10.07.2015 Views

Georganiseerde criminaliteit in Nederland - WODC

Georganiseerde criminaliteit in Nederland - WODC

Georganiseerde criminaliteit in Nederland - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Georganiseerde</strong><strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>173 <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>Onderzoek en beleidRapportage op basis van de<strong>WODC</strong>-monitorE.R. KleemansE.A.I.M. van den BergH.G. van de Buntm.m.v. M. BrouwersR.F. KouwenbergG. PaulidesJustitieWetenschappelijkOnderzoek- enDocumentatiecentrum1998


Exemplaren van dit rapport kunnenschriftelijk worden aangevraagd bijInfodesk <strong>WODC</strong>, Kamer H 1418Postbus 20301, 2500 EH Den HaagFax: (070) 3 70 79 48E-mail: <strong>in</strong>fodesk@wodc.m<strong>in</strong>just.nl© 1998 <strong>WODC</strong>Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen <strong>in</strong> eengeautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of op enige wijze, hetzijelektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaandeschriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van de uitgever.Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet1912 jo, het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985,Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoed<strong>in</strong>gente voldoen aan de Sticht<strong>in</strong>g Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemenvan gedeelte(n) uit deze uitgave <strong>in</strong> bloemlez<strong>in</strong>gen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.


Fijnaut, en de leescommissie van het <strong>WODC</strong>, bestaande uit Maurits Kruiss<strong>in</strong>k, HansNelen en Bas van Stokkom. Tot slot bedanken wij Ingeborg Schmidt en Marita Kokvoor hun hulp bij het 'drukklaar' maken van het rapport.Den Haag, 15 december 1998Edward Kleemans, Ellen van den Berg en Henk van de Bunt


Ten geleide<strong>Nederland</strong> is een land waar er op alle terre<strong>in</strong>en van het maatschappelijk leven eennauwe wisselwerk<strong>in</strong>g bestaat tussen onderzoek en beleid. Wie regelmatig de Staatscourantleest, kan dit gemakkelijk - zonder nader onderzoek! - zelf vaststellen: ervloeit een onophoudelijke stroom van studies en rapporten over economischevraagstukken, sociale kwesties, problemen van ruimtelijke orden<strong>in</strong>g et cetera overhet land. De vele publicaties die jaarlijks door het <strong>WODC</strong> worden uitgegeven metbetrekk<strong>in</strong>g tot veiligheid, strafrechtspleg<strong>in</strong>g en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sbestrijd<strong>in</strong>g, vormen dusgeen uitzonder<strong>in</strong>g. Zij bevestigen alleen maar dat wat <strong>in</strong> het algemeen voor <strong>Nederland</strong>geldt, ook op de genoemde gebieden van toepass<strong>in</strong>g is.Niettem<strong>in</strong> kunnen er wel deelproblemen worden aangewezen die om uiteenlopenderedenen enige tijd worden onttrokken aan het oog van de wetenschap. Het probleemvan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> was een aantal jaren zo'n probleem. Tot <strong>in</strong> dejaren negentig werd deze vorm van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> immers niet alleen algemeen getypeerdals een verschijnsel dat voor buitenstaanders 'onzichtbaar' was, maar ook alseen fenomeen dat exclusief toebehoorde aan politie en justitie; wetenschappershadden hier niets te zoeken. Het gevolg was dat georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> langejaren een wat mythisch probleem bleef waarover <strong>in</strong> de samenlev<strong>in</strong>g de meest uiteenlopendeverhalen de ronde deden. Waar er voor sommigen sprake was van een reëleen acute bedreig<strong>in</strong>g voor de democratische rechtsstaat, daar hadden anderen hetover een exotische bagatel.Met de opricht<strong>in</strong>g van de Parlementaire Enquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethoden <strong>in</strong>november 1994 kwam aan deze situatie naar veler aanvoelen een e<strong>in</strong>de. Deze commissiestelde zich immers resoluut op het standpunt dat een grondige wetenschappelijkeanalyse van het probleem van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> een absolutevoorwaarde is voor een juiste bepal<strong>in</strong>g van het beleid dat met betrekk<strong>in</strong>g tot (dereguler<strong>in</strong>g en de toepass<strong>in</strong>g van) bijzondere opspor<strong>in</strong>gsmethoden moet wordengevoerd. Het vervolg is bekend: de commissie belastte de onderzoeksgroep Fijnautmet een onderzoek naar de aard, omvang en ernst van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. En de resultaten van dit onderzoek hebben een van de fundamentengevormd voor het e<strong>in</strong>drapport van de commissie.Hierom is het niet verwonderlijk dat de Enquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethodenonder meer heeft aanbevolen dat <strong>in</strong> de toekomst -'op vergelijkbare wijze als deonderzoeksgroep Fijnaut heeft gedaan' - het beeld van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>zou moeten worden verfijnd, en dat <strong>in</strong> reactie hierop door de m<strong>in</strong>isters vanJustitie en B<strong>in</strong>nenlandse Zaken <strong>in</strong> 1996 werd toegezegd aan de Tweede Kamerom tweejaarlijks te rapporteren over de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong><strong>Nederland</strong> en over de ontwikkel<strong>in</strong>gen die zich hier<strong>in</strong> voordoen. Met het onderhavigerapport doen zij deze toezegg<strong>in</strong>g voor de eerste keer gestand.


InhoudGebruikte afkort<strong>in</strong>genSamenvatt<strong>in</strong>g 11 Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 151.1 Aanleid<strong>in</strong>g tot het onderzoek 151.2 Probleemstell<strong>in</strong>g van de <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 161.3 Onderzoeksvragen van dit rapport 171.4 Onderzoeksopzet en onderzoeksmethoden 201.4.1 De analyse van recent afgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken 211.4.2 Het gebruik van overige bronnen 251.5 Beschrijv<strong>in</strong>g van het onderzoeksmateriaal 261.6 Reikwijdte van het onderzoek 281.7 Indel<strong>in</strong>g van het rapport 292 Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 312.1 Inleid<strong>in</strong>g 312.2 Theoretisch perspectief 322.2.1 Drie 'oerbeelden' van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 322.2.2 Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> hun sociale en maatschappelijkecontext 342.3 Piramidale organisaties versus crim<strong>in</strong>ele netwerken 352.4 De rol van sociale relaties 422.4.1 Sociale relaties en <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden 432.4.2 Etniciteit en crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden 452.4.3 De onderbelichte rol van de vrouw <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 482.5 De dynamiek van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden 512.6 Dwarsverbanden tussen misdaadvelden 562.7 Recapitulatie 583 De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 613.1 Inleid<strong>in</strong>g 613.2 Samenwerk<strong>in</strong>g en dienstverlen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieu 643.2.1 Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijven 643.2.2 Dienstverlen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieu 693.3 Steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g 743.3.1 Steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g als levensvoorwaarde 75


3.3.2 De faciliterende rol van de wettige omgev<strong>in</strong>g 813.4 Recapitulatie 904 De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 934.1 Inleid<strong>in</strong>g 934.2 Het crim<strong>in</strong>ele milieu als risicofactor 934.2.1 Alledaagse risico's en onzekerheden 944.2.2 Opzettelijk veroorzaakte problemen 984.2.3 Liquidaties 1014.3 De wettige omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 1064.3.1 Onvermijdelijke confrontaties 1064.3.2 Opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g 1094.3.3 Contra de overheid? 1184.4 Recapitulatie 1225 Slotbeschouw<strong>in</strong>g 1235.1 Inleid<strong>in</strong>g 1235.2 Crim<strong>in</strong>ele netwerken 1255.3 Sociale relaties 1275.4 Raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>g 1305.5 Confrontaties met de overheid 1335.6 Epiloog 135Summary 137Literatuur 139Bijlage 1: Samenstell<strong>in</strong>g begeleid<strong>in</strong>gscommissie 145Bijlage 2: Aandachtspuntenlijst 147Bijlage 3: Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 159


Gebruikte afkort<strong>in</strong>genAIDBFOBMKBTWBVBVDCBOCBSCIDDCRIECDEUEZFIODgvoIPITIRTIVAjdKMARMOTOMovjPEOPMKpvRCIDsfoUSDvsWIF<strong>WODC</strong>WVMCwvvXTCAlgemene Inspectiedienst (m<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuurbeheeren Visserij)bureau F<strong>in</strong>anciële ondersteun<strong>in</strong>gbenzylmethylketonbelast<strong>in</strong>g toegevoegde waardebesloten vennootschapB<strong>in</strong>nenlandse VeiligheidsdienstCoord<strong>in</strong>erend BeleidsoverlegCentraal Bureau voor de StatistiekCrim<strong>in</strong>ele Inlicht<strong>in</strong>gen Dienstdivisie Centrale Recherche InformatieEconomische Controle Dienst (m<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken)Europese Uniem<strong>in</strong>isterie van Economische ZakenFiscale Inlicht<strong>in</strong>gen- en Opspor<strong>in</strong>gsdienst (m<strong>in</strong>isterie van F<strong>in</strong>anciën)gerechtelijk vooronderzoekInternationaal Politie Instituut TwenteInterregionaal Recherche Team (ook wel `Kernteam' genoemd)Instituut voor sociaal wetenschappelijk beleidsonderzoek en adviesjustitiële documentatieKon<strong>in</strong>klijke Marechausseemeldpunt ongebruikelijke transactiesopenbaar m<strong>in</strong>isterieofficier van justitieParlementaire Enquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethodenpiperonylmethylketonproces-verbaalRegionale Crim<strong>in</strong>ele Inlicht<strong>in</strong>gen Dienststrafrechtelijk f<strong>in</strong>ancieel onderzoekUnit Synthetische DrugsVerenigde StatenWet identificatie bij f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>gWetenschappelijk Onderzoek- en DocumentatiecentrumWet voorkom<strong>in</strong>g misbruik van chemicaliënwederrechtelijk verkregen voordeelecstasy


Samenvatt<strong>in</strong>gAanleid<strong>in</strong>g tot het onderzoekIn 1996 concludeerde de Parlementaire Enquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethoden <strong>in</strong>haar e<strong>in</strong>drapport dat aan het beleid ter bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><strong>in</strong> de afgelopen jaren een beter onderbouwd <strong>in</strong>zicht ten grondslag had moeten liggen.De studie, die de onderzoeksgroep Fijnaut ten behoeve van de Enquêtecommissiehad verricht, voorzag dan ook duidelijk <strong>in</strong> een behoefte. Naar aanleid<strong>in</strong>g vande conclusies van de Enquêtecommissie heeft de m<strong>in</strong>ister van Justitie de TweedeKamer toegezegd om - <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van de studie van de onderzoeksgroep Fijnaut -tweejaarlijks te rapporteren over de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong><strong>Nederland</strong> en te signaleren ontwikkel<strong>in</strong>gen. Daartoe is door het <strong>WODC</strong> de 'Monitorgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>' opgezet, op basis waarvan regelmatig publicaties overgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> zullen verschijnen. Het monitor-onderzoek houdt- kort gezegd - <strong>in</strong> dat er tweejaarlijks gestructureerde gegevensverzamel<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dtmet betrekk<strong>in</strong>g tot recent afgesloten opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op het terre<strong>in</strong>van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Dit rapport is de eerste rapportage die op dezemonitor is gebaseerd.Doelstell<strong>in</strong>g, probleemstell<strong>in</strong>g en onderzoeksvragenHoewel er een grote behoefte bestaat aan betrouwbaar en actueel onderzoek naargeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, moet tegelijkertijd worden geconstateerd dat tot voorkort veel van de kennis die tijdens opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken werd opgedaan, verloreng<strong>in</strong>g. Er vond namelijk geen systematische beschrijv<strong>in</strong>g en ontsluit<strong>in</strong>g plaats van debelangrijkste gegevens en opgedane <strong>in</strong>zichten uit opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken. Het vermogenvan politie en justitie om ler<strong>in</strong>g te trekken uit de eigen ervar<strong>in</strong>gskennis wasdaardoor zwak ontwikkeld. Het doel van de <strong>WODC</strong>-monitor is om dit leervermogente vergroten door de <strong>in</strong>zichten die aan de concrete zaken kunnen worden ontleend,terug te koppelen naar degenen die zijn belast met het ontwikkelen en uitvoeren vanpreventief en repressief beleid <strong>in</strong>zake georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De <strong>WODC</strong>-monitor betreft een periodiek onderzoek naar georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>met als centrale probleemstell<strong>in</strong>g: Wat is de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en welke ontwikkel<strong>in</strong>gen zijn op dit gebied te onderkennen?In deze eerste rapportage ligt het zwaartepunt op de analyse van de aard van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In volgende rapportages zullen ook de ontwikkel<strong>in</strong>genmeer aan bod komen.


Samenvatt<strong>in</strong>g 2Bij de gegevensverzamel<strong>in</strong>g en de analyse zijn twee belangrijke beleidsvragen deleidraad geweest: hoe werken (de leden van) crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenmet elkaar samen en hoe verlopen de <strong>in</strong>teracties tussen deze crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen de (wettige en onwettige) omgev<strong>in</strong>g? De beantwoord<strong>in</strong>g vandeze vragen is beleidsmatig van groot belang voor de bepal<strong>in</strong>g van de grenzen ende mogelijkheden van preventieve en repressieve maatregelen tegen georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De centrale probleemstell<strong>in</strong>g van de monitor is <strong>in</strong> deze rapportage geconcretiseerd<strong>in</strong> de volgende vier onderzoeksvragen:1 Wat is de aard van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die zich <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>schuldig maken aan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>? (hoofdstuk 2).2 Welke mogelijkheden worden aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden gebodendoor de omgev<strong>in</strong>g en hoe gaan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met dezemogelijkheden om? (hoofdstuk 3).3 Met welke risico's worden crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden vanuit hunomgev<strong>in</strong>g geconfronteerd en hoe gaan zij met deze risico's om? (hoofdstuk 4).4 Welke implicaties hebben de onderzoeksresultaten voor de preventie en debestrijd<strong>in</strong>g van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>? (hoofdstuk 5).Onderzoeksopzet en onderzoeksmethodenDe <strong>WODC</strong>-monitor is er op gericht om de politiële kennis van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>zo goed mogelijk vast te leggen en te analyseren. Dit is enerzijds de kracht,maar anderzijds ook de potentiële zwakte van de monitor. Aan de ene kant zijnopspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties de belangrijkste bron van kennis over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Het systematisch exploreren van deze bron is ontegenzeglijk de waarde vande monitor. Maar aan de andere kant is de monitor hiermee ook de gevangene vande politiële prioriteitenstell<strong>in</strong>g: er ontstaat alleen kennis op die gebieden waaraanopspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties aandacht besteden. Daarom bestaat het onderzoek uit tweefasen, waarbij <strong>in</strong> de tweede fase ook gebruik is gemaakt van gegevens uit anderebronnen dan afgesloten opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.In de eerste fase hebben analyses plaatsgevonden van afgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenop het terre<strong>in</strong> van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> de periode 1996-1997.Hiertoe is <strong>in</strong> het voorjaar van 1997 een brede <strong>in</strong>ventarisatie uitgevoerd bij allearrondissementsparketten, Kernteams en FIOD-vestig<strong>in</strong>gen. Op basis van <strong>in</strong>gevulde<strong>in</strong>ventarisatieformulieren en aanvullende <strong>in</strong>terviews is een groslijst samengesteldvan ongeveer vierhonderd zaken, die volgens de betrokkenen mogelijk zouden kunnenvallen onder de begripsbepal<strong>in</strong>g van de onderzoeksgroep Fijnaut (er is sprakevan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong>dien groepen die primair gericht zijn op illegaalgew<strong>in</strong> systematisch misdrijven plegen met ernstige gevolgen voor de samenlev<strong>in</strong>g, en<strong>in</strong> staat zijn deze misdaden op betrekkelijk effectieve wijze af te schermen). Aan derespondenten is gevraagd om bij de <strong>in</strong>ventarisatie het begrip afscherm<strong>in</strong>g breed op


Samenvatt<strong>in</strong>g 3te vatten (naast geweld en corruptie bijvoorbeeld ook het gebruik van dekmantelfirma's,contra-observatie, et cetera) en naast de handel <strong>in</strong> verdovende middelenook aandacht te schenken aan bijvoorbeeld fraude, wapenhandel, milieu<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>,mensensmokkel en vrouwenhandel.Vervolgens is op basis van deze zeer brede <strong>in</strong>ventarisatie een selectie gemaakt vanveertig zaken die gedetailleerd beschreven en geanalyseerd zouden gaan worden.Deze selectie kwam tot stand door na te gaan of de genoemde gevallen onder dezojuist weergegeven begripsbepal<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vielen. Daarnaastmoest het gaan om recente en 'harde' zaken: alleen die opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenkwamen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g waarvan het gerechtelijk vooronderzoek was afgesloten<strong>in</strong> de periode 1996-1997 en waarbij, gelet op de besliss<strong>in</strong>g van de officier van justitie(om vervolg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te stellen), kennelijk voldoende bewijs was vergaard om de verdachtente kunnen vervolgen.Ten slotte zijn van de ongeveer honderd overgebleven zaken de veertig zakengeselecteerd met de meeste toegevoegde waarde. Sommige zaken voegen immersmeer toe aan onze kennis van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> dan andere. Zo bestaat erreeds vrij veel kennis over de handel <strong>in</strong> de traditionele verdovende middelen. Veelrecenter is de aandacht van politie en justitie voor bijvoorbeeld mensensmokkel,vrouwenhandel en synthetische drugs. Aangezien opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op dezegebieden veel meer toevoegen aan onze kennis dan het zoveelste traditionele drugsonderzoekis <strong>in</strong> het kader van dit onderzoek extra aandacht besteed aan opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenop deze gebieden. De selectie van uitgebreid geanalyseerde zaken isdus niet willekeurig maar bewust selectief. Op deze manier kan enig tegenwichtworden geboden tegen de prioriteitenstell<strong>in</strong>g van politie en justitie, die <strong>in</strong> de praktijkblijkt uit te monden <strong>in</strong> een grote hoeveelheid drugsonderzoeken.De selectie van de veertig zaken ziet er als volgt uit (zie ook bijlage 3). Naast de traditioneledrugsonderzoeken (zestien zaken) zijn zaken bestudeerd die betrekk<strong>in</strong>ghebben op synthetische drugs (zeven zaken), mensensmokkel (vier zaken) en vrouwenhandel(zeven zaken). De resterende zes zaken hebben betrekk<strong>in</strong>g op fraude,witwassen en andere delicten.De uitgebreide analyses van de zaken zijn telkens gestart met <strong>in</strong>terviews met betrokkenrechercheurs, officieren van justitie en parketsecretarissen, waarbij gebruik isgemaakt van een uitgebreide aandachtspuntenlijst (zie bijlage 2). Vervolgens isop basis van de <strong>in</strong>terviews al het achterliggende bronnenmateriaal bestudeerd, datrelevant was om de verzamelde gegevens <strong>in</strong> hun context te plaatsen en deze op hunbetrouwbaarheid te toetsen: processen-verbaal, tapverslagen, observatieverslagen,verhoren, CID-rapporten, op schrift gestelde misdaadanalyses, et cetera.Indien uitsluitend gebruik zou worden gemaakt van de analyses van de veertigzaken, bestaat het gevaar dat de overige kennis bij opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties onvoldoendewordt benut. Daarom is ook gebruik gemaakt van vertrouwelijke rapportages,fenomeenonderzoeken, landelijke en regionale misdaadanalyses en (wetenschappelijke)literatuur. In het voorjaar van 1998 is gepoogd deze schriftelijke bronnen


Samenvatt<strong>in</strong>g 4systematisch <strong>in</strong> kaart te brengen. Daarnaast zijn <strong>in</strong> het voorjaar en <strong>in</strong> de zomer van1998 <strong>in</strong>terviews gehouden met verschillende medewerkers van de Kernteams, dedivisie Centrale Recherche Informatie, het Meldpunt Ongebruikelijke transacties,de bijzondere opspor<strong>in</strong>gsdiensten FIOD, AID en ECD en de B<strong>in</strong>nenlandse Veiligheidsdienst.Deze fase van het onderzoek heeft naast de <strong>in</strong>terviewverslagen meer dannegentig schriftelijke rapportages opgeleverd en meer dan honderd beknopte casusbeschrijv<strong>in</strong>genvan afgesloten en lopende opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.Op basis van dit materiaal kunnen uiteraard geen uitspraken worden gedaan over deomvang van 'de' georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Wel kunnen op verantwoordewijze kwalitatieve uitspraken worden gedaan over bepaalde verschijnselen.Zo is ons onderzoeksmateriaal zeer geschikt voor de beantwoord<strong>in</strong>g van vragenzoals: hoe werken daders samen?; op welke wijze trekken crim<strong>in</strong>ele samerwerk<strong>in</strong>gsverbandenprofijt uit de mogelijkheden die de omgev<strong>in</strong>g hen biedt?; en welke soortenafscherm<strong>in</strong>gsmaatregelen treffen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden tegen derisico's waarmee zij worden geconfronteerd? Een beperk<strong>in</strong>g van dit onderzoek is datde reikwijdte van onze uitspraken <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe moet worden beperkt tot de door onsonderzochte zaken; de antwoorden op de onderzoeksvragen kunnen niet wordengegeneraliseerd naar het totale verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Dit probleemzou overigens niet pr<strong>in</strong>cipieel anders liggen wanneer wij alle opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenzouden hebben onderzocht: ook <strong>in</strong> dat geval is er immers sprake vaneen `selectieve steekproef' (bepaald door de capaciteit en de prioriteitenstell<strong>in</strong>g vanopspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties), waardoor onmogelijk kan worden gegeneraliseerd naar hettotale verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Opzet van het rapportNa de probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g (hoofdstuk 1) wordt <strong>in</strong> hoofdstuk 2 nader<strong>in</strong>gegaan op de aard van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Tevens bevat dithoofdstuk een uiteenzett<strong>in</strong>g over het theoretisch perspectief van deze rapportage.Dit perspectief belicht vooral de onderl<strong>in</strong>ge wisselwerk<strong>in</strong>g tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen hun omgev<strong>in</strong>g. De omgev<strong>in</strong>g kent voor een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverbandtwee gezichten. Aan de ene kant kan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>slechts bestaan bij de gratie van haar sociale en maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g: deomgev<strong>in</strong>g als bondgenoot (hoofdstuk 3). Aan de andere kant noodzaakt de illegaliteitvan de gedrag<strong>in</strong>gen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden tot geheimhoud<strong>in</strong>g en afscherm<strong>in</strong>g,niet alleen ten aanzien van de wettige omgev<strong>in</strong>g maar ook ten aanzienvan het eigen crim<strong>in</strong>ele milieu: de omgev<strong>in</strong>g als risicofactor (hoofdstuk 4). Tenslotteworden <strong>in</strong> hoofdstuk 5 de belangrijkste onderzoeksresultaten weergegeven en wordtnagegaan welke implicaties deze resultaten kunnen hebben voor de preventie en debestrijd<strong>in</strong>g van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Deze conclusies enbeleidsimplicaties worden <strong>in</strong> het onderstaande samengevat.


Samenvatt<strong>in</strong>g 5Conclusies en beleidsimplicatiesDe twee gezichten van de omgev<strong>in</strong>gEr bestaan vele raakvlakken tussen vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> enhun sociale omgev<strong>in</strong>g. Aan de ene kant is de omgev<strong>in</strong>g bedreigend voor crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Deze kunnen immers schade onderv<strong>in</strong>den van de wettigeomgev<strong>in</strong>g door bijvoorbeeld controle- of opspor<strong>in</strong>gsactiviteiten. Ook <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>elemilieu zijn risico's aanwezig, bijvoorbeeld <strong>in</strong> de vorm van bedrog (ripdeals)of buitensporig geweld als reactie op zakelijke men<strong>in</strong>gsverschillen. Wij zien datsamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden anticiperen op dergelijke bedreig<strong>in</strong>gen, onder meer doorgebruik te maken van codetaal <strong>in</strong> hun onderl<strong>in</strong>ge communicatie en door hun activiteitengeheim te houden, ook tegenover het crim<strong>in</strong>ele milieu. Deze geheimhoud<strong>in</strong>gbeperkt zowel de mogelijkheden tot samenwerk<strong>in</strong>g als de mogelijkheden van opencompetitie. Het is als gevolg van deze geheimhoud<strong>in</strong>g voor daders bovendien moeilijkom uit te maken of verkeerd lopende zaken <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g met anderen tewijten zijn aan moedwil, misverstand of onvermogen van de veroorzaker van de problemen.Daarnaast beschikken daders over m<strong>in</strong>der mogelijkheden om problemen tevoorkomen of op te lossen dan het geval is <strong>in</strong> de 'legale' wereld. Als gevolg hiervankunnen alledaagse fouten of 'gewone' zakelijke men<strong>in</strong>gsverschillen uitgroeien totgewelddadige conflicten. Daders van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> worden wel eensvergeleken met gewone ondernemers, die zich door w<strong>in</strong>stbejag laten leiden. Dezevergelijk<strong>in</strong>g miskent evenwel dat het illegale karakter van de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g sterkvan <strong>in</strong>vloed is op de aard van de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en op de relatie van desamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met hun omgev<strong>in</strong>g.Aan de andere kant is de omgev<strong>in</strong>g niet alleen een risicofactor maar ook een bondgenoot.De bewuste of onbewuste medewerk<strong>in</strong>g van de omgev<strong>in</strong>g is onmisbaarvoor de productie van illegale goederen of voor de afname ervan. Soms toont deomgev<strong>in</strong>g zich zelfs bereid om steun te geven aan de uitvoer<strong>in</strong>g of de afscherm<strong>in</strong>gvan misdrijven. Slechts we<strong>in</strong>ig vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> brengenlouter nadeel toe aan anderen; vaak is er naast het toebrengen van schade ooksprake van het ontstaan van symbiotische relaties met onderdelen van de maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g. Op deze kant van de omgev<strong>in</strong>g spelen de samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenook <strong>in</strong>, namelijk door <strong>in</strong> plaats van zich af te zonderen te kiezen voor hetaanknopen van contacten met de omgev<strong>in</strong>g. Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenblijken elkaar <strong>in</strong> de onderzochte zaken niet <strong>in</strong> felle concurrentieslagen te bestrijden;voorzover er sprake is van contacten zijn deze er vooral op gericht om door samenwerk<strong>in</strong>gwederzijds voordeel te behalen of gemeenschappelijke problemen op telossen.Of de omgev<strong>in</strong>g meer risicofactor is of bondgenoot hangt niet alleen af van de wijzewaarop de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met de gevaren en mogelijkheden van deomgev<strong>in</strong>g omgaan. Van belang is ook <strong>in</strong> hoeverre de gepleegde misdrijven schadetoebrengen aan of voordeel opleveren voor de omgev<strong>in</strong>g. Groepen die zich metripdeals of flessentrekkerij bezighouden zullen eerder tegen de risico's van hun


Samenvatt<strong>in</strong>g 6bedrijvigheid oplopen dan mensensmokkelaars, EU-fraudeurs, geldwisselaars ofvrouwenhandelaren.Crim<strong>in</strong>ele netwerkenEén van de <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gende conclusies van ons onderzoek is dat de wereld vande georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt gekenmerkt door samenwerk<strong>in</strong>gsverbandendie geregeld van samenstell<strong>in</strong>g veranderen en waar<strong>in</strong> dus ook de taakverdel<strong>in</strong>gtussen de leden niet duurzaam van karakter is. Deze kenmerken wijken af van hetbeeld van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die piramidaal van opbouw zijn enwaarbij taakverdel<strong>in</strong>g en taakuitvoer<strong>in</strong>g volgens vaste patronen verlopen die doorgedragscodes en <strong>in</strong>terne sancties worden gehandhaafd. Hiermee is uiteraard nietgezegd dat er geen groepen zijn die hiërarchisch georganiseerd zijn en die steeds<strong>in</strong> dezelfde samenstell<strong>in</strong>g opereren. Dergelijke groepen zijn evenwel <strong>in</strong> de door onsonderzochte zaken eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel. Evenm<strong>in</strong> wordt door ons beweerddat er geen taakverdel<strong>in</strong>g zou zijn. Wij hebben <strong>in</strong> de door ons bestudeerde zakenjuist waargenomen dat <strong>in</strong> wisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden vaak dezelfde<strong>in</strong>dividuen als hoofdpersonen opduiken, en dat er wel degelijk sprake kan zijn vanhiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen. Ook is geconcludeerd dat verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbandensteeds een beroep doen op dezelfde illegale dienstverleners, zoalsondergrondse bankiers, geldwisselaars en paspoortvervalsers. Maar de aanwezigheidvan dergelijke 'knooppunten' staat de zojuist geformuleerde conclusie niet<strong>in</strong> de weg. Overheersend blijft de constater<strong>in</strong>g van het 'fluïde' karakter van desamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Dit beweeglijke karakter vormt ook de basis voor de ontwikkel<strong>in</strong>g en de groei vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en crim<strong>in</strong>ele netwerken. Personen die betrokkenraken bij crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden na enige tijd m<strong>in</strong>derafhankelijk van andermans hulpbronnen, zoals geld, kennis en contacten, en zoekenvervolgens hun eigen weg. Bij deze nieuwe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden betrekken zijweer personen uit hun eigen sociale omgev<strong>in</strong>g en het verhaal beg<strong>in</strong>t opnieuw.De bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is <strong>in</strong> het recente verleden sterkbeïnvloed door het beeld van piramidale organisaties. Een expliciet geformuleerdedoelstell<strong>in</strong>g van menig grootschalig rechercheonderzoek was om 'de top' van decrim<strong>in</strong>ele organisatie aan te pakken. Mede hierdoor zijn diverse onderzoeken grootvan opzet en wordt met een lange doorlooptijd reken<strong>in</strong>g gehouden. Maar de vraagdie op basis van ons onderzoek gesteld kan worden is of men wel kan v<strong>in</strong>den waarnaarmen zoekt. Bovendien kan men zich afvragen of bij de <strong>in</strong>zet van bijzondereopspor<strong>in</strong>gsmethoden <strong>in</strong> het recente verleden, zoals <strong>in</strong>filtratie en het gecontroleerddoorvoeren van drugs, wel voldoende reken<strong>in</strong>g is gehouden met de wisselendesamenstell<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opereren.Overwogen zou moeten worden om de doele<strong>in</strong>den van rechercheonderzoeken bij testellen. Naast langdurig onderzoek met verregaande opspor<strong>in</strong>gsmethoden, dat nodigblijft om hoofdpersonen uit de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> aan te kunnen pakken,


Samenvatt<strong>in</strong>g 7zou de strategie van de 'korte klappen' veelvuldiger gebruikt kunnen worden. Dezestrategie, die ten onrechte wel eens als noodscenario (als het terugschroeven vanambities) wordt beschouwd, sluit misschien beter aan bij de aard en het door onsgeconstateerde 'groeipr<strong>in</strong>cipe' van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Korte klappenimpliceert de mogelijkheid om sneller <strong>in</strong> te grijpen. Bij dit <strong>in</strong>grijpen zou de strategiegericht kunnen zijn op het opsporen van de 'knooppunten' <strong>in</strong> de netwerken. Zoalszojuist gesteld, zijn <strong>in</strong> de wisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden enkele constanten teontwaren. Het draait veelal om dezelfde hoofdpersonen en <strong>in</strong> een aantal gevallenduiken bij verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden steeds weer de namen van dezelfdeillegale dienstverleners op, zoals van documentenvervalsers en geldwisselaars.Dergelijke dienstverleners staan <strong>in</strong> de regel ver af van de gepleegde 'gronddelicten'en staan daardoor <strong>in</strong> het onderzoek niet op de voorgrond. Gezien de belangrijke roldie deze dienstverleners vervullen <strong>in</strong> het verschaffen of verspreiden van kennis aanmeerdere samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, is deze marg<strong>in</strong>ale positie onterecht. Voor hetontwaren van deze knooppunten is de <strong>in</strong>zet van misdaadanalisten onontbeerlijk.De korte klappen-strategie zou, tenslotte, ook gericht kunnen zijn op het verwijderenvan een schakel <strong>in</strong> een samenwerk<strong>in</strong>gsketen. Het logistieke proces van mensensmokkelen van de productie van en de handel <strong>in</strong> drugs vergt de <strong>in</strong>zet van personenop verschillende plaatsen <strong>in</strong> de wereld, die de verantwoordelijkheid dragen vooreen specifiek deelproject <strong>in</strong> een lange keten van activiteiten. De aanpak van enkeleschakels kan de samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de keten op de korte termijn sterk ontwrichten.Een dergelijke ontwricht<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ook plaats bij het <strong>in</strong>beslagnemen van illegale goederen.B<strong>in</strong>nen opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties valt de gedachte te beluisteren dat het jagen opkilo's drugs of op koeriers geen enkel soelaas biedt, omdat de crim<strong>in</strong>ele organisatieer niet door zou worden geraakt: koeriers en drugs zijn gemakkelijk vervangbaar,het verlies ervan zou slechts een f<strong>in</strong>ancieel bedrijfsrisico zijn dat <strong>in</strong> het licht van degrote w<strong>in</strong>sten van ger<strong>in</strong>g belang is. Deze gedachte wordt niet door onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gengestaafd. Dergelijke <strong>in</strong>beslagnames raken een gevoelige snaar b<strong>in</strong>nen samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenomdat zij het onderl<strong>in</strong>g wantrouwen versterken en daardoor nietbevorderlijk zijn voor de stabiliteit van de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Het moge evenwel duidelijk zijn dat de strategie van de korte klappen alleen nietafdoende is. De korte klappen hebben immers dezelfde beperk<strong>in</strong>gen die ook aan het'snellen van koppen' kleven: het rendement is van korte duur. Maar dit neemt uiteraardniet weg dat de strategie een belangrijk onderdeel kan vormen b<strong>in</strong>nen hetgroter geheel van overige preventieve en repressieve activiteiten.Sociale relatiesSociale relaties ontstaan niet willekeurig, maar volgen veelal de wetten van socialeen geografische afstand. Dit zien wij ook terug <strong>in</strong> de samenstell<strong>in</strong>g en werkwijze vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo zien wij <strong>in</strong> enkele onderzochte casussenvrijwel alleen maar daders die geboren en getogen zijn <strong>in</strong> dezelfde stad of <strong>in</strong> dezelfdebuurt. Zij leggen zich voornamelijk toe op het bedienen van lokale illegale markten.Ook <strong>in</strong> andere casussen zien wij dat de voornaamste crim<strong>in</strong>ele activiteiten bestaan


Samenvatt<strong>in</strong>g 8uit het bevoorraden van markten <strong>in</strong> landen of plaatsen waar men vandaan komt ofwaarmee men rechtstreekse contacten heeft.In het rapport wordt uiteengezet hoe sociale relaties de brug slaan tussen crim<strong>in</strong>elenetwerken <strong>in</strong> verschillende landen. De sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen die bijvoorbeeld doormigratie zijn ontstaan tussen <strong>Nederland</strong> en de moederlanden bieden een vruchtbarevoed<strong>in</strong>gsbodem voor <strong>in</strong>ternationale drugshandel, omdat deze moederlanden tevensbelangrijke bronlanden of doorvoerlanden zijn van drugs. Niet etniciteit vormt <strong>in</strong>deze voorbeelden de basis van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar desociale relaties die tussen de verschillende personen bestaan.Blijkens de literatuur over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt vaak het bestaanverondersteld van etnische scheidslijnen tussen crim<strong>in</strong>ele groepen. Ook door deonderzoeksgroep Fijnaut wordt geconcludeerd dat er sprake is van geslotenheid vanetnische circuits. Dit zou met name bij Ch<strong>in</strong>ezen en Turken het geval zijn (PEO, BijlageVII, 1996, p. 209). Wij concluderen dat etniciteit een belangrijke rol speelt <strong>in</strong> hetleven van mensen en om die reden, langs de weg van de sociale relaties, van <strong>in</strong>vloedis op de samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Een zekere etnischehomogeniteit valt dan ook te verwachten, maar van etnische geslotenheid is beslistgeen sprake. In verschillende van de door ons bestudeerde zaken treffen wij juisteen bonte mengel<strong>in</strong>g van etniciteiten aan. Mogelijk is dit een aanwijz<strong>in</strong>g voor eenbelangrijke trend en is er sprake van een toenemende etnische heterogeniteit vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Toenemende <strong>in</strong>tegratie van etnische m<strong>in</strong>derheden<strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se samenlev<strong>in</strong>g zal zich naar onze verwacht<strong>in</strong>g ook weerspiegelen<strong>in</strong> een meer heterogene samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Politie en justitie zouden hiermee <strong>in</strong> de toekomst meer reken<strong>in</strong>g moetenhouden.Ook het scala van illegale activiteiten dat gepleegd wordt door samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenis heterogener dan door de onderzoeksgroep Fijnaut is geconstateerd.Mogelijk is ook hier sprake van een recente ontwikkel<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> vooral de crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> de drugshandel zich toeleggen op de handel <strong>in</strong> meerderesoorten drugs: synthetische en niet-synthetische drugs, hard- en softdrugs. Destell<strong>in</strong>g dat etnische groepen zich specifiek met de handel <strong>in</strong> één type drugs bezighouden(bijvoorbeeld Turken: heroïne; Colombianen: cocaïne) wordt door onscasusmateriaal weerlegd. De werkelijkheid van de <strong>Nederland</strong>se georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> blijkt er veelkleuriger uit te zien dan de stell<strong>in</strong>g van' etnische specialisatie'doet voorkomen. Ook de stell<strong>in</strong>g dat er op het niveau van de groothandel <strong>in</strong>drugs sprake zou zijn van een scheid<strong>in</strong>g van markten, wordt door ons onderzoeksmateriaalweerlegd.De consequenties van deze heterogeniteit zijn van velerlei aard. Wij volstaan hiermet twee voorbeelden. Ten eerste worden de mogelijkheden van politiële <strong>in</strong>filtratiegroter. Het is bijvoorbeeld niet meer per def<strong>in</strong>itie nodig om Turkse <strong>in</strong>filtranten <strong>in</strong> tezetten tegen Turkse samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Ten tweede kan dit consequentieshebben voor de huidige <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de aandachtsgebieden van de Kernteams. Dehuidige <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g berust immers grotendeels op de verdel<strong>in</strong>g van etnische groepen.


Samenvatt<strong>in</strong>g 9Een dergelijke 'specialisatie' heeft onmiskenbaar voordelen voorzover het bijvoorbeeldgaat om kennis van etnische groepen en de situatie <strong>in</strong> het moederland of omde samenwerk<strong>in</strong>g met het buitenland. Anderzijds wordt door de geconstateerdeetnische heterogeniteit de noodzaak sterker om te komen tot onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g, zowel tussen Kernteams onderl<strong>in</strong>g als tussenKernteams, regiokorpsen en andere opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties.Wat betreft het belang van sociale relaties verdient de positie van vrouwen specifiekevermeld<strong>in</strong>g. Vrouwen blijken een belangrijke rol te spelen <strong>in</strong> het leggen vancontacten en het verstevigen van de onderl<strong>in</strong>ge banden. Afgaande op onze casusbeschrijv<strong>in</strong>genkan het belang hiervan niet worden overschat. In de meerderheid vanonze casussen behoren een of meer vrouwen tot de groep van verdachten. Opmerkelijkis dat vrouwen ook <strong>in</strong> zaken waar<strong>in</strong> zij niet door de politie als verdachten zijnaangemerkt, functies hebben vervuld <strong>in</strong> de communicatie (berichten doorgeven;leggen van contacten). Het verdient, gelet op de sterke '<strong>in</strong>formatiepositie' vanvrouwen, aanbevel<strong>in</strong>g om meer aandacht aan hen te besteden bij opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.Hoe zeer sociale relaties ook een rol spelen <strong>in</strong> de vorm<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,het zou een misvatt<strong>in</strong>g zijn om te stellen dat deze samenwerk<strong>in</strong>gsvormenlouter vriendenclubs zijn. Juist doordat de leden bepaalde banden metelkaar hebben, worden <strong>in</strong>dividuele gedrag<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong>druisen tegen het belangvan de groep gemakkelijk als deloyaal uitgelegd. Dit kan tot escalatie van geweldleiden. Sociale relaties blijken niet altijd voldoende b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gskracht te geven om <strong>in</strong>de 'jungle' van de illegaliteit te kunnen overleven. Dreig<strong>in</strong>g of toepass<strong>in</strong>g van geweldis naast sociale relaties en het economisch voordeel dat mensen aan de deelnameaan een groep ontlenen, dan ook één van de 'b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen' die crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bijeen houden. Geweld en <strong>in</strong>timidatie treffen wij overigensniet alleen <strong>in</strong> de wereld van de verdovende middelen aan. Ook <strong>in</strong> verschillendevrouwenhandelzaken en fraudezaken v<strong>in</strong>den wij sporen van <strong>in</strong>timidatie en geweld.Sociale relaties onttrekken zich aan het analytisch onderscheid tussen de wettigeomgev<strong>in</strong>g en het illegale milieu. Volgens een recent onderzoek ontstaan er problemenwanneer beide werelden worden verbonden door sociale relaties. Uit het onderzoekkomt naar voren dat 'lekken' (onoorbare <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g) vooral wordtveroorzaakt doordat de betrokkenen uit het crim<strong>in</strong>ele milieu en politiefunctionarissenelkaar uit andere hoofde kennen (Van Ruth en Gunther Moor, 1997, p. 251).Maar het is evenzeer een probleem voor de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden;leden van deze verbanden zijn graag bereid om elkaar of hun relaties daarbuitenmeer <strong>in</strong>formatie te verstrekken dan strikt noodzakelijk is. Het 'need to know' beg<strong>in</strong>selgaat nu eenmaal ten koste van de kwaliteit van de sociale relaties, ook van derelaties b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Ondanks de noodzaak om niette veel met elkaar te praten, wordt er dan ook veel gepraat en weten de leden van


Samenvatt<strong>in</strong>g 10samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> de regel veel over de illegale activiteiten die hebbenplaatsgevonden. Veel praten is het onvermijdelijke gevolg van het hebben vanhechte sociale relaties. Uit onze <strong>in</strong>ventarisatie van wat de aanleid<strong>in</strong>g is geweesttot het doen <strong>in</strong>stellen van opspor<strong>in</strong>gsonderzoek <strong>in</strong> de veertig casussen is naar vorengekomen dat de aanleid<strong>in</strong>g vaak door het crim<strong>in</strong>ele milieu zelf is gegeven. Informatievan RCID'en, die de <strong>in</strong>formatie grotendeels hebben betrokken uit het crim<strong>in</strong>elemilieu, alsook verklar<strong>in</strong>gen die verdachten <strong>in</strong> andere onderzoeken hebben afgelegd,staan meestal aan de basis van de onderzoeken. Tijdens de onderzoeken zelf (tappen,verhoren) blijkt ook de loslippigheid van de verdachten. Ook dit gegeven biedtmogelijkheden voor de opsporende overheid. Bij wijze van discussiepunt werpen wijhier op dat de overheid zijn mogelijkheden verder zou kunnen vergroten door de bereidheidom te praten te stimuleren. In de eerste plaats kan hierbij worden gedachtaan het stimuleren van slachtoffers (vrouwenhandel, flessentrekkerij) om aangiftete doen en zo veel mogelijk mededel<strong>in</strong>gen over de crim<strong>in</strong>ele groep te verstrekken.In de tweede plaats zou de justitiële overheid ervoor kunnen kiezen om deloyaliteitaan het samenwerk<strong>in</strong>gsverband te belonen met onder meer verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van straf.Momenteel is een wetswijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> voorbereid<strong>in</strong>g om getuigen die tevens verdachtenzijn, strafverm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g te geven wanneer zij relevante gegevens over andereverdachten verstrekken.1 Wij gaan hier verder niet <strong>in</strong> op de voors en tegens vaneen dergelijke regel<strong>in</strong>g, maar volstaan met de constater<strong>in</strong>g dat dergelijke regel<strong>in</strong>gengelet op de 'loslippigheid' van verdachten, vermoedelijk effectief zullen zijn.Tot slot constateren wij dat daders veel ontmoet<strong>in</strong>gen hebben met hun mededaders.Dikwijls fungeren gewone uitgaansgelegenheden (restaurant, café) daarvoor alsvaste ontmoet<strong>in</strong>gspunten. In aansluit<strong>in</strong>g op de constater<strong>in</strong>g dat er veel met elkaarwordt gesproken, is het positief te noemen dat de m<strong>in</strong>ister van justitie recentelijkop verzoek van de Tweede Kamer <strong>in</strong> het wetsvoorstel over direct afluisteren, demogelijkheden van direct afluisteren heeft verruimd. Oorspronkelijk zou afluisterenalleen <strong>in</strong> openbare ruimten zijn toegestaan, nu wordt ook direct afluisteren <strong>in</strong>won<strong>in</strong>gen onder voorwaarden toegestaan (Kamerstukken, 1996-1997, 25 403, nr. 7,p. 6).Raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>gEr bestaan vele raakvlakken tussen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de wettige omgev<strong>in</strong>g.De aanwezigheid en de steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g zijn een levensvoorwaardevoor veel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Dit geldt bijvoorbeeldvoor de noodzakelijke medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g bij de productie vanillegale goederen (bijvoorbeeld grondstoffen voor synthetische drugs) en de afzetvan goederen. Voor veel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geldt dat dezegeen overlev<strong>in</strong>gskansen hebben als de wettige omgev<strong>in</strong>g geen afnemer zou zijn van1 Kamerstukken, 1998-1999, 26 294. In dit wetsontwerp wordt ook geregeld dat deze getuigen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>gkunnen komen voor een protectieprogramma.


Samenvatt<strong>in</strong>g 11hun diensten of producten. Vrouwenhandel ende verkoop van illegale goederenzoals drugs en illegale cd's, zijn hiervan de meest duidelijke voorbeelden.Ook blijkt dat de wettige omgev<strong>in</strong>g een faciliterende bijdrage levert aan georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De voordelen van de gewone maatschappelijke <strong>in</strong>frastructuur(vervoer, huisvest<strong>in</strong>g, dienstverlen<strong>in</strong>g) worden ook door crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenbenut. Wij concluderen dat deze benutt<strong>in</strong>g plaats kan v<strong>in</strong>den zonderenige bewuste medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g. Maar er zijn ook situatiesaangetroffen (<strong>in</strong> het vervoer en <strong>in</strong> de dienstverlen<strong>in</strong>g) die wijzen op een verwijtbarebetrokkenheid van personen of organisaties bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De vele raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>g vormen de achilleshiel van crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zij bieden derhalve goede aanknop<strong>in</strong>gspunten voor depreventie en de bestrijd<strong>in</strong>g van deze <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De maatregelen zouden vooralbetrekk<strong>in</strong>g moeten hebben op het verm<strong>in</strong>deren van de mogelijkheden die de wettigeomgev<strong>in</strong>g momenteel verschaft aan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In de eersteplaats kan hierbij gedacht worden aan het versterken van toezicht en controle.Diverse, zeer uiteenlopende gevallen (oliefraude, mensensmokkel, XTC-productie,creditcardfraude) maken duidelijk dat georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> kansen krijgtvoor illegale activiteiten, wanneer degenen die toezicht moeten houden tekortschieten. In enkele gevallen schiet het toezicht tekort omdat de toezichthouder geenbelang heeft bij scherpe controle: de luchtvaartmaatschappij oefent uit concurrentieoverweg<strong>in</strong>gengeen scherp toezicht uit op reisdocumenten en creditcardmaatschappijennemen uit bedrijfseconomische overweg<strong>in</strong>gen een bepaald niveau vanfraude met creditcards voor lief. Via aanscherp<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g zou hier<strong>in</strong> verbeter<strong>in</strong>gkunnen worden gebracht.Daarnaast kan het toezicht tekort schieten doordat samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zicher gemakkelijk aan kunnen onttrekken door <strong>in</strong>ternationaal te gaan opereren. Sluitende(r)controle op het f<strong>in</strong>anciële verkeer <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> heeft geleid tot verplaats<strong>in</strong>gsgedragvan personen die misdaadgeld <strong>in</strong> het girale verkeer willen brengen; zijstorten bijvoorbeeld geldbedragen op bankreken<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Zwitserland of Luxemburg.Een vergelijkbaar voorbeeld uit een geheel ander misdaadveld: toezicht van de EconomischeControle Dienst (ECD) op de vervaardig<strong>in</strong>g en verkoop van grondstoffenvoor XTC <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> wordt illusoir, wanneer de grondstoffen vrij gemakkelijk uithet (verre) buitenland kunnen worden betrokken. Betere, <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gis onontbeerlijk voor een effectief toezicht <strong>in</strong> eigen land. Tenslotte kan gebrekkigtoezicht het gevolg zijn van het impliciet of expliciet stellen van posterioriteiten.In de afgelopen jaren heeft de controle op bordelen slechts beperkt aandacht ondervondenvan opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties/vreemdel<strong>in</strong>gendiensten. Door deze diensten isvooral onvoldoende onderkend dat achter prostitutie vrouwenhandel schuil kangaan. Dit blijkt onder meer uit het gedrag van de uitbaters van bordelen of clubs. Zijtreffen maatregelen om te voorkomen dat vrouwen worden uitgezet omdat zij geengeldige werk- en verblijfsvergunn<strong>in</strong>g hebben. Zij houden er geen reken<strong>in</strong>g mee datde controle aan het licht zou kunnen brengen dat de vrouwen onder dwang moetenwerken.


Samenvatt<strong>in</strong>g 12Het huidige gedoogbeleid <strong>in</strong>zake de exploitatie van bordelen heeft er kennelijk toebijgedragen dat de men<strong>in</strong>g heeft post gevat onder exploitanten dat er op het gebiedvan prostitutie veel is toegestaan. In elk geval blijkt het gedoogbeleid onvoldoendeonderscheidend te zijn geweest; de vrouwenhandelaren uit onze dossiers zijn <strong>in</strong>sommige gevallen `gewone' exploitanten van bordelen of seksclubs. De opheff<strong>in</strong>gvan het bordeelverbod licht de exploitatie van bordelen uit de huidige schemerzonetussen legaliteit en illegaliteit. Dit kan aan de ene kant betekenen dat gedwongenprostitutie eerder ontdekt en voorkomen wordt dan onder het huidige gedoogbeleidhet geval is. Maar het effect kan ook zijn dat er ontwijk<strong>in</strong>gsstrategieën worden ontwikkeld(bijvoorbeeld: escortservice), waardoor verhandelde vrouwen verder aanhet oog van de overheidscontrole worden onttrokken dan nu reeds het geval is. Hetverdient aanbevel<strong>in</strong>g om bij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de nieuwe wet bedacht te zijn op hetoptreden van dergelijke negatieve neveneffecten.Ook door het gedoogbeleid <strong>in</strong>zake softdrugs wordt een raakvlak gecreëerd tussen dewettige omgev<strong>in</strong>g en de illegaliteit. Hierdoor wordt niet alleen een illegale markt <strong>in</strong>stand gehouden, maar wordt ook onduidelijkheid geschapen over het illegale karaktervan de handel. In de luwte van het gedoogbeleid hebben enkele <strong>Nederland</strong>segroepen zich tot groothandelaren <strong>in</strong> softdrugs kunnen ontwikkelen (PEO, BijlageVIII, 1996, p. 19). Slechts ten koste van grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van politie en justitie ishet vervolgens gelukt deze grote crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden op te sporenen te vervolgen. Uit oogpunt van bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>2 verdienthet aanbevel<strong>in</strong>g om de nadelen van de <strong>in</strong>herente tegenstell<strong>in</strong>g van het gedoogbeleid(gedogen aan de voordeur, vervolgen aan de achterdeur) zo goed mogelijk teondervangen. Dit kan gebeuren door verder te gaan dan thans <strong>in</strong> het toestaan van deproductie en toelever<strong>in</strong>g van softdrugs aan gedoogde verkooppunten, dan wel doorde strafrechtelijke repressie van de aanbodzijde wat verder door te trekken naar deconsumentenkant (striktere reglementer<strong>in</strong>g). Vooral crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenlijken baat te hebben bij het schemergebied dat wordt gecreëerd door toe testaan wat verboden is.Professionele beroepsgroepen en dienstverleners komen allen <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g metgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Advocaten komen er qualitate qua mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g,maar ook van auto-leasemaatschappijen en bank<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zullen diensten wordengevraagd. Veel van deze contacten zijn onvermijdelijk: de dienstverleners behoevenzich er niet altijd van bewust te zijn dat de geleasde auto wordt gebruikt alsvluchtauto of dat door de girale overboek<strong>in</strong>g van geld naar het buitenland misdaadgeldnaar elders wordt verplaatst. In toenemende mate wordt van de dienstverlenersevenwel verwacht dat zij alert zijn op het mogelijke misbruik dat van hun dienstver-2 Overigens kan het gedoogbeleid uit volksgezondsheidsperspectief misschien veel positiever wordenbeoordeeld. Wij oordelen slechts vanuit het perspectief van de bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.


Samenvatt<strong>in</strong>g 13len<strong>in</strong>g wordt gemaakt. Een aantal beroepsgroepen heeft richtlijnen geformuleerdwaar<strong>in</strong> gespecificeerd wordt onder welke omstandigheden de dienstverlener argwaanmoet krijgen, en nader moet doorvragen naar de bonafiditeit van het verzoekof de verzoeker, dan wel zijn medewerk<strong>in</strong>g aan de gevraagde dienstverlen<strong>in</strong>g moetweigeren. De bekendste wetgev<strong>in</strong>g op dit terre<strong>in</strong> is de wet Meld<strong>in</strong>g OngebruikelijkeTransacties, die f<strong>in</strong>anciële dienstverleners verplicht om ongebruikelijke transactiesaan te melden bij een centraal meldpunt. Daarnaast hebben enkele professioneleberoepsgroepen, zoals de advocatuur en het notariaat, vertrouwenspersonen aangestelddie door de beroepsbeoefenaar kunnen worden geconsulteerd, <strong>in</strong>dien hijtwijfels heeft over de bonafiditeit van het verzoek van de cliënt. Over de ervar<strong>in</strong>gendie tot nu toe met de richtlijnen en de vertrouwenspersonen zijn opgedaan, is nunog we<strong>in</strong>ig bekend. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om nader onderzoek hiernaar teverrichten. Dit geldt ook voor de effecten van de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> Amsterdam. Naar aanleid<strong>in</strong>g van de resultaten van deonderzoeksgroep Fijnaut heeft het openbaar bestuur <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met politieen justitie een uitgebreid en veelbelovend actieprogramma geformuleerd waarbijde georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geïntegreerd, zowel met <strong>in</strong>zet van vele bestuurlijkemiddelen als met strafrechtelijke middelen, wordt bestreden. Het is van groot belangde resultaten van deze aanpak nauwlettend te volgen.Confrontaties met de overheidCrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zijn uit op het verdienen van geld, niet op hetvestigen van de hegemonie <strong>in</strong> een bepaald territoir. Zo moeten ook de door onsgeconstateerde contrastrategieën tegen de overheid worden begrepen. Zij zijn waarschijnlijkbedoeld als afweer en niet als aanval. De gevallen zijn ernstig van karakter,maar wij betwijfelen of deze gebeurtenissen een nieuwe, gevaarlijke ontwikkel<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong>luiden. Er zou evenwel meer aandacht gegevenmoeten worden aan een verschijnsel dat veel m<strong>in</strong>der ruchtbaarheid verkrijgt, namelijkdat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met succes de confrontatie met de overheiduit de weg gaan. Vanuit het perspectief van deze groepen bezien, is het mijdenvan de confrontatie met de overheid verstandiger dan het trotseren van de overheidsmacht.Het ontwijk<strong>in</strong>gsgedrag van de groepen wijst erop dat strafrechtelijkoptreden zijn schaduw vooruit werpt en <strong>in</strong>vloed heeft. Het zou een aanmoedig<strong>in</strong>gkunnen vormen voor de <strong>Nederland</strong>se politie en justitie om verder te gaan, dat wilzeggen om zelf eerder de confrontatie aan te gaan, bijvoorbeeld door het aanpakkenvan illegale dienstverleners of de strategie van `korte klappen'. Hiermee kan ook eenwig worden gedreven <strong>in</strong> het precaire onderl<strong>in</strong>ge vertrouwen tussen daders, waardoorde onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g onder druk wordt gezet.Hierbij is gelet op het ontwijk<strong>in</strong>gsgedrag van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenmeer <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g noodzakelijk. Want <strong>in</strong> één opzicht troeven crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden de nationale overheden duidelijk af, namelijk <strong>in</strong>hun vermogen om <strong>in</strong>ternationaal te opereren.


1Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g1.1 Aanleid<strong>in</strong>g tot het onderzoekDe aanleid<strong>in</strong>g tot dit onderzoek is een geconstateerd tekort aan empirisch gefundeerdekennis over de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Al <strong>in</strong> 1993 steldede toenmalige werkgroep Deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g vast dat er veel geld, tijden menskracht werd geïnvesteerd <strong>in</strong> grootschalige rechercheonderzoeken naarvormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, maar dat de ervar<strong>in</strong>gskennis die tijdensdeze opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken werd opgedaan niet systematisch werd beschreven enopgeslagen.3 Daarmee liep men volgens de werkgroep een unieke kans mis om hetleervermogen van politie en justitie te vergroten door deze kennis terug te koppelennaar personen die op beleidsmatig of uitvoerend niveau betrokken zijn bij de bestrijd<strong>in</strong>gvan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Het gebrek aan systematisch vastgelegde kennis over de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> kwam het meest evident naar voren tijdens de Parlementaire EnquêteOpspor<strong>in</strong>gsmethoden. In haar e<strong>in</strong>drapport Inzake Opspor<strong>in</strong>g concludeerde de ParlementaireEnquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethoden (PEO) dat aan het beleid terbestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> van de afgelopen jaren een beter onderbouwd<strong>in</strong>zicht ten grondslag had moeten liggen (PEO, E<strong>in</strong>drapport, 1996, p. 421).Volgens de Enquêtecommissie hadden noch de analyses van politie en justitie nochde uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek dit <strong>in</strong>zicht tot dan toe geboden: `Eenbeter kwalitatief en kwantitatief beeld van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> was wenselijkgeweest, vooral om een werkelijke <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van het probleem en beterekeuzes te kunnen maken. De basis voor het te voeren beleid zou m<strong>in</strong>der ter discussiehebben gestaan. De keuze van de te onderzoeken zaken zou meer richt<strong>in</strong>ggevendzijn geweest. Reger<strong>in</strong>g en parlement, maar ook de <strong>Nederland</strong>se publieke op<strong>in</strong>ie zoudende werkelijke problematiek van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> beter hebbenkunnen beoordelen' (PEO, E<strong>in</strong>drapport, 1996, p. 32).Volgens de Enquêtecommissie was <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de aard, omvang en ernst van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> van groot belang om verantwoorde uitspraken te kunnendoen over de vraag welke opspor<strong>in</strong>gsmethoden <strong>in</strong> de democratische rechtsstaateffectief en verantwoord zijn <strong>in</strong> de strijd tegen de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Daarom gaf zij aan vier hoogleraren crim<strong>in</strong>ologie, later bekend geworden als de3 Het betreft de werkgroep Deskundigheidsbevorder<strong>in</strong>g ten behoeve van het project Aanpak Zware<strong>Georganiseerde</strong> Crim<strong>in</strong>aliteit, onder voorzitterschap van mr. R.A.M. Behl<strong>in</strong>g (ook wel de werkgroepBehl<strong>in</strong>g genoemd).


Hoofdstuk 1 1 6onderzoéksgroep Fijnaut, de opdracht om een uitgebreid onderzoek uit te voerennaar de aard en omvang van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Hetbelangrijkste beleidsprobleem betrof overigens niet zozeer de verontrust<strong>in</strong>g overde omvang maar over de aard van de problematiek, namelijk de verwev<strong>in</strong>g van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> met de legale sectoren van de samenlev<strong>in</strong>g (Bovenkerk e.a.,1997, p. 58).Over het belang van de studie van de onderzoeksgroep Fijnaut merkte de voorzittervan de Enquêtecommissie later op:'( ... ) het crim<strong>in</strong>ologisch onderzoek heeft een vande fundamenten gelegd voor het e<strong>in</strong>drapport en gezorgd voor een constante wisselwerk<strong>in</strong>gtussen het onderzoek naar de werk<strong>in</strong>g van alle opspor<strong>in</strong>gsmethoden enorganisaties en de werkelijkheid van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Zonder hetbeeld van Fijnaut c.s. was ons onderzoek onvolledig geweest. Het heeft ons gesterkt<strong>in</strong> de overtuig<strong>in</strong>g dat een sober en werkelijk beeld van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>de beste basis verschaft voor effectieve en rechtsstatelijke opspor<strong>in</strong>g. Dat beeldmag geen speelbal worden van politieke emoties die een realistische benader<strong>in</strong>g <strong>in</strong>de weg staan. De politiek dient vanaf nu regelmatig dit soort onderzoek te latenverrichten ...' (Van Traa, 1996, pp. 15-16).1.2 Probleemstell<strong>in</strong>g van de <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Mede naar aanleid<strong>in</strong>g van de conclusies van de Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethoden heeft de m<strong>in</strong>ister van justitie besloten om het <strong>in</strong>formatiebeleidmet betrekk<strong>in</strong>g tot de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> te herzien. In dit verbandis aan de Tweede Kamer onder meer toegezegd om tweejaarlijks te rapporteren overde aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en te signaleren ontwikkel<strong>in</strong>gen.4De <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vormt de concrete <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g vandeze toezegg<strong>in</strong>g. Dit monitor-onderzoek heeft als doel om door middel van systematischeverzamel<strong>in</strong>g van kennis het leervermogen van politie en justitie te vergrotenen een relevante basis te verschaffen voor de vorm<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g van preventiefen repressief beleid. Het betreft een periodiek onderzoek met als centrale probleemstell<strong>in</strong>g:Wat is de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en welkeontwikkel<strong>in</strong>gen zijn op dit gebied te onderkennen?Het monitor-onderzoek houdt - kort gezegd - <strong>in</strong> dat er periodiek (tweejaarlijks) gestructureerdegegevensverzamel<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt met betrekk<strong>in</strong>g tot recent afgeslotenopspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op het terre<strong>in</strong> van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Daarbijwordt <strong>in</strong>formatie verzameld over de volgende zes onderwerpen:54 Deze toezegg<strong>in</strong>g is verwoord <strong>in</strong> het 'Plan van aanpak ter implementatie besluitvorm<strong>in</strong>g ParlementaireEnquête Opspor<strong>in</strong>gsmethoden' (M<strong>in</strong>isterie van Justitie / M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken, 1996,p. 6, punt 4.1).5 Deze onderwerpen komen grotendeels overeen met het analyseschema van de onderzoeksgroep


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 17- de aard van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband- de activiteiten- de werkwijze- de wijze van afscherm<strong>in</strong>g- de omvang en bested<strong>in</strong>g van het wederrechtelijk verkregen voordeel- de strafrechtelijke afdoen<strong>in</strong>g.6De aldus periodiek verzamelde <strong>in</strong>formatie kan voor verschillende doelen wordenaangewend. Om te beg<strong>in</strong>nen vormt deze <strong>in</strong>formatie - aangevuld met <strong>in</strong>formatie uitandere bronnen - de basis voor de onderhavige rapportage, de eerste rapportage opbasis van de <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Daarnaast kent deze gestructureerdegegevensverzamel<strong>in</strong>g ook een langetermijnbelang: het verzameldeonderzoeksmateriaal is niet alleen relevant voor de huidige rapportage, maar ookvoor toekomstige rapportages en verdiep<strong>in</strong>gsstudies op deelterre<strong>in</strong>en.7 De monitorvormt dus als het ware de rode draad van het door het <strong>WODC</strong> uitgevoerde en uitbestedeonderzoek naar georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.In de onderstaande paragrafen wordt een verantwoord<strong>in</strong>g gegeven van de totstandkom<strong>in</strong>gvan deze eerste rapportage op basis van de <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In paragraaf 1.3. worden de onderzoeksvragen van dit rapport besprokenen worden de belangrijkste verschillen toegelicht met enkele voorgaanderapportages over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Vervolgens wordt <strong>in</strong>paragraaf 1.4 nader <strong>in</strong>gegaan op de gehanteerde onderzoeksopzet en onderzoeksmethoden.In paragraaf 1.5 wordt een beknopte beschrijv<strong>in</strong>g gegeven van het onderzoeksmateriaaldat is gebruikt bij het schrijven van dit rapport, waarna <strong>in</strong> paragraaf1.6 wordt aangegeven welke uitspraken wel en niet op basis van dit materiaalkunnen worden gedaan. Tenslotte geeft paragraaf 1.7 een korte toelicht<strong>in</strong>g op de<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van het rapport.1.3 Onderzoeksvragen van dit rapportDit rapport staat niet op zichzelf. Het is een vervolg op de voormalige CBO-<strong>in</strong>ventarisaties8en het werk van de onderzoeksgroep Fijnaut. Daarom zal eerst kort wordenFijnaut. De onderwerpen zijn nader uitgewerkt <strong>in</strong> een aandachtspuntenlijst die is gebruikt bij de analysevan afgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken (zie bijlage 2).6 Het zal duidelijk zijn dat de strafrechtelijke afdoen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verband met de lange doorlooptijd van strafzakenpas op termijn kan (en zal) worden nagegaan. Hetzelfde geldt - zij het <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate - voor hetwederrechtelijk verkregen voordeel.7 Voorgenomen en reeds uitgezette verdiep<strong>in</strong>gsstudies op deelterre<strong>in</strong>en hebben onder meer betrekk<strong>in</strong>gop de achtergronden van liquidaties, crim<strong>in</strong>ele carrières, de strafrechtelijke afloop van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken,de bested<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele opbrengsten, illegale f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g en ondergrondsbankieren.8 Het doel en de <strong>in</strong>houd van deze <strong>in</strong>ventarisaties van het Coord<strong>in</strong>erend Beleidsoverleg (CBO) worden <strong>in</strong>het onderstaande kort toegelicht. Zie ook: PEO, E<strong>in</strong>drapport, 1996, pp. 29-31.


Hoofdstuk 118<strong>in</strong>gegaan op de meest <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gende verschillen met deze voorgaanderapportages, alvorens wordt <strong>in</strong>gegaan op de onderzoeksvragen van dit rapport.De voormalige CBO-<strong>in</strong>ventarisatiesHet primaire doel van dit onderzoek betreft de systematische verzamel<strong>in</strong>g vankennis over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> die relevant kan zijn voor de vorm<strong>in</strong>g enuitvoer<strong>in</strong>g van preventief en repressief beleid. Daarmee onderscheidt dit onderzoekzich qua doelstell<strong>in</strong>g van de voormalige CBO-<strong>in</strong>ventarisaties. Deze <strong>in</strong>ventarisaties uit1988, 1991, 1993 en 1995 dienden een direct operationeel doel. Getracht werd omdoor middel van een enquête bij politiekorpsen een beeld te krijgen van actievecrim<strong>in</strong>ele groepen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Het primaire doel van deze <strong>in</strong>ventarisaties was hetstellen van prioriteiten met betrekk<strong>in</strong>g tot concreet te starten opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken:welke crim<strong>in</strong>ele groepen moeten bij voorrang worden aangepakt door politie enjustitie?Inmiddels is de methode van prioriteitenstell<strong>in</strong>g op landelijk niveau gewijzigd (zie:College van procureurs-generaal, 1998). Met de nieuwe methode wordt getracht omeen oploss<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den voor de dreigende vicieuze cirkel van de prioriteitenstell<strong>in</strong>g.Immers, op die gebieden waar operationele opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken worden uitgevoerd,ontstaat vaak tevens <strong>in</strong>formatie over crim<strong>in</strong>ele activiteiten van anderepersonen en groepen. Dit leidt vervolgens weer tot nieuwe projectvoorstellen vooroperationeel opspor<strong>in</strong>gsonderzoek met betrekk<strong>in</strong>g tot nauw verwante activiteiten,personen en groepen. Om dit fundamentele probleem van de prioriteitenstell<strong>in</strong>gop te lossen, worden nu op landelijk niveau aan de kernteams bepaalde aandachtsgebiedentoebedeeld en worden er opdrachten verstrekt tot het doen van verkennendonderzoek op specifieke, onontgonnen terre<strong>in</strong>en. Op deze manier hoopt mente voorkomen dat de `zoeklichten' van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties steeds gericht blijven ophetzelfde deel van de crim<strong>in</strong>ele werkelijkheid.De onderzoeksgroep FijnautEen verschil met de onderzoeksgroep Fijnaut is dat de probleemstell<strong>in</strong>g van de onderzoeksgroepFijnaut niet alleen betrekk<strong>in</strong>g had op de aard van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, maar ook op de ernst en de omvang van de problematiek.Overigens was de onderzoeksgroep Fijnaut zich van meet af aan bewust dat het nietmogelijk zou zijn om de omvang van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> verantwoord tebepalen. <strong>Georganiseerde</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> komt immers vooral aan het licht, wanneeropspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties daar onderzoek naar verrichten. Daardoor is onze kennis overgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> veelal gevangen <strong>in</strong> de `fuik' van de prioriteitenstell<strong>in</strong>g:er ontstaat alleen kennis op die gebieden waaraan opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties aandachtbesteden.Voor onderzoek naar de omvang van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vormt dit eenfundamenteel probleem. Ook voor ons onderzoek naar de aard van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> levert dit problemen op: ook al zouden we gebruik maken van allekennis van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties en ook al zouden we alle afgesloten en lopende


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 19opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken analyseren, dan nog ontkomen we niet aan het probleemdat de kennis van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties selectief is.9Aan de andere kant geldt dat opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties de belangrijkste bron van kennisover georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vormen. Er zijn geen andere <strong>in</strong>stanties met vergelijkbaremogelijkheden om zo uitgebreid en <strong>in</strong>tensief zoeklichten te richten opdelen van de crim<strong>in</strong>ele werkelijkheid. Daarom zullen wij ons - evenals de onderzoeksgroepFijnaut - grotendeels baseren op de kennis van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties.Een verschil met de onderzoeksgroep Fijnaut is wel dat wij zelf geen branchestudiesof lokale studies hebben uitgevoerd. Voorzover wij gebruik maken vanbranche-studies of lokale studies, baseren wij ons op het werk van anderen (zie ook:paragraaf 1.4).Onderzoeksvragen van dit rapportMet dit rapport wordt niet gestreefd naar alomvattendheid. Beoogd wordt voort tebouwen op bestaande kennis en om nieuwe <strong>in</strong>zichten te bieden <strong>in</strong> de aard van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.Voor de aanpak van het verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is het <strong>in</strong> de eersteplaats van belang te weten met wat voor soort crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenwe van doen hebben. Zijn dit bijvoorbeeld piramidale organisaties met een strengehiërarchie, een duidelijke taakverdel<strong>in</strong>g, een gedragscode en een <strong>in</strong>tern sanctiesysteemof is eerder het door de onderzoeksgroep Fijnaut geschetste beeld vantoepass<strong>in</strong>g: crim<strong>in</strong>ele netwerken, waarb<strong>in</strong>nen daders <strong>in</strong> wisselende verbandensamenwerken? Wat is het belang van de sociale en etnische achtergrond van daders?Op welke manier groeien crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden? Specialiseren crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zich <strong>in</strong> één categorie misdrijven of houden zij zichbezig met meerdere crim<strong>in</strong>ele activiteiten? Het zal duidelijk zijn dat een antwoordop dergelijke vragen over de aard van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden consequentiesheeft voor de discussie over de aanpak van het verschijnsel georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.In de tweede plaats is het van belang om na te gaan welke wisselwerk<strong>in</strong>g er bestaattussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en hun sociale en maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g. Voor een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband heeft de omgev<strong>in</strong>g tweegezichten. Aan de ene kant kan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> slechts bestaan bij degratie van haar sociale en maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g: georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>kan voorzien <strong>in</strong> een bepaalde maatschappelijke vraag en de omgev<strong>in</strong>g kan op verschillendemanieren profijt hebben van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> of deze bewustof onbewust faciliteren. Aan de andere kant noodzaakt de illegaliteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandtot geheimhoud<strong>in</strong>g en tot afscherm<strong>in</strong>g ten aanzien van formele9 Zie voor een uitgebreide uiteenzett<strong>in</strong>g over de mogelijkheden en beperk<strong>in</strong>gen van onderzoek naargeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: PEO, Bijlage VII, 1996, pp. 30-45. In deze uiteenzett<strong>in</strong>g wordt overigensaangegeven dat het probleem van de selectiviteit ook niet moet worden overdreven.


Hoofdstuk 1 20en <strong>in</strong>formele sociale controle. De omgev<strong>in</strong>g is dus zowel een bondgenoot als eenrisicofactor.Deze twee gezichten van de omgev<strong>in</strong>g hebben consequenties voor de preventieveen de repressieve aanpak van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Enerzijds kunnen maatregelenworden gericht op het verm<strong>in</strong>deren van de mogelijkheden die de omgev<strong>in</strong>gbiedt aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden (de omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot), anderzijdskan men zich richten op het stimuleren van risicofactoren (de omgev<strong>in</strong>g alsrisicofactor).De bovenstaande beleidsmatig relevante vragen over de aard van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, sluiten aan bij het theoretisch perspectief van dit rapportdat <strong>in</strong> hoofdstuk 2 nader zal worden toegelicht. Dit perspectief legt een sterke nadrukop de <strong>in</strong>teractie tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en de sociale enmaatschappelijke omgev<strong>in</strong>g, hetgeen ook te herkennen is <strong>in</strong> de structuur van deonderstaande vier onderzoeksvragen van dit rapport:1 Wat is de aard van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die zich <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>schuldig maken aan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>? (hoofdstuk 2).2 Welke mogelijkheden worden aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden gebodendoor de omgev<strong>in</strong>g en hoe gaan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met dezemogelijkheden om? (hoofdstuk 3).3 Met welke risico's worden crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden vanuit hunomgev<strong>in</strong>g geconfronteerd en hoe gaan zij met deze risico's om? (hoofdstuk 4).4 Welke implicaties hebben de onderzoeksresultaten voor de preventie en debestrijd<strong>in</strong>g van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>? (hoofdstuk 5).De onderzoeksvragen zullen <strong>in</strong> de volgende hoofdstukken worden beantwoord opbasis van het onderzoeksmateriaal dat is verzameld <strong>in</strong> het kader van de <strong>WODC</strong>monitorgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, aangevuld met <strong>in</strong>formatie uit andere bronnen(zie: paragraaf 1.4.2). De gemaakte keuzen <strong>in</strong> het onderzoek zullen <strong>in</strong> de volgendeparagraaf nader worden verantwoord.1.4 Onderzoeksopzet en onderzoeksmethodenInformatie over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt ons niet op een presenteerblaadjeaangeboden. Tijdens grootschalige opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken wordt weliswaareen schat aan <strong>in</strong>formatie verzameld over de handel en wandel van bepaaldecrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar de opgedane ervar<strong>in</strong>gskennis wordtzelden systematisch beschreven en opgeslagen. Het systematisch beschrijven vandeze kennis door middel van het houden van <strong>in</strong>terviews en het analyseren van vaakzeer omvangrijke dossiers (<strong>in</strong> sommige gevallen zelfs 'een kamertje vol'), is danook een buitengewoon tijdrovende aangelegenheid. Dit is echter tevens een vande we<strong>in</strong>ige manieren om betrouwbare en geldige <strong>in</strong>formatie te verzamelen over het


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g21verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.10 Daarom bestaat er onmiskenbaar eenspann<strong>in</strong>g tussen het streven naar alomvattendheid en de <strong>in</strong>tensiteit waarmee opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenkunnen worden geanalyseerd. Het is kiezen tussen 'breed enoppervlakkig' of 'selectief en <strong>in</strong>tensief' onderzoek.In dit onderzoek is ervoor gekozen om de nadruk te leggen op de <strong>in</strong>tensieve bestuder<strong>in</strong>gvan de resultaten van veertig geselecteerde grootschalige opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken(paragraaf 1.4.1). Daarnaast is ernaar gestreefd om zo volledig mogelijk gebruikte maken van de overige kennis bij opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties en om oog te hebben voormogelijke nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen. Daartoe is zeer breed <strong>in</strong>formatie verzameld uitoverige opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken en is gebruik gemaakt van vertrouwelijke rapportages,fenomeenonderzoeken, landelijke en regionale misdaadanalyses, <strong>in</strong>terviewsmet experts en sleutelpersonen en (wetenschappelijke) literatuur (paragraaf 1.4.2).1.4.1 De analyse van recent afgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenHet doel van de analyse van recent afgeronde grootschalige opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenis het systematisch vastleggen van opgedane kennis over de aard van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Deze systematische casusbeschrijv<strong>in</strong>gen dienen- zoals al eerder is opgemerkt - ook een langetermijnbelang: het verzamelde materiaalis niet alleen relevant voor de huidige rapportage, maar ook voor toekomstigerapportages en verdiep<strong>in</strong>gsstudies op deelterre<strong>in</strong>en.De hardheid en betrouwbaarheid van het onderzoeksmateriaalDe belangrijkste bron voor dit onderzoek wordt gevormd door recent afgerondeopspor<strong>in</strong>gsonderzoeken. Om precies te zijn: opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken waar<strong>in</strong> hetgerechtelijk vooronderzoek (gvo) tegen de betrokkenen is afgesloten <strong>in</strong> de periode1996-199711 en waarbij er voldoende bewijs is vergaard om de verdachten te vervolgen.1210 Een andere methode is het houden van dader<strong>in</strong>terviews en/of het verrichten van participerendeobservatie. Voor een besprek<strong>in</strong>g van de voor- en nadelen van deze methoden wordt verwezen naarPotter (1994, pp. 25-46), PEO (Bijlage VI], 1996, pp. 30-45) en Bovenkerk (1998).11 De periode 1996-1997 valt na het onderzoek van de onderzoeksgroep Fijnaut. Daardoor kan eenmogelijke overlap alleen optreden met betrekk<strong>in</strong>g tot opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken die door de onderzoeksgroepFijnaut als lopend onderzoek zijn geanalyseerd.12 Het gaat hierbij om de 'hardheid' van het onderzoeksmateriaal. Zaken waarbij onvoldoende bewijs isvergaard tegen de verdachten om vervolg<strong>in</strong>g mogelijk te maken, worden daarom niet meegenomen. Welmeegenomen worden: zaken die voor de rechter worden gebracht; zaken waarbij het OM kiest voor eenandere afhandel<strong>in</strong>g van de zaak (transactie, fiscale aanpak of andersz<strong>in</strong>s); en zaken waarbij er een duidelijkaanwijsbare reden is (anders dan gebrek aan bewijs) om niet te vervolgen (bijvoorbeeld: eenaanwijz<strong>in</strong>g van de m<strong>in</strong>ister van justitie om niet te vervolgen). Overigens geldt dat strafrechtelijkef<strong>in</strong>anciële onderzoeken (sfo's) evenals gerechtelijke vooronderzoeken (gvo's) tegen m<strong>in</strong>der belangrijkeverdachten soms nog kunnen doorlopen na de periode 1996-1997. In het kader van de <strong>WODC</strong>-monitorvolgen wij ook de resultaten van de sfo's evenals de afloop van de rechtszaken. Daarbij geldt natuurlijk


Hoofdstuk 1 22De belangrijkste reden om te kiezen voor afgesloten onderzoeken is dat deze redelijk'harde' <strong>in</strong>formatie opleveren over de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Dit isniet het geval bij onderzoeken die net zijn gestart en waarbij er nog hoofdzakelijksprake is van 'zachte' <strong>in</strong>formatie van de Crim<strong>in</strong>ele Inlicht<strong>in</strong>gen Dienst (CID), evenm<strong>in</strong>is dit het geval bij zaken waarbij er wordt geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.Door te kiezen voor afgesloten onderzoeken kan het kaf van het koren wordengescheiden en kan gebruik worden gemaakt van 'uitgefilterde' gegevens die goed <strong>in</strong>hun specifieke context kunnen worden beoordeeld.De <strong>in</strong>ventarisatie van opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenOm een bewuste keuze te kunnen maken uit alle mogelijk te analyseren opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken,is <strong>in</strong> het voorjaar van 1997 een brede <strong>in</strong>ventarisatie uitgevoerd bij allearrondissementsparketten, kernteams en vestig<strong>in</strong>gen van de Fiscale Inlicht<strong>in</strong>genenOpspor<strong>in</strong>gsdienst (FIOD). Op basis van <strong>in</strong>gevulde <strong>in</strong>ventarisatieformulieren enaanvullende <strong>in</strong>terviews is een groslijst samengesteld van ongeveer 400 zaken, dievolgens de betrokkenen mogelijk zouden kunnen vallen onder de def<strong>in</strong>itie van'georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>' van de onderzoeksgroep Fijnaut. Het g<strong>in</strong>g daarbijom opspor<strong>in</strong>gsónderzoeken waar<strong>in</strong> het gvo was afgesloten na 1 januari 1996 en noglopende onderzoeken. Voor de lopende onderzoeken is vervolgens e<strong>in</strong>d 1997 / beg<strong>in</strong>1998 nagegaan of deze <strong>in</strong>middels waren afgerond.Bij dit aantal van ongeveer vierhonderd zaken past een waarschuw<strong>in</strong>g. Het 'tellen'van zaken is een hachelijke aangelegenheid, omdat op verschillende manieren kanworden omgegaan met de onderl<strong>in</strong>ge verwevenheid van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken:enerzijds kunnen verschillende zaken op elkaar voortbouwen of betrekk<strong>in</strong>g hebbenop deelonderzoeken met betrekk<strong>in</strong>g tot één en hetzelfde crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband,anderzijds kan één bepaalde zaak betrekk<strong>in</strong>g hebben op meerdere crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden tegelijkertijd. Het aantal van ongeveer vierhonderdzaken wordt hier dus enkel en alleen genoemd ter verantwoord<strong>in</strong>g van de gemaaktekeuzen <strong>in</strong> het onderzoek. Het zegt niets over het aantal actieve crim<strong>in</strong>ele groepen ofover de omvang van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.De def<strong>in</strong>itie van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Bij de brede <strong>in</strong>ventarisatie van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken is de def<strong>in</strong>itie (of betergezegd: de begripsbepal<strong>in</strong>g) van de onderzoeksgroep Fijnaut als uitgangspunt gehanteerd(PEO, Bijlage VII, 1996, p. 24):Er is sprake van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong>dien groepen die primair gerichtzijn op illegaal gew<strong>in</strong> systematisch misdaden plegen met ernstige gevolgen voor dedat vonnissen met een duidelijk negatief oordeel over het feitenmateriaal het gebruikte politiemateriaalkunnen diskwalificeren. Daar staat echter tegenover dat het voor het onderhavige onderzoek nietwenselijk is om jaren te wachten tot vonnissen onherroepelijk zijn geworden. Zie voor een overzichtvan deze bekende discussie: PEO, Bijlage VII, 1996, pp. 38-39.


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 23samenlev<strong>in</strong>g, en <strong>in</strong> staat zijn deze misdaden op betrekkelijk effectieve wijze af teschermen.Om te voorkomen dat er op voorhand een te 'enge' selectie van opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenzou worden aangemeld, is gevraagd om het begrip afscherm<strong>in</strong>g breed opte vatten en daarbij niet alleen te denken aan corruptie en de dreig<strong>in</strong>g met of hetgebruik van geweld, maar ook aan het gebruik van dekmantelfirma's, codetaal,contra-observatie, des<strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> de media of aan misbruik van deskundige derdenzoals notarissen, advocaten en accountants. Daarnaast is gevraagd om bij de<strong>in</strong>ventarisatie niet alleen aandacht te besteden aan de handel <strong>in</strong> verdovende middelen,maar ook aan bijvoorbeeld vrouwenhandel, mensensmokkel, wapenhandel,georganiseerde diefstal van auto's en vrachtwagens, protectie, afpers<strong>in</strong>g, het illegalegokwezen, koppelbazerij, afvalstoffenhandel, grootschalige olie- en milieufraude,BTW-fraude, EU-fraude en andere vormen van fraude.Geprobeerd is dus om het 'vangnet' <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie zo ver mogelijk uit te werpen.Vervolgens is op basis van deze zeer brede <strong>in</strong>ventarisatie een selectie gemaakt vanveertig uitgebreid te analyseren onderzoeken.Bij deze selectie was de begripsbepal<strong>in</strong>g van de onderzoeksgroep Fijnaut vooral vanbelang, omdat daarbij een analytisch onderscheid wordt gemaakt tussen 'georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>' en 'organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>'. Van organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> issprake als leden van een op zich legale organisatie misdrijven plegen <strong>in</strong> het kadervan de uitoefen<strong>in</strong>g van hun reguliere taken (PEO, Bijlage VII, 1996, pp. 22-29). Ditanalytisch onderscheid wordt niet gemaakt omdat de gevolgen voor de samenlev<strong>in</strong>gvan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> ernstiger zouden zijn dan die van organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Integendeel: sommige vormen van milieu<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> doorreguliere bedrijven zijn buitengewoon bedreigend voor het leefmilieu en sommigevormen van fraude leveren de schatkist aanzienlijke schade op. Dit neemt echterniet weg dat het bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong>ideaaltypische vorm gaat om samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van een geheel andere orde:afgeschermde samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die speciaal voor crim<strong>in</strong>ele doele<strong>in</strong>den zijngevormd versus reguliere organisaties die naast hun legale activiteiten ook illegaleactiviteiten ontplooien. Beide vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> kunnen zeer ernstige schadeopleveren voor de samenlev<strong>in</strong>g, maar zij onderscheiden zich van elkaar wat betreftde aard van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband, de wijze van werken en de 'zichtbaarheid'van de organisatie. Dat er <strong>in</strong>teressante mengvormen bestaan tussen georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> doet aan de z<strong>in</strong> van dit analytisch onderscheidniets af.1313 Aangezien het verschijnsel organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> buiten het kader van dit onderzoek valt, verwijzenwij geïnteresseerden naar het door het <strong>WODC</strong> uitbestede onderzoek van Huisman en Niemeijer (1998).


Hoofdstuk 1 24De selectie van veertig uitgebreid te analyseren opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenDe brede <strong>in</strong>ventarisatie van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken leverde een groslijst op vanongeveer vierhonderd zaken, die volgens de betrokkenen mogelijk zouden kunnenvallen onder de def<strong>in</strong>itie van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> van de onderzoeksgroepFijnaut.Aangezien het vangnet <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie bewust zo ver mogelijk was uitgeworpen,bevatte de groslijst rijp en groen. Op basis van de aangeleverde <strong>in</strong>formatie en degehouden <strong>in</strong>terviews moest bijna driekwart van de zaken afvallen: te 'oude' onderzoeken(sluit<strong>in</strong>g gvo voor 1996), voorbereidende onderzoeken zonder strafrechtelijkvervolg, zaken die waren geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, zaken die op geenenkele manier onder het begrip georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> waren te brengen(waaronder veel vormen van organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>), en nog lopende onderzoekendie niet voor het e<strong>in</strong>de van 1997 waren afgerond.Vervolgens zijn uit de ongeveer honderd overgebleven zaken de veertig opspor<strong>in</strong>gsonderzoekengeselecteerd met de meeste 'toegevoegde waarde'.14 Sommige opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenvoegen immers meer toe aan onze kennis over georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> dan andere. Zo bestaat er reeds vrij veel kennis over de handel <strong>in</strong>traditionele verdovende middelen, aangezien politie en justitie hier van oudsherveel aandacht aan besteden. Veel recenter is de aandacht voor bijvoorbeeld mensensmokkel,vrouwenhandel 15 en synthetische drugs. Aangezien opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenop deze gebieden veel meer toevoegen aan onze kennis dan het zoveelste traditioneledrugsonderzoek, is <strong>in</strong> het kader van dit onderzoek extra aandacht besteedaan opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op deze gebieden. Daarnaast is een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>ggemaakt van de 'toegevoegde waarde' van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op basis vande <strong>in</strong>formatie uit de <strong>in</strong>ventarisatie en de gesprekken met sleutelpersonen. Daarbijis reken<strong>in</strong>g gehouden met die aspecten van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> waarovernog niet zoveel bekend is. Voorbeelden hiervan zijn de relatie tussen 'onderwereld'en 'bovenwereld', de manier waarop crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zichafschermen en de f<strong>in</strong>anciële aspecten van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De selectie van uitgebreid geanalyseerde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken is dus nietwillekeurig, maar bewust selectief. Op deze manier kan enig tegenwicht wordengeboden tegen de prioriteitenstell<strong>in</strong>g van politie en justitie, die <strong>in</strong> de praktijk blijktuit te monden <strong>in</strong> een grote hoeveelheid drugsonderzoeken.16 Overigens is een dergelijkebewuste selectie van casusmateriaal geheel <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de reik-14 Zie voor een beschrijv<strong>in</strong>g van deze zaken: bijlage 3.15 In dit rapport zal steeds worden gesproken over vrouwenhandel <strong>in</strong> plaats van over mensenhandel.Enerzijds om verwarr<strong>in</strong>g tussen de verschillende delicten mensenhandel en mensensmokkel te voorkomen,anderzijds omdat <strong>in</strong> alle onderzochte gevallen vrouwen de slachtoffers waren.16 Men kan zich overigens afvragen of dit alleen een gevolg van de prioriteitenstell<strong>in</strong>g is of dat de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> <strong>in</strong>derdaad voor het overgrote deel bestaat uit drugshandel, zoalsde Parlementaire Enquêtecommissie Opspor<strong>in</strong>gsmethoden concludeerde (PEO, E<strong>in</strong>drapport, 1996,p. 422).


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 25wijdte van dit onderzoek en vormt het geen enkel beletsel voor het soort uitsprakendat wij op basis van ons onderzoek kunnen doen (zie paragraaf 1.6). Daarnaast geldtdat <strong>in</strong> vergelijkbaar sociaal-wetenschappelijk onderzoek een dergelijke bewusteselectie van casusmateriaal zeer gebruikelijk is (Swanborn, 1996, pp. 55-77).De analyse van opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenDe uitgebreide analyse van opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken is telkens gestart met <strong>in</strong>terviewsmet betrokken rechercheurs, officieren van justitie en parketsecretarissen. Daarbij isgebruik gemaakt van een uitgebreide aandachtspuntenlijst (zie bijlage 2). Het doelvan deze aandachtspuntenlijst was om alle relevante aspecten van een zaak zo systematischmogelijk te behandelen en zo m<strong>in</strong> mogelijk verschillen te laten ontstaantussen analyses van verschillende onderzoekers. Vervolgens is op basis van de<strong>in</strong>terviews al het achterliggende bronnenmateriaal bestudeerd, dat relevant was omde verzamelde gegevens <strong>in</strong> hun context te plaatsen en deze op hun betrouwbaarheidte toetsen: processen-verbaal, tapverslagen, observatieverslagen, verhoren, CIDrapporten,op schrift gestelde misdaadanalyses, et cetera. Hierbij is zo veel mogelijkonderscheid gemaakt tussen niet of onvoldoende hard gemaakte vermoedens en'vastgestelde feiten'.Om de betrouwbaarheid van de analyses te verhogen is zo veel mogelijk gewerkt <strong>in</strong>koppels. Alleen bij het dossieronderzoek is uit efficiëntie-overweg<strong>in</strong>gen niet <strong>in</strong>koppels gewerkt, maar is er wel tussentijds teruggekoppeld met een collega-onderzoeker.Tevens is getracht om de betrouwbaarheid van de analyses te verhogen doorterug te koppelen met de betrokken rechercheurs tene<strong>in</strong>de mogelijke onjuisthedente corrigeren. De gemiddelde tijdsbested<strong>in</strong>g bedroeg ongeveer twee weken peropspor<strong>in</strong>gsonderzoek.1.4.2 Het gebruik van overige bronnenDe bewuste keuze voor de <strong>in</strong>tensieve analyse van afgesloten opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenheeft ook nadelen. Indien wij ons uitsluitend zouden baseren op analyses van recentafgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken, bestaat het gevaar dat wij onvoldoende gebruikmaken van de overige kennis bij opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties en onvoldoende oog hebbenvoor mogelijke nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen. Daarom is ook gebruik gemaakt van <strong>in</strong>formatieuit overige opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken, vertrouwelijke rapportages, fenomeenonderzoeken,landelijke en regionale misdaadanalyses, <strong>in</strong>terviews met experts en sleutelpersonen en (wetenschappelijke) literatuur.In het voorjaar van 1998 is gepoogd om deze bronnen systematisch <strong>in</strong> kaart te brengen.Daartoe zijn allereerst voor alle regiokorpsen contactpersonen aangesteld,veelal uit de hoek van de CID of de projectvoorbereid<strong>in</strong>g. Naar aanleid<strong>in</strong>g vangesprekken met de desbetreffende contactpersonen zijn relevante rapportages aande onderzoekers verstrekt of door de onderzoekers ter plekke doorgenomen.Daarnaast zijn <strong>in</strong> het voorjaar en de zomer van 1998 <strong>in</strong>terviews gehouden met verschillendemedewerkers van de kernteams, de divisie Centrale Recherche Informatie


Hoofdstuk 1 26(DCRI), het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT), de Fiscale Inlicht<strong>in</strong>genenOpspor<strong>in</strong>gsdienst (FIOD), de Algemene Inspectiedienst (AID) en de EconomischeControledienst (ECD). Tevens zijn gesprekken gevoerd met medewerkers van deB<strong>in</strong>nenlandse Veiligheidsdienst (BVD).Deze fase van het onderzoek heeft - naast de <strong>in</strong>terviewverslagen - 92 vertrouwelijkerapportages opgeleverd en meer dan honderd beknopte casusbeschrijv<strong>in</strong>gen.17 Dekwaliteit van deze <strong>in</strong>formatie varieert echter sterk. Ook is het <strong>in</strong> veel gevallen nietmogelijk om de betrouwbaarheid van de <strong>in</strong>formatie te toetsen. Daarnaast geldt datvooral de bruikbaarheid van de vertrouwelijke rapportages wordt beperkt doordat <strong>in</strong>deze openbare rapportage niet rechtstreeks kan worden verwezen naar vertrouwelijkerapporten. Bovendien zijn veel van deze vertrouwelijke rapporten sterk gerichtop één bepaald misdaadveld of op één bepaalde stad, regio of branche. Tenslottegebiedt de eerlijkheid te zeggen dat deze fase van het onderzoek ook m<strong>in</strong>der nieuwerelevante 'ontwikkel<strong>in</strong>gen' of 'trends' heeft opgeleverd dan aanvankelijk was gehoopt.Het belangrijkste nut van de verzamelde <strong>in</strong>formatie is dan ook het creërenvan 'overzicht' en het toetsen en eventueel aanvullen van het beeld dat is ontstaanop basis van de analyses van afgesloten opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.1.5 Beschrijv<strong>in</strong>g van het onderzoeksmateriaalHet onderzoeksmateriaal bestaat uit veertig uitgebreide casusbeschrijv<strong>in</strong>gen vanrecent afgesloten opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken (vaak bestaande uit meerdere deelonderzoeken),<strong>in</strong>terviewverslagen, meer dan honderd beknopte casusbeschrijv<strong>in</strong>gen en 92vertrouwelijke rapportages.De betrouwbaarheid van dit onderzoeksmateriaal varieert. Alleen voor de 'uitgebreidecasusbeschrijv<strong>in</strong>gen' geldt dat de gegevens door de onderzoekers zeer <strong>in</strong>tensiefzijn bestudeerd. Voor de 'beknopte casusbeschrijv<strong>in</strong>gen' is dit echter niet het geval.In een deel van de gevallen gaat het om <strong>in</strong>terviews gevolgd door een korte bestuder<strong>in</strong>gvan het achterliggende dossier, <strong>in</strong> een ander deel van de gevallen om beschrijv<strong>in</strong>genen analyses van derden. Vanwege dit mogelijke verschil <strong>in</strong> betrouwbaarheidzullen wij <strong>in</strong> deze rapportage <strong>in</strong> voorkomende gevallen verwijzen naar een 'casus'respectievelijk een 'beknopte casus' als bron.Op wat voor soort delicten of misdaadvelden hebben de veertig uitgebreid geanalyseerdeonderzoeken nu betrekk<strong>in</strong>g? Een eenduidig antwoord op deze vraag ismoeilijk te geven, omdat de onderzochte zaken vaak meerdere delicten of meerderecrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden betreffen. Een voorbeeld is een zaak die niet17 Het betreft 109 beknopte beschrijv<strong>in</strong>gen van afgesloten en lopende opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken en 63beknopte beschrijv<strong>in</strong>gen van deelaspecten van bepaalde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken (waardoor er sprakekan zijn van overlap). In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om witwasconstructies en om de mogelijkebetrokkenheid van openbaar bestuur, f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, f<strong>in</strong>anciële adviseurs, notarissen enmakelaars bij vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 27alleen betrekk<strong>in</strong>g heeft op drugs, maar ook op afpers<strong>in</strong>g, flessentrekkerij en illegaleloterijen. Bij de onderzochte zaken is een'één-op-één-op-één-relatie' (één zaak, ééncrim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband, één delict) eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel. Categoriseren,tellen en turven is dan een uitermate lastige aangelegenheid. De aantallendie hierna worden genoemd, dienen dan ook alleen ter verantwoord<strong>in</strong>g van degemaakte keuzen <strong>in</strong> het onderzoek.18 Voor een (kwalitatieve) beschrijv<strong>in</strong>g van deveertig <strong>in</strong>tensief bestudeerde zaken wordt verwezen naar bijlage 3.Naast de traditionele drugsonderzoeken (zestien zaken) is - zoals gezegd - extraaandacht besteed aan opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken op het gebied van synthetischedrugs, mensensmokkel en vrouwenhandel. Dit komt ook tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetrelatief grote aantal geanalyseerde zaken19 met betrekk<strong>in</strong>g tot synthetische drugs(zeven zaken), mensensmokkel (vier zaken) en vrouwenhandel (zeven zaken). Deresterende zes zaken hebben betrekk<strong>in</strong>g op fraude, witwassen en andere delicten.Het relatief bescheiden aantal uitgebreid geanalyseerde fraudezaken heeft te makenmet het feit dat het verschijnsel fraude door de onderzoeksgroep Fijnaut reeds vrijuitputtend is beschreven (PEO, Bijlage X, 1996). Bovendien is er over BTW-fraudeook vrij recent een <strong>WODC</strong>-rapport verschenen (Aronowitz e.a., 1996). Bij de analysevan het verschijnsel fraude is daarom voortgebouwd op deze kennis en is vooralnagegaan <strong>in</strong> hoeverre de conclusies uit voorgaand onderzoek bijstell<strong>in</strong>g behoevenen of er sprake is van nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen. Besloten is daarom om de nadruk teleggen op <strong>in</strong>terviews met experts en sleutelpersonen alsmede op de beknoptecasusbeschrijv<strong>in</strong>gen. Fraudezaken zijn bij de beknopte casussen dan ook goedvertegenwoordigd: ongeveer eenderde van de beknopte casussen betreft zaken alsBTW-fraude, accijnsfraude, EU-fraude, beursfraude, merkvervals<strong>in</strong>g, oplicht<strong>in</strong>g enoverige fraude/witwassen. In al deze gevallen bevat de beknopte casusbeschrijv<strong>in</strong>gvoldoende <strong>in</strong>formatie voor het doel van deze rapportage.Milieuzaken zijn wel sterk ondervertegenwoordigd <strong>in</strong> het onderzoeksmateriaal: geenvan de uitgebreide casussen en slechts een beperkt aantal beknopte casussen envertrouwelijke rapportages heeft betrekk<strong>in</strong>g op milieu<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De reden hiervanis dat alle geïnventariseerde milieuonderzoeken betrekk<strong>in</strong>g bleken te hebben opvormen van organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Deze kunnen weliswaar ernstig van aard zijn,maar dienen daarom nog niet als 'georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>' te worden betiteld.Deze conclusie is <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van de onderzoeksgroepFijnaut.18 De onderstaande categoriser<strong>in</strong>g is gebaseerd op het soort <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> dat <strong>in</strong> het opspor<strong>in</strong>gsonderzoekde meeste aandacht heeft gekregen.19 In vergelijk<strong>in</strong>g tot het aantal synthetische drugszaken, mensensmokkelzaken en vrouwenhandelzaken<strong>in</strong> de totale populatie van geïnventariseerde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.


Hoofdstuk 1281.6 Reikwijdte van het onderzoekWat voor uitspraken kunnen er nu op basis van dit onderzoeksmateriaal wordengedaan over de aard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>?In de eerste plaats kunnen op basis van ons onderzoeksmateriaal kwalitatieve uitsprakenworden gedaan over bepaalde verschijnselen. Zo kunnen wij bijvoorbeeldaangeven welke soorten afscherm<strong>in</strong>gsmaatregelen wij tegenkomen <strong>in</strong> de door onsonderzochte zaken of welke mogelijkheden er door de omgev<strong>in</strong>g worden gebodenaan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Onze enige beperk<strong>in</strong>g is dat wij vanbepaalde verschijnselen alleen kunnen aangeven: dat zij voorkomen; dat zij meerdan <strong>in</strong>cidenteel voorkomen; of dat zij niet voorkomen (voorzover wij weten). Hoevaak bepaalde verschijnselen voorkomen, is op basis van ons onderzoek echter nietverantwoord aan te geven. Het enige antwoord dat wij op dit soort vragen kunnengeven, is het aantal keren dat bijvoorbeeld geweld of ben ander verschijnsel voorkomt<strong>in</strong> de door ons onderzochte zaken.20 Overigens zou dit probleem niet pr<strong>in</strong>cipieelanders liggen, wanneer wij alle opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken zouden hebbenonderzocht: ook <strong>in</strong> dat geval is er immers sprake van een 'selectieve steekproef'(bepaald door de prioriteitenstell<strong>in</strong>g van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties), waardoor onmogelijkkan worden gegeneraliseerd naar het totale verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.In de tweede plaats kunnen op basis van ons onderzoek uitspraken worden gedaanover bepaalde mechanismen en bepaalde relaties tussen verschijnselen. Welk verbandbestaat er bijvoorbeeld tussen sociale netwerken en crim<strong>in</strong>ele netwerken? Hoeontwikkelen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zich? En hoe v<strong>in</strong>dt er groei plaatsvan crim<strong>in</strong>ele netwerken? Voor het v<strong>in</strong>den van een antwoord op dergelijke vragenzijn juist systematische casusstudies uitermate geschikt (Swanborn, 1996). Dezemechanismen worden immers vooral duidelijk, wanneer bepaalde zaken zeer<strong>in</strong>tensief worden bestudeerd. De onderzoeksresultaten kunnen vervolgens wordenonderbouwd met behulp van theoretische argumenten en casusmateriaal. De overtuig<strong>in</strong>gskrachtvan een dergelijke onderbouw<strong>in</strong>g hoeft niet onder te doen voor dievan'de kwantitatieve methode'.21 Bovendien geldt dat de kwantitatieve methode <strong>in</strong>dit geval geen reëel alternatief is, omdat er - zoals gezegd - altijd sprake is van eenselectieve steekproef. Hierdoor treden er onvermijdelijk generaliseerbaarheidsproblemenop, terwijl normaliter juist het oplossen van generaliseerbaarheidsproblemende kracht vormt van 'de kwantitatieve methode'.In de derde plaats kunnen uitspraken worden gedaan over mogelijke verschillentussen misdaadvelden. Bij de selectie van de uitgebreid te analyseren opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenis immers bewust gestreefd naar enige variatie <strong>in</strong> misdaadvelden.20 Alle 'kwantificerende' uitspraken <strong>in</strong> dit rapport <strong>in</strong> de vorm van 'veel', 'vaak', 'soms', 'niet of nauwelijks'of'<strong>in</strong> het merendeel van de gevallen' dienen dus op deze wijze te worden geïnterpreteerd.21 Onder de kwantitatieve methode wordt hier verstaan: het vanuit een steekproef via de <strong>in</strong>ductieve statistiekgeneraliseren van onderzoeksresultaten naar een andere populatie.


Probleemstell<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g 29Zo hebben wij niet alleen traditionele drugsonderzoeken geanalyseerd, maar bijvoorbeeldook onderzoeken naar mensensmokkel, vrouwenhandel, synthetischedrugs en fraude. Deze variatie biedt extra analysemogelijkheden doordat markanteverschillen tussen verschillende misdaadvelden tegen elkaar kunnen worden uitgespeeld:maakt het bijvoorbeeld verschil voor het ontlopen van overheidscontrolesdat een klant van een mensensmokkelaar vrijwillig wordt vervoerd, terwijl dit bijslachtoffers van vrouwenhandel niet het geval is? Of heeft het grote verschil <strong>in</strong>omvang tussen softdrugs en harddrugs (<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g tot de waarde ervan) consequentiesvoor de smokkelmethoden die worden gebruikt? Vergelijk<strong>in</strong>gen tussen verschillendecasussen en tussen verschillende misdaadvelden kunnen ons op hetspoor brengen van algemene mechanismen en samenhangen. Een zekere variatie <strong>in</strong>het soort geanalyseerde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken biedt daarbij extra mogelijkheden.Wat wij echter niet kunnen, is het maken van kwantitatieve vergelijk<strong>in</strong>gen tussenverschillende misdaadvelden. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om een antwoord tegeven op de vraag of er meer geweld voorkomt bij drugshandel dan bij fraude.Samenvattend kan worden geconcludeerd dat er weliswaar beperk<strong>in</strong>gen kleven aande gehanteerde onderzoeksmethode, maar dat er op basis van het onderzoeksmateriaalverantwoorde en controleerbare uitspraken kunnen worden gedaan over deaard van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. De reikwijdte van dezeuitspraken is hierboven nader toegelicht. De beoordel<strong>in</strong>g van de overtuig<strong>in</strong>gskrachtvan dit rapport aan de hand van de gebruikte argumenten en het bestudeerde casusmateriaalis aan de lezer.1.7 Indel<strong>in</strong>g van het rapportIn hoofdstuk 2 wordt nader <strong>in</strong>gegaan op de aard van de onderzochte crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden (de eerste onderzoeksvraag). Tevens bevat dit hoofdstukeen uiteenzett<strong>in</strong>g over het theoretisch perspectief van deze rapportage. Dit perspectieflegt een sterke nadruk op het belang van sociale relaties en op de <strong>in</strong>teractietussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en hun sociale en maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g. De omgev<strong>in</strong>g heeft voor een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband tweegezichten. Aan de ene kant kan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> slechts bestaan bij degratie van haar sociale en maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g: 'de omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot'.Aan de andere kant noodzaakt de illegaliteit van het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandtot geheimhoud<strong>in</strong>g en tot afscherm<strong>in</strong>g ten aanzien van formele en <strong>in</strong>formele socialecontrole: 'de omgev<strong>in</strong>g als risicofactor'.Deze twee gezichten van de sociale en maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g staan centraal<strong>in</strong> hoofdstuk 3 en 4. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de omgev<strong>in</strong>g alsbondgenoot. Daarbij wordt de vraag beantwoord welke mogelijkheden er aancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden geboden door de omgev<strong>in</strong>g en hoecrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met deze mogelijkheden omgaan (de tweedeonderzoeksvraag). Vervolgens wordt <strong>in</strong> hoofdstuk 4 aandacht besteed aan de om-


Hoofdstuk 130gev<strong>in</strong>g als risicofactor: met welke risico's worden crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvanuit hun omgev<strong>in</strong>g geconfronteerd en hoe gaan zij met deze risico's om? (dederde onderzoeksvraag).Tenslotte worden <strong>in</strong> hoofdstuk 5 de belangrijkste onderzoeksresultaten gerecapituleerden wordt nagegaan welke implicaties deze onderzoeksresultaten kunnenhebben voor de preventie en de bestrijd<strong>in</strong>g van het verschijnsel georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> (de vierde onderzoeksvraag).


Hoofdstuk 2 32niet beperken tot één bepaalde categorie misdrijven en <strong>in</strong> hoeverre er dwarsverbandenbestaan tussen verschillende misdaadvelden. Tenslotte wordt het hoofdstukafgesloten met een recapitulatie van de belangrijkste onderzoeksbev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen(paragraaf 2.7).2.2 Theoretisch perspectief2.2.1 Drie 'oerbeelden' van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>In de discussie over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> keren drie 'oerbeelden' telkensweer terug:22 georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> als een alien conspiracy (een centraalgeleide samenzwer<strong>in</strong>g van buitenstaanders, die de samenlev<strong>in</strong>g bedreigt); georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> als een bureaucratische organisatievorm (een piramidale organisatiemet een strenge hiërarchie, een duidelijke taakverdel<strong>in</strong>g, een gedragscode eneen <strong>in</strong>tern sanctiesysteem); en georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> als illegaal ondernemerschap(het beeld van 'de calculerende misdaadondernemer').Het 'alien conspiracy'-modelHet beeld van de 'alien conspiracy' heeft vooral <strong>in</strong> de Verenigde Staten tot <strong>in</strong> dejaren tachtig de discussie over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> gedom<strong>in</strong>eerd. Het probleemvan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> zou <strong>in</strong> deze visie zijn geïmporteerd tijdensde Italiaanse immigratiegolf aan het e<strong>in</strong>de van de negentiende en het beg<strong>in</strong>van de tw<strong>in</strong>tigste eeuw en zou bestaan uit de 'verborgen hand' van een op etnischegrondslag gebaseerde, centraal geleide samenzwer<strong>in</strong>g van buitenstaanders. Dezecentraal geleide samenzwer<strong>in</strong>g zou een bedreig<strong>in</strong>g vormen voor de open, democratischeAmerikaanse samenlev<strong>in</strong>g.In veel gevallen worden aan dit 'alien conspiracy'-model nog enkele kenmerkentoegeschreven (Potter, 1994, pp. 2-6), die we tevens <strong>in</strong> andere benader<strong>in</strong>gen van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> terugv<strong>in</strong>den:- een bureaucratische organisatievorm- een streven naar monopolie- en kartelvorm<strong>in</strong>g- etnische homogeniteit- ondermijn<strong>in</strong>g van de democratie door corruptie.Ook <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se discussie over allochtone crim<strong>in</strong>ele groepen zien we dikwijlselementen van het 'alien conspiracy'-model terugkeren, of het nu gaat over dedreig<strong>in</strong>g van 'de Russische maffia' of over de betrokkenheid van immigrantengemeenschappenbij de georganiseerde drugshandel. Uit deze discussies blijkt dat22 Zoals duidelijk wordt uit de onderstaande besprek<strong>in</strong>g bestaat er soms een overlap tussen deze drieoerbeelden. Zo maakt het bureaucratie-model vaak onderdeel uit van het 'allen conspiracy'-model,terwijl dit model soms ook wordt gecomb<strong>in</strong>eerd met het perspectief van het illegaal ondernemerschap.Aangezien het bureaucratie-model een geheel eigen rol speelt <strong>in</strong> de discussie, wordt het <strong>in</strong> deze paragraafbesproken als een afzonderlijk model.


2Netwerken van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>2.1 Inleid<strong>in</strong>gDiscussies over de aanpak van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> worden sterk beïnvloeddoor beelden over de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die bestreden moeten worden. Zo is<strong>in</strong> de jaren voor de Parlementaire Enquête Opspor<strong>in</strong>gsmethoden bij herhal<strong>in</strong>g hetbeeld van 'de Octopus' gebruikt om de top van de autochtone georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> te karakteriseren: één organisatie waarvan de verschillendegeled<strong>in</strong>gen quasi automatisch functioneren als één groot organisch geheel.Met dit beeld heeft de onderzoeksgroep Fijnaut korte metten gemaakt: 'In de dossiersdie ik heb geraadpleegd (...) heb ik dat beest nooit aangetroffen', verklaardeFijnaut tijdens zijn verhoor voor de Enquêtecommissie (PEO, Bijlage II, 1996, p. 22).Het beeld van 'de Octopus' diende volgens de onderzoeksgroep daarom zo snelmogelijk uit de discussie te worden verbannen: 'Het doet meer kwaad dan goed,omdat het de ontwikkel<strong>in</strong>g van een heldere kijk op de feitelijke situatie voortdurendbelemmert.' (PEO, Bijlage VIII, 1996, p. 26).Het verbannen van bepaalde 'oerbeelden' uit de discussie is echter gemakkelijkergezegd dan gedaan. Op de achtergrond blijven deze toch vaak een rol spelen, omdatze corresponderen met bepaalde dreig<strong>in</strong>gsbeelden en probleemdef<strong>in</strong>ities. Dit hoofdstuk,waar<strong>in</strong> wordt <strong>in</strong>gegaan op de aard van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,beg<strong>in</strong>t daarom met een beknopte besprek<strong>in</strong>g van enkele 'oerbeelden' van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (paragraaf 2.2.1). Daarna geeft paragraaf 2.2.2 een korte schetsvan het theoretisch perspectief van deze rapportage.In de overige paragrafen wordt vervolgens <strong>in</strong>gegaan op verschillende aspecten vande onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Paragraaf 2.3 gaat <strong>in</strong> op devraag of crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden moeten worden beschouwd als piramidaleorganisaties of veeleer als crim<strong>in</strong>ele netwerken, waarb<strong>in</strong>nen daders <strong>in</strong> wisselendeverbanden met elkaar samenwerken. Vervolgens wordt <strong>in</strong> paragraaf 2.4<strong>in</strong>gegaan op de rol van sociale relaties. Daarbij wordt onder meer aandacht besteedaan het verband tussen sociale relaties en <strong>in</strong>ternationale crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden(paragraaf 2.4.1), aan de factor etniciteit (paragraaf 2.4.2) en aan deonderbelichte rol van de vrouw <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (paragraaf 2.4.3).In paragraaf 2.5 wordt de dynamiek van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden naderonder de loep genomen: hoe ontwikkelen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zichen op welke manier groeien crim<strong>in</strong>ele netwerken? Vervolgens wordt <strong>in</strong> paragraaf2.6 de vraag aan de orde gesteld of crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zich al dan


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 33het hierbij gaat om een gevoelige kwestie. Een zakelijke discussie over de betrokkenheidvan buitenlanders en allochtonen bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> blijkt m<strong>in</strong>dergemakkelijk te voeren dan over de betrokkenheid van autochtonen.Het bureaucratie-modelHet bureaucratie-model van georganiseerde misdaadorganisaties heeft vooral bekendheidgekregen door de openbare verklar<strong>in</strong>gen van spijtoptanten als Joe Valachien Frank Costello voor de Amerikaanse Senaatscommissies <strong>in</strong> de jaren vijftig enzestig en door het wetenschappelijke werk dat de Amerikaanse crim<strong>in</strong>oloog Cresseyverrichtte <strong>in</strong> het kader van de Federal Task Force on Organized Crime (1967). Cresseybeschrijft georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> zijn veelvuldig geciteerde boek 'Theftof the Nation' (1969) als een bureaucratische organisatievorm met een piramidestructuur,een strenge hiërarchie, een duidelijke taakverdel<strong>in</strong>g, een gedragscode eneen <strong>in</strong>tern sanctiesysteem.In de Verenigde Staten werd al <strong>in</strong> de jaren zeventig forse kritiek geleverd op de empirischehoudbaarheid van dit bureaucratie-model (zie onder andere: Alb<strong>in</strong>i, 1971;lanni en Reuss-Ianni, 1972; Smith, 1975). In <strong>Nederland</strong> heeft vooral de onderzoeksgroepFijnaut dit beeld van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> verregaand genuanceerd.Volgens de onderzoeksgroep zou het bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> niet gaan omduidelijk identificeerbare en afgrensbare stabiele organisaties met een strengehiërarchie, maar veeleer om een steeds wisselend netwerk van daders die <strong>in</strong> verschillendeverbanden met elkaar samenwerken.Desondanks mag het bureaucratie-model zich nog altijd <strong>in</strong> een grote populariteitverheugen. Niet alleen <strong>in</strong> de media maar ook <strong>in</strong> kr<strong>in</strong>gen van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stantieswordt nog herhaaldelijk gesproken en gedacht <strong>in</strong> termen van piramidaal opgebouwdeorganisaties, waarbij de baas zijn 'luitenanten' aanstuurt, die op hun beurt weerde verschillende gespecialiseerde divisies aansturen.Illegaal ondernemerschapHet perspectief van het illegaal ondernemerschap benadrukt de soms opmerkelijkeovereenkomsten tussen illegale activiteiten en legale bedrijfsmatige activiteiten.Daders worden beschouwd als gewone naar w<strong>in</strong>st strevende ondernemers, die zichbezig houden met activiteiten die m<strong>in</strong> of meer toevalligerwijze illegaal zijn. Bij dezeactiviteiten staan - net als <strong>in</strong> de legale handel - economische overweg<strong>in</strong>gen en hethandig opereren <strong>in</strong> een bepaalde marktomgev<strong>in</strong>g centraal. Dit theoretisch perspectiefis door verschillende auteurs toegepast op het verschijnsel georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>(zie onder andere: Reuter, 1983; Moore, 1987; Block, 1991). In <strong>Nederland</strong>heeft het vooral bekendheid gekregen door het werk van Van Duyne (1990; 1995).Het mag geen verbaz<strong>in</strong>g wekken dat er <strong>in</strong> deze visie een uiterst dunne scheidslijnbestaat tussen 'misdaadondernemers' en misdadige legale ondernemers. De nadrukwordt gelegd op overeenkomsten en niet op verschillen. Daarnaast valt op dat ervaak een sterk accent wordt gelegd op persoonlijke eigenschappen van misdaadondernemerszoals slimheid en organisatietalent. Ditzelfdé geldt overigens voor de


Hoofdstuk 2 34andere kant van de medaille: de domheid van sommige misdaadondernemers ende klungeligheid waarmee zij soms te werk gaan (bijvoorbeeld: Van Duyne, 1990;1995).Beide aspecten zien we herhaaldelijk terug <strong>in</strong> de publieke discussie over georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: hoe sterk verschilt georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> eigenlijk van deactiviteiten van gewone ondernemers? En hoe slim of professioneel is de tegenpartij,die de overheid tracht te bestrijden? Zo heeft bijvoorbeeld Bovenkerk (1995, p. 131)de stell<strong>in</strong>g geponeerd dat de persoonlijkheidskenmerken van geslaagde ondernemersen die van geslaagde misdaadondernemers waarschijnlijk veel overeenkomstenvertonen.2.2.2 Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> hun sociale en maatschappelijkecontextEen verschil met de bovenstaande drie modellen is dat er <strong>in</strong> deze rapportage eensterke nadruk wordt gelegd op het belang van sociale relaties en dat crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden nadrukkelijk <strong>in</strong> hun sociale en maatschappelijke contextworden geplaatst. Hierbij gaan wij niet op voorhand uit van het bestaan van eenbureaucratische organisatievorm of van een ondernem<strong>in</strong>g. Centraal staan de daders,hun illegale samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en de <strong>in</strong>teractie met de sociale en maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g.23Voor een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband heeft de omgev<strong>in</strong>g twee gezichten. Aande ene kant kan het samenwerk<strong>in</strong>gsverband slechts bestaan bij de gratie van zijnsociale en maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g: het samenwerk<strong>in</strong>gsverband voorziet <strong>in</strong> eenbepaalde maatschappelijke vraag of wordt bewust of onbewust gefaciliteerd doorzijn omgev<strong>in</strong>g. De omgev<strong>in</strong>g is met andere woorden een soort bondgenoot. Aande andere kant maakt het illegale karakter van de uitgevoerde handel<strong>in</strong>gen de omgev<strong>in</strong>gtevens tot een soort tegenstander.In de eerste plaats dreigt op de achtergrond altijd het gevaar van aanhoud<strong>in</strong>g envervolg<strong>in</strong>g, waardoor de noodzaak ontstaat tot geheimhoud<strong>in</strong>g en afscherm<strong>in</strong>g. Inde tweede plaats maakt het illegale karakter van de uitgevoerde activiteiten deomgev<strong>in</strong>g tot een 'jungle', een ongereguleerde wereld waar<strong>in</strong> niet kan wordenteruggevallen op formele mechanismen, die <strong>in</strong> de legale wereld het wantrouwentussen verschillende partijen kunnen beteugelen: het sluiten van contracten, hetdoen van betal<strong>in</strong>gen via het officiële circuit of het terugvallen bij onenigheid oparbitrage of rechtspraak. De grote doorwerk<strong>in</strong>g die dit kan hebben op de aard vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden wordt duidelijk als we het voorbeeld van eendrugstransport van land A naar land B beschouwen. Gedurende dit transport is er23 Deze benader<strong>in</strong>g is onder meer geïnspireerd door het werk van Potter (1994) en door de sociale netwerkbenader<strong>in</strong>g.Voor de theoretische grondslagen van de sociale netwerkbenader<strong>in</strong>g kan bijvoorbeeldworden verwezen naar Raub (1997). Voor een empirische toepass<strong>in</strong>g op het verschijnsel georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> kan worden verwezen naar Klerks (1996).


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 35een hoeveelheid goederen met een zeer hoge geldwaarde onderweg <strong>in</strong> een onzekereen potentieel vijandige wereld. Hoe krijgt de leverancier garantie van betal<strong>in</strong>g? Wiedraagt het risico bij <strong>in</strong>beslagname? Wie garandeert dat de transporteurs er niet zelfmet de buit vandoor gaan en een <strong>in</strong>beslagname voorwenden? Wie voorkomt dat ergetipt wordt naar opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties of concurrenten? En wie geeft bescherm<strong>in</strong>gtegen de gevaren van diefstal en oplicht<strong>in</strong>g door andere daders? Dit alles vormt eengroot verschil met het zakendoen <strong>in</strong> de legale wereld. Het beteugelen van wantrouwentussen daders onderl<strong>in</strong>g is daarom bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> een steedsterugkerend probleem. Zo zien we <strong>in</strong> casus 25 dat wanneer er meer f<strong>in</strong>anciers bijeen drugstransport betrokken raken, de angst voor rippen24 toeneemt en er grotespann<strong>in</strong>gen ontstaan b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband. Samenwerken is<strong>in</strong> een jungle geen s<strong>in</strong>ecure.De omgev<strong>in</strong>g is dus niet alleen een bondgenoot, maar vormt ook een risicofactor.Naast de verschillende mogelijkheden die de omgev<strong>in</strong>g biedt aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,levert deze omgev<strong>in</strong>g ook verschillende risico's op (Potter,1994, pp. 171-175). Daarom kan het niet alleen verhelderend zijn om illegale activiteitente vergelijken met de legale handel, maar ook misleidend. Want de illegaliteitvan de uitgevoerde handel<strong>in</strong>gen beïnvloedt sterk de aard van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen de manier waarop zij opereren: daders van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> moeten leren leven met de 'handicap' van de illegaliteit.Hoe men oploss<strong>in</strong>gen kan v<strong>in</strong>den voor deze handicap, wordt <strong>in</strong> het vervolg van dezerapportage nader uitgewerkt. Daarbij ligt er vooral <strong>in</strong> dit hoofdstuk een sterke nadrukop het belang van sociale relaties. Samenwerk<strong>in</strong>g is immers veel gemakkelijkerwanneer men elkaar al langer kent en wanneer men elkaar <strong>in</strong> de toekomst nog vakerdenkt tegen te komen (zie onder andere: Raub, 1997). Partnerschap en familierelatiesvormen hier de duidelijkste voorbeelden van. Het is dan ook geen wonder datwe deze relaties <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> zeer frequent tegenkomen.De basis van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden wordt gevormd door socialerelaties: bekenden werken samen met bekenden en <strong>in</strong>troduceren elkaar weer bijanderen. Aandacht voor sociale relaties en sociale netwerken is daarom onontbeerlijkvoor een goed begrip van de aard van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.2.3 Piramidale organisaties versus crim<strong>in</strong>ele netwerkenIn de vorige paragraaf werd kort <strong>in</strong>gegaan op één van de standaardbeelden van eencrim<strong>in</strong>ele organisatie: de bureaucratische organisatie met een piramidestructuur,een strenge hiërarchie, een duidelijke taakverdel<strong>in</strong>g, een gedragscode en een <strong>in</strong>ternsanctiesysteem. Dergelijke piramidale organisaties zijn wij <strong>in</strong> de door ons bestudeerdezaken nauwelijks tegengekomen. Voor veel van de bestudeerde zaken is eerder24 Diefstal of bedrog door andere daders (zie ook: paragraaf 4.2.2).


Hoofdstuk 2 36het door de onderzoeksgroep Fijnaut geschetste beeld van toepass<strong>in</strong>g: crim<strong>in</strong>elenetwerken, waarb<strong>in</strong>nen daders <strong>in</strong> wisselende verbanden samenwerken.Een belangrijke conclusie, die wij hieronder nader zullen toelichten, is dat deonderzochte samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden m<strong>in</strong>der'hiërarchisch', m<strong>in</strong>der'duurzaam'en m<strong>in</strong>der 'vastomlijnd' zijn dan het bureaucratie-model suggereert. Vervolgensmoet echter de vraag worden beantwoord hoe deze crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandener dan wel uitzien. Het begrip netwerk houdt immers niet meer <strong>in</strong> dan eenverzamel<strong>in</strong>g knooppunten van bijvoorbeeld personen of organisaties en relatiestussen deze knooppunten (Williams, 1998). In het onderstaande zal daarom wordentoegelicht welke vormen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden kunnen aannemen(zie ook: Rebscher en Vahlenkamp, 1988, pp. 15-21). Tevens zal worden beargumenteerddat de structuur van deze crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden wordt beïnvloeddoor de logistiek van de uitgevoerde illegale activiteiten (zie ook: Sieber enBógel, 1993). Daarom zal <strong>in</strong> het onderstaande per misdaadveld de structuur vande onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden besproken (achtereenvolgens:'traditionele' drugshandel, synthetische drugs, mensensmokkel, vrouwenhandelen fraude). Tenslotte zal nog kort aandacht worden besteed aan hetverschijnsel hiërarchie en crim<strong>in</strong>ele netwerken.Traditionele drugshandelDe onderzochte samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die -althans op het eerste gezicht - noghet meest lijken op piramidale organisaties, houden zich voornamelijk bezig met de<strong>in</strong>voer en doorvoer van grote partijen drugs, <strong>in</strong> het bijzonder het per schip transporterenvan grote partijen hasj. Dit laatste is logistiek gezien een vrij complexe activiteit,aangezien er eigen schepen en scheepsbemann<strong>in</strong>gen moeten worden geregeld.In andere gevallen zoals bij de smokkel van cocaïne is het logistieke proces m<strong>in</strong>dercomplex: vanwege het relatief ger<strong>in</strong>ge volume en de hoge waarde kan de handelswaarveel gemakkelijker met reguliere transporten worden meegesmokkeld. Bij dehasjtransporten zien we dan ook relatief grote aantallen verdachten ten toneleverschijnen: f<strong>in</strong>anciers, organisatoren van het transport, botenmakelaars, kapite<strong>in</strong>sdie een scheepsbemann<strong>in</strong>g regelen en vele personen die zorgen voor het vervoeren,afhalen en opslaan van de drugs.Kijken we echter wat beter naar deze samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, dan blijken deze opbepaalde punten toch sterk af te wijken van het beeld van piramidale organisaties.Zo zien we <strong>in</strong> langer lopende opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken dat verdachten <strong>in</strong> de tijd <strong>in</strong>wisselende verbanden samenwerken: bij ieder crim<strong>in</strong>eel project komt er weer eenandere comb<strong>in</strong>atie verdachten <strong>in</strong> beeld drijven (bijvoorbeeld: casus 24, 25 en 27).Dit is door een rechercheteam ook wel de 'ijsschotsen-theorie' genoemd: de ijsschotsendrijven naar elkaar toe en verwijderen zich weer van elkaar. Daarnaast zienwe dat centrale personen als f<strong>in</strong>anciers en organisatoren bij meerdere samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenbetrokken kunnen zijn en activiteiten kunnen ondernemen dienadrukkelijk voor eigen reken<strong>in</strong>g zijn. Hetzelfde is van toepass<strong>in</strong>g op personen die<strong>in</strong> het traditionele beeld als 'de lagere pionnen' worden beschouwd. Of het nu gaat


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 37om kapite<strong>in</strong>s, scheepsbemann<strong>in</strong>gen of geweldstoepassers, <strong>in</strong> de onderzochte zakenwerken ze zelden voor slechts één bepaalde organisatie of één bepaald persoon.Tenslotte zien we bij de drugstransporten soms een verregaande vorm van delegatie:de f<strong>in</strong>anciers laten de organisatoren zelf bepalen op welke manier ze het transportvan A naar B regelen, de kapite<strong>in</strong>s moeten zelf een bemann<strong>in</strong>g regelen en ook hetafhalen en opslaan van de drugs wordt volledig gedelegeerd. Wel reist er vaaknamens de f<strong>in</strong>ancier(s) een controleur mee om de kostbare lad<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gaten tehouden.Synthetische drugsBij de productie en handel <strong>in</strong> synthetische drugs zien we een soort ketenstructuur.Dit hangt samen met de aard van het productie- en distributieproces. De productievan en handel <strong>in</strong> synthetische drugs kan worden onderverdeeld <strong>in</strong> deelprocessen,die bijna volledig van elkaar zijn te scheiden: het laboreren van halfproducten, hetuitkristalliseren tot poeder, het slaan van pillen en de uitvoer en/of afzet van halfproducten,poeder of pillen. Tijdens dit hele proces kunnen alle (tussen)producteneenvoudig aan anderen worden overgedragen evenals de volledige verantwoordelijkheidvoor wat er verder mee gebeurt. Casus 3 geeft hiervan een treffende illustratie:het 'estafettestokje' wordt telkens aan een andere schakel doorgegeven en belandtsoms ook weer bij een eerdere schakel <strong>in</strong> de keten.B<strong>in</strong>nen een breed vertakt productie- en handelsnetwerk, nemen koppels en kle<strong>in</strong>egroepjes tegen betal<strong>in</strong>g verschillende deelprocessen voor hun reken<strong>in</strong>g. De verschillendeschakels van de productie- en handelsketen zijn daarbij sterk van elkaarafhankelijk, maar hebben -afgezien van de transacties - verder we<strong>in</strong>ig kennis vanelkaars activiteiten en contacten. Tussen de schakels bestaat een levendige handel<strong>in</strong> grondstoffen, halffabrikaten, poeders en pillen, waarbij iedere schakel zijn eigendeskundigheid en contacten zoveel mogelijk probeert uit te buiten. Deze tussenhandelgaat 'kriskras' door het netwerk en vervult b<strong>in</strong>nen het netwerk tevens een soortbufferfunctie bij onregelmatige aanvoer van grondstoffen en onregelmatige productievan synthetische drugs (casus 3).25Hoewel het bovenstaande beeld het meest typerend lijkt voor de onderzochte zaken,is er soms sprake van een sterkere coord<strong>in</strong>atie tussen de verschillende schakels vande keten, zoals casus 5 illustreert:De hoofdverdachte is eerst alleen afnemer van amfetam<strong>in</strong>e en XTC. Later gaat hijechter'ook zelf laboratoria opzetten. Het opzetten van deze laboratoria laat hij verder25 Deze bufferfunctie zien we ook terug <strong>in</strong> andere drugszaken. Zo bestaat er <strong>in</strong> casus 8 tussen twee groepende ongeschreven regel dat bij een geslaagd transport van de ene groep de andere groep een deelhiervan tegen 'groothandelsprijzen' kan afnemen.


Hoofdstuk 2 38regelen door personen, die worden betaald met een bepaald bedrag per geproduceerdekilo synthetische drugs of met een deel van de productie (casus 5).De suggestie ligt voor de hand dat deze sterkere coord<strong>in</strong>atie door een meer 'zichtbarehand' misschien een verder gevorderd ontwikkel<strong>in</strong>gsstadium betreft. Dit iswaarschijnlijk niet het geval. In de andere onderzochte synthétische drugszakenzien we personen, die al lange tijd meelopen <strong>in</strong> de wereld van de synthetische drugsmaar die zich toch blijven beperken tot één bepaald deelproces. De verschillendedeelprocessen zijn voor hen kennelijk al lucratief genoeg.MensensmokkelOok bij mensensmokkel zien we dat de logistiek van de illegale activiteiten <strong>in</strong>vloedheeft op de structuur van de betrokken samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Het logistiekeproces van mensensmokkel is het eenvoudigst, wanneer men gemakkelijk kanbeschikken over vervalste documenten of - <strong>in</strong> het geval van k<strong>in</strong>deren - over reisbegeleidersdie de k<strong>in</strong>deren op hun eigen paspoort kunnen laten meereizen. In diegevallen kan de reis gewoon per vliegtuig worden afgelegd. De kern van het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandkan dan vrij kle<strong>in</strong> blijven en beperkt worden tot enkele personen<strong>in</strong> het bronland, het eventuele transitland en het bestemm<strong>in</strong>gsland (bijvoorbeeld:casus 9 en 34).In andere gevallen, wanneer de reis over land dient plaats te v<strong>in</strong>den, is het logistiekeproces door de vele fysieke verplaats<strong>in</strong>gen een stuk complexer en moet er vaker eenberoep worden gedaan op lokale kennis en contacten <strong>in</strong> de verschillende transitlanden.Daarom zien we dat <strong>in</strong> casus 9 volstaan kan worden met schakels <strong>in</strong> Iran,<strong>Nederland</strong> en Canada, terwijl we <strong>in</strong> casus 1 schakels zien <strong>in</strong> India, Rusland, Polen,Duitsland, <strong>Nederland</strong> en Engeland. Iedere schakel neemt daarbij een deeltrajectvoor zijn reken<strong>in</strong>g en draagt de klanten over aan de volgende schakel. In casus 1kosten de coord<strong>in</strong>atie en de verreken<strong>in</strong>gen tussen de verschillende schakels overigensveel meer tijd en moeite dan <strong>in</strong> casus 9.Bij mensensmokkel zien we dus dat langs iedere reisroute een keten is waar tenemen van wederzijds afhankelijke schakels. Elke schakel kan echter ook weer verbondenzijn met andere ketens: paspoorten worden met elkaar geruild of voor elkaarvervalst en klanten worden op deeltrajecten van elkaar overgenomen. De wereld vande mensensmokkel kan daarom worden gekarakteriseerd als een netwerk, waarb<strong>in</strong>nende organisatoren van bepaalde (deel) trajecten een centrale plaats <strong>in</strong>nemen.Naast deze organisatoren van relatief omvangrijke mensensmokkelstromen zien weoverigens ook veel kle<strong>in</strong>ere spelers <strong>in</strong> het veld zoals <strong>in</strong>dividuele 'reisleiders' die opéén bepaalde route ongeveer vijf à zes personen per maand (laten) vervoeren, enmensen die een paar familieleden, vrienden of bekenden laten overkomen uit hetbronland.


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 39VrouwenhandelBij de vrouwenhandelzaken valt niet alleen de ketenstructuur op maar ook de grotevariëteit aan organisatievormen.26 Soms zien we samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die dehele keten vanaf het ronselen van vrouwen <strong>in</strong> de bronlanden tot de tewerkstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>de <strong>Nederland</strong>se prostitutiewereld onder controle hebben (bijvoorbeeld: casus 10aen 10b). Het beheersen van de hele keten ligt echter niet altijd voor de hand, omdathet samenwerk<strong>in</strong>gsverband dan zowel een redelijk vaste basis moet hebben <strong>in</strong> debronlanden als <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se prostitutiewereld. Het beheersen van de heleketen is ook geensz<strong>in</strong>s noodzakelijk, omdat de vrouwen op elk moment <strong>in</strong> de ketenvan waarde zijn en op elk moment als handelswaar kunnen worden gekocht en verkocht.Dit geldt zowel voor de situatie <strong>in</strong> het buitenland als voor de situatie <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>,waar de vrouwen na een beperkte tijd vaak weer worden doorverkocht aanandere souteneurs en bordeelhouders of veelvuldig van het ene bordeel naar hetandere worden overgeplaatst. 27In de geanalyseerde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken zien we vaak de <strong>Nederland</strong>se kant vande vrouwenhandelnetwerken: samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden tussen souteneurs, bordeelhoudersof pandjesbazen, die een bepaalde positie hebben <strong>in</strong> de lokale wereld vande club- of raamprostitutie. De manier waarop zij aan hun vrouwen komen is echterverschillend. Sommigen gaan de vrouwen zelf halen <strong>in</strong> de voornamelijk Oost-Europesebronlanden, anderen maken gebruik van hun contacten met transporteurs enronselaars of kopen de vrouwen van hen bekende souteneurs. Afhankelijk van demanier waarop het contact wordt gelegd tussen de lokale prostitutiewereld en deronselaars <strong>in</strong> de bronlanden, kan er een grote verscheidenheid aan samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenontstaan.FraudeTenslotte zien we ook bij de fraudezaken een brede variëteit aan organisatievormen.Deze variëteit is reeds uitvoerig beschreven <strong>in</strong> de rapportage van de onderzoeksgroepFijnaut, waar<strong>in</strong> een bonte verzamel<strong>in</strong>g samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden ten tonelewordt gevoerd: van groepjes 'beroepscrim<strong>in</strong>elen' tot volledig afgegleden vormenvan organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en van vrij zelfstandig opererende dadergroepen totfraudenetwerken waarb<strong>in</strong>nen op ad hoc basis samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden wordengevormd (PEO, Bijlage X, 1996, pp. 86-96).Dit beeld kan op basis van de door ons bestudeerde zaken worden bevestigd. Hetzelfdegeldt voor de conclusie dat er b<strong>in</strong>nen de genoemde fraudenetwerken vaakenkele personen zijn die op grond van hun kennis, charisma en/of handelsgeest alscentrale personen kunnen worden aangemerkt en die vaak de kern vormen van dewisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo zien we <strong>in</strong> de door ons bestudeerde frau-26 Zie ook: IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong> en IPIT (1997).27 Deze' prostitutie-carrousels' zijn van belang, omdat nieuwe vrouwen extra klanten trekken (eenf<strong>in</strong>ancieel belang), omdat vrouwen op deze manier beter onder controle kunnen worden gehouden enomdat op deze manier politiecontroles kunnen worden ontlopen (bijvoorbeeld: casus 4 en 14).


Hoofdstuk 240dezaken drie voorbeelden van netwerken die weliswaar breed vertakt zijn, maardie <strong>in</strong> de kern toch draaien rond de samenwerk<strong>in</strong>g tussen slechts enkele centralepersonen. Het eerste voorbeeld betreft een geval van creditcardfraude:Via een leesapparaat wordt <strong>in</strong>formatie gestolen van (veelal buitenlandse) creditcardswaarmee wordt afgerekend bij hotels of benz<strong>in</strong>estations. Vervolgens wordt deze<strong>in</strong>formatie met behulp van technische hulpmiddelen overgebracht op kaarten meteen geschikte magneetstrip en worden er w<strong>in</strong>keliers aangezocht, die mee willenwerken aan het doen van aankopen met de vervalste creditcards. Meer dan zeventigw<strong>in</strong>keliers blijken bereid te zijn om mee te werken aan dit typische voorbeeld vansymbiotische fraude: beide partijen profiteren van de fraude, terwijl de creditcardmaatschappijenhet verlies dragen. Hoewel het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandbrede vertakk<strong>in</strong>gen kent, blijkt het <strong>in</strong> de kern te draaien rond slechts twee personen(casus 21).Ditzelfde patroon zien we terug bij een opspor<strong>in</strong>gsonderzoek naar de productie endistributie van illegale compactdiscs:Cd-rom's en muziek-cd's worden na samenstell<strong>in</strong>g, 'master<strong>in</strong>g' en pers<strong>in</strong>g op demarkt gebracht <strong>in</strong> het grijze en zwarte circuit. Hoewel er zeer veel personen bij dezelucratieve activiteiten zijn betrokken (zeker als we de distributie <strong>in</strong> cafés, op straat, opschoolple<strong>in</strong>en en bij sportverenig<strong>in</strong>gen meetellen), bestaat de spil van het samenwerk<strong>in</strong>gsverbanduit slechts twee personen. De een zorgt voor de distributie, terwijl deander zorgt voor het masteren en persen van de cd's bij legale bedrijven (casus 40).Het derde voorbeeld betreft een samenwerk<strong>in</strong>gsverband dat zich bezig houdt methet verduisteren en helen van olieproducten:Schippers houden door middel van verschillende fraudetrucs accijnsvrije hoeveelhedenkeros<strong>in</strong>e, gasolie of benz<strong>in</strong>e achter en leveren deze af bij een bedrijf, dat deze olieproductenop haar beurt weer zwart doorverkoopt aan het volgende bedrijf <strong>in</strong> deketen. Uite<strong>in</strong>delijk wordt de olie weer 'witgewassen' door middel van valse facturen(aangeleverd door verschillende personen en bedrijven) en wordt deze olie weerafgezet <strong>in</strong> het legale circuit. Door het grote verschil tussen de marktprijs en deverwerv<strong>in</strong>gsprijs kunnen vele schakels <strong>in</strong> de handelsketen meeprofiteren van dezeomvangrijke illegale oliestroom. Deze oliestroom zou echter niet kunnen bestaan zonderde kle<strong>in</strong>e kern van personen en bedrijven, die enerzijds de gelegenheid biedenaan de vele schippers om verduisterde olieproducten te verkopen en die anderzijdsdeze olieproducten witwassen zodat deze weer aan de reguliere handel kunnenworden doorverkocht (casus 39).


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 41Hiërarchie en crim<strong>in</strong>ele netwerkenVerschillende onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden dus sterkgekenmerkt door een ketenstructuur en door wederzijdse afhankelijkheid. Op eenenkele uitzonder<strong>in</strong>g na (bijvoorbeeld: casus 26) is er geen sprake van een piramidestructuurmet één leider die de scepter zwaait van tot top tot basis. Toch zien we <strong>in</strong>verschillende onderzochte zaken wel degelijk hiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen. Dezehiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen nemen echter een andere vorm aan dan die van eenpiramidestructuur.In de eerste plaats treffen we meer dan <strong>in</strong>cidenteel samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden aan,waarbij er wel een onderscheid kan worden gemaakt tussen leid<strong>in</strong>ggevenden enondergeschikten, maar waarbij de kern van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband bestaat uittwee, drie of meer personen die op voet van gelijkheid met elkaar samenwerken(bijvoorbeeld: casus 10a, 10b, 11, 24, 25 en 27). Vooral opmerkelijk is dat we bijwisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden herhaaldelijk vaste koppels kunnen waarnemen.Ook bij uitvoerende werkzaamheden treffen we overigens herhaaldelijkvaste koppels aan, waarbij het zowel kan gaan om horizontale relaties (samenwerkendepartners van gelijk niveau) als om verticale (hiërarchische) relaties.In de tweede plaats kan er sprake zijn van een ketenstructuur, waarbij er niet tussenmaar b<strong>in</strong>nen de afzonderlijke schakels van de keten een m<strong>in</strong> of meer hiërarchischestructuur bestaat. Een goed voorbeeld hiervan is de Turkse heroïnesmokkel: tussende verschillende schakels van de smokkelketen wordt op basis van gelijkwaardigheidsamengewerkt, terwijl er b<strong>in</strong>nen de afzonderlijke schakels sprake kan zijn van duidelijkehiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen (Yesilgbz e.a., 1997).Samenvattend kan dus worden geconcludeerd dat de onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenm<strong>in</strong>der hiërarchisch, m<strong>in</strong>der duurzaam en m<strong>in</strong>der vastomlijndzijn dan het bureaucratie-model suggereert. Verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenworden sterk gekenmerkt door een ketenstructuur en door wederzijdse afhankelijkheiden wisselen geregeld van samenstell<strong>in</strong>g. Het veelal ontbreken van eenpiramidestructuur betekent echter niet dat er geen sprake zou zijn van hiërarchischeverhoud<strong>in</strong>gen. Naast horizontale relaties treffen we b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenook verticale (hiërarchische) relaties aan.Ook nemen bepaalde personen zoals bijvoorbeeld f<strong>in</strong>anciers of organisatoreneen veel centralere plaats <strong>in</strong> dan anderen, omdat velen van hen afhankelijk zijn.Daarnaast zal <strong>in</strong> hoofdstuk 3 worden <strong>in</strong>gegaan op het belang van 'facilitators', diehun diensten kunnen leveren aan meerdere crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,zoals documentenvervalsers, transporteurs, BV-makelaars, geldwisselaars en f<strong>in</strong>anciëleadviseurs. F<strong>in</strong>anciers, organisatoren en facilitators vormen met andere woordenbelangrijke knooppunten b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele netwerken.


Hoofdstuk 2422.4 De rol van sociale relatiesSociale relaties vormen de basis van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Enerzijdsbieden sociale relaties daders nieuwe mogelijkheden, omdat zij gebruik kunnenmaken van andermans hulpbronnen (bijvoorbeeld: geld, kennis en contacten).Anderzijds bieden sociale relaties een oploss<strong>in</strong>g voor tal van samenwerk<strong>in</strong>gsproblemen(Raub, 1997).28 Samenwerk<strong>in</strong>g is immers veel gemakkelijker, wanneer men<strong>in</strong>formatie heeft over elkaar, wanneer men wederzijds <strong>in</strong> een relatie heeft geïnvesteerden wanneer men weet dat men elkaar <strong>in</strong> de toekomst nog vaker zal tegenkomen.Dit ontmoedigt opportunistisch en egoïstisch gedrag en stabiliseert desamenwerk<strong>in</strong>g. Ook de <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g van een sociale relatie b<strong>in</strong>nen een breder sociaalnetwerk kan een stabiliserende werk<strong>in</strong>g hebben op de samenwerk<strong>in</strong>g, omdat desamenwerkende partners reken<strong>in</strong>g moeten houden met hun reputatie b<strong>in</strong>nen hetnetwerk (Raub, 1997).Het belang van sociale relaties voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zien we bijalle onderzochte zaken terug.29 De brede variëteit aan sociale relaties die hierbij eenrol kan spelen, wordt treffend geïllustreerd door casus 28:Het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband houdt zich onder meer bezig met <strong>in</strong>voer van hasjuit Marokko, handel <strong>in</strong> XTC en amfetam<strong>in</strong>e en (pog<strong>in</strong>gen tot) <strong>in</strong>voer van grondstoffenvoor synthetische drugs. Verdachte A, een ex-woonwagenbewoner, wordt daarbijbijgestaan door twee zoons, waarvan vooral de eerste een prom<strong>in</strong>ente rol speelt. Zijwerken geregeld samen met bijvoorbeeld D en Z, ook (ex)-woonwagenbewoners dieweer hun eigen contacten hebben met woonwagenbewoners uit nabije regio's. VerdachteA heeft uitstekende connecties met Marokkaanse leveranciers van hasj. Dezeconnecties zijn ontstaan via een vroegere compagnon die betrekk<strong>in</strong>gen had met dezeleveranciers via een vrouw en een gez<strong>in</strong> die zijn bescherm<strong>in</strong>g genoten. Eén van dedochters van deze vrouw werd later de vriend<strong>in</strong> van A, waardoor er een nog sterkereband ontstond met de Marokkaanse leveranciers en met belangrijke tussenpersonen<strong>in</strong> de Marokkaanse gemeenschap <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Voorts zijn er via de autohandelverschillende zakelijke contacten <strong>in</strong> de (semi)legale sfeer. Op deze manier ontstaatook het contact tussen zoon B en een persoon die uit de re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsbranche afkomstigis en die door zijn zakelijke activiteiten goede contacten heeft met Oost-Europeseleveranciers van chemicaliën. Deze chemicaliën kunnen worden gebruikt als grondstoffenvoor synthetische drugs. Tenslotte b<strong>in</strong>dt A noodlijdende bedrijfjes aan zichdoor deze f<strong>in</strong>ancieel te steunen om deze vervolgens te gebruiken ter faciliter<strong>in</strong>g vanzijn illegale activiteiten (casus 28).28 Hechte sociale verbanden kennen echter ook een schaduwzijde: van je familie kun je niet weglopen enzakelijke onenigheid kan snel overstemd worden door emoties. Zie onder andere: Van Duyne (1995,p. 177) en paragraaf 3.2 van dit rapport.29 Zie bijvoorbeeld ook de analyses van Egmond (1994) met betrekk<strong>in</strong>g tot de georganiseerde misdaad <strong>in</strong>de Noordelijke <strong>Nederland</strong>en <strong>in</strong> de periode 1650-1800.


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 43De bovenstaande casus maakt duidelijk dat enerzijds 'sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen' zoalsfamilie- en vriendschapsrelaties een rol spelen bij illegale activiteiten en anderzijds'zwakke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen' die gewoonweg ontstaan tijdens dagelijkse activiteiten of diebewust worden gecreëerd en <strong>in</strong> stand gehouden. Zowel bij de sterke als bij de zwakkeb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen spelen de achtergronden van daders en hun dagelijkse activiteiteneen grote rol: hun sociale achtergrond; hun etnische achtergrond; waar zij vandaankomen; waar zij momenteel woonachtig zijn; met welke legale en illegale activiteitenzij zich bezighouden; en welke belangrijke ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen zij bezoeken (bijvoorbeeld:uitgaansgelegenheden, sportscholen, verenig<strong>in</strong>gen of penitentiaire <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen).Sociale relaties ontstaan niet willekeurig, maar volgen veelal de wettenvan sociale en geografische afstand: hoe dichter daders bij elkaar wonen, hoemeer raakvlakken er bestaan tussen hun dagelijkse activiteiten en hoe m<strong>in</strong>der grootde sociale afstand is tussen daders, des te groter is de kans dat er b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen ontstaantussen deze daders.30Aangezien sociale relaties vaak niet toevallig ontstaan, zit er achter sociale netwerkeneen zekere logica, die we ook terugzien <strong>in</strong> crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Zo zien we <strong>in</strong> casus 17 en 19 vrijwel alleen maar daders die geboren en getogen zijn<strong>in</strong> dezelfde stad of <strong>in</strong> dezelfde buurt. Het mag dan ook geen verbaz<strong>in</strong>g wekken dat zijzich voornamelijk toeleggen op het bedienen van de lokale illegale markten. Ook <strong>in</strong>casus 6 zien we dat de voornaamste crim<strong>in</strong>ele activiteiten bestaan uit het bevoorradenvan markten <strong>in</strong> landen of plaatsen waar men vandaan komt of waarmee menrechtstreekse contacten heeft. In dit geval gaat het om Engelsen, die zijn uitgewekennaar <strong>Nederland</strong> en die vanuit hier de Engelse markt bevoorraden met cocaïne, heroïne,hasj, XTC en amfetam<strong>in</strong>e.Het belang van sociale relaties wordt hieronder nader toegelicht met betrekk<strong>in</strong>g totdrie verschillende onderwerpen. Eerst zal worden <strong>in</strong>gegaan op de rol van socialerelaties bij <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden (paragraaf 2.4.1), vervolgens opde veronderstelde etnische homogeniteit en geslotenheid van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden(paragraaf 2.4.2) en tenslotte op de onderbelichte rol van de vrouw<strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (paragraaf 2.4.3).2.4.1 Sociale relaties en <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenVeel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> draaien om <strong>in</strong>ternationale smokkelactiviteiten.De sociale basis voor deze smokkel wordt onder meer gevormd door<strong>in</strong>ternationale migratiestromen. Een evident voorbeeld hiervan is de betrokkenheidvan migrantengemeenschappen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> bij de <strong>in</strong>ternationale drugshandel(PEO, Bijlage VIII, 1996, pp. 59-227). Het historische toeval wil immers dat de landen30 Zie voor een algemene uiteenzett<strong>in</strong>g over het ontstaan van b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: Feld (1981). Zie voor een specifieketoepass<strong>in</strong>g op crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden: Kleemans (1996, pp. 99-118).


Hoofdstuk 2 44waaruit <strong>in</strong> de jaren zestig en zeventig grote aantallen mensen naar <strong>Nederland</strong> zijngekomen zoals Turkije, Marokko, Sur<strong>in</strong>ame en de <strong>Nederland</strong>se Antillen, zich hebbenontwikkeld tot belangrijke bronlanden of doorvoerlanden van drugs voor de Europesemarkt. De sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen die door de migratie zijn ontstaan tussen <strong>Nederland</strong>en de moederlanden, bieden een vruchtbare voed<strong>in</strong>gsbodem voor <strong>in</strong>ternationaledrugshandel.De sociale logica van de <strong>in</strong>ternationale drugshandel blijkt duidelijk uit de door onsonderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo zien we niet alleen herhaaldelijkfamiliebanden als basis voor <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden maar ookvriendschapsrelaties:De kern van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband bestaat uit vier Antilliaansejeugdvrienden, waarvan er één is geboren <strong>in</strong> Colombia en er twee naar <strong>Nederland</strong>verhuizen. Deze jeugdvriendschap vormt de basis voor de smokkel van cocaïne vanuitColombia via Curagao naar <strong>Nederland</strong>. Bij het doorgeven van de 'airwaybill'-nummersen het onderscheppen van de postpakketjes met cocaïne op een <strong>Nederland</strong>se luchthavenzijn ook nog twee kennissen (een Sur<strong>in</strong>amer en een Ghanees) betrokken(casus 16).Sociale relaties kunnen dus een brug slaan tussen sociale en crim<strong>in</strong>ele netwerken <strong>in</strong>verschillende landen. Een ander goed voorbeeld hiervan is casus 7:De casus betreft wederom de smokkel van cocaïne vanuit Zuid-Amerika via hetCaribische gebied naar <strong>Nederland</strong>. De belangrijkste schakel tussen de verschillendelanden betreft een Antilliaan, die als een soort makelaar fungeert tussen Colombiaanseleveranciers en Europese afnemers. Zijn zus is getrouwd met een Colombiaan, dieeen tamelijk belangrijke positie <strong>in</strong>neemt <strong>in</strong> een cocaïne-organisatie, die voornamelijkis gebaseerd op familierelaties. Zelf heeft hij enige tijd <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> gewoond, waardoorhij contacten heeft met <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> woonachtige Antillianen, die de cocaïneafnemen en verder distribueren. Een andere oude bekende is een autochtone <strong>Nederland</strong>er,die met enkele vrienden de cocaïne met een schip naar <strong>Nederland</strong> vervoert(casus 7).Mocht uit de gebruikte voorbeelden de <strong>in</strong>druk ontstaan dat'het gevaar' enkel enalleen van buiten <strong>Nederland</strong> zou komen, dan dient te worden opgemerkt dat dezelfderedenatie natuurlijk van toepass<strong>in</strong>g is voor bijvoorbeeld de smokkel van synthetischedrugs vanuit <strong>Nederland</strong> naar andere landen. Begrijpelijk is dan dat we daarbijniet alleen omliggende landen als Duitsland, België en Engeland <strong>in</strong> beeld zien verschijnen,maar bijvoorbeeld ook Spanje (met haar <strong>Nederland</strong>se enclaves). Een andervoorbeeld betreft de contacten tussen <strong>Nederland</strong>se drugshandelaren en Pakistaansehasjleveranciers. Deze zouden beg<strong>in</strong> jaren zeventig tot stand zijn gebracht door<strong>Nederland</strong>se schippers die voor de kust van Dubai waterbouwkundige werkzaamhedenuitvoerden (PEO, Bijlage VIII, 1996, p. 56).


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 45Geconcludeerd kan dus worden dat we macro-verbanden tussen landen zoals <strong>in</strong>ternationalemigratie- en handelsstromen via sociale relaties op micro-niveau terugzien<strong>in</strong> de onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Daarnaast bieden debovenstaande voorbeelden een andere kijk op het belang van de factor etniciteit.Niet etniciteit vormt <strong>in</strong> deze voorbeelden de basis van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,maar de sociale relaties die tussen de verschillende personen bestaan.Dit zal <strong>in</strong> paragraaf 2.4.2 nader worden uitgewerkt.2.4.2 Etniciteit en crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenEtniciteit wordt van oudsher geassocieerd met georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.31 Zowerd het probleem van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> de Verenigde Staten aanvankelijkgedef<strong>in</strong>ieerd als een puur Italiaanse aangelegenheid. Hoewel later duidelijkwerd dat vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> niet enkel en alleen werdengepleegd door (Amerikaanse) Italianen, bleef het denken <strong>in</strong> termen van etnischhomogene groepen hardnekkig: ook bij andere crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenwerd etnische afkomst als basis beschouwd en werd uitgegaan van etnische scheidslijnentussen groepen.Ook <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> wordt dikwijls gesproken over Turkse groepen, Marokkaanse groepen,Hollandse netwerken, et cetera. Dit duidt er op dat er vaak impliciet van wordtuitgegaan dat het hierbij gaat om etnisch homogene groepen: Turken werken metTurken samen, Marokkanen met Marokkanen en autochtone <strong>Nederland</strong>ers metautochtone <strong>Nederland</strong>ers. Soms wordt ook meer expliciet gez<strong>in</strong>speeld op de vermeendegeslotenheid van etnische circuits. Zo concludeerde de onderzoeksgroepFijnaut: 'Ten derde is de allochtone en buitenlandse georganiseerde misdaad "etnisch"voorzover zij zich beperkt tot de eigen kr<strong>in</strong>g. Zowel Ch<strong>in</strong>ezen als Turkenopereren vrijwel uitsluitend b<strong>in</strong>nen de eigen groep. Andere etnische groepen vertonenmeer openheid' (PEO, Bijlage VIII, 1996, p. 209).De door ons bestudeerde zaken nopen tot een nuancer<strong>in</strong>g van het beeld van etnischehomogeniteit en etnische geslotenheid. Natuurlijk valt niet te ontkennen datetniciteit een belangrijke rol speelt <strong>in</strong> het dagelijks leven van daders. Etniciteit heeftdaarom <strong>in</strong>vloed op de samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Ookdaarbij zien we echter dat niet <strong>in</strong> de eerste plaats personen van dezelfde etniciteitmet elkaar samenwerken, maar personen die familie van elkaar zijn of personendie uit hetzelfde dorp of uit dezelfde streek afkomstig zijn. Hier<strong>in</strong> verschillen buitenlandersof allochtonen niet van autochtone <strong>Nederland</strong>ers. Niet etniciteit vormt dusde basis van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar de sociale relaties die tussende verschillende personen bestaan.31 Zie voor een overzicht: PEO, Bijlage VI11, 1996, pp. 63-227.


Hoofdstuk 2 46Wel is het zo dat etnische m<strong>in</strong>derheden <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> logischerwijs meer <strong>in</strong>ternationaleb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen hebben dan veel autochtone <strong>Nederland</strong>ers. Door deze <strong>in</strong>ternationaleb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen kunnen er extra kansen ontstaan voor illegale activiteiten: een gemakkelijketoegang tot belangrijke bronlanden en doorvoerlanden van drugs; tot klanten(bijvoorbeeld: mensensmokkel); tot afzetmarkten (bijvoorbeeld: autodiefstal); entot slachtoffers (bijvoorbeeld: vrouwenhandel). Ook bij afpers<strong>in</strong>gen zien we hetbelang van etniciteit, aangezien slachtoffers <strong>in</strong> het algemeen worden gezocht b<strong>in</strong>nende eigen kr<strong>in</strong>g: Ch<strong>in</strong>ezen persen Ch<strong>in</strong>ezen af (beknopte casus 8), autochtone <strong>Nederland</strong>erspersen autochtone <strong>Nederland</strong>ers af (casus 19) en Turken persen Turken af(casus 23, 'zachte' <strong>in</strong>formatie). Een rapport over afpers<strong>in</strong>g van Oost-Europeanen <strong>in</strong><strong>Nederland</strong> maakt duidelijk waarom etnische m<strong>in</strong>derheden vaak extra kwetsbaar zijn:zij hebben vaak nog familieleden die zijn achtergebleven <strong>in</strong> het land van oorsprong(IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong> en IPIT, 1996). In dat geval hoeft de afperser niet eenste dreigen met geweld; een vage verwijz<strong>in</strong>g naar k<strong>in</strong>deren, een partner of een oudemoeder <strong>in</strong> het buitenland volstaat reeds.Etniciteit is dus zeker een belangrijke factor, omdat het van <strong>in</strong>vloed is op socialerelaties. Familie en vrienden zijn nu eenmaal vaak afkomstig uit dezelfde etnischegroep. Ook maakt men <strong>in</strong> den vreemde vaak gemakkelijker contact met personen diedezelfde taal spreken en die dezelfde achtergrond hebben dan met anderen. Eenzekere etnische homogeniteit van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden is daaromlogisch.Van etnische geslotenheid is echter beslist geen sprake. In veel van de onderzochtezaken treffen we een bonte mengel<strong>in</strong>g van etniciteiten aan. Dit geldt vooral voor devrouwenhandelzaken en de drugszaken. Daarbij zijn er verschillende gradaties <strong>in</strong>etnische homogeniteit te onderscheiden. Zo geeft casus 22 een typerend voorbeeldvan etnische homogeniteit b<strong>in</strong>nen de kern van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden relatieve openheid <strong>in</strong> de distributiesfeer, een patroon dat we ook bij andere crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden terugzien:Cocaïne wordt per schip vanuit Zuid-Amerika naar <strong>Nederland</strong> gesmokkeld. Dit smokkelproceswordt van beg<strong>in</strong> tot e<strong>in</strong>d uitsluitend uitgevoerd door Chilenen. Zij zijnnagenoeg allemaal afkomstig uit dezelfde stad <strong>in</strong> Chili. De cocaïne wordt onder meerafgezet aan enkele Marokkanen, een <strong>Nederland</strong>er, een Fransman en enkele Egyptenaren.Allen zijn woonachtig <strong>in</strong> Amsterdam of vertoeven daar regelmatig (casus 22).Het is goed verklaarbaar dat er sprake is van meer openheid, naarmate men dichterbij het e<strong>in</strong>de van de distributieketen komt. Het belang van sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen neemtdaarbij immers af en de transacties staan meer en meer <strong>in</strong> het teken van het benuttenvan elkaars distributienetwerken. Contacten tussen verschillende etniciteitenliggen daarom meer voor de hand.De relatieve openheid ten aanzien van andere etniciteiten zien we echter niet alleenterug bij het e<strong>in</strong>de van de distributieketen, maar ook rond de kern van crim<strong>in</strong>ele


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 47samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo bevestigt casus 36 op het eerste gezicht het traditionelebeeld van de Turkse drugshandel zoals dat onder meer is geschetst door deonderzoeksgroep Fijnaut, maar blijkt er bij nader <strong>in</strong>zien sprake te zijn van relatieveopenheid ten aanzien van andere etniciteiten:Een Turkse zakenman houdt zich naast zijn zakelijke activiteiten ook bezig met dehandel <strong>in</strong> heroïne. Bij zijn zakelijke activiteiten schakelt hij veelvuldig familieleden <strong>in</strong>(want 'die kun je vertrouwen'). Bij de door hem gepleegde fraude zijn echter tevenspersonen van buiten het Turkse milieu betrokken.Ook bij de handel <strong>in</strong> heroïne doet hij voornamelijk een beroep op oude bekenden uithet Turkse milieu, die vervolgens familieleden <strong>in</strong>schakelen om de heroïne vanuitTurkije naar <strong>Nederland</strong> te smokkelen. Dit neemt echter niet weg dat hij daarnaastverschillende contacten heeft buiten het Turkse milieu, zowel 'crim<strong>in</strong>ele contacten' alsdoor hem gecultiveerde 'bovenwereld-contacten'. Met een <strong>Nederland</strong>er komt zelfseen zeer nauwe crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>g tot stand (casus 36).Het bovenstaande voorbeeld illustreert dat een zekere etnische homogeniteit zeergoed kan samengaan met relatieve openheid ten aanzien van andere etniciteiten,zelfs tot aan de kern van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden toe. Een goed voorbeeldhiervan is ook casus 11:De kern van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband bestaat uit een <strong>Nederland</strong>se 'hasjhandelaar'en twee Turkse broers, waarvan één onder meer door zijn verblijf <strong>in</strong> de gevangenisveel contacten heeft met autochtone <strong>Nederland</strong>se daders. De overige verdachtenkomen uit verschillende w<strong>in</strong>dstreken: Turkije, Colombia, Marokko, <strong>Nederland</strong>,Duitsland, Venezuela, België en de Filippijnen. Veel van de <strong>Nederland</strong>se verdachtenkennen elkaar uit de transportwereld.Het samenwerk<strong>in</strong>gsverband houdt zich bezig met de handel <strong>in</strong> verschillende soortenverdovende middelen: hasj wordt geïmporteerd uit Pakistan; vanuit Turkije wordtheroïne gesmokkeld en afgezet <strong>in</strong> onder andere <strong>Nederland</strong>, Duitsland en Portugal; envanuit Colombia wordt cocaïne geïmporteerd via havens <strong>in</strong> onder andere <strong>Nederland</strong>,België, Ierland, Engeland, Frankrijk en Malta (casus 11).Het bovenstaande voorbeeld is misschien wat extreem wat betreft de mate van etnischeheterogeniteit, maar nuanceert <strong>in</strong> ieder geval sterk het beeld van de verondersteldegeslotenheid van bepaalde etnische circuits zoals dat van Turken. Daarnaastvormt het een nuancer<strong>in</strong>g van de veelgehoorde stell<strong>in</strong>g dat bepaalde etniciteitenzich zouden specialiseren <strong>in</strong> specifieke soorten drugs: autochtone <strong>Nederland</strong>erszouden uitsluitend <strong>in</strong> hasj en XTC handelen, Colombianen uitsluitend <strong>in</strong> cocaïne,Marokkanen uitsluitend <strong>in</strong> hasj en Turken uitsluitend <strong>in</strong> heroïne (zie ook: PEO,E<strong>in</strong>drapport, 1996, p. 422). Natuurlijk ligt er wel een logisch verband met de beschikbaarheidvan verschillende soorten drugs <strong>in</strong> het land van herkomst en de contactendie men daar heeft, maar het bovenstaande voorbeeld maakt duidelijk dat de werke-


Hoofdstuk 2 48lijkheid van de <strong>Nederland</strong>se georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> er soms toch veelkleurigeruitziet dan de stell<strong>in</strong>g van 'etnische specialisatie' doet voorkomen. Vooral de stell<strong>in</strong>gdat Turken zich uitsluitend zouden toeleggen op de handel <strong>in</strong> heroïne wordt gelogenstraftdoor het onderzoeksmateriaal. Het belang van de handel <strong>in</strong> andere soortenverdovende middelen zoals cocaïne lijkt toe te nemen.Tevens kan men zich afvragen <strong>in</strong> hoeverre casus 11 een belangrijke trend weerspiegelt:is er sprake van een toenemende etnische heterogeniteit van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden?Het onderzoeksmateriaal lijkt wel enigsz<strong>in</strong>s <strong>in</strong> die richt<strong>in</strong>g tewijzen, wanneer we dit vergelijken met het beeld dat is geschetst door de onderzoeksgroepFijnaut. Voorts kan worden opgemerkt dat een toenemende <strong>in</strong>tegratievan etnische m<strong>in</strong>derheden <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se samenlev<strong>in</strong>g zich <strong>in</strong> de toekomstnaar verwacht<strong>in</strong>g ook zal weerspiegelen <strong>in</strong> de samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Het beeld van etnisch homogene groepen en etnische geslotenheidzal daarmee steeds m<strong>in</strong>der van toepass<strong>in</strong>g zijn op de werkelijkheid van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.2.4.3 De onderbelichte rol van de vrouw <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Het belang van sociale relaties zien we ook terug bij de betrokkenheid van vrouwenbij vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In het algemeen wordt georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> louter als een mannenzaak beschouwd: 'Grote zaken hebben vrijwelaltijd betrekk<strong>in</strong>g op mannen. Haast nooit treffen we een vrouw als hoofdverdachteaan temidden van de Hakkelaars en de Dom<strong>in</strong>ees. Indien vrouwen betrokken zijn bij(georganiseerde) <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, dan verlenen zij hand- en spandiensten, of zij zijnactief op de traditioneel vrouwelijke terre<strong>in</strong>en zoals prostitutie. Waarmee zij hunvertrouwde vrouwelijke rol van bijzit kunnen blijven vervullen' (Docter-Schamhardte.a., 1998, pp. 95-96).Dit traditionele beeld behoeft ons <strong>in</strong>ziens bijstell<strong>in</strong>g. Allereerst zijn er verschillendevoorbeelden van vrouwen die een zeer prom<strong>in</strong>ente rol spelen <strong>in</strong> de wereld van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Zo was het een vrouw die samen met 'de Dom<strong>in</strong>ee'van midden jaren zeventig tot midden jaren tachtig het crim<strong>in</strong>ele netwerk opzettedat later bekend is geworden als de Bru<strong>in</strong>sma-groep. Ook geeft Bovenkerk (1995)een gedetailleerde beschrijv<strong>in</strong>g van de centrale rol die Bettien Martens vervulde als<strong>Nederland</strong>se tussenpersoon voor Colombiaanse drugsorganisaties. Tenslotte treffenwe ook <strong>in</strong> de buitenlandse literatuur verschillende voorbeelden aan van vrouwen dieeen vooraanstaande en zelfstandige rol spelen <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (zievoor een overzicht: Mahan en O'Neil, 1998, pp. 144-148).Natuurlijk valt niet te ontkennen dat mannen een dom<strong>in</strong>ante rol spelen <strong>in</strong> de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Maar wat opvalt <strong>in</strong> de door ons bestudeerde zaken is datvrouwen een belangrijkere rol lijken te spelen dan veelal wordt aangenomen. Debetrokkenheid van vrouwen gaat verder dan de passieve rol als partner van eenhoofdverdachte, die bestaat uit 'de andere kant op kijken' en meeprofiteren van deopbrengsten van illegale activiteiten. Zo vervullen vrouwen bijvoorbeeld logistieke


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 49functies bij mensensmokkel, fungeren zij als drugskoerier of smokkelen zij illegaalverworven gelden van het ene land naar het andere. Ook zien we <strong>in</strong> verschillendezaken een nog verder gaande betrokkenheid van vrouwen, zoals <strong>in</strong> kader 1 uitgebreidwordt toegelicht. Vrouwen vervullen cruciale taken <strong>in</strong> het kader van de afscherm<strong>in</strong>gvan illegale activiteiten en <strong>in</strong> het leggen en onderhouden van contacten metenerzijds de dienstverlenende omgev<strong>in</strong>g en anderzijds met aanbieders of afnemersvan illegale goederen of diensten. In het laatste geval zijn vrouwen bijvoorbeeld verantwoordelijkvoor de aankoop en distributie van drugs en vervullen zij soms eenleid<strong>in</strong>ggevende rol, zoals casus 8 illustreert:De van oorsprong Colombiaanse vrouw E komt aanvankelijk als prostituee naar <strong>Nederland</strong>en verkrijgt via een schijnhuwelijk de <strong>Nederland</strong>se nationaliteit. Later trouwt zijmet hoofdverdachte A, die <strong>in</strong> Colombia verblijft en samen met zijn broers een Colombiaanseorganisatie vertegenwoordigt, die zich onder meer toelegt op de export vancocaïne naar Europa. Zijn vrouw is door haar nationaliteit en connecties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>een belangrijk ankerpunt. Zij leidt de organisatie <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en regelt de ontvangst,de opslag en de verdere handel van de verdovende middelen. De zus van A is haarrechterhand en belangrijkste uitvoerende: zij onderhoudt <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> contacten metafnemers en fungeert als boodschapper. Op een later moment, namelijk wanneer dehuwelijksproblemen tussen E en A hoog oplopen, gaat zij <strong>in</strong> opdracht van A samenmet E de <strong>Nederland</strong>se tak van de Colombiaanse organisatie leiden.Dat deze twee vrouwen een belangrijke functie vervullen b<strong>in</strong>nen de drugshandel komtook tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hun veroordel<strong>in</strong>g: voor haar aandeel is E veroordeeld tot achtjaar en de zus van A tot vijf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf (casus 8).De betrokkenheid van vrouwen gaat dus verder dan het vervullen van een bijrol ofhet verlenen van hand- en spandiensten. In de dagelijkse werkelijkheid van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> spelen zowel mannen als vrouwen een rol. De rol van devrouw vormt echter nog steeds een belangrijke 'bl<strong>in</strong>de vlek'.Kader 1: De rol van vrouwenUit verschillende onderzoeken blijkt dat <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>voornamelijk een mannelijke aangelegenheidis (zie onder andere: Mertens e.a.,1998). Volgens velen zou dit des te meer geldenvoor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Voorzovervrouwen daarbij betrokken zijn, wordtverondersteld dat zij een ondergeschikte,dienstverlenende rol vervullen, doorgaans alsvrouw of vriend<strong>in</strong> van de mannelijke verdachten.Uitgezonderd enkele bibliografieën vanmaffia-vrouwen die een opvallende, wantvooraanstaande en zelfstandige rol hebbengespeeld, is hun rol echter zelden serieusgeanalyseerd (zie onder andere: Bovenkerk,1995).Ook <strong>in</strong> ons onderzoeksmateriaal doen vrouwenm<strong>in</strong>der van zich spreken dan mannen.Hun rol moet echter niet worden onderschat.Daarom richten we <strong>in</strong> het onderstaande deaandacht op de rol die vrouwen hebben gespeeld<strong>in</strong> de veertig onderzochte casussen.


Hoofdstuk 250Enkele kerncijfersDe veertig onderzochte opspor<strong>in</strong>gsonderzoekenleveren <strong>in</strong> totaal 703 verdachten op.Hiervan is 11% vrouw. In tien van deze onderzoekenis geen van de verdachten een vrouw(casus 12, 14, 15, 16, 21, 24, 27, 32, 36 en 40),hoewel <strong>in</strong> sommige van deze onderzoekenook niet-verdachte vrouwen een actieve rolspelen (bijvoorbeeld: casus 12, 15 en 27). Ditis een patroon dat we <strong>in</strong> veel van de onderzochteopspor<strong>in</strong>gsonderzoeken tegenkomen:ook niet-verdachte vrouwen kunnen een rolspelen, die <strong>in</strong> veel opzichten vergelijkbaar ismet die van verdachte vrouwen.Wanneer we de aandacht richten op denationaliteit van vrouwelijke verdachten, danblijkt dat ongeveer tweederde van de vrouwen(49) de <strong>Nederland</strong>se nationaliteit bezit. Anderevoorkomende nationaliteiten zijn: Marokkaans(4), Engels (4), Colombiaans (3), Chileens (3),Iraans (2), Oekraïns (2), Tsjechisch-Slowaaks(2), Spaans (1), Israëlisch (1), Amerikaans (1),Joegoslavisch (1), Duits (1) en Nigeriaans (1).Verdachte vrouwen: ondergeschikt ofleid<strong>in</strong>ggevend?Van de vrouwelijke verdachten wordt veelalverondersteld dat zij als partner van eenmannelijke verdachte een ondergeschikte,dienstverlenende rol vervullen. De vrouwen <strong>in</strong>ons materiaal zijn <strong>in</strong>derdaad <strong>in</strong> meer dan dehelft van de gevallen (57%) de vrouw of devriend<strong>in</strong> van een mannelijke verdachte. In deandere gevallen zijn zij door vriendschapsrelaties,familieverbanden of door werkrelatiesbetrokken bij illegale activiteiten. In het laatstegeval bezit de vrouw een bedrijf (casus 22, 26en 37), of is zij werkzaam bij een bedrijf datdiensten verleent aan een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband(casus 18 en 39). Ook zijnvrouwen betrokken geraakt bij illegaleactiviteiten door hun werk <strong>in</strong> de prostitutieof doordat zij <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie slachtofferwaren van vrouwenhandel of klant van eenmensensmokkelaar (casus 4, 6, 9, 10a, 10b,13 en 18).De vrouwen <strong>in</strong> ons onderzoeksmateriaal zijnweliswaar vaak de partner van mannelijke verdachten,maar dit betekent niet dat zij uitsluitendeen passieve rol vervullen. Zij hebbenwel degelijk een actieve rol, die bovendienniet beperkt blijft tot uitvoerende werkzaamhedenop het laagste niveau van een crim<strong>in</strong>eelsamenwerk<strong>in</strong>gsverband. Inderdaad wordenzij wel <strong>in</strong>gezet als koerier, schoonmaker,secretaresse of als adm<strong>in</strong>istratief medewerker.Veel vaker echter vervullen zij (tevens) meerbelangrijke activiteiten ten behoeve van deafscherm<strong>in</strong>g en ten behoeve van contacten encommunicatie.In het kader van de afscherm<strong>in</strong>g voorzien zij <strong>in</strong>veilige opslag en stellen zij hun 'schone' naamen legale status ter beschikk<strong>in</strong>g. Zij staanruimten af of regelen die voor de opslag enhet beheer van geld, voor smokkelwaar, voorbewon<strong>in</strong>g door medeverdachten of voor deproductie van drugs. Zij stellen hun naam terbeschikk<strong>in</strong>g voor het huren of kopen vanbedrijven en communicatie- en vervoermiddelen;zo ook hun adres als postadres voorpakketten met drugs (casus 8). Ook komt hetvoor dat zij een medeverdachte van een legalestatus voorzien door met hem een schijnhuwelijkaan te gaan (bijvoorbeeld: casus 2). Daarnaastzijn zij (mede-)eigenaar van bedrijvendie dienst (kunnen) doen als dekmantel. Hetgaat dan bijvoorbeeld om een won<strong>in</strong>gverhuurbedrijf(casus 22), een groothandelsbedrijf(casus 33), een kled<strong>in</strong>gbedrijf (casus 26 en37), een immigratiebureau (casus 9), een<strong>in</strong>cassobureau (casus 30), een bedrijf <strong>in</strong> cosmetischeproducten (casus 20) of <strong>in</strong> tweedehandsgoederen (casus 22).Meer nog dan hun afschermende taak hebbenvrouwen een belangrijke functie bij het totstand brengen en onderhouden van contacten.Daarbij treden zij niet alleen b<strong>in</strong>nen een


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>51crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband op als boodschapper,vertaler of probleembemiddelaar.Zij zijn meer dan <strong>in</strong>cidenteel ook verantwoordelijkvoor de contacten met de dienstverlenendeomgev<strong>in</strong>g zoals geldwisselaars,koeriers, reisbegeleiders en banken (casus 2,11, 18, 22 en 37). Ook zijn zij verantwoordelijkvoor het leggen en onderhouden van contactenmet aanbieders en afnemers van illegalegoederen of diensten (casus 8, 9, lOb, 13, 19,22, 28, 34 en 35). Zeker <strong>in</strong> die laatste hoedanigheidspelen enkele vrouwen allerm<strong>in</strong>steen passieve en louter ondergeschikte rol. Zijfungeren dan als tussenpersoon voor crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden of als leid<strong>in</strong>g-gevende bij bijvoorbeeld het opzetten en hetorganiseren van aanvoer- en distributielijnen.Voorbeelden van verdachte vrouwen die nietalleen op een deelterre<strong>in</strong> leid<strong>in</strong>ggevend zijnmaar ook de algehele leid<strong>in</strong>g hebben b<strong>in</strong>neneen crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband, treffenwe <strong>in</strong> het bronnenmateriaal een enkele keeraan. In casus 8 betreft het - naast het voorbeelddat <strong>in</strong> de hoofdtekst is behandeld - eenSur<strong>in</strong>aamse vrouw die samen met haar zooncocaïne aankocht en verder distribueerde.Naast vrouwelijke uitbaters van bordelen(casus 13 en 18) zijn er voor het overige tweevrouwelijke souteneurs zelfstandig werkzaam(casus 4 en 33).2.5 De dynamiek van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenDe door ons onderzochte samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zijn m<strong>in</strong>der hiërarchisch,m<strong>in</strong>der duurzaam en m<strong>in</strong>der vastomlijnd dan het bureaucratie-model suggereert.Een zeer kenmerkende eigenschap van de door ons bestudeerde samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenis dynamiek. In feite is b<strong>in</strong>nen de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden geen vande betrokken personen onvervangbaar, ook belangrijke personen als f<strong>in</strong>anciers,organisatoren of 'facilitators' niet. Anderen zijn weliswaar afhankelijk van hunspecifieke hulpbronnen, zoals geld, kennis en contacten, maar onvervangbaar zijnze geensz<strong>in</strong>s. Dit gegeven biedt enerzijds een mogelijke verklar<strong>in</strong>g voor het feit datcrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden soms we<strong>in</strong>ig h<strong>in</strong>der lijken te onderv<strong>in</strong>den vanarrestaties en <strong>in</strong>beslagnem<strong>in</strong>gen: als geen schakel onvervangbaar is, worden 'gaten'ook weer gemakkelijk opgevuld (zie ook: Klerks, 1996, p. 85). Anderzijds biedt dit ookeen mogelijke verklar<strong>in</strong>g voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen de groei van crim<strong>in</strong>ele netwerken. Dit zal hieronder nader worden toegelicht.Hoewel het moeilijk is om uit de onderzochte zaken de precieze factoren te destillerendie hebben bijgedragen aan de ontwikkel<strong>in</strong>g van de desbetreffende crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, zien we <strong>in</strong> verschillende zaken <strong>in</strong> ieder geval de crucialerol van het genereren en beschikbaar hebben van voldoende f<strong>in</strong>anciële middelen enhet overdragen van kennis en contacten:Geld lijkt voor alle betrokken daders de grootste drijfveer voor hun handelen envormt tevens een groot probleem bij de samenwerk<strong>in</strong>g. Geld wordt vaak niet alleenzeer snel verdiend, maar ook weer net zo snel uitgegeven. Het bijeenbrengen vanvoldoende f<strong>in</strong>anciële middelen voor crim<strong>in</strong>ele projecten vormt dan ook een steeds


Hoofdstuk 2 52terugkerend probleem evenals het verdelen van opbrengsten of verliezen. Egoïsmeen korte-termijn-denken vieren hierbij hoogtij en leggen een sterke druk op de duurzaamheidvan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Tegenslagen maken daaromgemakkelijk een e<strong>in</strong>de aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Crim<strong>in</strong>ele partnersverlaten elkaar echter niet alleen vanwege onenigheid over de verdel<strong>in</strong>g van verliezen.Ook verlaten zij elkaar soms omdat zij niet tevreden zijn over de verdel<strong>in</strong>gvan w<strong>in</strong>sten of omdat zij betere mogelijkheden zien buiten het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband.Nieuwe samenwerk<strong>in</strong>gspartners zijn vaak al snel weer gevonden.Duurzame crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden lijken zich dan ook <strong>in</strong> de eersteplaats te kenmerken door we<strong>in</strong>ig tegenslagen en goed geregelde f<strong>in</strong>anciën. De meestsprekende voorbeelden hiervan zijn enkele grote autochtone drugshandelaren diedankzij het gedoogbeleid en de lage opspor<strong>in</strong>gsprioriteit van de groothandel <strong>in</strong> hasjniet alleen gemakkelijk een afzetmarkt <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> konden v<strong>in</strong>den, maar tevenskonden uitgroeien tot belangrijke spelers <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ternationale drugshandel (PEO, BijlageVIII, 1996, pp. 19-22). Een omvangrijke f<strong>in</strong>anciële buffer maakt daders m<strong>in</strong>derafhankelijk van anderen, m<strong>in</strong>der kwetsbaar voor tegenslagen en meer betrouwbaarals samenwerk<strong>in</strong>gspartner. Ook voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden kan eenzekere f<strong>in</strong>anciële buffer de spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g verm<strong>in</strong>deren. Het meestevidente voorbeeld hiervan betreft een samenwerk<strong>in</strong>gsverband met een omvangrijkegezamenlijke 'kas', waaruit alle kosten van gezamenlijke crim<strong>in</strong>ele projecten werdenbetaald en waar<strong>in</strong> tevens alle w<strong>in</strong>sten terugvloeiden. Een dergelijk goed geregeldesamenwerk<strong>in</strong>g lijkt echter een uitzonder<strong>in</strong>g. Veel vaker zien we dat vooral bij omvangrijkeen onzekere crim<strong>in</strong>ele projecten zoals het importeren van grote partijenverdovende middelen, iedere keer weer `vanaf nul' moet worden begonnen met hetbijeenbrengen van voldoende f<strong>in</strong>anciële middelen.Het belang van goed geregelde f<strong>in</strong>anciën zien we niet alleen bij risicovolle crim<strong>in</strong>eleprojecten waarmee grote bedragen gemoeid zijn. Dit zien we ook terug bij lagerebedragen, die betaald worden door grote hoeveelheden klanten, zoals bijvoorbeeld<strong>in</strong> het geval van mensensmokkel. Een treffende illustratie hiervan is casus 9. Dezecasus wordt hier wat uitgebreider behandeld, omdat deze tevens enkele anderefactoren illustreert die bevorderend zijn voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden:Per vliegtuig worden mensen vanuit Iran via Europa naar Canada gesmokkeld. Daarbijzijn onder meer de <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> woonachtige A en B betrokken alsook verschillendelandgenoten <strong>in</strong> Iran en Canada, waaronder ex-klanten en familieleden. Vermoedelijkgaat het gemiddeld om 240 tot 300 gesmokkelde personen per jaar.A houdt zich al s<strong>in</strong>ds 1987 bezig met het vervalsen van documenten en met mensensmokkelvanuit <strong>Nederland</strong> naar Canada. In 1989 wordt hij aangehouden voor hetvervalsen en helen van documenten, maar hij krijgt daarvoor slechts een voorwaardelijkegevangenisstraf. Hij zet zijn activiteiten onverm<strong>in</strong>derd voort. Door zijn goedereputatie als vervalser van paspoorten groeit zowel zijn klantenaanbod als zijn aanbod


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 53aan paspoorten. In zijn won<strong>in</strong>g is het een komen en gaan van aanbieders en afnemersvan paspoorten; een andere mensensmokkelaar M noemt het letterlijk een 'paspoortmarkt'.Op een gegeven moment beschikt A over een vaste voorraad van vierhonderdtot vijfhonderd paspoorten, waardoor hij vrij gemakkelijk voor iedere klant, reisrouteen bestemm<strong>in</strong>g een 'aannemelijk' paspoort kan v<strong>in</strong>den dat met behulp van eenrelatief eenvoudige pasfoto-verwissel<strong>in</strong>g geschikt kan worden gemaakt voor de uitreis.Betal<strong>in</strong>gen vormen geen groot probleem, omdat A familie heeft <strong>in</strong> Iran en zelfvan plan is om naar Canada door te reizen. Klanten of hun familieleden mogendaarom ook <strong>in</strong> Iran of <strong>in</strong> Canada hun f<strong>in</strong>anciële verplicht<strong>in</strong>gen nakomen. Daarnaastverdient A <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> geld met vervals<strong>in</strong>gen voor andere mensensmokkelaars enlaat hij - <strong>in</strong>dien nodig - geld vanuit Canada overmaken.Medio 1994 zoekt B, die uitgeprocedeerd is <strong>in</strong> Duitsland, contact met A tene<strong>in</strong>de uitte reizen naar Canada. De uitreis mislukt, B blijft achter <strong>in</strong> de won<strong>in</strong>g van A en maaktkennis met de dagelijkse praktijk van de mensensmokkel. Uit eigen <strong>in</strong>itiatief gaathij A meer en meer ondersteunen. Hij krijgt daarvoor een f<strong>in</strong>anciële vergoed<strong>in</strong>g. Naenige tijd ontstaan er via familiebanden van B contacten met D en E <strong>in</strong> Iran. B krijgteen steeds grotere rol <strong>in</strong> het leggen van contacten met potentiële klanten, hetonderhouden van de contacten met Iran en het regelen van de f<strong>in</strong>anciën. A legt zichvrijwel volledig toe op zijn 'specialiteit' (het vervalsen van identiteitsdocumenten), hetaankopen van vliegtickets en identiteitsdocumenten en het wegbrengen van passagiersnaar de verschillende luchthavens. De illegale activiteiten krijgen een steedsgrotere omvang en op een gegeven moment schakelt men daarbij ook C <strong>in</strong>, een klantdie onder meer goed Engels spreekt. Daarnaast worden er activiteiten uitgevoerddoor de vriend<strong>in</strong>nen van A en C en door klanten die op hun uitreis wachten.A is al lange tijd van plan om door te reizen naar Canada en komt met B overeen datdeze samen met anderen zijn werkzaamheden zal overnemen. A geeft B een len<strong>in</strong>g enzijn draagbare telefoon (met het bij mensensmokkelaars en klanten bekende nummer)en helpt hem enige tijd gratis om het vervalsen onder de knie te krijgen. 8 wordtechter veel sterker geleid door w<strong>in</strong>stbejag en houdt zich meer bezig met een uitbundigleven dan met het serieus overnemen van de activiteiten van A. Dit leidt tot eenbreuk met A: A neemt de mobiele telefoon <strong>in</strong> en laat het wereldwijd bekende nummerafsluiten. Hij leert echter nog wel drie nieuwe medewerkers van B het vak.Vervolgens gaan A en B afzonderlijk verder, elk met een eigen samenwerk<strong>in</strong>gsverband.De vervals<strong>in</strong>gen van B zijn echter niet goed en hij beschikt niet over de juiste reisroutes,waardoor veel van zijn klanten worden aangehouden (dit is overigens ook eengevolg van het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek). De voorraad uit te reizen klanten groeit, ookomdat B veel geld van klanten voor zichzelf gebruikt. De klanten worden ontevredenen keren zich soms tot A. De situatie wordt voor B steeds nijpender en uite<strong>in</strong>delijkverdwijnt hij spoorloos van het toneel met medenem<strong>in</strong>g van een groot geldbedrag vanzijn klanten. Hij laat dertig à veertig gedupeerde klanten achter, die door A vervolgensalsnog aan een uitreis worden geholpen. A wordt vlak voor zijn geplande vertrek naarCanada aangehouden (casus 9).


Hoofdstuk 2 54De bovenstaande casus illustreert niet alleen de voordelen van goed geregelde f<strong>in</strong>anciën,maar ook enkele andere factoren die bevorderend zijn voor de ontwikkel<strong>in</strong>gvan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.In de eerste plaats zien we dat de omvang van de crim<strong>in</strong>ele activiteiten kan toenemenomdat er we<strong>in</strong>ig tegenslagen zijn. Dit is zowel een gevolg van de goedevervals<strong>in</strong>gen als van het lage opspor<strong>in</strong>gsrisico. Doordat logistieke 'bottlenecks' alsf<strong>in</strong>anciën en beschikbare paspoorten een steeds m<strong>in</strong>der groot probleem vormen,kan de omvang van de mensensmokkelstroom gestaag toenemen.In de tweede plaats zien we dat er steeds meer mensen uit de directe sociale omgev<strong>in</strong>gbij de crim<strong>in</strong>ele activiteiten worden betrokken; soms voor hand- en spandiensten,soms met een zeer centrale rol zoals <strong>in</strong> het geval van B en C. In het algemeenwordt dit 'rekruter<strong>in</strong>g' genoemd. Dit suggereert echter een veel passievere rol vande gerekruteerde personen dan we <strong>in</strong> werkelijkheid aantreffen. In verschillendeonderzochte gevallen raken personen weliswaar geleidelijk bij de crim<strong>in</strong>ele activiteitenbetrokken, maar dit gebeurt zeker'willens en wetens'. Soms gaat het <strong>in</strong>itiatiefzelfs eerder uit van de betrokken personen zelf dan van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband.In de derde plaats zien we dat via-via het klantenaanbod toeneemt: tevreden klantenof hun familieleden brengen weer nieuwe klanten aan. Daarnaast laten andere mensensmokkelaars,die vervalste paspoorten afnemen van A, het deeltraject Europa-Canada soms verzorgen door A en consorten. Ook het aanbod van paspoorten envan te vervalsen identiteitsdocumenten neemt toe, doordat bekenden via bekendenbij A worden geïntroduceerd. Opvallend hierbij is de relatief 'open' communicatieover de illegale activiteiten b<strong>in</strong>nen een beperkt circuit, hetgeen we ook <strong>in</strong> andereonderzochte zaken tegenkomen.32In de vierde plaats zien we dat er ook groei kan plaatsv<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g vansuccesvolle crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. De goede vervals<strong>in</strong>gen van A bevorderenniet alleen zijn eigen mensensmokkelactiviteiten maar ook die van anderemensensmokkelaars. Een voorbeeld hiervan is mensensmokkelaar M, die eerstalleen familie, vrienden en bekenden smokkelt, maar die door de beschikbaarheidvan goede vervals<strong>in</strong>gen steeds meer mensen laat overkomen. Ook zijn er 'starters':L, een ex-klant van A, gaat door de goede vervals<strong>in</strong>gen van A mensen smokkelen ophet traject Iran-Japan, waarbij hij het deeltraject Europa-Japan vaak door A laat ver-32 Een goed voorbeeld hiervan is casus 39. De omvang van de illegale oliestroom groeit gestaag <strong>in</strong> eenperiode van enkele jaren en gaat een steeds groter onderdeel uitmaken van de omzet van bedrijf C.De frauderende schippers komen uit een beroepsgroep, waar<strong>in</strong> velen elkaar kennen en weten wat ergaande is. Vaak gaat het beroep over van vader op zoon en we zien bij de betrokken schippers dan ookverschillende familiebanden. Via-via kent men vaak ook elkaars f<strong>in</strong>anciële omstandigheden. Op dezemanier verspreidt zich gemakkelijk de boodschap dat men ergens geld kan bijverdienen met verduisterdeolieproducten. Een duidelijk voorbeeld hiervan vormen de broers Ven W, die op het moment dathet hen f<strong>in</strong>ancieel niet voor de w<strong>in</strong>d gaat gemakkelijk de weg naar het frauderende bedrijf weten tev<strong>in</strong>den. B<strong>in</strong>nen een beperkt circuit is het goed bekend dat men bij een bepaald bedrijf verduisterdeolieproducten kan afzetten (casus 39).


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> 55zorgen. Tenslotte v<strong>in</strong>dt er ook samenwerk<strong>in</strong>g plaats met andere mensensmokkelaars:men ruilt of verhandelt onderl<strong>in</strong>g paspoorten die men zelf niet goed kangebruiken; daarnaast laat men soms bepaalde deeltrajecten door elkaar verzorgen.In de laatste plaats zien we dat er door de overdracht van kennis en contacten eensoort sneeuwbaleffect33 optreedt: personen raken betrokken bij crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,worden na enige tijd steeds m<strong>in</strong>der afhankelijk van andermanshulpbronnen, zoals geld, kennis en contacten, en zoeken vervolgens hun eigen weg;bij deze nieuwe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden betrekken zij weer personen uit huneigen directe sociale omgev<strong>in</strong>g en het verhaal beg<strong>in</strong>t opnieuw. Sprekende voorbeeldenvan dit sneeuwbaleffect zien we ook bij fraudezaken (bijvoorbeeld: casus 29),vrouwenhandelzaken (bijvoorbeeld: casus 10b) en de productie van synthetischedrugs (bijvoorbeeld: casus 3).Het sneeuwbaleffect is misschien wel het belangrijkste pr<strong>in</strong>cipe van de groei vancrim<strong>in</strong>ele netwerken: personen raken via hun sociale relaties betrokken bij crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, worden gaandeweg steeds m<strong>in</strong>der afhankelijk van andermanshulpbronnen en vormen weer nieuwe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die vervolgensweer een aanzuigende werk<strong>in</strong>g hebben op hun eigen directe sociale omgev<strong>in</strong>g.Dit sneeuwbaleffect is ons <strong>in</strong>ziens kenmerkender voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden dan het traditionele beeld van rekruter<strong>in</strong>g, waarbijcrim<strong>in</strong>ele organisaties buitenstaanders rekruteren die vervolgens - bij geblekengeschiktheid -kunnen opklimmen <strong>in</strong> de hiërarchie.34 Dit laatste beeld doetonvoldoende recht aan de dynamiek die wij <strong>in</strong> de bestudeerde zaken hebben aangetroffen.Als het traditionele beeld van rekruter<strong>in</strong>g al ergens van toepass<strong>in</strong>g is, danlijkt dit hooguit het geval te zijn bij enkele zaken die betrekk<strong>in</strong>g hebben op <strong>in</strong>ternationaledrugshandel. Bij andere zaken geeft het sneeuwbaleffect echter een beterebeschrijv<strong>in</strong>g van de ontwikkel<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden dan hettraditionele beeld van rekruter<strong>in</strong>g.2.6 Dwarsverbanden tussen misdaadveldenIn de onderzochte zaken zien we relatief veel dwarsverbanden tussen verschillende'misdaadvelden'. Er zijn nauwelijks zaken aan te geven waarbij de crim<strong>in</strong>ele activiteitenbeperkt blijven tot louter één specifieke categorie misdrijven. Dit komtallereerst door het generalisme van de betrokken daders.35 Zij lijken niet geleid te33 Het is de vraag of' sneeuwbaleffect' een juiste aanduid<strong>in</strong>g is; sneeuwballen worden steeds dikker; crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden <strong>in</strong> onze visie niet groter. Groei v<strong>in</strong>dt plaats door' celdel<strong>in</strong>g',om een andere beeldspraak te gebruiken.34 In dit traditionele beeld passen ook de <strong>in</strong> de populaire en wetenschappelijke literatuur veelvuldigbeschreven '<strong>in</strong>wijd<strong>in</strong>gsrituelen'. Zie voor een overzicht onder andere: Paoli (1997, pp. 97-154).35 Ook <strong>in</strong> ander empirisch onderzoek is herhaaldelijk aangetoond dat daders zich zelden beperken tot éénbepaalde categorie misdrijven. Zie voor een overzicht onder andere: Gottfredson en Hirschi (1990) enBritt (1994).


Hoofdstuk 2 56worden door een drang tot specialisatie en lijken <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe geïnteresseerd <strong>in</strong> elkeactiviteit die illegaal voordeel kan opleveren. Zo zien we dat de drugshandel zeergeneralistisch van aard is. Of het nu gaat om hasj, synthetische drugs, heroïne ofcocaïne, voor de daders lijkt veeleer het te verkrijgen f<strong>in</strong>anciële voordeel voorop testaan dan het soort drugs waarmee zij dit voordeel behalen.Dat het voor veel daders niet zoveel lijkt uit te maken met wat voor soort crim<strong>in</strong>eleactiviteiten zij hun geld verdienen, zien we ook <strong>in</strong> het geval van de onderstaandepandjesbaas:Door het verhuren van werkruimtes voor prostituees heeft pandjesbaas A een zekerepositie <strong>in</strong> de lokale prostitutiewereld. Via zijn verhuuractiviteiten kent hij onder meertwee Joegoslavische collega-souteneurs met wie hij gaat samenwerken bij zijn vrouwenhandelactiviteiten.Vooral de Joegoslavische souteneur B is door zijn buitenlandsecontacten een <strong>in</strong>teressante samenwerk<strong>in</strong>gspartner.Daarnaast gebruikt A zijn panden ook voor de productie van weed. Hierbij wordt hijbijgestaan door voornamelijk autochtone <strong>Nederland</strong>ers, die zorgen voor de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen het beheer van de plantages en de verkoop van de weed (casus lob).Sommige crim<strong>in</strong>ele activiteiten liggen door de mogelijkheden en beperk<strong>in</strong>gen vandaders meer voor de hand dan andere. In het bovenstaande geval zorgen de logistiekemogelijkheden van de pandjesbaas voor een zekere 'cluster<strong>in</strong>g' van crim<strong>in</strong>eleactiviteiten: hij gebruikt zijn panden zowel voor vrouwenhandel als voor de productievan weed. Een dergelijke cluster<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele activiteiten zien we ook ontstaanrondom bepaalde contacten of vaardigheden van daders:Verdachte A maakt onderdeel uit van een crim<strong>in</strong>eel en sociaal netwerk dat vooral wordtgekenmerkt door een gezamenlijke fasc<strong>in</strong>atie voor computers, <strong>in</strong>formatietechnologieen telecommunicatie. A houdt zich samen met anderen bezig met verschillende lucratievezaken en beperkt zich niet tot één bepaald soort <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Zo houdt hij zichbezig met het illegaal onderscheppen van telecommunicatie, het frauderen metcreditcards, het frauderen met overboek<strong>in</strong>gen bij f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, de diefstalenlof hel<strong>in</strong>g van computers en de handel <strong>in</strong> grondstoffen voor synthetische drugs(casus 21).In deze casus is er dus sprake van een duidelijke cluster<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele activiteitenrondom de contacten en vaardigheden van A. Eigenlijk lijkt alleen de handel <strong>in</strong>grondstoffen voor synthetische drugs een uitzonder<strong>in</strong>g te vormen. Ook deze handelis echter sterk verweven met de contacten van A. Daarnaast illustreert deze handelgoed de al eerder beschreven dynamiek van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden:K, die A kent uit het 'techno-circuit', bemiddelt bij de lever<strong>in</strong>g van grondstoffen voorsynthetische drugs. J, die deze grondstoffen levert, neemt vervolgens weer semafoon<strong>in</strong>formatieaf van A (casus 21).


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>57Dit voorbeeld maakt duidelijk dat via sociale relaties dus gemakkelijk een wisselwerk<strong>in</strong>gkan ontstaan tussen de crim<strong>in</strong>ele activiteiten van verschillende personen.Deze wisselwerk<strong>in</strong>g kan weer de voorbode vormen van hechtere samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Misdaadvelden zijn dus moeilijk van elkaar te scheiden, omdat er verschillendedwarsverbanden bestaan via daders en crim<strong>in</strong>ele netwerken. Soms ligt er ook eenlogische relatie door de logistiek van bepaalde delicten. Zo spelen valse documentenbij mensensmokkel een belangrijke rol. In de onderzochte mensensmokkelzakenzien we dan ook een duidelijk verband met de handel <strong>in</strong> valse identiteitspapierenen het lokale wereldje van 'stelers en helers'. Zeer lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> als de diefstalvan paspoorten vervult dus een ondersteunende functie voor een zeer <strong>in</strong>ternationalevorm van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> als mensensmokkel.36 Vanuit het lokale wereldje van stelersen helers ligt er overigens ook weer een duidelijke relatie met andere misdaadveldenzoals fraude met behulp van identiteitspapieren, creditcards en cheques. Dezeworden vaak als 'pakket' gestolen en vaak ook als pakket aangeboden op lokale crim<strong>in</strong>elemarkten.Tenslotte bestaan er ook dwarsverbanden tussen misdaadvelden doordat crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden gebruik maken van dezelfde facilitators: transporteurs,geldwisselaars, illegale f<strong>in</strong>anciële dienstverleners, documentenvervalsers en handelaars<strong>in</strong> rechtspersonen kunnen hun diensten verlenen aan meerdere crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Dit zal <strong>in</strong> hoofdstuk 3 nog nader worden toegelicht.Samenvattend kan dus worden geconcludeerd dat misdaadvelden moeilijk vanelkaar zijn te scheiden, omdat er verschillende dwarsverbanden bestaan via daders,crim<strong>in</strong>ele netwerken, facilitators en de logistiek van bepaalde delicten. Wel treffenwe een zekere cluster<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele activiteiten aan. Maar het beeld van vastomlijndecrim<strong>in</strong>ele groepen, die actief zijn op één enkel misdaadveld, doet geen rechtaan de complexe crim<strong>in</strong>ele werkelijkheid.2.7 RecapitulatieEén van de belangrijkste conclusies van dit hoofdstuk is dat de onderzochte crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden m<strong>in</strong>der hiërarchisch, m<strong>in</strong>der duurzaam en m<strong>in</strong>dervastomlijnd zijn dan het bureaucratie-model suggereert. Verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenworden sterk gekenmerkt door een ketenstructuur en doorwederzijdse afhankelijkheid en wisselen geregeld van samenstell<strong>in</strong>g. Het veelalontbreken van een piramidestructuur betekent echter niet dat er geen sprake zou36 Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor de <strong>in</strong>ternationale drugshandel: drugshandelaren blijken <strong>in</strong> dedoor ons onderzochte zaken meer dan <strong>in</strong>cidenteel te beschikken over meerdere (vervalste) identiteitsbewijzen.


Hoofdstuk 2 58zijn van hiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen. Naast horizontale relaties treffen we b<strong>in</strong>nencrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden ook verticale (hiërarchische) relaties aan.Daarnaast nemen bepaalde personen zoals bijvoorbeeld f<strong>in</strong>anciers of organisatoreneen veel centralere plaats <strong>in</strong> dan anderen, omdat velen van hen afhankelijk zijn. Inhoofdstuk 3 zal worden <strong>in</strong>gegaan op het belang van facilitators, die hun dienstenkunnen leveren aan meerdere crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, zoals documentenvervalsers,transporteurs, BV-makelaars, geldwisselaars en f<strong>in</strong>anciële adviseurs.F<strong>in</strong>anciers, organisatoren en facilitators vormen met andere woorden belangrijkeknooppunten b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele netwerken.Een tweede belangrijke conclusie is dat sociale relaties de basis vormen van crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Het belang van sociale relaties komt niet alleen naarvoren wanneer we kijken naar de sociale basis van <strong>in</strong>ternationale crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen naar de rol van de vrouw <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Het biedt ook een andere kijk op de factor etniciteit. Niet etniciteit vormt de basisvan de onderzochte samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar de sociale relaties die tussende verschillende personen bestaan. Dit is waarschijnlijk de reden waarom we opbasis van dit onderzoek moeten komen tot een nuancer<strong>in</strong>g van het beeld van etnischehomogeniteit en etnische geslotenheid van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Natuurlijk valt niet te ontkennen dat etniciteit een belangrijke rol speelt <strong>in</strong> hetdagelijks leven van daders. De onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenblijken echter m<strong>in</strong>der etnisch gesloten te zijn en meer etnische heterogeniteit tekennen dan veelal wordt aangenomen. Misschien kunnen we hier spreken van eentrend en zal een toenemende <strong>in</strong>tegratie van etnische m<strong>in</strong>derheden <strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>sesamenlev<strong>in</strong>g zich <strong>in</strong> de toekomst ook weerspiegelen <strong>in</strong> de samenstell<strong>in</strong>g vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Het beeld van etnisch homogene groepen enetnische geslotenheid zal daarmee steeds m<strong>in</strong>der van toepass<strong>in</strong>g zijn op de werkelijkheidvan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.Een derde belangrijke conclusie is dat dynamiek een zeer belangrijke eigenschap isvan de onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenlijken soms we<strong>in</strong>ig h<strong>in</strong>der te onderv<strong>in</strong>den van arrestaties en <strong>in</strong>beslagnem<strong>in</strong>gen,omdat geen schakel onvervangbaar is. Daardoor worden gaten ook weergemakkelijk opgevuld. Daarnaast zien we dat crim<strong>in</strong>ele netwerken kunnen groeiendoor een soort sneeuwbaleffect: personen raken via hun sociale relaties betrokkenbij crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, worden gaandeweg steeds m<strong>in</strong>der afhankelijkvan andermans hulpbronnen, zoals geld, kennis en contacten, en vormen weernieuwe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die vervolgens weer een aanzuigende werk<strong>in</strong>ghebben op hun directe sociale omgev<strong>in</strong>g. Dit sneeuwbaleffect is ons <strong>in</strong>ziens kenmerkendervoor de ontwikkel<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden dan hettraditionele beeld van rekruter<strong>in</strong>g, waarbij crim<strong>in</strong>ele organisaties buitenstaandersrekruteren die vervolgens - bij gebleken geschiktheid - kunnen opklimmen <strong>in</strong> de


Netwerken van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>59hiërarchie. Dit laatste beeld doet onvoldoende recht aan de dynamiek die wij <strong>in</strong> debestudeerde zaken hebben aangetroffen.Een laatste belangrijke conclusie is dat misdaadvelden moeilijk van elkaar zijn tescheiden, omdat er vele dwarsverbanden bestaan via daders, crim<strong>in</strong>ele netwerken,facilitators en de logistiek van bepaalde delicten. Wel treffen we een zekere cluster<strong>in</strong>gvan crim<strong>in</strong>ele activiteiten aan. Maar het beeld van vastomlijnde crim<strong>in</strong>elegroepen, die actief zijn op één enkel misdaadveld, doet geen recht aan de complexecrim<strong>in</strong>ele werkelijkheid.


3De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot3.1 Inleid<strong>in</strong>gNiet ondanks, maar dankzij ...In de discussie over de z<strong>in</strong> en risico's van de toepass<strong>in</strong>g van bijzondere opspor<strong>in</strong>gsmethoden<strong>in</strong> de 'war on organized crime' wordt gemakkelijk over het hoofd geziendat georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> niet ondanks, maar dankzij de samenlev<strong>in</strong>g bestaat.Zonder steun en veranker<strong>in</strong>g van anderen zouden de levenskansen van crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden heel kle<strong>in</strong> zijn. Sterker nog, deze zijn <strong>in</strong> veel gevalleneen bestaansvoorwaarde voor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Vrouwenhandel bijvoorbeeld,is alleen lucratief <strong>in</strong>dien er personen bereid en <strong>in</strong> staat zijn om de verhandeldevrouwen <strong>in</strong> de prostitutie te exploiteren. Zeker, de sociale omgev<strong>in</strong>g zit,zoals wij <strong>in</strong> het volgende hoofdstuk nog zullen aangeven, vol met onzekerheden enrisico's. Deze moeten overwonnen of vermeden worden om succesvol te kunnenblijven opereren. Maar tegelijkertijd fungeert diezelfde omgev<strong>in</strong>g als bron van rijkdomen als noodzakelijke steun en toeverlaat.Wij maken hier onderscheid tussen twee soorten sociale omgev<strong>in</strong>g: de gewone,legale wereld en het crim<strong>in</strong>ele milieu. Het is een analytisch onderscheid. Wij zijnons er terdege van bewust dat de grenzen tussen beiden <strong>in</strong> de empirische werkelijkheidsoms moeilijk zijn vast te stellen. Maar juist om de vele raakvlakken en relatiestussen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de omgev<strong>in</strong>g aan te kunnen wijzen, is hetvan belang dit begrippenpaar te gebruiken.Parasitisme, symbiose en vergroei<strong>in</strong>gOp drie verschillende manieren kan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> profijt trekkenuit haar omgev<strong>in</strong>g, namelijk door parasitisme, symbiose of door vergroei<strong>in</strong>g. De omgev<strong>in</strong>gkan zich - <strong>in</strong> de eerste plaats - ongewild lenen voor misbruik en exploitatie.Wij spreken dan van een parasitaire relatie van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> tothaar omgev<strong>in</strong>g. In zo'n geval is er sprake van een 'zero sum' verhoud<strong>in</strong>g: de w<strong>in</strong>stvan de een betekent verlies voor de ander. In ons casusmateriaal zijn eigenlijk heelwe<strong>in</strong>ig voorbeelden voorradig van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die louterschade toebrengen aan hun omgev<strong>in</strong>g. Afpers<strong>in</strong>g, zoals het afdw<strong>in</strong>gen van protectiegelden(Ch<strong>in</strong>ese restaurants, discotheken), en flessentrekkerij zijn voorbeelden vanmisdrijven die parasiteren op de wettige samenlev<strong>in</strong>g. Het bekendste voorbeeld vanparasitaire misdrijven <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu zijn 'ripdeals' op de drugsmarkt. Hieraanmaakt bijvoorbeeld de groep uit casus 19 zich veelvuldig schuldig. Deze groeppleegt naast ripdeals echter ook flessentrekkerij, en maakt dus ook <strong>in</strong> de legalewereld slachtoffers.


Hoofdstuk 3 62In vrijwel alle onderzochte gevallen zijn er niet louter slachtoffers; georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> verschaft anderen ook voordelen. Anderen profiteren op de een ofandere wijze mee van het illegaal profijt dat crim<strong>in</strong>ele organisaties weten te trekkenuit hun sociale omgev<strong>in</strong>g. In plaats van louter parasitaire ontstaan er derhalve ooksymbiotische relaties met de sociale omgev<strong>in</strong>g. Handel <strong>in</strong> illegale goederen, zoalsdrugs en wapens, is niets anders dan het op illegale wijze voorzien <strong>in</strong> een kennelijkbestaande maatschappelijke vraag. De consumenten hiervan hebben onmiskenbaarbelang bij het bestaan en voortbestaan van deze illegale handel. Zij zijn als afnemersniet alleen een bestaansvoorwaarde, maar ook passief of actief een steun voor dedrugshandel.39 'Symbiotische relaties zijn er ook op legale markten. Het meestpregnante voorbeeld hiervan is de groep die - met behulp van legale bedrijven -illegale cd-rom's produceerde en honderdduizenden cd-rom's via allerlei distributiekanalenaan de man wist te brengen (casus 40). De 'gewone' burger pikt zo ookzijn graantje mee en houdt hierdoor, zonder zich dit veelal bewust te zijn, een vormvan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> stand. Wat voor burgers geldt, geldt ook voorbedrijven en dienstverleners. Illustratief is de casus, waar<strong>in</strong> enkele zuivelbedrijventegen 'scherpe' prijzen melkpoeder aankopen en op deze wijze een groot netwerkvan plegers van EU-fraude van een afzetmarkt voorzien (casus 29).Naast parasitisme en symbiose is er een derde relatievorm tussen georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de omgev<strong>in</strong>g denkbaar: vergroei<strong>in</strong>g. Vergroei<strong>in</strong>g is de ultieme vormvan symbiose, waarbij de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de omgev<strong>in</strong>g onlosmakelijk<strong>in</strong> elkaar opgaan. Dit impliceert dat de belangen van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>en (onderdelen van) de wettige samenlev<strong>in</strong>g vrijwel parallel lopen. In de recentegeschiedenis zijn enkele geruchtmakende voorbeelden bekend van samenwerk<strong>in</strong>gtussen gevestigde machten en de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In plaats van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> te bestrijden, zouden staten opdrachten verlenen aancrim<strong>in</strong>ele organisaties. Zo zou de CIA <strong>in</strong> de jaren zeventig <strong>in</strong> ruil voor het stuiten vande opmars van communisten, meegeholpen hebben aan omvangrijke heroïnetransportenvan enkele machtige heroïnehandelaars uit de gouden driehoek (Lamour enLamberti, 1975). De christen-democratische elite <strong>in</strong> Italië zou <strong>in</strong> diezelfde tijd demaffia <strong>in</strong> de arm genomen hebben om te voorkomen dat de communistische partij<strong>in</strong> Italië de macht zou overnemen (Calvi, 1993). Het gaat <strong>in</strong> deze gevallen omkortstondige aanbested<strong>in</strong>gen van 'dirty work' aan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Anders dan vaak wordt gesuggereerd worden dus vanuit de bovenwereld <strong>in</strong>itiatievengenomen tot samenwerk<strong>in</strong>g met de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Het 'Kwaad' penetreert<strong>in</strong> dit geval niet van buitenaf <strong>in</strong> de bovenwereld, maar komt van b<strong>in</strong>nenuit.Van een meer permanent karakter zijn de relaties waar<strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>taken van het overheidsgezag heeft overgenomen en de belangen van bur-39 Niet voor niets wordt handel <strong>in</strong> verboden middelen <strong>in</strong> politiekr<strong>in</strong>gen 'victimless crime' genoemd, datwil zeggen een misdrijf dat niet op aangifte van slachtoffers, maar door eigen opspor<strong>in</strong>gsactiviteitenvan de politie aan het licht moet worden gebracht.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 63gers of branches <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> beter behartigt dan het formele overheidsgezag. Demaffia dankte er <strong>in</strong> Sicilië, waar het centrale overheidsgezag lange tijd volstrektafwezig is geweest, <strong>in</strong>dertijd zijn ontstaan en bestaansrecht aan (Hess, 1973; Paoli,1997). In de Verenigde Staten is de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> hardnekkig aanwezigop specifieke plaatsen en <strong>in</strong> bepaalde bedrijfstakken, bijvoorbeeld <strong>in</strong> debouwsector van de stad New York. Reeds decennialang heeft de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> New York via dom<strong>in</strong>ante posities <strong>in</strong> enkele vakbonden veel <strong>in</strong>vloedop de bouwsector gehad. Projectontwikkelaars en bouwondernemers werdenafgeperst en grote aanbested<strong>in</strong>gen vonden niet plaats zonder de <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g vande Cosa Nostra (Mass, 1991; Jacobs, 1991). Het meest <strong>in</strong>trigerend hieraan is datals gevolg van de dom<strong>in</strong>ante positie van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> tevens derelaties tussen de marktpartijen gereguleerd kunnen worden. Veel partijen hebbenbelang bij een dergelijke reguler<strong>in</strong>g. De geldschieters, projectontwikkelaars enondernemers zijn immers allen gebaat bij een sterk, niets en niemand ontziendehand die stak<strong>in</strong>gen breekt, werknemers zo nodig opjaagt en onder de afgesprokenarbeidsvoorwaarden laat werken, en concurrenten van buiten uit de markt weert.Deze niets ontziende hand behoort niet toe aan de 'sterke arm' van politie en justitie,maar aan de Cosa Nostra (New York State Organized Crime Task Force, 1990).Uite<strong>in</strong>delijk betaalt de samenlev<strong>in</strong>g hiervoor echter een (hoge) prijs: de bouwkosten<strong>in</strong> New York zijnde hoogste <strong>in</strong> de Verenigde Staten (Jacobs, 1991, p. 53).Enkele factoren hebben <strong>in</strong> de Verenigde Staten aan deze vergroei<strong>in</strong>g bijgedragen.De verkiez<strong>in</strong>g van lokale bestuurlijke en justitiële autoriteiten en het strategischebelang van verkiez<strong>in</strong>gscampagnes geven de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> de mogelijkheidom politieke steun te kopen (Anechiarico, 1991). In <strong>Nederland</strong> zijn dezegelegenheidsfactoren niet aanwezig. De conclusie van de onderzoeksgroep Fijnautdat er geen sterke verwev<strong>in</strong>g bestaat tussen de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en deeconomie of de politiek, was weliswaar heel belangrijk maar niet echt verrassend.Ook ons onderzoeksmateriaal bevat geen aanwijz<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>g.40Toch is er geen reden om gerustgesteld achterover te leunen. Tussen de beideuitersten van het cont<strong>in</strong>uum (parasitisme en vergroei<strong>in</strong>g) bestaan vele 'positieve'contacten tussen de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de omgev<strong>in</strong>g. De wettige énonwettige sociale omgev<strong>in</strong>g faciliteert en beschermt de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>op uiteenlopende wijzen. In dit hoofdstuk zullen wij dit nader uitwerken. In paragraaf3.2 gaan wij <strong>in</strong> op de steun van de onwettige omgev<strong>in</strong>g (het crim<strong>in</strong>ele milieu).Vervolgens zal <strong>in</strong> paragraaf 3.3 de vraag worden beantwoord welke voordelen enondersteun<strong>in</strong>g vanuit de wettige omgev<strong>in</strong>g worden ondervonden. Tenslotte zal <strong>in</strong>paragraaf 3.4 de balans worden opgemaakt.40 Hierbij moet wel de kantteken<strong>in</strong>g worden gemaakt dat wij niet <strong>in</strong> branches of markten zelf onderzoekhebben gedaan. Wij kijken vanuit de politiedossiers naar de aanrak<strong>in</strong>gen van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>met de legale wereld.


Hoofdstuk 3643.2 Samenwerk<strong>in</strong>g en dienstverlen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieuIn het vorige hoofdstuk werd de samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele netwerken - <strong>in</strong>navolg<strong>in</strong>g van anderen - vergeleken met beweg<strong>in</strong>gen van ijsschotsen die naar elkaartoe drijven en zich weer van elkaar verwijderen. Zo zouden verdachten vaak <strong>in</strong> wisselendeverbanden samenwerken. Maar hoe wisselend de contacten ook zijn, er zijntoch ook vaste patronen <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g. B<strong>in</strong>nen de crim<strong>in</strong>ele netwerkenfungeren bijvoorbeeld veelal vaste personen of koppels als de spil van wisselendesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. De concrete vorm van deze patronen hangt, zoals <strong>in</strong> hetvorige hoofdstuk is geconstateerd, samen met de logistiek van de uitgevoerde illegaleactiviteiten (paragraaf 2.3). In deze paragraaf richten wij de blik op de externesamenwerk<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met andere actoren b<strong>in</strong>nenhet crim<strong>in</strong>ele milieu. Uit het bestudeerde materiaal komt naar voren dat op diversewijzen wordt samengewerkt. Soms <strong>in</strong> de vorm van deelname aan de uitvoer<strong>in</strong>g vanmisdrijven (paragraaf 3.2.1), soms <strong>in</strong> de sfeer van dienstverlen<strong>in</strong>g (paragraaf 3.2.2).3.2.1 Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijvenConcurrentie?In 1992 worden langs de oever van het Brielse Meer de verkoolde lijken gevondenvan drie Turkse mannen. Het is volgens de Rotterdamse politie 'een afreken<strong>in</strong>g <strong>in</strong>het crim<strong>in</strong>ele milieu'. Nadien zouden nog acht andere liquidaties volgen die vermoedelijkverband hielden met de moord op de drie mannen. Uit verschillendekrantenpublicaties over deze liquidaties komt naar voren dat er een strijd zou zijnontbrand tussen Turks/Koerdische drugshandelaren om de hegemonie <strong>in</strong> Rotterdam.Hiermee lijkt deze zaak een bevestig<strong>in</strong>g te zijn van het beeld dat crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden elkaar voortdurend <strong>in</strong> een concurrentieslag bevechten.Volgens sommige auteurs is het zelfs een kenmerk van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>dat concurrentie niet wordt geduld en dat <strong>in</strong> het streven naar monopolievorm<strong>in</strong>ggeen enkel middel wordt geschuwd (o.a. Mass, 1991, p. 38; Lyman en Potter, 1997,p. 7 e.v.). Bij nader <strong>in</strong>zien komt uit het onderzoek van de Rotterdamse politie naar deliquidaties toch een wat ander beeld naar voren:41Het gewelddadige conflict is ontstaan b<strong>in</strong>nen een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband,waarvan een Turks/Koerdische familie A de spil is. Een neef van de 'baba' van dezefamilie was zonder medeweten van zijn oom en met gebruikmak<strong>in</strong>g van de transportmiddelenvan het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband voor zichzelf begonnen. Er is alsgevolg hiervan sprake van een keten van enkele gruwelijke, gewelddadige acties41 Wij baseren ons hier wat betreft de feiten op de recente publicatie van Bovenkerk en Yesilg6z (1996,pp. 15-17) en PEO (Bijlage VIII, 1996, p. 110). De <strong>in</strong>terpretatie van deze feiten is voor onze reken<strong>in</strong>g.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot65tussen de familie A en de neef, waarvan de precieze toedracht overigens niet altijdduidelijk is geworden, resulterend <strong>in</strong> ongeveer tien doden.42In deze casus is het geweld naar onze men<strong>in</strong>g niet louter het gevolg van een gewoneconcurrentiestrijd tussen rivaliserende groepen. De aard en de mate van het gepleegdegeweld wijzen er op dat er ook wraak en vergeld<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het spel was; de neef wasbehalve een concurrent, een verrader en bedrieger van de familie.43Wij vermelden het bovenstaande voorbeeld om te illustreren dat geweld en concurrentieniet te snel <strong>in</strong> een oorzakelijk verband met elkaar mogen worden gebracht.44Wij gaan zelfs een stap verder: uit het door ons bestudeerde casusmateriaal blijktdat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden eerder de voordelen benutten van elkaarsaanwezigheid op een misdaadveld, dan dat zij elkaar <strong>in</strong> een concurrentieslag proberente vernietigen.45Veel van de door ons bestudeerde crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden onderv<strong>in</strong>dennauwelijks directe h<strong>in</strong>der van groepen die op dezelfde markt actief zijn. Wie heefter nu directe h<strong>in</strong>der van de groep die hasj importeert uit Pakistan en verkoopt <strong>in</strong>Canada? Gezien de mondiale omvang van productie en afzetmarkten is er <strong>in</strong> hetalgemeen geen reden om het optreden van concurrenten als belemmerend voorhet eigen functioneren te ervaren. Men zal bovendien nauwelijks weet hebben vanelkaars bestaan. Iedereen houdt zijn concrete activiteiten immers zo goed mogelijkgeheim. Van een 'open' competitie is dus geen sprake, evenm<strong>in</strong> als van het 'verl<strong>in</strong>ken'van de concurrent bij de politie. Slechts <strong>in</strong> één casus uit ons materiaal vormteen tip van een concurrent de aanleid<strong>in</strong>g tot het <strong>in</strong>stellen van een opspor<strong>in</strong>gsonderzoek.Het betreft een strijd tussen twee rivaliserende groepen vrouwenhandelaren/souteneurs <strong>in</strong> een middelgrote stad.De <strong>Nederland</strong>er A heeft ruim tw<strong>in</strong>tig prostitutiepanden <strong>in</strong> de stad <strong>in</strong> bezit als huurderof eigenaar. Met behulp van enkele <strong>Nederland</strong>se en Servische mannen en een vrouwuit de voormalige Sovjet-Unie worden vrouwen <strong>in</strong> Servië en de Oekra<strong>in</strong>e geronseld enals prostituee tewerkgesteld <strong>in</strong> een van de panden van A. In sommige gevallen warende vrouwen hier tevoren van op de hoogte. Zij wisten echter niet dat zij onder dwang42 Het is <strong>in</strong> elk geval vast komen te staan dat de neef de houder van een 'stashhouse' heeft vermoord, maarhet is niet duidelijk geworden of hij zelf ook is omgebracht door leden van de familie A.43 Dat samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden berusten op het bestaan van sociale relaties tussen verschillende personen,kan derhalve ook nadelig uitwerken. Het zakelijke conflict laait gemakkelijk hoog op vanwege allepersoonlijke.gevoelens die ermee gepaard gaan. De <strong>in</strong> 2.2 beschreven voordelen van hechte socialerelaties hebben derhalve ook een keerzijde.44 In het volgende hoofdstuk wordt nader <strong>in</strong>gegaan op achtergronden van geweldsgebruik door crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.45 Dit laat onverlet de mogelijkheid dat zakelijke tegenstell<strong>in</strong>gen of conflicten tot gewelddadige activiteitenkunnen uitgroeien (zie hoofdstuk 4).


Hoofdstuk 3 66moesten werken en na enige maanden met een luttel bedrag terug naar huis zoudenworden gestuurd.Een andere groep B, waarvan drie Bosnische en Sloveense mannen de spil vormden,haalden vrouwen uit Rusland en het voormalige Joegoslavië. Zij werden onder valsevoorwendselen geronseld en werden gedwongen zich te prostitueren. De verdiensteng<strong>in</strong>gen naar de leden van de groep. Deze groep wilde <strong>in</strong> de stad meer ramen hurenen bereikte dit door hogere huren te betalen dan de groep A. Hierop ontstond eenstraatgevecht tussen beide groepen, dat ertoe leidde dat A met zijn activiteiten uitde stad werd verdreven. A nam wraak en stimuleerde een vrouw om aangifte bij depolitie te doen van het feit dat zij door groep B tot prostitutie werd gedwongen. Dezeaangifte leidde tot twee opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken, tegen de groepen A en B (casus 10aen 10b).Het voorbeeld maakt duidelijk dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden elkaar alsconcurrenten soms wél h<strong>in</strong>derlijk <strong>in</strong> de weg zitten; <strong>in</strong> dit geval g<strong>in</strong>g de strijd om eenbeperkt aantal ramen <strong>in</strong> een stad. Het is denkbaar dat lokale markten de uitzonder<strong>in</strong>gvormen op de eerdere constater<strong>in</strong>g dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandennauwelijks met elkaar een concurrentieslag aangaan (zie ook: Reuter, 1983). Op dezelokale markten gaat een uitbreid<strong>in</strong>g van het marktaandeel van de ene groep immersdirect ten koste van het marktaandeel van de andere groep. Toch laat ook dit voorbeeldzien dat de concurrentiestrijd uit de weg wordt gegaan. De groep verlegde bijvoorbeeld<strong>in</strong> dit geval haar activiteiten naar een andere plaats. Daarnaast troffen wijalleen <strong>in</strong> casus 2 en 6 aanwijz<strong>in</strong>gen aan van het bestaan van m<strong>in</strong> of meer explicieteafspraken tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden over werkterre<strong>in</strong>en.46Geen concurrenten, maar `partners <strong>in</strong> crime'Voorzover er contacten bestaan tussen de onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,zijn deze vooral gericht op het bereiken van wederzijds voordeel of ophet oplossen van gemeenschappelijke problemen. Zo is een van de problemen bijhet verhandelen van synthetische drugs de aanlever<strong>in</strong>g van de grondstoffen voorhet maken van de drugs; deze is dikwijls <strong>in</strong>stabiel, terwijl er doorgaans sprake is vaneen redelijk stabiele afzetmarkt. Enkele crim<strong>in</strong>ele groepen hebben voor dit gemeenschappelijkprobleem een oploss<strong>in</strong>g gevonden door met elkaar samen te werken:Het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek <strong>in</strong> casus 3 heeft het logistieke proces van de productieen afzet van synthetische drugs goed <strong>in</strong> beeld gebracht. Er blijken tussen de blootgelegdesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden vele contacten te bestaan. Men gebruikt elkaarscontacten voor het verkrijgen van grondstoffen en recepten. Bovendien worden over46 In casus 2 zou het gaan om de herverdel<strong>in</strong>g van posities op de lokale markt; <strong>in</strong> casus 6 om territoriumafbaken<strong>in</strong>gop landelijk niveau.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot67en weer ook halffabrikaten verkocht. Zo creëert deze onderl<strong>in</strong>ge handel een soortbuffer voor de onregelmatige aanvoer van grondstoffen (casus 3).Opvallend is dat hetzelfde trucje of hetzelfde recept onderl<strong>in</strong>g vrij gemakkelijkwordt uitgewisseld of wordt verkocht, waardoor de crim<strong>in</strong>ele activiteiten zich somssnel verspreiden over andere groepen, of over de grenzen (zie ook: Houben, 1996,p. 39):Samen met een <strong>in</strong> de gevangenis opgedane kennis die <strong>in</strong> Spanje woont (A) wordtdoor de <strong>in</strong> synthetische drugs handelende groep een laboratorium opgezet <strong>in</strong> Spanjeom aldaar XTC-pillen te produceren. A heeft contacten met een Spaanse crim<strong>in</strong>eleorganisatie die <strong>in</strong> heel Spanje actief is met de verkoop van synthetische drugs.A f<strong>in</strong>anciert de <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g en de aankoop van grondstoffen (casus 3).De potentiële samenwerk<strong>in</strong>g met de Spaanse organisatie e<strong>in</strong>digt overigens <strong>in</strong> eenfiasco. De f<strong>in</strong>ancier A is ontevreden over de kwaliteit van het geleverde producten verbreekt de samenwerk<strong>in</strong>g met de <strong>Nederland</strong>ers. In de onderhavige casus 3blijkt dit vaker het geval te zijn. Er is weliswaar bereidheid om <strong>in</strong> de XTC-productieen -handel met elkaar samen te werken, maar als gevolg van praktische omstandigheden(de voor de productie noodzakelijke stof BMK is niet te verkrijgen) en voortdurendeonenigheid over de kwaliteit ontstaan scheuren <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>g.Voor de andere misdaadvelden geldt mutatis mutandis hetzelfde. Voorzover men alweet heeft van elkaars bestaan, wordt er samengewerkt als dat evidente voordelenbiedt. Vrouwenhandelaren die tevens de vrouwen <strong>in</strong> de prostitutie exploiterenhebben er evenals de handelaren <strong>in</strong> synthetische drugs belang bij om de risico's <strong>in</strong>de aanvoer (grillig aanbod) te m<strong>in</strong>imaliseren:A is de spil van een samenwerk<strong>in</strong>gsverband van personen die vrouwen ronselen enexploiteren voor de prostitutie. Bij A komen de lijntjes namelijk samen: hij geeft opdrachten(beter gezegd: hij doet bestell<strong>in</strong>gen) en hij stelt de geronselde vrouwente werk <strong>in</strong> zijn grote seksclub. A gaat normaliter <strong>in</strong> zee met de hem bekende bemiddelaars,maar als hij een tekort aan vrouwen heeft, doet hij naar eigen zeggenook zaken met onbekende Turkse of Albanese handelaren die vrouwen aanbieden(casus 4).Ook tussen de uitbaters van de vrouwen die via vrouwenhandel <strong>in</strong> de prostitutieverzeild zijn geraakt, is er uit welbegrepen eigenbelang veel onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g.Deze uitbaters, die van elkaars bestaan op de hoogte zijn,47 spelen onderl<strong>in</strong>g47 Als exploitanten van clubs of ramen staan zij immers met één been <strong>in</strong> de legale wereld; zij adverterenopenlijk, huren of kopen panden, et cetera. Hun activiteiten zijn dus zichtbaar.


Hoofdstuk 3 68<strong>in</strong>formatie door over juridische zaken en verkopen de vrouwen na een beperkte tijdaan elkaar door.48In het geval van mensensmokkel behoeven de gesmokkelde personen, anders dan bijvrouwenhandel, tijdens de reis niet onder controle gehouden te worden. Hierdoor ishet mogelijk, als men beschikt over de benodigde (valse) documenten, om gebruik temaken van 'wettige' reisroutes en vervoermiddelen. In enkele gevallen van mensensmokkelbleken er <strong>in</strong>tensieve contacten te bestaan tussen verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden:Het onderzochte samenwerk<strong>in</strong>gsverband maakt zich schuldig aan k<strong>in</strong>dersmokkel uitIndia. De k<strong>in</strong>deren worden <strong>in</strong> gezelschap van 'nepouders' per vliegtuig naar West-Europa en de VS overgebracht. In totaal blijken ongeveer veertig tot zestig personenbetrokken te zijn bij de organisatie en uitvoer<strong>in</strong>g van de reizen. De regie wordt gevoerddoor drie verdachten, van wie één (de zoon van de hoofdverdachte) <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>woont, de overige twee wonen <strong>in</strong> India.Uit het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek komt naar voren dat de groep samenwerkt met een'concurrerende' groep. De beide samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden ruilen soms k<strong>in</strong>deren uit,bijvoorbeeld als de leeftijd van het k<strong>in</strong>d niet klopt met de leeftijd die vermeld wordt<strong>in</strong> het paspoort van de 'nepouders' die voor de reis zijn aangetrokken (casus 34).Ook <strong>in</strong> de andere onderzochte gevallen van mensensmokkel zien wij vaak <strong>in</strong>tensievecontacten tussen verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo werd <strong>in</strong> het vorigehoofdstuk reeds <strong>in</strong>gegaan op het aan elkaar uitbesteden van deeltrajecten en op delevendige handel <strong>in</strong> (valse) paspoorten om voor bepaalde personen en reisroutes hetjuiste 'look alike'-paspoort te v<strong>in</strong>den (casus 9).Hoe is de samenwerk<strong>in</strong>g bij de handel <strong>in</strong> de traditionele drugs? In het vorige hoofdstukzijn kort enkele voorbeelden genoemd van samenwerk<strong>in</strong>g tussen verschillendenationaliteiten. Wij willen hier wat dieper <strong>in</strong>gaan op de positie van Colombiaansegroepen die <strong>in</strong> ons land cocaïne verhandelen. Van deze groepen is tot dusverrevooral bekend dat het hen veel moeite kost om voet aan de grond te krijgen. In hunuitgebreide rapportage over de rol van de Colombiaanse kartels <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> concludeertde onderzoeksgroep Fijnaut dat deze kartels <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> 'zeer actief' zijn.<strong>Nederland</strong> is voor de kartels van logistiek belang, omdat zij hun handelswaar <strong>in</strong>belangrijke mate per zeevracht <strong>in</strong> conta<strong>in</strong>ers via <strong>Nederland</strong>se havens b<strong>in</strong>nenvaren.Hieraan wordt door de onderzoekers evenwel toegevoegd dat de Colombianen zichnog geen sterke positie hebben verworven <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> (geen corrupte contactenmet overheden; geen samenwerk<strong>in</strong>g met grote, <strong>Nederland</strong>se drugshandelaren). Het48 Deze' prostitutie-carrousels' zijn enerzijds f<strong>in</strong>ancieel van belang (omdat nieuwe vrouwen extra klandizietrekken) en vergemakkelijken anderzijds de uitbuit<strong>in</strong>g van de vrouwen omdat zij op deze manierbeter onder controle kunnen worden gehouden en politiecontroles kunnen worden ontlopen (bijvoorbeeld:casus 4 en casus 14).


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 69vermoeden wordt uitgesproken dat er we<strong>in</strong>ig <strong>Nederland</strong>ers, maar wel een groot deelvan de <strong>in</strong> ons land verblijvende Colombianen betrokken zijn bij de drugshandel(PEO, Bijlage VIII, 1996, p. 179). Op basis van ons onderzoeksmateriaal moet ditbeeld van de Colombiaanse cocaïnehandel enigsz<strong>in</strong>s worden genuanceerd:Zo blijkt er <strong>in</strong> casus 5 en 6 wel degelijk sprake te zijn van samenwerk<strong>in</strong>g met grote,vanuit <strong>Nederland</strong> opererende drugshandelaren. In casus 6 bijvoorbeeld is een vanorig<strong>in</strong>e Engelse man de onbetwiste leider van een hecht crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverbanddat handelt <strong>in</strong> verschillende soorten drugs (hasj, heroïne, amfetam<strong>in</strong>e, XTC,cocaïne). Samen met twee al langer <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> woonachtige Colombianen verblijvenzij geregeld <strong>in</strong> Colombia om met een groothandelaar aldaar over het transport ende aankoop van cocaïne afspraken te maken.Daarnaast is casus 7 van belang, omdat hier<strong>in</strong> zichtbaar wordt hoe twee personen despil zijn gaan vormen tussen de Colombiaanse productie en de groothandel <strong>in</strong> West-Europa. De ene persoon is van Colombiaanse afkomst en heeft een tijd <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>gewoond; de andere is van Antilliaanse orig<strong>in</strong>e en heeft een familiale band met Colombia.Beiden maken deel uit van crim<strong>in</strong>ele netwerken <strong>in</strong> respectievelijk Colombiaen <strong>Nederland</strong>: de Colombiaan kanaliseert de uiteenlopende productiestromen <strong>in</strong>Colombia, de Antilliaan verzorgt het transport en de distributie over afzetmarkten <strong>in</strong>enkele West-Europese landen.Het bovenstaande casusmateriaal <strong>in</strong>zake cocaïnehandel vormt dus een aanwijz<strong>in</strong>gvan een sterkere band, dat wil zeggen een hechtere samenwerk<strong>in</strong>g, tussen Colombianenen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> opererende groothandelaren <strong>in</strong> drugs.3.2.2 Dienstverlen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieuVolgens het jargon van sommige opspor<strong>in</strong>gsdiensten zouden crim<strong>in</strong>ele organisatiesbestaan uit verschillende 'divisies': de divisie geweld, de divisie transport, de divisiewitwassen, et cetera. Door dit woordgebruik wordt de suggestie gewekt dat degenendie geweld plegen of voor het transport zorgen '<strong>in</strong> dienst' zijn van de crim<strong>in</strong>ele organisatie.Tegenwoordig is een andere opvatt<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zwang: crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenzouden zich bedienen van 'facilitators'. Deze facilitators <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieuzouden zich toeleggen op het vakkundig ondersteunen van verschillende crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Welke aanwijz<strong>in</strong>gen v<strong>in</strong>den wij van het bestaan van dezefacilitators, die wij overigens gewoon dienstverleners zullen noemen?Dienstverleners kunnen twee soorten functies vervullen voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Zij kunnen <strong>in</strong> de eerste plaats worden <strong>in</strong>geschakeld voor een specifiekewerkzaamheid die het samenwerk<strong>in</strong>gsverband zelf niet wil verrichten. Doorde <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van dienstverleners voor 'dirty jobs' kunnen de opdrachtgevers zelfde handen schoon houden. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is de <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>gvan huurmoordenaars. In de tweede plaats kunnen dienstverleners worden <strong>in</strong>gezet


Hoofdstuk 3 70omdat zij een specifieke deskundigheid bezitten die het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandmist.In ons materiaal komen wij heel we<strong>in</strong>ig aanwijz<strong>in</strong>gen tegen van het bestaan van deeerstgenoemde functie (de handen schoon houden). Slechts <strong>in</strong> één casus zou dehoofdverdachte een onbetrouwbare handelspartner door huurmoordenaars hebbenlaten liquideren.Over de tweede vorm van dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu is daarentegenmeer <strong>in</strong>formatie aanwezig. Deze dienstverlen<strong>in</strong>g kan betrekk<strong>in</strong>g hebben op specialistischehulp en steun bij de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijven en bij het wegsluizen van doormisdrijf verkregen opbrengsten (f<strong>in</strong>anciële kennis).Deskundige hulp bij de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijvenDe <strong>in</strong> het bestek van deze paragraaf belangrijkste zaak uit ons bestand, casus 21, isvoortgekomen uit naspeur<strong>in</strong>gen van de politie naar aanleid<strong>in</strong>g van diefstallen opeen arrondissementsparket en bij enkele magistraten thuis. Hoewel de relaties naardeze feiten moeizaam gelegd konden worden,49 is <strong>in</strong> dit opspor<strong>in</strong>gsonderzoek weldegelijk een 'facilitair bedrijf' blootgelegd, dat op basis van grote technische knowhowdiensten aan andere groepen verleende (zie ook: paragraaf 4.3.3).Het samenwerk<strong>in</strong>gsverband bestaat uit een kr<strong>in</strong>g van ongeveer vijftien personen diesoms na tussenpozen van enkele maanden als groep samenwerken om een karweite klaren. Ofschoon er dus sprake is van een losse structuur, zijn er twee duidelijkeleiders. Zij hebben contacten met andere crim<strong>in</strong>ele groepen aan wie zij hun <strong>in</strong>formatieaanbieden of die hen voor bepaalde klussen vragen. De ene persoon van het duo isduidelijk vanuit een 'technogekte' (<strong>in</strong>teresse <strong>in</strong> decoderen) en zekere politieke idealen50<strong>in</strong> de sfeer van de toepass<strong>in</strong>gen verzeild geraakt. De andere lijkt vooral vanuitde w<strong>in</strong>stgevendheid van de crim<strong>in</strong>ele toepass<strong>in</strong>gsmogelijkheden belangstell<strong>in</strong>g tehebben voor de techniek.Een belangrijke activiteit was het onderscheppen van semafoonberichten. Daarnaastwerd radioverkeer van politie en justitie onderschept en doorgegeven aan derden. Zois het de groep zelfs gelukt om cryptogegevens van een observatieteam te kraken.Tevens werden contra-observaties verricht; men had de privé-adressen en tweeduizendkentekens van politie en justitiepersoneel (casus 21).Van dergelijke dienstverleners, die kunnen werken voor een onbekend aantal crim<strong>in</strong>elegroepen tegelijkertijd, kan een grote dreig<strong>in</strong>g uitgaan. Uiterst vertrouwelijke<strong>in</strong>formatie ligt ongecontroleerd 'op straat'. In het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek is overigens49 Met name is onduidelijk gebleven hoe de feitelijke overdracht van <strong>in</strong>formatie plaatsvond en ook wordtniet geheel duidelijk of dit tegen betal<strong>in</strong>g geschiedde. Wel is komen vast te staan dat de twee spilfigurencontacten onderhielden met enkele crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die ook daadwerkelijk gebruikmaakten van de verkregen <strong>in</strong>formatie.50 Hij was een overtuigd 'techno-anarchist': alle <strong>in</strong>formatie moet vrij beschikbaar zijn.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 71niet duidelijk geworden hoe de contacten precies zijn gelegd tussen de crim<strong>in</strong>elegroepen en de dienstverleners.Vermoedelijk wordt het gevaar van ongecontroleerde verspreid<strong>in</strong>g van dienstverlen<strong>in</strong>g<strong>in</strong>geperkt doordat ook crim<strong>in</strong>ele groepen moeilijk op het spoor weten te komenvan waardevolle dienstverleners. Sommige personen of groepen excelleren <strong>in</strong> deuitvoer<strong>in</strong>g van bepaalde werkzaamheden en zijn potentieel zeer waardevol vooranderen <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu. Maar het is de vraag of hun expertise wel <strong>in</strong> ruimekr<strong>in</strong>g wordt (h)erkend. Een van de handicaps van het opereren <strong>in</strong> de illegaliteit isimmers dat openlijk adverteren (vraag en aanbod) en publieke kwaliteitsbeoordel<strong>in</strong>gonmogelijk zijn.De vormen van dienstverlen<strong>in</strong>g die wij aantroffen, bleken dan ook vooral b<strong>in</strong>nenspecifieke netwerken voor te komen. In één geval heeft een crim<strong>in</strong>ele groep b<strong>in</strong>nenhet wereldje van importeurs van verdovende middelen zo'n goede naam verworven<strong>in</strong> het veilig vervoeren van grote partijen dat zij door andere, 'concurrerende' organisatieswordt gevraagd het transport voor haar reken<strong>in</strong>g te nemen. In casus 9 (<strong>in</strong>hoofdstuk 2 reeds uitvoerig aangehaald) blijkt een mensensmokkelaar erg goed tezijn <strong>in</strong> het maken van valse paspoorten. De meestervervalser levert deze productenook aan anderen <strong>in</strong> zijn omgev<strong>in</strong>g, waardoor hij aan de wieg staat van diverse anderegroepen mensensmokkelaars. Daarnaast levert hij ook op bestell<strong>in</strong>g paspoorten vooronbekende doele<strong>in</strong>den; hij faciliteert dus niet alleen mensensmokkelaars.Het belang van bepaalde vormen van dienstverlen<strong>in</strong>g kan variëren <strong>in</strong> de tijd. Zo wasde kennis met betrekk<strong>in</strong>g tot de productie van synthetische drugs aanvankelijk vrijdun gezaaid en was de laborant die deze kennis bezat een gewilde dienstverlener.Tegenwoordig zijn recepten voor synthetische drugs echter zeer gemakkelijk verkrijgbaaren is de bottleneck van de productie verschoven naar de zeer moeilijkeverkrijgbaarheid van essentiële grondstoffen als PMK en BMK. In een recent opspor<strong>in</strong>gsonderzoekzien wij dat aan een nieuw soort expertise veel behoefte bestaat,namelijk aan het ontwikkelen van alternatieve productiewijzen voor grondstoffenvan synthetische drugs (casus 37).Voorzien <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële kennisEen ander specialistisch terre<strong>in</strong> is de illegale f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g. Voor deduurzaamheid van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden is, zoals al eerder gezegd,het goed regelen van de f<strong>in</strong>anciën een belangrijke voorwaarde. In deze z<strong>in</strong> is het gebruikmaken van f<strong>in</strong>anciële dienstverleners van vitaal belang. Diverse groepen latenhet wisselen, vervoeren of witwassen van illegale opbrengsten over aan dergelijkedienstverleners.5151 Wellicht ten overvloede willen wij opmerken dat uiteraard ook b<strong>in</strong>nen samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden specialistenaanwezig kunnen zijn. In dit hoofdstuk over de relatie van samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met deomgev<strong>in</strong>g wordt deze <strong>in</strong>terne taakverdel<strong>in</strong>g niet behandeld.


Hoofdstuk 3 72In enkele onderzochte gevallen vervult de wisselaar de functie van go between tussende crim<strong>in</strong>ele groep en het legale bankwezen. Hij ontvangt bijvoorbeeld 'vuile' Engelseponden en wisselt deze bij een wettig wisselkantoor of gewone bank om <strong>in</strong> anderevaluta van grotere coupures.52Drie Pakistani wisselen Engelse ponden van drugshandelaren om <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>s geld,dat afkomstig is van kled<strong>in</strong>ghandelaren die hun zwarte geld <strong>in</strong> Engelse ponden willenwisselen. Wanneer zij hun te wisselen geld niet direct aan anderen kwijt kunnen,gaan zij steeds naar hetzelfde wisselkantoor <strong>in</strong> België om te wisselen. Het gaat hierbijom erg hoge bedragen; <strong>in</strong> een periode van tien maanden, die is onderzocht, is er ophet Belgische kantoor door de wisselaars voor ongeveer honderd miljoen guldengewisseld (casus 31).Deze wisselaars verrichten hun diensten voor verschillende groepen. Zij weten deweg <strong>in</strong> het wisselverkeer en kennen de wisselkoersen. Daarmee is eigenlijk alles overhun f<strong>in</strong>anciële knowhow gezegd. Hun toegevoegde waarde is betrekkelijk ger<strong>in</strong>g.Een belangrijk bijkomend voordeel is echter dat zij de f<strong>in</strong>anciële transacties opeigen naam verrichten en daarmee hun opdrachtgevers afschermen.Verschillende van de bedoelde geldwisselaars werkten voor de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de Wetop de wisselkantoren op 1 januari 1995 'bovengronds'. Sommigen zijn, nadat zij aande door de <strong>Nederland</strong>se Bank gestelde voorwaarden niet konden voldoen, 'ondergronds'gegaan, met medenem<strong>in</strong>g van een aantal vaste klanten:Een verdachte heeft voor de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de wet jarenlang <strong>in</strong> Amsterdam een wisselkantoorgedreven. Hij wisselde valuta voor toeristen en voor enkele groothandelaren<strong>in</strong> hasj. Na de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de wet sloot hij zijn wisselkantoor. Hij bleef echter voorde drugshandelaren wisselen. In zijn w<strong>in</strong>keltje, dat nauwelijks legale omzet behaalde,nam hij 's ochtends partijen geld <strong>in</strong> ontvangst. Vervolgens reed hij naar België om hetgeld bij vaste, wettige wisselkantoren om te wisselen. Tegen de avond werd het geldweer opgehaald (beknopte casus 53).Een veel verdergaande vorm van f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g, en bovendien eenzuivere vorm van dienstverlen<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het illegale milieu, is het 'ondergrondsbankieren'.53 De dienstverlener is hier niet de go between, maar de volwaardige52 Vrijwel altijd wordt misdaadgeld eerst gewisseld (soms meermalen) voordat het geld op een bank- ofgiroreken<strong>in</strong>g wordt gestort, over de grens wordt vervoerd of gewoonweg wordt uitgegeven. Verander<strong>in</strong>gvan valutasoort en -coupures heeft naast praktische voordelen (gemakkelijker te vervoeren) het voordeeldat de illegale herkomst van het geld al wat moeilijker te traceren is en stort<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong>der argwaanwekken (een tas vol verschillende valutasoorten wekt meer achterdocht dan enkele keurige stapelsbankbiljetten).53 Ondergronds bankieren heeft <strong>in</strong> verschillende culturen verschillende namen: 'Hawalla bank<strong>in</strong>g' (India),


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 73f<strong>in</strong>anciële dienstverlener die <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu de rol van bankier speelt. Hetgevolg hiervan is dat de f<strong>in</strong>anciële transacties geheel ondergronds blijven, dus geenpapieren sporen achterlaten die door de opspoorders kunnen worden gevolgd.Ondergronds bankieren is een systeem waarbij een persoon via de 'ondergrondsebankier' geld (of geldswaarde) overbrengt naar een begunstigde zonder dat de autoriteitendaarvan ook maar enige kennis of enig bewijsmateriaal bezitten.54F<strong>in</strong>ancieel verkeer is gebaseerd op vertrouwen (zie onder andere Coleman, 1990,pp. 119-124). Dit geldt nog sterker voor ondergronds bankieren. Het gebrek aan documentenmet juridische geld<strong>in</strong>gskracht moet immers gecompenseerd worden doorgroot onderl<strong>in</strong>g vertrouwen. Vermoedelijk is dit de reden dat ondergronds bankierenmeestal plaats v<strong>in</strong>dt door personen die familiaal of andersz<strong>in</strong>s aan elkaar verwantzijn; familiebanden bevorderen de mogelijkheid om elkaar 'krediet' te verlenen.55Het systeem van ondergronds bankieren vereist een uitgebreid, soms wereldomspannend,netwerk van 'bankiers'. Het uitgangspunt hierbij is om het geld zo m<strong>in</strong>mogelijk fysiek te verplaatsen door onderl<strong>in</strong>g zo veel mogelijk verreken<strong>in</strong>gen te latenplaatsv<strong>in</strong>den. Tussen de bankiers is het daarom vaak passen en meten, waarbijonderl<strong>in</strong>ge verreken<strong>in</strong>gen maanden kunnen worden uitgesteld.De basis voor deze verreken<strong>in</strong>gen wordt gevormd door tegengestelde geldstromen.Vanuit India worden via Oost-Europa mensen gesmokkeld naar <strong>Nederland</strong> en vandaaruit veelal naar Engeland. In geval van mensensmokkel wordt voor de totale reisvan India naar Engeland per persoon ongeveer tw<strong>in</strong>tigduizend gulden <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>ggebracht. Dit bedrag wordt vooraf ofwel door de te smokkelen personen zelf <strong>in</strong> Indiabetaald aan een van de 'reisagenten', ofwel door bekenden van hen <strong>in</strong> het bestemm<strong>in</strong>gslandbetaald aan een <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> woonachtige hoofdverdachte. Betal<strong>in</strong>g <strong>in</strong>twee termijnen, bij vertrek en bij aankomst, is ook mogelijk. Deze bedragen wordendeels met elkaar verrekend en deels fysiek verplaatst door of namens de hoofdverdachteen verdeeld onder verschillende personen <strong>in</strong> India, Polen en <strong>Nederland</strong>.In Engeland bestaat een grote gemeenschap van personen afkomstig uit India. Dezegemeenschap genereert een geldstroom <strong>in</strong> tegengestelde richt<strong>in</strong>g (van Engeland naarIndia). Daardoor kunnen via een <strong>in</strong> Engeland gevestigde ondergronds bankier gemakkelijkverreken<strong>in</strong>gen plaatsv<strong>in</strong>den tussen betal<strong>in</strong>gen (van familieleden/kennissen uit'Hundi' (Midden-Oosten), 'Chiti' (Azië) (zie ook: Akse, 1996). In opdracht van het <strong>WODC</strong> worden op ditmoment twee onderzoeken verricht naar ondergronds bankieren en naar illegale f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g<strong>in</strong> het algemeen.54 Ondergronds bankieren is van orig<strong>in</strong>e een normale vorm van bankieren <strong>in</strong> landen waar<strong>in</strong> nog geenofficieel bankwezen aanwezig was. Van oudsher vervulden vermogende gerespecteerde families onderdergelijke omstandigheden de rol van bankier. Overigens fungeren er nog steeds ondergrondse bankiers,die gelden voor derden verplaatsen van bijvoorbeeld <strong>Nederland</strong> naar Sur<strong>in</strong>ame. Deze 'bankiers'houden loket <strong>in</strong> goudw<strong>in</strong>keltjes, reisbureaus, kled<strong>in</strong>gboetieks en dergelijke. Zij adverteren openlijk <strong>in</strong>dagbladen, 'Sur<strong>in</strong>aams geld. De hoogste koers. Tel 0000' (zie ook: Akse, 1996).55 Overigens moet hieraan onmiddellijk worden toegevoegd dat dit vertrouwen ook wordt geschraagddoor angst voor represailles (Squires, 1987, p. 4).


Hoofdstuk 3 74Engeland naar te smokkelen personen <strong>in</strong> India, en van de reisagenten <strong>in</strong> India naar demensensmokkelaars <strong>in</strong> Polen, <strong>Nederland</strong> en Engeland). Het fysiek verplaatsen van hetgeld kan hierdoor verregaand beperkt blijven (casus 1).Ondergronds bankieren kan zich <strong>in</strong> allerlei vormen voordoen. In het zojuist gegevenvoorbeeld maakten de f<strong>in</strong>anciële verreken<strong>in</strong>gen onlosmakelijk deel uit van hetgeheel van de organisatie van vervoer, huisvest<strong>in</strong>g, visa en dergelijke. In een andergeval van mensensmokkel (casus 9) verliepen betal<strong>in</strong>gsopdrachten tussen Canada,<strong>Nederland</strong> en Iran via een ondergrondse bankier die voor het overige niet deelnamaan de organisatie van de smokkeltransporten.In een aantal andere gevallen zijn er <strong>in</strong> het bestemm<strong>in</strong>gsland geen grote migrantengemeenschappenuit het bronland aanwezig. Dit is bijvoorbeeld het geval bij degroothandel <strong>in</strong> hasj vanuit Pakistan. Hier ontwikkelen zich daarom andere oploss<strong>in</strong>gen.Op grond van goede ervar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het verleden zijn Pakistaanse hasjleveranciersbereid gebleken 'kredieten' te verlenen aan <strong>Nederland</strong>se hasjgroothandelaren(casus 24).Een andere, <strong>in</strong> de praktijk ook daadwerkelijk benutte mogelijkheid is om een tegenstroomaan illegale goederen als grondslag voor de verreken<strong>in</strong>gen te gebruiken. Inons materiaal treffen wij voorbeelden aan <strong>in</strong> casus 5 van XTC (<strong>Nederland</strong>) die geruildwordt tegen cocaïne (Colombia); synthetische drugs (<strong>Nederland</strong>) die geruild wordentegen heroïne (Turkije), en van heroïne (Turkije) tegen cocaïne (Colombia) (casus38). Gewone ruilhandel dus, die de <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van externe f<strong>in</strong>anciële dienstverlenersoverbodig maakt. In die z<strong>in</strong> is dan ook niet langer sprake van de aanwezigheidvan ondergrondse bankiers.In de jaren negentig is de controle op het f<strong>in</strong>anciële verkeer strakker geworden. Veellanden hebben f<strong>in</strong>anciële dienstverleners verplicht<strong>in</strong>gen opgelegd met betrekk<strong>in</strong>gtot het vragen naar de identiteit van klanten en het melden van ongebruikelijketransacties. Het is, gelet op de recente <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de toepasselijke wetten <strong>in</strong> onsland, namelijk de Wet MOT, de Wet identificatie bij f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g (WIF)en de Wet op de wisselkantoren, nog te vroeg om vast te kunnen stellen tot welkeverander<strong>in</strong>gen dit leidt. De kans bestaat dat de uit de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>verkregen f<strong>in</strong>anciële opbrengsten als gevolg hiervan vaker ondergronds, dat wilzeggen buiten de officiële kanalen om, worden weggesluisd. Ook ruilhandel kan hetantwoord van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> zijn op het scherpereoverheidstoezicht <strong>in</strong> het f<strong>in</strong>anciële verkeer.3.3 Steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g<strong>Georganiseerde</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> bestaat niet ondanks, maar dankzij de wettige omgev<strong>in</strong>g,zo werd aan het beg<strong>in</strong> van dit hoofdstuk gesteld. In deze paragraaf richt deaandacht zich op de symbiose tussen vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot75wettige omgev<strong>in</strong>g. Soms is de aanwezigheid en de steun van de wettige omgev<strong>in</strong>geen bestaansvoorwaarde voor georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: zonder deze omgev<strong>in</strong>ggeen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (paragraaf 3.3.1). De wettige omgev<strong>in</strong>g kan ookeen faciliterende rol vervullen voor vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Defaciliterende omgev<strong>in</strong>g is dan weliswaar geen bestaansvoorwaarde voor crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar oefent wel een positieve <strong>in</strong>vloed uit op hun voortbestaan.In paragraaf 3.3.2 wordt de aandacht gericht op deze vorm van symbiose.3.3.1 Steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g als levensvoorwaardeVeel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> kunnen niet bestaan zonder de aanwezigheiden steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g. De steun kan onontbeerlijk zijn omhet illegale product te maken of te vervoeren. Ook kan de steun noodzakelijk zijn,omdat het product op een legale markt verkocht moet worden: zonder (legale)afnemers zou geen omzet behaald kunnen worden. Beide mogelijkheden worden<strong>in</strong> deze paragraaf toegelicht, waarbij de aandacht ook uitgaat naar de wijze waaropde omgev<strong>in</strong>g steun verleent.Zonder wettige omgev<strong>in</strong>g geen productE<strong>in</strong>d 1994 komt de FIOD op het spoor van een grote oliefraude, waarbij ruim dertigpersonen betrokken zijn. De zaak is illustratief voor de onmisbare rol van de wettigeomgev<strong>in</strong>g bij het produceren van illegale goederen voor bepaalde vormen van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>:In de kern komt de fraude er op neer dat schippers bij het vervoer van olieproducten(keros<strong>in</strong>e, gasolie, benz<strong>in</strong>e) een kle<strong>in</strong> deel van de lad<strong>in</strong>g tijdens het vervoer 'aftappen'en verkopen aan een persoon X, die directeur is van BV1.56 Deze BV, een van de drieondernem<strong>in</strong>gen die de kern vormen van het frauderende samenwerk<strong>in</strong>gsverband,verkoopt de olieproducten 'zwart' door aan BV2, die het op haar beurt weer (zwart)doorverkoopt aan BV3. Deze BV3, die de schakel vormt tussen het crim<strong>in</strong>ele netwerken de wettige omgev<strong>in</strong>g, dekt de illegaal gekochte producten af met valse <strong>in</strong>koopfacturenen levert de olieproducten vervolgens 'wit' door aan onder meer tu<strong>in</strong>ders. Voorhet vervoer en het verzorgen van de valse facturen krijgt BV3 de steun van enkelewettige bedrijven uit de branche, die op deze wijze meeprofiteren van de fraude.Het is van belang te constateren dat deze omvangrijke fraude geheel geënt is op hetreguliere, wettige handelsverkeer. Zonder de wettige oliehandel zou er geen gelegenheidvoor de fraude zijn geweest, want het illegale product wordt van de regulieregoederenstroom afgetapt. Maar de betrokkenheid van de wettige omgev<strong>in</strong>g gaat een56 Het betreft een reguliere ondernem<strong>in</strong>g die onder meer handelt <strong>in</strong> olieproducten en scheepsbenodigdheden.Hetzelfde geldt voor BV2 en BV3.


Hoofdstuk 3 76stap verder. In de oliehandel wordt namelijk reken<strong>in</strong>g gehouden met het bestaanvan marges tussen het laden en lossen, <strong>in</strong> het jargon de 'plus' geheten. B<strong>in</strong>nenzekere marges neemt men verliezen voor lief. Bij het vervoer van keros<strong>in</strong>e van Rotterdamnaar Schiphol blijken bijvoorbeeld delen van de lad<strong>in</strong>g zonder problemenafgetapt te kunnen worden, omdat de geloste hoeveelheden op Schiphol nauwelijksworden gemeten. Tanks worden door personeelsleden van de afnemer slechts 'leeggekeken',dat wil zeggen dat gecontroleerd wordt of de tanks leeg zijn. Het accepterenvan de 'plus' en het achterwege blijven van strikte controle van afnemers zijndus van vitaal belang voor deze vorm van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De wettigeomgev<strong>in</strong>g verschaft hiermee gelegenheid aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenom te frauderen.Aan de handel <strong>in</strong> illegale goederen, zoals drugs, wapens of illegale kopieën vancd-rom's, gaat veelal ook de actieve betrokkenheid van de wettige omgev<strong>in</strong>g bij deproductie van de goederen vooraf. De handelsketen van heroïne beg<strong>in</strong>t bij gewoneboeren die papavers telen. De handel <strong>in</strong> XTC is afhankelijk van de productie van XTCpillen,waarvoor de actieve medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g is geboden. Hetis voor het produceren van XTC noodzakelijk te beschikken over onder meer safrol,PMK of BMK.57 Het gaat hier meestal om legale productie; productie van precursorendoor illegale bedrijven blijkt nauwelijks voor te komen (Houben, 1996, p. 20). Dezegrondstoffen worden slechts <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e hoeveelheden <strong>in</strong> ons land geproduceerd(Houben, 1996, p. 17). XTC-producenten zijn daarom aangewezen op de chemicaliënhandelof op buitenlandse bronlanden, ondermeer de Oost-Europese landen,België en Ch<strong>in</strong>a (Houben, 1996, p. 18). Aan de productie van XTC moet dus vrijwelaltijd een positief contact vooraf gaan met een wettig bedrijf.Dit contact met de omgev<strong>in</strong>g verloopt niet altijd even gemakkelijk. Uit de door onsbestudeerde XTC-onderzoeken komt naar voren dat de leverantie van de genoemdegrondstoffen de bottleneck vormt bij de productie van XTC. De ene groep is <strong>in</strong> hetverwerven van de grondstoffen succesvoller dan de andere:Een van de hoofdverdachten die zich bezig houdt met de handel <strong>in</strong> hasj en met deproductie en handel <strong>in</strong> XTC en amfetam<strong>in</strong>e, slaagt er <strong>in</strong> een grote hoeveelheid safrolaan te kopen onder het voorwendsel dat hij deze stof nodig heeft voor zijn BV <strong>in</strong>cosmetica (casus 20).In twee andere gevallen spelen twee chemici, die beiden werkzaam zijn geweest bijgrote <strong>Nederland</strong>se chemieconcerns, een bemiddelende rol. In het ene geval wordendoor een verdachte de contacten van een <strong>Nederland</strong>se chemicus met Ch<strong>in</strong>ese chemieproducentengebruikt om duizenden liters BMK te kopen (casus 26).57 Deze stoffen behoren tot de categorie 1 stoffen <strong>in</strong> de Wet voorkom<strong>in</strong>g misbruik chemicaliën (WVMC).Deze categoriser<strong>in</strong>g houdt <strong>in</strong> dat de grondstoffen slechts aan een beperkte groep personen en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genworden geleverd.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot77In het andere geval heeft een chemicus van Ch<strong>in</strong>ese orig<strong>in</strong>e <strong>in</strong> het kader van zijnwerkzaamheden voor het chemieconcern toegang gehad tot de grondstoffen encontacten opgedaan met leveranciers. Vermoedelijk pas na zijn ontslag bij hetconcern is hij, gebruikmakend van zijn opgedane kennis en contacten, betrokkengeraakt bij de productie van XTC (casus 32).Het 'verplichte' contact met de wettige omgev<strong>in</strong>g voor de productie van illegale goederenvormt de achilleshiel van deze crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Naarmatedeze omgev<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>der gemakkelijk tot samenwerk<strong>in</strong>g bereid is, zullen de illegaleproductieprocessen moeizamer verlopen. Uit preventief oogpunt bezien, biedt ditaanknop<strong>in</strong>gspunten voor de aanpak van deze vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Vooral effectief lijken maatregelen die de wettige omgev<strong>in</strong>g meer terughoudendmaken om onder verdachte omstandigheden zaken te doen met handelspartners.Een goed voorbeeld hiervan is de recente wet om misbruik van chemicaliën tegen tegaan.Op 1 juli 1995 is een nieuwe wet <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g getreden, de Wet voorkom<strong>in</strong>g misbruikchemicaliën. Deze wet maakt het voorhanden hebben, vervaardigen en verhandelenvan enkele stoffen (onder meer de XTC-grondstoffen) vergunn<strong>in</strong>gplichtig. Het zondervergunn<strong>in</strong>g voorhanden hebben wordt bestraft met een gevangenisstraf van tenhoogste zes jaar. De stoffen mogen alleen aan een beperkte groep personen en<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen worden geleverd; de afnemer dient een gebruikersverklar<strong>in</strong>g te kunnenoverleggen waar<strong>in</strong> wordt aangegeven voor welk doel de stoffen worden gebruikt. DeECD is belast met de controle op nalev<strong>in</strong>g van de verplicht<strong>in</strong>gen die uit de wet voortvloeien.Van belang is dat bij de ECD tevens een meldpunt verdachte transacties is ondergebracht.In de WVMC is namelijk een meldplicht voor verdachte transacties opgenomen.Door de staatssecretaris van het M<strong>in</strong>isterie van Economische Zaken (EZ) zijn <strong>in</strong> eenbrief aan de chemische <strong>in</strong>dustrie en aan de handelaren <strong>in</strong> chemische productenenkele voorbeelden gegeven van verdachte omstandigheden waaronder transactiesplaatsv<strong>in</strong>den (afwezigheid vestig<strong>in</strong>gsplaats, lever<strong>in</strong>g van goederen via een dubieuzetransitroute, aankopen door bedrijven die klaarblijkelijk geen gebruiksdoel voor degoederen hebben).Dergelijke maatregelen gaan uit van de goede trouw van de wettige omgev<strong>in</strong>g; zijschieten tekort om wettige bedrijven te beïnvloeden die bewust meewerken aan devervaardig<strong>in</strong>g van illegale producten. In ons casusmateriaal treffen wij slechts we<strong>in</strong>igvoorbeelden aan van wettige bedrijven die bewust medewerk<strong>in</strong>g verlenen aande productie van illegale goederen. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan heeftbetrekk<strong>in</strong>g op de productie van illegale cd's en cd-rom's:Voor een goed begrip van de casus is enige <strong>in</strong>formatie vooraf over het productieprocesvan belang. Het is voor het produceren van cd's en cd-rom's noodzakelijk om de soft-


Hoofdstuk 3 78 iware eerst op een 'gouden schijf' te zetten en deze vervolgens om te zetten <strong>in</strong> een'stamper'. Ongeveer tien reguliere bedrijven <strong>in</strong> ons land zijn <strong>in</strong> staat deze stamper temaken en vervolgens cd's <strong>in</strong> grote oplagen te persen.De spil van het netwerk, dat op grote schaal illegale cd's en cd-rom's produceert enverhandelt, wordt gevormd door twee personen A en B, van wie A voor het masterenen persen zorgt. Aangezien de ECD het kle<strong>in</strong>e aantal <strong>Nederland</strong>se bedrijven dat kanmasteren en persen regelmatig controleert en waarschuwt voor illegale opdrachtgevers,wijkt A uit naar het buitenland. Middels valse opdrachtorders en valsedocumenten over de auteursrechtelijke toestemm<strong>in</strong>g worden enkele bedrijven <strong>in</strong>Frankrijk, Duitsland en Zwitserland ertoe aangezet om te masteren en/of te persen.Maar er is ook een 'fout' Belgisch bedrijf bij, dat volledig op de hoogte is van het illegalekarakter van de kopieerpraktijken; zij verrichten hun werkzaamheden 's avonds,buiten de dagelijkse activiteiten en de boekhoud<strong>in</strong>g om (casus 40).Deze verregaande betrokkenheid maakt het bedrijf overigens ook kwetsbaar jegenshet crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband. A en B behoeven immers tegenover dit bedrijfde schijn niet hoog te houden. Zij kunnen door middel van chantage en dreig<strong>in</strong>g demedewerk<strong>in</strong>g van het bedrijf proberen af te dw<strong>in</strong>gen. In een (afgeluisterd) telefoongesprekbespreken A en B bijvoorbeeld hoe zij de bedrijfsleider van dit bedrijf gaanaanpakken, omdat hij het had gewaagd om een opdracht te weigeren wegens tijdgebrek.Zonder wettige omgev<strong>in</strong>g geen afzetVoor veel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geldt dat deze geen overlev<strong>in</strong>gskansenhebben als de wettige omgev<strong>in</strong>g geen afnemer zou zijn van hun diensten ofproducten. Wij begonnen deze paragraaf met een beschrijv<strong>in</strong>g van een oliefraude.De w<strong>in</strong>st van de fraudeurs wordt <strong>in</strong> deze zaak bepaald door de reguliere bedrijven(tu<strong>in</strong>ders; de exploitant van een witte pomp) die tegen aantrekkelijke prijzen olieproductenafnemen. Hetzelfde geldt voor de zojuist genoemde zaak van de illegaleproductie en handel <strong>in</strong> cd's en cd-rom's. Zonder de vele afzetkanalen tot <strong>in</strong> de haarvatenvan de samenlev<strong>in</strong>g (sportkant<strong>in</strong>es, markten), zou de illegale bedrijvigheidniet lonen.Ook voor andere vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, zoals mensensmokkel,vrouwenhandel, alsook de handel en de productie van drugs geldt onverkort dat debestaande maatschappelijke vraag van vitaal belang is voor het bestaan van hetillegale aanbod. Slechts <strong>in</strong> een m<strong>in</strong>derheid van de onderzochte gevallen, zoalsdienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu (ondergronds bankieren) of parasitairemisdrijven waarvan crim<strong>in</strong>elen (ripdeals) of de wettige omgev<strong>in</strong>g (flessentrekkerij)slachtoffer zijn, wordt het profijt van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> niet door demaatschappelijke vraag bepaald. Hier is dan ook niet zozeer de vraag aan de orde of,maar hoe illegaal aanbod en maatschappelijke vraag elkaar ontmoeten: hoe rakenbeide werelden elkaar?


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 79Bij mensensmokkel zijn er raakvlakken <strong>in</strong> de herkomstlanden, buiten het zicht vande <strong>Nederland</strong>se politie. Maar de contacten aldaar kunnen via de allochtone gemeenschappen<strong>in</strong> ons land, via mond-op-mond reclame uit <strong>Nederland</strong>, worden gelegd:Een van orig<strong>in</strong>e Turkse groep smokkelt Turkse personen vermoedelijk vanuit Turkije,maar <strong>in</strong> elk geval vanuit Frankrijk, België en <strong>Nederland</strong> naar Engeland. Hoewel deorganisatie <strong>in</strong> de kern zeer gesloten is (alles draait om de e<strong>in</strong>d jaren zeventig naar<strong>Nederland</strong> gekomen pater familias van de Turkse familie) is <strong>in</strong> de Turkse gemeenschap<strong>in</strong> de stad X alom bekend dat de groep zich met smokkel bezig houdt. Dankzijde exploitatie van een pizzeria en een koffiehuis ontmoet de familie namelijk vele(potentiële) klanten. In Turkije wordt de naamsbekendheid vergroot door het verspreidenvan visitekaartjes. Via telefonische mond-op-mond reclame wordt tot <strong>in</strong> Turkijebekend hoe illegalen met succes naar Engeland zijn gesmokkeld (casus 35).De andere onderzochte gevallen van mensensmokkel zijn <strong>in</strong> dit opzicht <strong>in</strong> hogemate vergelijkbaar met de bovenstaande casus.58In het geval van vrouwenhandel zijn er <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> altijd raakvlakken tussen hetillegale aanbod en de maatschappelijke vraag. De vrouwen die onder dwang ofonder valse voorwendselen naar <strong>Nederland</strong> zijn gebracht, worden tewerkgesteld <strong>in</strong>bordelen, privé-clubs of won<strong>in</strong>gen. Deze vrouwen werken niet alleen <strong>in</strong> de grote,anonieme steden; zij werken ook <strong>in</strong> Hollandse prov<strong>in</strong>ciesteden of op het platteland.In de door ons bestudeerde gevallen is er meestal een directe relatie aanwezig tussenhet 'nette' gezicht van het bordeel of de club en de vrouwenhandelpraktijken.Anders gezegd, de uitbaters van de bordelen zijn <strong>in</strong> de door ons onderzochtegevallen vaak volop betrokken bij de organisatie van de vrouwenhandel:Zo is de hoofdverdachte <strong>in</strong> een vrouwenhandelzaak tevens de eigenaar en uitbatervan een groot, plaatselijk bekend, bordeel waar de vrouwen tewerk worden gesteld(casus 4).Hetzelfde geldt voor een andere verdachte die zelf een eigen club exploiteert enbovendien ongeveer tw<strong>in</strong>tig vrouwen <strong>in</strong> dertien andere seksclubs uitbaat. Hij werft,als een gewone ondernemer, klanten via advertenties <strong>in</strong> landelijke kranten, maarhoudt achter de schermen via mishandel<strong>in</strong>g en chantage absolute controle over zijnvrouwen (casus 14).Het toezicht op bordelen en privé-clubs lijkt, <strong>in</strong> afwacht<strong>in</strong>g van de mogelijkheid vanvergunn<strong>in</strong>gverlen<strong>in</strong>g bij de opheff<strong>in</strong>g van het bordeelverbod, nog geen hoge priori-58 Zo komen <strong>in</strong> casus 9 de contacten tussen de te smokkelen personen en de mensensmokkelaarseveneens tot stand door de mond-op-mond reclame van ex-gesmokkelden. De hoofdverdachte staatalgemeen bekend als een man die zorgt voor goede reisdocumenten en die zijn afspraken altijd nakomt.


Hoofdstuk 380teit te hebben bij de lokale politie en de vreemdel<strong>in</strong>gendiensten. Hierdoor wordenonbedoeld vrijplaatsen gecreëerd waar ook onoorbare vormen van prostitutiekunnen plaatsv<strong>in</strong>den. Vrouwenhandel wordt op deze manier <strong>in</strong> stand gehouden(zie ook: Venicz en Vanwesenbeeck, 1998).Tenslotte, de fraude. Ook voor de door ons bestudeerde fraudegevallen geldt datdeze zonder het bestaan van een vraag uit de wettige omgev<strong>in</strong>g geen lang levenbeschoren zouden zijn. De raakvlakken tussen het illegale aanbod en de vraag zijnzeer uiteenlopend van karakter. In de oliefraude is de wettige omgev<strong>in</strong>g (tu<strong>in</strong>ders;witte pomp) weliswaar afnemer van de olieproducten, maar de omstandighedenwaaronder de transacties verliepen, behoefden we<strong>in</strong>ig achterdocht te wekken. Eencentrale schakel <strong>in</strong> de fraude zijn de BV's, waarvan handel <strong>in</strong> olieproducten ook eenreguliere bedrijfsactiviteit is. De afnemers verkeerden <strong>in</strong> de veronderstell<strong>in</strong>g dat zijmet een normaal bedrijf zaken deden. De fraudeurs hadden zich er ook op toegelegdom deze schijn van bonafiditeit te wekken.Bij andere fraudezaken komen vraag en aanbod m<strong>in</strong>der gemakkelijk, m<strong>in</strong>der'onschuldig',samen. Kenmerkend voor de contacten is dat de afnemers uit de wettigeomgev<strong>in</strong>g eigenlijk wel weten dat er aan de bonafiditeit van het aanbod iets schort,maar niemand voelt zich geroepen de aanbieders op dit punt nader te 'screenen'. Bijeen omvangrijke melkpoederfraude is aan het licht gekomen dat enkele zuivelbedrijvenvaste afnemers waren, ook al hadden de omstandigheden bij de totstandkom<strong>in</strong>gvan de transacties te denken moeten geven: (te) scherpe prijs, lage kwaliteit, onbekendeaanbieders, grillig aanbod (casus 29). Het zij nogmaals gezegd: zonder deafnemers van de melkpoeder zou de misdaad van het crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband(EU-fraude) niet geloond hebben.In enkele gevallen zijn de wettige afnemers zelfs volledig op de hoogte van de fraude:Een nevenactiviteit van een al eerder genoemd samenwerk<strong>in</strong>gsverband is het vervalsenvan creditcards. Met behulp van een leesapparaat worden nummers van gestolencreditcards geïdentificeerd en worden nieuwe magneetstrips gemaakt. W<strong>in</strong>keliersworden aangezocht om mee te werken aan het gebruik van de valse creditcards. Bijhen worden grote <strong>in</strong>kopen gedaan met de valse creditcards. De creditcardmaatschappijenbetalen hier uite<strong>in</strong>delijk de reken<strong>in</strong>g voor: de schade bedraagt ongeveer drie eneen half miljoen gulden. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat w<strong>in</strong>keliers diezich uit de samenwerk<strong>in</strong>g met de crim<strong>in</strong>ele organisatie wilden terugtrekken, onderdruk werden gezet om toch door te gaan (casus 21).De w<strong>in</strong>keliers zijn <strong>in</strong> het strafrechtelijk onderzoek niet als verdachten meegenomen.Naast de w<strong>in</strong>keliers is er nog een andere categorie <strong>in</strong>stanties die gelegenheid hebbengegeven voor deze fraude, namelijk de creditcardmaatschappijen zelf. Deze maatschappijenlijken verliezen als gevolg van fraudes als deze voor lief te nemen, omdathet fraudebestendig maken meer kosten met zich meebrengt dan de geleden ver-


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot81liezen als gevolg van fraude. Dit is een patroon dat wij al eerder <strong>in</strong> deze paragraafsignaleerden bij de 'plus' van de oliefraude.Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de steun van de wettige omgev<strong>in</strong>gvan vitaal belang kan zijn voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Dit is het gevalwanneer medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g bij de productie van illegale goederennoodzakelijk is; een andere reden is gelegen <strong>in</strong> de onmisbaarheid van dezeomgev<strong>in</strong>g voor de afzet en de consumptie van illegale producten. Zonder maatschappelijkevraag zou de misdaad niet lonen.3.3.2 Defaciliterende rol van de wettige omgev<strong>in</strong>gMeermalen is <strong>in</strong> deze rapportage al benadrukt dat het onderscheid tussen het illegalemilieu en de wettige omgev<strong>in</strong>g een analytisch onderscheid is. In de empirievloeien deze werelden <strong>in</strong> elkaar over. De plegers van misdrijven staan met hunbenen <strong>in</strong> beide werelden. Leden van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opererenniet alleen <strong>in</strong> de illegaliteit, maar nemen als burgers gewoon deel aan het dagelijksleven. Zij wonen <strong>in</strong> huizen, rijden auto en zoeken vertier <strong>in</strong> de stad. Deze 'rout<strong>in</strong>eactivities' kunnen sterk vervlochten zijn met het plegen van misdrijven, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong>dat misdrijfplegers bijvoorbeeld als pleegplaatsen de plekken kiezen die hen uit hetdagelijks leven vertrouwd zijn (zie bijvoorbeeld ook: Kleemans, 1996). De wettigeomgev<strong>in</strong>g verschaft op deze wijze gelegenheid voor crim<strong>in</strong>ele activiteiten; omgekeerd,trekt ook de wettige omgev<strong>in</strong>g bewust of onbewust voordeel uit illegalebedrijvigheid. Vanuit dit 'gelegenheidsperspectief' worden <strong>in</strong> deze paragraaf driegebieden onder de loep genomen, waar de wettige omgev<strong>in</strong>g de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> faciliteert, namelijk <strong>in</strong>frastructuur (ontmoet<strong>in</strong>gsplekken, huisvest<strong>in</strong>gen vervoer), juridische en f<strong>in</strong>anciële dienstverlen<strong>in</strong>g aan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen het verschaffen van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsmogelijkheden van misdaadgeld <strong>in</strong> delegale economie.Infrastructuur: ontmoet<strong>in</strong>gsplekken en huisvest<strong>in</strong>gLeden van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden moeten gelegenheid hebben omelkaar persoonlijk te spreken, al was het maar om het afluisterrisico van telefoongesprekkente vermijden. De wettige omgev<strong>in</strong>g verschaft vele mogelijkheden om <strong>in</strong>deze behoefte te voorzien. Wij zien dan ook dat de plaatsen waar mensen elkaar <strong>in</strong>het dagelijks leven ontmoeten, tevens fungeren als ontmoet<strong>in</strong>gsplek voor crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden:Een grillrestaurant fungeert bijvoorbeeld als trefpunt tussen bordeelhouders en personendie vrouwen als koopwaar aanbieden (casus 10a); Turkse heroïnehandelarentreffen elkaar <strong>in</strong> enkele koffiehuizen (casus 23) en tussen de leden van een omvangrijksamenwerk<strong>in</strong>gsverband dat <strong>in</strong> de drugshandel actief is, v<strong>in</strong>den dagelijks ontmoet<strong>in</strong>genplaats op vaste tijdstippen <strong>in</strong> vaste cafés (casus 25). Ook wegrestaurants


Hoofdstuk 382(casus 20), en anoniemere plekken, zoals parkeerterre<strong>in</strong>en, golfbanen (casus 6),carpoolplaatsen en parkeergarages (casus 37) doen dienst als ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen.Het gaat <strong>in</strong> de bovenstaande gevallen om het normale gebruik van openbare gelegenheden,waarvan de betrokken exploitanten wel voordeel maar niet noodzakelijkerwijsweet hebben. Dit laatste ligt anders bij het gebruik maken van gebouwen ofhuizen voor het afschermen van de illegale activiteiten, zoals de productie en deopslag van illegale goederen:In enkele gevallen blijken won<strong>in</strong>gverhuurbureaus (casus 22) en onroerend-goedexploitanten(casus 2) bereid te zijn om geregeld huizen te verhuren die bestemd zijn voorde opslag van drugs. In een ander geval worden door een corrupte medewerker vaneen won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>g won<strong>in</strong>gen toegewezen aan kennissen van iemand die <strong>in</strong>de drugshandel actief is (casus 18).59Een bijzondere vorm van het verlenen van huisvest<strong>in</strong>g is het onderbrengen vanXTC-laboratoria. Hiervoor worden de meest uiteenlopende ruimten gebruikt, zoalskelders van won<strong>in</strong>gen, woonschepen en boerderijen (zie ook: Houben, 1996, p. 45).De eigenaar of huurder zal, gelet op het bijzondere karakter van de activiteit (geuroverlast,sterke stijg<strong>in</strong>g elektriciteit- en waterverbruik), meestal op de hoogte zijnvan de illegale productie. In een van onze gevallen blijken won<strong>in</strong>gbezitters bereidhun leegstaand huis of hun vakantiewon<strong>in</strong>g ter beschikk<strong>in</strong>g te stellen aan een aantalXTC-producenten (casus 37).Huizen worden soms tot kastelen verbouwd om bescherm<strong>in</strong>g te bieden tegen <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gers,onder wie crim<strong>in</strong>elen die verhaal komen halen of opspor<strong>in</strong>gsambtenaren. Inenkele gevallen is ook de woonomgev<strong>in</strong>g zodanig aangepast dat deze een grote matevan immuniteit tegen externe dreig<strong>in</strong>gen biedt.Een al jaren <strong>in</strong> drugs handelende verdachte krijgt na de opsplits<strong>in</strong>g van een grootwoonwagenkamp een won<strong>in</strong>g toegewezen <strong>in</strong> een buitenwijk. Hij zorgt ervoor dater steeds meer familie en medewerkers <strong>in</strong> zijn buurt komen wonen. Andere buurtbewonersworden weggepest en via een goed contact bij de won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>gworden hem welgevallige personen <strong>in</strong> de vrijgekomen won<strong>in</strong>gen geplaatst. Op dezemanier is een soort 'no go area' ontstaan waar<strong>in</strong> politiële observatie vrijwel onmogelijkis geworden (casus 28).59 Ook <strong>in</strong> enkele beknopte casussen treffen wij voorbeelden aan van verwijtbare betrokkenheid vanhuisjesmelkers en makelaars bij het verhuren van panden voor crim<strong>in</strong>ele doele<strong>in</strong>den (beknopte casus23, 54, 55 en 56).


Hoofdstuk 3 86Wij constateerden dat de beschikbaarheid van transportmogelijkheden van grootlogistiek belang is voor de modus operandi van vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Diverse vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> betreffen immers de smokkelvan illegale goederen of personen. <strong>Nederland</strong> is wat betreft de bedrijvigheid <strong>in</strong> hettransport over zee en over de weg één van de koplopers <strong>in</strong> West-Europa. <strong>Nederland</strong>is derhalve een faciliterende omgev<strong>in</strong>g, niet alleen voor gewone ondernemers, maarook voor het illegale personen- en goederenvervoer van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Zo kan de aanwezigheid van illegale drugshandel via de <strong>Nederland</strong>sehavens en luchthavens worden beschouwd als een neveneffect van deze sterkepositie. Onlangs heeft de crim<strong>in</strong>oloog Farrell <strong>in</strong> deze richt<strong>in</strong>g de relatief belangrijkepositie van <strong>Nederland</strong> verklaard als doorvoerhaven van drugs. Volgens hem kan dezepositie niet worden geweten aan het tolerante drugsbeleid, zoals vaak wordt gesuggereerd,maar aan de sterke handelspositie van <strong>Nederland</strong> (Farrell, 1998).Juridische en f<strong>in</strong>anciële dienstverlenersIn hoeverre spelen dienstverleners een faciliterende rol <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g of afscherm<strong>in</strong>gvan de activiteiten van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden? De aandachtwordt <strong>in</strong> deze paragraaf gericht op twee typen dienstverleners die voor crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van belang kunnen zijn, namelijk juridische en f<strong>in</strong>anciëledienstverleners.In het rapport' Beroepsgroepen en fraude' van de onderzoeksgroep Fijnaut is reeds<strong>in</strong>gegaan op de faciliterende rol van enkele vrijeberoepsbeoefenaars (advocaten,notarissen, accountants) bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (PEO, Bijlage X, 1996).Leden van deze beroepsgroepen zijn altijd, onvermijdelijk betrokken bij georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Bij het oprichten van rechtspersonen of het aankopen vanonroerend goed door burgers of organisaties (dus ook crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden)is de tussenkomst van de notaris immers noodzakelijk. In deze z<strong>in</strong> is eennotaris betrokken bij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, maar de vraag is of hij van deillegale bedoel<strong>in</strong>gen van zijn klanten weet had of had moeten hebben. Is de dienstverlenerverwijtbaar betrokken geweest: is hij onzorgvuldig60 geweest of heeft hijzelfs bewust medewerk<strong>in</strong>g verleend?In het zojuist genoemde rapport worden concrete voorbeelden genoemd van deverwijtbare betrokkenheid van notarissen en advocaten bij vormen van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Deze concrete voorbeelden worden onderscheiden <strong>in</strong> tweecategorieën. In de eerste plaats zijn er gevallen waar<strong>in</strong> de juridische dienstverlenerdeskundige adviezen verstrekt, handel<strong>in</strong>gen verricht of <strong>in</strong>formatie doorspeelt die60 Van verwijtbare betrokkenheid kan <strong>in</strong> tweeërlei opzicht sprake zijn. Ten eerste <strong>in</strong>dien er een beroepsbeoefenaar<strong>in</strong> strafrechtelijke z<strong>in</strong> betrokken is bij strafbare gedrag<strong>in</strong>gen (verwijtbare betrokkenheid <strong>in</strong>enge z<strong>in</strong>). Ten tweede <strong>in</strong>dien een beroepsbeoefenaar <strong>in</strong> de uitoefen<strong>in</strong>g van zijn beroep niet de nodigezorgvuldigheid <strong>in</strong> acht neemt ter voorkom<strong>in</strong>g van het misbruik van zijn beroepsuitoefen<strong>in</strong>g voorcrim<strong>in</strong>ele doele<strong>in</strong>den (verwijtbare betrokkenheid <strong>in</strong> ruime z<strong>in</strong>). Zie ook: PEO, Bijlage X, 1996, p. 7.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 87relevant zijn voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bij de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijven.In de tweede plaats zijn er gevallen bekend waar<strong>in</strong> de dienstverlener fungeertals facade voor of afschermer van crim<strong>in</strong>ele activiteiten dan wel van belastende<strong>in</strong>formatie.Aan deze tweedel<strong>in</strong>g en aan de <strong>in</strong> het rapport gepresenteerde feiten voegt ons bronnenmateriaalwe<strong>in</strong>ig nieuws toe. Opmerkelijk is wel dat wij op enkele vage verdenk<strong>in</strong>genna geen aanwijz<strong>in</strong>gen tegenkomen <strong>in</strong> dossiers van notarissen die op enigerleiwijze verwijtbaar betrokken zijn bij illegale activiteiten. In verschillende door onsbestudeerde dossiers treffen wij echter wel advocaten aan die, afgaande op de <strong>in</strong>deze dossiers beschreven activiteiten, 'verwijtbaar betrokken' zijn bij activiteitenvan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Bij wijze van illustratie twee concrete voorbeeldenvan beide categorieën:Een voorbeeld van het leveren van deskundige adviezen is de advocaat die een verdachtevan vrouwenhandel adviezen geeft bij het aanvragen van verblijfsvergunn<strong>in</strong>gen.Hij raadt de verdachte aan om voor zijn vrouwen andere beroepen te vermeldendan het beroep van prostituee om voor een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g tekomen. De advocaat is ook betrokken bij het regelen van schijnhuwelijken (één vande onderzochte casussen).61In enkele gevallen werken advocaten actief mee aan het afschermen van de uit misdrijvenverkregen opbrengsten:Eén van de belangrijkste leden van een samenwerk<strong>in</strong>gsverband dat zich bezig houdtmet de productie en handel <strong>in</strong> XTC, heeft geregeld contact met zijn raadsman, opdiens kantoor of telefonisch. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is naar vorengekomen dat de advocaat geregeld adviezen gaf over de wijze waarop het geld metbehulp van Bv's naar de Bahama's gesluisd kan worden, afgeschermd van de fiscusen opspor<strong>in</strong>gsambtenaren (één van de onderzochte casussen).Over de wijze waarop misdaadgelden met medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g,dus van banken en andere f<strong>in</strong>anciële <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, worden verplaatst en witgewassenis de laatste jaren al veel geschreven. Ook over de aard en effectiviteit van nieuweregelgev<strong>in</strong>g (de wet MOT en de WIF) is al veel bekend. Witwassen van misdaadgeldbetekent dat de illegale oorsprong van het geld wordt verdoezeld en dat aan hetgeld een ogenschijnlijk legale verantwoord<strong>in</strong>g wordt gegeven (PEO, Bijlage X, 1996,pp. 134-135). Wanneer eenmaal een dergelijke verantwoord<strong>in</strong>g kan worden gegeventegenover de fiscus of justitie, kan het geld vrij besteed worden <strong>in</strong> de legale economie.Lang niet alle crim<strong>in</strong>ele vermogens doorlopen het gehele witwastraject. Voor61 In verband met de gevoeligheid van de betrokken zaken wordt niet expliciet verwezen naar de nummersvan de onderzochte casussen.


Hoofdstuk 3 88het <strong>in</strong>vesteren van misdaadgeld <strong>in</strong> Marokko, Turkije of landen <strong>in</strong> het Caribischegebied volstaat eigenlijk al de fysieke verplaats<strong>in</strong>g. Het ontbreekt <strong>in</strong> deze landen aaneen adequaat toezicht op het f<strong>in</strong>ancieel verkeer. In het rapport Beroepsgroepen enfraude (PEO, Bijlage X, 1996) is geconstateerd dat crim<strong>in</strong>ele organisaties die <strong>in</strong> dezelanden willen <strong>in</strong>vesteren, volstaan met dergelijke fysieke verplaats<strong>in</strong>gen. De meesteenvoudige manier is om het geld zelf over de grens mee te nemen.Ook <strong>in</strong> onze casussen treffen we personen aan die het verdiende geld zelf cash naarveiliger oorden vervoeren.Maar het kan ook anders. Soms wordt de medewerk<strong>in</strong>g gezocht van ondergrondsebankiers <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu (zie paragraaf 3.2.2), maar vaker treffen wij <strong>in</strong> onzecasussen aan dat misdaadgeld gewoon via normale <strong>Nederland</strong>se banken naar elderswordt overgemaakt:Een Turkse groep die <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> heroïne verhandelt, maakt bij een bank <strong>in</strong> eenperiode van ongeveer twee jaar bijna een miljoen gulden over naar Turkije. Het geldwordt <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e porties net onder de MOT-grens (het zogenoemde smurfen) door ruimveertig verschillende personen gestort. Bij het onderzoek naar de identiteit van destorters blijkt dat er vaak gebruik is gemaakt van namen zonder dat de betrokkenener iets van wisten (casus 36).In enkele beknopte casussen troffen wij ook voorbeelden aan van stort<strong>in</strong>gen viarep-offices naar buitenlandse bankreken<strong>in</strong>gen (beknopte casus 80 en 81).62Zoals uit dit voorbeeld naar voren komt, kunnen banken door valse namen en doorsmurfen' op het verkeerde been worden gezet. In een <strong>in</strong>cidenteel geval is de medewerk<strong>in</strong>gvan een bank verkregen door een personeelslid om te kopen (casus 2). Inenkele gevallen treffen wij situaties aan waar<strong>in</strong> buitenlandse banken medewerk<strong>in</strong>gverlenen aan transacties, waarvan op zijn m<strong>in</strong>st vermoed kan worden dat dezetransacties 'verdacht' zijn:A is de spil van een groep die al jaren cocaïne <strong>in</strong>voert uit Zuid-Amerika. In Zwitserlandtreedt een <strong>Nederland</strong>er P op als trustee voor.een aantal bedrijven die door A samenmet zijn mededaders C en D zijn opgericht. P opent <strong>in</strong> Zwitserland bankreken<strong>in</strong>gen,voert correspondentie met de banken en is als trustee gemachtigd om namens A,C en D bancaire handel<strong>in</strong>gen te verrichten. Op reken<strong>in</strong>gen van A bij een Zwitsersebank worden door C en D grote bedragen gestort (meer dan een miljoen gulden perstort<strong>in</strong>g). De Zwitserse bank accepteert deze stort<strong>in</strong>gen aanvankelijk niet, <strong>in</strong>dien ergeen verantwoord<strong>in</strong>g van de herkomst van de gelden wordt gegeven. P weet raad. Hijschrijft eenvoudigweg een brief aan de bank dat A bonafide is, veel geld heeft geërfd62 Rep-offices zijn vooruitgeschoven posten van buitenlandse banken die.hier geen officiële vestig<strong>in</strong>ghebben; zij mogen zelf geen bancaire handel<strong>in</strong>gen verrichten; zij verlenen service aan de klanten <strong>in</strong><strong>Nederland</strong>. Zie uitgebreider: PEO, Bijlage X, 1996, pp. 139-146.


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 89en deze gelden buiten het oog van de fiscus wil houden om <strong>in</strong> onroerend goed op deAntillen te gaan <strong>in</strong>vesteren. De bank accepteert de verklar<strong>in</strong>g en verleent vanaf datmoment alle medewerk<strong>in</strong>g aan de bancaire transacties (casus 30).Invester<strong>in</strong>gsmogelijkheden <strong>in</strong> de legale economieZoals gesteld, dient witwassen er toe om geld te kunnen <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> de legale economie.In het vaker genoemde rapport Beroepsgroepen en fraude is geconstateerddat er tot dusverre geen duidelijk antwoord gegeven kan worden op de prangendevraag waar het misdaadgeld precies blijft. Wordt een deel van de misdaadgelden <strong>in</strong>de legale economie geïnvesteerd? In hoeverre faciliteert de wettige omgev<strong>in</strong>g deze<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen? In een latere publicatie op basis van de <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> zal uitvoeriger worden <strong>in</strong>gegaan op de crim<strong>in</strong>ele bested<strong>in</strong>gen. Wijvolstaan hier met het refereren aan enkele belangrijke zaken uit ons onderzoeksmateriaal.Turkse samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden blijken, zoals ook door de onderzoeksgroepFijnaut is geconstateerd, betrekkelijk succesvol <strong>in</strong> het <strong>in</strong>vesteren van misdaadgeld<strong>in</strong> de legale economie. In Turkije kan vrij gemakkelijk worden geïnvesteerd <strong>in</strong> onroerendgoed, zoals w<strong>in</strong>kels, hotels en woonhuizen. De Turkse groep bijvoorbeeld, diezich bezig hield met mensensmokkel, bleek <strong>in</strong> staat te zijn steeds meer wit verdiende<strong>in</strong>komsten te verkrijgen (casus 35).De <strong>in</strong> omvang en rendement meest succesvolle groep <strong>in</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen is een Engelsegroep, die <strong>in</strong> verschillende soorten drugs handelt. Op de vlucht voor de Engelsepolitie strijkt de groep <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> neer. Uit het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek is naar vorengekomen dat deze groep vele <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Turkije en Engeland heeft verricht <strong>in</strong>de legale economie: de groep bezit woonhuizen <strong>in</strong> Engeland met een huuropbrengstvan circa twee miljoen gulden per jaar, sponsort een voetbalclub (een miljoen gulden)en exploiteert enkele benz<strong>in</strong>estations <strong>in</strong> Turkije.Invester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> ons land worden, blijkens de door ons bestudeerde zaken, <strong>in</strong> hoofdzaakverricht door autochtone groepen. Voorzover het casusmateriaal licht werpt opde <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen van deze groepen, <strong>in</strong>vesteren zij bijvoorbeeld <strong>in</strong> discotheken (casus5) of <strong>in</strong> bordelen en de sekshandel (casus 38). Enkele autochtone groepen <strong>in</strong>vesterenhun geld echter ook <strong>in</strong> het buitenland. In twee gevallen e<strong>in</strong>digen deze <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> Rusland (casus 38) en <strong>in</strong> Kroatië (casus 28), <strong>in</strong> een fiasco. In één geval lukt het eencrim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverband om de door cocaïnehandel verkregen opbrengstenvia Zwitserse banken door te sluizen naar Curacao, waar belangrijke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genworden gedaan <strong>in</strong> grond en onroerend goed. Bovendien vloeit een deel van degelden terug naar <strong>Nederland</strong> naar enkele bedrijven die direct of <strong>in</strong>direct door verdachtenworden geleid (casus 30).


Hoofdstuk 3903.4 Recapitulatie<strong>Georganiseerde</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> functioneert niet <strong>in</strong> een vacuum. In dit hoofdstuk isaan de hand van vele voorbeelden geïllustreerd hoe de sociale en maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g steun en veranker<strong>in</strong>g biedt aan vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De relatie met de omgev<strong>in</strong>g kan drie vormen aannemen. Er kan sprake zijn vanparasitaire relaties, symbiose of van vergroei<strong>in</strong>g. Slechts <strong>in</strong> enkele van de door onsbestudeerde zaken is louter sprake van parasitisme: een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gs.-verband brengt alleen maar schade toe en berokkent alleen maar nadeel aan anderen.In alle andere gevallen zijn er behalve slachtoffers ook personen of organisatiesdie voordeel trekken uit georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Van een sterke vergroei<strong>in</strong>g vande georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de legale sectoren van de samenlev<strong>in</strong>g (economie,politiek) zijn geen aanwijz<strong>in</strong>gen gevonden. De relaties tussen georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de wettige omgev<strong>in</strong>g bewegen zich ergens tussen de beide uiterstenvan het cont<strong>in</strong>uum: parasitisme en vergroei<strong>in</strong>g. In dit hoofdstuk wordt een onderscheidgemaakt tussen de gewone, wettige omgev<strong>in</strong>g en het crim<strong>in</strong>ele milieu. Beidetypen sociale omgev<strong>in</strong>g oefenen elk op eigen wijze <strong>in</strong>vloed uit op georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De relaties b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieu lijken, afgaande op de berichtgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> demedia, vaak <strong>in</strong> het teken te staan van onderl<strong>in</strong>ge naijver, bedrog en geweld. Zonderdit aspect te willen bagatelliseren, belichten wij <strong>in</strong> dit hoofdstuk een doorgaansm<strong>in</strong>der zichtbaar facet van de onderl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen, namelijk samenwerk<strong>in</strong>gen onderl<strong>in</strong>ge dienstverlen<strong>in</strong>g tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Uit hetdoor ons bestudeerde casusmateriaal blijkt dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandeneerder de voordelen benutten van elkaars aanwezigheid op een misdaadveld dan datzij elkaar <strong>in</strong> een concurrentieslag proberen te vernietigen. Overigens moet hiervanniet een te grote voorstell<strong>in</strong>g worden gemaakt. Men is, voorzover men al van elkaarsbestaan op de hoogte is, geneigd alleen samen te werken als dat evidente voordelenbiedt. Een voorbeeld hiervan is het ontstaan van ruilhandel tussen groothandelaren<strong>in</strong> drugs. Daarnaast zijn er personen die zich gespecialiseerd hebben <strong>in</strong> het helpenen ondersteunen van anderen <strong>in</strong> de uitvoer<strong>in</strong>g van misdrijven. Deze facilitatorsleveren deskundige adviezen of diensten, bijvoorbeeld bij het vervalsen van documentenen het wisselen en overboeken van misdaadgeld. Zij leveren hun dienstenvaak aan meerdere crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Vervolgens is <strong>in</strong> dit hoofdstuk de aandacht gericht op het bestaan van symbiotischerelaties tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en de wettige omgev<strong>in</strong>g. Voorveel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is de aanwezigheid en de steun vande wettige omgev<strong>in</strong>g een levensvoorwaarde. Dit is het meest duidelijk <strong>in</strong> de gevallenwaar<strong>in</strong> de steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g noodzakelijk is om het illegale productte maken (bijvoorbeeld: grondstoffen voor XTC) of te vervoeren. Maar er zijn veelmeer situaties waar<strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> afhankelijk is van de wettigeomgev<strong>in</strong>g. Deze omgev<strong>in</strong>g bepaalt - of het nu vrouwenhandel of EU-fraude betreft -


De omgev<strong>in</strong>g als bondgenoot 91de vraagzijde van de illegale markt. Zonder deze wettige vraag zou het illegaal aanbodopdrogen.Behalve het verschaffen van levensvoorwaarden verschaft de wettige omgev<strong>in</strong>g bewustof onbewust ook de gelegenheid om misdrijven te plegen. Goede <strong>in</strong>frastructurelevoorzien<strong>in</strong>gen op het gebied van huisvest<strong>in</strong>g en vervoer worden ook voorgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> benut. Het vervoer van personen bij mensensmokkelbijvoorbeeld v<strong>in</strong>dt <strong>in</strong> de regel plaats met behulp van gewone lijnvluchten. Sommigecrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden maken niet alleen `gewoon' gebruik van dezevoorzien<strong>in</strong>gen, maar benutten deze ook als dekmantel voor illegale bedrijvigheid ofals bescherm<strong>in</strong>g tegen overheidsoptreden.Nog een stap verder gaan de situaties waarbij er sprake is van synergie tussen illegaleen legale bedrijvigheid. Ook daarvan treffen wij <strong>in</strong> het onderzoeksmateriaal voorbeeldenaan. Vrijeberoepsbeoefenaars zijn <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> onvermijdelijk betrokkenbij georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Voorbeelden van verwijtbare betrokkenheid vannotarissen treffen wij <strong>in</strong> ons casusmateriaal niet aan. Afgaande op de <strong>in</strong> de dossiersbeschreven activiteiten treffen wij wel enkele verwijtbaar betrokken advocaten aanevenals advocaten die actief meewerken aan het afschermen van de uit misdrijvenverkregen opbrengsten.Uit het onderzoek blijkt dat de betrokkenheid van f<strong>in</strong>anciële dienstverleners nietaltijd noodzakelijk is: voor het <strong>in</strong>vesteren van misdaadgeld <strong>in</strong> sommige landen volstaatfysieke verplaats<strong>in</strong>g. In de onderzochte gevallen brengen daders soms zelf hetgeld cash over de grenzen. Soms maakt men gebruik van ondergrondse bankiers,maar vaker treffen wij aan dat misdaadgeld via normale banken naar elders wordtovergemaakt, veelal <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met het gebruik van valse namen en het zogenoemdesmurfen. Ook verlenen enkele buitenlandse banken hun medewerk<strong>in</strong>g aantransacties, waarvan op zijn m<strong>in</strong>st vermoed kon worden dat deze verdacht waren.De vraag waar het misdaadgeld precies blijft, kunnen wij op basis van ons onderzoeksmateriaalniet beantwoorden. Wel constateren wij dat Turkse samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenbetrekkelijk succesvol zijn <strong>in</strong> het <strong>in</strong>vesteren van misdaadgeld <strong>in</strong> de legaleeconomie. Ook zien wij dat <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> hoofdzakelijk worden verrichtdoor autochtone samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.


4De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor4.1 Inleid<strong>in</strong>gDe omgev<strong>in</strong>g is voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden niet alleen een bondgenootmaar ook een risicofactor. Bij dit risico zijn we veelal geneigd om <strong>in</strong> de eersteplaats te denken aan het gevaar van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g. Het is echter de vraagof de opsporende overheid <strong>in</strong> de ogen van daders wel als belangrijkste 'vijand' moetworden beschouwd. Het strafrecht kent immers geen doodstraf; het crim<strong>in</strong>ele milieuwel. Daarom blijken daders soms banger te zijn voor de geweldsdreig<strong>in</strong>g van hetcrim<strong>in</strong>ele milieu dan voor de opsporende overheid:Een transporteur die zijn diensten verleende aan een <strong>Nederland</strong>se drugshandelaar,verzucht blij te zijn <strong>in</strong> de gevangenis te zitten: 'dan hoef ik niet meer achterom tekijken'. Niet omdat hij dan is verlost van een opsporende overheid, maar omdat hijdan tijdelijk niets meer heeft te vrezen van het crim<strong>in</strong>ele milieu (casus 24).In dit hoofdstuk richt de aandacht zich op de risico's waarmee crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvanuit hun omgev<strong>in</strong>g worden geconfronteerd en de manier waaropzij met deze risico's omgaan. Hierbij wordt - evenals <strong>in</strong> hoofdstuk 3 - een analytischonderscheid gemaakt tussen het crim<strong>in</strong>ele milieu (paragraaf 4.2) en de wettige omgev<strong>in</strong>g(paragraaf 4.3). Dit onderscheid laat natuurlijk onverlet dat bij de risico's vanhet crim<strong>in</strong>ele milieu op de achtergrond de opsporende overheid ook een rol speelt,terwijl de risico's van de wettige omgev<strong>in</strong>g (waaronder de overheid) voor een deelsamenhangen met het crim<strong>in</strong>ele milieu. In de desbetreffende paragrafen zal ditnader worden toegelicht. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een recapitulatie(paragraaf 4.4).4.2 Het crim<strong>in</strong>ele milieu als risicofactorWelke problemen schept het crim<strong>in</strong>ele milieu voor daders die zich bezig houdenmet vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en hoe reageren zij op deze problemen?Bij het antwoord op deze vraag wordt door verschillende auteurs vooralgedacht aan verschijnselen als geweld en <strong>in</strong>timidatie. Deze worden onlosmakelijkverbonden geacht met georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. 63 Andere onderzoekers bestrijdendit. Zo maakt Van Duyne (1990; 1995) liever de vergelijk<strong>in</strong>g met 'gewone' onder-63 Zie voor een overzicht: Amir (1995).


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 95mededaders naar het schip. Door het slechte weer kunnen zij het schip tot twee keertoe niet bereiken. Uit zu<strong>in</strong>igheid wordt een afhaalboot van zeer matige kwaliteit aangeschaft.Dit heeft tot gevolg dat de afhaalboot al snel met pech een haven moet b<strong>in</strong>nenlopen.De papieren blijken niet <strong>in</strong> orde te zijn en de boot wordt doorzocht dooropspor<strong>in</strong>gsambtenaren. Ondertussen heeft een afloskapite<strong>in</strong> het moederschipovergenomen. De scheepspapieren, die nodig zijn om het moederschip de havenb<strong>in</strong>nen te varen, zijn echter niet meer aan boord en de brandstof is zo goed als op.Daarom besluit men het schip maar tot z<strong>in</strong>ken te brengen.De hasj<strong>in</strong>voer mislukt uite<strong>in</strong>delijk jammerlijk. Vlak voordat men vanaf de afhaalbootde hasj aan land hoopt te kunnen brengen, breekt er paniek uit door verkenn<strong>in</strong>gsvluchtenboven het schip. De illegale lad<strong>in</strong>g wordt overboord gezet.Ook bij de andere transporten zien we verschillende problemen ontstaan: aangeschafteafhaalboten blijken bij nader <strong>in</strong>zien ongeschikt voor hun taak; schepen raken doortechnische mankementen <strong>in</strong> moeilijkheden; 'controleurs' moeten plotsel<strong>in</strong>g wegensfamilieomstandigheden naar huis; er ontstaan problemen met het afz<strong>in</strong>ken vanillegale lad<strong>in</strong>g op de zeebodem; en er ontstaat op verschillende momenten onrustof paniek vanwege vermeende politieaandacht (casus 25).Nu is de bovenstaande casus misschien wat uitzonderlijk wat betreft het aantalproblemen dat zich voordoet. Het soort problemen is echter illustratief voor wat erallemaal mis kan gaan bij een drugstransport. Dergelijke problemen zien we ook bijhet meesmokkelen van partijen verdovende middelen met reguliere transporten,zoals blijkt uit casus 11:Bij de ontvangst van de partijen cocaïne is er regelmatig sprake van misverstandendoor fouten <strong>in</strong> de communicatie, door spraakverwarr<strong>in</strong>g of doordat er bijvoorbeeldeen andere koerier wordt gestuurd dan is afgesproken. Ook externe omstandighedenspelen hierbij een rol. Schepen lopen later de haven b<strong>in</strong>nen dan verwacht of zijnalweer vertrokken op het moment dat de afhalers ergens <strong>in</strong> een Europese haven zijngearriveerd. Niet altijd is precies duidelijk waar de cocaïne is verborgen. Niet altijdlukt het om de smokkelwaar van boord te krijgen. En <strong>in</strong> sommige gevallen durvenafhalers het haventerre<strong>in</strong> niet op, omdat zij teveel controle-activiteiten menen waarte nemen.Daarnaast spelen onvoorspelbaarheden van de kant van afnemers een rol. Afgesprokendeals gaan soms op het laatste moment niet door vanwege ontevredenheid overde aflever<strong>in</strong>gsplaats, de prijs of de kwaliteit van de verdovende middelen. Ook weigertmen bij onvoldoende kwaliteit om (volledig) te betalen, hetgeen grote spann<strong>in</strong>gen kanveroorzaken <strong>in</strong> de rest van de keten. Zo weigert op een gegeven moment afnemer Tom 1,5 miljoen dollar te betalen aan A, omdat hij ontevreden is over de kwaliteit vaneen deel van de cocaïne. A komt daardoor onder grote druk te staan van zijn Colombiaanseleveranciers, die Joegoslaven opdracht geven om D te gijzelen tene<strong>in</strong>de A totbetal<strong>in</strong>g te dw<strong>in</strong>gen (casus 11).


Hoofdstuk 4 96Alledaagse risico's en onzekerheden vormen om twee redenen een probleem voorcrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. In de eerste plaats is het voor daders moeilijkom moedwil, misverstand en onvermogen van elkaar te onderscheiden. Verdwijntbijvoorbeeld <strong>in</strong> casus 11 een onder een schip verstopt pakket cocaïne, omdat hetdesbetreffende luik niet goed is bevestigd of is er <strong>in</strong> dat geval sprake van een <strong>in</strong>beslagnameof van bedrog door de zenders of afhalers van het pakket? Het antwoordop dergelijke vragen is vaak niet te geven.In de tweede plaats geldt dat wederzijds wantrouwen moeilijker is te beteugelendan bij legale activiteiten het geval is. Bij onenigheid over ontstane problemen is hetniet alleen lastig om de precieze oorzaak van de problemen te achterhalen, maar ishet ook onmogelijk om een beroep te doen op arbitrage of rechtspraak. Hierdoorkan sluimerend wantrouwen gemakkelijk de vrije loop krijgen, vooral <strong>in</strong> zaken waargrote f<strong>in</strong>anciële belangen op het spel staan.Daardoor dreigt het gevaar van escalatie, zoals de gijzel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de bovengenoemdecasus 11 illustreert. Ook kan escalatie optreden door overheidscontroles of <strong>in</strong>beslagnem<strong>in</strong>gen:In de haven van Antwerpen wordt door opspor<strong>in</strong>gsambtenaren meer dan veertig kilococaïne <strong>in</strong> beslag genomen. Om geen argwaan te wekken wordt de illegale lad<strong>in</strong>gvervangen door zout. De eerste twee afhalers van de illegale lad<strong>in</strong>g durven niet bij hetschip te komen, omdat het schip op dat moment wordt gelost. Daarna gaat koerier Zaan boord. Ook hij wordt echter bang. Hij verlaat zonder de lad<strong>in</strong>g het schip en wordtvervolgens door opspor<strong>in</strong>gsambtenaren gecontroleerd. Omdat Z niets meer van zichlaat horen, verdenken zijn mededaders hem ervan de zaak bedrogen te hebben.Z wordt daarom bij zijn huis opgewacht en <strong>in</strong> gijzel<strong>in</strong>g genomen. De vriend<strong>in</strong> van Zlicht de politie <strong>in</strong>, die de betrokkenen aanhoudt (casus 11).Samengevat dreigt dus het gevaar van escalatie doordat moedwil, misverstand enonvermogen voor daders moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden en doordat ergrote f<strong>in</strong>anciële belangen op het spel staan <strong>in</strong> een grotendeels ongereguleerdewereld.Een goed voorbeeld hiervan vormt ook de productie van synthetische drugs. Doorhet <strong>in</strong>novatieve karakter van de productie gaat er geregeld iets mis, waardoor afsprakenniet kunnen worden nagekomen. Ook zijn de geproduceerde pillen enpoeders van wisselende kwaliteit. Door het illegale karakter van het product is hetechter moeilijk om overeenstemm<strong>in</strong>g te bereiken over de geleverde kwaliteit. In deonderzochte synthetische drugszaken zien we dan ook herhaaldelijk onenigheidover de kwaliteit van geleverde producten, die soms uitmondt <strong>in</strong> ernstige bedreig<strong>in</strong>gen.De ongereguleerde wereld waarb<strong>in</strong>nen men opereert, vormt ook een vruchtbarevoed<strong>in</strong>gsbodem voor bedrog:Naast amfetam<strong>in</strong>e produceert men ook een stof die bij een <strong>in</strong>dicatieve test lijkt opamfetam<strong>in</strong>e, maar die feitelijk geen amfetam<strong>in</strong>e is. Deze 'nepamfetam<strong>in</strong>e' levert ook


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor97geld op en wordt daarom gewoon als amfetam<strong>in</strong>e verkocht - via tussenpersonen -aan groepen <strong>in</strong> het buitenland. Wanneer er klachten komen over de kwaliteit van denepamfetam<strong>in</strong>e, worden de klagers van het kastje naar de muur gestuurd: iedereschakel <strong>in</strong> de productie- en distributieketen wijst weer naar de voorgaande schakelen uite<strong>in</strong>delijk blijkt het moeilijk te bewijzen wie nu verantwoordelijk is voor hetbedrog (casus 3).Hoewel we <strong>in</strong> de onderzochte zaken ernstige vormen van (dreig<strong>in</strong>g met) geweldtegenkomen, weten daders ook andere oploss<strong>in</strong>gen te v<strong>in</strong>den voor problemen. Zowordt <strong>in</strong> veel gevallen 'het probleem' gewoon neergelegd bij iemand die verantwoordelijkwordt geacht voor de ontstane situatie. Deze persoon moet vervolgenszelf maar zien hoe hij de geleden schade vergoedt. Ook zien we dat problemen onderelkaar worden uitgepraat, soms met gebruikmak<strong>in</strong>g van breedgeschouderde <strong>in</strong>termediairsdie de gesprekken met hun fysieke omvang kracht bijzetten (bijvoorbeeld:casus 27). Een andere oploss<strong>in</strong>g is dat mensen een tweede kans krijgen of dat zij hunschulden kunnen aflossen door middel van het uitvoeren van illegale activiteiten(bijvoorbeeld: casus 32). Tenslotte zien we ook dat bepaalde conflicten gewoon uitde weg worden gegaan: men verbreekt simpelweg de samenwerk<strong>in</strong>g en ieder gaatzijns weegs (bijvoorbeeld: casus 3).Naast het oplossen van problemen zijn er verschillende manieren waarop dadersproberen om problemen te voorkomen. Zo zien we het gebruik van proefmonstersom latere onenigheid over de kwaliteit van de geleverde drugs te voorkomen en het(deels) van tevoren betalen van te leveren producten of diensten om het vertrouwen<strong>in</strong> het nakomen van afspraken te vergroten. Daarnaast blijken daders een verhoogdopspor<strong>in</strong>gsrisico kennelijk voor lief te nemen om dagelijkse problemen het hoofd tebieden. Zo is het bijhouden van een boekhoud<strong>in</strong>g weliswaar riskant, maar tevensgeldt dat het menselijk geheugen zeer beperkt is. Daarom zien we dat daders ondankshet opspor<strong>in</strong>gsrisico meer dan <strong>in</strong>cidenteel gebruik maken van het vastleggenvan gegevens <strong>in</strong> agenda's, organizers, et cetera. In sommige gevallen maakt de standvan de <strong>in</strong>formatietechnologie het mogelijk om het opspor<strong>in</strong>gsrisico enigsz<strong>in</strong>s te verkle<strong>in</strong>en.65 Ook volstaan meer eenvoudige methoden zoals het gebruik van coder<strong>in</strong>gen geheimschrift en het verstoppen van de adm<strong>in</strong>istratie bij familie (met name moeders)en kennissen. Tevens zien we dat daders ondanks het opspor<strong>in</strong>gsrisico zichvaak toch genoodzaakt zien om met elkaar te communiceren per telefoon of per fax,<strong>in</strong> veel gevallen met gebruikmak<strong>in</strong>g van een meer of m<strong>in</strong>der professionele codetaal(zie paragraaf 4.3.2).65 Een voorbeeld is het gebruik van externe opslagmedia zoals diskettes of PCMCIA-kaarten. Deze PCMCIAkaartenhebben een geheugen van 5 megabyte en zijn zo kle<strong>in</strong> als een creditcard, waardoor daders zeeenvoudig bij zich kunnen dragen of kunnen verstoppen.


Hoofdstuk 4984.2.2 Opzettelijk veroorzaakte problemenNaast de vrijwel 'onvermijdelijke' en alledaagse risico's en onzekerheden kunnensamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden ook last hebben van problemen, die meer opzettelijkdoor andere daders worden veroorzaakt. Veel van de conflicten <strong>in</strong> de door onsbestudeerde zaken zijn namelijk terug te voeren op diefstal, bedrog of uit de handgelopen betal<strong>in</strong>gsproblemen. Dit geldt zowel voor drugszaken als voor verschillendevrouwenhandel- en fraudezaken. Daarnaast is er het risico dat mededaders belastendeverklar<strong>in</strong>gen over elkaar afleggen of dat zij - buiten het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandom - voor zichzelf beg<strong>in</strong>nen. Tenslotte is er de dreig<strong>in</strong>g van concurrenten. Dit laatsterisico is al <strong>in</strong> hoofdstuk 3 behandeld.Diefstal en bedrogDe zeer hoge geldwaarde van bepaalde illegale goederen en het ongereguleerdekarakter van de wereld waarb<strong>in</strong>nen de illegale transacties plaatsv<strong>in</strong>den, vormen eenvruchtbare voed<strong>in</strong>gsbodem voor diefstal en bedrog. Het is dan ook geen wonder datwe vooral <strong>in</strong> de drugshandel zeer veel conflicten zien die op deze verlokk<strong>in</strong>gen zijnterug te voeren. Bij diefstal en bedrog (rippen) kan het eenvoudigweg gaan om dediefstal van een partij goederen (veelal: verdovende middelen), maar ook om anderevormen van diefstal en bedrog: het voorwenden een deal te willen sluiten maar ervervolgens met de goederen vandoor gaan zonder te betalen (soms met gebruikmak<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>timidatie of geweld); het betalen met vals geld; het niet nakomen vanbetal<strong>in</strong>gsverplicht<strong>in</strong>gen; het slechts gedeeltelijk betalen vanwege een voorgewendgebrek aan kwaliteit; of het bewust leveren van nepwaar of van goederen van eenm<strong>in</strong>dere kwaliteit.Mededaders die belastende verklar<strong>in</strong>gen afleggenDoor hun directe betrokkenheid bij illegale activiteiten vormen mededaders een<strong>in</strong>teressante <strong>in</strong>formatiebron voor opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties. Des te meer mededadersdus van elkaar weten, des te groter is het risico dat zij voor elkaar vormen.Praten met opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties kan echter ernstige gevolgen hebben. Zo treffenwij <strong>in</strong> ons onderzoeksmateriaal verschillende voorbeelden aan van daders die bangzijn om belastende verklar<strong>in</strong>gen af te leggen over mededaders of die na het afleggenvan een belastende verklar<strong>in</strong>g ernstig worden geïntimideerd:F legt tijdens een politieverhoor een belastende verklar<strong>in</strong>g af tegen E. F wordt daaropenkele uren gegijzeld en langs het hoofd geschoten: hij dient zijn verklar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> tetrekken en honderdduizend gulden af te dragen (casus 29).Mededaders die voor zichzelf beg<strong>in</strong>nenMededaders kunnen ook - buiten het samenwerk<strong>in</strong>gsverband om - voor zichzelfbeg<strong>in</strong>nen. Voor deze optie is <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe ruimte, wanneer er sprake is van wisselendeen relatief 'open' samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden (zie hoofdstuk 2). Daar staat echter


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor99tegenover dat we ook samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden aantreffen, waarbij leiders niettolereren dat mededaders achter hun rug om met een eigen handeltje beg<strong>in</strong>nen. Inparagraaf 3.2 hebben we al gezien dat dit kan leiden tot extreme reacties zoals gewelddadigeafreken<strong>in</strong>gen. Ook <strong>in</strong> paragraaf 4.2.3 wordt een liquidatie beschreven,die is veroorzaakt door het feit dat de leider van een crim<strong>in</strong>eel samenwerk<strong>in</strong>gsverbandniet tolereerde dat een mededader achter zijn rug om een eigen handeltjebegon.Het crim<strong>in</strong>ele milieu levert dus verschillende risico's op voor daders die betrokkenzijn bij vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Tegenover deze risico's staanechter verschillende 'b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen', die samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bijelkaar houden. Daarnaast treffen daders ook bepaalde voorzorgsmaatregelen omde genoemde risico's het hoofd te bieden. Deze b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen en voorzorgsmaatregelenworden hieronder nader toegelicht.Drie b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismenDe drie b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen die wij hier onderscheiden, hebben achtereenvolgensbetrekk<strong>in</strong>g op sociale relaties, economisch voordeel en (dreig<strong>in</strong>g met) geweld. Dezeb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen worden geïllustreerd door de onderstaande casus:A b<strong>in</strong>dt mensen aan zich door vriendschap, goede zorgen en door royaal te zijn. Hijhelpt mededaders met het opzetten van bedrijfjes en organiseert regelmatig 'uitjes'die volledig door hem worden betaald. Zo organiseert hij feestweekends <strong>in</strong> durehotels (met vrij beschikbare prostituees), aparte weekends voor de vrouwen <strong>in</strong> eenvakantiepark en vakanties <strong>in</strong> zijn eigen huis op de Antillen. Hij wordt gekarakteriseerdals een 'gezelligheidsdier' en mededaders krijgen vaak een extraatje. Als de zakenechter niet naar wens gaan, dan dreigt hij met de als gewelddadig bekend staande E.E heeft A vroeger beschermd toen zij samen <strong>in</strong> de gevangenis zaten en wordt nu doorhem onderhouden met geld, woonruimte en een baantje als bewaker (casus 30).Het eerste b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanisme (sociale relaties) houdt <strong>in</strong> dat daders elkaar vaak allanger kennen en weten dat zij elkaar <strong>in</strong> de toekomst nog vaker kunnen tegenkomen.Op het belang van sociale relaties werd <strong>in</strong> hoofdstuk 2 reeds uitvoerig <strong>in</strong>gegaan.Het tweede b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanisme (economisch voordeel) heeft betrekk<strong>in</strong>g op het feitdat de illegale activiteiten profijtelijk zijn voor alle betrokkenen. Bij dit profijt kanmen niet alleen denken aan de f<strong>in</strong>anciële opbrengsten, maar bijvoorbeeld ook aanauto's of huizen 'van de zaak' of aan volledig verzorgde feesten en uitjes. Verdergeldt dat er bij de aanhoud<strong>in</strong>g van mededaders <strong>in</strong> verschillende zaken wordt gezorgdvoor partners of familieleden en voor juridische bijstand.6666 Dit laatste is overigens niet alleen een vorm van liefdadigheid. Zo blijkt uit één van de onderzochtecasussen dat mededaders van de hoofdverdachte bij aanhoud<strong>in</strong>g kunnen rekenen op juridische


Hoofdstuk 4 100Het derde b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanisme betreft geweld en <strong>in</strong>timidatie. Feitelijk geweldsgebruikis niet de enige mogelijkheid om mensen <strong>in</strong> het gareel te houden. Dikwijls zorgendreig<strong>in</strong>g met geweld en een gewelddadige reputatie al voor afdoende dreig<strong>in</strong>g.Ook zien we dat verschillende daders <strong>in</strong> hun nabije sociale omgev<strong>in</strong>g beschikkenover personen die kunnen zorgen voor een effectieve geweldsdreig<strong>in</strong>g (bijvoorbeeld:casus 24, 30 en 38).Uit de door ons onderzochte zaken blijkt overigens dat <strong>in</strong>timidatie en geweld nietalleen voorkomen <strong>in</strong> de wereld van de verdovende middelen. Sporen van (de dreig<strong>in</strong>gmet) geweld v<strong>in</strong>den we ook <strong>in</strong> verschillende vrouwenhandelzaken en fraudezaken;deze zijn <strong>in</strong> de geanalyseerde mensensmokkelzaken nagenoeg afwezig.Op de relatie tussen vrouwenhandel en (de dreig<strong>in</strong>g met) geweld zal <strong>in</strong> paragraaf4.3 nader worden <strong>in</strong>gegaan. Wat de fraudezaken betreft kan worden geconcludeerddat de fraudeurs <strong>in</strong> de onderzochte casussen niet alleen maar gebruik maken vancharisma, een vlotte babbel en slimme trucs:Fraudeur E had B een len<strong>in</strong>g verstrekt ter afloss<strong>in</strong>g van een schuld. Omdat E ziet dat Bmet andere zaken (BTW-fraude, drugs, goudsmokkel) veel verdient maar niets terugbetaalt,wordt B door E ontvoerd en met geweld gedwongen tot terugbetal<strong>in</strong>g. Ooktegenover andere mededaders maakt E gebruik van geweld en <strong>in</strong>timidatie. E wordtechter ook zelf slachtoffer van ernstige vormen van <strong>in</strong>timidatie, wanneer hij zijnsamenwerk<strong>in</strong>gspartners uit het Oostblok bedriegt door lad<strong>in</strong>gen melkpoeder achteroverte drukken (casus 29).Andere, m<strong>in</strong>der ernstige voorbeelden van <strong>in</strong>timidatie of geweld treffen we aan <strong>in</strong>gevallen van creditcardfraude (casus 21), oliefraude (casus 39), belegg<strong>in</strong>gsfraude(beknopte casus 16) en merkvervals<strong>in</strong>g (casus 26 en 40). De vraag <strong>in</strong> hoeverre (dedreig<strong>in</strong>g met) geweld meer of m<strong>in</strong>der vaak voorkomt bij fraude dan bij de handel <strong>in</strong>verdovende middelen, valt niet te beantwoorden. Duidelijk is wel dat de mate waar<strong>in</strong>fraudezaken gepaard kunnen gaan met <strong>in</strong>timidatie of geweld niet moet wordenonderschat.VoorzorgsmaatregelenIn de onderzochte zaken zien we dat daders volop reken<strong>in</strong>g houden met de risico'svan diefstal of bedrog en met de soms ernstige repercussies van conflicten. Zo zienwe dat daders veelvuldig <strong>in</strong> het bezit zijn van wapens. Ook beveiligen zij op diversemanieren hun panden, bijvoorbeeld door middel van kogelvrij glas, gepantserdedeuren, muren, schutt<strong>in</strong>gen, rolluiken en videoapparatuur. Daarnaast laten verschilbijstand.Daardoor blijkt de hoofdverdachte ook te kunnen beschikken over alle verklar<strong>in</strong>gen van zijnmedeverdachten die voor de rechter komen. Bekend is dat hij de beschikk<strong>in</strong>g had over grote delen vande desbetreffende dossiers toen hij nog vrij rondliep <strong>in</strong> het buitenland.


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 101lende daders zich omr<strong>in</strong>gen door bodyguards, stellen zij bewakers aan, verblijven zijop geheime en wisselende adressen (al dan niet <strong>in</strong> het buitenland) en maken zij <strong>in</strong>een enkel geval gebruik van een vermomm<strong>in</strong>g of van een dubbelganger of katvanger.Ook persoonlijke ontmoet<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>'eigen' veilig gewaande omgev<strong>in</strong>gen (sportscholen,bordelen, cafés, et cetera) worden als beveilig<strong>in</strong>gsmethode gebruikt.Daarnaast zien we nog twee andere soorten voorzorgsmaatregelen. In de eersteplaats zijn er daders die geen zaken doen met onbekenden of die gebruik maken vaneen soort'<strong>in</strong>troductiesysteem'. In de tweede plaats blijken niet alle daders b<strong>in</strong>neneen samenwerk<strong>in</strong>gsverband over alle aanwezige <strong>in</strong>formatie te beschikken. Enerzijdskan dit een logisch gevolg zijn van de structuur van een samenwerk<strong>in</strong>gsverband.67Anderzijds kan de <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g ook bewust worden beperkt door mededadersslechts te laten beschikken over die <strong>in</strong>formatie die hoogstnoodzakelijk is voorde uitvoer<strong>in</strong>g van deelprocessen ('need to know'), zoals casus 28 illustreert:Het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband houdt zich onder meer bezig met de import vanhasj uit Marokko. Deze hasj wordt <strong>in</strong> campers <strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nengesmokkeld. Koeriersrijden de campers naar een camp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Marokko, bij voorkeur <strong>in</strong> gezelschap vanvrouw en k<strong>in</strong>deren om verdenk<strong>in</strong>gen te voorkomen. Daar krijgen zij verdere <strong>in</strong>structiesover het laden van de drugs en de terugreis. De <strong>in</strong>structies worden gegeven dooreen lid van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband dat contact onderhoudt met deleveranciers. Voorkomen wordt dat de chauffeurs direct contact hebben met deleveranciers. Hun taak, evenals de daarvoor noodzakelijke <strong>in</strong>formatie, blijft enkel enalleen beperkt tot het vervoer van de drugs (casus 28).Een dergelijke beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g zien we ook bij andere crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden (bijvoorbeeld: casus 7, 11, 24 en 40). Met enkele'l<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g p<strong>in</strong>s' die toezien op deelprocessen kan zo het aantal personen dat over cruciale<strong>in</strong>formatie beschikt verregaand worden beperkt. Daardoor kan de kern van hetsamenwerk<strong>in</strong>gsverband goed worden afgeschermd.4.2.3 LiquidatiesEen liquidatie vormt de ultieme reactie op problemen b<strong>in</strong>nen het crim<strong>in</strong>ele milieu.Liquidaties kunnen een belangrijke <strong>in</strong>dicator zijn voor ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Daarom is de vraag naar de aard en omvang van ditverschijnsel <strong>in</strong> hoge mate relevant.Deze vraag is echter niet gemakkelijk te beantwoorden. Tot voor kort bestond ernamelijk geen centraal registratiepunt voor liquidaties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Pas vanaf 1992worden door de politieregio Haaglanden gegevens opgeslagen over misdrijven met67 Zo werd <strong>in</strong> hoofdstuk 2 het voorbeeld behandeld van een productie- en distributienetwerk van synthetischedrugs, waarbij het contact tussen de verschillende schakels zeer beperkt was (casus 3).


Hoofdstuk 4 102dodelijke afloop <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Per 1 mei 1997 zijn deze gegevens overgedragen aande divisie Centrale Recherche <strong>in</strong>formatie (DCRI), waar ze vanaf die datum wordengeregistreerd <strong>in</strong> het bestand 'Moordzaken'.Ondanks een dergelijk centraal registratiepunt blijft het moeilijk om uitspraken tedoen over liquidaties, zoals <strong>in</strong> deze paragraaf nader wordt toegelicht. Daartoebeschrijven wij eerst de gevallen van (vermoedens van) liquidaties die wij <strong>in</strong> onscasusmateriaal hebben aangetroffen. Daarna gaan wij <strong>in</strong> op enkele def<strong>in</strong>itie- enregistratieproblemen en presenteren wij - onder groot voorbehoud - enkele kerngegevensover liquidaties.Alle onderzochte (vermoedens van) liquidaties blijken zich af te spelen b<strong>in</strong>nen decontext van de drugshandel. Hierbij merken we op dat de vaststell<strong>in</strong>g dat een moordook een liquidatie betreft, afhankelijk is van de def<strong>in</strong>itie die men hanteert. Aansluitendbij de straks te presenteren kerngegevens gaan we <strong>in</strong> het onderstaande uitvan de def<strong>in</strong>itie die de DCRI gebruikt: 'een liquidatie is het doelgericht doden vaniemand met voorbedachte rade met het oog op consolidatie en/of verstevig<strong>in</strong>g vande eigen positie; zowel dader als slachtoffer moeten beiden deel uitmaken van hetcrim<strong>in</strong>ele milieu'.Een liquidatieHet duidelijkste voorbeeld van een liquidatie treffen we aan <strong>in</strong> een casus waarbij erzowel sprake is van een liquidatie als van een moord en een pog<strong>in</strong>g tot moord.Het slachtoffer behoort reeds enkele jaren tot het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandvan A. Omdat hij f<strong>in</strong>ancieel <strong>in</strong> het slop zit, vat hij het plan op om op eigen houtje eenlad<strong>in</strong>g synthetische drugs naar het buitenland te exporteren. Hij vraagt een mededaderom hem te helpen met het <strong>in</strong>pakken en gereed maken voor transport. Via dezemededader komt het plan A ter ore. Wanneer het slachtoffer - <strong>in</strong> gezelschap van zijnmededader - op een bedrijfsterre<strong>in</strong> de partij drugs vervoersklaar aan het maken is,verschijnt A en schiet het slachtoffer door het hoofd. Het lichaam wordt door tweemededaders op het bedrijfsterre<strong>in</strong> begraven en alle sporen worden gewist.Onopgeloste liquidatiesIn twee casussen wordt gesproken over liquidaties die nooit zijn opgelost. Omdathet bewijs ontbreekt is het -uitgaande van de DCRI-def<strong>in</strong>itie - niet mogelijk om teconcluderen dat het hier werkelijk om liquidaties gaat. Daarvoor moet immersbekend zijn wat de identiteit en de crim<strong>in</strong>ele achtergrond van de dader is en wathet achterliggende motief is geweest voor de liquidatie.In één van de onderzochte casussen is een illegaal <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> verblijvende man hetslachtoffer. Hij is werkzaam als koerier en hulpkracht van een medeverdachte. Samenmet deze verdachte is hij betrokken bij een ontvoer<strong>in</strong>glafpers<strong>in</strong>g en bij een diefstal.Bij deze diefstal wordt onder meer een partij versnijd<strong>in</strong>gsmiddelen buitgemaakt die


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor103toebehoort aan twee andere verdachten die het slachtoffer nog geld schuldig zijn.Omdat de moord niet is opgelost, blijft het onduidelijk of het hier wel of niet eenafreken<strong>in</strong>g betreft vanwege de gestolen partij versnijd<strong>in</strong>gsmiddelen.In een andere onderzochte casus is de moord evenm<strong>in</strong> bewezen. Het slachtoffer iseen man die samen met anderen een partij drugs verkoopt. Hij is echter een bepaaldehoeveelheid drugs kwijt. De hoofdverdachte vertelt hem dat de verkopende partijhierdoor een f<strong>in</strong>anciële schuld heeft bij de afnemer en verzoekt de man de zaken <strong>in</strong>een restaurant te bespreken. Na dit gesprek verlaat de hoofdverdachte het restaurant.Hij ontmoet buiten drie kennissen. Kort daarop komen deze drie mannen het restaurantb<strong>in</strong>nen; één van hen schiet het slachtoffer neer.Vermoedens en spoorloze slachtoffersIn drie andere casussen verklaren verdachten over vermoedelijke liquidaties, waarbijde slachtoffers nooit zijn aangetroffen. Het mag duidelijk zijn dat ook <strong>in</strong> dezegevallen niet met zekerheid kan worden gesteld dat de (vermoedelijke) moorden(vermoedelijke) liquidaties betreffen.In de eerste casus spreekt een verdachte het vermoeden uit dat een persoon waarschijnlijkis vermoord omdat deze een partij drugs heeft verduisterd. De verdachtebaseert dit op het gegeven dat een persoon het horloge van het slachtoffer draagt,terwijl het slachtoffer, die logeerde bij een medeverdachte, kort daarvoor plotsel<strong>in</strong>gwas verdwenen. In de tweede casus spreken de verdachten het algemene vermoedenuit dat drugsbazen <strong>in</strong> Colombia met de pistolen op tafel onderhandelen en nietterugschrikken voor liquidaties. In de derde casus gaat het om vermoedens: eenCID-bron vermeldt de betrokkenheid van de verdachte bij verschillende liquidaties.Ook verklaart één van de verdachten niet te willen e<strong>in</strong>digen als een ander van wiehet ontzielde lichaam is aangetroffen.Def<strong>in</strong>itie- en registratieproblemenDe bovenstaande casusbeschrijv<strong>in</strong>gen illustreren hoe moeilijk het is om aan tegeven of een moord ook als een liquidatie moet worden gekwalificeerd. Voor diekwalificer<strong>in</strong>g zijn immers gegevens nodig, die niet <strong>in</strong> alle gevallen voorhanden zijn.Een eerste probleem is dat het oploss<strong>in</strong>gspercentage van (vermoedelijke) liquidatieslaag is.68 Een tweede probleem is dat vaak (betrouwbare) gegevens met betrekk<strong>in</strong>gtot verschillende elementen uit de DCRI-def<strong>in</strong>itie ontbreken. Dit is vooral het gevalmet betrekk<strong>in</strong>g tot de motieven van daders, één van de elementen uit de def<strong>in</strong>itie. Inde door ons onderzochte casussen lijken bedrog en deloyaal gedrag de voornaamste68 Van de 28 liquidaties <strong>in</strong> 1997 werden er bijvoorbeeld tot augustus 1998 vijf opgelost (mondel<strong>in</strong>ge toelicht<strong>in</strong>gDCRI). Ook Van den Eshofen Weimar (1991) concluderen dat zo'n tw<strong>in</strong>tig procent van alleliquidaties wordt opgelost.


Hoofdstuk 4 104motieven te vormen: het vermoeden van diefstal van drugs (drie onderzochte casussen)en het zelfstandig verhandelen van drugs (één onderzochte casus).Het kunnen achterhalen van het motief en andere gegevens is direct van <strong>in</strong>vloed opde cijfers over liquidaties, juist omdat deze gegevens onderdeel uitmaken van dedef<strong>in</strong>itie van een liquidatie, die ten grondslag ligt aan het bestand Moordzaken vande DCRI. Problematisch aan deze def<strong>in</strong>itie is dat elementen ervan zoals 'doelgericht','positie' en'het crim<strong>in</strong>ele milieu' vooralsnog niet zijn geoperationaliseerd. Daaromis het niet eenduidig vast te stellen of we <strong>in</strong> voorkomende gevallen te maken hebbenmet een liquidatie dan wel met een ripdeal met dodelijke afloop, een geschilbeslecht<strong>in</strong>g<strong>in</strong> de relationele sfeer, een toeval, een ongeluk of een ander geval van moord ofdoodslag. Een gevolg hiervan kan zijn dat fluctuaties <strong>in</strong> aantallen liquidaties slechtsvoortkomen uit <strong>in</strong>terpretatieverschillen.Het is een feit dat de cijfers over liquidaties doorlopend aan verander<strong>in</strong>g onderhevigzijn. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat het bestand Moordzaken gegevens bevatuit strafrechtelijke onderzoeken die nog niet zijn afgerond: het bestand is eenzogenaamde operationele database. Naarmate deze onderzoeken vorderen, komennieuwe feiten aan het licht zoals de identiteit van het slachtoffer, de identiteit van dedader en het motief. Deze nieuwe feiten kunnen ertoe leiden dat de liquidatie nietlanger als liquidatie maar als een andere vorm van moord of doodslag moet wordengekwalificeerd.Deze def<strong>in</strong>itie- en registratieproblemen zijn ook door de DCRI onderkend. Daarom isbesloten om onderzoek te laten verrichten naar de achtergronden van liquidaties <strong>in</strong><strong>Nederland</strong> en om een opzet te maken voor een analysekader en voor een eenduidigeregistratie.69Samengevat en met nadruk merken wij op dat op basis van het DCRI-bestand slechtsonder groot voorbehoud uitspraken over liquidaties kunnen worden geformuleerd.In kader 2 presenteren wij onder de gemaakte voorbehouden enkele kerngegevensuit dit bestand.69 Dit onderzoek wordt gef<strong>in</strong>ancierd door het <strong>WODC</strong> en wordt uitgevoerd door het Willem Pompe Instituut(Universiteit Utrecht).


Oe omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 105Kader 2: LiquidatiesOp basis van het bestand 'Moordzaken' vande DCRI presenteren wij <strong>in</strong> dit kader onder de<strong>in</strong> paragraaf 4.2.3 gemaakte voorbehoudenenkele kerngegevens over liquidaties.Het aantal liquidaties: toenemend ofgelijkblijvend geweldsniveau?Het aantal slachtoffers van liquidaties per jaaris over de periode 1992 tot en met 1998 ongeveergelijk gebleven. Opvallend is wel dat <strong>in</strong>1995 relatief meer liquidaties plaatsvonden,zoals tabel 1 illustreert.' Ook blijkt daaruit dathet aantal slachtoffers van overige moordenm<strong>in</strong> of meer gelijk is gebleven. Op basis vandeze cijfers kunnen we dan ook concluderendat het aantal liquidaties de afgelopen jarenniet is toegenomen.Deze conclusie dat het aantal liquidaties enoverige moorden door de jaren heen relatiefstabiel blijft, is niet <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g metde bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van de onderzoeksgroepFijnaut. Zij concludeert dat het aantalgevallen van doodslag en liquidaties langzaamtoeneemt (PEO, Bijlage VII, 1996, p. 67).Hierbij baseert zij zich op de lokale studie vande situatie <strong>in</strong> Amsterdam en op publicaties uithet beg<strong>in</strong> van de jaren negentig van Van denEshof en Weimar (1991) en Berghuis en deJonge (1993).Het <strong>in</strong>ternationale karakter van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>De onderzoeksgroep Fijnaut concludeert verderdat het aandeel van autochtone <strong>Nederland</strong>ersbij liquidaties 'bepaald laag' is <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>gmet dat van allochtonen (PEO, BijlageVII, 1996, p. 68). Uit een studie van Van Veenen De Vogel (1997) blijkt eveneens een lagebetrokkenheid van autochtone <strong>Nederland</strong>ers- als slachtoffer dan wel als dader - bij liquidatiesdie plaatsvonden <strong>in</strong> de jaren 1992, 1993en 1994. Zoals blijkt uit tabel 2 geldt deze conclusieook voor slachtoffers van liquidaties uitde periode 1995 tot en met 1998.Uit tabel 2 blijkt dat ongeveer driekwart vande slachtoffers van liquidatie afkomstig is uitlanden buiten <strong>Nederland</strong>. Vooral Turkije isrelatief vaak het land van herkomst. Wanneerwe aannemen dat de desbetreffende liquidatiesvooral hebben plaatsg\vonden <strong>in</strong> de sfeervan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, danillustreert tabel 2 ons nziens deels het <strong>in</strong>ternationalekarakter van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.21 Overigens wijken de totaalcijfers <strong>in</strong> tabel 1 af van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)betreffende slachtoffers van moord. Volgens het CBS werden <strong>in</strong> 1992, 1993, 1994, 1995, 1996 respectievelijk249, 265, 235, 273 en 273 personen slachtoffer van moord.2 Een argument hiervoor is dat het percentage <strong>Nederland</strong>ers daat slachtoffer wordt van een moord ongeveer hetdubbele bedraagt: ongeveer de helft van de slachtoffers van een moord is van <strong>Nederland</strong>se afkomst. Natuurlijkzijn ook andere mogelijke verklar<strong>in</strong>gen voor de relatieve oververtegenwoordig<strong>in</strong>g bij liquidaties van slachtoffersvan buitenlandse afkomst. Zo is het mogelijk dat slachtoffers van buitenlandse afkomst eerder worden aangemerktals slachtoffer van een liquidatie of dat er verschillen zouden kunnen bestaan <strong>in</strong> geweldgebruik tussen<strong>Nederland</strong>ers, allochtonen en buitenlanders.4.3 De wettige omgev<strong>in</strong>g als risicofactorNiet alleen het crim<strong>in</strong>ele milieu vormt een bedreig<strong>in</strong>g voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden;ook de wettige omgev<strong>in</strong>g schept risico's voor hun voortbestaan. Inde eerste plaats v<strong>in</strong>den er haast onvermijdelijk confrontaties plaats met de wettigeomgev<strong>in</strong>g: drugs moeten nu eenmaal over de grens worden getransporteerd, klanten


Hoofdstuk 4 106Tabel 1:Absolute aantallen slachtoffers van liquidaties en overige moorden over de periode1992 tot en met 1998 op basis van het bestand Moordzaken van de DCRILiquidaties Overige moorden Totaal199219931994199519961997199821 264 28530 271 30126 249 27544 255 29931 224 25528 265 29323 205 228Tabel 2:Land van herkomst van slachtoffers van liquidaties over de periode 1995 tot enmet 1998 op basis van het bestand Moordzaken van de DCRIAantal slachtoffersPercentage<strong>Nederland</strong> 34 27Turkije 26 21Marokko 9 7Sur<strong>in</strong>ame/Antillen 14 11Ch<strong>in</strong>a 9 7Overige' 26 21Onbekend 8 6Totaal 126 100Slachtoffers uit overige landen komen onder andere uit Rusland, Servië, Iran, Spanje, Duitsland, Ghana enAlbanië.van mensensmokkelaars moeten nu eenmaal langs de douane worden geloodst enook voor vrouwenhandel en fraude geldt dat bepaalde controles omzeild moetenworden. Deze onvermijdelijke confrontaties met de wettige omgev<strong>in</strong>g staan centraal<strong>in</strong> paragraaf 4.3.1. In de tweede plaats is er het risico van bewuste acties om dadersop te sporen en te vervolgen. Dit risico van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> paragraaf4.3.2 behandeld. In beide paragrafen wordt ook <strong>in</strong>gegaan op de manier waaropcrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met deze risico's omgaan. Tenslotte wordt <strong>in</strong>paragraaf 4.3.3 <strong>in</strong>gegaan op een zeer bijzondere manier van omgaan met de risico'svan opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g: het actief bestrijden van de opsporende overheid doormiddel van contrastrategieën.4.3.1 Onvermijdelijke confrontatiesCrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden bij hun activiteiten haast onvermijdelijkgeconfronteerd met de wettige omgev<strong>in</strong>g (zie ook paragraaf 3.3). In dezeparagraaf behandelen wij de risico's van overheidscontroles. Daarbij besteden wij


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 1 07achtereenvolgens aandacht aan mensensmokkel, vrouwenhandel en drugshandel.Voor wat betreft de onderwerpen fraude en witwassen wordt verwezen naar hoofdstuk3, waar enkele risico's al impliciet aan de orde zijn geweest, en naar anderepublicaties (PEO, Bijlage X, 1996; Aronowitz e.a., 1996).MensensmokkelMensensmokkel wordt <strong>in</strong> de media veelvuldig geassocieerd met uitbuit<strong>in</strong>g: we zienbeelden van willoze slachtoffers op gammele schepen, <strong>in</strong> conta<strong>in</strong>ers en <strong>in</strong> laadruimten'vanvrachtwagens. Hoewel wij vormen van uitbuit<strong>in</strong>g beslist niet willenbagatelliseren, komt uit de door ons onderzochte zaken toch een ander beeld naarvoren: vrijwilligheid staat centraal en het vervoer v<strong>in</strong>dt veelvuldig plaats langs zeergebruikelijke wegen zoals auto- en vliegverkeer.Het reguliere vliegverkeer is voor zowel smokkelaar als gesmokkelde de meest aantrekkelijkesmokkelmethode. Het is snel en levert de m<strong>in</strong>ste risico's op: <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>gtot vervoer over de weg is het aantal controles bij luchtvervoer m<strong>in</strong>imaal. Omcontroles op luchthavens te omzeilen maken mensensmokkelaars gebruik van valsereisdocumenten, pasjeshouders op luchthavens, het corrumperen van (buitenlands)overheidspersoneel, het reizen met tussenstops en het uitwijken naar luchthavenswaar m<strong>in</strong>der controle is. Door de aard van de `smokkelwaar' - personen die zichtegen betal<strong>in</strong>g vrijwillig laten vervoeren - is het voor mensensmokkelaars mogelijkom slechts met behulp van een kle<strong>in</strong>e aanpass<strong>in</strong>g (bijvoorbeeld: een vals visum ofeen vals paspoort) legale structuren optimaal te benutten en onzichtbaar op te gaan<strong>in</strong> de wettige omgev<strong>in</strong>g.VrouwenhandelEen belangrijk verschil tussen mensensmokkel en vrouwenhandel is de mate vanvrijwilligheid waarmee deze delicten gepaard gaan. Bij mensensmokkel staat wederzijdsvoordeel tussen smokkelaar en gesmokkelde centraal; bij vrouwenhandeldraaien de activiteiten vrijwel volledig om de discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g en uitbuit<strong>in</strong>g van debetrokken vrouwen (zie ook: paragraaf 4.3.2).In de onderzochte zaken vervoeren Oost-Europese vrouwenhandelaren hun vrouwenvooral*over de weg naar <strong>Nederland</strong>. De verklar<strong>in</strong>g hiervoor is tweeledig. In deeerste plaats zijn de verhandelde vrouwen voornamelijk afkomstig uit gebieden dieper auto te bereizen zijn (Oost-Europa en Wit Rusland). In de tweede plaats latende verhandelde vrouwen zich niet vrijwillig vervoeren, wanneer zij op de hoogte(zouden) zijn van het feitelijke doel van hun verblijf <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Het verlenen vandiensten onder slechte arbeidsomstandigheden zonder (redelijke) vergoed<strong>in</strong>g isimmers geen aantrekkelijk aanbod. Daarom heeft men vaak leugens en dwang nodigom de vrouwen naar <strong>Nederland</strong> te vervoeren, hetgeen vrouwenhandel kwetsbaarmaakt voor aangifte en daardoor voor overheidsoptreden. Een personenauto biedtveel mogelijkheden om de vrouwen onder controle te houden. Het benutten vanvriendschapsrelaties met en het omkopen van grenswachten zorgen er vervolgensvoor dat de auto zonder problemen de grenzen van de Europese Unie kan passeren


Hoofdstuk 4 108en voorkomen dat de vrouwen met succes de hulp kunnen <strong>in</strong>roepen van grensautoriteiten.In tegenstell<strong>in</strong>g tot hun Oost-Europese collega's maken Nigeriaanse vrouwenhandelarenwel gebruik van luchtvervoer en daarmee samenhangende afscherm<strong>in</strong>gsmethodenzoals de <strong>in</strong>zet van pasjeshouders op luchthavens. De afstand tot <strong>Nederland</strong>vormt hiervoor een logische verklar<strong>in</strong>g, maar ook de mate van discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g en controlevan de vrouwen. Het gebruik van voodoo en de betrokkenheid van autoriteitenzorgen ervoor dat Nigeriaanse vrouwen <strong>in</strong> bepaalde gevallen we<strong>in</strong>ig kans krijgenzich te onttrekken aan de dwang van vrouwenhandelaren:In een geval van Nigeriaanse vrouwenhandel blijkt uit een afgeluisterd telefoongesprekdat meerdere politieambtenaren <strong>in</strong> het buitenland zijn omgekocht. Zij zorgen er ondermeer voor dat de vrouwen zonder identiteitsbewijzen <strong>in</strong> het vliegtuig kunnen plaatsnemen.Volgens een verklar<strong>in</strong>g van een aangeefster worden de vrouwen <strong>in</strong> Nigeria met behulpvan voodoo gediscipl<strong>in</strong>eerd. Daartoe worden de vrouwen naar een Herbalist gebracht.Deze Herbalist neemt stukjes nagel, hoofd- en schaamhaar van de vrouwen en maakteen wondje op hun hoofd, waarop hij een zalfje smeert. Daarna v<strong>in</strong>dt er een doopritueelplaats. Degene die de stukjes nagel en haar <strong>in</strong> bezit heeft - de Herbalist of devrouwenhandelaar - heeft vervolgens de macht over de vrouwen (casus 33).Tenslotte laten de onderzochte Nigeriaanse vrouwenhandelaren de vrouwen ook <strong>in</strong>de waan dat zij zich via een asielprocedure permanent <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> kunnen vestigen.In de onderzochte casussen spiegelen Oost-Europese vrouwenhandelaren devrouwen geen permanent verblijf <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> voor; zij benadrukken vooral het(tijdelijk) f<strong>in</strong>ancieel gew<strong>in</strong>.Naast de controle bij de landsgrenzen maken vooral controles op bordelen de vrouwenhandelkwetsbaar. De maatregelen die vrouwenhandelaren treffen om de schadebij deze vorm van controle te beperken, zijn hiervoor tekenend. Zo maakt corruptiehet mogelijk om controle te voorkomen of te slim af te zijn (zie paragraaf 4.3.2 en4.3.3). Tevens worden er verstopplekken <strong>in</strong> bordelen gecreëerd en worden vrouwenvoorzien van valse identiteitsbewijzen en verblijfsvergunn<strong>in</strong>gen om hun aanwezigheideen legaal aanzien te geven.DrugshandelDrugshandelaren hanteren een variëteit aan methoden om grenscontroles te omzeilen.Cocaïne, heroïne en synthetische drugs bieden wat dit betreft meer mogelijkhedendan softdrugs. Een relatief kle<strong>in</strong>e hoeveelheid van de genoemde harddrugsheeft immers een veel hogere waarde dan een vergelijkbare hoeveelheid softdrugs.Daardoor kunnen bij harddrugs veel gemakkelijker de voordelen van het vliegverkeer(snel, we<strong>in</strong>ig controlepunten) worden benut dan bij softdrugs. Bij kle<strong>in</strong>ehoeveelheden kan men dan denken aan het slikken van bolletjes harddrugs of aan


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 109'bodypack<strong>in</strong>g'; bij grotere hoeveelheden aan het versturen van postpakketten of het<strong>in</strong>zetten van koeriers.Bij de grotere hoeveelheden zien we <strong>in</strong> de onderzochte zaken vooral het gebruik van(vracht) auto's en schepen. Het benutten van corrupte contacten <strong>in</strong> het buitenlanden het valselijk opmaken van handels- en vervoersdocumenten zijn daarbij degebruikelijke methoden om de risico's van controle te verkle<strong>in</strong>en. Ook hier zien weechter weer een verschil <strong>in</strong> mogelijkheden bij harddrugs en softdrugs. Bij harddrugsis het veel gemakkelijker om lad<strong>in</strong>gen als 'verstekel<strong>in</strong>g' door anderen te laten vervoeren;dus zonder medeweten van de chauffeur, de schipper of de vervoersmaatschappij.Vooral bij de onderzochte gevallen van cocaïnesmokkel vanuit Zuid-Amerika komen we deze methode regelmatig tegen (bijvoorbeeld: casus 6, 8, 11, 22,27 en 30).Daarentegen is het bij softdrugs veel m<strong>in</strong>der gemakkelijk om gebruik te makenvan reguliere transporten (vanwege de grote omvang van een serieuze hoeveelheidsmokkelwaar). Daarom zien we <strong>in</strong> de onderzochte gevallen veelvuldig dat er eigentransportondernem<strong>in</strong>gen en dekmantelfirma's worden opgericht. Dekmantelbedrijvenen dekmantellad<strong>in</strong>gen moeten vervolgens de illegale smokkel een legaal aanziengeven (zie ook: paragraaf 3.3 en 4.3.2). Deze laatste methode komen we overigensook tegen bij de smokkel van harddrugs.Samenvattend kan dus worden geconcludeerd dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenonvermijdelijk worden geconfronteerd met de risico's van de wettige omgev<strong>in</strong>gen dat zij hiervoor verschillende voorzorgsmaatregelen treffen.4.3.2 Opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>gCrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden lopen niet alleen risico door onvermijdelijkeconfrontaties met de wettige omgev<strong>in</strong>g, maar ook door bewuste acties van de opsporendeoverheid. De opsporende overheid vormt enerzijds een risico als 'buitenstaander':als 'observator' van illegale activiteiten. Anderzijds vormt de overheideen risico omdat zij als een '<strong>in</strong>trigant' het crim<strong>in</strong>ele milieu bespeelt: door daders ofslachtoffers over te halen tot tippen of het afleggen van belastende verklar<strong>in</strong>gen,door het 'runnen' van <strong>in</strong>formanten of door <strong>in</strong>filtratie-acties.Als we kijken naar de aanleid<strong>in</strong>gen tot het <strong>in</strong>stellen van de onderzochte opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken,dan levert dit een divers beeld op: slachtoffers die aangifte doen (vrouwenhandel);oplettende derden die opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties tippen; moordgevallen;gewelds<strong>in</strong>cidenten; afvaldump<strong>in</strong>g; verkeersongelukken; controle-activiteiten vandouane, Kon<strong>in</strong>klijke Marechaussee of politie; (afgerond) opspor<strong>in</strong>gsonderzoek; entenslotte de activiteiten van crim<strong>in</strong>ele <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gendiensten. Bij deze aanleid<strong>in</strong>gentot opspor<strong>in</strong>gsonderzoek speelt het crim<strong>in</strong>ele milieu dus ook vaak zelf een rol.Tevens blijkt dat het crim<strong>in</strong>ele milieu beslist geen eenheid vormt. Zo betrekkencrim<strong>in</strong>ele <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gendiensten hun <strong>in</strong>formatie grotendeels uit het crim<strong>in</strong>ele milieuen worden opspor<strong>in</strong>gsdiensten bij afgeronde opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken door verklar<strong>in</strong>-


Hoofdstuk 411 0gen van mededaders op het spoor gezet van nieuwe feiten. De loslippigheid vanmededaders vormt <strong>in</strong> deze gevallen dus mede de aanleid<strong>in</strong>g tot verder onderzoek.In deze paragraaf worden per misdaadveld de risico's van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>gaan de orde gesteld evenals de reacties van daders op deze risico's. Achtereenvolgenswordt aandacht besteed aan fraude, mensensmokkel, vrouwenhandel en drugshandel.Daarbij proberen we ook een antwoord te geven op de vraag hoe'open'daders communiceren en hoe loslippig zij <strong>in</strong> de onderzochte zaken blijken te zijn.FraudeDe 'modus operandi' van fraudedelicten draait veelal om het wekken van valseschijn. Fraude en valsheid <strong>in</strong> geschrifte zijn daarom dikwijls synoniem. In de onderzochtezaken maken de betrokken fraudeurs zelden gebruik van andere methodendan de methoden die <strong>in</strong>tr<strong>in</strong>siek onderdeel uitmaken van hun modus operandi, zoalsvalsheid <strong>in</strong> geschrifte en (papieren) afscherm<strong>in</strong>gsconstructies. Opvallend is vooralde relatieve 'openheid' waarmee zij opereren. Deze openheid is ook noodzakelijk,omdat contacten met legale organisaties versluierd taalgebruik en geheimhoud<strong>in</strong>gonmogelijk maken.Daarnaast geldt dat deze openheid voor parasitaire fraudeurs ook geen probleem is,omdat zij er reken<strong>in</strong>g mee houden dat hun slachtoffers de fraude uite<strong>in</strong>delijk op hetspoor zullen komen. Door (complexe) afscherm<strong>in</strong>gsconstructies te gebruiken endoor het verlengen van de tijd tussen het plegen van de fraude en de signaler<strong>in</strong>gervan, weten veel fraudeurs zich <strong>in</strong> te dekken tegen het risico van aangifte: tegen detijd dat personen vermoeden te zijn benadeeld 'is de vogel gevlogen' (PEO, Bijlage X,1996, pp. 104-105). Soms zijn fraudeurs zelfs zulke meesters <strong>in</strong> het oplichten datbenadeelden niet eens op het idee komen dat de oplichter hen een hak heeft gezet:Eén van de benadeelden realiseert zich niet dat hij door fraudeur A fors is opgelicht.Hij blijft geloven <strong>in</strong> de onbetrouwbaarheid en de schuld van de betrokken bank(beknopte casus 56).Daarnaast beschermen parasitaire fraudeurs zich door de plaats van handel<strong>in</strong>g ende plaats van vestig<strong>in</strong>g te scheiden, waardoor de regionaal gebonden opspor<strong>in</strong>g kanworden vertraagd. Symbiotische fraudeurs maken <strong>in</strong> sommige gevallen gebruik vandekmantelbedrijven om het risico van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g te verkle<strong>in</strong>en (PEO,Bijlage X, 1996, pp. 104-105).MensensmokkelOok bij de onderzochte mensensmokkelzaken valt de relatieve 'openheid' op waarmeemensensmokkelaars en hun klanten spreken over hun activiteiten. Geen van debetrokkenen heeft immers belang bij schend<strong>in</strong>g van de geheimhoud<strong>in</strong>g. Bovendienblijken de betrokkenen mensensmokkel eerder als een vorm van 'dienstverlen<strong>in</strong>g' tebeschouwen dan als een vorm van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 111Mensensmokkelaars lijken <strong>in</strong> de onderzochte zaken niet het gevoel te hebben dat zijveel te duchten hebben van de opsporende overheid. Zij praten relatief open over detelefoon; misschien ook omdat zij zich beschermd wanen door de buitenlandse taalof het dialect dat zij spreken. Sommigen maken gebruik van versluierde taal. Ookmaakt een enkele mensensmokkelaar gebruik van belhuizen. Misschien vanwegehet vermoeden te worden afgeluisterd, misschien ook wel om kosten te besparen.Daarnaast treffen mensensmokkelaars verschillende voorzorgsmaatregelen omaanhoud<strong>in</strong>g van hun klanten te voorkomen (zie paragraaf 4.3.1). Verder maken zijgebruik van corrupte contacten (bijvoorbeeld ten behoeve van visaverstrekk<strong>in</strong>g,paspoortverstrekk<strong>in</strong>g of grenscontrole) en vormen van ondergronds bankieren(zie paragraaf 3.2.2). Legale bedrijven lijken niet expliciet als dekmantelbedrijf teworden opgericht. Wel blijken bestaande bedrijven vaak goed van pas te komen bijde smokkelactiviteiten, of het nu gaat om een reisbureau, een handelsbedrijf of eenhorecagelegenheid.VrouwenhandelOok vrouwenhandelaren lijken <strong>in</strong> de onderzochte zaken we<strong>in</strong>ig reken<strong>in</strong>g te houdenmet het risico van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g. In sommige gevallen is duidelijk datdaders zich amper bedreigd voelen door de opsporende overheid. Eén van de buitenlandseverdachten was bijvoorbeeld van men<strong>in</strong>g dat hij <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> niet zou kunnenworden vervolgd, omdat prostitutie <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> niet strafbaar zou zijn (casuslOa). Ook casus 4 illustreert dat vrouwenhandelaren er soms niets van begrijpenwanneer de overheid <strong>in</strong>grijpt:Na een bordeelcontrole zorgt de politie ervoor dat alle vrouwen van vrouwenhandelaarA het land worden uitgezet. Na deze <strong>in</strong>val filosofeert A over de vraag waarom depolitie juist hem moest hebben: Zijn het de drugs? Zijn het de m<strong>in</strong>derjarige vrouwen?Of is het de Russische nationaliteit van de vrouwen? Hij komt tot de slotsom dat depolitie op deze manier waarschijnlijk de Russische maffia een hak wil zetten. Om devrouwen naar <strong>Nederland</strong> te krijgen moet immers een visum worden aangeschaft enmoet de reis worden betaald. A gaat ervan uit dat die kosten voor reken<strong>in</strong>g van demaffia zijn. Wanneer de vrouwen al na een week weer terug zijn <strong>in</strong> Rusland, voorzienvan een stempel <strong>in</strong> hun visum waardoor ze vijf jaar Rusland niet mogen verlaten, danheeft een dergelijke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig opgeleverd (casus 4).Naast het (ogenschijnlijk) liberale <strong>Nederland</strong>se prostitutiebeleid speelt mee datvrouwenhandelaren ook feitelijk we<strong>in</strong>ig te duchten lijken te hebben van opspor<strong>in</strong>gen vervolg<strong>in</strong>g: de opspor<strong>in</strong>gsprioriteit was tot voor kort laag en de kans dat slachtoffersaangifte doen is relatief ger<strong>in</strong>g. We zien dan ook dat de voorzorgsmaatregelenvan de onderzochte daders niet zozeer draaien om het risico van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>gmaar om de logistiek van de vrouwenhandel en het onder de duim houdenvan de slachtoffers.


Hoofdstuk 4 112Zo maakt corruptie het mogelijk om grenscontroles te ontlopen en om uitzett<strong>in</strong>g vanillegale vrouwen te voorkomen (zie paragraaf 4.3.1 en 4.3.3). Daarnaast zien we datde betrokken vrouwen ernstig worden geïntimideerd en <strong>in</strong> sommige gevallen slachtofferworden van excessieve vormen van geweld. De belangrijkste achtergrond vandeze soms extreme vormen van <strong>in</strong>timidatie en geweld is waarschijnlijk niet de angstdat slachtoffers aangifte zullen doen van vrouwenhandel. Taalproblemen, schaamte,wantrouwen en onbekendheid met het opspor<strong>in</strong>gsapparaat maken de kans immersvrij kle<strong>in</strong> dat vrouwen aangifte zullen doen. Bovendien dw<strong>in</strong>gen sommige vrouwenhandelarenhun slachtoffers om (eenzijdige) overeenkomsten te ondertekenenwaar<strong>in</strong> de vrouwen verklaren voor zichzelf en zonder enige dwang hun werkzaamhedente verrichten. Bij aangifte kan een dergelijke overeenkomst als' achtervang'dienen.Belangrijker dan het risico van aangifte is waarschijnlijk het zakelijk belang dat vrouwenhandelarenhebben bij het onder de duim houden van vrouwen. Om te voorkomendat vrouwen weglopen, tegenwerken of verdiensten achterhouden, leggenzij de vrouwen verschillende gedragsbeperkende maatregelen op (geld of paspoort<strong>in</strong>nemen, regels opleggen, opsluit<strong>in</strong>g) en trachten zij het gedrag van vrouwen directte beïnvloeden door <strong>in</strong>structies, verplicht drugsgebruik en - specifiek voor Nigeriaansevrouwenhandelaren - voodoo.Daarnaast proberen zij door middel van valse (trouw)beloften, leugens en het voorwendenvan schulden de vrouwen over te halen tot medewerk<strong>in</strong>g. Werken de vrouwenniet (goed) mee dan volgt afstraff<strong>in</strong>g, variërend van de overplaats<strong>in</strong>g van eenonwillige vrouw naar clubs met een strenger regime (casus 13) tot een pog<strong>in</strong>g totmoord of doodslag (casus 10a):Vrouwenhandelaar A houdt zijn vrouwen voornamelijk <strong>in</strong> het gareel via regels en bedreig<strong>in</strong>gen.Daarnaast maakt hij gebruik van het afnemen van paspoorten en het nietuitbetalen van verdiensten. Een enkele vrouw wordt teruggebracht naar het land vanherkomst, omdat zij volhoudt niet als prostituee te willen werken en <strong>in</strong> de seksclubvoortdurend amok maakt. Andere onwillige vrouwen worden overgebracht naar clubsmet een strenger regime en naar clubs waar m<strong>in</strong>der valt te verdienen (casus 13).Een slachtoffer van vrouwenhandel legt bij de politie belastende verklar<strong>in</strong>gen af tegeneen vrouwenhandelaar. Vervolgens wordt de <strong>in</strong> voormalig Joegoslavië woonachtigemoeder van de vrouw bij herhal<strong>in</strong>g telefonisch bedreigd. Zij moet ervoor zorgen dathaar dochter haar verklar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>trekt. Ook dient zij zich op een bepaalde plek temelden voor een onderhoud; daar wordt zij door de moeder van de handelaar, zijnvrouw en zijn zwager nogmaals bedreigd. Uite<strong>in</strong>delijk neemt de moeder contact opmet de Joegoslavische politie.Vervolgens wordt er een aanslag gepleegd op het slachtoffer. Zij overleeft deze aanslagen doet aangifte van moord dan wel doodslag. Volgens CID-<strong>in</strong>formatie zou devrouwenhandelaar een contract hebben afgesloten met een Joegoslaaf om de vrouwte vermoorden (casus 10a).


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 113Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de onderzochte vrouwenhandelaren<strong>in</strong> het algemeen we<strong>in</strong>ig reken<strong>in</strong>g lijken te houden met de risico's van opspor<strong>in</strong>g envervolg<strong>in</strong>g. Wel treffen zij verschillende voorzorgsmaatregelen die voornamelijkgericht zijn op de logistiek van de vrouwenhandel en het onder de duim houden vande betrokken slachtoffers.DrugshandelDrugshandelaren houden <strong>in</strong> de onderzochte zaken volop reken<strong>in</strong>g met de risico'svan opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g. Of het nu gaat om de handel <strong>in</strong> harddrugs of <strong>in</strong> softdrugsof om autochtone, allochtone of buitenlandse daders; alle onderzochtehandelaren maken <strong>in</strong> meer of m<strong>in</strong>dere mate gebruik van afscherm<strong>in</strong>gsmethoden.Voor de betrokkenen is het ook overduidelijk dat zij strafbare feiten begaan: juist deillegale aard van de drugshandel maakt hun handel zo lucratief. Daarnaast geldt dater sprake is van een grote variëteit <strong>in</strong> de aard van de afscherm<strong>in</strong>gsmethoden en demate waar<strong>in</strong> en de manier waarop daders hiervan gebruik maken. Het gedrag vandaders loopt wat dit betreft uiteen van zeer professioneel tot uitermate knullig.Vanwege het gevaar van afluisteren communiceren vrijwel alle onderzochte drugshandelaren<strong>in</strong> geheim- of codetaal, zoals <strong>in</strong> kader 3 nader wordt toegelicht. Daarnaastbeperken drugshandelaren de uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatie per telefoon engebruiken zij semafoons, buzzers en GSM's met buitenlandse kaarten. Ook makensommigen gebruik van openbare telefooncellen. Verder zien we dat men opspor<strong>in</strong>gtracht te voorkomen door één-op-één-ontmoet<strong>in</strong>gen en ontmoet<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> openbare- moeilijk af te luisteren - gelegenheden of <strong>in</strong> de open lucht (zie ook: paragraaf3.3.2). Zoals bleek bij de terechtzitt<strong>in</strong>g van een <strong>Nederland</strong>se drugshandelaar is deverbolgenheid onder daders dan ook groot, wanneer blijkt dat een opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stantie<strong>in</strong> staat is gebleken hen af te luisteren <strong>in</strong> 'eigen' veilig gewaande openbare gelegenhedenzoals restaurants, sportscholen en bordelen.Om identificatie te voorkomen maken drugshandelaren gebruik van valse identiteitspapieren,gebruiken zij bijnamen en zetten zij bezitt<strong>in</strong>gen op naam van anderen.Het niet-geregistreerd wonen van (vooral allochtone) daders en het niet verblijvenop het adres van <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g dienen mogelijk hetzelfde doel. Tenslotte zien we ooknog het gebruik van dekmantelbedrijven (zie ook: paragraaf 3.3) en verschillendevormen van corruptie (zie: paragraaf 4.3.3).Een specifiek probleem bij de productie van synthetische drugs is - naast het afval -de stank bij het laboreren en het lawaai bij het tabletteren. In een dichtbevolkt landals <strong>Nederland</strong> heeft dit een verhoogd risico op ontdekk<strong>in</strong>g tot gevolg, temeer omdatde 'laboratoria' zich veelal midden <strong>in</strong> woonwijken bev<strong>in</strong>den. In de onderzochtegevallen moet men hierbij vooral denken aan relatief eenvoudige laboratoriumopstell<strong>in</strong>genop zolders of <strong>in</strong> kelders, schuren en garageboxen. Doorgaans blijkt deproductie niet lang plaats te v<strong>in</strong>den op één bepaalde locatie, hetgeen <strong>in</strong> politiejargonook wel de 'hit and run'-methode wordt genoemd: daders maken korte tijd


Hoofdstuk 4 114gebruik van een bepaalde locatie en voordat anderen (vaak letterlijk) onraad ruiken,verplaatsen zij de productie naar elders.Deze 'hit and run'-methode wordt vaak verklaard uit de dreig<strong>in</strong>g van de opspor<strong>in</strong>g.Uit de onderzochte zaken blijkt echter dat het gedrag van daders mogelijk ook eenandere logica kent. Zo verzoeken <strong>in</strong> casus 3 verschillende personen, die de locatiester beschikk<strong>in</strong>g stellen, om de productie naar elders te verplaatsen vanwege de overlast.Ook onenigheid tussen daders kan ten grondslag liggen aan het verplaatsen vande productie (casus 5). Wat dus de logica is achter het geconstateerde 'hit and run'-gedrag, laat zich niet altijd even gemakkelijk vaststellen. Feit is wel dat deze dynamiekde opspor<strong>in</strong>g sterk kan bemoeilijken.Kader 3: Codetaal en de effectiviteit van tappenIn veel gevallen gebruikt het crim<strong>in</strong>ele milieucodetaal om gesprekken en dergelijke af teschermen tegen het luisterend oor van deopsporende overheid. In ons onderzoeksmateriaalis dit bij 22 van de veertig onderzochtecasussen het geval. Maar <strong>in</strong> hoeverreis dit succesvol? In dit kader is de aandachtgericht op de aard van gecodeerde communicatieen op het gevolg daarvan voor deeffectiviteit van onderzoek van telefoongesprekkenen andere vormen vantelecommunicatie (tappen).Listig of doorzichtig?Het idee dat het crim<strong>in</strong>ele milieu doorgaansgebruik zou maken van zeer geraff<strong>in</strong>eerdevormen van codetaal, wordt door ons onderzoeksmateriaalniet bevestigd. Veelal is degebruikte codetaal zodanig eenvoudig datdaar we<strong>in</strong>ig afschermende werk<strong>in</strong>g van uitkan gaan. Woorden of z<strong>in</strong>sneden als 'gamba'(een kilo cocaïne), 'wit' (cocaïne), 'bru<strong>in</strong>es<strong>in</strong>aasappelen', 'zwart' (heroïne), 'vis' (hasj),'biertje/koffie/thee dr<strong>in</strong>ken' (ontmoeten),'boeken' (paspoorten), 'papier', 'post' (geld),'foto' (proefmonster), 'schaapjes' (vrouwen)en 'een beetje verkouden zijn' (problemenhebben), zijn met enige fantasie wel te herleidentot de feitelijke boodschap. Bovendienkomt het voor dat meerdere samenwerk<strong>in</strong>gsverbandendeze woorden <strong>in</strong> dezelfdebetekenis gebruiken. Dan is er niet zozeersprake van een codetaal als wel van een soortBargoens; een taal die opspor<strong>in</strong>gsdienstenveelal eveneens machtig zijn.Bij de volgende voorbeelden ligt dat anders:'het zwem' (de parkeerplaats bij een bepaaldzwembad), 'bij hoog' (een bepaald wegrestaurant),'ik kan er tw<strong>in</strong>tig. doen' (ik kantw<strong>in</strong>tigduizend pillen bestellen) of 'naarbeneden' (naar Limburg of Frankrijk gaan).Voor een goed begrip van dergelijke z<strong>in</strong>snedenis specifieke kennis nodig. Het is <strong>in</strong>deze gevallen echter onduidelijk of er sprakeis van opzettelijk versluierd taalgebruik. Evengoedis het mogelijk dat het gaat om gemeenschappelijkewoorden en uitdrukk<strong>in</strong>gen dievoor externen niet direct te bevatten zijn.Ons onderzoeksmateriaal bevat echter ookvoorbeelden van taalgebruik waarbij er zeerzeker sprake is van opzettelijke versluier<strong>in</strong>g:In een telefoongesprek tussen de verdachtenA en B zegt de laatste dat hijnaar zijn nichtje <strong>in</strong> Maastricht gaat, datze daar van 'pauselijke roomse d<strong>in</strong>gen'houden, en dat hij daarom moet blijvenontbijten en morgenmiddag weer terugis. Het 'nichtje' blijkt een leider te zijnvan een religieuze beweg<strong>in</strong>g die tevenseen belangrijk hasjleverancier is.'Maastricht' staat voor Istanbul, waar Been ontmoet<strong>in</strong>g zal hebben met dezeleverancier.


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor115Het bovenstaande voorbeeld betreft weliswaareen relatief eenvoudige vorm van codetaal,maar het zal opspor<strong>in</strong>gsambtenaren denodige moeite hebben gekost om de achteriggendeboodschap te ontcijferen.Bij het gebruik van fax- en semafoonverkeertreffen we meer geavanceerde vormen vancoder<strong>in</strong>g aan. Zo geeft één van de onderzochtesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> gecodeerdefaxberichten gedetailleerd aan waar,wanneer en met welk zeeschip partijen drugsaankomen. Het faxbericht bestaat uit reeksencijfercomb<strong>in</strong>aties die overeenkomen metbepaalde letters van het alfabet. Hetomgekeerde - letters vertegenwoordigencijfers - zien we <strong>in</strong> een andere casus. Deletters van het woord 'volkswagen' staandaarbij voor de cijfers 0 tot en met 9, waardoortelefoonnummers afgeschermd bekendkunnen worden gemaakt.Een andere vorm is het coderen van persoons-en plaatsnamen door middel van cijfers.Hiervan wordt vooral gebruik gemaakt bijhet doorgeven van semafoonberichten. Alseen mededader <strong>in</strong> één van de onderzochtecasussen iemand wil spreken toetst dezeeerst zijn of haar persoonlijke codenummer <strong>in</strong>,vervolgens een tijdsaanduid<strong>in</strong>g en een nummervoor een plaats: 2 2200 3 betekent bijvoorbeelddat persoon 2 om 22.00 uur wenstaf te spreken op het adres met het nummer 3.Dergelijke coder<strong>in</strong>gen treffen wij bijvoorbeeldaan <strong>in</strong> casus 22, 27, 30 en 38. Omdat het menselijkgeheugen beperkt is, worden de codesondanks het opspor<strong>in</strong>gsrisico soms genoteerdop een kaartje (casus 38).Overige vormen zijn het (veelvuldig) gebruikvan bijnamen of vervangwoorden ('Engeland'betekent bijvoorbeeld 'Zwitserland'; casus 30)en het omvormen van telefoonnummers doormiddel van een formule. In dat laatste gevalmoet bijvoorbeeld bij elk cijfer van eentelefoonnummer een 1 worden opgeteld omhet juiste nummer te verkrijgen (casus 30).Tenslotte treffen we <strong>in</strong> één van de onderzochtecasussen een <strong>in</strong>ventieve methodeaan voor het verhullen van adm<strong>in</strong>istratievegegevens door gebruik te maken van tekensvoor cijferreeksen, personen en plaatsen (bijvoorbeeld:een huisje met daar<strong>in</strong> de eersteletter van de straat waar<strong>in</strong> de mededaderwoont).Samengevat kan worden geconcludeerd datde onderzochte crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenhoofdzakelijk gebruik maken van vrijeenvoudige en we<strong>in</strong>ig verhullende vormen vancodetaal. De codes die zij hanteren bij fax- ensemafoonverkeer zijn meer geavanceerd vanaard en vereisen meer v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid om tekunnen worden ontcijferd.Is tappen (nog) effectief?Over de effectiviteit van tappen zijn de afgelopenjaren tegenstrijdige onderzoeksresultatengepubliceerd. In 1991 rapporteren Van derWerff en Bol dat het voordeel van de tap isdat opspor<strong>in</strong>gsambtenaren kunnen achterhalenmet wie de verdachte contact heeft enwanneer hij of zij afwezig is. Voor de <strong>in</strong>houdvan de gesprekken beoordelen zij het tappenals m<strong>in</strong>der nuttig (Van der Werff en Bol,1991). Een jaar later stelt Riks dat tappensteeds m<strong>in</strong>der rendement oplevert, omdat hetcrim<strong>in</strong>ele milieu anticipeert op de telefoontap.Naar zijn idee geven verdachten er de voorkeuraan elkaar te ontmoeten om het gesprek<strong>in</strong> persoon voort te zetten (Riks, 1992).In 1995 concludeert Van Koppen op basis vanAmerikaanse gegevens dat afluisteren eenoverschat middel voor opspor<strong>in</strong>g en bewijsis. Slechts <strong>in</strong> ger<strong>in</strong>ge mate zou afluisterenbijdragen aan het succes van de opspor<strong>in</strong>gen aan de bewijsvoer<strong>in</strong>g ter terechtzitt<strong>in</strong>g. Eenvan de oorzaken hiervan zou zijn dat verdachtenhun crim<strong>in</strong>ele communicatie zodanigweten te verpakken dat deze tussen normale


Hoofdstuk 4116telefoongesprekken niet opvalt (Van Koppen,1995).Naar aanleid<strong>in</strong>g van een onderzoek naar deeffectiviteit van grote strafrechtelijke milieuonderzoekenconcluderen Van den Berg enEshuis (1996) dat 'harde' bewijzen doorgaansniet via deze methode zijn verzameld. Deopbrengst van tappen is echter wel dat <strong>in</strong>dicatiesworden verkregen voor strafbare feiten endat het netwerk en de rol en betrokkenheidvan verdachten <strong>in</strong>zichtelijk worden gemaakt.Bovendien biedt tappen aanknop<strong>in</strong>gspuntenvoor andere onderzoeksmethoden (observatie,verhoor, et cetera).In hetzelfde jaar concluderen Reijne e.a.(1996) <strong>in</strong> een onderzoeksrapportage over deeffectiviteit van tappen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> dat degeïnterviewde politie- en justitiefunctionarissende tap als een effectief opspor<strong>in</strong>gsmiddelzien. Vooral bij delicten die structureel en <strong>in</strong>georganiseerd verband worden gepleegdwordt de effectiviteit hoog <strong>in</strong>geschat.Hoe verhouden deze uitspraken zich nu totons onderzoeksmateriaal? Op basis van onzegesprekken met teamleiders en officieren vanjustitie moeten wij eveneens concluderen datde betrokkenen de effectiviteit van tappenhoog <strong>in</strong>schatten. In ruim tweederde (25) vande onderzoeken waar<strong>in</strong> taps werden geplaatst(38), beoordelen zij het als een opspor<strong>in</strong>gsmethodedie veel betrouwbare <strong>in</strong>formatieheeft opgeleverd. Indien wij hierbij <strong>in</strong> ogenschouwnemen dat verdachten veelvuldig(gecomb<strong>in</strong>eerd) gebruik maken van codetaal(<strong>in</strong> 22 casussen), van mobiele telecommunicatie(<strong>in</strong> 25 casussen) en openbare telefoonaansluit<strong>in</strong>gen(<strong>in</strong> 18 casussen), dan is dit eenopmerkelijk resultaat. Ondanks het feit dat hetcrim<strong>in</strong>ele milieu anticipeert op opspor<strong>in</strong>gsactiviteitenkan dus niet <strong>in</strong> afdoende mate wordenvoorkomen dat <strong>in</strong>formatie de opsporendeoverheid bereikt.Is deze <strong>in</strong>formatie ook (<strong>in</strong>houdelijk) relevant?Wanneer we de aandacht richten op de <strong>in</strong>houdvan de afgeluisterde telefoongesprekken,dan blijkt dat tappen <strong>in</strong> de eerste plaatsveel <strong>in</strong>formatie oplevert over het netwerk vanverdachten: de betrokkenheid en de rollenvan mededaders en die van de wettigeomgev<strong>in</strong>g. Zeker <strong>in</strong> die gevallen waar<strong>in</strong> dewettige omgev<strong>in</strong>g het crim<strong>in</strong>ele milieu nietsvermoedendondersteunt of dienstbaar is, istappen <strong>in</strong>formatief. In dat geval moetendaders immers openlijk over hun activiteitencommuniceren en kunnen zij geen versluierdetaal gebruiken.In de tweede plaats geeft tappen <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong>de psychologie van het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverband:de mate waar<strong>in</strong> wantrouwen,angst en onrust het samenwerk<strong>in</strong>gsverbandbeheersen en de mate waar<strong>in</strong> mededadersdoor middel van <strong>in</strong>timidatie en geweld <strong>in</strong> hetgareel worden gehouden (bijvoorbeeld: casus26, 27, 30, 31, 36, 38 en 40).In de derde plaats levert afluisteren <strong>in</strong>formatieop over de wat- en hoe-vragen: de illegaleactiviteiten, de manier waarop deze plaatsv<strong>in</strong>den,de omvang en het verloop ervan ende problemen hieromtrent. Ondanks het opspor<strong>in</strong>gsrisicowordt er meer dan <strong>in</strong>cidenteeltelefonisch onderhandeld over prijzen, productenen diensten (bijvoorbeeld: casus 6, 19,20, 32, 33 en 35); worden er handelsroutesbesproken (bijvoorbeeld: casus 6, 9, 22, 25 en30); en wordt er doorgegeven wanneer (ensoms waar) de lever<strong>in</strong>g van smokkelwaar zalplaatsv<strong>in</strong>den (bijvoorbeeld: casus 20, 21, 22,23, 25 en 33).Tenslotte voorziet afluisteren <strong>in</strong> <strong>in</strong>formatieover f<strong>in</strong>anciële zaken. Daders bespreken bijvoorbeeldde manier waarop het geld veilignaar het buitenland zal worden overgebracht(koeriers, wisseltransacties; casus 6, 8 en 11).Ook bespreekt men de manier waarop geldenworden aangewend (<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> onroerendgoed, luxegoederen; casus 1, 2 en 33) en


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor117(het beheer van) bezitt<strong>in</strong>gen (casus 6, 9, 30en 36). In een enkel geval voorziet afluisteren<strong>in</strong> rechtstreekse <strong>in</strong>formatie over de illegaleomzet (casus 36). Daarnaast levert afluisterengegevens op, op basis waarvan opspor<strong>in</strong>gsambtenareneen <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g kunnen makenvan het wederrechtelijk verkregen voordeel(bijvoorbeeld: casus 1, 6, 19, 22, 32, 33 en 35).De effectiviteit van tappen kan moeilijklos van de <strong>in</strong>zet van andere opspor<strong>in</strong>gsmethodenworden beoordeeld en los vanspecifieke criteria zoals de bijdrage aan hetbewijs of de stur<strong>in</strong>g van het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek.Wel kan worden geconcludeerd dattappen - ondanks het gebruik van codetaal -relevante <strong>in</strong>formatie kan opleveren over desamenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,de psychologische aspecten vandeze samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, de aard enomvang van de illegale activiteiten, de modusoperandi en de f<strong>in</strong>anciële aspecten van dezaak.4.3.3 Contra de overheid?Bij het hanteren van 'contrastrategieën' gaat het crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandde confrontatie aan met de overheid: 'Dan gaat het niet meer om maatregelen dieworden getroffen om het eigen optreden voor de overheid te verheimelijken, maarom maatregelen die worden getroffen om het optreden van de overheid te bestrijden',aldus de onderzoeksgroep Fijnaut (PEO, Bijlage VII, 1996, p. 133). Bij dergelijkecontrastrategieën kan het gaan om contra-observatie, corruptie, <strong>in</strong>timidatie, de<strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van de media of het gebruik van <strong>in</strong>vloedrijke derden.Ons onderzoeksmateriaal over contrastrategieën is beperkt. Wel werpen de door onsonderzochte zaken enig licht op de aard van de toegepaste contrastrategieën en opde mogelijke achtergronden daarvan.Vermijd<strong>in</strong>gsgedragOpvallend is dat <strong>in</strong> verschillende van de door ons onderzochte zaken daders blijvendoorgaan met het vermijden van de overheid, ook nadat er een confrontatie met deoverheid heeft plaatsgevonden <strong>in</strong> de vorm van bijvoorbeeld <strong>in</strong>beslagnem<strong>in</strong>gen ofaanhoud<strong>in</strong>gen van mededaders. Men zet de illegale activiteiten gewoon voort enprobeert daarbij de overheid te vermijden met precies dezelfde methoden als <strong>in</strong> devorige paragrafen beschreven zijn. Zo blijven de drugszend<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> casus 11 ook naverschillende <strong>in</strong>beslagnames <strong>in</strong> een constante stroom doorgaan en wordt <strong>in</strong> casus 40de productie van illegale cd's en cd-rom's ondanks de vele <strong>in</strong>beslagnames hardnekkigvoortgezet.70 Een mogelijke verklar<strong>in</strong>g voor dit voortgezet vermijd<strong>in</strong>gsgedrag ishet f<strong>in</strong>anciële belang van de illegale activiteiten. Misschien dat dit f<strong>in</strong>anciële belang70 Andere voorbeelden betreffen beknopte casus 1 (sigarettenfraude), casus 36 (merkvervals<strong>in</strong>g) en 38(grondstoffen voor synthetische drugs).


Hoofdstuk 4 118zelfs nog sterker speelt na een <strong>in</strong>beslagname, aangezien verliezen moeten wordengecompenseerd en leveranciers of afnemers tevreden moeten worden gesteld.Bij dit voortgezet vermijd<strong>in</strong>gsgedrag kunnen daders overigens ook ler<strong>in</strong>g trekken uithet overheids<strong>in</strong>grijpen.71 Zo houdt de paspoortvervalser uit casus 9 na zijn aanhoud<strong>in</strong>gzijn vervals<strong>in</strong>gsactiviteiten beter geheim en - nadat verschillende klanten bijcontroles worden aangehouden - wijkt hij uit naar andere vliegvelden. Daarnaastblijken geldwisselaars te reageren op verscherpte regelgev<strong>in</strong>g door gebruik te makenvan het zogenaamde smurfen en door uit te wijken naar buitenlandse geld<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen(zie: hoofdstuk 3). Opmerkelijk hierbij is overigens dat sommige geldwisselaarsweliswaar de grens over gaan, maar dat het vermijd<strong>in</strong>gsgedrag verder erg beperkt is.Zo blijven sommige. geldwisselaars zich gewoon op eigen naam of op naam van eeneigen bedrijf identificeren (beknopte casus 34 en 53) en wisselen zij op vaste dagenen vaste tijdstippen bij vaste kantoren (beknopte casus 53).Ook <strong>in</strong> andere onderzochte zaken zien we dat de grens daders beschermt tegenopspor<strong>in</strong>gs- of controle-activiteiten. Zo zien we <strong>in</strong> casus 6 dat een groep Engelsedaders uitwijkt naar <strong>Nederland</strong>, omdat de grond hen te heet onder de voeten wordt.Tevens blijkt dat controle <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> op bijvoorbeeld perserijen, voor daders eenreden kan zijn om hun heil <strong>in</strong> het buitenland te zoeken (zie: paragraaf 3.3.1). Hetvermijden van overheid en opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties staat hierbij centraal.In de onderzochte zaken zien we naast voortgezet vermijd<strong>in</strong>gsgedrag echter ookandere reacties op overheids<strong>in</strong>grijpen zoals onderduiken; vluchten naar het buitenland;het vernietigen van bewijs; het des<strong>in</strong>formeren van politieambtenaren; en hetontkennen of hardnekkig zwijgen bij verhoor. Specifiek voor de onderzochte drugszakenzijn: het toepassen van 'radio-stiltes' (geen telefoonverkeer); het aansprekenof 'afschudden' van observatieteams; en het bedreigen van opspor<strong>in</strong>gsambtenaren.Wat specifieke contrastrategieën betreft, hebben we <strong>in</strong> de onderzochte zaken vooralvoorbeelden aangetroffen van contra-observatie en corruptie.72 Deze twee onderwerpenzullen <strong>in</strong> het onderstaande daarom iets uitgebreider worden behandeld.Contra-observatieBij een aantal onderzochte drugszaken wordt meld<strong>in</strong>g gemaakt van het feit dat verdachtengebruik maken van contra-observatie. Hierbij tekenen we aan dat contraobservatieeen veelvoud aan activiteiten kan omvatten73 en dat het vaak moeilijk isom te bepalen of bepaalde <strong>in</strong>cidenten het gevolg zijn van contrastrategieën of datdeze een andere achtergrond kennen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de geruchtmakende<strong>in</strong>braak bij het Landelijk Rechercheteam, waarbij onder meer een computer met ver-71 Andere voorbeelden betreffen beknopte casus 55 en 56.72 Met betrekk<strong>in</strong>g tot het misbruik van <strong>in</strong>vloedrijke derden wordt verwezen naar hoofdstuk 3.73 De onderzoeksgroep Fijnaut omschrijft contra-observatie als'het verzamelen van <strong>in</strong>formatie over hetdoen en laten van de politie, justitie of andere overheidsorganen met de bedoel<strong>in</strong>g daar het eigen optredenbeter op af te kunnen stemmen' (PEO, Bijlage VII, 1996 , p. 133).


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 119trouwelijke <strong>in</strong>formatie werd gestolen. Achteraf werd duidelijk dat het een 'gewone'<strong>in</strong>braak betrof door daders die niets te maken hadden met - door sommige mediagesuggereerde - contrastrategieën van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Dat contra-observatie echter beslist geen fictie is, blijkt onder meer uit een onderzoekdat startte naar aanleid<strong>in</strong>g van verschillende <strong>in</strong>cidenten zoals het aantreffenvan zenders bij politiepersoneel, het 'aankiezen' van semafoons, de diefstal vanpolitie- en justitiegegevens en verscheidene <strong>in</strong>braken bij politie en justitie. Ditonderzoek leidde uite<strong>in</strong>delijk tot de aanhoud<strong>in</strong>g van een groep verdachten die vooreen deel van de desbetreffende <strong>in</strong>cidenten verantwoordelijk werd geacht:Bij de huiszoek<strong>in</strong>gen trof men onder meer crypto-apparatuur aan en cassettebandjesvan gedecrypte gesprekken van observatieteams. Tevens trof men privé-adressen entweeduizend kentekens van politie- en justitiepersoneel aan evenals frequenties vanradio-, mobilofoon- en portofoonkanalen, scanners, peilantennes, richtmicrofoons eneen nachtkijker. Hoe de <strong>in</strong>formatie van de onderzochte facilitators mogelijk is doorgespeeldaan bepaalde crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bleek uiterst moeilijk aante tonen (casus 21).Hoewel contra-observatie door crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden dus uiterstmoeilijk aantoonbaar is (zie ook: paragraaf 3.3.2), blijkt uit enkele onderzochtezaken dat daders goed bekend zijn met de frequenties van radio-, mobilofoon- enportofoonkanalen van opspor<strong>in</strong>gsdiensten. Ook beschikken sommigen over vrijcomplete en actuele <strong>in</strong>formatie over kentekens van auto's die bij de opspor<strong>in</strong>g zijnbetrokken. Daarnaast blijken enkele onderzochte daders <strong>in</strong> het bezit te zijn van afluisterapparatuuren apparatuur om peilzenders op te sporen.CorruptieContra-observatie treffen we vooral aan <strong>in</strong> de zaken waar de opspor<strong>in</strong>g de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vrij dicht op de huid zit;74 corruptie treffen we vooral daar aanwaar er raakvlakken bestaan tussen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de wettige omgev<strong>in</strong>g.In hoofdstuk 3 is reeds aandacht besteed aan de verschillende mogelijkhedendie de wettige omgev<strong>in</strong>g biedt aan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en aan de corruptiegevoeligecontacten die hieruit kunnen voortvloeien. Hier beperken wij ons tot decorruptie van overheidspersoneel.75In 22 van de door ons onderzochte casussen wordt meld<strong>in</strong>g gemaakt van één of meergevallen van (vermoedelijke) corruptie van overheidspersoneel <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen- of buitenland.De gedetailleerdheid van onze <strong>in</strong>formatie over deze (vermoedelijke) corruptiegevallenis echter beperkt vanwege de gevoelige aard van de materie en de moeilijke74 Dit wordt ook wel 'de paradox van de afscherm<strong>in</strong>g' genoemd: naarmate politie en justitie de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> dichter op de huid zitten, zal waarschijnlijk - als reactie - de mate van afscherm<strong>in</strong>gtoenemen.75 Zie ook: Valkenburg en De Weert (1998).


Hoofdstuk 4 120bewijsbaarheid van corruptie.76 Wel geeft ons onderzoeksmateriaal enig <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong>de aard van de corruptiegevallen en de achtergronden daarvan.Bij de aangetroffen voorbeelden van corruptie kunnen we drie verschillende doelenonderscheiden: het verkrijgen van benodigde middelen zoals vergunn<strong>in</strong>gen, paspoorten,visa of vervalste documenten; het omzeilen van controles (bijvoorbeeld:grenscontroles, bordeelcontroles, et cetera); en het verkrijgen van opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>formatie(bijvoorbeeld: <strong>in</strong>formatie over lopend opspor<strong>in</strong>gsonderzoek of op handenzijnde politieacties).Naast omkop<strong>in</strong>g en een enkel geval van <strong>in</strong>timidatie is de mogelijke achtergrond vancorruptie meer dan <strong>in</strong>cidenteel te v<strong>in</strong>den <strong>in</strong> de comb<strong>in</strong>atie van sociale contactenen (deels) gelijkgerichte belangen. Hierbij gaat het <strong>in</strong>itiatief niet alleen uit van 'hetcrim<strong>in</strong>ele milieu', zoals blijkt uit één van de onderzochte casussen:Gemeenteambtenaar B regelt b<strong>in</strong>nen de gemeente de controles op grond van devreemdel<strong>in</strong>genwet. Bordeelhouder A, die deze ambtenaar kent van de motorclub,meldt zijn vrouwen bij hem aan, al dan niet <strong>in</strong> aanwezigheid van de desbetreffendevrouwen. De ambtenaar deelt met A een zekere passie voor 'het goede leven' en isniet onverschillig voor de charmes van de vrouwen. Met één van de prostituees beg<strong>in</strong>thij een buitenechtelijke relatie. De ambtenaar raakt steeds meer betrokken bij de handel<strong>in</strong> vrouwen en laat zich daarvoor onder meer '<strong>in</strong> natura' uitbetalen. Hij vervalstdocumenten voor de betrokken vrouwen en zorgt ervoor dat controles op grond vande Vreemdel<strong>in</strong>genwet achterwege blijven. Daarnaast haalt hij soms vrouwen op uithet buitenland en bemoeit hij zich met de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g van het bordeel.Ook bestaan er bedenkelijke contacten met politiefunctionarissen, die <strong>in</strong> het kadervan hun werk of buiten diensttijd het bordeel bezoeken. Zij leveren de bordeelhoudervooral <strong>in</strong>formatie over politieactiviteiten en voorzien hem van advies over constructiesom de vrouwen ogenschijnlijk legaal te laten werken.Aangezien ons onderzoeksmateriaal met betrekk<strong>in</strong>g tot het onderwerp corruptiebeperkt is, verwijzen wij ook naar het <strong>in</strong> opdracht van het <strong>WODC</strong> uitgevoerde onderzoek'Lekkenof verstrekken' (Van Ruth en Gunther Moor, 1997). Dit onderzoek besteedtaandacht aan de <strong>in</strong>formele uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatie uit politieregistersmet derden, waaronder 'het crim<strong>in</strong>ele milieu'. 77 Eén van de hoofdconclusies is dat<strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g meestal plaats v<strong>in</strong>dt b<strong>in</strong>nen bestaande sociale structuren:'Veel gevallen zijn rechtstreeks te herleiden tot zulke structuren. De familie- envriendenkr<strong>in</strong>g, organisatorische verbanden als de (sport)verenig<strong>in</strong>g of de collega'svan het werk, "<strong>in</strong>formele" verbanden als het old boys-netwerk alsmede de etnische76 Daarom zal ook niet expliciet naar bepaalde casussen worden verwezen.77 In het onderzoek wordt aandacht besteed aan <strong>in</strong>formele <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g met 'de bovenwereld','het grijze gebied' en 'de onderwereld'. Hierbij maakt men gebruik van dossiers uit de periode1993-1995 en <strong>in</strong>terviews met sleutelpersonen.


De omgev<strong>in</strong>g als risicofactor 121categorie, zijn doorslaggevende factoren gebleken <strong>in</strong> de uitwissel<strong>in</strong>g' (Van Ruth enGunther Moor, 1997, p. 287).Informatie-uitwissel<strong>in</strong>g met het crim<strong>in</strong>ele milieu wordt volgens de auteurs vooralveroorzaakt door familie- en vriendschapsbanden en omkop<strong>in</strong>g. Daarnaast concluderenzij dat bij 'risico-contacten' met het crim<strong>in</strong>ele milieu tevens persoonlijkefactoren en nevenactiviteiten van politiefunctionarissen een rol kunnen spelen endat het <strong>in</strong>itiatief voor contacten met het crim<strong>in</strong>ele milieu ook van de betrokkenpolitiefunctionarissen zelf kan uitgaan (Van Ruth en Gunther Moor, 1997, p. 251).Tenslotte wordt nog gewezen op twee categorieën politiemensen, die om bepaalderedenen een verhoogd corruptierisico zouden lopen: politiefunctionarissen vanallochtone herkomst en politiefunctionarissen die werkzaam zijn bij bijzonder risicovolleafdel<strong>in</strong>gen zoals de RCID of de Vreemdel<strong>in</strong>gendienst (Van Ruth en GuntherMoor, 1997, p. 288).Samenvattend kan worden geconcludeerd dat contrastrategieën tegen de overheidbeslist geen fictie zijn. Ook dient echter te worden gewezen op een verschijnselwaaraan veel m<strong>in</strong>der ruchtbaarheid wordt gegeven, namelijk dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenmet succes de confrontatie met de overheid uit de weg gaan.4.4 RecapitulatieCrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden geconfronteerd met risico's die nietalleen worden veroorzaakt door de opsporende overheid maar ook door het crim<strong>in</strong>elemilieu zelf. Het crim<strong>in</strong>ele milieu vormt enerzijds een risico vanwege vrijwel'onvermijdelijke' en alledaagse risico's: er worden fouten gemaakt of er is sprake vanmiscommunicatie. Anderzijds kan er sprake zijn van meer opzettelijk veroorzaakteproblemen: 'ripdeals', het afleggen van belastende verklar<strong>in</strong>gen of daders die - buitenhet samenwerk<strong>in</strong>gsverband om - voor zichzelf beg<strong>in</strong>nen.Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden gebruiken een breed scala aan probleemoploss<strong>in</strong>genen maatregelen om deze problemen te voorkomen, zoals beveilig<strong>in</strong>gsmaatregelen,het alleen zaken doen met bekenden en het samenwerken op basis vanbeperkte <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g ('need to know'). Ook is er sprake van verschillendeb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen: sociale relaties, economisch voordeel en tenslotte (de dreig<strong>in</strong>gmet) geweld.Intimidatie en geweld vormen dus slechts één van de mogelijke antwoorden op problemen.Doordat er grote f<strong>in</strong>anciële belangen op het spel staan <strong>in</strong> een grotendeelsongereguleerde wereld en doordat moedwil, misverstand en onvermogen moeilijkvan elkaar zijn te onderscheiden, dreigt op de achtergrond steeds het gevaar vangewelddadige escalatie. Vormen van <strong>in</strong>timidatie of geweld treffen wij dan ook aan<strong>in</strong> het merendeel van de onderzochte casussen. Alleen bij de mensensmokkelzakenis hiervan nagenoeg geen sprake.Liquidatie is de meest extreme reactie op problemen. Diefstal en bedrog vormen <strong>in</strong>de door ons onderzochte zaken waarschijnlijk de belangrijkste achtergronden van


Hoofdstuk 4 122liquidaties. De thans beschikbare gegevens van de DCRI maken het echter moeilijkom verantwoorde conclusies te trekken over liquidaties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.Ook de wettige omgev<strong>in</strong>g levert risico's op voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden:enerzijds door 'onvermijdelijke' confrontaties met overheidscontroles en anderzijdsdoor de risico's van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g.Voor de onvermijdelijke confrontaties met overheidscontroles treffen alle onderzochtecrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden maatregelen. Dit geldt ook voor deonderzochte mensensmokkelaars en vrouwenhandelaren, die het risico van opspor<strong>in</strong>gen vervolg<strong>in</strong>g doorgaans als uiterst ger<strong>in</strong>g beschouwen. Verder valt bijde onderzochte vrouwenhandelaren op dat de betrokken vrouwen ernstig wordengeïntimideerd en dat deze <strong>in</strong> sommige gevallen het slachtoffer worden van excessievevormen van geweld. De belangrijkste achtergrond hiervan is waarschijnlijkniet zozeer het voorkomen van opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g, maar veeleer het f<strong>in</strong>anciëlebelang dat vrouwenhandelaren hebben bij het onder de duim houden van de betrokkenvrouwen.Drugshandelaren houden <strong>in</strong> de onderzochte zaken volop reken<strong>in</strong>g met de risico'svan opspor<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g. Een belangrijke conclusie is echter dat - ondanks hetveelvuldig gebruik van codetaal - het aftappen van telefoongesprekken en anderevormen van telecommunicatie relevante <strong>in</strong>formatie blijkt op te leveren over ondermeer de samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, de psychologischeaspecten van deze samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, de aard en de omvang van de uitgevoerdeillegale activiteiten, de 'modus operandi' en de f<strong>in</strong>anciële aspecten van dezaak.Tenslotte blijkt dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> sommige gevallen deopsporende overheid ook actief proberen te bestrijden door middel van contrastrategieën.In ons casusmateriaal treffen wij verschillende voorbeelden aan van contraobservatieen corruptie. Daarnaast blijkt echter dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenook met succes de confrontatie met de overheid weten te vermijden. Daarbijkunnen zij ler<strong>in</strong>g trekken uit het overheidsoptreden en bieden nationale grenzenbescherm<strong>in</strong>g tegen opspor<strong>in</strong>gs- of controle-activiteiten.


5Slotbeschouw<strong>in</strong>g5.1 Inleid<strong>in</strong>gIn dit slothoofdstuk komen de belangrijkste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen aan de orde, alsook de aanbevel<strong>in</strong>genen discussiepunten die naar aanleid<strong>in</strong>g van ons onderzoek geformuleerdkunnen worden. Het is de 'proof of the pudd<strong>in</strong>g'. De <strong>WODC</strong>-monitor georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is immers bedoeld om op basis van de resultaten van grootschaligeopspor<strong>in</strong>gsonderzoeken ler<strong>in</strong>g te trekken voor de toekomst. Aan de orde is de vraagwat de mogelijke implicaties zijn van de voorgaande hoofdstukken voor de preventieen de bestrijd<strong>in</strong>g van vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Aanbevel<strong>in</strong>gen omtrenthet <strong>in</strong>terne functioneren van de rechercheteams en de wijze van leid<strong>in</strong>ggevendoor het openbaar m<strong>in</strong>isterie (OM) vallen buiten het bestek van dit onderzoek.78Ons theoretisch perspectief legt de nadruk op de <strong>in</strong>teractie tussen vormen vangeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de maatschappelijke omgev<strong>in</strong>g. <strong>Georganiseerde</strong><strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt niet voorgesteld als een `alien conspiracy' maar als een sociaalverschijnsel dat gestalte krijgt <strong>in</strong> de wisselwerk<strong>in</strong>g met de omgev<strong>in</strong>g. Onder dezemaatschappelijke omgev<strong>in</strong>g verstaan wij zowel de wettige sectoren van de samenlev<strong>in</strong>gals het crim<strong>in</strong>ele milieu. Het perspectief komt naar voren <strong>in</strong> de opbouw en de<strong>in</strong>houd van deze rapportage. In hoofdstuk 2 is besproken hoe personen samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenvormen met elkaar en hoe deze zich. verhouden tot hun socialenetwerken. Zo zien wij dat de sociale basis van groepen die zich bezig houden met<strong>in</strong>ternationale drugssmokkel of mensensmokkel wordt gevormd door familiebanden,huwelijks- of vriendschapsrelaties. Dergelijke relaties zijn meestal al aanwezigvoordat men met elkaar gaat samenwerken <strong>in</strong> het plegen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Etnischegemeenschappen fungeren bijvoorbeeld als bruggenhoofden voor drugs afkomstiguit de herkomstlanden. De sociale omgev<strong>in</strong>g is ook op de andere misdaadterre<strong>in</strong>eneen belangrijke voed<strong>in</strong>gsbodem van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.In de hoofdstukken 3 en 4 is vervolgens dieper <strong>in</strong>gegaan op het functioneren vandeze verbanden <strong>in</strong> relatie tot hun omgev<strong>in</strong>g. Er bestaan vele raakvlakken tussen vormenvan georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en hun sociale omgev<strong>in</strong>g. De omgev<strong>in</strong>g heeft<strong>in</strong> deze contacten twee gezichten.Aan de ene kant is de omgev<strong>in</strong>g bedreigend voor crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Deze kunnen immers schade onderv<strong>in</strong>den van controle- of opspor<strong>in</strong>gsactivi-78 Deze aspecten komen overigens aan de orde <strong>in</strong> een onderzoek naar de evaluatie van de Kernteams,waartoe het <strong>WODC</strong> opdracht heeft gegeven. De resultaten van dit onderzoek, verricht door het IVA teTilburg, zijn recent gepubliceerd (Gooren e.a., 1998).


Hoofdstuk 5 124teiten. Ook <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu zijn risico's aanwezig, bijvoorbeeld <strong>in</strong> de vormvan bedrog (ripdeals) of buitensporig geweld als reactie op zakelijke men<strong>in</strong>gsverschillen.Wij zien dat samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden anticiperen op dergelijke bedreig<strong>in</strong>gen,onder meer door gebruik te maken van codetaal <strong>in</strong> hun onderl<strong>in</strong>ge communicatieen door hun activiteiten geheim te houden, ook tegenover het crim<strong>in</strong>ele milieu.Deze geheimhoud<strong>in</strong>g beperkt zowel de mogelijkheden tot samenwerk<strong>in</strong>g als demogelijkheden van open competitie. Het is als gevolg van deze geheimhoud<strong>in</strong>g voordaders bovendien moeilijk om uit te maken of verkeerd lopende zaken <strong>in</strong> de samenwerk<strong>in</strong>gmet anderen te wijten zijn aan moedwil, misverstand of onvermogen vande veroorzaker van de problemen. Daarnaast beschikken daders over m<strong>in</strong>dermogelijkheden om problemen te voorkomen of op te lossen dan het geval is <strong>in</strong> de'legale' wereld. Als gevolg hiervan kunnen alledaagse fouten of 'gewone' zakelijkemen<strong>in</strong>gsverschillen uitgroeien tot gewelddadige conflicten. Daders van georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> worden wel eens vergeleken met gewone ondernemers, die zichdoor w<strong>in</strong>stbejag laten leiden. Deze vergelijk<strong>in</strong>g miskent evenwel dat het illegalekarakter van de bedrijfsvoer<strong>in</strong>g sterk van <strong>in</strong>vloed is op de aard van de samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenen op de relatie van de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met hun omgev<strong>in</strong>g.Aan de andere kant is de omgev<strong>in</strong>g niet alleen een risicofactor maar ook een bondgenoot.De bewuste of onbewuste medewerk<strong>in</strong>g van de omgev<strong>in</strong>g is onmisbaar voorde productie van illegale goederen of voor de afname ervan. Soms toont de omgev<strong>in</strong>gzich zelfs bereid om steun te geven aan de uitvoer<strong>in</strong>g of de afscherm<strong>in</strong>g vanmisdrijven. Slechts we<strong>in</strong>ig vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> brengen louternadeel toe aan anderen; vaak is er naast het toebrengen van schade ook sprake vanhet ontstaan van symbiotische relaties met onderdelen van de maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g. Op deze kant van de omgev<strong>in</strong>g spelen de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden ook<strong>in</strong>, namelijk door <strong>in</strong> plaats van zich af te zonderen te kiezen voor het aanknopen vancontacten met de omgev<strong>in</strong>g. Crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden blijken elkaar <strong>in</strong>de onderzochte zaken niet <strong>in</strong> felle concurrentieslagen te bestrijden; voorzover ersprake is van contacten zijn deze er vooral op gericht om door samenwerk<strong>in</strong>gwederzijds voordeel te behalen of gemeenschappelijke problemen op te lossen.Of de omgev<strong>in</strong>g meer risicofactor is of bondgenoot hangt niet alleen af van de wijzewaarop de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden met de gevaren en mogelijkheden van deomgev<strong>in</strong>g omgaan. Van belang is ook <strong>in</strong> hoeverre de gepleegde misdrijven schadetoebrengen aan of voordeel opleveren voor de omgev<strong>in</strong>g. Groepen die zich met ripdealsof flessentrekkerij bezighouden zullen eerder tegen de risico's van hun bedrijvigheidoplopen dan mensensmokkelaars, EU-fraudeurs, geldwisselaars ofvrouwenhandelaren.Het theoretisch perspectief biedt, tenslotte, ook een handzaam schema voor hetformuleren van de aanbevel<strong>in</strong>gen. Het bestaan van de wisselwerk<strong>in</strong>g met de maatschappelijkeomgev<strong>in</strong>g biedt goede aanknop<strong>in</strong>gspunten voor aanbevel<strong>in</strong>gen voorde preventie en bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Deze aanbevel<strong>in</strong>gen


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 125kunnen twee richt<strong>in</strong>gen uitgaan. Zij kunnen gericht zijn op het stimuleren van derisicofactoren voor de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en op het verm<strong>in</strong>deren van defaciliterende rol die de omgev<strong>in</strong>g speelt. Kort gezegd: verhoog de risico's en verm<strong>in</strong>derde baten <strong>in</strong> de raakvlakken tussen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de omgev<strong>in</strong>g.In de volgende paragrafen werken wij deze gedachten uit met betrekk<strong>in</strong>g tot devolgende onderwerpen: crim<strong>in</strong>ele netwerken (paragraaf 5.2), sociale relaties (paragraaf5.3), raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>g (paragraaf 5.4) en confrontatiesmet de overheid (paragraaf 5.5). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een epiloog(paragraaf 5.6).5.2 Crim<strong>in</strong>ele netwerkenEén van de <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gende conclusies van ons onderzoek is dat de wereld vande georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt gekenmerkt door samenwerk<strong>in</strong>gsverbandendie geregeld van samenstell<strong>in</strong>g veranderen en waar<strong>in</strong> dus ook de taakverdel<strong>in</strong>gtussen de leden niet duurzaam van karakter is. Deze kenmerken wijken af van hetbeeld van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, die piramidaal van opbouw zijn enwaarbij taakverdel<strong>in</strong>g en taakuitvoer<strong>in</strong>g volgens vaste patronen verlopen die doorgedragscodes en <strong>in</strong>terne sancties worden gehandhaafd. Hiermee is uiteraard nietgezegd dat er geen groepen zijn die hiërarchisch georganiseerd zijn en die steeds<strong>in</strong> dezelfde samenstell<strong>in</strong>g opereren. Dergelijke groepen zijn evenwel <strong>in</strong> de door onsonderzochte zaken eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel. Evenm<strong>in</strong> wordt door ons beweerddat er geen taakverdel<strong>in</strong>g zou zijn. Wij hebben <strong>in</strong> de door ons bestudeerde zakenjuist waargenomen dat <strong>in</strong> wisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden vaak dezelfdepersonen als hoofdpersonen opduiken, en dat er wel degelijk sprake kan zijn vanhiërarchische verhoud<strong>in</strong>gen. Ook is geconcludeerd dat verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbandensteeds een beroep doen op dezelfde illegale dienstverleners, zoalsondergrondse bankiers, geldwisselaars en paspoortvervalsers. Maar de aanwezigheidvan dergelijke 'knooppunten' staat de zojuist geformuleerde conclusie niet<strong>in</strong> de weg. Overheersend blijft de constater<strong>in</strong>g van het 'fluïde' karakter van desamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Dit beweeglijke karakter vormt ook de basis voor de ontwikkel<strong>in</strong>g en de groei vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en crim<strong>in</strong>ele netwerken. Personen die betrokkenraken bij crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden worden na enige tijd m<strong>in</strong>der afhankelijkvan andermans hulpbronnen, zoals geld, kennis en contacten, en zoekenvervolgens hun eigen weg. Bij deze nieuwe samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden betrekkenzij weer personen uit hun eigen sociale omgev<strong>in</strong>g en het verhaal beg<strong>in</strong>t opnieuw.Wij noemden dit <strong>in</strong> hoofdstuk 2 het 'sneeuwbaleffect', dat een belangrijker groeipr<strong>in</strong>cipelijkt te zijn dan 'rekruter<strong>in</strong>g', waarbij samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> omvangtoenemen door het aantrekken van buitenstaanders die bij gebleken geschiktheidopklimmen <strong>in</strong> de hiërarchie.


Hoofdstuk 5 126De bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is <strong>in</strong> het recente verleden sterkbeïnvloed door het beeld van piramidale organisaties. Een expliciet geformuleerdedoelstell<strong>in</strong>g van menig grootschalig rechercheonderzoek was om 'de top' van de crim<strong>in</strong>eleorganisatie aan te pakken. Mede hierdoor zijn diverse onderzoeken groot vanopzet en wordt met een lange doorlooptijd reken<strong>in</strong>g gehouden. Maar de vraag dieop basis van ons onderzoek gesteld kan worden is of men wel kan v<strong>in</strong>den waarnaarmen zoekt. Aangenomen dat er grote, ogenschijnlijk onkwetsbare topfiguren op deachtergrond aanwezig zijn, is het dan mogelijk deze via 'lagere schakels' te bereiken?De wisselende samenstell<strong>in</strong>gen van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden geven watdit betreft we<strong>in</strong>ig hoop. Veeleer moet er bij langdurige onderzoeken reken<strong>in</strong>g meeworden gehouden dat de 'targets' van het onderzoek aangepast dienen te wordenaan gewijzigde omstandigheden. Als er immers sprake is van samenwerk<strong>in</strong>gsverbandendie voortdurend van vorm veranderen, dienen ook de beelden waarop de recherchezich bij de aanvang van het onderzoek heeft gebaseerd te worden aangepast. Hetverdient daarom aanbevel<strong>in</strong>g om reeds bij de opzet van een langdurig rechercheonderzoekde mogelijkheid <strong>in</strong> te bouwen om de eigen hypothesen en doelstell<strong>in</strong>genperiodiek te actualiseren.De constater<strong>in</strong>g dat samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden fluïde van aard zijn heeft naar onzemen<strong>in</strong>g nog twee belangrijke implicaties voor de strategie van de opspor<strong>in</strong>g. In deeerste plaats kan men zich afvragen of bij de <strong>in</strong>zet van bijzondere opspor<strong>in</strong>gsmethoden<strong>in</strong> het recente verleden, zoals <strong>in</strong>filtratie en het gecontroleerd doorvoeren vandrugs, wel voldoende reken<strong>in</strong>g is gehouden met de wisselende samenstell<strong>in</strong>genwaar<strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden opereren. Zo kan men zich afvragen of de gebrekkigeresultaten die met de toepass<strong>in</strong>g van de 'Delta-methode' zijn geboekt, niet zijntoe te schrijven aan onjuiste vooronderstell<strong>in</strong>gen over de aard van het samenwerk<strong>in</strong>gsverbanddat men trachtte op te sporen. Als er immers geen sprake is van eenduurzame piramidale organisatie, dan komt de beoordel<strong>in</strong>g van de risico's en deeffectiviteit van het doorlaten van drugs en de <strong>in</strong>zet van een groei-<strong>in</strong>formant <strong>in</strong> eenheel ander daglicht te staan.In de tweede plaats zou naar onze men<strong>in</strong>g moeten worden overwogen of de doele<strong>in</strong>denvan rechercheonderzoeken niet bijgesteld zouden moeten worden. Naastlangdurig onderzoek met verregaande opspor<strong>in</strong>gsmethoden, dat nodig blijft omhoofdpersonen uit de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> aan te kunnen pakken, zou destrategie van de 'korte klappen' veelvuldiger gebruikt kunnen worden. Deze strategie,die ten onrechte wel eens als noodscenario (als het terugschroeven van ambities)wordt beschouwd, sluit misschien beter aan bij de aard en het door ons geconstateerde'groeipr<strong>in</strong>cipe' van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Korte klappen impliceertde mogelijkheid om sneller <strong>in</strong> te grijpen. Bij dit <strong>in</strong>grijpen zou de strategie gerichtkunnen zijn op het opsporen van de 'knooppunten' <strong>in</strong> de netwerken. Zoals zojuistgesteld, zijn <strong>in</strong> de wisselende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden enkele constanten te ontwaren.Het draait veelal om dezelfde hoofdpersonen en <strong>in</strong> een aantal gevallen duikenbij verschillende samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden steeds weer de namen van dezelfdeillegale dienstverleners op, zoals van documentenvervalsers en geldwisselaars. Der-


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 127gelijke dienstverleners staan <strong>in</strong> de regel ver af van de gepleegde 'gronddelicten' enstaan daardoor <strong>in</strong> het onderzoek niet op de voorgrond. Gezien.de belangrijke rol diedeze dienstverleners vervullen <strong>in</strong> het verschaffen of verspreiden van kennis aanmeerdere samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, is deze marg<strong>in</strong>ale positie onterecht. Voor hetontwaren van deze knooppunten is de <strong>in</strong>zet van misdaadanalisten onontbeerlijk.De korte klappen-strategie zou, tenslotte, ook gericht kunnen zijn op het verwijderenvan een schakel <strong>in</strong> een samenwerk<strong>in</strong>gsketen. Het logistieke proces van mensensmokkelen van de productie van en de handel <strong>in</strong> drugs vergt de <strong>in</strong>zet van personenop verschillende plaatsen <strong>in</strong> de wereld, die de verantwoordelijkheid dragen vooreen specifiek deelproject <strong>in</strong> een lange keten van activiteiten. De aanpak van enkeleschakels kan de samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de keten op de korte termijn sterk ontwrichten.Een dergelijke ontwricht<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ook plaats bij het <strong>in</strong>beslagnemen van illegale goederen.B<strong>in</strong>nen opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties valt de gedachte te beluisteren dat het jagen opkilo's drugs of op koeriers geen enkel soelaas biedt, omdat de crim<strong>in</strong>ele organisatieer niet door zou worden geraakt: koeriers en drugs zijn gemakkelijk vervangbaar,het verlies ervan zou slechts een f<strong>in</strong>ancieel bedrijfsrisico zijn dat <strong>in</strong> het licht van degrote w<strong>in</strong>sten van ger<strong>in</strong>g belang is. Deze gedachte wordt niet door onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gengestaafd. Vooruitlopend op paragraaf 5.5 kan hier al worden gesteld dat dergelijke<strong>in</strong>beslagnames een gevoelige snaar b<strong>in</strong>nen samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden kunnen raken,omdat zij het onderl<strong>in</strong>g wantrouwen versterken en daardoor niet bevorderlijk zijnvoor de stabiliteit van de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Het moge evenwel duidelijk zijn dat de strategie van de korte klappen alleen nietafdoende is. De korte klappen hebben immers dezelfde beperk<strong>in</strong>gen die ook aanhet 'snellen van koppen' kleven: het rendement is van korte duur. Maar dit neemtuiteraard niet weg dat de strategie een belangrijk onderdeel kan vormen b<strong>in</strong>nen hetgroter geheel van overige preventieve en repressieve activiteiten.5.3 Sociale relatiesSociale relaties blijken, zoals wij <strong>in</strong> paragraaf 5.1 al constateerden, de basis te vormenvan crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Wij werken deze conclusie hier verderuit en behandelen vervolgens de mogelijke implicaties hiervan voor de preventie enbestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.Sociale relaties ontstaan niet willekeurig, maar volgen veelal de wetten van socialeen geografische afstand. Dit zien wij ook terug <strong>in</strong> de samenstell<strong>in</strong>g en werkwijze vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zo zien wij <strong>in</strong> enkele onderzochte casussenvrijwel alleen maar daders die geboren en getogen zijn <strong>in</strong> dezelfde stad of <strong>in</strong> dezelfdebuurt. Zij leggen zich voornamelijk toe op het bedienen van lokale illegale markten.Ook <strong>in</strong> andere casussen zien wij dat de voornaamste crim<strong>in</strong>ele activiteiten bestaanuit het bevoorraden van markten <strong>in</strong> landen of plaatsen waar men vandaan komt ofwaarmee men rechtstreekse contacten heeft.In hoofdstuk 2 is uiteengezet hoe sociale relaties de brug slaan tussen crim<strong>in</strong>ele netwerken<strong>in</strong> verschillende landen. De sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen die bijvoorbeeld door migratie


Hoofdstuk 5 128zijn ontstaan tussen <strong>Nederland</strong> en de moederlanden bieden een vruchtbare voed<strong>in</strong>gsbodemvoor <strong>in</strong>ternationale drugshandel, omdat deze moederlanden tevensbelangrijke bronlanden of doorvoerlanden zijn van drugs. Niet etniciteit vormt <strong>in</strong>deze voorbeelden de basis van de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, maar desociale relaties die tussen de verschillende personen bestaan.Blijkens de literatuur over georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt vaak het bestaanverondersteld van etnische scheidslijnen tussen crim<strong>in</strong>ele groepen. Ook door deonderzoeksgroep Fijnaut wordt geconcludeerd dat er sprake is van geslotenheid vanetnische circuits. Dit zou met name bij Ch<strong>in</strong>ezen en Turken het geval zijn (PEO, BijlagevII, 1996, p. 209). Wij concluderen dat etniciteit een belangrijke rol speelt <strong>in</strong> hetleven van mensen en om die reden, langs de weg van de sociale relaties, van <strong>in</strong>vloedis op de samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Een zekere etnischehomogeniteit valt dan ook te verwachten, maar van etnische geslotenheid is beslistgeen sprake. In verschillende van de door ons bestudeerde zaken treffen wij juisteen bonte mengel<strong>in</strong>g van etniciteiten aan. Mogelijk is dit een aanwijz<strong>in</strong>g voor eenbelangrijke trend en is er sprake van een toenemende etnische heterogeniteit vancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Toenemende <strong>in</strong>tegratie van etnische m<strong>in</strong>derheden<strong>in</strong> de <strong>Nederland</strong>se samenlev<strong>in</strong>g zal zich naar onze verwacht<strong>in</strong>g ook weerspiegelen<strong>in</strong> een meer heterogene samenstell<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden.Politie en justitie zouden hiermee <strong>in</strong> de toekomst meer reken<strong>in</strong>g moetenhouden.Ook het scala van illegale activiteiten dat gepleegd wordt door samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenis heterogener dan door de onderzoeksgroep Fijnaut is geconstateerd.Mogelijk is ook hier sprake van een recente ontwikkel<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> vooral de crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden <strong>in</strong> de drugshandel zich toeleggen op de handel <strong>in</strong> meerderesoorten drugs: synthetische en niet-synthetische drugs, hard- en softdrugs. Destell<strong>in</strong>g dat etnische groepen zich specifiek met de handel <strong>in</strong> één type drugs bezighouden(bijvoorbeeld Turken: heroïne; Colombianen: cocaïne) wordt door onscasusmateriaal weerlegd. De werkelijkheid van de <strong>Nederland</strong>se georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>blijkt er veelkleuriger uit te zien dan de stell<strong>in</strong>g van 'etnische specialisatie'doet voorkomen. Ook de stell<strong>in</strong>g dat er op het niveau van de groothandel <strong>in</strong> drugssprake zou zijn van een scheid<strong>in</strong>g van markten, wordt door ons onderzoeksmateriaalweerlegd.De consequenties van deze heterogeniteit zijn van velerlei aard. Wij volstaan hiermet twee voorbeelden. Ten eerste worden de mogelijkheden van politiële <strong>in</strong>filtratiegroter. Het is bijvoorbeeld niet meer per def<strong>in</strong>itie nodig om Turkse <strong>in</strong>filtranten <strong>in</strong> tezetten tegen Turkse samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Ten tweede kan dit consequentieshebben voor de huidige <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de aandachtsgebieden van de Kernteams. Dehuidige <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g berust immers grotendeels op de verdel<strong>in</strong>g van etnische groepen.Een dergelijke 'specialisatie' heeft onmiskenbaar voordelen voorzover het bijvoorbeeldgaat om kennis van etnische groepen en de situatie <strong>in</strong> het moederland of omde samenwerk<strong>in</strong>g met het buitenland. Anderzijds wordt door de geconstateerdeetnische heterogeniteit de noodzaak sterker om te komen tot onderl<strong>in</strong>ge samenwer-


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 129k<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g, zowel tussen Kernteams onderl<strong>in</strong>g als tussen Kernteams,regiokorpsen en andere opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties.Wat betreft het belang van sociale relaties verdient de positie van vrouwen specifiekevermeld<strong>in</strong>g. Vrouwen blijken een belangrijke rol te spelen <strong>in</strong> het leggen vancontacten en het verstevigen van de onderl<strong>in</strong>ge banden. Afgaande op onze casusbeschrijv<strong>in</strong>genkan het belang hiervan niet worden overschat. In de meerderheid vanonze casussen behoren een of meer vrouwen tot de groep van verdachten. Opmerkelijkis dat vrouwen ook <strong>in</strong> zaken waar<strong>in</strong> zij niet door de politie als verdachten zijnaangemerkt, functies hebben vervuld <strong>in</strong> de communicatie (berichten doorgeven;leggen van contacten). Het verdient, gelet op de sterke '<strong>in</strong>formatiepositie' vanvrouwen, aanbevel<strong>in</strong>g om meer aandacht aan hen te besteden bij opspor<strong>in</strong>gsonderzoeken.Sociale relaties zijn, zeker <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele milieu waar<strong>in</strong> veel achterdocht en wantrouwenbestaat, van groot belang. Zij garanderen tot op zekere hoogte het vertrouwendat men noodzakelijkerwijs <strong>in</strong> elkaar moet kunnen stellen. Men kan bijconflicten immers niet terugvallen op formele afspraken of op de rechter. Het stelselvan ondergronds bankieren, waarbij de 'bankiers' dikwijls familiebanden hebben, ishiervan het duidelijkste voorbeeld.Hoe zeer sociale relaties ook een rol spelen <strong>in</strong> de vorm<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden,het zou een misvatt<strong>in</strong>g zijn om te stellen dat deze samenwerk<strong>in</strong>gsvormenlouter vriendenclubs zijn. Juist doordat de leden bepaalde banden metelkaar hebben, worden <strong>in</strong>dividuele gedrag<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong>druisen tegen het belang vande groep gemakkelijk als deloyaal uitgelegd. Dit kan, zoals <strong>in</strong> hoofdstuk 3 aan dehand van het voorbeeld van het Brielse meer is aangegeven, tot escalatie van geweldleiden. Sociale relaties blijken niet altijd voldoende b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gskracht te geven om <strong>in</strong>de 'jungle' van de illegaliteit te kunnen overleven. Dreig<strong>in</strong>g of toepass<strong>in</strong>g van geweldis naast sociale relaties en het economisch voordeel dat mensen aan de deelnameaan een groep ontlenen, dan ook één van de 'b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen' die crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden bijeen houden. Geweld en <strong>in</strong>timidatie treffen wij overigensniet alleen <strong>in</strong> de wereld van de verdovende middelen aan. Ook <strong>in</strong> verschillendevrouwenhandelzaken en fraudezaken v<strong>in</strong>den wij sporen van <strong>in</strong>timidatie en geweld.Sociale relaties onttrekken zich aan het analytisch onderscheid tussen de wettigeomgev<strong>in</strong>g en het illegale milieu. Volgens een recent onderzoek ontstaan er problemenwanneer beide werelden worden verbonden door sociale relaties. Uit het onderzoekkomt naar voren dat 'lekken' (onoirbare <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g) vooral wordtveroorzaakt doordat de betrokkenen uit het crim<strong>in</strong>ele milieu en politiefunctionarissenelkaar uit andere hoofde kennen (Van Ruth en Gunther Moor, 1997, p. 251).Maar het is evenzeer een probleem voor de crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden;leden van deze verbanden zijn graag bereid om elkaar of hun relaties daarbuitenmeer <strong>in</strong>formatie te verstrekken dan strikt noodzakelijk is. Het'need to know' beg<strong>in</strong>-


Hoofdstuk 5 130sel gaat nu eenmaal ten koste van de kwaliteit van de sociale relaties, ook van derelaties b<strong>in</strong>nen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Ondanks de noodzaak om niette veel met elkaar te praten, wordt er veel gepraat en weten de leden van samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden<strong>in</strong> de regel veel over de illegale activiteiten die hebben plaatsgevonden.Veel praten is het onvermijdelijke gevolg van het hebben van hechtesociale relaties. Uit onze <strong>in</strong>ventarisatie van wat de aanleid<strong>in</strong>g is geweest tot het doen<strong>in</strong>stellen van opspor<strong>in</strong>gsonderzoek <strong>in</strong> de veertig casussen is naar voren gekomen datde aanleid<strong>in</strong>g vaak door het crim<strong>in</strong>ele milieu zelf is gegeven. Informatie van RCID'en,die de <strong>in</strong>formatie grotendeels hebben betrokken uit het crim<strong>in</strong>ele milieu, alsookverklar<strong>in</strong>gen die verdachten <strong>in</strong> andere onderzoeken hebben afgelegd, staan meestalaan de basis van de onderzoeken. Tijdens de onderzoeken zelf (tappen, verhoren)blijkt ook de loslippigheid van de verdachten. Ook dit gegeven biedt mogelijkhedenvoor de opsporende overheid. Bij wijze van discussiepunt werpen wij hier op dat deoverheid zijn mogelijkheden verder zou kunnen vergroten door de bereidheid omte praten te stimuleren. In de eerste plaats kan hierbij worden gedacht aan het stimulerenvan slachtoffers (vrouwenhandel, flessentrekkerij) om aangifte te doen enzo veel mogelijk mededel<strong>in</strong>gen over de crim<strong>in</strong>ele groep te verstrekken. In de tweedeplaats zou de justitiële overheid ervoor kunnen kiezen om deloyaliteit aan hetsamenwerk<strong>in</strong>gsverband te belonen met ondermeer verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van straf. Momenteelis een wetswijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> voorbereid<strong>in</strong>g om getuigen die tevens verdachten zijn,strafverm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g te geven wanneer zij relevante gegevens over andere verdachtenverstrekken.79 Wij gaan hier verder niet <strong>in</strong> op de voors- en tegens van een dergelijkeregel<strong>in</strong>g, maar volstaan met de constater<strong>in</strong>g dat dergelijke regel<strong>in</strong>gen gelet op de'loslippigheid' van verdachten, vermoedelijk effectief zullen zijn.Tenslotte is <strong>in</strong> hoofdstuk 3 geconstateerd dat daders veel ontmoet<strong>in</strong>gen hebben methun mededaders. Dikwijls fungeren gewone uitgaansgelegenheden (restaurant, café)daarvoor als vaste ontmoet<strong>in</strong>gspunten. In aansluit<strong>in</strong>g op de constater<strong>in</strong>g dat er veelmet elkaar wordt gesproken, is het positief te noemen dat de m<strong>in</strong>ister van Justitierecentelijk op verzoek van de Tweede Kamer <strong>in</strong> het wetsvoorstel over direct afluisteren,de mogelijkheden van direct afluisteren heeft verruimd. Oorspronkelijk zouafluisteren alleen <strong>in</strong> openbare ruimten zijn toegestaan, nu wordt ook direct afluisteren<strong>in</strong> won<strong>in</strong>gen onder voorwaarden toegestaan (Kamerstukken, 1996-1997, 25 403,nr. 7, p. 6).5.4 Raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>gEr bestaan vele raakvlakken tussen georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en de wettige omgev<strong>in</strong>g.De aanwezigheid en de steun van de wettige omgev<strong>in</strong>g zijn een levensvoorwaardevoor veel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Dit geldt bijvoorbeeld79 Kamerstukken, 1998-1999, 26 294. In dit wetsontwerp wordt ook geregeld dat deze getuigen <strong>in</strong>aanmerk<strong>in</strong>g kunnen komen voor een protectieprogramma.


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 131voor de noodzakelijke medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g bij de productie vanillegale goederen (bijvoorbeeld grondstoffen voor synthetische drugs) en de afzetvan goederen. Voor veel vormen van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geldt dat dezegeen overlev<strong>in</strong>gskansen hebben als de wettige omgev<strong>in</strong>g geen afnemer zou zijn vanhun diensten of producten. Vrouwenhandel en de verkoop van illegale goederenzoals drugs en illegale cd's, zijn hiervan de meest duidelijke voorbeelden.Ook blijkt dat de wettige omgev<strong>in</strong>g een faciliterende bijdrage levert aan georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De voordelen van de gewone maatschappelijke <strong>in</strong>frastructuur(vervoer, huisvest<strong>in</strong>g, dienstverlen<strong>in</strong>g) worden ook door crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenbenut. In hoofdstuk 3 wordt geconcludeerd dat deze benutt<strong>in</strong>g plaatskan v<strong>in</strong>den zonder enige bewuste medewerk<strong>in</strong>g van de wettige omgev<strong>in</strong>g. Maar erzijn ook situaties aangetroffen (<strong>in</strong> het vervoer en <strong>in</strong> de dienstverlen<strong>in</strong>g) die wijzenop een verwijtbare betrokkenheid van personen of organisaties bij georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.De vele raakvlakken met de wettige omgev<strong>in</strong>g vormen de achilleshiel van crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden. Zij bieden derhalve goede aanknop<strong>in</strong>gspunten voor depreventie en de bestrijd<strong>in</strong>g van deze <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De maatregelen zouden vooralbetrekk<strong>in</strong>g moeten hebben op het verm<strong>in</strong>deren van de mogelijkheden die de wettigeomgev<strong>in</strong>g momenteel verschaft aan de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In de eersteplaats kan hierbij gedacht worden aan het versterken van toezicht en controle.Diverse, zeer uiteenlopende gevallen (oliefraude, mensensmokkel, XTC-productie,creditcardfraude) maken duidelijk dat georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> kansen krijgtvoor illegale activiteiten, wanneer degenen die toezicht moeten houden tekortschieten. In enkele gevallen schiet het toezicht tekort omdat de toezichthouder geenbelang heeft bij scherpe controle: de luchtvaart-maatschappij oefent uit concurrentieoverweg<strong>in</strong>gengeen scherp toezicht uit op reisdocumenten en creditcardmaatschappijennemen uit bedrijfseconomische overweg<strong>in</strong>gen een bepaald niveau vanfraude met creditcards voor lief. Via aanscherp<strong>in</strong>g van wetgev<strong>in</strong>g zou hier<strong>in</strong> verbeter<strong>in</strong>gkunnen worden gebracht.80Daarnaast kan het toezicht tekort schieten doordat samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zicher gemakkelijk aan kunnen onttrekken door <strong>in</strong>ternationaal te gaan opereren. Sluitende(r)controle op het f<strong>in</strong>anciële verkeer <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> heeft geleid tot verplaats<strong>in</strong>gsgedragvan personen die misdaadgeld <strong>in</strong> het girale verkeer willen brengen; zijstorten geldbedragen <strong>in</strong> Zwitserland of <strong>in</strong> Luxemburg op bankreken<strong>in</strong>gen.Een vergelijkbaar voorbeeld uit een geheel ander misdaadveld: toezicht van de EconomischeControle Dienst (ECD) op de vervaardig<strong>in</strong>g en verkoop van grondstoffenvoor XTC <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> wordt illusoir, wanneer de grondstoffen vrij gemakkelijk uithet (verre) buitenland kunnen worden betrokken. Betere, <strong>in</strong>ternationale samenwer-80 Het strafmaximum op het vervalsen van documenten zou bijvoorbeeld verhoogd kunnen worden. Ookzou via wettelijke maatregelen een aanscherp<strong>in</strong>g kunnen plaatsv<strong>in</strong>den op de afgifte van documenten(visa bijvoorbeeld).


Hoofdstuk 5 132k<strong>in</strong>g is onontbeerlijk voor een effectief toezicht <strong>in</strong> eigen land. Tenslotte kan gebrekkigtoezicht het gevolg zijn van het impliciet of expliciet stellen van posterioriteiten.In de afgelopen jaren heeft de controle op bordelen slechts beperkt aandacht ondervondenvan opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties/vreemdel<strong>in</strong>gendiensten. Door deze diensten isvooral onvoldoende onderkend dat achter prostitutie vrouwenhandel schuil kangaan. Dit blijkt onder meer uit het gedrag van de uitbaters van bordelen of clubs. Zijtreffen maatregelen om te voorkomen dat vrouwen worden uitgezet omdat zij geen.geldige werk- en verblijfsvergunn<strong>in</strong>g hebben. Zij houden er geen reken<strong>in</strong>g mee datde controle aan het licht zou kunnen brengen dat de vrouwen onder dwang moetenwerken.Het huidige gedoogbeleid <strong>in</strong>zake de exploitatie van bordelen heeft er kennelijk toebijgedragen dat de men<strong>in</strong>g heeft post gevat onder exploitanten dat er op het gebiedvan prostitutie veel is toegestaan. In elk geval blijkt het gedoogbeleid onvoldoendeonderscheidend te zijn geweest; de vrouwenhandelaren uit onze dossiers zijn <strong>in</strong>sommige gevallen 'gewone' exploitanten van bordelen of seksclubs. De opheff<strong>in</strong>gvan het bordeelverbod licht de exploitatie van bordelen uit de huidige schemerzonetussen legaliteit en illegaliteit. Dit kan aan de ene kant betekenen dat gedwongenprostitutie eerder ontdekt en voorkomen wordt dan onder het huidige gedoogbeleidhet geval is. Maar het effect kan ook zijn dat er ontwijk<strong>in</strong>gsstrategieën worden ontwikkeld(bijvoorbeeld: escortservice), waardoor verhandelde vrouwen verder aanhet oog van de overheidscontrole worden onttrokken dan nu reeds het geval is. Hetverdient aanbevel<strong>in</strong>g om bij de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de nieuwe wet bedacht te zijn op hetoptreden van dergelijke negatieve neveneffecten.Ook door het gedoogbeleid <strong>in</strong>zake softdrugs wordt een raakvlak gecreëerd tussen dewettige omgev<strong>in</strong>g en de illegaliteit. Hierdoor wordt niet alleen een illegale markt <strong>in</strong>stand gehouden, maar wordt ook onduidelijkheid geschapen over het illegale karaktervan de handel. In de luwte van het gedoogbeleid hebben enkele <strong>Nederland</strong>segroepen zich tot groothandelaren <strong>in</strong> softdrugs kunnen ontwikkelen (PEO, BijlageVIII, 1996, p. 19). Slechts ten koste van grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van politie en justitie ishet vervolgens gelukt deze grote crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden op te sporenen te vervolgen. Uit oogpunt van bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>81 verdienthet aanbevel<strong>in</strong>g om de nadelen van de <strong>in</strong>herente tegenstell<strong>in</strong>g van het gedoogbeleid(gedogen aan de voordeur, vervolgen aan de achterdeur) zo goed mogelijk teondervangen. Dit kan gebeuren door verder te gaan dan thans <strong>in</strong> het toestaan van deproductie en toelever<strong>in</strong>g van softdrugs aan gedoogde verkooppunten, dan wel doorde strafrechtelijke repressie van de aanbodzijde wat verder door te trekken naar deconsumentenkant (striktere reglementer<strong>in</strong>g). Vooral crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsver-81 Overigens kan het gedoogbeleid uit volksgezondsheidsperspectief misschien veel positiever wordenbeoordeeld. Wij oordelen slechts vanuit het perspectief van de bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 133banden lijken baat te hebben bij het schemergebied dat wordt gecreëerd door toe testaan wat verboden is.Professionele beroepsgroepen en dienstverleners komen allen <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g metgeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Advocaten komen er qualitate qua mee <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g,maar ook van auto-leasemaatschappijen en bank<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zullen diensten wordengevraagd. Veel van deze contacten zijn onvermijdelijk: de dienstverleners behoevenzich er niet altijd van bewust te zijn dat de geleasde auto wordt gebruikt alsvluchtauto of dat door de girale overboek<strong>in</strong>g van geld naar het buitenland misdaadgeldnaar elders wordt verplaatst. In toenemende mate wordt van de dienstverlenersevenwel verwacht dat zij alert zijn op het mogelijke misbruik dat van hun dienstverlen<strong>in</strong>gwordt gemaakt. Een aantal beroepsgroepen heeft richtlijnen geformuleerdwaar<strong>in</strong> gespecificeerd wordt onder welke omstandigheden de dienstverlener argwaanmoet krijgen, en nader moet doorvragen naar de bonafiditeit van het verzoekof de verzoeker, dan wel zijn medewerk<strong>in</strong>g aan de gevraagde dienstverlen<strong>in</strong>g moetweigeren. De bekendste wetgev<strong>in</strong>g op dit terre<strong>in</strong> is de wet Meld<strong>in</strong>g OngebruikelijkeTransacties, die f<strong>in</strong>anciële dienstverleners verplicht om ongebruikelijke transactiesaan te melden bij een centraal meldpunt. Daarnaast hebben enkele professioneleberoepsgroepen, zoals de advocatuur en het notariaat, vertrouwenspersonen aangestelddie door de beroepsbeoefenaar kunnen worden geconsulteerd, <strong>in</strong>dien hijtwijfels heeft over de bonafiditeit van het verzoek van de cliënt. Over de ervar<strong>in</strong>gendie tot nu toe met de richtlijnen en de vertrouwenspersonen zijn opgedaan, is nunog we<strong>in</strong>ig bekend. Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om nader onderzoek hiernaar teverrichten. Dit geldt ook voor de effecten van de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> Amsterdam. Naar aanleid<strong>in</strong>g van de resultaten van deonderzoeksgroep Fijnaut heeft het openbaar bestuur <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met politieen justitie een uitgebreid en veelbelovend actieprogramma geformuleerd waarbij degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geïntegreerd, zowel met <strong>in</strong>zet van vele bestuurlijkemiddelen als met strafrechtelijke middelen, wordt bestreden (Sarucco, 1998). Hetis van groot belang de resultaten van deze aanpak nauwlettend te volgen.5.5 Confrontaties met de overheidCrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden zijn uit op het verdienen van geld, niet op hetvestigen van de hegemonie <strong>in</strong> een bepaald territoir. Zo moeten ook de door onsgeconstateerde contrastrategieën tegen de overheid worden begrepen. Zij zijnwaarschijnlijk bedoeld als afweer en niet als aanval. De gevallen zijn, zoals doorons beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 4, ernstig van karakter, maar wij betwijfelen of dezegebeurtenissen een nieuwe, gevaarlijke ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><strong>in</strong>luiden. Er zou evenwel meer aandacht gegeven moeten worden aan eenverschijnsel dat veel m<strong>in</strong>der ruchtbaarheid verkrijgt, namelijk dat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenmet succes de confrontatie met de overheid uit de weg gaan.Vanuit het perspectief van deze groepen bezien, is het mijden van de confrontatie


Hoofdstuk 5 134met de overheid verstandiger dan het trotseren van de overheidsmacht. In onsmateriaal treffen wij van deze strategie verschillende voorbeelden aan:1 Enkele geldwisselkantoren gaan na de Wet op de wisselkantoren <strong>in</strong> de illegaliteitverder. Zij ontlopen de striktere controle op f<strong>in</strong>anciële transacties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>door geldbedragen <strong>in</strong> het buitenland om te wisselen.2 XTC-producenten betrekken de benodigde grondstoffen van XTC uit Zuidoost-Aziatische landen en Oostbloklanden, waar de controle m<strong>in</strong>der str<strong>in</strong>gent is dan<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>.3 Een Engelse groep, op de hielen gezeten door de Britse politie, zoekt een veiligheenkomen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Als gevolg van problemen <strong>in</strong> de communicatie tussende Britse en <strong>Nederland</strong>se politie, slaagt de groep aanvankelijk <strong>in</strong> haar opzet.4 Ondanks justitiële acties (<strong>in</strong>beslagnames, aanhoud<strong>in</strong>gen) weet de groep, dieillegale cd's op de markt brengt, gewoon door te gaan met het produceren vannieuwe series. Daarbij maken zij gebruik van buitenlandse perserijen.De eerste drie voorbeelden (en wellicht ook het vierde voorbeeld) wijzen erop datconfrontaties ontlopen kunnen worden door uit te wijken naar landen waar decontrole m<strong>in</strong>der sterk is. De belangrijkste les die hieruit getrokken kan worden isnatuurlijk dat er een grotere mate van <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g en coord<strong>in</strong>atieop het terre<strong>in</strong> van de controle en de opspor<strong>in</strong>g zou moeten zijn. Maar dat is eenmoeizaam traject van lange adem.Men zou de vier voorbeelden ook anders kunnen zien: de voorbeelden wijzen eropdat crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden reageren op acties van de overheid. Zijbrengen 'bypasses' aan om de confrontatie te ontlopen. Dit vergt meer organisatorischekwaliteiten van de betreffende groepen en bovendien loopt men meer risico's.Voor de Engelsen is het bijvoorbeeld onwennig om <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> te wonen en tewerken, voor de XTC-producenten is het onhandig om de grondstoffen uit het verrebuitenland te moeten halen. Het ontwijk<strong>in</strong>gsgedrag van de groepen zou een aanmoedig<strong>in</strong>gkunnen vormen voor de <strong>Nederland</strong>se politie en justitie om verder tegaan, dat wil zeggen om zelf eerder de confrontatie aan te gaan; niet alleen vanwegehet ontwijk<strong>in</strong>gsgedrag van samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden, ook omdat dit de onderl<strong>in</strong>gesamenwerk<strong>in</strong>g onder druk kan zetten. Wij constateerden al dat hechte sociale relatiesvoor samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden een van de noodzakelijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsmechanismen zijn om <strong>in</strong> een ongereguleerde wereld vol onderl<strong>in</strong>g wantrouwen en risico's tekunnen functioneren. Voor het <strong>in</strong> stand houden van dergelijke goede relaties is hetbelangrijk om veel met elkaar te praten. Het illegale karakter van de bedrijvighedenis bepaald geen gunstige omstandigheid voor <strong>in</strong>tensieve, open contacten en voorwederzijds vertrouwen. Een effectieve overheidsstrategie zou kunnen zijn om eenwig te drijven <strong>in</strong> dit precaire onderl<strong>in</strong>ge vertrouwen. Het ergste wat een geldwisselaarkan overkomen, is dat op een dag de politie plotsel<strong>in</strong>g overgaat tot <strong>in</strong>beslagnamevan de honderdduizenden guldens die hij overeenkomstig zijn vaste patroondie dag <strong>in</strong> Duitsland gaat wisselen. Het grootste risico dat hij vervolgens loopt, is dathij problemen krijgt met zijn opdrachtgevers, die de <strong>in</strong>beslagname van de overheid


Slotbeschouw<strong>in</strong>g 135aanzien voor een ripdeal van de wisselaar. Overigens is hier wel sprake van eenmoreel dilemma voor de overheid: de strategie van kle<strong>in</strong>e speldeprikken kan eenonbeheersbare spiraal van geweld op gang brengen. Het is de vraag of de overheiddit voor zijn reken<strong>in</strong>g kan nemen.5.6 EpiloogIn enkele gezaghebbende theoretische crim<strong>in</strong>ologische studies wordt gesteld dat erdikwijls een te overdreven voorstell<strong>in</strong>g wordt gegeven van de organisatiegraad en decapaciteiten van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Felson spreekt <strong>in</strong> dit verband vande '<strong>in</strong>genuity fallacy' (Felson, 1994, p. 5). Daarentegen stelt de Italiaanse crim<strong>in</strong>ologePaoli <strong>in</strong> een recente studie (1997), die gebaseerd is op een analyse van pentitiverklar<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> Italië, dat er wel degelijk goed georganiseerde samenwerk<strong>in</strong>gsverbandenbestaan die een duidelijke hegemonie hebben weten te vestigen over hetbedrijfsleven en de lokale overheid <strong>in</strong> Zuid-Italië. Van een dergelijke mate vanvergroei<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en de wettige omgev<strong>in</strong>g zijndoor ons, noch door de onderzoeksgroep Fijnaut aanwijz<strong>in</strong>gen gevonden.Toch is er geen enkele reden om door te schieten naar de kant van de crim<strong>in</strong>ologendie beweren dat het dreig<strong>in</strong>gsbeeld van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> een goedgekoesterde mythe is. De constater<strong>in</strong>g dat de aanwezigheid van duurzame, hiërarchischegroepen eerder uitzonder<strong>in</strong>g dan regel is, is geen bevestig<strong>in</strong>g van de '<strong>in</strong>genuityfallacy' en vanuit de opspor<strong>in</strong>g bezien leveren fluïde organisatievormen vermoedelijkmeer problemen op dan duurzame, te identificeren eenheden. De beoordel<strong>in</strong>gvan de ernst van de problematiek is bovendien een relatieve: de sterkte van degeorganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is afhankelijk van de weerbaarheid van de samenlev<strong>in</strong>gen de kracht van het opspor<strong>in</strong>gsapparaat. De een is zo sterk, als de ander zwak is. Indit verband is het een bedenkelijke zaak dat de samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden die doorde politie worden opgespoord doorgaans jarenlang betrekkelijk ongestoord grotehoeveelheden geld hebben kunnen verdienen.De bestrijd<strong>in</strong>g van de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> het dagelijks leven; erbestaan veel raakvlakken tussen crim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden en de wettigeomgev<strong>in</strong>g. De daders maken gebruik van de gewone <strong>in</strong>frastructuren en dienstverlen<strong>in</strong>g.Alle betrokkenen, of het nu transportondernemers, advocaten of huiseigenarenbetreft, zouden meer bedacht moeten zijn op het mogelijk misbruik datvan hun eigendommen of dienstverlen<strong>in</strong>g wordt gemaakt door de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. In preventieve z<strong>in</strong> valt ook nog veel w<strong>in</strong>st te behalen door een gerichtertoezicht en <strong>in</strong>tensievere controle door overheidsorganen en andere <strong>in</strong>stantiesmet toezichthoudende functies (vervoersmaatschappijen, banken). Tekortschietendecontrole, waarvan het ongecontroleerde gedogen het meest verregaandevoorbeeld is, creëert een schemergebied tussen legaliteit en illegaliteit waarvancrim<strong>in</strong>ele samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden kunnen profiteren.


Hoofdstuk 5 136Het is tenslotte van belang te onderstrepen dat de strafrechtelijke repressie eenonmisbaar sluitstuk blijft <strong>in</strong> de bestrijd<strong>in</strong>g van georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Demogelijkheden van een gerichte <strong>in</strong>zet (korte klappen; destabiliseren van groepen)zouden beter benut kunnen worden, waarbij meer <strong>in</strong>ternationale samenwerk<strong>in</strong>g,gelet op verplaats<strong>in</strong>gseffecten, noodzakelijk is. Want <strong>in</strong> één opzicht troeven crim<strong>in</strong>elesamenwerk<strong>in</strong>gsverbanden de nationale overheden duidelijk af, namelijk <strong>in</strong>hun vermogen om <strong>in</strong>ternationaal te opereren.


SummaryOrganized crime <strong>in</strong> the NetherlandsReport of the <strong>WODC</strong>-monitor on organized crimeIn 1994 the Dutch Parliamentary Inquiry Committee <strong>in</strong>to Crim<strong>in</strong>al InvestigationMethods concluded that an accurate description of organized crime <strong>in</strong> the Netherlandswas lack<strong>in</strong>g. Therefore, the Inquiry Committee appo<strong>in</strong>ted an external researchgroup chaired by professor Cyrille Fijnaut to make enquiries <strong>in</strong>to the nature, seriousnessand scale of organized crime <strong>in</strong> the Netherlands. After the publication of thereport of the Fijnaut research group <strong>in</strong> 1996, the M<strong>in</strong>ister of Justice promised theDutch Parliament to report biennially on the nature of organized crime <strong>in</strong> theNetherlands. Consequently, the Research and Documentation Centre started the'<strong>WODC</strong>-monitor on organized crime', a two-yearly systematic analysis of closed<strong>in</strong>vestigations of crim<strong>in</strong>al groups. The aim of the research project was to <strong>in</strong>creasethe learn<strong>in</strong>g capacity of the crim<strong>in</strong>al justice system and to construct a sound basisfor preventive and repressive policy.Chapter 1 of this first report of the <strong>WODC</strong>-monitor deals with the background, theresearch questions and the research methods of this study. For this study data havebeen collected on closed <strong>in</strong>vestigations of crim<strong>in</strong>al groups <strong>in</strong> the period 1996-1997.Furthermore, use has been made of public and confidential reports on organizedcrime, crime analysis reports and <strong>in</strong>terviews with key figures and experts on organizedcrime.Chapter 2 elaborates upon the theoretical basis of the report and the nature of crim<strong>in</strong>algroups: the way they are organized; the role of social relations; ethnic homogeneity;the dynamics of crim<strong>in</strong>al groups; and the degree of specialization <strong>in</strong> certa<strong>in</strong>crim<strong>in</strong>al activities. The central issues of chapter 3 and 4 are the <strong>in</strong>teractions betweencrim<strong>in</strong>al groups and their social environment. The environment has a Janus face:on the one hand society facilitates organized crime <strong>in</strong> various ways, on the other itthreatens the existence of crim<strong>in</strong>al groups. Chapter 3 deals with the opportunitiesfor crim<strong>in</strong>al groups and the way <strong>in</strong> which crim<strong>in</strong>al groups take advantage of theseopportunities ('the environment as an ally'). Chapter 4 highlights the risks for crim<strong>in</strong>algroups and the way <strong>in</strong> which these groups cope with these risks ('the environmentas a risk factor'). Chapter 5 summarizes the most important f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gs of thisstudy and explores the implications for public policy.


LiteratuurAkse, T.Undergrround bank<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>: geenbancair spoor van heroïneopbrengsten?Modus, jrg. 5, nr. 4, 1996, pp. 14-17Alb<strong>in</strong>i, J.The American Mafia; genesis of a legendNew York, Appleton, 1971Amir, M.Organized crime and violenceStudies on crime and crime prevention,jrg. 4, nr. 1, 1995, pp. 86-104Anechiarico, F.Beyond bribery: the political <strong>in</strong>fluence oforganized crime <strong>in</strong> New York CityIn: C. Fijnaut, J. Jacobs (eds.), Organizedcrime and its conta<strong>in</strong>ment; a transatlantic<strong>in</strong>itiativeDeventer, Kluwer, 1991Aronowitz, A.A., D.C.G. Laagland,G. PaulidesValue-added tax fraud <strong>in</strong> the EuropeanUnionAmsterdam/New York, Kugler Publications/<strong>WODC</strong>,1996Berg, E.A.I.M. van den, R.J.J. EshuisGrote strafrechtelijke milieu-onderzoekenArnhem, Gouda Qu<strong>in</strong>t, 1996Onderzoek en beleid, nr. 152Berghuis, A.C., L.K. de JongeMoord en doodslag <strong>in</strong> 1989 en 1992; eensecundaire analyseTijdschrift voor Crim<strong>in</strong>ologie, jrg. 35, nr. 1,1993, pp. 55-62Block, A.A.Perspectives on organiz<strong>in</strong>g crime; essays<strong>in</strong> oppositionDordrecht, Kluwer Academic Publishers,1991Bovenkerk, F.La Bella BettienAmsterdam, Meulenhof, 1995Bovenkerk, F.Fenomeenonderzoek; of hoe de etnografischecrim<strong>in</strong>ologie haar onschuldverliestJustitiële verkenn<strong>in</strong>gen, jrg. 24, nr. 8,1998, pp. 27-34Bovenkerk, F., G. Bru<strong>in</strong>sma, H. van deBunt, C. Fijnaut<strong>Georganiseerde</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>;reactie op de commentarenTijdschrift voor Crim<strong>in</strong>ologie, jrg. 39, nr. 1,1997, pp. 56-66Bovenkerk, F., Y. Yesilgi zDe maffia van TurkijeAmsterdam, Meulenhoff, 1998Britt, C.L.VersatilityIn: T. Hirschi, M.R. Gottfredson (eds.),The generality of devianceNew Brunswick, Transaction Publishers,1994Calvi, F.Het Europa van de peetvaders; de mafiaverovert een cont<strong>in</strong>entAmsterdam, Balans, 1993Coleman, J.S.Foundations of social theoryCambridge (MA)/London, The BelknapPress of Harvard University Press, 1990College van procureurs-generaalInstructie prioriteitenstell<strong>in</strong>g landelijkoptreden tegen zware georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (OM richtlijn)Den Haag, College vanprocureurs-generaal, 3 maart 1998


Literatuur140Cressey, D.R.The functions and structure of crim<strong>in</strong>alsyndicatesIn: President's Commission on Law Enorcementand Adm<strong>in</strong>istration of Justice,Task force report; organized crimeWash<strong>in</strong>gton DC, Government Pr<strong>in</strong>t<strong>in</strong>gOffice, 1967, pp. 25-60Cressey, D.R.Theft of the nation; the structure andoperations of organized crime <strong>in</strong> AmericaNew York, Harper & Row, 1969Docter-Schamhardt, B.J.W.,M. Grapendaal, N.M. MertensMeisjes en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: zijn meisjes <strong>in</strong>de wieg gelegd voor een crim<strong>in</strong>elecarrière?Justitiële verkenn<strong>in</strong>gen, jrg. 24, nr. 6,1998, pp. 82-96Duyne, P.C. vanHet spook en de dreig<strong>in</strong>g van de georganiseerdemisdaadDen Haag, Sdu Uitgevers, 1995Duyne, P.C. van, R.F. Kouwenberg,G. RomeijnMisdaadondernem<strong>in</strong>gen; ondernemendemisdadigers <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>Deventer, Gouda Qu<strong>in</strong>t, 1990Onderzoek en beleid, nr. 103Egmond, F.Op het verkeerde pad; georganiseerdemisdaad <strong>in</strong> de Noordelijke <strong>Nederland</strong>en1650-1800Amsterdam, Bert Bakker, 1994Eshof P. van den, E.C.J. WeimarMoord en doodslag <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>: <strong>Nederland</strong>segegevens <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationaal perspectiefJustitiële verkenn<strong>in</strong>gen, jrg. 17, nr. 1,1991, pp. 8-34Farreil, G.Rout<strong>in</strong>e activities and drug traffick<strong>in</strong>g:the case of the NetherlandsInternational Journal of Drug Policy, jrg. 9,nr. 1, 1998, pp. 21-32Feld, S.L.The focused organization of social tiesAmerican Journal of Sociology, jrg. 86,n r. 5, 1981, pp. 1015-1035Felson, M.Crime and everyday lifeThousand Oaks, P<strong>in</strong>e Forge Press, 1994Gooren, W.A.J., G. Lensvelt, 1. Mayer,J. Rebel, A.C. Spapens, W. van ZwolKernteams als <strong>in</strong>strument voor de bestrijd<strong>in</strong>gvan de zware georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>;verslag van een <strong>in</strong>ventariserendonderzoek gericht op mogelijke evaluatievan de kernteamsTilburg, Instituut voor sociaal wetenschappelijkbeleidsonderzoek en advies(IVA), 1998Gottfredson, M., T. HirschiA genera) theory of crimeStanford, Stanford University Press, 1990Hess, H.Mafia and Mafiosi; the structure of powerWestmead, Saxon House, 1973Houben, H.Fenomeenonderzoek synthetische drugs;een eerste verkenn<strong>in</strong>gVeldhoven, Unit Synthetische Drugs, 1996Huisman, W., E. NiemeijerZicht op organisatie<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>; een literatuuronderzoekDen Haag, Sdu Uitgevers, 1998lanni, F.A.J., E.R. Reuss-IanniA family bus<strong>in</strong>ess; k<strong>in</strong>ship and socialcontrol <strong>in</strong> organized crimeNew York, Russell Sage, 1972IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>,Internationaal Politie InstituutTwente (IPIT)Afpers<strong>in</strong>g door Oost-EuropeanenNijverdal, IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>,1996


Literatuur141IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>,Internationaal Politie InstituutTwente (IPIT)Mensenhandel vanuit Centraal- en Oost-EuropaNijverdal, IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>,1997Jacobs, J.Organized crime <strong>in</strong> the NYC ConstructionIndustryIn: C. Fijnaut, J. Jacobs (eds.), Organizedcrime and its conta<strong>in</strong>ment; a transatlantic<strong>in</strong>itiativeDeventer, Kluwer, 1991Kamerstukkenvergaderjaar 1996-1997, 25 403vergaderjaar 1998-1999, 26 294Kleemans, E.R.Strategische misdaadanalyse en stedelijke<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Enschede, Internationaal Politie InstituutTwente (IPIT), 1996Klerks, P.Ondergrondse organisaties <strong>in</strong> vergelijkendperspectief,- e<strong>in</strong>drapportRotterdam, Erasmus Universiteit, 1996Koppen, P. vanAmerikaans tappen; het nut van afluisteren<strong>Nederland</strong>s Juristenblad, jrg. 70, nr. 8,1995, pp. 269-273Lamour, C., M. LambertiOpiumzwendel; economische en politiekeachtergronden van de handel <strong>in</strong> verdovendemiddelenBaarn, In den Toren, 1975Lyman, M.D., G. PotterOrganized CrimeNew Jersey, Pr<strong>in</strong>tess Hall, 1997Mahan, S., K. O'Neil (eds.)Beyond the mafia; organized crime <strong>in</strong> theAmericas .Thousand Oaks, Sage Publications, 1998Mass, R.Law enforcement approaches to organizedcrime <strong>in</strong>filtration of legitimate <strong>in</strong>dustryIn: C. Fijnaut, J. Jacobs (eds.), Organizedcrime and its conta<strong>in</strong>ment; a transatlantic<strong>in</strong>itiativeDeventer, Kluwer, 1991Mertens, N.M., M. Grapendaal,B.J.W. Docter-SchamhardtMeisje<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>Den Haag, M<strong>in</strong>isterie van Justitie, <strong>WODC</strong>,1998Onderzoek en beleid, nr. 169M<strong>in</strong>isterie van Justitie/M<strong>in</strong>isterie vanB<strong>in</strong>nenlandse ZakenPlan van aanpak ter implementatie besluitvorm<strong>in</strong>genquête opspor<strong>in</strong>gsmethodenDen Haag, M<strong>in</strong>isterie van Justitie/M<strong>in</strong>isterievan B<strong>in</strong>nenlandse Zaken, 25september 1996Moore, M.H.Organized crime as a bus<strong>in</strong>ess enterpriseIn: H. Edelhertz (ed.), Major issues <strong>in</strong>organized crime controlWash<strong>in</strong>gton DC, US Government Pr<strong>in</strong>t<strong>in</strong>gOffice, 1987New York State Organized CrimeTask ForceCorruption and racketeer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> the NewYork city construction <strong>in</strong>dustry; the f<strong>in</strong>alreport of the New York State OrganizedCrime Task ForceNew York, New York University Press,1990Paoli, L.The pledge of secrecy; culture, structure,and action of Maffia associationsFirenze, European University Institute,1997Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gs-


Literatuur142methoden, E<strong>in</strong>drapportDen Haag, Sdu Uitgevers, 1996Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gsmethoden,Bijlage II: Verhoren, deel 1Den Haag, Sdu Uitgevers, 1996Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gsmethoden,Bijlage VII: E<strong>in</strong>drapport onderzoeksgroepFijnautDen Haag, Sdu Uitgevers, 1996Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gsmethoden,Bijlage VIII: deelonderzoek londerzoeksgroep Fijnaut: De georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>: De rolvan autochtone crim<strong>in</strong>ele groepen; Overallochtone en buitenlandse crim<strong>in</strong>elegroepenDen Haag, Sdu Uitgevers, 1996Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gsmethoden,Bijlage IX: deelonderzoek ilonderzoeksgroep Fijnaut: De georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>: BranchesDen Haag, Sdu Uitgevers, 1996Parlementaire EnquêtecommissieOpspor<strong>in</strong>gsmethodenInzake Opspor<strong>in</strong>g; enquête opspor<strong>in</strong>gsmethoden,Bijlage X: deelonderzoek IIlonderzoeksgroep Fijnaut: De georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>: De vrijeberoepsbeoefenaars:advocaten, notarissen,accountants; Fraude en witwassenDen Haag, Sdu Uitgevers, 1996Potter, G.W.Crim<strong>in</strong>al organisations; vice, racketeer<strong>in</strong>g,and politics <strong>in</strong> an American cityProspect Heights, Waveland Press, 1994Projectgroep Wegtransport en<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Wegtransport en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>; verslag vaneen fenomeenonderzoek naar de relatietussen het wegvervoer en de georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Rotterdam, Platform aanpak zware georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Rotterdam-Rijnmond, 1996Raub, W.Samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> duurzame relaties ensociale cohesieUtrecht, Universiteit Utrecht, 1997 (oratie)Rebscher, E., W. VahlenkampOrganisierte Krim<strong>in</strong>alitët <strong>in</strong> der BundesrepublikDeutschlandWiesbaden, Bundeskrim<strong>in</strong>alamt, 1988Reijne, Z., R.F. Kouwenberg,M.P. KeizerTappen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>Arnhem, Gouda Qu<strong>in</strong>t, 1996Onderzoek en beleid, nr. 155Reuter, P.Disorganized crime; illegal markets andthe mafiaCambridge, MIT-Press, 1983Riks, E.Direct afluisteren en bestrijd<strong>in</strong>g georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>Modus, jrg. 1, nr. 2, 1992, pp. 12-13Ruth, A. van, L. Gunther MoorLekken of verstrekken; de <strong>in</strong>formele <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>gtussen opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stantiesen derdenUbbergen, Tandem Felix, 1997Sarucco, M.De bestuurlijke aanpak van de (georganiseerde)<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> AmsterdamIn: C. Fijnaut, D. Van Dale, F. Verbrugge(red.), De uitdag<strong>in</strong>g van de georganiseerdemisdaad <strong>in</strong> België; het antwoord vande overheidLeuven, Universitaire Pers, 1998


Literatuur1 43Sieber, U., M. BbgelLogistik der Organisierten Krim<strong>in</strong>alitêtWiesbaden, Bundeskrim<strong>in</strong>alamt, 1993Schmid, A.P.The l<strong>in</strong>ks between transnational organizedcrime and terrorist crimesTransnational Organized Crime, jrg. 2,nr. 4, 1996, pp. 40-82Smith, D. Jr.The Maffia mystiqueNew York, Basic Books, 1975Squires, G.J.Bank<strong>in</strong>g: Hallowed Halls and Hawallaz. pl., z. uitg., 1987 (paper)Swanborn, P.G.Case-study's: Wat, wanneer en hoe?Amsterdam/Meppel, Boom, 1996Traa, M. vanInzake de georganiseerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>In: F. Bovenkerk (red.), De georganiseerde<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>; het crim<strong>in</strong>ologischonderzoek voor de parlementaireenquêtecommissie opspor<strong>in</strong>gsmethoden<strong>in</strong> discussieDeventer, Gouda Qu<strong>in</strong>t, 1996, pp. 11-16Valkenburg, W.E.C.A., A.A.G.J.M. deWeert (red.)Corruptie; verschijn<strong>in</strong>gsvormen, opspor<strong>in</strong>g,bestrijd<strong>in</strong>g en voorkom<strong>in</strong>gLelystad, Kon<strong>in</strong>klijke Vermande, 1998Veen, K. van, V. de VogelLiquidaties <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> 1992-1994Zoetermeer, Divisie CRI, 1997Venicz, L., 1. VanwesenbeeckAard en omvang van (gedwongen) prostitutieonder m<strong>in</strong>derjarige (allochtone)meisjesUtrecht, Nisso, 1998Werff, C. van der, M.W. BolHet gerechtelijk vooronderzoek <strong>in</strong> woorden daadArnhem, Gouda Qu<strong>in</strong>t, 1991Onderzoek en beleid nr. 110Williams, P.Organized transnational crime: networks,markets and hierarchies. Bijdrage aanThe International Conference on'Respond<strong>in</strong>g to the challenges oftransnational crime, 25-27 september1998Z. pl., Z. uitg., 1998YesilgSz, Y., H. Regterschot,M. Maas, B. Lentfert, G. BeernikHet Arnhemse SpijkerkwartierUtrecht, IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>,1997IRT Noord en Oost <strong>Nederland</strong>, nr. 1


Bijlage 1Samenstell<strong>in</strong>g begeleid<strong>in</strong>gscommissieVoorzitterprof. dr. C.J.C.F. FijnautHoogleraar crim<strong>in</strong>ologie en strafrecht aan de KatholiekeUniversiteit LeuvenLedenmr. H.A. Holthuismr. E.M. d'HondtN. MastenbroekJ. Wilz<strong>in</strong>gHoofdofficier Landelijk Bureau Openbaar M<strong>in</strong>isterieBurgemeester van NijmegenHoofd Divisie Centrale Recherche InformatieKorpschef regiopolitie IJssellandmw. mr. L. Ver<strong>in</strong>gmeierdrs. F. Rosse)Directie Politie, M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken enKon<strong>in</strong>krijksrelatiesDirectie Politie, M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken enKon<strong>in</strong>krijksrelaties (opvolger van mw. mr. L. Ver<strong>in</strong>gmeier)mr. J.A. van Zondr. G.J. Veermanmr. B. StapDirectie Strafrechtelijke Handhav<strong>in</strong>g, M<strong>in</strong>isterie van JustitieDirectie Strafrechtelijke Handhav<strong>in</strong>g, M<strong>in</strong>isterie van Justitie(opvolger van mr. J.A. van Zon)Directoraat-Generaal Rechtshandhav<strong>in</strong>g, M<strong>in</strong>isterie vanJustitie (opvolger van dr. G.J. Veerman)


Bijlage 2AandachtspuntenlijstToelicht<strong>in</strong>gDe gegevens voor de aandachtspuntenlijst worden verkregen door middel van <strong>in</strong>terviewsen dossieronderzoek. In eerste <strong>in</strong>stantie dienen de betrokken officier van justitie (ovj)/parketsecretaris en de teamleider van het onderzoek te worden benaderd. Op basis vandeze gesprekken en een analyse van het overzichts-proces-verbaal kan vervolgens wordenbesloten om bepaalde delen van het dossier diepgaander te analyseren en eventueelaanvullende <strong>in</strong>terviews af te nemen.Hoewel een zaak meerdere gvo's en meerdere deelonderzoeken kan omvatten, wordt perzaak <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe één aandachtspuntenlijst <strong>in</strong>gevuld. De 'structuur' van de zaak en van dedeelonderzoeken kan dan worden aangegeven onder de aandachtspunten 1 en 2. Ookkan daar worden aangegeven dat bepaalde deelonderzoeken om bepaalde redenen beknopterof niet nader zijn geanalyseerd.De antwoorden dienen kort te worden toegelicht. In zoverre andere bronnen zijn geraadpleegd,dient dit apart te worden vermeld. Bewer<strong>in</strong>gen die afkomstig zijn uit <strong>in</strong>terviews,dienen zo veel mogelijk op hun betrouwbaarheid te worden getoetst.Bepaalde <strong>in</strong>formatie kan relevant zijn voor meer dan één aandachtspunt. In dat gevaldient deze <strong>in</strong>formatie te worden herhaald onder ieder relevant aandachtspunt.De met een asterisk (*) aangegeven vermeld<strong>in</strong>gen dienen te worden opgevat als aandachtspunten.Deze zijn geen <strong>in</strong> te vullen categorieën.Nummer de verdachten en gebruik deze nummer<strong>in</strong>g zo veel mogelijk <strong>in</strong> de tekst (eventueel<strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met de namen van de verdachten).Overzicht aandachtspunten1 Zaakgegevens2 Kort overzicht opspor<strong>in</strong>gsonderzoek3 De groep4 Activiteiten en werkwijze5 Afscherm<strong>in</strong>g6 Omvang, verdel<strong>in</strong>g en bested<strong>in</strong>g wederrechtelijk verkregen voordeel (wvv)7 Strafrechtelijke afdoen<strong>in</strong>g8 Evaluatie: beleidsaandachtspunten


Bijlage 21481 ZaakgegevensCodenaam van de zaak:Procesverbaal-nummer:Parketnummer(s):Relaties met andere onderzoeken:Onderzoekende <strong>in</strong>stantie(s):Naam teamleider(s) en ovj:Datum start onderzoek:Datum open<strong>in</strong>g (eerste) gvo en sluit<strong>in</strong>g (laatste) gvo:Datum open<strong>in</strong>g en sluit<strong>in</strong>g sfo (<strong>in</strong>dien van toepass<strong>in</strong>g):Naam onderzoeker(s):Data <strong>in</strong>terviews en dossieronderzoek:Gegevens van de respondenten (namen, telefoonnummers):Andere geraadpleegde bronnen:Nog aan te vullen gegevens:* Verdachtengegevens (onder andere antecedenten) uit justitiële documentatie Gd)* Vonnissen (<strong>in</strong> eerste aanleg en <strong>in</strong> hoger beroep)* Sfo2 Kort overzicht opspor<strong>in</strong>gsonderzoekHet gaat hierbij om gegevens die relevant zijn voor het <strong>in</strong>terpreteren van de <strong>in</strong>formatie die<strong>in</strong> het kader van het opspor<strong>in</strong>gsonderzoek is verzameld:* De aanleid<strong>in</strong>g tot het onderzoek.* De strafbare feiten en de verdachten waarop het onderzoek zich heeft gericht.* Eventuele belangrijke problemen en wijzig<strong>in</strong>gen die zich <strong>in</strong> het verloop van hetonderzoek hebben voorgedaan.* Opspor<strong>in</strong>gsmethoden die veel betrouwbare <strong>in</strong>formatie hebben opgeleverd.* Welke relevante personen zijn er wel en niet aangehouden en verhoord, wie zijn ergehoord, et cetera?* Met betrekk<strong>in</strong>g tot welke aspecten van de zaak is er veel respectievelijk we<strong>in</strong>igbetrouwbare <strong>in</strong>formatie verzameld?3 De groep3.1 Omvang en samenstell<strong>in</strong>g van de groep/het netwerkKorte beschrijv<strong>in</strong>g:* Totaal aantal verdachten.* Structuur en samenstell<strong>in</strong>g van de groep 1 het netwerk: hoe zijn de verdachtengerelateerd en wat is hun rol of functie <strong>in</strong> het samenwerk<strong>in</strong>gsverband of netwerk?


Aandachtspuntenlijst 149(Verschillende gerelateerde (sub)groepen, kernfuncties, belangrijke ondersteunendefuncties, periferie.)Met name bij grotere groepen/netwerken is het belangrijker om de structuur en desamenstell<strong>in</strong>g van de groep aan te geven, dan om alle persoonsgegevens van 'perifere'verdachten te noteren (dit is overigens ter beoordel<strong>in</strong>g aan degene die de zaakanalyseert).3.2 HoofdverdachtenVermeld per verdachte de volgende gegevens (verdachten nummeren):(* Nummer)Naam: (* Voornamen ACHTERNAAM (bijnamen/roepnamen:...))Geboren: (* Geboortedatum, plaats, geboorteland)Geslacht:Nationaliteit:Woonplaats:Beroep:Crim<strong>in</strong>ele antecedenten:Bijzonderheden: (* arbeidsverleden, specialisatie, taal en dergelijke)Rol <strong>in</strong> de crim<strong>in</strong>ele groep: (* <strong>in</strong>clusief verwantschapsrelaties b<strong>in</strong>nen de groep)3.3 Andere verdachtenVermeld de volgende gegevens over de andere verdachte(n):(* Nummer)Naam: (* Voornamen ACHTERNAAM (bijnamen/roepnamen:...))Geboren: (* Geboortedatum, plaats, geboorteland)Geslacht:Nationaliteit:Woonplaats:Beroep:Crim<strong>in</strong>ele antecedenten:Bijzonderheden: (* arbeidsverleden, specialisatie, taal en dergelijke)Rol <strong>in</strong> de crim<strong>in</strong>ele groep: (* <strong>in</strong>clusief verwantschapsrelaties)3.4 Verdachten uit de bovenwereldHet gaat hierbij om verdachten die op grond van hun specifieke kwaliteiten betrokken zijngeraakt bij crim<strong>in</strong>ele activiteiten (bijvoorbeeld: boekhouder, accountant, advocaat, notaris,en dergelijke) en die een faciliterende functie vervullen voor de groep. Ook kunnen hierverdachten worden genoemd die m<strong>in</strong> of meer bewust meeprofiteren van de illegale activiteiten(bijvoorbeeld: door het afnemen van (te) goedkope producten).


Bijlage 2150N.B.: <strong>in</strong>dien een verdachte uit de bovenwereld al onder punt 3.2 of 3.3 is genoemd, danexpliciet hiernaar verwijzen.Vermeld de volgende gegevens over de verdachte(n) uit de bovenwereld:(* Nummer)Naam: (* Voornamen ACHTERNAAM (bijnamen/roepnamen:...))Geboren: (* Geboortedatum, plaats, geboorteland)Geslacht:Nationaliteit:Woonplaats:Beroep:Crim<strong>in</strong>ele antecedenten:Bijzonderheden: (* arbeidsverleden, specialisatie, taal en dergelijke)Rol <strong>in</strong> de crim<strong>in</strong>ele groep: (* <strong>in</strong>clusief verwantschapsrelaties)3.5 Herkomst van de (hoofd) verdachtenGeef kort aan uit welke landen de (hoofd)verdachten afkomstig zijn (en eventueel: uitwelke regio/streek/dorp) en uit welke etnische groep (bijvoorbeeld: Turkije, Koerden).* Familiale en 'etnische' b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen (delen van) het crim<strong>in</strong>ele netwerk.* De mate van 'etnische' geslotenheid van (delen van) het crim<strong>in</strong>ele netwerk.3.6 Ontstaansgeschiedenis en bestendigheid van de groepGeef een beschrijv<strong>in</strong>g van de groep; de specifieke rol en kwaliteiten van de hoofdverdachten;de taakverdel<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen de groep en de duur van de crim<strong>in</strong>ele activiteiten.* Banden gebaseerd op familieachtergrond, herkomst, beroep, en dergelijke.* De structuur van de groep/het netwerk (zelfstandige eenheid of wisselende samenstell<strong>in</strong>ggebaseerd op een specifiek doel, cruciale functies/contacten).* De mate van hiërarchie.* Plaats en kwaliteiten van de leider(s).* Wissel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> leiderschap.* Plaats en taak van de andere leden b<strong>in</strong>nen de groep.* Wissel<strong>in</strong>gen als gevolg van gevangenschap, vertrek, en dergelijke.* Duur van de activiteiten van de groep en de bestendigheid van de groep.3.7 Geheimhoud<strong>in</strong>g, controle en discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>gDe wijze waarop <strong>in</strong>tern de geheimhoud<strong>in</strong>g, controle en discipl<strong>in</strong>er<strong>in</strong>g plaatsv<strong>in</strong>dt:* aandeel <strong>in</strong> de opbrengst;* belon<strong>in</strong>gen dan wel promoties;* onderhoud van partner/familie van gedet<strong>in</strong>eerde groepsleden;


Aandachtspuntenlijst151* geweld (bedreig<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>timidatie, geweldpleg<strong>in</strong>g, liquidatie, afpers<strong>in</strong>g, chantage ofontvoer<strong>in</strong>g);* ontnem<strong>in</strong>g van goederen of status/rang;* terugsturen naar land van herkomst.3.8 Contacten met andere crim<strong>in</strong>ele (<strong>in</strong>ternationale) groeper<strong>in</strong>genVermeld de naam van de desbetreffende groepen en de aard van de vastgestelde contacten.Geef hierbij aan of het contact wordt gekenmerkt door samenwerk<strong>in</strong>g of door concurrentieen/of geweld (n.b.: geef een <strong>in</strong>dicatie van de betrouwbaarheid van de <strong>in</strong>formatie):* territoriale afspraken;* zakelijke relaties (co-f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van projecten);* gemeenschappelijke projecten;* uitwissel<strong>in</strong>g kennis/menskracht;* geweld (bedreig<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>timidatie, geweldpleg<strong>in</strong>g, liquidatie, afpers<strong>in</strong>g, chantage ofontvoer<strong>in</strong>g);* ontnem<strong>in</strong>g goederen (ripdeals).3.9 Contacten met terroristische en/of separatistische beweg<strong>in</strong>genVermeld de naam van de groeper<strong>in</strong>gen. Beschrijf de aard van de contacten.(N.B.: geef een <strong>in</strong>dicatie van de betrouwbaarheid van de <strong>in</strong>formatie.)4 Activiteiten en werkwijze4.1 Primaire activiteiten en werkterre<strong>in</strong> van de groepSamenvatt<strong>in</strong>gHet gaat om een korte, zakelijke vermeld<strong>in</strong>g van de voornaamste crim<strong>in</strong>ele activiteiten vande groep (<strong>in</strong> maatschappelijke en strafrechtelijke termen), alsook het werkterre<strong>in</strong> van degroep (regio, <strong>Nederland</strong>, andere landen).Toelicht<strong>in</strong>g: primaire activiteiten en modus operandiGeef een toelicht<strong>in</strong>g op de voornaamste crim<strong>in</strong>ele activiteiten van de groep en op dewerkwijze (modus operandi).Is er sprake van optreden op illegale markten <strong>in</strong> termen van de afzet van goederen en/ofhet verrichten van diensten? Geef een korte beschrijv<strong>in</strong>g van onder andere de herkomst,de bestemm<strong>in</strong>g, logistieke kenmerken en de modus operandi (onder andere de wijze vanvervoer en/of de wijze waarop bepaalde logistieke knelpunten worden opgelost):* drugs (onder andere wel of geen specialisatie <strong>in</strong> bepaalde soorten drugs, de delen vanhet logistieke proces die men zelf verzorgt en/of uitbesteedt: productie, <strong>in</strong>voer,doorvoer, uitvoer, distributie);


Bijlage 2152* vrouwenhandel/mensenhandel/prostitutie;* mensensmokkel;* wapenhandel;* gokken;(vracht-)autodiefstallen.Is er sprake van illegaal optreden op legale markten? Geef een beknopte beschrijv<strong>in</strong>gvan relevante marktregel<strong>in</strong>gen, heff<strong>in</strong>gen (onder andere BTW, accijnzen, EU-heff<strong>in</strong>gen,premies) en andere kenmerken van de legale markten waarop men illegaal opereert, envan de modus operandi: waaraan en op welke wijze verdient men illegaal geld op dezemarkten?Horeca/speelautomaten;* transport;* bouwnijverheid (onder andere koppelbazerij, geknoei met G-reken<strong>in</strong>gen, premiefraude);* textielnijverheid (onder andere illegale naaiateliers en merkenfraude);* afvalverwerk<strong>in</strong>g;vlees (onder andere EU-fraude);* zuivellmelkpoeder (onder andere EU-fraude);* olie;* tabak/sigaretten (o.a EU-fraude);* computermarkt (onder andere BTW-fraude en illegale kopieën);* electronicamarkt (onder andere BTW-fraude);* belegg<strong>in</strong>gswereld (oplicht<strong>in</strong>g).Andere illegale activiteiten (geef een korte beschrijv<strong>in</strong>g):* contraspionage;* overvallen;* kidnapp<strong>in</strong>gs;* wisselen van geld uit illegale handel<strong>in</strong>gen;* witwassen.4.2 Secundaire activiteitenZijn er nog bijzondere, strafbare of niet strafbare nevenactiviteiten te vermelden?4.3 Relaties met wettige branchesIn hoeverre zijn er relaties met wettige bedrijven? Welke rol spelen deze wettige bedrijvenbij de crim<strong>in</strong>ele activiteiten en <strong>in</strong> hoeverre zijn deze bedrijven verwijtbaar betrokken?* Dekmantelfirma's;


Aandachtspuntenlijst 153* actieve samenwerk<strong>in</strong>g;* meeprofiteren door afname van (te) goedkope goederen;* onbewust een belangrijke rol vervullen voor de crim<strong>in</strong>ele organisatie;* witwassen van misdaadgelden.(N.B.: onder dit aandachtspunt ook kort de zaken vermelden die onder punt 5 en 6 naderkunnen worden toegelicht.)4.4 Indicatie van materiële en immateriële schadeGeef een <strong>in</strong>dicatie van de aard en de omvang van de materiële en immateriële schade (bijvoorkeur op basis van het dossier en/of de <strong>in</strong>terviews, <strong>in</strong> andere gevallen nadrukkelijk debron vermelden):* De aard van de schade voor <strong>Nederland</strong> en andere landen (bijvoorbeeld: mensenlevens,verwond<strong>in</strong>gen, schade aan de volksgezondheid, concurrentievervals<strong>in</strong>g,schade aan het milieu, niet afgedragen heff<strong>in</strong>gen).* De omvang van de schade voor <strong>Nederland</strong> en andere landen (<strong>in</strong>dien mogelijk: per jaaren voor de totale periode waar<strong>in</strong> men actief was).5 Afscherm<strong>in</strong>g5.1 Afscherm<strong>in</strong>g (samenvatt<strong>in</strong>g)Geef hier een korte samenvatt<strong>in</strong>g (op basis van aandachtspunt 5.2 tot en met 5.5) metbetrekk<strong>in</strong>g tot alle activiteiten die er toe dienen om de illegale activiteiten te vergemakkelijken,te verheimelijken, toe te dekken of verborgen te houden.N.B.: het gaat hierbij om de feitelijke afscherm<strong>in</strong>g (bewust of onbewust, actief of passief).5.2 Wettige ondernem<strong>in</strong>gen dan wel rechtspersonen als dekmantelWelke wettige ondernem<strong>in</strong>gen en/of rechtspersonen dienen feitelijk als dekmantel voorde crim<strong>in</strong>ele activiteiten en <strong>in</strong> welke mate zijn deze bewust met dit doel opgericht?* Horeca;* detailhandel;* import/export;* bouwnijverheid;* transport;* onroerend goed;* sex<strong>in</strong>dustrie;* toerisme;* geldhandel/banken/belegg<strong>in</strong>gswereld;* limited's, BV's (<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> of buitenland).


Bijlage 21545.3 Corrupte contacten met de bovenwereldHet gaat om <strong>in</strong>dividuele contacten met personen werkzaam bij de overheid, politie, justitie,douane et cetera, die door hun functie bepaalde diensten konden verlenen aan de crim<strong>in</strong>eleorganisatie.Beschrijf de aard van de geleverde diensten en de mogelijke redenen waarom dezewerden geleverd ((familie)relaties, belon<strong>in</strong>gen, bedreig<strong>in</strong>gen, et cetera).5.4 Contacten met externe deskundigen/specialistenDe mogelijkheid bestaat dat de verdachten regelmatig gebruik maken van diensten uit debovenwereld, zonder dat er sprake is van corruptie, pressie of <strong>in</strong>timidatie. Te denken valthierbij <strong>in</strong> de eerste plaats aan personen uit de bankwereld en de vrije beroepsgroepenzoals bijvoorbeeld notarissen, advocaten, belast<strong>in</strong>gadviseurs, beleggers en accountants.Daarnaast kan gedacht worden aan andere deskundigen en specialisten, die een schijnvan betrouwbaarheid wekken en daarmee een bijdrage leveren aan de afscherm<strong>in</strong>g.Beschrijf de aard van de geleverde diensten en de mate waar<strong>in</strong> de externe deskundigezich van zijn bijdrage aan de crim<strong>in</strong>ele organisatie bewust was of had moeten zijn (n.b.:<strong>in</strong>dien deze deskundige (hoofd)verdachte is, dit ook onder dit aandachtspunt vermelden).5.5 Andere methoden van afscherm<strong>in</strong>gWordt er gebruik gemaakt van andere actieve of passieve afscherm<strong>in</strong>gsmethoden?* Inbraken;* geweld (bedreig<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>timidatie, geweldpleg<strong>in</strong>g, liquidatie, afpers<strong>in</strong>g, chantage ofontvoer<strong>in</strong>g);* screenen medewerkers;* vernietig<strong>in</strong>g/vervals<strong>in</strong>g adm<strong>in</strong>istratie;* beperk<strong>in</strong>g <strong>in</strong>fo-uitwissel<strong>in</strong>g (onder andere codetaal);* contra-tap;* contra-observatie;* des<strong>in</strong>formatiecampagnes;* andere dan de gebruikelijk communicatiekanalen;* verblijf <strong>in</strong> het buitenland.6 Omvang, verdel<strong>in</strong>g en bested<strong>in</strong>g wederrechtelijk verkregen voordeelN.B.: <strong>in</strong>dien er nog geen BFO-rapport of <strong>in</strong>formatie uit een sfo voorhanden is, dan nietteveel tijd besteden aan de aandachtspunten 6.1 tot en met 6.5.


Aandachtspuntenlijst1556.1 Omvang wederrechtelijk verkregen voordeelGeef een schatt<strong>in</strong>g van de omvang van het totale wvv en geef <strong>in</strong>dien mogelijk een toelicht<strong>in</strong>gmet behulp van:* Een <strong>in</strong>dicatie van de lucrativiteit van de crim<strong>in</strong>ele activiteiten/de 'w<strong>in</strong>stmarge' (op basisvan verkregen baten en gemaakte kosten; <strong>in</strong>dien mogelijk per eenheid).* De geschatte omvang van de illegale activiteiten (<strong>in</strong>dien mogelijk: per jaar respectievelijkvoor de geschatte totale duur van de crim<strong>in</strong>ele activiteiten).6.2 Verdel<strong>in</strong>g wederrechtelijk verkregen voordeel b<strong>in</strong>nen de groepBeschrijf kort de wijze waarop het wvv b<strong>in</strong>nen de groep is of wordt verdeeld:* Staan de medewerkers op de loonlijst, worden zij betaald met een deel van het wvven/of bestaat er een bepaalde relatie tussen belon<strong>in</strong>gen en prestaties?* Wie verdienen er relatief het meest aan de crim<strong>in</strong>ele activiteiten?6.3 Bested<strong>in</strong>g wederrechtelijk verkregen voordeel door de betrokken personenWaar (<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> of elders) en waaraan wordt het wvv besteed? In hoeverre is ersprake van puur consumptieve privé-bested<strong>in</strong>gen (dure levensstijl), van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> andere illegale activiteiten of van <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> legale ondernem<strong>in</strong>gen/activiteiten?* Consumptieve privé-bested<strong>in</strong>gen (dure levensstijl);* <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> andere illegale activiteiten;* aankoop roerende goederen;* aankoop onroerende goederen;* vestig<strong>in</strong>g wettige ondernem<strong>in</strong>g(en);* <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bestaande wettige ondernem<strong>in</strong>gen;* communicatie;* belegg<strong>in</strong>gen (onder andere aandelen, obligaties, projectontwikkel<strong>in</strong>g);* sponsor<strong>in</strong>g (sport, cultuur, politie, evenementen).6.4 Geldtransacties en witwassenGa beknopt <strong>in</strong> op de geldtransacties b<strong>in</strong>nen de crim<strong>in</strong>ele groep en op het verschijnselwitwassen (het omzetten van de verborgen, niet te verantwoorden herkomst van gelden <strong>in</strong>een wel te verantwoorden herkomst). Besteed hierbij aandacht aan de betrokkenheid bijillegale geldtransacties van <strong>Nederland</strong>se banken, wisselkantoren, buitenlandse banken,wettige bedrijven, trusts, ambassades en consulaten.Wegsluizen van gelden zonder witwassen (witwassen niet altijd noodzakelijk):* wisseltransacties;* fysieke verplaats<strong>in</strong>gen (door personen of per post);


Bijlage 2156* girale verplaats<strong>in</strong>gen (ondergrondse banken, rep-offices en (pseudo)banken).Witwassen:Het voorwenden van vermogensstijg<strong>in</strong>g (onder andere ABCD-transacties, onroerendgoed-, kunst,-en effectenhandel).Het overdragen van vermogen (onder andere schenken van vermogen aan jezelf,gef<strong>in</strong>geerde gokw<strong>in</strong>sten en lenen aan jezelf ('loan back methode')).Het creëren van <strong>in</strong>komsten.6.5 Vermogensbestanddelen/bezitt<strong>in</strong>gen van de onderzochte crim<strong>in</strong>ele groepenGa kort <strong>in</strong> op de vermogensbestanddelen/bezitt<strong>in</strong>gen van de onderzochte groepen die <strong>in</strong>het kader van het strafrechtelijk onderzoek zijn getraceerd. Geef hierbij tevens aan welkevermogensbestanddelen/bezitt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beslag zijn genomen:* horecagelegenheden;* detailhandel;* andere bedrijfspanden;* won<strong>in</strong>gen;* gebouwen/complexen;* auto's;* vaar- en vliegtuigen.7 Strafrechtelijke afdoen<strong>in</strong>g7.1 Rechtszaak <strong>in</strong> eerste aanleg* Is er een strafzaak geweest?* Heeft dit geleid tot een vonnis?7.2 VonnissenWat is het aantal en de aard van de vonnissen?Op basis van welke artikelen van het Wetboek van Strafrecht (of andere relevantewetten) zijn de verdachten veroordeeld?Is er hoger beroep aangetekend?7.3 Sfo/ontnem<strong>in</strong>gsvorder<strong>in</strong>gHeeft er een strafrechtelijk f<strong>in</strong>ancieel onderzoek plaatsgevonden? Zo ja, wat zijndaarvan de belangrijkste uitkomsten?0ntnem<strong>in</strong>gsvorder<strong>in</strong>g.


Aandachtspuntenlijst1578 Evaluatie: beleidsaandachtspuntenGa kort <strong>in</strong> op de vraag naar crim<strong>in</strong>ogene factoren en preventiemogelijkheden: wat maaktehet uitvoeren van de crim<strong>in</strong>ele activiteiten zo gemakkelijk/moeilijk en hoe zouden barrièresopgeworpen kunnen worden (preventie)?* Maatschappelijke probleemgebieden en mogelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen daar<strong>in</strong>.* Crim<strong>in</strong>ogene factoren overheidsbeleid (onder andere regelgev<strong>in</strong>g, prikkels, toezicht,controle, opspor<strong>in</strong>g).* Potentiële barrières/beleidsaandachtspunten.Noteer hier ook de gegevens van te <strong>in</strong>terviewen personen of op te vragen rapporten, dierelevant kunnen zijn voor het e<strong>in</strong>drapport.


Bijlage 3Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen'Casus 1Activiteiten: Mensensmokkel uit India. Naar schatt<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g het om m<strong>in</strong>imaal 200 personenper jaar, waarbij <strong>Nederland</strong> vaak fungeerde als doorvoerland.Werkwijze: De smokkel geschiedde op eigen verzoek of op verzoek van familieleden <strong>in</strong> debestemm<strong>in</strong>gslanden, maar ook door ronselen en overdracht van personen aan anderesmokkelorganisaties. De route liep via Rusland en Polen naar Duitsland en/of <strong>Nederland</strong>en van daar uit veelal naar Engeland, Canada of de U.S.A. Per 'overtocht' werd 17.500 tot20.000 gulden betaald. Het transport vond plaats met auto's, schepen en vliegtuigen. Reisdocumentenwerden vaak <strong>in</strong>genomen om opnieuw te worden gebruikt en tevens maaktemen gebruik van valse paspoorten. Op vliegvelden werden de gesmokkelde personen naarbuiten gesluisd vanuit de transitruimte onder andere met behulp van schoonmakers. Alshet k<strong>in</strong>deren betrof werd gebruik gemaakt van 'nepouders' als reisbegeleider.Groep: Geen vastomlijnde groep maar een kle<strong>in</strong>e kern b<strong>in</strong>nen een nationaal en <strong>in</strong>ternationaalnetwerk.Schade en/of wvv: Op basis van schatt<strong>in</strong>gen bedroeg de jaaromzet 3,5 tot 4 miljoen gulden.Het wvv van de hoofdverdachte werd geraamd op 400.000 gulden.Casus 2Activiteiten: Vervaardigen, <strong>in</strong> bezit hebben en verhandelen van heroïne en cocaïne; witwasactiviteiten.Werkwijze: In openbare gelegenheden werden contacten gelegd met mogelijke klanten,of klanten kwamen als gevolg van een goede naamsbekendheid vanzelf op de organisatieaf. Daarna werden vraag en aanbod besproken en vervolgens vond de feitelijke transactieplaats <strong>in</strong> een dealerspand. Opbrengsten werden via verschillende postkantoren omgewisselden doorgesluisd naar Marokko; via een Brusselse bank werden gelden ook witgewassen.Groep: De groep bestond <strong>in</strong> totaal uit 12 personen, waarbij er een duidelijke leider was.Schade en/of wvv: Volgens schatt<strong>in</strong>gen moet er over een periode van ruim 3 jaar 10-15miljoen gulden zijn verdiend. Meer dan 8 miljoen is naar Marokko gesluisd.1 Wat betreft de gepresenteerde gegevens over de schade en/of het wederrechtelijk verkregen voordeel dient teworden opgemerkt dat niet <strong>in</strong> alle gevallen de strafrechtelijke f<strong>in</strong>anciële onderzoeken zijn afgerond. Hierdoorkan er sprake zijn van voorlopige schatt<strong>in</strong>gen van of nog niet beschikbare gegevens over het wederrechtelijkverkregen voordeel.


Bijlage 3160Casus 3Activiteiten: Productie en handel <strong>in</strong> amfetam<strong>in</strong>e.Werkwijze: De legaal verkrijgbare grondstoffen haalde men zelf bij legale bedrijven; watde niet legaal verkrijgbare grondstoffen betreft, kwamen drie verdachten <strong>in</strong> beeld alsleveranciers. Tussen de laboranten onderl<strong>in</strong>g en de leveranciers van grondstoffen bestondeen levendige handel <strong>in</strong> grondstoffen, halffabrikaten, amfetam<strong>in</strong>epoeder en pillen. In hetalgemeen werden de verschillende deelprocessen door verschillende koppels en groepjesuitgevoerd op verschillende locaties <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen- en buitenland. Bij de productie en afzetvan synthetische drugs was er soms sprake van <strong>in</strong>cidentele en soms van meer structurelesamenwerk<strong>in</strong>g.Groep: Het betrof een netwerk van ongeveer 50 verdachten, waarvan de kern gevormdwerd door een koppel. Daarnaast zag men nog 5 andere personen die bij de productiebetrokken waren. Voor het overige bestond het netwerk uit leveranciers, afnemers en uitmensen die hand- en spandiensten verrichtten en die bij het vervoer betrokken waren.Schade en/of wvv: Het wvv werd berekend op ongeveer een half miljoen gulden, verdeeldover een negental verdachten.Casus 4Activiteiten: Vrouwenhandel.Werkwijze: De vrouwen werden doorgaans <strong>in</strong> Oost- en Centraal Europa geworven enonder valse voorwendselen naar <strong>Nederland</strong> gelokt. Zij reisden meestal per bus. Een vande hoofdverdachten was een ambtenaar. Met zijn hulp kregen vrouwen een aanmeld<strong>in</strong>gsstempel<strong>in</strong> hun paspoort, zonder dat aan enig criterium moest worden voldaan. Ook antidateerdedeze ambtenaar stempels, zodat vrouwen langer <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> konden blijven.Van de vrouwen werd verwacht zich te prostitueren.Groep: Een totaal van 6 verdachten.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 5Activiteiten: Productie en handel <strong>in</strong> XTC en amfetam<strong>in</strong>e, <strong>in</strong>voer hasj en cocaïne, exportdrugs.Werkwijze: De XTC en amfetam<strong>in</strong>e werden <strong>in</strong> een laboratorium geproduceerd en <strong>in</strong> eenwon<strong>in</strong>g opgeslagen om vervolgens per boot te worden vervoerd naar Engeland en Spanje.De grondstoffen werden onder andere geleverd door een apothekersassistent. Na ontmantel<strong>in</strong>gvan het laboratorium zette men een nieuw lab op. De hasj werd vanuit Marokko perrubberboot naar Spanje gesmokkeld. Daartoe werden bij de Marokkaanse kust militairenomgekocht. De smokkel vanuit Spanje via <strong>Nederland</strong> naar Engeland vond plaats metvrachtwagens. Twee verdachten organiseerden vanuit Colombia een groot cocaïnetransport.Afnemers betaalden de cocaïne cash, soms door lever<strong>in</strong>g van XTC. Verder ziet meneen aantal overige transporten/lever<strong>in</strong>gen: XTC naar Engeland; vervoer van heroïne en XTC


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 161naar Spanje; de lever<strong>in</strong>g van amfetam<strong>in</strong>e aan een Duitse afnemer; de lever<strong>in</strong>g van Turkseheroïne aan Engelsen.Groep: Samenwerk<strong>in</strong>gsverbanden van <strong>in</strong> totaal 30-35 verdachten, waarvan de kern uitongeveer 8 personen bestond. Het merendeel hiervan was <strong>Nederland</strong>er.Schade en/of wvv: Het wvv wordt geschat op 12 miljoen gulden. Een grove <strong>in</strong>dicatie vande omzet: tussen de 40 en 140 miljoen gulden <strong>in</strong> 4 jaar.Casus 6Activiteiten: Handel <strong>in</strong> cocaïne, heroïne, hasj, XTC en amfetam<strong>in</strong>e.Werkwijze: De cocaïne werd vanuit Venezuela geregeld door 2 groepsleden aldaar. Hetvervoer geschiedde per conta<strong>in</strong>er naar een <strong>Nederland</strong>se haven, om van daar uit eventueelverder vervoerd te worden (onder andere Bulgarije). Heroïne werd als 'verstekel<strong>in</strong>g' <strong>in</strong> eentankauto naar Engeland vervoerd. De herkomst van de drugs is onbekend. Wat de hasjbetreft g<strong>in</strong>g het om het bezit van ruim 1000 kilo en aanwijz<strong>in</strong>gen van import en export(Marokko-Spanje en Spanje-Engeland). In <strong>Nederland</strong> geproduceerde XTC-tabletten enamfetam<strong>in</strong>e werden door de organisatie vervoerd naar Engeland.Groep: In wijd verband waren ten m<strong>in</strong>ste 50 mensen bij de organisatie betrokken. De kernvan de groep bestond uit 6-10 man, met daaromheen nog ongeveer 10-14 personen. Hetbetrof een zeer strak geleide, hiërarchisch gestructureerde organisatie. Een groot deel vande leden was van Engelse afkomst.Schade en/of wvv: Schatt<strong>in</strong>g wvv over een periode van 3-4 jaar: m<strong>in</strong>imaal 750.000 guldenen maximaal 46 miljoen guldenCasus 7Activiteiten: Invoer van cocaïne (eenmalig transport).Werkwijze: Een <strong>Nederland</strong>se schipper van een zeiljacht legde aan bij een eiland <strong>in</strong> hetCaribisch gebied, alwaar hij de drugs aan boord haalde. De schipper vervoerde de lad<strong>in</strong>gnaar een haven <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Een van de hoofdverdachten van de Colombiaanse groepwas naar <strong>Nederland</strong> gestuurd om de operatie hier voor de Colombianen te begeleiden ende voor hen bestemde cocaïne <strong>in</strong> ontvangst te nemen. Het te ontvangen geld zou doorkoeriers naar Colombia worden verzonden.Groep: Het betrof 20 verdachten. Drie groepen konden worden onderscheiden: een groepColombianen; een 'makelaar' met zijn <strong>Nederland</strong>se groep (8-10 personen) en een groep<strong>Nederland</strong>se transporteurs (ongeveer 3 personen).Schade en/of wvv: De waarde van het onderschepte transport wordt geschat op 63 miljoengulden.


Bijlage 3162Casus 8Activiteiten: Import van cocaïne en marihuana.Werkwijze: Per conta<strong>in</strong>er werd marihuana vanuit Colombia naar een haven <strong>in</strong> Duitslandvervoerd en overgedragen aan een Colombiaanse groep, die de partijen weer doorleverde.In <strong>Nederland</strong> werd de waar opgeslagen <strong>in</strong> een loods. Ook de cocaïne werd per conta<strong>in</strong>erschipmet een deklad<strong>in</strong>g, via <strong>Nederland</strong>, Europa b<strong>in</strong>nengebracht. Voor de verkoop hadmen een aantal vaste adressen/contacten. Andere wijzen van vervoer waren: cocaïne <strong>in</strong>torpedo's onder een schip; platte plakjes op het lichaam van een koerier per vliegtuig; viapostpakketten <strong>in</strong> blikken levensmiddelen.Groep: Door een groep Colombianen (6-9 personen) werd nauw samengewerkt met een(groot)handelsorganisatie <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> die onder leid<strong>in</strong>g stond van een Colombiaan.Daarnaast werd (<strong>Nederland</strong>se) ondersteun<strong>in</strong>g gegeven door een faciliterende groep vanongeveer 6 personen (ten behoeve van onder andere de opslag).Schade en/of wvv: De geconstateerde transporten betreffen meer dan 30.000 kilo marihuanaen meer dan 600 kilo cocaïne. W<strong>in</strong>sten zijn onbekend.Casus 9Activiteiten: Mensensmokkel en vervalsen van paspoorten. Gemiddeld g<strong>in</strong>g het om240-300 personen per jaar.Werkwijze: Route: Iran - <strong>Nederland</strong> - Canada. De te smokkelen personen konden 1) rechtstreeksnaar <strong>Nederland</strong> reizen, waarbij tot <strong>Nederland</strong> van een eigen paspoort en eenauthentiek visum gebruik werd gemaakt; 2) met een eigen paspoort naar Azië of de VerenigdeArabische Emiraten reizen (geen visum vereist) en vervolgens met valse/vervalstedocumenten naar <strong>Nederland</strong> en daarna naar Canada; 3) rechtstreeks naar een door hengekozen land reizen op valse/vervalste papieren.Door middel van 'zogenaamde' uitnodig<strong>in</strong>gen die via Iraanse bedrijven <strong>in</strong> Europa en Irangeregeld werden en vervalste documenten, werd dan een visum afgegeven aan de tesmokkelen persoon. Op een luchthaven werd gebruik gemaakt van zogenaamde 'pasjeshouders',waardoor de migranten vrijwel probleemloos het land konden b<strong>in</strong>nenkomen. Demigranten vroegen vervolgens asiel aan. Een van de verdachten was een specialist <strong>in</strong> hetvervalsen van paspoorten en leverde deze dienst niet alleen ten behoeve van de eigenorganisatie, maar ook veelvuldig ten behoeve van <strong>in</strong>dividuele vluchtel<strong>in</strong>gen, collega-mensensmokkelaarsen <strong>in</strong>cidenteel aan personen die voor onbekende doele<strong>in</strong>den een vervalstpaspoort nodig hadden.Groep: De smokkelorganisatie bestond uit een structureel samenwerk<strong>in</strong>gsverband tussen'cellen' <strong>in</strong> Iran, Canada en <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. In oorsprong bestond de <strong>Nederland</strong>se cel uit eendrietal hoofdverdachten en een aantal mededaders. De meeste verdachten kwamen uitIran en Irak.Schade en/of wvv: De geschatte opbrengsten bedroegen m<strong>in</strong>imaal 6 tot 7 miljoen guldenover een periode van nog geen 5 jaar. Voor de hoofdverdachte is het wvv voorlopiggeraamd op ongeveer 2 miljoen gulden.


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen163Casus 10aActiviteiten: Vrouwenhandel; exploitatie van meerjarige en m<strong>in</strong>derjarige vrouwen.Werkwijze: De over het algemeen jonge vrouwen (15-18 jaar) werden <strong>in</strong> Oost- en CentraalEuropa geronseld. Daarbij werd gebruik gemaakt van vaste ronselaars, die de vrouwenvoorlogen over hun toekomstige werkzaamheden <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Slovenië vormde de centraleontmoet<strong>in</strong>gsplaats: hier werden vrouwen overgedragen van ronselaars aan anderevervoerders en werden zij voorzien van valse reisdocumenten. Vanuit Slovenië werd dereis voortgezet (veelal per tre<strong>in</strong>) via Oostenrijk en Duitsland naar <strong>Nederland</strong>. Hier moestende vrouwen onder dwang zo'n 10-15 uur per dag werken als raamprostituee.Groep: In totaal g<strong>in</strong>g het om 9 verdachten, overwegend afkomstig uit voormalig Joegoslavië.Er waren twee leid<strong>in</strong>ggevenden (op gelijke voet); de overigen waren uitvoerders.Verder waren er nog ruim tien personen die hand- en spandiensten verrichten.Schade en/of wvv: Voor de twee hoofdverdachten is het gezamenlijk wvv geschat op ongeveer185.000 gulden.Casus 10hActiviteiten: Vrouwenhandel; exploitatie van meerderjarige en m<strong>in</strong>derjarige vrouwen.Werkwijze: In Oost- en Centraal Europa werden zowel meerderjarige als m<strong>in</strong>derjarigevrouwen geronseld. Er werd gebruik gemaakt van diverse transportroutes met als centraleontmoet<strong>in</strong>gsplaats Hongarije. Daar werden de vrouwen voorzien van valse reisdocumentenen overgedragen aan chauffeurs, die de reis naar <strong>Nederland</strong> verder verzorgden. In<strong>Nederland</strong> werden de vrouwen illegaal ondergebracht bij diverse verdachten. Vanaf dieadressen werden zij naar hun werkadres gebracht, waar zij 12-15 uur per dag moestenwerken.Groep: In totaal 22 verdachten, overwegend afkomstig uit voormalig Joegoslavië. Driehoofdverdachten vervulden een leid<strong>in</strong>ggevende rol. De overigen waren uitvoerders, zoalsbewakers, <strong>in</strong>casseerders, chauffeurs, onderdak verleners, ronselaars, et cetera. Daarnaastnog een groot aantal personen (44) dat hand- en spandiensten verrichtte, en een aantalbetrokkenen (11) <strong>in</strong> verband met schijnhuwelijken.Schade en/of wvv Een schatt<strong>in</strong>g van het wvv voor een van de hoofdverdachten bedraagtongeveer 560.000 gulden.Casus 11Activiteiten: Drugssmokkel.Werkwijze: Hasj uit Pakistan en heroïne uit Turkije werden over de weg getransporteerd;cocaïne uit Colombia door middel van zeeschepen, die aankwamen <strong>in</strong> havens <strong>in</strong> landenals Ierland, Engeland, België, <strong>Nederland</strong>, Frankrijk en Malta. Door middel van koerierswerden de verdovende middelen b<strong>in</strong>nen <strong>Nederland</strong> gebracht en aldaar opgeslagen <strong>in</strong>huizen van medeverdachten, waarna zij doorverkocht werden aan afnemers. In een enkelgeval werd de handel direct <strong>in</strong> het land van aankomst doorverkocht. De koeriers fungeer-


Bijlage 3 164den ook als geldlopers om de afleveraars te betalen. Een andere groep geldlopers zorgdeervoor dat contanten naar Turkije werden overgebracht.Groep: In totaal bestond de groep uit ongeveer 23 verdachten, met 3 leid<strong>in</strong>ggevenden.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 12Activiteiten: Vrouwenhandel.Werkwijze: In Oost- en Midden Europa werden meerderjarige en m<strong>in</strong>derjarige vrouwenonder valse voorwendselen geronseld door 1 of 2 ronselaars. Zij werden van valse reisdocumentenvoorzien en per auto via Duitsland naar een appartement van de hoofdverdachte<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> gebracht. Dit gebeurde door tussenpersonen of door de hoofdverdachtezelf. Na enige dagen werden de vrouwen door de hoofdverdachte <strong>in</strong> seksclubsgeplaatst en tot prostitutie gedwongen. Ook kwam het voor dat zij werden doorverkocht.De hoofdverdachte ontv<strong>in</strong>g de verdiensten van de vrouwen, die zelf nagenoeg nietskregen.Groep: Feitelijk had het onderzoek betrekk<strong>in</strong>g op slechts 1 verdachte. Deze deed zakenmet personen die <strong>in</strong> eerdere en latere strafrechtelijke onderzoeken als verdachten werdenaangemerkt en veroordeeld.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 13Activiteiten: Vrouwenhandel.Werkwijze: Voornamelijk <strong>in</strong> Tsjechië en Polen werden vrouwen door middel van misleid<strong>in</strong>ggeronseld. Met valse papieren reisden de vrouwen per vliegtuig of bus naar <strong>Nederland</strong> ofDuitsland. Meestal door een groepje vooral Tsjechische mannen werden zij naar een seksclubgebracht. Aldaar werden de vrouwen <strong>in</strong> de prostitutie gebracht of verder verhandeld.Groep: In totaal waren er 7 verdachten. Daarnaast was er een uitgebreid netwerk vanronselaars, vervoerders en souteneurs.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 14Activiteiten: Vrouwenhandel.Werkwijze: De hoofdverdachte ronselde of kocht meerderjarige en m<strong>in</strong>derjarige vrouwen<strong>in</strong> het buitenland (met name Tsjechië) of <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, van (doorgaans) buitenlandseronselaars, vervoerders of souteneurs. Hij deed dit op eigen <strong>in</strong>itiatief dan wel op verzoekvan <strong>Nederland</strong>se seksclubexploitanten. Hij kocht de 'handelswaar' zelf aan of haalde devrouwen zelf af. Meestal waren zij al <strong>in</strong> het bezit van een (vals) paspoort. Eenmaal <strong>in</strong><strong>Nederland</strong> verkocht de hoofdverdachte de vrouwen door aan exploitanten en aan souteneurs,of bracht hij hen onder <strong>in</strong> seksclubs, <strong>in</strong> zijn privé-club of <strong>in</strong> de raamprostitutie. Devrouwen ontv<strong>in</strong>gen geen f<strong>in</strong>anciële vergoed<strong>in</strong>g.


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 165Groep: Feitelijk had het onderzoek betrekk<strong>in</strong>g op slechts 1 verdachte. Deze deed zakenmet personen die <strong>in</strong> eerdere en latere onderzoeken als verdachten zijn aangemerkt en zijnveroordeeld. Er was sprake van een breed crim<strong>in</strong>eel netwerk.Schade en/of wvv: Over een periode van 2 jaar een wvv van ongeveer 300.000 gulden(m<strong>in</strong>imumschatt<strong>in</strong>g).Casus 15Activiteiten: Vrouwenhandel.Werkwijze: De vrouwen werden <strong>in</strong> Tsjechië geronseld en reisden via Duitsland per automet de hoofdverdachte af naar <strong>Nederland</strong>. Daar werden zij overgedragen aan de hoofdverdachtevan casus 14 (zie hierboven).Groep: Het betreft een verdachte afkomstig uit Tsjechië. De verdachte opereerde b<strong>in</strong>neneen groter netwerk dat zich bezig hield met vrouwenhandel. In dit netwerk was hij eenvan de vervoerders die vrouwen <strong>in</strong> opdracht van een Joegoslavische ronselaar naar <strong>Nederland</strong>bracht en hier de vrouwen verkocht aan een <strong>Nederland</strong>se souteneur.Schade en/of wvv: 1000 gulden per vrouw.Casus 16Activiteiten: Cocaïnehandel.Werkwijze: Vanuit Curagao werd steeds 5 tot 13 kilo cocaïne <strong>in</strong> pakketten levensmiddelenverzonden naar België of Duitsland. De pakketten werden op een <strong>Nederland</strong>se luchthaven'opgevangen'. Op Curagao werd het airwaybillnummer genoteerd en doorgespeeld aanluchthavenpersoneel <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>. Zij onderschepten de lad<strong>in</strong>g en brachten de waarbuiten het vliegveld, alwaar de handel op een parkeerplaats werd afgehaald. De luchthavengegevensvan de pakketten werden vervalst.Groep: De groep bestond uit 8 verdachten, waaronder 4 Antilliaanse jeugdvrienden, waarvaner 2 op Curagao en 2 <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> wonen. Op uitvoerend niveau waren 3 Sur<strong>in</strong>amersen 1 Ghanees betrokken.Schade en/of wvv. In een periode van anderhalf jaar g<strong>in</strong>g het om 6 zend<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong> totaalongeveer 43 kilo cocaïne.Casus 17Activiteiten: Weedkwekerijen, harddrugs, fraude en geweld.Werkwijze: De hoofdverdachten waren de organisatoren/f<strong>in</strong>anciers van 15 weedkwekerijen,ondergebracht <strong>in</strong> onder andere schuren, kelders en slaapkamers en op zolders. Deweed werd verkocht aan coffeeshops. Wat de harddrugs (cocaïne) betreft, g<strong>in</strong>g het omtussenhandel ten behoeve van het lokale milieu.De fraude betrof <strong>in</strong> de eerste plaats het opkopen van noodlijdende BV's. Op naam hiervanwerden bestell<strong>in</strong>gen gedaan. Het g<strong>in</strong>g om parasitaire fraude, die deels ondersteunend wasvoor de andere crim<strong>in</strong>ele activiteiten van het samenwerk<strong>in</strong>gsverband. In de tweede plaats


Bijlage 3 166betrof het koppelbazerij. Zo werden de lege BV's ook gebruikt om personeel te wervenvoor Duitsland. Inzake het geweld g<strong>in</strong>g het om bedreig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> verband met overnames <strong>in</strong>de horeca, bedreig<strong>in</strong>g van een koppelbazenbedrijf en van schuldenaars.Groep: Het betrof een groep van <strong>in</strong> totaal ruim 20 verdachten, waarvan een drietal personende belangrijkste waren. Een van hen was de leider. Allen hebben de <strong>Nederland</strong>senationaliteit.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 18Activiteiten: Cocaïnehandel.Werkwijze: De groep had contacten met een organisatie <strong>in</strong> Turkije, die op bestell<strong>in</strong>gheroïne en cocaïne leverde. De drugs werden door middel van vrachtauto's naar Polengetransporteerd, waar deze door <strong>Nederland</strong>se Turken werden afgehaald. Via tussenpersonenwerden de drugs op lokale markten <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> afgezet en doorverkocht aan afnemers<strong>in</strong> Duitsland. Door te hoge prijzen is de hoofdverdachte op zoek gegaan naarandere aanvoerkanalen. Via Venezuela en de <strong>Nederland</strong>se Antillen trachtte hij cocaïne,door <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> geronselde koeriers, <strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nen te brengen. De koeriers vlogenrechtstreeks of via België naar <strong>Nederland</strong>.Groep: De groep bestond uit 3 hoofdpersonen en enkele tientallen koeriers en tussenpersonen.De belangrijkste verdachten hebben de <strong>Nederland</strong>se nationaliteit. De leider van degroep is een tot <strong>Nederland</strong>er genaturaliseerde Turkse man.Schade en/of wvv-. Het wvv wordt geschat tussen de 100.000 en 200.000 gulden.Casus 19Activiteiten: Afpers<strong>in</strong>g, ripdeals, flessentrekkerij, illegale loterij, drugshandel, koppelbazerij.Werkwijze: Onder bedreig<strong>in</strong>g van vuurwapens, door mishandel<strong>in</strong>g, uit angst voor represailles,door het plegen van een aanslag en onder bedreig<strong>in</strong>g van ernstige mishandel<strong>in</strong>g,werd getracht een aantal personen geld afhandig te maken. Slachtoffers en daders kwamenuit hetzelfde (crim<strong>in</strong>ele) milieu. De ripdeals betroffen naast het gewone 'niet betalenen niet leveren' van hasj het beroven van coffeeshophouders.De flessentrekkerij betrof het doen van bestell<strong>in</strong>gen die niet of slechts deels werdenbetaald. Een aantal jaren terug werd een illegale lotto overgenomen en door de drie hoofdverdachtenvoortgezet, waarbij gebruik werd gemaakt van de uitslagen van de officiële<strong>Nederland</strong>se en Duitse lotto's.Wat betreft de verdovende middelen g<strong>in</strong>g het om hasjhandel <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e partijen. Door dehoofdverdachten werd een koppelbazenbedrijf opgericht. Tevens werd door de bedrijfsleidereen Engelse Limited opgericht om Engelse werknemers <strong>in</strong> Duitsland te kunnenlaten werken.Groep: Het betrof een groep van 11 personen met een hiërarchische structuur, waarvaneen drietal verdachten de leid<strong>in</strong>g vormde. De meesten hadden de <strong>Nederland</strong>se nationaliteit.


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen1 67Schade en/of wvv: Het wvv wordt geschat op ruim 1 miljoen gulden.Casus 20Activiteiten: Handel <strong>in</strong> hasj en productie en handel <strong>in</strong> XTC en amfetam<strong>in</strong>e.Werkwijze: Bij de productie van XTC g<strong>in</strong>g het vooral om de voorbereid<strong>in</strong>g. Wat de amfetam<strong>in</strong>ebetreft g<strong>in</strong>g het meer om 'pog<strong>in</strong>gen' tot produceren. Of dit voor beide productendaadwerkelijk gelukt is, wordt niet duidelijk. Wat de handel <strong>in</strong> XTC betreft, 'lijken' de pillenop bestell<strong>in</strong>g door de hoofdverdachte <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> te worden aangekocht en doorgeleverd.Vermoed wordt dat de pillen werden verpakt <strong>in</strong> dozen van een BV en men dezedoor een transportbedrijf liet bezorgen; ook zou de hoofdverdachte drugs zelf overhandigenaan derden bij onder andere wegrestaurants en op parkeerplaatsen. Een pog<strong>in</strong>g omXTC aan een groep <strong>in</strong> Spanje te leveren mislukte. Bewezen is dat de hoofdverdachte betrokkenwas bij de uitvoer van 2 kilo hasj. Verder vermoedt men dat de groep marihuanavanuit Nigeria via Italië naar <strong>Nederland</strong> wilde vervoeren.Groep: In totaal bestond de groep uit 14 verdachten, het merendeel met de <strong>Nederland</strong>senationaliteit.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 21Activiteiten: 'Contra-activiteiten': het onderscheppen van berichtenverkeer van politie enjustitie; creditcardfraude; fraude met overboek<strong>in</strong>gen; diefstal en/of hel<strong>in</strong>g van computers;handel <strong>in</strong> grondstoffen voor synthetische drugs.Werkwijze: Voor het onderscheppen van semafoonverkeer gebruikte men een speciaalontwikkeld semafoonprogramma. Het radioverkeer werd door middel van speciaalontwikkelde scanners onderschept. Ook hield de groep zich bezig met het kraken vancryptogegevens van een observatieteam. Hiervoor werden door de organisatie computers,software en scanners aangekocht, die door een aantal 'deskundige verdachten' werdenaangepast en verbeterd. Gegevens werden doorgespeeld aan derden.Groep: Het samenwerk<strong>in</strong>gsverband bestond uit 15 (belangrijkste) verdachten; 2 personenvormden de spil daarvan.Schade en/of wvv: Wvv onbekend. Schade: onder andere ernstige ondermijn<strong>in</strong>g van hetopspor<strong>in</strong>gsapparaat.Casus 22Activiteiten: Handel <strong>in</strong> cocaïne.Werkwijze: Per schip werd de cocaïne vanuit Brazilië door koeriers <strong>in</strong> weekendtassenvervoerd naar België om per auto (en onder bewak<strong>in</strong>g) verder vervoerd te worden naar<strong>Nederland</strong>. Daar werd de cocaïne overgedragen aan een van de groepsleden en onderbewak<strong>in</strong>g gesteld van weer een ander lid. De won<strong>in</strong>gen van medeverdachten werden


Bijlage 3 168gebruikt voor opslag/bewar<strong>in</strong>g en het drogen, testen en <strong>in</strong> plakken persen van de cocaïne.In een van de won<strong>in</strong>gen vonden ook de overdrachten plaats aan afnemers.Groep: Vijftien verdachten die ieder een specifieke rol hadden: leider/organisator, assistent,ronselaar voor personeel, verkopers/partijbeheerders, et cetera.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 23Activiteiten: Handel <strong>in</strong> versnijd<strong>in</strong>gsmiddelen en <strong>in</strong> heroïne; vermoedelijke liquidatie naaraanleid<strong>in</strong>g van diefstal van een partij versnijd<strong>in</strong>gsmiddelen. Een aantal misdrijven, gepleegddoor een van de verdachten betreffen schiet<strong>in</strong>cidenten, verkracht<strong>in</strong>gen en afpers<strong>in</strong>g.Deze staan echter los van de groepsactiviteiten.Werkwijze: Heroïnehandel: de hoofdverdachte, de 'eerste man' <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, betrok deheroïne rechtstreeks uit Turkije en zette deze hier af. Belangrijke faciliterende rol hierbijspeelde de persoon direct onder hem. Ook was er sprake van drugsuitvoer naar Frankrijk.Versnijd<strong>in</strong>gsmiddelen: deze legale middelen werden bij een wettige leverancier besteld.In een daarvoor gehuurde won<strong>in</strong>g werden de middelen gemixed.Groep: Voor zover duidelijk geworden g<strong>in</strong>g het om een zeer diffuus en ondoorzichtiggebleven netwerk. Dit bestond uit ongeveer 12 personen van hoofdzakelijk Turkse afkomst.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 24Activiteiten: Grootschalige hasjhandel.Werkwijze: Er werden boten aangekocht die op een bepaalde plaats werden beladenmet Pakistaanse en Marokkaanse hasj. Soms werd de smokkelwaar overgeladen op eenandere boot, soms werd rechtstreeks naar een bepaalde haven gevaren om te lossen. Dehasj werd opgeslagen om vervolgens te worden overgedragen aan afnemers <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>,Engeland en Canada. Via geldkoeriers werden gedane betal<strong>in</strong>gen naar <strong>Nederland</strong> vervoerd.Bij de opslag van grote partijen hasj werden deze opgesplitst <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere partijen,die op verschillende plaatsen werden ondergebracht, veelal <strong>in</strong> huurhuizen. Een bevriendemakelaar zorgde voor de huur van deze huizen.Groep: In totaal bestond de groep uit 13 (belangrijkste) leden. De overige verdachten(ongeveer 50) waren voornamelijk opvarenden van de schepen. De kern werd gevormddoor 4 personen, met daarnaast nog een f<strong>in</strong>anciële man.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 25Activiteiten: Grootschalige hasjhandel.Werkwijze: Met moederschepen werden partijen hasj afgehaald (Pakistan, Marokko) ennaar een ontmoet<strong>in</strong>gspunt gevaren (bijvoorbeeld de West-Afrikaanse kust), alwaar dehandel door een kle<strong>in</strong>ere afhaalboot werd afgehaald, die naar de plaats van bestemm<strong>in</strong>g


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 169voer (<strong>Nederland</strong>, Australië, Engeland). Men zette soms lad<strong>in</strong>gen overboord om deze danlater weer op te vissen. De organisatoren maakten gebruik van 'botenmakelaars' voorbemiddel<strong>in</strong>g bij aanschaf van schepen en het onderhoud, en voor het huren van kapite<strong>in</strong>sen bemann<strong>in</strong>gsleden. De kapite<strong>in</strong>s regelden vaak zelf een bemann<strong>in</strong>g en verzorgden delogistiek en (reis)papieren. Ook was er een verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsman voor het radioverkeer met deschepen.Groep: Het netwerk bestond uit een groep organisatoren, die <strong>in</strong> wisselende samenstell<strong>in</strong>gtransporten regelden ten behoeve van opdrachtgevers. Er waren meer dan 74 verdachten,waaronder de kapite<strong>in</strong>s en de bemann<strong>in</strong>gsleden van schepen.Schade en/of wvv: In totaal is er <strong>in</strong> 2,5 jaar ongeveer 76.000 kilo hasj <strong>in</strong> beslag genomen,dan wel overboord gezet, met een straatwaarde van (naar schatt<strong>in</strong>g) 380 miljoen gulden.Casus 26Activiteiten: Handel <strong>in</strong> hasj, XTC, precursoren, amfetam<strong>in</strong>e en valse merkkled<strong>in</strong>g.Werkwijze: De handel geschiedde op twee wijzen. Ten eerste door het gebruik van regulierelad<strong>in</strong>gen en het daar<strong>in</strong> verstoppen van verdovende middelen. De deklad<strong>in</strong>gen g<strong>in</strong>gennaar Engeland, maar kwamen ook weer terug. De tweede wijze betrof het zelf transporterendoor middel van een koerier/chauffeur. De organisatie maakte daarbij gebruik van eenspeciaal geprepareerde vrachtauto. De merkvervals<strong>in</strong>g geschiedde via de lijn Turkije -<strong>Nederland</strong> - Spanje. Betrokken hierbij waren de bedrijven van een aantal verdachten. Viaeen bedrijf <strong>in</strong> Spanje werd de kled<strong>in</strong>g verkocht.Groep: De groep had een hiërarchische structuur met een duidelijke leid<strong>in</strong>g en een aantalkernleden (totaal 40 personen, waarvan er 15 tot de kernleden behoorden). De overigeverdachten die niet tot de kern behoorden, vormden een netwerk, waaruit van bepaaldediensten gebruik gemaakt kon worden.Schade en/of wvv: Onder andere verstor<strong>in</strong>g van legale markten door het afzetten vandeklad<strong>in</strong>gen tegen dumpprijzen en het leveren van valse merkkled<strong>in</strong>g; wvv onbekend.Casus 27Activiteiten: Grootschalige <strong>in</strong>voer van hasj, marihuana en cocaïne.Werkwijze: Een tweetal methoden werd gehanteerd: conta<strong>in</strong>ers met een reguliere lad<strong>in</strong>g,bestemd voor bonafide bedrijven, werden gebruikt om sporttassen/koffers met cocaïne<strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nen te brengen. De tweede methode was dat conta<strong>in</strong>ers met - op papier -een reguliere lad<strong>in</strong>g, werden gebruikt om partijen met marihuana/hasj <strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nente brengen. Hierbij werd gebruik gemaakt van niet bestaande bedrijven, welke gevestigdwaren <strong>in</strong> voormalige Oostbloklanden. De verdovende middelen waren bestemd voor onderandere <strong>Nederland</strong> en Polen en kwamen vrijwel altijd uit Colombia.Groep: Groep met een tweekoppige leid<strong>in</strong>g, die <strong>in</strong> totaal uit ongeveer 25 verdachtenbestond die <strong>in</strong> wisselende samenstell<strong>in</strong>gen werkten. Het merendeel bestond uit <strong>Nederland</strong>ers;daarnaast een Pakistaan, een Duitser en twee Belgen.


Bijlage 3170Schade en/of wvv: Door het doen van onjuiste belast<strong>in</strong>gaangiften werd de <strong>Nederland</strong>seStaat voor ten m<strong>in</strong>ste 2,5 miljoen gulden benadeeld.Casus 28Activiteiten: Invoer hasj; handel <strong>in</strong> XTC en amfetam<strong>in</strong>e; (pog<strong>in</strong>g tot) <strong>in</strong>voer precursoren.Werkwijze: Chauffeurs/koeriers brachten campers naar een camp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Marokko, waarcontact werd gelegd met een bepaalde persoon die voor verdere <strong>in</strong>structies zorgde voorhet laden van de hasj elders. Marokkaanse hasj werd ook gesmokkeld door middel -vaneen tour<strong>in</strong>gcar van een speciaal voor dat doel opgericht bedrijf <strong>in</strong> België. Via een tweetalbedrijven werden grondstoffen besteld en geleverd aan 2 leden van de organisatie, die hetop hun beurt weer doorleverden aan amfetam<strong>in</strong>e/XTC-producenten. Ook via Tsjechië enFrankrijk werden grondstoffen <strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nengebracht. Door middel van een speciaalgeprepareerde auto werd amfetam<strong>in</strong>e naar Engeland gebracht. Tevens was de auto bedoeldom daar<strong>in</strong> drugsgelden op te halen en naar <strong>Nederland</strong> te vervoeren.Groep: De top van de organisatie bestond uit 5 personen. Direct onder hen regelden 4personen de uitvoer<strong>in</strong>g van verschillende projecten. In totaal bijna 50 verdachten.Schade en/of wvv: Een wvv van ruim 7 miljoen gulden. De nettow<strong>in</strong>st wordt geschat op 18miljoen per jaar.Casus 29Activiteiten: Fraude: ontduik<strong>in</strong>g EU-heff<strong>in</strong>gen (melkpoeder).Werkwijze: Heff<strong>in</strong>gen ontduiken door goederen onder de normale prijs op de (EU)marktte brengen. Melkpoeder uit het Oostblok werd over de Pools-Duitse grens gebracht, metals zogenaamde bestemm<strong>in</strong>g onder andere Spanje en Nigeria, maar werd <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>afgezet. De T1-documenten werden niet bij de douane aangeboden of de schijn werdgewekt dat aanzuiver<strong>in</strong>g had plaatsgevonden. Het 'groene strookje' werd van een (valse)stempel voorzien en weer teruggestuurd naar de douane-expediteur. Valse aankoopfacturenverhulden waar de melkpoeder vandaan kwam.Groep: Het g<strong>in</strong>g om een totaal van 39 verdachten, waarvan 14 hoofdverdachten.Schade en/of wvv: Wvv wordt geschat op m<strong>in</strong>imaal 9 miljoen gulden. De ontdoken heff<strong>in</strong>genbedroegen m<strong>in</strong>imaal 27 miljoen.Casus 30Activiteiten: Invoer van cocaïne en witwassen.Werkwijze: Invoer van cocaïne geschiedde vanuit Zuid-Amerika <strong>in</strong> conta<strong>in</strong>ers per schipnaar <strong>Nederland</strong>. In <strong>Nederland</strong> werd de cocaïne door middel van een transportbedrijfvervoerd naar een loods. In een garnalenverwerk<strong>in</strong>gsbedrijf <strong>in</strong> Zuid-Amerika werd dewaar verpakt <strong>in</strong> dozen garnalen met een dubbele bodem. Voor de import, het afhalen vande conta<strong>in</strong>ers en het vervoer naar de loods, werden via een groepslid externe bedrijven<strong>in</strong>gehuurd.


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 171Witwassen: de organisatie heeft bedrijven tot haar beschikk<strong>in</strong>g die gevestigd zijn <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>,Zwitserland en de <strong>Nederland</strong>se Antillen; <strong>in</strong> totaal ruim 45 bedrijven. Als verantwoord<strong>in</strong>gvoor het contant gestorte geld bij deze bedrijven wordt gebruik gemaakt van valsefacturen voor uitgevoerde diensten.Groep: De hoofdverdachte was de baas met <strong>in</strong>ternationale contacten. De groep bestonduit ongeveer 20 verdachten. Naast de 'hoofdpersoon' zag men een adviseur, een 'regelneef'<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> en twee leden die zorgden voor bescherm<strong>in</strong>g en discipl<strong>in</strong>e bij deanderen.Schade en/of wvv: In een aangetroffen grootboek wordt meer dan 20 miljoen gulden aan<strong>in</strong>komsten vermeld, over een periode van nog geen jaar.Casus 31Activiteiten: Geld wisselen; ondergronds bankieren.Werkwijze: Mensen die geld gewisseld wilden hebben (drugs- en textielhandelaren), kondenhierover telefonisch afspraken maken of naar de won<strong>in</strong>g of w<strong>in</strong>kel van de hoofdverdachtengaan en aldaar hun geld afleveren. De wisselaars bekeken eerst of zij te wisselengeld direct aan anderen kwijt konden. De rest werd <strong>in</strong> België gewisseld. De wisselaarsmaakten steeds gebruik van hetzelfde wisselkantoor. De wisselaars zouden zich ook bezighebben gehouden met ondergronds bankieren, hoewel niet duidelijk is hoe vaak.Groep: Het betrof 3 Pakistaanse hoofdverdachten, waarvan er 1 de baas was. Twee warenbroers en een was een jeugdvriend. Daarnaast waren er 6 andere verdachten, waarvanhet merendeel eveneens uit Pakistan afkomstig was.Schade en/of wvv: In totaal werd meer dan 100 miljoen gulden gewisseld (over een periodevan ruim een jaar). De brutow<strong>in</strong>st over dat jaar werd berekend op ruim 3 miljoengulden.Casus 32Activiteiten: Heroïnehandel; productie/handel <strong>in</strong> XTC, precursoren en amfetam<strong>in</strong>e.Werkwijze: De heroïne werd vanuit Zuidoost-Azië <strong>in</strong> pakketten kled<strong>in</strong>g naar woonadressenof bedrijven gestuurd op naam van een onbekende adressant Ook werd vanuit Zuidoost-Azië de heroïne <strong>in</strong> een aantal kisten met porsele<strong>in</strong> naar een Duits restaurant gezonden.De pakketten en kisten werden door helpers afgehaald. De doorvoer naar Frankrijk g<strong>in</strong>gdoor middel van koeriers per auto of tre<strong>in</strong>. Door een van de verdachten werd waarschijnlijkeen kle<strong>in</strong>e hoeveelheid grondstoffen gemaakt <strong>in</strong> het laboratorium van een bedrijf,waar hij werkzaam was; ook maakte hij waarschijnlijk XTC en amfetam<strong>in</strong>e. Verschillendeverdachten hadden basismaterialen voor het mengen en slaan van pillen <strong>in</strong> huis.Groep: Negentien verdachten (allen <strong>in</strong> Ch<strong>in</strong>a geboren; sommigen van hen met de <strong>Nederland</strong>senationaliteit), waaronder 3 leiders/organisatoren. Verder was er een aantal verdachtendat bij verschillende klussen van alles regelde en een diffuus netwerk vanmensen, die hand- en spandiensten verrichtten.Schade en/of wvv: Onbekend.


Bijlage 3172Casus 33Activiteiten: (Nigeriaanse) vrouwenhandel.Werkwijze: Op eigen <strong>in</strong>itiatief of op bestell<strong>in</strong>g werden de vrouwen <strong>in</strong> Nigeria door een vande hoofdverdachten geronseld, of door mannen met wie deze hoofdverdachte contacthad. Deze hoofdverdachte reisde daarvoor af naar Nigeria en nam zijn <strong>in</strong>trek <strong>in</strong> een hotel,waar de vrouwen werden verzameld en enkele dagen tot weken werden ondergebracht.Tegen betal<strong>in</strong>g van een bepaald bedrag werd de vrouwen goedbetaald werk beloofd.Ondertussen bracht de hoofdverdachte de paspoorten en andere reisdocumenten <strong>in</strong> orde.Voor de paspoorten werd gebruik gemaakt van een documentenvervalser. Per vliegtuigreisde men af naar <strong>Nederland</strong> of Duitsland. De vrouwen werden <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>, Duitslanden België tewerkgesteld <strong>in</strong> een bordeel of <strong>in</strong> de raamprostitutie.Groep: Twee verdachten van Nigeriaanse afkomst.Schade en/of wvv: Onbekend.Casus 34Activiteiten: Smokkel van k<strong>in</strong>deren.Werkwijze: Per jaar zou het gegaan zijn om 100 tot 250 k<strong>in</strong>deren. Vanuit India werdenjongens, veelal van 8 tot 15 jaar, met 'nepouders' naar Europa gesmokkeld, waarvoor deechte ouders ongeveer 25.000 gulden per k<strong>in</strong>d moesten betalen. De reis werd georganiseerddoor iemand met een reisbureau <strong>in</strong> India. De nepouders brachten de k<strong>in</strong>deren naarEuropa, op het eigen paspoort waarop hun eigen k<strong>in</strong>deren stonden bijgeschreven. De reisliep via Duitsland, Frankrijk of Zwitserland en dan per tre<strong>in</strong> verder naar <strong>Nederland</strong>, alwaarde k<strong>in</strong>deren op tijdelijke adressen verbleven. Een volgend 'nepouderpaar' bracht henvervolgens naar de VS.Groep: Het g<strong>in</strong>g om 2 groepen, bestaande uit respectievelijk 30 en 6 (belangrijkste) verdachten.Schade en/of wvv: Geschatte jaaromzet: 2,5 miljoen gulden.Casus 35Activiteiten: Mensensmokkel.Werkwijze: Het betreft smokkel van Turkse mensen. Het traject Turkije-<strong>Nederland</strong> geschieddeveelal op Russische en Poolse schepen, of <strong>in</strong> conta<strong>in</strong>ers op vrachtwagens viaBelgië, Frankrijk en Duitsland, of rechtstreeks via luchtverkeer. Het overzetten van demensen naar Engeland gebeurde eerst via Frankrijk <strong>in</strong> vrachtauto's op de boot. Aangezien<strong>in</strong> Engeland veelvuldig controles plaatsvonden, is de organisatie overgestapt op het (alsverstekel<strong>in</strong>g) aan boord zetten van illegalen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>se en Belgische havens. Ditgebeurde met behulp van bemann<strong>in</strong>gsleden, al dan niet met medeweten van de kapite<strong>in</strong>,en de bemiddel<strong>in</strong>g van een illegale medeverdachte. Visa werden eventueel via Duitslandaangevraagd. In Engeland werden de personen van boord gehaald door de Engelse takvan de organisatie en zo nodig aan een baan/<strong>in</strong>komen geholpen.


Casusbeschrijv<strong>in</strong>gen 173Groep: De organisatie was <strong>in</strong> handen van een groep Turken met veelal <strong>Nederland</strong>sepaspoorten. Het totaal aantal personen bedroeg 11, waarbij 3 personen de leid<strong>in</strong>g hadden.Schade en/of wvv: De mensensmokkel leverde de groep ongeveer 3 miljoen gulden perjaar op. Ook profiteerde de groep van het laten werken van illegalen <strong>in</strong> een koffiehuis eneen pizzeria. Per jaar leverde dit een w<strong>in</strong>st op van 15.000 gulden per persoon.Casus 36Activiteiten: Handel <strong>in</strong> heroïne en XTC; belast<strong>in</strong>gfraude.Werkwijze: De heroïne werd vanuit Pakistan naar Turkije getransporteerd; vandaar zou dehandelswaar onder bescherm<strong>in</strong>g van de politie naar de Bulgaarse grens gebracht worden.De heroïne werd vanuit Turkije met (<strong>in</strong> <strong>Nederland</strong> geprepareerde) auto's naar <strong>Nederland</strong>gebracht. De XTC-pillen werden afgenomen van een onbekend gebleven leverancier. Belast<strong>in</strong>gfraude:colporteurs van het bedrijf van de hoofdverdachte organiseerden bijeenkomsten<strong>in</strong> restaurants, waar zij producten probeerden te slijten. Zowel verkopers alskopers waren voornamelijk Turken. De kopers tekenden een contract. De belast<strong>in</strong>gfraudebestond uit verkeerde opgave van het aantal contracten. Grote geldbedragen werden viaeen bank overgemaakt naar Turkije. Deze bedragen werden <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e porties door ruim 40verschillende personen gestort.Groep: Een groep van 15 verdachten, waarvan het merendeel afkomstig was uit Turkije(sommigen met de Turkse en <strong>Nederland</strong>se nationaliteit).Schade en/of wvv Wvv van meer dan 10 miljoen gulden.Casus 37Activiteiten: Productie van precursoren en XTC.Werkwijze: De groep maakte gebruik van een drietal laboratoria voor de productie vanXTC. Door bepaalde verdachten werden grondstoffen geleverd; een andere regelde betal<strong>in</strong>gen,personenvervoer van en naar de laboratoria, contacten met opdrachtgevers, etcetera. Men was ook doende om zelf grondstoffen voor de productie van XTC te maken.Ook trachtte men zelf XTC direct uit een bepaalde chemische stof te maken, waardoor eenbepaalde schaarse grondstof niet meer nodig zou zijn.Groep: Een groep van 18 verdachten met een viertal hoofdverdachten. Het merendeel hadde <strong>Nederland</strong>se nationaliteit.Schade en/of wvv: De geschatte w<strong>in</strong>st bedraagt ongeveer 2 miljoen gulden.Casus 38Activiteiten: Grootschalige hasjhandel.Werkwijze: De hasj werd vooral <strong>in</strong> Pakistan aangekocht en daarna <strong>in</strong> conta<strong>in</strong>ers (met deklad<strong>in</strong>gen)per schip vervoerd naar België <strong>in</strong> transit naar Polen of Frankrijk. De aankoopvond plaats via ontmoet<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> onder andere Turkije. Soms werd gebruik gemaakt vaneen moederschip waar<strong>in</strong> hasj voor langere tijd werd opgeslagen. Met kle<strong>in</strong>e schepen


Bijlage 3 174werden vervolgens partijen vanaf het opslagschip gehaald. De waar werd doorverkochtnaan de Verenigde Staten of Canada, of werd <strong>Nederland</strong> b<strong>in</strong>nengebracht, opgeslagen <strong>in</strong>loodsen, omgepakt en vervolgens doorverkocht.Groep: Er zijn 50 personen als betrokken verdachten <strong>in</strong> beeld gekomen, <strong>in</strong>clusief afnemersen leveranciers. De kern bestond uit een hecht samenwerk<strong>in</strong>gsverband tussen 5 á 6 personen,die leid<strong>in</strong>g gaven aan een uitvoer<strong>in</strong>gsnetwerk van personen en groepen met specialetaken: witwassen, geweld, transport, aankoop en distributie.Schade en/of wvv: De fiscus heeft de hoofdverdachte aangeslagen voor enkele tientallenmiljoenen guldens.Casus 39Activiteiten: Verwerv<strong>in</strong>g van olieproducten door middel van verduister<strong>in</strong>g, hel<strong>in</strong>g en valsheid<strong>in</strong> geschrifte.Werkwijze: De olieproducten werden door gebruik te maken van allerlei trucs, door eenaantal schippers achtergehouden en afgeleverd bij een bedrijf, dat de producten op zijnbeurt weer zwart doorverkocht aan een volgend bedrijf. Uite<strong>in</strong>delijk kwam alles bij eenondernem<strong>in</strong>g terecht die ervoor zorgde dat de producten weer 'witgewassen' <strong>in</strong> hetofficiële milieu verhandeld werden. Dit witwassen geschiedde door middel van valsefacturen die door verschillende verdachten werden aangeleverd.Groep: Een netwerk van 32 personen en 5 bedrijven waarb<strong>in</strong>nen, hoewel niet hiërarchischgestructureerd, elke persoon een bepaalde functie vervulde.Schade en/of wvv: Concurrentievervals<strong>in</strong>g; het wvv wordt geschat op ruim 6 miljoengulden.Casus 40Activiteiten: Samenstell<strong>in</strong>g, verveelvoudig<strong>in</strong>g en distributie van illegale cd's en cd-roms;flessentrekkerij.Werkwijze: Met behulp van 'plof-BV's' liet de groep cd's en cd-roms masteren en persen,om deze vervolgens <strong>in</strong> het grijze en zwarte circuit te verhandelen. Het masteren en persengebeurde veelal <strong>in</strong> het buitenland bij legale bedrijven. Via koeriers werden deze bedrijvenbetaald en werden de illegale cd's afgehaald. Via de plof-BV's werden grote hoeveelhedengoederen besteld bij allerlei bedrijven die echter nooit betaald kregen. Als bestuurdersvan de BV's werden katvangers gebruikt.Groep: De 2 hoofdverdachten kenden elkaar al vanuit de merkvervals<strong>in</strong>g (textielhandel).Daarnaast waren er 2 'wizzkids' die voor het samenstellen van de cd's zorgden. De restvan de groep (totaal ruim 25 leden) bestond uit katvangers, koeriers, chauffeurs en <strong>in</strong>pakkers.Een 'BV-makelaar' zorgde voor de plof-BV's.Schade en/of wvv: Benadel<strong>in</strong>g van auteurs, softwareproducenten en verschillende ondernemers<strong>in</strong> verband met de flessentrekkerij. Jaaromzet geschat op meer dan 7 miljoengulden.


S<strong>in</strong>ds 1993 verschenen rapporten <strong>in</strong> de reeksOnderzoek en beleid1993122 Veel voorkomende <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> op de<strong>Nederland</strong>se AntillenJ.M. Nelen, J.J.A. Essers123 Politie en openbaar m<strong>in</strong>isterie tegenrassendiscrim<strong>in</strong>atie, ver de nalev<strong>in</strong>g vanrichtlijnenM.W. Bol, B.J.W. Docter-Schamhardt124 Prestige, professie en wanhoop; een onderzoek onder gedet<strong>in</strong>eerde overvallersG.J. Kroese, R.H.J.M. Star<strong>in</strong>g125 Motieven voor naturalisatie; waaromvreemdel<strong>in</strong>gen uit diverse m<strong>in</strong>derheidsgroepenwel of niet kiezen voornaturalisatieR.F.A. van den Bedem126 Prestatieverschillen tussen arrondissementsparkettenW. Polder, G. Paulides127 De tbs met aanwijz<strong>in</strong>g; de toepass<strong>in</strong>g vanen professionele oordelen over een strafrechtelijkemaatregelEd. Leuw128 Alternatieven voor de vrijheidsstraf; lessenuit het buitenlandJ. Junger-Tas1994131 Del<strong>in</strong>quentie, sociale controle en 'lifeevents'; eerste resultaten van eenlongitud<strong>in</strong>aal onderzoekC.J.C. Rutenfrans, G.J. Terlouw132 Rechtsverzorg<strong>in</strong>g en wetenschap; eenplaatsbepal<strong>in</strong>g van het <strong>WODC</strong> bij hetafscheid van J. Junger-TasM.M.J. Aalberts, J.C.J. Boutellier, H.G. vande Bunt (red.)133 Het openbaar m<strong>in</strong>isterie en grotefraudezakenJ.M. Nelen, M. Boone, M.D. vanGoudoever-Herbschleb134 De civiele procedure bij de kantonrechter;evaluatie van een vernieuw<strong>in</strong>gA. Klijn, C. Cozijn, G. Paulides135 Toelat<strong>in</strong>g en opvang van ama'sR.F.A. van den Bedem, H.A.G. de Valk,S.O. Tan136 Een partner van verre: de cijfersJ.J. Schoort, M. van de Klundert, R.F.A. vanden Bedem, J. C. van den Br<strong>in</strong>k137 Stoppen of verplaatsen? Een literatuuronderzoekover gelegenheidsbeperkendepreventie en verplaats<strong>in</strong>g van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>R.B.P. Hessel<strong>in</strong>g138 Crim<strong>in</strong>aliteit en strafrechtelijke reactie;ontwikkel<strong>in</strong>gen en samenhangenJ.G.C. Kester, J. Junger-Tas129 Heenzend<strong>in</strong>genM.M. Kommer130 Appels en peren; een onderzoek naar derecidive van dienstverleners en kortgestraftenE. C. Spaans1995139 Grenzen aan herenig<strong>in</strong>g; de regels metbetrekk<strong>in</strong>g tot het bestaansmiddelenvereisteper september 1993R.F.A. van den Bedem, J.C. van den Br<strong>in</strong>k,E.J. Verhagen


S<strong>in</strong>ds 1993 verschenen rapporten <strong>in</strong> de reeks Onderzoek en beleid176140 Gedragsbeïnvloed<strong>in</strong>g door strafrechtelijk<strong>in</strong>grijpen; een literatuurstudieM. W. Bol141 Recidive na ontslag uit tbsEd. Leuw142 Inbraak <strong>in</strong> bedrijven; daders, aangiftes, enslachtoffers onderzochtM. Kruiss<strong>in</strong>k, E. G. Wiersma143 Hoger beroep en de <strong>in</strong>tegratie; onderzoeknaar strafzaken, civiele zaken en de unus<strong>in</strong> appelC. van der Werff m.m.v. B.J.W. Docter-Schamhardt144 Werken of zitten; de toepass<strong>in</strong>g vanwerkstraffen en korte vrijheidsstraffen<strong>in</strong> 1992E.C. Spaans145 Cashba; een <strong>in</strong>tensief dagprogramma voorjeugdige en jongvolwassen del<strong>in</strong>quentenA.A.M. Essers, P. van der Laan, P.N. vander Veer146 Een schot <strong>in</strong> de roos? Evaluatie van pilotbureausschietwapenondersteun<strong>in</strong>g <strong>in</strong>twee politieregio'sM. Kruiss<strong>in</strong>k, L.W. Blees147 Autokraak verm<strong>in</strong>derd of verplaatst? Deeffecten van een Rotterdams projecttegen diefstal uit autoR.B.P. Hessel<strong>in</strong>g, U. Aron148 Toevlucht zoeken <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>1996L. Doornhe<strong>in</strong>, N. Dijkhoff149 Gez<strong>in</strong>svoogden aan het werk; deuitvoer<strong>in</strong>g van de ondertoezichtstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong>1993N.M. Mertens150 De deconcentratie van D&J; wijzig<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> de organisatie van het <strong>Nederland</strong>segevangeniswezenB.S.J. Wartna, M. Brouwers151 De toegevoegde kwaliteit; een ex anteevaluatie van de werk<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>schrijfvoorwaarden<strong>in</strong> de Wet op de rechtsbijstandS. van Leeuwen, A. Klijn, G. Paulides152 Grote strafrechtelijke milieu-onderzoekenE.A.I.M. van den Berg, R.J.J. Eshuis153 Dwangopname onder de Krankz<strong>in</strong>nigenwetS.M. Hoekstra, Ed. Leuw154 B<strong>in</strong>nentredende gerechtsdeurwaarders;het machtig<strong>in</strong>gsvereiste <strong>in</strong> de praktijkE.M. Th. Beenakkers, A.Y. Guér<strong>in</strong>155 Tappen <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>Z. Reijne, R.F. Kouwenberg, M.P. Keizer156 Het vermogen te ontnemen; wetsevaluatie- fase 2J.M. Nelen, V. Sabee, m.m.v. R.F.Kouwenberg, R. Aidala157 Taakstraffen voor m<strong>in</strong>derjarigen;toepass<strong>in</strong>g en uitvoer<strong>in</strong>g opnieuw belichtL.W. Blees, M. Brouwers158 Twee jaar MOT; een evaluatie van deuitvoer<strong>in</strong>g van de Wet meld<strong>in</strong>gongebruikelijke transactiesG.J. Terlouw, U. Aron159 Een veld <strong>in</strong> beeld; een beschrijv<strong>in</strong>g van het1997werk <strong>in</strong> de justitiële behandel<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>genL. Boendermaker, C. Verwers160 Racistisch geweld <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>; aard enomvang, strafrechtelijke afdoen<strong>in</strong>g,dadertypenM.W. Bol, E.G. Wiersma161 De Jeugdwerk<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenstebuitengekeerd; onderzoek naar de resultatenvan de Jeugdwerk<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en hetproject B<strong>in</strong>nenste BuitenE.C. Spaans162 Crim<strong>in</strong>al Victimisation <strong>in</strong> ElevenIndustrialised Countries; key f<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsfrom the 1996 International Crime VictimsSurveyPat Mayhew, Jan J.M. van Dijk163 Duur en volume; ontwikkel<strong>in</strong>g van deonvoorwaardelijke vrijheidsstraf tussen1985 en 1995, feiten en verklar<strong>in</strong>genM. Grapendaal, P.P. Groen, W. van derHeide


S<strong>in</strong>ds 1993 verschenen rapporten <strong>in</strong> de reeks Onderzoek en beleid177164 Elektronisch toezicht <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>;uitkomsten van het experimentE.C. Spaans, C. Verwers165 Een netwerk als vangnet? Eenprocesbeschrijv<strong>in</strong>g van preventieprojectengericht op een <strong>in</strong>tegraleaanpak van jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>W.M. Kleiman, N. Kuyvenhoven166 Kiezen voor een kans; evaluatie vanharde-kernprojectenW.M. Kleiman, G.J. Terlouw1998167 E<strong>in</strong>d goed, al goed? De leefsituatie vanjongeren een jaar na vertrek uit eenjustitiële behandel<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gL. Boendermaker168 Instroom en capaciteit <strong>in</strong> de tbs-sector;geregistreerde gegevens en <strong>in</strong>zichtenvan deskundigenEd. Leuw169 Meisjes<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>N.M. Mertens, M. Grapendaal,B.J. W. Docter-Schamhardt170 Het vermogen te ontnemen; evaluatie vande ontnem<strong>in</strong>gswetgev<strong>in</strong>g - e<strong>in</strong>drapportJ.M. Nelen, V. Sabee171 Een kwestie van tijd; onderzoek naar dedoorlooptijd <strong>in</strong> handelszakenR.J.J. Eshuis172 De positie van vrouwen <strong>in</strong> de asielprocedureJ.W. van Wetten, N. Dijkhoff F. Heide173 <strong>Georganiseerde</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Nederland</strong>;rapportage op basis van de <strong>WODC</strong>monitorE.R. Kleemans, E.A./.M. van den Berg,H.G. van de Bunt; m.m.v. M. Brouwers,R.F. Kouwenberg, G. Paulides


c bwmlbada gamma h@% ®p d@ Mab Am ombmm M ammbhbu @m dog ww a®OOc ww oví ambut Ikgm@~mmbad@M @0 ~dm oguUOc bx pmfm ®BM d@ ~=c bombodbacda b ac Q@ am um b wedom• Hm ba wwir d@ ( mbbWaow Dna pm ambo ~a mm wwa b dma w b ^Ghnm odl~pbo Uo b bwamma mm (k wd no d@ Wo ba@baOUD Md@ff lmo .Ow dba mpp®n mda ®wdw ®p Coba vw dwbn«@ b~~5 mm@m Ema if mnd. UMooac' ®pap^o f bom wog u 1®T d~»§2 @@w moomb SR~ i d@ D asmm mm m• Mw~^a bx bc c cBambo amoob ooo^ c^bG am^m^w=w c b Bmac mc ll@ xM am @^o ce^BombmmlfacQBacao ^ o teamma ^^Q c^BmmBmmbbac^Ba ®o^(^ oQ fl^

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!