10.07.2015 Views

Algemene Bachelor scriptiehandleiding - Faculteit der Letteren, Vrije ...

Algemene Bachelor scriptiehandleiding - Faculteit der Letteren, Vrije ...

Algemene Bachelor scriptiehandleiding - Faculteit der Letteren, Vrije ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong><strong>Bachelor</strong> <strong>scriptiehandleiding</strong> 20121


VoorwoordDeze handleiding voor het schrijven van de <strong>Bachelor</strong>scriptie, is de herziene versie van debachelor<strong>scriptiehandleiding</strong> uit 1998. Waar nodig zijn de regels aangepast, mede met het oog op debepalingen opgenomen in het Handboek On<strong>der</strong>wijskwaliteit – hoofdstuk Stage en Thesis, versie2010, van de <strong>Vrije</strong> Universiteit. Bovendien zijn de bepalingen uit de notitie afstudeertraject <strong>Bachelor</strong>,zoals vastgesteld in 2010 door het <strong>Faculteit</strong>sbestuur in deze <strong>scriptiehandleiding</strong> verwerkt.De tekst beschrijft de belangrijkste stappen van het begin tot het einde van de <strong>Bachelor</strong>scriptie.Naast korte toelichtingen over de aan de scriptie verbonden leerdoelen en over de functie van debelangrijkste stappen, bevat deze tekst de vaste procedures die voor het scriptieproces in elkeopleiding hetzelfde zijn.Daarnaast worden in een zestal bijlagen, voorbeelden gegeven van belangrijke documenten in hetscriptieproces, zoals de scriptieovereenkomst, het scriptiewerkplan, scriptietraject, titelpagina,beoordelingsformulieren, en de verklaring inzage oorspronkelijkheid.Opleidingsspecifieke informatie is te vinden in de werkbank Academische Vaardigheden(http://www.let.vu.nl/nl/studenten , daar is de directe link te vinden naar de werkbank AcVa).Bij het maken van deze handleiding is bewust gekozen voor één handleiding voor studenten endocenten. Hierdoor zijn beide partijen op de hoogte van elkaars mogelijkheden,verantwoordelijkheden, rechten en plichten.Het doel van de <strong>scriptiehandleiding</strong> is om studievertraging te voorkomen en om uitkomst te biedenbij onduidelijkheden en/of problemen.De handleiding is vastgesteld door het bestuur van de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong>.juli 2011(herziene versie oktober 2012)2


Inhoudsopgave1. Wat is een bachelorscriptie pag. 42. Vorm pag. 43. Omvang en tijdsbesteding pag. 54. Toelatingseisen pag. 55. Scriptietraject pag. 56. On<strong>der</strong>werpkeuze en begeleiding door de docenten tijdens het scriptiecolloquium pag. 77. Scriptieovereenkomst en scriptiewerkplan pag. 88. Beoordeling en beoordelingsformulier pag. 99. Fraude pag. 910. Geschillen pag. 1011. Afronding pag. 1012. Auteursrechten pag. 10Bijlagen:1. Formulier scriptieovereenkomst pag. 112. Werkplan (bijlage bij de scriptieovereenkomst, inclusief tijdsplanning) pag. 123. Voorbeelden van het scriptietraject in schema pag. 134. Voorbeelden van beoordelingsschema’s pag. 155. Voorbeeld van een titelpagina pag. 216. Verklaring inzake Oorspronkelijkheid (Ne<strong>der</strong>landse en Engelse versie) pag. 223


1. Wat is een bachelorscriptieHet bachelorprogramma wordt afgesloten met een scriptie, een studieon<strong>der</strong>deel dat weliswaaron<strong>der</strong> begeleiding, maar in hoge mate zelfstandig wordt verricht. De bachelorscriptie heeft hetkarakter van een werkstuk en wordt aan de hand van literatuurstudie en eventueel archief- en/ofempirisch on<strong>der</strong>zoek geschreven.De bachelorscriptie kan worden gebruikt voor een an<strong>der</strong>e bestu<strong>der</strong>ing van reeds verzameldmateriaal of om bepaalde thema’s na<strong>der</strong> te on<strong>der</strong>zoeken. In de bachelorscriptie wordt op basis vaneen probleemstelling, doelstellingen en on<strong>der</strong>zoeksvragen, on<strong>der</strong>zoek gedaan.De bachelorscriptie is de eindproef van de bacheloropleiding. De student maakt hierin gebruik vanalle kennis en vaardigheden die hij/ zij in de drie bachelorjaren heeft opgedaan. De student schrijftde scriptie alleen.Uit de scriptie blijkt dat de student in het bezit is van kennis, inzicht en vaardigheden met betrekkingtot een specifiek vakgebied. Deze kennis dient ingebed te zijn in een breed cultureel en/ofmaatschappelijk ka<strong>der</strong>. Ook bezit de student theoretische en methodische inzichten op hetvakgebied en de student kan deze inzichten zelfstandig toepassen.Leerdoelen (ontleend aan de “Dublin descriptoren”):- (kennis en inzicht): de student is in staat om op een wetenschappelijk verantwoorde maniereer<strong>der</strong> aangeleerde houding, kennis, vaardigheden en inzichten te hanteren.- (toepassen van kennis en inzicht): de student is in staat een probleemstelling te analyseren en uitte werken.- (oordeelsvorming): de student is in staat een duidelijke argumentatie te ontwikkelen die oprelevante wijze wordt on<strong>der</strong>steund door een breed scala aan primaire en secundaire literatuur eneventueel primaire bronnen.- (communicatie): de student is in staat om via mondelinge en schriftelijke presentaties,informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten enniet-specialisten.- (combinatie van bovenstaande): de student is in staat een wetenschappelijke tekst te schrijven induidelijke, doelmatige en academische taal en deze binnen de afgesproken termijnen in televeren.De bachelorscriptie is an<strong>der</strong>s dan de masterscriptie. In de masterscriptie wordt van de studentverwacht dat hij/ zij kan bijdragen aan het generen van nieuwe wetenschappelijke inzichten en dathij/zij in staat is om zelfstandig origineel on<strong>der</strong>zoek uit te voeren. In de masterscriptie zitten dusvernieuwende elementen. Dat is in de bachelorscriptie nog niet (noodzakelijkerwijs) aan de orde.2. VormEen scriptie wordt geschreven als een volwaardig zelfstandig on<strong>der</strong>zoeksverslag in de gebruikelijkewetenschappelijke vormgeving (volgens de richtlijnen van Schriftelijk presenteren van het collegeAcademische vaardigheden) en bevat in ie<strong>der</strong> geval de volgende on<strong>der</strong>delen:a. Inleiding met probleemstelling/ on<strong>der</strong>zoeksvraagb. Verantwoording van de gekozen werkwijze (o.a. motivering van de selectie van het materiaal)c. Antwoord op de on<strong>der</strong>zoeksvraagd. Noten, bibliografie, bronvermeldingene. Eventuele afbeeldingen (incl. bronvermeldingen)f. Eventuele bijlagen (incl. bronvermeldingen)De titelpagina van elke scriptie binnen de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong> bevat de volgende gegevens:- Titel en waar relevant on<strong>der</strong>titel van de scriptie4


- Naam universiteit, faculteit en opleiding- Naam student- Adres en telefoonnummer student- E-mailadres (VU-adres en privé-adres)- Studentnummer- Naam begelei<strong>der</strong>- Naam tweede lezer- Datum en jaar van afronding.Een voorbeeld van een titelpagina is te vinden in bijlage 5.3. Omvang en tijdsbestedingDe scriptie omvat minimaal ca. 7000 tot maximaal 10.000 woorden, exclusief bijlagen, noten,bibliografie en illustraties.De scriptie heeft een studielast van 9 stp. Omgerekend is dit een belasting van ruim zes wekenfulltime stu<strong>der</strong>en (252 uur). On<strong>der</strong>staande verdeling zou hierbij als indicatie kunnen gelden:- 40 uur inlezen- 80 uur materiaal verzamelen- 80 uur materiaal analyseren- 40 uur verslaglegging- 10 uur verzorgen definitieve eindversieGelijktijdig met het werken aan de scriptie neemt de student verplicht deel aan het bijbehorendescriptiecolloquium, voor 3 stp. Het scriptiecolloquium kan pas worden afgerond met een beoordelingals de scriptie is afgerond en beoordeeld. Voor de na<strong>der</strong>e invulling van het scriptiecolloquium, doorde verschillende bacheloropleidingen, en de eisen waaraan moet worden voldaan, zij verwezen naarde vakomschrijvingen.4. ToelatingseisenDe student mag pas met de scriptie en het bijbehorende scriptiecolloquium beginnen als hij/zij allevakken van het eerste en tweede jaar heeft afgerond. In heel bijzon<strong>der</strong>e gevallen kan deExamencommissie op verzoek van deze toelatingseisen ontheffing verlenen.5. ScriptietrajectScriptiecolloquium (3 stp) en scriptie (9 stp) vormen samen het afstudeertraject. Het afstudeertrajectis een verplicht on<strong>der</strong>deel van alle curricula van de 12 bacheloropleidingen van de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong><strong>Letteren</strong>. Er start in ie<strong>der</strong> geval één traject per studiejaar en wel in januari. Indien er voldoendekandidaten zijn, kan een opleiding beslissen om ook in september met een afstudeertraject testarten. Als er onvoldoende kandidaten zijn voor een groep, kan de opleiding met de studenten eenindividueel traject afspreken voor de scriptie en de invulling van het scriptiecolloquium.Ie<strong>der</strong> afstudeertraject heeft een coördinator die de ingeschreven studenten toetst op detoelatingseisen en hen schriftelijk toestemming verleent om te starten met het traject. Daarna kande student een begelei<strong>der</strong> zoeken/ wordt hem of haar een begelei<strong>der</strong> toegewezen.5


Verloop van het scriptietraject in schema:maandon<strong>der</strong>deeldecemberVoorlichtingsbijeenkomst over scriptietraject (desgewenst alaan het eind van het 2 e jaar)Eind januariStart traject3 juni Inleveren eerste versie van de scriptie (bij Kunstgeschiedenis,Archeologie en Oudheidkunde eventueel al op 15 mei)21 juni Inleveren definitieve versie van de scriptie1 juli Bekendmaking eindcijfer31 augustus ExamendatumOktober/november buluitreikingAls de definitieve versie van de scriptie onvoldoende is, krijgt de student tot 2 augustus de tijd om descriptie bij te stellen op basis van de opmerkingen van de begelei<strong>der</strong>. De student heeft geen recht opextra begeleiding hierbij. Uiterlijk 2 augustus moet de bijgestelde scriptie worden ingeleverd. Hetcijfer volgt dan uiterlijk 16 augustus. Als de scriptie dan nog onvoldoende is, zal de student opnieuwmoeten beginnen met een an<strong>der</strong> on<strong>der</strong>werp dan dat van de eerste scriptie. Hij/zij wordt danopgenomen in een nieuw traject vanaf september en zal dan opnieuw aan de eisen van hetscriptiecolloquium moeten voldoen.Als de inleverdatum van 21 juni niet gehaald wordt, kan on<strong>der</strong> bepaalde voorwaarden eenherkansingstraject ingaan. Als de student op 1 juli een eerste versie kan inleveren die aan bepaalde,door de opleiding te definiëren eisen voldoet, krijgt de student toestemming om in de zomer, zon<strong>der</strong>recht op begeleiding door te gaan en de definitieve versie 2 augustus in te leveren.Dit traject ziet er als volgt uit voor 2013:maandon<strong>der</strong>deel21 juni Inleverdatum niet gehaald1 juli Inleveren eerste versie scriptie8 juli Goedkeuring voor zelfstandig ver<strong>der</strong> werken2 augustus Inleveren definitieve versie van de scriptie16 augustus Bekendmaking eindcijfer31 augustus examendatumOktober/november buluitreikingAls de inleverdatum van 1 juli niet wordt gehaald, dan kan de student pas in het nieuwe studiejaarrekenen op begeleiding. Hij/zij moet dan opgenomen in een nieuw traject dat in september begint.Ook in dit geval moet de student een nieuw on<strong>der</strong>werp kiezen en opnieuw aan de eisen van hetscriptiecolloquium voldoen.Het eindproduct van de scriptie wordt beoordeeld door de begeleidende docent en eenonafhankelijke tweede lezer die niet bij het wordingsproces van de scriptie betrokken is geweest. Detweede lezer wordt door de begelei<strong>der</strong> gekozen en gevraagd. Het eindcijfer is het gemiddelde cijfervan deze twee beoordelingen. De tweede lezer beoordeelt het eindproduct binnen de daarvoor inhet scriptiecontract vastgestelde termijn. Bij een verschil van twee punten of meer tussen debeoordelingen wordt de Examencommissie ingeschakeld. Deze zal een <strong>der</strong>de beoordelaar aanwijzen.Ook indien het verschil in cijfer tussen de beoordeling van de begelei<strong>der</strong> en de tweede lezer één puntbedraagt en dit verschil bepalend is voor de toekenning van voldoende of onvoldoende wordt de6


Examencommissie ingeschakeld en zal door de Examencommissie een <strong>der</strong>de beoordelaar wordenaangewezen.Het eindcijfer wordt gevormd door het gemiddelde van de drie afzon<strong>der</strong>lijke beoordelingen(beoordeling door de begelei<strong>der</strong>, beoordeling door de tweede lezer, beoordeling door de <strong>der</strong>debeoordelaar). De Examencommissie geeft dit eindcijfer door aan de student.In de septembergroep zitten ook studenten die in januari nog niet aan de eisen hadden voldaan omaan het afstudeertraject te beginnen. Dit najaarstraject zal in het algemeen alleen wordenaangeboden bij voldoende deelnemers. Het is aan de opleidingen om dat te beoordelen. Als eronvoldoende kandidaten zijn voor een groep, kan de opleiding met de studenten een individueeltraject afspreken.Als een opleiding een najaarstraject aanbiedt, dan ziet dit er als volgt uit:maandBegin septemberon<strong>der</strong>deelVoorlichtingsbijeenkomst over scriptietraject (desgewenst al injuni)Start trajectSeptember5 december Inleveren eerste versie van de scriptie5 januari Inleveren definitieve versie van de scriptie15 januari Bekendmaking eindcijfer31 januari ExamendatummaartbuluitreikingAls de definitieve versie van de scriptie onvoldoende is, krijgt de student tot half januari de tijd om descriptie bij te stellen op basis van de opmerkingen van de begelei<strong>der</strong>. De student heeft geen recht opextra begeleiding hierbij. Uiterlijk 15 januari moet de bijgestelde scriptie worden ingeleverd. Hetcijfer volgt dan uiterlijk eind januari. Als de scriptie dan nog onvoldoende is, zal de student opnieuwmoeten beginnen met een an<strong>der</strong> on<strong>der</strong>werp dan dat van de eerste scriptie. Hij/zij wordt opgenomenin een nieuw traject vanaf eind januari en zal opnieuw moeten deelnemen aan hetscriptiecolloquium.Als de inleverdatum van 5 december niet gehaald wordt, kan on<strong>der</strong> bepaalde voorwaarden eenherkansingstraject ingaan. Als de student uiterlijk 20 december een eerste versie kan inleveren dieaan bepaalde, door de opleiding te definiëren eisen voldoet, krijgt de student toestemming omzon<strong>der</strong> recht op begeleiding door te gaan en de definitieve versie 15 januari in te leveren. Het cijfervolgt dan uiterlijk eind januari. Als de inleverdatum van 20 december niet wordt gehaald, wordt destudent opgenomen in het nieuwe traject dat eind januari begint. Ook in dit geval moet de studenteen nieuw on<strong>der</strong>werp kiezen en opnieuw aan het scriptiecolloquium deelnemen.Als ook na bijstelling van de scriptie, een onvoldoende is gegeven, mag een student nog eenmaalopnieuw aan een scriptie beginnen. Als de tweede scriptie ook onvoldoende is, kan de student dusniet slagen voor zijn/ haar bachelorexamen.6. On<strong>der</strong>werpkeuze en begeleiding door de docent en tijdens het scriptiecolloquiumAfhankelijk van de afspraken binnen de verschillende bacheloropleidingen kan de on<strong>der</strong>werpkeuzeop verschillende manieren tot stand komen.7


- Scriptieproject: De student schrijft zich in voor één van de verschillende scriptieprojecten en metdie keuze ligt het on<strong>der</strong>werp van de te schrijven scriptie vast. Per scriptieproject is eencoördinator, tevens scriptiebegelei<strong>der</strong> beschikbaar.- Scriptiewerkgroep in het verlengde van een specialisatievak: De student schrijft zich in voor eenkeuzevak/ specialisatievak binnen of in aansluiting bij de 1 e major en dit keuzevak mondt uit ineen scriptie. De probleemstelling/ on<strong>der</strong>zoeksvraag sluit aan op de thematiek van het betreffendekeuzevak, maar verschilt duidelijk van die van de opdracht die in het ka<strong>der</strong> van dat college isuitgevoerd. De docent van het keuzevak/ specialisatievak is tevens begelei<strong>der</strong> van de scriptie ende scriptiewerkgroep.- Keuzelijst: De opleiding legt de studenten een lijst met scriptieon<strong>der</strong>werpen voor, waar uitgekozen kan worden. Deze on<strong>der</strong>werpen sluiten aan bij de on<strong>der</strong>zoeksprojecten van de docentenvan de betreffende opleiding. De inhoudelijke begeleiding vindt plaats door de docent bij wienson<strong>der</strong>zoek het scriptieon<strong>der</strong>werp aansluit. Daarnaast vindt procesmatige begeleiding plaats viahet scriptiecolloquium.De docenten geven vooraf aan hoeveel studenten zij maximaal kunnen begeleiden. Deleerstoelhou<strong>der</strong> ziet erop toe dat dit maximum aantal te begeleiden studenten niet wordtoverschreden.Bij problemen met het vinden van een geschikte begelei<strong>der</strong> dient de student in eerste instantiecontact op te nemen met de leerstoelhou<strong>der</strong>. Indien leerstoelhou<strong>der</strong>, docent en student er niet uitkomen, wordt de Examencommissie om advies gevraagd.Naast de begeleiding door de docent vindt begeleiding plaats tijdens de bijeenkomsten van hetscriptiecolloquium. Voor de na<strong>der</strong>e invulling van het scriptiecolloquium, door de verschillendebacheloropleidingen, en de eisen waaraan moet worden voldaan, zij verwezen naar devakomschrijvingen.7. Scriptieovereenkomst en scriptiewerkplan – zie e-mail over scriptie- en stagecontractenNadat het scriptieon<strong>der</strong>werp is vastgesteld, wordt door de begeleidende docent of de coördinatorvan het scriptieproject, en de student een scriptieovereenkomst opgesteld. Hierin worden deon<strong>der</strong>ling gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd. Door middel van de ingevulde gedigitaliseerdescriptieovereenkomst wordt de scriptie officieel aangemeld bij de Examencommissie van deopleiding.Het doel van de scriptieovereenkomst is studievertraging te voorkomen en uitkomst te bieden bijonduidelijkheden en/of problemen. Daarnaast biedt de scriptieovereenkomst docent en studentduidelijkheid over de begeleiding. Een voorbeeld van een scriptieovereenkomst is te vinden inBijlage 1. De student zorgt ervoor dat het contract al door alle betrokkenen (student, begelei<strong>der</strong>, 2 elezer) on<strong>der</strong>tekend is. De student scant het document en stuurt een pdf-versie hiervan per e-mailaan de Examencommissie: ec-bachelor@let.vu.nl. De Examencommissie beoordeelt het contract enlaat de student per e-mail weten of het is goedgekeurd.Daarnaast levert de student bij de begelei<strong>der</strong> een scriptiewerkplan in waarin de meer inhoudelijkegegevens vastgelegd worden. On<strong>der</strong>deel van het scriptiewerkplan vormt de tijdsplanning. Zowel dedocent als de student dienen zich hieraan te houden. De student meldt een eventuele overschrijdingzo snel mogelijk aan de docent. Een voorbeeld van een werkplan is te vinden in Bijlage 2.De student levert steeds, in overleg met de begelei<strong>der</strong>, uiterlijk één week voor eenbegeleidingsgesprek tekstmateriaal aan bij de begelei<strong>der</strong>.8


8. Beoordeling en beoordelingsformulierDe scriptiebegelei<strong>der</strong> bepaalt het eindcijfer en vult een beoordelingsformulier in. Dit formulier isbedoeld als hulp bij de beoordeling van de scriptie en bij het geven van feedback aan de student.Ver<strong>der</strong> wordt het gebruikt om bij visitaties e.d. aan beoordelende commissies voor te leggen. Hetingevulde formulier dient daarom ook elektronisch ingeleverd te worden bij de examencommissie terarchivering.Voor de beoordeling van de bachelorscriptie worden de volgende criteria gehanteerd:- Structuur en opbouw (interne samenhang, formulering van on<strong>der</strong>werp/on<strong>der</strong>zoeksvraag,doelstelling, on<strong>der</strong>zoeksmethode, bevindingen).- Toelichting analyse (hoe ben je aan je on<strong>der</strong>zoeksgegevens gekomen en wat heb je ermeegedaan).- Verantwoording van het on<strong>der</strong>werp (theoretische on<strong>der</strong>bouwing, herkenbaar en toetsbaargebruik van literatuur- en empirische bronnen).- Gebruik en analyse van bronnen en data (relevantie van keuze, beschrijving waar passend,bevindingen).- Gebruik van bestaande secundaire literatuur (keuze, documentatie, analyse).- Taalgebruik (correct, hel<strong>der</strong>, wetenschappelijk, volgens de conventies van het genre, samenhang,stijl).- Argumentatie (interne logica van het betoog, on<strong>der</strong>scheid tussen empirisch gefundeerdeuitspraken en meningen, veron<strong>der</strong>stellingen en vooroordelen).- Het proces van voorbereiding en schrijven (inzet, duur, onafhankelijkheid, eigen inbreng,hoeveelheid herzieningen, afbakeningen).Om een voldoende voor de scriptie te krijgen, dienen al deze punten als voldoende beoordeeld teworden. Daarnaast moet aan de eisen van het scriptiecolloquium zijn voldaan.In bijlage 4 zijn voorbeelden opgenomen van beoordelingsformulieren, waarin wegingsfactoren zijnopgenomen.Indien een student het oneens is met de wijze waarop de beoordeling van de scriptie tot stand isgekomen, dan kan hij/ zij daar bezwaar tegen aantekenen bij het College van Beroep voor deExamens (ver<strong>der</strong> op de facultaire website on<strong>der</strong> studenten -> regels en richtlijnen ->bezwaar, beroepen klachten)9. FraudeVoorin de scriptie, na het titelblad en voor de inhoudsopgave, moet de student in een on<strong>der</strong>tekendeverklaring inzake oorspronkelijkheid aangeven dat hij/zij de scriptie zelf heeft geschreven enadequaat verwezen heeft naar het werk van an<strong>der</strong>en dat erin aangehaald of ervoor gebruikt is. Eenvoorbeeld van deze verklaring is opgenomen als bijlage 6.De te volgen procedure bij vermoeden van fraude luidt voor elke opleiding als volgt:- Bij het vermoeden van fraude terzake van een scriptie roept de verantwoordelijke docent destudent bij zich en geeft hem/ haar de gelegenheid zich te verantwoorden.- Wanneer dit vermoeden bewaarheid wordt of wanneer er na dit on<strong>der</strong>houd twijfel blijft bestaanover de toedracht, licht de docent in kwestie de examencommissie in over het gebeurde. DeExamencommissie neemt in beide gevallen de behandeling over.9


- De Examencommissie hoort de student en de docent over de toedracht van de zaak.- Bij gebleken fraude terzake van een scriptie zal in ie<strong>der</strong> geval een nieuwe opdracht verstrektworden en eventuele sancties worden opgelegd.10. GeschillenAls een student niet tevreden is over de gang van zaken, neemt hij/zij zo spoedig mogelijk contact opmet de begelei<strong>der</strong>. Als het contact met de begelei<strong>der</strong> niet het gewenste effect heeft, kan de studentzich richten tot de studieadviseur. (zie ver<strong>der</strong> op de facultaire website on<strong>der</strong> studenten -> regels enrichtlijnen ->bezwaar, beroep en klachten)11. AfrondingNa afronding van de scriptie levert de student een geprint en een digitaal exemplaar in bij de docent.De eindbeoordeling van de scriptie wordt de student meegedeeld in een gesprek met de begelei<strong>der</strong>,waarna de scriptie inhoudelijk besproken wordt.In dit gesprek wordt ook de wijze waarop de scriptie tot stand gekomen is, geëvalueerd. Hierbijkomen de begeleiding en de organisatorische aspecten van het scriptieproces aan de orde.De cijfers van de scripties dienen op volgende wijze aangeleverd te worden:De docent stuurt eenmail naar studiesecretariaat.let@vu.nl met daarin de naam van de student, het studentnummer enhet cijfer vermeld. Als bijlagen worden de volgende documenten meegestuurd:- De definitieve tekst van de scriptie in pdf;- De scriptieovereenkomst in pdf;- Het beoordelingsformulier.Het cijfer wordt pas door het studiesecretariaat verwerkt als de e-mail en de bijlagen zijn ontvangen.Indien een of meer bijlagen ontbreken, zal het scriptiecijfer niet worden ingevoerd.(zie ver<strong>der</strong> op de facultaire website on<strong>der</strong> studenten ->Regels en richtlijnen -> afstudeerprocedures).12. AuteursrechtHet auteursrecht van de scriptie berust in principe bij de student. Van studenten wordt verwacht datzij bij een eventuele publicatie van (een deel van) de scriptie vermelden dat de scriptie is geschrevenvoor de Major X bij de bacheloropleiding Y van de <strong>Vrije</strong> Universiteit Amsterdam, on<strong>der</strong> begeleidingvan docent Z. Zowel docent als student dienen hierover goede afspraken te maken.Bijlagen:1. Formulier scriptieovereenkomst2. Werkplan (bijlage bij de scriptieovereenkomst, inclusief tijdsplanning)3. Voorbeelden van het scriptietraject in schema4. Voorbeeld van een beoordelingsschema voor schriftelijke werkstukken (handboekkwaliteitszorg VU), aangevuld met voorbeelden vanuit de <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong>5. Voorbeeld van een titelpagina10


6. Verklaring inzake Oorspronkelijkheid (Ne<strong>der</strong>landse en Engelse versie)11


Bijlage 1: Formulier bachelorscriptieovereenkomstStudent_______________________________________________________Adres_______________________________________________________Postcode/plaats_______________________________________________________Telefoonnummer_______________________________________________________Opleiding____________________ studentnummer _____________________Begeleidende docent _______________________________________________________(Naam +Leerstoelgebied) _______________________________________________________Omschrijving on<strong>der</strong>werp _____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Aantal studiepunten 9 ects on<strong>der</strong>wijslast docent: 15 uurBegindatum__________________ einddatum ___________________________Inleverdatum werkplan _______________________________________________________Aantal begeleidingsgesprekken ____ __________________________________________________Afspraken over tussentijds in te leveren stukken _________________________________________________________________________________________________Termijn waarbinnen de begelei<strong>der</strong> het eindproduct nakijkt ______________________________Aanvullende afspraken ________________________________________________________________________________________________________________Voor akkoord getekend:Plaats en datum_____________________________________________ ______________ ________________handtekening handtekening handtekeningstudent begeleidende examencommissiedocentvoor ontvangsten goedkeuringDe examencommissie neemt alleen digitale overeenkomsten in behandeling. Stuur svp het on<strong>der</strong>tekendeformulier als PDF naar ec-bachelor.let@vu.nl12


Bijlage 2: Werkplan (bijlage bij bachelorscriptieovereenkomst)Naam student ....................................................................................Opleiding ....................................................................................Naam begelei<strong>der</strong>(s)/ ..…...........................................................................….leerstoelgebied..............................................................................…...Voorlopige titel ....................................................................................On<strong>der</strong>werp ........................................................................................................................................................................Verantwoording ........................................................................................................................................................................Probleemstelling ............................................................................................................................................................................................................................................................Aanpak gegevensverzameling/on<strong>der</strong>zoeksmethode ............................................................................................................................................................................................................................................................Voorlopige hoofdstukindeling ...........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................Voorlopige literatuurlijst(bijlage)Tijdsplanning• begindatum ....................................................................................• oriëntatiefase ....................................................................................• uitvoeringsfase ....................................................................................(inleverdata hoofdstukken) ...................................................................................................................................................................• afrondingsfase ...............................................................................• geplande presentatie scriptie ...............................................................................• geplande afstudeerdatum ...............................................................................Opmerkingen.............................................…..........................................……………………………………………………………………………………...........................................13


Bijlage 3: voorbeeld het scriptietraject in schemaVoorbeeld van het verloop van een scriptietraject in schema. In deze variant is uitgegaan van 3bijeenkomsten plus een afsluitende sessie van het scriptiecolloquium en 3 bijeenkomsten plus eeneindgesprek met de scriptiebegelei<strong>der</strong>.maand on<strong>der</strong>deel opmerkingendecemberVoorlichtingsbijeenkomst over scriptietraject(desgewenst al aan het eind van het 2 e jaar)Januari (eindjanuari/ beginfebruari)Start traject; 1 e bijeenkomstscriptiecolloquium; definitieveon<strong>der</strong>werpkeuze; definitieve toewijzing ofFebruarimaartMaart/ aprilApril/ meimeikeuze van begelei<strong>der</strong>; bespreking trajectZelfstudie: Inlezen op het on<strong>der</strong>werp;inleveren scriptiecontract en conceptwerkplan2 e bijeenkomst scriptiecolloquium: vaststellenon<strong>der</strong>zoeksvraag/ probleemstelling;vaststellen scriptiewerkplan; besprekingeerste opzet bespreking van door destudenten aangedragen problemenVerzamelen on<strong>der</strong>zoeksmateriaal en analyse;tussentijdse rapportageAfronding on<strong>der</strong>zoek en samenstellenmanuscript3 e bijeenkomst scriptiecolloquium:mondelinge presentaties; ie<strong>der</strong>e studenttreedt daarbij tenminste één maal als referentop3 juni Inleveren eerste versie van de scriptie (bijKunstgeschiedenis, Archeologie enOudheidkunde eventueel al op 15 mei)juniSlotsessie scriptiecolloquium: mondelingeeindpresentaties (tussen 1 en 20 juni)1 e bijeenkomst metscriptiebegelei<strong>der</strong>2 e bijeenkomst metscriptiebegelei<strong>der</strong>3 e bijeenkomst metscriptiebegelei<strong>der</strong>21 juni Inleveren definitieve versie van de scriptie1 juli Bekendmaking eindcijfer Eindgesprek metscriptiebegelei<strong>der</strong>31 augustus ExamendatumOktober/november buluitreiking14


Vervolg bijlage 3: voorbeeld van het bijbehorende septembertrajectDit najaarstraject wordt nog niet aangeboden in het studiejaar 2011/2012 en zal daarna in hetalgemeen alleen worden aangeboden bij voldoende deelnemers. Het is aan de opleidingen om dat tebeoordelen.maand on<strong>der</strong>deel opmerkingenBeginVoorlichtingsbijeenkomst scriptietrajectEventueel al in juniseptemberSeptember Start traject; 1 e bijeenkomst scriptiecolloquium;definitieve on<strong>der</strong>werpkeuze; definitievetoewijzing of keuze van begelei<strong>der</strong>; besprekingtrajectSeptember/oktoberZelfstudie: Inlezen op het on<strong>der</strong>werp; inleverenscriptiecontract en conceptwerkplan1 e bijeenkomst metscriptiebegelei<strong>der</strong>Begin oktober 2 e bijeenkomst scriptiecolloquium: vaststellenon<strong>der</strong>zoeksvraag/ probleemstelling; vaststellenscriptiewerkplan; bespreken eerste opzet;bespreking van door de studenten aangedragenproblemenOktober/novemberVerzamelen on<strong>der</strong>zoeksmateriaal en analyse;tussentijdse rapportage2 e bijeenkomst metscriptiebegelei<strong>der</strong>November/decemberAfronding on<strong>der</strong>zoek en samenstellenmanuscriptEindnovember3 e bijeenkomst scriptiecolloquium: mondelingepresentaties; ie<strong>der</strong>e student treedt daarbijtenminste één maal als referent op5 december Inleveren eerste versie van de scriptie 3 e bijeenkomst metdecemberSlotsessie scriptiecolloquium: mondelingeeindpresentaties (tussen 5 en 22 december)scriptiebegelei<strong>der</strong>5 januari Inleveren definitieve versie van de scriptie15 januari Bekendmaking eindcijfer Eindgesprek metscriptiebegelei<strong>der</strong>31 januari Examendatummaart buluitreiking15


Bijlage 4: voorbeelden van beoordelingsschema’s voor scriptiesVoorbeeld 1: Beoordelingsformulier <strong>Bachelor</strong>scriptie <strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong>Naam student:Studentnummer:Begelei<strong>der</strong>:………………………………….……………………………………………………………………criteria omschrijving Beoordeling:o-v-g-zgStructuur en opbouw interne samenhang, formuleringvan on<strong>der</strong>werp/ on<strong>der</strong>zoeksvraag,doelstelling, on<strong>der</strong>zoeksmethode,bevindingenToelichting analyse hoe ben je aan jeon<strong>der</strong>zoeksgegevens gekomen enwat heb je ermee gedaanVerantwoording theoretische on<strong>der</strong>bouwing,on<strong>der</strong>werpherkenbaar en toetsbaar gebruikvan literatuur en empirischebronnenGebruik en analyse relevantie van keuze, beschrijvingvan bronnen en data waar passend, bevindingenGebruik vankeuze, documentatie, analysebestaandesecundaire literatuurargumentatie interne logica van het betoog,on<strong>der</strong>scheid tussen empirischgefundeerde uitspraken enmeningen, veron<strong>der</strong>stellingen envooroordelenTaalgebruikcorrect, hel<strong>der</strong>, wetenschappelijk,volgens de conventies van hetgenre, samenhang, stijlProces vanvoorbereiding enschrijveninzet, duur, onafhankelijkheid,eigen inbreng, hoeveelheidherzieningen, afbakeningentoelichtingAlle aspecten dienen voldoende te zijn voor een voldoende beoordelingEindcijfer:Samenvatting van het oordeel over de scriptie en/of toelichting op het eindcijfer(indien dit niet volgt uit oordelen per on<strong>der</strong>deel)16


Voorbeeld 2: bijlage 7 van het handboek On<strong>der</strong>wijskwaliteit, hoofdstuk Stage en ThesisUit H.J.M. van Berkel en A. Bax: Toetsen in het hoger on<strong>der</strong>wijs, 2002; Hoofdstuk 17: Toetsen vanschriftelijke vraagstukken, S. Romme.Problemen die zich voordoen met de beoordeling van de bachelor- en masterthesis en an<strong>der</strong>eschriftelijke werkstukken hebben voornamelijk betrekking op de betrouwbaarheid van debeoordeling en op de effecten die de beoordeling heeft op het leergedrag van studenten.Hoewel beide problemen niet geheel op te lossen zijn kan een goed ontwerp van debeoordelingsmethode de nadelige effecten in hoge mate beperken.Hieron<strong>der</strong> wordt een voorbeeld gegeven van een beoordelingsschema (Tabel 17.1 uit Toetsen vanschriftelijke werkstukken, S.Romme). Dit formulier is ook bruikbaar voor de zelfbeoordeling van(conceptversies van) een werkstuk door studenten. Naar keuze kunnen per opleiding of faculteitbepaalde criteria, zoals ten aanzien van vormeisen, na<strong>der</strong> worden gespecificeerd.Criteria Omschrijving BeoordelingO – v – g - zg1 Vraagstelling Wordt de centrale vraag op een duidelijke manieringeleid, of komt deze als het ware uit de luchtvallen? Is de centrale vraag of probleemstelling indit werkstuk eenvoudig en begrijpelijkgeformuleerd, bijvoorbeeld analoog aan een van devolgende algemene vraagstellingen: Hoe kanmethode A bijdragen aan het oplossen vanvraagstuk B? Kan verschijnsel C het beste wordenverklaard met behulp van theorie D of theorie E?2 Methode Beschrijft de auteur de gebruikteon<strong>der</strong>zoeksmethode(n) op een duidelijke manier(beschrijving); wordt na<strong>der</strong> toegelicht waaromgekozen is voor deze in plaats van an<strong>der</strong>e methoden(rechtvaardiging)?3 Presentatie van Worden de gegevens – in kwalitatieve ofbevindingen kwantitatieve vorm – overzichtelijk volgens eenna<strong>der</strong> aangegeven ordeningsprincipe (bijv.chronologisch, naar auteurs, of naar items)gepresenteerd? Wordt op verantwoorde wijzegebruikgemaakt van tabellen, figuren, diagrammenof schema’s?4 Analyse vanbevindingenWorden de gegevens niet alleen goed beschrevenmaar ook na<strong>der</strong> geanalyseerd met behulp vankwalitatieve en/of kwantitatieve analysetechniekendie passen in de gekozen on<strong>der</strong>zoeksmethode(n)?5 Conclusies Volgen de conclusies logisch uit de (analyse van de)bevindingen? Geven de conclusies een duidelijkantwoord op de centrale vraag?6 Vorm Heeft het werkstuk een omvang die past bij deinhoud? Zijn er veel of weinig typografische fouten?Is de tekst prettig leesbaar? Wordt op verantwoordewijze van appendices gebruik gemaakt, en opcorrecte wijze naar literatuur verwezen? Is dealinea-indeling consequent? Enzovoort.EindcijferRichtlijn:5 of lager, indien één of meer aspecten o is/zijnToe-lichting17


6 indien alle aspecten v zijn7 indien minimaal de helft van de aspecten g en deoverige aspecten v zijn8 indien alle aspecten g zijn (of tegenover elke v eenzg staat)9 indien de meeste aspecten zg zijn en de overige gzijn10 indien alle aspecten zg zijn------------------------------Voorbeeld 3: beoordelingsschema opgesteld door de opleiding GLTC, inclusiefwegingsfactoren:Niet-inhoudelijke aspecten:Uiterlijk van de scriptie: afwerking en taalgebruik 10%Proces: inzet 10%Proces: zelfstandigheid 10%Inhoudelijke aspecten:Opbouw van het betoog, waaron<strong>der</strong> de hel<strong>der</strong>heid van de vraagstellingen de aansluiting van de conclusie op de vraagstelling 20%(eventueel kunnen opbouw & vraagstelling/conclusie apart beoordeeldworden, ie<strong>der</strong> met 10% van de uiteindelijke score)Verwerking van de secundaire literatuur 10%Analyse van de data/tekst; beschrijving van het materiaal – observaties 20%Synthese van de resultaten (originaliteit, creativiteit,kracht van interpretaties en [deel-]conclusies) 20%---------------------------18


Voorbeeld 4: Beoordelingsformulier <strong>Bachelor</strong>scriptie zoals in gebruik bij de afdeling Taal enCommunicatieNB dit formulier is bedoeld als hulp bij de beoordeling van de scriptie en bij het geven van feedback aan destudent. Ver<strong>der</strong> wordt het gebruikt om bij visitaties e.d. aan beoordelende commissies voor te leggen. Hetingevulde formulier dient dan ook elektronisch ingeleverd te worden bij de examencommissie ter archivering.Naam student:Studentnummer:Begelei<strong>der</strong>:………………………………….………………………………….………………………………….1. Introductie en theorieProbleemstelling en relevantieo v g evt. toelichtingDe scriptie wordt ingebed in een bre<strong>der</strong>ka<strong>der</strong>.Het theoretische en praktische belang van descriptie voor de discipline is hel<strong>der</strong>geformuleerd.De probleemstelling is hel<strong>der</strong> en bondiggeformuleerd. De probleemstelling isontleed in deelvragen die op adequate wijzein de scriptie terugkeren.Behandeling wetenschappelijke literatuuro v g evt. toelichtingRelevante wetenschappelijke theorieën enon<strong>der</strong>zoeksbevindingen over hetscriptieon<strong>der</strong>werp worden nauwkeurig enbegrijpelijk weergegeven in eigen woorden.Er is een duidelijk verband tussenon<strong>der</strong>zoeksvraag en literatuur.Kernbegrippen worden op een goede wijzegeoperationaliseerd en dieoperationalisering wordt vervolgensconsequent aangehouden.Toespitsing op eigen on<strong>der</strong>werp:o v g evt. toelichtingBij de keuze voor een hypothesetoetsendescriptie: de hypothesen sluiten aan bij debesproken literatuur en zijn nauwkeuriggeformuleerd. Ze bieden samen een mogelijkantwoord op de on<strong>der</strong>zoeksvraag.Bij de keuze voor een exploratieve scriptie:de ‘sensitizing concepts’ waarmee heton<strong>der</strong>werp verkend is sluiten aan bij debesproken literatuur.Bij de keuze voor een literatuurstudie ofmeta-analyse: de analyse leidt tot eenverhel<strong>der</strong>end beeld van de stand van zakenin de betreffende discipline. De studentslaagt erin om de relatie tussen de begrippendie door de aangehaalde auteurs gebruiktworden op adequate wijze met elkaar inverband te brengen.19


De student geeft een deugdelijkeverantwoording van de keuze voor eenhypothesetoetsende studie, exploratievestudie of literatuurstudie.2. Methodeo v g evt. toelichtingHet on<strong>der</strong>zoeksdesign (survey,inhoudsanalyse, gevalstudie, experiment etcetera) wordt hel<strong>der</strong> beschreven. De keuzevoor te bestu<strong>der</strong>en / te vergaren data /on<strong>der</strong>zoeksmateriaal sluit aan bij deprobleemstelling.De operationalisering / na<strong>der</strong>e omschrijvingvan de theoretische begrippen is adequaatom de vertaalslag naar heton<strong>der</strong>zoeksmateriaal te maken.On<strong>der</strong>zoekstechnische aspecten(betrouwbaarheid, validiteit,steekproeftrekking, non-respons, de keuzevan analysetechnieken,generaliseerbaarheid, aard van detriangulatie, samenstelling corpus, selectievan de relevante on<strong>der</strong>zoekseenheden etcetera.) krijgen voldoende aandacht.3. Resultateno v g evt. toelichtingHet on<strong>der</strong>zoeksmateriaal wordt op eenadequate manier beschreven, uitgaande vande omschreven / geoperationaliseerdeconcepten.De on<strong>der</strong>zoeksmethoden om deprobleemstelling te beantwoorden wordenon<strong>der</strong>zoekstechnisch bezien adequaattoegepast.De resultaten worden systematischbeschreven, zo mogelijk door uitleg bij intabellen en figuren gepresenteerde uitkomsten.Bij een hypothesetoetsende scriptie moetduidelijk worden of de hypothesengehandhaafd kunnen worden. Bij eenexploratieve scriptie wordt duidelijk hoevoorlopige ideeën (sensitizing concepts)aangescherpt zijn. Bij een literatuuron<strong>der</strong>zoekwordt duidelijk wat het eindoordeel is over decentrale hypothesen in de on<strong>der</strong>zochte studies.4. Discussie en conclusieo v g evt. toelichtingDe probleemstelling is expliciet beantwoord;op grond van de uitkomsten zijn conclusiesgetrokken, die ver<strong>der</strong> borduren op de albeschikbare wetenschappelijke literatuur.Er wordt kritisch gereflecteerd op degebruikte on<strong>der</strong>zoeksmethode en op detekortkomingen van het eigen on<strong>der</strong>zoek;mogelijk vervolgon<strong>der</strong>zoek wordt aangeduid.De betekenis van het eigen on<strong>der</strong>zoek voorde discipline wordt in een bre<strong>der</strong> ka<strong>der</strong>geplaatst; zo mogelijk worden toepassingenaangestipt of aanbevelingen gegeven.5. Overige aspecteno v g evt. toelichting20


Het on<strong>der</strong>scheid tussen feiten die dooran<strong>der</strong>en geobserveerd zijn,veron<strong>der</strong>stellingen en visies van an<strong>der</strong>en,eigen waarnemingen, en eigen meningenkomt duidelijk naar voren; er is niets dat zelfsmaar riekt naar plagiaat of fraude.Het taalgebruik is goed verzorgd (spelling,grammatica), ook als de taal van de scriptieniet het Ne<strong>der</strong>lands is. De schrijfstijl is hel<strong>der</strong>(objectiverend en systematisch maar tochbegrijpelijk en levendig). De registerkeuze isadequaat (academisch-zakelijk).De scriptie is hel<strong>der</strong> opgebouwd; deprobleemstelling en deelvragen zijnstructurerend voor het betoog. De scriptieheeft de juiste omvang; een eventueleafwijking van de richtlijn (8.000 tot 12.000woorden) is verantwoord.De literatuurverwijzingen, de tabellen enfiguren, en de hoofdstukindeling zijnopgebouwd volgens de regels van deopleiding.OriginaliteitKwaliteit van de argumentatie6. Aspecten te beoordelen door begelei<strong>der</strong>(s)o v g evt. toelichtingProcesbeoordeling: De scriptie is metvoldoende mate van wetenschappelijkezelfwerkzaamheid binnen de daarvoorgestelde tijd geschreven; het commentaarvan de begelei<strong>der</strong> is tijdig en adequaatverwerkt.Eindcijfer bachelorscriptiesamenvatting van het oordeel over de scriptie en/of toelichting op het eindcijfer(indien dit niet volgt uit oordelen per on<strong>der</strong>deel)21


Bijlage 5: voorbeeld titelpaginaGramatica del discurso:foco y énfasisen holandés y en españolAnna Baa<strong>der</strong><strong>Vrije</strong> UniversiteitKoninginnelaan 37<strong>Faculteit</strong> <strong>der</strong> <strong>Letteren</strong>1050 FF Amsterdam Opleiding Spaanse taaltel:020-4662000en letterkundea.baa<strong>der</strong>@student.vu.nl; a.baa<strong>der</strong>@hotmail.comStudentnummer: 007007begelei<strong>der</strong>: Prof. dr. P. MartínezJuni 201022


Bijlage 6: verklaring inzake OorspronkelijkheidIn ie<strong>der</strong>e scriptie dient de volgende verklaring na de titelpagina en voor de inhoudsopgave te wordenopgenomen en met de hand te worden on<strong>der</strong>tekend.Ik verklaar hierbij dat deze scriptie een oorspronkelijk werkstuk is, dat uitsluitenddoor mij vervaardigd is. Als ik informatie en ideeën aan an<strong>der</strong>e bronnen hebontleend, heb ik hiervan expliciet melding gemaakt in de tekst en de noten.(plaats, datum)(handtekening)Engelse versie:I hereby declare that this dissertation is an original piece of work, written by myselfalone. Any information and ideas from other sources are acknowledged fully in thetext and notes.(place, date)(signature)23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!