Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut Opleiding: Vrije ... - NVAO

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut Opleiding: Vrije ... - NVAO Gerrit Rietveld Academie/Sandberg Instituut Opleiding: Vrije ... - NVAO

10.07.2015 Views

Gerrit Rietveld Academie/Sandberg InstituutOpleiding:Variant:Vrije Vormgeving, hbo mastervoltijdVisitatiedatum: 21 juni 2006© Netherlands Quality Agency (NQA)Utrecht, december 2006

<strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>/<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong><strong>Opleiding</strong>:Variant:<strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo mastervoltijdVisitatiedatum: 21 juni 2006© Netherlands Quality Agency (NQA)Utrecht, december 2006


2© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Inhoud 3Deel A: Onderwerpen 51.1 Voorwoord 71.2 Inleiding 71.3 Werkwijze 81.4 Oordeelsvorming 101.5 Oordelen per onderwerp 101.6 Schematisch overzicht oordelen 121.7 Totaaloordeel 12Deel B: Facetten 13Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15Onderwerp 2 Programma 18Onderwerp 3 Inzet van personeel 30Onderwerp 4 Voorzieningen 33Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 37Onderwerp 6 Resultaten 41Deel C: Bijlagen 45Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 46Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 51Bijlage 3 Bezoekprogramma 54Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 56© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 3


4© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Deel A: Onderwerpen© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 5


6© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


1.1 VoorwoordDit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de masteropleiding <strong>Vrije</strong>Vormgeving van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> / <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> heeft onderzocht. Hetbeschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeftplaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Hetonderzoek is feitelijk gestart in april 2006, het moment waarop de opleiding haarzelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er eenpanelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op woensdag 21 juni 2006.In het panel hebben de volgende personen zitting genomen:De heer drs. R.A. (Rob) Huisman (voorzitter en domeinpanellid);De heer P.P.A. (Paul) Derrez (domeinpanellid);De heer W.G.N. (Wouter) Haarsma (studentpanellid);De heer drs. G.J.H. (Hans) Vermeulen (NQA-auditor).Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling vande werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de <strong>NVAO</strong> (22 augustus 2005).Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheiden deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2).Het rapport bestaat uit drie delen:• Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panelover de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken metdaarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier omoordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeelgeformuleerd.• Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen enargumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaanuit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals diedoor de <strong>NVAO</strong> is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van hetOnderwerprapport.• Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen.1.2 InleidingDe <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> is een onderwijsinstelling die kunstopleidingen aanbiedt. Deacademie is gehuisvest in Amsterdam en telt in totaal 735 studenten. Het onderwijsaanbodomvat de bachelor opleidingen Autonome Beeldende Kunst en Vormgeving. Binnen dezeopleidingen wordt een groot aantal differentiaties aangeboden. De voortgezettekunstopleidingen van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> zijn ondergebracht bij het <strong>Sandberg</strong><strong>Instituut</strong>. Dit instituut is vernoemd naar de oud-directeur van het Stedelijk Museum, Willem<strong>Sandberg</strong>. Sinds 2001 vormt het instituut een bestuurlijke eenheid met de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong><strong>Academie</strong>. De directeur van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> heeft de algemene leiding en is tevens lidvan het college van bestuur. Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> verzorgt drie opleidingen: AutonomeKunst, Grafisch Ontwerp en <strong>Vrije</strong> Vormgeving. Het instituut is conform het onderwijsaanbod© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 7


opgedeeld in drie afdelingen. Elke afdeling staat onder leiding van een afdelingshoofd,geassisteerd door één of meer medewerkers.Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> heeft een duidelijk profiel: onderdeel van het onderwijs is datstudenten worden gestimuleerd ook naar buiten te treden, in contact te komen met hetberoepenveld en zich daar een eigen plek te veroveren. Het instituut onderneemtverschillende activiteiten om studenten de kans te bieden daadwerkelijk aan de kunstpraktijkdeel te nemen. Voorbeelden zijn de Kunstvlaai (alternatieve kunstbeurs), De Een Minuten(video’s), de curatorenworkshops en De Verenigde <strong>Sandberg</strong>en (kunsttijdschrift). Verder ishet instituut uitgever van boeken, tapes, dvd’s en cd-roms. Het instituut moedigt studentenaan praktijkgericht te werken middels reële projecten en tentoonstellingen in de kunst- envormgevingswereld. Deze naar buitengerichte blik is een belangrijk element in de filosofievan het instituut. Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> is internationaal georiënteerd. Ongeveer de helft vande studenten is afkomstig uit het buitenland.De opleiding <strong>Vrije</strong> vormgeving is in Nederland de enige opleiding in zijn soort. De opleidingbevindt zich op het snijvlak van autonome en toegepaste kunst. Het unieke is het onder éénnoemer brengen van disciplines die traditioneel als aparte gebieden worden beschouwd,zoals textiel, keramiek, glas en edelsmeden. De opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving is in 1995 vanstart gegaan. De opleiding heeft een nominale studieduur van twee jaar en wordtaangeboden als voltijd opleiding. Het curriculum is sterk vraaggestuurd en de studentenvolgen aan de hand van hun studieplan een individuele leerroute. De opleiding heeft vrijheiden individualiteit hoog in het vaandel staan. Voor veel onderwijsactiviteiten wordengastdocenten aangetrokken; jaarlijks maakt de opleiding gebruik van 20 à 25 gastdocenten.In het studiejaar 2005/2006 staan er bij de opleiding 14 studenten ingeschreven, verdeeldover twee studiejaren. De opleiding streeft naar uitbreiding van het aantal bekostigdestudieplaatsen. De opleiding is kleinschalig, maar heeft een groot netwerk, en is nadrukkelijkop de buitenwereld gericht.Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> is eind 2004 verhuisd naar een nieuw pand aan de Fred.Roeskestraat in Amsterdam. Het instituut gebruikt de bovenste drie verdiepingen van hetdoor Benthem & Crouwel ontworpen gebouw dat is gelegen naast het gebouw van de <strong>Gerrit</strong><strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>.1.3 WerkwijzeDe beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijzezoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordthieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifiekereferentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1).NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoekdoor het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.8© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2006 en ter beschikkinggesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de<strong>NVAO</strong>.1.4 OordeelsvormingIn dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van defacetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoalsdie door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in denotitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordelingrekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifiekekader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Heteindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van weging van de oordelenop facetniveau.In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op defacetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatieis te vinden in het facetrapport.1.5 Oordelen per onderwerp1.5.1 Doelstellingen opleidingDe facetten Domeinspecifieke eisen, Niveau master en Oriëntatie hbo-master zijngewaardeerd met het oordeel ‘goed‘.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.1.5.2 ProgrammaDe facetten Eisen hbo, Studielast, Duur, Afstemming tussen vormgeving en inhoud zijn doorhet panel gewaardeerd met het oordeel ‘goed’. Het oordeel ‘voldoende’ is toegekend aan defacetten Relatie doelstellingen en inhoud programma, Samenhang in hetopleidingsprogramma, Instroom en Beoordeling en toetsing.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.1.5.3 Inzet van personeelHet facet Eisen hbo is gewaardeerd met het oordeel ‘excellent’. Het panel heeft aan het facetKwantiteit personeel het oordeel ‘goed’ toegekend en aan het facet Kwaliteit personeel hetoordeel ‘voldoende’.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.1.5.4 VoorzieningenAan het facet Materiële voorzieningen is het oordeel ‘onvoldoende’ toegekend. Het facetStudiebegeleiding is door het panel gewaardeerd met het oordeel ‘goed’. Het panel heeft hetfacet Materiële voorzieningen als ‘onvoldoende’ gekwalificeerd vanwege de beperkteomvang van de werkruimtes en de praktische problemen die zich voordoen bij het gebruikvan de werkplaatsen van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. De opleiding is zich hiervan bewust10© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


en het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> heeft inmiddels de stap gezet nieuwe ateliers buiten hethoofdgebouw te huren. Het panel heeft aan het facet Studiebegeleiding het oordeel ‘goed’toegekend, vooral vanwege de wijze waarop de opleiding ‘vinger aan de pols houdt’ en rechtdoet aan de zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van masterstudenten. Het panel isvan mening dat aan de Studiebegeleiding meer gewicht moet worden toegekend dan aan deMateriële voorzieningen. Ook stelt het panel vast dat ondanks de materiële beperkingenstudenten in staat zijn de beoogde eindkwalificaties op overtuigende wijze te realiserengezien het oordeel ‘goed’ voor het Gerealiseerde niveau. Op grond van deze overwegingenkomt het panel tot de conclusie dat het oordeel op het onderwerp positief is.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding positief.1.5.5 Interne kwaliteitszorgAan de facetten Evaluatie resultaten, Maatregelen tot verbetering en Betrekken vanmedewerkers, studenten, alumni en beroepenveld is het oordeel ‘voldoende’ toegekend.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.1.5.6 ResultatenAan de facetten Gerealiseerd niveau en Onderwijsrendement heeft het panel het oordeel‘goed’ toegekend.Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 11


1.6 Schematisch overzicht oordelenTotaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveauOnderwerp/FacetMasteropleiding <strong>Vrije</strong>Vormgeving (voltijd)1.1 Domeinspecifieke eisen Goed1.2 Niveau bachelor Goed1.3 Oriëntatie HBO bachelor GoedTotaaloordeelPositief2.1 Eisen HBO Goed2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Voldoende2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende2.4 Studielast Goed2.5 Instroom Voldoende2.6 Duur Goed2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed2.8 Beoordeling en toetsing VoldoendeTotaaloordeelPositief3.1 Eisen HBO Excellent3.2 Kwantiteit personeel Goed3.3 Kwaliteit personeel VoldoendeTotaaloordeelPositief4.1 Materiële voorzieningen Onvoldoende4.2 Studiebegeleiding GoedTotaaloordeelPositief5.1 Evaluatie resultaten Voldoende5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het VoldoendeberoepenveldTotaaloordeelPositief6.1 Gerealiseerde niveau Goed6.2 Onderwijsrendement GoedTotaaloordeelPositief1.7 TotaaloordeelOp grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan in paragraaf 1.5waaruit blijkt dat de opleiding op de zes de onderwerpen positief scoort, is de conclusie dathet totaaloordeel over de opleiding positief is.12© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Deel B: Facetten© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 13


14© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


een groot aantal voorbeelden wordt een beeld gegeven van de manier waarop dat inde praktijk wordt gerealiseerd.• Om het masterniveau meer reliëf te geven, is aan de hand van decompetentieprofielen een vergelijking gemaakt tussen de eindkwalificaties die horenbij het bachelor- respectievelijk het masterniveau. Hieruit blijkt dat een aantalbeschrijvingen verschillen. Zo is in het bachelorprofiel sprake van omschrijvingen als’ambieert’ en ‘heeft de intentie’, terwijl in het masterprofiel het aantonen vanvermogens centraal staan. Ook zijn aanvullend masterspecifieke vermogenstoegevoegd: onderzoekend (probleemstellend, -definërend, en –oplossend) enleidinggevend (voortrekkersrol). Voorts is (practice based) onderzoek als extracompetentie opgenomen.• De elf door de opleiding geformuleerde eindkwalificaties geven aan waar verbredingen verdieping plaatsvindt ten opzichte van het bachelorniveau. De opleiding stelt indit verband dat verbreding en verdieping met name betrekking heeft opprobleemstellende, probleemdefiniërende, onderzoekende en leidinggevendevermogens.• Het panel is van oordeel dat de nagestreefde eindkwalificaties aantoonbaaraansluiten bij de Dublin descriptoren voor masteropleidingen en daarmee bijalgemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van eenmaster.Facet 1.3 Oriëntatie hbo-master GoedCriteria:- De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) hetrelevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.- De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van een beroepsbeoefenaar opmasterniveau in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepenwaarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• In 1.1 en 1.2 is reeds beschreven welke eindkwalificaties de opleiding hanteert enhoe deze aansluiten bij de beroepspraktijk van een vrije vormgever.• De opleiding is nadrukkelijk beroepsgericht. Uit het gehanteerde Beroepsprofiel blijktdat studenten worden opgeleid om artistiek werk te maken waarbij het gebruik vanhet werk bij vrije vormgeving een rol speelt. Om zich in de beroepspraktijk staande tekunnen houden, moeten studenten een eigen signatuur ontwikkelen, hun talenten eninzichten verdiepen en hun horizon verbreden. Kenmerkend voor de opleiding is debundeling van verschillende vormgevingsdisciplines.• Een belangrijke doelstelling van de opleiding betreft professionalisering ofwel devoorbereiding op een beroepspraktijk in een zeer divers en dynamisch werkveld ende ontwikkeling van de voorwaarden om uit eigen werk een inkomen genereren. Omhun werk aan de man te brengen kijken vrije vormgevers steeds meer over nationale© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 17


grenzen heen. Ook neemt de samenwerking onderling én met beroepsbeoefenarenuit verschillende disciplines toe. Producten van vrije vormgeving en toegepastekunsten kunnen in kleine oplagen vervaardigd worden, maar de te stellen eisen zijnniet hetzelfde als die voor de producten van industriële vormgeving. Bij vrijevormgeving kan gebruik een inspiratiebron zijn en kan het gebruik zeer specifiek zijn.Bij industriële vormgeving spelen technieken voor massaproductie een belangrijke rolen moet bij de vormgeving meer rekening worden gehouden met gewoontes,ergonomie, trends en de wensen van een bredere doelgroep dan bij vrije vormgeving.• Een belangrijke doelstelling van de opleiding is dat de student ontdekt welkeverbijzondering van het beroepsprofiel het beste bij hem past, bijvoorbeeld een vastdienstverband of juist een autonome positie. Ook blijkt dat afgestudeerdenfunctioneren binnen het onderwijs in binnen- en buitenland als gastdocent,projectbegeleider, vakdocent en als hoofd van een afdeling.• De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat studenten in de loop van de studie tot eenwerkelijke verdieping en verbreding van hun inzichten, ervaringen en vakkenniskomen. Als zij dit bereiken is de overgang naar een volledig zelfstandigeberoepspraktijk niet groot meer.• Het panel is op grond van de eindkwalificaties van mening dat afgestudeerden alszelfstandige beroepsbeoefenaars adequaat kunnen functioneren.Onderwerp 2PROGRAMMAFacet 2.1 Eisen hbo GoedCriteria:- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via aan de beroepspraktijk ontleendstudiemateriaal, interactie met de beroepspraktijk en via vakliteratuur en/of(toegepast) onderzoek.- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in hetvakgebied / de discipline.- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeftaantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Het tweejarige programma is opgebouwd uit vier modulen van een half jaar. Hetprogramma start met oriëntatie en kennismaken in de eerste module. Vervolgens iser aandacht voor cursussen, workshops, presentaties, theorie en het opbouwen vaneen netwerk. De vierde module is het sluitstuk van de opleiding en staat in het tekenvan masterproef.• Er is geen sprake van een vast programma, maar het onderwijs wordt op maataangeboden. Dit betekent dat studenten, naast alle gemeenschappelijkeprogrammaonderdelen, hun programma kunnen aanpassen en sturen op basis vanhun individuele doelstellingen. Keuzes van studenten blijken niet pas na de opleidingadequaat te zijn, maar worden door de confrontatie met de praktijk tijdens de18© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


opleiding al getest. Dit waarborgt de inhoudelijke relevantie van het programma en deontwikkeling van een visie op het vakgebied voor de toekomstige beroepspraktijk.• Studenten schrijven hun projectvoorstel als onderdeel van hun aanmelding. Dit zijnover het algemeen tamelijk globale plannen. Bij aanvang van de studie en bij elketussentijdse evaluatie (zie facet 2.8) worden de plannen verder geconcretiseerd engetoetst aan de eindkwalificaties. Een student stelt zijn plan bij als de haalbaarheid inhet geding is of wanneer het studieverloop daartoe aanleiding geeft. Ook kan eenstudent in loop van de studie tot andere inzichten komen. Het studieplan is bedoeldom richting te geven aan de studie, maar onderweg worden indien nodig de beoogdedoelen aangepast.• Het programma van de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving heeft, mede naar aanleiding vande uitkomsten van tevredenheidsonderzoek, een zwaardere theoretische componentgekregen. Theorie staat in het programma ten dienste van artistiek-inhoudelijkeverdieping. Er is voor gekozen het theorieaanbod gradueel op te bouwen, tebeginnen met schrijfoefeningen (excursieverslag, recensie, persbericht) invoorbereiding op het afleveren van een projectdossier dat deel uitmaakt van deexameneisen. Door te schrijven en discussiëren over eigen en andermans werkwordt (zelf)reflectie geoefend. Deze benadering heeft als voordeel dat devaardigheden zowel als de resultaten direct bruikbaar zijn in de beroepsuitoefening.• Er wordt gebruik gemaakt van vakliteratuur wanneer studenten de eigenberoepsopvatting, visie en plannen relateren aan theorie en bij de theoretischeverantwoording in de meesterproef. Vanwege het individuele programma is er geensprake van een verplichte literatuurlijst. Wel worden studenten geattendeerd oprelevante literatuur en wordt literatuur beschikbaar gesteld.• Beroepsvaardigheden worden aangeleerd via individuele werkbesprekingen met stafen gastdocenten, groepsdiscussies, deelname aan wedstrijden, workshops, stages,het werken in projecten met andere studenten, schrijfoefeningen, het uitvoeren vanopdrachten uit het veld en het opbouwen van een netwerk.• Als er door een individuele student een behoefte aan informatie van inhoudelijke oftechnische aard wordt geformuleerd, dan kan dat vaak geregeld worden. Deopleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving onderhoudt contacten met andere opleidingen eninstituten in binnen- en buitenland. Studenten worden in de gelegenheid gesteldelders een programma, cursus of workshop te volgen. Ook kunnen de studentendeelnemen aan activiteiten van de twee andere opleidingen van het <strong>Sandberg</strong><strong>Instituut</strong>. Volgens de studenten is de uitwisseling tussen de drie opleiding in depraktijk echter beperkt. Wel zijn er een aantal projecten die onder de naam van het<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> worden georganiseerd en toegankelijk zijn voor alle studenten vanhet instituut. Het betreft de Kunstvlaai (een alternatieve kunstbeurs), De Een Minuten(videofestival), de Visual Powershow (evenement over beeldcultuur) en deCuratorenworkshop.• Bij de uitvoering wordt een wisselende groep van gastdocenten ingezet. Dezedocenten zijn afkomstig uit alle geledingen van de beroepspraktijk waardoor hetaanbod gevarieerd en actueel is. De studenten voeren individuele gesprekken met degastdocenten over hun werk waardoor zij te maken krijgen met verschillende visiesen benaderingen. Studenten waarderen deze aanpak en het helpt hen de eigen© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 19


plaats in de vormgevingswereld te onderzoeken en te bepalen. Ook versterkt de inzetvan gastdocenten de beroepsgerichtheid van de opleiding. Voorts organiseert deopleiding tentoonstellingen en stimuleert deelname aan externe workshops. Aldusgeeft de opleiding vorm aan het uitgangspunt dat de praktijk langskomt bij destudenten en de studenten langsgaan bij de praktijk.• Om voeling te houden met ontwikkelingen in het vakgebied onderhoudt de opleidingcontacten met verwante opleidingen in binnen- en buitenland, metberoepsorganisaties, werkplaatsen en podia voor de presentatie van vrijevormgeving. Ook organiseert de opleiding vakoverstijgende activiteiten die een goedmiddel zijn om de studenten praktijkervaring te laten opdoen bij het organiseren vanprojecten en om een eigen netwerk op te bouwen. Deze extra activiteiten resulterenin een actieve dialoog met het beroepenveld; de opleiding is aldus in staat impulsenop te doen die worden omgezet in nieuwe workshops, symposia, publicaties,excursies en tentoonstellingen. Het zelfevaluatierapport voorziet in vele voorbeeldenvan activiteiten zoals lezingen, workshops, symposia, presentaties, tentoonstellingenen publicaties. Hiermee toont de opleiding op overtuigende wijze aan een brug teslaan tussen de opleiding en het werkveld. Genoemde activiteiten passen bij deprimaire doelstellingen van de opleiding omdat studenten hierin participeren. Ook hetdaaruit voortvloeiende netwerk staat ten dienste van de studenten. Er ligt daarbij eennadruk op de regio Amsterdam. De opleidingsomgeving strekt zich nadrukkelijk uit totde buitenwereld.• Toegepast onderzoek is een belangrijk onderdeel van het vormgeverschap. Aan deopleiding wordt door de studenten onderzoek gedaan in verschillende richtingen:onderzoek naar eigenschappen van nieuwe materialen, onderzoek naar detoepassing van nieuwe technieken en technologieën, onderzoek naarpresentatiewijzen, onderzoek naar distributiekanalen en marktonderzoek,gebruiksgericht onderzoek, historisch onderzoek en theoretisch onderzoek.• De opleiding wordt afgesloten met de masterproef. Deze proef bestaat uit eenpresentatie van een substantiële hoeveelheid en kwalitatief hoogwaardig werk(expositie of anderszins) op een hoog niveau wat betreft de uitvoering en locatie. Destudent verantwoordt zich schriftelijk en mondeling over zijn project. De studentschrijft een thesis over zijn werk en brengt dat in relatie met het werk van anderen.De student moet daarbij kritische, theoretische en communicatieve competentiestonen.• Uit tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten over het algemeen (heel)positief oordelen over het programma (waardering 3,5 of hoger op 5-puntsschaal).Het betreft aspecten als het verder ontwikkelen van eigen visie, mogelijkheden eninteresses, het vertrouwen dat na de studie het vakmanschap verder ontwikkeld enverdiept kan worden, de interactie als vormgever/ontwerper binnen een bredeculturele en maatschappelijke context en het opzetten en bijhouden van eenprofessioneel netwerk. Ook oordelen de studenten positief over de mogelijkheden hetbeschouwen, duiden en beoordelen van eigen werk en dat van anderen, hetmondeling en schriftelijk presenteren en toelichten van de eigen artistieke visie aaneen publiek, het samenwerken met anderen en het werken in opdracht verder teontwikkelen. Voorts zijn de studenten tevreden over de keuzevrijheid in het20© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


studieprogramma, de aandacht voor nieuwe ontwikkelingen in de beroepspraktijk, desamenhang tussen het onderwijsaanbod en de beroepspraktijk en de aandacht voorde plaatsen van de eigen beroepspraktijk in een brede culturele en maatschappelijkecontext. Enkele onderwerpen die de studenten missen in het programma zijn: eennog betere voorbereiding als zelfstandig ondernemer, bijvoorbeeld aandacht voor hetbeprijzen van producten en het opzetten van een eigen lijn, het opstarten van eeneigen ontwerppraktijk, het opzetten van productieprocessen en contacten metreclame- en ontwerpbureaus.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘Mijn opleiding isvan belang bij de uitvoering van werk in opdracht van derden, of bij het verkrijgen vanopdrachten’ waarderen met 4,1 (5-puntsschaal); het item ‘Mijn werk in opdracht vanderden is van belang voor mijn opleiding’ wordt gewaardeerd met 4,6.Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma VoldoendeCriteria:- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,oriëntatie en domeinspecifieke eisen.- De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van(onderdelen van) het programma.- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerdeeindkwalificaties te bereiken.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding biedt kaders waarbinnen de student een keuze maakt. Elke student stelt zijneigen programma samen met eigen doelstellingen. Dit is vastgelegd in een individueelwerkplan dat door de opleiding moet worden goedgekeurd. Het werkplan heeft eendynamisch karakter dat aan bijstellingen en verfijningen onderhevig is en dat ieder halfjaar wordt geëvalueerd. De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat er door de opleiding ende student beredeneerd van het competentieprofiel kan worden afgeweken. Deeindkwalificaties hebben een zekere bandbreedte en individuele accenten zijn mogelijk.Dat sluit aan bij de opvattingen over de inrichting van het onderwijs, met een zelfsturendkarakter in de vorm van een individueel bepaald curriculum.• Het eerste studiejaar start met een aantal algemene programmaonderdelen zoalslezingen, excursies, atelierbezoeken en werkbesprekingen met gastdocenten. Iederestudent heeft vier maanden de tijd om zich te oriënteren. Vervolgens is er aandacht voorhet opstellen van een persoonlijk curriculum, presentaties aan medestudenten en staf,deelname aan cursussen, workshops en excursies. Het tweede jaar wordt benut voorverdere verdieping, het werken aan een eigen oeuvre en de theoretische onderbouwingdaarvan. Ook voorziet het tweede jaar in schrijfoefeningen (persberichten, recensies) enin reflectie op en explicitatie van de eigen beroepsopvatting. Studenten worden in dezefase van de opleiding gestimuleerd om te exposeren en op andere manieren naar buitente treden. De masterproef bestaat uit het samenstellen van een projectdossier en uit eeneindpresentatie. In het projectdossier doet de student verslag van zijn leerperiode aan het© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 21


<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> en plaatst dit in de context van het werkveld en zijn (toekomstige)plaats daarin. Onderdelen van het curriculum staan vast, maar de feitelijke inhoud ervanis afhankelijk van de inbreng van de docenten en de vraag van studenten. De studentmaakt onder begeleiding op basis van zijn werkplan een keuze uit de mogelijkheden diede opleiding aanreikt om zijn leerdoelen te realiseren.• Van meet af aan worden studenten geconfronteerd met diverse invullingen van de vrijevormgeving en wordt er gediscussieerd over het niveau en ontwikkelingen binnenspecifieke vakgebieden als bijvoorbeeld keramiek en productvormgeving. Dit gebeurt inde vorm van atelierbezoek en andere excursies, lezingen en literatuur. Door de mengelingvan disciplines binnen de vrije vormgeving wordt de horizon van de studenten verbreeden worden impulsen en mogelijkheden aangereikt die eerder buiten hun blikveld lagen. Inde loop van het eerste studiejaar worden de persoonlijke leerdoelen van de studenten inzijn of haar programma betrokken. De student legt deze vast in zijn werkplan en doetvoorstellen voor activiteiten om deze te realiseren. Deze dienen binnen de reikwijdte vande nagestreefde eindkwalificaties te vallen. Het panel heeft tijdens de visitatie vastgestelddat de dossiers van de studenten niet altijd concrete leerdoelen bevatten. Er is vakersprake van ruim geformuleerde ambities en plannen om deze te realiseren. Ook heeft hetpanel vastgesteld dat voor de afzonderlijke curriculumonderdelen geen leerdoelen zijngeformuleerd. Hierdoor is moeilijk vast te stellen of de gekozen onderdelen aansluiten bijde persoonlijke leerdoelen en ambities van de student. Wel heeft het panel van destudenten vernomen dat zij tevreden zijn over de aansluiting van het onderwijsaanbod ophun doelen en ambities.• Het panel is op grond van wat zij heeft gezien en gehoord van mening dat het programmaeen adequate uitwerking geeft van de beoogde eindkwalificaties. Wel vindt het panel dater concretere leerdoelen moeten worden geformuleerd, zowel door de studenten in hunwerkplannen als door de docenten voor de aangeboden programmaonderdelen. Indienhieraan is voldaan kan de opleiding veel beter de relevantie van programmaonderdelenbeoordelen en op basis hiervan de wensen van studenten al dan niet honoreren.Facet 2.3Samenhang in het opleidingsprogrammaVoldoendeCriteria:- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Hoewel de studenten individuele programma’s volgen, kan in algemene zin wordengesproken van een opbouw waarin in eerste instantie oriëntatie en kennismaking centraalstaan naar (steeds meer nadruk op) reflectie, theoretische verdieping, deelname aanprojecten en het opbouwen van een eigen oeuvre. Ook neemt in de loop van de studie debuitenwereld een belangrijker plaats in. Studenten worden gestimuleerd deel te nemenaan tentoonstellingen en exposities, aan hun netwerk te bouwen en projecten in opdrachtuit te voeren. Dit culmineert in de masterproef waarin wordt nagegaan of deeindkwalificaties zijn behaald.22© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


• Het programma van de opleiding bestaat uit algemene onderdelen, bestemd voor allestudenten, en individuele onderdelen, bestemd voor afzonderlijke studenten. Deindividuele onderdelen worden in overleg tussen student en begeleiders vastgesteld.Algemene onderdelen zijn lezingen, excursies, cursussen en workshops. Individueleonderdelen zijn werkbesprekingen door stafdocenten of gastdocenten, projectdeelname,praktisch en theoretisch onderzoek. Gedurende het eerste studiejaar ligt de nadruk meerop algemene onderdelen.• Studenten geven in hun werkplannen een eigen invulling aan het programma. De inhouden opbouw van deze plannen wordt door de opleiding bewaakt aan de hand vanevaluatiegesprekken. In de loop van de studie dienen studenten hun ambities specifiekerin te vullen en wordt, gebruik makend van verworven inzichten en ervaringen, een hogerniveau bereikt. De sterke en in de loop van de studie aan belang toenemende gerichtheidop de beroepspraktijk kan als een rode draad in het programma worden beschouwd. Hetpanel heeft van de studenten vernomen dat de werkplannen houvast bieden bij hetbepalen van een richting en het maken van keuzes; doordat het werkplan kan wordenbijgesteld werkt het niet als een harnas.• De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat de flexibiliteit en informaliteit die mogelijk zijndoor de kleinschaligheid door studenten onder bepaalde omstandigheden kunnen wordenervaren als gebrek aan structuur. Dit geldt met name in de eerste fase van de studie. Hetdraait volgens de opleiding om het vinden van een juiste balans tussen flexibiliteit enstructuur. Het panel onderschrijft dit standpunt.• Uit het studenttevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten kritisch oordelen overde samenhang tussen de theorievakken en de praktijkvakken (gemiddelde score 3,2). Deopleiding concludeert in het zelfevaluatierapport dat de samenhang tussen hettheorieonderwijs en het praktijkonderwijs voor verbetering vatbaar is.Facet 2.4 Studielast GoedCriteria:- Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op datprogramma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk wordenweggenomen.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat het risico van een te hoge of te lagestudiebelasting voor dit type opleidingen in feite niet van toepassing is. Aan de studentenworden dezelfde eisen gesteld als aan een vormgever in de beroepspraktijk. Van destudenten wordt bovendien verwacht dat zij weerstand hebben en bestand zijn tegenhoge druk.• De 120 EC zijn gelijkmatig verdeeld over de verschillende onderwijsperioden: hetprogramma is opgebouwd uit vier halfjaarlijkse modulen van elk 30 EC. Vanwege het feitdat studenten hun eigen programma bepalen, is een objectief systeem van studiepuntenmoeilijk te realiseren. Ook kan vanwege de individuele invulling van de© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 23


studieprogramma’s niet worden gesproken van één efficiënte leerroute die voor allestudenten van toepassing is.• Studiepunten worden toegekend op basis van de uitkomsten van halfjaarlijkseevaluatiegesprekken (zie facet 2.8). Studenten die problemen ondervinden met destudielast kunnen dit ter sprake brengen tijdens evaluaties of dit op informele wijze aan deorde stellen bij de staf. Vervolgens wordt gezocht naar oplossingen.• Omdat de mogelijkheden voor studiefinanciering voor de studenten beperkt zijn, zijn demeeste studenten genoodzaakt om een bijbaan te nemen. Hierop kan de opleiding geeninvloed uitoefenen. Wel heeft de opleiding ervoor gekozen het onderwijsaanbod teconcentreren op de maandag, dinsdag en woensdag. Onvermijdelijk gevolg is datactiviteiten niet evenwichtig over de week zijn verdeeld. Het panel heeft geenaanwijzingen dat dit leidt tot onoverkomelijke problemen bij de studenten.• Volgens de studenten heeft vrijwel iedereen een bijbaan. De combinatie van werk enstudie wordt vaak als zwaar ervaren. Toch stellen zij nadrukkelijk veel met de studie bezigte zijn (‘het is je leven’). Studenten ervaren geen structurele belemmeringen vanuit deopleiding die de studievoortgang in negatieve zin beïnvloeden. Wel is er sprake vanpieken en dalen in de studiebelasting, maar de studenten beschouwen dit alsonvermijdelijk gezien de aard van het programma en de aard van het vak.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat een grote meerderheid van de studententussen de 26 en 45 uur per week aan hun studie besteedt (lessen en zelfstudie). Ruim dehelft van de studenten besteedt per week gemiddeld minder dan 35 uur aan de studie. Destudenten besteden buiten het studieprogramma om gemiddeld 10 uur per week aanbetaald werk. Er is geen duidelijke relatie tussen het gemiddeld aantal uren dat wordtbesteed aan de studie en het gemiddeld aantal uren dat wordt besteed aan werk.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘De totalestudiebelasting is aanvaardbaar’ met 4,3 waarderen (5-puntsschaal). Het item ‘Destudielast (lessen, zelfstudie en exposities) is gelijkmatig verdeeld over het jaar’ met 3,9waarderen; het item ‘De contacturen (lessen) zijn evenwichtig gespreid door de week’ met3,3. Studenten vinden de gemiddelde studielast zeker aanvaardbaar en de studielast isvoldoende verdeeld.Facet 2.5 Instroom VoldoendeCriteria:- Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromendestudenten: relevante bacheloropleiding of daarmee vergelijkbare kwalificaties,blijkend uit toelatingsonderzoek.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving heeft de afgelopen jaren jaarlijks ongeveer zeven nieuwestudenten aangenomen. De nieuwe bekostigingssystematiek vanaf 2005 maakt hetmogelijk meer studenten aan te nemen (zie facet 6.2). Naast gewone aanmeldingenworden er studenten actief geworven door te scouten tijdens eindexamenpresentaties, op24© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


de initiële opleidingen in Nederland. Dit gebeurt vooral door studenten die met deeindexamenkandidaten over het tentoongestelde werk praten.• Als formele toelatingseis geldt het bezit van een hbo bachelor-diploma van eenNederlandse kunstopleiding of een daarmee vergelijkbare opleiding in het buitenland. Ookis het mogelijk dat aspirant-studenten vergelijkbare ervaring hebben opgedaan in deberoepspraktijk. Het hoofd van de opleiding bepaalt in overleg met de projectcoördinatorof een kandidaat kan deelnemen aan het toelatingsexamen.• De opleiding kent elk jaar meer aanmeldingen van nieuwe studenten dan het kanplaatsen: jaarlijks melden 25 à 30 studenten zich aan. De opleiding kan dus aan de poortselecteren. Een eerste selectie vindt plaats op grond van het ingezonden werk en eenschriftelijke motivatie. Het ingezonden werk moet basiskwaliteit hebben (talent, passie,technische vaardigheid tonen) en aanknopingspunten bieden door te groeien alsvormgever. De motivatietekst moet inzicht geven in de mate waarin de aspirant-studentreële verwachtingen heeft van wat de opleiding te bieden heeft. De criteria zijnomschreven in de folder van het instituut en op de website. In de toelatingscommissie vande opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving hebben naast medewerkers van de opleiding een studenten één of meer externe deskundigen op een van de vakgebieden zitting.• Als onderdeel van het toelatingsexamen wordt aan kandidaten gevraagd eenprojectvoorstel (werkplan) in te dienen, op basis waarvan getoetst kan worden of deaspirant-student in staat is zijn eigen doelstellingen en de manier waarop hij deze wilrealiseren te formuleren. Aspirant-studenten moeten open staan voor onderwijs in deconfrontatie met de praktijk, moet ondernemend zijn en de blik naar buiten willen richten.Het panel heeft vastgesteld dat de opleiding een duidelijk profiel heeft en dit in degesprekken duidelijk naar voren brengt. Studenten kiezen bewust voor de opleiding opbasis van het profiel, de opzet van het programma en de reputatie van het instituut. Voorbuitenlandse studenten is de opleiding bovendien aantrekkelijk vanwege de internationalereputatie van de Nederlandse vormgeving en de standplaats Amsterdam.• Studenten vinden het toelatingsgesprek informeel, prettig en intensief. Er wordt vooralgesproken over hun werk, hun plannen voor de komende twee jaar en hun motivatie. Hetpanel vindt de gehanteerde selectiemethode en -criteria echter niet helder. Begrippen alsmotivatie en talent zijn in de optiek van het panel te vaag en de aanpak is te intuïtief. Hetgevaar van zelfbevestiging is daarom niet ondenkbaar.• De voertaal aan het instituut is Nederlands, maar in veel gevallen wordt Engelsgesproken. Buitenlandse studenten wordt aangeraden een cursus Nederlands te volgendie voor de start van de studie door de <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> wordt aangeboden. Bij detoelating wordt nagegaan of de kandidaat de Engelse taal voldoende machtig is. Voorstudenten buiten de EU heeft de opleiding de Code of Conduct ondertekend.• Bij het samenstellen van nieuwe groepen wordt gelet op de beschikbare werkplekken ende verhoudingen binnen de groep. De opleiding streeft naar synergie tussen studentendie in verschillende disciplines werken, verschillende media hanteren en uit verschillendeculturen afkomstig zijn.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 25


• Omdat de studenten hun eigen programma samenstellen, verloopt de aansluiting op devooropleiding doorgaans goed. Indien staf of docenten toch lacunes constateren, dan kandit in de evaluatiegesprekken aan de orde worden gesteld en kan worden verwezen naarcursussen. Vrijstellingen zijn gezien de individuele aard van het onderwijs niet vantoepassing.• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat de ervaring leert dat studentenaanvankelijk vooral moeite hebben niet langer te functioneren in een schools systeem datgestructureerd is door een curriculum; zij moeten wennen aan een systeem dat veelvrijheid biedt en ook eigen initiatief en zelfwerkzaamheid vereist.• Studenten zijn afkomstig van verschillende vakopleidingen aan verschillende academiesin binnen- en buitenland. Ruim de helft van de studenten heeft hbo-opleiding Vormgevingmet een diploma afgerond. Ongeveer een vijfde deel van de studenten komt van een hboopleidingBeeldende Kunst. De overige studenten hebben een andere hbo-vooropleidingof komen van het wo.• De gemiddelde leeftijd van de studenten is ruim 28 jaar. De jongste student is 22 jaar, deoudste is 34 jaar. Vrouwelijke studenten zijn veruit in de meerderheid: 75% van destudenten is vrouw, 25% is man. Bijna eenderde van de studenten heeft de Nederlandsenationaliteit, een gelijk deel is afkomstig uit de EU en ruim eenderde (38%) van destudenten is afkomstig buiten de EU. Studenten zijn positief over het internationalekarakter van de opleiding.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘Detoelatingsprocedure was duidelijk’ met 4,3 waarderen (5-puntsschaal). Het item ‘Ik vinddat de opleiding aansluit bij mijn vooropleiding’ is gewaardeerd met 4,2. Het item ‘Als ikweer voor de keuze stond, koos ik weer voor het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>’ is gewaardeerd metde score 3,8; het item ‘Ik zal het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> desgevraagd ook aan anderenaanraden’ met de score 4,0.Facet 2.6 Duur GoedCriteria:- De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van hetcurriculum van de hbo-master: minimaal 60 studiepunten.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding maakt gebruik van het European Credit Transfer System (EC) om destudielast uit te drukken.• De totale omvang van het tweejarige programma bedraagt 120 EC. Hiermee voldoet deopleiding aan de formele eis voor de omvang van het curriculum van de hbo-master. Elkstudiejaar zijn er 60 EC te behalen.26© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud GoedCriteria:- Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.- De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Een belangrijk uitgangspunt in de onderwijsvisie van de opleiding is dat de praktijklangskomt bij de student en dat de student langsgaat bij de praktijk. Het uitgebreidenetwerk van de opleiding maakt het mogelijk dit uitgangspunt daadwerkelijk te realiserenen de student op indringende wijze te confronteren met de beroepspraktijk. Ook zijn veelstudenten al tijdens de opleiding actief in een eigen beroepspraktijk.• Een ander uitgangspunt is dat de opleiding competentiegericht werkt op basis van hetvastgestelde competentieprofiel. Door de sterke verbondenheid van de opleiding met depraktijk sluit dit uitgangspunt goed aan bij de doelstellingen van de opleiding.• Omdat er in 1995 geen voorbeelden waren voor een masteropleiding en de overheid geenspecifiek eisen stelde, heeft de opleiding bewust werkvormen onderzocht en getoetst opeffectiviteit. Het betreft werkvormen als individuele werkbesprekingen met staf enprofessionals van buiten; groepsbesprekingen met studenten en gastdocenten;overdracht door middel van lezingen, symposia, workshops; het bestuderen van literatuur;externe evenementen en stages; oefeningen in zelfreflectie in de vorm van het schrijvenvan een dossier. Elke student kan naast alle vaste onderdelen van het aanbod zijn of haareigen programma afstemmen op individuele doelstellingen. De student krijgt zodoendeeen actief aandeel in de invulling van het programma en wordt in staat gesteld omgastdocenten voor te stellen, uit te nodigen en bijdragen te leveren aan andereprogrammaonderdelen. De student bepaalt op basis van zijn plan en doelen zelf dewerkvormen. Dat kan zijn individueel een opdracht uitvoeren, samenwerken in eenproject, een onderwijsleergesprek met een docent, het volgen van een lezing, deelnameaan een workshop, excursies, het bezoeken van een tentoonstelling, atelierbezoeken,beursbezoeken en het inrichten van een tentoonstelling. In de praktijk is er sprake vaneen breed scala aan werkvormen.• Omdat de studie individueel gericht is, wordt er een groot beroep gedaan op de eigeninbreng en verantwoordelijkheid van de student. Hierdoor kan de student zich op eenindividuele en eigen manier ontplooien. De moeite die hiermee gepaard gaat, wordtbewust in stand gehouden als een afspiegeling van de beroepspraktijk. De overgang naarde beroepspraktijk na het afronden van de opleiding wordt daardoor soepel envanzelfsprekend.• De opleiding schrijft in de zelfevaluatie dat de student ‘in de permanente stroom vaninvloeden en uitdagingen daadwerkelijk zijn vaardigheden, kennis en talenten moet tonenén inbrengen als materiaal om deze verder te ontwikkelen. Hiertoe maakt de studentgebruik van uiteenlopende werkvormen: opdrachten, zelfstandig werken, individuele engroepsgesprekken, presentaties, discussies, het tonen en bespreken van werk, deelnameaan projecten en tentoonstellingen, workshops, lezingen en excursies.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 27


• De opleiding beschouwt het opleidingsmodel eerder synthetisch dan analytisch is. Hetmodel resulteert voor studenten in een ontwikkeling door middel van verbreden,verdiepen, bewustwording van de eigen capaciteiten en mogelijkheden, toespitsen,onderbouwen, presenteren en professionaliseren.• Medestudenten zijn voor velen een belangrijke invloed tijdens het onderwijs. Menbeoordeelt elkaar, geeft elkaar het goede (of slechte) voorbeeld en werkt samen. Denadruk op de praktijk tijdens exposities en andere presentaties brengt met zich dat ookhet publiek, andere vormgevers en vertegenwoordigers van kunstinstellingen relevantepartijen zijn. Een student moet steeds iets met deze input doen in de vorm van reflectie enonderzoek en organiseert zodoende de eigen studie en beroepspraktijk. Aldus is destudent voorbereid op ‘een leven lang leren’.• Het panel stelt vast dat de studenten enthousiast zijn over de didactische uitgangspuntenvan de opleiding. Hoewel sommige studenten in eerste instantie moeten wennen aan degrote vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, oordelen zij uiteindelijk positief over de wijzewaarop de opleiding haar onderwijs aanbiedt. Het panel concludeert dat de opleidingconform haar uitgangspunten een sterk beroep doet op de eigen verantwoordelijkheid vande studenten en diverse en veelal activerende werkvormen aanbiedt. De werkvormenstellen de studenten in staat hun persoonlijke doelen te realiseren en zijn een afspiegelingvan de beroepspraktijk.Facet 2.8 Beoordeling en toetsing VoldoendeCriteria:- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of destudenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat voor het beoordelen twee sets vanbestaande criteria – die van de beeldende kunsten en die van de vormgeving – met elkaarworden verbonden. Belangrijke criteria bij de beoordeling van werken van vrijevormgeving zijn vorm (beeldende kwaliteiten, lijn, vorm, kleur, materie, compositie, maat,plaats en functie) en inhoud (concept, inhoudelijke stellingname, persoonlijk ofmaatschappelijk uitgangspunt). En vooral het samenspel van vorm en inhoud: dezeggingskracht. Daarnaast zijn meer algemene criteria als oorspronkelijkheid, inzicht,consistentie, trefzekerheid en authenticiteit van belang.• Bij de beoordeling van de prestaties van de studenten wordt naast de beoordeling van hetwerk ook de studiehouding in ogenschouw genomen (inzet, motivatie, bewustzijn vaneigen creatieve proces, sociale aspecten).• De opleiding beschouwt veel van de criteria als impliciet. De criteria worden echter weloverdrachtelijk gemaakt naar de studenten tijdens het bespreken van het projectvoorstel,tijdens de 2-wekelijkse maandagochtendbesprekingen en bij de formeleevaluatiegesprekken (tweemaal per jaar).28© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


• Per studiejaar vinden er twee formele beoordelingen plaats in de vorm van eenevaluatiegesprek. Het primaire doel van de gesprekken is vast te stellen of destudievoortgang voldoende is. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de student enzijn plannen worden geëvalueerd. Volgens de studenten worden de evaluatiegesprekkenop serieuze en integere wijze gevoerd. De opleiding maakt van elk gesprek een verslagwaarin tevens de beoordeling is vastgelegd. Het panel heeft vastgesteld dat de opleidingserieus werk maakt van de verslaglegging van de evaluatiegesprekken. Per voldoendebeoordeling worden 30 EC toegekend. Op basis van het evaluatiegesprek zijn vieroordelen mogelijk: goed, voldoende, waarschuwing of negatief. Het oordeel negatief volgtals een student een tweede opeenvolgende waarschuwing heeft gekregen. In dat gevalwordt de student geadviseerd de studie te beëindigen. De overgang naar het tweedestudiejaar is slechts mogelijk na het behalen van een voldoende beoordeling. Indiengewenst wordt in de periode tussen twee evaluatiegesprekken een extravoortgangsgesprek gehouden.• De evaluatiegesprekken bieden ook de mogelijkheid om klachten, plannen, ideeën enwensen naar voren te brengen.• Naast formele beoordelingen is er sprake van informele beoordelingen. Allestudieactiviteiten voorzien in momenten dat de student beoordeeld wordt. Dit gebeurt door(gast)docenten tijdens werkbesprekingen en presentaties van het werk. Er is sprake vanexterne toetsing in de vorm van participatie aan wedstrijden, projecten en opdrachten vanderden. Ook worden studenten beoordeeld door medestudenten van wie een kritischehouding ten opzichte van medestudenten wordt verwacht. Het panel heeft van destudenten vernomen dat zij informele beoordelingen positief waarderen omdat hettussentijds feedback oplevert en omdat zij op deze wijze leren over hun eigen werk tepraten.• De opleiding kent een afsluitend examen. De masterproef toetst de prestaties van destudent aan de eindkwalificaties. Dit bestaat erin dat de student een afstudeerprojectpresenteert. Het betreft doorgaans een project, tentoonstelling, product of collectie; destudent wordt geacht de totstandkoming ervan goed te documenteren in een dossier. Deopleiding stelt de volgende eisen: de student heeft een substantiële hoeveelheid werkgerealiseerd, liefst coherent en goed onderbouwd; er is sprake van een zichtbareontwikkeling in het werk en van professionalisering; de student moet een projectdossieroverleggen waarin verslag wordt gedaan van alle projecten die een student tijdens destudie heeft gerealiseerd en erkenning van buitenaf. In verband met de laatste eis hechtde opleiding aan het eind van de studie meer aan presentaties en opdrachten buiten hetinstituut. Het slagen voor de proef wordt beoordeeld door een commissie die bestaat uitleden van de staf, aangevuld met externe deskundigen uit de beroepspraktijk.• Het panel is van mening dat de opleiding serieus werk maakt van de toetsing. Studentenvinden dat de opleiding hun ontwikkeling en studievorderingen op adequate wijze volgt entoetst. Ook krijgen zij voldoende feedback. Het panel vindt dat de opleiding een goedevenwicht weet te vinden tussen formele en informele toetsing. Wel vindt het panel dat bijformele beoordelingen zoals het halfjaarlijkse evaluatiegesprek de criteria die aan debeoordeling ten grondslag liggen meer expliciet gemaakt kan worden, hoewel destudenten hierover niet ontevreden zijn.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 29


• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘De beoordelingengeven inzicht in mijn sterke en zwakke kanten’ met 4,0 waarderen (5-puntsschaal). Hetitem ‘Ik word over het algemeen objectief beoordeeld’ wordt met 3,7 gewaardeerd.Onderwerp 3INZET VAN PERSONEELFacet 3.1 Eisen hbo ExcellentCriteria:- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat eenverbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Het onderwijs wordt verzorgd door een kleine vaste staf en een groep gastdocenten. Hetvaste personeel bestaat uit het hoofd van de opleiding, de project-coördinator en sindsafgelopen jaar een extra vaste begeleider.• De opleiding werkt veel met gastdocenten. De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapportdat wordt gestreefd naar de juiste balans tussen ‘vaste’ (die vaker terugkeren) en ‘losse’(die één keer komen) docenten. Bij het inschakelen van gastdocenten wordt niet alleengekeken naar de kwaliteit van hun werk als kunstenaar of vormgever, maar ook naar hundidactische en coachende kwaliteiten. Gastdocenten moeten zich kunnen verdiepen in hetwerk en de ideeën van de studenten, moeten hun opvattingen kunnen verwoorden en instaat zijn de studenten op zinnige wijze te adviseren.• Vaak zijn gastdocenten alumni die interessante werkzaamheden verrichten en personenafkomstig uit het eigen netwerk van de opleiding in binnen- en buitenland. Tot het netwerkbehoren ook personen en instellingen die de opleiding benaderen naar aanleiding vantentoonstellingen, prijsvragen en artikelen. Gastdocenten worden uitgenodigd opvoorspraak van de opleiding naar aanleiding van een geformuleerde of geconstateerdebehoefte en op verzoek van de studenten. Er wordt dan een intekenlijst voor allestudenten geopend. De opleiding nodigt ieder jaar nieuwe mensen uit zodat hetgastdocentenbestand wordt ververst. Van de studenten heeft het panel vernomen dat zijde contacten met de gastdocenten zeer positief waarderen. De contacten verlopen prettigen veel docenten fungeren voor de studenten als rolmodel. Doordat verschillendedocenten verschillen invalshoeken en meningen hebben, worden studenten naar eigenzeggen gestimuleerd zelf positie te bepalen.• De groep docenten bestaat uit vormgevers van verschillende disciplines, kunstenaars,galeriehouders, conservatoren, critici en technische vakdocenten. In het algemeenworden docenten uitgenodigd omdat ze een beeldbepalende rol spelen in een belangrijkaspect van de vormgeving. Daarnaast is het beleid ten aanzien van gastdocenten eropgericht zoveel mogelijk kansen te scheppen voor de student voor het opbouwen van eeneigen netwerk, het opzetten van samenwerkingsverbanden, een beroepspraktijk of hetscheppen van (toekomstige) expositiemogelijkheden. Incidenteel is er bij het aantrekkenvan docenten sprake van samenwerking tussen de drie opleidingen van het <strong>Sandberg</strong>30© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


<strong>Instituut</strong>. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat studentendaadwerkelijk gebruik maken van de gastdocenten om een eigen netwerk op te bouwen.• Uit het tevredenheidsonderzoek en de gesprekken blijkt dat studenten de inzet vandocenten wordt als uitdagend, inspirerend, verfrissend en leerzaam ervaren. Met nameaan het werken met gastdocenten wordt een toegevoegde waarde toegeschrevenvanwege de verschillende vakgebieden, invalshoeken en visies die aan de orde komen.Dat deze verschillen ook leiden tot enige verwarring is onvermijdelijk en ook hiermeekunnen de studenten hun voordeel doen. De gastdocenten worden volgens de studentenmet zorg gekozen. Ook de mogelijkheid zelf iemand uit te nodigen wordt zeergewaardeerd. Bijkomend voordeel is dat als het met een docent niet ‘clickt’, dit maar voorkorte duur is in tegenstelling tot vaste docenten.• Het panel stelt op basis van de gesprekken en de documentatie vast dat hetdocentenbestand van de opleiding voorziet in vele gerenommeerde namen met eenerkende status op het gebied van vormgeving, beeldende kunst en relevante culturelesectoren.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘Het (gast)docententeam als geheel is deskundig m.b.t. de beroepspraktijk’ met 4,3 waarderen (5-puntsschaal).• Het panel is van oordeel dat de opleiding door gebruik te maken van gastdocenten eenzeer duidelijk relatie legt tussen de opleiding en de praktijk. Gastdocenten maken het bijuitstek mogelijk de praktijk binnen de opleiding te halen en de biedt studenten demogelijkheid tijdens hun studie aan hun netwerk te werken. Ook is de opleiding vanwegede flexibele contracten in staat in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en de wensen vanstudenten. Het panel waardeert dit facet dan ook met het oordeel ‘excellent’. De werkwijzevan de opleiding sluit aan bij de werkwijze die wordt gehanteerd bij de twee anderemasteropleidingen van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, namelijk de opleidingen AutonomeBeeldende Kunst en Grafische Vormgeving. Ook bij deze opleidingen hebben devisitatiepanels het gevoerde beleid gewaardeerd met het oordeel ‘excellent’. Het oordeelis tot stand gekomen voor publicatie van de notitie van de <strong>NVAO</strong> over de beoordeling van‘bijzondere kenmerken’ en ‘bijzondere kwaliteit’ (datum: 12 juli 2006) en is gebaseerd ophet oude Beoordelingsprotocol van de <strong>NVAO</strong>.Facet 3.2 Kwantiteit personeel GoedCriteria:- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit teverzorgen.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De vaste staf van de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving bestaat uit een hoofd (0,72 fte) en eenprojectcoördinator (0,30 fte). Voor het gehele instituut is tevens een administratieve kracht(0,8 fte) en een technisch docent (0,6 fte) beschikbaar.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 31


• De opleiding reserveert jaarlijks een flink deel van het budget voor het inschakelen vangastdocenten. Het betreft ongeveer 20 à 25 docenten per jaar, waarvan een aantalmeerdere malen komt. De opleiding heeft in totaal ongeveer 50 gastdocenten inportefeuille.• De opleiding heeft weinig medewerkers in vaste dienst. Het werken met gastdocentenbrengt een kostenbesparing met zich mee. Het panel heeft van het managementvernomen dat het budget voor het inhuren van gastdocenten toereikend is; veelal wordtniet het hele budget gebruik en blijft er geld over.• Het totale aantal docenten is naar de mening van de opleiding zondermeer toereikend omadequaat onderwijs aan te bieden. Het grote aantal gastdocenten maakt het mogelijk voorde studenten maatwerk te bieden. Het panel heeft geen aanwijzingen dat de omvang vanhet docentenbestand knelpunten oplevert voor de kwaliteit van het onderwijs. Ook is ernauwelijks sprake van lesuitval. Gastdocenten zijn gedurende hun lesperioden goedbereikbaar en een deel van hen keert regelmatig terug. De leden van de staf zijngedurende het hele jaar beschikbaar.Facet 3.3 Kwaliteit personeel VoldoendeCriteria:- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige enorganisatorische realisatie van het programma.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> maakt organisatorisch deel uit van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>.Daarom valt het personeelsbeleid voor wat betreft de vaste staf onder het beleid van de<strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. De <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> is bezig competentieprofielen vooralle medewerkers op te stellen. De personeelsmanager van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>en de directeur van het Zandberg <strong>Instituut</strong> voeren functioneringsgesprekken met de vastemedewerkers van de opleiding. De uitkomsten van deze gesprekken worden vastgelegdin een verslag.• Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> heeft in personele zin alleen te maken met het aanstellen vangastdocenten. Dit gebeurt op initiatief van de opleiding of van de studenten. Bij hetinschakelen van gastdocenten wordt niet alleen gelet op de kwaliteit van hun werk, maarook op de didactische kwaliteiten. Er zijn echter geen functieprofielen voor gastdocentenbeschikbaar.• Het panel stelt op grond van de CV’s van de gastdocenten en de stafleden vast dat zijveelal een vooraanstaande plaats innemen in hun vakgebied en over voldoendeonderwijservaring beschikken.• De staf bewaakt de kwaliteit van de gastdocenten. Evaluaties met de studenten engastdocenten en tevredenheidsscans waarborgen de kwaliteit van de gastdocenten. Hetoordeel van de studenten is in belangrijke mate bepalend of docenten al dan niet eenvolgende keer worden uitgenodigd. Doordat een deel van de docenten regelmatigterugkeert, wordt door de opleiding een zekere mate van continuïteit gerealiseerd. Deopleiding onderneemt geen activiteiten die ten doel hebben de kwaliteit van degastdocenten te verbeteren.32© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


• Het hoofd van de opleiding en de projectcoördinator nemen een zeer centrale positie in.Het panel stelt vast dat deze personen in belangrijke mate bepalend zijn voor het karakteren het succes van de opleiding. Met ingang van het studiejaar 2006/2007 verlaten beidende opleiding. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het inwerken van hun opvolgers.Het panel heeft vernomen dat beide vacatures inmiddels zijn vervuld.• Vanwege de kleinschaligheid is de opleiding overzichtelijk. De lijnen tussen staf, docentenen studenten zijn kort. Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat ersprake is van een goed contact tussen studenten, docenten en staf. Er wordt op eenprettige en duidelijke wijze zowel formeel als informeel gecommuniceerd. De sfeer binnende opleiding is open en dynamisch.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten het item ‘Ik ervaar debegeleiding door (gast)docenten als stimulerend’ met 4,5 waarderen (5-puntsschaal). Hetitem ‘De gesprekken met (gast)docenten dragen er toe bij dat ik mijn werk verder kanontwikkelen’ wordt gewaardeerd met 4,6.Onderwerp 4VOORZIENINGENFacet 4.1 Materiële voorzieningen OnvoldoendeCriteria:- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma terealiseren.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> is eind 2004 verhuisd naar een nieuw pand aan de Fred.Roeskestraat in Amsterdam. Het instituut gebruikt de bovenste drie verdiepingen van hetgebouw dat is gelegen naast de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. Het pand is ontwikkeld alsonderwijsgebouw met voor de bovenste verdiepingen de mogelijkheid om ook kantorente kunnen huisvesten. Nadat er aanpassingen zijn doorgevoerd is het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>hierin gehuisvest.• De opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving heeft de beschikking over een gemeenschappelijke ruimtemet 14 werkplekken (162 m2), een kantoor en een ruimte voor lezingen en viewings.Daarnaast kan de opleiding gebruik maken van extra presentatieruimtes en een aantalgespecialiseerde werkplaatsen. De opleiding beschikt over een ruim aantalnetwerkaansluitingen. Op het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> bevinden zich ook eencomputerwerkplaats en een videostudio. De naburige <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> beschiktover werkplaatsen hout en metaal, textiel, keramiek, glas (de enige in Nederland) enfijnmetaal. Deze werkplaatsen zijn na overleg beschikbaar voor studenten van het<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>.• Het instituut beschikt niet over een eigen bibliotheek. Wel heeft de opleiding in de loopder jaren een eigen collectie boeken en tijdschriften aangelegd die actief wordt beheerd.Ook kunnen de studenten gebruik maken van de bibliotheek van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong><strong>Academie</strong>.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 33


• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat de eigen ruimten en voorzieningen intechnische zin beperkt zijn. De beschikbare apparatuur, gereedschappen en materialenzijn bedoeld om ideeën vorm te kunnen geven en prototypes te ontwikkelen. Voor hetrealiseren van hun eigenlijke werk zijn de studenten aangewezen op de werkplaatsenvan de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. Daar krijgen zij ook technische ondersteuning.• Voor speciale projecten maakt de opleiding gebruik van externe werkruimtes, met nameals het om groot of gespecialiseerd werk gaat. Voorts heeft het instituut onlangs nieuweateliers gehuurd in het centrum van de stad.• De opleiding beschikt over voldoende pc’s. Het netwerk van de opleiding is voor destudenten ook vanuit hun thuisadres toegankelijk.• Het instituut kent verschillende voorzieningen waarmee de opleiding zich buiten hetinstituut als een kunstinstelling manifesteert. Aansprekende voorbeelden zijn DeKunstvlaai, De Een Minuten en het tijdschrift De Verenigde <strong>Sandberg</strong>en. Dezevoorzieningen worden gedeeltelijk gefinancierd met middelen uit sponsering ensubsidies.• Het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> is in principe 24 uur per dag toegankelijk voor studenten enmedewerkers. Studenten die buiten kantoortijden willen werken, moeten onderlingafspraken maken over hun aanwezigheid.• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat de huisvesting van invloed is op hetwerkklimaat. Sinds 1995 heeft de opleiding te maken gehad met vier verschillendelocaties. De huidige locatie kenmerkt zich volgens de opleiding door een beperking vande werkruimten en een beperking van het natuurlijke contact tussen de opleidingen vanhet <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>. Ook zet de bedrukte omgeving een zwaar stempel op dewerksfeer. Tevens verloopt het gebruik van de werkplaatsen van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong><strong>Academie</strong> volgens de opleiding niet optimaal; in de praktijk blijken hieraan nogal wathaken en ogen te zitten.• Tijdens het visitatiebezoek heeft het panel de kritiek op de voorzieningen bevestigdgezien. Het panel heeft vernomen dat studenten er in toenemende mate voor kiezenthuis te werken omdat de werkruimtes te klein en te laag zijn en zij het gebouw nietinspirerend vinden (‘geen atelier-gevoel’). Ook worden ‘vieze’ werkplekken gemist en zijngereedschappen beperkt beschikbaar. Bovendien voelen niet alle studenten zich welkombij de werkplaatsen van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. De beperkingen ten aanzien van devoorzieningen hebben directe gevolgen voor de studenten: zij kiezen ervoor kleiner werkte maken of thuis te werken waardoor het contact met medestudenten en docentenminder is. Studenten moeten zich aanpassen aan de omstandigheden en hebbenvolgens het management minder grootse ideeën en plannen dan voorheen. Het panelvindt de materiële beperkingen waar studenten mee te maken hebben niet acceptabel.• Vaak blijkt dat de plannen van studenten weer andere voorzieningen vergen. Deopleiding wijst de weg waar de benodigde voorzieningen te vinden zijn, maar destudenten wordt geacht dit zelf te regelen. Het netwerk van het instituut voorziet inprincipe in alle faciliteiten die een student nodig heeft. Er zijn curatoren, opleidingen,expositieruimten en kunstenaarsinitiatieven in Nederland en daarbuiten die met destudenten willen werken en faciliteiten ter beschikking stellen.34© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten aan het item ‘De huisvestingvan het Zandberg <strong>Instituut</strong> als totaal’ het rapportcijfer 6,1 toekennen. De theorielokalenworden gewaardeerd met het rapportcijfer 7,4; de eigen werkplek op het Zandberg methet cijfer 5,3. De computerfaciliteiten van het instituut worden gewaardeerd met hetrapportcijfer 5,0.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten de werkplaatsen van de<strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> (hout, metaal, keramiek) honoreren met het rapportcijfer 7,4; deassistentie door de werkplaatsassistenten met het cijfer 7,6 en de toegankelijkheid vande werkplaatsen met het cijfer 7,0. De bibliotheek van de <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> krijgt hetrapportcijfer 6,9.• Het panel is van mening dat de algemene materiële voorzieningen van het <strong>Sandberg</strong><strong>Instituut</strong> volstaan, maar de werkruimtes voor de studenten van de opleiding <strong>Vrije</strong>Vormgeving voldoen niet aan de verwachtingen. Ook het gebruik van de werkplaatsenvan de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> verloopt niet naar wens. Alles afwegend komt het paneltot het oordeel ‘onvoldoende’.Facet 4.2 Studiebegeleiding GoedCriteria:- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met hetoog op de studievoortgang.- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij debehoefte van studenten.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Studenten van de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving worden als semi-professioneelbeschouwd. De opleiding beschouwt studiebegeleiding als haar centrale taak enbetrekt haar studenten in dit proces. De opleiding gaat ervan uit dat de studenten deverantwoordelijkheid voor hun ontwikkeling en voortgang ook zelf kunnen nemen; hijof zij is er zelf verantwoordelijk voor om bij vragen en problemen zaken aan tekaarten. Doorgaans gebeurt dat informeel.• Het panel heeft van de studenten vernomen dat de staf ‘vinger aan de pols’ houdt. Deprocesbewaking gebeurt voornamelijk door twee vaste begeleiders die het niveauvan de student bij aanname en van het projectvoorstel overzien en het niveau van deuitvoering bewaken. Ook is er een extra begeleider beschikbaar voor het werken metde tweedejaars studenten aan het opstellen van hun projectdossier. Door dekleinschaligheid van de opleiding en de vele informele contacten weten staf endocenten wat er speelt en er is in de praktijk sprake van een intensieve persoonlijkebegeleiding. Hierdoor worden problemen snel gesignaleerd. Ook wijst de staf op voorde student interessante gastdocenten en projecten. Het panel heeft in de gesprekkenvastgesteld dat studenten deze werkwijze positief waarderen.• Studenten van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> vallen onder het studentendecanaat van de<strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. Het decanaat biedt hulp bij huisvesting, visa enpersoonlijke problemen.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 35


• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat een van de grote dilemma’s vande begeleiding aan de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving is dat de materiegebonden kunstenvaak mensen trekken die intuïtief werken. Binnen de vrije vormgeving gaat het inhoge mate om het concept en een consistentie in ideeën en werkwijze, die tevensverrassing en experiment impliceert. Deze intuïtieve manier van werken is moeilijkinpasbaar in een sterk gestructureerd systeem van studiebegeleiding.• De opleiding organiseert elke twee weken op maandag een plenaire bijeenkomst(‘maandagochtendbesprekingen’) waarin het hoofd van de opleiding de belangrijksteprogrammapunten doorneemt en de studenten attent maakt op relevantegebeurtenissen in het vakgebied (interne en externe projecten, presentaties,tentoonstellingen, symposia, lezingen, prijsvragen). Ook zijn studenten in degelegenheid om hun werk en plannen met elkaar te bespreken. Afgezien van depraktische informatie-uitwisseling zijn deze bijeenkomsten voor studenten van belangvanwege het leren luisteren en meedenken, het toelichten van eigen werk, het lerenontvangen en omgaan met kritiek.• Vooral onder buitenlandse studenten komen problemen voor die te maken hebbenmet gewenning, de immigratiedienst en financiering van de studie. Om problemen teondervangen wordt een cursus Nederlands aangeboden en krijgen deze studentenextra uitleg over de eigenaardigheden van het Nederlandse kunstonderwijs en dekunstwereld. Ook adviseert de staf ten aanzien van geld en verblijfsstatus.• De voortgang en de werkplannen worden structureel met de studenten besproken inevaluatiegesprekken. Bij deze gesprekken is ook een tweede student aanwezigomdat er aldus meer mogelijkheden ontstaan om creatieve oplossingen voorproblemen en knelpunten te formuleren.• Informatie wordt verschaft via bulletinboards, e-mails, telefoon en mondelingecontacten. Het panel heeft vastgesteld dat studenten tevreden zijn over deinformatievoorziening.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten vinden dat zij metstudieproblemen goed terecht kunnen bij hun docenten. Ook het afdelingshoofd isgoed aanspreekbaar. Voorts blijkt uit het onderzoek dat de informatievoorziening enhet functioneren van de studentenadministratie door de studenten positief wordtbeoordeeld.36© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Onderwerp 5INTERNE KWALITEITSZORGFacet 5.1 Evaluatie resultaten VoldoendeCriteria:- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbarestreefdoelen.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat mede naar aanleiding van de visitatiein 2002 de kwaliteitszorg tegen het licht is gehouden. De bevindingen hebben geleid toteen systematischer opzet van de kwaliteitszorg, met in standhouding van de informelecomponent zoals past bij een kleinschalige opleiding. Kwaliteitszorg is nu minder gerichtop het ad hoc oplossen van problemen. Verbetering van het kwaliteitszorgsysteem komtook tot uitdrukking in het expliciet maken van wat impliciet (mondeling, informeel)gebeurde.• Aangezien de omvang van de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving beperkt is, maakt de opleidingals onderdeel van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>/<strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> zoveel mogelijkgebruik van het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool.• Het hoofd van de opleiding is verantwoordelijk voor de interne kwaliteitszorg. Dezefunctionaris voert gesprekken met medewerkers, stelt doelen op, bewaakt de resultatenen initieert verbeteringen.• Voor de evaluatie van het onderwijs is het (jaarlijkse) Studenttevredenheidsonderzoekeen belangrijk instrument. De opleiding heeft dit onderzoek voor het laatst in maart 2006uitgevoerd. Er is gewerkt met een Nederlandse en een Engelstalige vragenlijst. Devragenlijst omvat 70 items waarbij alle belangrijke aspecten van de opleiding wordenbevraagd. De vragen zijn deels gebaseerd op de eisen die door het <strong>NVAO</strong>-kader wordengesteld. De vragenlijst is door 16 studenten ingevuld. De tevredenheid is vastgesteld aande hand van een 5-puntsschaal of een rapportcijfer.• De gastdocenten worden met de studenten geëvalueerd en al dan niet opnieuwuitgenodigd. Aldus worden de inhoudelijke en didactische kwaliteiten van de docentenbewaakt.• De opleiding organiseert elke twee weken een plenaire bijeenkomst(‘maandagochtendbesprekingen’) waarin het hoofd van de opleiding de belangrijksteprogrammapunten doorneemt en de studenten attent maakt op relevante gebeurtenissen.Studenten gebruiken deze bijeenkomsten om vragen, knelpunten en problemen aan deorde te stellen. De kleinschaligheid van de opleiding biedt bovendien de mogelijkheid datook in de wandelgangen vernomen kritiek tot maatregelen kunnen leiden.• De halfjaargesprekken met staf en studenten (zie 2.8) worden beschouwd als eenwederzijdse tevredenheidtest en een belangrijk onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem.Het leidt bijvoorbeeld tot actielijsten.• De opleiding hanteert een aantal kwantitatieve streefdoelen. Op de 5-puntsschaal wordteen uitkomst lager dan 3,0 als negatief beschouwd. Een uitkomst tussen 3,0 en 3,5betekent voor de opleiding dat aan het onderwerp aandacht moet worden besteed. Ook© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 37


wordt gewerkt met rapportcijfers. Bij de uitkomsten van rapportcijfers is er sprake vanonvoldoende als het cijfer lager dan zes is; een cijfer tussen de zes en zeven vraagt omverbetering. De opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving streeft naar ruim voldoendes (het cijfer zevenof hoger).• Naast kwantitatieve doelen heeft de opleiding voor kwaliteitszorg een aantal algemenedoelen vastgesteld zoals het consolideren van behaalde resultaten en nagaan hoeresultaten kunnen worden verbeterd; de betrokkenheid van het werkveld formeleropzetten; het verstevigen van de positie van de opleiding als cultureel knooppunt;regelmatige (inter)nationale vergelijking op verschillende thema’s.• Van de <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> is in concept de notitie Interne Kwaliteitszorg 2006-2007beschikbaar. Dit plan gaat ook voor de masteropleidingen van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>gelden. Het plan beschrijft de uitgangspunten van kwaliteitszorg (doelen, functies, eisenen streefdoelen), bevat een toelichting op het begrip kwaliteit en geeft een overzicht vande betrokkenen. Ook wordt de werkwijze geschetst die voorziet in een planningscyclus. Inde bijlagen wordt aandacht geschonken aan het werken met de PDCA-cyclus en is eenformat voor een kwaliteitsverslag opgenomen. Dit verslag moet een rol gaan spelen in hetgesprek van de opleidingen met het college van bestuur. Het panel is van oordeel dat ersprake is van een bruikbaar en werkbaar plan dat enerzijds voldoet aan de eisen vanexterne kwaliteitszorg, maar ook nadrukkelijk ruimte laat aan de eigenheid en eigenambities van de opleidingen. Het panel heeft van het management van de opleidingvernomen dat het kwaliteitszorgplan van de hogeschool in een behoefte voorziet en alseen steun in de rug wordt beschouwd.• Het panel stelt vast dat het onderwijs met een zekere regelmaat wordt geëvalueerd en datmen een vinger aan de pols houdt als het gaat om de opvattingen en wensen vanstudenten, maar deze activiteiten zijn niet ingebed in een duidelijke structuur. Debouwstenen daarvoor zijn de vorm van de notitie Interne Kwaliteitszorg 2006-2007 nu welvoorhanden. De opleiding maakt als onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem slechts inbeperkte mate gebruik van toetsbare kwaliteitscriteria. Wel is er sprake van een duidelijkkwaliteitsbewustzijn en is er continu aandacht voor signalen die betrekking hebben op dekwaliteit van het onderwijs.Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering VoldoendeCriteria:- De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbareverbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Zoals bij facet 5.1 is aangegeven, vinden verbeteracties nog niet plaats binnen eenstructuur op basis van een geformaliseerd kwaliteitszorgplan. In die zin is de wijze waaropverbetermaatregelen tot stand komen te typeren als informeel. Ondanks dezekanttekening heeft het panel tijdens het bezoek wel vastgesteld dat er sprake is van eenopleiding met goede relaties met het werkveld zodat tijdig kan worden ingespeeld opveranderende omstandigheden en dat de opleiding de ambitie heeft kwaliteit te leveren.38© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


De opleiding is in de praktijk flexibel en slagvaardig. De kleinschaligheid met kortecommunicatielijnen maakt snelle beslissingen en veranderingen mogelijk. Het panel heeftvastgesteld dat de cultuur van de opleiding is gericht op voortdurende evaluatie vanuitgangspunten en doelstellingen. Innovatie en verbetering zijn sleutelwoorden. Dit maaktdat de vernieuwingsgezindheid van de opleiding buiten kijf staat.• Het hoofd van de opleiding is zowel intern als extern het aanspreekpunt voorkwaliteitszorg. Ze stemt af met de directeur van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> en de uitvoeringvan de kwaliteitszorg als instituut met drie opleidingen. Zij bewaakt de resultaten eninitieert op grond van evaluatieresultaten en meer informele signalenverbeteringsmaatregelen. Deze worden samengebracht in actielijsten.• De opleiding geeft in het zelfevaluatierapport een overzicht van verbeteracties naaraanleiding van de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek. De acties hebbenbetrekking op het duidelijker overbrengen aan studenten hoe de studie is ingericht en watzij kunnen verwachten, het betrekken van meer begeleiders bij de opleiding, zowel los alsvast, waardoor er meer technische vakkennis beschikbaar komt en meer samenwerkingmet de beide andere opleidingen van het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> en met de opleidingen enwerkplaatsen van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>.• Het panel heeft van de studenten vernomen dat de opleiding open staat voor hun wensenen krachten. Volgens de studenten spant de opleiding zich in hieraan ook praktischeconsequenties te verbinden.• Signalen uit evaluatiegesprekken met docenten en andere contacten met docentenleveren informatie op over de tevredenheid van docenten. Soms leidt dit tot directebijstellingen, soms tot aanpassingen in het volgend studiejaar.• In jaarverslagen wordt verantwoording afgelegd over de ondernomen activiteiten.• Naar aanleiding van de visitatie in 2002 zijn een aantal maatregelen getroffen. Zo iskwaliteitszorg tegen het licht gehouden en aangescherpt, is een tevredenheidsonderzoekingevoerd en is het theoretisch deel van de opleiding versterkt.Facet 5.3Betrekken van medewerkers, studenten, alumni enberoepenveldVoldoendeCriteria:- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemendberoepenveld van de opleiding actief betrokken.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• Studenten zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg via het tevredenheidsonderzoek,plenaire bijeenkomsten en halfjaargesprekken. Voorts zijn de studenten via evaluatiesrechtstreeks betrokken bij het continueren van gastdocentschappen en kunnen zij zelfgastdocenten voordragen. Ook zijn er voor studenten mogelijkheden om op meerinformele wijze hun mening naar voren te brengen. Het panel stelt vast dat studentenserieus worden genomen. De opleiding kent geen opleidingscommissie waarin studentenzijn vertegenwoordigd.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 39


• De opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving volgt de studenten na hun afstuderen. Er wordtbijgehouden wie er in de prijzen vallen en subsidies krijgen, wie waar exposeert en hoecritici over hen schrijven. Voorts heeft de opleiding in april 2006 een tevredenheids- enloopbaanonderzoek laten uitvoeren onder afgestudeerden met het oog op de visitatie. Deopleiding neemt zich voor de alumni twee jaar na hun afstuderen te interviewen over hunloopbaan. Ook onderhouden afgestudeerden op informele wijze contact met voormaligebegeleiders en gastdocenten en sommige afgestudeerden zijn gevraagd als gastdocent.Tevens worden afgestudeerden betrokken bij exposities en het geven van workshops. Zijkunnen zelfs na hun afstuderen in bepaalde mate gebruik blijven maken van de faciliteitenvan de opleiding. Voorts blijven afgestudeerden vaak gebruik maken van het netwerk vande opleiding en worden er een onderdeel van. De opleiding neemt zich voor de contactenmet de alumni meer formeel op te zetten. Het panel stelt vast dat de opleiding contactenonderhoudt met afgestudeerden, maar aan deze activiteiten ligt geen alumnibeleid tengrondslag.• Medewerkers zijn betrokken bij de interne kwaliteitszorg in de vorm vanfunctioneringsgesprekken, hun betrokkenheid bij verbeteractiviteiten. Gastdocentenworden uitgenodigd hun indrukken en ervaringen te geven.• De <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>/<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> beschikt over eenmedezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad bestaat uit 14 leden, waarvan dehelft vertegenwoordigers van het personeel en de andere helft vertegenwoordigers van destudenten. De taken en bevoegdheden van de raad zijn vastgelegd in een reglement.• Afstemming op actuele ontwikkelingen vindt minimaal een keer per twee jaar plaats metde werkveldcommissie van de <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>. Regelmatig wordt een‘veldraadpleging’ georganiseerd met een representatieve afvaardiging van hetberoepsveld. In het zelfevaluatierapport schrijft de opleiding dat de betrokkenheid van hetwerkveld een formelere opzet behoeft.• De opleiding onderhoudt reguliere contacten met docenten aan buitenlandse instellingendie regelmatig als gastdocent bij de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving werkzaam zijn. Daarnaastheeft de opleiding contacten via de studenten en via internationale projecten waarbuitenlandse opleidingen bij betrokken zijn. Uit het zelfevaluatierapport blijkt dat netwerkvan de opleiding een flink aantal gerenommeerde kunstopleidingen in Nederland, België,Engeland, Duitsland, Zwitserland, Japan en Australië omvat.• Uit het tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten positief oordelen over demogelijkheden tot inspraak binnen het instituut; ook vinden zij dat problemen serieusworden genomen.40© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Onderwerp 6RESULTATENFacet 6.1 Gerealiseerd niveau GoedCriteria:- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefdeeindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding schrijft in het zelfevaluatierapport dat uit de beschrijvingen van delevenslopen van de vormgevers en uit hun werk blijkt dat de afgestudeerden in deuitvoering van hun vak vaak slagen. De alumni, de beroepspraktijk, de kritische omgevingen het publiek waarderen het niveau van de afgestudeerden. Dit blijkt uit werk,publicaties, recensies, opdrachten, discussies en subsidieverstrekkingen. Afgestudeerdenblijken een bijdrage te leveren aan ontwikkelingen binnen de vrije vormgeving.• Het zelfevaluatierapport vermeldt dat het succesvol functioneren van de vrije vormgevereen moeilijk te vatten begrip is omdat dit afhankelijk is van de optiek waarmee ernaarwordt gekeken. De opleiding stelt dat afgestudeerden vormgevers zich na de opleidingmet verve presenteren. De opleiding houdt bij wie er in de prijzen vallen en subsidieskrijgen, wie waar exposeert en hoe critici over hen schrijven.• Het zelfevaluatierapport bevat een overzicht van de prijzen die afgestudeerden hebbenbehaald en de musea en kunstcollecties die werk van afgestudeerden hebbenaangekocht. Op basis van dit overzicht en vanuit het eigen functioneren in deberoepspraktijk stelt het panel vast dat afgestudeerden van de opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgevingtot de top van het vakgebied behoren. Afgestudeerden staan in hoog aanzien enondernemen activiteiten die voor het vakgebied van belang zijn. Ook slagen zij erin doormiddel van publicaties de publieke aandacht op zich te vestigen.• De opleiding heeft in april 2006 een tevredenheids- en loopbaanonderzoek onder alumnilaten uitvoeren (n = 29). Uit het onderzoek blijkt dat de opleiding erin slaagt bij studenteneen artistiek-inhoudelijke en theoretische verdieping en verbreding van het vak realiseren.Er is volgens de alumni sprake van een grotere bewustwording van de mogelijkewerkwijzen en disciplines, evenals het inzicht hieruit een passende keuze te maken. Deoriëntatie op de beroepspraktijk wordt eveneens verdiept en verbreed en de overgangtussen opleiding, beroepspraktijk en kunstwereld wordt vergemakkelijkt. Het vermogenom kansen te grijpen, zelf zaken te initiëren, te durven ondernemen en het eigen werk tepresenteren en af te zetten zijn volgens de alumni vergroot. De opleiding heeft hen ookgeholpen meer inzicht te verwerven in de eigen werkwijze, het leren focussen binnen hetvakgebied en het ontwikkelen van een eigen thematiek. Daarnaast is geleerd hoetentoonstellingen worden georganiseerd, hoe een subsidie aan te vragen en hoeopdrachten te verwerven. De opleiding is volgens de alumni tevens de basis van voor deloopbaan essentiële contacten in de vormgevingswereld. Ook in die zin bereidt deopleiding de studenten voor om als zelfstandige in de beroepspraktijk aan de slag tegaan. De conclusie is dat de opleiding zijn studenten professionaliseert tot beterevormgevers. De opleiding levert een belangrijke positieve impuls aan de ontwikkeling totprofessioneel vormgever en aan de beroepsloopbaan.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 41


• Uit het tevredenheids- en loopbaanonderzoek onder alumni zijn ondanks de grotetevredenheid ook een aantal wensen naar voren gekomen. In dit verband wordt meeraandacht voor (vak)theoretische kennis, kunst- en designgeschiedenis en filosofiegenoemd. Voorts heeft een deel van de respondenten meer behoefte aan commerciëlevaardigheden (het opzetten van een eigen zaak, de omgang met opdrachtgevers en hetbepalen van een verkoopprijs) omdat de opleiding meer gericht is op het culturele circuit.Over het algemeen hebben de respondenten de geconstateerde lacunes zelf weten tevullen. Het panel stelt vast dat er onder de alumni grote tevredenheid heerst over degerealiseerde eindkwalificaties. De gesignaleerde wensen en tekorten zoals geformuleerddoor een deel van de alumni hebben geen betrekking op centrale aspecten van debeoogde eindkwalificaties en de alumni zijn in staat gebleken hiervoor zelf een oplossingte vinden.• Afgestudeerden zijn blijkens het tevredenheids- en loopbaanonderzoek werkzaam alsautonoom kunstenaar, ontwerper van sieraden, accessoires, dessins of stoffen. Zijwerken zelfstandig, in opdracht, of in loondienst van textielbedrijven of van(muziek)theater- en filmproducenten. Ook hebben enkele afgestudeerden eenontwerpstudio gestart. Tevens geeft een aantal respondenten les aan kunstacademies.Op basis van het zwaartepunt in hun professionele activiteiten kunnen drie typenafgestudeerden worden onderscheiden: afgestudeerden die vooral vrij werk maken (55%),afgestudeerden die vooral werken in opdracht (31%) en afgestudeerden die indienstverband werken (14%). Alle alumni zijn werkzaam binnen een terrein dat direct inhet verlengde van hun opleiding ligt.• Voor degenen die vrij werk maken is het aantal exposities waaraan zij hebbendeelgenomen een maatstaf voor hun professionele succes, evenals prijzen, stipendia,subsidies en aankopen door musea en kunstcollecties. Het zelfevaluatierapport bevathiervan een overzicht. Daaruit blijkt dat de alumni voor wie het exposeren een relevanteprofessionele activiteit is na hun studie aan het <strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> aan gemiddeld 18exposities hebben deelgenomen. Ook blijkt uit de gegevens dat vele afgestudeerdenprijzen hebben gewonnen, subsidie hebben ontvangen en dat het werk van eenaanzienlijk aantal alumni is opgenomen in kunstcollecties en musea. Voorts blijkt dattweederde van de alumni erin slaagt de publieke aandacht op zich te vestigen in de vormvan publicaties. Het panel concludeert dat afgestudeerden worden geaccepteerd door dekunstwereld en bovengemiddelde resultaten behalen.• Het panel heeft in het gesprek met de afgestudeerden en het werkveld bovengenoemdepositieve bevindingen bevestigd gezien. Alle afgestudeerden verrichten werkzaamhedendie passen bij de opleiding en zijn veelal in staat uit eigen werk een inkomen tegenereren. Zij leveren in de vorm van werk (op eigen initiatief of in opdracht), publicatiesen tentoonstellingen een bijdrage aan de ontwikkelingen binnen de vrije vormgeving. Ookblijken de afgestudeerden breder inzetbaar te zijn: een aantal van hen is (ook) werkzaamals docent of is beleidsmatig actief. Afgestudeerden stellen nadrukkelijk dat de opleidinghen heeft gestimuleerd zich inhoudelijk te verdiepen en eigen verantwoordelijkheid tenemen. Ook heeft de opleiding hen ertoe aangezet zich te richten op de buitenwereld.• Op basis van de gesprekken, de presentatie (video’s) van de opleiding over demasterproeven, de vele voorbeelden (foto’s) in het zelfevaluatierapport en de eigenwaarnemingen van het panel in het werkveld concludeert het panel dat afgestudeerden tot42© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


de top van het vakgebied behoren. Zij vinden aansluiting bij het werkveld en behalenbovengemiddelde resultaten.• Uit tevredenheidsonderzoek (2006) blijkt dat studenten zeer tevreden zijn over de matewaarin het onderwijs bijdraagt aan het verwerven van de eindkwalificaties (scores tussen3,5 en 4.3 op vijfpuntsschaal).Facet 6.2 Onderwijsrendement GoedCriteria:- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking metrelevante andere opleidingen.- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.Het oordeel is gebaseerd op de volgende argumenten:• De opleiding streeft naar een opleidingsrendement van 90%.• Het is de inzet van de opleiding om te zorgen dat er geen studenten uitvallen. Een goedeselectie bij de aanname en intensieve persoonlijke begeleiding maken het volgens deopleiding mogelijk een zeer hoog rendement te behalen.• Uit de cijfers in het zelfevaluatierapport blijkt dat de uitval gering is. De afgelopen tien jaarzijn in totaal 74 studenten ingestroomd. Hiervan zijn 53 studenten met een diplomavertrokken en 7 studenten hebben de opleiding vroegtijdig verlaten. Er zijn nog 14studenten bezig met de studie. Dit betekent dat het percentage uitvallers beperkt is tot9,5%. De gemiddelde studietijd ligt rond de twee jaar. Opgemerkt moet worden dat geziende kleinschaligheid van de opleiding het werken met rendementscijfers metvoorzichtigheid moet gebeuren.• Uitval van studenten is volgens de opleiding een uitzondering door de strenge selectieaan de poort. Toch komt studievertraging, -pauze of -beëindiging incidenteel voor. Deredenen zijn vaak individueel. Het zelfevaluatierapport geeft hiervan een aantalvoorbeelden. De opleiding probeert hiermee zo reëel mogelijk om te gaan. Maar alsindividuele omstandigheden kunnen worden gezien als realiteiten van de beroepspraktijk,wordt het in grote mate aan de student overgelaten hoe hiermee om te gaan.• Tot 2005 werden er jaarlijks maximaal 5 studieplaatsen bekostigd. De instroom wasechter meestal groter. In 2005 is de bekostigingssystematiek door de overheid gewijzigd.Thans worden extra studieplaatsen eveneens bekostigd, zij het met een lager bedrag dande eerste vijf studieplaatsen. Dit maakt het mogelijk meer studenten aan te nemen. Deopleiding streeft naar uitbreiding van het totale aantal bekostigde studieplaatsen van 10naar 20 à 25 studieplaatsen. Volgens de opleiding zijn er voldoende serieuze aspirantstudenten.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 43


44© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Deel C: Bijlagen© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 45


Bijlage 1:Onafhankelijkheidsverklaring panelleden46© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 47


48© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 49


50© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Bijlage 2:Deskundigheden panelledenDeskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22 augustus 2005Panellid en voorzitter:de heer drs. R.A. HuismanPanellidDe heer P. DerrezPanellid student:De heer W. HaarsmaPanellid NQA:De heer drs. G.J. H. VermeulenRelevante werkvelddeskundigheid X XVakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingenXVakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling entoetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleidingXOnderwijsdeskundigheid X XStudentgebonden deskundigheidXVisitatiedeskundigheid X XDe panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend.Specifieke informatie over de panelleden:Panellid de heer drs R.A. HuismanDe heer Huisman is ingezet vanwege zijn expertise op het gebied van museale organisatie en zijnbrede deskundigheid op het gebied van kunst en vormgeving. Hij heeft kennis van bijna alledeelgebieden, t.w. grafische vormgeving, industriële vormgeving, interieurarchitectuur, media design &communicatie, mfa theatervormgeving/beeldregie, modevormgeving, typografie en vrije vormgeving.De heer Huisman heeft voor deze visitatie individuele instructies ontvangen.<strong>Opleiding</strong>:1980 Doctoraal Sociale wetenschappen, Universiteit van Amsterdam,Specialisatie: 'kunstsociologie' en 'sociologie van de gebouwde omgeving'Werkervaring1979 – 1980 stage bij de Amsterdamse Kunstraad, 'Body Art en Performances in de Appel'1980 – 1981 zelfstandig onderzoeker, o.a. voor de Boekmanstichting1981 – 1987 beleidsmedewerker beeldende kunst, vormgeving en nieuwe media, Culturele RaadZuid-Holland© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 51


1987 – 1991 algemeen secretaris Grafisch Vormgevers Nederland GVN1991 – 1996 directeur beroepsvereniging Nederlandse Ontwerpers bNO1996 – heden directeur Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers BNONevenfunctiesPenningmeester Stichting Collectieve Rechten Illustratoren en Ontwerpers Scrio bestuurslidDesignplatform EindhovenSecretaris stichting Best Verzorgde BoekenBestuurslid stichting De VisuelenBestuurslid stichting Nederlandse DesignprijzenLid Nationaal Platform ProductontwikkelingLid visitatiecommissie Kunstvakonderwijs HBO-raad (2002 - 2003)Panellid de heer P.P.A. Derrez:De heer Derrez is voornamelijk ingezet als panellid vanwege zijn internationale deskundigheid op hetgebied van vormgeving van sieraden. Ook heeft de heer Derrez expertise op het gebied vangaleriehouderschap. Door zijn docentschap aan de <strong>Academie</strong> Maastricht heeft de heer Derrez tevensonderwijsdeskundigheid. Voor deze visitatie heeft de heer Derrez individueel instructies gekregen.<strong>Opleiding</strong>:1969 – 1971 Design Academy, Eindhoven1971 – 1973 Akademie voor Expressie door woord en gebaar, Utrecht1973 – 1975 Vakschool SchoonhovenWerkervaring:1976 – heden Eigenaar/directeur Galerie RA, Amsterdam1995 – 2001 Docent sieraadvormgeving, Akademie Maastricht1976 – heden Lezingen m.b.t. sieraden en vormgeving wereldwijdPanellid student: de heer W. HaarsmaDe heer Haarsma is ingezet als student panellid. Hij volgt de masters opleiding Man and Humanityaan de Design Academy Eindhoven. Doordat de Design Academy Eindhoven een brede benaderinghanteert naar het vakgebied design zijn studenten en oud-studenten van de opleiding niet beperkt totindustriële vormgeving. De heer Haarsma beschikt over studentgebonden deskundigheid metbetrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingenVormgeving. De heer Haarsma heeft voor deze visitatie individueel instructies gekregen.<strong>Opleiding</strong>:1995 – 1999 Cibap in Zwolle – adverteren, presenteren en tentoonstellingsvormgeving, Middelbareberoepsopleiding1999 – 2004 Bachelor diploma industrieel ontwerp (afdeling Mens en Activiteit)2004 – now Masters opleding in industrieel ontwerp (afdeling Mens en department of Man andHumanity)52© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Werkervaring1999 Korte werkperiode bij Lou Beeren Design (Product-ontwerp) in Groningen2003 Stage bij GBO (Productontwerp en uitvoering) in Helmond2004 Stage bij Damian O'Sullivan (Industrieel ontwerp) in Rotterdam2005 Masters project voor Dastkar en Khamir (een handwerk-ondersteunings- en verkooporganisatiein Bhuj en Delhi, India)April 2005 Kort contract voor 'de houdbare driehoek' (samenwerking tussen verschillendegemeenten in Brabant)10/05 Organisatie van de tentoonstelling ‘At home’ in de openbare bibliotheek vanEindhoven in de week van het ontwerp12/05 Organisatie van de tentoonstelling ‘At home’ in de Westergasfabriek in Amsterdamvoor het Icco2005 – heden Lid van de B.N.O.-afdeling zuid (professionele organisatie van nederlandseontwerpers)Panellid de heer drs. G.J.H. Vermeulen (NQA-auditor)De heer Vermeulen is ingezet als NQA-auditor. Hij heeft ruime ervaring met visiteren in bijna allesectoren van het hbo. Hij heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft hijruime ervaring als onderzoeker op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt.<strong>Opleiding</strong>:1969 – 1976 Atheneum B1976 – 1983 Doctoraal Psychologie KU NijmegenWerkervaring:1980 – 1982 Studentassistent Bureau Studentenpsychologen Technische Hogeschool Eindhoven1984 – 1990 Onderzoeker ITS Nijmegen op het gebied van onderwijsongelijkheid en -kansen1990 – 1995 Beleidsonderzoeker B&A Groep Den Haag1995 – 2003 Beleidsmedewerker kwaliteitszorg HBO-raad; secretaris en projectleider diversevisitatiecommissiesVanaf jan. 2004 NQACursussen:1991 Cursus beleidsonderzoek en -advies1998 Cursus INK EFQM-auditor2003 Thymos cursussen Verzakelijking en Adviesvaardigheden2003 Training Auditor Hoger Onderwijs NQA i.s.m. Lloyd’s Register© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 53


Bijlage 3:BezoekprogrammaNQA-visitatie 21 juni 2006<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> opleiding vrije vormgevingochtend09.00 ontvangst panel door Jos Houweling, Marjan Unger09.30 rondleiding panel over afdeling door studenten10.00 rondleiding panel langs werkplaatsen door studenten10.30 koffiepauze + publicaties bekijken [bibliotheek]10.45 gesprek panel met opleidingsmanagementMarjan Unger, Sybrand Zijlstra, Jaap Vinken11.30 gesprek panel met huidige studenten12.30 lunch [kamer Jos Houweling]middag13.30 presentatie in auditorium [zesde verdieping] door Marjan Unger[voor panel + gastdocenten + werkveld + oud-studenten + studenten]14.30 gesprek panel met commissie gastdocenten + werkveld15.30 koffiepauze15.45 gesprek met commissie oud-studenten16.45 tweede gesprek panel met opleidingsmanagement17.15 afsluiting [kamer Jos Houweling]lokaties1 bespreekruimte [7e verdieping] > ontvangst + gesprekken2 auditorium [6e verdieping] > presentatie3 terugtrekkamer [kantoor Jos Houweling 7e verdieping]4 afdeling > work-in-progress5 bibliotheek [7e verdieping] > boekentafel / publicaties54© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Genodigden NQA-visitatie 21 juni 2006<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong> opleiding vrije vormgeving<strong>Opleiding</strong>smanagementMarjan UngerSybrand ZijlstraJaap VinkenStudenteneerstejaarsMonique HorstmannChiaki Kamikawa (JAP)Marisa Richter (DLD)Katrijn Schatteman (B)tweedejaarsMarieke RongenCay SchröderRemco Swart- hoofd- project-assistent- eindredacteur zelfevaluatierapport- productvormgeving- sieraadvormgeving, beeldende kunst- productvormgeving- glaskunst- productvormgeving- productvormgeving, ruimtelijke vormgeving, beeldende kunst- productvormgeving, beeldende kunstOud-studentenBas BoumanLaura BraspenningYu-Chun Chen (TWN)Anne-Marie JettenEvert NijlandSuzanne van Oirschot- sieraadvormgever- zelfstandig productvormgever- sieraadvormgever- zelfstandig productvormgever- sieraadontwerper, docent afdeling Sieraadvormgeving,<strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>, oud-student- zelfstandig productvormgever / sieraadvormgever(Gast)docenten / werkveldGijs AssmannNils van BeekKrien ClevisYvanka LindersCaroline PrisseHans StoferFrank Tjepkema- keramisch kunstenaar, hoofd afdeling Keramiek <strong>Gerrit</strong><strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>, gastdocent- kunsthistoricus, theoriebegeleider- beeldend kunstenaar, docent <strong>Academie</strong> voor BeeldendeKunst, Maastricht, voormalig voorzitter commissieBasisbeurzen Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving enBouwkunst- textielvormgever, docent Hogeschool voor de KunstenUtrecht, gastdocent, oud-student- glaskunstenaar, hoofd afdeling Glas <strong>Gerrit</strong><strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong>, gastdocent- vormgever, docent Camberwell College of Art (Londen),gastdocent- zelfstandig productvormgever, bestuurslid PremselaStichting, gastdocent, oud-student,© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 55


Bijlage 4:Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaalMateriaal dat ter plaatse beschikbaar is of digitaal beschikbaar gesteld wordtMateriaalOnderwerp/facetBeleidsdocumenten (op opleidings- en hogeschoolniveau)kwaliteitszorgorganisatiepersoneelsbeleid (o.a. functie- en kwalificatieprofielen, documentatieover functioneren en professionaliseren)onderwijsbeleid en toetsbeleidrendementsbeleidEvaluatierapporten/ -resultaten (zowel intern als extern onderzoek)Inclusief de meetinstrumenten5325, 62, 3.3, 4, 5, 6.2Onderwijs- en examenregelingBeoogde eindkwalificaties 1Beroepsprofiel of vergelijkbaar document 1Studiegids 2, 4.2Overzicht van het programma (voor elke variant en locatie)2inclusief studiepuntenOverzicht van personeel (kwalificaties van docenten) 3.1Kengetallen 6.1Curriculummateriaal:2modulehandleidingenstage/afstudeerhandleidingenboekenlijstprojectopdrachtendeficiëntieprogramma’sstudieboekenreadersToetsen, portfolio’s en assessments, inclusief beoordelingen 2.8, 6.2Afstudeerproducten, inclusief beoordelingen 6.2Stageverslagen, inclusief beoordelingen 2.856© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master


Toelichting op de algemene lijst van materialen:De meest recente Onderwijs- en examenregelingDe meest recente voorlichtingsbrochure en overig voorlichtingsmateriaalBeleidsdocumenten van de opleiding waaruit in kwalitatieve en kwantitatieve zin blijkthoe in de afgelopen jaren aan de opleiding gestalte is gegeven en welk beleid haarvoor de komende jaren voor ogen staat (onder andere het instellingsplan). Eventuelerelevante (beleids)documenten die na de afronding van het zelfevaluatierapport zijnverschenenRecente evaluatierapporten van (aspecten van) het onderwijs, zoals verslagen vangecommitteerden, evaluaties door studenten en docenten, module-evaluaties,studenten tevredenheidsonderzoek.Een representatieve selectie uit het studiemateriaal waarmee u werkt, zoals: cursusboeken, readers, studieboeken, moduleboeken, studiehandleidingen literatuurlijst en boekenlijstEen representatieve set van stageverslagen, plus de beoordeling daarvan. Zowelverslagen die als voldoende zijn beoordeeld als verslagen die als onvoldoende zijnbeoordeeld.Een representatieve set van beoordelingsmateriaal die het (eind)niveauweerspiegelen dat docenten van studenten verwachten: vraagstellingen toetsen opdrachtenEen representatieve set van afstudeerwerkstukken (minimaal 10) plus de beoordelingdaarvan. Daarnaast een overzicht van de laatste 25 afstudeerwerkstukken (titel +korte beschrijving van de inhoud) met de beoordeling van de werkstukken.Documentatie over het (geautomatiseerde) studievoortgangsregistratiesysteem, metbij voorkeur een uitdraai als voorbeeldInformatie over het interne kwaliteitszorgsysteem.Informatie over onder andere de organisatie van de opleiding en de plaats ervan in de hogeschool (voorzover niet in het zelfevaluatierapport beschreven), het personeelsbeleid (onder andere een uitgewerkt voorbeeld van eenfunctioneringsverslag en het scholingsplan) relevante overlegorganen (bijvoorbeeld notulen opleidingscommissie,werkveldcommissie Overzicht van externe contacten en aard van die contactenBeknopte CV’s van docenten met overzicht van meest recente relevante werkervaringen relevante (bij)scholingDocumenten waar de opleiding in het zelfevaluatierapport naar verwijst.© NQA - visitatie <strong>Gerrit</strong> <strong>Rietveld</strong> <strong>Academie</strong> /<strong>Sandberg</strong> <strong>Instituut</strong>, opleiding <strong>Vrije</strong> Vormgeving, hbo master 57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!