudt. Alle<strong>en</strong> aldit gegev<strong>en</strong> is voldo<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> hoofdstuk aan het thema ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijz<strong>en</strong> te wijd<strong>en</strong>.Maar er zijn meer overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>: zowel het mak<strong>en</strong> van onderwijs als het mak<strong>en</strong> van film is e<strong>en</strong>doelgerichte activiteit die e<strong>en</strong> groot inlevingsvermog<strong>en</strong> vereist in de gedacht<strong>en</strong>wereld van dedoelgroep. Zoals e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t van te vor<strong>en</strong> zal moet<strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> hoe zijn leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaaldeaanpak zull<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>, zo moet ook de filmmaker anticiper<strong>en</strong> op de gedacht<strong>en</strong>gang <strong>en</strong> belevingswereldvan de toeschouwer. Veel problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> keuz<strong>en</strong> die we bij het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> filmteg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, zijn in hun aard te herleid<strong>en</strong> tot onderwijskundige problem<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> derde overe<strong>en</strong>komst betreft de complexiteit van het ontwikkelingsproces. Zowel voor hetontwikkel<strong>en</strong> van onderwijs als voor het ontwikkel<strong>en</strong> van film zijn ge<strong>en</strong> panklare recept<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>.Veel ontwerpkeuz<strong>en</strong> zijn intutief of gevoelsmatig van aard. Doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> filmmakers hebb<strong>en</strong> daardoorde geleg<strong>en</strong>heid om na verloop van tijd e<strong>en</strong> geheel 'eig<strong>en</strong> stijl' van werk<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>. De positievekant daarvan is de grote creatieve vrijheid die e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de ontwikkeling <strong>en</strong> vernieuwing van hetvakgebied mogelijk maakt. Het werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 'eig<strong>en</strong> stijl' kan echter ook zeer remm<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> <strong>en</strong>soms zelfs duid<strong>en</strong> op onkunde, kortzichtigheid of het vlucht<strong>en</strong> in persoonlijke stokpaardjes. E<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>stijl behoort altijd in di<strong>en</strong>st te staan van de ontvang<strong>en</strong>de partij, respectievelijk de leerling <strong>en</strong> de kijker,<strong>en</strong> zal nooit als excuus gebruikt mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om aan gegev<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> uit het vakgebied voorbij tegaan.Wie e<strong>en</strong> film gaat mak<strong>en</strong>, zal zich altijd rek<strong>en</strong>schap di<strong>en</strong><strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> van de communicatieve functiesdie de film zal moet<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. En daarmee komt hij automatisch terecht bij e<strong>en</strong> aantal vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong>problem<strong>en</strong> die onderwijskundig van aard zijn: wat weet de kijker allemaal al, hoe moet<strong>en</strong> we k<strong>en</strong>nisonderdel<strong>en</strong>pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, hoe houd<strong>en</strong> we de aandacht gevang<strong>en</strong>, hoe structurer<strong>en</strong> we de film, hoekunn<strong>en</strong> we er voor zorg<strong>en</strong> dat de kijker actief betrokk<strong>en</strong> raakt, <strong>en</strong>zovoorts.Zo zijn er nog vele andere vrag<strong>en</strong> die alle relevant zijn voor de kwaliteit van het leerproces <strong>en</strong>daarmee maatgev<strong>en</strong>d voor de effectiviteit van de uiteindelijke film. Beantwoording van die vrag<strong>en</strong> kanniet altijd e<strong>en</strong>duidig gebeur<strong>en</strong>: er zijn immers vele manier<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis over te drag<strong>en</strong>. Toch is hetniet zo dat het inricht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderwijssituatie slechts e<strong>en</strong> kwestie is van intuïtie, tal<strong>en</strong>t ofpersoonlijke voorkeur. Er is heel wat k<strong>en</strong>nis op dit gebied beschikbaar, die ons van nut kan zijn. Alsfilm wordt opgevat als e<strong>en</strong> leermiddel in brede zin is het vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat de onderwijskundigeinzicht<strong>en</strong> relevant zijn voor het filmontwerp. Dat gaat ook op voor films die niet in het onderwijsword<strong>en</strong> gebruikt.Dit hoofdstuk is met name van belang voor de lezer die zich nader wil verdiep<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> aantaltheoretische, empirische <strong>en</strong> praktische overweging<strong>en</strong> rond ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijz<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> daartoewat afstand nem<strong>en</strong> van het thema film <strong>en</strong> onze aandacht richt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal theoretischeb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> voor onderwijs <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> zoals die binn<strong>en</strong> de onderwijskunde ontwikkeldzijn. We zull<strong>en</strong> ingaan op de vraag wat we onder ler<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> welke mogelijkhed<strong>en</strong> wehebb<strong>en</strong> om het onderwijs vorm te gev<strong>en</strong>. Waar mogelijk zull<strong>en</strong> we de diverse method<strong>en</strong> van ler<strong>en</strong> in<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met film. In de hierna volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we deze onderwijskundigeinzicht<strong>en</strong> verder uitwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> toespits<strong>en</strong> op het filmontwerp.Het onderwijskundig perspectiefLer<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> verschijnsel dat nadrukkelijk in de maatschappij aanwezig is. Het kan zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>devorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> er bestaat e<strong>en</strong> veelheid aan opvatting<strong>en</strong> over. Het aanler<strong>en</strong> vannieuwe k<strong>en</strong>nis beperkt zich niet tot de traditionele onderwijssituaties, maar is van toepassing op alleactiviteit<strong>en</strong> die gericht zijn op het informer<strong>en</strong>, interesser<strong>en</strong> of beïnvloed<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> doelgroep. Ook hetlez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> boek of de krant, het proev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> nieuw soort jam of e<strong>en</strong> gesprekje met d<strong>en</strong>ieuwe buurman levert ons nieuwe k<strong>en</strong>nis op. Zo beschouwd is het nauwelijks mogelijk tefunctioner<strong>en</strong> zonder dat er sprake is van leerprocess<strong>en</strong>. Het begrip 'ler<strong>en</strong>' lijkt daarmee vrijwel alles tekunn<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>, waardoor het betek<strong>en</strong>isloos dreigt te word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> toelichting vanuitonderwijskundig perspectief is daarom op zijn plaats.De onderwijskunde is in de loop van deze eeuw geleidelijk ontstaan onder invloed van het groei<strong>en</strong>demaatschappelijke belang van onderwijs <strong>en</strong> scholing. Het is e<strong>en</strong> nog relatief jonge wet<strong>en</strong>schap mete<strong>en</strong> sterk interdisciplinair karakter. De onderwijskunde leunt traditioneel zwaar op vakk<strong>en</strong> alspedagogiek, sociologie <strong>en</strong> politicologie, <strong>en</strong> is meer <strong>en</strong> meer onder invloed gekom<strong>en</strong> van vakk<strong>en</strong> alsinformatie<strong>theorie</strong>, psychologie <strong>en</strong> economie. Al naar gelang het acc<strong>en</strong>t dat op deze bijdrag<strong>en</strong>de disciplineswordt gelegd, krijg<strong>en</strong> ook de begripp<strong>en</strong> 'ler<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'onderwijs' e<strong>en</strong> andere invulling.Vanuit e<strong>en</strong> pedagogische invalshoek bijvoorbeeld hebb<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijs vooral te mak<strong>en</strong> met devorming van de persoonlijkheid, het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van verantwoordelijkheidsbesef <strong>en</strong>gewet<strong>en</strong>svorming.Vanuit de sociale psychologie word<strong>en</strong> leerprocess<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> op basis van persoonlijkeopvatting<strong>en</strong>, waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedoeling<strong>en</strong> van de ler<strong>en</strong>de, voorzover die relevant zijn voor het socialefunctioner<strong>en</strong> (Festinger*, Rogers*).Taalwet<strong>en</strong>schappers zoek<strong>en</strong> het intellig<strong>en</strong>te ler<strong>en</strong> in de mogelijkhed<strong>en</strong> die taal biedt om abstracteconcept<strong>en</strong>, regels <strong>en</strong> principes te formuler<strong>en</strong> (Chomsky*, Bruner*).Neurofysiologische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> de fysieke process<strong>en</strong> in het brein tijd<strong>en</strong>s het ler<strong>en</strong> tetracer<strong>en</strong> <strong>en</strong> van daaruit tot leermodell<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Vanuit de ontwikkelingspsychologie verondersteltm<strong>en</strong> dat het leerproces gevoed wordt door <strong>praktijk</strong>ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> deel uitmaakt van e<strong>en</strong> veel brederproces van biologische ontwikkeling (Kolb*, Piaget*). Het ler<strong>en</strong> wordt daarin beschrev<strong>en</strong> als hetgefaseerd doorlop<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de rijpingsprocess<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> strikte volgorde <strong>en</strong> e<strong>en</strong> strikttempo di<strong>en</strong><strong>en</strong> plaats te vind<strong>en</strong>.Informatietheoretici, tot slot, beschouw<strong>en</strong> de individu als e<strong>en</strong> systeem dat naar analogie van decomputer allerlei gegev<strong>en</strong>s kan ontvang<strong>en</strong>, verwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.Het zal duidelijk zijn dat deze b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> in uitwerking <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>ties voor het onderwijs sterkverschill<strong>en</strong>. Hierover zijn in de literatuur diverse overzicht<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> (zie o.a. De Corte*, De Klerk*,van Parrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> Peek*, Leahey*).E<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> bruikbare definitie van ler<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we bij Van Parrer<strong>en</strong>*:'...ler<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> proces met min of meer duurzame resultat<strong>en</strong>, waardoor nieuwegedragspot<strong>en</strong>ties van de persoon ontstaan, of reeds aanwezige zich wijzig<strong>en</strong>...'Hieruit kunn<strong>en</strong> we afleid<strong>en</strong> dat de ler<strong>en</strong>de op de e<strong>en</strong> of andere manier e<strong>en</strong> geestelijke of motorischeverrijking ondergaat. Het woord 'verrijking' houdt overig<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> inhoudelijk oordeel in over het nut ofover de verwerpelijkheid van het geleerde. Vooroordel<strong>en</strong>, scheldwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> lieg<strong>en</strong> zijn aangeleerd<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> in strikte zin e<strong>en</strong> verrijking van het k<strong>en</strong>nisars<strong>en</strong>aal, los van de vraag of we daar blij meemoet<strong>en</strong> zijn. Ook het afler<strong>en</strong> van bepaalde zak<strong>en</strong> kan het gevolg zijn van e<strong>en</strong> leerproces <strong>en</strong> kan somsals e<strong>en</strong> verrijking word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld het stopp<strong>en</strong> met rok<strong>en</strong>.Uit deze voorbeeld<strong>en</strong> blijkt dat het ler<strong>en</strong> zelf zowel bewust als onbewust kan plaatsvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> zowelgew<strong>en</strong>st als ongew<strong>en</strong>st kan zijn.Het leerproces zelf is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale activiteit die niet direct waarneembaar is, omdat het zich in het<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


hoofd van de ler<strong>en</strong>de afspeelt. De resultat<strong>en</strong> van het leerproces kunn<strong>en</strong> slechts word<strong>en</strong>waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> als de nieuwe gedragspot<strong>en</strong>tie zich daadwerkelijk uit in het daaraan gerelateerdegedrag.Onderwijs betreft in deze gedacht<strong>en</strong>gang het arranger<strong>en</strong>, organiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> van alleomstandighed<strong>en</strong> die nodig zijn om de beoogde toestandsverandering bij de ler<strong>en</strong>de te bewerkstellig<strong>en</strong>.Wanneer desondanks de gew<strong>en</strong>ste toestandsverandering zich niet lijkt voor te do<strong>en</strong>, wordthet leerproces geacht niet of niet in de beoogde mate te zijn opgetred<strong>en</strong>.Leer<strong>theorie</strong>ënZoals we hebb<strong>en</strong> vastgesteld is ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces dat zich op vele manier<strong>en</strong> <strong>en</strong> op vele verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus voltrekt. Inzicht in de wijze waarop leerprocess<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong> is van belang voor het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>van onderwijs in brede zin. We bested<strong>en</strong> daarom <strong>en</strong>ige aandacht aan <strong>theorie</strong>ën over ler<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> leer<strong>theorie</strong> beschrijft <strong>en</strong> verklaart de structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> waarmee het ler<strong>en</strong> tot standkomt. Zoals de titel van deze paragraaf al suggereert is er echter van één <strong>en</strong>kele overkoepel<strong>en</strong>deleer<strong>theorie</strong> ge<strong>en</strong> sprake. Daartoe zijn wel <strong>en</strong>kele poging<strong>en</strong> gedaan maar zonder veel succes. E<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>woordig breed gedrag<strong>en</strong> opvatting is dat ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dermate veelzijdig, gevarieerd <strong>en</strong>veelomvatt<strong>en</strong>d verschijnsel is dat er vele verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van ler<strong>en</strong> bestaan die elk e<strong>en</strong> anderetheoretische b<strong>en</strong>adering verg<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> relatief oude <strong>theorie</strong> over ler<strong>en</strong> is de stimulus-respons <strong>theorie</strong>, waarvan diverse variant<strong>en</strong> zijnbeschrev<strong>en</strong> (Skinner*, Thorndike*). Bij de stimulus-respons<strong>theorie</strong>ën veronderstelt m<strong>en</strong> dat al hetler<strong>en</strong> berust op het mak<strong>en</strong> van associaties tuss<strong>en</strong> concrete prikkels (stimuli) <strong>en</strong> waarneembaregedraging<strong>en</strong> (responsies). Zo kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hond ler<strong>en</strong> om pootjes te gev<strong>en</strong> door het gew<strong>en</strong>stegedrag (de respons) consequ<strong>en</strong>t te belon<strong>en</strong> (stimuli). Het k<strong>en</strong>merk van deze b<strong>en</strong>adering is dat m<strong>en</strong>het proces van het ler<strong>en</strong> zelf buit<strong>en</strong> beschouwing laat: alle<strong>en</strong> het vertoonde gedrag telt. De ler<strong>en</strong>dewordt dus beschouwd als e<strong>en</strong> black-box, die op basis van e<strong>en</strong> zekere input (de stimulus) e<strong>en</strong> outputvertoont (de gedragsrespons). In verband met de nadruk die de stimulus-respons<strong>theorie</strong>ën legg<strong>en</strong> ophet gedrag spreekt m<strong>en</strong> ook wel van behavioristische leer<strong>theorie</strong>ën. Het ler<strong>en</strong> wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>beschouwd als e<strong>en</strong> min of meer autonoom proces dat zonder tuss<strong>en</strong>komst van het bewustzijnoptreedt. E<strong>en</strong> hond d<strong>en</strong>kt niet in term<strong>en</strong> van red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> of beslisregels ('als ik nu dit doe dangebeurt er dat...'), maar handelt reflexmatig.Verderop in dit hoofdstuk kom<strong>en</strong> we terug op twee typ<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> die beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> hetstimulus-respons model: de klassieke conditionering volg<strong>en</strong>s Pavlov* <strong>en</strong> Thorndike* <strong>en</strong> de operanteconditionering volg<strong>en</strong>s Skinner*. We zull<strong>en</strong> die ook in verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met audiovisuele toepassing<strong>en</strong>.Als reactie op het behaviorisme zijn sinds de jar<strong>en</strong> zestig diverse cognitivistische leer<strong>theorie</strong>ënontwikkeld. Teg<strong>en</strong> het behaviorisme werd<strong>en</strong> diverse bezwar<strong>en</strong> aangevoerd. In vele experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> isaangetoond dat het behavioristische model ge<strong>en</strong> universele geldigheid heeft (McKeachy*). Zo zou hetbehaviorisme slechts van toepassing zijn op primitieve <strong>en</strong> onbewuste vorm<strong>en</strong> van ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> deresultat<strong>en</strong> van dierproev<strong>en</strong> niet direct mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast op het ler<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>zou e<strong>en</strong> leer<strong>theorie</strong> zich juist moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op de leerprocess<strong>en</strong> zelf: de gedragsuiting<strong>en</strong> zijn slechtse<strong>en</strong> gevolg van het ler<strong>en</strong>. De cognitivist<strong>en</strong> zijn van m<strong>en</strong>ing dat leerprocess<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>zonder dat er waarneembare gedraging<strong>en</strong> zijn (gedragspot<strong>en</strong>ties zijn voldo<strong>en</strong>de). Als er alle<strong>en</strong> op hetwaarneembare gedrag wordt afgegaan, ontstaat er volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem. Zij stell<strong>en</strong> date<strong>en</strong>zelfde type gedrag kan word<strong>en</strong> bereikt door verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> leerprocess<strong>en</strong>. Zo is bijvoorbeeldiedere<strong>en</strong> in staat om <strong>en</strong>kele telefoonnummers te onthoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> te reproducer<strong>en</strong> (gedrag), maar dee<strong>en</strong> leert de getall<strong>en</strong> domweg uit zijn hoofd, de ander gebruikt e<strong>en</strong> ezelsbrug, terwijl de derde zeonthoudt via e<strong>en</strong> of ander wiskundig patroon. De cognitivist<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich daarom minder op dewaarneembare gedraging<strong>en</strong>, maar vooral op de m<strong>en</strong>tale handeling<strong>en</strong> die de ler<strong>en</strong>de bij het ler<strong>en</strong>verricht: hoe neemt de ler<strong>en</strong>de informatie op <strong>en</strong> hoe wordt die informatie gestructureerd, verwerkt,opgeslag<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer opgeroep<strong>en</strong>? Welke soort<strong>en</strong> informatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> watwordt de ler<strong>en</strong>de geacht daar mee te do<strong>en</strong>? Het gaat daarbij met name om de leerprocess<strong>en</strong> die webewust ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> die we hier aanduid<strong>en</strong> als 'intellig<strong>en</strong>t ler<strong>en</strong>'. Inzicht in het m<strong>en</strong>tale handel<strong>en</strong> wordtdoor de cognitivist<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> voorwaarde om het ler<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>.De invalshoek<strong>en</strong> bij de cognitivistische b<strong>en</strong>adering kunn<strong>en</strong> echter zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d zijn. Er bestaan<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


vele cognitivistische <strong>theorie</strong>ën die alle e<strong>en</strong> andere wijze van ler<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>. Zij gaan daarbij niet uitvan e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk verklar<strong>en</strong>d leerprincipe zoals dat bij de behaviorist<strong>en</strong> met het stimulusresponsmechanisme wel het geval is. E<strong>en</strong> aantal van deze cognitivistische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> komt laterin dit hoofdstuk aan de orde, als we e<strong>en</strong> aantal didactische method<strong>en</strong> aanstipp<strong>en</strong>.Het onderwijskundig ontwerpZoals het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film de nodige voorbereiding<strong>en</strong> behoeft, zo zal ook de onderwijsmaker zichvan te vor<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> buig<strong>en</strong> over de vraag hoe het onderwijs di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Het inricht<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> onderwijssituatie is e<strong>en</strong> bewust <strong>en</strong> doordacht proces dat de beheersing vergt van bijvoorkeur alle variabel<strong>en</strong> die bij het leerproces e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>. Getracht moet word<strong>en</strong> deomstandighed<strong>en</strong> voor de ler<strong>en</strong>de zodanig arranger<strong>en</strong> dat ze optimaal zijn voor het inducer<strong>en</strong> van degew<strong>en</strong>ste leereffect<strong>en</strong>. De veronderstelling van deze ontwerpb<strong>en</strong>adering is dat de ler<strong>en</strong>de weiniggebaat is met onderwijs 'à l'improviste', hetge<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s niet hoeft te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong>behoefte is aan getal<strong>en</strong>teerde doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met feeling <strong>en</strong> improvisatievermog<strong>en</strong>.Alvor<strong>en</strong>s verder in detail te tred<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> korte schets van de belangrijkste elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> inhet onderwijskundig ontwerpproces:-leerdoel<strong>en</strong>-doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>-leeromstandighed<strong>en</strong>-didactisch modelIeder ontwerpproces start met het formuler<strong>en</strong> van doelstelling<strong>en</strong>; bij leerprocess<strong>en</strong> spreekt m<strong>en</strong> overleerdoel<strong>en</strong>. Het gaat om de vraag wat de stud<strong>en</strong>t met het ler<strong>en</strong> wil bereik<strong>en</strong>. Het is van belang dat deleerdoel<strong>en</strong> daadwerkelijk binn<strong>en</strong> het bereik van de stud<strong>en</strong>t ligg<strong>en</strong>. Onrealistische doel<strong>en</strong> zijn zeld<strong>en</strong>haalbaar <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> hooguit tot frustratie <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> mislukt leerproces. Het helder <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidigformuler<strong>en</strong> van leerdoel<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> belangrijke factor bij de inrichting van het onderwijs. We gaan daarzo wat dieper op in.Om het onderwijs zo goed mogelijk te kunn<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong> op de doelgroep moet e<strong>en</strong> aantal relevantedoelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gespecificeerd. Deze betreff<strong>en</strong> onder andere de aanwezige voork<strong>en</strong>nis,de leerbehoefte <strong>en</strong> de studiemotivatie. Afhankelijk van de situatie kan voorts nog e<strong>en</strong> veelheid vank<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van belang zijn: de persoonlijke omstandighed<strong>en</strong>, de gezondheidstoestand, de financiëledraagkracht, de maatschappelijke positie, de culturele achtergrond, de leeftijd, het geslacht, zelfs dearml<strong>en</strong>gte of scho<strong>en</strong>maat kan ess<strong>en</strong>tieel zijn (bijvoorbeeld bij balletonderwijs).Ook de omstandighed<strong>en</strong> waaronder het ler<strong>en</strong> plaatsvindt (bijvoorbeeld individueel, in groep<strong>en</strong>, metdoc<strong>en</strong>t, zonder doc<strong>en</strong>t, thuis of op straat), zijn van invloed op de manier waarop het onderwijs moetword<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Soms vorm<strong>en</strong> de leeromstandighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vrij te kiez<strong>en</strong> ontwerpvariabele,soms zijn de leeromstandighed<strong>en</strong> randvoorwaardelijk bepaald. Het basisonderwijs bijvoorbeeld vindtgrot<strong>en</strong>deels klassikaal plaats. Dit heeft zijn beperking<strong>en</strong> voor het onderwijs.Uitgangspunt van het onderwijskundig <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> is dat alle onderwijsvariabel<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong>consequ<strong>en</strong>t didactisch model word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, ontwikkeld <strong>en</strong> gepland. Het gaat daarbij om devraag op welke wijze de leerinhoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke roll<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> destud<strong>en</strong>t in het onderwijsproces di<strong>en</strong>t te vervull<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>de onderwijs<strong>theorie</strong>betek<strong>en</strong>t dat er ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige voorschrift<strong>en</strong> bestaan waaraan de onderwijsontwerper zich moethoud<strong>en</strong>. Wel is er e<strong>en</strong> veelheid aan didactische principes <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> beschikbaar (later in dithoofdstuk zull<strong>en</strong> we er <strong>en</strong>kele besprek<strong>en</strong>). Voor iedere situatie zal de ontwerper e<strong>en</strong> nieuwe afwegingmoet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> waarin alle g<strong>en</strong>oemde factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Hij zal zich daarbij vooral lat<strong>en</strong>leid<strong>en</strong> door zijn persoonlijke visie op het onderwijs <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel de daaraan gekoppelde leertheoretischegezichtspunt<strong>en</strong>. Maar ook intutie, tal<strong>en</strong>t <strong>en</strong> ervaring spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol. In veel gevall<strong>en</strong>wordt er echter helemaal ge<strong>en</strong> didactische visie geëxpliciteerd met als mogelijk risico dat hetonderwijs gebruik maakt van verborg<strong>en</strong> of teg<strong>en</strong>strijdige veronderstelling<strong>en</strong>.De analogie tuss<strong>en</strong> het onderwijsontwerpproces <strong>en</strong> het filmontwerpproces is evid<strong>en</strong>t. Ge<strong>en</strong> film is zo<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


vrijblijv<strong>en</strong>d dat er niet e<strong>en</strong> doel wordt nagestreefd. En ook de kijker behoort tot e<strong>en</strong> doelgroep metbepaalde doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> waarop in dit geval de filmmaker moet inspel<strong>en</strong>. De leeromstandighed<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de context of situatie waarin de film wordt bekek<strong>en</strong>. De didactischeaanpak vind<strong>en</strong> we terug in de wijze waarop het 'verhaal' in de film wordt overgebracht <strong>en</strong> in deconcrete filmische maatregel<strong>en</strong> die de kijker ondersteun<strong>en</strong> bij het interpreter<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> van deinformatie.Gezi<strong>en</strong> het belang van doelstelling<strong>en</strong> of leerdoel<strong>en</strong> in het ontwerpproces gaan we daar wat dieper opin. Daarna zull<strong>en</strong> we aantal didactische modell<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong>, voor zover relevant voor film.Leerdoel<strong>en</strong>Fraaie leerdoel<strong>en</strong> verzinn<strong>en</strong> is op zichzelf ge<strong>en</strong> probleem, nagaan of de leerdoel<strong>en</strong> bereikt zijn echterwel. Hoe moet<strong>en</strong> we nagaan of de stud<strong>en</strong>t 'e<strong>en</strong> diep inzicht in de wiskunde' heeft gekreg<strong>en</strong> of 'e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> literaire smaak' heeft ontwikkeld?Vanuit onderwijskundig perspectief moet<strong>en</strong> leerdoel<strong>en</strong> zo veel mogelijk word<strong>en</strong> geoperationaliseerd,dat wil zegg<strong>en</strong> geformuleerd in term<strong>en</strong> van concreet waarneembaar <strong>en</strong> dus toetsbaar gedrag. Hetleerdoel 'inzicht krijg<strong>en</strong> in de wiskunde' is veel te algeme<strong>en</strong> om van <strong>en</strong>ig nut te zijn bij het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>van adequaat wiskunde-onderwijs. Het moet daarom word<strong>en</strong> vertaald in e<strong>en</strong> aantal meer specifiekeleerdoel<strong>en</strong> die gezam<strong>en</strong>lijk het b<strong>en</strong>odigde wiskundige inzicht bestrijk<strong>en</strong>.Volg<strong>en</strong>s Mager* voldoet e<strong>en</strong> welgevormd leerdoel aan drie voorwaard<strong>en</strong>:-e<strong>en</strong> leerdoel moet toetsbaar zijn; dat betek<strong>en</strong>t dat het leerdoel moet word<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> interm<strong>en</strong> van objectief waarneembaar gedrag, zodat kan word<strong>en</strong> nagegaan of e<strong>en</strong> leerdoelinderdaad is bereikt. Bijvoorbeeld: 'de stud<strong>en</strong>t kan e<strong>en</strong> vierkantsvergelijking oploss<strong>en</strong>'.-e<strong>en</strong> leerdoel beschrijft de omstandighed<strong>en</strong> waaronder het gedrag zich moet voordo<strong>en</strong>.Bijvoorbeeld: 'de stud<strong>en</strong>t kan logaritm<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>machine'.-e<strong>en</strong> leerdoel bevat e<strong>en</strong> criterium voor de mate van beheersing die van de stud<strong>en</strong>t verlangdwordt. Bijvoorbeeld: 'de stud<strong>en</strong>t kan van vijf vierkantsvergelijking<strong>en</strong> er vier foutloos oploss<strong>en</strong>'of, in het gangbare schoolsysteem, 'de leerling moet minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> zes hal<strong>en</strong>'.Deze b<strong>en</strong>adering, waarin beoordeling van de leerprestatie plaatsvindt op basis van waarneembaargedrag, past in de behavioristische traditie. Zoals gezegd heeft er in de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia echtere<strong>en</strong> verschuiving plaatsgevond<strong>en</strong> van deze gedragsgerichte b<strong>en</strong>adering (het behaviorisme) naar e<strong>en</strong>meer procesgerichte b<strong>en</strong>adering (het cognitivisme). Het leerproces zelf kan echter niet e<strong>en</strong>voudiggetoetst word<strong>en</strong>. Hoe zoud<strong>en</strong> we bijvoorbeeld moet<strong>en</strong> nagaan op welke manier iemand hoofdzak<strong>en</strong>van bijzak<strong>en</strong> onderscheidt? Ook de cognitivist<strong>en</strong> zijn daardoor g<strong>en</strong>oodzaakt leerdoel<strong>en</strong> zo veelmogelijk in term<strong>en</strong> van waarneembaar gedrag te definiër<strong>en</strong> (Gagné*).Er word<strong>en</strong> drie klass<strong>en</strong> van leerdoel<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> die elk e<strong>en</strong> ander domein vank<strong>en</strong>nisverwerving omvatt<strong>en</strong>:-het cognitieve domein,-het affectieve domein-<strong>en</strong> het psychomotorische domein.In elk van deze domein<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de niveaus van diepgang onderscheid<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong>van het m<strong>en</strong>selijk handel<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> deze drie domein<strong>en</strong> vrijwel altijd gezam<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> rol. Wie wil ler<strong>en</strong>zwemm<strong>en</strong> zal zich niet alle<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> in de techniek van de schoolslag (cognitief), maarmoet ook de vrees voor water ler<strong>en</strong> overwinn<strong>en</strong> (affectief) <strong>en</strong> last but not least, de zwembeweging<strong>en</strong>correct kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> (psychomotorisch) (Knirk*).We zull<strong>en</strong> deze drie domein<strong>en</strong> kort besprek<strong>en</strong>.Het cognitieve domeinHet cognitieve domein bestrijkt alle intellig<strong>en</strong>te handeling<strong>en</strong>, zoals het oploss<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wiskundigprobleem of het schrijv<strong>en</strong> van brief. Het gaat om e<strong>en</strong> bewuste <strong>en</strong> intellig<strong>en</strong>te vorm van ler<strong>en</strong> waar hethele schoolsysteem in belangrijke mate op is gericht. Het cognitieve domein weerspiegelt deobjectivistische wet<strong>en</strong>schapsopvatting <strong>en</strong> de daaraan gekoppelde maatschappelijke realiteit waarinrationaliteit <strong>en</strong> rede dominer<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Bloom (Bloom B.*) onderscheidt in het cognitieve domein zes niveaus, van e<strong>en</strong>voudig naar complex:-K<strong>en</strong>nis: doel<strong>en</strong> gericht op het kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, herinner<strong>en</strong> of omschrijv<strong>en</strong> van feit<strong>en</strong>,definities, <strong>en</strong>zovoorts.-Begrip: doel<strong>en</strong> gericht op het met elkaar in verband kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>degegev<strong>en</strong>s .-Toepassing: doel<strong>en</strong> gericht op het kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van regels, procedures <strong>en</strong> principes ine<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> situatie.-Analyse: doel<strong>en</strong> gericht op het kunn<strong>en</strong> ontled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> complex geheel in zijn sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>dedel<strong>en</strong>.-Synthese: doel<strong>en</strong> gericht op het kunn<strong>en</strong> construer<strong>en</strong> van onderdel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> grotersam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel.-Evaluatie: doel<strong>en</strong> gericht op het kunn<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van feit<strong>en</strong>, conclusies <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>aan de hand van criteria.Het affectieve domeinDit domein betreft alle handeling<strong>en</strong> die verband houd<strong>en</strong> met de houding, de belangstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> deemoties van de stud<strong>en</strong>t, zoals bijvoorbeeld de bereidheid om aan e<strong>en</strong> discussie deel te nem<strong>en</strong> of metmedestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, vrees voor water, <strong>en</strong>zovoorts. Veel van dit soort doel<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong>rol in de audiovisuele communicatie: de kijker moet ervan overtuigd rak<strong>en</strong> dat produkt 'X' het beste is,moet waardering krijg<strong>en</strong> voor de innovatieve vermog<strong>en</strong>s van firma 'Y', moet zich id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> met dehoofdpersoon, moet op de lijsttrekker stemm<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts.In het gangbare onderwijs word<strong>en</strong> veel van dit soort affectieve leerdoel<strong>en</strong> voorwaardelijk gesteld aanhet bereik<strong>en</strong> van cognitieve leerdoel<strong>en</strong>; affectieve leerdoel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> echter lang niet altijd explicietgeformuleerd. Vanuit onderwijskundig perspectief is het juist van belang alle doel<strong>en</strong> zo goed <strong>en</strong>volledig mogelijk te specificer<strong>en</strong> (Krathwohl*).E<strong>en</strong> zeer primair affectief doel dat inher<strong>en</strong>t is aan onderwijs, is dat de stud<strong>en</strong>t het leermiddel alszodanig accepteert. De stud<strong>en</strong>t moet bereid zijn nieuwe informatie te ontvang<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed boekwordt door de lezer met warmte gekoesterd <strong>en</strong> kan uiteindelijk rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats inde boek<strong>en</strong>kast. Slechte boek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> niet uitgelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> naar zolder of bij het oudpapier. Bij film doet zich iets vergelijkbaars voor. Iedere film moet zijn eig<strong>en</strong> acceptatie bij de kijkerafdwing<strong>en</strong>. Dit creëert e<strong>en</strong> aantal lastige dilemma's voor de maker: de film moet voldo<strong>en</strong>de aantrekkelijkzijn om naar te kijk<strong>en</strong>, maar aankleding, franje <strong>en</strong> esthetische hoogstandjes leid<strong>en</strong> slechts afvan het ler<strong>en</strong>, de film mag niet te saai zijn, maar ook overdrev<strong>en</strong> lolligheid is ongew<strong>en</strong>st, het tempomag niet te hoog ligg<strong>en</strong> maar ook weer niet te laag, <strong>en</strong>zovoorts. Ergernis vormt ge<strong>en</strong> goeduitgangspunt voor het ler<strong>en</strong>. Het is de kunst snel <strong>en</strong> duidelijk de juiste toon aan te slaan <strong>en</strong> dieconsequ<strong>en</strong>t in de hele film te handhav<strong>en</strong>. Als in het begin het ijs e<strong>en</strong>maal gebrok<strong>en</strong> is, kan er nietmeer zoveel misgaan. In hoofdstuk acht <strong>en</strong> hoofdstuk elf kom<strong>en</strong> we terug op het acceptatieprobleem.Het psychomotorische domeinHet psychomotorische domein omvat het gebied van spierontwikkeling <strong>en</strong> bewegingscoördinatie. Wemoet<strong>en</strong> hier d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan zak<strong>en</strong> als het beheers<strong>en</strong> van gymnastische oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, het uitvoer<strong>en</strong> vanpraktische handeling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> laboratorium of het kunn<strong>en</strong> bespel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> muziekinstrum<strong>en</strong>t. Ookde spraak met zijn complexe tongbeweging<strong>en</strong> is psychomotorisch van aard. Simpson* geeft voor hetpsychomotorische domein e<strong>en</strong> indeling die we hier niet nader zull<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong>.In film zi<strong>en</strong> we op dit terrein meestal e<strong>en</strong> expert verschijn<strong>en</strong> die de psychomotorische handeling<strong>en</strong>demonstreert. Bek<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> zijn de tal<strong>en</strong>cursuss<strong>en</strong> waarin we zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> hor<strong>en</strong> hoe de zinn<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong>, de timmercursus waarbij we over de schouder van e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>timmerman meekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> programma's over aerobics of callanetics waar superslanke 'celebrities'lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe er bewog<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>.Didactische modell<strong>en</strong>Voor de theoretische onderbouwing van het onderwijskundig ontwerp zoud<strong>en</strong> we ons moet<strong>en</strong>baser<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> onderwijs<strong>theorie</strong>. E<strong>en</strong> onderwijs<strong>theorie</strong> legt e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> alle relevante<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


variabel<strong>en</strong> uit de onderwijssituatie <strong>en</strong> doet uitsprak<strong>en</strong> over de wijze waarop het onderwijs moetword<strong>en</strong> ingericht. Het spreekt vanzelf dat zo'n onderwijs<strong>theorie</strong> grot<strong>en</strong>deels zou moet<strong>en</strong> voortbouw<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> <strong>theorie</strong> van het ler<strong>en</strong> (soms wordt daarom de term 'onderwijsleer<strong>theorie</strong>' gebezigd) (Ausubel*).Weg<strong>en</strong>s het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> overkoepel<strong>en</strong>de leer<strong>theorie</strong> kan er echter ev<strong>en</strong>min sprake zijn vanéén <strong>en</strong>kele onderwijs(leer)<strong>theorie</strong>. Wel bestaat er e<strong>en</strong> veelheid aan instructiemethod<strong>en</strong> of didactischemodell<strong>en</strong>. Deze zijn in veel gevall<strong>en</strong> maar t<strong>en</strong> dele wet<strong>en</strong>schappelijk onderbouwd: behalve theoretischeprincipes <strong>en</strong> empirische gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld ook ideologische voorkeur<strong>en</strong>,geloofsovertuiging<strong>en</strong> of meer filosofische visies op de m<strong>en</strong>s of de m<strong>en</strong>sheid e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Deonderwijskunde vertoont in dat opzicht e<strong>en</strong> veelkleurige aanblik (zoals zovele sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>).De veelheid aan didactische modell<strong>en</strong>, gevoegd bij het grote aantal onderwijsvariabel<strong>en</strong> <strong>en</strong>persoonlijke visies op het onderwijs maakt het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> onderwijssituatie e<strong>en</strong> complex <strong>en</strong>niet altijd volledig te bered<strong>en</strong>er<strong>en</strong> activiteit. Garanties op e<strong>en</strong> succesvolle afloop zijn op voorhand nietaltijd te gev<strong>en</strong>. Datzelfde geldt uiteraard ook voor het mak<strong>en</strong> van (onderwijs-)films, waar zak<strong>en</strong> alsgeloof, gevoel, intuïtie, visie <strong>en</strong> durf zo mogelijk nog sterker de keuz<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong>. Dieomstandigheid ontslaat ons echter niet van de taak om ons te verdiep<strong>en</strong> in de achterligg<strong>en</strong>ded<strong>en</strong>kkaders voor het onderbouw<strong>en</strong> van de ontwerpkeuz<strong>en</strong>.De didactische modell<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> in de onderwijs<strong>praktijk</strong> van grote waarde te zijn. Was het onderwijz<strong>en</strong>voorhe<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'kunst' waarvoor ondefinieerbare tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> noodzakelijk lek<strong>en</strong> te zijn, deze modell<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> van het onderwijz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'kunde' gemaakt door het onderwijs te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ontwerpprobleem.Ze bied<strong>en</strong> de onderwijsmakers in ieder geval <strong>en</strong>ige ondersteuning <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantalpraktische aanwijzing<strong>en</strong>. Mogelijk nog belangrijker is het feit dat de expliciete keuze voor e<strong>en</strong>didactisch model zeer verhelder<strong>en</strong>d kan werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>te doorgevoerde aanpakdie alle vooronderstelling<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de wijze van ler<strong>en</strong> recht doet.Wij beperk<strong>en</strong> ons hier tot e<strong>en</strong> korte beschrijving van e<strong>en</strong> aantal instructiemodell<strong>en</strong> of instructieprincipesdie mogelijk relevant zijn voor het ontwikkel<strong>en</strong> van audiovisuele media:-ervaringsler<strong>en</strong>-klassieke conditionering-operant ler<strong>en</strong>-probleemgestuurd onderwijz<strong>en</strong>-probleemgericht onderwijz<strong>en</strong>.Daarbij zij echter direct aangetek<strong>en</strong>d dat het om e<strong>en</strong> aantal red<strong>en</strong><strong>en</strong> nauwelijks mogelijk is e<strong>en</strong> reeksvan onderscheid<strong>en</strong> didactische modell<strong>en</strong> op ev<strong>en</strong>wichtige wijze te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> te besprek<strong>en</strong>. In deeerste plaats omdat de grote verscheid<strong>en</strong>heid in didactische modell<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> selectieve <strong>en</strong> somsaanvechtbare keuze dwingt. In de tweede plaats omdat de diverse modell<strong>en</strong> niet in alle dim<strong>en</strong>sieswez<strong>en</strong>lijk verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaar soms gedeeltelijk overlapp<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derde omdat de modelk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>soms ongelijksoortig zijn, waardoor het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vergelijking niet goed mogelijk is.Voor e<strong>en</strong> uitgebreid overzicht van instructiemodell<strong>en</strong> wordt verwez<strong>en</strong> naar de onderwijskundigeliteratuur (zie o.a. Romiszowski* (1984), De Corte*).Ervaringsler<strong>en</strong>Ler<strong>en</strong> ontstaat volg<strong>en</strong>s dit model in e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de confrontatie met de <strong>praktijk</strong>. Bestaande k<strong>en</strong>niswordt onder invloed van nieuwe ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> interacties met de omgeving aangepast <strong>en</strong>geherstructureerd waardoor nieuwe k<strong>en</strong>nis ontstaat (Kolb*). De nadruk op toepassing van k<strong>en</strong>nis iserg groot omdat gesteld wordt dat k<strong>en</strong>nis alle<strong>en</strong> maar betek<strong>en</strong>isvol kan zijn als de ler<strong>en</strong>de in staat isiets met de verworv<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis te do<strong>en</strong>. Het formele ler<strong>en</strong> in schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> institut<strong>en</strong> moet in deze visiegemodelleerd word<strong>en</strong> naar het informele ler<strong>en</strong> zoals dat in het dagelijks lev<strong>en</strong> optreedt. Het ler<strong>en</strong>di<strong>en</strong>t dan ook niet geïsoleerd te word<strong>en</strong> of gerealiseerd te word<strong>en</strong> in kunstmatige omstandighed<strong>en</strong>,maar zo veel mogelijk in de <strong>praktijk</strong>. Ler<strong>en</strong> komt neer op het integrer<strong>en</strong> van allerlei functies van hetorganisme: voel<strong>en</strong>, kijk<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, handel<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoorts. Ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> daarmeedirect met elkaar in verband gebracht.Veel elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het ervaringsler<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> in andere instructiemodell<strong>en</strong> <strong>en</strong>werkvorm<strong>en</strong>, zoals practica, simulaties, learning by doing, excursies, de casusmethode,<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


probleemgestuurd ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> stages. De directe ervaring<strong>en</strong> van de stud<strong>en</strong>t staan daarbij c<strong>en</strong>traal.Voor audiovisuele media is de constatering van belang dat plaatsvervang<strong>en</strong>de ervaring<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: via het audiovisuele medium kan de ler<strong>en</strong>de word<strong>en</strong> blootgesteld aan allerlei <strong>praktijk</strong>ervaring<strong>en</strong>,die soms zelfs heviger of effectiever zijn dan de echte <strong>praktijk</strong>. Daar staat teg<strong>en</strong>overdat de ervaring<strong>en</strong> beperkt zijn tot e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale participatie van kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> luister<strong>en</strong>. Het is voor deler<strong>en</strong>de niet mogelijk daadwerkelijk fysiek te participer<strong>en</strong>, te voel<strong>en</strong> of in te grijp<strong>en</strong> in de situatie.Klassieke conditioneringKlassieke conditionering betreft eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> didactisch model, maar e<strong>en</strong> zeer primitieve vorm vanler<strong>en</strong>. De klassieke conditionering wordt beschrev<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> stimulus-respons model(Thorndike*). Hét voorbeeld van klassieke conditionering is de hond van Pavlov. Pavlov ontdekte datzijn hond<strong>en</strong> na verloop van tijd geleerd hadd<strong>en</strong> het geluid van de rinkel<strong>en</strong>de et<strong>en</strong>sbel te associër<strong>en</strong>met et<strong>en</strong>. Waar speekselproduktie (de gedragsrespons) oorspronkelijk veroorzaakt werd door e<strong>en</strong>reëel hongergevoel of de geur van voedsel (de stimulus) hadd<strong>en</strong> de hond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe stimulusresponsrelatie wet<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>: de vervang<strong>en</strong>de, nieuwe stimulus (rammel<strong>en</strong>de et<strong>en</strong>semmers) wasnet als de oorspronkelijke stimulus in staat de gedragsrespons (speekselproduktie) op te wekk<strong>en</strong>. Ditmechanisme wordt e<strong>en</strong> geconditioneerde reflex g<strong>en</strong>oemd: het betreft e<strong>en</strong> associatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>respons <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe stimulus. Ook bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> do<strong>en</strong> zich op grote schaal process<strong>en</strong> van klassiekeconditionering voor. Veel reclamestrategieën berust<strong>en</strong> op dit mechanisme. Wanneer we maar vaakg<strong>en</strong>oeg e<strong>en</strong> reclamespot zi<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> schone vaat associeert met e<strong>en</strong> bepaald merk afwasmiddelzull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>maal in de supermarkt sneller naar het betreff<strong>en</strong>de merk grijp<strong>en</strong>. Ook allerlei uiterlijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de vorm, de kleur, of de lay-out van produkt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we via het mechanisme vanklassieke conditionering ler<strong>en</strong> koppel<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> bepaalde waardering. De klassieke conditioneringblijkt zich op e<strong>en</strong> dermate basaal niveau van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> af te spel<strong>en</strong> dat het doorgaans e<strong>en</strong>onbewust proces is. In hoofdstuk zes zull<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> dat het bewustzijn veelal machteloos is teg<strong>en</strong>deze vorm van ler<strong>en</strong>.Operant ler<strong>en</strong>E<strong>en</strong> andere vorm van ler<strong>en</strong> wordt beschrev<strong>en</strong> door het mechanisme van operante conditionering(Skinner*). Ook hier is het stimulus-responsmodel van toepassing. Uit allerlei dierexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> isgeblek<strong>en</strong> dat nieuw gedrag kan word<strong>en</strong> aangeleerd door dat gedrag voortdur<strong>en</strong>d positief te bekrachtig<strong>en</strong>.Zo kan m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duif bijvoorbeeld ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> salto uit te voer<strong>en</strong>: dat is e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk nieuwgedrag <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> geconditioneerde reflex van bestaand gedrag zoals bij de Pavlov-hond<strong>en</strong>, waaralle<strong>en</strong> de stimulus verandert. E<strong>en</strong> ander verschil is dat er voor operant gedrag ge<strong>en</strong> nieuwe ofvervang<strong>en</strong>de stimulus nodig is. Het gedrag of e<strong>en</strong> aanzet daartoe ontstaat min of meer 'toevallig' opbasis van eig<strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt stapje voor stapje versterkt door het gew<strong>en</strong>ste gedrag achterafte belon<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>st gedrag te bestraff<strong>en</strong>.Dit behavioristische model vormt onder andere de basis voor de 'geprogrammeerde instructie',waarbij de stud<strong>en</strong>t stap voor stap door de leerstof wordt geleid. Ook de ontwikkeling van autonomeleermachines (computerprogramma's) werd daarmee in gang gezet.Met de ontwikkeling van cognitieve leer<strong>theorie</strong>ën vanaf de jar<strong>en</strong> zestig is er echter veel kritiekgekom<strong>en</strong> op de behavioristische b<strong>en</strong>adering (Mckeachy*). Ondanks alle bezwar<strong>en</strong> is het werk vanSkinner van veel waarde voor de onderwijs<strong>praktijk</strong>. Het heeft onder andere geleid tot e<strong>en</strong> traditiewaarin leerdoel<strong>en</strong> nauwkeurig word<strong>en</strong> gespecificeerd in term<strong>en</strong> van toetsbaar gedrag. Ook detoeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aandacht voor de analyse <strong>en</strong> structurering van leerstofinhoud<strong>en</strong> is op het conto vandeze b<strong>en</strong>adering te schrijv<strong>en</strong>.In tal van situaties word<strong>en</strong> behavioristische principes toegepast. E<strong>en</strong> gemiddelde t<strong>en</strong>nisles volgtvrijwel volledig de patron<strong>en</strong> van operante conditionering: e<strong>en</strong> sterke segm<strong>en</strong>tatie van de stof <strong>en</strong> e<strong>en</strong>nadruk op e<strong>en</strong> snelle, veelvuldige <strong>en</strong> meestal positieve bekrachtiging. Ook in de reclamewereld zijnk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van operante conditionering terug te vind<strong>en</strong>: wie naar e<strong>en</strong> war<strong>en</strong>huis gaat wordtaanvankelijk beloond met warmte <strong>en</strong> muzak, wie er vervolg<strong>en</strong>s iets koopt kan rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> ballonof e<strong>en</strong> balp<strong>en</strong>, de vaste klant t<strong>en</strong> slotte kan op e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeglijke voorkeursbehandeling rek<strong>en</strong><strong>en</strong>(zegeltjes!). Ook in andere maatschappelijke sector<strong>en</strong> komt naar vor<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vaak uit zijn opsnelle beloning<strong>en</strong> conform de operante conditionering. Als gevolg daarvan legt het lange termijnd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> het vaak af teg<strong>en</strong> het korte termijn handel<strong>en</strong>. Zo zal het niet lukk<strong>en</strong> om automobilist<strong>en</strong> in<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


grot<strong>en</strong> getale de trein in te krijg<strong>en</strong>, zolang het reiz<strong>en</strong> per trein wordt bestraft met lange wachttijd<strong>en</strong> optochtige perrons, terwijl het gebruik van de auto e<strong>en</strong> snelle <strong>en</strong> comfortabele tocht van A naar B garandeert(Vroon*). Wij zijn niet in staat de bestraffing op lange termijn (e<strong>en</strong> slecht milieu) in verband tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met ons huidige gedrag.Probleemgestuurd ler<strong>en</strong>Probleemgestuurd ler<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> methode waarbij het ler<strong>en</strong> wordt b<strong>en</strong>aderd vanuit probleemstelling<strong>en</strong>(Barrows <strong>en</strong> Tamblyn*). Vanuit e<strong>en</strong> pedagogisch standpunt kan het word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> zeernatuurlijke manier van ler<strong>en</strong>, omdat het hele lev<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> opgevat als het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>.Het stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> probleem vraagt om e<strong>en</strong> oplossing <strong>en</strong> is om die red<strong>en</strong> intrinsiek motiver<strong>en</strong>d.Het probleem zelf <strong>en</strong> de ev<strong>en</strong>tuele oplossing vorm<strong>en</strong> in de probleemgestuurde b<strong>en</strong>adering vooral e<strong>en</strong>aanleiding of e<strong>en</strong> didactisch middel om domeinspecifieke k<strong>en</strong>nis te verwerv<strong>en</strong>.Probleemoplossingsvaardighed<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> veel minder op de voorgrond. Probleemgestuurd onderwijsis in dat opzicht te vergelijk<strong>en</strong> met het oploss<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> kruiswoordpuzzel. De oplossing van depuzzel zelf is nauwelijks relevant. Het gaat vooral om het puzzel<strong>en</strong> zelf, het lekker bezig zijn metletters <strong>en</strong> woord<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> andere veronderstelling van het probleemgestuurd ler<strong>en</strong> is dat de stud<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> beter inzicht in deleerstof krijgt wanneer <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong> word<strong>en</strong> gecombineerd in e<strong>en</strong> complexe probleemcontext.De probleemstelling<strong>en</strong> zijn veelal geënt op reële kwesties zoals de stud<strong>en</strong>t die later in de (beroeps)-<strong>praktijk</strong> zal teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.In de <strong>praktijk</strong> wordt deze methode vaak toegepast in de vorm van studiegroep<strong>en</strong>. Hierdoor word<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de 'social-learning theory' (Festinger*, Rogers*) toegevoegd, zoals het ler<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>,sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, onderhandel<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. De stud<strong>en</strong>t wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote mate van zelfstandigheid<strong>en</strong> verantwoordelijkheidsgevoel toegedicht <strong>en</strong> krijgt veel vrijheid om het onderwijsproces zelfin te richt<strong>en</strong> <strong>en</strong> te stur<strong>en</strong>.In zeer veel films wordt naar analogie van het probleemgestuurd onderwijs de 'vertelling' opgehang<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> probleemstelling. In de speelfilm bijvoorbeeld wordt in de eerste paar minut<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong>probleem geschetst dat vervolg<strong>en</strong>s door de 'held' moet word<strong>en</strong> opgelost. Niet de oplossing zelf is hetdoel (die kunn<strong>en</strong> we meestal wel rad<strong>en</strong>: James Bond verliest immers nooit), maar het gaat vooral omde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zelf die bij het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> oplossing e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong>expon<strong>en</strong>t van de probleemgestuurde b<strong>en</strong>adering is de detective, in de literatuur aangeduid met d<strong>en</strong>aam 'Whodunnit'. Ook bij quiz-programma's op televisie zijn soms elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van deprobleemgestuurde b<strong>en</strong>adering terug te vind<strong>en</strong>. In al deze toepassing<strong>en</strong> staat het motiver<strong>en</strong>de aspectc<strong>en</strong>traal.Probleemgericht ler<strong>en</strong>Bij het probleemgericht ler<strong>en</strong> gaat het om het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>. Het doel is het aanler<strong>en</strong>van vaardighed<strong>en</strong> die deels uitstijg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het specifieke k<strong>en</strong>nisdomein (metacognitieve vaardighed<strong>en</strong>).Het gaat bijvoorbeeld om het ler<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oplossingsstrategie, het kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>van hoofdzak<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijzak<strong>en</strong>, het kunn<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong> van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. De m<strong>en</strong>swordt in deze visie primair opgevat als probleemoplosser. De veronderstelling is dat de intellectuelevorming van de m<strong>en</strong>s niet gericht moet zijn op het verzamel<strong>en</strong> van zo veel mogelijk k<strong>en</strong>nis, maar ophet flexibel kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis bij het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal staan deprobleemoplossingsvaardighed<strong>en</strong>, de b<strong>en</strong>odigde k<strong>en</strong>nisinhoud<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong>defunctie. E<strong>en</strong> tweede veronderstelling die hieraan t<strong>en</strong> grondslag ligt, is dat k<strong>en</strong>nis pas betek<strong>en</strong>isvolwordt wanneer die binn<strong>en</strong> de context van e<strong>en</strong> probleem kan word<strong>en</strong> toegepast. Net als bij het probleemgestuurdler<strong>en</strong> <strong>en</strong> de casusmethode zull<strong>en</strong> de probleemstelling<strong>en</strong> die de stud<strong>en</strong>t krijgtvoorgelegd veelal zijn gebaseerd op reële problem<strong>en</strong> (casuss<strong>en</strong>) uit de beroeps<strong>praktijk</strong>.Film kan hier e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het schets<strong>en</strong> van moeilijk te verwoord<strong>en</strong>, ingeklede problematiek<strong>en</strong> uitde <strong>praktijk</strong>. Verder kunn<strong>en</strong> reconstructies van het probleemoplossingsproces word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> of kangetoond word<strong>en</strong> hoe experts e<strong>en</strong> probleem aanpakk<strong>en</strong>. Dit laatste wordt paradigmatisch ler<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd (het woord 'paradigma' staat voor 'model').Overige didactische modell<strong>en</strong>Tot slot noem<strong>en</strong> we nog kort de socratische dialoog, de casusmethode, imitatieler<strong>en</strong> <strong>en</strong> situated<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


cognition.In de socratische dialoog (Kohlberg*) wordt de leerstof in de vorm van e<strong>en</strong> dialektisch tweegesprekvoor het voetlicht gebracht. Dit dialektische karakter maakt e<strong>en</strong> koppeling naar audiovisuele mediainteressant (zie hoofdstuk twee).De casusmethode veronderstelt dat ler<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>georiënteerde context di<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong>(Lkoundi*). Meestal gebeurt dat aan de hand van e<strong>en</strong> fictieve of realistische (probleem-)situatie.Casusopdracht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gericht zijn op het vind<strong>en</strong> van oplossing<strong>en</strong>, maar ook op het mak<strong>en</strong> vananalyses, inv<strong>en</strong>tarisaties of e<strong>en</strong> plan van aanpak.Imitatieler<strong>en</strong> (paradigmatisch ler<strong>en</strong>) betreft het aanler<strong>en</strong> van modelgedrag van experts. Uitgangspuntis dat de m<strong>en</strong>s van nature tot gedragsimitatie g<strong>en</strong>eigd is. Omdat experts niet altijd beschikbaar zijn,kan het zinvol zijn om expertgedrag vast te legg<strong>en</strong> op film of video.Situated cognition (Resnick*) veronderstelt dat ler<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong> in auth<strong>en</strong>tieke situatieswaarin ook sociale interacties e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Belangrijk daarbij is de interactie met e<strong>en</strong> expert die alsleermeester optreedt. Situated cognition draagt daarom k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van imitatieler<strong>en</strong> <strong>en</strong>ervaringsler<strong>en</strong>. Het audiovisuele medium kan e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> in het docum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van de auth<strong>en</strong>tiekesituaties.Ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> versus ontdekk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>Tot besluit van dit hoofdstuk br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de twee extreme karakteristiek<strong>en</strong> van audiovisuele media uithet vorige hoofdstuk in herinnering: 'uite<strong>en</strong>zetting' <strong>en</strong> 'blootstelling' (exposition and exposure). In het<strong>en</strong>e geval krijgt de toeschouwer informatie duidelijk <strong>en</strong> gestructureerd aangebod<strong>en</strong>, in het anderegeval wordt de toeschouwer op indring<strong>en</strong>de wijze blootgesteld aan realistische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong>situaties <strong>en</strong> moet hij daarin zelf structuur aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies trekk<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> het onderwijs isdeze indeling terug te vind<strong>en</strong> in de begripp<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>, diesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de wijze waarop de stud<strong>en</strong>t de leerstof krijgt aangebod<strong>en</strong>.Er is sprake van ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> als de stud<strong>en</strong>t alle leerinhoud<strong>en</strong> kant <strong>en</strong> klaar in hun uiteindelijkevorm krijgt gepres<strong>en</strong>teerd (Ausubel*). Voor ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> wordt ook wel de term 'expositorischler<strong>en</strong>' gebruikt. Overal waar uitleg of toelichting wordt gegev<strong>en</strong> is sprake van expositie. Bij hetontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> wordt het onderwijsproces grot<strong>en</strong>deels gestuurd door de onderwijsgever. Als destud<strong>en</strong>t al e<strong>en</strong> vraag wordt gesteld is het meestal e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> vraag die niet tot grote uitweiding<strong>en</strong>leidt.Voor het ler<strong>en</strong> plakk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lekke band zoud<strong>en</strong> we bijvoorbeeld e<strong>en</strong> expositorisch practicumkunn<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong> waarin we gebruik mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geprogrammeerde instructie. De stud<strong>en</strong>twordt dan stap voor stap door de plakprocedure geleid. Het moet daarbij niet alle<strong>en</strong> gaan om hetuitvoer<strong>en</strong> van de stapp<strong>en</strong> zelf, maar natuurlijk ook om het waarom van die stapp<strong>en</strong>.Voorstanders van ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> bewer<strong>en</strong> dat de leerinhoud<strong>en</strong> volstrekt duidelijk moet<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong>dat de stud<strong>en</strong>t recht heeft op e<strong>en</strong> effectieve pres<strong>en</strong>tatie van de leerstof. Uit onderzoek blijkt dat hetleerproces inderdaad zeer effectief verloopt <strong>en</strong> dat er weinig kans is op misconcepties (Rowell*).In to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate wordt de stud<strong>en</strong>t teg<strong>en</strong>woordig e<strong>en</strong> belangrijke <strong>en</strong> actieve rol toebedeeld in hetonderwijsproces. Het initiatief <strong>en</strong> de controle van de instructie wordt meer <strong>en</strong> meer in hand<strong>en</strong> van deindividuele stud<strong>en</strong>t gelegd. De traditionele doc<strong>en</strong>t krijgt veel meer de rol van begeleider op de achtergrond.In dat geval sprek<strong>en</strong> we van ontdekk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> (of exploratief ler<strong>en</strong>) (Bruner*): de stud<strong>en</strong>t moetzelf al do<strong>en</strong>de de relevante leerstofinhoud<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>.Voor het ler<strong>en</strong> plakk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lekke band zoud<strong>en</strong> we ook e<strong>en</strong> exploratorisch practicum kunn<strong>en</strong>organiser<strong>en</strong>. De stud<strong>en</strong>t moet dan aan de hand van plakmateriaal, gereedschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele op<strong>en</strong>vrag<strong>en</strong> zelf uitzoek<strong>en</strong> wat de beste aanpak is.De aanhangers van exploratief ler<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat hun methode tot e<strong>en</strong> actievere opstelling <strong>en</strong> betereverwerking leidt bij de stud<strong>en</strong>t. De stud<strong>en</strong>t wordt in hoge mate verantwoordelijk gesteld voor zijneig<strong>en</strong> leerresultat<strong>en</strong>. Deze factor<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> zeer motiver<strong>en</strong>d studieaspect. Hoewelexploratorisch onderwijs vaak tijdrov<strong>en</strong>der is <strong>en</strong> in zekere zin slechts met vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> opstaan totresultat<strong>en</strong> leidt, kunn<strong>en</strong> de leerervaring<strong>en</strong> zelf veel sterker zijn, waardoor er gemakkelijker overdrachtvan het geleerde naar andere situaties plaatsvindt (transfer). E<strong>en</strong> groot nadeel van exploratief ler<strong>en</strong> isvolg<strong>en</strong>s Ausubel (Ausubel*) dat nieuwe k<strong>en</strong>nis die ontdekt moet word<strong>en</strong> niet altijd goed door de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


stud<strong>en</strong>t wordt ingepast in de bestaande k<strong>en</strong>nisstructuur. Daardoor kunn<strong>en</strong> hardnekkige <strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>demisconcepties optred<strong>en</strong>.De dim<strong>en</strong>sie 'ontvang<strong>en</strong>d-ontdekk<strong>en</strong>d' ler<strong>en</strong> loopt dwars door de g<strong>en</strong>oemde didactische modell<strong>en</strong>he<strong>en</strong>. Sommige modell<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> expositorische aanpak (klassieke <strong>en</strong> operante conditionering,imitatieler<strong>en</strong> <strong>en</strong> in iets minder mate situated cognition), andere modell<strong>en</strong> gaan juist uit vane<strong>en</strong> exploratieve b<strong>en</strong>adering (probleemgestuurd ler<strong>en</strong>, ervaringsler<strong>en</strong>). Veel didactische modell<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> zowel expositorisch als exploratief word<strong>en</strong> ingevuld (probleemgericht ler<strong>en</strong>, de socratischedialoog, de casusmethode). De keuze is van vele factor<strong>en</strong> afhankelijk. E<strong>en</strong> daarvan is de aard van deleerinhoud<strong>en</strong>: feit<strong>en</strong> of stelling<strong>en</strong> bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meegedeeld, maar kunn<strong>en</strong> ook word<strong>en</strong>bewez<strong>en</strong> of ontdekt; e<strong>en</strong> vaardigheid als zwemm<strong>en</strong> is echter maar beperkt uite<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> moetgrot<strong>en</strong>deels exploratief word<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong>.In de <strong>praktijk</strong> is het vaak niet mogelijk <strong>en</strong> ook niet zinvol om de stud<strong>en</strong>t alles zelf te lat<strong>en</strong> (her-)ontdekk<strong>en</strong>. Hoe lang kan het niet dur<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t er achter komt dat de binn<strong>en</strong>band rond hetlek e<strong>en</strong> beetje moet word<strong>en</strong> opgeruwd? Vooral in het hoger onderwijs kiest m<strong>en</strong> om pragmatischered<strong>en</strong><strong>en</strong> vooral voor expositorisch b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> (colleges, tekstboek<strong>en</strong>). Als tuss<strong>en</strong>vorm wordt somsuitgewek<strong>en</strong> naar de licht paradoxale 'geleide ontdekking': de stud<strong>en</strong>t moet zo veel mogelijk zak<strong>en</strong>zelfstandig uitzoek<strong>en</strong>, maar wordt daarbij voortdur<strong>en</strong>d begeleid <strong>en</strong> op het juiste spoor gehoud<strong>en</strong>(scripties, stages).Bij film <strong>en</strong> televisie vind<strong>en</strong> we expositie <strong>en</strong> exploratie beide terug. De 'reportage' is meestal in hogemate expositorisch: e<strong>en</strong> kort <strong>en</strong> helder verslag met duidelijke uitsprak<strong>en</strong>, toelichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies.De docum<strong>en</strong>taire is meestal exploratorisch van aard, gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> voltrekk<strong>en</strong> zich meer autonoom<strong>en</strong> de toeschouwer krijgt veel meer ruimte om zijn eig<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies tetrekk<strong>en</strong>.In veel films zijn beide b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> terug te vind<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> afwisseling tuss<strong>en</strong> expositie <strong>en</strong> exploratie iszeker op zijn plaats. Maar vermoedelijk wordt hier door de makers in de meeste gevall<strong>en</strong> niet interm<strong>en</strong> van didactiek over nagedacht. Vanuit de ontwerpgedachte is het echter noodzakelijk de keuzetuss<strong>en</strong> expositie <strong>en</strong> exploratie zo min mogelijk aan het toeval over te lat<strong>en</strong>. De grote 'kunst' van hetfilmmak<strong>en</strong> is te wet<strong>en</strong> wanneer expliciete uitleg nodig is om de draad van het verhaal vast te kunn<strong>en</strong>houd<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer de toeschouwer zelf actief moet zoek<strong>en</strong>, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>.Bij programma's voor e<strong>en</strong> breed publiek kiez<strong>en</strong> de makers meestal het zekere voor het onzekere <strong>en</strong>hanter<strong>en</strong> e<strong>en</strong> strikt expositorische didactiek: e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarstem, e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator of e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t inbeeld legt uit wat er aan de hand is, geeft toelichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> trekt conclusies. Ook beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>uitgesprok<strong>en</strong> expositorisch zijn. Neem bijvoorbeeld de net iets te nadrukkelijke close-up van de butlerdie het moordwap<strong>en</strong> probeert weg te stopp<strong>en</strong>. Als daaraan voor de zekerheid nog e<strong>en</strong> verbaleexpositie wordt toegevoegd kunn<strong>en</strong> er grote problem<strong>en</strong> ontstaan ('laat ik dit moordwap<strong>en</strong> maar snelverstopp<strong>en</strong>'). De dubbele expositie kan <strong>en</strong>orme irritatie oproep<strong>en</strong> ('ja, hè hè, nou weet ik het wel!').Het is wat in de wereld van de film- <strong>en</strong> televisiekritiek wordt aangeduid als de 'infantilisering' of'debilisering' van de kijker. De toeschouwer voelt zich bijgevolg niet voor vol aangezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijgt e<strong>en</strong>acceptatieprobleem t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de film. Hij vervalt in e<strong>en</strong> apathische houding (televisie) of keertzich geërgerd af van de film. Vruchtbare communicatie kan alle<strong>en</strong> maar tot stand kom<strong>en</strong> op basis vanwederzijds respect.Het gesprok<strong>en</strong> woord kan wel degelijk ook word<strong>en</strong> gebruikt voor exploratieve doeleind<strong>en</strong> bijvoorbeelddoor het stell<strong>en</strong> van op<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> of door op andere wijze motivatie <strong>en</strong> actieve betrokk<strong>en</strong>heid testimuler<strong>en</strong>. Exploratie kan ook tot uiting kom<strong>en</strong> wanneer ess<strong>en</strong>tile informatie niet of slechtsgedeeltelijk wordt aangereikt. In de detectivefilm ontbrek<strong>en</strong> in eerste instantie voldo<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>som verder te kom<strong>en</strong>. Toeschouwers <strong>en</strong> hoofdpersoon word<strong>en</strong> hierdoor aangezet tot het formuler<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> aantal hypothes<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de toedracht van het gebeurde. Het is e<strong>en</strong> paradoxale, maarbelangrijke constatering: onvolledige informatie activeert de toeschouwer. Hetzelfde effect doet zichvoor bij de scène waarin de onhandige keuk<strong>en</strong>hulp met e<strong>en</strong> dure glaz<strong>en</strong> schaal het beeld uit loopt,waarna luidt glasgerinkel weerklinkt: de toeschouwer wordt geactiveerd zelf conclusies over hetgebeurde te trekk<strong>en</strong>. Tot slot noem<strong>en</strong> we het interview. Wie veronderstelt dat het bij e<strong>en</strong> interviewgaat om de ding<strong>en</strong> die gezegd word<strong>en</strong>, begrijpt niet veel van de m<strong>en</strong>selijke communicatie. De ultieme<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


informatie is wellicht te vind<strong>en</strong> in datg<strong>en</strong>e wat juist niet gezegd wordt. Subtiele signal<strong>en</strong> in de houding,mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van aarzeling, onverhoedse oogbeweging<strong>en</strong>: de toeschouwer moet zelf op ontdekkinggaan om het pokerspel te doorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ware aard van de boodschap te achterhal<strong>en</strong>. Het is nietalle<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>d, het is de ess<strong>en</strong>tie van de m<strong>en</strong>selijke communicatie.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 4Het mediumkeuzeprobleemInleidingHij komt het toneel op met e<strong>en</strong> doek onder zijn arm. Met e<strong>en</strong> breed gebaar slaat hijde doek uit <strong>en</strong> spreidt hem zorgvuldig op de grond. Er staan ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> voetstapp<strong>en</strong>,pijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> lijn<strong>en</strong> op geschilderd. Hij pakt e<strong>en</strong> boekje uit zijn zak <strong>en</strong> kijkt beurtelings inhet boekje <strong>en</strong> naar het doek. Voorzichtig zet hij één voet op de doek. Dan maakt hije<strong>en</strong> snelle sprong <strong>en</strong> landt op de andere voet. Moeizaam balancer<strong>en</strong>d raadpleegt hijhet boekje <strong>en</strong> maakt vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> korte verstr<strong>en</strong>gel<strong>en</strong>de draai gevolgd door e<strong>en</strong>mal sprongetje. Hij kijkt weer in het boekje, mompelt iets onverstaanbaars <strong>en</strong> beginthoofdschudd<strong>en</strong>d weer opnieuw.Er zull<strong>en</strong> weinig dansschol<strong>en</strong> zijn die hun dansless<strong>en</strong> zo aanbied<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> plattegrondmet voetstapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schriftelijke handleiding. De scène is afkomstig uit het theaterstuk 'Broers'van de groep 'de Mexicaanse Hond'. De mediumkeuze voor de dansles is hier zo evid<strong>en</strong>t slecht <strong>en</strong>absurd dat het e<strong>en</strong> lachwekk<strong>en</strong>de vertoning wordt. Het voorbeeld illustreert dat de mediumkeuze vandoorslaggev<strong>en</strong>d belang kan zijn voor de kwaliteit van het onderwijs.Iemand die e<strong>en</strong> audiovisueel programma ontwikkelt of gaat ontwikkel<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t zich vooraf de vraag testell<strong>en</strong> of het audiovisuele medium hier wel het meest voor de hand ligg<strong>en</strong>d is. Het heeft ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kelezin om met veel geld, moeite <strong>en</strong> zweetdruppels e<strong>en</strong> programma te mak<strong>en</strong>, als er niet van te vor<strong>en</strong>goed is nagedacht over de noodzaak, het nut <strong>en</strong> de toepassingswijze van het programma. E<strong>en</strong> slechtgefundeerde keuze voor het medium is vernietig<strong>en</strong>d voor het effect van het programma, hoe goed datook is gemaakt. Om bij het danslesvoorbeeld te blijv<strong>en</strong>: de mediumkeuze 'kleed plus boekje' is uiterstongelukkig. Hoe goed we het kleed <strong>en</strong> het boekje verder ook mak<strong>en</strong>, met ge<strong>en</strong> mogelijkheid kan deze'misstap' ongedaan word<strong>en</strong> gemaakt.In dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> we ingaan op de vraag hoe we tot e<strong>en</strong> optimale inzet van media kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de mediumkeuze kom<strong>en</strong> aan de orde. Weconc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons daarbij vooral op het gebruik van audiovisuele programma's.Dit hoofdstuk is vooral van belang voor de lezer die veelvuldig te mak<strong>en</strong> heeft met het probleem vande mediumkeuze, of voor de lezer die zich wil verdiep<strong>en</strong> in de vraag waarom <strong>en</strong> wanneer hij hetfilmmedium zou moet<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. Wie hoe dan ook voor film wil kiez<strong>en</strong>, kan beter direct doorgaanmet hoofdstuk vijf.Didactiek <strong>en</strong> mediumkeuzeHet vraagstuk van de mediumkeuze hangt nauw sam<strong>en</strong> met de beoogde didactische ofcommunicatieve aanpak. We illustrer<strong>en</strong> deze problematiek aan de hand van e<strong>en</strong> voorbeeld uit dereclamewereld.Om e<strong>en</strong> reclameboodschap succesvol over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wordt er in eerste instantie e<strong>en</strong>communicatiestrategie ontwikkeld in de vorm van e<strong>en</strong> campagne. Daarin wordt bepaald welkefuncties gerealiseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, wat de aard van de boodschapp<strong>en</strong> moet zijn <strong>en</strong> welke roldaarin voor de consum<strong>en</strong>t is weggelegd. Veronderstel bijvoorbeeld dat m<strong>en</strong> tot de conclusie isgekom<strong>en</strong> dat de campagne uit drie stapp<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te bestaan: eerst moet de consum<strong>en</strong>t ler<strong>en</strong> inzi<strong>en</strong>hoe noodzakelijk het produkt is, vervolg<strong>en</strong>s moet hij overtuigd rak<strong>en</strong> van de produktkwaliteit <strong>en</strong> totslot moet hij wet<strong>en</strong> dat het produkt niet duur is. De 'didactiek' kan voor deze drie stapp<strong>en</strong> geheelverschill<strong>en</strong>d zijn, bijvoorbeeld: de noodzakelijkheid van het produkt moet keihard word<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong>(de rationele methode, overig<strong>en</strong>s weinig gebruikelijk in de reclame), de produktkwaliteit moet deconsum<strong>en</strong>t ervar<strong>en</strong>, de prijsstelling moet er word<strong>en</strong> ingehamerd. E<strong>en</strong> mediumkeuze is daarmee nogniet gemaakt. Er moet e<strong>en</strong> keuze word<strong>en</strong> gemaakt uit bijvoorbeeld direct mail, manifestaties,dagbladadvert<strong>en</strong>ties, sterspots, prijsvrag<strong>en</strong>, promotietours, premiums, kortingacties, zegelacties,sponsoring, <strong>en</strong>zovoorts. Net als in de onderwijssituatie zijn hier allerlei functionele overweging<strong>en</strong> vanbelang, die onder andere sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de beoogde functies <strong>en</strong> doel<strong>en</strong>, de aard van de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


oodschapp<strong>en</strong> of communicatieinhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de doelgroep. Daarnaast wordt demediumkeuze in de reclame vooral beïnvloed door de mate van uitstraling, zeggingskracht,bereikbaarheid <strong>en</strong> exposure (contact-ur<strong>en</strong>) die aan de media kan word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> mogelijke mediamix voor deze campagne is de volg<strong>en</strong>de: de produktnoodzaak wordtaangetoond door middel van e<strong>en</strong> demonstratieproef in televisiespots, de produktkwaliteit wordtaangepakt door grootschalige <strong>en</strong> gratis verspreiding van produktmonsters <strong>en</strong> de prijsstelling via e<strong>en</strong>semiperman<strong>en</strong>te kortingsactie. Dit soort campagnes strekt zich doorgaans uit over e<strong>en</strong> periode van<strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevat vele herhaling<strong>en</strong>. Dit gebeurt <strong>en</strong>erzijds om het bereik te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong>anderzijds om conditioneringseffect<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>.Het ontwikkel<strong>en</strong> van onderwijs vertoont hiermee sterke overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> didactische analyseword<strong>en</strong> leerdoel<strong>en</strong>, leerinhoud<strong>en</strong>, doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, leeromstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijsfunctiesmet elkaar in verband gebracht. Het resultaat is e<strong>en</strong> didactisch sc<strong>en</strong>ario (in feite e<strong>en</strong> 'plan decampagne') waarin wordt gespecificeerd wat de sam<strong>en</strong>hang is tuss<strong>en</strong> al deze instructievariabel<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> mediumkeuze is hiermee nog niet noodzakelijkerwijs gemaakt. Deze eerste stap is te vergelijk<strong>en</strong>met het formuler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mediumneutraal didactisch sc<strong>en</strong>ario (zie o.a. Gagné <strong>en</strong> Briggs*, Koper*).Vervolg<strong>en</strong>s wordt bepaald welke media voor welke functies het best kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezet. Aldusbeschouwd is de mediumkeuze slechts e<strong>en</strong> beperkt onderdeel van het totale onderwijsplan. Hoewelhet ontwerpproces in de <strong>praktijk</strong> e<strong>en</strong> zeker cyclisch of iteratief karakter kan hebb<strong>en</strong>, betek<strong>en</strong>t het ookdat er in eerste instantie vooral in term<strong>en</strong> van onderwijs <strong>en</strong> didactiek gedacht moet word<strong>en</strong>, voordatde mediumkeuze aan de orde is. Het is niet w<strong>en</strong>selijk eerst te bepal<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> film nodig is <strong>en</strong>vervolg<strong>en</strong>s pas te gaan bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat de functie van die film moet zijn. Wij staan daarmee op hetstandpunt dat de mediumkeuze e<strong>en</strong> functionele afweging moet zijn, die niet 'technology-driv<strong>en</strong>' is. Hetbegrip functionaliteit zelf di<strong>en</strong>t echter niet te <strong>en</strong>g vakinhoudelijk of zuiver cognitief te word<strong>en</strong>geïnterpreteerd. Ook leerinhoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> 'verkocht' word<strong>en</strong>. Ook in die zin kan het onderwijs zichaan de reclame spiegel<strong>en</strong>. Aan het begrip 'functionaliteit' bested<strong>en</strong> we in hoofdstuk acht uitgebreideraandacht.Randvoorwaardelijke beperking<strong>en</strong>Filmproduktiemaatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> televisieomroep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> doorgaans weinig boodschap aan e<strong>en</strong>'op<strong>en</strong>' mediumkeuze: het produkt moet immers film of televisie zijn. De randvoorwaardelijke context ishier dus e<strong>en</strong> dominante factor.Ook in het onderwijs wordt de mediumkeuze in veel gevall<strong>en</strong> bepaald door de bestaanderandvoorwaard<strong>en</strong>. Meestal wordt uitgegaan van e<strong>en</strong> situatie waarin e<strong>en</strong> groep leerling<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>klaslokaal les krijgt van het medium 'doc<strong>en</strong>t', die ev<strong>en</strong>tueel nog gebruik maakt van aanvull<strong>en</strong>de mediaof leermaterial<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> bord, krijtjes, boek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> landkaart). Hoewel dit onderwijs in vele opzicht<strong>en</strong>goed functioneert, moet het als e<strong>en</strong> gemis word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> dat er weinig ruimte is voor e<strong>en</strong> explicietemediumafweging. In andere vorm<strong>en</strong> van onderwijs, zoals bijvoorbeeld het afstandsonderwijs, heers<strong>en</strong>andere randvoorwaard<strong>en</strong>. Zo is in het afstandsonderwijs de traditionele doc<strong>en</strong>t juist afwezig (destud<strong>en</strong>t krijgt alle leermaterial<strong>en</strong> thuis) <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> alle betreff<strong>en</strong>de onderwijsfuncties in andere mediaword<strong>en</strong> gerealiseerd. Op basis van onder meer functionele overweging<strong>en</strong> kan dan e<strong>en</strong> optimale'mediamix' word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. Behalve geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gedacht aankaartmaterial<strong>en</strong>, foto's, modell<strong>en</strong>, audiotoepassing<strong>en</strong>, videoprogramma's, computertoepassing<strong>en</strong>,computernetwerkapplicaties, interactieve videoprogramma's, home-experim<strong>en</strong>t kits, telefonischevergadering<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoorts.Natuurlijk heeft m<strong>en</strong> ook hier met randvoorwaardelijke beperking<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> (o.a. kost<strong>en</strong>). Toch kanhet verfriss<strong>en</strong>d zijn om met e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> blik op basis van e<strong>en</strong> functionele argum<strong>en</strong>tatie tot e<strong>en</strong> meergefundeerde mediumkeuze te kom<strong>en</strong>. In het uiterste geval kan blijk<strong>en</strong> dat randvoorwaard<strong>en</strong> die dekwaliteit van het onderwijs beog<strong>en</strong> te waarborg<strong>en</strong>, juist belemmer<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> dansles bijvoorbeeld vindt volg<strong>en</strong>s traditie groepsgewijs plaats op e<strong>en</strong> dansvloer onder leidingvan e<strong>en</strong> expertpaar. Maar er is ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele red<strong>en</strong> waarom deze zelfde leerinhoud<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>sdezelfde didactiek niet zoud<strong>en</strong> zijn te realiser<strong>en</strong> in andere media. Het vloerkleed met de voetstapp<strong>en</strong>is wellicht e<strong>en</strong> wat ongelukkige keuze. Maar teg<strong>en</strong>woordig zijn er bijvoorbeeld ook dansless<strong>en</strong> opCD-I verkrijgbaar. Zonder hier nu e<strong>en</strong> oordeel over de kwaliteit van zo'n toepassing te will<strong>en</strong> vell<strong>en</strong>,<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat daarin alle onderwijsfuncties in e<strong>en</strong> interactief systeem zijn gerealiseerddoor middel van grafische voorstelling<strong>en</strong>, foto's, gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, animaties, stukjeslop<strong>en</strong>d video <strong>en</strong> muziek. De gezelligheid ontbreekt weliswaar, maar daar staat teg<strong>en</strong>over dat destud<strong>en</strong>t niet meer in het op<strong>en</strong>baar hoeft staan te schutter<strong>en</strong>: dat kan voor sommige doelgroep<strong>en</strong> e<strong>en</strong>doorslaggev<strong>en</strong>d argum<strong>en</strong>t zijn.Communicatie als vertaalprobleemBij het lez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> roman zal de lezer zich onteg<strong>en</strong>zeglijk allerlei (m<strong>en</strong>tale) voorstelling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>; geschrev<strong>en</strong> dialog<strong>en</strong> 'klink<strong>en</strong>' alsof ze word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs debeschrev<strong>en</strong> muziek is min of meer 'hoorbaar'. De lezer zorgt als het ware zelf voor de transformatievan het <strong>en</strong>e medium naar het andere. Dit mechanisme veronderstelt bij de lezer e<strong>en</strong> bepaalde k<strong>en</strong>nisvan de wereld. E<strong>en</strong> probleem daarbij kan zijn dat die k<strong>en</strong>nis op bepaalde punt<strong>en</strong> tekort schietwaardoor er vertaalfout<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> krijgt de lezer e<strong>en</strong> wel zeer grote vrijheid om e<strong>en</strong>eig<strong>en</strong> invulling aan de informatie te gev<strong>en</strong>, met als gevolg dat de beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de muziek die debetrokk<strong>en</strong>e zich voorstelt sterk kunn<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong> van de oorspronkelijk bedoelde informatieinhoud<strong>en</strong>.Bij e<strong>en</strong> roman is dat niet zo erg -e<strong>en</strong> ruime interpretatievrijheid kan daar zelfs gew<strong>en</strong>st zijn-, maar bijonderwijstekst<strong>en</strong> wel. Het probleem wordt groter naarmate de informatieinhoud voor de stud<strong>en</strong>tonbek<strong>en</strong>der is. Hoe moet<strong>en</strong> we bijvoorbeeld e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>t via geschrev<strong>en</strong> tekst k<strong>en</strong>nis lat<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> nieuw onbek<strong>en</strong>d muziekstuk? In het gunstigste geval k<strong>en</strong>t de stud<strong>en</strong>t andere werk<strong>en</strong> van debetreff<strong>en</strong>de componist <strong>en</strong> zal hij op basis daarvan <strong>en</strong> van de beschrijving van het nieuwe stuk e<strong>en</strong>vage notie van het nieuwe werk kunn<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>. Maar het is niet reëel te veronderstell<strong>en</strong> dat decompositie die de stud<strong>en</strong>t aldus in zijn hoofd tot stand br<strong>en</strong>gt, overe<strong>en</strong> zal kom<strong>en</strong> met het nieuwewerk.Romizovski* (1988) geeft in dit verband het voorbeeld van e<strong>en</strong> schriftelijke cursus 'vogelgeluid<strong>en</strong>'. Deonvertaalbaarheid naar schriftelijke vorm is ook hier evid<strong>en</strong>t. Hoewel: onder vogelaars schijn<strong>en</strong> ookboekjes met fonetische klankbeeld<strong>en</strong> te circuler<strong>en</strong>; vogelaars k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> deze code <strong>en</strong> zijn daardoor instaat de geschrev<strong>en</strong> symbol<strong>en</strong> correct te vertal<strong>en</strong>. Salomon* illustreert de eig<strong>en</strong>heid van media mete<strong>en</strong> anekdote over de onmogelijkheid om e<strong>en</strong> blinde uit te legg<strong>en</strong> wat hij onder het begrip 'rood' moetverstaan.E<strong>en</strong> belangrijk elem<strong>en</strong>t in deze red<strong>en</strong>ering is dat verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> informatie('informatiemodaliteit<strong>en</strong>'), bijvoorbeeld e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering, e<strong>en</strong> vraag, e<strong>en</strong> beweging, e<strong>en</strong> kleur, e<strong>en</strong>interactie, bewegingsvoorstelling<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> muziekakkoord, wiskundige formules, <strong>en</strong>zovoorts gebruikmak<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de communicatiekanal<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor van heel verschill<strong>en</strong>desymboolsystem<strong>en</strong>. Het probleem is dat het <strong>en</strong>e symboolsysteem niet één op één is af te beeld<strong>en</strong> ophet andere symboolsysteem. De kleur rood laat zich niet verbaliser<strong>en</strong>. Hetzelfde geldt voor de klankvan e<strong>en</strong> saxofoon. Ook wanneer we e<strong>en</strong> gefilmd vraaggesprek uitschrijv<strong>en</strong> op papier, gaat er zeerveel informatie verlor<strong>en</strong>, waardoor de informatieinhoud anders wordt. De lezer zal nu zelf auditievek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals toonhoogte, timbre, intonatie <strong>en</strong> tempo moet<strong>en</strong> invull<strong>en</strong> waardoor de inhoud van deboodschap sterk kan word<strong>en</strong> vervormd. Cassirer* spreekt in dit verband over de principiële onvertaalbaarheidvan symboolsystem<strong>en</strong>: bij vertaling van het <strong>en</strong>e symboolsysteem naar het andere gaataltijd informatie verlor<strong>en</strong>. Om dezelfde red<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> filmsc<strong>en</strong>ario principieel nooit volledigbeschrijv<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> film eruit gaat zi<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> tweede elem<strong>en</strong>t dat van belang is <strong>en</strong> dat hiermee sam<strong>en</strong>hangt, is de vraag in hoeverre degebruikte codering<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> bij de interne codering<strong>en</strong> in ons hoofd. E<strong>en</strong> gangbare opvatting overhet m<strong>en</strong>selijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is dat bij d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal interne repres<strong>en</strong>tatiecodes e<strong>en</strong> rolspeelt (Salomon*). Uit diverse experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is geblek<strong>en</strong> dat verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong>aangrijp<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> van ons cognitieve systeem: geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> word<strong>en</strong>bijvoorbeeld heel anders verwerkt dan beeld<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die weer heel anders dan geluid<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts.Wanneer ons via e<strong>en</strong> of ander symboolsysteem e<strong>en</strong> boodschap bereikt, moet de externe code eerstword<strong>en</strong> vertaald naar e<strong>en</strong> interne code. Pas dan kan de betek<strong>en</strong>is van de boodschap word<strong>en</strong>achterhaald <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel word<strong>en</strong> toegevoegd aan onze m<strong>en</strong>tale structuur. Leerprocess<strong>en</strong> verlop<strong>en</strong>gemakkelijker naarmate de vertaling van externe code naar interne code minder problematisch is.Wanneer bijvoorbeeld e<strong>en</strong> dansvoorstelling in e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst wordt weergegev<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> er<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


vele problematische vertaalslag<strong>en</strong> op die tot e<strong>en</strong> moeizame m<strong>en</strong>tale verwerking leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> die dekwaliteit van de overgedrag<strong>en</strong> informatie ernstig kunn<strong>en</strong> aantast<strong>en</strong>. De dans zelf vormt e<strong>en</strong> complexgeheel van expressie, beweging <strong>en</strong> interactie waarin verschill<strong>en</strong>de communicatiecodes voorkom<strong>en</strong>,zoals codes voor muziek, gebaar, houding, mimiek, kleding, beweging <strong>en</strong> <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering. Behalve devertaalslag<strong>en</strong> die de auteur bij het schrijv<strong>en</strong> van de betreff<strong>en</strong>de tekst moet mak<strong>en</strong>, zal ook de lezerextra vertaalslag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> om de oorspronkelijke informatieinhoud<strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong>. Delezer moet de tekstuele codes eerst weer terugvertal<strong>en</strong> naar de bedoelde auditieve <strong>en</strong> visuele codesvoordat de informatie kan word<strong>en</strong> toegevoegd aan de m<strong>en</strong>tale k<strong>en</strong>nisstructuur. Het gebruik van filmligt in zo'n situatie gezi<strong>en</strong> de beschikbaarheid van e<strong>en</strong> auditief <strong>en</strong> visueel kanaal sterk voor de hand.Hoewel de beperkte beeld- <strong>en</strong> geluidweergave <strong>en</strong> de codes voor filmische registratie <strong>en</strong> montage<strong>en</strong>ige extra vertaalslag<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> biedt film e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatie van de dansvoorstelling die kanwedijver<strong>en</strong> met het in lev<strong>en</strong>d<strong>en</strong> lijve bijwon<strong>en</strong> van de voorstelling. Maar deze constatering is opzichzelf onvoldo<strong>en</strong>de om de mediumkeuze op te baser<strong>en</strong>. Niet de mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zelf bepal<strong>en</strong>wat de mediumkeuze moet zijn, maar veeleer de complexiteit van de vertaalslag<strong>en</strong> die deontvang<strong>en</strong>de partij moet uitvoer<strong>en</strong>.Vergelijk<strong>en</strong>d mediaonderzoekHet mediumkeuzeprobleem vindt zijn oorsprong in de hypothese dat elk medium zijn eig<strong>en</strong>k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> karakteristiek<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> daardoor slechts e<strong>en</strong> beperkt toepassingsbereik heeft. Zouelk medium voor elke toepassing ev<strong>en</strong> geschikt zijn, dan is er helemaal ge<strong>en</strong> keuzeprobleem <strong>en</strong> kanm<strong>en</strong> snel voor de goedkoopste oplossing kiez<strong>en</strong>. Er blijk<strong>en</strong> nogal wat studies te bestaan die uitwijz<strong>en</strong>dat het niet zo veel uitmaakt welk medium wordt gebruikt (zie o.a. Clarck*, De Corte*, Salomon*): deleerprestaties zoud<strong>en</strong> min of meer gelijk zijn bij gebruik van verschill<strong>en</strong>de media.Teg<strong>en</strong> de conclusies over de uitwisselbaarheid van verschill<strong>en</strong>de media zijn echter vele bezwar<strong>en</strong>aan te voer<strong>en</strong> <strong>en</strong> aangevoerd die veelal methodologisch van aard zijn.Juist bij leerinhoud<strong>en</strong> waar de informatiemodaliteit e<strong>en</strong> belangrijke rol speelt, bijvoorbeeld bijmuziekwerk<strong>en</strong>, is het vaak niet mogelijk om twee verschill<strong>en</strong>de media op e<strong>en</strong> redelijke manier metelkaar te vergelijk<strong>en</strong>. Het zal al niet meevall<strong>en</strong> om voor de muziekwerk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schriftelijke versie teontwikkel<strong>en</strong>, laat staan dat die schriftelijke versie kan word<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met de audiovisuele versie.Dit verwijst weer naar de principiële onvertaalbaarheid van symboolsystem<strong>en</strong> (Cassirer*). Salomonvoegt daar aan toe dat er inderdaad wel degelijk verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> media word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> wanneerer niet globaal wordt gekek<strong>en</strong> naar media, maar naar specifieke mediumattribut<strong>en</strong> ofmediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.Daarnaast speelt het probleem dat de effectiviteit van onderwijsmedia sterk afhankelijk is van degerealiseerde kwaliteit. Hoe moet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> slecht geschrev<strong>en</strong> hoofdstuk in e<strong>en</strong> leerboek vergelijk<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> goed gemaakte film over hetzelfde onderwerp? De uiteindelijke vormgeving, opzet <strong>en</strong>uitwerking van de onderwijsmaterial<strong>en</strong> is immers in sterke mate bepal<strong>en</strong>d voor de effectiviteit. In hetvergelijk<strong>en</strong>d mediaonderzoek wordt daarom vaak het onvergelijkbare vergelek<strong>en</strong>. De conclusieszegg<strong>en</strong> vaak meer over de kwaliteit van de ontwerpers <strong>en</strong> makers dan over de geschiktheid van demedia zelf.E<strong>en</strong> extra probleem is dat toetsing van leerresultat<strong>en</strong> meestal verbaal (schriftelijk of mondeling)plaatsvindt. Hoewel in het geval van audiovisuele media e<strong>en</strong> zekere verbalisering van het geleerdemogelijk <strong>en</strong> noodzakelijk is, betek<strong>en</strong>t dit niettemin dat e<strong>en</strong> belangrijk deel van de leerresultat<strong>en</strong> nietdirect getoetst kan word<strong>en</strong>. En dat zijn dan jammer g<strong>en</strong>oeg net die informatiemodaliteit<strong>en</strong> die zobelangrijk war<strong>en</strong> om voor e<strong>en</strong> audiovisueel medium te kiez<strong>en</strong>.Mediumkeuzemodell<strong>en</strong>Voor het bepal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mediumkeuze zijn diverse modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> method<strong>en</strong> ontwikkeld (o.a.Romiszowski*, Gagné <strong>en</strong> Briggs*, Reiser <strong>en</strong> Gagné*). Deze method<strong>en</strong> zijn deels gebaseerd opinstructiemodell<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van diverse media. Het is utopisch te veronderstell<strong>en</strong> dathet hele proces volledig <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidig kan word<strong>en</strong> gevat in regels die min of meer blindelings<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


toepasbaar zijn. Er is niet alle<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> groot aantal onderling sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>deonderwijskundige factor<strong>en</strong>, zoals de leerdoel<strong>en</strong>, de leerinhoud<strong>en</strong>, doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,onderwijsfuncties <strong>en</strong> leeromstandighed<strong>en</strong>. Maar ook pragmatische <strong>en</strong> randvoorwaardelijke overweging<strong>en</strong>zoals maakbaarheid, haalbaarheid, beschikbaarheid van know-how, kost<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts, zijnvan invloed. Toepassing van deze mediumkeuzemodell<strong>en</strong> verloopt in de <strong>praktijk</strong> dan ook niet zonderproblem<strong>en</strong>. Veelal wordt m<strong>en</strong> geacht e<strong>en</strong> uitgebreide checklist van beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> in tevull<strong>en</strong> om vervolg<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> aantal alternatiev<strong>en</strong> de beste kandidaat te kiez<strong>en</strong>. Duidelijke <strong>en</strong>objectieve criteria omtr<strong>en</strong>t het gewicht van de factor<strong>en</strong> zijn meestal niet te gev<strong>en</strong>, waardoor het heleproces uiteindelijk toch sterk afhangt van de persoonlijke inschatting <strong>en</strong> beoordeling. K<strong>en</strong>nis vanargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> bij de mediumkeuze is beslist noodzakelijk. De gangbaremediumkeuzemodell<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> daarvoor ge<strong>en</strong> echte oplossing<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> schijnoplossing vind<strong>en</strong> we bij de methode van Gagné <strong>en</strong> Briggs*. Zij legg<strong>en</strong>e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> de noodzakelijke onderwijsfuncties, de beoogde leerdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de typ<strong>en</strong> stimulidie daarvoor nodig zijn. De mediumkeuze wordt daarmee gereduceerd tot e<strong>en</strong> stimulikeuze. Het ise<strong>en</strong> verschuiving van het probleem: onduidelijk blijft wanneer welke stimuli nodig zijn.Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> succesvolle methode voor mediumkeuze betek<strong>en</strong>t niet dat er ge<strong>en</strong> zinnigeding<strong>en</strong> over te zegg<strong>en</strong> zijn. In het vervolg van dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> we daartoe e<strong>en</strong> aanzet gev<strong>en</strong>. Hetuiteindelijk doel daarvan is dat we in staat zijn bij ieder communicatieprobleem tot e<strong>en</strong> plausibele <strong>en</strong>aanvaardbare red<strong>en</strong>ering inzake de mediumkeuze te kom<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> strategie voor mediumkeuzeWie met mediumkeuze te mak<strong>en</strong> heeft, di<strong>en</strong>t te wet<strong>en</strong> waar hij over praat. K<strong>en</strong>nis van deeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> onmogelijkhed<strong>en</strong> van diverse media vormt dan ook e<strong>en</strong>voorwaarde om keuz<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Daarbij kunn<strong>en</strong> zich twee problem<strong>en</strong> voordo<strong>en</strong>.In de eerste plaats kan e<strong>en</strong> selectieve k<strong>en</strong>nis van media er toe leid<strong>en</strong> dat de afweging niet breedg<strong>en</strong>oeg is, waardoor aan e<strong>en</strong> bepaald medium waarmee m<strong>en</strong> vertrouwd is al snel de voorkeur wordtgegev<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> filmproduc<strong>en</strong>t ziet al snel in film de oplossing.T<strong>en</strong> tweede wordt vaak de fout gemaakt dat m<strong>en</strong> de mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als <strong>en</strong>ige relevante factorbeschouwt. M<strong>en</strong> stelt bijvoorbeeld dat e<strong>en</strong> film noodzakelijk is omdat daarmee e<strong>en</strong> indring<strong>en</strong>d <strong>en</strong>meeslep<strong>en</strong>d beeld van e<strong>en</strong> of andere gebeurt<strong>en</strong>is is te schets<strong>en</strong>. Indring<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>dheidzijn inderdaad k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die aan film kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>. Als argum<strong>en</strong>tatie voor e<strong>en</strong>mediumkeuze is zo'n red<strong>en</strong>ering echter niet valide. Er is sprake van e<strong>en</strong> cirkelred<strong>en</strong>ering: film isgeschikt omdat het indring<strong>en</strong>d kan zijn <strong>en</strong> het moet indring<strong>en</strong>d zijn dus gebruik<strong>en</strong> we film. We moet<strong>en</strong>goed beseff<strong>en</strong> dat mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> onveranderlijke attribut<strong>en</strong> zijn, met andere woord<strong>en</strong> altijd hungeldigheid behoud<strong>en</strong>. Dat film indring<strong>en</strong>d <strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>d kan zijn, is altijd waar. Maar er moet juistword<strong>en</strong> aangetoond dat die functies juist hier in de betreff<strong>en</strong>de (onderwijs)situatie noodzakelijk zijn <strong>en</strong>dat die functies niet beter op e<strong>en</strong> andere wijze gerealiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> in deargum<strong>en</strong>tatie blijft stek<strong>en</strong> op het niveau van de mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> krijgt m<strong>en</strong> bewering<strong>en</strong> die altijdwaar zijn <strong>en</strong> daarmee betek<strong>en</strong>isloos word<strong>en</strong>. Zou m<strong>en</strong> de bewering consequ<strong>en</strong>t doorzett<strong>en</strong> dan volgtde onvermijdelijke conclusie dat het medium film altijd goed is, vooropgesteld dat m<strong>en</strong> de leerstofindring<strong>en</strong>d <strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>d wil aanbied<strong>en</strong>.Mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn weliswaar ess<strong>en</strong>tieel bij de mediumkeuze maar kunn<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong>geïsoleerd keuzeargum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong><strong>en</strong>.Zoals ook eerder in dit hoofdstuk is betoogd di<strong>en</strong>t de mediumkeuze gebaseerd te zijn op dedidactische invulling van het onderwijs. Het didactische ontwerp bepaalt niet alle<strong>en</strong> welkeonderwijsfuncties gerealiseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar ook hoe de leerinhoud<strong>en</strong> eruit zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> welkeleeractiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> roll<strong>en</strong> voor de ler<strong>en</strong>de zijn voorzi<strong>en</strong>.Om tot e<strong>en</strong> verantwoorde mediumkeuze te kom<strong>en</strong> moet daarom in eerste instantie word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong>in hoeverre de leerinhoud<strong>en</strong>, de leerdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leeractiviteit<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar bepaaldeinformatiemodaliteit<strong>en</strong>. Zoals we hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> bij het muziekvoorbeeld kan de informatiemodaliteite<strong>en</strong> vrij dwing<strong>en</strong>de factor in de mediumkeuze zijn. Het leerdoel '...geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>analyser<strong>en</strong>...' zorgt bijvoorbeeld al voor e<strong>en</strong> drastische inperking van het aantal kandidaatmedia.Nauwkeurig moet word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> welke onderwijsfuncties gerealiseerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> welkekandidaatmedia voor de verschill<strong>en</strong>de functies in aanmerking kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> cruciale vraag daarbij is in<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


hoeverre de ler<strong>en</strong>de zelf in staat zal zijn op basis van zijn bestaande k<strong>en</strong>nis de juiste voorstelling<strong>en</strong> temak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> tweede aandachtspunt is de mate waarin ev<strong>en</strong>tuele vertaling<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>esymboolsysteem naar het andere als problematisch <strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> beoordeeld bij hetopnem<strong>en</strong> van de leerinhoud<strong>en</strong>. Al te gemakkelijke primaire keuz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarbij word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.Natuurlijk spel<strong>en</strong> naast onderwijskundige overweging<strong>en</strong> ook pragmatische overweging<strong>en</strong> zoals dehaalbaarheid, de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de randvoorwaard<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol. Het is goed om daarbij ook e<strong>en</strong>sde rol aan te nem<strong>en</strong> van de advocaat van de duivel: is het echt wel zo noodzakelijk om zo'n duurstudieboek te ontwikkel<strong>en</strong>? Kan die excursie niet beter word<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gefilmde variant?Waarom kan dat gefilmde interview niet gewoon op papier word<strong>en</strong> gezet?Wanneer dit proces niet tot converg<strong>en</strong>tie leidt, zull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong> terug moet<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>.Ev<strong>en</strong>tueel moet zelfs het didactisch ontwerp word<strong>en</strong> heroverwog<strong>en</strong>.Sam<strong>en</strong>gevat kunn<strong>en</strong> we voor de mediumkeuze de volg<strong>en</strong>de richtlijn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>:-beschikk<strong>en</strong> over voldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis van de diverse media-nagaan in hoeverre de leerdoel<strong>en</strong>, leerinhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar bepaaldeinformatiemodaliteit<strong>en</strong>-alternatiev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> bij het afbeeld<strong>en</strong> van onderwijsfuncties op media-nagaan in hoeverre er vertaalproblem<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong>-kost<strong>en</strong>factor<strong>en</strong>, haalbaarheid <strong>en</strong> randvoorwaard<strong>en</strong> in aanmerking nem<strong>en</strong>-gewicht<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan verschill<strong>en</strong>de alternatiev<strong>en</strong>-e<strong>en</strong> bered<strong>en</strong>eerde keuze mak<strong>en</strong>-e<strong>en</strong> kritische houding aannem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de gemaakte keuze-de mediamix heroverweg<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>tueel tot e<strong>en</strong> didactisch herontwerp kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de strategiecyclisch herhal<strong>en</strong>.Op e<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> van deze mediumkeuzestrategie gaan we nader in. Allereerst besprek<strong>en</strong>we de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van audiovisuele media: in het bijzonder film (<strong>en</strong> video). We gaan er gemakshalvevan uit dat de lezer voldo<strong>en</strong>de inzicht heeft in de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van andere media.Vervolg<strong>en</strong>s besprek<strong>en</strong> we aan de hand van e<strong>en</strong> paar voorbeeld<strong>en</strong> hoe leerdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> verwijz<strong>en</strong> naar informatiemodaliteit<strong>en</strong>. Daarna gaan we in op de pot<strong>en</strong>tiële onderwijsfunctiesdie door het medium video (film) vervuld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Tot slot bested<strong>en</strong> we <strong>en</strong>ige aandacht aanfinanciële <strong>en</strong> pragmatische keuzeoverweging<strong>en</strong>.K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van film <strong>en</strong> videoOnder mediak<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> verstaan we in navolging van Samson*:'...k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van media (hardware <strong>en</strong> software) die invariant zijn over deprogrammainhoud...'Het probleem met mediak<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is dat het er zo veel zijn. Bij film (video) bijvoorbeeld heeft m<strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die daar bij hor<strong>en</strong>, maar ook metstilstaande beeld<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, gesprok<strong>en</strong> woord, terugspoelmogelijkheid, vertraagdeafspeelmogelijkheid, zoekmogelijkheid, <strong>en</strong>zovoorts.We beperk<strong>en</strong> ons in hoofdzaak tot lineaire audiovisuele programma's (film, video).1. Beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> met geluid.Het belangrijkste k<strong>en</strong>merk dat film (video) van andere media onderscheidt is dat de informatiegedrag<strong>en</strong> wordt door beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> in combinatie met geluid. Ook stilstaande beeld<strong>en</strong>,inclusief foto's, grafische voorstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> met film (video)word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. De beschikbaarheid van geluid biedt de mogelijkheid om debeeldinformatie in de meest brede zin te ondersteun<strong>en</strong>. Deze parallelle communicatie viatwee verschill<strong>en</strong>de kanal<strong>en</strong> ontbreekt geheel bij schriftelijke media: het is bijvoorbeeld nietmogelijk in e<strong>en</strong> boek e<strong>en</strong> ingewikkelde figuur te bestuder<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijkertijd de toelichting bijdie figuur te lez<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De repres<strong>en</strong>tatie van dynamische verschijnsel<strong>en</strong> wordt door ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel medium overtroff<strong>en</strong>.De registratieve eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het medium mak<strong>en</strong> het mogelijk e<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tiek beeldvan de dagelijkse realiteit te schets<strong>en</strong>. Theoretische concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> principes kunn<strong>en</strong> daardoorbijvoorbeeld in e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>de, lev<strong>en</strong>dige <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle context word<strong>en</strong> behandeld.E<strong>en</strong> afgeleide functie van dit k<strong>en</strong>merk is het overdrag<strong>en</strong> van moeilijk verbaliseerbare k<strong>en</strong>nis,zoals bijvoorbeeld aanwezig in non-verbale gedragsuiting<strong>en</strong> (subtiele gebar<strong>en</strong>,gezichtsuitdrukking<strong>en</strong>), specifieke psychomotorische handeling<strong>en</strong> ('e<strong>en</strong> oogoperatie') <strong>en</strong>prikkels die sterk op de gevoelsbeleving inwerk<strong>en</strong> ('e<strong>en</strong> dansvoorstelling').Van het medium film (video) kan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme suggestieve werking uitgaan. In pot<strong>en</strong>tie kanhet de kijker in sterke mate beïnvloed<strong>en</strong>, meeslep<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> blootstell<strong>en</strong> aanprikkel<strong>en</strong>de omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties. Het realiser<strong>en</strong> van deze functies stelt hoge eis<strong>en</strong>aan het programmaontwerp <strong>en</strong> de uitvoering.2. Informatieoverdracht via beeld<strong>en</strong>.Dit k<strong>en</strong>merk is niet uniek voor film (video) -ook schriftelijke media kunn<strong>en</strong> beeldmateriaalbevatt<strong>en</strong>-, maar wel onvermijdelijk <strong>en</strong> belangrijk.De descriptieve pot<strong>en</strong>tie van het beeld, de manier waarop e<strong>en</strong> beeld de werkelijkheidbeschrijft, is vele mal<strong>en</strong> groter dan die van het woord. E<strong>en</strong> foto van e<strong>en</strong> persoon, e<strong>en</strong>landschap of e<strong>en</strong> gebouw laat zich niet met e<strong>en</strong> beperkt aantal woord<strong>en</strong> vergelijkbaartreff<strong>en</strong>d beschrijv<strong>en</strong>.Visuele herk<strong>en</strong>ning geschiedt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> direct <strong>en</strong> zeker: hoe vaak gebeurt het niet dat weiemand teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar dat we niet op zijn of haar naam kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>?Het verbale gedeelte verloopt veel moeizamer (het komt zeld<strong>en</strong> voor dat ons e<strong>en</strong> naam tebinn<strong>en</strong> schiet <strong>en</strong> we ons afvrag<strong>en</strong> hoe de betrokk<strong>en</strong>e er uitziet). Vanwege deze snelle <strong>en</strong>directe herk<strong>en</strong>ning wordt overal veel gebruik gemaakt van visuele symbol<strong>en</strong> (logo's <strong>en</strong>pictogramm<strong>en</strong>). Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt bijvoorbeeld aan verkeersbord<strong>en</strong>, waarbij e<strong>en</strong> snelle <strong>en</strong>preciese herk<strong>en</strong>ning van lev<strong>en</strong>sbelang is; het gebruik van verkeersbord<strong>en</strong> met louter tekstueleuite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> zou de verkeersveiligheid zeker niet t<strong>en</strong> goede kom<strong>en</strong>.3. Taal, i.c. gesprok<strong>en</strong> woord.De lofzang op de kracht van het beeld doet ge<strong>en</strong> recht aan de specifieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> vantaal. Taal is zeker zo belangrijk. Woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> geheel andere functies vervull<strong>en</strong> danbeeld<strong>en</strong>. Woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld word<strong>en</strong> gebruikt voor het stell<strong>en</strong> van vrag<strong>en</strong> of hetmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorbehoud. E<strong>en</strong> verbale uiting is lineair <strong>en</strong> discursief (=red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>d). Taalstelt m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in staat tot bewust d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, logisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, tot het vorm<strong>en</strong> van abstracteverbale concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot het red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> via sterk omlijnde begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijdstrapp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>breed gedrag<strong>en</strong> opvatting binn<strong>en</strong> de cognitieve psychologie is dat het linguïstische systeemvan de m<strong>en</strong>s verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van intellig<strong>en</strong>tie (Chomski*, Bruner*,Vygotskij*, Vroon*). Ap<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere hogere diersoort<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> om fysiologische <strong>en</strong> anatomischered<strong>en</strong><strong>en</strong> niet in staat e<strong>en</strong> vergelijkbaar rijk klankars<strong>en</strong>aal te ontwikkel<strong>en</strong>. Devoorwaard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vergelijkbaar intellig<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveau zoud<strong>en</strong> daarom nietaanwezig zijn. In hoofdstuk vijf kom<strong>en</strong> we terug op de communicatieve betek<strong>en</strong>is vanwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>.4. Taal, i.c. geschrev<strong>en</strong> tekst.Naast (beweg<strong>en</strong>d) beeld <strong>en</strong> geluid is er nog e<strong>en</strong> 'derde' communicatiekanaal beschikbaar inde vorm van geschrev<strong>en</strong> tekst in het beeld. Vaak wordt dit kanaal alle<strong>en</strong> gebruikt alsaanvulling op de andere kanal<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: de naam van e<strong>en</strong> geïnterviewde verschijnt alstitel onder in beeld. Ook ondertiteling van buit<strong>en</strong>landse programma's gebruikt geschrev<strong>en</strong>tekst<strong>en</strong>.5. Emoties.Sterker dan andere media is film (video) in staat emoties op te roep<strong>en</strong>. Emoties kunn<strong>en</strong> deleerprocess<strong>en</strong> in positieve zin beïnvloed<strong>en</strong> (Fleming*, Bloom B.*). Niet alle<strong>en</strong> kan debetrokk<strong>en</strong>heid van de kijker word<strong>en</strong> vergroot, maar ook kunn<strong>en</strong> projectieve mechanism<strong>en</strong> bij<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


de kijker word<strong>en</strong> gebruikt om de aangereikte leerinhoud<strong>en</strong> meer betek<strong>en</strong>isvol te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong>beter te veranker<strong>en</strong>. De kijker kan word<strong>en</strong> meegesleurd in e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering, word<strong>en</strong>blootgesteld aan onbeschrijflijke ervaring<strong>en</strong> of word<strong>en</strong> beïnvloed danwel geïnspireerd doorgeraffineerd gebruik van audiovisuele vormelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In reclamespots <strong>en</strong> speelfilms wordtveelal met succes op de emotionele beleving ingespeeld.6. Conceptuele manipulatiemogelijkhed<strong>en</strong>.Door e<strong>en</strong> juiste timing van shots, camerabeweging<strong>en</strong> of de keuze van begeleid<strong>en</strong>dcomm<strong>en</strong>taar op de beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de makers bepaalde onderdel<strong>en</strong> in hun programmaacc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>. Hiermee wordt het mogelijk om gew<strong>en</strong>ste didactische functies in hetprogramma aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zoals vrag<strong>en</strong> oproep<strong>en</strong>, aandacht trekk<strong>en</strong>, de gedacht<strong>en</strong>gangstur<strong>en</strong>, het oog richt<strong>en</strong> op, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>, concluder<strong>en</strong> of lat<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong>. Het opgelegdetempo <strong>en</strong> de diverse communicatiekanal<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> vele mogelijkhed<strong>en</strong> om de aandacht tericht<strong>en</strong> op aspect<strong>en</strong> die in schriftelijke vorm snel over het hoofd word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>.Montage van beeldmateriaal maakt sprong<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> plaats mogelijk waardoor informatiekan word<strong>en</strong> gecomprimeerd tot relevante passages <strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> niet-chronologische ofniet-geografische ord<strong>en</strong>ing gerealiseerd kan word<strong>en</strong>. De manipulatie van tijd <strong>en</strong> plaats komtoverig<strong>en</strong>s ook voor bij andere media (geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, dans, toneel).7. Technische manipulatiemogelijkhed<strong>en</strong>.In technische zin kan bijna alles geconstrueerd word<strong>en</strong>. Truckages <strong>en</strong> animaties kunn<strong>en</strong> hetonzichtbare zichtbaar mak<strong>en</strong> (bijvoorbeeld het inw<strong>en</strong>dige van e<strong>en</strong> 'op<strong>en</strong>gewerkte' machine,stopmotion opnames van e<strong>en</strong> ontluik<strong>en</strong>de bloem, high-speed opnames van e<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong>dekolibri) of lever<strong>en</strong> beeldmateriaal op met nep-situaties die niet van echt zijn te onderscheid<strong>en</strong>(bijvoorbeeld e<strong>en</strong> wandeling op Mars, e<strong>en</strong> onthoofding, e<strong>en</strong> tocht door de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>).Computertechnologie zorgt op dit gebied voor stormachtige ontwikkeling<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gevaarhiervan is dat het medium zodanig vere<strong>en</strong>zelvigd wordt met technische manipulaties dat deauth<strong>en</strong>ticiteitswaarde wordt aangetast: 'is het echt de Amerikaanse presid<strong>en</strong>t die daarsaxofoon speelt of is het e<strong>en</strong> computeranimatie?'8. Herhaalbaarheid.E<strong>en</strong> audiovisueel programma kan vrijwel onbeperkt word<strong>en</strong> herhaald <strong>en</strong> zal de informatietelk<strong>en</strong>s op dezelfde wijze aanbied<strong>en</strong>. Dit biedt garanties voor standaardisatie vaninformatieoverdracht <strong>en</strong> flexibel gebruik (tijd, plaats, frequ<strong>en</strong>tie) door de toeschouwer. Ditgeldt uiteraard ook voor veel andere media, o.a. het boek.9. Technische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.Er is e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orm aantal videotechnische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, waarvan we er <strong>en</strong>kele noem<strong>en</strong>:-pauzeknop (de kijker kan het programma naar believ<strong>en</strong> stilzett<strong>en</strong>)-snel vooruit of achteruit spoel<strong>en</strong>-index zoekfunctie-vertraagd, versneld of achteruit afspel<strong>en</strong>-kleurweergave-(soms) stereogeluidsweergave-distributieformaat (cassette)-beeld- <strong>en</strong> geluidskwaliteit (met name hieraan zijn zeer vele technische parametersverbond<strong>en</strong> o.a. op het gebied van ruis, resolutie <strong>en</strong> contrastverhouding.De g<strong>en</strong>oemde k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> pleit<strong>en</strong> alle t<strong>en</strong> voordele van film <strong>en</strong> video. Het is goed om ook bij <strong>en</strong>kel<strong>en</strong>adel<strong>en</strong> stil te staan:10. Het temporele karakter.Film <strong>en</strong> videoprogramma's zijn gebond<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> vaste volgorde <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vast tempo. Dekijker kan hierop ge<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> (t<strong>en</strong>zij hij zelf voortdur<strong>en</strong>d de pauzeknop of desnelspoelknopp<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>t). Door het vaste tempo kunn<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van beeld <strong>en</strong> geluid<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


(zie 1, 2 <strong>en</strong> 3) ook tot nadeel verword<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>orme hoeveelheid beeld- <strong>en</strong> geluidsinformatieleidt noodgedwong<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> selectief <strong>en</strong> soms oppervlakkig kijkpatroon. De kans opverzadiging bij de kijker is erg groot. De informatie is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> 'vluchtig': wie ev<strong>en</strong> niet opletheeft iets gemist. Het terugblader<strong>en</strong> zoals dat met schriftelijke material<strong>en</strong> kan, is met film(video) vrij lastig. Daarom is het noodzakelijk om voldo<strong>en</strong>de 'cues' (didactische functies alsaankondiging<strong>en</strong>, herhaling<strong>en</strong>, pauzes, acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts) in te bouw<strong>en</strong> om de kijker bijhet kijk<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong>.11. Kijkgedrag.De kijker is gew<strong>en</strong>d aan televisie. Zijn kijkgedrag <strong>en</strong> verwachtingspatroon zull<strong>en</strong> daar voore<strong>en</strong> belangrijk deel op zijn afgestemd. Televisie is e<strong>en</strong> medium dat de kijker in e<strong>en</strong> zeerpassieve rol plaatst ('passieve recreatie'). De kijker kan erbij in slaap vall<strong>en</strong> of ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paarminut<strong>en</strong> miss<strong>en</strong> om koffie te hal<strong>en</strong> zonder dat de onderbreking de informatiestroom aantast.Het ingeslet<strong>en</strong> tv-kijkgedrag is e<strong>en</strong> belemmer<strong>en</strong>de factor voor educatieve film. Dat kan nietalle<strong>en</strong> tot uiting kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> slechte b<strong>en</strong>utting van het leermiddel door de ler<strong>en</strong>de, maar ookin het misk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van de educatieve functie van het programma. Het toepass<strong>en</strong> vaneducatieve film impliceert e<strong>en</strong> leersituatie <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> meer actieve <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> houding vande ler<strong>en</strong>de. Het vergt extra inspanning<strong>en</strong> van de ontwerper om deze attitude te bewerkstellig<strong>en</strong>.12. Ongew<strong>en</strong>ste betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.Door de vele vrijheidsgrad<strong>en</strong> bij de AV-ontwikkeling kunn<strong>en</strong> in de uiteindelijke filmongew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> onbedoelde informatiee<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> ontstaan. Dat kan gebeur<strong>en</strong> door technischefout<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld de montage van het woord 'sinterklaas' op de verkeerde plek, bije<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> vrolijk wuiv<strong>en</strong>de koningin. Dit soort timingsproblem<strong>en</strong> komt veelvuldigvoor, hoewel meestal niet zo extreem als in dit voorbeeld.Ook kan het zijn dat e<strong>en</strong> deel van de kijkers onvoorzi<strong>en</strong>e associaties legt met ongew<strong>en</strong>stebijbetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>: bijvoorbeeld e<strong>en</strong> journaalitem over de risico's van kaalhoofdigheid directgevolgd door e<strong>en</strong> item over de ceremoniële ontvangst van e<strong>en</strong> bevri<strong>en</strong>d <strong>en</strong> kaalhoofdigstaatshoofd. Nog erger wordt het wanneer de makers bewust de waarheid geweld aando<strong>en</strong><strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> werkelijkheid als waarheid pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zonder dat de toeschouwer middel<strong>en</strong>heeft om zich daarteg<strong>en</strong> te verwer<strong>en</strong> (oorlogspropagandafilms, reclamefilms <strong>en</strong> in zekeremate docum<strong>en</strong>taires).13. Abstracti<strong>en</strong>iveau <strong>en</strong> complexiteit.De kracht van het medium ligt vooral in het betrouwbaar weergev<strong>en</strong> van de concretedagelijkse werkelijkheid. Er ontstaan problem<strong>en</strong> bij het verbeeld<strong>en</strong> van complexe, algem<strong>en</strong>eof zeer abstracte thema's (belastingrecht, de armoede in de wereld, wiskunde, statistiek,economie). Het gevolg zal zijn: veel gepraat <strong>en</strong> weinig beeld. Om dit probleem te vermijd<strong>en</strong>kiest m<strong>en</strong> vaak voor e<strong>en</strong> inductieve of casuïstieke b<strong>en</strong>adering, waarin algem<strong>en</strong>e conclusiesword<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> aan de hand van concrete voorbeeld<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is databstracte schema's <strong>en</strong> animaties word<strong>en</strong> toegepast om de gew<strong>en</strong>ste verbeelding<strong>en</strong> aan tereik<strong>en</strong>.14. E<strong>en</strong>richtingverkeer.Films zijn niet in staat na te gaan in hoeverre de toeschouwer de informatie verwerkt.Ev<strong>en</strong>tuele terugkoppeling in het programma kan daarom niet of nauwelijks op de individuelekijker word<strong>en</strong> toegesned<strong>en</strong>. Daarvoor moet word<strong>en</strong> uitgewek<strong>en</strong> naar andere media.Verwijzing<strong>en</strong> naar audiovisuele informatiemodaliteit<strong>en</strong>Dat mediumgebruik <strong>en</strong> informatieinhoud<strong>en</strong> sterk met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>, blijkt onder andere uit hetcredo van McLuhan* (zie ook hoofdstuk twee):'...the medium is the message...' .Hij geeft daarmee aan dat e<strong>en</strong> medium niet moet word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> neutrale verpakking van deinhoud, maar als e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatievorm die de informatieinhoud<strong>en</strong> modelleert naar de eig<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> omdat inhoud <strong>en</strong> vorm van e<strong>en</strong> boodschap onlosmakelijk met elkaar zijnverbond<strong>en</strong>. De term 'media' is in dat opzicht uiterst verwarr<strong>en</strong>d, want media word<strong>en</strong> geachtboodschapp<strong>en</strong> slechts te mediër<strong>en</strong>, terwijl ze in werkelijkheid de inhoud vervorm<strong>en</strong>. Concreetbetek<strong>en</strong>t dit dat de stud<strong>en</strong>t andere ding<strong>en</strong> leert wanneer we andere media gebruik<strong>en</strong> (zie ookBordwell <strong>en</strong> Thompson*). We merk<strong>en</strong> dat verschil bijvoorbeeld wanneer we eerst e<strong>en</strong> roman lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>daarna de verfilming ervan bekijk<strong>en</strong> (of andersom).Die onlosmakelijkheid van medium <strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de mediumkeuze. Uit deleerdoel<strong>en</strong> of de daarin g<strong>en</strong>oemde leerinhoud<strong>en</strong> of leeractiviteit<strong>en</strong> kan in sommige gevall<strong>en</strong> directword<strong>en</strong> afgeleid welke informatiemodaliteit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, bijvoorbeeld:'...e<strong>en</strong> mondelinge pres<strong>en</strong>tatie kunn<strong>en</strong> opzett<strong>en</strong>', 'uitvoer<strong>en</strong>', 'analyser<strong>en</strong>', 'beoordel<strong>en</strong>'.Hier is de audiovisuele informatiemodaliteit 'het mondeling pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>' concreet <strong>en</strong> duidelijkaanwezig. De mediumkeuze levert dan ook ge<strong>en</strong> groot probleem op. Dat er op de e<strong>en</strong> of anderemanier (mede) gebruik zal word<strong>en</strong> gemaakt van e<strong>en</strong> audiovisueel medium ligt hier voor de hand.In de meeste gevall<strong>en</strong> is het complexer. De leerdoel<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> vaak wel e<strong>en</strong> verwijzing naarinformatiemodaliteit<strong>en</strong>, maar de aard van de vereiste k<strong>en</strong>nis of vaardighed<strong>en</strong> biedt nog veel ruimtevoor invulling. Beschouw bijvoorbeeld e<strong>en</strong> cursus met als e<strong>en</strong> van de leerdoel<strong>en</strong>:'...relaties kunn<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> gedrag <strong>en</strong> sociale omgeving'.Het is zeer goed d<strong>en</strong>kbaar dat de betreff<strong>en</strong>de cursus e<strong>en</strong> invulling krijgt waarbij alle<strong>en</strong> schriftelijkmateriaal wordt gebruikt. Gedrag <strong>en</strong> sociale omgeving verwijz<strong>en</strong> weliswaar naar audiovisuelek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, maar m<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> dat de stud<strong>en</strong>t door zijn k<strong>en</strong>nis van de wereld in staatmoet word<strong>en</strong> geacht zich op basis van schriftelijke beschrijving<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede voorstelling van deverschijnsel<strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong>. Wanneer wordt voorzi<strong>en</strong> dat behandeling van de theoretische concept<strong>en</strong>e<strong>en</strong> dermate abstract karakter krijgt dat de stud<strong>en</strong>t onvoldo<strong>en</strong>de greep krijgt op de praktischebetek<strong>en</strong>is van de concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relaties daartuss<strong>en</strong> zal de koppeling naar de <strong>praktijk</strong> extraaandacht behoev<strong>en</strong>. Of audiovisuele media daarbij noodzakelijk zijn is niet in algem<strong>en</strong>e zin vast testell<strong>en</strong>. Dit zal onder meer afhang<strong>en</strong> van doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> als voork<strong>en</strong>nis, het vermog<strong>en</strong> totabstraher<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wellicht lev<strong>en</strong>servaring. E<strong>en</strong> belangrijke vraag is hier om welk type gedrag <strong>en</strong> welktype sociale omgeving het gaat: mag van de stud<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> verwacht dat hij op basis van zijn k<strong>en</strong>nisin staat is zich de juiste voorstelling<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> of moet hij die situaties alsnog ondergaan? In ditverband di<strong>en</strong>t ook te word<strong>en</strong> beoordeeld hoe belemmer<strong>en</strong>d de vertaalslag<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>esymboolsteem naar het andere voor hem zull<strong>en</strong> zijn.Functies van AV-mediaE<strong>en</strong> discussie over het gebruik van media wordt pas zinvol als daarin de vraag wordt betrokk<strong>en</strong> welkefuncties de diverse media vervull<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het geheel. We besprek<strong>en</strong> in het volg<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> aantalfuncties die in principe door e<strong>en</strong> film vervuld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>:Illustrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong>Context bied<strong>en</strong>Attitude beïnvloed<strong>en</strong>Motiver<strong>en</strong>, inspirer<strong>en</strong>, stimuler<strong>en</strong>, activer<strong>en</strong>Funder<strong>en</strong>d oriënter<strong>en</strong>Het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> persoonlijke bandParadigmatische functieDemonstrer<strong>en</strong>Ler<strong>en</strong> observer<strong>en</strong>Het aanbied<strong>en</strong> van audiovisuele informatiemodaliteit<strong>en</strong>De g<strong>en</strong>oemde functies zijn zeker niet uniek voor film <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> ook door andere<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


media word<strong>en</strong> vervuld.Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> heeft het niet e<strong>en</strong>s zoveel zin om te prat<strong>en</strong> over de geïsoleerde functie van e<strong>en</strong> filmzonder daarbij over de inbedding binn<strong>en</strong> de hele onderwijscontext te prat<strong>en</strong>. Afhankelijk van deaansturing vanuit andere media (bijvoorbeeld via e<strong>en</strong> schriftelijke kijkwijzer) kan e<strong>en</strong>zelfde filmverschill<strong>en</strong>de functies vervull<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> aantal functies treedt in film bijna vanzelfsprek<strong>en</strong>d altijd op. Bijna alle films bevatt<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tiekeof realistische scènes uit de dagelijkse <strong>praktijk</strong>. Om die red<strong>en</strong> is er altijd wel op de e<strong>en</strong> of anderemanier sprake van het bied<strong>en</strong> van plaatsvervang<strong>en</strong>de ervaring<strong>en</strong> of <strong>praktijk</strong>confrontaties.Deze word<strong>en</strong> dan ook niet apart besprok<strong>en</strong>.Illustrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong>Met betrekking tot de leerinhoud<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gesteld dat film allerlei process<strong>en</strong>, situaties <strong>en</strong>gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toont <strong>en</strong> toelicht. Film beschikt over e<strong>en</strong> intrinsiek illustrer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong>depot<strong>en</strong>tie. Illustrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich echter in de marge van de echte onderwijsfuncties.Vaak gaat het om e<strong>en</strong> niet noodzakelijke aanvulling op de leerstof die voor e<strong>en</strong> zekere 'verrijking' kanzorg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verrijking, zo is vaak de red<strong>en</strong>ering, is altijd goed. Maar wanneer die verrijkingonvoldo<strong>en</strong>de wordt omschrev<strong>en</strong> is dat standpunt niet te verdedig<strong>en</strong>: we reik<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>cyclopedieënuit ter verrijking.Soms is e<strong>en</strong> illustratie of toelichting bij bepaalde leerstofinhoud<strong>en</strong> zeer w<strong>en</strong>selijk. Maar voor zover hetniet om beweging of geluid gaat, kan dat ook met schriftelijke material<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.Context bied<strong>en</strong>Inhoudelijke concept<strong>en</strong>, regels <strong>en</strong> principes di<strong>en</strong><strong>en</strong> bij voorkeur betek<strong>en</strong>isvol aan de <strong>praktijk</strong> teword<strong>en</strong> gerelateerd. Het is vrijwel niet mogelijk om bijvoorbeeld het begrip 'dem<strong>en</strong>tie' in al zijnrijkheid, nuances <strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>ties te doorzi<strong>en</strong> door alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst te bestuder<strong>en</strong>. 'Papier<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis'moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong> door de leerinhoud<strong>en</strong> nader te concretiser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander voorbeeld is hetgebruik van e<strong>en</strong> film als onderdeel van het bronn<strong>en</strong>materiaal in e<strong>en</strong> casus. E<strong>en</strong> reportage over deactiviteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedrijfsvoering van e<strong>en</strong> bepaald bedrijf biedt de stud<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> plaatsvervang<strong>en</strong>deervaring voor e<strong>en</strong> daadwerkelijk bezoek <strong>en</strong> kan in sam<strong>en</strong>hang met schriftelijke bronn<strong>en</strong>(beleidsrapport<strong>en</strong>, folders, jaarverslag<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.) de basis vorm<strong>en</strong> voor de casusopdracht<strong>en</strong>.Het bied<strong>en</strong> van contextinformatie gaat veel verder dan het illustrer<strong>en</strong> of toelicht<strong>en</strong>. De context vormtzelf e<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk onderdeel van de leerstofinhoud <strong>en</strong> is niet gemakkelijk uitwisselbaar met e<strong>en</strong>andere context. Onteg<strong>en</strong>zeglijk kan deze concretisering e<strong>en</strong> sterk motiver<strong>en</strong>de werking hebb<strong>en</strong>.Attitude beïnvloed<strong>en</strong>Uit het succes van reclamefilms, promotiefilms <strong>en</strong> propagandafilms wet<strong>en</strong> we dat hier de kracht vanhet filmmedium ligt. De suggestieve werking kan de toeschouwer zodanig meeslep<strong>en</strong> <strong>en</strong> (veelalonderhuids) beïnvloed<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de verandering in houding of opvatting optreedt. Hetpot<strong>en</strong>tieel t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tieuze karakter van de boodschap staat echter op gespann<strong>en</strong> voet met deobjectivistische <strong>en</strong> waardevrije wet<strong>en</strong>schapsopvatting. Vanuit e<strong>en</strong> pedagogisch standpunt is hetbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk de ler<strong>en</strong>de zelf verantwoordelijk te stell<strong>en</strong> voor de bereikte leerresultat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelftot e<strong>en</strong> positiebepaling <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ingsvorming te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Door e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige b<strong>en</strong>adering van'gevoelige' thema's kunn<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> attitudes met betrekking tot morele norm<strong>en</strong>, voorkeur<strong>en</strong> <strong>en</strong>vooroordel<strong>en</strong> onderwerp van reflectie word<strong>en</strong>.Motiver<strong>en</strong>, inspirer<strong>en</strong>, stimuler<strong>en</strong>, activer<strong>en</strong>Verondersteld mag word<strong>en</strong> dat niemand het in zijn hoofd zal hal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> demotiver<strong>en</strong>d leermiddel teontwikkel<strong>en</strong>. Motiver<strong>en</strong>, inspirer<strong>en</strong>, stimuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> activer<strong>en</strong> zijn functies die altijd in alle media di<strong>en</strong><strong>en</strong>te word<strong>en</strong> nagestreefd. De keuze voor film speelt hierin ge<strong>en</strong> nadrukkelijke rol. In sommige gevall<strong>en</strong>kan het wissel<strong>en</strong> van werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of media motiver<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. De functionaliteit zit dan niet in demedia zelf, maar in de afwisseling van media. De diversiteit van de gebruikte media wordt dan zelfe<strong>en</strong> didactische keuzevariable.Funder<strong>en</strong>d oriënter<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Onder e<strong>en</strong> funder<strong>en</strong>de oriëntatie wordt verstaan e<strong>en</strong> inleiding op de leerstof die indrukwekk<strong>en</strong>d,motiver<strong>en</strong>d <strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>d is voor het verloop van het studeerproces. Samson* geeft alsvoorbeeld e<strong>en</strong> filmfragm<strong>en</strong>t van Adolf Hitler die in het Sportpalast in Neur<strong>en</strong>berg de Hitlerjug<strong>en</strong>dtoespreekt. Niet alle<strong>en</strong> wordt daarmee e<strong>en</strong> veelheid aan moeilijk te verwoord<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis over de aard,de omvang <strong>en</strong> de uiterlijkhed<strong>en</strong> van de Nazi-beweging overgedrag<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> verdere bestuderingvan de Nazi-tijd vergemakkelijk<strong>en</strong>, maar ook kunn<strong>en</strong> concrete 'ankerpunt<strong>en</strong>' word<strong>en</strong> aangereikt dieals refer<strong>en</strong>tiekader <strong>en</strong> ingang<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de verdere k<strong>en</strong>nisverwerving (Ausubel*).Het realiser<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> persoonlijke bandSamson* spreekt over e<strong>en</strong> oriënter<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nismaking. Bedoeld wordt e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nismaking met e<strong>en</strong>befaamde leermeester, de persoon achter e<strong>en</strong> <strong>theorie</strong>. Het kan buit<strong>en</strong>gewoon inspirer<strong>en</strong>d zijn om uitde mond van e<strong>en</strong> emin<strong>en</strong>t geleerde (bijvoorbeeld Albert Einstein) e<strong>en</strong> visie op het vakgebied tehor<strong>en</strong>. Het geeft de <strong>theorie</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>selijker gezicht, de anonimiteit wordt <strong>en</strong>igszins doorbrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> erontstaat zoiets als vertrouwdheid met de persoon van de geleerde. Daarbij mag word<strong>en</strong>verondersteld dat k<strong>en</strong>nis over de context waarin e<strong>en</strong> <strong>theorie</strong> tot stand is gekom<strong>en</strong> bijdraagt aan debeoordeling <strong>en</strong> waardering voor die <strong>theorie</strong> door de stud<strong>en</strong>t. Vooral in de cultuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong>sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> bestaan vele schol<strong>en</strong> die sterk door de persoon <strong>en</strong> de persoonlijkheid van deleermeester word<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>.Ook bek<strong>en</strong>dheid met de wellicht minder emin<strong>en</strong>te, maar wel direct verantwoordelijke doc<strong>en</strong>t wordtdoor de stud<strong>en</strong>t op prijs gesteld. In het geval van afstandsonderwijs pleit Samson* ervoor de doc<strong>en</strong>te<strong>en</strong> rol te gev<strong>en</strong> bij het introducer<strong>en</strong> <strong>en</strong> becomm<strong>en</strong>tariër<strong>en</strong> van instructiefilms.Paradigmatische functieParadigmatisch ler<strong>en</strong> komt overe<strong>en</strong> met imitatieler<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertoont ook e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vansituated cognition. E<strong>en</strong> expert of doc<strong>en</strong>t laat zi<strong>en</strong> op welke wijze e<strong>en</strong> bepaald probleem moet word<strong>en</strong>aangepakt. Deze methode wordt vooral toegepast bij complexe problem<strong>en</strong>, waarvoor ge<strong>en</strong>e<strong>en</strong>duidige oplossingshandeling<strong>en</strong> zijn aan te gev<strong>en</strong>. Het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van experts kan echter voor nietexpertszeer onduidelijk <strong>en</strong> chaotisch overkom<strong>en</strong>, omdat er allerlei d<strong>en</strong>kstapp<strong>en</strong> impliciet blijv<strong>en</strong> ofword<strong>en</strong> kortgeslot<strong>en</strong>. Samson* komt tot de conclusie dat de paradigmatische functie alle<strong>en</strong> zinvol kanword<strong>en</strong> gebruikt wanneer er sprake is van zeer getal<strong>en</strong>teerde doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of van e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>digediscussie tuss<strong>en</strong> experts.Demonstrer<strong>en</strong>Met demonstrer<strong>en</strong> wordt hier letterlijk bedoeld 'aanton<strong>en</strong>' of 'voordo<strong>en</strong>'. Het kan gaan om hetdemonstrer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> probleem, het pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oplossingswijze of het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>experim<strong>en</strong>t. De nadruk ligt in eerste instantie op de audiovisuele bewijsvoering. Je moet bijvoorbeelde<strong>en</strong> keer duidelijk <strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>d zelf hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> dat vloeibare zuurstof magnetiseerbaar is, voorje de <strong>theorie</strong> daarover werkelijk kunt accepter<strong>en</strong>. Soms ook gaat het om het imiter<strong>en</strong> vanmodelgedrag, bijvoorbeeld het steriel handel<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> proefdieroperatie. Soms is e<strong>en</strong> demonstratiebedoeld voor het kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> of diagnostiser<strong>en</strong> van bepaalde situaties, of voor het ler<strong>en</strong>inschatt<strong>en</strong> van risico's of consequ<strong>en</strong>ties.Ler<strong>en</strong> observer<strong>en</strong>Iemand die naar e<strong>en</strong> film kijkt observeert altijd. Het vanzelfsprek<strong>en</strong>de doel van het kijk<strong>en</strong> is deaangebod<strong>en</strong> leerinhoud<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>. Bij het ler<strong>en</strong> observer<strong>en</strong> is het observer<strong>en</strong> zelf e<strong>en</strong> doel. Deaangebod<strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> zijn dan niet meer dan e<strong>en</strong> middel om allerlei vaardighed<strong>en</strong> aan te ler<strong>en</strong>, die temak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> met herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, onderscheid<strong>en</strong>, b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> <strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.Veelal zal observatie plaatsvind<strong>en</strong> op basis van classificatie- of observatieschema's. E<strong>en</strong> voordeelvan film hierbij is dat het observatiemateriaal gestandaardiseerd is, waardoor iedere stud<strong>en</strong>t dezelfdegebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> krijgt voorgeschoteld.Het aanbied<strong>en</strong> van audiovisuele informatiemodaliteit<strong>en</strong>De mediumkeuze wordt in dit geval uitsluit<strong>en</strong>d bepaald door de aard van de informatie. Het gaat omde pres<strong>en</strong>tatie van het object van studie. In dit geval bijvoorbeeld om gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> (de aanslag opRonald Reagan) of dynamische verschijnsel<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> test voor veiligheidsgordels), gedraging<strong>en</strong> (e<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


moet functioner<strong>en</strong>. Ook de haalbaarheid van e<strong>en</strong> beoogde film speelt e<strong>en</strong> rol. Is er voldo<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>skrachtbeschikbaar om de media te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat zijn de kwaliteit<strong>en</strong> van de beoogdebetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>? Zijn de ambities niet te hoog? Is er wel g<strong>en</strong>oeg geld om de produktie te financier<strong>en</strong>? Enlast but not least: is er wel g<strong>en</strong>oeg tijd om alles voor elkaar te krijg<strong>en</strong>? Het heeft weinig zin stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>e<strong>en</strong> onderwijspakket aan te bied<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> van de mediacompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s tijdgebrekontbreekt.Tot besluitIn de afgelop<strong>en</strong> drie hoofdstukk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we in vrij algem<strong>en</strong>e term<strong>en</strong> over onderwijs <strong>en</strong> mediagesprok<strong>en</strong>. We hebb<strong>en</strong> aandacht besteed aan de aard <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van film <strong>en</strong> video, aanonderwijsleerprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan factor<strong>en</strong> die bij de mediumkeuze e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Al deze aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong>overweging<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> achtergrondk<strong>en</strong>nis die nodig is om tot e<strong>en</strong> zinvol gebruik van film of video inhet onderwijs te kom<strong>en</strong>. Voor het daadwerkelijk <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> film biedt deze k<strong>en</strong>nis echterweinig aanknopingspunt<strong>en</strong>. Daarvoor is het eerst noodzakelijk dat we ons verdiep<strong>en</strong> in de wijzewaarop de communicatie via dit medium verloopt. In de kom<strong>en</strong>de drie hoofdstukk<strong>en</strong> gaan weachtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s in op de vraag hoe in film betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> tot stand kom<strong>en</strong>, hoe de toeschouwer deaangebod<strong>en</strong> informatie opneemt <strong>en</strong> verwerkt <strong>en</strong> welke psychologische mechanism<strong>en</strong> daarbij e<strong>en</strong> rolspel<strong>en</strong>. Daarna, in hoofdstuk acht, richt<strong>en</strong> we ons op audiovisuele media <strong>en</strong> leerprocess<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 5Betek<strong>en</strong>is in filmInleidingDat film e<strong>en</strong> communicatiemiddel is behoeft ge<strong>en</strong> discussie. Speelfilms, docum<strong>en</strong>taires, talkshows,reclamefilms, allerlei g<strong>en</strong>res vind<strong>en</strong> gretig aftrek <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk in e<strong>en</strong> breed gespreideinformatiebehoefte. E<strong>en</strong> belangrijke vraag daarbij is welke mechanism<strong>en</strong> <strong>en</strong> wetmatighed<strong>en</strong> er aane<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle communicatie t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>. Effectieve communicatie vereist immers dat ertuss<strong>en</strong> de z<strong>en</strong>der van e<strong>en</strong> boodschap <strong>en</strong> de ontvanger e<strong>en</strong>duidige afsprak<strong>en</strong> bestaan over desymbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> grammaticale regels die word<strong>en</strong> gebruikt: wat de één bedoelt, moet door de ander (dekijker) ook zo word<strong>en</strong> verstaan. Dubbelzinnighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong> in het communicatiesysteemleid<strong>en</strong> onherroepelijk tot verwarring <strong>en</strong> misverstand<strong>en</strong>. Voor ons is het van belang na te gaan hoebetek<strong>en</strong>is binn<strong>en</strong> de film tot stand komt <strong>en</strong> welke symbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> codes daarbij e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Weconc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons eerst op twee belangrijke compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van het audiovisuele medium: woord<strong>en</strong> <strong>en</strong>beeld<strong>en</strong>. Daarna onderzoek<strong>en</strong> we de betek<strong>en</strong>isvorming in film op grond van e<strong>en</strong> vergelijking metcommunicatie in taal.Woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>Betek<strong>en</strong>is in film wordt in de meeste gevall<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> complexe combinatie van woord<strong>en</strong><strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>. In hoofdstuk vier zijn we ingegaan op hun communicatieve pot<strong>en</strong>tie. We staan hier ev<strong>en</strong>stil bij de verschill<strong>en</strong>.De kracht van het beeld is spreekwoordelijk:'...eerst zi<strong>en</strong>, dan gelov<strong>en</strong>...','...je eig<strong>en</strong> og<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>...','...één beeld zegt meer dan duiz<strong>en</strong>d woord<strong>en</strong>...'.Gesteund door het betaalbaar word<strong>en</strong> van technologische ontwikkeling<strong>en</strong> als tv, video <strong>en</strong> grafischecomputertoepassing<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong> beeldcultuur ontstaan die de woordcultuur naar de kroon steekt <strong>en</strong>zelfs bedreigt. Uit onderzoek blijkt dat kinder<strong>en</strong> in Amerika gemiddeld twintig uur per week televisiekijk<strong>en</strong> (Newman*). Sommig<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hierin e<strong>en</strong> ernstige bedreiging van de cultuur (Postman*).Taal heel andere eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, die haar zeker niet minder belangrijk mak<strong>en</strong> (zie ook hoofdstukvier). Taal stelt ons in staat tot bewust d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, logisch red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>en</strong> het hanter<strong>en</strong> van abstractebegripp<strong>en</strong>.Het is niet erg zinvol de betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> in de communicatie teg<strong>en</strong> elkaar af teweg<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> zal de ontvankelijkheid voor woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> per persoon verschill<strong>en</strong>(Salomon*), maar ook is de soort informatie <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die er mee kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>overgedrag<strong>en</strong> totaal verschill<strong>en</strong>d. Om dit te illustrer<strong>en</strong> verwijst Samson* naar het verschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>vertelde mop met e<strong>en</strong> getek<strong>en</strong>de mop (cartoon). De vertelde mop heeft e<strong>en</strong> lineaire (sequ<strong>en</strong>tiële)structuur, waarin op uitgeki<strong>en</strong>de wijze stap voor stap nieuwe gegev<strong>en</strong>s beschikbaar kom<strong>en</strong>;langzaam maar doelbewust wordt toegewerkt naar e<strong>en</strong> climax totdat de opgebouwde spanning wordtontlad<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> clou. Bij de getek<strong>en</strong>de mop echter gaat het om e<strong>en</strong> eerste, directe <strong>en</strong>doorslaggev<strong>en</strong>de indruk. De effectiviteit zit hem in de onmiddellijkheid van het totale beeld. Zou m<strong>en</strong>e<strong>en</strong> cartoon vertal<strong>en</strong> naar woord<strong>en</strong> dan verdwijn<strong>en</strong> de directheid <strong>en</strong> de daaraan gekoppelde subtiliteit<strong>en</strong><strong>en</strong> daarmee ook de humor.E<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> wordt daarom al gauw e<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> appels <strong>en</strong>per<strong>en</strong>. Belangrijk is te constater<strong>en</strong> dat aan woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> geheel verschill<strong>en</strong>decommunicatiemechanism<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat we ons gelukkig kunn<strong>en</strong> prijz<strong>en</strong> dat beidemechanism<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het filmmedium beschikbaar zijn. Wanneer we ons realiser<strong>en</strong> dat de beeld<strong>en</strong>ook nog beweging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong> <strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>tieel gestructureerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong> demogelijkhed<strong>en</strong> welhaast onbegr<strong>en</strong>sd. Juist het gegev<strong>en</strong> dat film zowel uite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> kan gev<strong>en</strong> alssequ<strong>en</strong>ties van (beweg<strong>en</strong>de) beeld<strong>en</strong> kan ton<strong>en</strong>, maakt film tot zo'n krachtig communicatiemiddel.Film als tek<strong>en</strong>systeemFilm kan net als taal boodschapp<strong>en</strong> overdrag<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> publiek. Het ligt dan ook voor de hand dat de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


psychiatrisch ziektebeeld) of cultuuruiting<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> temporele structuur (muziek, theater, opera,voordrachtkunst). Daarnaast kan film word<strong>en</strong> gebruikt als film zelf het onderwerp van studie is. Wesprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong> zelfrefer<strong>en</strong>te functie: we gebruik<strong>en</strong> film omdat het zichzelf goed kanrepres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.Financiële <strong>en</strong> pragmatische overweging<strong>en</strong>We kunn<strong>en</strong> er niet van uitgaan dat alle bom<strong>en</strong> tot in de hemel groei<strong>en</strong>. Wie dure media wilontwikkel<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> kleine groep stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zal snel merk<strong>en</strong> dat de financiering e<strong>en</strong> onoverkom<strong>en</strong>lijkstruikelblok is. Bij de afweging<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal mediumalternatiev<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> de gemiddeldekost<strong>en</strong> per stud<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> relevante kost<strong>en</strong>indicator.Veronderstel dat we de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> echte excursie will<strong>en</strong> afweg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>excursie op film (we zi<strong>en</strong> gemakshalve af van functionele verschill<strong>en</strong>). Voor film <strong>en</strong> video geldt dat deontwikkelingskost<strong>en</strong> hoog zijn <strong>en</strong> de exploitatiekost<strong>en</strong> laag: is e<strong>en</strong> programma e<strong>en</strong>maal gemaakt dankan het als copie vrijwel onbeperkt word<strong>en</strong> verspreid <strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> echte excursie moetnatuurlijk goed word<strong>en</strong> voorbereid, maar het mer<strong>en</strong>deel van de kost<strong>en</strong> wordt hier juist gemaakttijd<strong>en</strong>s de exploitatie (het gev<strong>en</strong>) van het onderwijs: er moet<strong>en</strong> buss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehuurd, hotelsword<strong>en</strong> geboekt, diners word<strong>en</strong> betaald, begeleiders ingezet <strong>en</strong>zovoorts. M<strong>en</strong> kan zich voorstell<strong>en</strong>dat voor e<strong>en</strong> klein aantal stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> echte excursie veel goedkoper is dan de video-excursie. Bijgrote aantall<strong>en</strong> echter word<strong>en</strong> reis- <strong>en</strong> verblijfskost<strong>en</strong> onbetaalbaar. Erg<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> de twee uiterst<strong>en</strong>bevindt zich e<strong>en</strong> kantelpunt (K), waar het stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aantal zodanig is dat beide alternatiev<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>duur zijn.Kost<strong>en</strong> per stud<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> echte excursie <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> excursie op film.Om in de <strong>praktijk</strong> e<strong>en</strong> goed beeld van de financiële consequ<strong>en</strong>ties te krijg<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong> dit soortexcercities voor meer media <strong>en</strong> voor meer alternatiev<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> uit te voer<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>soms verrass<strong>en</strong>d zijn.Naast kost<strong>en</strong>factor<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we in de <strong>praktijk</strong> ook te mak<strong>en</strong> met allerlei andere beperk<strong>en</strong>de of juiststimuler<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>. Van belang zijn onder meer de randvoorwaard<strong>en</strong> waarbinn<strong>en</strong> het onderwijs<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


theoretici film van oudsher hebb<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> taalsysteem: het shot komt overe<strong>en</strong> met hetwoord, de scène komt overe<strong>en</strong> met de zin <strong>en</strong> de sequ<strong>en</strong>tie komt overe<strong>en</strong> met de alinea.Verondersteld werd bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat film analoog aan de taal ook over e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> constructiegrammaticazou beschikk<strong>en</strong>. Zoals uit letters stap voor stap woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld ome<strong>en</strong> bepaalde betek<strong>en</strong>is over te drag<strong>en</strong>, zo lijkt e<strong>en</strong> film shot voor shot <strong>en</strong> scène voor scène teword<strong>en</strong> opgebouwd. Film kan in die visie net als taal word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> van symbol<strong>en</strong> diein e<strong>en</strong> lineaire stroom 'gelez<strong>en</strong>' kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Vanaf de jar<strong>en</strong> vijftig zijn er dan ook poging<strong>en</strong>gedaan om method<strong>en</strong> voor het onderzoek<strong>en</strong> van taal toe te pass<strong>en</strong> op het medium film. Dezestroming probeerde films zoveel mogelijk te verklar<strong>en</strong> <strong>en</strong> analyser<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van 'tek<strong>en</strong>s'. Dezestroming staat bek<strong>en</strong>d onder de naam semiologie of semiotiek, naar het Griekse 'semeios' (tek<strong>en</strong>);semiologie (semiotiek) is de leer der tek<strong>en</strong>s. Alles binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film kan in deze visie word<strong>en</strong> opgevatals e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> beeld staat daarbij niet meer op zichzelf, maar krijgt binn<strong>en</strong> de filmcontext e<strong>en</strong>aanvull<strong>en</strong>de <strong>en</strong> dominante betek<strong>en</strong>is: e<strong>en</strong> beeld van het Paleis op de Dam staat niet alle<strong>en</strong> voor hetPaleis op de Dam, maar kan ook verwijz<strong>en</strong> naar de monarchie, de overheid of de macht. E<strong>en</strong>nader<strong>en</strong>de trein is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nader<strong>en</strong>de trein, maar kan ook e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> zijn voor het einde dertijd<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aarzeling hoeft niet alle<strong>en</strong> op onzekerheid te duid<strong>en</strong> maar kan ook staan voor list <strong>en</strong>bedrog, e<strong>en</strong> roos is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bloem, maar kan ook de liefde symboliser<strong>en</strong>. Niets heeft meerbetek<strong>en</strong>is op zichzelf; betek<strong>en</strong>is ontstaat pas als het tek<strong>en</strong> in verband wordt gebracht met anderetek<strong>en</strong>s in één of ander tek<strong>en</strong>systeem (code), binn<strong>en</strong> of buit<strong>en</strong> de film. Zo'n tek<strong>en</strong>systeem (code) helptons de tek<strong>en</strong>s te interpreter<strong>en</strong>.De semiotiek zelf bestond binn<strong>en</strong> de taalwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> al sinds het begin van de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuwmet als grondlegger Ferdinand de Saussure*. De daarvan afgeleide filmsemiotiek heeft sinds haarontstaan in de jar<strong>en</strong> vijftig echter veel kritiek ondervond<strong>en</strong> vanuit de klassieke film<strong>theorie</strong>. Deklassieke filmtheoretici beschouwd<strong>en</strong> film als e<strong>en</strong> autonome kunstuiting, waarin esthetische waard<strong>en</strong>,persoonlijke visies <strong>en</strong> culturele betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> niet verklaard kond<strong>en</strong> <strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> vanmechanistische structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> wett<strong>en</strong>: kunst <strong>en</strong> haar maatschappelijke waardering, zo vond m<strong>en</strong>,mocht<strong>en</strong> niet t<strong>en</strong> prooi vall<strong>en</strong> aan wet<strong>en</strong>schappelijke analyses <strong>en</strong> method<strong>en</strong>.De filmsemiotici zelf worstel<strong>en</strong> met het probleem dat zij taalkundige method<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> systeem (film) dat strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> niet als e<strong>en</strong> taal kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. In taal is het woord dekleinste e<strong>en</strong>heid van betek<strong>en</strong>is (het semantisch atoom); aan de hand van grammaticale regelskunn<strong>en</strong> grotere betek<strong>en</strong>ise<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> (zinn<strong>en</strong>, alinea's) word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld, waardoor taaluiting<strong>en</strong>tot stand kom<strong>en</strong>. Maar in de film is zo'n kleinste betek<strong>en</strong>ise<strong>en</strong>heid niet aan te wijz<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> shot iszeker niet equival<strong>en</strong>t met e<strong>en</strong> woord, omdat e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel shot vaak al vele tek<strong>en</strong>s bevat (object<strong>en</strong>,handeling<strong>en</strong>, houding<strong>en</strong>, gebar<strong>en</strong>, kleur<strong>en</strong>, compositie, <strong>en</strong>zovoorts). E<strong>en</strong> kleine camerabewegingbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel shot kan al tot e<strong>en</strong> geheel andere betek<strong>en</strong>is leid<strong>en</strong>. Het determiner<strong>en</strong> van allepot<strong>en</strong>tiële betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> shot is dan ook onbegonn<strong>en</strong> werk. Het is absoluut onmogelijke<strong>en</strong>duidige voorschrift<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> hoe alle<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel shot gelez<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>, laat staan datdit voor e<strong>en</strong> hele film gedaan kan word<strong>en</strong>. Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele bouwste<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>de film betek<strong>en</strong>t ook dat er voor film principieel ge<strong>en</strong> grammatica kan bestaan waarmee groterebetek<strong>en</strong>ise<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgebouwd. Film is dus ge<strong>en</strong> taal. Film moet zich wat dat betreftbehelp<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> aantal vaag gedefinieerde cinematografische regels die zich in de loop van de tijdgestaag <strong>en</strong> onvoorspelbaar ontwikkel<strong>en</strong>. De regels, voor zover die er zijn, word<strong>en</strong> impliciet toegepast<strong>en</strong> zijn veelal niet expliciet bek<strong>en</strong>d.De semiotische geschrift<strong>en</strong> zijn door hun complexe, filosofische <strong>en</strong> technische karakter niet altijdev<strong>en</strong> toegankelijk <strong>en</strong> staan soms nogal ver van de film<strong>praktijk</strong>. Ook bestaat er tuss<strong>en</strong> de semioticionderling op veel punt<strong>en</strong> verschil van m<strong>en</strong>ing. Er zijn diverse semiotische modell<strong>en</strong> ontwikkeld op hetgebied van de filmanalyse, maar door de omvang <strong>en</strong> mate van detail van de methodes zijn ze opzichzelf van weinig praktische betek<strong>en</strong>is geblek<strong>en</strong>. Hoewel de semiotici niet de doorbraak hebb<strong>en</strong>bereikt die zich leek aan te di<strong>en</strong><strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> zij wel degelijk e<strong>en</strong> belangrijke invloed gehad op hetd<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over film. We zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal belangrijke concept<strong>en</strong> uit de semiotiek besprek<strong>en</strong>.Het semiotisch perspectiefZoals gezegd gaat de semiotiek ervan uit dat tek<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film hun betek<strong>en</strong>is ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aanrelaties met andere tek<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>systeem (code). Afhankelijk van andere tek<strong>en</strong>s in de filmmoet duidelijk word<strong>en</strong> of de roos als roos moet word<strong>en</strong> opgevat of als symbool voor de liefde.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het interpretatiemechanisme moet eerder als dynamisch dan als statisch word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>, omdat derelaties tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>s gedur<strong>en</strong>de het verloop van e<strong>en</strong> film voortdur<strong>en</strong>d verander<strong>en</strong>. Hettoek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is door de kijker is daarmee e<strong>en</strong> proces van voortdur<strong>en</strong>de afstemming <strong>en</strong>bijstelling tijd<strong>en</strong>s het verloop van de film. In extremo kan dit betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de filmpas in het laatste shot op hun plaats vall<strong>en</strong>, zoals dat in e<strong>en</strong> detectivefilm letterlijk de bedoeling is. Inhet geval van de onderwijsfilm mog<strong>en</strong> we hop<strong>en</strong> dat het met de duidelijkheid wel meevalt, omdat hetdaar meestal niet de bedoeling is moedwillig verwarring te zaai<strong>en</strong>.Binn<strong>en</strong> de film kunn<strong>en</strong> vele soort<strong>en</strong> codes voorkom<strong>en</strong>. Film is immers in staat alle betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vantaal <strong>en</strong> andere cultuuruiting<strong>en</strong> te drag<strong>en</strong> om de e<strong>en</strong>voudige red<strong>en</strong> dat film deze kan reproducer<strong>en</strong> viageluid<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>. Het geluidsspoor omvat de codes voor gesprok<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> muziek; het beeldomvat de codes van de dans (beweging), de schilderkunst (kader), het theater (gedrag, houding,gebar<strong>en</strong>), de literatuur (geschrev<strong>en</strong> tekst), mode (kleding, make-up) <strong>en</strong>zovoorts. Daarbov<strong>en</strong> beschiktfilm over zijn eig<strong>en</strong> filmische codes voor het voortbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is, zoals de montage(tijdsaspect) <strong>en</strong> de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering (ruimtelijk aspect). De grote hoeveelheid verschill<strong>en</strong>de codes diebinn<strong>en</strong> film kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> maakt film tot e<strong>en</strong> uniek communicatiemedium. Vanuit het ontwerp--perspectief is het van belang tot e<strong>en</strong> goede beheersing van die codes te kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verkeerd ofteg<strong>en</strong>strijdig gebruik van codes zal onherroepelijk leid<strong>en</strong> tot verwarring <strong>en</strong> desoriëntatie bij de kijker,met alle ergernis van di<strong>en</strong>. Zolang publiek <strong>en</strong> makers de codes k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> op dezelfde wijze hanter<strong>en</strong>is er ge<strong>en</strong> probleem <strong>en</strong> komt de boodschap over zoals die bedoeld is. De rijkheid aan codes <strong>en</strong> hetontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> strikte grammatica kunn<strong>en</strong> echter gemakkelijk aanleiding gev<strong>en</strong> tot onaang<strong>en</strong>ame<strong>en</strong> onbedoelde misverstand<strong>en</strong>. Niets is erger dan publiek dat op de verkeerde mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> lacht.Maatschappelijke codesDe codes in film mak<strong>en</strong> alle deel uit van e<strong>en</strong> bredere, maatschappelijke context. Het is interessant omna te gaan hoe die codes binn<strong>en</strong> de film functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat dat betek<strong>en</strong>t voor de filmmaker. Alsvoorbeeld kijk<strong>en</strong> we naar de werking van reclame.Reclame bedi<strong>en</strong>t zich in hoge mate van tek<strong>en</strong>s die naar onderligg<strong>en</strong>de impliciete betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>verwijz<strong>en</strong>. De reclamemakers prober<strong>en</strong> het publiek in niet-aflat<strong>en</strong>de campagnes e<strong>en</strong> code te ler<strong>en</strong> dieleidt tot de koop van e<strong>en</strong> produkt. Op e<strong>en</strong> geforceerde wijze wordt e<strong>en</strong> produkt gekoppeld aan e<strong>en</strong>bepaalde sociale klasse, lev<strong>en</strong>sstijl of status. Er wordt dus e<strong>en</strong> kunstmatige code gecreëerd door e<strong>en</strong>relatie te legg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het produkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde betek<strong>en</strong>is of e<strong>en</strong> bepaald imago, bijvoorbeeldde code 'e<strong>en</strong> elektrische dek<strong>en</strong> is warm <strong>en</strong> veilig' of de code 'BMW is snel, degelijk <strong>en</strong> betrouwbaar'.Om acceptatie te vergemakkelijk<strong>en</strong> wordt de boodschap vooral smakelijk opgedi<strong>en</strong>d <strong>en</strong> word<strong>en</strong>kost<strong>en</strong> noch moeite gespaard om de juiste, aang<strong>en</strong>ame sfeer te verbind<strong>en</strong> aan het produkt. Wanneerdie code e<strong>en</strong>maal maatschappelijk voldo<strong>en</strong>de is verankerd <strong>en</strong> geaccepteerd, kan e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tiëlekoper door aanschaf van het produkt de code gebruik<strong>en</strong> om zijn eig<strong>en</strong> maatschappelijke positie teverduidelijk<strong>en</strong>. Voor dit mechanisme is het van belang dat de maatschappelijke codes op e<strong>en</strong>correcte wijze functioner<strong>en</strong>. De veronderstelling daarbij is dat iedere<strong>en</strong> de maatschappelijke codesk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>t <strong>en</strong> ze interpreteert zoals ze bedoeld zijn. Toch verloopt de communicatie regelmatigverkeerd. Het kan zijn dat iemand de codes niet beheerst <strong>en</strong> de 'verkeerde' kleding aanschaft, of de'verkeerde' auto (opa in e<strong>en</strong> Porsche). Vooral de kledingmarkt (mode) is weinig stabiel. Wat vandaagnog in is, is morg<strong>en</strong> weer uit. Het probleem van dit soort codes is dat de relaties (associaties) binn<strong>en</strong>het tek<strong>en</strong>systeem vaak arbitrair <strong>en</strong> kunstmatig zijn <strong>en</strong> snel kunn<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>. Iedere<strong>en</strong> isafhankelijk van de actuele tek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> codes <strong>en</strong> hoewel iedere<strong>en</strong> zoveel mogelijk probeert met dieverandering<strong>en</strong> mee te groei<strong>en</strong>, gaat het toch vaak fout.Soms kunn<strong>en</strong> zich incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (catastrofes) voordo<strong>en</strong> waardoor betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> plotseling wijzig<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>commercial van de KLM waarin e<strong>en</strong> zwaan in slowmotion door de vluchtverkeersleiding veilig totlanding wordt gepraat, ontmoette vlak na de vliegramp in de Bijlmer in 1992 weinig waardering <strong>en</strong> konzelfs <strong>en</strong>kele maand<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> uitgezond<strong>en</strong> (in 1993 werd<strong>en</strong> de uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> hervat <strong>en</strong> werd decampagne bekroond met e<strong>en</strong> 'Bronz<strong>en</strong> Effie', e<strong>en</strong> reclameprijs).Het kan ook zijn dat de reclamemakers e<strong>en</strong> verkeerde inschatting hebb<strong>en</strong> gemaakt van de matewaarin de doelgroep de codes beheerst. De branchever<strong>en</strong>iging voor uitvaartbedrijv<strong>en</strong> (AVVL)adverteerde met de slogan 'Is er koffie na de dood?!'. Maar niet iedere<strong>en</strong> zag hier de lol van in. Na<strong>en</strong>ige protest<strong>en</strong> moest de campagne word<strong>en</strong> gestaakt omdat voor e<strong>en</strong> averechts effect voor hetimago gevreesd werd. Doelgroep<strong>en</strong>onderzoek moet daarom e<strong>en</strong> brede oriëntatie inhoud<strong>en</strong> op alle<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


aspect<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong>d zijn voor het soort codes dat moet word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de mate vanbeheersing daarvan. Ook voor de makers van onderwijsmiddel<strong>en</strong> heeft dat consequ<strong>en</strong>ties. De k<strong>en</strong>nisover de doelgroep moet zich niet alle<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> tot de voork<strong>en</strong>nis waarover zij beschikt (inhoudelijk<strong>en</strong>iveau) of karakteristiek<strong>en</strong> als de mate van zelfstandigheid, studeervaardigheid (onderwijskundigniveau), maar di<strong>en</strong>t zich ook uit te strekk<strong>en</strong> tot karakteristiek<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de maatschappelijkepositie, persoonlijke leefomstandighed<strong>en</strong>, leeftijd, hobbies, <strong>en</strong> ook met meer 'gevoelige'gegev<strong>en</strong>s als inkom<strong>en</strong>, politieke voorkeur<strong>en</strong>, sociale <strong>en</strong> culturele gedragspatron<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoorts. Hetzal duidelijk zijn dat er gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn aan hetge<strong>en</strong> in kaart kan word<strong>en</strong> gebracht, niet alle<strong>en</strong> ompraktische red<strong>en</strong><strong>en</strong> maar ook met het oog op het privacy-aspect. Niettemin betek<strong>en</strong>t de w<strong>en</strong>s toteffectieve communicatie dat brede informatie over de doelgroep noodzakelijk is. De conclusies uithoofdstuk drie word<strong>en</strong> hiermee extra aangescherpt.Semiotisch begripp<strong>en</strong>kaderDe semiotiek maakt in haar b<strong>en</strong>adering van film gebruik van e<strong>en</strong> aantal taalkundige concept<strong>en</strong>, die inbelangrijke mate bijdrag<strong>en</strong> aan het inzicht in de werking van audiovisuele communicatiemechanism<strong>en</strong>.De audiovisueel ontwerper moet deze mechanism<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong>, maarook kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, tracer<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>.Binn<strong>en</strong> de semiotiek bestaat e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> uit twee del<strong>en</strong>: de uiterlijke vorm van het tek<strong>en</strong> (deaanduiding) <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waar die aanduiding voor staat (de betek<strong>en</strong>is).Het woord 'bloemetjesbehang' di<strong>en</strong>t als aanduiding van papier met e<strong>en</strong> bloemetjesmotief dat terdecoratie van kamermur<strong>en</strong> wordt gebruikt 6 .De relatie tuss<strong>en</strong> aanduiding <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is is vaak arbitrair. Er is ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong>constructie waarin je kunt won<strong>en</strong> aan te duid<strong>en</strong> met de letters h-u-i-s. Het gaat om e<strong>en</strong> willekeurige,collectieve afspraak waarbij er ge<strong>en</strong> verband is tuss<strong>en</strong> de aanduiding <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is. Deze vormvan coder<strong>en</strong> heet digitaal. E<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> digitale codering vind<strong>en</strong> we in het alfabet (geschrev<strong>en</strong>taal) <strong>en</strong> in het morseschrift. De nadruk bij de communicatie via digitale codering ligt op het k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>van de conv<strong>en</strong>ties. Woll<strong>en</strong>* hanteert in plaats van digitaal de term 'symbolisch'.Bij beeld<strong>en</strong> is er vaak e<strong>en</strong> veel directere overe<strong>en</strong>komst (analogie) tuss<strong>en</strong> de aanduiding <strong>en</strong> debetek<strong>en</strong>is. Bij de afbeelding van e<strong>en</strong> huis spel<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ties of afsprak<strong>en</strong> doorgaans ge<strong>en</strong> rol: deafbeelding lijkt sterk op hetge<strong>en</strong> wordt bedoeld. We sprek<strong>en</strong> dan van e<strong>en</strong> analoge codering (Pierce<strong>en</strong> Woll<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> hiervoor de term 'iconisch'). Bij e<strong>en</strong> analoge codering gaat het niet om hetk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, maar om het hérk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Goede pictogramm<strong>en</strong> zijn sterk analoog vankarakter. Vaak bevatt<strong>en</strong> ze echter ook digitale elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (afsprak<strong>en</strong>), zoals bij verkeersbord<strong>en</strong>. Ook6 Samson* gebruikt de term<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tant <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>t. In het Engels hanteert m<strong>en</strong> de term<strong>en</strong>'signifier' <strong>en</strong> 'signified', in het Frans respectievelijk 'signifiant' <strong>en</strong> 'signifié'.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


film bevat vaak digitale (symbolische) elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, bijvoorbeeld het gebruik van bepaalde kleding (e<strong>en</strong>uniform) of in e<strong>en</strong> dialoog.Daar staat teg<strong>en</strong>over dat ook in (gesprok<strong>en</strong>) taal analoge codering<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Veel woord<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeldschilder<strong>en</strong>d (iconisch) of klankschilder<strong>en</strong>d/klanknaboots<strong>en</strong>d (onomatopoëtisch)effect. Bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> als 'flits', 'smakk<strong>en</strong>', 'boem', 'hoest', 'mompel<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'brompot'.M<strong>en</strong> vermoedt (zie Gardner*) dat de verwerking van digitale <strong>en</strong> analoge informatie in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> opverschill<strong>en</strong>de wijze plaatsvindt. In sommige gevall<strong>en</strong> treedt e<strong>en</strong> betere verwerking van informatie opwanneer de informatie tegelijkertijd via verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong> wordt aangebod<strong>en</strong> (simultaneredundantie), bij voorkeur digitaal gekoppeld aan analoog. Bijvoorbeeld wanneer woord<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gekoppeld aan beeld<strong>en</strong>. Onderzoek hierover levert echter weinig e<strong>en</strong>duidige conclusies op. Wekom<strong>en</strong> hierop terug in hoofdstuk acht.Woll<strong>en</strong>* hanteert in navolging van de filosoof Peirce nog e<strong>en</strong> derde soort codering, de index, die zijplaats<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het symbool <strong>en</strong> het icoon. Bij de index is de relatie tuss<strong>en</strong> aanduiding <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isniet volstrekt arbitrair (digitaal) <strong>en</strong> ook niet gebaseerd op e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst (analoog). De boodschap'het is warm' kan bijvoorbeeld word<strong>en</strong> aangeduid met e<strong>en</strong> zwet<strong>en</strong>d voorhoofd. Het zweet is dan e<strong>en</strong>index voor het begrip 'hitte'. De relatie tuss<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> aanduiding is in dit geval causaal: hitteveroorzaakt zweet. In eerste instantie zal de analoge of iconische betek<strong>en</strong>is van dit beeld ('zweet')dominer<strong>en</strong>. Afhankelijk van zijn kijkvaardighed<strong>en</strong> is de toeschouwer al dan niet in staat ook desubtielere indexicale betek<strong>en</strong>is ('hitte') te doorzi<strong>en</strong>. Deze constatering houdt dus in dat e<strong>en</strong> actieve,ervar<strong>en</strong> kijker meer ziet dan e<strong>en</strong> passieve, onervar<strong>en</strong> kijker (zie ook Postman*).D<strong>en</strong>otatieve <strong>en</strong> connotatieve betek<strong>en</strong>isE<strong>en</strong> probleem is dat e<strong>en</strong> aanduiding vaak meerdere betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>. De lezer kan zich bijhet woord 'huis' alles voor de geest hal<strong>en</strong> dat 'huis' g<strong>en</strong>oemd mag word<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> flat, e<strong>en</strong> bungalow,e<strong>en</strong> rijtjeshuis, e<strong>en</strong> bejaard<strong>en</strong>huis, misschi<strong>en</strong> het huis van de lezer zelf, of misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer figuurlijkebetek<strong>en</strong>is als vaderland, moederschoot of geborg<strong>en</strong>heid. Zonder context kan de lezer nietbepal<strong>en</strong> in welke betek<strong>en</strong>is het wordt bedoeld. Het geïsoleerde woord 'huis' staat slechts voor e<strong>en</strong>abstract idee, e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> concept, dat iets met won<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> dat in principe allepot<strong>en</strong>tiële betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van 'huis' afdekt. Deze op zichzelfstaande betek<strong>en</strong>is wordt d<strong>en</strong>otatieve betek<strong>en</strong>isg<strong>en</strong>oemd. M<strong>en</strong> zou ook kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van primaire, directe, letterlijke, inher<strong>en</strong>te, of manifestebetek<strong>en</strong>is.Maar e<strong>en</strong> woord wordt zeld<strong>en</strong> geïsoleerd gebruikt. E<strong>en</strong> woord maakt altijd deel uit van e<strong>en</strong> reeks vanwoord<strong>en</strong> (zinn<strong>en</strong>, alinea's <strong>en</strong> hoofdstukk<strong>en</strong>) die e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle context vorm<strong>en</strong> waaruit duidelijkmoet word<strong>en</strong> welke connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> bedoeld zijn. Bij de connotatieve betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong>woord gaat het om e<strong>en</strong> onderligg<strong>en</strong>de, verborg<strong>en</strong>, indirecte, secundaire of meer specifieke betek<strong>en</strong>is.Uit het zinsverband <strong>en</strong> de loop van het verhaal moet de lezer prober<strong>en</strong> af te leid<strong>en</strong> welk soort 'huis'bedoeld wordt. Lat<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de tekst e<strong>en</strong>s bekijk<strong>en</strong>:Dreig<strong>en</strong>d stond hij op de kansel. 'In dit huis wordt niet gevloekt' bulderde het uit allehoek<strong>en</strong>.Het woord 'huis' staat in dit voorbeeld k<strong>en</strong>nelijk voor 'kerk' of 'Huis van God'. Het woord kanselverwijst daar immers ook naar. Het bulder<strong>en</strong> uit alle hoek<strong>en</strong> maakt aan alle twijfels e<strong>en</strong> einde: ditmoet wel e<strong>en</strong> grote, holle ruimte zijn waar echo <strong>en</strong> nagalm vrij spel hebb<strong>en</strong>. De connotatie gaat nogverder. Het is niet de auteur die het woord 'huis' gebruikt maar e<strong>en</strong> persoon binn<strong>en</strong> het verhaal. Diepersoon, wellicht e<strong>en</strong> dominee, staat op de kansel <strong>en</strong> veegt zijn toehoorders, kerkgangers misschi<strong>en</strong>,de mantel uit ('dreig<strong>en</strong>d', 'bulder<strong>en</strong>'). Doordat hij spreekt over 'dit huis' in plaats van 'deze kerk'ontstaat er e<strong>en</strong> spanningsverhog<strong>en</strong>d contrast tuss<strong>en</strong> de gebod<strong>en</strong> gastvrijheid <strong>en</strong> het beschaamdevertrouw<strong>en</strong> van de gastheer. De toehoorders zijn te gast in andermans territorium ('dit huis') <strong>en</strong>mog<strong>en</strong> daar 'veiligheid' <strong>en</strong> 'geborg<strong>en</strong>heid' ('huis') verwacht<strong>en</strong>. Het k<strong>en</strong>nelijk met voet<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> van deregels van het huis ('gevloekt') levert e<strong>en</strong> pijnlijke oppositie tuss<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschap <strong>en</strong> vijandschap.De connotaties die word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nauwkeurige specificatie van deboodschap in term<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betere begripsbepaling, maar zijn in veel gevall<strong>en</strong> ook gevoelsmatig<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


van aard. Als het woord 'huis' zo wordt gebruikt dat 'geborg<strong>en</strong>heid' bedoeld wordt, dan betreft dieverwijzing niet alle<strong>en</strong> geborg<strong>en</strong>heid als kaal begrip of als betek<strong>en</strong>isvolle definitie, maar ook allerleimoeilijk te duid<strong>en</strong>, impliciete, associaties die de emotionele gesteldheid van de lezer beïnvloed<strong>en</strong>:gevoel<strong>en</strong>s van gelukzaligheid, verdriet, warmte of angst, die zich uit<strong>en</strong> in rode wang<strong>en</strong>, tran<strong>en</strong>, kouderilling<strong>en</strong> of hartklopping<strong>en</strong>.De kracht van taal ligt juist vooral in de connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. Decontext die wordt gebod<strong>en</strong> door woordkeuze, zinsbouw <strong>en</strong> de verhaallijn, maar ook de persoon <strong>en</strong>positie van de schrijver veroorzak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> subtiel spel tuss<strong>en</strong> d<strong>en</strong>otatie <strong>en</strong> connotatie dat de constructievan preciese <strong>en</strong> g<strong>en</strong>uanceerde boodschapp<strong>en</strong> mogelijk maakt. De duiding van tekst<strong>en</strong> is daarme<strong>en</strong>og ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak -bijbelduiding is daarvan e<strong>en</strong> pregnant voorbeeld. De lezer moet zichvoortdur<strong>en</strong>d inspann<strong>en</strong> om de bedoelde connotaties te achterhal<strong>en</strong>. Aan de andere kant rust op deauteur de taak om onbedoelde connotaties bij de lezer te vermijd<strong>en</strong>.Als ook binn<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong> context de betek<strong>en</strong>is van e<strong>en</strong> tekst onvoldo<strong>en</strong>de duidelijk wordt, dan zijner vier mogelijkhed<strong>en</strong>:òf de gehanteerde codes van de auteur sluit<strong>en</strong> niet aan bij de codes van de lezers(misverstand<strong>en</strong>),òf sprake van e<strong>en</strong> slecht geschrev<strong>en</strong> stuk (onhelder taalgebruik),òf er wordt gepoogd de werkelijke bedoeling<strong>en</strong> te verhull<strong>en</strong> (diplomatieke taal),òf de meerduidigheid is met opzet ingebouwd (bijvoorbeeld om e<strong>en</strong> discussie los te mak<strong>en</strong> ofom de lezer ruimte voor eig<strong>en</strong> interpretatie te bied<strong>en</strong>).D<strong>en</strong>otatie <strong>en</strong> connotatie in filmOok in film hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met d<strong>en</strong>otaties <strong>en</strong> connotaties. E<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> huis is door zijnanaloge karakter veel specifieker dan het woord 'huis'. Zoals we gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kan het woord nogvan alles betek<strong>en</strong><strong>en</strong>.Het beeld van e<strong>en</strong> huis laat weinig te rad<strong>en</strong> over. Het zegt: 'hier is e<strong>en</strong> huis, <strong>en</strong> niet zo maar e<strong>en</strong> huis,maar dít huis in het bijzonder'. Alle details van het huis word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> grote mate vannatuurgetrouwheid aan de kijker getoond. Het beeld is uitgesprok<strong>en</strong> d<strong>en</strong>otatief waar het gaat omconcrete betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> als huiz<strong>en</strong>, voorwerp<strong>en</strong>, verschijnsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong> uit de fysieke realiteit.Monaco* concludeert dat taal in dat opzicht veel suggestiever is dan film, omdat met taal veel meerassociaties zijn op te roep<strong>en</strong>: film suggereert niet maar film stelt! En daarin ligt volg<strong>en</strong>s Monaco ookhet gevaar, omdat film pret<strong>en</strong>deert de zog<strong>en</strong>aamde 'waarheid' te ton<strong>en</strong>. Hij stelt dat de kijker zichmoet wap<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> deze opgedrong<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. De kijker moet ler<strong>en</strong> hoe films 'gelez<strong>en</strong>'moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> door kunn<strong>en</strong> dring<strong>en</strong> tot de onderligg<strong>en</strong>de connotaties. Hoe beter hijdaartoe in staat is, des te beter zal hij de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> duid<strong>en</strong> <strong>en</strong> des te meer macht zal hijbezitt<strong>en</strong> over het medium.De keerzijde van het d<strong>en</strong>otatieve karakter van film is dat het uitbeeld<strong>en</strong> van abstracte ideeën defilmmakers altijd weer voor problem<strong>en</strong> stelt. Woord<strong>en</strong> als 'e<strong>en</strong>zaamheid', 'armoede' of 'vrede' k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>weliswaar vele nuances, maar zull<strong>en</strong> als woord zeld<strong>en</strong> tot misverstand<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong>. Maar hoekunn<strong>en</strong> we het begrip 'e<strong>en</strong>zaamheid' in beeld<strong>en</strong> vang<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> uitgestrekte vlakte met daarin e<strong>en</strong>nietig silhouet van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s? Verwarr<strong>en</strong>d, want dat zou ook 'ruimte' of 'vrijheid' kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong>.En wat betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> duif met e<strong>en</strong> takje in zijn snavel: de d<strong>en</strong>otatie 'duif met e<strong>en</strong> takjein zijn snavel' (analoog) of de connotatie 'vrede' (digitaal)? Beeld<strong>en</strong> zijn dus wel degelijk meerduidig<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> soms vele connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> omvat film e<strong>en</strong> veelheid aanbestaande maatschappelijke <strong>en</strong> culturele codes (dans, taal, muziek, gebaar, mode, <strong>en</strong>z.) <strong>en</strong> isdaarmee in staat alle daaraan gekoppelde d<strong>en</strong>otatieve <strong>en</strong> connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> over tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Door die meerduidigheid dreigt de communicatie echter betek<strong>en</strong>isloos te word<strong>en</strong>. Net als inde taal zal ook hier de context duidelijk moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> hoe we de boodschap moet<strong>en</strong> verstaan. Iederbeeld, woord of gebaar in e<strong>en</strong> film is ingebed binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> reeks van sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de tek<strong>en</strong>s diebepal<strong>en</strong>d zijn voor de betek<strong>en</strong>is die eraan kan word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. En net als de schrijver moet ookde filmmaker voldo<strong>en</strong>de anticiper<strong>en</strong> op ongew<strong>en</strong>ste connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die de ontvanger aanhet tek<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goed inzicht in de wijze waarop de context van invloed is ophet beschrijv<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>otatieve <strong>en</strong> connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> is daarvoor onontbeerlijk. Webesprek<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de filmische context, de maatschappelijke context <strong>en</strong> de metacommu-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


nicatieve context.De filmische contextE<strong>en</strong> communicatietek<strong>en</strong> staat nooit op zichzelf, maar maakt altijd deel uit van e<strong>en</strong> tekstuele offilmische context van tek<strong>en</strong>s die voor e<strong>en</strong> groot deel de (connotatieve) betek<strong>en</strong>is van dat tek<strong>en</strong>bepaalt. In tekst<strong>en</strong> zijn het de woordkeuze, de zinsbouw, de schrijfstijl <strong>en</strong> de verhaallijn die de contextvorm<strong>en</strong>, in film is het de manier waarop filmische middel<strong>en</strong>, zoals montage <strong>en</strong> <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering, zijngebruikt om het verhaal vorm te gev<strong>en</strong>. De semiotiek onderscheidt twee soort<strong>en</strong> connotatie: desyntagmatische connotatie <strong>en</strong> de paradigmatische connotatie.De syntagmatische connotatie van e<strong>en</strong> filmisch tek<strong>en</strong> wordt bepaald door de tijdsvolgorde waarin detek<strong>en</strong>s (syntagma's) word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> geïsoleerd shot van e<strong>en</strong> huis heeft alle<strong>en</strong> ded<strong>en</strong>otatieve betek<strong>en</strong>is '...hier is dit huis'. Door de shots die er aan vooraf gaan of die erop volg<strong>en</strong> kanhet shot e<strong>en</strong> andere of diepere betek<strong>en</strong>is krijg<strong>en</strong>, bijvoorbeeld 'hier is het huis waar zojuist e<strong>en</strong> moordis gepleegd'. Binn<strong>en</strong> de semiotiek is veel aandacht besteed aan de syntagmatische analyse van film,omdat het lineaire of sequ<strong>en</strong>tiële aspect zo eig<strong>en</strong> is aan film. De manier waarop e<strong>en</strong> film isgemonteerd (de filmmontage), is de bepal<strong>en</strong>de factor voor de duiding van syntagmatischeconnotaties.De paradigmatische connotatie wordt bepaald door de specifieke keuze van de maker voor e<strong>en</strong>bepaald tek<strong>en</strong>. Het ton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bepaald tek<strong>en</strong> impliceert het niet-ton<strong>en</strong> van vele andere mogelijketek<strong>en</strong>s. De stelling is dat de betek<strong>en</strong>is die ontstaat niet alle<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hangt met wat we te zi<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>maar ev<strong>en</strong>zeer met wat we niet te zi<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>! In taal betreft dit de woordkeus: bijvoorbeeld door niethet woord 'kerk' te gebruik<strong>en</strong>, maar het woord 'huis'. De auteur maakt e<strong>en</strong> keuze uit alle mogelijkewoord<strong>en</strong> (het hele paradigma van mogelijk bruikbare aanduiding<strong>en</strong>: kerk, huis, tempel, woning, kapel,gewijde plaats, heiligdom, toevluchtsoord, <strong>en</strong>zovoorts). Met de keuze 'huis' wordt ook duidelijk wat deschrijver niet heeft gekoz<strong>en</strong>.Op vergelijkbare wijze maakt de filmer e<strong>en</strong> keuze uit allerlei mogelijke filmische tek<strong>en</strong>s. Zo kan e<strong>en</strong>shot van 'het huis waar de moord is gepleegd' op oneindig veel manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>(dichtbij, veraf, van links, van rechts, zw<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d, zoom<strong>en</strong>d, van bov<strong>en</strong>, vanuit e<strong>en</strong> laag standpunt, metof zonder kleurfilters, bij dag of bij nacht, <strong>en</strong>zovoorts). De filmer maakt zijn keuze <strong>en</strong> induceert met diekeuze e<strong>en</strong> paradigmatische connotatie die berust op e<strong>en</strong> bewuste of onbewuste vergelijking van hetbewuste shot met allerlei niet-getoonde shots. Als de filmer kiest voor e<strong>en</strong> opname overdag heeft date<strong>en</strong> zekere betek<strong>en</strong>is. E<strong>en</strong> opname in het donker zou tot andere connotaties leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus tot e<strong>en</strong>andere betek<strong>en</strong>is. In taalkundige term<strong>en</strong> is hier sprake van e<strong>en</strong> 'binaire oppositie' tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds hetgekoz<strong>en</strong> shot <strong>en</strong> anderzijds alle niet-gekoz<strong>en</strong> shots. Oppositie wordt binn<strong>en</strong> de taalwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> belangrijke bron van betek<strong>en</strong>is gezi<strong>en</strong>. Opposities implicer<strong>en</strong> immers verschill<strong>en</strong>. Zonderverschill<strong>en</strong> ontstaat er ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is.De paradigmatische connotatie ontstaat niet door de montage, maar door de keuze voor e<strong>en</strong>specifiek shot t<strong>en</strong> koste van e<strong>en</strong> groot aantal andere mogelijke shots. In filmische term<strong>en</strong>: door de<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering.Uitgaande van de sequ<strong>en</strong>tiële structuur van film kunn<strong>en</strong> we de syntagmatische <strong>en</strong> paradigmatischedim<strong>en</strong>sies loodrecht op elkaar weergev<strong>en</strong>. De syntagmatische as betreft de ope<strong>en</strong>volging vanafzonderlijke shots <strong>en</strong> loopt dus parallel aan de tijd. De paradigmatische as staat daar haaks op <strong>en</strong>beschrijft voor elk shot alle d<strong>en</strong>kbare mogelijkhed<strong>en</strong> die de maker heeft om het shot in te vull<strong>en</strong>.Beide mechanism<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle context waarbinn<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>s functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong>waarbinn<strong>en</strong> connotaties optred<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De beide betek<strong>en</strong>isass<strong>en</strong> symboliser<strong>en</strong> de kern van de ontwerpproblematiek. De eersteontwerpvraag is: wat neem je op <strong>en</strong> hoe doe je dat (paradigmatische keuzes)? Delogische vraag die daarmee sam<strong>en</strong>hangt is: hoe pres<strong>en</strong>teer je hetge<strong>en</strong> isopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, ofwel hoe monteer je de film (syntagmatiek)?De culturele contextE<strong>en</strong> veelgebruikt Hollywood-cliché is het beeld van vall<strong>en</strong>de kal<strong>en</strong>derblaadjes: 'de tijd verstrijkt.'Hoewel we dit beeld teg<strong>en</strong>woordig zeld<strong>en</strong> meer teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> -want wie wil er clichés gebruik<strong>en</strong>-, ishet e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> effectief stijlmiddel om met concrete beeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> abstracte betek<strong>en</strong>is opte roep<strong>en</strong>. Op basis van onze culturele context waarin we het afscheur<strong>en</strong> van kal<strong>en</strong>derblaadjesassociër<strong>en</strong> met het verstrijk<strong>en</strong> van de tijd zijn we allemaal direct in staat de connotatieve betek<strong>en</strong>isvan dit beeld te doorzi<strong>en</strong>; niemand zal zich bij deze beeld<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> wat er toch met die kal<strong>en</strong>deraan de hand is (d<strong>en</strong>otatieve betek<strong>en</strong>is).Hoewel de film hiervoor zijn eig<strong>en</strong> codes ontwikkelt, is de oorsprong van deze vorm vanbetek<strong>en</strong>isoverdracht te vind<strong>en</strong> in de taal. De verzamelnaam van deze stijlfigur<strong>en</strong> is trop<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> tropeis e<strong>en</strong> stijlvorm met als k<strong>en</strong>merk e<strong>en</strong> sterk overdrachtelijk, figuurlijk of beeld<strong>en</strong>d taalgebruik (vanGorp*). Zo verwijst 'e<strong>en</strong> zwarte dag' zeer waarschijnlijk niet naar e<strong>en</strong> dag waarop de straatverlichtingmoet blijv<strong>en</strong> brand<strong>en</strong>, maar naar e<strong>en</strong> dag of gebeurt<strong>en</strong>is die tot grote droefheid of treurnis aanleidinggeeft. Trop<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de taal niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verrijk<strong>en</strong>de functie, maar zorg<strong>en</strong> ook voor e<strong>en</strong>koppeling van abstracte begripp<strong>en</strong> aan meer concrete beeld<strong>en</strong>.Ge<strong>en</strong> wonder dat de trope ook binn<strong>en</strong> de audiovisuele media e<strong>en</strong> belangrijk stijlmiddel is. Filmerszi<strong>en</strong> zich immers vaak voor de taak gesteld om ook minder concrete zak<strong>en</strong> adequaat te visualiser<strong>en</strong><strong>en</strong> gaan daarom op zoek naar effectieve <strong>en</strong> aantrekkelijke filmische trop<strong>en</strong>. Het abstracte begrip 'detijd verstrijkt' wordt uitgebeeld met het concrete beeld van 'vall<strong>en</strong>de kal<strong>en</strong>derblaadjes'. De culturelecontext bepaalt hier de connotatieve betek<strong>en</strong>is van het gebruikte tek<strong>en</strong>. In de term<strong>en</strong> van Peirce <strong>en</strong>Woll<strong>en</strong>* hebb<strong>en</strong> we hier (althans aanvankelijk) te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> index: de relatie tuss<strong>en</strong> aanduiding<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is is noch arbitrair (symbolisch) noch analoog (iconisch), maar wel inher<strong>en</strong>t.De trop<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> uite<strong>en</strong> in metafor<strong>en</strong> <strong>en</strong> metonymia's. Beide vorm<strong>en</strong> zijn voor film van belang.De metafoorDe metafoor is e<strong>en</strong> figuurlijke uitdrukking die berust op e<strong>en</strong> vergelijking met iets anders. 'Lijkbleek','e<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> toekomst' <strong>en</strong> 'ijzersterk' zijn zuivere metafor<strong>en</strong>. Er is sprake van e<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>de vergelijkingvan twee term<strong>en</strong> ('hij is zo bleek als e<strong>en</strong> lijk'). De vergelijkingswoord<strong>en</strong> als, zoals of gelijk word<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


meestal weggelat<strong>en</strong>.In film kan de metafoor word<strong>en</strong> gebruikt op het niveau van concrete beeld<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> langzaam dov<strong>en</strong>dekaars kan staan voor de intred<strong>en</strong>de dood, de opkom<strong>en</strong>de zon voor e<strong>en</strong> nieuw tijdperk <strong>en</strong> e<strong>en</strong>opstek<strong>en</strong>de storm of losbarst<strong>en</strong>de onweersbui voor dreig<strong>en</strong>d onheil 7 . Ook de vall<strong>en</strong>de kal<strong>en</strong>derblaadjeskunn<strong>en</strong> als metafoor word<strong>en</strong> opgevat.Metafor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ook veel voor op het niveau van de verhaalstructuur. E<strong>en</strong> reis van de hoofdpersoonkan bijvoorbeeld staan voor 'het lev<strong>en</strong>'. Handeling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hoofdpersoon hebb<strong>en</strong> meestal e<strong>en</strong>exemplarische functie <strong>en</strong> staan vaak model voor het gedrag van 'de m<strong>en</strong>s' in het algeme<strong>en</strong> of vanspecifieke groepering<strong>en</strong> in het bijzonder (parabels, satire). En tot slot: bij parallelle verhaallijn<strong>en</strong>fungeert de <strong>en</strong>e gebeurt<strong>en</strong>is vaak als metafoor voor de andere.De metonymiaDe metonymia is het complem<strong>en</strong>t van de metafoor. Hier gaat het om alle figuurlijke uitdrukking<strong>en</strong>waarbij ge<strong>en</strong> sprake is van e<strong>en</strong> vergelijking van twee term<strong>en</strong>. De relatie tuss<strong>en</strong> de twee term<strong>en</strong> is nuvan andere aard, bijvoorbeeld:-relatie oorzaak-gevolg: 'hij heeft zijn tong verlor<strong>en</strong>'.In plaats van het gevolg, 'de spraak verliez<strong>en</strong>', wordt e<strong>en</strong> mogelijke oorzaak g<strong>en</strong>oemd (metalepsis).-relatie schrijver-boek: 'Ik lees Hermans'.In plaats van de schrijver wordt zijn produkt g<strong>en</strong>oemd (eponiem).-relatie naar omvang: 'het volk spreekt'.In plaats van e<strong>en</strong> deel (e<strong>en</strong> woordvoerder van het volk) wordt het geheel (het volk) g<strong>en</strong>oemd(totum pro parte; geheel voor het deel).-relatie naar omvang: 'het gro<strong>en</strong>e lak<strong>en</strong>.In plaats van het geheel (het biljart) wordt e<strong>en</strong> deel g<strong>en</strong>oemd (het lak<strong>en</strong>) (pars pro toto; deelvoor het geheel).In film wordt de metonymia zeer frequ<strong>en</strong>t gebruikt. Het scor<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> willekeurig film- oftelevisiefragm<strong>en</strong>t is met de hand niet bij te houd<strong>en</strong>. De codes van de lichaamstaal, zoals houding <strong>en</strong>gebaar zijn deels metonymisch van aard, omdat het uitw<strong>en</strong>dige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn van de niet-zichtbare(<strong>en</strong> dus abstracte) gemoedstoestand (relatie inw<strong>en</strong>dig-uitw<strong>en</strong>dig). Beeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> laboratorium metonbegrijpelijke, ingewikkelde apparatuur staan voor de 'wet<strong>en</strong>schap' (relatie deel-geheel). Datzelfdegeldt voor de doctorandus die op standaardwijze als alwet<strong>en</strong>de deskundige wordt geïnterviewd.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op straat, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> telel<strong>en</strong>s staan voor de hele 'maatschappij'. Ook deonberispelijke held die staat voor al het goede <strong>en</strong> de meedog<strong>en</strong>loze schurk die staat voor al hetkwade vorm<strong>en</strong> metonymia's. Monaco* geeft e<strong>en</strong> aantal aansprek<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> van metonymia'sin speelfilms. We volstaan hier met e<strong>en</strong> beeld uit 'La Chinoise' van Godard (1967) waarin de linksradicalehoofdrolspeelster zich met e<strong>en</strong> pistool heeft verschanst achter e<strong>en</strong> barricade die is opgetrokk<strong>en</strong>uit e<strong>en</strong> stapel rode boekjes: gedekt door de Maoïstische <strong>theorie</strong> wil ze de aanval inzett<strong>en</strong> op debestaande orde.De originaliteit van e<strong>en</strong> film wordt voor e<strong>en</strong> groot deel bepaald door de mate waarin de maker er inslaagt nieuwe <strong>en</strong> subtiele trop<strong>en</strong> (indices) te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Zo'n nieuwe index zal na verloop van tijdonderdeel gaan uitmak<strong>en</strong> van de gangbare filmconv<strong>en</strong>ties, waarmee dus e<strong>en</strong> verrijking van de 'filmtaal'is bewerkstelligd.Na verloop van tijd verliez<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>de uitdrukking<strong>en</strong> echter hun beeld<strong>en</strong>de kracht. Het publiek'vergeet' op d<strong>en</strong> duur wat de red<strong>en</strong> was om voor e<strong>en</strong> bepaald begrip juist die <strong>en</strong>e aanduiding tekiez<strong>en</strong>. Wie d<strong>en</strong>kt er bij 'de voet van e<strong>en</strong> berg' nog aan e<strong>en</strong> echte 'voet'? De beeld<strong>en</strong>de connotaties7 Het zou onjuist zijn deze concretisering<strong>en</strong> op te vatt<strong>en</strong> als iconische of analoge informatie. Er isweliswaar sprake van e<strong>en</strong> analogie omdat de beeld<strong>en</strong> zijn gekoz<strong>en</strong> op grond van overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de aanduiding (dov<strong>en</strong>de kaars) <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is (intred<strong>en</strong>de dood), maar die overe<strong>en</strong>komstbetreft hier slechts e<strong>en</strong> abstracte notie ('ophoud<strong>en</strong> te bestaan') <strong>en</strong> niet de uiterlijke vorm. Dezemetafor<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> daarom tot de index.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verander<strong>en</strong> daardoor geleidelijk in d<strong>en</strong>otaties. De onderligg<strong>en</strong>de associatie wordt na verloop van tijde<strong>en</strong> conv<strong>en</strong>tie waarin de relatie tuss<strong>en</strong> aanduiding <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is niet meer wordt gevoeld: het tek<strong>en</strong>verandert van index naar symbool. Daarmee verliest het tek<strong>en</strong> zijn subtiliteit <strong>en</strong> verwordt gemakkelijktot e<strong>en</strong> cliché: de vall<strong>en</strong>de kal<strong>en</strong>derblaadjes voor 'de tijd verstrijkt', het straatbeeld voor 'demaatschappij', de computer voor 'geavanceerd' <strong>en</strong> de alwet<strong>en</strong>de deskundige voor 'de wet<strong>en</strong>schap'zijn niet bepaald trop<strong>en</strong> die op dit mom<strong>en</strong>t nog uitblink<strong>en</strong> door verbeeldingskracht.Het is de uitdaging voor de filmmakers om voortdur<strong>en</strong>d nieuwe trop<strong>en</strong> (indexicale aanduiding<strong>en</strong>) tevind<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee bij te drag<strong>en</strong> aan de verdere ontwikkeling <strong>en</strong> vernieuwing van de filmische code.Sam<strong>en</strong>gevat kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat de troop e<strong>en</strong> rijk <strong>en</strong> krachtig stijlmiddel is om abstracte begripp<strong>en</strong>te koppel<strong>en</strong> aan concrete beeld<strong>en</strong>. De connotaties die hierbij optred<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevoed vanuit deculturele context.De metacommunicatieve contextWie beweert dat vrouw<strong>en</strong> dom zijn kan er stellig op rek<strong>en</strong><strong>en</strong> van vrouwonvri<strong>en</strong>delijk gedrag of zelfsdiscriminatie te word<strong>en</strong> beticht. Maar niet iedere boodschap moet letterlijk word<strong>en</strong> opgevat. Betek<strong>en</strong>isontstaat niet alle<strong>en</strong> uit de letterlijke inhoud van de boodschap maar ook op grond van de contextwaarin de uitspraak wordt gedaan: de situatie waarin de boodschap wordt verkondigd, het doelwaarmee dat gebeurt, de persoon die het doet, de manier waarop het gebeurt <strong>en</strong> de situatie waarinde ontvanger van de boodschap zich bevindt. E<strong>en</strong> befaamd <strong>en</strong>tertainer kan zich dit soort 'beledig<strong>en</strong>de'uitsprak<strong>en</strong> in bepaalde omstandighed<strong>en</strong> ongestraft permitter<strong>en</strong>. Het is goed d<strong>en</strong>kbaar dat dezaal dubbel zal ligg<strong>en</strong>, als de juiste connotaties word<strong>en</strong> opgepakt.Betek<strong>en</strong>isvorming wordt dus ook beïnvloed door e<strong>en</strong> externe context: e<strong>en</strong> context die niet door deboodschap zelf gedrag<strong>en</strong> wordt, maar die wordt bepaald door omgevingsfactor<strong>en</strong> bij zowel makersals publiek. Die externe context of metacommunicatieve context is e<strong>en</strong> context die betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>g<strong>en</strong>ereert over de communicatie zelf; het betreft informatie die bepaalt hoe de boodschap gelez<strong>en</strong>moet word<strong>en</strong>. De metacommunicatieve context is in staat e<strong>en</strong> boodschap in e<strong>en</strong> geheel anderdaglicht plaats<strong>en</strong>. Misschi<strong>en</strong> is er in het voorbeeld 'vrouw<strong>en</strong> zijn dom' wel sprake van satire, of vanbewust choquer<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> discussie los te mak<strong>en</strong>, of wellicht zijn het woord<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> roll<strong>en</strong>spel.De <strong>en</strong>tertainer kan met de betreff<strong>en</strong>de uitspraak zelfs het teg<strong>en</strong>deel kracht bijzett<strong>en</strong>. Maar wie demetacommunicatieve context niet doorziet, zal die boodschap gauw verkeerd verstaan.Voor informatieoverdracht met film is het van belang e<strong>en</strong> zo groot mogelijke duidelijkheid te schepp<strong>en</strong>over de metacommunicatieve context waarbinn<strong>en</strong> de film wordt gebruikt. Enerzijds betek<strong>en</strong>t dit dat erduidelijkheid moet bestaan over de int<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> van de kijker: wat beoogt de kijker,vanuit welk perspectief kijkt hij <strong>en</strong> in welke omstandighed<strong>en</strong> neemt hij k<strong>en</strong>nis van de boodschap?Anderzijds di<strong>en</strong><strong>en</strong> de makers hun soms onbewuste drijfver<strong>en</strong> zo expliciet mogelijk te mak<strong>en</strong>. Wie zijnde makers, wat will<strong>en</strong> ze zegg<strong>en</strong>, vanuit welk perspectief gebeurt het, waarom gebeurt het <strong>en</strong> hoemoet de kijker volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> de film zi<strong>en</strong>?Duidelijkheid over de metacommunicatieve context kan zowel buit<strong>en</strong> als binn<strong>en</strong> de film gegev<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Ondersteun<strong>en</strong>de films als 'Behind the sc<strong>en</strong>es..', 'Backstage' and 'The making of ...' lever<strong>en</strong>contextinformatie, ev<strong>en</strong>als de filmtitel ('E<strong>en</strong> dierproefexperim<strong>en</strong>t') <strong>en</strong> de mededeling '...dat iederegelijk<strong>en</strong>is met bestaande person<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op louter toeval berust...'. Bij voorlichtingsfilms,promotiefilms, onderwijsfilms of journalistieke films is de positie van de makers niet altijd ev<strong>en</strong> duidelijk.Die duidelijkheid moet waar mogelijk gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in aankondiging<strong>en</strong>, voorbeschouwing<strong>en</strong> <strong>en</strong>toelichting<strong>en</strong>. Ook binn<strong>en</strong> de film kunn<strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>ties word<strong>en</strong> ingebouwd waar ev<strong>en</strong> afstand wordtg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van het filmverhaal zelf <strong>en</strong> waarin wordt ingegaan op de totstandkoming of draagwijdte vanhet gebod<strong>en</strong>e. Verwacht mag word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> maximaal beschrev<strong>en</strong> context leidt tot e<strong>en</strong> minimumaan misverstand<strong>en</strong>. Anderzijds zal e<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong> aandacht voor contextinformatie de toeschouwerin e<strong>en</strong> passieve, receptieve rol dring<strong>en</strong>: er blijft weinig ruimte over om zelf te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, te rad<strong>en</strong> of teontdekk<strong>en</strong>. Het credo moet daarom luid<strong>en</strong> dat de contextinformatie optimaal is bij minimale misverstand<strong>en</strong><strong>en</strong> maximale betrokk<strong>en</strong>heid van de kijker.Slotopmerking<strong>en</strong>Film is e<strong>en</strong> zeer complex communicatiesysteem. Niet alle<strong>en</strong> omdat het alle bestaande communi-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


catieve codes omvat <strong>en</strong> daaraan nog e<strong>en</strong> aantal eig<strong>en</strong> codes toevoegt. Maar vooral omdat er veletek<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> gebruikt die zowel d<strong>en</strong>otatieve als connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> diehun betek<strong>en</strong>is ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> gevarieerde <strong>en</strong> rijke context waarbinn<strong>en</strong> de tek<strong>en</strong>s functioner<strong>en</strong>. Datmaakt het er voor zowel de kijkers als de makers niet gemakkelijker op. Van de kijkers mag word<strong>en</strong>verwacht dat zij bij het kijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actieve houding aannem<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zoek gaan naar de meest waarschijnlijkebetek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die het medium in zich draagt. De makers verplicht<strong>en</strong> zich in het ontwerp teanticiper<strong>en</strong> op mogelijke, onbedoelde connotatieve interpretaties. Wie regelmatig films ziet, zalbegrijp<strong>en</strong> dat die taak zeker niet e<strong>en</strong>voudig is: bijna iedere bestaande film bevat mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die onvoldo<strong>en</strong>derek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met ongew<strong>en</strong>ste connotaties.In dit hoofdstuk is e<strong>en</strong> beeld gegev<strong>en</strong> van de manier waarop betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in film tot stand kunn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. De b<strong>en</strong>adering vanuit de semiotiek heeft daarin e<strong>en</strong> belangrijke rol gehad, ook al heeft m<strong>en</strong>de oorspronkelijke ideeën om film in e<strong>en</strong> soort grammatica te vatt<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> opgev<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> defilmsemiotiek hebb<strong>en</strong> zich onder aanvoering van Metz, Pasolini, Eco <strong>en</strong> Heath (Zie Lapsley*)uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de stroming<strong>en</strong> ontwikkeld die principieel van m<strong>en</strong>ing verschild<strong>en</strong> over de manier waaroptek<strong>en</strong>s binn<strong>en</strong> het filmsysteem functioner<strong>en</strong>. Wel e<strong>en</strong>sgezind was m<strong>en</strong> aan het begin van de jar<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig over de noodzaak om de betek<strong>en</strong>isvorming niet meer alle<strong>en</strong> vanuit het filmprodukt zelf teb<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>, maar ook de positie van de kijker erin te betrekk<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> psychologischeinvalshoek. In de volg<strong>en</strong>de twee hoofdstukk<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we op deze aspect<strong>en</strong> van de communicati<strong>en</strong>ader ingaan. Betek<strong>en</strong>is ontstaat inderdaad uiteindelijk in het hoofd van de kijker.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 6Kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> luister<strong>en</strong>InleidingDe filmtheoretici <strong>en</strong> filmsemiotici zijn pas betrekkelijk laat geïnteresseerd geraakt in het perspectiefvan de toeschouwer. Aanvankelijk war<strong>en</strong> zij vooral georiënteerd op de hoedanigheid van het filmproduktzelf <strong>en</strong> betroff<strong>en</strong> hun analyses in hoofdzaak de esthetische aspect<strong>en</strong> van film <strong>en</strong> het gebruikvan filmische codes. Pas in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig, to<strong>en</strong> duidelijk werd dat de bestaande <strong>theorie</strong>ën de werkingvan film onvoldo<strong>en</strong>de kond<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, is de aandacht geleidelijk verschov<strong>en</strong> van hetfilmprodukt naar het proces van filmkijk<strong>en</strong>. Het is nu de kijker -om wie het uiteindelijk allemaal draaitdiee<strong>en</strong> grote rol krijgt toebedeeld in de betek<strong>en</strong>isvorming in film. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aandacht voor depsychologie van film is zeker van betek<strong>en</strong>is voor het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van educatieve films. Ook het ler<strong>en</strong>kan immers word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> subjectieve ervaring die zich afspeelt in het hoofd van de stud<strong>en</strong>t(zie ook hoofdstuk drie).In de kom<strong>en</strong>de drie hoofdstukk<strong>en</strong> staat de kijker c<strong>en</strong>traal. Dit eerste hoofdstuk richt zich op defysiologie <strong>en</strong> psychologie van de perceptie, de waarneming. De c<strong>en</strong>trale vraag daarbij is hoe dewaarneming van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> in zijn werk gaat. We bested<strong>en</strong> daartoe ook aandacht aan deverschill<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> waaruit de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn opgebouwd <strong>en</strong> de functies die de verschill<strong>en</strong>dedel<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> bij de verwerking van informatie.Aan het eind van dit hoofdstuk richt<strong>en</strong> we ons op de theoretische aspect<strong>en</strong> van perceptie. In hetbijzonder besprek<strong>en</strong> we kort de principes van de perceptie<strong>theorie</strong> van het empiricisme.Aansluit<strong>en</strong>d richt<strong>en</strong> we ons in hoofdstuk zev<strong>en</strong> op de positie van de toeschouwer <strong>en</strong> de wijze waaropdeze de film ondergaat.Fysiologie <strong>en</strong> psychologie van perceptieGezichtsbedrog is e<strong>en</strong> intriger<strong>en</strong>d verschijnsel dat aantoont dat de perceptie of waarneming nietalle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwestie is van fysiologie, maar ook van psychologie.Er is niets mis met ons zi<strong>en</strong>, want we zi<strong>en</strong> alles zoals het op papier staat. Maar bij de verwerking vande beeldinformatie in onze hers<strong>en</strong><strong>en</strong> rak<strong>en</strong> we in de war, omdat het beeld dat we intern prober<strong>en</strong> tereconstruer<strong>en</strong> niet voldoet aan de impliciete wett<strong>en</strong> van mogelijke constructies zoals die ons bek<strong>en</strong>dzijn.Het fysiologische aspect van het zi<strong>en</strong> betreft alle fysieke process<strong>en</strong> die nodig zijn om de beeld<strong>en</strong> uitde ons omring<strong>en</strong>de wereld om te zett<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> corresponder<strong>en</strong>d patroon van geactiveerdez<strong>en</strong>uwcell<strong>en</strong> in onze hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het betreft niet alle<strong>en</strong> de opbouw <strong>en</strong> werking van het oog, met zijn<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


einigings- <strong>en</strong> bevochtigingssysteem, oogbewegingssysteem, apertuur- <strong>en</strong> l<strong>en</strong>ssysteem, lichtgevoelige<strong>en</strong> kleurgevoelige cell<strong>en</strong> <strong>en</strong> brandstofvoorzi<strong>en</strong>ingssysteem, maar ook de verdere bedrading<strong>en</strong> vastlegging in de visuele cortex van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>.Het psychologische aspect van het zi<strong>en</strong> heeft te mak<strong>en</strong> met het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is aan dewaarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> patron<strong>en</strong> (interpretatie), het opwekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>de emotionele gesteldheid ofmotorische reactie <strong>en</strong> het opnem<strong>en</strong> an de nieuwe informatie in de bestaande k<strong>en</strong>nisstructuur(integratie). In dat opzicht is het zi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale ervaring.E<strong>en</strong> optische illusie kan grote verwarring veroorzak<strong>en</strong> omdat er sprake is van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigheid:we zi<strong>en</strong> iets dat niet kan bestaan; maar hoe kan iets niet bestaan als we het wel kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>? Onswaarnemingssysteem lijkt te fal<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat is e<strong>en</strong> van ergste ding<strong>en</strong> die ons kan overkom<strong>en</strong>. Vanuit hetevolutieperspectief is e<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de <strong>en</strong> effectieve waarneming (perceptie) e<strong>en</strong> voorwaarde om tekunn<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong>. Maar erg<strong>en</strong>s in ons hoofd is de fysiologische compon<strong>en</strong>t van het zi<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk inconflict met de psychologische compon<strong>en</strong>t, zonder dat wij kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> waar het probleem ligt.Perceptie als discipline wordt daarom met recht gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> combinatie van fysiologie <strong>en</strong>psychologie. Het spreekt voor zich dat we ons hier in het bijzonder richt<strong>en</strong> op de perceptie van beeld<strong>en</strong> geluid.Beeld versus geluidTuss<strong>en</strong> de perceptie van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> de perceptie van geluid<strong>en</strong> bestaan grote, principiële verschill<strong>en</strong>.De aard van de stimuli is geheel verschill<strong>en</strong>d <strong>en</strong> we gebruik<strong>en</strong> er daarom ook verschill<strong>en</strong>de zintuig<strong>en</strong>voor. Bij beeld<strong>en</strong> is vooral de ruimtelijke structuur van belang, terwijl geluid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> temporele structuurhebb<strong>en</strong>. Het oog <strong>en</strong> het oor hebb<strong>en</strong> daarom e<strong>en</strong> geheel verschill<strong>en</strong>de bouw <strong>en</strong> werking <strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>geheel verschill<strong>en</strong>de functies.Met het oog nem<strong>en</strong> we de ruimtelijke verhouding<strong>en</strong> waar in onze omgeving. Het blikveld van het oogis beperkt <strong>en</strong> hoewel het meer dan 180 grad<strong>en</strong> omvat, zijn we alle<strong>en</strong> in staat om in de omgeving vanhet c<strong>en</strong>trum (de gele vlek) voldo<strong>en</strong>de detail te zi<strong>en</strong>. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om vanuit deooghoek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tekst te lez<strong>en</strong>. Bij het zi<strong>en</strong> tast het oog de visuele patron<strong>en</strong> slechts gedeeltelijk af <strong>en</strong>voert daarmee e<strong>en</strong> selectie uit. Door kleine sprongsgewijze oogbeweging<strong>en</strong> fixeert het oog zichsteeds op andere punt<strong>en</strong> in het blikveld. Dit hangt sam<strong>en</strong> met het feit dat de lichtgevoelige cell<strong>en</strong> ophet netvlies alle<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> op verandering<strong>en</strong> in kleur of int<strong>en</strong>siteit: door e<strong>en</strong> abrupte beweging vanhet oog kunn<strong>en</strong> de visuele prikkels word<strong>en</strong> ververst. Deze oogbeweging<strong>en</strong> of 'saccad<strong>en</strong>' vind<strong>en</strong> minof meer bewust plaats <strong>en</strong> dur<strong>en</strong> ongeveer 1/20ste seconde, net iets korter dan de tijd dat e<strong>en</strong> beeldop het netvlies blijft hang<strong>en</strong>. De korte, saccadische period<strong>en</strong> zelf nem<strong>en</strong> we daarom niet waar: dedode mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn te kort <strong>en</strong> word<strong>en</strong> overbrugd door het naijl<strong>en</strong> van de cell<strong>en</strong> op het netvlies. Omdezelfde red<strong>en</strong> zijn we niet in staat om de wisseling van individuele beeldjes bij film waar te nem<strong>en</strong>(24 beeld<strong>en</strong> per seconde).De saccadische oogbeweging<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>szins chaotisch te zijn. Het blijkt dat beeld<strong>en</strong> over hetalgeme<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zorgvuldige <strong>en</strong> efficiënte manier gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Niettemin blijkt de manier vanlez<strong>en</strong> af te hang<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring van de proefperson<strong>en</strong>. Zo blijk<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> schakers zichbij het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stelling vooral te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> beperkt aantal strategische posities ophet bord, terwijl de beginn<strong>en</strong>de schaker e<strong>en</strong> veel chaotischer patroon volgt <strong>en</strong> zich veel meer richt op(onbelangrijke) details.Het lez<strong>en</strong> van beeld<strong>en</strong> gebeurt dus selectief <strong>en</strong> is afhankelijk van de k<strong>en</strong>nis waarover de betrokk<strong>en</strong>ebeschikt. Dat betek<strong>en</strong>t dat het lez<strong>en</strong> van beeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> proces is dat geleerd moet word<strong>en</strong>: naarmatewe over meer k<strong>en</strong>nis van de wereld beschikk<strong>en</strong> zijn we beter in staat beeld<strong>en</strong> te lez<strong>en</strong>, of andersgezegd, zijn we beter in staat effectieve saccadische patron<strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong>. We zijn daarbij in eersteinstantie uit op e<strong>en</strong> ruimtelijke reconstructie van het getoonde, maar prober<strong>en</strong> daarbij op het niveauvan de betek<strong>en</strong>isvorming ook de onderligg<strong>en</strong>de symbolische of ideologische betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> tedoorzi<strong>en</strong>.De taak van de auditieve perceptie is om uit het voortdur<strong>en</strong>d wissel<strong>en</strong>de geluidspatroon bepaalderelevante geluid<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te isoler<strong>en</strong> van de achtergrond. In teg<strong>en</strong>stelling tot het oog is hetoor echter nauwelijks richtingsgevoelig: alle geluid<strong>en</strong> die het oor bereik<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zonder <strong>en</strong>igeselectie of beperking waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerkt (althans voor zover ze binn<strong>en</strong> het<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


waarnemingsbereik vall<strong>en</strong>). De oorschelp<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong> beperkte richtingsgevoeligheid, maar dieis niet zodanig dat bepaalde waarnemingsrichting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong>. Geluid<strong>en</strong> overspoel<strong>en</strong> ons<strong>en</strong> het is zelfs onmogelijk om bepaalde geluid<strong>en</strong> van de waarneming uit te sluit<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> zijnwe weerloos teg<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>gerucht.Ook bij de geluidswaarneming speelt bestaande k<strong>en</strong>nis e<strong>en</strong> rol. Zo herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we bijvoorbeeldstemm<strong>en</strong>, person<strong>en</strong>, muziekinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. Maar het verschil met het zi<strong>en</strong> is dat dewaarneming zelf er niet door wordt gestuurd.Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> poes of e<strong>en</strong> kanarie bij e<strong>en</strong> symfonie van Beethov<strong>en</strong> precies dezelfde geluidspatron<strong>en</strong>waarneemt als wij. Door hun gebrekkige k<strong>en</strong>nis zull<strong>en</strong> ze echter minder aandacht hebb<strong>en</strong>voor de ligging van 'contrapunt<strong>en</strong>' of 'dissonante overgang<strong>en</strong>'. Ook zull<strong>en</strong> zij niet dezelfde emotioneleberoering ondergaan als wij.Uit het gegev<strong>en</strong> dat de zintuiglijke waarneming van geluid zelf ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis vergt, volgt de belangrijkeconclusie dat het luister<strong>en</strong> ook niet geleerd hoeft te word<strong>en</strong> (Monaco*). Bij het kijk<strong>en</strong> is dat wel hetgeval, zoals onder meer ook blijkt uit het gedrag van baby's 8 .De verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door het gebruik van film versterkt omdat de gereproduceerdegeluid<strong>en</strong> in technische zin niet of nauwelijks van de oorspronkelijke geluid<strong>en</strong> zijn teonderscheid<strong>en</strong>, terwijl de beeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de technische bewerking hebb<strong>en</strong> ondergaan. Debeeldinformatie is dus al gefilterd, voordat de kijker daar alsnog e<strong>en</strong> selectie op uitvoert. De gereproduceerdebeeld<strong>en</strong> (film) vorm<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> tweedim<strong>en</strong>sionale repres<strong>en</strong>tatie of reconstructie vande werkelijkheid, die de waarneming bemoeilijkt of op zijn minst beïnvloedt. Op schilderij<strong>en</strong> word<strong>en</strong>de gangbare, realistische perspectiefverhouding<strong>en</strong> pas sinds de vijfti<strong>en</strong>de eeuw gebruikt <strong>en</strong> er zijnaanwijzing<strong>en</strong> dat <strong>en</strong>ige tijd van gew<strong>en</strong>ning nodig was om die repres<strong>en</strong>tatiewijze te kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>met de driedim<strong>en</strong>sionale werkelijkheid. Culturele <strong>en</strong> etnografische factor<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hierinbepal<strong>en</strong>d zijn. Uit antropologisch onderzoek in Afrika (zie Monaco*) blijkt bijvoorbeeld dat lokalebewoners lang niet allemaal diepte kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in onze op westerse manier afgebeelde voorstelling<strong>en</strong>(foto's). Filmstilistische middel<strong>en</strong>, culturele codes <strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ties gev<strong>en</strong> het beeld bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>allerlei aanvull<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis van deze repres<strong>en</strong>tatiewijze, codes <strong>en</strong> conv<strong>en</strong>ties moetgeleidelijk word<strong>en</strong> verworv<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikt bij het (saccadisch) lez<strong>en</strong> van de filmbeeld<strong>en</strong>. Onervar<strong>en</strong>kijkers zull<strong>en</strong> daarom minder in de beeld<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dan ervar<strong>en</strong> kijkers.Ongetwijfeld zijn er poez<strong>en</strong> <strong>en</strong> kanaries die televisie kijk<strong>en</strong>, maar het is niet erg waarschijnlijk dat zein de chaos van lichte, donkere <strong>en</strong> gekleurde vlekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deel van de werkelijkheid herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.De functionele structuur van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>De wijze waarop verwerking van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> plaatsvindt kan belangrijkeaanknopingspunt<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong> voor het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van film. Over de werking van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>bestaan echter veel onduidelijkhed<strong>en</strong>. Belangrijke aanwijzing<strong>en</strong> voor de rol <strong>en</strong> functies van diversehers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in de bouw van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong> in evolutionaireouderdom die aan de diverse hers<strong>en</strong>structur<strong>en</strong> wordt toegek<strong>en</strong>d.De m<strong>en</strong>selijke hers<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn opgebouwd uit drie verschill<strong>en</strong>de lag<strong>en</strong> (zie MacLean*, Bloom F.*;Vroon* geeft e<strong>en</strong> breed overzicht in Wolfsklem) De basis van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt gevormd door dezogehet<strong>en</strong> hers<strong>en</strong>stam. Daar bov<strong>en</strong>op ligg<strong>en</strong> de limbische hers<strong>en</strong><strong>en</strong> (of het limbische systeem), dieop hun beurt weer volledig word<strong>en</strong> bedekt door de neocortex (de nieuwe hers<strong>en</strong>schors). Deze drieonderdel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totaal verschill<strong>en</strong>de evolutionaire oorsprong <strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> ook geheelverschill<strong>en</strong>de functies.De hers<strong>en</strong>stam vertoont qua structuur sterke overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> reptiel, diede afgelop<strong>en</strong> 500 miljo<strong>en</strong> jaar nauwelijks meer zijn veranderd. De hers<strong>en</strong>stam is in hoofdzaakverantwoordelijk voor het bestur<strong>en</strong> van allerlei min of meer gestandaardiseerde of geautomatiseerdelichaamsfuncties, die gericht zijn op de primaire lev<strong>en</strong>sbehoeft<strong>en</strong> zoals adem<strong>en</strong>, et<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetverdedig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> territorium.8 Om dezelfde red<strong>en</strong> pleit Postman* voor kijkonderwijs naar analogie van het leesonderwijs.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Reptiel<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> maar in zeer beperkte mate over e<strong>en</strong> limbische hers<strong>en</strong>laag. Die is pas goed totontwikkeling gekom<strong>en</strong> bij het ontstaan van de zoogdier<strong>en</strong>, zo'n 200 miljo<strong>en</strong> jaar geled<strong>en</strong>. Dezetweede laag speelt vooral e<strong>en</strong> rol bij emoties, bij non-verbale communicatie <strong>en</strong> bij operante conditionering(zie hoofdstuk drie). Dat betek<strong>en</strong>t o.a. dat zoogdier<strong>en</strong>, anders dan reptiel<strong>en</strong>, in staat zijne<strong>en</strong>voudige gedragshandeling<strong>en</strong> aan te ler<strong>en</strong>.De neocortex is evolutionair gezi<strong>en</strong> het jongste deel van onze hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. In deze omvangrijke, sterkgeplooide structuur zijn alle hogere m<strong>en</strong>tale functies gesitueerd, zoals d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, prat<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong>zovoorts.Bij reptiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de meeste zoogdier<strong>en</strong> is de neocortex niet of nauwelijks ontwikkeld (dolfijn<strong>en</strong><strong>en</strong> olifant<strong>en</strong> zijn uitzondering<strong>en</strong>). De m<strong>en</strong>selijke hers<strong>en</strong><strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> het eindresultaat van e<strong>en</strong>schoksgewijze evolutionaire ontwikkeling waarin bestaande <strong>en</strong> goed functioner<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> (dehers<strong>en</strong>stam <strong>en</strong> het limbische systeem) gehandhaafd werd<strong>en</strong>, terwijl voor complexere, hogere functiese<strong>en</strong> nieuwe structuur beschikbaar kwam.De drie onderdel<strong>en</strong> van het m<strong>en</strong>selijk brein blijk<strong>en</strong> slechts in beperkte mate met elkaar in verbindingte staan <strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> min of meer zelfstandig. T<strong>en</strong> gevolge van deze driedeling kunn<strong>en</strong> bij dem<strong>en</strong>s ook drie soort<strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> (Vroon*). Deze drie niveaus functioner<strong>en</strong>spel<strong>en</strong> elk e<strong>en</strong> rol bij het verwerk<strong>en</strong> van audiovisuele prikkels.We zull<strong>en</strong> de functies van de drie hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> nu één voor één besprek<strong>en</strong>.De hers<strong>en</strong>stamDe hers<strong>en</strong>stam (het reptiel<strong>en</strong>brein) is verantwoordelijk voor instinctief gedrag. Instinctief gedrag wordtgek<strong>en</strong>merkt door zeer starre gedragsprogramma's die nauwelijks zijn te wijzig<strong>en</strong> (krokodill<strong>en</strong> do<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> kunstjes). Bij de m<strong>en</strong>s uit zich dit gedrag o.a in rituel<strong>en</strong>, territoriumdrift <strong>en</strong> verslaving<strong>en</strong>. Ookleerprocess<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de klassieke conditionering (zie hoofdstuk drie) zijn gesitueerd in dehers<strong>en</strong>stam.Het belang van deze 'primitieve' functies wordt nog al e<strong>en</strong>s onderschat t<strong>en</strong> opzichte van de hogerefuncties zoals d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. De vele oorlog<strong>en</strong> <strong>en</strong> gr<strong>en</strong>sconflict<strong>en</strong> in de wereld ton<strong>en</strong> aan datdeze lagere hers<strong>en</strong>functies (territoriumdrift) van grote invloed zijn op ons handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>.Ook bij verslaving<strong>en</strong> gaat het om hardnekkige patron<strong>en</strong> waarin we volhard<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> beter wet<strong>en</strong> in: dehers<strong>en</strong>stam wint het in zo'n geval van de neocortex.Reclamespots mak<strong>en</strong> veelvuldig gebruik van klassieke conditioneringsprincipes. We drink<strong>en</strong> normaalgesprok<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> als we dorst hebb<strong>en</strong>: het dorstgevoel is de stimulus die leidt tot e<strong>en</strong> respons, hetdrink<strong>en</strong>. Maar fabrikant<strong>en</strong> van bier <strong>en</strong> frisdrank<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ons bijvoorbeeld aanler<strong>en</strong> dat we ook gaandrink<strong>en</strong> als we ge<strong>en</strong> dorst hebb<strong>en</strong>. Door veelvuldige herhaling van reclameboodschapp<strong>en</strong> waarin hetresponsgedrag (in dit geval het drink<strong>en</strong>) in verband wordt gebracht met andere stimuli (gezelligheid,dynamiek, sport) kan ons geleerd word<strong>en</strong> e<strong>en</strong> drank te nuttig<strong>en</strong> terwijl de oorspronkelijke dorstprikkelontbreekt, op dezelfde wijze zoals de hond van Pavlov speeksel produceert bij het hor<strong>en</strong> van deet<strong>en</strong>sbel, honger of ge<strong>en</strong> honger.Het limbische systeemIn het limbische systeem zijn onder andere de emoties gesitueerd. De emotionele beleving blijkt voore<strong>en</strong> belangrijk deel onafhankelijk te zijn van wat er in de andere hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> gebeurt. Het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>beïnvloedt de emotie niet (het omgekeerde is tot op zekere hoogte wel het geval). Wel kan de uitingvan emoties in sterke mate vanuit de neocortex word<strong>en</strong> gereguleerd onder druk van socialeconv<strong>en</strong>ties. Die onderdrukking kan leid<strong>en</strong> tot allerlei comp<strong>en</strong>satie- <strong>en</strong> afweereffect<strong>en</strong>, die sterkingrijp<strong>en</strong> op het persoonlijk functioner<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> belangrijke conclusie uit experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van Zajonc* is dat de emotionele verwerking veel snellerplaatsvindt dan de verwerking op cognitief niveau. Voor e<strong>en</strong> film betek<strong>en</strong>t dit dat sfeer <strong>en</strong> toonzettingbepal<strong>en</strong>d zijn voor de houding die de kijker aanneemt. Wanneer de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> ontvankelijkheidvan de kijker onvoldo<strong>en</strong>de wordt gestimuleerd, volgt e<strong>en</strong> emotionele afwijzing die hetintellig<strong>en</strong>te ler<strong>en</strong> bemoeilijkt, zo niet onmogelijk maakt. Ergernis <strong>en</strong> verveling zijn immers slechtepraecondities voor het realiser<strong>en</strong> van leerprocess<strong>en</strong> (Skinner*, Romiszowski*). Zelfs e<strong>en</strong> intrinsiekeintellectuele motivatie (in de neocortex) is niet voldo<strong>en</strong>de om zo'n verstoorde geestestoestand te<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> tweede functie van het limbische systeem is de verwerking van allerlei vorm<strong>en</strong> van analogecommunicatie. Deze word<strong>en</strong> veelal onbewust overgebracht via houding, mimiek <strong>en</strong> gebar<strong>en</strong> (zievorige hoofdstuk). Wanneer bijvoorbeeld twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met elkaar staan te prat<strong>en</strong>, kan de analogecompon<strong>en</strong>t de digitale compon<strong>en</strong>t (de gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>) in betek<strong>en</strong>is totaal overheers<strong>en</strong> (Vroon*refereert aan e<strong>en</strong> verhouding van 90% analoog <strong>en</strong> 10% digitaal). Met andere woord<strong>en</strong>: hoe iets wordtgezegd is veel belangrijker dan wat er wordt gezegd. Ook dit is e<strong>en</strong> belangrijk gegev<strong>en</strong> voor defilmmaker.E<strong>en</strong> derde proces dat in hoofdzaak plaatsvindt op het limbische niveau is het operante ler<strong>en</strong>. Dat ishet aanler<strong>en</strong> van nieuw gedrag op basis van onmiddellijke beloning of bestraffing (zie hoofdstuk drie).Het betreft e<strong>en</strong> natuurlijke <strong>en</strong> primitieve vorm van ler<strong>en</strong> die gestuurd wordt door de directe gevolg<strong>en</strong>van het gedrag. Het operante ler<strong>en</strong> komt bij de m<strong>en</strong>s op grote schaal voor. Hoewel hetleermechanisme in principe primitief van karakter is -het is e<strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong>methode- kunn<strong>en</strong> er zeercomplexe vaardighed<strong>en</strong> mee word<strong>en</strong> aangeleerd: in e<strong>en</strong> 'masterclass' voor pianist<strong>en</strong> bijvoorbeeldwordt veel volg<strong>en</strong>s principes van operante conditionering gewerkt. We moet<strong>en</strong> daarbij goedbed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat veel van dit 'limbische' ler<strong>en</strong> ongemerkt of onbewust plaatsvindt <strong>en</strong> leidt tot min of meerautomatische gedragspatron<strong>en</strong>.Door de gebrekkige koppeling met de neocortex is er van bewust d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> niet of nauwelijks sprake is.Daarom gaat het beslist fout als e<strong>en</strong> pianist tijd<strong>en</strong>s het spel<strong>en</strong> gaat nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat hij doet: d<strong>en</strong>eocortex kan zich er maar beter niet mee bemoei<strong>en</strong>.Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> spraakc<strong>en</strong>trum in het limbische hers<strong>en</strong>deel betek<strong>en</strong>t bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat iemandniet of nauwelijks in staat is te verwoord<strong>en</strong> wat hij op dit niveau heeft geleerd. De pianist kan zijnvordering<strong>en</strong> het beste uite<strong>en</strong>zett<strong>en</strong> door te spel<strong>en</strong>.Ook in film kom<strong>en</strong> veel compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van operante conditionering voor. De gedraging<strong>en</strong> vanfilmacteurs weerspiegel<strong>en</strong> in belangrijke mate de heers<strong>en</strong>de sociale, culturele of ethische norm<strong>en</strong>. Dekijker die zich spiegelt aan de hoofdrolspelers deelt als zodanig mee in de reeks beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong>bestraffing<strong>en</strong> die de acteurs ondergaan <strong>en</strong> leert zich daarmee conformer<strong>en</strong> aan de gangbaremaatschappelijke orde.De neocortexIn de neocortex zetel<strong>en</strong> de wil, het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, de taal, het bewust waarnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de persoonlijkheid(koei<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> nauwelijks persoonlijkheid). Op dit niveau vindt het intellig<strong>en</strong>t of verstandelijk ler<strong>en</strong>plaats, dat zich onderscheid van het operante ler<strong>en</strong> door de rol van het logisch red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>loskoppeling van handeling <strong>en</strong> effect (lange-termijnd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>). De gebrekkige communicatie tuss<strong>en</strong> d<strong>en</strong>eocortex <strong>en</strong> de andere hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> maakt dat de wil niet altijd in staat is het gedrag uit de anderehers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> te beïnvloed<strong>en</strong> (bijv. bij verslaving<strong>en</strong> of hevige emoties).E<strong>en</strong> sterk in het oog spring<strong>en</strong>d gegev<strong>en</strong> is dat de neocortex bestaat uit twee gelijkvormige del<strong>en</strong>: delinkerhers<strong>en</strong>helft <strong>en</strong> de rechterhers<strong>en</strong>helft. Elk van de helft<strong>en</strong> blijkt gespecialiseerd te zijn in bepaaldetak<strong>en</strong>.In de eerste plaats blijk<strong>en</strong> de twee helft<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>d verzorgingsgebied te hebb<strong>en</strong>: delinkerhers<strong>en</strong>helft bestrijkt de rechterzijde van het lichaam <strong>en</strong> de rechterhers<strong>en</strong>helft de linkerzijde. Al inde tijd van het oude Egypte was bek<strong>en</strong>d dat e<strong>en</strong> verwonding aan de <strong>en</strong>e zijde van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> konleid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verlamming van de andere zijde van het lichaam. Bij de verwerking van visuele prikkelsblijkt de kruislingse verwerking in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> iets ingewikkelder te zijn dan voor andere process<strong>en</strong>.Voor elk van de og<strong>en</strong> geldt namelijk dat het linkerdeel van het gezichtsveld wordt verwerkt in derechterhers<strong>en</strong>helft <strong>en</strong> het rechterdeel van het gezichtsveld in de linkerhers<strong>en</strong>helft.In de loop van deze eeuw kwam m<strong>en</strong> erachter dat de hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>dverzorgingsgebied hebb<strong>en</strong>, maar ook op verschill<strong>en</strong>de wijze zijn gespecialiseerd. Met name Sperry*deed in de vijftiger jar<strong>en</strong> baanbrek<strong>en</strong>d werk met zijn onderzoek naar de werking van de tweehers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong>. Hij ontving voor zijn werk de Nobelprijs. Sperry hielp patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ernstige epileptischeaando<strong>en</strong>ing van hun klacht<strong>en</strong> af door de verbinding tuss<strong>en</strong> de twee hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong>, hetcorpus callosum, door te snijd<strong>en</strong>. Het corpus callosum bevat <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> directe<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beide helft<strong>en</strong>. De klacht<strong>en</strong> verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>, maar er blek<strong>en</strong> zich <strong>en</strong>kele merkwaardigeverschijnsel<strong>en</strong> voor te do<strong>en</strong>, die er op wez<strong>en</strong> dat er grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de twee (nuonafhankelijke) hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> bestaan. Uit e<strong>en</strong> groot aantal herk<strong>en</strong>ningsproev<strong>en</strong> concludeerdeSperry dat de rechterhers<strong>en</strong>helft zich met name bezighoudt met de verwerking van beeld<strong>en</strong>, terwijl deverwerking <strong>en</strong> produktie van taal juist plaatsvindt in de linkerhers<strong>en</strong>helft.Het beeld van Sperry werd grot<strong>en</strong>deels bevestigd <strong>en</strong> verder uitgewerkt door Ornstein* <strong>en</strong> Gal<strong>en</strong>*, diede elektrische activiteit van de hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> onderzocht<strong>en</strong> (alfa-golv<strong>en</strong>).In grote lijn<strong>en</strong> komt het er op neer dat de linkerhers<strong>en</strong>helft is gespecialiseerd in e<strong>en</strong> stapsgewijze,lineaire of analytische verwerking van informatie. Het gaat daarbij om sequ<strong>en</strong>tiële of temporeleprocess<strong>en</strong> zoals sprek<strong>en</strong>, lez<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> of het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering.De rechterhers<strong>en</strong>helft is gespecialiseerd in het tegelijkertijd verwerk<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de informatie.Het gaat daarbij om e<strong>en</strong> parallelle of simultane verwerking zoals die plaatsvindt bij het kijk<strong>en</strong> naarbeeld<strong>en</strong>, het zi<strong>en</strong> van ruimtelijke verhouding<strong>en</strong> (diepte) <strong>en</strong> het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van patron<strong>en</strong> (bijv.gezicht<strong>en</strong>). Voor het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gezicht is het niet nodig <strong>en</strong> niet zinvol e<strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>tiëleanalyse uit te voer<strong>en</strong>: start<strong>en</strong> bij het linkeroor, dan via de neus, de og<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mond eindig<strong>en</strong> bij hetandere oog om vervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> conclusie te trekk<strong>en</strong>. De herk<strong>en</strong>ning geschiedt veel directer. In dekorte periode tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> of <strong>en</strong>kele saccades ontstaat in de rechterhers<strong>en</strong>helft e<strong>en</strong> globaal maarduidelijk beeld dat herk<strong>en</strong>ning mogelijk maakt.In term<strong>en</strong> van het verschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> cartoon <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vertelde mop, zoals beschrev<strong>en</strong> in hoofdstukvijf, zoud<strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat de rechterhers<strong>en</strong>helft lacht om e<strong>en</strong> cartoon, terwijl delinkerhers<strong>en</strong>helft lacht om e<strong>en</strong> vertelde mop.Deze scheiding is echter niet absoluut. Ook de linkerhelft is op beperkte schaal in staat totpatroonherk<strong>en</strong>ning, zoals ook de rechterhelft over e<strong>en</strong> spraakc<strong>en</strong>trum beschikt. Dit c<strong>en</strong>trum is echterniet in staat tot spraakproduktie <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> vocabulaire van e<strong>en</strong> kind van ti<strong>en</strong> jaar (Bloom F.*).Gilder* vertelt e<strong>en</strong> anekdote die aardig illustreert hoe het concept van de twee hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> in de<strong>praktijk</strong> <strong>en</strong>ige betek<strong>en</strong>is kan hebb<strong>en</strong>:E<strong>en</strong> marktonderzoeksbureau voerde in opdracht van e<strong>en</strong> reclamebureau e<strong>en</strong> onderzoekuit naar de naambek<strong>en</strong>dheid van e<strong>en</strong> biermerk. De uitkomst schiep lageverwachting<strong>en</strong>: slechts weinig proefperson<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in staat de merknaam t<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> of te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Toch war<strong>en</strong> de verkop<strong>en</strong> van het produkt <strong>en</strong>orm. Het bleekdat de afbeelding<strong>en</strong> van de commercial 'Joe and the guys' daar verantwoordelijk voorwar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> test waarbij het herinneringsperc<strong>en</strong>tage van e<strong>en</strong> merknaam wordt gescoordgeeft daarom weinig houvast: de linkerhemisfeer doet de test (verbaal) <strong>en</strong> derechterhemisfeer koopt het bier (visueel)! M.a.w. opdracht<strong>en</strong> die visualisatievaardighed<strong>en</strong>van de rechterhemisfeer vereis<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> niet altijd word<strong>en</strong> voorspeld mettoets<strong>en</strong> die zich richt<strong>en</strong> op de linkerhemisfeer.De anekdote wekt de suggestie dat er ook bij gezonde person<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> of weinig intercommunicatietuss<strong>en</strong> de hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> plaatsvindt. In de <strong>praktijk</strong> zull<strong>en</strong> beide hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> met elkaar communicer<strong>en</strong>via het corpus callosum: de linkerhemisfeer kan dan in interactie tred<strong>en</strong> met de rechterhelft <strong>en</strong>dus ook visuele informatie raadpleg<strong>en</strong>. In het normale geval is die interactie wel aanwezig(bijvoorbeeld: het woord 'hamer' roept vrijwel direct e<strong>en</strong> bijpass<strong>en</strong>de verbeelding op) <strong>en</strong> omgekeerd.E<strong>en</strong> ander voorbeeld betreft e<strong>en</strong> onderzoek van Miller (Miller G. A.*) waaruit blijkt dat lez<strong>en</strong> van linksnaar rechts in fysiologisch opzicht effectiever is dan andersom. De verklaring daarbij is volg<strong>en</strong>sAlbert* dat iemand die leest ook in de randgebied<strong>en</strong> van het blikveld woord<strong>en</strong> waarneemt die alword<strong>en</strong> verwerkt voordat ze zich in het c<strong>en</strong>trum van het blikveld bevind<strong>en</strong> (zie Russell*). Wanneeriemand van links naar rechts leest vall<strong>en</strong> deze nieuwe woord<strong>en</strong> in het rechterdeel van hetgezichtsveld. Deze word<strong>en</strong> dus verwerkt in de linkerhers<strong>en</strong>helft die voor de verwerking van tekst<strong>en</strong>het beste is toegerust. In schriftsystem<strong>en</strong> die van links naar rechts gelez<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, kan delezer minder goed anticiper<strong>en</strong> op de manier waarop de tekst zal lop<strong>en</strong>, omdat de nieuwe woord<strong>en</strong>terechtkom<strong>en</strong> in de rechterhers<strong>en</strong>helft. Deze is minder bedrev<strong>en</strong> in het uitvoer<strong>en</strong> van verbale tak<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


E<strong>en</strong> interessant <strong>en</strong> curieus gegev<strong>en</strong> daarbij is dat het oog tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong> beduid<strong>en</strong>d voorloopt opde hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het oog neemt in <strong>en</strong>kele honderdst<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> seconde de visuele informatie op <strong>en</strong>stuurt die door naar de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Voordat de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> de informatie hebb<strong>en</strong> verwerkt is het oogalweer e<strong>en</strong> saccadische sprong verder waar nieuwe informatie wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t datop het mom<strong>en</strong>t dat we e<strong>en</strong> woord bewust lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> letterlijk zi<strong>en</strong> staan, onze og<strong>en</strong> al naar e<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>d woord kijk<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> vergaande specialisatie van hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> is alle<strong>en</strong> dan zinvol wanneer tegelijkertijd e<strong>en</strong>effectieve communicatie tuss<strong>en</strong> beide hers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong> wordt gestimuleerd. Volg<strong>en</strong>s Gilder* ligt hierine<strong>en</strong> van de sterke punt<strong>en</strong> van het audiovisuele medium. Door informatie langs verschill<strong>en</strong>de kanal<strong>en</strong>over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (beeld<strong>en</strong>, gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>) word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de gespecialiseerdeonderdel<strong>en</strong> van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk betrokk<strong>en</strong> bij het process<strong>en</strong>. In het vorigehoofdstuk sprak<strong>en</strong> we al over redundante aanbieding van informatie: door e<strong>en</strong> boodschap simultaanof afwissel<strong>en</strong>d zowel in woord<strong>en</strong> als in beeld<strong>en</strong> over te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong>)zou e<strong>en</strong> betere verwerking van informatie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bereikt.De gangbare visie binn<strong>en</strong> de cognitieve psychologie is dat allerlei prikkels, waaronder auditieve <strong>en</strong>visuele, bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> totale m<strong>en</strong>tale structuur die de k<strong>en</strong>nis omvat. Binn<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>tale structuuris er sprake van e<strong>en</strong> semantische integratie van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> dat de k<strong>en</strong>niszowel vanuit de visuele c<strong>en</strong>tra als vanuit de auditieve c<strong>en</strong>tra geraadpleegd <strong>en</strong> gevoed kan word<strong>en</strong>.Concreet betek<strong>en</strong>t dit dat het oproep<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis niet per se hoeft te geschied<strong>en</strong> via de kanal<strong>en</strong>waarlangs die k<strong>en</strong>nis is verworv<strong>en</strong>. Dit veronderstelt e<strong>en</strong> goede communicatie tuss<strong>en</strong> de tweehers<strong>en</strong>helft<strong>en</strong>. Zo is er in principe niets op teg<strong>en</strong> om stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> naar aanleiding van e<strong>en</strong> onderwijsfilme<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting te lat<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>, of naar aanleiding van e<strong>en</strong> schriftelijke beschrijving van e<strong>en</strong>object e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Wel moet<strong>en</strong> we er rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong> dat sommige aspect<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> symboolsysteem niet goed zijn te vertal<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ander symboolsysteem (Cassirer*). Decommercial van 'Joe and the Guys' is e<strong>en</strong> voorbeeld waar dat k<strong>en</strong>nelijk onvoldo<strong>en</strong>de het geval is.Verwerking van connotatiesNu we de globale structuur van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>, is het zinvol e<strong>en</strong> verband te legg<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> de hers<strong>en</strong>structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> connotatie. We hanter<strong>en</strong> daarbij hetbegripp<strong>en</strong>paar analoog/digitaal, zoals dat in het vorige hoofdstuk is beschrev<strong>en</strong>. Ter herinnering: voordigitale communicatie is k<strong>en</strong>nis van de conv<strong>en</strong>ties nodig (bijv. taal); analoge communicatie berust opherk<strong>en</strong>ning van signal<strong>en</strong> waarvoor ge<strong>en</strong> afsprak<strong>en</strong> noodzakelijk zijn (bijvoorbeeld de universelek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van houding of gelaatsuitdrukking<strong>en</strong>).In de eerste plaats moet word<strong>en</strong> geconstateerd dat de neocortex zowel in staat is tot digitale als totanaloge communicatie. De communicatie op dit niveau van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> vindt min of meer bewustplaats <strong>en</strong> is sterk gekoppeld aan allerlei intellectuele functies. Bij het luister<strong>en</strong> naar gesprok<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (digitaal) word<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d zinvolle betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>ereerd <strong>en</strong> mogelijke reactiesvoorbereid. Datzelfde gebeurt wanneer we e<strong>en</strong> duif met e<strong>en</strong> takje in zijn snavel zi<strong>en</strong> (analogeobservatie). Het gaat in beide gevall<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bewuste, gerichte waarneming die e<strong>en</strong> duidelijkefunctie vervult.Naast de d<strong>en</strong>otaties hebb<strong>en</strong> we uiteraard ook te mak<strong>en</strong> met connotatieve betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Deconnotaties in de neocortex betreff<strong>en</strong> vooral e<strong>en</strong> bewust begrip van de onderligg<strong>en</strong>de boodschapp<strong>en</strong>:we verstaan de omzichtige bewoording<strong>en</strong> letterlijk, maar begrijp<strong>en</strong> tegelijkertijd wat de spreker eig<strong>en</strong>lijkbedoelt te zegg<strong>en</strong>; we zi<strong>en</strong> de duif met zijn takje, maar beseff<strong>en</strong> tegelijkertijd dat naar hetonderligg<strong>en</strong>de begrip 'vrede' wordt verwez<strong>en</strong>.Lagere structur<strong>en</strong>, met name het limbische systeem, zijn slechts in staat tot analoge communicatie. Inhet bijzonder vindt hier de verwerking plaats van nonverbale signal<strong>en</strong> in houding <strong>en</strong> mimiek, maarook van paraverbale signal<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de manier waarop de tekst<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong>:spreektempo, intonatie <strong>en</strong> toonhoogte. Deze analoge connotaties van gesprok<strong>en</strong> mededeling<strong>en</strong>zijn van ess<strong>en</strong>tieel belang voor het betek<strong>en</strong>is die de kijker er aan geeft. In de politiek bijvoorbeeld zijnde analoge connotaties vaak doorslaggev<strong>en</strong>d. Goed overkom<strong>en</strong> is van groot belang; zonodig moet depoliticus e<strong>en</strong> mediatraining volg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> goede analoge communicatie aan te ler<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het oproep<strong>en</strong> van emotiesVeel van de analoge communicatie grijpt aan op de emotie; de emotionele functies zijn immers ook inhet limbische systeem gesitueerd. Gezi<strong>en</strong> het belang van emotionele beïnvloeding van detoeschouwer (zie hoofdstuk twee: 'exposure'), gaan we kort in op de wijze waarop emoties kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong>. We onderscheid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directe <strong>en</strong> e<strong>en</strong> indirecte vorm:-directHet kan bijvoorbeeld voorkom<strong>en</strong> dat we iemand ontmoet<strong>en</strong> die we og<strong>en</strong>schijnlijk zonder geldigered<strong>en</strong> onsympathiek vind<strong>en</strong> (ergernis, angst). Het limbische systeem wordt hier direct geactiveerddoor e<strong>en</strong> analoog signaal. De neocortex wordt omzeild of buit<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong>, waardoor de emoties of deoorzak<strong>en</strong> daarvan moeilijk zijn te verwoord<strong>en</strong>, te verklar<strong>en</strong> of zelfs af te wer<strong>en</strong>: we wet<strong>en</strong> niet goedwat ons overkomt of staan er zelfs helemaal niet bij stil. Dit mechanisme is vaak de basis voor hetemotionele appel dat in reclameboodschapp<strong>en</strong> op ons wordt gedaan. Ook de politicus in e<strong>en</strong> verkiezingsspotprobeert op deze manier direct te scor<strong>en</strong>.-indirectMaar emoties kunn<strong>en</strong> ook via de neocortex word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong>, bijvoorbeeld als we e<strong>en</strong> tekst lez<strong>en</strong><strong>en</strong> daar bepaalde gevoel<strong>en</strong>s bij ondervind<strong>en</strong>. De woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> van het verhaal moet<strong>en</strong> eerstword<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrep<strong>en</strong> in de neocortex, op basis van de d<strong>en</strong>otaties <strong>en</strong> connotaties van detekst. Daarbij ontstaat e<strong>en</strong> voorlopige betek<strong>en</strong>is die op het niveau van het limbisch systeem e<strong>en</strong>emotionele respons tot gevolg heeft. In de <strong>praktijk</strong> is deze sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> de neocortex <strong>en</strong> hetlimbische systeem e<strong>en</strong> continu proces van wederzijdse beïnvloeding <strong>en</strong> verandering dat leidt tot e<strong>en</strong>gezam<strong>en</strong>lijke betek<strong>en</strong>isvorming.Door de betrokk<strong>en</strong>heid van de neocortex zijn we hier in principe in staat e<strong>en</strong> causaal verband telegg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> onze emotionele gesteldheid <strong>en</strong> hetge<strong>en</strong> we waarnem<strong>en</strong>.K<strong>en</strong>nis van dit onderscheid is in zoverre van belang dat het de programmaontwerper de mogelijkheidgeeft om verschill<strong>en</strong>de alterniev<strong>en</strong> te overweg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>zelfde effect. Inzicht in de verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus waarop d<strong>en</strong>otaties <strong>en</strong> connotaties kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> biedt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> meer zekerheid bij heteliminer<strong>en</strong> van ongew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> onbedoelde (bij-)betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. In het slechtste geval word<strong>en</strong> opverschill<strong>en</strong>de niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdige boodschapp<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, waardoor er binn<strong>en</strong>het totale hers<strong>en</strong>systeem beslissingsconflict<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>, die tot desoriëntatie <strong>en</strong> afwijzing bij de kijkerleid<strong>en</strong>.Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> spraakc<strong>en</strong>trum in het limbische systeem maakt het moeilijk om de gevoel<strong>en</strong>s<strong>en</strong> emoties op dit niveau te expliciter<strong>en</strong>. Dit kan soms leid<strong>en</strong> tot onbered<strong>en</strong>eerd of intutief handel<strong>en</strong>,wat in de <strong>praktijk</strong> nogal e<strong>en</strong>s problem<strong>en</strong> oplevert. De maatschappelijke acceptatie voor ongefundeerdeof schijnbaar ongefundeerde keuz<strong>en</strong> is immers gering. Toevallig wordt juist in de filmwereldnog al e<strong>en</strong>s gevoelsmatig gewerkt, dat wil zegg<strong>en</strong> zonder dat er duidelijke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong>bepaalde keuze zijn te gev<strong>en</strong>. De regisseur 'voelt' dat e<strong>en</strong> bepaalde b<strong>en</strong>adering zal 'werk<strong>en</strong>', maar isniet in staat dat middels e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering aan te ton<strong>en</strong>. Wanneer e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t of geldschieter diegevoel<strong>en</strong>s niet kan del<strong>en</strong> ontstaat er e<strong>en</strong> probleem. De argwaan is t<strong>en</strong> dele terecht, omdat ditgevoelsmatig handel<strong>en</strong> door 'creatiev<strong>en</strong>' niet zeld<strong>en</strong> als zwaarweg<strong>en</strong>d excuus wordt gebruikt voore<strong>en</strong> opportunistische, althans niet al te systematische of analytische werkwijze.Overig<strong>en</strong>s zij nogmaals vermeld dat de bedoeling van dit boek juist is de diverse ontwerpstapp<strong>en</strong> <strong>en</strong>ontwerpkeuz<strong>en</strong> zo veel mogelijk te systematiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> te expliciter<strong>en</strong>. Het idee daarbij is datontwerpbeslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op het niveau van de neocortex, waarbij aan degevoel<strong>en</strong>s in het limbische systeem e<strong>en</strong> belangrijk gewicht wordt toegek<strong>en</strong>d.Perceptie<strong>theorie</strong>ënAan het slot van dit hoofdstuk richt<strong>en</strong> we ons op de <strong>theorie</strong>vorming die rond het thema perceptie heeftplaatsgevond<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> betrekkelijk e<strong>en</strong>voudige bezigheid als 'traplop<strong>en</strong>', die we dagelijks vele mal<strong>en</strong> zonder veel<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


d<strong>en</strong>kwerk succesvol uitvoer<strong>en</strong>, is in term<strong>en</strong> van perceptie buit<strong>en</strong>gewoon complex. De og<strong>en</strong>, de hand<strong>en</strong>,ons ev<strong>en</strong>wichtsorgaan <strong>en</strong> de spanningstoestand van verschill<strong>en</strong>de spiergroep<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> onse<strong>en</strong> continue stroom signal<strong>en</strong> waaruit we snel <strong>en</strong> moeiteloos afleid<strong>en</strong> waar de <strong>en</strong>e tree ophoudt, waarde volg<strong>en</strong>de tree begint, waar wij ons t<strong>en</strong> opzichte van de trap bevind<strong>en</strong>, wat de stand <strong>en</strong> positie vanonze ledemat<strong>en</strong> is <strong>en</strong> welke beweging<strong>en</strong> nodig zijn om verder te kom<strong>en</strong>.Perceptie betreft niet alle<strong>en</strong> de detectie van stimuli in onze zintuig<strong>en</strong>, maar ook de process<strong>en</strong> die nade detectie nodig zijn om uit die stimuli betek<strong>en</strong>isvolle informatie te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaruit af te leid<strong>en</strong>welke respons nodig is. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> <strong>theorie</strong> over perceptie onder meer moet ingaan op deinkom<strong>en</strong>de stimuli, de manier waarop de stumuli word<strong>en</strong> gedetecteerd, de wijze waarop z<strong>en</strong>uwprikkelsword<strong>en</strong> doorgegev<strong>en</strong> aan de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, de wijze waarop verwerking in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>plaatsvindt, de psychologische mechanism<strong>en</strong> van de interpretatie <strong>en</strong> selectie, de werking van het geheug<strong>en</strong><strong>en</strong> de wijze waarop motorische of andere responsies tot stand kom<strong>en</strong>. Kortom e<strong>en</strong> zeer grootterrein dat vele disciplines omvat. De <strong>theorie</strong>vorming op dit gebied is dan ook allerminst afgerond. Erbestaan nog steeds zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de visies over perceptie die elk hun sterke <strong>en</strong> zwakke kant<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> van alle het hele terrein beslaan (Gordon*). In het kort stipp<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantalverschill<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>aderingswijz<strong>en</strong> aan.Psychofysische b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> van perceptie richt<strong>en</strong> zich vooral op de aard <strong>en</strong> werking vans<strong>en</strong>sorische drempels. Veel nadruk ligt daarbij op het verzamel<strong>en</strong> van meetgegev<strong>en</strong>s in goedgedefinieerdelaboratoriumexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Deze aanpak levert op onderdel<strong>en</strong> belangrijke kwantitatievegegev<strong>en</strong>s op. Het toepassingsbereik is echter beperkt.Functionalistische <strong>theorie</strong>ën prober<strong>en</strong> perceptie te verklar<strong>en</strong> vanuit de gedachte dat m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> dierzich op functionele wijze hebb<strong>en</strong> aangepast aan hun leefomgeving. Perceptiemechanism<strong>en</strong> zijnbinn<strong>en</strong> deze visie voor e<strong>en</strong> belangrijk deel al bij de geboorte aanwezig op grond van de evolutionaireontwikkeling van soort<strong>en</strong>.Veel van deze functionalistische b<strong>en</strong>adering is ook terug te vind<strong>en</strong> in de al wat oudere gestalt<strong>theorie</strong>.Die gaat ervan uit dat perceptie e<strong>en</strong> proces is van informatiereductie. De veelheid van stimuli die opons afkomt prober<strong>en</strong> we zoveel mogelijk beheersbaar te houd<strong>en</strong> door te zoek<strong>en</strong> naar sterk vere<strong>en</strong>voudigdesam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong>. Die reductie van informatie kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> soortoverlevingsstrategie.E<strong>en</strong> andere stroming, het empiricisme (of constructivisme) gaat ervan uit dat perceptie te mak<strong>en</strong>heeft met d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong>. De gedachte daarbij is dat binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>de stimuli word<strong>en</strong> gerelateerd aanbestaande k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> (empirie) <strong>en</strong> dat op basis daarvan hypothes<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gevormdomtr<strong>en</strong>t de betek<strong>en</strong>is van de stimuli (constructie). Perceptie is binn<strong>en</strong> deze visie e<strong>en</strong> zeer subjectievebeleving, omdat er e<strong>en</strong> zeer persoonlijke betek<strong>en</strong>is wordt geconstrueerd op basis van de beschikbarepersoonlijke k<strong>en</strong>nis. De empiricistische stroming is in belangrijke mate beïnvloed door de metafoorvan de computer: de m<strong>en</strong>selijke geest als informatieverwerk<strong>en</strong>d systeem.De computermetafoor vormt nog steeds e<strong>en</strong> belangrijk inspiratiebron voor de theoretici.Ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van de kunstmatige intellig<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de neurofysiologie hebb<strong>en</strong> geleidtot e<strong>en</strong> aantal nieuwe modell<strong>en</strong> voor de werking van de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang daarmee voorperceptie. Actuele concept<strong>en</strong> daarin zijn onder andere neurale netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> parallelle process<strong>en</strong>.Voor vrijwel alle b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> geldt dat ze op deelaspect<strong>en</strong> van perceptie succesvol zijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong>nuttige bijdrage aan onze k<strong>en</strong>nis van perceptie lever<strong>en</strong> of hebb<strong>en</strong> geleverd. De veronderstelling<strong>en</strong> dieaan de <strong>theorie</strong>ën t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>, lop<strong>en</strong> echter zeer uite<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet altijd word<strong>en</strong> getoetst.Elke <strong>theorie</strong> k<strong>en</strong>t daarom zijn voorstanders <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>standers, waarbij de keuze niet alle<strong>en</strong>bepaald wordt door de kracht van de bewijsvoering maar ook door de mate waarin iemand bereid isde gestelde hypothes<strong>en</strong> te aanvaard<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> integrale <strong>en</strong> volledige <strong>theorie</strong> over perceptie die alleaspect<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de wijze <strong>en</strong> toetsbaar met elkaar in verband br<strong>en</strong>gt is vooralsnog nietbeschikbaar.Van alle <strong>theorie</strong>ën over perceptie is het empiricisme wellicht de meest geaccepteerde <strong>en</strong> de meestinvloedrijke. Voor ons is het empiricisme van belang omdat het perceptie verbindt met leerprocess<strong>en</strong>.Dit sluit aan bij onze b<strong>en</strong>adering van film tot nu toe waarin de betek<strong>en</strong>isvorming wordt gekoppeld aanonze k<strong>en</strong>nis van de filmische conv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> onze k<strong>en</strong>nis van de wereld om ons he<strong>en</strong>. We gaandaarom tot slot van dit hoofdstuk kort in op de achtergrond<strong>en</strong> van het empiricisme.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het empiricismeHet empiricisme gaat ervan uit dat perceptie plaatsvindt op grond van e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kproces. M<strong>en</strong>veronderstelt dat de gedetecteerde prikkels c<strong>en</strong>trale process<strong>en</strong> op gang br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die aanwezigek<strong>en</strong>nis activer<strong>en</strong>. Vergelijking tuss<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>de prikkels <strong>en</strong> de aanwezige k<strong>en</strong>nis leidt tot devorming van e<strong>en</strong> aantal hypothes<strong>en</strong> over de betek<strong>en</strong>is van de prikkels. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> dehypothes<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> soort red<strong>en</strong>ering getest, waarna de meest waarschijnlijke hypothese als betek<strong>en</strong>iswordt geaccepteerd (Gregory*). De empiricistische <strong>theorie</strong> ziet perceptie dus als e<strong>en</strong> indirect,constructief <strong>en</strong> min of meer bered<strong>en</strong>eerd proces dat e<strong>en</strong> beroep doet op bestaande k<strong>en</strong>nis.Het proces van red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> verloopt doorgaans snel <strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels onbewust: traplop<strong>en</strong> bijvoorbeelddo<strong>en</strong> we schijnbaar automatisch <strong>en</strong> zonder dat we ons bewust zijn van <strong>en</strong>ige d<strong>en</strong>kinspanning.Volg<strong>en</strong>s de empiricist<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> we hier terug op onze k<strong>en</strong>nis over de vorm <strong>en</strong> omvang van trapp<strong>en</strong> <strong>en</strong>kiez<strong>en</strong> we als meest waarschijnlijke hypothese dat ook deze trap, zoals de meeste trapp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>regelmatige structuur heeft. Het test<strong>en</strong> van deze hypothese gebeurt al traplop<strong>en</strong>d, door af <strong>en</strong> toe tekijk<strong>en</strong> of op basis van het verloop van de spanning in onze spier<strong>en</strong>. In het slechtste geval blijkt opbruuske wijze dat de hypothese moet word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>.Er zijn vele gegev<strong>en</strong>s beschikbaar die de juistheid van de <strong>theorie</strong> lijk<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong>. Uit veleexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijkt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de waarneming van verschijnsel<strong>en</strong> zoveel mogelijk prober<strong>en</strong> tevervorm<strong>en</strong> naar de k<strong>en</strong>nis waarover ze beschikk<strong>en</strong>.In e<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>t met e<strong>en</strong> kaartspel waarin <strong>en</strong>kele 'verkeerde' kaart<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt, zoals e<strong>en</strong>zwarte hart<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rode klaver, blijk<strong>en</strong> sommige proefperson<strong>en</strong> melding te mak<strong>en</strong> van kaart<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> vreemde paarse kleur (Bruner*). K<strong>en</strong>nelijk zoek<strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> compromis tuss<strong>en</strong> dek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de stimuli (zwarte hart<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de aanwezige k<strong>en</strong>nis over speelkaart<strong>en</strong> (hart<strong>en</strong> zijnrood). M<strong>en</strong> ziet dus ding<strong>en</strong> die er niet zijn.In reactietests, zoals bijvoorbeeld het volg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>d object, blijk<strong>en</strong> proefperson<strong>en</strong> snellerte reager<strong>en</strong> dan op grond van de verwerkingssnelheid van visuele prikkels mag word<strong>en</strong> verwacht.Proefperson<strong>en</strong> anticiper<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nelijk op de ding<strong>en</strong> die gaan kom<strong>en</strong> door in e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>taal procesbeweging<strong>en</strong> naar de toekomst te extrapoler<strong>en</strong>.Waar patroonherk<strong>en</strong>ning voor bijvoorbeeld de gestalttheoretici voor e<strong>en</strong> groot deel berust opnatuurlijke aanleg, onderstrep<strong>en</strong> de empiricist<strong>en</strong> het belang van leerprocess<strong>en</strong>: patron<strong>en</strong> moet je voore<strong>en</strong> belangrijk deel ler<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dat blijkt bijvoorbeeld als we ons in e<strong>en</strong> rumoerige, drukbevolkteruimte bevind<strong>en</strong>. Zonder veel problem<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> we in staat te zijn spraakpatron<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>van achtergrondgeroezemoes. Toch gaat het in zo'n geval om e<strong>en</strong> zeer complex decompositieproceswaartoe nog ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele machine in staat is geblek<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nelijk comp<strong>en</strong>seert onze k<strong>en</strong>nis van despraak onvolledige of onduidelijke informatieprikkels. Zonder deze k<strong>en</strong>nis, bijvoorbeeld als het ome<strong>en</strong> vreemde taal gaat, hor<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong> geroezemoes.Tot slot verwijz<strong>en</strong> we naar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die halluciner<strong>en</strong>: deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ondergaan lev<strong>en</strong>sechte ervaring<strong>en</strong>bij volledige afwezigheid van externe stimuli. Hoewel halluciner<strong>en</strong> niet als normaal of gezondk<strong>en</strong>merk wordt gezi<strong>en</strong> toont het wel het belang van d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> aan: perceptie is in dit geval zelfsuitsluit<strong>en</strong>d gebaseerd op d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong>.In de hypothesevorming over de aard van de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> object<strong>en</strong> speelt waarschijnlijkheid e<strong>en</strong>belangrijke rol. Visuele informatie over object<strong>en</strong> is vrijwel altijd onvolledig: zeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we allevierde pot<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tafel tegelijk zi<strong>en</strong>. Toch vormt de herk<strong>en</strong>ning van e<strong>en</strong> tafel nauwelijks e<strong>en</strong>probleem. Door de context (e<strong>en</strong> huiskamer, vier stoel<strong>en</strong> er omhe<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tafelkleedje erop) <strong>en</strong> deop k<strong>en</strong>nis gebaseerde verwachting<strong>en</strong> van de individu (in vrijwel iedere huiskamer bevindt zich e<strong>en</strong>tafel met e<strong>en</strong> tafelkleedje <strong>en</strong> vier stoel<strong>en</strong>) ontstaat er e<strong>en</strong> krachtige hypothese dat het om e<strong>en</strong> tafelgaat. Krachtige hypothes<strong>en</strong> verg<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> geringe s<strong>en</strong>sorische bewijsvoering. Wanneer dehypothese echter twijfelachtig of onwaarschijnlijk is, is juist veel s<strong>en</strong>sorische bewijsvoering nodig. Hetis tamelijk onwaarschijnlijk dat het object in de huiskamer met dat tafelkleedje erop e<strong>en</strong> draaiorgel is;daar is extra bewijs voor nodig. We kunn<strong>en</strong> als het ware onze og<strong>en</strong> niet gelov<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>sgoed.Perceptie wordt dus maar t<strong>en</strong> dele bepaald door externe stimuli <strong>en</strong> voor de rest door het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> waarschijnlijkheid aan de hypothes<strong>en</strong> die we op basis van onze k<strong>en</strong>nis van de wereld<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


opstell<strong>en</strong>. Contextinformatie speelt daarin e<strong>en</strong> belangrijke rol (zie ook hoofdstuk vijf).Maar ook de empiricist<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de nodige oppositie ondervond<strong>en</strong>. Het concept van de onbewustehypothesevorming bijvoorbeeld doet nogal magisch aan <strong>en</strong> is voor vel<strong>en</strong> niet acceptabel. Het is nietduidelijk wat we onder e<strong>en</strong> hypothese moet<strong>en</strong> verstaan wanneer die niet expliciet <strong>en</strong> bewust wordtgeformuleerd, laat staan dat duidelijk is hoe zo'n hypothese zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoetst.E<strong>en</strong> ander punt dat niet goed in de empiricistische b<strong>en</strong>adering past is de vraag waarom bijvoorbeelde<strong>en</strong> vlieg al direct bij de 'geboorte' over e<strong>en</strong> f<strong>en</strong>om<strong>en</strong>aal visueel perceptiesysteem beschikt, zonderooit <strong>en</strong>ig leerproces te hebb<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>.Niettemin is teg<strong>en</strong>woordig in brede kring geaccepteerd, dat cognitieve process<strong>en</strong> bij perceptie e<strong>en</strong>bepal<strong>en</strong>de rol spel<strong>en</strong>.Uit het empiricisme kan m<strong>en</strong> afleid<strong>en</strong> dat perceptie vooral plaatsvindt volg<strong>en</strong>s gangbare(waarschijnlijke) patron<strong>en</strong>. De filmkijker wordt in eerste instantie e<strong>en</strong> wat conservatieve <strong>en</strong>gemakzuchtige houding toegeschrev<strong>en</strong>: het meest gangbare, het meest waarschijnlijke wordt immersgezi<strong>en</strong>. Niettemin stell<strong>en</strong> de empiricist<strong>en</strong> dat het waarnem<strong>en</strong> zich kan ontwikkel<strong>en</strong> op basis vanervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerprocess<strong>en</strong>. Net zoals er e<strong>en</strong> verschil is tuss<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>de schakers <strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>deschakers bij het aftast<strong>en</strong> <strong>en</strong> inschatt<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stelling is er ook e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong>onervar<strong>en</strong> kijkers. Ervar<strong>en</strong> kijkers tast<strong>en</strong> de aangebod<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> sneller, beter <strong>en</strong> op e<strong>en</strong> anderewijze af: zij zijn in staat tot effectievere saccadische patron<strong>en</strong>.Dit leerproces kan er toe leid<strong>en</strong> dat de kijker e<strong>en</strong> zekere alertheid ontwikkelt <strong>en</strong> in staat is teanticiper<strong>en</strong> op verrassing<strong>en</strong> of onverwachte w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> film voldo<strong>en</strong>de van dit soortprikkel<strong>en</strong>de w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> bevat, dat wil zegg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de onwaarschijnlijke hypothes<strong>en</strong> aanbiedtechter zonder dat vervreemding of verwerping optreedt, kan e<strong>en</strong> veel actievere houding aannem<strong>en</strong>.In plaats van het passief ondergaan van s<strong>en</strong>saties moet perceptie aldus meer word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>proces van actieve verwerking, betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> ontwikkeling.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 7Beroering van de kijkerInleidingWaarom gaan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor de lol naar e<strong>en</strong> griezelfilm? Wat is er zo prettig aan huil<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> 'tearjerker'?Wat bezielt iemand om geheel vrijwillig <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> betaling in e<strong>en</strong> vrijwel verduisterde ruimte tegaan zitt<strong>en</strong>, te midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> heleboel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hij helemaal niet k<strong>en</strong>t, duiz<strong>en</strong>d dod<strong>en</strong> te sterv<strong>en</strong>,ramp <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>spoed te ontmoet<strong>en</strong> <strong>en</strong> te huil<strong>en</strong> van verdriet of machteloze woede? Kortom watberoert hem <strong>en</strong> hoe ervaart hij het kijk<strong>en</strong> naar film?Scène.Het filmbeeld toont iemand met de rug naar ons toe voor e<strong>en</strong> dichte deur. Zijn handgaat behoedzaam naar de deurkruk <strong>en</strong> duwt die omlaag. E<strong>en</strong> lichte aarzeling.... Decamera zoomt in op de kleine op<strong>en</strong>ing die weldra zal ontstaan. Voorzichtig duwt hijde deur e<strong>en</strong> stukje op<strong>en</strong>....E<strong>en</strong> simpele scène die nog van alles kan betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Lat<strong>en</strong> we voor het gemak veronderstell<strong>en</strong> dat ditde op<strong>en</strong>ingsscène van de film is. Er gaan ge<strong>en</strong> scènes aan vooraf: we wet<strong>en</strong> nog niets van de film.Duidelijk is dat er zich achter de deur iets of iemand bevindt, dat k<strong>en</strong>nelijk van belang is voor dehoofdpersoon. Wat zoekt die persoon? Wat zit er achter de deur? Ongemerkt <strong>en</strong> onafw<strong>en</strong>dbaar gaanwe als kijker de verlang<strong>en</strong>s <strong>en</strong> doel<strong>en</strong> van de hoofdpersoon del<strong>en</strong>. Het liefst zoud<strong>en</strong> we zelf will<strong>en</strong>kijk<strong>en</strong>. De hand van de hoofdpersoon die langzaam naar de deurkruk reikt, is eig<strong>en</strong>lijk onze eig<strong>en</strong>hand. Ook wij staan op het punt om de deur te op<strong>en</strong><strong>en</strong> zodat we kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat zich erachterbevindt. De persoon die voor de deur staat, dat zijn wijzelf.Dit proces van id<strong>en</strong>tificatie, van vere<strong>en</strong>zelviging met <strong>en</strong> bezit nem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> personage in de film isonontkoombaar <strong>en</strong> leidt tot e<strong>en</strong> sterke emotionele betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> participatie van de kijker in hetfilmische verhaal. De scène op zich heeft dan ook e<strong>en</strong> veel rijkere betek<strong>en</strong>is dan de feitelijke beschrijvingdoet vermoed<strong>en</strong>. Het gaat hier niet om de mededeling sec dat iemand e<strong>en</strong> deurkruk pakt om dedeur te op<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het gaat om het ondergaan van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is die zich op e<strong>en</strong> waarheidsgetrouwemanier voor het oog van de toeschouwer voltrekt <strong>en</strong> die in zijn gedacht<strong>en</strong>wereld allerlei subjectievebetek<strong>en</strong>isvorm<strong>en</strong>de process<strong>en</strong> teweegbr<strong>en</strong>gt. De kijker lijkt daardoor zelf op de e<strong>en</strong> of andere manierdeel uit te mak<strong>en</strong> van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film.In dit hoofdstuk richt<strong>en</strong> we ons op de vraag wat de toeschouwer bij het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film ervaart<strong>en</strong> welke positie hij daarbij inneemt.Allereerst gaan we in op het realiteitsdebat, e<strong>en</strong> slep<strong>en</strong>de discussie in de film<strong>theorie</strong> die gek<strong>en</strong>merktwordt door twee teg<strong>en</strong>strijdige visies op de hoedanigheid van film: de realistische visie <strong>en</strong> deformalistische visie.Vervolg<strong>en</strong>s besprek<strong>en</strong> we de verandering<strong>en</strong> die de film<strong>theorie</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig onderging, to<strong>en</strong> desubjectieve beleving van de kijker e<strong>en</strong> veel grotere rol kreeg toebedeeld <strong>en</strong> diverse elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit depsychoanalyse werd<strong>en</strong> ingebracht. Eén daarvan, het id<strong>en</strong>tificatieproces, wordt beschouwd als hetc<strong>en</strong>trale mechanisme dat film zijn fascinatie geeft. We zull<strong>en</strong> daarom nader ingaan op het id<strong>en</strong>tificatieproces<strong>en</strong> daaraan gerelateerde process<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> antwoord verwacht<strong>en</strong> op de vraagwaarom m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor de lol naar e<strong>en</strong> 'tearjerker' gaan.Het realismeDe realist<strong>en</strong> onder aanvoering van de Franse filmtheoreticus André Bazin* zijn van m<strong>en</strong>ing dat filme<strong>en</strong> weergave biedt of moet bied<strong>en</strong> van de wereld zoals die zich aan ons op<strong>en</strong>baart. Film registreert<strong>en</strong> reproduceert. Het realistisch vastlegg<strong>en</strong> van de ons omring<strong>en</strong>de wereld is in zijn og<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepgeworteld verlang<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s. In vroeger tijd<strong>en</strong> was het de schilderkunst die aan dat verlang<strong>en</strong>moest beantwoord<strong>en</strong>. Op schilderij<strong>en</strong> werd gepoogd de werkelijkheid zo natuurgetrouw mogelijk tereproducer<strong>en</strong>. Met de uitvinding van de fotografie <strong>en</strong> film is aan dat reproduktieverlang<strong>en</strong> goeddeelsvoldaan <strong>en</strong> krijgt de kunst volop geleg<strong>en</strong>heid zich te verwijder<strong>en</strong> van het realisme. Het realiteitsgehaltevan het fotografische beeld, in eerste instantie nog zwart-wit later in kleur, is inderdaad ongeëv<strong>en</strong>aard.De ontwikkeling naar beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> met geluid maakt de weergave vrijwel perfect. Defilmische wereld van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> wordt door de kijker dan ook in sterke mate als reëel<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


ervar<strong>en</strong>, zo reëel dat ze vaak aanleiding geeft tot onontkoombare natuurlijke reacties. Het beeld vane<strong>en</strong> auto die met grote snelheid op ons af lijkt te kom<strong>en</strong>, versterkt met geluid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> brull<strong>en</strong>demotor <strong>en</strong> gier<strong>en</strong>de band<strong>en</strong> leidt onherroepelijk tot e<strong>en</strong> schrikreactie, gespann<strong>en</strong> spier<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>moeilijk bedwingbare neiging tot vlucht<strong>en</strong>. Ontwikkeling<strong>en</strong> als multikanal<strong>en</strong> audio, rondomprojectie(het Omniversum) <strong>en</strong> quasi-driedim<strong>en</strong>sionale weergave hebb<strong>en</strong> die werkelijkheidsillusie verderversterkt. Niettemin is Bazin van m<strong>en</strong>ing dat technologische <strong>en</strong> stilistische ingrep<strong>en</strong> zo min mogelijkgebruikt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, omdat daarmee in pot<strong>en</strong>tie de werkelijkheid geweld wordt aangedaan.Camerabeweging<strong>en</strong>, montage <strong>en</strong> andere filmische stijlmiddel<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> in zijn visie alle<strong>en</strong> innoodgevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt. Om dezelfde red<strong>en</strong> zijn de hoofdperson<strong>en</strong> in de zogehet<strong>en</strong> 'neorealistischestijl' ge<strong>en</strong> beroemde 'sterr<strong>en</strong> van het witte doek', maar gewone m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, echte m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>iet gereduceerd word<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> object of symbool.Bazin hanteert voor film de metafoor van het v<strong>en</strong>ster: de kijker zit als het ware voor e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ster dathem e<strong>en</strong> onvertek<strong>en</strong>de blik biedt op de reële wereld. Dat v<strong>en</strong>ster maakt hem deelg<strong>en</strong>oot van e<strong>en</strong>wereld die als realiteit wordt ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> die alle d<strong>en</strong>kbare m<strong>en</strong>selijke reacties, functies <strong>en</strong> reflex<strong>en</strong>kan activer<strong>en</strong>, ook al maakt hij er lijfelijk ge<strong>en</strong> deel van uit.Het formalismeDe formalist<strong>en</strong> onder aanvoering van de gestaltpsycholoog Rudolf Arnheim* bewer<strong>en</strong> dat hetfotografische beeld principieel verschilt van het werkelijkheidsbeeld. Film reproduceert dewerkelijkheid niet, maar produceert volg<strong>en</strong>s Arnheim e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> werkelijkheid door de keuze van debeeldhoek, de afmeting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wijze van monter<strong>en</strong> (de formele eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van film). In dezevisie verschuift de aandacht van het object dat wordt weergegev<strong>en</strong> naar de wijze waarop het objectwordt weergegev<strong>en</strong>. Arnheim ziet film vooral als e<strong>en</strong> expressiemiddel van de maker, als e<strong>en</strong>kunstuiting pur sang. E<strong>en</strong> ander argum<strong>en</strong>t voor het principiële verschil tuss<strong>en</strong> film <strong>en</strong> werkelijkheid isdat we onze k<strong>en</strong>nis van de drie-dim<strong>en</strong>sionale werkelijkheid moet<strong>en</strong> projecter<strong>en</strong> op het platte vlak omde daar afgebeelde structur<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het kijk<strong>en</strong> naar film vergt daarom e<strong>en</strong> geheel anderem<strong>en</strong>tale activiteit dat het kijk<strong>en</strong> in de werkelijkheid.Ook de Italiaanse filmsemioticus <strong>en</strong> romanschrijver Umberto Eco* ontk<strong>en</strong>t dat film e<strong>en</strong> weergave vande werkelijkheid is. Film is volg<strong>en</strong>s hem e<strong>en</strong> constructie of cultuuruiting die gebruik maakt vanfilmische codes. De kijker moet die codes ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> zoals hij e<strong>en</strong> taal beheerst om de boodschapp<strong>en</strong>in e<strong>en</strong> film te kunn<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Eco ziet film als e<strong>en</strong> verzameling sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de codesdie niet op zichzelf staan, maar die hun betek<strong>en</strong>is ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan hun onderlinge relaties <strong>en</strong> hunculturele context. Deze visie steunt voor e<strong>en</strong> belangrijk deel op de 'gestalt<strong>theorie</strong>', waar dewaarneming ook wordt geplaatst in het kader van sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong>. Film wekt in Eco's og<strong>en</strong>de indruk de realiteit weer te gev<strong>en</strong>, maar werkt in feite sterk begr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vertek<strong>en</strong><strong>en</strong>d in de wijzewaarop de werkelijkheid wordt geschilderd. Uitgesprok<strong>en</strong> somber is Eco over de zeggingskracht vanfilm <strong>en</strong> andere audiovisuele massamedia. Film kan weliswaar word<strong>en</strong> gebruikt om de werkelijkheid terepres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, maar ev<strong>en</strong>goed kan in film de werkelijkheid geweld word<strong>en</strong> aangedaan. Hetontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk coderingssysteem bij makers <strong>en</strong> kijkers maakt dat misinterpretatieeerder regel dan uitzondering is. Het publiek krijgt e<strong>en</strong> verkeerd beeld van de werkelijkheidwaarin zij leeft. Zij ziet e<strong>en</strong> werkelijkheid die ge<strong>en</strong> werkelijkheid is. De echte werkelijkheid, aldus Eco,liegt nooit.In teg<strong>en</strong>stelling tot de realist<strong>en</strong> poogd<strong>en</strong> de formalist<strong>en</strong> de suggestieve werking van film juist teversterk<strong>en</strong> door het gebruik van stijlmiddel<strong>en</strong>. Met name de Russische filmers Koelezjov, Eis<strong>en</strong>stein<strong>en</strong> Poedovkin gebruikt<strong>en</strong> in de twintiger jar<strong>en</strong> de filmmontage om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> filmverhaal te construer<strong>en</strong>.Eis<strong>en</strong>stein's 'Pantserkruiser Potemkin' is het klassieke voorbeeld van montage in de film (Eis<strong>en</strong>stein*).De formalist<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> de metafoor van het kader. Het filmbeeld wordt begr<strong>en</strong>sd door e<strong>en</strong> kaderzoals de lijst van e<strong>en</strong> schilderij. Het kader dwingt de kijker tot e<strong>en</strong> beperkte blik op e<strong>en</strong> verbeeldewereld. Waar het 'v<strong>en</strong>ster' van de realist<strong>en</strong> fungeert als doorgeefluik van ding<strong>en</strong> die zich ook onafhankelijkvan de film voltrekk<strong>en</strong>, draagt het 'kader' van de formalist<strong>en</strong> veel meer het karakter vanconstructie <strong>en</strong> expressie.Dualisme als oplossing voor het realiteitsdebatHet realisme <strong>en</strong> het formalisme blijk<strong>en</strong> in extreme vorm weinig vruchtbaar. Het extreem realistische<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


egistrer<strong>en</strong> van de werkelijkheid leidt maar zeld<strong>en</strong> tot interessante vertoning<strong>en</strong>. Het op extreemartistieke wijze construer<strong>en</strong> van niet-realistische audiovisuele patron<strong>en</strong> zal slechts e<strong>en</strong> beperkt aantalavant-gardist<strong>en</strong> aansprek<strong>en</strong>. Het is dan ook niet verwonderlijk dat beide stroming<strong>en</strong> in meergematigde vorm op vruchtbare wijze kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gaan.Het is de Franse theoreticus Jean Mitry* die erin slaagde beide visies te ver<strong>en</strong>ig<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> meeromvatt<strong>en</strong>de visie. Volg<strong>en</strong>s Mitry ligt de kracht van film niet in de <strong>en</strong>e visie of in de andere, maar juistin de wisselwerking tuss<strong>en</strong> de twee visies. Het zijn de realistische eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die film onderscheid<strong>en</strong>van de meer traditionele kunstvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het zijn de formele aspect<strong>en</strong> die film juist meermogelijkhed<strong>en</strong> geeft dan reconstructie alle<strong>en</strong>. Mitry sluit in zijn <strong>theorie</strong> aan bij de dubbele ervaring diehet kijk<strong>en</strong> naar film met zich meebr<strong>en</strong>gt, op zichzelf al e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele stap omdat hij daarmee alseerste de psychologie van de kijker in de discussie betrekt. De realistische weergave biedt de kijkerde mogelijkheid tot herk<strong>en</strong>ning, e<strong>en</strong> gerichte vormgeving br<strong>en</strong>gt bij de kijker e<strong>en</strong> proces van eig<strong>en</strong>interpretatie <strong>en</strong> constructie op gang. De kracht van film ligt volg<strong>en</strong>s hem in de voortdur<strong>en</strong>de spanningtuss<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> constructie.Dit dualistische karakter kan echter ook tot problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwarring leid<strong>en</strong>. Voor de toeschouwerkan het soms moeilijk zijn te bepal<strong>en</strong> waar de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> expressie <strong>en</strong> realiteit <strong>en</strong> waaresthetische keuz<strong>en</strong> overgaan in al dan niet bewuste manipulatie van de kijker. Alle<strong>en</strong> al deprogrammatische keuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> technische ingrep<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het produktieproces mak<strong>en</strong> hetonvermijdelijk dat e<strong>en</strong> filmmaker zijn persoonlijke interpretatie van e<strong>en</strong> deel van de werkelijkheid kangev<strong>en</strong>.Met deze beperking is wel te lev<strong>en</strong>, zolang er bij de toeschouwer volstrekte duidelijkheid bestaat overde positie <strong>en</strong> int<strong>en</strong>ties van de makers. Dit sluit aan bij de opmerking<strong>en</strong> over de metacommunicatievecontext in hoofdstuk vijf. De journalistieke principes van op<strong>en</strong>heid geld<strong>en</strong> met nadruk voor hetonderwijs: geloofwaardigheid, betrouwbaarheid <strong>en</strong> integriteit zijn immers noodzakelijke voorwaard<strong>en</strong>om e<strong>en</strong> leermiddel als zodanig te accepter<strong>en</strong>.Film als spiegel voor de kijkerDe controverse tuss<strong>en</strong> de metafoor van het v<strong>en</strong>ster <strong>en</strong> die van het kader is wat op de achtergrondgeraakt to<strong>en</strong> in de zev<strong>en</strong>tiger jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuwe metafoor werd geïntroduceerd: de spiegelmetafoor.De gedachte daarbij is dat de toeschouwer zich met e<strong>en</strong> (of meer) van de hoofdperson<strong>en</strong> in de filmid<strong>en</strong>tificeert <strong>en</strong> daardoor op virtuele wijze participeert in het filmverhaal. De kijker zit als het ware ine<strong>en</strong> spiegel te kijk<strong>en</strong> naar zichzelf, in casu naar de persoon waarmee hij zich id<strong>en</strong>tificeert. De spiegelmetafoorbelichaamt e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering van film vanuit de psychoanalyse. Het uitgangspunt van dez<strong>en</strong>ieuwe b<strong>en</strong>adering is dat subjectiviteit in het communicatieproces e<strong>en</strong> belangrijke betek<strong>en</strong>isvorm<strong>en</strong>derol speelt. Het zijn de theoretici Heath*, Metz* <strong>en</strong> Lacan* die psychoanalytische ideeën verderuitwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> op film, in het bijzonder speelfilm. De semiotici zett<strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong>rigoureuze koerswijziging in binn<strong>en</strong> de film<strong>theorie</strong> die tot dat mom<strong>en</strong>t vele hiat<strong>en</strong> vertoonde, metname waar het de positie van de toeschouwer betrof (Metz*, Woll<strong>en</strong>*). Hoewel de bevinding<strong>en</strong> van defilmsemiotici over het gebruik van filmische <strong>en</strong> culturele codes (zie hoofdstuk vijf) onverminderd vankracht blijv<strong>en</strong>, richt de film<strong>theorie</strong> zich veel nadrukkelijker op het subjectieve karakter van betek<strong>en</strong>isvorming.De kijker zelf staat nu veel meer c<strong>en</strong>traal. De <strong>en</strong>ige subjectieve elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvormingdie de kijker tot dan toe war<strong>en</strong> toebedeeld zijn de esthetische waardering <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>interpretatie van culturele <strong>en</strong> filmische codes. De nieuwe b<strong>en</strong>adering gaat e<strong>en</strong> grote stap verder. Nuword<strong>en</strong> ook de zieleroersel<strong>en</strong>, de complex<strong>en</strong> <strong>en</strong> het onderbewustzijn van de kijker betrokk<strong>en</strong> bij debetek<strong>en</strong>isvorming.Psychoanalyse als bron voor film<strong>theorie</strong>Sigmund Freud stond aan de basis van de psychoanalyse die tot in de jar<strong>en</strong> zestig hoogtij vierde. Hetbelangrijkste uitgangspunt van de psychoanalyse is dat streving<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedrag van de m<strong>en</strong>svoornamelijk word<strong>en</strong> gestuurd door emotionele impuls<strong>en</strong>, die al dan niet begr<strong>en</strong>sd of gereguleerdword<strong>en</strong> door de persoonlijkheidsstructuur <strong>en</strong> de omstandighed<strong>en</strong> waarin m<strong>en</strong> verkeert. E<strong>en</strong> c<strong>en</strong>traalconcept daarbij is het onderbewuste: e<strong>en</strong> groot deel van de m<strong>en</strong>selijke emotie wordt verondersteldniet toegankelijk te zijn voor het bewustzijn 9 . Veel drijfver<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s blijv<strong>en</strong> daardoor impliciet,9 Dit komt overe<strong>en</strong> met de fysieke scheiding tuss<strong>en</strong> het limbische systeem, waarin vele emotionele<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


onduidelijk of onbek<strong>en</strong>d. De psychoanalyse gaat ervan uit dat deze drijfver<strong>en</strong> hun oorsprong vind<strong>en</strong>in ervaring<strong>en</strong> opgedaan tijd<strong>en</strong>s de vroege jeugd. Veel gedragsstoorniss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verklaarduit het optred<strong>en</strong> van allerlei onbewuste afweermechanism<strong>en</strong> die gericht zijn teg<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> drift<strong>en</strong> <strong>en</strong>het eig<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong>: verdringing, overdekking met het teg<strong>en</strong>deel, projectie, verschuiving, ontk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> regressie. Hoewel de afweermechanism<strong>en</strong> primair moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong>overlevingsstrategie van het organisme, kan e<strong>en</strong> te sterke afweerreactie het functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>individu ernstig belemmer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander functionalistisch aspect van de psychoanalyse is datverklaring<strong>en</strong> van het gedrag gezocht word<strong>en</strong> in evolutionair bepaalde, aangebor<strong>en</strong> 'oerpatron<strong>en</strong>' vande m<strong>en</strong>selijke soort. De aanwezigheid van deze oerpatron<strong>en</strong> (bijvoorbeeld gedragsprogramma's voorterritoriumdrift) kan deels in verband word<strong>en</strong> gebracht met de evolutionair gestapelde opbouw van dehers<strong>en</strong><strong>en</strong> (zie het vorige hoofdstuk). Dat geldt ook voor Freuds model van de persoonlijkheidsstructuur,dat bestaat uit het Ich, het Es <strong>en</strong> het Über-Ich (Vroon*).Veel van het werk van Sigmund Freud wordt teg<strong>en</strong>woordig als volstrekt onwet<strong>en</strong>schappelijk <strong>en</strong> zelfsonbetrouwbaar gekwalificeerd. Hoewel de originaliteit van zijn ideeën onweersprok<strong>en</strong> blijft, heeftFreud in veel gevall<strong>en</strong> de regels van de objectiviteit geschond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van zijn therapieveel te gunstig weergegev<strong>en</strong>. In de jar<strong>en</strong> dertig is het vooral zijn jongste dochter Anna Freud die depsychoanalyse e<strong>en</strong> meer wet<strong>en</strong>schappelijke basis heeft wet<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong> door haar publikaties overafweermechanism<strong>en</strong>, projectie <strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificatie. Niettemin is de belangstelling voor de psychoanalysede afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia gestaag teruggelop<strong>en</strong>, <strong>en</strong>erzijds omdat de psychotherapeutische behandelwijzee<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve <strong>en</strong> tijdrov<strong>en</strong>de bezigheid is <strong>en</strong> anderzijds omdat andere succesvolle therapieënbeschikbaar zijn gekom<strong>en</strong> (bijvoorbeeld gedragstherapie). Uiteraard zijn ook de biografieën overSigmund Freud, waarin di<strong>en</strong>s onwet<strong>en</strong>schappelijke werkwijze werd onthuld, niet bevorderlijk geweestvoor het imago van het vakgebied. Toch kan word<strong>en</strong> gesteld dat de psychoanalyse e<strong>en</strong> grote uitstraling<strong>en</strong> invloed heeft gehad <strong>en</strong> nog steeds heeft.Behaviorist<strong>en</strong> als Skinner* bouwd<strong>en</strong> deels voort op de inzicht<strong>en</strong> van Sigmund Freud, door te stell<strong>en</strong>dat al het gedrag verklaard kan word<strong>en</strong> uit vroegere beloning<strong>en</strong> <strong>en</strong> straff<strong>en</strong>, al verzett<strong>en</strong> zij zich teg<strong>en</strong>di<strong>en</strong>s model van de persoonlijkheidsstructuur. Volg<strong>en</strong>s de behaviorist<strong>en</strong> zijn voor de verklaring vanhet gedrag ge<strong>en</strong> inw<strong>en</strong>dige oorzak<strong>en</strong> nodig. Zoals eerder beschrev<strong>en</strong> ontstond<strong>en</strong> later echtercognitivistische stroming<strong>en</strong> die juist de inw<strong>en</strong>dige process<strong>en</strong> <strong>en</strong> mechanism<strong>en</strong> weer c<strong>en</strong>traal steld<strong>en</strong>(zie hoofdstuk drie).Het is opmerkelijk dat de belangstelling van de filmtheoretici voor de psychoanalyse pas serieus werdop e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat de psychoanalyse zelf op zijn retour leek te zijn. De psychoanalyse bood echterook om e<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitkomst. In de jar<strong>en</strong> zestig is door taalwet<strong>en</strong>schappers <strong>en</strong> cultureelantropolog<strong>en</strong> veel onderzoek gedaan naar de structuur van vertelling<strong>en</strong> (sprookjes, myth<strong>en</strong>,toneelstukk<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts). Ook verhaalstructur<strong>en</strong> in film zijn daarbij uitgebreid bestudeerd. E<strong>en</strong>belangrijke conclusie is dat verhal<strong>en</strong> qua structuur veel overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>. Eén van dehypothes<strong>en</strong> is dat de universele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van die verhaalstructur<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere maniersam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de manier waarop de m<strong>en</strong>s geestelijk functioneert. E<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>debelangstelling voor process<strong>en</strong> die zich in de ziel van de kijker afspel<strong>en</strong> is hieruit logisch te verklar<strong>en</strong>.Sommig<strong>en</strong> opperd<strong>en</strong> zelfs de mogelijkheid van e<strong>en</strong> 'oerstructuur' die de basis van alle verhal<strong>en</strong> zouvorm<strong>en</strong> (Lévy-Strauss*). Voor veel filmtheoretici is daarmee de stap naar de psychoanalyse met zijnuniversele model van de persoonlijkheidsstructuur, zijn Traumdeutung <strong>en</strong> de Oedipus-mythe e<strong>en</strong>onvermijdelijke. Vooral filmtheoretici uit Italië, Frankrijk <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> metbetrekking tot de psychoanalystische b<strong>en</strong>adering van film het voortouw g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Toch moet ook hierword<strong>en</strong> opgemerkt dat de filmtheoretici over dit onderwerp sterk uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de visies t<strong>en</strong> toonspreid<strong>en</strong> waardoor de filmkunde niet altijd ev<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t lijkt te zijn.We zull<strong>en</strong> nu op e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> van de psychoanalytische b<strong>en</strong>adering ingaan. We richt<strong>en</strong> onsdaarbij vooral op de drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleving van de toeschouwer <strong>en</strong> de verklaring<strong>en</strong> die daarvoorvanuit de <strong>theorie</strong> word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. Het geeft aan op welke niveaus het medium film kan ingrijp<strong>en</strong>. Wefuncties zijn gesitueerd, <strong>en</strong> de neocortex, die als zetel van het bewustzijn wordt gezi<strong>en</strong> (zie hoofdstukzes).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


eperk<strong>en</strong> ons tot e<strong>en</strong> korte bespreking van e<strong>en</strong> aantal sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de thema's uit de psychoanalyse:regressie, exhibitionisme, voyeurisme, fetisjisme <strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificatie.RegressieMetz* wijst in zijn studies op de verslav<strong>en</strong>de werking van film. Los van de specifieke inhoud voorzietfilm k<strong>en</strong>nelijk in e<strong>en</strong> basale behoefte die nooit volledig bevredigd kan word<strong>en</strong>. In term<strong>en</strong> van despiegelmetafoor is het kijk<strong>en</strong> naar film op te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vorm van regressie (terugkeer) naar dekindertijd, in het bijzonder naar het overweldig<strong>en</strong>de mom<strong>en</strong>t dat het kind zichzelf voor het eerst in despiegel herk<strong>en</strong>t (hieraan ontle<strong>en</strong>t de spiegelmetafoor zijn naam). Deze onbeschrijflijke s<strong>en</strong>satie gaatgepaard met het besef dat het kind voor het eerst e<strong>en</strong> gevoel van beheersing over zichzelf <strong>en</strong> over dehem omring<strong>en</strong>de wereld ervaart (Baudry*, Metz*). De gedachte is dat de toeschouwer in de bioscoopin vergelijkbare mate wordt overspoeld door e<strong>en</strong> ononderbrok<strong>en</strong> visuele impressie, die hem letterlijkin het c<strong>en</strong>trum van e<strong>en</strong> verbeelde wereld plaatst. Ook al door de fysieke randcondities in de bioscoop,de verduisterde ruimte, de gedwong<strong>en</strong> passiviteit, de geconc<strong>en</strong>treerde lichtbundel <strong>en</strong> de onmogelijkheidvan contact met andere toeschouwers, kan de toeschouwer zich overlever<strong>en</strong> aan dagdrom<strong>en</strong> <strong>en</strong>fantasie. De toeschouwer heeft in term<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvorming volledige controle over degeprefabriceerde wereld waarin hij zich op dat mom<strong>en</strong>t bevindt: de macht is groot, de risico's zijnminiem. Andrew* vergelijkt film met e<strong>en</strong> kermisattractie als de achtbaan: het biedt de bezoeker e<strong>en</strong>wilde tocht met spectaculaire versnelling<strong>en</strong>, scherpe bocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> draaiing<strong>en</strong> in de zekerheid dat derisico's beperkt zijn. Film is inderdaad vergelijkbaar met kermis, in de zin dat aan kinderlijkeverlang<strong>en</strong>s voldaan kan word<strong>en</strong>.Ook e<strong>en</strong> verwijzing naar de opmerking<strong>en</strong> over debilisering of infantilisering van de kijker is hier op zijnplaats (zie hoofdstuk drie). Grote aantall<strong>en</strong> kijkers lat<strong>en</strong> zich gewillig als kinder<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong>.Exhibitionisme <strong>en</strong> voyeurismeHet kijk<strong>en</strong> naar film wordt volg<strong>en</strong>s Lacan gevoed door het basale verlang<strong>en</strong> om de zintuig<strong>en</strong> tegebruik<strong>en</strong>. Zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> hor<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> zich van andere vorm<strong>en</strong> van waarnem<strong>en</strong> (betast<strong>en</strong>,proev<strong>en</strong>) door het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> direct contact tuss<strong>en</strong> object <strong>en</strong> lichaam. Ze word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merktdoor e<strong>en</strong> zekere afstand t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het object. Deze afstand is in alle belangrijke kunstvorm<strong>en</strong>terug te vind<strong>en</strong>. In de schilderkunst, beeldhouwkunst, muziek, theater <strong>en</strong> opera zijn og<strong>en</strong> <strong>en</strong> or<strong>en</strong> dedominante zintuig<strong>en</strong>. Niemand zal e<strong>en</strong> schilderij will<strong>en</strong> proev<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> acteur will<strong>en</strong> betast<strong>en</strong>. In hetspel van 'bekijk<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>', zoals zich dat in de kunst voordoet, zijn de ultieme randvoorwaard<strong>en</strong>aanwezig voor de mechanism<strong>en</strong> van voyeurisme <strong>en</strong> exhibitionisme. Voyeurisme <strong>en</strong>exhibitionisme behor<strong>en</strong> tot de sexuele perversies waarvan wordt verondersteld dat ze in iedere m<strong>en</strong>sin meerdere of mindere mate aanwezig zijn. Ze word<strong>en</strong> in de psychoanalyse verklaard vanuit deaanwezigheid van sexuele complex<strong>en</strong> (Kuiper*). Bij theater <strong>en</strong> opera bestaat er e<strong>en</strong> directe confrontatietuss<strong>en</strong> de uitvoer<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> het publiek waardoor het exhibitionisme van de <strong>en</strong>e partij preciesis afgestemd op het voyeurisme van de andere partij. Metz spreekt over 'de twee protagonist<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tiek pervers paar'. Bij film wordt het voyeurisme van de kijker nog pregnanter doordat hetpubliek de spelers kan zi<strong>en</strong> zonder zelf gezi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> (het sleutelgateffect). Film, zo verondersteltm<strong>en</strong>, voorziet aldus in e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel verlang<strong>en</strong> dat zijn oorsprong vindt in sexuele perversies vande kijker. De aanwezigheid van exhibitionistische <strong>en</strong> voyeuristische neiging<strong>en</strong> kan verklar<strong>en</strong> waaromhet op veilige afstand bekijk<strong>en</strong> van andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zo'n onweerstaanbare aantrekkingskracht op onsuitoef<strong>en</strong>t. Film kijk<strong>en</strong> is vergelijkbaar met het beglur<strong>en</strong> van de bur<strong>en</strong> of met het bezoek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>druk terras.FetisjismeDe filmkijker bevindt zich tijd<strong>en</strong>s het kijk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> positie waarin hij wordt he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer geslingerdtuss<strong>en</strong> illusie <strong>en</strong> werkelijkheid. Hij weet dat het geprojecteerde beeld maar e<strong>en</strong> illusie is. Maar hijontk<strong>en</strong>t dat tegelijkertijd door het getoonde als werkelijkheid te ervar<strong>en</strong>, omdat hij juist in die werkelijkheidsillusiehet g<strong>en</strong>ot ervaart.Bij de fetisjist doet zich e<strong>en</strong> vergelijkbare dualistische spanning voor. De fetisjist klampt zich vast aane<strong>en</strong> voorwerp dat hem geruststelt <strong>en</strong> opwindt. Hij weet wel dat het maar gewoon e<strong>en</strong> voorwerp is,maar kan aan het g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong> dat hij daaraan beleeft ge<strong>en</strong> weerstand bied<strong>en</strong>. Net als het voyeurisme<strong>en</strong> het exhibitionisme berust het fetisjisme volg<strong>en</strong>s de psychoanalyse op e<strong>en</strong> sexueel complex, in het<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


ijzonder op de looch<strong>en</strong>ing van geslachtsverschill<strong>en</strong> (Kuiper*). Het is e<strong>en</strong> proces van ontk<strong>en</strong>ningteg<strong>en</strong> beter wet<strong>en</strong> in waarbij het voorwerp, de fetisj, als bewijsstuk fungeert.Bij het kijk<strong>en</strong> naar film doet zich dezelfde dualiteit voor. De film is te beschouw<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> fetisj die hetafwezige zeer realistisch zichtbaar maakt <strong>en</strong> die tegelijkertijd nooit het besef kan do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong> dathet maar e<strong>en</strong> film is. Film maakt het afwezige aanwezig, maar tegelijkertijd ook weer niet. Die dualiteitwas al eerder beschrev<strong>en</strong> (Mitry*), maar is pas later in verband gebracht met het fetisjisme.Id<strong>en</strong>tificatieOnder id<strong>en</strong>tificatie wordt vere<strong>en</strong>zelviging verstaan: de toeschouwer verplaatst zich in de positie vanéén van de hoofdperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> neemt daarmee di<strong>en</strong>s perspectief over. Het mechanisme dat voor hetid<strong>en</strong>tificatieproces verantwoordelijk is, vindt zijn oorsprong in het zogehet<strong>en</strong> 'spiegelstadium' van hetkind. De red<strong>en</strong>ering luidt als volgt:Het spiegelstadium loopt ongeveer vanaf e<strong>en</strong> leeftijd van 6 maand<strong>en</strong> tot ongeveer 18 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong>moet word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> reactie op de situatie van gebrek <strong>en</strong> desoriëntatie die vlak na degeboorte is ontstaan. De geboorte betek<strong>en</strong>t voor e<strong>en</strong> kind e<strong>en</strong> abrupt einde aan e<strong>en</strong> lange vruchtbareperiode van volledigheid, tevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> harmonie met de moeder. Gedur<strong>en</strong>de zijn hele lev<strong>en</strong>probeert het kind, respectievelijk de m<strong>en</strong>s, het na de geboorte ontstane gebrek aan e<strong>en</strong>heid tecomp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> operatie die bij voorbaat tot mislukk<strong>en</strong> is gedoemd: e<strong>en</strong> terugkeer naar het pr<strong>en</strong>atalestadium behoort niet tot de mogelijkhed<strong>en</strong>. In het spiegelstadium wordt het kind zich bewust vanhet verschil tuss<strong>en</strong> zichzelf <strong>en</strong> zijn omgeving. Door zich te spiegel<strong>en</strong> aan, dat wil zegg<strong>en</strong> door zich teid<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> met iemand anders, meestal de moeder, realiseert het kind (tijdelijk) e<strong>en</strong> herstel van dee<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> ziet het kans te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> waar het gebrek aan heeft. Id<strong>en</strong>tificatie kan derhalveword<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satiemechanisme. De comp<strong>en</strong>satie is echter nooit volledig <strong>en</strong>afdo<strong>en</strong>de waardoor het id<strong>en</strong>tificatieproces altijd blijft optred<strong>en</strong>. Id<strong>en</strong>tificatie is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>onafw<strong>en</strong>dbaar.De makers van e<strong>en</strong> film hebb<strong>en</strong> met hun filmstilistische mogelijkhed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote invloed op hetid<strong>en</strong>tificatieproces van de toeschouwer. Id<strong>en</strong>tificatie kan doelbewust word<strong>en</strong> geforceerd door één vande personages in positieve zin te onderscheid<strong>en</strong> van de overige personages. De keuze (ook al is dieonbewust) tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantrekkelijke, dappere <strong>en</strong> sympathieke held <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lelijke, boosaardigeschurk is niet zo moeilijk. Ook e<strong>en</strong> hoofdpersoon die e<strong>en</strong> duidelijke repres<strong>en</strong>tant is van de doelgroepzal snel op id<strong>en</strong>tificatie kunn<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.Aan e<strong>en</strong> grote close-up van iemand met overstelp<strong>en</strong>d veel verdriet kan de kijker zich nauwelijksonttrekk<strong>en</strong>, zelfs als het zou gaan om de grootste schurk (die daarmee natuurlijk ook mete<strong>en</strong> weeriets m<strong>en</strong>selijker wordt). Zoals gezegd: id<strong>en</strong>tificatie is onafw<strong>en</strong>dbaar. Minder onschuldig zijn diesituaties waar de makers subtielere codes gebruik<strong>en</strong> om de kijkers e<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificatiepatroon op tedring<strong>en</strong>, waar de kijker ge<strong>en</strong> zicht meer heeft op de metacommunicatieve filmcodes <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>tiesvan de makers <strong>en</strong> daardoor ge<strong>en</strong> onderscheid meer kan mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> werkelijkheid <strong>en</strong> fictie, tuss<strong>en</strong>feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of tuss<strong>en</strong> de waarheid <strong>en</strong> de leug<strong>en</strong>. Zoals al eerder betoogd hoort het schepp<strong>en</strong>van duidelijkheid over drijfver<strong>en</strong> <strong>en</strong> int<strong>en</strong>ties van de makers tot de voorwaard<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> correctecommunicatie.Hoewel de makers e<strong>en</strong> grote invloed hebb<strong>en</strong>, is niet gezegd dat iedere kijker zich met dezelfdepersonages id<strong>en</strong>tificeert. Id<strong>en</strong>tificatie blijft e<strong>en</strong> strikt persoonlijk <strong>en</strong> subjectief comp<strong>en</strong>satieprocesbinn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de persoonlijke ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> vanculturele <strong>en</strong> morele standaard<strong>en</strong>. Iedere toeschouwer bekijkt e<strong>en</strong> film vanuit zijn eig<strong>en</strong> perspectief <strong>en</strong>construeert daaruit zijn eig<strong>en</strong> subjectieve betek<strong>en</strong>is. De positie van de kijker is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mindergefixeerd dan we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Het voortdur<strong>en</strong>d wissel<strong>en</strong> van perspectief <strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificatieobject komtveelvuldig voor. Zonder al te veel moeite verplaats<strong>en</strong> we ons in de boosaardige schurk, al was hetalle<strong>en</strong> al om onze minder gunstige eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> projecter<strong>en</strong>. In feite is de helepsychotherapie gebaseerd op e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de wisseling van perspectief (Andrew*).Id<strong>en</strong>tificatie, tot slot, is niet e<strong>en</strong> proces dat zich tot film beperkt. Het treedt altijd <strong>en</strong> overal op omdathet bijdraagt aan de vorming van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit. Het hebb<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit is volg<strong>en</strong>sMetz e<strong>en</strong> voorwaarde om in het maatschappelijk lev<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


EmotiesNog onbeantwoord is de vraag waarom m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor de lol naar e<strong>en</strong> film gaan in de zekerheid dat zeer anderhalf uur zull<strong>en</strong> huil<strong>en</strong>. Hoe is het mogelijk dat we op het <strong>en</strong>e mom<strong>en</strong>t nog zitt<strong>en</strong> te huil<strong>en</strong> omde dood van onze filmheld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> later in opperbeste stemming naar buit<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong>?Volg<strong>en</strong>s Sartre* zijn het ge<strong>en</strong> echte emoties, maar gespeelde emoties: het zou gaan om e<strong>en</strong>simulatie van echte emoties. Dat neemt niet weg dat we de opgewekte emoties wel degelijk als echtkunn<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Het huil<strong>en</strong> is echt zoals de tran<strong>en</strong> echt zijn. Maar het is niet zo dat de vertoonde filmde directe oorzaak is van de emotionele uiting<strong>en</strong>. Het is volg<strong>en</strong>s Sartre juist omgekeerd: de alaanwezige emotionele gesteldheid van de kijker zet de verbeelding pas echt aan het werk. Je gaatpas naar de bioscoop als je zin hebt om naar e<strong>en</strong> film te kijk<strong>en</strong>, lees: behoefte hebt om in e<strong>en</strong>beschermde omgeving sterk emotioneel geprikkeld te word<strong>en</strong>. Dit is vergelijkbaar met het kijk<strong>en</strong> naare<strong>en</strong> afbeelding van e<strong>en</strong> taart: pas als je echt honger hebt, loopt het water je in de mond.Het gaat om e<strong>en</strong> psychologische uitlaatklep waarbij de toeschouwer op e<strong>en</strong> veilige, beschermde <strong>en</strong>vooral ook gelegitimeerde manier met angst, agressie <strong>en</strong>zovoorts kan omgaan. Het gaat omrisicoloos afreager<strong>en</strong> van frustraties <strong>en</strong> spanning<strong>en</strong> uit de echte wereld. Middels het eerder besprok<strong>en</strong>regressiemechanisme ziet de toeschouwer zich geplaatst in het c<strong>en</strong>trum van e<strong>en</strong> wereld diehij uiteindelijk, wanneer het erop aan komt, altijd onder controle heeft: het is immers maar e<strong>en</strong> film.Het psychologische strami<strong>en</strong> dat bij e<strong>en</strong> speelfilm wordt gehanteerd is vrij simpel: eerst word<strong>en</strong> deemoties opgewekt <strong>en</strong> aan het eind van de film kunn<strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> afgereageerd, meestal in e<strong>en</strong>'happy <strong>en</strong>d', maar dat is niet e<strong>en</strong>s noodzakelijk. E<strong>en</strong> dergelijk patroon impliceert e<strong>en</strong> zekere voorspelbaarheid,die nodig is om te zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> goede afstemming tuss<strong>en</strong> de emotionele behoefte vande toeschouwer <strong>en</strong> de daadwerkelijk opgewekte emoties. Wanneer de filmmakers zich niet aan dezebasale spelregels houd<strong>en</strong>, zal het publiek geschokt reager<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich in het ergste gevalverontwaardigd van de film afker<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> onconv<strong>en</strong>tionele filmische interpretatie kan daaromgemakkelijk tot negatieve reacties aanleiding gev<strong>en</strong>. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de hoofdrolspelervan e<strong>en</strong> televisieserie plotseling overlijdt, of besluit zijn biez<strong>en</strong> te pakk<strong>en</strong> omdat hij na e<strong>en</strong> aantaljar<strong>en</strong> ook wel e<strong>en</strong>s wat anders wil (Erich Öde in 'Der Kommissar', Diana Rigg in de 'The av<strong>en</strong>gers').De makers kunn<strong>en</strong> dan vaak niet anders dan de logica van de verhaallijn bruusk te doorbrek<strong>en</strong>.De reikwijdte van film<strong>theorie</strong>De inbr<strong>en</strong>g van de psychoanalyse heeft de film<strong>theorie</strong> e<strong>en</strong> geheel nieuwe impuls gegev<strong>en</strong>. Hetnieuwe paradigma is dat vroege jeugdervaring<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>d zijn voor de betek<strong>en</strong>is van film. Debelangrijkste notie daarin is dat film, maar het geldt ook voor e<strong>en</strong> tekst of e<strong>en</strong> religieus ritueel, opzichzelf ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is heeft, maar alle<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvol is vanuit e<strong>en</strong> individueel perspectief (de kijker).Het is in ess<strong>en</strong>tie de kijker die betek<strong>en</strong>is g<strong>en</strong>ereert. Deze visie sluit ook aan bij de opvatting<strong>en</strong> inde cognitieve psychologie over leerprocess<strong>en</strong>: het is de leerling zelf die bepaalt wat hij leert. De leermiddel<strong>en</strong>zelf zijn net als bij film niet meer dan e<strong>en</strong> poging om de geschikte randvoorwaard<strong>en</strong> teschepp<strong>en</strong>. Dit laat onverlet dat de programmaontwerpers e<strong>en</strong> belangrijke verantwoordelijkheiddrag<strong>en</strong> bij het faciliter<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>isvolle communicatie.De film<strong>theorie</strong> richt zich in hoofdzaak op het speelfilmg<strong>en</strong>re, maar veel concept<strong>en</strong> zijn uiteraard ookvan toepassing op andere films, zoals bijvoorbeeld de voorlichtingsfilm, de promotiefilm <strong>en</strong> deonderwijsfilm. Hoewel doelstelling<strong>en</strong>, toonzetting, programmaopzet <strong>en</strong> de verhouding tuss<strong>en</strong>werkelijkheid <strong>en</strong> illusie sterk uite<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>, blijft de toeschouwer e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijkefactor, wi<strong>en</strong>s obsessies <strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>s onveranderd het aangrijpingspunt voor de communicatievorm<strong>en</strong>. De emotionele beleving van de toeschouwer <strong>en</strong> alle daaraan gerelateerde projectiemechanism<strong>en</strong>spel<strong>en</strong> ook in de onderwijsfilm e<strong>en</strong> belangrijke rol. Het zou zelfs onverstandig zijn om éénvan de sterke punt<strong>en</strong> van film, de pot<strong>en</strong>tie om e<strong>en</strong> emotionele betrokk<strong>en</strong>heid van de kijker teweeg tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, niet te gebruik<strong>en</strong>. Die emoties hoev<strong>en</strong> echt niet altijd zo extreem te zijn dat woede, verdriet,sexuele prikkeling of blijdschap expliciet tot uiting kom<strong>en</strong>. Hevige emoties zull<strong>en</strong> zelfs remm<strong>en</strong>dkunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> op het leerproces (Skinner*, Bloom F.*). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> komt de stud<strong>en</strong>t niet om te huil<strong>en</strong>,maar om te ler<strong>en</strong>. Het is de uitdaging voor de ontwerper om e<strong>en</strong> goede balans te vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hetinformatief inhoudelijke karakter van de film <strong>en</strong> de emotionele lading of ondertoon die daaraan wordtmeegegev<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> saaie, zakelijke opsomming van inhoudelijke informatie zal net zo min effectief zijnals e<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong> zwaar aangezette dramatische vormgeving zonder tastbare rationaliteit. De<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


emotionele bespeling van de kijker zal altijd in di<strong>en</strong>st moet<strong>en</strong> staan van het leerproces. Voor zoveremoties niet tot de leerstofinhoud<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> gaat het daarbij vooral om het vervull<strong>en</strong> van didactischefuncties als het motiver<strong>en</strong>, stimuler<strong>en</strong> of het vasthoud<strong>en</strong> van de aandacht van de stud<strong>en</strong>t <strong>en</strong> meer inhet algeme<strong>en</strong> (conform de <strong>theorie</strong> van operante conditionering) om de stud<strong>en</strong>t de leersituatie <strong>en</strong>leermiddel<strong>en</strong> als 'prettig' te lat<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>.Tot slot van dit hoofdstuk kom<strong>en</strong> we nog ev<strong>en</strong> terug op het televisiefragm<strong>en</strong>t van de aanslag opRonald Reagan (zie hoofdstuk twee). Alle hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> thema's spel<strong>en</strong> in dat fragm<strong>en</strong>t opde e<strong>en</strong> of andere manier e<strong>en</strong> rol. Het fragm<strong>en</strong>t heeft eerder het karakter van e<strong>en</strong> vertelling dan vane<strong>en</strong> mededeling. Het gaat om e<strong>en</strong> live-verslag dat ons e<strong>en</strong> blik op de reële wereld biedt (het v<strong>en</strong>ster);maar tegelijkertijd is het optred<strong>en</strong> van Reagan zelf (afgezi<strong>en</strong> van de schietpartij <strong>en</strong> dedaaropvolg<strong>en</strong>de paniek) e<strong>en</strong> zorgvuldig geënsc<strong>en</strong>eerde mediagebeurt<strong>en</strong>is volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> strak protocoldie sterk wordt beïnvloed door de aanwezigheid van camera's (het kader). De spiegelmetafoor komtop diverse manier<strong>en</strong> tot uiting. Het kijk<strong>en</strong> naar de tv kan op zich al als e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van regressieword<strong>en</strong> beschouwd. Vanuit de beschermde huiselijke kring kunn<strong>en</strong> we deelg<strong>en</strong>oot word<strong>en</strong> vansituaties <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zonder dat we <strong>en</strong>ig risico lop<strong>en</strong>. Het fetisjistische aspect ligt op dezelfdelijn: we zijn erbij, maar ook weer niet. Het televisiemedium vervangt de werkelijkheid <strong>en</strong> biedt ons demogelijkheid deel te hebb<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> onbereikbare sprookjeswereld waarin we direct contact met de'koning' hebb<strong>en</strong>: hij zwaait ons toe. Het voyeurisme van de kijker richt zich op de hoofdpersoon diegewillig op de voorgrond treedt (exhibitionisme), overig<strong>en</strong>s zonder dat we zelf gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Deid<strong>en</strong>tificatie met de hoofdpersoon verloopt min of meer automatisch. Wie wil zich immers nietid<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> met de machtigste man van het land die bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zo promin<strong>en</strong>t in beeld wordtgebracht? Angst, verdriet <strong>en</strong> medelijd<strong>en</strong> met het arme slachtoffer versterk<strong>en</strong> de id<strong>en</strong>tificatie in ditgeval dramatisch. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de emoties treedt e<strong>en</strong> schokeffect op. Hoewel er iedere ti<strong>en</strong> jaarwel e<strong>en</strong>s live op e<strong>en</strong> Amerikaanse presid<strong>en</strong>t wordt geschot<strong>en</strong> geeft de aanslag de vertoondegebeurt<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> onverwachte <strong>en</strong> onconv<strong>en</strong>tionele w<strong>en</strong>ding: de spelregels word<strong>en</strong> doorbrok<strong>en</strong>. Eerstis er ongeloof <strong>en</strong> twijfel, maar dan gaat de kracht van de boodschap de kracht van de conv<strong>en</strong>tiesdoorbrek<strong>en</strong>. In dit geval is er ge<strong>en</strong> plaats meer voor dualiteit tuss<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ster <strong>en</strong> kader. Dit moet welecht zijn! De droom is definitief verstoord. De gespeelde emoties kunn<strong>en</strong> nu plaatsmak<strong>en</strong> voor echteemoties, nu niet meer gevoed door empathie of medelev<strong>en</strong> met de hoofdpersoon, maar door reëleangst <strong>en</strong> onzekerheid over de consequ<strong>en</strong>ties voor de eig<strong>en</strong> werkelijkheid.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 8Film <strong>en</strong> onderwijsInleidingIn dit hoofdstuk verlat<strong>en</strong> we de brede theoretische b<strong>en</strong>adering van film tot nu toe <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> weons op de onderwijsfilm.Allereerst gaan we in op de vraag wat we onder e<strong>en</strong> onderwijsfilm moet<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> wat daarvanbelangrijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn. Vervolg<strong>en</strong>s verdiep<strong>en</strong> we ons in het begrip functionaliteit, dat e<strong>en</strong>sleutelwoord is bij de selectie <strong>en</strong> toepassing van audiovisuele media in het onderwijs. We zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong>aantal aspect<strong>en</strong> van het functionaliteitsbegrip onderscheid<strong>en</strong>. Op één daarvan, het acceptatieaspect,gaan we wat dieper in: in hoeverre accepteert de kijker de film als informatiebron?We zull<strong>en</strong> ons verder richt<strong>en</strong> op de vraag wat de resultat<strong>en</strong> zijn van cognitief psychologischonderzoek naar het ler<strong>en</strong> van audiovisuele media. We volstaan met e<strong>en</strong> kort overzicht. In hetbijzonder referer<strong>en</strong> we aan e<strong>en</strong> onderzoek van de Duitse onderzoeker Wember* naar de kwaliteit vande berichtgeving in nieuwsreportages.We zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vijftal universele didactische principes besprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> nagaan welke consequ<strong>en</strong>ties wedaaraan kunn<strong>en</strong> verbind<strong>en</strong> voor de onderwijsfilm. Ook bested<strong>en</strong> we aandacht aan het vooroordeeldat het vluchtige karakter van film niet ver<strong>en</strong>igbaar zou zijn met inhoudelijke diepgang.We besluit<strong>en</strong> dit hoofdstuk met het formuler<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal algem<strong>en</strong>e eis<strong>en</strong> waaraan e<strong>en</strong> onderwijsfilmzou moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.De onderwijsfilmWanneer sprek<strong>en</strong> we van e<strong>en</strong> onderwijsfilm? Natuurlijk moet<strong>en</strong> we aannem<strong>en</strong> dat de onderwijsfilme<strong>en</strong> film is waar de kijker iets van leert. Maar dat kan niet het <strong>en</strong>ige criterium zijn, want ook van e<strong>en</strong>speelfilm, voorlichtingsfilm of reclamespot stek<strong>en</strong> we ding<strong>en</strong> op. Het is daarom beter om de definitievan de onderwijsfilm te koppel<strong>en</strong> aan de gebruikscontext: e<strong>en</strong> onderwijsfilm is e<strong>en</strong> film die gebruiktwordt in e<strong>en</strong> onderwijssituatie. Met andere woord<strong>en</strong>: we beschouw<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderwijsfilm als e<strong>en</strong>leermiddel. We lat<strong>en</strong> daarmee in het midd<strong>en</strong> of <strong>en</strong> in hoeverre er sprake is van e<strong>en</strong> leereffect: e<strong>en</strong>slechte onderwijsfilm is ook e<strong>en</strong> onderwijsfilm. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> we met deze formulering datwe de 'onderwijsfilm' als e<strong>en</strong> apart g<strong>en</strong>re bestempel<strong>en</strong>. Er is immers niets op teg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> speelfilm,e<strong>en</strong> voorlichtingsfilm of e<strong>en</strong> reclamefilm in het onderwijs te gebruik<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> dat gebeurt, is er feitelijksprake van e<strong>en</strong> onderwijsfilm.Niettemin is er in de loop der jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong> traditie van onderwijsfilms ontstaan waarin e<strong>en</strong> aantal g<strong>en</strong>reachtigek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong> komt:-e<strong>en</strong> sterk inhoudelijke oriëntatie-e<strong>en</strong> weinig promin<strong>en</strong>te vormgeving-e<strong>en</strong> expositorische didactiek-de inhoudelijke oriëntatieDe inhoudelijke oriëntatie is van evid<strong>en</strong>t belang, maar hangt soms te nadrukkelijk sam<strong>en</strong> met degedachte dat de film niet meer is dan e<strong>en</strong> neutrale drager van de boodschap. Maar met inhoud<strong>en</strong>alle<strong>en</strong> is er nog ge<strong>en</strong> film.Al eerder is betoogd dat vorm <strong>en</strong> inhoud onlosmakelijk met elkaar zijn verbond<strong>en</strong> ('the medium is themessage' (McLuhan*), zie hoofdstuk twee <strong>en</strong> hoofdstuk vier). Die verbond<strong>en</strong>heid moet ook tot uitingkom<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> werkwijze van het produktieteam: verschill<strong>en</strong>de deskundighed<strong>en</strong>di<strong>en</strong><strong>en</strong> daarin verteg<strong>en</strong>woordigd te zijn. Dit veronderstelt dat m<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate elkaars taalspreekt. Communicatieproblem<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op de loer wanneer veel specialistische inhoudelijke k<strong>en</strong>nisnodig is, zoals bijvoorbeeld in het hoger onderwijs. In het slechtste geval ontstaat e<strong>en</strong> situatie waarinde inhoudsdeskundig<strong>en</strong> wel precies wet<strong>en</strong> wat er verteld moet word<strong>en</strong>, maar niet wet<strong>en</strong> hoe dat metfilmische middel<strong>en</strong> moet gebeur<strong>en</strong>, terwijl de regisseurs hun filmische mogelijkhed<strong>en</strong> niet kunn<strong>en</strong>b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> omdat zij niet goed begrijp<strong>en</strong> waar het om draait. Hiermee zijn de condities aanwezig voore<strong>en</strong> produktiewijze waarin inhoud <strong>en</strong> vorm gescheid<strong>en</strong> zijn, met alle gevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> wijktmeestal uit naar het 'verpakkingsparadigma': de inhoudsdeskundige schrijft e<strong>en</strong> inhoudelijke tekst dievrijwel ongewijzigd als basis di<strong>en</strong>t voor de film. Veel onderwijsfilms kom<strong>en</strong> in meerdere of minderemate via dit mechanisme tot stand <strong>en</strong> lop<strong>en</strong> daardoor het risico terecht te kom<strong>en</strong> in de categorie 'e<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


plaatje bij e<strong>en</strong> praatje'.-de vormgevingWanneer het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film te nadrukkelijk vanuit e<strong>en</strong> inhoudelijk perspectief wordt b<strong>en</strong>aderd,zal de vormgeving <strong>en</strong> daarmee de communicatieve waarde tekortschiet<strong>en</strong>. Niet de inhoud moet hetuitgangspunt zijn voor e<strong>en</strong> onderwijsfilm, maar zak<strong>en</strong> als leerdoel<strong>en</strong>, doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijkomstandighed<strong>en</strong>.Het gaat er om de vorm <strong>en</strong> de inhoud zodanig met elkaar in balans te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat aane<strong>en</strong> aantal noodzakelijke didactische eis<strong>en</strong> wordt voldaan. De invulling kan van geval tot geval sterkverschill<strong>en</strong>. Soms zal e<strong>en</strong> extravagante, humoristische of nonconformistische aanpak gew<strong>en</strong>st zijn,e<strong>en</strong> andere keer is juist soberheid <strong>en</strong> ingetog<strong>en</strong>heid aangewez<strong>en</strong>. Zeker is ev<strong>en</strong>wel dat aspect<strong>en</strong> vanvorm <strong>en</strong> inhoud die niet bevorderlijk zijn voor het leerproces achterwege di<strong>en</strong><strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong>.Ongemotiveerde franje, opsmuk <strong>en</strong> uitweiding<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> immers alle<strong>en</strong> maar af, of roep<strong>en</strong> irritatie op.-de expositorische didactiekHet expositorische model komt in veel onderwijsfilms tot uiting in het gebruik van e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarstemof pres<strong>en</strong>tator die e<strong>en</strong> verbale toelichting geeft op hetge<strong>en</strong> er te zi<strong>en</strong> is. Voor e<strong>en</strong> deel is dieaanpak historisch te verklar<strong>en</strong>.Na de introductie van de geluidsfilm had m<strong>en</strong> de beschikking over e<strong>en</strong> separaat geluidsspoor datbehalve voor synchroon geluid ook voor a-synchroon geluid (bijvoorbeeld comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong>) konword<strong>en</strong> gebruikt. Min of meer klakkeloos werd in reportages (bijvoorbeeld 'het Polygoonjournaal') <strong>en</strong>propagandafilms de gebruikelijke wijze van radioverslaggeving in die tijd overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zonderrek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met de parallelle vertelling in beeld<strong>en</strong>. Nog steeds bestaat de neiging om in iedergeval verbaal het hele verhaal te vertell<strong>en</strong>. Dit heeft te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> zekere onderschatting van debeeldtaal <strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel met de angst dat de kijker de beeld<strong>en</strong> niet voldo<strong>en</strong>de zal begrijp<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>de factor is dat het onderwijs zelf ook sterk verbaal <strong>en</strong> expositorisch is georinteerd. Detraditionele opvatting over ler<strong>en</strong> (de doc<strong>en</strong>t voor de klas) stelt dat ler<strong>en</strong> equival<strong>en</strong>t is met informatieopnem<strong>en</strong>; onderwijs gev<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t in die visie dus vooral informatie verstrekk<strong>en</strong>. Ook binn<strong>en</strong> dewet<strong>en</strong>schap is sprake van e<strong>en</strong> dominantie van het geschrev<strong>en</strong> of gesprok<strong>en</strong> woord. Iets is pas waarals het gezegd is, of als het op papier staat. T<strong>en</strong> onrechte wordt daaruit geconcludeerd dat in e<strong>en</strong> filmalles daarom minimaal e<strong>en</strong> keer moet word<strong>en</strong> gezegd.E<strong>en</strong> extra probleem bij film is dat e<strong>en</strong> abstracte problematiek zich niet e<strong>en</strong>voudig laat visualiser<strong>en</strong>,waardoor het uitwijk<strong>en</strong> naar gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> noodzakelijk wordt. Op zichzelf is er niets mis mete<strong>en</strong> keuze voor e<strong>en</strong> expositorisch model. Van belang is echter dat e<strong>en</strong> dergelijke didactische keuzege<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid moet zijn.Zoals ook in hoofdstuk drie al is aangegev<strong>en</strong> kan film wel degelijk functioner<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meerexploratieve aanpak. De kijker zou veel meer zelf geactiveerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het leerproces opgang te krijg<strong>en</strong>: door op detailniveau net ev<strong>en</strong> op de juiste plaats e<strong>en</strong> pauze in te lass<strong>en</strong>, door op hetjuiste mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> vraag uit te sprek<strong>en</strong> of door e<strong>en</strong> sleutelwoord net iets later dan het gerelateerdebeeld aan te bied<strong>en</strong>, waardoor de kijker de geleg<strong>en</strong>heid krijgt zijn eig<strong>en</strong> proposities te vorm<strong>en</strong>. Decomm<strong>en</strong>taarstem krijgt daarmee gedeeltelijk e<strong>en</strong> andere functie. Het comm<strong>en</strong>taar bevat nu niet deinformatieve mededeling die de kijker moet opnem<strong>en</strong>, maar fungeert als e<strong>en</strong> mogelijkheid voor dekijker om te toets<strong>en</strong> of zijn eig<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong>, waarneming<strong>en</strong> of conclusies juist zijn.We moet<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat niet alle gebaande weg<strong>en</strong> op het gebied van de onderwijsfilm ev<strong>en</strong>vruchtbaar zijn. In veel gevall<strong>en</strong> komt de nadruk te veel te ligg<strong>en</strong> op de inhoud van de boodschap.Maar inhoud <strong>en</strong> vorm di<strong>en</strong><strong>en</strong> in gezam<strong>en</strong>lijkheid te word<strong>en</strong> ontwikkeld t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het leerproces.Voorkom<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> dat de kijker slechts wordt opgevat als passieve informatieconsum<strong>en</strong>t.Opvatting<strong>en</strong> over het begrip functionaliteit vervull<strong>en</strong> hierin e<strong>en</strong> sleutelrol.FunctionaliteitBij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met vele functionele afweging<strong>en</strong>. Op allerlei niveausword<strong>en</strong> ontwerpbeslissing<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op basis van de verwachte effect<strong>en</strong>. Alle ideeën die nietbijdrag<strong>en</strong> aan de doelstelling van de film kunn<strong>en</strong> gevoeglijk word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>. Alle lokaties, gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>,decors, camerabeweging<strong>en</strong>, rekwisiet<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op de één of andere manieraan het functionaliteitscriterium word<strong>en</strong> getoetst. Voldo<strong>en</strong>de red<strong>en</strong> om wat uitgebreider bij het begrip<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


functionaliteit stil te staan. We do<strong>en</strong> dat aan de hand van e<strong>en</strong> voorbeeld.Veronderstel dat e<strong>en</strong> automobilist op weg is naar e<strong>en</strong> bepaalde bestemming. Om die bestemming tekunn<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> in de auto uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de functies vervuld zijn: de motor moet het do<strong>en</strong>, deauto moet bestuurbaar zijn, de ruit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>bui schoongeveegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<strong>en</strong>zovoorts. Voor die laatste functie, het 'schoonveg<strong>en</strong> van de ruit<strong>en</strong>', is de auto uitgerust met e<strong>en</strong>ruitewissersysteem. In de functionele kwaliteit van dit ruitewissersysteem kunn<strong>en</strong> we drie aspect<strong>en</strong>onderscheid<strong>en</strong>:-aanwezigheid:het ruitewissersysteem moet daadwerkelijk aanwezig zijn, anders is er over de functionelekwaliteit ge<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong>.-dim<strong>en</strong>sionering:het ruitewissersysteem moet zodanig op zijn taak zijn berek<strong>en</strong>d dat het inderdaad in staat isde ruit schoon te veg<strong>en</strong>. Het gaat hier om de technische uitvoering van het systeem.-acceptatie:het ruitewissersysteem moet door de gebruiker als zinvol word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> met het oog op hetbeoogde doel. Wanneer de werking van het systeem veel problem<strong>en</strong> oplevert, bijvoorbeelddoor geluidsoverlast of door e<strong>en</strong> moeilijke bedi<strong>en</strong>ing, dan zal de gebruiker het systeemverwerp<strong>en</strong>. Dit aspect betreft de ergonomische <strong>en</strong> psychologische effect<strong>en</strong> op de gebruiker.E<strong>en</strong> vergelijking met de onderwijssituatie is gemakkelijk te mak<strong>en</strong>.automobilisteindbestemmingautoruitewissersysteemstud<strong>en</strong>tleerdoelleermiddeldidactische maatregelDe eindbestemming komt overe<strong>en</strong> met het leerdoel: datg<strong>en</strong>e wat de stud<strong>en</strong>t wil bereik<strong>en</strong>. Als voertuignaar het einddoel fungeert het leermiddel. Het ruitewissersysteem, als e<strong>en</strong> van de aanwezigefunctionaliteit<strong>en</strong>, komt overe<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> didactische maatregel. Dat kan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> filmsequ<strong>en</strong>tiezijn waarin e<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijdse sam<strong>en</strong>vatting wordt gegev<strong>en</strong>. Deze vervult dan de onderwijsfunctie'het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting'. Net als bij het ruitewissersysteem kunn<strong>en</strong> we ook in zo'n sequ<strong>en</strong>tiede drie functionaliteitsaspect<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: aanwezigheid, dim<strong>en</strong>sionering <strong>en</strong> acceptatie.Aanwezigheid is ge<strong>en</strong> triviaal aspect. De moeilijkheid is te beoordel<strong>en</strong> in hoeverre zo'nsam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de sequ<strong>en</strong>tie daadwerkelijk nodig is of niet.Dim<strong>en</strong>sionering betreft de technische uitvoering: de sequ<strong>en</strong>tie moet in technische zin iets sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>.Dat kan goed gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat kan slecht gebeur<strong>en</strong>.Het acceptatieaspect hangt sterk sam<strong>en</strong> met de manier waarop filmische middel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruiktom de sequ<strong>en</strong>tie 'verteerbaar' te mak<strong>en</strong>.Acceptatie als kritieke factorIn de <strong>praktijk</strong> krijgt het acceptatieaspect niet altijd de aandacht die nodig is. Het begrip functionaliteitwordt nogal e<strong>en</strong>s te <strong>en</strong>g geïnterpreteerd in term<strong>en</strong> van aanwezigheid <strong>en</strong> technische dim<strong>en</strong>sionering,met als gevolg dat de sterke punt<strong>en</strong> van film onvoldo<strong>en</strong>de word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut <strong>en</strong> de acceptatie wordtbelemmerd. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aan de opmerking<strong>en</strong> over de g<strong>en</strong>re-achtige k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van deonderwijsfilm eerder in dit hoofdstuk of aan het proefdierexperim<strong>en</strong>t in hoofdstuk twee. Maar het zijnjuist de ergonomische <strong>en</strong> psychologische aspect<strong>en</strong> die in belangrijke mate bepal<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> didactischefunctie effect heeft of niet, of er sprake is van waardering of van ergernis, van acceptatie of vanverwerping. E<strong>en</strong> didactische maatregel die qua vorm onvoldo<strong>en</strong>de tegemoet komt aan de behoeft<strong>en</strong><strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>s van de stud<strong>en</strong>t zal ge<strong>en</strong> effect sorter<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>zo zal e<strong>en</strong> ruitewisser die e<strong>en</strong> vervel<strong>en</strong>deherrie maakt of waarvan de schakelaar moeilijk bereikbaar is, weinig word<strong>en</strong> gebruikt.Uitgelez<strong>en</strong> voorbeeld<strong>en</strong> van acceptatieproblem<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in de wereld van de computersoftwa-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


e. De veelal technische invalshoek van software-ontwikkelaars maakt dat de meeste aandachtgericht is op het functioner<strong>en</strong> in technische zin (technische dim<strong>en</strong>sionering). Hoewel er de laatstejar<strong>en</strong> steeds meer gebruiksvri<strong>en</strong>delijke programma's beschikbaar kom<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> veel toepassing<strong>en</strong>e<strong>en</strong> nogal 'Spartaans' karakter. Hoewel die programma's alles kunn<strong>en</strong> wat nodig is, schiet de functionaliteitvanwege de onhandige bedi<strong>en</strong>ing toch ernstig te kort. Bij veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> roept de computer danook bij voorbaat gevoel<strong>en</strong>s van angst of ergernis op. De acceptatie van de computer als hulpmiddelverloopt daarom voor vel<strong>en</strong> nog altijd problematisch.Hoe belangrijk het mechanisme van acceptatie <strong>en</strong> verwerping is bij leerprocess<strong>en</strong> blijkt onder andereuit het werk van Thorndike* <strong>en</strong> Skinner*. We ler<strong>en</strong> gedrag te herhal<strong>en</strong> wanneer dat begeleid wordtdoor positieve emotionele hoedanighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermijd<strong>en</strong> gedrag dat gepaard gaat met angst, ergernisof ongemak (circusdier<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> kunstjes wanneer ze voortdur<strong>en</strong>d negatief word<strong>en</strong>b<strong>en</strong>aderd). Dat betek<strong>en</strong>t dat bij de sam<strong>en</strong>stelling van leermiddel<strong>en</strong> steeds rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong> met het welbevind<strong>en</strong> van de stud<strong>en</strong>t. Vooral ook omdat ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief proces is datmeestal niet zonder inspanning verloopt, is het van belang dat de bestudering van het leermiddelprettig <strong>en</strong> probleemloos is.Volg<strong>en</strong>s Lacan* is de m<strong>en</strong>s intrinsiek nieuwsgierig ('de w<strong>en</strong>s om te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hor<strong>en</strong>'). Wanneer di<strong>en</strong>ieuwsgierigheid onvoldo<strong>en</strong>de wordt bevredigd, zal hij teleurgesteld afhak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> film mag daaromge<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> wekk<strong>en</strong> die niet word<strong>en</strong> bewaarheid (anticlimax). E<strong>en</strong> film moet bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>,motiver<strong>en</strong>, activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> door de onderwerpkeuze maar vooral door dewijze waarop de informatie wordt aangebod<strong>en</strong>. In ieder geval moet<strong>en</strong> de makers strev<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>positieve appreciatie van het communicatiemiddel, in casu leermiddel. Door e<strong>en</strong> veronachtzamingvan het ergonomische <strong>en</strong> psychologische functionaliteitsaspect kunn<strong>en</strong> angst, ergernis of frustratiede overhand krijg<strong>en</strong>, waardoor m<strong>en</strong>tale verwerping optreedt in plaats van acceptatie.Het is goed om te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de stud<strong>en</strong>t of de kijker in de meeste gevall<strong>en</strong> helemaal nietgeïnteresseerd is in de onderwijsfilm zelf of in de didactische functies, netzomin als de automobilistgeïnteresseerd is in het ruitewissersysteem. De kijker is slechts geïnteresseerd in de eindbestemming,het bereik<strong>en</strong> van het leerdoel. Hij moet daarbij zo min mogelijk gehinderd word<strong>en</strong> door slechttoegankelijke, moeilijk te verter<strong>en</strong> of slecht functioner<strong>en</strong>de hulpmiddel<strong>en</strong>. Vanuit dit perspectief zoum<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> onopvall<strong>en</strong>de als prettige aanwezigheid van ingebouwde functies.De acceptatiehindernis in film kan soms met verrass<strong>en</strong>d gemak word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> doorberoemdhed<strong>en</strong> in te zett<strong>en</strong>. Het publiek zal e<strong>en</strong> boodschap eerder accepter<strong>en</strong> wanneer die geassocieerdkan word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> internationaal vermaard wet<strong>en</strong>schapper, e<strong>en</strong> ger<strong>en</strong>ommeerd acteur ofgewoon e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de Nederlander. De werking is hetzelfde als bij e<strong>en</strong> 'comité van aanbeveling'. E<strong>en</strong>klink<strong>en</strong>de naam kan alle reserves van het publiek do<strong>en</strong> verdwijn<strong>en</strong>: 'beroemdhed<strong>en</strong> zijn immers nietvoor niets beroemd, dus het zal wel goed zijn....' In deze houding weerspiegelt zich de kuddegeestvan de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> het conformisme aan de heers<strong>en</strong>de moraal: de algeme<strong>en</strong> heers<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ing (de'communis opinio') over goed <strong>en</strong> slecht, of over mooi <strong>en</strong> lelijk wordt slaafs overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. In sommigeopzicht<strong>en</strong> wordt het kritisch vermog<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s erdoor aangetast. Als de heers<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>ingbijvoorbeeld is dat Picasso e<strong>en</strong> groot schilder is, wordt al gauw ieder schetsje van de maestro als e<strong>en</strong>meesterwerk geaccepteerd. Ook bij de stoel van Rietveld, e<strong>en</strong> stoel waarbij m<strong>en</strong> toch gerede twijfelskan hebb<strong>en</strong> over het zitcomfort (ergonomie), vormt e<strong>en</strong> brede acceptatie van deze stoel onder drukvan de communis opinio ge<strong>en</strong> probleem. Gevestigde nam<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich k<strong>en</strong>nelijk meer permitter<strong>en</strong>.Het inzett<strong>en</strong> van beroemdhed<strong>en</strong> hoeft echter niet altijd succesvol te zijn. Oprechtheid <strong>en</strong>geloofwaardigheid kunn<strong>en</strong> gemakkelijk word<strong>en</strong> aangetast. De bek<strong>en</strong>de muziekjournalist die e<strong>en</strong>mooie verzamel-CD aanprijst, kan dat met recht <strong>en</strong> overtuiging do<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> zeker gezag. Maarwanneer hij zich waagt aan wasmiddel<strong>en</strong> of hondevoer dan begeeft hij zich op e<strong>en</strong> hell<strong>en</strong>d vlak. Hijzal snel word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> ongeloofwaardige 'schnabbelaar' <strong>en</strong> daarom weinig sympathieontmoet<strong>en</strong>. We kom<strong>en</strong> hierop later terug, wanneer we het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de 'pres<strong>en</strong>tator' besprek<strong>en</strong>(hoofdstuk twaalf).We beklemton<strong>en</strong> nogmaals dat ergernis e<strong>en</strong> belangrijke factor is die de acceptatie kan belemmer<strong>en</strong>.Te langzaam, te saai, te lollig, te statisch, de filmmaker di<strong>en</strong>t zich volledig te verplaats<strong>en</strong> in de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> van het publiek om de juiste keuz<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ergernis te voorkom<strong>en</strong>.Het probleem bij het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong> film is echter dat het aantal vrijheidsgrad<strong>en</strong> zeer hoog is. Hetaantal ontwerpkeuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijke invulling<strong>en</strong> is nauwelijks te tell<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is van te vor<strong>en</strong> nietaltijd te voorspell<strong>en</strong> welke oplossing<strong>en</strong> het beste resultaat oplever<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> mag daarom nietverwacht<strong>en</strong> dat in alle gevall<strong>en</strong> de beste keuze wordt gemaakt. Op zichzelf hoeft dat ge<strong>en</strong> probleemte zijn, zolang de functionele kwaliteit van de film als geheel voldo<strong>en</strong>de blijft. Maar omdat film alslineair medium e<strong>en</strong> ket<strong>en</strong> van ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de scènes of sequ<strong>en</strong>ties is, kan ééndysfunctioneel elem<strong>en</strong>t het geheel verstor<strong>en</strong>. Ook bij de beoordeling <strong>en</strong> evaluatie van films komt ditelem<strong>en</strong>t steeds terug: de functionele kwaliteit van e<strong>en</strong> film wordt in belangrijke mate bepaald door dezwakste schakel in de ket<strong>en</strong> ('... e<strong>en</strong> goede film, alle<strong>en</strong> jammer van die <strong>en</strong>e scène...').Ergerniswekk<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> extra zwaar effect: één <strong>en</strong>kele verkeerde grap<strong>en</strong> de sympathie is verspeeld.Om te kunn<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> naar maximale functionaliteit moet<strong>en</strong> we er voor zorg<strong>en</strong> dat het aantaldysfunctionaliteit<strong>en</strong> minimaal is: vermijd fout<strong>en</strong>, schrap onnodige of twijfelachtige scènes <strong>en</strong> zorg ervoor dat de pres<strong>en</strong>tatie ge<strong>en</strong> ergernis oproept. Het is in eerste instantie e<strong>en</strong> wat negatieveb<strong>en</strong>adering, maar het teg<strong>en</strong>gaan van dysfunctionaliteit<strong>en</strong> voorkomt dat de kijker de film als geheelverwerpt <strong>en</strong> het maakt de weg vrij voor het optimaliser<strong>en</strong> van de rester<strong>en</strong>de functies.Ler<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>Met betrekking tot het aspect van technische dim<strong>en</strong>sionering is het interessant na te gaan wat deresultat<strong>en</strong> van cognitief psychologisch onderzoek zijn. In de loop van de jar<strong>en</strong> zijn er veleexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uitgevoerd om te onderzoek<strong>en</strong> hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong>, beeld<strong>en</strong> of combinatiesdaarvan. Hoewel de resultat<strong>en</strong> niet altijd gemakkelijk naar de <strong>praktijk</strong> zijn te vertal<strong>en</strong>, gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>beknopt overzicht.De meeste resultat<strong>en</strong> zijn bereikt met reactietijdmeting<strong>en</strong> <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ningstoets<strong>en</strong>. Deze experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>beperk<strong>en</strong> zich in de meeste gevall<strong>en</strong> tot het onder laboratoriumcondities aanbied<strong>en</strong> van (stilstaande)beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geïsoleerde taaluiting<strong>en</strong> (woord<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> uitgebreid overzicht is te vind<strong>en</strong> in Heuvelman*.De resultat<strong>en</strong> zijn over het algeme<strong>en</strong> niet wereldschokk<strong>en</strong>d. De verdi<strong>en</strong>ste van deze onderzoeking<strong>en</strong>is echter dat e<strong>en</strong> aantal vermoed<strong>en</strong>s <strong>en</strong> veronderstelling<strong>en</strong> nu op wet<strong>en</strong>schappelijke wijze is bevestigd.Wij volstaan hier met e<strong>en</strong> selectie van de belangrijkste conclusies, zoals verzameld doorHeuvelman:-Snellere verwerking van beeld<strong>en</strong>Visuele prikkels blijk<strong>en</strong> gemakkelijker <strong>en</strong> sneller te word<strong>en</strong> verwerkt dan auditieve prikkels. Bijgelijktijdige aanbieding word<strong>en</strong> auditieve prikkels vaak niet e<strong>en</strong>s opgemerkt. Deze conclusieis gebaseerd op experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met neutrale visuele <strong>en</strong> auditieve prikkels van Colavita*.-Abstractie via beeld<strong>en</strong> mogelijkAbstractie van begripp<strong>en</strong> hoeft niet te verlop<strong>en</strong> via het taalsysteem. Potter* <strong>en</strong> Gu<strong>en</strong>ther*ontdekt<strong>en</strong> dat beeld<strong>en</strong> sneller word<strong>en</strong> gecategoriseerd dan geschrev<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> plaatjevan e<strong>en</strong> hamer wordt sneller ingedeeld als instrum<strong>en</strong>t dan het geschrev<strong>en</strong> woord 'hamer'.Intellectuele abstractie blijkt dus ook buit<strong>en</strong> het taalsysteem om op te tred<strong>en</strong> (zie ookChomsky* <strong>en</strong> Bruner*).-Saillante informatie beter onthoud<strong>en</strong>Opvall<strong>en</strong>de <strong>en</strong> ongebruikelijke woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beter onthoud<strong>en</strong> dan neutralewoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>. De kijker blijkt e<strong>en</strong> selectieve waarnemer te zijn die vooral gevoelig isvoor saillante details. Omdat beeld<strong>en</strong> gemiddeld meer saillante details bevatt<strong>en</strong> danwoord<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> beter onthoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>d (Shepard*).-Relevante k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> beter onthoud<strong>en</strong>Beeld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zo'n hoge informatiedichtheid dat de kijker zich vooral richt op de relevantek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Irrelevante compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wel herk<strong>en</strong>d, maar niet onthoud<strong>en</strong>. Dewaarnemer is altijd op zoek naar betek<strong>en</strong>isvolle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (Arnheim*, Goodman*, Dwyer*,Nelson*).-Sam<strong>en</strong>gestelde repres<strong>en</strong>tatie van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in het geheug<strong>en</strong> geïntegreerd tot e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>gestelde repres<strong>en</strong>tatie. Informatie uit e<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst kan later in e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ingword<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>d. Ook het omgekeerde doet zich voor. Dat zou kunn<strong>en</strong> betek<strong>en</strong><strong>en</strong> dat opdiepere verwerkingsniveaus de manier waarop de informatie wordt aangebod<strong>en</strong> er niet meertoe doet (Pezdek*, Ros<strong>en</strong>berg*).In al deze gevall<strong>en</strong> gaat het om laboratoriumexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met stilstaande beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> afzonderlijkewoord<strong>en</strong>. Bij het kijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> film gaat het echter om de pres<strong>en</strong>tatie van e<strong>en</strong> groot aantalonderling sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>, die gezam<strong>en</strong>lijk met gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op vele niveaus betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. Meer aanwijzing<strong>en</strong> voor het filmontwerp zou m<strong>en</strong> derhalve kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong> vanexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarin beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> tegelijkertijd <strong>en</strong> in onderlinge sam<strong>en</strong>hang word<strong>en</strong>aangebod<strong>en</strong>. Dergelijk onderzoek is vooral gericht op redundante aanbieding van informatie.RedundantieIn hoofdstuk twee is gewez<strong>en</strong> op de mogelijkheid om dezelfde informatieinhoud<strong>en</strong> gelijktijdig viabeeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> aan te bied<strong>en</strong> (simultane redundantie). Volg<strong>en</strong>s de redundantie<strong>theorie</strong> van Hsia*zal het aanbied<strong>en</strong> van redundante informatie het ler<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>. De veronderstelling is dat bij hetgebruik van twee verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong> ook twee verschill<strong>en</strong>de verwerkingsmechanism<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>, waardoor de verwerking beter plaatsvindt <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> misinterpretatiesword<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Ook kunn<strong>en</strong> we hier verwijz<strong>en</strong> naar de verschill<strong>en</strong>de functionelec<strong>en</strong>tra in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>. Redundante aanbieding van informatie ondersteunt het ler<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, zonder dat competitie tuss<strong>en</strong> de hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> optreedt.In diverse experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is onderzocht in welke mate redundante aanbieding van informatiedaadwerkelijk het ler<strong>en</strong> bevordert. Om diverse red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn de resultat<strong>en</strong> echter niet altijd ev<strong>en</strong>bruikbaar voor toepassing in film.In de eerste plaats wordt het begrip redundantie door uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de onderzoekers verschill<strong>en</strong>dgebruikt. Sommige onderzoekers sprek<strong>en</strong> van redundantie als de informatie in beide kanal<strong>en</strong> e<strong>en</strong>'id<strong>en</strong>tieke betek<strong>en</strong>is' heeft, terwijl ander<strong>en</strong> redundantie globaler definiër<strong>en</strong> als 'e<strong>en</strong> zekere mate vanafstemming'.In de tweede plaats kunn<strong>en</strong> uit de diverse experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>de conclusies word<strong>en</strong>getrokk<strong>en</strong>. In 1974 kwam Cooper* op basis van oogbewegingsregistraties tot de conclusie datgesprok<strong>en</strong> tekst zeer goed als kijkgids kan werk<strong>en</strong>. Miller (Miller J.*) vond dat woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>elkaar wederzijds kunn<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> ('coactivatie') indi<strong>en</strong> er sprake is van e<strong>en</strong> goede afstemming.Reese* maakte bewerking<strong>en</strong> van nieuwsuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>. Hij vond dat in veel gevall<strong>en</strong> het besteresultaat werd behaald met redundante versies (beeld<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afgestemde comm<strong>en</strong>taartekst). Alsde redundantie echter te ver werd doorgevoerd (door de hele comm<strong>en</strong>taartekst ook nog e<strong>en</strong>s alsondertiteling weer te gev<strong>en</strong>) ontstond juist e<strong>en</strong> negatief effect, waarschijnlijk door overprikkeling vande kijker. Ook andere onderzoekers meld<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdige resultat<strong>en</strong>.In de derde plaats leun<strong>en</strong> de meeste onderzoekers zwaar op het 'verpakkingsparadigma'(Heuvelman*, Nug<strong>en</strong>t*, Coldevin*, Wember*). Veelal vormt e<strong>en</strong> tekst het uitgangspunt van hetonderzoek. M<strong>en</strong> construeert daarmee twee of meer <strong>en</strong>kelkanalige media (geschrev<strong>en</strong> tekst, gesprok<strong>en</strong>tekst) <strong>en</strong> combineert die tot diverse meerkanalige media (geschrev<strong>en</strong> tekst met gesprok<strong>en</strong> tekst,gesprok<strong>en</strong> tekst met realistische beeld<strong>en</strong>, geschrev<strong>en</strong> tekst met schematische beeld<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts).Wat m<strong>en</strong> dus eig<strong>en</strong>lijk onderzoekt is in hoeverre e<strong>en</strong> bepaalde tekst effectief van beeld<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>. Aan het begrip 'afstemming' wordt op die manier slechts e<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdigeinvulling gegev<strong>en</strong>.Al met al moet word<strong>en</strong> vastgesteld dat er over redundantie ge<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e uitsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gedaan. Het effect zal per situatie sterk verschill<strong>en</strong>.Vermoedelijk moet e<strong>en</strong> succesvolle afstemming tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid word<strong>en</strong> gezocht in e<strong>en</strong>combinatie van de sterke punt<strong>en</strong> van elk kanaal. Bij complexe, dynamische process<strong>en</strong> ofonoverzichtelijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kan het geluidkanaal e<strong>en</strong> beknopte toelichting, aanwijzing ofaanvulling bevatt<strong>en</strong>; bij linguïstische proposities (red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong>, stelling<strong>en</strong>) di<strong>en</strong>t het beeld het geluidaan te vull<strong>en</strong>. Op de afstemming van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> we in hoofdstuk vijfti<strong>en</strong> terug.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Onderzoek naar beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>E<strong>en</strong> uitgebreid onderzoek naar de afstemming van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> is gedaan doorde Duitse onderzoeker Wember*. Hij heeft uitgebreide analyses gemaakt van beeldinhoud<strong>en</strong>,shotl<strong>en</strong>gtes <strong>en</strong> van de relatie tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> in nieuwsreportages over Noord-Ierland.E<strong>en</strong> opmerkelijk resultaat daarbij is dat hoewel de kijkers het materiaal als interessant <strong>en</strong> begrijpelijkkwalificeerd<strong>en</strong>, zij in meerderheid niet in staat war<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele simpele vrag<strong>en</strong> over de reportages tebeantwoord<strong>en</strong>. Leereffect<strong>en</strong> van de reportages blek<strong>en</strong> minimaal te zijn, ook al dacht<strong>en</strong> de kijkers daarzelf anders over. Wember voert daarvoor diverse oorzak<strong>en</strong> aan.In de eerste plaats constateert hij dat er sprake is van overmatige prikkeling van het oog <strong>en</strong> het oor:de shotl<strong>en</strong>gtes zijn uitgesprok<strong>en</strong> kort, de beeld<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> vooral beweging <strong>en</strong> de gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>bevatt<strong>en</strong> nauwelijks adempauzes.In de tweede plaats stelt hij vast dat via het beeld vele zinloze stimuli word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. Hijhanteert daarvoor de term 'Aug<strong>en</strong>kitzel'. De makers prober<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s hem voortdur<strong>en</strong>d de aandachtte richt<strong>en</strong> op beweging<strong>en</strong> in het beeld, ook al is die zonder betek<strong>en</strong>is (rijd<strong>en</strong>de auto's, b<strong>en</strong><strong>en</strong> vanlop<strong>en</strong>de soldat<strong>en</strong>, op<strong>en</strong>gaande deur<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts). Beeldwisseling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> te pas <strong>en</strong> te onpasdoorgevoerd, ook als daartoe vanuit de vertelling ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> is. Deze 'Aug<strong>en</strong>kitzel' biedt de kijkere<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame prikkeling die weinig geestelijke inspanning vergt (dit principe is ook terug te vind<strong>en</strong>bij lichtreclames). Het 'oogstrel<strong>en</strong>de' effect van deze beweging<strong>en</strong> suggereert dat er informatie wordtovergedrag<strong>en</strong>, terwijl dat niet altijd het geval is. Het suggereert e<strong>en</strong> actief waarnem<strong>en</strong>, terwijl het inwerkelijkheid passief is omdat er ge<strong>en</strong> ruimte overblijft om zelf na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> opgedane indrukk<strong>en</strong>te verwerk<strong>en</strong>.Voorts constateert Wember dat er sprake is van e<strong>en</strong> slechte inhoudelijke afstemming tuss<strong>en</strong> hetbeeldkanaal <strong>en</strong> het geluidkanaal.Tot slot wijst hij op de mogelijkheid dat e<strong>en</strong> overprikkeling in het <strong>en</strong>e kanaal t<strong>en</strong> koste gaat van deaandacht voor het andere kanaal: concurr<strong>en</strong>tie van kanal<strong>en</strong>. Het beeld is meestal zo geconc<strong>en</strong>treerd,zo aandachtvrag<strong>en</strong>d <strong>en</strong> zo 'prikkel<strong>en</strong>d' dat de totale boodschap niet wordt verstaan (zie ook deconclusies van Colavita*). In deze wijze van pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> tot manipuler<strong>en</strong> zietWember e<strong>en</strong> groot gevaar. De makers conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> zich volg<strong>en</strong>s hem op anekdotische bijzonderhed<strong>en</strong><strong>en</strong> toevallig beschikbaar beeldmateriaal zonder de achtergrond<strong>en</strong> van de problematiek aan deorde te stell<strong>en</strong>. Hij plaatst zijn conclusies in de maatschappelijke context van de televisiecultuur <strong>en</strong>suggereert e<strong>en</strong> ideologische doctrine die het volk dom wil houd<strong>en</strong>. In de voetspor<strong>en</strong> van Fromm* stelthij dat de massamedia hun informatieve pot<strong>en</strong>tie niet waarmak<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong> bedreiging vorm<strong>en</strong>voor de democratie. De schuld daarvan ligt niet zozeer bij de programmamakers maar vooral in hetsysteem van televisieproduktie, waar tijdsdruk <strong>en</strong> effectbejag de kwaliteit van de berichtgevingbeïnvloed<strong>en</strong> 10 .De ontwerptechnische aanbeveling<strong>en</strong> van Wember zijn gericht op het verbeter<strong>en</strong> van decommunicatie. Hij b<strong>en</strong>adrukt het belang van functionele overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziet het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> filmals e<strong>en</strong> bewust <strong>en</strong> rationeel proces. E<strong>en</strong> gerichte keuze van tekst<strong>en</strong>, camerabeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeldovergang<strong>en</strong>moet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> goede afstemming tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid. Wember vindt dat diekeuze zo min mogelijk aan het toeval moet word<strong>en</strong> overgelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt het belang van e<strong>en</strong>goede planning van camerastandpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> camerabeweging<strong>en</strong> in het sc<strong>en</strong>ario of draaiboek.Manipulatie <strong>en</strong> geloofwaardigheidHet zou onjuist zijn de manipulatiemogelijkhed<strong>en</strong> van film uitsluit<strong>en</strong>d negatief te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>. Juist demogelijkheid om beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> te manipuler<strong>en</strong> laat de ontwikkeling van allerlei ingrep<strong>en</strong> toe die-mits op e<strong>en</strong> goede wijze toegepast- het ler<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>. Ook het inbouw<strong>en</strong> van didactischemaatregel<strong>en</strong> kan in die zin als e<strong>en</strong> vorm van manipulatie (sturing) word<strong>en</strong> beschouwd. Iets anders ishet wanneer door de makers geheimzinnig wordt gedaan over de kunstmatige ingrep<strong>en</strong>. Het is niet te10 Wember* heeft scherpe kritiek geuit op de kwaliteit van televisieprogramma's. Niettemin heeft hij zelfook zijn bevinding<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> televisieprogramma voor het voetlicht gebracht. Curieus maar extreemconsequ<strong>en</strong>t daarbij is dat hij bij gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, die niet adequaat van relevante <strong>en</strong> afgestemdebeeld<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>, het beeld op zwart draaide.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verdedig<strong>en</strong> om in e<strong>en</strong> film moedwillig of onbedoeld niet-bestaande situaties of relaties te suggerer<strong>en</strong>zonder de manipulatie bek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong> 11 .De geloofwaardigheid <strong>en</strong> de integriteit van het onderwijsmedium <strong>en</strong> van de onderwijsmakers magonder ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel beding in twijfel word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. Wantrouw<strong>en</strong> vormt immers e<strong>en</strong> slechte basisvoor het behal<strong>en</strong> van leerresultat<strong>en</strong>. Deze op<strong>en</strong>heid naar de kijker impliceert dat de makers zichzelfbewust moet<strong>en</strong> zijn van de mate waarin zij de kijker manipuler<strong>en</strong>. Bij het gebruik van promotiefilms ofvoorlichtingsfilms in het onderwijs is daarom voorzichtigheid gebod<strong>en</strong>. Dit type film wordt veelalgek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige, kritiekloze <strong>en</strong> soms t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tieuze b<strong>en</strong>adering. Op de achtergrondspel<strong>en</strong> altijd verborg<strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol, zoals bijvoorbeeld e<strong>en</strong> verhoging van de omzet, hetbeïnvloed<strong>en</strong> van de publieke opinie of het versterk<strong>en</strong> van het imago. Het klakkeloos overnem<strong>en</strong> vanzulk materiaal kan de integriteit <strong>en</strong> geloofwaardigheid van de onderwijsaanbieders ernstig schad<strong>en</strong>.Op<strong>en</strong>heid over de herkomst van het materiaal <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele aanvulling<strong>en</strong> uit andere bron volg<strong>en</strong>s debeginsel<strong>en</strong> van hoor <strong>en</strong> wederhoor zijn nodig om geloofwaardig te blijv<strong>en</strong>. Geloofwaardigheid isimmers in vele opzicht<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorwaarde voor acceptatie.Het probleem van de geloofwaardigheid komt pregnant aan de oppervlakte als we bijvoorbeeld hetoptred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goochelaar will<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>. Van goochelaars is bek<strong>en</strong>d dat zij bewust <strong>en</strong> bij uitstekmanipuler<strong>en</strong>. Om in de goochelaar te kunn<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we allereerst in de film moet<strong>en</strong> gelov<strong>en</strong>.We moet<strong>en</strong> er op kunn<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong> dat de beeld<strong>en</strong> niet 'bewerkt' zijn <strong>en</strong> dat we precies te zi<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong> wat we in werkelijkheid ook zoud<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Hoezeer beeldwisseling<strong>en</strong>, beeldeffect<strong>en</strong> of anderebewerking<strong>en</strong> in dit geval ook t<strong>en</strong> goede kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan de visuele kracht of logica van het verhaalzij vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> welbewuste ingreep van de makers in de loop der ding<strong>en</strong>. Maar zelfs als degoochelaar 'onversned<strong>en</strong>' (zonder beeldwisseling<strong>en</strong>) wordt getoond, is beeldmanipulatie nietuitgeslot<strong>en</strong>. Met computers is teg<strong>en</strong>woordig alles mogelijk. Zelfs integrale shots kunn<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>dword<strong>en</strong> bewerkt, soms zonder dat de kijker het merkt of zonder dat hij daarop controle kan uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>.E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is de groei<strong>en</strong>de populariteit van 'special effects'. Het gevolg daarvan is datde kijker verw<strong>en</strong>d raakt. Hij kijkt nerg<strong>en</strong>s meer van op <strong>en</strong> veronderstelt a priori dat alles 'nep' is. Deintegriteit van het filmmedium zelf wordt daarmee in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate aangetast: we accepter<strong>en</strong> filmniet meer als betrouwbare bron van informatie. De realist<strong>en</strong> onder de theoretici lijk<strong>en</strong> hierdoor alsnoghet onderspit te delv<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de formalist<strong>en</strong> (zie hoofdstuk zev<strong>en</strong>).Didactische principesIn de functionele bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> van de (onderwijs)film spel<strong>en</strong> didactische overweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong>belangrijke rol. Uit de vele experim<strong>en</strong>tele <strong>en</strong> theoretische onderzoeking<strong>en</strong> zijn diverse didactischeprincipes te destiller<strong>en</strong> die het ler<strong>en</strong> aantoonbaar bevorder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> opmerkelijk boek is dat vanFleming <strong>en</strong> Levie*. Dit geeft vanuit e<strong>en</strong> behavioristisch standpunt e<strong>en</strong> uitputt<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gedetailleerdoverzicht van ontwerpprincipes voor instructie. Op e<strong>en</strong> globaler niveau komt Knirk* tot de volg<strong>en</strong>dedidactische principes, die altijd op de e<strong>en</strong> of andere manier aan de orde moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>:-de stud<strong>en</strong>t voorbereid<strong>en</strong> op de leertaak-de aandacht van de stud<strong>en</strong>t richt<strong>en</strong>-de stud<strong>en</strong>t activer<strong>en</strong>-terugkoppeling gev<strong>en</strong>-herhaling<strong>en</strong> inbouw<strong>en</strong>Voor het woord 'stud<strong>en</strong>t' kunn<strong>en</strong> we in ons geval ook 'kijker' lez<strong>en</strong>. We besprek<strong>en</strong> deze principes nuéén voor één <strong>en</strong> gaan daarbij na welke betek<strong>en</strong>is ze hebb<strong>en</strong> voor de onderwijsfilm.11 Het videoprogramma 'Strategic analysis in a European context' van de Op<strong>en</strong> universiteit overinternationale ondernemingsstrategieën toont e<strong>en</strong> discussie tuss<strong>en</strong> partij<strong>en</strong>. Deze wordt gepres<strong>en</strong>teerdin de vorm van e<strong>en</strong> videoconfer<strong>en</strong>tie met de deelnemers in London, D<strong>en</strong> Haag <strong>en</strong> Eindhov<strong>en</strong>. Datgebeurt onder het mom van 'e<strong>en</strong> leuke vormgeving'; in werkelijkheid zat<strong>en</strong> alle deelnemers in hetzelfdegebouw in Utrecht.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


-de stud<strong>en</strong>t voorbereid<strong>en</strong> op de leertaakZoals e<strong>en</strong> atleet ruim van te vor<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> warming-up begint zo moet ook de stud<strong>en</strong>t zich van tevor<strong>en</strong> op de leertaak kunn<strong>en</strong> instell<strong>en</strong>. De warming-up vormt e<strong>en</strong> rustige aanloop om lichaam <strong>en</strong>geest in de juiste toestand te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Om die red<strong>en</strong> is de eerste vraag van e<strong>en</strong> proefwerk of exam<strong>en</strong>vaak e<strong>en</strong> weggevertje.Bij e<strong>en</strong> leerproces is het zinvol de stud<strong>en</strong>t van te vor<strong>en</strong> duidelijkheid te verschaff<strong>en</strong> over de aard vande leerdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> leeractiviteit<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> onderwijsfilm moet de stud<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> duidelijk gemaaktwaarom hij naar de film moet kijk<strong>en</strong>, wat er gaat kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat daarbij van hem wordt verwacht. Datstelt hem in staat om zich te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de relevante stimuli <strong>en</strong> de afleid<strong>en</strong>de stimuli te neger<strong>en</strong>.Het is aan te bevel<strong>en</strong> om van te vor<strong>en</strong> k<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong> hoe lang de film ongeveer duurt. Daarmeekan e<strong>en</strong> hoop ergernis word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.Nieuwsgierigheid opwekk<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> zeer motiver<strong>en</strong>d onderdeel van de voorbereiding zijn. Somsbiedt de programmatitel ook al e<strong>en</strong> zekere oriëntatie op de leerstof.Door de stud<strong>en</strong>t in alle opzicht<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de voor te bereid<strong>en</strong> op de leertaak zal deze het leermiddeleerder als nuttig <strong>en</strong> zinvol accepter<strong>en</strong>. De functionaliteit van de toepassing wordt daarmee vergroot.-de aandacht van de stud<strong>en</strong>t richt<strong>en</strong>De m<strong>en</strong>s blijkt van nature zeer gevoelig voor verandering<strong>en</strong> in stimuli of communicatiekanal<strong>en</strong> te zijn.Iedere verandering veroorzaakt e<strong>en</strong> zekere alertheid. Alle<strong>en</strong> al door e<strong>en</strong> afwisseling van soort<strong>en</strong>stimuli <strong>en</strong> soort<strong>en</strong> communicatiekanal<strong>en</strong> kan het ler<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> (Fleming*). Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong>multimediale b<strong>en</strong>adering, bijvoorbeeld het gebruik van e<strong>en</strong> onderwijsfilm naast schriftelijke material<strong>en</strong>,op zich al e<strong>en</strong> positief effect heeft.Binn<strong>en</strong> de onderwijsfilm kan de aandacht van de kijker e<strong>en</strong>voudig word<strong>en</strong> gericht door bijvoorbeelde<strong>en</strong> camerabeweging, muziekgebruik of door e<strong>en</strong> verandering van stijl, sfeer, kleur, vorm, onderwerpof locatie.De vraag is nu: hoe prikkel<strong>en</strong>d moet e<strong>en</strong> nieuwe prikkel zijn?E<strong>en</strong> nieuwe situatie moet iets herk<strong>en</strong>baars <strong>en</strong> vertrouwds bevatt<strong>en</strong> omdat anders vervreemding ofverwerping kan optred<strong>en</strong>. Te veel bek<strong>en</strong>dheid kan echter juist verveling in de hand werk<strong>en</strong>. Ook demate van complexiteit moet altijd zijn gerelateerd aan het profiel van de kijker. Complexiteit kaninderdaad de aandacht richt<strong>en</strong> zolang de complexiteit is afgestemd op de cognitieve vermog<strong>en</strong>s vande kijker. Te veel complexiteit werkt bedreig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> afstot<strong>en</strong>d, te veel e<strong>en</strong>voud leidt tot verveling <strong>en</strong>afwijzing (Fleming*). Verder is het noodzakelijk dat e<strong>en</strong> verandering de aandacht richt op de meestrelevante k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de stof. De aandacht richt<strong>en</strong> op spectaculaire maar onbelangrijke onderdel<strong>en</strong>werkt misleid<strong>en</strong>d <strong>en</strong> leidt tot ergernis bij de kijker. Ongemotiveerde of betek<strong>en</strong>isloze verandering('Aug<strong>en</strong>kitzel') moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.-de stud<strong>en</strong>t activer<strong>en</strong>Het is belangrijk dat e<strong>en</strong> situatie wordt geschap<strong>en</strong> waarin de stud<strong>en</strong>t actief kan omgaan met deleerstof. Expositie van de stof alle<strong>en</strong> is niet g<strong>en</strong>oeg. Bij film kan de kijker daardoor in e<strong>en</strong> passievepositie terechtkom<strong>en</strong>, waardoor e<strong>en</strong> actieve verwerking van de stof onbereikbaar blijft. Wil e<strong>en</strong> kijkerde stof goed ler<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d onderdeel van zijn handelingsrepertoirekunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> dan zal hij voldo<strong>en</strong>de geleg<strong>en</strong>heid moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> om zelf te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het isnoodzakelijk op tal van mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de film stimuler<strong>en</strong>de, motiver<strong>en</strong>de <strong>en</strong> activer<strong>en</strong>de impuls<strong>en</strong> in tebouw<strong>en</strong> om zo'n passieve kijkhouding te doorbrek<strong>en</strong>. Dat kan op e<strong>en</strong> heel expliciete manier gebeur<strong>en</strong>door de kijker rechtstreeks aan te sprek<strong>en</strong> met vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> opdracht<strong>en</strong> ('Hoe verklaart u dezesituatie?') of door programmastops in te bouw<strong>en</strong> ('Stop nu de band <strong>en</strong> noteer uw conclusies'). Dit zijnvoorbeeld<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bewust appel dat de kijker dan ook bewust kan neger<strong>en</strong> (ti<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dat dekijker de stopaanwijzing negeert <strong>en</strong> gewoon verder blijft kijk<strong>en</strong>).Maar het kan ook door meer subtiele <strong>en</strong> impliciete techniek<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door e<strong>en</strong>geschikte timing <strong>en</strong> afstemming tuss<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, door voortdur<strong>en</strong>dnieuwsgierigheid op te wekk<strong>en</strong> of door saillante <strong>en</strong> intriger<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in te bouw<strong>en</strong>. Actievebetrokk<strong>en</strong>heid kan ook word<strong>en</strong> bereikt door via één of meer personages e<strong>en</strong> beroep te do<strong>en</strong> opprojectie- of id<strong>en</strong>tificatiemechanism<strong>en</strong>. Wanneer de kijker de situatie van e<strong>en</strong> hoofdpersoon adopteertontstaat e<strong>en</strong> soort m<strong>en</strong>tale oef<strong>en</strong>situatie.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Ook door van te vor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijke taak of opdracht te verstrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar ev<strong>en</strong>tueel tuss<strong>en</strong>tijdse<strong>en</strong> aantal ker<strong>en</strong> aan te referer<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> actieve opstelling word<strong>en</strong> bevorderd. In laatste instantie ishet ook nog mogelijk om achteraf, als nazorg, oef<strong>en</strong>materiaal aan te bied<strong>en</strong> via schriftelijke media ofe<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t.-terugkoppeling gev<strong>en</strong>De kijker activer<strong>en</strong> zonder terugkoppeling te gev<strong>en</strong> is weinig zinvol. Hij heeft er recht op te wet<strong>en</strong> watde kwaliteit van zijn inspanning<strong>en</strong> is. Iedere gestelde vraag behoeft daarom e<strong>en</strong> antwoord.Maar bij e<strong>en</strong> film speelt het probleem van e<strong>en</strong>richtingverkeer. De makers kunn<strong>en</strong> niet nagaan wat dekijker doet, bed<strong>en</strong>kt of bered<strong>en</strong>eert. Toch zull<strong>en</strong> zij zo veel mogelijk moet<strong>en</strong> anticiper<strong>en</strong> op de fout<strong>en</strong>die hij kan mak<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat er behalve de goede oplossing ook e<strong>en</strong> aantal veel gemaaktefout<strong>en</strong> aan de orde kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Niettemin br<strong>en</strong>gt de aard van het medium met zich mee dat niette lang kan word<strong>en</strong> stilgestaan bij specifieke problem<strong>en</strong> die naar verwachting maar bij e<strong>en</strong> klein deelvan de kijkers optred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> film wordt nu e<strong>en</strong>maal ontworp<strong>en</strong> voor collectief gebruik. Daardoor zijner niet veel mogelijkhed<strong>en</strong> voor individuele afstemming <strong>en</strong> begeleiding (ditzelfde probleem doet zichoverig<strong>en</strong>s ook voor in het klassikale onderwijs). Voor de terugkoppeling op wat complexereopdracht<strong>en</strong> zal m<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> zijn uit te wijk<strong>en</strong> naar (aanvull<strong>en</strong>de) schriftelijke media of e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t.Om dezelfde red<strong>en</strong> schiet het filmmedium te kort bij het train<strong>en</strong> van sommige psychomotorischevaardighed<strong>en</strong> (bijvoorbeeld pianoles).De beperking<strong>en</strong> van film kunn<strong>en</strong> echter ook t<strong>en</strong> voordele word<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d. Samson* wijst op demogelijkhed<strong>en</strong> om het vaste tempo van e<strong>en</strong> film juist te b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> voor het reguler<strong>en</strong> van deleeractiviteit<strong>en</strong>. De kijker kan de film ondergaan als e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>schakeling van min of meer geleided<strong>en</strong>kstapp<strong>en</strong>, bestaande uit beslissing<strong>en</strong>, conclusies <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong>. Bij elke d<strong>en</strong>kstap kan e<strong>en</strong>doelgerichte terugkoppeling word<strong>en</strong> ingebouwd. Afhankelijk van de gebruikte filmische techniek<strong>en</strong>kan die terugkoppeling zeer nadrukkelijk tot zeer onopvall<strong>en</strong>d aanwezig zijn. Aldus het leerproces insterke mate word<strong>en</strong> gestuurd <strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> dat kijkers met hun gedacht<strong>en</strong> afdwal<strong>en</strong> ofaan bepaalde passages te weinig aandacht bested<strong>en</strong>.-herhal<strong>en</strong>Het tempo van het informatieaanbod is sterk bepal<strong>en</strong>d voor de kwaliteit van het ler<strong>en</strong>. Veel van watwe hor<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong> dringt nauwelijks tot ons door omdat ons 'korte termijn geheug<strong>en</strong>' vol zit. Ditwerkgeheug<strong>en</strong> kan gemiddeld slechts zev<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de items of concept<strong>en</strong> behandel<strong>en</strong> (Miller1968). Dat blijkt bijvoorbeeld als e<strong>en</strong> zin te veel moeilijke woord<strong>en</strong> tegelijk bevat.Ook de capaciteit om nieuwe informatie op diepere niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong> is beperkt.In e<strong>en</strong> onderwijsfilm moet daarom het tempo van het informatieaanbod zijn afgestemd op de verwerkingscapaciteitvan de kijker. Er moet daarbij e<strong>en</strong> balans word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> te hoog tempo(verwarring) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> te laag tempo (verveling). Op de juiste mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> pauzes word<strong>en</strong> ingebouwdom geleg<strong>en</strong>heid te bied<strong>en</strong> tot diepere verwerking van informatie.Herhaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> de leerprestatie. En juist omdat de kijker bij film niet degeleg<strong>en</strong>heid heeft om nog e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> terug te blader<strong>en</strong> zoals bij e<strong>en</strong> boek, is er e<strong>en</strong> extra noodzaakom herhaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> in te bouw<strong>en</strong>. Wanneer deze herhaling<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>demanier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>, bij voorkeur via verschill<strong>en</strong>de symboolsystem<strong>en</strong> ofcommunicatiekanal<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> betere resultat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> behaald (Fleming*). Ook e<strong>en</strong> redundanteaanbieding met e<strong>en</strong> goede afstemming tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid kan bevorder<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>.De vijf didactische principes die we hier hebb<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we gebruik<strong>en</strong> als uitgangspuntvoor e<strong>en</strong> classificatieschema van didactische maatregel<strong>en</strong> die we als ontwerper kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>. Inhoofdstuk vijfti<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we die didactische maatregel<strong>en</strong> verder uitwerk<strong>en</strong>.Film <strong>en</strong> diepgangVoordat we de balans gaan opmak<strong>en</strong> van dit hoofdstuk <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> e<strong>en</strong> profiel voor deonderwijsfilm, gaan we eerst nog in op e<strong>en</strong> wijd verbreid vooroordeel: 'het vluchtige <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>dekarakter van film zou moeilijk zijn te combiner<strong>en</strong> met inhoudelijke diepgang <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoog abstracti<strong>en</strong>iveau'.We zull<strong>en</strong> ons moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> in hoeverre het medium film kan word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut om wet<strong>en</strong>schappelijke<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


k<strong>en</strong>nis of andersoortige diepgaande k<strong>en</strong>nis over te drag<strong>en</strong>. We do<strong>en</strong> dat door k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van film <strong>en</strong>k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schap met elkaar te vergelijk<strong>en</strong>. Dat leidt tot de volg<strong>en</strong>de lijst:Filmesthetischvisueelintuïtief/gevoelsmatigoppervlakkigconcreetdynamischsubjectieffictieWet<strong>en</strong>schapinhoudelijkverbaallogisch/rationeeldiepgaandabstractstatischobjectiefwaarheidOp het eerste gezicht lijkt er sprake te zijn van e<strong>en</strong> onthuts<strong>en</strong>d aantal teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>dat het in de <strong>praktijk</strong> wel meevalt. Eerst e<strong>en</strong> toelichting op de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>:Wie regelmatig e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk congres bezoekt <strong>en</strong> lezing<strong>en</strong> of workshops bijwoont, zalkunn<strong>en</strong> bevestig<strong>en</strong> dat er in doorsnee maar weinig aandacht wordt besteed aan de wijze waaropinformatie voor het voetlicht wordt gebracht: gebrok<strong>en</strong> Engels <strong>en</strong> onleesbare sheets word<strong>en</strong> echterdoor het publiek voor lief g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zolang de inhoud van de informatie voldo<strong>en</strong>de intrinsiekemotivatie biedt. Aan dit laatste is uiteraard gauw voldaan bij specialist<strong>en</strong> onder elkaar. In defilmwereld met zijn esthetische traditie is eerder sprake van het omgekeerde. Vormaspect<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>juist e<strong>en</strong> zeer belangrijke rol: wàt er wordt verteld is vaak minder belangrijk dan de manier waarop datgebeurt (Aug<strong>en</strong>kitzel).In de wet<strong>en</strong>schap is het geschrev<strong>en</strong> of gesprok<strong>en</strong> woord van doorslaggev<strong>en</strong>de waarde. Zo vindt decommunicatie tuss<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappers vooral plaats via wet<strong>en</strong>schappelijke tijdschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong>confer<strong>en</strong>ties. Bij film verloopt de communicatie echter voor e<strong>en</strong> groot deel via het (beweg<strong>en</strong>d) beeld.E<strong>en</strong> andere teg<strong>en</strong>stelling betreft de d<strong>en</strong>kwijze. Het wet<strong>en</strong>schappelijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is in hoofdzaak logischanalytisch,rationeel <strong>en</strong> cognitief van aard. In film lijkt het intuïtief-creatieve, het gevoelsmatige <strong>en</strong> hetaffectieve juist te overheers<strong>en</strong>.Wet<strong>en</strong>schap heeft diepgang <strong>en</strong> is veelal abstract van karakter, terwijl film vooral vluchtig, oppervlakkig<strong>en</strong> concreet is. Wet<strong>en</strong>schap is in zichzelf statisch <strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>d. Film richt zich veel meer ophandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.En tot slot claimt de wet<strong>en</strong>schap waardevrij te zijn. Het gaat immers om het vind<strong>en</strong> van naakte,objectieve waarhed<strong>en</strong>. In film daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> gaat het veel meer om beeldvorming (imago), fantasie,expressie <strong>en</strong> subjectieve beleving.Al deze teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> de vraag op of we er wel zo verstandig aan do<strong>en</strong> film te gebruik<strong>en</strong> inhet (wet<strong>en</strong>schaps-)onderwijs. Het profiel van film lijkt zo slecht te pass<strong>en</strong> bij de aard van deboodschap, dat de sterke punt<strong>en</strong> van het filmmedium juist niet b<strong>en</strong>ut kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Dit betreft e<strong>en</strong>paradox die opheldering behoeft.Het hierbov<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> profiel van de wet<strong>en</strong>schap kan sterk word<strong>en</strong> gerelativeerd. DiSessa*b<strong>en</strong>adrukt dat het wet<strong>en</strong>schappelijk bouwwerk weliswaar uiteindelijk de vorm krijgt van e<strong>en</strong> formelestructuur van axioma's, deductie, regels <strong>en</strong> wetmatighed<strong>en</strong>, maar dat wet<strong>en</strong>schappers zelf in de<strong>praktijk</strong> helemaal niet zo formeel, systematisch <strong>en</strong> deductief te werk gaan. Aan het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> vanformele <strong>theorie</strong>ën gaat vaak e<strong>en</strong> lange periode vooraf van vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> opstaan <strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins stuurloosworstel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> 'onwet<strong>en</strong>schappelijk' niveau. Niet-wet<strong>en</strong>schappelijke werkwijz<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>noodzakelijke voorwaarde om de wet<strong>en</strong>schap werkelijk e<strong>en</strong> stap vooruit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>: trial and error,intuïtief <strong>en</strong> associatief d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, heuristiek<strong>en</strong>, gokk<strong>en</strong>, creativiteit <strong>en</strong> ook moeilijk te definiër<strong>en</strong> zak<strong>en</strong>als 'Fingerspitz<strong>en</strong>gefühl'. Albert Einstein heeft met zijn algem<strong>en</strong>e relativiteits<strong>theorie</strong> e<strong>en</strong> prachtigeformele structuur gerealiseerd, maar ervaart de elf jaar die hij daar voor nodig had als 'jar<strong>en</strong> vane<strong>en</strong>zaam zoek<strong>en</strong> in het donker' (Judson*). Dat zo'n wet<strong>en</strong>schappelijk werk zo weinig systematisch totstand komt heeft te mak<strong>en</strong> met het feit dat deductie e<strong>en</strong> zeer complexe aangeleg<strong>en</strong>heid is. Er moet<strong>en</strong>vele ongemotiveerde kleine stapjes word<strong>en</strong> gezet binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groter geheel, waardoor de grote lijn<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


snel uit het oog verlor<strong>en</strong> wordt. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> onderzoekers op het gebied van de kunstmatigeintellig<strong>en</strong>tie aangetoond dat deductie e<strong>en</strong> slecht model is voor intellig<strong>en</strong>te system<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus ook voorhet m<strong>en</strong>selijk brein. Papert* stelt dat het daarom niet zinvol is het aanbied<strong>en</strong> van abstracteformalism<strong>en</strong> als leerstrategie te gebruik<strong>en</strong>: niet de formele wet<strong>en</strong>schappelijke beschrijving is vanbelang, maar wat de wet<strong>en</strong>schappers do<strong>en</strong>! E<strong>en</strong> jurist hoeft heus niet alle wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> zak<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>,als hij maar weet waar <strong>en</strong> hoe hij ze kan vind<strong>en</strong> <strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Formele feit<strong>en</strong>, concept<strong>en</strong> <strong>en</strong> regelskrijg<strong>en</strong> pas betek<strong>en</strong>is binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> concrete context, die de d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> stuurt. Het inbedd<strong>en</strong> <strong>en</strong>hanter<strong>en</strong> van die k<strong>en</strong>nis in e<strong>en</strong> concrete context moet word<strong>en</strong> geïnterpreteerd als e<strong>en</strong> uiting vanfunctioneel k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Deze opvatting<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong> in diverse didactische modell<strong>en</strong>, zoals decasusmethode, het ervaringsler<strong>en</strong> <strong>en</strong> het probleemgestuurd ler<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> groot deel van de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> film is hiermee al wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dewet<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>nis blijkt dus helemaal niet zo formeel, rationeel <strong>en</strong> systematisch te zijn alsdoorgaans wordt verondersteld. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet onze aandacht verplaatst word<strong>en</strong> van de statischedomeink<strong>en</strong>nis (het formele bouwwerk) naar de handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> waar deze domeink<strong>en</strong>niswordt aangew<strong>en</strong>d. Bij leerprocess<strong>en</strong> is het van belang dat ook deze procedurele k<strong>en</strong>nis (<strong>en</strong>vaardighed<strong>en</strong>) wordt overgedrag<strong>en</strong>.Daarmee di<strong>en</strong>t zich echter direct e<strong>en</strong> nieuw probleem aan: veel van deze procedurele k<strong>en</strong>nis isimpliciet <strong>en</strong> onbewust <strong>en</strong> functioneert daarom min of meer automatisch. Dat geldt niet alle<strong>en</strong> voor hetspel van de pianist (zie hoofdstuk zes), maar ook voor bijvoorbeeld probleemoploss<strong>en</strong>d gedrag vanexperts. Zij zijn vaak niet in staat hun eig<strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong>sprong<strong>en</strong> te verwoord<strong>en</strong>. Dezeproblematiek is door Nobelprijswinnaar Gilbert Ryle geïllustreerd aan de hand van de volg<strong>en</strong>deanekdote (naar Ryle*):Van middeleeuwse ridderheld<strong>en</strong> is bek<strong>en</strong>d dat ze het als hun plicht ervar<strong>en</strong> omwanhopige jonkvrouw<strong>en</strong> uit kasteeltor<strong>en</strong>s te redd<strong>en</strong>. Ze beschikk<strong>en</strong> over morele offormele k<strong>en</strong>nis die zich uit in hun gedragsstijl, doordat ze allerlei reddingsactiviteit<strong>en</strong>ondernem<strong>en</strong>. De procedurele k<strong>en</strong>nis over hoe die redding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, ismoeilijk te beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> is slechts voor e<strong>en</strong> beperkt deel in expliciete procedures <strong>en</strong>voorschrift<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong> ('als het kasteel omgev<strong>en</strong> is door e<strong>en</strong> gracht <strong>en</strong> als debewakers mij niet zi<strong>en</strong>, dan....'). Het mer<strong>en</strong>deel van de k<strong>en</strong>nis is niet te verbaliser<strong>en</strong>,maar ligt beslot<strong>en</strong> in het gedrag. Die k<strong>en</strong>nis is subtiel, contextafhankelijk, gevoelsmatig,intuïtief <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> deel ook instinctief. K<strong>en</strong>nisoverdracht aanaspirant-ridders kan derhalve alle<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> door de aspirant-ridder op de éénof andere manier te confronter<strong>en</strong> met situaties waarin de gedragsstijl tot uiting komt.Het is daarom e<strong>en</strong> misverstand te m<strong>en</strong><strong>en</strong> dat wet<strong>en</strong>schappelijke vakinhoud<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door het geschrev<strong>en</strong> of gesprok<strong>en</strong> woord. Veel k<strong>en</strong>nis kan helemaal niet in regelsword<strong>en</strong> gevat maar komt pas tot uiting in handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedraging<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> praktische context(in feite pleit Ryle in dit geval voor onderwijs middels het ervaringsler<strong>en</strong>).Tot slot verwijz<strong>en</strong> we nogmaals naar hoofdstuk twee, waar we hebb<strong>en</strong> gewez<strong>en</strong> op de rol van hetdialectisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in zowel wet<strong>en</strong>schap, drama als film.De verme<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> film zijn hiermee grot<strong>en</strong>deels ontz<strong>en</strong>uwd. Erzijn eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> waarom e<strong>en</strong> rijk <strong>en</strong> veelzijdig medium als film niet over moeilijke ding<strong>en</strong>zou mog<strong>en</strong> gaan.Diepgang <strong>en</strong> film gaan wel degelijk sam<strong>en</strong>, zeker wanneer <strong>en</strong>erzijds gekoz<strong>en</strong> wordt voor deverbeelding van relevante handeling<strong>en</strong>, gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds de vluchtigheidvan het medium wordt ondervang<strong>en</strong> door het nem<strong>en</strong> van adequate didactische maatregel<strong>en</strong>.Profiel van e<strong>en</strong> onderwijsfilmIn de afgelop<strong>en</strong> hoofdstukk<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> veelheid aan overweging<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t het gebruik <strong>en</strong> de invullingvan films aan de orde gekom<strong>en</strong>. Ter afsluiting van dit eerste blok formuler<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> globaal <strong>en</strong>algeme<strong>en</strong> profiel waaraan e<strong>en</strong> onderwijsfilm zou behor<strong>en</strong> te voldo<strong>en</strong>. Het betreft e<strong>en</strong> aantalfunctionele criteria, die e<strong>en</strong> synthese vorm<strong>en</strong> van eerder besprok<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


condities.-doelgerichtheidHoewel ler<strong>en</strong> op zichzelf e<strong>en</strong> plezierige bezigheid kan zijn, vergt het van de stud<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale <strong>en</strong>niet vanzelfsprek<strong>en</strong>de inspanning. Die inspanning moet met zo min mogelijk verstoring<strong>en</strong> (ruis)gepaard gaan (Fleming*). Op de filmmakers rust daarom de plicht om ter zake te blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitweiding<strong>en</strong>over minder belangrijke details te vermijd<strong>en</strong>. Filmmakers moet<strong>en</strong> zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> realiser<strong>en</strong> date<strong>en</strong> onderwijsfilm als leermiddel beslag legt op de kostbare tijd van de stud<strong>en</strong>t of kijker; deze heeftrecht op e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> efficiënte vorm van onderwijs.-ergonomieDe doelgerichtheid mag niet t<strong>en</strong> koste gaan van het 'kijkg<strong>en</strong>ot', omdat anders verwerpings- of afwijzingsmechanism<strong>en</strong>e<strong>en</strong> rol gaan spel<strong>en</strong>. Ergonomische <strong>en</strong> psychologische aspect<strong>en</strong> zijn in sterkemate bepal<strong>en</strong>d voor de bereikte functionaliteit. Audiovisuele vormelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op dieperem<strong>en</strong>tale niveaus het ler<strong>en</strong> sterk in positieve zin b<strong>en</strong>vloed<strong>en</strong>.-betek<strong>en</strong>isvormingOok di<strong>en</strong><strong>en</strong> de filmmakers te anticiper<strong>en</strong> op de mogelijke ongew<strong>en</strong>ste connotaties, die zich zowel ope<strong>en</strong> bewust als e<strong>en</strong> onbewust niveau kunn<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong>. Misverstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> onduidelijkhed<strong>en</strong>verstor<strong>en</strong> het leerproces.-aanspreekwijzeDe kijker heeft er recht op in alle opzicht<strong>en</strong> serieus te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat het niveauwaarop hij wordt aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> de manier waarop dat gebeurt, aansluit<strong>en</strong> bij zijn omstandighed<strong>en</strong>,verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> compet<strong>en</strong>ties.-audiovisuele informatiemodaliteit<strong>en</strong>Film is primair e<strong>en</strong> visueel medium: e<strong>en</strong> overdadige verbale invulling kan averechts werk<strong>en</strong>. Datbetek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> onderwijsfilm zich bij voorkeur moet richt<strong>en</strong> op dynamische verschijnsel<strong>en</strong>,gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> process<strong>en</strong>; voor statische repres<strong>en</strong>taties zijn andere media beschikbaar. Degetoonde dynamiek moet zich echter wel beperk<strong>en</strong> tot de meest relevante k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Het gebruikvan 'Aug<strong>en</strong>kitzel' (zinloze stimuli) moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. Oriëntatie op het beeld betek<strong>en</strong>t overig<strong>en</strong>sniet dat gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> zijn.-sam<strong>en</strong>hangHet dwing<strong>en</strong>de lineaire karakter moet in positieve zin word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut voor regulering van het tempo,het richt<strong>en</strong> van de aandacht <strong>en</strong> voor de constructie van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de vertelstructuur.Fragm<strong>en</strong>tatie moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.-didactiekNaast expositie moet er ook aandacht zijn voor blootstelling <strong>en</strong> emotionele betrokk<strong>en</strong>heid. Door e<strong>en</strong>goede temporegulering, voldo<strong>en</strong>de pauzes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede afstemming tuss<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> actieve d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> bij de kijker word<strong>en</strong> gestimuleerd <strong>en</strong> moet geleg<strong>en</strong>heidword<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> diepere verwerking van de stof. Het vaste tempo van film vereist extragebruik van herhaling<strong>en</strong> <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>tijdse sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong>.De acceptatie door de kijker kan word<strong>en</strong> verhoogd door het doel, het gebruik <strong>en</strong> de studietaakbek<strong>en</strong>d te mak<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede afstemming met ev<strong>en</strong>tuele andere leermiddel<strong>en</strong> is daarvoor e<strong>en</strong> voorwaarde.-film als middelDe ingebouwde didactische maatregel<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> prettige alsonopvall<strong>en</strong>de aanwezigheid. De film mag als expressiemiddel zelf nooit zodanig de aandacht trekk<strong>en</strong>of afleid<strong>en</strong> dat het leerproces erdoor wordt belemmerd. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> terughoud<strong>en</strong>d gebruikvan extravagante vormelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is gebod<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


-kwalitatieve waarderingDe functionele kwaliteit van e<strong>en</strong> film wordt in sterke mate beoordeeld op de aanwezigheid vandysfunctionele of detoner<strong>en</strong>de onderdel<strong>en</strong>. Functionaliteitsverhoging begint daarom bij het eliminer<strong>en</strong>van die dysfunctionele elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Ook in technisch opzicht mog<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> aanwezig zijn. Het verwachtingspatroonvan de kijker omtr<strong>en</strong>t de technische kwaliteit wordt in belangrijke mate bepaald door hetge<strong>en</strong> m<strong>en</strong> inde bioscoop of op de televisie krijgt aangebod<strong>en</strong>. Verstaanbaarheid <strong>en</strong> beeldkwaliteit moet<strong>en</strong>minst<strong>en</strong>s van hetzelfde niveau zijn.-beroepseerTot slot moet de integriteit van de onderwijsmakers bov<strong>en</strong> iedere verd<strong>en</strong>king verhev<strong>en</strong> zijn. Hetgepres<strong>en</strong>teerde moet in alle opzicht<strong>en</strong> geloofwaardig <strong>en</strong> betrouwbaar zijn. Waar objectiviteit nietbestaat geld<strong>en</strong> de principes van hoor <strong>en</strong> wederhoor. Aantasting van auth<strong>en</strong>ticiteit (manipulatie) magalle<strong>en</strong> in alle op<strong>en</strong>heid plaatsvind<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van het leerproces, zo mogelijk onder explicieteopgave van red<strong>en</strong><strong>en</strong>.We sluit<strong>en</strong> hiermee de wat bredere oriëntatie op audiovisuele media af. Het wordt nu tijd om ons ophet <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van film te richt<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 9Het audiovisuele produktietrajectInleiding'En dit is weer heel erg<strong>en</strong>s anders. Het was to<strong>en</strong> heel erg heet. Goh, wat hebb<strong>en</strong> we to<strong>en</strong>gelach<strong>en</strong>....'Knap vervel<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> ze zijn, die dia-avondjes bij de bur<strong>en</strong>. O zeker, er zijn aardige plaatjes bij,mooie landschapp<strong>en</strong>, architectonische hoogstandjes <strong>en</strong> soms zelfs ontroer<strong>en</strong>de portrett<strong>en</strong>. Maar vane<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de boodschap of vertelling is ge<strong>en</strong> sprake. Wat er blijft hang<strong>en</strong> is niet meer dane<strong>en</strong> globale impressie, e<strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerd beeld van wat de bur<strong>en</strong> wellicht hebb<strong>en</strong> meegemaakt.Wat voor h<strong>en</strong>zelf de herbeleving van e<strong>en</strong> heerlijke periode is, heeft voor ons buit<strong>en</strong>staanders meerhet karakter van e<strong>en</strong> kwelling die we lijdzaam moet<strong>en</strong> ondergaan. In het gunstigste geval word<strong>en</strong> dedia's in chronologische volgorde in de projector gestopt, maar zelfs dan is er door de hap-snap wijzewaarop de dia's zijn gemaakt voor de toeschouwer weinig sam<strong>en</strong>hang te ontdekk<strong>en</strong>. De k<strong>en</strong>nelijkemom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van plezier, verrukking <strong>en</strong> ontroering kunn<strong>en</strong> slechts met e<strong>en</strong> uitgebreide toelichting<strong>en</strong>igszins aannemelijk word<strong>en</strong> gemaakt. De kloof tuss<strong>en</strong> 'verteller' <strong>en</strong> 'toehoorders' wordtklaarblijkelijk niet overbrugd.Zo mogelijk nog problematischer verlop<strong>en</strong> de video-avondjes. Door de gestaag dal<strong>en</strong>de prijz<strong>en</strong>word<strong>en</strong> handzame videocamera's <strong>en</strong> camcorders e<strong>en</strong> steeds grotere concurr<strong>en</strong>t van het fototoestel.Beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> met geluid gev<strong>en</strong> het vakantieverslag e<strong>en</strong> geheel andere dim<strong>en</strong>sie. Maar dechaos is hier zo mogelijk nog groter, omdat het lineaire karakter van video veel nadrukkelijker e<strong>en</strong>vertelling suggereert, die niet wordt waargemaakt. De e<strong>en</strong>voudige bedi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de lage prijs van e<strong>en</strong>videoband werk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> impulsieve werkwijze in de hand. Het resultaat is vaak nav<strong>en</strong>ant: e<strong>en</strong>onsam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de ope<strong>en</strong>volging van opnames waarover niet is nagedacht, vol betek<strong>en</strong>islozecamerabeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> onduidelijke kadrering<strong>en</strong>. Vaak moet het materiaal ook nog 'ruw' bekek<strong>en</strong>word<strong>en</strong> omdat vrijwel niemand beschikt over montageapparatuur. En bij de echte fanatici die wel overe<strong>en</strong> montagepaneeltje beschikk<strong>en</strong>, valt vooral op hoe amateuristisch het 'avontuur' in elkaar steekt.In het tweede deel van dit boek richt<strong>en</strong> we ons op de vraag hoe we e<strong>en</strong> film tot stand moet<strong>en</strong>br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. We bouw<strong>en</strong> hier voort op de overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtergrond<strong>en</strong> die we in het eerste deelhebb<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film beschouw<strong>en</strong> we als e<strong>en</strong> ontwerpprobleem. In de kom<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong>richt<strong>en</strong> we ons op de method<strong>en</strong> <strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die ons als filmmaker ter beschikking staan. Onsprimaire doel is daarbij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario, als blauwdruk van de te realiser<strong>en</strong> film.In de hoofdstukk<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>, elf <strong>en</strong> twaalf gaan we in op de vraag wat we moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong>degelijk fundam<strong>en</strong>t voor de film te kom<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> aantal ess<strong>en</strong>tiële keuz<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong>dzijn voor de vorm <strong>en</strong> de structuur van de uiteindelijke film. Hoofdstuk derti<strong>en</strong> <strong>en</strong> veerti<strong>en</strong> zijn gewijdaan de variabel<strong>en</strong> waarmee we het beeld <strong>en</strong> het geluid kunn<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de functionaliteit diedaarmee kan word<strong>en</strong> bereikt. In hoofdstuk vijfti<strong>en</strong> tot slot gaan we na hoe we beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> indetail op elkaar kunn<strong>en</strong> afstemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke middel<strong>en</strong> we tot onze beschikking hebb<strong>en</strong> voor hetvervull<strong>en</strong> van ess<strong>en</strong>tiële communicatieve functies.De ontwikkeling van e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario maakt onderdeel uit van e<strong>en</strong> omvangrijker proces vanvoorbereiding <strong>en</strong> realisatie. In dit hoofdstuk gaan we in op de verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s deontwikkeling zijn te onderscheid<strong>en</strong>. Daarbij bested<strong>en</strong> we ook aandacht aan de docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> oftuss<strong>en</strong>produkt<strong>en</strong> die in de verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Ook gaan we in op de taakverdelingtuss<strong>en</strong> de diverse specialist<strong>en</strong> die bij het proces betrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn.Voor we dat do<strong>en</strong> gaan we iets dieper in op de rol <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van het sc<strong>en</strong>ario.De sc<strong>en</strong>ariomethodeVoor iemand als Alfred Hitchcock (Phillips*) is e<strong>en</strong> film al bijna klaar als er e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario ligt, als deideeën zijn gebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> in detail op papier zijn vastgelegd. De realisatie van de film zelf is voorHitchcock niet meer zo interessant: e<strong>en</strong> kwestie van stug doorwerk<strong>en</strong> aan het hand van het sc<strong>en</strong>ario.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor deze werkwijze is dat de weergegev<strong>en</strong> 'werkelijkheid' volledig is geënsc<strong>en</strong>eerd. Inhet speelfilmg<strong>en</strong>re maar ook bij animatiefilms is die aanpak zeer nadrukkelijk terug te vind<strong>en</strong>. Hetwerk<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de sc<strong>en</strong>ariomethode br<strong>en</strong>gt niet alle<strong>en</strong> de fantasie aan de macht -er is e<strong>en</strong> haastonbeperkte vrijheid om de film vorm te gev<strong>en</strong>-, maar bevordert ook de beheersbaarheid van hetontwikkelingsproces. Alles wordt van te vor<strong>en</strong> bedacht <strong>en</strong> wordt op functionele criteria beoordeeld;vrijwel niets wordt aan het toeval overgelat<strong>en</strong> waardoor de financiële consequ<strong>en</strong>ties volstrekt duidelijkzijn. Bij film gaat het in financiële zin vooral om het aantal opnamedag<strong>en</strong>: de technici, de studio's, deacteurs, de camera's, de lamp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de decors, alles kost geld. Iedere camerainstelling kost tijd <strong>en</strong>dus geld; alle shots, scènes <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> van te vor<strong>en</strong> bedacht, gepland <strong>en</strong> beoordeeld ophun noodzaak; ruimte voor improvisatie is er niet of nauwelijks. Ge<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t kan accepter<strong>en</strong> date<strong>en</strong> regisseur honderd figurant<strong>en</strong> in middeleeuws kostuum bestelt <strong>en</strong> pas vlak voor de opname gaatbed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat deze m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> gaan do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gedetailleerde voorbereiding reduceert nietalle<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>, maar biedt ook de garantie dat de opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> scènes bruikbaar, nuttig, janoodzakelijk zijn binn<strong>en</strong> de film.Het cinema véritéMet de beschikbaarheid van compacte filmcamera's aan het begin van de jar<strong>en</strong> zestig ontstond e<strong>en</strong>nieuwe stroming van docum<strong>en</strong>taire filmers, zoals Frederic Wiseman, die met hun camera de wereldintrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> registreerd<strong>en</strong> zoals deze zich voorded<strong>en</strong>. Wiseman bracht bijvoorbeeldvele maand<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> camera door op e<strong>en</strong> middelbare school <strong>en</strong> componeerde daaruit zijndocum<strong>en</strong>taire 'Highschool' 12 . In teg<strong>en</strong>stelling tot Hitchcock ontstaat bij Wiseman het verhaal van defilm pas achteraf, op de montagetafel. De filmer probeert door zijn perman<strong>en</strong>te aanwezigheid e<strong>en</strong>vanzelfsprek<strong>en</strong>de, geaccepteerde maar onopvall<strong>en</strong>de factor te word<strong>en</strong> in de wereld die hij wilvastlegg<strong>en</strong>. Hoe de film er uiteindelijk gaat uitzi<strong>en</strong>, is vooraf in hoge mate onduidelijk. De maker moeter maar op vertrouw<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de interessante gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te ontmoet<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal daar pas achterafe<strong>en</strong> filmisch verhaal van kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Wie drie maand<strong>en</strong> lang met e<strong>en</strong> filmcamera op e<strong>en</strong> schoolrondloopt zal na afloop over e<strong>en</strong> overstelp<strong>en</strong>de hoeveelheid ruw filmmateriaal beschikk<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s deopnames moet de filmmaker voortdur<strong>en</strong>d anticiper<strong>en</strong> op de montage om er voor te zorg<strong>en</strong> dat deopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> scènes daadwerkelijk bruikbaar zijn. Iemand als Wiseman neemt tijd<strong>en</strong>s de opnam<strong>en</strong> adhoc beslissing<strong>en</strong> over het beeldkader <strong>en</strong> het camerastandpunt; intuïtie <strong>en</strong> improvisatietal<strong>en</strong>t spel<strong>en</strong>daarbij e<strong>en</strong> belangrijke rol. Niets of vrijwel niets wordt geënsc<strong>en</strong>eerd, wat gebeurt dat gebeurt. Dezedocum<strong>en</strong>taire stijl van werk<strong>en</strong> staat bek<strong>en</strong>d onder de naam het 'cinema vérité': gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>word<strong>en</strong> geregistreerd zoals zij zich voltrekk<strong>en</strong> in de veronderstelling dat de aanwezigheid van decamera daarop ge<strong>en</strong> invloed uitoef<strong>en</strong>t. Het cinema vérité gaat veelal gepaard met e<strong>en</strong> sterkepersoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid van de filmer: het langdurig verblijf ter plekke di<strong>en</strong>t ook voor het creër<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> vertrouw<strong>en</strong>sbasis met de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> waardoor deze de aanwezigheid van de filmernauwelijks meer opmerk<strong>en</strong>. Deze aanpak kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>de, dramatische,lev<strong>en</strong>sechte <strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tieke weergave van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.Er is echter ge<strong>en</strong> sprake van dat Wiseman zomaar op de bonnefooi wat opnames maakt. E<strong>en</strong>vergelijking met de vakantiefilmpjes is dan ook niet op zijn plaats. Hoewel Wiseman vooraf ge<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ario maakt, beschikt hij wel altijd over e<strong>en</strong> soort 'plan de campagne', zodat hij bij de 'juiste'gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> met zijn camera aanwezig is <strong>en</strong> daarmee de kans op geschikt materiaal vergroot.Tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>De sc<strong>en</strong>ariomethod<strong>en</strong> <strong>en</strong> het cinema vérité marker<strong>en</strong> e<strong>en</strong> scala van werkwijz<strong>en</strong> die vooruite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> programma's kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast.Journaalitems <strong>en</strong> TV-reportages voor actualiteit<strong>en</strong>rubriek<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> vrij dicht teg<strong>en</strong> het cinema véritéaan te zitt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario ontbreekt <strong>en</strong> de camera registreert, in veel gevall<strong>en</strong> zonder datgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in scène word<strong>en</strong> gezet. Naderhand word<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> gemonteerd <strong>en</strong> van e<strong>en</strong>gesprok<strong>en</strong> toelichting voorzi<strong>en</strong>. Hoewel de journaalreportage vanwege de pot<strong>en</strong>tiële nieuwswaardevan groot journalistiek belang kan zijn, ontbreekt veelal de filmische b<strong>en</strong>adering. Alles moet onder12 Zo'n dertig jaar later ded<strong>en</strong> de filmers T. Doebele <strong>en</strong> M. Schmidt iets soortgelijks in hun tv-serie '4-HAVO' (VPRO-televisie).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


hoge tijdsdruk gerealiseerd word<strong>en</strong> waardoor er meestal onvoldo<strong>en</strong>de materiaal kan word<strong>en</strong>opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> er ook in de montage niet altijd geleg<strong>en</strong>heid is om ev<strong>en</strong>wichtige beslissing<strong>en</strong> t<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. In dat opzicht is deze werkwijze niet geheel vergelijkbaar met die van het cinema vérité.Bij onderwijsfilms, voorlichtingsfilms <strong>en</strong> reclamefilms wordt meestal vrij strak volg<strong>en</strong>s hetsc<strong>en</strong>ariomodel gewerkt. De inhoud van de boodschap, de sam<strong>en</strong>stelling van de doelgroep, defuncties van het programma <strong>en</strong> de manier waarop de boodschap wordt verpakt word<strong>en</strong> zoveelmogelijk van te vor<strong>en</strong> gedefinieerd <strong>en</strong> in docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vastgelegd. Het welslag<strong>en</strong> van de produktiestaat voorop <strong>en</strong> de kritieke succesfactor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de beperkte middel<strong>en</strong> zoveel mogelijkbeheersbaar gemaakt; risico's word<strong>en</strong> zoveel mogelijk vermed<strong>en</strong> of vooraf ingecalculeerd. Dezeplanmatige b<strong>en</strong>adering sluit goed aan bij de eerder verkondigde stelling dat het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van(cognitieve of affectieve) k<strong>en</strong>nis e<strong>en</strong> wel doordachte voorbereiding <strong>en</strong> aanpak vereist.E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> meer planmatige b<strong>en</strong>adering (de sc<strong>en</strong>arioaanpak) is het gegev<strong>en</strong> dat ditsoort films meestal door e<strong>en</strong> team van experts uit verschill<strong>en</strong>de disciplines moet word<strong>en</strong> gerealiseerd.E<strong>en</strong> goed overleg <strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de afstemming in e<strong>en</strong> vroeg stadium is e<strong>en</strong> noodzaak voor het welslag<strong>en</strong>van zo'n onderneming. Het sc<strong>en</strong>ario is daarbij e<strong>en</strong> van de tuss<strong>en</strong>stapp<strong>en</strong> waarbij degezam<strong>en</strong>lijke visie op de film in schriftelijke vorm is verwoord. De uiterlijke vorm van het sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong>de mate van detaillering hang<strong>en</strong> sterk af van de situatie: soms is e<strong>en</strong> detailuitwerking noodzakelijk,soms volstaat e<strong>en</strong> globale beschrijving.In de <strong>praktijk</strong> zal m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het strikt volg<strong>en</strong> van hetovere<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> het flexibel inspel<strong>en</strong> op onvoorzi<strong>en</strong>e gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe ideeën.Wijkt m<strong>en</strong> te veel af van het sc<strong>en</strong>ario dan kan er e<strong>en</strong> heel andere film ontstaan dan bedoeld; hangtm<strong>en</strong> te rigide aan het sc<strong>en</strong>ario dan kunn<strong>en</strong> er grote kans<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemist.Deskundighed<strong>en</strong>De <strong>praktijk</strong> van de audiovisuele produktie vertoont e<strong>en</strong> veelkleurige aanblik als het gaat om de wijzewaarop programma's tot stand kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de specialism<strong>en</strong> die daar bij nodig zijn.Bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film is sprake van vier basisfuncties waarin moet zijn voorzi<strong>en</strong>: sc<strong>en</strong>ario, regie,produktie <strong>en</strong> techniek. We gaan gemakshalve ev<strong>en</strong> voorbij aan de inbr<strong>en</strong>g van uitvoer<strong>en</strong>d<strong>en</strong> vóór decamera (acteurs, figurant<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts).-sc<strong>en</strong>arioDe sc<strong>en</strong>arioschrijver is deg<strong>en</strong>e die zich bezighoudt met de <strong>conceptontwikkeling</strong>. Het gaat hier om deeig<strong>en</strong>lijke ontwerpvraag op welke wijze de beoogde doel<strong>en</strong> het beste middels e<strong>en</strong> film kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gerealiseerd. Beperking<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> geld vorm<strong>en</strong> daarbij dwing<strong>en</strong>de randvoorwaard<strong>en</strong>. Opbasis van e<strong>en</strong> beperkt aantal aanwijzing<strong>en</strong> zal de sc<strong>en</strong>arioschrijver zich nader moet<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> inhet onderwerp <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal ideeën moet<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitwerk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario. In veelgevall<strong>en</strong> fungeert het sc<strong>en</strong>ario als e<strong>en</strong> beslisdocum<strong>en</strong>t voor het wel of niet in produktie nem<strong>en</strong> van defilm, of het wel of niet gefinancierd kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film. Het ligt voor de hand dat deproduc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de beoogde regisseur ook in deze fase van <strong>conceptontwikkeling</strong> hun inbr<strong>en</strong>g hebb<strong>en</strong>, alwas het alle<strong>en</strong> al om de haalbaarheid <strong>en</strong> betaalbaarheid van het geheel te bewak<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> scène mete<strong>en</strong> olifant op e<strong>en</strong> fietsje is snel verzonn<strong>en</strong>, maar de realisatie daarvan heeft meer voet<strong>en</strong> in deaarde.-regieDe regisseur is deg<strong>en</strong>e die het sc<strong>en</strong>ario moet vertal<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> filmische vorm. Slechts zeld<strong>en</strong> is e<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ario zodanig uitgewerkt dat alle vrijheidsgrad<strong>en</strong> zijn ingevuld. De regisseur heeft daarom vaaknog e<strong>en</strong> grote mate van interpretatievrijheid. Wanneer er in het sc<strong>en</strong>ario bijvoorbeeld sprake is vane<strong>en</strong> hoofdpersoon die door e<strong>en</strong> middeleeuws straatje sl<strong>en</strong>tert, dan kan de regisseur daar op nog zeervele manier<strong>en</strong> invulling aan gev<strong>en</strong>, afhankelijk van de beoogde toonzetting <strong>en</strong> persoonlijke stijl vanwerk<strong>en</strong>. Wil de regisseur in die scène e<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>t legg<strong>en</strong> op de troosteloosheid van de situatie dankan hij er bijvoorbeeld voor kiez<strong>en</strong> dat het moet reg<strong>en</strong><strong>en</strong>, dat vale kleur<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> 'harde' belichtingword<strong>en</strong> gebruikt of dat sombere muziek wordt toegevoegd. Binn<strong>en</strong> zekere gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn ookaanpassing<strong>en</strong> of aanvulling<strong>en</strong> op het sc<strong>en</strong>ario mogelijk.-produktie<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De audiovisuele produc<strong>en</strong>t is deg<strong>en</strong>e die al dan niet via externe opdrachtgevers zorgt voor definanciering van e<strong>en</strong> film <strong>en</strong> die in beheerstechnische zin de verantwoordelijkheid voor e<strong>en</strong> filmdraagt. Dat betek<strong>en</strong>t in de <strong>praktijk</strong> dat alle tak<strong>en</strong> op het gebied van planning, budgettering, organisatie<strong>en</strong> kwaliteitsbewaking door de produc<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> behartigd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> alle person<strong>en</strong> <strong>en</strong>technische faciliteit<strong>en</strong> die voor de produktie nodig zijn door de produc<strong>en</strong>t ingehuurd. Het zou onjuistzijn hier uitsluit<strong>en</strong>d te sprek<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van aannemer/opdrachtgever versus uitvoerders. De ontwikkelingvan e<strong>en</strong> audiovisueel programma is e<strong>en</strong> dermate veelzijdig <strong>en</strong> complex proces dat er eerdersprake is van joint-v<strong>en</strong>ture, waarin gezam<strong>en</strong>lijke betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijke visie e<strong>en</strong>voorwaarde voor welslag<strong>en</strong> zijn. Die betrokk<strong>en</strong>heid van uitvoer<strong>en</strong>d<strong>en</strong> blijkt in de <strong>praktijk</strong> overig<strong>en</strong>svaak in belangrijke mate aanwezig te zijn.Gezi<strong>en</strong> de financiële betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> verantwoordelijkheid is het haast vanzelfsprek<strong>en</strong>d dat deproduc<strong>en</strong>t naast de regisseur <strong>en</strong> de sc<strong>en</strong>arioschrijver e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke programmatische inbr<strong>en</strong>g kanhebb<strong>en</strong> in het filmontwikkelingsproces.-techniekTot slot is er technische expertise nodig voor het realiser<strong>en</strong> van de beoogde film. In eerste instantiebetreft de technische inbr<strong>en</strong>g het adequaat bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van apparatuur voor opname <strong>en</strong> montage, zoalse<strong>en</strong> metselaar zijn gereedschap weet te gebruik<strong>en</strong> bij het bouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> huis. Maar waar van e<strong>en</strong>metselaar ge<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijke bijdrage mag word<strong>en</strong> verwacht aan de vormgeving van het huis -t<strong>en</strong>zijdeze zijn tak<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> manier interpreteert-, kunn<strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong> van filmtechnici zeerbepal<strong>en</strong>d zijn voor het uiteindelijke produkt. Vooral de invloed van cameram<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, belichters,decorontwerpers <strong>en</strong> muzikant<strong>en</strong> is groot te noem<strong>en</strong>.Hoewel techniek de basis van hun expertise vormt, is de term 'technici' hier t<strong>en</strong> dele misplaatst. M<strong>en</strong>zou beter kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> over 'human resources' tijd<strong>en</strong>s de realisatie: ze drag<strong>en</strong> in belangrijke matebij aan de concrete invulling van de vormgeving, zonder dat zij op programmatisch niveau bemoei<strong>en</strong>ishebb<strong>en</strong> met het programma. Het is de regisseur die als verantwoordelijke voor de realisatie leidingmoet gev<strong>en</strong> aan deze ploeg van 'technici' <strong>en</strong> daarbij voortdur<strong>en</strong>d de invulling<strong>en</strong> moet toets<strong>en</strong> aan hetprogrammatisch concept in het sc<strong>en</strong>ario.Wie wel e<strong>en</strong>s de aftiteling van films bekijkt, weet dat het aantal technische specialism<strong>en</strong>buit<strong>en</strong>gewoon groot is. Hieronder staat e<strong>en</strong> (niet uitputt<strong>en</strong>d) overzicht van functies die soms nogword<strong>en</strong> gespecificeerd met het adjectief 's<strong>en</strong>ior', 'first', 'second' of 'assist<strong>en</strong>t':Overzicht AV-'technici' <strong>en</strong> functies-cameraman -focus puller -grimeur -special effects-geluidstechnicus -dolly/grip -decorbouwer -continuity-belichter -graficus -catering -regieassist<strong>en</strong>t-editor -set dresser -stuntman -floor manager-clapper loader -dresser -piloot -grading operator-zanger -Geraüschmacher -power <strong>en</strong>gineer -componist-muzikant -best boy -research -dubbing mixerFuncties <strong>en</strong> person<strong>en</strong>De verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van expertise hoev<strong>en</strong> niet per se over afzonderlijke person<strong>en</strong> verdeeld tezijn. Soms word<strong>en</strong> uit praktische overweging<strong>en</strong> of kost<strong>en</strong>overweging<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de functiesgecombineerd: de regisseur-interviewer (Journaal), de deskundige-pres<strong>en</strong>tator (C. Titulaer) <strong>en</strong>, nietzonder risico, de acteur-stuntman (Buster Keaton). Problem<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan wanneer decombinatie van functies zodanig wordt, dat rolconflict<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> (filmmaker-hoofdrolspeler schrijftzichzelf in e<strong>en</strong> bedscène) of dat de professionaliteit of kwaliteit van de prestatie in gevaar komt.Bek<strong>en</strong>d is het voorbeeld van de e<strong>en</strong>mans-fotodi<strong>en</strong>st van e<strong>en</strong> bedrijf of instelling die in de loop van dejar<strong>en</strong> uitgroeit tot e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>mans-fullservice videodi<strong>en</strong>st: sc<strong>en</strong>arioschrijver, produktieleider, regisseur,cameraman, interviewer <strong>en</strong> editor ver<strong>en</strong>igd in één persoon. Zo'n historisch gegroeide 'Manus-vanalles'-b<strong>en</strong>aderingkan (uitzondering<strong>en</strong> daargelat<strong>en</strong>) niet anders dan t<strong>en</strong> koste gaan van despecialistische vaardighed<strong>en</strong> in de diverse disciplines. Natuurlijk kan iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> camera bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


meer dan ti<strong>en</strong> knopp<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> er niet op. Maar e<strong>en</strong> goede cameraman is bevlog<strong>en</strong> van zijn vak, isaltijd met beeld<strong>en</strong> bezig, d<strong>en</strong>kt in kaders, kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> posities; de camera is zijn beste kameraad, e<strong>en</strong>verl<strong>en</strong>gstuk van zijn og<strong>en</strong> dat hij blind kan bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het is niet waarschijnlijk dat e<strong>en</strong> goedecameraman ook e<strong>en</strong> goede interviewer is, of dat e<strong>en</strong> goede regisseur ook e<strong>en</strong> expert is op het gebiedvan geluid.Natuurlijk zijn er altijd uitzondering<strong>en</strong>. In het cinema vérité is de film-ontwikkeling geregeld e<strong>en</strong> soloofduo-aangeleg<strong>en</strong>heid: inhoudelijke verdieping, bedi<strong>en</strong>ing van apparatuur <strong>en</strong> concipiër<strong>en</strong> (monter<strong>en</strong>)van het programma. Dat is in zekere zin inher<strong>en</strong>t aan het g<strong>en</strong>re omdat uitgebreide opnameteams deopnamesituatie te zeer zoud<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> complicatie kan zich voordo<strong>en</strong> bij de onderwijsfilm. Vooral in het hoger onderwijs kunn<strong>en</strong> deleerinhoud<strong>en</strong> die verfilmd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zeer complex zijn. Van de sc<strong>en</strong>arioschrijver, de regisseur<strong>en</strong> andere niet-inhoudsdeskundig<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het ontwikkelteam kan niet altijd word<strong>en</strong> verwacht dat zijin staat zijn zich in korte tijd bov<strong>en</strong> de stof te plaats<strong>en</strong>. Hierdoor kunn<strong>en</strong> vervel<strong>en</strong>decommunicatieproblem<strong>en</strong> ontstaan binn<strong>en</strong> het ontwikkelteam. Van e<strong>en</strong> inhoudelijk expert die tot taakheeft de inhoudelijke kwaliteit <strong>en</strong> diepgang te bewak<strong>en</strong> mag niet word<strong>en</strong> verwacht dat hij deskundig isop het gebied van filmontwikkeling. De rest van het team is dat wel, maar is niet in staat de inhoud inal zijn finesses te doorzi<strong>en</strong>. Waar de <strong>en</strong>e partij de nadruk zal legg<strong>en</strong> op de inhoudelijke diepgang <strong>en</strong>kwaliteit zal de andere vooral gericht zijn op de audiovisueel communicatieve aspect<strong>en</strong> <strong>en</strong>bijvoorbeeld de neiging hebb<strong>en</strong> inhoudelijke aspect<strong>en</strong> zo veel mogelijk te simplificer<strong>en</strong>. Veel overleg<strong>en</strong> geduld zijn hier nodig om tot e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>d gezam<strong>en</strong>lijk produkt te kom<strong>en</strong>.De audiovisuele produc<strong>en</strong>tIn de audiovisuele sector treff<strong>en</strong> we produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan in alle soort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mat<strong>en</strong>. Het gaat in Nederlandom <strong>en</strong>kele duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> audiovisuele produktiebedrijv<strong>en</strong>, uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d van e<strong>en</strong>mansbedrijf met e<strong>en</strong>omzet van e<strong>en</strong> paar duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> guld<strong>en</strong> per jaar tot omvangrijke concerns met e<strong>en</strong> jaaromzet vanti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong><strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong> gaan achter de vele kleine produktiebedrijfjes freelanceregisseurs schuil die slechts zeld<strong>en</strong> tot eig<strong>en</strong> produkties kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> meestal zelf door andere, grotereproduc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als regisseur word<strong>en</strong> ingehuurd. Daarmee ontstaan twee problem<strong>en</strong>.In de eerste plaats zal e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t niet gauw g<strong>en</strong>eigd zijn om e<strong>en</strong> freelance regisseur in te hur<strong>en</strong>die zichzelf ook als produc<strong>en</strong>t profileert <strong>en</strong> daarmee als concurr<strong>en</strong>t op dezelfde markt opereert.In de tweede plaats hebb<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> regisseurs geheel verschill<strong>en</strong>de functies <strong>en</strong> belang<strong>en</strong>.Ruwweg zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> produc<strong>en</strong>t -met inachtneming van het kwaliteitsaspect- altijdzo goedkoop mogelijk probeert te werk<strong>en</strong>, vooral wanneer er e<strong>en</strong> vast produktiebudget isafgesprok<strong>en</strong>. Het spreekt vanzelf dat de produc<strong>en</strong>t bedrijfseconomisch gezi<strong>en</strong> gunstiger uitkomt,wanneer e<strong>en</strong> opnamedag kan vervall<strong>en</strong> of wanneer er minder acteurs nodig blijk<strong>en</strong> te zijn danoorspronkelijk verwacht. E<strong>en</strong> regisseur daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> wil altijd méér faciliteit<strong>en</strong>, wil langer opnem<strong>en</strong>,wil naar meer lokaties, wil topacteurs <strong>en</strong>zovoorts. Deze spanning tuss<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>treedt binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ontwikkelteam voortdur<strong>en</strong>d op de voorgrond. Belangrijk is dat er van te vor<strong>en</strong>goede afsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt.Wanneer we het hebb<strong>en</strong> over produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn de adjectiev<strong>en</strong> 'klein' <strong>en</strong> 'groot' niet synoniem met'slecht' <strong>en</strong> 'goed'. Er zijn uitstek<strong>en</strong>de produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> wier outillage uit niet meer dan e<strong>en</strong> bureau <strong>en</strong> e<strong>en</strong>telefoon bestaat. En er zijn 'grote' produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bij wie het produktieproces fantasieloos <strong>en</strong>fabrieksmatig wordt aangepakt.Veel produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hun bedrijf over technischeproduktiefaciliteit<strong>en</strong>, zoals camera's, studio's, montageapparatuur, reportagewag<strong>en</strong>s, <strong>en</strong>zovoorts; dezogehet<strong>en</strong> 'full-service' videobedrijv<strong>en</strong>. Maar de beschikbaarheid van deze technische voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>kan zowel positief als negatief uitwerk<strong>en</strong>. Positief is dat niets hoeft te word<strong>en</strong> uitbesteed <strong>en</strong> datmogelijk gunstige tariev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d aan de opdrachtgever. Negatief is dat het voorzo'n produc<strong>en</strong>t vanuit het oogpunt van r<strong>en</strong>tabiliteit verleidelijk is e<strong>en</strong> groot deel van het budget aan deeig<strong>en</strong> faciliteit<strong>en</strong> toe te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, waardoor er minder overblijft voor directe externe kost<strong>en</strong>. Ookbestaat de kans dat de opzet van het programma min of meer naar de beschikbare faciliteit<strong>en</strong> wordttoegeschrev<strong>en</strong>. Wie e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> studio exploiteert, wil natuurlijk ook dat die gebruikt wordt.De produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder technische faciliteit<strong>en</strong> hur<strong>en</strong> hun spull<strong>en</strong> in bij facilitaire bedrijv<strong>en</strong>. In principe<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


kunn<strong>en</strong> deze produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s hun onafhankelijkheid inhur<strong>en</strong> naar behoefte. Ze kunn<strong>en</strong> uit hetmarktaanbod van faciliteit<strong>en</strong> de meest voordelige of meest w<strong>en</strong>selijke kiez<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong> blijk<strong>en</strong>veel onafhankelijke produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toch vaak nauwe band<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> of meer facilitairebedrijv<strong>en</strong>: de verme<strong>en</strong>de onafhankelijkheid komt daarmee op losse schroev<strong>en</strong> te staan. Daar staatteg<strong>en</strong>over dat zij via structurele of onderhandse afsprak<strong>en</strong> over aanbesteding<strong>en</strong> in staat zijn fiksekorting<strong>en</strong> te beding<strong>en</strong>.Fas<strong>en</strong> in het produktieprocesAl eerder is gesprok<strong>en</strong> over het misverstand dat het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film e<strong>en</strong> activiteit is die zichnauwelijks laat beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat tal<strong>en</strong>t, artisticiteit <strong>en</strong> visie de belangrijkste b<strong>en</strong>odigdhed<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong>zijn. Voor het grote publiek heeft film nog steeds iets ongrijpbaars <strong>en</strong> magisch: film verteg<strong>en</strong>woordigtde illusie van e<strong>en</strong> wereld van drom<strong>en</strong>, avontuur, liefde <strong>en</strong> verdriet, van held<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterr<strong>en</strong>, tot standgebracht door ev<strong>en</strong> briljante als grillige regisseurs. Het beeld van de g<strong>en</strong>iale <strong>en</strong> onberek<strong>en</strong>bare filmerdie op het mom<strong>en</strong>t suprème zijn expressieve drift<strong>en</strong> de vrije loop laat, is echter ver bezijd<strong>en</strong> dewerkelijkheid. De insiders wet<strong>en</strong> wel beter: film<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> vak als vele andere vakk<strong>en</strong>; inzet, k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>kunde zijn de dominante factor<strong>en</strong>. Natuurlijk zijn zekere tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodig <strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>iale <strong>en</strong> creatieveingeving<strong>en</strong> welkom, maar voor mystificatie is ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong>. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film vergt zeer velezakelijke, vakmatig onderbouwde <strong>en</strong> pragmatische beslissing<strong>en</strong>. De doorgaans hoge investering<strong>en</strong><strong>en</strong> het grote aantal betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> bij het proces mak<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> planmatige aanpakzeer w<strong>en</strong>selijk is.Hoewel het grote aantal activiteit<strong>en</strong>, overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> zich moeilijk in gedetailleerdeprocedures laat vang<strong>en</strong>, kan wel e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> ontwikkelingsmodel word<strong>en</strong> geformuleerd waarin hetproduktieproces wordt opgedeeld in e<strong>en</strong> aantal ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong>. Elke ontwikkelingsfase leverte<strong>en</strong> concreet <strong>en</strong> toetsbaar tuss<strong>en</strong>produkt op. De tuss<strong>en</strong>produkt<strong>en</strong> zijn in de eerste plaats nodig voorde onderlinge afstemming binn<strong>en</strong> het ontwikkelteam. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij detoetsing aan de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de formele besluitvorming over de voortgang <strong>en</strong> financiering.Pas wanneer er overe<strong>en</strong>stemming bestaat over het tuss<strong>en</strong>produkt, wordt overgegaan naar e<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de fase in het ontwikkelingstraject. Het overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>produkt wordt daarbij alsstartpunt gebruikt.We onderscheid<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> <strong>en</strong> produkt<strong>en</strong>:OntwikkelingsfaseProdukt1. Oriëntatie programma van eis<strong>en</strong>2. Conceptontwikkeling treatm<strong>en</strong>t3. Specificatie sc<strong>en</strong>ario4. Produktievoorbereiding draaiboek, call-sheets5. Opname ruw materiaal, shotlist6. Montage proefmontage7. Afwerking eindmontage8. Distributie distributierapport9. Evaluatie evaluatierapportDe oriëntatiefase, <strong>conceptontwikkeling</strong>sfase <strong>en</strong> specificatiefase betreff<strong>en</strong> het programmaontwerp metals eindprodukt het sc<strong>en</strong>ario: e<strong>en</strong> blauwdruk op papier van het te realiser<strong>en</strong> programma. Dit deel vanhet produktietraject staat in dit boek c<strong>en</strong>traal.De fas<strong>en</strong> voor produktievoorbereiding, opname, montage <strong>en</strong> afwerking betreff<strong>en</strong> de fysieke realisatievan het programma. Hier is uitgegaan van de situatie waarin bij de opnames slechts één camerawordt gebruikt. Gaat het om e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige gebeurt<strong>en</strong>is die m<strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de posities wilregistrer<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd of e<strong>en</strong> studiodiscussie, dan zijn uiteraard meerderecamera's nodig. De montage gebeurt dan 'live' door tijd<strong>en</strong>s de registratie van camera naar camera teschakel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> montage achteraf kan dan meestal achterwege blijv<strong>en</strong>.De fas<strong>en</strong> van distributie <strong>en</strong> evaluatie hebb<strong>en</strong> niet direct meer met het concrete producer<strong>en</strong> van de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


film te mak<strong>en</strong>, maar moet<strong>en</strong> wel degelijk tot het ontwikkelingstraject word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d.Het model van produktiefas<strong>en</strong> moet niet als e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d voorschrift word<strong>en</strong> opgevat. In het cinemavérité vindt de constructie van het 'verhaal' vooral plaats tijd<strong>en</strong>s de montage. De sc<strong>en</strong>ariofase isafwezig of zeer kort <strong>en</strong> globaal. Bij Hitchcock is de sc<strong>en</strong>ariofase juist zeer uitgebreid <strong>en</strong> grondig.In de <strong>praktijk</strong> zijn echter vele andere variant<strong>en</strong> mogelijk <strong>en</strong> soms zelfs noodzakelijk, bijvoorbeeldwanneer initiële opnames of archiefmateriaal het uitgangspunt vorm<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> te ontwikkel<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ario. E<strong>en</strong> gedeeltelijke realisatie vindt dan plaats vóór de <strong>conceptontwikkeling</strong>. Het kan dan zelfsvoorkom<strong>en</strong> dat het programma van eis<strong>en</strong> achteraf wordt afgestemd op de mogelijkhed<strong>en</strong> die het(archief)materiaal biedt.Ook hoeft er in de <strong>praktijk</strong> ge<strong>en</strong> sprake te zijn van e<strong>en</strong> strikte scheiding tuss<strong>en</strong> de diverse fas<strong>en</strong>.Programmaontwikkeling heeft soms e<strong>en</strong> meer iteratief karakter doordat de voortdur<strong>en</strong>de afstemming<strong>en</strong> terugkoppeling leidt tot heroverweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijstelling<strong>en</strong>. Aldus kan e<strong>en</strong> proces ontstaan waarbijachtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal ontwikkelingscycli wordt doorlop<strong>en</strong>. Toch is het goed ook in dergelijkegevall<strong>en</strong> de hier beschrev<strong>en</strong> procesfas<strong>en</strong> als achtergrond te hanter<strong>en</strong> bij de bewaking <strong>en</strong> sturing vande ontwikkeling.In de rest van dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> we de diverse produktiefas<strong>en</strong> <strong>en</strong> daaraan gekoppelde (tuss<strong>en</strong>)-produkt<strong>en</strong> kort besprek<strong>en</strong>. Op de eerste stap, de oriëntatiefase, zull<strong>en</strong> we wat uitgebreider ingaan,omdat deze fase het uitgangspunt vormt voor iedere vorm van programmaontwikkeling. Met namezull<strong>en</strong> we aangev<strong>en</strong> welke gegev<strong>en</strong>s minimaal beschikbaar moet<strong>en</strong> zijn voordat we kunn<strong>en</strong> start<strong>en</strong>met de programmaontwikkeling.1. De oriëntatiefaseDe oriëntatiefase betreft alle activiteit<strong>en</strong> die tot de beslissing leid<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film te mak<strong>en</strong> (of niet temak<strong>en</strong>). Afhankelijk van de context waarin m<strong>en</strong> werkt, heeft m<strong>en</strong> hier te mak<strong>en</strong> met voorstell<strong>en</strong>,ideeën, onderhandeling<strong>en</strong> of vraagstelling<strong>en</strong>. Bij onderwijsprogramma's, maar ook bij voorlichtings<strong>en</strong>promotiecampagnes speelt in deze fase e<strong>en</strong> proces van mediumkeuze <strong>en</strong> afstemming tuss<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de media (zie hoofdstuk vier). Wanneer het gebruik van het filmmedium als geëig<strong>en</strong>d wordtbeschouwd, moet e<strong>en</strong> aantal functies <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de beoogde film word<strong>en</strong> vastgelegd in e<strong>en</strong>docum<strong>en</strong>t, dat fungeert als e<strong>en</strong> programma van eis<strong>en</strong>. Dit docum<strong>en</strong>t beschrijft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantalrandvoorwaardelijke beperking<strong>en</strong>. Het kan de status krijg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> contractuele afspraak waaraanook e<strong>en</strong> voorlopige begroting is gekoppeld. Goedkeuring <strong>en</strong> vaststelling van de definitieve begrotingvindt doorgaans pas later in het traject plaats, als het sc<strong>en</strong>ario klaar is.Het programma van eis<strong>en</strong> is de leidraad voor de verdere programmaontwikkeling <strong>en</strong> bevat informatieover de volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong>:Inhoud, c.q. leerinhoud<strong>en</strong>:Waar gaat het programma over? Welke onderwerp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aan bod? Speciale vermeldingverdi<strong>en</strong><strong>en</strong> de audiovisuele informatiemodaliteit<strong>en</strong> die bij de mediumkeuze e<strong>en</strong> rol hebb<strong>en</strong>gespeeld. Het is van belang inhoud<strong>en</strong> die sterk gebond<strong>en</strong> zijn aan e<strong>en</strong> specifiekegebeurt<strong>en</strong>is, lokatie of persoon te vermeld<strong>en</strong> in verband met mogelijke budgettaireconsequ<strong>en</strong>ties (bijvoorbeeld: er zijn opnames nodig van het carnaval in Rio).Doelgroep:Audiovisuele media kunn<strong>en</strong> zeer goed word<strong>en</strong> afgestemd op specifieke doelgroep<strong>en</strong>.Bejaard<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> andere doelgroepk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> dan kleuters, pubers, timmerlied<strong>en</strong> ofeskimo's <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarom op andere wijze word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong>. Vanuit het mediumgered<strong>en</strong>eerd moet de doelgroep zo veel mogelijk word<strong>en</strong> versmald <strong>en</strong> gespecificeerd interm<strong>en</strong> van persoonlijke behoeft<strong>en</strong>, interesses, voorkeur<strong>en</strong>, achtergrondk<strong>en</strong>nis, socialeklasse, leeftijd, leefsituatie, maatschappelijke positie, <strong>en</strong>zovoorts. Afstemmingsproblem<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> ontstaan, als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot publiek wil bereik<strong>en</strong>. Dat komt nogal e<strong>en</strong>s voor: hogeproduktiekost<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleine doelgroep<strong>en</strong> verdrag<strong>en</strong> elkaar immers slecht.Doelstelling<strong>en</strong>, c.q. leerdoel<strong>en</strong>:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De doel<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> nagestreefd moet<strong>en</strong> expliciet <strong>en</strong> helder zijn. Het gaat daarbij zowelom cognitieve doel<strong>en</strong> als affectieve <strong>en</strong> psychomotorische doel<strong>en</strong>. Verborg<strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong>van de makers, onduidelijke bijbedoeling<strong>en</strong> of impliciete morele standpunt<strong>en</strong> die in dezefase niet bov<strong>en</strong> water kom<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de verdere ontwikkeling tot grote problem<strong>en</strong>leid<strong>en</strong>. Ook de wasmiddel<strong>en</strong>fabrikant kan zich met zijn fosfaatvrije, natuurzuivere produktniet verschuil<strong>en</strong> achter zijn milieuvri<strong>en</strong>delijke int<strong>en</strong>ties: het doel van de reclamespot zalongetwijfeld zijn dat er meer verkocht wordt (zie ook hoofdstuk drie).Vertoningsomstandighed<strong>en</strong>:Het maakt nogal wat uit in wat voor omstandighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> audiovisueel programma bekek<strong>en</strong>wordt: in e<strong>en</strong> collegezaal, op e<strong>en</strong> beurs of gewoon thuis in de huiskamer, viagrootbeeldprojectie of via e<strong>en</strong> monitor, individueel op groepsgewijs. Ev<strong>en</strong>zo is het vanbelang aan te gev<strong>en</strong> wat er aan het kijk<strong>en</strong> voorafgaat <strong>en</strong> wat er op volgt, bijvoorbeeld hetbestuder<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schriftelijk deel van e<strong>en</strong> studiepakket of het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatting.Voorlopig budget:Het is erg lastig e<strong>en</strong> programma te <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> zonder zicht te hebb<strong>en</strong> op het beschikbarebudget. Het heeft ge<strong>en</strong> zin e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario te schrijv<strong>en</strong> met als rode draad e<strong>en</strong> reis om dewereld als dat later toch wordt afgekeurd vanwege de kost<strong>en</strong>. Bij speelfilm wordt de zaakvaak omgekeerd: eerst wordt het sc<strong>en</strong>ario geschrev<strong>en</strong>, daarna wordt de (aanvull<strong>en</strong>de)financiering gezocht.Indicatieve l<strong>en</strong>gte van het programma:Het is van belang om binn<strong>en</strong> het ontwikkelteam e<strong>en</strong> gelijkluid<strong>en</strong>d beeld te hebb<strong>en</strong> van deomvang van het programma. Omdat de produktiekost<strong>en</strong> ruwweg lineair to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> met del<strong>en</strong>gte van het programma zal e<strong>en</strong> produktiecontract ook informatie moet<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> overde globale l<strong>en</strong>gte van het programma.Technische eis<strong>en</strong>:Van te vor<strong>en</strong> moet er ook duidelijkheid bestaan over de eis<strong>en</strong> die in technische zin aan hetprodukt word<strong>en</strong> gesteld. In dit verband zijn vooral de opnam<strong>en</strong>orm <strong>en</strong> montag<strong>en</strong>orm vanbelang. Wordt er met e<strong>en</strong> professioneel videoformaat gewerkt (bijv. M-II, BCN, Betacamdigitaal of analoog, D2 of D5), is wellicht e<strong>en</strong> semiprofessioneel formaat voldo<strong>en</strong>de (bijv. U-matic, Hi-8, super-VHS) of zijn er red<strong>en</strong><strong>en</strong> om uit te wijk<strong>en</strong> naar film (35 mm, 16 mm, kleur,stereo, <strong>en</strong>z.)?Vormeis<strong>en</strong>:Soms word<strong>en</strong> er aan de vormgeving van het programma eis<strong>en</strong> gesteld die niet direct zijnterug te voer<strong>en</strong> op de geformuleerde inhoud<strong>en</strong> of doelstelling<strong>en</strong>. Met name bij opdrachtfilmszal m<strong>en</strong> soms gebruik moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> van huisstijlelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als kleur<strong>en</strong>, lettertype of logo.Misschi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> per se bestaande decors, e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ningsmelodie of bepaaldepersonages word<strong>en</strong> gebruikt om continuïteit in ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de programma's te bereik<strong>en</strong>.Soms ligt zelfs het programmastrami<strong>en</strong> al vast.Distributie:E<strong>en</strong> belangrijke veronderstelling bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> audiovisueel programma is dat hetprogramma uiteindelijk daadwerkelijk bekek<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong>. Daarom moet ook in e<strong>en</strong> vroegstadium word<strong>en</strong> vastgelegd op welke wijze de doelgroep over het programma kanbeschikk<strong>en</strong>. De wijze van distribuer<strong>en</strong> hangt nauw sam<strong>en</strong> met de kijkomstandighed<strong>en</strong>.Projectplanningsgegev<strong>en</strong>s:Voorzover in dit stadium bek<strong>en</strong>d moet er e<strong>en</strong> indicatie word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> van de tijdplanningvan het project. De tijdstipp<strong>en</strong> waarop de verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>concreet (tuss<strong>en</strong>)produkt wordt opgeleverd, kunn<strong>en</strong> als toetsingsmom<strong>en</strong>t (mijlpaal) word<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> projectplan. Ook moet<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoordelijkhed<strong>en</strong> van dediverse partij<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Op het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> projectplan gaan we hier nietverder in.2. De <strong>conceptontwikkeling</strong>sfaseMet het programma van eis<strong>en</strong> als uitgangspunt start e<strong>en</strong> fase van oriëntatie <strong>en</strong> ideeënvorming dieleidt tot e<strong>en</strong> aantal keuz<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de opzet <strong>en</strong> vorm van de beoogde film. Het produkt van deze fasewordt treatm<strong>en</strong>t g<strong>en</strong>oemd, dat letterlijk 'behandeling' of 'richtsnoer' betek<strong>en</strong>t. Het treatm<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong>beknopte maar concrete beschrijving van de film. Het moet zodanig zijn geschrev<strong>en</strong> dat de lezer e<strong>en</strong>goede indruk krijgt van de wijze waarop de film is opgebouwd, hoe de informatie wordt aangebod<strong>en</strong>,hoe de aandacht van de toeschouwer wordt vastgehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de toonzetting van de film is. Hettreatm<strong>en</strong>t moet bij voorkeur niet beschrijv<strong>en</strong>d, maar verhal<strong>en</strong>d van aard zijn <strong>en</strong> mag licht'gedramatiseerd' zijn om de lezer e<strong>en</strong> indruk te gev<strong>en</strong> van wat de toeschouwer zal ondergaan(Swain*). Vaak is het treatm<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> noodzakelijke tuss<strong>en</strong>stap in formele zin, bijvoorbeeld om fonds<strong>en</strong>beschikbaar te krijg<strong>en</strong> of om het gro<strong>en</strong>e licht te krijg<strong>en</strong> van het managem<strong>en</strong>t. Het treatm<strong>en</strong>t zaldaarom vaak deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> projectvoorstel. Maar ook vanuit efficiëntie-oogpunt is e<strong>en</strong>treatm<strong>en</strong>t noodzakelijk. Het voorkomt dat op bepaalde onderdel<strong>en</strong> al e<strong>en</strong> detailuitwerking opsc<strong>en</strong>arioniveau wordt gegev<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t dat over de grote lijn nog ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemmingbestaat. Pas als e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t is geaccepteerd of goedgekeurd heeft het zin om naar de volg<strong>en</strong>deontwikkelingsfase te gaan.De terminologie <strong>en</strong> de eis<strong>en</strong> die aan het treatm<strong>en</strong>t gesteld word<strong>en</strong> zijn weinig helder: de omvang kanuite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van één tot wel tachtig bladzijd<strong>en</strong> (Bloch*). In het Nederlands wordt vaak de term'synopsis' gebruikt, wat letterlijk 'sam<strong>en</strong>vatting' betek<strong>en</strong>t. Soms bedoelt m<strong>en</strong> daar hetzelfde mee,maar soms maakt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de synopsis <strong>en</strong> het treatm<strong>en</strong>t (Meul<strong>en</strong>berg*, vanRiemsdijk*). Wij zull<strong>en</strong> ons hier beperk<strong>en</strong> tot de term treatm<strong>en</strong>t. Dit laat onverlet de mogelijkheid dater in deze fase andere docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt die aan het treatm<strong>en</strong>t voorafgaan.De activiteit<strong>en</strong> in de <strong>conceptontwikkeling</strong>sfase zull<strong>en</strong> uitgebreid aan de orde kom<strong>en</strong> in dehoofdstukk<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>, elf <strong>en</strong> twaalf.3. De specificatiefaseMet het treatm<strong>en</strong>t is het fundam<strong>en</strong>t gelegd voor de verdere programma-ontwikkeling. In despecificatiefase wordt het treatm<strong>en</strong>t uitgewerkt tot e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario dat e<strong>en</strong> gedetailleerde beschrijvingvan de beoogde film geeft.Het sc<strong>en</strong>ario di<strong>en</strong>t ev<strong>en</strong>als het treatm<strong>en</strong>t twee doel<strong>en</strong>: afstemming binn<strong>en</strong> het ontwikkelingsteam <strong>en</strong>formele toetsing door managem<strong>en</strong>t of opdrachtgever. Daarnaast kan op basis van het sc<strong>en</strong>ario alsgedetailleerde blauwdruk van het programma e<strong>en</strong> definitieve begroting word<strong>en</strong> opgesteld. Hetsc<strong>en</strong>ario vormt het uitgangspunt voor het organiser<strong>en</strong> van de opnamesituaties.De mate van detail van het sc<strong>en</strong>ario kan van geval tot geval verschill<strong>en</strong>. Vooral wanneer bijvoorbeeldgebruik gemaakt wordt van e<strong>en</strong> vraaggesprek zull<strong>en</strong> de uitsprak<strong>en</strong> niet of slechts globaal getypeerdkunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar dit mag zeker niet als excuus word<strong>en</strong> gebruikt om de programmatischeinvulling <strong>en</strong> verantwoording te verwaarloz<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong>ering zou juiste moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omgekeerd:omdat de uitsprak<strong>en</strong> van de geinterviewde min of meer onzeker zijn, moet<strong>en</strong> de plaats <strong>en</strong> de functievan het vraaggesprek in het programma zeer goed zijn overwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> gefundeerd.In de <strong>praktijk</strong> wordt e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> het 'sc<strong>en</strong>ario', het 'script' <strong>en</strong> het 'storyboard'.Alledrie lever<strong>en</strong> zij e<strong>en</strong> beschrijving van wat er te zi<strong>en</strong> is (gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>), om welke lokaties het gaat(plaats, tijd) <strong>en</strong> welke geluid<strong>en</strong> daarbij te hor<strong>en</strong> zijn (dialog<strong>en</strong>, spreektekst<strong>en</strong>, effect<strong>en</strong>, muziek).E<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario beschrijft in detail alle relevante handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> die het verhaalvorm<strong>en</strong>, maar bevat ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> over de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> montage. Regieaanwijzing<strong>en</strong> overcamerabeweging<strong>en</strong>, beelduitsnedes <strong>en</strong> camerastandpunt<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong> is het nietmogelijk om in deze fase verder in detail te tred<strong>en</strong>, bijvoorbeeld omdat de lokaties weinig specifiekzijn of omdat de lokaties nog onvoldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d zijn. Soms acht m<strong>en</strong> het ook juist w<strong>en</strong>selijk om dedetailinvulling aan de regisseur overgelat<strong>en</strong>. Enig overleg is hier uiteraard gew<strong>en</strong>st.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


We sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> script wanneer behalve de relevante handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> ook deinvulling van de beeld<strong>en</strong> met daarbij de regieaanwijzing<strong>en</strong> zijn vastgelegd. Het voordeel van e<strong>en</strong>script is dat beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> al in e<strong>en</strong> vroeg stadium goed op elkaar kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgestemd.Camerabeweging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> precies daar gepland word<strong>en</strong> waar de tekst dat nodig maakt. Enomgekeerd: gespecificeerde camerabeweging<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het mogelijk om ev<strong>en</strong>tuele tekst<strong>en</strong> in hetscript vanuit het beeld te schrijv<strong>en</strong>. Het is overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> goede regel de regieaanwijzing<strong>en</strong> in hetscript te beperk<strong>en</strong> tot de meest noodzakelijke. E<strong>en</strong> zeer gedetailleerde beschrijving van shots <strong>en</strong>camerabeweging<strong>en</strong> is in deze fase van de ontwikkeling vaak nog niet mogelijk <strong>en</strong> kan hooguit leid<strong>en</strong>tot compet<strong>en</strong>tieproblem<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> scriptschrijver <strong>en</strong> regisseur. E<strong>en</strong> verstandige scriptschrijver neemtalle<strong>en</strong> die regieaanwijzing<strong>en</strong> op die in dat stadium ess<strong>en</strong>tieel zijn voor het verloop van hetfilmverhaal 13 .Sommige beeld<strong>en</strong> zijn moeilijk in woord<strong>en</strong> te vatt<strong>en</strong>, bijvoorbeeld wanneer het gaat om e<strong>en</strong>geanimeerde grafische voorstelling over e<strong>en</strong> ingewikkeld chemisch proces of over complexebeeldcombinaties in e<strong>en</strong> avant-garde reclamespot. Om dit soort scènes toch adequaat te kunn<strong>en</strong>beschrijv<strong>en</strong> maakt m<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> storyboard: e<strong>en</strong> script waarbij de beeldkant met tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,schets<strong>en</strong> of foto's is beschrev<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>tueel voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beschrijving van de beweging<strong>en</strong> die inhet beeld optred<strong>en</strong>. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> storyboard geeft e<strong>en</strong> zeer beeld<strong>en</strong>d inzicht in het beoogdeprodukt, maar moet alle<strong>en</strong> in uitzonderingsgevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegepast om dat het zeerarbeidsint<strong>en</strong>sief is. In de reclamewereld mak<strong>en</strong> 'visualizers' (toptek<strong>en</strong>aars) zeer gedetailleerde <strong>en</strong>geperfectioneerde storyboards om opdrachtgevers over de streep te trekk<strong>en</strong>.De kunst van het sc<strong>en</strong>arioschrijv<strong>en</strong> (of scriptschrijv<strong>en</strong>) is het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> beschrijving van juist dieonderdel<strong>en</strong> die ess<strong>en</strong>tieel zijn voor de verdere uitwerking van het programma <strong>en</strong> het weglat<strong>en</strong> van dieonderdel<strong>en</strong> die in dit stadium op<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Specificer<strong>en</strong> om het specificer<strong>en</strong> heeft ge<strong>en</strong> zin.Overspecificatie kan zelfs e<strong>en</strong> verlamm<strong>en</strong>de werking hebb<strong>en</strong> in de volg<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> (te) strakkeurslijf van voorschrift<strong>en</strong> belemmert de vrijheid van d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, met alle negatieve gevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>.Maar deze angst mag nooit als excuus geld<strong>en</strong> om relevante keuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> onnodig uit testell<strong>en</strong>. Uitstelgedrag kan leid<strong>en</strong> tot afstel met als mogelijke consequ<strong>en</strong>tie dat uiteindelijk deverkeerde ding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> of, wat net zo erg is, dat de goede ding<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verkeerdemanier word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waardoor ze achteraf onbruikbaar blijk<strong>en</strong> te zijn voor het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>van de boodschap. Het lijkt e<strong>en</strong> trivialiteit, maar het is e<strong>en</strong> dagelijks verschijnsel. Het schrijv<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario is balancer<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong>.4. De produktievoorbereidingsfaseIn deze fase moet<strong>en</strong> de consequ<strong>en</strong>ties van het sc<strong>en</strong>ario in kaart word<strong>en</strong> gebracht. Alle scènes in hetsc<strong>en</strong>ario moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vertaald naar afzonderlijke camerainstelling<strong>en</strong> (shots), voor zover dat niet alin e<strong>en</strong> script is gebeurd. Daartoe di<strong>en</strong>t de regisseur zich eerst te richt<strong>en</strong> op de wijze waarop dehandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zich voltrekk<strong>en</strong>. Het gaat bij deze zogehet<strong>en</strong> 'mis-<strong>en</strong>-scène' (of'<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering') om e<strong>en</strong> beschrijving van de ruimtelijke relaties tuss<strong>en</strong> object<strong>en</strong> <strong>en</strong> person<strong>en</strong>: waarbevind<strong>en</strong> zij zich t<strong>en</strong> opzichte van elkaar, waarop richt<strong>en</strong> zij zich <strong>en</strong> hoe beweg<strong>en</strong> zij zich? Daarnamoet hij bepal<strong>en</strong> vanuit welke camerastandpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> met welke beeldkaders het handelingsverloopmoet word<strong>en</strong> vastgelegd. Deze ontleding naar afzonderlijke shots wordt aangeduid met de term<strong>en</strong>'découpage' of 'breakdown': het hele filmverhaal wordt op die manier in kleine stukjes opgedeeld. Inbelangrijke mate moet hier word<strong>en</strong> geanticipeerd op de montage van de film, gericht op de onderlingetijdsrelatie <strong>en</strong> volgorde van de afzonderlijke opnames. Om organisatorische <strong>en</strong> financiële red<strong>en</strong><strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> de shots meestal niet in de volgorde van het filmverhaal word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Om reistijd<strong>en</strong><strong>en</strong> opbouwtijd<strong>en</strong> te minimaliser<strong>en</strong> word<strong>en</strong> alle opnames van e<strong>en</strong> bepaalde lokatie gebundeld,ongeacht de vraag waar die opnames in de film terechtkom<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lokatie word<strong>en</strong> opnamesbov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> gebundeld naar camerastandpunt. Soms ook moet<strong>en</strong> de scènes waarin e<strong>en</strong> acteur of13 Overig<strong>en</strong>s wordt het onderscheid tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> e<strong>en</strong> script in de <strong>praktijk</strong> niet erg striktgehanteerd.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


pres<strong>en</strong>tator optreedt word<strong>en</strong> gebundeld, om de kost<strong>en</strong> te drukk<strong>en</strong>. Het opnem<strong>en</strong> van scènes in e<strong>en</strong>afwijk<strong>en</strong>de volgorde vergt van de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> het nodige inlevingsvermog<strong>en</strong>. Het is voor e<strong>en</strong> acteurniet altijd gemakkelijk om eerst te sterv<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s iemand te vermoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar tot slot mee inhet huwelijk te tred<strong>en</strong>.Op basis van de découpage wordt het draaiboek gemaakt: e<strong>en</strong> beschrijving van de afzonderlijkeshots in de volgorde waarin ze moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Ook in organisatorische zin moet er in deze fase veel gebeur<strong>en</strong>. Alle technische faciliteit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gepland, acteurs moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geselecteerd ('typecasting'), geboekt <strong>en</strong>geïnformeerd, contract<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgeslot<strong>en</strong>, decors moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebouwd,repetities moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. Zeer vele zak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geregeld <strong>en</strong>gecontroleerd om tijd<strong>en</strong>s de opnames niet voor verrassing<strong>en</strong> te staan. In call-sheets word<strong>en</strong> debelangrijkste gegev<strong>en</strong>s opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de lokaties, routeschema's, informatie uit het draaiboek, e<strong>en</strong>tijdschema, verlangde werkzaamhed<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> <strong>en</strong> telefoonnummers van de crew <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueelbijzonderhed<strong>en</strong> over rekwisiet<strong>en</strong>, stunts, mogelijke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke. Voor iedere opnamedagword<strong>en</strong> call-sheets gemaakt die de produktieleider aan alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> opstuurt.5. De opnamefaseIn de opnamefase moet het dan gebeur<strong>en</strong>: hier wordt het basismateriaal voor de film verzameld. Metde opnames is doorgaans veel geld gemoeid: de kost<strong>en</strong> van technici, acteurs <strong>en</strong> apparatuur mak<strong>en</strong>e<strong>en</strong> strakke <strong>en</strong> efficiënte planning noodzakelijk. In de <strong>praktijk</strong> zijn opnamedag<strong>en</strong> vaaknoodgedwong<strong>en</strong> overvol <strong>en</strong> moet er onder grote tijdsdruk word<strong>en</strong> gewerkt. Toch moet er ondanks desoms hectische situaties voldo<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>tratie zijn om te voorkom<strong>en</strong> dat er ding<strong>en</strong> over het hoofdword<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Eén ontbrek<strong>en</strong>de opname kan tot grote problem<strong>en</strong> in de montage leid<strong>en</strong>; er is op e<strong>en</strong>later mom<strong>en</strong>t zeld<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid om e<strong>en</strong> klein onderdeel uit e<strong>en</strong> grotere scène in dezelfdeomstandighed<strong>en</strong> alsnog op te nem<strong>en</strong>.Berucht zijn ook de continuïteitsproblem<strong>en</strong>. Als de hoofdrolspeler in het <strong>en</strong>e shot zijn koffer in derechterhand draagt, moet hij hem niet in het volg<strong>en</strong>de shot in zijn linkerhand drag<strong>en</strong>. Dat kangemakkelijk misgaan, als beide shots niet vlak na elkaar word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hoofdpersoonsigarett<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> rok<strong>en</strong>, is vrag<strong>en</strong> om moeilijkhed<strong>en</strong>. Het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> hele scène kan soms ur<strong>en</strong>dur<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs als de acteur bij elke opname van e<strong>en</strong> sigaret wordt voorzi<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> er gemakkelijkproblem<strong>en</strong> ontstaan in het ritme 'inhaler<strong>en</strong>-uitblaz<strong>en</strong>' of in de schoksgewijze verandering van del<strong>en</strong>gte van de sigaret, soms zelfs van kort naar lang.Ook haardracht, baardgroei <strong>en</strong> kleding (verkeerd jasje, opgestroopte mouw<strong>en</strong>, aantal geop<strong>en</strong>deknoopjes van het overhemd) leid<strong>en</strong> vaak tot problem<strong>en</strong>. Continuïteitsproblem<strong>en</strong> zijn vrijwelonvermijdelijk, wanneer slechts met één camera wordt gewerkt. Voor de getrainde kijker zijn ze iniedere film aan te treff<strong>en</strong>. Om aan mogelijke continuïteitsproblem<strong>en</strong> het hoofd te bied<strong>en</strong> neemt m<strong>en</strong> inde <strong>praktijk</strong> vaak <strong>en</strong>kele reserve shots op, die als overbrugging kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt: e<strong>en</strong>schilderijtje aan de muur, e<strong>en</strong> close-up van iemands hand<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> luistershot van de interviewer. Hetgebruik van zo'n 'snijshot' ('cutaway') is niet altijd ev<strong>en</strong> fraai, maar soms de <strong>en</strong>ige uitweg. Injournaalreportages wordt er veelvuldig naar teruggegrep<strong>en</strong> om interviews in te kort<strong>en</strong> ('blablabla' -schilderijtje - 'blablablabla').Er zijn vele factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> opname onbruikbaar kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, zoals verkeerde prestaties voor decamera (discontinuïteit, e<strong>en</strong> hoestbui, te snel/te traag/te nerveus, verkeerde timing), technischeproblem<strong>en</strong> (onverstaanbaarheid, e<strong>en</strong> lege accu, het verkeerde kleurfilter, e<strong>en</strong> volle tape of filmrol) <strong>en</strong>externe verstoring<strong>en</strong> (overvlieg<strong>en</strong>de straaljager, te <strong>en</strong>thousiaste omstanders, e<strong>en</strong> plotselingdoorbrek<strong>en</strong>de zon). Als e<strong>en</strong> shot niet is gelukt, zal er e<strong>en</strong> nieuwe 'take' (versie van e<strong>en</strong> shot) nodigzijn. Bij film is dat door de hoge materiaalkost<strong>en</strong> minder gemakkelijk dan bij video. Maar het spreektvanzelf dat er ook bij video niet onbeperkt herhaald kan word<strong>en</strong>, omdat anders het hele tijdschema inde knel komt. Als er toch veel takes nodig zijn, duidt dat meestal op e<strong>en</strong> slechte voorbereiding.De opnamefase levert e<strong>en</strong> heleboel ruw materiaal op, dat moet word<strong>en</strong> uitgezocht, bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong>beoordeeld. M<strong>en</strong> gebruikt ook wel de term 'moedermateriaal', om aan te gev<strong>en</strong> dat hieruit het kind (defilm) moet voortkom<strong>en</strong>. Zelfs als e<strong>en</strong> film zorgvuldig is voorbereid wordt er meestal veel meer<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


materiaal opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan er uiteindelijk zal word<strong>en</strong> gebruikt: e<strong>en</strong> film van e<strong>en</strong> uur vergt al gauw vijftot ti<strong>en</strong> uur ruw materiaal. Dat komt niet alle<strong>en</strong> door het aantal takes, maar ook door de ruimeaanloop- <strong>en</strong> uitlooptijd van de opnames <strong>en</strong> doordat veel handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> (interviews)drastisch moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingekort om voldo<strong>en</strong>de helder te zijn.Het is gebruikelijk om tijd<strong>en</strong>s de opnames e<strong>en</strong> logboek of shotlist bij te houd<strong>en</strong> waarin deafzonderlijke shots <strong>en</strong> de diverse takes word<strong>en</strong> geadministreerd, voorzi<strong>en</strong> van opmerking<strong>en</strong> <strong>en</strong>ev<strong>en</strong>tuele tijdcodes. Deze shotlist kan tijd<strong>en</strong>s de montage grote di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong>.6. De montagefaseDe montagefase is misschi<strong>en</strong> wel de meest dankbare fase van het hele ontwikkelproces. Hier wordtheel geleidelijk het filmverhaal tot lev<strong>en</strong> gebracht. Bij film gebeurt dat door de opnames letterlijk opl<strong>en</strong>gte te knipp<strong>en</strong> <strong>en</strong> achter elkaar te plakk<strong>en</strong>; bij video gebeurt dat wat minder doorzichtig opelektronische wijze. In grote lijn<strong>en</strong> is de montage het omgekeerde van de découpage: uit afzonderlijkeshots moet nu e<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>d verhaal word<strong>en</strong> geconstrueerd. In principe zoud<strong>en</strong> alle shots, precieszoals ze zijn gepland in de découpage, nu achter elkaar gezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Maar wat in dedécoupage ge<strong>en</strong> rol speelt, is nu wel van belang: de factor tijd. Wat op papier e<strong>en</strong> aardige sequ<strong>en</strong>tielijkt te zijn, blijkt in werkelijkheid soms saai <strong>en</strong> langdradig. Bij de montage moet sterk rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong> met de snelheid van de handeling<strong>en</strong> (handelingstempo), met de l<strong>en</strong>gte van de shots(montageritme) <strong>en</strong> met de keuze van het juiste mom<strong>en</strong>t om iets in beeld te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (timing). Het zijness<strong>en</strong>tiële keuzes waarmee het effect van e<strong>en</strong> scène staat of valt. Soms ook blijk<strong>en</strong> shots niet goedop elkaar aan te sluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet er e<strong>en</strong> andere oplossing word<strong>en</strong> gezocht. De behoefte aan e<strong>en</strong> ofmeer snijshots kan dan heel urg<strong>en</strong>t zijn. Het oploss<strong>en</strong> van dit soort montageproblem<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>tijdrov<strong>en</strong>de zaak zijn: er zijn nauwelijks sluit<strong>en</strong>de regels voor te gev<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat er voldo<strong>en</strong>detijd moet zijn om wat te experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong>s wat variant<strong>en</strong> uit te prober<strong>en</strong>. Die tijd wordtgecreëerd door in eerste instantie e<strong>en</strong> goedkope proefmontage van de film te mak<strong>en</strong>. Bij film word<strong>en</strong>daarvoor goedkope werkcopieën gebruikt. Bij video wordt al het ruwe materiaal gecopieerd naar e<strong>en</strong>goedkoop, niet professioneel videoformaat (bijvoorbeeld VHS) waardoor op e<strong>en</strong>voudige <strong>en</strong> goedkopemontageapparatuur kan word<strong>en</strong> gewerkt. Soms ook wordt al het materiaal ruw gedigitaliseerd <strong>en</strong> opschijf gezet, waarna snelle ontsluiting <strong>en</strong> manipulatie via de computer mogelijk wordt. Op deze manierkomt er wat minder tijdsdruk op de montage te ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeft m<strong>en</strong> niet op e<strong>en</strong> dagje meer of minderte lett<strong>en</strong>.Hoewel de proefmontage in technische zin van minderwaardige kwaliteit is, geeft hij wel e<strong>en</strong>nauwkeurig beeld van hoe de film eruit gaat zi<strong>en</strong>. hij wordt dan ook ter toetsing <strong>en</strong> beoordeling aanalle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> voorgelegd. In dit stadium kan de film nog op tal van punt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast <strong>en</strong>verbeterd, bijvoorbeeld op het niveau van de shotvolgorde, het montageritme <strong>en</strong> de timing. Ookkunn<strong>en</strong> voorlopige comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> nog word<strong>en</strong> aangescherpt. Echt ingrijp<strong>en</strong>de wijziging<strong>en</strong> zijn indit stadium meestal niet meer mogelijk zonder aanzi<strong>en</strong>lijke extra kost<strong>en</strong>, bijvoorbeeld voor het mak<strong>en</strong>van aanvull<strong>en</strong>de opnames.7. De afwerkingsfaseAls de proefmontage is goedgekeurd, kan de afwerking plaatsvind<strong>en</strong>. Van het originelemoedermateriaal wordt nu e<strong>en</strong> 'master' of eindmontage gemaakt op basis van de aanwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong>tijdcodes van de proefmontage. Omdat het d<strong>en</strong>kwerk voor de montage al in de vorige fase is verricht,kan de afwerking nu in korte tijd <strong>en</strong> gedeeltelijk geautomatiseerd plaatsvind<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>van speciale beeldeffect<strong>en</strong> vergt nog <strong>en</strong>ige aandacht, omdat die meestal niet tijd<strong>en</strong>s de proefmontagegerealiseerd word<strong>en</strong>. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan bijzondere beeldovergang<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeldeffect<strong>en</strong>. Ook hetaanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van ondertiteling <strong>en</strong> aftiteling, het toevoeg<strong>en</strong> van muziek <strong>en</strong> geluidseffect<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetopnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> monter<strong>en</strong> van de definitieve comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> vindt in deze fase plaats. Als laatstestap wordt al het geluid in de juiste verhouding<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd (geluidsmixage).8. De distributiefaseHoewel veel filmmakers het produktieproces als beëindigd beschouw<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de filmklaar is, rek<strong>en</strong><strong>en</strong> wij hier ook de fase van verveelvoudiging <strong>en</strong> beschikbaarstelling (distributie) tot hetontwikkeltraject. Als de master is opgeleverd is het natuurlijk van belang dat de beoogde doelgroep<strong>en</strong>de film daadwerkelijk kunn<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>. Het is niet goed om daar pas over te gaan nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> is de film<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


klaar is. In feite moet hierop al in het programma van eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geanticipeerd (doelgroep,vertoningsomstandighed<strong>en</strong>, distributie). E<strong>en</strong> distributieplan moet er dus eig<strong>en</strong>lijk al zijn voordat defilm in produktie wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.De distributie kan op uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de wijz<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door uitz<strong>en</strong>ding alstelevisieprogramma via ether, kabelnet of satelliet, door verhuur of verkoop van videocassettes viadistributiebedrijv<strong>en</strong>, videothek<strong>en</strong> <strong>en</strong> bibliothek<strong>en</strong>, of door beschikbaarstelling van filmcopieën aantheaters <strong>en</strong> bioscop<strong>en</strong> (speelfilm). Voor interne doelgroep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaak eig<strong>en</strong> distributiekanal<strong>en</strong>word<strong>en</strong> ingericht (bijvoorbeeld van hoofdkantoor naar dealers). Soms gaat het niet alle<strong>en</strong> om dedistributie van de film alle<strong>en</strong>, maar maakt de film deel uit van e<strong>en</strong> breder informatiepakket waarbijvoorbeeld ook gedrukte material<strong>en</strong> bijhor<strong>en</strong>, of moet er op andere wijze in <strong>en</strong>ige vorm vanbegeleiding of nazorg word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>. Als het om commerciële distributie gaat zull<strong>en</strong> ookmarketinginspanning<strong>en</strong> nodig zijn. Het zou wel handig zijn om alle activiteit<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van dedistributie zijn ontwikkeld te verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> soort distributierapport. Zo'n rapportzal ook informatie moet<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> over de omvang van de doelgroep die uiteindelijk is bereikt.9. De evaluatiefaseTot slot moet word<strong>en</strong> nagegaan in hoeverre de oorspronkelijke doelstelling<strong>en</strong> van het programma zijngerealiseerd. Dit moet word<strong>en</strong> vastgelegd in e<strong>en</strong> evaluatierapport. Uitgebreide evaluatieonderzoek<strong>en</strong>word<strong>en</strong> echter in de <strong>praktijk</strong> zeld<strong>en</strong> uitgevoerd. Voor zover m<strong>en</strong> al geïnteresseerd is in evaluatie, ism<strong>en</strong> nogal produktgeoriënteerd: m<strong>en</strong> bespreekt of rec<strong>en</strong>seert de kwaliteit van het filmprodukt zelf,zonder in te gaan op de effect<strong>en</strong> die de film bij de doelgroep teweegbr<strong>en</strong>gt. In e<strong>en</strong> beperkt aantalgevall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> kwantitatieve gegev<strong>en</strong>s verzameld die e<strong>en</strong> indruk gev<strong>en</strong> over het bereikte effect. Bijtelevisie zijn dat de kijkcijfers <strong>en</strong> waarderingscijfers, bij speelfilm kijkt m<strong>en</strong> naar het aantal bezoekers<strong>en</strong> bij reclamespots kijkt met naar ev<strong>en</strong>tuele verandering<strong>en</strong> in de produktomzet.Bij onderwijsfilms zou m<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar exam<strong>en</strong>- of t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong>. Maar als er in e<strong>en</strong>cursus verschill<strong>en</strong>de media op geïntegreerde wijze zijn gebruikt, is het lastig <strong>en</strong> weinig zinvol om heteffect van e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel medium geïsoleerd uit de mediamix te bestuder<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 10ConceptontwikkelingVan euforie naar depressie'Hij had er met e<strong>en</strong> paar k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> borrel op gedronk<strong>en</strong>. De opdracht was binn<strong>en</strong>. Methet programma van eis<strong>en</strong> in de hand kon hij eindelijk aan het werk. Wat e<strong>en</strong> heerlijk gevoele<strong>en</strong> film te mog<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> waar hij helemaal achter stond. En wat e<strong>en</strong> vrijheid had hijgekreg<strong>en</strong> om de film naar eig<strong>en</strong> inzicht in te vull<strong>en</strong>! Aan ideeën ge<strong>en</strong> gebrek, maar hij zouzeker niet over één nacht ijs gaan: ideeën moet<strong>en</strong> immers rijp<strong>en</strong>.Na het wegebb<strong>en</strong> van de eerste roes werd duidelijk dat de meeste ideeën helemaal niet zobriljant war<strong>en</strong> als ze eerst hadd<strong>en</strong> gelek<strong>en</strong>. Naarmate de tijd verstreek <strong>en</strong> de opleverdatumnaderbij kwam, maakte de aanvankelijke euforie geleidelijk plaats voor e<strong>en</strong> beklemm<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ervositeit, die de inspiratie zeker niet t<strong>en</strong> goede kwam.'Goede ideeën kom<strong>en</strong> natuurlijk niet op bestelling', sprak hij zichzelf moed in, 'daar heb jetijd voor nodig'.Maar de tijd verstreek <strong>en</strong> de bevrijd<strong>en</strong>de inval bleef uit. Het witte vel papier bleef pijnlijkleeg, 'writers block' verlamde zijn gedacht<strong>en</strong>. En to<strong>en</strong> zelfs e<strong>en</strong> wandelingetje door de stadof e<strong>en</strong> dubbele borrel niet meer hielp, belandde hij in e<strong>en</strong> diepe crisis....'De eerste fase van de <strong>conceptontwikkeling</strong> is misschi<strong>en</strong> wel de belangrijkste fase van het helefilmontwikkelingsproces. Wie in het begin op e<strong>en</strong> verkeerd spoor zit, houdt daar het hele proces lastvan. Daarom is het van belang om gericht <strong>en</strong> met k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> te werk te gaan <strong>en</strong> niet te veelaan het toeval over te lat<strong>en</strong>. Het heeft ge<strong>en</strong> zin lijdzaam af te wacht<strong>en</strong> tot we door e<strong>en</strong> goed ideeword<strong>en</strong> bezocht. We zull<strong>en</strong> actief <strong>en</strong> gericht aan het werk moet<strong>en</strong> om de film in de steigers te zett<strong>en</strong>.Met het programma van eis<strong>en</strong> als uitgangspunt kunn<strong>en</strong> we nu e<strong>en</strong> begin mak<strong>en</strong> met de ontwikkelingvan de film. Ons eerste doel is te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t, het tuss<strong>en</strong>produkt waarin we decontour<strong>en</strong> van het filmverhaal prober<strong>en</strong> vast te legg<strong>en</strong>.In dit hoofdstuk gaan we allereerst in op het belang van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de structuur binn<strong>en</strong> film.Vervolg<strong>en</strong>s besprek<strong>en</strong> we het verschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>de aanpak. Tot slotspecificer<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> dat bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t aandacht moet krijg<strong>en</strong>.Film <strong>en</strong> structuurE<strong>en</strong> belangrijke veronderstelling die tot nu toe impliciet is geblev<strong>en</strong>, is dat e<strong>en</strong> film e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d verhaal behoort te vertell<strong>en</strong>. Dit uitgangspunt is zo wez<strong>en</strong>lijk dat we er ietsuitgebreider bij stil moet<strong>en</strong> staan. Waarom zoud<strong>en</strong> we niet e<strong>en</strong> videoband mak<strong>en</strong> die slechts bestaatuit e<strong>en</strong> aantal ess<strong>en</strong>tiële, maar onafhankelijke scènes? Wat is er teg<strong>en</strong> om naar het model van e<strong>en</strong><strong>en</strong>cyclopedie of woord<strong>en</strong>boek e<strong>en</strong> serie van korte filmfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>? Veronderstel bijvoorbeelddat we verpleegkundig<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hoe bepaalde bandages moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangebracht.Waarom zett<strong>en</strong> we dan niet alle variant<strong>en</strong> in korte fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> achter elkaar op e<strong>en</strong> videotape, alse<strong>en</strong> soort audiovisuele databank? Zonder inleiding, ge<strong>en</strong> gebabbel van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator, maar directinhoudelijk conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de verpleegkundige handeling<strong>en</strong>. Kortom ge<strong>en</strong> franje <strong>en</strong> aankledingmaar direct <strong>en</strong> zakelijk doordring<strong>en</strong> tot de kern van de zaak. Op zichzelf is daar niet veel op teg<strong>en</strong>,maar er zijn wel wat kanttek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> belangrijke opmerking is dat er bij het aanbied<strong>en</strong> van informatieinhoud<strong>en</strong> niet automatischsprake zal zijn van k<strong>en</strong>nisoverdracht. Voordat e<strong>en</strong> verpleegkundige zo'n fragm<strong>en</strong>t bekijkt, moet opzijn minst duidelijk zijn waartoe het fragm<strong>en</strong>t, resp. de bandage di<strong>en</strong>t (zie ook de didactischeprincipes uit hoofdstuk acht). Maar ook tijd<strong>en</strong>s het kijk<strong>en</strong> zal toch <strong>en</strong>ige toelichting nodig zijn over hetwaarom <strong>en</strong> hoe van bepaalde handeling<strong>en</strong>. Bij het mak<strong>en</strong> van zo'n fragm<strong>en</strong>t moet er word<strong>en</strong> geanticipeerdop mogelijke onduidelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> die bij de kijker opkom<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet goedword<strong>en</strong> nagedacht over de wijze waarop de handeling<strong>en</strong> in beeld word<strong>en</strong> gebracht. Daarmee beginthet fragm<strong>en</strong>t, hoe kort ook, al het karakter van e<strong>en</strong> (kleine) vertelling te krijg<strong>en</strong> waarin <strong>en</strong>igesam<strong>en</strong>hang bestaat tuss<strong>en</strong> de diverse deelhandeling<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


E<strong>en</strong> ander punt is dat de vergelijking van film met e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>boek of <strong>en</strong>cyclopedie maar t<strong>en</strong> deleopgaat weg<strong>en</strong>s het gefixeerde temporele karakter van film: het gaat niet zoals bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>cyclopedieom e<strong>en</strong> paar zinnetjes die iedere<strong>en</strong> in zijn eig<strong>en</strong> tempo kan lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel herlez<strong>en</strong>, het gaat ome<strong>en</strong> opgelegd tempo waarbij voortdur<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> opgelet <strong>en</strong> waarbij terugblader<strong>en</strong> niet erg voorde hand ligt. Het opgelegde tempo maakt dat er (didactische) maatregel<strong>en</strong> nodig zijn om tot e<strong>en</strong>goede overdracht <strong>en</strong> verwerking van informatie te kom<strong>en</strong>. Eén van die maatregel<strong>en</strong> is het sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>daanbied<strong>en</strong> van de informatie. Naarmate e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>t langer duurt, wordt de behoefte aansam<strong>en</strong>hang groter.E<strong>en</strong> heel praktisch punt is dat het heel verwarr<strong>en</strong>d kan zijn om vele onafhankelijke fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> achterelkaar te bekijk<strong>en</strong>. Door het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de (verhaal-)structuur zal de kijkeronherroepelijk de draad kwijtrak<strong>en</strong>. Om dezelfde red<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>boek ook niet om door tekom<strong>en</strong>. Bij het kijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> TV-journaal dat is opgebouwd uit pakweg e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>deonderwerp<strong>en</strong> doet zich iets vergelijkbaars voor: na afloop blijk<strong>en</strong> we slechts e<strong>en</strong> paar van deonderwerp<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> reproducer<strong>en</strong> (zie ook Postman*, Fromm*, Findahl*).Uit onderzoek blijkt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> dat informatie beter wordt onthoud<strong>en</strong> wanneer die in e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d geheel wordt aangebod<strong>en</strong> (Fleming*). In feite is de kijker altijd op zoek naarsam<strong>en</strong>hang <strong>en</strong> probeert hij nieuwe informatie altijd te koppel<strong>en</strong> aan al bek<strong>en</strong>de of eerder gegev<strong>en</strong>informatie. Hierdoor wordt nieuwe informatie in e<strong>en</strong> meer betek<strong>en</strong>isvolle context geplaatst <strong>en</strong> wordthet leerproces bevorderd (Ausubel*). Betek<strong>en</strong>isvorming heeft dus e<strong>en</strong> min of meer cumulatiefkarakter, of zoals Roeh* <strong>en</strong> Asley het stell<strong>en</strong>: 'het nieuws in de krant van vandaag heeft pasbetek<strong>en</strong>is als we ook de krant van gister<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>'.Het vervel<strong>en</strong>de bij gebruik van fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> film of videoband de kijker er wel degelijk toeuitnodigt hem van begin tot eind te bekijk<strong>en</strong>. Zo'n band met fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zal pas echt effectief zijnwanneer over de wijze van gebruik goed is nagedacht <strong>en</strong> wanneer de fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> ofandere manier zijn ingebed in e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de structuur. Doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bijvoorbeeld zoud<strong>en</strong> zo'nband nuttig kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in hun less<strong>en</strong>, mits zij ieder fragm<strong>en</strong>t voldo<strong>en</strong>de inleid<strong>en</strong> <strong>en</strong> van dejuiste toelichting voorzi<strong>en</strong>. Daaraan kan ook word<strong>en</strong> voldaan door de fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderdeel te lat<strong>en</strong>uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> interactief programma waarbij de computer zorgt voor inleiding, ontsluiting <strong>en</strong>ondersteuning.De vraag waarom we niet kunn<strong>en</strong> volstaan met het vastlegg<strong>en</strong> van de hoogstnoodzakelijkehandeling<strong>en</strong> is derhalve e<strong>en</strong> schijnvraag. De kern van de zaak is dat altijd op <strong>en</strong>ige wijze aanstructurering moet word<strong>en</strong> gedaan. Fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> of niet: filmmakers behor<strong>en</strong> altijd na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> overstructurering, gebruik <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang.Beschrijv<strong>en</strong>d versus verhal<strong>en</strong>dStructuur alle<strong>en</strong> is niet voldo<strong>en</strong>de. De structuur moet zodanig zijn dat de kijker als het ware in diestructuur wordt meegezog<strong>en</strong>. Alle scènes <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> in het tek<strong>en</strong> te staan van e<strong>en</strong>verhaalontwikkeling naar e<strong>en</strong> duidelijk einddoel, waardoor ze e<strong>en</strong> sterk motiver<strong>en</strong>de werking op dekijker hebb<strong>en</strong>. Scènes die niet aan die ontwikkeling bijdrag<strong>en</strong>, leid<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar af <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>daarom vervall<strong>en</strong>.Dit strev<strong>en</strong> naar ontwikkeling vereist e<strong>en</strong> sterk causaal georiënteerde verhaalopzet, waarinope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> logische wijze uit elkaar voortvloei<strong>en</strong> (Findahl*). C<strong>en</strong>traaldaarbij staan de actor<strong>en</strong> in de film, zoals de hoofdrol-'spelers', betrokk<strong>en</strong> instituties <strong>en</strong> partij<strong>en</strong>, hunonderlinge relaties <strong>en</strong> hun handelingsmotiev<strong>en</strong>. Deze verhal<strong>en</strong>de aanpak wordt gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong>soort 'domino-effect' of 'sneeuwbaleffect': e<strong>en</strong> kleine verstoring aan het begin zet e<strong>en</strong> hele reeks vanope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in gang waarvan de kijker de afloop wil wet<strong>en</strong>.Veel films die zich richt<strong>en</strong> op informatieoverdracht, zijn onvoldo<strong>en</strong>de verhal<strong>en</strong>d van karakter; ze zijnvaak beschrijv<strong>en</strong>d van aard doordat ze slechts e<strong>en</strong> (inhoudelijke) opsomming gev<strong>en</strong> van relevantek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong>. Via zo'n beschrijv<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>adering -ook al is die nog zo goedgestructureerd- zal het niet gemakkelijk zijn om de kijker op het puntje van de stoel te krijg<strong>en</strong>. Hetverschil tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>de aanpak is door Field* treff<strong>en</strong>d geïllustreerd:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Beschrijv<strong>en</strong>d:Verhal<strong>en</strong>d:'De koning stierf, <strong>en</strong> to<strong>en</strong> stierf de koningin.''De koning stierf, <strong>en</strong> to<strong>en</strong> stierf de koningin van verdriet.'In het eerste geval wordt wel de chronologische sam<strong>en</strong>hang aangegev<strong>en</strong>, maar wordt er ge<strong>en</strong>verband gelegd tuss<strong>en</strong> de twee gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. In het tweede geval is er naast de chronologie e<strong>en</strong>duidelijke oorzaak-gevolg relatie tuss<strong>en</strong> de twee gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. De <strong>en</strong>e gebeurt<strong>en</strong>isvloeit logisch voort uit de andere, met -in dit geval- verdriet als bind<strong>en</strong>de factor.Binn<strong>en</strong> de filmwereld hanteert m<strong>en</strong> de term<strong>en</strong> story <strong>en</strong> plot. De story is niet het verhaal zelf, maar ise<strong>en</strong> beschrijving van de belangrijkste gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> (de 'geschied<strong>en</strong>is'). De plot weerspiegelt dewijze waarop de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> (het 'verhaal').M<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat veel makers van informatieve films de story voor e<strong>en</strong> plot aanzi<strong>en</strong><strong>en</strong> daarom veel te beschrijv<strong>en</strong>d te werk gaan. E<strong>en</strong> belangrijke red<strong>en</strong> hiervoor is dat er in de <strong>praktijk</strong>vaak te zeer vanuit inhoudelijke eis<strong>en</strong> wordt gered<strong>en</strong>eerd. Opdrachtgevers, adviseurs <strong>en</strong> anderebetrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn vaak g<strong>en</strong>eigd om vooral na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de vraag wat er allemaal in de film aanbod moet kom<strong>en</strong>, terwijl de c<strong>en</strong>trale vraag zou moet<strong>en</strong> zijn: hoe kunn<strong>en</strong> we de doelstelling<strong>en</strong>bereik<strong>en</strong>? Iedere filmmaker di<strong>en</strong>t te beseff<strong>en</strong> dat hij daarin e<strong>en</strong> belangrijke eig<strong>en</strong> verantwoordelijkheiddraagt.De term 'verhal<strong>en</strong>d' behoeft e<strong>en</strong> nadere nuancering. Oppervlakkig beschouwd heeft m<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong>verhaal altijd te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verteller <strong>en</strong> e<strong>en</strong> toehoorder. Aldus zou m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>de aanpaksnel kunn<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> met communicatie via expositie. Dat hoeft echter ge<strong>en</strong>szins het geval tezijn. Onder verwijzing naar de hoofdstukk<strong>en</strong> twee, vijf, zes <strong>en</strong> zev<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> we nogmaals datiedere kijker e<strong>en</strong> sterk persoonlijke interpretatie aan het vertoonde zal gev<strong>en</strong>. Het verhaal is derhalvege<strong>en</strong> autonome produkteig<strong>en</strong>schap van het communicatiemedium, maar datg<strong>en</strong>e wat kijker <strong>en</strong>medium er gezam<strong>en</strong>lijk van mak<strong>en</strong>.Dramatische principesE<strong>en</strong> bijzondere manier van verhal<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we aan in de speelfilm. Alle handeling<strong>en</strong> <strong>en</strong>gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier gedrag<strong>en</strong> door dialog<strong>en</strong>, zoals dat ook het geval is in het klassiekedrama. Dialog<strong>en</strong> weerspiegel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> directheid <strong>en</strong> concreetheid die e<strong>en</strong> grote betrokk<strong>en</strong>heid bij dekijker teweeg kunn<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Behalve de dialoogvorm zijn ook de vertelstructur<strong>en</strong> in de speelfilmgrot<strong>en</strong>deels uit het klassieke drama afkomstig. Er is altijd wel e<strong>en</strong> hoofdrolspeler die e<strong>en</strong> bepaalddoel nastreeft <strong>en</strong> daarbij voortdur<strong>en</strong>d door e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strever wordt teg<strong>en</strong>gewerkt. Het verhaal mondtuiteindelijk uit in e<strong>en</strong> climax waarin het pleit definitief wordt beslecht.De term 'drama' kan echter gemakkelijk tot misverstand<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, omdat die in het dagelijks lev<strong>en</strong>e<strong>en</strong> veel ruimere betek<strong>en</strong>is heeft dan 'handeling door dialoog'. Zo zijn we g<strong>en</strong>eigd ding<strong>en</strong> die ons ergaangrijp<strong>en</strong> 'dramatisch' te vind<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> hond die wordt aangered<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> voetballer die voor op<strong>en</strong> goalmist of e<strong>en</strong> schaatser die door het ijs zakt. Het zijn allemaal 'dramatische' gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, ook al is ervan dialog<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> sprake. Omgekeerd hebb<strong>en</strong> we in het dagelijks lev<strong>en</strong> (maar ook in film, literatuur<strong>en</strong> het theater) veel te mak<strong>en</strong> met dialog<strong>en</strong> zonder dat we die als 'dramatisch' ervar<strong>en</strong>. Term<strong>en</strong> als'drama' of 'dramatisch' word<strong>en</strong> vooral geassocieerd met zak<strong>en</strong> die ons aangrijp<strong>en</strong>, met emotioneleberoering, ook al is er van drama in de oorspronkelijk zin van het woord ge<strong>en</strong> sprake.In de wereld van de audiovisuele media doelt m<strong>en</strong> met de term drama op gespeelde scènes waarinsprake is van e<strong>en</strong> bepaalde spanning of verhouding tuss<strong>en</strong> person<strong>en</strong>. Gesprok<strong>en</strong> dialog<strong>en</strong> zijndaarbij niet e<strong>en</strong>s noodzakelijk zijn; de stomme films van Chaplin bijvoorbeeld kunn<strong>en</strong> tot het dramaword<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d.Volg<strong>en</strong>s onder andere Swain* zijn dramatische vertelprincipes ook op het non-fiction g<strong>en</strong>re vantoepassing. In reportages <strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taires moet<strong>en</strong> we volg<strong>en</strong>s hem e<strong>en</strong> hoofdpersoon kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervervolg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal dramatische wetmatighed<strong>en</strong> op loslat<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> zelfs nog e<strong>en</strong> stapjeverder gaan <strong>en</strong> de dramatische principes niet alle<strong>en</strong> van toepassing verklar<strong>en</strong> op person<strong>en</strong>, maarmeer algeme<strong>en</strong> op 'actor<strong>en</strong>'. Daarbij valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan dier<strong>en</strong>, instanties, teams, politieke partij<strong>en</strong>,land<strong>en</strong>, maar ook aan voertuig<strong>en</strong>, computers of andere apparat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs aan allerlei (natuur)-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


amp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde daarbij is dat de actor<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier wat'm<strong>en</strong>selijke' trekjes verton<strong>en</strong>, waardoor projectieve mechanism<strong>en</strong> bij de kijker voldo<strong>en</strong>de tot hun rechtkunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.Wie van plan is e<strong>en</strong> 'zakelijke' voorlichtingsfilm of onderwijsfilm te gaan mak<strong>en</strong>, moet zich door determ drama niet lat<strong>en</strong> afschrikk<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> groot misverstand drama slechts te associër<strong>en</strong> met hetgrote gebaar, de retoriek <strong>en</strong> de tran<strong>en</strong> met tuit<strong>en</strong>. Veel interessanter zijn juist de subtieleverwijzing<strong>en</strong>, de kleine speldeprikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de geraffineerde verhaalopbouw die de kijker bij de leshoud<strong>en</strong>. Dramatische principes kunn<strong>en</strong> daarom zeer wel van nut zijn binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zakelijkeb<strong>en</strong>adering. Want ook bij e<strong>en</strong> zakelijke b<strong>en</strong>adering zull<strong>en</strong> we er naar moet<strong>en</strong> strev<strong>en</strong> dat de kijker vanbegin tot eind geboeid blijft kijk<strong>en</strong>.Uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de dramatische principes zull<strong>en</strong> in hoofdstuk elf aan de orde kom<strong>en</strong>.Gericht toewerk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>tOver het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t is veel geschrev<strong>en</strong>. De meeste boek<strong>en</strong> zijn echter uitsluit<strong>en</strong>dgericht op het speelfilmg<strong>en</strong>re. De overdracht van informatie is daarin meestal ge<strong>en</strong> hoofddoel, maarstaat veelal in het tek<strong>en</strong> van de verhaalontwikkeling zelf <strong>en</strong> de onderligg<strong>en</strong>de thematiek<strong>en</strong>.Swain* is e<strong>en</strong> van de weinige auteurs die ook non-fiction behandelt. Suèr* geeft e<strong>en</strong> aantaloverweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> praktische tips voor het mak<strong>en</strong> van docum<strong>en</strong>taires. Koumi* richt zich in diverseartikel<strong>en</strong> op educatieve televisieprogramma's. De meeste boek<strong>en</strong> op dit terrein zijn zeer pragmatischvan aard <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> vele nuttige tips <strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong>.Swain stelt dat de informatie moet word<strong>en</strong> opgedeeld in e<strong>en</strong> aantal hoofdbewering<strong>en</strong> <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>debewering<strong>en</strong> die elk zoveel mogelijk op visuele wijze moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong>. Hij beroeptzich daarbij op het motto: 'seeing is believing' (Swain*). E<strong>en</strong> vergelijkbare uitspraak vind<strong>en</strong> we bijBloch*: 'don't tell them, show them!'.Deze motto's sluit<strong>en</strong> aan bij Monaco's constatering dat beeld<strong>en</strong> door hun analoge code poner<strong>en</strong>d vankarakter zijn (zie hoofdstuk vijf). Verbale mededeling<strong>en</strong> over dezelfde gebeurt<strong>en</strong>is hebb<strong>en</strong> veelminder bewijskracht. Dit mag misschi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> op<strong>en</strong> deur lijk<strong>en</strong>, maar in veel onderwijsfilms <strong>en</strong> voorlichtingsfilmswordt de informatie in hoofdzaak aangedrag<strong>en</strong> via gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> interviews,zelfs wanneer het om concrete, visueel bewijsbare gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> gaat.Zoals al eerder gesteld noopt het lineaire karakter <strong>en</strong> het gefixeerde tempo van film tot e<strong>en</strong>voortdur<strong>en</strong>de strijd om de aandacht van de kijker: hoe slag<strong>en</strong> we erin de kijker van begin tot eind teboei<strong>en</strong>? Als we er onvoldo<strong>en</strong>de in slag<strong>en</strong> de kijker te bind<strong>en</strong>, dan zal hij onherroepelijk del<strong>en</strong> van defilm miss<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor onvoldo<strong>en</strong>de in staat zijn om de boodschap op te vang<strong>en</strong>. Swain stelt dataandacht voortkomt uit spanning ('t<strong>en</strong>sion is the basis for att<strong>en</strong>tion'). Om tot e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>tespanning te kom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarom dramatische principes word<strong>en</strong> toegepast.Deze twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, (audio-)visuele bewijsvoering <strong>en</strong> dramatische spanningsopbouw, zull<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>shet hele audiovisuele ontwikkelingsproces voortdur<strong>en</strong>d aan de orde zijn.Bij het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t zull<strong>en</strong> we echter met veel meer aspect<strong>en</strong> van het filmontwerprek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Net als bij het bouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> huis zull<strong>en</strong> we eerst e<strong>en</strong> aantal basalekeuz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> die richtinggev<strong>en</strong>d zijn voor het feitelijke bouwproces <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we eerst deonderdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> material<strong>en</strong> bije<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waaruit de constructie tot stand kan kom<strong>en</strong>. Pas alswe zo ver zijn kunn<strong>en</strong> we aan de constructie zelf beginn<strong>en</strong>.Op dezelfde wijze kan het proces om tot e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t te kom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedeeld in e<strong>en</strong> fase vanconstructievoorbereiding waarin uitgangspunt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgesteld <strong>en</strong> onderdel<strong>en</strong> word<strong>en</strong>verzameld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> fase waarin uit de bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t tot stand wordt gebracht.Treatm<strong>en</strong>tvoorbereiding:1. het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> inhoudelijke decompositie-om welke problematiek gaat het?2. het vaststell<strong>en</strong> van de premisse-wat will<strong>en</strong> we daarover uitdrag<strong>en</strong>?<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


3. de keuze van e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d concept-in welke context speelt het verhaal zich af?4. e<strong>en</strong> beslissing over stijlvorm <strong>en</strong> toonzetting-wat voor type film hebb<strong>en</strong> we voor og<strong>en</strong>?Treatm<strong>en</strong>tconstructie:5. structuur-hoe smed<strong>en</strong> we de onderdel<strong>en</strong> aane<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de structuur?6. pres<strong>en</strong>tatie-hoe br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we de boodschap voor het voetlicht?In de <strong>praktijk</strong> van het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> zal m<strong>en</strong> deze stapp<strong>en</strong> vaak herhaald <strong>en</strong> in wissel<strong>en</strong>de volgordemoet<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong> totdat <strong>en</strong>ige converg<strong>en</strong>tie ontstaat. In sommige gevall<strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> zelfs met stap 6(pres<strong>en</strong>tatie) will<strong>en</strong> start<strong>en</strong>, bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> 'personality show' waar alles draait om deg<strong>en</strong>e diepres<strong>en</strong>teert.Als globaal raamwerk biedt deze indeling ons voldo<strong>en</strong>de houvast om verder te gaan. In dit hoofdstukbeperk<strong>en</strong> we ons tot de treatm<strong>en</strong>tvoorbereid<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>. De treatm<strong>en</strong>tconstructie komt aan deorde in hoofdstuk elf (structuur) <strong>en</strong> hoofdstuk twaalf (pres<strong>en</strong>tatie).1. Inhoudelijke decompositieVoordat we kunn<strong>en</strong> gaan schrijv<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we eerst research moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong>: we zull<strong>en</strong> ons moet<strong>en</strong>verdiep<strong>en</strong> in het onderwerp <strong>en</strong> daarover allerlei informatie moet<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong>. Het gaat er om e<strong>en</strong>complex van sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong> zo veel mogelijk te ontrafel<strong>en</strong> in op zichzelf staandeonderdel<strong>en</strong> (decompositie). Gezi<strong>en</strong> de verstr<strong>en</strong>geling van vorm <strong>en</strong> inhoud (zie hoofdstuk twee) zijninhoudelijke research <strong>en</strong> audiovisuele research in de <strong>praktijk</strong> moeilijk te scheid<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> ons dustegelijk op beide aspect<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>.Voor zover nodig zull<strong>en</strong> we ons grondig in de materie moet<strong>en</strong> inlez<strong>en</strong> via boek<strong>en</strong>, artikel<strong>en</strong> <strong>en</strong> rapport<strong>en</strong>.We zull<strong>en</strong> gesprekk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> met allerlei m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> we zull<strong>en</strong> ons moet<strong>en</strong> oriënter<strong>en</strong>op interessante lokaties, person<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Als het <strong>en</strong>igszins mogelijk is, moet<strong>en</strong> we zelfter plekke poolshoogte gaan nem<strong>en</strong>. Vaak is het zinvol om bestaand archiefmateriaal te gaanbekijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong> op bruikbaarheid. Soms kunn<strong>en</strong> bestaande films de nodige inspiratielever<strong>en</strong>; desnoods kunn<strong>en</strong> we er uit ler<strong>en</strong> hoe het niet moet.Voor het uitvoer<strong>en</strong> van dit soort research zijn eig<strong>en</strong>lijk nauwelijks richtlijn<strong>en</strong> te gev<strong>en</strong>. De meestveilige aanbeveling is wellicht dat we moet<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> zo veel mogelijk ideeën <strong>en</strong> aanknopingspunt<strong>en</strong>te noter<strong>en</strong> <strong>en</strong> verder uit te werk<strong>en</strong>. Maar daarmee kom<strong>en</strong> we in de <strong>praktijk</strong> niet ver. In deeerste plaats ontbreekt meestal de tijd om zeer uitgebreide studies te verricht<strong>en</strong>. In de tweede plaatsis het zeer waarschijnlijk dat we door de overdaad aan informatie het spoor snel bijster rak<strong>en</strong>. Het isdaarom onontkoombaar dat we bij de research selectief te werk gaan. Jammer g<strong>en</strong>oeg zijn er in dezefase onvoldo<strong>en</strong>de heldere criteria te gev<strong>en</strong> voor ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> selectie van informatie waardoor veelkeuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> inperking<strong>en</strong> op intuïtieve, impliciete of gevoelsmatige grond<strong>en</strong> tot stand lijk<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Datis weinig bevredig<strong>en</strong>d, maar helaas niet geheel te vermijd<strong>en</strong>.Wel zijn er <strong>en</strong>kele globale criteria te gev<strong>en</strong>:-Causale verband<strong>en</strong>We moet<strong>en</strong> ons realiser<strong>en</strong> dat we bezig zijn de ingrediënt<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> 'verhaal' teverzamel<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat we op zoek zijn naar feit<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die op de e<strong>en</strong>of andere manier logisch uit elkaar voortvloei<strong>en</strong>. Causale verband<strong>en</strong> (oorzaakgevolgrelaties)spel<strong>en</strong> daarin e<strong>en</strong> belangrijke rol.-Dynamisch gedragWe moet<strong>en</strong> ons realiser<strong>en</strong> dat feit<strong>en</strong>, object<strong>en</strong> of toestand<strong>en</strong> op zichzelf niet zo interessantzijn vanwege hun statische karakter. <strong>Audiovisueel</strong> gezi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we ons juist richt<strong>en</strong> op dedynamiek van process<strong>en</strong>, gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, verschijnsel<strong>en</strong> of handeling<strong>en</strong>.Toch zou het onjuist zijn 'dynamiek' uitsluit<strong>en</strong>d te interpreter<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van beweg<strong>en</strong>de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


eeld<strong>en</strong>. Het beeld van e<strong>en</strong> man die in stilte huilt om de dood van zijn kinder<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong>zeer aangrijp<strong>en</strong>de <strong>en</strong> dus dynamische gebeurt<strong>en</strong>is vorm<strong>en</strong>, ook al is er in letterlijke zinnauwelijks sprake van beweging. E<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong> gerichtheid op beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> secleidt slechts tot 'Aug<strong>en</strong>kitzel'.-Personages met streving<strong>en</strong>Vrijwel altijd zull<strong>en</strong> person<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol in de film spel<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> die iets will<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong>die zich in dat strev<strong>en</strong> belemmerd voel<strong>en</strong>. Maar ook voor person<strong>en</strong> geldt dat ze meestalslechts interessant zijn als ze ge<strong>en</strong> statische positie innem<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> verandering of e<strong>en</strong>ontwikkeling doormak<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> ons dus orinter<strong>en</strong> op de diverse actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> deverandering<strong>en</strong> waarmee zij word<strong>en</strong> geconfronteerd.-Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> zijn altijd interessant: m<strong>en</strong>ingsverschill<strong>en</strong>, conflict<strong>en</strong>, contrast<strong>en</strong>,teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong>. Zij vorm<strong>en</strong> de belangrijkste voedingsbodem voor spanning. In hoofdstukelf kom<strong>en</strong> we daar uitgebreid op terug.Tijd<strong>en</strong>s de research speelt ook e<strong>en</strong> ander dilemma. We will<strong>en</strong> de opgedane informatie voortdur<strong>en</strong>dgebruik<strong>en</strong> om de fantasie te prikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nieuwe ideeën te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>, terwijl we in ons achterhoofdvaak direct de praktische belemmering<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gewoon interessante lokatie kan bijvoorbeeldvolkom<strong>en</strong> onbruikbaar zijn voor filmopnam<strong>en</strong>, als er om de paar minut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goeder<strong>en</strong>treinlangsd<strong>en</strong>dert. Wat moet<strong>en</strong> we in zo'n geval do<strong>en</strong>: doorgaan met die lokatie of iets anders verzinn<strong>en</strong>?Ook op m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> interessant verhaal te vertell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar van wie redelijkerwijs vermoedkan word<strong>en</strong> dat ze voor de camera zull<strong>en</strong> verstarr<strong>en</strong> of dichtklapp<strong>en</strong>, kan ge<strong>en</strong> al te nadrukkelijkberoep word<strong>en</strong> gedaan. Het is dan ook onvermijdelijk dat we bij het voorbereid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>arioonze ideeën op de e<strong>en</strong> of andere manier toets<strong>en</strong> op praktische haalbaarheid.De research-activiteit<strong>en</strong> zijn in eerste instantie bedoeld als e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van ideeën <strong>en</strong>aanknopingspunt<strong>en</strong>. Het is belangrijk om daarbij niet al te resolute beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>. Items dieop het eerste gezicht niet erg bruikbaar lijk<strong>en</strong>, kunn<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> later stadium alsnog de moeite waardblijk<strong>en</strong>. Research is dan ook niet iets dat zich tot e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ontwikkelingsfase beperkt. Gedur<strong>en</strong>dehet hele audiovisuele ontwikkelingstraject zull<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de nieuwe research-activiteit<strong>en</strong> nodig zijn,steeds in verschill<strong>en</strong>de mate van detail.2. De premisseE<strong>en</strong> film is pas interessant als de aane<strong>en</strong>schakeling van scènes <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d verhaal oplevert dat wordt verteld vanuit e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te visie op het onderwerp. Inde drama<strong>theorie</strong> wordt die onderligg<strong>en</strong>de visie premisse g<strong>en</strong>oemd. Letterlijk betek<strong>en</strong>t premisse'stelling' of 'vooropgezette stelling'. Voor Egri* vormt de premisse het beginpunt van het schrijv<strong>en</strong>. Hetis de kern waar alle scènes uit voortkom<strong>en</strong>. Zonder premisse ge<strong>en</strong> richtpunt, zonder richtpunt ge<strong>en</strong>verhaal. Met name in het speelfilmg<strong>en</strong>re, dat helemaal op drama is gebaseerd, speelt de premissee<strong>en</strong> belangrijke rol (Bloch*, Swain*). Maar ook in het non-fictiong<strong>en</strong>re kan het werk<strong>en</strong> met depremisse zeer verhelder<strong>en</strong>d zijn.E<strong>en</strong> goede premisse volgt de klassieke drie-akt<strong>en</strong>indeling die in één zin de oorzaak, de ontwikkeling<strong>en</strong> de conclusie van e<strong>en</strong> verhaal beschrijft, bijvoorbeeld:'Grote liefde overwint de dood' (Romeo <strong>en</strong> Julia)'Blind geloof leidt tot vernietiging' (King Lear)'Machtswellust leidt tot vernietiging' (James Bond)Het eerste deel van de premisse vormt de drijv<strong>en</strong>de kracht van alle gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>: grote liefde vormtde oorzaak van alle ontwikkeling<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor drama is dat die drijv<strong>en</strong>de kracht geformuleerdis in term<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>selijk gedrag: alle verwikkeling<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> voort uit m<strong>en</strong>selijke handeling<strong>en</strong>.Het middelste deel van de premisse (overwint) geeft aan dat er e<strong>en</strong> ontwikkeling plaatsvindt: hetwerkwoord in de premisse moet daadwerkelijk naar dynamiek verwijz<strong>en</strong>. Onvoldo<strong>en</strong>de dynamiekstaat de verhaalontwikkeling in de weg. Bloch* <strong>en</strong> Fadiman wijz<strong>en</strong> op het voorbeeld van de film 'Oh<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


what a lovely war' van Richard Att<strong>en</strong>borough die gebaseerd is op de premisse 'war is hell': al na deeerste scènes weet de kijker wat de boodschap van de film is. In de neg<strong>en</strong>tig minut<strong>en</strong> daarnaverandert er niets meer. De film is dan ook geflopt.Het laatste deel van de premisse (de dood) verwijst naar de conclusie of afloop. Egri* stelt dat depremisse niet te algeme<strong>en</strong> mag zijn. De premisse 'liefde overwint alles' is zodanig onbepaald dat hijde schrijver te weinig houvast <strong>en</strong> consist<strong>en</strong>tie biedt.Het is belangrijk dat de premisse zelf altijd impliciet blijft <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in het handelingsverloop tot uitingkomt. De premisse moet iets zijn dat de kijker zich pas achteraf realiseert.Hoewel de premiss<strong>en</strong> soms nogal hoogdrav<strong>en</strong>d of filosofisch klink<strong>en</strong>, hoeft dat niet te betek<strong>en</strong><strong>en</strong> datde uiteindelijk films ook dat karakter hebb<strong>en</strong>. Er bestaan honderd<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>, toneelstukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> filmsdie zijn gebaseerd op de premisse 'liefde overwint de dood' maar die e<strong>en</strong> totaal verschill<strong>en</strong>deuitwerking hebb<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> klassiek toneelstuk, e<strong>en</strong> western of e<strong>en</strong> sci<strong>en</strong>ce fiction film. Dear<strong>en</strong>a, het decor of de situering kan totaal verschill<strong>en</strong>d zijn.Van Riemsdijk* is sceptisch over de waarde van de premisse. Hij ontk<strong>en</strong>t niet dat de premisse e<strong>en</strong>goede leidraad kan zijn, maar hekelt het (quasi)filosofische <strong>en</strong> academische karakter van depremisse, dat te weinig dramatische pot<strong>en</strong>tie zou hebb<strong>en</strong>. Drama moet echter altijd voortkom<strong>en</strong> uite<strong>en</strong> richtinggev<strong>en</strong>d motief. Egri* zegt daarover: 'schrijf nooit e<strong>en</strong> verhaal over hoe iemand de perfectemoord pleegt, maar schrijf waarom hij dat doet'. Dit 'waarom' br<strong>en</strong>gt ons weer terug bij het onderligg<strong>en</strong>demotief: de premisse.De premisse in de non-fictionfilmWe kunn<strong>en</strong> ons afvrag<strong>en</strong> of het mogelijk <strong>en</strong> zinvol is om ook bij de non-fictionfilm e<strong>en</strong> premisse teformuler<strong>en</strong>. Waarom zoud<strong>en</strong> we ons druk mak<strong>en</strong> over dramatische wett<strong>en</strong> als we e<strong>en</strong>voetbalwedstrijd moet<strong>en</strong> registrer<strong>en</strong> of als we e<strong>en</strong> aantal operatieve handeling<strong>en</strong> will<strong>en</strong> ton<strong>en</strong>? Hetantwoord is dat e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd nu juist zijn spanning ontle<strong>en</strong>t aan de ambities van de spelers,aan de teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> op het veld <strong>en</strong> aan de afloop die we uiteindelijk will<strong>en</strong> meemak<strong>en</strong>, kortom aande zak<strong>en</strong> die typisch in e<strong>en</strong> premisse zijn terug te vind<strong>en</strong>. In hoofdstuk twee hebb<strong>en</strong> we juist gewez<strong>en</strong>op de futloze zakelijkheid in de dierproeffilm. Waarom heeft m<strong>en</strong> daar niet wat houvast prober<strong>en</strong> tevind<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> premisse als 'proefdiergebruik bevordert de g<strong>en</strong>ezingskans<strong>en</strong> van chronisch ziek<strong>en</strong>' of,voor het geval m<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stander is, 'proefdiergebruik leidt tot gewet<strong>en</strong>snood'?De conclusie dat de wett<strong>en</strong> van het drama ook van toepassing zijn op het non-fiction g<strong>en</strong>re isonvermijdelijk (zie Swain*). Ook daar zal op de e<strong>en</strong> of andere manier e<strong>en</strong> verhaal verteld moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong>. Het vaststell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> premisse zal echter niet in alle omstandighed<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig zijn,maar iedere poging om het filmontwerp <strong>en</strong>igszins in zo'n richting te trekk<strong>en</strong> zal zijn vrucht<strong>en</strong>afwerp<strong>en</strong>.Nog e<strong>en</strong> voorbeeld. Wanneer we bijvoorbeeld e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taire will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> over de slopp<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong>in Bu<strong>en</strong>os Aires kunn<strong>en</strong> we niet volstaan met slechts te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe erg, hoe armoedig of hoeuitzichtloos het lev<strong>en</strong> daar is. De nobele gedachte om in de docum<strong>en</strong>taire e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> te ton<strong>en</strong> wat hetlev<strong>en</strong> van alledag daar betek<strong>en</strong>t, biedt onvoldo<strong>en</strong>de houvast voor e<strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>de vertelling, hoeoverweldig<strong>en</strong>d <strong>en</strong> aangrijp<strong>en</strong>d de impressies ook mog<strong>en</strong> zijn. Daarvoor is de premisse, in casu'slopp<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong> zijn erg', veel te statisch <strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verhaal te kunn<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>. Veel nonfictionfilms leid<strong>en</strong> aan dit euvel. Het is begrijpelijk dat e<strong>en</strong> filmmaker geïntrigeerd raakt door e<strong>en</strong>bepaald onderwerp <strong>en</strong> zich daarbij in sterke mate laat meeslep<strong>en</strong> door de inhoud van de boodschap.Gewoon lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat er gebeurt, is de gedachte, ton<strong>en</strong> hoe de situatie is. Zo'n b<strong>en</strong>adering levertechter ge<strong>en</strong> vertelling op, maar resulteert slechts in e<strong>en</strong> film met e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>d karakter: hijconc<strong>en</strong>treert zich vooral op het hoe in plaats van het waarom. Hoe dynamisch de beeld<strong>en</strong> ookmog<strong>en</strong> zijn, als de premisse statisch is, zal het verhaal strand<strong>en</strong>.Ook hier zull<strong>en</strong> we moet<strong>en</strong> zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> premisse die oorzak<strong>en</strong>, verandering <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong>beschrijft, bijvoorbeeld 'hoop doet lev<strong>en</strong>', 'macht leidt tot corruptie', 'armoede leidt tot verbond<strong>en</strong>heid',of -zo m<strong>en</strong> wil- 'armoede leidt tot revolutie'. Iedere keuze zal tot e<strong>en</strong> andere invulling van dedocum<strong>en</strong>taire leid<strong>en</strong>.De premisse als richtinggev<strong>en</strong>d motiefDe premisse biedt niet alle<strong>en</strong> houvast bij het ontwikkel<strong>en</strong> van het filmverhaal, maar schept ook duide-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


lijkheid binn<strong>en</strong> het produktieteam over de ware bedoeling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film. Misverstand<strong>en</strong> over depremisse kunn<strong>en</strong> tot grote verwarring leid<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> wordt het eufemisme 'voorlichtingsfilm'gebruikt voor promotiedoeleind<strong>en</strong>. Waar het bij voorlichting gaat om informatieverspreiding met e<strong>en</strong>min of meer ideële doelstelling (de AIDS-campagne, het Rode Kruis, brandprev<strong>en</strong>tie) speelt bijpromotie veel meer het eig<strong>en</strong>belang van de informatieverspreider e<strong>en</strong> rol. E<strong>en</strong> universiteit die'voorlichting' geeft, probeert daarmee natuurlijk toch zo veel mogelijk stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te werv<strong>en</strong>; e<strong>en</strong>chemisch bedrijf dat e<strong>en</strong> voorlichtingsfilm maakt over de (gunstige) milieueffect<strong>en</strong> van haar activiteit<strong>en</strong>,zal niet nalat<strong>en</strong> om in die film het eig<strong>en</strong> gelijk te b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>. Dit soort verborg<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>da's di<strong>en</strong>tvooraf bov<strong>en</strong> tafel te kom<strong>en</strong>. En omdat het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film e<strong>en</strong> grote persoonlijke inzet <strong>en</strong>betrokk<strong>en</strong>heid vergt, moet<strong>en</strong> we ons als maker volledig kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> in die premisse. Niets is ergerdan e<strong>en</strong> boodschap te moet<strong>en</strong> uitdrag<strong>en</strong> die we niet kunn<strong>en</strong> onderschrijv<strong>en</strong>.Premisse <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong>Hoewel de premisse <strong>en</strong> de doelstelling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film nauw met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> is er e<strong>en</strong>belangrijk verschil. De premisse heeft het karakter van e<strong>en</strong> (verkapte) visie die als thematischontwikkelingspatroon van de vertelling wordt gebruikt. De premisse weerspiegelt daarbij de int<strong>en</strong>tievan de makers, maar zegt in feite weinig over de gew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> bij de kijker. Doelstelling<strong>en</strong> zijnveel meer vanuit de kijker geformuleerd <strong>en</strong> meestal heel wat aardser van karakter: het publiek di<strong>en</strong>tzich te amuser<strong>en</strong>, of het publiek doet nieuwe k<strong>en</strong>nis op. In de marketingcommunicatie (promotie,reclame <strong>en</strong> voorlichting) wordt e<strong>en</strong> premisse zeer vaak gebruikt. Het gaat dan meestal om het uitgedrag<strong>en</strong>zelfbeeld (de 'corporate id<strong>en</strong>tity') van e<strong>en</strong> bedrijf of om e<strong>en</strong> produktfilosofie. Veel margarinereclamesbedi<strong>en</strong><strong>en</strong> zich bijvoorbeeld van de premisse: 'gezond et<strong>en</strong> leidt tot lev<strong>en</strong>sgeluk'. Dat is e<strong>en</strong>plausibele premisse die de consum<strong>en</strong>t gemakkelijk zal accepter<strong>en</strong>. Alle advert<strong>en</strong>tiecampagnes ronddat produkt word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s consequ<strong>en</strong>t vanuit die premisse opgezet. De doelstelling van al diecampagnes is e<strong>en</strong>voudig: 'de consum<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>t het produkt te kop<strong>en</strong>'.Eerder in dit boek hebb<strong>en</strong> we gewez<strong>en</strong> op het belang van op<strong>en</strong>heid naar de kijker over debedoeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> keuz<strong>en</strong> (zie hoofdstuk acht). Dat principe lijkt <strong>en</strong>igszins strijdig te zijn met de eis datde premisse impliciet moet blijv<strong>en</strong>. Die strijdigheid is slechts schijn omdat alle scènes, locaties <strong>en</strong>gedraging<strong>en</strong> van personages direct voortkom<strong>en</strong> uit de premisse. De premisse wordt wel duidelijkgemaakt, alle<strong>en</strong> niet in expliciete bewoording<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t eig<strong>en</strong>lijk niet meer dan e<strong>en</strong> didactischekeuze: e<strong>en</strong> keuze voor exploratie t<strong>en</strong> koste van expositie. Wat er verteld wordt blijft hetzelfde, demanier waarop is anders: het is aan de kijker zelf om de visie van de makers te achterhal<strong>en</strong>. Ook alsvia het mechanisme van 'hoor <strong>en</strong> wederhoor' meerdere visies aan het woord kom<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> film altijdhet stempel van de makers drag<strong>en</strong>. Dat stempel hoort zijn oorsprong te vind<strong>en</strong> in de premisse.E<strong>en</strong> aardige bezigheid voor iedere<strong>en</strong> die zich in het filmmak<strong>en</strong> verdiept, is bij het kijk<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> filmof televisieprogramma prober<strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong> wat de premisse is. Minder leuk is dat daarmeemeestal de afloop ook ge<strong>en</strong> vraag meer is.3. E<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d conceptMet e<strong>en</strong> premisse alle<strong>en</strong> zijn we er nog niet. De premisse geeft slechts e<strong>en</strong> beschouwingsperspectiefof ontwikkelingsrichting aan, maar zegt niets over de invulling van het filmverhaal. Om tot e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d <strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>d verhaal te kom<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we op zoek moet<strong>en</strong> gaan naar e<strong>en</strong> meerconcrete context ('setting') waarbinn<strong>en</strong> de premisse verder kan word<strong>en</strong> uitgewerkt. Het gaat om e<strong>en</strong>'drag<strong>en</strong>d programmaconcept' dat sterk g<strong>en</strong>oeg is om de diverse inhoudelijke elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met elkaar teverbind<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat als kapstok kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> om het verhaal aan op te hang<strong>en</strong>. Het drag<strong>en</strong>d concept zelfis e<strong>en</strong> noodzakelijke tuss<strong>en</strong>stap om tot e<strong>en</strong> verhaallijn te kom<strong>en</strong>. Het is e<strong>en</strong> van de belangrijkstestapp<strong>en</strong> in de <strong>conceptontwikkeling</strong> omdat de hele film er aan wordt opgehang<strong>en</strong>.Maar wat moet<strong>en</strong> we verstaan onder e<strong>en</strong> 'drag<strong>en</strong>d concept'? Welke eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we daaraan stell<strong>en</strong><strong>en</strong> wat valt er te zegg<strong>en</strong> over de wijze waarop we tot zo'n concept kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>?E<strong>en</strong> voorbeeld kan dit wat verhelder<strong>en</strong>:E<strong>en</strong> verzekeringsmaatschappij wil zich in haar reclamespotjes profiler<strong>en</strong> door te wijz<strong>en</strong> opde gebod<strong>en</strong> expertise <strong>en</strong> service. De premisse daarbij is zoiets als 'verzeker<strong>en</strong> bij ons biedt<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


de beste hulp'.Als drag<strong>en</strong>d concept wordt gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verzekeringsadviseur die op huisbezoek is bije<strong>en</strong> klant (e<strong>en</strong> beroemd biljarter, topvoetballer of toppianist) <strong>en</strong> die deze op zijn eig<strong>en</strong>terrein versteld doet staan: 'Mag ik ev<strong>en</strong> m<strong>en</strong>eer Ceulemans...?' ('Gelukkig heb ik meerverstand van verzeker<strong>en</strong>'; Victoria Vesta, Ster-reclamespots 1987).E<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d programmaconcept moet voldo<strong>en</strong>de aanknopingspunt<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> om de premisse ine<strong>en</strong> verhaalvorm te concretiser<strong>en</strong>: het geeft bij voorkeur aanwijzing<strong>en</strong> voor de keuze van de ar<strong>en</strong>a,de actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de c<strong>en</strong>trale handeling.-de ar<strong>en</strong>aIeder verhaal moet zich erg<strong>en</strong>s afspel<strong>en</strong>. Behalve e<strong>en</strong> plaatsaanduiding is ook e<strong>en</strong> tijdsaanduidingvan belang (bijvoorbeeld de Middeleeuw<strong>en</strong>, de 21-ste eeuw). De ar<strong>en</strong>a is niet meer dan e<strong>en</strong> decor,e<strong>en</strong> noodzakelijke maar onopvall<strong>en</strong>de achtergrond waarin de verhaalhandeling<strong>en</strong> hun plaats krijg<strong>en</strong>.Daarom is de <strong>en</strong>e ar<strong>en</strong>a veelal inwisselbaar voor de andere zonder dat het verhaal wez<strong>en</strong>lijk hoeft teverander<strong>en</strong>. Westernfilms, sci<strong>en</strong>ce-fictionfilms <strong>en</strong> sprookjes zijn vaak gebaseerd op dezelfde soortpremiss<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vergelijkbare verhaalopbouw; alle<strong>en</strong> de ar<strong>en</strong>a (tijd <strong>en</strong> plaats) is anders.De ar<strong>en</strong>a moet bij voorkeur interessant, prikkel<strong>en</strong>d of veelbelov<strong>en</strong>d zijn, maar mag niet dominer<strong>en</strong>.Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet hij voldo<strong>en</strong>de voeding lever<strong>en</strong> voor (dramatische) conflict<strong>en</strong>, contrast<strong>en</strong> <strong>en</strong>(audiovisuele) gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.In de verzekeringsspot is de ar<strong>en</strong>a 'thuis bij de klant'; daarmee wordt aangegev<strong>en</strong> dat 'onze' m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>dicht bij de klant staan.-de actor<strong>en</strong>In ieder verhaal spel<strong>en</strong> person<strong>en</strong>, personages of personificaties e<strong>en</strong> rol. Van belang is te kom<strong>en</strong> tote<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige positionering van deze actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge relaties. De actor<strong>en</strong> ofhoofdperson<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ambitie, zeggingskracht <strong>en</strong> uitstraling hebb<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> interessanteontwikkeling in gang te zett<strong>en</strong>.De keuze van de actor<strong>en</strong> hangt nauw sam<strong>en</strong> met de gekoz<strong>en</strong> ar<strong>en</strong>a: in e<strong>en</strong> sci<strong>en</strong>ce fiction film zalm<strong>en</strong> niet gauw e<strong>en</strong> cowboy teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Maar voor het specificer<strong>en</strong> van de innerlijke drijfver<strong>en</strong>,streving<strong>en</strong> <strong>en</strong> karaktereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de actor<strong>en</strong> doet de ar<strong>en</strong>a er in feite niet toe: het maakt nietuit of de held e<strong>en</strong> hoed of e<strong>en</strong> helm draagt.In het verzekeringsvoorbeeld zijn de actor<strong>en</strong> de verzekeringsadviseur <strong>en</strong> de beroemdheid. De e<strong>en</strong>verteg<strong>en</strong>woordigt de verzekeringsmaatschappij (de aanbieder), de ander verteg<strong>en</strong>woordigt de klant(de kijker). De id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> acceptatie zijn hier goed geregeld, want wie kan zich niet id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> onweersprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> sympathieke beroemdheid als Raymond Ceulemans die wordt lastiggevall<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> verzekeringsadviseur, <strong>en</strong> wie kan weerstand bied<strong>en</strong> aan de minzame verzekeringsadviseur,die zich allerbescheid<strong>en</strong>st verontschuldigt voor zijn briljante carambole?-de c<strong>en</strong>trale handelingIn e<strong>en</strong> verhaal moet het erg<strong>en</strong>s om draai<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> hoofdpersoon wil iets tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>probleem oploss<strong>en</strong> of tot e<strong>en</strong> beslissing kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft daarbij te mak<strong>en</strong> met conflict<strong>en</strong>, streving<strong>en</strong>,teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> <strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong>. Daaruit blijkt al dat dit punt zeer sterk gekoppeld is aan dehoofdpersoon van de film <strong>en</strong> zijn ambities, de andere actor<strong>en</strong> met soms teg<strong>en</strong>gestelde ambities <strong>en</strong> dear<strong>en</strong>a waar het verhaal zich afspeelt. De c<strong>en</strong>trale handeling volgt min of meer logisch uit de premisse.Het is de vertaling van de premisse naar de meer concrete context van actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> ar<strong>en</strong>a. Alle onderdel<strong>en</strong>waaruit het verhaal wordt opgebouwd moet<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier in het tek<strong>en</strong> staanvan de c<strong>en</strong>trale handeling.In de verzekeringsspot is de c<strong>en</strong>trale handeling gericht op het overtuig<strong>en</strong> van de klant van de beschikbareexpertise. Het aardige is dat de indirecte manier waarop dat gebeurt (de geslaagde kunststoot)leidt tot e<strong>en</strong> omkering van de persoonlijke verhouding<strong>en</strong> 14 . Aanvankelijk staat elk van de14 We hebb<strong>en</strong> hier te mak<strong>en</strong> met de stijlfiguur 'omdraaiing' ("twist"). Deze komt in hoofdstuk elf aande orde.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


actor<strong>en</strong> voor zijn eig<strong>en</strong> expertise (de één biljart, de ander verzekert). Na de geslaagde carambole laatde adviseur de beroemdheid verbluft <strong>en</strong> vol ontzag achter. De terloopse <strong>en</strong> haast verleg<strong>en</strong> verontschuldiging('gelukkig heb ik meer verstand van verzekering<strong>en</strong>') voorkomt dat het publiek zich verontwaardigdvan de verzekeringsadviseur afkeert. Vri<strong>en</strong>delijkheid <strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong>heid word<strong>en</strong> <strong>en</strong> passantgedemonstreerd.Overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> als sleutelBij het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d programmaconcept moet<strong>en</strong> we ons richt<strong>en</strong> opgeme<strong>en</strong>schappelijkheid, overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> of analogieën. Bij het reclamebureau van deverzekeringsmaatschappij moet m<strong>en</strong> zo op het idee zijn gekom<strong>en</strong> om 'de <strong>en</strong>e expert te confronter<strong>en</strong>met de andere expert'.Altijd di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> te beseff<strong>en</strong> dat de verfilming van de e<strong>en</strong> of andere visie op het maatschappelijk lev<strong>en</strong>noodzakelijkerwijs slechts op e<strong>en</strong> tamelijk concreet niveau kan plaatsvind<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat dear<strong>en</strong>a moet word<strong>en</strong> teruggebracht tot e<strong>en</strong> soort mini-geme<strong>en</strong>schap die als metafoor of metonymiakan di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de gehele maatschappij (zie hoofdstuk vijf). E<strong>en</strong> schip (Titanic), e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>is(Colditz), e<strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huis (Medisch C<strong>en</strong>trum West), het zijn allemaal ideale model-maatschappijtjeswaarin de gew<strong>en</strong>ste sociale <strong>en</strong> culturele aspect<strong>en</strong> van het lev<strong>en</strong> zijn terug te vind<strong>en</strong>.Soms kunn<strong>en</strong> visuele associaties tot e<strong>en</strong> interessant idee leid<strong>en</strong>: waarom zoud<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> film over dem<strong>en</strong>struatiecyclus (om dol van te word<strong>en</strong>) niet situer<strong>en</strong> rond de draaimol<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> kermis (B. Kroon,Toonder Studio's)?In sommige gevall<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel geme<strong>en</strong>schappelijk begrip al volstaan om tot e<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d idee tekom<strong>en</strong>. In de film 'KLM, Royal teamwork' over de KLM (H. van Mierlo, KLM, Royal teamwork, 1992)draait alles om het begrip 'teamwork'. Hoe kan er vervolg<strong>en</strong>s beter word<strong>en</strong> ingehaakt op gevoel<strong>en</strong>svan degelijkheid, nationale trots <strong>en</strong> internationale allure <strong>en</strong> uitstraling dan door e<strong>en</strong> verband te legg<strong>en</strong>met het teamwork van ons eig<strong>en</strong> Concertgebouworkest <strong>en</strong> ons eig<strong>en</strong> nationale voetbalelftal, die(uiteraard) door diezelfde KLM over de hele wereld word<strong>en</strong> vervoerd? De ar<strong>en</strong>a (het vliegtuig 'all overthe world'), de actor<strong>en</strong> (de teams) <strong>en</strong> de handeling (comfortabel van A naar B) vloei<strong>en</strong> hier logisch uitvoort.E<strong>en</strong> extreem voorbeeld van associatieve koppeling is te vind<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> commercial van BritishTelecom: het bedrijf wijst in de commercial op de noodzaak voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om met elkaar te blijv<strong>en</strong>prat<strong>en</strong>. Want prat<strong>en</strong> is de <strong>en</strong>ige manier om wereldvrede te bereik<strong>en</strong>. En dat prat<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dus de wereldvrede)wordt technologisch gefaciliteerd door British Telecom ('telecommunicatie'). E<strong>en</strong> pregnante rolin de commercial wordt gespeeld door Steph<strong>en</strong> Hawking, de gezaghebb<strong>en</strong>d astrofysicus (de'wet<strong>en</strong>schap') die door e<strong>en</strong> ernstige ziekte nog slechts met ander<strong>en</strong> kan prat<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> spraakcomputer('communicatietechnologie'). Kortom e<strong>en</strong> belichaming van de premisse.Tot slot zi<strong>en</strong> we soms dat er met tekstuele associaties wordt gewerkt. Tekstuele associaties zijndoorgaans onvoldo<strong>en</strong>de universeel, al wordt er in sommige commercials via woordspeling<strong>en</strong> ofslagzinn<strong>en</strong> wel gebruik van gemaakt (bijvoorbeeld: beroemdheid Karin Bloem<strong>en</strong> met 'bloem<strong>en</strong>,bloem<strong>en</strong> <strong>en</strong> nog e<strong>en</strong>s bloem<strong>en</strong> in de Keuk<strong>en</strong>hof').IrrationaliteitIn plaats van te zoek<strong>en</strong> naar overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we ook prober<strong>en</strong> de wett<strong>en</strong> van de logica tedoorbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> op zoek te gaan naar hetge<strong>en</strong> juist niet voor de hand ligt. Prikkel<strong>en</strong>de <strong>en</strong>vernieuw<strong>en</strong>de ideeën ontstaan doorgaans wanneer de gangbare pad<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>(bijvoorbeeld geheel onverwacht de onverslaanbare Raymond Ceulemans lat<strong>en</strong> overtroev<strong>en</strong>).Bek<strong>en</strong>d zijn ook de anachronism<strong>en</strong> (gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of verschijnsel<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de period<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aan elkaar gekoppeld), bijvoorbeeld e<strong>en</strong> klassieke opera die zich afspeelt in de ar<strong>en</strong>a van hetmoderne New York (Peter Sellars). Soms ook kiest m<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> meer abstract decor, waardoor desymbolische betek<strong>en</strong>is van het filmverhaal meer nadruk kan krijg<strong>en</strong>.Niet zeld<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> de vernieuwing<strong>en</strong> aan het absurde. Omzichtig moet<strong>en</strong> daarbij de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> vanhet acceptabele word<strong>en</strong> afgetast. Want symboliek, diepgang, humor <strong>en</strong> flauwe kul blijk<strong>en</strong> in de<strong>praktijk</strong> zeer dicht bij elkaar te ligg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> te rigoureuze afwijking van het gangbare loopt al gauw de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


kans om in de categorie 'ontoegankelijke avant-garde' of 'ultieme smakeloosheid' te word<strong>en</strong> geplaatst,met als gevolg verwerping door de doelgroep.Wat bijvoorbeeld te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van de in prachtige NOVIB-kal<strong>en</strong>derkleur<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> commercialwaarin e<strong>en</strong> jonge vrouw (toeriste) in e<strong>en</strong> riksja wordt rondgered<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> zwoeg<strong>en</strong>d kind(kinderarbeid). Gelukkig heeft de vrouw het hart op de goede plaats zitt<strong>en</strong>, want weldra neemt ze hetstuur over <strong>en</strong> laat het kind lekker uitrust<strong>en</strong>. Het verrassingseffect waar de makers op anticiper<strong>en</strong>werkt hier juist averechts omdat de ideële suggestie (derde wereld, antikolonialisme, kinderrecht<strong>en</strong>)op ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijze in verband kan word<strong>en</strong> gebracht met het produkt 'maandverband' (Libressecommercial1993): ergernis!Nog e<strong>en</strong> voorbeeld. In de film 'Computers, e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> des tijds' (TFC Audiovisuele Media 1989) wordte<strong>en</strong> onverwachte <strong>en</strong> ongebruikelijke situering gekoz<strong>en</strong> om het kantoorpersoneel over de drempelvoor computergebruik te help<strong>en</strong>. Als 'repres<strong>en</strong>tatief' bedrijf koos m<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> uitvaartonderneming,juist vanwege het contrast tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterfgeval <strong>en</strong> computertechnologie. De klant<strong>en</strong> (nabestaand<strong>en</strong>)hebb<strong>en</strong> vooral behoefte aan m<strong>en</strong>selijke warmte, troost <strong>en</strong> integriteit, terwijl e<strong>en</strong> gezonde bedrijfsvoeringjuist vraagt om zakelijkheid, effici<strong>en</strong>cy <strong>en</strong> effectiviteit (onder meer te bereik<strong>en</strong> met de computer).De uitvaart-ar<strong>en</strong>a is zonder meer aantrekkelijker dan e<strong>en</strong> gemiddelde kantooromgeving <strong>en</strong> ook degebruikte associaties van e<strong>en</strong> aantal begripp<strong>en</strong> (zand van e<strong>en</strong> grafdelver - zand voor de chipproduktie- stofvrije chipfabricage - 'tot stof zult gij wederker<strong>en</strong>' <strong>en</strong> tijdwinst-tijdgeest-eeuwigheid-tijdloos)zijn interessant te noem<strong>en</strong>. Toch kan zo'n keuze gauw verkeerd vall<strong>en</strong>, als de ar<strong>en</strong>a te veel nadrukkrijgt. E<strong>en</strong> verantwoorde keuze of te zeer geforceerd? Wellicht is dit e<strong>en</strong> twijfelgeval.Niet altijd is het nodig e<strong>en</strong> programmaidee te definiër<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van ar<strong>en</strong>a, actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> c<strong>en</strong>tralehandeling. Soms kan m<strong>en</strong> volstaan met e<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>d thema, bijvoorbeeld 'armoede', 'epilepsie' of'ouderdom'. Het heeft dan ge<strong>en</strong> zin om krampachtig de richtlijn te volg<strong>en</strong>. Niettemin zal het duidelijkzijn dat alle<strong>en</strong> zo'n thema in de meeste gevall<strong>en</strong> weinig houvast biedt om het filmverhaal aan op tehang<strong>en</strong>. Wie in e<strong>en</strong> filmvoorstel, synopsis of treatm<strong>en</strong>t opmerking<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>komt als 'dit thema vormtde rode draad van de film' zij op zijn hoede.4. Stijl <strong>en</strong> toonzettingDe keuze voor e<strong>en</strong> bepaalde situering hangt nauw sam<strong>en</strong> met de stijl <strong>en</strong> toonzetting die we voorog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Mikk<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong> feitelijke weergave van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of bedi<strong>en</strong><strong>en</strong> we ons van e<strong>en</strong>persiflage? Kiez<strong>en</strong> we voor e<strong>en</strong> kritische b<strong>en</strong>adering of zijn we juist meegaand? Mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>indring<strong>en</strong>d, aangrijp<strong>en</strong>d docum<strong>en</strong>t of betracht<strong>en</strong> we <strong>en</strong>ige afstand? Kiez<strong>en</strong> we voor humor of blijv<strong>en</strong>we serieus?Het stijlbegrip verwijst naar de mate waarin bij de vormgeving van de film gebruik wordt gemaakt vangangbare conv<strong>en</strong>ties <strong>en</strong> uitdrukkingsvorm<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> daarin onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong>persoonlijke stijl zoals die tot uiting komt in de b<strong>en</strong>aderingswijze van e<strong>en</strong> filmmaker (het 'oeuvre'), e<strong>en</strong>historische stijl (e<strong>en</strong> 'stroming') <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stijl die sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> aantal geme<strong>en</strong>schappelijkecinematografische conv<strong>en</strong>ties (het 'g<strong>en</strong>re').Waar in de wereld van de speelfilm nog sprake is van e<strong>en</strong> beperkt aantal g<strong>en</strong>res of stijl<strong>en</strong>, wordt in d<strong>en</strong>on-fiction film e<strong>en</strong> grote verscheid<strong>en</strong>heid aan stijlelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door elkaar gebruikt. Voor e<strong>en</strong> deel isdit terug te voer<strong>en</strong> tot de <strong>en</strong>orme omvang van het non-fiction programma-aanbod op televisie, waarvaak op pragmatische grond<strong>en</strong> allerlei stijlelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door elkaar word<strong>en</strong> gebruikt. Niet zeld<strong>en</strong> wordte<strong>en</strong> informatief programma gemonteerd als ware het e<strong>en</strong> videoclip, of wordt e<strong>en</strong> nieuwsreportagevoorzi<strong>en</strong> van Hitchcock-achtige susp<strong>en</strong>se-muziek. Het stijlbegrip krijgt daardoor steeds minderbetek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> ondanks het kleurrijke <strong>en</strong> gevarieerde beeld is er paradoxaal g<strong>en</strong>oeg sprake van e<strong>en</strong>to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>vormigheid.Onder de toonzetting van e<strong>en</strong> film verstaan we de sfeer die in de film wordt opgeroep<strong>en</strong> of meerletterlijk: de toon die wordt aangeslag<strong>en</strong>. Het gaat vooral om de manier waarop de kijker op e<strong>en</strong>emotioneel niveau wordt aangesprok<strong>en</strong>. De filmmaker bedi<strong>en</strong>t zich daartoe van e<strong>en</strong> veelheid vanfilmische techniek<strong>en</strong> zoals kleurgebruik, kadrering, belichting, montage <strong>en</strong> muziek. Ook de wijzewaarop het filmverhaal in elkaar steekt <strong>en</strong> de wijze van pres<strong>en</strong>tatie zijn sterk bepal<strong>en</strong>d voor de sfeerdie wordt opgeroep<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Zoals eerder gesteld in hoofdstuk acht domineert in onderwijsfilms veelal e<strong>en</strong> 'zakelijke' b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterk inhoudelijke oriëntatie: 'gewoon lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> waar het over gaat...'. Te vaak word<strong>en</strong>onderdel<strong>en</strong> die 'slechts' met sfeerwerking te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als niet ter zake do<strong>en</strong>de 'franje <strong>en</strong>aankleding' van de hand gewez<strong>en</strong> 15 . E<strong>en</strong> wat kortzichtige handelwijze, want hoewel het sfeerbegripmisschi<strong>en</strong> wat ongrijpbaar is <strong>en</strong> sterk aan de persoonlijke waarneming is gebond<strong>en</strong>, kan het alsf<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> ontk<strong>en</strong>d. Sterker nog: er zijn heel wat aanwijzing<strong>en</strong> om te veronderstell<strong>en</strong> datde emotionele gesteldheid van de kijker e<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>de factor is in het leerproces (Skinner*,Krathwohl*, Fleming*).Voor zover met 'franje <strong>en</strong> aankleding' wordt gedoeld op overbodige <strong>en</strong> niet-functioneleprogrammaelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze inderdaad maar beter achterwege blijv<strong>en</strong>. Maar om e<strong>en</strong> filmvoldo<strong>en</strong>de geloofwaardig te mak<strong>en</strong>, zal e<strong>en</strong> zekere '<strong>en</strong>tourage' moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschap<strong>en</strong>. Van d<strong>en</strong>Bergh* verwijst in dat verband naar de beginjar<strong>en</strong> van de televisie, to<strong>en</strong> toneelstukk<strong>en</strong> vanwege debeperkte z<strong>en</strong>dtijd soms rigoureus moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingekort. Alle <strong>en</strong>tourage <strong>en</strong> redundantie werd<strong>en</strong>eruit geknipt. Als gevolg daarvan werd iedere uitspraak zwaar van betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> kwam de onderligg<strong>en</strong>destructuur van het verhaal te veel bloot te ligg<strong>en</strong>. De voorstelling<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 'onttakelde' <strong>en</strong>uiterst kunstmatige indruk wat de geloofwaardigheid niet t<strong>en</strong> goede kwam. Veronachtzaming vansfeerelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zal daarom leid<strong>en</strong> tot acceptatieproblem<strong>en</strong> (zie hoofdstuk acht) <strong>en</strong> doet ge<strong>en</strong> rechtaan het inlevingsvermog<strong>en</strong> van de kijker (zie hoofdstuk zev<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de vele niveaus waarop hij waarneemt(zie hoofdstuk zes).Stijl <strong>en</strong> toonzetting van e<strong>en</strong> film di<strong>en</strong><strong>en</strong> zo veel mogelijk in sam<strong>en</strong>hang met inhoud <strong>en</strong> bedoeling<strong>en</strong>van de film te word<strong>en</strong> bepaald. Ook de aard van de doelgroep, haar verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de situationeleomstandighed<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarin word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (wie e<strong>en</strong> film voor bejaard<strong>en</strong> wil voorzi<strong>en</strong> van'House-muziek' moet daar e<strong>en</strong> goede red<strong>en</strong> voor hebb<strong>en</strong>). In veel gevall<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> stijl <strong>en</strong> toonzettingal beslot<strong>en</strong> in de keuze van e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d programmaconcept.Tot slotIn dit hoofdstuk hebb<strong>en</strong> we stilgestaan bij e<strong>en</strong> aantal belangrijke keuz<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong> in de<strong>conceptontwikkeling</strong>sfase. We hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal aandachtspunt<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> die als uitgangspuntkunn<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de treatm<strong>en</strong>tconstructie <strong>en</strong> waarvoor op bescheid<strong>en</strong> wijze <strong>en</strong>ige regels <strong>en</strong>principes zijn gedefinieerd. E<strong>en</strong> belangrijke veronderstelling daarbij is dat film verhal<strong>en</strong>d van karaktermoet zijn.De regels mog<strong>en</strong> echter zeker niet als bind<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> opgevat. We moet<strong>en</strong> na dit hoofdstuk dan ookniet de illusie hebb<strong>en</strong> dat voor het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> kant <strong>en</strong> klaar recept is te gev<strong>en</strong>. Indat opzicht kunn<strong>en</strong> we ons troost<strong>en</strong> met de gedachte dat ook voor het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> literair werkge<strong>en</strong> recept<strong>en</strong> zijn te gev<strong>en</strong>.15 Deze 'no-nons<strong>en</strong>se' invulling t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de toonzetting voert in feite terug tot het misverstanddat communicatie equival<strong>en</strong>t is aan het overdrag<strong>en</strong> van informatie.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 11Structuur'E<strong>en</strong> film moet e<strong>en</strong> begin, e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> einde hebb<strong>en</strong>, maar niet noodzakelijkerwijs indie volgorde.' (Jean-Luc Godard)Jean-Luc Godard was in de jar<strong>en</strong> zestig e<strong>en</strong> belangrijke verteg<strong>en</strong>woordiger van wat de 'nouvellevague' werd g<strong>en</strong>oemd, e<strong>en</strong> nieuwe stroming in de film die zich niets geleg<strong>en</strong> liet ligg<strong>en</strong> aan debestaande filmische conv<strong>en</strong>ties (zie Bellour*). Wat aanvankelijk als e<strong>en</strong> belangrijke vernieuwing vanhet filmg<strong>en</strong>re werd begroet, bleek na verloop van tijd e<strong>en</strong> doodlop<strong>en</strong>de weg te zijn. Het publiekkeerde zich teleurgesteld af van de fragm<strong>en</strong>tarische impressies van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> waarin hetkop noch staart kon ontdekk<strong>en</strong>. Zijn stelling over de opbouw van e<strong>en</strong> film moet dan ook op ervaringsgrond<strong>en</strong>word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>.In dit boek vatt<strong>en</strong> wij film op als e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isdrag<strong>en</strong>de structuur, die er op is gericht om beoogdecommunicatieve functies te vervull<strong>en</strong>. Dat kan alle<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> film gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> toont in e<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvol patroon, dat door de kijker als zodanig wordt herk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>.Het structuurbegrip verwijst niet slechts naar de volgorde waarin de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zijn geplaatstmaar ook in meer brede zin naar de functies die de onderdel<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het filmverhaal (deplot).In dit hoofdstuk richt<strong>en</strong> we ons op de vraag hoe we tot e<strong>en</strong> geschikte, heldere <strong>en</strong> boei<strong>en</strong>deverhaalstructuur moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. We gaan ervan uit dat we voldo<strong>en</strong>de inhoudelijkeaanknopingspunt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> verzameld, dat we e<strong>en</strong> beslissing hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de premisse <strong>en</strong>het drag<strong>en</strong>d programmaconcept <strong>en</strong> dat we ook al e<strong>en</strong> idee hebb<strong>en</strong> over de stijl <strong>en</strong> de toonzetting diewe nastrev<strong>en</strong>. De vraag is hoe we nu verder moet<strong>en</strong> gaan.Dit hoofdstuk behandelt daartoe vijf onderwerp<strong>en</strong>.We start<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> korte beschouwing over de betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> vanverhal<strong>en</strong>. Daarna besprek<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal principes die we kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> voor het ord<strong>en</strong><strong>en</strong> vande filmsequ<strong>en</strong>ties. We vrag<strong>en</strong> ons af welke structurele middel<strong>en</strong> we tot onze beschikking hebb<strong>en</strong> omde sam<strong>en</strong>hang te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de communicatie te bevorder<strong>en</strong>. Daarna gaan we uitgebreid in opdramatische principes <strong>en</strong> hun communicatieve betek<strong>en</strong>is. Tot slot gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overzicht vantechniek<strong>en</strong> om films spann<strong>en</strong>der te mak<strong>en</strong>.Het verhaal als cultuurverschijnselIn het vorige hoofdstuk is al gewez<strong>en</strong> op het belang van e<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>de aanpak.Verhal<strong>en</strong> zijn van alle tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> van alle cultur<strong>en</strong>. Het verhaal lijkt e<strong>en</strong> oer-gegev<strong>en</strong> te zijn dat over dehele wereld in uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> is aan te treff<strong>en</strong>. Of het nu gaat over myth<strong>en</strong>, bijbeltekst<strong>en</strong> ofEgyptische wandschildering<strong>en</strong>, altijd zijn de verhal<strong>en</strong> nauw verbond<strong>en</strong> met het lev<strong>en</strong> zelf <strong>en</strong> met deprocedures <strong>en</strong> structur<strong>en</strong> zoals die in de maatschappelijke <strong>en</strong> culturele conv<strong>en</strong>ties zijn vastgelegd.Als we naar e<strong>en</strong> film kijk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> we geconfronteerd met e<strong>en</strong> veelheid aan indrukk<strong>en</strong>, sommigebek<strong>en</strong>d, sommige verrass<strong>en</strong>d, sommige aang<strong>en</strong>aam <strong>en</strong> sommige wellicht onprettig. Ieder elem<strong>en</strong>t ine<strong>en</strong> film heeft op zich ge<strong>en</strong> duidelijke betek<strong>en</strong>is, maar ontle<strong>en</strong>t zijn betek<strong>en</strong>is aan de relatie metandere elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (zie hoofdstuk vijf). Afhankelijk van de inbedding kan e<strong>en</strong>zelfde elem<strong>en</strong>t immersiets totaal anders betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vanuit onze k<strong>en</strong>nis van de wereld prober<strong>en</strong> we de film te begrijp<strong>en</strong> dooralle prikkels te plaats<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> structuur die we in de film m<strong>en</strong><strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>schakelingvan verander<strong>en</strong>de verwachting<strong>en</strong>, veronderstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies word<strong>en</strong> de verborg<strong>en</strong>structuur <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> gaandeweg duidelijk. Ons refer<strong>en</strong>tiekader daarbij komt voor e<strong>en</strong> belangrijkdeel voort uit de maatschappelijke omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het systeem van norm<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> datdaaraan gekoppeld is.Het universele karakter van verhal<strong>en</strong> lijkt te duid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal wetmatighed<strong>en</strong> dat eraan t<strong>en</strong>grondslag ligt. Met die wetmatighed<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> we ons voordeel kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> bij het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> vane<strong>en</strong> film. E<strong>en</strong> abstract, maar sterk in het oog spring<strong>en</strong>d geme<strong>en</strong>schappelijk verhaalpatroon is bijvoorbeeld:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


egin: e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht wordt verstoordmidd<strong>en</strong>: de verstoring leidt tot verandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong>einde: er ontstaat e<strong>en</strong> nieuw ev<strong>en</strong>wichtDiverse stroming<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de semiotiek hebb<strong>en</strong> zich beziggehoud<strong>en</strong> met het zoek<strong>en</strong> naargeme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van verhal<strong>en</strong>. De semiotiek richt zich sterk op het terrein van defilmanalyse <strong>en</strong> de filmkritiek, waarin m<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van film probeert te duid<strong>en</strong> naar demaatschappelijk-culturele context. De bevinding<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> daarom veelal aanleiding tot ideologische,politieke of historisch-filosofische discussies. Ook word<strong>en</strong> er vanuit de semiotiek relaties gelegd metde filosofie, de psychologie <strong>en</strong> de psychoanalyse: de betek<strong>en</strong>is van film kan immers niet word<strong>en</strong>losgekoppeld van de kijker zelf die zijn eig<strong>en</strong> verhaalversie construeert <strong>en</strong> hangt daarom nauwsam<strong>en</strong> met het m<strong>en</strong>szijn zelf (Lapsley*). In feite is de semiotiek niet meer dan de linguïstischep<strong>en</strong>dant van e<strong>en</strong> veel bredere cultuurwet<strong>en</strong>schappelijke stroming, het structuralisme, dat desymbolische structur<strong>en</strong> bestudeert die het m<strong>en</strong>szijn bepal<strong>en</strong>. De culturele antropologie is daarinverteg<strong>en</strong>woordigd door Claude Lévi-Strauss, de ontwikkelingspsychologie door Jean Piaget <strong>en</strong> dehistorische wet<strong>en</strong>schap door Michel Foucault.Hoewel de semiotiek zich niet direct bezighoudt met de ontwerpaspect<strong>en</strong> van film, is <strong>en</strong>ige aandachtvoor de structuralistische overweging<strong>en</strong> hier op zijn plaats. Het bouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhaalstructuuromvat immers twee elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waaraan vanuit de semiotiek veel aandacht is besteed: syntagmatischeord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> paradigmatische selectie (zie hoofdstuk vijf). De syntagmatische ord<strong>en</strong>ing slaat opde volgorde waarin we de onderdel<strong>en</strong> van de film plaats<strong>en</strong>; de paradigmatische selectie betreft dekeuze welke ding<strong>en</strong> we de kijker wel lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke niet.Syntagmatische structuurOp het gebied van de syntagmatische analyse kom<strong>en</strong> we terecht bij de taalwet<strong>en</strong>schapper Propp*,die e<strong>en</strong> uitgebreide studie heeft verricht naar de geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van (Russische)sprookjes. Door de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de sprookjes los te koppel<strong>en</strong> van de specifieke ar<strong>en</strong>a <strong>en</strong>actor<strong>en</strong> ontdekte hij dat er grote overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> bestaan. Propp kwam tot de conclusie dat desprookjes e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk patroon volg<strong>en</strong>, dat volledig is te beschrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beperktaantal basiscompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zo vond hij bijvoorbeeld dat e<strong>en</strong> verhaal nooit meer dan zev<strong>en</strong> karakterroll<strong>en</strong>(archetyp<strong>en</strong>) bevat:-de held-de raadgever-de boef-de helper-de prinses (<strong>en</strong> haar vader)-de boodschapper-de valse heldAlle gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verhaal kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Propp beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door in totaal e<strong>en</strong><strong>en</strong>dertigfuncties. E<strong>en</strong> paar voorbeeld<strong>en</strong> van zogehet<strong>en</strong> 'Propp'-functies:-de held krijgt e<strong>en</strong> verbod opgelegd-de held overtreedt het verbod-de held krijgt advies van zijn raadgever-de valse held wordt ontmaskerd-<strong>en</strong>zovoorts.Deze Propp-functies hang<strong>en</strong> vaak nauw met elkaar sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> veelal in e<strong>en</strong> vaste volgordeword<strong>en</strong> ingebouwd. Propp traceerde op die manier e<strong>en</strong> universeel verhaalpatroon waarin de functies<strong>en</strong> de volgorde zijn vastgelegd. Later is aangetoond dat Propp's methode niet alle<strong>en</strong> van toepassingis op sprookjes, maar ook op andere typ<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>. Ook voor e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk aantal speelfilms is zijnmethode bruikbaar geblek<strong>en</strong>. Propp's grote verdi<strong>en</strong>ste is dat hij erin is geslaagd e<strong>en</strong> methode tevind<strong>en</strong> om verhal<strong>en</strong> op macroniveau te analyser<strong>en</strong>, onafhankelijk van de uitdrukkingsvorm.Ondanks dit succes is het <strong>en</strong>thousiasme voor Propp's systeem wat weggeëbd.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


In de eerste plaats omdat er nogal wat films zijn waarbij de analyse problematisch verloopt, bijvoorbeeldwanneer verschill<strong>en</strong>de verhaallijn<strong>en</strong> door elkaar lop<strong>en</strong>.In de tweede plaats omdat in Propp's systeem betek<strong>en</strong>isvorming wordt bestudeerd zonder rek<strong>en</strong>ingte houd<strong>en</strong> met het maatschappelijk functioner<strong>en</strong> van film <strong>en</strong> met de positie van de toeschouwer.Tot slot wordt Propp verwet<strong>en</strong> (Lévi-Strauss*) dat de syntagmatische analyse te veel gericht is op demanifeste inhoud van film terwijl bestudering van de veel belangrijker geachte, lat<strong>en</strong>te inhoud(connotaties) tev<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> paradigmatische analyse vergt.Paradigmatische structuurDe Franse dramatheoreticus Souriau* heeft e<strong>en</strong>zelfde soort analyse gemaakt als Propp, maar dan inde paradigmatische dim<strong>en</strong>sie: hij zet de tijd stil <strong>en</strong> beschrijft steeds welke rol de personages t<strong>en</strong>opzichte van elkaar vervull<strong>en</strong>. Souriau komt net als Propp tot de conclusie dat het verhaal isopgebouwd rond e<strong>en</strong> beperkt aantal roll<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt aantal dramatische situaties.Ook Lévi-Strauss heeft in zijn analyses veel nadruk gelegd op de paradigmatische aspect<strong>en</strong> van film.Onder verwijzing naar hoofdstuk vijf kunn<strong>en</strong> we de opvatting van Lévi-Strauss sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong> met destelling dat betek<strong>en</strong>is pas ontstaat als er sprake is van binaire of polaire opposities (teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>)tuss<strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e wat we zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e waarteg<strong>en</strong> dat moet word<strong>en</strong> afgezet. Hij volgt daarmeeJakobs<strong>en</strong> (zie Berger*) die stelt dat de binaire oppositie e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>teel mechanisme is in hetm<strong>en</strong>selijk d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Lévi-Strauss heeft zich vooral gericht op de culturele betek<strong>en</strong>is van myth<strong>en</strong>, zoalsdie in primitieve cultur<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Myth<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s hem e<strong>en</strong> soort 'oer'-verhal<strong>en</strong> die e<strong>en</strong>afspiegeling vorm<strong>en</strong> van de heers<strong>en</strong>de maatschappelijke patron<strong>en</strong>. Hij transponeert vervolg<strong>en</strong>s hetmythische d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> naar de moderne maatschappij <strong>en</strong> veronderstelt dat ons d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> handel<strong>en</strong>gestuurd wordt door diezelfde 'oer'-structur<strong>en</strong>. De stap naar de speelfilm is dan snel gemaakt: hetHollywood-produkt met daarin de 'all American dream' is niet meer dan e<strong>en</strong> moderne variant van demythe. War<strong>en</strong> in de middeleeuw<strong>en</strong> alle verhal<strong>en</strong> gebaseerd op de val van de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> de reddingdoor Christus' kruisiging, teg<strong>en</strong>woordig zijn ze veel meer gebaseerd op de 'jeugd, de verheerlijkingvan het lichaam <strong>en</strong> de band met het gezin' (Todorov in Lapsley*).Doordat de b<strong>en</strong>adering van Lévi-Strauss nadrukkelijk rek<strong>en</strong>ing houdt met de positie van detoeschouwer is zijn <strong>theorie</strong> veel vollediger <strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>der dan die van Propp. Zo is zijn methode instaat e<strong>en</strong> veel betere beschrijving te gev<strong>en</strong> van de culturele, ideologische <strong>en</strong> psychologischebetek<strong>en</strong>is van film (Bordwell*). In feite heeft hij het syntactisch georiënteerde werk van Propp e<strong>en</strong>meer semantische impuls gegev<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de ontwerpvraag spring<strong>en</strong> twee zak<strong>en</strong> in het oog.T<strong>en</strong> eerste blijkt dat we door te abstraher<strong>en</strong> van ar<strong>en</strong>a <strong>en</strong> actor<strong>en</strong> in staat zijn de geme<strong>en</strong>schappelijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van verhal<strong>en</strong> bloot te legg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> aantal van die wetmatighed<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we nadermoet<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> tweede blijkt dat aan binaire opposities e<strong>en</strong> belangrijke rol wordt toegedicht in de betek<strong>en</strong>isvorming.Deze vaststelling sluit goed aan bij de eerdere opmerking<strong>en</strong> over het dialectisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zoalsdat in de wet<strong>en</strong>schap, de journalistiek <strong>en</strong> het drama tot uiting komt (zie hoofdstuk twee).Cinematografische bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong>Structuur in film br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> we aan door de diverse onderdel<strong>en</strong> te selecter<strong>en</strong> <strong>en</strong> in e<strong>en</strong> min of meerlogische volgorde te plaats<strong>en</strong>. Daartoe zull<strong>en</strong> we eerst moet<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong> over welke onderdel<strong>en</strong> wehet hebb<strong>en</strong>. In film onderscheid<strong>en</strong> we van klein naar groot de volg<strong>en</strong>de cinematografischebouwst<strong>en</strong><strong>en</strong>:frame:shot:scène:frames zijn de afzonderlijke stilstaande beeld<strong>en</strong> die in snelleope<strong>en</strong>volging geprojecteerd de suggestie van beweging wekk<strong>en</strong>. Afhankelijkvan de technische specificaties van het medium word<strong>en</strong> 16 tot 30frames per seconde getoond.het shot is e<strong>en</strong> registratie van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zoals die zich voor decamera voltrekk<strong>en</strong> vanaf het mom<strong>en</strong>t dat de registratie wordt gestarttotdat deze wordt gestopt.e<strong>en</strong> scène toont e<strong>en</strong> afgerond handelingsverloop dat aan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


sequ<strong>en</strong>tie:plek gebond<strong>en</strong> is, bijvoorbeeld 'de taxi-scène' of 'de scène waarin decanule wordt ingebracht'. E<strong>en</strong> scène is doorgaans opgebouwd uit e<strong>en</strong>aantal afzonderlijke shots waarmee via montage de suggestie vancontinue actie wordt gewekt.e<strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong> groep van shots of e<strong>en</strong> groep van scènes die doore<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk elem<strong>en</strong>t met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> (Swain*). Hetgeme<strong>en</strong>schappelijk elem<strong>en</strong>t kan van alles zijn: e<strong>en</strong> thema('vakantiepret'), e<strong>en</strong> lokatie ('het bejaard<strong>en</strong>tehuis'), e<strong>en</strong> persoon('k<strong>en</strong>nismaking met X') <strong>en</strong>zovoorts. Iedere sequ<strong>en</strong>tie moet altijd tot e<strong>en</strong>conclusie leid<strong>en</strong> die van belang is voor het filmverhaal.Het onderscheid tuss<strong>en</strong> deze onderdel<strong>en</strong> is niet altijd helder. Vooral het bind<strong>en</strong>d principe van desequ<strong>en</strong>tie biedt veel ruimte voor verschill<strong>en</strong>de interpretatie. Als het geme<strong>en</strong>schappelijk elem<strong>en</strong>t decontinue actie is, valt de sequ<strong>en</strong>tie volledig sam<strong>en</strong> met de scène (<strong>en</strong> soms zelfs met het shot). Inhoofdstuk vijf is er al op gewez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> indeling als deze ge<strong>en</strong> grammaticale basis kan zijn voor defilmcode. E<strong>en</strong> kleinste betek<strong>en</strong>isdrag<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>heid (zoals het 'woord' in de taal) kan in film immersniet word<strong>en</strong> gedefinieerd.Deze indeling heeft vooral e<strong>en</strong> praktisch nut. Als we e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t will<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we op hetmeest globale niveau e<strong>en</strong> korte <strong>en</strong> heldere beschrijving van het filmverhaal moet<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. Het meestin aanmerking kom<strong>en</strong>de niveau daarvoor is dat van de sequ<strong>en</strong>tie. Door e<strong>en</strong> korte typering van deope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de sequ<strong>en</strong>ties ontstaat dan het treatm<strong>en</strong>t. Sommige auteurs vind<strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>ties tegedetailleerd voor het treatm<strong>en</strong>t <strong>en</strong> preferer<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nog globalere aanpak (Swain*). In ieder geval isduidelijk dat e<strong>en</strong> uitwerking op het niveau van scènes of shots in dit stadium niet zinvol is.Van de filmische bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn shots <strong>en</strong> scènes altijd chronologisch van karakter. Zij ton<strong>en</strong> immersaltijd e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is, die zich in de tijd voltrekt. Zelfs wanneer bij wijze van truckage e<strong>en</strong> shotachterstevor<strong>en</strong> wordt getoond -bijvoorbeeld als zich uit e<strong>en</strong> stapel scherv<strong>en</strong> e<strong>en</strong> glaz<strong>en</strong> schaal vormt-, wordt voor de kijker chronologie gesuggereerd.Bij de sequ<strong>en</strong>ties onderscheid<strong>en</strong> we de chronologische sequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de compilatiesequ<strong>en</strong>tie.In de chronologische sequ<strong>en</strong>tie staan de handeling<strong>en</strong> in hun onderlinge sam<strong>en</strong>hang c<strong>en</strong>traal. Descènes waaruit de sequ<strong>en</strong>tie is opgebouwd zijn chronologisch geord<strong>en</strong>d <strong>en</strong> staan veelal in causaalverband met elkaar. Tuss<strong>en</strong> de scènes kan soms e<strong>en</strong> tijdsprong zitt<strong>en</strong> die tot e<strong>en</strong> tijdverkorting leidt.De compilatiesequ<strong>en</strong>tie richt zich niet op het tijdsaspect, maar illustreert vaak e<strong>en</strong> wat abstracterthema door middel van e<strong>en</strong> aantal min of meer onafhankelijke shots of scènes. E<strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>tie rondhet thema 'ontspanning' kan m<strong>en</strong> bijvoorbeeld opbouw<strong>en</strong> met shots van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> terrasje,wandelaars, fietsers <strong>en</strong> kampeerders, zonder dat de volgorde iets met het tijdsverloop te mak<strong>en</strong>heeft. Door het ontbrek<strong>en</strong> van continue actie ontstaat betek<strong>en</strong>is door de geme<strong>en</strong>schappelijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de shots. Daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> geeft de compilatiesequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> passant e<strong>en</strong> indruk van deverscheid<strong>en</strong>heid aan verschijningsvorm<strong>en</strong>. De compilatiesequ<strong>en</strong>tie komt zeer veel voor in de nonfictionfilmom de simpele red<strong>en</strong> dat deze gecombineerd met e<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst debehandeling van abstractere thema's mogelijk maakt. De risico's zijn evid<strong>en</strong>t: wanneer e<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong>comm<strong>en</strong>taartekst verder ingaat op het thema <strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> maar meer van hetzelfde lat<strong>en</strong>zi<strong>en</strong>, is de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid snel verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>: wat rest is dan e<strong>en</strong> 'praatje bij e<strong>en</strong>plaatje...'. In zo'n geval is het zinvoller e<strong>en</strong> poging te do<strong>en</strong> om abstracte noties te vertal<strong>en</strong> naarconcrete gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of visualisaties <strong>en</strong> die in de film te monter<strong>en</strong>.Ord<strong>en</strong>ingsprincipesDe ord<strong>en</strong>ing van onderwerp<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> film is terug te vind<strong>en</strong> op het niveau van de sequ<strong>en</strong>tie.Sequ<strong>en</strong>ties hoev<strong>en</strong> helemaal niet in chronologische volgorde te word<strong>en</strong> geplaatst: er is niets op teg<strong>en</strong>om eerst e<strong>en</strong> aanrijding te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong> 'flash-back' de voorgeschied<strong>en</strong>is. Erkunn<strong>en</strong> twee red<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn om van e<strong>en</strong> chronologische ord<strong>en</strong>ing af te wijk<strong>en</strong>.In de eerste plaats kunn<strong>en</strong> de inhoud<strong>en</strong> zelf tot e<strong>en</strong> logische volgorde dwing<strong>en</strong>: will<strong>en</strong> we iemand hetmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> staartdeling aanler<strong>en</strong>, dan zull<strong>en</strong> we eerst het aftrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> moet<strong>en</strong>behandel<strong>en</strong>. De chronologie van het 'staartdel<strong>en</strong>' is daarmee doorbrok<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


In de tweede plaats kan de behoefte aan spanningsopbouw vrag<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de ord<strong>en</strong>ing. Deplot van e<strong>en</strong> detectivefilm begint vaak met de ontdekking van e<strong>en</strong> misdrijf, waarna stukje bij beetje detoedracht <strong>en</strong> voorgeschied<strong>en</strong>is word<strong>en</strong> blootgelegd. We conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons hier eerst op deinhoudelijke ord<strong>en</strong>ingsprincipes.Het aantal criteria waarop onderwerp<strong>en</strong> geord<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> is nag<strong>en</strong>oeg oneindig. Behalv<strong>en</strong>aar de tijd kunn<strong>en</strong> we ord<strong>en</strong><strong>en</strong> naar lokatie (geografisch), naar complexiteit, naar bek<strong>en</strong>dheid, naargrootte, naar kost<strong>en</strong>, naar acceptatie, naar afstand, naar person<strong>en</strong>, naar voorwerp<strong>en</strong>, naar kleur,naar gevoeligheid <strong>en</strong> naar allerlei andere categorieën die in de sequ<strong>en</strong>ties zijn te onderscheid<strong>en</strong>.Deze grote vrijheid maakt het kiez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geschikte ord<strong>en</strong>ing niet gemakkelijk. Waar het om gaatis e<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ingsprincipe te kiez<strong>en</strong> dat recht doet aan de communicatieve doelstelling<strong>en</strong> van de film.We zull<strong>en</strong> kort ingaan op de ord<strong>en</strong>ingsprincipes zoals die in e<strong>en</strong> aantal modell<strong>en</strong> voor instructiebeschrev<strong>en</strong> zijn. We besprek<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s het affectieve domein, het psychomotorischedomein <strong>en</strong> het cognitieve domein (zie ook hoofdstuk drie).-AffectiefAffectieve doel<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s Bandura* het beste word<strong>en</strong> bereikt door de doelgroep eerst teconfronter<strong>en</strong> met gew<strong>en</strong>st of ongew<strong>en</strong>st modelgedrag <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s k<strong>en</strong>nis over dat gedrag aan tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, waarna acceptatie of verwerping van dat gedrag optreedt. E<strong>en</strong> dergelijke aanpak is vaakterug te vind<strong>en</strong> in reclamefilms <strong>en</strong> postbus-51 spots (kijk<strong>en</strong> naar het gedrag, e<strong>en</strong> toelichting krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong>oordel<strong>en</strong>). Informatieverwerking vindt op deze wijze deels impliciet of onbewust plaats (zie ookhoofdstuk zes).E<strong>en</strong> geheel andere b<strong>en</strong>adering vind<strong>en</strong> we echter bij Kohlberg* die voorstelt morele onderwerp<strong>en</strong> ofdilemma's te behandel<strong>en</strong> in socratische discussies. Hij kiest daarbij voor e<strong>en</strong> cognitieveverwerkingslijn door de onderwerp<strong>en</strong> bewust <strong>en</strong> expliciet te besprek<strong>en</strong>. Daarbij is eerder sprake vane<strong>en</strong> logische ord<strong>en</strong>ing dan van e<strong>en</strong> chronologische ord<strong>en</strong>ing. Op het gebied van de betek<strong>en</strong>isvormingsluit zijn methode aan bij de binaire oppositie van de structuralist<strong>en</strong>.Diverse auteurs (Gagné*, Fleming*) wijz<strong>en</strong> er voorts op dat de effectiviteit van attitudebeïnvloedingvia film voor e<strong>en</strong> groot deel wordt bepaald door de reputatie <strong>en</strong> het gezag van de boodschapper.-PsychomotorischBij het aanler<strong>en</strong> van psychomotorische vaardighed<strong>en</strong> staat veelal e<strong>en</strong> stap-voor-stap b<strong>en</strong>aderingvoorop. Gagné stelt dat complexe handeling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedeeld in <strong>en</strong>kelvoudigedeelhandeling<strong>en</strong> die apart getraind moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal daarin staan het ton<strong>en</strong> vanmodelgedrag (voordo<strong>en</strong>), het lat<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het terugkoppel<strong>en</strong> op het vertoonde gedrag. In filmst<strong>en</strong> behoeve van het tal<strong>en</strong>onderwijs wordt steevast modelgedrag getoond ('hello, I am Walter..') <strong>en</strong>ruimte gebod<strong>en</strong> om te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> ('...geef zelf het antwoord na de bel': ding-dong...).Het aspect van de gedragsterugkoppeling is met film moeilijk te realiser<strong>en</strong>; wel kan in e<strong>en</strong> film word<strong>en</strong>gewez<strong>en</strong> op veelvoorkom<strong>en</strong>de fout<strong>en</strong>, of kan er terugkoppeling word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> op het gedrag vane<strong>en</strong> van de actor<strong>en</strong>. Via projectiemechanism<strong>en</strong> betrekt de kijker de terugkoppeling dan op zichzelf.Singer (Singer R. N.*) wijst voorts op het belang van m<strong>en</strong>tale oef<strong>en</strong>ing (het in gedacht<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>van de handeling). Deze extra stap zou het leerproces bevorder<strong>en</strong> (Gal'périn*).Tot slot moet er e<strong>en</strong> synthese van de totale handeling plaatsvind<strong>en</strong> door alle deelhandeling<strong>en</strong> aanelkaar te koppel<strong>en</strong>.-CognitiefOp het gebied van de cognitieve leerdoel<strong>en</strong> is nadrukkelijk aandacht besteed aan hetord<strong>en</strong>ingsvraagstuk. Alle instructiemodell<strong>en</strong> gaan uit van het principe dat leerstof op de e<strong>en</strong> of anderemanier van simpel naar complex moet word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>. In het grote aantal ord<strong>en</strong>ingswijz<strong>en</strong>onderscheid<strong>en</strong> Posner* <strong>en</strong> Strike vijf universele ord<strong>en</strong>ingsprincipes die afzonderlijk of in combinatiegebruikt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. We licht<strong>en</strong> deze principes toe aan de hand van ord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>dier<strong>en</strong>tuin.1. Omgevingsgerichte ord<strong>en</strong>ing: de wereld zoals wij die k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> staat model. In modernedier<strong>en</strong>tuin<strong>en</strong> wordt dit principe gehanteerd door dier<strong>en</strong> bij elkaar te zett<strong>en</strong> die ook in de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


natuur hun leefgebied del<strong>en</strong>: de giraff<strong>en</strong> bij de zebra's, <strong>en</strong>zovoorts. Het gaat dus om e<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing per biotoop. E<strong>en</strong> omgevingsgerichte ord<strong>en</strong>ing is daarom vaak geografisch vanaard.2. Thematische ord<strong>en</strong>ing: ord<strong>en</strong>ing vindt hier plaats op basis van e<strong>en</strong> conceptueelclassificatiecriterium, bijvoorbeeld kleur, soort, grootte. Artis is e<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin met e<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing op soort: alle reptiel<strong>en</strong> bij elkaar, alle ap<strong>en</strong> in het ap<strong>en</strong>huis, alle roofdier<strong>en</strong> in kleinekooi<strong>en</strong> naast elkaar, <strong>en</strong>zovoorts. De panters zitt<strong>en</strong> naast de tijgers terwijl deze soort<strong>en</strong>elkaar in de natuur nooit teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>.3. Ontdekkingsgerichte ord<strong>en</strong>ing: deze ord<strong>en</strong>ing hangt sam<strong>en</strong> met de wijze waarop viaonderzoek of red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nisinhoud<strong>en</strong> beschikbaar kom<strong>en</strong>. Dit criterium leidtbijvoorbeeld tot e<strong>en</strong> historische ord<strong>en</strong>ing of e<strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing gericht op bewijsvoering. E<strong>en</strong>dier<strong>en</strong>tuin kan bijvoorbeeld de ontwikkelingsgang schets<strong>en</strong> van primitieve diersoort<strong>en</strong> naarhogere diersoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarin op basis van sleutelinformatie het functioner<strong>en</strong> van hetevolutionair systeem verduidelijk<strong>en</strong>.4. Leerprocesgerichte ord<strong>en</strong>ing: in dit geval wordt sterk rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met depsychologische process<strong>en</strong> die het publiek tijd<strong>en</strong>s de k<strong>en</strong>nisverwerving moet doormak<strong>en</strong>.Belangrijke aanknopingspunt<strong>en</strong> zijn de voork<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> intellectuele vermog<strong>en</strong>s van dedoelgroep <strong>en</strong> de aard van de aangebod<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis. E<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>tuin die zich naar dit principeinricht zal het belangrijk vind<strong>en</strong> om direct na de <strong>en</strong>tree e<strong>en</strong> aantal bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong>repres<strong>en</strong>tatieve verteg<strong>en</strong>woordigers van elke soort te ton<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> leeuw (katachtig<strong>en</strong>), e<strong>en</strong>krokodil (reptiel<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> condor (roofvogels) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> konijn (knaagdier<strong>en</strong>). Het publiek wordtdaarmee op het juiste spoor gezet <strong>en</strong> kan zich vervolg<strong>en</strong>s verdiep<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verderedetaillering per soort.5. Toepassingsgerichte ord<strong>en</strong>ing: dit principe richt zich op het b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nis,bijvoorbeeld bij het oploss<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>. Will<strong>en</strong> we het publiek ler<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantaldiersoort<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong> dan moet<strong>en</strong> we het confronter<strong>en</strong> met soort<strong>en</strong> die erg opelkaar lijk<strong>en</strong> (de hazelworm <strong>en</strong> de adder) <strong>en</strong> daarbij de overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>.Reigeluth heeft in zijn elaboratie<strong>theorie</strong> e<strong>en</strong> groot aantal inzicht<strong>en</strong> over sequ<strong>en</strong>tiëring ver<strong>en</strong>igd (zieReigeluth* <strong>en</strong> Stein). Om zijn ord<strong>en</strong>ingsmodel toe te licht<strong>en</strong> gebruikt hij e<strong>en</strong> filmische metafoor, hetbekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> schilderij door de zoom-l<strong>en</strong>s van e<strong>en</strong> camera: bij bestudering beginn<strong>en</strong> we met e<strong>en</strong>shot van het hele schilderij zodat we de belangrijkste onderdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de belangrijkste relatiesdaartuss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bestuder<strong>en</strong>. Daarna zoom<strong>en</strong> we in op e<strong>en</strong> deel van het schilderij om van debelangrijkste onderdel<strong>en</strong> meer details te kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (deeluitwerking). Dan zoom<strong>en</strong> we weer terugwaardoor de plaats van de details in het geheel nog e<strong>en</strong>s wordt bevestigd. Vervolg<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> we opandere del<strong>en</strong> van het schilderij inzoom<strong>en</strong> <strong>en</strong> die in detail bestuder<strong>en</strong>.Deze b<strong>en</strong>adering steunt op drie basiselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:1. E<strong>en</strong> overzicht vooraf dat de belangrijkste k<strong>en</strong>nisbestanddel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> globaal niveauorganiseert. Reigeluth* hanteert hiervoor het woord 'epitoom', dat staat voor 'overzicht','miniatuur' of 'belichaming'. Het epitoom geeft op e<strong>en</strong> heel concreet niveau de hoofdlijn<strong>en</strong>van de inhoud weer.2. Ieder onderdeel wordt achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s uitgewerkt ('elaboration') totdat de gew<strong>en</strong>stemate van detail of complexiteit is bereikt. Reigeluth maakt daarbij e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>het aanler<strong>en</strong> van concept<strong>en</strong> (het wat), principes (het waarom) <strong>en</strong> procedures (het hoe).3. In tuss<strong>en</strong>tijdse sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> <strong>en</strong> overzicht<strong>en</strong> wordt voortdur<strong>en</strong>d het verband tuss<strong>en</strong> deonderdel<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt.Structurele hulpmiddel<strong>en</strong>E<strong>en</strong> volstrekt logische <strong>en</strong> verantwoorde ord<strong>en</strong>ing van inhoud<strong>en</strong> biedt echter onvoldo<strong>en</strong>de garantievoor het optred<strong>en</strong> van gew<strong>en</strong>ste leereffect<strong>en</strong>. Het simultaan gebruik van meerdere communicatiekanal<strong>en</strong><strong>en</strong> symboolsystem<strong>en</strong> in film impliceert dat de kijker wordt bestookt met e<strong>en</strong> groot aantalprikkels. Hij kan niet kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijgt alles over zich he<strong>en</strong> in het tempo <strong>en</strong> in de volgorde zoals door demakers bepaald. De kans dat de kijker wordt overvoerd, de draad kwijtraakt <strong>en</strong> afhaakt is dan ook<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


aanzi<strong>en</strong>lijk 16 . Op ess<strong>en</strong>tile punt<strong>en</strong> in de film moet<strong>en</strong> daarom hulpmiddel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingebouwd die dekijker ondersteun<strong>en</strong> bij het verstaan van de inhoud. We besprek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal mogelijkhed<strong>en</strong>, voorzover die van belang zijn op het globale niveau van het treatm<strong>en</strong>t:-Aankondiging<strong>en</strong>-Analogieën-Herhaling<strong>en</strong>-Sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong>-Verbinding<strong>en</strong>-Aankondiging<strong>en</strong>Aankondiging<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> film hebb<strong>en</strong> als functie de kijker voor te bereid<strong>en</strong> op datg<strong>en</strong>e wat gaat kom<strong>en</strong>.Onzekerheid <strong>en</strong> onduidelijkheid over het hoe, wat <strong>en</strong> waarom moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wegg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om tevoorkom<strong>en</strong> dat de kijker verwachting<strong>en</strong> krijgt die niet word<strong>en</strong> waargemaakt. Binn<strong>en</strong> de film vorm<strong>en</strong> defilmtitel <strong>en</strong> de op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tie eerste aankondiging<strong>en</strong>. Ook tuss<strong>en</strong>tijdse aankondiging<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>veelvuldig voor, zowel expliciet ('...<strong>en</strong> dan nu ....') als impliciet (bijvoorbeeld door e<strong>en</strong> verandering vansfeer).Aankondiging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> deels buit<strong>en</strong> de film word<strong>en</strong> geplaatst (zie de metacommunicatieve contextin hoofdstuk vijf). Bij televisie kunn<strong>en</strong> we terugvall<strong>en</strong> op de programmagids, programmatrailers (korteperiodiek uitgezond<strong>en</strong> aankondiging<strong>en</strong> om publiek te trekk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de omroeper, bij speelfilms kunn<strong>en</strong>we onze verwachting<strong>en</strong> baser<strong>en</strong> op de rec<strong>en</strong>sies <strong>en</strong> filmrubriek<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij onderwijsfilms hebb<strong>en</strong> we dehandleiding, het label op de videocassette of e<strong>en</strong> inleiding door de doc<strong>en</strong>t.-AnalogieënE<strong>en</strong> analogie legt e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> dat daar erg oplijkt. Zo kunn<strong>en</strong> we het onderwerp elektrische strom<strong>en</strong> introducer<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> vergelijking te mak<strong>en</strong>met strom<strong>en</strong>d water, of de werking van e<strong>en</strong> computer vergelijk<strong>en</strong> met de werking van het m<strong>en</strong>selijkbrein (of andersom). Naarmate het aantal overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> groter is voldoet de analogie beter. Metanalogieën is het gemakkelijk scor<strong>en</strong>, omdat nieuwe k<strong>en</strong>nis op e<strong>en</strong> globaal niveau in e<strong>en</strong> oud <strong>en</strong>bek<strong>en</strong>d model wordt geplaatst. E<strong>en</strong> analogie heeft vaak ook e<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>de functie. Toch is hetgebruik niet zonder risico: de verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> het geldigheidsgebied word<strong>en</strong> zeld<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adruktwaardoor gemakkelijk misverstand<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> groei<strong>en</strong> ('molecul<strong>en</strong> zijn biljartball<strong>en</strong>').De analogie is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> didactisch middel maar ook e<strong>en</strong> veel gebruikt cinematografischexpressiemiddel. In hoofdstuk vijf is gewez<strong>en</strong> op het belang van stijlfigur<strong>en</strong> als de metafoor <strong>en</strong> demetonymia (de trop<strong>en</strong>) die tot de analogieën kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d.-Herhaling<strong>en</strong>Letterlijke herhaling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in films zeld<strong>en</strong> vertoond. Ze zoud<strong>en</strong> gemakkelijk irritatie kunn<strong>en</strong>oproep<strong>en</strong>, omdat het lijkt alsof er aan het bevattingsvermog<strong>en</strong> van de kijker wordt getwijfeld. Toch zijntuss<strong>en</strong>tijdse herhaling<strong>en</strong> nodig om de kijker die iets gemist heeft weer op het juiste spoor te zett<strong>en</strong>.Meestal wordt dezelfde informatie nogmaals op e<strong>en</strong> andere wijze gepres<strong>en</strong>teerd. Wisseling vansymboolsysteem of communicatiekanaal blijkt tot betere leerresultat<strong>en</strong> (Fleming*) te leid<strong>en</strong>. Letterlijkeherhaling<strong>en</strong> zijn wel terug te vind<strong>en</strong> in reclamespots, bijvoorbeeld op de radio:'Zeg,... b<strong>en</strong> je al bij Esso geweest?''Bij Esso?''Ja bij Esso.''..En waarom zou ik dan naar Esso moet<strong>en</strong>?''Nou, bij Esso hebb<strong>en</strong> ze....'De merknaam wordt er ingehamerd alsof het brainwashing betreft. Daar komt bij dat de reclamespotszelf vaak herhaald word<strong>en</strong>. Het risico op irritatie is evid<strong>en</strong>t 17 .16 De capaciteit van ons korte termijn geheug<strong>en</strong> (het werkgeheug<strong>en</strong>) is beperkt. Miller ( G.A. Miller*)concludeert dat we maximaal zev<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> tegelijk kunn<strong>en</strong> bewerk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> zin die meer dandrie moeilijke woord<strong>en</strong> bevat leidt al tot problem<strong>en</strong> (Russell*). M<strong>en</strong> spreekt over 'woordinterfer<strong>en</strong>tie'.17 Er is binn<strong>en</strong> de reclamewereld e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>beweging ontstaan die er juist voor kiest merknam<strong>en</strong> niet<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


-Sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong>E<strong>en</strong> b_zonder soort herhaling is de sam<strong>en</strong>vatting. In e<strong>en</strong> korte terugblik passer<strong>en</strong> de belangrijksteconclusies nog e<strong>en</strong>s de revue. Reigeluth* stelt dat e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting kernachtig moet zijn <strong>en</strong>e<strong>en</strong>voudige maar typer<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong> moet bevatt<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>vatting markeert de afronding vane<strong>en</strong> programmaonderdeel <strong>en</strong> plaatst alle kijkers in dezelfde uitgangspositie voor het vervolg. E<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>vatting kan terugslaan op het laatstbehandelde onderdeel, maar kan ook cumulatief zijn in dezin dat het de stand van zak<strong>en</strong> tot nu toe weergeeft.Aankondiging <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting vorm<strong>en</strong> vaak e<strong>en</strong> logische twee-e<strong>en</strong>heid. Koumi* zegt hierover:'vertel wat je gaat do<strong>en</strong>' (aankondiging)'doe het''vertel wat je hebt gedaan' (sam<strong>en</strong>vatting)-Verbinding<strong>en</strong>Detailinformatie moet van tijd tot tijd in verband word<strong>en</strong> gebracht met het grotere geheel, met deveronderstelde voork<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> met al eerder behandelde details. Pas dan vindt e<strong>en</strong> zinvolle integratievan de verschill<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nisonderdel<strong>en</strong> plaats.Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film wordt de sam<strong>en</strong>hang bevorderd door af <strong>en</strong> toe ev<strong>en</strong> 'uit te zoom<strong>en</strong>' (zoals in de'zoom'-metafoor van Reigeluth) alvor<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> ander detail aan de orde te stell<strong>en</strong>.Verwarring ontstaat als het verband ontbreekt <strong>en</strong> de kijker zich gaat afvrag<strong>en</strong> waar hij eig<strong>en</strong>lijk naarzit te kijk<strong>en</strong> of waarom hem die scène eig<strong>en</strong>lijk wordt aangebod<strong>en</strong> (ergernis!). Zolang scènes opcorrecte wijze logisch of causaal met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> zal dat niet gebeur<strong>en</strong>. Maar als tweegeheel verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> vlak na elkaar behandeld word<strong>en</strong>, kan verwarring, twijfel <strong>en</strong>desoriëntatie ontstaan, t<strong>en</strong>zij de sam<strong>en</strong>hang afdo<strong>en</strong>de wordt aangegev<strong>en</strong>. Dat kan bijvoorbeeld doorde onderwerp<strong>en</strong> in te bedd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> logische verhaalcyclus, waarin functies als de aankondiging, deverbinding <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>vatting zijn ingebouwd: probleemstelling aankondiging onderwerp 1 onderwerp 2 verbinding oplossing sam<strong>en</strong>vattingDergelijke cycli kunn<strong>en</strong> veelvuldig <strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de niveaus in het filmverhaal word<strong>en</strong> ingebouwd.Het verbindingsstuk kan ev<strong>en</strong>tueel verplaatst word<strong>en</strong> naar het begin <strong>en</strong> kan dan ook de rol van deaankondiging overnem<strong>en</strong>. Wordt e<strong>en</strong> verbinding precies tuss<strong>en</strong> twee onderwerp<strong>en</strong> geplaatst, dansprek<strong>en</strong> we over e<strong>en</strong> brug. E<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig voorbeeld is het 'bruggetje' van de nieuwslezer:'...Van de overstroming<strong>en</strong> in Zuid-Frankrijk naar het weer in eig<strong>en</strong> land. Erwin, krijg<strong>en</strong> wehier ook hoog water...?'Al deze structurele hulpmiddel<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich op het verbeter<strong>en</strong> van de toegankelijkheid <strong>en</strong>begrijpelijkheid van de aangebod<strong>en</strong> informatie. Deels herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> we hierin de universele didactischeprincipes, zoals besprok<strong>en</strong> in hoofdstuk acht. Consequ<strong>en</strong>te toepassing van deze didactischemiddel<strong>en</strong> zal de communicatieve kracht van de film sterk verbeter<strong>en</strong>. We mog<strong>en</strong> immers nietverwacht<strong>en</strong> dat de aandacht <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>heid van de kijker alle<strong>en</strong> op inhoudelijke grond<strong>en</strong> kanword<strong>en</strong> vastgehoud<strong>en</strong>. Overe<strong>en</strong>komst tuss<strong>en</strong> de hier g<strong>en</strong>oemde hulpmiddel<strong>en</strong> is dat ze alleaangrijp<strong>en</strong> op het cognitieve proces. Met andere woord<strong>en</strong>: ze zijn alle werkzaam op het niveau vande hers<strong>en</strong>schors (zie hoofdstuk zes).of pas heel laat te noem<strong>en</strong>. De kijker piekert zich suf waar de commercial over gaat. De behoefte aane<strong>en</strong> antwoord groeit <strong>en</strong> na <strong>en</strong>ig uitstel wordt die behoefte bevredigd ('Mazda', 'NS').<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


E<strong>en</strong> ander krachtig instrum<strong>en</strong>t om de aandacht van de kijker te vang<strong>en</strong> is 'spanning': bij voldo<strong>en</strong>despanning zal niemand afhak<strong>en</strong>. Spanning grijpt veelal in op de diepere niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>br<strong>en</strong>gt daarom vaak e<strong>en</strong> onafw<strong>en</strong>dbare beïnvloeding van de emotionele <strong>en</strong> lichamelijke gesteldheidvan de kijker teweeg. Spanning kan ons adr<strong>en</strong>alinegehalte do<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>, spanning kan ons hetklamme angstzweet do<strong>en</strong> uitbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> spanning kan ons geobsedeerd op het puntje van de stoelplaats<strong>en</strong>. Kortom: spanning is e<strong>en</strong> van de meest aangewez<strong>en</strong> structurele hulpmiddel<strong>en</strong> die ons terbeschikking staan. Spanning <strong>en</strong> spanningsopbouw hang<strong>en</strong> nauw sam<strong>en</strong> met de positie van deactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge verhouding<strong>en</strong>. Het gaat erom het filmverhaal zodanig in elkaar te stek<strong>en</strong>dat de kijker voortdur<strong>en</strong>d wil wet<strong>en</strong> hoe het verder gaat. De rest van dit hoofdstuk is helemaal aanspanningsmechanism<strong>en</strong> gewijd.Het conflict als drijv<strong>en</strong>de krachtNiets is slaapverwekk<strong>en</strong>der dan te moet<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong> naar twee m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die het met elkaar e<strong>en</strong>s zijn. Inzo'n geval is de harmonie perfect: er wordt volop beaamd <strong>en</strong> ingestemd, kortom er is niets aan dehand. Dit soort situaties is helaas in veel non-fiction films aan te treff<strong>en</strong>. Gesprekk<strong>en</strong> zijn uitgebreidvoorgekookt, geïnterviewd<strong>en</strong> wordt ge<strong>en</strong> strobreed in de weg gelegd <strong>en</strong> confrontaties word<strong>en</strong>behoedzaam vermed<strong>en</strong>. Terwijl het soms zo aardig kan word<strong>en</strong> als iemand e<strong>en</strong>s afwijkt van hetprotocol, woed<strong>en</strong>d zijn talkshow-vrucht<strong>en</strong>sapje over tafel smijt <strong>en</strong> de studio uitbe<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> deel van decharme van live-uitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> is geleg<strong>en</strong> in dit soort onverwachte gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die er niet meeruitgeknipt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De vraag is waarom filmmakers vaak zo'n conflictvermijd<strong>en</strong>de houdingaannem<strong>en</strong>, terwijl het 'normale' m<strong>en</strong>selijk lev<strong>en</strong> toch doorspekt is van on<strong>en</strong>igheid, gekibbel, stek<strong>en</strong>onder water, schimpscheut<strong>en</strong> <strong>en</strong> polarisatie. Als e<strong>en</strong> conflict echt aan de oppervlakte komt, word<strong>en</strong>de maskers juist afgeworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> ton<strong>en</strong> de actor<strong>en</strong> hun ware gedaante: dat kan heftig <strong>en</strong> op<strong>en</strong>lijkgebeur<strong>en</strong>, maar ook subtiel <strong>en</strong> onderhuids. Het zijn de mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waar iedere<strong>en</strong> op af komt,vergelijkbaar met e<strong>en</strong> opstootje of scheldpartij op straat. K<strong>en</strong>nelijk voorziet agitatie of opwinding ine<strong>en</strong> primitieve m<strong>en</strong>selijke behoefte.Het is natuurlijk terecht dat filmmakers ervan uitgaan dat e<strong>en</strong> film degelijk in elkaar moet zitt<strong>en</strong>,soepel moet verlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeker niet aan incid<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong>. Ook in dit boek is bijherhaling betoogd dat alles zoveel mogelijk functioneel verantwoord <strong>en</strong> van te vor<strong>en</strong> doordacht moetzijn.Dat neemt niet weg dat teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel nadrukkelijker plaats zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>.Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> spanning op <strong>en</strong> spanning is nodig om de aandacht van de kijker vast tehoud<strong>en</strong>. We bevind<strong>en</strong> ons in dat opzicht in e<strong>en</strong> positie die vergelijkbaar is met die van e<strong>en</strong> toneelschrijver.Het is dan ook ge<strong>en</strong> toeval dat we bij de verhaalconstructie belangrijke steun kunn<strong>en</strong> vind<strong>en</strong>in de beproefde principes van het klassieke drama.Volg<strong>en</strong>s Egri* kom<strong>en</strong> alle gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> voort uit e<strong>en</strong> conflict: conflict wordt door hem gezi<strong>en</strong> als de'drijv<strong>en</strong>de kracht voor alle handeling<strong>en</strong>'. In het drama gaat het altijd over person<strong>en</strong> of partij<strong>en</strong> dieelkaar bedrieg<strong>en</strong>, hat<strong>en</strong> of naar het lev<strong>en</strong> staan. Iedere verstoring van de harmonie, iedere teg<strong>en</strong>stelling,ieder geschil vraagt om e<strong>en</strong> oplossing <strong>en</strong> leidt tot actie. Is er ge<strong>en</strong> conflict, dan gebeurt erniets. Dat geldt voor drama, dat geldt voor film.Conflict kan vele vorm<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong>, maar het komt altijd voort uit de ambities <strong>en</strong> streving<strong>en</strong> vanperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> de belemmering<strong>en</strong> die zij bij het realiser<strong>en</strong> daarvan ondervind<strong>en</strong>. Meestal gaat het omtwee of meer partij<strong>en</strong> met teg<strong>en</strong>gestelde belang<strong>en</strong> of gevoel<strong>en</strong>s. Maar soms kan er ook sprake zijnvan e<strong>en</strong> innerlijke tweestrijd (Hamlet). De term conflict verwijst niet alle<strong>en</strong> naar ruzie of on<strong>en</strong>igheid,maar heeft ook te mak<strong>en</strong> met problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> doelstelling<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> atleet die per se acht meter ver moetspring<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> winn<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> probleem. Spanning ontstaat door de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong>de ambities van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> die zij hebb<strong>en</strong> om hun ambities waar te mak<strong>en</strong>. 'Zal hetlukk<strong>en</strong> of niet?' is de vraag die de kijker voortdur<strong>en</strong>d bezighoudt. Is de afloop te zeer voorspelbaardan is er slechts sprake van e<strong>en</strong> schijnconflict dat snel als 'flauw' of 'oninteressant' zal word<strong>en</strong>afgedaan: e<strong>en</strong> kind van vijf jaar springt ge<strong>en</strong> acht meter ver.Het hoeft niet altijd om e<strong>en</strong> emotioneel conflict te gaan, zoals in het drama. Ook e<strong>en</strong> intellectueelconflict waarin het <strong>en</strong>e gelijk het andere gelijk wil dominer<strong>en</strong> levert spanning op. We rak<strong>en</strong> hier weer<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


aan het dialectisch d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> waarin voortdur<strong>en</strong>d teg<strong>en</strong>strijdige visies met elkaar geconfronteerdword<strong>en</strong> (zie hoofdstuk twee).Is e<strong>en</strong> conflict lat<strong>en</strong>t aanwezig, dan sprek<strong>en</strong> we van contrast. Contrast<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> vaak tot e<strong>en</strong> voelbarespanning zonder dat de kijker zich bewust is van e<strong>en</strong> conflict. De aanblik van Stan Laurel (de dunne)<strong>en</strong> Oliver Hardy (de dikke) met hun uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de postuur <strong>en</strong> uitstraling biedt e<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>d contrastdat model staat voor de totaal verschill<strong>en</strong>de karakters van de twee. Dit direct waarneembare contrastwerpt zijn schaduw vooruit op toekomstige conflict<strong>en</strong>. Contrast kan niet alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt omacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>, maar is ook e<strong>en</strong> stijlmiddel om spanning op te wekk<strong>en</strong>.Personage <strong>en</strong> karakterVoor e<strong>en</strong> filmmaker mag het vind<strong>en</strong> van conflict<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> probleem zijn. Die ligg<strong>en</strong> bij wijze vansprek<strong>en</strong> voor het oprap<strong>en</strong>. De research moet daar met name op zijn gericht. Maar het heeft ge<strong>en</strong> zine<strong>en</strong> film zo maar vol te propp<strong>en</strong> met conflict<strong>en</strong>. Waar het om gaat is dat de conflict<strong>en</strong> geloofwaardigzijn. En omdat conflict<strong>en</strong> nooit op zichzelf kunn<strong>en</strong> bestaan maar altijd voortkom<strong>en</strong> uit de streving<strong>en</strong><strong>en</strong> ambities van person<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> we er voor moet<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> dat deze person<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun motiev<strong>en</strong> <strong>en</strong>karaktereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> geloofwaardig zijn.Volg<strong>en</strong>s vele auteurs is de basis van al het drama geleg<strong>en</strong> in het karakter van de hoofdperson<strong>en</strong>.Hoewel het in eerste instantie de concrete handeling<strong>en</strong> zelf zijn die e<strong>en</strong> schouwspel het bekijk<strong>en</strong>waard mak<strong>en</strong> -wij war<strong>en</strong> immers uit op het ton<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>- zijn het juist de dieperligg<strong>en</strong>depersoonlijke motiev<strong>en</strong>, zoals die in het karakter beslot<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>, die gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> geloofwaardig <strong>en</strong>interessant mak<strong>en</strong>. Iedere handeling voltrekt zich dus op twee verschill<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>isniveaus: e<strong>en</strong>direct waarneembare fysieke handeling (d<strong>en</strong>otatief) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> veelal verborg<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is die naar hetkarakter verwijst (connotatief). Deze dubbele laag treff<strong>en</strong> we ook aan in het Engelse woord 'character'dat zowel staat voor het personage (de rol) als de geaardheid (het karakter) (zie Bal*, van Riemsdijk*).In het drama (<strong>en</strong> ook in de film) ler<strong>en</strong> wij de hoofdperson<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> uit de handeling<strong>en</strong> die zijverricht<strong>en</strong>. Karakter zelf is niet te zi<strong>en</strong>. Vaak zijn het kleine maar veelzegg<strong>en</strong>de signal<strong>en</strong> die ons instaat stell<strong>en</strong> om karakters raz<strong>en</strong>dsnel te peil<strong>en</strong> <strong>en</strong> te positioner<strong>en</strong>: m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis is niemand vreemd.E<strong>en</strong> directeur van e<strong>en</strong> bedrijf die zich uitgebreid laat film<strong>en</strong> voor zijn limousine toont daarmee nietalle<strong>en</strong> aan hoe rijk hij is (het personage), maar verraadt ook iets van zijn angst om niet belangrijkg<strong>en</strong>oeg gevond<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> (het karakter). Ev<strong>en</strong>zo is het beeld van de prototypische wet<strong>en</strong>schappermet pijp eerder interessant, omdat het zijn angst verraadt onvoldo<strong>en</strong>de gezag uit te stral<strong>en</strong> (inpsycho-analytische term<strong>en</strong>: overdekking met het teg<strong>en</strong>deel).Als er te weinig aandacht aan persoonlijke motiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> karakterk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de hoofdpersoonwordt besteed, heeft de kijker onvoldo<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> tot id<strong>en</strong>tificatie of projectie. Bijgevolgbeweg<strong>en</strong> de personages als holle popp<strong>en</strong> over het scherm. E<strong>en</strong> achtervolgingsscène kan dan nog zospectaculair in beeld zijn gebracht, echt onder de indruk rak<strong>en</strong> do<strong>en</strong> we niet. We zijn op dat gebiedimmers wel wat gew<strong>en</strong>d. Pas als de betrokk<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> als persoon lev<strong>en</strong>sechte <strong>en</strong> aannemelijkekaraktereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> we via id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong> projectie uit bij onszelf <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> weals het ware zelf de angst, het verdriet of de verlang<strong>en</strong>s van de hoofdpersoon.Og<strong>en</strong>schijnlijk niet ter zake do<strong>en</strong>de details waarvan we in eerste instantie g<strong>en</strong>eigd zijn teveronderstell<strong>en</strong> dat ze thuishor<strong>en</strong> in de categorie 'franje <strong>en</strong> aankleding' kunn<strong>en</strong> daarin e<strong>en</strong> belangrijkerol spel<strong>en</strong>. Naast de overweging<strong>en</strong> in hoofdstuk ti<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we hier dus nog e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om verme<strong>en</strong>defranje <strong>en</strong> aankleding niet te snel te diskwalificer<strong>en</strong>.De hoofdpersoon <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>streverE<strong>en</strong> hoofdpersoon moet iets will<strong>en</strong>. Als we in e<strong>en</strong> film over de troosteloosheid in de slopp<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> derde wereldland alle<strong>en</strong> maar lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe de bewoners in hun lot berust<strong>en</strong>, zal deaandacht snel verslapp<strong>en</strong>. Natuurlijk, de eerste impressie kan aangrijp<strong>en</strong>d, zelfs overdonder<strong>en</strong>d zijn,maar na e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> haakt de kijker af omdat richting <strong>en</strong> doel ontbrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> er alle<strong>en</strong> maar meervan hetzelfde wordt getoond. Het wordt pas interessant als we daar iemand teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> die depremisse tot lev<strong>en</strong> kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, die toch iets probeert te bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe dan ook probeert desituatie t<strong>en</strong> goede te ker<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De keuze van e<strong>en</strong> hoofdpersoon is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak.In de eerste plaats moet de kijker zich in de hoofdpersoon kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s Fleming*wordt de effectiviteit van de communicatie groter naarmate z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> ontvanger meerovere<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met elkaar verton<strong>en</strong> (herk<strong>en</strong>ning).In de tweede plaats moet<strong>en</strong> zijn streving<strong>en</strong> zodanig zijn dat het publiek die streving<strong>en</strong> kan invoel<strong>en</strong><strong>en</strong> overnem<strong>en</strong>. Hij mag daarom ook typisch m<strong>en</strong>selijke zwakhed<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> <strong>en</strong> (kleine) zond<strong>en</strong> offout<strong>en</strong> begaan (ook James Bond heeft zijn zwakke plekk<strong>en</strong>).Tot slot moet<strong>en</strong> de hoofdpersoon <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>strevers ongeveer van gelijke kracht zijn. Legt dehoofdpersoon bij de eerste teg<strong>en</strong>slag het hoofd al in de schoot, dan is het verhaal snel verteld.Conflict<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> dan niet tot ontwikkeling. Bij e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige krachtsverhouding is de afloopongewis, hetge<strong>en</strong> spanningverhog<strong>en</strong>d werkt. Het is als het beeld van twee gelijkwaardigetouwtrekkers die elk aan e<strong>en</strong> kant van het touw staan te trekk<strong>en</strong>. Hun doel is hetzelfde, hun handelingwordt bepaald door dat wat hun teg<strong>en</strong>strever doet. Zonder de e<strong>en</strong> is de ander niets: ze zijn volkom<strong>en</strong>van elkaar afhankelijk.Continue spanningE<strong>en</strong> rijke traditie in het opbouw<strong>en</strong> van spanning treff<strong>en</strong> we aan in het drama, <strong>en</strong> in het verl<strong>en</strong>gdedaarvan in de speelfilm. De dramatische wett<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong> deel zeker ook van toepassing op hetnon-fiction g<strong>en</strong>re (Swain*). Maar <strong>en</strong>ige reserve is op zijn plaats. Want anders dan in het theater of inde speelfilm is drama hier doorgaans ge<strong>en</strong> doel op zich. In het non-fiction g<strong>en</strong>re zull<strong>en</strong> we dramatischeprincipes veel meer moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als middel om tot e<strong>en</strong> boei<strong>en</strong>de vertelvorm te kom<strong>en</strong>, als 'truc'om de kijker bij de les te houd<strong>en</strong>.Anders dan Godard veronderstelt, behoeft e<strong>en</strong> filmische vertelling wel degelijk e<strong>en</strong> begin, e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> einde die op e<strong>en</strong> logische manier met elkaar verbond<strong>en</strong> zijn: introduceer e<strong>en</strong> hoofdpersoondie iets wil bereik<strong>en</strong> (begin), confronteer hem vervolg<strong>en</strong>s met obstakels die hem daarin belemmer<strong>en</strong>(midd<strong>en</strong>) <strong>en</strong> werk toe naar e<strong>en</strong> ontknoping (einde). Daarmee wordt e<strong>en</strong> verhaallijn geconstrueerd dievan begin tot eind de spanning tuss<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> bevat (de spanningsboog). Webesprek<strong>en</strong> nu kort hoe deze drie akt<strong>en</strong> van het verhaal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgebouwd:-het beginIn de eerste scènes van de film moet de aandacht van de kijker word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>. Egri* is vanm<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> langzame aanloop niet goed is. Hij pleit voor e<strong>en</strong> 'late point of attack': devoorgeschied<strong>en</strong>is weglat<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verhaal pas start<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat het ev<strong>en</strong>wicht wordtverstoord <strong>en</strong> het conflict op tafel komt. Met andere woord<strong>en</strong> het verhaal (de plot) begint op hetmom<strong>en</strong>t dat er sprake is van e<strong>en</strong> verandering (de eerste 'w<strong>en</strong>ding'). De hoofdperson<strong>en</strong> als dragersvan het conflict word<strong>en</strong> daarmee op natuurlijke wijze geïntroduceerd. De kijker krijgt direct duidelijkheidover de aard van de film <strong>en</strong> kan daarop concrete verwachting<strong>en</strong> baser<strong>en</strong>.-het midd<strong>en</strong>Na de op<strong>en</strong>ing moet het filmverhaal op gang word<strong>en</strong> gebracht. Er moet iets gebeur<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> ophet niveau van de handeling, maar ook op het niveau van het conflict. Egri* stelt dat conflict<strong>en</strong> nietstatisch mog<strong>en</strong> zijn: conflict<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich te ontwikkel<strong>en</strong> van klein naar groot. Hij wijst daarbij op dedynamiek zoals die al in de premisse beslot<strong>en</strong> ligt. De hoofdpersoon die zo dapper aan zijn taakbegon ontmoet steeds grotere obstakels op zijn pad. Op het mom<strong>en</strong>t dat de oplossing verder weg lijktdan ooit (de crisisscène) neemt het verhaal e<strong>en</strong> tweede, besliss<strong>en</strong>de w<strong>en</strong>ding: de hoofdpersoonneemt na alle teg<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> e<strong>en</strong> cruciale <strong>en</strong> onherroepelijke beslissing over de wijze waarop hij deproblem<strong>en</strong> gaat aanpakk<strong>en</strong>; de hoofdpersoon kiest <strong>en</strong> heeft daardoor ge<strong>en</strong> keus meer. Deze tweedew<strong>en</strong>ding markeert het einde van het tweede bedrijf. Het publiek weet dat het nu allemaal gaatgebeur<strong>en</strong>.het eindeHet slotbedrijf van de film zal uiteindelijk tot e<strong>en</strong> oplossing of conclusie moet<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Die oplossingvormt de ontknoping waar de kijker de hele tijd op heeft zitt<strong>en</strong> wacht<strong>en</strong>. Hier belev<strong>en</strong> we de climaxvan de film die meestal bestaat uit e<strong>en</strong> finale confrontatie tuss<strong>en</strong> de hoofdpersoon <strong>en</strong> zijn teg<strong>en</strong>-<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


strever, waarin het pleit wordt beslecht. Het gaat om de inlossing van de verwachting<strong>en</strong> die eerder inde film bij de kijker zijn gewekt 18 . De ontknoping moet plausibel <strong>en</strong> acceptabel zijn <strong>en</strong> mag niet te zeervoor de hand ligg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> anticlimax sluit onvoldo<strong>en</strong>de aan bij de gewekte verwachting<strong>en</strong>.Deze basisstructuur is bijna letterlijk af te beeld<strong>en</strong> op de drie onderdel<strong>en</strong> waaruit de premisse isopgebouwd. Maar ook op detailniveau hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met de steeds terugker<strong>en</strong>de structuurvan opzett<strong>en</strong>, ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> inloss<strong>en</strong>. Ess<strong>en</strong>tieel elem<strong>en</strong>t daarin is dat de kijker g<strong>en</strong>eigd is aan alleprikkels die hem bereik<strong>en</strong> bewust of onbewust betek<strong>en</strong>is toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Dat heeft ook e<strong>en</strong> keerzijde,want dat het betek<strong>en</strong>t dat elk detail dat <strong>en</strong>igszins in het oog springt verwachting<strong>en</strong> bij hem op zalroep<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> raar bloem<strong>en</strong>vaasje op tafel, e<strong>en</strong> scheefhang<strong>en</strong>d schilderij, het geluid van e<strong>en</strong> lekk<strong>en</strong>dekraan: alles roept verwachting<strong>en</strong> op die op e<strong>en</strong> zeker mom<strong>en</strong>t zull<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingelost (zie ookhoofdstuk vijf). De filmmaker zal derhalve zijn uiterste best moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om dit soort 'false cues' tevermijd<strong>en</strong>.Over de principes van de dramatische opbouw is e<strong>en</strong> groot aantal goede boek<strong>en</strong> beschikbaar. Dezericht<strong>en</strong> zich echter alle op toneel <strong>en</strong> speelfilm (o.a. Bal*, van Riemsdijk*, Egri*). Het is goed dezeprincipes in het achterhoofd te houd<strong>en</strong> als we ons met nonfiction bezighoud<strong>en</strong>. Klakkeloze toepassingin het nonfiction g<strong>en</strong>re zal echter ge<strong>en</strong> onverdeeld succes zijn. De vraag is hoe ver we in d<strong>en</strong>onfiction film moet<strong>en</strong> gaan om de motiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> karaktereig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de hoofdperson<strong>en</strong> blootte legg<strong>en</strong>. In het proefdierexperim<strong>en</strong>t (hoofdstuk twee) zal niemand werkelijk geïnteresseerd zijn inhet zielelev<strong>en</strong> of de thuissituatie van de onderzoeker die de operatie uitvoert. De kijker probeert metname iets op te stek<strong>en</strong> van het proces van operer<strong>en</strong>. Maar als we will<strong>en</strong> dat de kijker meeleeft met dehandeling <strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins kan invoel<strong>en</strong> wat het betek<strong>en</strong>t om zo'n operatie uit te voer<strong>en</strong>, dan zull<strong>en</strong> depersoonlijke overweging<strong>en</strong>, aarzeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> twijfels van de hoofdpersoon zeker aandacht moet<strong>en</strong>krijg<strong>en</strong>. Dat kan grot<strong>en</strong>deels functioneel <strong>en</strong> zakelijk blijv<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door te conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> optechnische risico's <strong>en</strong> mogelijke complicaties (obstakels) die de onderzoeker op zijn weg ontmoet.Veronachtzaming van die persoonlijke tek<strong>en</strong>ing maakt dat ook hier de actor<strong>en</strong> als afstandelijkepopp<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> figurer<strong>en</strong>, waar zij eig<strong>en</strong>lijk id<strong>en</strong>tificatieobject zoud<strong>en</strong> behor<strong>en</strong> te zijn.De op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tieDe op<strong>en</strong>ingsscène van e<strong>en</strong> film moet krachtig <strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatief zijn, omdat deze in belangrijke matebepaalt hoe de kijker de film zal ondergaan.Al in de eerste shots van de film moet de aandacht van de kijker word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> ervanuitgaan dat die aandacht 'veroverd' moet word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat de kijker in het 'zap'-tijdperk ge<strong>en</strong> geduldheeft om alles e<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> rustig op gang te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> halve minuut wil hij wet<strong>en</strong> waarhij aan toe is 19 . De op<strong>en</strong>ing moet daarom spectaculair zijn in de letterlijke betek<strong>en</strong>is: het bekijk<strong>en</strong>waard. Met zo'n 'audiovisual hook' (Swain*, Koumi*) moet snel <strong>en</strong> direct de nieuwsgierigheid word<strong>en</strong>gewekt.Maar spektakel om het spektakel heeft ge<strong>en</strong> zin.De verwachting<strong>en</strong> die door de op<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gewekt moet<strong>en</strong> in het vervolg van de film word<strong>en</strong>bewaarheid. Vanaf de eerste scènes moet de juiste toon word<strong>en</strong> aangeslag<strong>en</strong>. Voorts moet hetvervolg van de film op e<strong>en</strong> logische wijze uit de op<strong>en</strong>ing voortkom<strong>en</strong>. Om duidelijkheid te verschaff<strong>en</strong>is het zaak de uitgangssituatie zo snel mogelijk te bevestig<strong>en</strong>: wie, wat, waarom, waar <strong>en</strong> wanneer(Bloch*). De hoofdpersoon moet word<strong>en</strong> geïntroduceerd <strong>en</strong> de probleemstelling of het (dreig<strong>en</strong>de)conflict moet duidelijk zijn. De op<strong>en</strong>ing moet bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als voorproefje of warming-upvoor hetge<strong>en</strong> gaat kom<strong>en</strong> (zie ook hoofdstuk acht).18 Bloch* <strong>en</strong> Fadiman mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> confrontatie, verplichte scène, climax <strong>en</strong>ontknoping. In de <strong>praktijk</strong> is dit onderscheid niet altijd helder aan te gev<strong>en</strong> (zie van Riemsdijk*).19 Uit onderzoek blijkt dat de kijker gemiddeld 122 keer per uur van kanaal wisselt (bij e<strong>en</strong> aanbod vanveertig televisiekanal<strong>en</strong>). Dat blijkt ruim drie keer zo hoog te zijn als de proefperson<strong>en</strong> zelf d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>(Ferguson*).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Spectaculaire op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn in vrijwel iedere film aan te treff<strong>en</strong>. Computerondersteundebeeldbewerkingstechniek<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ige bezi<strong>en</strong>swaardige 'leader' of 'intro' opgeleverd. Dekeerzijde daarvan kunn<strong>en</strong> we in veel films waarnem<strong>en</strong>: na e<strong>en</strong> spectaculair begin zakk<strong>en</strong> tempo <strong>en</strong>spanning op e<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kelijke manier in elkaar. De verwachting<strong>en</strong> die met dergelijke op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gewekt, kunn<strong>en</strong> veelal niet word<strong>en</strong> bewaarheid.Als (willekeurig) voorbeeld van zo'n vroege anticlimax wijz<strong>en</strong> we op de scheikundecursus 'Chemie,molecul<strong>en</strong> op maat' van Teleac (1989). De op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tie van e<strong>en</strong> minuut bestaat uit e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>fraaie als kostbare driedim<strong>en</strong>sionale computeranimatie van rondvlieg<strong>en</strong>de elektron<strong>en</strong> <strong>en</strong> reager<strong>en</strong>demolecul<strong>en</strong>. Dit blijkt pure 'Aug<strong>en</strong>kitzel'; de rest van het programma blijkt te bestaan uit e<strong>en</strong> mevrouwdie in e<strong>en</strong> standaard studiodecor op e<strong>en</strong> weinig aansprek<strong>en</strong>de wijze haar informatieve tekst<strong>en</strong>opleest. De makers hadd<strong>en</strong> in de op<strong>en</strong>ing beter e<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>de proef kunn<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> (de ess<strong>en</strong>tie vande chemie) <strong>en</strong> die naderhand, ev<strong>en</strong>tueel met e<strong>en</strong> functionele computeranimatie, kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.Opvall<strong>en</strong>d veel op<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong> te bestaan uit e<strong>en</strong> compilatie van ess<strong>en</strong>tiële mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit de film(vaak ondersteund met muziek). Het voordeel daarvan is dat de kijker snel e<strong>en</strong> visuele indruk kankrijg<strong>en</strong> van wat er gaat kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> groot bezwaar is echter dat de shots in e<strong>en</strong> compilatie nietcausaal sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> <strong>en</strong> er slechts e<strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tarische indruk ontstaat. Het ton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>concreet voorbeeld dat de kern van de problematiek duidelijk maakt, is in dat opzicht veel effectiever.Spektakel <strong>en</strong> duidelijkheid alle<strong>en</strong> zijn niet g<strong>en</strong>oeg: de kijker zal zich betrokk<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> omaandachtig te blijv<strong>en</strong>. Hij zal simpelweg kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 'ja, dit wil ik zi<strong>en</strong>' <strong>en</strong> 'nee, dit wil ik niet zi<strong>en</strong>'. Alheel vroeg in de film moet het ijs gebrok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>: de kijker moet 'ja' kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>, alsof het gaatom het sluit<strong>en</strong> van vri<strong>en</strong>dschap. Pas als hij zich kan herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in het vertoonde, als hij zichpersoonlijk aangesprok<strong>en</strong> voelt, volg<strong>en</strong> overname <strong>en</strong> acceptatie. Om dat te bewerkstellig<strong>en</strong> zal deop<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> op de voork<strong>en</strong>nis, verwachting<strong>en</strong>, belangstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>die bij de doelgroep word<strong>en</strong> verondersteld.Komt die betrokk<strong>en</strong>heid niet tot stand, dan krijgt het kijk<strong>en</strong> -voor zover dat nog plaatsvindt- ietsplichtmatigs. De kijker laat alle prikkels op e<strong>en</strong> passieve manier over zich he<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (de tvkijkhouding:apathisch, onderuit gezakt, e<strong>en</strong> zak chips op schoot <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>d aan betere tijd<strong>en</strong>). Vanactieve verwerking kan in zo'n geval ge<strong>en</strong> sprake zijn.We kunn<strong>en</strong> concluder<strong>en</strong> dat de op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tie in sterke mate moet sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de film alsgeheel. Het ligt dan ook voor de hand de op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tie pas te schrijv<strong>en</strong> als we de rest van defilm hebb<strong>en</strong> ingevuld.Spanningverhog<strong>en</strong>de techniek<strong>en</strong>Spanning is e<strong>en</strong> noodzakelijke compon<strong>en</strong>t om de aandacht van de kijker vast te houd<strong>en</strong>. Ook defilmmaker die e<strong>en</strong> zakelijke instructiefilm wil mak<strong>en</strong>, zal zich moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> op welke wijze hij deaandacht van de kijker van begin tot eind kan vasthoud<strong>en</strong>, met andere woord<strong>en</strong> welkespanningwekk<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> nodig zijn. Daarbij hoeft niet mete<strong>en</strong> gedacht te word<strong>en</strong> aanopwind<strong>en</strong>de achtervolgingsscènes of vechtpartij<strong>en</strong>. Spanning kan ook op meer subtiele wijze effectiefword<strong>en</strong> toegepast.Het zou onjuist zijn spanning als e<strong>en</strong> additioneel stijlmiddel te beschouw<strong>en</strong> dat achteraf naar behoefteals e<strong>en</strong> fruitig sausje kan word<strong>en</strong> toegevoegd. Spanning wordt algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als besliss<strong>en</strong>dk<strong>en</strong>merk dat e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>heid vormt met de inhoud <strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is van het verhaal <strong>en</strong> dat in sterke mate deaandacht richt op het vervolg <strong>en</strong> het slot. Spanning vergroot de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> aandacht van dekijker <strong>en</strong> stimuleert zijn d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong>. In die zin is spanning op te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> didactisch middel.Spanning is e<strong>en</strong> verzamelterm waarin e<strong>en</strong> groot aantal onderscheiding<strong>en</strong> is aan te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Wemak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> intellectuele spanning <strong>en</strong> emotionele spanning.Intellectuele spanning doet zich voor als de kijker geconfronteerd wordt met e<strong>en</strong> vraag, probleem ofred<strong>en</strong>ering waarvoor <strong>en</strong>ig d<strong>en</strong>kwerk is vereist. Dit soort spanning treff<strong>en</strong> we aan in bijvoorbeeld dedetectivefilm ('Whodunnit') of e<strong>en</strong> quiz-programma. Ook e<strong>en</strong> inhoudelijk interessant onderwerp kanintellectuele spanning oproep<strong>en</strong>. Drijv<strong>en</strong>de kracht bij intellectuele spanning is de nieuwsgierigheidvan de kijker.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Emotionele spanning kan ontstaan doordat de kijker positie kiest door id<strong>en</strong>tificatie met e<strong>en</strong> van dehoofdperson<strong>en</strong>. Veel emotionele spanning komt tot stand door associaties op e<strong>en</strong> onbewust niveau.Afhankelijk van de aard van de emotie sprek<strong>en</strong> we over komische spanning (humor), tragische spanning,angstige spanning, <strong>en</strong>zovoorts.De eerder besprok<strong>en</strong> indeling 'begin, midd<strong>en</strong> <strong>en</strong> eind' garandeert e<strong>en</strong> intrinsieke spanningsopbouwgedur<strong>en</strong>de het hele verhaal. Daarnaast kunn<strong>en</strong> op allerlei niveaus constructies word<strong>en</strong> aangebrachtdie tot verhoging van de spanning kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. We besprek<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s:1. het wekk<strong>en</strong> van verwachting<strong>en</strong>2. het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> van teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>3. de k<strong>en</strong>nisvoorsprong4. de k<strong>en</strong>nisachterstand5. het uitstel6. de herk<strong>en</strong>ning7. de pathetische uitbarstingDe eerste vijf techniek<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> direct sam<strong>en</strong> met de manier waarop de film is opgebouwd(imman<strong>en</strong>te techniek<strong>en</strong>). Ze staan los van de individuele kijker. K<strong>en</strong>nisvoorsprong of uitstel zal vooralle kijkers op gelijke wijze tot stand kom<strong>en</strong>.Herk<strong>en</strong>ning <strong>en</strong> medelev<strong>en</strong> zijn daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> direct gerelateerd aan de persoonlijke beleving van dekijker. De spanningsbeleving zal per persoon zeer verschill<strong>en</strong>d zijn <strong>en</strong> sterk afhang<strong>en</strong> van deindividuele k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> persoonlijkheidseig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de kijker (refer<strong>en</strong>tiële techniek<strong>en</strong>).1. Het wekk<strong>en</strong> van verwachting<strong>en</strong> (doelgerichte prospectiviteit)Als er verwachting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewekt will<strong>en</strong> we als kijker ook wet<strong>en</strong> of <strong>en</strong> hoe die word<strong>en</strong> ingelost. Dekijker heeft de neiging aan iedere gebeurt<strong>en</strong>is betek<strong>en</strong>is toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>; daarom zull<strong>en</strong> er ook altijdverwachting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewekt (de kijker weet natuurlijk ook dat e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>is niet voor niets wordtgetoond). Maar lang niet iedere gebeurt<strong>en</strong>is roept spanning op. Spanning ontstaat pas als deinlossing van die verwachting onzeker is of wanneer verschill<strong>en</strong>de verwachting<strong>en</strong> met elkaarconcurrer<strong>en</strong> (wordt het A of wordt het B?). In hoofdstuk drie is er al op gewez<strong>en</strong> dat de betrokk<strong>en</strong>heidvan de kijker kan word<strong>en</strong> versterkt door slechts gedeeltelijke informatie over het vervolg teverstrekk<strong>en</strong> (Pfister*). We besprek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar veelvoorkom<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong>.-de expliciete aankondigingIedere aankondiging wekt verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> is daarmee in staat spanning op te bouw<strong>en</strong>.We onderscheid<strong>en</strong> de late of lokale aankondiging <strong>en</strong> de vroegtijdige of globaleaankondiging.Bij e<strong>en</strong> late of lokale aankondiging is de spanningsboog kort. Het aangekondigde volgtdirect op de aankondiging: '..<strong>en</strong> dan kijk<strong>en</strong> we nu hoe dit in zijn werk gaat...' of 'O jong<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meisjes, Sinterklaas kan nu elk og<strong>en</strong>blik binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>...!'.E<strong>en</strong> vroegtijdige aankondiging verwijst naar iets dat pas veel later aan de orde komt: 'Strakszull<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> hoe dit allemaal in zijn werk gaat.' Als de spanningsboog te lang wordt kanhet zijn dat de kijker de aankondiging allang weer is verget<strong>en</strong>. Daarmee is ook de spanningverdw<strong>en</strong><strong>en</strong>.-de impliciete aankondigingDe kijker moet nu zelf de aankondiging uit de context opmak<strong>en</strong>. Hiertoe staat de filmmakere<strong>en</strong> rijk ars<strong>en</strong>aal aan instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ter beschikking. Letterlijk alles wat er te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te hor<strong>en</strong>is kan e<strong>en</strong> signaal zijn dat zijn licht vooruit werpt op kom<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>; iedereverandering van sfeer, door muziek, belichting of cameravoering kan door de kijker als e<strong>en</strong>aankondiging word<strong>en</strong> opgevat.In commercials wordt vaak eerst e<strong>en</strong> aantal produkteig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Deproduktnaam wordt pas later onthuld maar is daarmee wel impliciet aangekondigd: 'Het iskoel, fris, tintel<strong>en</strong>d........ Het is Pepsi...'<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


E<strong>en</strong> impliciete aankondiging kan ook verstopt zitt<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> expliciete aankondiging: 'Lat<strong>en</strong>we eerst e<strong>en</strong>s kijk<strong>en</strong> hoe dit in zijn werk gaat...' Met andere woord<strong>en</strong>: straks komt er nogmeer.Soms kan de kijker e<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>is letterlijk zi<strong>en</strong> aankom<strong>en</strong>, bijvoorbeeld bij hetbeeld van e<strong>en</strong> kraan waaruit langzaam e<strong>en</strong> druppel groeit die weldra zal vall<strong>en</strong>, of niet....Spann<strong>en</strong>d!-de aspecifieke aankondigingHoe paradoxaal ook: nieuwsgierigheid kan word<strong>en</strong> gewekt met e<strong>en</strong> aankondiging die ge<strong>en</strong>informatie geeft over wat er komt. 'Wij mak<strong>en</strong> u er op att<strong>en</strong>t dat de beeld<strong>en</strong> minder geschiktzijn voor jeugdige kijkers...' of 'En dan nu iets heel anders...' (vrij naar Monty Python). Zo'naspecifieke aankondiging geeft aan dat er iets nieuws komt, dat het heel interessant is <strong>en</strong>dat het ons zeker zal bevall<strong>en</strong>, maar verklapt verder niets. De informatie wordt opzettelijkonvolledig gehoud<strong>en</strong> om spanning te creër<strong>en</strong>. Het stimuleert de betrokk<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> e<strong>en</strong>actieve houding van de kijker.Deze aspecifieke aankondiging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zowel impliciet als expliciet zijn.-zaai<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogst<strong>en</strong>Soms realiser<strong>en</strong> we ons pas achteraf dat we e<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>is hadd<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>zi<strong>en</strong> aankom<strong>en</strong>: 'Oh ja natuurlijk, ik had het kunn<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>...' Het gaat om de inlossing vane<strong>en</strong> aankondiging die we in eerste instantie over het hoofd hebb<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> og<strong>en</strong>schijnlijkonbelangrijk detail fungeert dan als e<strong>en</strong> gecamoufleerde aankondiging voor e<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>degebeurt<strong>en</strong>is. Deze techniek van 'zaai<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogst<strong>en</strong>' ('set-up and pay-off', Bloch*)wordt veel in speelfilms <strong>en</strong> detective-series toegepast. De politiecommissaris heeft hetmoordwap<strong>en</strong> de hele tijd voor het oprap<strong>en</strong>, maar ziet het (ev<strong>en</strong>als het publiek) over hethoofd. De techniek van zaai<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogst<strong>en</strong> vertoont overe<strong>en</strong>komst met de eerder besprok<strong>en</strong>'verbinding<strong>en</strong>': er wordt e<strong>en</strong> (onverwacht) verband gelegd tuss<strong>en</strong> twee uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>deonderwerp<strong>en</strong>.-de tijdslimietIedere aflevering van James Bond eindigt met e<strong>en</strong> tijdslimiet (time-lock): 'Binn<strong>en</strong> 10 minut<strong>en</strong>zal de bom afgaan...'. Pas in de laatste seconde zal James de bom onschadelijk wet<strong>en</strong> temak<strong>en</strong>. Deze techniek is, zelfs als we als de afloop al k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, goed voor e<strong>en</strong> aantalspann<strong>en</strong>de scènes. Het principe van de tijdslimiet vindt ook ruime toepassing in de spelshow,de quiz <strong>en</strong> de sport.Op subtielere wijze treff<strong>en</strong> we de tijdslimiet aan in gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussies wanneer e<strong>en</strong>van de gesprekspartners voor het blok wordt gezet om zich over iets uit te sprek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>pijnlijke stilte valt in dezelfde categorie.De tijdslimiet kan bij alle tijdkritische process<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> als spanningsmiddelword<strong>en</strong> gebruikt.2. Het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> van teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>Al eerder hebb<strong>en</strong> we aangegev<strong>en</strong> dat de teg<strong>en</strong>stelling (het conflict) e<strong>en</strong> structureel middel is omspanning op te wekk<strong>en</strong>. Het gaat daarbij om het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verstor<strong>en</strong> van deharmonie. We besprek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal variant<strong>en</strong>:-obstakelsObstakels (hinderniss<strong>en</strong> of belemmering<strong>en</strong>) vergrot<strong>en</strong> de teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> het strev<strong>en</strong><strong>en</strong> de mogelijkheid om dat strev<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong>. Obstakels leid<strong>en</strong> altijd tot e<strong>en</strong> confrontatie,waarvan we het resultaat will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>. In film kan sprake zijn van fysieke obstakels(hekk<strong>en</strong>, tralies, afstand<strong>en</strong>), intellectuele obstakels (complexiteit, dubbelzinnigheid) <strong>en</strong>emotionele obstakels (angst, verleg<strong>en</strong>heid). Soms hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met obstakels bijhet publiek (houding, vooroordel<strong>en</strong>) (Bloch*).In zijn algeme<strong>en</strong>heid geldt: hoe later in de film, des te groter de obstakels. Obstakels kom<strong>en</strong>voor de hoofdpersoon altijd ongeleg<strong>en</strong>. Ze zorg<strong>en</strong> altijd voor verder uitstel van de oplossing<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


van het probleem of conflict (zie ook bij 'uitstel' hieronder).-conflict <strong>en</strong> contrastHet belang van conflict<strong>en</strong> is al eerder toegelicht. Contrast<strong>en</strong> zijn intrinsiek prikkel<strong>en</strong>d, omdatze verschill<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong>. Door binaire oppositie wordt de betek<strong>en</strong>isvorming pregnanter<strong>en</strong> indring<strong>en</strong>der. De pres<strong>en</strong>tatie van uiterst<strong>en</strong> geeft bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> houvast bij e<strong>en</strong> relatievepositionering van person<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Contrast<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> direct word<strong>en</strong>waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (in één beeld zowel zwart als wit), maar ook sequ<strong>en</strong>tieel (na elkaar,bijvoorbeeld: eerst reg<strong>en</strong>, dan zonneschijn). De eerste vorm heeft te mak<strong>en</strong> met de<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering <strong>en</strong> fotografie; de laatste vorm heeft e<strong>en</strong> temporeel karakter <strong>en</strong> hangt sam<strong>en</strong>met de afwisseling van sequ<strong>en</strong>ties, scènes of shots. Parallelmontage van twee verhaallijn<strong>en</strong>valt in deze laatste categorie.-teg<strong>en</strong>actie (counteraction)Contrast<strong>en</strong> die ontaard<strong>en</strong> in teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer 'dramatische' ladingkrijg<strong>en</strong>.De teg<strong>en</strong>strijdigheid kan zitt<strong>en</strong> in de handeling van de actor<strong>en</strong>, bijvoorbeeld als iemand huiltvan vreugde, lacht van wanhoop of als iemand woed<strong>en</strong>d uitschreeuwt: 'Ik b<strong>en</strong> nièt boos!!!'.Conflicter<strong>en</strong>de emoties zijn altijd goed voor tran<strong>en</strong> bij het publiek. D<strong>en</strong>k bijvoorbeeld aane<strong>en</strong> slotscène waarin de held het probleem oplost (blij), maar tegelijkertijd afscheid moetnem<strong>en</strong> (droevig).In het dierproefexperim<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> we counteraction aantreff<strong>en</strong> bij de onderzoeker die derat eerst over zijn kop aait <strong>en</strong> hem vervolg<strong>en</strong>s op<strong>en</strong>snijdt.De teg<strong>en</strong>strijdigheid kan ook wortel<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verschil tuss<strong>en</strong> de manifeste betek<strong>en</strong>is vane<strong>en</strong> scène <strong>en</strong> de onderligg<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is zoals die uit de vormgeving of ar<strong>en</strong>a tot uitingkomt (d<strong>en</strong>otatie-connotatie). Bloch noemt als voorbeeld de soldaat die sneuvelt tijd<strong>en</strong>s hetplukk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bloem. In de sfeer van humor zoud<strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan twee person<strong>en</strong>die bungel<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> vliegtuigvleugel converser<strong>en</strong> over het weer 20 .-de clou (twist)E<strong>en</strong> 'twist' is e<strong>en</strong> onvoorzi<strong>en</strong>e, verrass<strong>en</strong>de w<strong>en</strong>ding waardoor er e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling ontstaattuss<strong>en</strong> verwachting <strong>en</strong> inlossing. Terwijl de kijker e<strong>en</strong> keuze verwacht tuss<strong>en</strong> inlossing A ofB, wordt hij geconfronteerd met het onverwachte vervolg C, dat de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>geheel ander daglicht plaatst. Zo'n soort clou moet niet alle<strong>en</strong> verrass<strong>en</strong>d zijn maar ookplausibel, zodat er ge<strong>en</strong> verwerping optreedt. De kijker moet op e<strong>en</strong> aang<strong>en</strong>ame manierword<strong>en</strong> verrast dan wel gefopt. De twist komt zeer veel voor in de comedy <strong>en</strong> in commercials.E<strong>en</strong> commercialvoorbeeld: E<strong>en</strong> stoei<strong>en</strong>de vader <strong>en</strong> zoon word<strong>en</strong> door de moeder totde orde geroep<strong>en</strong>: 'Zeg zou jij niet e<strong>en</strong>s aan je huiswerk beginn<strong>en</strong>?'. Daarop druipt vaderbedremmeld af naar bov<strong>en</strong>. Slotcomm<strong>en</strong>taar: 'E<strong>en</strong> NVM-makelaar is leerplichtig tot dep<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>gerechtigde leeftijd.' (NVM-commercial 1994). Ook het verzekeringsvoorbeeld inhoofdstuk ti<strong>en</strong> bevat e<strong>en</strong> twist.Bloch* geeft e<strong>en</strong> voorbeeld van Hitchcock: in 'Psycho' blijkt de moeder van hoofdpersoonNorman Bates (Antony Perkins) al jar<strong>en</strong> dood in de kamer te zitt<strong>en</strong>.-de dialoogIn dialog<strong>en</strong> is sprake van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> de manier waarop het gesprek gevoerdwordt <strong>en</strong> de letterlijke inhoud van de uitgewisselde tekst<strong>en</strong>. Bloch* stelt kernachtig: 'Dedialoog is e<strong>en</strong> leug<strong>en</strong>'. De ware betek<strong>en</strong>is van het gesprok<strong>en</strong> woord is niet zozeer geleg<strong>en</strong>in de letterlijke inhoud van de tekst<strong>en</strong> maar vooral in de wijze waarop de uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong>20 Onder counteraction wordt ook verstaan e<strong>en</strong> handeling waarmee directe expositie wordt vermed<strong>en</strong>.De conclusie dat twee geliefd<strong>en</strong> met elkaar naar bed gaan, kunn<strong>en</strong> we ook trekk<strong>en</strong> als we ze inniggearmd het hotel zi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>gaan terwijl we zelf geduldig buit<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> (Weijers*). De actie zelf wordtvervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> 'contraster<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>actie': het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gebouw.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


gedaan (Vroon*). Intonatie, tempo <strong>en</strong> houding zijn veelzegg<strong>en</strong>d over de positie die iemandinneemt t<strong>en</strong> opzichte van zijn eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong>. Extra spanning kan word<strong>en</strong> gecreerd doorconfrontaties in te bouw<strong>en</strong>.Vraaggesprekk<strong>en</strong> zijn het spann<strong>en</strong>dst als de ondervraagde onder druk wordt gezet <strong>en</strong>weinig bewegingsruimte krijgt.3. K<strong>en</strong>nisvoorsprongTalrijk zijn de situaties waarin de kijker meer weet dan de personages in de film. E<strong>en</strong> personage heeftniet altijd zicht op de consequ<strong>en</strong>ties van zijn handel<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de gevar<strong>en</strong> die hem bov<strong>en</strong> het hoofdhang<strong>en</strong>. Vaak heeft de kijker dat wel. We onderscheid<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong>:-de beer op het strandDeze term slaat op de situatie waarin de onbekommerde hoofdrolspeler niet weet dat erachter zijn rug e<strong>en</strong> groot gevaar dreigt. De kijker wil het liefst te hulp schiet<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> 'Kijkuit! Achter je!', maar staat in feite machteloos (Bloch*). Deze techniek veronderstelt e<strong>en</strong>zekere onoplett<strong>en</strong>dheid (domheid) bij de hoofdpersoon <strong>en</strong> blijft daarom vooral beperkt tot despeelfilm <strong>en</strong> het drama ('Tarzan', 'Jaws', 'Rambo', klucht<strong>en</strong>).In de nonfiction-film kunn<strong>en</strong> we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de situatie dat iemand e<strong>en</strong> welbeschrev<strong>en</strong>prestatie moet verricht<strong>en</strong>, maar daarin net wat trager reageert dan de kijker, bijvoorbeeld ine<strong>en</strong> (niet te moeilijk) quiz- of spelprogramma.-het pistool in de laIn dit geval beschikk<strong>en</strong> de kijker <strong>en</strong> de hoofdpersoon over bepaalde informatie, bijvoorbeelddat er e<strong>en</strong> pistool in de la ligt (Bloch*), terwijl de teg<strong>en</strong>speler die informatie niet heeft. Als desituatie nijp<strong>en</strong>d wordt krijgt de kijker de neiging e<strong>en</strong> advies te gev<strong>en</strong>: 'Toe! Snel! Pak hetpistool!'.Ook deze techniek is terug te vind<strong>en</strong> in quiz- <strong>en</strong> spelprogramma's.Het dreig<strong>en</strong>de gevaar hoeft niet altijd van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>speler afkomstig te zijn. Iederwillekeurig obstakel, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> scherpe bocht die we te snel nader<strong>en</strong>, kan mak<strong>en</strong> datwe impulsief will<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong> ('Remm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het stuur omgooi<strong>en</strong>!' is de eerste reactie die inons op zal kom<strong>en</strong>). De k<strong>en</strong>nis die we met de hoofdpersoon del<strong>en</strong> is hier universeel vanaard: iedere auto heeft immers e<strong>en</strong> rem <strong>en</strong> e<strong>en</strong> stuur.-de overvalDit is e<strong>en</strong> bijzonder geval van 'het pistool in de la'. Nu gaat het niet alle<strong>en</strong> om e<strong>en</strong>gezam<strong>en</strong>lijke k<strong>en</strong>nisvoorsprong van het publiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoofdrolspeler t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong>teg<strong>en</strong>speler, maar gooit de hoofdrolspeler het als pres<strong>en</strong>tator op e<strong>en</strong> akkoordje met hetpubliek. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt aan opnames met de verborg<strong>en</strong> camera (gefopt!'), felicitatieprogramma's('van harte!') of de aanhouding van e<strong>en</strong> verkeersovertreder ('Weet u weldat u veel te hard reed?'). De reactie van de onwet<strong>en</strong>de teg<strong>en</strong>speler is hier hetsleutelgegev<strong>en</strong> waarop de nieuwsgierigheid zich richt. Omdat het hier gaat om het wekk<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke verwachting heeft de overval het karakter van e<strong>en</strong> aankondiging.Vaak wordt de overval niet auth<strong>en</strong>tiek uitgevoerd waardoor de spann<strong>en</strong>de werkingverdwijnt: 'Lat<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>s kijk<strong>en</strong> of Jan thuis is'. Klop-klop. 'Hallo H<strong>en</strong>k, wat gezellig! Kombinn<strong>en</strong>...' Dat kan toch nauwelijks de natuurlijke reactie zijn van iemand die door e<strong>en</strong>cameraploeg wordt overvall<strong>en</strong>...4. K<strong>en</strong>nisachterstandBij de k<strong>en</strong>nisachterstand heeft de kijker minder informatie dan de personages in de film. Iemand diein beeld verschijnt, heeft wellicht iets meegemaakt waarover het publiek niets weet. Daarmee kannieuwsgierigheid word<strong>en</strong> gewekt ('Wat is er aan de hand?'). Voor e<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de afwikkeling vande spanning is het nodig dat de kijker op de één of andere manier op de proef wordt gesteld of wordtuitgedaagd. De bevrediging van die nieuwsgierigheid, in casu het opheff<strong>en</strong> van de k<strong>en</strong>nisachterstand,mag nooit zonder inspanning van de kijker tot stand kom<strong>en</strong>.Sommige films ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> hun spann<strong>en</strong>de werking uitsluit<strong>en</strong>d aan de k<strong>en</strong>nisachterstand ('Sophie's<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


choice', 'Once upon a time in the west': de hoofdpersoon heeft iets vreselijks meegemaakt dat pasaan het einde duidelijk wordt). In het 'whodunit'-g<strong>en</strong>re (detectives) hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nisachterstand t<strong>en</strong> opzichte van de daders. Die achterstand del<strong>en</strong> we met de inspecteur vanpolitie.De k<strong>en</strong>nisachterstand doet zich per definitie voor als e<strong>en</strong> deskundige of e<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t ons e<strong>en</strong>probleem voorlegt. De k<strong>en</strong>nisachterstand wordt opgehev<strong>en</strong> wanneer de oplossing duidelijk wordt.Vanuit het oogpunt van spanning is het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting (exposé), bijvoorbeeld in e<strong>en</strong>interview met e<strong>en</strong> deskundige, ge<strong>en</strong> bevredig<strong>en</strong>de opheffing van de k<strong>en</strong>nisachterstand.Ook in quiz- <strong>en</strong> spelprogramma's wordt vaak spanning opgebouwd door k<strong>en</strong>nisachterstand. Dekwaliteit van de spanning hangt af van het niveau van de vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de wijze <strong>en</strong> snelheid waaropde antwoord<strong>en</strong> beschikbaar kom<strong>en</strong>.5. UitstelSpanning kan ook word<strong>en</strong> opgeroep<strong>en</strong> door de inlossing van e<strong>en</strong> verwachting uit te stell<strong>en</strong>. Dehiermee opgewekte spanning wordt ook wel 'susp<strong>en</strong>se' g<strong>en</strong>oemd. Uitstel is het belangrijkstespanningsmiddel in de speelfilm. Strikt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> is het hele midd<strong>en</strong>-gedeelte van de film, d.w.z. alleswat zich afspeelt tuss<strong>en</strong> de probleemstelling (de op<strong>en</strong>ing) <strong>en</strong> de inlossing (het slot), bedoeld om deontknoping te vertrag<strong>en</strong>. De kunst daarbij is het uitstel zodanig vorm te gev<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> irritatieoptreedt. In de <strong>praktijk</strong> gebeurt dat door tuss<strong>en</strong>tijdse inlossing<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> -daar zit de kijkerimmers op te wacht<strong>en</strong>- die het probleem complexer mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> die nieuwe <strong>en</strong> sterkere verwachting<strong>en</strong>wekk<strong>en</strong>. Zo ontstaat er e<strong>en</strong> spanningsspiraal die in e<strong>en</strong> climax tot ontknoping komt. Hitchcock staatbek<strong>en</strong>d als 'de meester van de susp<strong>en</strong>se'. Hij combineerde het uitstel veelal met 'false cues' die e<strong>en</strong>andere functie hadd<strong>en</strong> dat het publiek verwachtte ('twist').Het uitstel werkt activer<strong>en</strong>d op de kijker omdat deze de tijd krijgt om zich e<strong>en</strong> voorstelling te mak<strong>en</strong>van de ontknoping. Het ler<strong>en</strong> wordt erdoor bevorderd (Salomon*).We besprek<strong>en</strong> vier variant<strong>en</strong>:-de onverwachte w<strong>en</strong>dingOp het mom<strong>en</strong>t dat we ons doel bijna hebb<strong>en</strong> bereikt, doemt er plotseling (weer) e<strong>en</strong>obstakel op, waardoor de inlossing wordt uitgesteld. Uitstel om het uitstel kan echter averechtswerk<strong>en</strong>: te veel onverwachte w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot ergernis. Het obstakel moet voorde hand ligg<strong>en</strong>d <strong>en</strong> acceptabel zijn in de zin dat het al eerder in de film is aangekondigd,bijvoorbeeld via e<strong>en</strong> set-up <strong>en</strong> pay-off constructie. E<strong>en</strong> plotseling obstakel dat zomaar uit delucht komt vall<strong>en</strong> raakt kant noch wal.-de afgrondhanger ('cliffhanger' of de 'zijd<strong>en</strong> draad')E<strong>en</strong> cliffhanger is e<strong>en</strong> scène die op het spann<strong>en</strong>dste mom<strong>en</strong>t wordt afgebrok<strong>en</strong>. De heldklampt zich vast aan de rand van het ravijn <strong>en</strong> kan elk mom<strong>en</strong>t naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> stort<strong>en</strong>. Deonderbreking laat de kijker achter in grote onzekerheid: 'Hoe zal het aflop<strong>en</strong>?'.Deze cliffhanger-techniek wordt zeer letterlijk in <strong>praktijk</strong> gebracht in de film 'Cliffhanger' vanR. Harlin met Sylvester Stallone (1993).-het intermezzoHet intermezzo vormt e<strong>en</strong> onderbreking met e<strong>en</strong> andere scène. De afronding van dehandeling wordt daardoor uitgesteld. Deze vorm doet zich onder meer voor bij e<strong>en</strong> parallelmontage:twee of meer gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met elkaar vervlocht<strong>en</strong>. Daarmee word<strong>en</strong>niet alle<strong>en</strong> analogieën of contrast<strong>en</strong> geacc<strong>en</strong>tueerd maar wordt ook meervoudig uitstelingebouwd.Onderbreking<strong>en</strong> met commercials leid<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>d tot uitstel. Het mom<strong>en</strong>t vanonderbrek<strong>en</strong> moet dan zodanig word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> dat de nieuwsgierigheid het wint van deergernis (zie ook de 'cliffhanger'). Het werkt ook omgekeerd: in Amerikaanse TV-serieswordt de spanningscyclus bewust aangepast aan het ritme van de reclameonderbreking<strong>en</strong>.-vertragingDoor het tempo vlak voor e<strong>en</strong> belangrijke scène te verlag<strong>en</strong> ontstaat e<strong>en</strong> situatie die<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


vergelijkbaar is met de stilte voor de storm. De kijker krijgt ev<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid om zichm<strong>en</strong>taal voor te bereid<strong>en</strong> op hetge<strong>en</strong> gaat kom<strong>en</strong>. In de afwisseling van ontspanning <strong>en</strong>spanning ontstaat e<strong>en</strong> extra contrast waarmee de verwachting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> versterkt.Vertraging kan ook word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> vorm van counteraction, contrast ofaankondiging.6. Herk<strong>en</strong>ningDe voorgaande spanningverhog<strong>en</strong>de techniek<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> allemaal sam<strong>en</strong> met de manier waarop e<strong>en</strong>film is opgebouwd. Spanning kan echter ook word<strong>en</strong> opgewekt doordat de kijker zichzelf id<strong>en</strong>tificeertmet één (of meer) van de hoofdperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor sterk bij de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> raakt.Voor het optimaliser<strong>en</strong> van de id<strong>en</strong>tificatie zal de filmmaker bij de keuze <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>ing van dehoofdperson<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong> met de achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> de op<strong>en</strong>lijke of verdrong<strong>en</strong>verlang<strong>en</strong>s van de doelgroep. In hoofdstuk zev<strong>en</strong> is uitgebreid aandacht besteed aan id<strong>en</strong>tificatie <strong>en</strong>aanverwante process<strong>en</strong>.We onderscheid<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> id<strong>en</strong>tificatie, die vaak sam<strong>en</strong>gaan:-introjectieBij introjectie neemt de kijker de gevoel<strong>en</strong>s van de hoofdpersoon over. Dat is het geval alshij zijn eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>ssituatie onvoldo<strong>en</strong>de in de film kan herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De kijker plaatst zichdaardoor zelf in de filmar<strong>en</strong>a <strong>en</strong> is klaar om in de wereld van fantasie <strong>en</strong> dagdromerij teword<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Introjectie komt veel voor bij het kijk<strong>en</strong> naar speelfilms,(top)sportuitz<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> <strong>en</strong> commercials. In commercials voor tandpasta zi<strong>en</strong> we meestalperson<strong>en</strong> met perfecte gebitt<strong>en</strong> waar we alle<strong>en</strong> maar van kunn<strong>en</strong> drom<strong>en</strong>: introjectie.-projectieBij projectie k<strong>en</strong>t de kijker zijn eig<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s toe aan de hoofdpersoon. Dit is het geval alsde lev<strong>en</strong>ssituatie van de hoofdpersoon sterk overe<strong>en</strong>komt met die van de kijker. Degebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film word<strong>en</strong> dan vooral op de eig<strong>en</strong> situatie betrokk<strong>en</strong>. Iemand die e<strong>en</strong>dochtertje heeft dat doof is, zal in e<strong>en</strong> film over doofheid al snel onder de actor<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong>dochtertje aantreff<strong>en</strong>. De projectie kan zo hevig zijn dat soms nazorg is gebod<strong>en</strong>,bijvoorbeeld via e<strong>en</strong> telefoongesprek met de Stichting Correlatie.E<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele keer durft e<strong>en</strong> tandpasta-fabrikant te kiez<strong>en</strong> voor projectie <strong>en</strong> toont ons e<strong>en</strong>hoofdpersoon met e<strong>en</strong> slecht gebit (Meridol: na <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> de nieuwe tandpasta tehebb<strong>en</strong> gebruikt, blijk<strong>en</strong> zijn tandvleesklacht<strong>en</strong> te zijn verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> 21 ). In zo'n projectieveaanpak zull<strong>en</strong> we de boodschap wellicht eerder op onszelf betrekk<strong>en</strong>. Het gevaar hier isechter dat we de tandpasta ler<strong>en</strong> associër<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> slecht gebit.7. De pathetische uitbarstingIedere heftige emotionele uitbarsting (pathos) zal bij de kijker e<strong>en</strong> emotionele respons oproep<strong>en</strong>. Deslappe lach bijvoorbeeld werkt zeer aanstekelijk: wie er naar kijkt zal slechts met moeite zijn eig<strong>en</strong>lach<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bedwing<strong>en</strong>. Dit principe van de aanstekelijke werking vind<strong>en</strong> we terug bij comedyseriesop tv, waar op gezette tijd<strong>en</strong> het geluid van e<strong>en</strong> lach<strong>en</strong>d publiek wordt toegevoegd. De comedywordt daardoor 'leuker'. Hetzelfde doet zich voor bij spelshows op tv waar e<strong>en</strong> over-<strong>en</strong>thousiastpubliek ons tot overname van haar gemoedstoestand dwingt. Die overname -gesitueerd in hetlimbische systeem (zie hoofdstuk zes)- is onafw<strong>en</strong>dbaar <strong>en</strong> blijft niet beperkt tot vrolijkheid. E<strong>en</strong>woedeuitbarsting of e<strong>en</strong> jammerklacht br<strong>en</strong>gt overe<strong>en</strong>komstige emoties teweeg. Opmerkelijk daarbijis dat die overdracht van emotie als autonoom proces lijkt op te tred<strong>en</strong>, waarbij context ofkaraktertek<strong>en</strong>ing ge<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> volslag<strong>en</strong> vreemde kan ons dezelfde emotionele responsontlokk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de.De invloed van muziek <strong>en</strong> andere filmstilistische middel<strong>en</strong> op de kijker berust op ditzelfde principe21 De reclamespot van Meridol moest overig<strong>en</strong>s onder druk van de concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gerectificeerd, omdat de claim voor reg<strong>en</strong>eratie van het tandvlees niet kon word<strong>en</strong> hardgemaakt (maart1995).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


van overdracht van emotie, zij het dat er niet noodzakelijkerwijs sprake hoeft te zijn van e<strong>en</strong>uitbarsting.Tot slotHet effectief toepass<strong>en</strong> van al deze spanningwekk<strong>en</strong>de techniek<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak.Klakkeloos wat vertraging, pathos <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisachterstand inbouw<strong>en</strong> is vrag<strong>en</strong> om moeilijkhed<strong>en</strong>. Hetbelangrijkste aspect van de spanningwekk<strong>en</strong>de techniek<strong>en</strong>, de timing, laat zich moeilijk beschrijv<strong>en</strong>:hoe lang mag het uitstel dur<strong>en</strong>, op welke mom<strong>en</strong>t moet e<strong>en</strong> set-up word<strong>en</strong> geplaatst <strong>en</strong> hoe lang mage<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>strijdigheid blijv<strong>en</strong> voortbestaan? Dit soort zak<strong>en</strong> is niet in algem<strong>en</strong>e regels te vatt<strong>en</strong>.Vooralsnog kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat spanning iets is dat in golv<strong>en</strong> moet kom<strong>en</strong>. Het is niet w<strong>en</strong>selijk <strong>en</strong>zelfs niet mogelijk om de boog voortdur<strong>en</strong>d gespann<strong>en</strong> te houd<strong>en</strong>. De kijker moet van tijd tot tijd ev<strong>en</strong>op adem kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> de indrukk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong>. Juist in de gedoseerde ope<strong>en</strong>volgingvan spanning <strong>en</strong> ontspanning, van opbouw <strong>en</strong> ontlading moet de betrokk<strong>en</strong>heid van de kijker word<strong>en</strong>gerealiseerd. Naast k<strong>en</strong>nis zijn tal<strong>en</strong>t, feeling <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>ervaring onontkoombare voorwaard<strong>en</strong> om dekijker echt op het puntje van de stoel te houd<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 12Pres<strong>en</strong>tatieA: 'Professor van d<strong>en</strong> Eijkel, kunt u e<strong>en</strong>s vertell<strong>en</strong> wat nou de staatsrechtelijkebetek<strong>en</strong>is van prinsjesdag is?B: 'Ach u moet het zo zi<strong>en</strong>. Het is eig<strong>en</strong>lijk zo dat de kerngedachte van deconstu..., eh constitutionele monarchie...., of... laat ik het anders zegg<strong>en</strong>: als we nou e<strong>en</strong>s veronderstell<strong>en</strong> dat de koningin als staatshoofd, gezam<strong>en</strong>lijk met de led<strong>en</strong> van het koninklijk huis,....eh, die kunn<strong>en</strong> natuurlijk niet allemaal in de goud<strong>en</strong> koets zitt<strong>en</strong>,haha.. In ieder geval laat het hele gebeur<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat verankering is binn<strong>en</strong> de Nederlandse democratie, begrijpt u wel...?'Het interview met e<strong>en</strong> deskundige is e<strong>en</strong> veelgebruikte pres<strong>en</strong>tatievorm. Wat is er aardiger danprofessor van d<strong>en</strong> Eijkel -toch e<strong>en</strong> autoriteit op dit gebied- zelf te lat<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong> hoe de vork in desteel zit? Veel gemakkelijker ook dan bijvoorbeeld e<strong>en</strong> animatie met allerlei schema's. We hoev<strong>en</strong>hem alle<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> microfoon onder zijn neus te houd<strong>en</strong>. Dat scheelt ook e<strong>en</strong> hoop research, wantwe hoev<strong>en</strong> niet zelf het antwoord te verzinn<strong>en</strong>. Die van d<strong>en</strong> Eijkel, die zal er wel raad mee wet<strong>en</strong>.Dat moet ongeveer de gedacht<strong>en</strong>gang zijn geweest om professor van d<strong>en</strong> Eijkel te gaan interview<strong>en</strong>.Maar de realiteit valt vaak teg<strong>en</strong>. Professor van d<strong>en</strong> Eijkel blijkt bloednerveus te zijn <strong>en</strong> maakt er e<strong>en</strong>potje van. De opnames kost<strong>en</strong> zeeën van tijd <strong>en</strong> lever<strong>en</strong> niet dat op wat we hadd<strong>en</strong> verwacht. Slechtsmet veel knip- <strong>en</strong> plakwerk in de montage kunn<strong>en</strong> we er nog e<strong>en</strong> fatso<strong>en</strong>lijk zinnetje uit sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong>.Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiasmer<strong>en</strong>d verhaal, ge<strong>en</strong> helder betoog, kortom in dit geval ge<strong>en</strong> geslaagde pres<strong>en</strong>tatievan de informatie.In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop we de informatie aan de kijker aanbied<strong>en</strong>. Hethoofdstuk valt uite<strong>en</strong> in drie del<strong>en</strong>.We beginn<strong>en</strong> dit hoofdstuk met het fundam<strong>en</strong>tele probleem dat bij film niet altijd duidelijk is uit wi<strong>en</strong>skoker de informatie afkomstig is. Dat is e<strong>en</strong> probleem omdat in e<strong>en</strong> communicatieproces debetek<strong>en</strong>is, die de ontvanger aan e<strong>en</strong> boodschap toek<strong>en</strong>t, sterk blijkt af te hang<strong>en</strong> van de id<strong>en</strong>titeit vande z<strong>en</strong>der. We beginn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> theoretische beschouwing over dit probleem <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> deeffect<strong>en</strong> daarvan op de kijker in kaart te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.T<strong>en</strong> tweede richt<strong>en</strong> we ons op de verschill<strong>en</strong>de posities die de verteller in film kan innem<strong>en</strong> t<strong>en</strong>opzichte van het onderwerp, de actor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kijker (het vertelperspectief). We zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantalverschill<strong>en</strong>de vertelperspectiev<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong>.Tot slot besprek<strong>en</strong> we de voors <strong>en</strong> teg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal concrete pres<strong>en</strong>tatievorm<strong>en</strong>, zoals hetinterview, de comm<strong>en</strong>taartekst <strong>en</strong> de speelscène. We hanter<strong>en</strong> het begrip 'pres<strong>en</strong>tatievorm' hier ope<strong>en</strong> globaal conceptueel niveau. Dat wil zegg<strong>en</strong> dat we slechts ingaan op de betek<strong>en</strong>is van depres<strong>en</strong>tatievorm als zodanig, zonder dat we stilstaan bij de technische uitvoering. We bested<strong>en</strong> duswel aandacht aan de merites van bijvoorbeeld het interview, maar zull<strong>en</strong> niet ingaan op de vraag hoedat moet word<strong>en</strong> afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Pres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> subjectiviteitObjectiviteit in de communicatie bestaat niet. Ieder communicatieproces veronderstelt debetrokk<strong>en</strong>heid van twee partij<strong>en</strong>: de z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> de ontvanger, met elk hun subjectievebelevingswereld. Die subjectieve inbr<strong>en</strong>g kan er toe leid<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> boodschap niet wordt opgevatzoals die is bedoeld. Beide partij<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> immers hun eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> beeldvan de werkelijkheid bij het toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is. Ess<strong>en</strong>tieel voor e<strong>en</strong> goede communicatie is datz<strong>en</strong>der <strong>en</strong> ontvanger elkaars taal sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaars positie <strong>en</strong> perspectief k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.Bij film bestaat de ontvang<strong>en</strong>de partij uit e<strong>en</strong> grote <strong>en</strong> diverse groep toeschouwers. Miscommunicatiedoor individuele verschill<strong>en</strong> (zie hoofdstuk zes <strong>en</strong> zev<strong>en</strong>) kan slechts word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan door goedrek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met het profiel van de doelgroep <strong>en</strong> door nauw aan te sluit<strong>en</strong> bij de gangbareculturele, sociale <strong>en</strong> filmische conv<strong>en</strong>ties. De pres<strong>en</strong>tatie moet derhalve aan bepaalde vormeis<strong>en</strong>voldo<strong>en</strong>, wil de communicatie effectief zijn. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de z<strong>en</strong>der, de<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


filmmaker.In de meeste gevall<strong>en</strong> blijft de filmmaker zelf buit<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> draagt hij zijn boodschap uit via andereperson<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator, e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarspreker of e<strong>en</strong> geïnterviewde. Dat betek<strong>en</strong>tdat de communicatie indirect verloopt <strong>en</strong> dat de ontvang<strong>en</strong>de partij (de kijker) dus te mak<strong>en</strong> heeft mettwee subject<strong>en</strong>:-de verteller, alias de boodschapper; dat is deg<strong>en</strong>e die ons het verhaal overbr<strong>en</strong>gt,-de auteur, alias de filmmaker of opdrachtgever; dat is deg<strong>en</strong>e aan wie de boodschap moetword<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.Dit onderscheid is ook beschrev<strong>en</strong> in de taalwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> hangt sam<strong>en</strong> met het verschil tuss<strong>en</strong>het sprek<strong>en</strong> (de taalhandeling of pres<strong>en</strong>tatie) <strong>en</strong> het gesprok<strong>en</strong>e (datg<strong>en</strong>e waarnaar de inhoud of debetek<strong>en</strong>is van de boodschap verwijst) (B<strong>en</strong>v<strong>en</strong>iste*). De verteller of boodschapper is het subject vanhet sprek<strong>en</strong>: hij verwoordt of verbeeldt de boodschap. De auteur of filmmaker is het subject van hetgesprok<strong>en</strong>e, hij is de g<strong>en</strong>ius achter de boodschap <strong>en</strong> daarmee de eig<strong>en</strong>lijke z<strong>en</strong>der 22 .In het dagelijks lev<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> deze roll<strong>en</strong> veelal sam<strong>en</strong>: deg<strong>en</strong>e met wie we prat<strong>en</strong>, vertelt ons zijneig<strong>en</strong> verhaal. Dat helpt ons om de betek<strong>en</strong>is van de woord<strong>en</strong> te duid<strong>en</strong>.Maar bij film zi<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong> de verteller: die is de spil in het communicatieproces. Hij 'medieert' deboodschap nam<strong>en</strong>s de auteur die zelf niet voor het voetlicht treedt. Daarmee treedt e<strong>en</strong> hiaat op in derelatie tuss<strong>en</strong> de z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> de ontvanger, <strong>en</strong> is het voor de kijker niet altijd mogelijk om op basis vande uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de informatieoverdracht de positie <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> van de z<strong>en</strong>der tedoorgrond<strong>en</strong>. Want zolang onduidelijk is uit wi<strong>en</strong>s koker e<strong>en</strong> bepaalde bewering komt, weet de kijkerniet welk gezag hij eraan moet toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>dheid met de id<strong>en</strong>titeit van de auteur of filmmaker isdaarom van ess<strong>en</strong>tieel belang (zie ook hoofdstuk zev<strong>en</strong>, Mitry*). E<strong>en</strong> voorbeeld kan deze stelling watverduidelijk<strong>en</strong>.Bij het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> reclamespot beseff<strong>en</strong> we dat de <strong>en</strong>thousiaste verteller spreekt nam<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>fabrikant die vooral zijn omzet wil verhog<strong>en</strong>. Bij de interpretatie houd<strong>en</strong> we daar zo veel mogelijkrek<strong>en</strong>ing mee: we wet<strong>en</strong> dat het om e<strong>en</strong> commercial gaat (informatie over de metacommunicatievecontext) <strong>en</strong> we wet<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> nam<strong>en</strong>s wie er gesprok<strong>en</strong> wordt <strong>en</strong> met welke int<strong>en</strong>ties dat gebeurt.Slechts weinig<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> wasmiddel<strong>en</strong>spot opgewond<strong>en</strong> de straat opr<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitroep<strong>en</strong> dathet probleem van de witte was nu eindelijk is opgelost. Dat zou misschi<strong>en</strong> wèl gebeur<strong>en</strong> als deboodschap door het journaal zou word<strong>en</strong> gebracht.E<strong>en</strong> ander voorbeeld: als we hor<strong>en</strong> dat het morg<strong>en</strong> mooi weer wordt, hangt het er maar vanaf van wiedie uitspraak afkomstig is: van het KNMI of van e<strong>en</strong> praatjesmak<strong>en</strong>de buurman. In het laatste gevalzull<strong>en</strong> we al snel d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: 'ach, we wet<strong>en</strong> wie het zegt...'.De vraag is of we bij film altijd wet<strong>en</strong> 'wie het zegt'. Soms geeft de verteller ons zijn eig<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing -hijis dan boodschapper <strong>en</strong> bron tegelijk-, soms spreekt hij slechts de tekst<strong>en</strong> zoals de regisseur die voorhem heeft bedacht. In het grijze midd<strong>en</strong>gebied ontstaat de onduidelijkheid die e<strong>en</strong> correcteinterpretatie <strong>en</strong> waardering van de boodschap in de weg staat.Iedere toeschouwer moet zich via de verteller in de positie van de z<strong>en</strong>der kunn<strong>en</strong> verplaats<strong>en</strong> om decommunicatie mogelijk te mak<strong>en</strong>. Als onduidelijk is aan wie de uitsprak<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>toegeschrev<strong>en</strong>, kan die positie niet goed word<strong>en</strong> ingeschat <strong>en</strong> ontstaan er fout<strong>en</strong>. Lapsley* zegtdaarover dat 'begrijp<strong>en</strong>' overe<strong>en</strong>komt met 'goed gepositioneerd word<strong>en</strong>'.Wie spreekt er...?Rond de id<strong>en</strong>titeit van de verteller doet zich bij film soms e<strong>en</strong> belangrijk probleem voor. De filmmakerbouwt de film op uit e<strong>en</strong> aantal scènes of sequ<strong>en</strong>ties waarin hij de actor<strong>en</strong> bepaalde handeling<strong>en</strong> laat22 Dit onderscheid vertoont overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met het onderscheid tuss<strong>en</strong> 'aanduiding' <strong>en</strong> 'betek<strong>en</strong>is' bijcommunicatieve tek<strong>en</strong>s (zie hoofdstuk vijf). De aanduiding wordt gegev<strong>en</strong> door de verteller, debetek<strong>en</strong>is is afkomstig van de auteur.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verricht<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> achtervolging of e<strong>en</strong> vechtpartij. Als gevolg daarvan lijkt het filmverhaalzich te voltrekk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> autonoom proces -zonder tuss<strong>en</strong>komst van e<strong>en</strong> verteller-, alsof het dewerkelijkheid zelf betreft. In e<strong>en</strong> speelfilm kan zich de <strong>en</strong>e na de andere scène ontroll<strong>en</strong> zonder datwe ons realiser<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> filmploeg bij aanwezig is. Wat er gebeurt wordt niet verteld, het gebeurtecht! Hoewel het filmprodukt als communicatieve (taal)uiting moet word<strong>en</strong> opgevat, kan het door dekijker niet meer als zodanig word<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>d omdat alle produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>. Het verhaallijkt als het ware zichzelf te vertell<strong>en</strong>, zonder verteller <strong>en</strong> zonder tuss<strong>en</strong>komst van e<strong>en</strong> maker. Metz(Metz*, 1976) spreekt over 'stories from nowhere, told by nobody, but received by someone (withoutwhich it would not exist)'. Bijgevolg kan de kijker zich niet goed positioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> is hij niet in staat deinformatie op waarde te schatt<strong>en</strong>. Hem blijft niets anders over dan het vertoonde als realiteit teaccepter<strong>en</strong>.In geschrev<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> doet zich dit probleem ook voor. B<strong>en</strong>v<strong>en</strong>iste* maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong>de histoire <strong>en</strong> het discours. In de histoire zijn alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van subjectiviteit onderdrukt, metandere woord<strong>en</strong> alle k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van interm<strong>en</strong>selijke communicatie ontbrek<strong>en</strong>. Woord<strong>en</strong> als 'ik', 'jij' <strong>en</strong>'u' kom<strong>en</strong> niet voor (behalve in citat<strong>en</strong>). De schrijfstijl is vaak historisch beschrijv<strong>en</strong>d, onpersoonlijk <strong>en</strong>gesteld in de onvoltooid verled<strong>en</strong> tijd (er werd<strong>en</strong>.., zij ging<strong>en</strong>..., <strong>en</strong>zovoorts). Daarteg<strong>en</strong>over staat hetdiscours, waarin wel de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taaluiting zijn terug te vind<strong>en</strong>. Het discours vind<strong>en</strong> weterug in briev<strong>en</strong>, gesprekk<strong>en</strong>, toesprak<strong>en</strong> <strong>en</strong> in die vorm<strong>en</strong> van schrijv<strong>en</strong> waarin de verteller op devoorgrond treedt <strong>en</strong> zich rechtstreeks tot de lezer richt.Veel films behor<strong>en</strong> tot de histoire. Er wordt zeer veel moeite gedaan om allerlei produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>te camoufler<strong>en</strong>: de op te nem<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zo natuurgetrouw mogelijk geënsc<strong>en</strong>eerd.Het in beeld br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van statiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> microfoons wordt beschouwd als e<strong>en</strong> doodzonde <strong>en</strong> e<strong>en</strong>pres<strong>en</strong>tator die te veel spreektaalk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> etaleert (aarzel<strong>en</strong>, hakkel<strong>en</strong>, halve zinn<strong>en</strong>) kan zijncarrière wel verget<strong>en</strong>. Als er al e<strong>en</strong> verteller wordt gebruikt (e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator of e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarstem)word<strong>en</strong> verwoede poging<strong>en</strong> gedaan om het dreig<strong>en</strong>de discours om te buig<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> histoire.Weliswaar zet de verteller soms person<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> op zijn plaats, maar verder k<strong>en</strong>merkt hij zichveelal door e<strong>en</strong> dusdanige afstandelijkheid, beslistheid <strong>en</strong> volledigheid dat zijn woord<strong>en</strong> niet meer intwijfel getrokk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De getoonde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> illustrer<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> standpunt, maarpret<strong>en</strong>der<strong>en</strong> de werkelijkheid zelf weer te gev<strong>en</strong>. Op die manier wordt e<strong>en</strong> wereld gepres<strong>en</strong>teerdzoals die met het alzi<strong>en</strong>de oog van god zou word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s Lapsley* e<strong>en</strong>bevoorrechte positie die de kijker gaarne zal overnem<strong>en</strong>.Aldus wordt de kijker geconfronteerd met e<strong>en</strong> medium waarvan de status <strong>en</strong> de positie onduidelijkzijn (zie ook het realiteitsdebat in hoofdstuk zev<strong>en</strong>).Effect<strong>en</strong> op de kijkerNaarmate het discours plaatsmaakt voor histoire nem<strong>en</strong> het autonome d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> de betrokk<strong>en</strong>heidvan de toeschouwer af. Het gezag van de boodschap neemt toe, al is dat nerg<strong>en</strong>s op gebaseerd:bewering<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als waarhed<strong>en</strong> gedebiteerd die de kijker slechts als faits accomplis kanovernem<strong>en</strong>. In feite wordt de kijker meegesleurd in e<strong>en</strong> receptief didactisch model, waarbinn<strong>en</strong>nauwelijks ruimte bestaat voor e<strong>en</strong> actieve <strong>en</strong> kritische wijze van k<strong>en</strong>nisverwerv<strong>en</strong>. Het stimuleert deacceptatie van dogma's <strong>en</strong> ongefundeerde wijshed<strong>en</strong>, omdat het d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> door het gelov<strong>en</strong> wordtgedomineerd. De meeste effect<strong>en</strong> zijn dan ook te verwacht<strong>en</strong> in het affectieve domein.Maar de kijker is toch ook niet gek? Die weet toch dat de dagelijkse 'soap' waar hij naar kijkt bedoeldis ter 'ontspanning <strong>en</strong>de vermaak' <strong>en</strong> in ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel opzicht e<strong>en</strong> correct beeld van de werkelijkheidgeeft? Natuurlijk weet de kijker dat. Maar de zuigkracht van het medium is zo groot dat het kijk<strong>en</strong> zelfverslav<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> aanneemt, met e<strong>en</strong> verdov<strong>en</strong>de werking. Kijk<strong>en</strong> naar film (tv) biedt vel<strong>en</strong> demogelijkheid de hectische realiteit te ontvlucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong> weg te drom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> wereld waarin depatron<strong>en</strong> helder zijn <strong>en</strong> de risico's beperkt. Fantasie <strong>en</strong> werkelijkheid gaan op die manier gemakkelijkdoor elkaar lop<strong>en</strong>, waardoor grote del<strong>en</strong> van de bevolking veronderstell<strong>en</strong> dat Silvester Stallone('Rambo') echt in Vietnam heeft gevocht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat John Leddy echt met Carry Tefs<strong>en</strong> is getrouwd.Zelfs het intellig<strong>en</strong>tere deel van het publiek merkt van tijd tot tijd dat haar kritische zin het laatafwet<strong>en</strong>. Berucht is de werking van reclame- <strong>en</strong> propagandafilms. Het is vaak moeilijk om weerstandte bied<strong>en</strong> aan de suggestieve bewering<strong>en</strong> <strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>de 'bewijsvoering<strong>en</strong>'. Het is al eerder gezegd:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


film grijpt voor e<strong>en</strong> belangrijk deel aan op de dieperligg<strong>en</strong>de niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, die niet door hetverstand beheerst kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Pas als zich 'normale' person<strong>en</strong> aandi<strong>en</strong><strong>en</strong> die zich tot de kijker richt<strong>en</strong> (direct of indirect via e<strong>en</strong>interviewer), word<strong>en</strong> de (taal-)produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zichtbaar <strong>en</strong> zijn we als kijker in staat op basis vanuitstraling <strong>en</strong> taalgebruik het natuurlijk gezag van de spreker vast te stell<strong>en</strong>. De persoon in kwestiedi<strong>en</strong>t ter plekke zijn gezag te verwerv<strong>en</strong> dan wel te bevestig<strong>en</strong>, zoals dat ook in de 'normale'communicatie het geval is.E<strong>en</strong> hiërarchie van vertellersWe hebb<strong>en</strong> vastgesteld dat de filmmaker zich bewust moet zijn van de positie die hij inneemt t<strong>en</strong>opzichte van person<strong>en</strong>, instanties <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film. Hij kijkt vanuit e<strong>en</strong> bepaaldperspectief naar de inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> stelt van daaruit het filmverhaal sam<strong>en</strong>: kritisch of meegaand, voorof teg<strong>en</strong>, gekleurd of neutraal. In die zin verwijst de term 'vertelperspectief' ('point of view') naar deinhoudelijke positionering van de filmmaker. Deze plaatst de kijker in e<strong>en</strong> bepaalde positie vanwaaruit de wereld wordt gepercipieerd. Discussies hierover zijn uiteraard sterk inhoudelijk van aard<strong>en</strong> zijn vaak te herleid<strong>en</strong> tot verschill<strong>en</strong> in persoonlijke, religieuze, politieke of ideologischevoorkeur<strong>en</strong>. Het is onvermijdelijk dat de standpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> waardeoordel<strong>en</strong> van de filmmaker op allerleiniveaus in de vormgeving, bedoeld of onbedoeld, tot uiting kom<strong>en</strong>.Het begrip 'verteller' verdi<strong>en</strong>t echter e<strong>en</strong> nadere nuancering. Om zijn verhaal te vertell<strong>en</strong> gebruikt defilmmaker e<strong>en</strong> groot aantal middel<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> toont hij ons m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> situatiesdie ons letterlijk e<strong>en</strong> verhaal vertell<strong>en</strong>, ook bedi<strong>en</strong>t hij zich van cinematografische middel<strong>en</strong> (camerastandpunt<strong>en</strong>,kadrering<strong>en</strong>, camerabeweging<strong>en</strong>) die het verhaal mede gestalte gev<strong>en</strong>. Soms voldo<strong>en</strong>houding <strong>en</strong> gebaar (ballet, pantomime). Soms wordt de rol van de verteller overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>muziekinstrum<strong>en</strong>t of zelfs e<strong>en</strong> heel orkest (Prokofjev: 'Peter <strong>en</strong> de Wolf'). Elk van dezevormelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> draagt bij aan de betek<strong>en</strong>isvorming <strong>en</strong> kan derhalve word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> soort'verteller'. We zoud<strong>en</strong> dus kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> film wordt gedrag<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> groot aantal 'vertellers'('aanduiding<strong>en</strong>'), die op verschill<strong>en</strong>de niveaus de boodschap aan de kijker overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Branigan* wijst op de paradox dat e<strong>en</strong> verteller in e<strong>en</strong> film niet in staat is zichzelf te vertell<strong>en</strong>: ook e<strong>en</strong>verteller moet immers verteld word<strong>en</strong>! E<strong>en</strong> verteller kan principieel ge<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> ofgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> waarin hij zichzelf positioneert. Dat betek<strong>en</strong>t dat e<strong>en</strong> verteller die zelf deeluitmaakt van e<strong>en</strong> vertelling altijd onder controle moet staan van e<strong>en</strong> verteller op e<strong>en</strong> hoger niveau. Ermoet dan ook sprake zijn van e<strong>en</strong> hiërarchie van vertellers, waarin ieder niveau van vertell<strong>en</strong> één ofmeer lagere niveaus van vertell<strong>en</strong> omvat. De kijker ondergaat voortdur<strong>en</strong>d perspectiefwisseling<strong>en</strong>doordat hij zich van het <strong>en</strong>e niveau van vertell<strong>en</strong> verplaatst naar het andere. We licht<strong>en</strong> dezevertelniveau's toe aan de hand van e<strong>en</strong> voorbeeld:De filmmaker laat ons e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator zi<strong>en</strong>. Hij vertelt ons daarmee dat hij e<strong>en</strong>verteller wil opvoer<strong>en</strong>. De pres<strong>en</strong>tator vertelt ons op zijn beurt dat we e<strong>en</strong>reportage te zi<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> hoofdpersoon. Vervolg<strong>en</strong>s zi<strong>en</strong> we de reportagewaarin we de positie van die hoofdpersoon overnem<strong>en</strong>. Het verhaal wordt vanuitdie hoofdpersoon 'verteld' door de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties waarin hij verzeildraakt. Zogehet<strong>en</strong> 'point-of-view shots' lat<strong>en</strong> ons letterlijk zi<strong>en</strong> wat de hoofdpersoonziet (subjectieve shots vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, zie ookhoofdstuk derti<strong>en</strong>). Door montage <strong>en</strong> wisseling van camerastandpunt tred<strong>en</strong>vervolg<strong>en</strong>s voortdur<strong>en</strong>d perspectiefwisseling<strong>en</strong> op die ons steeds e<strong>en</strong> andere blikop de 'wereld' gev<strong>en</strong>.Er is dus sprake van e<strong>en</strong> stapeling van elkaar omvatt<strong>en</strong>de (raam)vertelling<strong>en</strong>. Hoe hoger het niveauvan vertell<strong>en</strong>, des te groter de autoriteit van de verteller. Op het hoogste niveau wordt de hiërarchiebegr<strong>en</strong>sd door e<strong>en</strong> onzichtbare <strong>en</strong> alwet<strong>en</strong>de verteller die niet meer door e<strong>en</strong> nog hoger niveau vanvertell<strong>en</strong> als verteller bek<strong>en</strong>d kan word<strong>en</strong> gemaakt 23 .23 Op dit hoogste niveau kan m<strong>en</strong> de filmmaker of auteur van het script veronderstell<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>tueel kan<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Op het hoogste niveau van de film hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met het 'literaire' vertelperspectief (hetverhaal); lager in de hiërarchie speelt het cinematografische vertelperspectief (de camerablik).Al eerder is geconstateerd hoe verbaz<strong>en</strong>d gemakkelijk de kijker met perspectiefwisseling<strong>en</strong> overwegkan (zie hoofdstuk zev<strong>en</strong>). Maar het pad van perspectiefwisseling<strong>en</strong> dat de filmmaker aanreikt, wordtdoor de kijker niet altijd gevolgd. Het proces van betek<strong>en</strong>isvorming verloopt daardoor nog complexer.Voor de kijker di<strong>en</strong><strong>en</strong> de aangebod<strong>en</strong> prikkels slechts als input waaruit hij zelf e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isg<strong>en</strong>ereert: film is niet wat je aanbiedt, maar wat de filmer <strong>en</strong> kijker er gezam<strong>en</strong>lijk van mak<strong>en</strong>. Dekijker is zelfs zo flexibel in het adopter<strong>en</strong> van andere perspectiev<strong>en</strong> dat hij zelf ook als vertelleroptreedt. Hij is in staat om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> perspectief te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> dat niet als zodanig door de film wordtgegev<strong>en</strong>. Hij kan zich probleemloos nieuwe cameraposities voorstell<strong>en</strong> of zich e<strong>en</strong> niet-bestaandoverzichtsshot voor de geest hal<strong>en</strong>. Middels projectiemechanism<strong>en</strong> kan hij zichzelf probleemloos temidd<strong>en</strong> van de spelers plaats<strong>en</strong>. De projectie kan zelfs meervoudig zijn: e<strong>en</strong> kijker verplaatst zich inde hoofdpersoon die zich verplaatst in de positie van zijn teg<strong>en</strong>strever, die zich vere<strong>en</strong>zelvigt met....<strong>en</strong>zovoorts. Het gaat dan natuurlijk niet om reële beeld<strong>en</strong> maar om betek<strong>en</strong>isvorm<strong>en</strong>de verbeelding<strong>en</strong>als gevolg van veronderstelling<strong>en</strong>, verwachting<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorspelling<strong>en</strong>.Bij het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t hebb<strong>en</strong> we slechts te mak<strong>en</strong> met het hoogste niveau vanvertell<strong>en</strong>, zoals dat in de film wordt ingebouwd: de wijze waarop de filmmaker zich tot zijn publiek richt(de literaire verteller). In de rest van dit hoofdstuk besprek<strong>en</strong> we daartoe e<strong>en</strong> aantal relevante(literaire) vertel- of pres<strong>en</strong>tatievorm<strong>en</strong>.Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die tot het cinematografische vertelperspectief gerek<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, besprek<strong>en</strong> we inhoofdstuk derti<strong>en</strong>.Het literaire vertelperspectiefDe literaire verteller heeft niet alle<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met person<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film, maar moetook e<strong>en</strong> positie innem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van het publiek. Met andere woord<strong>en</strong>: waar plaatst hij zichzelfals onderdeel van de film? Schaart hij zich bijvoorbeeld aan de zijde van de kijker om gezam<strong>en</strong>lijk degebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> gade te slaan, of doet hij mee met de actor<strong>en</strong> om zelf deel uit te mak<strong>en</strong> van degebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>? Dit aspect van het vertelperspectief kan los van de inhoud<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Opdie positionering van de verteller gaan we verder in.We onderscheid<strong>en</strong> vijf hoofdvorm<strong>en</strong> van vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> die achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s besprek<strong>en</strong>:-de beschrijv<strong>en</strong>de verteller-de verteller als getuige-de participer<strong>en</strong>de verteller-de verteller als gastheer-het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vertellerDe beschrijv<strong>en</strong>de vertellerIn het non-fictiong<strong>en</strong>re komt deze vorm het meeste voor, bijvoorbeeld de nieuwslezer of decomm<strong>en</strong>taarstem. De verteller plaatst zichzelf buit<strong>en</strong> het verhaal <strong>en</strong> suggereert slechts feit<strong>en</strong> weer tegev<strong>en</strong>. Vanuit zijn alwet<strong>en</strong>de positie leidt hij de kijker langs alle gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. De pres<strong>en</strong>tatiestijl isafstandelijk <strong>en</strong> neutraal, toelicht<strong>en</strong>d van aard <strong>en</strong> vaak gesteld in de derde persoon:'...De rat krijgt nu e<strong>en</strong> injectie die.....'Soms wordt de 'wij-vorm' gebruikt. Daarvan bestaan twee variant<strong>en</strong>.In de eerste variant wordt 'wij' gebruikt als aanduiding van de makers teg<strong>en</strong>over de kijker (wij alsm<strong>en</strong> nog verder gaan <strong>en</strong> de filmmaker zi<strong>en</strong> als speelbal van maatschappelijke structur<strong>en</strong>. In dat gevalzou m<strong>en</strong> de filmindustrie of ev<strong>en</strong>tueel de maatschappij als geheel tot opperste verteller kunn<strong>en</strong>b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Wie het nog hogerop wil zoek<strong>en</strong>, belandt in e<strong>en</strong> eindeloze filosofische dan wel religieuzediscussie.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


makers):'...We lat<strong>en</strong> nu zi<strong>en</strong> hoe de injectie.....'Het woord 'wij' verhoogt -voor zover nodig- het gezag van de uitsprak<strong>en</strong>. Het is niet de persoon vande pres<strong>en</strong>tator die hier spreekt, nee, hij spreekt nam<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> instantie: wij als onderwijsgevers, wij alsinstituut, wij als experts. Het wordt gebruikt als e<strong>en</strong> soort majesteitsmeervoud. Aan het grotere gezagkleeft echter ook e<strong>en</strong> keerzijde. Waar de afstand tuss<strong>en</strong> z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> ontvanger juist zou moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> overbrugd, wordt die hier juist vergroot. Deze vorm van 'wij'-gebruik is e<strong>en</strong> typisch voorbeeldvan discours die zich poogt voor te do<strong>en</strong> als histoire: het woord 'wij' is niet meer dan e<strong>en</strong> abstractie.E<strong>en</strong> andere variant van de 'wij-vorm' plaatst de verteller aan de zijde van de kijker (wij, dat wil zegg<strong>en</strong>u <strong>en</strong> ik):'....We zi<strong>en</strong> hier hoe de injecti<strong>en</strong>aald....'Deze vorm is minder afstandelijk, minder formeel <strong>en</strong> suggereert invoelingsvermog<strong>en</strong>. De verteller zietwat de kijker ziet <strong>en</strong> licht dat toe vanuit zijn alwet<strong>en</strong>de positie. Juist die alwet<strong>en</strong>dheid maakt echter dathet woord 'wij' nooit in staat is de afstand te overbrugg<strong>en</strong>.Beide wij-variant<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>s door elkaar word<strong>en</strong> gebruikt. Dat is inconsequ<strong>en</strong>t, slordig <strong>en</strong>vaak verwarr<strong>en</strong>d voor de kijker.Veel directer vanwege de zichtbare produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is het gebruik van 'u' of 'jij'. De verteller richtzich rechtstreeks tot de kijker <strong>en</strong> beschouwt hem daarmee als gesprekspartner:'....U ziet hier hoe de injecti<strong>en</strong>aald....'De verteller als getuigeAls de verteller optreedt als getuige is er altijd sprake van e<strong>en</strong> persoonlijke of emotionele compon<strong>en</strong>t:de verteller zet uite<strong>en</strong> wat hij heeft waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> koppelt daaraan zijn eig<strong>en</strong> indrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong>oordel<strong>en</strong>. Soms kan dat aanleiding gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sterk emotionele invulling, Bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> 'live'-verslag van e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd:'Tjonge-jonge. Wat e<strong>en</strong> formidabele passeerbeweging!...'Ook de verteller-getuige plaatst zichzelf buit<strong>en</strong> het verhaal: hij heeft zelf ge<strong>en</strong> deel aan degebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Het verschil met de beschrijv<strong>en</strong>de verteller is dat hij niet alwet<strong>en</strong>d is. Hij plaatst zichdaarmee op het niveau van de kijker die hetzelfde meemaakt (actuele gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>) of zou hebb<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> meemak<strong>en</strong> (vroegere gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>).Bij e<strong>en</strong> actuele gebeurt<strong>en</strong>is hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gedeelde ervaring <strong>en</strong> gedeelde gevoel<strong>en</strong>s;er kan e<strong>en</strong> gedeelde verwachting omtr<strong>en</strong>t de afloop word<strong>en</strong> opgebouwd. Bijvoorbeeld (weer e<strong>en</strong>voetbalwedstrijd):'Het moet nu wel heel raar lop<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we dit nog uit hand<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>...'Veel journaalreportages word<strong>en</strong> aangekondigd <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>teerd in de vorm van getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ('...Endan nu over naar Harm<strong>en</strong> Roelandt, op het strand in Schev<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>...'/ 'Ja Joop, ik sta hier op deplaats des onheils...'). Dat is spann<strong>en</strong>der <strong>en</strong> minder afstandelijk dat e<strong>en</strong> feitelijke weergave. Tochkomt het maar zeld<strong>en</strong> voor dat de verslaggever <strong>en</strong> dus ook de kijker daadwerkelijk getuige is van e<strong>en</strong>belangwekk<strong>en</strong>de of indrukwekk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is (uitzondering<strong>en</strong>: Theo Reitsma bij het Heizeldrama;Harm<strong>en</strong> Roelandt bij de Herald of Free Enterprise). Meestal is de journaalploeg net te laat aanwezig<strong>en</strong> is de brand al geblust. De verslaggever vertelt dan in beeld zijn verhaal met de ar<strong>en</strong>a op deachtergrond: de smeul<strong>en</strong>de puinhop<strong>en</strong>, het Binn<strong>en</strong>hof of de geslot<strong>en</strong> fabriekspoort. Met e<strong>en</strong>ooggetuigeverslag heeft dat niet veel meer te mak<strong>en</strong>. Wat rest is e<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>de verteller.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Bij gebrek aan gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> bestaat de neiging om gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> of op te klopp<strong>en</strong>. Deplechtige ontvangst van de presid<strong>en</strong>t van Madagascar is zeker e<strong>en</strong> belangwekk<strong>en</strong>de gebeurt<strong>en</strong>is,maar moet toch tot de categorie 'media-ev<strong>en</strong>ts' word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d, waarbij het vooropgezette protocoljuist beoogt iedere onverwachte gebeurt<strong>en</strong>is te voorkom<strong>en</strong>. Van e<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tieke persoonlijkebetrokk<strong>en</strong>heid kan dan ge<strong>en</strong> sprake zijn. Zo'n situatie laat zich het beste vergelijk<strong>en</strong> met de intochtvan Sinterklaas. E<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is die noch auth<strong>en</strong>tiek, noch persoonlijk is (sommig<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> hiertoeook de voetbalwedstrijd rek<strong>en</strong><strong>en</strong>) 24 :' ...O jong<strong>en</strong>s <strong>en</strong> meisjes, Sinterklaas kan nu ieder mom<strong>en</strong>t kom<strong>en</strong>...'Bij e<strong>en</strong> getuig<strong>en</strong>is over e<strong>en</strong> vroegere gebeurt<strong>en</strong>is (e<strong>en</strong> retrospectief) heeft de verteller e<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nisvoorsprong op de kijker: hij weet immers geheel of deels hoe het afloopt. Vaak gaat het omthematische films of om biografieën waarin diverse getuig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald aspect van e<strong>en</strong> gebeurt<strong>en</strong>isbelicht<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke vorm kan word<strong>en</strong> toegepast als de aard van de informatie sterk persoonlijkis gekleurd <strong>en</strong> zodanig rijk <strong>en</strong> veelzijdig is dat e<strong>en</strong> feitelijke, onpersoonlijke weergave daaraan ge<strong>en</strong>recht zou do<strong>en</strong>. Wie e<strong>en</strong> film maakt over het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> 'dem<strong>en</strong>tie' zal niet om getuig<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> van deomgeving he<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>.Datzelfde geldt voor informatie die alle<strong>en</strong> beschikbaar is door mondelinge overlevering:'Opa, hoe ging dat nou op zo'n stoomlocomotief...?'In deze vorm van geschiedschrijving (oral history) zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de <strong>en</strong>ige bron van informatie.De participer<strong>en</strong>de vertellerDe participer<strong>en</strong>de verteller plaatst zichzelf niet buit<strong>en</strong> het verhaal maar is e<strong>en</strong> van de actor<strong>en</strong>,meestal de hoofdpersoon. Het gaat om e<strong>en</strong> persoonlijk relaas zoals bijvoorbeeld e<strong>en</strong>reisdocum<strong>en</strong>taire ('De wereld van Boudewijn Büch') of bij e<strong>en</strong> dagboekb<strong>en</strong>adering. Net als deverteller-getuige plaatst de participer<strong>en</strong>de verteller zich aan de zijde van de kijker. De wijze waaropde kijker de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ondergaat, is sterk aan de persoon van de verteller gekoppeld. Hij vormthet belangrijkste id<strong>en</strong>tificatiesubject voor de kijker <strong>en</strong> biedt hem e<strong>en</strong> veelheid aan plaatsvervang<strong>en</strong>deervaring<strong>en</strong>. Zo kunn<strong>en</strong> bijvoorbeeld indrukwekk<strong>en</strong>de ervaring<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgedaan door e<strong>en</strong> verslagvan het slagveld, door e<strong>en</strong> reporter die regelmatig dekking moet zoek<strong>en</strong>. In deze categorie vall<strong>en</strong> ookde onderzoeksjournalistiek <strong>en</strong> de under-cover journalistiek. E<strong>en</strong> voorbeeld van het laatste is het boek'Ganz unt<strong>en</strong>' <strong>en</strong> de bijbehor<strong>en</strong>de film van Günther Wallraff*, die vermomd als gastarbeider <strong>en</strong>gewap<strong>en</strong>d met e<strong>en</strong> verborg<strong>en</strong> camera schrijn<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van discriminatie <strong>en</strong> uitbuiting aan het lichtbracht in e<strong>en</strong> Duits staalbedrijf.De verteller als gastheerDe verteller-gastheer speelt e<strong>en</strong> dubbelrol omdat hij te mak<strong>en</strong> heeft met twee soort<strong>en</strong> gast<strong>en</strong>: hijontvangt de kijker <strong>en</strong> hij begroet nam<strong>en</strong>s de kijker andere person<strong>en</strong> die in de film of het programmae<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. Hij laat zich het beste vergelijk<strong>en</strong> met de spreekstalmeester in het circus, die deartiest<strong>en</strong> begroet, die ze aan ons voorstelt <strong>en</strong> die er voor zorgt dat alles volg<strong>en</strong>s plan verloopt.Moderne variant<strong>en</strong> van de spreekstalmeester zijn de 'quizmaster' <strong>en</strong> de 'talk-show'-pres<strong>en</strong>tator. Somszijn er overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de verteller-getuige. De laatste treedt echter zeld<strong>en</strong> in interactie met deandere actor<strong>en</strong>.Vaak gebruikt de verteller de 'wij'-vorm. Maar omdat hij behalve met de kijker ook nog met actor<strong>en</strong>heeft te mak<strong>en</strong>, loopt hij het risico verschill<strong>en</strong>de wij-variant<strong>en</strong> door elkaar te gebruik<strong>en</strong>:-'We zijn blij u te kunn<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.....' (wij: de makers)-'We do<strong>en</strong> ons best om u e<strong>en</strong> plezierige avond te bezorg<strong>en</strong>' (wij: de artiest <strong>en</strong> ik')-'We hebb<strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> van uw optred<strong>en</strong>' (wij: de kijker <strong>en</strong> ik)24 Dit neemt niet weg dat e<strong>en</strong> dergelijke <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering kan beantwoord<strong>en</strong> aan de doel<strong>en</strong> van hetprogramma.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Dat dit verwarring kan oplever<strong>en</strong> ligt voor de hand.Nerman* wijst op de gevar<strong>en</strong> die aan de laatste wij-variant klev<strong>en</strong>. Zodra de verteller zich positioneertop het niveau van de kijker (wij: u <strong>en</strong> ik) positioneert hij zich als vanzelf op e<strong>en</strong> ander niveau dan deoverige actor<strong>en</strong>. Prat<strong>en</strong> we bijvoorbeeld over het Koningshuis dan zal hij zichzelf <strong>en</strong> dus ook ons alskijker lager op de sociale ladder plaats<strong>en</strong> (de 'looking-up' variant); in dit geval ge<strong>en</strong> probleem. Maarprat<strong>en</strong> we over minderhed<strong>en</strong>, randgroep<strong>en</strong> of criminel<strong>en</strong> dan kan de verteller zich gemakkelijk <strong>en</strong>ongemerkt in e<strong>en</strong> hogere positie plaats<strong>en</strong> ('looking-down'). Deze positionering komt op allerleimanier<strong>en</strong>, bewust <strong>en</strong> onbewust, tot uiting in de wijze waarop de actor<strong>en</strong> door de pres<strong>en</strong>tator word<strong>en</strong>b<strong>en</strong>aderd. Kijkers die zich vanuit hun eig<strong>en</strong> omstandighed<strong>en</strong> niet in die positie herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> omdat zehoger of lager op de sociale ladder staan, zull<strong>en</strong> hun belangstelling verliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> afhak<strong>en</strong> (zie ook dehoofdstukk<strong>en</strong> drie <strong>en</strong> neg<strong>en</strong>: afstemming op de doelgroep).Het ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vertellerWie het motto 'seeing is believing' onderschrijft, zal bij voorkeur ding<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, in plaats van erletterlijk over te vertell<strong>en</strong>. De persoon van de verteller zal daardoor wat minder op de voorgrondtred<strong>en</strong> <strong>en</strong> kan in het extreme geval zelfs helemaal verdwijn<strong>en</strong>. Wat overblijft zijn gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> diezich autonoom lijk<strong>en</strong> te voltrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> die de werkelijkheid zelf pret<strong>en</strong>der<strong>en</strong> weer te gev<strong>en</strong>. Het <strong>en</strong>igewat de kijker rest is die werkelijkheid als waarheid te accepter<strong>en</strong>.We kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan films waarin alle informatie door middel van dialog<strong>en</strong> wordt uitgebeeld(drama), 'registraties' van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of sfeertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> speciaal 'gevoel' oproep<strong>en</strong>(reclame <strong>en</strong> promotie). In al deze gevall<strong>en</strong> moet de kritische zin van de kijker zich baser<strong>en</strong> opindirecte of perifere produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: de aanwezigheid van programmatitels, e<strong>en</strong> vooraf gelez<strong>en</strong>rec<strong>en</strong>sie, zijn k<strong>en</strong>nis van het filmvak, e<strong>en</strong> onderbreking voor commercials (!), of het besef dat hij ine<strong>en</strong> bioscoop zit <strong>en</strong> straks weer de kou in moet (zie ook de 'metacommunicatieve context' inhoofdstuk vijf). Maar al dit soort produktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kan vaak niet verhinder<strong>en</strong> dat de kijker zich vantijd tot tijd laat meeslep<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> filmisch verhaal waarvan afz<strong>en</strong>der <strong>en</strong> boodschapper ontbrek<strong>en</strong>.Kracht <strong>en</strong> zwakte van het medium lijk<strong>en</strong> hier hand in hand te gaan.Vertelg<strong>en</strong>re <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatieWe besprek<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> aantal verschill<strong>en</strong>de pres<strong>en</strong>tatievorm<strong>en</strong> zoals die in concreto binn<strong>en</strong> de filmgebruikt word<strong>en</strong>. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s gaan we in op:-de pres<strong>en</strong>tator-het interview-de voice over-de registratie-de speelscèneIn de <strong>praktijk</strong> treff<strong>en</strong> we hiervan vaak m<strong>en</strong>gvorm<strong>en</strong> aan.De pres<strong>en</strong>tatorDe term 'pres<strong>en</strong>tator' is gereserveerd voor e<strong>en</strong> verteller die zelf in beeld verschijnt <strong>en</strong> zichrechtstreeks tot de kijker richt:'Goed<strong>en</strong>avond dames <strong>en</strong> her<strong>en</strong>, zoals u ziet sta ik hier in de....'Het gebruik van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator biedt e<strong>en</strong> aantal voordel<strong>en</strong>. Het oogcontact met de pres<strong>en</strong>tatorsuggereert e<strong>en</strong> direct persoonlijk contact <strong>en</strong> versterkt de communicatieve relatie tuss<strong>en</strong> verteller <strong>en</strong>kijker. De binding aan e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> grotere geloofwaardigheid, vooral in degetuig<strong>en</strong>isvariant. De pres<strong>en</strong>tator als participer<strong>en</strong>de verteller biedt goede mogelijkhed<strong>en</strong> voorid<strong>en</strong>tificatie.Ook om e<strong>en</strong> aantal pragmatische red<strong>en</strong><strong>en</strong> kan de keuze voor e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator uitkomst bied<strong>en</strong>. Metzijn fysieke aanwezigheid verteg<strong>en</strong>woordigt hij de m<strong>en</strong>selijke maat, waardoor de kijker e<strong>en</strong> indruk kankrijg<strong>en</strong> van de grootte van de getoonde object<strong>en</strong> (de pres<strong>en</strong>tator aan de voet van de Eiffeltor<strong>en</strong> ofmet e<strong>en</strong> computerchip in zijn hand). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan hij voorwerp<strong>en</strong> in beeld aanwijz<strong>en</strong>, oppakk<strong>en</strong> <strong>en</strong>manipuler<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> manier die ev<strong>en</strong> natuurlijk als effectief is.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De pres<strong>en</strong>tator kan ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij het besprek<strong>en</strong> van onderwerp<strong>en</strong> die zich moeilijk lat<strong>en</strong>visualiser<strong>en</strong>, meestal onderwerp<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> abstract karakter. In plaats van geforceerd wat algem<strong>en</strong>eillustrer<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> kan beter word<strong>en</strong> uitgewek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator die de scèneoverbrugt. Uit onderzoek van Heuvelman* blijkt zo'n aanpak beter te werk<strong>en</strong>. <strong>Audiovisueel</strong> gezi<strong>en</strong> ishet vooral e<strong>en</strong> noodoplossing, omdat het hoofd van de pres<strong>en</strong>tator doorgaans weinig met hetabstracte onderwerp te mak<strong>en</strong> heeft.Als m<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal voor e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator heeft gekoz<strong>en</strong>, bestaat het gevaar dat m<strong>en</strong> er te gemakkelijkop wil terugvall<strong>en</strong>. Het pot<strong>en</strong>tieel sterke punt van de pres<strong>en</strong>tator wordt dan tegelijkertijd het zwakkepunt: e<strong>en</strong> prat<strong>en</strong>d hoofd dat gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> beschrijft die we liever zelf hadd<strong>en</strong> aanschouwd.Als e<strong>en</strong> film te veel abstractie bevat die zich moeilijk laat verbeeld<strong>en</strong>, kan m<strong>en</strong> zich beter herbezinn<strong>en</strong>over de keuze voor film. M<strong>en</strong> moet de beperking<strong>en</strong> van het medium k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> ander probleem is dat de geloofwaardigheid van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator ge<strong>en</strong> vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid is,maar in de <strong>praktijk</strong> moet word<strong>en</strong> afgedwong<strong>en</strong>. Deze ongunstige uitgangspositie heeft te mak<strong>en</strong> methet feit dat filmmaker <strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator in de og<strong>en</strong> van de kijker onder één hoedje spel<strong>en</strong>: zij vorm<strong>en</strong>e<strong>en</strong> complot om te prober<strong>en</strong> de kijker via geplande actie (het sc<strong>en</strong>ario) in te palm<strong>en</strong>, iets aan teprat<strong>en</strong> of anderszins te beïnvloed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator kan daarom a priori op scepsis <strong>en</strong> reserve vande kijker rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij moet prober<strong>en</strong> de sympathie van het publiek te verwerv<strong>en</strong>. Want, zo red<strong>en</strong>er<strong>en</strong>de makers, als hijzelf e<strong>en</strong> sympathieke indruk maakt dan zull<strong>en</strong> zijn bewering<strong>en</strong> ook sympathiekgevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (niet voor niets treff<strong>en</strong> we het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> 'bek<strong>en</strong>de Nederlander' zo vaak aan incommercials). De heers<strong>en</strong>de conv<strong>en</strong>tie is dan ook dat e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator vri<strong>en</strong>delijk, opgewekt <strong>en</strong>onberispelijk moet zijn: e<strong>en</strong> soort ideale schoonzoon of schoondochter, die ingetog<strong>en</strong>heid <strong>en</strong><strong>en</strong>thousiasme aan elkaar weet te par<strong>en</strong>.Het is de vraag of die keuze altijd zo goed uitpakt, want soms werkt die houding averechts.Geëxalteerd opgewekt gedrag in de gangbare 'niets-aan-de-hand'-sfeer wordt al snel als 'gladjes',onnatuurlijk <strong>en</strong> onbetrouwbaar beoordeeld: e<strong>en</strong> toneelstukje, dat het complot alle<strong>en</strong> maar bevestigt.Waarom zou e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator niet e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer mog<strong>en</strong> hakkel<strong>en</strong>, niez<strong>en</strong> of aan zijn neus krabb<strong>en</strong>?Waarom zou hij niet e<strong>en</strong>s 'uit zijn di<strong>en</strong><strong>en</strong>de rol' mog<strong>en</strong> stapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelf wat meer ruimte claim<strong>en</strong>? Wieonberispelijk is, heeft ge<strong>en</strong> persoonlijkheid. Wie ge<strong>en</strong> persoonlijkheid heeft is zonder karakter. Uit e<strong>en</strong>onderzoek in Duitsland blijkt dat pres<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> die zich provocer<strong>en</strong>d <strong>en</strong> beledig<strong>en</strong>d opstell<strong>en</strong> veelhogere kijkcijfers hal<strong>en</strong> dan hun beminnelijke collega's (Berghaus*). Tv-persoonlijkhed<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>verafschuwt, blijk<strong>en</strong> veel vaker spontaan te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd. Misschi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we hieruit concluder<strong>en</strong>dat e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator effectiever is naarmate hij zich kritischer of meer geprononceerd opstelt. Inzo'n geval kan de kijker de positie van de verteller beter taxer<strong>en</strong>.Als e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator zijn rol beperkt tot die van e<strong>en</strong> voorgeprogrammeerde pop word<strong>en</strong> alle pot<strong>en</strong>tiëlevoordel<strong>en</strong> te niet gedaan.De selectie van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator is in de <strong>praktijk</strong> ge<strong>en</strong> sinecure. De verschijning <strong>en</strong> rol van depres<strong>en</strong>tator zijn gezichtsbepal<strong>en</strong>d voor de hele film <strong>en</strong> voor het standpunt dat de filmverteg<strong>en</strong>woordigt. De kwaliteit <strong>en</strong> effectiviteit van e<strong>en</strong> film staat of valt dus met de persoon van depres<strong>en</strong>tator.Geloofwaardigheid <strong>en</strong> acceptie van de boodschap word<strong>en</strong> in hoge mate bepaald door de reputatie <strong>en</strong>het gezag van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator, niet alle<strong>en</strong> in positieve zin, maar ook in negatieve zin. Iemand die metsucces e<strong>en</strong> showprogramma pres<strong>en</strong>teert is waarschijnlijk niet de meest aangewez<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatorvoor e<strong>en</strong> cursus over quantummechanica. Bek<strong>en</strong>dheid werkt stigmatiser<strong>en</strong>d: niemand zal de serieusgeword<strong>en</strong> showmaster als autoriteit op e<strong>en</strong> ander gebied erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> (zie ook hoofdstuk acht:acceptatie). Nog sterker spel<strong>en</strong> reputatie <strong>en</strong> gezag van de pres<strong>en</strong>tator wanneer de film gericht is opattitudebeïnvloeding (Gagné*, Fleming*).In de <strong>praktijk</strong> van de onderwijsfilm staat m<strong>en</strong> vaak voor de keuze tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator-acteur <strong>en</strong>e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator-expert. Kiez<strong>en</strong> we voor e<strong>en</strong> professionele pres<strong>en</strong>tator (pres<strong>en</strong>tator-acteur) danmog<strong>en</strong> we rek<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vlekkeloos optred<strong>en</strong>: ge<strong>en</strong> cameravrees, beheerst gedrag in houding <strong>en</strong>gebaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> prettige <strong>en</strong> goed verstaanbare voordracht van tekst<strong>en</strong>. Het gezag <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>nis vanzak<strong>en</strong> zijn echter gefingeerd: de pres<strong>en</strong>tator-acteur doet slechts alsof hij er verstand van heeft <strong>en</strong> dat<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


kan de acceptatie belemmer<strong>en</strong>.Meer k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we aan bij de expert. Het <strong>en</strong>thousiasme <strong>en</strong> het gezag is auth<strong>en</strong>tiek <strong>en</strong>hij kan door zijn k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> gemakkelijker improviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> inspel<strong>en</strong> op tuss<strong>en</strong>tijdsewijziging<strong>en</strong>. Maar niet altijd weg<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> op teg<strong>en</strong> de soms povere pres<strong>en</strong>tatiewijze.Onbeduid<strong>en</strong>de ongerechtighed<strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> klein spraakgebrek, nervositeit of e<strong>en</strong> wat houterigbewegingspatroon kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> dysfunctioneel elem<strong>en</strong>t vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> acceptatie door de kijker in de wegstaan.Succesvolle pres<strong>en</strong>tator<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> iets van allebei: ze hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis van zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze wet<strong>en</strong> zich tepres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Jacob Brunowski, Jacques Cousteau <strong>en</strong> David Att<strong>en</strong>borough zijn internationaalvermaard. Dichter bij huis treff<strong>en</strong> we soms gespecialiseerde verslaggevers (sport, politiek, economie)die het zeer goed do<strong>en</strong>. Wie succesvol is, schopt het misschi<strong>en</strong> tot 'anchorman' bij e<strong>en</strong> nieuwsrubriekof mag hop<strong>en</strong> in aanmerking te kom<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> talkshow.Vele praktische tips over de techniek van het pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in het boek vanBroekhuiz<strong>en</strong>*.Het interviewHet interview als pres<strong>en</strong>tatievorm zi<strong>en</strong> we vooral op televisie, in de voorlichtingsfilm <strong>en</strong> in deonderwijsfilm. E<strong>en</strong> bonte stoet van deskundig<strong>en</strong>, lek<strong>en</strong>, winnaars, verliezers, daders, slachtoffers ofgewoon interessante m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kan zo e<strong>en</strong> persoonlijke inbr<strong>en</strong>g hebb<strong>en</strong> in het filmverhaal. Daarmee isook direct e<strong>en</strong> belangrijk criterium g<strong>en</strong>oemd. E<strong>en</strong> interview is e<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatiewijzewanneer bewering<strong>en</strong> of uitsprak<strong>en</strong> sterk aan e<strong>en</strong> persoon gebond<strong>en</strong> zijn: het moet gaan ompersoonlijke opvatting<strong>en</strong>, boodschapp<strong>en</strong> met sterke emotionele lading of bewering<strong>en</strong> waarin hetgezag van de betrokk<strong>en</strong>e e<strong>en</strong> rol speelt. Meer nog dan door de letterlijke inhoud van de tekst<strong>en</strong> wordtde betek<strong>en</strong>is bepaald door de nonverbale <strong>en</strong> paralingustische signal<strong>en</strong> die met e<strong>en</strong> uitspraakgepaard gaan (Vroon*). Het is de ondertoon die ons zegt hoe we e<strong>en</strong> bepaalde uitspraak moet<strong>en</strong>interpreter<strong>en</strong>.De quiz-kandidaat die zojuist de schitter<strong>en</strong>de hoofdprijs heeft gemist:'...ach, ... het is maar e<strong>en</strong> spelletje...' (Freek de Jonge)Het interview is aantrekkelijk omdat het de normale m<strong>en</strong>selijke communicatiewijze zeer dichtb<strong>en</strong>adert: het gaat om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op min of meer auth<strong>en</strong>tieke wijze hun zegje do<strong>en</strong>. Uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>depersoonlijke visies kunn<strong>en</strong> zo gemakkelijk teg<strong>en</strong> elkaar word<strong>en</strong> afgezet.Als groot nadeel van het interview geldt het gebrek aan controle over tekstinhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong>verstaanbaarheid. Geïnterviewd<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> al improviser<strong>en</strong>d hungedacht<strong>en</strong> weer. Dat leidt maar zeld<strong>en</strong> tot de meest w<strong>en</strong>selijke formulering<strong>en</strong>, tot voldo<strong>en</strong>dediepgang of tot e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d betoog. Bij de selectie van kandidat<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we daar zo veelmogelijk rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong>. Ter voorbereiding moet<strong>en</strong> we niet alle<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de vrag<strong>en</strong>die we will<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>, maar vooral ook anticiper<strong>en</strong> op de antwoord<strong>en</strong> die we kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>. Teveel opportunisme kan gemakkelijk tot teleurstelling<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het interviewmet professor van d<strong>en</strong> Eijkel aan het begin van dit hoofdstuk.E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>d probleem is dat veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hun spontaniteit verliez<strong>en</strong> zodra zij e<strong>en</strong> camera op zichgericht wet<strong>en</strong>. Zij dreig<strong>en</strong> te verstarr<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong> overdrev<strong>en</strong> plechtstatig taalgebruik aan,dat vooral interessant is wanneer het hun verbale capaciteit<strong>en</strong> te bov<strong>en</strong> gaat:'...Hoewel ik me aan sommige ding<strong>en</strong> wel heb geïrriteerd, kijk ik met zeer veelg<strong>en</strong>oegdo<strong>en</strong>ing terug op die periode.... 'Door ongebreidelde toepassing van het interview is er onvermijdelijk <strong>en</strong>ige erosie opgetred<strong>en</strong>.Naarmate meer politici, functionariss<strong>en</strong> <strong>en</strong> deskundig<strong>en</strong> zich gaan verschuil<strong>en</strong> achter e<strong>en</strong> wollige brijvan woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich buit<strong>en</strong> het discours prober<strong>en</strong> te plaats<strong>en</strong>, wordt het persoonlijke aspect van decommunicatie meer teruggedrong<strong>en</strong>. Wat dan ontstaat is 'talking-head' televisie waar niemand meerin is geïnteresseerd ('gelul in beeld'). Deze interviewmoeheid bij de kijker staat acceptatie van het<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


interview als pres<strong>en</strong>tatievorm in de weg. Afgesprok<strong>en</strong> opzetjes tuss<strong>en</strong> interviewer <strong>en</strong> geïnterviewde('Ik b<strong>en</strong> blij dat u deze vraag stelt...') hebb<strong>en</strong> de kracht van het interview verder aangetast.Piët* maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> het portretinterview, het informatieve interview <strong>en</strong> het stressinterview.In het portretinterview bepaalt de geïnterviewde de toon <strong>en</strong> richting van het gesprek. Deinterviewer heeft slechts e<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>de functie. In het informatieve interview probeert deinterviewer meer gerichte informatie te krijg<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> uitleg, e<strong>en</strong> verantwoording of e<strong>en</strong> toelichting. Indramatische zin is het meeste spektakel te verwacht<strong>en</strong> in het stress-interview. Interviewer <strong>en</strong> geïnterviewdezijn hier min of meer aan elkaar gewaagd <strong>en</strong> gaan e<strong>en</strong> confrontatie aan. Het gaat om e<strong>en</strong>botsing van doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekaders: e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>geling van spel <strong>en</strong> strijd waarin de relationelekant tuss<strong>en</strong> de twee gesprekspartners <strong>en</strong> zak<strong>en</strong> als macht <strong>en</strong> sympathie e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> 25 .Het interview hoeft niet beperkt te blijv<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> tweegesprek. Variant<strong>en</strong> zijn het driegesprek, hetkringgesprek <strong>en</strong> de paneldiscussie, met of zonder publiek.Geheel buit<strong>en</strong> deze driedeling valt het straatinterview, e<strong>en</strong> van de meest gebruikte pres<strong>en</strong>tatievorm<strong>en</strong>op televisie: uitsprak<strong>en</strong> van willekeurige voorbijgangers domweg achter elkaar plakk<strong>en</strong> met als doel telat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat de 'man of vrouw in de straat er van vindt' (de vox populi: de stem van het volk):'De politiek? Zakk<strong>en</strong>vullers zijn het. Allemaal zakk<strong>en</strong>vullers.''Ik heb er ge<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> voor. 't Is vreselijk. Misschi<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we de krant wel wegdo<strong>en</strong>...''Ach m<strong>en</strong>eer, het altijd hetzelfde liedje: de kleine man is weer de klos...''E<strong>en</strong> schande, ronduit e<strong>en</strong> schande!''Moet u luister<strong>en</strong>, ik zit met zes kleine kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> zieke schoonmoeder, e<strong>en</strong> hond <strong>en</strong> e<strong>en</strong>papegaai. Per maand moet ik het do<strong>en</strong> met nog ge<strong>en</strong>......'Het straatinterview is gemakkelijk, goedkoop <strong>en</strong> snel te mak<strong>en</strong>. En altijd goed voor e<strong>en</strong> paargepeperde uitsprak<strong>en</strong> van 'grappige' m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Het is leuk in de sfeer van 'm<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>', maardaarmee is dan ook alles gezegd.Het straatinterview is e<strong>en</strong> van de grootste platitudes van de televisie. Het is oppervlakkig, e<strong>en</strong>zijdig,t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tieus <strong>en</strong> voorspelbaar. Het bestaat slechts uit losse flodders die niet verankerd zijn in gedeg<strong>en</strong>standpunt<strong>en</strong> of red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is daardoor zonder <strong>en</strong>ige zeggingskracht. Wat we zi<strong>en</strong> zijnuitsprak<strong>en</strong> van 'toevallige' passant<strong>en</strong> van wie we achtergrond, positie noch context k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. We hor<strong>en</strong>ze aan, maar we wet<strong>en</strong> niet wie ze zijn. Bijgevolg ontber<strong>en</strong> hun bewering<strong>en</strong> iedere bewijskracht. Hetstraatinterview is niet meer dan e<strong>en</strong> laatste strohalm voor de programmamaker die e<strong>en</strong> creatievecrisis doormaakt 26 .Voor het duid<strong>en</strong> van de informatie is het van belang te wet<strong>en</strong> vanuit welke positie iemand spreekt.Schoon<strong>en</strong>berg* maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de roll<strong>en</strong>: de geïnterviewde als expert, alsfunctionaris <strong>en</strong> als m<strong>en</strong>s. Experts <strong>en</strong> functionariss<strong>en</strong> do<strong>en</strong> vaak uitsprak<strong>en</strong> die ontdaan zijn vaniedere persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid. Hun uitsprak<strong>en</strong> zijn sterk gedepersonaliseerd (histoire) waardoorm<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong>s op waarhed<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> die de kijker slechts kan accepter<strong>en</strong> (Johan Cruijff: 'Jeziet dat er te weinig diepte in het spel zit, waardoor...'; hij gebruikt 'je' in de betek<strong>en</strong>is van 'iedere<strong>en</strong>' in25 In hoofdstuk elf is opgemerkt dat de meeste interviews te weinig confrontatie bevatt<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> issimpel: e<strong>en</strong> filmmaker moet vaak lang soebatt<strong>en</strong> voor hij erin slaagt e<strong>en</strong> belangrijk persoon te 'strikk<strong>en</strong>',vooral als het om controversiële kwesties gaat. Hij zal wel drie keer uitkijk<strong>en</strong> om die persoon teg<strong>en</strong> dehar<strong>en</strong> in te strijk<strong>en</strong>.26 Toch lijkt het straatinterview als pres<strong>en</strong>tatievorm nog steeds aan e<strong>en</strong> opmars bezig. Door hetto<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de aantal (lokale) z<strong>en</strong>ders lijkt zich in de Amerikaanse sted<strong>en</strong> e<strong>en</strong> epidemie van cameraploeg<strong>en</strong>voor te do<strong>en</strong>, die de strat<strong>en</strong> onveilig mak<strong>en</strong>. Ex-worstelkampio<strong>en</strong>e T. Mulrooney lijkt daarop e<strong>en</strong>nieuw gat in de markt te hebb<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>: zij biedt e<strong>en</strong> cursus tv-straatinterviews aan, niet voor tvmedewerkersmaar voor het publiek. De ijdele passant blijkt er heel wat voor over te hebb<strong>en</strong> om in diepaar second<strong>en</strong> goed over te kom<strong>en</strong> (n.a.v. e<strong>en</strong> bericht in AV-prof 8(1), 1994).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


plaats van 'ik'). Door de expert of functionaris te scheid<strong>en</strong> van de persoon wordt juist het sterke puntvan het interview, de persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid, ondergrav<strong>en</strong>.Veel poging<strong>en</strong> om moeilijke onderwerp<strong>en</strong> te populariser<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> schipbreuk omdat te pas <strong>en</strong> teonpas deskundig<strong>en</strong> zichzelf als instituut pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Zodra e<strong>en</strong> professor, doctorandus of ing<strong>en</strong>ieurals zodanig op het scherm verschijnt (ondertitel: 'Prof. dr. ir. J. Th. van d<strong>en</strong> Eijkel, prinsjesdagdeskundige'of 'Dr. Clavan, Oosteuropadeskundige' (Van Koot<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Bie)), roept dit bij de kijker gevoel<strong>en</strong>svan onmacht <strong>en</strong> ontzag op voor e<strong>en</strong> wereld waarvan hijzelf ge<strong>en</strong> deel uitmaakt (zij slim, wij dom). Inplaats van e<strong>en</strong> overbrugging van de kloof wordt de afstand alle<strong>en</strong> maar groter. Het voordeel dat zo'naanduiding e<strong>en</strong> betere positionering mogelijk maakt, wordt daarmee te niet gedaan.De roll<strong>en</strong> van functionaris, expert <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> veel meer door elkaar moet<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>: professorvan d<strong>en</strong> Eijkel is niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gevierd wet<strong>en</strong>schapper (expert), hij is ook voorzitter van hetOranjecomité (functionaris). Maar bov<strong>en</strong>al is hij e<strong>en</strong> beminnelijk m<strong>en</strong>s.E<strong>en</strong> welhaast schizofr<strong>en</strong>e scheiding van roll<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we aan in uitsprak<strong>en</strong> als:'Als m<strong>en</strong>s b<strong>en</strong> ik er voor, als politicus b<strong>en</strong> ik er teg<strong>en</strong>....'Cinematografische conv<strong>en</strong>tie is dat de geïnterviewde altijd vlak langs de camera kijkt (bijna '<strong>en</strong> face'):we nem<strong>en</strong> niet zelf deel aan de communicatie (zoals bij de pres<strong>en</strong>tator) maar kijk<strong>en</strong> als het ware meeover de schouder van de interviewer. We kunn<strong>en</strong> onbelemmerd als derde persoon mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vanintieme spanning <strong>en</strong> emotie meebelev<strong>en</strong>, zonder zelf gezi<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Het is vergelijkbaar met deillusie van de vierde wand op het toneel (Bergh*) die ons onzichtbaar maakt <strong>en</strong> ons in staat steltding<strong>en</strong> te do<strong>en</strong> die in het dagelijks lev<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> zijn (Jarvie*). E<strong>en</strong> verwijzing naar het voyeurismeis hier zeker op zijn plaats (zie hoofdstuk zev<strong>en</strong>).Als de conv<strong>en</strong>tie om vlak langs de camera te kijk<strong>en</strong> wordt doorbrok<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> vreemde situatieontstaan. Bek<strong>en</strong>d is het optred<strong>en</strong> van voormalig lijsttrekker Hans Wiegel die zich tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>vraaggesprek soms rechtstreeks tot de kijker placht te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich daardoor de rol vanpres<strong>en</strong>tator toeëig<strong>en</strong>de. De onderligg<strong>en</strong>de boodschap moet ongeveer zijn geweest dat hij de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>in het land veel belangrijker vond dan de vrag<strong>en</strong>steller.Over de techniek van het interview<strong>en</strong> zijn vele boek<strong>en</strong> beschikbaar (zie o.a. Vrolijk*, Schoon<strong>en</strong>berg*,Piët*). Interview<strong>en</strong> voor film of televisie vergt e<strong>en</strong> aantal bijzondere aanpassing<strong>en</strong>, zoals bijvoorbeeldhet achterwege lat<strong>en</strong> van aanmoedig<strong>en</strong>d bedoelde tuss<strong>en</strong>werpsels ('hum-hum, ja-ja'), die door dekijker als zeer stor<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>.De voice overDe term 'voice-over' wordt gebruikt voor e<strong>en</strong> verteller buit<strong>en</strong> beeld. De gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> zijnasynchroon, dat wil zegg<strong>en</strong> staan los van de in het beeld opgewekte beeldsynchrone, natuurlijkegeluid<strong>en</strong>. De voice-over tekst<strong>en</strong> zijn in het gunstigste geval zeer nauw afgestemd op de beeldinhoud.We onderscheid<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> voice-over:-de comm<strong>en</strong>taarspreker-de geïnterviewdeDe comm<strong>en</strong>taarspreker plaatst doorgaans zich in de positie van neutrale, onpersoonlijke alweter: debeschrijv<strong>en</strong>de verteller in optima forma. De spreektekst<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> soort kruising tuss<strong>en</strong>spreektaal <strong>en</strong> schrijftaal: e<strong>en</strong> combinatie van de overzichtelijke beknoptheid van de spreektaal <strong>en</strong> degrammaticale precisie van de schrijftaal. Iedere persoonlijke betrokk<strong>en</strong>heid van decomm<strong>en</strong>taarspreker in intonatie, emotie of woordkeuze wordt geminimaliseerd: histoire die vooral nietop discours mag lijk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarspreker pur sang stelt zich nooit voor, vraagt zich niets af <strong>en</strong>komt nooit in beeld.De grote verbale traditie in de overdracht van k<strong>en</strong>nis maakt dat er vaak veel te veel informatie in decomm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> wordt gepropt. Er wordt onvoldo<strong>en</strong>de rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de vluchtigheidvan het medium <strong>en</strong> het opnamevermog<strong>en</strong> van de kijker. Vaak is de comm<strong>en</strong>taartekst sterk dominantover de beeldinhoud <strong>en</strong> vertelt die zijn eig<strong>en</strong> verhaal dat in niets verband lijkt te houd<strong>en</strong> met hetbeeldverhaal (diverg<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid: 'e<strong>en</strong> praatje bij e<strong>en</strong> plaatje'). Maar soms gebeurt<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


ook het teg<strong>en</strong>overgestelde <strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong> onnodige overlap tuss<strong>en</strong> beeld <strong>en</strong> geluid die ge<strong>en</strong>rek<strong>en</strong>ing houdt met de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> het beoordelingsvermog<strong>en</strong> van de kijker (redundantie: 'dit is e<strong>en</strong>banaan'). Ondanks deze merkwaardige eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> moet het f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> van de comm<strong>en</strong>taarsprekerword<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> effectieve <strong>en</strong> breed geaccepteerde conv<strong>en</strong>tie. In de hoofdstukk<strong>en</strong>veerti<strong>en</strong> <strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> gaan we verder in op het gebruik van comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> de noodzakelijkeafstemming met het beeld.Het voice-over interview kom<strong>en</strong> we veel teg<strong>en</strong> in docum<strong>en</strong>taire programmavorm<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> devrag<strong>en</strong> van de interviewer eruit gesned<strong>en</strong> waardoor de geïnterviewde e<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>d verhaal lijkt tevertell<strong>en</strong>. Dit relaas van de hoofdpersoon wordt gekoppeld aan bijpass<strong>en</strong>d beeldmateriaal waarin dehoofdpersoon vaak zelf zal optred<strong>en</strong>, maar dat zeld<strong>en</strong> synchroon loopt met de gesprok<strong>en</strong> voice-overtekst. Als in de getoonde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> ook andere person<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> is het zaak om met <strong>en</strong>igeregelmaat de relatie tuss<strong>en</strong> de stem die we hor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de hoofdpersoon in beeld te bevestig<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>'establishing-shot'. Het is duidelijk dat de verwarring kan to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> naarmate er meer person<strong>en</strong>optred<strong>en</strong> of naarmate meer person<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>d als voice-over te hor<strong>en</strong> zijn. Vaak word<strong>en</strong> ookstukjes synchroon-interview (interview in beeld) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om de relatie tuss<strong>en</strong> de stem <strong>en</strong> depersoon te bevestig<strong>en</strong>. Omgekeerd bevat e<strong>en</strong> synchroon interview om montagetechnische red<strong>en</strong><strong>en</strong>vaak asynchrone snijshots (bijvoorbeeld hand<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> schilderijtje, e<strong>en</strong> asbak) waardoor gedur<strong>en</strong>dekorte tijd eig<strong>en</strong>lijk e<strong>en</strong> voice-over situatie ontstaat.Hoewel het synchrone interview <strong>en</strong> het voice-over interview vaak hand in hand gaan, is er toch e<strong>en</strong>nuanceverschil. In het synchrone interview kijk<strong>en</strong> we als het ware mee over de schouder van deinterviewer waardoor we als kijker in zekere mate word<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>geslot<strong>en</strong>. In het voice-over interviewontbreekt meestal de interviewer <strong>en</strong> lijkt het alsof we nu rechtstreeks word<strong>en</strong> aangesprok<strong>en</strong> door dehoofdpersoon. Dit maakt e<strong>en</strong> intiemere <strong>en</strong> indring<strong>en</strong>der relatie mogelijk.Het voice-over interview wordt zeer veel toegepast in programma's waar de m<strong>en</strong>s c<strong>en</strong>traal staat('human interest'). E<strong>en</strong> bijzonder vermelding verdi<strong>en</strong>t het eerder g<strong>en</strong>oemde 'oral history'-g<strong>en</strong>re: daaringaat het om mondelinge overlevering van bijna verget<strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> gereconstrueerdop basis van het relaas van getuig<strong>en</strong>.In sommige gevall<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we ook in de speelfilm e<strong>en</strong> voice-over verteller aan: de hoofdpersoon dieons zijn (lev<strong>en</strong>s-)verhaal vertelt naar het model van de ik-roman ('Die Blechtrommel', 'Little big man','Amadeus').De registratieDe term registratie wordt gebruikt voor het vastlegg<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zich ook zonder deaanwezigheid van e<strong>en</strong> camera zoud<strong>en</strong> voltrekk<strong>en</strong>. Vaak lijkt e<strong>en</strong> verteller te ontbrek<strong>en</strong>, bijvoorbeeldbij de registratie van e<strong>en</strong> concert, dansvoorstelling of kamerdebat. Soms wordt er e<strong>en</strong> vertellertoegevoegd die e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander toelicht, bijvoorbeeld bij de registratie van prinsjesdag, e<strong>en</strong>voetbalwedstrijd of het songfestival.In hoofdstuk zev<strong>en</strong> is het realiteitsdebat aan de orde gesteld: e<strong>en</strong> discussie tuss<strong>en</strong> filmtheoretici(realist<strong>en</strong> <strong>en</strong> formalist<strong>en</strong>) over de hoedanigheid van film. Waar de realist<strong>en</strong> betog<strong>en</strong> dat film e<strong>en</strong>doorgeefluik is voor de ding<strong>en</strong> die in de wereld gebeur<strong>en</strong> (de v<strong>en</strong>stermetafoor: reconstructie van dewerkelijkheid), bewer<strong>en</strong> de formalist<strong>en</strong> dat film e<strong>en</strong> krachtig expressiemiddel is dat e<strong>en</strong> sterkvertek<strong>en</strong>d beeld van de realiteit weergeeft (de kadermetafoor: contructie van e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>werkelijkheid). De conclusie van dat debat is dat film e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>geling is van allebei, dat constructie <strong>en</strong>reconstructie altijd hand in hand gaan <strong>en</strong> nooit van elkaar zijn te scheid<strong>en</strong>. Als we dus prat<strong>en</strong> overregistraties di<strong>en</strong><strong>en</strong> we te beseff<strong>en</strong> dat registraties nooit de werkelijkheid kunn<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong> zoals zijis, maar haar altijd in zekere mate beïnvloed<strong>en</strong>.Zodra we besluit<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd te registrer<strong>en</strong>, wordt de realiteit van de voetbalwedstrijd doorons beïnvloed: we kiez<strong>en</strong> onze favoriete camerastandpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> beelduitsnedes, we vrag<strong>en</strong> declubleiding<strong>en</strong> om duidelijk te onderscheid<strong>en</strong> t<strong>en</strong>ues, we vrag<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> witte bal, de veldverlichtingwordt eerder ingeschakeld, de lijn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> extra beurt, er word<strong>en</strong> extra reclamebord<strong>en</strong>geplaatst <strong>en</strong> de spelers do<strong>en</strong> er e<strong>en</strong> schepje bov<strong>en</strong>op om zich in de kijker te spel<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>d is ookhet verhaal dat profwielr<strong>en</strong>ners pas actief word<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaan demarrer<strong>en</strong> op het mom<strong>en</strong>t dat de rijd<strong>en</strong>decamera in de buurt verschijnt. Zelfs de lancering van e<strong>en</strong> raket naar de maan zou zonder camera'sanders verlop<strong>en</strong> dan met camera's (zie ook hoofdstuk twee over 'media-ev<strong>en</strong>ts').<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het is goed dat we ons realiser<strong>en</strong> dat in wez<strong>en</strong> al het filmmateriaal bestaat uit 'registraties' van<strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ge<strong>en</strong> van die registraties e<strong>en</strong> onvertek<strong>en</strong>d beeld van de werkelijkheid gev<strong>en</strong> 27 .De speelscèneDramatische techniek<strong>en</strong> zijn afkomstig uit de wereld van het toneel. E<strong>en</strong> verteller ontbreekt meestal.De verhaalontwikkeling zit vervat in opvoeringsgerichte interacties -veelal dialog<strong>en</strong>- tuss<strong>en</strong> spelers.Het voordeel bov<strong>en</strong> pure registratie is de grote mate van controle die kan word<strong>en</strong> uitgeoef<strong>en</strong>d: woordvoor woord kan word<strong>en</strong> uitgeschrev<strong>en</strong>, naar believ<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderdel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacc<strong>en</strong>tueerd,gecamoufleerd of bijgeschaafd. De macht van speelscènes blijkt uit de kassuccess<strong>en</strong> in de speelfilmwereld.Speelscènes kunn<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong> van sterk gestileerde, kunstmatige <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering<strong>en</strong>, zoalsbijvoorbeeld in soaps <strong>en</strong> sitcoms, tot zeer lev<strong>en</strong>sechte, realistische variant<strong>en</strong> die nauwelijks vanregistraties zijn te onderscheid<strong>en</strong>. In de meeste gevall<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> beroep moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan opprofessionele acteurs of op zijn minst op m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> last hebb<strong>en</strong> van plank<strong>en</strong>koorts ofcameravrees. Wanneer het echter om bescheid<strong>en</strong> rolletjes of figurant<strong>en</strong> gaat kunn<strong>en</strong> acteurs eerdere<strong>en</strong> handicap zijn: ge<strong>en</strong> betere timmerman dan e<strong>en</strong> echte timmerman.De prijs van de grote mate van controle is dat speelscènes in detail moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorbereid, e<strong>en</strong>bewerkelijke zaak. Het schrijv<strong>en</strong> van de dialog<strong>en</strong> zelf is daarin maar e<strong>en</strong> klein deel van het werk. Veelmeer tijd gaat zitt<strong>en</strong> in de karakterisering <strong>en</strong> onderlinge positionering van de hoofdperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> in hetbed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van logische of onlogische nuances in hun gedrag. Als daarin voldo<strong>en</strong>de helderheid isgeschap<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong> de dialog<strong>en</strong> daar min of meer als vanzelf uit voort. Wie direct start met hetuitschrijv<strong>en</strong> van de dialog<strong>en</strong>, zal onherroepelijk vastlop<strong>en</strong>.We moet<strong>en</strong> ons realiser<strong>en</strong> dat het m<strong>en</strong>selijk gedrag zeer veel teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> bevat. Wat wezegg<strong>en</strong> hoeft niet noodzakelijkwijs overe<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met wat we d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> of wat we voel<strong>en</strong>. Iedereuitspraak gaat gepaard met e<strong>en</strong> veelheid van onwillekeurige nonverbale of paralingustische signal<strong>en</strong>,die vaak veel betek<strong>en</strong>isvoller zijn dat de letterlijke inhoud van de tekst<strong>en</strong>. 'De dialoog is e<strong>en</strong> leug<strong>en</strong>'zegt Bloch*. Hij doelt daarmee op de rituele of conv<strong>en</strong>tionele aspect<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>selijkecommunicatie, die vaak de ware betek<strong>en</strong>is verhull<strong>en</strong>: 'Goh, wat heb je e<strong>en</strong> leuke jurk aan!' Het isvooral de manier waarop e<strong>en</strong> uitspraak wordt gedaan die van belang is (Vroon*).E<strong>en</strong> groot gevaar van speelscènes is dat er veel informatie in de dialoogtekst<strong>en</strong> wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,die eig<strong>en</strong>lijk op andere wijze zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> overgebracht. Als het gesprok<strong>en</strong> woord als primaireinformatieverschaffer gaat functioner<strong>en</strong>, ontstaat het zog<strong>en</strong>aamde 'Hollands drama': de spott<strong>en</strong>deb<strong>en</strong>aming voor overgeacteerde toneelscènes 28 . Iedere gedachte, ieder gevoel wordt daarin metwoord<strong>en</strong> geëxpliciteerd:'O, , wat b<strong>en</strong> ik ongelukkig!...'In de film- <strong>en</strong> de toneelwereld wordt hiervoor de term 'exposé' (verbale expositie, of eig<strong>en</strong>lijk overexpositie)gebruikt. De kunst van het dialoog schrijv<strong>en</strong> is juist het weglat<strong>en</strong> van alle informatie die opandere wijze kan word<strong>en</strong> overgebracht. Of iemand boos, opgewond<strong>en</strong> of verliefd is hoev<strong>en</strong> we niet tehor<strong>en</strong>: er is maar weinig voor nodig om dat op meer subtiele <strong>en</strong> natuurlijke wijze te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Dekijker kan dan zelf zijn conclusie trekk<strong>en</strong>. Didactisch gesprok<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> we dan voor 'ontdekk<strong>en</strong>dler<strong>en</strong>' (exploratie) bov<strong>en</strong> 'ontvang<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>' (expositie) (zie hoofdstuk drie). Exposé moet inspeelscènes dus word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>.27 We prat<strong>en</strong> hier over de produktie van film of televisieprogramma's. Opmerkelijk is dat rechtbank<strong>en</strong> into<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate videoregistraties van bewakingscamera's als betrouwbaar bewijsmateriaalaccepter<strong>en</strong>, althans voor zover het beeldmateriaal aantoonbaar ge<strong>en</strong> nadere bewerking door de m<strong>en</strong>sheeft ondergaan (ge<strong>en</strong> montage <strong>en</strong>z.). In die gevall<strong>en</strong> wordt k<strong>en</strong>nelijk verondersteld dat in deregistraties e<strong>en</strong> objectieve werkelijkheid is vastgelegd.28 Wellicht berust deze terminologie op e<strong>en</strong> typisch Nederlands minderwaardigheidscomplex. Het zouechter onjuist zijn te bewer<strong>en</strong> dat het 'Engels drama' <strong>en</strong> het 'Duits drama' deze zwakhed<strong>en</strong> nietverton<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Maar vaak is het voor e<strong>en</strong> goed begrip van het verhaal noodzakelijk om informatie via het gesprok<strong>en</strong>woord over te drag<strong>en</strong>. Er kunn<strong>en</strong> dan diverse techniek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om het Hollands drama tevermijd<strong>en</strong>.-alsnog e<strong>en</strong> verteller inbouw<strong>en</strong>Sommige speelfilms volg<strong>en</strong> de stijl van e<strong>en</strong> terugblik of dagboek, waarin de hoofdrolspeler, in beeldof buit<strong>en</strong> beeld, als verteller optreedt <strong>en</strong> relevante informatie geeft:'...Ik was acht jaar to<strong>en</strong> ik naar de stad verhuisde...'E<strong>en</strong> bijzondere vorm is de 'terzijde': e<strong>en</strong> van de spelers stapt tijdelijk uit zijn rol om zich over dehoofd<strong>en</strong> van de andere spelers he<strong>en</strong> tot de kijker te richt<strong>en</strong>, zonder dat de medespelers dit schijn<strong>en</strong>op te merk<strong>en</strong>. Hij doorbreekt hiermee tijdelijk de illusie van de vierde wand.De speelscènes kunn<strong>en</strong> ook zijn ingebed in e<strong>en</strong> raamwerk waarin e<strong>en</strong> verteller de nodige toelichtinggeeft (e<strong>en</strong> raamvertelling). Soms is het zinvol de speelscènes te lat<strong>en</strong> voorafgaan door e<strong>en</strong> proloogwaarin de verteller (of auteur) aanwijzing<strong>en</strong> geeft, zoals Alfred Hitchcock.-expliciete labelingDeze techniek wordt veel gebruikt bij begroeting<strong>en</strong>: 'Goedemorg<strong>en</strong> dokter Jans<strong>en</strong>, dag dominee,hallo melkboer'. Soms ziet de filmmaker zich gedwong<strong>en</strong> zijn toevlucht te nem<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong>tekst in beeld: e<strong>en</strong> bordje op de muur met 'A.J. Klein, tandarts'. Soms verschijnt er e<strong>en</strong> titel in beeldnaar het model van de tekstbord<strong>en</strong> in de stomme film: 'Parijs, 1854' of 'drie jaar later...'.-conflictsituatiesConflictsituaties zijn niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijk spanningverhog<strong>en</strong>d middel, maar bied<strong>en</strong> ook demogelijkheid informatie over iemands karakter te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Iemand die plotseling beschot<strong>en</strong> wordtof te mak<strong>en</strong> krijgt met schipbreuk heeft ge<strong>en</strong> tijd om over zijn gedrag na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. In dat soortsituaties manifesteert zich zonder omhaal iemands ware aard (laf, bang of heldhaftig).-behoefte aan exposé creër<strong>en</strong>Dodelijk voor dialog<strong>en</strong> is de situatie waarin de spelers informatie gaan uitwissel<strong>en</strong> die h<strong>en</strong> beid<strong>en</strong> albek<strong>en</strong>d is: 'Je weet wel, die reis naar Spanje die we vorige week hebb<strong>en</strong> gemaakt...'.Verbaal informatie uitwissel<strong>en</strong> werkt alle<strong>en</strong> als er e<strong>en</strong> urg<strong>en</strong>te behoefte aan informatie is, bijvoorbeeldvanwege e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nisachterstand van de kijker of bij e<strong>en</strong> van de spelers:-'Ja maar... wat is er dan?'-'...Hij heeft e<strong>en</strong> ongeluk gehad...'-'Wat dan..! Wat heeft-ie?'-'...Hij...'-'...Maar wat dan! Zeg op.'-'...Hij...., hij heeft e<strong>en</strong> schedelbasisfractuur...'-monolog<strong>en</strong>De monoloog is e<strong>en</strong> wat theatrale techniek waarin iemand in zichzelf e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> bespreekt. Dithardop d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> (de 'monologue intérieur') maakt het mogelijk keuzeprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong> keuzeoverweging<strong>en</strong>van de betrokk<strong>en</strong>e te expliciter<strong>en</strong>. De informatie wordt door de kijker als betrouwbaar beoordeeldomdat hij mag veronderstell<strong>en</strong> dat iemand die alle<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> heeft tot lieg<strong>en</strong>. Soms is demonoloog e<strong>en</strong> ontaarde dialoog, bijvoorbeeld wanneer de teg<strong>en</strong>speler in slaap valt (bijvoorbeeld: inde speelfilm 'They shoot horses don't they' vertelt Jane Fonda haar lev<strong>en</strong>sverhaal aan haar halfslap<strong>en</strong>de danspartner). Ook e<strong>en</strong> kanarie, hond, speelgoedbeest of zelfs iemands spiegelbeeld kanals klankbord di<strong>en</strong><strong>en</strong>.-beeldbewerkingstechniek<strong>en</strong>Door nieuwe techniek<strong>en</strong> ontstaan er vele nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> om expositie op e<strong>en</strong> draaglijkemanier in te bouw<strong>en</strong>. De innerlijke tweestrijd van de hoofdpersoon kan bijvoorbeeld zeer concreetword<strong>en</strong> gemaakt door de persoon letterlijk op te splits<strong>en</strong> <strong>en</strong> in tweevoud op het scherm te<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


projecter<strong>en</strong>. De hoofdpersoon kan op die manier in discussie tred<strong>en</strong> met zijn alter ego (bijvoorbeeld in'The floor is yours', Melrose, trainingsfilm over spreekangst).Naar e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>tIn de afgelop<strong>en</strong> drie hoofdstukk<strong>en</strong> zijn we ingegaan op e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> die bij het mak<strong>en</strong> vane<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t van belang zijn. In hoofdstuk ti<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we het gehad over de inhoudelijke research,over de betek<strong>en</strong>is van de premisse, de keuze van e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d programmaconcept <strong>en</strong> over de keuzevan stijl <strong>en</strong> toonzetting. In hoofdstuk elf zijn we uitvoerig ingegaan op het bouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verhaalstructuur.In dit hoofdstuk, tot slot, zijn uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de pres<strong>en</strong>tatievorm<strong>en</strong> aan de orde geweest.We zijn nu zo ver dat we het treatm<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> nu de fase van<strong>conceptontwikkeling</strong> af.Al eerder is aangeroerd dat er weinig voorschrift<strong>en</strong> bestaan voor de vorm waarin e<strong>en</strong> treatm<strong>en</strong>t moetword<strong>en</strong> gegot<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de mate van detaillering die gew<strong>en</strong>st is. Bov<strong>en</strong>al moet<strong>en</strong> we ons richt<strong>en</strong> opde functie van het treatm<strong>en</strong>t: het treatm<strong>en</strong>t moet ons in kort bestek inzicht gev<strong>en</strong> in de wijze waaropde film is opgebouwd. Hoe begint het filmverhaal, wat gebeurt er daarna, hoe ontwikkelt het verhaalzich verder <strong>en</strong> waartoe leidt het uiteindelijk? Als die vrag<strong>en</strong> in het treatm<strong>en</strong>t beantwoord word<strong>en</strong>,voldoet het treatm<strong>en</strong>t in strikte zin aan de eis<strong>en</strong>.Daarnaast moet<strong>en</strong> we ons realiser<strong>en</strong> dat het treatm<strong>en</strong>t meer is dan e<strong>en</strong> neutraal tuss<strong>en</strong>produkt datnodig is om alle betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> te informer<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong> word<strong>en</strong> beslissing<strong>en</strong> over financiering <strong>en</strong>budgett<strong>en</strong> vaak bezegeld op basis van de kwaliteit <strong>en</strong> de overtuigingskracht van het treatm<strong>en</strong>t. Hoeovertuig<strong>en</strong>der het treatm<strong>en</strong>t des te groter de kans dat de film gerealiseerd zal word<strong>en</strong>. Het treatm<strong>en</strong>tmoet daarom meer zijn dan e<strong>en</strong> nuchtere, inhoudelijke verhaalbeschrijving: de stijl, toonzetting <strong>en</strong>andere ess<strong>en</strong>tiële vormelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> er tot op zekere hoogte in tot uiting kom<strong>en</strong>.Het is niet verstandig om in het treatm<strong>en</strong>t zelf tuss<strong>en</strong>tijdse argum<strong>en</strong>taties te verwerk<strong>en</strong> omdatdaarmee het verhaal erg wordt versnipperd. Als toch e<strong>en</strong> toelichting nodig is, kan ev<strong>en</strong>tueel e<strong>en</strong>aparte verantwoording word<strong>en</strong> toegevoegd. Nog beter is het natuurlijk als uit het treatm<strong>en</strong>t zelfvoldo<strong>en</strong>de blijkt dat de aanpak zinvol <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel succesvol is.In de volg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> we ons op de specificatiefase. In het bijzonder zull<strong>en</strong> we in detailingaan op e<strong>en</strong> aantal ontwerpaspect<strong>en</strong> van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge sam<strong>en</strong>hang.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 13BeeldHet begint altijd met iemand die vreselijk boos wordt <strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> taart in hetgezicht van zijn teg<strong>en</strong>stander duwt. Deze wrijft langzaam de slagroom uit zijnog<strong>en</strong>, pakt ook e<strong>en</strong> taart <strong>en</strong> drukt die op zijn beurt in het gezicht van de dader. Hetantwoord kan niet uitblijv<strong>en</strong>, omstanders strom<strong>en</strong> toe, onschuldig<strong>en</strong> word<strong>en</strong>geraakt <strong>en</strong> m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> zich in de strijd, waardoor weldra e<strong>en</strong> kluw<strong>en</strong> van glibber<strong>en</strong>de,besmeurde <strong>en</strong> gooi<strong>en</strong>de vechtersbaz<strong>en</strong> ontstaat. Aan taart<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> gebrek.Dit soort dynamische scènes is veelvuldig gebruikt in de stomme film: e<strong>en</strong> simpel gegev<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>metaforische symboliek, boordevol teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> erg prikkel<strong>en</strong>d voor de lachspier<strong>en</strong>.Hoe simpel het allemaal ook oogt, het voorbereid<strong>en</strong> <strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> van zo'n scène heeft heelwat voet<strong>en</strong> in de aarde. Er kan ge<strong>en</strong> sprake van zijn dat de regisseur zonder voorbereiding teg<strong>en</strong> despelers roept 'Ja jong<strong>en</strong>s, begin maar wat te gooi<strong>en</strong>....'. Want als iedere<strong>en</strong> besmeurt <strong>en</strong> wel uit destrijd te voorschijn komt, zou het onmogelijk zijn om nog e<strong>en</strong> tweede take op te nem<strong>en</strong> (als er altaart<strong>en</strong> over zijn). Van te vor<strong>en</strong> moet er dus goed over de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering word<strong>en</strong> nagedacht: wie gaatwaar staan, wie wordt waar geraakt, wie gooit welke kant op met welke taart? Maar ook moet erword<strong>en</strong> nagedacht over de wijze waarop al deze handeling<strong>en</strong> in beeld moet<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>: waar zett<strong>en</strong>we de camera's zonder dat ze onder de smurrie kom<strong>en</strong> te zitt<strong>en</strong>, welke beeldkaders moet<strong>en</strong> wekiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe moet<strong>en</strong> we de beeld<strong>en</strong> uiteindelijk monter<strong>en</strong>? Allemaal vrag<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> metde wijze waarop we het beeldverhaal gestalte will<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarover we vooraf goed moet<strong>en</strong>nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>.Met het treatm<strong>en</strong>t staat de film conceptueel in de steigers. We moet<strong>en</strong> het treatm<strong>en</strong>t vervolg<strong>en</strong>suitwerk<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario of e<strong>en</strong> script, zodat meer in detail duidelijk wordt hoe de film er uit komt tezi<strong>en</strong>. Uitgangspunt daarbij zijn de basiselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waaruit het filmmedium is opgebouwd: beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong>geluid<strong>en</strong>. Er bestaan vele praktische handboek<strong>en</strong> over film of video die zich nadrukkelijk op ditconcrete niveau van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>. De meeste boek<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich echter in hoofdzaakop de technische kant<strong>en</strong> van de zaak: hoe bedi<strong>en</strong> ik de camera, wat voor soort<strong>en</strong> microfoons zijn er,hoe werkt achtergrondprojectie, welke kabels zijn nodig? Vanuit onze ontwerpb<strong>en</strong>adering ligt hetechter voor de hand dat we ons verdiep<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> waarmee beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong>geluid<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de functionaliteit die daarmee kan word<strong>en</strong> bereikt. Het gaatons immers vooral om de conceptuele betek<strong>en</strong>is van de ontwerpkeuz<strong>en</strong> die we mak<strong>en</strong>. De technischerealisatie is zeker niet minder belangrijk, maar komt in dit boek niet aan de orde.In dit hoofdstuk richt<strong>en</strong> we onze aandacht op het beeld. We gaan achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s in op devolg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong>:-actie-ar<strong>en</strong>a-beeldcompositie-camerastandpunt<strong>en</strong>-speciale beeldeffect<strong>en</strong>-camerabeweging<strong>en</strong>-beeldwisseling<strong>en</strong>ActieDat film in staat is om beweg<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong> (met bijbehor<strong>en</strong>de geluid<strong>en</strong>) te reproducer<strong>en</strong>, maakt dathet medium als het ware vraagt om het ton<strong>en</strong> van actie: gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>, process<strong>en</strong> <strong>en</strong> dynamischeverschijnsel<strong>en</strong>. Films waarin minut<strong>en</strong>lang niets gebeurt hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> recht van bestaan. Bek<strong>en</strong>d is determ 'actiefilm' waarin de kijker door de overdaad aan achtervolging<strong>en</strong> <strong>en</strong> vechtpartij<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>trust wordt gegund. Maar ook in films die niet tot het actiefilm-g<strong>en</strong>re behor<strong>en</strong>, staat de actie c<strong>en</strong>traal.Iedere scène moet zijn opgebouwd rond e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isdrag<strong>en</strong>de handeling. Ontbreekt die handeling,dan heeft de scène ge<strong>en</strong> functie <strong>en</strong> kan hij ev<strong>en</strong>goed achterwege blijv<strong>en</strong>.Onder het motto 'zi<strong>en</strong> is gelov<strong>en</strong>' moet<strong>en</strong> boodschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewering<strong>en</strong> zo veel mogelijk word<strong>en</strong>gevisualiseerd. Wie bijvoorbeeld in e<strong>en</strong> commercial hondebrokk<strong>en</strong> wil aanprijz<strong>en</strong>, zou dus in plaats<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


van e<strong>en</strong> witgejaste deskundige die ons vertelt dat het produkt zo gezond is, beter e<strong>en</strong> hond kunn<strong>en</strong>ton<strong>en</strong> die <strong>en</strong>thousiast op zijn et<strong>en</strong>sbak afr<strong>en</strong>t <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s aan het smull<strong>en</strong> slaat. De kijker kan danzelf wel de conclusie trekk<strong>en</strong> (exploratie). Swain* hanteert hiervoor de term 'visual proofpoints': allebewering<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> bij voorkeur via visuele actie word<strong>en</strong> bewez<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> verkeerde conclusie die m<strong>en</strong> hieruit zou kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> is dat e<strong>en</strong> filmmaker altijd op spektakeluit moet zijn. Natuurlijk werkt spektakel prikkel<strong>en</strong>d, maar spektakel alle<strong>en</strong> om het spektakel kangemakkelijk averechts werk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> achtervolgingsscène kan nog zo spectaculair in beeld zijngebracht, zonder koppeling van die actie aan karakters met motiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> streving<strong>en</strong> blijft zo'n scènebeperkt tot e<strong>en</strong> kille technische buit<strong>en</strong>kant die wellicht wel onze nieuwsgierigheid opwekt, maar onsnooit beroert. Visueel spektakel di<strong>en</strong>t altijd e<strong>en</strong> psychologische basis te hebb<strong>en</strong>, anders blijft hethang<strong>en</strong> op het niveau van e<strong>en</strong> kosmetisch effect (zie ook van Riemsdijk*). Beweging in letterlijke zinis e<strong>en</strong> nadrukkelijke compon<strong>en</strong>tin het actiebegrip. Maar onder verwijzing naar het voorbeeld in hoofdstuk ti<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> in stilte huil<strong>en</strong>deman) kan de letterlijke beweging soms achterwege blijv<strong>en</strong>: als het beeld maar voldo<strong>en</strong>depsychologische dynamiek bevat om 'bewog<strong>en</strong>heid' te weeg te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Ar<strong>en</strong>aHet begrip ar<strong>en</strong>a verwijst naar de situering waarbinn<strong>en</strong> de verhaalhandeling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geplaatst (zieook hoofdstuk ti<strong>en</strong>). De visuele aspect<strong>en</strong> van de ar<strong>en</strong>a kom<strong>en</strong> tot uiting in de decors (in casu delokaties) <strong>en</strong> de daarin gebruikte attribut<strong>en</strong> (voorwerp<strong>en</strong>, kleding, kapsels <strong>en</strong> dergelijke). Deze word<strong>en</strong>gekoz<strong>en</strong> op grond van functioneel inhoudelijke overweging<strong>en</strong> of op grond van de visuele versterkingdie zij kunn<strong>en</strong> bewerkstellig<strong>en</strong>. Visueel interessante lokaties kunn<strong>en</strong> als 'decor' e<strong>en</strong> verhaal deb<strong>en</strong>odigde logica, diepgang <strong>en</strong> atmosfeer gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de communicatie bevorder<strong>en</strong>. In devorige hoofdstukk<strong>en</strong> is beargum<strong>en</strong>teerd dat e<strong>en</strong> zekere mate van aankleding noodzakelijk is om e<strong>en</strong>geloofwaardige <strong>en</strong>tourage te schets<strong>en</strong> <strong>en</strong> de karakters voldo<strong>en</strong>de tot hun recht te lat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Ookdat is e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om voldo<strong>en</strong>de zorg aan decors <strong>en</strong> attribut<strong>en</strong> te bested<strong>en</strong>. Wie e<strong>en</strong> degelijke <strong>en</strong>betrouwbare film wil mak<strong>en</strong>, zal e<strong>en</strong> degelijk <strong>en</strong> betrouwbaar decor moet<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, met ditoattribut<strong>en</strong>: iedere stoel moet e<strong>en</strong> echte stoel zijn, stevig <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>baar, waar niemand doorhe<strong>en</strong> zakt.Sfeer, toonzetting <strong>en</strong> int<strong>en</strong>ties moet<strong>en</strong> immers consequ<strong>en</strong>t in alle onderdel<strong>en</strong> van de film totuitdrukking kom<strong>en</strong> 29 .Tegelijkertijd moet<strong>en</strong> we ons echter realiser<strong>en</strong> dat decors <strong>en</strong> attribut<strong>en</strong> nooit de handeling zelf mog<strong>en</strong>dominer<strong>en</strong>. De kunst van het decorontwerp <strong>en</strong> de art direction is visuele aantrekkelijkheid tecombiner<strong>en</strong> met ingetog<strong>en</strong>heid: e<strong>en</strong> decor dat opvalt <strong>en</strong> dus afleidt is veelal e<strong>en</strong> slecht decor.Uitzondering<strong>en</strong> bestaan er natuurlijk ook: e<strong>en</strong> extreem voorbeeld zijn de James-Bondfilms waarin deexotische <strong>en</strong> spectaculaire lokaties voor e<strong>en</strong> extra dim<strong>en</strong>sie zorg<strong>en</strong>. De decors zijn daar vaak zodominant aanwezig dat zij als het ware zelf als actor gaan funger<strong>en</strong> die met hun eig<strong>en</strong> nukk<strong>en</strong> <strong>en</strong>grill<strong>en</strong> de hoofdrolspeler prober<strong>en</strong> te dwarsbom<strong>en</strong>. Het andere extreem is de vlucht van filmmakers inonopvall<strong>en</strong>de <strong>en</strong> risicoloze standaardoplossing<strong>en</strong>: de directeur achter zijn bureau, de wet<strong>en</strong>schappervoor zijn boek<strong>en</strong>kast <strong>en</strong> de politicus op het Binn<strong>en</strong>hof. Het zijn tot cliché's verword<strong>en</strong> metonymia's diege<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele pot<strong>en</strong>tie meer hebb<strong>en</strong> om de handeling te versterk<strong>en</strong>.BeeldcompositieOnder de compositie van e<strong>en</strong> beeld verstaan we de wijze waarop de diverse object<strong>en</strong> zijngerangschikt, t<strong>en</strong> opzichte van elkaar <strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van het beeldkader. Het voorbereid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>opname betreft <strong>en</strong>erzijds de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering van de handeling: wie of wat staat waar? Anderzijds betrefthet de positionering <strong>en</strong> de instelling van de camera: op welke plaats gaan we staan, met welke l<strong>en</strong>s,in welk kader? Deze twee aspect<strong>en</strong> zijn uiteraard nauw met elkaar verwev<strong>en</strong>.29 Misk<strong>en</strong>ning van die stelling leidt tot het zogehet<strong>en</strong> 'politieke partij<strong>en</strong>syndroom'. Tot voor <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong>was het gebruikelijk dat politieke partij<strong>en</strong> hun televisiez<strong>en</strong>dtijd op e<strong>en</strong> uiterst knullige manier vuld<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>partijcorifee placht zitt<strong>en</strong>d achter e<strong>en</strong> tafeltje, met e<strong>en</strong> gordijntje als achtergrond, in e<strong>en</strong> houterige,onw<strong>en</strong>nig gelez<strong>en</strong> tekst de kiezers van zijn standpunt te overtuig<strong>en</strong>. Onder de vele ongew<strong>en</strong>steconnotaties noter<strong>en</strong> we 'amateurisme', 'onzekerheid', 'zuinigheid', 'slordigheid', 'smakeloosheid' <strong>en</strong>'minachting van de kijker'.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Compositie heeft veel met esthetiek te mak<strong>en</strong>. De esthetische waarde van de beeldinhoud werktsterk in op de beleving op het niveau van het limbische hers<strong>en</strong>systeem (zie hoofdstuk zes). Esthetischeaspect<strong>en</strong> zijn echter nauwelijks in algem<strong>en</strong>e regels te vatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook discussies over wat mooi oflelijk is, zijn doorgaans weinig conclusief. Dat betek<strong>en</strong>t niet dat er ge<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn aan te gev<strong>en</strong>.We volstaan hier met de stelling dat beeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere esthetische aantrekkingskracht moet<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong> om verwerping door de kijker te voorkom<strong>en</strong>. Overschrijding van de esthetische gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong>conv<strong>en</strong>ties kan gemakkelijk tot afstotingsreacties aanleiding gev<strong>en</strong>.Wel kunn<strong>en</strong> we kwaliteit van e<strong>en</strong> compositie plaats<strong>en</strong> in de context van betek<strong>en</strong>isvorming. De vraagdie daarbij speelt is in hoeverre de gekoz<strong>en</strong> beeldcompositie op conceptueel niveau aan de beoogdefuncties <strong>en</strong> int<strong>en</strong>ties voldoet. We kunn<strong>en</strong> hiervoor e<strong>en</strong> aantal aanknopingspunt<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong>.DuidelijkheidDe zak<strong>en</strong> waar het om gaat moet<strong>en</strong> duidelijk zichtbaar zijn. Niets is vervel<strong>en</strong>der dan niet goedkunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wat iets voorstelt (verwarring). Ieder object moet voldo<strong>en</strong>de groot zijn voor deherk<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong> tegelijkertijd voldo<strong>en</strong>de klein om het in verhouding tot de omgeving te kunn<strong>en</strong>plaats<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> die de nieuwsgierigheid van dekijker opwekk<strong>en</strong> of bevredig<strong>en</strong>.Acc<strong>en</strong>tueringIeder beeld moet e<strong>en</strong> paar duidelijke acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> overvloed aan gelijksoortige visueleprikkels, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> 'rommelige kamer' of e<strong>en</strong> 'm<strong>en</strong>s<strong>en</strong>m<strong>en</strong>igte', leidt tot verwarring <strong>en</strong>desinteresse omdat herk<strong>en</strong>ningspunt<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong>. De acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> duidelijk zijn omdat de kijkerweinig tijd heeft voor uitvoerige bestudering van het beeld: het volg<strong>en</strong>de beeld komt er immers alweer aan. De acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich richt<strong>en</strong> op relevante onderdel<strong>en</strong> van het beeld om tot deselectieve kijker te kunn<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong> (zie hoofdstuk zes <strong>en</strong> hoofdstuk acht). E<strong>en</strong> ervaringsgegev<strong>en</strong>is dat de blik van de kijker zich in eerste instantie richt op twee punt<strong>en</strong> vlak bov<strong>en</strong> het midd<strong>en</strong> van hetbeeldvlak: als het ware op de 'og<strong>en</strong>' van het scherm.De aandacht moet word<strong>en</strong> gericht door e<strong>en</strong> object te lat<strong>en</strong> afstek<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> zijn omgeving, bijvoorbeeldop grond van afmeting<strong>en</strong>, positie, scherpte, lichtgebruik of kleur. Ook beweging in het beeld is e<strong>en</strong>uitgesprok<strong>en</strong> aandachttrekker (zie ook hoofdstuk acht over 'Aug<strong>en</strong>kitzel'). E<strong>en</strong> oude <strong>en</strong> subtielemethode om de aandacht te richt<strong>en</strong> is het gebruik mak<strong>en</strong> van blikrichting<strong>en</strong>: als twee person<strong>en</strong> naare<strong>en</strong> derde kijk<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zij de aandacht op die derde persoon. Rembrandt deed het al zo. In filmhoeft maar e<strong>en</strong> van de drie zijn hoofd te draai<strong>en</strong> <strong>en</strong> het acc<strong>en</strong>t wordt verlegd naar e<strong>en</strong> anderepersoon.BalansEr moet e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtig gebruik zijn gemaakt van de beschikbare ruimte, omdat e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>wichtigecompositie op grond van bestaande conv<strong>en</strong>ties valse verwachting<strong>en</strong> wekt. Bijvoorbeeld: e<strong>en</strong> weilandmet geheel links in beeld e<strong>en</strong> koe wekt de verwachting dat er weldra rechts in het beeld iets gaatgebeur<strong>en</strong>; de vrije ruimte vraagt als het ware om opvulling. Soms moet de filmmaker juist van dieonbalans gebruik mak<strong>en</strong> door de kijker te lat<strong>en</strong> anticiper<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> mogelijke vervolg. Het spreektvanzelf dat vele misverstand<strong>en</strong> in film op dit principe zijn terug te voer<strong>en</strong>.DiepteBij de vertaling van de driedim<strong>en</strong>sionale wereld naar het platte vlak van film gaat veel informatieverlor<strong>en</strong>. De compositie moet zodanig zijn dat de suggestie van diepte zo veel mogelijk blijft bestaan.Dat betek<strong>en</strong>t dat de kijker de afmeting<strong>en</strong> <strong>en</strong> nabijheid van e<strong>en</strong> object altijd moet kunn<strong>en</strong> afzett<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de object<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> andere afmeting <strong>en</strong> die zich op e<strong>en</strong> andere afstand bevind<strong>en</strong>. Dit uitzich vooral in het gebruik van 'getrokk<strong>en</strong> shots' met e<strong>en</strong> sterke perspectivische vertek<strong>en</strong>ing. Dedieptesuggestie hangt sterk sam<strong>en</strong> met het gebruik van licht: lichtacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, schaduw<strong>en</strong>, kleurgebruik<strong>en</strong> reflecties kunn<strong>en</strong> de dieptesuggestie aanzi<strong>en</strong>lijk versterk<strong>en</strong>. De praktische ervaring vancameram<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> belichters kan hier van grote waarde zijn.Het vermijd<strong>en</strong> van compositiefout<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De vertaalslag van drie naar twee dim<strong>en</strong>sies leidt soms tot situaties waarin de kijker uit het beeldongew<strong>en</strong>ste <strong>en</strong> onbedoelde conclusie zou kunn<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong>. Door e<strong>en</strong> ongelukkige sam<strong>en</strong>loop kunn<strong>en</strong>object<strong>en</strong> op de voorgrond schijnbaar één geheel vorm<strong>en</strong> met object<strong>en</strong> in de achtergrond, waardoorsoms lachwekk<strong>en</strong>de situaties kunn<strong>en</strong> ontstaan. Zo zi<strong>en</strong> we regelmatig m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij wie e<strong>en</strong> bos tulp<strong>en</strong>uit het hoofd groeit of die door e<strong>en</strong> verwarmingsbuis lijk<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> doorkliefd. Verder moet decompositie aansluit<strong>en</strong> bij de gangbare visuele conv<strong>en</strong>ties, bijvoorbeeld: person<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>deloskom<strong>en</strong> van de rand<strong>en</strong> van het beeld (hoofdruimte). Ook moet<strong>en</strong> ze voldo<strong>en</strong>de kijkruimte <strong>en</strong> loopruimtekrijg<strong>en</strong>, zodat de kijker kan anticiper<strong>en</strong> op datg<strong>en</strong>e waarnaar m<strong>en</strong> kijkt of datg<strong>en</strong>e waar m<strong>en</strong>naar toe loopt.BeeldkadersGrofweg onderscheid<strong>en</strong> we drie beeldkaders:close shotsmedium shotswide shotsClose shots hebb<strong>en</strong> conceptueel e<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong>de <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is. Het karakter vanclose shots is concreet <strong>en</strong> specifiek. Ze lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt onderdeel van e<strong>en</strong> subject of object indetail zi<strong>en</strong>. Alle conc<strong>en</strong>tratie richt zich op de details die als het ware zijn losgemaakt uit de omgeving<strong>en</strong> de handeling.In het mediumshot zi<strong>en</strong> we minder detail. Het laat alle relevante k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het object zi<strong>en</strong> inrelatie tot zijn naaste omgeving. Het vormt daarmee e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>weg tuss<strong>en</strong> het close shot <strong>en</strong> hetwide shot.Het wide shot geeft e<strong>en</strong> overzicht van het geheel van onderlinge relaties. Het is vaak nodig om e<strong>en</strong>bepaalde situatie te bevestig<strong>en</strong> (establishing shot). Het wide shot toont weinig detail, is afstandelijker<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>er dan het close shot <strong>en</strong> het medium shot <strong>en</strong> is daardoor abstracter van karakter.In de <strong>praktijk</strong> van het filmmak<strong>en</strong> treff<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> nadere nuancering <strong>en</strong> opdeling aan van de term<strong>en</strong>close, medium <strong>en</strong> wide. Afhankelijk van de Engelse of Amerikaanse traditie word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de,soms overlapp<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> gebruikt:close: -very big close up (VBCU) -extreme close up (ECU)-big close up (BCU)-very close up (VCU)-close up (CU)-tight close up (TCU)-medium close up (MCU) -chest shot (CS)medium: -mid shot (MS)-knee shot (KS)-close medium shot (CMS)-waist shot (WS)-knee shot (KS)wide: -wide shot (WS) -medium long shot (MLS)-long shot (LS)-full l<strong>en</strong>gth shot (FLS)-very long shot (VLS)-full figure (FF)-long shot (LS)-extreme long shot (ELS) -extra long shot (ELS, XLS)In Nederland gebruikt m<strong>en</strong> de term 'totaal' voor e<strong>en</strong> wide shot. Iedere scriptschrijver kan volstaan metde term<strong>en</strong> 'close,' 'medium' <strong>en</strong> 'totaal' om zijn ideeën k<strong>en</strong>baar te mak<strong>en</strong>. Daarnaast is het nuttig omook de volg<strong>en</strong>de term<strong>en</strong> te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>:-e<strong>en</strong> vlak two shot:e<strong>en</strong> totaal shot van twee person<strong>en</strong> in profiel. Het is e<strong>en</strong> 'vlak'shot omdat er weinig diepte in zit. In het midd<strong>en</strong>,<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


-e<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> two shot:-e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>shot:-e<strong>en</strong> snijshot:-over (the) shoulder:-e<strong>en</strong> top shot:tuss<strong>en</strong> de twee person<strong>en</strong> bevindt zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong>onaantrekkelijke leegte.e<strong>en</strong> sterk vertek<strong>en</strong>d shot van twee person<strong>en</strong>. Over deschouder van de <strong>en</strong>e persoon zi<strong>en</strong> we de andere. Eris veel dieptewerking door perspectivische vertek<strong>en</strong>ing.e<strong>en</strong> shot waarbij we de actor tijd<strong>en</strong>s de handeling vrijwel rechtin het gezicht kijk<strong>en</strong> (indirect point of view shot)e<strong>en</strong> hulpshot nodig om bij de montage de handeling te kunn<strong>en</strong>inkort<strong>en</strong>, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> shot van iemands hand<strong>en</strong>of van iemand die aandachtig zit te knikk<strong>en</strong>('luistershot').e<strong>en</strong> shot waarin we de actor over zijn schouder op zijn hand<strong>en</strong>kijk<strong>en</strong> (direct point of view shot)e<strong>en</strong> totaal shot van bov<strong>en</strong>afCamerastandpunt<strong>en</strong>In hoofdstuk twaalf is het literaire vertelperspectief aan de orde gekom<strong>en</strong>. Dit betreft het hoogst<strong>en</strong>iveau van vertell<strong>en</strong> in de hiërarchie van elkaar omvatt<strong>en</strong>de vertellers. Het cinematografischevertelperspectief (cinematografisch point of view) verwijst naar e<strong>en</strong> lager niveau van vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong>betreft letterlijk het geometrische gezichtspunt of standpunt van de camera. Waar het literaire point ofview in hoge mate consist<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidigheid vereist, kan op het niveau van het cinematografischpoint of view veelvuldig van perspectief word<strong>en</strong> gewisseld. Sterker nog: e<strong>en</strong> film opnem<strong>en</strong> vanuitslechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel camerastandpunt zal in de meeste gevall<strong>en</strong> visueel onaantrekkelijk of vervel<strong>en</strong>dzijn <strong>en</strong> effectieve communicatie in de weg staan 30 . In film zi<strong>en</strong> we dan ook door montage e<strong>en</strong>voortdur<strong>en</strong>de afwisseling van camerastandpunt<strong>en</strong>. Dat we daar als kijker niet totaal gedesorinteerdvan rak<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> aantal oorzak<strong>en</strong>.In de eerste plaats bied<strong>en</strong> afwissel<strong>en</strong>de visuele perspectiev<strong>en</strong> ons juist de mogelijkheid om ons e<strong>en</strong>correcte voorstelling te mak<strong>en</strong> van de totale geometrische verhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> afmeting<strong>en</strong> van de actie.In de tweede plaats blijk<strong>en</strong> we als kijker in staat te zijn om heel flexibel om te gaan met visueleperspectiefwisseling<strong>en</strong> (Branigan*). Id<strong>en</strong>tificatie met persoon A staat los van de vraag of we persoonA of persoon B in beeld hebb<strong>en</strong>. Is B in beeld dan kunn<strong>en</strong> we visueel <strong>en</strong> psychologisch de positie vanA innem<strong>en</strong>: we zi<strong>en</strong> immers wat A ziet <strong>en</strong> ondergaan wat hij ondergaat. Maar de id<strong>en</strong>tificatie met Akan in tact blijv<strong>en</strong> als A zelf in beeld is, ook al nem<strong>en</strong> we visueel de positie van B in (het subjectievepoint of view, zie hieronder).In de derde plaats wordt er in de montage van continue actie gebruik gemaakt van de filmischeconv<strong>en</strong>tie dat de links-rechts oriëntatie behoud<strong>en</strong> blijft. Iedere actie in film betreft e<strong>en</strong> interactietuss<strong>en</strong> twee object<strong>en</strong> of subject<strong>en</strong>, bijvoorbeeld: persoon A smeert e<strong>en</strong> boterham (B). Zolang bij dekeuze van de camerapositie de actielijn tuss<strong>en</strong> A <strong>en</strong> zijn boterham (B) niet wordt overschred<strong>en</strong>, blijftde oriëntatie behoud<strong>en</strong>: A blijft in ieder shot dezelfde kant uit kijk<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd loopt deactielijn globaal in de l<strong>en</strong>gterichting van het veld. Ploeg A speelt naar links <strong>en</strong> ploeg B speelt naarrechts. Desoriëntatie ontstaat als er camera's aan beide zijd<strong>en</strong> van het veld word<strong>en</strong> geposteerd,zodat in voorkom<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> A in eig<strong>en</strong> doel lijkt te schiet<strong>en</strong>. Deze vorm van desoriëntatie is somsal zapp<strong>en</strong>d te zi<strong>en</strong> als twee concurrer<strong>en</strong>de TV-stations tegelijkertijd dezelfde wedstrijd uitz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>,vanuit teg<strong>en</strong>overgestelde cameraposities.Overschrijding van de actielijn zal de gemiddelde kijker bewust of onbewust als e<strong>en</strong> kleine 'schok'ervar<strong>en</strong> zonder zich de oorzaak te realiser<strong>en</strong>. Als in e<strong>en</strong> nieuw shot de actielijn wordt overschred<strong>en</strong>zal de kijker extra moeite moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> om het shot in te pass<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de ruimtelijke voorstelling <strong>en</strong>oriëntatie die hij tot dan toe had opgebouwd. Soms wordt met opzet de oriëntatieconv<strong>en</strong>tiedoorbrok<strong>en</strong> om de kijker juist deze m<strong>en</strong>tale 'schok' toe te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bijvoorbeeld in vechtpartij<strong>en</strong>, bij30 Er zijn uitzondering<strong>en</strong> die de regel bevestig<strong>en</strong>: Hitchcock's film 'The rope' is met succes vanuit e<strong>en</strong><strong>en</strong>kel standpunt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Wel zijn verschill<strong>en</strong>de kadrering<strong>en</strong> gebruikt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


schrikreacties of in situaties waarin de hoofdpersoon zelf in verwarring raakt 31 .In film onderscheid<strong>en</strong> we de volg<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> camerastandpunt (point of view):-het objectieve point of view-het subjectieve point of viewHet objectieve point of viewHet objectieve standpunt sluit aan bij de v<strong>en</strong>stermetafoor: gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige distantiegetoond zoals ze zich in werkelijkheid lijk<strong>en</strong> af te spel<strong>en</strong>. De camera observeert <strong>en</strong> de kijker isgetuige van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> waar hijzelf min of meer buit<strong>en</strong> staat. Camerabeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> andereexpressieve k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> hier niet goed bij, omdat ze de betek<strong>en</strong>is van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>beïnvloed<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de objectiviteit aantast<strong>en</strong>. In dit verband wordt ook wel de term 'passievecamera' gehanteerd (Peters J. M.*). Als er al camerabeweging<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt, gebeurt dat oponopvall<strong>en</strong>de wijze <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> om de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> beter te kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>.Het voordeel van het objectieve point of view is dat het geschetste beeld zo min mogelijk wordtvertek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vanuit communicatief oogpunt dus veel objectieve duidelijkheid verschaft. Omdat decamerablik hier weinig acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zet, moet de kijker zelf actief zijn in het proces van betek<strong>en</strong>isvorming.De afstandelijkheid van het objectieve pint of view echter kan echter op d<strong>en</strong> duur vervel<strong>en</strong>dword<strong>en</strong> waardoor de aandacht verslapt. In de <strong>praktijk</strong> gebruikt de filmmaker dan ook vaak e<strong>en</strong>afwisseling van objectieve <strong>en</strong> subjectieve standpunt<strong>en</strong>.Het subjectieve point of viewHet subjectieve standpunt veroorzaakt e<strong>en</strong> veel sterkere betrokk<strong>en</strong>heid bij de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>. Decamera zet nadrukkelijk acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> t<strong>en</strong> gunste of t<strong>en</strong> nadele van de actor<strong>en</strong> waardoor de emotioneleparticipatie van de kijker in hoge mate kan word<strong>en</strong> gestuurd. Hitchcock maakte veelvuldig gebruik vansubjectieve points of view om zijn susp<strong>en</strong>se op te bouw<strong>en</strong>. Door in de montage e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volging vansubjectieve shots te gebruik<strong>en</strong> waarin de aandacht steeds op e<strong>en</strong> ander elem<strong>en</strong>t wordt gericht,ontstaat e<strong>en</strong> zeer indring<strong>en</strong>de vorm van vertell<strong>en</strong> die de kijker sterk bij de actie betrekt. Beroemd isde badkamerscène in 'Psycho' waarin de vrouwelijke hoofdpersoon wordt vermoord in e<strong>en</strong>nauwkeurig georkestreerde ope<strong>en</strong>volging van subjectieve shots (70 shots in e<strong>en</strong> minuut). Deonvermijdelijke id<strong>en</strong>tificatie is hier zeer krachtig. De lichamelijke <strong>en</strong> geestelijke reactie van de kijkerop zo'n scène is veel heviger dan wanneer deze op zichzelf simpele gebeurt<strong>en</strong>is vanuit e<strong>en</strong> objectiefstandpunt gepres<strong>en</strong>teerd zou word<strong>en</strong>.Boggs* maakt e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> het directe subjectieve shot <strong>en</strong> het indirecte subjectieve shot.Het directe shot laat ons kijk<strong>en</strong> met de og<strong>en</strong> van de hoofdpersoon (wat ziet deze?). Het indirecte shottoont ons juist op indring<strong>en</strong>de wijze de hoofdpersoon zelf, het id<strong>en</strong>tificatiesubject. We zi<strong>en</strong> nu niet wathij ziet, maar we zi<strong>en</strong> wat hij voelt <strong>en</strong> meemaakt.E<strong>en</strong> andere vorm van subjectiviteit ligt beslot<strong>en</strong> in de persoonlijke, expressieve inbr<strong>en</strong>g van defilmmaker, bijvoorbeeld door de keuze voor bijzondere, ongebruikelijke standpunt<strong>en</strong>, l<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ofkleurfilters.Het consequ<strong>en</strong>t hanter<strong>en</strong> van subjectieve standpunt<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> haast onmogelijke opgave. Voor dekijker bestaat er altijd e<strong>en</strong> grote behoefte aan e<strong>en</strong> (objectief) establishing shot, e<strong>en</strong> opname waarinde onderlinge relaties tuss<strong>en</strong> de diverse actor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevestigd. Als alle<strong>en</strong> subjectieve perspectiev<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gebruikt kunn<strong>en</strong> onduidelijke situaties ontstaan 32 . In de <strong>praktijk</strong> zi<strong>en</strong> we dan ook31 Vergelijkbaar met de actielijn is de blikrichting. De blikrichting is e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbeeldige lijn die de richtingaangeeft waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>. De blikrichting is niet beperkt tot het platte vlak van de monitorof het filmdoek, maar kan de ruimte in wijz<strong>en</strong>. Iemand in 3/4-profiel-links 'praat' alle<strong>en</strong> met iemand in 3/4-profiel-rechts; kijkt de <strong>en</strong>e persoon lichtjes omhoog, dan moet de andere persoon lichtjes omlaag kijk<strong>en</strong>om de illusie van e<strong>en</strong> tweegeprek in stand te houd<strong>en</strong>. Ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de shots waarin de blikrichting<strong>en</strong>van twee met elkaar prat<strong>en</strong>de person<strong>en</strong> niet klopp<strong>en</strong>, veroorzak<strong>en</strong> onnodige verwarring.32 In de speelfilm 'Lady in the lake' bevindt de camera zich gedur<strong>en</strong>de de hele film og<strong>en</strong>schijnlijk in hetoog van de hoofdpersoon (zie Boggs*). Dit <strong>en</strong>kelvoudige subjectieve standpunt wordt consequ<strong>en</strong>t<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


meestal e<strong>en</strong> afwisseling van objectieve <strong>en</strong> subjectieve shots.Naast deze psychologische <strong>en</strong> geometrische overweging<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> bij de keuze vancamerastandpunt<strong>en</strong> nog drie overweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol, die we ook bij de beeldcompositie hebb<strong>en</strong>aangeroerd. In de eerste plaats hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met de functionele eis, dat hetge<strong>en</strong> we will<strong>en</strong>ton<strong>en</strong> goed te zi<strong>en</strong> moet zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met esthetische eis<strong>en</strong>: het shot magniet lelijk zijn, althans niet lelijker zijn dan de overige shots (vormcontinuteit) <strong>en</strong> niet zo lelijk dat het totafstotingsreacties leidt. Tot slot hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met eis<strong>en</strong> in technische zin: teg<strong>en</strong>lichtbijvoorbeeld kan zeer belemmer<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> omdat hierdoor vaak de contrast<strong>en</strong> te groot word<strong>en</strong>, metals gevolg dat de donkere del<strong>en</strong> onderbelicht zijn <strong>en</strong> de lichtere del<strong>en</strong> overbelicht. Berucht zijn deinterieurshots met e<strong>en</strong> raam op de achtergrond: interview met de directeur in di<strong>en</strong>s kantoor, metuitzicht over de stad. In dit soort gevall<strong>en</strong> moet het raam word<strong>en</strong> afgeplakt met grijs-folie (ND-papier)<strong>en</strong> moet er extra licht word<strong>en</strong> gebruikt om het lichtniveau van de voorgrond op te krikk<strong>en</strong> (tijdrov<strong>en</strong>d).En dan maar hop<strong>en</strong> dat buit<strong>en</strong> de zon niet doorbreekt.Speciale beeldeffect<strong>en</strong>In het verl<strong>en</strong>gde van beeldcompositie <strong>en</strong> camerastandpunt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we bij de beschrijving van hetbeeld te mak<strong>en</strong> met de mogelijkheid om op technische wijze speciale beeldeffect<strong>en</strong> zijn te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.Natuurlijk zijn er de speciale effect<strong>en</strong> die deel uitmak<strong>en</strong> van de <strong>en</strong>sc<strong>en</strong>ering of handeling, zoalsinstort<strong>en</strong>de gebouw<strong>en</strong>, het inslaan van kogels of prat<strong>en</strong>de dinosauriërs. Maar ook met de camera, viade beeldregistratiesystem<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de nabewerking zijn allerlei speciale beeldeffect<strong>en</strong> mogelijk.We besprek<strong>en</strong> in het kort e<strong>en</strong> selectie uit deze laatste categorie, met in sommige gevall<strong>en</strong> e<strong>en</strong>beknopte technische toelichting.ScherpteScherpte is e<strong>en</strong> middel om acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong>. Het scherptevlak in e<strong>en</strong> scène is het vlak waarop decamera is scherpgesteld. Dit impliceert dat er vaak ook grote del<strong>en</strong> van het beeld onscherp zijn. Descherpte die bereikt kan word<strong>en</strong> hangt nauw sam<strong>en</strong> met de grootte van de l<strong>en</strong>sop<strong>en</strong>ing (diafragma),de sluitertijd (belichtingstijd) <strong>en</strong> de brandpuntsafstand van het l<strong>en</strong>ssysteem. Scherpte verdwijnt bij e<strong>en</strong>grote l<strong>en</strong>sop<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> -in het geval van beweging<strong>en</strong>- bij e<strong>en</strong> lange belichtingstijd. Met slecht geslep<strong>en</strong>l<strong>en</strong>z<strong>en</strong> is er vaak ge<strong>en</strong> volledig scherptevlak aan te wijz<strong>en</strong>: beeld<strong>en</strong> die in het midd<strong>en</strong> scherp zijn, zijndan onscherp aan de rand<strong>en</strong>.ScherptediepteDe scherptediepte geeft de afstand voor <strong>en</strong> achter het scherptevlak aan waarbinn<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> nogscherp word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. L<strong>en</strong>z<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> korte brandpuntsafstand hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote scherptediepte:in e<strong>en</strong> wide shot is bijna alles scherp. Telel<strong>en</strong>z<strong>en</strong> (lange brandpuntsafstand) hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong>relatief geringe scherptediepte. Hiervan kan gebruik word<strong>en</strong> gemaakt om object<strong>en</strong> te isoler<strong>en</strong> uit hunomgeving of achtergrond (acc<strong>en</strong>tuering). Ook e<strong>en</strong> macroopname -dat is e<strong>en</strong> opname van kleineobject<strong>en</strong> zeer dicht bij de l<strong>en</strong>s, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> insekt of e<strong>en</strong> bloem- heeft e<strong>en</strong> geringe scherptediepte.De scherptediepte kan e<strong>en</strong> probleem zijn bij het mak<strong>en</strong> van modelanimaties op schaal, zoals in deserie 'The Thunderbirds':Om e<strong>en</strong> zandbak als e<strong>en</strong> echte woestijn te lat<strong>en</strong> og<strong>en</strong>, moet de relatieve scherptediepte vanhet zandbakshot word<strong>en</strong> vergroot. Dat kan alle<strong>en</strong> door de l<strong>en</strong>sop<strong>en</strong>ing te verklein<strong>en</strong>. Omtoch voldo<strong>en</strong>de licht binn<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> moet de belichtingstijd omhoog, maar deze isbegr<strong>en</strong>sd door het vaste aantal beeldjes dat per seconde moet word<strong>en</strong> vastgelegd (25frames per seconde, dus maximaal 1/25 seconde). De <strong>en</strong>ige mogelijkheid die resteert is omveel extra licht te gebruik<strong>en</strong>, zodat alsnog met e<strong>en</strong> kleine l<strong>en</strong>sop<strong>en</strong>ing kan word<strong>en</strong> volstaan.Veel scènes in 'The Thunderbirds' zijn daarom onder extreme lichtomstandighed<strong>en</strong> gerealiseerd.volgehoud<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nogal beperkte <strong>en</strong> gekunstelde indruk maakt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


BeeldhoekDe beeldhoek van het m<strong>en</strong>selijk oog bedraagt meer dan 180 grad<strong>en</strong>. Deze omvang is onhaalbaarvoor welke camera dan ook. E<strong>en</strong> 'normale' cameral<strong>en</strong>s haalt 20 à 30 grad<strong>en</strong> (kortebrandpuntsafstand, wide shot). Groothoekl<strong>en</strong>z<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk verder maar vertek<strong>en</strong><strong>en</strong> hetbeeld sterk ('fish eye'). Telel<strong>en</strong>z<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel kleinere beeldhoek.KleurKleurgebruik speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol als het gaat om acc<strong>en</strong>tuering <strong>en</strong> sfeerwerking. Cameraman <strong>en</strong>belichter hebb<strong>en</strong> ruime mogelijkhed<strong>en</strong> om de kleurkarakteristiek<strong>en</strong> van het beeld te variër<strong>en</strong>, ondermeer door het gebruik van kleurfilters <strong>en</strong> door te manipuler<strong>en</strong> met de kleurtemperatuur (hetherdefiniër<strong>en</strong> van de 'kleur' wit als ijkpunt). Met kleurfilters <strong>en</strong> extra lamp<strong>en</strong> kan ocht<strong>en</strong>dlicht (blauw)verander<strong>en</strong> in avondlicht (rood) <strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> nachtscène probleemloos overdag word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Ook de diepte van de kleur<strong>en</strong> (kleurverzadiging/fletsheid) is regelbaar. E<strong>en</strong> zwak punt van film <strong>en</strong> nogmeer van video is de beperkte contrastverhouding (toonwaarde): bij grote helderheidsverschill<strong>en</strong> isvaak extra licht nodig om de contrast<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>.ResolutieDe mate van detail die in e<strong>en</strong> beeld kan word<strong>en</strong> vastgelegd is bepal<strong>en</strong>d voor de mate waarin detoeschouwer het beeld als e<strong>en</strong> reële voorstelling aanvaardt. Bij film prat<strong>en</strong> we over de afmeting<strong>en</strong> vande lichtgevoelige korrels in de emulsie. E<strong>en</strong> fijnere korrel betek<strong>en</strong>t meer scherpte, maar e<strong>en</strong> geringerelichtgevoeligheid. Bij video gaat het over het aantal beeldlijn<strong>en</strong> of pixels (beeldpunt<strong>en</strong>) perseconde. Technische ontwikkeling<strong>en</strong> op dit gebied staan in het tek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de resolutie<strong>en</strong> daarmee verbeter<strong>en</strong>de beeldkwaliteit.BeeldverhoudingHet standaard televisieformaat heeft e<strong>en</strong> beeldverhouding van 3:4 (hoog:breed). Ontwikkeling<strong>en</strong> ophet gebied van breedbeeld-televisie <strong>en</strong> HDTV (Hoge Definitie TeleVisie) beog<strong>en</strong> de beeldverhoudinge<strong>en</strong> meer panoramisch karakter te gev<strong>en</strong> (9:16), meer in overe<strong>en</strong>stemming met het natuurlijkeblikveld van de m<strong>en</strong>s. Binn<strong>en</strong> dit bredere formaat heeft de kijker meer ruimte om zelf relevantebeeldk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> op te spor<strong>en</strong>. In de filmwereld is m<strong>en</strong> van oudsher gew<strong>en</strong>d aan breedbeeld: hetstandaard filmbeeld heeft e<strong>en</strong> beeldverhouding van 1,88:1, Panavision 2,2:1 <strong>en</strong> het in onbruikgeraakte Cinemascope-formaat heeft zelfs e<strong>en</strong> beeldverhouding van 2,55:1. Bij de vertoning vanbreedbeeldfilms op e<strong>en</strong> gewoon toestel onstaat hierdoor e<strong>en</strong> probleem: of m<strong>en</strong> kiest voor volledigevulling van het beeld waardoor er aan de zijkant<strong>en</strong> stukk<strong>en</strong> wegvall<strong>en</strong> (beeldbarbarisme), of m<strong>en</strong>kiest voor vertoning van het hele beeld met als gevolg dat bov<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderkant van het beeldschermniet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut.Soft-focusDoor e<strong>en</strong> l<strong>en</strong>s te voorzi<strong>en</strong> van kleine 'beschadiging<strong>en</strong>' ontstaan er l<strong>en</strong>sfout<strong>en</strong> (aberraties) die er toeleid<strong>en</strong> dat niet meer al het licht op de juiste plaats in de camera terechtkomt. In grote lijn<strong>en</strong> is hetbeeld wel scherp, maar word<strong>en</strong> de scherpe, contrastrijke overgang<strong>en</strong> gedempt: het beeld maakt e<strong>en</strong>'zachte', vloei<strong>en</strong>de, veelal met romantiek geassocieerde indruk. Het soft-focus effect kan ook word<strong>en</strong>bereikt door e<strong>en</strong> zwarte nylonkous of e<strong>en</strong> verkreukeld stukje cellofaan over de l<strong>en</strong>s te spann<strong>en</strong>(Wade*).FiltersBehalve kleurfilters bestaan er ook polarisatiefilters. Deze word<strong>en</strong> gebruikt om hinderlijkeschittering<strong>en</strong> van bijvoorbeeld wateroppervlakk<strong>en</strong> weg te nem<strong>en</strong> of om het contrast tuss<strong>en</strong> de wolk<strong>en</strong><strong>en</strong> de blauwe lucht te vergrot<strong>en</strong>. Ook bestaan er gradueelfilters die word<strong>en</strong> gebruikt om het directehemellicht te verminder<strong>en</strong>: de bov<strong>en</strong>kant van zo'n filter laat weinig licht door, de onderkant is vrijweldoorzichtig. Traliefilters bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> regelmatig patroon van kleine krasjes die zorg<strong>en</strong> voor specialekleureffect<strong>en</strong> om <strong>en</strong> rond felle lichtbronn<strong>en</strong>. In deze categorie pass<strong>en</strong> ook de zogehet<strong>en</strong> 'crossscre<strong>en</strong>' filters die iedere lichtbron lijk<strong>en</strong> te voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stral<strong>en</strong>krans.Stop-motion <strong>en</strong> highspeed<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Bijzondere vorm<strong>en</strong> van registratie zijn stop motion- <strong>en</strong> highspeed-techniek<strong>en</strong>. Bij stopmotionopnameswordt stap voor stap, met grote tuss<strong>en</strong>poz<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> beeldje opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Bij afspel<strong>en</strong>op normale snelheid treedt dan versnelling op in de tijd: binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele second<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> bloemontluik<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s in korte tijd verschrompel<strong>en</strong>.Het teg<strong>en</strong>overgestelde effect wordt bereikt met highspeed-opnames: van e<strong>en</strong> kortdur<strong>en</strong>d verschijnsel,bijvoorbeeld e<strong>en</strong> explosie, word<strong>en</strong> in zeer hoog tempo afzonderlijke beeldjes opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Afspel<strong>en</strong>van de opnames in normaal tempo leidt tot e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging van de tijdschaal ('slowmotion'-weergave).Zo zijn alle ontploffing<strong>en</strong> <strong>en</strong> instorting<strong>en</strong> in 'The Thunderbirds' met highspeedcamera's opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>om bij het normale afspel<strong>en</strong> macroscopische snelhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhouding<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong>.Uiteraard moet bij highspeed-opnames de belichtingstijd omlaag, zodat bij gelijkblijv<strong>en</strong>de l<strong>en</strong>sop<strong>en</strong>ingwederom extra licht noodzakelijk is.KeyingKeying is e<strong>en</strong> techniek waarbij bepaalde del<strong>en</strong> van het beeld word<strong>en</strong> ingevuld met andere beeld<strong>en</strong>.Meest aansprek<strong>en</strong>de techniek is blauwe chromakey: zet iemand in de studio in e<strong>en</strong> egaal blauweachtergrond <strong>en</strong> gebruik vervolg<strong>en</strong>s de kleur blauw als sleutel voor het invull<strong>en</strong> met informatie uit e<strong>en</strong>ander beeld. Zo kan de betrokk<strong>en</strong>e zich naar believ<strong>en</strong> plotseling in e<strong>en</strong> weiland bevind<strong>en</strong> of op derand van e<strong>en</strong> vulkaankrater. De kleur blauw wordt als sleutel gekoz<strong>en</strong> omdat het beeld van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>sover het algeme<strong>en</strong> nauwelijks blauw bevat <strong>en</strong> dus in tact blijft (t<strong>en</strong>zij er sprake is van blauwe kler<strong>en</strong>).Aldus zijn onbeperkte beeldcombinaties mogelijk waarmee e<strong>en</strong> nieuwe <strong>en</strong> geheel eig<strong>en</strong> werkelijkheidkan word<strong>en</strong> gesuggereerd.Ook e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige zaak als ondertiteling berust op e<strong>en</strong> keyingproces: hier is het de helderheid vande letters t<strong>en</strong> opzichte van hun achtergrond die de sleutel vormt voor de beeldcombinatie (luminantiekey).ComputeranimatieDe sci<strong>en</strong>ce fiction speelfilm 'Tron' (Walt Disney) is vrijwel volledig in de computer tot stand gekom<strong>en</strong>:de hele ar<strong>en</strong>a (ruimteschep<strong>en</strong>) is opgebouwd uit driedim<strong>en</strong>sionale computertek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Ook inreclamespots speelt de computer e<strong>en</strong> steeds belangrijker rol. Bek<strong>en</strong>d zijn de transformaties: het <strong>en</strong>eobject verandert op vloei<strong>en</strong>de wijze in e<strong>en</strong> ander object. Minder bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vaak ingrijp<strong>en</strong>der zijn deretouches: del<strong>en</strong> uit het beeld word<strong>en</strong> heimelijk gewist of vervang<strong>en</strong> door andere del<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>voorbeeld is de reclamespot van uitz<strong>en</strong>dbureau Start waar kruiwag<strong>en</strong>s zich geheel zelfstandig, opéén wiel balancer<strong>en</strong>d, lijk<strong>en</strong> voort te beweg<strong>en</strong> (in e<strong>en</strong> retouche zijn de steunwiel<strong>en</strong> weggewerkt).De computer biedt de filmmaker <strong>en</strong>orme mogelijkhed<strong>en</strong> om de gew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>. Dekeerzijde van deze techniek<strong>en</strong> is echter dat er bij het publiek e<strong>en</strong> zekere gew<strong>en</strong>ning optreedt: waarkijk<strong>en</strong> we nog van op? Nog kwalijker is dat deze mogelijkhed<strong>en</strong> de betrouwbaarheid van het filmbeeldals repres<strong>en</strong>tatie van de werkelijkheid aantast<strong>en</strong>.Camerabeweging<strong>en</strong>Iedere camerabeweging draagt bij aan de betek<strong>en</strong>is van het beeld. Dat betek<strong>en</strong>t datcamerabeweging<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> in lijn met de boodschap <strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gekoz<strong>en</strong> (zie o.a. Wember*).In de objectieve traditie (de passieve camera) staan camerabeweging<strong>en</strong> in het tek<strong>en</strong> van deregistratie: het onopvall<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong> van de handeling. In de subjectieve traditie hebb<strong>en</strong>camerabeweging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel expressievere <strong>en</strong> meer betek<strong>en</strong>isdrag<strong>en</strong>de functie.We onderscheid<strong>en</strong> vier typ<strong>en</strong> camerabeweging<strong>en</strong>, die soms ook in combinatie word<strong>en</strong> gebruikt:-zoom<strong>en</strong>-zw<strong>en</strong>k<strong>en</strong>-verplaats<strong>en</strong>-scherpte verlegg<strong>en</strong>Zoom<strong>en</strong>Zoom<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> beweging vàn de camera, maar e<strong>en</strong> beweging ìn de camera. E<strong>en</strong> zooml<strong>en</strong>s biedt demogelijkheid om e<strong>en</strong> onderdeel uit het beeld met e<strong>en</strong> bepaalde snelheid dichterbij te hal<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


(inzoom<strong>en</strong>). In feite wordt hiermee de beeldhoek verkleind. Inzoom<strong>en</strong> richt de aandacht, b<strong>en</strong>adrukt,maakt specifiek, conc<strong>en</strong>treert op details uit het geheel <strong>en</strong> verkleint de schijnbare afstand tot hetobject. Bij uitzoom<strong>en</strong> gebeurt het omgekeerde: daar gaat het om afstand nem<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> detail relater<strong>en</strong>aan e<strong>en</strong> groter geheel, g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>.Zoom<strong>en</strong> is gemakkelijk sinds dat met e<strong>en</strong> simpele druk op de knop automatisch gebeurt.Amateuropnames zijn dan ook vaak herk<strong>en</strong>baar aan de grote hoeveelheid zooms 33 . Het nadeel vanregelmatig zoom<strong>en</strong> is het jojo-effect (in-uit-in-uit-in) dat voor de kijker tot e<strong>en</strong> conceptuele <strong>en</strong>gevoelsmatige teg<strong>en</strong>strijdigheid leidt: moet hij nu afstand nem<strong>en</strong> of juist niet?. Dit soort problem<strong>en</strong> isook regelmatig in 'professioneel' opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> interviews aan te treff<strong>en</strong>. Vanuit conceptueel oogpuntzou er in e<strong>en</strong> interview moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ingezoomd op het mom<strong>en</strong>t dat de geïnterviewde zeerpersoonlijke, intieme of onthull<strong>en</strong>de uitlating<strong>en</strong> doet. Maar om voldo<strong>en</strong>de montagemogelijkhed<strong>en</strong> tehebb<strong>en</strong> wordt tijd<strong>en</strong>s interviews vaak voortdur<strong>en</strong>d het beeldkader veranderd door in- of uitzoom<strong>en</strong>.De beslissing om te zoom<strong>en</strong> houdt op die manier ge<strong>en</strong> verband meer met de betek<strong>en</strong>is van deuitsprak<strong>en</strong>, met als resultaat vele teg<strong>en</strong>draadse camerabeweging<strong>en</strong>. Wie er op let, zal merk<strong>en</strong> hoevaak er onnodig wordt gezoomd.Zw<strong>en</strong>k<strong>en</strong>Bij zw<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wordt de camera om e<strong>en</strong> van zijn ass<strong>en</strong> gedraaid. Draai<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> verticale as leidt tote<strong>en</strong> panoramisch beeld: naar rechts 'pann<strong>en</strong>' <strong>en</strong> naar links 'pann<strong>en</strong>'. Het pann<strong>en</strong> lijkt op rondkijk<strong>en</strong>:het biedt de kijker geleg<strong>en</strong>heid om overzicht te krijg<strong>en</strong>. Ook kan het de aandacht verlegg<strong>en</strong> van het<strong>en</strong>e onderwerp naar het andere; het schept verwachting<strong>en</strong> bij de kijker omtr<strong>en</strong>t nieuwe object<strong>en</strong> dieweldra in beeld zull<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> 'revealing pan').Vergelijkbaar met de pan zijn de 'tilt' <strong>en</strong> de 'roll'. De tilt-beweging is het omhoog of omlaag richt<strong>en</strong> vande camera (tilt up <strong>en</strong> tilt down). De roll-beweging is e<strong>en</strong> draai om de l<strong>en</strong>gte-as (roll left, roll right). Deroll heeft e<strong>en</strong> vervreemd<strong>en</strong>d <strong>en</strong> licht duizelingwekk<strong>en</strong>d effect, omdat het de verticale oriëntatie(onder-bov<strong>en</strong>) aantast.Verplaats<strong>en</strong>Door de camera als geheel te verplaats<strong>en</strong> treedt er e<strong>en</strong> verandering van perspectief op, waardoore<strong>en</strong> sterke, driedim<strong>en</strong>sionale suggestie wordt opgewekt. De kijker krijgt nu via de camera het gevoelzelf door de ruimte te beweg<strong>en</strong>.Verplaatsing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt in de betek<strong>en</strong>is van 'meebeweg<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>'. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valtaan e<strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>de camera in e<strong>en</strong> wielerwedstrijd of tijd<strong>en</strong>s de eindsprint van e<strong>en</strong> schaatser. Dezemanier van volg<strong>en</strong> is minder afstandelijk dan bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> pan-beweging of e<strong>en</strong> zoom, waarbijwe zelf op onze plaats blijv<strong>en</strong>. Verplaatsing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> sterk expressieve bedoeling hebb<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> camera die langzaam e<strong>en</strong> bepaalde gebeurt<strong>en</strong>is nadert, gebruikt de metafoor van het besluip<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> trage maar gestage zijwaartse verplaatsing staat model voor bespied<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> omtrekk<strong>en</strong>debeweging. In dit soort gevall<strong>en</strong> kan er sprake zijn van subjectieve shots vanuit de hoofdpersoon, maarook vanuit de filmmaker (wij als kijkers bespied<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tafereel).Horizontale beweging<strong>en</strong> het<strong>en</strong> 'rijders' of 'dolly-shots' (e<strong>en</strong> dolly is e<strong>en</strong> wag<strong>en</strong>tje waarop hetcamerastatief kan word<strong>en</strong> geplaatst). Ook de term<strong>en</strong> 'crab', 'track' <strong>en</strong> 'move' word<strong>en</strong> nogal e<strong>en</strong>sgebruikt. Het voorbereid<strong>en</strong> van rijders is vaak bewerkelijk omdat het speciale eis<strong>en</strong> stelt aan debelichting <strong>en</strong> omdat er gezorgd moet word<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> vlakke vloer. Vaak zijn speciale rails nodig ome<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>de beweging te krijg<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> veelgebruikte verplaatsingstechniek is het 'schouder<strong>en</strong>': de cameraman loopt met de camera opzijn schouder. Dit vereist e<strong>en</strong> speciale looptechniek om ongew<strong>en</strong>ste schokk<strong>en</strong> in de opname tevoorkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitkomst op dit gebied is de 'steady-cam', e<strong>en</strong> draagbare camerahouder voorzi<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> hydraulisch schokdempingssysteem.E<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de, instabiele camera fungeert echter ook als code voor improvisatie <strong>en</strong> auth<strong>en</strong>ticiteit.Veel actiefilms word<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels uit de hand gedraaid omdat hiermee e<strong>en</strong> grotere directheid kanword<strong>en</strong> gesuggereerd (bijvoorbeeld de film 'Speed' van Jan de Bont 1994). E<strong>en</strong> gelijkmatige,vloei<strong>en</strong>de camerabeweging te midd<strong>en</strong> van twee ruwe vechtersbaz<strong>en</strong> zou slechts de filmpro-33 Het zoompatroon in e<strong>en</strong> film (video) is zeer goed te bestuder<strong>en</strong> bij versneld afspel<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


duktiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee de nagestreefde auth<strong>en</strong>ticiteitssuggestie aantast<strong>en</strong> (ziehoofdstuk twaalf) 34 .Het omhoog <strong>en</strong> omlaag verplaats<strong>en</strong> van de camera wordt aangeduid met de term<strong>en</strong> 'lift up' <strong>en</strong> 'pulldown'. Ook de term<strong>en</strong> 'elevate/depress', 'crane up/crane down' <strong>en</strong> 'move up/move down' kom<strong>en</strong> voor.De lift up beweging wordt vaak gebruikt als iemand opstaat uit e<strong>en</strong> stoel: de camera beweegt meemet die persoon waardoor de kijker di<strong>en</strong>s beweging als het ware overneemt. Veel films eindig<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> lift up die ons met e<strong>en</strong> establishing vogelperspectief afstand doet nem<strong>en</strong> van de concretegebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> (....aanzwell<strong>en</strong>de muziek, terwijl de held op zijn paard achter de einder verdwijnt....).Complexe gecombineerde verplaatsing<strong>en</strong> zijn mogelijk met zogehet<strong>en</strong> cranes <strong>en</strong> jibs, e<strong>en</strong> soorthijskran<strong>en</strong> met op het uiteinde e<strong>en</strong> camera gemonteerd. Ook de miniaturisering van camerasystem<strong>en</strong>biedt interessante mogelijkhed<strong>en</strong>, zoals onder andere <strong>en</strong>doscopische opnames in long<strong>en</strong> ofslagaders. Soms word<strong>en</strong> radiografisch bestuurbare modelhelicopters gebruikt om e<strong>en</strong> camera vrij alse<strong>en</strong> vogel door de ruimte te kunn<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>.Het is van belang e<strong>en</strong> goed onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zoom<strong>en</strong> <strong>en</strong> rijd<strong>en</strong>. Het inzoom<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>detail geeft e<strong>en</strong> heel ander beeld dan het inrijd<strong>en</strong>: bij het zoom<strong>en</strong> verandert de beeldhoek waardoorhet beeld wordt uitvergroot. Bij het inrijd<strong>en</strong> verandert het perspectief (dat wil zegg<strong>en</strong>: de afmeting<strong>en</strong><strong>en</strong> positie van e<strong>en</strong> object t.o.v. zijn omgeving <strong>en</strong> achtergrond verander<strong>en</strong>). Het rijd<strong>en</strong> geeft daarome<strong>en</strong> veel sterkere ruimtelijke werking.E<strong>en</strong> bijzonder merkwaardig effect ontstaat wanneer er tegelijkertijd op e<strong>en</strong> object wordt ingered<strong>en</strong> <strong>en</strong>uitgezoomd. Door de teg<strong>en</strong>gestelde beweging<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> de afmeting<strong>en</strong> van het object min of meeronveranderd, terwijl de achtergrond geheel uit elkaar lijkt te word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>. Hitchcock gebruikteals eerste deze techniek in zijn film 'Vertigo' om e<strong>en</strong> duizelingwekk<strong>en</strong>de val van e<strong>en</strong> tor<strong>en</strong> tesimuler<strong>en</strong>.Scherpte verlegg<strong>en</strong>Door verplaatsing van het scherptevlak naar vor<strong>en</strong> of naar achter<strong>en</strong> kan de aandacht van de kijker ope<strong>en</strong> ander object word<strong>en</strong> gericht. Het gaat hier uiteraard net als bij het zoom<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> beweging ìnde camera. De Engelse term is 'rack focus'.Scherpte verlegg<strong>en</strong> richt zich vaak op het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> van contrast<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: het tafereel vantwee snater<strong>en</strong>de e<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op de voorgrond wordt door verandering van het scherptevlak plotselingafgezet teg<strong>en</strong> de oprukk<strong>en</strong>de industrie op de achtergrond. De techniek is vaak te zi<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>twoshot: de persoon op de voorgrond draait zich naar de camera terwijl we op de achtergrondzijn gesprekspartner zi<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> klassiek theatrale pose). Afhankelijk van de bedoeling<strong>en</strong> kan doorscherpte te verlegg<strong>en</strong> de aandacht word<strong>en</strong> gericht op de <strong>en</strong>e dan wel de andere persoon.In het verl<strong>en</strong>gde van camerabeweging<strong>en</strong> wordt soms de meer brede term 'cameravoering' gebruikt.De cameravoering -ook wel 'photography'- verwijst naar de esthetische kant<strong>en</strong> van de opnames. Ditbetreft niet alle<strong>en</strong> het tempo (de dynamische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>) van de camerabeweging<strong>en</strong>, maar ook destijl waarin de camera wordt gehanteerd. Scherpte <strong>en</strong> harde contrast<strong>en</strong> (deep focus) staan voorrealisme, terwijl zachte tint<strong>en</strong> <strong>en</strong> lichte onscherpte (shallow focus) verwijz<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> expressionistischeb<strong>en</strong>adering.Beeldwisseling<strong>en</strong>Uit de veelheid van losse shots zal uiteindelijk e<strong>en</strong> coher<strong>en</strong>t <strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>d lop<strong>en</strong>d filmverhaal moet<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gemonteerd.Voorafgaand aan de montage moet<strong>en</strong> eerst alle ruwe opnames word<strong>en</strong> beoordeeld <strong>en</strong> de bestetakes word<strong>en</strong> geselecteerd. Daarin spel<strong>en</strong> alle beeldvariabel<strong>en</strong> zoals hierbov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> mee: is de34 Soms is e<strong>en</strong> schokk<strong>en</strong>de camera nodig om het simpele feit te bewijz<strong>en</strong> dat de camera schokt. Ine<strong>en</strong> commercial voor BMW wordt dit gegev<strong>en</strong> als grap gebruikt: 'U kijkt nu naar e<strong>en</strong> auto metcomputergestuurde schokdempers. Helaas heeft de auto waaruit dit is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die niet....' (BMWSterspot 1993)<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


scherpte goed, klopt de compositie, klopt het beeldkader, is de camerabeweging goed uitgevoerd,zijn er ge<strong>en</strong> technische storing<strong>en</strong>, hoe is de acteerprestatie, <strong>en</strong>zovoorts. Deze selectie vergt e<strong>en</strong>goed oog voor subtiele verschill<strong>en</strong> in de diverse opnames.Daarna volgt de montage zelf, e<strong>en</strong> tijdrov<strong>en</strong>d proces dat stap voor stap moet gebeur<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat zeerveel finesse <strong>en</strong> raffinem<strong>en</strong>t vereist. Om die red<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> sommige filmregisseurs de montage graaggeheel in hand<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> filmeditor. Het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> montage vereist veel k<strong>en</strong>nis van debeeldtechnische, esthetische, dramatische <strong>en</strong> psychologische aspect<strong>en</strong> van film. Dit laatste betek<strong>en</strong>tdat de filmeditor di<strong>en</strong>t te beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> groot inlevingsvermog<strong>en</strong> in de gedacht<strong>en</strong>gang, degevoel<strong>en</strong>s, vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> van de kijker. Hieruit volgt ook dat montage kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> alse<strong>en</strong> zeer kunstmatig proces dat sterk stur<strong>en</strong>d is met betrekking tot de betek<strong>en</strong>isvorming.Montage is min of meer toevallig als filmisch instrum<strong>en</strong>t beschikbaar gekom<strong>en</strong> to<strong>en</strong> Koelezjov (zieVos*) zich als doc<strong>en</strong>t van de Moskouse filmacademie weg<strong>en</strong>s geldgebrek moest behelp<strong>en</strong> met oudefilmstrok<strong>en</strong>. Van de achter elkaar geplakte filmstrok<strong>en</strong> bleek tot ieders verrassing e<strong>en</strong> grote zeggingskrachtuit te gaan. Sindsdi<strong>en</strong> maakt montage e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel uit van het filmidioom om deaandacht te richt<strong>en</strong>, het tempo te beïnvloed<strong>en</strong>, handeling<strong>en</strong> in te kort<strong>en</strong> of te verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong>mogelijk te mak<strong>en</strong> 35 .Hoewel de vele beeldwisseling<strong>en</strong> in beginsel kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschouwd als abrupte <strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieelstor<strong>en</strong>de overgang<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>e perspectief naar het andere, blijk<strong>en</strong> ze juist zeer sterk aan hettempo van de vertelling te kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> krachtige suggestie van continuïteit 36 . Beeldovergang<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> voor de kijker e<strong>en</strong> dermate geïntegreerd onderdeel van de filmische code dat zeals impliciete vanzelfsprek<strong>en</strong>dheid word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>: zodra iemand met zijn vinger iets aanwijst danverwacht de kijker direct e<strong>en</strong> close-up van dat 'iets' voorgeschoteld te krijg<strong>en</strong>. Het uitblijv<strong>en</strong> van dieclose-up veroorzaakt zelfs e<strong>en</strong> onbestemde vorm van onzekerheid <strong>en</strong> irritatie. Overig<strong>en</strong>s is dedoorsneekijker zich van de beeldwisseling<strong>en</strong> nauwelijks bewust, al zal hij zeker e<strong>en</strong> emotionelerespons verton<strong>en</strong> op het tempo dat daarmee in de film wordt gecreëerd. Montage is daarmee veeleere<strong>en</strong> proces dat zich richt op het construer<strong>en</strong> van ritme, timing <strong>en</strong> continuteit dan het domweg achterelkaar zett<strong>en</strong> van afzonderlijke shots (Oldham*).RitmeHet 'ritme' in e<strong>en</strong> film is e<strong>en</strong> slecht gedefinieerd begrip. Prat<strong>en</strong> over dit onderwerp kan daarom snelontaard<strong>en</strong> in zweverig <strong>en</strong> quasi-artistiek geleuter. Dat neemt niet weg dat er in film wel degelijk talvan factor<strong>en</strong> zijn aan te wijz<strong>en</strong> die op de e<strong>en</strong> of andere manier bijdrag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> soortdynamiek, tempo of ritme van e<strong>en</strong> film. Op het meest globale niveau is dat het tempo waarin hetfilmverhaal tot ontwikkeling komt. Dit hangt sam<strong>en</strong> met het ritme waarin de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in hetverhaal elkaar opvolg<strong>en</strong>. Op concreter niveau hebb<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met het tempo waarin person<strong>en</strong><strong>en</strong> object<strong>en</strong> in het beeld beweg<strong>en</strong> (handelingssnelheid), het tempo van de camerabeweging<strong>en</strong>(cameravoering), het tempo waarin de tekst<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> (spreektempo) <strong>en</strong> de aard vande gebruikte filmmuziek (maat, toonaard <strong>en</strong> tempo). Wellicht de meest dominante factor in het geheelis echter het tempo waarin de shots elkaar opvolg<strong>en</strong> (montageritme). Al deze afzonderlijke bijdrag<strong>en</strong>moet<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier bij elkaar pass<strong>en</strong> om te kunn<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>schappelijk ritme van e<strong>en</strong> film, dat in communicatieve zin kan werk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> soortgedwong<strong>en</strong> synchronisatie van de kijker met de film.De filmische codes voor het montageritme blijk<strong>en</strong> in de loop van de tijd aanzi<strong>en</strong>lijk te zijn veranderd.Aanvankelijk werd<strong>en</strong> er helemaal ge<strong>en</strong> beeldwisseling<strong>en</strong> gebruikt <strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> films uit e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keleopname in e<strong>en</strong> wijd kader die de kijker de suggestie gav<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> toneelvoorstelling aanwezig te zijn.35 De eerste montage-experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ook wel toegeschrev<strong>en</strong> aan de Amerikaan D. W. Griffith(Oldham*).36 In de beginperiode van de televisie, eind jar<strong>en</strong> vijftig werd<strong>en</strong> videobeeld<strong>en</strong> nog niet op elektronischewijze zoals teg<strong>en</strong>woordig, maar met schaar <strong>en</strong> plakband aan elkaar geplakt zoals dat ook bij filmgebruikelijk is. Afspel<strong>en</strong> van zo'n gemonteerd programma gaf bij iedere overgang e<strong>en</strong> beeldvull<strong>en</strong>destoring te zi<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Na 1910 is deze registratieve aanpak geleidelijk verlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> van montagemeer <strong>en</strong> meer b<strong>en</strong>ut. In de loop van de jar<strong>en</strong> zijn het tempo <strong>en</strong> het montageritme steeds hogergeword<strong>en</strong>. Wie films van nog ge<strong>en</strong> dertig jaar terug bekijkt, zal getroff<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de algeheletraagheid van de vertelling, van de handeling <strong>en</strong> van de montage. Alle<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de climax wil hetritme nog wel e<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> opgevoerd. Teg<strong>en</strong>woordig ligt het tempo gedur<strong>en</strong>de de hele film veelhoger, waardoor e<strong>en</strong> film soms clip-achtige vorm<strong>en</strong> aanneemt. Dit verhoogde ritme is wellicht symbolischvoor e<strong>en</strong> tijdgeest waarvan dynamiek, vluchtigheid <strong>en</strong> fragm<strong>en</strong>tatie belangrijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn.TimingNauw sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d met ritme <strong>en</strong> wellicht ev<strong>en</strong> ongrijpbaar is het begrip timing: op welk mom<strong>en</strong>tvraagt de situatie om e<strong>en</strong> close-up, om e<strong>en</strong> reactieshot of om e<strong>en</strong> establishing shot?In vele opzicht<strong>en</strong> blijkt de tijdsbeleving van de kijker sterk af te wijk<strong>en</strong> van de realiteit. Berucht zijn dewandelshots: zodra iemand zich in beeld moet verplaats<strong>en</strong> van A naar B bestaat de kans dat ergernis<strong>en</strong> verveling toeslaan, omdat nieuwe prikkels uitblijv<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> wandeling van ti<strong>en</strong> second<strong>en</strong> lijkt in filme<strong>en</strong> eeuwigheid te dur<strong>en</strong>. In continu og<strong>en</strong>de scènes wordt daarom bewust vaak e<strong>en</strong> tijdverdichtingingebouwd. E<strong>en</strong> politierechercheur komt na e<strong>en</strong> alarm mete<strong>en</strong> in actie: jas pakk<strong>en</strong>, auto start<strong>en</strong>,wegrijd<strong>en</strong>, op topsnelheid door de strat<strong>en</strong>, stopp<strong>en</strong>, uitstapp<strong>en</strong>, naar binn<strong>en</strong> gaan, de trap op <strong>en</strong> deboef zi<strong>en</strong> wegvlucht<strong>en</strong>; zo'n sequ<strong>en</strong>tie duurt vaak nog ge<strong>en</strong> halve minuut.Soms is juist vertraging of uitstel van de actie noodzakelijk. Doelbewust uitstel kan ev<strong>en</strong>zeer despanning verhog<strong>en</strong> als de ergernis opwekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> is in dat opzicht ev<strong>en</strong> kritiek als de timing bij hetvertell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mop. Hier moet de editor e<strong>en</strong> juiste balans zi<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> het oproep<strong>en</strong> vanvrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bevrediging ervan. Het is in feite de vraag hoe lang de spanningsboog draagt. De keuzevan het juiste mom<strong>en</strong>t hangt sterk sam<strong>en</strong> met het tempo van de film, met de tijdsbeleving van de toeschouwer<strong>en</strong> met de emotionele respons die hij zou kunn<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> paar frames eerder of latersnijd<strong>en</strong> naar het volg<strong>en</strong>de shot kan soms al e<strong>en</strong> wereld van verschil uitmak<strong>en</strong>. Vooral in zogehet<strong>en</strong>'action cuts' -beeldovergang<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> fysieke handeling- is grote precisie nodig. Ook e<strong>en</strong>begeleid<strong>en</strong>de spreektekst is e<strong>en</strong> belangrijke indicatie voor het mom<strong>en</strong>t waarop gesned<strong>en</strong> moetword<strong>en</strong>: de sleutelwoord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op het goede mom<strong>en</strong>t vall<strong>en</strong>. Het vind<strong>en</strong> van de juiste timingvereist veel ervaring, tal<strong>en</strong>t <strong>en</strong> Fingerspitz<strong>en</strong>gefühl (Oldham*).ContinuïteitOp het gebied van de continuïteit onderscheid<strong>en</strong> we vier verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>:Technische continuïteitMet twee ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de shots kan alle<strong>en</strong> continuïteit word<strong>en</strong> gesuggereerd als er in technischopzicht ge<strong>en</strong> stor<strong>en</strong>de verschill<strong>en</strong> zijn. De geometrische oriëntatie moet behoud<strong>en</strong> zijn <strong>en</strong> ook zak<strong>en</strong>als kleding, haardracht, handeling, houding, weersomstandighed<strong>en</strong>, licht, kleurgebruik, spreektempo,toonhoogte <strong>en</strong> positie di<strong>en</strong><strong>en</strong> ge<strong>en</strong> abrupte verandering<strong>en</strong> te verton<strong>en</strong>. In hoofdstuk neg<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook indit hoofdstuk zijn deze technische aspect<strong>en</strong> al kort aangestipt.Esthetische continuïteitOm continuïteit te suggerer<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de shots ongeveer ev<strong>en</strong> mooi of ev<strong>en</strong> lelijk zijn.Dat betek<strong>en</strong>t dat ieder shot bij de opnames met ev<strong>en</strong>veel zorg moet word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. Alsaanvankelijk van statief of dolly is gewerkt om e<strong>en</strong> mooi stabiel beeld te krijg<strong>en</strong>, heeft het weinig zinom later ine<strong>en</strong>s te gaan schouder<strong>en</strong>. Wat dan ontstaat is vergelijkbaar met e<strong>en</strong> boek waarvan hier <strong>en</strong>daar e<strong>en</strong> bladzij met de hand is geschrev<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> bijzondere vorm van esthetische continuïteit is het beeldrijm: ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de shotsbewerkstellig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> associatie tuss<strong>en</strong> twee object<strong>en</strong> door middel van gelijkvormigheid. Demogelijkhed<strong>en</strong> zijn legio: oogpupil wordt aardbol, landkaart wordt luchtopname, boomkruin wordthaardos, scho<strong>en</strong> wordt speedboot, <strong>en</strong>zovoorts.Dramatische continuïteitDe mate van opwinding <strong>en</strong> emotionaliteit kan gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> film sterk variër<strong>en</strong>. Maar op detailniveaumog<strong>en</strong> hierin ge<strong>en</strong> grote hiat<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>. Emotionele betrokk<strong>en</strong>heid moet zorgvuldig word<strong>en</strong>opgebouwd <strong>en</strong> word<strong>en</strong> vastgehoud<strong>en</strong> omdat anders e<strong>en</strong> anticlimax ontstaat die tot verwerping door<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


de kijker leidt.Programmatische continuïteitOok op het niveau van de filmvertelling als geheel moet in beginsel e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te stijl word<strong>en</strong>gehanteerd. Dat betek<strong>en</strong>t onder andere dat er sprake moet zijn van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtigeverhaalstructuur waarin verhaallijn <strong>en</strong> spanningsopbouw niet nodeloos word<strong>en</strong> onderbrok<strong>en</strong> doorhinderlijke zijsprong<strong>en</strong>. De diverse onderwerp<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> logisch in de structuur te word<strong>en</strong> geplaatst<strong>en</strong> de hoeveelheid tijd die aan elk van de onderwerp<strong>en</strong> wordt besteed di<strong>en</strong>t in verhouding te staan tothet relatieve belang ervan. Stijlbreuk kan verder gemakkelijk optred<strong>en</strong> op het niveau van de toonzetting,bijvoorbeeld door e<strong>en</strong> plotseling wijzig<strong>en</strong>de cameravoering of muziekkeuze, of door inconsequ<strong>en</strong>ttaalgebruik (wij, u, m<strong>en</strong>; teg<strong>en</strong>woordige tijd, verled<strong>en</strong> tijd). De editor hoort op dit soort valkuil<strong>en</strong>bedacht te zijn <strong>en</strong> moet waar mogelijk tot oplossing<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>.Typologie van beeldovergang<strong>en</strong>De meest gebruikte <strong>en</strong> meest e<strong>en</strong>voudige beeldwisseling is de 'harde overgang': van het <strong>en</strong>e mom<strong>en</strong>top het andere wordt het oude beeld vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> nieuw beeld ('harde snit' of 'hard cut'). Deovergang is direct <strong>en</strong> actief, <strong>en</strong> er is meestal e<strong>en</strong> directe relatie tuss<strong>en</strong> de twee beeld<strong>en</strong>, bijvoorbeeldvia continue actie. Hard snijd<strong>en</strong> midd<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beweging van object<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> beweging van decamera kan alle<strong>en</strong> als die beweging in het volg<strong>en</strong>de shot wordt overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Gebeurt dat niet danontstaat er e<strong>en</strong> bewegingsdiscontinuïteit die door de kijker als e<strong>en</strong> schok wordt ervar<strong>en</strong> (soms kanzo'n schok overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st effect zijn). Om dezelfde red<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> twee ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de shotsniet te zeer qua formaat of compositie op elkaar lijk<strong>en</strong>: er ontstaat dan e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> 'springer' (ge<strong>en</strong>duidelijke perspectiefwisseling). Ook hele grote verschill<strong>en</strong> in formaat, bijvoorbeeld van extreem wideshot naar extreem close-up br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> de kijker in verwarring, bijvoorbeeld bij e<strong>en</strong> shot van e<strong>en</strong>m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>m<strong>en</strong>igte gevolgd door e<strong>en</strong> close-up van e<strong>en</strong> vingernagel (van wie is die dan wel...?). Verderzijn alle eerder g<strong>en</strong>oemde overweging<strong>en</strong> over continuïteit op de harde snit van toepassing.Bij e<strong>en</strong> overvloeier ('cross fade', 'dissolve' of 'mix') wordt het <strong>en</strong>e beeld geleidelijk vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong>ander beeld. Deze overgang heeft vergelek<strong>en</strong> met de harde snit e<strong>en</strong> veel indirecter karakter, die deoverbrugging van tijd (...drie dag<strong>en</strong> later..) of afstand suggereert. Ook roept de geleidelijkheid van deovervloeier e<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins dromerige atmosfeer op. Soms wordt de overvloeier gebruikt als e<strong>en</strong> hardeovergang niet goed mogelijk is, bijvoorbeeld bij beweging<strong>en</strong>, bij grote verschill<strong>en</strong> in helderheid ofkleur of waar anderszins springers zoud<strong>en</strong> ontstaan. In interviews is e<strong>en</strong> snelle crossfade van de <strong>en</strong>eclose-up naar de andere close-up (van dezelfde persoon) inmiddels e<strong>en</strong> geaccepteerdemontagevorm.E<strong>en</strong> wipe is e<strong>en</strong> beeldovergang waarbij het oude beeld in e<strong>en</strong> 'veg<strong>en</strong>de beweging' door het nieuwewordt vervang<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> oude techniek die in de filmwereld nog maar zeld<strong>en</strong> wordt gebruiktvanwege het complexe fotografische procédé. Op televisie zijn echter dagelijks vele variant<strong>en</strong> van dewipe te aanschouw<strong>en</strong> vanwege de hausse van digitale beeldbewerkingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong><strong>en</strong>kele druk op de knop kunn<strong>en</strong> exotische wipes zoals de flip, de twist <strong>en</strong> de mosaic op het schermword<strong>en</strong> getoverd. De oorspronkelijke betek<strong>en</strong>is van de wipe is het aankondig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rigoureusander onderwerp. De wipe-patron<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> echter aanzi<strong>en</strong>lijk aan betek<strong>en</strong>is ingeboet door hetongebreidelde gebruik ervan. De functionaliteit is daarbij vaak opgeofferd aan visueel effectbejag(Aug<strong>en</strong>kitzel).Tot slotDe beeldvariabel<strong>en</strong> die in dit hoofdstuk zijn beschrev<strong>en</strong>, spel<strong>en</strong> alle e<strong>en</strong> grote rol in film. Door derijkheid van het beeld is het echter onmogelijk om in e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel hoofdstuk tot e<strong>en</strong> volledige analyse tekom<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong> is het vooral van belang dat de filmmaker zich vanuit e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te visie vanzijn taak kwijt. Hij moet er naar strev<strong>en</strong> alle filmische bestanddel<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> zodanige manier bij elkaarbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> dat er in conceptueel opzicht e<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle e<strong>en</strong>heid ontstaat. K<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> begrip van deontwerpvariabel<strong>en</strong> zijn daarbij onontbeerlijk. Het beste resultaat dat hij kan bereik<strong>en</strong> is dat de kijkerzodanig in het verhaal wordt meegezog<strong>en</strong> dat hem de afzonderlijke beeldkaders, decamerabeweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeldovergang<strong>en</strong> niet meer opvall<strong>en</strong>. Het overbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van de boodschap is<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


het doel; alle filmische middel<strong>en</strong> zelf zijn daaraan ondergeschikt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 14GeluidZijn hele lichaam gooit hij in de strijd: de Geraüschmacher. Met zijn og<strong>en</strong>gefixeerd op het scherm tovert hij vier stel galopper<strong>en</strong>de paard<strong>en</strong> uit zijn vingers.Met zijn knie teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zandzak laat hij de held op de grond vall<strong>en</strong>. Weer met zijnhand<strong>en</strong> laat hij de boev<strong>en</strong> op hem af r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Hun hoofdman laat hij met e<strong>en</strong> paardunne stokjes één voor één zijn vingers knakk<strong>en</strong>....'De Geraüschmacher is deg<strong>en</strong>e die e<strong>en</strong> film tot lev<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt. Omgev<strong>en</strong> door talrijke onbestemdeattribut<strong>en</strong> produceert hij tot de verbeelding sprek<strong>en</strong>de omgevingsgeluid<strong>en</strong> om de realiteitssuggestievan gespeelde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>. Hij is ge<strong>en</strong> technicus <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> artiest, eerder e<strong>en</strong>verpersoonlijking van het geluid zelf.Dit hoofdstuk gaat over de rol van geluid in film. We conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons daartoe op e<strong>en</strong> aantalbestanddel<strong>en</strong> waaruit het filmgeluid is opgebouwd <strong>en</strong> richt<strong>en</strong> ons daarbij vooral op de functie <strong>en</strong>betek<strong>en</strong>is. We besprek<strong>en</strong> achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s set noise (omgevingsgeluid<strong>en</strong>), geluidseffect<strong>en</strong>, muziek<strong>en</strong> spreektekst<strong>en</strong>. In het bijzonder bested<strong>en</strong> we aandacht aan richtlijn<strong>en</strong> voor het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>spreektekst.Het belang van geluidGeluid<strong>en</strong> overspoel<strong>en</strong> ons. Alle geluid<strong>en</strong> die het oor bereik<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> zonder selectie of beperkingwaarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerkt, zonder dat we ons daarteg<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verzett<strong>en</strong>. Bur<strong>en</strong>gerucht is niet voorniets e<strong>en</strong> van de grootste bronn<strong>en</strong> van ergernis in het dagelijks lev<strong>en</strong>.Geluid kan gemakkelijk ingrijp<strong>en</strong> op de gemoedstoestand van de betrokk<strong>en</strong>e, omdat de verwerkingvan geluid grot<strong>en</strong>deels op autonome wijze plaatsvindt op dieperligg<strong>en</strong>de niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>.Deze eig<strong>en</strong>schap kan in film zinvol word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut. Vooral de kracht van muziek is onweerstaanbaar<strong>en</strong> kan ev<strong>en</strong> gemakkelijk tot euforie als tot e<strong>en</strong> tran<strong>en</strong>vloed leid<strong>en</strong>. Maar ook de ondertoon van hetgesprok<strong>en</strong> woord is tot e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de emotionele beïnvloeding in staat. Fleming* wijst erop dat hetgesprok<strong>en</strong> woord veel machtiger is dan het geschrev<strong>en</strong> woord. Dit zou onder meer blijk<strong>en</strong> uit het feitdat alle grote wereldleiders in de geschied<strong>en</strong>is uitblink<strong>en</strong> in het verbaal bespel<strong>en</strong> van de massa,terwijl ge<strong>en</strong> der grote schrijvers of d<strong>en</strong>kers ooit e<strong>en</strong> vergelijkbare macht of positie heeft wet<strong>en</strong> teverwerv<strong>en</strong>: als Hitler of Napoleon slechts schrijvers war<strong>en</strong> geweest in plaats van red<strong>en</strong>aars, danzoud<strong>en</strong> zij nooit zo'n massale aanhang hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Uiteraard kan de overtuigingskrachtvan het gesprok<strong>en</strong> woord nuttige di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> als we de kijker will<strong>en</strong> meevoer<strong>en</strong> in e<strong>en</strong>red<strong>en</strong>ering, in e<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong>wisseling <strong>en</strong> in allerlei andere sequ<strong>en</strong>ties die in die modaliteitgerepres<strong>en</strong>teerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.Geluid kan in sterke mate bijdrag<strong>en</strong> aan de realiteitsbeleving van de toeschouwer, omdat de gereproduceerdefilmgeluid<strong>en</strong> in technische zin niet of nauwelijks van de oorspronkelijke geluid<strong>en</strong> zijn teonderscheid<strong>en</strong>. De grote realiteitssuggestie van geluid was in de jar<strong>en</strong> dertig verantwoordelijk voore<strong>en</strong> massale paniek in grote del<strong>en</strong> van Noord-Amerika, to<strong>en</strong> de radio e<strong>en</strong> hoorspel uitzond over e<strong>en</strong>invasie door buit<strong>en</strong>aardse wez<strong>en</strong>s (Orson Welles, War of the Worlds, 1938).Geluid als onderdeel van filmGeluid is jar<strong>en</strong> de sluitpost van de filmproduktie geweest. Zoveel aandacht de beeld<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong>, zobekaaid kwam<strong>en</strong> de geluidskanal<strong>en</strong> ervan af 37 . Dat is eig<strong>en</strong>lijk vreemd omdat geluid alsinformatiedrager e<strong>en</strong> veel e<strong>en</strong>duidiger karakter heeft dan het beeld. Radio bijvoorbeeld blijkt prima te37 Uitzondering hierop zijn altijd geweest de klassieke Amerikaanse tek<strong>en</strong>films (o.a. Disney). Tekst<strong>en</strong>,muziek <strong>en</strong> geluidseffect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hier minutieus <strong>en</strong> in nauwe sam<strong>en</strong>hang met de beoogde handeling<strong>en</strong>voorbereid. De tek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> pas later gemaakt met als resultaat e<strong>en</strong> meestal ver doorgevoerdeafstemming tuss<strong>en</strong> beide kanal<strong>en</strong>: alle beweging<strong>en</strong> op maat van de muziek, versterk<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> ophet juiste mom<strong>en</strong>t, bewegingspauzes precies sam<strong>en</strong>vall<strong>en</strong>d met stiltes, <strong>en</strong>zovoorts (het 'rijm<strong>en</strong>' vanbeeld <strong>en</strong> geluid).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


kunn<strong>en</strong> functioner<strong>en</strong> zonder de hulp van beeld<strong>en</strong>; het omgekeerde, televisie zonder geluid, zouweinig lev<strong>en</strong>skans<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.Geluid heeft altijd al achter gelop<strong>en</strong>: aan het eind van de vorige eeuw is alles begonn<strong>en</strong> met destomme film. Pas in 1927 wordt de eerste geluidsfilm gemaakt, door Fox Movietone News. Het geluidbetreft in eerste instantie slechts één kanaal (mono), zodat de ruimtelijke suggestie slechts tot ééndim<strong>en</strong>sie beperkt blijft (afstand). In de jar<strong>en</strong> zestig wordt de stereogeluidsweergave ingevoerd(afstand <strong>en</strong> richting). Daarna zijn geavanceerdere geluidssystem<strong>en</strong> beschikbaar gekom<strong>en</strong>(quadrafonie, Dolby Surround Sound <strong>en</strong> S<strong>en</strong>surround) die met name in bioscop<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> meer danrealistische driedim<strong>en</strong>sionale beleving van het geluiddecor zorg<strong>en</strong>. Van achteruit de zaal hor<strong>en</strong> wehet beangstig<strong>en</strong>de geraas van e<strong>en</strong> vliegtuig opkom<strong>en</strong> dat vlak over onze hoofd<strong>en</strong> scheert <strong>en</strong>uiteindelijk op het doek belandt. Soms zijn de gebruikte vermog<strong>en</strong>s zo hoog <strong>en</strong> de frequ<strong>en</strong>ties zo laagdat de toeschouwers letterlijk door het geluid he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer word<strong>en</strong> geschud (bij de speelfilm'Earthquake'). De complexiteit van het geluidsontwerp is met dit soort system<strong>en</strong> <strong>en</strong>orm toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Soms zijn wel meer dan honderd geluidspor<strong>en</strong> nodig die word<strong>en</strong> gestapeld totdat e<strong>en</strong> textuur ontstaatmet e<strong>en</strong> onovertroff<strong>en</strong> realiteitsgehalte.Hoewel in de speelfilm de positie van geluid t<strong>en</strong> opzichte van die van het beeld beduid<strong>en</strong>d isverbeterd, zijn de geluidsambities op het gebied van televisie <strong>en</strong> video nog steeds <strong>en</strong>igszinsachtergeblev<strong>en</strong>. Af <strong>en</strong> toe wordt er e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> concert in stereo uitgezond<strong>en</strong>, maar zelfs dan verkiestde ware muziekliefhebber de parallelle uitz<strong>en</strong>ding via e<strong>en</strong> FM-radiokanaal bov<strong>en</strong> het gewone stereotv-geluid. Veel videoprogramma's word<strong>en</strong> nog steeds slechts in mono uitgeleverd.Door al zijn eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> is geluid in staat beeldinformatie in de meest brede zin te ondersteun<strong>en</strong><strong>en</strong> te versterk<strong>en</strong>. Voor zover geluid nog als e<strong>en</strong> stiefkindje wordt beschouwd, is dat dus onterecht.Typologie van geluidGeluid laat zich in e<strong>en</strong> groot aantal ontwerpvariabel<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, die voor e<strong>en</strong> deel analoog zijn aandie van het beeld. Net als bij het beeld kunn<strong>en</strong> we ook bij geluid sprek<strong>en</strong> over zak<strong>en</strong> als compositie,standpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> montage. Geluidcompositie kunn<strong>en</strong> we opvatt<strong>en</strong> als de wijze waarop uit de diversegeluidsbronn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ruimtelijk <strong>en</strong> sequ<strong>en</strong>tieel klankbeeld is opgebouwd. De term orkestratie is hierbeter op zijn plaats. Naar analogie van camerastandpunt<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we bij geluid te mak<strong>en</strong> met microfoonstandpunt<strong>en</strong>om het signaal van de geluidsbronn<strong>en</strong> vanuit verschill<strong>en</strong>de posities vast te legg<strong>en</strong>.Afhankelijk van de vraag welke geluidsbron in het geluidsbeeld domineert kan ook bij geluid gesprok<strong>en</strong>word<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> objectief point of view <strong>en</strong> e<strong>en</strong> subjectief point of view (Boggs*). En net als bij hetbeeld zijn er ook op het gebied van geluid vele mogelijkhed<strong>en</strong> tot technische bewerking 38 .E<strong>en</strong> groot verschil met het beeld is echter dat geluid bestaat uit e<strong>en</strong> groot aantal vrij manipuleerbaregeluidbestanddel<strong>en</strong> die vaak pas achteraf tijd<strong>en</strong>s de geluidmixage (geluidnabewerking) in de juisteverhouding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd of aangevuld. Soms word<strong>en</strong> ze zelfs volledig vervang<strong>en</strong> doornieuwe geluidsbronn<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> daarom het onderwerp geluid niet b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> vanuit de diverseontwerpvariabel<strong>en</strong>, maar vanuit de diverse bestanddel<strong>en</strong> waaruit het (film-)geluid is opgebouwd.We onderscheid<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de geluidscompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:-set noise-geluidseffect<strong>en</strong>-muziek-voice-over (tekst<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> beeld)Set noiseOnder set noise wordt verstaan al het geluid dat als natuurlijk onderdeel van de handeling <strong>en</strong> dear<strong>en</strong>a kan word<strong>en</strong> vastgelegd. Het gaat om e<strong>en</strong> rijk patroon van allerlei omgevingsgeluid<strong>en</strong> die directgekoppeld zijn aan de getoonde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> of de situatie als geheel: stadsrumoer, voetstapp<strong>en</strong>38 Eerder gebezigde term<strong>en</strong> bij beeldvariabel<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> we dan ook teg<strong>en</strong> als ontwerpvariabel<strong>en</strong> voorgeluid, met e<strong>en</strong> vergelijkbare betek<strong>en</strong>is: duidelijkheid, acc<strong>en</strong>tuerering, balans, diepte, compositie,scherpte, (klank-)kleur, filters, ritme, tempo, timing, continuïteit, crossfades, <strong>en</strong>zovoorts.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


van e<strong>en</strong> toevallige passant, langsraz<strong>en</strong>de vliegtuig<strong>en</strong> of gekwetter van vogels. Voor zover hetachtergrondgeluid<strong>en</strong> betreft gaat het vooral om e<strong>en</strong> typering van de sfeer. De gangbare term hiervooris 'atmosphere': iedere lokatie, iedere ruimte of iedere situatie blijkt zijn eig<strong>en</strong> geluidssfeer te adem<strong>en</strong>.Maar set noise beperkt zich niet tot achtergrondgeluid<strong>en</strong>. Ook ter plekke uitgesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> ininterviews, speelscènes of van e<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tator kunn<strong>en</strong> in beginsel word<strong>en</strong> opgevat als set noise.M<strong>en</strong> zou daarmee kunn<strong>en</strong> veronderstell<strong>en</strong> dat de set noise alle geluid<strong>en</strong> betreft die synchroon met debeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> die daarmee e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatie gev<strong>en</strong> van de actuelegeluidomstandighed<strong>en</strong> ter plekke. Vanuit het oogpunt van de kijker is er inderdaad sprake vansynchroon geluid, of liever: van de illusie van synchroon geluid. Wat hij ziet <strong>en</strong> hoort is met elkaar inovere<strong>en</strong>stemming <strong>en</strong> repres<strong>en</strong>teert e<strong>en</strong> bepaalde situatie in het hier <strong>en</strong> nu.Maar vanuit technisch oogpunt hoeft de set noise helemaal niet synchroon te zijn. Het zal ge<strong>en</strong> vande kijkers opvall<strong>en</strong> als het stadsrumoer e<strong>en</strong> dag later zou zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dan de beeld<strong>en</strong>,bijvoorbeeld omdat bij de eerste poging, net buit<strong>en</strong> beeld, e<strong>en</strong> pruttel<strong>en</strong>de betonmol<strong>en</strong> degeluidskwaliteit aantastte. Het is zelfs gebruikelijk dat de opnameploeg<strong>en</strong> op iedere lokatie e<strong>en</strong>geschikt mom<strong>en</strong>t kiez<strong>en</strong> om apart e<strong>en</strong> goed stukje 'atmosphere' vast te legg<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> zogehet<strong>en</strong> 'wildtrack'), nuttig om tijd<strong>en</strong>s de montage later ev<strong>en</strong>tuele hiat<strong>en</strong> mee op te vull<strong>en</strong>.Hele speelfilms word<strong>en</strong> volledig nagesynchroniseerd, vanwege het feit dat de geluidskwaliteit onderoptimale omstandighed<strong>en</strong> in de studio onder controle kan word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Op elke lokatie zijnimmers wel geluidsverstoring<strong>en</strong> te verwacht<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> hinderlijk blaff<strong>en</strong>de hond, langsraz<strong>en</strong>dverkeer of allerlei luidruchtige industrile activiteit<strong>en</strong>. Kiez<strong>en</strong> voor nasynchronatie heeft alsbijkom<strong>en</strong>d voordeel dat het voor de regisseur mogelijk is om tijd<strong>en</strong>s de (geluidloze) beeldopnam<strong>en</strong> despelers luidruchtig te instruer<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> grote groep<strong>en</strong> figurant<strong>en</strong> via megafoons tot dejuiste handeling<strong>en</strong> aangezet. Van synchrone set noise is bij nasynchronisatie uiteraard ge<strong>en</strong> sprake,hoewel de kijker daar anders over zal oordel<strong>en</strong>.Nasynchronisatie van buit<strong>en</strong>landse films, zoals in Italië <strong>en</strong> Duitsland gebeurt ('...Hände hoch,Sherrif!...') leidt altijd tot zichtbare synchroniteitsproblem<strong>en</strong>, onder andere omdat zinl<strong>en</strong>gtes <strong>en</strong>mondbeweging<strong>en</strong> nooit helemaal klopp<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt. Waar we in Nederlandgemakkelijk uitwijk<strong>en</strong> naar ondertiteling, prefereert m<strong>en</strong> in die land<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> in de eig<strong>en</strong>taal <strong>en</strong> neemt m<strong>en</strong> de synchroniteitsproblem<strong>en</strong> voor lief 39 .Maar veel films l<strong>en</strong><strong>en</strong> zich niet voor nasynchronisatie (wie zou er e<strong>en</strong> interview will<strong>en</strong>nasynchroniser<strong>en</strong>?). En dat betek<strong>en</strong>t dat stor<strong>en</strong>de geluid<strong>en</strong> in de set noise niet altijd vermed<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Beruchte voorbeeld<strong>en</strong> van stoorgeluid zijn zoem<strong>en</strong>de airconditionings, tikk<strong>en</strong>deverwarmingsradiator<strong>en</strong> <strong>en</strong> ronk<strong>en</strong>de betonmol<strong>en</strong>s. Het is in zo'n geval meestal het beste om naar e<strong>en</strong>andere lokatie uit te wijk<strong>en</strong>.Het ergste zijn de achtergrondgeluid<strong>en</strong> die slechts incid<strong>en</strong>teel de opname verstor<strong>en</strong>, zoals het geluidvan e<strong>en</strong> school die tuss<strong>en</strong>tijds uitgaat of van e<strong>en</strong> muziekkorps dat plotseling de straat in marcheert.E<strong>en</strong> stukje 'wild track atmosphere' inclusief verstoring<strong>en</strong> kan hier uitkomst bied<strong>en</strong>: de verstoring valtimmers minder op naarmate hij binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> scène minder varieert. Dus, dan maar liever overal e<strong>en</strong>konstant stuk schoolrumoer of muziekkorps onder monter<strong>en</strong>. Soms kan de zaak gered word<strong>en</strong> doorhet algehele ruisniveau wat op te hog<strong>en</strong>, zodat kleine verstoring<strong>en</strong> erin verdwijn<strong>en</strong>. Het spreekt voorzich dat dit soort noodgrep<strong>en</strong> de algehele kwaliteit van het geluid, onder andere voor wat betreft deverstaanbaarheid, niet t<strong>en</strong> goede komt.Geluidseffect<strong>en</strong>Onder geluidseffect<strong>en</strong> verstaan we alle geluid<strong>en</strong>, anders dan muziek of gesprok<strong>en</strong> tekst, die tijd<strong>en</strong>sde geluidsmontage word<strong>en</strong> toegevoegd. Het gaat hier dus om e<strong>en</strong> operationele definitie vanuit hetperspectief van de filmmaker of geluidstechnicus. Voor de kijker zijn geluidseffect<strong>en</strong> lang niet altijd teonderscheid<strong>en</strong> van set noise. Voor zover het de reële <strong>en</strong> synchroongelegde geluidseffect<strong>en</strong> betreftzal de toeschouwer die bijna vanzelfsprek<strong>en</strong>d als set noise ervar<strong>en</strong>. Maar voor de geluidstechniciblijv<strong>en</strong> het op zichzelf staande geluidseffect<strong>en</strong>, ook als ze voor e<strong>en</strong> deel ooit erg<strong>en</strong>s op e<strong>en</strong> 'set' zijn39 E<strong>en</strong> niet helemaal correcte nasynchronisatie kan ook als stijlmiddel word<strong>en</strong> gebruikt. Federico Fellinigebruikte deze vorm om e<strong>en</strong> vervreemd<strong>en</strong>d effect te bereik<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Oorspronkelijk werd de term geluidseffect<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> gebruikt voor de geluid<strong>en</strong> van e<strong>en</strong>Geräuschmacher, zoals dichtslaande deur<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> nader<strong>en</strong>de trein, haastige voetstapp<strong>en</strong> of knakk<strong>en</strong>devingerkootjes. De Geräuschmacher richtte zich vooral op het mak<strong>en</strong> van vervang<strong>en</strong>de (synchrone)set noise om de realiteitsillusie in stand te houd<strong>en</strong>. Maar geluidseffect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook word<strong>en</strong> gebruiktom in aanvulling op de set noise duidelijke acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het geluidsbeeld te legg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> klein aaitjeover iemands wang kan met e<strong>en</strong> geluidseffect letterlijk als e<strong>en</strong> doffe dreun klink<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee deuitwerking van e<strong>en</strong> scène op de kijker sterk beïnvloed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> extreem gebruik van geluidseffect<strong>en</strong>treff<strong>en</strong> we aan in het tek<strong>en</strong>filmg<strong>en</strong>re (daar zijn ge<strong>en</strong> set-opnames).De geluidseffect<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet per se overe<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met de bek<strong>en</strong>de, reële geluid<strong>en</strong> uit hetdagelijks lev<strong>en</strong>. Ook hoev<strong>en</strong> we teg<strong>en</strong>woordig ge<strong>en</strong> beroep meer te do<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> Geräuschmacher;er is e<strong>en</strong> ruim aanbod van effect<strong>en</strong> op cd. Hoe subtiel verschill<strong>en</strong> in geluid<strong>en</strong> soms kunn<strong>en</strong> zijn, blijktbijvoorbeeld uit de <strong>en</strong>orme hoeveelhed<strong>en</strong> 'voetstapp<strong>en</strong>' die te koop zijn: langzame voetstapp<strong>en</strong>,snelle voetstapp<strong>en</strong>, r<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de voetstapp<strong>en</strong>, voetstapp<strong>en</strong> op straattegels, voetstapp<strong>en</strong> op grind,voetstapp<strong>en</strong> in de modder, damesvoetstapp<strong>en</strong> op marmer, kindervoetjes door e<strong>en</strong> plas, klomp<strong>en</strong>,<strong>en</strong>zovoorts.Met de ruimere beschikbaarheid van samplers <strong>en</strong> synthesizers zijn de mogelijkhed<strong>en</strong> omandersoortige geluidseffect<strong>en</strong> te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> <strong>en</strong>orm toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Allerlei moeilijk te beschrijv<strong>en</strong>nieuwe klankbeeld<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zo het idioom van de geluidseffect<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk uitgebreid. Dit soortonnatuurlijke geluid<strong>en</strong> wordt veelvuldig gebruikt om theatrale of dramatische effect<strong>en</strong> te ondersteun<strong>en</strong><strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de emoties op te roep<strong>en</strong>.Geluidseffect<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer krachtige werking hebb<strong>en</strong> als ze word<strong>en</strong> gebruikt voorgebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die zich buit<strong>en</strong> beeld afspel<strong>en</strong>. We hor<strong>en</strong> nader<strong>en</strong>de voetstapp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> sleutel die inhet slot wordt omgedraaid <strong>en</strong> de deur die langzaam op<strong>en</strong>gaat, terwijl het beeld ons slechts dereacties van de hoofdpersoon toont <strong>en</strong> de onzekerheid <strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong> met hem doet del<strong>en</strong>.Klassiek zijn de 'buit<strong>en</strong> beeld'-grapp<strong>en</strong>: de glaz<strong>en</strong>wasser bov<strong>en</strong>aan de ladder krijgt e<strong>en</strong> klein duwtjevan de vrouw (of man) des huizes, die aan het v<strong>en</strong>ster staat. De ladder kantelt achterover <strong>en</strong> we zi<strong>en</strong>de vrouw des huizes het gebeur<strong>en</strong> tevred<strong>en</strong> gadeslaan, terwijl e<strong>en</strong> oorverdov<strong>en</strong>d glasgerinkel weerklinkt.De suggestieve kracht is duidelijk <strong>en</strong> iedere kijker zal zich zonder moeite e<strong>en</strong> voorstellingmak<strong>en</strong> van de wijze waarop die arme man erbij ligt. Dit soort toepassing<strong>en</strong> van geluid buit<strong>en</strong> beeld isniet alle<strong>en</strong> zeer tot de verbeelding sprek<strong>en</strong>d, maar ook relatief goedkoop. Wat kost het niet om e<strong>en</strong>glaz<strong>en</strong>wasser van e<strong>en</strong> hoge ladder op indrukwekk<strong>en</strong>de <strong>en</strong> toch veilige wijze achterover in e<strong>en</strong> paarbloembakk<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>!Geluid<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> beeld grijp<strong>en</strong> aan op onze nieuwsgierigheid <strong>en</strong> onze drang om te wet<strong>en</strong> wat ergebeurt. Ze mak<strong>en</strong> dat we ons allerlei voorstelling<strong>en</strong> gaan mak<strong>en</strong> van de ding<strong>en</strong> die we (nog) nietkunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. In didactisch opzicht is het 'buit<strong>en</strong> beeld'-geluid dan ook e<strong>en</strong> zeer activer<strong>en</strong>d <strong>en</strong>prikkel<strong>en</strong>d middel.E<strong>en</strong> indrukwekk<strong>en</strong>d voorbeeld van e<strong>en</strong> geluidseffect is te vind<strong>en</strong> in de speelfilm 'The unbearablelightness of being' van Philip Kaufman naar het boek van Milan Kundera. Wat als e<strong>en</strong> haastongemerkt zacht gezoem begint, groeit na <strong>en</strong>ige tijd uit tot e<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>d gedreun: de Russische tanksvall<strong>en</strong> Tsjechoslowakije binn<strong>en</strong> (1968). Het sleutelmom<strong>en</strong>t in de film vervat in e<strong>en</strong> geluidseffect.Tot slot e<strong>en</strong> opmerking over e<strong>en</strong> van de krachtigste geluidseffect<strong>en</strong>: stilte (Gorbman*, Boggs*). Hetplotseling onderbrek<strong>en</strong> van het natuurlijke ritme van geluidseffect<strong>en</strong>, stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> muziek kan e<strong>en</strong>ademb<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de uitwerking hebb<strong>en</strong> ('dead track'). Het gebruik van e<strong>en</strong> plotselinge stilte heeft vannature e<strong>en</strong> spanningverhog<strong>en</strong>de werking vanwege het contrast met de voorafgaande oferopvolg<strong>en</strong>de scène. Neem bijvoorbeeld e<strong>en</strong> bomaanslag. Het is d<strong>en</strong>kbaar dat we vlak voordat debom afgaat e<strong>en</strong> beklemm<strong>en</strong>de stilte lat<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, alsof we echt onze adem inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> gespann<strong>en</strong>afwacht<strong>en</strong> wat er gaat gebeur<strong>en</strong>. Stilte in die zin gebruikt kan word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> set-up, dieonherroepelijk gevolgd zal word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> pay-off (het wel of niet afgaan van de bom).Stilte is inderdaad e<strong>en</strong> krachtig geluidsmiddel. Vermoedelijk word<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> om stiltes tegebruik<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de b<strong>en</strong>ut.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


MuziekDe spreekwoordelijke 'tran<strong>en</strong> met tuit<strong>en</strong>', waartoe e<strong>en</strong> speelfilm soms aanleiding kan gev<strong>en</strong>, zijn voore<strong>en</strong> groot deel op het conto van de muziek te schrijv<strong>en</strong>. Muziek als verschijnsel komt voort uit debehoefte van de m<strong>en</strong>s om uiting te gev<strong>en</strong> aan zijn gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> daarmee vormt het e<strong>en</strong> oergegev<strong>en</strong>in de m<strong>en</strong>selijke cultuur. Al in de vroegste tijd<strong>en</strong> werd er muziek gemaakt, om boze geest<strong>en</strong> teverdrijv<strong>en</strong>, om de god<strong>en</strong> gunstig te stemm<strong>en</strong> of om zelf in trance te gerak<strong>en</strong>. Ook nu voorziet muzieknog steeds in e<strong>en</strong> belangrijke behoefte van de maatschappij. Hoewel de mystieke aspect<strong>en</strong> vanmuziek wat op de achtergrond zijn geraakt, leidt het luister<strong>en</strong> naar muziek -geheel in lijn met deoorspronkelijke functie- tot e<strong>en</strong> soort bewustzijnsvernauwing die de gemoedstoestand b<strong>en</strong>vloed.Deze b<strong>en</strong>vloeding van de emotionele gesteldheid voltrekt zich diep in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> op het niveau vanhet limbisch systeem <strong>en</strong> gebeurt daarom heel direct <strong>en</strong> onbewust (zie hoofdstuk zes) <strong>en</strong> kan totonwillekeurige affectieve reacties leid<strong>en</strong>. Deze onafw<strong>en</strong>dbaarheid maakt muziek tot e<strong>en</strong> krachtigstijlmiddel in audiovisuele media, omdat hiermee haast ongemerkt de ontvankelijkheid van de kijkervoor de boodschap kan word<strong>en</strong> vergroot. Met name in speelfilms (Boggs*) <strong>en</strong> commercials(Overveld*) speelt muziekgebruik <strong>en</strong> de daaraan verbond<strong>en</strong> emotionele betek<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> grote rol.Deze constatering betek<strong>en</strong>t echter nog niet dat het gebruik van muziek in alle gevall<strong>en</strong> w<strong>en</strong>selijk is. Inde kracht van muziek ligt tegelijkertijd de grote zwakte, want muziek, bedoeld om de emotie teversterk<strong>en</strong>, kan gemakkelijk e<strong>en</strong> averechtse werking hebb<strong>en</strong>, juist omdat het er zo dik bov<strong>en</strong>op ligt.Wat bijvoorbeeld te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> instructiefilm waarin e<strong>en</strong> ingewikkelde hartoperatie wordtbegeleid door de dramatische klank<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> symfonie-orkest? De filmmaker di<strong>en</strong>t zich terealiser<strong>en</strong> dat muziek misschi<strong>en</strong> wel het meest expressieve stijlmiddel is dat hij tot zijn beschikkingheeft. Dat betek<strong>en</strong>t dat hij zich terughoud<strong>en</strong>der di<strong>en</strong>t op te stell<strong>en</strong> naarmate de expressieve aspect<strong>en</strong>van zijn film minder belangrijk zijn dan de registratieve aspect<strong>en</strong>. Bij instructiefilms gericht opcognitieve doel<strong>en</strong> kan muziekgebruik zelfs zeer stor<strong>en</strong>d <strong>en</strong> vertroebel<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>: veel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>slag<strong>en</strong> er al niet in om e<strong>en</strong> boek te lez<strong>en</strong> met de radio aan (Park*).In de <strong>praktijk</strong> word<strong>en</strong> muziek <strong>en</strong> geluidseffect<strong>en</strong> vaak in één adem g<strong>en</strong>oemd 40 . Het onderscheidtuss<strong>en</strong> beide is niet altijd duidelijk. Wat bijvoorbeeld te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> mondharp ('pjoing-pjoing'), dieveel gebruikt wordt om de stomme film wat op te fleur<strong>en</strong>: muziek of e<strong>en</strong> geluidseffect?E<strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk verschil met geluidseffect<strong>en</strong> is dat muziek e<strong>en</strong> emotionele respons veroorzaakt die isaangeleerd. Muziek is als verschijnsel weliswaar universeel, maar de emoties <strong>en</strong> associaties diemuziek kan opwekk<strong>en</strong> zijn voor e<strong>en</strong> groot deel cultureel bepaald, in feite e<strong>en</strong> produkt van 'sociale training'middels operante conditionering (zie hoofdstuk drie). Wat in de <strong>en</strong>e cultuur als feestmuziekwordt ervar<strong>en</strong> stemt in de andere cultuur soms tot grote droef<strong>en</strong>is of wordt op zijn slechtst ervar<strong>en</strong> alse<strong>en</strong> interessant geluidseffect. Verschill<strong>en</strong>de subcultur<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving beschikk<strong>en</strong> vaak over huneig<strong>en</strong> conditioneringspatroon. Waar sommig<strong>en</strong> helemaal in extase rak<strong>en</strong> van 'house' of 'heavy metal',kom<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> met die muziek niet veel verder dan gevoel<strong>en</strong>s van 'ergernis' of 'afschuw'.We besprek<strong>en</strong> nu kort e<strong>en</strong> aantal communicatieve functies die muziek kan vervull<strong>en</strong>. Vaak hebb<strong>en</strong>we te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> combinatie van één of meer functies:-aandacht trekk<strong>en</strong>-stemming beïnvloed<strong>en</strong>-informatie verschaff<strong>en</strong>-associaties legg<strong>en</strong>-di<strong>en</strong><strong>en</strong> als geheug<strong>en</strong>steun-continuïteit versterk<strong>en</strong>-w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> marker<strong>en</strong>Aandacht trekk<strong>en</strong>Opvall<strong>en</strong>de, dominante muziek kan sterk de aandacht trekk<strong>en</strong>. Vooral bij commercials kan hetbelangrijk zijn om op te vall<strong>en</strong>. Het opmerkelijke kan zitt<strong>en</strong> in de compositie, maar ook in e<strong>en</strong>40 Vaak word<strong>en</strong> muziek <strong>en</strong> effect<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd op één geluidsspoor, de zogehet<strong>en</strong> 'M&E-track'.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


ijzonder arrangem<strong>en</strong>t van e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d nummer. Word<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de muziek te extreemdan mist het aandacht trekk<strong>en</strong> zijn doel <strong>en</strong> gaat de muziek eerder als stoorz<strong>en</strong>der werk<strong>en</strong>.Stemming beïnvloed<strong>en</strong>De muziekkeuze drukt e<strong>en</strong> belangrijk stempel op de toonzetting van de film, zoals de kijker dieervaart. De emoties kunn<strong>en</strong> van scène tot scène gestuurd <strong>en</strong> versterkt word<strong>en</strong> door muziek. Wat blijfter over van de badkamerscène in Hitchcock's 'Psycho' als daar de schreeuw<strong>en</strong>de viol<strong>en</strong> word<strong>en</strong>weggelat<strong>en</strong>? Door e<strong>en</strong> juiste keuze kan muziek de gew<strong>en</strong>ste reacties oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> deontvankelijkheid van de kijker vergrot<strong>en</strong>.Informatie verschaff<strong>en</strong>Muziek werkt niet alle<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d, maar kan ook zelf als informatiebron funger<strong>en</strong>. Het lat<strong>en</strong>hor<strong>en</strong> van draaiorgelmuziek betek<strong>en</strong>t dat we in Nederland zijn, castagnettes verplaats<strong>en</strong> ons naarSpanje <strong>en</strong> ook gejodel of het geluid van e<strong>en</strong> doedelzak verwijst naar e<strong>en</strong> duidelijke lokatie. Ook dekeuze voor e<strong>en</strong> bepaald muziekg<strong>en</strong>re verschaft informatie. Het aanbied<strong>en</strong> van 'disco'-muziek betek<strong>en</strong>t:'dit is e<strong>en</strong> programma voor of over m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die van disco houd<strong>en</strong>'. Deze wijze vaninformatieverschaff<strong>en</strong> bouwt voort op onze k<strong>en</strong>nis van muziek <strong>en</strong> de herkomst daarvan, zoals we diein onze cultuur hebb<strong>en</strong> opgedaan.Associaties legg<strong>en</strong>In e<strong>en</strong> commercial typeert de muziek veelal het karakter van het produkt dat m<strong>en</strong> probeert te slijt<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> snelle auto vraagt om e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dig thema, e<strong>en</strong> wasverzachter vraagt zachte, vloei<strong>en</strong>de muziek<strong>en</strong> bier koppelt m<strong>en</strong> meestal aan gezellige muziek. Door de commercial regelmatig te herhal<strong>en</strong> wordtde associatie tuss<strong>en</strong> muziek <strong>en</strong> produkteig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> versterkt <strong>en</strong> ontstaat betek<strong>en</strong>isvolle k<strong>en</strong>nisomtr<strong>en</strong>t het produkt, gekoppeld aan e<strong>en</strong> positieve 'merkattitude'.Di<strong>en</strong><strong>en</strong> als geheug<strong>en</strong>steunAls e<strong>en</strong> associatie e<strong>en</strong>maal is gelegd kan de muziek help<strong>en</strong> om de herk<strong>en</strong>ning te vergemakkelijk<strong>en</strong>.Slechts e<strong>en</strong> paar ton<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>ningsmelodie of programma-jingle zijn g<strong>en</strong>oeg om eerdererelevante k<strong>en</strong>nis op te roep<strong>en</strong>. Te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt bijvoorbeeld aan de muziekleaders van het journaal,NOS-sport of de Sterreclame. Muziek in commercials blijkt e<strong>en</strong> zeer krachtige retrieval-cue: demuziek roept direct relevante beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> informatie over het produkt op <strong>en</strong> werkt daarin veel sneller<strong>en</strong> vollediger dan het gebruik van gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> (Stewart*).Continuïteit versterk<strong>en</strong>Muziek kan in sam<strong>en</strong>hang met het ritme van de montage de continuïteit versterk<strong>en</strong> (Gorbman*).Muziek in de <strong>en</strong>e scène die doorloopt in de volg<strong>en</strong>de scène legt direct e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> de tweescènes <strong>en</strong> draagt daarmee bij aan de betek<strong>en</strong>isvorming.In de <strong>praktijk</strong> wordt dit soort 'gladstrijk<strong>en</strong>' van beeldovergang<strong>en</strong> met muziek soms wat al te letterlijkg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Om onduidelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> rust er met name in promotiefilms e<strong>en</strong> taboe op stiltes. Stiltesword<strong>en</strong> vaak opgevuld met e<strong>en</strong> neutraal dynamisch achtergrondriedeltje, dat behalve hetondersteun<strong>en</strong> <strong>en</strong> best<strong>en</strong>dig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> positieve, opgewekte of dynamische sfeer ge<strong>en</strong> functie heeft.Dit soort muziek is meestal vlak, onopvall<strong>en</strong>d, zonder <strong>en</strong>ige ontwikkeling <strong>en</strong> ademt e<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>de'niets-aan-de-hand'-sfeer, die snel kan irriter<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> kleurloos soort achtergrondbehang,min of meer vergelijkbaar met de 'muzak' in war<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> winkelc<strong>en</strong>tra. Sommige m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn erallergisch voor.W<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> marker<strong>en</strong>Muziek kan goed word<strong>en</strong> gebruikt als overbrugging tuss<strong>en</strong> twee scènes. Muziek fungeert dan alsafsluiting van de <strong>en</strong>e scène <strong>en</strong> kondigt daarmee impliciet e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de scène aan (zie ook de'brugverbinding' in hoofdstuk elf). Ook kan de muziek zelf van sfeer verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee e<strong>en</strong>w<strong>en</strong>ding marker<strong>en</strong>. Die techniek is veel in commercials te zi<strong>en</strong>: aanvankelijk sombere muziek dievervolg<strong>en</strong>s overgaat in opgewekte muziek, als het aangeprez<strong>en</strong> produkt uitkomst biedt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


MuziekkeuzeHet selecter<strong>en</strong> van muziek bij film is ge<strong>en</strong> gemakkelijke taak. Belangrijk is dat de muziekkeuze isaangepast aan de veronderstelde k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong> van de doelgroep: e<strong>en</strong> film voor bejaard<strong>en</strong>vraagt andere muziek dan e<strong>en</strong> film voor pubers. In de meeste gevall<strong>en</strong> doet de eig<strong>en</strong> smaak van defilmmaker niet ter zake. Uiteraard moet de muziekkeuze ook pass<strong>en</strong> bij de functie die wordt nagestreefd.De filmmaker kan daarvoor beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> groot aanbod van cd's met specialefilmmuziek. Wie echter iets speciaals wil, kan het beste de muziek op maat lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, als hetbudget dat t<strong>en</strong> minste toelaat. Tot slot kan hij natuurlijk ook gewoon bestaand muziek-repertoiregebruik<strong>en</strong>.Wat in het algeme<strong>en</strong> voor geluid gold, geldt zeker voor muziek: muziek is vaak nog het stiefkindje vanfilm. Juist het grote aanbod aan muziek maakt het gemakkelijk om er tot slot 'nog ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> leukdeuntje onder te zett<strong>en</strong>'. Daarnaast kan gebrekkige k<strong>en</strong>nis van muziek soms tot aanvechtbare keuzesleid<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> tv-programma over de achtti<strong>en</strong>de eeuw voorzi<strong>en</strong> van muziek uit dezesti<strong>en</strong>de eeuw, of omgekeerd, overig<strong>en</strong>s zonder dat de gemiddelde kijker beseft dat hem deverkeerde associatie wordt aangeleerd. En maar al te graag neemt de muziekleek zijn toevlucht totbek<strong>en</strong>de klassieke deuntjes die alle filmmakers altijd al kiez<strong>en</strong> 41 .Voice-overFilmbeeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in veel gevall<strong>en</strong> begeleid door gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>. Deze kunn<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>deverschijningsvorm<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee geheel verschill<strong>en</strong>de functies vervull<strong>en</strong>. In hoofdstuk twaalfis e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> het voice-over interview <strong>en</strong> de comm<strong>en</strong>taartekst. We beperk<strong>en</strong>ons hier tot de comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong>, vanwege de grote rol daarvan in instructiefilms <strong>en</strong> de grotemogelijkhed<strong>en</strong> die we hebb<strong>en</strong> om ze nog in e<strong>en</strong> laat stadium bij te schav<strong>en</strong>.Comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film mak<strong>en</strong> of brek<strong>en</strong>. Ze hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote invloed op de wijzewaarop de kijker e<strong>en</strong> film ondergaat. Prachtig beeldmateriaal kan gemakkelijk zijn uitwerking miss<strong>en</strong>door e<strong>en</strong> slechte comm<strong>en</strong>taartekst. Het omgekeerde geldt ev<strong>en</strong>zeer. Omdat comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> nogin e<strong>en</strong> heel laat stadium van de produktie kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast, vervull<strong>en</strong> ze in de <strong>praktijk</strong> vaakde functie van 'troubleshooter': onduidelijkhed<strong>en</strong> in het beeld kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verhelderd of juistgemaskeerd door e<strong>en</strong> juiste keuze van de tekst<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> goede beheersing van hetcomm<strong>en</strong>taarschrijv<strong>en</strong> is daarom e<strong>en</strong> belangrijke, kwaliteitsbevorder<strong>en</strong>de factor in hetfilmproduktieproces.De functies van spreektekst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d zijn. In ondersteun<strong>en</strong>de zin kan er sprakezijn van e<strong>en</strong> toelichting, e<strong>en</strong> gids bij het kijk<strong>en</strong>, het richt<strong>en</strong> van de aandacht <strong>en</strong> dergelijke. E<strong>en</strong> meerdominante rol krijgt e<strong>en</strong> spreektekst als sleutelinformatie wordt gegev<strong>en</strong>, conclusies word<strong>en</strong> verwoord<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>eraliseerd, vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat.Als we terugkijk<strong>en</strong> naar de oude Polygoonjournaals of naar de eerste TV-programma's dan is heteerste dat opvalt het plechtstatige karakter van de spreektekst<strong>en</strong>:'T<strong>en</strong> overstaan van e<strong>en</strong> uitzinnige m<strong>en</strong>igte van louter landg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> wierp HareMajesteit de kostbare fles champagne als immer met e<strong>en</strong> ferme zwaai teg<strong>en</strong> deboeg....'In de loop der jar<strong>en</strong> heeft dit soort retoriek in spreektekst<strong>en</strong> plaatsgemaakt voor e<strong>en</strong> meer neutrale,zakelijke b<strong>en</strong>adering. Spreektekst<strong>en</strong> zijn steeds meer woord<strong>en</strong> uit de 'gewone' spreektaal gaangebruik<strong>en</strong>. Toch zijn ze zich van diezelfde spreektaal blijv<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> hoge mate vanprecisie <strong>en</strong> grammaticale perfectie. Het publiek verwacht e<strong>en</strong> toelichting die helder <strong>en</strong> ter zake is,zonder fout<strong>en</strong> of vergissing<strong>en</strong>, zoals het ook van e<strong>en</strong> tandarts of chirurg ge<strong>en</strong> vergissing<strong>en</strong> of41 Het diepvriesbedrijf 'Oerlemans Diepvries C<strong>en</strong>trale' bouwt e<strong>en</strong> promotiecampagne rond dereclameslogan 'vier seizo<strong>en</strong><strong>en</strong> vers'. Uiteraard wordt de nieuwe bedrijfsfilm voorzi<strong>en</strong> van 'de VierJaargetijd<strong>en</strong>' van Vivaldi (n.a.v. e<strong>en</strong> bericht in AV-prof, 8 (1), 1994).De Vier Jaargetijd<strong>en</strong> is één van de meest gebruikte klassiekers.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


overbodige handeling<strong>en</strong> tolereert. Dit strev<strong>en</strong> naar zowel toegankelijkheid als duidelijkheid heeftgeleid tot e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarstijl die zich weliswaar van alledaagse woord<strong>en</strong> bedi<strong>en</strong>t, maar die doorhaar correctheid soms ook wat stijf, afgemet<strong>en</strong> <strong>en</strong> mechanisch aandoet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is zij gespe<strong>en</strong>dvan elke emotionele betrokk<strong>en</strong>heid: e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarspreker lacht nooit, huilt nooit <strong>en</strong> k<strong>en</strong>t ge<strong>en</strong>twijfels. Hij treedt op als neutrale, onpersoonlijke alweter, waarin de m<strong>en</strong>selijke aspect<strong>en</strong> van taalproduktiezo veel mogelijk word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>, of zoals in hoofdstuk twaalf beschrev<strong>en</strong>: discours dat zichpoogt voor te do<strong>en</strong> als histoire.De conv<strong>en</strong>ties omtr<strong>en</strong>t comm<strong>en</strong>taarstijl<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> zich natuurlijk ontwikkel<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig lijkt er watmeer ruimte te kom<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> informele <strong>en</strong> minder afstandelijke houding <strong>en</strong> soms zijn er -tot opzekere hoogte- aarzeling<strong>en</strong>, verspreking<strong>en</strong> <strong>en</strong> kleine kuchjes toegestaan. Maar zolang e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taarsprekerzich naar inhoud als alwet<strong>en</strong>de anonymus opstelt <strong>en</strong> niet zelf als persoon voor de cameraverschijnt, zal hij zich in zijn neutrale di<strong>en</strong><strong>en</strong>de rol moet<strong>en</strong> schikk<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle gedraging<strong>en</strong> die naarpersoonlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, opvatting<strong>en</strong> of gevoel<strong>en</strong>s verwijz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> onderdrukk<strong>en</strong>.Over het schrijv<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> zijn vele boek<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> (zie o.a. Steehouder*, Korswag<strong>en</strong>*,Janss<strong>en</strong>*, Flesch*). Hoewel deze boek<strong>en</strong> vele nuttige aanwijzing<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> voor allerlei vorm<strong>en</strong> vanschriftelijke <strong>en</strong> mondelinge communicatie zijn ze maar deels van toepassing op film. Slechts weinigboek<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> zich speciaal op comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong> voor film (zie Swain* <strong>en</strong> Schoon<strong>en</strong>berg*).We zull<strong>en</strong> de rest van dit hoofdstuk bested<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> aantal aspect<strong>en</strong> van spreektekstredaktie. Wedo<strong>en</strong> dat aan de hand van e<strong>en</strong> tekst die we stap voor stap zull<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> bij te schav<strong>en</strong>. We gaanuit van de volg<strong>en</strong>de tekst over de dreig<strong>en</strong>de overstroming<strong>en</strong> van Rijn <strong>en</strong> Waal in 1995:'In januari 1995 dreigd<strong>en</strong> de rivierdijk<strong>en</strong> van de Waal <strong>en</strong> de Rijn het te begev<strong>en</strong>onder de druk van het extreem hoge water. De waterstand was nog nooit zo hooggeweest als in deze periode. Als het tot e<strong>en</strong> doorbraak van de dijk<strong>en</strong> zou kom<strong>en</strong>,zoud<strong>en</strong> de hele Culemborgerwaard <strong>en</strong> Tielerwaard onderlop<strong>en</strong>, met alle negatievegevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>. Op sommige plaats<strong>en</strong> zou het water meer dan zev<strong>en</strong> meterbov<strong>en</strong> het maaiveld kom<strong>en</strong> te staan.De overheid die voortdur<strong>en</strong>d op de hoogte werd gehoud<strong>en</strong> van de actuelewaterhoogtes <strong>en</strong> de toestand van de dijk<strong>en</strong> vond de risico's voor de bevolking tegroot <strong>en</strong> besloot uit het oogpunt van veiligheid terstond e<strong>en</strong> grootscheepseevacuatie te organiser<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ware exodus kwam op gang. In lange filesvolgepakte auto's probeerde m<strong>en</strong> het gebied te ontvlucht<strong>en</strong>. Sommig<strong>en</strong> moest<strong>en</strong>met <strong>en</strong>ige druk van de in grot<strong>en</strong> getale aanwezige politie tot vertrek word<strong>en</strong>overgehaald.In totaal werd<strong>en</strong> alle tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d inwoners van het rivier<strong>en</strong>gebied inveiligheid gebracht. Bij de watersnoodramp van 1 februari 1953 op de Zeeuwse <strong>en</strong>Zuidhollandse eiland<strong>en</strong> waarbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s grote del<strong>en</strong> blank kwam<strong>en</strong> te staan,war<strong>en</strong> dat er maar honderdti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d.Door e<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d tekort aan veewag<strong>en</strong>s <strong>en</strong> telefoonverbinding<strong>en</strong> in dit gebied verliep deevacuatie van honderdduiz<strong>en</strong>d vark<strong>en</strong>s, veertigduiz<strong>en</strong>d koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer dan e<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong>stuks pluimvee niet helemaal zonder problem<strong>en</strong>. Toch was het binn<strong>en</strong> twee dag<strong>en</strong> geluktom alle dier<strong>en</strong> in veiligheid te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.....'Deze tekst is op zichzelf tamelijk duidelijk. Hij is opgebouwd volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> logisch alineapatroon vane<strong>en</strong> probleem (overstromingsgevaar), naar e<strong>en</strong> maatregel (evacuatie) <strong>en</strong> naar het resultaat van diemaatregel. Toch is hij als comm<strong>en</strong>taartekst niet geschikt.We zull<strong>en</strong> nu prober<strong>en</strong> deze tekst zodanig te verbeter<strong>en</strong> dat hij als spreektekst bruikbaar is.Gemakshalve gaan we hier voorbij aan de onderlinge afstemming van tekst <strong>en</strong> beeld; die komt in hetvolg<strong>en</strong>de hoofdstuk aan de orde.We besprek<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong>:-de aard van de comm<strong>en</strong>taartekst-de zinsbouw-de woordkeus<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


De aard van de comm<strong>en</strong>taartekstWie e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst bij e<strong>en</strong> film wil schrijv<strong>en</strong>, moet zich bewust zijn van de perman<strong>en</strong>te <strong>en</strong>dominante aanwezigheid van het beeld. De kijker leest de beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>treert zich voortdur<strong>en</strong>dop de getoonde handeling<strong>en</strong>. De spreektekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daar direct bij aansluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gebruikt als ze e<strong>en</strong> zinvolle aanvulling zijn. Overbodige of niet aansluit<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong> gaan snel alsstoorz<strong>en</strong>der funger<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede informatieoverdracht. De hoeveelheid informatie diede kijker kan verwerk<strong>en</strong> is immers beperkt.E<strong>en</strong> goede comm<strong>en</strong>taartekst beperkt zich daarom tot het hoogstnoodzakelijke. Hoe minder tekst, deste beter. De tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kort <strong>en</strong> duidelijk zijn zodat de kijker (alias luisteraar) zonder veel inspanningop het juiste spoor kan blijv<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> directe stijl zonder veel omhaal. Ook di<strong>en</strong><strong>en</strong> debegeleid<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong> aan te sluit<strong>en</strong> bij het dynamische karakter van het beeld. Kortom de stijl van detekst<strong>en</strong> is kort <strong>en</strong> krachtig, zakelijk <strong>en</strong> ter zake, lev<strong>en</strong>dig <strong>en</strong> actief. En dat is wat in het voorbeeldontbreekt. Er staat nogal wat overbodige informatie in, die zonder problem<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>:'.... met alle negatieve gevolg<strong>en</strong> van di<strong>en</strong>....'(allicht heeft e<strong>en</strong> overstroming negatieve gevolg<strong>en</strong>)'....die voortdur<strong>en</strong>d op de hoogte werd gehoud<strong>en</strong> van de actuele waterhoogtes <strong>en</strong> detoestand van de dijk<strong>en</strong>....'(het zou raar zijn als dat niet zo was)'....uit het oogpunt van veiligheid....'(uit welk oogpunt anders?)'....waarbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s grote del<strong>en</strong> blank kwam<strong>en</strong> te staan....'(is ons bek<strong>en</strong>d)E<strong>en</strong> goede comm<strong>en</strong>taartekst onderscheidt zich bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gedoseerde opbouw, met velepauzes: niet alle<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kpauzes voor de kijker waarin hij de betek<strong>en</strong>is van de tekst tot zich kan lat<strong>en</strong>doordring<strong>en</strong> <strong>en</strong> kijkpauzes om hem de geleg<strong>en</strong>heid te gev<strong>en</strong> zelfstandig het beeld te bestuder<strong>en</strong>.Maar ook moet e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst adempauzes bevatt<strong>en</strong> voor de comm<strong>en</strong>taarspreker. Niet zeld<strong>en</strong>wordt het hele geluidkanaal in de eindmontage zo vol comm<strong>en</strong>taar gezet, dat zelfs de natuurlijkeadempauzes van de spreker ontbrek<strong>en</strong>. Zo'n voortdur<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>stroom werkt letterlijkverstikk<strong>en</strong>d. De informatieoverdracht is er niet mee gedi<strong>en</strong>d.In bov<strong>en</strong>staande tekst zou e<strong>en</strong> pauze bijvoorbeeld zinvol zijn aan het eind van de eerste alinea, na deopmerking dat het water zev<strong>en</strong> meter bov<strong>en</strong> het maaiveld komt te staan. Dit gegev<strong>en</strong> mag de kijkerwel ev<strong>en</strong> tot zich lat<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>, omdat het kernachtig aangeeft wat er aan de hand is. E<strong>en</strong> pauzeop dit punt is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mooie overgang naar de volg<strong>en</strong>de alinea over de maatregel<strong>en</strong>.De beperkte verwerkingscapaciteit van de kijker vereist dat de tekst<strong>en</strong> niet te veel informatie ine<strong>en</strong>sgev<strong>en</strong>. Het aantal moeilijke of abstracte begripp<strong>en</strong> dat in e<strong>en</strong> zin voorkomt moet daarom beperktblijv<strong>en</strong>. Dat geldt in het bijzonder voor het gebruik van cijfers. Cijfers in spreektekst<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in demeeste gevall<strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> kwalitatieve functie. Voor het begrijp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> red<strong>en</strong>ering gaat hetmeer om de connotatie van het getal dan om de preciese grootte ('honderd' betek<strong>en</strong>t 'veel'; 'twee' of'drie' betek<strong>en</strong>t 'weinig'). Ook in de evacuatietekst kom<strong>en</strong> nogal wat cijfers voor. Soms staan er te veelcijfers vlak bij elkaar. Bijvoorbeeld waar in één ademtocht wordt gesprok<strong>en</strong> over 'honderduiz<strong>en</strong>dvark<strong>en</strong>s, veertigduiz<strong>en</strong>d koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> meer dan e<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong> stuks pluimvee'. Dan mag niet word<strong>en</strong>verwacht dat de kijker die cijfers probleemloos zal kunn<strong>en</strong> reproducer<strong>en</strong>. Dat hoeft misschi<strong>en</strong> ookhelemaal niet. Maar waarom dan al die cijfers noem<strong>en</strong>? Waarom zoud<strong>en</strong> we niet gewoon sprek<strong>en</strong>over 'vele honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>'?Soms staan twee getall<strong>en</strong> juist te ver van elkaar:'...In totaal werd<strong>en</strong> alle tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d inwoners van het rivier<strong>en</strong>gebiedin veiligheid gebracht. Bij de watersnoodramp van 1 februari 1953 op de Zeeuwse<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


<strong>en</strong> Zuidhollandse eiland<strong>en</strong> waarbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s grote del<strong>en</strong> blank kwam<strong>en</strong> te staan,war<strong>en</strong> dat er maar honderdti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d....'Teg<strong>en</strong> de tijd dat de kijker weer weet hoe het ook al weer zat met die ramp in Zeeland <strong>en</strong> hij het getalhonderdti<strong>en</strong>duiz<strong>en</strong>d hoort, is hij die tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d allang weer verget<strong>en</strong>. Als de kijkerhelemaal niets weet van e<strong>en</strong> ramp in Zeeland, dan zal hij verbaasd opver<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> 'hé, was daardan ook e<strong>en</strong> overstroming?'. Dat vraagt zoveel aandacht dat de getall<strong>en</strong> hem zeker zull<strong>en</strong> ontgaan.Wat hier als vergelijkingshulpmiddel bedoeld was, blijkt alle<strong>en</strong> maar af te leid<strong>en</strong>. De remedie issimpel: het getal tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d moet door kijker goed verwerkt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, bijvoorbeelddoor e<strong>en</strong> pauze of door e<strong>en</strong> herhaling in andere bewoording<strong>en</strong>:'...In totaal werd<strong>en</strong> alle tweehondervijftigduiz<strong>en</strong>d inwoners van het rivier<strong>en</strong>gebiedin veiligheid gebracht. Tweehondervijftigduiz<strong>en</strong>d inwoners...., bijna ev<strong>en</strong>veel alsde hele stad Utrecht. En twee keer zoveel als bij de Zeeuwse watersnoodramp in1953...'In de <strong>praktijk</strong> kunn<strong>en</strong> veel cijfermatige gegev<strong>en</strong>s gewoon word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>. Zijn de preciese cijferswel van belang, dan kunn<strong>en</strong> ze het beste visueel word<strong>en</strong> ondersteund, in schema of grafiek(redundante aanbieding).Het gebruik<strong>en</strong> van korte zinn<strong>en</strong> levert doorgaans veel duidelijkheid op, maar kan gemakkelijk leid<strong>en</strong>tot e<strong>en</strong> houterige <strong>en</strong> weinig vloei<strong>en</strong>de ope<strong>en</strong>volging van bewering<strong>en</strong> (Schoon<strong>en</strong>berg* spreekt overe<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste 'staccato-stijl'):'De waterstand van Waal <strong>en</strong> Rijn was erg hoog. De dijk<strong>en</strong> dreigd<strong>en</strong> het tebegev<strong>en</strong>. De Culemborgerwaard <strong>en</strong> Tielerwaard zoud<strong>en</strong> dan onderlop<strong>en</strong>. Degevolg<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ernstig zijn....'Dit doorschiet<strong>en</strong> naar korte zinn<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. Het devies is korte zinn<strong>en</strong> af te wissel<strong>en</strong>met wat langere zinn<strong>en</strong>: het is zeker niet verbod<strong>en</strong> af <strong>en</strong> toe e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bijzin te gebruik<strong>en</strong>. Tekst<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> vloei<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> gemaakt door de informatie goed naar betek<strong>en</strong>is te groeper<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorvoegwoord<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> om causale verband<strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> (omdat, waardoor, zodat, als, ...):'De waterstand van Waal <strong>en</strong> Rijn was erg hoog. Als de dijk<strong>en</strong> het zoud<strong>en</strong>begev<strong>en</strong>, dan zoud<strong>en</strong> de Culemborgerwaard <strong>en</strong> Tielerwaard onderlop<strong>en</strong>....'Tot slot kan over de aard van de evacuatietekst nog word<strong>en</strong> opgemerkt dat hij niet erg spann<strong>en</strong>d is.Terwijl er toch teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg zijn die kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut: het hoge water <strong>en</strong> de lagepolder, de sterke druk <strong>en</strong> de zwakke dijk, de daadkrachtige overheid <strong>en</strong> de onzekere burger, d<strong>en</strong>oodzakelijke vlucht die wellicht onnodig zal blijk<strong>en</strong>, de dwang om te vertrekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s om teblijv<strong>en</strong>, de volgepakte auto's <strong>en</strong> de onmogelijkheid om alles mee te nem<strong>en</strong>, de vele dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hetgebrek aan vervoer. Veel van deze teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in het beeld tot uiting word<strong>en</strong> gebracht.De tekst moet daar dan op word<strong>en</strong> aangepast. We gaan hier nu niet verder op in (zie hoofdstuk elf).De zinsbouwDe betek<strong>en</strong>is van taal ligt beslot<strong>en</strong> in zinn<strong>en</strong>, niet in afzonderlijke woord<strong>en</strong>. In de meest elem<strong>en</strong>tairevorm bestaat e<strong>en</strong> zin uit drie del<strong>en</strong>: 'Jan slaat Piet', 'Mieke schrijft e<strong>en</strong> brief', 'Zwavelzuur verbrandt dehuid', kortom 'A doet iets met B'. De ess<strong>en</strong>tie daarvan is dat het <strong>en</strong>e begrip (A) in verband wordtgebracht met het andere (B), via e<strong>en</strong> woord dat de actie aangeeft: duw<strong>en</strong>, et<strong>en</strong>, gooi<strong>en</strong>, zag<strong>en</strong>,oxider<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. Dat koppelwoord draagt dan ook de naam 'werkwoord' (persoonsvorm).Maar het <strong>en</strong>e werkwoord is het andere niet. Er zijn werkwoord<strong>en</strong> die helemaal niet 'werk<strong>en</strong>', maar dielouter passiviteit uitstral<strong>en</strong>, zoals zitt<strong>en</strong>, staan, ligg<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong>, word<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong>zovoorts. Te veel vandat soort woord<strong>en</strong> leidt tot statische, beschrijv<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong>, waarin de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong>handeling<strong>en</strong> verstopt zitt<strong>en</strong> in zelfstandige of bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong>.Wie e<strong>en</strong> actieve, lev<strong>en</strong>dige tekst wil schrijv<strong>en</strong> moet zo veel mogelijk actieve werkwoord<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


(vrij naar Shakespeare). Dat betek<strong>en</strong>t dat hij zich in eerste instantie moet afvrag<strong>en</strong> om welke actie hetgaat <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s wie de actie verricht <strong>en</strong> waar de actie zich op richt. Het gebruik van de lijd<strong>en</strong>devorm, waarin de actie verstopt zit in e<strong>en</strong> voltooid deelwoord <strong>en</strong> de actor het niet verder br<strong>en</strong>gt dane<strong>en</strong> bijwoordelijke bepaling ('door de..') is dan ook fnuik<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> tekst. Veel directer <strong>en</strong> actieveris het gebruik van de bedrijv<strong>en</strong>de vorm: het werkwoord moet daadwerkelijk 'werk<strong>en</strong>' <strong>en</strong> de actor moetook echt de actie pleg<strong>en</strong> (de actor als onderwerp). E<strong>en</strong> simpele remedie: het hulpwerkwoord 'word<strong>en</strong>'in de spreektekst zo min mogelijk gebruik<strong>en</strong>.De tekst over de evacuatie kan veel lev<strong>en</strong>diger word<strong>en</strong> gemaakt door overal de lijd<strong>en</strong>de vorm tevervang<strong>en</strong> door de bedrijv<strong>en</strong>de vorm.Dus niet: '....In totaal werd<strong>en</strong> alle tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d inwonersvan het rivier<strong>en</strong>gebied in veiligheidgebracht....'maar:'....De overheid wist alle tweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>dinwoners van het rivier<strong>en</strong>gebiedtijdig in veiligheid te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>....'En niet: '....Sommig<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> met <strong>en</strong>ige druk van de politietot vertrek word<strong>en</strong> overgehaald....'maar:'....De politie praatte in op de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om zetot vertrek over te hal<strong>en</strong>....'nog beter: '....De politie praatte in op de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om zeover te hal<strong>en</strong>. Dat lukte <strong>en</strong> uiteindelijk vertrokiedere<strong>en</strong>.'Verder kunn<strong>en</strong> we ons afvrag<strong>en</strong> waarom we verled<strong>en</strong> tijd zoud<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>. De kijker ondergaat degebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> uit de film immers alsof hij er zelf bij is. Zelfs als e<strong>en</strong> film gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> schetst diezich in e<strong>en</strong> ver verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> afgespeeld, voltrekk<strong>en</strong> die zich voor de kijker in het hier <strong>en</strong> nu vanzijn waarneming. E<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst heeft altijd betrekking op de getoonde beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> moetdaarom bij voorkeur in de teg<strong>en</strong>woordige tijd zijn gesteld. Afstandelijke <strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>dewerkwoordsvorm<strong>en</strong> in voltooide tijd of verled<strong>en</strong> tijd moet<strong>en</strong> daarom word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. De tekst wordtdan veel directer:'Januari 1995. De waterstand van de Rijn <strong>en</strong> de Waal bereikte<strong>en</strong> recordhoogte. De rivierdijk<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> het te begev<strong>en</strong>onder de grote druk van het water....''....De politie praat in op de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> om ze over te hal<strong>en</strong>. Datlukt <strong>en</strong> uiteindelijk vertrekt iedere<strong>en</strong>.'Deze voorbeeld<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat e<strong>en</strong> simpele aanpassing van de werkwoordsvorm al tot e<strong>en</strong> groteverbetering van de tekst<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong>.Verbetering<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> zich echter niet alle<strong>en</strong> te richt<strong>en</strong> op de werkwoordsvorm<strong>en</strong>. De Nederlandsetaal k<strong>en</strong>t verscheid<strong>en</strong>e typ<strong>en</strong> zinsconstructie die e<strong>en</strong> heldere communicatie in de weg staan.Zo wordt er op ruime schaal gebruik gemaakt van bijwoordelijke bepaling<strong>en</strong> die, na elkaar geplaatst,tot e<strong>en</strong> stapeling van informatie leid<strong>en</strong>:'... Bij de watersnoodramp van 1 februari 1953 op de Zeeuwse <strong>en</strong> Zuidhollandse eiland<strong>en</strong>waarbij ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s grote del<strong>en</strong> blank kwam<strong>en</strong> te staan....'E<strong>en</strong> beruchte bron van verwarring is ook de dubbele ontk<strong>en</strong>ning:'....verliep de evacuatie van honderduiz<strong>en</strong>d vark<strong>en</strong>s, veertigduiz<strong>en</strong>d koei<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


meer dan e<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong> stuks pluimvee niet helemaal zonder problem<strong>en</strong>.'M<strong>en</strong>ig politicus bedi<strong>en</strong>t zich van dit soort eufemistisch taalgebruik. Als ding<strong>en</strong> 'niet helemaal zonderproblem<strong>en</strong>' zijn verlop<strong>en</strong>, bedoelt hij dat de hele zaak vreselijk in de soep is gelop<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>comm<strong>en</strong>taarspreker kan zich dit soort verhull<strong>en</strong>d <strong>en</strong> dus onduidelijk taalgebruik niet permitter<strong>en</strong>.Als laatste aspect van de zinsbouw noem<strong>en</strong> we de tangconstructie. Daarin word<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> die insemantisch opzicht bij elkaar hor<strong>en</strong> fysiek gescheid<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> stuk tekst dat daar niet thuishoort:'....de in grot<strong>en</strong> getale aanwezige politie....''....De overheid, die voortdur<strong>en</strong>d op de hoogte werd gehoud<strong>en</strong>van de actuele waterhoogtes <strong>en</strong> de toestand van de dijk<strong>en</strong>,vond de risico's....'Tangconstructies mak<strong>en</strong> de tekst<strong>en</strong> onnodig gecompliceerd. Ze bemoeilijk<strong>en</strong> de communicatie omdatze e<strong>en</strong> groot beroep do<strong>en</strong> op het verbale geheug<strong>en</strong> van de kijker. Deze blijft de hele tijd wacht<strong>en</strong> omte hor<strong>en</strong> wat er met de overheid is, terwijl in de tuss<strong>en</strong>tijd de informatie zich opstapelt 42 .De woordkeusE<strong>en</strong> goede zinsbouw alle<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong> garantie voor e<strong>en</strong> vlotte spreektekst. Ook de woordkeus kan veelstruikelblokk<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>, zowel voor de comm<strong>en</strong>taarspreker als voor de kijker.De comm<strong>en</strong>taarspreker moet de woord<strong>en</strong> correct, goed gearticuleerd <strong>en</strong> goed geïntoneerduitsprek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> verkeerde intonatie leidt al gauw tot e<strong>en</strong> verkeerde betek<strong>en</strong>is.'...hij heeft e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de neus <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>de adamsappel...'De tekst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ook gemakkelijk zijn uit te sprek<strong>en</strong>. Bij sommige woord<strong>en</strong> of ope<strong>en</strong>volging<strong>en</strong> vanwoord<strong>en</strong> is het vrag<strong>en</strong> om moeilijkhed<strong>en</strong>:'Knaap de knappe kapper knipt knap, maar de knecht van die knappe Knaap dekapper knipt knapper dan Knaap de knappe kapper knipp<strong>en</strong> kan....'Voor de kijker ligt hier het probleem niet. Voor hem is het van belang de woord<strong>en</strong> snel te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang met de overige woord<strong>en</strong> van betek<strong>en</strong>is te voorzi<strong>en</strong>. Met e<strong>en</strong> beperkt aantalrichtlijn<strong>en</strong> is er heel veel winst te hal<strong>en</strong>. Om de toegankelijkheid van e<strong>en</strong> comm<strong>en</strong>taartekst tevergrot<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal ding<strong>en</strong> achterwege lat<strong>en</strong>:Schrijftaalwoord<strong>en</strong>Omslachtige, abstracte of plechtstatige schrijftaalwoord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. In deevacuatietekst zijn dat woord<strong>en</strong> als: 'terstond', 'uit het oogpunt van', 'grootscheeps','e<strong>en</strong>ware exodus' <strong>en</strong> 'in grot<strong>en</strong> getale'. De lijst met verbod<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> kan nog gemakkelijkword<strong>en</strong> uitgebreid: di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge (dus), aangezi<strong>en</strong> (omdat), op de volg<strong>en</strong>de wijze (zo),zonder uitzondering (altijd), over de gehele linie (helemaal), <strong>en</strong>zovoorts 43 . Door ze niet tegebruik<strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> spreektekst veel toegankelijker.Tekstmetafor<strong>en</strong> <strong>en</strong> cliché's42 Wat te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> meervoudige tangconstructie?'De door de van corruptie beschuldigde parlem<strong>en</strong>tsvoorzitter ingestelde onderzoekscommissie, die deafgelop<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> ......, heeft beslot<strong>en</strong>...'.43 Uitzondering<strong>en</strong> zijn natuurlijk mogelijk. Er is niets op teg<strong>en</strong> om overe<strong>en</strong> dijk te zegg<strong>en</strong> dat hij'...over de hele linie is aangetast...'. De uitdrukking is dan zowel figuurlijk als letterlijk bedoeld.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het is beter uitdrukking<strong>en</strong> als 'e<strong>en</strong> hoofd als e<strong>en</strong> boei', 'zo scherp als e<strong>en</strong> mes', 'beresterk','de schouders eronder zett<strong>en</strong>', 'de hand<strong>en</strong> op elkaar krijg<strong>en</strong>' <strong>en</strong>zovoorts niet gebruik<strong>en</strong>.Door hun beeld<strong>en</strong>de karakter gaan ze gemakkelijk concurrer<strong>en</strong> met het beeld <strong>en</strong> ontnem<strong>en</strong>ze de kijker de mogelijkheid om zelf e<strong>en</strong> oordeel te vorm<strong>en</strong>. Vaak word<strong>en</strong> ze ook alsinhoudsloze cliché's ervar<strong>en</strong>.Terugverwijz<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>Net als tangconstructies do<strong>en</strong> ook terugverwijz<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onnodig beroep op hetgeheug<strong>en</strong> van de kijker. Film is ge<strong>en</strong> boek <strong>en</strong> de kijker kan dus niet terugblader<strong>en</strong> om ev<strong>en</strong>te kijk<strong>en</strong> wat bedoeld wordt met 'de laatste', 'eerstg<strong>en</strong>oemde' of 'de eerste twee'. Het bestekunn<strong>en</strong> we de ding<strong>en</strong> gewoon bij hun naam noem<strong>en</strong>: 'A, B <strong>en</strong> C hebb<strong>en</strong> ruzie. B is jaloersop A. En C is door B bedrog<strong>en</strong>.' Het vlucht<strong>en</strong> in synoniem<strong>en</strong>, zoals in de schrijv<strong>en</strong>de persgebruikelijk is, moet word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. En er is ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om variatie te zoek<strong>en</strong> in term<strong>en</strong>als 'de tempobeul uit Lutjebroek', 'de vlieg<strong>en</strong>de postbezorger' of 'de sympathieke vrijgezel'.B heet gewoon B <strong>en</strong> blijft voortdur<strong>en</strong>d B het<strong>en</strong>.NoninformatieDe taal bevat vrij veel woord<strong>en</strong> die zo algeme<strong>en</strong> zijn dat ze nauwelijks betek<strong>en</strong>is hebb<strong>en</strong>:'zowiezo', 'betreff<strong>en</strong>de', 'zoals u ziet', 'eig<strong>en</strong>lijk'. Meestal kunn<strong>en</strong> ze gewoon word<strong>en</strong>weggelat<strong>en</strong>. In deze categorie vall<strong>en</strong> ook veel cliché's waarvan de betek<strong>en</strong>is is uitgehold,zoals 'de sam<strong>en</strong>leving', 'informatie', 'systeem', 'effectief', 'efficiënt' <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> niet al te langetijd woord<strong>en</strong> als 'multimedia', 'elektronisch netwerk' <strong>en</strong> 'digitale superhighway'.Het woord 'eig<strong>en</strong>lijk' wordt t<strong>en</strong> onrechte vaak als excuus gebruik:'Molecul<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong>lijk net knikkers'Dit soort quasi-geruststell<strong>en</strong>de taal is veel te hor<strong>en</strong> in kinderprogramma's (o.a. 'HetKlokhuis').Waardeoordel<strong>en</strong>Waardeoordel<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> vaak beslot<strong>en</strong> in bijwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong>. Wiepraat over 'zeer grote problem<strong>en</strong>' beperkt zich niet tot e<strong>en</strong> neutrale weergave van feit<strong>en</strong>,maar geeft daarvan ook e<strong>en</strong> persoonlijke interpretatie. Hoewel dit nu juist het discours versterkt,ontneemt het de kijker de mogelijkheid om zelf tot e<strong>en</strong> oordeel te kom<strong>en</strong>. In literairetekst<strong>en</strong> zijn bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> vaak ess<strong>en</strong>tieel omdat ze e<strong>en</strong> grote karakteriser<strong>en</strong>dewerking hebb<strong>en</strong>: 'zwaarlijvige', 'dappere', 'beeldschone', 'bekwame', 'fantastische' <strong>en</strong> allerleisuperlatiev<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> film kan de kijker dit soort karakteristiek<strong>en</strong> zelf wel vaststell<strong>en</strong>. Zeleid<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> de aandacht af van de ess<strong>en</strong>tie die door de werkwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfstandig<strong>en</strong>aamwoord<strong>en</strong> wordt gedrag<strong>en</strong>.De eerdere tekst over de evacuatie kan nu e<strong>en</strong> stuk korter, lev<strong>en</strong>diger <strong>en</strong> toegankelijker word<strong>en</strong>gemaakt. Als we alle overweging<strong>en</strong> rond aard, zinsbouw <strong>en</strong> woordkeus toepass<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>resultaat dat als volgt zou kunn<strong>en</strong> luid<strong>en</strong>:'Januari 1995. De waterstand van de Rijn <strong>en</strong> de Waal bereikt e<strong>en</strong> recordhoogte.De rivierdijk<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong> het te begev<strong>en</strong> onder de grote druk van het water. Bij e<strong>en</strong>doorbraak zal de hele Culemborgerwaard onderlop<strong>en</strong>, op sommige plaats<strong>en</strong> tote<strong>en</strong> hoogte van meer dan zev<strong>en</strong> meter bov<strong>en</strong> het maaiveld.PAUZEDe overheid vindt het gevaar voor de bevolking te groot <strong>en</strong> besluit tot e<strong>en</strong>grootscheepse evacuatie: iedere<strong>en</strong> moet weg. De meeste inwoners vertrekk<strong>en</strong>vrijwillig <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> zo veel mogelijk waardevolle spull<strong>en</strong> mee te nem<strong>en</strong>. Depolitie kamt de strat<strong>en</strong> uit om zeker te wet<strong>en</strong> dat er niemand achterblijft. PAUZETweehonderdvijftigduiz<strong>en</strong>d inwoners verlat<strong>en</strong> het rivier<strong>en</strong>gebied, ruim twee keer<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


zoveel als het aantal evacués tijd<strong>en</strong>s de Zeeuwse watersnoodramp in 1953. Ookde dier<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> weg: veehouders br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in korte tijd honderdduiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong>vark<strong>en</strong>s, koei<strong>en</strong> <strong>en</strong> kipp<strong>en</strong> in veiligheid.....'Ontbrek<strong>en</strong>de factor in deze tekst is de onderlinge afstemming tuss<strong>en</strong> de woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong>. Inhet volg<strong>en</strong>de hoofdstuk gaan we verder op dat onderwerp in.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Hoofdstuk 15Synergie van beeld <strong>en</strong> geluid'....Al gauw begon het fantastische m<strong>en</strong>gsel te bruis<strong>en</strong> <strong>en</strong> te schuim<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dikke,blauwe rook met de kleur van pauw<strong>en</strong>, sloeg er van af <strong>en</strong> e<strong>en</strong> branderige,griezelige geur vulde de keuk<strong>en</strong>. Joris begon te hoest<strong>en</strong> <strong>en</strong> te proest<strong>en</strong>. Het wase<strong>en</strong> geur zoals hij nooit eerder had gerok<strong>en</strong>. Het was e<strong>en</strong> sterke, hekserige geur,kruidig <strong>en</strong> krachtig, vreemd <strong>en</strong> vurig, vol geheime toverkunst<strong>en</strong>. Steeds wanneerhij er e<strong>en</strong> snuifje van in zijn neus kreeg, ontploft<strong>en</strong> er zev<strong>en</strong>klappers in zijn hoofd<strong>en</strong> liep<strong>en</strong> er elektrische prikkels achter langs zijn b<strong>en</strong><strong>en</strong>...'(Uit: 'Joris <strong>en</strong> de geheimzinnige toverdrank' van Roald Dahl*)Het construer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film vertoont sterke gelijk<strong>en</strong>is met het brouw<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> toverdrank. E<strong>en</strong>groot aantal filmische ingrediënt<strong>en</strong> moet in de juiste verhouding<strong>en</strong> word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevoegd tot e<strong>en</strong>geheel dat voor krachtige <strong>en</strong> soms onvermoede effect<strong>en</strong> zorgt.De ingredint<strong>en</strong> zelf hebb<strong>en</strong> we nu redelijk onder controle. We k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de overweging<strong>en</strong> om tot e<strong>en</strong>gedeg<strong>en</strong> programmaconcept te kom<strong>en</strong>. We wet<strong>en</strong> waaraan de programmastructuur moet voldo<strong>en</strong>,hoe we spanning kunn<strong>en</strong> inbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke didactische functies vervuld moet<strong>en</strong> zijn. We wet<strong>en</strong>alles over standpunt<strong>en</strong>, vertelvorm<strong>en</strong>, camerabeweging<strong>en</strong>, beeldkaders, spreektekst<strong>en</strong> <strong>en</strong>geluidseffect<strong>en</strong>. Maar dat alles is nog ge<strong>en</strong> garantie dat het brouwsel als geheel <strong>en</strong>ige werkzaamheidzal hebb<strong>en</strong>. Het zou onjuist zijn film op te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vertelstructuur met hier <strong>en</strong> daar watspannings-ingredint<strong>en</strong>, wat spectaculaire actie <strong>en</strong> wat didactische hulpmiddel<strong>en</strong>. Film moet word<strong>en</strong>gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>stel van bestanddel<strong>en</strong> die elk afzonderlijk ingrijp<strong>en</strong> op de totale structuur <strong>en</strong>betek<strong>en</strong>is van de film. Het is daarom onmogelijk de afzonderlijke bestanddel<strong>en</strong> los te koppel<strong>en</strong> vande film als geheel. Er moet dus niet word<strong>en</strong> gedacht in term<strong>en</strong> van smaakversterk<strong>en</strong>de toevoeging<strong>en</strong>(e<strong>en</strong> snufje zout, e<strong>en</strong> klontje boter), maar in term<strong>en</strong> van vervlechting, sam<strong>en</strong>hang <strong>en</strong> integratie. Hetresultaat is e<strong>en</strong> produkt dat door de onderlinge sam<strong>en</strong>hang e<strong>en</strong> grotere betek<strong>en</strong>is draagt dan die vande afzonderlijke onderdel<strong>en</strong>.Het hanter<strong>en</strong> van al die filmische ingrediënt<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t weloverwog<strong>en</strong> te gebeur<strong>en</strong>, in de juiste dosering,in de juiste vorm <strong>en</strong> op de juiste plaats. Uitgangspunt daarbij zijn de gedacht<strong>en</strong>, emoties <strong>en</strong>gevoel<strong>en</strong>s van de kijker. In dit hoofdstuk zull<strong>en</strong> we nagaan hoe we op microniveau aan de verondersteldebehoeft<strong>en</strong> van de kijker tegemoet kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, opdat hij in de geleg<strong>en</strong>heid wordt gesteld debeoogde doel<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong>.Allereerst richt<strong>en</strong> we ons op de vraag hoe beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> met elkaar kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>; weonderscheid<strong>en</strong> daarin e<strong>en</strong> zestal verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van afstemming.Voorts zull<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> groot aantal communicatieve (didactische) functies behandel<strong>en</strong> die opmicroniveau van belang zijn. We zull<strong>en</strong> deze microfuncties zo veel mogelijk aan de hand vanconcrete voorbeeld<strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong>. Het gebruik van dit didactisch instrum<strong>en</strong>tarium is niet alle<strong>en</strong> relevantin het ontwerpstadium (synthese), maar uiteraard ook bij het beoordel<strong>en</strong> van films (analyse). Ditlaatste speelt onder meer ook e<strong>en</strong> rol bij het beoordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> proefmontage (zie hoofdstukneg<strong>en</strong>).Sam<strong>en</strong>hang beeld <strong>en</strong> geluidHet gebruik van gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, zoals voice-over interviews of comm<strong>en</strong>taartekst<strong>en</strong>, heeft als grotevoordeel dat beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluid<strong>en</strong> nog in e<strong>en</strong> heel laat stadium van de produktie op elkaar kunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong> afgestemd. De modaliteit van het gesprok<strong>en</strong> woord is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zeer geschikt voor e<strong>en</strong>duidige<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>isvolle informatieoverdracht <strong>en</strong> is daarom veelal de belangrijkste compon<strong>en</strong>t van hetgeluidkanaal. Vanwege deze ruime mogelijkhed<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> we ons hier vooral op de afstemmingtuss<strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, overig<strong>en</strong>s zonder iets af te will<strong>en</strong> do<strong>en</strong> aan het belang vanmuziek <strong>en</strong> geluidseffect<strong>en</strong> (zie hoofdstuk veerti<strong>en</strong>).Gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op de volg<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> met elkaar sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>:-redundant-converg<strong>en</strong>t<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


-complem<strong>en</strong>tair-supplem<strong>en</strong>tair-diverg<strong>en</strong>t-conflicter<strong>en</strong>dRedundantHet begrip redundantie is al eerder aan de orde geweest (zie hoofdstuk twee <strong>en</strong> acht). Het gaat omhet gelijktijdig aanbied<strong>en</strong> van dezelfde informatie via twee symboolsystem<strong>en</strong>:Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'...Dit is e<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>...'Zo op het eerste gezicht doet deze vorm van afstemming wellicht wat potsierlijk aan. Maarredundante aanbieding van informatie zou volg<strong>en</strong>s Hsia* in bepaald gevall<strong>en</strong> het ler<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong>omdat hierdoor dezelfde informatie op verschill<strong>en</strong>de niveaus in de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt verwerkt, zonderdat competitie tuss<strong>en</strong> de hers<strong>en</strong>del<strong>en</strong> optreedt (zie ook hoofdstuk acht). Redundante aanbieding is indit geval waarschijnlijk alle<strong>en</strong> zinvol als de doelgroep niet precies weet hoe e<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong> er inwerkelijkheid uitziet, of niet weet wat de naam is van deze gele, langwerpige <strong>en</strong> licht gebog<strong>en</strong>voorwerp<strong>en</strong>. Voor overige doelgroep<strong>en</strong> moet deze meerkanalige aanbieding terughoud<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>toegepast, omdat de kijker al snel de indruk kan krijg<strong>en</strong> dat hij niet voor vol wordt aangezi<strong>en</strong> ('Ja ikzie heus wel dat dat e<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong> is'). Redundantie zou derhalve beperkt di<strong>en</strong><strong>en</strong> te blijv<strong>en</strong> totkerninformatie die ess<strong>en</strong>tieel is voor e<strong>en</strong> goed begrip 44 .Converg<strong>en</strong>tIn e<strong>en</strong> converg<strong>en</strong>te relatie drag<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> beeld vanuit hun eig<strong>en</strong> perspectief bij aan e<strong>en</strong> meerspecifieke begripsvorming.Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'...Banan<strong>en</strong> zijn krom...'Het beeld van e<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong> kan nog van alles betek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maar door de tekst dat banan<strong>en</strong> kromzijn wordt de aandacht gericht op e<strong>en</strong> specifiek attribuut: de kromheid. Het gaat hier k<strong>en</strong>nelijk niet omhet aantal banan<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> tros, niet om de kleur, maar om de kromheid van banan<strong>en</strong>. In het parallellebeeld valt het de kijker nu ook op. Hij weet nu niet alle<strong>en</strong> dat banan<strong>en</strong> krom zijn, maar ook hoe diekromheid er in de <strong>praktijk</strong> uitziet. Converg<strong>en</strong>tie richt zich dus op de geme<strong>en</strong>schappelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>van woord <strong>en</strong> beeld. Er is bijvoorbeeld sprake van converg<strong>en</strong>tie als gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> als gidsdi<strong>en</strong><strong>en</strong> bij het kijk<strong>en</strong> ('...links in beeld ziet u ....') of als er beeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om gesprok<strong>en</strong>bewering<strong>en</strong> visueel te versterk<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> tros kromme banan<strong>en</strong>).Met betrekking tot het leerproces geldt voor converg<strong>en</strong>tie ongeveer dezelfde red<strong>en</strong>ering als bijredundantie: converg<strong>en</strong>tie kan het ler<strong>en</strong> bevorder<strong>en</strong> doordat er simultaan op verschill<strong>en</strong>de niveausverwerking van relevante informatie optreedt.Complem<strong>en</strong>tairVull<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> elkaar wederzijds zodanig aan dat er e<strong>en</strong> begripsmatige e<strong>en</strong>heidontstaat, dan sprek<strong>en</strong> we van e<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire relatie:44 In theoretisch opzicht is redundantie e<strong>en</strong> ongefundeerd <strong>en</strong> leeg begrip weg<strong>en</strong>s deonvertaalbaarheid van symboolsystem<strong>en</strong> (Cassirer*): e<strong>en</strong> beeld van e<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt hetattribuut 'verschijningsvorm' <strong>en</strong> dat is niet id<strong>en</strong>tiek aan het attribuut 'linguistisch klankpatroon' dat in hetgeluid wordt weergegev<strong>en</strong>. De banan<strong>en</strong>leek (iemand die niet beide attribut<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t) ervaart dit dushelemaal niet als redundantie. Redundantie in letterlijke zin treedt pas op bij dieg<strong>en</strong>e die hetklankpatroon zelf al direct aan de verschijningsvorm koppelt. En dat is juist deg<strong>en</strong>e die weinig behoeftezal hebb<strong>en</strong> aan dit soort doublures.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'...O, wat zijn ze lekker zoet...'Woord <strong>en</strong> beeld drag<strong>en</strong> hier elk bij aan de boodschap dat de banan<strong>en</strong> lekker zoet zijn. Het beeldalle<strong>en</strong> toont slechts de banan<strong>en</strong>, maar vertelt ons niet dat ze lekker zoet zijn. Het geluid is ookincompleet omdat we niet wet<strong>en</strong> dat de zoetheid banan<strong>en</strong> betreft.In lijn met eerdere opmerking<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gesteld dat het beeld in film e<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>de rol zou moet<strong>en</strong>hebb<strong>en</strong>: als op de e<strong>en</strong> of andere manier de zoetheid van banan<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>gevisualiseerd, moet dat de voorkeur krijg<strong>en</strong>. Lukt die visualisatie niet volledig dan is e<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de(complem<strong>en</strong>taire) tekst e<strong>en</strong> oplossing.Supplem<strong>en</strong>tairE<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> aanhangsel met nadere details die op zich wel belangrijk zijn, maar nietess<strong>en</strong>tieel voor e<strong>en</strong> goed begrip van de informatie. In principe kan e<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>t word<strong>en</strong>weggelat<strong>en</strong> zonder dat de compleetheid (het complem<strong>en</strong>t) van de boodschap wordt aangetast.Veronderstel dat we duidelijk will<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> dat er heel wat banan<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> tros kunn<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>, dangeeft het volg<strong>en</strong>de voorbeeld e<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>taire relatie weer:Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'E<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, ...23 stuks...'Dat het er in dit geval 23 zijn is misschi<strong>en</strong> wel aardig om te wet<strong>en</strong>, maar niet ess<strong>en</strong>tieel. Toch kan e<strong>en</strong>filmmaker er voor kiez<strong>en</strong> om deze supplem<strong>en</strong>taire informatie te gev<strong>en</strong>, bijvoorbeeld omdat hij vindtdat de handeling van het tell<strong>en</strong> wel grappig is of omdat hij vindt dat de kijker recht heeft op meerspecifieke informatie.E<strong>en</strong> probleem hierbij is dat de kijker zelf niet kan nagaan of de informatie supplem<strong>en</strong>tair ofcomplem<strong>en</strong>tair is bedoeld: is het getal 23 ondersteun<strong>en</strong>d bedoeld of is het e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tiële verdiepingvoor het vervolg? Met andere woord<strong>en</strong>: moet hij het onthoud<strong>en</strong> of niet?In tal van films wordt veel specifiek cijfermateriaal gebruikt om e<strong>en</strong> betoog te onderbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> juist bijcijfermateriaal hebb<strong>en</strong> we het over symbolische <strong>en</strong> daarom moeilijk te onthoud<strong>en</strong> informatie (zie ookhoofdstuk veerti<strong>en</strong>). Zij die het cijfermateriaal complem<strong>en</strong>tair opvatt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> verwoede poging<strong>en</strong>do<strong>en</strong> om alles te onthoud<strong>en</strong>. Maar dat is niet vol te houd<strong>en</strong>, waardoor ze binn<strong>en</strong> korte tijd afhak<strong>en</strong>.De rest van de kijkers laat de cijfers supplem<strong>en</strong>tair langs zich he<strong>en</strong> glijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zou ze helemaal nietmiss<strong>en</strong> als ze daadwerkelijk werd<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>. In het geval van e<strong>en</strong> facultatieve inhoudelijkeverdieping kan het zinvol zijn om de kijker letterlijk van het supplem<strong>en</strong>taire karakter op de hoogte tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>:Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'E<strong>en</strong>s ev<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, ....voor de liefhebbers: het zijner 23.'M<strong>en</strong> kan zich natuurlijk afvrag<strong>en</strong> wat het nut is van supplem<strong>en</strong>taire informatie, als die inhoudelijkgezi<strong>en</strong> net zo goed zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> weggelat<strong>en</strong>.Supplem<strong>en</strong>taire informatie zal vooral vanwege anekdotische, dramatische of anderszins intriger<strong>en</strong>deaspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zinvolle toevoeging zijn. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> heeft supplem<strong>en</strong>taire informatie e<strong>en</strong> belangrijkefunctie in de sfeer van <strong>en</strong>tourage, context, franje of aankleding. In hoofdstuk ti<strong>en</strong> is al betoogd date<strong>en</strong> film zonder aankleding leidt tot e<strong>en</strong> kale <strong>en</strong> mechanistische vertoning die onvoldo<strong>en</strong>de tegemoetkomt aan de mogelijkhed<strong>en</strong> van het medium <strong>en</strong> de behoeft<strong>en</strong> van de kijker. Supplem<strong>en</strong>taireinformatie biedt dus de mogelijk om de ess<strong>en</strong>tiële informatie in e<strong>en</strong> bredere achtergrond te plaats<strong>en</strong><strong>en</strong> laat in feite de kijker de mogelijkheid om te besliss<strong>en</strong> of de informatie belangrijk g<strong>en</strong>oeg is om teonthoud<strong>en</strong>.Conflicter<strong>en</strong>dAls woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> met elkaar in teg<strong>en</strong>spraak zijn, kan er e<strong>en</strong> verwarr<strong>en</strong>de situatie ontstaan:<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'Banan<strong>en</strong> zijn recht...'De kans is groot dat de kijker hier niet mee uit de voet<strong>en</strong> kan <strong>en</strong> de rest van de film voor gezi<strong>en</strong>houdt. Vanuit e<strong>en</strong> inhoudelijk gezichtspunt moet dit soort teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> dan ook word<strong>en</strong>vermed<strong>en</strong>.Maar al eerder is gesteld dat conflict<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke bron van spanning kunn<strong>en</strong> zijn (hoofdstuk elf).Teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> op de kijker immers e<strong>en</strong> zeer prikkel<strong>en</strong>de werking hebb<strong>en</strong>.Speelscènes ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> hun spanning met name aan situaties waarin beeld<strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong> met degesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> (bijvoorbeeld: '...Ach,... het is maar e<strong>en</strong> spelletje...', zie hoofdstuk twaalf). Ookhumor drijft voor e<strong>en</strong> belangrijk deel op ongerijmdhed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong> beeld (Palmer*).Soms ook wordt asynchrone, teg<strong>en</strong>draadse muziek gebruikt om e<strong>en</strong> dramatisch effect te bereik<strong>en</strong>.Bijvoorbeeld treurmuziek bij e<strong>en</strong> trouwpartij: uiterlijke vrolijkheid gekoppeld aan e<strong>en</strong> trieste ondertoon.Ook daar wordt dus nuttig gebruik gemaakt van e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> het beeld <strong>en</strong> het geluid.Diverg<strong>en</strong>tAls de inhoud van de woord<strong>en</strong> nauwelijks nog iets met de inhoud van het beeld te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>sprek<strong>en</strong> we van diverg<strong>en</strong>tie. De boodschap in beide kanal<strong>en</strong> loopt geheel uit elkaar.Beelde<strong>en</strong> tros banan<strong>en</strong>Geluid'.... spinazie is gro<strong>en</strong>te...'Dit mag misschi<strong>en</strong> wat overdrev<strong>en</strong> overkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> iedere regisseur zal stellig bewer<strong>en</strong> dat hem dit nietoverkomt, maar de <strong>praktijk</strong> wijst anders uit. Vooral op televisie wemelt het van de diverg<strong>en</strong>ties, somsdoor onkunde of onwet<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong> soms omdat de maker domweg ge<strong>en</strong> andere mogelijkhed<strong>en</strong>voorhand<strong>en</strong> heeft. Vele voorbeeld<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong> in de nieuwsprogramma's, bijvoorbeeld wanneerm<strong>en</strong> vergeefs poogt e<strong>en</strong> handeling als 'topoverleg op het ministerie' te visualiser<strong>en</strong> met de voorgevelvan e<strong>en</strong> flatgebouw. Ook de bevinding<strong>en</strong> van Wember* (zie hoofdstuk acht) zijn in dat opzicht weinigbemoedig<strong>en</strong>d.Diverg<strong>en</strong>tie kan echter soms bewust als stijlmiddel word<strong>en</strong> gebruikt om e<strong>en</strong> bepaald effect tebereik<strong>en</strong>, bijvoorbeeld wanneer de maker bewust e<strong>en</strong> misverstand wil lat<strong>en</strong> voortbestaan zoals incomedy: '...O, wat e<strong>en</strong> zoete spinazie!'.De kijker is in principe g<strong>en</strong>eigd diverg<strong>en</strong>tie te ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal altijd prober<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zinvol verbandtuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> te zoek<strong>en</strong>. Van diverg<strong>en</strong>tie gaat daarom e<strong>en</strong> nogal stur<strong>en</strong>de werking uitdie de kijker tot e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste associatie kan dwing<strong>en</strong>. In promotiefilms, propagandafilms <strong>en</strong>reclamefilms wordt daarvan dankbaar gebruik dan wel misbruik gemaakt, wat tot bizarre resultat<strong>en</strong>kan leid<strong>en</strong>: bijvoorbeeld e<strong>en</strong> associatie tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> pakje margarine <strong>en</strong> het uitlat<strong>en</strong> van de hond.Soms wordt om spanning op te bouw<strong>en</strong> de diverg<strong>en</strong>tie met opzet <strong>en</strong>ige tijd in stand gehoud<strong>en</strong> omvervolg<strong>en</strong>s middels e<strong>en</strong> clou (zie hoofdstuk elf) alsnog tot converg<strong>en</strong>tie te kom<strong>en</strong>.Voor de relatie tuss<strong>en</strong> tekst <strong>en</strong> beeld kan ge<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> voorschrift word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. De aard vande relatie kan van geval tot geval verschill<strong>en</strong>. In de meeste gevall<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> we naar e<strong>en</strong> converg<strong>en</strong>te,complem<strong>en</strong>taire of ev<strong>en</strong>tueel supplem<strong>en</strong>taire relatie moet<strong>en</strong> strev<strong>en</strong>. Maar soms is redundanti<strong>en</strong>odig of kunn<strong>en</strong> ook diverg<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> conflict w<strong>en</strong>selijk zijn om de kijker te prikkel<strong>en</strong>. Belangrijk is inieder geval dat de aard van de relatie onder controle staat van de filmmaker <strong>en</strong> niet door toevalligeomstandighed<strong>en</strong> wordt bepaald. Daarvoor is het snel kunn<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> van desam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> beeld e<strong>en</strong> voorwaarde.Om in de <strong>praktijk</strong> bij het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> script of tijd<strong>en</strong>s de montage woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> in dejuiste balans tot elkaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> iteratieve werkwijze het meest aangewez<strong>en</strong>. Soms wordtuitgegaan van e<strong>en</strong> beeld; soms biedt e<strong>en</strong> tekst meer houvast. Waar m<strong>en</strong> ook mee start, om e<strong>en</strong>goede afstemming tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> te bereik<strong>en</strong> is het zinvol om beurt na beurt het <strong>en</strong>ekanaal op het ander aan te pass<strong>en</strong>. Dus: de tekst aan het beeld aanpass<strong>en</strong>, vervolg<strong>en</strong>s het beeldbeter prober<strong>en</strong> af te stemm<strong>en</strong> op die tekst, dan weer kijk<strong>en</strong> of de tekst nog wat kan word<strong>en</strong> bijgeschaafd,<strong>en</strong>zovoorts, totdat e<strong>en</strong> optimale synergie is bereikt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Het didactisch instrum<strong>en</strong>tarium op microniveauIn de voorgaande hoofdstukk<strong>en</strong> is uitgebreid aandacht besteed aan de mogelijkhed<strong>en</strong> om decommunicatieve kracht van e<strong>en</strong> film te vergrot<strong>en</strong>. Tot dusver zijn dat in hoofdzaak structurelemiddel<strong>en</strong> geweest, dat wil zegg<strong>en</strong> middel<strong>en</strong> of keuz<strong>en</strong> die bepal<strong>en</strong>d zijn op het niveau van sequ<strong>en</strong>tiesof zelfs op het niveau van de hele film.Als we prat<strong>en</strong> over de synergie tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>, dan zijn we beland op het niveau vanwoordkeuze, individuele shots <strong>en</strong> detailafstemming. Ook op dit microniveau hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantalspecifieke communicatieve instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tot onze beschikking, die we naar behoefte <strong>en</strong> afhankelijkvan de situatie kunn<strong>en</strong> inzett<strong>en</strong>. Voor de bespreking van deze microtechniek<strong>en</strong> gaan we uit van devijf universele didactische principes zoals die in hoofdstuk acht aan de orde zijn geweest:-voorbereid<strong>en</strong> op het kijk<strong>en</strong>-de aandacht richt<strong>en</strong>-activer<strong>en</strong>-terugkoppeling gev<strong>en</strong>-herhaling<strong>en</strong> aanbied<strong>en</strong>Deze indeling vormt de basis van e<strong>en</strong> integraal classificatieschema dat e<strong>en</strong> groot aantal didactische,in casu communicatieve, instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beschrijft. Dit schema biedt de filmmaker e<strong>en</strong> conceptueelkader bij het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> script (synthese) of het beoordel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film (analyse) <strong>en</strong> kandaardoor betek<strong>en</strong>is <strong>en</strong> bedoeling<strong>en</strong> op detailniveau verhelder<strong>en</strong>.We zull<strong>en</strong> de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het schema één voor één beschrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong> aan de hand vanconcrete voorbeeld<strong>en</strong>. Gemakshalve zijn de diverse onderdel<strong>en</strong> in het schema g<strong>en</strong>ummerd.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Classificatieschema microdidactisch instrum<strong>en</strong>tariumI. Voorbereid<strong>en</strong> op het kijk<strong>en</strong>Ia. Aandacht vang<strong>en</strong>Ia1. Verrass<strong>en</strong>Ia2. Schokk<strong>en</strong>Ia3. Verleid<strong>en</strong>Ia4. Emotioner<strong>en</strong>Ib. Aankondig<strong>en</strong>Ib1. Expliciet aankondig<strong>en</strong>Ib2. Impliciet aankondig<strong>en</strong>Ib3. Aspecifiek aankondig<strong>en</strong>Ic. Afstemm<strong>en</strong> op de kijkerIc1. Afstemm<strong>en</strong> op voork<strong>en</strong>nisIc2. Afstemm<strong>en</strong> op subculturele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>Ic3. Afstemm<strong>en</strong> op vertoningsomstandighed<strong>en</strong>II. Aandacht richt<strong>en</strong>IIa. Introducer<strong>en</strong>IIa1.IIa2.IIa3.IIb. Acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>IIb1.IIb2.IIb3.IIc. Relater<strong>en</strong>IIc1.IIc2.IIc3.IIc4.Hoofdlijn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>Voorspell<strong>en</strong>Contextueel aankondig<strong>en</strong>Dwing<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>Stur<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong>Acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door timingVerbind<strong>en</strong> van onderwerp<strong>en</strong>Activer<strong>en</strong> van voork<strong>en</strong>nisAansluit<strong>en</strong> bij bestaande k<strong>en</strong>nisIntegrer<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nisonderdel<strong>en</strong>III. Activer<strong>en</strong>IIIa. Spanning inbouw<strong>en</strong>IIIa1. Verwachting<strong>en</strong> wekk<strong>en</strong>IIIa2. Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>IIIa3. K<strong>en</strong>nisvoorsprongIIIa4. K<strong>en</strong>nisachterstandIIIa5. UitstelIIIa6. Herk<strong>en</strong>ningIIIa7. Pathetische uitbarstingIIIb. Vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>IIIb1. K<strong>en</strong>nisvraagIIIb2. InzichtvraagIIIb3. Fantasiegerichte vraagIIIb4. ProbleemstellingIIIc. Geleg<strong>en</strong>heid gev<strong>en</strong> tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>IIIc1. Interpretatieruimte inbouw<strong>en</strong>IIIc2. Doser<strong>en</strong> van informatieIIIc3. Afwissel<strong>en</strong>IIIc4. Uitgesteld bevestig<strong>en</strong>IV. Terugkoppel<strong>en</strong>IVa. Directe terugkoppelingIVb. Natuurlijke terugkoppeling<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


IVc. Uitgestelde terugkoppelingIVd. Geprojecteerde terugkoppelingIVe. Concluder<strong>en</strong>/g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>V. Herhal<strong>en</strong>Va. Heraanbied<strong>en</strong> van informatieVa1. Letterlijk herhal<strong>en</strong>Va2. Herhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander symboolsysteemVa3. Herhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander contextVb. Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>Vb1. Inhoudelijk sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>Vb2. Aspecifiek sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>Vc. (Her-)bevestig<strong>en</strong>Vc1. Legitimer<strong>en</strong> van het onderwerpVc2. Bevestig<strong>en</strong> van relatiesVc3. Retorische vraagVc4. Bevestig<strong>en</strong> van stijl<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


I. Voorbereid<strong>en</strong> op het kijk<strong>en</strong>Het zou e<strong>en</strong> misverstand zijn te veronderstell<strong>en</strong> dat de kijker alle<strong>en</strong> in de op<strong>en</strong>ingssequ<strong>en</strong>tie op hetkijk<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> voorbereid. Natuurlijk is de eerste indruk sterk bepal<strong>en</strong>d voor de houding die e<strong>en</strong>kijker aanneemt teg<strong>en</strong>over de film (zie hoofdstuk elf). Maar hij zal ook tuss<strong>en</strong>tijds voortdur<strong>en</strong>d op hetvervolg moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorbereid om zijn motivatie <strong>en</strong> acceptatie intact te houd<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> dan zal hijbereid <strong>en</strong> in staat zijn om nieuwe informatie op te nem<strong>en</strong>. We besprek<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> aantal functies <strong>en</strong>instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die gebruikt kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om de kijker ontvankelijk te mak<strong>en</strong> voor nieuwe informatie.We onderscheid<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de categorieën:-aandacht vang<strong>en</strong>-aankondig<strong>en</strong>-afstemm<strong>en</strong> op de kijkerIa. Aandacht vang<strong>en</strong>De m<strong>en</strong>s is van nature nieuwsgierig. Bij het vang<strong>en</strong> van de aandacht moet daarop word<strong>en</strong>ingespeeld. Er moet<strong>en</strong> regelmatig kortstondige, pregnante prikkels word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> die mak<strong>en</strong>dat de kijker d<strong>en</strong>kt: 'Hé, wat is daar nou aan de hand? Dat wil ik wel e<strong>en</strong>s wet<strong>en</strong>'. Deze aandacht ise<strong>en</strong> voorwaarde om informatie te kunn<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>. De kijker moet daartoe in de eerste plaats de filmals informatiebron accepter<strong>en</strong> zodat hij ontvankelijk wordt voor de informatie. Of, zoals in hoofdstukelf is verwoord: hij moet 'vri<strong>en</strong>dschap kunn<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>'.Het vang<strong>en</strong> van de aandacht kan op diverse manier<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong>:Ia1. Verrass<strong>en</strong>E<strong>en</strong> verrassing is e<strong>en</strong> onverwachte gebeurt<strong>en</strong>is die <strong>en</strong>thousiasme <strong>en</strong> sympathie opwekt. Demeest effectieve verrassing<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> op het terrein van humor <strong>en</strong> amusem<strong>en</strong>t. Hetverrassingseffect kan soms in kleine details verschol<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> paar voorbeeld<strong>en</strong>:ongewone lokaties (interview in e<strong>en</strong> achtbaan), e<strong>en</strong> papegaai die plotseling in schater<strong>en</strong>uitbarst, e<strong>en</strong> onverwachte associatie, e<strong>en</strong> shot van e<strong>en</strong> huis dat bij uitzoom<strong>en</strong> inMadurodam blijkt te ligg<strong>en</strong> (revealing zoom), e<strong>en</strong> 'rijd<strong>en</strong>de' auto die bij nader inzi<strong>en</strong> op e<strong>en</strong>rijd<strong>en</strong>de vrachtwag<strong>en</strong> blijkt te staan (e<strong>en</strong> twist). Ook allerlei vorm<strong>en</strong> van beeldrijm <strong>en</strong> beeldtransformatiekunn<strong>en</strong> zeer verrass<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong> (oogpupil wordt aardbol).Ia2. Schokk<strong>en</strong>Sommige gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoging van het adr<strong>en</strong>alinegehalte in hetbloed. Adr<strong>en</strong>aline br<strong>en</strong>gt het lichaam in e<strong>en</strong> acute staat van paraatheid <strong>en</strong> maakt ons alertop de ding<strong>en</strong> die staan te gebeur<strong>en</strong>: het hart gaat sneller klopp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de spier<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>zich. Adr<strong>en</strong>aline wordt daarom wel in verband gebracht met de drie F's van 'Fright, Flightand Fight'. Hierin schuilt de kracht van reality-tv: ongeluk <strong>en</strong> rampspoed live geregistreerd,bijvoorbeeld de aanslag op Ronald Reagan (hoofdstuk twee). Ook de vuurwerkspots van deafgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> keihard de schokk<strong>en</strong>de consequ<strong>en</strong>ties van stunt<strong>en</strong> met vuurwerk zi<strong>en</strong>.Ia3. Verleid<strong>en</strong>Esthetische hoogstandjes kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke aantrekkingskracht op de kijker uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ditgegev<strong>en</strong> vormt het uitgangspunt voor vele commercials. Oogstrel<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>, schitter<strong>en</strong>dlicht, sfeervolle muziek of poëtische tekst<strong>en</strong> verleid<strong>en</strong> ons om verder te kijk<strong>en</strong>. Bek<strong>en</strong>d zijnde inhoudsloze, maar onweerstaanbare commercials van Grolsch, Coca-Cola <strong>en</strong> Nescafé.Ia4. Emotioner<strong>en</strong>Van emotioner<strong>en</strong> is sprake bij 'dramatische' gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die de kijker sterk op zichzelfbetrekt. Sommige programma's zijn doortrokk<strong>en</strong> van emotioner<strong>en</strong>de aandachtvangers.Echte tran<strong>en</strong> met tuit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de kijker e<strong>en</strong> brok in de keel bezorg<strong>en</strong>, zoals in tv-programma'sals 'Het spijt me...'.Maar overdaad kan schad<strong>en</strong>, zoals blijkt uit het pantser dat we hebb<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> op te bouw<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> dagelijkse journaalbeeld<strong>en</strong> uit honger<strong>en</strong>d Afrika. Met andere woord<strong>en</strong>: de kijker vindtdat emotioner<strong>en</strong> mag, zolang het niet te gek wordt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Ib. Aankondig<strong>en</strong>Bij aankondiging<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> impulsieve of emotionele aspect<strong>en</strong> veel minder e<strong>en</strong> rol. Het gaat ommetacommunicatieve structuurelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die de kijker duidelijk mak<strong>en</strong> wat hij kan verwacht<strong>en</strong>, zodathij min of meer overwog<strong>en</strong> kan besliss<strong>en</strong> om verder te kijk<strong>en</strong>: 'Ja dit wil ik graag zi<strong>en</strong>'. E<strong>en</strong> aantalaankondiging<strong>en</strong> is al in hoofdstuk elf besprok<strong>en</strong>. We stipp<strong>en</strong> ze hier voor de volledigheid nog kortev<strong>en</strong> aan, omdat ze ook op microniveau voorkom<strong>en</strong>:Ib1. Expliciet aankondig<strong>en</strong>Bij de expliciete aankondiging gaat het om e<strong>en</strong> duidelijke uite<strong>en</strong>zetting van wat er gaatkom<strong>en</strong>. De aankondiging kan lokaal zijn (gericht op wat er direct komt) of globaal (gericht opwat er pas straks komt). E<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong> combinatie van beide: '...dan gaan we nueerst kijk<strong>en</strong> hoe het geluid in e<strong>en</strong> klarinet wordt opgewekt; straks zull<strong>en</strong> we zi<strong>en</strong> hoe hetklepp<strong>en</strong>mechanisme in elkaar zit.'Ib2. Impliciet aankondig<strong>en</strong>Bij de impliciete aankondiging is het de kijker zelf die conclusies trekt over wat er gaatkom<strong>en</strong>. Het gaat om e<strong>en</strong> veelheid van subtiele betek<strong>en</strong>isvolle cues die in e<strong>en</strong> bepaalderichting wijz<strong>en</strong>. De aankondiging kan verstopt zitt<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> verandering van stijl ofsfeer (e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>ding) of in de getoonde gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> zelf.Ib3. Aspecifiek aankondig<strong>en</strong>Hier gaat het om het opwekk<strong>en</strong> van de nieuwsgierigheid door duidelijk te mak<strong>en</strong> dàt er ietskomt, zonder aan te gev<strong>en</strong> wat dat zal zijn. Bijvoorbeeld: '...En dan nu iets geheel anders...'(vrij naar Monty Python).Ic. Afstemm<strong>en</strong> op kijkerDe maker van e<strong>en</strong> film moet in allerlei opzicht<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van dedoelgroep. Als z<strong>en</strong>der <strong>en</strong> ontvanger op e<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de golfl<strong>en</strong>gte zitt<strong>en</strong>, zal het niet klikk<strong>en</strong>. Deaandacht kan dan niet word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> <strong>en</strong> van communicatie zal niet veel terechtkom<strong>en</strong>.Het vind<strong>en</strong> van de juiste toon is e<strong>en</strong> belangrijke conditie om tot informatieoverdracht te kom<strong>en</strong>. Dekijker moet voortdur<strong>en</strong>d het gevoel hebb<strong>en</strong> dat hij serieus wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het kijk<strong>en</strong> zelf mag ge<strong>en</strong><strong>en</strong>kel probleem oplever<strong>en</strong>, omdat daarmee de aanvankelijke acceptatie van de film gemakkelijk kanomslaan in ergernis, met verwerping als gevolg.Ic1. Afstemm<strong>en</strong> op voork<strong>en</strong>nisWat is het k<strong>en</strong>nisniveau van de kijker, wat weet hij allemaal al <strong>en</strong> wat is nieuw voor hem?Dat zijn ess<strong>en</strong>tiële vrag<strong>en</strong> die vooraf moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beantwoord. Zoud<strong>en</strong> we t<strong>en</strong> onrechteveronderstell<strong>en</strong> dat allerlei zak<strong>en</strong> al bek<strong>en</strong>d zijn, dan zal de kijker onvermijdelijk afhak<strong>en</strong>omdat hij het allemaal niet kan volg<strong>en</strong>.Het omgekeerde is echter ev<strong>en</strong> riskant omdat de kijker dan met de <strong>en</strong>e na de andere op<strong>en</strong>deur wordt geconfronteerd: '...over twee wek<strong>en</strong> zal hij met p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong> gaan. Dat betek<strong>en</strong>t dathij niet meer hoeft te werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> rustig van zijn oude dag kan g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>....'.Ev<strong>en</strong> kort opfriss<strong>en</strong> van oude k<strong>en</strong>nis kan wel (zie ook IIc2. Activer<strong>en</strong> van voork<strong>en</strong>nis), maarhet omstandig uitlegg<strong>en</strong> van bek<strong>en</strong>de zak<strong>en</strong> leidt onherroepelijk tot verveling (zie ookhoofdstuk drie over debilisering van de kijker).Ic2. Afstemm<strong>en</strong> op subculturele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>De vormgeving van e<strong>en</strong> film moet goed word<strong>en</strong> afgestemd op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorkeur<strong>en</strong>van de doelgroep. Dat moet onder meer tot uiting kom<strong>en</strong> in de muziekkeuze, filmstijl,personages <strong>en</strong> de stijl van de tekst<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> film voor bejaard<strong>en</strong> bevat doorgaans ge<strong>en</strong>'House' of 'Disco'. In e<strong>en</strong> film voor weightwatchers kiez<strong>en</strong> we bij voorkeur ge<strong>en</strong> superslankehoofdrolspeler, omdat die de id<strong>en</strong>tificatie bemoeilijkt. E<strong>en</strong> zichzelf respecter<strong>en</strong>deactualiteit<strong>en</strong>rubriek voor e<strong>en</strong> serieus <strong>en</strong> intellectueel publiek praat niet over 'kommaneukers'of over 'het CDA als oude-lull<strong>en</strong>partij' (Lemm<strong>en</strong>s*). Het Jeugdjournaal spreekt niet van e<strong>en</strong>'chaotische situatie' maar van e<strong>en</strong> 'gigantische puinhoop'.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Ic3. Afstemm<strong>en</strong> op vertoningsomstandighed<strong>en</strong>Vertoningsomstandighed<strong>en</strong> lijk<strong>en</strong> als ontwerpvariabele e<strong>en</strong> steeds kleinere rol te spel<strong>en</strong>.Hoewel speelfilms gemaakt zijn voor grootbeeldprojectie in e<strong>en</strong> bioscoopzaal, word<strong>en</strong> ze opgrote schaal in de huiskamer bekek<strong>en</strong> op video of via de televisie. Toch kan er niet altijdaan word<strong>en</strong> voorbijgegaan. E<strong>en</strong> film die bedoeld is als aandachttrekker in e<strong>en</strong> beursstandzal bijvoorbeeld uit veel kortere <strong>en</strong> dynamischer cycli moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgebouwd dangebruikelijk is.Ook filmsequ<strong>en</strong>ties die deel uitmak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> interactief programma moet<strong>en</strong> op de bijzonderegebruikssituatie zijn afgestemd.II. Aandacht richt<strong>en</strong>In de veelheid van informatie kan de kijker gemakkelijk de draad kwijtrak<strong>en</strong>. Niet altijd is hij in staatom uit de veelheid van auditieve <strong>en</strong> visuele prikkels de meest relevante te kiez<strong>en</strong>. Van tijd tot tijd ishet nodig om zijn aandacht te richt<strong>en</strong> op de ess<strong>en</strong>tie.We onderscheid<strong>en</strong>:-introducer<strong>en</strong>-acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>-relater<strong>en</strong>IIa. Introducer<strong>en</strong>E<strong>en</strong> introductie gaat verder dan de eerder beschrev<strong>en</strong> aankondiging<strong>en</strong> (Ib), omdat hier ookinhoudelijke aspect<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. We besprek<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong> van introductie.IIa1. Hoofdlijn<strong>en</strong> aangev<strong>en</strong>In kort bestek word<strong>en</strong> de contour<strong>en</strong> van de informatie geschetst. De belangrijkste begripp<strong>en</strong>word<strong>en</strong> aangereikt <strong>en</strong> met elkaar in verband gebracht. E<strong>en</strong> dergelijke voorstructuur zorgt ine<strong>en</strong> vroeg stadium voor e<strong>en</strong> correcte verankering van de nieuwe informatie binn<strong>en</strong> de reedsbestaande, aanwezige k<strong>en</strong>nisstructuur. Het vroegtijdig aanreik<strong>en</strong> van zo'n overzicht verwijstnaar het epitoom-begrip van Reigeluth* <strong>en</strong> de advance organizer van Ausubel*.Voorbeeld: in e<strong>en</strong> film over de logistieke problem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> postorderbedrijf zou m<strong>en</strong>kunn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> schema dat de betrokk<strong>en</strong> afdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge relatiesweergeeft. Tijd<strong>en</strong>s de film kan hier voortdur<strong>en</strong>d op word<strong>en</strong> teruggevall<strong>en</strong>.IIa2. Voorspell<strong>en</strong>De afloop voorspell<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in de film richt de aandacht op het al dan nietuitkom<strong>en</strong> van die voorspelling. De aandacht kan nog word<strong>en</strong> versterkt door twee concurrer<strong>en</strong>devoorspelling<strong>en</strong> te introducer<strong>en</strong>. In feite gaat het om het formuler<strong>en</strong> van hypothes<strong>en</strong><strong>en</strong> het vervolg<strong>en</strong>s test<strong>en</strong> van de geldigheid daarvan.Voorbeeld:Mevrouw A: 'Volg<strong>en</strong>s mij zal de zeespiegel gaan stijg<strong>en</strong>'.M<strong>en</strong>eer B: 'O nee hoor, ge<strong>en</strong> sprake van. Hij zal eerder zakk<strong>en</strong>.'IIa3. Contextueel aankondig<strong>en</strong>Bij e<strong>en</strong> contextuele aankondiging wordt niet alle<strong>en</strong> duidelijk wàt er gaat kom<strong>en</strong>, maar ookwaarom iets komt (Koumi*). Het gaat om e<strong>en</strong> redegeving die werkt als legitimering <strong>en</strong>positionering van het onderwerp binn<strong>en</strong> de context van het filmverhaal. Daarmee onderscheidtde contextuele aankondiging zich van de inhoudsloze aankondiging (Ib).Allerlei red<strong>en</strong><strong>en</strong> voor behandeling kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangevoerd: het onderwerp hangt sam<strong>en</strong>met eerdere informatie, het onderwerp is nodig voor het vervolg, of gewoon omdat hetonderwerp leuk is.Voorbeeld: '...maar het leek ons wel fair om eerst m<strong>en</strong>eer van Puffel<strong>en</strong> naar zijn m<strong>en</strong>ing tevrag<strong>en</strong>...'<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


IIb. Acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>Het acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> kan heel letterlijk word<strong>en</strong> opgevat: zoals in e<strong>en</strong> boek belangrijke woord<strong>en</strong>onderstreept of vetgedrukt word<strong>en</strong> om de aandacht van de kijker te richt<strong>en</strong>, zo kunn<strong>en</strong> ook in filmacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezet.IIb1. Dwing<strong>en</strong>de beeld<strong>en</strong>In hoofdstuk derti<strong>en</strong> is ingegaan op de mogelijkhed<strong>en</strong> om de zeggingskracht van het beeldte vergrot<strong>en</strong>. Compositie, lichtgebruik <strong>en</strong> camerabeweging<strong>en</strong> zijn krachtige middel<strong>en</strong> omacc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de aandacht van de kijker te richt<strong>en</strong>. Maar ook van de gepres<strong>en</strong>teerdehandeling<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>de werking uitgaan, allereerst door de pregnantie van debewegingsprikkels zelf, maar ook door blikrichting<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong>d gebaar (zie hoofdstukderti<strong>en</strong>).IIb2. Stur<strong>en</strong>de tekst<strong>en</strong>Gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in nauwe afstemming met het beeld werk<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> gids bij hetkijk<strong>en</strong> (Cooper*, Miller J.*). E<strong>en</strong> tekst kan de kijker meevoer<strong>en</strong> langs de relevantek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> in het beeld: hoe moet<strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>, waar moet hij op lett<strong>en</strong> <strong>en</strong> waaropniet? Bijvoorbeeld: '... <strong>en</strong> hier, vlak onder de knie, kunn<strong>en</strong> we duidelijk e<strong>en</strong> dubbele fractuurherk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>...'.Ook e<strong>en</strong> hint om de kijker op het juiste spoor te zett<strong>en</strong>, valt in deze categorie ('...Let u vooralop....').Daarnaast kunn<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> bepaald perspectief plaats<strong>en</strong>: hoe moet<strong>en</strong>deze beeld<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>?In al deze gevall<strong>en</strong> is de afstemming tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong> converg<strong>en</strong>t.IIb3. Acc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> door timingDoor sleutelinformatie op de juiste plek te zett<strong>en</strong> kan ess<strong>en</strong>tiële informatie word<strong>en</strong>geacc<strong>en</strong>tueerd. In de meeste gevall<strong>en</strong> gaat het hier om e<strong>en</strong> redundante of converg<strong>en</strong>teafstemming tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> beeld<strong>en</strong>. Maar ook e<strong>en</strong> goede timing van muziek,geluidseffect<strong>en</strong> of lichteffect<strong>en</strong> op het beeld leidt tot acc<strong>en</strong>tuering.Voorbeeld:BEELD1. Close up van m<strong>en</strong>eer BrugmansCOMMENTAARTEKSTPAUZE'...M<strong>en</strong>eer Brugmans2. Revealing zoom naar wijd shot vanm<strong>en</strong>eer Brugmans <strong>en</strong> zijn tweedochters3. Close up van dochter Marie4. Close up van dochter Sophie5. Establishing wijd shot.is vader van twee kinder<strong>en</strong>.PAUZEMarie is twaalf <strong>en</strong> zit in groep acht van debasisschool.Sophie is acht <strong>en</strong> zit in groep vier....'.....In deze korte scène krijgt de kijker e<strong>en</strong> veelheid aan geacc<strong>en</strong>tueerde sleutelinformatie aangeleverd.Op basis van gelijktijdigheid k<strong>en</strong>t hij nu de actor<strong>en</strong>, hun nam<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge relatie. Merk op datnerg<strong>en</strong>s wordt gezegd 'dit is m<strong>en</strong>eer Brugmans...' of 'dit is Marie...'. De sleutelinformatie is wel redundantbeschikbaar, maar zit als het ware in e<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>taire vorm verstopt.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


IIc. Relater<strong>en</strong>Informatie-e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nooit op zichzelf bestaan, maar moet<strong>en</strong> altijd in verband word<strong>en</strong>gebracht met e<strong>en</strong> groter geheel. Deze relaties richt<strong>en</strong> de aandacht op het refer<strong>en</strong>tiekader waarbinn<strong>en</strong>het onderwerp e<strong>en</strong> plaats moet krijg<strong>en</strong>. Gebeurt dat niet dan ontstaat er e<strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerde <strong>en</strong>gesegm<strong>en</strong>teerde k<strong>en</strong>nisstructuur die weinig betek<strong>en</strong>isvol is (Fromm*).IIc1. Verbind<strong>en</strong> van onderwerp<strong>en</strong>Ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> op de e<strong>en</strong> of andere manier met elkaar in verbandword<strong>en</strong> gebracht. Reigeluth* hanteert daarvoor de term 'synthesizer'; Koumi* spreekt overe<strong>en</strong> 'link'. E<strong>en</strong> verbinding die precies tuss<strong>en</strong> twee onderwerp<strong>en</strong> is geplaatst noem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong>'brug' (zie ook hoofdstuk elf). De aard van de verbinding kan sterk uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>, afhankelijkvan de soort k<strong>en</strong>nis waar het om gaat. We onderscheid<strong>en</strong> drie variant<strong>en</strong>.Gaat het om begripp<strong>en</strong> (het 'wat') dan spel<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol:'...Naast de koningspinguïn treff<strong>en</strong> we er de bruine pelsrobaan....'.De overe<strong>en</strong>komst is hier dat beide diersoort<strong>en</strong> in hetzelfde gebied lev<strong>en</strong>.Bij procedures (het 'hoe') is chronologie de bind<strong>en</strong>de factor:'...Na het rijz<strong>en</strong> moet het deeg de ov<strong>en</strong> in...'Bij principes (het 'waarom') gaat het om het doorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>en</strong>process<strong>en</strong> in de ons omring<strong>en</strong>de wereld. De bind<strong>en</strong>de factor is hier redegeving,voorwaardelijkheid of causaliteit (relatie oorzaak-gevolg):'...als de stoom in de ketel heet g<strong>en</strong>oeg is, wordt de druk zo groot dat dezuiger in beweging komt...'IIc2. Activer<strong>en</strong> van voork<strong>en</strong>nisHet activer<strong>en</strong> van bestaande k<strong>en</strong>nis is iets dat bij het kijk<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d plaatsvindt: dekijker k<strong>en</strong>t aan iedere prikkel immers betek<strong>en</strong>is toe vanuit zijn eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader(hoofdstuk vijf <strong>en</strong> zes). Als bij de behandeling van e<strong>en</strong> bepaald onderwerp wordtvoortgebouwd op al aanwezige k<strong>en</strong>nis kan het nuttig zijn om die voork<strong>en</strong>nis nog ev<strong>en</strong> op tefriss<strong>en</strong>, bijvoorbeeld als verondersteld mag word<strong>en</strong> dat niet iedere<strong>en</strong> die k<strong>en</strong>nis nog paraatheeft ('hoe zat het ook al weer...?'). Zo zal het verstandig zijn in e<strong>en</strong> film over de akoestischeeig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de viool eerst nog ev<strong>en</strong> aandacht te bested<strong>en</strong> aan <strong>en</strong>kele basaleconcept<strong>en</strong> van geluid, zoals frequ<strong>en</strong>tie, amplitude, voortplanting <strong>en</strong> resonantie. Niet alle<strong>en</strong>kan de kijker de nieuwe inhoud<strong>en</strong> beter positioner<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de bestaande k<strong>en</strong>nisstructuur,maar ook kan met de nieuwe inhoud<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grotere diepgang, e<strong>en</strong> grotere complexiteit <strong>en</strong>e<strong>en</strong> hoger abstracti<strong>en</strong>iveau word<strong>en</strong> bereikt.IIc3. Aansluit<strong>en</strong> bij bestaande k<strong>en</strong>nisNieuwe k<strong>en</strong>nis kan de kijker beter opnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong> als die via e<strong>en</strong> analogie inverband wordt gebracht met bestaande k<strong>en</strong>nis. Daarmee krijgt de kijker de geleg<strong>en</strong>heid omcomplexe k<strong>en</strong>nisinhoud<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> model dat hij al beheerst. Bij e<strong>en</strong> analogiegaat het altijd om e<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong> twee modell<strong>en</strong>: molecul<strong>en</strong> als knikkers, debloedsomloop als geslot<strong>en</strong> circuit, het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tuinhekje als dierlijke neiging totterritoriumafbak<strong>en</strong>ing.Analogieën kom<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> tot uiting in het gebruik van modell<strong>en</strong> maar ook in demetafor<strong>en</strong> <strong>en</strong> metonymia's waarvan de taal <strong>en</strong> de filmtaal zo doortrokk<strong>en</strong> zijn (zie hoofdstukvijf). Als we zegg<strong>en</strong> 'de computer geeft het op' referer<strong>en</strong> we aan de analogie computerm<strong>en</strong>s.Ieder abstract onderwerp dat behandeld wordt in concrete visualisering<strong>en</strong> of concretebewoording<strong>en</strong> kan niet anders dan gebruik mak<strong>en</strong> van analogieën.In sommige gevall<strong>en</strong> zijn films in hun geheel op e<strong>en</strong> analogie gebaseerd door e<strong>en</strong>symbolische of metaforische oplossing voor e<strong>en</strong> drag<strong>en</strong>d programmaconcept (hoofdstukti<strong>en</strong>), bijvoorbeeld in Haanstra's 'Alleman' die gebruik maakt van de m<strong>en</strong>s-dieranalogie.IIc4. Integrer<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nisonderdel<strong>en</strong>Als e<strong>en</strong> aantal eerder behandelde onderdel<strong>en</strong> middels e<strong>en</strong> nieuwe situatie met elkaar in<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


verband wordt gebracht, dan kan e<strong>en</strong> zinvolle integratie van die k<strong>en</strong>nisonderdel<strong>en</strong> word<strong>en</strong>bereikt. Reigeluth* hanteert hiervoor de term<strong>en</strong> 'integrator' <strong>en</strong> 'post-synthesizer'. Zo'nintegrator verdiept het begrip <strong>en</strong> maakt de opgedane k<strong>en</strong>nis meer betek<strong>en</strong>isvol.Zo kan m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> cursus Engels bijvoorbeeld eerst via voorbeeldzinn<strong>en</strong> het gebruik van deteg<strong>en</strong>woordige tijd behandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna dat van de verled<strong>en</strong> tijd. Als integrator zou e<strong>en</strong>speelscène kunn<strong>en</strong> volg<strong>en</strong> waarin beide vorm<strong>en</strong> in onderlinge sam<strong>en</strong>hang word<strong>en</strong> gebruikt.III. Activer<strong>en</strong>Bij het activer<strong>en</strong> van de kijker gaat het erom gew<strong>en</strong>ste d<strong>en</strong>k- <strong>en</strong> verwerkingsprocess<strong>en</strong> te stimuler<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> actieve opstelling bij de behandeling van nieuwe informatie of leerstof leidt tot betere verwerking,tot betere ret<strong>en</strong>tie (onthoud<strong>en</strong>) <strong>en</strong> maakt de toepassing van die k<strong>en</strong>nis in nieuwe situatiesgemakkelijker (transfer).We onderscheid<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de categorieën:-spanning inbouw<strong>en</strong>-vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>-geleg<strong>en</strong>heid gev<strong>en</strong> tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>IIIa. Spanning inbouw<strong>en</strong>Het inbouw<strong>en</strong> van spanning is gericht op het stimuler<strong>en</strong> van de emotionele betrokk<strong>en</strong>heid van dekijker. Bij e<strong>en</strong> spann<strong>en</strong>de film wil hij graag wet<strong>en</strong> hoe het verder gaat <strong>en</strong> zal hij actief hypothes<strong>en</strong>g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> over de afloop. In hoofdstuk elf is e<strong>en</strong> groot aantal spanningsmiddel<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Westipp<strong>en</strong> ze heel kort nog ev<strong>en</strong> aan.IIIa1. Verwachting<strong>en</strong> wekk<strong>en</strong>Spanning ontstaat als er verschill<strong>en</strong>de verwachting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gewekt die met elkaarconcurrer<strong>en</strong> ('Wordt het A of B?'). Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de tijdlimiet, aankondiging<strong>en</strong> <strong>en</strong> de setup('zaai<strong>en</strong>').IIIa2. Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong>Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> verstor<strong>en</strong> de harmonie, de overe<strong>en</strong>stemming <strong>en</strong> de gezam<strong>en</strong>lijkheid <strong>en</strong>vrag<strong>en</strong> daarom om e<strong>en</strong> oplossing. Teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> in obstakels, conflict<strong>en</strong>,contrast<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong>strijdighed<strong>en</strong> (counteraction) <strong>en</strong> dialog<strong>en</strong>.IIIa3. K<strong>en</strong>nisvoorsprongAls de kijker meer weet over de toedracht van gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> dan de spelers in de film, dankrijgt hij soms de neiging om in te grijp<strong>en</strong>: 'Pas op, kijk uit!'. Voorbeeld<strong>en</strong> zijn de 'beer op hetstrand', het 'pistool in de la' <strong>en</strong> de 'overval'.IIIa4. K<strong>en</strong>nisachterstandE<strong>en</strong> gebrek aan informatie kan de kijker aanzett<strong>en</strong> tot verwoed gepieker om dat gebrek opte heff<strong>en</strong>: 'Wat is er aan de hand?' Om frustratie te voorkom<strong>en</strong> moet de kijker wel <strong>en</strong>iguitzicht op e<strong>en</strong> oplossing word<strong>en</strong> gebod<strong>en</strong>.IIIa5. UitstelAls de inlossing van verwachting<strong>en</strong> steeds wordt uitgesteld door nieuwe gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> dieop hun beurt tot nieuwe verwachting<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>, dan kan e<strong>en</strong> snijd<strong>en</strong>de spanning ontstaan(susp<strong>en</strong>se). Voorbeeld<strong>en</strong> van uitstel zijn de onverwachte w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>, intermezzo's, decliffhanger <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> ('stiltes voor de storm').IIIa6. Herk<strong>en</strong>ningSpanning kan ook word<strong>en</strong> opgewekt doordat de kijker de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> sterk op zichzelfbetrekt via projectie- of introjectie-mechanism<strong>en</strong>.IIIa7. Pathetische uitbarstingEmotionele uitbarsting<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> inher<strong>en</strong>te emotionele respons bij de kijker op, die tot<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


actieve betrokk<strong>en</strong>heid leidt.IIIb. Vrag<strong>en</strong> stell<strong>en</strong>Wie wel e<strong>en</strong>s naar tv-quiz kijkt, weet dat het stell<strong>en</strong> van vrag<strong>en</strong> zeer activer<strong>en</strong>d werkt. Bij iederevraag hoort e<strong>en</strong> antwoord. Daarom voedt het stell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vraag de behoefte van de kijker om e<strong>en</strong>antwoord te vind<strong>en</strong>. Hele huiskamers do<strong>en</strong> mee <strong>en</strong> prober<strong>en</strong> zich vanuit hun beschermde omgevingmet de quizkandidat<strong>en</strong> te met<strong>en</strong>.Ook in e<strong>en</strong> gewone film kunn<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> als activeringsinstrum<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> gebruikt. Ging het bij despanningsmiddel<strong>en</strong> om het opwekk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> emotionele betrokk<strong>en</strong>heid, het stell<strong>en</strong> van vrag<strong>en</strong> richtzich meer op het bewerkstellig<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> intellectuele of inhoudelijke inspanning.We onderscheid<strong>en</strong> vier typ<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>:IIIb1. K<strong>en</strong>nisvraagIn de doorsnee-quiz gaat het meestal om standaard k<strong>en</strong>nisvrag<strong>en</strong> ('Wie vermoordde Willemvan Oranje?' of 'Welke Nederlandse meester schilderde de Nachtwacht?').Ook in spreektekst<strong>en</strong> of dialog<strong>en</strong> kan dit soort vrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: 'Tja, wie waseig<strong>en</strong>lijk de moeder van Koningin Wilhelmina?'. Om het antwoord te vind<strong>en</strong> moet de kijkerdiep in zijn geheug<strong>en</strong> duik<strong>en</strong> <strong>en</strong> hop<strong>en</strong> dat hij de naam die er jar<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> in isopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> kan terugvind<strong>en</strong>. De activering van de kijker betreft hier de reproduktie vanbestaande k<strong>en</strong>nis (herinnering). Vroeg of laat in de film moet de kijker kunn<strong>en</strong> nagaan of hijde vraag goed heeft beantwoord (terugkoppeling, zie onder IV).IIIb2. InzichtvraagBij e<strong>en</strong> inzichtvraag gaat het om het begrip: begrijp<strong>en</strong> hoe zak<strong>en</strong> in elkaar zitt<strong>en</strong>. 'Waaromkookt water in de berg<strong>en</strong> al b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de honderd grad<strong>en</strong> Celsius?' Bij dit soort vrag<strong>en</strong> gaathet om het op verklar<strong>en</strong>de wijze combiner<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s. Ook hiermoet de kijker na <strong>en</strong>ige tijd de juiste verklaring te hor<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> (terugkoppeling).IIIb3. Fantasiegerichte vraagSoms kan e<strong>en</strong> vraag word<strong>en</strong> gesteld zonder dat e<strong>en</strong> antwoord erg<strong>en</strong>s uit is af te leid<strong>en</strong>. Dekijker plaatst zo'n vraag binn<strong>en</strong> het eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader <strong>en</strong> laat zijn eig<strong>en</strong> fantasie de vrijeloop: 'Wat voor kleur zou haar baljurk zijn?' <strong>en</strong> 'hoe zou het zijn om facet-og<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong>?'.Het stimuleert de vrije associatie <strong>en</strong> het inlevingsvermog<strong>en</strong>.IIIb4. ProbleemstellingIn bijna iedere film kom<strong>en</strong> wel één of meer probleemstelling<strong>en</strong> voor. Net als bij deinzichtvraag moet de kijker zelf e<strong>en</strong> aantal gegev<strong>en</strong>s combiner<strong>en</strong>, alle<strong>en</strong> heeft hij hier vaakte mak<strong>en</strong> met onvolledige of zelfs teg<strong>en</strong>strijdige informatie. Bij het zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong>oplossing is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>geling nodig van veronderstelling<strong>en</strong>, deductie <strong>en</strong> creativiteit. E<strong>en</strong>prototypische probleemstelling treff<strong>en</strong> we aan in de detective: 'Wie heeft het gedaan?'. Opmicroniveau heeft de kijker te mak<strong>en</strong> met deelproblem<strong>en</strong>: 'waar heeft X de buit verstopt,hoe weet Y wat X van plan is <strong>en</strong> waarom doet Z alsof hij nerg<strong>en</strong>s vanaf weet?'IIIc. Geleg<strong>en</strong>heid gev<strong>en</strong> tot nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong>Als we will<strong>en</strong> dat de kijker de aangebod<strong>en</strong> informatie actief verwerkt, dan moet<strong>en</strong> we hem daar inergonomische zin ook de geleg<strong>en</strong>heid toe bied<strong>en</strong>.IIIc1. Interpretatieruimte inbouw<strong>en</strong>Voorwaarde voor e<strong>en</strong> actieve participatie van de kijker is dat we hem de mogelijkheidbied<strong>en</strong> om de informatie zelf in te kleur<strong>en</strong> <strong>en</strong> in te pass<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader.Juist de persoonlijke invulling door de kijker leidt er toe dat de combinatie van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong>beeld<strong>en</strong> meer betek<strong>en</strong>is heeft dan de som van de del<strong>en</strong>. Daarom is het belangrijk omwaardeoordel<strong>en</strong> zo veel mogelijk te vermijd<strong>en</strong>, niet te snel conclusies te formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong><strong>en</strong>ige relativering in te bouw<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> gepaste onvolledigheid in het informatieaanbodkan activer<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>: de kijker zal die hiat<strong>en</strong> automatisch aanvull<strong>en</strong> (zie hoofdstuk zes).<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


IIIc2. Doser<strong>en</strong> van informatieOns vermog<strong>en</strong> om informatie op te nem<strong>en</strong> is beperkt. Ons 'korte-termijngeheug<strong>en</strong>' waar deeerste verwerking van informatie plaatsvindt, heeft e<strong>en</strong> beperkte capaciteit: vol is vol 45 . Datbetek<strong>en</strong>t bijvoorbeeld dat we in spreektekst<strong>en</strong> de informatie goed moet<strong>en</strong> doser<strong>en</strong>: niet teveel moeilijke term<strong>en</strong> achter elkaar <strong>en</strong> vooral ook voldo<strong>en</strong>de verwerkingsmogelijkhed<strong>en</strong>bied<strong>en</strong> door stiltes in te lass<strong>en</strong>. Niet zeld<strong>en</strong> is in gesprok<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> het discjockeysyndroomaan te treff<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> ongeremde woord<strong>en</strong>stroom die de overdracht van informatieernstig belemmert. Het belang van pauzes kan niet voldo<strong>en</strong>de word<strong>en</strong> onderstreept.Filmmakers zijn vaak g<strong>en</strong>eigd om pauzes zoveel mogelijk te vermijd<strong>en</strong> omdat die immers de'vaart' uit de film hal<strong>en</strong>. Uit onderzoek blijkt echter dat het bewust inbouw<strong>en</strong> van verwerkingspauzeshet ler<strong>en</strong> bevordert (Fleming*).Beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat ze niet moet<strong>en</strong> gaan strijd<strong>en</strong>om de aandacht. Als de beeld<strong>en</strong> zeer veel aandacht <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie vrag<strong>en</strong>, zal degeluidskant zich moet<strong>en</strong> intom<strong>en</strong>. En omgekeerd, e<strong>en</strong> ingewikkelde verbale uitleg vereistrustige ondersteunde beeld<strong>en</strong> die niet te zeer afleid<strong>en</strong> (Heuvelman*).IIIc3. Afwissel<strong>en</strong>De boog kan niet altijd gespann<strong>en</strong> zijn. Volledige conc<strong>en</strong>tratie zal de kijker slechts e<strong>en</strong>beperkte tijd kunn<strong>en</strong> volhoud<strong>en</strong>. Daarom is het nodig om inspann<strong>en</strong>de passages tijdig af tewissel<strong>en</strong> met passages waarin de kijker ev<strong>en</strong> op adem kan kom<strong>en</strong>. Dieontspanningsmom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> als het ware intermezzo's die de kijker weer voorbereid<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d informatieblok.IIIc4. Uitgesteld bevestig<strong>en</strong>E<strong>en</strong> goede timing van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> kan sterk activer<strong>en</strong>d werk<strong>en</strong>. Soms is het zinvolom e<strong>en</strong> toelicht<strong>en</strong>de comm<strong>en</strong>taartekst met opzet <strong>en</strong>kele second<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> achterlop<strong>en</strong> ophet beeld:BEELDE<strong>en</strong> shot van het Paleis op deDam.COMMENTAARTEKSTPAUZE TWEE SECONDEN'...markant <strong>en</strong> statig, in het hart vande stad: het Paleis op de Dam...'De kijker krijgt nu de geleg<strong>en</strong>heid om zelf vast te stell<strong>en</strong> welk gebouw hij ziet: '...hé, is datniet het Paleis op de Dam?...'. Ev<strong>en</strong> later wordt die vaststelling bevestigt door decomm<strong>en</strong>taartekst.Het omgekeerde werkt ook: e<strong>en</strong> naam of voorwerp wordt g<strong>en</strong>oemd, terwijl het beeld pase<strong>en</strong> paar second<strong>en</strong> later verschijnt. De kijker maakt zich dan eerst zelf e<strong>en</strong> voorstelling <strong>en</strong>ziet die voorstelling na <strong>en</strong>kele second<strong>en</strong> in het beeld bevestigd (of niet).IV. Terugkoppel<strong>en</strong>E<strong>en</strong> goede film zal altijd anticiper<strong>en</strong> op de mogelijke gedacht<strong>en</strong>, interpretaties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s van dekijker. Maar door het e<strong>en</strong>richtingverkeer in de communicatie kan e<strong>en</strong> film nooit direct comm<strong>en</strong>taarlever<strong>en</strong> op het gedrag of de vordering<strong>en</strong> van de individuele kijker, zoals e<strong>en</strong> leraar dat bij e<strong>en</strong> leerlingdoet. Toch moet ook de kijker tuss<strong>en</strong>tijds informatie krijg<strong>en</strong> waarmee hij kan nagaan in hoeverre zijngedacht<strong>en</strong> <strong>en</strong> conclusies (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel zijn gedrag) correctie behoev<strong>en</strong>.Als e<strong>en</strong> film deel uitmaakt van e<strong>en</strong> multimediaal leerpakket, kan de terugkoppeling ook in e<strong>en</strong> andermedium, bijvoorbeeld e<strong>en</strong> werkboek word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het kan ook zijn dat juist de hele film als45 Volg<strong>en</strong>s G.A. Miller* kunn<strong>en</strong> we maximaal ongeveer zev<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> tegelijk verwerk<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


terugkoppeling is bedoeld. We beperk<strong>en</strong> ons hier tot e<strong>en</strong> aantal (deels overlapp<strong>en</strong>de) vorm<strong>en</strong> vanterugkoppeling zoals die binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> film kunn<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>.IVa. Directe terugkoppelingDirecte terugkoppeling kan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> als er sprake is van e<strong>en</strong> vraag of e<strong>en</strong> kijkopdracht: 'Let uvooral op het gedrag van de supporter met de honkbalknuppel.'Na de observatie hor<strong>en</strong> we dan in de terugkoppeling wat we hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>: 'Als u goed heeftgekek<strong>en</strong> dan weet u dat hij de knuppel....'.Ook het gebruik van vertraagde of uitvergrote beeld<strong>en</strong> kan ons in dit soort observatieoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> metde neus op de feit<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong>: 'Kijkt u nog e<strong>en</strong>s beeld voor beeld wat er met de knuppel gebeurt....'IVb. Natuurlijke terugkoppelingIn iedere film wordt op grote schaal bewust of onbewust natuurlijke terugkoppeling ingebouwd. Overalwaar de kijker verwachting<strong>en</strong> heeft gekreg<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de loop der gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> kan de inlossingvan die verwachting<strong>en</strong> als terugkoppeling word<strong>en</strong> opgevat. De kijker kan dan zi<strong>en</strong> of zijnveronderstelling<strong>en</strong> klopp<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijke vorm van terugkoppeling is 'natuurlijk' van aard omdat diebeslot<strong>en</strong> ligt in de getoonde handeling<strong>en</strong> of gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.Zeer veel voorbeeld<strong>en</strong> van natuurlijke terugkoppeling zijn te vind<strong>en</strong> in de films van Laurel <strong>en</strong> Hardy:goed gedrag wordt op 'natuurlijke' wijze beloond, fout gedrag wordt op 'natuurlijke' wijze bestraft.Ook in de sfeer van gedragsobservaties heeft de kijker veel met natuurlijke terugkoppeling te mak<strong>en</strong>.Bijvoorbeeld bij de observatie van gesprekshandeling<strong>en</strong>: het verloop van e<strong>en</strong> gesprek is d<strong>en</strong>atuurlijke terugkoppeling op de kwaliteit van de gesprekshandeling<strong>en</strong>.IVc. Uitgestelde terugkoppelingDe ontknoping van e<strong>en</strong> film kan word<strong>en</strong> opgevat als e<strong>en</strong> vorm van uitgestelde terugkoppeling. Dooronverwachte w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong>, vertraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> intermezzo's wordt de spanning opgevoerd totdat de kijkeruiteindelijk te wet<strong>en</strong> komt hoe het verhaal afloopt. Maar ook op het niveau van sequ<strong>en</strong>ties of scèneskan uitgestelde terugkoppeling zinvol word<strong>en</strong> toegepast. Met het oog op exploratie is het fnuik<strong>en</strong>d omdirect corriger<strong>en</strong>d op te tred<strong>en</strong>. De kijker moet zelf op basis van e<strong>en</strong> beperkte hoeveelheid informatieop zoek naar oplossing<strong>en</strong>. Tuss<strong>en</strong>tijdse nieuwe informatie moet hij gebruik<strong>en</strong> om zelfcorriger<strong>en</strong>d opte tred<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn veronderstelling<strong>en</strong> bij te stell<strong>en</strong>. Uitstel van terugkoppeling wordt vooral zinvol geachtin het geval van propositionele k<strong>en</strong>nis: red<strong>en</strong>ering<strong>en</strong> in de vorm van 'als dit, dan dat...' (Alessi*).Net als bij het opbouw<strong>en</strong> van spanning is het de kunst om het uitstel zo te kiez<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> optimaaleffect wordt bereikt. Te snelle terugkoppeling kan leid<strong>en</strong> tot passiviteit bij de kijker, te veel uitstel kanleid<strong>en</strong> tot ergernis: '...had dat dan mete<strong>en</strong> gezegd!'IVd. Geprojecteerde terugkoppelingE<strong>en</strong> film kan nooit rechtstreeks comm<strong>en</strong>taar lever<strong>en</strong> op het gedrag van de afzonderlijke kijker.Individuele terugkoppeling op maat is daarom niet mogelijk. Wel kan via het proces van projectie diesituatie heel dicht word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>aderd. Als de kijker zich vere<strong>en</strong>zelvigt met e<strong>en</strong> van de hoofdperson<strong>en</strong>kan alle terugkoppeling die zich op die hoofdpersoon richt door de kijker word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.Omdat het projectiemechanisme voortkomt uit de meer primitieve hers<strong>en</strong>structur<strong>en</strong> (het limbischsysteem) zijn ook de meeste effect<strong>en</strong> op dit niveau te verwacht<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat leereffect<strong>en</strong>vooral ligg<strong>en</strong> op het gebied van de conditionering <strong>en</strong> attitudebeïnvloeding. Films voor reclame,promotie <strong>en</strong> propaganda zijn hiervan de expon<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Op beperkte schaal kan ook in het cognitieve domein sprake zijn van geprojecteerde terugkoppeling.Dat is bijvoorbeeld het geval als gewerkt wordt volg<strong>en</strong>s het didactisch model van imitatieler<strong>en</strong>(paradigmatisch ler<strong>en</strong>, modelgedrag): 'Jan zal nu lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> hoe het wèl moet...'IVe. Concluder<strong>en</strong>/g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong>Als de kijker tijd<strong>en</strong>s het kijk<strong>en</strong> sterk geactiveerd wordt, zal hij voortdur<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> oordeel hebb<strong>en</strong> overhet belang <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van de hem aangebod<strong>en</strong> informatie. Hij zal de verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong>met elkaar in verband br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> zijn eig<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tiekader. Maar e<strong>en</strong> film laatdoorgaans zeer concrete, exemplarische situaties zi<strong>en</strong>, die slechts model staan voor e<strong>en</strong> meeralgeme<strong>en</strong> begrip.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


E<strong>en</strong> film over e<strong>en</strong> illegale vreemdeling die in Nederland probeert te overlev<strong>en</strong>, gaat niet alle<strong>en</strong> overdie <strong>en</strong>e vreemdeling maar neemt ook e<strong>en</strong> positie in over het vreemdeling<strong>en</strong>beleid in het algeme<strong>en</strong>.Voor zover de kijker zelf die g<strong>en</strong>eralisatieslag kan mak<strong>en</strong> heeft hij recht op e<strong>en</strong> terugkoppelingwaaraan hij zijn eig<strong>en</strong> conclusies kan toets<strong>en</strong>. Dat kan als in de film na verloop van tijd dit soortoverstijg<strong>en</strong>de conclusies wordt geëxpliciteerd.V. Herhal<strong>en</strong>Door het vaste tempo van film <strong>en</strong> de vaste volgorde waarin de informatie wordt aangebod<strong>en</strong>, is hetvoor de kijker nauwelijks mogelijk alle informatie voldo<strong>en</strong>de op te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>. Als hijev<strong>en</strong>tjes niet goed oplet, heeft hij iets ess<strong>en</strong>tieels gemist. Door regelmatig herhaling<strong>en</strong> in te bouw<strong>en</strong>,kan dit soort problem<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Het ler<strong>en</strong> wordt erdoor bevorderd.We onderscheid<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van herhal<strong>en</strong>:-heraanbied<strong>en</strong> van informatie-sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>-herbevestig<strong>en</strong>.Va. Heraanbied<strong>en</strong> van informatieDe stelling 'wat gezegd is, is gezegd' is ge<strong>en</strong> goed uitgangspunt voor e<strong>en</strong> filmmaker. Hij zal zichvoortdur<strong>en</strong>d moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> welke informatie hij nogmaals moet aanbied<strong>en</strong>.Va1. Letterlijk herhal<strong>en</strong>De meest e<strong>en</strong>voudige manier is letterlijk herhal<strong>en</strong>. Dat kan met beeld<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> zoals bijsportwedstrijd<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de herhaling van e<strong>en</strong> doelpunt. Maar dat kan ook verbaalgebeur<strong>en</strong>: 'Ik herhaal, dat kan verbaal gebeur<strong>en</strong>...'.Vooral wanneer e<strong>en</strong> nieuw begrip is geïntroduceerd, kan zo'n letterlijke herhaling nuttig zijn:'...De nieuwe wereldkampio<strong>en</strong> is de volslag<strong>en</strong> onbek<strong>en</strong>de Floris Jans<strong>en</strong>. Onze verslaggeversprak met Floris Jans<strong>en</strong>, de kersverse wereldkampio<strong>en</strong>...'.Schoon<strong>en</strong>berg* spreekt in dit soort gevall<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> 'service-herhaling': e<strong>en</strong>di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing aan de kijker.Va2. Herhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander symboolsysteemE<strong>en</strong> subtielere vorm van herhal<strong>en</strong> ontstaat als daarbij e<strong>en</strong> ander symboolsysteem wordtgebruikt. Bijvoorbeeld:BEELD1. PRESENTATOR TOT DE KIJ-KERCOMMENTAARTEKSTPRESENTATOR:'...Om te kunn<strong>en</strong> nagaan hoeveelgrind er in de vrachtwag<strong>en</strong> zit,gebruik<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> weegbrug...'PAUZE2. VRACHTWAGEN RIJDT DEWEEGBRUG OP, DE WIJZERSLAAT UIT<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Deze techniek lijkt sterk op het uitgesteld bevestig<strong>en</strong> (IIIc4).Ook simultane redundantie kan als e<strong>en</strong> vorm van herhal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevat waarbij meerdan één symboolsysteem wordt gebruikt. Alle<strong>en</strong> is er dan ook nog sprake van gelijktijdigheid(zie IIb3, acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> door timing).Va3. Herhal<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander contextZoals gezegd onder punt IVe is het vaak lastig om vanuit e<strong>en</strong> concrete, exemplarischesituatie tot algem<strong>en</strong>e conclusies te kom<strong>en</strong>. Daarom is het vaak zinvol om dezelfde inhoud<strong>en</strong>deels nogmaals te behandel<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere context. Op basis van geme<strong>en</strong>schappelijkek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kan dan tot g<strong>en</strong>eralisatie word<strong>en</strong> gekom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taire overbijvoorbeeld de 'positie van de vrouw op de arbeidsmarkt' zal tot krachtiger conclusiesleid<strong>en</strong>, indi<strong>en</strong> we k<strong>en</strong>nis kunn<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> van meer dan één gevalsstudie. Het herhal<strong>en</strong> kandan word<strong>en</strong> opgevat als het stapel<strong>en</strong> van 'proofpoints' (Swain*).Vb. Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>E<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als de teg<strong>en</strong>hanger van de aankondiging <strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> terugblikop e<strong>en</strong> eerdere passage. Bij iedere aankondiging hoort e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting conform het model(Koumi*):Zeg wat je gaat do<strong>en</strong>: (aankondiging)Doe het:(behandeling)Zeg wat je hebt gedaan: (sam<strong>en</strong>vatting)De sam<strong>en</strong>vatting fungeert daardoor ook als afsluiting van e<strong>en</strong> onderwerp. Hij onderscheidt zich vande conclusie (IVe) <strong>en</strong> de integrator (IIc4) door het feit dat hij slechts e<strong>en</strong> overzicht geeft <strong>en</strong> ge<strong>en</strong>nieuwe informatie bevat 46 . We onderscheid<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>.Vb1. Inhoudelijk sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>E<strong>en</strong> inhoudelijke sam<strong>en</strong>vatting is e<strong>en</strong> korte terugblik waarin de behandelde stof kernachtigwordt weergegev<strong>en</strong>. Het doel van de sam<strong>en</strong>vatting is het consolider<strong>en</strong> van de opgedanek<strong>en</strong>nis, waardoor die beter wordt onthoud<strong>en</strong>. Voorbeeld:'...<strong>en</strong> uit die meting<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we gevond<strong>en</strong> dat de trillingstijd van de slinger ev<strong>en</strong>redig ismet de wortel uit de l<strong>en</strong>gte...'Vb2. Aspecifiek sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>De aspecifieke sam<strong>en</strong>vatting is de teg<strong>en</strong>hanger van de aspecifieke aankondiging (Ib3). Deaspecifieke sam<strong>en</strong>vatting fungeert uitsluit<strong>en</strong>d als afsluiting van e<strong>en</strong> onderwerp. Het af tesluit<strong>en</strong> onderwerp wordt g<strong>en</strong>oemd, zonder inhoudelijke bevinding<strong>en</strong>:'...we hebb<strong>en</strong> het nu gehad over de viool, de piano <strong>en</strong> de fluit. En over hun plaats binn<strong>en</strong> demuziek van...'Vc. (Her-)bevestigingBij e<strong>en</strong> herbevestiging gaat het om e<strong>en</strong> bevestiging van iets dat de kijker al weet. Dit mag overbodiglijk<strong>en</strong>, maar voorziet zoals iedere vorm van herhal<strong>en</strong> in de perman<strong>en</strong>te behoefte van de kijker aanzekerheid <strong>en</strong> aanmoediging.Vc1. Legitimer<strong>en</strong> van het onderwerpE<strong>en</strong> brand<strong>en</strong>de vraag voor de kijker is vaak: 'Waarom kijk ik hier eig<strong>en</strong>lijk naar, waaromlat<strong>en</strong> ze mij dit zi<strong>en</strong>?' Voortdur<strong>en</strong>d moet de kijker het vertrouw<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dat hetzinvol is om verder te kijk<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat het behandelde onderwerp met <strong>en</strong>ige regelmaatals nuttig <strong>en</strong> noodzakelijk moet word<strong>en</strong> bevestigd <strong>en</strong> past binn<strong>en</strong> de bedoeling<strong>en</strong>46 E<strong>en</strong> 'flashback' (terugblik) bek<strong>en</strong>d uit de speelfilm is e<strong>en</strong> vormelem<strong>en</strong>t om de chronologie in hetfilmverhaal te doorbrek<strong>en</strong>. Zo'n flashback bevat voor de kijker altijd nieuwe informatie <strong>en</strong> hoort daaromniet tot de sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong>.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


zoals die in het begin van de film zijn uite<strong>en</strong>gezet.E<strong>en</strong> film over reanimatietechniek<strong>en</strong> bijvoorbeeld vraagt niet alle<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> helderebehandeling van de techniek<strong>en</strong>, maar moet ook van tijd tot tijd wijz<strong>en</strong> op het lev<strong>en</strong>sbelangdaarvan.Vc2. Bevestig<strong>en</strong> van relatiesDe kijker heeft e<strong>en</strong> natuurlijke behoefte om allerlei object<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong> metelkaar in verband te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hij moet daartoe steeds zijn veronderstelling<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>test<strong>en</strong>. De filmmaker heeft daarvoor bijvoorbeeld de beschikking over 'establishing shots',waar e<strong>en</strong> scène mee begint of eindigt. E<strong>en</strong> establishing shot aan het einde van de scènebevestigt de soms impliciet geblev<strong>en</strong> geometrische relaties.Vc3. Retorische vraagE<strong>en</strong> retorische vraag is eig<strong>en</strong>lijk ge<strong>en</strong> vraag maar e<strong>en</strong> (her-)bevestiging van eerdereconclusies: 'Moet<strong>en</strong> we dit nu mooi vind<strong>en</strong>?' of 'Heeft u ooit iets gekkers meegemaakt?' Zo'nvraag vereist ge<strong>en</strong> beantwoording omdat het antwoord er reeds in beslot<strong>en</strong> ligt. M<strong>en</strong>bedoelt: '...Wat is dit lelijk!' <strong>en</strong> '...Wat e<strong>en</strong> gekke situatie!'Vc4. Bevestig<strong>en</strong> van stijlHet hanter<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te stijl bevordert de communicatie. De onveranderlijkheidvan stijlelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> vergroot de herk<strong>en</strong>baarheid <strong>en</strong> leidt tot conditioneringseffect<strong>en</strong> die hetler<strong>en</strong> vergemakkelijk<strong>en</strong>.Als in e<strong>en</strong> film bijvoorbeeld e<strong>en</strong> grafische animatie word<strong>en</strong> gebruikt om iets uit te legg<strong>en</strong> danzal de kijker eerst moet<strong>en</strong> w<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de manier waarop de grafische code wordt gebruikt.Deze s<strong>en</strong>sibilisering van de kijker (Koumi*) kan bij volg<strong>en</strong>de animaties word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ut doore<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t gebruik van kleur<strong>en</strong>, lijn<strong>en</strong>, symbol<strong>en</strong> <strong>en</strong> beweging<strong>en</strong>: de kijker herk<strong>en</strong>t destijl <strong>en</strong> kan direct doordring<strong>en</strong> tot de onderligg<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.NawoordDe strekking van dit boek, dat het mak<strong>en</strong> van film e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong> <strong>en</strong> geplande activiteit behoort tezijn waarbij zo min mogelijk aan het toeval wordt overgelat<strong>en</strong>, is in de achterligg<strong>en</strong>de hoofdstukk<strong>en</strong>op vele mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt <strong>en</strong> toegelicht. Werk<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> stevig fundam<strong>en</strong>t moet de voorkeurkrijg<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> improvisatie of opportunisme.Dit boek draagt daartoe e<strong>en</strong> brede <strong>en</strong> solide basis aan die het mogelijk maakt de ideeën die ontstaante beheers<strong>en</strong> <strong>en</strong> te kanaliser<strong>en</strong>. Door te kiez<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering vanuit leerprocess<strong>en</strong> <strong>en</strong>k<strong>en</strong>nisoverdracht hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> zeker acc<strong>en</strong>t gelegd op het <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> van films voor het onderwijs.Zoals echter ook uit de vele concrete voorbeeld<strong>en</strong> moge blijk<strong>en</strong>, zijn onze bevinding<strong>en</strong> veel bredertoepasbaar, omdat geestelijke verrijking van wat voor aard dan ook de basis is van alle vorm<strong>en</strong> vancommunicatie.Het is echter e<strong>en</strong> illusie te veronderstell<strong>en</strong> dat het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film volledig uit e<strong>en</strong> boek als dit kanword<strong>en</strong> geleerd. De <strong>praktijk</strong> van het film<strong>en</strong> is vele mal<strong>en</strong> complexer <strong>en</strong> veelzijdiger dan in e<strong>en</strong> boekooit kan word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Vele in dit boek aangeroerde kwesties krijg<strong>en</strong> dan ook pas in de <strong>praktijk</strong>hun betek<strong>en</strong>is. En hoewel alle regels, voorschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> overweging<strong>en</strong> die aan de orde zijn gekom<strong>en</strong>,van belang zijn bij het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film, zou het zeer schadelijk zijn om ze alle klakkeloos toe tepass<strong>en</strong>. In de <strong>praktijk</strong> k<strong>en</strong>t ieder filmontwikkelingsproces zijn eig<strong>en</strong> bijzonderhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong>,die ons soms nop<strong>en</strong> tot het kiez<strong>en</strong> van pragmatische oplossing<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> ons realiser<strong>en</strong> dat het<strong>ontwerp<strong>en</strong></strong> slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel facet is van e<strong>en</strong> complex ontwikkelingsproces waarbij e<strong>en</strong> groot aantalpartij<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> is <strong>en</strong> waarbij bepaalde keuz<strong>en</strong> soms zwaar moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bevocht<strong>en</strong>. Op tal vanpunt<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we gedwong<strong>en</strong> zijn de ideeën tot maakbare <strong>en</strong> aanvaardbare proporties terug tebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.Onze positie als filmmaker is daarin niet in alle opzicht<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> sterk te noem<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>we al bij voorbaat te mak<strong>en</strong> met tal van handicaps zoals aangegev<strong>en</strong> in hoofdstuk e<strong>en</strong>, maar ook<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


word<strong>en</strong> we er als eindverantwoordelijke altijd op aangekek<strong>en</strong>, als sommige ding<strong>en</strong> achteraf watblijk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te vall<strong>en</strong>.Zelfs als we uitgaan van e<strong>en</strong> degelijk filmontwerp kan er in de uitwerking nog veel verkeerd gaan. Inde vertaalslag van ontwerp naar <strong>praktijk</strong> kunn<strong>en</strong> veel goede ideeën hun glans verliez<strong>en</strong>. Succes isimmers sterk afhankelijk van de wijze waarop de handeling<strong>en</strong> uit het script technisch <strong>en</strong> dramatischword<strong>en</strong> uitgevoerd. De meest e<strong>en</strong>voudige handeling op papier, zoals het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> deur of hetrok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sigaret, kan in de <strong>praktijk</strong> al tot grote problem<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>. Er zijn immers honderd<strong>en</strong>manier<strong>en</strong> om iets verkeerd te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> maar één of twee om het goed te do<strong>en</strong>. Dit kanallemaal afbreuk do<strong>en</strong> aan de kwaliteit van het uiteindelijke produkt. De filmmaker wordt daar -terecht- in alle opzicht<strong>en</strong> op aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt ook met de bewijslast opgezadeld. Het zalduidelijk zijn dat ook hier e<strong>en</strong> goede voorbereiding <strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede specificatie hun nut kunn<strong>en</strong>bewijz<strong>en</strong>.De kwetsbare positie waarin we verker<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> extra red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> groot belang te hecht<strong>en</strong> aan deonderbouwing van de ontwerpkeuz<strong>en</strong>. We moet<strong>en</strong> in staat zijn ons geesteskind met inhoudelijkeargum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele kritiek. Wie zijn toevlucht moet nem<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> aantal ev<strong>en</strong>doorzichtige als oneig<strong>en</strong>lijke argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, in casu smoez<strong>en</strong>, heeft waarschijnlijk onvoldo<strong>en</strong>destilgestaan bij de gevolg<strong>en</strong> van zijn keuz<strong>en</strong>:-Expertise:-Smaak:-Uitdrukkingswijze:-Geld:-Beschuldiging:-Machtswoord:'Dat is in ons vak heel gebruikelijk...''Nou, ikzelf vind het wèl mooi...''Ja, maar dat is nu e<strong>en</strong>maal mijn stijl van werk<strong>en</strong>.....''Ja, maar dat kun je voor dit bedrag niet verwacht<strong>en</strong>...''Ja zeg, ....dan had je dat eerder moet<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>...''....Anders kap ik er mee...'Het belang van e<strong>en</strong> theoretische verdieping, als onderdeel van de filmontwikkeling, is inmiddelsvoldo<strong>en</strong>de aangetoond. Het is dan ook e<strong>en</strong> misvatting dat het filmvak alle<strong>en</strong> in de <strong>praktijk</strong> geleerd kanword<strong>en</strong>. Dit boek geeft die verdieping vanuit e<strong>en</strong> ontwerp-perspectief <strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt waar mogelijk <strong>theorie</strong><strong>en</strong> <strong>praktijk</strong> met elkaar in verband. Het is nu aan de lezer om de informatie uit dit boek op e<strong>en</strong> nuttige<strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>de wijze toe te pass<strong>en</strong> in de <strong>praktijk</strong>.We wijz<strong>en</strong> gemakshalve nog op e<strong>en</strong> gewichtige eig<strong>en</strong>schap van het boek als informatiedrager. Watbij film als e<strong>en</strong> groot gemis wordt ervar<strong>en</strong>, is met e<strong>en</strong> boek wel mogelijk: terugblader<strong>en</strong>! Het boek isgemakkelijk toegankelijk <strong>en</strong> zucht niet onder e<strong>en</strong> vast tempo of e<strong>en</strong> opgelegde volgorde. Het biedt delezer alle ruimte om hier <strong>en</strong> daar nog e<strong>en</strong>s wat na te lez<strong>en</strong>. Ieder medium zijn k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>....We eindig<strong>en</strong> dit boek met e<strong>en</strong> citaat van Roald Dahl, als e<strong>en</strong> logische pay-off van e<strong>en</strong> set-up eerderin dit hoofdstuk:'Daar gaat-ie dan!' riep Joris. 'Slikk<strong>en</strong> maar!' Hij duwde de lepel ver haar mond in<strong>en</strong> keerde hem in haar keelgat om. To<strong>en</strong> deed hij e<strong>en</strong> stap achteruit om hetresultaat te zi<strong>en</strong>. Het was de moeite waard....'(Uit: 'Joris <strong>en</strong> de geheimzinnige toverdrank' van Roald Dahl*)<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


LiteratuurlijstAlbert M., Cerebral dominance and reading habits, Nature 256: 403.Alessi S. M., Trollip S. R., Computer-based instruction, methods and developm<strong>en</strong>t, Pr<strong>en</strong>tice-Hall Inc.,Englewood Cliffs, 1985.Andrew D., Concepts in film theory. Oxford University Press, Oxford, 1984.Arnheim R., Virtues and vices of the visual media, in Media and symbols: the form of expression,communication and education, 73rd Yearbook of the National Society for the Study of Education,Chicago University Press, 1974.Asimov I., Morg<strong>en</strong>, 71 toekomstbeeld<strong>en</strong> van wet<strong>en</strong>schap, techniek <strong>en</strong> maatschappij.Ausubel D. P., Educational psychology: A cognitive view, Holt, Rineholt and Winston, New York,1968.Bal M., De <strong>theorie</strong> van vertell<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhal<strong>en</strong>. Inleiding in de narratologie, Muiderberg, 1980.Bandura A., Principles of behavior modification, Holt, Rinehart and Winston, New York, 1969.Barrows H. N., Tamblyn R. M., Problem-based learning, an approach to medical education, SpringerPublishing Company, 1980.Baudry J. L., Communications 23, 1975.Bazin A., What isccinema? Selected and translated by Gray H., University of California Press,Berkeley, 1967/71.Bellour R., Bandy M. L., Jean-Luc Godard; Son + Image 1974-1991, The Museum of Modern Art,import Nilsson & Lamm, New York, 1993.B<strong>en</strong>v<strong>en</strong>iste E., Problems in g<strong>en</strong>eral linguistics, University of Miami Press, 1971.Berger A. A., Semiological analysis, in: Media, knowledge and power, Boyd-Barret O. and Braham P.(eds), London/Sydney, 1987.Bergh H. van d<strong>en</strong>, Tekst<strong>en</strong> voor toeschouwers, Inleiding in de drama<strong>theorie</strong>, Coutinho, 1988.Berghaus M. e. a., Fernseh-shows im Blick der Zuschauer, Rundfunk und Fernseh<strong>en</strong>, 1994.Biezeman H., Audiovisuele media in onderwijs <strong>en</strong> opleiding, Het Spectrum, 1977.Bloch J. <strong>en</strong> Fadiman B., in: Mads<strong>en</strong> O., 'Don't tell them, show them', Sc<strong>en</strong>ario Seminar 1981, NFTA,Amsterdam, 1982.Bloom B. S. e. a., Taxonomy of educational objectives; Handbook I: Cognitive domain, New York,1956.Bloom, F. A. and Lazerson A., Brain, mind and behaviour, Freeman, 1985.Boggs J., The art of watching films, Mayfield Publishing Company, Palo Alto, 1985.Bordwell D., Thompson K., Film art: an introduction, McGraw-Hill, 1990.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Bordwell D., Making meaning, infer<strong>en</strong>ce and rethoric in the interpretation of cinema, HarvardUniversity Press, 1989.Branigan E., Point of view in the cinema, a theory of narration and subjectivity in classical film,Mouton Publishers, 1984.Broekhuiz<strong>en</strong> H., Pres<strong>en</strong>tatie. Bij wijze van sprek<strong>en</strong>, Uniepers, 1994.Bruner J., Toward a theory of instruction, Norton, New York, 1966.Bruner J. S., On perceptual readiness, Psychological Review, 64, 1957.Bryant J., Alexander A. F., Brown D., Learning from educational television programs, in: Learningfrom television, ed. Howe M. J. A., Academic Press, 1983.Cassirer: zie Samson G. M. H., Mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, mediafuncties, mediumkeuze, Stichting Film <strong>en</strong>Wet<strong>en</strong>schap, 1982.Chomsky A. N., Cartesian linguistics, Harper and Row, New York, 1968.Clarck R. E., Sugrue B. M., North American disputes about research on learning from media,International Journal of Educational Research, 14(6), 1990.Colavita F. B., Human s<strong>en</strong>sory dominance, perception and psychophysics, 16(2), 1974.Coldevin G. O., The differ<strong>en</strong>tial effects of voice-over, superimposition and combined reviewtreatm<strong>en</strong>ts as production strategies for ETV programming, Aspects of Educational Technology VIII,eds. Baggaley J., Jamieson G. H., Marchant H., Bath: Pitman Publishers, 1975.Cooper R. M., The control of eye fixation by the meaning of spok<strong>en</strong> language, Cognitive Psychology,6, 1974.Corte de E. e.a., Beknopte didaxologie, Wolters Noordhoff, Groning<strong>en</strong>, 1981.Dahl R., Joris <strong>en</strong> de geheimzinnige toverdrank, vert. H. Vriez<strong>en</strong>dorp, Fontein, 1981/1992.DiSessa A. A., Repres<strong>en</strong>tation of knowledge: a meaning for the computational metaphor, in Cognitiveprocess instruction, ed. Lockhead J. <strong>en</strong> Clem<strong>en</strong>t J., Philadelphia, 1979.Dwyer F. M., Parkhurst P. E., Programmed learning and educational technology, 19(2), 1982.Eco U., A theory of semiotics, MacMillan, London, 1977.Egri L., The art of dramatic writing, Simon and Schuster Inc., 1946.Eis<strong>en</strong>stein S. M., Montage: het constructieprincipe in de kunst, SUN, 1981.Ferguson D. A., Journal of Broadcasting and Electronic Media, 1994.Festinger L., A theory of cognitive dissonance, Stanford University Press, 1957.Field S., The Scre<strong>en</strong>writers Workbook, New York, 1984.Findahl O., Höijer B. in: Windahl S. and Signitzer B., Using communication theory, Sage Publications,<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


London, 1992.Fleming M., Levie W. H., Instructional message design, Holt, Rinehart and Winston, New York, 1985.Flesh R., Helder schrijv<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, Van Loghum Slaterus, Dev<strong>en</strong>ter, (vert.) 1977.Fromm E., De angst voor vrijheid, 1941, Bijleveld, Utrecht 1974.Gagné R. M. <strong>en</strong> Briggs L. J., Principles of instructional design, Holt, Rinehart and Winston, New York,1979.Gagné R. M., The conditions of learning, Holt, Rinehart and Winston, New York, 1985.Gal<strong>en</strong> D., Ornstein R., Lateral Specialisation of Cognitive Mode: an EEG Study, Psychophysiology 9(4):412-418.Gal'périn P. J. e.a., Probleme der Lern<strong>theorie</strong>, Berlin, 1972.Gardner H., Howard V., Perkins D., In: Media and symbols. The form of expression, communicationand education. 73rd Yearbook of the National Society for the Study of Education, Chicago UniversityPress, 1974.Gilder R. S., Why pictures with words help the learner understand, Media in education anddevelopm<strong>en</strong>t, june 1985.Goodman G. S., Picture memory: How the action schema affects ret<strong>en</strong>tion, Cognitive Psychology, 12,1980.Gorbman C., Unheard melodies, BFI Publishing, London, 1987.Gordon I. A., Theories of visual perception, John Wiley and Sons, 1991.Gorp H. van e.a., Lexicon van literaire term<strong>en</strong>, Wolters-Noordhoff, Groning<strong>en</strong>, 1991.Granada TV, fragm<strong>en</strong>t uit de tv-serie 'Television', 1985.Gregory R. L., Perceptions as hypotheses, in: Brown S. L. (ed), Philosophy of Psychology, MacMillan,London, 1974.Gu<strong>en</strong>ther R. K., Klatzky R. L., Putnam W., Journal of verbal learning and verbal behavior, 19, 1980.Heath S., Questions of cinema, MacMillan, London, 1981.Heuvelman A., Buit<strong>en</strong> beeld, Swets <strong>en</strong> Zeitlinger, 1989.Hoefakker, R., fragm<strong>en</strong>t uit het videoprogramma 'Hartcanulatie', Op<strong>en</strong> universiteit, 1993.Hsia H. J., The information processing capacity of modality and channel performance, AVCommunication Review, 19(1), 1971.Hsia H. J., Redundancy: Is it the lost key to better communication?, AV Communication Review,25(1), 1977.Janss<strong>en</strong> D. (red.), Zakelijke communicatie I <strong>en</strong> II, Wolters-Noordhoff, Groning<strong>en</strong>, 1992.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Jarvie I., Philosophy of film, epistemology, ontology, aesthetics, York University, Routledge andKegan Paul, New York/London, 1987.Judson H. Freeland, Op zoek naar oplossing<strong>en</strong>, vertaling Seger<strong>en</strong> B., Ve<strong>en</strong>, Utrecht/Antwerp<strong>en</strong>,1982.Klerk L. F. W. de, Onderwijspsychologie, Van Loghum Slaterus, Dev<strong>en</strong>ter, 1979/1983.Knirk F. G., Gustafson K. L., Instructional technology, A system approach to instruction, CBSPublishing, New York, 1986.Knulst W. P. <strong>en</strong> Kalmijn M., Van woord naar beeld, Onderzoek naar de verschuiving<strong>en</strong> in detijdsbesteding aan de media in de periode 1975-1985, Sociaal Cultureel Planbureau, 1992.Kohlberg L., The cognitive-developm<strong>en</strong>tal approach to moral education, in: Purpel D. <strong>en</strong> Ryan K.(eds), Moral Education...Territory, Berkely, 1976.Kolb D. A., Experi<strong>en</strong>tial learning, Englewood Cliffs, Pr<strong>en</strong>tice-Hall, New Yersey, 1984.Koper E. J. R., E<strong>en</strong> keuzestrategie voor de inzet van (elektronische) media in het hoger onderwijs,Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 7, 1989.Korswag<strong>en</strong> C. J. J. (red.), Drieluik mondelinge communicatie, Van Loghum Slaterus, Dev<strong>en</strong>ter, 1988.Koumi J., Narrative scre<strong>en</strong>writing for educational television: a framework, Journal of EducationalTelevision, Volume 17, No. 3, 1991.Krathwohl D. R. e. a., Taxonomy of educational objectives; handbook II: affective domain, McKay,New York, 1964.Kuiper P. C., Neuros<strong>en</strong>leer, Van Loghum Slaterus, Dev<strong>en</strong>ter, 1975.Lacan J., Ecrits: A selection, transl. Tomlingson H., Habberjam B., Althone Press, London, 1986.Lapsley R. and Westlake M., Film theory: an introduction, Manchester University Press, 1988.Leahey T. H., A history of psychology, Pr<strong>en</strong>tice-Hall, Englewood Cliffs, New Yersey, 1987.Lemm<strong>en</strong>s M., Tot straks, na de reclame, SDU-Uitgeverij, 1995.Lévi-Strauss C., Structure and form, Minnesota, 1984.Lkoundi-Hamaekers A., Cases <strong>en</strong> de case-method in het hoger onderwijs, Op<strong>en</strong> universiteit, 1993.MacLean P. D., The triune brain in evolution, Pl<strong>en</strong>um Press, New York, 1990.Mager R., Preparing instructional objectives, Palo Alto, Fearon, 1962.McKeachy W. J., Instructional psychology, Annal Review of Psychology, 25, 1974.McLuhan M., Understanding media: the ext<strong>en</strong>sions of man, McGraw-Hill, New York, 1964.Metz C., History/discourse: note on two voyeurisms, trans. B<strong>en</strong>nett S., Edinburgh Magazine, 1976.Metz C., Language and Cinema, transl. Umiter D. J., Mouton, The Hague, 1974.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Metz C., Film Language, Oxford University Press, New York, 1974.Metz, C, The imaginary signifier, Indiana University press, Bloomington, 1981.Meul<strong>en</strong>berg M., Praktijkdossier begeleiding van audiovisuele produkties, Samsom Bedrijfsinformatie,Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn/Zav<strong>en</strong>tum, 1994.Miller G. A., Decision Units in the Perception of Speech, Institute of Radio Engineering Transactionson Information Theory 8:81-83.Miller G. A., The magical number sev<strong>en</strong> plus or minus two: some limits in our capacity for processinginformation, Psychological Review, 1963.Miller J., Divided att<strong>en</strong>tion: evid<strong>en</strong>ce for coactivation with redundant signals, Cognitive Psychology,14, 1982.Mitry J., Esthetique et psychologie du cinema, 1964.Monaco J., Film. Taal, techniek, geschied<strong>en</strong>is, Het Wereldv<strong>en</strong>ster, Weesp, 1984.Nelson T. O., Metzler J., Reed D. A., Role of details in the long-term recognition of pictures andverbal descriptions, Journal of Experim<strong>en</strong>tal Psychology, 102, 1974.Nerman B., in: Windahl S., Signitzer B. <strong>en</strong> Olson J., Using communication theory, an introduction toplanned communication, Sage Publications, London, 1993.Newman S. B., Literacy in the television-age, Norwood, Ablex Publishing Company, 1992.Nug<strong>en</strong>t G. C., Pictures, audio, print: symbolic repres<strong>en</strong>tation and effect on learning, EducationalCommunication and Technology Journal, 30(3), 1982.Oldham G., First cut, conversation with editors, University California Press, Berkely, 1992.Ornstein R., The psychology of consciousness, Freeman, San Francisco, 1972.Overveld P. van, Lind<strong>en</strong> A. van der, Reclamemuziek met tactiek, scriptie HEAO-communicatie,Hogeschool Eindhov<strong>en</strong>, 1994.Palmer J., The logic of the absurd; on film and television comedy, BFI Publishing, London, 1987.Papert S., Teaching childr<strong>en</strong> to be mathematicians versus teaching about mathematics, Journal ofMathematical Education in Sci<strong>en</strong>ce and Technology, 3, 1972.Parrer<strong>en</strong> C. F. van, Psychologie van het ler<strong>en</strong> I. Verloop <strong>en</strong> resultat<strong>en</strong> van leerprocess<strong>en</strong>, Arnhem,1969.Parrer<strong>en</strong> van C. F., Peeck J. (eds.), Informatie over ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijz<strong>en</strong>: Leerpsychologie <strong>en</strong> onderwijz<strong>en</strong>1, Wolters Noordhoff, Groning<strong>en</strong>, 1974.Park C. W., Young S. M., Journal of marketing research, 23, (1986); zie Overveld van e.a.Pavlov I. P., Lectures on conditioned reflexes, International Publishers, New York, 1928.Peters J. M., Kijk<strong>en</strong> naar beeld<strong>en</strong>, Psychologie van het mechanische beeld, C<strong>en</strong>trum voor<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Communicatiewet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Katholieke Universiteit Leuv<strong>en</strong>, 1977.Peters P., Multimedia mania, Intermediair 10, 1992.Pezdek K., Cross-modality semantic integration of s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ce and picture memory, Journal ofExperim<strong>en</strong>tal Psychology: Human learning and memory, 3(5), 1977.Pfister M., Das Drama. Theorie und Analyse, Münch<strong>en</strong>, 1977.Phillips G. D., Alfred Hitchcock, Columbus Books, London, 1984.Piaget J., Inhelder B., De psychologie van het kind, Lemniscaat, Rotterdam, 1972.Piët S., Het journalistieke interview voor radio <strong>en</strong> televisie, Handboek Taalbeheersing, 6-III.3.h, 1985.Posner G. J., Strike K. A., Categorization scheme for principles of sequ<strong>en</strong>cing cont<strong>en</strong>t, Review ofEducational Research, 46, 1976.Postman N., Wij amuser<strong>en</strong> ons kapot, Het Wereldv<strong>en</strong>ster, Weesp, 1986.Potter M.C. and Faulconer B.A., Time to understand pictures and words, Nature, 253, 1985.Propp V., The morphology of the folktale, Austin: University of Texas Press, 1928/1973.Reese S. D., Visual-verbal redundancy effects on television news learning, Journal of Broadcasting,28(1), 1984.Reigeluth C. M., Curtis R. V., Learning situations and instructional models, Instructional technology:foundations, ed. Gagné R. M., Erlbaum Associates, London, 1987.Reigeluth C. M., Stein F. S., The elaboration theory of instruction, in: Reigeluth C. M (ed.),Instructional design <strong>theorie</strong>s and models: an overview of their curr<strong>en</strong>t status, Erlbaum Associates,Hillsdale, 1983.Reiser R. A., Gagné R. M., Selecting media for instruction, Englewood Cliffs, New Yersey, 1983.Resnick L. B., Learning in school and out, Educational Researcher, 16a, 1988.Riemsdijk J. van, Basisboek filmschrijv<strong>en</strong>; kunst <strong>en</strong> ambacht van het sc<strong>en</strong>ario, Wolters-Noordhoff,Groning<strong>en</strong>, 1989.Roeh I., Ashley S., Criticising press coverage in the war of lebanon: toward a paradigm of news asstorytelling, in McLaughlin M. L. (ed.), Communication Yearbook, Vol.9, Newsbury Park: Sage, 1986.Rogers C. R., Freedom to learn, Columbus, Ohio, 1969.Romiszowski A. J., Designing instructional systems, Kogan Page, London, 1984.Romiszowski A. J., The selection and use of instructional media, Kogan Page, London, 1988.Ros<strong>en</strong>berg S., Simon H. A., Modelling semantic memory: effects of pres<strong>en</strong>ting semantic informationin differ<strong>en</strong>t modalities, Cognitive Psychology, 9, 1977.Rowell J. A., Simon J., Wiseman R., Verbal reception, guided discovery and the learning ofschemata, British Journal of Educational Psychology, 1969.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Russell P., The brain book, Routledge, London, 1992.Ryle G., Knowing how and knowing that, The concept of the mind, Barnes and Noble, New York,1949.Sartre J. P., l' Imagination, Nouvelle Encyclopédie Phylosophique, P. U. F. Paris, 1969.Samson G. M. H., Mediumk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>, mediafuncties, mediumkeuze, Stichting Film <strong>en</strong> Wet<strong>en</strong>schap,1982.Salomon G., Interaction of media cognition and learning, Jossey-Bass Publishers, 1981.Salomon G., in: Media, knowledge and power, Boyd-Barret O. and Braham P. (eds), London/Sydney,1987.Saussure F. de, Course in g<strong>en</strong>eral linguistics, McGraw-Hill, 1966.Schoon<strong>en</strong>berg K., Praktisch interviewboek voor radio <strong>en</strong> televisie, Uniepers, Amsterdam, 1994.Schoon<strong>en</strong>berg K., Sprek<strong>en</strong>de journalistiek, Schrijv<strong>en</strong> voor radio <strong>en</strong> televisie, Uniepers, Amsterdam,1986.Shepard R. N., Recognition memory for words, s<strong>en</strong>t<strong>en</strong>ces and pictures, Journal of Verbal Learningand Verbal Behavior, 6, 1967.Simpson E., Illinois teacher of home economics, volume X, no.4, 1967.Singer D. G., Singer J. L., Learning how to be intellig<strong>en</strong>t consumers of television, in: Learning fromtelevision, ed. Howe M. J. A., Academic Press, 1983.Singer R. N., Psychomotor domain: movem<strong>en</strong>t behaviour, Lea and Febiger, Philadelphia, 1972.Skinner B. F., The technology of teaching, New York, 1968.Souriau E., Les deux c<strong>en</strong>t milles situations dramatiques, Paris, 1950.Sperry R., Lateral specialization of cerebral function in surgically separated hemispheres, In: Thepsychology of thinking, (eds.) McGuigan F. J., Schoonover R. A., Academic Press, London/New York,1973.Steehouder M. e.a., Ler<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>, Wolters-Noordhoff, Groning<strong>en</strong>, 1992.Stewart D. W., Farmer K. M., Stannard, C. I., Music as a recognition cue in advertising-trackingstudies, Journal of Advertising Research, 30; zie Overveld e.a.Suèr H., Sc<strong>en</strong>arioschrijv<strong>en</strong> voor docum<strong>en</strong>taires, Uniepers, Abcoude, 1992.Swain D. V., Film scriptwriting, a practical manual, Focal Press, Butterworth and Co., 1982.Thorndike E. L., Human learning, C<strong>en</strong>tury, New York, 1931.Vygotskij L. S., Thought and language, Cambridge, 1962.Vos C., Het verled<strong>en</strong> in beweg<strong>en</strong>d beeld. E<strong>en</strong> inleiding in de analyse van audiovisueel materiaal, De<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.


Haan, 1991.Vrolijk A., Dijkema M. F., Timmerman G., Gespreksmodell<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> geprogrammeerde instructie,Samsom Uitgeverij, 1972.Vroon P. A., Wolfsklem, De evolutie van het m<strong>en</strong>selijk gedrag, AMBO, 1992.Wade J., Special effects in de camera, Focal Press, London, 1983.Wallraff G., Ganz unt<strong>en</strong>, Kiep<strong>en</strong>heuer und Witsch, Köln, Ned. vert. Ik (Ali), Van G<strong>en</strong>nip, 1985.Wember B., Wie informiert das Fernseh<strong>en</strong>? Ein Indizi<strong>en</strong>beweis, Münch<strong>en</strong>, List Verlag, 1976.Willemse H. M., Justitiële verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong>, 1994.Woll<strong>en</strong> P., Signs and meaning in the cinema, Viking, New York, 1972.Zajonc R. B., Feeling and thinking: prefer<strong>en</strong>ces need no infer<strong>en</strong>ces, American Psychologist, 35, 1980.<strong>Audiovisueel</strong> <strong>ontwerp<strong>en</strong></strong>, <strong>theorie</strong> <strong>en</strong> <strong>praktijk</strong>. Conceptontwikkeling voor film, video <strong>en</strong> televisie.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!