10.07.2015 Views

Welstandsnota_Bussum_2012_c_gecomprimeerd.pdf - Gemeente ...

Welstandsnota_Bussum_2012_c_gecomprimeerd.pdf - Gemeente ...

Welstandsnota_Bussum_2012_c_gecomprimeerd.pdf - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong>Vastgesteld door de raadop 27 september <strong>2012</strong>


INHOUDHoofdstuk 1 InleidingUitgangspunten voor het beleid 7Gebruik van de nota 7Uitvoerbaar en aanpasbaar beleid 8Hoofdstuk 2 Welstand en beleidRedelijke eisen van welstand 9Landschap en bebouwing 9Doel en uitgangspunten van het welstandsbeleid 10Ruimtelijk beleid 11Monumenten en cultuurhistorie 12Uitgangspunten voor welstand 12Hoofdstuk 3 Welstandscriteria algemeenToepassing en criteria 13Hoofdstuk 4 Welstandscriteria gebiedenGebiedsindeling en welstandsniveaus 15Centrum (gebied 1) 18Oudere dorp (gebied 2) 20Dorpsgebied Het Spiegel (gebied 3) 22Villagebied Het Spiegel (gebied 4) 24Brediuskwartier (gebied 5) 28Prins Hendrikpark (gebied 6) 32Godelindebuurt (gebied 7) 34<strong>Bussum</strong> Zuid-West (gebied 8) 36Wonen Zuid-Oost (gebied 9) 38Bedrijventerrein De Nieuwe Vaart (gebied 10) 40Spoorzone (gebied 11) 42Sport (gebied 12) 48Hoofdstuk 5 Welstandscriteria objectenObjecten 51 anbouwen (object 1) 52 Bijgebouwen (object 2) 54 Dakkapellen (object 3) 56 Gevelwijzigingen (object 4) 58 rascheidingen (object 5) 60 Reclame (object 6) 62 Dakramen, panelen en collectoren (object 7) 66 Dakopbouwen (object 8) 68 Rolluiken (object 9) 70 Terras- en cameubilair (object 10) 72 nstallaties (object 11) 74Hoofdstuk 6 Welstandscriteria cultureel erfgoed Bouwen aan o nabij cultureel ergoed 77Hoofdstuk 7 Welstandscriteria grote projecten Welstandcriteria grote (her)ontwikkelingen 79<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 2 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 3Behorend bij RV <strong>2012</strong>.088


Hoofdstuk 8 Welstandscriteria excessen Welstandcriteria ecessen 81Bijlagen Begrippenlijst (1) 83 lgemene criteria (2) 89 Straatnamen (3) 93 Monumenten (4) 97 nsembles Brediuskwartier (5) 100Colofon 101<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 4 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 5


Uw bouwplan betretINLEIDING Hoodstuk 1CULTUURHSTORSCH RGOD in beschermd dorpsgezichtBSCHDN OBCTObjecten zoals: aanbouw o bijgebouw gevelwijziging o reclame dakkapel o dakopbouw dakraam, paneel, collector erascheiding, installatie terras- en cameubilair rolluik o installatieNGROTR PLNVoor een gebouw in een: woon- o winkelgebied beschermd gezicht bedrijventerrein sport- o recreatieterreinNG VRDR MT aan monument o waardevol pand Cultuurhistorisch ergoedAanpassingen of toevoegingen aan cultuurhistorischerfgoed vragen om een zorgvuldige Naanpak.Bouwplannen aan monumenten worden altijdaan de commissie voorgelegd. Voor beschermddorpsgezicht gelden aanvullende objectcriteria.ObjectenBinnen bepaalde maten is een deel van de (kleine)objecten vergunningsvrij. Informatie hierover kuntu onder meer verkrijgen bij het ministerie (www.vergunningonline.nl). In hoofdstuk 5 staan criteriavoor veel voorkomende kleine objecten als dakkapellenen aanbouwen.Grotere plannenInitiatieven die niet binnen de criteria voor objectenpassen worden getoetst aan de hand van degebiedscriteria. Met het straatnamenregister in debijlage is te vinden welke criteria van toepassingzijn.Met de herziening van <strong>2012</strong> actualiseert de gemeente <strong>Bussum</strong> haar welstandsbeleidanleidingen hiervoor zijn recente ontwikkelingen in de landelijkewetgeving en de wens van de gemeente tot deregulering. De vorige welstandsnotais in 2003 vastgesteld. n de nota zijn beoordelingskaders opgenomenvoor gebieden en objecten, die hun grondslag vinden in de samenhangvan het bebouwingsbeeld en de historisch gegroeide structuren. Deze opzetvoldoet in praktijk. r zijn enkele aanpassingen gedaan om aan de wet ende wens van de gemeente te voldoen. Belangrijk hierbij is de wens van degemeente om het welstandstoezicht te dereguleren. Dit komt onder anderenaar voren in het grotendeels loslaten van welstand aan achterkanten, hetwerken met standaardplannen voor enkele objecten en het soepeler omgaanmet welstandstoezicht aan de voorzijde in gebied Zuid Oost.De nota is overigens niet alleen bedoeld om het oordeel te motiveren, maareveneens als handreiking bij het maken van plannen. Naast het vastleggenvan criteria in het kader van de wet, is de welstandsnota ook bedoeld om hetenthousiasme voor de ruimtelijke kwaliteit te vergroten.Uitgangspunten voor het welstandsbeleidDoel van de welstandstoets is het behartigen van het publieke belang door delokale overheid, waarbij de individuele vrijheid van de burger o ondernemerwordt agewogen tegen het aanzien van hun omgeving als algemene waarde.Met de verschijningsvorm van een bouwwerk wordt iedere voorbijgangergeconronteerd. Het beleid is opgesteld vanuit de gedachte, dat welstand eenbijdrage levert aan de totstandkoming en het beheer van een aantrekkelijkebebouwde omgeving. Doel van het welstandsbeleid is het welstandstoezichthelder, eectie en controleerbaar onder woorden te brengen. Daarbij is hetvan belang aanvragers door middel van de welstandsnota van tevoren op dehoogte te stellen van de aspecten die een rol spelen bij de welstandsbeoordeling.Het welstandsbeleid geet de gemeente de mogelijkheid om cultuurhistorische,stedenbouwkundige en architectonische waarden een rol te geven bijde ontwikkeling en beoordeling van bouwplannen.WND PLN awijkend van debestaande structuur awijkend in architectuurOverige plannenBij nieuwe ontwikkelingen die het bestaandepatroon of beeld van een gebied doorbreken kunnende object- of gebiedscriteria ontoereikend zijn.Soms kunnen deze plannen met de algemene criteriaworden beoordeeld, in andere gevallen zaleen nieuw welstandskader nodig zijn.Gebruik van de notaDe welstandsnota is niet bedoeld als leesboek, maar opgesteld als een naslagwerk.n de hoodstukken 3 tot en met 6 zijn de criteria beschreven, die tengrondslag liggen aan de welstandsbeoordeling bij de indiening van bouwplannen(toetsing voora).r zijn vier categorien van welstandscriteria te onderscheiden algemenewelstandscriteria (hoodstuk 3), gebiedsgerichte welstandscriteria (hoodstuk4), objectcriteria voor veel voorkomende (kleine) bouwwerken (hoodstuk 5)en aanvullende criteria voor plannen binnen de invloedsseer van cultureelergoed (hoodstuk 6).Hoodstuk 7 geet een procedure aan over hoe te komen tot welstandscriteriavooragaand aan toetsing van grote bouwplannen op (her-)ontwikkelingslocaties,in geval van het ontstaan van nieuwe gebieden. Hoodstuk 8 geet criteriavoor ecessen, die gebruikt kunnen worden voor toetsing achtera aan redelijkeeisen van welstand.Voor de leesbaarheid is gekozen voor een volgorde van abstract naar concreetvan abstracte algemene criteria, via relatieve criteria van speciieke<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 6 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 7


Hoodstuk 2 Hoodstuk 2Doel en uitgangspunten van het welstandsbeleidDe belangrijkste uitgangspunten voor het welstandsbeleid van <strong>Bussum</strong> zijn: Welstandstoezicht als instrument voor handhaven en versterken van ruimtelijkekwaliteit. n het ruimtelijk kwaliteitsbeleid staat de woonbeleving van <strong>Bussum</strong>centraal, met als prioriteit wonen in een groene omgeving met handhavingvan het nog dorpse karakter. Van belang daarbij is zowel het behoud van deaanwezige kwaliteiten waarbij de cultuurhistorie een belangrijke rol speelt, alshet scheppen van mogelijkheden voor toekomstige nieuwe kwaliteiten. Voorhet toekomstige welstandstoezicht betekent dit dat bouwwerken minder danvoorheen alleen op zichzel worden beoordeeld, en meer op de betekenis dieze hebben voor de omgeving. Goede balans tussen zekerheid en leibiliteit. Welstandscriteria moeten volgensde wet zo concreet mogelijk zijn. Dat betekent niet dat in alle gevallenvolledige objectiviteit mogelijk is, maar wel dat altijd zekerheid kan wordengeboden over de aspecten die een rol spelen bij de welstandsbeoordeling. Dewelstandscriteria zijn per gebied gebaseerd op de kwaliteiten van de bestaandegebouwde omgeving, zodat gebouwen die daaraan voldoen wel staan inhun straat o op hun plek. Sommige gebieden verdragen meer vrijheid dananderen, dat komt tot uiting in de detaillering van de welstandscriteria strakwaar nodig, vrij waar mogelijk is het motto in <strong>Bussum</strong>. Natuurlijk zullen er altijdverrassingen zijn, gebouwen die niet voldoen aan de gebiedscriteria maar tocheen aanwinst zijn voor het gebied. Deze ruimte voor vernieuwing en leibiliteitmoet mogelijk zijn, maar daarbij geldt de stelregel: hoe groter de awijking tenopzichte van de bestaande omgeving, hoe hoger de kwaliteitseisen die aanhet bouwwerk zel worden gesteld. Openbaarheid en inzichtelijkheid. Het welstandstoezicht moet objectiever entransparanter voor de burgers worden, door duidelijke welstandscriteria en dooreen open(bare) werkwijze. Het welstandsbeleid moet de burger wat betret dewelstandsbeoordeling duidelijkheid bieden over de vergunningaanvraag, hetwelstandsadvies en de vergunningverlening. Zaken als gemandateerd advies,vooroverleg en openbaarheid van de vergaderingen zijn al goed geregeld. Vermaatschappelijking. Het welstandsbeleid moet een onderwerp van publiekediscussie zijn en blijven. Welstandsbeleid moet geworteld zijn in de samenlevingen bijdragen aan het democratiseren van (de discussie over) welstanden architectuur in <strong>Bussum</strong>. Welstandscriteria moeten stimulerend zijn en deCommissie Ruimtelijke waliteit zou een bijdrage moeten leveren aan de discussieover stedenbouw en architectuur. Het kwaliteitsdenken van mensenmet bouwplannen zou eigenlijk al in een veel vroeger stadium moeten wordengestimuleerd.Ruimtelijk beleidOntwikkeling is in <strong>Bussum</strong> vooral herontwikkeling, waarbij de gemeente streetom bij vernieuwing ook een kwaliteitsslag te maken. Van belang zijn <strong>Bussum</strong>2025, het SV-programma 2010-2014 en de Groennota 2005.<strong>Bussum</strong> 2025De visie <strong>Bussum</strong> 2025 is een geactualiseerde versie van <strong>Bussum</strong> 2015. Deambitie is continue aandacht en zorg voor een leebare gemeente in de breedstezin van het woord. Doelstelling is dat bij het maken van keuzes en hetnemen van besluiten met betrekking tot de toekomstige ontwikkelingen van<strong>Bussum</strong> handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van <strong>Bussum</strong>als woon- en werkgemeente de richtinggevende doelstellingen vormen. Hethanteren van deze doelstelling betekent onder meer prioriteit voor kwaliteitboven kwantiteit en selectiviteit in groei en verdichting.De prioriteiten worden uitgewerkt in een aantal hoodlijnen van het te voerenruimtelijk beleid en ruimtelijke kwaliteitsbeleid. De trewoorden daarbij zijn:aanpassing, vernieuwing en actie beheer van het stedelijk gebied met eenbelangrijke plaats voor ruimtelijke kwaliteit en betrokkenheid van de burger.Het te voeren ruimtelijk beleid kan worden getypeerd als dynamisch-conserverend,dat wil zeggen met respect voor het verleden, zorg voor het heden eninspelend op de toekomst: het goede handhaven, het slechte verbeteren.De gemeente wil een coördinerende, stimulerende en, waar nodig, sturenderol spelen bij het bereiken, behouden o herstellen van een hoogwaardige kwaliteitvan de leeomgeving. Dat betekent een integrerende rol tussen vele disciplines(en belanghebbenden) waaronder welstandstoezicht, monumentenzorg,reclamebeheer, architectuurbeleid, stedenbouw, inrichting en vormgeving vanopenbare ruimte, projectontwikkelaars, bouwers en opdrachtgevers. De leeomgevingmoet het resultaat zijn van een zorgvuldig kwaliteitsbeeld. Daarbijstaan drie begrippen centraal: de gebruikswaarde, de culturele o belevingswaardeen de toekomstwaarde.ISV-programma 2010-2014Sinds het jaar 2000 stelt de rijksoverheid door middel van hetnvesteringsprogramma Stedelijke Vernieuwing (SV) de gemeenten voor eenlangere periode een omvangrijk budget in het vooruitzicht om de stedelijkevernieuwing te stimuleren. Het SV vormt een bundeling van subsidieregelingenop het gebied van wonen, ruimte en milieu. Hiermee wordt bevorderd datde ysieke veranderingsprocessen in de stad en in de wijken in samenhangmet bijvoorbeeld sociale en economische aspecten worden aangepakt. Het<strong>Bussum</strong>se ontwikkelingsprogramma voor de SV periode 2010-2014 is vanuiteen integrale en multidisciplinaire benadering opgesteld.De gemeente heet weinig locaties waar grootschalige nieuwbouw kan wordengepleegd. Het komende SV-programma betret voornamelijk revitalisering vande bestaande woningvoorraad.Groennota 2005Het college van burgemeester en wethouders heet in maart 2005 een planopgesteld over het groen. Dit omvat beleid ten aanzien van de groenstructuur,de inrichting en het beheer. <strong>Bussum</strong> behoort tot een van de meest verstedelijktegemeenten van Nederland. Ondanks de geringe omvang van hetgemeentelijke groen heet <strong>Bussum</strong> wel een groene uitstraling. Dit wordt vooreen belangrijk deel bepaald door particulier groen in de tuinen. De groenstruc-<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 10 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 11


WELSTANDSCRITERIA ALGEMEEN Hoodstuk 3tuur is daarom aangevuld met particuliere gebieden. n bestemmingsplannenen de gebieden met de status van beschermd dorpsgezicht wordt getrachtdit groene karakter te beschermen. Belangrijk om het groene karakter van<strong>Bussum</strong> te waarborgen is het zo groen mogelijk inrichten van de openbareruimte. Door de juiste plaatsbepaling van gebouwen, groen en verharding(integraal ontwerp) wordt een prettiger leeomgeving verkregen.Monumenten en cultuurhistorie<strong>Bussum</strong> is een gemeente met zichtbare cultuurhistorische waarden, waarvande rijksbeschermde dorpsgezichten Het Spiegel en Brediuskwartier voorbeeldenzijn. Het zijn villagebieden, die kenmerkend zijn voor de ontwikkeling vanHet Gooi als aantrekkelijk leegebied in de negentiende en twintigste eeuw.Waar Het Spiegel met zijn vrijstaande villas langs parkachtige wegen herinnertaan een tijd waarin particuliere ontwikkelaars de zandgronden verkavelden,is het Brediuskwartier een voorbeeld van een ontwikkeling waarin degemeente een veel grotere rol speelde en het landschap een nieuwe rol kreegtoebedeeld.De gemeente draagt daarnaast de zorg voor bijna honderd monumenten.Deze zijn aangewezen door het Rijk, de provincie o de gemeente zel. Dewelstandsnota is mede opgesteld met het oogpunt, dat moet worden voorkomendat aanpassingen aan monumenten abreuk doen aan de waarde van hetmonument.Bouwplannen aan o nabij cultureel ergoed worden daarom met aandachtgetoetst door de Commissie Ruimtelijke waliteit, die daarvoor gebruik maaktvan de gebieds- o objectkaders aangevuld met de uitgangspunten voor debeoordelingscriteria voor cultureel ergoed zoals beschreven in hoodstuk 6.Uitgangspunten voor welstandDe gemeente heet aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en zorg voor identiteit,waarin het groen en de cultuurhistorische waarden een nadrukkelijke rol spelen.Het welstandsbeleid moet deze kwaliteit ondersteunen en waar mogelijkversterken zonder vernieuwing onmogelijk te maken. De welstandsnota moeteveneens dienen om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken en waarmogelijk de leebaarheid te vergroten.De algemene welstandscriteria richten zich op de zeggingskracht en het vakmanschapvan het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren op vrij universelekwaliteitsprincipes. Deze criteria liggen (haast onzichtbaar) ten grondslagaan elke planbeoordeling, omdat ze het uitgangspunt vormen voor deuitwerking van de gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria. n depraktijk zullen die uitwerkingen meestal voldoende houvast bieden voor deplanbeoordeling.Toepassingn bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte en de objectgerichte welstandscriteriaontoereikend zijn, kan het nodig zijn epliciet terug te grijpen opde algemene welstandscriteria. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneereen bouwplan (slaas) is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria,maar het bouwwerk zel zo onder de maat blijt dat het zijn omgeving negatiezal beïnvloeden.Ook wanneer een bouwplan awijkt van de bestaande o toekomstige omgevingmaar door bijzondere schoonheid wl aan redelijke eisen van welstandvoldoet, kan worden teruggegrepen op de algemene welstandscriteria. Decommissie ruimtelijke kwaliteit kan burgemeester en wethouders in zon gevalgemotiveerd en schritelijk adviseren a te wijken van de gebiedsgerichte enobjectgerichte welstandscriteria. n de praktijk betekent dit dat het betreendeplan alleen op grond van de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld endat de bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria overtuigend kanworden aangetoond. Het niveau van redelijke eisen van welstand ligt danuiteraard hoog, het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aande zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerkzich sterker van zijn omgeving onderscheidt.CriteriaDe algemene welstandscriteria staan in bijlage 2 en doen een uitspraak overde volgende onderwerpen: relatie tussen vorm, gebruik en constructie relatie tussen bouwwerk en omgeving betekenissen van vormen en sociaal-culturele contet evenwicht tussen helderheid en compleiteit schaal en maatverhoudingen materiaal, tetuur, kleur en licht<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 12 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 13


WELSTANDSCRITERIA GEBIEDENen belangrijke peiler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid.De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleineen middelgrote bouwplannen, die de bestaande structuur van het gebied nietwezenlijk doorbreken.GebiedenDe gebiedsgerichte criteria zijn gebaseerd op het architectonisch vakmanschapen de ruimtelijke kwaliteit zoals die in de bestaande situatie worden aangetroen.Deze criteria geven aan hoe een bouwwerk past in zijn omgeving enwelke gewaardeerde karakteristieken uit de omgeving in het ontwerp moetenworden gebruikt. De gebiedsgerichte welstandscriteria moeten worden gezienals de gewenste eigenschappen van het bouwplan.Per gebied is een samenhangend beoordelingskader opgesteld met daarineen korte beschrijving van het gebied, waarbij aandacht wordt besteed aande ontstaansgeschiedenis, de stedenbouwkundige o landschappelijke omgeving,een typering van de bouwwerken, het materiaal- en kleurgebruik en dedetaillering. Ook wordt er een samenvatting gegeven van de te verwachten ogewenste ontwikkelingen en een waardering voor het gebied op grond van debelevingswaarde en eventuele bijzondere cultuurhistorische, stedenbouwkundigeo architectonische werken. Dit is de grondslag voor het welstandsniveau,waarbij tevens de hoodpunten voor de beoordeling worden genoemd. Daarnavolgen de welstandscriteria, steeds onderverdeeld in criteria betreende derelatie met de omgeving van het bouwwerk, de bouwmassa, de architectonischeuitwerking, materiaal en kleur. Met de welstandscriteria kan de commissiezich binnen de grenzen van het bestemmingsplan een gewogen oordeelvormen. n aanvulling op de tekst zijn otos opgenomen, die een impressie vanhet gebied geven en zowel goede als slechte voorbeelden tonen.NiveausVoor elk welstandsgebied is een welstandsniveau aangegeven. Het welstandsniveausluit zoveel mogelijk aan bij het gehanteerde ruimtelijk kwaliteitsbeleiden de gewenste kwaliteit van ontwikkelingen.en groot deel van de gemeente is aangemerkt als gewoon welstandsgebied.Hier heet de gemeente gekozen voor het handhaven van een goedebasiskwaliteit met daarbij voldoende vrijheid voor de burger o ondernemerom invulling te geven aan eigen initiatieven. Bouwplannen in deze gebiedenmogen in principe geen abreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving.n de bijzondere welstandsgebieden is etra inspanning ten behoeve van hetbehoud en de eventuele versterking van de ruimtelijke kwaliteit gewenst. Ookin de beschermde gezichten is dit het geval. Hier is de cultuurhistorische kwaliteitmede bepalend voor de welstand. Hier is behoud en eventueel herstel vanhet historisch straatbeeld uitgangspunt.De objecten uit hoodstuk 5 worden aan achterkanten in de gewone en bijzonderegebieden niet preventie getoetst aan redelijke eisen van welstand.Uitzondering hierop zijn de monumenten en beschermde gezichten. n dezegebieden worden alle plannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, dusook de plannen aan achterkanten.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 14 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 15Hoodstuk 4


Niveaukaart <strong>Bussum</strong> Gebiedskaart <strong>Bussum</strong>aanbouwen (object 1)1011 6512417212312981112<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 16 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 1798


Centrum Gebied 1 Centrum Gebied 1GebiedsbeschrijvingHet centrum heet dorpsachtige kenmerken met een grote diversiteit in stijl, maaten schaal. Het gebied heet awisselende gevelwanden en vrijstaande groterebebouwing. Globaal wordt het begrensd door het spoor, Singel, Torenlaan,Nieuwstraat, Poststraat, Visserstraat, Landstraat, Nieuwe Raadhuisstraat enOlmenlaan. Het lint Brinklaan is van oudsher de hoodroute tussen Hilversum,<strong>Bussum</strong> en Naarden.Het centrum heet een onregelmatig spinnenwebachtig stratenpatroon eneen gemêleerd verkavelingspatroon. Binnen het centrumwinkelgebied is deopenbare ruimte helder en zorgvuldig ingericht. Zowel het straatmeubilair alsde verharding is zorgvuldig ingepast in het dorpsachtige karakter. Het parkrond het katholieke verzorgingshuis Marinburg is een aantrekkelijke groeneruimte.De panden zijn grotendeels aaneengebouwd en gericht op de belangrijksteopenbare ruimte. De rooilijnen zijn in de regel aaneengesloten met hier endaar kleine verspringingen. De grootschalige bebouwing is deels vrijstaand.De panden zijn in het algemeen gevarieerd en individueel. Gevelwandenbestaan veelal uit oudere pandsgewijze bebouwing van twee lagen met verschillendetypen kappen agewisseld met nieuwere gebouwen van drie tot vierlagen. De gevels zijn in het algemeen representatie, met vaak een beganegrondlaag die hoger is dan de laag erboven. De gevels hebben staande ramenen een verticale geleding. Winkels en bedrijven hebben veelal een awijkendebegane grondgevel met toegangsdeuren en een etalage. Door luiels, zonweringen etalageruimte is er een horizontale scheiding met de bovenbouwontstaan. Gevelreclame komt veel voor en valt op in het straatbeeld. De detailleringvan met name de oudere panden is zorgvuldig en veelal rijk. Gevels zijnin hoodzaak van baksteen, soms geschilderd o gepleisterd in een lichte tint.ozijnen zijn van hout. leurgebruik is traditioneel en terughoudend.Compleen en grootschalige gebouwen hebben een hoogte tot vij lagen, herhalingin opbouw en gevels en soms een kap. Bij sommige nieuwere grootschaligebebouwing is er nauwelijks sprake van geleding. De detaillering issoberder dan die van de oudere bebouwing. Gevels zijn veelal van baksteen,soms in meerdere kleurvlakken. Hellende daken zijn gedekt met pannen.leurgebruik is terughoudend.Waardebepaling en ontwikkelingHet centrum van <strong>Bussum</strong> is dorps maar vertoont ook kleinstedelijke trekken.De maat en architectuur van de oudere bebouwing is belangrijk voorhet behoud van de dorpse schaal. Diverse panden zijn waardevol en hebbenin het bestemmingsplan een bouwaanduiding cultuurhistorische waardengekregen. Bij deze gebouwen blijt het uiterlijk voor zover zichtbaar vana deopenbare weg zoveel mogelijk behouden. Uitbreidingen zijn mogelijk vana2,00 m achter de voorgevelrooilijn.Tegelijkertijd is een deel van de panden aan verbetering o vervanging toe.Nieuwe ontwikkelingen en (ver)bouwplannen dienen te passen in de dorpsachtigekarakteristieken.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging het dorpse karakter met kleinstedelijk kenmerken behouden de rooilijnen van de hoodmassas zijn in principe aaneengesloten verspringing van de voorgevelrooilijn binnen bestaande uitersten is mogelijk hoodgebouwen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimte bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zichtMassa gebouwen zijn in het algemeen individueel en awisselend de bouwmassa en gevelopbouw harmonieren met het dorpse karakter van hetgebied de gevelbreedte van de oudere panden is uitgangsp unt voor de geleding vanmeer grootschalige bebouwing gebouwen zijn gevarieerd van opbouw en bestaan bij voorkeur uit een onderbouwvan twee lagen met kap de begane grondlaag van het gebouw is agestemd op de geleding, ritmiek enstijl van de gevel aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegd elemento opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en bij voorkeurrijk in samenhang met het dorpse beeld van beeldbepalende panden gevelopeningen zijn in beginsel staand uitgangspunt zijn traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen gevels van winkels voorzien van een plint in bijvoorbeeld metselwerk o natuursteen(geen geheel openslaande puien) eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit woonverdieping beschouwen als vijdegevel (bijvoorbeeld een winkeldak op een binnenterrein voorzien van sedum)Materiaal- en kleurgebruik materiaalgebruik is traditioneel gevels zijn in principe van baksteen met een stenen plint, maar ook andere traditionelematerialen als stuc kunnen passen in het awisselende straatbeeld hellende daken zijn gedekt met keramische pannen het kleurgebruik is traditioneel o terughoudend daken en gevels in beginsel uitvoeren in aardkleurenGevelwand met pandsgewijze bebouwingGrootschalige bebouwing met veelherhaling in de opbouw en gevelGrootschalige bebouwing met dorpsachtigegeledingOpenbare ruimte is zorgvuldig ingerichtBijzonder welstandsgebiedHet centrum is bijzonder welstandsgebied. wisseling en individualiteit zoalsdie tot uiting komen in de rooilijn, gevelopbouw en detaillering zijn uitgangspunt.Ook kan de commissie aandacht vragen voor het voorkomen van groteschaalverschillen.Brinklaan<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 18 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 19


Oudere Dorp Gebied 2 Oudere Dorp Gebied 2GebiedsbeschrijvingHet Oudere Dorp heet smalle straten met gevarieerde, kleinschalige, vooroorlogsebebouwing zonder veel openbaar groen. Wonen en werken gaan samenin dit overgangsgebied tussen het centrum, planmatige uitbreidingen en villagebieden.Ook de nieuwbouw rond de Landstraat maakt deel uit van dit gebied.De grens loopt via het spoor, Slochterenlaan, Dr rederik van edenweg, Pr.Beatriplantsoen, H.. Lorentzweg, Ceintuurbaan en Laarderweg met uitzonderingvan het centrum en het Prins Hendrikkwartier.Het oudere dorp heet een min o meer orthogonale structuur met lange, smallestraten. Ten noorden van de Huizerweg heet het gebied een stenig karakterdoor het ontbreken van voortuinen. De rooilijnen volgen de weg, somsmet kleine verspringingen. an de Nijverheidswer en ndustriestaat vormenbedrijven kleine clusters. Gebouwen zijn in principe georinteerd op de wegen gevarieerd. Ze hebben een individueel karakter, hoewel bij rijen herhalingvoorkomt. De panden hebben meestal twee lagen met kap o plat dak, waarbijlangs de Huizerweg en rond de Landstraat tot vij lagen met kap voorkomt.Het oudere dorp heet een grote diversiteit aan architectuurstijlen. De detailleringvarieert van sober tot rijk, maar is meestal wel zorgvuldig met traditionelematerialen en kleuren. Gevels zijn van baksteen, soms geschilderd ogepleisterd in lichte tint. Hellende daken zijn gedekt met pannen. ozijnen zijnmeestal van hout. Winkels en bedrijven hebben veelal een awijkende beganegrondlaag en zijn veelal voorzien van reclameborden, luiels o zonwering.De langgerekte rij woningen met msterdamse Schoolkenmerken aan hetOosterpad is een bijzonder element met hoeken en bogen in de gevellijn. Debakstenen gevels van dit ensemble zijn n bouwlaag hoog met daarboveneen steile mansardekap voorzien van lange en korte dakkapellen.Bij de hoekenen knikken in de kap bevinden zich torenachtige elementen van hout.nder bijzonder element is het recente gebouw van de Mauritsho.Waardebepaling en ontwikkelingWaardevol in het oude dorp is de compacte bebouwingsstructuur met awisselendedorpsachtige woningen gecombineerd met bedrijven. De woningenaan het Oosterpad hebben architectuurhistorische, sociaalhistorische en stedenbouwkundigewaarde. Door de verouderde bebouwing is de dynamiekhoog. Het gaat daarbij zowel om sloop en nieuwbouw als aanpassingen vanbestaande woningen.Aanvullend beleidVoor het Oosterpad 3 t/m 89 (oneven) geldt een beeldkwaliteitsplan met eenuitgebreide beschrijving en aandacht voor het behoud en herstel van karakteristiekekenmerken. Voor het deel van de Huizerweg ten westen van hetPrinses Beatriplantsoen en voor de buurt Verbindingslaan / ruislaan goldeen beeldkwaliteitsplan met hierin een beschrijving van de huidige kwaliteit enrichtlijnen voor behoud en verbetering. Dit beleid is in de criteria verwerkt.Gewoon welstandsgebiedHet Oude Dorp is gewoon welstandsgebied, waarvoor het beleid is gerichtop het respecteren van het awisselende dorpse karakter. Bij wijzigingen aanpanden dienen de massa en vormgeving te worden agestemd op het oorspronkelijkehoodgebouw. Daarnaast is bij rijen en ensembles samenhang enherhaling belangrijk.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging het dorpse karakter met kleinstedelijke kenmerken behouden de rooilijnen van de hoodmassas verspringen ten opzichte van elkaar de hoodgebouwen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimte bedrijsgebouwen kunnen op achterterreinen staan bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zichtMassa de bouwmassa harmonieert met het dorpse (en deels kleinstedelijk) karakter gebouwen zijn in het algemeen individueel en awisselend de individuele woning binnen een rij is deel van het geheel gebouwen zijn eenvoudig tot gedierentieerd van opbouw gebouwen bestaan bij voorkeur uit een onderbouw van n tot twee lagen metkap, waarvan de begane grondlaag in principe is agestemd op de geleding,ritmiek en stijl van de gevel als geheel de gevelbreedte van de oudere panden is uitgangsp unt voor de geleding vanmeer grootschalige bebouwing ontwerpaandacht voor symmetrie in het pand aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegd elemento opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing detaillering is zorgvuldig met bijvoorbeeld een gevelplint en siermetselwerk gevels van winkels hebben onder het vaste glas een (bescheiden) plint uitgangspunt zijn traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal- en kleurgebruik materiaalgebruik is traditioneel gevels zijn in principe van baksteen met een stenen plint, bij uitzondering ookwel in lichte tint geverd o gestuct hellende daken zijn in beginsel gedekt met keramische pannen het kleurgebruik is terughoudend en bij voorkeur traditioneelAanvullende criteria Oosterpad 3 t/m 89 - oneven de boogvormige hoodvorm van het comple zoveel mogelijk behouden de torenachtige elementen op de hoeken behouden de individuele woning maakt deel uit van het geheel de opbouw bestaat uit een onderbouw van n laag met mansardekap de details in het metselwerk, het houtwerk (zoals rabatdelen) en de raamindelingzoveel mogelijk behouden de originele houten kozijnen en proileringen vormen het uitgangspunt de kleuren zijn bij voorkeur gelijk aan de oorspronkelijk kleuren: wit voor dekozijnen, ramen, dakkapellen en verticale houten sierlijsten van de torenachtigeelementen gebroken wit voor de horizontaal toegepaste rabatdelen grachtengroenvoor de bakgoot, gootklossen en voordeurenDorpsachtige bebouwingKorte rijtjesGrootschalige bebouwing aan deHuizerwegNieuwbouw Landstraat als recentensembleCultuurhistorisch waardevol ensembleaan het Oosterpad<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 20 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 21


Dorpsgebied Het Spiegel Gebied 3 Dorpsgebied Het Spiegel Gebied 3GebiedsbeschrijvingHet dorpse deel van Het Spiegel heet smalle straten met kleinschalige eneenvoudige vooroorlogse bebouwing. Het gebied is te zien als een uitloper vanhet centrum aan de overzijde van het spoor. De globale grenzen zijn het spoor,Nieuwe Hilversumseweg, H.. Schimmellaan en Meentweg. Daarnaast makende straten rond de Heidelaan deel uit van dit gebied.Het dorpsgebied wordt gekenmerkt door unctiemenging en zo goed als aaneengebouwde panden op kleine percelen. Langs wegen naar het centrumkomen enkele winkels voor. Het dorpsgebied heet voor het grootste deel eenstenig karakter met smalle straten met kleine o geen voortuinen, waartussensoms huizen met grote tuinen staan zoals aan de Beerensteinerlaan. Grotereindividuele woningen worden agewisseld met korte rijtjes arbeiderswoningen,nieuwbouwrijen en bedrijsgebouwen. De rooilijn verspringt bij de individuelebebouwing en is bij rijen in samenhang. Bebouwing is in het algemeen gerichtop de openbare weg. Op achterterreinen liggen soms bedrijsgebouwen.Bebouwing in het dorpsgebied Het Spiegel heet in de regel een individueelkarakter en varieert van eenvoudig tot gedierentieerd met een hoogtetot drie lagen met kap o plat dak. Voorkomende kapvormen zijn (samengestelde)zadeldaken, schilddaken en mansardekappen. Gebouwen op hoekenvan straten zijn vaak verbijzonderd. Op-, aanbouwen zijn ondergeschikt aanhet hoodgebouw. Met name oudere panden zijn vaak ijn gedetailleerd metonder andere siermetselwerk, gootklossen, daklijsten en kozijnproileringen.De detaillering varieert van sober tot rijk, maar is meestal wel zorgvuldig mettraditionele materialen en kleuren. Gevels zijn van baksteen, soms geschilderdo gepleisterd in lichte tint. Hellende daken zijn meestal gedekt met pannen enkozijnen van hout. Winkels en bedrijven hebben veelal een awijkende beganegrondlaag en zijn veelal voorzien van reclameborden, luiels o zonwering.Gooiberg is een naoorlogse woonbuurt met seriematige bouw en een enkelcomple zoals woon- en zorgcentrum Zandzee. De buurt bestaat uit een aantalensembles langs groene lanen.Waardebepaling en ontwikkelingHet gebied heet een compacte bebouwingsstructuur met awisselende dorpsachtigebebouwing. n het hele gebied is dynamiek te verwachten door deverouderde bebouwing. Bij uitbreidingen en aanpassingen dienen de massaverhoudingen de vormgeving te worden agestemd op het oorspronkelijkehoodgebouw.Gewoon welstandsgebiedHet dorpsgebied Het Spiegel is gewoon welstandsgebied, waarvoor het beleidis gericht op het respecteren van het awisselende dorpse karakter met zijnkleinschalige karakter. Bij wijzigingen aan panden dienen de massa en vormgevingte worden agestemd op het oorspronkelijke hoodgebouw. Daarnaastis bij rijen samenhang en herhaling belangrijk.Seriematige woningbouw Gooiberg metkap en voortuinenFlat de Zandzee als grootschaligecomplexWelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging het dorpse karakter van het gebied behouden de rooilijnen van de hoodmassas verspringen ten opzichte van elkaar (metuitzondering van delen van Gooiberg, waar ze deel uitmaken van een stedenbouwkundigpatroon) de hoodgebouwen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimte bedrijsgebouwen kunnen op achterterreinen staan bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zichtMassa de bouwmassa harmonieert met het dorpse karakter gebouwen zijn in het algemeen individueel en awisselend de individuele woning binnen een rij is deel van het geheel gebouwen zijn eenvoudig tot gedierentieerd van opbouw gebouwen bestaan bij voorkeur uit een onderbouw van enkele lagen met kap,waarvan de begane grondlaag in principe is agestemd op de geleding, ritmieken stijl van de gevel als geheel de gevelbreedte van de oudere panden is uitgangsp unt voor de geleding vanmeer grootschalige bebouwing ontwerpaandacht voor symmetrie in het pand aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegd elemento opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de architectuur volgt het beeld van de dorpse bebouwing detaillering is zorgvuldig een gevelritmiek met horizontale en verticale geleding is gewenst gevels hebben in principe een stenen plint gevels van winkels hebben onder het vaste glas een (bescheiden) plint uitgangspunt zijn traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevel(bijvoorbeeld een winkeldak op een binnenterrein voorzien van sedum)Materiaal- en kleurgebruik materiaalgebruik is in beginsel traditioneel (bij seriematige bouw agestemd opbelendingen) gevels zijn in principe van baksteen met een stenen plint, bij uitzondering ookwel in lichte tint geverd o gestuct danwel voorzien van beschot hellende daken zijn in beginsel gedekt met keramische pannen het kleurgebruik is terughoudend en bij voorkeur traditioneel op- en aanbouwen zijn in kleur en materiaal aangepast aan het hoodgebouwDorpsachtige bebouwing in korte rijtjesWinkels met afwijkende plintVerbijzonderd gebouw op de hoek vaneen straatTraditionele materialenKleinschalige bebouwing<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 22 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 23


Villagebied Het Spiegel Gebied 4 Villagebied Het Spiegel Gebied 4GebiedsbeschrijvingDit villagebied is parkachtig met representatieve villas waarin vooral gewoondwordt. Behalve villas staan er ook enkele appartementencompleen eneengezinswoningen. Het Spiegel is vrijwel geheel beschermd gebied en ligtten westen van het spoor. De grenzen zijn globaal het spoor, Nassaupark,Meentweg, Nieuwe s Gravelandseweg, Beerensteinerlaan,de gemeentegrens,Slochterenlaan en Parallelweg.Villagebied het Spiegel is een verzameling villaparkjes, die organisch en planmatigzijn ontwikkeld gedurende het laatste kwart van de negentiende en deeerste helt van de twintigste eeuw. Het gebied kent een duidelijk ruimtelijkesamenhang door een stedenbouwkundige hoodstructuur met veel groen ende wijze waarop de kavels met vrijstaande villa's zijn ingevuld. De wegenstructuurbestaat uit onregelmatig gevormde ringwegen met radiaalwegen naar hetdorpscentrum. n de naoorlogse jaren is een aantal grote villa's gesloopt omplaats te maken voor vier- en vijlaags etagebouw. Ook zijn er in de agelopendecennia hier en daar bungalows en grootschalige appartementengebouwenverschenen.De bebouwing in het gebied bestaat voornamelijk uit villas en dubbelvillas tottwee lagen met kap. Met name oudere gebouwen (voor 1940) zijn gericht opde belangrijkste openbare ruimte en maken daar een nadrukkelijk ront naar.De rooilijn verspringt. De villas staan op ruime groene kavels met veel doorzichtentussen de bebouwing. Dit versterkt het groene karakter van het gebied.Ze zijn individueel en hebben een awisselende en gedierentieerde opbouwen een representatieve begane grondlaag met hoge verdiepingshoogte. Hetoppervlakte is compact in verhouding met de totale hoogte. Deze karakteristiekengeven oorspronkelijke villas een statig en monumentaal aanzien.Gevels zijn representatie. appen zijn veelal samengesteld. Met name gevelsvan de dubbelvillas hebben symmetrie. an-, op- en uitbouwen zijn veelalmeeontworpen. Het gebied kenmerkt zich door hoogwaardige architectuur eneen grote diversiteit in architectuurstijlen. Detaillering is zorgvuldig, sober totzeer rijk. Materiaal- en kleurgebruik is overwegend traditioneel. Gevels zijn vanbaksteen o in lichte tint gepleisterd, vaak met siermetselwerk. Ook gevels methouten delen komen voor. Daken zijn gedekt met keramische pannen, leien oriet. ozijnen zijn van hout en in enkele gevallen van staal. Daken en gevelszijn voornamelijk in aardkleuren. ozijnen en ander houtwerk zijn in het algemeengeschilderd in traditionele kleuren als crèmewit en donkergroen.De naoorlogse villas en seriematige bebouwing zijn veelal minder nadrukkelijkgeorinteerd op de openbare ruimte. Waar dat bij de appartementengebouwenmet enige astand tot de weg nog niet leidt tot aantasting van het groenebeeld van de openbare ruimte, is dat bij kleine invullingen met dicht op elkaargebouwde woningen wel het geval. Herhaling komt bij de naoorlogse bouwveel voor. De gevels zijn op een enkele uitzondering na minder representatieen de detaillering is soberder. Ook zijn er awijkingen in maat, schaal, kleur- enmateriaalgebruik. Voorbeelden hiervan staan onder andere aan de Vijverbergen Gooilandseweg.Waardebepaling en ontwikkelingDit deel van Het Spiegel is bij besluit van 2 juli 2007 aangewezen als rijksbeschermddorpsgezicht vanwege haar grote cultuur- architectuurhistorische,stedenbouwkundige en landschappelijke waarde. De historische ruimtelijkesamenhang is goed behouden. Van belang voor het aanzien van het gebiedis het awisselend straatbeeld door het bijzondere samenspel van kronkeligewegen, beplanting, de situering van de gebouwen en de verhouding tussenbebouwde en onbebouwde ruimte. De meeste invullingen voegen zich in maaten schaal naar de groene omgeving en bij de gestapelde bouw is vaak rekeninggehouden met voldoende groen om conrontaties te voorkomen. Het zijnvooral de recente toevoegingen in grotere dichtheid, die uit de toon vallen.De ontwikkeling zal binnen het beschermd gezicht naar alle waarschijnlijkheidbeperkt zijn. anvragen betreen met name aanpassingen aan individuelebouwwerken. Het welstandsbeleid is gericht op bescherming en versterkingvan de waardevolle karakteristieken van het gebied. Bij uitbreidingen vanbestaande villas dient de massaverhouding en de vormgeving van de uitbreidingte worden agestemd op het oorspronkelijke hoodgebouw. Grootschaligeingrepen zijn niet gewenst. ventuele nieuwe invullingen moeten passen inde oorspronkelijke bebouwingskarakteristiek van villas van hoogwaardigearchitectuur met representatieve gevels en zorgvuldige detaillering gelegen inparkachtige tuinen.Bijzonder welstandsgebiedHet Spiegel is bijzonder welstandsgebied. Gezien de grote cultuur-, architectuurhistorische,stedenbouwkundige en landschappelijke waarde is de inzetbescherming van onder meer het parkachtige karakter met ruimte voor groenop particuliere kavels, de individualiteit van de bebouwing en de representativiteitvan de panden met aandacht voor architectonische details.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 24 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 25


Villagebied Het Spiegel Gebied 4 Villagebied Het Spiegel Gebied 4WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria: wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat, schaal, detaillering, materiaal enkleur zorgvuldig astemmen op het hoodvolume de hoodvorm van vrijstaande gebouwen blijt duidelijk herkenbaarLigging het groene parkachtige karakter van het villagebied behouden en versterken aandacht voor het groene karakter van de voortuinen, doorzichten op hetgroen van het binnengebied zoveel mogelijk behouden rooilijnen volgen de weg en verspringen ten opzichte van elkaar hoodgebouwen zijn met representatieve gevels nadrukkelijk georinteerd opde belangrijkste openbare ruimten, waarbij vanwege de vrije ligging en hetkronkelige straatverloop in de regel ook de zijgevels van belang zijn bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zicht verharding van voortuinen behalve voor bijvoorbeeld inritten en hellingbanenis in principe ongewenst hellingbanen zijn inprincipe ongewenstMassa gebouwen zijn individueel, awisselend en gedierentieerd, waarbij voornieuwbouw de representatieve historisch waardevolle panden als reerentiedienen kapvorm, dakhelling, goot- en bouwhoogte astemmen op de karakteristiekvan de omgeving villas bestaan uit een onderbouw tot twee lagen met een nadrukkelijke kap de gevelopbouw van gebouwen is in geleding, verhouding en detaillering agestemdop de gangbare gevelopbouw van panden in de omgeving de gevelcompositie harmonieert met de statige en monumentale opbouw vanpanden in de omgeving ontwerpaandacht voor (deel)symmetrie aan-, op- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegdelement o opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking is gevarieerd en zorgvuldig met aandacht voorsprekende details zoals siermetselwerk en materiaalwisselingen gebouwen hebben een rijke uitstraling met in de regel een nadruk op de beganegrond en de kap bakstenen gevels zijn bij voorkeur voorzien van siermetselwerk gevelopeningen zijn voornamelijk staand aandacht voor het kleine reli in de gevel zoals de negge en kozijnproielenMateriaal-en kleurgebruik materialen en kleuren zijn traditioneel en in harmonie met de belendingen (oterughoudend eigentijds voor bescheiden toevoegingen) gevels zijn in beginsel van ongeschilderd baksteen en bij uitzondering vanstucwerk o houten rabatdelen daken zijn gedekt met keramische pannen, leien o riet kozijnen zijn in beginsel van hout daken en gevels zijn voornamelijk in aardkleuren gestucte gevels zijn licht van kleur kozijnen en ander houtwerk schilderen in traditionele kleuren als crèmewit,donkerblauw, donkerrood en donkergroenDe architectonische uitwerking en detailleringzijn gevarieerd en zorgvuldigAanbouwen oppervlak en plaatsing astemmen op karakteristiek beeld pand en omgeving aanbouw zoveel mogelijk achter het hoodgebouw plaatsen aanbouw bescheiden van maat en in architectuur agestemd op hoodgebouwBijgebouwen oppervlak en plaatsing astemmen op karakteristiek beeld pand en omgeving in architectuur astemmen op oorspronkelijke hoodgebouw maten van het boeiboord en overstek gelijk aan de oorspronkelijke maten gevels zijn in hoodzaak van baksteen o vergelijkbare steenachtige materialenDakkapellen de maatvoering en verhoudingen van de dakkapel astemmen op de maatvoeringen verhoudingen in de gevel materialen gelijk aan oorspronkelijke materialen zoals hout, zink, dakpannenGevelwijzigingen alleen als het herstel van historisch wenselijke eigenschappen betret materialen en kleuren overeenkomstig met o gelijkend op het hoodgebouwmet aandacht voor oorspronkelijke lateien, metselverbanden en ornamentenErfafscheidingen in de voortuin in beginsel maimaal 1,50 m hoog op een astand van minstens0,60 m uit de ergrens (biedt ruimte voor een groene haag), pilasters zijn maimaal1,70 m hoog en 0,55 m breed, het toegangshek heet een open karakter erascheidingen hebben een open karakter zoals spijlenhekwerken (eventueeleen gemetselde plint met een hoogte tot 0,50 m en penanten) lage erascheidingen bestaan bij voorkeur uit donker geschilderde (giet)ijzereno stalen spijlenhekken o uit gemetselde muurtjes erascheidingen in beginsel donker schilderenInstallaties onzichtbaar vanuit de openbare ruimte en bij voorkeur intern plaatsen plaatsen op een plat dak op minstens 0,50 m van de dakrand en binnen de 15graden contouren vana de dakrandenDakramen panelen en collectoren bij voorkeur op het achterdakvlak (plaatsing op een naar het zuiden gerichtvoorgeveldakvlak, mits er geen rendabele alternatieven voor handen zijn) dakramen, panelen en collectoren hebben gezamenlijk maimaal een breedtevan 30% van het dakvlak astand van de bovenzijde van het object tot de daknok is groter dan de astandtussen de onderzijde van het object en de dakvoet vlakke dakramen, panelen en collectoren hebben een staande diagonaal,worden horizontaal gelijnd (geen strookramen) en zijn in samenhang met deonderliggende gevelindeling geplaatst voor bestaande en nieuwbouw geldt: aan voorkanten (voor- en zijgeveldakvlak)de zichtbaarheid tot een minimum beperken Voor nieuwbouw geldt dat er sprake moet zijn van een geïntegreerde en ontworpenoplossing.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 26 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 27Individuele, gevarieerde villa’sVilla’s hebben een gedifferentieerdeopbouwDe individuele woning in een korte rij isonderdeel van het geheel


Brediuskwartier Gebied 5 Brediuskwartier Gebied 5GebiedsbeschrijvingBrediuskwartier is een woongebied, dat aan het begin van de twintigste eeuwis aangelegd volgens een stedenbouwkundig plan waarin landschap enbebouwing een eenheid vormen. Het gebied is vrijwel geheel een beschermdgezicht. Uitzondering is het gebiedje an Toebacklaan en Hotel an Tabak.Brediuskwartier heet zowel kenmerken van een villagebied als van een tuinwijk,waarbij de ruime lanen en groen tuinen als verbindende elementen eengrote rol spelen in de beleving. Het gebied ligt ten oosten van de oude dorpskern.Het wordt in grote lijnen begrensd door de mersoortsestraatweg enHuizerweg en de achterzijde van de kavels aan de Constantijn Huijgenslaanen Brediusweg.n dit villagebied staan voornamelijk vrijstaande o in korte rijtjes aaneengebouwde msterdamse School villas in ruime groene tuinen. De stedenbouwkundigeopzet bestaat uit een ruime verkaveling met een gevarieerd stratenpatroonmet assen, parkstroken met waterlopen en doorzichten.De vrijstaande en in korte blokken aaneen gebouwde villas zijn n tot tweelagen hoog en hebben een nadrukkelijke kap. De geschakelde villas zijn alseenheid ontworpen. Gebouwen zijn gericht op de straat en maken daar eennadrukkelijk ront naar. Gevels zijn representatie. De rooilijn verspringt. Degebouwen hebben een awisselende en gedierentieerde opbouw. Ze hebbendaarbij een representatieve begane grondlaag met hoge verdiepingshoogte.en groot deel van de villas is gebouwd in msterdamse Schoolstijl.enmerkend hierbij is het nadrukkelijke, steile dak met veelal uitgetimmerdeoverstekken en de horizontale accenten in de gevel. ndere architectuurstijlenkomen hier en daar voor. Villas hebben in het algemeen meeontworpen op-,aanbouwen. De detaillering is gevarieerd, zorgvuldig en ijn. Het materiaal- enkleurgebruik is overwegend traditioneel. De gevels zijn van baksteen met siermetselwerken zijn een enkele keer wit geschilderd. De daken zijn gedekt metpannen o riet. Het kleurgebruik is traditioneel. De kozijnen en ander houtwerkzijn in het algemeen geschilderd in traditionele kleuren als donkergroen, wit oandere lichte tinten.Binnen het Brediuskwartier ligt de Vondelbuurt. Bijzonder in deze buurt is deonderlinge samenhang van de villas in deze buurt. De villas zijn ontworpendoor een viertal architecten en zijn aaneen gebouwd in verschillende typenblokken van twee o vier woningen. Deze zijn als eenheid ontworpen en komenin het gebied herhaald voor. enmerkend is de symmetrie in de opbouw engevels. Ramen zijn opgedeeld en veelal voorzien van roeden. Schoorstenenzijn markant. Daarnaast hebben sommige blokken opvallende puntvormigeerkers en/o balkons.Waardebepaling en ontwikkelingHet Brediuskwartier is bij besluit van 2 juli 2007 aangewezen als rijksbeschermddorpsgezicht vanwege grote cultuur- architectuurhistorische, stedenbouwkundigeen landschappelijke waarde. De historische ruimtelijke samenhangis goed behouden. Van belang voor het aanzien van het gebied is hetawisselend straatbeeld door het bijzondere samenspel van ruime bomenlanenmet brede grasbermen en plantsoenen die overgaan in de particuliere tuinen,awisseling tussen de panden binnen deze parkachtige opzet en de uniormearchitectuurstijl met gebruik van baksteen, hout en pannen. De bebouwing isgemiddeld van hoge kwaliteit.Het welstandsbeleid is gericht op bescherming en versterking van de waardevollekarakteristieken. Bij uitbreidingen van bebouwing dienen de maatvoering,verhoudingen en materialisering van de uitbreiding te worden agestemd ophet hoodgebouw. Bij wijzigingen dient de oorspronkelijke architectuur zoveelmogelijk gehandhaad te blijven en bij voorkeur teruggebracht te worden inoorspronkelijke staat. De ontwikkeling zal binnen het beschermd gezicht naaralle waarschijnlijkheid beperkt zijn. anvragen betreen met name aanpassingenaan individuele bouwwerken.Bijzonder welstandsgebiedVanwege de grote cultuur- architectuurhistorische, stedenbouwkundige enlandschappelijke waarde geldt voor dit gebied een bijzonder welstandsniveaugericht op bescherming van onder meer het parkachtige karakter, samenhangen representativiteit van de bebouwing. Bij uitbreidingen van bestaande pandendienen de massaverhouding en de vormgeving van de uitbreiding te wordenagestemd op het oorspronkelijke hoodgebouw. Grootschalige ingrepenzijn niet gewenst. ventuele nieuwe invullingen moeten passen in de oorspronkelijkebebouwingskarakteristiek van villas van hoogwaardige architectuurmet representatieve gevels en zorgvuldige detaillering gelegen in parkachtigetuinen.Gedifferentieerde opbouwGeschakelde villa’s met symmetrieNadrukkelijke kappen en traditionelematerialenDubbele woningen in de VondelbuurtPuntvormige balkons in de Vondelbuurt<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 28 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 29


Brediuskwartier Gebied 5 Brediuskwartier Gebied 5WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging het groene parkachtige karakter van het villagebied behouden en versterken rooilijnen en nokrichtingen passen binnen het stedenbouwkundig patroon vande oorspronkelijke opzet hoodgebouwen zijn met representatieve gevels nadrukkelijk georinteerd opde belangrijkste openbare ruimten, waarbij vanwege de vrije ligging in de regelook de zij- en achtergevels van belang zijn bijgebouwen staan in beginsel uit het zicht doorzichten waar mogelijk behouden garages liggen in beginsel zes meter achter de voorgevelrooilijn verharding van voortuinen behalve voor bijvoorbeeld inritten en hellingbanenis in principe ongewenst hellingbanen zijn in principe ongewenstMassa gebouwen en blokken zijn awisselend en gedierentieerd (agestemd opbelendingen o het ensemble waar het gebouw deel van uitmaakt) aaneengebouwde woningen zijn in samenhang (handhaa goothoogte) woningen bestaan uit een onderbouw van n tot twee lagen met een steile,nadrukkelijke kap ontwerpaandacht voor symmetrie en samenhang in het pand o blok (ondermeer aandacht voor de schoorstenen en, puntvormige, erkers) aan-, op- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegdelement o opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouw kozijnen en ander houtwerk zijn bij voorkeur geschilderd in traditionele kleurenals crèmewit en donkergroen wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat, schaal, detaillering, materiaal enkleur zorgvuldig astemmen op het hoodvolume de hoodvorm van vrijstaande gebouwen blijt duidelijk herkenbaarAanbouwen aanbouwen zoveel mogelijk achter het hoodgebouw plaatsen aanbouwen zijn bescheiden van maatBijgebouwen bijgebouwen in architectuur astemmen op oorspronkelijke hoodgebouw gevels zijn in hoodzaak van baksteen o vergelijkbare steenachtige materialenDakkapellen maatvoering en verhoudingen dakkapel astemmen op de maatvoering enverhoudingen gevel hoodgebouw materialen komen overeen met de oorspronkelijke materialen als hout, zink endakpannenGevelwijzigingen alleen als het herstel van historisch wenselijke eigenschappen betret materialen en kleuren overeenkomstig met o gelijkend op het hoodgebouwmet aandacht voor oorspronkelijke lateien, metselverbanden en ornamentenErfafscheidingen aan de openbare ruimte in beginsel en op historische uitzonderingen na niethoger dan 1,00 m en astemmen op de belendingen erascheiding bestaat bij voorkeur uit de originele hekken en stenen muurtjesPassend bijgebouw met bakstenengevelKozijnwijziging (zoals hier bij de helftvan een dubbele villa) is niet gewenstArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking is representatie en gevarieerd met aandachtvoor sprekende details zoals siermetselwerk en materiaalwisselingen gebouwen hebben een rijke uitstraling met een horizontale geleding met verticaleaccenten in onder meer raamstijlen de gevelopbouw is in geleding, verhouding en detaillering agestemd op gangbaregevelopbouw van panden in de omgeving originele details als kozijnen, raamindelingen, deuren, bakgoten, gootklossen,rollagen, siermetselwerk, trasramen en steunberen handhaven en waar mogelijkterugbrengen (geen nieuwe luiels aanbrengen) aandacht voor het kleine reli in de gevel zoals de negge en proielen vankozijnenMateriaal- en kleurgebruik materiaal- en kleurgebruik is traditioneel en agestemd op belendingen o hetensemble gevels zijn van baksteen en bij uitzondering in lichte tint geverd o gestuct daken zijn gedekt met keramische pannen o riet dakoverstekken zijn uitgetimmerd kozijnen en deuren zijn in beginsel van hout daken en gevels zijn voornamelijk in aardkleurenInstallaties onzichtbaar vanuit de openbare ruimte en bij voorkeur intern plaatsen plaatsen op een plat dak op minstens 0,50 m van de dakrand en binnen de 15graden contouren vana de dakrandenDakramen panelen en collectoren bij voorkeur op het achterdakvlak (plaatsing op een naar het zuiden gerichtvoorgeveldakvlak, mits er geen rendabele alternatieven voor handen zijn) dakramen, panelen en collectoren hebben gezamenlijk maimaal een breedtevan 30% van het dakvlak astand van de bovenzijde van het object tot de daknok is groter dan de astandtussen de onderzijde van het object en de dakvoet vlakke dakramen, panelen en collectoren hebben een staande diagonaal,worden horizontaal gelijnd (geen strookramen) en zijn in samenhang met deonderliggende gevelindeling geplaatst voor bestaande en nieuwbouw geldt: aan voorkanten (voor- en zijgeveldakvlak)de zichtbaarheid tot een minimum beperken Voor nieuwbouw geldt dat er sprake moet zijn van een geïntegreerde en ontworpenoplossing.Mooie erfafscheiding bestaande uiteen laag muurtje gecombineerd methekwerk<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 30 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 31


Prins Hendrikpark Gebied 6 Prins Hendrikpark Gebied 6GebiedsbeschrijvingHet Prins Hendrikpark is een villagebied met gebogen lanen met daaraangrote statige villas en dubbelvillas in ruime groene tuinen.Het gebied ligt ten oosten van het station Naarden-<strong>Bussum</strong> waarbij de grenzenworden gevormd door lbrechtlaan, Comeniuslaan, Brinklaan en Generaal dela Reijlaan.Het Prins Hendrikpark is een relatie klein villagebied dat ontstaan is als privateontwikkeling aan het begin van de twintigste eeuw. Het heet een parkachtigkarakter met awisselende villas en dubbelvillas in verschillende bouwstijlen.De gebouwen zijn gericht op de straat, draaien met de weg mee en makener een ront naar. De rooilijn verspringt daarbij. De bebouwing is individueel,gevarieerd en gedierentieerd. Dubbelvillas zijn symmetrisch van opbouw endetaillering. Bebouwing heet een onderbouw van n tot twee lagen hoogmet een samengestelde kap. Ze hebben daarbij een representatieve beganegrondlaag met hoge verdiepingshoogte. Daarnaast is het grondoppervlak kleinin verhouding met de totale hoogte. Deze karakteristieken geven de villasen dubbelvillas een statig en monumentaal aanzien. Gevels in het zicht zijnrepresentatie. an-, op- en uitbouwen als erkers en dakkapellen zijn meeontworpen.De detaillering is zorgvuldig tot rijk. Het materiaal- en kleurgebruikis traditioneel. Gevels zijn van baksteen o in een lichte tint gepleisterd, vaakgecombineerd met siermetselwerk en/o houten rabatdelen. Daken zijn gedektmet pannen. ozijnen zijn in het algemeen van hout. ozijnen en ander houtwerkzijn in het algemeen geschilderd in traditionele kleuren als crèmewit endonkergroen. Het kleurgebruik bij dubbelvillas is niet altijd in samenhang.Op de hoek lbrechtlaan / Prins Hendriklaan staat een appartementengebouwmet een awijkende opbouw en detaillering. Dit gebouw is vier lagen hooginclusie kapverdieping. Dit gebouw heet min o meer gelijkwaardige gevelsen maakt daardoor geen duidelijk ront naar de weg. n de opbouw wordenlagen herhaald en is de begane grondlaag gelijkwaardig aan andere lagen. Dedetaillering is eenvoudig.Waardebepaling en ontwikkelingHet villagebied heet grote cultuur-, architectuurhistorische, stedenbouwkundigeen landschappelijke waarde. Grootschalige ontwikkelingen worden nietverwacht. Het welstandsbeleid is gericht op bescherming en versterking vanwaardevolle karakteristieken. Bij uitbreidingen van bestaande villas dient demassaverhouding en vormgeving van uitbreidingen te worden agestemd ophet hoodgebouw. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen in de oorspronkelijkebebouwingskarakteristiek van villas van hoogwaardige architectuur metrepresentatieve gevels en zorgvuldige detaillering gelegen in ruime tuinen.Bijzonder welstandsniveauGezien de grote cultuur-, architectuurhistorische, stedenbouwkundige en landschappelijkewaarde geldt voor het villagebied Prins Hendrikpark een bijzonderwelstandsniveau gericht op het beschermen van onder meer het parkachtigekarakter, individualiteit en representativiteit van de bebouwing.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging het groene parkachtige karakter van het villagebied behouden en versterken rooilijnen van gebouwen verspringen ten opzichte van elkaar hoodgebouwen zijn nadrukkelijk georinteerd op de belangrijkste openbareruimte bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zichtMassa villas zijn awisselend en gedierentieerd dubbelvillas zijn symmetrisch van opbouw woningen bestaan uit een onderbouw van n tot twee lagen met een samengesteldekap de gevelopbouw is in geleding, verhouding en detaillering agestemd op gangbaregevelopbouw van panden in de omgeving gevels zijn gedierentieerd en representatie aan-, op- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als toegevoegdelement o opgenomen in de hoodmassa bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de detaillering is gevarieerd en zorgvuldig tot rijk bakstenen gevels zijn bij voorkeur voorzien van siermetselwerk en/o gecombineerdmet houten rabat delen gevelopeningen zijn voornamelijk staand traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen vormen het uitgangspunt eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal- en kleurgebruik materiaal- en kleurgebruik is traditioneel materiaal- en kleurgebruik is in het algemeen in harmonie met de belendingen materiaal- en kleurgebruik van dubbelvillas is bij voorkeur in samenhang in hoodzaak zijn gevels van baksteen en bij uitzondering in lichte tint geverdo gestuct daken zijn gedekt met keramische pannen kozijnen zijn bij voorkeur van hout gestucte gevels zijn licht van kleur kozijnen en ander houtwerk zijn in het algemeen geschilderd in traditionelekleuren als crèmewit en donkergroen.Individuele, gevarieerde villa’sVilla’s hebben een gedifferentieerdeopbouwDetaillering is zorgvuldig tot rijkKleurgebruik dubbelvilla’s is niet meerin samenhang<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 32 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 33Een massief en afwijkend gebouw opeen beeldbepalende hoek


Godelinde Gebied 7 Godelinde Gebied 7Gebiedsbeschrijvingn deze tuindorpwijk staan zowel vrijstaande als in korte rijtjes aaneen gebouwdewoningen uit de jaren 30 van de 20e eeuw. De woningen zijn gebouwdin de msterdamse School stijl. Deze wijk ligt in het oosten van <strong>Bussum</strong> enbevat meer dan alleen de Godelindebuurt. De grenzen worden gevormddoor de mersoortsestraatweg, Ceintuurbaan, Lothariuslaan, H. amerlinghOnnesweg, H. . Lorentzweg en de Huizerweg.De wijk is een planmatig ontworpen tuindorp, ruim van opzet met ruime straatproielenen diepe tuinen. De structuur van de bebouwing is gebaseerd opherhaling van de woning als basiseenheid, waarbij verbijzonderingen in deopenbare ruimte vertaald worden in accenten in de architectuur. ls accentenkomen onder andere hoogteverschillen, nokverdraaiingen en bijzondere hoekwoningenvoor.De bebouwing in dit woongebied bestaat zowel uit vrijstaande, twee-onder-n-kap-woningen als woningen in korte rijtjes. Ze vormen samenhangendeclusters in gedierentieerde composities. Soms zijn voorzieningen als scholenhierin opgenomen. De woningen zijn gericht op de belangrijkste openbareruimte. Rooilijnverspringingen, hoekverbijzonderingen en andere accentenhebben een stedenbouwkundige aanleiding. De woningen zijn n tot tweelagen hoog met zware en nadrukkelijke kap. Ze hebben een gedierentieerdeopbouw met erkers, balkon, uitbouwen en serres. Op-, aanbouwen zijn in hetalgemeen meeontworpen. Opbouw en gevels hebben een horizontale geledingmet verticale accenten. De kappen hebben grote uitgetimmerde overstekken.De overgang tussen priv en openbaar gebied is zorgvuldig vormgegevendoor middel van onder andere portieken, luiels en tuinmuurtjes. De gevelszijn representatie. De detaillering is zorgvuldig. Het materiaal- en kleurgebruikis traditioneel. De gevels zijn van bruinachtige baksteen met siermetselwerken een enkele keer in lichte tint gestuct. Daken zijn gedekt met oranje ogesmoorde keramische pannen. De kozijnen zijn van hout en geschilderd intraditionele kleuren.Binnen de wijk is de Godelindebuurt een buurt met een sterke onderlingesamenhang. Dit is een min o meer planmatig ontworpen ensemble met korterijtjes msterdamse School woningen van anderhalve laag met oranjeroodpannen dak. De woningen hebben onderling grote overeenkomsten in massa,architectuur, kleur en rooilijn. Variatie en individualiteit zijn ondergeschikt aanrepetitie en eenheid.Waardebepaling en ontwikkelingDe ruime groene opzet en de samenhang met de zorgvuldig vormgegevenwoningen zijn de waardevolle kenmerken van dit gebied. De Godelindebuurtis onlangs geherstuctureerd. Wijzigingen aan o bij bestaande bebouwingmoeten goed ingepast worden in het bestaande beeld. Het welstandsbeleidis gericht op het behoud van de kenmerkende Gooise architectuur uit de jaren30 van de 20e eeuw met bijzondere blokbeindiging, samenhang van clustersen openbare ruimte.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging de individuele woning maakt deel uit van een compositie hoodgebouwen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimte verspringingen in de rooilijn hebben een stedenbouwkundige aanleiding de nokrichting is in hoodzaak evenwijdig aan de voorgevelrooilijn, een haakserichting komt voor als accent bijgebouwen staan bij voorkeur uit het zichtMassa bouwmassas zijn gedierentieerd en gevarieerd woningen hebben per cluster een sterke onderlinge samenhang ontwerpaandacht voor symmetrie in het pand ontwerpaandacht voor de overgang tussen priv en openbaar woningen bestaan uit een onderbouw met n tot twee bouwlagen met nadrukkelijke,stijle kap gevels zijn bij voorkeur gedierentieerd en representatie aan-, op- en uitbouwen zijn meeontworpen bijgebouwen zijn ondergeschikt aan het hoodgebouwArchitectonische uitwerking de detaillering is zorgvuldig en gevarieerd gevels hebben een horizontale geleding met verticale accenten bakstenen gevels zijn bij voorkeur voorzien van siermetselwerk hellende daken hebben uitgetimmerde overstekken traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen vormen het uitgangspunt eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal- en kleurgebruik materiaalgebruik is traditioneel in hoodzaak zijn gevels van baksteen hellende daken zijn gedekt met keramische pannen kozijnen en deuren zijn uitgevoerd in hout het kleurgebruik is traditioneel en agestemd op de omringende bebouwing kozijnen en ander houtwerk is in het algemeen geschilderd in traditionele kleurenals crèmewit en donkergroenSamenhangende bebouwing met accentenBijzondere hoek met nadrukkelijke kapen symmetrieGedifferentieerde opbouw met nadrukkelijkekap en verbijzonderde hoekenZorgvuldig vormgegeven overgang tussenprivé en openbaar gebiedGewoon welstandsniveauHet gebied heet een gewoon welstandsniveau, waarbij de welstandsbeoordelinggericht is op het handhaven van de karakteristieken van de bebouwing.Samenhang en herhaling binnen een cluster zijn daarbij uitgangspunt, hetgeenvooral tot uiting komt in de opbouw, geleding, kappen, materiaal- enkleurgebruik.Woningen in de Godelindebuurt<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 34 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 35


<strong>Bussum</strong> Zuid-West Gebied 8 <strong>Bussum</strong> Zuid-West Gebied 8Beschrijving<strong>Bussum</strong> Zuid-West is een groen gebied aan de rand van de gemeente metrepresentatieve villa's, enkele linke bedrijven en een voormalig mobilisatiecomple.Het vrijkomen van dit comple is aanleiding om met een nieuweontwikkeling de samenhang tussen landschap en bebouwing verder te versterken.Het gebied bestaat grotendeels uit bos, weide en villabebouwing op ruimekavels. De villas zijn georinteerd op de weg en zijn op een ruime astand vande weg gesitueerd. Ze zijn individueel, gedierentieerd en representatie. Deopbouw is traditioneel en bestaat uit een onderbouw van n tot twee lagenmet een kap. De vele op- en uitbouwen zijn meeontworpen en maken deeluit van de compositie van de bouwmassa. De detaillering is zorgvuldig enin het algemeen rijk, waarbij vooral de houten architectuur langs de Nieuwe's-Gravelandseweg opvalt. Het materiaal- en kleurgebruik is traditioneel enterughoudend. Naast baksteen en stukwerk komen ook houten rabatdelen alsgevelbekleding voor.an de ranse ampweg zijn enkele grootschalige bedrijsgebouwen geplaatst,die ondanks een redelijk verzorgde architectuur moeten worden gezien als uitzonderingen.Het mobilisatiecomple is een bijzonder deelgebied, waarin ruimte is voornieuwe bebouwing bestaande uit een combinatie van appartementen en villa'sin het groen, waarbij de voorkeur uitgaat naar een hoogwaardige eigentijdsearchitectuur met een alzijdige orintatie o een meer traditionele opzet diereereert aan de landgoederen van onder meer 's-Graveland.n awachting van verder planvorming is ook het gebied rondom de olonelPalmkazerne voor de welstandsbeoordeling voorlopig onder <strong>Bussum</strong> Zuid-West geschaard.Waardebepaling en ontwikkelingNaast de landschappelijke waarde van het bos-, heide- en met name het weidegebiedis de villabebouwing cultuur- en architectuurhistorisch waardevol. engroot deel van deze oudere bebouwing is monument. n het algemeen wordtde huidige inpassing van de grootschalige bebouwing niet positie gewaardeerd.n het gebied worden veel ontwikkelingen verwacht. Bij deze ontwikkelingenals uitbreiding en nieuwbouw is een goede landschappelijke inpassingvoorwaarde. Uitgangspunten zijn het versterken van de eigen identiteit en vande landschappelijke en ecologische kwaliteiten. r wordt aangesloten bij decultuurhistorie van de ng, de voormalige verdedigingslinie en de relatie metde ranse ampheide. Meest opvallende ontwikkeling is de herontwikkelingvan het mobilisatiecomple.Bijzonder welstandsgebied<strong>Bussum</strong> Zuid-West is een bijzonder welstandsgebied, waarin vooral aandachtzal worden gegeven aan de versterking van landschappelijke waarden. Denadruk ligt daarbij op landschappelijke en organische inpassing in de omgeving.Voor eventuele nieuwbouw op het mobilisatiecomple is een eigentijdsearchitectuur met een verijnde detaillering en gebruik van hout een goedemogelijkheid om aan te sluiten op de seer van het gebied, maar kan ook wordengedacht aan een meer klassiek landgoed naar voorbeelden uit de regio.en goede landschappelijke inpassing is voorwaarde.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria, die voor nieuwbouw op het mobilisatiecomple op originelewijze kunnen worden geïnterpreteerd om tot onorthodoe oplossingen tekomen:Ligging rooilijnen van de woningen verspringen ten opzichte van elkaar, waarbij deintegratie in het landschap met name voor nieuwbouw van groot belang is overige gebouwen kunnen vrij op de kavel staan hoodgebouwen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimten, waarbijdit voor nieuwe ontwikkelingen in beginsel leidt tot een alzijdige orintatie de inrichting van het perceel vormt een integraal onderdeel van het ontwerpvoor nieuwbouw, waarbij aandacht wordt gevraagd voor de vormgeving vanerascheidingen en de toegang tot mogelijke ondergrondse parkeergarages.Massa gebouwen zijn individueel en awisselend gebouwen hebben bij voorkeur een onderbouw van maimaal twee lagen metkap, waarbij de massa in verhouding is met de vrije ruimte er omheen gevelopbouw van gebouwen is in geleding, verhouding en detaillering agestemdop de gangbare gevelopbouw van panden in de omgeving bijgebouwen zijn in maat en schaal ondergeschikt aan het hoodgebouw de massaverhouding en de vormgeving van de aanbouwen alsmede dakkapellenastemmen op het hoodgebouw eventuele balkons ingetogen vormgevenArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn gevarieerd en zorgvuldig gevelopbouw van gebouwen in geleding, verhouding en detaillering astemmenop de gangbare gevelopbouw van panden in de omgeving. traditioneel Hollandse houten kozijnen en proileringen vormen het uitgangspunt eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevel reerentie voor nieuwbouw zijn de bestaande vormrijkdom en de mate vandetaillering van woonhuizen in de omgeving, waarbij hoogwaardige modernearchitectuur moet worden gezien als een goede mogelijkheid om deze eigenschappenin een ontwerp te vertalen en bijzondere woontypologien met alsthema duurzaamheid en water wenselijk zijn kwaliteit omliggende bedrijsbebouwing handhaven danwel verbeterenMateriaal- en kleurgebruik materiaal- en kleurgebruik is traditioneel o modern met een voorkeur voornatuurlijke materialen agestemd op de omgeving in hoodzaak zijn gevels van baksteen en bij uitzondering in lichte tint geverdo gestuct hellende daken zijn bij voorkeur voorzien van keramische pannen kozijnen zijn in principe van hout kozijnen en ander houtwerk zijn in het algemeen geschilderd in traditionelekleurenVilla’s langs wegen in het buitengebiedVilla’s hebben een gedifferentieerdeopbouwDetaillering is zorgvuldig tot rijkGebouwen zijn individueel en afwisselend<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 36 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 37


Wonen Zuid-Oost Gebied 9 Wonen Zuid-Oost Gebied 9GebiedsbeschrijvingZuid-Oost bevat de planmatige naoorlogse uitbreidingswijken van <strong>Bussum</strong>:de Heilige Hartwijk, Oostereng, Westereng en de Peppels met uitzonderingvan de olonel Palmkazerne. n deze wijken staan zowel eengezinswoningenals gestapelde woningbouw en voorzieningen. De grenzen zijn de Singel,Laarderweg, Ceintuurbaan, Lorentzweg, amerlingh Onnesweg, Lothariuslaan,mersoortsestraatweg en de grens met Hilversum.Zuid-Oost is planmatig ontworpen en heet een heldere stedenbouwkundigestructuur. De wijken hebben een groen karakter met tuinen en veel openbaargroen zoals de zone tussen de <strong>Bussum</strong>er Heide en Spant. De rooilijnen vande hoodmassas volgen de weg en zijn in principe aaneen gesloten. Onderandere in de wijk Oostereng vormen de rijen en blokken een samenhangendecompositie. Voorzieningen zijn grotendeels geclusterd op een centraal punt.De woningen zijn georinteerd op de belangrijkste openbare ruimte. De architectuuris gebaseerd op herhaling van de woning in rijen en blokken. De zijgevelszijn op een deur o raam na nauwelijks verbijzonderd. De eengezinswoningenhebben in de regel een eenvoudige opbouw bestaande uit een onderbouwvan twee lagen met een (asymmetrisch) zadeldak met de nok evenwijdigaan de weg. an de Zwaluwlaan staat een blok met een tweelaagse opbouwwaarbij de kopwoningen zijn voorzien van een kap haaks op de weg. Sommigewoningen hebben erkers, balkons o loggias aan de voorzijde. Bijgebouwenliggen in het algemeen achter de woningen. Uitzonderingen zijn de bungalowsmet lauw hellend zadeldak aan de Merelho en de drive-in woningen van drielagen zonder kap aan de nne ranklaan. De detaillering is zorgvuldig ensober, materialen en kleuren zijn traditioneel en terughoudend. Gevels zijn inprincipe van baksteen, soms met banden o vlakken in awijkende materialenen kleuren. Daken zijn in het algemeen gedekt met pannen. De oudere woningenhebben veelal een ijnere detaillering met bijvoorbeeld siermetselwerk.Gestapelde woningbouw is twee tot negen lagen hoog en heet soms een kapmet de nok evenwijdig aan de weg. Gevels hebben een duidelijke horizontaleo verticale hoodgeleding. De begane grondlaag van de bebouwing heetsoms een awijkende gevel met bergingen o winkels met etalages, luiels enreclame. De gestapelde woningbouw heet vaak een verbijzonderde entree.Detaillering is zorgvuldig en in het algemeen sober. Materiaalgebruik is net alsbij de rijenwoningen in het algemeen traditioneel met gevels van baksteen, diesoms zijn voorzien van banden o vlakken in awijkende materialen o kleuren.Voorzieningen zijn meestal vrijstaand met een wisselende orintatie. De gebouwenzijn awisselend en individueel van vorm. Ze hebben een onderbouw tottwee lagen en soms een kap. Detaillering is in het algemeen sober. Gevels zijnin principe van baksteen, soms in combinatie met andere materialen.Waardebepaling en ontwikkelingDe architectuur van de woningen in dit gebied is voornamelijk op herhalinggebaseerd en dient behouden te blijven. Sanering, renovaties en unctiewijzigingengecombineerd met nieuwbouw zorgen in dit gebied voor dynamiek.Ook kleine wijzigingen aan o bij bestaande bebouwing komen voor.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging gebouwen maken deel uit van een stedenbouwkundig patroon de individuele woning binnen een cluster, rij o blok gestapelde woningbouw iseen deel van het geheel en voegt zich hier naar overige gebouwen kunnen vrij op de kavel staan hoodmassas zijn gericht op de belangrijkste openbare ruimteMassa clusters, rijen en gestapelde woningen kennen een sterke onderlinge samenhang gebouwen hebben een eenvoudige hoodvorm woningen in clusters en rijen hebben in principe een onderbouw tot twee lagenmet zadeldak gestapelde woningen bestaan uit een onderbouw van twee tot negen lagenmet eventueel een zadeldak de nokrichting is in principe evenwijdig aan de voorgevelrooilijn gestapelde woningen hebben een loggia o een balkon (overige woningenkunnen een loggia o balkon hebben) blokken gestapelde woningbouw kunnen een plint van maimaal n laaghebben aanbouwen en bijgebouwen zijn ondergeschikt, aanbouwen vormgeven als toegevoegd element o opgenomen in de hoodmassa op-, aanbouwen zijn bij voorkeur per rij o cluster van hetzelde modelArchitectonische uitwerking architectonische uitwerking is evenwichtig met aandacht voor de details herhaling in de rij o het cluster is de leidraad voor het woningontwerp een gevelritmiek met horizontale en verticale geleding is gewenst wijzigingen en toevoegingen in stijl en awerking astemmen op de architectuurvan het hoodvolume bij wijzigingen karakteristieke detaillering behouden eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal- en kleurgebruik het materiaal- en kleurgebruik is per rij, cluster o blok in samenhang gevels bestaan in principe uit baksteen, eventueel met puien, houten beschoto panelen hellende daken zijn bij voorkeur voorzien van dakpannen het kleurgebruik is in principe samenhangend en terughoudend op-, aanbouwen zijn in kleur en materiaal aangepast aan het hoodgebouwHerhaling van de individuele woning inrijenDrive-in woningen aan de Anne FranklaanGestapelde portiekwoningbouw metverbijzonderde entreeGesloten plint met bergingenGewoon welstandsniveau<strong>Bussum</strong> Zuid-Oost is gewoon welstandsgebied, waarin voor een groot deelaanbouwen aan voorkanten van woningen soepel worden beoordeeld. nzetis het beheer en behoud van de samenhang van rijen en blokken. Nieuwbouwen wijzigingen moeten worden ingepast in de op herhaling gebaseerde opzetvan de buurten.Centraal gelegen voorzieningen<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 38 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 39


Bedrijventerrein De Nieuwe Vaart Gebied 10 Bedrijventerrein De Nieuwe Vaart Gebied 10GebiedsbeschrijvingDit is een bedrijsgebied met een stenig karakter en veel bedrijshallen metgesloten gevels. Het ligt in het noorden van de gemeente tegen de grensmet Naarden. De grenzen worden gevormd door de Nieuwe Vaart en de<strong>Bussum</strong>mervaart.De Nieuwe Vaart is een klein bedrijventerrein met een eenvoudige hoodstructuur.Deze bestaat uit een rondlopende brede weg met daarlangs bedrijvenen parkeerplaatsen. an de rand van het gebied liggen enkele woonboten.De inrichting van de openbare ruimte is zorgvuldig en sober. De bebouwing isgeorinteerd op de weg waarbij de rooilijn verspringt. Ze is in principe individueelen eenvoudig van opzet. De opbouw is tot drie lagen hoog met een plat oeen lauw hellend dak. De detaillering is in het algemeen sober. ntreepartijenen kantoorgedeeltes hebben soms accenten. De gevels zijn van baksteen,stucwerk o plaatmateriaal. Het kleurgebruik varieert van terughoudende totelle kleuren. nkele gebouwen hebben een gedierentieerde opbouw en zijnmeer gedetailleerd.Waardebepaling en ontwikkelingBedrijventerrein de Nieuwe Vaart heet een heldere opzet en eenvoudigebebouwing. Het is een monounctioneel terrein waarbij de bebouwing zijnunctie weergeet. hankelijk van de ouderdom van de bestaande bebouwingen de behoete van de daarin gevestigde bedrijven zullen er veranderingengewenst zijn. Daarbij zal het voornamelijk gaan om het plaatsen vanbijgebouwen en de vervanging van oudere hallen door gebouwen die aan dehuidige eisen voldoen. Het goed unctioneren van het bedrijventerrein is vanbelang. Het bedrijventerrein is een permanent aandachtspunt voor gemeenteen bedrijsleven gezien de kwetsbare ligging.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging gebouwen zijn georinteerd op de weg representatieve en openbare uncties zijn naar de straat gericht de rooilijnen kunnen verspringen ten opzichte van elkaarMassa gebouwen zijn in principe individueel en awisselend gebouwen zijn eenvoudig van opbouw met een heldere contour gebouwen hebben een onderbouw van maimaal drie lagen met een plat dako lauw hellende kapArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn sober maar zorgvuldig als reerentie geldt het gebouw van de <strong>Gemeente</strong>lijke valstoen Dienst wijzigingen in stijl, maat en awerking astemmen op het hoodvolume eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal en kleurgebruik gevels zijn van baksteen, stucwerk, plaatmateriaal o vergelijkbare materialen kleurgebruik is bij voorkeur terughoudend en in onderlinge samenhangGebouw van de Gewestelijk AfvalstoffenDienstBebouwing is individueel en eenvoudigvan opzetGewoon welstandsniveauVoor de sobere bebouwing langs een eenvoudige hoodstructuur geldt eengewoon welstandsniveau. Het beleid is gericht op het beheer van de openbareruimte. Het gebouw van de Gewestelijke valstoen Dienst dient als reerentievoor de bebouwing op dit bedrijventerrein.Gebouw met een gedifferentieerdeopbouw en meer gedetailleerde gevelEntreegedeelte als accentPlaatmateriaal als gevelbekleding<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 40 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 41


Spoorzone Gebied 11 Spoorzone Gebied 11GebiedsbeschrijvingDe spoorzone is een gebied met meerdere gezichten van uiteenlopendebeeldkwaliteit. De zone beslaat het gebied aan beide kanten van het spoor enloopt van de noord- tot aan de zuidgrens van de gemeente. Het spoor is eenlijn met daarlangs groen, woningen, achtertuinen, stations, bedrijven en ooksteeds meer kunstwerken zoals geluidswerende voorzieningen. Het is gebied,waar veel samenkomt: een entree voor het dorp maar net zo goed een totvoor kort bijna vergeten zone. Met nieuwbouw op een aantal locaties is eenherontwikkeling ingezet, die het gebied van een achterkant naar een voorkanttransormeert.Het spoor kan worden gezien als een lijn, waarlangs de locaties zijn geregen.Om een totaaloverzicht te hebben is elk deel hier kort gekenschetst.StationsgebiedTer hoogte van station Naarden-<strong>Bussum</strong> loopt de open ruimte van het spoorover in het stationsplein en de parkeervoorzieningen aan de zuidzijde. Daaromheen staan huizen, bedrijven en een opleidingsintituut. De maat en schaalmaar zeker ook de kwaliteit van de bebouwing varieert. Het gebied heet eenstedelijke uitstraling. Het aanzien van de openbare ruimte en bebouwing overtuigtniet.CentrumfrontHet winkelront aan de westkant van het station is een gesloten bebouwingswandmet variatie in schaal en een stedelijke uitstraling, die hier op zijn plekis. De rijk uitgevoerde panden uit de periode rond het begin van de twintigsteeeuw vormen een visitekaartje. Verderop aan de Vlietlaan staan panden metsoms ook iets minder representatieve gevels en zels hier en daar een achterkant.Dit ront kan sterker.Generaal de la ReijlaanTen westen van de overgang bij de Generaal de la Reijlaan is de verkeers-unctie dominant. De openbare ruimte is opgeruimd. De bebouwing heet eenredelijke beeldkwaliteit, waarbij een deel van de panden nog wel enige verbeteringzou kunnen gebruiken.Villagebied Het SpiegelDe villa's aan de Lindelaan maken deel uit van beschermd gezicht Het Spiegel.Het zijn linke panden, maar vergeleken bij de lange lijn van het spoor tochklein van schaal. Deze huizen staan met de achterkant naar het spoor in ruimetuinen. Het is de wens het groene karakter van deze tuinen sterker te benadrukken.KloosterwegTer hoogte van de loosterweg is <strong>Bussum</strong> deels echt dorps groen. an hetspoor ligt de representatieve achterkant van kloostercomple Marinburg.Daarnaast liggen een parkeerterrein en een gesloten straatwand, die meerhet karakter van een stedelijke achterkant hebben. Het parkeerterrein is eenontwikkelingslocatie.BensdorpHet markante Bensdorp ligt aan de rand van Het Spiegel in een dorpse omgevingmet een ijnmazige verkaveling en kleinschalige bebouwing. Gezien desluiting van de abriek zijn er op het terrein nieuwe ontwikkelingen te voorzien.Het abriekscomple met zijn intensieve en grootschalige gebouwen wijktsterk a van deze omgeving. Het comple bestaat uit een aaneenschakelingvan panden uit verschillende perioden. Het geheel oogt rommelig door devele aanpassingen en verbouwing uit verschillende perioden, maar daarachtergaan deels waardevolle gebouwen schuil. Bij herontwikkeling wordt gestreednaar een comple met een industrile seer, waarin volumes van verschillendeaard naast elkaar staan en een geheel vormen met een eigen plasticiteit enschaal. De behoudenswaardige delen van Bensdorp moeten in de nieuwesituatie tot hun recht komen. Het comple moet na renovatie net zo gezichtsbepalendzijn als het voormalige industrile comple.Koster-Gewestoster-Gewest is deels een herontwikkelingslocatie aan de rand van het villagebiedtussen het spoor en de Brinklaan. Langs het spoor zijn aaneengeslotenindividuele woningen gebouwd met wisselende hoogten en bescheiden sprongenin de rooilijnen. an de Brinklaan zijn vrijstaande volumes gepland meteen schaal vergelijkbaar aan de tegenoverliggende villa's. De ruimte tussende gebouwen krijgt een groene inrichting, die het gebied een eigen identiteitmoet geven. Deze identiteit moet ook in een eigen architectuur tot uitdrukkingkomen.SpoorlaanDe villa's aan de Spoorlaan zijn particuliere panden met een ijne architectuuren een kleine schaal. Deze huizen staan op korte astand van elkaar met deachterkant naar het spoor. Het is de wens het groene karakter van deze tuinensterker te benadrukken.<strong>Bussum</strong>-ZuidNaast station <strong>Bussum</strong>-Zuid is rond de watertoren een nieuw comple gerealiseerdmet een eigentijdse architectuur, die voor andere ingrepen in dit deelgebiedals reerentie dienen. Het comple weet de oude toren met een nieuwegevel en een teruggelegen achterbouw een nieuw leven te geven, waarbij hetgebruik van veel glas het comple op architectonisch niveau goed op laat gaanin zijn omgeving. ngrijpende veranderingen aan gebouwen in dit gebied zoalshet hotel moeten tot een vergelijkbaar architectonisch niveau leiden.BuitengebiedHet meest zuidelijk deel van de spoorzone overheerst het groen. an de enekant ligt sportpark Crailo en aan de andere zijde staat de opgaande beplantingvan de ranse amp. Dit gebied is een groene ruimte, waarin bebouwing eenondergeschikte rol speelt.De metamorfose van de watertoren metdaarachter een nieuwbouwkantoorNieuwe woningen langs het spoor opde Koster-Gewest locatie<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 42 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 43


Spoorzone Gebied 11 Spoorzone Gebied 11Waardebepaling en ontwikkelingDe spoorzone is een visitekaart van de gemeente. Het is een gebied dat vraagtom kwaliteitsverbetering en plaatselijk ruimte biedt voor herontwikkeling. Sterkis het groen van de bermen, de tuin van Marinburg en het zuidelijk buitengebied.Bijzondere gebouwen zijn onder meer het station, het comple vanBensdorp en de watertoren.Het is de bedoeling elke verandering in deze zone ook wat betret de visuelekwaliteit een verbetering te laten zijn. Te versterken zijn het groen, de samenhangin de inrichting van deze zone en de kwaliteit van de bebouwing. Tevoorkomen zijn achterkanten en incidentele ingrepen met inbegrip van inrastructurelekunstwerken.Bijzondere welstandszoneDe spoorzone is te verdelen in beheers- en ontwikkelingsgebieden. Voor debeheersgebieden gelden in beginsel de criteria van het betreend gebied enhet bijbehorende welstandsniveau, hoewel bij de beoordeling de ingreep agewogenmoeten worden tegen het gewenste beeld voor de zone als geheel.Voor ontwikkelingsgebieden en inrastructurele ingrepen zijn de doelstellingenmeer ambitieus. Het spoor is voor de gemeente een belevingsas en daarmeeeen voorkant. Gevraagd wordt zorgvuldige architectuur, waarin geluidsvoorzieningenzoveel mogelijk zijn geïntegreerd. Bij herontwikkeling zijn enigeschaalvergroting en eperimentele architectuur niet uitgesloten. Voor de teherontwikkelen deelgebieden Bensdorp, oster-Gewest en de spoorzoneBensdorp/oster-Gewest zijn aparte criteria opgenomen.WelstandscriteriaBouwplannen in de spoorzone worden in samenhang met de beschrijvinggetoetst aan de volgende criteria:Ligging gebouwen zijn georinteerd op de weg en op het spoor en hebben dus vaakeen meerzijdige o zels alzijdige orintatie, waarin plaats is ingeruimd voorrepresentatieve en openbare uncties de rooilijnen passen in een awisselend beeld vana het spoor en houden tegelijkertijdrekening met de oudere bebouwing in de omgeving rooilijnen astemmen op belendingen en de omgeving de rooilijnen kunnen verspringen ten opzichte van elkaarMassa nieuwe gebouwen, ensembles en compleen zijn in beginsel individueel de massaopbouw past in een awisselend beeld vana het spoor en houdttegelijkertijd rekening met de oudere bebouwing in de omgeving gebouwen hebben een silhouet en geleding, die vana het spoor goed te begrijpenzijn zonder te vervallen in te grote visuele eenvoudArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn zorgvuldig en eigentijds metaandacht voor variatie tussen compleen en ensembles gebouwen op een korte astand van o gelegen tegen oudere bebouwingastemmen op belendingen, gebouwen die niet direct tegen oudere bebouwingstaan kunnen een geheel eigen architectuur krijgen bij herontwikkeling is een eigentijdse architectonische uitwerking uitgangspunt(vergelijkbaar aan de ontwikkeling van de watertoren en oster-Gewest) op maaiveldniveau geen gesloten gevels wijzigingen in stijl, maat en awerking astemmen op het hoodvolume eventuele installaties en geluidswerende maatregelen integreren in het architectonischontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal en kleurgebruik gevels zijn van duurzame materialen (rekening houden met vervuiling vanahet spoor) kleurgebruik is in beginsel terughoudend met een voorkeur voor tinten dieaansluiten bij het groene karakter van het dorpOverig geen reclame nadrukkelijk gericht op het spoor<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 44 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 45


Spoorzone Gebied 11 Spoorzone Gebied 11Aanvullende welstandscriteria BensdorpVoor bouwplannen in de herontwikkelingslocatie Bensdorp gelden de volgendeaanvullende criteria:Aanvullende welstandscriteria Koster-GewestVoor bouwplannen in de herontwikkelingslocatie oster-Gewest gelden devolgende aanvullende criteria:Ligging de stedelijke industrile uitstraling van het gebied behouden gebouwen orinteren op het openbaar toegankelijk gebied rooilijnen aansluiten op belendingen in de strook grenzend aan het spoor:- volumes aan beide kanten van het spoor op elkaar astemmen- bebouwing volgt de rooilijn met eventueel bescheiden accentenLigging losse volumes met een alzijdige orintatie nieuwe volumes liggen achter de rooilijnen met eventueel lichte draaiing tenopzichte van de rooilijnen en elkaar in de strook grenzend aan het spoor:- volumes aan beide kanten van het spoor op elkaar astemmen- bebouwing volgt de rooilijn met eventueel bescheiden accentenMassa massas zijn grootschaliger dan omgeving en vormen een eiland relatie tussen binnen en buiten is in de massaopbouw zichtbaar aanbouwen zijn integraal onderdeel van het ontwerpArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering hebben een industrile uitstraling,waarbij geen aansluiting op naastgelegen gebieden hoet te wordengezocht (het gebied is als een eiland) grenzend aan het spoor kunnen moderne eperimentele oplossingen toegepastworden ruimtelijke kwaliteit bestaande bebouwing behouden binnenterreinen behandelen als voorkantMassa massas zijn individueel en awisselend en kunnen met een gemeenschappelijkeplint verbonden worden massas verkleinen van schaal richting het noorden overgangen tussen openbaar en priv zorgvuldig vormgeven relatie tussen binnen en buiten is in de massaopbouw zichtbaar aanbouwen zijn integraal onderdeel van het ontwerpArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering wijken a van de omgeving grenzend aan het spoor kunnen moderne eperimentele oplossingen toegepastworden binnenterreinen behandelen als voorkantMateriaal en kleurgebruik materialen en kleuren kunnen awijken van gebouwen in de omgeving en zijnin het zicht van het spoor modern en eperimenteel gevels optrekken in hedendaagse materialen (utilitaire materialen en hergebruikvan bestaande elementen is mogelijk)Materiaal en kleurgebruik materialen en kleuren kunnen awijken van gebouwen in de omgeving en zijnin het zicht van het spoor modern en eperimenteel gevels optrekken in hedendaagse materialen (utilitaire materialen en hergebruikvan bestaande elementen is mogelijk<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 46 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 47


Sport Gebied 12 Sport Gebied 12BeschrijvingSport- en recreatieterreinen liggen verspreid over de gemeente. n de regelzijn het groene gebieden met overwegend eenvoudige bebouwing voor eensportvereniging met als uitzondering het landschappelijk ingepaste zwembadcompleaan de Struikheiweg.n het algemeen staat de bebouwing op de sport- en recreatieterreinen geclusterd.Het gaat daarbij vooral om hoodgebouwen gericht op de belangrijkstevelden. De meestal bescheiden bijgebouwen zijn bedoeld voor opslag. Degebouwen hebben een eenvoudige opbouw van in beginsel n o twee lagenmet een plat dak o lauw hellende kap. De architectuur en detaillering zijneenvoudig. Grote vlakken bestaan uit materiaal met een structuur zoals baksteen,houten betimmering o gevouwen staalplaat. Het kleurgebruik is terughoudend.Bijzonder element is het door sportvelden omringde ort Werk V. Dit ort iseen rijksmonument.Uitzondering is het woonwagenterrein aan de Zanderijweg. Gezien de ligging,en de groene inpassing is het woonwagenterrein onderdeel van dit gebied.Op dit terrein is veel mogelijk, mits de groene inpassing van het terrein en debouwwerken gewaarborgd blijt.Waardebepaling en ontwikkelingDe sport- en recreatieterreinen zijn in de regel wat de bebouwing betret helderen in de regel eenvoudig qua opzet. Ze hebben een groen karakter, waarinde gebouwen gewoonlijk een ondergeschikte rol spelen. De architectuur is inovereenstemming met het groene karakter terughoudend. De dynamiek vandeze terreinen is laag.Het beleid is terughoudend en gericht op beheer. Mogelijke wijzigingen o uitbreidingenmoeten terughoudend zijn ten opzichte van de landschappelijkekwaliteiten.Gewoon welstandsgebiedSport- en recreatieterreinen zijn gewone welstandsgebieden. De commissiezal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de inbeginsel terughoudende architectuur en landschappelijke inpassing.WelstandscriteriaBouwplannen worden in samenhang met de beschrijving getoetst aan de volgendecriteria:Ligging per terrein is er n vrijstaande hoodmassa, bijgebouwen zijn hieraan ondergeschikt bij wijzigingen bestaande rooilijnen in beginsel behouden grootschalige verharding van voorerven zo mogelijk voorkomenMassa gebouwen hebben een evenwichtige massaopbouw in o aan de rand van het buitengebied de bouwmassa zorgvuldig integreren inhet landschap gebouwen hebben een onderbouw van n tot twee lagen met kap o platdak er zijn zo min mogelijk dichte gevels aan de straat aanbouwen zijn ondergeschikt en maken deel uit van de totale compositie vanhet gebouw geledingen in massa zijn wenselijkArchitectonische uitwerking de architectonische uitwerking en detaillering zijn eenduidig en evenwichtig accenten en geledingen ten behoeve van het onderscheiden van uncties zijnwenselijk de detaillering is per cluster in samenhang entreepartijen zijn vormgegeven als accent o als zelstandig volume bijgebouwen zijn eenvoudiger maar net zo zorgvuldig gedetailleerd als dehoodmassa wijzigingen en toevoegingen in stijl en awerking astemmen op hoodvolume eventuele installaties integreren in het architectonisch ontwerp daken nadrukkelijk zichtbaar vanuit belendingen beschouwen als vijde gevelMateriaal en kleur gevels zijn van baksteen o houten o kunststo delen hellende daken zijn gedekt met pannen o plaatmateriaal met een structuur grote vlakken bestaan uit materialen met een structuur zoals baksteen, houtenbetimmering o gevouwen staalplaat het kleurgebruik is terughoudend en in onderlinge samenhangHet zwembad reageert in zijn architectuurop het landschapHet tenniscentrum gaat schuil achterbomenOverig eventuele erascheidingen uitvoeren in open hekwerken<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 48 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 49


Schema voor- en achterkantenWELSTANDSCRITERIA OBJECTENOnder voorkant wordt ten eersteverstaan het voorer, de voorgevelen het dakvlak aan de voorzijdevan een gebouw en tentweede het zijer, de zijgevel enhet dakvlak aan de zijkant vaneen gebouw voor zover die zijde(zijdelings) gekeerd is naar openbaartoegankelijk gebied.Onder achterkant wordt ten eersteverstaan het achterer, de achtergevelen het dakvlak aan deachterzijde van een gebouw enten tweede het zijer, de zijgevelen het dakvlak aan de zijkant vaneen gebouw voor zover die zijde(zijdelings) niet gekeerd is naaropenbaar toegankelijk gebied.De gemeente street ernaar bij veel voorkomende (kleine) objecten de burgertegemoet te komen met relatie eenvoudige en meetbare criteria, die de planindienerzoveel mogelijk duidelijkheid geven. Deze criteria zijn opgesteld voor: anbouwen (1) Dakramen, panelen en collectoren (7) Bijgebouwen (2) Dakopbouwen (8) Dakkapellen (3) Rolluiken (9) Gevelwijzigingen (4) Terras- en cameubilair (10) rascheidingen (5) nstallaties (11) Reclame (6)VergunningBovengenoemde bouwwerken zijn deels vergunningvrij binnen bepaalde randvoorwaarden(inormatie hierover is te verkrijgen bij de gemeente o het rijk).Dat betekent dat een deel van deze plannen niet voora wordt getoetst aanredelijke eisen van welstand. ndien een bouwwerk niet vergunningvrij is, moeteen vergunning worden aangevraagd en wordt het bouwplan, als het de voorkantbetret, getoetst aan de criteria voor objecten. Voldoet het plan aan dezecriteria dan kan een positie welstandsadvies volgen. Voldoet het bouwplanniet aan deze criteria o is er sprake van een bijzondere situatie waarbij twijelbestaat aan de toepasbaarheid van de criteria (bijvoorbeeld bij een monumento waardevol pand), dan wordt het plan beoordeeld met gebruikmaking van degebiedsgerichte en zonodig algemene welstandscriteria.Preventieve toetsObjecten aan achterkanten worden in de gemeente <strong>Bussum</strong> niet preventiegetoetst, met uitzondering van plannen aan en bij monumenten en in de gebiedendie aangewezen zijn als beschermd dorpsgezicht.ndien nodig kan de gemeente door middel van de ecessenregeling achteraoptreden tegen buitensporigheden in het uiterlijk van deze objecten.Standaardplanen standaardplan is een plan, dat in vergelijkbare situaties als uitgangspuntgehanteerd kan worden. Het zijn plannen die navolging verdienen, waarbij metname een gelijke uitvoering van belang is. Van belang daarbij zijn de architectonischeverhoudingen, materiaal en kleur. Niet ieder bouwwerk is automatischeen standaardplan. en eerder op dezelde woning o hetzelde bouwblokgoedgekeurd plan is dit in de regel wel. Ook een oorspronkelijke bouwoptievoldoet aan redelijke eisen van welstand. normatie over standaardplannen isop te vragen bij de gemeente.Welstandsluwen deel van gebied Zuid Oost heet op de kaart de aanduiding welstandsluweaanbouwen. n tegenstelling tot de rest van <strong>Bussum</strong> worden in dit gebiedaanbouwen aan voorkanten beperkt getoetst.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 50 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 51Hoodstuk 5


Aanbouwen Object 1 Aanbouwen Object 1Beschrijving en uitgangspuntenen aanbouw is een grondgebonden toevoeging van n bouwlaag aan eengebouw, zoals een erker, serre, overkapping o garage. Het bestemmingsplantreedt in eerste instantie regulerend op voor wat betret de rooilijnen en maimaleametingen.anbouwen kunnen bepalend zijn voor het straatbeeld. De voorkeur gaatdaarom uit naar een aanbouw aan een achterkant. Om het straatbeeld te respecterenen intact te houden dient er aan de voorkant in de regel ruimte blijventussen gevel en straat.De gemeente street in samenhangende gebieden naar een herhaling vangelijkvormige eemplaren, die passen bij het karakter van de straat en diede contour van het oorspronkelijke gebouw zichtbaar houden. Daarnaast ishet gewenst, dat de aanbouw qua uitstraling en volume ondergeschikt is aanhet oorspronkelijke gebouw. Bij geschakelde woningen moeten de buren eengoede aansluiting kunnen maken, bijvoorbeeld op een gemetselde muurdamo een vergelijkbare oplossing.Beoordeling: standaardplan of criteriaen aanbouw voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk is aanhet standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwblok ostraat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.Criteria welstandsluw gebied (zie arcering gebiedskaart)anbouwen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: aanbouwen zijn ondergeschikte toevoegingen aan het hoodgebouw vormgeven in n bouwlaag met een rechthoekige plattegrond materialen en kleuren astemmen op hoodgebouwAanvullende criteria overige gebiedenVoor de overige gebieden gelden de volgende aanvullende criteria:algemeen aanbouwen direct tegen de hoodmassa plaatsen o bestaande aanbouwen inidentieke vormgeving vergroten de aanbouw voldoet aan eventuele (aanvullende) criteria genoemd bij hetbetreende gebiedplaatsing en aantal minstens 1,00 m achter de voorgevelrooilijn en van ergrens plaatsen met uitzonderingvan erkers van hoogstens 1,00 m diep hoogstens n aanbouw per gevel hoekaanbouwen alleen aan achterkantenmaatvoering breedte:--aan voorgevels hoogstens 70% van de geveloverige aanbouwen hoogstens de breedte van de oorspronkelijke gevel (bijhoekwoningen overschrijding zijgevelrooilijn achtergevel maimaal 3,25 m) diepte:-aan voorgevels hoogstens 1,00 m o zoveel meer als het bestemmingsplanmogelijk maakt- aan overige gevels hoogstens 3,00 m hoogte, gemeten vana aansluitend terrein:- tot 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping en onder de goot van hethoodgebouw met een maimum van 4,00 m- beschermd gezicht Het Spiegel: goot tot 0,25 m boven de verdiepingsvloer,bouwhoogte maimaal 5,00 m- beschermd gezicht Het Brediuskwartier en overige monumenten: hoogte ismaimaal 3,00 mGoed geplaatste aanbouw in passendevormgeving, materialen en kleurenarchitectonische uitwerking architectonische uitwerking astemmen op het hoodgebouw gevelgeleding van gevels die zichtbaar zijn vana openbaar toegankelijkgebied astemmen op de gevels van het hoodgebouw gevels van erkers uitvoeren met eventueel een lage borstwering plat adekken o met een van het hoodgebouw ageleide kapvorm, -helling ennokrichting (dakvlakken niet doortrekken vana de kap van het hoodgebouw) overkapping o carport met maimaal twee zijden tegen gevels hoodgebouwen minimaal aan twee zijden openmateriaal en kleur bij geschakelde woningen een overgang toepassen door bijvoorbeeld eenmuurdam met horizontale bovenbeindiging op de ergrens<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 52 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 53


Bijgebouwen Object 2 Bijgebouwen Object 2Beschrijving en uitgangspuntenen bijgebouw is een grondgebonden bouwwerk van in beginsel n bouwlaaglos van het hoodgebouw, zoals een garage, schuur o overkapping. Hetbestemmingsplan treedt in eerste instantie regulerend op voor wat betret rooilijnenen maimale ametingen.Bijgebouwen kunnen bepalend zijn voor het straatbeeld. De voorkeur gaatdaarom uit naar plaatsing aan een achterkant met een volume ondergeschiktaan het oorspronkelijke hoodgebouw. De vormgeving is a te stemmen op hetkarakter van het hoodgebouw o de inrichting van het er.Beoordeling: standaardplan of criteriaen bijgebouw voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk isaan het standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwbloko straat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.CriteriaBijgebouwen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:algemeen het bijgebouw voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij hetbetreende gebiedplaatsing en aantal bijgebouwen op minstens 1,00 m plaatsen van de openbare weg, hoodgebouwmet inbegrip van aanbouwen o integreren in de erascheiding bij monumenten op minstens 6,00 m plaatsen achter de voorgevellijn hoogstens twee bijgebouwen op het gehele ermaatvoering n bouwlaag met een goothoogte van maimaal 3,00 m gemeten vana aansluitendterreinarchitectonische uitwerking architectonische uitwerking astemmen op het hoodgebouw vormgeven in n bouwlaag met in beginsel een rechthoekige plattegrond plat adekken, met een lauw hellende kap o met kap in een vergelijkbareuitvoering als het hoodgebouw bescheiden detaillering zonder nadrukkelijke ornamenten overkapping o carport minimaal aan twee zijden openmateriaal en kleur materialen en kleuren astemmen op hoodgebouw, er- o tuinkarakter (bijvoorbeeld metselwerk o houten delen in combinatie met pannen o zink) bij integratie in erascheiding materialen en kleuren in beginsel gelijk aan dezeerascheiding<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 54 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 55


Dakkapellen Object 3 Dakkapellen Object 3Beschrijving en uitgangspuntenen dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap. Dakkapellen kunnen bepalendzijn voor het straatbeeld.Dakkapellen moeten een ondergeschikte toevoeging zijn aan een dakvlak.en dakkapel mag dus niet ten koste gaan van de kapvorm o het silhouetdomineren. Het is gewenst de noklijn van het dak zichtbaar te houden.Bovendien moet de ruimte tussen dakkapel en goot voldoende groot zijn. Bijmeerdere dakkapellen op n doorgaand dakvlak street de gemeente naareen herhaling van uniorme eemplaren en een regelmatige rangschikking opeen horizontale lijn. Herhaling binnen een blok van dezelde architectuur obouwstijl is wenselijk om rust en samenhang te brengen.Beoordeling: standaardplan of criteriaen dakkapel voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk is aanhet standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwblok ostraat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.CriteriaDakkapellen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:algemeen de dakkapel is een ondergeschikte toevoeging aan het gebouw (dus niet opeen wolseind plaatsen) de dakkapel voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betre-ende gebied o objectaantal en plaatsing in beginsel alleen op daken met helling van meer dan 30 graden meerdere dakkapellen op een gebouw o in hetzelde bouwblok regelmatigrangschikken op horizontale lijn (dus niet boven elkaar) per woning hoogstens n dakkapel op een voordakvlak bij individuele woningen in het dakvlak centreren o gevelgeleding aanhouden minstens 0,50 en hoogstens 1,00 m dakvlak onder de dakkapel aan voorkanten minstens 1,00 m dakvlak boven en aan weerszijden van dedakkapel en tussen dakkapel en hoek- o kilkeper aan achterkanten minstens 0,50 m dakvlak boven en aan weerszijden in een mansardekap in het onderste dakvlak plaatsen aansluitend op de knikmaatvoering totale breedte:- aan voorkanten hoogstens 50% van het dakvlak en maimaal 2,70 m- aan achterkanten hoogstens 70% van het dakvlak en maimaal 4,20 m hoogte plat agedekte dakkapel maimaal 1,40 m en bij daken hoger dan 3,50m maimaal 1,60 m hoogte aangekapte dakkapel maimaal 70% van hoogte dakvlakDakkapel op het hoofddakvlak plaatsen(en dus niet op een wolfseind)Bij schilddaken de kleinste afstand hanterenvoor de plaatsing in het dakvlakarchitectonische uitwerking architectonische uitwerking astemmen op gevelgeleding van hoodgebouw plat adekken o aankappen bij een dak met een minimale dakhelling van 45graden (minimale dakhelling dakkapel van 25 graden) bescheiden detaillering zonder nadrukkelijke ornamenten boeiboord hoogstens 0,30 m en eventueel een klein overstekDakkapel in mansardekap in onderstedakvlak plaatsen en aansluiten op knikmateriaal en kleur materialen en kleuren terughoudend en astemmen op het hoodgebouw voorzijde glas uitgezonderd eventuele ondergeschikte panelen tussen ramen zijwangen dicht (bijvoorbeeld hout o zink) de kap in materiaal en kleur gelijk uitvoeren als kap hoodgebouw<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 56 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 57


Gevelwijzingen Object 4 Gevelwijzingen Object 4Beschrijving en uitgangspuntenVan een gevelwijziging is sprake bij het veranderen o verplaatsen van eenkozijn, kozijninvulling, luik o gevelpaneel. De opbouw en indeling van degevel is een belangrijk onderdeel van de architectonische vormgeving van hetgebouw en het aanzicht van de straat. Het is de wens de samenhang en ritmiekin straatwanden niet te verstoren door incidentele gevelwijzigingen. engevelwijziging aan een voorkant vraagt om een zorgvuldige vormgeving, diepast bij het karakter van het hoodgebouw en in de omgeving. en naoorlogserijwoning heet bijvoorbeeld een andere vormgeving dan een villa uit de 19deeeuw.Uitgangspunt is dat de oorspronkelijke o originele vormgeving in elk geval nietstrijdig is met redelijke eisen van welstand. Belangrijke kenmerken daarbij zijnde maatvoering van de negge en proilering van het kozijn en het raamhout.Bestaande indeling gerespecteerd bijwijzigingCriteriaGevelwijzigingen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria: de gevelwijziging voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij hetbetreende gebied o object de wijziging maakt geen inbreuk op architectuur en tijdsbeeld van de oorspronkelijkegevel, waarbij nieuwe gevelopeningen zijn gelijnd aan bestaandeopeningen samenhang en ritmiek van gevel en straatwand behouden gevelopeningen transparant invullen (niet blinderen met panelen o ver) kleuren astemmen op de kleuren van het gebouwOorspronkelijke kozijnen uit de bouwperiodevan voor 1900Beoordeling: standaardplan of criteriaen gevelwijziging voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk isaan het standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwbloko straat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.Acceptabele vervanging van kozijnenuit de bouwperiode van voor 1900Gevelwijzigingen aan waardevolle pandenWaardevolle panden zijn panden die in bestemmingsplannen de bouwaanduidingCW (cultuurhistorische waarde) hebben.Deze panden verlenen vanuit een o meerdere van de volgende aspecten<strong>Bussum</strong> een bijzonder karakter: architectonisch (), stedenbouwkundig (S) encultuurhistorisch (C)).Panden van architectonische betekenis zijn a) een (gaa) voorbeeld zijn vaneen architectuurstijl, b) een ensemble vormen met andere panden in dezeldeo aangrenzende straten.Panden zijn stedenbouwkundig van belang indien ze individueel o als ensemblemet andere panden in dezelde o aangrenzende straten stedenbouwkundigbeeldbepalend - ergo, bepalend voor het straatbeeld - zijn.Panden zijn cultuurhistorisch van belang wanneer ze van bijzondere betekeniszijn voor de lokale identiteit van <strong>Bussum</strong> vanwege a) (bijzondere voormalige)unctie, b) (voormalig) gebruik, c) (voormalige) opdrachtgever/eigenaar, d)(voormalige) bewoner(s)/gebruiker(s), e) ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling,etc.Voor de criteria voor gevelwijzigingen worde verwezen naar hoodstuk 6 vandeze nota.Oorspronkelijke kozijnen uit de bouwperiodevanaf 1920Acceptabele vervanging van kozijnenuit de bouwperiode van voor 1920<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 58 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 59


Reclame Object 6 Reclame Object 6Beschrijving en uitgangspuntenReclame is een publieke aanprijzing van een bedrij, een product o een dienst.Reclames op borden, lichtreclames en spandoeken o vlaggen vormen eenbelangrijk en beeldbepalend element van de openbare ruimte. n gebiedenmet commercile uncties zijn reclames op zijn plaats en verhogen ze de visueleaantrekkingskracht van de omgeving, hoewel daar een kritische grensaan verbonden is. n andere gebieden zijn (bepaalde) reclame ongewenst.Reclame is, als het geen bouwwerk betret, in veel gevallen vergunningvrij,doch de reclame dient wel te voldoen aan de welstandscriteria. Hier kan achteraaan getoetst worden en handhavend tegen worden opgetreden.Beoordeling: standaardplan of criteriaReclame voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk is aan hetstandaardplan voor een vergelijkbaar pand in het betreende bouwblok ostraat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.Criteria reclame los van de gevelReclame los van de gevel beoordelen aan de hand van onderstaande criteria:Plaatsing en aantal reclame los van de gevel is in beperkte mate toegestaan op bedrijventerreinenen in winkelgebieden bij de entree van het er o op een parkeerterrein met behoud van uitzicht op o vana de openbare ruimte per er maimaal n reclame los van de gevelAlgemene vormgeving en maatvoering reclame als zelstandig element vormgeven en daarbij de maatvoering endetailleringen astemmen op het hoodgebouw reclame beperken tot het hoogst noodzakelijke zorgvuldig vormgeven met losse letters o borden (eventueel aangelicht) geen mechanisch bewegende delen, lichtkranten o lichtreclame hoogstens drie vlaggen per bedrijAanvulling vormgeving en maatvoering bedrijventerreinen gezamenlijke verwijzingsborden aan invalswegen en bij bedrijsverzamelgebouwen maimaal 3,50 m hoog, reclamezuilen gelijk aan o lager dan het hoodgebouwmet een maimum van 6,00 mAanvulling vormgeving en maatvoering overige gebieden woongebied- praktijk aan huis in totaal hoogstens 0,20 m2 reclame en tot 1,20 m boven hetmaaiveld, bestaande uit naam- en beroepsaanduiding- bij een bedrij tot 2,25 m boven het maaiveld, bestaande uit naam- en beroepsaanduidingo eventueel merkreclame voor het hoodproduct- terughoudende kleuren, bij sportcompleen zijn meerdere op het comple gerichte reclameborden tot1,20 m boven het maaiveld mogelijk (achterzijde is donker)Overige alleen reclame voor diensten o producten die in het betreende pand plaatsvindenrespectievelijk worden verkocht<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 62 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 63


Reclame Object 6 Reclame Object 6Algemene criteria reclame aan de gevelReclame aan de gevel beoordelen aan de hand van onderstaande criteria:Plaatsing en aantal loodrecht op o vlak tegen de gevel reclame alleen plaatsen op bouwlagen met winkel o bedrijsbestemming metpublieksunctie en met behoud van uitzicht op o vana de openbare ruimte reclame bij de hoodtoegang van een gebouw plaatsen ondergeschikt aan het hoodgebouw en meenemen in het ontwerp hoogstens n reclame evenwijdig aan de gevel en n loodrecht op de gevel(bij compleen per winkel)Algemene vormgeving en maatvoering aan voorgevel:- samenhang en ritmiek van de straatwand behouden- de reclame als zelstandig element vormgeven- maatvoering en detaillering astemmen op de gevel bescheiden en ingetogen reclame passend in het gevelbeeld, ondergeschiktaan het straatbeeld en geïntegreerd in de architectuur van het pand losse letters en aangelichte reclameteksten toepassen en dus geen lichtbakkenen mechanisch bewegende delenOverige alleen reclame voor diensten o producten die in het betreende pand plaatsvindenrespectievelijk worden verkochtAanvullende criteria reclame aan de gevelReclame aan de gevel aanvullend toetsen aan de hand van onderstaandecriteria:Aanvulling vormgeving en maatvoering winkelgebieden platte reclame:- horizontaal tot een derde van de gevelbreedte en aanbrengen onder deramen van de verdieping- hoogte reclame op luiels maimaal 0,40 m (astemmen op borstwering bovende luiel) haakse reclame:- onder de ramen van de verdieping- hoogte maimaal 0,50 m en breedte tot 0,80 m- hoogstens n vlag per 4,00 m gevel- onder de scheiding van begane grond en verdieping (voorkom verkeershinder) bescheiden lichtreclame mogelijk (voorkom hinder voor woningen) meerdere reclames aan een gevel eenduidig vormgevenAanvulling vormgeving en maatvoering bedrijventerreinen reclames op bedrijsverzamelgebouwen clusteren bij de gebouwentree integreren in de architectuur van het gebouwAanvulling vormgeving en maatvoering overige gebieden aan woningen met praktijk aan huis in totaal hoogstens 0,20 m2 reclame interughoudende kleuren, bestaande uit naam- en beroepsaanduiding aan winkels en bedrijven in woongebieden:- onder de verdiepingsramen- plaatsing, vormgeving en kleur astemmen op omgeving (beperkt lichtgebruik)- naam en aard bedrij aanduiden o merkreclame voor het hoodproduct op sportterreinen:- reclame beperkt toepassen- richten op het comple en uit het zicht van de openbare weg<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 64 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 65


Dakramen, panelen en collectoren Object 7 Dakramen, panelen en collectoren Object 7Beschrijving en uitgangspuntenDakramen zijn toevoegingen aan een dakvlak, die in het straatbeeld niet snelzullen storen en die mede daarom in veel gevallen vergunningvrij zijn. Ze kunnenmet gemak zo worden aangebracht, dat de hoodvorm van het dakvlakbehouden blijt en dakbedekking rondom aanwezig is.Zonnepanelen en -collectoren zijn veelal nadrukkelijker aanwezig in het straatbeelden vanuit welstandsoverwegingen minder wenselijk. r zijn echter andereredenen om mee te werken aan aanvragen voor zonnepanelen en -collectoren.Daarnaast zijn ook deze objecten in veel gevallen zonder vergunning teplaatsen.Bij meerdere dakramen, panelen o collectoren op n doorgaand dakvlakstreet de gemeente naar een herhaling van uniorme eemplaren en eenregelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Daarbij moet de ruimte tenopzichte van de goot o nok voldoende zijn. Ook de onderlinge astand moetvoldoende zijn om het dakvlak als eenheid te respecteren.Plaatsing aan een achterkant heet de voorkeur.Beoordeling: standaardplan of criteriaen dakraam, paneel o collector voldoet aan redelijke eisen van welstand alsdeze gelijk is aan het standaardplan voor een gelijke woning in het betreendebouwblok o straat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetstaan de criteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijnom herhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o iser twijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.CriteriaDakramen, panelen en collectoren beoordelen aan de hand van onderstaandecriteria:algemeen een dakraam, paneel o collector voldoet aan de aanvullende criteria genoemdbij het betreende gebied (pagina 27 o 31) o objectplaatsing alleen op daken (niet aan gevels en wanden) minstens 0,50 m dakvlak aanhouden boven, onder en naast het object meerdere eemplaren in hetzelde bouwblok regelmatig rangschikken op eenhorizontale lijn (niet boven elkaar) astand tot de zijkanten van het platte dak minstens gelijk aan de hoogte vanhet paneel o de collector vlak aanbrengen, direct op o in het dakvlak, binnen het vlak van het dak enmet de hellingshoek gelijk aan het dakvlakmaat en vorm bij meerdere eemplaren identieke maatvoering aanhouden eenvoudig vormgeven en bescheiden detailleren panelen en collectoren integraal opnemen in het ontwerp van het bouwwerkmateriaal en kleur eenvoudige en onopvallende kleuren gebruiken agestemd op het dakvlak<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 66 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 67


Dakopbouwen Object 8 Dakopbouwen Object 8Beschrijving en uitgangspuntenen dakopbouw wordt op een gebouw geplaatst, waarbij een nieuwe ruimteontstaat o een bestaande ruimte wordt vergroot. Het doel van een dakopbouwis de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten.Dakopbouwen zijn vrijwel altijd zichtbaar vanuit de openbare ruimte en voorhet straatbeeld zeer bepalend. Het plaatsen van een dakopbouw gaat tenkoste van de karakteristiek van het proiel van de woning: de nok- o gootlijnwordt (plaatselijk) verschoven. Om dit eect te beperken, is het van belang dedakopbouw zoveel als mogelijk op te nemen in de hoodmassa.Bij woningen met een kap is een enkelzijdige nokverhoging over de gehelebreedte van de woning aan de achterzijde van de woning uitgangspunt. Opdeze wijze blijt de invloed op het straatbeeld en de kapvorm beperkt. eneventuele nieuwe nok loopt evenwijdig aan de straat o staat hier haaks op.Bij meerdere dakopbouwen op n doorgaand dakvlak street de gemeentenaar een herhaling van uniorme eemplaren en een regelmatige rangschikkingop een horizontale lijn. Herhaling binnen een blok (van dezelde architectuur/bouwstijl)brengt rust en samenhang. Door nokverhogingen over de gehelewoningbreedte te plaatsen, kunnen deze aan elkaar gekoppeld worden.Beoordeling: standaardplan of criteriaen dakopbouw voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk isaan het standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwbloko straat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.CriteriaDakopbouwen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:Algemeen het hoodgebouw heet minstens twee bouwlagen en een symmetrisch zadeldakvan maimaal n verdieping hoog en de nok evenwijdig aan de voorgevel andere uitbreidingsmogelijkheden als dakkapellen en aanbouwen kunnen niet(voldoende) voorzien in de gewenste ruimtebehoeteAantal en plaatsing hoogstens n dakopbouw per woning op samenhangende rijwoningen bij voorkeur aan een achterkant plaatsen minstens 1,00 m dakvlak tussen dakopbouw en voorgevel, hoek- o kilkeper over de gehele breedte van de woning o hoogstens 60% van de gevelbreedteen op minstens 0,75 m astand tot eindgevel o woningscheidende wand onderkant kozijn direct aansluiten op dakvlak (geen blinde panelen ertussen) dakopbouw op mansardekap op minstens drie dakpannen astand van de knikin het dakvlakMassa de goot van de nokverhoging gelijk aan de daknok o lager kozijnhoogte maimaal 1,40 m hellingshoek gelijk aan het bestaande dakArchitectonische uitwerking in stijl en awerking gelijk aan het hoodgebouw beindiging dakopbouw aan de kopgevels van een blok identiek uitvoeren elementen in de dakopbouw zoals kozijnen in een logische verhouding totelkaar en de gevel als geheel plaatsenMateriaal en kleur materiaal en kleur gelijk aan het hoodgebouw, zijwangen ondoorzichtig en in een gedekte kleur voorvlak transparant (voorkom dichte panelen)<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 68 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 69


Rolluiken Object 9 Rolluiken Object 9Beschrijving en uitgangspuntenRolluiken zijn voorzieningen om gebouwen te beschermen. Deze voorzieningenkunnen de omgeving een rommelig o onherbergzaam aanzien geven.Het plaatsen van rolluiken aan de binnenzijde van een pui is in veel gevallenvergunningvrij. De gemeente street er naar dat rolluiken de uitstraling van hetpand en de omgeving niet negatie beïnvloeden.CriteriaRolluiken worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:algemeen een rolluik voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij het betre-ende gebied o objectBeoordeling: standaardplan of criteriaen rolluik voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk is aan hetstandaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwblok o straat.ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan de criteria opde volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn om herhalingsplannenmogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is er twijel aan detoepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt van gebiedscriteriaen eventuele andere criteria.vormgeving welstandsvrij indien geplaatst op minstens 2,00 m achter de pui bij plaatsing op minder dan 2,00 m achter de pui uitvoeren met minstens 70%glasheldere doorkijkopeningen aan de buitenzijde van de pui uitgevoerd met minstens 80% glasheldere doorkijkopeningenen daarbij een geïntegreerde inpassing van rolkasten, geleidingenen rolhekken in de gevelkleur ingetogen kleuren o kleuren die harmoniren met gevelAan de binnenzijde van de pui enminstens 2.00 m teruggelegen is welstandsvrijAan de binnenzijde van de pui voorminstens 70% bestaand uit openingenAan de buitenzijde van de pui voor minstens80% bestaand uit openingen<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 70 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 71


Terras- en cafémeubilair Object 10 Terras- en cafémeubilair Object 10Beschrijving en uitgangspuntenOm meer samenhang in de inrichting van de horeca terrassen en in de inrichtingvan de openbare ruimte te krijgen zijn er enkele richtlijnen opgenomenvoor terras- en cameubilair.CriteriaTerras- en cameubilair beoordelen aan de hand van onderstaande criteria:vormgeving terrasschotten en windschermen zijn doorzichtig en verwijderbaar.kleur meubilair en andere attributen zoals bijvoorbeeld zonneschermen en parasolshebben gedekte kleuren.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 72 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 73


Installaties Object 11 Installaties Object 11Beschrijvingnstallaties zoals antennes en units voor airconditioning kunnen vrijstaandworden geplaatst o op o aan een bouwwerk worden aangebracht. en zorgvuldigeplaatsbepaling kan een goed middel zijn om deze voorzieningen in tepassen in de omgeving.De waarde van installaties is vooral gelegen in de unctie. nstallaties zijn zeldeneen verrijking van het straatbeeld. Wanneer het mogelijk is, zal de commissieruimtelijke kwaliteit dan ook adviseren de installatie intern op te losseno anders aan de achterkant aan te brengen.De criteria voor installaties gelden wat betret antennes met name bij monumentenen beschermde dorpsgezichten. n andere gebieden zijn de criteriavoor antennes vooral richtinggevend, omdat de mogelijkheden om een antennevergunningvrij te plaatsen zeer ruim zijn.Beoordeling: standaardplan of criteriaen installatie voldoet aan redelijke eisen van welstand als deze gelijk is aanhet standaardplan voor een gelijke woning in het betreende bouwblok ostraat. ls er geen standaardplan is, wordt een bouwplan getoetst aan decriteria op de volgende pagina, waarbij kleine awijkingen denkbaar zijn omherhalingsplannen mogelijk te maken. Voldoet het plan hier niet aan o is ertwijel aan de toepasbaarheid daarvan, dan wordt ook gebruik gemaakt vangebiedscriteria en eventuele andere criteria.Criterianstallaties worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:algemeen de installatie voldoet aan eventuele aanvullende criteria genoemd bij hetbetreende gebied o object niet zichtbaar aanbrengen nabij, op o aan een monumentaantal en plaatsing per type maimaal n technische installatie aan, op o bij een pand technische installaties bij nieuwbouw integreren in het bouwplan en bij voorkeurinpandig plaatsen o anders uit het zicht technische installaties aan bestaande bebouwing bij voorkeur aan een achtergevelbevestigen en in ieder geval achter de voorgevellijn plaatsen (oorpsronkelijkekapvorm handhaven) bij gestapelde woningbouw:- op het hoodvolume bij een plat dak en terugliggend- op o aan het balkon binnen het verticale en horizontale vlak van het balkon(niet aan de gevel o kozijn)maatvoering zo compact als mogelijk met een minimum aan leidingen en draden hoogte spriet- o staaantenne 5,00 m gemeten vana het maaiveld o vana hetsnijpunt met het aangrenzende dakvlak bij plaatsing aan de gevel schotelantenne maimaal 2,00 m doorsnede en maimaal 3,00 m hoog (gemetenvana de voet van de antenne o antennedrager) overige installaties:- aan het gebouw maimaal 0,50 m hoog en 1,00 m breed- waar mogelijk op een plat dak op tenminste 0,50 m vana de dakrand- onnadrukkelijk aanwezig in het straatbeeldvormgeving installaties en bijbehorende voorzieningen als n geheel vormgeven installatie sluit in vormgeving aan op gebouw o is bij nieuwbouw als zelstandigelement vormgegeven indien zichtbaar vana de openbare ruimte zo onzichtbaar mogelijk (een minimumaan dwarssprieten kan hiertoe bijdragen) beperken van aantal tuidraden en geen tuidraden bij bevestiging aan gevelmateriaal en kleur materialen en kleuren zijn onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot gebouwen omgeving (dus geen elle, contrasterende kleuren maar bijvoorbeeld antracieto donker grijs)<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 74 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 75


WELSTANDSCRITERIA ERFGOED Hoodstuk 6<strong>Bussum</strong> heet een aanzienlijke hoeveelheid cultureel ergoed, waaronderhistorische panden in de villagebieden en bijzondere objecten zoals kerken.Naast monumenten aangewezen door het Rijk en Provincie zijn er gemeentelijkemonumenten en waardevolle panden. en deel van de waardevollepanden zal in het bestemmingsplan een bouwaanduiding krijgen. Daarnaastheet <strong>Bussum</strong> twee beschermde dorpsgezichten.n de gevallen dat er twijel ontstaat over de toepasbaarheid van de criteriavoor gebieden o objecten dienen de onderstaande toelichting en overwegingenals kader voor de welstandstoets. Daarbij zal, anders dan de monumententoets,slechts worden gekeken naar de verschijningsvorm van het plan inrelatie tot het monument en zijn omgeving.BeschrijvingHoewel deze waardevolle objecten allemaal anders zijn, hebben ze tegelijkertijdovereenkomsten die bijvoorbeeld voortvloeien uit traditionele technieken ovoortkomen uit het landschap. Wat in ieder geval overeenkomt, is de wens vande gemeente dit ergoed te koesteren.De meeste monumenten en waardevolle panden hebben een lange geschiedenisvan aanpassingen en uitbreidingen achter zich, waardoor een beschrijvingvan de eigenschappen van deze objecten moeilijk is. r zijn echter welenkele grote lijnen te duiden. llereerst is er de relatie met het landschap ode structuur van het dorp. Waar villas vooral in buitenwijken te vinden zijn envrij staan in ruime tuinen, geldt voor de woonhuizen in het gegroeide dorp ende tuindorpen in de regel dat ze dicht op belendingen staan en een aaneengeslotenrooilijn volgen met kleine verspringingen. Voor versterkingen zoals ortWerk V is de relatie vanuit praktisch nut te beredeneren met onder meer detoegankelijkheid als onderscheidende actor.en andere lijn bestaat uit de bouwmassa en architectuur van het object opzich, waartussen in de regel een waarneembare samenhang bestaat. endorps woonhuis is kleiner van maat dan een villa, waardoor de architectuurvan het eerste in de regel meer ahankelijk is van n hoodkeuze en bescheidenerzal uitvallen dan voor de tweede. Naarmate een pand groter is, zullen ervaker meer bouwdelen zijn met ruimte voor variatie.WaardebepalingVan belang voor monumenten, waardevolle panden en panden in eenbeschermd dorpsgezicht is om te beginnen de cultuurhistorische waarde vanhet object op zich. lk pand o bouwwerk heet een eigen architectuur endaarmee wat betret de vormgeving een eigen logica. Daarnaast is er veelalsprake van ensemblewaarde, zoals met name in beschermd gezicht HetBrediuskwartier duidelijk is.Op de gebieds- en objectgerichte criteria stelt de gemeente daarom aanvullendeeisen aan plannen in beschermde gezichten, aan en binnen de invloedsseervan monumenten en waardevolle panden. Dit is om recht te doen aan debijzondere cultuurhistorische waarde van objecten en gebieden. De gemeentewenst de ontwikkeling in beginsel te beperken tot het versterken o herstellenvan historisch wenselijke eigenschappen dan wel het aciliteren van nieuwgebruik met als doel het behoud van de panden. anpassingen betreen in deregel kleine wijzigingen, die het aanzien van de gebouwen niet schaden zoalsbescheiden dakkapellen aan de achterzijde o bijgebouwen uit het zicht vanuitde openbare ruimte. ngrijpende wijzigingen zijn uitzonderingen, die in de regelzorgvuldig en terughoudend in het bestaande beeld moeten worden ingepast.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 76 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 77


WELSTANDSCRITERIA PROJECTEN Hoodstuk 7Beoordeling plannen<strong>Bussum</strong> combineert een veranderlijk karakter met de wens monumenten enbeeldbepalende bouwwerken en structuren te behouden. De gemeente zetin op behoud dan wel versterking van het cultuurhistorisch karakter van degebouwen, waarbij voor kleine wijzigingen een gelijke architectuur uitgangspuntis, maar voor grotere wijzigingen een meer eigentijdse architectuur eveneenspassend kan zijn.Bij de beoordeling van kleinere wijzigingen zal de commissie onder meer deinpassing daarvan in de ordening op het er en het karakter van het pandbezien waarbij onder meer aandacht zal worden geschonken aan de architectonischeuitwerking met inbegrip van materiaal- en kleurgebruik.Bij de beoordeling van grotere wijzigingen zal de commissie met name aandachtschenken aan een grote mate van terughoudendheid met een nadrukop de plaatsing ten opzichte van enerzijds de openbare ruime met inbegripvan het landschap en anderzijds het object o ensemble op zich, en aan eenterughoudende vormgeving met inbegrip van materiaal- en kleurgebruik.Omdat monumenten en waardevolle panden vragen om een speciieke benaderingzal bij de beoordeling eveneens kunnen worden teruggegrepen op hetvakmanschap van de ontwerper zoals bedoeld en beschreven in de algemenecriteria. angezien monumenten en waardevolle panden vaak een relatie hebbenmet hun omgeving, zijn er in dit verband ook criteria opgenomen voorbouwen binnen de invloedsseer van deze objecten.UitgangspuntenBij aanpassingen aan monumenten en waardevolle panden gelden de volgendealgemene uitgangspunten: bij verbouwing en herbouw de bestaande goothoogtes, nokhoogtes en dakhellingenhandhaven wijzigingen spelen in beginsel een ondergeschikte rol in het straatbeeld en inhet aanzien van het object wijzigingen in stijl, maat, schaal, detaillering, materiaal en kleur zorgvuldigastemmen op de (cultuurhistorische delen van) de omgeving en het hoodgebouw,waarbij voor kleinere wijzigingen een historiserende vormgeving inde regel op zijn plaats is en voor meer ingrijpende wijzigingen in de regel eenterughoudende eigentijdse vormgeving passend zal zijn bij aanpassingen blijt de hoodvorm van het gebouw duidelijk herkenbaar het zicht op monumenten o waardevolle panden vrij latenDe welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor grotere (her)ontwikkelingsprojectendie de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken.Dergelijke welstandscriteria kunnen namelijk niet worden opgesteldzonder dat er een concreet stedenbouwkundig plan bijvoorbeeld in de vormvan een beeldkwaliteitsplan o een nota van uitgangspunten aan ten grondslagligt.ProcedureHet opstellen van welstandscriteria voor (her)ontwikkelingsprojecten vormteen vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding. n sommigegevallen kan worden volstaan met het van toepassing verklaren vancriteria voor vergelijkbare gebieden, bijvoorbeeld bij het aanleggen van eennieuw sportterrein o een uitbreiding met een vergelijkbare opzet als een andergebied in de gemeente. Voor ingrepen die de bestaande structuur van hetgebied doorbreken en waarvoor geen passende criteria voorhanden zijn, werktde gemeente met notas van uitgangspunten die het gewenste bebouwingsbeeldbeschrijven en waarin de toetsingscriteria voor welstand moeten wordenopgenomen. De criteria worden opgesteld door de stedenbouwkundige o desupervisor, in overleg met de Commissie Ruimtelijke waliteit o de adelingRuimte van de gemeente.De gemeenteraad stelt de welstandscriteria vervolgens vast ter aanvulling opde welstandsnota. Voor dergelijke aanvullingen op de welstandsnota geldt datde inspraak waar mogelijk wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregelingbij de stedenbouwkundige planvoorbereiding.Binnen de invloedsseer van cultureel ergoed geldt daarnaast, dat een bouwplangeen abreuk mag doen aan de historische waarden. Dit wordt gewogenaan de hand van de volgende criteria: het bouwplan voegt zich in zijn omgeving en respecteert de historische contetzoveel mogelijk het monument niet visueel o ysiek asluiten van zijn omgeving het bouwplan doet geen abreuk aan de omgeving door onzorgvuldige detaillering,armoedig materiaalgebruik o contrasterende kleuren het bouwplan is niet in strijd met de beschermde waarden van het monument<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 78 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 79


WELSTANDSCRITERIA EXCESSEN Hoodstuk 8Van een eces is sprake als het uiterlijk van een bouwwerk sterk awijkt vanwat in de omgeving gebruikelijk is en daarmee onevenredig abreuk doet aande omgevingskwaliteit. Dit kan voorkomen als een bouwwerk in awijking vande vergunning wordt gebouwd. Ook vergunningvrij bouwen kan leiden tot eeneces. Ook bouwwerken waarvoor geen vergunning hoet te worden aangevraagdmoeten immers aan minimale welstandseisen voldoen.Volgens de wet kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van eenbouwwerk dat in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstandaanschrijven om die strijdigheid op te heen. Daarbij geldt, dat er eerder sprakeis van strijdigheid naarmate een bouwwerk meer zichtbaar is vanuit deopenbare ruimte. en aanbouw aan de achterzijde van een woning in eengesloten bouwblok is minder van invloed op het aanzien van de gemeentedan een aanbouw aan de zijgevel van een vrijstaande woning aan n vande hoodwegen. Volgens de wet moeten de criteria hiervoor in de welstandsnotazijn opgenomen. De hieronder opgenomen criteria bij ecessen zijn nietbedoeld om de plaatsing van het bouwwerk tegen te gaan.Criteria bij excessenDe gemeente hanteert bij het toepassen van deze ecessenregeling het criterium,dat er sprake moet zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk die ookvoor niet-deskundigen evident is en die abreuk doet aan een de ruimtelijkekwaliteit van een gebied. Vaak heet dit betrekking op: het visueel o ysiek asluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving het ontkennen o vernietigen van architectonische bijzonderheden bij aanpassingvan een bouwwerk armoedig materiaalgebruik toepassing van elle o contrasterende kleuren te opdringerige reclames, o een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is (zie daarvoor degebiedsgerichte welstandscriteria)Vergunningvrije bouwwerken die voldoen aan de welstandscriteria voor kleinebouwplannen zijn in elk geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 80 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 81


BEGRIPPENLIJST Bijlage 1De begrippen en omschrijvingen in deze lijst zijn bedoeld als toelichting op enverduidelijking van de beschrijvingen en criteria. De begrippen en omschrijvingenzijn slechts te lezen in het licht van deze welstandsnota.anbouw: grondgebonden ondergeschikte toevoeging van n bouwlaagangekapt: met kap bevestigd aan dakvlakchterkant: het achterer, de achtergevel en het dakvlak aan de achterzijdevan een gebouw het zijer, de zijgevel en het dakvlak aan de zijkant van eengebouw voor zover die zijde (zijdelings) niet gekeerd is naar openbaar toegankelijkgebieddak: dak dat is aangebracht tegen een muur o gebouw om tegen neerslagte beschermenuthentiek: overeenstemmend met het oorspronkelijke, origineel, eigen kenmerkendragend, oorspronkelijkBand: horizontale versiering in de gevel in awijkend materiaal, meestalnatuursteen o baksteenBedrijsbebouwing: gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsenen loodsen hebben meestal een utilitair karakterBeschermd dorps- o stadsgezicht: gebied dat vanwege de ruimtelijke o cultuurhistorischewaarde is aangewezen tot beschermd gebied krachtens deMonumentenwetBeschot: awerking van een wand met planken, schroten o rabatdelenBestemmingsplan: door de gemeenteraad vastgesteld plan waarin gebruikvan grond en bebouwingsvoorschriten zijn vastgelegdBijgebouw: ondergeschikt gebouw dat bij een hoodgebouw hoort en los vanhet hoodgebouw op het er o kavel staat meestal bedoeld als schuur, tuinhuiso garageBlinde muur o gevel: gevel o muur zonder raam, deur o andere openingBorstwering: lage dichte muur tot borsthoogteBoeibord: opstaande kant van een dakgoot o dakrand, meestal uitgevoerd inhout o plaatmateriaalBoerderij: gebouw o gebouwen op een er met een (oorspronkelijk) agrarischeunctie en het daarbij horende woonhuisBouwblok: een aan alle zijden door straten en wegen begrensde groep gebouwen,die een stedenbouwkundige eenheid vormtBouwlaag: verdieping van een gebouw, door vloeren o balklagen begrensd<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 82 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 83


Bovenbouw: het bovendeel van een gebouw heet meestal betrekking op deschuine kap van een huis met de daarbij behorende kopgevelsBuitengebied: buiten de bebouwde kom gelegen gebied, ook wel landelijkgebied genoemdBuitensporig: overduidelijk niet passend zoals bedoeld bij ecessen, waarbijde gemeente hanteert dat tenminste 70% van 15 ondervraagde niet-deskundigenvan mening is dat bouwwerk niet past in omgevingBungalow: meestal vrijstaande woning waarvan alle vertrekken op de beganegrond zijn gesitueerdBuurtschap: verzameling woningen o boerderijen buiten de bebouwde komCarport: adak om de auto onder te stallen, meestal bij een woningDak: adekking van een gebouw, vlak o hellend, waarop dakbedekking isaangebrachtDakhelling: de hoek van het dak ten opzichte van een horizontale vlaklat: groot kantoor- o woongebouw met meerdere verdiepingenGalerij: gang aan de buitenkant van een (lat)gebouw die toegang verschattot de azonderlijke woningenGeleding: verticale o horizontale indeling van de gevel door middel vaninspringingenGepotdekseld: gedeeltelijk over elkaar gespijkerde planken om inwateringtegen te gaanGevel: buitenmuur van een gebouw (ahankelijk van de plaats de voor-, zij- oachtergevel)Gootklos: in de muur bevestigd stuk balk ter ondersteuning van een gootGroengebied: gebied met veel beplanting zoals parken, plantsoenen, sportterreinenen natuurgebiedenHoekkeper: snijlijn tussen twee dakvlakken die zich onder uitspringende hoeksnijdenDakkapel: uitbouw op een hellend dakvlakDakopbouw: een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van denok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandertHoodgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie oametingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merkenHoogbouw: gebouwen van meer dan vier lagenDakraam: raam in een hellend dakndividueel gebouw: zelstandig, op zichzel staand gebouwDeelplan: een stedenbouwkundig plan, waarin een stuk van een wijk o stadgedetailleerd is uitgewerktDetail: ontmoeting van verschillende bouwdelen zoals gevel en dak o gevelen raamndustriebebouwing: gebouwen met een industrile bestemmingndustriegebied: gebied bestemd voor de vestiging van industrieavel: grondstuk, kadastrale eenheidDetaillering: uitwerking, weergave van de verschillende onderdelen o aansluitingenDrager en invulling: de drager is de constructie van een gebouw, waaraan deinvulling is toegevoegd om te beschermen tegen weer en wind (heet vooralbetrekking op gebouwen uit de jaren vijtig en zestig, waarbij het verschil tussendrager en invulling werd gebruikt om de woning in een groot gebouw o rijhuizen te onderscheiden)nsemble: architectonisch en stedenbouwkundig compositorisch geheel vanmeerdere pandenern: centrum van een dorp o stadilkeper: spoor o balk op de inwendige ontmoeting van twee dakvlakkenlossen: uit de muur stekende houten o gemetselde blokjes ter ondersteuningvan uitstekende onderdelen van een gebouw zoals dakgotenop: in het algemeen gebruikt om de smalle kant van een rechthoekige vormaan te duiden, bijvoorbeeld bij een gebouwLaag: zie bouwlaagr: het perceel achter de voorgevelrooilijn eclusie hoodgebouwen en eventuelezij- en achterpadenrker: ondergeschikte toevoeging van ten hoogste n bouwlaag aan degevel van een gebouw, meestal uitgevoerd in hout en glasLaagbouw: gebouwen van n o twee lagenLak: awerklaag van schilderwerkLandelijk gebied: zie buitengebied<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 84 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 85


Latei: draagbalk boven gevelopeningLessenaardak: dak met n hellend, niet onderbroken, dakvlakLichtkoepel: raamconstructie in een plat dak, in de vorm van een koepelLijst: een al dan niet versierde en geproileerde rand als bekroning van debovenzijde van een gevelLineair: rechtlijnig, langgerektLint: langgerekte weg met daarlangs overwegend vrijstaande bebouwing ineen gegroeide structuur met varirende dichtheden. Linten komen voor in depolders, langs dijken en in de dorpen (oude invalswegen).Luiel: een plat uitgebouwd adak, vaak boven een deurMaaiveld: bovenzijde van het terrein dat een bouwwerk omgeet, de grenstussen grond en luchtMansardekap: dakvorm waarbij het onderste deel van het dak steiler is danhet bovenste deel waardoor een geknikte vorm ontstaatMassa: volume van een gebouw o bouwdeelOntsluiting: de toegang tot een terrein o een gebouwOrintatie: de richting van een gebouwOorspronkelijk: origineel, aanvankelijke vorm, authentiekOrthogonaal: rechthoekigOverstek: bouwdeel dat vooruitsteekt ten opzichte van het eronder gelegendeelPaneel: rechthoekig vlak, geplaatst in een omlijstingPeil:a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: dehoogte van de weg ter plaatse van de hoodtoegang.b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende agewerktemaaiveld.Plaatmateriaal: bouwmateriaal dat in plaatvorm geleverd wordt, zoals hout(triple en multiple), kunststo (onder andere trespa) o staal (vlak o metproiel)Planmatige bebouwing: groep gebouwen herkenbaar uitgevoerd volgens eenvoora opgesteld planMetselverband: het zichtbare patroon van metselwerkMiddelhoogbouw: gebouwen van drie o vier lagenMiddenstijl: verticaal deel in het midden van een deur- o raamkozijnMonument: aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van deMonumentenwet 1988, zoals deze luidt op het tijdstip van het in ontwerp terinzage leggen van het ontwerp van dit plan o aangewezen onroerend goed alsbedoeld in de gemeentelijke MonumentenverordeningMuurdam: penantgedeelte van een muur tussen twee openingen (vensters odeuren) waarvan de hoogte groter is dan de breedteNegge: het vlak o de maat tussen de buitenkant van de gevel en het kozijnNiet-deskundigen: onahankelijke personen, niet gekwaliiceerd op het terreinvan architectuur en welstandNok: horizontale snijlijn van twee dakvlakken, de hoogste lijn van het dakOnderbouw: het onderdeel van een gebouw heet meestal betrekking op debegane grond van een huis met een zadeldakOndergeschikt: voert niet de boventoonPlint: een duidelijk te onderscheiden horizontale lijn aan de onderzijde vaneen gebouwPortiek: gemeenschappelijk trappenhuisPyramidedak: dak bestaande uit vier gelijk hellende vlakken die elkaar bovenaanin een punt ontmoetenRenovatie: vernieuwing van een gebouwRijtjeshuis: huis als onderdeel van een reeks aaneengebouwde, gelijkendewoningenRitmiek: regelmatige herhalingRollaag: horizontale rij stenen boven een gevelopening o aan de bovenzijdevan een gemetselde wandRooilijn: lijn die de grens aangeet waarbinnen gebouwd mag wordenSanering: herinrichting door middel van sloop en vervangende nieuwbouwSchilddak: dak met vier hellende vlakken waarvan twee grote en twee kleinevlakkenSchuur: bijgebouw ten behoeve van opslag<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 86 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 87


ALGEMENE CRITERIA Bijlage 2Situering: de plaats van een bouwwerk in zijn omgevingStads- en dorpsvernieuwing: maatregelen voor de verbetering o vervangingvan bebouwing en de openbare ruimte daaromheenStijl: architectuur o vormgeving uit een bepaalde periode o een bepaaldestromingDe algemene welstandscriteria richten zich op de zeggingskracht en hetvakmanschap van het architectonisch ontwerp en zijn terug te voeren op vrijuniversele kwaliteitsprincipes. Deze criteria liggen (haast onzichtbaar) tengrondslag aan elke planbeoordeling, omdat ze het uitgangspunt vormen voorde uitwerking van de gebiedsgerichte en objectgerichte welstandscriteria. npraktijk zullen die uitwerkingen meestal voldoende houvast bieden voor deplanbeoordeling.Tetuur: de voelbare structuur van een materiaal (bij metselwerk dus de one-enheden van de steen en het voegwerk)Uitbouw: aan het gebouw vastzittend ondergeschikt bouwwerk dat rechtstreeksvanuit het gebouw toegankelijk isVoorgevellijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van eenbouwwerkVoorkant: het voorer, de voorgevel en het dakvlak aan de voorzijde van eengebouw het zijer, de zijgevel en het dakvlak aan de zijkant van een gebouwvoor zover die zijde (zijdelings) gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebiedWaardevolle panden: panden/objecten die vanuit een o meerdere van devolgende aspecten <strong>Bussum</strong> een bijzonder karakter verlenen: architectonisch(), stedenbouwkundig (S) en cultuurhistorisch (C). en pand is waardevol alsdeze als zodanig is aangeduid in een bestemmingsplan.Windveer: plank aan weerskanten van een pannendak, bevestigd langs debuitenste rij pannenWolseind: meestal een zadeldak waarvan n o beide dakschilden op dekop een ageknot dakschild heetZadeldak: dak met twee tegenoverliggende dakvlakken die bij de nok samenkomenZijgevellijn: denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerkZjwang: zijkant van een dakkapelToepassingn bijzondere situaties wanneer de gebiedsgerichte en de objectgerichte welstandscriteriaontoereikend zijn, kan het nodig zijn epliciet terug te grijpen opde algemene welstandscriteria. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneereen bouwplan (slaas) is aangepast aan de gebiedsgerichte welstandscriteria,maar het bouwwerk zel zo onder de maat blijt dat het zijn omgeving negatiezal beïnvloeden.Ook wanneer een bouwplan awijkt van de bestaande o toekomstige omgevingmaar door bijzondere schoonheid wl aan redelijke eisen van welstandvoldoet, kan worden teruggegrepen op de algemene welstandscriteria. Decommissie ruimtelijke kwaliteit kan burgemeester en wethouders in zon gevalgemotiveerd en schritelijk adviseren a te wijken van de gebiedsgerichte enobjectgerichte welstandscriteria. n de praktijk betekent dit dat het betreendeplan alleen op grond van de algemene welstandscriteria wordt beoordeeld endat de bijzondere schoonheid van het plan met deze criteria overtuigend kanworden aangetoond. Het niveau van redelijke eisen van welstand ligt danuiteraard hoog, het is immers redelijk dat er hogere eisen worden gesteld aande zeggingskracht en het architectonisch vakmanschap naarmate een bouwwerkzich sterker van zijn omgeving onderscheidt.Relatie tussen vorm, gebruik en constructieVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat de verschijningsvorm een relatie heeft met het gebruik ervanen de wijze waarop het gemaakt is, terwijl de vormgeving daarnaast ook zijneigen samenhang en logica heeft.en bouwwerk wordt primair gemaakt om te worden gebruikt. Hoewel hetwelstandstoezicht slechts is gericht op de uiterlijke verschijningsvorm, kande vorm van het bouwwerk niet los worden gedacht van de eisen vanuit hetgebruik en de mogelijkheden die materialen en technieken bieden om eendoelmatige constructie te maken. Gebruik en constructie staan aan de wiegvan iedere vorm.Daarmee is nog niet gezegd dat de vorm altijd ondergeschikt is aan het gebruiko de constructie. Ook wanneer andere aspecten dan gebruik en constructiede vorm tijdens het ontwerpproces gaan domineren, mag worden verwachtdat de uiteindelijke verschijningsvorm een begrijpelijke relatie houdt met zijnoorsprong.Daarmee is tegelijk gezegd dat de verschijningsvorm mr is dan een rechtstreekseoptelsom van gebruik en constructie. r zijn daarnaast andere actorendie hun invloed kunnen hebben zoals de omgeving en de associatievebetekenis van de vorm in de sociaal-culturele contet. Maar als de vorm integenspraak is met het gebruik en de constructie dan verliest zij daarmee aanbegrijpelijkheid en integriteit.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 88 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 89


Relatie tussen bouwwerk en omgevingVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat het een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van deopenbare (stedelijke of landschappelijke) ruimte. Daarbij worden hogere eisengesteld naarmate de openbare betekenis van het bouwwerk of van de omgevinggroter is.Bij het oprichten van een gebouw is sprake van het azonderen en in bezitnemen van een deel van de algemene ruimte voor particulier gebruik. Gevelsen volumes vormen zowel de eterne begrenzing van de gebouwen als ookde wanden van de openbare ruimte die zij gezamenlijk bepalen. Het gebouwis een particulier object in een openbare contet. Het bestaansrecht van hetgebouw ligt niet in het eigen unctioneren alleen maar ook in de betekenis diehet gebouw heet in zijn stedelijke o landschappelijke omgeving. Ook vaneen gebouw dat contrasteert met zijn omgeving mag worden verwacht dat hetzorgvuldig is ontworpen en de omgeving niet ontkent. Waar het om gaat is dathet gebouw een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de omgeving ende te verwachten ontwikkeling daarvan.Over de wijze waarop dat bij voorkeur zou moeten gebeuren kunnen degebiedsgerichte welstandscriteria duidelijkheid verschaen.Betekenissen van vormen in sociaal-culturele contextVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat verwijzingen en associaties zorgvuldig worden gebruikt enuitgewerkt, zodat er concepten en vormen ontstaan die bruikbaar zijn in debestaande maatschappelijke realiteit.Voor vormgeving gelden in iedere cultuur bepaalde regels, net zoals een taalzijn eigen grammaticale regels heet om zinnen en teksten te maken. Dieregels zijn geen wetten en moeten ter discussie kunnen staan. Maar als zeworden verhaspeld o ongeïnspireerd gebruikt, wordt een tekst verwarrend osaai. Precies zo wordt een bouwwerk verwarrend o saai als de regels van dearchitectonische vormgeving niet bewust worden gehanteerd.ls vormen regelmatig in een bepaald verband zijn waargenomen krijgenzij een zelstandige betekenis en roepen zij, los van gebruik en constructie,bepaalde associaties op. Pilasters in classicistische gevels verwijzen naarzuilenstructuren van tempels, transparante gevels van glas en metaal roepenassociaties op met techniek en vooruitgang.n iedere bouwstijl wordt gebruik gemaakt van verwijzingen en associaties naarwat eerder o elders reeds aanwezig was o naar wat in de toekomst wordt verwacht.De kracht o de kwaliteit van een bouwwerk ligt echter vooral in de wijzewaarop die verwijzingen en associaties worden verwerkt en geïnterpreteerdbinnen het kader van de actuele culturele ontwikkelingen, zodat concepten envormen ontstaan die bruikbaar zijn in de bestaande maatschappelijke realiteit.Zorgvuldig gebruik van verwijzingen en associaties betekent onder meer dater een bouwwerk ontstaat dat integer is naar zijn tijd doordat het op grond vanzijn uiterlijk in de tijd worden geplaatst waarin het werd gebouwd o verbouwd.Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, maar bijnieuw- o verbouw in bestaande (monumentale) omgeving betekent dit dat duidelijkmoet zijn wat authentiek is en wat nieuw is toegevoegd. en ontwerp kanworden geïnspireerd door een bepaalde tijdsperiode, maar dat is iets andersdan het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.ssociatieve betekenissen zijn van groot belang om een omgeving te begrijpenals beeld van de tijd waarin zij is ontstaan, als verhaal van de geschiedenis,als representant van een stijl. Daarom is het zo belangrijk om ook bij nieuwebouwplannen zorgvuldig met stijlvormen om te gaan, zij vormen immers degeschiedenis van de toekomst.Evenwicht tussen helderheid en complexiteitVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat er structuur is aangebracht in het beeld, zonder dat de aantrekkingskrachtdoor simpelheid verloren gaat.en belangrijke eis die aan een ontwerp voor een gebouw mag worden gesteldis dat er structuur wordt aangebracht in het beeld. en heldere structuur biedthouvast voor de waarneming en is bepalend voor het beeld dat men vasthoudtvan een gebouw. Symmetrie, ritme, herkenbare maatreeksen en materialenmaken het voor de gemiddelde waarnemer mogelijk de grote hoeveelheidvisuele inormatie die de gebouwde omgeving geet, te reduceren tot eenbevattelijk beeld.Het streven naar helderheid mag echter niet ontaarden in simpelheid. enbouwwerk moet de waarnemer blijven prikkelen en intrigeren en zijn geheimenniet direct prijsgeven. r mag best een beheerst beroep op de creativiteit vande voorbijganger worden gedaan. Van oudsher worden daarom helderheid encompleiteit als complementaire begrippen ingebracht bij het ontwerpen vanbouwwerken. Compleiteit in de architectonische compositie ontstaat vanuit destedenbouwkundige eisen en het programma van eisen voor het bouwwerk.Bij een gebouwde omgeving met een hoge belevingswaarde zijn helderheid encompleiteit tegelijk aanwezig in evenwichtige en spanningsvolle relatie.Schaal en maatverhoudingenVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat het een samenhangend stelsel van maatverhoudingen heeft datbeheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen.eder bouwwerk heet een schaal die voortkomt uit de grootte o betekenis vande betreende bouwopgave. Grote bouwwerken kunnen uiteraard binnen huneigen grenzen geleed zijn maar worden onherkenbaar en ongeloowaardig alsze er uitzien also ze bestaan uit een verzameling losstaande kleine bouwwerken.De maatverhoudingen van een bouwwerk zijn van groot belang voor debelevingswaarde ervan, maar vormen tegelijk n van de meest ongrijpbareaspecten bij het beoordelen van ontwerpen. De waarnemer ervaart bewust oonbewust de maatverhoudingen van een bouwwerk, maar wáárom de maatverhoudingenvan een bepaalde ruimte aangenamer, evenwichtiger o spannenderzijn dan die van een andere, valt nauwelijks vast te stellen.Duidelijk is dat de kracht van een compositie groter is naarmate de maatverhoudingeneen sterkere samenhang en hirarchie vertonen. Mits bewust toegepastkunnen ook spanning en contrast daarin hun werking hebben.De ametingen en verhoudingen van gevelelementen vormen tezamen decompositie van het gevelvlak. Hellende daken vormen een belangrijk elementin de totale compositie. ls toegevoegde elementen (zoals een dakkapel, eenaanbouw o een zonnecollector) te dominant zijn ten opzichte van de hoodmassaen/o de vlakverdeling, verstoren zij het beeld niet alleen van het objectzel maar ook van de omgeving waarin dat is geplaatst.<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 90 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 91


STRAATNAMENREGISTERMateriaal, textuur, kleur en lichtVan een bouwwerk dat voldoet aan redelijke eisen van welstand mag wordenverwacht dat materiaal, textuur, kleur en licht het karakter van het bouwwerkzelf ondersteunen en de ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te verwachtenontwikkeling daarvan duidelijk maken.De cijers achter iedere straatnaam verwijzen naar de betreende welstandsgebiedenzoals opgenomen in de nota.ls er naar aanleiding van de indeling twijel bestaat in welk gebied een gebouwthuishoort, zal de commissie ruimtelijke kwaliteit op basis van de beschrijvingenen abeeldingen aangeven welke criteria van toepassing worden geacht.Door middel van materialen, kleuren en lichttoetreding krijgt een bouwwerkuiteindelijk zijn visuele en tactiele kracht: het wordt zichtbaar en voelbaar. Dekeuze van materialen en kleuren is tegenwoordig niet meer beperkt tot watlokaal aan materiaal en ambachtelijke kennis voorhanden is. Die keuzevrijheidmaakt de keuze moeilijker en het risico van een onsamenhangend beeldgroot. ls materialen en kleuren teveel los staan van het ontwerp en daaringeen ondersteunende unctie hebben maar slechts worden gekozen op grondvan hun decoratieve werking, wordt de betekenis ervan toevallig en kan hetabreuk doen aan de zeggingskracht van het bouwwerk. Dit is bijvoorbeeldhet geval wanneer het gebruik van materialen en kleuren geen ondersteuninggeet aan de architectonische vormgeving o wanneer het gebruik van materialenen kleuren een juiste interpretatie van de aard en ontstaansperiode vanhet bouwwerk in de weg staat.Achtermeulenlaan 2 chterom 1 delheidstraat 7 kkerlaan 9 lberdingk Thijmlaan 5 lbrechtlaan 6 maliagaarde 9 mbachtstraat 9mersoortsestraatweg 5/7/9 BBadhuislaan 2 Barbaragaarde 9 Barentszstraat, Willem 9 Batterijlaan 2 Bazelplein, .P.C. de 7 Bazelstraat, .P.C. de 7 Beatriplantsoen, Pr. 2/7 Beeklaan 9Beekmanstraat 9 Beerensteinerho 3 Beerensteinerlaan 3/12 Beetspad, N. 5 Bellamylaan, acobus 5 Bergstraat, Cornelis van den 9 Berken, de 9 Barlaeuslaan 2 Bernhardlaan, Pr. 4 Bilderdijklaan, Willem 5 Bisonstraat 7Bleekerstraat, okke 9 Blekershoek 1 Bloemho 9 Boekweitplein 1 Boer Van Rijklaan, sther de 9 Boerhaavelaan 2 Boomkleverlaan 9 Bosboom Toussaintlaan, .L.G. 5 Boslaan 4 Bottemastraat, an 9 Botweg 2Bredelaan 4/8 Brederodelaan 5 Brediusweg 2/5 Bremstraat 9Brinklaan 1/9/11Burg, Banisstraat 1Burg. de Bordesstraat 11Busken Huetlaan 5<strong>Bussum</strong>mergrindweg 8/11Bijenschans 9Bijlstraat 2CCatslaan, acob 5Catsplein, acob 5Ceintuurbaan 9Cereslaan 2Claudiagaarde 9Clinge, de 1Comeniuslaan 6/11Corverlaan 4Costalaan, saac Da 5DDammersho, lise 9Dekenlaan, agje 9Dennen, de 9De Verbeelding 2Dondersstraat, .C. 7Doormanlaan, arel 9Dorotheagaarde 9Driestweg 2Dwarslaan 4Eedenweg, Dr. rederik van 2endrachtpark 2ikenlaan 3ksterlaan 9lisabethgaarde 9mmalaan, on. 4ricaweg 8slaan 2vertslaan, .. 4Feithlaan, Rhijnvis 5loralaan 4<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 92 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 93Bijlage 3


Iloralialaan 2 lorislaan, Gr. 4okkerstraat, nthonie 9 ortlaan 4 ranklaan, nne 9 ranse ampweg 8 GGabillaan, P..C. 5 Galenlaan, van 9 Gaslaantje 2 Genestetlaan, de 1 Gentiaanstraat 9 Geuzenho 9 Geyevsendorerstraat 9 Gildestraat 2 Godelindebreestraat 7 Godelindedwarsstraat 7 Godelindestraat 7 Gooiberg 3 Gooibergstraat 3/11 Gooilaan 4 Gooilandseweg 4/8 Gorterho, Herman 5 Goudenregenstraat 9 Groot Hertoginnelaan 4 Gudelalaan 4 HHamerstraat 2 Havenstraat 1 Heidelaan 3Heinlaan, Piet 9 Hendriklaan, Pr. 6 Herenstraat 1/3 Heuvellaan 4 Hildegondestraat 7 Howeg, .H. van 't 7 Hogeweg 2 Hootlaan 2/5 Huetlaan, Busken 5 Huizerweg 2/5/7 Huurmanlaan, T.B. 9 Huijgenslaan, Constantijn 2/5 epenlaan 3/8/12 mkerweg 9 ndustriestraat, 1e 2 ndustriestraat, 2e 2renelaan, Pr. 4risstraat 9sraelslaan, oze Jacoblaan, Burg. s' anslaan, St. ulianaplein Kallaan, Willem amerlingh Onnesweg, amperoeliestraat apelstraat arbouwstraat emperstraat, ohan erkstraat loosterweg oedijklaan oekoeklaan oninginneweg oningslaan oopweg orte Godelindestraat orte Heul orte Landstraat orte Meijerkamp orte Singel romme nglaan 2ruislaan 2rijnenweg 1uyperlaan, Dr. braham 2/12wartellaan 9LLaan van Suchtelen Laarderweg 2/9Lambostraat, Honor Landstraat 1Lange Heul Langelaan, Cornelia Lari, de Leeuwenhoekweg, Leeuweriklaan 9Lindelaan 4Linschotenstraat, van Lomanlaan, P.. 4Lomanplein, P.. 4Lorentzweg, H.. 7/9Lothariuslaan 7Lutgardisstraat 7552157917911149442792824299929H. L. Laan van de Haare de ntoni van Lijsterlaan 9 MMajellapark 3Majoorlaan, Lammert 2Marconiweg 2Margrietplantsoen, Pr. 9Mariastraat 1/11Marielaan, Pr. 4Mauritslaan, Pr. 4Mauvelaan, nton 5Mecklenburglaan 6Meentweg 3/4Meerweg 4/11/12Meidoornstraat 9Melkstraat 8Melkweg 3Merelho 9Meulenwiekelaan 2Meijerkamplaan 3Mezenlaan 9Middenlaan 4Molenlaan 2NNaarderweg 8Nachtegaallaan 9Naelaan, Top 9Nassaulaan 1Nassaupark 4Nassaustraat 1Neuhuijslaan, lbert C. 5Nieuw Bellevue 2Nieuwveldheim 2Nieuwe 's-Gravelandseweg3/4/8Nieuwe Brink 1Nieuwe nglaan 2Nieuwe Hilversumseweg 3/4Nieuwe Raadhuisstraat 1/2Nieuwe Spiegelstraat 3/11Nieuwe Vaart, de 10Nieuwstraat 1/2Noorderweg 2Noordewierlaan, altje 9Noortstraat, van 9Nijverheidswer 9OObrechtlaan, acob 5Oeverenstraat, van 2Olmenlaan 1Onnesweg, H. amerlingh7/9Oosteinde 2Oosterpad 2Oranjelaan 4Oranjepark 4Ottostraat, zr. 7Oud <strong>Bussum</strong>merweg 2/5Oude 's-Gravelandseweg 4PPapaverstraat 9Parallelweg 11Parklaan 4Parmentierstraat 9Passage, de 1Peppels, de 9Phllipslaan, Marianne 9Plaggenweg 3/12Plantsoenweg 9Poststraat 1/2Potgieterlaan 5Prinsenstraat 1/2RRaadhuispassage 1Radboudlaan 7Randweg 9Regentesselaan 4Renneslaan, Catherina van 9Reijlaan, Gen. de la 2/6Rhijnvis eithstraat 5Riebeeckstraat, van 9Roemer Visscherlaan 2Roodborstlaan 9Rostocklaan 6Ruthardlaan 3Ruysdaellaan, acob 5Ruysstraat 9Ruijterlaan, de 9SSchaepmanlaan, Dr. 9Scheperweg 9Schimmellaan, H.. 3Schoolstraat 1Schwerinlaan 6Singel 1/2/9Slochterenlaan 4/11Soerstraat 9Sophielaan, on. 4Sparren, de 9Speijklaan, van 9Spiegeldwarsstraat 3<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 94 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 95


MONUMENTENSpiegelstraat 3Spoorlaan 3Spijkerstraat 2Stadhouderslaan 4Stargardlaan 6Statenlaan 4Stationsplein 2Stationsweg 2Stevinweg, Simon 2Struikheiweg 8/11Studio reneplein 1Stuyvesantstraat 9Sweelincklaan, an Pietersz 5TTalmalaan, Min. .S. 2Tasmanstraat 9Tesselschadelaan 5Thierensstraat 1Thijmlaan, lberdingk 5Thijssenstraat, an 9Toebacklaan, an 9Torenlaan 1Toussaintlaan, .L.G. Bosboom 5Treubstraat, Hector 7Tromplaan 9VVaartweg 2Veerplein 1Veerstraat 1Veldheimerlaan 2Veldweg 1Verbindingslaan 2Verhulstlaan, ..H.H. 5Versteeghstraat, P.M.R. 9Visscherlaan, Roemer 2Visserlaan, Dr. .Th. de 2Visserstraat 1/2Vitusstraat, St. 1Vllegdenweg 3Vlletlaan 11Vogelkersstraat 9Vondellaan 2/5Voormeulenweg 2/7/12Vosmaerlaan 5Vossiuslaan 2Vredeho 1Vijverberg 4Vijverpark 9 WWaldecklaan 4Waltherlaan. 7Weg door 't kamp 8Weideho 9Wichmanlaan, Gr. 4Wielewaallaan 9Wilhelminaplantsoen 1Willemslaan 3/4Wisentstraat 7Witlaan, ugusta de 9Witte de Withlaan 9Wladimirlaan 6Wollaan, Betje 9ZZanderijweg 12Zilverschoonstraat 9Zwaardemakerstraat, H. 7Zwaluwlaan 9Zwarteweg 4n deze bijlage staat een overzicht van de monumenten in de gemeente<strong>Bussum</strong> (peiljaar 2006).RijksmonumentenBegraafplaatsen1. lgemene begraaplaats Naarden aan de mersoortsestraatweg te<strong>Bussum</strong>2. Vier onderdelen van de oodse begraaplaats, te weten het baarhuisje, hetbegraaplaatshek en twee houten gramonumentKerken3. Brinklaan 40a, rooms-katholieke kerk “Onze Lieve Vrouwe vanltijddurende Bijstand en Steinmeyer orgel4. Brinklaan 115, Sint Vituskerk, tot 1982 kerk thans appartementencomple5. Nieuwe s-Gravelandseweg 34, “Spieghelkerk van de Protestante erk inNederland6. Oud <strong>Bussum</strong>merweg 70, kerk van de Vrije vangelische <strong>Gemeente</strong> metkosterswoningVestingwerk7. Dr. . uyperlaan 1b inclusie loods (1), “ort Werk V, onderdeel van deHollandse waterlinieWoningen8. Beerensteinerlaan 73, voormalig pension “Beerenstein9. Burgemeester s-acoblaan 15,10. Burgemeester s-acoblaan 17,11. Burgemeester s-acoblaan 17a,12. Burgemeester s-acoblaan 19 en13. Burgemeester s-acoblaan 21, en Potgieterlaan 7 en 8, comple herenhuizen14. ranse ampweg 22, woonhuis en hut, genaamd Ho van eden15. Generaal de la Reijlaan 12 en16. Generaal de la Reijlaan 12 a, voormalige bibliotheek17. Gooilandseweg 1, villa “Catalpa18. Groot Hertoginnelaan 34a, villa “Meentwijck19. H.. Schimmellaan 2, koetshuis (zie Nwe s-Gravelandseweg 21)20. oedijklaan 2, villa “an den oedijk21. oningslaan 2a, villa “Gratia22. Lindelaan 10, villa23. Lindelaan 11, villa met voormalig koetshuis en twee voormalige koetsierswachthuisjes24. Lindelaan 57, villa “Wistaria25. Meerweg 7, villa “maliamet siertuin en toegangsbruggen26. Nieuwe s-Gravelandseweg 9, villa “Oud-Holland27. Nieuwe s-Gravelandseweg 21, comple “orullo bestaande uit villa, toegangsheken voormalig koetshuis met hekijlers (H.. Schimmellaan 2)28. Nieuwe s-Gravelandseweg 26, villa29. Nieuwe s-Gravelandseweg 60, villa “Vijverzicht en hekwerk30. Nieuwe s-Gravelandseweg 77, villa “De Maerle31. Nieuwe s-Gravelandseweg 86, landhuis “De Lelie32. Nieuwe s-Gravelandseweg 88, houten woonhuis<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 96 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 97Bijlage 4


33. Nieuwe s-Gravelandseweg 90, voormalig jockeyverblij34. Oranjelaan 4, houten villa35. Parklaan 20 en Willemslaan 7, dubbele villa, “Bella Vista en toegangshekken36. Parklaan 35, landhuis “Op den kker37. Parklaan 37, villa “Vreeburg38. Parklaan 39, villa “hoek39. Potgieterlaan 7 en40. Potgieterlaan 8, zie Burgemeester s-acoblaan15, 17, 17a, 19 en 2141. Willemslaan 7, zie Parklaan 20Provinciale monumenten1. Stationsweg 3, stationsgebouw Naarden-<strong>Bussum</strong><strong>Gemeente</strong>lijke monumentenKerken1. Nieuwe Hilversumseweg 22, kerk van de Vrijzinnige Geloosgemeenschap26. Meerweg 23, herenhuis27. Nieuwe s-Gravelandseweg 27, villa “Shamrock28. Nieuwe s-Gravelandseweg 61, villa “Dennehoeve29. Nieuwe s-Gravelandseweg 66, villa30. Nieuwe Hilversumseweg 3, villa “ykenrode31. Nieuwe Hilversumseweg 12, villa “Saras Cottage32. Parklaan 31, klein landhuis33. Stargardlaan 1, villa34. Stargardlaan 12 en Mecklenburglaan 47, 49 en 51, comple woningen35. Statenlaan 30, en36. Statenlaan 32, dubbele villa37. Stationsweg 2 (begane grond) / Generaal de la Reijlaan 30 (1e en 2e verdieping), voormalig woon-winkelhuis38. W. Bilderdijklaan 21 en39. W. Bilderdijklaan 23, dubbel woonhuis40. W. Bilderdijklaan 26, villa41. Willemslaan 12, herenhuis42. Zwarteweg 35, villaScholen2. Willem allaan 3, uliana School3. Dr. . uyperlaan 18b (voorheen:endrachtspark 144), voormalig schoolgebouw,nu kinderopvangObjecten en gebieden4. Heuvellaan, transormatorhuisje, voormalig PN- huisje5. . Obrechtlaan, plantsoen tussen . Obrechtlaan en Burgemeester sacoblaan6. P.. Lomanplein, lantaarn en bank, die oorspronkelijk op de kruising vande Lindelaan en Meerweg stondenWoningen7. Beerensteinerlaan 2c,8. Beerensteinerlaan 4 en9. Beerensteinerlaan 6, drie voormalige daglonerswoningen10. Boslaan 19, villa “risia11. Generaal de la Reijlaan 30 (1e en 2e verdieping)/ Stationsweg 2 (beganegrond), voormalig woon-winkelhuis12. Gooilaan 22, herenhuis13. H.. Schimmellaan 9, villa “Oldeberm14. . Toebacklaan 6,15. . Toebacklaan 8, en16. . Toebacklaan 10, comple woningen17. oedijklaan 17, villa18. oningslaan 6, herenhuis “Soli Deo Gloria19. oningin mmalaan 17a, villa20. Lindelaan 16, villa “Lindenrode21. Mecklenburglaan 47,22. Mecklenburglaan 49,23. Mecklenburglaan 51 en Stargardlaan 12, comple woningen24. Meerweg 12, villa De Wingerd25. Meerweg 19, villa<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 98 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 99


ENSEMBLES BREDIUSKWARTIERBijlage 4Colofonn het bestemmingsplan Brediuskwartier zijn de volgende waardevolle ensemblesaangewezen.De herziening van de welstandsnota van de gemeente <strong>Bussum</strong> is uitgevoerdin opdracht van WZNH door rchitectenwerk Twan tte.1. lbert Neuhuijslaan 8-10-12-14-162. nton Mauvelaan 3-5, 7-9, 11-13 en 4-6, 8-10, 12-143. Brediusweg 40-42, 44-46, 48-504. Burgemeester sacoblaan 15-17-17a, Potgieterlaan 8, Burgemeestersacoblaan 19-21, Potgieterlaan 75. Burgemeester sacoblaan 2a-4, 6-86. an Pieter Sweelincklaan 2, Burgemeester sacoblaan 55 en 57, .Obrechtlaan 1, Burgemeester sacoblaan 42-447. Burgemeester sacoblaan 63-65, 67-69, 71-73 en 50-52, 54-56, 58-608. Busken Huetlaan 5-7 en 9-119. Dr. rederik van edenweg 9a-11-11a, 13-13a, 15-17, 19-21, 23-25, 27-29,31-33 en 35-3710. Hootlaan 12-12a, 14-16-18 en 13-15-1711. Hootlaan 19-21, 23-25, 27-29, 31-31a12. saac da Costalaan 21a en 2313. saac da Costalaan 12,14, 1614. acobus Bellamylaan 1-3-5, 7-9-11 en 13-15-1715. acobus bellamylaan 4-6-8 en 10-12-1416. acobus Bellamylaan 29-31-33-35 en 24-26-28-30-3217. acob Obrechtlaan 20-22 en 24-2618. acob Obrechtlaan 2-4 en 3-519. acob Ruysdaellaan 1-3, 5-7-9-11, 13-1520. oze sralslaan 2-4, 6-8, 10-12, 14-16 en 18-20, Huizerweg 53, 55-57,59-61, Huizerweg 63 en nton Mauvelaan 2-421. Oud <strong>Bussum</strong>merweg 26-28, 30-32, 34-36, 38-40, 42-44, 46-48, 50-22,54-56, 58-6022. Potgieterlaan 1-3, 2-4, 5, 6 en acob Bellamylaan 22, 24, 25 en 2723. Vondellaan 2-4, 3-5, 6-8, 7-924. Willem Bilderdijklaan 4 en 625. Vondelbuurt: Oud <strong>Bussum</strong>merweg 41 t/m 69, Tesselschadelaan 1, 3, 5t/m 9 en 2 t/m 18, acob Catsplein 2 t/m 8, acob Catslaan 4 t/m 16 en 3t/m 15, Brederolaan 2 t/m 16 en 3 t/m 15, Vondellaan 21 t/m 43, ConstantijnHuijgenslaan 14 t/m 30 en 7 t/m 37<strong>Gemeente</strong> <strong>Bussum</strong>Postbus 60001400 H <strong>Bussum</strong>www.bussum.nlWZNH, Adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteitmmastraat 1111814 DP lkmaar072 520 9445www.wznh.nuArchitectenwerk Twan Jütte, stedenbouw en architectuurVoorstraat 942611 T Delt015 261 97 84www.beeldkwaliteit.nl<strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 100 <strong>Welstandsnota</strong> <strong>Bussum</strong> <strong>2012</strong>, pagina 101


<strong>Gemeente</strong> <strong>Bussum</strong>Postbus 60001400 H <strong>Bussum</strong>Tel. (035) 692 88 88a. (035) 692 85 00-mail: inobussum.nlnternet: www.bussum.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!